gebiedsdossier heelsumse beek en wolfhezer beek
TRANSCRIPT
gebiedsdossier
Heelsumse Beek
en Wolfhezer Beek
Marieke Brouwer-te Molder
gebiedsdossier
Heelsumse Beek
en Wolfhezer Beek
Marieke Brouwer-te Molder
opgesteld voor het vak Landschappen van Nederland (LKA033M10.2016-2017.1) Master Landschapsschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen, 19-1-2017
InhoudInhoud
1. Gebiedsintroductie 6
2. Fysische geografie 11
3. De landschapsopbouw van 1900-heden 20
4. Historische grondbezitsverhoudingen Den Ham, 1832 33
5. De taal van het landschap 42
6. Het actuele landschap 51
Eindnoten 58
Bronvermelding 59
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 6
De Wolfhezerbeek en Heelsumse Beek zijn het on-derwerp van dit gebiedsdossier. De Wolfhezerbeek vormt de bovenloop van de sprengenbeek, die bij de papierfabriek in Heelsum samenstroomt met de Heelsumse beek. De beek ligt in het zuidelijk deel van de Veluwe. Het brongebied van de beek ligt in de Wolfhezerbosschen, een uitgestrekt bosgebied tussen Wolfheze en Doorwerth. De beek mondt bij Renkum uit in de Rijn. Ten noordwesten van de beek, tussen Renkum en Wolfheze, ligt een groot-schalig landbouwgebied met akkers en weilandenVia de beschrijving van een wandeling, die start bij de Wolfhezerweg en eindigt bij de monding van de beek in de Rijn, zal hieronder het gebied in meer detail worden beschreven. Afbeelding 3 laat een topografische kaart van het gebied te zien, met daarop de route van de wandeling.
WodanseikenHet eerste deel van de wandeling voert door een geaccidenteerd loofbosgebied met veel eiken. De Wolfhezerbeek is hier diep ingegraven. Op de wal-len langs de beek staan een aantal bijzondere oude eiken, de Wodanseiken. Hun naarm danken ze aan de schilder Bilders. Hij was de spil van een groep landschapsschilders die de Oosterbeekse School vormden. Deze schilders kwamen eind 19e eeuw naar Oosterbeek en omgeving om de overweldigen-de Veluwse natuur te schilderen.1 De eiken zijn ook het onderwerp geweest van de schilders.Het landschap rond deze eeuwenoude eiken moet in het verleden opener zijn geweest, getuige hun lage vertakking en brede kronen.
Gebiedsintroductie1
Afbeelding 1: Bovenloop Wolfhezerbeek: diep ingegraven spren-
genbeek in een eikenbos (foto 1)
Afbeelding 2: Een van de Wodanseiken langs de Wolfhezerbeek.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 7
WolfhezerheideWanneer de beek in stroomafwaartse richting gevolgd wordt, is er aan de rechterzijde een kleine (voormalige) landbouwenclave met een woning zichtbaar. De weiden zijn nu onderdeel het natuur-gebied Wolfheze en worden begraasd.De landbouwenclave ligt op de bodem van een groot dal, dat aan de noordzijde een flauwe hel-ling heeft en aan de zuidzijde een steilere hogere helling. Bovenaan de helling ligt de Wolfhezerheide, een glooiend heidegebied op de stuwwal. Al wande-
Afbeelding 3: Topografische kaart met wandelroute en locaties van gebiedsfoto’s
lend over de heide volgen we de bovenrand van het beekdal. De helling van het dal wordt iets minder steil en het bos maakt plaats voor heide. Het hoogteverschil en de steile helling tussen de Wolfhezerheide en het beekdal is nu goed zichtbaar (afbeelding 4).Ook ten noorden van de beek gaat het bos over in een heidegebied. Het bos- en heidegebied rond dit deel van de beek is rijk aan archeologische vondsten. In het gebied en ook in het dal van de Renkumse Beek zijn meerdere grafheuvels uit het Neolithicum en de bronstijd te vinden.2 Uit onder-zoek van Doorenbosch blijkt dat in de periode voor
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 8
Afbeelding4: Zicht vanaf de Wolfhezerheide op de Wolfhezerbeek (foto 2)
Afbeelding 5: De beek meandert door landbouwgebied Kabeljauw (foto 3)
de bouw van de grafheuvels al sprake was van een heidebegroeiing, ontstaan door menselijke beinvloeding, namelijk begrazing. Verder laat het onderzoek zien dat ook tijdens en na de bouw van de grafheuvels sprake was van heidebegroeiing in een zone van 30 tot ca 250 m rond de grafheuvels. Uit de pollenanalyse blijkt ook dat de begroeiing in de nattere delen van het gebied, de beekdalen, bestond uit elzenbroekbos.Daarnaast liggen in het dal landweren, een rondeel en restanten van het oude Wolfheze, een middel-eeuws dorp dat eind 16e eeuw geheel verlaten
werd.3 Ook zijn de karrensporen van de heerweg tussen Arnhem en Utrecht in dit gebied zichtbaar.
De bovenloop van de beek is gegraven en heeft een behoorlijk recht verloop, maar in dit deel is een ster-ke meandering zichtbaar, die diep ingesleten is. Het is de vraag of deze meandering natuurlijk is, of dat hier ook sprake is van menselijke beinvloeding.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 9
KabeljauwWe volgen de meanderende beek en komen aan bij een scherpe overgang in het landschap. Hier ligt het landbouwgebied van de boerderij Kabeljauw. De beek meandert door een weide, die aan de noord-zijde begrensd wordt door een hellend akkerperceel en aan de zuidzijde door de beboste flank van het beekdal.Tussen Kabeljauw en de verder stroomafwaarts gelegen papierfabriek heeft de Wolfhezerbeek een opgeleide ligging langs de zuidrand van het dal. Dit is te zien aan de hogere ligging van de beek ten op-zichte van de weilanden midden in het dal. De beek werd opgeleid ten behoeve van de papiermolens, die lager in het dal lagen. Door de beek op te leiden werd ter plekke van de molen een groter verval ge-creëerd, waardoor het water een watermolen met bovenslagrad kon aandrijven.4 In het midden van het dal ligt een tweede beekloop: de Heelsumse Beek. Bij de papierfabriek komen bei-de beeklopen samen en stroomt het water verder als de Heelsumse Beek.Het landgebruik van het beekdal tussen Kabeljauw en de Rijksweg wordt gedomineerd door klein-
Afbeelding 6: Akkerbouw en veeteelt op de Noordberg (foto 4)
schalige weiden voor paarden. Op de flanken van het beekdal liggen de dorpen Renkum en Heelsum. Opvallend is het middeleeuwse kerkje van Heelsum dat bovenaan de steile helling van het beekdal staat. Deze moet in het verleden van ver zichtbaar zijn geweest.
NoordbergVia de Koninginnelaan voert de wandeling omhoog, het beekdal uit, naar de Noordberg. Een groot landbouwgebied op de stuwwal tussen Heelsum en Doorwerth, dat wordt doorsneden door de groot-schalige infrastructuur van de A50 en Rijksweg.Ten zuiden van de akkers en weilanden ligt de steile zuidrand van de stuwwal. Tussen het gebladerte van de beboste helling door is de Rijn zichtbaar. langd de rand van de stuwwal ligt de Fonteinallee, een oude route die leidt van Renkum naar kasteel Doorwerth. Dit pad voert door een oud hakhout- of strubbenbos, te zien aan de stobben en meerstam-mige bomen. Het bos ligt op de meest westelijke punt van de stuwwal.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 10
Afbeelding 7: uiterwaardengebied van de Rijn bij Renkum (foto 5)
UiterwaardenVervolgens loopt het pad van de stuwwal naar beneden en komen we aan in de uiterwaarden van de Rijn, waar de beek uitmondt in de rivier. Het uiterwaardengebied wordt gekenmerkt door ruige graslandvegetatie met meidoornstruweel en wilgen. In het gebied zijn ook een aantal ondiepe plassen. De beek ligt hier tussen twee zomerkades.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 11
In het gebied van de Heelsumse en Wolfhezerbeek zijn op basis van de geomorfologische kaart drie hoofdlandschappen te onderscheiden: A. Stuwwal- en grondmorenelandschap B. Beekdallandschap C. RivierlandschapDe fysisch geografische kenmerken en geogenese van deze hoofdlandschappen worden in dit hoofd-stuk nader beschreven.
Stuwwallandschap
Stuwwallen
Het stuwwallandschap van de Veluwe is ontstaan in het Pleistoceen, tijdens het Saalien. Het landijs, dat toen grote delen van het land bedekte, heeft in het studiegebied stuwwallen gevormd. Deze behoren tot de Drenthe Formatie.5 Aan de westzijde stuwde een ijslob de stuwwal van de Zuid-Westveluwe op en aan de oostzijde werd de stuwwal van de Velu-wezoom gevormd. Deze stuwwallen bestaan uit lokaal opgestuwd bodemmateriaal, dat bestaat uit zand en grind. Dit materiaal is in eerdere perioden afgezet door de rivieren Rijn en Maas.
Fysische geografie2
Afbeelding 1: Fysisch geografische hoofdlandschappen aangeduid op de topografische kaart van 1904. A:Stuwwallandschap, B: Beekdal-
landschap, C: Rivierlandschap. Nadere toelichting op de codes is te lezen in tabel 1, 2 en 3.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 12
De stuwwallen zijn op de hoogtekaart goed herken-baar door hun hoge ligging in het landschap (rood gekleurd). In de stuwwallen zijn droogdalen zicht-baar. Deze kleine dalvormige laagten zijn in het Saalien door sneeuwsmeltwater uitgesleten, maar voeren nu geen water meer. Aan de zuidzijde heeft de stuwwal een steile wand.
De korte steile hellingen van deze stuwwalzijde zijn ontstaan door de ondermijnende werking van de Rijn. In het Eemien stroomde de Rijn nog via het IJsseldal, maar door de glacio-isostatische opheffing in het Weichselien verlegde de rivier zijn loop (zie afbeelding 2). In het Midden-Weichselien ontstond een nieuwe rivierloop die aftakte van de IJsseldal Rijn en in westelijke richting stroomde.6 Deze rivierloop heeft bijgedragen aan de erosie van de stuwwallen van de Veluwe.
Afbeelding 3: op de hoogtekaart zijn de stuwwallen in rood zichtbaar. Tussen de stuwwallen ligt een sandr en twee grote smeltwaterdalen,
waardoor nu de Heelsumse en Renkumse beek stromen. Aan de zuidzijde van de stuwwal zijn droogdalen zichtbaar. (bron: AHN)
Afbeelding 2: Rivierlopen in het oostelijk rivierengebied sinds het
Midden-Saalien (Naar Verbraeck 1984; Cohen et al. 2002; Cohen
et al. 2009; Janssens et al. 2012)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 13
Afbeelding 5. Topografische kaart 1904
Op de stuwwal liggen voornamelijk loofbossen. Ook de historische kaart (afbeelding 5) laat dit beeld zien. De bodem bestaat hier uit holtpodzolgronden. Dit bodemtype wordt gekenmerkt door een duidelijke uitspoelings- en inspoelingslaag van humus, on-staan door infiltratie van water. In dit type podzol-gronden komt moder voor, een humusvorm waarin de humus als korrels (moder) zichtbaar tussen het zand.7 Deze humusvorm is vrij stabiel, houdt vocht-vast en kan voedingsstoffen binden en uitwisselen.8
Moder is daarom gunstig voor de bodemvrucht-baarheid.Deze bodems worden ook wel bruine zanden ge-noemd. De stuwwallen met bruine zanden waren relatief vruchtbaar en werden in de prehistorie dicht bevolkt. In deze gebieden zijn dan ook veel archeo-logische vindplaatsen. Ook in het studiegebied liggen diverse archeologische vindplaatsen, zoals grafheuvels, op de stuwwal.
Afbeelding 4: Op de bodemkaart is te zien dat op de stuwwal
holtpodzolgronden voorkomen.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 14
Afbeelding 6: Op de geomorfologische kaart is in roze kleuren de sandr te zien. Met groen bruin zijn de beekdalen en droogdalen aangege-
ven. De stuwwal is rood gekleurd.
Naast bossen liggen er grote akkercomplexen rond de dorpen op de stuwwal (Heelsum) en de sandr (Renkum). De bodem bestaat hier uit hoge zwarte enkeerdgronden. Deze gronden zijn ontstaan door intensieve bemesting met dierlijke mest, vermengd met heideplaggen, die afkomstig waren van de heidevelden ten noorden van de beek.
Sandr
Tussen de stuwwallen in is op de hoogtekaart een lager gelegen gebied te zien. Dit gebied heeft een flauwe helling richting het zuidwesten. Ook zijn er grote geulpatronen in zichtbaar. Dit zijn geomor-fologische kenmerken van een smeltwaterwaaier (sandr). Het smeltwater van het landijs kon door de permafrost in de bodem en onder druk van het ijs enkel oppervlakkig afstromen en veroorzaakte daardoor sterke erosie van de stuwwal. Het geëro-deerde materiaal hoopte zich vervolgens op tussen de stuwwal en de ijskap en vormde zo de sandr.9
Het fluvioglaciale afzettingsmateriaal van de sandr bestaat uit schraal en leemarm grof zand en grind.
Fijner materiaal, zoals leem, kon door het smelt-water verder meegevoerd worden is daarom niet aanwezig in het afzettingsmateriaal van de sandr.Op de arme en goed waterdoorlatende zandgron-den van de sandr zijn haarpodzolbodems gevormd.Mogelijk zijn deze pas ontstaan na degeneratie van de bodem, die optrad als gevolg van ontbossing ten behoeve van de landbouw in het Neolithicum, zoals ook elders in de zandgebieden gebeurde.11
Haarpodzolgronden behoren tot de suborde van de xeropodzolgronden. De grondwaterstanden in deze bodems zijn altijd laag. Haarpodzolen worden onder heide gevormd.10 Dit komt overeen met het beeld op de historische topografische kaart: op de sandr zijn uitgestrekte heidevelden zichtbaar. Deze zijn in de twintigste eeuw bebost of ontgonnen tot landbouwgrond.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 15
A Stuwwal- en
grondmorene-
landschap
Geomorfologie Bodem Grondwa-
tertrap
Historisch cultuurlandschap
1900
A1 Hoge stuwwal
(14B3)
Ontstaan door stuwende wer-
king van landijs, kenmerkend is
het voorkomen van grind aan
het oppervlak.
Reliëf met lange flauwe hellin-
gen.
• Holtpodzol
(gY30)
• Hoge zwarte
enkeerdgrond
(gzEZ30)
VII Loofbos, met rond Heelsum
een groot akkercomplex
A2 Smeltwaterwaaier;
sandr (6G1), op een
aantal plekken be-
dekt met dekzand
(6G2)
Waaiervormige glooiing met
lange flauwe helling, ontstaan
door smeltwater van landijs.
Vrij vlak laaggelegen reliëf.
Haarpodzol
(gHd30, Hd21)
VII Heide, met op enkele plekken
bosplantages
A3 Ondergraven stuw-
walzijde (16A1)
Door ondermijnende werking
van rivier ontstane wand met
matig korte steile hellingen
Holtpodzol
(gY30)
VII Loofbos
Tabel 1: Fysisch-geografische kenmerken van het stuwwal- en grondmorenelandschap
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 16
Beekdallandschap
Het beekdallandschap komt voor in de grootste smeltwaterdalen van de sandr. De huidige beken worden gevoed door regen- en grondwater. In de lagere delen van de beekdalen zijn in het Holoceen bodems gevormd, die kenmerkend zijn voor de nattere omstandigheden op de overgang van hoge naar lage gronden, zoals veldpodzols en gooreerd-gronden.12 Op deze plekken trad kwel op of was de grondwaterstand hoog. Kenmerkend voor de goor-deerdgronden is de aanwezigheid van een donkere, humusrijke A-horizont.
Het historisch landgebruik op de gooreerdgronden is meestal grasland. Dit is in dit gebied ook te zien op de historische topografische kaart. De veldpod-zolbodems liggen in de delen van het beekdal waar op de historische kaart heide is afgebeeld.Op de flanken en in de bovenloop van het beekdal zijn op de historische kaart akkers en boerderijen te zien. Deze liggen op de overgang hoog en droog naar laag en nat, waar de grond geschikt was voor akkerbouw, maar ook water nabij was. Uit de bo-
demkaart is ook af te leiden dat deze akkers bemest werden met heideplaggen, omdat ook hier zwarte enkeerdgronden worden aangetroffen.
De beeklopen van de Heelsumse en Wolfhezerbeek zijn sterk door de mens beïnvloed. Om de watertoe-voer van de beeklopen te vergroten zijn sprengen gegraven. Dit waren watergangen die reikten tot het grondwater. Zo kon de beek voldoende water leveren om papiermolens aan te drijven. Ook zijn delen van de beek opgeleid, om bij de molen een groter verval en daarmee meer aandrijfkracht te verkrijgen.Toch zijn er ook plekken waar de beek een zeer bochtig karakter heeft (zie afbeelding 7). In het hei-degebied, waar ook veel oude sprengen liggen, ligt de beek ook diep ingesneden. Is dit ook het gevolg van menselijke beinvloeding of is dit een erfenis uit het Pleistoceen, toen de beken een veel grotere afvoer kenden dan nu?
afbeelding 7: op de hoogtekaart zijn de verschillende beeklopen van de Wolfhezer- en Heelsumse beek goed zichtbaar. Een aantal heeft
een duidelijk rechtlijnig en gegraven karakter. Andere lijken een meer natuurlijk patroon te volgen, maar zijn wel diep ingesleten.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 17
B Beekdallandschap Geomorfologie Bodem Grondwater-
trap
Historisch cultuurlandschap
1900
B1 Beekdalbodem, rel.
hooggelegen (3S5)
matig diep (5-30m)
beekdal met veelal on-
effen dalbodem
Bovenloop:• Haarpodzol
(Hd21),• Hoge zwarte en-
keerdgrond
(zEZ21)• Veldpodzol
(Hn21)
Benedenloop:• Gooreerdgrond
(pZn23g)• Hoge zwarte en-
keerdgrond
(gzEZ30)
Bovenloop:
VII
Beneden-
loop:
II
VI
Bovenloop: heide op flanken van
het beekdal, bos op de dalbo-
dem.
Benedenloop, waar het dal bre-
der wordt: grasland op de dalbo-
dem, akkers op het onderste deel
van de flanken, bos op de dal-
wanden.
B2 Droogdal (2R3) Door sneeuwsmeltwa-
ter gevormde dalvormi-
ge laagte, diepte <5 m
Vaak bedekt met dek-
zand, wat betekent dat
ze na deze afzetting
vrijwel niet meer door
erosie zijn aangetast
Holtpodzol (gY30)
Haarpodzol
(gHd30, Hd21)
VII Heide of bos
Tabel 2: Fysisch-geografische kenmerken van het beekdallandschap
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 18
Rivierlandschap
Oeverwallen en komgebieden
Ten zuiden van de stuwwal stroomt de Rijn. Deze rivier heeft in het Holoceen een landschap gevormd van oeverwallen en rivierkommen. De oeverwallen ten zuiden van de Rijn zijn ontstaan, doordat de rivier bij overstromingen zavelig materiaal afzette langs zijn oevers. Op de oeverwallen zijn kalkhou-dende poldervaaggronden te vinden. Deze bodems zijn goed ontwaterd en volledig gerijpt door fysi-sche en biologische processen. Deze gronden zijn vruchtbaar. Dit is ook terug te zien in het historisch grondgebruik dat voornamelijk bestond uit akker-bouw en boomgaarden.Op grotere afstand van de rivier zonken bij over-stromingen de fijnere deeltjes neer en daar ontston-den de komgebieden. In de komgebieden komen kalkloze poldervaaggronden op zware klei voor. Deze gronden waren zeer nat en door de zware klei ook moeilijk te bewerken. Het historisch landge-bruik bestond dan ook uit grasland.
Afbeelding 8: hoogtekaart van het rivierengebied rond de Rijn. Door afgraving van klei ten behoeve van de baksteenindustrie zijn de uiter-
waarden lager gelegen dan de stroomruggen, waarop dorpen zoals Heteren en Randwijk liggen.
Uiterwaarden
In de Middeleeuwen begon men de rivieren te bedijken, totdat in de 14e eeuw het gehele Rivieren-gebied was bedijkt. Als gevolg hiervan konden de rivieren geen sediment meer afzetten op de oever-wallen en in de rivierkommen, maar alleen nog in het winterbed. Hier ontstonden de uiterwaarden. De rivierafzettingen in de uiterwaarden zijn ster-ker gemengd, vergeleken met de afzettingen van onbedijkte rivieren. Door de aanwezigheid van silt en fijn zand is klei uit de uiterwaarden zeer geschikt als grondstof voor bakstenen. De uiterwaarden zijn ten behoeve van de baksteenfabricage gro-tendeels afgegraven. Dat dit ook langs de Rijn bij Renkum heeft plaatsgevonden is te herleiden uit de gemorfologische kaart, waar een groot deel van het uiterwaardengebied aangemerkt als ‘vlakte, ontstaan door afgraving of egalisatie’. Ook op de historische kaart is de baksteenfabricage zichtbaar door de aanwezigheid van meerdere baksteenfa-brieken in het gebied. Een deel van de Doorwer-thsche Waarden, waarin in kasteel Doorwerth is gelegen, wijkt af van dit beeld (zie afbeelding 8). Op de hoogtekaart is te zien dat het maaiveld hoger gelegen is dan in de andere uiterwaarden. Ook zijn op de historische kaart geen steenfabrieken te zien. Dit deel van de uiterwaard is niet afgegraven voor de baksteenindustrie.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 19
C Rivierlandschap Geomorfologie Bodem Grond
water-
trap
Historisch cultuurlandschap 1900
C1 Welvingen in uiter-
waard, rel. laagge-
legen ( 3L16b)
Welvingen, terreinverheffing
van 0,5-1,5 m, menselijke in-
vloed op vorm.
Kalkhoudende
ooivaaggron-
den (Rd90A)
- Grasland, onregelmatig blokvormig
verkavelings-/ontwateringspatroon
C2 Rivieroeverwal
(3K25)
Tijdens overstromingen door
rivier langs de oevers afge-
zet zandig materiaal, dat
lage ruggen vormt.
Kalkhoudende
poldervaag-
gronden
(Rn95A)
VI Voornamelijk akkers en boomgaarden,
ook wat graslanden. onregelmatig
blokvormig verkavelingspatroon
C3 Rivierkom en oe-
verwalachtige vlak-
te (2M22 )
Tijdens overstromingen door
rivier afgezet materiaal.
Vormt overgang met ondui-
delijke vormen tussen oever-
wallen en rivierkommen.
Kalkloze pol-
dervaaggron-
den (Rn47C,
Rn 44C)
V, VI graslanden
Tabel 3: Fysisch-geografische kenmerken van het rivierlandschap.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 20
Cultuurlandschap in 1900Het 19e-eeuwse cultuurlandschap van de zuidelijke Veluwerand rond de Heelsumse Beek en Wolfhe-zerbeek is te karakteriseren als een esdorpenland-schap. Op topografische kaart van 1904 zijn op de stuwwal bij Heelsum en de sandr bij Renkum grote akkercomplexen aangeduid, die enken of engen genoemd worden. Op de overgang van de hoogge-legen akkers naar het beekdal en de uiterwaarden liggen de dorpen Renkum en Heelsum. Ten noorden van de akkercomplexen liggen grote heidevelden op de arme, droge zandgronden van de sandr. Grenzend aan de heidecomplexen zijn verschillende fasen van ontginning ten behoeve van de bosbouw en landbouw zien.
Ten zuiden van de stuwwal stroomt de Rijn. De stuwwal vormt een natuurlijke grens van het win-terbed van de rivier. Op de zuidoever zijn dijken aangelegd. In de uiterwaarden liggen weide- en hooilanden met een onregelmatige blokvormige verkaveling. De bebouwing in de uiterwaarden bestaat voornamelijk uit steenfabrieken, enkele veerhuizen en kasteel Doorwerth. Bij Renkum en kasteel Doorwerth ligt een veer.De oeverwalontginning ten zuiden van de Rijn bestaat uit lineaire dorpen op en langs de dijk en een blok- en strookvormige verkaveling van akkers, boomgaarden en weiden. De verkavelingsrichting stond loodrecht op de helling van de oeverwal, wat een gunstig was voor de ontwatering van de perce-len.
De landschapsopbouw van 1900-heden3
Het cultuurlandschap in 1900. Met letters zijn de verschillende landschapseenheden aangeduid. Deze worden nader verklaard in de matrix
in de bijlage
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 21
Topografische kaart 1966: het dorp groeit langs de wegen. Topografische kaart 2016: de gehele enk is bebouwd.
Topografische kaart 1904: lintdorp Renkum, verspreide bebouwing op de eng
Verstedelijking van de Renkumse engOp de kaart van 1904 is te zien dat op de bebouwing van Renkum niet beperkt was tot het dorpslint aan de hoofdweg. Langs het netwerk van wegen dat over de eng ligt verspreide bebouwing. Hieronder zijn ook oude gehuchten, zoals de Harten. De Ren-kumse eng was onderverdeeld in veel smalle kavels.Vanaf de jaren ‘60 groeit het dorp Renkum sterk. Langs de wegen over de eng ontstaat lintbebou-wing. Al snel worden ook de mazen in het netwerk opgevuld. Alleen de Keijenberger eng blijft ge-spaard.De Heelsumse eng is niet aangetast door bebou-wing, maar door de aanleg van de A50 en N225 in de jaren ‘70. Op het minuutplan is te zien dat Heelsum-se eng minder fijnmazig verkaveld was dan de Ren-kumse eng. Ook is er nauwelijks bebouwing aanwe-zig op de eng. De reden hiervoor is wellicht dat de Heelsumse eng in 1832 bijna geheel in het bezit was van Charles Bentinck, graaf van Aldenburg, heer van Doorwerth.13
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 22
De ontginning van het Renkumse VeldOp de heidevelden werden vele honderden schapen geweid. Hun mest, vermengd met heideplaggen, werd benut om de akkers te bemesten. Op de akkers zijn hierdoor dikke esdekken ontstaan en de heide werd steeds verder verschraald. Om de mest de verzamelen werden de schapen ‘s nachts gestald in schaapskooien. In het gebied zijn zeker zes kooien te vinden in 1900. Op de kaart zijn deze gemarkeerd met SK. Met name langs het Renkums Beekdal is een concentratie van schaapskooien te vinden.Een groot deel (332ha) van het heidegebied ten noorden van Renkum was in 1871 in het bezit geko-men van de Buurt van Renkum. De Renkumse Mar-ke deed deze aankoop om zijn gebruik van de heide voor schapenweide en het plaggensteken veilig te stellen tegen ontginning.14
Tegen het einde van de 19e eeuw nam het belang van beweiding van de heide af door de introductie van kunstmest en de achteruitgang van de schapen-
houderij. Tussen 1898 en 1908 werd het Renkum-se Veld dan ook verhuurd aan het ministerie van Defensie voor het gebruik als oefenterrein.15 In 1911 heeft de Marke zichzelf opgeheven en is de heide in een aantal grote percelen gesplitst en verkocht aan particuliere ontginners.16 De ontginning van de percelen laat nog enige tijd op zich wachten. Aan de hand van de historische topografische kaarten is te zien dat de ontginning tussen ca. 1926 en 1932 heeft plaatsgevonden.Het perceel van de Jonkershoeve is al in de Ba-taafs-Franse tijd verkocht door de Rekenkamer aan A. Alphers.17 Het duurt echter nog jaren voordat het terrein ontgonnen wordt. Op de topografische kaart (Kraijenhoffkaart) uit 1850 is te zien dat er heide met struikgewas aanwezig is. In 1861 wordt op het terrein de Jonkershoeve gesticht voor jonker J.G.W. van Brakell.18 Jacob van Brakel moest in dat jaar de schapenteelt op de Renkumse Heide uitbreiden, maar slaagde daar om uiteenlopende redenen niet in, waardoor de hoeve in andere handen overging. In 1886 worden op de TMK bos- en akkerbouwper-celen weergegeven.
Op de Bonnekaart (1904) worden schaapskooien gemarkeerd met SK. Aan de rand van het Renkumse Veld en de Doorwerthse Heide zijn er
zeker 7, deze zijn op deze kaart gemarkeerd met een oranje cirkel
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 23
Werden schapen via deze routes van Heelsum naar de heidevelden gedreven?
Topografische kaart 2016: Het Renkumse Veld is ontgonnen ten
behoeve van de landbouw. Een deel is sinds enige jaren ingericht
als golfterrein.
Topografische kaart 1904: Het Renkumse Veld is eigendom van de
Buurt van Renkum en wordt verhuurd aan defensie als oefenter-
rein.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 24
Op de Wolfhezerheide worden schapen ingezet om de heide
instand te houden.
De Doorwerthse Heide is nu in bezit van Natuurmonumenten.
De verkavelingsstructuur van het Renkumse Veld is na zijn ontginning niet meer veranderd. Wel heeft er in de afgelopen decennia een verandering in grondgebruik voorgedaan. Het gebied is lang als ak-kerland gebruikt, maar is nu grotendeels grasland. Ook is een aantal percelen getransformeerd tot golfterrein.
Het behoud van de Doorwerthsche en WolfhezerheideDe boeren van Heelsum en Doorwerth hadden hun akkers op de Noordberg en de Boersberg. Ze weidden hun schapen op de Doorwerthsche en Wolfhezerheide en konden ook de graslanden in het Heelsumse Beekdal en de uiterwaarden van de Rijn benutten als hooilanden en voor beweiding van rundvee. Op de historische kaart van 1904 zijn aan weerszijden van het beekdal twee smalle heidestro-ken te zien die vanaf de Veentjesbrug naar de Door-werthsche en Wolfhezerheide leiden. Misschien zijn dit de schaapsdriften van de Heelsumse boeren geweest.De heidegebieden werden van elkaar gescheiden door de beeklopen van de Wolfhezerbeek en Pa-pierbeek en een smalle strook van bos en struweel langs de beeklopen. Via een doorwaadbare plaats kon de beken overgestoken worden.Terwijl omliggende heidegebieden (het Renkumse Veld aan de westzijde en de heide ten noorden van de spoorweg Arnhem-Utrecht) in het begin van 20e eeuw ontgonnen worden, blijft de Doorwerth-se Heide onaangeroerd. In 1939 wordt landgoed Hoog-Wolfheze aangekocht door de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten.19 Hiermee wordt voorkomen dat op het landgoed villa’s wor-den gebouwd. In 1969 wordt ook Laag-Wolfheze, dat voor een groot deel uit heide (de Doorwerthse en Wolfhezerheide) bestaat door Natuurmonumen-ten aangekocht.
Wonen in het Doorwerthsche BoschOp de stuwwal bij Doorwerth zijn in 1904 nog grote boscomplexen te vinden. Deze behoorden tot de erven van baron Van Brakell, heer van Doorwerth. Deze had de heerlijkheid Doorwerth in 1837 gekocht van de erven van Charles Bentinck, graaf van Alden-burg. Uit de kadastrale gegevens van 1832 is af te leiden dat de graaf nagenoeg alle gronden van de gemeente Doorwerth bezat. In de gemeente Door-
Villa nabij Heelsum en Doorwerth (Beeldbank Gelderland)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 25
werth stond in 1832 507 ha bos, waarvan 63% be-stond uit eikenhakhout, 14% opgaande bomen en 20% uit dennenbos.20 Het dennenbos lag met name op de Doorwerthse Heide. Het areaal dennenbos werd door baron van Brakell vergroot. In 1870 was het areaal dennenbos verdubbeld tot 200ha.21 De eikenhakhoutbossen lagen op vruchtbare grond en bleven in de 19e eeuw instand.22
In de 20ste eeuw treden veranderingen op in het bosgebied van Doorwerth. Vanaf de jaren ‘20 tot 1940 werden verspreid langs wegen in het bos landhuizen gebouwd voor welgestelden uit Arnhem en West-Nederland. Bouwer (2008) noemt twee bevorderende factoren voor deze ontwikkelingen. De eerste is de aanleg en verbetering van wegen en een trambaan, waardoor de verbinding met Arn-hem en Utrecht sterk werd verbeterd. Ten tweede werd de gemeente Doorwerth in 1923 geannexeerd door Renkum, waardoor de nieuwe ontsluitingswe-gen ook over Doorwerths gebied konden worden doorgetrokken.Een groot deel van het bos dat voor 1940 nog niet bebouwd was, kwam in 1942 in beheer van Staats-
bosbeheer.23 De toenmalige eigenaar, baron van Pallandt, werd hiervoor onteigend.Na WOII wordt de kern Doorwerth verder uitgebreid met aaneengesloten bebouwing en bij Kievisdel verrijzen nog meer villa’s in het bos.
Papierindustrie in het beekdalDe Heelsumse Beek is een van de vele beken en sprengenbeken op de Veluwe. De beek ligt in een groot smeltwaterdal uit de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Het brede dal is daardoor als het ware een ruime jas voor de huidige beek. De beek mondt uit in de Rijn en heeft drie bovenlopen die nu bij de papierfabriek Schut samenstromen: De Heelsumse Beek, de Wolfhezerbeek en de Papiermolenbeek. Alle drie beken zijn sprengenbeken, dit zijn beken met een gegraven bron.24 De beken hadden een belangrijke rol in de economie van het gebied. Met name de papierindustrie was lange tijd een econo-mische motor. In het verleden stonden meerdere papiermolens aan de drie beeklopen. In 1602 wordt de eerste pa-piermolen vermeld op een kaart van de heerlijkheid
Topografische kaart 1904: Het Doorwerthsche bos is nog onbe-
bouwd
Topografische kaart 2016: de kern Doorwerth op de stuwwal en
de villawijk Kievitsdel zijn vanaf ca 1920 ontwikkeld.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 26
Beken en watermolens langs de Heelsumse en Renkumse beken (bron: Menke)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 27
Doorwerth, een eeuw later waren er 5 (waarvan 1 door wind aangedreven) en in 1736 waren er acht.25 Om de vele watermolens aan de beek van een con-stante watertoevoer te voorzien werd de bovenloop van de beek vergraven tot aan het grondwater. Hiertoe werden de beeklopen met vele meters verlengd en werden voor elke beekloop meerdere sprengkoppen gegraven. De graaf van Aldenburg, heer van Doorwerth liet in 1728 zelfs een geheel nieuwe beek graven: de Nieuwe of Papiermolen-beek en stichtte daaraan 4 papiermolens.26
Na de 18e eeuw nam het aantal papiermolens ge-leidelijk af. In 1860 waren er nog 3 molens produc-tief in het Heelsums Beekdal. Een daarvan werd in 1894 gemechaniseerd. Deze papierfabriek (Schut) bestaat nu nog. Ook in het Renkums Beekdal hebben vele papier-molens gestaan, waarvan de papiermolen bij de Harten in het begin van de 20e eeuw uitgroeide tot een papierfabriek.Op de historische kaart (1904) worden in het Heelsums Beekdal 1 papierfabriek een papiermolen (PrM) en twee raden weergegeven. In het Renkums beekdal worden op de kaart twee papiermolens en een oliemolen (OLM) vermeld.
Sprengkop in Heelsumse Beek (bron: Menke)
Ontwikkeling van het aantal papiermolens op de Veluwe (blauw)
en in de Zaanstreek (zwart). (bron: Menke)
Op de historische kaart (1904) worden in het Heelsums Beekdal 1 papierfabriek een papiermolen (PrM) en twee raden weergegeven. In het
Renkums beekdal worden op de kaart twee papiermolens en een oliemolen (OLM) vermeld.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 28
Renkumse papierfabriek aan de Rijn (Beeldbank Gelderland)
In de 20e eeuw werden alle andere watermolens gesloten en geheel gesloopt, alleen van de Qua-denoordse molen zijn nog resten herkenbaar. De papierfabrieken blijven voortbestaan. In 1912 werd in de uiterwaarden bij Renkum een tweede papier-fabriek opgericht in voormalige steenfabriek.27 Deze fabriek had een gunstige ligging aan de rivier voor de aanvoer van grondstoffen, en groeide uit tot het huidige Parenco. De papierfabriek in het Renkums Beekdal werd in 1987 gesloten, waarna het fabriek-sterrein nog jaren in gebruik bleef als bedrijventer-rein, totdat in 2003 besloten werd het bedrijventer-rein te sluiten en het beekdal te herstellen. In 2013 werd het beekherstelproject afgerond.28
Naast de papierindustrie was de baksteenfabrica-ge een belangrijke vorm van nijverheid, die eind 19e, begin 20e eeuw sterk groeide. In 1874 werd de eerste steenfabriek gebouwd in de Jufferswaard tussen de Noordberg en Renkum, waarna nog drie volgden.29 Ook in de Doorwerthsche Waarden werd in 1901 een steenfabriek gebouwd. Deze fabriek is meerdere malen afgebroken en herbouwd, voor het laatst in 1946. Hier is nu nog steeds een steen-fabriek gevestigd, nu de enige in de gemeente Renkum. De steenfabrieken in de Jufferswaard zijn alle gesloten.30
Een schoolplaat uit 1886 laat de kerk van Heelsum in zijn omgeving zien. Op de voorgrond een oude papiermolen. (bron: Menke)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 29
A. Esdorpenlandschap
Landschap /
Landschapseen-
heid
Grondgebruik Bewoningspatroon Verkavelingspatroon Wegenpatroon Afwatering Perceelsscheidingen
A1 Esdorpen Bebouwing en tuinen Renkum: aaneengesloten lintbebouwing langs
hoofdweg aan de rand van de es op de overgang
naar de Rijnuiterwaarden.
Heelsum: kerk op de stuwwal en enkele versprei-
de boerderijen
Doorwerth: lintbebouwing onderlangs stuwwal,
es op afstand op de stuwwal.
Langs de zuidrand van de stuwwal, nabij kasteel
Doorwerth ligt een klein bebouwingslintje
Renkum: hoofdstraat is onderdeel
van de hoofdweg tussen Wagenin-
gen en Arnhem
A2 Enken Akkerbouw Renkum: Verspreide bebouwing op de enk,
schaapskooien
Heelsum: geen bebouwing op de enk
Op de bonnekaart is geen verkavelingspa-
troon ingetekend. Op de minuutplannen is
wel verkavelingspatroon zichtbaar.
Renkum: Gewann-achtige verkaveling van
groepen strookvorminge percelen in ver-
schillende richtingen.
Heelsum: deze enk bestaat uit veel grotere
blokvormige percelen en strookvormige
percelen.
Renkum: Organisch gevormd we-
genpatroon, vanuit het midden
van de enk uitwaaierend in ver-
schillende richtingen
Heelsum: vanaf de stuwwalrand bij
Doorwerth uitwaaierend wegen-
patroon
Op de Heelsumse Enk zijn en-
kele singels te zien.
A3 Beekdalont-
ginningen en ui-
terwaarden
Weide en hooiland Huis te Doorwerth in Doorwerthsche Waarden,
steenfabrieken in uiterwaarden, watermolens in
beekdal.
Grootschalige onregelmatige verkaveling in
het beekdal en uiterwaarden Rijn
Op een aantal plekken kruist een
weg het beekdal. Verder enkele
paden langs de rand van het beek-
dal
Drie beeklopen: Heelsumse Beek,
Wolfhezerbeek, Papierbeek. De bo-
venlopen van deze beken zijn gegra-
ven tot aan het grondwater om ze
permanent watervoerend te maken.
In de bovenloop zijn veel sprengkop-
pen. Delen van de beek zijn opgeleid.
Onregelmatig slotenpatroon
Sloten, houtwal langs grens
met heide en bos op flanken
beekdal
A4 Heidevelden Begrazing van de heide
door schapen en steken van
plaggen
Geen Niet verkaveld Onregelmatig wegenpatroon. En-
kele doorgaande routes: Renkum-
station Wolfheze, Arnhem-Ede en
spoorweg Arnhem-Ede
A5 Bossen Loofbossen op de stuwwal,
delen zijn hoogopgaand,
delen bestaan uit kreupel-
hout.
Langs de rand van de heide
liggen boskavels waarop
dennen zijn aangeplant,
deze kavels bestaan uit op-
slag of laag naaldhout
Geen Loofbossen op de stuwwal zijn niet verka-
veld. Dennenbossen zijn aangeplant in
rechthoekige en blokvormige percelen
Onregelmatig. Enkele doorgaande
wegen met rechtlijnig karakter: De
Brede weg tussen station Wolfhe-
ze en kasteel Doorwerth, hoofd-
weg Wageningen-Arnhem.
Fonteinallee (Renkum-Arnhem)
grotendeels onderlangs stuwwal
A6 Kampen Individuele akkers en wei-
landen
Verspreide boerderijen Onregelmatige verkaveling Wegen langs rand beekdal Beek en sloten Sloten in het beekdal, houtwal-
len op hogere gronden
Tabel 1a: Matrix cultuurlandschap 1900
Landschapsindeling en landschapskenmerken 1900
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 30
B. Jong heideontginningslandschap
Landschap / Landschapseenheid Grondgebruik Bewoningspatroon Verkavelingspatroon Wegenpatroon Afwatering Perceelsscheidingen
Landgoedontginning Bos, bouwland, weiland, heide Boerderij bestaande uit meerdere
gebouwen in centrum ontginning
Regelmatig, rechtlijnig, grote
kavels
Rechtlijning regelmatig
wegenpatroon
Houtwallen
C. Rivierontginningslandschap
Landschap / Landschapseenheid Grondgebruik Bewoningspatroon Verkavelingspatroon Wegenpatroon Afwatering Perceelsscheidingen
C1 Lineair dorp Verspreide lintbebouwing langs
dijk en dorpsstraat, en op de
oeverwal parallel aan de dijk
Weg op de dijk en parallel aan de
dijk op de oeverwal
C2 Oeverwalontginningen Bouwlanden en boomgaarden Gestrekte dorpen en verspreide
hoeves
Blokvormig regelmatig
verkavelingspatroon met
perceelsrichting dwars op
oeverwal
Weg op de dijk en langs zuidrand
oeverwal. Dwars daarop rechte
verbindingswegen
Greppels en slopen dwars op
oeverwal
Sloten
C3 Uiterwaarden Wei- en hooiland Steenfabrieken Onregelmatige blokken Insteekwegen van de dijk naar de
steenfabrieken
Sloten Sloten
Tabel 1b: Matrix cultuurlandschap 1900
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 31
Landschappelijke veranderingen tussen ca. 1900 en heden
A. Esdorpenlandschap
Landschap /
Landschapseen-
heid
Grondgebruik Bewoningspatroon Verkavelingspatroon Wegenpatroon Afwatering Perceelsscheidingen
A1 Esdorpen Bebouwing en tuinen Renkum: het dorp is sterk gegroeid. De gehele
is bebouwd.
Heelsum is veel minder sterk gegroeid, het dorp
is met name langs de flanken van het beekdal,
tegen Renkum aan gegroeid. Aan de oostzijde
zijn villa’s in het bos gebouwd.
Het bebouwingslint van Doorwerth is geheel
verdwenen
De oude hoofdwegen en wegen
over de enk zijn nog herkenbaar in
het stratenpatroon van de dorpen
A2 Enken Akkerbouw Renkum: de gehele enk is bebouwd
Op de Heelsumse Enk is weinig bebouwing toe-
gevoegd. Bij de boerderijen zijn grote stallen
gebouwd
De kavelgrootte op de Heelsumse
eng is verder vergroot.
De oude hoofdwegen en wegen
over de enk zijn nog herkenbaar in
het stratenpatroon van de dorpen
De Heelsumse enk is doorsneden
door de aanleg van grootschalige
infrastructuur van de A50 en N225
De singels op de Heelsumse
enk zijn verdwenen.
Langs de A50 en N225 zijn
singels en bosjes aangeplant
A3 Beekdalont-
ginningen en ui-
terwaarden
Weide en hooiland In de Doorwerthse Waarden is een steenfabriek
gebouwd.
In de uiterwaarden bij Renkum zijn de steenfa-
brieken verdwenen en is een grote papierfa-
briek gebouwd. De papierfabriek bij Heelsum is
vergroot. Alle papiermolens zijn verdwenen
In de uiterwaarden zijn plassen ge-
graven en zijn bossen ontstaan.
Het verkavelingspatroon is veran-
derd, maar heeft nog steeds een
onregelmatig karakter
Het voetveer bij kasteel Door-
werth bestaat niet meer.
De brug van de A50 doorsnijdt de
Doorwerthse Waarden
Bij Kabeljauw zijn twee beeklopen ver-
dwenen. De nog bestaande beekloop is
eerst rechtgetrokken en later weer her-
steld. Door deze aanpassingen is vooral
de loop van de Papierbeek (middelste
beekloop) versnipperd geraakt.
Rond de papierfabriek zijn ook veel
aanpassingen aan de beeklopen ge-
daan.
Ten westen van de A50 is nu nog maar
1 beek loop, terwijl in 1900 de beken ps
terhoogte van de kerk van Heelsum sa-
menvloeiden
A4 Heidevelden Een groot deel van de heidevelden is
ontgonnen tot weilanden, akkers en
bossen. Een deel van de Doorwerth-
sche Heide is bewaard gebleven
In de heideontginningsgebieden zijn enkele
boerderijen gebouwd
De heideontginningen hebben een
regelmatig rechtlijnig kavelpa-
troon met grote rechthoekige ka-
vels gekregen.
Het wegenpatroon is gerationali-
seerd ten behoeve van de ontgin-
ning. De weg tussen Renkum en
station Wolfheze is grotendeels
vervangen door de A50
A5 Bossen De bossen hebben zich ontwikkelt tot
bos met hoogopgaande bomen.
In de Doorwerthse bossen zijn de dorpen Door-
werth en Heveadorp gesticht.
Loofbossen op de stuwwal zijn
niet verkaveld. Dennenbossen zijn
aangeplant in rechthoekige en
blokvormige percelen
De wegen in het bos zijn nog aan-
wezig, hier zijn enkele doorgaande
wegen aan toegevoegd, zoals de
Van der Molenallee en W.A. Schol-
tenlaan in Doorwerth
A6 Kampen De meeste akkers van de kampen zijn
omgezet in weilanden of bos,
In het Heelsums beekdal zijn op veel van de ak-
kers woningen gebouwd.
bij Kabeljouw is nog een akker, en
deze is flink vergroot door het ont-
ginnen van heidegebied
De wegen langs het Heelsums
beekdal alleen nog toegankelijk
voor voetgangers en bestem-
mingsverkeer
Tabel 2a: Matrix veranderingen in het cultuurlandschap 1900-2016
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 32
B. Jong heideontginningslandschap
Landschap / Landschapseenheid Grondgebruik Bewoningspatroon Verkavelingspatroon Wegenpatroon Afwatering Perceelsscheidingen
Landgoedontginning Een aantal boskavels zijn
omgezet naar akkers
In het bos bij station Wolfheze is
een psychiatrische instelling
gesticht en is het dorp Wolfheze
ontstaan
C. Rivierontginningslandschap
Landschap / Landschapseenheid Grondgebruik Bewoningspatroon Verkavelingspatroon Wegenpatroon Afwatering Perceelsscheidingen
B1 Lineair dorp Het dorp is gegroeid richting het
zuiden
Oude wegen zijn opgenomen in de
dorpsstructuur
B2 Oeverwalontginningen Bouwlanden en boomgaarden Kavels en grondgebruik zijn
samengevoegd, waardoor blokken
van weilanden of akkers naast
blokken van boomgaarden zijn
komen te liggen
Weg op de dijk en langs zuidrand
oeverwal. Dwars daarop rechte
verbindingswegen
Greppels en slopen dwars op
oeverwal
Sloten
B3 Uiterwaarden In de uiterwaarden zijn plassen
gegraven. Op een aantal plekken
is weiland omgezet in bouwland
Ten oosten van Heteren hebben
steenfabrieken plaatsgemaakt
voor het sluizencomplex van Driel
Bij Driel is een sluizencomplex aan
gelegd
Tabel 2b: Matrix veranderingen in het cultuurlandschap 1900-2016
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 33
Voor het essay over historische grondbezitsverhou-dingen heb ik de omgeving van Den Ham gekozen. Van dit gebied is namelijk de kadastrale informatie uit 1832 digitaal te raadplegen via HISgis (www.his-gis.nl). Deze informatie is nog niet beschikbaar voor de gemeente Renkum. Ook kon ik voor dit gebied putten uit genealogische informatie over de familie Oudelaar, verzameld door Gerrit Brouwer. Dichtbij Den Ham lag een boerderij die generaties lang in het bezit was van de familie Oudelaar. De boerderij is in 2010 gesloopt ten behoeve van de ontwikkeling van een bedrijventerrein.
Landgebruik en grondbezitsverhoudingen in 1832 Het 19e-eeuwse landschap rond Den Ham is te kenmerken als een esdorpen- en kampenlandschap.
Brinkdorp Den Ham ligt aan de rand van een grote es, die gebruikt wordt voor akkerbouw. Ten oosten van de es lag een uitgestrekt heide- en veengebied.Aan de westzijde grenst het dorp aan het dal van de Linderbeek, die in noordwestelijke richting stroomt en even verderop uitmondt in de Regge. Langs de beek bestaat het grondgebruik vooral uit weide- en hooiland met verspreid gelegen kleine essen en kampen.
In de kadastrale gemeente Den Ham was meer dan de helft van de grond in bezit van de Markte Den Ham en Linde. Hieronder vielen de uitgestrekte heidevelden ten oosten van Den Ham, zoals De Zandstuive, De Kooijer, Zwarte Gat en Linder Flier. Daarnaast waren ook de veengronden eigendom van de Marke. Deze waren verdeeld in blokken die een verkaveling hadden van smalle stroken van 25
Historische grondbezitsverhoudingen Den Ham, 18324
Landgebruik rond Den Ham in 1832 Het brinkdorp Den Ham ligt tussen de es (r) en het beekdal van de Linderbeek (l). (bron: HisGIS)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 34
De eigendommen van de Markte Den Ham en Linde in 1832, geprojecteerd op de topografische kaart van 1890-1910. Deze beslaan de
heide (grote percelen) en het hoogveengebied (zeer smalle strookvormige percelen) ten oosten van Den Ham (bron: HisGIS)
Het in blokken verdeelde en in smalle stroken verkavelde hoogveen werd gebruikt als akker voor de teelt van boekweit. Veldnamen verwij-
zen naar dit gebruik. Het gehele hoogveengebied is in bezit van de Markte Den Ham en Linde (bron kaart: HisGIS)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 35
voet breed en max. 200 roeden lang.31 De op de mi-nuutplannen aanwezige verkaveling en de namen van deze blokken, zoals De Witte Akkers, Flier Ak-kers en Wilde Akkers, duiden op een gebruik van de veengronden ten behoeve van de boekweitcultuur. De aanleg van boekweitakkkers op het hoogveen wordt voor het eerst vermeld in 1682. De akkers werden verpacht voor een periode van 8 jaar. Veel van de pachters waren keuterboeren die zelf weinig of geen grond bezaten. Na deze periode was een lange rustperiode van 25 tot 30 jaar nodig voor de akkers opnieuw konden worden benut.32
De akkers op de es van Den Ham waren verdeeld over vele eigenaren. De meeste hiervan hebben als beroep landbouwer, maar er zijn ook veel wevers, enkele handelaren en andere ambachtslieden onder de eigenaren. Veel van de bovengenoemde grond-bezitters hebben een zeer verspreid grondbezit. Ze hebben enkele akkers op de grote es of op kleinere essen en kampen rond Den Ham en hooilanden in het beekdal.
Eén van deze grondeigenaren was landbouwer Lambert Kolkman. Hij bezat 15 percelen met een totale oppervlakte van 4,2 ha. Hiervan lagen er 7 op de es (Magelder Esch). Vijf percelen lagen in het beekdal en werden gebruikt als hooiland.
Op de kleinere essen en kampen zijn er grondbe-zitters met een meer aaneengesloten eigendom. Bijvoorbeeld landbouwer Albert Oudelaar, die het grootste deel van zijn percelen binnen een kilome-ter van zijn boerderij heeft liggen.
In Den Ham lag in 1832 nauwelijks bezit van kerken, kloosters en de wereldlijke elite. Frederik Hendrik Baron van Rechteren, heer tot Munnischshaven was de enige eigenaar met een adellijke titel. Hij bezat het huis Munnigjeshaven en de omliggende gronden. De hervormde kerk bezat slechts enkele percelen in het dorp Den Ham, waaronder de kerk en kerkhof. Daarnaast zijn er enkele renteniers met een aanzienlijk grondbezit, waaronder de heer Coster met bezittingen op Dalvoorde en mevrouw Nehrkorn met bezittingen op De Rohorst.
Grondeigendom van Lambert Kolkman. Zijn percelen lagen zeer verspreid over het gebied. Op het roodgekleurde perceel stond de boerde-
rij. (bron HisGIS)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 36
Belastingopbrengst van percelen in 1832 (bron: HisGIS)
Patronen in belastingopbrenstDe percelen rond de dorpskern van Den Ham en op het midden de essen brengen de meeste belas-ting op. Zij vallen in de categorie van 20-25 gulden per ha. Dit is te verklaren, omdat op de essen de meest vruchtbare gronden lagen. Vermoedelijk zijn de percelen in de nabijheid van het dorp het eerst ontgonnen en het langst en intensiefst bemest. Op grotere afstand van de nederzetting, langs de rand van de grote es en in het beekdal liggen minder waardevolle percelen. Deze vallen in de categorie 16-20 gulden/ha of 10-13 gulden/ha. Deze akkers en wei- en hooilanden waren hadden minder vruchtba-re bodems en waren waarschijnlijk ook minder goed ontwaterd. Vervolgens is er een vrij grote sprong naar de minst waardevolle gebieden: de heide- en veengronden. Deze vallen in de categorie 0,1-1 gulden/ha of 1-3 gulden/ha.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 37
De erven Larink en Broekotte op een uitsnede van de kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Den Ham, Overijssel, sectie C, blad 01
(MIN04022C01) (bron: Beeldbank RCE)
Thema: Veldnamen met een bewoningsgeschiedenis
Op de TMK 1864 worden veel veldnamen vermeld. Vele duiden op de gesteldheid en gebruik van het landschap, maar aan sommige kan ook de geschie-denis van de bewoning van het betreffende erf ge-koppeld worden. Hiervan wil ik er twee toelichten: Oudelaar en Munnigjeshaven.
Oudelaar
Net ten zuiden van Den Ham, bij een kruising van wegen op een kleine es wordt op de TMK 1864 de naam Oudelaar vermeld. Op de kruising van de weg van Den Ham naar Hellendoorn en het Kroesen-hoeks wegje staan een schuur en schaapskooi en ernaast staat de boerderij Larink. Net ten oosten van de boerderij ligt een andere boerderij, genaamd Broekotte.
In 1832 is Albert Oudelaar eigenaar van de boerderij Larink. Hij bezit 12,1 ha grond. Broekotte wordt bewoond door de familie Nieuwlaar en beslaat in totaal 10,7 ha.
Wanneer de ligging van de percelen van beide land-bouwers vergeleken wordt met de topografische kaart van 1890-1910 valt op dat sommige kavels op de topografische kaart blijken te bestaan uit twee percelen, de een in eigendom van Oudelaar en het andere perceel is in eigendom van Nieuwlaar. Een voorbeeld hiervan is de akker waarop het hoogtege-tal 6,7 staat vermeld.
In het Schoutengericht is terug te vinden dat de boerderij Larink in 1802 voor de helft is verkocht aan Jan Hendriks Nijelaar.33 Het hele goed bestond toen uit het huis en hof, alsmede 8 mudde zaailand, de Bekkenkamp, de Horst, de Voorslag, het Brug-genstukke, ‘t Roelofsland, ‘t Hegenstukke, de Koe-mate, de Harde Maate en de Nieuwe Mate. Slechts een week daarvoor was het eigendom van de gehele boerderij overgedragen van het Rentambt Twente (door de Landrentmeester van Twente, C.A.L. van der Wijck) aan Gerrit Laarman (ook wel Gerrit Oude Laar genoemd).
De geschiedenis van de naam Laar en de boerderij Larink gaat nog verder terug. De naam ‘laar’ wordt
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 38
Het eigendom van Albert Oudelaar in 1832, geprojecteerd op de topografische kaart van 1890-1910. (bron: HisGIS)
Het eigendom van Nieuwlaar in 1832, geprojecteerd op de topografische kaart van 1890-1910. (bron: HisGIS)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 39
in oudere literatuur verklaard als ‘open plek in een bos, bosweide’.34 Tegenwoordig wordt de betekenis van het toponiem beschreven als ‘intensief benut bos’. Met ‘laar’ werd het deel van het bos aangeduid dat werd gebruikt om varkens en schapen in te hoe-den, humus en strooisel voor de stal te verzamelen en loof te snijden voor wintervoer. Dit intensieve gebruik leidde tot een degeneratie van het bos, dat soms zelfs verviel tot heide. Plaatsen met -laar in hun naam zijn ontstaan in de periode van grote uit-breiding van het woonareaal in de Middeleeuwen, vanaf ca. 1000.35
Ook de bewoning van de boerderij Larink gaat terug tot in de Middeleeuwen. De oudste vermel-ding stamt uit 1404.In het Archief van Vergadering en Convent te Albergen zijn de vier overdrachten in eigendom van het erf Het Laer opgenomen. Het erf Het Laer werd in 1404 door de familie ten Laer verkocht aan Rembolt van Goor. In 1441 werd een perceel grond toegevoegd aan de boerderij.In 1482 werd het erf verkocht aan het klooster Beth-lehem te Zwolle, maar dit klooster had de boerderij
De boerderij van de familie Oudelaar, vlak voor de sloop in 2010
niet lang in bezit. In 1488 werd de boerderij ver-kocht aan het klooster van Albergen, die het meer dan 100 jaar in eigendom heeft.36
Als gevolg van de reformatie en Tachtigjarige oor-log werden de goederen van het klooster Albergen in 1602 overgenomen door de Staten van Overijssel en ondergebracht in het Rentambt Twente. Het erf werd vervolgens verpacht onder de naam Groote Laer of Groote Laar. In het register van verpachte goederen van het Rentambt Twente (RAO 3.1.3114) zijn pachtopbrengsten van de boerderij opgeno-men. Ook zijn in 1649 twee lijsten opgesteld van alle verpachte goederen in het Rentambt. Hieruit blijkt dat het erf naast eigen bouw- en groenland ook een volle waer in de Hammer Marcke heeft.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 40
Munnigjeshaven
De naam Munnigjeshaven op de kaart van 1890-1910 duidde op het landgoed met het toen al afge-broken landhuis Munnigjeshaven, ook wel Mennig-jeshave genoemd.37
In 1832 was het landgoed in bezit van Frederik Hen-drik Baron van Rechteren, heer tot Munnischsha-ven. Hij had een behoorlijk aangesloten grondbezit van 50,7 ha, bestaande uit voornamelijk bouwlan-den, hooi- en weilanden. Het grondbezit was gele-gen tussen de Linderbeek aan de westzijde en Den Ham aan de oostzijde. Midden in het landgoed lag het landhuis. Het gebouw werd omgeven door een gracht die werd gevoed door de Linderbeek. Via een laan was het landhuis verbonden met de weg naar Den Ham. Het landhuis verkeerde in 1832 waar-schijnlijk al niet meer in goede staat. Enkele jaren later wordt het namelijk verkocht voor de sloop.
Het landgoed stamt uit al uit de Middeleeuwen. Even na 1400 wordt het voor het eerst vermeld in de annalen. Munnigjeshaven was een havezate;
Het eigendom van Frederik Hendrik Baron van Rechteren, heer tot Munnischshaven in 1832, geprojecteerd op de topografische kaart van
1890-1910. (bron: HisGIS)
een versterkte boerderij of hof, bewoond door de landadel.
Lange tijd was het in het bezit van de familie van Essen. Deze familie en ook latere eigenaren hadden veel invloed op Den Ham en omgeving. Zo vervul-den ze herhaalde keren de functie van markerichter binnen Den Ham.38 Door vererving via de vrouwelijke lijn kwam de havezate in de 17e eeuw tweemaal in het bezit van een andere familie. De havezate werd in 1654, na de dood van zijn moeder Bertha van Essen, eigendom van Geerlich van Besten. Zijn dochter Sophia van Besten erft de havezate in 1656, zij is dan getrouwd met Herman Goossen Grubbe. In 1672 gaat het bezit over op zoon Herman Jan Grubbe.39
In 1696 wordt Munnigjeshaven gekocht door het adellijk paar Frederik Rudolph Baron van Rechteren en Philippina Eleonora van Castell-Rüdenhausen. Zij verwierven hiermee het recht om als lid van de Overijsselse Ridderschap deel te nemen aan het provinciaal bestuur. Een havezate bood een edel-
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 41
man op deze manier de mogelijkheid om carrière te maken in de politiek en overheidsfuncties te bekle-den.40
Het echtpaar Van Rechteren liet het oude Munnig-jeshave afbreken en bouwde er een eigentijds buitenhuis. In 1732 werd het landhuis door Cornelis Pronk vastgelegd in een tekening. Deze tekening is bewaard gebleven. Het huis werd echter in 1834 verkocht en gesloopt41, 42.
Een deel van het restant van de havezate wordt in 1840 gekocht door de Afgescheidenen. Zij vormden een christelijke gemeente (later gereformeerde kerk) die zich in 1836 had afgescheiden van de Hervormde Kerk. Tot 1870 gebruikten zij het noor-delijk bouwhuis van de havezate als kerkgebouw en de woning als pastorie. Na de bouw van een nieuw kerkgebouw werd het oude kerkgebouw in 1871 afgebroken. In 1904 volgde ook de pastorie.43 Daar-mee verdween het laatste restant van de havezate.
Munnigjeshaven in 1732, getekend door Cornelis Pronk (bron: Gelders Archief)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 42
PlaatsnamenDe oudste sporen van bewoning van het Heelsumse en Renkumse Beekdal zijn prehistorisch. De vele grafheuvels die nu nog in het gebied aanwezig zijn, herinneren aan de eerste bewoners van het gebied. Ook uit de Romeinse tijd zijn er sporen van bewo-ning gevonden.44 Het is waarschijnlijk ook daarna continu bewoond geweest. De eerste schriftelijke vermeldingen van dorpen en goederen in dit gebied stammen uit de 10e eeuw.
Renkum en Heelsum
Renkum en Heelsum zijn vroeg Middeleeuwse na-men, behorend tot de groep van de -heem namen. De betekenis van -heem is woonplaats of huis. Deze groep namen werd gegeven vanaf de 5e – 6e eeuw tot in de 11e eeuw. Heelsum wordt in ca. 1160 voor het eerst vermeld en was waarschijnlijk de woonplaats van ene Helo.45,
46 De oudste vermelding van Renkum komt uit 970: Radengheim of Rendincghem.47 Renkum is waar-schijnlijk afgeleid van Rado en -ingahem; een com-binatie van -inga, wat kan duiden op een gebied, en
De taal van het landschap5
Afbeelding 1: Historische kaart (TMK) uit 1874 laat zien dat het huidige Doorwerth en Wolfheze nog niet bestaan. Met Doorwerth wordt
het buurtje bij Huis te Doorwerth aangeduid, dat in WOII is verwoest.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 43
Afbeelding 2: Deze proceskaart uit 1553 is gemaakt naar aanleiding van een geschil tussen enkele bewoners van Wolfhees over het gebruik
van een weg. De kaart geeeft een indruk van het voormalige dorp, met een kerk, enkele hoeves, het rondeel en de akkers en velden.
-hem, wat kan duiden op een vaste vestigingsplaats en heeft de betekenis ‘in het huis van de lieden van’.
Doorwerth
De naam Doorwerth wordt voor het eerst vermeld in 1280 als Dorenweerd en is afgeleid van ‘waard’ (riviereiland) begroeid met doornstruiken.48 De aanwezigheid van doornstruiken is een teken van intensieve begrazing in de oorspronkelijke situatie; alleen doornige struiken zoals meidoorn, sleedoorn en wegedoorn zijn hiertegen opgewassen.De oude naam Doorwerth heeft vooral betrekking op het kasteel van de Heerlijkheid Doorwerth, dat in de 13e eeuw gebouwd is in de uiterwaarden van de Rijn aan de voet van de stuwwal. Tot de Tweede Wereldoorlog hebben in de nabijheid van het kas-teel, aan de voet van de stuwwal ook enkele huizen en boerderijen gelegen, maar deze zijn tijdens de oorlog verwoest.Het dorp Doorwerth op de huidige locatie is echter pas na 1926 tot ontwikkeling gekomen. Na de vast-stelling van het uitbreidingsplan van de gemeente Renkum werden in de bossen van Doorwerth villa-kavels uitgegeven.49
Wolfheze
Het huidige Wolfheze is ontstaan na de aanleg van de spoorlijn Arnhem-Utrecht in 1843. Bij de verkoop van zijn grond ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn had Baron van Brakell, heer van Doorwerth, bedongen dat er een halte met wachter
gebouwd zou worden op zijn grondgebied. Bij dit station, dat Wolfheze genoemd werd, werd in 1907 een psychiatrisch ziekenhuis gesticht, en ontstond het huidige dorp Wolfheze.50
De naam Wolfheze is echter veel ouder en was oor-spronkelijk de naam van een verdwenen dorp dat op de noordflank van het dal van de Wolfhezerbeek lag. De naam is afgeleid van ‘wolf’, de naam van het dier of de persoonsnaam Wolf, en ‘hees’, struikge-was, kreupelhout.51, 52
Het oude Wolfheze bestond waarschijnlijk al in het jaar 1000. De eerste vermelding stamt uit 1390.53 Het dorp bestond uit een tufstenen kerk, een schans, een waterkorenmolen en enkele hoeves. Rondom de nederzetting lagen enkele akkersDe schans bestond uit een rondeel en een dubbele landweer. Het rondeel was een vierkant verdedi-gingswerk van aarden wallen, met een afmeting van 15 bij 15m, dat op de hoeken voorzien was van houten schanskorven. Op een proceskaartje uit 1553 zijn hiervan de contouren afgebeeld.54 De dubbele landweer bestond uit twee parallelle lange wallen die haaks gelegen waren op de heer-weg van Arnhem naar Utrecht. De contouren van de landweer en het rondeel zijn nu nog herkenbaar in het landschap. Waarschijnlijk heeft de schans een rol gespeeld in de verdediging van de heerweg ten tijde van de Gelderse oorlogen tussen Karel van Gelre en Karel V (1492-1538). In 1585, ten tijde van de 80-jarige Oorlog, werd het dorp compleet verwoest door de Spanjaarden.55
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 44
Naam Oorspronkelijke schrijfwijze (jaartal)
Naamsverklaring bron
Renkum Redincghem (970 kopie 1480)
Radengheim (1031 kopie falsum mid. 12e eeuw)
Ratincheim (1152)Radenkem (1152 kopie 13e eeuw)
Rencom (1561)
woonplaats van de lieden
van de persoon Rado
Berkel (2006) 374
Heelsum Helessem (ca. 1160) woonplaats van de persoon
Hele < Hali. De genitief s staat een verklaring uit helle
'helling' in de weg.
Berkel (2006) 178
‘heel’ > hel: glooiing Otten (1989) 24,25,46; Moerman (1956) 96
Doorwerth (kasteel) Dorenweerd (1280) ‘doren’ : doornstruiken
zoals meidoorn, sleedoorn, etc
‘waard’ : in of aan het watergelegen land, vaak een
eiland
Berkel (2006) 106
Groenedijk (2000). 135Moerman (1956) 258
Doorwerth (plaats) Doorwerth Vernoemd naar de
heerlijkheid Doorwerth, waartoe de bossen
behoorden waarin het huidige dorp gebouwd is.
Heteren Betre (sic), 1e kwart 13e eeuw
De Hetere (1232)
Herkomst onduidelijk.
Mogelijk afgeleid van persoonsnaam Hatto
Berkel (2006)
Groenedijk (2000)Gyssling (1960)
Wolfheze (verdwenen) Wolfhesen (1390), 1585 verwoest Samenstellling van ‘wolf’:
dier of persoonsnaam, en ‘hees’: struikgewas,
kreupelhout’.
Berkel (2006) 509
Wolfheze (huidig) 1907 Vernoemd naar verdwenen nederzetting
De Harten / Hattem
(sic) (buurtschap)
Herodna (838) kopie eind 11e
eeuw
Verklaring onbekend Berkel (2006)174
Fluiters Maat (buurtschap)
Oorsprong onduidelijk. Mogelijk vernoemd naar
ontginningsvorm met kleinschalige verkaveling en
perceelsrandbegroeiing van hagen. Mogelijk leidde
aanwezigheid van veel zangvogels in de hagen tot
de naam
wikipedia
Tabel1: Plaatsnamen en hun oorsprong
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 45
WaternamenDe belangrijkste waterloop door het gebied is de Rijn. De naam Rijn stamt uit de prehistorische tijd en is mogelijk afgeleid van het Keltische Rënos of het Germaanse Rinaz. De Indo-Europese oor-sprong is waarschijnlijk rei, dat ‘vloeien’ betekent. De eerste schriftelijke vermeldingen stammen uit de Romeinse Tijd. Onder andere Caesar, Plinius en Tacitus schreven over ‘Rhenus’.56
De namen van de beken in het studiegebied zijn daarentegen namen van jongere oorsprong, een aantal is mogelijk terug te voeren tot in de Middel-
Afbeelding 3: Kaart van de beken in het Renkums en Heelsums beekdal, met bijbehorende molens. Bron: Menke (2007)
eeuwen, andere zijn tussen de 17e en 19e eeuw ge-graven ten behoeve van de papiermolenindustrie. Een van deze gegraven beeklopen is de Nieuwe of Papiermolenbeek (de middelste van de Heelsumse beken), die in 1728 werd aangelegd in opdracht van de graaf van Aeldenburg, heer van Doorwerth.57 Sommige beeklopen zijn vernoemd naar de dichtstbijzijnde woonplaats, zoals de Renkumse Beek, Wolfhezerbeek en Heelsumse Beek. Andere beektrajecten zijn vernoemd naar de functie van de watermolen die door de betreffende beek werd aangedreven, bijvoorbeeld Papiermolenbeek en
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 46
Oliemolenbeek. De Halveradsbeek dankt zijn naam aan de Afgebrande Molen die in de 18e eeuw langs de beek stond. Deze molen beschikte over een mid-denslagrad waarbij het beekwater op halve hoogte tegen het rad werd geleid. In de volksmond werd de beek ook wel ‘Afgebrande beek’ genoemd.58, 59 De Kortenburgsebeek is vernoemd naar het -in om-streeks 1859 gesloopte- huis ‘Cortenbergh’. Naast de aanvoer van water voor de watermolens, werd de beek ook gebruikt voor de irrigatie van vloeiwei-den langs de beek.60, 61
Naam Oorspronkelijke
schrijfwijze (jaartal)
Naamsverklaring bron
Rijn Rhenus (52 a. C.
kopieën 9e eeuw)
Afgeleid van Indo-Europees ‘rei’: vloeien Gysseling (1960) dl2. 844
Kortenburgse Beek Vernoemd naar landhuis Cortenbergh Wikipedia
Heemkunde Renkum (2015)
Oliemolenbeek Oliemolenbeek (ca.
1810)
Langs de beek stond de Hartense
papiermolen, die rond 1810 omgebouwd
werd tot oliemolen.
Molendatabase.org
Hagens (1998)
Halveradsbeek /
Afgebrande Beek
Vernoemd naar de afgebrande molen met
middenslagrad, die aan deze beek stond
Wikipedia
Hagens (1998)
Molenbeek Vernoemd naar de functie van de beek,
tbv aandrijving watermolens
Heelsumse Beek Vernoemd naar dichtstbijzijnde
woonplaats
Wolfhezerbeek Vernoemd naar dichtstbijzijnde
woonplaats
Papiermolenbeek (1728) Gegraven tbv watervoorziening
papiermolens
Dunobeek Vernoemd naar brongebied Duno. Duno :
Middeleeuwse walburg van de Duno op de
stuwwal.
tabel 2: Waternamen en hun oorsprong
afbeelding 4: In het Renkums Beekdal heeft is een natuurherstel-
project uitgevoerd (2003-2013), waarbij de Holveradsbeek een
natuurlijke bedding is gegeven. De Halveradsbeek stroomt links
langs het bosje.
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 47
Veldnamen
Veldnamen in het bosgebied van de Heerlijkheid Doorwerth
Afbeelding 5: Doorwerthse bospercelen met hun benaming (bron: Bouwer 2008)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 48
Ten behoeve van de bosbouw waren de bossen van Doorwerth verdeeld in vele tientallen percelen. Een groot deel van het bos was in hakhoutcultuur, ten behoeve van de productie van grondstoffen voor de leerlooierij. Daarnaast werd opgaand hout gekapt voor de verkoop. De hakhoutpercelen werden vaak heggen genoemd.62 Heg of hegge had de betekenis van ‘land, begroeid met laag houtgewas’.63
Daarnaast waren er ook percelen met een ‘daal’ naam. Dit lijkt te maken te hebben met de ter-reinvorm van het gebied, op deze plekken liggen dalvormen. Dit is te zien op afbeelding 4. Zo liggen bijvoorbeeld perceel 45 ‘Lutzen Daal’ en 47 ‘Wintjes Daal’ op de helling van een droogdal. Ook de naam van perceel 46 ‘Helle Heg’ heeft te maken met de terreinvorm, die hier helt.
Afbeelding 6: de projectie van bospercelen uit 1756 over de huidige AHN laat zien dat veldnamen aansluiten bij terreinvormen en topogra-
fie
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 49
Veldnamen in het uiterwaardengebied van de Heerlijkheid Doorwerth
In de uiterwaarden bij Doorwerth weidden de boeren van Doorwerth en Heelsum hun rundvee. De veldnamen getuigen hiervan, zoals Bovenste Ossenkamp en Koei- of Stiersweide. De weiden wa-ren vruchtbaar, getuige veldnamen als Volle Weide, Vette Weide en Zoete Weide.Daarnaast zijn er percelen waar rivierklei gewonnen werd ten behoeve van de baksteenfabricage, met namen als Tichelkamp en Steensweide.De weilanden in de Doorwerthse uiterwaarden wer-den van elkaar gescheiden door hagen. Hieronder zullen meidoorns zijn geweest. De naam Doorwerth heeft zijn oorsprong in Dorenweerd, dat ‘aan het water gelegen land, begroeid met doornstruiken’ betekent. Er waren echter ook veel hagen van wilg en els. Dit griendhout, ook wel rijsweerdenhout ge-noemd, werd geoogst en verkocht en gebruikt voor dijkenbouw en gevlochten manden.64
Afbeelding 7: De Doorwerthse Waarden of weiden, ca 1800, door Nijhoff (bron: Beeldbank Gelders Archief)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 50
Naam Oorspronkelijke
schrijfwijze (jaartal)
Naamsverklaring bron
Quadenoord
(landgoed)
den quaijen oort
(1657)
‘oord’: hoek of punt Moerman (1956) 173
Noordberg Oortberg (1616) ‘oort’: hoek of punt
‘berg’: hoogte
heuvelrug met puntige vorm
In het rivierengebied komen veel oordnamen
voor. Ze vormden veelal de op-en aanwassen in
rivierlopen en zeearmen. Deze betekenis lijkt hier
niet waarschijnlijk omdat hier een deel van de
stuwwal wordt aangeduid, en niet een aanwas bij
de rivier.
Gerritsen (2007) (kaart
Bernard Kempinck, 1616)
Mulder (1989)
Grunsfoort
(voormalig
adellijk huis)
Gruensjoird (14e
eeuw)
‘gruns’: grasland, verwant met groeien en groen. Moerman (1956) 77
Keijenberg
(landgoed)
18e eeuw Mogelijk vernoemd naar bodemgesteldheid: hier
komt veel grind voor in de bodem
De Kamp ‘kamp’: een door wallen, heggen of greppels
omgeven stuk land, afgesloten grondstuk'. Het
zijn individuele, blokvormige ontginningen, vaak
met bewoning op de kavel, die is omgeven door
heggen of houtwallen.
Berkel (2006)
De Kabeljauw Onduidelijk. Schaafsma stelt dat de naam
afkomstig van een lompenhandelaar uit
Dordrecht die de bouw van de twee molens
financierde om zijn lopen te kunnen verwerken.
Hij haalt echter geen bronnen aan die dit
bewijzen. Andere bronnen geven aan dat de
molens bij Kabeljauw in 1728 door Graaf van
Aeldenburg, heer van Doorwerth waren
gebouwd.
Schaafsma
molendatabase.org
Jonkershoeve 1861 Landgoed gesticht door J.A.P. Baron van Brakel
of zijn weduwe voor jongste zoon jonker J.G.W.
van Brakell
Wikipedia,
www.hansbraakhuis.nl
Groote
Veldheg
1756 hakhoutperceel, waarvan waarschijnlijk een
aanzienlijk deel uit heide bestond.
‘veld’: woest onontgonnen gebied
Groenedijk (2000) 348
Kievitsdaal 1756 Daal > ‘dal’: laagte
-daal: beschutte plaats
Schönveld (1980) 44
wikipedia
Helle Heg 1756 ‘hel’: helling, hoogte of diepte.
Hakhoutperceel gelegen op een helling
Groenedijk (2000) 339
tabel 3:Veldnamen en hun oorsprong
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 51
Renkums Beekdal
Revitalisering bedrijventerrein
– of –
Ecologische verbindingszone
Papiergeschiedenis.nl
Het actuele landschap6
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 52
topotijdreis.nl (2005)
SandrStuwwal
Stuwwal
topotijdreis.nl (2005)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 53
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 54
Opgave en betrokken partijen
● Rijksoverheid:
– LNV
– VROM
– EZ
● Provincie Gelderland
● Groenlinks
● Gemeente Renkum
● Ondernemers op bedrijventerrein Beukenlaan
● Lokale bevolking
Ontwikkelen ecologische verbindingszone in Renkums Beekdal(EHS)
Revitaliseren bestaand bedrijventerrein Beukenlaan
Bedrijventerrein Beukenlaan
Gelegen op terrein van voormalige papierfabriek
In het dal van de Renkumse Beek
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 55
Invloed op het landschap
● Revitalisering bedrijventerrein belemmert volwaardig functioneren van beekdal en ecologische verbinding
● Voor volledig herstel van beekdal tbv natuurontwikkeling is opheffen van bedrijventerrein noodzakelijk
● Voor een combinatie van beide is onvoldoende ruimte
Behoud bestaande situatie
Volledige transformatie naar ‘natuurlijk’ beekdal
Gekozen oplossing
● Herstel natuurwaarden beekdal
● Bedrijven uitplaatsen
● zichtbaar maken landschapswaarden en mijlpalen in de geschiedenis:
– opgeleide beken
– historische watermolenlocaties
– ontwikkeling papierindustrie
– bedrijventerrein Beukenlaan
Vreke (2000)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 56
www.renkumsbeekdal.nl
Buddingh (2005)
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 57
www.renkumsbeekdal.nl
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 58
1 Gebiedsintroductie
1. Jager (2011) 1562. Doorenbosch (2013) 141-1503. Weele (2012) 4. Menke (2007) 46,37
2 Het fysisch-geografisch landschap
5. Stouthamer (2015) 1836. Stouthamer (2015) 218, 2197. Wikipedia. (z.j.A)8. Jongmans (2012) 469. Jongmans (2012) 21810. Wikipedia. (z.j.B)11. Berendsen (2008) 6812. Wikipedia. (z.j.C)
3 De landschapsopbouw van 1900-heden
13. Dit blijkt bij raadpleging van de Oorspronkelijke aanwijzende tafels bij de minuutplannen van de Kadastrale kaart 1811-1832
14. Bouwer (2008) 28515. Demoed (1953) 219,22016. Demoed (1953) 219,22017. Bouwer (2008) 28118. Braakhuis (2016)19. Bouwer (2008) 35220. Bouwer (2008) 29121. Roorda van Eysinga (1952) 8922. Bouwer (2008) 30123. Bouwer (2008) 35424. Menke (2007) 1025. Bruggen (2013) 26. Menke (2007) 11627. Bruggen (2013) 28. Stichting Renkums Beekdal29. Weele (2012)
30. Weele (2012)
4 Historische grondbezitsverhoudingen Den Ham, 1832
31. Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop (z.j.A)
32. Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vrooms-hoop(z.j. A)
33. Vroom, E.34. Moerman, H.J. 139-14035. Berkel, G. van, 255
36. Cate, J.A. ten; aankomsttitels van het erve Het Laer te Den Ham (1404-1488); reg. 39,183,484,553.
37. Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop (z.j. B)
38. Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop (z.j. B)
39. Grasdorff, S. van. 40. Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop (z.j.
B)41. Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop (z.j.
B)42. Lange, J. de, 12243. Kok, G.J.
5 Taal van het landschap
44. Bouwer (2008)45. Berkel (2006)46. Groenedijk (2000). 14247. Groenedijk (2000). 15848. Groenedijk (2000). 13549. Bouwer (2008)50. Weele (2012)51. Groenedijk (2000). 16852. Berkel (2006) 50953. Berkel (2006) 50954. Weele (2012)55. Weele (2012)56. Gysseling (1960) dl2, 84457. Bouwer (2008) 11658. wikipedia59. Hagens (1998)60. wikipedia61. Heemkunde Renkum (2015)62. Bouwer (2008) 41563. Schönveld (1980) 13464. Bouwer (2008)
Eindnoten
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 59
LiteratuurBerendsen, H.J.A.(2008) Landschappelijk Nederland: Fysische Geografie van Nederland, van Gorkum: AssenBerkel, G., K. Samplonius (2006) Nederlandse plaatsnamen; herkomst en historie. Utrecht. 532p.Bouwer, K. (2008) Voor profijt en genoegen: de geschiedenis van bos en landschap van de Zuidwest-Veluwe.
Utrecht: Matrijs, 432 p.Bruggen, G. van (2013) Aan water nooit gebrek: een tocht langs Veluwse industrieën. Barneveld: BDUmedia, 203 p.Buddingh, C., P.M. Wienia, C.A.M. van der Velden (2005) Renkums beekdal; herinrichting bedrijventerrein Beu-
kenlaan. Inrichtingsplan. Dienst Landelijk Gebied, ArnhemCate, J.A. ten (1961) Het archief van vergadering en convent te Albergen. Met regestenlijst, ca. 1400 - 1602. Archief:
Historisch Centrum Overijssel, ZwolleDemoed, E.J. (1953) Van een groene zoom aan een vaal kleed. Zijnde de geschiedenis van de westelijke Veluwezoom (ge-
meente Renkum). OosterbeekDoorenbosch, M. (2013) Ancestral heaths; reconstructing the barrow landscape in de central and southern netherlands.
Sidestone Press, Leiden. 284p.Gerritsen, C. (2007) De Fonteinallee herleeft. Oosterbeek. 144p.Groenedijk, T. (2000) Nederlandse Plaatsnamen. Hoogeveen. 350p.Gysseling, M (1960)Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en
West-Duitsland (vóór 1226), dl 1 (A-M) Belgisch interuniversitair centrum voor neerlandistiekGysseling, M (1960)Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en
West-Duitsland (vóór 1226), dl 2 (N-Z) Belgisch interuniversitair centrum voor neerlandistiekHagens, H. (1998) Op kracht van stromend water; negen eeuwen watermolens op de Veluwe, Smit van 1876,
Hengelo. 600p.Hertog, M. den (2012) Renkums Beekdal: van grijs naar groen. Over het anticiperen op faalfactoren van gover-
nance. Radboud Universiteit, NijmegenJager, S., R. Smit (2011) Archeologische parels van de Veluwe. Op zoek naar de geschiedenis van het landschap.
KNNV Uitgeverij, Zeist. 224p.Jongmans A. G. ,M. W. van den Berg,M. P. W. Sonneveld, G.J.W.C. Peek, R.M. van den Berg (2012) Landschap-
pen Van Nederland: Geologie, Bodem En Landgebruik. Wageningen Academic Publishers, Wageningen. 942p.
Door Lange, J. de (1845) Overijsselsche Almanak voor oudheid en letteren 1846. DeventerMenke, H, H. Renes, G. Smid, P. Stork (2007) Veluwse beken en sprengen; een uniek landschap. Matrijs,
Utrecht, 256p.Moerman, H.J. (1956) Nederlandse Plaatsnamen. Leiden. 297pMulder (1989) Plaats- en perceelsnamen in het rivierengebied met het bestanddeel “oord”. IN Tabula Bat-
avorum, jaargang 7, nr1Otten, D. (1989) Landschap en plaatsnamen van de West-Veluwe. ArnhemRoorda van Eysinga, N.P.H.J. (1952) De Veluwezoom. Ontwikkeling, bewoning, vegetatie en hun onderlinge
invloed, vooral in het gebied van Renkum. Amsterdam, 128 p.Stouthamer, E., K.M. Cohen, W.Z. Hoek (2015) De vorming van het land; geologie en geomorfologie. Perspec-
tief Uitgevers, Utrecht. 434p.Vreke, J., Mansfeld, M.J.M. van (2000) Haalbaarheidsstudie Renkumse Beek. Kosten en baten van herstel van
een ecologische verbindingszone. Alterra, Wageningen
Bronvermelding
Venster op het landschap Heelsumse Beek en Wolfhezerbeek
Marieke Brouwer-te Molder 60
Vroom, E. (1948) Rechterlijk archief van het schoutambt Ommen en Den Ham, 1675 - 1811. Archief: Historisch Centrum Overijssel, Zwolle
Weele, L. van, C. Gerritsen, U. Anema (2012) De canon van de gemeente Renkum. Zes dorpen in het groen. Oos-terbeek: Contrast, 204p.
websitesBraakhuis, H. (2016, 15 augustus). Landgoederen, buitens, huizen al of niet met oorlogsschade (WWII). Ge-
raadpleegd op 18 januari, 2017, van http://www.hansbraakhuis.nl/doorwerth/landgoederen%20gemeen-te%20Renkum.html
Grasdorff, S. van. (z.j.). [genealogie van Besten]. Geraadpleegd op 17 januari, 2017, van http://www.stan-ny-van-grasdorff.be/webdesign/genealogie%20van%20besten%202.html
Heemkunde Renkum. (2015, 1 december). Van Cortenbergh en Oranje Nassau`s Oord tot het sanatorium ONO. Geraadpleegd van http://www.heemkunderenkum.nl/van-oranje-nassaus-oord-tot-sanatorium/
Kok, G. J. (2016, 12 september). De Gereformeerde Kerk te Den Ham 180 jaar. Geraadpleegd van http://www.gereformeerdekerken.info/2016/09/12/de-gereformeerde-kerk-te-den-ham-180-jaar/
Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop. (z.j.). De boekweitteelt 1682. Geraadpleegd op 19 de-cember, 2016, van http://www.regiocanons.nl/overijssel/salland/den-ham-vroomshoop/boekweitteelt
Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop. (z.j.A). De boekweitteelt 1682. Geraadpleegd op 19 de-cember, 2016, van http://www.regiocanons.nl/overijssel/salland/den-ham-vroomshoop/boekweitteelt
Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop. (z.j.B). Mennigjeshave 1732. Geraadpleegd op 19 de-cember, 2016, van http://www.regiocanons.nl/overijssel/salland/den-ham-vroomshoop/mennigjeshave
Schaafsma, R. (z.j.). Het Heelsumse Beekdal. Geraadpleegd van http://www.sprengenbeken.nl/down-loads/6hetheelsumsebeekdal7p.pdf
Stichting Renkums Beekdal. (z.j.). Project Beukenlaan. Geraadpleegd op 13 november, 2016, van http://www.renkumsbeekdal.nl/home/organisatie/project-beukenlaan/
Wikipedia. (z.j.A). Holtpodzolgronden. Geraadpleegd op 15 oktober, 2016, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Holtpodzolgronden
Wikipedia. (z.j.B). Haarpodzolgronden. Geraadpleegd op 15 oktober, 2016, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Haarpodzolgronden
Wikipedia. (z.j.C). gooreerdgronden. Geraadpleegd op 15 oktober, 2016, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Gooreerdgronden
www.ahn.nlwww.renkumsbeekdal.nlwww.topotijdreis.nl
KaartenKadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Doorwerth, Gelderland, sectie D, blad 02, Collectie Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed, objectnummer 90.029Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Doorwerth, Gelderland, sectie D, blad 001 t/m
013, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, objectnummer OAT05043D001 t/m OAT05043D013