gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “grotestraat zuid-oost” · 2010-09-07 · gemeentelijk...

49
Onderzoek naar de planMER-plicht Opdrachtgever: Stad Genk Stadsplein 1 3600 Genk 2 juli 2010 Provincie Limburg Arrondissement Hasselt Stad Genk Dossiernr. 09489.12 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging i.s.m. Vestiging Hasselt Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt Reinpadstraat 13 bus 1b – 3600 Genk tel: 011/26.08.70 – fax: 011/26.08.80 tel: 089/50.35.00 – fax: 089/50.35.06 H[email protected]H Hwww.libost.beH H[email protected]H – www.degoudenliniaal.be

Upload: others

Post on 06-Aug-2020

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Onderzoek naar de planMER-plicht

Opdrachtgever:

Stad Genk

Stadsplein 1 3600 Genk

2

juli 2010

Provincie Limburg Arrondissement Hasselt Stad Genk Dossiernr. 09489.12

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost”

Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging

i.s.m. Vestiging Hasselt

Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt Reinpadstraat 13 bus 1b – 3600 Genk tel: 011/26.08.70 – fax: 011/26.08.80 tel: 089/50.35.00 – fax: 089/50.35.06 [email protected] – Hwww.libost.beH [email protected] – www.degoudenliniaal.be

Page 2: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 2/49

Page 3: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 3/49

Revisie Opmerking

A

B

screeningsnota aanvullingen op vraag van cel MER

Naam Handtekening datum

Opgemaakt: Ruimt. planner/

projectleider

Lotte Poncelet

2 juli 2010

Geverifieerd: Ruimt. planner/

projectleider

Lotte Poncelet

2 juli 2010

Vrijgegeven: Afdelingshoofd Peter Govaerts

2 juli 2010

Page 4: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 4/49

Inhoud 1 INLEIDING ............................................................................................................................................................................................................................................5

1.1 INHOUD ............................................................................................................................................................................................................................................5 1.2 INITIATIEFNEMER...............................................................................................................................................................................................................................5

2 HET PLANGEBIED ..............................................................................................................................................................................................................................6 2.1 RUIMTELIJKE SITUERING ....................................................................................................................................................................................................................6 2.2 BESCHRIJVING VAN DE RUIMERE OMGEVING VAN HET PLANGEBIED.......................................................................................................................................................7 2.3 BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED EN ZIJN OMGEVING – MICRO .......................................................................................................................................................9

3 DOELSTELLINGEN, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP........................................................................................................................13 3.1 AANLEIDING TOT OPMAAK VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN.....................................................................................................................................................13 3.2 DOELSTELLINGEN EN REIKWIJDTE VAN HET RUP...............................................................................................................................................................................13 3.3 DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP ..............................................................................................................................................................................................14 3.4 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ..............................................................................................................................................................................................32 3.5 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN ............................................................................................................................................................................................................32

4 RELEVANTE CONTEXTELEMENTEN..............................................................................................................................................................................................33 4.1 BELEIDSCONTEXT: GRS GENK (B.S. 12 FEBRUARI 2003) .................................................................................................................................................................33 4.2 JURIDISCHE CONTEXT......................................................................................................................................................................................................................35

5 AFTOETSING PLAN-MER-PLICHT...................................................................................................................................................................................................36 5.1 DABM VAN TOEPASSING .................................................................................................................................................................................................................36 5.2 PLAN-MER-PLICHT .........................................................................................................................................................................................................................36

6 SCREENING MILIEU-EFFECTEN .....................................................................................................................................................................................................37 6.1 EEN BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN PER DISCIPLINE ..............................................37 6.2 CONCLUSIE.....................................................................................................................................................................................................................................48

7 BIJLAGEN ..........................................................................................................................................................................................................................................49 7.1 TOELICHTINGSNOTA RUP GROTESTRAAT ZUID-OOST .......................................................................................................................................................................49

Page 5: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 5/49

1 INLEIDING

1.1 INHOUD Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van RUP’s formeel rekening gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in dit RUP kunnen teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’ moet uitgevoerd worden. De resultaten van het onderzoek tot m.e.r. geven aan of de opmaak van een plan-MER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die in het RUP gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbouwen. Dit document is opgebouwd uit volgende onderdelen: ▪ situering en beschrijving van het plangebied; ▪ beschrijving van de doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het RUP; ▪ relevante elementen van de ruimtelijke en juridisch-beleidsmatige

planningscontext; ▪ aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege; ▪ screening van de verwachte significante milieueffecten, rekening houdend met de

doelstellingen van het plan en de kwetsbaarheid van de omgeving; ▪ eindconclusie.

1.2 INITIATIEFNEMER De initiatiefnemer voor het plan waarop dit onderzoek tot m.e.r. betrekking heeft is: Stadsbestuur Genk Stadsplein 1 3600 Genk Tel. 089/65.36.00 Fax 089/65.34.70 [email protected]

Page 6: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 6/49

2 HET PLANGEBIED

2.1 RUIMTELIJKE SITUERING Het plangebied is gelegen is gelegen in de zuidwestelijke hoek van het centrum van Genk, ingesloten door de Grotestraat, de Steeneik, Westerring en het Hofken.

Page 7: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 7/49

2.2 BESCHRIJVING VAN DE RUIMERE OMGEVING VAN HET PLANGEBIED

OP EEN KRUISPUNT … Het plangebied op de rand va in de okse tussen Grotestraat en ste aan de ran ”tussen stad e

is gelegen: n de “stadsstrip”;

l van Grotestraat en Westerring; ilrand Kempisch plateau;

d van het “stadsbos”; n wijk”.

Page 8: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 8/49

Page 9: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 9/49

Steilrand Kempisch Plateau - Westerring Er manifesteert zich een niveauverschil van ca.12.00 m.

“Stadsbos” De steilrand vormt eveneens de rand van een bos dat zich zuidwaarts verder uitstrekt.

BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED EN ZIJN OMGEVING – MICRO

JKE STRUCTUUR

2.3 NATUURLI

Page 10: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Westerring Welke invloed heeft de Westerring en welke gevolgen heeft dit?

Ontsluiting Is het gewenst het gebied te ontsluiten vanaf de steilrand?

Hooiplaats Welke invloed heeft de Hooiplaats op het plangebied en welke relatie dient hier al dan niet mee aangegaan?

Overgang Het plangebied bevindt zich “tussen stad en wijk”. Op welke wijze is dit gegeven van invloed?

BEBOUWDE OMGEVING EN NIET-BEBOUWDE OMGEVING

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 10/49

Page 11: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 11/49

INVLOEDSSFEREN

Straat - binnengebied/talud Het plangebied wordt in hoofdzaak op 2 zeer verschillende manieren begrensd: Ten noorden door de Grotestraat/Calvariestraat

en hun wandvorming. Aan de overige zijden door een sterk aanwezig

talud. Van west naar oost kenmerkt het talud zich door een opeenvolging van uiteenlopende karakteristieken. Er zijn 3 zones te onderscheiden: 1. een zeer steil en sterk rechtlijnig talud ter hoogte

van de Westerring; 2. een glooiende beboste steilrand; 3. een “aangelegde” reliëfovergang als grens met

de residentiële bebouwing boven op het plateau. Deze bestaande omgevings -en terreinkarakteristieken zullen elk op hun eigen manier van invloed zijn op de ontwikkeling van het terrein.

Page 12: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 12/49

KNELPUNTEN EN BEDREIGINGEN ▪ Het hoogteverschil door de ligging van het plangebied op de rand van het

Kempisch Plateau. ▪ De aanwezigheid in het plangebied van een te herlokaliseren bedrijf. ▪ De ligging van het plangebied vlak tegen de Westerring. KWALITEITEN EN POTENTIES ▪ Het hoogteverschil door de ligging van het plangebied op de rand van het

Kempisch Plateau is zowel een knelpunt als een potentie in die zin dat het de uitdaging vormt om creatief om te gaan met de bestaande toestand en de bestaande waardevolle landschapselementen.

▪ De aanwezigheid van de Hooiplaats als kwalitatief openbaar domein en parking. ▪ De ligging nabij grote ontsluitingsinfrastructuren.

Page 13: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 13/49

3 DOELSTELLINGEN, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP

3.1 AANLEIDING TOT OPMAAK VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN De stad Genk wenst over te gaan tot de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost”, in navolging van het reeds opgestelde masterplan voor het hele gebied tussen de Grotestraat, de Steeneik, Westerring en het Hofken. Dit RUP legt het juridische kader vast voor de kleinschalige residentiële ontwikkelingen die tot stand kunnen komen bij de herlocalisatie van diverse grote bedrijven die hier gevestigd zijn of waren.

3.2 DOELSTELLINGEN EN REIKWIJDTE VAN HET RUP Dit RUP wil de bestemming van het gewestplan valideren en het woongebied op de rand van het centrum van Genk ontwikkelen. Daarbij moeten de terreinen ingepast worden in een algemene stedenbouwkundige visie. Het doel van dit RUP is de opmaak van een overzichtelijk totaalplan met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften waarin een duidelijk streefbeeld wordt vooropgesteld evenals een plan van aanpak/fasering.

Page 14: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 14/49

3.3 DETAILLERINGSGRAAD VAN HET RUP Dit Ruimtelijk Uitvoeringsplan beoogt een goede ruimtelijke ordening aan de hand van het opstellen van richtlijnen en structurele ingrepen. Deze richtlijnen richten zich op de residentiële ontwikkelingen nabij het centrum en worden geformuleerd vanuit de bestaande ruimtelijke context en de ontwikkelingsperspectieven op lange termijn. In de toelichtngsnota van het RUP wordt in eerste instantie een vooronderzoek gedaan waarbij concepten en een schetsontwerp worden uitgewerkt die kaderen binnen een ruimere visie zoals opgenomen in het GRS Genk. De vertaling van dit schetsontwerp naar RUP, zijnde grafisch plan met stedenbouwkundige voorschriften, zal gebeuren conform de doelstellingen van een RUP. Dat wil zeggen dat het RUP niet letterlijk het schetsontwerp zal vastleggen maar dat er een bouwenveloppe gedefinieerd zal worden waarbinnen een aantal voorwaarden vastgelegd zullen worden waaraan de nieuwe bebouwing, maar ook het nieuwe openbare, semi-openbare en de publieke moeten voldoen. Veel aandacht zal besteed worden aan het garanderen van een optimale woon- en leefkwaliteit van het plangebied en zijn omgeving. Daarnaast zijn er duidelijke en concrete bepalingen opgenomen die zich richten op de randen van het plangebied: hier bevinden zich belangrijke ontsluitingsstructuren, de bebouwde randen van de omliggende straten en het stadscentrum en tot slot, maar zeker niet minder belangrijk de aanzet van het bosgebied Melberg op de steilrand van het Kempisch Plateau. De aanwezigheid van deze elementen, met ieder hun ruimtelijke kenmerken, is van cruciaal belang voor de ruimtelijke structuur, de herkenbaarheid en de (omgevings)kwaliteit van het plangebied. VISIE : EEN VERHAAL – STAP VOOR STAP Belangrijk voor de identiteit van de plek zijn de (ruimtelijke) elementen die we vandaag reeds aantreffen: omgevingseigenschappen, gebouwen, gebruikswijzen, al dan niet herinnerend aan de geschiedenis van deze plek, zullen mee bepalend zijn voor de ruimtelijke opbouw en uiterlijke verschijningsvorm van de toekomstige infrastructuur. Door typische eigenschappen van de bestaande context te verwerken en/of te transformeren in de nieuwe infrastructuur, voegt deze zich op natuurlijke wijze in haar omgeving. Ze zullen tevens structurerend zijn voor de verdere ontwikkelingen

Page 15: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 15/49

CONCEPTEN AANSLUITING MET DE STAD – HET PUBLIEK DOMEIN EN ZIJN BEGRENZING (Semi-)publieke gebruiksruimte Door de toename van bebouwing en een versterkte dichtheid binnen het plangebied zal er nood zijn aan een eigen plek. Een gemeenschappelijke buitenruimte met een eigen identiteit, horend bij de nieuwe woonomgeving. Deze plek wordt opgehangen aan het bestaande weefsel, meer bepaald ter hoogte van het knooppunt van Hooiplaats met Grotestraat. De aanleg van het plein zal zo gebeuren dat er enkele intiemere plekken ontstaan met een grote verblijfswaarde. Wandvorming Aan de Grotestraat wordt de straat vervolledigd door een antwoord te bieden op de bebouwing aan de overzijde en een aansluiting te verzorgen met de recente ontwikkeling op de hoek van Grotestraat en Het Hofken. Deze wand zal een vrij gesloten karakter hebben. Ze plooit naar binnen en vormt op die manier één van de pleinwanden. Ter hoogte van de overgang straatplein zal de bebouwing een accent krijgen. Op die manier krijgt de nieuwe ontwikkeling een gezicht in de Grotestraat/Calvariestraat, aan de Hooiplaats en wordt de toegang tot het nieuwe plein duidelijk. De overige wanden van het plein worden gevormd door: enerzijds een bebouwing parallel aan de Westerring, min of meer ingegraven in

het bestaande talud en optredend als geluidsscherm. Deze bebouwing vormt tevens de korte pleinwand aan de Hooiplaats-zijde als een decorstuk in tweede orde achter het wooneilandje (dat zich bevindt tussen Calvariestraat en Grotestraat) gericht naar de Hooiplaats;

anderzijds door de steilrand van het Kempisch plateau als natuurlijke wand. De bebouwing parallel aan de Westerring ten westen van het plein zal een beperkte diepte kennen en zal volledig gericht worden naar het plein. Door de configuratie van de wand is het mogelijk verschillende oriëntaties, zoninvallen te verkrijgen binnen de wooneenheden om niet te vervallen in een louter oost-oriëntatie. Het bestaande rechtlijnige talud zal opgevangen worden door deze bebouwing die zal fungeren als keerwand. De zone ertussen zal opgevuld worden tot tegen en overheen het gebouw. Het gebouw zal een groendak krijgen als verderzetting van de berm.

Page 16: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 16/49

‘HEUVELOPWAARTS’ – PLEKKEN/ONTSLUITING/DOORWADING Overgang van ‘stedelijk’ naar ‘residentieel’ De naar binnen geplooide straatwand zorgt voor een verdeling van het terrein. Aan de ene zijde de publieke buitenruimte, die aansluit bij het “stedelijke” karakter. De zone aan de andere zijde zal een overgang vormen met het “residentiële” karakter bovenop de heuvel. Talud tuning Het volstaat niet alleen de dichtheid en/of typologie van de bebouwing aan te passen om een goede overgang te maken met het karakter van de bebouwing boven op de heuvel. Door de reliëfovergang zeer geleidelijk te laten gebeuren ontstaan er tussenplateau’s met een relatief beperkt hoogteverschil en ontstaat de mogelijkheid om de gebouwen letterlijk korter bij mekaar te brengen. Vanaf de Grotestraat zal via een zeer bescheiden opening de parkeergarage ontsloten worden. Deze garage kan vanaf het 0-niveau opgetrokken worden en als basis dienen voor de bebouwing een taludniveau hoger. Op die manier zal de aanwezigheid ervan minimaal voelbaar zijn en kan ze het grondverzet deels beperken. Secundaire ontsluiting/doorwading Doorheen een gat in de wand aan het publieke plein vertrekt er een secundaire bewegingsas de heuvel op. Langs deze as ontstaan semi-publieke, meer intieme plekken/verblijfszones op schaal van de omliggende woningen.

Page 17: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 17/49

AANSLUITING MET DE WIJK - RELATIES/ZICHTEN/OVERGANGEN De leesbaarheid van een gebied wordt mee bepaald door de mate waarin men zich binnen dit gebied kan oriënteren. Een sterke ruimtelijke structuur is noodzakelijk. Het is daarom belangrijk een zekere hiërarchie te hanteren. Leesbaarheid-oriëntatie-herkenbaarheid Vanaf verschillende plaatsen binnen de nieuwe ontwikkeling wordt er een relatie aangegaan met (eventueel versterkte) bestaande elementen. Vanop het publiek plein zal een duidelijke noord-zuid oriëntatie de leesbaarheid garanderen. In het noorden “de Hooiplaats”, ten zuiden de taludrand als pleinwand. Wanneer men over het pad beweegt (een min of meer rechtlijnige beweging in oost-west-richting) ervaart men (vaak loodrecht op het pad) een afwisseling van ruimtelijke belevingen. In stappen wandelend van onder naar boven: onderdoorgang doorheen pleinwand (poort met duidelijke overgang van publiek

naar semi-publiek); open ruimte: ten noorden gevormd door privétuinen en ten zuiden door een

binnenhof waarop de tuinen van de aangrenzende woningen aansluiten; stijgzone (trap/hellend vlak) ingesloten door de bebouwingskoppen; verblijfsplek met een overdekte buitenruimte (toegang tot ondergrondse garage)

als rug. De wanden van de flankerende woningen zorgen voor een geënsceneerde zichtrelatie met de bosrand op het uitgesmeerde talud;

stijgzone ter hoogte van onderdoorgang woningen; open ruimte aan noordzijde gevormd door privétuinen en gesloten

bebouwingswand aan zuidzijde; stijgzone ter hoogte van onderdoorgang woningen; deels overdekte verblijfsplaats ter hoogte van aansluiting met Steeneikstraat

boven op plateau.

Page 18: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 18/49

INDRINGEND GROEN - INTEGRATIE/BINDEND ELEMENT Groene lijm Door het stadsbos te laten uitmonden tot diep op het terrein wordt de integratie van het terrein in zijn omgeving sterker. Het natuurlijk groen treedt op als een soort bindmiddel van alle nieuwe elementen (open ruimte, bebouwing, ...). Sporadisch worden als verlengde van dit bos enkele solitaire bomen geplaatst op strategische plekken binnen het terrein. Deze zullen de verblijfswaarde van deze plekken vergroten: enkele plekken op het publiek plein; ter hoogte van het knooppunt van de oost-west bewegingsas met de verticale

circulatie vanuit de parkeergarage wordt het stadsbos als een soort groene vinger het plangebied ingestuurd;

ter hoogte van de aansluiting van het pad met de Steeneikstraat op de heuvel. Het bos zal parallel aan de Westerring doorgetrokken worden tot aan de Calvariestraat als een buffer en geluidsscherm tussen plangebied en ring. Het gebouw als geluidsscherm zal een bouwlaag hoger worden opgetrokken dan de Westerring en ingepakt worden in een groene berm (cfr. de reeds aanwezige berm die de ring flankeert). Op die manier wordt vermeden dat het geluid afdaalt tot in de woonzone.

Page 19: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 19/49

Page 20: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 20/49

TALUD TUNING Aan de westzijde zal de bebouwing parallel aan de Westerring als geluidsscherm een bouwlaag hoger worden opgetrokken dan de ring en ingepakt worden in een groene berm (cfr. de reeds aanwezige berm die de ring flankeert). Op die manier wordt vermeden dat het geluid afdaalt tot in de woonzone. Het bestaande rechtlijnige talud zal hier opgevangen worden door de bebouwing die zal fungeren als keerwand. De zone ertussen zal opgevuld worden tot tegen en overheen het gebouw. Het gebouw zal een groendak krijgen als verderzetting van de berm. Door aan de zuid-oost zijde de reliëfovergang zeer geleidelijk te laten gebeuren ontstaan er tussenplateau’s met een relatief beperkt hoogteverschil en ontstaat de mogelijkheid om de bebouwing letterlijk te laten aansluiten bij het residentiële karakter van de bebouwing boven op het talud. Het reliëf van het taluddeel tussen de beide hierboven genoemde zones blijft ongewijzigd.

Page 21: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Layer gebouwen

SCHETSONTWERP – VISUALISATIE BEBOUWING

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 21/49

Page 22: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestra pleging at Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadOnderzoek naar de planMER-plicht

DICHTHEDEN

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 22/49

Oppervlakte plangebied: 2,38ha LOUTER WONEN min. max.

E 205WE 86,2/ha

FASE 1 - 2 - 3

aantal wooneenheden totaal 142Wdichtheid 59,7/ha WONEN met DIENSTEN in sokkel voor

E 170WE 71/ha

aantal wooneenheden 118Wdichtheid 49,6/ha

44-63 WE

16-25 WE

67-98 WE

15-19 WE

Page 23: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

= bouwlaag Oppervlakte plangebied: 2,38ha LOUTER WONEN min. max. aantal wooneenheden totaal 142WE 205WE dichtheid 59,7/ha 86,2/ha WONEN met DIENSTEN in sokkel voor FASE 1 - 2 - 3 aantal wooneenheden 118WE 170WE dichtheid 49,6/ha 71/ha

1246m² (bruto), 960m² (netto):

7-10 WE

1441m² (bruto), 1008m² (netto):

7-11 WE

1709m² (bruto), 1315m² (netto):

10-14 WE

1709m² (bruto), 1315m² (netto):

10-14 WE

1709m² (bruto), 1315m² (netto):

10-14 WE

910m² (bruto), 700m² (netto):

5-8 WE

2765m² (bruto), 2125m² (netto):

16-23 WE

2765m² (bruto), 2125m² (netto):

16-23 WE

1993m² (bruto), 1534m² (netto):

12-17 WE

848m² (bruto), 652m² (netto)

66m²

750m² (bruto), 580m² (netto):

4-6 WE

957m² (bruto), 736m² (netto)

718m² (bruto), 552m² (netto):

4-6 WE 1093m² (bruto), 840m² (netto):

6-9 WE

750m² (bruto), 580m² (netto):

4-6 WE

957m² (bruto), 736m² (netto)

230m² (bruto), 180m² (netto)

16-25 WE

44-63 WE

67-98 WE

15-19 WE

3150m² 224m²

228m² 228m² 473m²

460m²

249m²

856m²

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 23/49

Page 24: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 24/49

FASERING

Uittreksel uit verordening parkeren stad Genk Meergezinswoningbouw (uitgezonderd kamerwoningen): Nieuwbouw:

= fase

Voor elke woongelegenheid van minder dan 150m²

vloeroppervlakte (buitenmuren en terrasoppervlakten niet meegerekend) (zie definities art 1), dient minimum 1 parkeerplaats voorzien te worden. Voor woningen van meer dan 150 m² vloeroppervlakte dient 1 parkeerplaats voorzien te worden per begonnen schijf van 150 m²;

voor een appartementsgebouw vanaf 3 woongelegenheden dient per woongelegenheid minstens één autobergplaats voorzien te worden;

voor een appartementsgebouw vanaf 5 wooneenheden dienen de autobergplaatsen verplicht ondergronds voorzien te worden.

‘ondergronds’ parkeren

(tijdelijk) bovengronds parkeren

44-63 WE

65 PP

41-60 WE

60 PP

+

Page 25: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 25/49

‘ondergronds’ parkeren tijdelijke parking F2 op te heffen

31-44 WE

100 PP/dag

+ zone voor bergingen, fietsenstalling, … mogelijkheid tot rechtstreeks aansluiten van privébergingen aan woning

‘ondergronds’ parkeren

mogelijk tijdelijke toegang tijdens werkzaamheden

an te vatten na atie van F3

pas arealis

Page 26: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 26/49

‘ondergronds’ parkeren

26-38 WE

+

finale toegang

Page 27: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 27/49

Layer publieke ruimte

Layer “rooms” - activiteiten

PUBLIEKE RUIMTE

Page 28: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 28/49

Layer natuurlijke vegetatie

Layer privé-tuinen

VEGETATIE

Page 29: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 29/49

OVERZICHT

Page 30: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 30/49

VISUALISATIE

Page 31: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 31/49

Page 32: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 32/49

3.4 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN De ontwikkeling van dit woongebied op de rand van het centrum van Genk heeft geen grensoverschrijdende effecten.

3.5 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN De realisatie van dit nieuwe woonproject is kernversterkend voor het centrum van Genk. De ontwikkeling van dit RUP nabij het centrum van Genk en in de onmiddellijke omgeving van een aantal grote ontsluitingsstructuren biedt perspectieven voor de verdere ontwikkeling van de overige stedelijke woongebieden van de stad. Aangezien zich hier vandaag de opportuniteit voordoet om dit gebied te ontwikkelen en gezien er geen grensoverschrijdende effecten verwacht worden, moet er niet gezocht worden naar alternatieven.

Page 33: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 33/49

4 RELEVANTE CONTEXTELEMENTEN

4.1 BELEIDSCONTEXT: GRS GENK (B.S. 12 FEBRUARI 2003) RICHTINGGEVENDE BEPALINGEN DEELRUIMTEN De afbakening van het plangebied valt onder de deelruimte ‘Kernstad’. De Kernstad verzamelt de woongebieden rond het stadscentrum van Genk. De Kernstad wordt ruimtelijk gedomineerd door harde infrastructuurlijnen: spoorlijn Hasselt-Genk, de Westerring, de Evence Coppéelaan en de Europalaan. Ondanks de sterke verstedelijking zijn er nog grote eenheden groen aanwezig in de Kernstad. De Stiemerbeekvallei vormt een structurerend lint van noord naar zuid. Groene fragmenten liggen verspreid tussen de planmatig ontwikkelde wijken. De meeste groengebieden hebben een passieve recreatieve functie (wandelen, fietsen, …). GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN GENK De verschillende woongebieden rond dit kerngebied worden ontwikkeld met behoud van het eigen karakter en identiteit. De woongebieden hebben een lokaal voorzieningenapparaat maar blijven sterk gericht op de Kernstad voor goederen en diensten. Binnen de Kernstad wordt een hoge graad van stedelijkheid nagestreefd. Een stedelijk beleid dat de verdichting van het huidige weefsel stimuleert, moet ontwikkeld worden. Deze invulling werkt structuurversterkend voor de Kernstad. Betreffende de gewenste dichtheden wordt voor de deelruimte Kernstad gestreefd naar een gemiddelde minimum dichtheid van 30 woningen/ha voor nieuwe ontwikkelingen. OMGEVING DIEPLAAN-GROTESTRAAT Dit gebied wordt begrensd door de as van de Dieplaan, de Westerring, de steilrand ten zuiden van de Grotestraat en de as van de Centrumlaan. In dit deel van de stadsstrip overheerst de woonfunctie. Er is een beperkte aanwezigheid van handel, diensten en horeca in de Dieplaan en de Grotestraat. Langsheen de Dieplaan wordt de bebouwing gekenmerkt door appartementsblokken die langs de straat zijn ingeplant. De

Grotestraat is ruimtelijk aan te duiden als een historisch bebouwd lint dat de kern van Genk verbindt met Termien en Hasselt. Visie en ontwikkelingsperspectieven Deze omgeving kan verder verdicht worden door de bebouwing van de appartementsblokken langsheen de Dieplaan verder te zetten tot aan de Hooiplaats. Daarnaast kan de Grotestraat verder verdicht worden door het geleidelijk vervangen van de eengezinswoningen door meergezinsgebouwen en appartementen. Het woningaanbod wordt sterk gediversifieerd teneinde een gemengde bevolkingssamenstelling in dit gebied te stimuleren. De verweving van wonen met kantoren, diensten en handel is wenselijk. Grootschalige monofunctionele vestigingen worden gemeden. De tussenruimten gevormd door de uiterste grenzen van de achterbouw van omvangrijke gebouwen moeten kwaliteitsvol ingericht worden met voetpaden, gemeenschappelijke tuinen en gegroepeerde parkeerruimten. Een fijnmazig, informeel netwerk van voet- en fietspaden moet gerealiseerd worden. Bij nieuwbouwprojecten moet er een hoge kwaliteit van de architectuur van de achtergevels gerealiseerd worden. Een minimum aan hoogstammig groen moet in de ruimte, gevormd door de achtergevels van de gebouwen, voorzien worden. GEWENSTE NATUURLIJKE STRUCTUUR Melberg Het bosgebied van de Melberg wordt doorsneden door de Westerring: hierdoor wordt het bosgebied opgedeeld in een oostelijk en westelijk deel. Het deel ten westen van de Westerring wordt integraal voorbehouden voor natuurontwikkeling. GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR Kwantitatieve taakstelling De kwantitatieve taakstelling voor de periode 1991-2007 voor Genk vloeit voort uit het afbakeningsproces (regionaalstedelijke behoefte). Voorlopig is een taakstelling vastgesteld van 8.461 eenheden, overeenkomend met ca. 48 % van de totale taakstelling van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk (17.477 eenheden; de overige 52 % zijn voor Hasselt). Van deze taakstelling van 8.461 woningen werden er in de periode 92-97 (voor de

Page 34: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 34/49

opmaak van de woonbehoeftenstudie) reeds 1.796 gerealiseerd. Resterende taakstelling 1998-2007: 6.665 woningen. Een deel daarvan komt beschikbaar door de opvulling van vrije kavels langs uitgeruste weg (al dan niet in verkaveling), de rest moe(s)t worden gerealiseerd in binnengebieden in woongebied en woonuitbreidingsgebied. Gewenste woontypologie Potenties voor de bouw van nieuwe woongelegenheden zijn voornamelijk gelegen in de Kernstad. De ruimtelijke draagkracht in dit gebied is hoog of moet verhogen waardoor er hogere woondichtheden kunnen gehanteerd worden. In deze deelruimte zal het aandeel bebouwde ruimte toenemen, om de gewenste stedelijkheid en woondichtheid te bereiken. Een minimaal behoud van open ruimten, hoofdzakelijk ingericht als publieke gebruiksruimten, wordt vooropgesteld. Voor de Kernstad en meer bepaald voor de stadsstrip, het deel van de Kernstad afgebakend door de natuurlijke steilrand, wordt er geopteerd voor aaneengesloten bebouwingstypes. In de stadsstrip kan hoogbouw (minimum 4 bouwlagen) worden toegepast. Op specifieke locaties kan het aantal bouwlagen nog worden opgetrokken, waardoor bakens ontstaan met een beeldbepalende functie. In de Kernstad wordt voor nieuwe projecten gestreefd naar een variatie van bebouwingstypes: groepswoningen, patiowoningen, appartementen, gekoppelde woningen en rijwoningen. Een maximale variatie aan woningtypes en verweving van goedkopere en meer luxueus uitgewerkte woningen is gewenst om een gezonde mix van bevolkingsgroepen te bekomen. Het aandeel open en vrijstaande bebouwing (verkavelingen) moet omlaag. Er zijn een aantal van oudsher aanwezige invalswegen in de Kernstad die de draagkracht bezitten om hoogbouw toe te laten en alzo een hogere dichtheid te hanteren, bijvoorbeeld de Europalaan, Hoogstraat, Weg naar As, Bochtlaan en Grotestraat. GEWENSTE LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR Structurerend reliëfelement De Kempense steilrand is als reliëfelement structuurbepalend voor Limburg. Zijn herkenbaarheid moet worden gevrijwaard in het landschap. Versnippering of bebouwing wordt tegengegaan.

BINDENDE BEPALINGEN Met betrekking tot het plangebied gelden geen bindende bepalingen in het GRS Genk.

Page 35: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 35/49

4.2 JURIDISCHE CONTEXT Volgens het gewestplan Hasselt-Genk, K.B. 03-04-1979 is het plangebied bolledig gelegen in woongebied. In de directe omgeving van het plangebied zijn tevens aanwezig: zone voor openbaar nut en woonuitbreidingsgebied. Er zijn geen RUP’s of BPA’s geldig in of grenzend aan het plangebied. Binnen het plangebied komt geen beschermde monument, landschappen, dorps- of stadsgezichten voor. In het westen van het plangebied (op circa 1200 m) bevindt zich het vogelrichtlijngebied “De Maten” (BE2200626). Ten westen, op een afstand van ongeveer 900 m van het plangebied, is het habitatrichtlijngebied “De Maten” (BE2200028) gelegen. Op een afstand van 1400 m ten zuidwesten van het plangebied is het VEN-gebied ‘Vijvergebied Midden-Limburg’ (433) aanwezig. Het plangebied is niet geslecteerd als natuurreservaat. Het plangebied is niet opgenomen in het HAG. Er zijn geen beschermingszones voor waterwingebieden aanwezig in het plangebied of zijn onmiddellijke omgeving Ten noorden van het plangebied loopt de Dorpsbeek door het centrum van Genk. Dit is een onbevaarbare waterloop van 2de categorie die behoort tot het Demerbekken en beheerd wordt door de Provincie Limburg. Volgende vergunningen werden toegekend in het plangebied: 08/614 Welkenhuysen-Bielen nv: het slopen van bestaande gebouwen en het

oprichten van een appartementsgebouw (37) met kantoorgedeelte – Grotestraat 95-97-99 dd. 24.12.2008

07/755 Welkenhuysen-Bielen nv: het oprichten van 38 appartementen en het afbreken van de bestaande gebouwen – Grotestraat 95-97-99 ingetrokken door aanvrager

08/112 Govaerts: het plaatsen van lichtreclame (regularisatie) – Grotestraat 85 dd. 30.04.2008

08/075 Jansen nv afwerking: het regulariseren van een woongelegenheid op verdieping + 3 van blok A – Grotestraat 67 dd. 26.03.2008

07/048 Surinx: het inrichten van en dokterspraktijk – Grotestraat 67 dd. 14.03.2007

08/396 Jansen nv afwerking: het wijzigen van een bestemming van een tweewoonst naar een eengezinswoning – Grotestraat 48 dd. 23.07.2008

Er is één inbreuk tegen de stedenbouwwetgeving bekend, met name 55/74 Schepers: het afdekken van het gebouw met een lichthellend dak in plaats van een zadeldak (Grotestraat). Er zijn stedenbouwkundige attesten of verkavelingsvergunningen afgeleverd binnen het plangebied van het RUP. Het voorkooprecht is niet van toepassing.

Page 36: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 36/49

5 AFTOETSING PLAN-MER-PLICHT

5.1 DABM VAN TOEPASSING Een ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader voor het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen. Het RUP valt dus onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM).

5.2 PLAN-MER-PLICHT Sedert 1 december 2007 is het nieuwe plan-MER-decreet (BS 20/06/2007) in voege. Deze nieuwe regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan-MER-decreet valt. RUP’s die het kader vormen voor project-MER-plichtige activiteiten, zoals bepaald in bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004 of waarbij een Passende Beoordeling van toepassing is, zijn van rechtswege plan-MER-plichtig. Voor de projecten en plannen die niet van rechtswege plan-MER-plichtig zijn, is er een screeningsplicht van toepassing. Concreet houdt dit in dat er moet nagegaan worden of er ten gevolge van het plan aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Indien er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-MER-plicht. In het andere geval dient evenwel toch nog een plan-MER opgesteld te worden. Gezien het plangebied van het RUP Grotestraat Zuid-Oost niet gelegen is in of in de onmiddellijke omgeving van een vogel- en/of habitatrichtlijngebied is in principe geen opmaak van een passende beoordeling voor het plangebied vereist.

Page 37: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 37/49

6 SCREENING MILIEU-EFFECTEN Bij de beoordeling van de effecten wordt gebruik gemaakt van onderstaand beoordelingsschema:

Effectenbeoordeling Positief Neutraal negatief Sterk +3 0 -3 Matig +2 0 -2 Gering +1 0 -1

6.1 EEN BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN PER DISCIPLINE

GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN DE MENS Dit RUP beoogt de realisatie van een woonproject in het centrum van Genk. De leefkwaliteit van mens en gebruiker staat daarbij te allen tijde centraal binnen de doelstellingen van dit RUP. Bij de realisatie van de bebouwing op het terrein zullen uiteraard de nodige (wettelijke) veiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden teneinde de bouw op een veilige manier te zetten. Er zijn bovendien geen SEVESO-inrichtingen aanwezig en er worden er geen gepland binnen een straal van 2km rond het plangebied. Besluit: De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de mens opleveren. De effectenbeoordeling kan dan ook als neutraal beschouwd worden (0). RUIMTELIJKE ORDENING Dit RUP kadert in de versterking van het centrum van Genk. Binnen deze discipline wordt nagegaan wat de ruimtelijke draagkracht van het gebied is en of de uitbreidingen zoals voorgesteld in het RUP daarbinnen kaderen. Meer concreet betekent dit dat nagegaan wordt of:

▪ de nieuwe, bijkomende infrastructuren (zowel bebouwing als wegenis, pleinen, …) van het woongebied aansluiten bij de bestaande;

▪ de uitbreiding past in een visie over de gewenste ontwikkeling van een ruimer gebied;

▪ de inplanting belangrijke natuurlijke, agrarische en landschappelijke gebieden of waarden ontziet;

▪ de ontsluiting op een goede manier kan verlopen zonder onaanvaardbare overlast voor verkeersgevoelige gebieden.

Dit RUP voldoet aan de vier bovenvermelde voorwaarden om op een positieve manier beoordeeld te worden: ▪ de realisatie van het woongebied gebeurt aansluitend aan het bestaande

stadscentrum van Genk; ▪ de aansnijding van dit woongebied kadert in de visie die in het gemeentelijk

ruimtelijk structuurplan Genk geponeerd wordt met betrekking tot de deelruimte Kernstad waar het plangebied deel van uitmaakt. Binnen de Kernstad wordt een hoge graad van stedelijkheid nagestreefd. Een stedelijk beleid dat de verdichting van het huidige weefsel stimuleert, moet ontwikkeld worden. Deze invulling werkt structuurversterkend voor de Kernstad. Betreffende de gewenste dichtheden wordt voor de deelruimte Kernstad gestreefd naar een gemiddelde minimum dichtheid van 30 woningen/ha voor nieuwe ontwikkelingen. Voor de omgeving van de Dieplaan – Grotestraat wordt volgende visie nagestreefd: deze omgeving kan verder verdicht worden door de bebouwing van de appartementsblokken langsheen de Dieplaan verder te zetten tot aan de Hooiplaats. Daarnaast kan de Grotestraat verder verdicht worden door het geleidelijk vervangen van de eengezinswoningen door meergezinsgebouwen en appartementen. Het woningaanbod wordt sterk gediversifieerd teneinde een gemengde bevolkingssamenstelling in dit gebied te stimuleren. De verweving van wonen met kantoren, diensten en handel is wenselijk. Grootschalige monofunctionele vestigingen worden gemeden. De tussenruimten gevormd door de uiterste grenzen van de achterbouw van omvangrijke gebouwen moeten kwaliteitsvol ingericht worden met voetpaden, gemeenschappelijke tuinen en gegroepeerde parkeerruimten. Een fijnmazig, informeel netwerk van voet- en fietspaden moet gerealiseerd worden. Bij nieuwbouwprojecten moet er een hoge kwaliteit van de architectuur van de achtergevels gerealiseerd worden. Een minimum aan hoogstammig groen moet in de ruimte, gevormd door de achtergevels van de gebouwen, voorzien worden. Potenties voor de bouw van nieuwe woongelegenheden zijn voornamelijk gelegen in de Kernstad. De ruimtelijke draagkracht in dit gebied is hoog of moet verhogen waardoor er hogere woondichtheden kunnen gehanteerd worden. In deze deelruimte zal het aandeel bebouwde ruimte toenemen, om de gewenste stedelijkheid en woondichtheid te bereiken. Een minimaal behoud van open

Page 38: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 38/49

ruimten, hoofdzakelijk ingericht als publieke gebruiksruimten, wordt vooropgesteld. Voor de Kernstad en meer bepaald voor de stadsstrip, het deel van de Kernstad afgebakend door de natuurlijke steilrand, wordt er geopteerd voor aaneengesloten bebouwingstypes. In de stadsstrip kan hoogbouw (minimum 4 bouwlagen) worden toegepast. Op specifieke locaties kan het aantal bouwlagen nog worden opgetrokken, waardoor bakens ontstaan met een beeldbepalende functie. In de Kernstad wordt voor nieuwe projecten gestreefd naar een variatie van bebouwingstypes: groepswoningen, patiowoningen, appartementen, gekoppelde woningen en rijwoningen. Een maximale variatie aan woningtypes en verweving van goedkopere en meer luxueus uitgewerkte woningen is gewenst om een gezonde mix van bevolkingsgroepen te bekomen. Het aandeel open en vrijstaande bebouwing (verkavelingen) moet omlaag. Er zijn een aantal van oudsher aanwezige invalswegen in de Kernstad die de draagkracht bezitten om hoogbouw toe te laten en alzo een hogere dichtheid te hanteren, bijvoorbeeld de Europalaan, Hoogstraat, Weg naar As, Bochtlaan en Grotestraat.

▪ In de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur wordt reeds toegespitst op de aanwezigheid van de steilrand van het Kempisch Plateau. Ook in de visie van het GRS Genk wordt het belang ervan erkend als structurerend reliëfelement. Zijn herkenbaarheid moet worden gevrijwaard in het landschap. Versnippering of bebouwing wordt tegengegaan. In het schetsontwerp en de bijhorende concepten wordt duidelijk aangegeven dat de steilrand als “harde randvoorwaarde” werd meegenomen en dat hij de basis vormt voor het ontwerp. Er is dus meer als alleen maar “rekening gehouden” met die steilrand.

▪ Er zijn geen problemen met de autobereikbaarheid van het gebied. De ligging van het plangebied nabij een aantal grotere infrastructuren maakt dat de ontsluiting ervan zelfs zeer vlot kan verlopen. De aanwezigheid van de hooiplaats als grote parking is eveneens een positief aspect voor de bereikbaarheid van het plangebied. Bovendien voorziet het project zelf in voldoende parkeergelegenheid voor de nieuwe functies (voornamelijk wonen en in beperkte mate ook kleine commerciële functies of diensten) waardoor de parkeerdruk in het plangebied en omgeving leefbaar wordt gehouden.

Besluit: Voor de discipline “ruimtelijke ordening” zijn er geen significante effecten te verwachten door de realisatie van dit RUP. Integendeel, de realisatie van het woonproject werkt een goede ruimtelijke ordening in de hand door een verdichting van het centrum en het vrijwaren van de steilrand als belangrijke natuur- en landschapswaarden. De effectenbeoordeling is eerder positief (+3).

FAUNA EN FLORA, BIODIVERSITEIT

Het plangebied en zijn omgeving is gelegen op gronden die volgens de biologische waarderingskaart biologisch minder waardevol zijn (urbaan en/of industriëel gebied, inclusief groeven, storten, opgehoogde terreinen zonder aangeduide begroeiing). Tegen de zuidelijke grens van het plangebied (daar waar de steilrand van het Kempisch Plateau gelegen is) wordt de aanzet gegeven van biologisch waardevolle gronden met aanplant van Grove den zonder ondergroei. Hier start het bosgebied van de Melberg. De realisatie van het RUP zal door zijn ligging in biologisch minder waardevol gebied geen rechtstreekse effecten hebben op de fauna, flora en biodiversiteit. Gezien in het RUP gebruik gemaakt wordt van de bestaande steilrand van het Kempisch Plateau, kan gesteld worden dat deze de bescherming implementeert van het aanliggend bosgebied met zijn natuurlijke en landschappelijke waarden. In het plangebied zullen ook de nodige (stedelijke) groenelementen aangebracht worden waardoor de integratie tussen beide gebieden verbeterd wordt. Het plangebied is niet gelegen in of in de onmiddellijke nabijheid van vogel- of habitatrichtlijngebied. De ontwikkelingen die hier plaatsvinden, aansluitend aan de bestaande infrastructuren, hebben dan ook geen invloed op de speciale beschermingszones. Besluit: Gezien het schetsontwerp zeer sterk rekening houdt met de bestaande natuurlijke en landschappelijke waarden van het plangebied en zijn omgeving en deze

Page 39: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 39/49

zelfs als harde randvoorwaarde hanteert in het concept en de ontwerpmatige uitwerking, kan de effectenbeoordeling als neutraal beschouwd worden (0). ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN Gezien de aard van het project kan aangenomen worden dat er geen uitzonderlijke of abnormale effecten verwacht worden inzake de discipline “energie- en grondstoffenvoorraden”. BODEM

In het plangebied en zijn bebouwde omgeving komen kunstmatige gronden voor. De gronden die in het zuiden grenzen aan het plangebied (bosgebied van de Melberg) zijn gekarteerd als droge zandbodem met dikke antropogene humus A horizont. Dit type van gronden start aan de bovenzijde van de steilrand van het Kempisch Plateau. Gezien het hier reeds om sterk vergraven kunstmatige gronden gaat, wordt aangenomen dat het effect van de realisatie van het project op de bodem nihil is.

Deze gronden hebben nooit tot het landbouwgebied behoord en gezien hun ligging nabij de grote ontsluitingsinfrastructuren, bosstructuur van de Melberg en het centrum van Genk, krijgt het plangebied op de landbouwtyperingskaart een zeer lage waardering en is het plangebied uiteraard niet opgenomen in het Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG). Besluit: Er zal geen impact zijn op de bodem door het afgraven van gronden voor de bouw van nieuwe infrastructuren omdat het hier al gaat om sterk vergraven kunstmatige gronden. De herprofilering van de steilrand van het Kempisch Plateau is wel een aandachtspunt. Er is geen enkel effect op het landbouwgebruik aangezien het om centrumgebied gaat dat nooit in landbouwgebruik is geweest.

Page 40: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 40/49

WATER Voor het plangebied werd het watertoetsinstrument op www.watertoets.be doorlopen. Dit instrument stelt ons in staat te onderzoeken of een project de watertoets doorstaat, dan wel of er zich mogelijk schadelijke effecten kunnen voordoen en een advies van de waterbeheerders aangewezen is. Het watertoetsinstrument werd gekoppeld aan het watertoets geoloket voor het raadplegen van de overeenkomstige watertoetskaarten. De uitvoering van deze watertoets gebeurde op basis van de (project)gegevens zoals deze tot op heden beschikbaar zijn. De verschillende watertoetskaarten zijn ter informatie weergegeven in de volgende paragraaf. Hieronder worden de belangrijkste vaststellingen en conclusies voor het plangebied weergegeven. Richtlijn gewijzigd overstromingsregime Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Een positieve uitspraak voor de ontwikkeling van het gebied is bijgevolg mogelijk. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd en binnen de voorschriften worden de principes van duurzaam waterbeheer gevolgd. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. Gewijzigde afstromingshoeveelheid Het RUP voorziet in de ontwikkeling van het woongebied met verschillende types van bebouwing alsook de aanleg van pleinen, parking en wegenis. Het plangebied stroomt af naar de Dorpsbeek, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie ten noorden van het plangebied. De exacte totale toename van de horizontale dakoppervlakte van de gebouwen en de verharding zal pas duidelijk worden bij de vergunningsaanvraag. Indien de totale toename minder dan de 0,1 ha bedraagt dan is een positieve uitspraak mogelijk, gezien in de voorschriften wordt opgenomen dat de “gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater” van toepassing is.. Bedraagt de totale toename van de horizontale dakoppervlakte van de gebouwen en de verharding van het project meer dan 0,1 ha dan moet het advies van de bevoegde adviesinstantie ingewonnen worden. Het plangebied is ongeveer 3 ha groot en zoals uit de visie en het schetsontwerp blijkt, zal er een groot deel van de grondoppervlakte verhard en bebouwd worden. Daaruit kan afgeleid worden dat inzake de gewijzigde afstromingshoeveelheid het advies van de desbetreffende adviesinstanties zal moeten ingewonnen worden om indien nodig milderende maatregelen op te nemen voor het project.

Gewijzigd grondwaterstromingspatroon Het plangebied is deels gelegen in matig gevoelig (type 2) voor grondwaterstromingen en deels in weinig gevoelig (type 3) voor grondwaterstromingen. Over de exacte omvang van de ondergrondse constructies kan het schetsontwerp geen uitspraak doen; dit zal pas blijken uit de stedenbouwkundige vergunning. Voor type 2-gronden is een positieve uitspraak mogelijk als de diepte minder is als 5.00 m of de horizontale lengte minder is dan 100 m. Voor type 3-gronden is dat mogelijk als de diepte minder is als 10.00 m of de horizontale lengte minder is dan 100 m. In het RUP zal vermoedelijk wel het advies van de adviesverlenende instanties opgevraagd moeten worden. Gewijzigde infiltratie naar het grondwater Het volledige plangebied is infiltratiegevoelig (doorlatende bodem). Zoals reeds gesteld bij de gewijzigde afstromingshoeveelheid, zal indien de bijkomende oppervlakte verharding en bebouwing meer dan 0,1 ha bedraagt, het advies moeten ingewonnen worden bij de bevoegde instanties. Voor dit plangebied zal bijgevolg advies ingewonnen moeten worden. Conclusie ▪ Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied; ▪ het plangebied is deels gelegen in weinig en deels in matig gevoelig gebied voor

wat betreft grondwaterstromingsgevoeligheid; ▪ het plangebied is gelegen in infiltratiegevoelig gebied. ▪ de richtlijnen van de “gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake

hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater” zijn van toepassing.

Gezien de toename van de bebouwde en verharde oppervlakte vrij groot zal zijn (af te leiden uit het schetsontwerp zoals toegevoegd in deze nota), valt uit bovenstaande elementen af te leiden dat bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning echter toch het advies van de bevoegde instanties dient aangevraagd te worden.

Page 41: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 41/49

NOG: van Nature Overstroombare Gebieden De van nature overstroombare gronden zijn afgebakend op basis van de bestaande digitale bodemkaart. Daaruit kan worden afgeleid op welke gronden er zich in het verleden sedimenten hebben afgezet als gevolg van overstromingen. We spreken hier van een indicatie vermits deze kaart niet noodzakelijk het actueel overstromingsrisico weergeeft. ROG: Recent Overstroomde Gebieden De ROG-kaart is een weergave van de gekende overstromingen die zich daadwerkelijk hebben voorgedaan in de periode 1988-2003. De ROG-kaart dient te worden beschouwd als een degelijke indicatie van de omvang van de overstromingsproblematiek in een bepaalde zone. Risicozone: Op basis van de Hydrografische atlas 2003 (NOG, ROG en MOG-gemodelleerde overstroomde gebieden) en de topografische kaart zijn door de afdeling Water (AMINAL) de risicozones voor overstroming aangeduid. In het decreet worden risicozones omschreven als plaatsen die aan terugkerende en belangrijke overstromingen blootgesteld werden of kunnen worden. Deze risicozones zijn eerder indicatief, waardoor de grenzen niet als een scherpe lokale grens beschouwd mogen worden en dus niet bruikbaar zijn tot op perceelsniveau. In het voorliggend stadium zijn de risicozones, die enkel de overstromingskansen op basis van de huidige toestand beschrijven, te onvolledig om een vergunningsbeleid op te baseren. Het plangebied is niet gelegen in een NOG, ROG of risicozone voor overstromingen.

Het plangebied is niet gelegen in een NOG, ROG of risicozone voor overstromingen. Het plangebied stroomt af naar de Dorpsbeek, een onbevaarbare waterloop van 2de categorie ten noorden van het plangebied. De Dorpsbeek loopt noordelijk van het plangebied ondergronds (ingebuisd) maar is wel zichtbaar doorheen het gebied van de Molenvijvers. De Dorpsbeek mondt uit in de Stiemerbeek. De realisatie van het RUP Grotestraat Zuid-Oost zal – gezien de Dorpsbeek nog een 150-tal m meer noordelijk ligt dan het plangebied en ingebuisd is – geen impact hebben op de afvloei van het oppervlaktewater.

De oostelijke, zuidelijke en westelijke rand van het plangebied is erosiegevoelig. Het gaat hier in het oosten en het zuiden om de steilrand van het Kempisch Plateau en in het westen om de talud van de Westerring. Eén van de concepten van de inrichtingsschets, met name “Talud tuning”, gaat duidelijk in op de aanwezigheid van de talud, enerzijds de steilrand van het Kempisch Plateau en anderzijds de rechte talud langheen de Westerring.

Page 42: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Dit concept stelt het volgende: Aan de westzijde zal de bebouwing parallel aan de Westerring als geluidsscherm een bouwlaag hoger worden opgetrokken dan de ring en ingepakt worden in een groene berm (cfr. de reeds aanwezige berm die de ring flankeert). Op die manier wordt vermeden dat het geluid afdaalt tot in de woonzone. Het bestaande rechtlijnige talud zal hier opgevangen worden door de bebouwing die zal fungeren als keerwand. De zone ertussen zal opgevuld worden tot tegen en overheen het gebouw. Het gebouw zal een groendak krijgen als verderzetting van de berm. Door aan de zuid-oost zijde de reliëfovergang zeer geleidelijk te laten gebeuren ontstaan er tussenplateau’s met een relatief beperkt hoogteverschil en ontstaat de mogelijkheid om de bebouwing letterlijk te laten aansluiten bij het residentiële karakter van de bebouwing boven op het talud. Het reliëf van het taluddeel tussen de beide hierboven genoemde zones blijft ongewijzigd. Gezien dit concept kan gesteld worden dat de erosiegevoeligheid van het talud zal verminderen: enerzijds wordt het talud langs de Westerring opgevangen door de bebouwing, anderzijds wordt het oostelijke talud zachter geherprofileerd waardoor de steile rand geleidelijker helt en erosie en afkalving minder kans krijgen. Bovendien is uit een tweede concept, “Indringend groen – integratie/bindend element”, af te leiden dat het talud sterk beplant zal blijven/worden. Het talud langs de Westerring wordt vormgegeven als groenbuffer, de zuidelijke en oostelijke talud gaan over in het stadsbos waarbij de natuurlijke beplanting zoveel mogelijk behouden moet worden. Dit tweede concept gaat als volgt: Groene lijm Door het stadsbos te laten uitmonden tot die terrein in zijn omgeving sterker. Het natuu l van alle nieuwe elementen (open ruimte, verlengde van dit bos enkele solitaire bomen geplaatst op het terrein. Deze zullen de verblijfswaarde v enkele plekken op het publiek plein; ter hoogte van het knooppunt van de oost-

circulatie vanuit de parkeergarage wo het plangebied ingestuurd;

ter hoogte van de aansluiting van het

Het bos zal parallel aan de Westerring doorgetrokken worden tot aan de Calvariestraat als een buffer en geluidsscherm tussen plangebied en ring. Het gebouw als geluidsscherm zal een bouwlaag hoger worden opgetrokken dan de Westerring en ingepakt worden in een groene berm (cfr. de reeds aanwezige berm die de ring flankeert). Op die manier wordt vermeden dat het geluid afdaalt tot in de woonzone. Beide concepten in overweging genomen, kan gesteld worden dat het talud gevrijwaard wordt zodat de landschappelijke component niet verloren gaat en door de manier waarop het talud vormgegeven zal worden, wordt de erosieproblematiek opgevangen.

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 42/49

p op het terrein wordt de integratie van hetrlijk groen treedt op als een soort bindmidde bebouwing, ...). Sporadisch worden als

strategische plekken binnen an deze plekken vergroten:

west bewegingsas met de verticalerdt het stadsbos als een soort groene vinger

pad met de Steeneikstraat op de heuvel.

Page 43: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Het plangebied is matig tot weinig gevoelig (type 2 en type 3) voor grondwaterstromingen.

Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grotere rivier.

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 43/49

Page 44: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 44/49

De oostelijke, zuidelijke en westelijke rand van het plangebied worden gekenmerkt door sterke hoogteverschillen. Zoals ook bij de erosiegevoelige gebieden gesteld, gaat het hier in het oosten en het zuiden om de steilrand van het Kempisch Plateau die hier een hoogteverschil heeft met het niveau van de Grotestraat van ongeveer 10.00 m. In het westen betreft het de talud van de Westerring met ongeveer eenzelfde hoogteverschil.

Het plangebied is infiltratiegevoelig. Dat wil zeggen dat de bodem het regenwater goed laat indringen.

Page 45: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

Het plangebied is niet overstromingsgevoelig. De realisatie van het woonproject zal – indien er geen maatregelen getroffen worden – een effect hebben op de bestaande waterhuishouding van het gebied en zijn omgeving gezien de matige gevoeligheid voor grondwaterstromingen. Er zullen dan ook voorzieningen getroffen moeten worden om het regenwater op te vangen en te herbruiken. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal waarschijnlijk het advies van de adviesverlenende instanties aangevraagd moeten worden indien er effectief grote ondergrondse constructies gebouwd zullen worden. Het effect op de grondwaterkwaliteit zal neutraal zijn aangezien er geen functies, werken of handelingen binnen het plangebied toegelaten zijn of zullen gebeuren die van enige invloed zijn op de waterkwaliteit. Op 12 juni 2008 werd het zoneringsplan van de VMM voor Aarschot definitief vastgesteld door de minister.

Het projectgebied maakt deel uit van het centrale gebied (oranje gearceerd op de figuur). Dat wil zeggen dat er een bestaande aansluiting is op een zuiveringsstation. In dit centrale gebied is het voor nieuwe gebouwen steeds verplicht om te voorzien in een volledige scheiding van het afvalwater en het hemelwater en de bouw van een hemelwaterput. Uiteraard zal het projectgebied van het RUP Grotestraat Zuid-Oost hieraan voldoen bij de architecturale uitwerking van het project en de aanleg van het openbaar domein. Besluit:

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 45/49

Door de toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. die steeds geldig is ter hoogte van de (bijkomende)

Page 46: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 46/49

bebouwing, gezien er aangesloten kan worden op een gescheiden rioleringsstelsel en een bestaand zuiveringsstation, gezien het concept “talud tuning” in samenhang met het groenconcept, gezien er geen waterloop in het plangebied gelegen is en gezien het feit dat het hier om droge zandbodem gaat, kan het effect voor wat betreft de discipline “water” als neutraal beschouwd worden (0). LUCHT EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN De discipline 'lucht' bestudeert de effecten van emissies op de kwaliteit van de omgevingslucht, de kleinschalige en grootschalige transporten van polluenten in de lucht, de invloed van verontreiniging op de chemische samenstelling van de deposities (zowel van droge als natte deposities), de effecten van deze deposities en de effecten van het transport van stof en zwevende deeltjes. Geurhinder en fotochemische verontreiniging worden eveneens bestudeerd in deze discipline. Het gaat hier om een bevestiging van de bestaande toestand: de hoofdfunctie is wonen, en als ondergeschikte bestemming worden vrije beroepen en lokale handelsfuncties toegestaan. Het aandeel gemotoriseerd verkeer in het gebied zal door de oprichting van bijkomende woongelegenheden wel wat toenemen, maar het aandeel daarvan is ten opzichte van het stadscentrum van Genk en de aanliggende grootschalige verkeersinfrastructuren beperkt waardoor het effect als neutraal kan beschouwd worden. De aard van de functies en de gebouwen brengen op zich geen luchtvervuiling en geen geurhinder of fotochemische verontreiniging met zich mee. Besluit: Uit bovenstaande elementen valt af te leiden dat er geen significante effecten te verwachten zijn voor de discipline “lucht en klimatologische factoren”. Het te verwachten effect is neutraal (0). GELUID Bij de realisatie van infrastructuurwerken worden vaak zware machines en voertuigen ingezet die voor aanzienlijke geluidsoverlast kunnen zorgen. De impact hiervan wordt bepaald op basis van types en aantallen van de ingeschakelde machines en voertuigen. De geluidshinder wordt ook veroorzaakt door aan- en afvoer van (bouw)materialen langs toegangswegen naar de werf. Dit gaat allemaal over tijdelijke geluidshinder. Hier kan echter nog geen inschatting van gemaakt worden.

Naast de tijdelijke geluidsoverlast, is er de geluidsoverlast wanneer het RUP gerealiseerd is. In dit geval gaat het in het bijzonder over de geluidsoverlast afkomstig van het (extra) verkeer dat naar het woongebied inclusief parkings geleid wordt. Hier kan echter moeilijk gesproken worden over geluidsoverlast aangezien het om bestemmingsverkeer gaat dat naar het plangebied komt en dit geen abnormaal hoge waarden kent in vergelijking met andere woongebieden. In het plangebied kunnen verder geen activiteiten ontwikkeld worden die geluidshinder of -overlast met zich meebrengen. Besluit: Er zijn inzake de discipline “geluid” een aantal effecten te verwachten bij de aanlegfase ervan; deze zijn tijdelijk. Voor de uitbatingsfase wordt verwacht dat deze effecten niet groter zijn ten opzichte van de huidige toestand en in vergelijking met andere gelijkaardige woongebieden en dat de leefbaarheid dus gegarandeerd blijft. Het effect wordt als neutraal beoordeeld (0). LICHT, WARMTE EN STRALINGEN Gezien de aanwezigheid van grote infrastructuren en bebouwing in de onmiddellijke omgeving van het plangebied kan gesteld worden dat de hoeveelheid licht, warmte en stralingen die bijkomend gerealiseerd worden in het kader van dit project, beperkt is ten opzichte van de bestaande toestand. Dat neemt niet weg dat inzake verlichting er geen maatregelen zullen opgenomen worden om deze zo duurzaam mogelijk te organiseren. Verlichtingselementen zullen moeten voldoen aan de principes neerwaartse lichtstroom, minimum doelgebied en minimum luminantie voor een voldoende en gelijkmatige verlichting, m.a.w. goed verlichte gebouwen en parkeerplaatsen met minimum verbruik én minimum lichthinder waarbij toch een optimaal gebruik van het gebied wordt nagestreefd. Besluit: Er worden geen significante effecten verwacht voor de discipline “licht, warmte en stralingen”. Er zal in de toekomst niet méér hinder veroorzaakt worden dan vandaag reeds het geval is. De effectenbeoordeling is neutraal (0). LANDSCHAP EN CULTUREEL ERFGOED Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermd landschap, dorps- of stadsgezicht. In het plangebied is ook geen beschermd monument gelegen. De zuidelijke rand van het plangebied wordt gevormd door de steilrand van het Kempisch Plateau. Ondanks dat deze niet geselecteerd is als lijnrelict, kan toch zeker

Page 47: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 47/49

gesteld worden dat het een belangrijk landschapselement is dat zoveel mogelijk gerespecteerd moet worden omdat de waarde ervan hoog ingeschat wordt. Zoals reeds meerdere malen gesteld in dit document, is de steilrand één van de basiselementen geworden van het schetsontwerp en wordt er zeer sterk rekening gehouden met deze steilrand om de bebouwing vorm te geven. Er kan dus zeker gesteld worden dat er rekening gehouden wordt met de waardevolle landschapselementen en dat het effect eerder positief is doordat er creatief wordt omgegaan met deze elementen. Besluit: Er worden geen negatieve effecten verwacht inzake de discipline “landschap en cultureel erfgoed” (+3). MOBILITEIT De realisatie van een nieuw woonproject impliceert automatisch dat er een bepaalde hoeveelheid verkeer zal worden aangetrokken tot het plangebied. De mogelijkheden die hier gegenereerd worden voor wonen en in beperkte mate lokale handel en diensten zullen echter niet leiden tot significante wijzigingen in de verkeersproductie. Het gebied maakt momenteel ook reeds deel uit van het woongebied van het centrum van Genk en is gelegen vlakbij een aantal grote lijninfrastructuren die maken dat het gebied vlot ontsloten kan worden. De lokale handelszaken en diensten zijn bovendien gericht op de omwonenden en zullen geen grote verkeersstromen genereren naar het plangebied. Daarnaast wordt er in het plangebied voldoende parkeergelegenheid voorzien om de parkeerbehoefte van de nieuwe woningen op te vangen zodat de parkeerdruk in de omgeving van het plangebied niet verhoogt. Besluit: De maatregelen die in het RUP en zijn bijhorende inrichtingsschets genomen worden inzake mobiliteit zorgen ervoor dat: ▪ de bijkomende parkeerbehoefte opgevangen wordt binnen de grenzen van het

RUP, ▪ het parkeren goed georganiseerd en gestructureerd wordt, ▪ conflictsituaties vermeden worden, ▪ de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied maximaal

gerespecteerd worden, ▪ de verkeersafwikkeling kan gebeuren via de grote reeds aanwezige

lijninfrastructuren.

Er worden bijgevolg geen significante effecten verwacht ten aanzien van de bestaande toestand voor de discipline mobiliteit (0).

Page 48: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 48/49

6.2 CONCLUSIE Het plangebied maakt geen deel uit van de bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004. Het plangebied is ook niet gelegen in een SBZ of in de onmiddellijke omgeving van een SBZ. De opmaak van een passende beoordeling voor het RUP is dan ook niet vereist. ▪ Het RUP vormt het juridisch-planologisch kader waarbinnen het bestaande

woongebied kan ontwikkeld worden ter versterking van het stadscentrum van Genk.

▪ De realisatie van het woonproject wil beantwoorden aan de reële, concrete behoefte zoals ook aangegeven in de kwantitatieve taakstellingen in het GRS Genk.

▪ Het RUP is een uitvoering van het ruimtelijk beleid zoals omschreven in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Genk.

In het RUP worden een aantal maatregelen genomen die ervoor zullen zorgen dat de milieueffecten bij de realisatie van de verschillende deelaspecten zo minimaal mogelijk zijn. Het RUP streeft er immers naar om via de stedenbouwkundige voorschriften ervoor te zorgen dat het plangebied op een duurzame manier geïntegreerd wordt enerzijds in het bestaande boslandschap (waarbij het project ingeschoven wordt in de steilrand van het Kempisch Plateau) en anderzijds in de bestaande bebouwing van het stadscentrum met maximaal behoud van de bestaande potenties. Er kan in het algemeen gesteld worden dat het realiseren van de doelstellingen van het RUP geen significante milieueffecten in de verschillende disciplines zal teweeg brengen. Er wordt dan ook verzocht om in navolging van dit document uiterlijk binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs aan de initiatiefnemer.

Page 49: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” · 2010-09-07 · Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Grotestraat Zuid-Oost” Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht

NOT02B-09489.12A 2 juli 2010 pag. 49/49

7 BIJLAGEN

7.1 TOELICHTINGSNOTA RUP GROTESTRAAT ZUID-OOST