een stukje van de nederlandse droom · de amerikaanse droom over de nederlandse droom. waar de...
TRANSCRIPT
Een stukje van de Nederlandse droom
Doorstroom van vmbo naar havo
Wil van Esch en Jan Neuvel
Titel EenstukjevandeNederlandsedroom:
doorstroomvanvmbonaarhavo
Auteurs WilvanEschenJanNeuvel
Uitgave ExpertisecentrumBeroepsonderwijs
September2009
Ontwerp Art&DesignTheovanLeeuwenBNO
Vormgeving JoanKikkert|DesignCrewenEvertvandeBiezen
ISBN/EAN 978-94-6052-010-5
Bestellen [email protected]
ecbo’s-Hertogenbosch ecboAmsterdam
Postbus1585 Postbus94208
5200BP’s-Hertogenbosch 1090GEAmsterdam
0736872500 0205251245
www.ecbo.nl
Gebruikenovernamevanteksten,ideeënenresultatenuitdezepublicatie
isvrijelijktoegestaan,mitsmetbronvermelding.
expertisecentrum beroepsonderwijs
EvdB
-A00
539_
v1/0
9120
2
Colofon
3
ecbo
Inhoudsopgave
1 Achtergrond,doelenopzetvanhetonderzoek 5
1.1 Achtergrondvanhetonderzoek 5
1.2 Doelenvraagstellingen 7
1.3 Onderzoeksopzet 9
1.4 Indelingvanhetrapport 10
2 Doorstroomvanvmbonaarhavo4 13
2.1 Eengroeiendebelangstellingvoorhethavo 13
2.2 Verschillenindoorstroomnaarhethavo 15
2.3 Factorenindedoorstroomvanvmbonaarhavo4 19
3 Deschoolloopbaanvanvmbo’ersinhethavo 33
3.1 Succesinhavo4 33
3.2 Hethavo-diploma 40
4 De(school)loopbaanvanvmbo’ersnahethavo 47
4.1 Deverdere(school)loopbaanvanleerlingenmetenzonderhavo-diploma 47
4.2 De(school)loopbaannahethavovanvmbo’ersenleerlingenuithavo3 48
5 Grondhoudingenruimtelijkerelatie 55
5.1 Grondhoudingtegenovertl’ers 55
5.2 Ruimtelijkerelatiehavomettl 56
6 Inrichtingovergangvmbo-havo 59
6.1 Aanmeldingenafwijzing 59
6.2 Voorlichting 60
6.3 Intakegesprekken 63
6.4 Aanvullendetoelatingseisen 64
7 Voortgangophethavo 71
7.1 Begeleidingenvoortgangophethavo 71
4
ecbo
7.2 Verdelingoverprofielen 73
7.3 Ervaringenmettl’ersinvergelijkingmethavisten3 73
8 Samenvattingenconclusies 77
8.1 Inleiding 77
8.2 Onderzoeksvragenen-opzet 78
8.3 Omvangvandedoorstroomvanvmbonaarhavo 79
8.4 Succesvanvmbo’ersinhethavo 80
8.5 Vervolgnahethavo 81
8.6 Havo’sendeovergangvmbo-havo 83
8.7 Begeleidingvanvmbo’ersophethavo 85
8.8 Discussie 86
Literatuur 89
Bijlage:Vragenlijstdecanen/directiehavo-top 91
Gebruikteafkortingen 101
5
ecbo
1.1 Achtergrondvanhetonderzoek
HetNederlandseonderwijssysteemstaatbekendomzijn‘earlytracking’
(OECD,2007).Earlytrackingbetekentdatleerlingenopvroegeleeftijd
eenkeuzemoetenmakenvooreenberoepsgerichtedanwelalgemeen
vormenderoute.InNederlanddoetdiesplitsingzichvooropongeveer
deleeftijdvan12.Grofweggaattweederdevandeleerlingennaar
deberoepsgerichte,eenderdenaardealgemeenvormenderoutes.
Uiteraardvindenhiernanogallerleiverfijningenplaatsvanderoute
–zoalsdesectorkeuzeinhetvmbonadebasisvorming–maarde
hoofdrouteisdantochnagenoegbepaald.Steedssterkerwordthetgeluid
datleerlingenopeentevroegeleeftijdeenfundamentelekeuzemoeten
maken,hetgeenzichookuitindeworstelingmethetberoepsbeeldbij
eendeelvandeleerlingen.
Deleerwegenwaarlangsberoepsoriëntatieenberoepsvormingplaats-
vindenzijnnogalbehoorlijkgescheidenvandealgemeenvormende
leerwegen.1Meteendiplomavmbogajeinderegelnaarhetmbo,met
havo/vwoishethogeronderwijshetvoorland.Alseenleerlingofstudent
eenmaalindeberoepsopleidendedanwelalgemeenvormendeleerweg
zit,danisdekansgrootdathijofzijvervolgopleidingenookinhet
‘professional’danwel‘academic’domeinzoekt.
Hetonderscheidtussen‘professional’en‘academic’routesisoverigens
nietabsoluut.Tussenhet‘professional’en‘academic’domeinbestonden
enbestaanverbindingswegen.Eenvoorbeeldisdeverbindingsroute
vanvmbo-tl(mavo)naarhavo4.2Geruimetijdwashetoverheidsbeleid
eropgerichtdezerouteniettestimuleren.Vanuitefficiencyoverwegingen
werddezestapelrouteontmoedigd.Voortsmaaktedeinvoeringvanhet
studiehuisendeprofielenindebovenbouwvanhetvoortgezetonderwijs
(vo)deaansluitingaanzienlijkcomplexer.
1 HiervoorwordeninternationaalookweldeEngelsetermen‘professional’en‘academic’gebruikt.2 Striktgenomenkunnenleerlingenvandegemengdeleerweg(gl)ookdoorstromennaarhethavo.Hetaantal‘zuivere’gl’ersisevenwelklein.
Achtergrond, doel en opzet van het onderzoek 1
6
ecbo
Iedereenkentinzijnofhaaromgevingweliemanddiekandienenals
voorbeeldvaneenstapelaar.VanLiempt(2008)heefthetinnavolgingvan
deAmerikaansedroomoverdeNederlandsedroom.WaardeAmerikaanse
droombestaatuitdekrantenjongendiezichkanopwerkentotpresident,
kanindeNederlandsedroomiemandmeteenmavo(thansvmbo-tl)
diplomahetuiteindelijkschoppentotprofessor.Eenbekendvoorbeeld
vaneenstapelaarisdehuidigeburgemeestervanRotterdam,Ahmed
Aboutaleb,diealsjongetjedeKoranschoolbezochtendelagereschool.Op
15-jarigeleeftijdverhuisthijnaarNederlandwaarhijviadeltsendemts
uiteindelijkdehtsTelecommunicatieafrondt.Eensaillantvoorbeeldvande
ultiemeNederlandsedroom:viahetstapelenvanopleidingenjetalenten
ontwikkelen.
Eenbelangrijkeroutebijhetstapelenisderoutevanmavo/vmbonaarhavo.
Leerlingenmeteendiplomagemengdeleerweg(gl)entheoretischeleerweg
(tl)kunnendoorstromennaarhethavo(naastuiteraardnaarhetmbo).
OpverzoekvandeinmiddelsopgehevenAdviesgroepvmboisin2007
gekekennaardeverbindingsroutevmbo-havo.Hetaccentlagdaarbijop
desucceskansenvanvmbo’ers,hetinstroombeleidvanhavo-scholen
inzakevmbo’ersendeervaringenvanhavo’smetvmbo’ers(VanEsch&
Neuvel,2007).Opeenaantalaspectenzijndetl’ersvergelekenmetde
doorstromendehavo3-leerlingen.Deresultatenvanhetonderzoekzijn
inputgeweestvooreenminiconferentievandeAdviesgroepvmbooverde
relatietussenvmboenhavo.Inheteindadviesvormtdierelatieeenvan
devenstersvanwaaruitnaardepositievanhetvmbo-tlwordtgekekenen
wordenvoorstellenvooroplossingenaangereikt(Adviesgroepvmbo,2008).
Stapelenisterugopdebeleidsagenda.Waartotvoorkortmetname
eeneconomischperspectiefoverheerste,ontstaatthansmeerruimte
voorhetperspectiefvantalentontwikkeling.Deverbindingswegen
tussendetrackskunnenmeerwordenbenut.Indebeleidsreactievan
destaatssecretarisvanOCWvan2december2008naaraanleiding
vandestudievanRegioplanenCINOPEC(Dekkere.a.,2008)naar
doorstroomenstapeleninhetonderwijs,lezenwehetvolgende:“Elk
talentverdienteenkans.Leerlingenmoetendegelegenheidkrijgenom
zichtijdenshunschoolloopbaanverderteontwikkelen.Hetstapelenvan
7
ecbo
opleidingenkanhierbijeenbelangrijkerolspelen.Inmijnogenmoeten
leerlingenuitgedaagdwordenomhetuitersteuitzichzelftehalen.Zoheb
ikaleerderdetoestemmingvandeinspectielatenvallenomvanuitde
gemengdeleerwegvanhetvmboovertekunnenstappennaarhavo.Het
verruimenvandestapel-endoorstroommogelijkhedenisnietalleeninhet
belangvandeleerling,maarookvandesamenlevingalsgeheel.”
Waartotvoorkortvanuithetberoepskolomdenkenhetvmbovooral
werdgezienalsaanvoerroutenaarhetmbo,iserthansookweermeer
aandachtvoordeverbindingsmogelijkhedenvanhetvmbonaarhet
algemeenvormendonderwijs,inditgevalhethavo.Mogelijkhedenom
meergebruiktemakenvandeoverlooptussendetracksnementoeen
daardoordesysteemflexibiliteit.Parallelhieraanneemtdedoorstroomvan
hetvmbonaarhavo4,dievoordeinvoeringvanhetvmboalaanzienlijk
wasgedaald,weertoe.Destijgendelijndoetzichalenkelejarenvoor.
1.2 Doelenvraagstellingen
Hetonderzoeknaardedoorstroomvandegemengdeendetheoretische
leerweginhetvmbonaarhavo4heefttweehoofddoelen.Allereerstis
dathetinkaartbrengenvandedoorstroomvanvmbonaarhavo4ende
succesgraadvanvmbo’ersinhethavo.Daarnaastwordtnagegaanhoe
hethavozichopstelttegenoverde(toenameinde)doorstroomenoferin
depraktijkextraaandachtisvoordebegeleidingvanvmbo’ers.
Hettweeledigedoelvanhetonderzoekwordtmetdeonderstaandevragen
verdergespecificeerd.
Voordedoorstroomenhetvervolgvande(school)loopbaanvanleerlingen
zijndriehoofdvragenmetelkeenaantalsubvragen,geformuleerd.
1 Watisdeomvangvandedoorstroomvanhetvmbonaarhavo4?
– Hoegrootisdedoorstroomvanuitdegemengdeleerwegenhoe
grootvanuitdetheoretischeleerweg?
– Isersprakevandoorzettendestijgingindedoorstroom?
– Waardoorisdestijgingteverklaren?
8
ecbo
– Zijnerverschillenindoorstroomalsrekeningwordtgehoudenmet
bijvoorbeeldgeslachtenherkomst?
2 Hoesuccesvolzijnvmbo’ersinhethavo?
– Welkpercentagevandevmbo’ersstroomtinéénjaardoorvan
havo4naarhavo5enwelkpercentageintweejaar?Hoeverhoudt
zichdattotdedoorstroomvanleerlingendieuithavo3zijn
gekomen?
– Welkpercentagevandevmbo’ershaalthetdiplomavanhethavoen
inhoeveeljaar?
– Hoeverhoudtzichdattothetsuccesvanleerlingendieuithavo3
zijngekomen?
– Zijnerverschilleninstudiesuccesophethavoalsrekeningwordt
gehoudenmetdevooropleidingincombinatiemethetgeslachten
deafkomstvanleerlingen?
3 Waargaanleerlingendiealdannietmeteendiplomahethavoverlaten
naartoe?
– Welkpercentagevandegediplomeerdeenongediplomeerde
leerlingengaatnaarhetvwo,hetmboofhethbo?Iseropditpunt
eenverschiltussengroepenleerlingenalsgekekenwordtnaar
vooropleiding,geslachtenherkomst?
– Welkpercentagevandegediplomeerdeenongediplomeerde
leerlingenstopt(voorlopig)methunopleiding?Iseropditpunt
eenverschiltussengroepenleerlingenalsgekekenwordtnaar
vooropleiding,geslachtenherkomst?
Watbetreftdeopstellingvanhavo’stenaanzienvandedoorstroomvan
vmbo-leerlingennaarhethavozijndevolgendevragengeformuleerd:
4 Watdoenhavo-scholenbijdeovergangvanvmbo’ersnaarhethavo?
– Watisdegrondhoudingvanhavo-scholentenopzichtevan
vmbo’ers?
– Hoeisdeorganisatorischerelatietussenvmbo-scholenenhavo’s?
– Hoeisdeverhoudingtussenhetaantalvmbo-leerlingendatwordt
toegelatenendatwordtafgewezen?
– Waaromwordenleerlingenafgewezen?
9
ecbo
– Vindtervanuithethavovoorlichtingplaatsnaarvmbo-decanen,
leerlingenenouders?
– Welkeaanvullendeeisenstellenhavo’snaasthetvmbo-diploma(gl
oftl)voortoelatingophethavo?Hoeverhoudendieeisenzichtotde
eisendievorigjaar(2007)zijngesteld?
– Wordenermetleerlingendiezichaanmeldenintakegesprekken
gehouden?
5 Watdoenhavo-scholenrichtingvmbo’ersalszeophethavozitten?
– Watisdeverhoudingindegekozenprofielendoorvmbo’ers?Enhoe
isdieverhoudinginvergelijkingmetdiebijleerlingendievanhavo3
naarhavo4doorstromen?
– Krijgenvmbo-leerlingenextrabegeleidinginhethavo?Enhoeziet
diebegeleidingeruit?
– Watzijndeervaringenvanhavo’smetvmbo’ersenverschillendie
vanervaringenmetleerlingendievanuithavo3zijndoorgestroomd?
1.3 Onderzoeksopzet
Zoalsaangegevenbestaathetonderzoekuittweedelen.Heteerstedeel
iseenpopulatieonderzoeknaardeschoolloopbaanvanvmbo’ersdienaar
havo4doorstromen.Hetonderzoekmaaktgebruikvandeadministratieve
gegevensdiejaarlijksvanalleleerlingenwordenvastgelegddoorde
IB-groep.Hettweededeelvanhetonderzoekiseenrepresentatief
enquête-onderzoekonderdecanen/directiesvandehavo-top.
Deschoolloopbanenvanvmbo’ersdienaarhethavogaanDebeschrijvingvandeschoolloopbanengebeurtopgegevenszoalsdie
voordepopulatiebeschikbaarzijnbijhetCFIendiedoordeIB-groepzijn
verzameld(dezogenaamdebrondata).Hetzijnachtergrondkenmerken
vanleerlingenenkenmerkenvandegevolgdeopleiding(en)diejaarlijks
wordenaangevuld.Verderisindeanalysesgebruikgemaaktvan
populatiegegevensuitStatline(2009).
10
ecbo
Deenquêteringvandecanen/directiesUiteenbestandmetruim500scholenmeteenbovenbouwhavozijn
gestratificeerd202havo-scholenaangeschrevenmethetverzoekeen
vragenlijstintevullen.Deprovinciegolddaarbijalsstratificatiecriterium.
Vandehavo-scholenzijnallereerstviadewebsitesvandescholendan
weltelefonischdenamenvandecontactpersonen(decanendanwel
directiesbovenbouwhavo)verzameld.Uiteindelijkhebbennadiverse
oproepenomdevragenlijstalsnogingevuldteretourneren97havo-scholen
gerespondeerd.Hetresponspercentagekomtdusuitop48%.
1.4 Indelingvanhetrapport
Hetrapportbestaatuittweedelenovereenkomstigdetweedoelen
vanditonderzoek.Heteerstedeel(hoofdstuk2t/m4)beschrijftde
doorstroomvanvmbonaarhavo4endeverdere(school)loopbanen
vandeleerlingen.Eerstwordtdedoorstroominkaartgebracht,waarbij
aandachtisvoorverschillentussengroepen(hoofdstuk2).Daarnawordt
inhoofdstuk3nagegaanhoesuccesvolvmbo’ersinhethavozijn.Halen
zehetdiplomaenzoja,inhoeveeljaar?Enhoedoenvmbo’ershetin
vergelijkingmetleerlingendievanuithavo3naarhavo4zijngegaan?Of
leerlingenhunschoolloopbaannahethavovoortzettenenwaar,ishet
onderwerpvanhoofdstuk4.
Inhettweededeelvanhetrapportwordendeuitkomstenvandeenquête
onderdecanenendirectiesvandehavotopbeschreven(hoofdstuk5,6
en7).
Delaatstejarenkiezensteedsmeerleerlingenuitdegemengdeenmet
nameuitdetheoretischeleerwegvoorhethavoinplaatsvandoorte
stromennaareenberoepsopleidinginhetmbo(zieonderandereVan
Esch&Neuvel,2007;CBS,2009).Dedalendetrendindebelangstelling
voorhethavodiezichronddeeeuwwisselingbegonaftetekenen,is
daarmeeomgebogenineenopgaandelijn.Ofdietrendverderdoorzet,
welkefactorendaarineenrolspelenenofdietrendzichbreedvoordoet
ofalleeninspecifiekegroepen,zijnvragenwaaropdithoofdstukeen
11
ecbo
antwoordprobeerttegeven.Voordedaarvooruitgevoerdeanalysesis
gebruikgemaaktvandatavanhetCFIenvanaanvullendedatavan
hetCentraalBureauvoordeStatistiek(CBS;Statline,2009),zoals
bevolkingsgegevensvanrelevanteleeftijdsgroepen.
Allereerstwordtdedoorstroomvanuitdegemengdeendetheoretische
leerwegnaarhethavoinkaartgebrachtvoorleerlingendievanafhet
schooljaar2003-2004hetvmbometeendiplomahebbenafgesloten.
Datwordtgedaanvoordecohorten2totenmet5.Cohort1,deeerste
groepleerlingendienadeinvoeringvanhetvmboisuitgestroomd,
blijftbuitendebeschrijving,omdatdatcohortonvoldoendeisgedekt
inhetbestandvanhetCFI.Denummeringvandecohortenverwijst
dusnaarjaargroependievanafdeinvoeringvanhetvmbodeze
nieuweonderwijssoorthebbendoorlopen.Inditendevolgendetwee
hoofdstukkenwordtergeregeldeenvergelijkinggemaaktmetleerlingen
dievanuithavo3naarhavo4zijngegaan.Voordiegroepenwordt
dezelfdenummeringvancohortenaangehouden,hoewelhethavoal
langerbestaat.
Nadeoverallbeschrijvingvandedoorstroomwordtdeinvloedvaneen
viertalfactorenopdedoorstroomvanhetvmbonaarhethavonagegaan.
Demeestvoordehandliggendefactorisdeinteressevoorhethavo.
Zonderbelangstellingzaldekeuzenietwordengemaakt.Heteffectvan
diefactorzalwordenaangeduidalshetinteresse-effect.Eentoename
(ofafname)indedoorstroomkanookdooranderefactorenworden
beïnvloed.Allereerstmoetdanwordengedachtaandebevolkingsgroei.
Alshetaantaljongerenindebevolkingtoeneemt,zullenbijeen
verhoudingsgewijsgelijkblijvendebelangstellingmeervmbo’ersnaarhet
havogaan.Datwordthetbevolkingseffectgenoemd.Eenderdefactoris
departicipatiegraad.Losvandebevolkingsgroeikanhetaantalleerlingen
indegemengdeoftheoretischeleerwegtoenemen.Datkanalsgevolg
vaneenstrengereselectievoorhethavo,maarookalsmeerleerlingen
voordegemengdeofdetheoretischeleerwegkiezeninplaatsvanvoor
dekaderberoepsgerichteleerweg.Diefactorwordtaangeduidalshet
participatie-effect.Eenvierdefactorisdeslaagkans.Alsdekansophet
behalenvanhetdiplomavandegemengdeoftheoretischeleerwegtoe-
12
ecbo
ofafneemt,wordtdepotentiëlegroepdienaarhethavokanookgroter
respectievelijkkleiner.Wesprekenvanhetslaageffectofdiploma-effect
alsdiefactoreenrolspeelt.
Tenslottewordtindithoofdstuknagegaanoftrendsindedoorstroom
naarhethavobreedenalgemeenzijnofdaterverschillenzijntussen
specifiekegroepen.Omdateenbeperktaantalachtergrondkenmerken
beschikbaaris,wordtalleengekekennaarmogelijkeverschillentussen
jongensenmeisjesentussengroependienaarherkomstzijnte
onderscheiden.Datzijnautochtone,westerseenniet-westerseallochtone
leerlingen.
13
ecbo
2.1 Eengroeiendebelangstellingvoorhethavo
Indedoorstroomvanvmbonaarhethavozalsteedseenonderscheid
wordengemaakttussenleerlingendiedatdoenvanuitdegemengdeen
diedatdoenvanuitdetheoretischeleerweg.Zo’nonderscheidiszinvol,
omdatbeidestromensterkvanelkaarverschillen:verhoudingsgewijsgaan
veelmeerleerlingenuitdetheoretischedanuitdegemengdeleerweg
naarhethavo.Terillustratie:vanderuim5.900vmbo’ersuitcohort2die
naarhethavogingen,kwamenerzo’n170uitdegemengdeleerweg.Dat
komtneeropcirca3%vandedoorstroom.
Voordatverschilzijndiverseverklaringentebedenken,zoalseenmeer
theoretischeversuseenmeerpraktischeinstellingvanleerlingenen
hetniveauverschil.Metdatniveauverschilwerdiniedergevaltot2007
formeelrekeninggehouden.Totdatjaarmoestnamelijkvoorleerlingen
uitdegemengdeleerwegdienaarhethavowilden,toestemmingbijde
inspectiewordenaangevraagd.
Integenstellingtotwatindepubliekeopinieleeft,stagneerdede
doorstroomnaarhethavoalvoordeinvoeringvanhetvmbo.Zo’ntien
jaargeleden,zo’nvierjaarvoordatdeeerstegediplomeerdevmbo’ers
deschoolverlieten,liephetaantalleerlingendatvandemavonaarhet
havogingalterug.“Na een aanvankelijke afname tien jaar geleden, is de
doorstroom van vmbo naar (ha)vo toegenomen. De doorstroom naar
(ha)vo … zit daarmee (in 2007) bijna weer op het niveau van 1998”
(Min.OCW,2009).
Naeenreeksvanjarenmeteenafnemendebelangstellingvoorhethavo,
metalsdieptepunteendoorstroomvan12%in1998,isnuweereen
opgaandelijntebespeuren.Figuur2.1brengtdatinbeeld.
Doorstroom van vmbo naar havo 4 2
14
ecbo
Figuur 2.1 Doorstroom vanuit de gemengde en theoretische leerweg als percentage van het aantal gediplomeerden
15,516,6
17,9
20,8
3,9 4,75,7
7,4
0
5
10
15
20
25
30
cohort 2 cohort 3 cohort 4 cohort 5%
totaal
tl
gl
Dedoorstroomvanuitdetheoretischeleerwegnaarhavo4vertoontvanaf
cohort2eenduidelijkstijgendelijn.Inenkelejarenisdiedoorstroom
toegenomenvan15,5%incohort2(2004)naarcirca21%incohort5
(2008).Hetisookeensystematischetrend:vanjaaropjaarneemthet
percentagetoe,waarbijdegroeiinhetlaatstecohortnogietssterkeris
danindevoorgaandejaren.
Hetzelfdeisoptemerkenvoordedoorstroomvanuitdegemengde
leerweg,hoeweldedoorstroomuitdieleerwegopeenduidelijklager
niveauuitkomt.Indiezelfdeperiodeishetpercentagegediplomeerde
gl’ersdathethavoverkiestbovenhetmbogestegenvan3,9%incohort2
naar7,4%incohort5.Destijgendetrendiseveneensgedurendediehele
periodewaartenemen,metookeenlichtegroeispurtinhetlaatstejaar.
Detotaledoorstroomnaarhavo4naminabsoluteaantallentoevanruim
5.950leerlingen(cohort2)naarruim9.000(cohort5).Quaaantallenis
destijgingnogspectaculairder.Inparagraaf2.3komtaandeordewelke
factorendaarineenrolspelen.
Cohort2 Cohort3 Cohort4 Cohort5
Totaal
Tl
Gl
15
ecbo
2.2 Verschillenindoorstroomnaarhethavo
Inzichtintrendsisopzichzelfalnuttig,maardatkannogwordenvergroot
doorachtergrondkenmerkenindeanalysestebetrekken.Datwordt
gedaanvoorhetgeslachtenherkomstvanleerlingen.
VerschillenindoorstroomtussenjongensenmeisjesMeisjeshebbendeafgelopendecenniaeeninhaalslaggemaaktinhet
onderwijs.Datblijktuitdegroteredeelnameaanhogerevormenvan
onderwijs(havo,vwo,hboenwo)enhetgroteresuccesvanmeisjes
daarin.Deafgelopenjarenwasdeverhoudingtussenjongensenmeisjes
inhethavo49:51eninhetvwo47:53(Statline,2009).Ookisereen
verschilinschoolsucces:“Iets meer jongens dan meisjes hebben een
vmbo-diploma op zak. In het hoger algemeen voortgezet onderwijs
(havo) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) is dat
juist andersom. Zowel op de havo als het vwo slagen meer meisjes
dan jongens”(CBS,2007,Erratum,p.3).Ergaanookmeermeisjes
danjongensnaarhethbo,iniedergevalsindsdeeeuwwisseling.De
verhoudinginhethbois53%meisjesen47%jongens(Statline,2009).
Hetverschilwordttenslottenogeensbenadruktdoorhetsuccesvan
meisjesinhetwetenschappelijkonderwijs:“Ook in het wetenschappelijk
onderwijs (wo) halen meer meisjes dan jongens hun diploma’s. Van het
totale aantal studenten dat een bul ophaalt, is 61% vrouw”(CBS,2007).
Omeffectenvangeslachtindedoorstroomvanvmbonaarhavo3
zichtbaartekunnenmaken,isvoorelkeleerweg(glentl)aparthet
percentagejongensenmeisjesberekenddatnaarhavo4gaat(zie
figuur2.2).
16
ecbo
Figuur 2.2 Doorstroom van jongens en meisjes als percentage van het aantal gediplomeerden
0
5
10
15
20
25
30
cohort 2 cohort 3 cohort 4 cohort 5%
man tl
man gl
vrouw tl
vrouw gl
Inallevierdegroepenisereentrendmatigetoenameindedoorstroom.
Opdatpuntvolgendeviergroependealgemenetrendeniserdusgeen
verschiltussenjongensenmeisjes.Tegengesteldaandeverwachting
gaanechterietsmeerjongensdanmeisjesnaarhavo4.Inbeide
leerwegenzijndeverschillenweliswaarklein,maarwaarzezijnop
temerken,vallenzeconsequentuittengunstevanjongens.Inde
theoretischeleerwegvarieerthetverschilvan0,5%tot3%envoorde
gemengdeleerwegvan0%tot2%.
Datverschilkomteveneensnaarvorenindeverhoudingvande
doorstroom:52à53%vandedoorstromersnaarhavo4ismanen
47à48%vrouw.Ondanksdatermeermeisjesdanjongensinhetvierde
leerjaarvandegemengdeendetheoretischeleerwegzittenenondanks
datietsmeermeisjesdanjongenshetgl-oftl-diplomahalen,gaanertoch
meerjongensnaarhavo4.
Deuitkomstistegengesteldaandealgemenetrenddatmeisjesvaker
doorstromennaarhogerevormenvanonderwijs.Eenmogelijkeverklaring
isdathetaantalpotentiëlehavisteninhetvmboweleensgroterzou
kunnenzijnonderjongensdanondermeisjes.Datisgoedterijmenmet
hetgegevendatermeermeisjesdanjongensophethavoenvwozitten.
Endatkantemakenhebbenmetschoolkeuzesopdiversemomentenin
deonderbouwvanhetvoortgezetonderwijs:minderjongensdienahet
basisonderwijsnaarhethavoofhetvwogaanen/ofmeerjongensdiena
Cohort2 Cohort3 Cohort4 Cohort5
Mantl
Mangl
Vrouwtl
Vrouwgl
17
ecbo
debrugklasvaker(gedwongenmoeten)kiezenvoorhetvmboen/ofeen
grotereafstroomvanhavo/vwonaarhetvmboonderjongens.
Eenaanvullendeverklaringvoordeietsgroteredoorstroomvanjongens
naarhavo4istevindeninhetdoorstroomonderzoekvmbo-mbovan
NeuvelenVanEsch(2009).Datonderzoeklaatziendatmeisjesuitde
gemengdeentheoretischeleerwegvakereenduidelijkeberoepsinteresse
ontwikkelendanjongens.Bijdemeisjesweet60%vandegl’ersen54%
vandetl’ersaanheteindvanhetvmbovrijgoedwatzewillenworden,bij
dejongenszijndepercentagesrespectievelijk54%en48%.Omgekeerd
zijnermeerjongensdanmeisjesdienoghelemaalnietwetenwatze
willenwordenoftwijfelentussendiverseberoepen.Indegroepjongensis
datpercentage6procentpunthoger.
Ervanuitgaandedatvoordemeestegl’ersentl’ersdedoorstroomvan
vmbonaarmbodeaangewezenrouteisnaareenberoep,ligthetvoorde
handdatleerlingenmeteenduidelijkeberoepsinteresseeerderkiezen
vooreenopleidinginhetmbo.Daarvanuitgaandeenrekeninghoudend
methetverschilinberoepsinteressezoudenmeermeisjesdanjongens
voordembo-routekiezen.Omgekeerdzullengl’ersenmetnametl’ersdie
noghelemaalgeenideehebbenvanwatzewillenwordenendievoldoen
aanvoorwaardenvoortoelatingophethavo,waarschijnlijkeerderde
havo-routekiezen.HetdoorstroomonderzoekvanNeuvelenVanEsch
wijstdaarookop.Vandegl’ersentl’ersdienaarhethavogaan,weetzo’n
70%noghelemaalnietwatzewillenwordenoftwijfelenzetussendiverse
soortenwerken.Datpercentageverschiltnietofnauwelijksvoorjongens
enmeisjes.Indegroepgl’ersentl’ersdienaarhetmbogaan,isdat
percentageveellager(ongeveer35%).
Eristussenjongensenmeisjesduseenklein,maarsystematischverschil
indedoorstroomvanhetvmbonaarhavo4.Datverschilistegengesteld
aandeverwachting,maarhetlijktachteraftekunnenwordenverklaard
doorverschillenineerdereschoolkeuzesendoorverschilleninde
ontwikkelingvandeberoepsinteressetussenjongensenmeisjes.
VerschillenindoorstroomtussenautochtoneenallochtoneleerlingenAlshetgaatomdeherkomstvanleerlingenishetwatmoeilijkerom
onderbouwdeverwachtingenteformulerenoververschillenindoorstroom
vanvmbonaarhavo4.Erwordtdaaromexploratiefgekekenoferverschillen
18
ecbo
zijn.Daartoezijnvoornaarafkomstonderscheidengroependepercentages
berekenddienaarhethavozijngegaan.Datisapartgedaanvoordegemengde
endetheoretischeleerweg.Hetresultaatisinfiguur2.3weergegeven.
Evenalsbijgeslacht,komtdetrendmatigestijgingindedoorstroom
naarhethavovoorinalleonderscheidengroepen.Diestijgingisvoor
autochtoneenniet-westerseallochtonetl’ersvrijwelevensterk,maarbij
degl’ersisdetoenameduidelijkgroterbijallochtoneleerlingen.
Figuur 2.3 Doorstroom van autochtone en niet-westerse allochtone leerlingen als percentage van het aantal gediplomeerden in elke groep
0
5
10
15
20
25
30
cohort 2 cohort 3 cohort 4 cohort 5%
autochtoon tl
autochtoon gl
allochtoon tl
allochtoon gl
Hetantwoordopdevraagofereenverschilindoorstroomistussen
autochtoneen(niet-westerse)allochtoneleerlingenisenigszins
verrassend.Uitbeideleerwegengaanverhoudingsgewijsaanzienlijkmeer
niet-westerseallochtonedanautochtoneleerlingennaarhavo4.Voor
westerseallochtoneleerlingen(nietinfiguur2.3opgenomen)zijnde
cijfersietslagerdandievoorniet-westerseallochtoneleerlingen,maar
duidelijkhogerdanvoorautochtoneleerlingen.
Watbetreftdegemengdeleerweg,ishetverschilincohort2nog
verwaarloosbaar,maarhetneemtindedaaropvolgendecohortentoe.
Indecohorten4en5gaanrelatiefgezientweekeerzoveelallochtone
alsautochtoneleerlingennaarhavo4.Getalsmatigstromenermeer
autochtonegl’ersdoornaarhethavovanwegedeverhoudingautochtoon,
niet-westerseallochtoonenwestersallochtoon.Dieisindriecohorten
85:10:5.Incohort5isdieverhoudingietsverschoventengunstevan
allochtoneleerlingen(80:13:7).
Cohort2 Cohort3 Cohort4 Cohort5
Autochtoontl
Autochtoongl
Allochtoontl
Allochtoongl
19
ecbo
Ookvanuitdetheoretischeleerweggaanverhoudingsgewijsmeerniet-
westerse(enwesterse)allochtoneleerlingennaarhethavo.Datverschil
isindeverschillendecohortenconstant:ongeveer5%.Hetpercentage
westerseallochtoneleerlingendatnaarhethavogaat,komtweermeer
overeenmetdatvandeniet-westerseallochtoneleerlingendanmetdat
vandeautochtoneleerlingen.Alsnaaraantallenwordtgekeken,danziet
hetbeelderevenalsbijdegl’ersandersuit.Gegevenderespectievelijke
verhouding76:16½:7½gaanerveelmeerautochtonedanallochtone
vmbo’ersnaarhethavo.
Deuitkomstinbeideleerwegendoetvermoedendathetaantalpotentiële
havistenonder(niet-westerse)allochtoneleerlingenverhoudingsgewijs
groterisdanonderautochtoneleerlingengl’ersentl’ers.Datzou
kunnenwijzenopverschilleninschooladviesbijdeovergangvanhet
basisonderwijsnaarhetvoortgezetonderwijs,maarookopverschillenin
advies(selectie)nadebrugklas.
Opdeinterpretatievanderesultatenkomenwenogterugindevolgende
paragraaf,waarinwordtgekekennaareenverklaringvoordegroeiinde
doorstroomvanvmbonaarhavo4.Datwordtgedaanaandehandvande
vierfactorendieindeinleidingzijngenoemd.
2.3 Factorenindedoorstroomvanvmbonaarhavo4
Vierfactorenzijngenoemddiebijtrendsindedoorstroomvanvmbo
naarhavo4eenrolkunnenspelen,namelijk:deinteresse,depopulatie,
departicipatiegraadenhetbehalenvanhetdiploma.Eerstwordtkort
aangegevenwaaromvandezefactoreneenbijdragewordtverwachtinde
verklaringvandetoegenomendoorstroom.Daarnawordtdebijdragevan
elkefactoraangegeven.Tenslottewordtderolvandiefactorenvoorde
verschillentussendenaarherkomstonderscheidengroepenbekeken.
20
ecbo
Potentiëlefactoren
De interesse voor het havo
Vandeleerlingendienaarhethavogaan,magwordenaangenomendat
zediebeslissingnemenomdatzehetzinvolvindenominhetkadervan
hunverdere(school)loopbaanhethavo-diplomatehaleninplaatsvan
doortestromennaarhetmbo.Bijeendeelvanhenisdatmogelijkmede
ingegevendoorberoepskeuzeproblemen.Hiervoorhebbenwenamelijk
geziendatrelatiefveelvmbo’ersdienaarhethavogaan,nognietweten
watzewillenworden.Datpercentageisiniederveelhogerdandatbij
gl’ersentl’ersdiehunopleidingvoortzetteninhetmbo.Ookdedruk
vanuitdesocialeomgevingvanleerlingenkaneenrolspelenomnaar
hethavotegaan.Hoewelditsoortzakendematevaninteressemede
zullenbepalen,wordterhierbijhetgebruikvan‘interesse’nietaandie
verschillengerefereerd.
Watdebeweegredenenomvoorhethavotekiezenookzijn,eenzekere
matevaninteressevoordieopleidingmagduswordenverondersteld.
Diefactorzalderhalvealtijdaanwezigzijn.Alsdedoorstroomnaar
havo4toeneemt,zoalsfeitelijkhetgevalis,isdateenafspiegelingvan
hettoegenomenaantalgeïnteresseerden.Waardoordatistoegenomen,
isdaarmeeechternietgegeven.Eenconcreetvoorbeeldkandat
duidelijkmaken.Alshetaantaltl’ersdooreenbevolkingsgroeimet1.000
toeneemt,zalnaarverwachtingookhetaantaltl’ersdatnaarhethavowil
toenemen.Datzullenallemaalleerlingenzijnmeteenzekereinteresse
inhethavo,maardeachterliggendeverklaringvoordetoenameisindit
gevalnieteenrelatievestijgingvanhetaantalgeïnteresseerden,maarde
populatiegroei.
Devraagisdusoferindedriefactorendienaastdefactorinteressezijn
genoemd,trendszijnwaartenemendieeenverklaringkunnenbieden
voordegroeiindedoorstroomvanuithetvmbonaarhethavo.Voorelk
vandiefactorenwordtdatkortnagegaan.Daarnawordtgeprobeerdhun
invloedopdedoorstroomvasttestellen.
21
ecbo
Trends in de populatie
Zoalsinhetvoorbeeldhierbovenalduidelijkisgemaakt,zullentrends
indepopulatieterugtevindenzijnintrendsindedoorstroom.De
veronderstellingiswel,datbijeentoename(ofeenafname)deverdeling
vanleerlingenoverdeverschillendeonderwijstypenongeveergelijkblijft.
Alspopulatieishierdeleeftijdsgroepvan15-en16-jarigenaangehouden.
Datisnamelijkdeleeftijdvanverrewegdemeesteleerlingeninvmbo4.
Tabel2.1brengtdestatistiekenvoordetotalepopulatievan15-en
16-jarigenincohort2totenmet5inbeeld,alsookvoordenaarherkomst
onderscheidengroepen.
Tabel 2.1 Bevolking 15-16-jarigen onderverdeeld naar herkomst*
Populatie 15- + 16-jarigen
TotaalNiet-westers allochtoon
Westers allochtoon Autochtoon
Cohort Aantal Trend** Aantal Trend Aantal Trend** Aantal Trend**
Cohort2 392.449 100,0 59.325 100,0 26.744 100,0 306.380 100,0
Cohort3 401.987 102,4 60.616 102,2 26.698 99,8 314.673 102,7
Cohort4 408.855 104,2 62.144 104,8 26.676 99,7 320.035 104,4
Cohort5 405.279 103,3 62.579 105,5 26.778 100,1 315.922 103,1
* DeuitkomstenindezetabelzijngebaseerdopgegevensuitStatline(CBS,2009).** Hetaantalin2004isvastgezetop100.
Indetabelisteziendatdetotalepopulatievan15-en16-jarigeneen
lichtegroeivertoont.Tussen2004en2007ishetaantal15-en16-jarigen
toegenomenmetbijna13.000.Voor2007isdateentoenamevancirca
3,5procentpunttenopzichtevan2004.Degroeiindegroepautochtone
jongerenkomtredelijkovereenmetdegroeiindetotalepopulatie,maar
indegroepniet-westerseallochtonejongerenisdegroeiietsgroterdanin
depopulatie.Degroepwesterseallochtoneleerlingenisnagenoeggelijk
gebleven.
22
ecbo
De participatiegraad als factor
Metdeparticipatiewordtdedeelnameaanhetonderwijsbedoeld.
Voorhettotaleonderwijsisdeparticipatiegraad“het aandeel mensen
in de bevolking dat onderwijs volgt”(Takkenberg,2009).Analoogkan
departicipatiegraadbepaaldwordenvoordedeelnameaanspecifieke
onderwijsvormenenvoorspecifiekegroepen.Tabel2.2toontde
participatiegraadvan15-en16-jarigenvoordegemengdeende
theoretischeleerweg.Departicipatiegraadisberekendvoorhetvierde
leerjaarvandegemengdeendetheoretischeleerwegalstotaalenvoorde
onderscheidengroependaarbinnen.
Tabel 2.2 Participatiegraad 15- en 16-jarigen klas 4 gemengde en theoretische leerweg*
Populatie 15- + 16-jarigen
TotaalNiet-westers allochtoon
Westers allochtoon Autochtoon
Cohort gl tl gl tl gl tl gl tl
Cohort2 1,3 11,0 0,9 10,1 1,0 10,9 1,4 11,1
Cohort3 1,5 10,4 0,9 9,9 1,0 10,2 1,6 10,5
Cohort4 1,8 10,4 1,0 10,1 1,3 10,1 2,0 10,4
Cohort5 1,9 10,7 1,1 10,4 1,4 10,2 2,2 10,8
* DeuitkomstenindezetabelzijngebaseerdopgegevensuitStatline(CBS,2009).
Departicipatiegraadindegemengdeleerwegistoegenomenenin
detheoretischeleerwegafgenomen.Ogenschijnlijklijkenhetgeringe
verschillen.Wordtnaardeonderliggendeaantallengekeken,danis
ertochsprakevaneensubstantieeleffect,zekervoordegemengde
leerweg.Detoegenomenparticipatiegraadvoordegemengdeleerweg
betekentvoorcohort5namelijkeentoenamemetruim2.500leerlingen
tenopzichtevancohort2,toenietsmeerdan5.100gl’ersinleerjaar4
zaten.Datiseentoenamevan50%.Degeringereparticipatiegraadvoor
detheoretischeleerwegkomtinaantallenvertaaldvoorcohort3en4uit
opeenkrimpmetcirca2.300leerlingentenopzichtevancohort2en
opeenkrimpvancirca1.000voorcohort5.Datiseenterugloopmet
respectievelijk5,5en2,5procentpunt.
23
ecbo
Hetpatroonverschiltwelenigszinsvoordenaarherkomstonderscheiden
groepen.Zoishetgrotereaantalleerlingenindegemengdeleerweg
vooraltoeteschrijvenaaneenhogereparticipatiegraadvanautochtone
leerlingeneninietsminderematevanwesterseallochtoneleerlingen.
Deterugloopinhetaantalleerlingenindetheoretischeleerwegis
aanvankelijkvooralteverklarendoortrendsindietweegroepenen
incohort5vooralindegroepallochtonewesterseleerlingen.De
participatiegraadvanniet-westerseallochtoneleerlingenisgedurendede
periode2004tot2006vrijconstant,maarneemtin2007ietstoe.
Het schoolsucces
Onderschoolsucceswordtverstaan:hetpercentagegeslaagdenvanhet
totaalaantalleerlingenaanhetbeginvanleerjaar4.Alsdatpercentage
verandert,danisteverwachtendatdedoorstroommeezalbewegen.Bij
gelijkblijvenvananderefactorenzaldusnaarverwachtingeengroter
aantalgeslaagden(datiseentoenamevanhetpercentagegeslaagden)
ookleidentoteengroteredoorstroomnaarhethavo.
Oferhierookeeneen-op-eenrelatieisteverwachtenvalttebetwijfelen,
omdatmogelijkookhetniveauvanleerlingen(bijvoorbeeldgemiddelde
eindcijfer)meekanveranderen.
Ofhetschoolsucceseenfactorvanbetekenisindedoorstroomis,hangt
dusafvantrendsofwijzigingeninhetpercentagegeslaagden.Tabel2.3
laatdiepercentageszienvoordebeideleerwegenendaarbinnenvoorde
verschillendegroepen.
24
ecbo
Tabel 2.3 Slaagpercentages** voor naar afkomst onderscheiden groepen uit cohort 2 t/m 5*
Gemengde leerweg Theoretische leerweg
TotaalAutoch-
toonWesters
allochtoonNiet-west. allochtoon Totaal
Autoch-toon
Westers allochtoon
Niet-west. allochtoon
Cohort % % % % % % % %
Cohort2 87 89 81 76 86 88 80 79
Cohort3 85 87 80 68 86 88 83 74
Cohort4 91 92 87 82 91 93 88 84
Cohort5 93 95 90 85 91 93 89 83
* Deuitkomstenindezetabelzijngebaseerdopgegevensoverleerlingenaantallenenaantalgeslaagden,zoalsbeschikbaarinStatline(CBS,2009).** Slaagpercentageszijnberekendopbasisvanhetaantalleerlingeninhetbeginvanklas4.
Indetabelisteziendathetpercentagegeslaagdenindegemengde
enindetheoretischeleerwegtussencohort3en4eensprongmaakt.
Indegemengdeleerweggaathetomhoogvan85%naar91%enin
detheoretischeleerwegvan86%naar91%.Verderisteziendater
duidelijkeverschillenzijnindeslaagpercentagesvandeonderscheiden
groepen.Inbeideleerwegenisdeslaagkanshetgrootstindegroep
autochtoneleerlingenenhetkleinstindegroepniet-westerseallochtone
leerlingen.
Derolvandefactorenindedoorstroomnaarhavo4Detoenameindedoorstroomvanhetvmbonaarhavo4isnietalleeneen
kwestievaneentoenameindeinteressevoordieonderwijsroute.Inde
vorigeparagraafhebbenwegeziendattrendsindedrieanderefactoren
ookindeverklaringvandetoegenomeninteressevoorhethavomoeten
wordenmeegenomen.Watdebijdragevanelkvandevierfactorenis,
wordtindezeparagraafnagegaan.
Debijdragenvandevierfactorenaandeverklaringvoordegroeiinde
doorstroomvanhetvmbonaarhethavozijnopgenomenintabel2.4a
(gemengdeleerweg)enintabel2.4b(theoretischeleerweg).Inbeide
tabellenzijndepercentagesberekendalsdebijdragevanelkefactor
25
ecbo
aanhetaantalleerlingendattenopzichtevandedoorstroomincohort
2extraisdoorgestroomdnaarhavo4.Alsvoorbeeldkandedoorstroom
incohort3vandetheoretischeleerwegdienen.Defeitelijketoenamein
dedoorstroomis223leerlingen.Detoegenomeninteressezorgdevoor
eenextradoorstroomvan397leerlingen,hetbevolkingseffectvoor150
leerlingenenhetdiploma-effectofheteffectvanhetschoolsuccesvoor3
leerlingen.Daartegenoverstaateenafnamevandedoorstroommet319
leerlingenalsgevolgvandedalingindeparticipatiegraad.Depercentages
zijnberekenddoorperfactorhetbijbehorendeaantalterelaterenaanhet
feitelijkeaantaldattenopzichtevancohort2extraisdoorgestroomd.
Tabel 2.4a Factoren die de toegenomen doorstroom verklaren: gemengde leerweg
Toename t.o.v.
cohort 2*
Factoren Effect school-succes
Interesse- effect
Bevolkings-effect
Participatie- effect
Cohort Aantal % % % %
Cohort3 57 59 9 42 -11
Cohort4 219 37 5 50 6
Cohort5 385 43 3 46 6
* Hetaantaldoorstromersnaarhavoincohort2was174.
Dedoorstroomvangl’ersistussencohort2en5omhooggegaanvan
3,7%vandegediplomeerdennaar7,4%.Inaantallenisdateentoename
van174naar559.Diegroeiindeopeenvolgendecohortentenopzichte
vancohort2istendeleteverklarendooreentoegenomeninteressevoor
hethavo.Datwilzeggendaterverhoudingsgewijsmeerleerlingende
keuzemakenvoorhethavo.Incohort3is60%daaraantoeteschrijven
enincohort4en5ongeveer40%.Hetparticipatie-effectisindelaatste
tweecohortenzelfsgroterdanheteffectvandetoegenomeninteresse.
Debevolkingstoenamebij15-en16-jarigeneneenhogerpercentage
geslaagden,verklarenbijelkaarongeveer10%vandegroeiindelaatste
tweecohorten.
26
ecbo
Tabel 2.4b Factoren die de toegenomen doorstroom verklaren: theoretische leerweg
Toename t.o.v.
cohort 2*
Factoren
Interesse- effect
Bevolkings-effect
Participatie- effect
Effect school-succes
Cohort Aantal % % % %
Cohort3 223 178 67 -143 1
Cohort4 1.148 77 26 -34 33
Cohort5 2.674 82 10 -7 15
* Hetaantaldoorstromersnaarhavo4incohort2was5.775.
Hetbeeldvoordetheoretischeleerwegisduidelijkandersdanvoorde
gemengdeleerweg.Weliswaarisereenminofmeervergelijkbarestijgingvan
dedoorstroom(van15,5%naarongeveer21%),maardeverhoudingtussen
defactorenisanders.Detoenamevandeinteressevoorhethavospeeltin
detheoretischeleerwegeenveelgrotererol:incohort4en5kancirca80%
vandestijgingvanhetaantaldoorstromersverklaardwordendooreengrotere
belangstelling.Incohort3overtreftdateffectzelfsdefeitelijketoename.De
sterknegatieveinvloedvandeafgenomenparticipatiegraadopdedoorstroom
zorgterechtervoordatdestijgingalsgevolgvandetoegenomeninteresse
vooreenbelangrijkdeeltenietwordtgedaan.Departicipatiegraadincohort
4isweliswaarvergelijkbaarmetdieincohort3,maarhetdempendeeffect
isnuveelgeringervanwegeeennogsterkeretoenamevandeinteressein
combinatiemeteenduidelijkeffectvanfactorschoolsucces(aanzienlijkmeer
geslaagden).
Het participatie-effect nader bekeken
Totnutoezijntweeinteressantetendensenbeschrevendieomeen
verklaringvragen:eenterugloopinhetaantalleerlingenindetheoretische
leerwegendesondankseensterkegroeivandedoorstroomuitdie
leerwegnaarhavo4.Delagereparticipatiegraadindetheoretische
leerwegzoudeels(cohort3)totgeheel(cohort4en5)verklaardkunnen
wordendooreentoenamevanhetaantalleerlingenindegemengde
leerweg.Desterkegroeiindedoorstroomkonwordentoegeschrevenaaneen
grotereinteressevoorhethavotenkostevandedoorstroomnaarhetmbo.
27
ecbo
Devraagisuiteraardwaardieverschuivingininteresseuitvoortkomt.Als
hetalleeneenkwestievanvoorkeurvooralgemeenvormendonderwijs
is,mogelijkmedeingegevendoorberoepskeuzeproblemen,danis
weldevraaghoehetmethetpotentieelaanmogelijkehavistenzitin
detheoretischeleerweg.Metanderewoorden:houdtdetoegenomen
doorstroomookgelijketredmetdekansenopsuccesinhethavo?En:is
hetpotentieelinhetvmboomdoortestromennaarhethavosowiesonog
groter?Isdaardaneenverklaringvoortevinden?Debeantwoordingvande
eerstevraagzalindevolgendehoofdstukkengebeuren.Hetantwoordop
detweedevraagisbinnenhetkadervanditonderzoekmoeilijktegeven.
Eenbeperkteverkenningismogelijkdoortekijkenofersprakeisvaneen
verschuivingindedeelnamevanhethavonaardetheoretischeleerweg.
Degroeivanhetaantaltl’ersdatvoorhethavokiest,zouverklaard
kunnenwordendooreenverschuivingvandeelnameaanhethavonaar
detheoretischeleerweg.Datzouhetgevolgkunnenzijnvaneenstrengere
selectiedirectnadebasisschoolofnadebrugklasen/ofdooreen
afstroomindeonderbouwvanhethavo.Oferstrengerwordtgeselecteerd
isnietbekend.Welwetenwedatdedrukvanoudersomhunkinderen
ophethavotekrijgen,istoegenomen.Datzouhetvermoedenvaneen
geringereparticipatiegraadinhethavozelfsminderaannemelijkmaken.
Omdemogelijkheidvaneenverschuivingindeparticipatiegraadvanhet
havonaarhetvmbo(tl)nategaan,isdeverhoudingindeinstroomin
havo4vanuithetvmboenvanuithavo3inkaartgebracht(figuur2.4).
Vandeinstromersinhavo4kwamin2004(cohort2)83,4%uithavo
3en16,6%uithetvmbo.3Indedaaropvolgendejareniserinderdaad
sprakevaneenverschuivingindieverhoudingtengunstevande
doorstroomuithetvmbo.Voor2007(cohort5)stijgthetpercentage
instromersvanuithetvmbonaar21,5%endaaltderhalvehetpercentage
uithavo3navenantnaar78,5%.
3 Indiepercentagesisgeenrekeninggehoudenmetinstroom(afstroom)uitbijvoorbeeldhetatheneum.Depercentagesweerspiegelenalleendeverhoudingtussendeinstroomuithetvmboenhavo3.
28
ecbo
Figuur 2.4 Instroom havo 4 vanuit havo 3 en het vmbo
83,4 82,7 80,9 78,5
16,6 17,3 19,1 21,5
0
20
40
60
80
100
cohort 2 cohort 3 cohort 4 cohort 5%
havo
vmbo
Oferookwerkelijksprakeisvaneenverschuivingindeparticipatiegraad,
hangtookafvandedoorstroominabsolutezin.Hetblijktdandat
dedoorstroomvanuithavo3naarhavo4deafgelopenjarenookis
toegenomen.Vancohort2naar5isdiedoorstroomgestegenvan29.696
leerlingenin2004naarcirca33.000in2007.Datiseentoenamevan
11%endieisaanzienlijkgroterdandebevolkingsgroeivanongeveer3,5%
indeleeftijdsgroepvanjongerenindieperiode.Daaruitisoptemaken
datdetoenamevanhetaantalvmbo’ersdatkiestvoorhethavonietten
kostegaatvandedoorstroomvanhavo3naarhavo4.Deverschuivingin
deverhoudinginfiguur2.4moetverklaardwordendooreennoggrotere
toenameindedoorstroomvanuithetvmbonaarhavo4danvanuithavo3.
Degroteretoenameindedoorstroomvanhavo3naar4danopgrond
vandebevolkingsgroeiisteverwachten,kanwijzenopeentoegenomen
participatiegraadvoorhethavodattenkosteisgegaanvandedeelname
aandetheoretischeleerweg.Dedrukvanoudersomhunkinderenophet
havogeplaatsttekrijgenzoudaarmeetemakenkunnenhebben.
Dezeuitkomstmaaktdevraagnaarhetpotentieelvanmogelijkehavisten
inhetvmbonoginteressanter.Zelfsbijeen‘braindrain’,zoalsvermoed,
blijktdedoorstroomvanhetvmbonaarhavo4nogtoetenemen.
Cohort2 Cohort3 Cohort4 Cohort5
Havo
Vmbo
29
ecbo
Beantwoordingvandevraagnaarhetstudiesuccesvanvmbo’ersinhet
havowordtdaarmeenogbelangrijker.
Watverklaartdehogeredoorstroomvanallochtoneleerlingen?Leerlingenvanniet-westerseallochtoneafkomstkiezenrelatiefvakervoorhet
havodanautochtoneleerlingen,zobleekhiervoor.Datbrengtdevraagmet
zichmeeofhetpotentieelaanhavistenindegroepallochtoneleerlingenzo
mogelijknoggroterisdanindegroepautochtoneleerlingen.Alsdathetgeval
is,dankanhieralleenwordengespeculeerdovermogelijkeoorzaken.
Iniedergevalishetzaakeerstnategaanofheteffectnietisteverklaren
doordefactorendiehiervooralzijngebruiktindeverklaringvoordegroei
vandetotaledoorstroomvanuithetvmbonaarhavo4.Alserdannog
eensubstantieelverschilblijftbestaan,danzoudatkunnenwijzenopeen
groterpotentieelindegroepallochtoneleerlingen.
Het schoolsucces
Inparagraaf2.2bleekhetschoolsuccesvoordedrienaarherkomst
onderscheidengroepensterkteverschillen.Hetpercentageleerlingen
vanniet-westerseallochtoneafkomstdathetdiplomahaaltinde
gemengdeofdetheoretischeleerwegligtzo’n10%onderdatvande
groepautochtoneleerlingen.Relatiefveelniet-westerseallochtone
leerlingenslagendusnietvoorhunexamenofgaanernietvoorop.De
slaagkansvoorwesterseallochtonegl’ersentl’ersvaltongeveerhalfweg
tussendievandetweeanderegroepen.
Alswenudeeerdergepresenteerdeverschillenindoorstroomerbijhalen
(paragraaf2.1),danishetverschiltussenautochtoneenmetnameniet-
westerseallochtoneleerlingenmogelijkgeflatteerd.Depercentageszijn
namelijkberekendopbasisvanhetaantalgediplomeerden(gloftl).Voor
deniet-westerseallochtoneleerlingenisdateenselectieveregroep.Het
zouinhetkadervandebeantwoordingvandehiervoorliggendevraag
beterzijnomindeberekeninguittegaanvanhetaantalleerlingeninhet
beginvanleerjaar4.Alsdatwordtgedaan,danlevertdatderesultatenop
dieinfiguur2.5zijnweergegeven.
30
ecbo
Figuur 2.5 Doorstroom van autochtone en niet-westerse allochtone leerlingen als percentage van het aantal leerlingen begin klas 4
0
5
10
15
20
25
30
cohort 2 cohort 3 cohort 4 cohort 5%
autochtoon tl
autochtoon gl
allochtoon tl
allochtoon gl
Dedoorstroompercentagesvallennadevoorgesteldecorrectieuiteraardlager
uitenmeerindegroepniet-westerseallochtoneleerlingendanindeandere
tweegroepen.Tochisinfiguur2.5nogsteedseenverschil:hetpercentage
niet-westerseallochtoneleerlingendatdoorstroomtnaarhavo4blijfthoger
dandatbijdeautochtoneleerlingen.Datgeldtvoorbeideleerwegenenmet
nameindetweelaatstecohorten.Hetverschilindegemengdeleerwegis3à
4%enindetheoretischeleerwegcirca3%.
De bevolkingsgroei is van geringe invloed
InParagraaf2.2bleekdatdetotalepopulatievan15-en16-jarigen
tussen2004en2007metongeveer3à4%isgegroeid.Eenvergelijking
vanautochtoneenniet-westerseallochtonejongerenlaattot2006een
vergelijkbaregroeizien,maarernatekentzicheenkleinverschilafdoor
enerzijdseenlichteterugloopbijautochtonejongerenenanderzijdseen
doorzettendegroeibijniet-westerseallochtonejongeren.Hetgaatom
eenverschilvan2procentpuntovereenkomendmeteenextratoename
vancirca1350niet-westerseallochtonejongerenindepopulatie
15-en16-jarigen.Doorberekendnaardedoorstroomgaathetom20
niet-westerseallochtonevmbo’ers,watneerkomtopongeveer1,5%van
dedoorstroomindiegroep.
Voorcohort5betekenthetdaternogmaareenverschilindoorstroom
van1,5procentpuntoverblijfttussendedoorstroomvanautochtoneen
Cohort2 Cohort3 Cohort4 Cohort5
Autochtoontl
Autochtoongl
Allochtoontl
Allochtoongl
31
ecbo
niet-westerseallochtoneleerlingen.Datverschilisvooralsnogtekleinom
teveronderstellendatindegroepniet-westerseallochtoneleerlingenhet
potentieelaanhavistengroterisdanindegroepautochtoneleerlingen.
32
ecbo
33
ecbo
Hoedoenvmbo’ershetinhethavo?Welkpercentageslaagtvoorhet
havo-diplomaeninhoeveeljaar?Datzijndehoofdvragenindithoofdstuk.
Naasteentotaalbeeldwordenaandehandvanachtergrondkenmerken,
zoalsgeslachtenafkomst,verschillentussengroepenbeschreven.Ook
wordteenvergelijkinggemaaktmethavistendievanuithavo3naar
havo4doorstromen.
3.1 Succesinhavo4
Allereerstwordtbeschrevenwelkpercentagevandeleerlingeninéén
jaarhavo4haaltenwelkpercentagedoubleert.Daarnawordtingegaan
opverschillentussengroepen.De(voortijdige)uitstroomkomtinhet
volgendehoofdstukaandeorde.
Omderesultatengoedtekunnenbeoordelen,moetgewezenwordenop
hetbeleidvaneendeelvandehavo’somvmbo’ersgeentweedekans
tegevenalszeinklas4doubleren.Halenzehetovergangsbewijsnaar
havo5nietinéénjaar,danmoetenzehunopleidingeldersvoortzetten.
Eendeelvandehavo’sstaatdoublerenvanvmbo’ersinhavo4weltoe.
EentotaalbeeldVoordecohorten2totenmet5isberekendwelkpercentagevan
deleerlingennaéénjaardoorgaatnaarhavo5enwelkpercentage
doubleert.Figuur3.1toontderesultatenuitgesplitstnaarvooropleiding.
De schoolloopbaan van vmbo’ers in het havo 3
34
ecbo
Figuur 3.1 Overgang naar havo 5 en doubleren in havo 4
76,3 76,5 76,9 77,0
70,8 70,3 71,0 68,6
18,2 18,6 18,4 17,8
8,9 10,3 9,0 10,10
20
40
60
80
100
cohort 2 cohort 3 cohort 4 cohort 5%
havo 4 ‐ vooropl.
1 jaar (havo 3)
1 jaar (vmbo)
2 jaar (havo 3)
2 jaar (vmbo)
Circa70%vandevmbo’ershaaltinéénjaarhetovergangsbewijs
vanhavo4naarhavo5enrondde10%doubleertindevierdeklas.
Erzijnkleineverschillentussencohorten,maarvaneentrendmatige
ontwikkelingisgeensprake.Verschillenmoetendaaromvooralsnogals
jaarlijksefluctuatieswordengezien.
Invergelijkingmetleerlingenuithavo3zijnvmbo’erswatmindersuccesvol.
Tussende76en77%vandehavistengaatdirectvandevierdenaarde
vijfdedoor.Hetpercentagedatdoubleertisechterbijnatweekeerzohoog
alsbijvmbo’ers.Datlaatsteillustreertwathierbovenisgezegdoverhet
beleidvaneendeelvandehavo’somvmbo’ersgeentweedekansinhavo4
tegeven.Naastgedwongenvertrekzullenbijeendeelvandievmbo’ers
eigenmotieveneenrolspelenomhethavonietaftemaken.
Bovenstaandebetekentdatvmbo’ersnietalleenwatmindersuccesvolzijn
inhavo4dandoorgestroomdehavisten,maarookdaterverhoudingsgewijs
meervmbo’ersnadatleerjaarhethavoverlaten.Ongeveer20%vande
vmbo’ersdoetdattegenovercirca5%vandehavisten.Datheeftdirectaltot
gevolgdatdeuiteindelijkesuccesgraadvanvmbo’ersinhethavosowiesowat
lagerzalkomenteliggendanbijdoorgestroomdehavisten.Indatperspectief
moetstrakshetschoolsuccesmedewordenbeoordeeld.
Cohort2 Cohort3 Cohort4 Cohort5
35
ecbo
VerschillentussengroepenInhetvorigehoofdstukkwamenindedoorstroomvanvmbonaarhavo4
enkelekleine,maarsystematischeverschillenaanhetlichttussen
jongensenmeisjesentussenautochtoneenallochtoneleerlingen.Ofdie
achtergrondkenmerkeneenrolspeleninhetsuccesophethavo,wordt
hiereerstnagegaanvoorhavo4.Naastdiepersoonskenmerkenwordt
gekekennaardeleeftijdvanleerlingenennaarhunwoonomgevingals
eenindicatorvoordesociaal-economischestatus(SES)vandegezinnen
waarleerlingenuitkomen.
HetgeslachtvandeleerlingenErnemenmeermeisjesdanjongensdeelaanhogerevormenvan
onderwijs.Datgeldtvanafhethavototaanhetwetenschappelijk
onderwijs.Ookblijkenmeisjesindievormenvanonderwijssuccesvoller.
Inhetvorigehoofdstukbleekevenweldaterrelatiefmeerjongensdan
meisjesuithetvmbonaarhavo4gaan.Inhavo4zijnmeisjestoch
lichtinhetvoordeelvanwegeeengroteredoorstroomvanuithavo3.De
verhoudingjongensenmeisjeskomtinhavo4derhalveuitop49:51.Die
verhoudingisvrijstabielincohort2totenmet5.Devraaghierisnuhoe
succesvolbeidegroepeninhavo4zijn.Omdattrendmatigeverschillen
tussencohortenontbreken,zijnvoordecohortengemiddeldenberekend
dieintabel3.1zijnopgenomen.
Tabel 3.1 Succes in havo 4: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en geslacht
Geslacht
Totaal
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
% % % % % %
Man 71,3 19,6 65,5 11,1 72,7 72,7
Vrouw 79,5 13,8 75,1 8,0 80,4 80,4
Totaal 75,4 16,6 70,1 9,6 76,7 76,7
36
ecbo
Duidelijkmeermeisjesdanjongenshaleninéénjaarhetovergangsbewijs
vanhavo4naarhavo5.Vandemeisjesgaatbijna80%inéénjaardoor
naarhavo5envandejongensietsmeerdan70%.
Omgekeerddoublerenaanzienlijkmeerjongensdanmeisjes:20%versus
14%.
Devooropleidinglaateenlichtinteractie-effectzien:hetverschiltussen
jongensenmeisjesdieinéénjaardoorstromennaarhavo5isietsgroter
bijvmbo’ers(jongens65,5%enmeisjes75,1%)danbijleerlingenuit
havo3(jongens72,7%enmeisjes80,4%).Bijdoublerenishetnet
andersom.Daarishetverschiltussenjongensenmeisjesbijhavisten
ietsgroter:6à7procentpunttegenovereenverschilvan3procentpunt
tussenjongensenmeisjesuithetvmbo.
Hoewelmeerjongensdanmeisjesvanhetvmbonaarhavo4gaan,wordt
datverschilnaéénjaarhavovolledigongedaangemaaktenslaatde
balansdoortengunstevanmeisjes.Intotaal83%vandemeisjeszitna
éénjaarnogophethavo(inklas4of5)en76à77%vandejongens.
Hetbetekentdatjongensuithetvmbohetrelatiefmindergoeddoendan
jongensuithavo4enookmindergoedtenopzichtevanmeisjes.
DeafkomstvandeleerlingenVerhoudingsgewijsietsmeerleerlingenvanniet-westerseallochtone
afkomstdanvanautochtoneafkomstmakendestapvanhetvmbonaar
havo4(ziehoofdstuk2).Inabsolutezinstromenuiteraardveelmeer
autochtoneleerlingendoor.Devraagishoeallochtoneleerlingenhetop
hethavodoen,medeinrelatietothetsuccesvanautochtoneleerlingen.
Omdaterhierookgeensystematischetrendsinopeenvolgendecohorten
zijnoptemerken,zijnweergemiddeldenberekend.Tabel3.2toontde
uitkomsten.
Autochtoneleerlingenzijninhavo4ietssuccesvollerdanallochtone
leerlingen:circa76%gaatnaéénjaardoornaarhavo5tegenover
71à72%vandewesterseenniet-westerseallochtoneleerlingen.Het
percentageallochtoneleerlingendatdoubleertisdaarentegenietshoger,
zodathetverschiltussenbeidegroependatnaéénjaarnogophethavo
zitbeperktblijfttoteenpaarprocent.
37
ecbo
Tabel 3.2 Succes in havo 4: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en afkomst
Afkomst
Totaal
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
% % % % % %
Autochtoon 76,3 16,3 70,4 9,6 77,5 17,7
Westersallochtoon
71,6 17,8 67,8 9,9 72,7 19,9
Niet-westersallochtoon
71,8 18,4 69,3 9,3 72,6 21,6
Totaal 75,5 16,7 70,1 9,6 76,7 18,3
Alsmetdevooropleidingrekeningwordtgehouden,danblijkenvmbo’ers
vanniet-westerseallochtoneafkomsthetnauwelijksslechtertedoendan
vmbo’ersvanautochtonekomaf.Hetpercentagewesterseallochtone
leerlingendatzondertedoublerennaarhavo5gaat,blijftietsmeer
achter.Welishetsuccesbijdedrienaarafkomstonderscheidengroepen
vmbo’erswatgeringerdanbijdeovereenkomstigegroepenleerlingendie
uithavo3zijndoorgestroomd.
Erisookgekekennaardeeersteentweedegeneratieallochtone
leerlingen.Tweedegeneratieallochtoneleerlingenblijkenhetietsbeter
tedoen.Naeenjaarzittenerrelatiefmeertweededaneerstegeneratie
allochtoneleerlingenophethavo:hetpercentagedatdirectdoorgaat
naarhavo5iszo’n2,5%hogerenhetpercentagedatdoubleertkomt
1,5%hogeruit.Deverschillenzijnietsgroterindegroepmethavoals
vooropleidingdanbijdegenendieuithetvmbokomen.
Alsnaastvooropleidingookgeslachtindeanalyseswordtbetrokken,
danisbovenstaandpatroonterugtevindenindrievandeviergroepen.
Alleenindegroepjongensmetvmboalsvooropleidingdoetdetweede
generatiehetietsmindergoed:63,9%gaatnaéénjaardoornaarhavo5
versus65,2%vandeeerstegeneratieleerlingen(p<0,05).Daarstaatwel
tegenoverdatietsmeerleerlingenvandetweedegeneratiedoubleren,
zodathetpercentageeersteentweedegeneratieallochtonejongens
38
ecbo
uithetvmbodatnaeenjaarnogophethavozitnauwelijksvanelkaar
verschilt.
DeleeftijdvanleerlingenInhetjaarvoorafgaandaanhavo4looptdeleeftijdvanleerlingenuiteen
van14tot17.Inleerjaar4vanhetvmbozijnverrewegdemeesten15
(circa74%)enisruim20%16.Hetpercentage14-jarigenis2,5%enhet
percentage17-jarigen1,5%.Inhavo3isbijna80%vandeleerlingen14
en20%15.Ongeveer1,5%is16jaareneenverwaarloosbaarpercentage
(0,1%)17.Jongensenleerlingenvanallochtonekomaf,metnameniet-
westerseallochtoneleerlingen,zijngemiddeldouderdanmeisjesen
autochtoneleerlingen.Datgeldtzowelinvmbo4alsinhavo3.Datlijkt
eroptewijzendatjongensinhunvooropleidingvakerdoublerenofdoor
afstroomeenjaarverliezen.Bijallochtoneleerlingenspelenwaarschijnlijk
noganderefactoreneenrol.Geziendeeffectenindevorigeparagrafenvoor
geslachtenafkomstzalmetditleeftijdgegevenindeanalysesrekeningworden
gehouden.
Tabel 3.3 Succes in havo 4: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en leeftijd
Leeftijd
Totaal
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
% % % % % %
14jaar 77,7 19,3 74,0 13,5 77,7 19,4
15jaar 72,6 12,7 71,7 10,5 73,3 14,6
16jaar 65,5 7,0 64,7 6,4 67,8 8,9
17jaar 59,4 5,2 58,5 4,5 61,7 6,9
Totaal 75,4 16,6 70,1 9,6 76,7 18,3
Hetpercentageleerlingendatnaéénjaardoorstroomtnaarhavo5ishet
hoogstbij14-jarigenenhetneemtvervolgenssystematischafmetdeleeftijd
(tabel3.3).Alsleerlingennaéénjaarnietovergaannaarhavo5,speeltleeftijd
eenrolbijdoublerenofvanschoolgaan.Hetpercentagedatdoubleertis
hethoogstbijjongeleerlingenenneemtafbijoudereleerlingen.Omgekeerd
39
ecbo
stoppenoudereleerlingeneerderalszeinhavo4blijvenzitten.Beide
effectenzijntezienbijleerlingenuithetvmboenuithavo3.
Bijeengelijktijdigecontrolevoorgeslachtenafkomstwordendeeffectenwel
kleiner,maarverdwijnenniet.Datgeldtvoorleerlingenuithetvmbo,alsookuit
havo3(p<0,01inalleanalyses).Leeftijdisdaarmeenaastgeslachtenafkomst
eenaparteverklarendefactorvoorverschilleninopleidingssuccesinhavo4.
Desociaal-economischestatusDewijkenwaarinleerlingenwonenisgebruiktalseenindicatorvoorde
SES.InhetbestandvanhetCFIiseengrofonderscheidgemaaktnaar
dewoonomgevingvanleerlingendoordiealdanniettetyperenals
eenachterstandswijk.Hetgemiddelderesultaatvoordevijfcohortenis
gepresenteerdintabel3.4.
Leerlingenuitachterstandswijkengaanietsmindervaakinéénjaarover
naarhavo5:circa72%luktdattegenoverbijna76%vandeoverige
leerlingen.Hetverschilisalleenduidelijkzichtbaarbijleerlingenuithavo
3(ruim4%).Bijvmbo’ersspeeltdewoonwijkeenveelgeringererol.Het
percentagevmbo’ersuitachterstandswijkendatnaéénjaarovergaat
naarhavo5komtslechts1procentpuntlageruitdanbijdeoverige
vmbo’ers.Datgeringeeffectblijftbestaannacontrolevoordeherkomst
vanleerlingen.
Tabel 3.4 Succes in havo 4: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en woonwijk
Woont in achter-standswijk
Totaal
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
Havo 4 in 1 jaar
Havo 4 doubleren
% % % % % %
Ja 72,1 18,8 69,0 9,5 72,9 21,4
Nee 75,9 16,4 70,2 9,6 77,1 17,9
Totaal 75,4 16,6 70,1 9,6 76,7 18,3
40
ecbo
3.2 Hethavo-diploma
Bijhetschoolsuccesophethavogaathetuiteindelijkomdevraag
ofleerlingenhetdiplomahalen.Daarbijkanhetaantaljarenwaarin
leerlingendatluktwordenmeegewogen.Alsreferentievoorhetsucces
vanvmbo’erswordenzeweervergelekenmethavisten.Verderwordtde
invloedvandeeerdergebruiktefactorenweernagegaan.
EentotaalbeeldVoorcohort2totenmet4ishetpercentageleerlingenberekend,dat
hethavo-diplomaintweeofdriejaarheeftgehaald.Figuur3.2toontde
resultatenuitgesplitstnaardevooropleidingvanleerlingen.Voorcohort
4iseenschattinggemaaktvanhetpercentagedathetdiplomaindrie
jaarheeftgehaald,omdatvandatcohortalleengegevensvantweejaar
nainstroominhavo4bekendzijn.Vanleerlingendieinhavo4zijn
gedoubleerdofinhavo5warengezakt,warengegevensoverhetderde
jaarnadoorstroomnognietbeschikbaar.Deschattingenzijngebaseerd
ophetpercentagedatnoginhavo5zitgecorrigeerdvoorhetpercentage
datinvoorgaandejarenalsnoginhavo5stopte(hetdiplomaniethaalde).
Gezienhetontbrekenvantrendstussencohortenopdiversepunten(zie
vorigeparagraaf)isditeenteverantwoordenprocedure.
Figuur 3.2 Havo-diploma gehaald in 2 of 3 jaar*
66,2 66,8 67,6
60,7 61,5 61,5
20,3 20,1 20,4 (schatting)
13,8 12,6 12,5 (schatting)0
20
40
60
80
100
cohort 2 cohort 3 cohort 4%
diploma‐ vooropl.
2 jaar (havo 3)
2 jaar (vmbo)
3 jaar (havo 3)
3 jaar (vmbo)
* Voorcohort4iseenschattinggemaaktvoorhetderdejaar.
Cohort2 Cohort3 Cohort4
Diploma-vooropleiding
41
ecbo
Intotaalhaaltzo’n86à87%vandeleerlingendieinhavo4instromen
hetdiploma.Demeestendoendatintweejaar(circa66%),een
minderheid(20%)haalthetdiplomaindriejaar.Eenvergelijkingvan
devooropleidinglaatziendathavistensuccesvollerzijndanleerlingen
uithetvmbo.Hetpercentagehavistendatintweejaarslaagt,iszo’n6
procentpunthogerdanbijvmbo’ersenhetpercentagedathetindriejaar
redt,komtcirca9%hogeruit.Intotaalhaaltcirca86%vandedegenen
methavoalsvooropleidinghetdiplomategenovercirca74%vande
vmbo’ers.
Indegroephavistenlijktereenlichtstijgendetrendinhetpercentagedat
intweejaarslaagt.Voorcohort4zoudatkunnenbetekenendatdetotale
slaagpercentagesvoorhavistenenvmbo’ersuitkomenoprespectievelijk
88%en74%.
Voorzowelvmbo’ersalsleerlingenuithavo3zijndepercentageseen
lichteonderschattingvanhetschoolsucces.Inbeidegroepeniser
namelijkalvoorhetexameneenopstroomnaarhetvwo.Ongeveer0,5%
vandevmbo’ersdoetdattussentijds.Daarnaastblijktnavierjaarnogzo’n
4%ophethavotezitten,deelsinhetregulierehavoendeelsinhetvavo.
Naarhetvavogaanvooralleerlingendienaeenjaarhavo4al18ofouder
zijn.
Rekeninghoudendmetdeopstroomnaarhetvwoendedoorstroomnaar
hetvavo(havo)magervanuitwordengegaandatwaarschijnlijkcirca
75%vandevmbo’ershethavo-diplomahaaltofopeenvergelijkbaar
niveauhetvoortgezetonderwijsafsluit.Opbasisvandezelfderedenering
kanervanuitwordengegaandattegende90%vandeleerlingenuithavo
3datniveauzalbereiken.
Leerlingenuithavo3zijndussuccesvollerdanvmbo’ers.Daarbijzijntwee
kanttekeningentemaken.Verhoudingsgewijsmindervmbo’erskrijgen
eenkansomhavo4opnieuwtedoenalszeblijvenzitten.Bovendien
zijndegenendiehetdiplomaniethalennietzondermeeralsuitvallerste
bestempelen.Hetgrootstedeelgaatnamelijknaarhetmbo,zoalsweinhet
volgendehoofdstukzullenzien.Leeftijdblijktindiekeuzeeenroltespelen.
42
ecbo
VerschillentussengroepenDevraagisofdefactorendieinhavo4eendeelvanhetschoolsucces
verklareninhavo5ookvaninvloedzijn.Datwordtindezeparagraaf
nagegaan.
Verschillen tussen jongens en meisjes
Meisjesblekeninhavo4succesvollerdanjongens.Aanheteindvanhet
havoisdatnogsteedszo(tabel3.5).Bijna87%vandemeisjeshaalthet
diplomategenoverietsmeerdan82%vandejongens.Zerondenhet
havogemiddeldgenomenooksnelleraf:zo’n70%doettweejaaroverde
bovenbouwomhethavo-diplomatehalen,terwijl61%vandejongensdat
indiezelfdetijdlukt.
Tabel 3.5 Schoolsucces voor het havo: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en geslacht
Geslacht
Totaal leerlingen cohort 2 en 3
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Diploma Diploma Diploma
totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar
% % % % % % % % %
Man 82,4 61,2 21,2 70,9 56,6 14,3 85,1 62,3 22,8
Vrouw 86,7 69,9 16,9 78,4 66,4 12,0 88,2 70,5 17,7
Totaal 84,6 65,6 19,0 74,4 61,1 13,2 86,7 66,5 20,2
Hetverschilisnogietsgroterindegroepdievmboheeftgedaan:
ongeveer75%vandemeisjesslaagtvoorhethavo-examentegenover
67%vandejongens.Beperkttotdegenendiehetdiplomaintweejaar
bovenbouwhalen,ishetverschilnogietsgroter:66%vandemeisjesdoet
daten56%vandejongens.
De afkomst van leerlingen als factor
Eriseenzekeresamenhangtussenhetsuccesophethavoendeafkomst
vanleerlingen,zoalstabel3.6ooktoont.Vandeautochtoneleerlingen
slaagtongeveer86%,vandewesterseallochtoneleerlingencirca78%en
vandeniet-westerseallochtoneleerlingen77%.Indelaatstegroepdoen
43
ecbo
verhoudingsgewijsookmeerleerlingeneenjaarlangeroverhethalenvan
hethavo-diploma.Heteffectvanafkomstisduidelijkgroterbijleerlingen
uithavo3danbijvmbo’ers.Dehiervoorgenoemdepercentagesgelden
minofmeerookvoordehavisten.Vandevmbo’ersslaagt75%vande
autochtoneleerlingentegenover72à73%vandeallochtoneleerlingen,
eenverschilvanhooguit2à3procentpunt.
Tabel 3.6 Schoolsucces voor het havo: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en afkomst
Afkomst
Totaal leerlingen cohort 2 en 3
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Diploma Diploma Diploma
totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar
% % % % % % % % %
Autoch-toon
86,3 67,8 18,5 74,9 62,8 12,2 88,5 68,8 19,7
Westersalloch-toon
78,3 59,2 19,1 72,4 59,1 13,4 79,7 59,2 20,4
Niet-westersalloch-toon
77,3 54,5 22,8 72,6 54,2 18,4 78,7 54,6 24,1
Totaal 84,8 65,7 19,0 74,4 61,2 13,2 86,9 66,7 20,2
Wordtbijafkomsttegelijkertijdrekeninggehoudenmetgeslacht
envooropleiding,danzijnindrievandeviergroependegevonden
verschillenookterugtevinden,namelijkbijjongensmetvmboofhavo
enbijmeisjesmethavo.Indiegroepenzijndeverschillenzelfsnog
ietsgroterdanhetgemiddelde.Daarstaattegenoverdatindegroep
meisjesmetvmbohetbeelderduidelijkandersuitziet:circa78%vande
autochtonemeisjesslaagtvoorhethavoen79%vanzoweldewesterse
alsniet-westerseallochtonemeisjes.Allochtonemeisjesdoenhetdus
zelfsnogietsbeterdanautochtonemeisjes.Tervergelijkingzijnbij
jongensmetvmbodepercentagesrespectievelijk:72,66en66.
44
ecbo
De leeftijd als factor
Deleeftijdwasnaastgeslachtenafkomsteenderdeverklarendefactor
voorverschilleninhetsuccesinhavo4.Bijhetschoolsuccesvoorhet
havoisdateveneenshetgeval.Hetpercentageleerlingendathethavo-
diplomahaaltishethoogstbijdejongsteleerlingen(degroepdieinhet
laatstejaarvandevooropleiding14was).Indiegroepslaagtbijna90%
endatpercentagegaatsystematischomlaagbijoudereleerlingen.Vande
oudsteleerlingen,degenendieinhavo3ofvmbo417waren,slaagtnog
maar57%.Eenuitsplitsingnaarvooropleidinggeeftvoorvmboenhavo3
eenvergelijkbaarbeeldtezien.
Welmoetwordenopgemerktdateenvergelijkingnaarvooropleidingeen
relatiefgrootverschillaatzienindegroepjongsteleerlingen(de14-jarigen
inhetlaatstejaarvandevooropleiding).Vandiegroepafkomstiguithet
vmboslaagt81%tegenover90%vandehavisten.Binnendeandere
leeftijdsgroepenzijndeverschillenveelkleiner(circa1%)enbijdeoudste
leerlingenisheteffectzelfsomgekeerd.
Tabel 3.7 Schoolsucces voor het havo: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en leeftijd
Leeftijd*
Totaal leerlingen cohort 2 en 3
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Diploma Diploma Diploma
totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar
% % % % % % % % %
14jaar 89,4 68,2 21,2 80,7 65,7 15,0 89,5 68,2 21,3
15jaar 77,1 62,1 15,0 76,7 63,4 13,4 77,5 61,1 16,3
16jaar 66,8 53,7 13,1 66,7 54,1 12,6 67,3 52,5 14,7
17jaar 57,3 45,4 11,9 57,7 45,4 12,2 56,6 45,5 11,1
Totaal 84,6 65,6 19,0 74,4 61,1 13,2 86,7 66,5 20,2
* Leeftijdinvmbo4enhavo3
Ookbijcontrolevoorgeslachtenafkomstblijfthetleeftijdseffect
gehandhaafd(p<0,01invrijwelallevergelijkingen).Datbetekentdat
45
ecbo
evenalsvoorhetsuccesinhavo4,leeftijdookeenapartefactorisinhet
behalenvanhethavo-diploma.
De sociaal-economische status als factor
Tenslotteisweergekekennaardesociaal-economischestatus,zoals
geoperationaliseerdindewoonsituatievanleerlingen(achterstandswijkof
niet).Tabel3.8geeftderesultaten.
Tabel 3.8 Schoolsucces in het havo: leerlingen ingedeeld naar vooropleiding en woonwijk
Woont in achter-standswijk
Totaal leerlingen cohort 2 en 3
Leerlingen uit vmbo
Leerlingen uit havo 3
Diploma Diploma Diploma
totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar totaal in 2 jaar in 3 jaar
% % % % % % % % %
Ja 79,9 58,2 21,6 71,9 56,4 15,5 81,9 58,7 23,1
Nee 85,2 66,6 18,7 74,7 61,9 12,9 87,3 67,5 19,8
Totaal 84,6 65,6 19,0 74,7 61,1 13,2 86,7 66,5 20,2
Inhavo4hangthetstudiesuccesinlichtematesamenmetdeSESvan
leerlingen,zobleekhiervoor.Kijkenweintabel3.8danisheteffectaan
heteindvanhethavonogietssterker.Ongeveer80%vandeleerlingen
uiteenachterstandswijkhaalthethavo-diplomaencirca85%vande
overigeleerlingen.Hetverschilisnogietsgroteralsdestudieduurerin
wordtbetrokken:58%versus66à67%haalthetdiplomaintweejaar
bovenbouw.Hetkostmeerleerlingenuitachterstandswijkengemiddeld
dusookeenjaarextraomhethavo-diplomatehalen.
Ishetverschilinhavo4eigenlijkalleengoedtezienbijleerlingenmeteen
vooropleidinghavo,aanheteindvanhethavoisereveneenseeneffect
vandesociaal-economischestatusbijleerlingenuithetvmbo.Ookinde
laatstefasevanhethavoblijfthetmilieuduseenzekererolspelen.
46
ecbo
47
ecbo
Indithoofdstukwordtdeverdere(school)loopbaanvanvmbo’ersna
hethavoinkaartgebracht.Datwordtzowelgedaanvoorleerlingendie
hethavo-diplomahalenalsdegenendievoortijdigafhaken.Evenalsin
hetvoorgaandehoofdstukwordenuitkomstenvergelekenmetdievan
leerlingenuithavo3.Omdatalleencohort2en3(vrijwel)volledigzijn
uitgestroomd,zijnalleendietweecohortenindeanalysesopgenomen.
4.1 Deverdere(school)loopbaanvanleerlingenmetenzonderhavo-diploma
Deverdere(school)loopbaanhangtindeeersteplaatsafvandevraag
ofhethavo-diplomaisgehaald.Intabel4.1isdaaromeenonderscheid
gemaakttussenleerlingendiedatwelendiedatnietisgelukt.
Driejaarnainstroominhavo4ziteenkleindeelnogophethavo.Kennelijk
ishetleerlingentoegestaanomtedoublereninhavo4énomookhet
examenjaaropnieuwtedoen.Incohort3betrefthetcirca15%vande
leerlingendiehethavo-diplomanadriejaarnietheeftgehaald.
Tabel 4.1 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4
Schoolloopbaan
Havo-diploma
Havo 5 Vwo 5-6 Mbo Hbo Wo Gestopt
Cohort % % % % % %
Ja Cohort2 0,0 5,2 8,3 78,3 0,2 7,9
Cohort3 0,5 5,5 6,4 79,4 0,1 8,1
Totaal 0,3 5,3 7,3 78,9 0,1 8,0
Nee Cohort2 0,3 4,4 60,5 15,6 0,1 19,0
Cohort3 14,8 3,4 58,5 7,4 0,1 15,7
Totaal 7,8 3,9 59,5 11,3 0,1 17,3
De schoolloopbaan van vmbo’ers na het havo 4
48
ecbo
Vandeleerlingenmeteenhavo-diplomagaandemeestenaarhet
hbo,namelijkeenkleine80%.Circa7%zetzijnschoolloopbaanvoort
inhetmboeneenietsgeringeraantal(zo’n5%)kiestvoorhetvwo.
Vandegediplomeerdenverlaat8%hetonderwijs,althanséénoftwee
jaarnahetbehalenvanhetdiplomastaanzenietingeschrevenineen
gesubsidieerdevormvanonderwijs.Hetisnietuittesluitendateendeel
zijnopleidingbuitendievormvanonderwijsvoortzetenevenminisuit
tesluitendateendeelopeenlatertijdstipalsnogeenvervolgopleiding
begint.Gegevensdaaroverzijnechternietvoorhanden.
Bijdegenendiehethavo-diplomaniethalen–leerlingendiedirectna
havo4stoppenofinhavo5–liggendiepercentagesduidelijkanders.
Allereerstmoetwordenopgemerktdateendeelvanhen,zo’n4%in
totaal,naklas4inhetvwodoorgaat.Datzijnleerlingendiezekerookals
succesvolinhethavokunnenwordenaangeduid.Daarnaastzitintotaal
nogzo’n8%ophethavo,metnamekomendieuitcohort3(15%).
Demeesteleerlingendiehetdiplomaniethalen,gaannaarhetmbo.Zo’n
60%vandeniet-gediplomeerdenkiestvoordatvervolgenruim10%blijkt
tochnaarhethbotegaan.Tenslottekeerteenkleine20%vandegenen
zonderhavo-diplomahetonderwijs,althanshetgesubsidieerdeonderwijs,
derugtoe.
4.2 De(school)loopbaannahethavovanvmbo’ersenleerlingenuithavo3
Informatieoverdedoorstroomnaarhethboalsindicatorvoorverder
schoolsuccesisbelangrijkvooralleleerlingen,maardeaandachtspitst
zichmetnameweertoeopdevergelijkingvanvmbo’ersenleerlingen
uithavo3.Daarvooriseenuitsplitsinggemaaktnaarvooropleiding.
Figuur4.1laatdatzienvoorgediplomeerdenenniet-gediplomeerden
tezamen.Intabel4.2zijngediplomeerdenenniet-gediplomeerdenwel
onderscheiden.Omdatderesultatenvoorcohort2en3inhogemate
overeenkomen,zijnzebijelkaargenomen.
49
ecbo
Figuur 4.1 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4
9
0,2
70
14
6
1,4
10
0,1
63
23
3
1,6
80 60 40 20 0 20 40 60 80
gestopt
wo
hbo
mbo
vwo
havo 5
%
havo 3 vmbo
Vanallevmbo’ersdievoorhethavokiezen,gaatbijnatweederde(63%)
naarhethbo.Vandeleerlingendienahavo3inhethavodoorgaan,
isdat70%.Zoalsinhetvoorgaandehoofdstukisaangegeven,zijnde
oorspronkelijkehavistennietalleenjonger,maarishetzittenblijvers
toegestaanhavo4opnieuwtedoen;eenmogelijkheiddieervooreen
deelvandevmbo’ersnietis.Beidefactorenspelenmeeindegrotere
doorstroomvanhavistennaarhethbo.
Havistenzijnuitoogpuntvaneenvervolgstudieookietssuccesvollerinde
doorstroomnaarhetvwo:depercentageszijnrespectievelijk6%en3%.
Hetbeeldvoordeuitstroomnaarhetmboisomgekeerd:daargaan
relatiefveelleerlingenmetvmboalsvooropleidingnaartoe:23%versus
14%vandeleerlingenuithavo3.Datverschiltekentzichalduidelijkaf,
zoalsinhetvorigehoofdstukbleek,nahavo4;vmbo’ersdiehavo4inhet
eerstejaarniethalen,gaanveelalnaarhetmbo.
50
ecbo
Alstenslottewordtgekekennaarhetpercentagedatnahavo4of5met
eenopleidingstopt,danisernauwelijkseenverschiltussenvmbo’ersen
havisten:10%vandevmbo’ersstopten9%vandeleerlingenuithavo3.
Gediplomeerdenversusniet-gediplomeerdenHethavo-diplomaspeeltuiteraardeenrolindeverderekeuzevande
schoolloopbaan.Datmaakttabel4.2ookduidelijk.
Tabel 4.2 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4 naar diploma
Schoolloopbaan
Voor-opleiding
Havo-diploma
Havo 5 Vwo 5-6 Mbo Hbo Wo Gestopt
% % % % % %
Vmbo Ja 0,6 3,1 5,9 82,0 0,1 8,2
Nee 4,4 1,7 70,7 8,7 0,0 14,5
Havo3 Ja 0,2 5,7 7,6 78,3 0,2 8,0
Nee 9,2 4,8 55,0 12,4 0,2 18,4
Alsweindevergelijkingvandevooropleidingeneerstkijkennaarde
gediplomeerden,danblijkenerverhoudingsgewijszelfsmeervmbo’ers
doortestromennaarhethbo(82,0%versus78,3%vandegenenmet
havo3alsvooropleiding).Hetpercentagedatnaarhetmbogaat,komt
bijvmbo’ersmeteenhavo-diplomazelfsietslageruit:5,9%versus7,6%
vandeleerlingenuithavo3diehetdiplomahalen.Daarstaattegenover
uitdielaatstegroepdatietsmeerleerlingennaarhetvwogaan:5,7%
om3,1%vandegediplomeerdenmetvmboalsvooropleiding.Het
percentagegediplomeerdendatstopt,komtinbeidegroepenovereen
(circa8%).
Eenvergelijkingvandeniet-gediplomeerdenlevertgrotereverschillenop.
Vandevmbo’erszonderhavo-diplomagaatzo’n71%naarhetmboen
zo’n55%vandehavisten.Omgekeerdgaanermeerniet-gediplomeerde
leerlingenuithavo3naarhethbo:12,4%versuseenkleine9%van
devmbo’ers.Ookhetpercentagedatdoorgaatnaarhetvwoenhet
51
ecbo
percentagedathethavoalsnogsuccesvolprobeertafteronden,isinde
groepmethavo3hoger.
Opmerkelijkisdathetpercentageleerlingenzonderhavo-diplomadat
(vooralsnog)stoptmeteenopleidinghogerisindegroepmethavo3:van
hengaat18%nietverdertegenover14%vandeleerlingenuithetvmbo.
JongensversusmeisjesIndelaatsterijenvantabel4.3isteziendatinvergelijkingmetjongens,
meisjeshetinhetalgemeenietsbeterdoenalshetomdoorstroomnaar
hethbogaat.Ruim70%vandemeisjesgaatnaarhethbotegenover66%
vandejongens.Daarstaattegenoverdatietsmeerjongensvoorhetvwo
kiezen.Hetpercentagejongensdatmethunopleidingstoptisechteriets
hoger.
Tabel 4.3 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4 naar geslacht
Schoolloopbaan
Voor- opleiding
Havo 5 Vwo 5-6 Mbo Hbo Wo Gestopt
Geslacht % % % % % %
Vmbo Man 1,9 2,9 24,6 59,4 0,1 11,0
Vrouw 1,3 2,6 20,0 67,7 0,0 8,5
Havo3 Man 1,6 6,5 13,6 67,8 0,2 10,3
Vrouw 1,2 4,7 13,9 71,5 0,2 8,4
Totaal Man 1,7 5,9 15,7 66,2 0,2 10,4
Vrouw 1,2 4,4 14,9 70,9 0,1 8,4
Hetgeschetstebeeldverandertnauwelijksalseenuitsplitsingnaar
vooropleidingwordtgemaakt.Hetenigewaaropkanwordengewezen,is
dedoorstroomnaarhetmbo.Dieisindegroepvmbo’ersietsgroterbij
jongensenindegroepmethavo3ietsgroterbijmeisjes.
52
ecbo
De afkomst van leerlingenDeafkomstvanleerlingenspeelteenzekererolindekeuzevande
schoolloopbaannahethavo.Metnamewijktdekeuzevanniet-westerse
allochtoneleerlingenopenkelepuntenafvandievandetweeandere
groepen,deautochtoneendewesterseallochtoneleerlingen.Ergaan
verhoudingsgewijsminderniet-westerseallochtoneleerlingennaarhet
hbo,namelijk62à63%tegenover68à69%vandeoverigeleerlingen.
Ookstoppenietsmeerleerlingenuitdiegroepmethunopleiding:circa
13%versusongeveer9%vandeautochtoneenwesterseallochtone
leerlingen.Daarstaateentochwelopmerkelijkverschilindoorstroom
naarhetvwotegenover:dieisbijniet-westerseallochtoneleerlingen
relatiefbijnatweekeerzohoogalsbijautochtoneleerlingen.
Tabel 4.4 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4 naar afkomst
Schoolloopbaan
Voor- opleiding
Havo 5 Vwo 5-6 Mbo Hbo Wo Gestopt
Afkomst % % % % % %
Vmbo Autochtoon 1,3 2,2 22,8 63,7 0,1 9,9
Westersallochtoon
3,1 4,7 21,1 62,7 0,1 8,4
Niet-westersallochtoon
1,8 4,0 22,6 60,0 0,2 11,4
Havo3 Autochtoon 1,2 5,1 14,3 70,4 0,2 8,9
Westersallochtoon
3,1 6,8 10,5 69,8 0,1 9,7
Niet-westersallochtoon
1,5 9,7 12,2 63,1 0,2 13,3
Totaal Autochtoon 1,2 4,6 15,7 69,3 0,1 9,0
Westersallochtoon
3,1 6,3 13,0 68,2 0,1 9,4
Niet-westersallochtoon
1,6 8,6 14,2 62,5 0,2 12,9
53
ecbo
Alsdevooropleidingerbijwordtbetrokken,danisteziendatde
verschillensterkerzijnbijleerlingenuithavo3endatzeafvlakkeninde
groepmetvmboalsvooropleiding.
DeleeftijdvanleerlingenInhoofdstuk3bleekleeftijdeenroltespeleninhetschoolsucces.Datis
opnieuwzoalshetgaatomdedoorstroomnaarvervolgopleidingen.De
jongsteleerlingenzijnhetmeestsuccesvolafgemetenaandedoorstroom
naarhethbo.Vandejongsteleerlingen(14jaarinhetlaatstejaarvan
hunvooropleidingvoorhavo4)gaatruim70%naarhethboendatneemt
systematischafmetdeleeftijd.Indegroepoudsteleerlingen(toentertijd
17)isdatnogmaar52%.Omgekeerdisereentrenddatmeeroudere
leerlingennaarhetmbogaanofmethunopleidingstoppen.
Tabel 4.5 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4 naar leeftijd
Schoolloopbaan
Voor- opleiding
Leeftijd in vmbo4 / havo3
Havo 5 Vwo 5-6 Mbo Hbo Wo Gestopt
% % % % % %
Vmbo 14jaar 2,2 3,7 19,9 66,7 0,0 7,5
15jaar 1,4 2,8 21,7 64,8 0,1 9,2
16jaar 2,1 2,3 25,5 58,0 0,0 12,1
17jaar 3,1 5,1 24,0 54,6 0,0 13,3
Havo3 14jaar 1,3 6,2 12,1 71,7 0,1 8,5
15jaar 1,8 3,3 19,6 63,2 0,2 11,8
16jaar 1,3 4,7 21,5 55,6 0,2 16,6
17jaar 2,0 6,1 23,2 47,5 1,0 20,2
Totaal 14jaar 1,3 6,2 12,2 71,6 0,1 8,5
15jaar 1,7 3,1 20,5 63,9 0,2 10,7
16jaar 1,9 3,0 24,4 57,3 0,1 13,3
17jaar 2,7 5,4 23,7 52,2 0,3 15,6
54
ecbo
Dehierbovengeconstateerdetrendszijnwaartenemenbijleerlingenuit
hetvmboenuithavo3.Evenalsdatgeldtvoorafkomst,zijndeverschillen
mindersterkindegroepvmbo’ersenwatsterkerindegroepmethavo3.
Desociaal-economischeachtergrondvanleerlingenDesociaal-economischestatuszoalsgeoperationaliseerdintermenvan
woonwijken(achterstandswijkenversusoverigewijken)geeftnauwelijks
verschillentezien.Ergaanverhoudingsgewijsietsminderleerlingenuit
achterstandswijkennaarhethbo(66%omcirca69%vandeleerlingen
dieelderswonen)enietsmeervanhenstoppenhunopleiding(11%
versus9%).Ookzittenerietsmeerleerlingenuiteenachterstandswijk
nogophethavo,metnamevandeleerlingenuitcohort3.Datiseen
tekendatzewatvakerdoubleren.
Tabel 4.6 Schoolloopbaan gediplomeerde en niet-gediplomeerde havo-leerlingen vijf jaar (cohort 2) en vier jaar (cohort 3) na instroom in havo 4 naar woonwijk
Schoolloopbaan
Voor- opleiding
Woont in achter-standswijk
Havo 5 Vwo 5-6 Mbo Hbo Wo Gestopt
% % % % % %
Vmbo Ja 2,8 4,3 20,8 61,5 0,0 10,6
Nee 1,4 2,5 22,8 63,5 0,1 9,7
Havo3 Ja 2,3 5,1 13,8 67,5 0,2 11,3
Nee 1,3 5,7 13,8 70,0 0,2 9,1
Totaal Ja 2,4 5,0 15,2 66,1 0,2 11,2
Nee 1,3 5,1 15,3 68,9 0,1 9,2
HetbetrekkenvandevooropleidingindevergelijkingnaarSESvoegt
weinigtoeaanbovenstaande.Metanderewoorden:hetgeschetstebeeld
voorSESgaatinvrijwelgelijkemateopvoorvmbo’ersalsvoorleerlingen
methavo3alsvooropleiding.
55
ecbo
Indevolgendetweehoofdstukkenpresenterenwederesultatenvanhet
onderzoekonderdecanen/directiesvanhavo-scholen.Hetonderzoek
betreftdeonderzoeksvragen:watdoenhavo-scholenbijdeovergangvan
vmbo’ersnaarhethavo(hoofdstuk6)enwatdoenzealsdevmbo’ers
eenmaalophethavozitten(hoofdstuk7).
Alvorensdievragentebeantwoorden,gaanweinvoorliggendhoofdstuk
inopdegrondhoudingvanhavo-scholentenopzichtevantl’ersen
deruimtelijkerelatievandehavomettl-afdeling.Bijdeanalyseis
systematischnagegaanofersamenhangenzijnmetvariabelendiein
devolgendehoofdstukkenaanbodkomen.Waardezesamenhangen
bestaan,wordenzealdaargerapporteerd.
5.1 Grondhoudingtegenovertl’ers
Havo’skunneninzakedetoestroomvanvmbo-tl’ersverschillende
houdingenaannemen.Zekunnenerafwijzendtegenoverstaan,
bijvoorbeeldomderedendattl’ersbeternaarhetmbokunnen
doorstromendannaarhethavo.Zekunnenookeenneutralepositie
innemen:tl’ersdiehetaankunnenzijnwelkom,maarvanactieve
aanmoedigingisgeensprake.Dederdeoptieisdathavo’sdetoestroom
vantl’ersaanmoedigendiehetaankunnen.Eenafwijzendehoudingkomt
nauwelijksvoor(1%).4Opde10havo’snemeneenneutralepositiein,
bijna6opde10staanpositieftenopzichtevandedoorstroomvantl’ers.
Respondentenkondenhunkeuzetoelichten.Voorstanderswijzenophet
feitdatdehavo-routeleerlingenkansenbiedt,vooralaanlaatbloeiers.
Erzijnleerlingendiemeertijdnodighebbenomhuntalententotvolle
wasdomtelatenkomen.Overigenswordennietalleenlaatbloeiers
genoemd,ookdyslectischeleerlingenkunnenbijeenhavo-routebaat
hebben.Hetkanookwelgaanomleerlingendieeerderhethavoniet
aankonden,maarviahetvmbotochalsnogterugkerenophethavo.“Als
Grondhouding en ruimtelijke relatie 5
56
ecbo
een leerling in de onderbouw een misstap heeft gemaakt en hierdoor naar
2 vmbo-tl moet in plaats van 2 havo, dan moet die leerling alsnog een
kans krijgen het havo-diploma te halen.”
Datsommigeleerlingendehavo-routealsuitstelroutevoorstudiekeuze
kiezen,vindendevoorstandersnietaltijdbezwaarlijk;voorsommige
leerlingenkandatnoodzakelijkzijn.
Degenendiegereserveerderstaantenopzichtevandeinstroomvan
vmbo-tl’ersveronderstellendatdehavo-routewordtgebruiktomde
studiekeuzeuittestellen.Daarmeezijnvaakmotivatieproblemen
verbonden.Erwordtookwelaangegevendatvoorvmbo’ersdembo-
routedekoninklijkerouteis.Vmbo’ersdiewillenenkunnenzijnopzich
welkom,maardescholenmeteenneutralehoudingmoedigendatniet
actiefaan.
Deervaringenmetvmbo-tl’erswisselenblijkensdereactiessterk.Erzijn
scholenwaar“van de leerlingen die vanuit vmbo-tl instromen uiteindelijk
circa 20% in havo 5 terechtkomt”of“de overstap blijkt slechts voor
weinigen succesvol te zijn.”Erzijnevenzeerookscholen“die vaak zeer
gemotiveerde en goede leerlingen van het vmbo krijgen.”
5.2 Ruimtelijkerelatiehavomettl
Havo-scholenkunnenopverschillendewijzenmetvmbo-tlzijnverbonden.
Deschoolwaartoedehavobehoort,kaneenafdelingvmbo-tlopdezelfde
locatiehebben.Eenanderemogelijkheidisdateréénofmeerafdelingen
vmbo-tlopanderelocatieszijndanopdievandehavo.Eenlaatste
mogelijkheidisdatdeschoolwaaronderdehavoressorteertgeenafdeling
vmbo-tlheeft.
Tabel5.1geeftdeverdelingvandeonderzochtehavo-scholen.6Opde10
onderzochtehavo’sbehorentoteenschoolwaarhavoenvmbo-tlzichop
dezelfdelocatiebevinden.Bijna3opde10havo’sbehorentoteenschool
meteenofmeerafdelingenvmbo-tlopanderelocatiesdandehavo.Ten
slottebehoortzo’n1opde8havo’stoteenschoolzondervmbo-tl.
57
ecbo
Tabel 5.1 Verbinding havo met vmbo-tl
Aantal %
Eenafdelingtlmethavoopdezelfdelocatie 55 60
Eenofmeertlopanderelocatiesdanhavo 25 28
Geeneigenafdelingtl 11 12
Totaal 91 100
58
ecbo
59
ecbo
Richtingvmbo-scholenenvmbo’erskunnenhavo-scholenverschillende
activiteitenontplooienomdeovergangvanvmbo’ersnaarhavo
goedtelatenverlopen.Havo-scholenkunnenvoorlichtinggeven,
intakegesprekkenhouden,danwelextrawaarborgenformulerenbij
deintredevanvmbo’erstothethavo.Dithoofdstukbeschrijftditsoort
activiteitenvanhavo’somdeovergangbetertelatenverlopen.
6.1 Aanmeldingenafwijzing
Webeginnenmetdevraaghoeveelvmbo-tl-leerlingenzichbijde
onderzochtehavo’seigenlijkaanmeldenomtoegelatentewordentot
havo4enhoeveeldaarvanwordenafgewezen.Enomwelkereden
wordenzeafgewezen?
Intabel6.1staathetaantalaangemeldevmbo-tl-leerlingenvoorhet
schooljaar2008-2009.
Tabel 6.1 Aantal aangemelde tl’ers
Aantal %
Aantalvmbo-tl-leerlingenvaneigenlocatie 954 47
Aantalvmbo-tl-leerlingenvananderelocatievandeschool 486 24
Aantalvmbo-tl-leerlingenuitanderescholen 580 29
Totaal 2.020 100
Intotaalhebbenzichruim2.000vmbo-tl-leerlingenbijdeonderzochte
havo’saangemeld.Inbijnadehelftvandegevallenbetrefthetvmbo-tl-
leerlingenvandeeigenlocatie.Bijeenkwartvandehavo’sgaathet
omleerlingenvaneenanderelocatievandeschool.3Opde10
Inrichting overgang vmbo-havo 6
60
ecbo
havo’skrijgenaanmeldingenvanleerlingenuitanderescholen.Vande
aangemeldeleerlingenwordt11%(1opde9)geweigerd.4
Debelangrijksteredenenvoorafwijzingzijneentelaaggemiddeldcijfer
opdeeindlijstenhetontbrekenvaneengoedewerkhoudingofmotivatie
(beide68%;n=31).Eenandere,veelmindergenoemdereden,ishetniet
halenvanhetdiploma(21%).Redenenalseenonvoldoendevoorhet
vakinhetgekozenprofiel(16%)enonvoldoendevoorwiskunde(13%)
komenmindervaakvoor.EenonvoldoendevoorNederlandskomtinhet
geheelnietvoor.
6.2 Voorlichting
Hetgevenvanvoorlichtingdoorhavo’saandecanenofmentorenen
aanleerlingenenoudersvanvmbo-scholendanwel-afdelingenoverde
doorstroomvanvmbo-tl-leerlingennaarhavo4,iseenbelangrijkmiddel
omtebevorderendatkansrijkevmbo’ersookdaadwerkelijkkunnen
kiezenvoordeoptiehavo.Hetblijktdatdriekwartvandehavo-scholen
ookdaadwerkelijkdievoorlichtinggeeft.Datpercentagegeldtzowelvoor
voorlichtingaandecanen/mentorenvantoeleverendevmbo-scholenals
voorvmbo-leerlingenenhunouders(Chi2=6,3;p=0,01).Tochvallendie
percentagesniethelemaalsamen(zietabel6.2).
Tabel 6.2 Mate waarin havo’s voorlichting geven aan decanen en/of leerlingen en ouders
Voorlichtingsavonden voor tl’ers/ouders
Ja Nee
Voorlichting aan decanen/mentoren vmbo Totaal aantal % %
Ja 79 80 20
Nee 16 50 50
Totaal 95 75 25
4 Erwordendusrondde1.800vmbo’erstothethavotoegelaten.Dezeaantallengeldenvooronzesteekproefvanbijna100havo’s.Uitgaandevan500havo-scholenalspopulatie,wordenerduslandelijkafgerondzo’n9.000vmbo’erstothethavotoegelaten.Datstrooktbehoorlijkgoedmetdecijfersalsgepresenteerdinhoofdstuk2.Ditvormteenindicatievoorderepresentativiteitvandesteekproef.
61
ecbo
8Opde10havo’sdievoorlichtingaandecanen/mentorengeven,geven
dieookaanleerlingenenhunouders.Dehelftvandehavo’sdiegeen
voorlichtinggevenaandecanenenmentoren,geeftdieooknietaan
leerlingenenhunouders.
Devraagisopwelkescholendievoorlichtingzichricht.Hetblijktdat
meerdandehelftvandehavo’sdevoorlichtingrichtopdevmbo-tl
afdelingopdeeigenlocatie.Bijna4opde10doen(ook)aanvoorlichting
opdevmbo-tlafdelingenopanderelocaties.Bijna1opde5geeft(ook)
voorlichtingopvmbo-tlafdelingenvananderescholen.
Welisereensamenhangmetdenabijheidvaneenvmbo-schooldan
welafdeling(zietabel6.3;Chi2=7,9;p=0,02).Havo’smeteenvmbo-tl
opdezelfdelocatiegevenvakervoorlichtingdanhavo’smeteentlop
verschillendelocatiesendiedoendatweervakerdanhavo’szondereen
eigentl-afdeling.Hetfeitdatvoorlichtinggemakkelijkeristeorganiseren
alseenvmboindenabijheidligt,vormthiervooreenvoordehand
liggendereden.
Tabel 6.3 Voorlichtingsavonden voor tl’ers
Voorlichtingsavonden voor tl’ers/ouders
Ja Nee
Relatie vmbo-tl en havo Totaal aantal % %
Tlopdezelfdelocatiealshavo 55 84 16
Tlopmeerderelocaties 25 68 32
Geeneigentl-afdeling 11 46 54
Totaal 91 75 25
Devoorlichtingkanbetrekkinghebbenop:
• verwachtingentenaanzienvanleerlingenquainzet,studietijd,
werkhoudingenzelfstandigheidophethavo;
• toelatingsbeleid(criteriawaaraanleerlingenmoetenvoldoenom
toegelatenteworden);
62
ecbo
• deprofieleninhethavoinrelatietotdesectorkeuze/vakkenpakketin
vmbo-tl;
• de(verplichte)deelnameaanbegeleidingen/ofbijspijkerenvanvakken
ophethavo.
Figuur6.1toontderesultaten.
Figuur 6.1 Onderwerpen tijdens voorlichtingsbijeenkomsten
6
47
68
75
80
0 20 40 60 80 100
anders
deelname aan begeleiding
profielen
toelatingsbeleid
verwachtingen
%
Opvoorlichtingsavondenvan8opde10havo’sstaanverwachtingen
inzaketoetredendetl’ersophetprogramma.Hetbetreftdanverwachtingen
omtrentinzet,studietijd,werkhoudingen/ofzelfstandigheid.Ookhet
toelatingsbeleidiseengeliefdonderwerp(driekwartvandehavo’s),zoook
deprofielkeuzeinrelatietotdesectorkeuze,danwelhetvakkenpakketin
vmbo-tl(bijbijna7opde10havo’s).Bijnadehelftvandehavo’sbesteedt
(daarnaast)opvoorlichtingsbijeenkomstennogaandachtaanbegeleiding
enbijspijkermogelijkheden.
Eriseen–overigenslicht–verbandtussenhetorganiserenvan
voorlichtingsavondenendegrondhoudingtenopzichtvantl’ers(Chi2=3,9;
p<0,05).Havo’smeteenwatmeerpositievegrondhoudingorganiseren
watvakervoorlichtingsbijeenkomsten.
Verwachtingen
Toelatingsbeleid
Profielen
Deelnameaanbegeleiding
Anders
63
ecbo
Tabel 6.4 Samenhang grondhouding en voorlichtingsbijeenkomsten
Voorlichtingsavonden voor tl’ers/ouders
Ja Nee
Houding ten opzichte van toelating tl’ers Totaal aantal % %
Positief 54 82 19
Neutraal 38 63 37
Negatief 0 0 0
Totaal 92 74 26
6.3 Intakegesprekken
Intakegesprekkenbiedenvoorhavo’sdemogelijkheidomeenbeter
beeldtekrijgenvandemogelijkhedenvandetl’erendaardoordekans
opeensuccesvolleafrondingvanhethavotevergroten.Indevolgende
tabelstaangegevensinwelkematehavo’svandezemogelijkheidgebruik
maken.Eriseenonderscheidgemaakttussenleerlingenvandeeigen
locatie,leerlingenvananderelocatiesvandeschoolenleerlingenvan
anderescholen.Voortsispermogelijkheideenonderscheidaangebracht
tussenalleleerlingenenleerlingenwaaroveralleennogtwijfelsbestaan.
64
ecbo
Tabel 6.5 Benutting van intakegesprek door havo’s
Relatie havo tot vmbo-tl %
Gesprekken met tl-leerlingen van eigen locatie
Ja,metallevmbo-tl-leerlingenvaneigenlocatie 45
Ja,alleenmetvmbo-tl-leerlingenvaneigenlocatiebijtwijfels 12
Gesprekken met tl-leerlingen van andere locatie(s) eigen school
Ja,metallevmbo-tl-leerlingenvananderelocatieseigenschool 30
Ja,alleenmetvmbo-tl-leerlingenvananderelocatieseigenschoolbijtwijfels 10
Gesprekken met tl-leerlingen van andere scholen
Ja,metallevmbo-tl-leerlingenvananderescholen 65
Ja,alleenmetvmbo-tl-leerlingenvananderescholenbijtwijfels 6
Geen intakegesprekken
Nee,weorganiserenhelemaalgeenintakegesprekken 4
Vrijwelallehavo-scholenhoudeneenintakegesprekmetpotentiële
leerlingen(enhunouders).Scholendoendatvakeralshetgaatom
leerlingenvananderescholen.Datisnietonlogisch,aangezienover
leerlingenvananderescholengeenofnauwelijksinformatiebestaat,
terwijloverleerlingenvandeeigenlocatieofvananderelocatiesvande
schooldieinformatiegemakkelijkervoorhandenis.
6.4 Aanvullendetoelatingseisen
Debelangrijkstewettelijkevoorwaardevooreentl’eromtoegelatente
wordentothethavoishetbezitvanhetvmbo-tldiploma.Havo-scholen
kunnendaarnaastdoorhetstellenvanextraeisenwaarborgeninbouwen
datinstromendevmbo-tl-leerlingenmeteengeredekansintweejaar
hethavo-diplomahalen.Nietallehavo’sdoendatoverigens.6%Steltin
hetgeheelgeeneis.Eenzeergrotemeerderheiddoetdatduswel.De
belangrijksteextraeisenzijn:eenbepaaldgemiddeldcijferopdeeindlijst,
eengoedemotivatiedanwelwerkhoudingen/ofeenpositiefadviesvande
vmbo-decaan.
65
ecbo
Figuur 6.2 Extra eisen aan instromende vmbo-tl’ers (meting 2008)
16
18
27
70
72
76
0 20 40 60 80 100
voldoende voor Nederlands
vakken voldoende als in profiel
wiskunde voldoende als in profiel
positief advies vmbo‐decaan
goede motivatie/werkhouding
gemiddeld cijfer eindlijst
%
Ruim6opde10havo’s(n=68)stelleneengemiddeldcijfervan7opde
eindlijstalseis.Zo’n3opde10hanterendenormvan6,5.Incidenteel
komenookgemiddeldenvan6,3,6,4en6,7voor.
Descholenkondenindemetingvan2008nogandereeisen
vermelden.Eenkleinehelftsteltdieook.Aanvullendeeisenworden
ondermeergesteldalshetvakkenpakketvanhetvmboniet
overeenkomtmetdeprofielkeuzeophethavo.Leerlingenmoetendan
eenwiskundeprogrammavoordoorstromersvolgenofaanvullende
modules.Anderehavo’shebbenhetoveraansluitmodulesofover
bijspijkerprogramma’s.Eenhavospecificeerthetcijfervoorwiskundein
diezindatalswiskundeBwordtgekozen,ervoorwiskundeeen7nodig
is.Hetkomtookvoordatereenextrazevendevakwordtvereist.
Inplaatsvaneenpositiefadviesvandedecaan,stellensommigescholen
eenadviesvandelesgevendedocentenopprijs.Eenenkelehavowerkt
meteentoelatingscommissie,bestaandeuitbijvoorbeelddementor,de
decaan,afdelingsleiderenrector.
Hetkomtookvoordateenhavoaandeleerlingendievandeeigenschool
komengeenaanvullendeeisenstelt,maarwelalsdievaneenandere
schoolkomen.Eénhavonoemtalseisdatdeleerlingeenjaarcontract
krijgtaangebodeninhetgevalvaneennegatiefadviesvanhetvmbo.
Erzijnookscholendieleerlingenprikkelengoedoverhunkeuzenate
denken.Eenvoorbeeldiseenhavodievandeleerlingvraagttenminste
Gemiddeldcijfereindlijst
Goedemotivatie/werkhouding
Positiefadviesvmbo-decaan
Wiskundevoldoendealsinprofiel
Vakkenvoldoendealsinprofiel
VoldoendevoorNederlands
66
ecbo
eenmbo-opleidingtebezoekenopdatdeleerlingeenkeuzevoorhavo
danwelmbobeterkanafwegen.Eenanderehavovraagtvandeleerling
eenportfoliowaarmeedeleerlingaantoontdathijofzijinstaatiste
reflecterenoverdeeigenstudiehoudingendemotivatie.Deleerlingkrijgt
eenaantalopdrachtenvoorgelegddiehij/zijzelfstandigmoetmaken.
Aandescholenisverderdevraagvoorgelegdofzijnaastdegenoemde
eisennogextraspecifieketoelatingseisenstellenvoorvmbo-tl-leerlingen
diehetprofielNatuur&TechniekofNatuur&Gezondheidkiezen.Bijna
6opde10havo’sdoendat.Meerinhetalgemeenkomtheteropneer
dathavo’sbewakendatvereistekennisvoorwiskunde,natuurkunde
enscheikundeinvoldoendemateaanwezigisofdatervoorwordt
gezorgddatdiekennisalsnogoppeilwordtgebracht.Datkandoor
bijspijkercursussen,aansluitmodules,steuncursussen,inhaalmodules,
overstapprogramma’sofhoedieookheten.Ineenenkelgevalwordthet
volgenvanextralessenwiskunde(naastdegewonelessen)gedurende
hetschooljaarverplichtgesteld.Ookwordtweleenshetmakenvaneen
wiskundeinstroomtoetsverplichtgesteld.
6Opde10havo’sgevenaandatdetoelatingscriteriaopenbaarofvrijzijn
teraadplegen.Alsbronnenwordengenoemd:schoolgids,keuzegidsvoor
bovenbouw,profielkeuzeboekje,website,voorlichtingsboekje,brochures,
reglementvanbevorderingendoorstromingofPTA-boekje.PTAstaatvoor
ProgrammavanToetsingenAfsluiting.Ookwordenvoorlichtingsavonden,
gesprekkenmetmentoren,decanengenoemdalsgelegenhedenwaarop
detoelatingscriteriaaandeordewordengesteld.
67
ecbo
HieronderstaateenvoorbeeldvaninformatieoverdeoverstapuithetPTA
vaneenhavodatweopdewebsitetegenkwamen.
Overstapvan4vmbonaar4havoLeerlingendiena4vmbonaardehavowillenzullendaarmeealin
de3eklasbijdesamenstellingvanhetvakkenpakketvoor4vmbo-t
rekeningmoetenhoudenomeengoedeaansluitingopdeprofielente
hebben.Verderadviserenwijin4vmbo-teenextravaktekiezen.
Innovemberwordtervoordeleerlingendiebelangstellinghebbenvoor
dehavoenvoorhunouderseeninformatie-avondgeorganiseerd.
Voorwaardenvooraannameopdehavozijn:
• hetgemiddeldevandeeind-schoolexamencijfersen/ofeindexamen-
cijfersisongeveer7
• hetvakkenpakketin4vmbo-tmoetaansluitenophetgekozenprofiel
• gedrag,motivatie,inzet,studiehouding,leeftijdenverzuimgedrag
wegenmee
• leerlingenvanonzeeigenvmbo-t-afdelingwordenbijvoorrang
behandeldalszijzichvóór10maartaanmeldendoorinleveringvan
inschrijfformulierenmotivatiebrief.
Uiteindelijkbesluitdetoelatingscommissie.Ditbesluitwordtuiterlijk1mei
meegedeeld.Detoelatingscommissiebestaatuitconrector,debetreffende
teamleidervan4havo,deteamleidervanvmbo-tendedecaan.
Opmerking
Erzijntweezittingenvandetoelatingscommissie.Deeerstevoorde
eigenleerlingenuitvmbo-t,diezichvóór10maarthebbenaangemeld.
Detweedeisopheteindevanhetschooljaar,danwordendeleerlingen
diezichna1aprilinschrijvensamenmetdeoverige2ejaarinstroom-
aanmeldingenbesproken.
Advies
Alsjejeinschrijftvoor4havoishetzeeraanteradenomjeookaltijd
vooreenandereopleidingofopeenandereschoolinteschrijven.
Hetantwoordvandetoelatingscommissiekananderszijndandatje
verwachtendanmoetjewelverderkunnen.
68
ecbo
VergelijkingmetvorigemetingHoeishetbeeldvan2008vergelekenmetdatvan2007?Infiguur6.3
staanderesultatenvandemetingvan2007.
Figuur 6.3 Extra eisen aan instromende vmbo-tl’ers (meting 2007)
7
27
32
59
63
63
0 20 40 60 80 100
voldoende voor Nederlands
vakken voldoende als in profiel
wiskunde voldoende als in profiel
gemiddeld cijfer eindlijst
goede motivatie/werkhouding
positief advies vmbo‐decaan
%
Invergelijkingtotdemetingvaneind2007(ziefiguur6.3)tredenerin
2008forseverschuivingenop.Allereerstisereenduidelijketrenddat
ermeerhavo’saangevenextraeisentestellen(behalvebijdeeisvan
eenvoldoendeopdeeindlijstvoorwiskundealsdatvaktothetgekozen
profielbehoort).Ookindevolgordevandeeisentreedteenverschuiving
op.Waarin2007eenpositiefadviesvandevmbo-decaaneneengoede
motivatie/werkhouding(iedermet63%)enhetgemiddeldcijferopde
eindlijst(met59%)debelangrijksteeisenzijn,wijzigtdievolgordein
2008naar:eengemiddeldcijferopdeeindlijst(76%),goedemotivatie/
werkhouding(72%)enpositiefadviesvandevmbo-decaan(70%).
SamenhangenErisnagegaanofdeextravoorwaardensamenhangenmetdevraagofde
havoaldannieteeneigenafdelingtlheeftenverdermetdehoudingvan
dehavo-schooltenopzichtevandedoorstromendetl’ers(ziehoofdstuk
5).Methetaldanniethebbenvaneeneigentl-afdelingbestaatgeen
enkelesamenhang.Watbetreftdehoudingvanhavo’stenopzichtevan
tl’erszienwetweeinteressantesamenhangen.Deeersteisdathavo’s
Positiefadviesvmbo-decaan
Goedemotivatie/werkhouding
Gemiddeldcijfereindlijst
Wiskundevoldoendealsinprofiel
Vakkenvoldoendealsinprofiel
VoldoendevoorNederlands
69
ecbo
meteenpositievehoudingmindervaakdeeisvaneengemiddeldcijfer
opdeeindlijsthanteren5(Chi2=7,6;p<0,01).Bijhavo’smeteenneutrale
houdingtenopzichtevantoestromendetl’ersstellenruim9opde10de
eisvaneengemiddeldcijferopdeeindlijst.Bijhavo’smeteenpositieve
houdingisdat2opde3.
Tabel 6.6 Samenhang houding ten opzichte van tl’ers en eis van gemiddeld eindcijfer
Gemiddeld cijfer op eindlijst
Ja Nee
Houding ten opzichte van tl’ers Totaal aantal % %
Positief 54 67 33
Neutraal 36 92 8
Negatief 0 0 0
Totaal 90 77 33
Detweedesamenhangiszwakker(Chi2=2,6;p=0,09).Havo’smeteen
positievehoudinghanterenwatmindervaakdeeisdatopdeeindlijsteen
voldoendevoorNederlandsstaatdanscholenmeteenneutralehouding.
Tabel 6.7 Samenhang houding ten opzichte van tl’ers en eis van voldoende voor Nederlands
Gemiddeld cijfer op eindlijst
Ja Nee
Houding ten opzichte van tl’ers Totaal aantal % %
Positief 54 11 89
Neutraal 38 24 76
Negatief 0 0 0
Totaal 92 16 84
5 Uitnotitiesvanhavo’sopdegeretourneerdevragenlijstvaltoptemakendatsommigehavo’snietdeeindlijsthanteren,maardelijstmetSE-cijfers(SEstaatvoorSchoolExamen).
70
ecbo
Uitmetnamedeeerstesamenhangkanwordenafgeleiddathavo’smet
eenneutralehoudingmeervoorwaardenstellenaanofwaarborgenvragen
vantoestromendetl’ersdanscholenmeteenpositievehouding.
Hoeveeleisenstellenscholen?Devolgendetabellaatziendat3opde10
havo-scholentweeeisenstellenenietsmeerdan3opde10stellendrie
eisen.6Scholenstelleninhetgeheelgeeneisen,7scholenstellenalle
dooronsvoorgelegdeeisen.
Tabel 6.8 Verdeling aantal eisen
Aantal eisen Aantal %
0 6 6
1 9 9
2 29 30
3 31 32
4 9 9
5 6 6
6 7 7
Totaal 97
Wezijnverdernognagegaanoferverbandenzijnmethetaantaleisenen
debasishoudingenextraondersteuning.Dat–overigenszwakke–verband
zienwealleenbijdeuiterstenendanalleenvoordegrondhouding(zie
tabel6.9).Scholenmetgeenofééneisstaanpositievertenopzichtevan
tl’ersdanscholendievijfofzeseisenstellen(Chi2=3,0;p<0,09).
Tabel 6.9 Samenhang grondhouding en aantal eisen
Aantal eisen
0-1 5-6
Houding ten opzichte van tl’ers Totaal aantal % %
Positief 15 67 33
Neutraal 12 33 67
Totaal 27 52 48
71
ecbo
Alsvmbo’erseenmaaltothethavozijntoegelaten,kunnenhavo’s
verschillendeactiviteitenondernemenomeengoedevoortgangvande
vmbo’ersophethavotefaciliteren.Begeleidingsactiviteitenzijndan
eenvoordehandliggendvoorbeeld.Interessantisverderdevraaghoe
vmbo’ersalszeeenmaalophethavozitten,hetdoeninvergelijkingtot
havistendievanuithavo3zijndoorgestroomd.Kiezenzeandereprofielen
danhavo3-leerlingen,hoedoenzehetopaspectenvandeleerstofen
motivatie,werkhoudingenzelfstandigheid?
7.1 Begeleidingenvoortgangophethavo
Alstl’erseenmaalophethavozijntoegelaten,hoewordenzedanverder
begeleidinhethavo-traject?Datisdecentralevraagvandezeparagraaf.
Begeleidingtl’ersophavoHavo’skunnenverschillenindematewaarinenwijzewaaropze
instromendetl’ersinhavo4extraondersteuningofbegeleidingbieden.
Zo’n1opde5havo’sbiedtdetl’ersstructureleextrabegeleidingdanwel
ondersteuning.Zo’n1opde6biedtookwelextrabegeleiding,maarmeer
opincidentelebasis,alsdetl’ersdieechtnodighebben.Demeerderheid
vandehavo’sdaarentegen–zo’n2opde3–biedtaantl’ersgeenextra
begeleiding.
Hangthetaldannietaanbiedenvanextrahulpsamenmetdebasis-
houdingvanhavo’stenopzichtevaninstromendetl’ers?Ja,scholenmet
eenpositievebasishoudingbiedenvakerextrabegeleiding(structureel
danwelincidenteel)aan(circadehelft)danscholenmeteenneutrale
basishouding(1opde5;Chi2=7,4;p<0,01).
Eerderzagenwedatscholenmeteenpositievebasishoudingophet
puntvanhetstellenvaneenvoorwaardealseenbepaaldeindcijferop
deeindlijst,ietsterughoudenderzijn.Nuzienwedatzeookwatmeer
geneigdzijntothetgevenvanextrabegeleiding.Inplaatsvanhetstellen
Voortgang op het havo 7
vanstrikteeisenzijnhavo’smeteenpositievehoudingwatmeergeneigd
tl’erszonderaltestriktevoorwaardentoetelatenenzevervolgensmeer
tebegeleidenalszeeenmaalophethavozitten.
Tabel 7.1 Samenhang tussen houding ten opzichte van tl’ers en extra begeleiding
Extra begeleiding
Ja Nee
Houding ten opzichte van tl’ers Totaal aantal % %
Positief 50 48 52
Neutraal 36 19 81
Totaal 86 36 64
DeelnamealdannietverplichtDeelnameaanbegeleidingkanaldannietverplichtwordengesteld.
3Opde10havo’sgeventekennendedeelnamenietverplichtte
stellen.Derestdoetdatwelenomverschillenderedenen;30%stelt
hetverplichtvooriedereleerlinguitvmbo-tl,ongeachthetprofielen/of
deleerresultaten;15%laatdeverplichtingafhangenvanderesultaten.
Alshulpisgeïndiceerd,ishetverplicht.Eenkwartlaatdeverplichting
afhangenvanhetgekozenprofiel.
InhoudenintensiteitvandebegeleidingVandegenendiededeelnameverplichtstellenendezevraaghebben
beantwoord(n=23),geeftruimdehelfttekennendebegeleidingte
richtenopextralessenwiskunde.Ookextralesseninstudievaardigheden
(39%)enextragesprekkenmetdedecaanofmentor(35%)wordennogal
eensgenoemd.
Alserbegeleidingwordtgegevendangebeurtdatvooralhetzijheteerste
trimester(totaandekerstvakantie),hetzijhetheleeersteleerjaar(beide
zeskeergenoemd,n=22).
72
ecbo
73
ecbo
7.2 Verdelingoverprofielen
Hoeisdeprofielkeuzevanvmbo’ersinvergelijkingtotdoorstromende
havisten?Figuur7.1geefteenverdelingvandeprofielenvande
ingestroomdetl’ersopdeonderzochtehavo’s.
Figuur 7.1 Verdeling profielkeuze tl’ers
12
14
25
49
0 20 40 60 80 100
Natuur & Techniek
Natuur & Gezondheid
Cultuur & Maatschappij
Economie & Maatschappij
%
Dehelftvandetl’erskiestEconomie&Maatschappij.Eenkwartkiestvoor
C&M.VoorN&Gkiest14%,voorN&T12%.
Landelijkisdeprofielkeuzevanhavisten4inhetschooljaar2007/08als
volgt:E&M42%,C&M21%,N&G18%,N&T11%enOverig8%(CBS,
2009).Bijdedooronsonderzochtehavo’skomtdecategorieOveriguit
op0%.OpdecategorieOverignabetekentdatdatergeenaltegrote
verschillenzijntussendeprofielkeuzevantl’ersendievandetotale
populatieleerlingenuithavo4.
7.3 Ervaringenmettl’ersinvergelijkingmethavisten3
Tl’erskomenmeteenandereachtergrondophethavodanhavistenuitde
derdeklasdieallangerzijningegroeidindehavo-cultuur.Vanhavisten
uitdederdeklasmagwordenveronderstelddatzijophetpuntvan
leerstof,leervoorwaarden,leerhoudingenzelfstandigheidalredelijkweten
watervanhenmagwordenverwacht.Voortl’erszaldatwatmoeilijker
Economie&Maatschappij
Cultuur&Maatschappij
Natuur&Gezondheid
Natuur&Techniek
74
ecbo
liggen.Ondanksgoedevoorlichtingzullenzijeenbepaaldetijdnodig
hebbenomophethavoteaarden.
Uithoofdstuk3blijktdatgrossomodohavistenuitdederdeklashetinde
vierdewatbeterdoendannieuwinstromendetl’ers.Isdatookzo?Aande
respondentenisdevraagvoorgelegdwatdeafgelopenjarendeervaring
vandeschoolmettl-leerlingenisvergelekenmetleerlingenuithavo3.Het
gaatdanomaspectenals:beheersingvanbepaaldeleerstof,leermotivatie,
werkhoudingenzelfstandigheid.Tabel7.2toontderesultaten.
Tabel 7.2 Vergelijking tl’ers met havisten3 vaardigheden en houding (n rond de 40)
Vmbo-tl Havo 3
Onvol-doende
Vol-doende Goed
Onvol-doende
Vol-doende Goed
Vaardigheden en houding % % % % % %
BeheersingvanhetNederlands
24 58 17 16 62 22
Beheersingvandelees-enschrijfvaardigheid
29 54 17 21 58 21
Beheersingvandemodernevreemdetalen
35 49 16 22 55 23
Beheersingvanwiskunde 38 47 16 24 53 25
Leermotivatie 26 45 30 27 49 24
Werkhouding 28 43 29 29 48 22
Zelfstandigheid 32 46 22 28 51 22
Ophetpuntvandeleerstofscorenhavisten3inderdaadbeterdantl’ers.
Metnameophetpuntvanbeheersingvanwiskundeenvandemoderne
vreemdetalenblijvennaarinschattingvandehavo’stl’ersachterbijhavo
3-leerlingen.Watenigszinsverrassendmaghetenisdattl’ersoppuntenals
leermotivatie,werkhoudingenzelfstandigheidbeslistnietonderdoenvoor
havo3-leerlingen.
Datdeervaringenvanhavo’smettl’ersophetpuntvandeleerstofin
vergelijkingtothavo3-leerlingenminderzijn,strooktwelmetdeeerdere
bevindingdatalstl’ersalbegeleidingnodighebben,dievooralgericht
moetzijnopextralessenwiskunde.
75
ecbo
Hetbeeldvaneenongeveergelijkeleermotivatie,werkhoudingen
zelfstandigheidvantl’ersdruistintegendebeeldvormingvanmatig
gemotiveerdevmbo-leerlingenmeteenmatigewerkhouding.
76
ecbo
77
ecbo
8.1 Inleiding
Jarenlangishetstapelenvanopleidingendoordelandelijkeoverheid
ontmoedigd.Thansisditonderwerpweerterugopdebeleidsagenda,
ondermeergestimuleerdvanuitdecommissie-Dijsselbloem.Het
perspectiefopstapelenverschuiftvankostenbesparingnaarinvesteren
intalentontwikkeling.DehuidigestaatssecretarisvanOCWheeftdat
aldusgeformuleerd:“Elk talent verdient een kans. Leerlingen moeten
de gelegenheid krijgen om zich tijdens hun schoolloopbaan verder te
ontwikkelen. Het stapelen van opleidingen kan hierbij een belangrijke
rol spelen. In mijn ogen moeten leerlingen uitgedaagd worden om het
uiterste uit zichzelf te halen. Zo heb ik al eerder de toestemming van
de inspectie laten vallen om vanuit de gemengde leerweg van het vmbo
over te kunnen stappen naar havo. Het verruimen van de stapel- en
doorstroommogelijkheden is niet alleen in het belang van de leerling,
maar ook van de samenleving als geheel.”
Iedereenkentinzijnofhaaromgevingweliemanddiekandienenals
voorbeeldvaneenstapelaar.VanLiempt(2008)heefthetinnavolging
vandeAmerikaansedroomoverdeNederlandsedroom.Waarde
Amerikaansedroombestaatuitdekrantenjongendiezichkanopwerken
totpresident,kanindeNederlandsedroomiemandmeteenmavo(thans
vmbo-tl)diplomahetuiteindelijkschoppentotprofessor.Eenbelangrijke
routebijhetstapelenisderoutevanmavo/vmbonaarhavo.Leerlingen
meteendiplomagemengdeleerweg(gl)entheoretischeleerweg(tl)
kunnendoorstromennaarhethavo(naastuiteraardnaarhetmbo).
OpverzoekvandeinmiddelsopgehevenAdviesgroepvmboisin2007
gekekennaardeverbindingsroutevmbo-havo.Hetaccentlagdaarbijop
desucceskansenvanvmbo’ers,hetinstroombeleidvanhavo-scholen
inzakevmbo’ersendeervaringenvanhavo’smetvmbo’ers(VanEsch&
Neuvel,2007).Opeenaantalaspectenzijndetl’ersvergelekenmetde
Samenvatting en conclusies 8
78
ecbo
doorstromendehavo3-leerlingen.Deresultatenvanhetonderzoekzijn
inputgeweestvooreenminiconferentievandeAdviesgroepvmbooverde
relatietussenvmboenhavo.Inheteindadviesvormtdierelatieeenvan
devenstersvanwaaruitnaardepositievanhetvmbo-tlwordtgekeken
enwordenvoorstellenvooroplossingenaangereikt(Adviesgroepvmbo,
2008).
Voorliggendonderzoekkanwordengezienalseenherhalingvanhet
onderzoekvoordeAdviesgroep,waarbijopgrondvandegegroeide
inzichtendevraagstellingisuitgebreidenverdergespecificeerd.Waarbij
demetingvan2007deaantallenoverdoorstroomendergelijkewaren
gebaseerdoptelgegevensvandeonderzochtehavo’s,wordtbijdemeting
van2008gebruikgemaaktvanpopulatiegegevensvanhetCFI.
8.2 Onderzoeksvragenen-opzet
Hetonderzoekbestaatuittweedelen.Heteerstedeeliseenpopulatie-
onderzoeknaardeschoolloopbaanvanvmbo’ersdienaarhavo4
doorstromen.Hetonderzoekmaaktgebruikvandeadministratieve
gegevensdiejaarlijksvanalleleerlingenwordenvastgelegddoorde
IB-groep.Hettweededeelvanhetonderzoekiseenrepresentatief
enquêteonderzoekonderdecanen/directiesvandehavo-top.
Voordedoorstroomenhetvervolgvande(school)loopbaanvanleerlingen
zijndriehoofdvragen(elkmeteenaantalsubvragen)geformuleerd.
1 Watisdeomvangvandedoorstroomvanhetvmbonaarhavo4?
2 Hoesuccesvolzijnvmbo’ersinhethavo?
3 Waargaanleerlingendiealdannietmeteendiplomahethavoverlaten
naartoe?
Watbetreftdeopstellingvanhavo’stenaanzienvandedoorstroom
vanvmbo-leerlingennaarhethavozijndevolgendehoofdvragen
geformuleerd:
4 Watdoenhavo-scholenbijdeovergangvanvmbo’ersnaarhethavo?
5 Watdoenhavo-scholenrichtingvmbo’ersalszeophethavozitten?
Peronderzoeksdeelisdeonderzoeksaanpakalsvolgt:
79
ecbo
Deschoolloopbanenvanvmbo’ersdienaarhethavogaanDebeschrijvingvandeschoolloopbanengebeurtopbasisvangegevens
zoalsdievoordepopulatiebeschikbaarzijnbijhetCFIendiedoor
deIB-groepzijnverzameld(dezogenaamdebrondata).Hetzijn
achtergrondkenmerkenvanleerlingenenkenmerkenvandegevolgde
opleiding(en)diejaarlijkswordenaangevuld.Verderisindeanalyses
gebruikgemaaktvanpopulatiegegevensuitStatline(2009).
Deenquêteringvandecanen/directiesUiteenbestandmetruim500scholenmeteenbovenbouwhavozijn
(uiteindelijk)gestratificeerd202havo-scholenaangeschrevenmet
hetverzoekeenvragenlijstintevullen.Deprovinciegolddaarbijals
stratificatiecriterium.Vandehavo-scholenzijnallereerstviadewebsites
vandescholen,danweltelefonischdenamenvandecontactpersonen
(decanendanweldirectiesbovenbouwhavo)verzameld.Uiteindelijk
hebbennadiverseoproepenomdevragenlijstalsnogingevuldte
retourneren97havo-scholengerespondeerd.Hetresponspercentage
komtdusuitop48%(bijdevorigemetingin2007wasdit59%).
Hiernawordenderesultatenenconclusiessamengevatmetdevijf
onderzoeksvragenalsleidraad.
8.3 Omvangvandedoorstroomvanvmbonaarhavo
Deeerstevraagbetreftdeomvangvandedoorstroomvanvmbonaar
havo4.Zienweeendalendedanwelstijgendetrendenzijnerverschillen
indoorstroomopgrondvanbijvoorbeeldgeslachtenherkomst?
Jarenlangwassprakevaneendalendetrendindebelangstellingvan
mavo-danwelvmbo-leerlingen(gl/tl)voorhethavo.Schommeldein
2004hetinstroompercentagerondde15%,in2008gaat21%vande
gediplomeerdevmbo’ersnaarhethavo.Inabsoluteaantallengaathet
omeenstijgingvanzo’n6.000leerlingen(in2004)naarruim9.000(in
2008).
Ergaanietsmeerjongensdanmeisjesnaarhethavo.Deverschillenzijn
klein,maarsystematischenkunnentemakenhebbenmetverschillen
80
ecbo
ineerdereschoolkeuzesendoorverschillenindeontwikkelingvande
beroepsinteressetussenjongensenmeisjes.Meidenweteneindvmbo
watbeterwatzewillenworden,zodatzeeerdereenmbo-opleidingzullen
kiezen.
Ergaanverhoudingsgewijsmeerniet-westerseallochtoneleerlingenvanuit
hetvmbonaarhethavodanautochtoneleerlingen(in200825versus
20%).
Almetalzienwedatdebelangstellingvanvmbo’ersvoorhethavo
duidelijkstijgtendatdezebelangstellingbijallochtoneleerlingengroteris
danbijdeautochtoneleerlingen.
8.4 Succesvanvmbo’ersinhethavo
Detweedevraagbetreftdematevansuccesvanvmbo’ersinhethavoen
hoedatzichverhoudttothetsuccesvandoorstromendehavo3-leerlingen.
Ongeveer70%vandevmbo’ershaaltinéénjaarhetovergangsbewijsvan
havo4naarhavo5enzo’n10%doethetvierdejaarover.Deoverigen
verdwijnendusvanhethavo,deelsomderedendateendeelvande
havo’sniettoestaatdatvmbo’ershetvierdeleerjaaroverdoen.Halenze
hetovergangsbewijsnaarhavo5nietinéénjaar,danmoetenzehun
opleidingeldersvoortzetten.
Vandedoorstromendehavo3-leerlingengaatrondde77%directvande
vierdenaardevijfdeenzo’n20%blijftzitten.
Meermeisjes(80%)danjongens(70%)haleninéénjaarhet
overgangsbewijsvanhavo4naarhavo5.Omgekeerddoublerendus
aanzienlijkmeerjongensdanmeisjes:20%versus14%.Watbetreft
deafkomstvanleerlingenzijnautochtoneleerlingeninhavo4iets
succesvollerdanallochtoneleerlingen:circa76%vandeautochtone
leerlingengaatnaéénjaardoornaarhavo5,tegenoverrondde72%bij
westerseenniet-westerseallochtoneleerlingen.
Hetsuccesisleeftijdsafhankelijk.Hetpercentageleerlingendatnaéén
jaardoorstroomtnaarhavo5ishethoogstbijde14-jarigenenhetneemt
vervolgenssystematischafmetdeleeftijd.Omgekeerdstoppenoudere
leerlingeneerdermetschoolalszeinhavo4blijvenzitten.Jongensen
81
ecbo
metnameniet-westerseallochtoneleerlingenzijngemiddeldgenomen
ouderdanmeisjesenautochtoneleerlingen.Datgeldtzowelinvmbo4
alsinhavo3.Datlijkteroptewijzendatjongensinhunvooropleiding
vakerdoublerenofdoorafstroomeenjaarverliezen.Bijallochtone
leerlingenspelenwaarschijnlijknoganderefactoreneenrol.
Uiteindelijkgaathetbijschoolsuccesnatuurlijkomdevraaghoeveel
procenthethavo-diplomahaalt(intweeofdriejaar).Intotaalhaaltzo’n
86à87%vandeleerlingendieinhavo4instromenhetdiploma.De
meestedoendatintweejaar(circa66%),eenminderheid(20%)haalt
hetdiplomaindriejaar.Eenvergelijkingvandevooropleidinglaatzien
dathavistensuccesvollerzijndanleerlingenuithetvmbo.Hetpercentage
datintweejaarslaagt,iszo’n6procentpunthogerdanbijvmbo’ersen
hetpercentagedathetindriejaarredt,komtcirca9%hogeruit.Intotaal
haaltcirca86%vandedegenenmethavoalsvooropleidinghetdiploma
tegenovercirca74%vandevmbo’ers.Meisjesdoenhetweerbeterdan
jongens,autochtoneleerlingenweerbeterdanallochtoneleerlingen.
Indegroephavistenlijktereenlichtstijgendetrendinhetpercentagedat
intweejaarslaagt.Voor2008zoudatkunnenbetekenendatdetotale
slaagpercentagesvoorhavistenenvmbo’ersuitkomenoprespectievelijk
88%en74%.
Concluderendkunnenwestellendatleerlingenuithavo3succesvoller
zijndanvmbo’ers.Daarbijzijntweekanttekeningentemaken.
Verhoudingsgewijsmindervmbo’erskrijgeneenkansomhavo4opnieuw
tedoenalszeblijvenzitten.Bovendienzijndegenendiehetdiplomaniet
halennietzondermeeralsuitvallerstebestempelen.Hetgrootstedeelgaat
namelijknaarhetmbo.Leeftijdblijktindiekeuzemedeeenroltespelen.
8.5 Vervolgnahethavo
Dederdevraagluidt:waargaanleerlingenaldannietgediplomeerdna
hethavonaartoe,zijneropditpuntverschillennaarkenmerkenals
vooropleidingofherkomst?
82
ecbo
Vandeleerlingenmeteenhavo-diplomagaandemeestenaarhet
hbo,namelijkeenkleine80%.Circa7%zetzijnschoolloopbaanvoort
inhetmboeneenietsgeringeraantal(zo’n5%)kiestvoorhetvwo.
Vandegediplomeerdenverlaat8%hetonderwijs,althanseenoftwee
jaarnahetbehalenvanhetdiplomastaanzenietingeschrevenineen
gesubsidieerdevormvanonderwijs.Hetisnietuittesluitendateendeel
zijnopleidingbuitendievormvanonderwijsvoortzetenevenminisuit
tesluitendateendeelopeenlatertijdstipalsnogeenvervolgopleiding
begint.Gegevensdaaroverzijnechternietvoorhanden.
Demeesteleerlingendiehetdiplomaniethalengaannaarhetmbo.Zo’n
60%kiestvoordatvervolg.Ruim10%vandeleerlingendiehethavoniet
afronden,gaattochnognaarhethbo.Tenslotteblijkteenkleine20%van
deleerlingendiehethavo-diplomaniethalenhetonderwijs,althanshet
gesubsidieerdeonderwijs,derugtoetekeren.
Niet-westerseallochtoneleerlingengaanmindernaarhethbo,zestoppen
wateerdermetdestudie.Daarstaattegenoverdatzijrelatiefvakervoor
dewegviavwo5-6kiezen.
Hoepaktdevergelijkingvan(aldanniet-gediplomeerde)vmbo’ersuitmet
(aldanniet-gediplomeerde)havisten3uit?Vanallevmbo’ersdievoorhet
havokiezen,gaatbijnatweederde(63%)naarhethbo.Vandeleerlingen
dienahavo3inhethavodoorgaan,isdat70%.Zoalsinhetvoorgaande
hoofdstukisaangegeven,zijndeoorspronkelijkehavistennietalleen
jonger,maarishetzittenblijverstoegestaanhavo4opnieuwtedoen;een
mogelijkheiddieervooreendeelvandevmbo’ersnietis.
Havistenzijnuitoogpuntvaneenvervolgstudieookietssuccesvollerinde
doorstroomnaarhetvwo:depercentageszijnrespectievelijk6%en3%.
Deuitstroomnaarhetmboisomgekeerd:daargaanrelatiefveel
leerlingenmetvmboalsvooropleidingnaartoe:23%versus14%van
deleerlingenuithavo3.Datverschilkomtvooraltotstand–zoalsinhet
vorigehoofdstukbleek–nahavo4.Vmbo’ersdiehavo4inheteerstejaar
niethalen,gaanveelalnaarhetmbo.
Alstenslottewordtgekekennaarhetpercentagedatnahavo4of5met
eenopleidingstopt,danisernauwelijkseenverschiltussenvmbo’ersen
havisten:10%vandevmbo’ersstopten9%vandeleerlingenuithavo3.
83
ecbo
Ookbijdedoorstroomnaarvervolgopleidingenspeeltdeleeftijdeen
rol.Dejongsteleerlingenzijnhetmeestsuccesvolafgemetenaande
doorstroomnaarhethbo.Oudereleerlingengaanwatvakernaarhetmbo
ofstoppenmethunopleiding.
Kijkenwealleennaardegediplomeerden,danstromenerverhoudings-
gewijswatmeervmbo’ersdoornaarhethbo(82%versus78%bij
oorspronkelijkehavo3-leerlingen).Oorspronkelijkehavistengaanookwat
meernaarhetmbo(7,6versus5,9%).
Daarstaattegenoverdatervandehavistenwatmeernaarhetvwogaan
(5,7versus3,1%).Hetpercentagegediplomeerdendatstopt,verschilt
niet:voorbeidegroepenisditrondde8%.
Alswedetotalestroominhavo4bekijken,danzienwedatdemeesten,
zowelvmbo’ersalsleerlingenuithavo3,doorstromennaarhethbo.Wel
gaanerverhoudingsgewijswatmeerhavo3-leerlingennaarhethbo.Een
deelgaatnaarhetmbo,relatiefmeervmbo’ersdanleerlingenuithavo3.
Datkomtondermeer,omdatveelhavo’shetdoublerenvanvmbo’ersinde
vierdehavoniettoestaan,maardatweldoenalshetleerlingenvanhavo3
betreft.Demeestevmbo’ersdienietnaarhavo5wordenbevorderd
kiezendanalsnogvoorhetmbo.
8.6 Havo’sendeovergangvmbo-havo
Havo’skunneninzakedetoestroomvanvmbo’ersverschillende
basishoudingeninnemen.Zekunnenerafwijzendtegenoverstaan,
bijvoorbeeldomderedendatvmbo’ersbeternaarhetmbokunnen
doorstromendannaarhethavo.Zekunnenookeenneutralepositie
innemen:vmbo’ersdiehetaankunnenzijnwelkom,maarvanactieve
aanmoedigingisgeensprake.Dederdeoptieisdathavo’sdetoestroom
vanvmbo’ersdiehetaankunnenaanmoedigen.Eenafwijzendehouding
komtnauwelijksvoor(1%).4Opde10havo’snemeneenneutralepositie
in,bijna6opde10staanpositieftenopzichtevandedoorstroomvan
vmbo’ers.
84
ecbo
Inderichtingvanvmbo-scholenenvmbo’erskunnenhavo-scholen
verschillendeactiviteitenontplooienomdeovergangvanvmbo’ersnaar
havogoedtelatenverlopen.Havo-scholenkunnenvoorlichtinggeven,
intakegesprekkenhoudendanwelextrawaarborgenformulerenbijde
intredevanvmbo’erstothethavo.Webeginnenmetdevraaghoeveel
vmbo-leerlingenbijdeonderzochtehavo-scholenzijnaangemelden
hoeveelprocentdaarvanomwelkeredenwordtgeweigerd.
Vandeaangemeldeleerlingenwordt1opde9geweigerd.De
belangrijksteredenvoorafwijzingiseentelaaggemiddeldcijferopde
eindlijsten/ofhetontbrekenvaneengoedewerkhoudingofmotivatiein
deogenvandehavo-scholen.
Driekwartvandeonderzochtehavo’sgeeftvoorlichtingaandecanen/
mentorenvanvmbo-scholeneneenzelfdeaantalgeeftvoorlichting
aanpotentiëlevmbo-instromers.Debelangrijksteonderwerpenvan
voorlichtingzijn:verwachtingenvanhavo’sophetpuntvaninzet,
studietijd,werkhoudingenzelfstandigheid,hettoelatingsbeleidende
relatievandeprofieleninhethavototdesectorkeuze/vakkenpakket
inhetvmbo.Bijnadehelftgeeftnogaandachtaanbegeleidingen
bijspijkermogelijkheden.
Nagenoegallehavo-scholenhoudenintakegesprekkenmetpotentiële
leerlingen(enhunouders).
Hetovergrotedeelvandehavo’s(94%)steltaanvullendetoelatings-
voorwaarden:eenbepaaldgemiddeldcijferopdeeindlijstofdeSE-lijst
(76%;wasin200759%),eengoedemotivatiedanwelwerkhouding
(72%;was63%)en/ofeenpositiefadviesvandevmbo-decaanof
docenten(70%;was63%).Ruim6opde10havo’sstelleneen
gemiddeldcijfervan7alseis.Zo’n3opde10hanterendenormvan
6,5.Incidenteelkomenookgemiddeldenvan6,3;6,4en6,7voor.In
vergelijkingtotdemetingvan2007zienwedathavo’sin2008vakerde
genoemdeeisenstellen.Ditzoueropkunnenduidendathavo-scholen
hetnodigvindenrichtingvmbo’ersmeerwaarborgenintebouwen.
6Opde10havo’sgevenaandatdetoelatingscriteriaopenbaarofvrijzijn
teraadplegen.Alsbronnenwordengenoemd:schoolgids,keuzegidsvoor
bovenbouw,profielkeuzeboekje,website,voorlichtingsboekje,brochures,
reglementvanbevorderingendoorstromingofeenPTA-boekje.
85
ecbo
PTAstaatvoorProgrammavanToetsingenAfsluiting.Ookworden
voorlichtingsavonden,gesprekkenmetmentoren,decanengenoemdals
gelegenhedenwaaropdetoelatingscriteriaaandeordewordengesteld.
Almetalvindtdeovergrotemeerderheidvandehavo’shetsechebben
vaneenvmbo-diplomageenvoldoendewaarborgvooreengoed
studieverloopvanvmbo’erstijdenshetvervolgophethavo.Zebouwen
allerleiextrawaarborgeninomeengoedstudieverloopvanvmbo’ers
tijdensdehavo-periodetebevorderen.
8.7 Begeleidingvanvmbo’ersophethavo
Alsvmbo’erseenmaaltothethavozijntoegelaten,kunnenhavo’s
verschillendeactiviteitenondernemenomeengoedevoortgangvande
vmbo’ersophethavotefaciliteren.Begeleidingsactiviteitenzijndan
eenvoordehandliggendvoorbeeld.Interessantisverderdevraaghoe
vmbo’ersalszeeenmaalophethavozitten,hetdoeninvergelijkingtot
havistendievanuithavo3zijndoorgestroomd.Kiezenzeandereprofielen
danhavo3-leerlingen,hoedoenzehetopaspectenvandeleerstofen
motivatie,werkhoudingenzelfstandigheid?Waareerderevergelijkingen
tussenvmbo’ersenhavo3-leerlingengestoeldwarenopCFI-bestanden,
zijndenuvolgendevergelijkingengebaseerdopdevragenlijstaanhavo’s.
Demeerderheidvandeonderzochtehavo’s–2opde3–biedtde
vmbo’ersgeenextrabegeleiding.Zo’n1opde5biedtstructurele
begeleiding,zo’n1opde6doetdatmeeropincidentelebasis.
Hangthetaldannietaanbiedenvanextrahulpsamenmetdebasis-
houdingvanhavo’stenopzichtevaninstromendetl’ers?Ja,scholenmet
eenpositievebasishoudingbiedenvakerextrabegeleiding(structureel
danwelincidenteel)aan(circadehelft)danscholenmeteenneutrale
basishouding(1opde5).
Grossomodozijnergeenaltegroteverschillentussendeprofielkeuze
vanvmbo’ersendievandetotalepopulatieleerlingenuithavo4.Wel
ishetzodathavo’sdebeheersingvanleerstof(Nederlands,lees-en
schrijfvaardigheid,modernevreemdetalenenwiskunde)vanvmbo’ers
86
ecbo
watlagerinschattendandievandedoorstromendehavo3-leerlingen.
Ondanksduseengeringerebeheersingvandeleerstof,vindendemeeste
havo’shetnietnodigvmbo’erstijdensdehavo-fasesystematischtebegeleiden.
Oppuntenalsleermotivatie,werkhoudingenzelfstandigheidtaxeren
zevmbo’ersenhavistenalsgelijkwaardig.Ditistochwelenigszins
verrassend,geletopdebeeldvormingrondvmbo’ersalszijndematig
gemotiveerd,meteenmatigewerkhoudingentekortschietende
zelfstandigheid.
8.8 Discussie
Uithetonderzoekdoemteenbeeldopvanhavo’sdiemetnameaan
devoorkantproberendetoestroomvanvmbo’erszodanigtereguleren
datdekansvanvmbo’ersopeensuccesvolleafrondingvanhethavo
wordtgeoptimaliseerd.Diereguleringbestaatuithetstellenvanextra
toelatingsvoorwaardenals:eenbepaaldgemiddeldcijferopdeSE-dan
weleindcijferlijst,hetmakenvaneeninschattingvandemotivatiedanwel
werkhoudingvandevmbo’eren/ofeenpositiefadviesvandevmbo-decaan
(ofvmbo-docenten).Daarnaasthanteerteendeelvandehavo’sdebepaling
datdevmbo’erdevierdeklasnietmagoverdoen.
Daarstaattegenoverdatdemeestehavo’stoegelatenvmbo’erstijdens
hunperiodeophethavonietofnauwelijkssystematischbegeleiden.
Metnameophetpuntvandeleerstofconstaterenhavo’sdatvmbo-
leerlingendieminderbeheersendanhavo3-leerlingen.Jezoutochmogen
verwachtendathavo-scholenvmbo’ersopditpuntsystematischerzouden
ondersteunen,alszeeenmaaldedrempeloverzijn.Degoedehavo’s
niettenagesproken,gebeurtdittochteweinig.Dezebegeleidingisons
inziensdesteurgenter,omdatvmbo-leerlingenbijhetovergaannaarhet
havotemakenkrijgenmeteenbehoorlijkecultuurverandering.Aangezien
allochtoneleerlingenverhoudingsgewijsvakerdanautochtoneleerlingen
deoverstapvanvmbonaarhavomaken,geldtdezeoverwegingdeste
meer.Voortsishetzo,datvmbo’ershundiplomaalgeruimetijdvoorde
zomervakantieafronden,zodatervelemaandenresterenvoordatzijhun
schoolloopbaanvoortzettenophethavo.Zijhebbentijdnodigomweerte
wennenaanhetonderwijsritme,zodatmetnameindebeginperiodeop
87
ecbo
hethavoextrasystematischeaandachtnoodzakelijkis.Uitonsonderzoek
blijktdatvmbo’ersgrossomodomindersuccesvolzijnophethavodande
havo3-leerlingen.Extrainspanningenvanhavo’srichtingingestroomde
vmbo’erszoudenertoekunnenbijdragendatzeophethavosuccesvoller
opereren.
Inhetrapportvandemetingin2007(VanEsch&Neuvel,2007)hebben
wegestelddatmeerstructureleinspanningenvanhavo-zijdedeovergang
vanvmbo’ernaarhavokanversterken,waardoorvoormeervmbo’ersde
schoolloopbaanophethavosuccesvollerkanverlopen.Dezeconstatering
geldtnogonverkort.
Erzijuitdrukkelijkopgewezendathetvoorgaandeeenoverallbeeld
betreft.Inonsonderzoekzijnerweldegelijkhavo’sdieminderleunenop
toelatingseisenenmeerophetgevenvansystematischebegeleidingvan
vmbo’erstijdensdehavo-fase.
Eenpuntvannaderonderzoekisdematewaarinvmbo’ersvanuithet
vmbowordenvoorbereidopdehavo-route.Waarindeafgelopentwee
metingenhetaccentlagopderolvanhavo’s,wordtindederdemetingin
2009derolvandevmbo-scholenonderdeloepgenomen.
88
ecbo
89
ecbo
Adviesgroepvmbo(2008).Vensters op de toekomst van het VMBO. Eindadvies.
DenHaag:Adviesgroepvmbo.
CBS(2007).Landelijke Jeugdmonitor – Rapportage 2e kwartaal 2007.Erratum,
p.4.Voorburg/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.
CBS(2009).Jaarboek Onderwijs in Cijfers.Voorburg/Heerlen:CentraalBureau
voordeStatistiek.
Dekker,B.,Esch,W.van,Leenen,H.van&Krooneman,P.(2008).Doorstroom
en stapelen in het onderwijs.Amsterdam/’s-Hertogenbosch:Regioplan
Beleidsonderzoek/CINOPEC.
Esch,W.van&Neuvel,J.(2007).Stroomlijnen. Onderzoek naar de doorstroom
van vmbo naar havo.’s-Hertogenbosch:CINOPExpertisecentrum.
Esch,W.van&Neuvel,J.(invoorbereiding).De doorstroom van vmbo naar mbo.
’s-Hertogenbosch/Amsterdam:ExpertisecentrumBeroepsonderwijs.
Liempt,P.van(2008).De Nederlandse droom – van mavo tot professoraat: hoe
stapelaars de top beklommen.DeArbeiderspers.
Min.OCW(2009).www.minocw.nl/publicatie/1536/Prestaties-en-vaardigheden.
html
OECD(2007).Reviews of Tertiairy Education. Netherlands.Paris:Organisation
forEconomicCo-operationandDevelopment.
Statline(2009).www.cbs.nl.
Takkenberg,D.(2009).Jongeren leren langer door.BijdrageaanhetJaarboek
Onderwijsincijfers2009.Voorburg/Heerlen:CentraalBureauvoorde
Statistiek.
Literatuur
90
ecbo
91
ecbo
Doorstroomvmbo-tlnaarhethavo4
Toelichting
Achtergrond van het onderzoek
Delaatstejarenstromengediplomeerdetl’ersweermeerdoornaarhethavo.
Thansishetzodat18%vandegediplomeerdetl’ersnaarhethavogaat.
Wewetenookdatzijhetophethavoinvergelijkingmetdoorstromende
havo3-leerlingenwatmoeilijkerhebben,ofschoondriekwartvanhenin2
of3jaarhethavo-diplomahaalt.Ookdoorhetrapportvandecommissie-
Dijsselbloemisstapelenweeropdeagendagezetenderoutevmbo-tlnaarhavo
iseenbelangrijkestapelroute.Indepolitiekgroeithetdraagvlakomstapelroutes
meerdantotnogtoetoetelaten.
VorigjaarisinopdrachtvandeAdviesgroepvmboeenonderzoekuitgevoerd
naardedoorstroomvanleerlingenuitvmbo-tlnaarhavo4.Datonderzoekheeft
doorgewerktinhetbeleidenookscholenhebbenpositiefgereageerdophetfeit
datderoutevmbo-tlnaarhavodoorhetonderzoekbeteropdekaartisgezet.
Doel van het onderzoek
Medeinhetkadervandetoenemendebelangstellingbijvmbo-tl-leerlingenvoor
doorstrroomnaarhavo4,willenwehetonderzoekvanvorigejarenherhalen
enoppuntenuitbreidenomnategaanofhavo’smeergaaninspelenopde
toestroomuithetvmbo.Inditonderzoekwillenwedeervaringenopuwschool
mettl’ersinventariseren,despecifieketoelatingseisendieuwschoolsteltaan
vmbo-leerlingen(zoalsgemiddeldecijferopexamen,adviesmentor/decaan,
werkhouding),debegeleidingdiewordtgebodenenzovoort.
Naastdezeinformatieanalyserenweopbasisvandelandelijkegegevens,zoals
diebijhetministerievanOCWbekendzijn(CFI)deleerloopbanenvanvmbo-
tl-leerlingendienaarhavo4gaan.Daarmeezijnvragentebeantwoordenzoals:
Welkpercentagevandevmbo-tl-leerlingenhaaltin2of3jaarhethavo-diploma?
Welkeleerlingenstromen(aldannietmeteenhavo-diploma)alsnogdoornaar
hetmbo?Hoegrootisdestroomnaarhethbo?Hoeveelvandetl’ersverlatenal
Bijlage: Vragenlijst decanen/directie havo-top
92
ecbo
dannietmeteenhavo-diplomahetonderwijs?Hoedoentl’ershetinvergelijking
metdoorgestroomdeleerlingenuithavo3?
Uitvoering van het onderzoek
BeideonderdelenvanhetonderzoekwordenuitgevoerddoorCINOP
Expertisecentrum.CINOPECiseenorganisatievergelijkbaarmethetKPCof
CPS,maardangerichtophetberoepsonderwijsendeberoepskolom(vmbo,
mbo,hbo).CINOPECdoetonderzoekenverzameltenverspreidtkennisoverhet
beroepsonderwijs.
Alsuaanhetonderzoekwiltmeewerken,wiltudevragenlijstdaninvullenen
vóór20novemberindemeegestuurderetourenvelopaanonsopsturen.Alsude
envelopnietmeerheeft,kuntdevragenlijststurennaar:
CINOP
t.a.v.MounaNasreddine
Antwoordnummer10005
5200VB‘s-Hertogenbosch
Resultaten van het onderzoek
Ukrijgteensamenvattingvanbeidedelenvanhetonderzoekopgestuurdmet
daarineenlinkomhetvolledigerapporttekunnendownloaden.
Vragen over het onderzoek
VoorvragenofinformatieoverhetonderzoekkuntucontactopnemenmetWil
vanEsch(06-13661402;[email protected](06-10970963;
93
ecbo
Enquêtedoorstroomvmbo-tlnaarhavo4
A Gegevens school en contactpersoon
A01 Naaminstelling
A02 Brinnummer
A03 Postadres(straat+nummer)
A03a Postcode+plaats
A04 Contactpersoon: Deheer mevrouw
-Voornaam
-Achternaam
A05 Functie
A06 Telefoonnummer(s)
A07 E-mailadres
A08 Heeftuwschooleeneigenafdelingvmbo-tl?(meer antwoorden mogelijk)
Ja,eenafdelingvmbo-tlopdezelfdelocatiealsuwhavo(vwo)
Ja,eenofmeerafdelingenvmbo-tlopanderelocatiesdanuwhavo
Nee
94
ecbo
B Beleid
B01 Hoestaatutegenoverdedoorstroomvangediplomeerdeleerlingenuithetvmbo-tlnaarhavo4?
Negatief:moetwordenontmoedigd;vmbo-tlleerlingenkunnenhetbestedoorstromennaarhetmbo
Neutraal:vmbo-tlleerlingendiehetaankunnenzijnwelkom,maarhetwordtnietaangemoedigd
Positief:moetwordenaangemoedigdvoorvmbo-tlleerlingendiehetaankunnen
Anders
B01a Wiltuuwkeuzekorttoelichten.
B02 Geeftuwschoolopeenofanderemaniervoorlichtingaandecanenofmentorenvanvmbo-scholenofvmbo-afdelingenoverdedoorstroomvanvmbo-tlleerlingennaarhavo4?
Ja
Nee ga naar vraag B05
B03 Opwelkescholenrichtzichdievoorlichting?(meer antwoorden mogelijk)
Opdevmbo-tlafdelingvandezelocatievanuwschool
Opdevmbo-tlafdeling(en)vananderelocatie(s)vanuwschool
Opvmbo-tlafdelingenvananderescholen
B04 Watisdekernvandievoorlichting?(meer antwoorden mogelijk)
Toelatingsbeleid(criteriawaaraanleerlingenmoetenvoldoenomtoegelatenteworden)
Watvanleerlingenwordtverwachtquainzet,studietijd,werkhoudingenzelfstandigheidophethavo
Deprofieleninhethavoinrelatietotdesectorkeuze/vakkenpakketinhetvmbo-tl
De(verplichte)deelnameaanbegeleidingen/ofbijspijkerenvanvakkenophethavo
Anders,namelijk:
95
ecbo
B05 Voorwelkeleerlingen?(meer antwoorden mogelijk)
Voorvmbo-tlleerlingenvandezelocatievanuwschool
Voorvmbo-tlleerlingenvananderelocatiesvanuwschool
Voorvmbo-tlleerlingenuitanderescholen
Anders,namelijk:
B05a Organiseertuwschoolvoorlichtingsavondenvoorvmbo-tlleerlingendienaarhethavowillenenhunouders?
Ja
Nee ga naar vraag B06
B06 Welkeeisennaasthetdiplomavmbo-tlsteltuwschoolaanvmbo-leerlingendienaarhavo4willen?
Eengemiddeldcijferopdeeindlijstvantenminste:
Eenvoldoendeopdeeindlijstvoorwiskundeindienhetvakbehoorttothetgekozenprofiel
EenvoldoendeopdeeindlijstvoorNederlands
Eenvoldoendeopdeeindlijstvoordeoverigevakkendietothetprofielinhavo4behoren
Eenpositiefadviesvandedecaan/mentorvandevmbo-tlleerling
Eengoedewerkhoudingen/ofmotivatieblijkenshetadviesvandedecaanofhetintakegesprek
Anders,namelijk:
B07 ZijnernaastdeinvraagB06opgegeveneisennogextraspecifieketoelatingsei-senvoorvmbo-tlleerlingendieeenvandetweeprofielenNatuur & TechniekofNatuur & Gezondheidkiezen?
Ja
Nee ga naar vraag B08
B07a Welkezijndieeisen?
96
ecbo
B08 Zijndetoelatingscriteriavoorvmbo-tlleerlingenopenbaarofvrijteraadplegen?(bijv. op de website van uw school of in de schoolgids)
Ja
Nee ga naar vraag C01
B09 Waarzijndetoelatingscriteriatevindenofwaarzijnzeteraadplegen?
97
ecbo
C Aanmelding, intake en plaatsing
C01 Vindtereenintakegesprekplaatsmetvmbo-tlleerlingen(enhunouders)?(meer antwoorden mogelijk)
Ja,metallevmbo-tlleerlingenvanuweigenlocatie
Ja,maaralleenmetvmbo-tlleerlingenvanuwlocatieoverwienogtwijfelsbestaan
Ja,metallevmbo-tlleerlingenvananderelocatiesvanuwschool
Ja,maaralleenmetvmbo-tlleerlingenvananderelocatiesvanuwschooloverwienogtwijfelsbestaan
Ja,metallevmbo-tlleerlingenvananderescholen
Ja,maaralleenmetvmbo-tlleerlingenvananderescholenoverwienogtwijfelsbestaan
Nee,weorganiserenhelemaalgeenintakegesprekken
C02 Hoeveelvmbo-tlleerlingenhebbenzichvoorhetschooljaar2008-2009aangemeldomtoegelatentewordentothavo4?Als u het niet kunt specificeren, kunt u in de laatste regel het ook voor het totaal opgeven
Aantalvmbo-tlleerlingenvanuweigenlocatie
Aantalvmbo-tlleerlingenvananderelocatievanuwschool
Aantalvmbo-tlleerlingenuitanderescholen
Totaalaantalvmbo-tlleerlingen(alleeninvullenindienbovenstaandenietkanwordeningevuld)
C03 Hoeveelvandeaangemeldevmbo-tlleerlingenzijnvoorhetschooljaar2008-2009afgewezenvoorhavo4?U kunt het opgeven als percentage van het aantal aanmeldingen of als aantal
%/ aantalvanhettotaal
C04 Watwarenredenenvoorafwijzing?(meer antwoorden mogelijk)
Diplomanietgehaald
Telaaggemiddeldcijferopeindlijst
Onvoldoendevoorwiskunde
OnvoldoendevoorNederlands
Onvoldoendevoorvakingekozenprofiel
Geengoedewerkhoudingofmotivatie
Anders,namelijk:
98
ecbo
C05 Hoeisdeverdelingvandeditjaartoegelatenvmbo-tlleerlingenoverdeprofielen?
%Natuur&Techniek
%Natuur&Gezondheid
%Economie&Maatschappij
%Cultuur&Maatschappij
%Overig(zoalscombinatievanprofielen)
100%
99
ecbo
D Begeleiding en voortgang op het havo
D01 Iseropuwschool(structurele)extraondersteuningofbegeleidingvoorvmbo-tlleerlingeninhavo4(en5)?
Ja,vmbo-tlleerlingenkrijgenstructureelextrabegeleiding/ondersteuning
Ja,vmbo-tlleerlingenkrijgenextrabegeleiding/ondersteuningindiendatnodigis
Nee,invergelijkingmetleerlingenuithavo3isergeenextrabegeleiding ga naar vraag C01
D02 Isdeelnameaandebegeleiding/ondersteuningverplichtvoorleerlingenuitvmbo-tl?
Ja,geldtvooriedereleerlinguitvmbo-tl,ongeachtprofielen/ofleerresultaten
Ja,maarhangtafvanresultaten(indienhulpisgeïndiceerd,danishetverplicht)
Ja,hangtafvanhetgekozenprofiel Welk(e)profiel(en)?
Ja,anders,nl.:
Nee
D03 Waarbestaatdeincidenteleofstructurelebegeleiding/ondersteuningvanvmbo-tlleerlingenuit?(meer antwoorden mogelijk)
Extralessenwiskunde
Extralessenineenofmeervakkendienietofonvoldoendeinhetvakkenpakketophetvmbo-tlzaten
Extralessen/begeleidinginstudievaardigheden
Extrabegeleidingbijhetmakenvanhuiswerk
Extragesprekkenmetdedecaanofmentor
Anders,namelijk:
D04 Gedurendehoelangwordtdieextrahulp/begeleidingaanvmbo-tlleerlingengegevenofgeboden?
Eerstemaand
Eerstetweemaanden
Eerste trimester (tot Kerstvakantie)
Heleeersteleerjaar
Heleeersteentweedeleerjaar
Anders,namelijk: ........................................................................................................................................
100
ecbo
D05 Watisdeafgelopenjarenopuwschooldeervaringmettl-leerlingenvergelekenmetleerlingenuithavo3watbetrefthunbeheersingvanleerstof,leermotivatie,werkhouding,enz.?Wilt u per aspect noteren bij hoeveel procent dat bij benadering voldoende, onvoldoende of goed was.
leerlingen uit vmbo-tl leerlingen uit havo 3
Kennis, vaardigheden en motivatie
onvol-doende
vol-doende goed
onvol-doende
vol-doende goed
01 beheersingvanhetNederlands % % % % % %
02 beheersingvandelees-enschrijfvaardigheid
% % % % % %
03 beheersingvandemodernevreemdetalen
% % % % % %
04 beheersingvanwiskunde % % % % % %
05 leermotivatie % % % % % %
06 werkhouding % % % % % %
07 zelfstandigheid % % % % % %
Bedanktvooruwmedewerking
101
ecbo
CBS CentraalBureauvoordeStatistiek
CFI CentraleFinanciënInstellingen
Ecbo ExpertisecentrumBeroepsonderwijs
Gl Gemengdeleerweg
Havo Hogeralgemeenvoortgezetonderwijs
Lts Lagertechnischonderwijs
Mavo Middelbaaralgemeenvoortgezetonderwijs
Mbo Middelbaarberoepsonderwijs
Mts Middelbaartechnischonderwijs
OCW MinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap
PTA Programmavantoetsingenafsluiting
SE Schriftelijkexamen
SES Sociaal-economischestatus
Tl Theoretischeleerweg
Vmbo Voorbereidendmiddelbaarberoepsonderwijs
Vo Voortgezetonderwijs
Vwo Voorbereidendwetenschappelijkonderwijs
Wo Wetenschappelijkonderwijs
Gebruikte afkortingen
102
ecbo