een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · een plus voor de plusgroep! kim neefjes 2 voorwoord...

86
Een plus voor de plusgroep Onderzoeksverslag naar het oprichten van een plusgroep binnen basisschool De Caegh: Hoe dit binnen het jaar 2012/2013 te realiseren valt en welke organisatie hier aan ten grondslag ligt. School: Hogeschool INHolland Locatie: Alkmaar Opleiding: Pabo (voltijd) Jaar van opleiding: 4 Opdrachtgever: Basisschool De Caegh Locatie: Obdam Auteur: Kim Neefjes Studentnummer: 448958 Periode: September 2012 t/m januari 2013

Upload: others

Post on 28-Sep-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep Onderzoeksverslag naar het oprichten van een plusgroep binnen basisschool De

Caegh: Hoe dit binnen het jaar 2012/2013 te realiseren valt en welke organisatie

hier aan ten grondslag ligt.

School: Hogeschool INHolland Locatie: Alkmaar Opleiding: Pabo (voltijd) Jaar van opleiding: 4 Opdrachtgever: Basisschool De Caegh Locatie: Obdam Auteur: Kim Neefjes Studentnummer: 448958 Periode: September 2012 t/m januari 2013

Page 2: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

1

Mijn broertje

Eerst had ik een broertje

Dat was heel normaal

Maar als ik daar op terug kijk

Lijkt dat net een verzonnen verhaal

Hij ziet de wereld niet zoals wij

Soms te vrolijk en soms te vrij

Aan de buitenkant zie je het niet

Maar toch doet het me veel verdriet

Dat komt hij heeft autisme

Hij is vaak boos en reageert dan onverwacht

Omdat de dingen niet zo gaan

Zoals hij in zijn hoofd heeft bedacht

Hij zit op een speciale school in een speciale klas

En daardoor kan hij weer worden wie hij eigenlijk al was!

(Eline, hoogbegaafde leerling uit groep 7, leerling uit de plusgroep De Duiventil in Hoorn)

Page 3: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

2

Voorwoord Alkmaar, 25 – 10 – 2012

Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment dat ik hiermee startte, werd ik overladen

met informatie over de verschillen tussen leerlingen. Iedere leerling is anders: Iedere leerling heeft

andere behoeften, andere interesses en komt uit een andere thuissituatie.

Deze verschillende uitgangspunten maken het zo belangrijk om differentiatie toe te passen in een

groep, om er voor te zorgen dat iedere leerling op zijn of haar niveau les krijgt en zich daardoor ook

op zijn of haar gemak voelt. Ik leerde dat er een bepaalde groep leerlingen is die ook begeleiding

buiten de groep nodig heeft, omdat alleen de differentiatie binnen een groep bij deze leerlingen niet

helpt. Dit zijn de leerlingen die extra zorg nodig hebben: Waarvoor handelingsplannen geschreven

moeten worden en die begeleiding krijgen van een intern begeleider. Dit zijn onder andere leerlingen

met autisme, ADHD, dyslexie of leerlingen die gewoonweg moeite hebben met leren. Het is goed dat

deze zorg er is, dat er zo veel aandacht aan wordt besteed. Naast de zorgleerlingen is er een groep

die vaak wordt vergeten en die erg onderschat wordt: de hoogbegaafde leerlingen.

Van alle lessen die ik de afgelopen vier jaar op de Pabo heb gehad, ging slechts één les over

hoogbegaafdheid. Dit geeft al aan in wat voor verhouding hoogbegaafde leerlingen staan ten

opzichte van de andere zorgleerlingen. Hoogbegaafde leerlingen zijn ook zorgleerlingen, ook deze

leerlingen hebben extra aandacht en begeleiding nodig. Dit wordt helaas vaak vergeten.

Doordat leerkrachten weinig kennis hebben over hoogbegaafdheid, worden veel hoogbegaafde

leerlingen niet opgemerkt. Wanneer deze leerlingen wel zijn opgemerkt, vinden de leerkrachten het

moeilijk om deze leerlingen de juiste begeleiding te geven. Wanneer de leerkrachten deze leerlingen

extra werk geven, hebben ze het idee dat de hoogbegaafde leerlingen hier wel hun weg in kunnen

vinden.

Het onderwerp hoogbegaafdheid is een onderwerp wat mij interesseert en waar ik graag onderzoek

naar wilde doen. Toen mijn stage op basisschool De Caegh rond was en ik hoorde dat er een

werkgroep excellentie1 op deze school werd opgericht, was voor mij snel duidelijk op welk

onderwerp ik mij ging richten: hoogbegaafdheid. dit onderzoek ben ik gaan samenwerken met

Marian Koning, de coördinator van de excellentiegroep die een studie naar zorgleerlingen heeft

gedaan. Tijdens haar afstudeeronderzoek is zij zich gaan richten op ontwikkelingsvoorsprongen in de

kleuterperiode (bij kleuters wordt de term hoogbegaafdheid nog niet gebruikt). Zij heeft een extra

kieskastje voor deze kleuters gemaakt. Ook zijn er Levelwerkboxen2 op De Caegh aangeschaft, waar

een andere collega zich mee bezig houdt. Voor mij was de taak te onderzoeken of het opzetten van

een plusgroep haalbaar zou zijn en welke organisatie hier het best bij zou passen.

1 De beschrijving van ‘excellentie’ vindt u in bijlage 1 2 De beschrijving van ‘Levelwerkboxen’ vindt u in bijlage 1

Page 4: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

3

Voor het schrijven van dit onderzoek wil ik een aantal mensen bedanken:

Marian Koning voor het samenwerken bij het opzetten van de plusgroep;

de werkgroep excellentie voor de tips en adviezen;

Anita Chrispijn voor het toelaten van mijn bezoek en het beantwoorden van vragen;

de leerlingen van de plusgroep De Duiventil in Hoorn voor het beantwoorden van de

vragenlijst.

In dit onderzoek vindt u mijn bevindingen en resultaten van het onderzoek. Ik heb hier met veel

enthousiasme aan gewerkt.

Veel leesplezier!

Kim Neefjes.

N.B. In de praktijk en theorie worden termen gebruikt als talentvolle leerlingen, excellente

leerlingen, meerbegaafde leerlingen, (hoog-)begaafde leerlingen etc. In dit verslag gebruik ik de

term hoogbegaafden of hoogbegaafdheid. Waar ik in dit onderzoek over hoogbegaafden spreek,

doel ik ook op de begaafde leerlingen voor wie een extra aanbod waardevol is.

Page 5: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

4

1.Samenvatting Er wordt vaak een verkeerd beeld geschetst over hoogbegaafde leerlingen. Veel mensen hebben het

idee dat hoogbegaafde leerlingen blij moeten zijn dat ze hoogbegaafd zijn en zien deze leerlingen

dan ook niet als zorgleerlingen. Dit zijn ze echter wel. Wanneer hoogbegaafde leerlingen niet de

juiste begeleiding krijgen, is het mogelijk dat ze hun capaciteiten niet juist benutten, wat kan leiden

tot nadelige gevolgen.

De Caegh is goed op weg om een juiste begeleiding aan hoogbegaafde leerlingen te geven.

Er wordt gebruik gemaakt van een vertrouwd protocol, er worden materialen voor hoogbegaafde

leerlingen ontwikkeld en aangeschaft (kieskastjes voor kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong en

Levelwerk) en er is een werkgroep excellentie opgericht. Wat De Caegh nog mist, is iets waar

hoogbegaafde leerlingen bijeen kunnen komen: een plusgroep.

De volgende onderzoeksvraag staat in dit onderzoek centraal:

Op welke manier kan de plusgroep op basisschool De Caegh worden opgestart om aan de behoeften

van de hoogbegaafde leerlingen te voldoen?

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een casestudy. Allereerst is er bronnenonderzoek gedaan.

Verder is er geobserveerd in een plusgroep op De Duiventil in Hoorn en er is geobserveerd in een

plusgroep in groep vier op De Caegh die tijdens dit onderzoek is opgestart. Daarnaast is er een open

ongestructureerd interview gehouden met een deskundige. Tot slot zijn er enquêtes onder de

leerlingen van de plusgroep van de Duiventil en de middenbouw op De Caegh afgenomen

(kwantitatief). (Ton Kallenberg, Onderzoeken in de onderwijspraktijk., 2011)

Uit de literatuur valt op te merken dat een leerling hoogbegaafd is wanneer hij hoge intellectuele

capaciteiten bezit, gemotiveerd is en creatief is. Het begrip ‘hoogbegaafdheid’ wordt onderzocht en

er wordt gekeken naar de verschillende kenmerken van hoogbegaafden en onderpresteerders.

In een plusgroep dienen de intelligentie, motivatie en creativiteit te worden gestimuleerd. Daarnaast

dient er rekening te worden gehouden met de verschillende interesses. Er zitten veel

organisatorische voorwaarden aan een plusgroep vast, die duidelijk moeten worden voorbereid.

Uit de eerste enquête uit het praktijkonderzoek blijkt dat de hoogbegaafde leerlingen zich prettig

voelen op De Caegh, wat betekent dat er minder aandacht hoeft te worden besteed aan de sociaal-

emotionele behoeften, in tegenstelling tot wat in de literatuur wordt gezegd. Of dit valide is, wordt in

de discussie besproken.

Uit de tweede enquête komen de interesses van de leerlingen naar voren die verwezenlijkt zouden

moeten worden in de plusgroep. Een aantal vakken waar de leerlingen opvallend geïnteresseerd in

zijn, zijn wiskunde en geschiedenis.

Er wordt geconcludeerd dat er voor de groepen drie, vier en vijf ieder apart een plusgroep zou

moeten worden opgericht. De leerlingen zullen één uur in de week deelnemen aan deze plusgroep.

Het is de bedoeling dat de verrijking die in de plusgroep geboden wordt ook geïmplementeerd wordt

in het reguliere onderwijs.

Page 6: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

5

In de discussie komt naar voren dat het literatuuronderzoek zeer valide is. In het

praktijkonderzoek wordt vooral gebruik gemaakt van enquêtes en van het interview.

De resultaten van de enquêtes zijn over het algemeen toepasbaar in dit proces. Ook is het interview

van zinvolle waarde geweest.

Tot slot wordt er een aanbeveling gedaan tot vervolgonderzoek. Hierin wordt aanbevolen om te

onderzoeken op wat voor manier je een aparte plusgroep in de middenbouw en in de bovenbouw

zou kunnen oprichten, zodat hoogbegaafde leerlingen van groep drie tot en met groep acht deel

zouden kunnen nemen aan de plusklas.

Page 7: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

6

Inhoud

Voorwoord ................................................................................................................................... 2

1.Samenvatting ............................................................................................................................. 4

2.Inleiding .................................................................................................................................... 8

2.1 Aanleiding van het onderzoek ....................................................................................................... 8

2.2 Onderzoeksvraag ........................................................................................................................... 9

2.3 Deelvragen..................................................................................................................................... 9

2.4 Kernbegrippen ............................................................................................................................... 9

2.5 Doelstelling .................................................................................................................................. 10

3.Methode .................................................................................................................................. 11

3.1 Onderzoeksbenadering ............................................................................................................... 11

3.2 Databronnen ............................................................................................................................... 12

3.3 Theoretisch model/stappenplan ................................................................................................. 14

Hieronder staat het theoretisch model/stappenplan weergeven, wat aangeeft wat het onderzoek

precies inhoudt. Op de volgende bladzijde staat de toelichting. ...................................................... 14

4.Resultaten literatuuronderzoek .................................................................................................16

4.1 Wat is hoogbegaafdheid? ............................................................................................................ 16

4.2 De verschillende kenmerken en signalering ................................................................................ 21

4.3 De behoeften ............................................................................................................................... 27

4.4 Wat is een plusgroep? ................................................................................................................. 33

4.5 Voorwaarden aan het opstarten van een plusgroep .................................................................. 34

4.6 Eisen voor de deelname aan een plusgroep ............................................................................... 38

5.Resultaten praktijkonderzoek ................................................................................................... 39

5.1 Wat doet De Caegh aan hoogbegaafdheid ten behoeve van onderwijsbeleid? ......................... 39

5.2 Voorwaarden aan het opstarten van een plusgroep op De Caegh ............................................. 41

5.3 Eisen voor de deelname aan de plusgroep op De Caegh ............................................................ 43

5.4 Het voldoen aan de behoeftes binnen de plusgroep op De Caegh ............................................. 44

6. Conclusie ................................................................................................................................ 50

6.1 Beantwoording onderzoeksvraag................................................................................................ 50

6.2 Discussie ...................................................................................................................................... 52

6.3 Adviezenlijst voor het oprichten van de plusgroep ..................................................................... 54

6.4 Aanbevelingen ............................................................................................................................. 56

Bibliografie ................................................................................................................................. 57

Bijlage 1: Begrippenlijst .........................................................................................................61

Page 8: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

7

Bijlage 2: De modules uit het DHH ........................................................................................ 62

Bijlage 3: De verschillende typen hoogbegaafde leerlingen .................................................... 64

Bijlage 4: Topiclist ................................................................................................................ 70

Bijlage 5: .............................................................................................................................. 71

Bijlage 6: Vragenlijst plusgroep ............................................................................................. 72

Bijlage 7: Het evaluatieformulier .......................................................................................... 74

Bijlage 8: Enquête waarbij het aantal hoogbegaafde leerlingen op De Caegh wordt onderzocht.

........................................................................................................................................... 79

Bijlage 9: Beoordelingsformulier onderzoeksrapportage ........................................................ 80

Bijlage 10: Toelichting op toetscriteria .................................................................................. 83

Page 9: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

8

2.Inleiding

2.1 Aanleiding van het onderzoek

Zorgleerlingen zijn tegenwoordig een ‘hot item’ binnen het onderwijs. Er wordt veel aandacht

besteed aan onder andere leerlingen die moeilijk leren, leerlingen met ADHD en leerlingen met

autisme. ‘In Nederland heeft ongeveer 3% van de leerlingen tussen vijf en veertien jaar ADHD’ (ADHD

bij kinderen, 2012). Er wordt door de leerkracht rekening met deze leerlingen gehouden, er worden

vaak intern begeleiders ingezet en er worden handelingsplannen voor deze leerlingen geschreven.

Dat is goed, want elke leerling heeft recht op gelijke kansen. En de andere leerlingen in de klas?

‘Die redden het wel’, denkt de leerkracht over het algemeen. Zolang ze voldoende scoren en goed

meedoen in de les, gaat het goed met deze leerlingen.

In de Volkskrant van 18 oktober 2012 (Berg, 2012) werd vermeld dat Nederlandse hoogbegaafde

leerlingen duidelijk minder presteren dan in andere landen. Uit Gronings onderzoek is gebleken dat

van de leerlingen die op basis van de Cito toets tot de beste vijf procent behoorden, één op de vier

het VWO niet haalt in de zes jaar die ervoor staan. In het Algemeen Dagblad van 17 oktober 2012

(Leraren snappen hoogbegaafde kinderen niet, 2012) werd gezegd dat één op de twee hoogbegaafde

studenten zijn middelbare schooldiploma niet haalt. Dit komt onder andere omdat ze

onderpresteren of omdat ze niet gemotiveerd zijn.

De laatste jaren is er al veel verbeterd en aan het onderwerp hoogbegaafdheid meer aandacht

besteed. Zo ook op basisschool De Caegh. Er is onder andere een werkgroep ‘excellentie’ opgestart.

De coördinator van deze werkgroep is Marian Koning. Zij heeft een studie gedaan naar zorgleerlingen

en heeft haar afstudeeronderwerp gericht op hoogbegaafdheid. Naar aanleiding van haar onderzoek

heeft ze een kieskastje in de kleuterbouw ontwikkeld voor kleuters met een

ontwikkelingsvoorsprong. Daarnaast zijn er Levelwerkboxen aangeschaft, die onder de leiding van

een andere leerkracht vallen. Ook is Marian van plan om regelmatig in een zorgvergadering even wat

aandacht te besteden aan hoogbegaafdheid, zodat alle leerkrachten hier over informatie krijgen.

Ondanks dat er veel verbeterd is, worden er echter nog niet genoeg maatregelen genomen op het

gebied van hoogbegaafdheid. Allereerst weten de leerkrachten nog te weinig van dit onderwerp af,

waardoor hoogbegaafde leerlingen, die niet opvallen, niet of minder snel gesignaleerd zullen

worden. Ook vinden de leerkrachten het moeilijk om adequaat te handelen wanneer leerlingen

uiteindelijk gediagnosticeerd zijn. Het informeren van de leerkrachten tijdens zorgvergaderingen is

een stap in de goede richting. Er is gevraagd om onderzoek te doen naar een plusgroep. Is er

daadwerkelijk behoefte aan een plusgroep? Kan dit worden opgezet binnen een schooljaar? Wat is

hier allemaal voor nodig? Dit is een goed initiatief, aangezien de creativiteit, motivatie en

intelligentie van de hoogbegaafde leerlingen tot nu toe nog niet volledig worden geprikkeld.

Het streven is, dat wanneer er op De Caegh gestart wordt met een plusgroep, de hoogbegaafde

leerlingen meer onder de aandacht gebracht zullen worden en dat het onderwerp hoogbegaafdheid

meer tussen de agendapunten zal komen te staan.

Page 10: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

9

2.2 Onderzoeksvraag

Op welke manier kan de plusgroep voor basisschool De Caegh worden opgestart om aan de

behoeften van de hoogbegaafde leerlingen te voldoen?

2.3 Deelvragen

Theorie

1. Wat houdt hoogbegaafdheid in?

2. Hoe herken je hoogbegaafde leerlingen? Wat zijn hun kenmerken?

3. Waar hebben hoogbegaafde leerlingen behoefte aan?

4. Wat houdt een plusgroep in?

5. Wat zijn de voorwaarden om een plusgroep op te starten?

6. Welke eisen worden gesteld aan leerlingen die deelnemen aan de plusgroep?

Praktijk

1. Wat doet De Caegh momenteel voor hoogbegaafde leerlingen ten behoeve van het

onderwijsbeleid?

2. Wat zijn de voorwaarden bij het opstarten van een plusgroep op De Caegh?

3. Welke eisen zou De Caegh moeten stellen aan de leerlingen die deelnemen aan de

plusgroep?

4. Hoe kunnen ze op De Caegh voldoen aan de verschillende behoeften van de leerlingen?

2.4 Kernbegrippen

Hoogbegaafdheid

Volgens Renzulli (1936) is hoogbegaafdheid een combinatie van een sterke motivatie, een

uitzonderlijke intelligentie en creativiteit. Clarks (1997) onderscheidt vier soorten intelligenties:

de cognitieve, de affectieve, de fysiekzintuiglijke en de intuïtieve intelligentie. Mönks (1932) vult dit

aan door aan te geven dat hoogbegaafdheid pas tot uiting kan komen, wanneer het gezin, de school

en vrienden hier positief mee omgaan (triadisch model). Deze term wordt gebruikt om aan te geven

dat deze mensen opvallende vaardigheden hebben. Als maatstaf wordt vaak een IQ test ingezet,

waarin het IQ hoger dan 130 moet zijn. (Gerven, 2002)

Begaafdheid

Begaafde leerlingen presteren bovengemiddeld in de klas en horen bij de top van de groep.

Het verschil tussen begaafde leerlingen en hoogbegaafde leerlingen is dat hoogbegaafde leerlingen

net even iets anders zijn en zich net even iets anders gedragen. Waarin begaafde leerlingen tevreden

zijn, zijn hoogbegaafde leerlingen kritisch. Waarin begaafde leerlingen een technicus zijn, zijn

hoogbegaafde leerlingen een uitvinder. Waarin begaafde leerlingen nauwkeurig kopiëren, creëren

hoogbegaafde leerlingen nieuwe projecten. Kortom: Hoogbegaafde leerlingen hebben een meer

onderzoekende en kritische houding. (Stichting Plato, 2012)

Plusklas

Veel scholen hebben een aangepast onderwijsaanbod voor hoogbegaafde leerlingen. Dit heet een

plusklas. Dit kan een buitenschoolse of een binnenschoolse plusklas zijn.

Page 11: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

10

In een buitenschoolse plusklas komen leerlingen van verschillende scholen één of

meer keer per week op een moederschool. Meestal is een bewijs van

hoogbegaafdheid een criterium voor toelating. De ouders betalen apart lesgeld.

Bij een binnenschoolse plusklas wordt binnen de school een plusklas geformeerd, vaak in de

bovenbouw. Er wordt individueel gewerkt aan leerstrategieën en cognitieve ontwikkelingen en in de

groep aan sociaal-emotionele en culturele ontwikkeling. (Trierum, 2007)

Plusgroep

Een plusgroep is in principe hetzelfde als een plusklas: Een aparte klas waaraan alleen hoogbegaafde

leerlingen deelnemen. Het grootste deel blijven ze in hun eigen groep. Een plusklas is groter.

Er worden grotere opdrachten gegeven en er wordt een langere tijd doorgebracht in een plusklas

dan in een plusgroep. (MSc., 2010)

Kinderen tussen de 6 en 9 jaar

Kinderen tussen de 6 en de 9 jaar zitten in de middenbouw van de basisschool (groep 3 t/m 5).

Kinderen van deze leeftijd krijgen interesse in sporten en wedstrijdjes. Jongens en meisjes spelen

vaak nog gescheiden. Ze leren de schoolse vaardigheden, ze gaan logisch nadenken en de verschillen

in leerstijlen worden zichtbaar. Op sociaal emotioneel gebied zijn vriendschappen heel belangrijk, de

identiteitsontwikkeling vindt plaats, de regelspellen zijn belangrijk en door de identiteitsontwikkeling

kan het pesten wel eens een rol spelen. (Liesbeth Schreuder, 2011)

2.5 Doelstelling De doelstelling is om voor de kerstvakantie 2012 in ieder geval een plusgroep in groep vier op te

zetten, onder leiding van een ouder. Wanneer een plusgroep in groep vier goed loopt, kan het zich

gaan uitbreiden naar een plusgroep in groep drie en een plusgroep in groep vijf, met ieder een

aparte ouder als begeleiding. Op deze manier wordt er in iedere groep gericht aandacht besteed aan

de hoogbegaafde leerlingen.

Page 12: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

11

3.Methode

3.1 Onderzoeksbenadering

De onderzoeksvraag is ontstaan nadat duidelijk was dat er behoefte was aan verbetering van het

lesprogramma voor hoogbegaafde leerlingen binnen De Caegh. Er is een excellentievergadering

opgericht en er wordt aan alle kanten gewerkt aan het verbeteren van het lesaanbod. Er werd

gevraagd te onderzoeken of een plusgroep meerwaarde had binnen De Caegh en of dit ook

daadwerkelijk te realiseren was binnen een jaar.

Dit onderzoek richt zich op de dagelijkse onderwijspraktijk en van alles daaromheen:

een praktijkonderzoek. Dit is een actieonderzoek: Een onderzoeksmethode waarbij een leerkracht of

een team de eigen onderwijspraktijk volgens een goed doordachte methodiek probeert te

verbeteren. (Ton Kallenberg, Onderzoeken in de onderwijspraktijk., 2011) In dit onderzoek is gebruik

gemaakt van verschillende typen onderzoek.

Dit onderzoek is een kwalitatief onderzoek. Dit houdt in dat er zo open mogelijk tegemoet wordt

getreden aan het onderzoeksprobleem. Er wordt in dit onderzoek gelijk aangesloten op de

onderwijskundige praktijk. Er is gebruik gemaakt van een casestudy, observaties, interviews en

bronnenonderzoek. Bij een kwantitatief onderzoek wordt op grote schaal gegevens verzameld en de

uitkomsten kunnen in getallen worden uitgedrukt. Dat is hier niet het geval. (Kallenberg, 2007)

Allereerst is er gebruik gemaakt van meerdere enquêtes: één enquête om na te gaan hoeveel

hoogbegaafde leerlingen er in iedere klas op De Caegh zitten, één enquête waarbij de sociaal-

emotionele kant van hoogbegaafde leerlingen is onderzocht en één enquête waarbij is na gegaan

wat de hoogbegaafde leerlingen graag zouden willen leren in een plusgroep. Het zijn deels gesloten

vragenlijsten en deels open vragenlijsten (de open vragenlijsten zijn de vragenlijsten over de

plusgroep). De enquêtes zijn statistisch verwerkt.(Ton Kallenberg, Enquete (survey), 2011)

Daarnaast is er gebruik gemaakt van een casestudy. In dit geval gaat het om de hoogbegaafde

leerlingen. Deze vorm wordt ingezet wanneer een bepaald probleem nog niet is uitgekristalliseerd.

Dat is hier het geval. De case die is onderzocht, is een voorbeeld voor alle hoogbegaafde leerlingen

op andere basisscholen. (Ton Kallenberg, Casestudy (gevalsstudie), 2011)

Tot slot is er gebruik gemaakt van ontwerpgericht en ontwikkelingsgericht onderzoek. Het levert een

directe bijdrage aan het oplossen van problemen in de praktijk. Het probleem is dat er te weinig

wordt aangeboden aan hoogbegaafde leerlingen, waardoor zij zich niet optimaal kunnen ontplooien.

Één van de oplossingen is het opzetten van een plusgroep. Bij ontwerpgericht onderzoek wordt er

geredeneerd vanuit een van tevoren opgezet en goed onderbouwd ontwerp. (Ton Kallenberg,

Ontwerpgericht en ontwikkelingsgericht onderzoek, 2011)

Page 13: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

12

3.2 Databronnen

Literatuur- of bronnenstudie

Door middel van bronnenstudie is vastgesteld wat er al bekend is over het onderwerp

hoogbegaafdheid en over de plusgroep. ‘Je kunt geen serieus onderzoek doen zonder eerst een

verkenning van de beschikbare literatuur over dat onderwerp te hebben ondernomen.’ (Ton

Kallenberg, Literatuur- of bronnenstudie, 2011). Het is belangrijk om literatuuronderzoek doen om

het onderzoek betrouwbaarder te maken. Daarnaast zullen de lezers van het onderzoek een helder

beeld krijgen over het onderwerp. Er is op verschillende manieren op zoek gegaan naar de literatuur.

Allereerst zijn er boeken geleend via de bibliotheek in Heerhugowaard en de bibliotheek op

INHolland Alkmaar. Er zijn verschillende websites bezocht via google, themasites (via bibliotheek

INHolland) en databanken (via bibliotheek INHolland). Op deze manier zijn er ook verschillende

artikelen bestudeerd. Er is gezocht op de volgende onderwerpen:

1. Hoogbegaafdheid: Hier ligt de focus op het volgende:

- Wat houdt hoogbegaafdheid precies in?

- Welke modellen horen hierbij?

- Wat zijn de kenmerken van deze leerlingen?

- Hoe gaat de signalering en het vervolg in zijn werk?

- Hoe herken je onderpresteerders?

- Hoe kun je het onderwijs aanpassen?

2. Begaafdheid: Wat is nou precies het verschil tussen hoogbegaafdheid en begaafdheid?

3. Plusgroep: Hier is de focus gelegd op het volgende:

- Wat houdt een plusgroep precies in?;

- Welke doelstellingen en eisen heeft een plusgroep?;

- Wat is het programma van een plusgroep?

4. Leerlingen uit de middenbouw: Hier is vooral gekeken naar de sociaal emotionele

ontwikkeling, zodat er rekening kon worden gehouden bij het opzetten van de plusgroep.

Vragenlijst

Een essentiële voorwaarde voor betrouwbare uitkomsten van een enquête is dat de kwaliteit van de

vragen die aan de respondenten worden voorgelegd goed zijn (Ton Kallenberg, Vragenlijst, 2011). Er

is bij de enquêtes rekening gehouden met de vragen die werden gesteld en bij de formulering

hiervan.

De vragen zijn toegespitst op de hoogbegaafde leerlingen uit de middenbouw van De Caegh en op de

hoogbegaafde leerlingen uit de midden- en bovenbouw van De Duiventil in Hoorn. Er is hierbij

gekeken naar de onderzoeksvraag. Aangezien de leerlingen jong zijn, moesten de vragen simpel

blijven en hadden ze begeleiding nodig bij het noteren van de antwoorden. Er zijn verschillende

soorten vragen in de enquêtes gebruikt:

1. Meerkeuzevraag. De hoogbegaafde leerlingen hebben bij de meerkeuzevragen steeds

kunnen kiezen uit de volgende antwoorden: helemaal mee eens, mee eens, mee oneens en

helemaal mee oneens. Dit zijn hoogbegaafde leerlingen uit de plusgroep van De Duiventil in

Hoorn (midden- en bovenbouw) en hoogbegaafde leerlingen die op De Caegh in aanmerking

komen voor de plusgroep (middenbouw).

Page 14: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

13

2. Open vraag. De hoogbegaafde leerlingen hebben gebruik gemaakt van

open vragen. Omdat deze groep niet zo groot was, was dit een reële optie. Dit

waren hoogbegaafde leerlingen uit de plusgroep van De Duiventil in Hoorn (midden- en

bovenbouw) en hoogbegaafde leerlingen die op De Caegh in aanmerking komen voor de

plusgroep (middenbouw). Ook konden de leerkrachten van de verschillende klassen invullen

hoeveel hoogbegaafde leerlingen zij in de klassen hadden. Dit was ook een open vraag.

Interview

Anita Chrispijn is geïnterviewd. Zij is leerkracht van de plusgroep op De Duiventil in Hoorn. Er is

bewust gekozen voor een interview omdat er dan exact kon worden verteld hoe zij tegenover

bepaalde kwesties staat.

Het werd gevoerd in een tweegesprek en het interview was niet gebonden aan het vaste format van

een van tevoren opgestelde vragenlijst. Er werd gebruik gemaakt van een open interview, waarbij er

wel een topiclist is samengesteld. Een open interview ziet er als volgt uit:

De vragen liggen niet vast: men gaat het gesprek open in;

Het interview is bedoeld om dieper inzicht te krijgen in visies en ervaringen van een beperkt

aantal respondenten (dit keer één);

Er is ver door gevraagd naar kennis en ervaringen van de respondent;

Men kan de regie kwijtraken: men heeft als onderzoeker een grote inhoudelijke inbreng in

het gesprek.

(Ton Kallenberg, Drie manieren om te interviewen, 2011)

Naast het interview met Anita Chrispijn, is er ook een interview gevoerd met de hoogbegaafde

leerlingen uit de groepen 3, 4 en 5. Dit is gedaan door middel van het invullen van de enquêtes.

Er is een enquête gecombineerd met een interview. Hierin is sprake van een semigestructureerd

interview: de vragen zijn vooraf opgeschreven (door middel van de enquête) maar wanneer de

kinderen met een eigen inbreng kwamen, is hier ook op in gegaan.

Observatie

‘Observeren is een goede manier om met behulp van de eigen zintuigen informatie te verzamelen

over het gedrag van de leerlingen. Men kijkt en luistert gericht naar het gedrag van leerlingen en

leerkrachten vanuit een bepaalde vraagstelling, die men van tevoren nauwkeurig heeft

vastgesteld.‘(Ton Kallenberg, Observatie, 2011) Er is geobserveerd in een plusgroep in Hoorn, die zich

richtte op groep 5, 6 en 7. Er is gebruik gemaakt van een ongestructureerde observatie. Dit is zo

objectief mogelijk gedaan.

Page 15: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

14

3.3 Theoretisch model/stappenplan

Hieronder staat het theoretisch model/stappenplan weergeven, wat aangeeft wat het onderzoek

precies inhoudt. Op de volgende bladzijde staat de toelichting.

1. Basisschoolleerlingen

2. Middenbouw

3. hoogbegaafden

4. Begaafden

- Verschil met

hoogbegaafd

en

5. Hoogbegaafden

- Inhoud

- Kenmerken

- Signalering

- Behoeften

- Modellen

- Typen

(onderpreste

erders) 6. Pluskinderen

7. Plusgroep

- Inhoud

8. Plusgroep groep 4

- Er wordt een

plusgroep

voor groep 4

opgericht.

Page 16: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

15

1. Dit onderzoek is gericht op basisschool leerlingen.

2. Er wordt onderzoek gedaan naar een plusgroep richting de middenbouw, vandaar dat het

model zich hier alleen op richt.

3. Er wordt niet gekeken naar de gehele middenbouw, er wordt alleen gekeken naar de

(hoog)begaafde leerlingen.

4. Deze leerlingen worden gesplitst in begaafden en hoogbegaafden. Allereerst wordt het

verschil tussen begaafden en hoogbegaafden onderzocht.

5. Daarna wordt er verdiept in de hoogbegaafden: Wat houdt hoogbegaafdheid precies in?

Wat zijn de kenmerken van hoogbegaafde leerlingen en hoe signaleer je ze? Waar hebben ze

behoefte aan? Welke modellen zijn er ontworpen voor deze leerlingen? Wat voor typen

hoogbegaafden heb je en wat zijn onderpresteerders?

6. De hoogbegaafde leerlingen zijn de pluskinderen. Er wordt onderzocht op wat voor manier je

deze kinderen in een plusgroep zou kunnen plaatsen.

7. Naar aanleiding van deze literatuurstudie wordt er gekeken naar het oprichten van een

plusgroep: Wat is dit exact? Wat is er allemaal voor nodig en wat houdt het in?

8. Tot slot wordt er een plusgroep opgestart in groep vier.

Page 17: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

16

4.Resultaten literatuuronderzoek

4.1 Wat is hoogbegaafdheid?

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op wat hoogbegaafdheid precies inhoudt. Er worden verschillende

modellen, theorieën en uitspraken met elkaar vergeleken. Er wordt gekeken naar het verschil tussen

begaafdheid en hoogbegaafdheid. Dit heeft als doel om het begrip ‘hoogbegaafdheid’ duidelijk in

kaart te krijgen en hiermee duidelijk voor ogen te krijgen met wat voor leerlingen er in dit onderzoek

gewerkt wordt.

De verschillende theorieën en modellen

Zolang er mensen bestaan, bestaan er al verschillen in begaafdheid. De één is begaafder dan de

ander en dat is al het geval sinds de mensheid bestaat. ‘Er bestaan veel voorbeelden van

hoogbegaafden die bijzondere prestaties leveren, zoals het 12-jarige meisje dat tot de Rotterdamse

universiteit werd toegelaten nadat zij de middelbare school in een jaar had doorlopen.’ (E.J. van

Houten - van den Bosch, 2007) Of Erik van den Boom, die op zijn 13e examen gymnasium deed en

nu, op z’n 15e dj en ambassadeur voor dance4life is. Maar sinds wanneer spreekt men nu echt van

hoogbegaafdheid? Dit is gestart bij de Franse psycholoog Binet. Hij heeft de IQ-test ontworpen naar

aanleiding van de vergeetcurve van Hermann Ebbinghaus. Dit deed Alfred Binet eind 19e eeuw.

(Alfred Binet, 2012). De test richtte zich op de verbale en performale ontwikkeling.

‘De verbale ontwikkeling richt zich op woorden en woordbetekenis, redeneren in taal en taalsymbool.

De performale ontwikkeling richt zich op het praktisch handelen, het oplossen van problemen en

deelproblemen’ (Verslag 'De verbaal/performaal kloof', 2000 - 2012)De IQ-test was te abstract.

Er werd gekeken naar de intelligentie van een mens, maar er werd niet verder gekeken.

Iemand hoeft namelijk niet hoogbegaafd te zijn wanneer het hoog scoort op een IQ-test. En het is

niet uitgesloten dat iemand hoogbegaafd is wanneer de leerling laag scoort op een IQ-test. Of

iemand hoogbegaafd is, heeft namelijk te maken met een combinatie van meerdere factoren. Zo

kwam allereerst Renzulli in 1978 met een nieuw ontworpen model. Volgens Renzulli bezit een

hoogbegaafde leerling de volgende capaciteiten: Bovengemiddelde vaardigheden, creativiteit en

motivatie. Volgens Minnaert kun je beter spreken van doorzettingsvermogen in plaats van motivatie.

Alleen de bovengemiddelde vaardigheden (IQ) kunnen getest worden. Volgens Resing en Blok spreek

je van een zeer begaafd kind als het IQ hoger is dan 130 en van een hoogbegaafd kind als er naast

een hoog IQ ook is voldaan aan andere criteria op het

gebied van cognitie en persoonlijkheid.

(Hoogeveen, 2004 - 2012)

Grafiek 1: Het model van Renzulli

Page 18: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

17

Het model van Renzulli werd in 1985 uitgebreid door het model van Mönks. In dit

model komen de drie cirkels van Renzulli voor, maar het wordt uitgebreid met

omgevingsfactoren. Hierin wordt duidelijk dat hoogbegaafde leerlingen moeten worden

gestimuleerd door de sociale omgeving.

De familie, school en vrienden zijn belangrijk voor een leerling die hoogbegaafd is.

Wanneer de omgeving niet serieus en positief reageert op deze leerling, zal het zich ook niet verder

ontwikkelen op dit gebied. (Mönks) Mönks is oprichter van het Centrum voor

Begaafdheidsonderzoek in Nijmegen en Antwerpen. (Hoogbegaafdheid, 2012)

Grafiek 2: Het meerfactorenmodel van Mönks

Op het gezin en de vrienden hebben de leerkrachten geen invloed, de leerkrachten kunnen de vrienden en ouders op zijn hoogst attenderen om hoogbegaafde leerlingen te blijven stimuleren. De leerkrachten kunnen tevens het creërend vermogen en de motivatie stimuleren.

Na het model van Renzulli en Mönks, kwam Heller in 1992 met een nieuw en uitgebreider model.

Het model van Heller volgt in feite weer op het model van Mönks. Mönks richtte zich namelijk op de

omgevingsfactoren. Heller werkt dit verder uit. Hij onderscheidt de niet cognitieve

persoonlijkheidskenmerken (omgang met stress, prestatiemotivatie, werk-/leerstrategieën, (faal)-

angst en locus of control) en de omgevingskenmerken (leerhouding in het gezin, gezinsklimaat,

kwaliteit van de instructie, klassenklimaat en ingrijpende gebeurtenissen).

De hoogbegaafdheidkenmerken (begaafdheidsfactoren) worden door bovenstaande beïnvloed.

De begaafdheidsfactoren uiten zich dan (afhankelijk van de niet-cognitieve

persoonlijkheidskenmerken en de omgevingskenmerken) in de prestatiedomeinen. (Heller)

Page 19: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

18

Grafiek 3: Het model van Heller

Vroeger werd er, ondanks bovenstaande modellen, weinig actie ondernomen voor hoogbegaafde

leerlingen. Deze leerlingen maakten dezelfde opdrachten als de andere leerlingen in de klas, en als

deze opdrachten af waren, kregen ze extra werk. Gelukkig is het nu anders. Sinds de overheid meer

aandacht besteedt aan hoogbegaafdheid, wordt er steeds meer bekommerd om hoogbegaafde

leerlingen. Op de meeste basisscholen wordt er gebruik gemaakt van signaleringsinstrumenten om

hoogbegaafden in beeld te brengen. Er zijn genoeg methodes ontwikkeld voor hoogbegaafde

leerlingen, het internet staat vol met materiaal en er zijn Leonardo scholen (scholen voor

hoogbegaafde leerlingen).

Wanneer ben je nu hoogbegaafd?

‘Hoeveel procent van de mensen hoogbegaafd is, hangt af van de omschrijving van hoogbegaafdheid.

Wanneer intelligentie volgens de normaalverdeling over de bevolking verspreid zou zijn, is 2,5 procent

van de bevolking hoogintelligent’ (IQ > 130). (E.J. van Houten-van den Bosch, 2007) Er wordt hier

alleen gekeken naar de intellectuele capaciteiten in het model van Mönks. Motivatie en creativiteit

worden hierbij niet genoemd.

Volgens de vereniging ‘Mensa ‘ ben je hoogbegaafd wanneer jouw IQ bij de hoogste twee procent

van de bevolking hoort. ‘Uitgaande van de verdeling van intelligentie en het aantal leerlingen in het

Nederlandse basisonderwijs gaat het dan om bijna 40.000 hoog- of zeerbegaafde leerlingen.

Op een gemiddelde basisschool zouden vijf hoog- of zeer begaafde leerlingen zitten (Ministerie van

Page 20: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

19

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2010) .’ Ook hier wordt er weer alleen

gekeken naar de intellectuele capaciteiten.

Mensalid Maud Kooijman probeerde de definitie van hoogbegaafdheid ooit eens te omschrijven.

Zij zei: ‘Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan.

Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Autonoom, gedreven en nieuwsgierig van aard. Hij

of zij schept plezier in creëren’. (Algemeen) (Hoogbegaafdheid, 2007 - 2012) Maud Kooijman kijkt niet

alleen naar de intelligentie. Zij heeft ook oog voor de motivatie en creativiteit.

Van Houten en van den Bosch beschrijven het verschil tussen hoogintelligent en hoogbegaafd.

Zij zeggen dat wanneer een IQ boven de 130 scoort, men hoogintelligent is. Wanneer men ook

beschikt over creativiteit en motivatie, dan spreek je van hoogbegaafd. (E.J. van Houten-van den

Bosch, 2007)

*Grafiek 4: De verdeling van IQ-scores onder de normaalverdeling

De normaalverdeling waarover gesproken is, staat hierboven.

Volgens de Groninger Intelligentietest voor Voortgezet Onderwijs ben je bovengemiddeld begaafd

wanneer je IQ tussen de 110 en 119 ligt, begaafd wanneer je IQ tussen de 120 en 129 ligt en

hoogbegaafd wanneer je IQ op de 130 of hoger licht. Met een IQ van 150 ben je een genie.

Page 21: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

20

Het verschil tussen begaafd en hoogbegaafd

Op de normaalverdeling en bij de toelichting is al vermeld wat het verschil is tussen begaafdheid en

hoogbegaafdheid. Maar hoe herken je deze verschillen?

Het verschil tussen begaafden en hoogbegaafden staat in tabel 1 hieronder.

Een begaafde leerling Een hoogbegaafde leerling

Beantwoordt de vragen Discussieert in detail, is kritisch, bewerkt stellingen

Presteert bovengemiddeld in de klas Kan bovengemiddeld maar ook gemiddeld of beneden gemiddeld presteren

Hoort bij de top van de groep Vaak een groep van 1 achter de anderen

Luistert met interesse Laat sterke gevoelens en opinies zien

Leert gemakkelijk Weet het vaak al

Herhaling nodig voor meesterschap Meesterschap na 1-2 repetities

Begrijpt ideeën Ontwikkelt en bewerkt ideeën

Geniet van leeftijdgenoten Prefereert vaak ouder gezelschap

Begrijpt de bedoeling of betekenis Onderzoekt de toepassingen

Maakt zijn werk af Start projecten

Kopieert nauwkeurig Creëert nieuwe projecten

Houdt van school Geniet van leren

Technicus Uitvinder

Is tevreden over eigen leren/kunnen Is hoogst zelfkritisch

(Stichting Plato, 2012) (Begaafd vs Hoogbegaafd, 2005) *Tabel 1: Het verschil tussen begaafdheid en hoogbegaafdheid

Uit de tabel kan worden opgemerkt dat hoogbegaafde leerlingen een meer onderzoekende houding

aantonen dan begaafde leerlingen.

Page 22: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

21

4.2 De verschillende kenmerken en signalering

In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de verschillende kenmerken van hoogbegaafde

leerlingen. Het is van belang om deze kenmerken te kennen, zodat je weet hoe je binnen de

plusgroep om moet gaan met deze leerlingen en om te weten welke leerlingen deel mogen nemen

aan de plusgroep. Daarna wordt ingegaan op de signalering. Hier wordt een korte beschrijving over

gegeven zodat men kan zien wat voor proces hoogbegaafde leerlingen doorlopen. Tot slot wordt er

aandacht besteed aan de onderpresteerders. Bij de beslissing welke leerlingen deel mogen nemen

aan de plusgroep, is het belangrijk dat onderpresteerders hier ook in worden betrokken en aan deze

leerlingen dient de juiste begeleiding te worden gegeven.

De kenmerken

‘Ongeveer 10% van alle leerlingen laat kenmerken zien van hoogbegaafdheid. Leerkrachten dienen

deze kenmerken te herkennen. Deze kenmerken kunnen zich alleen uiten wanneer de leerling in een

klas zit waar de kenmerken gestimuleerd worden. Leerlingen dienen op niveau les te krijgen.’

(Begaafdheidskenmerken) (Mensa, 2007 - 2012) Het is daarom belangrijk dat iedere leerkracht op de

hoogte is van de verschillende kenmerken en hier de juiste aanpak toepast.

De kenmerken voor hoogbegaafdheid verschillen per leerling. Iedere leerling uit zich op een andere

manier waardoor iedere hoogbegaafde leerling weer andere opvallende kenmerken vertoont.

Het zijn positieve en negatieve kenmerken. Van Houten en van den Bosch beschrijven in dit citaat

kort de belangrijkste positieve en negatieve kenmerken van de hoogbegaafde leerlingen.

‘Het grote vermogen van hoogbegaafden om problemen op te lossen, intellectuele leergierigheid,

betrokkenheid bij morele vraagstukken, gevoel voor humor en eigen effectiviteit zijn positieve

factoren die aan veerkracht bijdragen. De meest voorkomende problemen zijn onderpresteren,

verveling, perfectionisme (inclusief faalangst), onzekerheid, hyperactiviteit en psychosociale

problemen zoals gepest worden op school, eenzaamheid overgevoeligheid en een zwakke sociaal-

emotionele ontwikkeling.’ (E.J. van Houten-van den Bosch, 2007) Hieronder in tabel 2 staat een lijst

met kenmerken die hoogbegaafde leerlingen kunnen vertonen. Het hoeft dus niet te betekenen dat

een hoogbegaafde leerling al deze eigenschappen moet bezitten. Daarnaast zijn er nog wel meerdere

kenmerken dan hier beschreven staan. Andersom is ook het geval: Een leerling die veel van deze

gedragsaspecten vertoont, hoeft niet hoogbegaafd te zijn.

Cluster eigenschap Bijbehorende eigenschappen

1. Intelligentie heeft een IQ van meer dan 130

2. Vroege ontwikkeling is geestelijk vroegrijp, heeft een ontwikkelingsvoorsprong

is gericht op prikkels uit de omgeving

heeft op jonge leeftijd al gevoel voor objectpermanentie

heeft op jonge leeftijd ontwikkeling van psycho-motoriek

kan op jonge leeftijd lezen

is eerder met spreken

heeft vroege belangstelling voor cijfers en letters

geeft vroeg blijk van gedetailleerde kennis van de omgeving

kan al vroeg een voorbeeldmodel (onder andere lego) nabouwen

tekent op hoger niveau dan leeftijdsgenoten

heeft een vroege ontwikkeling van getalbegrip

Page 23: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

22

kan zich gemakkelijk leerstof uit hogere leerjaren eigen maken

heeft op jonge leeftijd al gevoel voor symboliek

kan al praten, lezen en schrijven op jonge leeftijd

is geestelijk vroegrijp

3. Uitblinken meerdere gebieden is zeer goed in rekenen/wiskunde

heeft zeer goed taalgebruik

heeft een grote woordenschat/adequaat woordgebruik

kan vroeg praten in samengestelde zinnen

is zeker niet goed in alles

4. Gemakkelijk kunnen leren is snel van begrip

kan complexe aanwijzingen makkelijk volgen

heeft een goed opmerkingsvermogen

kan leerstof snel verwerken

heeft een zeer goed geheugen

kan snel onthouden

kan snel lezen

kan snel denken

heeft een uitstekend geheugen en gebruik van informatie

heeft een leertempo 2 tot 5 keer zo (hoog) dan de gemiddelde leerling

5. Goed leggen van (causale) verbanden

kan gemakkelijk (causale) verbanden en relaties leggen

heeft de neiging om ideeën of dingen op een ongebruikelijke en niet voor de hand liggende manier te combineren

kan gemakkelijk betekenissen begrijpen

6. Makkelijk kunnen analyseren van problemen

kan snel problemen analyseren

is vaardig in het toepassen van oplossingsmethoden in diverse situaties

houdt vast in het oplossen van problemen

is vindingrijk in oplossingsmethoden

heeft plezier in het oplossen van problemen

heeft eigen (verschillende) oplossingsmethoden

kan goed omgaan met problemen: ziet snel wat relevant is en komt sneller tot essentie

7. Het maken van grote denksprongen

kan grotere leerstappen maken

kan grote denksprongen maken

8. Voorkeur voor abstractie kan goed abstract denken

generaliseert van bijzonder naar algemeen

overziet kennisgehelen

is een productieve denker

9. Hoge mate van zelfstandigheid

heeft weinig behoefte aan instructie

wil dingen op eigen manier doen (bijvoorbeeld eigen manier van rekenen)

wil zelf ontdekken

is zelfstandig

toont initiatief

neemt leiding

Page 24: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

23

is verantwoordelijk voor eigen handelen

reflecteert op eigen handelen

geeft de voorkeur aan zelfregulatie: besteedt soms wat meer tijd aan plannen, maar komt sneller tot besluitvorming

wil zelf en kan grotendeels zelf de benodigde kennis vergaren, onderzoeken, structureren en analyseren

10. Brede of juist specifieke interesse / hoge motivatie / veel energie

brede interesse

vraagt eindeloos waarom (internet)

heeft een hoge motivatie

neemt geen genoegen met halve informatie/ halve oplossingen

heeft grote doorzettingsvermogen/volharding

is intrinsiek gemotiveerd

is bereid om moeilijke taken op te nemen

is bereid om in eigen tijd verder te werken

is snel betrokken op het werk

heeft veel energie/onvermoeibaar

11. Creatief / origineel maakt onverwachte zijsprongen

is origineel

is een intuïtieve denker

heeft hekel aan routinetaken

heeft grote verbeeldingskracht

interesse in experimenteren en het dingen op andere manieren te doen/staat open voor nieuwe ervaringen

pakt zaken graag anders aan

is creatief

12. Perfectionistisch is perfectionistisch

13. Apart gevoel voor humor heeft een apart gevoel voor humor

groot gevoel voor humor

14. Hoge mate van concentratie langere aandachtsspanne, volharding en intense concentratie

is geconcentreerd

kan zich op jonge leeftijd buitengewoon lang concentreren

hoge mate van concentratie, lange aandachtsspanningsboog met betrekking tot interessegebieden

(Begaafdheidskenmerken) *Tabel 2: De kenmerken van hoogbegaafden

Hierboven worden veelal positieve kenmerken genoemd. In het artikel ‘Hoogbegaafdheid is geen

luxeprobleem’ uit het Parool van 22 september 2011 wordt vermeld dat er ook

ontwikkelingskenmerken zijn waar hoogbegaafde kinderen minder goed in zijn, zoals fietsen of

zwemmen doordat ze allerlei angsten hebben. In dit artikel komen verder vooral de

overgevoeligheid, de snelheid van denken en de creativiteit vooral aan bod.

Page 25: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

24

De signalering

Het is belangrijk om in het team eenduidig te zijn over het signaleren van een hoogbegaafde leerling.

Het beleid moet duidelijk zijn. Elke leerling heeft recht op onderwijs op maat, dus ook de

hoogbegaafde leerling. Voor hoogbegaafde leerlingen moet er een beleidsplan worden gemaakt.

Over het algemeen moet aan de punten worden gedaan die in tabel 3 weergeven worden.

Onderdeel Betreft

1. Algemene randvoorwaarden visie, draagvlak, deskundigheid alle teamleden, beschikbaarheid specifieke expertise, facilitering

2. Signalering en het vaststellen van (onderwijs)behoeften

vereiste deskundigheid, analyse van beschikbare subjectieve en objectieve gegevens afkomstig van diverse informatiebronnen, doelgerichte verzameling van aanvullende gegevens, gericht op het vaststellen van onderwijsbehoeften, borging doorgaande lijn

3. Aanpassingen in onderwijsaanbod en begeleiding

inzet ict, versnellen, compacten, verrijking binnen de eigen groep, verrijking buiten de eigen groep (verrijkingsklas)

4. Evaluatie evaluatie op leerling-niveau en op schoolniveau

5. Het opstellen van een beleidsstuk

informatie in schoolgids, diverse aandachtspunten voor de inhoud van het zorg-/beleidsplan

*Tabel 3: Voorwaarden bij signalering van een hoogbegaafde leerling

In de Trouw van 22 mei 2012 werd vermeld dat het etiket (in dit geval het etiket hoogbegaafdheid)

misschien wel erger is dan de kwaal. ‘een label, en de daarbij behorende verwachtingen, heeft

namelijk onvoorstelbaar veel invloed op iemands identiteit. Een diagnose heeft de kracht om iemands

leven te veranderen, en dat hoeft niet per se ten goede te zijn. Artsen noemen dit het nocebo-effect,

waarbij mensen van een suikerpil of geruststellend woord van de dokter niet opknappen, maar juist

zieker worden. Het nocebo-effect is een goede reden om terughoudend te zijn met het uitdelen van

etiketten, zeker bij kinderen, bij wie hun identiteit zich nog aan het vormen is.’ (Vaak is het beter om

een kind níet te testen op hoogbegaafdheid, 2012)Een nocebo-effect is het tegengestelde van een

placebo-effect. Het is daarom belangrijk om kinderen echt te testen en de naam ‘hoogbegaafdheid’

te geven als het ook daadwerkelijk relevant is.

Hoogbegaafde leerlingen ontdek je het snelst wanneer de leerkrachten deskundig zijn, de kenmerken

kennen en als het onderwijsaanbod structureel en gevarieerd is. ‘Uit onderzoek blijkt dat vijf van de

zes leerkrachten in het basisonderwijs zelf aangeven dat ze niet weten hoe ze moeten omgaan met de

echte slimmeriken (Marrewijk, 2010).’ Het is belangrijk om hoogbegaafdheid op een systematische

manier te herkennen en dus gebruik te maken van een signaleringsinstrument.

Op De Caegh maken ze gebruik van het instrument Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid van

E. van Gerven & S. Drent. Dit protocol is te vinden op het internet. De leerkrachten krijgen een

inlogcode (Signalering). 3

Andere protocollen die gebruikt kunnen worden, zijn Begaafdheid in beweging, Surplus

Begaafdencentrum, MHR (2005) en Sidi-R protocol, Bruin – de Boer ,A. de & Kuipers, J (2004) en het

Routeplan. 3 De beschrijving van de modules is te vinden in bijlage 2.

Page 26: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

25

Er kan nog verder worden doorgetoetst na het gebruik maken van het protocol

binnen de school.

Dit heet psychodiagnostisch onderzoek. Dit wordt gedaan door specifieke experts op het gebied van

hoogbegaafdheid. Dit kan worden gedaan bij Schoolbegeleidingsdiensten, Adviesbureaus voor

Opleiding en Beroep of particuliere bureaus. Bij particuliere bureaus moet je wel checken of deze

staan aangemeld bij het NIP, Nederlands Instituut van Psychologen of de NVO, Nederlandse

Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen. Deze instanties worden over het algemeen alleen

ingeschakeld als ouders en leerkrachten er niet uitkomen of het kind echt hoogbegaafd is (er kan

onenigheid ontstaan) of wanneer het kind niet tot hoogbegaafde prestaties kan komen (en het

waarschijnlijk wel hoogbegaafd is) (Diagnostiek).

De onderpresteerders

Naast de kenmerken voor hoogbegaafde leerlingen heb je ook de kenmerken voor

onderpresteerders. Deze leerlingen zijn moeilijker te signaleren dan de andere hoogbegaafde

leerlingen. Daarom is het van groot belang dat alle leerkrachten ook deze checklists kennen. De

onderpresteerders vind je ook terug in de profielen van Betts en Neihard, die op pagina 26 worden

beschreven. De kenmerken van de onderpresteerders, die onderzocht zijn door verschillende

auteurs, hieronder in tabel 4 terug te vinden.

Cluster kenmerk Bijbehorende kenmerken

1. Grote en uitzonderlijke kennis (+)

heeft kennis die nog niet in de groep is behandeld

heeft uitzonderlijk grote kennis van feiten

grote algemene ontwikkeling

2. Grote interesse (+) heeft op veel gebieden belangstelling en houdt ervan dingen te onderzoeken

leest veel of verzamelt in vrije tijd op andere manieren veel informatie

begrijpt en onthoudt onderwerpen uitstekend als hij geïnteresseerd is

interesse bij moeilijkere onderwerpen bij een werkstuk of spreekbeurt

3. Wisselend schoolwerk (+)

bij meer ingewikkelde vragen geeft leerling vaak het goede antwoord

heeft groot verschil in kwaliteit mondeling en schriftelijk werk

komt goed uit de verf bij individueel onderwijs op maat

4. Positief thuiswerk (+) werkt thuis verder aan zelf gekozen schoolprojecten

ontwikkelt thuis op eigen initiatief allerlei activiteiten

5. Grote verbeelding (+) heeft levendige verbeelding, is creatief

6. Hoge mate van sensitiviteit (+)

is sensitief in zijn waarneming van zichzelf en anderen

is gevoelig

7. Afnemende prestaties, wisselend schoolwerk (-)

steeds minder goede resultaten halen

presteert beneden (groeps)niveau bij rekenen taal of lezen

presteert op school redelijk tot slecht (soms alleen onder het eigen niveau)

slordig schrijven

houdt niet van 'drill and practice', van instampen of inprenten

mist bepaalde leerinhouden

mist instructiemomenten

selectief enthousiasme, voor nieuwe onderwerpen, maar niet voor uitwerkingen

8. Negatief gedrag (-) lastig en onaangepast gedrag

steeds om aandacht vragen

Verveling

Page 27: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

26

kan wegdromen

wijst pogingen van leraar of om hem te leren zich te gedragen volgens groepsnormen

9. Haperende sociaal-emotionele ontwikkeling (-)

ontevreden over verrichte werkzaamheden

vermijdt nieuwe activiteiten (om mislukking te voorkomen)

geeft blijk van negatieve zelfwaardering

heeft minderwaardigheidsgevoelens, kan wantrouwend of onverschillig zijn

doet niet graag mee aan groepsactiviteiten

heeft weinig vriendjes of vriendinnetjes

is minder populair bij leeftijdsgenootjes

zoekt vriendjes onder gelijkgestemden

10. Geringe taakgerichtheid (-)

zeer laag werktempo

huiswerk vaak niet af

stelt onrealistische doelen (te hoog of te laag)

snel afgeleid, moeite met taakgericht werken

Impulsief

geen duidelijk leertraject voor ogen

geen planner

korte spanningsboog

Vergeetachtig

voelt zich hulpeloos

wil niet geholpen worden, wil zelfstandig zijn

11. Negatieve houding (-)

wisselende motivatie

hekel aan routine

verzet zich tegen autoriteit

neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen daden (wijt mislukken aan anderen of aan de situatie)

staat onverschillig of afwijzend tegenover de school *Tabel 4: Kenmerken van onderpresteerders

(Onderpresterende leerlingen: kenmerken, 2013)

Page 28: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

27

4.3 De behoeften

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de behoeften van de hoogbegaafde leerlingen. Er wordt hierbij

gebruik gemaakt van de meervoudige intelligentie theorie van Howard Gardner, de verschillende

typen hoogbegaafde leerlingen komen aan bod en er wordt aandacht besteed aan het compacten en

verrijken van lesstof. Dit ten behoeve van het lesmateriaal binnen een plusgroep.

Binnen de plusgroep dient er rekening gehouden te worden met de behoeften van de pluskinderen.

Dit is niet makkelijk. Iedere leerling heeft namelijk weer andere talenten en behoeften. Daarom is er

gekeken naar het model van Howard Gardner waarin de intelligenties worden weergeven.

Er is geprobeerd binnen de plusgroep zoveel mogelijk intelligenties aan bod te laten komen.

Deze theorie is ontwikkeld in 1983. Hij gaat er van uit dat de bekwaamheid om te leren langs

verschillende intelligenties gaat. Dat zijn de volgende acht intelligenties: Verbaallinguïstische

intelligentie, logisch-mathematische intelligentie, visueel-ruimelijke intelligentie, muzikaal-ritmische

intelligentie, lichamelijke-kinesthetische, naturalistische intelligentie, interpersoonlijke intelligentie

en intrapersoonlijke intelligentie. Elke intelligentie volgt zijn eigen ontwikkelingstraject.

Als leerling kun je in verschillende intelligenties hoogbegaafd zijn. Het is uitzonderlijk dat een leerling

in alle acht de intelligenties hoogbegaafd is. Binnen één persoon kunnen er grote verschillen zijn

tussen de acht begaafdheidsgebieden. (Gardner)

*Grafiek 5: De meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner

Page 29: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

28

De verschillende typen

Om te voldoen aan de verschillende behoeften, dient er ook rekening gehouden te worden met de

verschillende typen hoogbegaafden. Er zijn volgens Betts en Neihart zes verschillende typen

hoogbegaafden.

84% van de hoogbegaafde kinderen is gelukkig en veroorzaakt geen verdere problemen. 16% van de

hoogbegaafde kinderen heeft hulp nodig. Elk hoogbegaafd kind is anders, elk hoogbegaafd kind heeft

weer andere kenmerken en wordt weer beïnvloed door andere interne en externe factoren.

Ze verschillen in (gedrags)kenmerken, behoeften en hierop afgestemde begeleiding. Zoals hierboven

is beschreven, zijn er veel verschillende factoren die meespelen bij een hoogbegaafd kind.

Het gaat er bij deze factoren vooral om op wat voor manier ze op elkaar inspelen. Aan de hand van

deze gegevens (het gegeven dat elke hoogbegaafde leerling verschillend is en beïnvloed wordt door

verschillende factoren), hebben Betts en Neihart in 1988 een profiel opgesteld.

Betts en Neihart hebben zes profielen samengesteld. Deze houden zes typen hoogbegaafde

leerlingen in. Hieronder en op de volgende pagina’s staat een korte toelichting.4 (IQ, 1998 - 2012)

De succesvolle leerling

De succesvolle leerlingen willen, het woord zegt het al, succesvol zijn. Het streven is om alles goed te

doen en overal succesvol in te zijn. Deze leerlingen zijn heel perfectionistisch en vragen om

bevestiging. Ze willen meer presteren dan de rest en doen hier ook hun best. Wanneer er niet wordt

gewerkt aan de zone van naaste ontwikkeling, zullen de leerlingen zich hier niet prettig bij voelen en

zullen ze gaan onderpresteren.

De uitdagende leerling

De uitdagende leerling is heel creatief. Hij of zij komt met andere oplossingen dan andere leerlingen.

Deze leerlingen denken goed over alles na, ze denken verder dan andere leerlingen en komen

daarom vaak ook met andere oplossingen. Naast het bedenken van andere oplossingen voor

opdrachten, bedenken ze bijvoorbeeld ook andere regels. Deze leerlingen kijken overal erg kritisch

tegen aan. Ze hebben een eigen denkwijze en uiten deze denkwijze ook. Deze leerlingen zijn

competitief en willen graag gezien worden. Wanneer er bij deze leerlingen niet gewerkt wordt aan de

zone van naaste ontwikkeling, zullen ze zich gaan vervelen en zullen ze clownesk gedrag vertonen.

De onderduikende leerling

Deze leerling wil liever niet opvallen. De leerling wilt ook niet uitblinken in de prestaties en hierdoor

valt het ook niet op. Het is onzeker en heeft vaak last van faalangst. Volgens deze leerling kan je niet

EN hoge cijfers halen EN een sociaal leven hebben. Het past zich liever aan dan dat hij/zij hoge cijfers

haalt. Deze leerling heeft wel altijd vriendjes en vriendinnetjes, maar vaak verschillende vriendjes en

vriendinnetjes. Het weet niet precies wat hij of zij wil en wordt hier onzeker van. Het is belangrijk om

deze leerlingen goed te begeleiden, aangezien ze snel kampen met psychosomatische klachten.

4 In bijlage 3 staat de uitgebreide versie van de verschillende typen beschreven.

Page 30: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

29

De drop-out

De drop-out heeft een geheel eigen interesse. Deze leerling is niet geïnteresseerd in wat er op school

wordt aangeboden. Het is een creatieve en gevoelige leerling. De leerling is weinig bezig met school.

Het houdt zich meer bezig met de zaken om school heen. De leerling heeft een negatief zelfbeeld en

is ook negatief naar de buitenwereld toe. Doordat de leerling een eigen interesse heeft en dus onder

presteert in de algemene schoolvakken, heeft het een alternatieve aanpakwijze nodig. Wanneer dit

niet gebeurt, zal de leerling zich niet prettig voelen binnen de school en zal het laag scoren.

De dubbel gelabelde leerling

De dubbel gelabelde leerling vertoont negatieve gedragskenmerken. De leerling presteert slechter

dan dat hij of zij eigenlijk kan. Vaak vallen deze leerlingen niet op als hoogbegaafde leerlingen.

De kans is groot dat deze leerling op de verkeerde manier wordt gelabeld, waardoor het de onjuiste

ondersteuning krijgt en zich dus niet op zijn of haar niveau kan ontwikkelen. Het komt vaak voor dat

hoogbegaafdheid in combinatie voorkomt met ADHD of Asperger.

De zelfstandige leerling

Dit is eigenlijk de perfecte hoogbegaafde leerling. De leerling weet wat hij of zij kan en wil en streeft

hier ook naar. Het kan makkelijk zelfstandig aan de slag en stelt eigen doelen op. Daarnaast is de

leerling ook sociaal ingesteld. Ook bij deze leerling is het belangrijk om het optimaal te begeleiden

zodat ook deze leerling zich op zijn of haar niveau kan ontwikkelen.

(Profielen)

Page 31: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

30

Aanpassingen in het onderwijs

Compacten Wanneer hoogbegaafde leerlingen zijn gesignaleerd, zou je het onderwijs aan moeten passen op de

leerlingen. Hier kun je op een gemakkelijke manier mee beginnen. Allereerst zou je de methodes

gewoon kunnen aanhouden en hierboven extra werk aan de leerlingen geven (het extra werk wordt

ook al wordt weergeven in de methodes) (Algemeen).

Het zou alleen onzin zijn als de hoogbegaafde leerlingen alles hetzelfde moeten doen als de andere

leerlingen. Hoogbegaafde leerlingen hebben over het algemeen minder behoefte aan instructies en

aan herhaling; het zou een negatieve uitwerking hebben als deze leerlingen hier aan mee moeten

doen. Daarom is het zo belangrijk om deze lessen voor hen te compacten, zodat ze meer aandacht

kunnen besteden aan het werken op hun niveau. In veel methodes zijn daarom routeboekjes

samengesteld waarin al wordt aangegeven hoe je bij die methode kunt compacten. Hierin is duidelijk

uitgelegd op wat voor manier de hoogbegaafde leerlingen de les kunnen bijwonen. Voor de

methodes waarbij dit nog niet is gedaan, zijn routeboekjes samengesteld op de website van SLO.

(Compacten)

Richtlijnen voor het compacten en verrijken van methodes zijn:

Wat moet je wel aanbieden:

Belangrijke stappen in het leerproces, stappen die de leerlingen nog niet hebben gehad.

De overgang naar formele notaties: Hoe dienen leerlingen iets te noteren?

Reflectieve activiteiten: Ook bij deze leerlingen moet worden nagegaan of zij de stof

begrijpen.

Belangrijke strategieën en werkwijzen: Ook al weet je nog zo veel, het is belangrijk om aan te

leren welke strategie en werkwijze je voor iets gebruikt.

Constructieve/ontdekactiviteiten: Hoogbegaafde leerlingen gaan graag zelf ontdekkend te

werk, daarom is het belangrijk om dit aan te bieden.

Verrijkingsstof die wezenlijk moeilijker is: De leerlingen hebben baat bij het leren op het

gebied van zone van naaste ontwikkeling.

Activiteiten op tempo: Hoogbegaafde leerlingen willen zich absoluut niet vervelen, ze willen

actief aan het werk blijven.

Introductie van een nieuw thema: Om deze leerlingen structureel les te blijven geven, zijn ze

ook gebaat bij het krijgen van de introductie van een nieuw thema.

Wat moet je schrappen:

50% tot 75% van de oefenstof: Op een gegeven moment kennen de leerlingen de stof, dan

zijn ze toe aan iets nieuws.

75% tot 100% van de herhaling: Nadat je de leerlingen iets geleerd hebt, kennen ze het, ze

hoeven dus niet te herhalen.

Verrijkingsstof die meer van het zelfde biedt: Bij de verrijkingsstof zijn de leerlingen juist toe

aan iets nieuws.

Page 32: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

31

Naast het compacten en verrijken zijn organisatorische factoren ook van belang.

Wanneer mag de leerling voor zich zelf aan de gang en wanneer doet de leerling met

de klas mee? Laten we de leerling ook mee doen met samenwerkingsactiviteiten aangezien het

bevorderen van de samenwerking en contacten ook belangrijk is?

De leerlingen die in aanmerking komen voor compacten, zijn de leerlingen die de methodetoetsen

goed maken en een A+, A of B scoren op de CITO (Richtlijnen).

Verrijken

Doordat het compacten wordt toegepast bij hoogbegaafde leerlingen, is er tijd over. Er is dus tijd

over voor verrijking. ‘Het basisonderwijs kent twee typen verrijkingsstof. Verdiepingsstof is

gerelateerd aan de schoolse vakken. Verbredingsstof sluit aan bij de intrinsieke motivatie van de

kinderen.’

(E.J. van Houten-van den Bosch, 2007)De leerlingen maken dus geen extra werk, maar ze maken

ander werk. De definitie van verrijkingsstof is: ‘Leerstof die tegemoet komt aan de specifieke

behoeften van hoogbegaafde leerlingen’. Methodes geven vaak ook verrijkingsstof. Deze stof is wel

moeilijk, maar niet uitdagend genoeg voor de hoogbegaafde leerlingen. Volgens de projectgroep

‘Omgaan met Verschillen’, die onderzoek heeft gedaan naar eisen die worden gesteld aan

verrijkingsmateriaal, zijn dit de volgende eisen:

beroep doen op creativiteit; open opdrachten; hoog abstractieniveau; hoge mate van complexiteit; meerwaarde bieden ten opzichte van reguliere leerstof; stimuleren van onderzoekende houding; beroep doen op zelfstandigheid van de leerling; uitlokken van een reflectieve houding; beroep doen op metacognitieve vaardigheden; uitlokken van interactie.

De zelfstandigheid van de leerling is heel belangrijk, maar het is ook van groot belang dat de leerlingen samenwerken. Dit is, of je hoogbegaafd bent of niet, een belangrijke werkvorm, die bij sommige hoogbegaafde leerlingen juist gestimuleerd moet worden.

Je kunt zelf verrijkingsstof zoeken, maar je kunt ook de methode een beetje aanpassen (Richtlijnen) .

Page 33: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

32

Versnellen

Een andere overweging die je zou kunnen maken bij hoogbegaafde leerlingen, is het versnellen; de

leerlingen een klas (of misschien wel twee) over laten slaan. Dit doe je alleen wanneer de leerlingen

ook niet genoeg hebben aan het compacten en verrijken en wanneer er goed over na is gedacht.

Versnellen kent vier vormen:

1. het eerder instromen in groep 1;

2. het overslaan van een groep;

3. meerdere groepen in 1 jaar doorlopen;

4. het versnellen van een bepaald vak.

Vaak maken mensen (de ouders) zich grote zorgen wanneer de leerling versnelt. De leerling is dan

namelijk een stuk jonger dan de leerlingen in de klas. Zal de leerling zich sociaal-emotioneel weten te

handhaven? Echter, het is vaak juist positief voor de sociaal emotionele ontwikkeling wanneer een

leerling een klas overslaat. Het cognitieve niveau van de leerling ligt hoger dan zijn/haar

leeftijdsgenootjes. Het kan gaan botsen wanneer ze elkaar niet goed begrijpen. Wanneer de leerling

een klas overslaat, zal het zich op hetzelfde cognitieve niveau gaan bevinden als de klasgenoten

waardoor het sociaal emotioneel alleen maar de juiste kant op gaat.

Wanneer de leerling versneld heeft, betekent dit niet dat het zo mee kan doen met de reguliere

lessen. Ook hier moet het onderwijs weer worden aangepast aan de leerling. Op sommige gebieden

zal de leerling op voor lopen, maar door het overslaan van een klas, zal de leerling ook onderdelen

van de lesstof gemist hebben. Op De Caegh is er een hoogbegaafde leerling die twee klassen heeft

overgeslagen. Ze zit nu in groep vijf, terwijl ze in groep drie hoort te zitten. Zij weet nu nog niet hoe

je bijvoorbeeld 298 of 429 schrijft; dit komt omdat deze stof haar nooit is aangeboden, zij heeft deze

instructies gemist. Uiteindelijk is besloten om haar op een andere school te plaatsen. Sinds midden

november zit ze op een andere school: De Columbus in Heerhugowaard. Dit is een Dalton school.

Wanneer men overweegt om een leerling een klas over te laten slaan, zou men de

‘Versnellingwenselijkheidslijst’ van Hoogeveen in kunnen vullen. (Versnellen)

Leonardo scholen

Wanneer versnellen ook geen goede oplossing voor een hoogbegaafde leerling is, zou je het naar de

Leonardo school kunnen laten gaan. Hier zitten alleen maar hoogbegaafde leerlingen op.

Deze basisscholen bestaan sinds 2007 en de middelbare scholen sinds 2008. Deze leerlingen krijgen

naast de reguliere vakken, ook andere vakken zoals Engels, Spaans, Chinees, filosofie, leren

ondernemen, wetenschap en techniek, kunst, literatuur, muziek, sport, heuristiek en leren leren.

Ook krijgen de hoogbegaafde leerlingen projecten van externe ervaringsdeskundigen. (Leonardo

onderwijs)

Er zijn ook tegenstanders van de Leonardo scholen. Niet voor niets is het Weer Samen Naar School

project opgezet. Niet alleen vanwege financiële factoren, maar ook vanwege maatschappelijke

factoren. Wanneer kinderen volwassen worden, komen ze in een wereld terecht waarin iedereen

anders is. (Een aparte school voor hoogbegaafde kinderen?, 1998 - 2012)

Page 34: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

33

4.4 Wat is een plusgroep?

In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op wat een plusgroep inhoudt en wat het verschil is tussen een

plusklas en een plusgroep. Wanneer er een plusgroep op wordt gericht, moet er duidelijk zijn wat

een plusgroep precies inhoudt.

‘Sinds 2005 kennen we in Nederland de plusgroep of verrijkingsklas die vooral vanaf groep 5 wordt

ingericht.’ (Mooij, 2008) Een plusgroep wordt opgericht ter bevordering van de motivatie, het

zelfvertrouwen en het plezier van de hoogbegaafde leerling. In het reguliere onderwijs voelen deze

leerlingen zich vaak anders dan andere leerlingen. Hier worden ze onzeker van. Daarnaast is de stof

vaak te makkelijk zodat hoogbegaafde leerlingen zich gaan vervelen in de klas en gedemotiveerd

raken. Wanneer deze leerlingen deelnemen aan de plusgroep, neemt hun zelfvertrouwen en plezier

toe, doordat ze werken met leerlingen die op hetzelfde niveau liggen. Daarnaast doen ze in de

plusgroep opdrachten die zij ook moeilijk vinden, die zij ook niet in één keer snappen. Hun motivatie

neemt hierdoor toe. Tegenwoordig wordt er veel meer aandacht besteed aan hoogbegaafde

leerlingen dan vroeger. Er worden steeds meer plusgroepen opgericht. Binnen één basisschool of

binnen een stichting waarbij leerlingen van verschillende basisscholen kunnen plaatsnemen binnen

de plusgroep. Een plusgroep biedt verrijking aan een hoogbegaafde leerling. Dit betekent niet dat de

plusgroep een vervanger is voor de school. De leerlingen leren ook de alledaagse dingen en

daarnaast krijgen ze in de plusgroep verrijkingsstof aangeboden.

Page 35: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

34

4.5 Voorwaarden aan het opstarten van een plusgroep

In dit hoofdstuk worden de voorwaarden aan het opstarten van een plusgroep omschreven.

Bij het opstarten van een plusgroep dient met zich aan deze voorwaarden te houden.

Biedt de plusgroep meerwaarde?

Wanneer eer een plusgroep wordt opgericht, moet er allereerst gekeken worden of het ook

meerwaarde heeft. Hier zijn de meningen over verdeeld. Volgens Annemieke van der Groen,

directeur van een basisschool voor hoogbegaafde leerlingen in Amsterdam, voelen hoogbegaafde

leerlingen zich in het regulier onderwijs vaak buitengesloten; ze worden gepest of krijgen niet het

onderwijs dat ze nodig hebben. Ze zegt dat waar hoogbegaafde leerlingen zich prima redden, een

groot deel bijna ten onder gaat aan de verveling of het pesten. Echter, volgens het Algemeen

Dagblad van 12 mei 2012 zijn hoogbegaafde leerlingen juist heel goed in staat om in het reguliere

onderwijs te functioneren, mits er een versnelling plaatsvindt en er elke dag verrijking en verdieping

wordt aangeboden. Een plusgroep wordt opgezet om onderwijs te bieden aan leerlingen die geen

uitdaging vinden in het reguliere onderwijs. Het is daarom belangrijk om in de plusgroep stof aan te

bieden die niet in het reguliere onderwijs wordt aangeboden. De leerlingen moeten uitgedaagd

worden, boven hun eigen capaciteiten zien uit te stijgen. Wanneer onderwijs niet aansluit op de

specifieke behoefte van deze leerlingen, zal hun zelfbeeld, werkhouding en motivatie ernstig te lijden

hebben waardoor ze gaan onderpresteren en soms zelfs gedragsproblemen krijgen.

Dit wordt allereerst voorkomen door te compacten en te verrijken, maar daarnaast ook door de

oprichting van de plusgroep.

De volgende hoofdactiviteiten dienen te worden aangeboden.

Het sociaal emotionele aspect bevorderen. De emoties waar de leerlingen mee te maken

(kunnen) krijgen worden hier benoemd, herkend, uitgebeeld en besproken.

Doordat hoogbegaafde leerlingen op sommige gebieden anders zijn dan andere leerlingen,

kunnen ze onzeker zijn en dit kan een remmende invloed hebben op het ontwikkelen van de

eigen individualiteit. Het verschilt per groep of je veel aandacht aan sociaal emotionele

ontwikkeling moet besteden.

Creativiteit/expressie bevorderen. ‘Ponte’ (één van de organisaties die een plusgroep

hebben opgericht) vindt ook dat er aandacht moet worden besteed aan de

creativiteit/expressie. Deze organisatie richt zich vooral op creativiteit in de zin van

beeldende vorming, muziek en toneel/drama. Het uiten van expressie is zeer belangrijk.

Leerlingen moeten hun creativiteit kunnen uiten in opdrachten die voor hun zelfs moeilijk

zijn. De antwoorden moeten niet voor de hand liggen. Ze moeten zich bezig houden met de

zone van naaste ontwikkeling.

Dit moet niet alleen gebeuren door middel van beeldende vorming, muziek en toneel/drama.

Dit moet ook gebeuren door middel van uitdagende opdrachten. Bijvoorbeeld: raadsels en

puzzels, probleem oplossende vragen, competitie voerende spelletjes en nieuwe

onderwerpen aanboren.

Het inzicht bevorderen. Het inzicht in het leren denken is ook belangrijk. Hoogbegaafde

leerlingen denken anders en sneller dan gemiddelde leerlingen. Het is voor hun belangrijk

om inzicht te krijgen in hun denkprocessen. Dit kan worden gecombineerd met de drie

denkvaardigheden van Sternberg: Analytisch, praktisch en creatief denken. Het gaat niet om

het eindproduct. Het proces is juist zo belangrijk. Leerlingen moeten inzicht krijgen in dit

Page 36: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

35

proces. Ze moeten inzicht in hun eigen denkvaardigheden krijgen: welke

denkvaardigheid past het beste bij mij? (Verrijkingsklas)

Het top-down leren bevorderen. Volgens Slimpuls dient in de plusgroep eerst het geheel van

een opdracht aangeboden te worden en de leerlingen verdelen dit geheel weer in delen. Zij

leren top down. Gemiddelde leerlingen leren over het algemeen bottum up. Bijvoorbeeld bij

rekenen: Eerst leren zij de verschillende manieren van rekenen en tot slot kunnen zij een

ingewikkelde berekening maken. Een hoogbegaafde leerling wilt graag weten waarom hij of

zij iets moet doen. Daarna kan de leerling de deelvaardigheden leren, wanneer het weet wat

voor functie die deelvaardigheden hebben. (De plusklas)

Het samenwerken bevorderen. Het is ook belangrijk om samen te werken.

Leerlingen leren op deze manier naar elkaar te luisteren, samen te werken en op te komen

voor zichzelf. (PONTE - Onderzoek en begleiding van hoogbegaafde kinderen)

Veel van deze hoofdactiviteiten worden niet specifiek gegeven tijdens de reguliere lessen.

Wanneer dit wordt toegepast binnen de plusgroep, biedt ook dit meerwaarde. De leerlingen vinden het leuk als er resultaat geboekt wordt met de opdrachten die ze maken.

Allereerst is het interessant om de resultaten te showen door middel van presentaties.

Daarnaast kunnen de leerlingen een portfolio aanmaken. In dit portfolio zitten de opdrachten en

evaluaties.

De volgende doelstellingen moeten worden gesteld

‘Een belangrijk doel is het bevorderen van sociale contacten tussen hoogbegaafde kinderen onderling

en het uitvoeren van verbredingactiviteiten. Middelen, ruimte, professionele begeleiding en

gemotiveerde leerlingen lijken de belangrijkste ingrediënten voor optimalisering van de plusgroep,

naast de tijd, acceptatie, regelmatig evalueren, een concreet beleid en draagkracht binnen een team.’

(E.J. van Houten-van den Bosch, 2007) De sociale contacten bevorderen is moeilijk.

Hoogbegaafde leerlingen hebben geen gebrek aan sociale vaardigheden, maar gebrek aan

ontwikkelingsgelijken. (Hoogbegaafdheid en sociale vaardigheden, 2012)

Hoogbegaafden onderling zullen het goed met elkaar kunnen vinden. Het is belangrijk om de

leerlingen duidelijk te maken dat ze op een ander niveau functioneren op het gebied van

ontwikkelingslijnen dan andere leerlingen. Hier dienen ze rekening mee te houden, zodat de sociale

contacten kunnen versterken.

Een plusgroep wilt tegemoet komen aan de specifieke behoefte van hoogbegaafde leerlingen van 6

tot 12 jaar. Dit op intellectueel, sociaal-emotioneel en creatief gebied. Dit gebeurt door:

Iedere leerling op eigen niveau een uitdaging te bieden (cognitief aspect);

Alle leerlingen de gelegenheid bieden om op te trekken met leeftijdsgenootjes (sociaal

aspect);

De sociaal-emotionele ontwikkeling de goede kant op te sturen en eventuele blokkades uit

de weg te helpen (emotioneel aspect);

Creatieve capaciteiten tot uiting te laten komen (creativiteitsaspect).

Page 37: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

36

De volgende organisatorische voorwaarden moeten worden gesteld.

Er moet een ruimte zijn waar leerlingen ongestoord kunnen werken en een leerkracht die

structureel leiding geeft aan de pluskinderen. Het is handig om computers tot beschikking te

hebben, omdat veel interessante opdrachten ook op de computer worden aangeboden.

Er moeten doelstellingen voor de plusgroep klaarliggen.

Er moet een groepsgrootte vastgesteld worden. Om te beginnen, kun je het best met vier tot

zes leerlingen starten.

De samenstelling van de groep moet worden vastgesteld (wordt de plusgroep bijvoorbeeld

gericht op de middenbouw of op de bovenbouw?).

Er moet rekening worden gehouden met het programma dat leerlingen missen in de klas

wanneer ze aanwezig zijn bij de plusgroep. (Opstarten plusklas)

Het belangrijkste bij het opzetten van een plusgroep is dat je een aangepast lesprogramma hebt

klaarliggen en een goede plusgroep hebt opgezet. Daarnaast dient de plusgroep een plek te zijn waar

de hoogbegaafde leerlingen zich op hun gemak voelen. Een derde van de hoogbegaafde leerlingen

heeft psychische problemen. Dit komt onder andere omdat het kind zich niet gelijkwaardig voelt met

de rest van de klas en omdat het niet wordt uitgedaagd. Voor deze leerlingen is het belangrijk dat

hun eigenwaarde en motivatie hier weer opbloeien. Bij sommige organisaties die plusgroepen

oprichten, zit er een professioneel programma aan vast voor dit soort leerlingen. Ook wordt er bij

sommige organisaties een psycho-diagnostisch onderzoek uitgevoerd. Hierin wordt vastgesteld of de

leerling daadwerkelijk hoogbegaafd is en daarnaast geeft het de ontwikkelingsbehoeften van de

leerling aan. Daarnaast heeft elke leerling een andere ontwikkelingsbehoefte. Tijdens de lessen in de

plusgroep dient dan ook rekening gehouden te worden met de verschillende

ontwikkelingsbehoeften. Ook moet de plusgroep uitdagend zijn. De leerlingen moeten aan het werk

gaan in de zone van naaste ontwikkeling. Het moet niet te voor de hand liggend zijn.

Page 38: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

37

Hieronder staan twaalf belangrijke valkuilen weergeven.

1. Focus op lesmateriaal: Lesmateriaal heeft alleen een positieve uitwerking

wanneer je ook echt een lesprogramma aanbiedt.

2. Focus op cognitieve ontwikkeling: Cognitieve ontwikkeling is zeker belangrijk.

Het is echter ook belangrijk dat motivatie en creativiteit aan bod komen.

Alle drie deze aspecten spelen een even grote rol.

3. Ontbreken wetenschappelijke toelatingstoets: Het is belangrijk om iedere

leerling op dezelfde manier te toetsen voor de plusgroep.

4. Leerprocessen lopen niet door buiten de plusgroep: Het is belangrijk om de

leerlingen met de opdrachten uit de plusgroep door te laten werken. Één uurtje

in de week is te weinig. Daarnaast is het belangrijk dat de leerling niet alleen in

de plusgroep begeleiding krijgt, maar ook in de reguliere klas.

5. Hetzelfde lesprogramma voor alle leerlingen: Ieder leerling is verschillend en

iedere leerling heeft een andere ontwikkelingsbehoefte. Houd hier dus rekening

mee.

6. Kopiëren van programma’s zonder duidelijke visie en helder doel: Houdt er

rekening mee dat je onderwijsprogramma’s aanbiedt op het niveau van

hoogbegaafde leerlingen. Standaard lesprogramma’s gaan uit van het

ontwikkelingstempo van een gemiddelde leerling.

7. Ontbreken specifieke kennis bij de leerkrachten: Het is belangrijk dat je een

begeleider op de leerlingen zet die zelf ook kennis heeft over hoogbegaafde

leerlingen.

8. Vergeten een plusgroep coördinator te benoemen: Op deze manier blijft de

verantwoordelijkheid onduidelijk.

9. Te grote projecten in één keer aangaan: Begin met een klein project,

wanneer de plusgroep enige tijd loopt, kun je het langzaam uitbouwen.

10. Leerstof of projecten aanbieden die een moeilijke versie zijn van wat er in de

reguliere lesstof wordt aangeboden.

11. Plusgroep leerlingen moeten naast de plusgroep gewoon het werk maken dat in

de eigen klas wordt aangeboden: De leerlingen maken naast de plusgroep wel

het werk wat in de eigen klas wordt aangeboden, maar dit moet wel worden

gecompact. Ze krijgen er geen werk bovenop. 12. Geheimzinnig doen over de plusgroep: Het is logisch dat leerlingen graag naar de

plusgroep willen als ze zien dat andere leerlingen er zo enthousiast over zijn. Leg

de leerlingen uit dat sommige leerlingen hulp krijgen omdat ze de stof in de klas

te moeilijk vinden en dat sommige leerlingen hulp krijgen omdat ze de stof in de

klas te makkelijk vinden. (Hoe kan de problematiek het beste worden

aangepakt?) (Plusklas voor hoogbegaafde kinderen: Valkuilen en tips)

Page 39: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

38

4.6 Eisen voor de deelname aan een plusgroep

Wanneer er een plusgroep op De Caegh wordt opgericht, dient er duidelijk voor ogen te zijn welke

eisen worden gesteld. Dat wordt in dit hoofdstuk omschreven.

De eisen die worden gesteld aan de leerlingen die worden toegelaten bij de plusgroep, zijn

verschillend per school. Wanneer er een plusgroep wordt opgericht, dienen er eisen te worden

gesteld aan de leerlingen die deelnemen aan de plusgroep. Zo wordt er bij de meeste plusgroepen

geëist dat een leerling hoog moet scoren op een IQ-test, vaak is dit zeer begaafd, dus een score van

130 of hoger.

Er wordt vaak geëist dat dit IQ moet worden vastgesteld door een psychologisch of

orthopedagogisch onderzoek. Er wordt bij de eisen vaak gekeken naar het meerfactorenmodel van

Mönks.

Dit is een voorbeeld van eisen van Ponte:

1. Hoge intellectuele capaciteiten: Er wordt een IQ test afgenomen.

2. Creërend denkvermogen: De leerlingen moeten een bovengemiddelde mate van creativiteit

beheren op een bepaald gebied (uit de meervoudige intelligentietheorie van Howard

Gardner).

3. De leerlingen moeten gemotiveerd zijn.

Bij deDNKRS moet de leerling hoogbegaafd zijn. Er wordt voorafgaand een vragenlijst door de ouders

ingevuld en een gesprek gevoerd. (Verrijkingsklas)

Het is het beste als er een test wordt afgelegd om een beeld te krijgen over de leerling. Dit hoeft niet

gedaan te worden door een psycholoog of orthopedagoog. Wanneer de test onder de 130 scoort

maar de leerling wel een bovengemiddelde creativiteit en motivatie beschikt, wilt dit niet zeggen dat

de leerling niet geschikt is voor de plusgroep.

Page 40: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

39

5.Resultaten praktijkonderzoek

5.1 Wat doet De Caegh aan hoogbegaafdheid ten behoeve van onderwijsbeleid?

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op wat basisschool De Caegh tot nu toe doet aan hoogbegaafdheid

ten behoeve van het onderwijs. Op deze manier is terug te vinden waar De Caegh genoeg biedt en

waar De Caegh zich nog kan ontwikkelen. Hier kun je op inhaken bij het opstarten van een plusgroep.

Wat doet de stichting aan hoogbegaafdheid?

Allereerst is er een werkgroep talentcoördinatoren opgezet binnen stichting De Gouw. Dit is de

stichting waaronder De Caegh valt. Deze werkgroep heeft een protocol ten behoeve van

hoogbegaafdheid samengesteld. Hierin staat het volgende omschreven:

De visie en missie

Hierin staat onder andere ‘Er is groeiende aandacht en meer ruimte voor excellentie. Die aandacht en

ruimte heeft raakvlakken met Passend onderwijs’.

De volgende activiteiten worden ondernomen:

1. Vijf leerkrachten worden omgeschoold tot het niveau van gespecialiseerde groepsleerkracht

waarbij ze zich specialiseren tot hoogbegaafdheid.

2. Er wordt onderzoek gedaan naar het invoeren van een plusgroep.

3. Door middel van het project ‘Kind op de gang’ wordt het zorgprofiel op schoolniveau

vastgesteld.

4. Het opstellen van een professionaliseringsplan.

5. Onderzoeken naar een organisatievorm waarin alle talenten van kinderen voorkomen.

6. Het delen van kennis, materialen en tijd.

7. Het kunnen herken van hoogbegaafden leerlingen door signalering en diagnosticering door

leerkrachten te laten samenwerken met begeleiders en coördinatoren.

8. Het aanbieden van passend onderwijs voor getalenteerde leerlingen binnen de school of

door middel van clustering.

9. Contacten onderhouden met externe partners.

De leerkrachtcompetenties zijn:

1. Theoretische kennis van het begrip hoogbegaafdheid

2. Kennis van de onderwijskundige en pedagogische consequenties die de keuze van

leerstofaanbod en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen met zich meebrengt.

Verder wordt de doelgroep, signalering, diagnosticering en begeleiding helder omschreven.

De scholen bevatten een orthotheek waarin het volgende te vinden is:

1. Signalerings- en diagnosticeringsmaterialen en middelen

2. Achtergrondinformatie

3. Materialen die ingezet worden

Page 41: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

40

Wat doet de school aan hoogbegaafdheid?

Hieronder staat per groep beschreven wat er op De Caegh aan hoogbegaafdheid wordt gedaan.

Groep 1/2

Er is een kieskastje opgezet voor hoogbegaafde leerlingen.

Groep 3

Er is een kieskastje opgezet voor hoogbegaafde leerlingen. Er worden leerlingen begeleid op

het gebied van taal en er wordt een groepje begeleid met de methode ‘Speurneuzen’.

Groep 4

Tijdens dit onderzoek is er een plusgroepje gevormd .

Groep 5

Leerlingen uit één groep werken gericht met levelwerk onder begeleiding van een

professional. Dit is een half uur in de week.

Groep 6

Een groep leerlingen uit één groep 6 werkt gericht met levelwerk onder begeleiding van een

professional. Dit is een half uur in de week. De andere groep zes besteedt hier nog geen

aandacht aan.

Groep 7

Het plan is om in groep 7 ook levelwerk op te zetten, net zoals in groep 5 en 5/6.

Groep 8

In ieder geval twee leerlingen krijgen extra uitdaging op rekengebied.

Page 42: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

41

5.2 Voorwaarden aan het opstarten van een plusgroep op De Caegh

In dit hoofdstuk word gekeken hoe de voorwaarden die in het literatuuronderzoek gesteld zijn,

kunnen worden verwezenlijkt binnen de plusgroep op De Caegh.

Als je bekijkt naar wat er tot nu toe aan hoogbegaafdheid wordt gedaan op De Caegh, biedt een

plusgroep zeker meerwaarde. Daarnaast wordt het ook als doelstelling gesteld in het protocol.

De volgende activiteiten zullen moeten worden bevorderd in de plusgroep:

Het sociaal emotionele aspect

De creativiteit/expressie

Het inzicht

Het top-down leren

Het samenwerken

De leerlingen zullen om de zoveel tijd een presentatie mogen houden en hun resultaten zullen

worden weergeven in een map.

De volgende organisatorische voorwaarden worden gesteld.

De ruimte waar de leerlingen kunnen werken, zal het lege lokaal naast groep drie worden.

De plusgroep zal verdeeld worden in drie groepen: groep drie, groep vier en groep vijf.

Elke plusgroep gaat op een ander moment aan de gang en wordt begeleid door een ouder.

Per week zal er een doelstelling worden gesteld per plusgroep. Hierop zal worden

geëvalueerd door de begeleider en door de leerlingen zelf.

De groepsgrootte die zal worden gesteld, is 4 tot 6 leerlingen per plusgroep.

De samenstelling die wordt vastgesteld, is groep 3, 4 en 5.

De plusgroepjes komen één keer per week samen. Dit wordt in overleg gedaan met de

leerkrachten, zodat ze geen lessen missen die voor hen relevant zijn.

Het lesmateriaal dat wordt gebruikt, zal vooral van de website www.acadin.nl komen.

Deze website biedt veel lesmaterialen voor hoogbegaafde leerlingen. Er wordt rekening

gehouden met de verschillende behoeften van de leerlingen.

Wanneer de opdrachten wat groter zijn, zullen de leerlingen tijd krijgen in de klas om hun

opdracht voor een deadline af te krijgen.

Er wordt kritisch gekeken naar de ouders die de plusgroep begeleiden. Er wordt gekeken of

deze ouders zelf ook een link hebben met hoogbegaafdheid en of ze de stof op de juiste

manier aan kunnen bieden.

De coördinator die wordt benoemd, is Marian Koning.

Er wordt gestart met kleine projecten. Deze zouden in de toekomst uitgebouwd kunnen

worden.

Page 43: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

42

Resultaten halfgestructureerde open interview5

In de plusgroep in Hoorn is er een interview gedaan met Anita Chrispijn. Dit is een half

gestructureerd, open interview waarin werd gevraagd naar de invulling en de organisatie van de

plusgroep.

Dit als voorbeeld van hoe er op De Caegh een plusgroep kan worden opgestart.

Groepsgrootte

Anita heeft twee plusgroepen onder haar hoede. In deze plusgroepen komen leerlingen van vier

verschillende scholen bijeen. Één plusgroep bestaat momenteel uit negen leerlingen en neemt één

middag in de week in beslag. Één plusgroep bestaat uit zeven leerlingen en neemt 1 uur in de week

in beslag. Wanneer een plusgroep voor de laatste groep een juiste optie is, worden deze kinderen in

de andere plusgroep geplaatst, die een middag in beslag neemt. De plusgroep is bedoelt voor

leerlingen uit groep 5, 6 en 7. Soms wordt hier een uitzondering in gemaakt. Anita stelt een limiet

van minstens vier leerlingen en maximaal tien leerlingen in een plusgroep.

Theorieën

Anita koppelt veel lessen aan het denkvermogen van de leerlingen. Hier worden de

denkvaardigheden van Sternberg genoemd. Deze denkvaardigheden zijn analytisch, creatief en

praktisch. In de bijlage is dit model te vinden. Daarnaast wordt er veel gekeken naar de Meervoudige

Intelligentie Theorie van Howard Gardner. Anita vindt daarnaast dat je hoogbegaafde kinderen al

kunt signaleren vanaf de kleuters. Volgens haar wordt je hoogbegaafd geboren. Dit kun je onder de

zes jaar ook al zien. Hierbij is de spelontwikkeling heel belangrijk.

Organisatie

De leerlingen komen één uur of één middag bijeen. Ze worden begeleid door een gespecialiseerde

leerkracht. Ze werken samen aan een samen gekozen thema. Ze leren hier strategieën om op een

goede manier met hun vragen en ideeën om te gaan. Ze leren vaardigheden om op de juiste manier

te communiceren. Ze kunnen twee keer een periode van vijf maanden mee doen. Hierna hebben ze

genoeg ervaring opgedaan om in de eigen schoolse situatie weer mee te doen. Ze doen dan mee met

het reguliere onderwijs waarbij hun onderwijs wordt aangepast aan de hand van wat ze in de

plusgroep hebben geleerd. De leerlingen hebben ook een plusmap. Hierin staan, vragen, ideeën en

afspraken ordelijk gesorteerd. Elk thema wordt afgesloten met een presentatie aan de ouders.

5 De topiclist vindt u in bijlage 4.

Page 44: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

43

Methoden

Naast de eigen inbreng van de leerlingen en wat er aan de hand van de thema’s op internet wordt

getoond, wordt er ook gebruik gemaakt van een aantal methoden.:

Nieuwsbegrip

Vooruit

Talent

Topklassers

Vierkant van wiskunde

Eisen

Voor de toelating van de leerlingen in de plusgroep wordt gebruik gemaakt van vier verschillende

gegevens: de uitslag van de IQ-test, de gegevens van het leerlingenvolgsysteem van de school,

ingevulde vragenlijsten van de leerkracht en van de ouders en de argumentatie van de school.

Ouders vullen eerst een vragenlijst in. Daarna worden de gegevens verzameld uit het LVS6. De school

voegt hun argumentatie hierbij. Aan de hand van deze gegevens, wordt besloten of het kind een IQ

test mag maken. Wanneer deze test boven de 130 scoort, mag de leerling deelnemen

5.3 Eisen voor de deelname aan de plusgroep op De Caegh

In dit hoofdstuk word gekeken hoe de eisen die in het literatuuronderzoek gesteld zijn, kunnen

worden verwezenlijkt binnen de plusgroep op De Caegh.

Op de Caegh zullen begaafden en hoogbegaafden worden toegelaten. Over de groepen 3, 4 en 5

verdeeld, zijn er drie leerlingen hoogbegaafd. Omdat de bezetting dan erg klein zal worden, zullen de

plusgroep zich richten op begaafden en hoogbegaafden.

De hoogbegaafden worden toegelaten in de plusgroep naar aanleiding van het protocol hebben

doorlopen. Bij de begaafden wordt er gekeken naar:

1. De hoge intellectuele capaciteiten: Er wordt geen IQ test afgenomen, maar er wordt gekeken

naar de CITO uitslagen. Ze moeten in ieder geval A of B scoren.

2. Creërend vermogen: De leerlingen moeten een bovengemiddelde mate van creativiteit

beheren op een bepaald gebied.

3. De leerlingen moeten gemotiveerd zijn.

6 De beschrijving van ‘Het LVS’ vindt u in bijlage 1

Page 45: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

44

5.4 Het voldoen aan de behoeftes binnen de plusgroep op De

Caegh

In dit hoofdstuk komt naar voren wat voor behoeften de leerlingen van De Caegh hebben en hoe er

kan worden voldaan aan de behoeften..

Allereerst is er gekeken naar de meervoudige intelligentie theorie van Howard Gardner.

Het streven is om de verschillende behoeften terug te laten komen in de plusgroep. Daarnaast moet

er rekening worden gehouden met de zes typen hoogbegaafde leerlingen. De leerlingen hebben geen

behoefte aan verdieping van de lesstof. Zij willen verrijking. Er zal zo veel mogelijk worden gevarieerd

in lesvormen. De volgende lesvormen, uit het literatuuronderzoek, zullen worden gebruikt:

gesprekken: Dit vind ik zelf ook belangrijk. Waar ik een groot voorstander van ben, zijn de

filosofische gesprekken. Hierbij worden kinderen aan het denken gezet en denken ze verder

dan je in het dagelijks leven doet;

spelsituaties;

drama/rollenspel;

lichaamsoefeningen/dans;

ontspanningstechnieken;

creatieve uitingen: Ik vind zelf dat dit moet worden geuit door middel van uitdagende

opdrachten;

kaartspellen;

opdrachten voor thuis: Dit vind ik ook belangrijk. Op deze manier leer je het kind een stuk

zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bij.

Daarnaast zijn er twee vragenlijsten afgenomen.

Één vragenlijst is alleen gericht op hoogbegaafde leerlingen en gaat in op het hoogbegaafd zijn.

In de theorie wordt er veel over gesproken dat hoogbegaafde kinderen sociaal emotioneel minder

prettig in hun vel zitten. In de middenbouw zitten maar drie hoogbegaafde leerlingen. Daarom zijn de

hoogbegaafde kinderen van de plusgroep op De Duiventil ook gevraagd om deze lijst in te vullen.

Dit om een beeld te krijgen hoe de hoogbegaafde kinderen van deze twee groepen tegenover

hoogbegaafd zijn aankijken.

Één vragenlijst is gericht op de begaafde en hoogbegaafde leerlingen van de plusgroep op De

Duiventil en de middenbouw op De Caegh waar de plusgroep zal worden opgericht. Hier is gekeken

naar de vakken die de leerlingen graag zouden willen krijgen. Hier kan rekening mee worden

gehouden bij het kiezen van onderwerpen en vakken in de plusgroep.

Page 46: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

45

Gestructureerde vragenlijst hoogbegaafd zijn

Allereerst is de vragenlijst gericht op hoogbegaafd zijn ingevuld door twaalf hoogbegaafde leerlingen

(n=12) tussen 6 zes en 10 jaar oud. Drie leerlingen zijn de hoogbegaafde leerlingen van de

middenbouw van De Caegh. Negen leerlingen zijn de hoogbegaafde leerlingen van de Plusgroep in

Hoorn.

De blanco vragenlijst is te vinden in 4.

0 betekent dat de leerlingen het helemaal mee oneens zijn met de stelling.

2 betekent dat de leerlingen het oneens zijn met de stelling.

4 betekent dat de leerlingen het eens zijn met de stelling.

6 betekent dat de leerlingen het helemaal mee eens zijn met de stelling.

Van iedere stelling is iedere keer het gemiddelde genomen van de antwoorden.7

*Grafiek 6: De sociaal-emotionele gevoelens van de hoogbegaafde leerlingen van De Caegh en De Duiventil

7 De vragenlijsten zijn te vinden in bijlage 5.

0

1

2

3

4

5

6

Hoogbegaafden De Caegh (3 =100%)

Hoogbegaafden plusklas DeDuiventil (9 = 100%)

Page 47: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

46

Analyse

Bij de analyse heb ik iedere keer het gemiddelde genomen van de uitslagen. Bijvoorbeeld:

Bij de vraag of de leerlingen zich anders voelen dan andere leerlingen, scoren de hoogbegaafden van

De Caegh een 1,3. Dit zit dicht bij de 2 en wordt dus ‘mee oneens’. De hoogbegaafden uit Hoorn

scoren een 2,9 en zit ook dicht bij de 2. Dit wordt ook ‘mee oneens’.

*Tabel 5: Analyse van vragenlijsten over hoogbegaafd zijn

Stelling Hoogbegaafde leerlingen De Caegh (N=30)

Hoogbegaafde leerlingen plusgroep De Duiventil(N=9)

Anders dan anderen Mee oneens Mee oneens

Beter dan anderen Mee eens Mee eens

Liever met andere hoogbegaafden

Mee oneens Mee oneens

Leuk op school Mee eens Mee eens

Leer veel nieuwe dingen Mee eens Mee eens

Gedraag mij hetzelfde Mee eens Mee eens

Hoogbegaafd zijn is leuk Helemaal mee eens Mee eens *Tabel 5: De sociaal-emotionele gevoelens van de hoogbegaafde leerlingen van De Caegh en De Duiventil

Interpretatie

Het is opvallend dat de hoogbegaafde leerlingen van De Caegh en de hoogbegaafde leerlingen uit de

plusgroep op De Duiventil dezelfde gedachten hebben. Over het algemeen kijken de leerlingen

positief aan tegen het hoogbegaafd zijn. Ze zijn het er niet mee eens dat ze liever met andere

hoogbegaafden zijn. Dit betekent dat ze evengoed sociaal-emotioneel goed in de groep passen.

Dit ontkracht de stelling uit de literatuur. Verder zijn ze het overal helemaal mee eens tot mee eens.

Dit betekent dat er niet veel aandacht hoeft te worden besteed aan het stimuleren van de sociaal-

emotionele gevoelens.

Page 48: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

47

Gestructureerd vragenlijst plusgroep

Deze vragenlijst is ingevuld door 31 hoogbegaafde leerlingen. 22 leerlingen zitten in de middenbouw

van De Caegh en zijn begaafd of hoogbegaafd. De andere 9 leerlingen zitten in de plusgroep in op De

Duiventil en zijn hoogbegaafd.

De blanco vragenlijst is te vinden in bijlage 5.

Er zijn drie tabellen gemaakt. Één tabel laat zien welke vakken de (hoog)begaafde leerlingen van De

Caegh graag zouden willen krijgen in de plusgroep. Één tabel laat zien welke vakken de

hoogbegaafde leerlingen op De Duiventil graag zouden willen krijgen in de plusgroep. Één tabel voegt

alle leerlingen samen. Dit is gedaan omdat de kinderen uit de middenbouw veel vakken nog niet

kennen die de kinderen uit de bovenbouw wel kennen.

De leerlingen van De Caegh (N = 22) 8

*Grafiek 7: Vakken die de hoogbegaafde leerlingen van De Caegh zouden willen krijgen

8 De vragenlijsten zijn te vinden in bijlage 6.

Vakken die de leerlingen zouden willen krijgen (N = 22)

Geschiedenis

Taal

Wiskunde

Rekenen

Biologie

Zinnen en verhalen schrijven

Spelling

Topografie

Natuurkunde

Aardrijkskunde

Page 49: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

48

De leerlingen van De Duiventil (N=9)

*Grafiek 8: Vakken die de hoogbegaafde leerlingen van De Duiventil zouden willen krijgen

Alle leerlingen samen (N = 31)

*Grafiek 9: Vakken die de hoogbegaafde leerlingen van De Caegh en De Duiventil zouden willen krijgen

Vakken die de leerlingen zouden willen krijgen (N = 31)

Experiment

Geschiedenis

Gymnastiek

Spelling

Rekenen

Techniek

Engels

Wiskunde

Taal

Aardrijkskunde

Vakken die de leerlingen zouden willen krijgen (N = 31)

Geschiedenis

Wiskunde

Experiment

Rekenen

Spelling

Taal

Biologie

Gym

Zinnen en woorden schrijven

Aardrijkskunde

Page 50: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

49

Analyse

In de tabel staat per vak omschreven hoeveel leerlingen van De Caegh hierin geïnteresseerd zijn en

hoeveel kinderen van de plusgroep in Hoorn.

Vak Leerlingen De Caegh Leerlingen De Duiventil

Geschiedenis 10 5

Taal 4 1

Wiskunde 4 2

Rekenen 3 2

Natuur 1 1

Zinnen en verhalen schrijven 2 0

Spelling 2 3

Topografie 2 0

Biologie 1 0

Aardrijkskunde 1 1

Experiment 0 5

Gymnastiek 0 4

Techniek 0 2

Engels 0 2 *Tabel 6: Vakken die de hoogbegaafde leerlingen van De Caegh en De Duiventil zouden willen krijgen

Interpretatie

Bij het lezen van de tabellen moet er rekening mee worden gehouden dat de kinderen van De Caegh

in de meerderheid zijn. Uit de tabel is op te merken dat geschiedenis een vak is dat erg geliefd is bij

deze leerlingen. Hier zal dus aandacht aan moeten worden besteed. Het is opvallend dat de

leerlingen van De Caegh dit ook invullen, aangezien zij dit vak nog nooit hebben gehad en het dus wel

kennen.

Daarnaast is het opvallend dat wiskunde ook in trek is.

Verder zal er aandacht moeten worden besteed aan de andere wereld oriënterende vakken, zoals

biologie, topografie en aardrijkskunde.

Taal, rekenen en spelling blijven vakken die de leerlingen interesseren. Aangezien dit over het

algemeen goed gaat en een plusgroep niet bedoeld is om te verdiepen, zal hier minder aandacht aan

moeten worden besteed, tenzij het verrijkt wordt.

De leerlingen uit groep drie lijkt het leuk om echt zinnen en verhalen te schrijven in plaats van losse

woordjes.

Door de leerlingen van de plusgroep in Hoorn worden experimenten, techniek en Engels genoemd.

Dit zijn vakken die ook geïntroduceerd kunnen worden in de plusgroep op De Caegh. Veel leerlingen

in de middenbouw hebben geen weet van deze vakken en zullen het wel interessant vinden.

Page 51: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

50

6. Conclusie

6.1 Beantwoording onderzoeksvraag

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de volgende vraag:

Op welke manier kan de plusgroep voor basisschool De Caegh worden opgestart om aan de

behoeften van de hoogbegaafde leerlingen te voldoen?

Vanuit de literatuur is de voorspelling gedaan dat hoogbegaafdheid vooral te maken heeft met de

volgende factoren: een hoge intelligentie, creativiteit en motivatie. Deze drie begrippen, die te

vinden zijn in de modellen van Renzulli en Mönks, komen iedere keer weer terug. Wanneer iemand

hoogbegaafd is, zullen deze drie factoren aanwezig zijn. Om een plusgroep op te starten, zal er

rekening gehouden moeten worden met deze drie factoren.

Allereerst bij de toelating van de hoogbegaafde leerlingen: Alle drie factoren zullen aanwezig

moeten zijn. Ook zal er bij de toelating gekeken moeten worden naar de kenmerken van

hoogbegaafden en onderpresteerders en zal er rekening gehouden moeten worden met de typen

hoogbegaafden van Betts en Neihart.

Daarnaast dienen de drie factoren aanwezig te zijn bij het inhoud geven aan de lessen binnen de

plusgroep: Er zullen lessen moeten worden gegeven die de hoge intelligentie, creativiteit en

motivatie stimuleren. Daarnaast zal moeten worden gekeken naar de meervoudige

intelligentietheorie van Howard Gardner bij het geven van de lessen en ook hier moet weer gekeken

worden naar de verschillende typen hoogbegaafden van Betts en Neihart. Ook is voorspeld dat het

van belang is om de leerstof te verrijken in plaats van te verbreden. Binnen de plusgroep dient dit

gedaan te worden.

In de literatuur komt naar voren dat het sociaal emotionele aspect, de creativiteit/expressie, het

inzicht, het top down leren en het samenwerken bevorderd moeten worden. Deze vijf aspecten

dienen aangeboden te worden binnen de plusklas.

Uit de resultaten van het praktijkonderzoek blijkt dat er in iedere groep enigszins aandacht wordt

besteed aan hoogbegaafdheid, behalve in groep vier. Omdat er in groep vier nog niets aan

hoogbegaafdheid wordt gedaan, zal de plusgroep daar dan ook starten. Vanaf daar zal de plusgroep

worden opgestart in groep drie en groep vijf. Het is niet logisch om te starten in de kleuterbouw,

aangezien daar niet gesproken wordt over hoogbegaafden en de leerlingen daar erg jong zijn. Verder

is in groep één tot en met groep drie een kieskastje ontwikkeld voor leerlingen met een

ontwikkelingsvoorsprong. Er wordt gestart in de middenbouw omdat de leerlingen hier nog in het

begin staan van hun basisschool carrière en men er dan op tijd bij is om het gewenste effect te

bereiken.

Bij de toelatingseisen zal gekeken worden naar de intellectuele capaciteiten, de creativiteit en de

motivatie. Er wordt geen IQ-test afgenomen maar er zal naar de CITO uitslagen gekeken worden. De

hoogbegaafde leerlingen hebben in de enquêtes aangegeven dat ze op sociaal emotioneel gebied

tevreden zijn. Dit zou betekenen dat, in tegenstelling tot de literatuur, er aan het sociaal emotionele

aspect geen aandacht hoeft te worden besteed binnen de plusgroep op De Caegh. Uit de tweede

enquête valt te concluderen dat er een aantal vakken zijn waar de hoogbegaafde leerlingen over het

algemeen geïnteresseerd in zijn. Dit zijn onder andere geschiedenis, taal, wiskunde, rekenen en

biologie.

Page 52: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

51

Al met al kan nu gezegd worden dat er na het opstarten van een plusgroep in groep vier, er

plusgroepen kunnen worden opgestart in groep drie en in groep vijf. Hierin dient rekening gehouden

te worden met de hoge intelligentie, creativiteit en motivatie. Er dient gekeken te worden naar de

verschillende typen hoogbegaafden en naar de kenmerken van hoogbegaafden en

onderpresteerders. Bij de inhoud zal gekeken worden naar de meervoudige intelligentietheorie en de

vakken waar de leerlingen in geïnteresseerd zijn. Hierin komen creativiteit/expressie, het inzicht, het

top down leren en het samenwerken aan bod.

Dit onderzoek is specifiek gericht op groep 3, 4 en 5. In de adviezenlijst op bladzijde 52 vindt u terug

hoe de plusgroepen georganiseerd kunnen worden.

Page 53: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

52

6.2 Discussie

In het eerste deel wordt ingegaan op de geldigheid van dit onderzoek. In het tweede deel komt de

bijdrage aan de professionalisering van de plusgroep aan de orde.

Geldigheid onderzoek

Het literatuuronderzoek op het gebied van hoogbegaafdheid is zeer betrouwbaar. De bronnen die

zijn gebruikt, zijn websites van onder andere valide instanties, artikelen uit vakbladen en kranten en

boeken op het gebied van hoogbegaafdheid. Door verschillende websites, boeken en artikelen naast

elkaar te leggen en met elkaar te vergelijken, kun je de conclusie trekken dat alles wat in dit

onderzoek geschreven is op het gebied van hoogbegaafdheid betrouwbaar is.

Voor de informatie op het gebied van de plusgroep is ook literatuur van internet, uit boeken en uit

vakbladen geraadpleegd. Over de plusgroep is minder te vinden dan over hoogbegaafdheid. Toch is

deze informatie ook zeer valide. Er zijn websites geraadpleegd van minder grote en bekende

instanties, maar door deze websites naast te leggen, is er een betrouwbaar literatuuronderzoek uit

voortgekomen.

Over de enquêtes valt nog het één en ander discussiëren. Allereerst is er door elke groepsleerkracht

ingevuld hoeveel hoogbegaafden en begaafden leerlingen de klas bezit. De hoogbegaafde leerlingen

zijn valide ingevuld. Deze leerlingen zijn door een protocol heen geweest en zijn gediagnosticeerd

hoogbegaafd. Bij de begaafde leerlingen verschilt het per leerkracht. De leerkrachten bekeken de

kenmerken van hoogbegaafde leerlingen en begaafde leerlingen, pakten de CITO-uitslagen erbij en

volgden hun onderbuikgevoel. Aan de hand van deze resultaten zijn de leerlingen van groep 3 en

groep 4 al in een plusgroep geplaatst.

Daarnaast zijn er enquêtes ingevuld op het gebied van hoogbegaafd zijn. Deze enquêtes zijn

ingevuld door twaalf leerlingen uit de midden- en bovenbouw die al in een plusgroep zitten en door

drie leerlingen uit de middenbouw die in een plusgroep worden geplaatst. De vraag is of dit valide is,

omdat de verhouding twaalf tot drie een groot verschil is. Toch valt er het één en ander te

concluderen. Zo valt er te concluderen dat de hoogbegaafden op De Caegh uit de middenbouw

tevreden zijn en zich prettig voelen op school. Deze conclusie kan getrokken worden omdat er door

alle drie de leerlingen op deze manier over wordt gedacht.

Tot slot zijn er enquêtes ingevuld op het gebied van de plusgroep. Deze zijn ingevuld door 22

leerlingen van De Caegh en 9 leerlingen van De Duiventil. Allereerst is de vraag gesteld in welke

vakken deze leerlingen uitblinken. Aangezien de leerlingen zelf antwoord geven en er niet naar

toetsresultaten wordt gekeken, is dit niet valide. Hier is dus geen verder gebruik van gemaakt in het

onderzoek. Daarnaast is de vraag gesteld in welke vakken de leerlingen geïnteresseerd zijn. Deze

informatie is zeker betrouwbaar en goed te gebruiken. Doordat er drie tabellen zijn gemaakt (één

waarin alle leerlingen staan weergeven, één waarin de leerlingen van De Caegh staan weergeven en

één waarin de leerlingen van De Duiventil zijn weergeven) kan er overzichtelijk worden gezien waar

de interesses hetzelfde zijn en waarin ze verschillen. Hieruit kunnen valide conclusies worden

getrokken.

Het interview met Anita is zeker van pas geweest. Zij sloot met haar meningen en opvattingen aan op

de literatuur die onderzocht is. Doordat zij geprofessionaliseerd is op het gebied van

hoogbegaafdheid, is de informatie zeer betrouwbaar. De informatie is daarnaast zeer toepasselijk bij

het opzetten van de plusgroep op De Caegh.

Page 54: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

53

Bijdrage aan professionalisering

Dit onderzoek heeft allereerst een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van mijn rol als leerkracht.

Het heeft mijn rol als leerkracht een andere draai gegeven ten opzichte van de afgelopen vier jaar,

waarin de nadruk vooral heeft gelegen op mijn didactische en pedagogische kwaliteiten. Door middel

van dit onderzoek is er verbetering gekomen in mijn organisatorische kwaliteiten en in mijn

onderzoekende kwaliteiten. Daarnaast heb ik een grote stap gezet in het samenwerken met

collega’s, doordat ik deel nam aan de excellentiegroep binnen De Caegh en daarnaast veel

samenwerkte met Marian Koning. Tot slot is mijn professionalisering gegroeid op het gebied van

contact leggen met instanties van buitenaf. Ik heb contact opgenomen met Anita Chrispijn om meer

duidelijkheid te krijgen over de plusgroep op De Duiventil en ik heb meerdere bedrijven benaderd

om een indruk op te doen van de verschillende methodes voor hoogbegaafde leerlingen.

Naast mijn ontwikkeling als leerkracht, kan ik zeggen dat ik op het gebied van hoogbegaafdheid in

professionalisering sterk gestegen ben. Voor ik startte met dit onderzoek, bezat ik alleen de feitelijke

kennis op het gebied van hoogbegaafdheid door middel van de achtergrondkennis die ik al had en de

kennis die mij bij is geleerd op de pabo. Door middel van verschillende manieren van

literatuuronderzoek en praktijkonderzoek, ben ik veel wijzer geworden op het gebied van

hoogbegaafdheid. Doordat ik binnen het onderzoek verschillende theorieën en praktijken naast

elkaar heb gelegd en hierop heb geanalyseerd en geïnterpreteerd, ben ik een onderzoekende

houding gaan vormen tegenover dit onderwerp en ben ik mijn eigen meningen en theorieën gaan

vormen. Ik kan dus zeggen dat mijn professionalisering op dit gebied flink gegroeid is.

Tot slot heb ik een bijdrage kunnen werken aan De Caegh. Aan de start van mijn onderzoek werd mij

gevraagd of ik onderzoek kunnen doen naar een plusgroep en of ik dit ook daadwerkelijk kon

verwezenlijken. Doordat er in de middenbouw de minste aandacht aan hoogbegaafdheid werd

besteed, ben ik mij hier op gaan richten. Door middel van dit onderzoek is er tot nu toe een

plusgroep opgericht voor groep drie en voor groep vier. Het streven is om in groep vijf ook een

plusgroep op te richten en om deze drie plusgroepen in stand te houden. Hiermee hoop ik dat het

onderwerp ‘hoogbegaafdheid’ meer onder de aandacht is gekomen en ook meer onder de aandacht

zal blijven op De Caegh. Ik denk dat ik hierin een compleet pakket heb afgeleverd.

Page 55: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

54

6.3 Adviezenlijst voor het oprichten van de plusgroep

Het doel van dit onderzoek was om een plusgroep op te richten voor basisschool De Caegh met het

streven om hoogbegaafdheid meer onder de aandacht te brengen binnen deze school.. Uit

praktijkonderzoek blijkt dat er in de middenbouw over het algemeen de minste aandacht wordt

besteed aan dit onderwerp. Er is daarom besloten om voor groep drie, groep vier en groep vijf ieder

apart een plusgroep op te starten. In de tabel hieronder staat geadviseerd op welke manier de

plusgroepen het best georganiseerd kunnen worden. Hierna volgt een toelichting op de tabel.

Organisatie Groep 3 Groep 4 Groep 5

1. De eisen Met iedere leerkracht worden de leerlingen (naast de gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen) besproken aan de hand van de kenmerken, CITO-scores en het onderbuikgevoel.

Met iedere leerkracht worden de leerlingen (naast de gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen) besproken aan de hand van de kenmerken, CITO-scores en het onderbuikgevoel.

Met iedere leerkracht worden de leerlingen (naast de gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen) besproken aan de hand van de kenmerken, CITO-scores en het onderbuikgevoel.

2. De start Vanaf week 2 2013 (na de kerstvakantie)

Vanaf week 44 2012 (na de herfstvakantie)

Vanaf week 9 (2013) (na de voorjaarsvakantie)

3. De tijd Maandag middag 13.15 – 14.15

Vrijdag ochtend 09.00 – 10.00

Moet overlegd worden met de leerkracht

4. De grootte Een limiet van minimaal 4 en maximaal 8 leerlingen

Een limiet van minimaal 4 en maximaal 8 leerlingen

Een limiet van minimaal 4 en maximaal 8 leerlingen

5. De begeleiding Annemarie de Hoop Marina Koen Moet nog gezocht worden

6. De plaats Overblijflokaal Overblijflokaal Overblijflokaal

7. De algemene doelstelling

De leerlingen krijgen inzicht in de verschillende denkvaardigheden, raken gemotiveerd en werken aan hun creativiteit. Bij de lessen wordt rekening gehouden met de interesses van de leerlingen, de verschillende typen leerlingen en de meervoudige intelligentie theorie

De leerlingen krijgen inzicht in de verschillende denkvaardigheden, raken gemotiveerd en werken aan hun creativiteit. Bij de lessen wordt rekening gehouden met de interesses van de leerlingen, de verschillende typen leerlingen en de meervoudige intelligentie theorie

De leerlingen krijgen inzicht in de verschillende denkvaardigheden, raken gemotiveerd en werken aan hun creativiteit. Bij de lessen wordt rekening gehouden met de interesses van de leerlingen, de verschillende typen leerlingen en de meervoudige intelligentie theorie

8. De inhoud Leerkracht en begeleider zoeken aan de hand van een thema per week de lessen uit

Leerkracht en begeleider zoeken aan de hand van een thema per week de lessen uit

Leerkracht en begeleider zoeken aan de hand van een thema per week de lessen uit

Page 56: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

55

9. De evaluatie Wanneer de leerlingen met Levelwerk of Digitop (onderdeel van Acadin) werken, zal er een evaluatieformulier bijzitten. Zo niet, dan wordt er een standaard gebruikt9

Wanneer de leerlingen met Levelwerk of Digitop (onderdeel van Acadin) werken, zal er een evaluatieformulier bijzitten. Zo niet, dan wordt er een standaard gebruikt.

Wanneer de leerlingen met Levelwerk of Digitop (onderdeel van Acadin) werken, zal er een evaluatieformulier bijzitten. Zo niet, dan wordt er een standaard gebruikt.

10. Het presenteren van resultaten

Iedere week wordt bijgehouden in een map. Per afsluiting van thema houden ze een presentatie voor de reguliere groep

Iedere week wordt bijgehouden in een map. Per afsluiting van thema houden ze een presentatie voor de reguliere groep

Iedere week wordt bijgehouden in een map. Per afsluiting van thema houden ze een presentatie voor de reguliere groep

11. De methoden Acadin, Levelwerk, Nieuwsbegrip, overig materiaal

Acadin, Levelwerk, Nieuwsbegrip, overig materiaal

Acadin, Levelwerk, Nieuwsbegrip, overig materiaal

*Tabel 7: De conclusie weergeven in een schema

1. De organisatoren van de plusgroep zijn bij iedere leerkracht van de middenbouw langs

geweest. Zij hebben de leerkrachten geïnformeerd over de plusgroep en ze gevraagd welke

leerlingen geschikt zouden zijn voor de plusgroep. Er werd gevraagd om hierbij te kijken naar

de kenmerken van hoogbegaafdheid en begaafdheid. Hier kregen de leerkrachten een lijstje

van. Er werd gevraagd om de leerlingen te kiezen die op de CITO’s een ‘A’ of een ‘B’ scoorden

en er werd gevraagd om daarnaast het onderbuikgevoel te volgen. De leerkrachten kregen

hier een week de tijd voor en moesten daarna aangeven welke leerlingen geschikt zouden

zijn.

2. Groep vier is na de herfstvakantie al gestart. Groep drie zal na de kerstvakantie starten. Het

advies is om groep vijf na de voorjaarsvakantie te laten starten.

3. In overleg met de leerkrachten zullen de hoogbegaafde leerlingen van groep drie elke

maandagmiddag van 13.15 tot 14.15 deelnemen aan de plusgroep en zullen de

hoogbegaafde leerlingen van groep vier elke vrijdagochtend van 09.00 tot 10.00 deelnemen.

Voor groep vijf zal dit nog met de leerkrachten besproken moeten worden. Dit betekent dit

niet dat de leerlingen alleen dit uur moeten besteden aan het werk van de plusgroep. Er

wordt geadviseerd aan de leerkrachten om hier ook verdere aandacht aan te besteden in de

rest van de week (bijvoorbeeld door middel van het af laten maken van een opdracht of door

het aanbieden van levelwerk)

4. Voor groep drie en groep vier is er een ouder beschikbaar. Deze zal voor groep vijf nog

gezocht moeten worden.

5. Om de plusgroep niet te groot te laten worden, wordt er een limiet gesteld voor acht

leerlingen.

6. Het overblijflokaal staat vrij. Deze wordt tot beschikking gesteld voor de plusgroep.

7. Het is de bedoeling dat de plusgroep een doel heeft voor de leerlingen. Ze gaan hier niet

zomaar naar toe. er wordt hier gebruik gemaakt van het model van Renzulli en Monks waarin

de hoge intelligentie, de motivatie en de creativiteit worden benadruk. Het doel is om deze

9 Zie bijlage 7 voor het evaluatieformulier.

Page 57: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

56

drie aspecten aan bod te laten komen. Er zal veel gevarieerd moeten

worden in de lesstof om het voor elke leerling interessant te blijven houden.

8. In het begin zullen de coördinatoren de materialen bijeen zoeken en klaar leggen. Wanneer

dit goed gaat (na ongeveer vier weken) zullen de begeleiders en samenwerking met de

leerkrachten zorgen voor de materialen. Alle materialen zullen worden opgeslagen in een

aparte map op de computer zodat ze het jaar erop weer gebruikt kunnen worden. Verder

zullen de leerlingen zelf een map bijhouden, waarin de materialen en evaluaties worden

weergeven. Deze mappen zouden op tien minuten gesprekken ook getoond kunnen worden.

9. Wanneer er een les wordt gegeven waarbij al een evaluatieformulier in zit, zal er gebruik

worden gemaakt voor dit formulier. Wanneer dit niet het geval is, zal er gebruik worden

gemaakt van standaard evaluaties. Het is de bedoeling dat de leerling en de leerkracht ieder

een evaluatie invult. Dit heeft als doel om de kritische houding van de leerlingen te

stimuleren.

10. Het advies is om de resultaten te laten presenteren door middel van een map en door middel

van presentaties in de reguliere klas. Het is voor de leerlingen interessant en uitdagend om

hun resultaten te presenteren. Op deze manier weten ze dat ze niet voor niets aan de slag

zijn geweest met de opdrachten. Dit kan na ieder thema gedaan worden.

11. De methoden die zullen worden gebruikt, zijn Acadin, Levelwerk en Nieuwsbegrip. Deze

methoden zijn alle drie beschikbaar binnen de school.. Verder is het advies om veel materiaal

van internet af te halen. Op websites als www.digitop.nl en www.nemo.nl is veel materiaal te

vinden over dit onderwerp.

6.4 Aanbevelingen In dit onderzoek is er onderzocht op wat voor manier een plusgroep zou kunnen worden opgericht

binnen basisschool De Caegh. Hiermee werd er een bijdrage geleverd aan het onder de aandacht

brengen van hoogbegaafdheid binnen De Caegh. De plusgroep voor groep drie en voor groep vier is

middels dit onderzoek al opgestart. Het advies is om deze plusgroep ook op te richten voor groep vijf.

Op deze manier zal er in ieder klas aandacht aan hoogbegaafdheid worden besteed. Hiervoor kan

gebruik worden gemaakt van de adviezenlijst.

Wanneer de plusgroepen in groep drie, groep vier en groep vijf goed loopt, zou er ook kunnen

worden gedacht aan een aparte plusgroep voor groep zes, zeven en acht. Omdat er binnen de

formatie hoogstwaarschijnlijk geen ruimte is voor leerkrachten die dit begeleiden, zal er hulp moeten

worden gevraagd van ouders (het liefst met kennis en ervaring op dit gebied). Deze hoogbegaafde

leerlingen gebruiken nu levelwerk of krijgen extra uitdaging met rekenen. Wanneer er ook voor deze

leerlingen een plusgroep wordt opgericht, zouden levelwerk en de extra uitdaging voor rekenen

hierin ook kunnen worden aangeboden.

Omdat zes verschillende plusgroepen moeilijk tot niet haalbaar zal zijn, wordt er aanbevolen om

deze samen te voegen in twee aparte plusgroepen: ‘één voor de middenbouw en één voor de

bovenbouw. Omdat de groepen niet groter dan voor acht personen zouden moeten zijn, zullen er

hogere eisen moeten worden gesteld aan de leerlingen die deel zullen nemen en zou er een protocol

op moeten worden gesteld voor deze leerlingen.

Dit hoeft niet binnen een jaar gerealiseerd te worden. Dit is een aanbeveling voor in de toekomst.

Page 58: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

57

Bibliografie Websites:

ADHD bij kinderen. (2012). Opgeroepen op november 27, 2012, van Hersenstichting:

https://www.hersenstichting.nl/alles-over-hersenen/hersenaandoeningen/adhd-bij-kinderen

Alfred Binet. (2012, maart 26). Opgeroepen op november 26, 2012, van Wikipedia:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Alfred_Binet

Algemeen. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/algemeen/

Begaafdheidskenmerken. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/begaafdheidskenmerken/

Compacten. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/aanpassingen/compacten/

De online plusgroep. (2010). Opgeroepen op november 18, 2012, van Jufjo: http://www.jufjo.nl/

De plusgroep. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Slimpuls:

http://www.slimpuls.nl/artikelen/plusgroep.htm

Deelname Plusgroep. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://www.hoogbegaafd.nu/submenu-deelname-plusgroep

Diagnostiek. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/00002/

Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van

Hoogbegaafdheid: http://hoogbegaafdheid.slo.nl/links/literatuur/00073/

Drent, E. v. (sd). Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Opgeroepen op november 18, 2012,

van Dhh-po: http://www.dhh-po.nl/body.asp?parenttaal=nl&id=19&moduleitemid=35

Een aparte school voor hoogbegaafde kinderen? (1998 - 2012). Opgeroepen op november 18, 2012,

van Lich: http://www.lich.nl/lich2/site.php?domein=onderwijs&p=aparte_scholen

Extra aandacht op de basisschool. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Rijksoverheid:

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/extra-aandacht-op-de-basisschool

Gardner. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/theorie/gardner/

Heller. (sd). Opgeroepen op november 13, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/theorie/heller/

Het geheim van een succesvolle plusgroep. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van

Hoogbegaafd: http://www.hoogbegaafd.nu/plusgroep/het-geheim-van-een-succesvolle-plusgroep

Page 59: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

58

Het proces. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafd:

http://www.hoogbegaafd.nu/plusgroep/het-geheim-van-een-succesvolle-

plusgroep/het-proces

Hoe kan de problematiek het beste worden aangepakt? (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van

Hoogbegaafd: http://www.hoogbegaafd.nu/plusgroep/het-geheim-van-een-succesvolle-

plusgroep/hoe-kan-de-problematiek-het-best-worden-aangepakt

Hoogbegaafdheid. (2007 - 2012). Opgeroepen op november 13, 2012, van Mensa:

http://www.mensa.nl/hoogbegaafdheid

Hoogbegaafdheid. (2012, november 2). Opgeroepen op november 13, 2012, van Wikipedia:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoogbegaafdheid

Hoogbegaafdheid en sociale vaardigheden. (2012). Opgeroepen op december 16, 2012, van Ieku:

http://www.ieku.nl/hoogbegaafdheid-en-sociale-vaardigheden/

Hoogeveen, L. (2004 - 2012). Hoogbegaafde leerlingen en het onderwjissysteem. Opgeroepen op

november 13, 2012, van Ziedaar: http://www.ziedaar.nl/article.php?id=383

IQ. (1998 - 2012). Opgeroepen op november 18, 2012, van Lich:

http://www.lich.nl/lich2/site.php?domein=onderwijs&p=iq

Leonardo onderwijs. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/aanpassingen/leonardo/

Leonardo Onderwijs. (2007 - 2012). Opgeroepen op november 18, 2012, van Leonardo-onderwijs:

http://leonardo-onderwijs.nl/

Mensa. (2007 - 2012). Opgeroepen op november 18, 2012, van Mensa:

http://www.mensa.nl/hoogbegaafdheid/kenmerken?gclid=CMrr_YD5sbICFeTLtAodtzgAJw

Mönks. (sd). Opgeroepen op november 13, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/theorie/monks/

Onderpresteerders. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/onderpresteerders/

Opstarten plusgroep. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Plusgroepdenbosch:

http://www.plusgroepdenbosch.nl/

Plusgroep voor hoogbegaafde kinderen: Valkuilen en tips. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012,

van Alledagenpauze: http://alledagenpauze.typepad.com/my_weblog/2008/05/plusgroep-voor-

hoogbegaafde-leerlingen-valkuilen-tips.html

PONTE - Onderzoek en begleiding van hoogbegaafde kinderen. (sd). Opgeroepen op november 18,

2012, van Hoogbegaafd: http://www.hoogbegaafd.nu/

Probleem achterhalen. (sd). Opgeroepen op November 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/communicatie/probleem/

Page 60: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

59

Profielen. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/profielen/

Richtlijnen. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/aanpassingen/compacten/rekenen/richtlijnen/

Richtlijnen. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/aanpassingen/compacten/rekenen/richtlijnen/

Signalering. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/begeleiding/signalering/

Sternberg. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/theorie/sternberg/

Stichting Plato. (2012). Landelijk Informatiecentrum Hoogbegaafdheid. Opgeroepen op november 12,

2012, van Lich: http://www.lich.nl/lich2/site.php?domein=onderwijs&p=begaafd_vs_hoogbegaafd

Verrijkingsklas. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Dednkrs:

http://www.dednkrs.nl/verrijkingsklas/

Verslag 'De verbaal/performaal kloof'. (2000 - 2012). Opgeroepen op december 3, 2012, van Hiq:

http://www.hiq.nl/service-verslez-rob_98.php

Versnellen. (sd). Opgeroepen op november 18, 2012, van Hoogbegaafdheid:

http://hoogbegaafdheid.slo.nl/onderwijs/aanpassingen/versnellen/

Onder presterende leerlingen: kenmerken. (2013). Opgeroepen op januari 9, 2013, van ieku:

http://www.ieku.nl/ieku-leerkrachten/eingenschappen-van-onderpresterende-leerlingen/

Begaafd vs Hoogbegaafd (2005, augustus 10). Opgeroepen op januari 9, 2013, van lich:

http://www.lich.nl/info-begaafdvshb.htm

Artikelen:

Baars, R. (2012, oktober 17). Leraren snappen hoogbegaafde kinderen niet. Algemeen dagblad .

Berg, M. v. (2012, oktober 18). Niet alleen intelligentie telt: Interview Lisette Hornstra, onderzoekster

excellente leerlingen. De Volkskrant .

Lablans, I. (2012, oktober 15). Arme, slimme kinderen. Het Parool .

Leraren snappen hoogbegaafde kinderen niet. (2012, oktober 17). Algemeen Dagblad .

Marrewijk, L. v. (2010, oktober 23). Zo'n 2 procent van de bevolking is hoogbegaafd. Nieuwe

lesmethodes helpen de slimste kinderen verder op school. Algemeen Dagblad .

Mooij, T. (2008, juli 17). Aparte klas zegen voor hoogbegaafden. De Trouw .

MSc., P. d. (2010). Naar excellente scholen, leraren, leerlingen en studenten. Radboud Universiteit

Nijmegen: ITS.

Page 61: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

60

Trierum, L. e. (2007). De Zorgwijzer. Haarlem: Toorts B.V.

Vaak is het beter om een kind níet te testen op hoogbegaafdheid. (2012, mei 22). Trouw .

Boeken:

E.J. van Houten - van den Bosch, J. K. (2007). Hoogbegaafde kinderen. Kinderen & adolescenten .

Eijkeren, M. v. (2008). Pedagogisch-didactisch begeleiden. In M. v. Eijkeren, Pedagogisch-didactisch

begeleiden (pp. 52 - 56). Baarn: HBUitgevers.

Gerven, S. D. (2002). Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs.

Utrecht: Uitgeverij LEMMA BV.

Kallenberg, T. (2007). Onderzoek van onderwijs. In T. Kallenberg, Ontwikkeling door onderzoek (p.

48). ThiemeMeulenhoff: Zutphen.

Liesbeth Schreuder, M. B. (2011). Pedagogisch kader kindercentra 4 - 13 jaar. Amsterdam: Reed

Bussiness.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Casestudy (gevalsstudie). In B. K. Ton Kallenberg, Ontwikkeling door

onderzoek. Een handreiking voor leraren. (pp. 127 - 128). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Drie manieren om te interviewen. In B. K. Ton Kallenberg, Ontwikkeling

door onderzoek. Een handreiking voor leraren. (p. 142). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Enquete (survey). In B. K. Ton Kallenberg, Ontwikkeling door onderzoek.

Een hanrdeiking voor leraren. (pp. 121 - 127). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Literatuur- of bronnenstudie. In B. K. Ton Kallenberg, Ontwikkeling door

onderzoek. Een handreiking voor leraren. (p. 136). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Observatie. In B. K. Ton Kallenberg, Ontwikkeling door onderzoek. Een

handreiking voor leraren. (p. 147). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Onderzoeken in de onderwijspraktijk. In B. K. Ton Kallenberg,

Ontwikkeling door onderzoek. Een handreiking voor leraren. (p. 120). Amersfoort:

ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Ontwerpgericht en ontwikkelingsgericht onderzoek. In B. K. Ton

Kallenberg, Ontwikkeling door onderzoek. Een handreiking voor leraren. (pp. 130 - 134). Amersfoort:

ThiemeMeulenhoff.

Ton Kallenberg, B. K. (2011). Vragenlijst. In B. K. Ton Kallenberg, Ontwikkeling door onderzoek. Een

handreiking voor leraren. (p. 139). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Page 62: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

61

Bijlage 1: Begrippenlijst

1. Excellentie: Een werkgroep excellentie is een ander woord voor een werkgroep

hoogbegaafdheid. excellentie betekent in dit onderzoek dus hoogbegaafdheid.

2. Levelwerkboxen: Levelwerk is een leerlijn voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen in

het basisonderwijs. Met de aanschaf van Levelwerk hebt u voor deze leerlingen een passend

leerstofaanbod in uw eigen school. Recente ontwikkelen tonen aan dat er speciale scholen

voor (hoog)begaafde leerlingen worden opgericht. Waar deze scholen kiezen voor segregatie,

streeft u met de aanschaf van Levelwerk naar integratie, de (hoog)begaafde kinderen blijven

op uw school. Levelwerk staat los van andere methodes. De leerling zit feitelijk op twee

sporen te werken, een gecompacte basislijn en een aanvullende verrijkingslijn, Levelwerk.

Levelwerk biedt een totaalaanbod van verrijkende activiteiten op meerdere terreinen. Bij

verrijking is het doel om de begaafde leerling meer uitdaging te bieden binnen de vakken

rekenen, taal en begrijpend lezen. Deze leerstof behoort een verplichtend karakter te hebben,

geen vrijblijvendheid. De onderdelen ‘rekenen’ en ‘taal/lezen’ in Levelwerk zijn dergelijke

verrijkende opdrachten. Daarnaast biedt Levelwerk in het onderdeel ‘allerlei’ de mogelijkheid

om met eigen gekozen onderwerpen aan de slag te gaan, veelal onderwerpen uit de

belangstellingssfeer van de leerling. In de vorm van werkstukken, foto- of filmpresentaties,

een tentoonstelling of een maquette kan de begaafde leerling laten zien wat het ‘in huis’

heeft. Ook aangepaste opdrachten binnen het vakgebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’

en opdrachten wat betreft samenwerking en hulp bieden aan anderen vallen onder dit

onderdeel. De leerkracht is hier meer de coach in de begeleiding van het proces. Doel van

deze werkwijze is tweeledig: aansluiten bij de motivatie van de leerling en het oefenen van

metacognitieve, maar ook sociaal-emotionele en creatieve vaardigheden. (Kuipers)

3. LVS: Het LVS betekent ‘Het leerlingvolgsysteem’. Hierin worden de ontwikkelingen van een

kind gevolgd door middel van toetsscores.

4. Top down en bottom up: Hoogbegaafden denken top down. Leerlingen die niet hoogbegaafd

zijn denken bottom up. Zij verzamelen losse informatie en maken daar later een geheel van.

Top down denkers doen dit andersom. Zij kijken vanuit een heel beeld en bouwt dit niet op

vanuit losse deeltjes.

5. Acadin: Acadin is een methode via de computer. Het levert bijdrage aan het bieden van

mogelijkheden om grenzen te verleggen. Dit wordt gedaan met een digitale leeromgeving,

uitdagende leeractiviteiten en ondersteuning voor leerkrachten. Daarnaast biedt Acadin een

ontmoetingsruimte voor leerlingen, leerkrachten en experts. Kijk voor meer informatie op

www.acadin.nl.

Page 63: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

62

Bijlage 2: De modules uit het DHH

Module 1 (quickscan):

Module 2 (diagnostiek)

Page 64: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

63

Module 3 (begeleiding)

Module 4 (evaluatie)

(Drent)

Page 65: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

64

Bijlage 3: De verschillende typen hoogbegaafde leerlingen

De succesvolle leerling

Gedragskenmerken presteert haalt goede cijfers stelt zich afhankelijk op zoekt bevestiging / goedkeuring van de leerkracht perfectionistisch vermijdt risico kiest veilige activiteiten gaat niet "buiten het boekje" accepterend en conformerend wordt een consument van kennis

Herkenning gebruik veel diverse criteria cijfers, schoolprestaties gestandaardiseerde testscores individuele intelligentietests nominatie door leerkracht, ouders en/of peers

Begeleiding van de school versneld en verrijkt curriculum vooraf testen, uitsluitend leerstof die nog niet beheerst wordt:

leerstofinkorting ontwikkelen van persoonlijke interesses activiteiten die buiten de comfortzone liggen ontwikkeling van vaardigheden voor zelfstandig leren dieptestudies mentor cognitieve coaching, begeleiding van school- en beroepsloopbaan tijd voor samenwerken met intellectuele gelijkgestemden

*Tabel 8: De succesvolle leerling

(Profielen)

Page 66: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

65

De uitdagende leerling

Gedragskenmerken drukt zich creatief uit voorkeur voor activiteit houdt van discussie is erg volhoudend in interessegebieden

(passies) laat impulsief gedrag zien daagt de leerkracht uit corrigeert de leerkracht stelt regels ter discussie is eerlijk en direct komt op voor eigen opvattingen /

overtuigingen emotioneel labiel (grote

stemmingswisselingen) kan een slechte zelfcontrole hebben vertoont inconsistente werkwijzen kan conflicten oproepen is competitief ingesteld

Herkenning interviews, zoek uit op welke manieren deze leerling creatief is

focus op creatief potentieel in plaats van prestaties

gebruik domeinspecifieke, objectieve metingen

creativiteitstests nominatie door ouders, medeleerlingen en/ of

volwassenen buiten het gezin

Begeleiding van de school

tolerantie beloon nieuwe invalshoeken en gedachten bij passende leerkrachten plaatsen directe en heldere communicatie met de

leerling geef toestemming voor gevoelens sta nonconformiteit toe koppel deze leerling aan een begripvolle

mentor directe instructie in interpersoonlijke

vaardigheden coach voor doelgericht oefenen

*Tabel 9: De uitdagende leerling

(Profielen)

Page 67: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

66

De onderduikende leerling

Gedragskenmerken ziet de begaafdheid niet als waardevol, verlaagt of ontkent de begaafdheid

valt uit bij deelname aan verrijkingsprogramma's wijst uitdagingen af wil geen ander werk doen dan andere kinderen wil niet opvallen, wil geen uitzonderingspositie ervaren zoekt sociale acceptatie verandert geregeld van vriendschappen / peergroep heeft (vrijwel) geen band met de leerkracht, of de groep onzeker over welke kant hij/zij zelf op wil

Herkenning interviews nominatie door ouders, of leerkrachten wees voorzichtig met nominatie door begaafde

medeleerlingen getoonde prestaties creativiteitstests niet-verbale metingen van intelligentie

Begeleiding van de school geef inzicht in concepten als sociale verschijnselen leeromgevingen waarin de leerling zich thuis voelt (sexe-)rolmodellen bieden (vooral bij meisjes) help bij het opzetten van steungroepen voer open discussies over de klas, racisme of

sexerolverwachtingen stimuleer de leerling met het vertegenwoordigen van

belangen van (minderheids)groepen of bemiddeling directe instructie over sociale vaardigheden biedt ondersteuning en informatie bij de planning

van opleidings- en beroepsmogelijkheden bespreek de nadelen van succes openlijk

*Tabel 10: De onderduikende leerling

(Profielen)

Page 68: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

67

De drop-out

De 'drop-out'

Gedragskenmerken vaak creatief zoekt buitenschoolse uitdaging in activiteiten die zijn

interesse hebben is bereid te werken voor de relatie creëert crisissen en verstoort situaties zoekt spanning ('thrill seeking') neemt onregelmatig deel aan onderwijs lage schoolprestaties (gemiddeld of minder) produceert inconsistent werkt maakt taken niet af bekritiseert zichzelf en anderen defensief verwaarloost zichzelf isoleert zichzelf

Herkenning individueel afgenomen IQ test hoge prestaties op subtests inconsistenties in prestaties discrepantie tussen intelligentiescore en geleverde

prestaties niet verbale intelligentiemetingen creativiteitstest interview audities analyse van verzameld werk geleverde prestaties in niet-schoolse setting nominatie van ouders of leerkrachten (eventueel o.b.v.

informatie afkomstig van leerkrachten uit het verleden)

Begeleiding van de school

houdt de verwachtingen op peil diagnostisch onderzoek niet-traditionele studievaardigheden niet-traditionele leerervaringen buiten de klas verdieping mentorschap groepstherapie coaching m.b.t. de schoolloopbaan thuisbezoek bevorder veerkracht / flexibiliteit bespreek alternatieve mogelijkheden wees de advocaat voor deze leerling, blijf pleidooi voeren

voor het faciliteren van "alternatieve" mogelijkheden

*Tabel 11: De drop out (Profielen)

Page 69: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

68

De dubbel gelabelde leerling (met leer- en/of gedragsproblemen)

Gedragskenmerken legt makkelijk contacten goed probleemoplossend vermogen denkt in concepten / ideeen houdt van nieuwigheid en complexiteit laat inconsistent werk zien lijkt een (lager dan) gemiddelde leerling te zijn lijkt in sommige aspecten van het sociaal en emotioneel

functioneren jonger gedragsproblemen kan storend zijn en niet bij de les is chaotisch (relatief) trage informatieverwerking kan moeite hebben in de omgang met begaafde peer groep

Herkenning op basis van huidig functioneren in de klas scores op prestatietests bestudeer de prestaties over een langer tijdbestek zoek voor patroon van afnemende prestaties in combinatie

met aanwijzingen voor superieure mogelijkheden vertrouw niet op analyse van de sterk uiteenlopende

resultaten op onderdelen van een intelligentietest herkenning door leerkracht met ervaring met

onderpresteerders, of relevante anderen

Begeleiding van de school

uitdagen op het gebied waar de sterke kanten liggen is eerste prioriteit

versnelling op de sterke gebieden voorzieningen ter compensatie voor de leerproblemen onderzoek "wat is nodig voor dit kind om hier succesvol te

kunnen zijn?" plaatsing in programma voor begaafden tijd met ontwikkelingsgelijken / peers doorbrengen individuele begeleiding directe instructie in strategieen voor zelfregulatie leer voor zichzelf op te komen leer SMART doelen formuleren

*Tabel 12: De dubbel gelabelde leerling

(Profielen)

Page 70: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

69

De zelfstandige leerling

Gedragskenmerken goede sociale vaardigheden werkt zelfstandig, zonder bevestiging ontwikkelt eigen doelen kan doelgericht SMART werken sterk zelfsturend, werkt enthousiast voor passies goed zelfregulerend vermogen komt op voor eigen opvattingen veerkrachtig / flexibel produceert kennis beschikt over zelfinzicht en zelfacceptatie

Herkenning bereikte schoolresultaten producten nominatie door leerkracht, klasgenoot, ouders, zichzelf portfolio's interviews gestandaardiseerde testen (prestatietests, intelligentietests) creativiteitstests gewonnen prijzen

Begeleiding van de school

creeer ruimte voor het ontwikkelen van een lange termijnplan voor studie

versneld en verrijkt curriculum belemmeringen in tijd en plaats wegnemen ontwikkel meerdere, gerelateerde dieptestudies, inclusief

mentorschappen grote variatie van versnellingsmogelijkheden (vooraf testen,

uitsluitend leerstof die nog niet beheerst wordt, leerstofinkorting, vervroegde toelating tot vervolgopleiding)

mentoren en intermediairs / bemiddelaars wijk af van gebruikelijk schoolbeleid en regels geef de ruimte en sta hen niet in de weg leer hen omgaan met de psychologische nadelen van succes

*Tabel 13: De zelfstandige leerling

(Profielen)

Page 71: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

70

Bijlage 4: Topiclist

Topiclist interview

Onderwerp hoogbegaafdheid:

1. Beschrijving hoogbegaafdheid

2. Verschil begaafdheid en hoogbegaafdheid

3. Koppeling theorie Renzulli

4. Koppeling theorie Mönks

5. Koppeling theorie Heller

6. Koppeling theorie Gardner

7. Koppeling theorie Sternberg

8. Signalering

9. Kenmerken

10. Kenmerken onderpresteerders

11. Typen hoogbegaafde kinderen

12. Communicatie ouders

13. Aanpassingen (compacten en verrijken)

14. Leonardo scholen

Onderwerp plusgroep:

1. Ervaring

2. Beschrijving plusgroep

3. Doelstellingen

4. Eisen

5. Het opzetten

6. Het programma

7. Doelgroep (leeftijd)

8. Jongens/meisjes

9. Sociaal emotionele begeleiding

10. Individueel/groep

Page 72: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

71

Bijlage 5: Blanco vragenlijst hoogbegaafd zijn

Vragenlijst hoogbegaafd zijn

Ik ben _____ jaar oud.

Helemaal mee eens

Mee eens Mee oneens Helemaal mee oneens

Ik voel mij anders dan de andere kinderen in mijn klas

Ik ben in veel dingen beter dan de andere kinderen in mijn klas

Ik ben liever met andere hoogbegaafde kinderen dan met andere kinderen

Ik vind het leuk om naar school te gaan

Ik leer veel nieuwe dingen in de klas

Ik gedraag mij hetzelfde als de kinderen in mijn klas

Ik vind het leuk dat ik hoogbegaafd ben

Ik voel me onzeker

Page 73: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

72

Bijlage 6: Vragenlijst plusgroep

1. Vertel eens wat een plusgroep is.

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

2.a. Lijkt de plusgroep jou leuk?

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

2.b. Zo ja, waarom wel?

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

2.c. Zo nee, waarom niet?

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

3. Noem drie vakken waar jij goed in bent.

1. ________________________________________________________________________________

2. ________________________________________________________________________________

3. ________________________________________________________________________________

4. Noem vijf vakken die jij graag zou willen krijgen (bijvoorbeeld rekenen, taal, geschiedenis)

1. ________________________________________________________________________________

2. ________________________________________________________________________________

3. ________________________________________________________________________________

4. ________________________________________________________________________________

5. ________________________________________________________________________________

Page 74: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

73

5. Noem drie onderwerpen waar jij veel van af weet.

1. ________________________________________________________________________________

2. ________________________________________________________________________________

3. ________________________________________________________________________________

4. Noem vijf onderwerpen waar jij meer over zou willen leren (bijvoorbeeld het zonnestelsel, de

Middeleeuwen)

1. ________________________________________________________________________________

2. ________________________________________________________________________________

3. ________________________________________________________________________________

4. ________________________________________________________________________________

5. ________________________________________________________________________________

Page 75: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

74

Bijlage 7: Het evaluatieformulier

Voor de leerkracht

Project: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Naam begeleider: ………………………………………………………………………………………………………………………… Algemene vragen 1) Wat is het belangrijkste dat deze leerlingen hebben geleerd? ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2) Wat had je ze nog meer kunnen leren? ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4) Wat zou je ze bij een ander project graag willen leren?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 5) Hoe verliep de samenwerking in de groep? Waar lag dit aan volgens jou? ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 6) Ben je tevreden over het eindproduct? Waarom wel/niet? ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Bevindingen per leerling Naam leerling 1: ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Naam leerling 2: ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Naam leerling 3: ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Page 76: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

75

Naam leerling 4:

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Naam leerling 5: ……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Page 77: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

76

Voor de leerling

Project: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Naam leerling: …………………………………………………………………………………………………………………………………

Vooraf Invullen:

1) Wat vind je van dit onderwerp? Leg eens uit?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

2) Weet je al iets van het onderwerp af? Zo ja, wat?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

Na afloop Invullen:

1) Wat is het belangrijkste dat je over het onderwerp hebt geleerd?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

2) Wat zou je nu nog meer willen weten? Waarom?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

Eigen vaardigheden

1) Wat dacht je van tevoren dat je moeilijk zou vinden om te doen? Was dit achteraf ook zo?

Hoe komt dat denk je?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

2) Wat dacht je van tevoren dat je het beste zou kunnen tijdens dit project? Was dit achteraf ook zo?

Hoe komt dat denk je?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

Page 78: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

77

3) Wat zou je bij een ander project graag willen doen of leren?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

Groepswerk

1) Hoe verliep de samenwerking in je groepje? Waar lag dit aan volgens jou?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

2) Hoe waren in je groepje de taken verdeeld?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

3) Heeft je groepje problemen gehad en zo ja, hoe zijn die opgelost?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

4) Ben je tevreden over het eindproduct? Waarom wel/niet?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

Overig

1) Wat vond je het leukst en het minst leuk aan het hele project?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

2) Heb je nog iets gemist, of heb je nog iets toe te voegen?

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

Page 79: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

78

Korte beoordeling van de begeleider

……………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………..………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Page 80: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

79

Bijlage 8: Enquête waarbij het aantal hoogbegaafde leerlingen op De Caegh

wordt onderzocht.

Geachte leerkracht van groep _____________

Ik ben bezig met een onderzoek op het gebied van hoogbegaafdheid. In mijn onderzoek ben ik bezig

met het oprichten van een plusklas. Omdat ik, voordat ik deze plusklas opricht, eerst wil uitzoeken op

welke groepen ik dit richt, wil ik graag weten hoeveel hoogbegaafden en meerbegaafden iedere klas

bezit. Zou u hieronder in kunnen vullen hoeveel hoogbegaafden er in de klas zitten? Zou u daarnaast

ook op kunnen schrijven hoeveel kinderen er naast de hoogbegaafde kinderen in aanmerking zouden

kunnen komen voor de plusklas (de meerbegaafde kinderen)? Aan de hand van deze resultaten kan

ik concluderen aan welke groepen ik de plusklas aan zal bieden.

Met vriendelijke groet,

Kim Neefjes

Aantal hoogbegaafde leerlingen: _____________

Aantal meerbegaafde leerlingen: _____________

Overige opmerkingen: _____________

Page 81: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

80

Bijlage 9: Beoordelingsformulier onderzoeksrapportage

EINDCIJFER

NB1 De toetscriteria worden toegelicht in bijlage 10.

NB2 de scores onvoldoende, voldoende, goed, uitstekend geven een indicatie hoe je scoort op de

enkele toetscriteria. De assessoren wegen de scores op de verschillende toetscriteria en bepalen

vervolgens het aantal punten dat wordt toegekend.

Toetscriteria onderzoeksrapportage: Inhoud en proces Max

100

pnt

Samenvatting onv. vold. goed uitst. Max

10 pnt

Omvat maximaal 1000 woorden

Bevat de hoofdzaken van de onderzoeksopzet, de onderzoeksmethode en de

belangrijkste resultaten.

Inleiding, probleemstelling en methode onv. vold. goed uitst. Max

30pnt

De aanleiding van het onderzoeksonderwerp en de daaruit voortvloeiende

doelstelling en probleemstelling worden duidelijk beschreven.

Het onderzoeksgebied is afgebakend.

De onderzoeksvraag heeft relevantie voor de eigen beroepspraktijk en/of

schoolorganisatie.

Naam student: ……………….…………………………………………………

Studentnummer: ……………………………………………………………………

Onderwerp/titel: …….……………………………………………………………..

Gemaakt in opdracht van: ………………..…………………………………………………..

Begeleider: ………….…………………………………………………………

Datum: ……………………………………………………………………

Page 82: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

81

De vraagstelling is verankerd in theoretische verkenning en deelvragen zijn

gerelateerd aan antwoorden uit relevante bronnen.

De oplossingen m.b.t. de probleemstelling zijn uit de literatuur gehaald.

De vraagstelling is heldere en onderzoekbaar waarbij deelvragen logisch

afleidbaar zijn van de hoofdvraag.

De opbouw van onderzoek is duidelijk beschreven waarbij de volgende

onderdelen beschreven en in samenhang verantwoord zijn:

Onderzoeksprocedure;

Onderzoeksgroep;

Onderzoeksmethodiek/meetinstrumenten. Bevat bronnenonderzoek en

uitvoerend (empirisch) onderzoek

Analyseermethode.

Data verzamelen, analyse en resultaten onv. vold. goed uitst. Max

30 pnt

Het onderzoek is zorgvuldig uitgevoerd en goed gedocumenteerd.

De data zijn zorgvuldig verwerkt, feitelijk en volledig.

De analyse is duidelijk en bevat goede, kritische reflectie op keuze en werkwijze.

Interpretatie, conclusie en discussie onv. vold. goed uitst. Max

30 pnt

De conclusies zijn verbonden met de onderzoeksvraag en de vraagstelling wordt

beantwoord.

De conclusies worden in relatie tot de theorie besproken en er worden

aanbevelingen gedaan voor een toepassing.

De validiteit en draagwijdte van de resultaten voor de praktijk zijn aangegeven.

Er is sprake van integratie van praktijk- en theoretisch materiaal.

De student is kritisch/reflectief naar het eigen onderzoek en geeft

verbeterpunten en aanbevelingen mee voor vervolgonderzoek.

De student is kritisch/reflectief op de eigen rol binnen het onderzoek.

De meerwaarde en de bruikbaarheid van de resultaten van het onderzoek voor

de praktijk is duidelijk.

Page 83: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

82

Toelichting

Totaal aantal punten

Handtekening interne assessor: ……………………………………………… d.d.:………………….

Handtekening externe assessor: …………………………………………….. d.d.:………………….

Kopie van dit formulier gaat naar de student, het origineel wordt bewaard bij de

onderzoeksrapportage.

Page 84: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

83

Bijlage 10: Toelichting op toetscriteria

Aspect Niveau Omschrijving

Samenvatting

Voldoende De samenvatting raakt de kern van het onderzoek maar is onvolledig zodat een compleet beeld moeilijk te vormen is.

Goed De samenvatting is redelijk compleet, maar enkele aspecten ontbreken nog.

Uitstekend De samenvatting is kort en krachtig en geeft op hoofdlijnen het gehele onderzoek weer, waarbij de belangrijkste resultaten en conclusies worden genoemd.

Inle

idin

g, p

rob

leem

stel

ling

en

me

tho

de

Afbakening en

vraagstelling

Voldoende

Het onderzoeksgebied is afgebakend, maar de afbakening kan scherper, zodat daarmee het ontwerp van het onderzoek gericht kan worden ontwikkeld. De vraagstelling is zodanig geformuleerd dat hij onderzoekbaar is, maar zou nog wat scherper kunnen om precies dekkend te worden voor het uit te voeren onderzoek. Het theoretisch kader omvat een redelijke verkenning van het onderwerp, maar daarin is geen volledigheid en worden niet alle aspecten onderzocht. Het kader biedt voldoende aanknopingspunten om het onderzoek vorm te geven en om de opbrengsten te interpreteren, al zijn die relaties niet altijd even scherp uitgewerkt.

Goed

Het onderzoeksgebied is zodanig afgebakend dat er geen onduidelijkheid meer is over de doelstelling van het onderzoek en het te verwachten resultaat. De vraagstelling is helder geformuleerd en geeft goed weer wat er wordt onderzocht. De vraagstelling is uitgewerkt in een aantal bruikbare deelvragen die allemaal goed zijn afgeleid uit de hoofdvraag. Het theoretisch kader omvat een goede verkenning van het onderwerp, waarbij de meest belangrijke aspecten worden onderzocht en in het juiste perspectief worden geplaatst en besproken. Het kader biedt alle aanknopingspunten om het onderzoek vorm te geven en de opbrengsten te interpreteren, waarbij die relaties al duidelijk werden uitgewerkt.

Uitstekend

Het onderzoeksgebied is zodanig afgebakend dat volstrekt duidelijkheid is wat het doel is van het onderzoek en wat het te verwachten resultaat zal zijn. De vraagstelling is scherp geformuleerd en geeft exact weer wat er werd onderzocht. De vraagstelling is uitgewerkt in een aantal uitstekende deelvragen die beargumenteerd zijn afgeleid uit de hoofdvraag. Het theoretisch kader omvat een diepgaande verkenning van het onderwerp, waarbij alle belangrijke aspecten worden onderzocht en in een breder theoretisch perspectief worden geplaatst en besproken. Het kader biedt alle aanknopingspunten om het onderzoek vorm te geven en de opbrengsten te interpreteren, waarbij alle relaties scherp zijn uitgewerkt.

Verantwoor-

ding

methodologie

Voldoende

De keuze voor de onderzoeksmethode wordt omschreven, maar nauwelijks onderbouwd vanuit de theorie en is daarom lastig navolgbaar. De keuze wordt niet of nauwelijks uitgewerkt ten aanzien van instrumentatie en de te volgen strategie voor dataverwerking en data-analyse.

Goed De keuze voor de onderzoeksmethode wordt omschreven en goed onderbouwd vanuit de theorie en is daarom goed

Page 85: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

84

navolgbaar. De keuze wordt uitgewerkt in de keuze van instrumentatie en de te volgen strategie voor dataverwerking en data-analyse.

Uitstekend

De keuze voor de onderzoeksmethode wordt omschreven en duidelijk onderbouwd vanuit de theorie en is daarom uitstekend navolgbaar. De keuze wordt systematisch uitgewerkt in de keuze van instrumentatie en de te volgen strategie voor dataverwerking en data-analyse. Bij de onderbouwing wordt aangeven welke gewogen keuzes zijn gemaakt uit alle beschikbare opties bij het gegeven type onderzoek.

Dat

a ve

rzam

ele

n, a

nal

yse

en

re

sult

ate

n

Data

verzamelen

Voldoende

Globale en feitelijke rapportage over de uitvoering, die op sommige punten onvolledig of onduidelijk is ten aanzien van de omschrijving van doelgroep en/of respondenten, uitgevoerde activiteiten in het kader van de dataverzameling en problemen en/of beperkende omstandigheden die zich daarbij al of niet voordeden.

Goed

Goede, feitelijke en volledige rapportage over de uitvoering waarbij wordt ingegaan op de omschrijving van doelgroep en/of respondenten, alle uitgevoerde activiteiten in het kader van de dataverzameling en problemen en/of beperkende omstandigheden die zich daarbij al of niet voordeden.

Uitstekend

Uitstekende, feitelijke en volledige rapportage over de uitvoering waarbij wordt ingegaan op de omschrijving van doelgroep en/of respondenten, alle uitgevoerde activiteiten in het kader van de dataverzameling en problemen en/of beperkende omstandigheden die zich daarbij al of niet voordeden, aangevuld met een kritische reflectie in het brede perspectief van de kenmerken van uitvoering bij het gegeven type onderzoek.

Data- analyse

Redelijk Rapportage over de dataverwerking en data-analyse is globaal en daarmee is het proces niet transparant en navolgbaar. De rapportage over de analyse is niet in alle opzichten volledig en een kritische reflectie op verwerking en analyse ontbreekt.

Goed Rapportage over de dataverwerking en data-analyse is feitelijk en concreet, waarmee het proces transparant en navolgbaar is. De rapportage over de analyse is volledig en er is een aanzet gedaan tot een kritische reflectie op verwerking en analyse.

Uitstekend

Rapportage over de dataverwerking en data-analyse is feitelijk en volledig, waarmee het proces zeer transparant en navolgbaar is. De rapportage over de analyse is zeer volledig en ook is een uitgebreide kritische reflectie op verwerking en analyse toegevoegd.

Page 86: Een plus voor de plusgroep · 2016. 10. 14. · Een plus voor de plusgroep! Kim Neefjes 2 Voorwoord Alkmaar, 25 –10 2012 Vier jaar geleden startte ik met de Pabo. Vanaf het moment

Een plus voor de plusgroep!

Kim Neefjes

85

In

terp

reta

tie

, dis

cuss

ie e

n c

on

clu

sie

Conclusies en

aanbevelin-

gen

Redelijk

Relaties tussen onderzoeksvraag en conclusies zijn gelegd, maar de beschrijving is niet volledig en had zeker scherper gekund. De vraagstelling, inclusief de deelvragen, wordt weliswaar beantwoord, maar ook hier ontbreekt het aan precisie en volledigheid.

Goed

Relaties tussen onderzoeksvraag en conclusies worden heel duidelijk gelegd, waarbij de beschrijving helder en volledig is. De vraagstelling, inclusief de deelvragen, wordt helder beantwoord, de conclusies worden gewogen in relatie tot het type onderzoek en enkele aanbevelingen voor toepassing van de resultaten worden gedaan.

Uitstekend

Relaties tussen onderzoeksvraag en conclusies worden heel duidelijk gelegd, waarbij de beschrijving kritisch en volledig is. De vraagstelling, inclusief deelvragen, wordt duidelijk beantwoord, de conclusies worden gewogen in relatie tot het type onderzoek en in relatie tot verwant onderzoek dat door anderen werd uitgevoerd. De conclusies worden in relatie tot de theorie besproken en er worden aanbevelingen gedaan voor een toepassing.

Discussie en

reflectie

Redelijk

Er wordt wel gereflecteerd op het onderzoek en de resultaten, maar die reflectie is niet of onvoldoende kritisch en een aantal aspecten en/of beperkingen van het onderzoek blijft onbesproken. Er wordt maar beperkt gereflecteerd op de eigen rol als onderzoeker en er worden slechts enkele suggesties gedaan voor vervolgonderzoek.

Goed De reflectie op het onderzoek en de resultaten is kritisch, waarbij aspecten en/of beperkingen van het onderzoek worden besproken. Er wordt gereflecteerd op de eigen rol als onderzoeker en er wordt een aantal suggesties gedaan voor vervolgonderzoek.

Uitstekend

De reflectie op het onderzoek en de resultaten is kritisch, waarbij aspecten en/of beperkingen van het onderzoek diepgaand worden besproken. Er wordt gereflecteerd op de eigen rol als onderzoeker, er zijn waardevolle suggesties voor vervolgonderzoek, en het onderzoek wordt geplaatst in het perspectief van ander onderzoek op dat terrein.

Relevantie

van het

onderzoek

Redelijk De onderzoeksresultaten zijn herkenbaar en betekenisvol voor de eigen beroepspraktijk. en mogelijk bruikbaar, maar die bruikbaarheid zou wat concreter kunnen worden gemaakt.

Goed De onderzoeksresultaten worden herkend en erkend als betekenisvol voor de eigen beroepspraktijk en voor verwante praktijksituaties. en ook de bruikbaarheid is concreet zichtbaar gemaakt.

Uitstekend

De onderzoeksresultaten worden herkend en erkend als betekenisvol voor de praktijk en ook is de bruikbaarheid zeer concreet zichtbaar gemaakt voor zowel de eigen praktijk als voor verwante praktijksituaties in de vorm van instrumenten en/of toepasbare kennis.