ebook privacy in de zorg - kennedy van der laan · 2019. 9. 30. · patiëntgegevens. de raad voor...
TRANSCRIPT
eBook Privacy in de Zorg
in samenwerking met
Privacy in de Zorg – december 2014
De elektronische uitwisseling van
patiëntgegevens; een van de vele ontwikkelingen
die zorginstellingen en zorgverleners voor nieuwe
uitdagingen stellen. Hoe verhouden deze ontwikkelingen zich
tot de klassieke kernwaarde van het medisch beroepsgeheim? Hoe kan de
bescherming van elektronische verwerking en uitwisseling van patiëntgegevens worden
gewaarborgd?
Privacydebat ontwikkelingen in de zorg
Van EPD naar LSPDe discussie over elektronische uitwisseling van patiëntgegevens roept al jaren de nodige emotie op. Toch zijn vrijwel alle partijen het erover eens dat de uitwisseling van patiëntgegevens in het belang is van de patiënt. Uitwisseling van patiëntgegevens komt de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg ten goede. Het landelijk Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) strandde in 2011. Het wetsvoorstel op grond waarvan het EPD verplicht zou worden ingevoerd in de zorg werd unaniem verworpen door de Eerste Kamer. De voornaamste reden was dat de bescherming en beveiliging van persoonsgegevens onvoldoende was geborgd. Na het EPDdebacle sloten marktpartijen een convenant voor de private uitrol van een landelijke infrastructuur voor elektroni
In dit videointerview geeft Hester de Vries uitleg over de brede meldplicht datalekken. Wat houdt dit wetvoorstel in en hoe kunnen zorginstellingen zich hierop voorbereiden?
Video Meldplicht datalekken
bit.ly/meldplicht
In dit eBook worden de trends, ontwikkelingen en uitdagingen rond privacy in de zorg besproken. Het bundelt drie artikelen: over privacytrends, privacy en decentralisatie, en privacy en publieke belangen. Deze artikelen zijn bewerkingen van lezingen van drie sprekers tijdens het PrivacyDebat Zorg op 5 november 2014, georganiseerd door de Vereniging Privacy Recht. Het debat vond plaats bij Kennedy Van der Laan.
sche uitwisseling van gegevens. Het Landelijk Schakel Punt (LSP), onder verantwoordelijkheid van de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorg communicatie (VZVZ), stelt zorgaanbieders in staat om na te gaan of er van een patiënt waarmee hij een behandelrelatie heeft, medische gegevens raadpleegbaar zijn bij andere zorgaanbieders.
Pull- of pushsysteem?Het LSP is een op basis van vrijwilligheid beschikbaar ‘pullsysteem’ voor het opvragen van patiëntgegevens. Zorgaanbieders, verenigd in de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) menen dat een pullsysteem zich niet verdraagt met het medisch beroepsgeheim en in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens. Het elektronisch systeem zou ‘bepalen’ wie toegang krijgt tot welke gegevens. Artsen zouden niet meer zélf kunnen bepalen wie welke gegevens kunnen inzien. Inmiddels is het voorstel van Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg door de Tweede Kamer aangenomen (33509). Conform dit wetsvoorstel kan zowel een pull als een pushsysteem de basis vormen voor rechtmatige elektronische uitwisseling van patiëntgegevens. De Rechtbank Utrecht wees de vordering van VPH tot stilleggen van het LSP af (ECLI:NL:RBMNE:2014:3097).
Kennedy Van der Laan stond VZVZ bij in deze procedure. Lees hier meer. bit.ly/kvdlvzvz
Voldoende waarborgen toestemming?Alleen patiënten die daarvoor hun uitdrukkelijke toestemming geven krijgen te maken met het LSP. Naar het oordeel van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) voldoet de wijze waarop de toestemming wordt verkregen aan de wettelijke eisen. Op basis van een steekproef van 149 dossiers
stelde het CBP vast dat VZVZ voldoende technische en organisatorische waarborgen heeft getroffen om te bewerkstelligen dat alleen persoonsgegevens verwerkt worden van patiënten die daarvoor aan hun zorgaanbieder een rechtsgeldige toestemming hebben verleend. In acht gevallen kon de toestemming niet (voldoende) worden aangetoond. VZVZ heeft naar het oordeel van het CBP de werkwijze om geldige toestemming te verkrijgen naar tevredenheid aangepast. Lees hier het rapport van het CBP naar aanleiding van het onderzoek naar de toe-stemming voor de uitwisseling van medi-sche persoonsgegevens via het Landelijk Schakelpunt. bit.ly/cbprapport
BeveiligingDe standaarden voor informatiebeveiliging in de zorg worden steeds geactualiseerd. Beveiliging van patiëntgegevens vergt een constante inspanning. Technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen dienen een passend beveiligingsniveau te bieden. Een inbreuk op de beveiliging kan voor de betrokkenen verstrekkende gevolgen hebben. Het wetsvoorstel tot invoering van een brede meldplicht datalekken (33662) beoogt de transparantie te bevorderen en te stimuleren tot continue verbetering van beveiligingsmaatregelen. Uit onderzoek van het Ponemon Institute in de Verenigde Staten blijkt dat 90% van de zorginstellingen in 2012 en 2013 te maken kreeg met datalekken. Geen andere industrie zou harder getroffen zijn door hackers en datalekken dan de gezondheidszorg.
Hester de Vries is privacyrecht advocaat en lid van het Team Gezondheidszorg van Kennedy Van der Laan. Daarnaast is Hester voorzitter van de Vereniging Privacy Recht.
Privacytrends in het zorgdomein
De ontwikkelingen rond privacyrecht in
digitale zorg staan niet stil. Na verwerping van het
Landelijk EPD in 2011 ligt nu het voorstel cliëntenrechten bij elek
tronische verwerking van gegevens bij de Eerste Kamer, ten behoeve van een
veilige uitwisseling van elektronische patiëntgegevens. De Raad voor de Volksgezondheid Zorg (RVZ) adviseerde de minister dit jaar voor iedere burger die dat wil en kan een Persoonlijk Gezondheids Dossier (PGD) mogelijk te maken. Ook de opkomst van social media heeft impact op privacy in de zorg. In de gedragsregels artsen social media (2013) adviseert de KNMG artsen hoe om te gaan met bijvoorbeeld Facebook in relatie tot patiënten. Maar ook medische apps, veel van buiten de EU, vragen om een nieuwe kijk op privacybeleid.
Door verregaande internationalisering is
gezondheidszorg al lang niet meer uitsluitend een zaak
van patiënt en zorgverlener. Grote techbedrijven ruiken hun
kansen schoon. Zo biedt Apple sinds enkele weken de integrale gezondheids
app HealthKit die gegevens kan delen met zorginstellingen. Microsoft biedt HealthVault, een platform voor PGD’s. Deze technologische ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor privacyvraagstukken. Daarnaast speelt decentralisatie een rol in het privacydebat. Nu gemeenten in 2015 verantwoordelijk worden voor onder meer jeugdzorg en zorg voor langdurig zieken en ouderen krijgen zij ook meer te maken met de omgang met en bescherming van persoonsgegevens.
Gebrek aan informatie is een van de knel
punten in de zorg. Niet alleen de patiënt en de zorg
verlener, maar ook de verzekeraar en straks de gemeente zijn
betrokken bij de gegevensoverdracht. Dit levert een versnipperde en incom
plete gegevensverzameling op. Jaarlijks worden circa 1,3 miljoen fouten gemaakt bij de informatieoverdracht tussen zorgverleners van medische gegevens, soms met fatale afloop, stelt de Raad voor de Volksgezondheid. Administratieve lasten en onvoldoende uitkomstgegevens vormen eveneens beperkingen, door diverse ‘schotten’ en belangen maar ook gebrekkige standaardisatie van patiëntgegevens.
Volgens de RVZ zorgt invoering van
het PGD voor betere gegevensuitwisseling en
daardoor een hogere kwaliteit van zorg. Bovendien krijgt de pati
ent op die manier steeds meer regie over zijn gegevens. Hij beschikt zelf
over een overzicht van relevante gezondheidsgegevens en beheert de informatie. Met het PGD moet er ook een patiëntgeheim komen, vindt de Raad. Dat geheim beschermt patiënten tegen druk van buiten om gegevens te delen. Zo wil de Raad voorkomen dat derden als politie en opsporingsdiensten en verzekeraars ongewenst inzicht krijgen in privégegevens. Ten slotte is de Raad een groot voorstander van Privacy by Design. Dit houdt in dat in het ontwerp van informatiesystemen privacyverhogende maatregelen worden toegepast, zodat een verantwoorde omgang met gevoelige informatie technisch wordt geborgd.
Privacyrecht eHealth: update
Trends: internationalisering en decentralisatie
Informatie voorziening in de zorg: hoe kan het beter?
Aanbeveling: Persoonlijk Gezondheidsdossier
Hoe nu verder?
Iedereen checkt zijn banksaldo, energieverbruik of telefoonrekening digitaal, maar bijna (nog) niemand kan online zijn medische gegevens inzien. Nog altijd krijgt de burger met moeite inzicht in zijn patiëntendossier, laat staan in een digitale omgeving. De kwestie privacy speelt in deze achterstand een grote rol. Na de ondergang van het Landelijk Elektronisch Patiënten Dossier (2011) is de prangende vraag: hoe nu verder met de elektronische verwerking van patiëntgegevens?
Er is nog een lange weg te gaan om privacy van
patiënten in een veranderende maatschappij te kunnen
garanderen. Zo is authenticatie een groot probleem met een niet
waterdicht systeem als DigiD. De rol van gemeenten wordt steeds groter, terwijl daar niet altijd genoeg kennis aanwezig is over privacy. Ook is zorg niet langer exclusief voorbehouden aan zorgverleners. Consumenten gebruiken watches en apps om hun staat van gezondheid te monitoren. Wat gebeurt er met die (big) data? Voor de juridische kant ervan is nog nauwelijks aandacht. Zo bestaat de kans dat technologische bedrijven in de toekomst invloedrijker worden dan staten als het aankomt op patiëntengegevens. Een toekomstig advies hierover van de RVZ of diens opvolger, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RV&S) volgt in april 2015. Suggesties zijn nog welkom!
Dit artikel is een bewerking van de lezing van Theo Hooghiemstra tijdens het PrivacyDebat Zorg. Hooghiemstra is Algemeen Secretaris/Directeur bij de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ). Een van zijn kennisgebieden is het gezondheids en privacyrecht. Hij was onder meer werkzaam bij het CBP, verantwoordelijk voor het taakveld gezondheidszorg, manager/consultant bij PBLQ/HEC, en manager juridische zaken en senior projectleider vertrouwensketen bij het Nationaal ICT instituut in de Zorg (NICTIZ).
Privacy in de Zorg – december 2014
Privacy en decentralisatie van de zorg
Patiëntgegevens worden in de eerste plaats
beschermd door het medisch beroepsgeheim.
Iedere zorgverlener is verplicht het geheim van de patiënt te bewa
ren. Een zwijgplicht voorziet erin dat de arts zwijgt over al wat hij in de uitoefe
ning van zijn beroep te weten komt over de patiënt. Daarnaast geldt het verschoningsrecht voor zorgverleners tegenover de rechter, politie en justitie. Met het verschoningsrecht in het Wetboek van Strafvordering geeft de wetgever aan dat het beroepsgeheim belangrijker is dan de plicht om mee te werken aan het opsporen van strafbare feiten. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Als de arts zelf wordt verdacht van een strafbaar feit jegens een patiënt, staat waarheidsvinding vaak voorop. Ook bij expliciete en veronderstelde toestemming, wettelijke verplichting (melding infectieziekte bijvoorbeeld) en een conflict van plichten (belang van kind bij vermoeden kindermishandeling bijvoorbeeld) mag het beroepsgeheim worden doorbroken.
Het medisch beroepsgeheim kent
een individueel en maatschappelijk belang. Ten eer
ste biedt het beroepsgeheim vertrouwen dat zelfs de meest
intieme informatie niet bij anderen terechtkomt (privacybelang), met het
oog op bevordering van de gezondheid of genezing (gezondheidsbelang). Het maatschappelijk belang is dat niemand zich geremd voelt gezondheidszorg te vragen, ook slachtoffers van een vechtpartij niet, ook al worden ze mogelijk ook zelf verdacht van een strafbaar feit.
De transitie van de zorg zou meer samen
hang opleveren. Gemeenten zouden dichter bij
de burger en zorgverlener staan, waardoor de zorg doelmati
ger wordt. In het geval van jeugdzorg krijgen huisartsen de rol van verwijzer
naar specialistische jeugdzorg. Gevolg is dat de huisarts steeds meer kennis moet hebben om naar de juiste instantie te verwijzen, ook moet hij meer informatie verwerken en verstrekken. De AWBZ vervalt. Van de 800.000 patiënten in de AWBZ zal het grootste deel moeten aankloppen bij de gemeente (Wmo). Voor huisartsen betekent deze ontwikkeling meer tijdsinvestering per patiënt, er komen door deze maatregelen immers meer thuiswonende patiënten met intensieve zorgbehoeften bij.
De overheveling brengt voor de privacy
van jeugdzorgcliënten als risico met zich mee dat per
soonsgegevens mogelijk onrechtmatig of onnodig worden
verwerkt. Zo bevat de Jeugdwet bepalingen over de Verwijsindex Risico
jongeren, het verplicht gebruik van het burgerservicenummer, bepalingen over toestemming, dossiers en privacy. De Jeugdwet bepaalt ook dat gebruik van herleidbare persoonsgegevens en het BSN voor beleidsdoelen mogelijk is.
Aan wie mogen gemeenten eigenlijk
welke gegevens verstrekken? De wet hierover is een
zoekplaatje. En is een geheimhoudingsplicht van een ambtenaar
wel gelijkwaardig aan die van een arts? Ook kan de vraag worden gesteld
of gemeenten niet medisch adviseurs, zoals sociaalgeneeskundig opgeleide artsen met een zelfstandig medisch beroepsgeheim, moeten aanstellen om medische gegevens van burgers te verzamelen en beheren. Zij hebben een juist begrip van de materie en kunnen medische gegevens op een correcte manier verwerken. Gemeenteambtenaren en andere derden die gerechtigd zijn medische informatie op te vragen, zouden moeten beschikken over een (afgeleid) medisch beroepsgeheim. Uit de wetgeving blijkt dat patiënten ‘aan de voordeur’ wel toestemming geven voor het verwerken
Het belang van medisch beroepsgeheim
Medisch beroepsgeheim: wat houdt het in?
Privacyissues Jeugdwet
Privacy bij samenwerkingsverbanden
Privacyissues WMO en WLZ
Decentralisatie van zorg naar gemeenten
Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van de taken nemen zij over van de Rijksoverheid. Welke gevolgen heeft deze transitie voor de vertrouwelijkheid van patiëntgegevens?
van hun persoonsgegevens door het CIZ, maar vervolgens staat de achterdeur daar wagenwijd open. Tot slot zou de beveiliging van medische gegevens bij gemeenten regelmatig aan een externe audit moeten worden onderworpen zodat die voldoet aan de bestaande NENnormen voor informatiebeveiliging in de zorg.
Ook in samenwerkingsverbanden speelt
de vraag: welke vertrouwelijke informatie mag aan wie
worden verstrekt? Samen werkingsverbanden zijn bijvoorbeeld
het Centrum Jeugd en Gezin, het Veiligheidshuis, sociale wijkteams, OGGZnetwerken, het Stedelijk Kompas, Zorgadviesteams en het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling. Regelmatig vragen artsen zich af of ze nu wel of niet gebonden zijn aan het medisch beroepsgeheim bij het delen van informatie in zo’n samenwerkingsverband. Niet zelden oefenen derden druk op hen uit om gevoelige informatie over patiënten te verstrekken. Als een arts gegevens verstrekt aan een ambtenaar, dan is de vraag hoe veilig dat geheim van de patiënt daar nog is. Zo blijkt uit de evaluatie van de Wet politiegegevens dat het doorbreken van de geheimhoudingsplicht door een politieambtenaar vrijwel altijd zonder gevolgen blijft. Voldoende reden dus om, met het oog op de aankomende overheveling, van privacy in de zorg de hoogste prioriteit te maken.
Dit artikel is een bewerking van de lezing van Sjaak Nouwt tijdens het PrivacyDebat Zorg. Nouwt is adviseur gezondheidsrecht bij de landelijke artsenfederatie KNMG op de terreinen ICT, eHealth, privacy en beroepsgeheim. Daarnaast is hij zelfstandig privacyadviseur en in diverse functies actief op het terrein van privacy en gezondheidszorg. Hij is tevens Honorary Fellow of TILT (Tilburg Institute for Law, Technology, and Society, Tilburg University).
Privacy in de Zorg – december 2014
Privacy en publieke belangen in de zorg
Gezondheid is een van de kerntaken van de
overheid en geborgd in een uitvoerig stelsel van wet en
regelgeving. Met maatregelen als de Warenwet en de ARBO
wetgeving zijn burgers in zekere mate beschermd tegen grote gezondheidsrisi
co’s. Publieke organisaties werken met elkaar samen voor gezondheidsveiligheid. Ook het zorgsysteem, dat uitgaat van gelijke toegang tot zorg, hoge kwaliteit en solidariteit, draagt bij aan onze publieke gezondheid. Welke rol spelen medische data in dit publieke veld?
Primair zijn medische gegevens bedoeld voor
behandeling en begeleiding van de patiënt zelf, kwa
liteitsborging en de verrekening van de zorgkosten. Daarnaast, om
gezondheidsveiligheid te kunnen bevorderen, is het nodig te weten wat
precies onveilig is. Data, zoals diagnostische gegevens maar ook resultaten van behandeling, bieden dat inzicht. Nog altijd is de mens de voornaamste ‘proefpersoon’ voor maatschappelijke en dus ook medische vooruitgang. Dankzij gegevens rond zijn welzijn kan een land de kwaliteit van zorg verbeteren en een zorgsysteem in stand houden.
Met zorgonderzoek komt direct de kwestie
privacy om de hoek kijken. Want zijn medische gegevens
niet het ‘bezit’ van de patiënt? Daar valt over te twisten. Zonder
solidair zorgsysteem zou zorg slechts voor de meer vermogende men
sen beschikbaar zijn. Ons systeem maakt publieke zorg op basis van medische data mogelijk. Bovendien heeft ditzelfde zorgsysteem ervoor gezorgd dat artsen de kennis en ervaring hebben om patiënten steeds beter en sneller te diagnosticeren en behandelen. Er ligt jarenlang wetenschappelijk onderzoek en publiek geld in de zorg besloten. Ten slotte zijn ‘mijn’ gegevens niet zo uniek als ze lijken.
Gezondheid als publieke verantwoordelijkheid
Dubbele functie patiëntgegevens
Zijn ‘mijn’ gegevens wel van mij?
Privacy in context
Anoniem of met toestemming
Wat dan wel?
Hoewel medische gegevens primair gebruikt worden voor de zorg zelf, dienen ze ook een maatschappelijk doel: kwaliteitsverbetering van de zorg en wetenschappelijk onderzoek. Nu steeds meer aandacht uitgaat naar privacy, lijkt toenemende regelgeving de mogelijkheden voor een ‘lerend zorgsysteem’ te beperken.
Ze zijn altijd gebaseerd op voorafgaande gegevens, aangezien miljoenen personen hebben bijgedragen aan de gedeelde kennis van nu.
Kortom, iedere burger profiteert in een
solidair zorgsysteem van eerdere verbeteringen dank
zij wetenschappelijk onderzoek. Mogen we daarom niet verwachten
dat hij zelf ook bijdraagt, voor zijn eigen gezondheid maar ook voor die van
anderen? Binnen de context van zorg zou een andere benadering van privacy moeten gelden. Een ethisch argument is, zoals eerder gezegd, dat elke patiënt profiteert van een lerend zorgsysteem. Zonder verwerking van medische data zou hij wellicht veel eerder ziek zijn geworden of zou hij niet zo goed kunnen worden behandeld.
Voor kwaliteitsverbetering en wetenschap
pelijk onderzoek bestaan geen aparte bepalingen rond
het verwerken van gegevens. Geanonimiseerde gegevens zijn
toegestaan, net als gegevensverwerking waarvoor toestemming is verleend.
Werken met anonieme gegevens blijkt in de praktijk lastig. Los van het feit dat er steeds minder anonieme gegevens bestaan, kan de zorgaanbieder bij een onverwachte afwijking in data niet terug in zijn gegevens om deze te controleren. Bovendien willen onderzoekers specifieke patiënten voor langere tijd kunnen volgen, anoniem is dat onmogelijk. Ook werken met toestemming kent nadelen. Niet alle patiënten zullen hiervoor openstaan. Bij een kwaliteitstoetsing zou een arts kunnen veinzen dat een patiënt geen toestemming heeft gegeven voor verstrekking van gegevens.
Onderzoekers moeten mensen langere tijd
kunnen volgen, tenminste gepseudonomiseerd. Alleen
mogen gepseudonomiseerde gegevens niet indirect herleidbaar
zijn, en met name bij genuanceerd zorg onderzoek levert dat problemen op.
Voor zorgonderzoek zijn multidimensionale gegevens onontbeerlijk, maar daarbij is herleiding niet uitgesloten. Dan toch meer nadruk leggen op toestemming? Veel patiënten zitten daar niet op te wachten. In het boek Me Medicine vs We Medicine laat Donna Dickenson zien dat het solidaire zorgsysteem wordt ondermijnd als patiënten uitsluitend hun eigen belang najagen bij gebruik van zorgvoorzieningen.
Bovenstaande betekent niet dat dan alles maar moet kunnen. Voorwaarden zijn transparantie, geen bezwaar, governance – opdat de gegevens uitsluitend voor een lerend zorgsysteem worden ingezet en natuurlijk beveiliging van de gegevens tegen kennisname door onbevoegden. Veel ligt nog open, en voorlopig roeien we met de riemen die we hebben. De discussie lijkt echter onbeslist zolang fundamentele waarden, die in de zorg anders liggen dan elders, niet daarin worden betrokken.
Dit artikel is een bewerking van de lezing van Evert-Ben van Veen tijdens het PrivacyDebat Zorg. Van Veen is directeur van MedLawconsultant. Eerder was hij onder meer hoofd van de afdeling juridische zaken van het AZR (nu Erasmus MC). In zijn huidige functie houdt hij zich veel bezig met privacyvragen rond wetenschappelijk onderzoek en publieke gezondheidszorg, zoals bevolkingsonderzoek en de JGZ.
MedLawconsultant organiseerde in juni 2014 een congres over dit thema. Bekijk hier het verslag.
Privacy in de Zorg – december 2014
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector? Laat dan hier uw gegevens achter. kvdl.nl/aanmeldenkvdlnieuwsbrief Haarlemmerweg 3331051 LH Amsterdam+31(0)20 5506 666www.kvdl.nlwww.rechtindezorg.nl @Rechtindezorg@KennedyVdLaan
Meer informatie
Fotografie: Maurits Bos
Ontdek Rechtindezorg.nlOp www.rechtindezorg.nl vindt u praktische informatie rondom de meest recente ontwikkelingen en wet en regelgeving, geselecteerd door de advocaten van het Team Gezondheidszorg van Kennedy Van der Laan. Actuele onderwerpen als ‘fuseren of samenwerken?’, het bewaken van de kwaliteit van gezondheidszorg en het toezicht door de NZa en ACM worden behandeld. Ook informatie over vaak complexe ICTprojecten, bescherming van privacy, aanbesteden in de zorg, het scheiden van wonen en zorg en de positie van de medisch specialist zijn onderwerpen waar aandacht aan wordt besteed.
Het Team Gezondheidszorg publiceert artikelen, er zijn video’s te zien, eBooks te downloaden en checklists te raadplegen.
Rechtindezorg.nl is met name bedoeld voor bestuurders en managers in de gezondheidszorg. Daarnaast is er ook voldoende informatie te vinden voor de juridische en HRafdelingen binnen deze sector.
Met deze website heeft het Team Gezondheidszorg een eigen online platform om haar ruime juridische expertise op het gebied van gezondheidszorg te delen en om met u in contact te blijven.
Volg het team ook op Twitter via @Rechtindezorg
Over Vereniging Privacy Recht (VPR)De VPR biedt een platform voor het bevorderen van de kwaliteit van (privacy) wetgeving. De Vereniging geeft hier vorm aan door het verder ontwikkelen van het rechtsgebied. De Vereniging beoogt een gesprekspartner te zijn voor (privacy) toezichthouders en andere beleidsmakers op het gebied van privacy en ontplooit diverse activiteiten, waar onder een Jaarcongres en privacydebatten over uiteenlopende ontwerpen. Informatie hierover is te vinden op www.verenigingprivacyrecht.nl.
Privacy in de Zorg – december 2014