gehele onderzoek betrokkenheid

39
Inleiding In pabo 3 zijn we het 1 e studiesemester bezig met een project dat “kansen en kleuren” heet. Het project “kansen en kleuren” richt zich enerzijds op de problematiek van de stad waarbij het intercultureel onderwijs een belangrijke rol speelt (kleuren) anderzijds richt het project zich op de problematiek van “weer samen naar school” en “onderwijs op maat” (kansen). Het onderzoek dat verricht moet worden heeft alleen betrekking tot het project deel “kleur”. Het onderzoek stelt ons studenten in de gelegenheid om een bepaald facet van de problematiek rond het werken in een multiculturele situaties op een grote stadsschool diepgaander te bestuderen. Wij hebben hier een bepaald facet van uitgekozen. Ons onderwerp betreft hoe het is gesteld met de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders met de school van hun schoolgaande kind. Onze keuze voor dit onderwerp komt voort uit het gegeven dat wij vaak negatieve geluiden vanuit de media horen over deze betrokkenheid van de ouders. Op onze stagescholen hebben wij al het tegenovergestelde gezien en vonden dit daarom een goede reden om dit nader te onderzoeken. Probleemstelling: Wij onderzoeken de betrokkenheid van de niet- westerse allochtone ouders omdat wij willen weten hoe betrokken allochtone ouders zijn bij hun schoolgaande kind. Ten einde voor de school een plan te maken waardoor de betrokkenheid van de allochtone ouders wordt vergroot zodat de relatie tussen school en allochtone ouders wordt verbeterd. Subvragen: Is het verschil in betrokkenheid tussen niet- westerse ouders en autochtone ouders terug te voeren naar verschil in cultuur? Is er verschil tussen oudere en jongere niet- westerse allochtone ouders? Zo ja, hoe komt dat? Hypothese: Wij verwachten dat de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders minder zal zijn in vergelijking met autochtone ouders, waarschijnlijk door de verschillen in culturele achtergrond.

Upload: thomashoek

Post on 06-Jun-2015

443 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: gehele onderzoek betrokkenheid

InleidingIn pabo 3 zijn we het 1e studiesemester bezig met een project dat “kansen en kleuren” heet. Het project “kansen en kleuren” richt zich enerzijds op de problematiek van de stad waarbij het intercultureel onderwijs een belangrijke rol speelt (kleuren) anderzijds richt het project zich op de problematiek van “weer samen naar school” en “onderwijs op maat” (kansen).Het onderzoek dat verricht moet worden heeft alleen betrekking tot het project deel “kleur”. Het onderzoek stelt ons studenten in de gelegenheid om een bepaald facet van de problematiek rond het werken in een multiculturele situaties op een grote stadsschool diepgaander te bestuderen. Wij hebben hier een bepaald facet van uitgekozen. Ons onderwerp betreft hoe het is gesteld met de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders met de school van hun schoolgaande kind.Onze keuze voor dit onderwerp komt voort uit het gegeven dat wij vaak negatieve geluiden vanuit de media horen over deze betrokkenheid van de ouders. Op onze stagescholen hebben wij al het tegenovergestelde gezien en vonden dit daarom een goede reden om dit nader te onderzoeken.

Probleemstelling: Wij onderzoeken de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders omdat wij willen weten hoe betrokken allochtone ouders zijn bij hun schoolgaande kind. Ten einde voor de school een plan te maken waardoor de betrokkenheid van de allochtone ouders wordt vergroot zodat de relatie tussen school en allochtone ouders wordt verbeterd.

Subvragen: Is het verschil in betrokkenheid tussen niet- westerse ouders en autochtone ouders

terug te voeren naar verschil in cultuur? Is er verschil tussen oudere en jongere niet- westerse allochtone ouders? Zo ja, hoe

komt dat?

Hypothese:Wij verwachten dat de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders minder zal zijn in vergelijking met autochtone ouders, waarschijnlijk door de verschillen in culturele achtergrond.

Page 2: gehele onderzoek betrokkenheid

Beschrijving Basisscholen

SBO “op maat”(Thomas)

Visie:‘Op Maat’ is een SBO school waarbij alleen maar individueel onderwijs gegeven wordt. De leerlingen moeten kunnen leren, volgens de school , allemaal op hun eigen niveau zodat er geen druk achter de leerlingen kan staan. Leraren zijn nadrukkelijk begeleiders en werken in kleine teams, clusters genoemd, om zoveel mogelijk de ontwikkeling van het kind te kunnen bespreken en het te verbeteren indien nodig. De school heeft zoals alle SBO scholen kleine groepen met een maximum van 15 leerlingen per groep.Ook heeft de school gekozen om te gaan werken op een manier waarbij de kinderen zelf hun onderwijs mogen kiezen. De school werkt sinds het schooljaar 2007-2008 met “Ateliers”. De kinderen kiezen aan het begin van de week zelf welke ateliers zij willen volgen. Dit heeft de school gekozen omdat elk kind kwaliteiten heeft en dit moet een kind natuurlijk wel kunnen benutten, uitgaand van de theorie over meervoudige inteligentie. Zo wil de school het leren vooral leuk houden en/of maken omdat kinderen vaak meerdere negatieve ervaringen hebben gehad op hun vorige school.

Schoolbevolking:Deze school heeft kinderen op school die niet mee kunnen komen in het reguliere onderwijs. Hun niveau loopt vaak 1 of 2 jaar achter, dit is vooral te merken in de hogere groepen. De leerlingen zijn afkomstig uit verschillende dorpen uit de omgeving Alphen aan den Rijn en de stad zelf. Hierdoor is er een grote diversiteit aan kinderen. Op mijn school zitten niet heel veel allochtonen kinderen. Ongeveer tussen de 0-3 per klas. Wat wel een feit is op mijn school is dat veel kinderen een thuismilieu hebben die slecht tot zeer slecht is, ouders die zelf al een lage sociale-economische positie hebben. Dit geldt niet voor alle kinderen maar wel voor de meesten.

Sociaal- economische omgeving van de school:De school staat op een centrale plek in een klein bedrijventerrein. Vooral de centrale ligging is belangrijk omdat de leerlingen uit Alphen en omstreken komen en dus een eind moeten rijden om op school te komen. Er is dus niet echt een duidelijk wijk van de school een stukje verder is wel een sociaal-economische zwakke wijk met veel flats en een hoge concentratie van niet-westerse-allochtonen bevolking.

Eerste indruk:Mijn eerste indruk van SBO ‘Op Maat’ was dat ik het een te grote masale school vond. Leerkrachten liepen elkaar voorbij en ouders zijn niet tot weinig betrokken met de school. Dit komt vooral denk ik omdat veel kinderen niet dicht bij de school wonen en dus met de taxi gebracht worden. De school heeft 23 groepen en werken in clusters dat allemaal erg ingewikkeld was omdat te begrijpen in mijn eerste week. Op dit moment 4 weken later heb ik nog steeds niet alle leerkrachten gezien op de school om even een voorbeeld te geven hoe groot en ongezellige sfeer er is. Er is geen gezellig groot team op school maar er zijn 5 clusters die wel goed met elkaar omgaan. Hieraan moest ik even wennen.De school heeft wel alle faciliteiten wat je maar kan wensen. Zoals bijvoorbeeld: Toneel/dans zaal, kooklokaal, handvaardigheidslokaal en zelfs 2 eigen zwembaden.

Page 3: gehele onderzoek betrokkenheid

St. Joseph Leiden (Dennis)

Visie:De st. Joseph is een katholieke school, waar ook plaats is voor andere culturen en religieuze achtergronden. De katholiciteit komt bijvoorbeeld tot uiting in de catecheselessen, het bidden, vieringen in de kerk en in de overdracht van waarden en normen. Men probeert de kinderen respect voor zichzelf en de ander bij te brengen. Er zijn vijf grote uitgangspunten voor de ontwikkeling van het kind:

- het leren- het omgaan met elkaar- de gevoelens- het bewegen- de creativiteit

Men tracht het onderwijs zo in te richten, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Dit betekent dat de school rekening houdt met het feit dat alle kinderen verschillend zijn.

Schoolbevolking:De etnische groepen die op mijn stageschool aanwezig zijn:- Nederlands;- Pools;- Kroaats;- Surinaams;- Italiaans;- Spaans;- Engels;- Grieks;- Marokkaans;- Turks.

Sociaal-maatschappelijke omgeving van de school:De school ligt in de Burgemeesters- en Professorenwijk, een wijk die grenst aan het centrum van Leiden. Dit is een wijk waar veel hoogopgeleide mensen wonen. Toch vertaalt zich dit niet door in de populatie kinderen, die is tamelijk gemengd. Het is een wijk met een grote drukke weg, met daaraan hofjes en mooie, grote, oude huizen. De school biedt een rijke en uitdagende omgeving, er is een park in de buurt en er is veel water. Naast het hoofdgebouw, waarin 7 leslokalen, een aula en een speellokaal zijn, heeft de school de beschikking over 8 semi-permantente leslokalen en 1 semi-permanent R.T. lokaal. Daarnaast wordt er lesgegeven aan 11 groepen in de dependance aan de Oppenheimstraat nummer 4. Ook hier bevindt zich een speellokaal. Binnenkort komt er een nieuw schoolgebouw.

Eerste indruk:Op deze school zijn de niet-westerse ouders niet betrokken bij de leerlingen. Vaak gaan ze gelijk door naar de BSO en ’s morgens komen de kinderen uit mijn klas alleen binnen. Vaak zie je autochtone kinderen met vader en/of moeder binnen komen. Tussen de middag zijn er veel Islamitische moeders die het overblijven regelen, daar zit geen moeder van een van de kinderen uit mijn klas tussen. Ze spreken ook gebrekkig Nederlands, wat het moeilijk maakt voor de kinderen in mijn klas om met ze te spreken. Dat is geen professionele TSO.

Page 4: gehele onderzoek betrokkenheid

De Klimop Hoofddorp (Annicka)Visie:De school werkt naast het aanreiken van kennismateriaal aan het gemotiveerd leren. Een uitgangspunt daarbij is dat zij het onderwijs afstemmen op de ontwikkelingsaspecten van kinderen. Dit noemen we “adaptief onderwijs”. De school gaat ervan uit dat elk kind zijn eigen ontwikkeling doormaakt en om aan deze individuele ontwikkeling tegemoet te komen wordt het kind doorlopend individueel gevolgd. Deze ontwikkeling wordt vastgelegd in een leerlingvolgsysteem. Het onderwijsklimaat moet wel aan een aantal belangrijke voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn:

- Kinderen moeten zich veilig en aanvaard voelen;- Ze moeten zich competent voelen. Ze moeten in de gelegenheid gesteld worden om

met name te laten zien wat ze wel kunnen. Het werk dient dus uitnodigend te zijn.- Kinderen moeten zich zelfstandig voelen. Kinderen willen graag zelf dingen doen ze

hebben een drang naar zelfstandigheid in zich. De school stelt dat zelfstandig voelen belangrijk is omdat zonder ruimte voor eigen inbreng en waarbij kinderen onnodig aan de hand worden gehouden, demotiveren en worden door hen vaak als saai of zinloos ervaren.

Schoolbevolking:De etnische groepen die op mijn stageschool aanwezig zijn:- Pools;- Joegoslaviës;- Surinaams;- Braziliaans;- Deens;- Engels;- Marokkaans;- Turks.

Sociaal- maatschappelijke omgeving van de school:De sociaal- maatschappelijke omgeving is een wijk met hoog opgeleide ouders die erg betrokken zijn bij hun schoolgaande kind(eren). De ouders hebben wel eens tijdgebrek omdat veel ouders beiden werken. Op sociaal gebied is de school zeer positief omdat de sfeer op school erg goed is. Het is een rijke omgeving zowel voor het kind als voor de ouders.

Eerste indrukOp de school de Klimop kijk ik op het eerste gezicht positief tegen de betrokkenheid van de niet- westerse allochtone ouders aan. Dit baseer ik op het gegeven dat de overblijfmoeders op school voornamelijk bestaan uit moeders met een Islamitisch geloof. De school is blij met de inzet van deze moeders maar is minder blij met het niveau van de tussen schoolse opvang omdat er vaak problemen met de kinderen zijn tijdens het eten tussen de middag. Het is geen professioneel personeel dus er gaat nog wel eens wat fout. Als ik kijk in mijn klas, daar zijn weinig ouders niet- westerse allochtonen. De niet- westerse allochtone moeder in de klas is zeer betrokken bij de school. Zij is zowel overblijfmoeder als klassenmoeder en helpt met allerlei activiteiten bijvoorbeeld een groepje begeleiden met een excursie.

Page 5: gehele onderzoek betrokkenheid

Kern ATheorie

Waarom is ouderbetrokkenheid zo belangrijk?Waarom doen we onderzoek naar de betrokkenheid van ouders? Met andere woorden; waarom vinden wij deze betrokkenheid zo belangrijk? Om dit te verduidelijken een uiteenzetting.

“Als ouders zich bij het onderwijs betrokken voelen, leren hun kinderen effectiever.” (Intercultureel onderwijs in de praktijk, 2007)Het is daarom ook van belang dat een leerkracht de ouders bij het onderwijs van hun kind betrekt. Er zijn hiervoor verschillende manieren om de ouders meer betrokken te maken bij het onderwijs van hun kind. De ouders moeten gestimuleerd worden om de schoolactiviteiten met hun kinderen te bespreken en zij moeten ook suggesties krijgen om op hun beurt hun kinderen thuis te helpen. Hierbij moeten de ouders wel over een minimum aantal vaardigheden beschikken bijvoorbeeld voldoende kennis van de Nederlandse taal.

De verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen ligt bij hun ouders. Ouders moeten er voor zorgen dat het kind niets tekort komt, zowel fysiek als mentaal. Dit is niet alleen te verzorgen door goed eten, kleren en een warm thuis. Ook is het belangrijk dat het kind straks op eigen benen kan staan. Het moet later voor zichzelf en anderen kunnen zorgen, verantwoordelijkheid kunnen dragen en zin geven aan het leven. Ouders staan hier niet alleen voor, de school is er namelijk ook nog. Daar leren kinderen zich kennis en vaardigheden eigen te maken. Stapsgewijs wordt gewerkt aan zelfstandig werken, denken, beoordelen en beslissen. Onderwijs en opvoeding gaan dus hand in hand. Juist hierom moeten ouders niet afscheid nemen bij de schooldeur en de school eigenlijk nooit binnenkomen. De ouders hebben de plicht om hun kind te volgen. Ouders moeten kritisch zijn op de school, het liefst op een positieve wijze. Dit kan alleen als de school hierin meegaat. De school moet openstaan voor wensen van ouders, natuurlijk wel reële wensen die gerechtvaardigd zijn. Een goede school zal graag profiteren van vruchtbare ideeën die bij ouders leven. Waar het om gaat is dus vertrouwen. Want alleen in een vertrouwelijke sfeer kunnen beide ‘kampen’ tot een zo goed mogelijk einddoel komen. Er zijn nogal wat gebieden waarop de school en de ouders elkaar nodig hebben; denk bijvoorbeeld aan beroepskeuze, godsdienstige vorming en het sociale milieu. Zonder een goede samenwerking tussen ouders en school liggen hier vaak de kernen van misverstanden, onbegrip en veel leed. De kinderen kunnen hier uiteindelijk de dupe van zijn.

Als de samenwerking er eenmaal is zul je zien dat de volgende punten sterk verbeteren, er komt:

- meer informatie en begrip over en weer; het gezin wordt meer maatschappij-, onderwijs- en opvoedingsbewust en de school weet meer van het milieu en kan daarop aansluiten

- voor ouders de mogelijkheid meer gebruik te maken van hun recht tot controle op het onderwijs

- door samenwerking van ouders en leerkrachten binnen de school een voorbeeld van de democratie waarin het kind opgroeit. Samen komt men tot de oplossing.

Je kunt de betrokkenheid van ouders in twee categorieën indelen; namelijk als doel of als activiteit. Een paar voorbeelden;

Page 6: gehele onderzoek betrokkenheid

Als doel:Onderwijskundig geformuleerd:Het doel is een beter functioneren van het onderwijs, door ouders in te schakelen bij allerlei activiteiten op school. Men zou ouders kunnen zien als helpers van de school.

Pedagogisch geformuleerd:Het doel is te komen tot een betere ontplooiing van het kind, door het opvoedingshandelen van de leerkracht en de ouders beter op elkaar af te stemmen.

Als activiteit:- verlenen van hand- en spandiensten- meebeslissen en meedenken over opzet en organisatie van het onderwijs- leerkrachten kunnen samen met ouders helpen bij huiswerk, waar beide partijen van

profiteren.

Het is moeilijk om een goede relatie op te bouwen. Hoe komt het dat dat zo moeilijk is?

Leerkrachten vinden het bedreigend om ouders bij het onderwijs te betrekken. Ze zijn bang dat het vertrouwen in eigen kunnen daalt en ze vinden het extra werk. Ook kan het zo zijn dat de leerkrachten geen echt team zijn. Er staat niets helder op papier. Er zijn geen duidelijke doelen of uitgangspunten geformuleerd. De school neemt te veel de eigen organisatorische wensen en belangen als uitgangspunt en kiest te weinig voor het belang van de leerling of voor het ondersteunen van het gezin in de schoolloopbaan van het kind. Scholen schuiven graag de problemen af op de ouders, terwijl de ouders op hun beurt de school de schuld weer geven. Als je naar het onderwijs kijkt in het algemeen, dan kun je concluderen dat het onderwijs onvoldoende rekening houdt met de belevingswereld van allochtone leerlingen, de wensen en verlangens van allochtone ouders en de standpunten van allochtone groepen en organisaties. Hierdoor ontstaat een slechte relatie.

Toch kunnen we er iets aan doen. Een goede relatie opbouwen kost tijd en energie, maar het is mogelijk. Wij spitsen ons hier toe op de allochtone ouders, omdat dat de groep is waar wij de grootste problemen bij verwachten.

Vaak is het moeilijk om contact te leggen, zowel voor de ouders als voor de school. Leerkrachten vinden de ouders vaak helemaal niet geïnteresseerd in school en zijn daar teleurgesteld over. De ouders gaan vaak niet naar schoolbijeenkomsten, ook dat merkt de leraar. Vaak trekt hij hieruit verkeerde conclusies. Dit komt door het gebrek aan kennis van de culturele achtergronden.

Er is het taalprobleem, de ouderbijeenkomsten worden niet in het Turks of Marokkaans gegeven, of er is geen aangepaste hand-out met een vertaling. Het taalgebruik is vaak nog te moeilijk. De ouders zijn geschrokken van het moeilijke niveau en laten het wel uit hun hoofd om nog een keer langs te komen. In bijvoorbeeld Marokko is het niet gewoon om je met het reilen en zeilen op een school te bemoeien. Daar wordt het onderwijzen helemaal overgelaten aan de school. Er bestaan nog niet eens ouderavonden of ouderraden, oudercommissies of MR’s. Het verschil in onderwijssysteem breekt de ouders op.

Page 7: gehele onderzoek betrokkenheid

Om deze problemen uit te weg te gaan moet er heel wat gebeuren.

- De taal die bij de bijeenkomsten gebruikt wordt, moet minder moeilijk zijn. Een ander idee is om aparte bijeenkomsten te houden voor de ouders. Zo is er alle aandacht voor die ene specifieke groep. Een goede tip is om deze bijeenkomst te laten leiden door een ouder die al wat langer in het land is en wat progressiever is ingesteld. Naast bijeenkomsten zijn er natuurlijk ook momenten waarin er persoonlijke gesprekken plaatsvinden. De leerkracht moet niet schromen om een tolk in te schakelen, belangrijk is dat dit een onafhankelijke tolk is, anders komt de informatie niet helder door. Wat veel leerkrachten niet weten is dat een tolk gratis is. Ook is er nog het medium van de tolkentelefoon. Die kan op school aangeschaft worden.

- Om de ouders naar school te krijgen kan de school de ouders de rapporten op laten halen in plaats van ze mee te geven aan de leerlingen. Dan is er gelijk de gelegenheid voor een gesprek. Een gesprek over school en het kind.

- Ook kan er veel georganiseerd worden voor de mannen, maar ook voor de vrouwen. Vaak kruipen de vrouwen dan wat meer uit hun schulp. Als ze meear onder de mensen komen begrijpen ze ook de taal beter, wat winst is voor beide partijen.

- Het onderwijssysteem moet duidelijk zijn voor de ouders, gerichte informatie aan deze ouders is een pré vertaal gewoon het voorlichtingsmateriaal.

- Ook bestaat de “Marokkaanse Adviesraad voor het Onderwijs” deze raad geeft cursussen aan ouders en schoolteams. Nog een dergelijke organisatie luistert naar de naam ‘capabel’. De ouders of de school kunnen elkaar in kennis stellen van het bestaan van deze instanties.

- Last but not least is het belangrijk dat de leerkrachten kennis hebben de culturele achtergronden van bijvoorbeeld Marokkaanse ouders. Ouders merken dat er moeite gedaan wordt om ze te leren begrijpen en dat doet de ouders goed, het motiveert ze om hetzelfde ook te doen.

Er zijn projecten als bijvoorbeeld OPSTAP waar gestimuleerd wordt ook allochtone ouders met de kinderen te laten lezen. Het voorlezen aan hun kinderen vereist kennis van de Nederlandse taal dat dan ook bij moet dragen aan de integratie. Al deze projecten hebben nog niet zo veel geholpen omdat in sommige wijken de ouders en dan voornamelijk de moeder van etnische minderheden in een isolement leven. Zij durven zich amper binnen de schoolmuren te vertonen.Dit alles draagt natuurlijk niet bij aan de betrokkenheid van de ouders bij de school terwijl dit juist zo ontzettend belangrijk is. Er is met betrekking tot het onderwerp “betrokkenheid” een platform opgericht genaamd Platform Allochtone Ouders en Onderwijs (PAOO). Dit platform gaat actief opzoek naar allochtone ouders die zich in willen zetten in de schoolloopbaan van hun kind. Het platform probeert ervoor te zorgen dat de allochtone ouders beter vertegenwoordigd zijn in besturen van de scholen. Allochtone ouders wensen meer geïnformeerd te worden en voelen zich vaak niet begrepen wat hun verwachtingen betreft. Ook vraagt men zich af of er voldoende rekening wordt gehouden met de (culturele) verschillen tussen de ouders.

Het is niet te ontkennen dat er wel degelijk bij de betrokkenheid ook cultuur- verschillen meespelen. Dit komt vooral voort uit het verschil in opvoedingsstijlen tussen de autochtone en niet- westerse allochtone ouders. Bij de Turkse en Marokkaanse ouders is het leren van discipline en verantwoordelijk een taak voor de ouders en minder voor de basisschool. De Turkse en Marokkaanse ouders verwachten

Page 8: gehele onderzoek betrokkenheid

van de school dat hun kinderen kennis en beroepsvaardigheden leren. Zij stellen dat zij als ouders opvoeden en de school de kinderen kennis bij brengt. De ouders van Turkse en Marokkaanse afkomst hebben dan ook moeite met het spelende karkater van de kinderen in de eerste twee leerjaren en vinden dat de school te weinig eisen aan de leerlingen stelt en te veel ruimte laat voor de initiatieven van de leerlingen. In de ogen van deze ouders is er te weinig discipline terwijl dit voor hen de basis is van hun opvoeding. De Surinaamse en Antilliaanse ouders die ook tot de niet- westerse allochtonen behoren liggen meer op een lijn met de autochtone ouders: dat de school als een opvoedingsinstituut wordt gezien. Wel worden zij als meer kritisch gezien, omdat zij graag wat meer op de hoogte gehouden willen worden van de voortgang van hun kinderen met name wat betreft de discipline.

PAOO (Platform Allochtone Ouders en Onderwijs)Aangezien het platform een grote rol speelt in het verbeteren van de betrokkenheid van de allochtone ouders in school achten wij het noodzakelijk een korte toelichting te geven over de inhoud van het platform.

PAOO is een platform dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gesteund wordt in de vorm van een project dat loopt van 2006 - 2009. Het platform wil ervoor zorgen dat de allochtone ouders blijvend meer betrokken en zichtbaar zijn bij de schoolloopbaan van hun kind. Allochtone ouders zijn vaak ondervertegenwoordigt in organisaties in het onderwijs. Dit leidt in de praktijk tot verwarring en miscommunicaties tussen school en ouders. Het PAOO wil hier op twee niveaus aan gaan werken: landelijk en lokaal.

Cultuur verschillenIn het kopje “waarom is betrokkenheid zo belangrijk” is al besproken welke verschillen er zijn op opvoedkundig gebied. Tevens is er beschreven hoe verschillend de ouders denken over de rol van de school en de rol die zij zelf innemen als ouders.Migrantenfamilies staan voor standaarddilemma’s. Op het werk, in winkels, openbare gebouwen en op school, gaan migranten met autochtonen om en worden zij hergeprogrammeerd volgens de plaatselijke waarden. Thuis proberen zij de waarden en de relatiepatronen uit het land van herkomst in stand te houden. Zij leven eigenlijk tussen twee werelden in, en pendelen hier tussen heen en weer.Het effect van het leven tussen deze twee werelden in is niet voor alle familieleden hetzelfde. We beschrijven de effecten voor de gezinsleden vader, moeder, zoon en dochter.Vader:Binnenshuis probeert de vader zijn traditionele gezag te handhaven. Op het werk heeft de vader vaak een lage status, migranten nemen vaak de banen over die anderen niet willen hebben. De familie is hiervan op de hoogte en de vader lijdt gezichtsverlies tegenover zijn familie. Als hij ook nog werkloos wordt, is het gezichtsverlies nog groter. Daarnaast heeft hij meestal problemen met de taal en voelt zich daardoor dom. Bij het invullen van formulieren moet hij de hulp van zijn kinderen of van welzijnswerkers inroepen. Daarnaast wordt hij vaak gediscrimineerd door politie, werkgevers en buren.Moeder:In sommige culturen een gevangene, in haar eigen huis opgesloten als de vader naar zijn werk vertrekt. In dit geval heeft de moeder geen enkel contact met de omringende omgeving en leert daardoor de taal slecht en blijft dus volledig afhankelijk van haar man.

Page 9: gehele onderzoek betrokkenheid

De moeder kan ook werken. Wanneer zij de kostwinner is dan is dat een grote klap in het gezicht van de vader. Tevens ontmoet zij andere mannen wat in hun cultuur als een zonde wordt gezien. Haar man kan haar zelfs van ontrouw verdenken.Zoon:De zonen gaan naar de plaatselijke school. Zij zouden eigenlijk aandacht moeten krijgen om een goede overgang te maken van de ene samenleving naar de andere. Dit is vaak niet het geval, zij krijgen vaak minder aandacht in verhouding tot de autochtone leerlingen. Ze brengen hun tijd door in de vijandige vrijheid van de straat maar ook in hun warme familie. Sommigen komen er goed doorheen en profiteren van de betere opleidingsmogelijkheden en komen terecht in geschoolde en intellectuele beroepen. Anderen breken hun schoolopleiding af en ontvluchten het ouderlijk gezag samen met andere migrantenjongens en belanden in bendes en komen in de nieuwe onderklassen van het gastland terecht.Dochter:Dochters gaan naar school waar ze geconfronteerd worden met de gelijkheid tussen de seksen die ongekend is in de samenleving die zij kennen. De vaders en broers beschermen de eerbaarheid van de meisjes en beschouwen de invloeden van de school als een bedreiging. De meisjes mogen niet op schoolreisje waar ze de nacht moeten doorbrengen. Ook mogen ze geen afspraakjes hebben met jongens. Ze worden snel van school gehaald en uitgehuwelijkt aan een landgenoot. In veel islamitische culturen zijn endogaam, huwelijken tussen neven en nichten zijn toegestaan waardoor het uithuwelijken nog gemakkelijker kan gaan.

Marokkaans onderwijsWij hebben nu veel gesproken over de aanpassingsmoeilijkheden van de niet-westerse allochtone ouders. Met name de Turkse en Marokkaanse ouders hebben moeite om zich in Nederland aan te passen. Een blik in de keuken van het Turkse en Marokkaanse onderwijs kan verheldering bieden.

In Marokko bestaat er een onderscheidt tussen het sterk met Islam verbonden, traditionele onderwijs en het door de Fransen ingevoerde moderne onderwijs. Het tradiotionele onderwijs begint voor kinderen van vier tot zes jaar met de koranschool. Deze school is verbonden aan deen moskee. Waar ook lessen gegeven worden. De leerkracht is een man die op de hoogte is van de inhoud van de koran, een imam. Op de koranschool leren de kinderen de beginselen van het lezen en schrijven van het klassiek arabisch en rekenen. Het uit het hoofd kennen van een aantal hoofdstukken uit de koran is erg belangrijk. Voor veel van de van het platteland afkomstige Marokkanen die naar Nederland kwamen, is een a twee jaar Koranschool de enige vorm van onderwijs die zij genoten hebben.

Vanaf 1912 werd naast het traditionele onderwijs op Frans-Marokkaanse scholen modern onderwijs gegeven. Het onderwijs vond plaats in het Frans, behalve de vakken Arabisch en islam, die in het Arabisch gegeven werden. Nog steeds draagt het onderwijs in Marokko een Frans stempel. Dit betekend voor de Marokkanen dat de invloed van de Franse politiek niet geheel verdwenen is. Het arabiseren van het onderwijs neemt in het huidige onderwijsbeleid dan ook een belangrijke plaats in.In 1963 is de leerplicht ingevoerd voor leerlingen van 7 tot 13 jaar. In 1956 zijn de onderwijsvoorzieningen in Marokko langzaam verbeterd en uitgebreid. Door de leerplicht steeg het aantal kinderen dat naar school ging sterk. Hier is wel een verschil tussen het platteland en de steden. In de steden steeg het leerlingenaantal op scholen. Op het platteland bleef deze stijging achter, daar zijn nog steeds kinderen die niet naar school gaan. De eerste oorzaak voor het geringe schoolbezoek is het gebrek aan scholen op het platteland en het onderwijs sluit nauwelijks aan op het dagelijks leven. Het is namelijk heel stadsgericht, dat is

Page 10: gehele onderzoek betrokkenheid

voor de Marokkanen van het platteland niet interessant genoeg. De taal in het moderne onderwijs is een probleem, omdat de plattelandskinderen thuis Berbers praten en dus problemen hebben op de school, omdat daar Frans en/of Arabisch wordt gesproken. Ouders sturen daarom hun kinderen niet graag naar school. Meisjes gaan naarmate ze ouder worden minder naar school, omdat ze anders de eer van de familie in gevaar kan brengen. In de hogere klassen van de school neemt het aantal meisjes af. Op het platteland is het schoolverzuim van de meisjes nog groter, omdat hier nog meer de klassieke islam wordt uitgeoefend dan in de stad.

Turks onderwijsSinds 1913 kent Turkije algemene leerplicht voor jongens en meisjes van zeven tot dertien jaar. In tegenstelling tot het Marokkaanse onderwijs bestaan er kleuterscholen (alleen in de grote steden). De kinderen gaan vanaf hun zevende jaar naar de basisschool en genieten vijf jaar onderwijs, wat af wordt gesloten met een examen. De methodes die gebruikt worden op Turkse basisscholen zijn modern, maar de scholen lijden onder financiele tekorten van de overheid. Dit geldtekort zorgt voor overvolle klaslokalen, slechte schoolgebouwen en een tekort aan leermiddelen. Net als in Marokko is het verzuim op het platteland groter als in de steden. Ook hier is weer het verschil in het dagelijks leven te merken tussen stad en platteland. Het nut van onderwijs op het platteland is vaak niet duidelijk, het sluit niet aan op het dagelijkse leven aldaar.

Gevolgen integratie in onderwijsHet onderwijs in Nederland is anders ingericht dan het onderwijs in Marokko en Turkije. Dit heeft tot gevolg dat Marokkaanse of Turkse ouders die hun kind voor het eerst naar school toe brengen, vaak geen idee hebben van wat er op de school gedaan wordt. Vooral de eerste jaren van het basisonderwijs, de vroegere kleuterscholen, zijn voor de Marokkaanse en Turkse ouders totaal vreemd. Turkse en Marokkaanse ouders zijn totaal onbekend met de lesmaterialen die in het Nederlands onderwijs gebruikt worden. Een anders verschil is nog het verschil in lesgeven, vooral orde bewaren is een groot verschil. De Marokkaanse en Turkse ouders zijn gewend dat leerkrachten echt de baas zijn (autoritair) in de klas en dat er aan hun deskundigheid niet getwijfeld mag worden. Veel ouders vinden dat de leerkrachten in Nederland niet streng genoeg zijn. Men moet dan denken aan de (pedagogische) tik, of een flinke baal strafwerk. Een ander voorbeeld van het verschil tussen een Nederlandse school en Marokkaanse of Turkse scholen is de betrokkenheid van de ouders bij de school. In Nederland wordt verwacht dat de ouders betrokken zijn via ouderraden, ouderhulp in de school etc. In Marokko en Turkije wordt de betrokkenheid totaal overgelaten aan de leerkrachten. Deze onwetendheid leidt ertoe dat de Marokkaanse en Turkse ouders niet zo betrokken zijn bij de Nederlandse school als van hen verwacht wordt.

Page 11: gehele onderzoek betrokkenheid

Kern BPraktijkVragenlijst en interview

Verzamelen gegevens van onderzoekOm de juiste onderzoekgegevens te verzamelen en een zo’n compleet mogelijk beeld te krijgen van de betrokkenheid van de ouders op hun schoolgaande kind(eren) hebben we besloten vanuit twee perspectieven informatie te winnen.De twee perspectieven waarvan wij denken een zo’n breed mogelijk beeld te kunnen ontvangen zijn: het onderwijzend personeel en de ouders van de leerlingen.Aangezien wij een groot aantal ondervraagden hebben met betrekking tot het onderwijzend personeel en de ouders is onze keuze gevallen op het maken van een enquête.

EnquêteOm de enquête voor het onderwijzend personeel en ouders samen te stellen hebben we ons eerst afgevraagd wat voor informatie eruit moet komen. Dit hebben we gedaan door puntsgewijs korte vragen op te stellen waaruit later definitieve enquêtevragen uit voort kunnen komen.De enquêtes die worden uitgereikt aan de ouders en onderwijzend personeel zullen voorzien worden van een brief met uitleg waar het voor bedoeld is. De brieven zijn toegevoegd aan dit document.

Onderwijzend personeelWat willen we graag te weten komen van het onderwijzend personeel?

- Hoelang ze al werkzaam zijn in het onderwijs. Wij denken dat iemand met meer ervaring hier namelijk een betere kijk op zal hebben en een beter beeld kan schetsen.

- Wat is de samenstelling van de klas is. Is deze wit, grijs of zwart.- Hoe verloopt het contact met de niet- westerse allochtone ouders?- Hoe heeft de leerkracht het goede of slechte contact tot stand gebracht.- Bij slecht contact; weet de leerkracht welke middelen gehanteerd kunnen worden om

als nog tot een goed contact te komen met als gevolg betrokkenheid van de ouders?- Vindt de leerkracht betrokkenheid van de ouders belangrijk, of is de rust aan het

bureau, zodra de schoolbel gaat, juist prettig?- Wat verstaat de leerkracht onder betrokkenheid?

Aan de hand van de hier bovenstaande vragen zijn er vragen opgesteld. Bij het opstellen van de vragen hebben we gebruik gemaakt van Skill sheet D9 “hoe voer je een enquête uit?” en skill sheet D10 “ Hoe stel je een vragenlijst samen?”. Bij het maken van een vragenlijst is het belangrijk geen lange vragenlijst te maken, dat de gehanteerde begrippen duidelijk zijn en dat er bij een enquête wordt begonnen met een probleemstelling.

- Kunt u iets zeggen over de samenstelling van u klas wat betreft culturele achtergrond? Wat is hier in meerdere mate aanwezig?

- Hoe verloopt het contact met de ouders van u leerlingen?- Hoe verloopt het contact tussen de ouders in u klas?- Zijn er ouders waarmee het contact moeizaam verloopt, zo ja hoe komt dit?- Wat verstaat u onder betrokkenheid?- Hoe betrokken zijn de ouders bij de school van hun schoolgaande kind?- Is hier verschil in aan te merken tussen niet-westerse allochtone ouders en autochtone

ouders?

Page 12: gehele onderzoek betrokkenheid

OudersHet doel van het onderzoek is om er achter te komen in welke mate niet- westerse allochtonen ouders betrokken zijn bij de school van hun schoolgaande kind(eren). Wij zijn van mening geen onderscheid te mogen maken in de enquête tussen allochtone en autochtone ouders. Dit is in onze ogen discriminatie. Daarom hebben we er bewust voor gekozen in de enquête geen onderscheid te maken tussen de allochtonen en autochtone ouders. Om toch de gewenste onderzoekgegevens weten te bemachtigen hebben we in onze enquête wel naar gegevens gevraagd die voor ons duidelijk maken van wat voor afkomst de ouders zijn. Zodat we een uiteindelijk een verschil kunnen maken tussen de mate van betrokkenheid van de allochtonen en autochtone ouders.

Om vragen te formuleren voor de ouders zijn we hetzelfde te werk gegaan als bij de enquête vragen voor het onderwijzend personeel. Wat willen we te weten komen?

- We willen weten hoelang ze al in Nederland zijn. Komen ze net aan, of wonen ze hier al erg lang, dat kan verschillende antwoorden op de vragen over betrokkenheid opleveren.

- We willen weten of ze hier wel of niet geboren zijn. Als je hier geboren bent, krijg je vanaf je geboorte gelijk prikkels van onze samenleving mee. Voor mensen die hier niet geboren zijn is dat een stuk moeilijker.

- We willen weten van welke generatie ze zijn. Welke generatie is het beste geïntegreerd? En in het kader van ons onderzoek bedoelen we met integratie of ze betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind.

- Hoe kijken ze tegen de leerkracht aan? Misschien is het beeld wat autochtone ouders van een leerkracht hebben wel heel anders dan het beeld van een nwa-ouders.

- Hebben ze ook kinderen op een islamitische basisschool? Misschien zitten hier wel verschillen tussen.

- Waarom wel/niet?- Weten ze dat er ouderbijeenkomsten zijn op school? Zo ja, waarom gaan ze er dan

wel/niet heen?- Waarom komen sommige nwa-ouders niet zo vaak naar school? Zij weten misschien

het antwoord al.

Enquete vragen voor de ouders.- Hoe is de relatie tussen u en de desbetreffende leerkrachten van u schoolgaande kind?

Goed/ redelijk/ voldoende/ matig.- Hoe is de relatie tussen u en andere ouders? Goed/ redelijk/ voldoende/ matig- Hoe betrokken bent u bij de school waar u kind(eren) naar school gaat? Kruis aan wat

op u van toepassing is. Zeer betrokken/ redelijke betrokken/ voldoende betrokken/ matig betrokken.

- Hoe belangrijk acht u betrokkenheid bij de school van u schoolgaande kind(eren)?- Bent u actief in organisaties binnen de school? (denkt u aan ouderraad, overblijf)

Page 13: gehele onderzoek betrokkenheid

Brieven aan ouders en onderwijzend personeel

Geachte meneer/mevrouw,

In pabo 3 zijn wij het eerste studiesemester bezig met een project dat “kansen en kleuren” heet. Het project “kansen en kleuren” richt zich enerzijds op de problematiek van de stad waarbij het intercultureel onderwijs een belangrijke rol speelt, anderzijds richt het project zich op de problematiek van “weer samen naar school” en “onderwijs op maat”.Het onderzoek dat wij nu uitvoeren heeft alleen betrekking op het projectdeel “kleur”. Het onderzoek stelt ons studenten in de gelegenheid om een bepaald facet van de problematiek rond het werken in multiculturele situaties op een grote stadsschool diepgaander te bestuderen. Wij hebben hier een bepaald facet van uitgekozen. Ons onderwerp behandelt hoe het is gesteld met de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders op uw school. Onze keuze voor dit onderwerp komt voort uit het gegeven dat wij vaak negatieve geluiden via de media horen over deze betrokkenheid van de ouders.

In het kader van ons onderzoek naar betrokkenheid van ouders bij het basisonderwijs, zouden wij, studenten van het derde leerjaar van de pabo, u graag uit willen nodigen om deel te nemen aan onze enquête. Deze enquête vindt u in de bijlage van deze brief.

Wij willen u bij voorbaat danken voor uw tijd en deelname aan dit onderzoek.

Met vriendelijke groet,

Annicka van Straten, Thomas Hoek, Mandy Driessen en Dennis Veugelers

Page 14: gehele onderzoek betrokkenheid

OudersBeste ouders/verzorgers,

Wij zijn vier studenten uit het derde leerjaar van de pabo. Wij voeren een onderzoek uit dat gaat over de betrokkenheid van ouders en/of verzorgers bij het onderwijs van hun kind. Wij hebben een enquête opgesteld met allerlei vragen omtrent het onderwerp betrokkenheid. Uw gegevens en antwoorden zullen met de grootste zorgvuldigheid worden behandeld.Wij vragen uw medewerking om 5 vragen te beantwoorden. U bent hier niet langer dan tien minuten mee bezig.

De enquête vindt u in de bijlage van deze brief en kan ingeleverd worden in het postvak van de groepsleerkracht. Normaliter vragen wij u om brieven in te leveren op het bureau of aan de docent zelf, maar om de privacy te vergroten vragen wij u om deze uitzondering.

Wij hopen u voldoende te hebben geïnformeerd en danken u alvast voor uw tijd en deelname aan dit onderzoek.

Met vriendelijke groet,

Thomas Hoek Annicka van StratenDennis Veugelers Mandy Driessen

PS: mocht u nog vragen of opmerkingen hebben? Dan kunt u contact met ons opnemen via de e-mail: [email protected]

Page 15: gehele onderzoek betrokkenheid

Enquête “Betrokkenheid Ouders” Onderwijzend personeelDeze gegevens zijn strikt vertrouwelijk

Leeftijd: Arbeidsjaren in onderwijs:

Groep:

1) Kunt u iets zeggen over de samenstelling van uw klas wat betreft culturele achtergrond? Wat is hier in meerdere mate aanwezig?

2) Hoe verloopt het contact met de ouders van uw leerlingen?

3) Hoe verloopt het contact tussen de ouders in uw klas?

4) Zijn er ouders waarmee het contact moeizaam verloopt, zo ja hoe komt dit?

5) Wat verstaat u onder betrokkenheid?

6) Hoe betrokken zijn de ouders bij de school van hun schoolgaande kind?

7) Is hier verschil in aan te merken tussen niet-westerse allochtone ouders en autochtone ouders?

Vriendelijk bedankt voor uw deelname.

Page 16: gehele onderzoek betrokkenheid

Enquête “Betrokkenheid Ouders” OudersDeze gegevens zijn strikt vertrouwelijk

Leeftijd: Land van herkomst ouders:

Nationaliteit: Klas van uw kind:

1) Hoe is de relatie tussen u en de desbetreffende leerkrachten van uw schoolgaande kind?

Goed Redelijk

Voldoende Matig

2) Hoe is de relatie tussen u en andere ouders?

Goed Redelijk

Voldoende Matig

3) Hoe betrokken bent u bij de school waar uw kind(eren) naar school gaat? Kruis aan wat op u van toepassing is.

Zeer betrokken Redelijk betrokken

Voldoende betrokken Matig betrokken

4) Hoe belangrijk acht u betrokkenheid bij de school van uw schoolgaande kind(eren)?

5) Bent u actief in organisaties binnen de school? (denkt u aan ouderraad, overblijf)

Bedankt voor uw deelname.

Page 17: gehele onderzoek betrokkenheid

Koppeling Theorie en Praktijk

Onderzoek resultatenWe zijn begonnen met vier stapels aan enquête formulieren. Deze uitkomsten van de enquête formulieren hebben wij al turvend verwerkt. Hierbij hebben we onderscheid gemaakt tussen niet- westerse allochtone ouders en autochtone ouders. Dit hebben wij geregistreerd in tabellen, zie hieronder de resultaten.

Vraag 1: Hoe is de relatie tussen u en de des betreffende leerkracht?

autochtone oudersniet- westerse allochtone ouders

goed 22 0redelijk 9 0voldoende 2 9matig 0 6

vraag 1: Hoe is de relatie tussen u en de des betreffende leerkracht?

0

5

10

15

20

25

goed redelijk voldoende matig

antwoorden

aan

tall

en

autochtone ouders

niet- westerseallochtone ouders

Toelichting tabel:Wat opvalt in deze tabel is dat het aantal autochtone ouders dat een goede relatie heeft met de leerkracht zeer sterk verschilt met het aantal niet-westerse allochtone ouders. Er is echter een snijpunt te zien tussen de redelijke en voldoende relatie. Dat komt, omdat de autochtone ouders vaak druk zijn met de eigen baan, en de allochtone ouders vaak druk zijn met het managen van het gezin. Met als gevolg dat de band met de leerkracht redelijk tot voldoende is.

Page 18: gehele onderzoek betrokkenheid

Vraag 2: Hoe is de relatie tussen u en andere ouders?

autochtone oudersniet- westerse allochtone ouders

goed 16 0redelijk 7 0voldoende 7 4matig 4 11

vraag 2: Hoe is de relatie tussen u en andere ouders?

02

46

8

10

1214

1618

antwoorden

aan

tallen

autochtoneouders

niet- westerseallochtoneouders

Toelichting tabel:De rode lijn bevestigt dat de niet-westerse allochtone ouders een matige relatie hebben met de andere ouders. Terwijl de autochtone ouders een goede relatie hebben met elkaar.

Page 19: gehele onderzoek betrokkenheid

Vraag 3: Hoe betrokken bent u bij de school van uw kind(eren)?

autochtone oudersniet- westerse allochtone ouders

goed 12 0redelijk 3 0voldoende 13 8matig 5 7

Vraag 3: Hoe betrokken bent u bij de school van uw kind(eren)?

0

2

4

6

8

10

12

14

antwoorden

aa

nta

lle

n autochtoneouders

niet- westerseallochtoneouders

Toelichting tabel:Er is sprake van een conjunctuurgolf in de blauwe lijn. Dit is te verklaren doordat de ouders vaak beide werken (een dalende lijn) of dat moeder nog voor het gezin zorgt en veel tijd heeft voor de school (stijgende lijn). De rode lijn laat ons zien dat de ouders voldoende scoren op deze vraag. Dit is te verklaren doordat de niet-westerse allochtone moeders vaak als overblijfmoeders werkzaam zijn.

Page 20: gehele onderzoek betrokkenheid

Vraag 4: Hoe belangrijk acht u uw betrokkenheid bij de school van u schoolgaande kind(eren)?

autochtone oudersniet- westerse allochtone ouders

heel erg belangrijk 24 0redelijk belangrijk 9 2matig belangrijk 0 13

Vraag 4: Hoe belangrijk acht u uw betrokkenheid bij de school van u

schoolgaande kind(eren)?

05

1015202530

heel e

rg b

elan

grijk

rede

lijk b

elan

grijk

mat

ig b

elan

grijk

antwoorden

aa

nta

lle

n

autochtoneouders

niet- westerseallochtoneouders

Toelichting tabel:De blauwe lijn laat zien dat de autochtone ouders het heel belangrijk vinden om betrokken te zijn bij de school waar hun kinderen onderwijs genieten. De rode lijn laat zien dat de niet-westerse allochtone ouders het juist matig belangrijk vinden. Een verklaring hiervoor vindt u in de conclusie.

Page 21: gehele onderzoek betrokkenheid

Vraag 5: Bent u actief in organisaties binnen de school?

Autochtone oudersNiet- westerse allochtone ouders

ja structureel 11 12nee niet structureel 17 0structureel niet 5 3

Vraag 5: Bent u actief in organisaties binnen de school?

02468

1012141618

ja structureel nee nietstructureel

structureelniet

antwoorden

aan

tallen

autochtone ouders

niet- westerseallochtone ouders

Toelichting tabel:Ja structureel: beide groepen ouders zijn op gezette tijden in de week aanwezig gedurende een langere periode. Bijvoorbeeld overblijven, bibliotheekmoeders of oversteekmoeders.Nee niet structureel: bijvoorbeeld bij een schoolreisje of hulp bij het bakken van patat als er een feest is op school. Structureel niet: de ouders zijn nooit actief binnen de organisaties van de school.

Bij het punt ‘nee niet structureel’ is het grootste verschil te ontdekken tussen de onderzochte groepen. Ook dit is te verklaren, zie de koppeling theorie en praktijk.

Uitkomsten enquete onderwijzend personeel

We hebben alle vier afzonderlijk de directeur van onze basisschool geïnterviewd. Om het onderzoek “leesbaar” te houden hebben wij besloten om de meningen van de vier directeuren samen te voegen in een verslag.

Onderwijzend personeelOnder betrokkenheid verstaat het onderwijzend personeel dat de ouders voor school gezellig een praatje komen maken, interesse tonen in de activiteiten die op school verricht worden maar ook het cognitieve proces stimuleren van de kinderen thuis als bijvoorbeeld lezen met de kinderen.

Page 22: gehele onderzoek betrokkenheid

Het onderwijzend personeel is zeer positief over de contacten tussen ouders en leerkracht en ouders onderling. De ouders waarmee het contact minder verloopt komt in eerste plaats door de tweeverdienders, deze ouders hebben het te druk en kunnen hierdoor minder op de school van hun kind aanwezig zijn. Het onderwijzend personeel laat weten over de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders dat zij meer afstand hebben richting de school. Ze hebben over het algemeen minder zicht op wat er op de school gebeurd. Ook spelen in deze betrokkenheid taalproblemen mee, de taal vormt een barierre in de communicatie. Op school merken de leerkrachten dat de niet-westerse allochtone ouders wel meer betrokken zijn als ze zich kunnen aansluiten bij andere niet-westerse allochtone ouders. De drempel is hierdoor lager om op school te komen.

Page 23: gehele onderzoek betrokkenheid

Koppeling theorie en praktijk

Vraag 1: Hoe is de relatie tussen u en de desbetreffende leerkrachten van uw schoolgaande kind?

De niet-westerse allochtone ouders zijn druk met het managen van hun eigen gezin en mogen zich volgens hun eigen cultuur niet bemoeien met de leerkracht. De autochtone ouders zijn zeer betrokken, vooral de moeders, maar hier treedt verschil op, omdat sommige gezinnen uit tweeverdieners bestaan, en er daardoor weinig tijd is om een goede relatie op te bouwen met de leerkracht.

Vraag 2: Hoe is de relatie tussen u en de andere ouders?

Uit het onderzoek bleek dat de autochtone ouders met elkaar een geode relatie hebben. Dit is te verklaren door het feit dat taal en cultuur naadloos op elkaar aansluiten. Dat vergemakkelijkt het contact maken. De relatie tussen de niet- westerse allochtone ouders en autochtone ouders is zwak tot matig dit is mogelijk te verklaring doordat cultuur en taal niet op elkaar aansluiten. De taal is vaak een barriere in de communicatie tussen de ouders. Zie voor nadere toelichting theorie kern A.

Vraag 3: Hoe betrokken bent u bij de school van uw schoolgaande kind(eren)?

Ons beeld was dat niet-westerse allochtone ouders matig tot niet betrokken zouden zij bij de school van hun kinderen. Uit ons onderzoek blijkt echter dat niet- westerse allochtione ouders voldoende tot redelijk betrokken zijn bij de school van hun kind. Dit komt door het feit dat niet- westerse allochtone ouders op onze stagescholen werkzaam zijn als overblijfmoeder en daardoor dus betrokken zijn bij de school van kinderen.Bij de autochtone ouders zien wij een sterk schommelende lijn in onze grafiek dit is te verklaren door het feit dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen het “klassieke”gezin (man werkt, vrouw zorgt voor het huishouden) en de twee- verdieners. Een stijgende lijn is te zien bij “het klassieke”gezin omdat moeder de tijd heeft te helpen bij het activiteiten op school. De dalende lijn is te verklaren door het feit dat de twee- verdienders beide werken en dus geen tijd hebben deel te nemen aan activiteiten op school.

Vraag 4: Hoe belangrijk acht u uw betrokkenheid bij de school van uw schoolgaande kind(eren)?De autochtone ouders vinden het heel belangrijk betrokken te zijn bij de school van hun kinderen. Dit komt doordat zij vinden dat niet alleen de leekracht en de school de kinderen opvoedt. De ouders zijn kritisch op de school meestal op een positieve wijze zodat de school kan profiteren van de vruchtbare ideeen van de ouders. Door veel betrokken te zijn bij het onderwijs van hun kind ontstaat er een samenwerking tussen ouders en leerkracht dit is een vorm van democratie. En als het kind opgroeit in deze situatie is hij of zij zich bewust van de democratische samenleving waar wij allen in leven. Deze samenwerking is ook vruchtbaar voor de huiswerkbegeleiding van het kind. Zo horen de ouders niet alleen de opdrachten door de ogen van het kind, maar ook door die van de professional, de leerkracht.Niet- westerse allochtone ouders zijn niet betrokken bij hun schoolgaande kind dit komt doordat zij een groot respect en eerbied hebben voor de leerkracht. In hun cultuur is het ongebruikelijk om de leerkracht te vragen naar de ontwikkeling en de vorderingen van hun kind. Dit wordt in hun cultuur opgevat als respectloos en zeer beledigend. Het verschil in betrokkenheid is ook te verklaren door onwetendheid in ons onderwijssysteem.

Page 24: gehele onderzoek betrokkenheid

Vraag 5: Bent u actief in organisaties binnen de school?De autochtone ouders zijn net zo structureel actief als de niet-westserse allochtone ouders vanwege de al eerder genoemde overblijf activiteiten van de niet- westsrse allochtone ouders en “het klassieke”gezin bij de autochtone ouders. Er is een groot verschil tussen het niet- structureel actief zijn in de school van niet- westerse allcohtone ouders en autochtone ouders. Niet- westerse allochtone ouders gaan niet vaak mee op schoolreisje, helpen niet vaak bij incidentele activiteiten waarbij hulp van ouders gewenst is. Dit komt doordat de zorg voor het gezin door de man opgedrongen wordt. De islamitische man wil dat de vrouw volledig afhankelijk is van de man. Als de vrouw werkactiviteiten onderneemt en daarbij ook andere mannen ontmoet is dit een zonde voor de man en kan dit huwelijksproblemen met zich meebrengen.

Conclusie:Na een uitgebreid onderzoek uitgevoerd te hebben en ons verdiept te hebben in verschillende literatuur over het onderwerp, zijn wij nu op het punt aanbeland dat wij een conclusie kunnen trekken. Maar eerst nog een woord vooraf.In ons onderzoek is het meerdere deel van de niet- westerse allochtone ouders weinig betrokken bij hun schoolgaande kind. In de praktijk hebben we dit gelukkig ook nog anders gezien waarbij de niet- westerse allochtone ouders juist wel zeer betrokken zijn bij hun schoolgaande kind. Het is jammer dat deze ouders wegvallen in ons onderzoek omdat het merendeel een zeer geringe betrokkenheid toont die voornamelijk is te verklaren vanuit hun cultuur.

Onze hypothese was:Wij verwachten dat de betrokkenheid van de niet-westerse allochtone ouders minder zal zijn in vergelijking met autochtone ouders waarschijnlijk door de verschillen in culturele achtergrond.

In onze conclusie moeten we dus helaas onze hypothese bevestigen. De niet- westerse allochtone ouder is zeker minder betrokken bij hun schoolgaande kind. Het culturele aspect belemmert de ouders in hun betrokkenheid binnen de school.We zien echter wel een trend ontstaan; de niet- westerse allochtone ouders proberen zich steeds meer in te zetten terwijl de autochtone ouders die tweeverdieners zijn steeds minder betrokken raken bij de school wegens tijdgebrek.

Page 25: gehele onderzoek betrokkenheid

Wat hebben we ervan geleerd?We hebben veel geleerd van dit onderzoek. Door dit onderzoek te maken hebben we beter zicht gekregen op hoe de onderlinge verhoudingen zijn tussen autochtonen en niet –westerse allochtone ouders, maar ook het verschil in betrokkenheid bij hun schoolgaande kinderen. Wat misschien wel het belangrijkste is, is dat we naast de resultaten die we hebben gezien ook de achtergronden kennen van waarom de niet- westerse allochtone ouders minder betrokken zijn bij hun schoolgaande kind(eren). Dit heeft voor ons de grootste leerwaarde omdat we ons beter kunnen verplaatsen in deze cultuur en hier ook naar kunnen handelen in de praktijk.

Samenwerking:De samenwerking verliep prima. We hebben duidelijk de taken onderling verdeeld. Dit werkt prettig zodat iedereen goed weet waar hij of zij aan toe is. Daarnaast hebben we ook deadlines gesteld zodat iedereen op tijd zijn werk af had.

Page 26: gehele onderzoek betrokkenheid

Bronvermelding

Literatuur Bruin, K. van der Heijde, H. (2007) Intercultureel onderwijs in de praktijk, Bussum.

Coutinho. Hogeboom, B. (1994) De schouders eronder, Hoevelaken. CPS. Hofstede, G. (2004) Allemaal andersdenkende. Amsterdam. Olympus. Lebbink, T. (1982) Praxis 28 ouders praten ook mee, Den Bosch. Malmberg. Verpaalen, A. (1997) In contact met Marokkaanse en Turkse ouders, Tilburg. Zwijsen. Vogels, R. (2002) Ouders bij de les, betrokkenheid van de ouders bij de school van

hun kind, Den Haag. Sociaal en Cultureel Planbureau.

Internetwww.paoodeelsite.nl