een cursus in vier lessen les 1. wat zijn breuken? · wie is er bang voor breuken? een cursus in...
TRANSCRIPT
Wie is er bang voor breuken?
Een cursus in vier lessen
Les 1. Wat zijn breuken?
Jan van de Craats
Stichting Goed Rekenonderwijs
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
1_5
1_5
1_5
1_5 1_
5
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
1_5
1_5
1_5
1_5 1_
5
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Een pizza verdelen
Je hebt één pizza voor vijf personen.
Die wil je eerlijk verdelen. Hoe doe je dat?
1_5
1_5
1_5
1_5 1_
5
Iedereen krijgt een-vijfde pizza.
Een-vijfde is een breuk.
Die breuk schrijf je zó:15
In rekentaal: 1 : 5 =15
Dus: 1 gedeeld door 5 is15
(één pizza verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder een-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
1_5
1_5
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
1_5
1_5
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
1_5
1_5
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Twee pizza’s eerlijk verdelen
Nu met twee pizza’s voor vijf personen.
1_5
1_5
Verdeel de pizza’s weer elk in vijf gelijkestukken en geef nu iedereen twee stuk-ken.
Ieder krijgt dus 2 maal15
pizza.
Dat samen schrijf je als de breuk25
In rekentaal: 2 : 5 =25
Dus: 2 gedeeld door 5 is25
(twee pizza’s verdeeld over vijf
personen geeft voor ieder twee-vijfde pizza).
Wat hebben we geleerd?
Twee pizza’s eerlijk verdelen onder vijf personen:
2 : 5 =25
25
= 2× 15
dus 2 : 5 = 2× 15
in woorden: 2 gedeeld door 5
is hetzelfde als 2 maal15
En we wisten natuurlijk al dat 5× 15
= 1
Wat hebben we geleerd?
Twee pizza’s eerlijk verdelen onder vijf personen:
2 : 5 =25
25
= 2× 15
dus 2 : 5 = 2× 15
in woorden: 2 gedeeld door 5
is hetzelfde als 2 maal15
En we wisten natuurlijk al dat 5× 15
= 1
Wat hebben we geleerd?
Twee pizza’s eerlijk verdelen onder vijf personen:
1_5
1_5
2 : 5 =25
25
= 2× 15
dus 2 : 5 = 2× 15
in woorden: 2 gedeeld door 5
is hetzelfde als 2 maal15
En we wisten natuurlijk al dat 5× 15
= 1
Wat hebben we geleerd?
Twee pizza’s eerlijk verdelen onder vijf personen:
1_5
1_5
2 : 5 =25
25
= 2× 15
dus 2 : 5 = 2× 15
in woorden: 2 gedeeld door 5
is hetzelfde als 2 maal15
En we wisten natuurlijk al dat 5× 15
= 1
Wat hebben we geleerd?
Twee pizza’s eerlijk verdelen onder vijf personen:
1_5
1_5
2 : 5 =25
25
= 2× 15
dus 2 : 5 = 2× 15
in woorden: 2 gedeeld door 5
is hetzelfde als 2 maal15
En we wisten natuurlijk al dat 5× 15
= 1
Wat hebben we geleerd?
Twee pizza’s eerlijk verdelen onder vijf personen:
1_5
1_5
2 : 5 =25
25
= 2× 15
dus 2 : 5 = 2× 15
in woorden: 2 gedeeld door 5
is hetzelfde als 2 maal15
En we wisten natuurlijk al dat 5× 15
= 1
Wat hebben we geleerd?
Verder geldt:
5× 25
= 2
want elk van de vijf personen heeft een portie van25
pizza
gekregen, en samen hebben ze 2 pizza’s verdeeld:
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5 1
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5 1
2_5
2_5
2_5
2_5
2_5
2
Wat hebben we geleerd?
Verder geldt:
5× 25
= 2
want elk van de vijf personen heeft een portie van25
pizza
gekregen, en samen hebben ze 2 pizza’s verdeeld:
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5 1
1_5
1_5
1_5
1_5
1_5 1
2_5
2_5
2_5
2_5
2_5
2
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
1_7
1_7
1_7
1_7
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
1_7
1_7
1_7
1_7
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
1_7
1_7
1_7
1_7
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Vier pizza’s voor zeven personen
Nu met vier pizza’s voor zeven personen.
1_7
1_7
1_7
1_7
Verdeel elke pizza in zeven ge-lijke stukken en geef iedereenvier stukken.
Ieder krijgt dus 4 maal17
pizza.
Dat is samen de breuk47
In rekentaal: 4 : 7 =47
Dus: 4 gedeeld door 7 is47
(vier pizza’s verdeeld over zeven
personen geeft voor ieder vier-zevende pizza).
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Vier pizza’s eerlijk verdelen onder zeven personen:
4 : 7 =47
47
= 4× 17
dus 4 : 7 = 4× 17
in woorden: 4 gedeeld door 7
is hetzelfde als 4 maal17
En we wisten natuurlijk al dat 7× 17
= 1
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Vier pizza’s eerlijk verdelen onder zeven personen:
4 : 7 =47
47
= 4× 17
dus 4 : 7 = 4× 17
in woorden: 4 gedeeld door 7
is hetzelfde als 4 maal17
En we wisten natuurlijk al dat 7× 17
= 1
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Vier pizza’s eerlijk verdelen onder zeven personen:
1_7
1_7
1_7
1_7
4 : 7 =47
47
= 4× 17
dus 4 : 7 = 4× 17
in woorden: 4 gedeeld door 7
is hetzelfde als 4 maal17
En we wisten natuurlijk al dat 7× 17
= 1
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Vier pizza’s eerlijk verdelen onder zeven personen:
1_7
1_7
1_7
1_7
4 : 7 =47
47
= 4× 17
dus 4 : 7 = 4× 17
in woorden: 4 gedeeld door 7
is hetzelfde als 4 maal17
En we wisten natuurlijk al dat 7× 17
= 1
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Vier pizza’s eerlijk verdelen onder zeven personen:
1_7
1_7
1_7
1_7
4 : 7 =47
47
= 4× 17
dus 4 : 7 = 4× 17
in woorden: 4 gedeeld door 7
is hetzelfde als 4 maal17
En we wisten natuurlijk al dat 7× 17
= 1
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Vier pizza’s eerlijk verdelen onder zeven personen:
1_7
1_7
1_7
1_7
4 : 7 =47
47
= 4× 17
dus 4 : 7 = 4× 17
in woorden: 4 gedeeld door 7
is hetzelfde als 4 maal17
En we wisten natuurlijk al dat 7× 17
= 1
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Verder:
7× 47
= 4
want elk van de 7 personen heeft een portie van47
pizza
gekregen, en samen hebben ze 4 pizza’s verdeeld:
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
4_7
4_7
4_7
4_7
4_7
4_7
4_7
4
Wat hebben we geleerd over de breuk 47?
Verder:
7× 47
= 4
want elk van de 7 personen heeft een portie van47
pizza
gekregen, en samen hebben ze 4 pizza’s verdeeld:
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7
1_7 1
4_7
4_7
4_7
4_7
4_7
4_7
4_7
4
Nog een voorbeeld: de breuk 34
Bij de breuk 34 verdeel je 3 pizza’s eerlijk onder 4 mensen:
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
3_4
3_4
3_4
3_4
3
De bijbehorende rekensommen zijn:
3 : 4 =34
34
= 3× 14
4× 34
= 3
Nog een voorbeeld: de breuk 34
Bij de breuk 34 verdeel je 3 pizza’s eerlijk onder 4 mensen:
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
3_4
3_4
3_4
3_4
3
De bijbehorende rekensommen zijn:
3 : 4 =34
34
= 3× 14
4× 34
= 3
Nog een voorbeeld: de breuk 34
Bij de breuk 34 verdeel je 3 pizza’s eerlijk onder 4 mensen:
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
3_4
3_4
3_4
3_4
3
De bijbehorende rekensommen zijn:
3 : 4 =34
34
= 3× 14
4× 34
= 3
Nog een voorbeeld: de breuk 34
Bij de breuk 34 verdeel je 3 pizza’s eerlijk onder 4 mensen:
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
3_4
3_4
3_4
3_4
3
De bijbehorende rekensommen zijn:
3 : 4 =34
34
= 3× 14
4× 34
= 3
Nog een voorbeeld: de breuk 34
Bij de breuk 34 verdeel je 3 pizza’s eerlijk onder 4 mensen:
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
3_4
3_4
3_4
3_4
3
De bijbehorende rekensommen zijn:
3 : 4 =34
34
= 3× 14
4× 34
= 3
Nog een voorbeeld: de breuk 34
Bij de breuk 34 verdeel je 3 pizza’s eerlijk onder 4 mensen:
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
1_4
1_4
1_4
1_4 1
3_4
3_4
3_4
3_4
3
De bijbehorende rekensommen zijn:
3 : 4 =34
34
= 3× 14
4× 34
= 3
Oefening (huiswerk)
Op elke regel hieronder staan de drie rekensommen bij éénbreuk. Teken bij elke regel zelf de rechthoekige schema’s metpizzastukken, en controleer daarmee telkens de drierekenregels.
3 : 5 =35
35
= 3× 15
5× 35
= 3
5 : 8 =58
58
= 5× 18
8× 58
= 5
2 : 9 =29
29
= 2× 19
9× 29
= 2
3 : 7 =37
37
= 3× 17
7× 37
= 3
Oefening (huiswerk)
Op elke regel hieronder staan de drie rekensommen bij éénbreuk. Teken bij elke regel zelf de rechthoekige schema’s metpizzastukken, en controleer daarmee telkens de drierekenregels.
3 : 5 =35
35
= 3× 15
5× 35
= 3
5 : 8 =58
58
= 5× 18
8× 58
= 5
2 : 9 =29
29
= 2× 19
9× 29
= 2
3 : 7 =37
37
= 3× 17
7× 37
= 3
Oefening (huiswerk)
Op elke regel hieronder staan de drie rekensommen bij éénbreuk. Teken bij elke regel zelf de rechthoekige schema’s metpizzastukken, en controleer daarmee telkens de drierekenregels.
3 : 5 =35
35
= 3× 15
5× 35
= 3
5 : 8 =58
58
= 5× 18
8× 58
= 5
2 : 9 =29
29
= 2× 19
9× 29
= 2
3 : 7 =37
37
= 3× 17
7× 37
= 3
Oefening (huiswerk)
Op elke regel hieronder staan de drie rekensommen bij éénbreuk. Teken bij elke regel zelf de rechthoekige schema’s metpizzastukken, en controleer daarmee telkens de drierekenregels.
3 : 5 =35
35
= 3× 15
5× 35
= 3
5 : 8 =58
58
= 5× 18
8× 58
= 5
2 : 9 =29
29
= 2× 19
9× 29
= 2
3 : 7 =37
37
= 3× 17
7× 37
= 3
Oefening (huiswerk)
Op elke regel hieronder staan de drie rekensommen bij éénbreuk. Teken bij elke regel zelf de rechthoekige schema’s metpizzastukken, en controleer daarmee telkens de drierekenregels.
3 : 5 =35
35
= 3× 15
5× 35
= 3
5 : 8 =58
58
= 5× 18
8× 58
= 5
2 : 9 =29
29
= 2× 19
9× 29
= 2
3 : 7 =37
37
= 3× 17
7× 37
= 3
Oefening (huiswerk)
Op elke regel hieronder staan de drie rekensommen bij éénbreuk. Teken bij elke regel zelf de rechthoekige schema’s metpizzastukken, en controleer daarmee telkens de drierekenregels.
3 : 5 =35
35
= 3× 15
5× 35
= 3
5 : 8 =58
58
= 5× 18
8× 58
= 5
2 : 9 =29
29
= 2× 19
9× 29
= 2
3 : 7 =37
37
= 3× 17
7× 37
= 3
Breukstreep, teller en noemer
In een breuk zoals79
staan twee getallen onder elkaar,
gescheiden door een breukstreep.
Boven de streep staat de teller 7.
Onder de streep staat de noemer 9.
Soms wordt ook een schuine breukstreep gebruikt.
Dan schrijf je 7/9 in plaats van79
.
In deze lessen zullen we echter uitsluitend horizontale breukstrepengebruiken.
Breukstreep, teller en noemer
In een breuk zoals79
staan twee getallen onder elkaar,
gescheiden door een breukstreep.
Boven de streep staat de teller 7.
Onder de streep staat de noemer 9.
Soms wordt ook een schuine breukstreep gebruikt.
Dan schrijf je 7/9 in plaats van79
.
In deze lessen zullen we echter uitsluitend horizontale breukstrepengebruiken.
Breukstreep, teller en noemer
In een breuk zoals79
staan twee getallen onder elkaar,
gescheiden door een breukstreep.
Boven de streep staat de teller 7.
Onder de streep staat de noemer 9.
Soms wordt ook een schuine breukstreep gebruikt.
Dan schrijf je 7/9 in plaats van79
.
In deze lessen zullen we echter uitsluitend horizontale breukstrepengebruiken.
Breukstreep, teller en noemer
In een breuk zoals79
staan twee getallen onder elkaar,
gescheiden door een breukstreep.
Boven de streep staat de teller 7.
Onder de streep staat de noemer 9.
Soms wordt ook een schuine breukstreep gebruikt.
Dan schrijf je 7/9 in plaats van79
.
In deze lessen zullen we echter uitsluitend horizontale breukstrepengebruiken.
Twee rekenregels voor breuken
In de vorige voorbeelden zagen we de volgende rekenregel:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld:
Delen door 5 is hetzelfde als vermenigvuldigen met15
.
Bijvoorbeeld: 4 : 5 = 4× 15
We zagen ook de volgende rekenregel:
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 47
= 4
Twee rekenregels voor breuken
In de vorige voorbeelden zagen we de volgende rekenregel:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld:
Delen door 5 is hetzelfde als vermenigvuldigen met15
.
Bijvoorbeeld: 4 : 5 = 4× 15
We zagen ook de volgende rekenregel:
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 47
= 4
Twee rekenregels voor breuken
In de vorige voorbeelden zagen we de volgende rekenregel:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld:
Delen door 5 is hetzelfde als vermenigvuldigen met15
.
Bijvoorbeeld: 4 : 5 = 4× 15
We zagen ook de volgende rekenregel:
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 47
= 4
Twee rekenregels voor breuken
In de vorige voorbeelden zagen we de volgende rekenregel:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld:
Delen door 5 is hetzelfde als vermenigvuldigen met15
.
Bijvoorbeeld: 4 : 5 = 4× 15
We zagen ook de volgende rekenregel:
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 47
= 4
Breuken op de getallenlijn
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
(noemers 2)
0 1 2 3
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
10__3
(noemers 3)
0 1 2 3
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
13__4
(noemers 4)
0 1 2 3
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
16__5
17__5
(noemers 5)
0 1 2 3
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
19__6
20__6
(noemers 6)
Breuken op de getallenlijn
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
(noemers 2)
0 1 2 3
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
10__3
(noemers 3)
0 1 2 3
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
13__4
(noemers 4)
0 1 2 3
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
16__5
17__5
(noemers 5)
0 1 2 3
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
19__6
20__6
(noemers 6)
Breuken op de getallenlijn
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
(noemers 2)
0 1 2 3
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
10__3
(noemers 3)
0 1 2 3
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
13__4
(noemers 4)
0 1 2 3
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
16__5
17__5
(noemers 5)
0 1 2 3
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
19__6
20__6
(noemers 6)
Breuken op de getallenlijn
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
(noemers 2)
0 1 2 3
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
10__3
(noemers 3)
0 1 2 3
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
13__4
(noemers 4)
0 1 2 3
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
16__5
17__5
(noemers 5)
0 1 2 3
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
19__6
20__6
(noemers 6)
Breuken op de getallenlijn
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
(noemers 2)
0 1 2 3
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
10__3
(noemers 3)
0 1 2 3
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
13__4
(noemers 4)
0 1 2 3
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
16__5
17__5
(noemers 5)
0 1 2 3
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
19__6
20__6
(noemers 6)
Breuken op de getallenlijn
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
(noemers 2)
0 1 2 3
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
10__3
(noemers 3)
0 1 2 3
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
13__4
(noemers 4)
0 1 2 3
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
16__5
17__5
(noemers 5)
0 1 2 3
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
19__6
20__6
(noemers 6)
Nog meer breuken in beeld
0_9
1_9
2_9
3_9
4_9
5_9
6_9
7_9
8_9
9_9
10__9
11__9
12__9
13__9
14__9
15__9
16__9
17__9
18__9
19__9
20__9
21__9
22__9
23__9
24__9
25__9
26__9
27__9
0_8
1_8
2_8
3_8
4_8
5_8
6_8
7_8
8_8
9_8
10__8
11__8
12__8
13__8
14__8
15__8
16__8
17__8
18__8
19__8
20__8
21__8
22__8
23__8
24__8
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
7_2
8_2
9_2
Alle breukenmet dezelfdenoemer zijnop ééngetallenlijnnaast elkaargetekend.
Nog meer breuken in beeld
0_9
1_9
2_9
3_9
4_9
5_9
6_9
7_9
8_9
9_9
10__9
11__9
12__9
13__9
14__9
15__9
16__9
17__9
18__9
19__9
20__9
21__9
22__9
23__9
24__9
25__9
26__9
27__9
0_8
1_8
2_8
3_8
4_8
5_8
6_8
7_8
8_8
9_8
10__8
11__8
12__8
13__8
14__8
15__8
16__8
17__8
18__8
19__8
20__8
21__8
22__8
23__8
24__8
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
0 1 2 3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
7_2
8_2
9_2
Alle breukenmet dezelfdenoemer zijnop ééngetallenlijnnaast elkaargetekend.
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
Hebben we nu alle breuken in beeld?
We kennen nu alle breuken met een noemer 2 of groter.
Zijn er ook breuken met noemer 1?
Ja! Een breuk is immers de uitkomst van een deling:
74
= 7 : 4
Maar dan moet71
de uitkomst van 7 : 1 zijn, en dat is 7, dus
7 : 1 =71
= 7
Het klopt ook met de pizza’s, want als je 7 pizza’s onder 1persoon moet verdelen, krijgt die persoon ze alle zeven!
De breuken met noemer 1 zijn dus de hele getallen!
0_9
1_9
2_9
3_9
4_9
5_9
6_9
7_9
8_9
9_9
10__9
11__9
12__9
13__9
14__9
15__9
16__9
17__9
18__9
19__9
20__9
21__9
22__9
23__9
24__9
25__9
26__9
27__9
0_8
1_8
2_8
3_8
4_8
5_8
6_8
7_8
8_8
9_8
10__8
11__8
12__8
13__8
14__8
15__8
16__8
17__8
18__8
19__8
20__8
21__8
22__8
23__8
24__8
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
7_2
8_2
9_2
0 = 0_1 1 = 1_1 2 = 2_1 3 = 3_1Hiernaast zieje alle breukenkleiner dan ofgelijk aan 3met noemersvan 1 tot enmet 9.
Let op:breuken metnoemer 0bestaan niet!
0_9
1_9
2_9
3_9
4_9
5_9
6_9
7_9
8_9
9_9
10__9
11__9
12__9
13__9
14__9
15__9
16__9
17__9
18__9
19__9
20__9
21__9
22__9
23__9
24__9
25__9
26__9
27__9
0_8
1_8
2_8
3_8
4_8
5_8
6_8
7_8
8_8
9_8
10__8
11__8
12__8
13__8
14__8
15__8
16__8
17__8
18__8
19__8
20__8
21__8
22__8
23__8
24__8
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
0_6
1_6
2_6
3_6
4_6
5_6
6_6
7_6
8_6
9_6
10__6
11__6
12__6
13__6
14__6
15__6
16__6
17__6
18__6
0_5
1_5
2_5
3_5
4_5
5_5
6_5
7_5
8_5
9_5
10__5
11__5
12__5
13__5
14__5
15__5
0_4
1_4
2_4
3_4
4_4
5_4
6_4
7_4
8_4
9_4
10__4
11__4
12__4
0_3
1_3
2_3
3_3
4_3
5_3
6_3
7_3
8_3
9_3
0_2
1_2
2_2
3_2
4_2
5_2
6_2
7_2
8_2
9_2
0 = 0_1 1 = 1_1 2 = 2_1 3 = 3_1Hiernaast zieje alle breukenkleiner dan ofgelijk aan 3met noemersvan 1 tot enmet 9.
Let op:breuken metnoemer 0bestaan niet!
Opdrachten (huiswerk):
1. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 3
2. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 5
3. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 6
4. Maak nu zelf een schema zoals op de vorige dia met zevengetallenlijnen van 0 tot en met 4 onder elkaar.Teken daarop alle breuken met noemers kleiner dan ofgelijk aan 7.
Opdrachten (huiswerk):
1. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 3
2. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 5
3. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 6
4. Maak nu zelf een schema zoals op de vorige dia met zevengetallenlijnen van 0 tot en met 4 onder elkaar.Teken daarop alle breuken met noemers kleiner dan ofgelijk aan 7.
Opdrachten (huiswerk):
1. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 3
2. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 5
3. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 6
4. Maak nu zelf een schema zoals op de vorige dia met zevengetallenlijnen van 0 tot en met 4 onder elkaar.Teken daarop alle breuken met noemers kleiner dan ofgelijk aan 7.
Opdrachten (huiswerk):
1. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 3
2. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 5
3. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 6
4. Maak nu zelf een schema zoals op de vorige dia met zevengetallenlijnen van 0 tot en met 4 onder elkaar.Teken daarop alle breuken met noemers kleiner dan ofgelijk aan 7.
Opdrachten (huiswerk):
1. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 3
2. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 5
3. Teken een getallenlijn die loopt van 0 tot en met 4 metdaarop alle breuken met noemer 6
4. Maak nu zelf een schema zoals op de vorige dia met zevengetallenlijnen van 0 tot en met 4 onder elkaar.Teken daarop alle breuken met noemers kleiner dan ofgelijk aan 7.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1:
Een breuk is de uitkomst van een deling van hele getallen.
Bij elke breuk horen drie rekensommen. Voorbeeld bij 117 :
11 : 7 =117
117
= 11× 17
7× 117
= 11
In pizza-taal: als je 11 pizza’s eerlijk verdeelt over 7 personen,krijgt iedereen 11
7 pizza, dat is 11 maal 17 pizza.
In totaal zijn er dan 7 porties van 117 pizza verdeeld, dat is
samen 11 pizza’s.
Samenvatting van Les 1 (vervolg):
Rekenregels:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld: 5 : 7 is hetzelfde als 5× 17
.
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 57
= 5
Samenvatting van Les 1 (vervolg):
Rekenregels:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld: 5 : 7 is hetzelfde als 5× 17
.
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 57
= 5
Samenvatting van Les 1 (vervolg):
Rekenregels:
1. Delen door een heel getal is hetzelfde als vermenigvuldigenmet de bijbehorende breuk met teller 1.
Voorbeeld: 5 : 7 is hetzelfde als 5× 17
.
2. Als je een breuk met zijn noemer vermenigvuldigt, dan krijgje als uitkomst de teller.
Voorbeeld: 7× 57
= 5
Samenvatting van Les 1 (vervolg):
Elke breuk heeft zijn eigen plaats op de getallenlijn.
Voorbeeld: 117 vind je door de getallenlijn vanaf 0 te verdelen
in stapjes van 17 . Na 7 stapjes ben je dan bij 1, en na 11 stapjes
bij de breuk 117 .
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
22__7
23__7
11__7
0 1 2 3
Ook hier zie je dat 11× 17 = 11
7
Samenvatting van Les 1 (vervolg):
Elke breuk heeft zijn eigen plaats op de getallenlijn.
Voorbeeld: 117 vind je door de getallenlijn vanaf 0 te verdelen
in stapjes van 17 . Na 7 stapjes ben je dan bij 1, en na 11 stapjes
bij de breuk 117 .
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
22__7
23__7
11__7
0 1 2 3
Ook hier zie je dat 11× 17 = 11
7
Samenvatting van Les 1 (vervolg):
Elke breuk heeft zijn eigen plaats op de getallenlijn.
Voorbeeld: 117 vind je door de getallenlijn vanaf 0 te verdelen
in stapjes van 17 . Na 7 stapjes ben je dan bij 1, en na 11 stapjes
bij de breuk 117 .
0_7
1_7
2_7
3_7
4_7
5_7
6_7
7_7
8_7
9_7
10__7
11__7
12__7
13__7
14__7
15__7
16__7
17__7
18__7
19__7
20__7
21__7
22__7
23__7
11__7
0 1 2 3
Ook hier zie je dat 11× 17 = 11
7