forumtheater in india
DESCRIPTION
Een verslag van mijn laatste forumtheaterproject in India (sept/okt 2011)TRANSCRIPT
[1]
27 deelnemers uit 17 landen
Er waren 10 Indiërs, 2 Nederlanders, 2 Portugezen, een Griek, iemand uit Letland en uit Estland, een Française, 2 Vietnamezen, 2 Filipinos, een Mongoolse, een Japanner, 2 Indonesiërs, 2 Roemenen en een Nieuw-Zeelandse.
INDIAOktober 2011
HEALTH ON STAGEDe 10e Asia Europe Young Volunteers Exchange. De focus was het gebruik van forumtheater om water gerelateerde problemen bespreekbaar te maken.
Voor mij begon dit project op 1 juli 2011.
Na een superhaastige inschrijving, zonder
enige verwachting, bleek ik samen met 16
andere vrijwilligers te zijn uitgekozen uit een
paar honderd aanmeldingen. Wauw. Dit project
viel letterlijk op m’n pad.
De verkorte naam van de uitwisseling is
AEYVE en het wordt dit jaar blijkbaar al voor de
10e keer georganiseerd. Het gaat uit van de
Asia Europe foundation; zij brengen elk jaar
een groep vrijwilligers uit verschillende landen
uit Azië en Europa bijeen, met als doel
interculturele uitwisseling. De geselecteerde
groep vrijwilligers werkt in het betreffende land
samen met lokale mensen. In ons geval
werden wij 17en gekoppeld aan 10 Indiërs.
Er wordt elk jaar een thema gekozen
waaraan de vrijwilligers gaan werken. 2011
stond in het teken van het gebruik van
forumtheater om problemen rondom water-
gerelateerde ziektes te bespreken en
oplossingen te zoeken.
Het project duurde 6 weken; een week
voorbereidende training, 4 weken veldwerk en
een week evalueren. De eerste week stond
vooral in het teken van het elkaar beter leren
kennen, intercultureel leren, leren over water-
gerelateerde ziektes en forumtheater. We
hadden een volgepakt programma met sessies
van 7am tot 10pm. Ontzettend intensief dus.
Uiteindelijk werden alle vrijwilligers over
drie verschillende locaties verspreid: de
sloppenwijken van Bangalore, dorpen rond de
‘industrial belt’ van Chennai en de tribes in de
buurt van Mysore. Daar heeft elke groep
tussen de 8 en 12 forumtheatervoorstellingen
voor de lokale bevolking gemaakt. De groepen
werden zo samengesteld dat er per team 3
Aziaten, 3 Europeanen en 3 Indiërs waren,
waarvan 1 iemand een lokale theaterexpert
was, 1 iemand forumtheaterexpert, 1 public
health expert, een lid van een lokale self help
group en een coördinator van een lokale
vrijwilligersorganisatie.
[2]
StraatbeeldDe groep waar ik bij werd ingedeeld, was Mysore. Wij gingen naar
de tribes rondom die stad. Als enige groep hadden we het platteland
als doelgroep. Ik vond het heerlijk om uit de drukke hectische
stinkende stad weg te zijn. Onze accommodatie was in een
klein dorp genaamd Handpost. Ik denk dat er ongeveer 1000
mensen woonden. Maar de levendigheid was er niet minder
door. India presteert het om zelfs de kleinste dorpen
lichtelijk hectisch te maken, met verkeer, winkeltjes,
verkopers, koeien en zoveel mensen overal. Maar als we dan
op weg gingen naar de tribes veranderde die omgeving. Het
was vrij uitgestrekt en vlak, en zooo groen! Ooit is dat hele gebied
met bos bedekt geweest, maar dat is nu allemaal gekapt voor
landbouw. De leefomgeving van de olifanten is daardoor enorm
verkleind. Ze komen nu dus regelmatig de akkers van de boeren
leegeten. Er wordt vooral tabak, katoen en koffie verbouwd in
deze regio. De tribes stonden vrijwel volledig in het teken
daarvan. Iedereen was ofwel boer of werkte op iemand
ander’s land. Het leven is er erg primitief; vaak geen
elektriciteit, water wordt opgepompt met een
handpomp en als dat niet genoeg is drinkt men
rechtstreeks uit het meer waar de olifanten en koeien
ook drinken (zonder te koken!). De huizen zijn klein en laag
en er wordt gekookt op houtvuur. De straten zijn vrijwel niet
verhard. Die spoelen dus weg tijdens het regenseizoen.
RegenseizoenSeptember blijkt de maand te zijn waarin veruit de meeste regen van het jaar valt in Karnataka, het deel van India waar wij zaten. Nou dat hebben we geweten: de tweede week regende het gemiddeld 20 uur per dag! Gelukkig trok het daarna wat bij.
Olifanten, tabak en water
pompen
Drukke stadDe stad ziet er heel anders uit: overal straatverkopers, rikshaws, paard en wagens, bussen, vrachtwagens, koeien,, fietsers, motorbikes en voetgangers. Alles loopt door elkaar tussen het puin en vuil.
[3]
Forumtheater voorstellingWe hebben uiteindelijk 12,5 forumtheater
voorstelling gespeeld. 12,5 omdat een van de
voorstellingen halverwege onderbroken werd
door een dronkaard die vond dat we niet het
recht hadden op die tijd te spelen. De overige
12 voorstellingen waren gelukkig een groter
succes.
Het maken van een voorstelling begon er
mee dat we onderzoek gingen doen in een
tribe, ook wel social mapping genoemd.
Tijdens het social mappen spraken we met
zoveel mogelijk bewoners en vroegen naar hen
ervaringen/problemen met water. Op basis van
deze interviews bepaalden we de belangrijkste
water gerelateerde conflicten binnen het dorp.
Die vormden de basis voor de voorstellingen.
Het schrijven van een script en het
repeteren van de voorstelling gebeurde
meestal in een dag. De dag erna gingen we
meteen met de voorstelling de boer op.
Voor elk dorp maakten we een nieuwe
voorstelling, omdat de thema’s overal anders
zijn. De problemen overlapten wel onderling.
Het bleek lastig te zijn een onderscheid te
maken tussen educatief theater en
forumtheater. In de eerste tribes kwamen we er
steeds op dat de mensen hun water moeten
koken voor het drinken, hun handen moeten
wassen, de koeienmest niet naast de
waterbron moeten bewaren, etc. Maar dat is
helemaal niet waar het om gaat in forumtheater
en bovendien, wie zijn wij om hen de les te
lezen hoe het moet? Dit was dus niet het
goede spoor. Als we dieper keken, bleek dat er
andere problemen onder zaten. Grofweg zijn er
drie conflicten die we zijn tegengekomen. De
eerste gaat over de verhouding tussen ouders
en kinderen; kinderen leren dingen op school
en willen dat met hun ouders delen. Maar die
houden strak vast aan hun tradities en willen
niet veranderen, zelfs niet als de ideeën van de
kinderen goede ideeën zijn. Een tweede
conflict is er een tussen de lokale bevolking en
de overheid. Omdat de meeste mensen in de
tribes van de laagste kaste zijn, worden
problemen in hun dorp (kapotte watertank of
elektriciteitskabels bijvoorbeeld) niet opgelost.
De mensen voelen zich minderwaardig en
leggen zich er na een klaagpoging bij neer en
zo worden de problemen in hun dorp alleen
maar groter. Een derde conflict is haast
hetzelfde en toch tegenovergesteld. Hierin
ondervinden de dorpsbewoners dezelfde
problemen maar ondernemen ze helemaal
geen actie, ze zijn in de ‘I don’t care &
nothing’s gonna change’ modus beland en
ondernemen dus helemaal geen actie, maar
klagen wel tegen bezoekers zoals wij.
CHAOS
Steeds onderbrokenTijdens de voorstellingen was het aan de orde van de dag dat we werden onderbroken door geiten, koeien en schapen die dwars over de speelvloer liepen en vervolgens onze attributen onder piesten. Of anders gewoon motorrijders, dronken mannen of kinderen over ‘t toneel.
[4]
Forest tribesEen tribe is niet zomaar een dorp. Ze zien
er vaak hetzelfde uit als een dorp en er wonen
evenveel mensen. Maar er is een groot
verschil. In tribes wonen mensen die
oorspronkelijk uit het bos komen. In sommige
tribes wonen de bewoners al 60 jaar in een
dorp, terwijl anderen pas vijf jaar geleden uit
het bos naar het dorp zijn gekomen.
Van oorsprong zijn het dus allemaal
natuurmensen, bosbewoners. Maar de
overheid wilde ze weg hebben, omdat ze ofwel
het gebied wilden ontbossen voor landbouw,
ofwel een natuurreservaat van het bos wilden
maken. De tribes werden als het ware uit het
bos gelokt met mooie verhalen. “We willen dat
jullie een zelfde toegang tot luxe hebben als de
mede landgenoten. Dus we bouwen een mooi
dorp voor jullie, met echte stenen huizen, jullie
krijgen ieder een eigen stuk land, iedereen
krijgt gemakkelijk toegang tot water zodat jullie
niet meer ver hoeven te lopen, etc.” Soms
duurde het jaren voordat de bostribes overstag
gingen en naar het dorp verhuisden. Zodoende
zit er een groot verschil tussen het aantal jaren
dat de tribes in de dorpen wonen.
De praktijk blijkt nu echter iets anders te
zijn dan beloofd. Er is in eerste instantie
inderdaad voor iedereen een dorp met
voorzieningen gebouwd; stenen huizen,
waterleidingen en watertanks,
elektriciteitskabels, een schooltje, een
ziekenhuisje. Maar het allergrootste probleem
is dat deze voorzieningen niet worden
onderhouden door de lokale overheden. Vaak
hebben de mensen meerdere dagen geen
elektriciteit, waardoor de watertanks niet
werken. Of de watertanks zijn sowieso al
maanden stuk. De putten staan veelal droog.
Water wordt dus vaak gehaald uit het meer.
Zoals ik hierboven al schreef zijn de tribes van
een lage kaste waardoor ze weinig hulp krijgen
en er ook niet om durven vragen.
De tribebewoners hebben meestal nog
hun oorspronkelijke geloof: het geloof in de
natuurgoden. Op de foto hieronder zie je een
heilige boom. Je mag er alleen dichterbij
komen op blote voeten, met schoenen aan
beledig je de goden. De mensen offeren hier
elke dag eten voor de goden en bidden er met
z’n allen. Ook water is een zeer belangrijke
god. Mensen vertrouwen volledig op de kracht
van water. Het is dus ook onmogelijk dat je er
ziek van kan worden. Alles uit de natuur wordt
gebruikt in de dorpen en als ze op de een of
andere manier nog in het bos weten te komen
zonder dat de overheid het merkt, verzamelen
ze er alles voor hun levensonderhoud: honing,
medicijnen, poeder van mos voor verf, groente,
fruit, dieren. Veel zeggen dat ze het liefst weer
terug naar het bos gaan.
Vrolijke gezichtenSoms leek het wel hoe armer de tribe was, hoe vrolijker de kindergezichten. Ik heb zelden zulke prachtige stralende ogen en glimlachen gezien! Aangekomen in een dorp werd ik meestal meeteen omsingeld door hordes kinderen, die mijn hand niet meer loslieten tot ik weer wegging.
LACHEN
[5]
Vrije tijdIn deze zes weken heel hard werken hadden we gelukkig ook nog
wat vrije dagen. Van uitrusten kwam het dan niet, want die dagen
trokken we eropuit om andere delen van het land te zien. Al in de
eerste week had een van onze Indiase groepsgenoten, Krishna,
een strak plan voor de invulling van onze vrije dagen. Maar
India zou natuurlijk India niet zijn als alles niet helemaal
(helmaal niet) volgens plan zou gaan, terwijl onze Krishna
deed of er niets aan de hand was.
Onze eerste missie was olifanten rijden in een
beschermd bos, niet zo heel ver van Handpost. Helaas ging er
wat mis met de busverbindingen waardoor we steeds op de
verkeerde plek belandden. Na uiteindelijk 7 uur hobbelen in
verschillende bussen, kwamen we op de plaats van bestemming aan.
Maar helaas... we mochten het park niet in omdat het regenseizoen
was. Weer op naar huis dus :-)
De tweede missie was een prachtige waterval. Die was wel ver,
dus we moesten om 6 am klaarstaan om met de bus te
gaan. De bus kwam helaas pas om 9 uur... Gelukkig
hebben we de waterval alsnog gehaald (zie boven) en
was het het wachten en alle uren opgepropt meer dan
waard. Door het regenseizoen kwamen er
overweldigende hoeveelheden water naar beneden. En
ondanks dat er overal bordjes stonden dat het strikt
verboden was in de rivier of waterval te zwemmen, deed
iedereen het toch, waardoor wij een heerlijke natuurdouche/massage
konden nemen.
Tijd is relatiefAl na een week hadden we een standaardgrap als we vroegen hoe lang iets zou duren. “Hoe lang is het, Krishna? 2 uur?”, terwijl we vier vingers in de lucht staken. “Of is het 3 uur?” (zes vingers in de lucht). Krishna kon er gelukkig hard om lachen.
Twaalf uur hobbelen in een
bus
KokosnotenIk heb nog nooit zoveel kokosnoten gegeten en gedronken! In ieder dorp kregen we ze aangeboden. Nu zijn we echte experts: jong is gezond maar niet zo lekker, oud is heerlijk maar te vet, middeloud heeft zoet sap en lekker klef vlees :-)
[6]
Mysore MaligeMysore Malige, de naam van mijn team.
Het betekent ‘de jasmijn van Mysore’. We
waren met z’n tienen, waarvan er vier uit India
kwamen. Verder hadden we iemand uit
Vietnam, Griekenland, Indonesië, de Filipijnen,
Letland en natuurlijk ikzelf uit Nederland.
Op het eerste gezicht hadden we een
dreamteam. Iedereen wilde naar Mysore bleek
bij de indeling van de teams, en wij waren de
gelukkige tien die ook daadwerkelijk mochten
gaan. Bovendien hadden we geen ‘lastposten’
in het team en leek iedereen vanaf het begin
op elkaar gesteld te zijn.
Helaas was het niet allemaal rozengeur en
maneschijn. Al gauw bleek dat communicatie
in het team heel moeilijk ging. De vier Indiërs
spraken geen tot beperkt Engels, wat tot
vreselijk veel miscommunicaties leidde. Een
deel va hen bleek er alleen om het geld te zijn
en had geen motivatie voor het project. De
Aziaten waren niet gewend het voortouw te
nemen in gesprekken en discussies en hielden
zich enorm op de achtergrond. En de
Europeanen hadden constant het hoogste
woord. Niet geheel gebalanceerd dus. Ik was
aangewezen tot leider van het team en had
mijn handen vol aan het activeren van mensen,
het zorgen dat iedereen elkaar begreep en aan
het binnenhouden van mijn eigen frustraties.
Dat lukte natuurlijk niet altijd :-) Ik moet eerlijk
bekennen dat ik halverwege het project serieus
heb overwogen om naar huis te gaan. Maar
dat heb ik goddank niet gedaan. Want er was
een breekpunt.
Ik heb mijn leiderschap neergelegd en het
hele team de verantwoordelijkheid gegeven. Ik
heb mijn verwachtingen enorm bijgesteld. En
het allerbelangrijkste, ik heb mezelf elke dag
toegesproken ‘Heb geduld, geduld, geduld!’.
Dat heeft mij enorm geholpen. De laatste drie
weken van het project werden steeds leuker,
we hadden veel meer lol met elkaar, we
draaiden in een paar uurtjes een script in
elkaar (terwijl ons dat eerst meerdere dagen
kostte) en we werden steeds meer een groep.
Ik heb heel lang getwijfeld of ik niet enorm mijn
tijd aan het verdoen was in India. Ik was
gekomen om over forumtheater te leren, maar
ik bleek zelf de expert te zijn en bovendien
kostte de communicatie me meer energie dan
het me gaf. Maar nu terugkijkend ben ik heel
dankbaar voor deze ervaring. Ik heb zoveel
geleerd over interculturele communicatie, over
mijn eigen valkuilen en hoe daar mee om te
gaan. En bovenal, ik heb gezien hoe snel je 27
mensen uit 17 landen in je hart kan sluiten en
er zo’n warm gevoel bij kunt hebben.
Al met al dus... geen spijt!
CREATIVITEIT
Maskers maken Iedereen in het team heeft een eigen masker gemaakt. Dat was nog best wel spannend: 45 minuten onder een gipslaag liggen met alleen je neusgaten om door te ademen. Maar het resultaat mag er zijn. Al vonden de vliegen de gele verf van mijn masker ook heel interessant. Die heb ik dus allemaal mee naar NL genomen...
[7]
HeilighedenHet land is vol met heiligheden. Er leven drie belangrijke religies
nauw met elkaar samen: de hindoeïsten, de moslims en de christenen.
Waar je ook loopt, je ziet overal tempels, moskeeën en kerken. Ook
zijn er drie plaatsten in India aangewezen als toevluchtsoord
voor Tibetaanse monniken die niet meer in Tibet kunnen
leven. Een van die plekken was vlak bij ons. Vooral de
hindoeïstische tempels waren voor mij iets compleet
nieuws. Zoiets weelderigs had ik nog nooit gezien! Het
schijnt dat er binnen het hindoeïsme duizenden verschillende
goden zijn. Zoveel mogelijk daarvan proberen ze af te beelden
in de tempels, al staat een tempel meestal in het teken van maar
een god. In een tempel kom je om te offeren. Je geeft eten, bloemen,
geld. En in ruil daarvoor wordt je gezegend, want in mijn geval inhield
dat ik een rode stip tussen mijn ogen kreeg, twee gele strepen over mijn
slapen, een slokje heilig water en een bloemenkrans in mijn haar.
Wij waren er ten tijde van het Ganesha festival. Dat wordt
gedurende een maand op verschillende plekken op
verschillende dagen gevierd. Zo kon het dat we
regelmatig onverwachts met onze neus in een
dansende processie vielen en mee moesten doen. Zo’n
processie bestaat uit een tractor die compleet is
versierd met bloemetjes, behangen is met schallende
luidsprekers en een beeld van de heilige Ganesha vervoert.
Daaromheen dansen de mannen en jongens, terwijl ze elkaar
bestrooien met bloemenpoeder. Iedereen die wil kan bij de tractor zijn
of haar zegening ontvangen.
Ganesha, koeienvlaai en luidsprekers
Heiligheden of viezigheden?Iets wat veel hindoeisten doen, is elke ochtend een rangoli tekenen voor hun huis met krijt. Zo vraag je om zegening en bescherming. Wat daar in festivaltijd nog bijkomt, is een verse koeienvijg met allerlei bloemtejes.
Dag IndiaWie had dat gedacht; in maart zei ik nog ‘Ik wil nooit naar India!’, in augustus zag ik er vreselijk tegenop, in september heb ik het regelmatig verafschuwd, en in oktober kijk ik er met een weemoedig gevoel naar terug. Wie weet ga ik er nog wel eens heen..