TAALPROGRAMMA’S
&
TAAL-LEESMETHODEN
NADER BEKEKEN
Joop Stoeldraijer (EDUX)
Kees Vernooy
(lector Hogeschool Edith Stein)
Masterclass PO Raad
najaar 2010
Vooraf: Wat werkt?
Onderwijsonderzoek heeft de verplichting
antwoord te geven op vragen van scholen,
ouders en beleidsmakers over ‘wat werkt’
in het onderwijs (Slavin, 2004).
WAT KOMT ER AAN DE ORDE?
De plus- en minpunten van gangbare
en nieuwe programma’s en methoden
voor:
- groep 1 en 2 (goede leesstart);
- (vlot)technisch leren lezen, methoden
voor begrijpend lezen en
- taalmethoden.
Curriculum, instructie, en
toetsing centraal
Instructie Verlengde instructie Klassenmanagement
Toetsing -vroegtijdig signaleren -methodegebonden -leerlingvolgsysteem
LEERLING
RESULTATEN
Programma’s en methoden
Scholen met risicolezers
Juist voor scholen met veel risicolezers zijn
goede programma´s en methoden die een
wetenschappelijke basis hebben van
cruciaal belang.
Ze sturen namelijk de instructie van de
leerkracht en onderwijseffectiviteit is
instructie-effectiviteit.
De effecten van goed lesgeven
Percentage of Achievement Variance
Students
Teachers
Home
Peers
Schools Principal
~5-10%
~50% ~5-10%
> 30%
Hattie (2003, 2005)
(Bevindingen van een meta-analyse)
INFORMATIE PROGRAMMA’S EN
METHODEN
www.edux.nl
Naast elkaar
www.jsw-online.nl
Kijk bij archief.
Methode en de leerkracht
‘’Centraal moet hoge kwaliteit van de
instructie staan — de leerkrachten zijn
belangrijker dan de leesmethoden.” (Tivnan, Hemphill, & Ivins, 2002)
Expliciete Instructie voor zwakke
leerlingen
Ik doe het
Jullie kijken
Ik doe het
Jullie helpen
Jullie doen het
Ik help
Jullie doen
het
Ik kijk
Wilhelm, J. D., Baker, T. D., & Dube, J. (2001). Strategic reading: Guiding students to lifelong literacy. Portsmouth, NH: Boynton/Cook.
Aan de andere kant …..
De methode stuurt de instructie van de
leerkracht!
Vroege interventies veranderen leesresultaten
Groep correspondeert met
leeftijd
3 4 5 6
Lee
sn
ive
au
va
n d
e g
roe
p
4
3
2
1
5
Met alleen maar een goede methode
AVI 7
AVI 9 Met een goede methode en met extra interventies
>AVI 9 Laag risico bij eerste screening
AVI 5/6
Hoog risico bij eerste screening
Enschedese
Leesverbeterplan
Vergelijking technisch lezen met
landelijke taalpilots (AVI)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
3 4 5 6 7 8
Enschede
land.pilots
Resultaten Enschede
Begrijpend lezen (juni 2010)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
4 5 6 7 8
Enschede
land pilots
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
2006
jan
2008
jan
2010
jan
Lezen
Begr. Lezen
Rekenen
Sbo de Tender
capaciteiten - leerrendement
ONTWIKKELINGEN NIEUWE
TAAL-/LEESMETHODEN
1- Methoden worden steeds omvangrijker en gaan daardoor meer tijd vragen; aan de andere kant verschijnen er ook methoden die minder tijd aan taal besteden;
2- Bij taalmethoden: meer aandacht voor woordenschat.
3- De meeste methoden worden niet uitgeprobeerd.
4- Methoden verschillen sterk van elkaar m.b.t. de tijd die ze vragen.
5- Opkomst digitale methoden.
6- Niet alle methoden zijn even goed!
Wat wil de overheid?
Onderwijsraad/OCW (2006): meer
evidence-based methoden gewenst!
Probleem: die methoden zijn er eigenlijk
nog niet.
Evidence based methoden
• Taal/-leesinhoudelijke
aandachtspunten:
- beginnende
geletterdheid
- leren lezen
- vlot leren lezen
- woordenschat
- leesstrategieën
- spelling
- stellen
• Kenmerken van
effectief onderwijs:
- doelen
- tijd
- expliciete instructie
- differentiatie
- vroegtijdig
signaleren
- motivatie
- monitoren resultaten
GEBRUIK VAN METHODEN IN DE
PRAKTIJK Methoden worden niet goed in-/uitgevoerd
Een groot probleem: het niet doorwerken van methoden. Met name een probleem bij het leren lezen.
Een vervolgprobleem: lage resultaten en geen goede afstemming tussen de groepen.
Ander probleem: handleidingen worden niet gebruikt.
Verklaringen:
- Leerkrachten plannen de methode niet in;
- Methoden zijn zeer omvangrijk geworden.
BETEKENIS GOEDE METHODEN
• De leerkracht heeft goede methoden nodig.
• Een probleem: niet alle methoden zijn even goed.
• Veel methoden zijn zeker niet evidence based!
Linda B. Gambrell (2008)
Alle leerlingen hebben tijdens hun
schoolloopbaan kwalitatief zeer goed
leesonderwijs nodig!
Programma’s groep 1 en 2
De leespiramide
Fonemisch bewustzijn Letter-klankkoppeling
Vlot en vloeiend
kunnen lezen
Woordenschat
Leesstrategieën
(inferenties/monitoring)
Begrijpend
lezen
Mondelinge taalvaardigheid en begrijpend luisteren
Wat zijn met name harde
voorspellers voor het toekomstig
leren lezen?
Mondelinge taal
Letterkennis (o.a. naam kunnen schrijven en benoemsnelheid))
Fonologische vaardigheden: de belangrijkste!
Dit betekent dat de tussendoelen Taalbewustzijn en Alfabetisch principe het belangrijkste zijn voor het toekomstig leren lezen.
Factoren die het leren lezen
beïnvloeden
spraak/taalontwikkeling letterkennis (benoemsnelheid)
LEREN LEZEN
fonemisch bewustzijn systematische aandacht
klank-letterkoppeling en
auditieve synthese
Onderzoek naar het voorkomen
van Tussendoelen
- Activiteiten opsporen
- Niet extra suggesties of algemene
opmerkingen
- Het meest van toepassing
- Niet Boekoriëntatie, maar aspect van
Boekoriëntatie
Boekoriëntatie
0
10
20
30
40
50
60
70
80 Taalplezier
Piramide
Beg. Geltt.
Ik & Ko
Leeshuis
Leessleutel
Schatkist
Kleuterplein
Taalverhaal
Taal op maat
Leeslijn
Wat zeg je
Verhaalbegrip
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90 Wat zeg je
Taalplezier
Piramide
Beg. Gell.
Ik & Ko
Leeshuis
Leessleutel
Schatkist
Kleuterplein
Taalverhaal
Taal o M
Leeslijn
Functies geschreven taal
0
20
40
60
80
100
120 Wat zeg je
Taalplezier
Piramide
Beg. Gell.
Ik & Ko
Leeshuis
Leessleutel
Schatkist
Kleuterplein
Taalverhaal
Taal o M
Leeslijn
Relatie gesproken en geschreven
taal
0
10
20
30
40
50
60
70 Wat zeg je
Taalplezier
Piramide
Beg. Gell.
Ik & Ko
Leeshuis
Leessleutel
Schatkist
Kleuterplein
Taalverhaal
Taal o M
Leeslijn
Taalbewustzijn (fonemisch
bewustzijn)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100 Wat zeg je
Taalplezier
Piramide
Beg. Gelett.
Ik en Ko
Leeshuis
Leessleutel
Schatkist
Kleuterplein
Taalverhaal
Taal o M
Leeslijn
Alfabetisch principe
0
5
10
15
20
25
30 Wat zeg je
Taalplezier
Piramide
Beg. Geltt
Ik & Ko
Leeshuis
Leessleutel
Schatkist
Kleuterplein
Taalverhaal
Taal o M
Leeslijn
Rapport per programma
Wat zeg je?
0 0 0 0
23
00
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Taalplezier
7
22
118
61
8
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Piramide
511
19
0
65
00
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Beginnende geletterdheid
6 5
24
12
30
10
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Ik & Ko
6
29
1613
98
9
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Leeshuis
7
14
3 5
1411
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
De Leessleutel
2327 29
39
25
9
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Schatkist
32
65
105
69
84
30
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Kleuterplein
0
5
10
15
20
25
30
35
Boekoriëntatie
Verhaalbegrip
Functies (8)
Relatie (8)
Taalbewu. (32)
Alf. Princ. (16)
Taalverhaal
1114
41
4 2 00
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Taal op Maat
4
27
14
6 8
1
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Leeslijn
7984
33
6064
21
0
20
40
60
80
100
Boekoriëntatie Verhaalbegrip Functies
geschreven
taal
Relatie
gesproken
geschreven
taal
Taalbewust
zijn
Alfabetisch
principe
Schatkist of Kleuterplein?
• Tilburg
• 2003
• Eerste aanschaf:
€ 2370,00
• Overige materialen:
€ 2400,00
16 ankers
26 observatiepunten
• Den Bosch
• 2008
• Eerste aanschaf:
€ 2462,00
16 thema’s
52 observatiepunten
Schatkist of Kleuterplein?
• Maan-ster-zon
• Leerlijnen: mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling
• Routines
• 385 activiteiten tussendoelen (doel 5+6:114 activiteiten excl.Lettermuur)
• Stapje naar boven-stapje naar beneden
• Leerlijnen: taal/lezen (incl. woordenschat), rekenen, motoriek, wereldoriëntatie, sociaal-emotionele ontwikkeling, muziek
• Routines
• 114 activiteiten tussendoelen (doel 5+6: 48 activiteiten)
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN
Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
• Schatkist
• Piramide
• Kleuterplein
• Puk & Ko
• Eigen programma
• 52%
• 12%
• 3%
• 3%
• 16%
Programma’s leren lezen
Wat vraagt leren lezen?
• normaal ontwikkelde taalvaardigheid
• kennis van fonologische structuren
• kennis van het alfabetisch principe: hoe
geschreven taal verbonden is met
gesproken taal:
• letter-klankkoppeling en vlot kunnen lezen
• blootstelling aan geschreven taal
Kunnen alle kinderen leren lezen?
Alle leerlingen zijn in staat om te leren
lezen mits ze
vroegtijdig adequate instructie en
ondersteuning èn
voldoende tijd
krijgen.
Wat zegt de wetenschap?
Technisch lezen en woordenschat zijn niet van
biologische oorsprong.
Beide leesdimensies zijn sterk afhankelijk van de omgeving - thuis, school - waarin kinderen opgroeien.
Professor
Keith Stanovich
Er bestaat sterk en overtuigend
bewijs dat kinderen die slecht starten
met lezen zelden goede lezers
worden.
Aanvankelijk lezen
Prijzen: ongeveer gelijk
- Lang zullen ze lezen
- Leeshuis
- Leessleutel
- Veilig leren lezen
- Leeslijn
Lang zullen ze lezen
• Toveren met woorden
• Reanimeren
• Aan het einde remediëren
• Korte lesbeschrijving (één pagina)
• Dunnetjes
Leeshuis beginnend lezen
• Ot en Sien-Leesbus-Leeshuis
• Compact (géén knippen/plakken)
• Ambitieus
• Indeling in letters
• Meerdere letters per les (oo, w.t.)
• Steuntje in de rug (+stapje vooraf)
• Iedere 14 dagen toetsen
• Computer structureel
• Één AVI-niveau voorsprong (4 maanden)
De Leessleutel
• Véél aandacht voor vriendjeslezen, stimuleren
leesplezier, van alles en
nog wat
• Alles is mogelijk: directe instructie,
ervaringsgericht, ontwikkelingsgericht,
interactief!
• Thuisboekjes
• Véél bijzaken
• Aan het einde remediëren
Veilig leren lezen
• Lange traditie
• Grotendeels wetenschappelijk
onderbouwd,
op praktijk gericht
• Uitgebreide software,
tv-programma’s
• Toetssite, actuele site
• Aanbieding lettervolgorde
• Woordenschat (weinig)
Leeslijn
• Individualiserend
• Saai
• Selectie aan de poort (Leespad versus Leesweg)
• Streefniveau groep 3: AVI 0- juni groep 6 AVI 9
AVI 1-maart groep 6 AVI 9
AVI 3-eind groep 5 AVI 9
• Leesweg: zeer gestructureerd
• Speciaal basisonderwijs
Effecten nieuwe methode. Wat
beїnvloedt methode vooral?
• Systematische aandacht letter-klankkoppeling
• Heterogene aanpak
• Volledig doorwerken methode
• Kenmerken effectief onderwijs (het HOE)
Essentiële verschillen tussen
methoden voor leren lezen Onderzoek vindt dan een combinatie van de volgende
elementen van effectief onderwijs belangrijk:
- doelgerichtheid (minimaal AVI-2/AVI E3);
- systematische aandacht voor de letter/klankkoppeling en auditieve synthese;
- convergente differentiatie (heterogene aanpak);
- expliciete directe instructie;
- tijd (minimaal 400 minuten exclusief taalgedeelte)
- monitoren leesontwikkeling
Methoden die deze elementen bevatten zijn het meest effectief!
De meeste elementen zijn kenmerken van effectief onderwijs!
Piramide van interveniëren
5% zal slagen met niveau 1, 2 en 3 ondersteuning.
Minimum een dagelijkse sessie van 30 min
Voor 15 % van de leerlingen zal ondersteuning in
niveau 1 en 2 voldoende ondersteuning geven
Minimaal 3 x 20 minuten verlengde instructie
sessies per week
Voor 80% van de leerlingen zijn problemen niet aan
de orde bij: een goed curriculum
en voldoende instructietijd
Passend leesonderwijs:
convergente differentiatie
groeps-
instructie
verlengde
instructie zeer intensieve
instructie
niveau 1 niveau 2 niveau 3
c o n t i n u ü m v a n t i j d e n i n t e n s i t e i t
EFFECTIVITEIT METHODEN VOOR LEREN LEZEN
Naam methode Na te streven doelen Systematische
aandacht letter-
/klankkoppeling
Convergente
differentiatie
Directe instructie
Tijd
Totaal
Veilig Leren
lezen
+ + + + + 5
Leessleutel + +/- +/- +/- + 3,5
Leeslijn +/-[1] +/- +/- +/- - 2
Lang zullen ze
lezen
+ + + + + 5
Leeshuis + + + + - 4
ZWALUW + + + - + 4
[1] Voor zwakke lezers is AVI-1 een voldoende resultaat.
Streefdoelen methodes
Aanvankelijk lezen
Methodes Tijdstip Tijdsbesteding per jaar
Lang zullen ze lezen beheersingsniveau AVI 2 228 uur
instructieniveau AVI 3
Leeshuis zwakke lezers AVI 2/3 120 uur
meeste leerlingen AVI 4
De Leessleutel beheersingsniveau AVI 3 240 uur
minlijn AVI 2
Veilig Leren Lezen beheersingsniveau AVI 2 304 uur
instructieniveau AVI 3
Leeslijn Leespad
(goede lezers) AVI 3
Leesweg AVI 1
Leesweg
(zorgleerl.) onder AVI 1 198 uur
Tijd per jaar en methode (volgens
Stoeldraijer)
0
50
100
150
200
250
300
350
LZL LH LS VLL LL
Methode
TIJD EN METHODEN
per week! (volgens handleiding!)
• Leeshuis
• Leeslijn
• Veilig leren lezen
• Leessleutel
• Lang zullen ze lezen
• 200 minuten (exclusief
taal)
• 330 minuten
• 405 minuten (hele groep)
en 480 minuten met
subgroep)(met taal)
• 450 minuten
• 350 minuten (met taal) en
280 minuten (zonder taal)
Tijd en methoden voor leren lezen
(volgens handleiding)
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
500
Leeshuis Leeslijn VLL LS LZL
methoden
Cruciaal voor methoden leren lezen
Veel nadruk op automatisering!
Monitoring
• Leeslijn: twee wegen. Het gevaar dat de leerling er niet meer uit komt;
• VLL: volgt met name op een protocolachtige manier de leesontwikkeling (herfstsignalering; wintersignalering; etc.). Verder: Toetssite
• Leeshuis: elke 14 dagen toetsen;
• Lang zullen ze lezen: les 8 van elk thema is een klassikale toets
• Leessleutel: Elke les 9 van ieder thema is een toets.
Kortom: alle methoden monitoren de leesontwikkeling; VLL doet dit het meest uitgebreid.
Veilig leren lezen
• Lange traditie
• Wetenschappelijk onderbouwd,
op praktijk gericht
• Uitgebreide software,
tv-programma’s
• Toetssite, actuele site
• Aanbieding lettervolgorde
• Woordenschat (weinig)
Analyse Stoeldraijer
nieuwe VLL
• meer nadruk op de elementaire leeshandeling; minder nadruk structureerwoorden;
• meer aandacht automatisering (wisselrijtjes);
• integratie lees-/taalonderwijs;
• speelt in op de verschillen tussen leerlingen (maan-, zon- en sterkinderen);
• na iedere kern controletaken (tijd);
• woordenschatsuggesties;
• toetsservice.
Basisleerlingmateriaal VLL
• Leesboekjes maan 1
t/m 12
• Werkboekjes maan
• Ankermaterialen
• Structureerstroken
• Woordendoos
• Letterzetter
• Woordzetter
• Instructiekalenders
• Computerprogramma
• Wandplaten
• Letterlijn
• Klikklakboekjes
• Ringboekjes maan
• Veilig en vlot
• Leesboekjes zon 1 t/m 12
• Werkboekjes zon
• Lettermuur
´Overbodig´ leerlingmateriaal
• Speelleesset
• Kopieermap
• Letterdoos
• Reuzenwerkbladen
• Klikklakknieboek
• Ringboekje raket
• Feestneus
• Tip Top
• Stempeldoos
• Humpie Dumpie
• Leesseries
Belangrijke nieuw middelen voor
interventies
• Toetssite VLL
• Vlot en Veilig: zeer belangrijk en effectief
voor zwakke lezers
• Leerkrachtassistent voor het digibord
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN
Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
• Veilig leren lezen
• Leeslijn
• Leessleutel
• Leeshuis
• Lang zullen ze lezen
• 80%
• 14%
• 6%
• 1%
• 1%
Programma’s voortgezet technisch
lezen
“Vlot lezen is de meest
genegeerde leesvaardigheid”.
Richard Allington
“Nauwkeurig en snel kunnen lezen is zo
fundamenteel voor het leessucces van
leerlingen, dat het een recht voor
leerlingen zou moeten zijn dat scholen
daaraan aandacht besteden” (Kame’enui
en Simmons).
Methoden vtl gekoppeld aan een
taal/leesmethode, zoals:
• Wie dit leest (geïntegreerd)
• Taalleesland (aparte module Lees maar
door)
• Goed Gelezen! (aparte module).
• Tekstverwerken (zowel aparte module als
computerprogramma)
• Ondersteboven van lezen (geïntegreerd)
• Leeshuis
Specifieke methoden voortgezet
technisch lezen
Bijvoorbeeld:
• Leestheater
• Goed Gelezen versie 1 en 2
• Lees maar door
• Estafette
• Leesparade
• Lekker Lezen
Nieuwe methode
Strategisch Lezen en Spellen
Een uitgave van:
Gelling Publishing en Training
Waarom nieuwe methode?
De gehele opzet en methodiek zijn voortgekomen uit de ervaringen die Jacques Hoek heeft opgedaan - in een periode van 30 jaar - als schoolbegeleider op het gebied van lezen en spellen en dan met name in achterstandssituaties. Mede daardoor is gekozen voor het neurologisch model en niet voor het gangbare talige interactieve activatiemodel. Dit laatste model werkt met name bij kinderen uit talige milieus en houdt dus onvoldoende rekening met ontwikkelingspsychologische aspecten.
Kenmerken methode
• Een compacte en doelgerichte methode zonder overbodige oefeningen
• Gebaseerd op recente neurologische inzichten
• Stapsgewijs toewerken naar een hoger niveau
• Visuele en auditieve vaardigheden worden stapsgewijs ingeoefend met behulp van leesstrategieën.
• Elke stap wordt begeleid en voorgedaan
• Leerlingen leren door nadoen en oefening
• Veel flexibiliteit en ruimte voor differentiatie
• Kinderen die sneller kunnen, kunnen zelfstandig verder werken
Doelgroep
De methode is geschikt voor alle kinderen vanaf
groep 2, die toe zijn aan het leren lezen en
spellen. Tevens is de methode uitermate
geschikt voor kinderen in het sbo. Het blijkt dat
de methode, mede door zijn totaal andere opzet
en uitgangspunten, heel goed werkt bij kinderen
met leesproblemen en dyslexie. De methode is
geschikt voor alle scholen in het primair
onderwijs. Zowel reguliere basischolen als sbo
scholen maken reeds gebruik van de methode.
Tekst verwerken
• Teksten ongeschikt; opbouw
• Veel verschillende
lettercombinaties per les
Ondersteboven van lezen
• 29 uur technische leeslessen
groep 4
• 13 uur technische leeslessen
groep 5
Leesparade
• 16 weken AVI 2, 16 weken AVI 3
• Geen aandacht voor AVI 7, 8, 9
• Uitgangspunt: véél lezen als basis
Estafette Nieuw
• Nieuwe AVI-indeling
• Startniveau AVI M3-extra
• Werkt vanuit CITO Leestechniek/Leestempo
• Advies: nieuwe AVI-toetsen gebruiken
• Veel leesmateriaal
• Veel leestijd voor groep 7 en 8
• Toetssite
Goed Gelezen!
• 3 leerjaren: 30 uur per leerjaar
• Geleidelijke opbouw (maar begin te moeilijk)
• Gekoppeld aan BSL (begrijpend en studerend lezen)
• Opdrachten voor zelfstandig werken te moeilijk
Leeshuis VTL
• Groep 4: 72 uur (½ zw)
• Groep 5: 54 uur (½ zw)
• Groep 6: 45 uur (½ zw)
• Ook groep 7 krijgt aandacht
• Ambitieus: vooral gericht op goede
lezers
Lekker lezen
• Een gemiddeld kind gaat per 12 weken 1 avi-niveau vooruit.
• Heeft een kind meer oefening nodig op een avi-niveau, dan kan hij of zij 6 weken langer over een avi-niveau doen. Vertragen i.p.v. intensiveren dus.
• Nergens wordt gewezen op het belang van automatiseren en herhaald lezen.
• Het instructiedeel voor de risicolezers is beperkt (2x een half uur in de week).
• Wel teksten voor zwakke lezers in de bovenbouw.
• Aandacht van groep 4 t/m 8 (onderhouden leesvaardigheid in groep 7 en 8)
Streefdoelen methodes VTL Het bereiken van AVI 9 is het doel bij al deze methodes.
Het tijdstip waarop de doelstelling bereikt moet zijn is
verschillend.
Methodes Tijdstip Tijdsbesteding per jaar
Leestheater eind groep 6 146 uur
Goed Gelezen! (nieuw) eind groep 6 90 uur
Lees maar door eind gr.6 (minimaal 102 uur AVI 6 voor zwakke lezers)
Tekst verwerken eind groep 5 120 uur
Ondersteboven van lezen eind groep 6 63 uur
Leeshuis eind groep 5 189 uur
Leesparade voor zwakke lezers 132 uur
eind groep 5: AVI 6
Estafette Nieuw nieuwe AVIdoelen 408 uur
zwakke lezers 568 uur
Leeslijn Leespad groep 5 Leesweg maart groep 6 Leesweg zorg juni groep 6 286 uur
Lekker lezen nieuwe AVIdoelen 268 uur
Tijd en methoden
(volgens Stoeldraijer)
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
LT GG LMD TV OVL LH LP EST Lek
Methode
Tijdsbesteding Estafette nieuw
Groep 4 en 5: 180 minuten
Per week
3 basislessen, 1 toepassingsles
Groep 6, 7, 8: 135 minuten
Per week
2 basislessen, 1 toepassingsles
Leestheater
Goed Gelezen (oud), Lees maar
door
Leesparade, Leeshuis
Tekst verwerken, Ondersteboven
van lezen
Leesweg
Leespad, Goed Gelezen 2
Methoden voor voortgezet technisch
lezen in groep 7 en 8
• Leesparade
• Estafette nieuw
• Leeshuis
• Lekker lezen
• Leeslijn
• Tekstverwerken
• Ondersteboven van
lezen
• Geen-onvoldoende aandacht
• Veel aandacht (158 uur): heel veel!
• Groep 7: 63 uur
• Geen onderhoud; ongeveer 10 uur
• 24 uur
• Geen expliciete aandacht
• 11 uur
Belangrijk verschil Lekker lezen
versus Estafette • Lekker lezen
• Estafette
• Divergente
differentiatie
• Convergente
differentiatie
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN
Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
• Estafette
• Leesparade
• Lekker lezen
• Leestheater
• Goed Gelezen.
Technisch lezen
• Tekst verwerken.
Technisch lezen
• 29%
• 6%
• 5%
• 1%
• 14%
• 4%
Begrijpend lezen
Waar gaat het bij begrijpend lezen
en lezen om te leren om?
• Het betekenis verlenen aan een tekst en
niet aan een serie individuele woorden en
zinnen (Rapp e.a. 2007).
• Het construeren van een samenhangend
beeld of representatie van de inhoud van
de tekst in het geheugen.
Het begrijpend lezen van leerlingen hangt af
van:
- Hoe goed ze technisch kunnen lezen
- Hoeveel kennis ze hebben en hoe ze
denken
- Hoe gemotiveerd ze voor begrijpend lezen
zijn
Wat is volgens de wetenschap
belangrijk voor begrijpend lezen? • Vlot en vloeiend kunnen technisch lezen: kan als
een signaal van goed begrijpend lezen worden gezien
• Taal, woordenschat/begripsmatige kennis/begrijpend luisteren: op oudere leeftijd is er een hoge correlatie tussen beg. lezen en beg. luisteren.
• Monitoring/metacognitie: leerlingen die hun begrijpend lezen monitoren weten wat ze begrijpen en wat ze niet begrijpen en wat ze moeten doen om wat ze niet begrijpen toch te begrijpen.
• Kennis van tekststructuur (kennisgebieden)
Perfetti (2009)
Het monitoren van het begrijpend lezen
(zelfsturing, metacognitie) is de centrale
strategie voor het controleren van het
“begrijpen”.
Misverstand
Het is een misverstand om te denken, dat
het bij begrijpend lezen alleen om
leesstrategieën gaat!
Taal, woordenschat/kennis en vlot lezen
spelen een belangrijke rol bij begrijpend
lezen.
Hoe effectief zijn leesstrategieën?
Cito (2007) over leesstrategieën:
Onderwijs in leesstrategieën heeft geen faciliterend effect op het kunnen begrijpen of interpreteren van teksten of omgekeerd.
Diverse onderzoeken laten zien, dat leesstrategieën zelden een aantoonbaar effect op begrijpend lezen hebben, terwijl dit wel duidelijk het geval is voor vlot lezen en woordenschat.
Het kunnen noemen van
leesstrategieën in groep 8
(PPON 2007)
- 20% van de leerlingen kan geen strategie
noemen
- 40% van de leerlingen kan 1 of 2
strategieën noemen
- 40% van de leerlingen kan meer dan 2
strategieën noemen
Torgesen (2003)
“Er is geen begrijpend leesstrategie die
moeilijkheden met nauwkeurig en vlot
lezen kan compenseren.”
Het belang van
(achtergrond)kennis
.
Begrijpend lezen vraagt van een leerling vooral woordenschat en achtergrondkennis. Instructie van begrijpend leesstrategieën kan het ontbreken van
kennis niet compenseren.
American Educator, “Building Knowledge”, Spring 2006
Overig onderzoek over het
ontbreken van effecten
• SCO Kohnstamm
• Prof. Kris van den Branden (Leuven) en
medewerkers van de Universiteit van Gent
• Hirsch: The knowledge deficit
• het Zweedse leesonderwijs
• IES-onderzoek
Zweedse situatie (2006)
• Onderzoekster Shiel (2006): Budapest, augustus 2006, IRA-conferentie
• Zweden: heeft de beste leesresultaten!
Maar:
- Zweden besteedt geen aandacht aan leesstrategieën!
- Vraag Shiel: Doen leerlingen het het beste bij leerkrachten die het minst begrijpend lezen onderwijzen?
- In de praktijk: de Zweden laten kinderen veel lezen.
IES-onderzoek remediërende
programma’s begrijpend lezen
(februari 2010)
• Vier speciale curricula voor begrijpend lezen
werden op effectiviteit onderzocht
• Dit onderzoek vond bij 5500 leerlingen plaats
• De methoden waren goed geïmplementeerd.
• De leerlingen die met zo’n aanpak werkten,
scoorden lager dan de leerlingen van de
controlegroep.
Amerikaans federaal onderzoek
(mei 2009)
• De vier onderzochte methoden voor begrijpend
lezen laten geen positieve effecten op de
leesprestaties van kinderen uit risicogroepen
zien, soms zijn er zelfs negatieve effecten;
• De kinderen deden het niet beter dan de
kinderen van de controlescholen die geen
methode hadden;
• De methoden waren gebaseerd op onderzoek
over begrijpend lezen.
OMVANG VAN LEZEN EN
BEGRIJPEND LEZEN
“Recent vonden we, dat de omvang van
het lezen van leerlingen in de school één
van de belangrijkste verschillen in
ervaringen was in meer of minder
effectieve klassen.” (Allington, 2003)
Stilleesbeleid: een must!
Kerndoelen begrijpend lezen
9. De leerlingen krijgen in het lezen en schrijven
van voor hen bestemde verhalen, gedichten en
informatieve teksten.
10. De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling
taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs ‘
strategieën te herkennen, te verwoorden, te
gebruiken en te beoordelen.
Een groot knelpunt
• Internationaal vergelijkend onderzoek: kinderen in Nederland en de Verenigde Staten hebben de meest negatieve instelling ten opzichte van lezen (Twist e.a. 2004).
• In vergelijking met andere landen is in Nederland de groep kinderen die thuis nooit leest zeer hoog (42% versus internationaal gemiddelde van 32%) (PIRLS, 2007).
• Het PPON-Leesvaardigheid op het einde van de basisschool (april 2007): het enthousiasme van leerlingen voor lezen gaat sinds 1993 achteruit.
• Warde e.a. (2007) (Universiteit van Manchester): in Nederland en in Verenigde Staten treedt duidelijk ontlezing op, terwijl dit in Frankrijk, Noorwegen en Groot-Brittannië niet het geval is
Evidence based
begrijpendleesstrategieën
Activeren
Voorkennis
Beantwoorden/
Stellen vragen
Monitoren
Begrijpend lezen
Samenvatten
Gebruik maken van
visualiseringen
(woordweb)
Componenten
Instructie
(Naar Simmons, Rupley, Vaughn, & Edmonds, 2006)
Een aantal kenmerken
• Tijd die ze vragen
Methoden verschillen van elkaar in de tijd die ze per jaar vragen: Leeshuis vraagt de meeste tijd; Lees je wijzer het minst.
• Differentiatie
Van klassikaal/convergent (Leeshuis, Goed Gelezen, Tekstverwerken) naar adaptief (Tussen de regels en Onderste boven van lezen)
vervolg
• Instructietijd
Ondersteboven voor lezen het meest; Lees je wijzer het minst
• Extra-tijd zwakke lezers
Leeshuis het meest; Tekstverwerken en Lees je wijzer het minst.
• Zelfstandig werken
Goed gelezen het meest en Tekstverwerken en Lees je wijzer het minst.
Tijd methodes begrijpend lezen
totaal waarvan ZW
OVL 230,5 0
Leeshuis 246 84
TLL 225 0
TV 125 0
TDR 261 96
GG! 307,5 112,5
Aantrekkelijker én effectiever
• Neem de methode die het minst irritatie opwekt
• Géén methode voor begrijpend lezen in groep 4
• Of helemaal geen methode meer….
• Vaak aandacht aan elementaire (evidence
based) strategieën
Evidence-based strategieën voor begrijpend lezen (Volgens Kees Vernooy en Joop Stoeldraijer, 2007)
voor 1. Waarom ga ik deze tekst lezen?
2. Ik voorspel
3. Wat weet ik al?
tijdens 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap?
na 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web)
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte)
7. Ik stel vragen over de tekst
Ben ik te weten gekomen wat ik te weten wilde komen?
Wat vind ik van de inhoud?
Wat weet ik nog niet?
Wat kan ik doen om daar achter te komen?
Overzicht Evidence-based strategieën in Tekst Verwerken
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar staat de evidence based strategie centraal?
strategie evidence-based
groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
1. Waarom ga ik deze tekst lezen?
niet aan de orde niet aan de orde 0/30 0/30 0/20
2. Ik voorspel
5/30 4/30 0/30 0/30 0/20
3. Wat weet ik al?
4/30 0/30 0/30 0/30 0/20
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap?
4/30 0/30 4/30 0/30 0/20
5. Ik visualiseer de tekst (schema, web)
niet aan de orde niet aan de orde niet aan de orde 6/30 9/20
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte)
6/30 10/30 12/30 8/30 0/20
7. Ik stel vragen over de tekst
1/30 2/30 0/30 0/30 0/20
Evidence based strategieën in
Tekst Verwerken
• De evidence-based leesstrategieën komen in de methoden Tekst Verwerken (2006) wel aan de orde, maar staan slechts in een gering aantal lessen centraal.
• Enkele strategieën staan vooral centraal in de lagere groepen, zoals voorspellen en voorkennis activeren.
• De evidence-based strategie die het sterkst in de methode aanwezig is, is samenvatten.
• De metacognitieve strategieën (Waarom ga ik deze tekst lezen? en Wat doe ik als ik het niet meer snap?) staan maar heel weinig centraal in de lessen.
• De methode besteedt veruit de meeste aandacht aan leerdoelen die te maken hebben met het interpreteren van de tekst. De vaardigheden die hierbij horen (bijvoorbeeld verwijswoorden, signaalwoorden, signaalzinnen) zijn volgens onze opvatting niet allemaal te relateren aan de evidence-based strategieën.
ë
Evidence based strategieën in
Leeshuis • De geformuleerde evidence-based leesstrategieën komen in de methode
Leeshuis niet alle zeven aan de orde.
• In Leeshuis is geen aandacht voor strategie 1: Waarom ga ik deze tekst lezen en ook niet voor strategie 7: Ik stel vragen over de tekst.
• Ook strategie 4: Wat doe ik als ik het niet meer snap, komt slechts in een beperkt aan tal lessen aan de orde.
• Met name de metacognitieve strategieën die het lezen en denken sturen komen in Leeshuis onvoldoende aan bod.
• Voorspellen komt in alle groepen aan de orde. Hierbij is sprake van een doorgaande lijn.
• Gebruik maken van voorkennis zien we ook in alle groepen, behalve in groep 8.
• Het visualiseren van de tekst komt pas centraal te staan in groep 7 en 8.
• De methode besteedt veruit de meeste aandacht aan leerdoelen die te maken hebben met het controleren van begrip. Dit lijkt op het eerste gezicht een evidence-based strategie, namelijk wat doe ik als ik het niet meer snap?. De leerdoelen die de methode echter bij begripsvorming controleren formuleert, zijn zeer divers en lang niet allemaal te relateren aan de evidence-based strategieën.
Overzicht Evidence-based strategieën in Ondersteboven van lezen
I
strategie evidence-based
lessen groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
1. Waarom ga ik deze tekst lezen? Totaal
Begrijpend lezen
- - - - -
2. Ik voorspel Totaal
Begrijpend lezen
15/100
15/30
9/100
9/40
4/100
4/32
8/100
8/32
8/100
8/24
3. Wat weet ik al? Totaal
Begrijpend lezen
13/100
13/30
9/100
9/40
3/100
3/32
8/100
8/32
8/100
8/24
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? Totaal Begrijpend lezen
5/100
5/30
14/100
10/40
12/100
9/32
7/100
7/32
12/100
12/24
5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) Totaal Begrijpend lezen
- - - 17/100
8/32
4/100
4/24
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) Totaal Begrijpend lezen
3/100
3/30
11/100
11/40
10/100
10/32
10/100
6/32
22/100
12/24
7. Ik stel vragen over de tekst Totaal Begrijpend lezen
- 1/100
1/40
- 6/100
6/32
15/100
12/24
Evidence-based strategieën in
Ondersteboven van lezen Minst voorkomende evidence-based strategieën:
• ‘1. Waarom ga ik deze tekst lezen?’ is vertegenwoordigd bij de 8 strategieën van de methode, namelijk: ‘Leesdoel bepalen’. In de strategieën die per unit geformuleerd worden zien we deze strategie echter niet terug.
• ‘1. Waarom ga ik deze tekst lezen?’ staat in geen les centraal. Er staan wel twee vragen op het hulpkaartje die aan deze strategie gerelateerd zijn, waardoor leerlingen er wel mee in aanraking komen (wat wil ik lezen? waarom wil ik dat?).
• 7. Ik stel vragen over de tekst. Deze strategie komt in de hogere groepen aan de orde, in beperkte mate.
• De andere strategieën komen redelijk gelijkmatig aan bod.
• In groep 4 ligt de nadruk op ‘2. Ik voorspel’ en ‘3. Wat weet ik al?’ Doordat deze later ook regelmatig aan de orde komen, zijn dit de best vertegenwoordigde strategieën.
• ‘5. Ik visualiseer de tekst’ is aan de orde vanaf groep 7. Dit gebeurt in de vorm van het maken van een schema bij teksten met verschillende structuren. Doordat de leerlijn Informatie verwerven door lezen hier veel aandacht aan besteedt, komt deze strategie in de hogere groepen veel aan bod.
Overzicht Evidence-based strategieën in Tussen de regels
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar komt de evidence based strategie aan de orde?
strategie evidence-based
groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
1. Waarom ga ik deze tekst lezen?
niet aan de orde
niet aan de orde
niet aan de orde
niet aan de orde
niet aan de orde
2. Ik voorspel
1/30 3/60 1/60 2/60 4/60
3. Wat weet ik al?
1/30 3/60 3/60 2/60 4/60
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap?
2/30 8/60 4/60 3/60 4/60
5. Ik visualiseer de tekst (schema, web)
niet aan de orde
niet aan de orde
niet aan de orde
10/60 10/6-
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte)
2/30 10/60 10/60 8/60 8/60
7. Ik stel vragen over de tekst
niet aan de orde
niet aan de orde
3/60 2/60 4/60
Evidence-based strategieën in
Tussen de regels De door ons geformuleerde evidence-based leesstrategieën komen in
de methode Tussen de regels niet allemaal aan de orde.
Strategie 1: Waarom ga ik deze tekst lezen komt in geen enkele van de leerjaren aan de orde.
• Strategie 5: Ik visualiseer de tekst, komt alleen aan de orde in groep 7 en 8 in de leerlijn studievaardigheden.
• Strategie 7: Ik stel vragen over de tekst is een twijfelgeval. Vanaf groep 6 wordt de leerlingen gevraagd emoties en gegevens in teksten te koppelen aan eigen ervaringen, eigen kennis en eigen verwachtingen. Dit komt in de richting van het stellen van metacognitieve vragen over de tekst om erachter te komen of de tekst je heeft gebracht wat je ervan verwachtte.
• De overige evidence-based strategieën komen aan bod, maar staan slechts in een gering aantal lessen centraal. De evidence-based strategie die het sterkst in de methode aanwezig is, is samenvatten.
Overzicht Evidence-based strategieën in Goed Gelezen! In hoeveel lessen komt de evidence based strategie aan de orde:
strategie evidence-based
groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
1. Waarom ga ik deze tekst lezen?
Komt bij iedere les terug.
Idem Idem Idem Idem
2. Ik voorspel 1 - - - -
3. Wat weet ik al? Komt bij iedere les terug.
Idem Idem Idem Idem
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap?
- 1 - - -
5. Ik visualiseer de tekst (schema, web)
5 7 3 6 6
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte)
14 3 - 13 8
7. Ik stel vragen over de tekst
2 - 2 1 -
Evidence based strategieën Goed
Gelezen! • Goed Gelezen! heeft een uitgebreid doelstellingenoverzicht. In de lessen
zijn nog een fors aantal doelen aangetroffen die niet in het schema van Barrett passen, maar die wel behandeld worden in de lessen. Uit het schema blijkt duidelijk dat, op de een of andere manier, visualiseren aan bod komt en het samenvatten, behalve in groep 6, ook.
• Goed Gelezen! besteedt aan een heleboel zaken aandacht die een rol zouden kunnen spelen bij het lezen van teksten. Door de enorme diversiteit is het voor te stellen dat leerlingen niet meer weten wat er toe doet bij het lezen van een tekst.
• Er wordt bij Goed Gelezen! veel aangeleerd wat de goede begrijpende lezer niet nodig heeft. Daar gaat veel tijd inzitten.
• Onderzoek heeft laten zien dat de methode die de meeste tijd aan begrijpend lezen besteedt (Goed Gelezen!) nog niet tot de beste resultaten leidt op de Cito-toetsen voor begrijpend lezen.
• Bij alle lessen van Goed Gelezen! wordt aandacht gevraagd voor het leesdoel en het activeren van de voorkennis. Daarnaast moeten de leerlingen steeds letten op de leesvraag.
• Evidence based doel 1 en 3 komen altijd ter sprake.
Overzicht Evidence-based strategieën in Taalleesland
In hoeveel lesdoelen van het totaal aantal lesdoelen komt de evidence based strategie aan de orde:
strategie evidence-based
groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
1. Waarom ga ik deze tekst lezen?
niet 4/96 niet 9/104 niet
2. Ik voorspel 6/85 Niet 10/97 niet niet
3. Wat weet ik al? niet niet 6/97 niet niet
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap?
niet Niet Niet Niet niet
5. Ik visualiseer de tekst (schema, web)
18/85 6/96 6/97 13/104 18/90
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte)
23/85 28/96 13/97 18/104 11/90
7. Ik stel vragen over de tekst
Niet Niet 6/97 7/104 4/90
Evidence based strategieën in
Taalleesland De methode Taalleesland heeft een stevige relatie gelegd
tussen de leerlijn stellen en begrijpend lezen.
Doelen van begrijpend lezen komen aan de orde bij stellen en omgekeerd. Voorbeeld: Bij Leesbegrip staat als lesdoel: De tekstsoorten gedicht, verhaal, weettekst, doetekst en brief/briefje onderscheiden. Bij stellen staat als lesdoel: Een weettekst en een doetekst schrijven. De lesdoelen komen dus twee keer aan de orde, een keer bij stellen en een keer bij begrijpend lezen.
• Een aantal evidence based strategieën komen niet of nauwelijks aanbod. Taalleesland biedt veel strategieën aan die niet vallen onder de categorie evidence based.
Taaltrapeze Overzicht Evidence-based strategieën in Taaltrapeze
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar komt de evidence based strategie aan de orde?
strategie evidence-based
Deel 4 Deel 5 Deel6 Deel 7
1. Waarom ga ik deze tekst lezen?
niet niet niet
2. Ik voorspel
niet niet niet
3. Wat weet ik al?
niet niet niet
4. Wat doe ik als ik het niet meer snap?
niet niet niet
5. Ik visualiseer de tekst (schema, web)
niet 3 17
6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte)
niet niet niet
7.Jezelf vragen stellen na het lezen van de tekst
niet niet 7
Evidence based strategieen
Taaltrapeze • Taaltrapeze is geschreven voor het speciaal basisonderwijs en is
bijna niet te vergelijken met andere methodes voor begrijpend lezen.
• Wat opvalt is de aandacht voor elementaire taalkundige aspecten als een punt, een komma, de hoofdletter enz. Deze aspecten komen bij methodes voor begrijpend lezen nooit of slechts terzijde aan bod. Wel is er aandacht voor dergelijke onderwerpen binnen een taalmethode. Taaltrapeze heeft ervoor gekozen om ze op te nemen bij het begrijpend lezen.
• Daarnaast is het opmerkelijk dat er veel aandacht is voor tekstsoorten. Of je daar een betere begrijpend lezer van wordt, valt te betwijfelen.
• De methode biedt de teksten aan op verschillende AVI-niveaus. Dat is handig en verstandig.
• Deel 7 is in de analyse niet meegnomen, maar uit de bestudeerde delen blijkt dat de o.i. belangrijke strategieën wel heel weinig aan bod komen.
• Gelukkig is er wel veel aandacht voor woordenschat.
Overal tekst Leesstrategieën
• Een eenduidige definitie over wat een leesstrategie is bestaat niet. De term strategie kent veel raakvlakken met termen als vaardigheden, doelen en aandachtspunten.
• Overal tekst! gebruikt de term leesmanieren. Met leesmanieren worden zowel (lees)strategieën als (lees)vaardigheden bedoeld. Ze kunnen worden samengevat onder de noemer: hulpmiddelen om teksten beter te begrijpen.
In Overal tekst! komen zeven leesstrategieën aan bod.
• Vooraf
• Waarom ga ik deze tekst lezen? (doel)
• Ik voorspel op basis van het vluchtig doorkijken van de tekst. (inhoud)
• Wat weet ik al? (voorkennis)
• Tijdens
• Ik stel vragen over de tekst. (vanuit het doel)
• Ik visualiseer de inhoud van de tekst. (schema, woordveld, onderstrepen, aantekeningen maken)
• Wat doe ik als ik het niet meer snap? (herlezen, enzovoort)
• Na
• Ik vat samen. (Heb ik mijn doel bereikt? Kan ik de verkregen informatie gebruiken?)
Vervolg Overal Tekst
• De zeven strategieën worden verbreed naar 25 leesmanieren. De 25 leesmanieren vormen samen een gereedschapskist, het zijn (deel)instrumenten die helpen de zeven overkoepelende leesstrategieën goed te behandelen én daarnaast de kerndoelen te dekken.
• In groep 4 komen 12 van de 25 leesmanieren aan bod.
• In groep 5 tot en met 8 worden 25 leesmanieren geleerd, verdiept, geoefend en toegepast. Daarnaast worden in groep 7 en 8 in elke laatste les van een blok de zeven bewezen effectieve leesstrategieën bevraagd.
• Er is sprake van een doorlopende, concentrische leerlijn. De leesmanieren komen elk jaar terug, met een opbouw in moeilijkheid. Soms zit die opbouw in een uitbreiding of verdieping van een leesmanier, soms in de toepassing op complexere teksten.
25 leesmanieren
Vooraf 1. Bedenk je leesdoel
2.Kies hoe je leest
3.Herken de tekst
4.Verken de tekst
5.Onderzoek de tekst (ook ‘tijdens’)
6.Gebruik wat je al weet
Na 22. (Bedenk wat je aan de tekst hebt gehad)
23. Trek een conclusie
24. Vat samen in een korte tekst of in een schema (hele tekst)
25. (Vergelijk teksten met elkaar)
Tijdens 7. Herken het doel en de doelgroep van de
schrijver
8. Bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte
9. Stel jezelf steeds vragen
10. Zie de volgorde in de tijd
11. Zie het probleem en de oplossing
12. Zie het doel en het middel
13. Zie de overeenkomst en het verschil
14. Zie de oorzaak en het gevolg
15. Bedenk wat een feit en wat een mening is
16. Lees tussen de regels door
17.Lees kritisch (ook ‘na’)
18. Kijk naar het taalgebruik (ook ‘na’)
19. Vat samen in een schema (stukje tekst)
20. Herken waar het woord naar verwijst
21. Vind de betekenis
Lezen in beeld
• Lezen in beeld is een methode voor
strategisch leesonderwijs.
• Zes leesstrategieën vormen de basis van
de leerstof. Maar voor kinderen is het
werken met strategieën vaak lastig.
Daarom vertaalt Lezen in beeld de leerstof
in zes sleutels. Met deze zes sleutels
kunnen leerlingen elke tekst openen.
De sleutels van Lezen in beeld
1. Verken de tekst.
• Letten op de plaats van de tekst..
• De illustraties bekijken.
• Letten op de titel.
• De eerste zinnen van de tekst lezen.
• Voorspellen waar de tekst over gaat.
2. Lees de tekst. Denk vooruit bij het lezen.
Vragen bedenken over het onderwerp.
• Bij het lezen vooruit denken.
• Letten op signaalwoorden.
Vervolg sleutels
3. Controleer of je begrijpt wat er staat.
• De betekenis van woorden en zinnen uit de tekst bepalen.
• Bepalen waar verwijswoorden naar verwijzen.
• Een tekstdeel opnieuw lezen als dat nodig is.
• De tekst in drie zinnen navertellen.
• Jezelf een voorstelling van de tekst maken.
• Antwoorden op vragen uit de tekst halen.
4. Bepaal de bedoeling van de schrijver.
• De tekstsoort bepalen.
• Het onderwerp van de tekst of de alinea bepalen.
• De hoofdzaak van de alinea bepalen.
• Bij verhaalteksten: bepalen wie de hoofdpersoon is en wat het plan of het probleem van de hoofdpersoon is.
• Bepalen wat de bedoeling van een tekstdeel is.
Vervolg sleutels
5. Verwerk de informatie uit de tekst.
• Informatie uit een schema halen.
• Informatie uit een tekst in een schema plaatsen.
• De opbouw van een tekst in alinea's bepalen.
• Waarom-vragen stellen n.a.v. de informatie in de tekst.
• Een samenvatting maken.
6. Kijk terug. Trek conclusies.
• Na het lezen van de tekst conclusies trekken.
• De tekst beoordelen.
• Jezelf de vraag stellen: Heb ik zoiets zelf ook meegemaakt? Kan ik dit herkennen?
• Bedenken wat je van de tekst hebt geleerd.
• Bedenken wat je nog meet over het onderwerp zou willen weten: meer informatie.
• Na het lezen van de tekst bedenken wat je zult gaan doen.
Enkele opmerkingen
• Lezen in beeld leert de sleutelstrategieën
stap voor stap aan.
• In elk blok komt één sleutel aan bod. En
dezelfde sleutel komt elk jaar in hetzelfde
blok terug.
• Blok 3 is standaard gereserveerd voor de
sleutel 'Lees de tekst. Denk voor uit bij het
lezen.'
Nieuwsbegrip
De leerlijn van Nieuwsbegrip bestaat uit de volgende vijf strategieën: voorspellen, ophelderen van onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen en relaties/verwijswoorden.
Elke strategie staat eens in de vijf weken centraal. Er zijn zeven blokken van vijf weken per jaar, zodat elke strategie zeven keer aan bod komt in dat tijdsbestek.
Leerlijn Nieuwsbegrip Basis • Leerlijn bestaat uit evidence based
strategieën: 1. voorspellen
2. ophelderen van onduidelijkheden
3. vragen stellen
4. samenvatten
5. relaties en verwijswoorden
• Deze strategieën vormen de basis van het stappenplan van Nieuwsbegrip
• Zeven blokken van zes weken, iedere strategie staat één keer per vijf weken centraal. De zesde week worden de strategieën geïntegreerd aangeboden in een Blokles.
Complete, interactieve aanpak
voor begrijpend lezen…
… door toevoeging van:
- actuele lessen met andere tekstsoorten
- strategielessen
- actuele woordenschatoefeningen
- functionele schrijfopdrachten
Nieuwsbegrip Basis + XL dekken de
kerndoelen voor begrijpend lezen
Materialen van Nieuwsbegrip Basis
algemene informatie
veelgestelde vragen
actuele teksten, opdrachten, handleidingen
algemene handleiding
stappenplannen
archief
toetsen
forum
aanmeldknop
alle lesmaterialen in Pdf-
+ in Word-bestanden
leerlingen werken met
papieren materiaal
Nieuwsbegrip XL: actuele lessen met andere
tekstsoorten
- Nieuwsbegrip Basis biedt informatieve teksten aan. Nieuwsbegrip XL biedt alle andere tekstsoorten (gedicht, brief, mening, instructie, verhalend etc.)
- de thema’s sluiten aan bij de
lessen van Nieuwsbegrip Basis
- op de computer te maken, met het digibord behandelen (of uitprinten)
Effecten Nieuwsbegrip
• Vernooy en Mijs (2009): VMBO leerlingen
gingen op de Cito VAS vooruit;
• Egbertsen (2009): Cluster IV leerlingen
gingen in een maand een AVI-
beheersingsniveau vooruit en meerdere
instructieniveaus.
• Mijs (2010): VMBO leerlingen gingen
vooruit.
Effecten
• Utrecht VMBO:
• Begin: ambitieuze doel
gesteld om de
leerlingresultaten
gedurende het schooljaar
met 10 procent te
verbeteren.
• Na: In alle klassen is
sprake van een
gemiddelde leerwinst en
in een aantal gevallen
werd het
leerwinstpercentage van
10 procent benaderd tot
zo’n 7 tot 8 procent.
vervolg
• VMBO Delden: In de BK-klas ligt het gemiddelde BLN bij de beginmeting onder het landelijke startniveau van een VMBO-leerling.
• Aan het begin van het schooljaar scoorde nog 30 % van alle leerlingen op D- en E-niveau.
• Aan het einde van het schooljaar zit het gemiddelde BLN op het landelijke niveau. Ook bij de KT-klas ligt het gemiddelde BLN bij de start van het schooljaar onder het landelijke VMBO startniveau. Aan het einde zit dit het gemiddelde BLN er ruim boven. In beide klassen is dus leerwinst geboekt van respectievelijk 12 en 14 %. Landelijk ligt het leerwinstpercentage op 7 %.
• Aan het einde van het schooljaar scoort nog maar 12 % van de leerlingen op D-niveau en geen leerlingen meer op E-niveau. Het aantal leerlingen in de A- en B-niveaus is ook flink gestegen
Avi Niveau Beheersing
Naam Beginsituatie Streefdoel Behaald resultaat
Leerling 1 4 5 5
Leerling 2 5 6 6
Leerling 3 3 4 3
Leerling 4 3 4 4
Leerling 5 2 3 3
Avi Niveau Instructie
Naam Beginsituatie Streefdoel Behaald resultaat
Leerling 1 6 7 9
Leerling 2 7 8 9
Leerling 3 5 6 9
Leerling 4 6 7 9
Leerling 5 4 5 6
Voldoende dekking
Nieuwsbegrip • Gebruik vooral de basisversie
• Pas de strategieën toe op de beste teksten uit je
oude methode voor begrijpend lezen
• Heel veel zaken uit de taalmethode dekken ook
de kerndoelen voor begrijpend lezen
• Pas de strategieën toe bij teksten van de
kennisgebieden
• Gebruik voor zeer zwakke lezers het Cito
Hulpboek Begrijpend lezen
Kidsweek
Lezen = weten
• … richt zich op informatieve teksten die al
aanwezig zijn in de klas (bijvoorbeeld
teksten bij zaakvakken).
• …maakt gebruik van coöperatieve
werkvormen.
• …maakt gebruik van non-verbale
representatie (schema’s, modellen…)
Lezen = Weten
De leerlijn van Lezen = Weten bestaat uit de volgende zeven strategieën:
Voor:
- Verken de tekst door te kijken naar tekstkenmerken
- Voorspel wat er in de tekst staat
- Wat weet ik al (achtergrond/voorkennis)
Tijdens:
- Ik bedenk en beantwoord vragen over de tekst
- Ik visualiseer de tekst
- Wat doe ik als ik het niet meer snap?
Na:
- Ik vat de gelezen tekst samen
Lezen = weten
Materialen:
• algemene informatie
• algemene handleiding
• strategiekaarten (leesstrategieën en woordenschat) met uitgewerkte voorbeelden en suggesties voor;
- coöperatieve werkvormen
- hardop denkend voordoen
- toepasbaarheid bij tekstsoorten.
• cd-rom met leerlingmateriaal.
Lezen = Weten
• De 7 strategieën komen aan bod in alle jaargroepen. Elke les staat één strategie centraal.
• De leerkracht kiest een strategiekaart die past bij de te lezen tekst. Elke strategiekaart kan vaker aan bod komen.
• De methode is concentrisch van opbouw: in groep 5 komt een set strategiekaarten aan bod, in de daaropvolgende jaren kunnen dezelfde strategiekaarten worden ingezet en er komen per jaargroep nieuwe kaarten bij.
Overzicht evidence-based strategieën in
Lezen = Weten Strategie
evidence-based
Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
1. Ik verken de tekst door te kijken
naar de tekstkenmerken
2 4 5 6
2.Ik voorspel wat er in de tekst
staat
1 2 4 5
3. Wat weet ik al? 2 4 6 8
4. Ik bedenk en beantwoord vragen
over de tekst
2 4 6 7
5. Ik visualiseer de tekst 3 5 7 9
6. Wat doe ik als ik het niet meer
snap?
5 12 22 27
7. Ik vat de gelezen tekst samen 2 5 9 14
Woordenschat 6 6 6 6
Au (2009) • Lijsten van strategieën moeten niet in een korte tijd
behandeld worden.
• Het verdient aanbeveling om je als leerkracht op één á twee strategieën te richten in plaats van op heel veel strategieën. Dat is niet effectief; bovendien zijn al die strategieën niet effectief.
• Plan meerdere lessen aan de hand van één of twee strategieën die vervolgens aan de orde komen.
• Leg in die lessen een sterk accent op het toepassen. (Begeleid) oefenen is essentieel voor de ontwikkeling van een vaardigheid. Bijvoorbeeld een complexe strategie als ‘monitoren van het begrijpend lezen’ kost de leerlingen veel tijd om zich deze eigen te maken. Bij de meeste leerlingen zie je na 2 á 3 lessen geen resultaat
DE LEERKRACHT ALS HARDOP DENKEND MODEL van een goede begrijpende lezer.
Ik doe het voor.
Wij doen het samen.
Jullie doen het (in duo’s).
Jij doet het zelf.
Fisher, Frey & Lapp (2008)
Hersenonderzoek laat het belang van
modeling zien bij het verbeteren van het
begrijpend lezen in het voortgezet
onderwijs.
Modeling is een strategie die werkt!
Maar ook belangrijk ….
Zorg voor actieve betrokkenheid van de
leerlingen bij teksten!
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN
Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
• Goed Gelezen
• Tekst verwerken
• Tussen de regels
• Leeszin
• 48%
• 25%
• 4%
• 3%
Taalmethoden
Belangrijkste overeenkomsten en
verschillen :
Nauwelijks bekend wat de resultaten zijn
Allemaal thema’s
Evenveel tijd voor spelling
Veel ballast
moderniteiten: adaptief,routines, interactief
Taalmethoden
• Véél differentiatiemogelijkheden
• Toets: taalbeschouwing, woordenschat
Verhouding leerlijnen
Taalverhaal:
spreken/luisteren: 18,75%
woordenschat: 37,5%
taalbeschouwing: 25%
stellen: 12,5%
lezen: 6,25%
Percentage Spreken en luisteren in
taalmethoden
0
5
10
15
20
25
30
35
Taalverhaal
Taal actief
Taaljournaal
Taal op Maat
Taalleesland
Taal in beeld
Zin in Taal 2
Taal actief Taaljournaal
• Voorlezen, lezen,
vertellen: 14%
• Luisteren, spreken,
gesprek: 21%
• Stellen: 14%
• Informatiemiddelen:
7%
• Taalbeschouwing:
42%
• Lezen 24%
• Luisteren 18%
• Schrijven 28%
• Spreken 15%
• Taalbeschouwing
15%
Taal op maat
• Spreken en luisteren 25%
• Woordenschat 25%
• Stellen 25%
• Taalbeschouwing 25%
Taalleesland
• Woordenschat 15%
• Luisteren/spreken 8%
• Taalbeschouwing 17%
• Toepassing 8%
• Stellen 17%
• Leesbeleving 6%
• Toets, herhaling/
verdieping, afsluiting 12%
• leesbegrip 17%
Taal in beeld
• spreken/luisteren 25%
• schrijven 25%
• taalbeschouwing 25%
• woordenschat 25%
Taaltrapeze
deel 4 en 5
• woordenschat 43%
• begrijpend lezen 14%
• informatieverwerking en schriftelijke taal
14%
• strategisch schrijven 14%
• taaltaak en luisteren of taalbeschouwing
14%
Zin in taal (nieuw)
• kernmodel
• spreken/luisteren 22%
• woordbouw 22%
• zinsbouw 22%
• woordenschat 22%
• schrijven 12%
• woordenschatmodel
• spreken/luisteren 15%
• woordbouw 15%
• zinsbouw 15%
• schrijven 9%
• woordenschat 46%
• taalbeschouwingsmodel
• spreken/luisteren 23%
• woordbouw 15%
• zinsbouw 23%
• schrijven 15%
• woordenschat 23%
Woordenschat
Taalverhaal: 3000 woorden
Taal actief: 3750 woorden
Taaljournaal: 5400 woorden
Taal op maat: Diepte van woordkennis is belangrijker dan hoeveelheid
Taalleesland: 1720 woorden
Taal in beeld: 3200 woorden
Zin in taal: 1800/2550/4050 woorden
Taaltrapeze: 3168 woorden (deel4-7)
Percentage Stellen/schrijven
0
5
10
15
20
25
30
Taalverhaal
Taal actief
Taaljournaal
Taal op Maat
Taalleesland
Taal in beeld
Zin in taal 2
Woordenschat
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
Taalverhaal
Taal actief
Taaljournaal
Taal op Maat
Taalleesland
Taal in beeld
Zin in taal 2
Taaltrapeze
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN
Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
• Taal actief (versie 2)
• Taal actief (versie 3)
• Taaljournaal (editie 1)
• Taaljournaal (editie 2)
• Taal op maat
• Taal in Beeld
• Taalverhaal
• Zin in Taal (editie 1)
• Zin in Taal (editie 2)
• Taaltijd
• 15%
• 21%
• 6%
• 12%
• 13%
• 7%
• 6%
• 5%
• 1%
• 4%
Inspectie en toetsen
De inspectie stopt met waarderen van verouderde toetsen. De Brus-1 minuuttest, de begrijpend lezen toets van Aarnoutse en de AVI-kaarten worden met ingang van schooljaar 2009-2010 niet meer beoordeeld.
Met ingang van het schooljaar 2010-2011 beoordeelt de inspectie de resultaten op oude Cito leerlingvolgsysteemtoetsen van 2002 niet meer.
Voor de nieuwe Cito toetsen heeft de inspectie normen voor de vaardigheidsscores bepaald aan de hand van de gegevens op schoolniveau uit de toetshandleidingen en niet zoals gebruikelijk op basis van eigen empirische gegevens. Op basis van het beschikbaar komen van empirische gegevens kunnen deze normen te zijner tijd worden aangepast.
Ideale methodelijn?
Goede methodische taal-/leeslijn in
groep 1 – 8 (mening Vernooy)
• Groep 1 – 2: Schatkist en voor kinderen met
mondelinge taalvaardigheidsproblemen
CPSmap Fonemisch bewustzijn
• Groep 3: Veilig leren lezen
• Groep 4 – 8: nieuwe Estafette
• Groep 4 – 8: Taalverhaal (voldoet ook aan
kerndoelen begrijpend lezen)(is wel een oude
methode!) of Taal in Beeld
• Groep 4 – 8: Nieuwsbegrip
Tot slot: Implementatie niveaus
Leerling
Klas
School
Algemeen directeur
Schoolleiding
Cruciaal voor effectieve
implementatie
• Goede (begeleide) invoering in het eerste jaar. Invoeren zoals de methode voorschrijft.
• Het eerste jaar bepaalt het al of niet succesvol zijn van de methode.
• Instructie en klassenmanagement centraal.
• Snel succes in het eerste jaar: betere resultaten.
ADVIEZEN STOELDRAIJER
1. Kies een goede methode.
2. Voer de methode op de voorgeschreven
wijze uit.
3. Sta niet boven de methode!