- duurzaamheid - rijksgebouwendienst wil in gesprek met markt · rijksgebouwendienst wil in gesprek...
TRANSCRIPT
Jaargang 9, november/december 2009, nr. 5
Duurzaamheid
Calduran combineert
idealisme en commercie
Hibin Pensioenfonds
Sterk vermogens- en
beleggingsbeleid basis
voor gezonde toekomst
Hibin Opleidingen
Deeltijd-WW als oplossing
- Duurzaamheid -
Rijksgebouwendienst wil in gesprek met markt
Uitdagingen 2010Omdat dit de laatste Hibinfo in 2009 is, alvast een vooruitblik
op 2010. We gaan een jaar in dat zonder twijfel het predikaat
‘moeilijk’ zal krijgen. Maar dat neemt niet weg dat er altijd
kansen zijn. Ondernemers die de tijdgeest goed weten te
lezen, creëren meer kansen. Ik wil hier een paar ontwikkelingen
noemen die kansen bieden.
“Grofweg de helft van de hoofdaannemers B&U verwacht in
de toekomst vaker prefab te zullen bouwen”, blijkt uit een
publicatie van BouwKennis. De voordelen van prefab zullen
alleen volledig tot hun recht kunnen komen door prefab-
elementen goed in de totale bouwstroom te verankeren.
Zowel qua kennis als qua logistiek. Handelaren moeten daarin
meegroeien. Specialisatie is nodig om goed te kunnen
acquireren en adviseren. Bouwmaterialenhandelaren die deze
rol goed vervullen, zullen zich ontwikkelen tot preferred
suppliers op dit gebied. Iets soortgelijks speelt op het gebied
van duurzaamheid. Als gevolg van de duurzame inkoop door
de overheid, zal 2010 een cruciaal jaar zijn. Handelaren die
zich weten te specialiseren en profileren als deskundige op
het gebied van toepassing van duurzame bouwmaterialen,
hebben een streepje voor.
Een brancheorganisatie moet uiteraard verder gaan dan
bovenstaande constateringen. De workshop ‘Hout, kansen in
een krimpende markt’ is daar een voorbeeld van. Met behulp
van externe deskundigen konden we leden veel praktische
informatie bieden over de ins en outs van duurzame inkoop
op dit specifieke terrein. Het is een activiteit die past in ons
Herculesprogramma. In 2010 mag u meer activiteiten
verwachten, bijvoorbeeld op het terrein van de prefab, en
veelal in nauwe samenwerking met de toeleveranciers, onze
buitengewone leden. Minstens zo belangrijk in een economisch
moeilijk jaar, is rust aan het cao-front. We hebben een cao
die loopt tot 1 juli 2010. In tegenstelling tot andere jaren
hebben we de tijd om te kijken naar de invoering van meer
maatwerk. De gedachte dat elke werknemer anders is en je
nauwkeuriger wilt kunnen sturen om iedereen maximaal tot
zijn recht te laten komen, staat voorop. Ik heb goede hoop
dat we in 2010 tot implementatie daarvan kunnen komen. Al
met al genoeg uitdagingen voor het nieuwe jaar. Ik wens u
een voorspoedige start.
Gert Smit
Voorzitter Koninklijke Hibin
Jubilarissen
Imabo Budé in Beek vierde op 6 november
de heropening van het vernieuwde bedrijf
Dhr. A.J. Vink vierde op 2 juni zijn 40-jarig
dienstverband bij Raab Karcher Tilburg
33
Kort nieuws
Advertentie
Bedankt JanIn een informele bijeenkomst heeft het bestuur van
Koninklijke Hibin Jan Bom bedankt voor zijn inzet
voor de bouwmaterialenbranche en Koninklijke Hibin
gedurende afgelopen vier jaar. Zijn vertrek bij Raab
Karcher/Saint Gobain Distribution maakte het statu-
tair onmogelijk dat Jan Bom zijn bestuursperiode, die
begin 2010 zou aflopen, vol zou maken. Niettemin
heeft de branche bijna vier jaar lang van zijn kennis
en inzichten gebruik mogen maken. Binnen het Hibin-
bestuur heeft Jan Bom steeds een markante rol ge-
speeld en een belangrijke bijdrage geleverd aan de
uitrol van het meerjarenbeleidsplan dat aan het begin
van zijn zittingstermijn werd vastgesteld. Ter perse
gaan van dit nummer was nog geen opvolger bekend.
Het bestuur heeft een profielschets opgesteld en deze
voorgelegd aan de Adviesraad, die zich hierover in
november zal uitlaten. Het bestuur legt tevens voor
dat men op korte termijn een vervanger wil benoemen
en daarmee niet wil wachten tot de eerstvolgende
leden vergadering, omdat die pas in juni 2010 plaatsvindt.
Per 1 november 2009 is communicatiemedewerker
Egon Wolf vertrokken bij Hibin. Zijn jaarcontract
kon niet worden verlengd. Directe aanleiding is
de druk op de begroting als gevolg van de con-
tributieverlaging in 2010. Egon trad ook op als
secretaris van enkele afdelingen. Die werkzaam-
heden worden verdeeld onder de andere mede-
werkers van Koninklijke Hibin.
Bedankt Egon
4
Advertentie
Kort nieuws
Koninklijke Hibin op LinkedInBinnen het wereldwijde zakelijke netwerk LinkedIn
bestaat sinds kort een apart stuk voor leden en relaties
van Koninklijke Hibin. Het is in de praktijk een gemak-
kelijk toegankelijke nieuwsvoorziening én kan uit groeien
tot een overlegplatform. Daarmee is de LinkedIn-groep
Koninklijke Hibin een platform voor de bouwmateria-
lenhandel en de bouwtoelevering. U kunt het gebruiken
om te netwerken met branche genoten en u vindt er
het meest recente nieuws van de websites van o.a.
Koninklijke Hibin, Cobouw en Bouwformatie. U kunt
er zelf vragen stellen of discussies openen over zaken
die de branche aangaan. LinkedIn is een professioneel
netwerk dat gericht is op het met elkaar in contact
brengen van mensen met eenzelfde professionele inte-
resse of vanuit eenzelfde vakgebied. In Nederland heeft
LinkedIn een grote vlucht genomen. Er zijn honderden
groepen als de Hibin-groep, die door gebruikers als
welkome aanvulling worden gezien op hun netwerk en
informatievoorziening.
Het belangrijkste doel van LinkedIn is geregistreerden
te laten profiteren van elkaars (zakelijke) netwerk. Dat
gebeurt door contacten te leggen met mensen die u
kent en vertrouwt. U kunt vacatures plaatsen, het profiel
van zakelijke contacten bekijken, discussies aangaan,
oproepen tot samenwerking plaatsen, berichten plaat-
sen over (bedrijfs)activiteiten, vragen stellen over er-
varingen van anderen en nog veel meer.
Koninklijke Hibin zal de LinkedIn-groep ook gaan
gebruiken om brancheactiviteiten onder de aandacht
te brengen en om praktijkverhalen te verzamelen over
bijvoorbeeld duurzaamheid of nieuwe logistieke con-
cepten.
Nog niet actief?
Maak dan eerst uw eigen profiel aan op www.linkedin.com
en meld u vervolgens bij de groep.
ESF-subsidie maakt bijscholen aantrekkelijkVoordelig bijscholen juist in deze tijd van recessie?
De ESF-subsidieregeling maakt het mogelijk. Deze
maatregel van het Europees Sociaal Fonds maakt jaar-
lijks zo’n 100 miljoen euro vrij voor Nederland. Een
deel daarvan is bestemd voor de verbetering van de
arbeidsmarktpositie van laaggeschoolde medewerkers,
of medewerkers zonder startkwalificatie.
Het betekent dat dankzij deze subsidiepot twintig oplei-
dingen uit het aanbod van Hibin Opleidingen met een
nettokorting die kan oplopen tot 25%, kunnen worden
aangeboden. Het gaat hier om opleidingen variërend
van Balie medewerker Bouwmaterialenhandel tot de
opleiding Management voor de Bouw toe le vering. Juist
met het oog op de toekomst een slimme investering.
Wanneer straks de economie weer aantrekt is het mo-
gelijk om meteen door te pakken met medewerkers
die extra gekwalificeerd en gemotiveerd zijn.
Meer informatie?
www.hibinopleidingen.nl , of 026 363 35 55
(Ghislaine Hoenderboom, manager Hibin Opleidingen)
Kort nieuws
Kort nieuws
Bezig met duurzaam ondernemen en concrete
vragen, suggesties of problemen met bijvoorbeeld
belemmerende regelgeving? Een speciaal digitaal loket
van het ministerie van VROM biedt uitkomst. Bij ‘Idee
VROM’ kan men vragen, ideeën en belemmeringen op
het gebied van duurzaam ondernemen melden. Binnen
drie weken volgt dan een reactie of een voorstel voor
een oplossing. VROM wil op deze manier het duur-
zaam produceren van goederen en diensten zo goed
mogelijk ondersteunen. Het initiatief is een onderdeel
van het rapport ‘Duurzaam inkopen versie 2.0’. Het
rapport is van de hand van het Kennisnetwerk Duur-
zame Productketens, een initiatief van SenterNovem.
In het rapport staan suggesties over hoe om te gaan
met de positionering en aansturing van duurzaam in-
kopen in de organisatie. De publicatie is bestemd voor
bedrijven en overheidsorganisaties die hun duurzaam
inkoopbeleid willen verbeteren. In het Kennisnetwerk
Duurzame Productketens is een aantal koplopers
onder de duurzaam producerende bedrijven verenigd.
www.vrom.nl
Digitaal loket voor duurzaamheid
1 december Bouwformatiedag: samenwerken in de bouwkolomSamen sta je sterker. Dat is het thema van de
Bouwformatiedag 2009 die op 1 december plaatsvindt
in Zeist. Bouwformatie organiseert de dag in samen-
werking met Buildsight. Bedoeling is om de bouwkolom
een platform te bieden en de samenwerking tussen
alle partijen te versterken.
Charles Groenhuijsen interviewt op deze dag kopstuk-
ken uit de bouwkolom over de stand van zaken in de
bouw tijdens het plenaire ochtendprogramma.
Konin klijke Hibin-voorzitter Gert Smit maakt deel uit
van het forum waarmee de dag van start gaat. In de
middag krijgen de deelnemers handvatten aangereikt
met de bedoeling samenwerkingsverbanden te zoeken
en de eigen positie grondig door te nemen. Aan het eind
van de dag trekken Gert Smit, Rinus Platschorre (NVTB)
en Charles Groenhuijsen de conclusies van de dag.
Meer informatie?
www.bouwformatie.nl/congres
6
Kort nieuws
Pluim voor Raab KarcherDe commissie Consumentenzaken (CCZ) heeft een pluim uitgedeeld aan Raab Karcher. In de afwikkeling van
het faillissement van de firma Kwakkel in Apeldoorn heeft Raab Karcher zich coulant opgesteld in de afhande-
ling van enkele zaken die niet geheel binnen de garantieregeling vielen. Daarmee heeft Raab Karcher het keur-
merk Hibin Borg, en daarmee de branche, een dienst bewezen.
Voorts heeft de commissie ingestemd met een campagne om de vindbaarheid van de Borg-website op internet
te vergroten. In tegenstelling tot andere jaren ontvangen begin januari álle bij Hibin aangesloten vestigingen een
instorepakket promotiematerialen voor Hibin Borg. Dit betekent ook dat de commissie alle vestigingen een
factuur van 195 euro zal sturen voor een eigen bijdrage in de promotionele kosten.
Website biedt veiligheidsinfo verffabrikanten
Adverteren in HibinfoIn één keer effectief de hele bouwmaterialenhandel bereiken? Adverteer dan in Hibinfo. Het blad
verschijnt in 2010 vier keer. Voor 275 euro (niet-leden 400 euro) plaatst u al een halve pagina.
Meer weten? [email protected], of (026) 363 35 55.
Wie op zoek is naar concrete informatie over veilig-
heid, gezondheid en milieu in relatie tot verf en verf-
producten kan terecht op www.veiligmetverf.nl. Op
deze website kunnen professionele gebruikers van verf
op een eenvoudige en snelle manier alle veiligheidsin-
formatiebladen van verffabrikanten vinden. De website
is een gezamenlijk initiatief van de VVVF (Vereniging
van Verf- en drukinktfabrikanten) en de VVVH
(Vereniging van Verfgroothandelaren). Volgens de wet
moet de verkoper van verf aan een professionele klant
een veiligheidsinformatieblad (VIB) verstrekken. Als
reactie hierop ontwikkelden de VVVF en de VVVH de
website voor het snel en doelmatig verstrekken van
deze informatie. Op deze website is ook alle informatie
te vinden over de geldende wetgeving.
Koninklijke Hibin is onlangs gestart met het project
REACH. Doelstelling van het project is het collectief
registreren, vastleggen en inzichtelijk maken van data
van gevaarlijke stoffen, waardoor deelnemende bedrij-
ven zich bezig kunnen houden met hun core-business
en gebruik kunnen maken van een door Hibin opge-
7
zette applicatie gevaarlijke stoffen. In het project
wordt tevens de mogelijkheid onderzocht om een
website voor bouwmaterialen in te richten, zoals
www.veiligmetverf.nl. Voor verdere informatie over
het project kunt u contact opnemen met Peter van
Heijgen ([email protected]).
8
Duurzaamheid zorgt voor grotere adviesrol handel
De toelevering in de bouwketen krijgt steeds vaker te maken met de vraag naar duurzaamheid en energiezuinigheid.
Van de handelaren in bouwmaterialen heeft een zeer groot deel de adviesrol zien groeien. Hiervan geeft meer dan de
helft aan dat de behoefte aan advies over de milieuvriendelijkheid van producten en materialen is toegenomen. Ook de
industrie richt zich in sterke mate op de vraag naar duurzaamheid en energie zuinigheid. Aan de fabrikanten van bouw-
materialen is gevraagd op welke trends de R&D-afdelingen inspelen. De belangrijkste trend is volgens 68% van de
fabrikanten het streven naar meer duurzaamheid. Dit blijkt uit onderzoek voor het BouwKennis Jaar rapport 2009/2010.
Als het gaat om duurzaamheid in de bouwketen zijn
fabrikanten en de handel twee belangrijke spelers. Dit
zijn immers de partijen die aan de toeleveringsvraag van
de bouwende en ontwikkelende partijen en de eindge-
bruiker moeten voldoen. Wat de bouwmaterialenhandel
betreft is er in eerste instantie veel aandacht voor het
logistieke aspect van duurzaamheid. De bouw materialen-
handel is immers verantwoordelijk voor een groot deel
van de beleveringen van bouwplaatsen in Nederland.
De rol die de bouwmaterialenhandel speelt in de
groeiende aandacht voor duurzaam heid gaat echter
verder dan dat. Hierbij zou onder andere de toene-
mende adviesfunctie van belang kunnen zijn. Een focus
op duurzaamheid zorgt er namelijk voor dat andere
facetten van producten en materialen mee gaan spelen
bij een aankoop. Naast de traditionele aspecten als
kwaliteit en esthetische aspecten zullen afnemers ook
advies willen hebben over bijvoorbeeld de energiezui-
nigheid van materialen.
R&D speelt in op duurzaamheid
De bouwmaterialenindustrie kan door zijn antenne-
functie belangrijke ontwikkelingen in de sector snel
signaleren. Aan de fabrikanten is daarom gevraagd op
welke trends de R&D-afdelingen momenteel inspelen.
De belangrijkste trend is volgens 68% van de fabrikan-
ten het streven naar meer duurzaamheid. Het kan
hier gaan om milieuvriendelijke bouwmaterialen, maar
bijvoorbeeld ook om producten die langer mee gaan.
Hiermee is het percentage R&D-afdelingen dat op de
vraag naar meer duurzaamheid inspringt met maar
liefst 20 procentpunten gestegen ten opzichte van de
meting van vorig jaar.
Marktinformatie
9
Adviesrol over duurzaamheid neemt sterk toe
Het mag duidelijk zijn dat de industrie zich de komen-
de jaren sterk richt op het ontwikkelen van duurzame
en energiebesparende materialen. Hiermee wordt
eens te meer duidelijk dat duurzaamheid geen kort-
stondige trend is, maar een blijvend element in de
bedrijfsvoering van de bouwketen.
Maar op welke wijze merkt de handel de vraag naar
meer duurzaamheid? Wordt de rol van de bouwmate-
rialenhandel op het gebied van duurzaamheid inder-
daad vergroot aan de hand van de adviesfunctie? Om
deze aanname te peilen, is aan de handel gevraagd of
de adviesrol voor professionele klanten de afgelopen
vijf jaar is toegenomen. Hierna is gevraagd op welke
gebieden er meer behoefte is aan advies.
In de afgelopen vijf jaar is het belang dat marktpartijen
hechten aan de adviserende rol van de handel duidelijk
toegenomen. Van de handelaren vindt namelijk 44%
dat de adviesrol met betrekking tot professionele
klanten is gegroeid.
Professionele klanten hebben de afgelopen jaren voor-
al meer adviesbehoefte gekregen over het gebruik van
systemen of materialen. Deze adviesbehoefte is volgens
handelaren met 80% gestegen, gevolgd door advies
over de inhoud van producten en materialen (63%).
Ook de behoefte aan advies over de milieuvriendelijk-
heid van producten en materialen is sterk gestegen.
Van de handelaren die aangeven dat hun adviesrol de
afgelopen jaren is toegenomen, noemt iets meer dan
10
Marktinformatie
Trends waar R&D-afdelingen op inspelen (in %)
Meer duurzaamheid 68
Totaalconcepten 66
Energiebesparing 61
Meer gemak eindgebruiker 56
Systeemoplossingen 46
Bouwtijdverkorting 39
Onderscheidende vormgeving 37
Klant vraagt meer maatwerk 25
Anders 5
Bron: BouwKennis, juni 2009
Adviesrol handel voor professionele klanten
in afgelopen 5 jaar (in %)
Toegenomen 44
Onveranderd 30
Afgenomen 6
Weet niet/geen mening 20
Bron: BouwKennis, juni 2009
de helft een toename aan advies over de milieuvrien-
delijkheid van producten en materialen. Bouwende
partijen die zich hierop richten, kijken dus in grote
mate naar de handel voor advies over de duurzaam-
heid van bouwmaterialen.
Handel krijgt kansen om adviesrol te claimen
Het huidige kabinet focust sterk op duurzaamheid en
energiezuinigheid. Zo heeft de Rijksoverheid de ambi-
tie om in 2010 bij 100% van haar inkopen duurzaam-
heid mee te nemen. Voor provincies en waterschap-
pen is dit de helft en de gemeenten streven naar 75%
in 2010. Tevens heeft minister Van der Laan van WWI
gezworen om het energielabel tot een goed eind te
brengen. De onlangs gepresenteerde nieuwe variant
stuitte wederom op de nodige kritiek. Maar ook van
het energielabel mag verwacht worden dat het op den
duur de beoogde functie zal gaan vervullen; meewegen
in het verkoopproces.
Het is inmiddels duidelijk dat de vraag naar duurzaam-
heid geen hype is die straks weer overwaait. Van een
manier om de organisatie te onderscheiden van de
concurrentie, verschuift duurzaamheid straks naar een
fundamentele plaats binnen elke organisatie. Niet voor
Ledennieuws
11
Aspecten waarover professionele klanten meer
adviesbehoefte hebben gekregen (in %)
Gebruik van systemen of materialen 80
Inhoud van producten en materialen 63
Milieuvriendelijkheid van producten en materialen 53
Anders 13
Weet niet/geen mening 3
Bron: BouwKennis, juni 2009
niets is duurzaamheid het meest genoemde thema
waar de R&D-afdelingen van fabrikanten zich nu op
richten. Het aandeel duurzame bouwmaterialen zal
hierdoor de komende jaren toenemen. Het is aan de
bouwmaterialenhandel om de bouwende partijen hier-
in wegwijs te maken.
Uit het onderzoek blijkt dat een groot aandeel hande-
laren de adviesrol al heeft zien toenemen. Ook advies
over duurzaamheid wordt hierbij vaak genoemd.
Wanneer steeds meer afnemers zich zullen richten op
duurzaamheid zal dit ook steeds meer vragen opleve-
ren op dit gebied. Denk hierbij aan hergebruik van ma-
terialen, energiezuinigheid, maar ook aan de afkomst
van materialen. De diversiteit op het gebied van de
duurzaamheid van materialen biedt de bouwmateria-
lenhandel veel kansen om de adviesrol in de toekomst
nog verder te claimen.
Meer informatie?
Voor meer informatie over het BouwKennis Jaar-
rapport 2009/2010 kunt u contact opnemen met Jacco
Ridderhof van BouwKennis ([email protected],
010 2066996).
1212
Duurzaamheid
Opdrachtgever, de woningcorporatie Comwonen, wilde
in Capelle aan den IJssel een complex van 92 woningen
bouwen. Door een samenspel van betrokken partijen
werd besloten om zoveel mogelijk producten te ge-
bruiken met een duurzaam karakter. Idealisme gecom-
bineerd met commercie. Calduran krijgt de kans in het
project te stappen. Directeur Henk Schaap hoeft niet
erg lang na te denken en besluit de stap te wagen.
“Calduran probeert bewust de berg afval te verkleinen.
We putten uit natuurlijke grondstoffen en ik vind het
belangrijk dat we nadenken over hoe we daar een bij-
drage aan kunnen leveren. Daarbij gaan we zo ver mo-
gelijk. We kunnen recyclen, dan geef je producten een
nieuw leven. Maar wij kiezen waar mogelijk voor crad-
le to cradle, dan maak je de cirkel echt rond en breng
je je product zo schoon mogelijk terug in de oorspron-
kelijke toestand.”
Commitment
Bijkomende factor is dat de rijksoverheid met ingang
van 2010 voor 100 procent duurzaam wil inkopen.
Voor gemeenten, provincies en waterschappen geldt
respectievelijk 75 en 50 procent. Er zit dus ook finan-
cieel toekomst in duurzaamheid. Calduran besloot
zo’n twee jaar geleden zich dan ook waar mogelijk te
richten op duurzaamheid. “Een kwestie van je maat-
schappelijke verantwoordelijkheid nemen”, licht Schaap
toe. “En natuurlijk moet het per saldo ook wat opleve-
ren. Duurzaam ondernemen betekent vaak ook meer
betalen. Voor veel ondernemers is dat de reden om af
te haken. Maar het gaat dan ook om een mindset: je
moet als ondernemer verantwoordelijkheid willen
dragen. Wij hebben er onze bedrijfsfilosofie van ge-
maakt. En dat is niet altijd makkelijk, dat geef ik toe.
Het gaat om commitment en als manager moet je dat
uitdragen.”
Het klinkt als het ideale duurzame proces. En misschien is het dat ook wel. Calduran Kalkzandsteen in Harderwijk
stapte in het Fascinatio 4-project: een duurzaam woonproject waarbij elke deelnemende partij een duurzaam
component inbrengt. In het geval van Calduran betekende dit het leveren van gerecycled kalkzandsteen.
Duurzaam bouwen in optima forma?
Ideale combi van idealisme en commercie
In het geval van het Fascinatio 4-project ontstond een
samenwerkingsverband tussen Oranje BV (leverancier
van granulaat), Holcim (betonmortel en gerecycled
beton), Icopal (gerecycled dakbedekkingsmateriaal),
Comwonen, Calduran en aannemer Stebru.
13
Samen werken is een absolute voorwaarde wil een
dergelijk duurzaam project slagen, weet Schaap. “Je
hebt meerdere partijen nodig. Het is geen kwestie van
gewoon even een gebouw platgooien. Er moet goed
nagedacht worden over welke materialen hergebruikt
kunnen worden. Elke schakel is belangrijk en dus moe-
ten alle neuzen dezelfde kant op staan.”
Investeren in contacten
Eind december wordt het duurzaam gebouwde woon-
complex in Capelle aan den IJssel officieel geopend.
Calduran is inmiddels al volop bezig met een tweede,
soortgelijk duurzaam project in Den Haag, en voor
twee andere potentiële projecten lopen nu gesprek-
ken. Voor Schaap is de vraag of deze vorm van duur-
zaam ondernemen de toekomst heeft een simpele:
ja dus. “Duurzaamheid leeft. De ‘Dura Vermeers’ en
‘Heijmanssen’ zijn er volop mee bezig. De overheid
heeft een duidelijk streven. Wat dat betreft denk ik
dat andere bouwmaterialenhandelaren er slim aan
doen door de mogelijkheden te bekijken. Sta ervoor
open. Wanneer je zorgt dat je duurzame materialen
kunt bieden pak je een voorsprong. Duurzaamheid is
geen hype, het is realiteit. Sluit je daarom aan bij wat
onvermijdelijk komen gaat en pak je kansen. Zorg dat
opdrachtgevers weten dat jij duurzame producten
kunt leveren. Dat is een kwestie van investeren in con-
tacten. Maar wanneer je eenmaal bij de juiste partijen
aan tafel zit en men je weet te vinden, gaat de bal van-
zelf rollen. Opdrachtgevers hebben betrouwbare partij-
en nodig die invulling kunnen geven aan een duurzaam
inkoopbeleid. Kun je dat, dan levert het je veel op.”
Het Fascinatio 4-project in aanbouw
Duurzaamheid
Hibin Opleidingen
De keus was zwart of wit: een aantal medewerkers
ontslaan en zo proberen de economische crisis te
doorstaan, of via een alternatief traject proberen ie-
dereen toch binnenboord te houden. Voor BouwCenter
Nelemans was de keus snel gemaakt. De mogelijkheid
van deeltijd-WW, eerder dit jaar door het kabinet in-
gesteld, was dé oplossing. “Enkel jaren geleden hebben
we een soort minicrisis gehad”, vertelt Rob Braaksma
namens Nelemans. “Toen hebben we afscheid moeten
nemen van een aantal medewerkers. Vervolgens trok
de business weer aan en bleken we verzwakt doordat
niet alle specialiteiten even sterk meer vertegenwoor-
digd waren. Dat is de les die we toen geleerd hebben:
zorgen dat je interne organisatie perfect staat, kwali-
Het kostte wat uitzoek- en regelwerk, maar het resultaat is er dan ook naar voor BouwCenter Nelemans. Het bedrijf
koos ervoor om met deeltijd-WW voor een aantal van zijn medewerkers het bedrijf door de recessie te loodsen.
“We willen hoe dan ook de kwaliteit binnen het bedrijf behouden.”
Bij Nelemans wordt iedereen beter van deeltijd-WW
teit behouden. Dus nu het minder gaat wilden we
absoluut geen mensen ontslaan. Dat zou een verlies
van kwaliteit betekenen wat ons in de toekomst veel
geld gaat kosten.”
Geen extra kosten
In totaal 27 medewerkers van Nelemans kwamen in
aanmerking voor het deeltijd-WW-traject, ruim de
helft daarvan zijn showroommedewerkers. Het bedrijf
dook eerst zelf in de materie van beschikbare moge-
lijkheden. Braaksma: “We hebben contact opgenomen
met UWV, FNV, ROC. En daarna is met Ghislaine
Hoenderboom van Hibin Opleidingen het scholings-
traject besproken. Een drietal opleidingen bleek
14
15
geschikt voor onze medewerkers. De mbo-opleiding
‘Commercieel Medewerker Binnendienst’ is prima
voor onze showroommedewerkers. Daarnaast is er nog
de CTB-2 opleiding ‘Projectverkoop en -belevering’ en
de opleiding ‘Timmerman machinaal’. Het mooie is dat
deze opleidingen subsidiabel zijn, zodat je nauwelijks
extra kosten maakt. En dat is natuurlijk ook een be-
langrijke factor.” Nelemans besloot de opleidingen-
mogelijkheden zelfs zo ver mogelijk ‘op te rekken’.
Tegelijk met de medewerkers in het deeltijd-WW-
traject volgt namelijk ook een aantal medewerkers die
daar niet onder vallen één van de opleidingen. “Waarom
zouden we dat niet doen?” legt Braaksma uit. “Hier
wordt iedereen beter van. Op deze manier verhogen
we het kennisniveau van iedereen. En de collega’s die
in het deeltijdtraject zitten doen iets uitermate nuttigs
in de tijd dat ze niet werken. We behouden onze
medewerkers en komen er alleen maar sterker uit. En
wanneer de economie straks weer aantrekt kunnen
we meteen anticiperen op veranderende marktom-
standigheden.”
Perfecte keuze
Nelemans heeft het “heel breed” aangepakt, licht
Ghislaine Hoenderboom, (manager Hibin Opleidingen)
toe. “Het bedrijf heeft zelf de basis gelegd en zich
zelf georiënteerd. Daarna zijn ze met Kenniscentrum
Handel, Kenniscentrum Bouwmaterialen, ROC en
Hibin Opleidingen om de tafel gaan zitten om een op-
leidingstraject op maat te ontwerpen. Voor Nelemans
was het uitgangspunt het vertrouwen dat ze hebben
in de toekomst. De economie gaat op een bepaald
moment weer aantrekken, dan heb je meteen goed
gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers nodig.
Dit traject is een perfecte keuze om dat te bereiken.
Ik ben hier voor de branche heel blij mee. Ik hoor ook
geluiden van bedrijven die er voor kiezen om toch
afscheid te nemen van medewerkers; maar na de
recessie krijgen we zeker weer te maken met krapte
op de arbeidsmarkt. Niet op de laatste plaats door
de verdergaande vergrijzing. Nelemans kiest wat dat
betreft voor de lange termijn. Ze laten zien dat er
meer opties zijn dan het ontslaan van mensen, zonder
dat het in de financiën loopt.”
Deeltijd WW
Deeltijd-WW is een tijdelijke maatregel van het kabi-
net waardoor werkgevers medewerkers toch in dienst
kunnen houden tijdens een periode van recessie. Me-
dewerkers werken dan tijdelijk maximaal de helft min-
der, zonder dat ze ontslagen hoeven te worden. Met
een WW-uitkering voor de niet gewerkte uren wordt
het salaris aangevuld. Wanneer de economische situa-
tie verbetert kunnen ze weer volledig worden ingezet.
Aan deeltijd-WW is een scholingverplichting verbon-
den: in de tijd dat niet wordt gewerkt, volgt de mede-
werker een opleiding.
Meer informatie:
www.hibinopleidingen.nl, Ghislaine Hoenderboom,
manager Hibin Opleidingen: (026) 363 35 55
Hibin Opleidingen
Duurzaamheid
16
De bedoelingen zijn duidelijk. Op de website van het
Ministerie van VROM staat: “Met duurzaam bouwen
belasten we – nu en in de toekomst – het milieu zo
min mogelijk bij het bouwen, gebruiken, renoveren of
slopen van gebouwen. Duurzaam bouwen draagt daar-
mee bij aan de oplossing van wereldwijde milieupro-
blemen als de klimaataantasting door broeikasgassen
en het opraken van grondstoffen.” En ook: “De focus
van duurzaam inkopen ligt op die productgroepen
waar meetbare duurzaamheidswinst kan worden ge-
boekt. Aan de producten uit deze productgroepen
worden minimumeisen op milieugebied gesteld waar-
aan de inkoop van producten en diensten van de over-
heid moet voldoen. Daarbij is onder meer – waar mo-
gelijk – aangesloten bij beschikbare en gangbare keur-
merken.”
Er zijn al mensen die waarschuwen voor een
administratieve tijger en wijzen op het risico
dat duurzaamheid een kwestie van ‘afvinken’
wordt. Het meten van het totaaleffect zou lei-
den tot meer vrijheid voor marktpartijen en
meer ruimte voor innovatie. Hoe staat de
Rijksgebouwendienst in deze discussie?
Zeker in de bouw zijn nog grote slagen te maken op
het gebied van duurzaamheid. De Rijksgebouwendienst
Rijksgebouwendienst eist duurzaamheidsverklaring bij nieuwbouw en grootschalige renovatie
We zijn nog maar enkele weken verwijderd van een structureel duurzaam
inkopende overheid. Maar wat betekent dat in de praktijk van de bouw-
materialenhandel? Welke criteria worden gehanteerd? Hoe werkt het
besluit van de Tweede Kamer van afgelopen zomer in de praktijk uit? De
verwachting is dat bouwbedrijven de eisen van de overheid op het gebied
van materiaalgebruik een-op-een aan de handel zullen ‘doorsturen’. Dus is
het voor de branche van belang rechtstreeks met opdrachtgevers te praten.
Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst Peter Jägers licht toe
hoe een en ander in de praktijk zal gaan werken en zich zal ontwikkelen.
heeft een lange geschiedenis op het gebied van duur-
zaam bouwen. De uitdaging ligt nu vooral in het verder
verduurzamen van de gebouwenvoorraad. Als een van
de grootste beheerders van vastgoed kunnen wij daad-
werkelijk het verschil maken door voortaan duurzaam
in te kopen. Het toepassen van de criteria voor duur-
zaam inkopen is daarbij één van de instrumenten.
Daarnaast zetten wij specifiek in op het verminderen
van het energieverbruik in onze panden.
Voor kantoorgebouwen zijn er vooral prestatiegerichte
criteria vastgesteld. Door het stellen van eisen aan het
eindproduct en niet het eindproduct in detail voor te
schrijven, is er ruimte om samen met de markt naar
individuele oplossingen te zoeken. Zo worden bijvoor-
beeld eisen aan nieuwbouw en renovatie gesteld in
GreenCalc, een bepalingsmethode voor de milieupres-
tatie van een gebouw met behulp van levensduurkosten-
analyse. Bij huur en aankoop wordt het kader gesteld
met behulp van het energielabel. Met de vastgestelde
gunningscriteria kunnen verdergaande duurzaamheids-
ambities ingevuld worden.
Waar ligt in de praktijk de bewijslast?
Het is zeker niet de bedoeling dat het toepassen van de
criteria voor duurzaam inkopen leidt tot een toename
van de administratieve lasten. Daar staat tegenover
Peter Jägers, Directeur-Generaal Rijksgebouwendienst
Duurzaamheid
17
dat als er bijvoorbeeld een nieuw kantoorpand
gebouwd gaat worden, of als er een dak vervangen
wordt, de Rijksgebouwendienst wel wil weten of
de criteria voor duurzaam inkopen zijn toegepast. Er
zal dan gevraagd worden om een verklaring van de
opdrachtnemer dat hij aan de eis voldoet, en een
beschrijving van de manier waarop dit gebeurt.
Hoe wil de Rijksgebouwendienst de duurzaam-
heidseisen concreet in aanbestedingen en
bestekken verwerken?
De criteria voor duurzaam inkopen zijn al zo geformu-
leerd dat ze vaak een-op-een in een contract of
bestek opgenomen kunnen worden. In onze vraag aan
de marktpartijen zal voortaan altijd het voldoen aan
de criteria voor duurzaam inkopen als eis meege-
nomen worden. Hiertoe zullen onze standaarden,
bijvoorbeeld voor het programma van eisen, bestek en
huurovereenkomst, per 1 januari 2010 aangepast zijn.
Is er in de eerste fase contact met marktpartijen
om gezamenlijk tot werkbare oplossingen te
komen?
De Rijksgebouwendienst stelt sinds jaar en dag duur-
zaamheidseisen. In het verleden met behulp van het
nationaal pakket duurzaam bouwen en nu met de
criteria voor duurzaam inkopen. De criteria voor
duurzaam inkopen zijn door SenterNovem ontwikkeld
met behulp van stakeholders. Bij de productgroep
gebouwen waren 104 stakeholders betrokken. Het in
voldoende mate beschikbaar zijn op de markt en het
niet leiden tot substantiële meerkosten over de levens-
duur zijn hierbij als randvoorwaarde gesteld. Het toe-
passen van de minimumeisen voor duurzaam inkopen
leidt hierdoor niet tot topduurzaamheidsniveaus, maar
zorgt ervoor dat voortaan elke aankoop minimaal een
voldoende op duurzaamheid scoort. Voor verdergaande
duurzaamheidsniveaus gaan wij graag het gesprek aan
met de markt.
Richtlijn Ministerie VROM voor nieuwbouw
Het gebouw heeft minimaal een GreenCalc+-score 200 én voldoet aan
de eis ten aanzien van binnenmilieu uit de ‘Maatlat Groenverklaring zeer
duurzame utiliteitsbouw 2006’ óf het gebouw heeft minimaal een GPR-
Gebouw-score 7 voor elke module (energie, materialen, afval, water en
gezondheid) (GreenCalc+ en de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn – GPR
– zijn instrumenten om de milieukwaliteit van gebouwen te vergelijken).
Als contractvoorwaarde geldt dat er sprake is van een instandhoudings-
plan (dit plan bevat de te nemen onderhoudsmaatregelen gedurende de
levensduur van het gebouw).
Het Vopak-gebouw in Rotterdam. Met een GreenCalc+- score van 216 behoort
het tot de top 10 van gerealiseerde gebouwen met een GreenCalc+- score in
Nederland
Pensioenen
18
Gerard Mantel (voorzitter Hibin Pensioenfonds) en
John Spruijt (bestuurder Hibin Pensioenfonds namens
vakbond De Unie) zijn het er over eens: de toekomst
ziet er voor de pensioenfondsen – het Hibin
Pensioenfonds incluis – veel beter uit dan eind 2008.
Maar zekerheid is er nooit, benadrukken ze. “We zijn
voorzichtig optimistisch”, beklemtonen ze. “Het gaat
absoluut bergopwaarts”, vertelt Mantel. “Mede dankzij
het sterke herstel van de beurzen herstelt het dek-
kingspercentage sneller dan verwacht. Maar: je weet
nooit wat er morgen gebeurt. Dit snelle herstel biedt
daarom nog geen zekerheid voor de lange termijn.
Toch gaat het momenteel absoluut de goede kant op.”
Sterk vermogens- en beleggingsbeleid basis voor gezonde toekomst Hibin Pensioenfonds
De recente berichten zijn positief: de pensioenfondsen klimmen snel uit het dal. Bedroeg de dekkingsgraad van veel
fondsen nog geen half jaar geleden minder dan 90 (De Nederlandsche Bank schrijft minimaal 105 voor),
inmiddels lopen de dekkingspercentages van de fondsen weer op. Geldt dat ook voor het Hibin Pensioenfonds?
En wat zijn de verwachtingen voor de toekomst?
Spruijt: “Natuurlijk ben ik uitermate blij met het feit
dat het herstel zo snel gaat. Maar wat snel kan stijgen,
kan even snel weer dalen. Het is een broos proces. De
dekkingsgraad stijgt weliswaar, maar het recente ver-
leden heeft ons laten zien hoe snel het mis kan gaan.”
Veilig dekkingspercentage
Inderdaad, want bedroeg het dekkingspercentage van
het Hibin Pensioenfonds in augustus 2008 nog 131, in
oktober was dat al gedaald tot 115. En eind 2008
kwam het dekkingspercentage uit op 93. Dalende
beurskoersen en een dalende rente waren hier de
oorzaak van. De Nederlandsche Bank (DNB) bepaalde
Pensioenen
19
vorig jaar daarom dat pensioenfondsen die te maken
hadden met onderdekking een herstelplan moesten
opstellen. Zo’n herstelplan bevat maatregelen die er
toe leiden dat het dekkingspercentage verbetert en in
2013 weer minimaal 105% is. Het Hibin Pensioenfonds
heeft afgelopen september het definitieve herstelplan
ingediend, nadat cao-partijen zich hadden uitgespro-
ken over de te nemen maatregelen. “Wat dat betreft
heb je elkaar als werkgevers en werknemers nodig”,
verduidelijkt Spruijt. “Het gaat om een goede samen-
werking, dat is uiteindelijk het beste voor de pensioen-
uitkeringen. En in dit geval is die prima.”
We moeten ons niet alleen maar laten leiden door
heftig schommelende dekkingspercentages en aande-
lenkoersen, waarschuwen beide bestuurders. “Dit zijn
eigenlijk dagkoersen. Het zekerstellen van toekomsti-
ge pensioenuitkeringen is lange termijnbeleid”, legt
Spruijt uit. Mantel: “Pensioenfondsen zijn als olietan-
kers. Trap je op de rem, dan duurt het drie kilometer
voor deze stilliggen. Dus voordat een genomen maat-
regel effect sorteert, kunnen externe factoren korte
termijn effecten veroorzaken, die niet voorzien en
misschien niet gewenst zijn. De kracht van een pensi-
oenfonds is juist zijn lange termijn horizon waardoor
het bij uitstek in staat is dergelijke hobbels onderweg
te nemen. Hiervoor is een sterk vermogens- en beleg-
gingsbeleid nodig, zodat je gemiddeld over tien tot vijf-
tien jaar je rendementsdoelstelling haalt.” Spruijt:
“Fluctuerende beurskoersen, of ze nu negatief zijn of
positief, zijn wat dat betreft dus vooral van invloed op
de korte termijn. Dat laten de recente ontwikkelingen
des te meer zien. Er ligt een herstelplan met het oog
op een dekkingspercentage van 105 in 2013, maar
dankzij de stijgende beurskoersen is dat nu al bijna ge-
haald.” Mantel: “Wat betreft beleggingen is het Hibin
Pensioenfonds altijd zeer behoudend.” Spruijt: “De
manier waarop de diverse pensioenfondsen hun ver-
mogensbeheer aansturen verschilt niet veel en wordt
vooral bepaald door bijvoorbeeld de grootte van het
fonds, de leeftijdsopbouw, de populatie en het deelne-
mersbestand.”
Herstelplan als leidraad
Mantel: “We hebben het herstelplan, dat is in principe
de leidraad voor de korte en middellange termijn.
Door de aantrekkende beurskoersen en de rente lo-
pen we daar nu al twee jaar op vooruit. Maar dat kan
morgen zomaar weer anders zijn. Kijken we naar de
toekomst dan is het geen kwestie van de economische
ontwikkelingen volgen en afhankelijk van de prestaties
van het fonds opnieuw indexeren. We willen een fi-
nancieel gezond fonds waarbij de regeling en de pre-
mie met elkaar in balans zijn. Daarom hebben we als
cao-partijen afgesproken dat de premie kostendek-
kend moet zijn. De verhoging van de premie en de
verlaging van het opbouwpercentage gaan daar voor
zorgen. Naast deze twee maatregelen bouwt het be-
stuur van het Hibin Pensioenfonds ook een aantal
maatregelen in de beleggingen in, zodat een eventuele
toekomstige economische dip zo weinig mogelijk in-
vloed heeft op de financiële positie van het fonds.”
Spruijt: “2008 heeft ons geleerd dat absolute zeker-
heid niet bestaat. Ook pensioenfondsen kunnen in
zwaar weer geraken. Met de genomen maatregelen is
echter een solide basis gecreëerd voor de toekomstige
pensioenen van de medewerkers in de bouwmateria-
lenhandel.”
Meer informatie?
www.bpfhibin.nl
Colofon
Dynamische kalender
Agenda
1 december Bouwformatiedag
2 december Bestuursvergadering Koninklijke Hibin
7 december Bijeenkomst Netwerk Jong Hibin
10 december Hibin Commissie Hout
18 januari Hibin Fabrikantendag
9 februari Afdelingsvoorzittersoverleg
9 juni Hibin Branchedag/Algemene Ledenvergadering
Cursuskalender
30 november Klantgerichte magazijn-/ baliemedewerker
3 december Bouwdeelcursus Ramen en Deuren
3 december Leiding geven in de bouwmaterialenhandel
9 december Bouwdeelcursus Buitenwanden
17 december Bouwdeelcursus Installaties in Badkamer en Keuken
Kijk voor meer informatie over de cursussen op www.hibinopleidingen.nl.
Hibinfo is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland (Hibin). Hibinfo verschijnt tweemaandelijks en wordt verspreid onder leden en relaties van de Hibin.
Overname van artikelen uit deze uitgave is, mits integraal, toegestaan onder voorwaarde van bronvermelding.
Oplage: 1.300
Redactieadres: Hibin, t.a.v. Peter van Heijgen, postbus 2161, 6802 CD Arnhem, 026 - 363 35 55, [email protected].
Redactiecommissie: Jaap Breunesse, Peter van Heijgen, Ghislaine Hoenderboom en Gert Smit.
Concept, tekst, ontwerp en lay-out: Bijl, partners in public relations, Rotterdam.
AgendaAgenda