een uitgave van · de jury bestaat uit meer dan dertig professionals uit het vak, gaande van...
TRANSCRIPT
RassenkeuzeEEN UITGAVE VAN
Adres redactieMiddel Broekweg 3, 2671 ME [email protected]
Hoofdredacteur: Jacco Strating
Redactionele bijdragen: Suzan Crooijmans, Bernadette Hoefsloot, Ellis Langen, Jacco Strating, Wendy Venhorst en Mario van Vliet.
Fotografie: Grodan, Holstein Flowers, Horti-Images, Glenn Mostert, The Greenery, Wageningen UR Glastuinbouw en alle veredelaars die hun medewerking aan deze uitgave hebben verleend.
Ontwerp/vormgeving: Glenn Mostert
Druk: BDUprint
Uitgever: Hans van Renssen
Sales: Hans van Renssen [email protected]. 06 81 02 76 88
Abonneren: [email protected]
KAS Rassenkeuze is een uitgave van KAS TuinbouwCommunicatie, dat een breed multimediaal pakket vakinformatie aanbiedt voor ondernemers in de (glas)tuinbouw. Verder worden aangeboden: KAS, HortiBiz, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, AardbeienNet.nl, HortiBiz.com, KAStv.nl, TuinbouwMarktplaats.nl en TuinbouwJobs.nl.
Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met Hans van Renssen:[email protected].
Disclaimer/copyright:De inhoud van Rassenkeuze is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Rassenkeuze. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van uitgever en auteur.
Colofon
De grootste rassen in tomaat, paprika, komkommer, chrysant, gerbera en roos P4/5/7
IN DEZE UITGAVE…
Octrooi en kwekersrecht: bedreiging of juist kans?Jarenlang stonden ze zij aan zij: het kwekersrecht en het octrooirecht. Het kwekers
recht was het exclusieve domein voor de land en tuinbouw. Octrooi was voor
bestemd voor de industrie. Maar toen de bio technologie haar intrede deed, bleek die
octrooiwet ineens ook heel interessant te zijn voor de veredelings sector. Sindsdien
houdt het octrooirecht de gemoederen van de zaad veredelings branche bezig. P19
Verder: FleuroStar P3 Veredelaars over tomaat P10 Tomatenteler
John de Jong P11 Veredelaars over gerbera P12 Gerberateler Ruud
Batist P13 Veredelaars over chrysant P15 Veredelaars over komkommer
P16 Komkommerteler Remi van Geest P17 Veredelaars over paprika
P22 Paprikateler Erik Gelderblom P23 Veredelaars over roos P25
Waardecreatie sierteelt P26 Gewassturing P28
Zelf veredelen geen trend, maar wel serieuze business Hoewel verschillende gerberatelers zich naast het telen van bloemen
ook op de veredeling van nieuwe soorten richten, blijkt dit geen
nieuwe trend te zijn. Het aantal telers dat ook veredelt neemt de
laatste jaren juist af. Vooral omdat de veredeling veel tijd en geld kost.
Daar staat tegenover dat degenen die zich er wel op richten, het vaak
professioneel aanpakken. Dit alles met één doel: je onderscheiden in
de markt. P8
Thema-uitgave KAS over Rassenkeuze De consument anno 2017 wil smaakvolle groenten, bloemen met een lang vaasleven
en stevige planten. Om aan die vraag te kunnen voldoen, is de rassenkeuze van
essentieel belang. Maar hoe maak je als teler de juiste keuze? Welke groente en
bloemenrassen zijn beschikbaar? Welke soorten voeren momenteel de boventoon?
En hoe zit het nu eigenlijk met kwekersrecht en octrooien? Dat en meer in deze
themaeditie van KAS.
Voordelen Grodan Supreme• Makkelijk stuurbaar• Meer groeikracht • Perfecte blok/matcombinatie• Hogere productie• Betere vruchtkwaliteit
www.grodan.nl/ng20
Paprika telen was nog nooit
zo precies
Part of the ROCKWOOL Group
140373_ADVERT_Supreme_297x420.indd 1 24-05-17 14:35
KAS Rassenkeuze | 3
Voor de 2017 editie wedijveren vijf topintroducties met
elkaar om de opvolger te worden van de populaire
Begonia Miss Malibu, FleuroStar winnaar 2016.
Tijdens de FlowerTrials week zijn de vijf kandidaten
te bewonderen op een speciale wedstrijd stand bij
Beekenkamp, Benary, Dümmen Orange, Florensis,
Grünewald, PanAmerican Seed/Kieft Seed, Takii
(Fleuroselect stand), Sakata Ornamentals, Syngenta
FloriPro Services en Selecta One (DE).
De jury bestaat uit meer dan dertig professionals uit
het vak, gaande van veredelaars en kwekers over
handel en aankopers tot journalisten en marketing
experten. Elke schakel uit de keten is vertegen
woordigd. Vanuit veredelaarshoek brengt onder andere
Syngenta Flowers, Kieft Seed, Sakata en Volmary een
stem uit, op kwekers niveau onder meer Arjo Maat.
Met o.a. FloraHolland en Royal Lemkes is de handel
vertegen woordigd en de voorbije jaren zijn even
Tekst Ann Jennen
eens de aankopers van Intratuin, Obi en Blume 2000
toe getreden. Elk jurylid bezoekt één of meerdere
wedstrijd locaties en brengt een stem uit. Veredelaars uit
de jury mogen planten uit eigen huis niet beoordelen.
Scorecriteria zijn de hoogste visuele impact op het
verkoop punt (de wowfactor) en handels potentieel.
De winnaar wordt een heel jaar lang door Fleuroselect
gepromoot op handels beurzen, in vak bladen en op
social media.
Dit jaar nemen volgende planten deel:
1. Dahlia Labella Maggiore Rose Bicolour | Beekenkamp
Deze kleuren sensatie geeft felroze kleur van de lente
tot aan de eerste vorst. De stevige planten worden
4065 cm hoog en vertonen enorme, prachtige twee
kleurige bloemen tot 15 cm diameter. Deze Dahlia uit
stek ziet er oog verblindend uit in potten op het terras,
patio of balkon maar komt ook volledig tot zijn recht in
zomerperken.
2. Calibrachoa Conga Sunset Kiss | Florensis
Geheel passend in de urban gardening trend is
Calibrachoa Conga Sunset Kiss van Florensis de perfect
geproportioneerde plant voor een (bijzet)tafel op het
terras of balkon. Deze natuurlijk compacte Conga uit
stek heeft amper rem middelen nodig en is daarmee
bijzonder geliefd bij milieubewuste telers.
3. Helianthus interspecific Sunfinity | Syngenta Flowers
Sunfinity is veredeld om vele stelen met meerdere
bloemen te hebben en het hele seizoen door te bloeien
en is hiermee echt uniek op de markt. Deze nieuw komer
kan tot 1,5 meter hoog worden en ziet er spectaculair uit
in hoge potten op het terras of als kleurige achtergrond
in de tuin.
4. Pepper RedMamba F1 | Prudac
Deze vernieuwende Peper van Prudac met ‘Halloween
look’ vertoont een rechte groei met centrale stevige steel
en beperkte vertakkingen. Planten worden ongeveer
80 cm hoog en 30 cm breed. De naar boven groeiende,
glanzende vruchten zijn oorspronkelijk zwart, worden
felrood bij het rijpen en hebben een mild pikante smaak.
5. Calibrachoa MiniFamous Double PinkTastic |
Selecta one
Double PinkTastic van Selecta one springt meteen in
het oog dankzij de tweekleurige rozewitte kringetjes
van bloemblaadjes in het hart van de bloem. Deze
uitstekende performer geniet alle voordelen van de
MiniFamous® serie: versterkte wortels, erg vroeg
bloeiend en tolerant tegen meeldauw.
FleuroStar Evening
Voor het eerst wordt de nieuwe winnaar bekend gemaakt tijdens een eigen evenement. De FleuroStar
Evening vindt plaats op donderdag 15 juni bij Beekenkamp in Maasdijk. Vanaf 17u wordt de welkomst
cocktail geserveerd. Het officiële programma begint om 18u met een walking diner gevolgd door de
voorstelling van de kandidaten. Passend bij het thema – FleuroStar draait om de winnaar met de Wow
factor op het verkooppunt – geeft Cor Molenaar, professor en consultant in Ecommerce en Customer
Relations Management, zijn visie over de toekomst van het winkelpunt. De nieuwe winnaar wordt
bekend gemaakt rond 20u30, waarna er ruimschoots gelegenheid is tot feliciteren en netwerken bij
een drankje. Aanmelden voor deze avond kan via fleuroselect.com/events/show/fleurostarevening.
Welke nieuwe pot- of perkplant springt het meest in het oog in de supermarkt of tuincentrum? Welke nieuwe
variëteit trekt die consument over de streep en overtuigt tot aankoop? FleuroStar gaat jaarlijks op zoek naar
de ‘Winnaar met de Wow-Factor’, de plant met de hoogste visuele impact op point of sale.
FleuroStar zoekt naar de ‘wow-factor’
1 2 3 4 5
4 | KAS Rassenkeuze
*Dit is een schatting: er wordt geplant tussen 15 juni en 15 juli. Het is dus mogelijk dat men hier nog niet een compleet en eenduidig beeld van heeft.
**Dit is een schatting want het planten gebeurt van begin april tot 15 juni.
***Dit is een schatting want planten gebeurt van begin juli tot 15 augustus
Maranello (Enza)
Maduro (Enza)
Red Line / Keesie (Rijk Zwaan)
Fraizier (Enza)
Overture (Syngenta)
Morraine (De Ruiter/Monsanto)
Allrounder (Rijk Zwaan)
Gialte (Enza)
Stayer (Rijk Zwaan)
DSP 7054 (De Ruiter/Monsanto)
Orbit (Enza Zaden)
Sweet Palermo (Rijk Zwaan)
Ramiro (De Ruiter/Monsanto)
Cooper (Enza Zaden)
Hi Power (Bayer Nunhems)
*Lausanna (Rijk Zwaan)
Topspin (Enza Zaden)
*Dee Lite/Kurios (Enza Zaden)
*Hi Force (Bayer Nunhems)
*Hi Power (Bayer Nunhems)
Hi Power (Bayer Nunhems)
Hi Force (Bayer Nunhems)
Proloog (Rijk Zwaan)*Hi Force (Bayer Nunhems)
*Lausanne (Rijk Zwaan) *Kurios (Enza Zaden)
*Hi Power (Bayer Nunhems)
Proloog (Rijk Zwaan)
Galibier (Rijk Zwaan)
Lucania (Enza Zaden)
Eqstar (Bayer Nunhems) **Lausanna (Rijk Zwaan)
** Kurios (Enza Zaden)
**Roxanna (Rijk Zwaan)
***Lausanna (Rijk Zwaan)
*** Kurios (Enza Zaden)
*** Roxanna (Rijk Zwaan)
*** Sheila (Bayer Nunhems)
RASSENAANBOD GROENTEN NAAR AREAALGROOTTE IN NL
PAPRIKA
KOMKOMMER
KAS Rassenkeuze | 5
KOMKOMMER HOGEDRAAD 2017- BELICHT EERSTE PLANTING- BELICHT TWEEDE PLANTING*
- ONBELICHT EERSTE PLANTING- ONBELICHT TWEEDE PLANTING*
KOMKOMMER TRADITIONEEL 2017 - VOORJAARSTEELT- ZOMERTEELT**
- HERFSTTEELT***
TROSTOMAAT GROFTROSTOMAAT MIDDENCOCKTAILTOMAATTROS-CHERRYTOMAATSNOEPTOMAAT/SNACKTOMAATVLEESTOMAATLOSSE TOMAATTROS-CHERRYPRUIMTOMAAT (COCKTAILPRUIM)
PAPRIKA ROODPAPRIKA GROENPAPRIKA GEELPAPRIKA ORANJEZOETE PUNTPAPRIKA
Merlice (De Ruiter/Monsanto)
Maxeza (Enza Zaden)
Endeavour (Rijk Zwaan)
Tourance (De Ruiter/Monsanto)
Caprica (Rijk Zwaan)
Sevance (De Ruiter/Monsanto)
Brioso (Rijk Zwaan)
Timotion (De Ruiter/Monsanto)
Campari (Enza Zaden)Piccolo (Gautier)
Juanita (De Ruiter/Monsanto)Belido (Syngenta)
Sweetelle (Syngenta)
Altadena (Syngenta)
Rebelski (De Ruiter/Monsanto)Rebelski (De Ruiter/Monsanto)
DR9544TH (De Ruiter/Monsanto)
Ducovery (De Ruiter/Monsanto)
Altadena (Syngenta)
Arvento (Rijk Zwaan)
E1124 (Enza Zaden)
Axy (Axia)
Sunstream (Enza Zaden)
Dunne (Syngenta)
Strabena (De Ruiter/Monsanto)
TOMAAT
Meeldauw?
Meltatox & Collisvoor een gezond resultaat!
BASF Nederland B.V., Divisie Agro, Telefoon (026) 371 72 71, www.agro.basf.nlGebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
www.axiaseeds.com
KwaliteitProductieHoudbaarheidKleurSmaak
✓✓
✓✓
✓
XandorXandor, hét nieuwe alternatief in grof tros!
In het segment grof tros gaat Xandor vol vertrouwen de strijd aan. Het ras heeft een betere kwaliteit en is gewastechnisch een eenvoudiger product. Ook qua houdbaarheid, kleur en smaak doet Xandor het uitermate goed. Na een groot aantal succesvolle proeven, belicht en onbelicht, is Xandor nu commercieel verkrijgbaar.
KAS Rassenkeuze | 7
Baltica (Deliflor)
Bacardi (Dümmen Orange)
Euro (Dekker)
Anastasia (Deliflor)
Anastasia Dark Green (Deliflor)
Anastasia Sunny (Deliflor)
Country (Dümmen Orange)
AAA Bouncer (Dekker)
AAA Aviso (Dekker)
Candela (Florist)Rich (Florist)
Don Leo (Florist)
Blinddate (Florist)
Pre Intenzz (Florist)
Suri (Schreurs) Kimsey (Schreurs) Bison (Schreurs)
GEPLOZEN CHRYSANT TROSCHRYSANT SANTINI CHRYSANT
RODE ROZENWITTE ROZENOVERIGE KLEUREN
GERBERA GROOTBLOEMIG GERBERA MINI’S
CHRYSANT
GERBERA
ROOS
Red Naomi! (Schreurs)
Avalanche+ (Dümmen Orange)
Aqua! (Schreurs)
Red Eagle (Kordes)
White Naomi! (Schreurs)
Heaven! (Schreurs)
Grand Prix (Dümmen Orange) / Lucky Red (Kordes)
Dolomiti (Dümmen Orange)
Belle Rose (Kordes)
RASSENAANBOD BLOEMEN NAAR AREAALGROOTTE IN NL
8 | KAS Rassenkeuze
Tekst Wendy Venhorst
Veredelen voor veel telers al lang geen hobby meer
Hoewel verschillende gerberatelers zich naast het telen van bloemen ook op de veredeling van nieuwe soorten richten,
blijkt dit geen nieuwe trend te zijn. Het aantal telers dat ook veredelt neemt de laatste jaren juist af. Vooral omdat de
veredeling veel tijd en geld kost. Daar staat tegenover dat degenen die zich er wel op richten, het vaak professioneel
aanpakken. Dit alles met één doel: je onderscheiden in de markt.
Holstein Flowers in De Lier teelt al sinds
1974 gerbera’s. Op 11 hectare worden
zowel groot bloemige gerbera’s (1,5
hectare) als mini gerbera’s (9,5 hectare)
geteeld. Sinds 1978 richt het bedrijf
zich ook op de veredeling. “Eerst heel
amateuristisch, maar inmiddels zijn we
redelijk professioneel bezig”, vertelt
Willem van Holstein, die samen met zijn
drie broers en twee neven aan het roer
staat van het familiebedrijf. Zo telt de
veredelings afdeling 2.500m2 en heeft
het bedrijf een eigen laboratorium en
houdbaarheids ruimte. Hierdoor blijven
de lijnen kort, kan het bedrijf makkelijk
inspelen op vragen vanuit de markt
en worden kosten bespaard. Doel
van de veredeling is het ontwikkelen
van unieke rassen. “We willen een
sortiment dat een ander niet heeft.
Als je allemaal dezelfde soorten
teelt, wordt het een prijs kwestie. Dat
gebeurt toch al te veel.”
Het bedrijf ontwikkelde onder andere
bolvormige mini’s en bracht ook
verschillende spriet vormige gerbera’s
op de markt. “We hebben best een
bijzonder sortiment specialties, maar
we zijn niet meer de enige. Iedereen
kijkt bij elkaar de kunst af.” Inmiddels
heeft Holstein Flowers zo’n 80 rassen,
waarbij 80 procent van eigen selectie
en veredeling komt. Ieder jaar zet het
bedrijf veel nieuwe soorten in; het
afgelopen jaar bleven er daar zo’n
twintig van over. Een deel daarvan
houdt Holstein zelf; het andere
deel wordt verhandeld. Hiervoor
ontvangt het bedrijf royalty’s. “We
proberen daarvan de veredeling
te betalen, maar dat lukt bij lange
na niet.” Holstein weet dat er niet
zoveel telers zijn die ook veredelen.
“De veredeling kost zoveel tijd en
kennis, dat doe je er niet even bij. Wij
hebben de hele keten in eigen hand
en zijn echt wel vergelijkbaar met de
‘echte’ veredelingsbedrijven. Er gaan
serieuze bedragen in om.” De teler
voegt daaraan toe dat ze op een heel
praktische manier veredelen. “Door
onze (markt) kennis en ervaring doen
we leuk mee. De kunst is dat je de
plant kunt lezen en de veredeling met
een praktisch oog kunt bekijken. Dat
zorgt ervoor dat wij goede resultaten
boeken.”
Professioneler
Ook LG Flowers, met vestigingen in
Pijnacker en Delfgauw, is al heel wat
jaartjes bezig met de veredeling van
gerbera’s. Het bedrijf teelt op 10
hectare zo’n 50 soorten mini gerbera’s
en richt zich sinds 1985 ook op de
veredeling. “In eerste instantie deden
we het erbij, maar vanaf 2000 werd
het steeds professioneler en groot
schaliger”, vertelt Ria Lansbergen.
Met de veredeling wil het bedrijf zich
vooral onderscheiden van collega
kwekers. “Voor 200 hectare gerbera
is eigenlijk geen ruimte in Nederland.
Wil je een goede prijs, moet je een
breed assortiment hebben. Daarnaast
bespaar je kosten omdat je geen
royalty’s hoeft af te dragen. Bovendien
heb je alles in eigen hand en weet
je wat je rassen doen wat betreft
productie en ziekte gevoeligheid.”
Om te ontdekken wat de consument
wil, zoekt LG Flowers de consument
regelmatig op. Zo heeft het bedrijf
op de Libelle Zomerweek gestaan
en mee gedaan aan Kom in de Kas.
“De inzichten die we daar krijgen,
helpen ons om keuzes te maken in
de veredeling. Zo hebben we vorig
jaar veel meer bijzondere soorten
gemaakt dan andere jaren. Waar we
de veredeling er eerst bij deden, willen
T +31 174 51 86 95 | E [email protected] | www.hollandcontracting.nl- Hoofdsponsor sinds 2010 -
KAS Rassenkeuze | 9
we ons nu echt onder scheiden door
bijzondere rassen. En dat lukt aardig.
Er komen dit jaar veel leuke soorten op
de markt. Ik word er heel vrolijk van;
het zijn toch wel kindjes van je!”
Zelf uitvinden
Joris van der Wilt van Van der Wilt
Gerbera’s in Mijdrecht ging als kleine
jongen al met z’n vader mee om een
nieuw assortiment uit te zoeken bij de
veredelaars. Hij raakte geïnspireerd
en wilde het zelf ook proberen. Toen
hij een jaar of zestien was, begon hij
met het kruisen van soorten. “Dat
bleek wel iets gecompliceerder dan ik
dacht. Het was echt een kwestie van
zelf uitvinden. Daar zijn jaren overheen
gegaan.” Van der Wilt herinnert zich
nog zijn eerste commerciële ras. “Dat
was Rocky, vernoemd naar onze hond.
Ik dacht dat het een gouden ras was,
maar dat viel tegen. Je eigen kinderen
zijn altijd het mooist; daar moet je
wel voor waken”, zegt hij lachend. Vijf
jaar geleden maakte Van der Wilt de
keuze om de veredeling serieus op te
pakken en een eigen assortiment te
creëren. “Je kunt niet altijd hobbymatig
bezig blijven.” Evenals zijn collega’s
wil hij zich daarmee onderscheiden.
“Voordeel is dat je de prijzen dan ook
zelf in de hand hebt.”
Op dit moment heeft het bedrijf vijf
eigen rassen. De teler heeft inmiddels
ervaren dat ze een nieuw ras het
best exclusief voor zichzelf kunnen
houden. “Dat levert meer op dan je
met royalty’s vangt. Bovendien creëer
je exclusiviteit. De handel moet naar
jou toekomen. Als je dan een aantal
interessante rassen hebt, nemen ze ook
de standaardrassen mee.”
Terugkijkend valt de veredeling volgens
Van der Wilt toch wel wat tegen. “Het
is een lang traject; je bent al snel drie
tot vier jaar verder. Je moet er echt wel
in geloven. Tegelijkertijd is het ook erg
leuk en als iedereen het doet, kun je je
ook niet meer onderscheiden.”
Van der Wilt vertelt dat hij onlangs
bij een benzinestation in Frankrijk
boeketten met zijn eigen ras Rambo
zag staan. “Dan voel je toch wel
een bepaalde trots. En dat is nu
net de sport. Als je tussen de grote
jongens een soort vindt die andere
kwekers interessant vinden, voel je
je onwijs vereerd. Iedere keer als ik
bij een veredelaar ben, krijg ik een
nieuwe boost. Omdat ik dan rassen
zie waarvan ik denk: dat moet beter
kunnen. Dat bedoel ik niet arrogant,
maar het is een extra motivatie om
door te zetten!”
Voordeel
Florist Holland is al veertig jaar een
belangrijke speler op het gebied van
de vermeerdering en veredeling van
de gerbera voor zowel de snijbloemen
als potplantenteelt. In de 5.000 m2
tellende showkas, die jaarlijks zo’n
2.000 bezoekers telt, kunnen telers hun
keuze maken.
Melchior Moen, algemeen directeur
van Florist, geeft aan dat het bedrijf
met alle genoemde gerberatelers
samenwerkt en voor hen de rassen
naar het buitenland verhandelt. “Dat
is voor beide een voordeel. Zij kunnen
gebruikmaken van ons wereldwijde
netwerk, terwijl wij een breder
assortiment kunnen aanbieden.”
Florist veredelt om nieuwe kleuren en
vormen te krijgen, maar bijvoorbeeld
ook om soorten ziekteresistent te
maken of een hogere productie te
realiseren. Gemiddeld brengt het
bedrijf per jaar 25 tot 30 nieuwe
variëteiten op de markt, zowel
grootbloemige gerbera’s als mini’s.
De afzet gaat naar meer dan
honderd landen, wat betekent dat
het bedrijf rekening moet houden
met klimaatverschillen. “Onze rassen
worden in zeven klimaatzones getest.”
En dat is volgens Moen ook het
verschil met telers die veredelen. “Zij
blijven voor hun afzet dichter bij huis,
terwijl wij meer kijken naar genetica
voor de wereldmarkt.” Daarnaast is
de teler die veredelt volgens hem
meer geïnteresseerd in iets unieks en
exclusiefs. “Zij zijn meer op zoek naar
echte noviteiten zoals een spider of
een bloem met twee kleuren. Wij kijken
meer naar het grotere geheel en zijn
bijvoorbeeld op zoek naar een goede
witte of rode bloem.”
Dat telers zich ook op de veredeling
richten, komt volgens Moen omdat
ze minder afhankelijk willen zijn van
de klok. Hierdoor kunnen ze betere
prijzen realiseren. “Dat gaat makkelijker
met exclusieve soorten die in minder
grote aantallen beschikbaar zijn.” Maar
ook de directeur merkt dat het aantal
telers dat veredelt de laatste tien jaar
is afgenomen. “Wel zijn degenen
die het doen steeds professioneler
geworden. Ze zijn bijna niet meer
van echte veredelingsbedrijven te
onderscheiden. Het hobbyisme is er
wel vanaf!”
+31(0)318 525 888 | www.empas.nl | [email protected] ons!
Nederlands vakmanschap voor iedere tuinder
Horticultural Spraying Solutions
10 | KAS Rassenkeuze
“Merlice is marktleider in dit segment.”
Het segment snacktomaat groeit het
laatste jaar opvallend. Ben Zwinkels,
crop coördinator Rijk Zwaan, vertaalt
de ontwikkeling in de tomaten teelt
in de trend dat tomatenbedrijven
steeds vaker kiezen óf voor kilo’s
(kostprijs) óf voor smaak. “Kostprijs
gedreven segmenten, zoals trostomaat
grof, zijn ingegeven door de slechte
prijzen van de afgelopen jaren”,
weet hij. “In Nederland zien telers
zich genoodzaakt om die kant op te
gaan om de concurrentie druk vanuit
het buiten land te kunnen weerstaan.
Daarnaast kiezen andere telers juist
voor smaak en snack tomaat. Deze
trend, kostprijs gedreven versus
smaak gedreven, doet zich eigenlijk
in alle segmenten voor, ook in de
losse tomaat.” Omdat de uitbetaal
prijzen van tomaten in het buiten land
veelal gemiddeld hoger liggen dan
die in Nederland, ziet Zwinkels wel
dat tomaten telers in de rest van de
EU en buiten de EU iets minder kiezen
voor kost prijs gedreven rassen. “Waar
de afzetmarkt er in het buiten land
hetzelfde uitziet als in Nederland,
bijvoorbeeld in Polen, zien we
dezelfde prioriteiten in rassen keuze
als in Nederland. In de UK telen de
meeste tomaten bedrijven meerdere
Exponentiële groei voor snacksegment
segmenten omdat zij veelal vaste
afspraken met de retail afsluiten.”
De opkomst van het snacksegment
gaat vreselijk rap, zo ziet ook
Zwinkels: “Het tweede grootste ras
dat in de Benelux wordt geteeld,
is een snacktomaat.” Endhoven
geeft aan dat vooral dit jaar het
segment snacktomaat exponentieel
is gegroeid. Hij geeft aan dat er in
2016 zo’n 110 hectare van stond in
de Benelux. “Dit jaar is dat gegroeid
naar zo’n 170 hectare.” Dit komt
doordat deze tomaatjes in landen
in Westen ook OostEuropa steeds
populairder worden. Rijk Zwaan ziet
bij snacktomaten wel een verandering
optreden. Zwinkels: “Dit segment
was altijd erg smaak gedreven, maar
nu zie je dat ook hier productie
belangrijker wordt. Immers bij zo veel
productie gaat de middenprijs omlaag
en dan worden productieve rassen
belangrijker.” Het ras Sweetelle is in de
snacktomaat veruit het belangrijkste
ras. Endhoven schat dat dit ras 80
procent van de markt heeft.
Troscherrypruimtomaat
Het segment trostomaat fijn is vrij
klein in de Benelux, zo’n 30 hectare,
aldus Endhoven. Zwinkels verwacht
dat dit segment afneemt. “Maar zolang
supermarkten er naar blijven vragen
en zij er een redelijke prijs voor geven,
zal dit segment niet verdwijnen.”
Endhoven signaleert dat er ook groei
zit in het segment troscherrypruim
tomaat (ookwel cocktail pruim tomaat
genoemd). “Vier jaar geleden was dit in
de Benelux nog geen groot segment,
nu staat er ongeveer 130 hectare van.
Dit jaar liet het areaal hiervan ongeveer
10 procent groei zien ten opzichte van
2016.” Ook groeit volgens hem het
segment tros cherrytomaat. Stabiel
zijn de segmenten cocktail tomaat en
tros tomaat grof, aldus Endhoven. In het
segment losse tomaat heeft volgens
hem het belangrijkste ras Arvento in
een jaar tijd veel areaal verloren aan
E1124 en Axy en Merlice los. “Vorig jaar
was Arvento de leider in dit segment en
nu is deze positie overgenomen door
E1124”, weet Endhoven.
Belicht
Doordat de tomatenbedrijven steeds
groter worden en zij daarop ook
bepaalde investeringen doen, zoals
bepaalde sorteer en verpakkings
machines, zullen telers niet snel voor
een ander segment kiezen. De keuze
voor een bepaald ras is afhankelijk van
vele factoren. Zo is het hebben van
belichting een belangrijk item om een
bepaald ras te kiezen. En steeds meer
telers kiezen voor belichting. Enhoven
daarover: “De belichte teelt groeit elk
jaar met ongeveer 10 procent, dit jaar
steeg het met 20 procent.” Ongeveer
eenderde van het areaal tomaat in de
Benelux wordt momenteelt belicht.
De vraag vanuit de handel is natuurlijk
ook een belangrijk aspect voor een
teler(svereniging) voor de keuze van
een ras. Maar ook de mogelijkheden
die een teler heeft met zijn kas, zoals
kas opstanden (kort ras) tellen mee.
Zwinkels: “Ook de banken kunnen het
telen van bepaalde rassen adviseren.
In de periode dat het slecht ging in
de sector zag je dat soms. Nu de
laatste 1,5 jaar de prijzen beter zijn,
zie je dit minder.” Enhoven geeft
aan dat tomaten telers per segment
bepaalde raseigen schappen willen.
“In het segment tros grof zijn dat kilo’s
voor een zo laag mogelijke prijs (dus
weinig arbeids en energiekosten) en
resistenties. Bij de andere segmenten
spelen smaak, onderscheidend
vermogen ten opzichte van de rest
en presentatie van het product
(zoals uniforme trossen en goede
houdbaarheid van de groene delen) een
voorname rol.”
VEREDELAAR
Zo’n tien jaar geleden werd het segment trostomaat midden verreweg het meest geteeld in Nederland. Inmiddels is
trostomaat grof verreweg het grootst en dit beslaat ongeveer een kwart van het areaal tomaten dat wordt geteeld in de
Benelux, zegt Jack Endhoven, Account Manager West bij De Ruiter/Monsanto.
Tekst Ellis Langen
KAS Rassenkeuze | 11
NAAM JOHN DE JONGBEDRIJF MAATSCHAP DE JONG-FRANKE IN ’S GRAVENZANDETEELT GROVE TROSTOMAATRAS MERLICE (DE RUITER/MONSANTO)
Op basis van welke factoren bepaalt
u de keuze voor een ras?
“Kwaliteit en kilo’s zijn de belangrijkste
factoren en dan met name ook de
combinatie van die twee. Voor kwaliteit
geldt dat de tomaten het hele jaar
door van goede kwaliteit moeten zijn
en dan bedoel ik klasse I. Als er een ras
op de markt komt met een hele goede
kwaliteit, maar dit ras geeft 5 kilo
minder, dan ga ik het toch niet zetten.
Aantal kilo’s en kwaliteit moeten dus
op een bepaalde manier met elkaar
in evenwicht zijn. Merlice zit zeker in
de top van de producerende rassen.
Ik zou alleen over stappen als er een
ras is met een super kwaliteit en die
maar een heel klein beetje minder
productie geeft. Met Merlice haal ik
in principe het hele jaar door klasse I.
Je hebt altijd wel een weekje dat de
kwaliteit wat minder is, maar dat mag
geen paar maanden per jaar zijn. Dat is
niet acceptabel. Ik teel Merlice nu voor
het derde jaar en eigenlijk is het een
superras. Naast kwaliteit en productie
spelen ook andere factoren mee, zoals
gevoeligheid voor ziekten, gemiddeld
vrucht gewicht en lage arbeids kosten.
Verder moet een ras het zowel belicht
als onbelicht goed doen. Merlice doet
dat.”
In hoeverre bent/voelt u zich
verbonden met een bepaalde
veredelaar?
“Ik heb een demokas voor De Ruiter/
Monsanto waar ik verschillende rassen
voor hen in test. Maar dat doe ik dit
jaar voor het laatst. Maar gebonden
aan een veredelaar ben ik zeker niet.
Als er een beter ras komt, zal ik dat
nieuwe ras ook al is het van een andere
veredelaar, zetten. Ik kies dus niet voor
een veredelaar, maar voor het beste
ras. Ik teel al 20 jaar en heb al een paar
veredelaars gehad.”
Welke service/ondersteuning
verwacht u van een veredelaar?
“Zelf heb je vooral te maken met de
accountmanager van een veredelaar.
Deze accountmanager moet luisteren
naar wat telers zeggen over een
bepaald ras en dit doorspelen naar de
veredelaars binnen zijn bedrijf. Zo moet
hij bijvoorbeeld wensen vanuit de telers
doorspelen. Bijvoorbeeld de vraag of
veredelaars bepaalde eigenschappen
kunnen inkruisen. Die vragen kunnen
per seizoen of jaar verschillen. Het ene
jaar heb je namelijk ergens last van en
het andere jaar helemaal niet en speelt
er weer iets anders op. De natuur is
toch elk jaar anders. Ik heb ook best
veel contact met de accountmanager,
zowel telefonisch als bedrijfsbezoeken.
Gemiddeld denk ik een keer in de
maand. Het contact is vooral belangrijk
als er wat speelt, er problemen zijn, dan
wil je zaken kunnen overleggen.”
Laat u zich (extern) adviseren over de
rassenkeuze, zo ja door wie?
“Ja, onder andere door de account
manager van de veredelaar. Ook
collegatelers zijn een belangrijke
informatie bron voor mij. Ik ga ook elk
jaar een paar keer per jaar de open
dagen van de zaad huizen af. Daar
lichten ze zaken over hun rassen toe
en je krijgt een goed beeld van de
groei van de rassen. Het is eigenlijk
elk jaar weer alles goed op een rijtje
zetten en dan goed over wegen welk
ras ik ga kiezen. Als ik denk aan een
nieuw ras, test ik dat eerst ook altijd in
een kap of kleiner in een pad. Dan zie
en ervaar ik zelf hoe dit ras het doet.
Het ene jaar test ik een ander ras, het
andere jaar niet. Dit jaar heb ik geen
test staan. Ook collegatelers testen
rassen. Met hen kun je je bevindingen
bespreken. Die openheid met collega
telers hierover vind ik heel waardevol. Ik
ga niet van het ene jaar zo over op een
ander ras, zo ben ik niet.”
Gaan de ontwikkeling van nieuwe
rassen in uw gewas/segment volgens
u hard genoeg?
“Ja, wat is hard genoeg. Je wilt gewoon
altijd meer en een betere kwaliteit.
Maar als een veredelaar er niet meer
uit kan halen, dan houdt het op. Het
is tot nu toe moeilijk gebleken om
het ras Merlice te overtreffen. Er zijn
momenteel wel een paar rassen die er
qua kwaliteit en productie tegenaan
leunen. Maar je weet nooit wat de
veredeling gaat doen. Misschien zijn
er over twee jaar weer een paar veel
betere rassen te verkrijgen.”
TELER
12 | KAS Rassenkeuze
Koop zegt dat er in Nederland 3 tot 5
hectare specialties staat, wereldwijd
zo’n 25 hectare. De afgelopen jaar is er
telkens iets afgesnoept van het areaal
groot bloemige gerbera’s, vertelt Martin
van der Mei, teeltvoorlichter bij Flori
Consult Group. Die krimp is nu wel
gestopt en de ongeveer 51 hectare
groot bloemigen vormen nu een stabiele
bodem. Hij schat in dat er zo’n 140
hectare germini’s staat. De bedrijven
telen vaak óf alleen mini’s óf alleen
groot bloemigen. “Die specialisatie is
een bewuste keuze omdat kwekers een
bepaald markt segment bedienen, maar
is bijvoorbeeld ook nodig om als bedrijf
kosten efficiënt te kunnen produceren.”
Zo’n 10 procent van de bedrijven teelt
zowel mini’s als grootbloemigen.
Divers assortiment
Hoeveel rassen er op een bedrijf staan,
is heel verschillend. Je hebt bedrijven,
bijvoorbeeld de kwekers van Colours
of Nature, die slechts een paar rassen
telen op een paar hectare. Maar er is
ook een bedrijf dat relatief klein is en
wel 60 rassen kweekt. De mate van
variatie in rassen hangt samen met of
een kweker produceert voor de retail óf
voor de detail handel en bloemist. Van
der Mei: “Sommigen hebben de keuze
daarin nog niet in gemaakt, al zeg ik niet
‘Minder vatbare rassen op de markt’
dat dat noodzakelijk is.” Willem van
den Berg van veredelaar Schreurs ziet
de trend dat vooral kwekers die mini’s
kweken voor de detailhandel en de
bloemist, voor een steeds meer divers
assortiment kiezen. “Zij telen duidelijk
meer rassen in kleinere vakken. Bij de
kwekers van grootbloemigen zie je dit
ook een beetje gebeuren.” Robin van
der Meer, vertegenwoordiger bij Florist
Holland, geeft aan dat er de afgelopen
jaren een duidelijke verschuiving is
geweest van veilingverkoop naar
directe handel. “Kwekers willen zich
kunnen onderscheiden en exporteurs
hebben behoefte aan een onestop
shop. Dit resulteert in een breder
assortiment, waarbij er naast meer
kleuren in mini’s en grootbloemigen
ook meer specialties als pomponi en
spiders bijkomen.” Daarnaast ziet hij
een trend van de optimalisatie van
verlichting op kwekerijen. Dit zorgt
ervoor dat kwekers zelfs in de winter
periode zomer kwaliteit kunnen leveren.
“Het verhogen van de belichtings
capaciteit heeft een positieve invloed
op kwaliteit maar ook op de productie.
Er is sprake van productietoename bij
een gelijkblijvend areaal.”
Buffer met rassen
De gerberarassen worden voor
minimaal drie jaar gepoot. Van der Mei:
“Heel soms gebeurt het dat een kweker
een ras er na één jaar al uit haalt en
deze ruilt voor een nieuw ras. Maar dat
gebeurt alleen als de teelt tegenvalt
of de markt.” Volgens Koop poten de
kwekers als ze een ras weghalen die
meestal ook weer terug of tenminste
dezelfde kleur. Koop: “De kwekers
hebben een ‘buffer met rassen’ waar
zij hun standaardinkomen uit halen.”
Gemiddeld vervangt een gerberakweker
per jaar ongeveer een derde van zijn
gewas in de kas. Dit gebeurt in het
voorjaar. Switchen naar een ander ras
is niet heel risicovol omdat een kweker
vaak veel rassen heeft staan. Van der Mei
denkt dat er elk jaar zo tussen de 30 en
40 nieuwe rassen op de markt komen.
“Maar die pakken telkens hooguit 2
procent tot 3 procent van het totale
areaal.”
Volgens hem hebben gerberakwekers
een grote wens in de veredeling van
nieuwe rassen. “Ze zien graag dat er
rassen veredeld worden die resistent zijn
tegen meeldauw. De reden hiervan is dat
chemische bestrijding tegen meeldauw
veel impact heeft op de balans tussen
natuurlijke vijanden en plaaginsecten.”
Van den Berg van Schreurs geeft aan
dat minder vatbare rassen voor onder
andere meeldauw, maar ook voor
trips, zeker de aandacht krijgt in hun
veredelings programma. “We letten er
bij de selectie op in hoeverre rassen bij
een lage temperatuur goed te telen zijn.
Want als je minder hoeft te stoken, heb
je ook minder kans op ziekten en plagen.
Zo hopen we met minder vatbare rassen
op de markt te komen. Maar echt
meeldauw resistente rassen vinden, vergt
een langere adem. Misschien dat we
over 4 tot 6 jaar zo ver zijn.”
Zelf veredelen
Binnen de gerbera is ook de kleine
trend te zien dat kwekers zelf meer
gaan veredelen. Twee grotere gerbera
kwekerijen, LG Flowers en Holstein
Flowers, doen dat al jaren en ook Van
der Wilt is er al een paar jaar mee bezig.
“Daarnaast zijn er nog 3 of 4 kwekers die
nu toch wel uit de ‘hobbymatige hoek’
komen met hun eigen veredeling”, zo
weet Van der Mei. Ze doen dit om met
een eigen ras onder scheidend te kunnen
zijn. Hij ziet ook de ontwikkeling dat
veredelaars hun rassen steeds meer op
praktijk bedrijven uit testen eer ze een ras
op de markt zetten. “Het komt namelijk
nog wel eens voor dat de rassen het
goed doen bij de veredelaar, maar ze het
op grotere schaal bij een kweker laten
afweten.”
VEREDELAAR
“De grootste rassen zijn al jaren achtereen dezelfde”, zo vertelt Jim Koop, productmanager gerbera bij Dümmen Orange
over de top 3 in de germini’s en grootbloemigen. Veel kwekers kweken deze ook. Uit de jaarlijkse marktinventarisatie van
oktober 2016 van veredelaar Schreurs blijkt dat de leidende kleuren bij zowel de mini’s als de grootbloemigen roze, oranje,
rood, paars en geel zijn. Een gerberakweker heeft zo’n 80 procent staan met deze standaardkleuren, pastelkleuren zijn
een niche. Gerbera’s met een zwart hart worden het meest geteeld (76 procent), de rest van de gerbera’s heeft een groen
hart, zo toont de inventarisatie. Kwekers hebben vaak beide harttypen om klanten te voorzien.
Tekst Jacco Strating
NAAM RUUD BATISTBEDRIJF BATIST IN MAASDIJKTEELT GERMINIRAS ‘N SYNC (DÜMMEN ORANGE)
Welke factoren bepalen uw
rassenkeuze?
“Engeland is voor ons als telers
vereniging Colours of Nature de
belangrijkste markt. De smaak van
de Engelse consument speelt dus
een belangrijke rol bij de keuze van
de rassen. Daarnaast houden we er
rekening mee dat we leveren aan de
super markt. We zoeken dus rassen met
een hoge productie en een lage kost
prijs; zo´n zevenhonderd stelen per vier
kante meter per jaar is het minimum.
Verder is uiteraard het vaas leven
belangrijk; de consument moet er nog
minimaal een week plezier van kunnen
hebben. Het moeten dus rassen zijn
die niet gevoelig zijn voor bijvoorbeeld
botrytis.”
Veranderen die factoren in de loop
der tijd?
“We reageren op veranderingen in
de markt. Engeland zoekt het wat
meer in de lichte kleuren dan de rest
van Europa en daar spelen we dus op
in. Daarom telen we vrij veel roze en
cerise. Momenteel zien we de vraag
wat meer verschuiven richting crème,
groenwit en abrikoos en daar houden
we rekening mee. Maar het is ook
weer niet zo dat we met elke mode gril
meegaan, we testen een interessant
soort altijd eerst anderhalf tot twee jaar
uit.”
Voelt u zich verbonden aan een
bepaalde veredelaar?
“In principe niet. Er zijn drie veredelaars
van germini in Nederland en we hebben
een goede band met alle drie. Wat
ik belangrijk vind, is de garantie op
de planten en die is inmiddels overal
hetzelfde. Daarna hangt het puur af van
de rassen die ze te bieden hebben. We
telen als Colours of Nature een dertigtal
verschillende variëteiten, verdeeld
over acht locaties met in totaal zo´n
32 hectare glas. Elke teler heeft dus
een behoorlijke hoeveel heid staan van
elke variëteit en kan zich daar goed op
focussen, in plaats van nood gedwongen
tien verschillende rassen te telen.”
Wat is belangrijk in de relatie met een
veredelaar?
“Het is prettig als een veredelaar zich in
onze markt verdiept en begrijpt wat wij
zoeken. Met een nieuw en heel speciaal
ras dat weinig produceert, hoeven ze
bij ons niet aan te kloppen, dat is meer
iets voor een nichemarkt waar niet elke
cent telt. Maar stel dat ze een goed
productief ras hebben dat een echte
verbetering is van onze bestaande
rassen, dan gaan we er vanuit dat we
het horen. We telen van alle kleuren die
belangrijk zijn voor onze markt zowel
een ras met een groen hart als eentje
met een zwart hart. Op het moment
dat een veredelaar aanklopt met een
ras dat beter is dan het bestaande,
gaan we dat zeker onderzoeken.”
Welke ondersteuning verwacht u
van een veredelaar?
“Ik verwacht een goede teel
begeleiding. Zij kennen het ras van
binnen en van buiten en dat kan net
het verschil maken, vooral bij nieuwe
rassen. Ik verwacht ook dat ze eerlijk
zijn over nieuwe rassen. Of ze dat ook
zijn? Ja hoor, dat gevoel heb ik wel.
Maar het heeft ook niet zoveel zin om
de zaken mooier voor te stellen dan ze
zijn, want daar komen we vanzelf achter
in de testfase. Je moet elkaar niet voor
de gek houden, een verkeerde rassen
keuze is een dure investering.”
Speelt de relatie met de veredelaar
een rol bij de rassenkeuze?
“Dat speelt zeker mee. Je moet
vertrouwen kunnen hebben in een
veredelaar, weten wat je aan elkaar
hebt. Of het ook belangrijk is dat je
gezellig een biertje kunt drinken met
elkaar? Nee, eigenlijk niet. Dat is leuk,
maar zakelijk gezien bijzaak.”
Laat u zich adviseren over de
rassenkeuze?
“Afgezien van door de veredelaar,
niet echt. Onze klanten hebben ook
geen invloed op de rassenkeuze. De
markt bepaalt de kleur, maar wij als
telers het ras. Wel bespreken we met
onze klanten de verhouding tussen de
volumes van bepaalde kleuren, zodat
we wat hoeveelheden betreft in de
goede richting zitten. Daarin kan in de
loop der tijd wel eens het een en ander
veranderen.”
Gaat de ontwikkeling van nieuwe
rassen hard genoeg?
“Ik denk dat het redelijkerwijs niet
sneller kan, dus ja, het gaat mij snel
genoeg. Veredelaars moeten de tijd
krijgen om de rassen goed te testen.
Waar wij nog op wachten? Een mooie
blauwe of groene germini, haha,
maar dat zal moeilijk worden, want
die kleuren zitten er van nature niet
in. Maar even serieus: een simpel te
telen rode met een hoge productie,
dus zonder een al te lange gebruiks
aanwijzing voor wat betreft klimaat
en gewasbescherming, die zou zeer
welkom zijn. Net als een witte die ook
echt wit blijft en waar je niet elke kleine
afwijking op ziet.”
Waarom heeft u onlangs gekozen
voor het ras ´N Sync van Dümmen
Orange?
“Dit is een goede vervanger van
het ras dat we voorheen gebruikten
als roze met zwart hart. We hebben
hem nu voor het eerst in productie,
nadat we hem bijna twee jaar hebben
uitgetest. Veel eigenschappen zijn
gelijk aan die van het vorige ras, maar
´N Sync heeft een hogere productie
en ook een iets betere kwaliteit en
houdbaarheid. Dat zijn bij ons precies
de eigenschappen waar het om
draait.”
TELERTekst Bernadette Hoefsloot
Komkommerteler Ad Verhoeven voelde zich tien jaar geleden voor een keuze staan:
schaalvergroting of specialisatie. Inspelend op de trend van gezond snacken, besloot hij
zijn bedrijf stap voor stap in te gaan richten voor de snackkomkommer. Niet alleen zijn
teeltplan, zijn hele denkwijze moest daardoor veranderen. Jaarrond topkwaliteit leveren
werd het doel. Met innovatie in teelt, marketing en technologie weet hij dit te bereiken.
Korte lijnen blijven hierbij essentieel. Door direct en open samen te werken met veredelaars
en afnemers, ziet hij voor de snackkomkommer een mooie toekomst.
Het is Ads ambitie om consumenten 52 weken per jaar dezelfde hoge kwaliteit
snackkomkommers te kunnen bieden. Rijk Zwaan, wereldwijde speler in groenteveredeling,
deelt die ambitie. Samen werken we aan een gezonde toekomst.
Lees meer hierover op rijkzwaan.com
Wij delen Ads keuze om de consument centraal te zetten
449514RZW_advertentie_NL_Ad_A3S.indd 1 22-05-17 14:59
KAS Rassenkeuze | 15
Verschuiving naar Santini
Het grootste deel van alle chrysanten
die in Nederland worden geteeld, valt
onder de segmenten pluis en tros. Maar
waar het aandeel pluis volgens Bas van
Mourik van Dekker Chrysanten daalt en
tros stabiel is, ziet hij juist structurele
groei voor Santini. “Vooral de laatste
drie jaar heeft er een verschuiving
plaatsgevonden van pluis naar tros
en van tros naar Santini. Dit vanwege
het feit dat de concurrentiepositie
van Santini ten opzichte van andere
snijbloemen in het boeket erg sterk
is.” De kleuren wit en geel zijn veruit
de meest verkochte kleuren en die
markt wordt met name door een
aantal bestaande rassen gedomineerd.
“Maar uiteraard zoeken we altijd
naar verbeteringen met een goede
houdbaarheid, transporteerbaarheid en
mooie stevige bloemen”, zegt Begovic
namens Deliflor, die aangeeft dat het bij
de ontwikkeling van een chrysantenras
vooral draait om goede teelttechnische
en kwalitatieve eigenschappen. “Die
zaken zijn altijd belangrijk voor een ras.
Daarnaast kijken wij ook altijd naar de
marktpotentie van een ras, halen we
marktinformatie binnen en we houden
nauw contact met de exportbedrijven
en groothandels en bloemisten in de
diverse afzetlanden. Ook bij de keuze
die een teler maakt, zijn deze factoren
van groot belang.”
Jim Koop van Dümmen Orange
signaleert juist dat de bestaande
rassen over het algemeen een lange
levensduur hebben van soms wel
meer dan tien jaar. “Kwekers switchen
in mijn optiek niet heel makkelijk of
kiezen veelal voor de bekende rassen.
Dit komt onder andere doordat de
verschillen klein zijn en de naam van
een ras vaak belangrijk is in de markt.
Dat betekent niet dat er helemaal geen
nieuwe rassen worden opgenomen,
maar vaak duurt het al snel twee jaar
tot een ras zijn naam heeft kunnen
vestigen.” Zaken die volgens Koop het
verschil kunnen maken, zijn uniformiteit,
snelle reactietijd, goed gewicht, lange
houdbaarheid, eventueel verfbaarheid
en de geschiktheid voor transport.
“De meeste veredelaars richten zich
daarnaast vooral op resistenties en
rassen met minimale behoefte aan
bestrijding, ook omdat de markt dit
steeds meer eist. Ik verwacht dat de
belangrijkste vernieuwing de komende
jaren hierin zal zitten.”
Hoewel ook kostprijs een belangrijk
issue is en blijft, noemt Van Mourik
nadrukkelijk de houdbaarheid als
voorname voorwaarde voor een goed
ras. “Net als uniformiteit en teeltduur
voor een teler van grote waarde zijn.
Bovendien is er ruimte voor verbreding
in bloemtypen.” Vernieuwing wordt
volgens hem structureel gezocht
binnen Dekker Chrysanten. “De lat
licht erg hoog. Wij hanteren strenge
eisen voor teelttechnische aspecten en
ketengeschiktheid van de producten. In
pluizers zien we vernieuwing door
middel van verbreding in type en
kleuren. Tevens zijn daar verbeteringen
mogelijk op gebied van teelt. Hogere
uniformiteit en sterke houdbaarheid
zorgen eveneens voor verbreding.
In Tros zoekt Dekker Chrysanten
voornamelijk naar verbeteringen ten
opzicht van huidige rassen. “Maar
binnen het Santini is echt ruimte
voor vernieuwing. In 2016 zagen
we het aanbod van Santini Pompon
verdubbelen. En Madiba wordt zelfs
niet als vernieuwende chrysant gezien,
maar als een apart product.”
Rendement voor de teler
Als het gaat om een trouwe relatie
van telers richting een veredelaar, wil
Lejla Begovic niet namens de telers
spreken. “De wijze waarop een kweker
met een veredelaar is verbonden, zal
namelijk per geval verschillen. Maar
het uitgiftebeleid van Deliflor is erop
gericht om aantallen in de markt te
zetten waarmee zo goed mogelijk aan
de vraag kan worden voldaan. We
willen graag rassen in de markt hebben
die voor alle partijen in de keten
rendement kunnen opleveren.”
Van Mourik is het daarmee eens.
Ook Dekker Chrysanten wil haar
klanten optimaal laten renderen.
Het bedrijf tracht het uitgiftebeleid
daarop aan te passen. “We doen dat
door de prestaties van onze rassen
in de keten structureel te evalueren,
zodat we waar nodig aanpassingen
kunnen doen.” Van Mourik is van
mening dat een goede onderlinge
relatie tussen teler en veredelaar wel
belangrijk is. “Meerwaarde creëren
voor je klant kan door middel van de
juiste ondersteuning op gebied van
teelt en promotie van rassen in de
keten. Daarnaast is het waarborgen
van stekkwaliteit een kritische prestatie
indicator. Vaak hebben kwekers een
bepaalde ervaring of historie van
telen met een bepaald bloemtype of
segment. Echter, uiteindelijk bepaalt
het rendement van de rassen toch
grotendeels de keuze.”
In het buitenland is dat een ander
verhaal, merkt Jim Koop op. “Daar
waar in Nederland alles in een volledig
gecontroleerd klimaat wordt geteeld,
is dit niet het geval in de andere
grote markten als Colombia en Azië.
Hier heeft men vaak geen moderne
kas nodig om goed te kunnen telen,
waardoor er behoefte is aan rassen
met ander soort eigenschappen. Denk
aan hitte/koudebestendigheid en
roestresistentie. Ook is uniformiteit
in het buitenland minder belangrijk,
waardoor de keuze vaak op andere
rassen valt. Maar als Dümmen Orange
hanteren wij een relatief streng
uitgiftebeleid, gebaseerd op onze
inschattingen van de mogelijkheden
van bepaalde segmenten binnen de
markt. En aan dat beleid houden wij
gedisciplineerd vast.”
‘Structurele groei voor Santini’Niets zo veranderlijk als het rassenlandschap in de chrysantenteelt. Volgens Lejla Begovic van Deliflor Chrysanten is
de chrysant één van de meest veelzijdige bloemen in de markt. “Naast vele kleuren, zijn er ook diverse bloemvormen
beschikbaar. Deliflor introduceert zo’n vijftien tot twintig nieuwe rassen per jaar die zich onderscheiden op het
gebied van teelt, kwaliteit en uiterlijke kenmerken. Zo hebben wij bijvoorbeeld enkele rassen in de markt die unieke
kleurcombinaties bevatten. Unieke rassen zorgen voor een verbreding van het assortiment.”
Tekst Jacco Strating
VEREDELAAR
16 | KAS Rassenkeuze
Automatisering
Het areaal hogedraadteelt groeit
nog steeds ten koste van het areaal
traditionele teelt. Volgens Paul van
Dijck, cropsalesmanager Enza Zaden,
is het areaal hogedraad teelt dit jaar
20 procent gegroeid ten opzichte van
2016. “Nu is ongeveer een derde van het
totale areaal komkommer in Nederland
hogedraadteelt.” Volgens hem is het
areaal hoge draad teelt dit jaar met 40
tot 45 hectare toegenomen en daarmee
komt het uit op 180 hectare. De crop
coördinator van Rijk Zwaan, schat dat
in de verre toekomst er alleen maar
komkommer teelten aan de hogedraad
zullen zijn. “Maar het zal niet zo zijn dat
binnen drie jaar de meerderheid van de
komkommer telers een hogedraadteelt
heeft.” De snelheid waarmee deze
trend naar hogedraadteelt doorzet, is
afhankelijk van in hoeverre komkommer
telers verdienen en ze dus kunnen
investeren. Verder zijn factoren als
verbetering van rassen voor de
hogedraad teelt, de mate waarin
automatisering in de arbeid doorzet en
het overwinnen van de problemen met
pythium en komkommerbontvirus, ook
bepalend.
Bij rassenkeuze letten de telers naast
productie, volgens de zaadfirma’s
‘Meer diversificatie in komkommertypes’
steeds meer op de kwaliteit van de
vruchten. Van Koppen: “Vanwege het
inkrimpende gewas beschermings
middelen pakket wordt ook steeds meer
op ziekte gevoeligheid gelet en wordt
een sterk wortel gestel belangrijker.”
Wat betreft rassen, is Lausanna van
Rijk Zwaan dit jaar in populariteit
gegroeid. Van Koppen: “Dit ras is voor
in de zomer en voor in de herfst. Het
ras heeft het ook goed gedaan in de
tweede planting van de hogedraad
teelt”, zo weet hij. Het ras is sterk tegen
komkommer bont virus en heeft een
sterk wortel gestel. Dat zijn belangrijke
zeker heden voor telers. “Het ras is
een blijver”, stelt hij. Wel geeft hij ook
min punten aan van dit ras. “Zo is het
ras bijvoorbeeld in vergelijking met
de rassen van Bayer Nunhems Zaden
niet zo compact.” Van Dijck erkent
Lausanna als ‘runnerup’. Hij geeft
tevens aan dat Kurios wat betreft areaal
haar maximum wel heeft bereikt, maar
het ras is nog steeds medekoploper
in de zomer rassen. “We werken hard
aan een opvolger voor Kurios. Dat is
ons nummer E23L.2300.” Het unieke
van dit nummer is de combinatie van
meel dauw resistentie, minder gevoelig
voor Mycosphaerella en de groei
wijze; een snel planttype en een open
gewas. Van Dijck: “Voorheen ging
meeldauwresistentie ten koste van
productie en ook waren deze rassen
vaak gevoeliger voor Mycosphaerella.
Bij E23L.2300 is dit niet zo. Hij heeft
ook een groeiwijze als die van een
meeldauw vatbare plant en dat zijn we
niet gewend van meeldauw resistente
rassen.” Telers zijn het nummer nu aan
het testen. Deze zomer staat er 15
hectare van in Nederland, aldus Van
Dijck. “Als het deze zomer in de smaak
valt, kan het in de herfstteelt zo maar
eens groeien naar 50 hectare”, is zijn
voorspelling.
Snackkomkommers
Er is een lichte uitbreiding van het
areaal komkommers dat wordt belicht.
Van Koppen schat dit jaar het areaal
belichte komkommers op maximaal 30
hectare, Van Dijck heeft het over 40. De
belichting gebeurt met bovenbelichting
met hogedruk natrium lampen. Boven
en tussen belichting met leds worden
momenteel ontwikkeld en getest en het
zal nog moeten blijken in hoeverre leds
doorzet. Van Koppen: “Eén teler teelt
geheel met alleen tussenleds en één
teler van snack komkommer gaat binnen
kort op een deel van zijn bedrijf jaarrond
telen omdat het bedrijf investeert in
twee hectare bovenleds.” Het areaal
snack komkommer is overigens volgens
beiden zaadfirma’s al jarenlang vrij
stabiel en groeit lichtjes. Het hoofdras
is Quarto van Rijk Zwaan. Van Koppen
schat in dat er maximaal 13 hectare
van deze snackkomkommer van 40
45 gram staat. Van minikomkommer
(Picowell), die iets groter is dan de
snackkomkommer, namelijk 120 gram,
staat ongeveer 10 hectare in Nederland.
Rijk Zwaan ziet dat deze maat vooral
populair is bij mensen uit het midden
oosten. Zowel Rijk Zwaan als Enza
proberen diversificatie aan te brengen
in komkommertypes. Van Koppen: “We
voelen ons als marktleider geroepen
om vernieuwingen te zoeken en ermee
op de markt te komen.” Enza geeft aan
behoorlijk wat Katrina (minikomkommer)
aan Turkse telers in Nederland te
verkopen, aldus Van Dijck.
VEREDELAAR
Het areaal komkommer is de laatste twee jaar stabiel, maar kabbelde de vier jaar daarvoor elk jaar wat af. In 2013 was
er nog 630 hectare komkommers in Nederland, nu ligt dat op zo’n 570 hectare. Gunstig is dat de komkommerteelt
in landen rondom Nederland niet groeit, aldus Marcel van Koppen, Crop coördinator komkommer bij Rijk Zwaan. In
Duitsland bijvoorbeeld krimpt het areaal nog steeds. Hij ziet dat Duitse komkommertelers vanwege de slechte prijzen
nogal eens overstappen naar tomaten. “Hierdoor groeit de markt van komkommers vanuit Nederland naar Duitsland.”
Tekst Ellis Langen
KAS Rassenkeuze | 17
NAAM REMI VAN GEESTBEDRIJF GREEN-Y-LAND IN TINTETEELT KOMKOMMERRAS E23L.2300 (ENZA ZADEN)
Welke factoren bepalen uw
rassenkeuze?
“Het belangrijkst zijn houdbaarheid
en kwaliteit, voor ons in elk geval.
Productie telt uiteraard mee, maar
een grote oogst is niet zo interessant
als een flink deel van de komkommers
de eind streep niet haalt. Belangrijker
dan productie zijn ook weerbaar
heid tegen ziektes en aan tastingen.
Vooral mycosphearella, meel
dauw en pythium kunnen grote
problemen opleveren, die wil je liever
voorkomen. Verder willen we graag
een open gewas, vooral omdat het
gemakkelijker werkt en het daardoor
arbeid bespaart.”
Veranderen die factoren in de loop
der tijd?
“Dat kan. We hechten tegenwoordig
meer waarde aan de weerbaarheid van
de planten tegen aantastingen dan
vroeger, omdat we over steeds minder
gewas beschermings middelen kunnen
beschikken. Dat beïnvloedt dus de
rassen keuze. Verder veranderen de
keuze factoren eigenlijk niet. De vraag
van de consument? Die speelt in die
zin geen rol dat ze de verschillende
rassen niet van elkaar kunnen onder
scheiden. De keuze wordt al in een
eerder stadium gemaakt, in de
handel. Maar natuurlijk is de smaak
wel belangrijk. We zullen nooit een ras
telen waarvan de smaak niet goed is,
of die waterig is.”
Voelt u zich verbonden met een
bepaalde veredelaar?
“Nee, we kiezen puur op de
kwaliteiten van het ras. Er zijn in
Nederland drie of vier veredelaars
van komkommers. De vertegen
woordigers van de twee markt leiders
komen hier regelmatig even langs, de
andere nooit. Waarom, dat weet ik
ook niet. Niet dat dat voor ons nodig
is, je wilt ook weer niet dat ze de deur
platlopen bij je, we hebben al genoeg
aanloop.”
Wat is belangrijk in de relatie met
een veredelaar?
“Uiteraard de kwaliteit van de rassen,
maar ook de teelbegeleiding. De
teelt begeleiders kennen het ras door
en door en kunnen adviseren over de
aanpak en de teelt.”
Welke ondersteuning verwacht u van
een veredelaar?
“Naast een eerlijke voorlichting over
de rassen, toch vooral een goede
teeltvoorlichting. Zeker bij een nieuw
ras heb je die hard nodig. De teelt
begeleider kent het ras in het begin
beter dan jij.”
Speelt de relatie met de veredelaar
een rol bij de rassenkeuze?
“Nee, dat speelt geen rol. Het zou ook
niet goed zijn als dat wel zo was, het
draait uiteindelijk om het ras.”
Laat u zich adviseren over de
rassenkeuze?
“We beslissen zelf, onze telers
vereniging Van Nature houdt zich hier
niet mee bezig. Natuurlijk luisteren we
naar adviezen van anderen, zoals voor
lichters en teelbegeleiders. Als een ras
ons aan staat, testen we het altijd in
onze eigen kas, daar heb je uiteindelijk
het meeste aan. Vooral als je het niet
te kleinschalig doet. We planten van
een kanshebber altijd minstens twee
honderd planten, zo kunnen wij hem
goed beoordelen. Dit is een enorm
belangrijke fase in het traject. Daar
blijkt of het werkelijk een verbetering
is ten opzichte van het bestaande
ras. Vooral omdat we hem onder
dezelfde omstandigheden telen als het
bestaande ras.”
Gaat de ontwikkeling van nieuwe
rassen hard genoeg?
“Ja, de veredelaars zoeken
voortdurend naar verbetering en
regelmatig komt er ook een goede
vervanger uit van de huidige rassen.
Er is lang gezocht naar rassen die
minder gevoelig zijn voor meeldauw
en daar zijn inmiddels al goede
resultaten mee geboekt, zoals dus bij
het nummer E23L.2300, die we nu net
hebben geplant. Of ik nog tips heb
voor de veredelaars? Jazeker, graag
rassen met alle goede kwaliteiten en
daarbovenop géén baarden aan de
plant! Deze draaien zich om de takken
en het touw en zorgen ervoor dat het
indraaien langzamer gaat. Maar ik heb
begrepen dat eraan wordt gewerkt …
Verder is een goede resistentie tegen
virussen zeer welkom. Gelukkig heb ik
er nog nooit last van gehad, maar het
kan elke teler overkomen en dat is een
regelrechte ramp.”
Waarom heeft u onlangs gekozen
voor het nummer E23L.2300 van
Enza Zaden?
“De meeldauwresistentie is belangrijk
natuurlijk. De combinatie hiervan met
het open planttype maakt het nog
eens extra interessant, die was er nog
niet. Verder hebben we gekeken naar
de kwaliteit en de houdbaarheid. Die
blijken hetzelfde te zijn als bij Kurios,
die we de laatste jaren gebruikten voor
de zomerteelt. Maar de productie van
E23L.2300 ligt zo´n tien procent hoger,
deels door het feit dat hij iets sneller
in productie komt. Verder verschijnen
de ranken sneller en heeft hij naar mijn
idee minder snel last van pythium.
Tijdens mijn proef van vorig jaar zagen
we op enkele plaatsen pythium bij
het standaardras, maar bij E23L.2300
heb ik het niet gezien. Of we voor de
herfstteelt ook E23L.2300 kiezen? Dat
zou kunnen, die beslissing moeten
we nog nemen. Hij moet de hoge
verwachtingen deze zomer natuurlijk
nog wel waarmaken.”
TELERTekst Bernadette Hoefsloot
KOM OOK BIJ ZON!Als tomatentelers denken we samen met ZON na over de benadering van de retail.
Peter van Bree, Kwekerij van Bree-Rijks thuis bij
Kijk voor meer info op www.royalzon.com
NYENRODE. A REWARD FOR LIFE
De wereld vraagt om een duurzame oplossing van de foodsector.
Maar wat is het antwoord van uw bedrijf op de stijgende vraag
naar voedsel en de toenemende welvaart? Met het gegeven dat
de klant steeds meer invloed heeft op de voedselketen? Wij gelo-
ven dat door samen op te trekken we meer waarde creëren en een
duurzame beweging kunnen realiseren in de gehele keten. Van
productie tot retail en van financiering tot transport. Want met
elkaar zijn we beter in staat om kansen te herkennen en te creë-
ren en innovaties toe te passen die bijdragen aan een duurzame
sector.
Om u en uw organisatie te helpen naar een duurzame waardeke-
ten, start Nyenrode in september met het vernieuwde Modulair
Executive MBA in Food & Innovation. Deze Engelstalige track richt
zich op mensen en organisaties die het beste uit zichzelf willen
halen en daarmee een duurzame meerwaarde willen realiseren
voor zichzelf, hun organisatie én de gehele keten. Door de com-
binatie van academische theorie, praktische relevantie en per-
soonlijke ontwikkeling maakt u het verschil.
Ook bepaalt uzelf uw ontwikkeltraject en volgt u modules wan-
neer dit u uitkomt. De modulaire opzet zorgt ervoor dat u naast
een zware baan en een druk sociaal in staat bent uw ambities te
verwezenlijken.
VOOR MEER INFORMATIE NEEM CONTACT OP MET ÉÉN VAN ONZE PROGRAMMA-ADVISEURS, [email protected] +31 (0)346 291 001 NYENRODE.NL/FOODINNOVATION
MODULAIR EXECUTIVE MBA IN FOOD & INNOVATION
STEL ZELF
SAMEN
KAS Rassenkeuze | 19
variant te kweken. Een octrooi geeft
voor 20 jaar het exclusieve recht op
een uitvinding. Voort borduren op
die uitvinding blijft vallen onder de
octrooi bescherming en kan dus een
door ontwikkeling blokkeren. En voor
de plantenveredeling komt deze
octrooibescherming bovenop het
vertrouwde Nederlandse kwekers recht,
dat de basis vormt voor de vooruitgang
binnen de zaadveredeling.
Uitholling
Niels Louwaars, algemeen directeur van
Plantum, volgt de ontwikkelingen op
de voet. Hij voorziet een uitholling van
de veredelingssector als de octrooi
voorziening op planten niet wordt
aangepakt. De titanen strijd die Plantum
sinds 2009 voert, is in februari 2017
in een beslissende fase beland. De
Europese Unie deed de hoop volle
uit spraak dat het octrooi recht niet
van toepassing moet zijn op klassieke
veredeling. Het is een doorbraak in
de discussie die hoop biedt op een
positieve aanpassing van de Europese
Octrooiwet. Tenminste zo ziet Louwaars
het.
De uitspraak is goed gevallen bij
de groep bedrijven die jarenlang
gelobbyd heeft om het octrooirecht
op natuurlijke planteigenschappen
aan te pakken. Hun grootste bezwaar
is dat het de ontwikkeling van nieuwe
plantenrassen belemmert. Al die
jaren heeft Plantum ervoor gepleit
dat veredelaars vrij moeten kunnen
beschikken over biologisch materiaal
om nieuwe gewassoorten te kunnen
kweken. De vrees was dat dit steeds
moeilijker zou gaan worden. Louwaars
legt uit waarom: “In 1998 heeft Europa
een richtlijn uitgevaardigd waarin staat
dat je op gewone kruisingsmethodes
geen octrooi kunt aanvragen, en ook
niet op een plantenras. Om dat te
omzeilen, gingen kwekers octrooi
aanvragen en ook krijgen op nieuwe
planten waarin via kruising een
interessante eigenschap is ingebracht,
zoals bijvoorbeeld resistentie tegen
een ziekte. Deze octrooien hebben
verstrekkende gevolgen. Want als
een eigenschap gepatenteerd is, dan
valt het hele ras weg voor de vrije
veredeling.”
Om hieraan een halt toe te roepen,
luidde de brancheorganisatie de
nood klok: Als de weg naar octrooien
zo gemakkelijk is, dan wordt de hele
planten veredeling geblokkeerd. Om
betere rassen te kunnen ontwikkelen,
is het voor waarde om toegang te
hebben tot genetische diversiteit.
Plantum kreeg bijval van LTO, VBN en
andere keten partijen die het belang van
een diverse veredelings sector onder
streepten. “Het is belangrijk om een
goede bescherming te hebben, maar
het octrooi recht op natuurlijke eigen
schappen gaat te ver”, zegt Louwaars.
“Uiteindelijk is dat ook de grootste
reden geweest om er tegen te ageren.
Wij willen dat een continue aanvoer van
nieuwe rassen gegarandeerd blijft. Dat
is in het belang van de sector, van de
kwekers en van de consument.”
Ook maatschappelijke organisaties als
Greenpeace en ‘No Patent On Seeds’
mengden zich in de discussie en gingen
Tekst Suzan Crooijmans
Octrooi op natuurlijke eigenschappen staat op scherp
Jarenlang stonden ze zij aan zij: het kwekersrecht en het octrooirecht. Het kwekersrecht was het exclusieve domein voor de land en tuinbouw. Octrooi was voorbestemd voor de industrie. Maar toen de biotechnologie haar intrede deed, bleek die octrooiwet ineens ook heel interessant te zijn voor de veredelingssector. Sindsdien houdt het octrooirecht de gemoederen van de zaadveredelingsbranche
bezig.
Volgens Syngenta
Syngenta vindt dat de verklaring
van de EU Commissie meer
vragen oproept dan antwoorden
geeft. De onduidelijkheid wordt
veroorzaakt doordat de European
Patent Convention (EPC) en de
EU commissie een verschillende
definitie gebruiken voor ‘essentially
biological processes’. Hierdoor kan
de EUkennisgeving niet per direct
door het Europese Octrooi bureau
geïmplementeerd worden. Deze
onduidelijkheid is belemmerend
voor innovatie in de agrifood sector
en moet daarom zo snel mogelijk
worden weggenomen. Zowel het
kwekersrecht als het octrooirecht
zijn van belang voor het stimuleren
van de broodnodige innovatie in de
plantenveredeling. Indien toegang
tot innovaties in de plantenveredeling
goed is geregeld, zijn er geen
knelpunten tussen het octrooi en
kwekersrecht.
Syngenta heeft een bijdrage geleverd
aan het EUSymposium gehouden op
18 mei 2016.
Met de daar overeengekomen maat
regelen wordt de balans tussen het
kwekersrecht en het octrooirecht
hersteld. Het bedrijf is voorstander van
de volgende principes:
• Vrije toegang tot innovaties in de
plantenveredeling, maar commercieel
gebruik is niet gratis. ‘Free access but
not access for free’.
• Verbeterde kwaliteit van toegekende
octrooien. Dat wil zeggen strikte
toepassing van de criteria: nieuw,
innovatief en industrieel toepasbaar.
• Verbeterde transparantie ten
aanzien van aanwezigheid van
geoctrooieerde eigen schappen in
commerciële variëteiten. Dat wil
zeggen het proactief publiceren van
informatie over geoctrooieerde
eigen schappen in het veredelings
proces (een data base voor patenten,
zoals de Pintodatabase). Dit
voor komt het ongemerkt gebruik
van plant materiaal met een
geoctrooieerde eigenschap in het
veredelings proces. Tevens zal door
verbeterde transparantie worden
aangetoond dat het “probleem dat
patenten de toegang blokkeren
tot genetisch materiaal” in de
plantenveredeling, in werkelijkheid
minder groot is dan wordt
voorgesteld.
• Goede toegang tot genetische
diversiteit en innovatieve eigen
schappen voor veredelaars, onder
andere door het International
Licensy Platform Vegetables (ILP) en
TraitAbility.
De sector is verdeeld in twee kampen.
Waar enkelen hun best doen om
octrooi te verkrijgen, vinden de meeste
veredelaars het een on eigenlijk gebruik
van de regel geving. Zij vinden het
vertrouwde kwekersrecht een afdoend
systeem. Waar komt dit spannings
veld tussen octrooi en kwekers recht
vandaan? Hoe zit het precies?
Kwekersrecht versus Octrooi
Van oudsher teerde de veredelings
sector op het kwekers recht. Het
geeft voor 25 jaar exclusief recht op
een plantenras met de mogelijkheid
dat anderen daarop kunnen voort
bouwen. Het bepaalt namelijk
dat iedereen elkaars ras vrij mag
gebruiken om daarmee een nieuwe
Di�uus glas van Saint-Gobain Cultilene
Mid haze
Low haze
Crystal
High haze
Highquality
horticulture glass
De sterke punten van Albarino glas:
� extra helder glas, zeer hoge lichtdoorlatendheid in UV- en PAR-gebied
� te combineren met de meest duurzame anti-refl ectie behandeling
� 10 jaar garantie op AR-coating
� hoogste lichtdoorlatendheid onder natte omstandigheden
� AmberClean: het speciaal ontwikkelde schoonmaakmiddel voor Albarino voor binnen en buiten
glass.cultilene.com | [email protected]
14617 CUL_adv_Albarino_297x420mm.indd 1 22-05-17 11:48
KAS Rassenkeuze | 21
nog een stapje verder. Zij huldigden ook
het standpunt dat planten, verkregen uit
essentieel biologische processen, zoals
klassieke veredeling, in het geheel niet
octrooieer baar zouden moeten zijn.
EU-lidstaten zijn tegen
Al dit verweer heeft, met een aanloop
van acht jaar, uiteindelijk geleid tot een
belangrijke uitspraak. Eind 2015 trok
het Europees Parlement aan de bel. In
mei 2016 organiseerde EUvoorzitter
Nederland een belangrijk symposium
over dit onderwerp. In februari 2017
concludeerden de Europese lidstaten
dat het in nooit de bedoeling is geweest
van die wet van 1998, om octrooien te
vestigen op producten van wezenlijk
biologische processen. “Ofwel als je
gewoon via kruisingsveredeling uit een
wilde plant een nieuwe eigenschap
selecteert, zoals bijvoorbeeld een
nieuwe bloem kleur of een resistentie
tegen een ziekte, dan komt dat uit de
natuur en dan moet je daarop geen
octrooi kunnen vestigen”, licht Louwaars
toe. “Een octrooi op technische
methodes, zoals genetische modificatie,
voor het verkrijgen van een nieuw ras
en dan ook op die eigen schappen
zelf, blijft echter wel mogelijk binnen dit
voorstel.”
De mening van de EUlidstaten ligt
nu ter beoordeling aan het Europees
Octrooibureau, EOB, het uitvoerend
orgaan voor deze materie. Iedereen
wacht met spanning op een reactie.
Zal het EOB het EUstandpunt over
nemen en zo ja, hoe gaat ze dat dan
implementeren? Ook Mark Jolink,
Nederlands en Europees octrooi
gemachtigde bij octrooi bureau EP&C
volgt de gang van zaken nauw gezet.
“Vorige maand, april 2017, zijn aan
de 38 aangesloten landen een aantal
opties voor gelegd”, weet hij. “De meest
waarschijnlijke optie is dat de regels van
het verdrag worden aangepast, zodanig
dat octrooien op planten uitsluitend
verkregen via klassieke veredeling niet
meer mogelijk zijn.”
Exclusively
Als octrooigemachtigde kijkt Jolink naar
de formulering van die voor gestelde
nieuwe regel. Die luidt: ‘European
patents shall not be granted in respect
of plants or animals exclusively obtained
by means of an essentially biological
process.’
“Ik ben vooral getriggerd door het
woord ‘exclusively’. Dat lijkt te betekenen
dat als je kunt laten zien dat de plant
ook op een andere manier te verkrijgen
is, dat die dan wel octrooieerbaar is.”
Een aanpassing van de regel zal vooral
door de ‘klassieke’ veredelaars een
over winning zijn, denkt Jolink. “Het
kan ervoor zorgen dat er meer vrijheid
van handelen ontstaat. Het groter
belang is het snel en betaal baar kunnen
beschikken over geoctrooieerd materiaal.
Nu ligt daar een obstakel omdat de
octrooi houder kan verhinderen dat er
met zijn vinding in een commerciële
setting verder wordt ontwikkeld.”
Als octrooi gemachtigde kan Jolink zich
ook voorstellen dat de nieuwe regel voor
grote innovatieve zaad concerns minder
kansen biedt om gedane investeringen
terug te verdienen. Maar hij laat
erop volgen dat gerichte genetische
aanpassingen die tot nieuwe planten
leiden wél octrooieer baar blijven. “Het
is dus zaak uit te zoeken tot welke
genetische veranderingen het kruisen
en selecteren heeft geleid.” Het is zijn
dagelijkse praktijk. “Ik heb een aantal
zaken waar dit speelt. Het gaat dan
om slimme en inventieve manieren om
via kruisen en selecteren tot een zeer
waardevolle plant te komen. Voor die
zaken moet ik straks wellicht uitzoeken of
we beschreven hebben welke genetische
veranderingen die plant heeft
ondergaan. En of die ook op een andere
manier dan via kruisen en selecteren te
bereiken zijn.”
“Octrooigemachtigden zijn ongelooflijk
bedreven in het formuleren”, zegt
Louwaars. “Het is aftasten wie de slimste
is: het octrooibureau met haar ‘water
dichte’ omschrijving, of de octrooi
gemachtigde die het lukt om de regels
zo te interpreteren dat de aan vraag
octrooi waardig is.”
Wannéér het Europees Octrooibureau
met haar beslissing naar buiten komt,
is niet bekend. Tot die tijd staan
octrooi aanvragen op dit gebied in de
wacht. Wat betreft de reeds verleende
octrooien, moet worden afgewacht wat
het Europees Hof van Justitie hiervan
vindt. Daarover heeft het Europees
Octrooi bureau geen zeggen schap.
Plantum heeft in elk geval veel positieve
reacties gehad van de achter ban over
de op handen zijnde wending van de
Europese Octrooiwet. Maar er zijn ook
bedrijven voor wie de uitspraak wellicht
zwaar ingrijpt in de strategie. “Als
octrooien een belangrijke plaats hebben
in het bedrijfs beleid, dan is het teleur
stellend als je de rechten verliest of op
zijn minst het uitzicht op toekomstige
rechten ziet afnemen”, erkent Louwaars.
International Licensing PlatformBuiten alle wetgeving om, is ook
de veredelings sector zelf in actie
gekomen om de problematiek van
blokkerende octrooien weg te nemen.
Met de oprichting van het International
Licensing Platform (ILP) in 2015, heeft
een groep van groentezaad bedrijven
uit Nederland, Frankrijk, Zwitserland en
Japan onderlinge afspraken gemaakt
om de scherpe randjes van het
octrooi systeem weg te poetsen. De
intentie is om geoctrooieerd materiaal
gemakkelijker beschik baar te maken,
weliswaar onder betaling. “Ik begrijp
dat het zo werkt dat als iemand een
licentie vraagt, de octrooi houder
die niet mag weigeren en in onder
handeling moet gaan over de prijs”,
legt Louwaars het principe uit. Komen
de partijen er onderling niet uit, dan
beslist de arbitrage commissie. “Dat
platform is goed voor zowel partijen die
innovatief bezig zijn, alsook die gebruik
willen maken van de nieuwigheid”,
aldus Jolink. Hij noemt die samen
werking een mooie oplossings richting
om uit de impasse te komen. “Ik snap
de zorg van de sector. Het is niet
wenselijk dat een octrooihouder de
macht heeft om een doorontwikkeling
op zijn uitvinding tegen te houden.
In de industriële sector zijn ze al veel
verder in het nadenken hierover.
Bijvoorbeeld in de telecomsector. Als
de octrooihouder van 4Gtechnologie
niemand toestaat daar gebruik van
te maken, dan krijgt die een enorme
machts positie en kan hij de hele markt
blokkeren. In die branche zijn daarom
zogenaamde patent pools opgericht
waarin die belangrijke octrooien bij
elkaar zijn gezet en waarbij tegen een
redelijk tarief licenties kunnen worden
afgegeven.”
Volgens Rijk Zwaan
In de laatste twee decennia heeft
het octrooirecht zijn intrede gedaan
in de plantenveredeling. Octrooien
op technologische uitvindingen
kunnen een bijdrage leveren aan
innovatiekracht. Als octrooien zich
uitstrekken tot biologisch materiaal
kan dit echter belemmerend werken
voor innovatie. En dat is niet wat
Rijk Zwaan wil. De organisatie vindt
open innovatie in de veredeling
van essentieel belang voor de
wereld wijde voedsel voorziening.
Rijk Zwaan vindt het belangrijk haar
investeringen terug te verdienen om
weer opnieuw te kunnen investeren
in onderzoek en ontwikkeling. Het
kwekersrecht maakt dat mogelijk.
Veredelingsbedrijven mogen rassen
van concurrenten vrij gebruiken voor
hun eigen veredelingsprogramma.
Ook octrooirechtelijk beschermd
biologisch materiaal moet
steeds beschikbaar zijn voor de
ontwikkeling van nieuwe rassen,
is Rijk Zwaan van mening. Deze
nieuwe rassen moeten ook
gecommercialiseerd kunnen
worden. Hierin volgt Rijk Zwaan het
stand punt van branche organisatie
Plantum. Om dat te faciliteren is
Rijk Zwaan initiatiefnemer en lid
van het International Licensing
Platform Vegetabele (ILP). Daarin
geven leden elkaar tegen een
redelijke vergoeding toegang
tot geoctrooieerd biologisch
materiaal. Het ILP staat open voor
alle bedrijven en instellingen die
nieuwe plantenrassen van groenten
ontwikkelen. Daarnaast heeft Rijk
Zwaan een overeenkomst getekend
met Syngenta, waarin beide
partijen elkaar het recht geven om
‘biologisch materiaal dat onder
de reikwijdte van hun octrooien
valt, te gebruiken voor veredeling
en commerciële doeleinden in
groenten.’ Ook met Bejo heeft
Rijk Zwaan een soortgelijke
overeenkomst.
De recente uitspraak van de
Europese Commissie is in de ogen
van Rijk Zwaan een belangrijke stap
in het weer in balans brengen van
kwekersrecht en octrooirecht.
Di�uus glas van Saint-Gobain Cultilene
Mid haze
Low haze
Crystal
High haze
Highquality
horticulture glass
De sterke punten van Albarino glas:
� extra helder glas, zeer hoge lichtdoorlatendheid in UV- en PAR-gebied
� te combineren met de meest duurzame anti-refl ectie behandeling
� 10 jaar garantie op AR-coating
� hoogste lichtdoorlatendheid onder natte omstandigheden
� AmberClean: het speciaal ontwikkelde schoonmaakmiddel voor Albarino voor binnen en buiten
glass.cultilene.com | [email protected]
14617 CUL_adv_Albarino_297x420mm.indd 1 22-05-17 11:48
22 | KAS Rassenkeuze
“We zien de laatste jaren niet
hele grote verschuivingen in het
rassenlandschap. Rendementsrassen
als Maranello en Allrounder blijven de
hoofdsegmenten domineren. Ook in
oranje is 7054 DRP al jaren de vaste
keuze en krijgen nieuwe rassen niet
eenvoudig voet aan de grond.” De
reden daarvoor ligt volgens Van den
Berg bij de keuzes die telers maken.
“Telers gaan voor rendement en
betrouwbaarheid. Risico’s moeten
zoveel mogelijk worden uitgesloten
op de steeds groter wordende
bedrijven. Wanneer de klant tevreden
is, schakelt men niet zomaar over
naar een nieuw ras. Daarnaast ligt de
standaard gewoon hoog in de meeste
segmenten. Alleen in groen lijkt er veel
verschuiving naar grovere rassen. In de
overige kleuren heeft deze verschuiving
enkele jaren geleden al grotendeels
plaatsgevonden.”
Enza Zaden heeft er bewust voor
gekozen om te verdelen in een breed
assortiment paprika’s, zo geeft Peter
Buijks namens het bedrijf aan. “Onze
veredeling vindt lokaal in diverse
regio’s over de hele wereld plaats in
zowel geblokte paprika’s als diverse
specialties. Het grootste areaal
paprika’s in de Benelux bestaat uit rode
blokpaprika, gevolgd door de gele,
groene en oranje paprika. Momenteel
bestaat er nog maar een relatief
‘Paprikarassen moeten rendement opleveren’
klein gedeelte uit specialties zoals
hete peper, mini zoete punt (snack
paprika’s) en zoete puntpaprika’s.”
Kijkend naar de rode geblokte markt
heeft het ras Maranello van Enza
Zaden al diverse jaren achtereen het
grootste areaal. “De belangrijkste
reden hiervan zijn de productiviteit in
combinatie met een goed gemiddeld
vruchtgewicht”, geeft Buijks aan.
“Het ras Maduro, productief sterk
met een zeer hoge kwaliteit, wordt
met name geteeld in het zuiden
van Nederland en België.” De gele
geblokte paprikamarkt wordt zoals
gezegd al langere tijd aangevoerd
door Allrounder van Rijk Zwaan. Vorig
jaar heeft Enza Zaden het nieuwe ras
Gialte zeer succesvol geïntroduceerd.
“Dit ras is door de markt opgepikt
vanwege met name productie,
kwaliteit en stabiel vruchtgewicht en
wij hebben er hoge verwachtingen
van”, aldus Peter Buijks, die ook in
de groene geblokte paprika’s een
verschuiving meent waar te nemen
van sortering op maat naar sortering
op gewicht. “De vraag naar een
zwaardere paprika is toegenomen en
de verwachting is dat die groeiende
vraag zich ook komend jaar zal
vertalen in een groter areaal van onder
meer het ras Frazier dat Enza Zaden
voert.”
Binnen Rijk Zwaan liggen de
accenten bij de veredeling vooral
op productie en stabiele grofheid.
“Snelle doorkleuring is een pre,
arbeidsvriendelijk in oogsten en
gewaswerk ook. Resistenties zoals Tm3
en TSWV:01 lijken steeds belangrijker
te worden.” In het zoete puntpaprika
en het snacksegment draait het echter
om smaak en meer om toegevoegde
waarde kunnen creëren verderop in
de keten, aldus Van den Berg, die over
het algemeen meer groeikrachtigere
rassen signaleert, waarbij de extra
groeikracht moet worden omgezet in
productie en stabiele grofheid. “We
verwachten nieuwe ontwikkelingen
vanuit het Sweet Palermoassortiment
en het snacksegment. Ook aan ‘hot
peppers’ werken we hard, omdat we
een toenemende vraag naar hete
pepertypes zien vanuit de consument.”
Rendement
Telers kiezen volgens Rudy van
den Berg steeds meer op basis van
rendement, betrouwbaarheid én
wat er past in hun afzetpatroon. “De
betreffende veredelaar die bij dat
ras hoort is minder belangrijk. Wel
proberen wij telers natuurlijk te binden
door extra service, betrouwbaarheid en
onze transparante werkwijze. Wanneer
de rassen gelijk zijn, dan maken onze
mensen het verschil. Alleen bij Sweet
Palermo gaan we uitgebreid met
potentiele telers in gesprek die willen
toetreden. Rijk Zwaan streeft ernaar dat
Sweet Palermotelers zoveel mogelijk
het Sweet Palermolabel voeren op
de productverpakkingen. Daarnaast
dient afzet van het Sweet Palermo
eindproduct voor het teeltjaar door de
telers zo goed mogelijk geregeld te
zijn.”
Oranje
De oranje geblokte paprika is een
relatief kleinere markt en dat is terug te
zien aan het rassenaanbod. DSP 7054
van Monsanto staat eenzaam aan de
top, al kreeg het ras twee jaar geleden
gezelschap van Orbit, een alternatief
van Enza Zaden. Orbit is een specifiek
ras om te telen en staat bekend om de
productiviteit en de gewenste grofheid.
Maar een echte bedreiging voor DSP
7054 vormt Orbit vooralsnog niet. Een
segment waar de komende jaren nog
wel het een en ander te gebeuren staat,
is dat van de specialties. Hete pepers
in verschillende soorten en kleuren
veroveren stap voor stap de markt,
terwijl ook het assortiment conical
type’s wat in areaal aan het toenemen
is, geeft Peter Buijks van Enza Zaden
aan. “Het betreft met name zoetpunten
en de miniconicals (snackpaprika)
in verschillende kleuren. Momenteel
hebben wij voor elke kleur een optie in
het grove conical segment.”
VEREDELAAR
Betere teelteigenschappen, dat is waar vooral de focus ligt als het gaat om blokpaprika, zo beamen verschillende
veredelaars. De geblokte rassen vormen nog altijd de voornaamste segmenten in Nederland, geeft Rudy van den Berg
van Rijk Zwaan aan. Maar als het gaat om de snelste groeiers, dan zijn het volgens hem de zoete puntpaprika’s en het
snacksegment.
Tekst Jacco Strating
KAS Rassenkeuze | 23
NAAM ERIK GELDERBLOMBEDRIJF P.N.M. VAN DEN BOSCH B.V.TEELT GELE EN RODE PAPRIKARAS ALLROUNDER (RIJK ZWAAN)
Welke factoren zijn algemeen
bepalend bij de rassenkeuze?
“Bij Kwekerij PNM Van den Bosch
telen we rode en gele paprika’s op
5,5 hectare. Het bedrijf is in feite in
tweeën gesplitst, waarbij de verdeling
rood en geel ongeveer fifty fifty is. In
het oudere deel van het bedrijf, waar
de kas wat lager is, telen we het rode
paprikaras Keessie van Rijk Zwaan.
Dat ras blijft ook wat kleiner. In het
nieuwere deel van ons bedrijf, waar we
over een hogere kas beschikken, telen
we sinds vorig jaar de gele Allrounder
van Rijk Zwaan. Een paprikaras met
een meer grove sortering. Bij onze
rassenkeuze heeft het verschil tussen
de twee kasdelen zeker meegespeeld.
Je zoekt tenslotte toch rassen uit die
het beste passen binnen je bedrijf en
die je persoonlijk goed liggen. Ook zet
je voor en nadelen van verschillende
rassen tegen elkaar af om uiteindelijk
het best mogelijke ras te kunnen kiezen.
Daarnaast is de vraag vanuit de markt
natuurlijk ook heel bepalend.”
Waarom heeft u gekozen voor het
ras Allrounder van Rijk Zwaan?
“We hebben jarenlang Stayer geteeld,
ook een geel ras van Rijk Zwaan. Dat
ras lag ons heel goed, het paste bij ons.
Wij houden van een snelle teelt. Stayer
had een makkelijke zetting en kon vrij
vroeg worden belast. Maar later in
het seizoen werd de kwaliteit wel wat
minder. Toen de handelshuizen meer
focus op kwaliteit gingen eisen, zijn
we naar alternatieven gaan kijken. Er
waren meer gele rassen op de markt
gekomen, maar Allrounder kon ons
de kwaliteit garanderen waar wij naar
zochten. Het ras geeft iets minder
kilo’s dan Stayer, maar wel voldoende.
Terwijl de kwaliteit aanzienlijk beter is
gedurende het seizoen. Daarnaast kent
Allrounder weinig topgroei, draait het
gewas makkelijk in en kunnen we door
de uniformiteit van de paprika’s ook bij
de sortering besparen op arbeid.”
Waar haal je als teler de informatie
over rassen vandaan?
“We stappen niet zomaar over op
een ander ras. Daar gaat altijd veel
tijd overheen, want uiteindelijk moet
het wel een echte verbetering zijn
ten opzichte van het vorige ras. Vaak
maak je kennis met nieuwe rassen
via excursiegroepen. Iedereen heeft
wel wat proeven staan en je gaat dan
regelmatig bij elkaar kijken. Door die
rassen goed te volgen, kun je veel
informatie inwinnen over de prestaties
en eigenschappen. Ook gaan we wel
eens langs open dagen van veredelaars
of op een speciale rondgang. Ook
de mening en het advies van de
teeltvoorlichter weegt voor ons mee in
de keuzes die wij maken.”
Speelt de relatie met de veredelaar
een rol bij de rassenkeuze?
“We werken nu al heel veel jaar op
prettige wijze samen met Rijk Zwaan.
Dat is fijn omdat je weet wat je aan
elkaar hebt. Maar het is niet zo dat
wij aan een specifieke veredelaar vast
zitten. Je weet nooit hoe lang een ras
uiteindelijk meegaat. In de praktijk van
je eigen bedrijf kan een ras soms net
weer andere resultaten geven dan je
hoopte. Als er dan een mogelijkheid
is om naar een beter ras over te
stappen, moet je dat doen. Ongeacht
wie de veredelaar is. Natuurlijk spelen
de goede ervaringen die je bij een
veredelaar hebt mee bij de keuzes die
je maakt en moet het gevoel dat je
hebt bij een veredelaar ook goed zijn.
Ook kan het een voordeel zijn als je
samenwerkt met een veredelaar die
heel actief is met het door ontwikkelen
van rassen en het ontwikkelen van
nieuwe rassen. In dat geval kun je
makkelijker overstappen naar een
beter ras van dezelfde veredelaar.
Maar uiteindelijk is het ras zelf toch
bepalend.”
Wat is belangrijk in de relatie met een
veredelaar?
“We hebben vrij veel contact met Rijk
Zwaan. Met regelmaat komen ze langs
op de tuin om mee te kijken en advies
te geven. Zeker met een nieuwe ras is
dat heel prettig omdat je het ras toch
eerst moet leren kennen. De ervaring
die een veredelaar met het ras heeft,
komt dan goed van pas en ervaren
wij ook als leerzaam. En omdat je
elkaar goed kent, word je ook sneller
bij de ontwikkeling van nieuwe rassen
betrokken. Daardoor weet je wat er
speelt en kun je tijdig inspelen op
nieuwe trends.”
Gaat de ontwikkeling van nieuwe
rassen hard genoeg?
“De ontwikkeling gaat in ieder geval
een stuk sneller dan tien jaar geleden.
Toen was er eigenlijk vrij weinig
keuze en teelde je jaren achtereen
hetzelfde ras omdat er geen beter ras
beschikbaar was. De laatste jaren is dat
veranderd en is er ook meer keuze in
geel gekomen. In smaak is tot op heden
weinig onderscheid bij paprika’s. Dat is
wel jammer, maar dat gaat de komende
jaren veranderen. Veredelaars zijn daar
mee bezig. Consument en handel zijn
leidend als het gaat om het verbeteren
van producten. Zo draaien wij mee in
de pilot met gele paprika’s voor de
export naar China. Met het oog op
grote transportafstanden, is kwaliteit
natuurlijk heel belangrijk. Daar kun je
met de rassenkeuze ook rekening mee
houden.”
TELER
Met vernieuwde Airobug extra rendement van biologie
Met de verbeterde Airobug nog meer effect van biologie in de sierteelt:
•Homogenereverdelingbestrijders
•Veiligvoornatuurlijkevijanden
Tel. +31 (0)10 514 04 44 [email protected]
www.koppert.nl
KAS Rassenkeuze | 25
Het rozenareaal in Nederland is
weggezakt naar circa 250 hectare,
terwijl het areaal in Kenya en Ethiopia
samen richting of zelfs al over de 4.000
hectare gaat. Ecuador en Colombia
zijn samen goed voor meer dan 5.000
hectare. Wil je je als teler staande
houden in die markt, dan zul je voor
voldoende onderscheid moeten
zorgen. Veredelaars Dümmen Orange
en Schreurs Rozen menen dat het nog
steeds mogelijk is om het verschil te
maken. Ook al is van vernieuwing niet
heel veel sprake.
Meer variatie
“Er zijn eigenlijk geen opvallende
rassen waarvan we verwachten dat
ze op korte termijn de positie van
Avalanche en Red Naomi zullen
aantasten”, laat Philippe Veys,
productmanager roos bij Dümmen
Orange weten. “Wel komt er steeds
meer variatie in het assortiment met
nieuwe rassen, andere kleuren en
vormen. Maar vooralsnog wel op
beperkte schaal. Er zijn relatief weinig
verschuivingen. Dat heeft vooral te
maken met het feit dat het Nederlandse
areaal flink is gezakt de afgelopen
tien tot vijftien jaar en doordat men
voor rassen heeft gekozen met meer
zekerheid. Ook rassen die in het
buitenland niet of nauwelijks worden
geteeld.” Daarnaast is men volgens
Veys ook langer gaan telen. “Voorheen
was de levenscyclus van een ras vier
Stabiele toppers maken het verschil
tot vijf jaar, maar tegenwoordig laten
telers rassen acht tot tien jaar of soms
nog langer staan. En als men dan
vervangt, wordt vaak nog eens voor
hetzelfde ras gekozen.” Veys geeft aan
dat de variatie in de markt vroeger
op conto van de Nederlandse telers
kwam, tegenwoordig komt die vooral
uit Afrika en ZuidAmerika. “Er blijft
dus sowieso veel variatie in de markt.
Het totaal aantal rassen dat wereldwijd
wordt geïntroduceerd, neemt jaarlijks
toe.”
Peter Schreurs van Schreurs Rozen
herkent dat beeld. Ook hij ziet dat de
grote rassen amper terrein verliezen
en dat veranderingen op dit moment
nog vooral in de marge zijn. “Je ziet
nu een paar kwekers die kleurtjes
gaan doen in Nederland, anderen
specialiseren zich op kwaliteit, weer
anderen kiezen voor een breed
pakket en sommigen gaan voor
specialties. Maar ook de voornaamste
rassen blijven zich door ontwikkelen.
Daardoor kiezen de meesten toch
voor zekerheid en dus voor rassen die
zich al hebben bewezen in de markt.
En waar ook vanuit consument en
handel vraag naar is. Want nieuwe
rassen zijn zeker geen garantie voor
afzet.” Volgens Ook Schreurs ziet dat
rozentelers hun gewas tegenwoordig
langer laten staan. “In tegenstelling tot
de gerberateelt, waar jaarlijks wordt
gewisseld, blijft een rozengewas vaak
tien jaar staan.” Een veredelaar kan
daar in de relatie met telers volgens
Schreurs weinig aan veranderen.
“Uiteindelijk gaat het erom wat het
beste ras is, niet of telers mij aardig
vinden. Wat wij als veredelaar wél
kunnen doen, is blijven werken aan
verbeteringen. Van bestaande rassen
en door betere nieuwe rassen op de
markt te brengen.”
Beperkte markt
Maar waar dient een goed ras aan te
voldoen anno 2017? Dat hangt van
de behoefte af, meent Philippe Veys.
“Als een ras gewenst is waarvan veel
areaal moet worden aangeplant,
dan blijft vooral de productie heel
erg belangrijk in combinatie met
eigenschappen als grote knoppen,
goede houdbaarheid, openkomen en
goede verhandelbaarheid. Maar ook
een ras waar maar 1 hectare van wordt
geplant, kan best een super goed ras
zijn. Alleen wel voor een beperkte
markt.” Met Avalanche als witte topper
en Red Naomi! als rode koploper heeft
de sector in ieder geval al langere tijd
de beschikking over twee goede rassen
die zich onderscheiden op gebied
van kwaliteit. Volgens Peter Schreurs
kunnen Nederlandse telers daarmee
het verschil maken ten opzichte van de
rozen uit het buitenland. “Op speciale
dagen als Moederdag, Valentijn en met
Kerst zijn consumenten bereid om meer
geld uit te geven aan goede mooie
rozen. Daar kan een Nederlandse teler
met een kwalitatief sterk rood of wit
ras zich nog steeds in onderscheiden.
Hetzij een bestaande ras, hetzij met
een nieuwkomer.” Philippe Veys is
ook van mening dat het mogelijk is om
succesvol te zijn in de markt met nieuwe
rode en witte rassen. “Zoals Red Eagle,
White Soda en Alpe d’Huez. Stuk voor
stuk goede rassen, ook al zullen ze het
areaal van Avalanche en Red Naomi op
korte termijn niet gaan vervangen.”
Voor de teelt van Avalanche zijn er
afspraken gemaakt in de Avalanche
cooperatie, met als doel de levensduur
van deze rassen te verlengen. Ook bij
Red Naomi! ligt er een strategie op
tafel voor het uitgiftebeleid. “In beide
gevallen wordt geprobeerd rendement
voor de teler te behouden”, legt Veys
uit. “Telers die niet in aanmerking
komen om óf Avalanche óf Red Naomi!
te telen, wijken uit naar andere rassen.
Voor iedere teler zal de keuze dan
anders uitvallen, afhankelijk van de
bedrijfssituatie en de wensen voor
de toekomst. Er is een trend gaande
naar afwijkende vormen en kleuren
die ook moeilijk te telen zijn in het
buitenland. Echter zijn dit wel niche
rassen met minder goede producties.
De prijsvorming hiervan is dus heel
belangrijk en bij net iets teveel aanvoer
kunnen er al problemen ontstaan.”
VEREDELAAR
In de Nederlandse rozenteelt zijn de kleuren wit en rood al jaren leidend en veel verandering komt daar vooralsnog niet
in, zo verwachten de toonaangevende veredelaars. De witte Avalanche en de rode Red Naomi voeren de ranglijsten
haast onaantastbaar aan.
Tekst Jacco Strating
26 | KAS Rassenkeuze
Nieuwe tools voor rassenkeuze sierteelt
Verschillende aspecten zoals houdbaarheid en resistenties spelen een belangrijke rol bij
de rassenkeus in de sierteelt. Maar als het gaat om consumenttevredenheid wordt de
keuze van het ras nog vooral op gevoel gemaakt.
Bij de groenten is dit al anders
georganiseerd. Veredelaars en telers
kunnen vooraf al weten of nieuwe
tomaten rassen zullen voldoen aan
objectieve criteria over smaak.
Hiervoor wordt een screening
uitgevoerd, voor afgaand aan de
introductie. Vergelijkbare screenings
methoden worden nu ook ontwikkeld
voor het uiterlijk van groenten. WUR
nam in 2015 in samen werking met
enkele bedrijven in de sierteelt het
initiatief om tools te ontwikkelen die
in de toekomst ook de meerwaarde
van bloemen in een getal kunnen
uitdrukken.
Nieuwe tools voor waardecreatie
Modellen kunnen de smaak van
groenten voorspellen aan de hand
van metingen aan het product.
Deze smaak modellen zijn inmiddels
ingeburgerd in de groenten en
fruit sector. Hierdoor kunnen zowel
veredelaars als telers verenigingen
doel gerichter toewerken naar de door
de consument gewenste producten.
Ook kan in de keten helderder worden
gecommuniceerd over smaak niveaus.
Geïnspireerd op deze ontwikkelingen
gaat WUR nu ook fundamenteel
onder zoek doen om beter te
begrijpen hoe bloemen effect hebben
op mensen. Voor de ontwikkeling van
vergelijkbare modellen bij bloemen
is het nodig om de reacties van
consumenten te kunnen kwantificeren
en daarmee vervolgens te gaan
modelleren. Met zulke modellen wordt
het mogelijk om nieuwe rassen voor
introductie te screenen en daarmee
de slagingskans in de markt te
vergroten. Daarmee kan de sierteelt
sector een doorbraak gaan maken op
het gebied van waardecreatie.
Achtergrond
Zouden er verbanden te vinden zijn
tussen de afzonderlijke eigen schappen
van bloemen en de bij personen
opgeroepen emoties? Uit zo’n analyse
moet blijken of het mogelijk is om
combinaties van kenmerken te vinden
die gericht bepaalde emoties van
groepen consumenten aanspreken.
Met deze kennis zouden rassen
kunnen worden gekozen of speciaal
worden ontwikkeld die beter aanslaan,
zeker als het gaat om gebruik van
bloemen bij bepaalde gelegen heden.
Door veredeling en teelt kunnen de
eigen schappen die verantwoordelijk
zijn voor zulke positieve emoties
worden versterkt. Zo moet het
mogelijk worden om gerichter op
meerwaarde creatie te gaan veredelen
en telen, zodat er bloemen kunnen
worden geproduceerd die een
kwantificeerbaar groter geluks gevoel
oproepen bij consumenten. De
verwachting is dat deze producten de
aankoop bereid heid zullen vergroten,
zodat er betere marges voor de sector
kunnen ontstaan.
Emoties
In het geval van bloemen gaat het
uiteraard om andere emoties dan
bij smaak van groenten: Waar wordt
men blij/gelukkig van? Wat appelleert
het meest aan gevoelens van liefde,
geluk of blijd schap? Wanneer kan een
boeket troostend werken of is het
passend bij gevoelens van rouw? Wat
is geschikt als aardig heidje zonder
bijbedoelingen? Het precies kunnen
definiëren en waarnemen van ervaren
emoties bij bloemen en boeketten is
hierbij een eerste stap. Een volgende
stap is het ontwikkelen van modellen,
die aan de hand van enkele aan de
bloemen te bepalen metingen de
keuze van de consument kunnen
voorspellen. Als het onder zoek in een
volgende fase kan worden uitgevoerd
met foto’s, dan kan via diverse digitale
platforms het vervolg onderzoek op
een effectieve wijze in principe in elk
land worden uitgevoerd.
Aanpak
In 2015 is in samenwerking met
Royal FloraHolland gestart met het
weten schappelijke onderzoek naar
het effect van diverse kleuren en
vormen bloemen op de emoties
die mensen hierbij voelen. Er
wordt hierin door de business unit
Glastuinbouw samen gewerkt met
psychologen en hersen onderzoekers
van respectievelijk de vakgroep
Marktkunde en Consumentengedrag
van Wageningen University en
het UMCG van de Universiteit van
Groningen. Zo wordt voor de sector
geïnventariseerd wat drempel
verlagend werkt om consumenten
makkelijker, sneller en meer bloemen/
boeketten te laten kopen. Het doel
is om zowel achtergrond kennis
als praktisch toepas bare kennis te
verzamelen over hoe te komen van
de huidige boeketten (een naam loze
verzameling bloemen) tot een serie
Tekst Maike Hanenberg, Ilona de Hooge en Wouter Verkerke, Wageningen University & Research
KAS Rassenkeuze | 27
14 juni 2017
prijsuitreiking derde
Klaas Schoone
Memorial Award
Bezoek ons tijdens de
FlowerTrials13 t/m 16 juni 2017
ww
w.floricu
ltura.com
merken of labels in de bloemen
verkoop, passend bij onder scheidende
doel groepen en gelegen heden. Ter
vergelijking: een pizza Napolitana is
overal ter wereld hetzelfde, je weet
precies wat je krijgt als je daar om
vraagt. Dit is bij boeketten nu niet
mogelijk. Het is daarentegen nu zelfs
bij benadering niet mogelijk om een
liefdes verdriet boeket of rouw boeket
te bestellen zonder precies te moeten
aangeven wat voor bloemen er in
moeten zitten, terwijl uit onderzoek
onder consumenten bekend is dat er
juist op dit vlak behoefte is aan meer
ontzorging van de klant.
MRI
Inmiddels is uit de eerste resultaten
bekend dat MRI en pupil dilatatie
zeer geschikt zijn om fundamentele
emoties die bloemen oproepen te
analyseren en registreren. De signalen
van deze technieken geven, lang
voordat gevoelens tot het bewustzijn
zijn door gedrongen of tot woorden
zijn gevormd, snel aan welke reacties
proefpersonen ondergaan bij het
ervaren van een sensatie. Hiermee
moet het mogelijk zijn om patronen
van reacties in kaart te gaan brengen
zodat achterliggende motieven om
bloemen en boeketten te “liken”
kunnen worden opgespoord. Het
is wellicht mogelijk om aan de hand
van de respons ook groepen te gaan
samenstellen die gevoelig zijn voor
bepaalde typen boeketten, zodat er
veel gerichtere panels kunnen worden
opgezet. Over het algemeen is in
het psychologisch onderzoek tot nu
toe vooral veel aandacht geweest
voor het beschrijven van de effecten
van negatieve emoties, en veel
minder voor positieve emoties zoals
geluksgevoel, trots en het ervaren
van schoonheid. Deze kennislacune
moet in het onderzoek worden
aangepakt om de meerwaarde van
bloemen en boeketten te kunnen
gaan realiseren. In een speciaal voor
consumentenonderzoek ingerichte
ruimte in Bleiswijk (de ‘Mood
Room’) kunnen verkennende live
experimenten met echte bloemen
en boeketten en echte panels
worden uitgevoerd, eventueel ook
in combinatie met verpakkingen. Dit
onderzoek wordt uitgevoerd met
Beekenkamp, Post NL, ‘s Zomers
Bloemen en het Ministerie van
Economische Zaken in het kader
van de Topsector Tuinbouw &
Uitgangsmaterialen.
Praktische Toepassingen
Naast dit fundamentele onderzoek
ontwikkelt WUR ook methodes om
bloemen, planten en boeketten door
consumenten te laten beoordelen
op aantrekkelijkheid. Deze methodes
worden ontwikkeld voor bedrijven
die willen weten over hoe hun
sierteeltproducten gewaardeerd
worden. Hiermee kan worden
nagegaan welk ras de consument
het meest aanspreekt. Er kan ook
worden onderzocht wat het effect van
verpakking, prijsstelling op de liking
is, waarbij de onderlinge interacties
door middel van conjunct analyse
worden onderzocht. Het beoordelen
van de optimale boeketgrootten
behoort ook tot de mogelijkheden. De
Mood Room in Bleiswijk, waarin een
echte winkelsituatie is nagebootst,
is speciaal voor dit type onderzoek
gebouwd. Het winkelschap in deze
onderzoeksruimte kan met bloemen of
planten worden gevuld. Een panel van
400 consumenten uit de omgeving
van Zoetermeer en Bleiswijk kan in
deze ruimte de uitgestalde producten
beoordelen. Door de hele setting
voelt het voor consumenten alsof zij
daadwerkelijk aan het winkelen zijn,
waardoor de gegeven antwoorden de
realiteit zoveel mogelijk benaderen.
Diverse producten zijn op deze
manier al oriënterend getest, zoals
Cyclamen en Gerbera. Door bedrijven
te betrekken bij deze testfase kunnen
de meet methoden verder worden
verfijnd voor diverse typen bloemen
en planten. De resultaten van deze
onderzoeken kunnen verrassende
inzichten opleveren, zo weet Olaf van
der Voort, teler van diverse typen
potplanten uit Honselersdijk. Op
verzoek van WUR stelde hij materiaal
beschikbaar voor het ontwikkelen van
een testmethode bij Spathiphyllum.
Diverse typen werden in de “Mood
Room” door het panel beoordeeld,
waarbij ook het effect van het type
verpakking kon worden onderzocht.
Van der Voort: “Het was erg handig
voor ons om te horen welke aspecten
consumenten waarderen, zowel van
de plant als van de verpakking. Met de
informatie uit het onderzoek kunnen
wij onze rassenkeus en verpakkingen
nog verder optimaliseren.”
Bent u veredelaar of teler en bent u
benieuwd naar de Mood Room?
Op 22 juni organiseert WUR in
Bleiswijk een Inspiratiedag voor
professionals in de sierteelt. Voor
meer informatie betreffende deze
bijeenkomst kunt u mailen naar:
‘Telers hebben behoefte aan gewassturing
op maat’
Grodan introduceert in juni twee gewasspecifieke steenwolmatten voor tomaat en paprika: Grodan Elite en Grodan
Supreme. De substraatontwikkelaar speelt daarmee in op de groeiende behoefte aan gewassturing op maat.
Grootschalige proeven op praktijkbedrijven laten positieve resultaten zien.
Hoe beter je deze elementen op elkaar
afstemt, hoe beter je de teelt kunt
sturen en optimaliseren.”
Gewasspecifieke substraten
Uiteindelijk heeft dit alles na zo’n
drie jaar ontwikkelen en testen
geresulteerd in twee gewas specifieke
substraten voor tomaat en paprika:
Grodan Elite en Grodan Supreme. Deze
nieuwe steenwol matten zijn ontwikkeld
op basis van de Next Generation
2.0technologie (NG 2.0) van Grodan,
waarbij het voor telers mogelijk is om
meer te produceren met minder water
en voedings stoffen. Zo worden water
en voedings stoffen beter verdeeld,
met name in de bovenste laag van het
sub straat. Als gevolg daarvan maken
de wortels beter gebruik van het totale
substraat volume, wat leidt tot gezonde
en fijn vertakte wortels.
De ontwikkeling van de nieuwe sub
straten komt niet helemaal uit de lucht
vallen. Hempenius vertelt dat Grodan in
2011 en 2012 al markt onderzoek heeft
gedaan naar de wensen en behoeften
van de telers. Belangrijkste conclusie
was dat telers specifieker willen kunnen
sturen. “Ze willen een snellere controle
op de ECsturing; over het algemeen
duurt het te lang voordat ze kunnen
corrigeren.” Daarnaast willen ze
makkelijker water kunnen geven in de
zomer, zodat ze de groei en productie
kunnen blijven stimuleren, en meer
grip hebben op de gezondheid in de
eindfase. “Dit alles met een hogere
productie als resultaat.”
Grodan Elite
Voor de tomaat heeft dat geleid tot
de ontwikkeling van Grodan Elite, een
innovatief substraat voor het top
segment in de tomaten teelt. “Praktijk
proeven hebben aangetoond dat met
deze nieuwe mat tot wel vijf procent
hogere producties worden behaald”,
weet Hempenius.
Maar hoe wordt dit dan gerealiseerd?
De product ontwikkelaar licht toe dat
de planten op Elite direct vanaf de start
een gecontroleerde en generatieve
wortel ontwikkeling laten zien. “De
speciale mat structuur bevordert
een sterke en fijn vertakte wortel
ontwikkeling, ook bovenin de mat. Dit
resulteert in een efficiënt wortel systeem
door de hele mat, waar de planten het
hele teelt seizoen profijt van hebben.”
Door de goede horizontale en verticale
water verdeling, zijn daarnaast het
water gehalte en de EC in de mat snel
en nauw keurig te sturen. “Dat geeft
maximale grip op de juiste plant balans.”
Daarnaast hebben proeven aangetoond
dat de wateropname hoger is dan bij
traditionele matten en dat voedings
stoffen volledig ten goede komen aan
de plant. Dit resulteert in een weerbaar
gewas dat minder gevoelig is voor
schimmelziekten zoals Botrytis en meel
dauw.
Ook blijkt uit gewas beoordelingen dat
de vruchten sneller en uniformer door
kleuren en dat tomaten planten op Elite
meer vruchten van gemiddeld betere
kwaliteit produceren. Boven dien vindt
een optimale verversing van water en
voedings stoffen plaats en een volledige
benutting daarvan door de plant.
Het gewas is continu in balans en dat
vertaalt zich in een efficiënter energie
verbruik per kilo eind product. “En dat
is nu precies waar Precision Growing
om draait: met een effectievere en
efficiëntere inzet van middelen een
hogere opbrengst realiseren van top
kwaliteit.”
Grodan Supreme
In de paprikateelt ontstaan de
problemen volgens Hempenius vooral
aan het begin van de teelt. Zo treedt
er gemakkelijk bloem knop abortie op,
waarbij de plant de energie niet in de
bloemen maar in het blad en de wortels
steekt. “Wij hebben ontdekt hoe we
de bloem aanleg beter vast kunnen
houden, waardoor je de productie niet
meteen kwijt bent.”
Tekst Wendy Venhorst
28 | KAS Rassenkeuze
Grodan levert innovatieve en duurzame
substraat oplossingen voor de teelt
van groenten en bloemen, waar
onder tomaat, paprika, komkommer,
aubergine, roos en gerbera. De
substraat oplossingen zijn gebaseerd op
het Precision Growingprincipe, waarbij
met een minimale inzet van middelen
een maximaal resultaat wordt behaald.
Eelke Hempenius, productontwikkelaar
bij Grodan, houdt zich bezig met het
optimaliseren van substraten. Hij geeft
aan dat Grodan zich de afgelopen
jaren met name heeft gericht op de
ontwikkeling van gewas specifieke
substraten. “Waar je normaal gesproken
een bepaald substraat gebruikt voor
verschillende gewassen, hebben onze
klanten steeds meer behoefte aan
maat werk. Ze willen de watergift en
de toediening van mest stoffen steeds
specifieker kunnen afstemmen op
het gewas. Daar spelen wij op in.”
Volgens Hempenius wordt het steeds
makkelijker om met minder water en
mest stoffen een betere productie te
krijgen. “Maar dan moeten we wel
kritisch kijken naar de onderlinge
samen hang tussen het klimaat, de
plant en het wortel milieu en dit niet
als losse onder delen zien. Als het
klimaat verandert, heeft dat effect op
de wortels en daarmee op de plant.
KAS Rassenkeuze | 29
Daarnaast willen paprika telers
meer groei kracht, een verminderde
gevoeligheid voor binnen rot en een
hogere totale productie, bij voor keur
als gevolg van een sterkere en meer
gelijk matige eerste zetting. Ook willen
ze de EC beter kunnen sturen. “Vroeger
gingen daar enkele dagen over heen, nu
kan dat in een halve dag.”
Grodan vertaalde het wensen lijstje in
de Grodan Supreme. Dit is een NG
2.0mat die 12 centimeter breed en 10
centi meter hoog is, waar 15 centimeter
breed en 7,5 centimeter hoog de
standaard is voor een Vsysteem. Uit
de praktijk proeven blijkt dat dankzij
de extra mat hoogte en de betere
water verdeling vooral bovenin de mat
meer fijne, gezonde wortels ontstaan.
“Het nieuwe substraat laat een veel
betere wortel ontwikkeling zien; het
totale volume van de mat wordt
beter gebruikt. Hierdoor kan de plant
makkelijker omgaan met verschillende
weers condities. De plant gezondheid is
op een hoger niveau, waardoor geen
bloem knop arbortie plaatsvindt.”
Ook de productie wordt positief
beïnvloed. “In vrijwel alle proeven kwam
de productie een paar procent hoger
uit, met een enkele uitschieter van
boven de vijf procent.” Een flink deel
van die winst werd geboekt tot en met
de vierde zetting, wanneer de prijzen
doorgaans een stuk hoger liggen dan
in de zomer. Daarnaast was er sprake
van minder uitval door fusarium in het
najaar.
Volgens Hempenius zijn telers erg
tevreden over de nieuwe paprika mat.
Ze merken dat ze de gewas ontwikkeling
via de water gift en EC sneller in de
gewenste richting kunnen bijsturen. “De
mat geeft meer grip op de plant balans
en daarmee ontzorgen we de telers.”
Hij voegt daaraan toe dat de GroSens
mat sensoren en de eGro app het
plaatje compleet maken. “Het GroSens
MultiSensor Systeem dat zowel bij
de nieuwe tomaten mat als de nieuwe
paprika mat kan worden toegepast
geeft continu inzicht in het water
gehalte, de EC en de temperatuur in
de wortelomgeving, wat snel en gericht
bijsturen mogelijk maakt.
Efficiëntere rassen
Al deze ontwikkelingen staan niet op
zichzelf. Doordat wereld wijd steeds
minder water beschikbaar is, groeit de
behoefte aan efficiëntere rassen. “In
de toekomst hebben we rassen nodig
die minder water nodig hebben en toch
dezelfde productie geven.”
Volgens de productontwikkelaar
speelt daar naast ook duurzaam heid
een steeds grotere rol. Het feit dat er
steeds minder chemische middelen
mogen worden gebruikt, maakt het
er niet makkelijker op. “Daarom wordt
een biologisch evenwicht in de matten
steeds belangrijker.”
Hempenius merkt dan ook op dat
er vanuit de markt steeds meer
interesse is voor nieuwe substraat
ontwikkelingen. “In het verleden werd
vaak alleen gekeken naar de productie
en vrucht grootte van bepaalde rassen.
Het substraat was een beetje onder
geschikt. Maar we krijgen steeds meer
vragen van telers over het wortel
milieu; de kennis behoefte neemt
toe. Door wetgeving zien telers de
toekomst veranderen en daar willen
ze op anticiperen. Ze willen weten hoe
je een plant op de juiste manier kunt
aansturen. Niet alleen de uiterlijke
kenmerken, maar ook de innerlijke
kenmerken worden steeds belangrijker.”
Dat is volgens hem een goede zaak.
“Alles wat in de steenwol mat gebeurt,
heeft invloed op het functioneren van
het wortel milieu en daarmee op de
ontwikkeling van de plant.”
Ook wijst hij erop dat veel ziekten vanuit
het wortelgestel ontstaan. Als er sprake
is van zuurstof tekort en de wortels niet
in staat zijn om voldoende water en
voedings stoffen op te nemen, zie je dat
verlaat terug in het gewas. “Hoe sneller
je erbij bent, hoe beter het is. Daarom
is het belangrijk dat veredelaars steeds
meer kijken naar de kracht van de plant
vanuit de wortel.”
Wat dat betreft moeten Grodan,
de veredelaars en de telers volgens
Hempenius veel meer samen werken
met elkaar. “Er was altijd veel besloten
heid in de sector, maar daar komt
langzaam verandering in. We hebben
onderling steeds meer contact en leren
beter met elkaar samen werken. En
dat is ook nodig. Er komt veel op de
telers af, zeker wat betreft de milieu
wetgeving. Daar moet je gezamenlijk
instaan. Het is een leerweg, maar het
betrekken van veredelaars en telers bij
onze ontwikkelings processen is een
cruciale stap op weg naar succes!”
ECHTE MEELDAUW LUISTERT NAAR FADO
Fado is een uniek biologisch fungicide tegen echte meeldauw in de bedekte teelt van onder andere vruchtgroenten, aardbeien, boomkwekerijgewassen, vaste planten en rozen. Uniek omdat Fado de weerbaarheid van de plant activeert en echte meeldauw geen kans geeft.
Win een koptelefoonBezoek nufarm.com/nl/fado. Lees meer over Fado en maak kans op een van de fantastische koptelefoons.
nufarm.com/nl/fado
Een aandeel in elkaar
rabobank.nl/bedrijven
met de Food&Agriondernemers vanvandaag.
Dichtbij door hetdelen van kennis en
netwerk
KAS Rassenkeuze | 31
Xandor belangrijke troef voor Axia Seeds
“Dik kans dat Xandor binnen twee tot drie jaar het belangrijkste grove trostomatenras is voor de moderne kasteelt.” Zo, dat is eruit. Teeltbegeleiders Cees Kortekaas en Michel de Winter van Axia Seeds in
Naaldwijk willen vooral niet arrogant overkomen, maar ze zijn erg enthousiast over Xandor. “De kleur is mooi donkerrood, de steel stevig en donkergroen en hij is jaarrond te telen, ook onder groeilicht”, zegt
Michel de Winter.
Cees Kortekaas, net als zijn collega
Michel de Winter voormalig tomaten
teler, roemt verder de kwaliteit en
houdbaar heid van deze nieuweling.
´De tomaat zelf en de groene delen van
de tros blijven er erg lang vers uitzien,
van de oogst tot en met de supermarkt
aan toe. Dat is een belangrijk pluspunt ,́
geeft Kortekaas aan. “Verder is het blad
stevig en tast de wittevliegbestrijder
Macrolophus de tomaten niet aan. Dat
hoort ook niet te gebeuren, maar in de
praktijk zien we bij sommige rassen toch
schade. Xandor heeft daar zo goed als
geen last van.” Michel de Winter voegt
eraan toe dat Xandor in de winter minder
wankleurige of holle tomaten geeft dan
de standaard rassen. “Bovendien zijn
de productie en de smaak van Xandor
prima. Zeker zo goed als die van de
huidige marktleider Merlice.”
Ras voor moderne kas
Kortekaas en De Winter zijn overtuigd
van de kwaliteiten van Xandor. Nu de
telers nog, want die zijn logischer wijs
kritisch en ze stappen niet zomaar over,
weten ze ook. “Telers willen resultaten
zien. Maar als die er zijn, durven ze ook
over te stappen. Het maakt dan niet
uit welke veredelaar het product op
de markt brengt, ze willen gewoon de
beste.” Een mooie troef voor Xandor
is dat er in de Benelux al zo´n vijftien
hectare geplant is. In Nederland,
maar ook in de USA, Mexico, Rusland,
SaoediArabië en Australië, staan er
bovendien bij verschillende bedrijven
proeven van vijftien tot twee duizend
planten. Kortekaas: “Xandor doet het
overal goed, zolang hij maar in een
moderne kas staat; het is geen ras voor
een plastic kas in Spanje.”
Axia Seeds is een jonge veredelaar, die
sinds 2011 flink aan de weg timmert
met nieuwe tomaten rassen en daarmee
opbokst tegen de gevestigde orde.
Michel de Winter geeft aan dat het
voor telers prettig zaken doen is met
een klein bedrijf. “Ze kunnen zo bij ons
binnen lopen om teelt proeven te zien
en de lijnen met de veredelaars zijn
kort. We horen graag van telers wat
zij belangrijk vinden. Overigens zijn wij
dan wel een relatief kleine veredelaar,
maar op het gebied van tomaten in
Nederland wel de grootste.”
Cees Kortekaas legt uit wat die korte
lijnen in de praktijk opleveren. “Wij
betrekken de telers vanaf het eerste
moment bij de veredeling. Als wij
bijvoorbeeld van een kruising dertig
hybriden hebben waar wij iets in
zien, vragen we de telers om hun
mening. Die is voor ons uiteraard zeer
waardevol. Zo houden we er vier of vijf
over waarmee we verder gaan.”
Niet alle hybriden groeien uiteraard uit
tot toppers. Maar dat hoeft ook niet,
vindt dit bedrijf. Kortekaas: “Als we
hybriden tegenkomen met speciale
eigenschappen, zoals een aparte kleur
of vorm, dan zetten we ze in onze
´specialtyskas .́ Soms zijn er telers die
brood zien in bijvoorbeeld een paarse
tomaat. Dan kunnen we zelfs zo ver
gaan dat we zaad maken, speciaal voor
deze teler. In België heeft een teler op
deze manier vijf Axxiarassen in z´n kas
staan die niemand ter wereld heeft.”
Verschillende segmenten
Axia Seeds richt zich op tomaten in
de breedste zin van het woord. In het
middensegment trostomaten kwamen
uit deze stal al de Axiradius (100 gram)
en de Axxy (110 – 130 gram), waarvan
de laatste ook los te oogsten is. Bij de
losse tomaten is er verder de Mediax
(80 gram). Timeax is de variëteit voor
cocktail trosmaten. Van die laatste,
in 2015 geïntroduceerd, wordt dit
jaar in Nederland zeventig hectare
aangeplant. Cees Kortekaas noemt
verder de cherrytrostomaat Axiany.
“Deze is wereldwijd aangeplant en
is bij uitstek een smaaktomaat, echt
het topsegment. We geven hem maar
beperkt uit, één of twee kwekers
per land, dan blijft het exclusief. In
Noorwegen is deze tomaat als beste
uit de bus gekomen van een brede
smaaktest onder consumenten. Daar
zijn we trots op natuurlijk.”
Als laatste noemen de heren graag
nog Prunaxx, een nieuwe roma
tomaat die dit jaar op voor het eerst
commercieel wordt geteeld en waarvan
de verwachtingen hoog gespannen zijn.
Michel de Winter: “Dit ras blinkt uit in
kwaliteit en de mooie romavorm.”
Enthousiasme
Cees Kortekaas en Michel de Winter
praten met een enorm enthousiasme
over ´hun´ tomaten. “Dat klopt, we
zijn geen autoverkopers die met een
glimmende folder onder hun arm bij
de telers aankomen. Natuurlijk zijn wij
ook verkopers, maar met een enorme
dosis praktijkervaring en met korte
lijnen naar veredeling en telers. We
zeggen wel eens dat er geen bloed
maar tomatensap door onze aderen
stroomt!”
Tekst Bernadette Hoefsloot
Onderde grondzit het beste
Beter en krachtigertegen Pythium
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.