dum vivimus vivamus | jeroen krabbé

40
Beelden uit mijn jeugd Dum Vivimus Vivamus Jeroen Krabbé

Upload: marit-van-der-meer

Post on 13-Mar-2016

237 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Design: LevievanderMeer

TRANSCRIPT

Page 1: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Beelden uit mijn jeugd

Dum Vivimus Vivamus Jeroen Krabbé

Beelden

uit m

ijn jeu

gd Du

m V

ivimu

s Vivam

us Jeroen

Krabbé

Dum Vivimus Vivamus, dit motto gaven de ouders van Jeroen Krabbé aan hem mee toen hij in 1944 geboren werd: ‘Laat ons leven zolang we leven!’ Bijna 70 jaar later presenteert de schilder onder deze titel een serie van 14 schilderijen, waarbij kindertekeningen en foto’s uit die periode (1948-1957) de hoofdrol vervullen. Aan journalist Ko van Geemert vertelt hij hoe deze visuele autobiografie tot stand kwam.

www.waanders.nl www.uitgeverijdekunst.nl

Page 2: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Museum De Fundatie | Uitgeverij Waanders & de Kunst

Page 3: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Beelden uit mijn jeugd

Dum Vivimus Vivamus Jeroen Krabbé

Page 4: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Jeroen, 1952

Vorige pagina’s:

Tekenschrift, circa 1948

Dagboek reis naar Parijs (tekeningen van Jeroens vader), januari 1957

Page 5: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

5Beelden uit mijn jeugd

Inhoud Onvermijdelijk kunstenaarschapRalph Keuning

Dum Vivimus VivamusDe gehoorzame man, 1955

Uilenboom, februari 1955

Cowboy, 1954

Chagall-vis, 1957

Portret van Pappa, 23 november 1948

Stekelman no 2, 1 november 1948

Een slakje, 29 oktober 1948

Leeuwen, 21 januari 1951

Dat wat ik nog niet weet, 25 november 1948

Paard, 17 november 1949

Kalfje, 1954

Fiets, 11 januari 1948

Ik denk dat het een poes is van Picasso, 31 oktober 1948

Zittende mannetjes in een bedje, 7 oktober 1948

Laat ons leven zolang we levenKo van Geemert

Colofon

13

1921

23

24

27

29

31

32

35

36

39

41

43

44

47

49

87

Page 6: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé
Page 7: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé
Page 8: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Jeroen, 1948

Vorige pagina’s:

Chagall-vis van Jeroen, 1957

Jeroen (links) en Tim voor hun ouderlijk huis, Amstelkade 12, Amsterdam, 1947

Fiets, 11 januari 1948

Page 9: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

13

Het is een enorm voorrecht indien een kunstenaar jouw museum uitkiest als podium voor zijn experiment en ontwikkeling. Met grote trots presenteert Museum de Fundatie bij zijn heropening de derde tentoonstelling van Jeroen Krabbé in Zwolle. Hierme documenteert het museum een opvallende ontwikkeling in het oeuvre van de schilder. Van paradijzenschilder naar de grote wereldthema’s. Van verstilling naar vernietiging, overleven, ontwikkeling en bloei.

Onvermijdelijk kunstenaarschapRalph Keuning

Page 10: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

14 Dum vivimus vivamus

Met zijn grote overzichtstentoonstelling in Museum de Fundatie leerde Neder-

land de schilder Jeroen Krabbé in 2008 echt kennen. Hij had al eerder geëxpo-

seerd en er waren boeken over zijn werk verschenen, maar een volledig over-

zicht ontbrak. Door de schilder Melle beïnvloed, opgeleid aan de Rijksakademie

door Friso ten Holt, druk experimenterend met het vocabulaire van popart en

het expressionisme van Matisse en Die Brücke vond hij zijn weg naar de land-

schappen. Hij schilderde in de Franse traditie van Bonnard, trok erop uit, maak-

te schetsen en werkte die in zijn Amsterdamse atelier uit tot kleurrijke doeken.

Zijn onderwerpen, de Provence, de bossen en velden rond Dalfsen, de tropi-

sche paradijzen waar zijn filmcarrière hem bracht, de Seychellen, Marokko,

Birma. Een feest voor de bezoeker, die zich wentelde in de kleurenpracht en

zich liet betoveren door de schoonheid. Echo’s van een volmaakte wereld in de

zalen van het museum. Het gevoel bij de bezoeker dat hij via het oog van de

schilder deelgenoot werd van de hof van Eden … vóór de slang. Pas na lang-

durig kijken ontstond, bij enkelen, een gevoel van onbehagen. Waarom zijn er

geen mensen in die paradijzen, waarom spelen er geen kinderen in de zee,

waarom werken er geen boeren op de velden? Het is al eerder gezegd, Jeroen

Krabbé weigert de mensheid toegang tot zijn idylle, zelfs de sporadische huizen

zijn onbewoond en dienen alleen maar als architectonische coulisse.

Jeroen Krabbé, die in zijn filmwerk zo overtuigend de twijfel aan de menselijke

moraal documenteert, leek de schilderkunst te gebruiken als een uitweg, als

troost: een licht- en kleurtherapie met als enig doel de vreugdevolle ontsnap-

ping, ‘Ik ben een schilder van het geluk’, zei hij. Kunst als overlevingsstrategie

naast de thema’s van menselijk leed die hij tegenkomt in zijn regisseurs- en

acteerwerk. De kentering kwam in 2010. Met De ondergang van Abraham Reiss

reflecteerde Krabbé voor het eerst in zijn schilderijen op de Holocaust. In negen

grote schilderijen schetste hij evenzoveel momenten uit het leven van zijn

Page 11: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

15Onvermijdelijk kunstenarschap

grootvader, die in 1943 in Sobibor werd vermoord. Het lijden van een Joodse

Amsterdamse familie waarvan alleen de dochter van Abraham Reiss, de moe-

der van Jeroen Krabbé, de oorlog overleefde. Wij toonden deze serie in 2010 in

Zwolle samen met een tentoonstelling met interbellumkunst van George Grosz.

Een loodzware combinatie rond de opkomst van het nationaalsocialisme en de

moorddadige gevolgen daarvan. In 2011 maakte ook het Duitse publiek kennis

met De ondergang van Abraham Reiss in het door Daniel Liebeskind gebouwde

Felix Nussbaum Haus in Osnabrück.

Na deze indringende en confronterende werken, kon Krabbé niet zomaar terug-

keren naar de landschappen waarmee hij in voorgaande jaren zoveel succes

had: ‘Het ging niet meer. Ik wilde door met die persoonlijke invalshoek’. Dum

Vivimus Vivamus, de serie die hij speciaal maakte voor de opening van Museum

de Fundatie, op maat van de zaal waar de Ondergang van Abraham Reiss te

zien was, is een ode aan het leven. En dat leven moet genoten worden, ook al

ligt de Apocalyps nog vers in het geheugen.

Dum Vivimus Vivamus, laat ons leven zolang we leven, een van oorsprong

Epicurisch hedonistisch motto, is een aansporing om iets van het leven te

maken en er met volle teugen van te genieten. Met het lot van Abraham Reiss

vers in de gedachten is het vooral een levenstaak die niet licht mag worden op-

gevat. De serie behandelt een jeugdige levensperiode waarin ambities gevormd

worden en de kiem voor de talenten wordt gelegd die in volwassenheid onaf-

wendbaar leidt naar de levensvervulling, wat die ook moge zijn. Een scherpe pe-

riode waarin ook de liefde ontdekt wordt.

Dum Vivimus Vivamus omvat 14 olieverfschilderijen. Inspiratiebron voor Jeroen

Krabbé zijn de jeugdtekeningen, die hij tussen 1948 en 1957 maakte. Maarten

Page 12: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

18

Bijschrift

Dum vivimus vivamus

Portret van Pappa, 23 november 1948

18

Page 13: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

19Beelden uit mijn jeugd 19

Dum Vivimus Vivamus

Page 14: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

20

Page 15: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

21De gehoorzame man – 1955 Gemengde technieken | 190 x 147 cm | 2011 – 2012

Page 16: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

22

Page 17: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

23Uilenboom – februari 1955 Gemengde technieken | 190 x 147 cm | 2011 – 2012

Page 18: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

24 Cowboy – 1954 Gemengde technieken | 190 x 147 cm | 2011 – 2012

Page 19: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

25

Page 20: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

26

Page 21: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

27Chagall-vis – 1957 Gemengde technieken | 190 x 147 cm | 2011 – 2012

Page 22: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

28

Page 23: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

29Portret van Pappa – 23 november 1948 Gemengde technieken | 190 x 147 cm | 2011 – 2012

Page 24: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Bijschrift

48 Dum vivimus vivamus

Page 25: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Bijschrift

Dum Vivimus Vivamus

Laat ons levenzolang we leven Ko van Geemert

Page 26: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Vlnr Tim, Maarten, Jeroen, Margreet, 1954

50 Dum vivimus vivamus

Jeroen Krabbé, geboren in Amsterdam op 5 december 1944, is een productief en veelzijdig mens: acteur, filmregisseur, kunstschilder. In 2008 was een grote overzichtstentoonstelling van zijn schilderkunst te zien, twee jaar later een serie van negen schilderijen over zijn grootvader van moeders kant: De ondergang van Abraham Reiss.

In deze nieuwe serie van veertien schilderijen – Dum Vivimus Vivamus – keert hij terug naar zijn jeugd. Schilderijen opgebouwd uit kindertekeningen, foto’s uit die tijd, herinneringen.

Herinneringen aan levensomstandigheden, scholen, plaatsen (Amsterdam, Bergen NH), dieren, en vooral: mensen. Aan zijn ouders Maarten en Margreet, broer Tim, de ouders en zusters van zijn vader, zijn vrouw Herma.

Behalve het eerder genoemde, is Jeroen Krabbé ook nog een geboren verteller. Vele uren bracht ik in zijn atelier door, aan de keukentafel, om naar zijn enthousiaste verhalen te luisteren, de schilderijen onder handbereik. Jeroen vertelt. Over deze intrigerende serie en de ontstaansgeschiedenis daarvan.

Page 27: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

51Laat ons leven zolang we leven

Amsterdam – april 1942 Jekerstraat 14-3

Sobibor – 9 juli 1943 omstreeks 10.30 uur

Uit de serie:De ondergang van Abraham Reiss, 9 schilderijen door Jeroen Krabbé, 2009

Na De ondergang van Abraham Reiss, de negen schilderijen waarin mijn ver-

moorde grootvader centraal staat en die in 2010 werden tentoongesteld, kon ik

niet meer meteen terug naar de landschappen die ik daarvoor schilderde. Het

ging niet meer. Ik wilde door met die persoonlijke invalshoek. Maar hoe?

Toen schoot mij de tentoonstelling te binnen in het Museum voor Kinderteke-

ningen, in het Oude Raadhuis van Aalsmeer: de verborgen kindertekening, uit

2003, waaraan ik had meegedaan. Annefie van Itterzon had die tentoonstelling

destijds samengesteld. Ze houdt zich trouwens nog steeds bezig met tekenin-

gen van kinderen, uit de hele wereld. Allerlei kunstenaars toonden hun kinder-

tekeningen onder het motto van Picasso: ‘Ik heb er mijn hele kunstenaarsleven

over gedaan weer te tekenen als een kind.’

Dat vond ik een mooi gegeven; ik ben toen de vele kindertekeningen, die dank-

zij mijn vader bewaard zijn gebleven – hij bewaarde alles, zelfs snippers! –

opnieuw gaan bekijken. Tekeningen die ik gemaakt had van circa 1948 tot

1957, dus ongeveer van mijn vierde tot mijn dertiende.

Mijn vader, Maarten, had daar vaak aantekeningen bij gemaakt, meestal over de

uitleg die ik zelf bij de tekening had gegeven. Daar zijn uiterst curieuze uitspra-

ken bij, zoals deze, bij twee tekeningen uit 1948: ‘Dit is Leonardo da Vinci. Die

zit aan zijn spinnewiel vast en kan niet meer naar zijn schilderij toe’ of: ‘Ik denk

dat het een poes is van Picasso’.

Page 28: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

52 Dum vivimus vivamus

Bijschrift

Bijschrift

Notitieblok van Maarten met uitspraken van ‘Jeroentje’, 1949

Page 29: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

53

Dit is Leonardo da Vinci. Die zit aan zijn spinnewiel vast en kan niet meer naar zijn schilderij toe, 17 november 1948

Laat ons leven zolang we leven

Je ziet dat ik vaak tekende op papier dat aan de andere

kant vol getypt was; papier werd bij ons in die naoor-

logse tijd tweemaal gebruikt…

Ik was een fantasievol jongetje, zowel in beeld als in

taal, en dat werd vroeger bij ons thuis ook erg gesti-

muleerd. Mijn moeder Margreet was filmvertaalster, ik

ging vaak met haar mee naar de films waarvoor zij de

ondertitels moest maken. Ik kon er niets van verstaan

natuurlijk, maar de beelden prikkelden m’n fantasie.

Mijn vader Maarten was kunstschilder. Ook zijn vader,

Hendrik Maarten, was kunstschilder.

Achterkant van bovenstaande tekening

Page 30: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

54 Dum vivimus vivamus

Grootvader Hendrik Maarten (1868-1931) in zijn atelier, 1903

Mijn opa, die ik niet gekend heb, was in 1868 in Londen geboren,

deed de Rijksacademie in Amsterdam, werd leraar in Haarlem.

Hij was een veelzijdig en succesvol kunstenaar. In de laatste jaren –

hij overleed in 1931 – legde hij zich toe op portretten. Vorig jaar ver-

scheen Reuzenland, een boek met artikelen die hij voor Elsevier schreef

over Amerika, onder meer over de Wereldtentoonstelling in Chicago,

in 1893. Hij was toen 24, 25 jaar. Het zijn mooie observaties.

Het Amerikaansche publiek is niet zeer fijngevoelig. Hoewel onder de zuiver Amerikaansche schilder- en beeldhouwwerken prachtige dingen te vinden zijn, zoo is de kunstontwikkeling van het publiek zeer gering. In muziek “tararaboomdijaye”, op het tooneel de “highkicker” en de revolver, in de schilderkunst het groote en bombastische. Hoe westelijker men in de Staten komt, hoe kenmerkender deze bepalingen zijn. De Amerikaan heeft voor kunst geen tijd. In zijn jacht op den dollar vergeet hij alles wat daarop geen betrekking heeft. H.M. Krabbé, Reuzenland, 2012

Mijn vader had, net als zijn vader, zijn opleiding gedaan aan de Rijksacademie

in Amsterdam. Hij was in 1908 geboren. Zijn moeder was zangeres, Wilhelmi-

na Rust, door ons Oti genoemd. Hij had twee oudere zussen: Lies en Henny.

Maarten is nooit zo’n succesvol kunstschilder geworden als zijn vader en dat

heeft hem waarschijnlijk wel dwarsgezeten. Misschien komt dat mindere suc-

ces, omdat hij nooit een echt eigen stijl heeft gevonden. Maar als vernieuwer

van het tekenonderwijs heeft hij zijn sporen zeker verdiend.

Page 31: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

55Laat ons leven zolang we leven

Boven: Maarten en Jeroen, voor Amstelkade 12, 1956

Onder: Margreet en Jeroen met poes Mimie, 1956

Behalve in beeldende kunst was m’n vader geïnteresseerd in taal en literatuur.

Hij correspondeerde bijvoorbeeld met Frederik van Eeden, toen natuurlijk al

flink op leeftijd, Simon Carmiggelt, collega-schilder Melle.

Maarten was een geboren leraar. Ik kwam een keer thuis van de lagere school, de

Prof. Kohnstammschool, met een tekening van een boom, je weet wel, zo’n tradi-

tionele bruine boom met een groen hoedje. Mijn vader vond dat maar niks en

ging boos naar school: ‘Ik laat mijn kind hier niet verpesten.’ Het hoofd van de

school, meneer Sanders, reageerde fantastisch en zei: ‘Goed meneer Krabbé, als

u denkt dat u het beter kunt, moet u hier maar komen lesgeven.’ En dat gebeurde.

Het schema, zoals dat op de school onderwezen wordt – bomen groen met bruin, paddenstoelen wit met rood, huizen rood met geel – leidt tot de onmogelijkheid van poëzie. Het is bedoeld als redelijk gemiddelde van de wetmatige vorm en beoogt het kind op te voeden tot de kopie van de werkelijkheid. Daarmee is de vormende kracht, die goede poëzie hebben kan, uitgeschakeld. […]Gaan wij nu, in tegenstelling tot de zakelijke opdracht, de lenteles of de didactische wandeling, nog even de poëtiserende vertelling na, dan zien wij wel in dat deze manier van aanpak het verre wint en zelfs buitengewone kansen biedt. Zij introduceert bovendien de eigen kinderlijke poëzie, die, dat beseffen wij nu wel, van buitengewone betekenis is voor de vorming van het gevoelsleven. Dichters zullen wij niet maken, maar wel waarschijnlijk blijer, gezonder kinderen van wie we niet alleen een hoog I.Q. verwachten.Maarten Krabbé, Verborgen mogelijkheden, Theoretische inleiding, 1959

Page 32: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

56 Dum vivimus vivamus

Page 33: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

57Laat ons leven zolang we leven

Voorkanten van Maarten Krabbé, Verborgen Mogelijkheden, Klasseboeken, 1955

Page 34: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

58 Dum vivimus vivamus

Mijn vader was idealistisch, het was de naoorlogse optimistische tijd. En hij

maakte zich sterk voor vrije expressie, in een tijd dat dit nog verre van normaal

was. Hij werkte dat uit in een succesvolle lesmethode: Verborgen mogelijkheden.

Hij bedacht zelf verhaaltjes en koppelde die aan tekenopdrachten, natuurlijk

probeerde hij ze vaak uit op mij.

Opgave 19 DE GEHOORZAME MAN (imaginaire ruimte)Er was eens een man die zijn vrouw altijd gehoorzaamde. Op een avond zaten ze na het eten nog wat in de keuken, die achter in het huis was, toen de vrouw zei: Man, die ramen hier zijn vuil. Ja, zei de man. Die wou ik morgen lappen. Goed, zei de man. Haal jij dan die plank uit de schuur, dan kan ik daar op staan. Dan ga jij maar weer op de stoel zitten op ’t andere end, zolang ik bezig ben. Ja, dat is goed, zei de man.De volgende morgen vroeg ging hij al de schuur in. Hij haalde de plank, hij schoof hem uit het raam, legde het andere eind op een stoel, ging zitten en riep: Klaar! De vrouw kwam er aan, een emmer aan haar hand, in de andere zeemlappen en een spons. Ze kroop over de plank naar buiten, blij dat ze de ramen nu weer eens een goede beurt kon geven. Terwijl ze hard aan het werk was, werd er aan de voorzijde van het huis gebeld. Het was de postbode. Man! Riep de vrouw. Hoor je nou niet dat er gebeld wordt? Kan je niet opendoen?Zoals je weet was die man gewend om te doen wat zijn vrouw hem zei. Gehoorzaam stond hij op. Maar op ’t zelfde moment kiepte natuurlijk de plank en de vrouw viel naar beneden. Ze kwam terecht in de regenton, die op de binnenplaats stond. De man lette echter niet op haar geschreeuw, maar ging eerst naar de voordeur, zoals hem opgedragen was.

Page 35: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

59

Bijschrift

Laat ons leven zolang we leven

De gehoorzame man, 1955, tekening van Jeroen uit Verborgen Mogelijkheden, Klas V, pagina 41, 1955

Page 36: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

60 Dum vivimus vivamus

‘Nu moeten jullie eens nagaan of je in je verbeelding die drie mensen niet tegelijk ziet: de vallende vrouw buiten het huis aan de achterkant; de man in het huis naar beneden wandelend en de postbode voor het huis. Zoiets ziet iedereen gemakkelijk voor zich. Maar hoe moet je dat nu tekenen? Misschien denk je dat dat onmogelijk is. Maar dat is het niet, zoals je zult merken als je maar durft te beginnen. Denk maar dat je drie foto’s had op doorzichtig papier en dat je die over elkaar heen legde. Als je nu eenmaal ontdekt hebt dat het mogelijk is om de dingen te tekenen zoals je dat van binnen in je eigen verbeelding ziet, dan moet je dat beslist nog eens vaker proberen.’Maarten Krabbé, Verborgen mogelijkheden

Een van de schilderijen uit deze serie, die uiteindelijk uit veertien werken zou

gaan bestaan, is gebaseerd op de tekening die ik bij deze opdracht in 1955 maak-

te, van een huis waarvan ik zowel de binnen- als de buitenkant tekende. Maarten

was er zeer tevreden over. Het is het laatste schilderij uit deze serie geworden.

Mijn vader had zonder twijfel vooruitstrevende ideeën. Zo was bijvoorbeeld

onze hele school gevuld met schilderijen: grote panelen waar alle klassen aan

meewerkten. Zeer ongebruikelijk, in die tijd zeker. Die panelen zijn later in het

Aalsmeerse kindertekeningenmuseum terechtgekomen.

Ik was natuurlijk een gewillige leerling, veel meer dan mijn broer Tim bijvoor-

beeld. Als ik iets getekend had, werd dat op de muur geprikt en besproken.

Daar kreeg ik zekerheid door en dat had ik ook wel nodig, ik kon op school

niet best meekomen. Alleen als er iets getekend moest worden of iets moest

worden voorgedaan voor de klas – ik was daarin in het geheel niet verlegen –

kon ik uitblinken.

Thuis had ik de beschikking over allerlei soorten materialen. Ik ging met mijn

Page 37: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

61

Vijfde klas Prof. Kohnstammschool (onderwijzer de heer Beekman), Jeroen, gebogen over zijn werk, derde van rechts, 1955

Laat ons leven zolang we leven

Page 38: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

86

Ko van Geemert (1950), tot 2005 als communicatieadviseur werkzaam bij de

gemeente Amsterdam, publiceerde over uiteenlopende onderwerpen als reizen,

poëzie, sport, vrijmetselarij, dieren in de stad, Nederlandse geschiedenis,

presentatietechnieken, verdwenen dingen, Amsterdam. In 2008 verscheen

Amsterdam & zijn schrijvers; Literatuur op locatie (uitgeverij Bas Lubberhuizen), in

2010 bij dezelfde uitgever Paramaribo Brasa!, in 2012 Het Einde; Wandelen rond

eindhaltes van de tram in Amsterdam (Werf3) en in 2013 Dushi Willemstad,

opnieuw bij uitgeverij Bas Lubberhuizen.

Vlnr Jeroen, Herma, Tim, zittend: Joop en Ko van Geemert, Bergen aan Zee, zomer 1954

Dum vivimus vivamus

Page 39: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

87

ColofonDeze uitgave verscheen ter gelegenheid van de tentoonstelling

Dum Vivimus Vivamus van 1 juni tot en met 17 november 2013

in Museum De Fundatie.

UitgaveUitgeverij Waanders & de Kunst, Museum De Fundatie

AuteursKo van Geemert, Ralph Keuning

RedactieXXLV Boekproducties, Loes Visch

Fotografie en lithografieBenno Slijkhuis – ÈposPress

OntwerpMV LevievanderMeer, levievandermeer.nl

DrukÈposPress, Zwolle

ISBN 978 94 91196 36 2

NUR 646

www.waanders.nl

www.uitgeverijdekunst.nl

© 2013 Uitgeverij Waanders, Uitgeverij de Kunst, Museum De Fundatie, Jeroen Krabbé

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto-matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten van de illustraties volgens wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Laat ons leven zolang we leven

Page 40: Dum Vivimus Vivamus | Jeroen Krabbé

Beelden uit mijn jeugd

Dum Vivimus Vivamus Jeroen Krabbé

Beelden

uit m

ijn jeu

gd Du

m V

ivimu

s Vivam

us Jeroen

Krabbé

Dum Vivimus Vivamus, dit motto gaven de ouders van Jeroen Krabbé aan hem mee toen hij in 1944 geboren werd: ‘Laat ons leven zolang we leven!’ Bijna 70 jaar later presenteert de schilder onder deze titel een serie van 14 schilderijen, waarbij kindertekeningen en foto’s uit die periode (1948-1957) de hoofdrol vervullen. Aan journalist Ko van Geemert vertelt hij hoe deze visuele autobiografie tot stand kwam.

www.waanders.nl www.uitgeverijdekunst.nl