Veiligheid en gezondheid beleid
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
2 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
1. Inleiding blz. 1
Introductie
2. Missie, visie en doel blz. 1
3. Kleine risico’s en omgang met kleine risico’s blz. 1 t/m 4
4. Grote risico’s en omgang met grote risico’s blz. 4
5. Veiligheidsrisico en maatregelen per ruimte blz. 4 t/m 18
6. Gezondheidsrisico’s en maatregelen per ruimte blz. 19 t/m 34
7. Thema’s uitgelicht blz. 34 t/m 36 7.1 Grensoverschrijdend gedrag 7.2 Vier ogenprincipe 7.3 Achterwachtregeling 7.4 Privacy en veiligheid
8. EHBO blz. 36
9. Beleidscyclus blz. 36 9.1 Welke maatregelen worden genomen? 9.2 Hoe worden maatregelen geëvalueerd?
10 Communicatie en afstemming intern en extern blz. 37
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
3 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
INLEIDING Introductie Werken met kinderen is en blijf een gevoelig onderwerp omdat er gewerkt wordt met schatten van iemand anders. Door middel van dit plan maken wij voor u inzichtelijk hoe wij op onze locatie werken. Het doel is
de kinderen en medewerkers een zo gezond en veilig mogelijke werk/speel en leeromgeving te bieden, waarbij kinderen leren omgaan met kleine risico’s en ze tegen grote risico’s te beschermen. Deze beleidsplan geldt vanaf 1 januari 2018. Het is tot stand gekomen na diverse overleggen met het team. Waar nodig zijn maatregelen getroffen ter verbetering. Evalueren en actualiseren zijn hierbij belangrijke sleutelwoorden. De vestigingsmanager is eindverantwoordelijk voor het
beleidsplan veiligheid en gezondheid. Echter zijn alle medewerkers betrokken geweest bij tot stand
komen van het beleid, zodat het ook door het hele team uitgedragen zal worden. Om scherp te blijven zal het thema veiligheid en gezondheid in elk teamoverleg besproken worden, waarna dit beleid waar nodig aangepast zal worden. Zo blijven we monitoren of de maatregelen effectief blijken en kunnen we dit bijsturen waar nodig is.
MISSIE, VISIE EN DOEL Onze visie op het beleidsplan veiligheid en gezondheid is dat we kinderen opvangen in een veilige
en gezonde leefomgeving. We proberen kinderen zo veel mogelijk af te schermen voor grote risico`s zonder dat hun eigen ontdekkingsvaardigheden die erg belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een kind hierin geremd worden.
De belangrijkste aandachtspunten voor het beleid van de vestiging zijn de bewustwording van mogelijke risico’s, het voeren van een goed beleid op de grote risico’s en het bespreken van de mogelijke risico’s. Dit heeft als doel een veilige en gezonde omgeving te creëren.
KLEINE RISICO’S EN OMGANG MET KLEINE RISICO’S Onder kleine risico’s verstaan we situaties waarbij een kind zich kan bezeren zonder dat daarbij ernstig lichamelijk letsel ontstaat. Kinderen ontwikkelen zich door te experimenteren, door te ontdekken. Ze gaan onbekende dingen proberen en nemen hierbij onbewust risico's. Zelfvertrouwen is de basis voor veilig gedrag. Door het kind te stimuleren, dingen zelf te doen, zorg je ervoor dat het kind zelfvertrouwen kan ontwikkelen. Naast dat stimuleren, stellen we wel
duidelijke regels en grenzen. Op deze manier kunnen we de kinderen leren met kleine risico’s om
te gaan. De medewerkers brengen de regels tijdens het spel voortdurend op een speelse manier onder de aandacht van de kinderen, zodat ook zij zich er bewust van worden en ernaar gaan handelen.
• Kinderen krijgen de ruimte om te leren door ervaringen op te doen waar een verantwoord
risico aan zit.
• Leidsters geven het goede voorbeeld.
• Leidsters kijken naar waar een kind wel en niet zelfstandig toe in staat is.
• Leidsters houden voortdurend toezicht en nemen de nodige maatregelen om ongelukken te
voorkomen.
• Leidsters vragen de kinderen (peuterleeftijd) om oplossingen voor moeilijke situaties te
bedenken.
• Wanneer het gedrag te gevaarlijk is, vertellen de leidsters aan de kinderen de regels en
grenzen; ze vertellen hen wat ze wel en niet mogen en waarom iets gevaarlijk is.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
4 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s
Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine) veiligheidsrisico’s. Door uit te leggen waarom we
met elkaar bepaalde afspraken hebben gemaakt en ze te leren hoe we risico’s op incidenten
kunnen beperken, maken we ons verblijf nog veiliger.
We leren kinderen:
• Dat hij/zij niet met deuren mogen spelen.
• Dat hij/zij niet met elektriciteit, zoals stopcontacten en snoeren mogen spelen.
• Dat er in de hal en in de groepsruimten niet gerend mag worden.
• Dat speelgoed waarmee niet (meer) gespeeld wordt, wordt opgeruimd.
• Er mag niet met spullen gegooid worden tenzij dit voor een activiteit gewenst is.
• We stoeien niet bij ramen en deuren.
• We houden rekening met elkaar.
• Aan te geven wanneer hij/zij iets niet leuk of gepast vinden.
• We leren ze welke gedrag wel en niet gepast of gewenst is.
• Wat hij/zij moeten doen bij een ontruiming/alarm.
• Dat als hij/zij gemorst hebben met drinken, dit bij de groepsleiding te melden of op te
ruimen.
• Dat hij/zij niet in de volgende ruimten mogen komen: sanitaire voorziening voor
volwassenen, kantine, kantoor en de opbergruimtes/schoonmaakruimtes. Deze ruimtes zijn
beveiligd doordat de klinken er hoog zitten zodat de kinderen er niet bij kunnen.
GROTE RISICO’S EN OMGANG MET GROTE RISICO’S
Onder grote risico’s verstaan we risico’s die ontstaan, doordat we kinderen in een situatie plaatsen, die gevolgen kan hebben voor de veiligheid en gezondheid van kinderen. Samen met onze medewerkers is een inventarisatie gemaakt van de grote risico’s, waar we binnen De
Droomengeltjes mee te maken kunnen hebben. Om de kinderen op een adequate manier tegen deze risico’s te beschermen nemen wij de maatregels waarmee wij de risico’s willen voorkomen en tevens hoe te handelen in geval van ongezonde en /of onveilige situatie. Met het teamoverleg bespreken wij over de maatregels die genomen zijn en/of het tot gewenste effect heeft gebracht en/of het bijgesteld dient te worden.
VEILIGHEID RISICO EN MAATREGELS PER RUIMTE Entree/gang;
➢ Kapstokhaken zijn afgeschermd
➢ Sluit entree deur altijd direct
➢ Deur is voorzien van dranger waardoor kinderen deze lastig openkrijgen
➢ Voor de ingangsdeur is er een rubber/tapijtmat, kinderen, ouders en medewerkers
stampen/vegen altijd eerst schoenen.
➢ Ouders moeten tevens in de entree/ gang overschoentje aantrekken doen
➢ Bij de ingang altijd voeten droogvegen
➢ Bij nat weer wordt vloer gedroogd wanneer alle kinderen weer binnen zijn
➢ Er wordt gelopen in de gang en entree
➢ Plaats geen onnodige objecten in de entree/ gang
➢ Plaats geen objecten in de looproute
➢ Kinderen mogen niet gooien met voorwerpen
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
5 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Leefruimtes;
➢ Plaats afvalbakken buiten bereik van kinderen
➢ Sluit groepsdeur altijd zodat kinderen niet ongezien van de groep af kunnen
➢ Scheidt loop en speelruimtes van elkaar
➢ Creëer voldoende loopruimte rondom de meubels
➢ Verwijder overbodige objecten uit de ruimte
➢ Scherpe randen en punten aan meubels zijn afgeschermd of voorzien van ronde hoek
➢ Meubels dagelijks controleren op gebreken, bij gebrek meubel verwijderen van groep
Regels omtrent speelgoed;
➢ Controleer het speelgoed van jonge kinderen dagelijks bij het opruimen en gooi het weg als
het kapot is. Losse onderdelen met een doorsnede kleiner dan 3,5 cm kunnen
verstikkingsgevaar opleveren voor kinderen beneden de drie jaar. Ook knuffels op naden
en draden controleren.
➢ Controleer speelgoed waar magneetjes in zitten regelmatig of deze magneetjes goed
vastzitten. Het inslikken van meerdere magneetjes kan zeer gevaarlijk zijn.
➢ Laat jonge kinderen niet alleen met (on opgeblazen) ballonnen spelen in verband met
verstikkingsgevaar.
➢ Laat kinderen geen speelgoed met harde geluiden dicht tegen het oor aanhouden.
➢ Leer kinderen om speelgoed na gebruik op te ruimen. Kinderen kunnen over
rondslingerend speelgoed struikelen.
➢ Speelgoed ligt niet in de looproute.
➢ Zet speelgoed niet te hoog zodat kinderen er goed bij kunnen.
➢ In verticale groepen zorg dat kleine kinderen apart van de grotere spelen. De grotere
kinderen kunnen bijvoorbeeld aan de tafel spelen, zodat de kleintjes er niet bij kunnen.
➢ Als er speelgoed is waar de jongste echt niet aan mag komen, laat de oudste er dan mee
spelen als de jongste naar bed is.
➢ Als groot en klein samenspelen, dan met speelgoed van de jongste of speel zelf mee.
➢ Laat grotere kinderen hun speelgoed na gebruik goed opruimen.
➢ Koortjes mogen nooit langer zijn dan 22 cm eventueel koortjes verwijderen
➢ Poppenhuizen, garage etc. altijd op een stevige ondergrond plaatsen, dicht bij de grond.
Maatregelen m.b.t. speentjes;
➢ Vervang spenen om de 3 maanden, bij intensief gebruik 6 weken
➢ Controleer spenen dagelijks op gebreken voor het aanbieden aan een kind, gooi spenen
weg wanneer deze scheuren of andere beschadigheden tonen
Regels omtrent commode;
➢ Laat het kind nooit alleen op de commode, zorg ervoor dat er altijd lichamelijk contact is
met het kind op de commode.
➢ Zorg dat kinderen die erg bewegelijk zijn afgeleid worden (door bv. Een liedjes te zingen)
➢ Zorg dat alle benodigdheden binnen handbereik zijn alvorens je gaat verschonen.
➢ Controleer dagelijks de commode op gebreken zoals roest, houtrot, instabiliteit. Los
gebreken direct op of laat leverancier het gebrek oplossen.
➢ Neem de commode bij onstabiliteit niet meer in gebruik.
➢ Plaats geen opstapjes voor de commode.
➢ Kinderen mogen niet zonder begeleiding op de trap.
➢ Til of help kinderen die geen goede klimvaardigheden hebben.
➢ Laat kinderen op de billen van het trappetje af komen.
➢ Berg trappetje na gebruik meteen op.
➢ Vervang het verschoonkussen zodra deze scheuren vertoont.
➢ Houdt toezicht op de trap, kind mag niet zonder begeleiding op de trap.
➢ Leg zware materialen onder in de commode
➢ Reinig het verschoonkussen na elk kind dat je verschoond hebt met schoonmaakspray en
papieren doekje.
➢ Gebruik nooit schoonmaakmiddelen of doekjes (zoals verschoondoekjes) die vettig zijn.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
6 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Regels omtrent kinderstoelen en box;
➢ Gebruik een stoel met hoge rugleuning.
➢ Gebruik een stoelverkleiner bij (kleine) kinderen zodat zij niet wegglijden als ze in de stoel
zitten.
➢ Vervang of repareer de stoelen die niet stabiel zijn.
➢ Houd voldoende afstand tussen de kinderstoel en de tafel, zodat het kind zich niet kan
afzetten tegen de tafel
➢ Begeleid de kinderen bij het in en uit de stoel/bank gaan
➢ Plaats beweeglijke kinderen in een stoel naast de medewerker.
➢ Zorg dat een kind goed in de kinderstoel zit, met aan iedere kant van de kruisband een
been
➢ Haal speelgoed dat als opstapmogelijkheid kan dienen uit de box
➢ Zet oudere kinderen die uit de box kunnen klimmen (vanaf 1,5 jaar) niet meer hierin
Kasten en bergruimtes;
➢ Kasten worden niet in smalle looproutes geplaats
➢ Kasten zijn stabiel en geschraagd
➢ Plaats geen zware voorwerpen boven in een kast
➢ Kinderen mogen niet in de bergruimtes komen
Wasmachines en droger;
➢ De ruimte van de wasmachines en drogers is altijd gesloten
➢ Kinderen mogen deze ruimte niet betreden
➢ De deurtjes van de wasmachine en droger zijn altijd gesloten
Vloeren;
➢ Verwijder afval en vuil direct van de grond
➢ Maak natte vloeren direct droog
➢ Vloerkleden beschikken altijd over antislip en is aan de ene kant bevestigt aan kast of
onder de bank
➢ Laat geen onnodige voorwerpen, speelgoed of snoeren op de grond liggen
➢ Kinderen mogen niet rennen binnen
➢ De vloeren worden goed onderhouden waardoor deze stroef blijven
Deuren;
➢ Alle deuren zijn voorzien van veiligheidstrips tot minimaal 1.20 m
➢ Bij deuren die open mogen blijven staan wordt gebruik gemaakt van een deurklem
➢ Veiligheidstrips worden wekelijks gecontroleerd door de pedagogisch medewerkers
➢ Op deuren die toegang verschaffen naar buiten zit een deurdranger.
Elektriciteit;
➢ Wandcontactdozen worden beveiligd met stopcontactbeveiligers, wanneer mogelijk boven
de 1.50m gemonteerd.
➢ Controleer wekelijks alle stopcontactbeveiligers
➢ Losse snoeren worden opgeknoopt buiten handbereik van kinderen
➢ Electrische apparaten worden geplaats buiten kind bereik, bv.CD speler.
➢ Lampen worden beschermd door armatuur
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
7 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Verbranding en verwarming;
➢ Radiatoren hebben geen scherpen randjes/ hoekjes.
➢ Buizen zijn afgeschermd met isolatiemateriaal
➢ Er is altijd voldoende loopruimte rondom de radiatoren
➢ Gebruik van lucifers en aanstekers is verboden
➢ Bewaar hete dranken in gesloten thermoskan/beker
➢ Bereid geen hete dranken in de buurt van kinderen
➢ Meng thee aan met koud water als je deze op de groep drinkt
➢ Drink geen thee/ warme dranken wanneer er een kind op schoot zit of tijdens een
activiteit
➢ Plaats kopjes thee/ warme dranken hoog en buiten bereik van kinderen
➢ Plaats geen thee/ warme dranken op een placemat of tafelkleed
Muur;
➢ Verwijder oneffenheden onder de 1.35m
➢ Verwijder schroeven, punaises en spijker direct bij het weghalen van bv-schilderijtjes
➢ Scherm uitstekende delen op muren af Ramen en ruiten
➢ Alle ramen zijn voorzien van raambeveiligers
➢ Plaats geen objecten voor het raam die een kind als klimobject of opstapje kan gebruiken
➢ Belangrijke werkafspraak
➢ Kinderen mogen niet wild spelen in de buurt van ramen, met name lage ramen en deuren
➢ Glas in het pand is veiligheidsglas/ dubbelglas
EHBO;
➢ Er zijn EHBO-spullen en gif wijzers aanwezig in ons kinderdagverblijf.
➢ We streven ernaar dat er minimaal 1 pedagogisch medewerkster met BHV en kinder EHBO
aanwezig is.
Verstikking/ beknelling;
➢ Plastic zakken worden in gesloten kast bewaard
➢ Sieraden zijn niet toegestaan
➢ Controleer dagelijks of het kind geen sieraad draagt, waarmee het zich kan bezeren.
➢ Ouders vragen om sieraden thuis te laten.
➢ Koortje mogen niet langer zijn dan 22 cm
➢ Kind gepaste voeding geven op leeftijd.
➢ Voeding in kleine stukjes aanbieden.
➢ Kinderen leren dat zij niet mogen proppen.
➢ Koordjes van kinderen hun kleding opknopen/ verwijderen.
Vergiftiging;
➢ Ruim na schoonmaakwerkzaamheden de middelen direct op
➢ Ruim medicatiemiddelen op buiten bereik van kinderen.
➢ Er is een “Gif wijzer” aanwezig op het kinderdagverblijf, waarin staat wat te doen bij het
innemen van gevaarlijke stoffen. Bij vergiftiging, belt de leidster 112
➢ Maak gebruik van schoonmaakmiddelen wanneer kinderen nog niet aanwezig zijn.
➢ Ruim bij binnenkomst tas direct op.
➢ Attendeer ouder erop hun tas niet onbewaakt achter te laten.
➢ Lotion, alcohol etc. opruimen in bak op hoge plank boven commode na gebruik ook direct
opruimen.
➢ Eten niet naast schoonmaakmiddel etc. opbergen maar in de daarvoor bestemde plekken
alleen voor eten
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
8 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Keuken;
➢ Allereerst is het van belang dat kinderen nooit alleen in de keuken ruimte aanwezig mogen
zijn. Daarnaast zijn er diverse maatregelen genomen om de veiligheid in de keuken te
waarborgen.
➢ Keukendeur moet altijd op slot m.u.v. pauze tijd
➢ Kinderen mogen nooit zonder aanwezigheid van pedagogisch medewerkers in de keuken.
➢ De kastdeuren en lades van de keuken zitten altijd dicht.
➢ Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op.
➢ Laat de handvaten van pannen naar achteren wijzen tijdens het koken.
➢ Maak zoveel mogelijk gebruik van de achterste pitten op de kookplaat.
➢ Sluit de vaatwasser goed af, zorg dat deze altijd dicht zit.
➢ Sluit het kinderhekje/ deur naar keuken af zodat kinderen niet alleen in de keuken kunnen
zijn.
Extra maatregelen met betrekking tot keukenblok in leefruimte;
➢ Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op
➢ Plaats geen opstapje voor de keuken
➢ Berg scherpe messen op in afgesloten lade of hoog
Kantoor;
➢ Sluit de deur-kantoorruimte altijd af.
➢ Berg scherpe kantoorartikelen op in afgesloten kast of lade
➢ Laat kinderen niet in kantoor.
Buitenspelen;
Voor wij naar buiten gaan:
❖ Voor het buitenspelen is er voor elk kind een toiletmoment.
❖ De pedagogisch medewerker neem de volgende spullen mee naar buiten
- De presentielijst
- De EHBO doos
- Vochtige doekjes
❖ Voordat de kinderen naar buiten gaan om te spelen, lopen de pedagogische medewerkers
het speelgebied af ter controle van;
- Gevaarlijk zwerfvuil
- Defect aan omheining,
- Kuilen onder omheining,
- Oneffenheden van de grond,
- Natte of gladde ondergrond of defect aan buitenspelmateriaal zoals bv. Splinters en
klein materiaal wordt verwijderd
- Defect materiaal wordt verwijderd of afgezet
- Kuilen onder de omheining worden direct gedicht.
- Oneffenheden aan grond verwijderen of afzetten
- Natte of gladde plekken direct oplossen door schrobben of zout strooien
- Controleer de buitenspeelplaats op wespennesten, mierenhopen en bijenkorven,
laat kinderen bij ontdekking niet in de buurt spelen. Zorg dat dit probleem wordt
opgelost door externe.
- Mochten defecten of problemen niet direct opgelost kunnen worden zorg dan voor
een goede afzetting en stel houder op de hoogte zodat er een externe ingehuurd
kan worden om het defect te verhelpen
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
9 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
❖ Kinderen Buitenspelen
- Met de kinderen wordt afgesproken, waar ze mogen spelen. Daarbij wordt kinderen
geleerd dat zij niet van het speelterrein af mogen.
- Bij het buitenspelen moet er te allen tijde minimaal twee medewerkster aanwezig
zijn
- De pedagogische medewerkers staan tijdens het spelen op strategische punten om
toezicht te houden, hand en spandiensten te verrichten of een spel te begeleiden
- In geval van de buitenschoolse opvang mag een medewerker alleen met de
kinderen naar buiten maar we streven om met twee medewerkers naar buiten te
gaan.
- Mocht er een kind hoognodig weer naar binnen, bijvoorbeeld om te toiletteren, dan
zorgt deze ervoor dat er een vervangende medewerker wordt geroepen of dat alle
kinderen weer naar binnen gaan.
- In geval van twee medewerkers gaat een medewerker met het kind teruglopen.
- Kinderen die een allergie hebben niet te lang buiten laten spelen. Met name in de
“hooikoorts” tijden kinderen beperkt buiten laten spelen wanneer zij gevoelig zijn -
- Kinderen leren naar voren te kijken tijdens spel en rekening houden met elkaar
- Druk en rustig spel scheiden op de buitenspeelplaats
- Plaats geen opstapjes voor het hek
- Zorg voor begeleiding tijdens het fietsen, met name kinderen die nog niet
voldoende fietsvaardigheden hebben
- Pak zelf het speelmateriaal voor de kinderen
- Na afloop altijd alle gebruikte materialen weer opruimen. De kinderen die dit
kunnen mogen meehelpen
- Houd in de gaten of alle kinderen het buiten naar hun zin hebben, grijp tijdig in bij
conflicten
- Beperk in de tuin zoet eten en drinken, doe dit zoveel mogelijk binnen met de
kinderen. Zo voorkom je de aantrek van wespen en mieren
- Pedagogische werker ziet erop toe dat bij binnenkomst de vloer weer wordt aan
gebezemd met name bij nat weer en veel zand
- Plaats geen objecten midden in de loopruimte
❖ Buiten spelen met warm weer:
- Beperk de duur van buitenspelen bij extreme hitte;
- Wanneer de temperatuur binnen en buiten oploopt boven de 25°C, treedt het
warmte protocol in;
- Gebruik petjes en T-shirts met lange mouwen om hoofd, nek en armen tegen de
zon te beschermen;
- Smeer kinderen in met een voor hun leeftijd bedoelde zonnebrandcrème, maar
doch minimaal factor 30
- Smeer kinderen ruim een half uur voorafgaand aan het buitenspelen in. Herhaal dit
iedere twee uur en indien nodig eerder
- Smeer gevoelige zones zoals neus, oren, nek, en voeten extra in.
- Herhaal het insmeren wanneer kinderen met water spelen. Waterproof producten
zullen toch voor een deel verdwijnen bij het afdrogen of tijdens het spelen met
water en zand. Smeer kinderen daarom ook als je waterproof producten gebruikt
elke twee uur in.
- Creëer speelplekken in de schaduw. Zorg voor voldoende schaduw door gebruik te
maken van parasols en schaduwdoek/zonnezeil.
- Vermijd de zon tussen 12.00 en 15.00 uur zoveel mogelijk
- Zorg dat badjes en zandbakken altijd in de schaduw zijn geplaats
- Kinderen jonger dan zes maanden zetten we helemaal niet in de zon.
- Laat kinderen op zonnige dagen zoveel mogelijk in de schaduw spelen. Stimuleer
kinderen om in de schaduw te spelen
- Pas het spel aan, om grote inspanning te vermijden
- Voorkom plakkerige handen of monden bij buiten spelende kinderen door water of
vochtige doekjes te gebruiken
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
10 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
- Als de kinderen met water gaan spelen zullen zij hun zwemkleding aan trekken.
- Laat kinderen bij hoge temperaturen extra drinken. Bij warm weer krijgen de
kinderen meer drinken aangeboden dan normaal. Er zal om de 1 - 1,5 uur een
drink moment zijn en de kinderen mogen om extra drinken vragen bij de
groepsleiding.
- De groepsleiding benoemt dit duidelijk naar de kinderen toe.
❖ Extra veiligheidsmaatregelen bij gebruik van waterspeeltafel/zwembadjes
- Bij het gebruik van waterspeeltafel in de zomer moet bij tussentijdse vervuiling het
water gedurende de dag ververst worden.
- Bij zichtbare vervuiling direct verschonen.
- Wanneer een zwembad wordt opgezet, staat hierin een klein laagje water
- We gaan niet met de kinderen naar het openbare zwembad
- Indien er gebruik wordt gemaakt van een waterspeeltafel, wordt na gebruik het
water verwijderd en droog opgeborgen.
- Gebruik zwemluiers bij gebruik van zwembaadjes. Mocht er toch ontlasting in het
water komen het water direct verschonen
- Gebruik waterspeelgoed dat niet uitnodigt tot drinken.
- Leer kinderen dat zij niet van het zwemwater mogen drinken.
❖ Extra veiligheidsmaatregelen zandbak
- Er wordt voorkomen dat kinderen eten of drinken in de zandbak
- Groepsleiding ziet erop toe dat kinderen hun handen wassen na het spelen in het
zand
- Zandbak is afgedekt zodat dieren geen toegang hebben tot zand.
- Kinderen wassen de handen na het spelen in de zandbak bij binnenkomst
❖ Buiten spelen met koud weer:
- Beperk de duur van het buitenspelen bij extreem lage temperaturen
- Inspecteer bij vrieskou altijd eerst de speelplaats op gladde plekken alvorens de
kinderen naar buiten te laten gaan, strooi zo nodig eerst zout.
- Zorg dat kinderen altijd alle buitenkleding dragen die zij hebben meegekregen,
denk hierbij aan muts, wanten en sjaal
- Kinderen die met onvoldoende warme kleding zijn gebracht, reservekleding
aantrekken, anders kunnen ze niet mee naar buiten
❖ Extra veiligheidsmaatregelen met betrekking tot Insectenbeten
- Zorg dat kinderen bij wandeling in bossen/ gras/ park beschermde kleding dragen.
- Controleer kinderen bij binnenkomst op tekenbeten.
- Teken worden zo snel mogelijk verwijderd met behulp van een tekenpincet of
tekenlepel
- Na het verwijderen van een teek wordt het wondje direct gedesinfecteerd.
- Beperk zoet drinken of eten in buiten ruimte. Plakkerige handen en gezichten
worden direct schoongemaakt.
- Bij het buiten drinken, kinderen uit rietje of afgesloten beker laten drinken.
- Bij overlast van insecten worden er maatregelen genomen om te voorkomen dat
insecten naar binnen gaan zoals een hor voor raam en deur
❖ Verontreiniging en vergiftiging
- Vermijd het gebruik van voor kinderen schadelijke bestrijdingsmiddelen
- Indien het noodzakelijk is bestrijdingsmiddelen te gebruiken, zet het bewerkte deel
van de tuin dan af zodat het terrein niet voor kinderen toegankelijk is voor
minstens 48 uur.
- Inspecteer de speelruimte altijd op zwerfvuil, ongedierte of sporen die wijzen op de
aanwezigheid van (huis-)dieren alvorens de kinderen naar buiten gaan.
❖ Buiten speelregels voor kinderen
- Pedagogisch medewerkers geven duidelijk aan waar ze mogen spelen, kinderen
dienen binnen deze ruimte te blijven.
- Wij mogen niet klimmen op tafel, stoelen of objecten tenzij deze daarvoor zijn
bestemd;
- Wij mogen niet met zwerfvuil mogen spelen;
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
11 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
- Wij spelen lief samen
- Wij wachten altijd met naar het toilet gaan tot de pedagogisch medewerkers mee
kan.
- Na het buitenspelen ruimen wij samen op.
- Voordat wij naar binnen gaan stamepen wij onze schoenen, onze schoenen doen
wij uit voor het betreden van de groepsruimte. De jassen hangen wij op, sloffen
aan en wij wassen onze handen.
- Wij mogen niet op, onder of met de hekken spelen
- Wij fietsen op de plekken waar dit mag van de Pedagogisch medewerkers, hierbij
kijken wij goed uit voor de andere kinderen
Buiten spelen met de Buitenschoolse opvang;
Uiteraard is het voor de BSO ook erg fijn om een buitenspeelruimte te hebben waar meer ruimte is
voor voetballen, meer speeltoestellen staan die de lichamelijk ontwikkeling van het kind uitdagen
en meer ruimte is voor andere bewegingsactiviteiten. Om deze reden kan de BSO ook gebruik
maken van de buitenspeelruimte speeltuin Charlois. Deze buitenspeelruimte ligt op steenworp
afstand, waarbij de kinderen een veilige route ernaar toe kunnen lopen. Gezien het een openbare
buitenspeelruimte is, de ruimte niet aangrenzend is en wij er heen moeten lopen geleden er naast
bovengenoemde regels een aantal uitzonderingen en toevoegingen.
➢ Indien er speelmateriaal kapot is, dien je ter plaatse de afspraak met kinderen te maken
dat zij die dag niet gebruik mogen maken van dat specifieke deel van de buitenruimte.
➢ Indien mogelijke kun je ervoor kiezen het deel af te zetten
➢ Stel het speeltuin Charlois zo spoedig mogelijk op de hoogte van het gebrek zodat zij voor
reparatie kunnen zorgen.
➢ Zorg ervoor dat je altijd een EHBO kist, presentielijst, mobiel, telefoonnummers van
locaties en vochtige doekjes bij je hebt
➢ Hanteer voor het lopen naar de buitenspeelruimte altijd dezelfde route en de
veiligheidsafspraken omtrent lopen
➢ Probeer indien mogelijk met twee volwassenen buiten te gaan spelen. Mocht er onverhoopt
iets gebeuren kan er altijd één volwassenen met het kind teruggaan naar locatie voor
eventuele nodige zorg.
➢ Plaats voor ouders een brief op de deur dat je bent gaan buiten spelen op de
buitenspeelruimte van de speeltuin zodat zij hun kind daar kunnen ophalen.
➢ Maak duidelijke afspraken met de kinderen waar zij mogen spelen, dat zij niet buiten de
hekken mogen.
➢ Zorg ervoor dat alle kinderen op de hoogte zijn van de afspraken die gelden.
➢ Kinderen van BSO De Droomengeltjes mogen geen gebruik maken van fietsen, skatebord,
steps etc. van buurtkinderen. Dit om eventuele ongelukken maar ook zeker ‘ruzies’ te
voorkomen.
Voorbereiding van een uitstapje;
Om de veiligheid tijdens een uitstapje de garanderen is een goede voorbereiding van belang. De
pedagogisch medewerker zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden van het uitstapje en het
klaarleggen van alle benodigde materialen. De volgende stappen moeten ondernomen worden voor
het uitstapje;
➢ Wat voor uitje er gepland is, zorg dat de eindbestemming kind veilig is.
➢ Hoe is het vervoer geregeld is (overzicht reisschema).
➢ Zorg ook dat je collega’s op de hoogte zijn van het reisschema en looproutes
➢ De kostenberekening van het uitje. Zorg dat je vooraf voldoende geld meeneemt.
➢ Een lijst met welke kinderen er meegaan;
➢ Een lijst welke pedagogisch medewerker er verantwoordelijk is (mentor) van welk kind
➢ Klaarmaken van de uitjes tas, in deze tas moeten de volgende spullen zitten:
➢ Zorg dat je het ‘Protocol vermiste kinderen’ bij je hebt tijdens de uitjes.
➢ Presentielijst § Kind informatie (allergieën, telefoonnummers ouders etc.)
➢ Gecontroleerde EHBO-Doos
➢ Toiletpapier + plastic pedaalemmerzak + snoetendoekjes + luiers
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
12 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
➢ Drinken en eten voor de kinderen
➢ Mobiele telefoon
➢ Reserve kleding
➢ Indien nodig zonnebrandcrème
➢ Alle kinderen eerst laten plassen en handen wassen
➢ De kinderen met jas en schoenen laten verzamelen op de groep of in de entree.
➢ De pedagogisch medewerker maakt de groepjes bekend bij de kinderen
➢ De pedagogisch medewerker maakt de regels van het uitje aan de kinderen bekend
➢ De kinderen maken een rij 2 aan 2
➢ De pedagogisch medewerker neemt uitje-tas mee en mobiele telefoon mee
➢ Alle kinderen en pedagogische medewerkers trekken opvallende hesjes met logo en tel.nr
van de opvang
Kind-leidsterratio
Tijdens uitstapje is er een aangepast kind- leidsterratio. Tijdens uitstapjes worden andere
volwassenen zoals bijvoorbeeld groepshulp, stagiaires en hulpouders ook meegenomen. Het
uitgangspunt hierbij is dat er altijd voldoende gediplomeerde pedagogisch medewerkers aanwezig
zijn volgens het kind leidster ratio op de stamgroep. Het volgende Kind-leidsterratio wordt
aangehouden tijdens uitstapjes;
➢ 0-1 jaar - 3 kinderen per volwassenen
➢ 1-2 jaar - 2 kinderen per volwassenen
➢ 2-4 jaar - 4 kinderen per volwassenen
➢ 4-6 jaar - 7 kinderen per volwassenen
➢ 6-8 jaar - 9 kinderen per volwassenen
➢ 8-12 jaar - 10 kinderen per volwassenen
Wijze van vervoer
Tijdens uitstapjes verplaatsen wij ons lopend of met openbaar vervoer of een auto’s. In het geval
voor een uitstapje een personenauto wordt ingezet, is er een ongevallen inzittenden verzekering
afgesloten, daarbij wordt indien de lengte van het kind dit vereist gebruik gemaakt van
kinderzitjes. Bij het gebruik van het openbaar vervoer, worden kinderen in het openbaarvervoer
allemaal bij elkaar geplaats op stoelen. Mochten er niet voldoende zitplekken zijn vraag overige
personen dan om op te staan voor de veiligheid van de kinderen.
Tijdens het instappen en uitstappen worden kinderen geteld. Daarnaast gaat er 1 volwassenen als
eerste het vervoer in deze helpt de kinderen te gaan zitten en 1 volwassenen als laatste. Dit geldt
ook tijdens het uitstappen. Ouders worden bij uitstapjes ruim van tevoren geïnformeerd over de
wijze van vervoer
Afspraken omtrent lopen
Tijdens het uitstapje moet er gelopen worden naar het vervoersmiddel en naar de locatie van de
activiteit. Hiervoor zijn diverse regels zodat deze momenten veilig en geordend kunnen
plaatsvinden:
➢ Kinderen lopen in een rij twee aan twee naar de opvang, er loop één pedagogisch
medewerker vooraan en één pedagogisch medewerker achteraan.
➢ Kinderen als één groep de weg laten oversteken, bij voorkeur bij een stoplicht. Mocht deze
niet aanwezig zijn bij een zebrapad.
➢ Kinderen mogen nooit oversteken tussen auto’s.
➢ De pedagogisch medewerker bepaalt wanneer de kinderen over mogen steken, niet de
kinderen!
➢ Kinderen mogen niet vooruit rennen.
➢ Mocht je onderweg obstakels tegenkomen, verschoven stoeptegels etc. Attendeer kinderen
hierop en laat de groep hier om heen lopen.
➢ Kinderen die nieuw zijn of moeite hebben met de deelname aan verkeersituatie geven de
pedagogisch medewerkers een hand.
➢ We dragen eventuele tassen op de rug, Let goed op je eigen tas Op de plek van
bestemming:
➢ Wij lopen met z’n allen naar een “meeting point”
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
13 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
➢ Er worden duidelijke afspraken gemaakt tussen de pedagogisch medewerkers, volwassenen
en kinderen onderling die betrekking hebben op het samenkomen, eten, het samenlopen
van de subgroepen, het toiletteren en de vertrektijden.
➢ Een andere volwassenen (ongediplomeerd) loopt altijd onder begeleiding van een
gediplomeerde medewerker.
➢ De groepjes mogen afzonderlijk de plek verkennen.
Overige afspraken
➢ Raakt er een kindje kwijt dan treedt protocol vermissing in werking
➢ Raakt er een kindje gewond dan treedt protocol ongevallen en wondverzorging in werking
➢ Zorg dat je kinderen geregeld telt (om de 10 a 15 minuten)
➢ Zorg voor voldoende drink, eet en plasmomenten
➢ Ga gezamenlijk naar de toilet
➢ Leer kinderen dat hij/zij niet met vreemde mee mogen gaan, geen snoep aan mogen
nemen van vreemden en dat zij hun kaartje moeten tonen aan een volwassenen wanneer
zij de pedagogisch medewerker kwijt zijn. Maak duidelijke afspraken met kinderen over
waar ze mogen spelen en wat de regels zijn.
➢ Mogen kinderen in bijvoorbeeld een speeltuintje vrij spelen, zorg dan dat je voldoende
verspreid op de speelplaats staat.
➢ Houdt uitgangen extra goed in de gaten.
➢ Hanteer de grote lijnen van protocol buitenspelen
➢ De terugreis dient altijd dezelfde route te zijn als de heenreis.
Vergiftiging;
➢ Ruim na schoonmaakwerkzaamheden de middelen direct op, op de daarvoor bestemde
plek in de kast.
➢ Ruim medicatiemiddelen op buiten bereik van kinderen.
➢ Er is een “Gif wijzer” aanwezig op het kinderdagverblijf, waarin staat wat te doen bij het
innemen van gevaarlijke stoffen. Bij vergiftiging, belt de leidster 112
➢ Maak gebruik van schoonmaakmiddelen wanneer kinderen nog niet aanwezig zijn.
➢ Ruim bij binnenkomst tas direct op.
➢ Attendeer ouder erop hun tas niet onbewaakt achter te laten.
➢ Lotion, alcohol etc. opruimen in bak op hoge plan boven commode na gebruik ook direct
opruimen.
➢ Eten niet naast schoonmaakmiddel etc. opbergen maar in de daarvoor bestemde plekken
alleen voor eten.
Keuken;
➢ Gezien de keuken tevens gebruik wordt als onderdeel van de leefruimte is het belangrijk de
veiligheidsmaatregelen goed in het oog te houden. Allereerst is het van belang dat
kinderen nooit alleen in de ruimte aanwezig zijn. Daarnaast zijn er diverse maatregelen
genomen om de veiligheid in de keuken te waarborgen.
➢ Kinderen mogen nooit zonder aanwezigheid van pedagogisch medewerkers in de keuken.
➢ De kastdeuren en lades van de keuken zitten altijd dicht.
➢ Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op.
➢ Laat handgrepen van pannen naar achteren wijzen tijdens het koken.
➢ Maak zoveel mogelijk gebruik van de achterste pitten op de kookplaat.
➢ Sluit de vaatwasser goed af, zorg dat deze altijd dicht zit.
➢ Sluit het kinderhekje/ deur naar keuken af zodat kinderen niet alleen in de keuken kunnen
zijn.
➢ Plaats geen opstapje voor de keuken
➢ Berg scherpe messen op in afgesloten lade of hoog
Kantoor;
➢ Sluit de deur-kantoorruimte altijd af.
➢ Berg scherpe kantoorartikelen op in afgesloten kast of lade
➢ Laat kinderen niet in kantoor.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
14 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Veilig slapen;
De Droomengeltjes vinden het van belang dat alle kinderen de mogelijkheid krijgen om rustig te
slapen. Op de babygroep hebben we een slaapkamer met 8 bedden, voor elk kind is een bedje
aanwezig. Op de groep hebben we ook twee boxen voor de kleine baby’s. Op de verticale groepen
zijn er slaapkamer met 8 en 12 bedden, op de peuter groep zijn er 8 bedden aanwezig. De
kinderen die wakker zijn (baby’s en de oudste peuters) kunnen in de verticale groep
ontwikkelingsgerichte activiteiten of vrijspelen. Daarnaast is er altijd de mogelijkheid om met deze
kinderen naar buiten te gaan indien de weersomstandigheden dit toelaten.
Veiligheidsmaatregelen om de kans op wiegendood te voorkomen;
➢ Controleer bedjes dagelijks op defecte van bedbodem en stabiliteit van bevestigingspunten,
hekjes en sluiting, spijlen, dakjes of gevaarlijke scherpe randen.
➢ Leg grote kinderen in de onderbedje (2,5), leg kleine kinderen in de boven bedjes.
➢ Kinderen die jonger zijn dan 1,5 jaar slapen in een babyslaapzak.
➢ Maak geen gebruik van dekentje bij kinderen onder de 1,5 jaar.
➢ Bij gebruik van deken na 1,5 jaar kort opmaken, voeten van het kind onder aan het bed,
deken tot maximaal borsthoogte.
➢ Kinderen die wakker zijn uit bed halen.
➢ Controleer om de 15 minuten of de kinderen nog goed liggen.
➢ Zorg dat er voldoende licht is zodat leidster en kinderen zich niet in het donker stoten
➢ Kinderen mogen niet in bed gelegd worden met wijde kleding, met een capuchon,
speenkoortjes, haarspeldjes of haarelastiekjes.
➢ Leg geen speelgoed en/ of knuffels in bed die als opstapje gebruikt kunnen worden
➢ Zorg ervoor dat er geen onnodige materialen in de slaapkamer zijn, verwijder indien dit het
geval is.
➢ Geen speelgoed of ander losliggende materialen op de grond, controleer dit dagelijks.
➢ Elke dag wordt de slaapkamer gelucht. Eind van de dag de slaapkamerdeur open laten
staan.
Gezond slapen;
Voor gezond en veilig slapen hanteren wij protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie.
➢ Zorg voor een goed tempratuur in de slaapkamer tussen de 15 en 17 graden
➢ Zet de verwarming hoger of lager bij verkeerde tempratuur en open zo nodig de deur voor
koude luchttoevoer.
➢ Verschoon zichtbaar vuil beddengoed meteen
➢ Was dekens 1 keer per week
➢ Was hoeslakens en slaapzakken min 1 keer per week op 60 graden
Wiegendood;
Wiegendood is het onverwacht tijdens het slaap overlijden van een kindje van nul tot twee jaar.
Voordat het kind overleed waren er vooraf geen duidelijke ziekteverschijnselen. Onderzoek naar de
mogelijke oorzaken van het overlijden levert vaak geen duidelijk antwoord op. Tegenwoordig
neemt men algemeen aan dat wiegendood in de regel meerder oorzaken tegelijkertijd heeft. Die
worden onderscheiden in uitwendige en inwendige factoren.
Bekende uitwendige en doorgaans vermijdbare factoren zijn:
• Slapen in buikligging
• Luchtweginfectie
• Passief roken
• Warmtestuwing
• Rebreathing
• Uitwendige adembelemmering
• Vermoeienis
• Sederende medicatie
De meest bekende inwendige factoren zijn:
• Licht geboortegewicht
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
15 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Helaas komt het in Nederland af en toe voor dat een baby tijdens de kinderopvang overlijdt onder
het beeld van wiegendood. Aandacht voor preventie en voorzorgsmaatregelen kunnen het risico
dat in het bijzonder voor jonge baby’s tussen de 3 en 9 maanden relatief hoger blijkt uit te vallen
dan in thuissituaties tot het uiterste bepreken.
Wat kunnen wij doen om de veiligheid te bevorderen
➢ Een baby op de buik te slapen leggen maakt het risico van wiegendood wel vier tot vijf
maal groter dan gemiddeld. Bij een verkouden baby nog iets meer. Wij leggen een baby
alleen op de buik als de baby ouder is dan 5 maanden en met schriftelijke en expliciete
toestemming van ouders.
➢ Omdat veranderingen in routine onmiskenbaar een risico verhogend effect hebben is het
aan te raden om een baby die bij het slapen gaan aan een fopspeen is gewend, die ook op
het dagverblijf consequent voor het slapen te geven. Het is raadzaam het gebruik van een
fopspeen na de leeftijd van 10 maanden af te bouwen.
Voorkom dat een baby te warm ligt
De factor warmtestuwing speelt een waarneembare rol onder de baby’s die onder het beeld van
wiegendood overlijden. Zo lang de voetjes (iets meer betrouwbaar dan het nekje) van een baby in
bed prettig aanvoelen, heeft die het niet te koud. Een baby die zweet heeft het al gevaarlijk warm!
Wij voelen regelmatig of de baby het niet te warm heeft.
➢ Wij zorgen dat het niet te warm is of wordt in de slaapvertrekken. De aanbevolen
slaapkamertemperatuur is 15 tot 17 graden. Er hangen thermometers in de slaapkamers.
➢ Wij gebruiken geen dekbedden voor baby’s
➢ Wij combineren zomers geen slaapzak met ander beddengoed. In de winter krijgen de
kinderen een dikke slaapzak aan en indien nodig een dunne deken.
➢ Wij laten een baby ook nooit met bedekt hoofd slapen!
➢ Kinderen met koorts worden extra gecontroleerd en niet warm afgedekt
➢ Zorg voor veiligheid in het bed
➢ Te zachte matrassen zijn blijkens vele onderzoeken een duidelijk verhoogd risico. Wij
gebruiken voor de bedjes goedgekeurde matrassen.
➢ Wij gebruiken nooit een kussen, zachte hoofd en zijwandbeschermers, zeiltjes, tuigjes,
koorden of voorwerpen van zacht plastic in het bedje.
➢ Er mag geen koordje aan de fopspeen zitten
➢ In het gehele gebouw mag niet worden gerookt. Houd voldoende toezicht
➢ Wij kijken telkens als we een kindje naar bed brengen even in de andere bedjes
➢ Wij contoleren elk 15 min. in de slaapkamer of de kinderen nog goed liggen
➢ Wij houden nieuwkomers/ jonge baby’s extra in het oog.
➢ Wij maken gebruik van babyfoons
De pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor het toepassen van deze regels. Zij worden
geacht eventuele problemen in praktijk te signaleren. Van belangrijke gebeurtenissen – ongelukken
of bijna-ongelukken wordt de directie direct op de hoogte gesteld.
Als er ondanks alle voorzorgen toch een baby in slechte conditie wordt aangetroffen, prikkel het
kind dan door het aan te tikken en wat te bewegen en zie of het zich herstelt. Zo niet, sla dan
alarm (112 bellen) en begin met reanimatie en mond op mondbeademing. De andere leidsters
worden te hulp geroepen, maar de andere kinderen worden niet zonder toezicht gelaten. De
directie wordt gewaarschuwd en zij neemt contact op met de ouders en met de medische
instanties. Het is van belang om van begin af aan feiten te noteren zoals het tijdstip, de
omstandigheden en de betrokkenen. In dergelijke gevalleen treedt protocol ongevallen in werking.
Hiervoor heeft de BHV-er of diens plaatsvervanger de eindverantwoording. De te hulp geroepen
arts dient in het belang van de diagnostiek ook zo spoedig mogelijk de temperatuur van de baby
op te nemen.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
16 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Vermissing;
In dit protocol staan de richtlijnen voor de handelswijze die de medewerkers van De
Droomengeltjes volgen wanneer een kind vermist wordt tijdens de opvang, tijdens een uitstapje,
tijdens het ophalen van school of tijdens het alleen naar de opvang of huis lopen voor BSO
kinderen.
Een persoon (kind) is vermist als:
➢ Er sprake is van een plotselinge en onverwachte afwezigheid
➢ De regels gelden zowel tijdens verblijf op De Droomengeltjes als tijdens uitstapjes.
➢ De pedagogisch medewerkers weet ten alle tijden hoeveel kinderen er op de groep zijn.
Doe dit o.a. door het bijhouden van de presentielijst waar alle kinderen op staan. Wanneer
een kind is gebracht of gehaald, moet je het nieuwe aantal kinderen weten. De kans dat
een kind wegloopt of door een onbekende wordt meegenomen is het grootst tijdens de
haal- en brengtijden.
➢ Let op dat de entreedeur en het hek bij buitenspelen altijd goed dicht zijn.
➢ Let op openstaande deuren, zowel de groepsdeur als de entreedeur.
➢ Wanneer een ouder de deur laat openstaan, wijs de ouder daar op.
➢ Attendeer oudere kinderen erop dat zij niet de deuren zelf open mogen doen.
➢ Check of de entreedeur dicht is, wanneer de groepsruimte wordt verlaten samen met de
kinderen.
Vermissing tijdens de opvang;
Wanneer je ontdekt dat je een kind uit de groep mist kun je een aantal dingen doen die helpen het
vermiste kind op te sporen. Dit betreft niet alleen het zelf zoeken naar het vermiste kind, maar ook
het verzamelen van informatie over het kind en over de omstandigheden van de vermissing.
Onderneem de volgende stappen:
1. Meld bij je naaste collega van de groep dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere
kinderen over aan je collega, zodat je je kan richten op het vermiste kind.
2. Blijf kalm, denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het
kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?
3. Bekijk eerst goed alle groepsruimtes en gangen van het kindercentrum. Roep ondertussen
het kind. Kijk ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voorkomen
dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.
4. Schakel meerdere collega’s in om te helpen zoeken. Vraag eventueel ook ouders die op
dat moment aanwezig zijn.
5. Een andere collega die niet aan het zoeken is brengt de directie van het kindercentrum op
de hoogte
6. Als het kind niet in het gebouw te vinden is, ga dan buiten zoeken. Neem als het kan een
foto van het kind mee. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht een
collega het kind vinden.
7. Zoek buiten eerst op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water, putten,
verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.)
8. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
9. Na 15 minuten zoeken bel je de politie: 0900 – 8844
10. Noteer de naam van de politiefunctionaris die gesproken hebt en zodra dat bekend is, de
naam van de politiefunctionaris die als je contactpersoon aangewezen is.
11. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind.
12. Houd contact met de locatie en werk goed samen met de politie.
13. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s) wanneer het kind na
15 minuten zoeken nog niet gevonden is
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
17 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Vermissing tijdens een activiteit buiten De Droomengeltjes
Je kunt hierbij denken aan uitstapjes naar een kinderboerderij, het park of een speeltuin in de
buurt. Er is een protocol uitstapjes opgesteld om het maken van uitstapjes zo veilig mogelijk te
maken. Echter kan er nooit worden uitgesloten dat er tijdens een uitstapje een kind wordt vermist.
Indien een kind wordt vermist tijdens het uitstapje worden de volgende stappen ondernomen:
1. Meld je collega dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je
collega, zodat je je kan richten op het vermiste kind.
2. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht het kind weer terecht zijn.
3. Blijf kalm, denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het
kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?
4. Bekijk eerst goed alle plekken van de locatie waar je bent. Roep ondertussen het kind. Kijk
ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen of op plekken waar het kind erg
enthousiast over was. Het kan voorkomen dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.
5. Zoek vervolgens buiten op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water,
putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens het
zoeken.
6. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
7. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844.
8. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra dat bekend is, de naam van de
politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is
9. Blijf zoeken naar het kind en hou in de gaten of je de politie ziet.
10. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind.
11. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.
12. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s). Wanneer het kind na
15 minuten zoeken nog niet gevonden is.
13. Tijdens een uitstapje zal één of meerdere personen vanuit de locatie worden gestuurd om
de andere kinderen mee terug te nemen naar het kindercentrum. Er blijven ten alle tijden
minstens twee leidsters achter om het kind te zoeken
Vermissing tijdens het ophalen van kinderen van school;
De Droomengeltjes haalt de kinderen op van school. Soms kan het gebeuren dat kinderen om
onduidelijke redenen niet aanwezig zijn of niet naar de afgesproken verzamelplaats komen. De
pedagogisch medewerker heeft ten alle tijden een kloppend ophaalschema bij zich met daarbij
afmeldingen voor de desbetreffende dag. Het is van uiterst groot belang om te weten waar het
kind is en of het kind veilig is alvorens de pedagogisch medewerker en kinderen de school verlaten.
Indien een kind wordt vermist tijdens het ophalen uit school worden de volgende stappen
ondernomen:
1. Meld je collega dat je een kind mist.
2. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je collega, zodat je je kan richten op het
vermiste kind. Indien je alleen de kinderen ophaalt worden de kinderen meegenomen terwijl
je de stappen doorloopt.
3. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht het kind weer terecht zijn
4. Vraag de leerkracht van het desbetreffende kind of het kind op school is geweest die dag.
Soms zijn kinderen ziek gemeld op school maar is de buitenschoolse opvang niet op de
hoogte gesteld. De samenwerking tussen leerkracht en pedagogisch medewerkers is
cruciaal. Vraag de leerkracht of hij/ zij het kind heeft horen praten over een
verjaardagfeestje, het ophalen door opa / oma of het spelen bij andere kinderen
5. Indien mogelijk; vraag vriendjes en vriendinnetje van het kind op school of zij weten waar
het kindje is
6. Vraag de leerkrachten om te helpen zoeken.
7. Bekijk eerst goed alle plekken van de locatie waar je bent. Roep ondertussen het kind. Kijk
ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voorkomen dat een kind
zich verstopt en dan in slaap valt.
8. Zoek vervolgens buiten op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water,
putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens het
zoeken.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
18 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
9. Bel ouders om te vragen of het kind wellicht door iemand anders is opgehaald. Vertel tevens
dat je ouders op de hoogte zal houden van de situatie
10. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
11. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844.
12. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra dat bekend is, de naam van de
politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is.
13. Blijf zoeken naar het kind en hou in de gaten of je de politie ziet.
14. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind
15. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.
16. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s). wanneer het kind na
15 minuten zoeken nog niet gevonden is.
17. Tijdens het ophalen zal één of meerdere personen vanuit de locatie worden gestuurd om de
andere kinderen mee terug te nemen naar het kindercentrum. Er blijven ten alle tijden
minstens twee leidsters achter om het kind te zoeken.
Vermissing tijdens het alleen lopen van school naar De Droomengeltjes of het alleen
lopen van De Droomengeltjes naar huis;
Wanneer ouders hier schriftelijk en expliciet toestemming voor geven mogen kinderen boven de 9
jaar van De Droomengeltjes alleen naar de opvang lopen of alleen naar huis lopen. Dit brengt
echter wel risico’s met zich mee, er is minder oog voor vermissing, wanneer het is gebeurd en
welke locatie. Dit maakt het zoeken van een kinderen lastiger. Belangrijk is dat wanneer een kind
alleen van school naar de kinderopvang mag lopen het zich eerst dient te melden bij de
pedagogisch medewerker alvorens hij/ zij gaat lopen naar de opvang.
Indien een kind wordt tijdens het alleen lopen worden de volgende stappen ondernomen:
1. Meld je collega dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je
collega, zodat je je kan richten op het vermiste kind.
2. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht het kind weer terecht zijn.
3. Indien mogelijk; vraag vriendjes en vriendinnetje van het kind op school of op het
buurtspeeltuintje of zij weten waar het kindje is.
4. Loop de route van het kind zelf. Roep ondertussen het kind. Kijk ook op plaatsen waar
kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voorkomen dat een kind zich verstopt en dan in
slaap valt
5. Zoek vervolgens buiten de route op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen
(water, putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens
het zoeken. Kijk vervolgens op plekken waar het kind heen gelopen kan zijn, een plek waar
hij vaker speelt of vriendjes en vriendinnetjes heeft.
6. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
7. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844
8. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra dat bekend is, de naam van de
politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is
9. Blijf zoeken naar het kind en hou in de gaten of je de politie ziet.
10. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind
11. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.
12. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s). Wanneer het kind na
15 minuten zoeken nog niet gevonden is.
Wanneer het kind gevonden is:
➢ Informeer je de politie als deze ingeschakeld is.
➢ Informeer je vervolgens alle andere betrokkenen die weten dat het kind vermist is.
➢ Is het belangrijk om na te gaan wat de reden voor de vermissing was, zodat een herhaling voorkomen kan word
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
19 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
GEZONDHEIDSRISICO EN MAATREGELEN PER RUIMTE
Wat is hygiëne?
Met het woord hygiëne bedoelen wij: de zorg voor het in stand houden van de gezondheid.
Daarnaast is gezondheid een toestand van optimaal lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
werk.
Waarom is goede hygiëne in de kinderopvang belangrijk?
Jonge kinderen vormen een kwetsbare groep. Hun afweersysteem is nog volop in ontwikkeling. Via
de andere kinderen en bijvoorbeeld door gebruik van gezamenlijk speelgoed komen zij vaker en op
jongere leeftijd in contact met allerlei ziekteverwerkers (micro hebben opgebouwd) hierdoor
hebben kinderen die een kinderdagverblijf bezoeken een grotere kans om een infectieziekte op te
lopen dan kinderen die thuisblijven.
Wat zijn micro-organismen?
Micro-organismen zijn voor het blote oog onzichtbaar. Tot de micro-organisme behoren virussen,
schimmels en gisten.
Micro-organisme komen overal voor: op de huid, op meubelen, gebruiksvoorwerpen, in de lucht,
water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig, sommige zijn juist weer nuttig. Een aantal
micro-organisme is ziekteverwekkend. Als de mens hiermee in aanraking komt kan hij/zij ziek
worden. Alleen of iemand ziek wordt hangt af van een aantal factoren. Allereerst zijn de
hoeveelheid micro-organisme waarmee iemand besmet wordt van belang. Verder speelt het
ziekmakend vermogen van het micro-organisme een belangrijke rol. Of besmetting uiteindelijk tot
een infectie leidt is mede afhankelijk van de conditie van de persoon. Een bepaalde besmetting kan
bij de ene mens ziekte veroorzaken, de andere voelt zich niet lekker en een derde heeft nergens
last van. Baby’s en jonge kinderen hebben een verminderd weerstandsvermogen en zijn hierdoor
gevoeliger voor infecties dan volwassenen. Ze worden doorgaans niet alleen eerder ziek, de
gevolgen kunnen ook veel ernstiger zijn.
Onder gunstige omstandigheden kunnen micro-organisme uitgroeien tot grote aantallen. Om zich
te vermeerderen hebben ze vocht en voedsel nodig (bv. vuil, huidschilfers, stof). De snelheid
waarmee ze zich vermenigvuldigen is afhankelijk van de temperatuur. Bij een temperatuur tussen
de 10 en 50 graden zijn de omstandigheden ideaal.
Een goede hygiëne is erop gericht om besmetting te voorkomen en het aantal schade micro-
organisme tot een minimum te beperken.
Hoe verspreiden micro-organisme zich?
Micro-organisme kunnen zich op de volgende manieren verspreiden:
➢ Via de handen
➢ Via de lucht (via druppels door aan hoesten, huidschilfers of stof)
➢ Via voedsel en water
➢ Via voorwerpen zoals speelgoed, deurkruk, beddengoed
➢ Via lichaamsvloeistoffen zoals speeksel, braaksel, ontlasting of bloed
➢ Via dieren zoals huisdieren en insecten
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
20 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Hoe kunnen gezondheidsrisico’s worden beperkt?
Door extra aandacht te besteden aan hygiëne, kunnen gezondheidsrisico’s worden beperkt. Het
gaat daarbij niet alleen om een schone leefomgeving en een goede persoonlijke hygiëne, maar ook
om het voorkomen van risicovol gedrag, waardoor micro-organisme zich kunnen vermenigvuldigen.
Om te voorkomen dat kinderen ziek worden is een gezonde leefomgeving van het binnen en buiten
milieu van belang. Hierdoor blijft het aantal ziektekiemen tot een minimum beperkt. Daarnaast
moet verantwoorde manier met voeding worden omgegaan. Wanneer er toch sprake is van een
verhoogd risico op besmetting, door bijvoorbeeld zieke kinderen, besmet voedsel of een ongeluk
met een open wond, moet er op een juiste manier door onze pedagogisch medewerkers gehandeld
worden.
Wij besteden bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes extra aandacht aan hygiëne:
➢ Persoonlijke Hygiëne
➢ Voeding & Hygiëne
➢ Hygiëne Gebouwen
➢ Verschonen en Toiletgang
Protocol persoonlijke hygiëne;
Iedere mens draagt ontelbare al dan niet ziekmakende micro-organismen bij zich. Om de
verspreiding van deze micro-organismen naar andere mensen tegen te gaan is een goede
persoonlijke hygiëne belangrijk. Dit geldt voor iedereen. Leidsters in de kinderopvang kunnen
bovendien bij de verzorging van de kinderen de micro-organismen van het ene kind via hun
handen overbrengen naar een ander kind. Daarom is voor hen een goede persoonlijke hygiëne
extra belangrijk.
Handhygiëne
Veel micro-organismen worden via de handen overgedragen. Een goede handhygiëne door
leidsters, maar ook voor en door de kinderen. Is een van de meest effectieve manieren om
besmettingen te voorkomen.
Wanneer moeten de handen worden gewassen
Handen wassen behoort plaats te vinden voor:
• Het begin van de werkzaamheden
• Het aanraken en bereiden van voedsel
• Het eten of het helpen bij eten
• Voor het aanbrengen van zalf of crème
Handen wassen behoort plaats te vinden na:
• Iedere zichtbare verontreiniging van de handen
• Hoesten, niezen en snuiten
• Spelen in de zandbak
• Toiletgebruik
• Het verschonen van een kind
• Contact met lichaamsvochten zoals traanvocht, speeksel, snot, braaksel, urine, ontlasting,
bloed
• Het dragen van handschoenen
• Schoonmaakwerkzaamheden
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
21 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Hoe moeten de handen worden gewassen
• Draai de kraan open, zodanig dat de temperatuur van het water handwarm is
• Maak de handen nat en voorzie ze van een beetje vloeibare zeep uit een zeeppompje
• Was de handen ongeveer 10 seconden: wrijf de handen over elkaar, vingertoppen, duimen,
gebieden tussen de vingers en de polsen moeten worden ingewreven
• Spoel af onder flink stromend water, waarbij het water van de pols naar de vingertoppen
toe moet stromen
• Droog de handen af met, bij voorkeur, een papieren handdoek, ook tussen de vinger en de
polsen
• Belangrijk bij dikwijls handen wassen is het gebruik van een enigszins vette handcrème,
zodat de handen gaaf blijven ondanks het frequente wassen
• Desinfectie van de handen is in principe niet nodig. Een uitzondering geldt bij bloederige
diarree en als er bloed op de handen is gekomen. Dan moeten de handen na het wassen
worden gedesinfecteerd met handalcohol
• Indien er geen papieren maar katoenen handdoeken gebruik worden, moeten deze
minstens elk dagdeel vervangen worden, als de handdoek vuil of nat geworden is vaker
Wegwerphandschoenen
Draag altijd wegwerphandschoenen als er een kans bestaat dat je in aanraking komt met bloed of
eventueel besmet lichaamsvocht. Wegwerphandschoenen hoeven niet steriel te zijn. Na gebruik
van wegwerphandschoenen altijd de handen wassen.
Persoonlijke verzorging
Wondjes
Zorg dat wondjes altijd zijn afgedekt met een waterafstotende pleister. Draag bij verzorgende
handelingen en wondjes aan de handen ook nog handschoenen.
Nagelverzorging
Zorg dat de nagels kortgeknipt en schoon zijn. Draag geen kunstnagels. Onder lange nagels en
geschilferde of gebrokkelde nagellak kunnen micro-organismen zich hechten en vermeerderen. Ook
onder kunstnagels kunnen micro-organismen lang in leven blijven, ondanks regelmatig handen
wassen.
Sieraden
Normale situatie: bij voorkeur geen hand- en armsieraden dragen. Het dragen van ringen,
polshorloges en armbanden bemoeilijkt goed handenwassen (en denk ook aan de veiligheid!) als er
een infectieziekte heerst, geen ringen, polshorloges en armbanden dragen
Haarverzorging
De haren moeten schoon zijn, verder geen bijzondere maatregelen. Draag lang haar bij voorkeur in
een staart of opgestoken.
Kleding
Kleding moet schoon zijn.
Wat doe je bij ziekte van een leidster
Wanneer een personeelslid een (mogelijk) besmettelijke ziekte heeft zoals diarree of huiduitslag
moet er contact worden opgenomen met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts beoordeelt dan of het
personeelslid wel of niet mag blijven werken en onder welke voorwaarden. Hierbij houdt hij/zij
rekening met het risico van besmetting van anderen.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
22 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Hoest- en niesdiscipline
Micro-organismen uit de neus, mond en keel kunnen zich op verschillende manieren verspreiden.
Een van de verspreidingswegen is via de lucht. Bij niezen en hoesten ontstaan kleine
vochtdruppeltjes die in de lucht blijven zweven. In deze vochtdruppeltjes kunnen micro-
organismen zitten. Als deze vochtdruppeltjes door een ander worden ingeademd, nestelen de
micro-organismen zich bij deze persoon in de neus, mond of keel met mogelijk ziekte tot gevolg.
Een andere verspreidingsweg is via snot of slijm. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een kind dat een
snottebel wegveegt en speelgoed vastpakt wat direct daarna weer door een ander kind vastgepakt
wordt. Het andere kind krijgt het snot aan de handen, steekt de hand in de mond en wordt zo
besmet met de micro-organismen uit de neus van het eerste kind.
Wat kun je doen
De volgende maatregelen kunnen ook aan de kinderen geleerd worden:
• Niet hoesten of niezen in de richting van een ander. Leer de kinderen het hoofd weg te
draaien of het hoofd te buigen
• Leer kinderen te hoesten of niezen in de elleboogholte
• Wanneer er gehoest, geniest wordt met de hand voor de mond, of na snuiten de handen
wassen
• Zorg dat de kinderen op tijd de neus snuiten, om snottebellen te voorkomen
• Daarnaast is het belangrijk de ruimten voldoende te ventileren en te luchten
Zakdoeken en washandjes en ander textiel
Met het snuiten van de neus komen er micro-organismen op de zakdoek en de handen. Gebruik
altijd papieren zakdoeken of tissues om de neus te snuiten en gooi die meteen na gebruik weg, in
een afsluitbare afvalbak.
Voorkom dat meerdere handen of monden met een washandje schoongemaakt worden en gooi
gebruikte washandjes meteen in de was. Dit geldt ook voor slabben, spuugdoekjes, handdoeken na
afdrogen van een kind, etc. wassen worden gedraaid op 60 graden.
Andere maatregelen
Verder kan overdracht van ziektekiemen door het nemen van de volgende maatregelen voorkomen
worden:
• Laat een ziek kind een eigen handdoek gebruiken
• Geef een ziek kind eigen speelgoed
• Reinig dit speelgoed voordat andere kinderen dit krijgen
• Laat een ziek kind na krabben aan wondjes en/of blaasjes de handen wassen
• Laat kinderen hun eigen bestek, beker, fles, speen, etc. gebruiken
• Fopspenen van kinderen worden opgeborgen in een bakje met aparte vakken
• Voorkom dat het kind met bijvoorbeeld een koortslip anderen zoent
• Er worden zoveel mogelijk tubes crème in plaats van potjes gebruikt
• Voor het aanbrengen van crème worden doekjes of handschoenen gebruikt
• Na het aanbrengen van crème altijd de handen wassen
Hoe om te gaan met blaasjes en wondjes
• Dep het pus/vocht regelmatig met bijvoorbeeld een wattenstaafje
• Dek de wond af
• Dek een loopoor af met een steriel gaasje
• Stip open waterwratjes met jodium aan en dek ze af
• Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus of vocht goed schoon maken
• Was de handen na aanraking met pus of vocht
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
23 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Hoe om te gaan met bloed
Welke maatregelen kun je nemen om bloed overdraagbare aandoeningen te voorkomen.
• Algemene hygiënemaatregelen
• Specifieke maatregelen zoals:
➢ Geen gezamenlijk gebruik van tandenborstels, nagelschaartjes of vijltjes
➢ Wegwerphandschoenen dragen bij elk contact met bloed, wondvocht of
lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengt
➢ Wondjes afdekken met een waterafstotende pleister
➢ Verwijderen van gemorst bloed: met handschoenen aan bloed opnemen met een
papieren tissue, de ondergrond schoonmaken met water en zeep en daarna
desinfecteren met alcohol 70%
➢ Met bloed bevuilde kleding en linnengoed wassen op 60 graden
Wat moet je doen als er toch bloedcontact is geweest
• Wond goed uitspoelen en desinfecteren met Betadine jodium
• GGD bellen met de vraag of er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn
Bijten
Ook als een kind een ander kind tot bloedens toe bijt is er een klein risico op het overdragen van
bloed overdraagbare aandoeningen. Dit geldt hetzelfde advies:
• Wond goed uitspoelen en desinfecteren met Betadine jodium. (geen jodium gebruikten in
de mond)
• GGD bellen met de vraag of er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn
Hoe gaan wij om met ziek zijn/medicatie toediening
Kinderdagverblijf & BSO De Droomengeltjes geeft geen medicijnen.
Wanneer een kind medicijn toegediend moet krijgen verzoeken wij ouders om een overeenkomst
“medicijnenformulier” in te vullen en ondertekenen. Dit geldt ook voor homeopathische
geneesmiddelen en zelfzorgmiddelen. Zo geven wij geen paracetamol aan een kind als zij/hij
koorts heeft, ook mag het kind niet komen, wanneer er eerder al paracetamol is toegediend, dit om
koortsstuipen te voorkomen.
Wij verwachten van ouders dat onze medewerkers worden geïnformeerd bij ziekte van een kind
en/of (eerder) toegediende medicatie. Mocht het nodig zijn, dan zullen wij contact opnemen met de
GGD. (Bijv. in geval van een besmettelijke ziekte) Alle ouders zullen, bij besmettelijke ziektes,
direct op de hoogte worden gebracht. Ouders kunnen dan extra alert zijn bij hun eigen kinderen.
Mocht een kind niet lekker in zijn vel zitten of een lichaamstemperatuur hebben boven de 38,5,
dan zullen wij te allen tijde contact opnemen met de ouders en ouders worden gevraagd om
haar/zijn kind op te halen of regel de ouder ook een betrouwbaar iemand die in zijn /haar plaats
dat doet. Kinderen die besmettingsrisico voor anderen opleveren mogen De Droomengeltjes niet
bezoeken.
Ouder gaat akkoord met de volgende voorwaarden:
➢ Het medicijn zit in de originele verpakking ➢ PM maakt een kopie van bijsluiter en maakt het vast aan de ingevulde medicijn
toedieningsformulier ➢ Er zit een bijsluiter in de verpakking ➢ Medicijn is eerder thuis gegeven aan kind
➢ De naam van het kind is vermeld op het doosje, tubetje etc. ➢ Ondergetekende is verantwoordelijk voor het bewaken van de houdbaarheidsdatum
➢ Ondergetekende is verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen; in die gevallen wordt een nieuw formulier gebruikt
➢ Ondertekende geeft duidelijk door op welke wijze en in welke frequentie het medicijn gegeven /bewaard moet worden
➢ PM noteren in de agenda tijd en eventueel opmerking bij het geven van medicijn ➢ Ondergetekende neemt per keer dat het kind op het kinderdagverblijf komt de medicijn
mee en weer terug naar huis.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
24 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
➢ Ondergetekende weet dat als er iets met het kind gebeurt dat in relatie staat tot bovenstaand medicijn, KDV/BSO De Droomengeltjes of de locatie en/of de betrokken pedagogisch medewerker van De Droomengeltjes niet verantwoordelijk of aansprakelijk gesteld kan worden.
Desinfecteren
Wanneer desinfecteren
Desinfecteren alleen wanneer daar een reden voor is. Onnodig desinfecteren werkt resistentie in de
hand. Dit betekent dat bacteriën en virussen beter bestand worden tegen desinfecteermiddelen.
Desinfecteren is nodig:
• Als er sprake is van bloedige diarree of
• Als er op een andere wijze sprake is van bloedcontact (bijvoorbeeld bloedneus, wondjes,
etc.)
• De thermometer waarmee koorts rectaal gemeten is, dient na gebruik altijd
gedesinfecteerd te worden. De oor thermometer moet voor ieder gebruik voorzien worden
van een schoon hoesje
Wat desinfecteren
• Desinfecteer alle oppervlakken die in aanraking zijn gekomen met het bloed of bloederige
diarree. Dit kan zijn: de toiletruimte, de toiletpot, het verschoonkussen maar eventueel ook
de kraan, wastafel, doorspoelknop
• Textiel. Speelmateriaal, meubilair, vloer
• Vergeet na afloop niet de eigen handen schoon te maken: bij het dragen van
handschoenen, is het voldoende de handen na afloop te wassen met water en zeep
• Wanneer er geen handschoenen zijn gedragen, moeten de handen na afloop worden
gewassen met water en zeep en daarna gedesinfecteerd worden met handalcohol
Waarmee desinfecteren
• Kleine oppervlakken (max. ½ m2, bijvoorbeeld aankleedkussen, speelgoed, thermometer)
alcohol 70%
• Het is niet te verwachten dat er sprake zal zijn van zoveel bloed of bloederige diarree dat
een ander middel dan alcohol 70% noodzakelijk is. Mochten er toch twijfels bestaan neem
dan contact op met de GGD
• Voor handen: huiddesinfectans, bijvoorbeeld handalcohol 70%
• Textiel en speelgoed kunnen in de wasmachine, minimaal 60 graden
• Serviesgoed en eventueel andere materialen kunnen in de afwasmachine, minimaal 60
graden.
In welke volgorde desinfecteren
1. Trek handschoenen aan om de eigen handen te beschermen
2. Voor het desinfecteren, moet altijd eerst huishoudelijk schoongemaakt worden. Dit is nodig
omdat vuil het desinfecteermiddel onwerkzaam maakt
3. Gebruik voor het desinfecteren bij voorkeur een schoonmaakdoekje dat na gebruik
weggegooid wordt.
4. Een alcohol 70% oplossing is direct klaar voor gebruik. Meng geen desinfecteer en
schoonmaakproducten door elkaar, dit kan gevaarlijk zijn
5. Desinfecteer het oppervlak met de alcohol 70% oplossing en laat dit aan de lucht drogen
6. Na het desinfecteren het schoonmaakdoekje weggooien
7. Wees alert dat het desinfecterend middel buiten bereik van kinderen blijft
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
25 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
N.B.-gebruik in principe geen chloor, behalve als de GGD dit adviseert. Chloor is slecht voor het
milieu. Glorix is geen desinfectans maar een huishoudelijk schoonmaakmiddel
• Bleekwater is inactief, het is geen goedgekeurd desinfecteermiddel en kan dus beter niet
gebruik worden
• Ook lysol en lyortol mogen niet worden gebruikt
• Bij het uitbreken van hepatitis A is desinfecteren niet nodig maar volstaat schoonmaken
met een huishoudelijk schoonmaakmiddel.
Protocol Voeding en hygiëne
Tafelmomenten
Ongeveer 09:30 drinken met cornflakes of crackers
Ongeveer 11:30 5 dagen in de week warme maaltijden, zoals macaroni, lasagne,
stamppot
Ongeveer 15:00 drinken met fruit
Algemene regels bij eten en drinken
• Eten en drinken doen we aan tafel. Er wordt niet gelopen met eten of drinken in de mond
• Handen wassen voor het aan tafel gaan
• We wachten op elkaar met eten
• Zolang er wordt gegeten, blijf iedereen aan tafel zitten
• Kinderen worden niet gedwongen om te eten of drinken, hooguit gestimuleerd
• Er wordt niet gepropt
• We kletsen gezellig tijdens het eten, maar met een lege mond
Fruit(hap)
Kinderen krijgen minimaal eenmaal per dag fruit aangeboden. Voor de oudere kinderen zijn dit
stukjes fruit; appel, banaan, kiwi, mandarijn, peer, peer, meloen etc. Het is de bedoeling dat
kinderen ongeveer 1-2 stukjes fruit eten. Voor de jongere kinderen wordt van de verse fruit een
fruithapje gemaakt die bewaard wordt in de koelkast.
Drinken
Er kunnen grote verschillen zijn in de drinkgewoonten van kinderen: de één vraagt nooit om
drinken en de ander drinkt zoveel dat het ten koste gaat van de eetlust. Het is daarom goed alert
te zijn op een goede verhouding tussen drinken en vast voedsel. Voldoende drinken is een
wezenlijk onderdeel van een gezonde voeding. En wij bieden ook tussen de dag extra
drinkmomenten aan de kinderen.
Bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes drinken kinderen tijdens de vaste tafelmomenten, water,
water met fruit of thee zonder suiker. Bij de ontbijt drinken kinderen melk of water en in overleg
met ouders eventueel iets anders, dit geven ouders dan van thuis mee. Tussendoor wordt water of
fruit water aangeboden.
Tussendoortjes
Iets lekkers tussendoor hoort in een kindermenu. Het is wel de kunst om deze extraatje niet de
overhand te laten krijgen, waardoor de voeding uit balans raakt. Dit geldt voor alle leeftijden,
zowel peuter, kleuter als het oudere kind.
De peuter is vaak een kleine eter en dan kan voor tussendoor beter worden gekozen voor
broodvarianten en fruit, dan voor koek of snoep. Vooral als de hoofdmaaltijden nog klein zijn, is
het belangrijk dat de tussendoortjes ook een bijdrage leveren aan de voorziening met
voedingstoffen.
Geschikte tussendoortjes zijn: fruit, crackers, soepstengel, (volkoren) biscuit, plakje ontbijtkoek.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
26 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes hebben we variatie van bovengenoemde tussendoortjes in
huis. In principe krijgen de kinderen buiten vaste tafelmomenten weinig tussendoortjes
aangeboden. Kinderen die later gehaald worden kunnen rond 17:00 nog een rijstewafels of
soepstengel aangeboden krijgen.
Verjaardag en traktaties
Traktaties horen bij verjaardagen van kinderen! Bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
verplichten we ouder(s)/verzorger(s) niet tot een bepaald soort traktaties, maar we kunnen ze wel
helpen met ideeën en tips.
Afwijkende voeding
Het kan zijn dat kinderen bepaalde voedingstoffen niet mogen eten i.v.m. allergieën, cultuur of
godsdienst. Hierbij worden de richtlijnen en wensen van ouder(s)/verzorger(s) gevolgd. Deze zijn
te vinden bij de kind gegevens.
Voorraad
Bij voorraad van voedingsmiddelen is te vinden in de voorraadkast. De voorraad wordt bijgehouden
en aangevuld door de gastvrouw. Wensen kunnen door pedagogisch medewerkers doorgegeven
worden aan de gastvrouw.
Voedingsschema’s
Baby’s en jongere kinderen hebben hun eigen voedingsschema. Bij dit schema worden de wensen
en richtlijnen van ouder(s)/verzorger(s) aangehouden. De schema’s zijn te vinden bij de kind
gegevens.
Zuigelingenvoeding
Zuigelingenvoeding kan bestaan uit borst- of kunstvoeding. Zuigelingenvoeding wordt bij
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes altijd uit een fles gegeven, tenzij moeder op de locatie komt
om te voeden. Ouder(s)/verzorger(s) geven zelf een fles en speen mee.
Borstvoeding
Borstvoeding wordt meegegeven door de ouder. Bij kamertemperatuur (maximaal 25C) kan
borstvoeding maximaal 4 uur bewaard worden. In de koelkast maximaal 2 dagen (temperatuur
maximaal 4C). indien borstvoeding ingevroren wordt, kan deze 6 maanden in de diepvriezer
bewaard worden. Het ontdooien van moedermelk geschiedt bij voorkeur langzaam in de koelkast,
niet in de magnetron. Eenmaal ontdooide voeding moet binnen 24 uur gebruikt worden en mag
niet opnieuw ingevroren worden.
Opwarmen kan in de flessenwarmer of in de magnetron. Bij verwarming in de magnetron
halverwege en na afloop de fles schudden om onnodig verlies van beschermde stoffen te
voorkomen. Moedermelk wordt nooit aangelengd met Nutrilon of andere kunstvoeding.
Kunstvoeding
Kunstvoeding variëren onderling door de verschillende grondstoffen en productiemethodes die door
de diverse fabrikanten gebruik worden. Ondanks dat er verschillende tussen zitten, is de ene soort
niet beter dan de andere.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes biedt Nutrilon en Hero 1 en 2 aan. We bieden geen
kunstvoeding aan die specifiek is voor zuigelingen met problemen als allergieën of spugen.
Ouder(s)/verzorger(s) die gebruik maken van andere voeding dan Nutrilon of Hero 1 of 2 dienen
dit zelf mee te geven van thuis.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
27 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Het klaarmaken en opwarmen van de flesvoeding
Uitgangspunten:
• Ieder kind heeft een eigen fles en speen
• De plaats waar de flesvoeding wordt klaargemaakt moet strikt gescheiden zijn van de
verschoonplek
• Hygiëne is bij flesvoeding erg belangrijk. Een baby heeft meer kans op dunne ontlasting als
de flessen en spenen niet goed schoon zijn. Ook de spullen waarmee de voeding wordt
klaargemaakt, moeten goed schoon zijn.
• Restjes babyvoeding niet bewaren: melkproducten bederven makkelijk
• Voeg nooit meer voeding toe dan voorgeschreven
• Maak voeding per fles klaar
Stappen:
• Was voor het klaarmaken van een voeding goed de handen met water en zeep.
• Droog de handen met schone, het liefst papieren handdoeken
• Het leidingwater in Nederland is van een goede kwaliteit en staat onder voortdurende
controle. Het kan dan ook goed worden gebruikt voor flesvoeding. Er moet wel altijd
gewerkt worden met leidingwater dat rechtstreeks, koud uit de kraan komt en deze koken
wij en laten het dan weer afkoelen.
• De voeding kan opgewarmd tot lichaamstemperatuur, 37 graden. Dit kan met behulp van
een flessenwarmer of in een maatbeker met heet water. Na gebruik van de flessenwarmer
het water hieruit weggooien.
Opwarmen in de magnetron is ook mogelijk op de volgende wijze:
• Bij voorkeur in de plastic fles
• De fles niet afsluiten, de speen pas na het verwarmen op de fles zetten
• Tijdsduur is afhankelijk van hoeveelheid voeding en vermogen van de magnetron
• Goed omschudden voor gebruik om warmte te verdelen, want de voeding is binnenin de
fles heter dan aan de buitenkant!
• De temperatuur van de voeding altijd controleren. Druppel een beetje voeding op de
binnenkant van de pols of handrug. De voeding dient net zo warm te zijn als de huid
Reinigen van flessen en spenen
• Een nieuwe fles en speen voor het eerste gebruik goed uitkoken. (fles en speen 3 minuten)
tenzij anders op de verpakking staat aangegeven
• Spoel direct na het drinken de fles en speen om met koud water
• Was de fles en speen na elke voeding in een fles en speen koker in de magnetron op
minimaal 9 minuten of maak in heet sop de fles en speen goed schoon met een
flessenborstel
• Zet de fles en speen ondersteboven op een droge, schone doek te drogen
• Spenen het liefst iedere 3 weken vervangen. Flessen vervangen afhankelijk van gebruik en
de staat waarin ze verkeren
Het geven van flesvoeding
• Neem de tijd om de baby rustig en ongestoord te voeden. Al pratend en knuffelend kan
tijden de voeding een band opgebouwd worden met de baby
• Dring de baby nooit voeding op, maar let op de reacties. Als de baby genoeg heeft, zal het
niet meer zuigen, een speen spugen, in slaap vallen of juist onrustig worden
• Wees er alert op dat de speen is aangepast aan de leeftijd en de zuigkracht van de baby
• Houd er bij de keuze van de speen(stand) rekening mee dat de baby ongeveer 15 minuten
drinkt (niet langer dan een half uur)
• Drinkt de baby sneller, dan is de honger gestild, maar zijn zuigbehoefte nog niet bevredigd.
Een fopspeen kan dan geen kwaad
• Let er tijdens het voeden op dat de fles zo gegeven wordt, dat de speen al vol is als die in
het mondje komt. En ook steeds vol blijven tijdens het drinken. Anders zuigt de baby te
veel lucht naar binnen
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
28 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
• Hapt de baby toch veel lucht naar binnen dan kan er halverwege even gestopt worden voor
een boertje
Boodschappen en hygiëne
Let bij het kopen of het ontvangen van de boodschappen op de volgende dingen:
• Is de houdbaarheidsdatum niet (bijna) verstreken
• Is de verpakking schoon en niet kapot
• Is de temperatuur van het product goed
• De temperatuur van koude producten, zoals vlees en melk, moeten 7C zijn. Wanneer
boodschappen worden gebracht, moet dit steekproefsgewijs gecontroleerd worden met een
speciale voedselthermometer
• Neem eventueel een koeltas mee bij het boodschappen doen, ga direct na het
boodschappen doen naar de opvanglocatie terug, koude en diepgevroren producten mogen
niet te lang buiten de koelkast/vriezer blijven
• Ruim de boodschappen direct na binnenkomst of na het boodschappen doen op
Bewaren van voedsel
Controleer regelmatig de temperatuur van de koelkast en vriezer. In de koelkast en vriezer moet
een thermometer liggen. Temperatuur koelkast is maximaal 7C, bij voorkeur 4C. temperatuur
van de vriezer is -18C.
Op alle producten moet een houdbaarheidsdatum staan. Wanneer er zelf eten klaar gemaakt wordt
of een verpakking geopend, dan moet de bereidingsdatum of openingsdatum op het product gezet
worden, bijvoorbeeld met een zwarte stift. Verpakkingen omtrent zuivelproducten zijn na opening
maximaal 4 dagen houdbaar. Bewaar zelf ingevroren producten niet langer dan 3 maanden.
Zet producten met de kortste houdbaarheidsdatum vooraan, zodat ze het eerste worden gebruikt
(first in first out)
Zet de magazijn/koelkast/vriezer niet te vol. Bestel niet te veel. Houdt het overzichtelijk
Zorg dat alle verpakkingen goed gesloten zijn. Eten in de koelkast goed afdekken met
huishoudfolie of overdoen in koelkastdozen. Laat geen eten in conservenblikjes staan.
Let op een goede scheiding tussen rauwe en bereide producten: rauwe producten onder in de
koelkast en bereide producten boven in de koelkast zetten om te voorkomen dat bacteriën uit
rauwe producten op bereide producten kunnen druppelen.
Koelkast eenmaal per 2 weken schoon maken. Vriezer eenmaal per 3 maanden ontdooien en
schoonmaken. Voorraadkast viermaal per jaar schoonmaken.
Lunch en hygiëne
Hygiëne
• Was voor het eten klaarmaken goed de handen met water en (vloeibare)zeep
• Zorg voor schone materialen. Zorg dat de etenstafel goed schoon is
• Voorkom over en weer besmetting van bacteriën (kruisbesmetting)
• Etensresten worden in een gesloten zak bewaard en kruimels worden opgeruimd.
• Afval wordt in een gesloten container opgeborgen
Temperatuur
• Haal de producten zo kort mogelijk van tevoren uit de koeling
• Zet alle producten op tafel. Maak de porties niet te groot
• Gebruik voor het pakken van kaas of vlees een schone vork die alleen daarvoor gebruikt
wordt. Gebruik voor smeerbaar beleg een schoon mes
• Melkproducten niet te lang op tafel laten staan (maximaal een half uur buiten de koeling)
• Meer over hygiëne en voeding vindt je in de voeding beleid
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
29 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Voeding van thuis
Zet koele producten (bijvoorbeeld melk, melkproducten, brood met kaas en/of vleeswaren) direct
na binnenkomst in de koelkast
Opruimen en afwassen
Zet eten en drinken dat koel bewaard moet worden na gebruik terug in de koelkast
Alle gebruikte materialen (pannen, messen, etc.) direct na het eten in de afwasmachine zetten
(indien aanwezig), anders aan een zijde van het aanrecht neerzetten
Verwijder etensrestjes van de borden, eventueel voorspoelen met handwarm water
Afwas met de hand: afwassen in een heet sopje met een afwasborstel (geen sponsje) afdrogen
met een schone theedoek, schone vaat opruimen en afwasborstel na gebruik schoonmaken en
drogen. Theedoeken en vaatdoekje na gebruik in de was.
Machinale afwas: afwasmachine vullen (niet te vol zetten en zo indelen dat nergens water in kan
blijven staan) afwasmachine instellen op minimaal 60C, na afloop de schone vaat uit laten
dampen en opruimen. Afwasmachine na gebruik schoonmaken.
Schoonmaken van de keuken
Maak de keuken schoon volgens het schoonmaakschema (zie schoonmaakschema)
Protocol hygiëne in en om de gebouwen
Risico-inventarisatie
Jaarlijks wordt, door de directie, een inventarisatie gezondheid gemaakt. We gaan dan na welke
mogelijke gevaren er op het gebied van hygiëne voor een kind in een ruimte zijn. We maken
afspraken met elkaar om de kans dat er iets mis gaat zo klein mogelijk te maken.
Schoonmaak
Er wordt schoongemaakt op onze locatie volgens de schoonmaakschema’s voor leidsters en de
schema voor de gastvrouw. Er wordt zoveel mogelijk schoongemaakt wanneer kinderen niet
aanwezig zijn in de ruimtes. Dagelijks wordt er gedweild en gestofzuigd. Zichtbaar verontreinigd
ruimte/ plek wordt direct schoongemaakt.
Om stof te vermijden is zoveel mogelijk gekozen voor meubilair op poten waartussen het
gemakkelijk schoonmaken is, of voor constructies die op de vloer aansluiten. Bij de inrichting is
zoveel mogelijk gelet op de mogelijkheden tot stofnesten.
Handdoeken en vaatdoeken worden minimaal 2 keer per dag vervangen en een dweil word 1 x per
week gewassen in de wasmachine op 60C. Daarnaast worden zij vervangen bij zichtbare
verontreiniging en na vieze klusjes.
Speelmateriaal
Ook het speelmateriaal wordt schoongemaakt volgens het schoonmaakschema. Verder nemen wij
maatregelen om zo hygiënisch mogelijk met speelgoed om te kunnen gaan:
• Speelgoed dat niet in gebruik is, word(en) opgeborgen
• Zichtbaar verontreiniging speelgoed wordt meteen schoongemaakt
• Speelgoed dat uitnodigt om in de mond te nemen (bijvoorbeeld een plastic boterham)
wordt dagelijks schoongemaakt
• Babyspeelgoed wordt dagelijks schoongemaakt
• Beschadigde speelgoed wordt direct weggegooid
• Speelgoed voor binnen en buiten wordt gescheiden gehouden
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
30 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
• Stoffen speelgoed en verkleedmateriaal moet op 60C-gewassen kunnen worden en wordt
maandelijks gewassen (of na zichtbare verontreiniging en na contact met ziektekiemen)
• Bij sprake van zieke kinderen, knuffels en verkleedkleding worden gelijk gewassen.
Zandbakken
Ligging
Zandbakken liggen niet in een donkere hoek of op een vochtig plaats. Het zand blijft dan vochtig
waardoor de kinderen er niet in kunne spelen en er meer groei van micro-organismen is.
Afdekken van de zandbakken
De zandbak moet afgeschermd kunnen worden met een fijnmazig net of gaas om te voorkomen
dat honden en katten het zand bevuilen met uitwerpselen. Het net moet strak gespannen zijn
zodat het niet op het zand ligt. Let erop dat de haken waar het net aan vastzit op een zodanige
plaats zitten dat de kinderen zich er niet aan kunnen bezeren. Naast vervuiling door honden- en
kattenpoep heb je meer soorten vervuiling zoals glas, sigarettenpeuken, bladeren, planten,
schimmels, etc. De zandbakken worden voor gebruik gecontroleerd op verontreiniging en zonodig
wordt dit eerst verwijderd. Zon, regen en wind zorgen voor een natuurlijke reiniging van het zand.
Geschikt zand
• Meestal wordt duinzand of bergzand gebruikt als meest ideale zand om mee te spelen
• Het zand moet goed vormbaar zijn bij een zekere mate van vochtigheid
• Het zand mag niet geel afgeven aan handen en kleren
Verversen van het zand
Het zand moet minimaal eenmaal per jaar ververst of gestoomd worden, bij voorkeur voor het
begin van het speelseizoen.
Extra maatregelen
• niet eten en drinken in de zandbak
• kleding uitkloppen na het spelen in de zandbak
• apart speelgoed voor de buitenzandbak. Speelgoed niet in de zandbak laten liggen, maar
na het spelen opbergen in de berging ruimte binnen. Buitenspeelgoed viermaal per jaar
schoonmaken
• na spelen in de zandbak handen wassen
Zwembadjes
Bij hoge temperaturen kunnen de zwembadjes opgezet worden. Om hierbij zo hygiënisch mogelijk
te werk te gaan, worden de volgende maatregelen genomen:
• het water wordt dagelijks verschoond
• bij tussentijdse vervuiling wordt het water ook verschoond
• kinderen mogen niet eten of drinken in het badje
• badjes worden droog opgeruimd
Allergenen en huisstofmijten
Kinderen kunnen in aanraking komen met allergenen of huisstofmijten via de stoffering en
aankleding van de gebouwen. Maar ook via verkleedkleren, knuffels en ander speelmateriaal van
stof. Om de kans hierop zo klein mogelijk te maken, hebben wij de volgende maatregelen
genomen:
• stoffen speelgoed en verkleedmateriaal moet op 60C gewassen kunnen worden en wordt
maandelijks gewassen (of na zichtbare verontreiniging en na contact met ziektekiemen)
• de stoffering van ruimte met tapijt en vloerkleden is zoveel mogelijk beperkt
• losse vloerkleding zijn kortpolig
• vloerkleding wordt volgens de schoonmaakschema gewassen
• tijdens het opmaken van de bedden zijn de kinderen niet aanwezig in de slaapkamerruimte
en de slaapkamerdeuren zijn open
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
31 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
• de wasgoed wordt opgevouwen door de gastvrouw (in de keuken of tijdens een rustige
moment bv. als kinderen slapen ) dan in de groep
Planten
Om allergische reacties te voorkomen, worden binnen zo min mogelijk planten neergezet. Indien er
planten neergezet worden, wordt gekozen voor planten die allergeen arm zijn en geen planten met
harige bladeren. Voor de buitenbeplanting is zoveel mogelijk gekozen voor planten die zo min
mogelijk allergeen stuifmeel verspreiden. Drogen bloemen (knutselwerkjes) worden binnen 1
maand verwijderd.
Plantbak wordt jaarlijks gereinigd.
Schadelijke stoffen
Om kinderen zo min mogelijk met schadelijke stoffen in aanraking te laten komen, zijn de volgende
maatregelen genomen:
• er worden geen spuitbussen (verf, haarlaken luchtverfrissers) in ruimtes met kinderen
gebruikt
• we gebruiken lijn op waterbasis
• er wordt geen gebruik gemaakt van wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere
chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij zijn
• er wordt geen verf, vlekkenwater of boenwas gebruikt, want die kunnen veel vluchtige
stoffen afgeven
• er worden geen sterk geurende producten/planten gebruikt
• op de buitenspeelplaats worden geen schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt
• bij vermoeden van chemisch vervuilde grond of verontreinigde buitenlucht wordt het op de
hoogte gebracht en eventueel een deskundige ingeschakeld.
• CO2 wordt dagelijks gemeten in alle speel/slaap ruimte
Schoenen en sloffen
Omdat er op de opvanglocatie kinderen op de grond kruipen en spelen, doen de kinderen hun
schoenen uit (liefst sloffen aan) en de volwassenen die binnen komen in de groepen doen
overschoenen aan. De werknemers dragen binnen schoenen.
Ventileren
Waarom ventileren
Als er een infectieziekte in het kindercentrum heerst, probeer er dan voor te zorgen dat er niet
meer kinderen geïnfecteerd raken. Een maatregel die genomen kan worden, is te zorgen voor
frisse goed geventileerde ruimten. Als er bijvoorbeeld kinkhoest heerst dan verspreidt deze
bacterie zich via kleine, in de lucht zwevende vochtdruppeltjes die afkomstig zijn uit de neus en
mond van het zieke kind. Hoe meer er gehoest wordt, hoe hoger het aantal bacteriën in de lucht.
Door gebruikte lucht met bacteriën af te voeren naar buiten en in plaats daarvan verse lucht naar
binnen te laten, wordt het aantal bacteriën binnen verlaagd, waardoor de kans op besmetting van
de andere kinderen afneemt. Daarnaast is ventilatie ook belangrijk voor het afvoeren van
hinderijke geuren en anderszins schadelijke stoffen. Voor mensen met luchtwegproblemen is
ventilatie extra belangrijk. Tenslotte is ventilatie belangrijk bij oplopende temperaturen en bij veel
activiteit/bewegingsspel.
Hoe zelf ventileren
➢ als er ventilatieroosters in de ruimte aanwezig zijn, zorg dan dat deze altijd open staan en
goed schoon zijn. Roosters stoffen of roesten naar verloop van tijd vaak dicht. Open
ventilatieroosters alleen geven echter te weinig luchtverversing en moeten daarom altijd
gebruikt worden in combinatie met andere ventilatiemethoden
➢ pas zo mogelijk dwarsventilatie toe. Dit is het openzetten van twee tegenover elkaar
gelegen ventilatieopeningen. Openingen kunnen bijvoorbeeld ramen, brede spleten onder
deuren of roosters zijn. Let er wel op dat er geen tocht ontstaat. Tocht kun je voorkomen
door hooggeplaatste ventilatieopeningen te kiezen, zoals een bovenlicht bij een raam.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
32 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
➢ Lucht de ruimte als er geen of weinig kinderen zijn, bijvoorbeeld tijden het buitenspelen en
slapen. Luchten is het gedurende ongeveer 5 minuten helemaal openzetten van buitendeur
en/of ramen. Hierdoor wordt alle lucht in de gehele ruimte ververst terwijl de temperatuur
redelijk contact blijft. In de meeste gevallen is de temperatuur binnen 10 minuten weer op
peil
➢ Langer luchten dan 5 minuten heeft geen zin omdat de lucht al helemaal ververst is. Het
kan alleen nog een negatief effect hebben op de temperatuur.
➢ Dagelijks CO2 meter in de gaten houden, noteren en actie ondernemen indien het nodig is
➢ Bij het sprake van droge lucht zetten wij schone natte doeken over de verwarming
➢ Airco aanzetten tijdens het warme dagen tussen de 07.00-08.30 in alle ruimte
➢ Airco aanzetten tijdens het buiten spelen
➢ Airco aanzetten als kinderen aan het slapen zijn en groep leeg is
➢ Tijdens het slapen moet de airco uit in de slaapkamers
Legionella
Wat is legionella
Legionella is de naam van een bacterie die een ernstige vorm van longontsteking kan veroorzaken.
Deze bacterie bevindt zich in kleine aantallen in de grond, in oppervlaktewater en ook in
drinkwater. Dit is op zich geen probleem. Legionella gaat pas een probleem vormen als de bacterie
de kans krijgt om zich te vermenigvuldigen. Dit gebeurt in water met een temperatuur tussen de
25 en 55C. als vervolgens dit met grote aantallen legionellabacteriën besmette water wordt
verneveld (bijvoorbeeld in een douche) en ingeademd kan dit tot ernstige longontsteking leiden.
Legionella preventie
Bij temperaturen boven de 60C wordt de bacterie gedood. De legionellabacterie kan zich
vermenigvuldigen in een warmwatertoestel met een voorraadvat, zoals boilers en bepaalde typen
combiketels, waarin de temperatuur te laag is afgesteld. De temperatuur moet minimaal op 60C
zijn afgesteld. Houdt te allen tijde rekening met de veiligheid van de kinderen. De temperatuur van
het water dat uit de kraan komt mag nooit hoger zijn dan 40C. dit kan betekenen dat er extra
aanpassingen aan het watersysteem nodig zijn zoals thermostaatkranen.
Maatregelen:
➢ Let erop dat het water dat uit de kraan komt niet te heet is!
➢ Douches die weinig gebruikt worden voor gebruik 10 minuten doorspoelen, bij voorkeur
met zo warm mogelijk water. Tijdens het doorspoelen moet er goed geventileerd worden.
➢ Na het weekend de kranen voor het gebruik 5 minuten laten stromen, tijdens het
doorspoelen moet er goed geventileerd worden.
➢ In een brandslang kan water blijven staan, gebruik deze daarom liefst alleen bij brand.
Indien de brandslag toch voor een ander doel gebruikt wordt deze eerst 10 minuten
doorspoelen. Tijdens het doorspoelen moet er goed geventileerd worden
➢ Waterbakjes aan radiatoren vormen geen gevaar voor een legionellabesmetting
➢ Het gebruik van waterbakjes wordt echter afgeraden in verband met andere bacteriegroei
➢ Bij een warmwatertoestel moet de temperatuur afgesteld worden op minimaal 60 graden
Huisdieren en ongedierte
Ook via dieren en ongedierte kunnen micro-organismen zich verspreiden. Naast het overbrengen
van ziekten kunnen dieren ook andere problemen veroorzaken (bijvoorbeeld muggen- en
wespensteken) Ook zijn veel kinderen allergisch voor dieren.
Huisdieren
Om overdracht van micro-organismen en allergische reacties bij kinderen te voorkomen mogen er
in het kinderdagverblijf geen husdieren worden gehouden. De enige uitzondering hierop zijn vissen,
mits het water goed wordt schoongehouden. In het water kunnen namelijk allerlei micro-
organismen groeien, in het bijzonder schimmels.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
33 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Teken
Teken zijn kleine spinachtige beestjes die vooral in bomen en struiken zitten. Ze variëren in grootte
van een halve tot enkele millimeter. Ze worden zelden groter dan een centimeter. Teken zijn
parasieten. Ze leven van bloed dat ze opzuigen bij mensen en dieren. Sommige teken zijn besmet
met een bacterie, die via een beet kan worden overgebracht op mensen. Op deze manier kan men
de ziekte van Lyme oplopen.
Om het risico op een teek te verminderen; wijk zo min mogelijk van de wandelpaden af en vermijd
contact met struikgewas en hoog gras. Zorg ervoor dat alle lichaamsdelen bedekt zijn. Controleer
na verblijf in de natuur de huid op de aanwezigheid van teken. Indien een teek gevonden wordt,
moet deze altijd verwijderd worden m.b.v. een speciale tekentang.
Vliegen
Vliegen zijn vooral een probleem in de keuken. Vliegen kunnen micro-organismen meebrengen op
de pootjes en deze overbrengen op eten wanneer ze daarop zitten, wees hier alert op. Wanneer er
veel vliegen zijn, overleg dan of er eventueel maatregelen genomen moeten worden. (te denken
valt aan horren, vliegenlampen, kleefstrips, etc.)
Wespen/bijen
Wespen en bijen veroorzaken nare steken. Controleer vooral de slaapruimten op wespen/bijen.
Wanneer er in de binnenruimte wespen of bijen zijn, dienen deze z.s.m. verjaagd te worden. Laat
kinderen niet buiten eten of drinken (ook geen ijsjes) controleer de kinderen voor het naar buiten
gaan op plakkerige handen en monden. Wanneer er veel wespen/bijen zijn, controleer op een
eventueel nest en schakel dan de ongediertebestrijding in.
Wanneer een kind gestoken is direct de angel verwijderen met een pincet en het gif uitzuigen met
een speciaal spuitje (verkrijgbaar bij de apotheek). Bij een wespensteek helpt het om azijn op het
wondje te deppen. Bij een bijensteek help het om verdunde ammoniak op het wondje te deppen.
Daarna eventueel een ijsblokje op het wondje leggen ter verkoeling. Er zijn ook verkoelende stiften
verkrijgbaar bij de apotheek. Sommige kinderen kunnen allergisch reageren op een wespen- of
bijensteek. Weest hier alert op.
Mieren
Om mieren te voorkomen moeten de ruimten goed zijn schoongemaakt. Zorg dat eten resten goed
verpakt en afgedekt zijn. Bij extreme overlast het mierenhol opzoeken en overgieten met heet
water en sop. Bij gebruik van mierenlokdoosjes erop letten dat deze altijd buiten bereik van
kinderen moeten zijn.
Zilvervisjes
Zilvervisjes houden van vochtige, donkere ruimten. Ze voeden zich met zetmeel houdende
producten en gedijen goed bij kamertemperatuur. Vaak zie je ze onder in aanrechtkastjes in
douches, etc. de enige remedie tegen zilvervisjes is de ruimte goed schoon en drooghouden. Zorg
voor voldoende ventilatie. De zilvervisjes doen overigens geen kwaad.
Muggen
Muggen veroorzaken nare steken. Controleer vooral de slaapruimte op muggen, smeer kinderen
eventueel- na overleg met de ouder/verzorger- in met anti-muggenmelk, dit is bij de apotheek of
drogist verkrijgbaar. Wanneer je kiest voor een muggenmelk meet deet als werkzaam bestanddeel
dan mag dit maximaal een 30% concentratie zijn.
Wanneer een kind gestoken is eventueel het gif uitzuigen met een speciaal spuitje en een
verzachtende crème aanbrengen (beide verkrijgbaar bij de apotheek)
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
34 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
Muizen
Muizen kunnen micro-organismen verspreiden, voedselvoorraden bevuilen met uitwerpselen en
urine en knaagschade aanbrengen aan diverse producten en materialen. Muizen zijn alleseters,
maar kunnen lange tijd zonder drinken overleven. Om muizen te voorkomen, zorg dat
ventilatieopeningen maximaal 0,5cm breed zijn. Gaten en kieren in muren en wanden goed
dichten. Zorg dat er geen voedselresten achterblijven. Maak na afloop van het eten zorgvuldig
schoon. Leeg dagelijks de vuilniszakken.
THEMA’S UITGELICHT 7.1.Voorkomen van grensoverschrijdend gedrag
Hieronder beschrijven wij de maatregelen die wij hebben genomen met betrekking tot het risico
van grensoverschrijdend gedrag. In dit beleid staat hoe het risico op grensoverschrijdend gedrag
door zowel aanwezige volwassenen als kinderen zo veel als mogelijk wordt beperkt.
➢ Alle medewerkers hebben een VOG verklaring
➢ Het vierogen principe
- medewerkers kennen het vier ogen principe beleid
- het vier ogen principe wordt nageleefd
➢ er is een meldcode huiselijk geweld en stappen wat te doen bij kindermishandeling
➢ Wij hebben als afspraak dat een leidster een kind nooit op de mond kust. Op de bol mag
wel.
➢ Daarnaast is ieder kinderverblijf door de overheid verplicht om dit onderdeel met ingang
van 1 januari 2018 op te nemen.
➢ Open cultuur waarbij we elkaar durven aan te spreken Wij vinden het belangrijk dat we bij
(een vermoeden van) grensoverschrijdend gedrag elkaar hierop durven aan te spreken en
dit bespreekbaar maken met de leidinggevende.
➢ Tijdens iedere teamvergadering is het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag (van
kinderen en volwassenen) een vast onderdeel op de agenda.
➢ Medewerkers op de groep weten van elkaar altijd waar zij zijn. De medewerkers die samen
op een groep kinderen staan, weten van elkaar waar zij zijn en wat zij doen. We
communiceren veel met elkaar.
Kinderen en grensoverschrijdend gedrag
Een onderdeel van het pedagogisch beleid is het leren omgaan met waarden en normen. Rekening
houden met elkaar en weten wat wel en niet toelaatbaar is, voor volwassenen en kinderen, vormen
hierbij belangrijke aspecten. We doen er alles aan om kinderen mondig te maken en leren ze aan
te geven als zij bepaald gedrag niet wenselijk vinden. Ook leren wij ze welk (eigen) gedrag gepast
en ongepast is. Wij dragen de volgende waarden en normen over op de kinderen
➢ Respect voor elkaar hebben en hierbij zelf het goede voorbeeld geven
➢ Respect te hebben voor de dieren en de natuur.
➢ Open te zijn en verschillen te benoemen.
Grensoverschrijdend gedrag door beroepskrachten
Op de dagopvang vormt het 4 ogenprincipe een belangrijk onderdeel van het beperken van het
risico op grensoverschrijdend gedrag. Bij de BSO hanteren wij ook de 4 ogen principe ondanks dat
dit bij wet niet nodig is. Doel van dit principe is dat het risico op misbruik van kinderen wordt
beperkt, en wel door te voorkomen dat volwassenen zich binnen een kinderdagverblijf of een
peuterspeelzaal gedurende langere tijd ongehoord of ongezien kunnen terugtrekken met een kind.
7.2. Het vier-ogen-principe
Het vier-ogen-principe is een wettelijke regeling gericht op het veiliger maken van de
kinderopvang.
Het vier-ogen-principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren
met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar
op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. De
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
35 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
opvang moet zodanig zijn georganiseerd dat vooraf invulling wordt gegeven aan het vier-ogen-
principe, rekening houdend met momenten waarop een beroepskracht (mogelijk) alleen staat op
de groep.
Op Kinderdagverblijf De Droomengeltjes wordt zorgvuldig gewerkt aan toepassing van het vier-
ogen-principe:
➢ Op onze locatie zijn op ieder moment van de dag minimaal twee medewerkers aanwezig.
Aan de randen van de dag wordt daar waar mogelijk met minimaal twee personen geopend
of afgesloten.
➢ Het management komt regelmatig alle groepen binnen om even iets door te geven, af te
geven, op te halen of na te vragen.
➢ Tevens hebben wij ook een gastvrouw die eveneens aanwezig is ter ondersteuning van alle
groepen.
➢ Op elke groepen, speelhal, gangen en buitenspeelplaats hebben wij camerabewaking
hangen, waardoor er op kantoor meegekeken kan worden op de groepen.
➢ Tevens heeft ons locatie veel transparante oppervlakten, zodat de groepen overzichtelijk
zijn.
➢ Alle deuren van de slaapruimtes hebben glas en zijn goed inzichtelijk vanuit de groep.
➢ Op het moment dat een baby op een slaapkamer naar bed wordt gebracht en in bed ligt
gebruiken we een babyfoon, die op de groep of buiten door de andere pedagogisch
medewerkster hoorbaar is.
➢ Wanneer er één pedagogisch medewerker een kind naar de slaapkamer brengt om op bed
te worden gelegd, blijft de slaapkamerdeur open.
➢ In de pauzes van een pedagogisch medewerkster blijft er minimaal 1 pedagogisch
medewerker op de groep met open deur.
➢ Een pedagogisch medewerkster is soms alleen buiten met een klein groepje kinderen. Van
binnenuit is de speelplaats overzichtelijk en houdt degenen die binnen zijn mede toezicht
op het buitenspelen.
➢ Omdat wij een kleinschalig kinderdagverblijf zijn, hebben wij vaak halve groepen op een
dag en dan hanteren wij een open deurbeleid.
➢ Binnen ons kinderdagverblijf maken we werk van een open en professioneel werkklimaat,
zodat de drempel om elkaar voor bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is.
Dit betekent ook, dat we regelmatig op een teambespreking elkaar feedback geven en
ontvangen van feedback.
➢ Wij hanteren een strenge werving- en selectieprocedure, waarin wij zowel meerdere
referenties opvragen als ook goed naar ons onderbuik gevoel luisteren. Ook worden
sollicitanten door meerdere medewerkers (zowel directie als pedagogisch medewerksters)
gesproken en draaien zij kort onder begeleiding op de groep mee. In de eerste weken zal
een nieuwe kracht nooit alleen op de groep staan.
➢ Van al onze pedagogisch medewerksters, invalkrachten, de managementleden hebben wij
een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in ons bezit.
Al deze maatregelen en afspraken verkleinen de risico’s in de kinderopvang en hebben als doel om
de kinderen in een beschermde en veilige omgeving op te vangen. Wij beseffen ons dat ondanks
alle maatregelen uitsluiten van risico’s helaas niet mogelijk is. Alertheid bij alle medewerkers en
betrokkenen blijft te allen tijde van groot belang.
7.3. Achterwachtregeling
Ons kinderdagverblijf maakt gebruik van een achterwacht. Een achterwacht is iemand die in geval
van nood te allen tijde ingeschakeld kan worden. Wij openen en sluiten altijd met minimaal 2
personen van waar er altijd een is met EHBO certificaat.. Een achterwacht moet duidelijk geregeld
zijn, zodat een pedagogisch medewerker hierop terug kan vallen in geval van calamiteiten binnen
kinderdagverblijf De Droomengeltjes. Tijdens kantooruren is één van deze personen altijd
aanwezig. Na kantooruren is onze PM-er Sevgi Parlak altijd in de mogelijkheid om binnen 5-10
minuten bij het kinderdagverblijf te zijn. De personen die als achterwacht is, zijn allemaal in het
bezit van een kinder-EHBO diploma en een BHV diploma en op de hoogte van het calamiteitenplan.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
36 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
7.4. Veiligheid en privacy
Een belangrijk onderdeel binnen ons veiligheidsbeleid is het op een goede manier omgaan met en
het respecteren van de privacy van kinderen, ouders en medewerkers:
➢ Afbeeldingen of filmbeelden van kinderen worden nooit zonder toestemming van ouders /
verzorgers met buitenstaanders gedeeld, ook niet via het internet. Aan de ouders wordt
hiervoor toestemming gevraagd middels het toestemmingsformulier bij intake. Bij het
maken van foto’s wordt er rekening gehouden dat kinderen minimaal een hemd en
onderbroek of romper aanhebben. Er worden nooit naaktfoto’s of foto’s in alleen
onderbroek gemaakt en verstuurt.
➢ We doen er alles aan om een roddelcultuur te voorkomen en spreken elkaar hierop aan op
het moment dat dit toch plaatsvindt
➢ Wij verstrekken geen persoonlijke informatie aan andere ouders of derden zonder dat de
betreffende persoon hier toestemming voor heeft gegeven of dat hier echt noodzaak voor
is
BRANDVEILIGHEID/EHBO
Hieronder beschrijven wij naast de algemene risico’s en de veiligheidsrisico’s, de maatregelen die
wij hebben genomen met betrekking tot de brandveiligheid van het kinderdagverblijf.
➢ Uiteraard doen wij er alles aan om een brand te voorkomen. Zo maken wij geen gebruik
van onder andere kaarsen of snel ontbrandbare materialen
➢ Decoratiemateriaal of knutsels van kinderen zijn zoveel mogelijk aan de zijkanten (muren)
van het verblijf bevestigd of geïmpregneerd / brandvertragend gemaakt
➢ Alle aanwezige brandblusmiddelen en installaties worden conform de wettelijk eis periodiek
gecontroleerd en gekeurd
➢ Minimaal 4 maal per jaar organiseren wij een ontruimingsoefening zodat medewerkers en
kinderen weten wat zij moeten doen bij een (indicatie) van brand
➢ Op de locatie is er altijd een medewerker aanwezig die in het bezit is van een geldig
Kinder-EHBO en BHV certificaat
➢ Gangpaden en nooduitgangen zijn altijd goed doorgaan baar. Eventuele obstakels worden
direct verwijderd
➢ Mocht er toch een ongelukje of incident gebeuren, dan is er altijd een (volwassen)
medewerker binnen het kinderdagverblijf/BSO aanwezig die beschikt over een geldig kinder
EHBO certificaat dat erkend is
BELEIDSCYCLUS Onze beleidscyclus starten wij met een uitgebreide risico-inventarisatie. Op basis van de uitkomst
van de risico-inventarisatie maken wij een actieplan en een jaarplan op. De voorgang van beide plannen wordt regelmatig geëvalueerd tijdens het teamoverleg. Op basis van evaluaties wordt het beleidsplan Veiligheid en gezondheid bijgesteld. En bij veranderingen van situatie gelijk aangepast 9.1. Welke maatregelen worden genomen? De risico-inventarisatie geven de inzicht in de huidige stand van zaken ten aangezien van veiligheid en gezondheid. Na aanleiding van inventarisatie worden er actiepunten op de agenda gezet met als
doel kwaliteit van de opvang te verbeteren. 9.2. Hoe worden maatregelen geëvalueerd? Om te bepalen of de acties en maatregels hebben geleid dat er een veilige en gezonden opvang
kan worden geboden, evalueren wij per kwartaal de maatregels tijdens onze team overleg. indien die maatregel een positief effect heeft gehad, wordt het veiligheid -gezondheid beleid aangepast.
Kinderdagverblijf De Droomengeltjes
37 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018
COMMUNICATIE EN AFSTEMMING INTERN/EXTERN Wij vinden het belangrijk dat iedereen binnen onze locatie op de hoogte is van het veiligheid en gezondheidsbeleid. Ook stagiaires worden op de hoogte gebracht van dit beleid. Wij zorgen voor een uitgebreide introductie van ons beleid, daarnaast is het beleid op een herkenbare plek inzichtelijk voor nieuwe medewerkers. Zo zijn alle aanwezige personen in staat om te handelen volgens onze afspraken. Tijdens ons teamoverleg is het bespreken van het veiligheid en
gezondheidsbeleid een vast agendapunt, zodat de cyclus blijft bestaan en we bijstellen waar dit nodig is. Een samenvatting hiervan wordt daarnaast ook opgenomen in de notulen van deze overleggen. Tijdens een rondleiding en/of het intake gesprek informeren we ouders over het veiligheid en gezondheidsbeleid. Via onze nieuwsbrieven en de notulen van de oudercommissie worden ouders op de hoogte gehouden van de voortgang en cyclus van het beleid.