elementaire leer van de...zijn schoonzoon dr. fazlur rahman ansari r.a. - die zijn missiewerk heeft...

116

Upload: others

Post on 01-Feb-2020

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Elementaire leer van de

Islam

door

Maulana Mohammed Abdul Aleem Siddiqui R.A.

Oorspronkelijke titel:

Elementary Teachings of Islam

Vertaling en bewerking:

S.A.M. Nurmohamed

[email protected]

Tel: 0235651073

NEDERLAND.

ISBN 978 94 6228 766 2

DERDE DRUK

Mei 2016

1

Voorwoord.

In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

Elementaire leer van de Islam, oorspronkelijke titel van het boek

“Elementary Teachings of Islam”. Dit boek dat oorspronkelijk in

het Engels verscheen, is wereldwijd verspreid en voorziet nog

immer in een behoefte van vele jonge Moslims en niet Moslims,

die de Arabische taal niet machtig zijn.

Als basis is gebruikt de eerste uitgave van 1954. Het Arabisch

schrift en de transliteratie (op enkele toevoegingen na) zijn

ongewijzigd overgenomen. Gelet op het succes van de Engelse

versie is bij de vertaling naar het Nederlands de stijl zoveel

mogelijk ongewijzigd gelaten.

Maulana Mohammed Abdul Aleem Siddiqui R.A. (1892-1954)

heeft het boek net zo eenvoudig geschreven als hij sprak. Door

middel van vraag en antwoord heeft hij de elementaire leer van de

Islam uitgelegd. Deze methode heeft wereldwijd bewezen een

groot succes te zijn. Zijn schoonzoon Dr. Fazlur Rahman Ansari

R.A. - die zijn missiewerk heeft voortgezet- had tijdens zijn

bezoek aan Suriname eind zestigerjaren, te kennen gegeven dat

hij dit boek graag ook in het Nederlands zag verschijnen. Helaas

heeft het door Maulana Dr. Fazlur Rahman Ansari R.A.

benoemde comité –door diverse omstandigheden- niet aan deze

wens kunnen voldoen. Gelukkig is met inspanning van enkele

medewerkers dit vertaalwerk alsnog voltooid. Alle dank aan

Allah, de Verhevene, voor de totstandkoming van deze vertaling

en moge deze door Hem worden geaccepteerd, Ameen.

Hoofddorp, maart 2016

Hr. S.A.M. Nurmohamed.

2

Elementaire leer van de

Islam

door

Maulana Mohammed Abdul Aleem Siddiqui R.A.

Oorspronkelijke titel:

Elementary Teachings of Islam

Vertaling en bewerking:

S.A.M. Nurmohamed

[email protected]

Tel: 0235651073

NEDERLAND.

ISBN 978 94 6228 766 2

DERDE DRUK

Mei 2016

3

INHOUD

DEEL I INLEIDING 5

DEEL II IMAAN 8 Hoofdstuk I Eenheid van Allah 9 Hoofdstuk II De Engelen van Allah 11 Hoofdstuk III De Boeken van Allah 13 Hoofdstuk IV De Profeten van Allah 15 Hoofdstuk V De Dag van Opstanding en Oordeel 18 Hoofdstuk VI De macht om goed of kwaad te doen 20

DEEL III ISLAM 23

Hoofdstuk VII De Geloofsbelijdenis 24 Hoofdstuk VIII Het Gebed 31 VIII-1 Wudhu (Wassing) 32 VIII-2 Ghusl (Bad.) 34 VIII-3 Tayammum 35 VIII-4 Azaan 37

VIII-5 De verplichte en de belangrijke onderdelen

van het Gebed 40 VIII-6 Uitvoering van het Gebed 42 VIII-7 Indeling van Gebeden 66 VIII-8 Fard Gebeden 67 VIII-9 Wajib-ul-Witr 69 VIII-10 Salat-ul-janazah 71 VIII-11 Het inkorten van verplichte gebeden 74 VIII-12 Verboden tijden voor Gebeden 75 VIII-13 Salat-ul-Jumu’a (Vrijdags Gebeden) 76 VIII-14 Wajibul Ied (de Ied gebeden) 77 VIII-15 Nafl Gebeden 79 VIII-16 Diversen 79

Hoofdstuk IX Zakaat 81

4

IX-1 Zakaat (Islamitische liefdadigheid) 81 IX-2 Sadaqat-ul-Fitr 83

Hoofdstuk X Het inachtnemen van het vasten in de maand Ramadan 85

Hoofdstuk XI De Hajj 90 XI-1 Pelgrimstocht naar Mekka 90 XI-2 Sa’ee 101 XI-3 Het verrichten van de Hajj 104 Bijlage Enkele verzen uit de Heilige Qur’aan 110

Enkele gebruikte afkortingen: V.= Vraag A.= Antwoord vzmh= vrede zij met hem

Uitspraak: Islam Islaam Allah Allaah

Transliteratie: u Nederlandse oe als in koe (korte oe) oo Nederlandse oe als in roer (lange oe)

5

DEEL I INLEIDING

1. V. Wie heeft u en alle werelden geschapen? A. Allah heeft mij en alle werelden geschapen.

2. V. Wie heeft Allah geschapen? A. Allah heeft ons allen geschapen, Hij is door niemand geschapen.

3. V. Wat zijn uw plichten tegenover Allah (de Schepper)? A. Mijn plichten tegenover Allah zijn om volledig in Hem te geloven (Imaan) en mij geheel aan zijn geboden te onderwerpen.

4. V. Hoe kunt u kennis verkrijgen over Hem en Zijn geboden? A. Ik kan kennis verkrijgen over Hem en Zijn geboden door Zijn Boodschappers en Profeten.

5. V. Wat verstaat u onder een Boodschapper of een Profeet? A. Een Boodschapper of een Profeet is een zeer eerlijke en vrome man. Hij wordt door Allah gekozen als Zijn boodschapper. De geboden worden hem door Allah ingegeven en hij draagt die over aan de mensheid. Hierdoor kunnen wij het rechte pad, dat leidt naar een goed leven in deze wereld leren kennen en op deze wijze Allah behagen zodat wij vrede kunnen bereiken na de dood.

6

6. V. Werden door Allah Profeten gezonden naar alle volkeren? A. Ja, Profeten werden door Allah gezonden naar alle volkeren waar en wanneer die ook nodig waren. Toen alle volkeren één nodig hadden, stuurde Allah Profeet Mohammad (vzmh) voor de hele wereld.

7. V. Wat heeft Profeet Mohammad (vzmh) u geleerd? A. Profeet Mohammad (vzmh) heeft mij geleerd om mij geheel te onderwerpen aan de geboden van Allah, wat Islam wordt genoemd.

8. V. Welke zijn de voornaamste geloofsartikelen van de Islam? A. De voornaamste geloofsartikelen van de Islam zijn zeven in aantal, te weten: (1) Te geloven in de Eenheid van Allah. (2) Te geloven in al Zijn Engelen. (3) Te geloven in al Zijn Boeken. (4) Te geloven in al Zijn Profeten

(5) Te geloven in de Dag der Opstanding. (6) Te geloven in de Dag des Oordeels. (7) Te geloven dat de kracht om alle handelingen te verrichten (hetzij goed of slecht) voortkomt uit Allah, maar dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze handelingen.

7

9 V. Welke zijn de grondbeginselen van de Islam?

A. De grondbeginselen van de Islam zijn vijf in aantal te weten:

(1) De verklaring: La ilaha illAllah Muhammad-ur-Rasoolullah, dat betekent: Er is geen God dan Allah en Mohammad is Zijn Profeet.

(2) Het vijf maal per dag verrichten van de verplichte gebeden.

(3) Het verdelen van Zakaat (Islamitische aalmoezen) onder degenen die daarvoor in aanmerking komen, bedragende één veertigste deel van het bezit, dat men een heel jaar lang in zijn/haar bezit heeft.

(4) Het vasten gedurende de dag in de maand Ramadan.

(5) De volbrenging van de hajj (bedevaart) naar Mekka, minstens één keer in het leven, als de omstandigheden dit toelaten.

8

DEEL II IMAAN

IMAAN

De voornaamste geloofsartikelen van de Islam

Amantu billahi wa mala-i katihi wa kutubihi wa

Rasoolihi wal jaumil agere wal qadre gairihi wa sjarrihi

minal-lahi ta’ala wal base badal maut.

Vertaling:

Ik geloof in Allah, in Zijn Engelen, in Zijn Boeken, in Zijn

Profeten, in de Dag van het Oordeel en in het feit dat goed

en kwaad van Allah komen en in het leven na de dood.

9

Hoofdstuk I

EENHEID VAN ALLAH.

1.

V. Wat bedoelt u met het geloof in de Eenheid van

Allah?

A. Door het geloof in de Eenheid van Allah, bedoel ik dat

Allah één is en dat er niemand is zoals Hij; Hij heeft geen

deelgenoot; Hij verwekt niet, noch is Hij verwekt; Hij is

ondeelbaar; Hij is eeuwig; Hij is oneindig; Hij heeft begin

noch einde; Hij is Almachtig, de Alwetende, de

Rechtvaardige, de Liefhebber van alle werelden, de

Beschermheer, de Gids, de Helper, de Genadevolle, de

Barmhartige, etc.

2. V. Waar is Allah? A. Allah is overal.

3. V. Weet Allah al de handelingen die u op aarde verricht? A. Zeker, Allah weet al de handelingen die ik op aarde verricht, zowel de goede als de slechte. Hij weet zelfs mijn geheime gedachten.

4. V. Wat heeft Allah voor u gedaan? A. Allah heeft mij en alle werelden geschapen. Hij houdt van mij en bemint mij. Hij zal mij in het Paradijs belonen voor al mijn goede daden en mij straffen in de hel voor al mijn slechte daden.

10

5. V. Hoe kunt u de liefde van Allah winnen? A. Ik kan de liefde van Allah winnen door volledige onderwerping aan Zijn Wil en gehoorzaamheid aan Zijn Geboden.

6. V. Hoe kunt u de Wil en de Geboden van Allah leren kennen? A. Ik kan de Wil en Geboden van Allah leren kennen uit de Heilige Qur’aan en uit de overleveringen van onze Profeet Mohammad (Moge de vrede en zegen van Allah op hem rusten).

7. V. Wat is Imaan (Geloof)? A. Imaan betekent “geloven in”, d.w.z. een vast en oprecht geloof in de voornaamste Geloofsartikelen.

8. V. Wat is Islam? A. Islam betekent “volledige onderwerping”, dat is onderwerping aan de bevelen van Allah en handelen in overeenstemming met Zijn Geboden.

Opmerking: Iemand die Imaan heeft, wordt een mu'min (gelovige) genoemd, en iemand die al de grondbeginselen van de Islam in acht neemt, wordt Moslim genoemd.

11

Hoofdstuk II

DE ENGELEN VAN ALLAH

1. V. Wat voor soort schepselen zijn de Engelen? A. Engelen zijn geestelijke schepsels van Allah die altijd aan Zijn Wil en Geboden gehoorzamen. Zij zijn mannelijk noch vrouwelijk; zij hebben geen ouders, geen vrouwen, geen mannen, geen zonen of dochters. Zij hebben geen stoffelijke lichamen, maar kunnen iedere vorm aannemen die zij willen.

2. V. Eten en drinken de Engelen als mensen? A. Engelen eten en drinken niet als mensen, noch genieten zij van slaap.

3. V. Kunt u enkele van de belangrijkste Engelen van Allah opnoemen?

A. Ja, de belangrijkste Engelen van Allah zijn vier in aantal, nl.

(1) Djibriel

(2) Mika’iel

(3) Isra’fiel

(4) Izra’iel

12

4. V. Zijn er nog andere Engelen behalve deze die reeds genoemd zijn? A. Ja, er zijn vele andere Engelen, sommigen die in de Qur’aan worden genoemd zijn ons bekend, maar wij hebben geen kennis over het aantal, hun namen en plichten. Deze zijn alleen bij Allah bekend.

5. V. Wat weet u over Engel Djibriel? A. Engel Djibriel werd door Allah aangesteld om Zijn boodschappen over te brengen aan Zijn Uitverkorenen op aarde, de Boodschappers en de Profeten, die in alle tijden en streken van de wereld verschenen. Het was de Engel Djibriel die de openbaringen van Allah meedeelde aan onze Profeet Mohammad (moge de vrede en de zegen van Allah op hem rusten).

6. V. Kunt u enkele van de belangrijkste eigenschappen van Engelen opnoemen? A. Ja, de belangrijkste eigenschappen van Engelen zijn zuiverheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid en gehoorzaamheid aan de Wil en Geboden van Allah.

7. V. Kunnen Engelen iets op aarde doen zonder de uitdrukkelijke toestemming van Allah? A. Nee, de Engelen handelen alleen volgens de geboden van Allah; daarom kunnen zij niets doen zonder Zijn bevel.

8. V. Aanbidt u Engelen? A. Nee, ik aanbid de Engelen helemaal niet. Ik vereer en aanbid alleen Allah. Engelen zijn dienaren van Allah en ook zij aanbidden Hem. De Heilige Qur’aan zegt uitdrukkelijk dat wij niemand anders mogen aanbidden behalve Allah, noch mogen wij enig deelgenoot aan Hem toekennen.

13

Hoofdstuk III

DE BOEKEN VAN ALLAH

1. V. Wat bedoelt u met het geloven in al de Boeken van Allah? A. Met het geloven in al de Boeken van Allah bedoel ik, dat Allah de geboden en de Voorschriften van het geloof openbaarde aan verschillende Profeten in verschillende stadia van de geschiedenis om de mensheid te leiden.

2. V. Kent u de namen van de Voorschriften van het geloof of de boeken van Allah? A. Ja, de Voorschriften van het geloof of de Boeken van Allah zijn vier in aantal, nl. (1) Taurat (Oude Testament) (2) Zaboer (Psalmen) (3) Indjiel (Nieuwe Testament) (4) De Heilige Qur’aan

3. V. Wat zijn de namen van de respectievelijke profeten aan wie deze boeken werden geopenbaard? A. Taurat werd geopenbaard aan de Profeet Moesa (Mozes), Zaboer aan Profeet Dawoed (David), Indjiel aan Profeet Isa (Jezus) en de Heilige Qur’aan aan Profeet Mohammad (vrede en zegeningen van Allah zij met hen allen).

4. V. Bestaan de Taurat, Zaboer en Indjiel in hun oorspronkelijke vorm? A. Nee, die bestaan niet in hun oorspronkelijke vorm. De huidige uitgaven zijn slechts interpretaties door hun respectievelijke volgelingen van latere tijden.

14

5. V. Welke richtlijn van het geloof volgt u? A. Ik volg de laatste richtlijn van het geloof, de Heilige Qur’aan.

6. Wat is de Heilige Qur’aan? A. De Heilige Qur’aan is de religieuze boodschap van de Islam. De voorgaande Geboden en de Geloofsrichtlijnen zijn er ook in opgenomen. De verzen werden door Allah ingegeven en geopenbaard aan Profeet Mohammad (vzmh) door Engel Djibriel en die zijn nog steeds in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven in de Arabische taal.

7. V. Werden de verzen van de Heilige Qur’aan aan Profeet Mohammad (vzmh) op één en dezelfde tijd geopenbaard? A. Nee, de verzen van de Heilige Qur’aan werden niet op één en de zelfde tijd geopenbaard aan Profeet Mohammad (vzmh). Zij werden aan hem hetzij afzonderlijk of in gedeelten geopenbaard tijdens de laatste drieëntwintig jaren van zijn leven en werden opgeschreven zoals hij die uitsprak en onder zijn leiding gerangschikt gedurende zijn leven.

8. V. Wat leert de Heilige Qur’aan u? A. De Heilige Qur’aan leert mij om de Almachtige Allah te aanbidden, Hem en Hem alleen, Zijn bevelen die erin zijn verwerkt te gehoorzamen, de leer en voorbeelden van Profeet Mohammad (vzmh) te volgen, om goed te doen jegens anderen, in het bijzonder mijn ouders en verwanten, en eerlijk en trouw te zijn in al mijn handelingen en omgang; In het kort, het geeft mij een volledige richtlijn voor de juiste leiding van mijn leven.

15

Hoofdstuk IV

DE PROFETEN VAN ALLAH

1. V. Wat bedoelt u met het geloof in alle Profeten van Allah? A. Met het geloof in alle Profeten van Allah, bedoel ik, dat Allah in verschillende stadia van de geschiedenis van de mensheid, Profeten als Zijn Boodschappers stuurde om de mensheid te leiden. Ik geloof in hen allen en in het bijzonder in hen, wiens namen in de Heilige Qur’aan worden genoemd. Ik kan niemand als Profeet aanvaarden indien zijn naam niet in het Goddelijk Boek wordt genoemd, noch kan ik het Profeetschap van iemand ontkennen wiens naam in het Goddelijke Boek wordt vermeld.

2. V. Kent u de namen van alle Profeten die de Boodschap van Allah aan de mensheid overbrachten? A. Nee, ik ken de namen niet van alle profeten, die de Boodschap van Allah aan de mensheid overbrachten, maar wel de namen van enkele van de grote Profeten, die worden genoemd in de Heilige Qur’aan.

3. V. Kunt u een lijst geven van de Profeten wiens namen in de Heilige Qur’aan worden genoemd? A. Ja. Onder de Profeten wiens namen in de Heilige Qur’aan worden genoemd zijn: Adam, Idries, Noah, Hoed, Saleh, lbrahim (Abraham), Isma’iel (Ishmaël), Ishaaq (Isaac), Jacoeb (Jacob), Joezoef (Jozef), Ajoeb, Sjoe-aib, Moesa (Mozes), Haroen (Aaron), Loet (Lot), Joenoes (Jonah), AI-Jas'a, Zoelkiefl, Dawoed (David), Soelaiman (Salomon), Ieljas (Elias ), Zakaria (Zacharias), Yahya, Isa (Jezus) en Mohammad (Vrede en zegeningen van Allah zij met hen allen).

16

4. V. Wie zijn de belangrijkste van deze Profeten? A. Zij zijn: Adam, Noah, lbrahim, Moesa, Isa en de laatste en de grootste van alle Profeten, Mohammad (Vrede en zegeningen van Allah zij met hen allen).

5. V. Wie is een Profeet en wat is zijn plicht? A. Een Profeet is een dienaar en Boodschapper van Allah, die de Goddelijke openbaringen ontvangt. Hij is een voorbeeld voor de mensen en onderwijst en brengt in de praktijk de geboden van Allah.

6. V. Aanbidt u één van de Profeten? A. Nee, ik aanbid geen van de profeten, maar ik bemin ze, vereer ze en beschouw ze als voorbeeld zowel voor mijn gedrag als dat van de mensheid in het algemeen. De profeten zelf aanbaden Allah en leerden ons om hetzelfde te doen.

7. V. Kan één van de Profeten God worden genoemd? A. Nee. Geen van de Profeten kan God worden genoemd, want zij werden allemaal geschapen door Allah, die uit Zichzelf bestaat en geen deelgenoot heeft.

8. V. Heeft één van de Profeten Goddelijkheid beweerd? A. Geen van de Profeten beweerde Goddelijkheid, want naast Boodschappers en dienaren van Allah, waren zij zelf mensen.

17

9. V. Voor welk land en voor welk volk openbaarde Profeet Mohammad (vzmh) de Boodschap van Allah? A. Aangezien alle volkeren van de wereld, de aan hen geopenbaarde boodschappen door de Profeten, hetzij hadden verloren of waren vergeten, verkondigde Profeet Mohammad (vzmh) de Boodschap van Allah aan alle landen en aan alle volkeren. Zijn Profeetschap is dus niet beperkt tot één land of één natie, maar is universeel, d.w.z. voor de hele wereld en voor alle volkeren.

10. V. Is er enige behoefte aan een Profeet na Profeet Mohammad (vzmh)? A. Nee, er is geen behoefte aan een Profeet na Profeet Mohammad (vzmh), omdat de Boodschap, d.w.z. de Heilige Qur’aan (die hij gebracht heeft voor de gehele wereld) het laatste en volmaakte voorschrift van het geloof is, dat geheel in oorspronkelijke staat is bewaard en altijd bewaard zal blijven; daarnaast is er ook een authentieke beschrijving van het veelbewogen leven van de Profeet, die alle menselijke activiteiten omvat en altijd herinnerd zal worden als een voorbeeld voor de mensheid. Vandaar dat er geen Profeet na hem vereist is, al dan niet met voorschriften en bevelen en zegt de Heilige Qur’aan, dat Profeet Mohammad (vzmh) de laatste en het zegel van alle Profeten is.

18

Hoofdstuk V

DE DAG VAN OPSTANDING EN OORDEEL

1. V. Wat weet u over de Dag van Opstanding en Oordeel? A. Het is de dag waarop Allah de doden zal doen opstaan, d.w.z. de doden weer zal laten leven. Hij zal dan iedere persoon beoordelen volgens zijn goede- en slechte daden op aarde. Hij zal degenen belonen die een rechtvaardig leven hebben geleid en Hem hebben behaagd door hen naar het Paradijs te sturen. En Hij zal degenen straffen, die ongehoorzaam zijn geweest aan Zijn Geboden en Zijn misnoegen op de hals hebben gehaald door te zondigen en slechte daden te verrichten, door die naar de Hel te sturen.

2. V. Wat zijn Paradijs en Hel? A. Het Paradijs is een verblijf van vrede en geluk waar elke wens wordt vervuld. De Hel is een plaats van kwelling, pijn en angst.

3. V. Hoe lang zal iemand in het Paradijs of de Hel blijven? A. Iemand die dood gaat met een volledige geloof in de Eenheid van Allah en de Profeet van Allah zal eeuwig in het Paradijs blijven, terwijl iemand die sterft zonder enig geloof in de Eenheid van Allah, de Profeten van Allah of die geloofd heeft in anderen als deelgenoten van Allah zal voor eeuwig in de Hel blijven.

19

4. V. Wat zal het lot zijn van hen die sterven met volledige geloof in de Eenheid van Allah en in de Profeten van Allah, maar die hebben gezondigd? A. Zij die een vast geloof hebben, in de Eenheid van Allah en in de Profeten van Allah, maar sterven zonder verzoening en berouw te hebben voor de zonden die zij in deze wereld hebben begaan, zullen tijdelijk naar de Hel worden gestuurd, vanwaar zij, nadat zij de verplichte straf hebben ondergaan, bevrijd worden door de Genade van Allah en naar het Paradijs gestuurd worden, waar zij eeuwig zullen blijven.

20

Hoofdstuk VI

DE MACHT OM GOED OF KWAAD TE DOEN.

1. V. Wat verstaat u onder uw geloof in de macht om goed of kwaad te doen, uitgaat van Allah en niemand anders dan Allah? A. Daaronder versta ik, dat Allah mij de macht heeft gegeven om handelingen (goed of slecht) te verrichten, maar Hij heeft mij ook verstand en gedragsregels voor het leven gegeven om te kiezen tussen het goede en het slechte en daarom ben ik verantwoordelijk voor mijn daden. Allah heeft mij als voorbeeld de kracht gegeven om te spreken. Het ligt aan mij om de tong te gebruiken om de waarheid te spreken of om die kracht te misbruiken door te liegen.

2. V. Hoe helpt Allah u om goede daden te doen? A. Allah helpt ons goede daden te verrichten door Boodschappers te sturen om ons te leiden op het rechte pad volgens de gedragsregels van de godsdienst.

3. V. Wat is een zonde? A. Elke handeling tegen de Geboden van Allah is een zonde.

4. V. Wie kan zonden vergeven? A. Allah en alleen Allah kan zonden vergeven.

21

5. V. Wat moet u doen dat Allah uw zonden vergeeft? A. Opdat mijn zonden worden vergeven, moet ik tot Allah bidden uit geheel mijn hart en boete doen voor al mijn slechte daden en besluiten om nooit meer opnieuw zulke of andere misdaden te begaan.

6. V. Welke soorten voedsel en drank zijn onwettig voor een Moslim? A. De soorten voedsel en drank die onwettig zijn verklaard voor een Moslim zijn: (1) Alle soorten bedwelmende wijnen, likeuren en gedistilleerde dranken. (2) Varkensvlees en alle wilde dieren die hun klauwen of tanden gebruiken om hun prooi te doden, bijvoorbeeld, tijgers, luipaarden, olifanten, wolven, enz. en alle roofvogels zoals haviken, arenden, gieren, kraaien, enz. (3) Knaagdieren, reptielen, wormen, enz. (4) Vlees van dode dieren, die anders wel genuttigd mogen worden. (5) Vlees van geoorloofde dieren en vogels die niet zijn geslacht of gedood op de voorgeschreven wijze. (6) Vlees van dieren die zijn geofferd aan afgoden.

22

7. V. Hoe moet een viervoetig dier of een vogel waarvan het vlees mag worden genuttigd, worden geslacht of gedood? A. Men moet zeggen:

“Bismillahi Allahu-akbar"

op het moment dat men een viervoetig dier of vogel slacht of doodt, waarvan het vlees wettig toegestaan is als voedsel en de keel met het mes dusdanig doorsnijdt dat de slagaders afzonderlijk worden doorgesneden, maar dat het ruggenmerg even onaangetast blijft, totdat al het bloed uitgestroomd is.

8. V. Kunt u enkele daden noemen, die hoofd zonden zijn en aan strenge straffen onderworpen zijn.? A. Ja. Enkele daden die grote zonden zijn en onderworpen zijn aan strenge straffen zijn: (1) Geloven dat iemand deelgenoot is van Allah. (2) Niet te geloven in Allah of Zijn Profeten of Zijn Boeken, of het ontkennen van één van de Grondbeginselen van de Islam. (3) Liegen. (4) Het plegen van overspel of sodomie. (5) Het roven of stelen. (6) Het bestelen of bedriegen van iemand. (7) Het afleggen van een valse getuigenis. (8) Het valselijk beschuldigen van iemand. (9) Roddelen. (10) Het misbruiken van iemand of het kwetsen van iemand zijn gevoelens.

23

DEEL III ISLAM

Islam

De grondbeginselen van de Islam

Buniya-al Islamu ala khamsin; shahadati, an la-ilaha il-lAllah-hu wa anna Muhammadar- Rasool-Allahi, wa

Iqamis-salati, wa itai-z zaqati, wa saumi Ramadan, wa hajji al bay-ti man istata-a Ilaihi sabila.

Vertaling:

De vijf fundamenten van de Islam zijn: de Islamitische getuigenis: Er is geen god dan Allah en Mohammad is de Boodschapper van Allah, en het verrichten van het gebed,

en het geven van zakaat, en het vasten in de maand Ramadan, en het verrichten van de bedevaart door mensen

die financieel en lichamelijk daartoe in staat zijn.

24

Hoofdstuk VII

DE GELOOFSBELIJDENIS

1. V. Wat is het eerste grondbeginsel van de Islam? A. Het eerste grondbeginsel van de Islam is te verklaren:

La ilaha ill-Allah, Muhammad-ur-Rasool-ullah.

D.w.z. ”Er is geen God dan Allah en Mohammad is de Boodschapper van Allah.”

2. V. Zijn er nog andere vormen van geloofsbelijdenis? A. Ja, er zijn vier andere vormen, nl.

(1) Kalimatush-shahadat.

Verklaring van de onderwerping of getuigenis, nl.

25

Ashhadu an la ilaha ill-Allahu wahdahu la sharika lahu wa ashhadu anna Muhammadan ‘abduhu wa Rasooluh

D.w.z. Ik getuig dat er geen God is dan Allah, Die geen deelgenoot heeft en ik getuig dat Mohammad Zijn Dienaar en Boodschapper is.

(2) Kalimatut-tamjeed. Verklaring van de Glorie van Allah, nl.

Subhana-Allahi walhamdu lillahi wa la ilaha ill-Allahu wAllahu Akbar, wa la haula wa la quwwata illa billahil ‘aliyyil-‘Azeem.

D.w.z. “Glorie en lof zij aan Allah; er is geen god dan Allah; Allah is de Grootste; er is geen macht en geen kracht dan die van Allah, de Allerhoogste, de Verhevene.”

26

(3) Kalimatut-Tauhid.

Verklaring van de Eenheid van Allah nl.

La ilaha ill-Allahu wahdahu la sharika lahu, lahul mulku wa lahul hamdu, yuhyi wa yumeetu, biyadihil-khairu, wa huwa ‘ala kulli shai-in qadeer.

D.w.z. “Niemand is waardig aanbeden te worden dan Allah; Hij is Eén en heeft geen deelgenoot; van Hem is het Koninkrijk (van het hele universum) en Hem komt alle lof toe; Hij geeft leven en Hij beschikt over de dood; In Zijn hand ligt al het goede en Hij heeft de macht over alles.

27

(4) Kalimatu raddil-kufr.

Verklaring van afwijzingen van ongeloof nl.

Allahumma inni a’oozu

bika min an ushrika bika

shai’an wa ana a’lamu wa

astaghfiruka lima la a’lamu

innaka anta ‘Allam ul-

ghuyoobi tubtu’ anhu wa

tabarr’atu ‘an kulli deenin

siwa deen il-Islami wa

aslamtu wa aqoolu la ilaha

ill-Allahu Muhammad-ur-

Rasool-ullah.

D.w.z. O Allah! Voorwaar ik zoek mijn toevlucht tot U dat ik nooit bewust aan U deelgenoot zal toekennen; Ik smeek U om vergiffenis voor de zonden waarvan ik niet bewust ben; waarlijk, U bent de Beste Kenner van alle geheimen. Ik heb berouw over al mijn zonden en verklaar me onbeïnvloed door alle godsdiensten behalve de godsdienst van de Islam. Ik ben toegetreden tot de Islam en ik verklaar hierbij: Er is geen God dan Allah en Mohammad is de Boodschapper van Allah.

3. V. Wie was Mohammad (vzmh)? A. Mohammad (vzmh) was de Rasoel, d.w.z. de Boodschapper en de Profeet van Allah, die de Boodschap door Goddelijke openbaring ontving en deze doorgaf aan de mensheid.

28

4. V. Waar werd de Profeet Mohammad (vzmh) geboren? A. Mohammad (vzmh), de Boodschapper en Profeet van Allah, werd geboren in Mekka in Arabië.

5. V. Kent u de stamboom van de Profeet Mohammad (vzmh)? A. Ja. Ik kan de naam van zijn vaders overgrootvader noemen en weet dat hij afstamt van de Profeet Abraham. Hij was de zoon van Abdullah, die de zoon was van Abdul Muttalib, die de zoon was van Hashim, die de zoon was van Abdul Manaf.

6. V. Hoe werd de Profeet opgevoed? A. Abdullah, de vader van de Profeet stierf voor zijn geboorte en hij verloor zijn moeder, Amina, toen hij nog een kind was. Hij werd toen voor een korte tijd verzorgd door zijn grootvader, Abdul Muttalib, die enkele jaren later ook overleed. Zijn oom, Abu Talib werd toen zijn voogd.

7. V. Hoe werd de Profeet Mohammad (vzmh) opgevoed? A. Hij ontving geen onderwijs door menselijke bemiddeling, vandaar dat hij niet kon lezen of schrijven. Zijn onderwijs is alleen te danken aan Goddelijke bronnen.

8. V. Wanneer en waar werd de Boodschap van Allah voor het eerst geopenbaard aan onze Profeet? A. De Boodschap van Allah werd voor het eerst aan onze Profeet geopenbaard door de Engel Djibriel (Gabriël), op de leeftijd van veertig, in de grot aan de voet van de berg Hira in Mekka.

29

9. V. Wat voor aanzien hadden de mensen van Mekka voor onze Profeet, voordat hij zijn Profeetschap aangekondigde? A. De mensen van Mekka hadden een zeer grote achting voor hem. Zij eerbiedigden en respecteerden hem voor zijn integriteit en eerlijkheid en waren zo onder de indruk van zijn edelheid en zachtmoedigheid, dat zij hem de titel gaven

van Al-Amien, d.w.z. de Betrouwbare, voordat hij zijn

Profeetschap bekend maakte.

10. V. Accepteerden de mensen van Mekka in het algemeen Mohammad (vzmh) als een Profeet toen hij voor het eerst de Boodschap van Allah verkondigde? A. Nee, De mensen van Mekka accepteerden in het algemeen Mohammad (vzmh) niet als Profeet, toen hij voor het eerst de Boodschap van Allah tegen de afgoden en afgoderij verkondigde. Slechts enkele omarmden de Islam. Anderen vervolgden hem en zijn volgelingen zodanig, dat hij samen met zijn volgelingen gedwongen was naar Medina uit te wijken.

11. V. Hoe wordt de migratie van onze Profeet van Mekka naar Medina genoemd? A. De migratie van onze Profeet van Mekka naar Medina wordt AL-HIDJRA genoemd De Islamitische jaartelling begint op de dag van de migratie (dit is het jaar 622 na Chr.).

12. V. Hoe ontvingen de mensen van Medina onze Profeet? A. De meeste mensen van Medina ontvingen onze Profeet met vriendelijkheid, geloofden in zijn leer en zending en omarmden de Islam.

30

13. V. Wanneer stierf onze Profeet en waar werd hij begraven? A. Onze Profeet stierf op drieënzestig jarige leeftijd en werd begraven in Medina, waar zijn graftombe nu staat.

14. V. Moeten wij de graftombe van onze Profeet bezoeken? A. Ja, we moeten de graftombe van onze Profeet in Medina bezoeken, bij voorkeur na het verrichten van de Hajj (bedevaart) naar Mekka, daar onze Profeet heeft gezegd:

“Man zara qabri wajabat lahu shafa`ati”

D.w.z. Wie (van mijn volgelingen) mijn graftombe bezoekt, dwingt mij om namens hem (of haar) te bemiddelen (voor genade en vergeving op de Dag des Oordeels)."

15. V. Moet u uw Profeet liefhebben? A. Ja, ik moet mijn Profeet liefhebben en meer respect voor hem hebben dan andere mensen met inbegrip van mijn ouders.

31

Hoofdstuk VIII

HET GEBED

1. V. Wat is het tweede grondbeginsel van de Islam? A. Het tweede grondbeginsel van de Islam is het verrichten van de verplichte gebeden vijf keer per dag.

2. V. Wat verstaat u onder het Gebed? A. Gebed is de handeling om Allah te aanbidden volgens de leer van de Heilige Profeet.

3. V. Wat zijn de belangrijke vereisten om een Gebed te verrichten? A. De belangrijke vereisten om een Gebed te verrichten zijn: (1) De dienaar moet een Moslim zijn. (2) De kleren en het lichaam van de dienaar moeten vrij zijn van alle onreinheden. (3) De plaats waar het Gebed verricht wordt, moet zuiver en schoon zijn. (4) Het gedeelte van het lichaam tussen de navel ten de knie van een mannelijke persoon moet volledig bedekt zijn en het gehele lichaam behalve de handen en het gezicht van een vrouwelijke persoon. (5) De dienaar in de Grote Moskee te Mekka richt zijn gezicht naar de Ka’ba en buiten Mekka in de richting van de Ka’ba. (6) De dienaar moet de Niyyat (d.w.z. intentie) in zijn gedachten formuleren voor het verrichten van het beoogde Gebed, Fard (verplicht) of Sunnat of Nafl (optioneel). (7) De dienaar moet de tijden en de voorgeschreven regels voor de respectievelijke Gebeden in acht nemen.

32

(8) De dienaar moet de Wudhu (d.w.z. reiniging) hebben verricht. (9) De dienaar moet Ghusl (d.w.z. het reinigen van het hele lichaam) verrichten, wanneer hij in een toestand van ernstige verontreiniging was.

Let op. Om het lichaam schoon te houden van vuil en alle kleine onzuiverheden en om altijd klaar te zijn voor het gebed, moet een Moslim de private delen van zijn of haar lichaam wassen met water, zodra een onreine afscheiding uit het lichaam komt.

VIII-1. Wudhu (Wassing)

1. V. Wat is Wudhu? A. Wudhu is het wassen van die lichaamsdelen, die in het algemeen onbedekt zijn.

2. V. Hoe verricht u de Wudhu? A. Ik verricht de Wudhu op de volgende manier:

(1) Ik overtuig mij ervan dat het water waarmee ik Wudhu ga verrichten zuiver, schoon en vers is (niet eerder gebruikt) en de kleur, smaak en geur zijn ongewijzigd. (2) Ik formuleer het vaste voornemen de Wudhu te volbrengen om het gebed te verrichten. (3) Ik zeg: "Bismillahir-Rahmanir-Rahim", d.w.z. in de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. (4) Dan was ik mijn handen drie maal tot aan de polsen, laat de vingers tussen elkaar langs gaan. (5) Ik reinig mijn mond met een borstel of mijn vinger en gorgel driemaal met water. (6) Dan spoel ik de neusgaten driemaal met water.

33

(7) Ik was het gezicht vanaf het voorhoofd tot de kin en van oor tot oor driemaal. (8) Daarna was Ik de rechter arm gevolgd door de linker arm tot aan de ellebogen, driemaal. (9), Daarna strijk ik over het hele hoofd met natte handen, vervolgens met de natte toppen van de wijsvinger binnen en met de natte toppen van de duimen achter de oren, en tenslotte met de buitenkant van de handen over de nek en aan de zijkanten van de hals. (10) Ik was daarna de voeten tot aan de enkels, eerst de rechter voet en daarna de linker en zorg dat ruimten tussen de tenen ook worden gewassen, elk drie keer.

3. V. Welke zijn de verplichte handelingen bij het verrichten van de Wudhu? A. Er zijn vier verplichte handelingen bij het verrichten van de Wudhu, nl. (1) Het wassen van het gezicht. (2) Het wassen van beide armen tot de ellebogen. (3) Het afvegen van een kwart van het hoofd met de natte handen. (4) Het wassen van beide voeten tot aan de enkels. Opmerkingen. (1) Als het water dat voor de Wudhu gebruikt wordt stil staat, moet men zich ervan vergewissen, dat de afmeting van het reservoir ruim negen bij negen meter en dertig cm diep is en vol is met water. (2) Indien iemand na de Wudhu ondoordringbare schoeisel aantrekt, is het niet nodig deze uit te trekken voor een verse Wudhu. Men kan volstaan met natte vingers er overheen te gaan, alsof men er strepen op trekt. Reizigers kunnen van deze tegemoetkoming gedurende drie dagen en drie nachten profiteren, anderen voor één dag en één nacht.

34

VIII-2. Ghusl (Bad)

1. V. Wanneer wordt Ghusl verplicht? A. Ghusl wordt verplicht na: (1) Seksuele omgang. (2) Zaadlozing. (3) Beëindiging van menstruatie of bevalling.

2. V. Kunt u de verplichte voorwaarden noemen, die vervuld moeten worden voor een geldige verrichting van een verplichte Ghusl? A. De verplichte voorwaarde waaraan voldaan moet worden voor een geldige verrichting van een verplichte Ghusl zijn: (1) De mond grondig spoelen, zodat alle delen behoorlijk gereinigd zijn. (2) De neus spoelen tot aan het neusbeen. (3) Alle lichaamsdelen grondig wassen, het haar inbegrepen. 3. V. Welke is de beste manier om een verplichte Ghusl te verrichten? A. De beste manier om een verplichte Ghusl te verrichten is: (1) De persoon moet de intentie (Niyyat) hebben het lichaam te reinigen van ernstige onreinheid ten tijde van het uitvoeren van het bad. (2) Hij of zij moet de handen wassen tot aan de polsen, driemaal. (3) Dan moeten de intieme delen grondig worden gewassen, driemaal. (4) Als er vuil is, moet het van elk lichaamsdeel worden verwijderd. (5) Men moet dan wassing verrichten.

35

(6) Men moet tenslotte driemaal alle lichaamsdelen grondig wassen, inclusief het haar.

VIII-3. Tayammum

1. V. Wat moet men doen, in plaats van Wudhu of Ghusl als men ziek is of niet aan water kan komen? A. Als iemand ziek is of niet aan water kan komen, mag die persoon de Tayammum verrichten in plaats van Wudhu of Ghusl.

2. V. Wat zijn de belangrijke vereisten voor het verrichten van een Tayammum? A. De belangrijke vereisten voor het verrichten van een Tayammum zijn: (1) De intentie hebben om de tayammum te verrichten voor het verwijderen van onreinheden. (2) Zuivere aarde zachtjes over de palmen van beide handen strijken. (3) De palmen van de handen eenmaal over het gezicht strijken. (4) Weer zachtjes zuivere aarde over de palmen van beide handen strijken en afwisselend wrijven van de toppen van de vingers tot de ellebogen, de onderarmen en de handen.

3 (a) Diverse aantekeningen 1. V. Kent u de handelingen of omstandigheden, die Wudhu ongeldig maken? A. Ja, de handelingen of omstandigheden die de Wudhu ongeldig maken zijn: (1) Het gehoor geven aan de roep van de natuur (naar het toilet gaan voor een natuurlijke behoefte); zaadlozing of uitscheiding van elke onzuivere stof, die uit de voor- of achterkant van de intieme delen komt.

36

(2) Een wind laten. (3) Het overgeven van een mondvol braaksel. (4) Uitscheiding van bloed, pus, gele etter van een wond, steenpuist of puistjes, etc., in zodanig hoeveelheid dat de grenzen van de mond van de wond overtreft. (5) Verlies van bewustzijn door de slaap, slaperigheid, etc. (6) Tijdelijke krankzinnigheid, flauwvallen, hysterie of vergiftiging. (7) Hoorbaar lachen tijdens het gebed.

2. V. Maken dezelfde gebeurtenissen Tayammum ook ongeldig? A. Ja, dezelfde gebeurtenissen maken tayammum ook ongeldig, maar bovendien wordt tayammum ongeldig zodra de reden om deze te verrichten, komt te vervallen, d.w.z. als de zieke is hersteld of indien beroep is gedaan op het gebrek aan water en het is weer mogelijk om aan water te komen.

3. V. Welke handelingen zijn in bepaalde omstandigheden verboden zonder het verrichten van Wudhu of Tayammum? A. De volgende drie handelingen zijn in bepaalde omstandigheden verboden zonder het verrichten van Wudhu of Tayammum. (1) Gebed. (2) Rondgang om de Heilige Ka’ba in Mekka. (3) Het dragen of het aanraken van de heilige Qur’aan.

Opmerking: Kinderen die de leeftijd van onderscheiding nog niet hebben bereikt, d.w.z. ongeveer zeven jaar, mogen de Heilige Qur’aan dragen met het doel deze te bestuderen.

37

4.

V. Heeft Wudhu nog een innerlijke betekenis behalve de

reinheid van het lichaam?

A. Ja, het primaire doel is reinheid of zuiverheid, maar

geestelijke reinheid en zuiverheid, d.w.z. het vrij zijn van

zonden is het belangrijkste doel van de religie. Het is

daarom aan te bevelen het volgende te reciteren na de

Wudhu.

“Allahummaj'alni minattawwabeena waj'alni minal mutatahahhireen”.

O Allah! maak mij tot een van hen die berouw tonen voor hun zonden en tot een van hen, die zichzelf zuiver houden.

VIII-4. Azaan

1. V. Wat is Azaan? A. Azaan is de eerste oproep tot het Gebed.

2. V. Wanneer en waarom wordt de Azaan geroepen? A. De Azaan wordt met luide stem geroepen om aan de gelovigen aan te kondigen, dat het tijd is voor het verplichte Gebed en om hen uit te nodigen dat te verrichten.

38

3. V. Hoe wordt Azaan geroepen? A. Azaan wordt met een luide stem geroepen door de muezzin (gebedsoproeper) met zijn gezicht in de richting van de Ka'ba met de volgende woorden, die worden gezegd in de genoemde volgorde:

(1) “Allahu Akbar” (4x)

"Allah is de Grootste".

(2) “Ash-hadu an la illaha ill-Allah”. (2x)

"Ik getuig dat er geen god is dan Allah."

(3) “Ash-hadu anna Muhammad-ar-Rasoolullah”. (2x)

"Ik getuig dat Mohammad de Boodschapper van Allah is.”

(4) “Hayya 'alas-Salah”. (2x)

"Kom tot het Gebed " (alleen het gezicht kerend naar rechts). (5) “Hayya 'alal-Falah”. (2x)

"Kom tot het succes" (alleen gezicht kerend naar links).

39

(6) “Allahu Akbar”. (2x)

"Allah is de Grootste."

(7) “La ilaha ill-Allah”. (1x)

"Er is geen god dan Allah.”

Opmerking: De volgende zin wordt toegevoegd in de Azaan van het vroege ochtend gebed.

"As-salatu khairum minannaum" (2x)

"Het gebed is beter dan de slaap”.

VIII-4. (a) Iqamat

V. Wat is Iqamat en wanneer wordt het gezegd?

A. Iqamat is de tweede oproep tot het Gebed en wordt

direct vóór het begin van het verplichte Gebed (Fard)

gezegd. Het is gelijk aan Azaan maar met de toevoeging

van de zin.

"Qad qamatis-salah". (2x)

D.w.z. "Het Gebed is inderdaad begonnen", welke moet

worden uitgesproken na punt 5 (zie hiervoor).

40

VIII-5. De verplichte en de belangrijke onderdelen van het Gebed

1. V. Welke zijn de verplichte (Fard) onderdelen in een gebed? A. De verplichte onderdelen in een gebed zijn zeven in aantal:

(1) Het opzeggen van takbir-i-tahrimah. (2) Qiyam, d.w.z. rechtop staan en de rechterhand op de linkerhand leggen onder de navel. (3) Het reciteren van enkele verzen uit de Heilige Qur’aan. (4) Ruku, d.w.z. vooroverbuigen waarbij de knieën met de handen worden vastgehouden en de rug in een rechte lijn blijft zodat een rechte hoek met de met de benen wordt gevormd. . (5) Sajdah, d.w.z. zodanig knielen dat de palmen van de handen, het voorhoofd, het neusbeen, de knieën en de tenen van beide voeten de grond raken, er moet voldoende ruimte zijn tussen de armen en de borst en de benen en de buik, zodat ze elkaar niet raken maar gescheiden blijven. (6) Qa'dah, d.w.z. geknield zitten in een eerbiedige houding met de rechter voet recht op de tenen en de linker voet in een liggende positie onder de romp. (7) Het te kennen geven dat het Gebed is beëindigd door woord of handeling.

41

2. V. Kunt u enkele vereiste onderdelen (Wajib) van het gebed noemen? A. Het in acht nemen van de volgende acht punten zijn heel belangrijk in elk gebed. (1) Het opzeggen van takbir-i-tahrima, nl. "Allahu Akbar." (2) Het reciteren van het eerste hoofdstuk van de Heilige Qur’aan (de Fatiha). (3) Het reciteren van de andere hoofdstukken of tenminste drie opeenvolgende verzen van de Heilige Qur’aan. (4) De recitatie van het openingshoofdstuk moet voorafgaan aan de recitatie van ieder ander hoofdstuk of drie opeenvolgende verzen uit de heilige Qur’aan. (5) Het vermijden van een pauze tussen de recitatie van het eerste hoofdstuk en andere hoofdstukken of drie opeenvolgende verzen van de Heilige Qur’aan. (6) Het aannemen van alle houdingen op correcte wijze, d.w.z. onwaardige haast bij het veranderen van de houdingen moet worden vermeden en redelijke pauzes moeten bij elke fase in acht worden genomen.

42

VIII-6. Uitvoering van het Gebed Afbeelding No. 1

Iqamat Aantekening: De benen dienen slechts 10 tot 15 cm uit elkaar te staan en niet meer.

43

Afbeelding No. 2

Takbir-e-Tahrimah Aantekening: De ogen van de dienaar zijn gericht op de plek waar het hoofd in de Sajdah zou rusten.

44

Afbeelding No. 3

Qiyaam

45

Afbeelding No. 4

Ruku Aantekening: De ogen van de dienaar zijn gericht op zijn tenen. Hij moet niet teveel buigen of de schouders

opgeheven houden.

46

Afbeelding No. 5

Qawmah

47

Afbeelding No. 6

Eerste Sajdah Aantekening: De duimen van de dienaar zijn bijna in een rechte lijn met de ogen; de vingers zijn allemaal aaneengesloten en bijna onder de oren. De ellebogen mogen de vloer niet raken.

48

Afbeelding No. 7

Djalsa Aantekening: De ogen zijn gericht op de schoot en de handen rusten op de dijen, de vingers mogen niet op de knieën rusten. Het is belangrijk volledig recht te zitten alvorens verder te gaan met de tweede Sajdah.

49

Afbeelding No. 8

Achter aanzicht van DJalsa en Qa’dah

50

Afbeelding No. 9

Tweede Sajdah Aantekening: De tweede Rakaat wordt op dezelfde manier verricht zoals beschreven en afgebeeld voor de eerste Rakaat. (Zie afbeeldingen: Nrs. 1 tot 9.)

51

Afbeelding No. 10

Qa'dah

52

Afbeelding No. 11

Rechter Salaam Aantekening: De ogen zijn gericht op de rechter schouder.

53

Afbeelding No. 12

Linker Salaam

Aantekening: De ogen zijn gericht op de linker schouder.

54

Afbeelding No. 13

Du’a Aantekening: De handen zijn niet hoger dan de borst en niet meer dan 15 cm verwijderd van de borst. De ogen moeten gericht zijn op de handpalmen. Beide handen moeten zijn zoals op de afbeelding

55

Afbeelding No. 14

Om het gebed in de zittende houding te verrichten, zijn hier enkele van de verschillen ten opzichte van de staande houding.

Takbir-e-Tahrima Aantekening: De ogen zijn gericht op de plek waar het hoofd komt te rusten in de Sajdah.

56

Afbeelding No. 15

Qiyam Aantekening: De palm van de rechterhand is geplaatst op de linker, de drie vingers worden samengehouden op de pols, terwijl de duim en de pink gebruikt worden om de linkerhand vast te houden.

57

Afbeelding No. 16

Ruku Aantekening: De ogen zijn gericht op de plek waar het hoofd komt te rusten in de Sajdah. De volgende houdingen moeten worden uitgevoerd zoals afgebeeld en toegelicht in afbeeldingen no.6 tot en met 13.

58

1. V. Kunt u een volledige beschrijving geven van het verrichten van het gebed? A. Ja. Een gebed bestaat uit twee, drie of vier Rakaats en één Rakaat wordt als volgt verricht; (1) Ik sta rechtop, met het gezicht naar de Ka'ba in Mekka, na de niyyat, (de intentie) d.w.z. het voornemen in gedachten welk gebed ik op het punt sta te gaan verrichten en bij voorkeur zachtjes uitspreken. (2) Ik hef mijn beide handen tot aan de oren en zeg: "Allahu Akbar”, en leg de rechterhand op de linkerhand onder de navel. (3) Ik citeer dan

(a) Subhanak-Alla humma wa bihamdika wa tabarakasmuka wa ta'ala jadduka wa la ilaha ghairuka.

'Alle Glorie zij U, O Allah! en alle lof zij U, gezegend is Uw

naam en verheven is Uw Majesteit en er is niemand waard

aanbeden te worden dan U.

(b) A'oozu billahi minash-shaitanir-rajeem.

Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte Satan.

c) Bismillahir-Rahmanir-Raheem.

In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. "

59

(d) Dan reciteer ik het openingshoofdstuk van de Heilige Qur’aan (de Fatiha), nl.

Alhamdu lillahi Rabbil-

'aalameen ar-Rahman-

ir-Rahim, Maliki Yaum-

id-deen, iyyaka na'budu

wa iyyaka nasta'een,

ihdinas-Siratal-

Mustaqeem Siratal-la-

zeena an'amta 'alaihim

ghairil maghdoobi'

alaihim wal-lad-

daalleen. Ameen!

Alle lof zij Allah, de Heer der werelden, de Barmhartige, de Genadevolle, Heerser op de Dag des Oordeels. U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp. Leid ons op het rechte pad. Het pad van degenen die U gunsten hebt geschonken, niet dat van degenen die Uw woede opgewekt hebben of van de afgedwaalden. Amien!

(e) Ik vervolg meteen met het reciteren van andere

passages uit de heilige Qur’aan, die niet mag bestaan uit

minder dan drie opeenvolgende verzen. Voor dit doel kan

uit één van de kleine hoofdstukken worden gekozen, zoals

bijvoorbeeld het hoofdstuk genaamd "De Eenheid”

(Al Ichlaas), nl.

60

Qul huw-Allahu Ahad,

Allahus-Samad, lam

yalid wa lam yoolad, wa

lam yaku lahoo kufuwan

ahad.

'Zeg: Hij, Allah is Één. Allah de Eeuwige, niet heeft Hij verwekt noch is Hij verwekt en niet is één aan Hem gelijkwaardig.

Opmerking: Als een klein hoofdstuk wordt gereciteerd, is het aan te beleven het vooraf te laten gaan door:

Bismillahir-Rahmanir-Raheem. (f) Bij de woorden "Allahu Akbar” buig ik voorover en zet mijn handen op de knieën (dit is Ruku) en zeg:

Subhana Rabbiyal-’Azeem (3x).

'Geprezen zij mijn Heer, De Verhevene.’

(g) ik neem weer de staande houding aan, laat de handen langs de zij en zeg:

Sami 'Allahu Liman Hamidah. Rabbana lakal-hamd

‘Allah hoort degene die Hem dankt. Onze Heer, alle lof aan U’.

61

(h) daarna zeg ik "Allahu Akbar", kniel en verricht de Sajdah en zeg

Subhana Rabbiyal-a-la. (3x)

Geprezen zij mijn Heer, “De Allerhoogste”.

(i) Terwijl ik me opricht en op de hielen ga zitten, zeg ik "Allahu Akbar”. ‘Allah is de Grootste.’ Zittend in een eerbiedige houding, genaamd Jalsah, zeg één keer

Allahummaghfirli war hamni.

O Allah! vergeef mij en wees mij genadig.

(j) Ik zeg: "Allahu Akbar”, dan verricht ik de tweede Sajdah precies op de zelfde manier als de eerste. Hiermede eindigt de eerste Rakaat.

Ik zeg dan "Allahu Akbar", en ga weer rechtop staan, herhaal alles wat ik heb gedaan in het verrichten van de eerste Rakaat, met uitzondering van de punten (a) en (b), die bedoeld zijn om alleen in de eerste Rakaat te worden gereciteerd.

(k) Na de tweede Sajdah van de tweede Rakaat, zeg ik "Allahu Akbar", en zit in de eerbiedige houding genaamd, Qa'da-tul-Oola (eerste zitting) of Qa'da-tul- Akhira (laatste zitting) afhankelijk van de situatie en reciteer tashahud in het eerste geval als enige, nl.

62

At-tahiyyatu lillahi was-

salawatu wat-taiyyabatu

assalamu 'alaika ayyu-

hannabiyyu wa Rahmat-

ullahi wa barakatuhu

assalamu' 'alaina wa ala'

ibadillah-is-salliheen,

ashaduan la ilaha ill-Allahu

wa ashhadu anna

Mohammadan 'abduhoo

wa Rasooluh.

Vertaling: Alle eer, alle aanbidding, alle heiligheid zijn verschuldigd aan Allah. Vrede zij met U, O Profeet en de genade van Allah en Zijn zegeningen. Vrede zij met ons en de oprechte dienaren van Allah. Ik getuig dat niemand dient aanbeden te worden behalve Allah en ik getuig dat Mohammad Zijn Dienaar en Boodschapper is.

(l) Als er meer dan twee Rakaats verricht moeten worden, zeg ik "Allahu Akbar", terwijl ik weer opsta en voltooi een of twee Rakaats, zoals het van toepassing is en ga in de eerbiedige houding zitten genaamd "Qa'datul-Akhira”, die natuurlijk ook wordt aangenomen als het gebed slechts uit twee Rakaats bestaat. In de eerbiedige houding, reciteer ik behalve tashahud ook de salawat, nl.

63

Allahumma salli 'ala

sayyidina Muhammadin wa'

ala ali sayyidina

Muhammadin kama sallaita

'ala sayyidina Ibrahima wa'

ala ali sayyidina Ibrahim

innaka Hamidun Majeed.

Allahumma barik 'ala

sayyidina Muhammadin wa'

ala ali sayyidina

Muhammadin kama

barakta 'ala sayyidina

Ibrahima wa' ala ali

sayyidina Ibrahima innaka

Hamidun Majeed.

64

Vertaling: 'O Allah! laat Uw zegeningen neerdalen op

onze leider Mohammad en zijn afstammelingen zoals U

Uw zegeningen liet neerdalen op onze leider Abraham

en zijn afstammelingen; waarlijk, U bent de

Prijzenswaardige, de Glorieuze.

O Allah! zegen onze leider Mohammad en zijn

afstammelingen zoals U onze leider Abraham en zijn

afstammelingen zegende; waarlijk, U bent de

Prijzenswaardige, de Glorieuze.

m) Ik reciteer de volgende du'a (smeekbede).

Allahumma inni zalamtu nafsi zulman kaseeran wa la yaghfiruz-zunooba illa anta faghfirli maghfiratan min'indika war hamni, innaka antal-Ghafoor-ur-Raheem.

Vertaling: 'O Allah! Ik heb mijzelf groot onrecht aangedaan en niemand vergeeft zonden dan U; daarom, O Allah, vergeef mij met de vergeving die van U komt en wees mij genadig. Waarlijk, U bent de Vergever en de Genadevolle’. (n) Dan wend ik mijn gezicht naar rechts en zeg de Salaam:

Assalamu 'alaikum wa rahmatulah.

'Vrede zij met u en de genade van Allah.’ Dan wend ik mijn gezicht naar links en herhaal hetzelfde. Hiermede is het gebed beëindigd.

65

2. V. Wat moet de dienaar doen als hij of zij onbewust een van de belangrijke delen van het gebed weglaat of vermoedt dat hij of zij meer dan het voorgeschreven aantal Ruku's, Sajdahs, Rakaats, enz. heeft verricht? A. Als een dienaar een van de belangrijke delen van een gebed weglaat of vermoedt dat hij of zij meer dan het vereiste aantal Ruku’s, Sajdahs, Rakaats, enz. heeft verricht, moet hij of zij na het reciteren van tashahud één Salaam verrichten naar rechts en twee Sajdah’s verrichten. Vervolgens moet hij of zij wederom tashahud reciteren gevolgd door Salawat en du’a (smeekbede) en het gebed beëindigen met de gebruikelijke twee Salaams. (Dit wordt Sajdatus-sahw genoemd).

3. V. Welke handelingen maken een gebed ongeldig? A. De handelingen die een gebed ongeldig maken zijn: (1) Praten. (2) Drie keer achtereenvolgens een handeling verrichten die niet voorgeschreven is. (3) Afscheiding van onreinheid van het lichaam of het ongelding worden van Wudhu op wat voor manier dan ook. (4), Drinken en eten tijdens het gebed. (5) De borst afwenden van de richting van Ka'ba. (6) Het onderbreken van de verplichte onderdelen van een gebed. (7) Als het lichaam tussen de navel en de knieën bloot komt bij mannen of elk deel van het lichaam behalve de handen en het gezicht bij vrouwen.

4. V. Wat betekent de term Qa'datul-Oola? A. De eerbiedige zithouding dat men aanneemt na de voltooiing van de twee Rakaats van een gebed, dat bestaat uit drie of vier Rakaats, voor het reciteren van tashahud heet Qa'datul-Oola.

66

5. V. Wat is Qa'datul-Akhira? A. De laatste eerbiedige zithouding die men neemt na de voltooiing van het voorgeschreven aantal Rakaats van een bepaald gebed, voor het reciteren van tashahud, Salawat en du'a heet Qa'datul Akhira.

VIII-7. Indeling van Gebeden

1. V. Hoeveel soorten gebeden zijn er? A. Er zijn vijf soorten gebeden, nl. (1) Fard al-'ain, d.w.z. het verplichte gebed dat onder geen enkele omstandigheid mag worden gemist. Dit verplichte gebed moet ten koste van alles worden verricht, want als iemand verzuimt dit te doen, zal hij of zij onderworpen worden aan strenge straf. De mate van zijn belangrijkheid blijkt duidelijk uit het feit dat als iemand het verplichte karakter ontkent, hij of zij wordt gerekend te behoren tot een ongelovige. (2) Fard al-kifayah is het soort gebed dat bij voorkeur door alle aanwezigen verricht moet worden, maar tenminste één persoon uit de groep moet het gebed verrichten om de anderen van verantwoordelijkheid te bevrijden; bijvoorbeeld, als een inwoner van een plaats is overleden en de overledene is een Moslim; als één persoon (een Moslim) de rouwstoet naar de begraafplaats volgt en het Begrafenisgebed (Salat-ul-Janazah) verricht, is aan de verplichting van alle betrokkenen voldaan. (3) Wajib is een Gebed dat in rang na Fard al-'ain komt overeenkomstig de belangrijkheid die de Heilige Profeet eraan hechtte. (4) Sunnat-ul-mu'akkadah is het soort gebed dat de Heilige Profeet dagelijks verrichtte zonder te verzuimen en heeft zijn volgelingen opgedragen om het zelfde te doen.

67

Men kan ondervraagd worden voor het negeren van het verrichten van deze gebeden zonder zeer overtuigende redenen. (5) Sunnatu ghairil-mu'akkadah is het soort Gebed dat de Profeet bij gelegenheid verrichtte en wenste dat zijn volgelingen het doen. (6) Nafl is een vrijwillige Gebed en het wordt aanbevolen ter verheffing van de ziel voor het verwerven van geestelijke voordelen.

VIII-8. Fard Gebeden

1. V. Hoeveel soorten Fard (verplichte) gebeden zijn er? A. Er zijn slechts twee soorten Fard gebeden te weten. (1) De dagelijkse verplichte gebeden. (2) De speciale gezamenlijke gebeden op vrijdag.

2. V. Kunt u de dagelijkse verplichte gebeden noemen? A. Ja, de dagelijkse verplichte gebeden zijn vijf in aantal: (1) Salatul-Fajr, d.w.z. het vroege ochtend gebed, dat verricht moet worden na de dageraad en voor zonsopgang. (2) Salatuz-Zuhr, d.w.z. het middaggebed, te verrichten in de tijd die begint onmiddellijk nadat de zon begint te dalen en duurt tot ongeveer halverwege de zonsondergang. (3) Salatul-'Asr, d.w.z. het late namiddag gebed dat moet worden verricht nadat de zon halverwege de ondergang is tot even voor de zonsondergang. (4) Salatul-Maghreb, d.w.z. het avondgebed dat moet worden verricht tussen de zonsondergang en het verdwijnen van het licht vergelijkbaar met het licht in de vroege ochtend, dat volgt wanneer de rode gloed aan de horizon in het westen is verdwenen.

68

(5) Salatul-Isha, d.w.z., het nacht gebed dat elk moment moet worden verricht na het einde van de tijd voor Salatul-Maghreb en voor het aanbreken van de dageraad, maar bij voorkeur voor middernacht. 3. V. Hoeveel Rakaats zijn verplicht in elk van de vijf dagelijkse verplichte gebeden? A. Het aantal verplichte Rakaats in de vijf dagelijkse verplichte gebeden is: (1) Twee in Salatul-Fajr (het vroege ochtendgebed). (2) Vier in Salatuz-Zuhr (het middaggebed). (3) Vier in Salatul-'Asr (het late namiddaggebed). (4) Drie in Salatul-Maghreb (het avondgebed gebed). (5) Vier in Salatul-'Isha (het nachtgebed). 4. V. Hoeveel Rakaats soennat-ul-mu'akkadah moeten worden verricht, samen met elk van de vijf dagelijkse verplichte gebeden? A. Het aantal Rakaats is: (1) Twee voor de Fard van Salatul-Fajr. (2) Vier vóór en twee na de Fard van Salatuz-Zuhr. (3) Geen voor of na de Fard van Salatul 'Asr. (4) Twee na de Fard van Salatul-Maghreb. (5) Twee na de Fard van Salatul-'Isha.

69

VIII-9. Wajib-ul-Witr

1. V. Wanneer moet het Wajib-al-witr gebed worden verricht? A. Het moet worden verricht na de Farz en Sunnatul-mu'akkadah van Salatul-Isha.

2. V. Uit hoeveel Rakaats bestaat het? A. Het bestaat uit drie Rakaats.

3. V. Hoe verschilt het van andere gebeden? A. Het verschilt met andere gebeden in dit opzicht, dat in de derde Rakaat, voordat men buigt voor het verrichten van Ruku ', men moet zeggen. "Allahu Akbar", en de handen opheffen tot aan de oren en na het plaatsen van de handen in de vorige positie onder de navel, moet men het volgende du'a (smeekbede) genaamd Du'a-Al-Qunoot reciteren:

70

Allahuma inna nas-

ta'eenuka wa nastagh

firuka wa nu'minu bika wa

natawakkalu 'alaika wa

nusni' alaikal khaira wa

nashkuruka wa la

nakfuruka wa nakhla'u wa

natruku manyyafjuruka;

Allahuma iyyaka na'budu

wa laka nusalli wa nasj'udu

wa ilaika nas'aa wa nahfidu

wa narjoo rahmataka, wa

nakhsha azabaka inna

'azabaka bil kuffari mulhiq.

Vertaling: O Allah! wij smeken U om hulp en vragen Uw vergiffenis en geloven in U en vertrouwen op U en wij loven U op de beste manier en wij danken U en wij zijn U niet ondankbaar en wij verwerpen en verstoten degene die U niet gehoorzaamt. O Allah! U alleen aanbidden en gehoorzamen wij en bij U zoeken wij onze toevlucht en wij doen dat haastig en hopen op Uw genade en vrezen Uw straf. Uw straf zal de ongelovigen zeker treffen.

71

VIII-10. Salat-ul-janazah (begrafenis gebeden)

1. V. Hoe wordt Salat-ul-janazah verricht? A. Salat-ul-janazah wordt gemeenschappelijk als volgt verricht.

(1) Het lichaam van de overledene wordt geplaatst in een kist met het gezicht gekeerd naar de Ka'ba en de Imaam die aan de zijkant van de overledene staat met de intentie (niyyat) om het begrafenisgebed (Salat-ul-janazah) te verrichten voor de betreffende overledene; heft beide handen tot aan de oren en zegt: "Allahu Akbar", de aanwezigen (die deelnemen aan het gebed) volgen hem. De gebruikelijke niyyat voor de Salat-ul-janazah is:

Nawaitu an uwaddiya

lillahi ta'ala arba'a

takbiraati salatiljanazati,

ath-thanaau lillahi ta'ala

was-salatu lirrasooli

wad-du'au lihazal

mayyiti (lihazihil mayyiti,

voor het geval de

overledene een vrouw

is), iqtadaitu bihaz al-

lmami mutawajjihan ila

jihatil Ka'ba-tish-

Sharifah.

72

Vertaling: 'Ik neem mij voor om voor Allah, de Verhevene, vier takbirs van het begrafenisgebed te verrichten, Lof aan Allah, de Verhevene en de zegeningen (van Allah) voor de Boodschapper en de smeekbede voor deze overledene; ik volg deze Imaam, met mijn gezicht gekeerd in de richting van de Heilige Ka’ba.

(2) De Imaam en de volgelingen voegen dan hun handen samen onder de navel en reciteren.

Subhanak – Allahuma

wa bihamdika wa

tabarakasmuka wa

ta’ala jadduka wa Jalla

thana'uka wa la ilaha

ghairuka.

(3) De Imaam en de volgelingen zeggen dan "Allahu Akbar", (deze keer zonder hun handen op te heffen) en reciteren de salawat zoals aangegeven in (1) het punt van 3e deel van vraag (1) in het hoofdstuk VIII-6 Uitvoering van het Gebed. (4) De Imaam en de volgelingen zeggen dan: "Allahu Akbar", zoals in (2) en reciteren: (a) als de overledene de puberteitsleeftijd had bereikt, het volgende gebed:

73

Allahummaghfir li

hayyina wa mayyatina

wa shahidina wa

gha'ibina wa saghirina

wa kabirina wa zakarina

wa unthana; Allahumma

man ahyaitahu minna

fa-ahyihee 'alal islam,

wa man tawaffaitahu

minna fatawaffahu' alal

Iman.

Vertaling: O Allah Vergeef onze levenden en onze doden, de aanwezigen en de afwezigen, de jongeren en de ouderen, de mannen en de vrouwen. O Allah! hij (of zij) aan wie U leven geeft, laat hem leven volgens de Islam en hem die U laat sterven, laat hem sterven met Imaan. (b) Indien de overledene een minderjarige jongen is, dan de volgende smeekbede.

Allahummaj'alhu lana

fartan waj'alhu lana

ajran wa zukhran

wajalhu lana shafi'an wa

mushaffa'an.

Vertaling: “O Allah, maak hem onze voorloper en maak hem voor ons een beloning en een schat en maak hem voor ons een voorspreker en accepteer zijn voorspraak”. (c) Indien de overledene een minderjarig meisje is, dan de volgende smeekbede.

74

Allahummaj'alha lana

fartan waj'alha lana ajran

wa zukhran waj'alha lana

shafi'atan wa

mushaffa'atan.

Vertaling: “O Allah, maak haar onze voorloopster, en maak haar voor ons een beloning en een schat en maak haar voor ons een voorspreekster en accepteer haar voorspraak.

(5) "Dan zeggen de Imaam en de volgelingen, ”Allahu Akbar "(zoals in 3) Dan wenden zij enkel hun gezichten naar rechts en zeggen zij:

"Assalaamu 'alaikum wa rahmatullah". Dan wenden

zij enkel hun gezichten naar links en zeggen:

"Assalaamu 'alaikum wa rahmatullah”.

VIII-11. Het inkorten van verplichte gebeden

1. V. Wanneer moet men het verplichte gebed inkorten? A. Wanneer men reist met de bedoeling om ongeveer 77 kilometer of verder van huis te gaan, moet men twee Rakaats van Fard gebeden verrichten die uit vier Rakaats bestaan en doorgaan met dit te doen nadat men op de plaats van bestemming is aangekomen, indien men niet

van plan is langer dan vijftien dagen te verblijven.

75

VIII-12. Verboden tijden voor Gebeden

1. V. Op welke tijden is het verboden Fard, Sunnat of Nafl gebeden te verrichten? A. Het is verboden om Fard-, Sunnat- of Nafl gebeden te verrichten op het moment: (1) dat de zon opkomt. (2) dat de zon op het hoogste punt staat. (3) dat de zon ondergaat.

2. V. Zijn er andere momenten wanneer men geen Nafl gebeden mag verrichten? A. Ja. Men mag geen Nafl gebeden verrichten gedurende: (1) de tijd tussen het verrichten van de Fard gebeden van Salatul-Fajr en de opkomst van de zon; (2) nadat de Iqamat is opgeroepen voor een gezamenlijk gebed in een moskee; (3) de tijd tussen het verrichten van de Fard gebeden van Salatul-'Asr en de ondergang van de zon; (4) de tijd tussen de ondergang van de zon en het verrichten van de Fard gebeden van het Maghreb gebed; (5) de tijd tussen het opstaan van de Imaam en verlaten van zijn plaats voor het geven van de Khutba, d.w.z. de preek, en de voltooiing van het gemeenschappelijk vrijdagsgebed; (6) tijdens welke Khutba dan ook, bijvoorbeeld, vrijdag, Ied, etc.; (7) de tijd tussen het Fajr gebed en het Ied gebed; (8) na de Ied gebeden in het gebouw waar deze zijn verricht; (9) tijdens de Hajj in 'Arafat nadat de Zuhr- en ‘Asr gebeden samen worden verricht; (10) de tijd tussen de Maghrib- en Isha gebeden in Muzdalifa; (11) wanneer er weinig tijd over is om de Fard gebeden te

76

verrichten van welke van de dagelijkse gebeden ook; (12) wanneer men aan een natuurlijke behoefte moet voldoen.

VIII-13. Salat-ul-Jumu'a (Vrijdagsgebeden)

1. V. Wat is Salat-ul-Jumu'a? A. Het is uitsluitend een gezamenlijk gebed en kan niet alleen worden verricht. Derhalve is een Imaam (d.w.z. voorganger) nodig om het gebed te leiden. Als eerste houdt de Imaam een Khutba (lezing) in twee delen, bestaande uit het prijzen van Allah en het smeken van zegeningen voor de Heilige Profeet en aanmaningen aan de toehoorders. Dan bidt hij tot Allah voor het welzijn van alle Moslims. Daarna leidt hij twee Rakaats van het Fard gebed van Jumu'a en alle anderen volgen hem, zoals gebruikelijk in gemeenschappelijke gebeden.

2. V. Wie moet gekozen worden om de gebeden te leiden? A. Degene onder de aanwezigen, die het meest vertrouwd is met de Islamitische theologie moet gevraagd worden om de gebeden te leiden.

3. V. Hoe wordt het gezamenlijke gebed verricht? A. De Imaam staat voor de volgelingen met zijn gezicht gekeerd in de richting van de Ka'ba en alle andere gelovigen staan in rijen achter hem en volgen zijn voorbeeld, d.w.z. zij staan wanneer hij staat, verrichten Ruku wanneer hij het verricht, enz.

4. V. Moet een persoon die het gebed tezamen met de volgelingen verricht alle verplichte recitaties herhalen? A. Ja. Men moet alles reciteren behalve het

77

Openingshoofdstuk van de Heilige Qur’aan gevolgd door een andere passage uit de Heilige Qur’aan, die de Imaam reciteert namens de volgelingen.

Aantekeningen. 1. V. Welke gebeden worden gezamenlijk verricht in de dagelijkse gebeden? A. Alleen de Fard gebeden van elk Gebed wordt gezamenlijk verricht, en niet Sunnat of Nafl. V. Wat moet men doen als men het gezamenlijk deel van enig gebed (Fard) mist? A. Als men het gezamenlijk deel van enig gebed mist, dan moet men het alleen verrichten of, indien mogelijk, zich aansluiten bij een ander gezamenlijk gebed, maar als men het gezamenlijk gebed van Salat-ul-Jumu'a mist, dan moet men voor zichzelf de gebruikelijke Fard gebeden van Salat-uz-Zuhr verrichten.

VIII-14. Wajibul Ied (de Ied gebeden)

1. V. Uit hoeveel Rakaats bestaan de 'Id-ul-Fitr en' ld-ul-Adha gebeden? A. Elk ervan bestaat uit twee Rakaats.

2. V. Hoe worden die twee Rakaats verricht? A. Ze worden gezamenlijk verricht aldus:

(1) De Imaam staat zoals gebruikelijk voor de volgelingen met zijn gezicht in de richting van de Ka'ba en heeft de intentie om de specifieke gebeden te verrichten en zegt hardop: "Allah Akbar", en de volgelingen volgen zijn voorbeeld.

78

(2) Dan plaatsen de Imaam en de volgelingen hun handen onder de navel zoals gebruikelijk en met korte tussenpozen worden drie "takbeers", verricht d.w.z. zeggen: "Allahu Akbar", de handen opheffen tot aan de oren en laten zakken langs het lichaam op het einde van elke "takbeer". Na het einde van de derde "takbeer", worden de handen onder de navel geplaatst en de Imaam reciteert onhoorbaar Subhanak Allahoema, enz., gevolgd door de hoorbare recitatie van Suratul-Fatiha (het Openingshoofdstuk) en een ander hoofdstuk of passage van de Heilige Qur’aan en eindigt de Rakaat op de voorgeschreven wijze.

(3) In de tweede Rakaat, is de volgorde omgekeerd, eerst worden passages van de Qur’aan gereciteerd en dan verrichten de Imaam en de volgelingen de drie "takbeers" zoals in de eerste Rakaat en dan voor de vierde keer "Allahu Akbar" zeggend, buigen in de Ruku 'en het gebed voltooien zoals gebruikelijk.

(4) Nadat het gebed beëindigd is, bestijgt de Imaam de preekstoel en houdt twee Khutbas of preken. Tijdens Id-ul-Fitr, legt de Imaam de geboden uit met betrekking tot de betaling- of de verdeling van Sadaqat-ul-fitr en ter gelegenheid van ld-ul-Adha, de geboden over het offeren van dieren.

Opmerking:

V. Wat zijn de dagelijkse Sunnatu-ghair-il-mu'akkadah gebeden? A. Zij zijn: (1) Vier Rakaats vóór de Fard gebeden van Salatul-’Asr. (2) Vier Rakaats vóór de Fard gebeden van Salatul-Isha.

79

VIII-15. Nafl Gebeden

1. V. Wat zijn de verschillende speciale vrijwillige (Nafl) gebeden? A. Deze zijn: (1) Salat-ul-lshraq, die bestaat uit twee of vier Rakaats en die na zonsopgang kan worden verricht. (2) Salat-ud-Duha, die bestaat uit twee tot acht Rakaats en die kan worden verricht op elk moment na de Salat-ul-lshraq tot zonsondergang. (3) Salat-ul-Tahiyya-tul-Masjid, die bestaat uit twee Rakaats en kan worden verricht wanneer men een moskee binnen gaat. (4) Salat-ul-Tahajjud, die bestaat uit vier tot twaalf Rakaats en kan na middernacht worden verricht bij voorkeur na even geslapen te hebben. Dit gebed wordt in de Heilige Qur’aan speciaal aanbevolen voor het verwerven van geestelijke vooruitgang. (5) SalatuI-Kusufain, die bestaat uit twee Rakaats en kunnen tijdens de zons- of de maansverduis-tering worden verricht. (6) Salat-ul-Tarawih, die bestaat uit twintig Rakaats en wordt verricht in tien Salaams van twee Rakaats elk, iedere nacht in de maand Ramadan alleen na de verplichte Isha gebeden. Het is zeer aan te bevelen om de achtereenvolgende delen van de Qur’aan te reciteren in ieder Rakaat na de recitatie van de Surat- ul-Fatiha en zo de hele Qur’aan te voltooien aan het einde van de maand Ramadan.

VIII-16. Diversen

V. In welke Rakaats van de gebeden wordt de recitatie van de Heilige Qur’aan hoorbaar gemaakt? A. Het reciteren van Surat-ul-Fatiha en een ander hoofdstuk of passage van de Heilige Qur’aan wordt hoorbaar gemaakt in:

80

(1) De twee Rakaats van de Fard gebeden van Salatul-Fajr. (2) De eerste twee Rakaats van de Fard gebeden van Salatul-Maghrib. (3) De eerste twee Rakaats van de Fard gebeden van Salatul-lsha. (4) De twee Rakaats van SalatuI-Jumu'a. (5) De twee Rakaats van beide Ied gebeden. (6) In alle twintig Rakaats van de facultatieve Taraweeh gebeden alleen in de maand Ramadan. (7) In de drie Rakaats van de Wajib-ul-Witr gebeden alleen in de maand Ramadan

V. In welke Rakaats en welke gebeden wordt de recitatie van de Heilige Qur’aan onhoorbaar gemaakt? A. In alle Rakaats van de Fard gebeden van Salatul-Zuhr en Salat-ul-’Asr, de laatste Rakaat van de SalatuI-Maghrib en de laatste twee Rakaats van de Salatul-lsha. Alleen de Fatiha wordt gereciteerd in deze Rakaats en ook in de laatste twee Rakaats van Salatul-Zuhr en SalatuI-’Asr.

V. Welke Gebeden moeten gezamenlijk worden verricht? A. De gebeden die gezamenlijk moeten worden verricht zijn: (1) Alle Fards van de vijf verplichte gebeden. (2) De Fard gebeden van Salatul-Jumu'a. (3) Beide Ied gebeden. (4) Salatut-Taraweeh in de maand Ramadan. (5) Wajib-ul-Witr alleen in de maand Ramadan. (6) Salatul Djanazah (gebed voor een overledene). (7) Salatul-Kausuf (gebed bij eclips).

81

Hoofdstuk IX

IX-1. Zakaat

(Islamitische liefdadigheid)

1. V. Kunt u de definitie van Zakaat geven? A. Ja. Zakaat is het bedrag in natura of geld dat een bemiddelde Moslim elk jaar moet verdelen onder de rechthebbenden.

2. V. Voor wie is Zakaat verplicht? A. Zakaat is verplicht voor alle Moslims die gedurende een heel jaar in het bezit zijn van goud met een minimum gewicht van 87,37 gram of zilver met een minimum gewicht van 611,62 gram.(Zie punt 4).

3. V. Wat is het jaarlijkse percentage van Zakaat op goud of zilver? A. Het jaarlijkse percentage bedraagt 2,5%.

4. V. Is Zakaat verplicht op goud en zilver alleen? A. Nee, Het is niet alleen verplicht op goud of zilver, maar ook op kamelen, vee, geiten en alle handelswaar.

5. V. Is Zakaat verplicht op parels en edelstenen? A. Zij zijn vrijgesteld wanneer zij gebruikt worden als sieraden voor persoonlijk gebruik, maar zijn als handelswaar onderhevig aan Zakaat.

82

6. V. Hoe moet Zakaat over handelswaar worden berekend? A. Het moet worden berekend over de netto balanswaarde van de handelswaar aan het einde van het jaar.

7. V. Onder welke groepen Moslims en voor welke doeleinden moet de Zakaat verdeeld en gebruikt worden? A. Het wordt verdeeld onder de volgende groepen Moslims voor het verlichten van diverse behoeften: (1) De arme Moslims, om hun leed te verlichten. (2) De behoeftige Moslims de middelen verschaffen dat zij zelf de kost kunnen verdienen. De mensen wiens harten zijn geneigd de Islam als geloof aan te nemen te voorzien in hun behoeften, d.w.z. de bekeerlingen tot de Islam, de nieuwe Moslims in staat te stellen zich te vestigen en te voorzien in hun onvoorziene behoeften. (3) De Moslims die schulden hebben, om hen te bevrijden van hun schuldenlast, opgelopen door nood gedwongen behoefte. (4) De Moslimreizigers, die zijn gestrand in een vreemd land of een land dat vreemd voor hun is en hulp nodig hebben. (5) Moslim krijgsgevangenen, om hen te bevrijden door betaling van losgeld. (6) Moslim werknemers die door een Moslim 'Amir zijn aangesteld voor het verzamelen van Zakaat, voor de betaling van hun loon. (7) Degenen, die voor Allah werken, om de kosten te betalen voor de verdediging en de verspreiding van de Islam.

83

8. V. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan voor de nakoming van de verplichting van Zakaat? A. Zakaat moet worden verdeeld onder de groepen Moslims voor de opgesomde doeleinden met de intentie (Niyyat) te voldoen aan de verplichting van Zakaat. En er moet op worden toegezien, dat de ontvanger de absolute eigenaar is gemaakt in zijn of haar exclusieve recht van wat hem of haar is gegeven.

9. V. Welke moraal leert Zakaat u? A. De moraal, die deze instelling mij leert, is dat ik niet zelfzuchtig moet zijn en niet teveel gehecht moet raken aan aardse bezittingen, maar dat ik altijd klaar en bereid moet zijn om mijn broeders te helpen met alle middelen die mij ter beschikking staan.

IX-2. Sadaqat-ul-Fitr

1. V. Wat is Sadaqat-ul-Fitr? A. Het is liefdadigheid, waarvan de jaarlijkse verdeling essentieel (Wajib) is voor elke Moslim die op de laatste dag van de maand Ramadan of de dag van ld-ul-Fitr goederen van waarde bezit die hen Zakaat- plichtig maakt. Een Moslim moet de Sadaqat-ul-Fitr voor zichzelf betalen en voor zijn of haar minderjarige kinderen.

2. V. Wat is het bedrag van Sadaqat-ul-Fitr? A. 2,45 kg graan of de waarde daarvan in geld per hoofd, is het minimum bedrag dat een Moslim is opgedragen te betalen.

84

3. V. Aan wie moet Sadaqat-ul-Fitr worden gegeven? A. Zij die Zakaat verdienen, komen hier ook voor in aanmerking.

4. V. Wanneer moet Sadaqat-ul-Fitr worden verdeeld? A. Het moet bij voorkeur worden verdeeld voor het verrichten van de ld-ul-Fitr gebeden, anders op een ander tijdstip.

5. V. Wie zijn niet gerechtigd om Zakaat of Sadaqat-ul-Fitr te ontvangen? A. Zij zijn: (1) Zij op wie de betaling van Zakaat is verplicht. (2) De afstammelingen van de Heilige Profeet, hoe arm zij ook mogen zijn.

Opmerking: De afstammelingen van de Heilige Profeet mogen geschenken of eenvoudige liefdadigheid accepteren, maar niet Zakaat of Sadaqat-ul-Fitr.

85

Hoofdstuk X

Saum Ramadan

Het inachtnemen van vasten in de maand Ramadan.

1. V. Wat verstaat u onder het in acht nemen van vasten in de maand Ramadan? A. Onder het inachtnemen van vasten versta ik het zich onthouden van eten, drinken, roken, het toestaan dat ook maar iets binnen gaat in wat verstaan wordt het binnenste van het lichaam, evenals vrijwillige braken, zelfvervuiling, geslachtsgemeenschap, enz. vanaf het aanbreken van de dageraad (Qur’aan 2:187.eet en drink totdat voor jullie in de ochtendschemering de witte en de zwarte draad te onderscheiden is, noot red.) tot zonsondergang.

2. V. Voor wie is het vasten verplicht? A. Het vasten is verplicht voor alle Moslims met uitzondering van kinderen, geestelijk gehandicapten en invaliden.

3. A. Mannen en vrouwen die te oud en te zwak zijn om de ontberingen van het vasten te verdragen zijn vrijgesteld, maar zij moeten een arme en behoeftige Moslim twee keer per dag voldoende te eten geven of het bedrag van een Sadaqa-tu-Fitr voor iedere dag betalen.

86

4. V. Onder welke omstandigheden kan men het vasten uitstellen? A. Men kan het vasten uitstellen indien: (1) Iemand zo ziek is, dat het aannemelijk is dat de ziekte zal verergeren door te vasten. (2) Een vrouw die een kind zoogt en er gevaar is dat de melkproductie zal verminderen wanneer zij vast. (3) Een reiziger die reden heeft te vrezen dat het vasten hem of haar niet in staat zal stellen de reis voort te zetten.

Opmerking: Zodra men bevrijd is van de respectievelijke belemmeringen, moet men direct vasten.

5. V. Onder welke omstandigheden moet een vrouw het vasten uitstellen? A. Een vrouw moet het vasten tijdens de periode van de menstruatie uitstellen en wanneer zij in verwachting is.

6. V. Waarom is het vasten verplicht in de maand Ramadan? A. Het vasten is verplicht in de maand Ramadan, omdat het de gezegende maand van het jaar is, waarin de Heilige Qur’aan werd geopenbaard.

7. V. Kunnen we de periode van vasten uitspreiden en het vereiste aantal dagen afhankelijk van de situatie 29 of 30 dagen van vasten voltooien op elk moment gedurende het jaar? A. Nee. De Heilige Qur’aan verplicht de Moslims om het vasten opeenvolgend in acht te nemen voor 29 of 30 dagen, afhankelijk van de situatie, alleen gedurende de maand Ramadan. Bovendien zal het hoofddoel waarvoor het vasten verplicht is, niet zijn gediend, als de periode wordt verspreid, aangezien de training die men krijgt om

87

dorst en honger te verdragen en daarbij de bewustwording van het leed van hongerende armen en met hen mee te leven en hun te helpen, niet zou worden verworven.

8. V. Wat is de werkelijke betekenis van het vasten? A. De werkelijke betekenis van het vasten behelst de bevordering en de ontwikkeling van de gewoonte van zelfbeheersing waardoor u in staat bent uzelf te redden van het zijn van een gemakkelijk slachtoffer voor de verleiding, en dus de kans te minimaliseren op het plegen van zonden. Op zijn beurt zal dit het uitoefenen van de goede daden vergemakkelijken en u dichter bij het Koninkrijk van Allah brengen.

9. V. Wat moet men doen, indien men tijdens de maand Ramadan een dag niet vast zonder dringende reden? A. Indien men een dag gedurende de maand Ramadan niet vast, zonder een dringende reden, begaat men een zonde, maar men zal toch op een andere dag moeten vasten om het verzuim goed te maken.

10. V. Welke zijn de belangrijkste verplichte factoren om op de juiste wijze te vasten? A. De belangrijkste verplichte factoren voor het op de juiste wijze van vasten zijn: (1) De gedachte of uiting van de intentie (Niyyat) om te vasten. (2) Onthouding van alle dingen die het vasten teniet zouden doen, vanaf de ochtendschemering, (wanneer de witte en de zwarte draad te onderscheiden zijn) tot zonsondergang.

88

11. V. Wat is de gebruikelijke formulering van de intentie (Niyyat) voor het vasten gedurende de maand Ramadan? A. De gebruikelijke formulering van de intentie (Niyyat) voor het vasten gedurende de maand Ramadan is

Nawaitu sauma ghadin

'an ada'i fardi

Ramadana hazihis-

sanatilillahl ta’ala.

D.w.z. Ik heb de intentie te vasten op deze dag om mijn plicht jegens Allah te voldoen in de maand Ramadan van het huidige jaar.

12. Wanneer moet men de intentie (Niyyat) in gedachten hebben of deze uitspreken? A. De intentie (Niyyat), moet men in gedachten hebben of uitspreken voor iedere dag, bij voorkeur vóór de dageraad, zo niet, op enig moment vóór de middag, als men ondertussen met het vasten is begonnen vanaf de dageraad.

13. V. Wat zijn de belangrijkste aanbevelenswaardige handelingen van het vasten? A. De belangrijkste aanbevelenswaardige handelingen voor het vasten zijn: (1) Deelnemen aan maaltijden vóór de dageraad. (2) Het eten van drie dadels en het drinken van water na zonsondergang ter aanduiding van het einde van het vasten.

89

(3) En het reciteren van de du’a (smeekbede), voorafgaand aan het verbreken van het vasten.

Allahumma laka sumtu

wa'ala rizqika aftartu.

Vertaling: O, Allah, voor U heb ik gevast, en (nu) verbreek ik het vasten met het voedsel dat van U afkomt.

14. V. Wat is de straf voor het doen van iets zonder dringende reden, dat het vasten ongeldig maakt? A. De straf voor het, zonder een dringende reden doen van iets, dat het vasten ongeldig maakt, is dat men zestig opeenvolgende (dagen) moet vasten of zestig personen te eten moet geven, naast het vasten, die men met opzet ongeldig heeft gemaakt.

15. V. Wordt het vasten ongeldig, als men per ongeluk iets doet, dat het ongeldig maakt, in de veronderstelling dat men niet aan het vasten is? A. Nee, als iemand per ongeluk iets doet dat het vasten ongeldig maakt, in de veronderstelling dat men niet aan het vasten is, wordt het vasten niet teniet gedaan, mits men onmiddellijk daarmee stopt wanneer men het zich herinnert.

90

Hoofdstuk XI

DE HAJJ

XI-1. Pelgrimstocht naar Mekka.

1. V. Voor wie is het verrichten van Hajj (Pelgrimstocht naar Mekka) verplicht? A. Het verrichten van de Hajj is verplicht voor alle Moslims, tenminste een keer in het leven, als de omstandigheden het toelaten, d.w.z. indien zij in staat zijn zowel lichamelijk- als in materiële zin de reis naar Mekka te ondernemen en voor voldoende voorzieningen kunnen zorgen voor degenen die afhankelijk zijn van hun gedurende de duur van hun afwezigheid.

2. V. Hoe kunt u de Hajj omschrijven? A. De Pelgrimstocht naar Mekka in de staat van Ihraam, die aangenomen moet worden bij de Miqaat, nauwkeurig uitvoeren volgens de voorschriften, met in achtneming van de wuqoof (verblijf) in Arafat, het verrichten van de tawaaf (rondgangen) bij de Ka'ba, enz., in overeenstemming met de voorgeschreven wetten, wordt Hajj genoemd.

3. V. Wat is Umra? A. Het bezoek aan Mekka op iedere tijd van het jaar in de staat van ihraam, die op de Miqaat wordt aangenomen, het verrichten van de tawaaf rond de Ka'ba in Mekka en het uitvoeren van Sa'ee overeenkomstig de voorgeschreven wetten, wordt Umra genoemd.

91

4. V. Wat verstaat u onder Ihraam? A. De verwijdering van genaaide kleding van het lichaam en het lichaam omwikkelen in een paar naadloze lakens op de Miqaat met de intentie de Hajj of Umra te verrichten en zich te onthouden van alle dingen die onwettig zijn voor degenen die van plan zijn om de Hajj of' Umra te verrichten, betekent Ihraam.

5. V. Wat verstaat u onder Tawaaf? A. Het verrichten van zeven rondgangen om de Ka'ba (in Mekka), te beginnen vanaf de Zwarte Steen, terwijl men de Ka'ba aan de linkerkant heeft, wordt Tawaaf genoemd.

6. V. Wat betekent de term Sa'ee? A. Sa'ee betekent de handeling van het lopen van en naar de twee heuvels van Safa en Marwa (nabij Ka'ba) in overeenstemming met de voorgeschreven wetten.

7. V. Wat is Wuqoof? A. Het verblijf in 'Arafat, op zijn kortst voor een paar minuten, gedurende de tijd tussen het neerdalen van de zon van de meridiaan op de negende Zilhijja (de twaalfde maanmaand) en vóór de dageraad van het begin van de tiende Zilhijja, heet Wuqoof.

8. V. Uit welk grondgebied bestaat de Haram? A. De Stad Mekka, waar de Ka'ba ligt samen met een bepaald buitenliggend gebied aan alle zijden, wordt Haram genoemd.

92

9. V. Wat zijn Miqaats? A. De grenzen die de pelgrims of degenen die Umra willen verrichten niet mogen overschrijden zonder de Ihraam aan te nemen, worden Miqaats genoemd.

10. V. Hoeveel Miqaats zijn er? Wat zijn hun namen en voor wie zijn zij als grenslijn van Haram? A. Er zijn vijf Miqaats in totaal nl. (1) Zul-Hulaifa of Bi'r 'Ali, die de grens van Haram aangeeft voor degenen, die uit de richting van Medina komen. (2) Zat-al-lraq dient als Miqaat voor degenen die komen uit de richting van Irak of Mesopotamië. (3) Jahfa of Rabigh is de Miqaat voor degenen die van Syrië komen. (4) Quarn voor die van de kant van Nedjd komen. (5) Yalamlam voor die uit de richting komen van Jemen, Pakistan, India, enz.

11. V. Hoe moet een mannelijke pelgrim de Ihraam aannemen? A. Wanneer een mannelijke pelgrim op het punt staat een Miqaat te overschrijden, moet hij Ghoesl verrichten, zich ontdoen van genaaide kleding en het onderste deel van zijn lichaam met een naadloze laken bedekken en het bovenste deel met een andere, terwijl het hoofd en het gezicht onbedekt blijven. Het schoeisel moet zodanig zijn dat de middenste beentjes van het buitenste deel van zijn voeten open blijft. Hij moet dan twee Rakaats van Nafl gebed verrichten en ten slotte moet hij in gedachte de intentie (Niyyat) formuleren en uiting geven aan zijn intentie voor het doel van het aannemen van de Ihraam.

93

12. V. Wat is de formulering van Niyyat voor Hajj? A. De formulering van Niyyat voor de Hajj is

Allahumma inni uri-

dulhajja fayyassirhu li

wa taqabbalhu minni,

nawaitul-hajja wa ah-

ramtu bihi mukhlisan

lillahi ta’ala.

Vertaling: O Allah! Ik ben van plan om de Hajj te verrichten. Maakt U dit gemakkelijk voor mij en accepteer het van mij. Ik heb de Niyyat voor Hajj in gedachten en ik heb de Ihraam oprecht voor Allah, de Verhevene aangenomen. 13. V. Wat is de formulering van Niyyat voor Umra? A. Als men alleen Umra wil verrichten, moet men zeggen:

Allahumma inni uridul

Umrata fayyassirha li wa

taqabbalha minni,

nawaitul Umrata wa

ahramtu biha mukhlisan

lillahi ta'ala.

Vertaling: O Allah! Ik ben van plan om Umra te verrichten. Maakt U dit gemakkelijk voor mij en accepteer het van mij. Ik heb de intentie voor Umra in gedachten en heb de Ihraam oprecht voor Allah de Verhevene aangenomen.

94

14. V. Wat is de formulering van Niyyat voor het verrichten van Haij en Umra tezamen? A. Het is

Allahumma inni

uridulhajja wal 'Umrata

fayassirhuma li wa

taqabbalhuma minni,

nawaitul Hajja wal'

Umrata wa ahramtu

bihima mukhlisan lillahi

ta’ala.

Vertaling: O Allah! Ik ben van plan om zowel Hajj als Umra te verrichten. Maakt U dit gemakkelijk voor mij en accepteer die van mij. Ik heb de intentie zowel voor Hajj als Umra en ik heb de Ihraam aangenomen om zowel Hajj als Umra te verrichten, alleen oprecht voor Allah de Verhevene.

15. V. Wat moet men doen na uiting te hebben gegeven van een van de toepasselijke Niyyats? A. Nadat men uiting heeft gegeven aan één van de Niyyats, moet men hardop zeggen (deze woorden moeten perfect in het geheugen geprent worden omdat men die steeds opnieuw moet opzeggen, zittend, staand, liggend, zich verheffend, enz.

95

Labbaik Allahumma

labbaik; labbaika la

sharika. laka labbaik;

innal-hamda wan

ni'mata laka wal mulka

la sharika lak.

Vertaling: Hier ben ik tot Uw dienst O Allah! Hier ben ik tot Uw dienst. U kent geen deelgenoot. Hier ben ik tot Uw dienst. Aan U de glorie, de rijkdom en de soevereiniteit van de wereld. U heeft geen deelgenoot.

16. V. Welke dingen worden verboden voor hun die de Ihraam hebben aangenomen? A. De dingen die onwettig worden en blijven voor diegenen die Ihraam aannemen, totdat het doel waarvoor de Ihraam is aangenomen bereikt is, zijn: (1) Jagen of hieraan medeplichtig zijn. (2) Seksuele omgang of wat daaraan voorafgaat. (3) Afknippen of scheren van het haar of het knippen van nagels. (4) Het hoofd of gezicht bedekken op wat voormanier dan ook. (5) Het gebruik van handschoenen of sokken. (6) Het dragen van enig soort van genaaide kleding of ondergoed. (7) Het gebruik van parfum of geparfumeerde preparaten. (8) Opzettelijke ruiken naar parfum of het aan brengen op enig deel van het lichaam of de lakens die het lichaam bedekken, of het zelfs op een of andere manier bij je hebben. (Als er nog enig geur van parfum, dat vóór het in gedachten hebben van de Niyyat opgebracht was, overblijft, is dit niet erg, want het is toegestaan).

96

(9) Het doden of zelfs verwijderen en weggooien van luizen als die toevallig hun weg vinden op het lichaam of de lakens die het bedekken. 17. V. Wat is het verschil tussen het aannemen van Ihraam door mannen en vrouwen? A. De verschilpunten tussen het aannemen van Ihraam door mannen en vrouwen zijn: (1) De vrouw mag genaaide kleren dragen. (2) Zij mag haar hoofd bedekken (in feite moet zij haar hoofd bedekken in aanwezigheid van alle mannen behalve haar echtgenoot natuurlijk, eveneens wanneer zij haar gebeden moet verrichten). (3) Zij mag geen sluier om doen op zodanige wijze, dat de stof haar gezicht kan raken. (4) Zij mag sokken of handschoenen aanhebben. (5) Alle andere dingen die onwettig zijn voor een man zijn ook onwettig voor haar. Opmerking: Een vrouw mag "labbaik", enz. niet hardop zeggen maar met een gedempte stem.

18. V. Hoe wordt de Tawaaf verricht? A. De punten die in acht genomen moeten worden bij het verrichten van Tawaaf zijn:

(1) De persoon die Tawaaf verricht moet staan in de richting van de hoek van de Ka'ba waar de Zwarte Steen aan de wand is ingebouwd op een zodanige wijze dat hij (of zij) het aan zijn (of haar) rechterkant heeft en dan Niyyat formuleren met de volgende woorden:

97

Allahumma inni uridu

tawafa

baitikalmuharrami

fayassirhu li wa

taqabbalhu minni.

Vertaling: O Allah! Ik ben van plan om de tawaaf te verrichten om Uw gewijde Huis. Maakt U dit gemakkelijk voor mij en accepteer het van mij.

(2) Dan kijkt men naar de Zwarte Steen en heft de handen op met de handpalmen naar buiten en zegt:

Bismillahi walhamdu

lillahi wallahu Akbar

wassalatu was-salamu

'ala Rasoolillah.

Vertaling: In de naam van Allah en alle lof is voor Allah en Allah is de Grootste en moge vrede en zegeningen rusten op Allah’s Profeet.

(3) Indien mogelijk moet men de Zwarte Steen benaderen en een kus geven, maar als het niet haalbaar is, dan moet men hem een handkus van afstand geven en (a) de volgende (smeekbede) Du’a doen.

98

Allahummaghfirli zunoobi wa tahhir li qalbi wa ashrah li sadri wa yassir li amri wa 'afini fi man' afait.

Vertaling: O Allah! vergeef mij mijn zonden en zuiver mijn hart en verruim mijn borst (d.w.z. geef mij geestelijke verlichting) en maak mijn taak gemakkelijk en bescherm mij samen met hen, die U beschermd heeft.

(b) Dan moet men lopen naar de Poort van Ka'ba en zeggen:

Allahumma imanam bika wa tasdiqan bikitabika wa wafa'an bi 'ahdika wattiba'an li sunnati nabiyyika Muhammadun, sallAllahu ta'ala' alaihi wa sallama, wa ashhadu an la ilaha ill-Allahu wahda hu la sharika lahu wa ashhadu anna Muhammadan 'abduhu wa Rasooluhu, amantu billahi wa kafartu bil-jibti wattaghoot.

99

Vertaling: O Allah! (Ik doe dit) met volledig vertrouwen in U en Geloof in de Waarheid van Uw Boek en in de vervulling van mijn belofte aan U en in het spoor van de Sunnat van Uw Profeet Mohammad, mogen vrede en zegeningen van Allah op hem rusten. Ik getuig dat er geen God is dan Allah en dat Mohammad Zijn Profeet is. Ik heb vertrouwen in Allah en geloof niet in kwade geesten en geestenverschijning (spoken).

Opmerking: Het kussen van de Zwarte Steen en het reciteren van de du'a heet Istilam.

(4) Dan, met de Ka'ba links, moet men een volledige ronde maken om de Ka'ba, de hele tijd Allah gedenkend of het reciteren van du'a (a en b van 3) op dezelfde manier als hiervoor. Dit voltooit één omgang.

Opmerking: Men kan, indien mogelijk, de zuidwestelijke hoek van de Ka'ba die Rukn-i Yamani heet kussen.

(5) Men moet zeven ronden verrichten op de beschreven wijze.

(6) Na de voltooiing van zeven ronden moet men in de buurt van de poort van Ka'ba staan en bidden voor Allah's zegeningen.

(7) Ten slotte moet men twee Rakaats van Sunnatut-tawaaf verrichten bij voorkeur in de buurt van Maqam-i- lbrahim, een plek vlakbij de Ka'ba.

19. V. Welke handelingen zijn verwijtbaar tijdens het verrichten van tawaaf? A. De handelingen die verwijtbaar zijn tijdens het verrichten van tawaaf zijn: (1) Zonder Wudhu zijn. (2) Het niet bedekken van meer dan een kwart van enig lichaamsdeel, dat bedekt moet zijn.

100

(3) Het uitvoeren van de tawaaf, hetzij door op iemands schouder te steunen hetzij hoog gezeten zonder enige gegronde reden. (4) Het verrichten van de tawaaf in een zittende houding zonder enige gegronde reden. (5) Het verrichten van de tawaaf met de Ka'ba aan de rechterkant. (6) De tawaaf verrichten rond De Ka'ba met uitsluiting Hatim (Hatim is de naam voor het gedeelte van het land in het noorden van Ka'ba, dat weggelaten werd toen de Ka'ba herbouwd werd). (7) Het verrichten van minder dan zeven ronden.

20. V. Welke handelingen zijn niet toegestaan tijdens het verrichten van Tawaaf? A. Dergelijke handelingen zijn: (1) Bespreking van alledaagse zaken. (2) Het verrichten van Tawaaf in onreine kleding. (3) Het negeren van Ramal dat betekent snel lopen, de schouders bewegen met de borst vooruit, zoals de gang van een soldaat, in de eerste drie rondgangen van de Tawaaf van Umra. (4) Het negeren van Iztiba'a, dat slaat op het wegnemen van het laken van de rechterschouder en langs de rechter oksel door te plaatsen op de linker schouder, waardoor de rechterarm bloot gehouden wordt in de Tawaf van Umra. (5) Het overslaan van Istilam. (6) Pauzes tussen de rondgangen van Tawaaf. (Natuurlijk, als de Wudhu ongeldig is geworden of voor een gezamenlijk verplichte gebed, kan men de rondgangen onderbreken voor het uitvoeren van de Wudhu of om zich aan te sluiten voor het gezamenlijk gebed en de rondgangen later voltooien).

101

(7) Het niet verrichten van twee Rakaats van Nafl gebeden na het beëindigen van iedere Tawaaf, d.w.z. zeven rondgangen van de Ka'ba. (Wanneer het echter tijd is waarin de gebeden niet verricht mogen worden, is het toegestaan, dit uit te stellen tot het beëindigen van de tweede Tawaaf).

XI-2. Sa'ee

21. V. Hoe moet de Sa'ee worden verricht? A. Om de Sa'ee te verrichten moet men naar Safa gaan en na aankomst reciteren:

(1) Abda'u bima bada

'Allahu bihi, innas-Safa

wal Marwata min sha'a-

'irillahi, faman hajj-al-

baita awi'tamara fala

junaha 'alaihi anyyat-

tawwafa bihima wa man

tatawwa'a khairan fa

inn-Allah Shakirun

'Aleem.

Vertaling: Ik begin met datgene waar Allah mee begon. Safa en Marwa zijn inderdaad belangrijke symbolen van Allah. Daarom rust er geen blaam op degene, die de Hajj van het Huis (van Allah) of de Umra verricht, wanneer hij of zij heen en terug loopt tussen hen (Safa en Marwa) en iemand die goed doet uit eigen beweging, waarlijk, Allah is Responsief, Alwetend.

102

(2) Dan, de handen opheffend tot de schouders moet men zeggen:

(a) Allahu Akbar (driemaal), en

(b) La ilaha illallahu wallaha Akbar wa lillahilhamd.

(3) Dan moet men uiting geven aan zijn of haar Niyyat met de woorden:

Allahumma inni uridus-

Sa'ya bainas-Safa wal

Marwati fayassirhu li wa

taqabbalhu minni.

Vertaling: O Allah! Ik ben van plan om de Sa'ee tussen Safa en Marwa te verrichten; maakt U dit gemakkelijk voor mij en accepteer het van mij.

(4) Dan moet men naar Marwa lopen, terwijl men onderweg Du‘as (smeekbeden) reciteert.

(5) Als men een groene plek bereikt, moet men in snelle pas lopen tot men weer de volgende groene plek bereikt en tussen die twee plekken moet men de volgende Du’a (smeekbede) reciteren:

103

Rabbighfir warham wa

tajawaz 'amma ta'lam

wa ta'lamu ma la

na'lam innaka antal-

A'azzul-Akram;

Allahum- maj'alhu

hajjammabrooran, wa

sa'yam-mashkooran,

wa zam

bammaghfoora.

Vertaling: O Allah! Vergeef mij en wees mij genadig en vergeef mij (mijn zonden) waarvan U op de hoogte bent en U kent datgene waarvan wij geen kennis van hebben; waarlijk U bent de meest Eerbiedwaardige, de meest Verhevene. O Allah laat dit (voor mij) een Hajj zijn, die aanvaardbaar is (voor U) en een inspanning die gegund is en een (middel van) vergeving van zonde!

(6) Aangekomen bij Marwa moet men zijn of haar gezicht gewend naar de Ka'ba, bidden voor zegeningen (dit voltooit een gang).

(7) Dan moet men teruggaan naar Safa op dezelfde manier in snelle pas tussen de twee groene plekken, Du’as (smeekbeden) reciteren, enz., En als Safa is bereikt moet men opnieuw met het gezicht naar de Ka’ba, bidden voor zegeningen (dit zal de tweede gang voltooien).

(8) Men moet zeven keer zo’n gang maken, en bij voltooiing van de zevende, wanneer men aankomt bij Marwa en het gebed heeft verricht, heeft men de Sa'ee voltooid.

104

XI-3. Het verrichten van de Hajj

1. V. Kunt u beschrijven hoe de Hajj wordt verricht? A. Ja, om Hajj te verrichten:

(1) Zodra een pelgrim de grens van het Heilige Land bereikt, d.w.z. de Miqaat, gaat hij of zij in staat van Ihraam naar binnen met alles wat daarbij hoort.

(2) Bij het bereiken van Mekka gaat de pelgrim naar de Grote Moskee rond de Ka'ba en verricht dan een optionele tawaaf, genaamd Tawaaf-ul-Qadoom.

(3) Op de achtste dag van Zilhijja gaat de pelgrim, vóór de tijd van Salatuz-Zuhr, naar Mina, een stad ongeveer vijf km van Mekka en brengt daar de rest van de dag door en de hele nacht van de negende Zilhijja.

(4) Na het vroege ochtend gebed van de negende Zilhijja, gaat de pelgrim naar 'Arafat, een plaats ongeveer tien km van Mekka, en stopt ergens in de Mauqafs (verblijfplaatsen) in de omgeving van de Jabal-i Rahmat, (d.w.z. de Heuvel van Genade) om Allah te gedenken.

(5) Vlak na de zonsondergang van de negende Zilhijja verlaat de pelgrim de Mauqaf zonder Salatul-Maghreb te verrichten en gaat naar Muzdalifa, een plaats tussen Mina en Arafat, waar hij of zij de Maghrib- en Isha gebeden verricht.

(6) Dan vervolgt de pelgrim na de vroege ochtendgebeden van de tiende Zilhijja van Muzdalifa (tenminste 49 kiezelstenen moeten vandaar worden meegenomen) en komt naar Mina.

105

(7) De pelgrim neemt dan zeven kiezelstenen en elke steen tussen de wijsvinger en de duim van de rechterhand houdend, gooit hij of zij ze één voor één naar de pilaar genaamd Jamratul-Uqubah op dezelfde dag, d.w.z. de tiende Zilhijja.

(8) Dan offert de pelgrim, als hij of zij zich dat kan veroorloven, een geit of een schaap of sluit zich aan bij zes anderen die een kameel of een stier offeren en scheert bij voorkeur het hele hoofd of knipt het haar over het hele hoofd of tenminste een kwart van het hoofd of knipt het haar gelijkmatig over het hoofd, als de pelgrim een man is en in het geval van een vrouwelijke pelgrim, moet zij tenminste 2,5 cm van haar haar knippen.

(9) De pelgrim verlaat vervolgens de staat van Ihraam en gaat naar Mekka op dezelfde dag en verricht de Tawaaf, genaamd Tawaaf-ul-lfada, waarna de pelgrim twee Rakaats van Sunnat gebeden verricht.

(10) De pelgrim volbrengt dan de Sa'ee.

(11) De pelgrim keert vervolgens terug naar Mina en brengt er de nacht van de elfde Zilhijja door.

(12) Na de middag van de elfde en de twaalfde van Zilhijja nadert de pelgrim in de volgende volgorde, de pilaren Jamra- tul-Oola, Jamratul-Wusta en Jamratul- Uqubah, en werpt zeven kiezelstenen tegen elk bij elke worp, citerend: “Bismillahi Allahu Akbar. Als een pelgrim ook op de dertiende Zilhijja blijft, werpt hij nogmaals zeven kiezelstenen tegen de pilaren net als op de twee voorgaande dagen.

106

(13) De pelgrim keert dan terug naar Mekka na de Salatuz-Zuhr op de twaalfde Zilhijja. Voor het verlaten van Mekka naar het eigen land, verricht de pelgrim een vertrekkende tawaaf, genaamd Tawaaf-ul-Wida.

Opmerkingen. (1) Gedurende het verblijf in Mekka kan men zoveel tawaafs verrichten als men kan, want het verrichten van tawaafs is de beste vorm van aanbidding gedurende die periode. (2) Men kan ook Umra zo veel keren verrichten als men wil, door van Mekka naar Tan'eem te gaan (een plaats ongeveer vijf km van Mekka) en daar de Ihraam aan te nemen, terug te keren naar Mekka en de tawaaf en Sa'ee zoals gebruikelijk voor Umra te verrichten.

2. V. Hoe verricht men de Umra? A. Om de Umra te verrichten, moet men:

(1) De Ihraam aannemen bij de Miqaat overeenkomstig de voorgeschreven wetten.

(2) Na het gaan naar Mekka moet men zich naar de Ka'ba begeven en de lztiba'a, aannemen, dan moet men de Niyyat voor de Tawaaf formuleren en uitspreken en met de uitvoering daarvan beginnen.

(3) Men moet er zorg voor dragen de eerste drie rondgangen te verrichten in de stijl van Ramal.

Opmerking: Een vrouw is, echter van beide vrijgesteld van zowel lztiba'a als Ramal.

107

(4) Na voltooiing van drie rondgangen, worden de resterende vier op de normale wijze verricht en dan moet men twee Rakaats van Sunna-tut-Tawaaf verrichten.

(5) Men moet dan bij voorkeur naar de bron van Zamzam gaan en een beetje water drinken.

(6) Van daar moet men zich naar Safa begeven en moet de Sa'ee volbrengen volgens de voorgeschreven wetten.

Opmerking: De verrichting van Umra is voltooid, na de voltooiing van de Sa'ee. Als men nu de Hajj wil verrichten in de zelfde Ihraam, mag men die aanhouden, maar als men dat niet wil doen, moet men tenminste een kwart of bij voorkeur het hele hoofd kaalscheren of het haar over het hoofd afknippen De pelgrim is dan vrij van alle verplichtingen en beperkingen, die de staat van Ihraam oplegt.

3. V. Kunnen Hajj en Umra in dezelfde staat van Ihraam worden verricht? A. Ja. Hajj en Umra kunnen in dezelfde staat van Ihraam worden verricht, in welk geval de pelgrim de staat van Ihraam niet mag afleggen na het verrichten van Umra tot dat de Hajj is voltooid.

4. V. Wat is Qiran? A. Wanneer de Hajj en Umra worden verricht in dezelfde staat van Ihraam, wordt deze handeling Qiran genoemd.

108

5. V. Wat is Tamattu? A. Wanneer de Umra wordt verricht in de maand van Hajj en dan de Ihraam wordt opgeheven en weer wordt aangenomen op de zevende van Zilhijja in Mekka voor de tweede keer voor Hajj, wordt Tamattu genoemd.

Opmerking: Iemand die Qiran of Tamattu verricht moet een geit of een schaap offeren of zich aansluiten bij zes anderen voor het offeren van een kameel of een stier of tien dagen vasten, drie voor Hajj en zeven er na.

6. V. Wat is lfrad? A. Als men alleen Hajj verricht en geen Umra, wordt dit lfrad genoemd.

Opmerking:

(1) Het offeren van een dier is niet verplicht voor iemand die alleen de Hajj verricht, d.w.z. lfrad.

(2) Als één van de belangrijkste voorschriften van Ihraam, Tawaaf of Sa'ee wordt overtreden, is men boete verschuldigd in de vorm van ofwel offeren van een geit of een schaap, ofwel verdelen van aalmoezen.

7. V. Wat moet een pelgrim doen na het verrichten van de Hajj? A. Het is zeer aanbevelenswaardig voor een pelgrim een bezoek te brengen aan het Mausoleum van de Heilige Profeet in Medina, en daar staande in een eerbiedige houding met het gezicht naar de graftombe van de Grote Profeet te zeggen:

109

Assalamu 'alaika ayyu-

han-Nabiyyu wa

rahmatullahi wa

barakatuhu. Assalamu

‘alaika ya RasoolAllah!

Assalamu 'alaika ya

Nabi-Allah! Assalamu

'alaika ya Habib Allah

Assalamu' alaika ya

Khaira-khalqillah!

Assalamu 'alaika ya

Shafi'-al-muznibeen!

Assalamu 'alaika wa' ala

alika wa as-habika wa

ummatika ajma'een.

Vertaling: Vrede zij met U, O Profeet (van Allah)! en Zijn genade en Zijn zegeningen. Vrede zij met U, O Boodschapper van Allah! Vrede zij met U, O Profeet van Allah! Vrede zij met U, O geliefde van Allah! Vrede zij met U, O Beste in de (gehele) Schepping van Allah! Vrede zij met U, O Bemiddelaar (bij Allah) van de zondaren! Vrede zij met U en Uw nageslacht en Uw metgezellen en al Uw volgelingen.

Eind.

110

Bijlage

Enkele verzen uit de Heilige Qur’aan:

Surah 1 Al-Fatihah – De Opening – vers 1.

Bismillahir-Rahmanir-Raheem.

In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

Surah 2 Al-Baqarah - De Koe - vers 2:

Dat is het boek waarin geen twijfel is, een leidraad voor de godvrezenden.

Surah 14 Ibrahim - vers 4:

En Wij hebben geen Boodschapper gezonden, of (hij sprak) de taal van zijn volk, om hen een duidelijke uitleg te geven.

Surah 12 Yusuf - vers 2:

Wij hebben het geopenbaard als een Arabische Qur’aan opdat jullie het zult begrijpen.

Surah 21 Al-Anbiya - De Profeten - vers 107:

En wij hebben jou (O Mohammad) slechts gezonden als een Barmhartigheid (Genade) voor de werelden.

.

111

Surah 36 Ya Si’n – verzen 38,39 en 40. En de zon loopt in haar vaste baan. Dat is de verordening van de Almachtige, de Alwijze. En wij hebben voor de maan standen bepaald, zodat zij terugkeert als een oud sikkeltje van een dadeltros. Het is niet mogelijk dat de zon de maan bereikt en de nacht kan de dag niet inhalen. Allen bewegen in een kringloop.

Surah 33 Al-Ahza’b –De Partijen- vers 40:

Mohammad is niet de vader van één van jullie mannen, maar hij is de Boodschapper van Allah en de laatste van de Profeten. En Allah is Alwetend over alle zaken.

112

De Ka’ba, een kubusvormig gebouw met zijden van 10 bij 12 meter grondoppervlak en ongeveer 15 meter hoog, staat in de Grote Moskee in Mekka.

De koepel en een minaret van de Moskee van de Profeet in Medina.

Enkele elementen uit biografieën.

1. Maulana Mohammed Abdul Aleem Siddiqui R.A. (1892-1954).

Maulana Mohammed Abdul Aleem Siddiqui R.A. stamt af van de eerste Kalief van de Islam, Sayyadina Abu Bakr-As-Siddiqui R.A.. Op 4 jarige leeftijd was hij al Hafiz-ul-Qur’aan (dit is iemand die de Heilige Qur’aan volledig uit het hoofd kent) en op 9 jarige leeftijd hield hij zijn eerste publieke toespraak. Op de leeftijd van 16 studeerde hij af in de Islamitische

theologie en volgde daarna niet-theologische studies in

moderne wetenschappen en recht. Roving Ambassador Of

Peace, zoals hij ook werd genoemd, schreef vele boeken in

diverse talen. Hij beheerste vele talen in woord en schrift en kon hierdoor naar alle delen van de wereld reizen voor zijn arbeid uit liefde voor de spirituele hervorming en verlichting van de mensheid. Gedurende 40 jaar reisde hij voortdurend de wereld rond voor zijn liefdevolle missiewerk.

2. Maulana Dr. Fazlur Rahman Ansari R.A. (1914-1974).

Maulana Dr. Fazlur Rahman Ansari R.A. was op 6 jarige leeftijd Hafiz-ul Qur’aan. In 1958 richtte hij “The World Federation of Islamic Mission.” op. Hij was een uitstekende theoloog en filosoof van de Islamitische wereld. Zijn brede kennis van de moderne wetenschappen samen met zijn Islamitische kennis en inzicht maakte zijn wereldtournees (missies) zeer inspirerend.

ISBN 978 94 6228 766 2