groeten uit groningen - groeninga 2011
DESCRIPTION
De Groeninga is het glossy ledenblad van D66 Groningen dat eenmaal per jaar verschijnt. Dit is de uitgave van 2011, met als titel "Groeten uit Groningen". De Groeninga van 2011 heeft als thema's economie en recreatie.TRANSCRIPT
Hoge
der
A G
roni
ngen
Beel
d Ar
end
Jan
Won
ink
‘Alle
col
lega
’s o
p m
ijn w
erk
in L
onde
n ha
dden
gee
n id
ee
van
Gron
inge
n. E
doch
kw
am ik
op
mijn
wan
delto
cht d
it w
eeke
nd a
an d
e Zu
id-E
ngel
se k
ust,
100
km te
n w
este
n va
n So
utha
mpt
on, d
it bo
rdje
tege
n.’ S
iets
ke d
e Gr
oot
Groe
ning
a ja
arga
ng 3
Grot
e M
arkt
Gro
ning
enBe
eld
Are
nd J
an W
onin
k
Groeten uit GroningenGroeten uit Groningen
Groeten uit GroningenGroeten uit GroningenWord ook lid! www.d66.nl Word ook lid! www.d66.nl
Word ook lid! www.d66.nl Word ook lid! www.d66.nl
Kom
t u
ook
naar
de
Nie
uwja
arsb
orre
l?
Vri
jdag
6 ja
nuar
i 201
2va
n 17
.00
tot
20.0
0H
et H
eere
nHui
s(S
pils
luiz
en 9
, Gro
ning
en)
03
Bezuinigingen. Gebrek aan hervormingen. De cultuurnota. Het uitzetten van kinderen. De natuurbarbarij van Henk Bleker. En het doorschuiven van verantwoordelijkheden naar lagere overheden zonder financiële middelen. Het zijn geen geluiden, waar de Groningse D66-er vrolijk van wordt.
Het was voor de redactie dan ook niet eenvoudig om ondanks de Haagse tegenwind een positief ingestoken Groeninga te produceren. Toch hebben we gemeend dat wel te moeten doen. Want focussen op kansen, dat werkt beter dan negatieve energie verspillen aan zaken die we nu even niet kunnen veranderen.
Vandaar ook de titel van deze Groeninga: Groeten uit Groningen, geschreven rondom de thema’s recreatie en economie. Want dat Groningers oplossingen zien waar anderen in problemen blijven denken, hoeven wij ú niet te vertellen. Met de mooie kaarten die om deze Groeninga heen zitten, kunt u dat wél aan uw vrienden laten zien.
Zoals gezegd, hebben we in Groningen goed begrepen dat het loont te focussen op kansen. Met een ambitieuze agenda wordt gewerkt aan Stad en Ommeland. En waar mogelijk, ook aan hervormingen. Denk aan de gemeentelijke herindeling. Een lastig, maar uitdagend dossier. U leest het verderop in dit blad.
Ook schrijven we over Kees Douma, de recreatieondernemer uit Winsum, die bevlogen zijn bedrijf runt. Of de
ambities van de Hondsrug. Dit Gronings-Drentse natuurgebied wil zich door middel van een UNESCO-status op de kaart zetten. Maar ook Natuurmonumenten zit niet bij de pakken neer. In recreatiegebied Kardinge, aan de oostkant van Stad, worden door middel van burgerparticipatie nieuwe initiatieven ontplooid.
Groningers zijn misschien bescheiden. Maar zeker ook trots. Dat merkten we, toen we onze politici vroegen om hun favoriete plekje op te sturen. We werden overstelpt met reacties. Sommigen uitvoerig en bloemrijk, anderen, hoe zullen we het zeggen, heel erg ‘Gronings.’
Trouwens, volgens hoogleraar Hospers zijn we helemaal niet zo bescheiden. Deze expert concludeert dat de beste citymarketing van Nederland uit Groningen komt. Ons Kamerlid Kees Verhoeven geeft in het openingsartikel terecht tegengas. Hij stelt, dat alleen roepen dat er niks boven Groningen gaat niet afdoende is. Daarom werken we er ook hard aan. Geen kop in het zand, maar aan de slag met ambitieuze projecten als het Groninger Forum, de tram en de nieuwe ringweg.
Toegegeven, dergelijke ingrepen hebben voor- en tegenstanders. Dit debat tekent niet alleen de betrokkenheid van de Groninger bij zijn provincie. Maar het is ook een vruchtbare voedingsbodem voor ideeën. Zijn grootse ambities en Groninger nuchterheid dan eigenlijk wel echt twee tegenpolen? Wij menen van niet.
Groeten uit GroningenNamens de redactie
03
04
06
08
09
12
14
16
17
18
20
23
24
25
26
Groeten uit Groningen
Alleen een lokale leus is niet goed genoeg
De bevolgen recreatie-pionier van Winsum
De Groningse tolerantie
Tussen Kunst & Cees
Hondsrug op voor UNESCO-status
Mooiste plekjes van Stad en Ommeland
Stad en Ommeland - onlosmakelijk verbonden
Duits avontuur in Kronige
DEAL or no deal?
Duivels dilemma: ecologie of economie?
Brussel van het Hoge Noorden
Brechtje’s finest hour
Museum Europa
Genoeg om trots op te zijn
04
Ze varieerden van IAMsterdam, de prestigieuze en prijzige citymarketingslogan van onze hoofdstad, tot aan lokale leuzen als ‘Je treft het in Tiel’ of ‘Hilversum, goed bekeken’. En laten we wel wezen, ook Groningen doet een duit in dit zakje, met het overbekende ‘Er gaat niets boven Groningen!’. En zo is het natuurlijk ook.
Wat veel van deze regionale slogans met elkaar gemeen hebben, is dat ze via een taalvondst of een woordgrap proberen het gevoel, het karakter, van een bepaalde plek over te brengen. Zo wordt de unieke couleur locale ingezet als ultieme marketingtool. Het doel van deze city- en regiomarketing is om de eigen stad of streek op de kaart te zetten. Oftewel: om zoveel mogelijk binnenlandse toeristen te trekken. Want als je bezocht wordt, doe je ertoe. Bovendien is bezoek gezellig en brengt het geld in het laatje.
Het is best aardig, al die grappige leuzen. Maar heeft het ook zin? Dat is de hamvraag. Zeker in deze tijden van forse bezuinigingen op gemeenten en provincies. Want dat citymarketing geld kost, is zeker. Maar wat levert het nu eigenlijk op? Tegenover enthousiaste burgemeesters en wethouders staan kritische deskundigen en twijfelachtige ervaringen. Zo investeerde de stad Nijmegen enkele tienduizenden euro’s voor een nieuw logo plus pakkende punchline. Uiteindelijk werd het ‘Altijd Nijmegen’ en leek het logo sterk op het logo dat eerder was gemaakt voor het 25-jarig bestaan van stadsdeel Amsterdam-Noord. Dat schiet dus niet op.
Succesvolle gebiedsmarketingNiet voor niets stelt hoogleraar citymarketing Hospers dan ook dat een stad vooral aantrekkelijk moet zijn in plaats van zichzelf
aantrekkelijk te willen maken via een slogan. De basis moet dus op orde zijn. In de vorm van een aantrekkelijke openbare ruimte, goede bereikbaarheid en voldoende recreatiemogelijkheden bijvoorbeeld. Laat gemeenten daar eerst in investeren. De sexy slogan komt daarna pas.
Een andere voorwaarde voor succesvolle positionering en profilering van stad en ommeland is een goede organisatie van de citymarketing. Veel belangrijker dan het bedenken van een leus is het beheer van alles wat daarmee samenhangt. Het bijhouden van de website, een mooie brochure die goed verspreid wordt, het organiseren van aansprekende activiteiten, het uitvoeren van goede doelgroepanalyses, enzovoorts. Voor al deze zaken is tijd en geld nodig. Opgebracht door zowel de overheid als het bedrijfsleven. Want succesvolle gebiedsmarketing vraagt doelmatige publiekprivate samenwerking gebaseerd op een heldere taakverdeling tussen alle betrokkenen.
Dat dit allesbehalve vanzelfsprekend is, weet ik nog uit mijn tijd bij MKB-Amsterdam. In Amsterdam zijn minstens vijf organisaties actief met het aantrekken van buitenlandse bestedingen. En dan heb ik het nog niet eens over (branche)organisaties als Horeca Nederland die ook graag zoveel mogelijk toeristen naar de cafés en hotels willen lokken. Ook de wethouder zag uiteindelijk in dat deze wildgroei vol overlap te veel van het goede is en zodoende wordt nu gewerkt aan het optuigen van één centrale organisatie.
Superstad vs. DomdorpMaar er is nog een aspect. Neem de twee aangrenzende provincieplaatsen Superstad en Domdorp. Superstad heeft zijn zaakjes perfect op orde en begint een verleidelijke campagne om zoveel mogelijk mensen te bewegen het historische stadshart
Elke zichzelf respecterende stad of regio heeft tegenwoordig zijn eigen reclameboodschap. Toen ik onlangs ter voorbereiding op een Tweede Kamerdebat over toerisme een inventarisatie maakte (overigens via twitter), had ik binnen een uur meer dan dertig pakkende voorbeelden op een rij.
Alleen een leuke lokale leus is niet genoeg
Door Kees Verhoeven Tweede Kamerlid D66 @KeesVee
Kees Verhoeven:‘Het is best aardig, al die grappige leuzen. Maar heeft het ook zin?’
05
Opbrengsten campagne 83,2 miljoen euroRecent verscheen het boek ‘Er gaat niets boven citymarketing’
van prof. dr. Gert-Jan Hospers, bijzonder hoogleraar city- en
regiomarketing aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De
hoogleraar concludeerde dat het imago van Groningen onder
niet-bezoekers slecht was: ze gaven een 5,6. Bezoekers gaven de
provincie echter een 7,8. Precies in dat verschil zit de speelruimte
voor citymarketing om het imago te verbeteren, meent Hospers. Dat
Hospers het boek vernoemde naar de campagne van Groningen is
geen toeval. De campagnes blijken te werken, tussen 2004 en 2007
werden er bijvoorbeeld 183.640 overnachtigen extra geboekt en
het aantal dagrecreanten in Stad nam met 796.000 toe. Hospers
becijferde dat de inspanningen van Marketing Groningen de
provincie in die periode 83,2 miljoen extra opleverde. (red.)
‘Eigenlijk ben ik het op hoofdlijnen wel met Kees Verhoeven eens’, begint citymarketeer Jean-Pierre Komans uit Westernieland. Komans deed in opdracht van Marketing Groningen onderzoek naar het vermarkten van Noord-Groningen en is oprichter van het kennisplatform citymarketingonline.nl. ‘Het toverwoord is inderdaad samenwerking. Want om citymarketing goed uit te voeren, heb je een groot aantal partijen nodig. Maar dat is tegelijkertijd ook een zwakte, want als iedereen meedenkt kunnen er onwerkbare compromissen uitkomen. Daarom vind ik het ook goed, dat Marketing Groningen wel echte keuzes heeft durven maken. Door met de G7 de trekpleisters te benoemen, sta je sterk. Want wanneer je alles wilt benoemen, wordt je boodschap minder krachtig.’Net als Verhoeven, meent ook Komans dat plaatsen als ‘Superstad’ en ‘Domdorp’ niet met elkaar moeten concurreren. ‘De intentie om jezelf op de kaart te zetten is lovenswaardig, maar het moeten geen losse flodders worden. Bovendien zorgt het ook niet voor een eenduidig beeld. Kijk, een slogan is de kers op de taart. Zoals Verhoeven stelt, moet je je faciliteiten ook op orde hebben. Wat dat betreft is citymarketing net gewone marketing. Je kunt alleen merkwaarden communiceren die kloppen en authentiek zijn. Anders val je door de mand.’ (red.)
‘Marketing Groningen durft te kiezen’
te bezoeken. Intussen worstelt het bestuur van Domdorp met de opgebroken toegangsweg en heft de gemeente geen toeristenbelasting omdat de partij Domdorp lokaal zich hier fel tegen verzet. Er is dus ook geen geld voor gebiedsmarketing. Zo trekken steeds meer bezoekers naar Superstad, terwijl Domdorp langzaam wegkwijnt.
Dit gedachte-experiment toont aan dat een potje touwtrekken om binnenlandse bezoekers een vorm van concurrentie tussen gemeenten is, die per saldo weinig oplevert. Mensen kunnen hun geld maar een keer uitgeven en als ze dat op plek A doen, doen ze dat niet meer op plek B. Naast het verdelen van (vechten om!) de binnenlandse toerismetaart is het veel slimmer om de gehele toerismetaart te laten groeien. En dat kan alleen door het aantrekken van meer buitenlandse bezoekers naar Nederland! Om die reden heb ik me hard gemaakt voor het terugdraaien van de bezuiniging (kaalslag) van maar liefst 65% op het budget voor Nederlandpromotie. En met succes, want inmiddels hebben ook alle drie de coalitiepartijen het licht gezien. Gelukkig maar. Want ondanks het feit dat er niets boven Groningen gaat, heeft het weinig zin te investeren in regionale citymarketing als je tegelijkertijd fors bezuinigt op de Nederlandpromotie.
De bevlogen recreatiepionier van Winsum
06
Eigenlijk is Douma niet ontevreden. ‘Het kan altijd beter ’, is zijn commentaar. ‘En het hangt ook van jezelf af. In mijn jaren als recreatie-ondernemer heb ik geleerd, dat je niet moet afwachten tot alles vanzelf voor je wordt geregeld. En bovendien moet je zorgen dat je zelf ook actief deelneemt aan het plaatselijke gebeuren, om daarmee goede contacten te krijgen. Zo ben ik voorzitter geworden van de plaatselijke ondernemersvereniging, die regelmatig met de gemeente overlegt over zaken waarmee we ons dorp op de kaart kunnen zetten: dat is goed voor Winsum en ook goed voor alle bedrijven die hier zijn gevestigd.’
Hoewel Douma over het algemeen positief gestemd is over de politieke en bestuurlijke organen waarmee hij als ondernemer te maken heeft, stuit hij toch ook regelmatig op problemen. Zo wordt dit jaar de brug over het Verbindingskanaal in Winsum opgeknapt, zonder dat daarbij de doorvaarthoogte wordt verhoogd. Voor Marenland Recreatie is deze verhoging van belang: niet zozeer voor de kleine kano’s maar wel voor de wat grotere boten. Daarbij merkt Douma dat er in het openbaar bestuur nauwelijks wordt gedacht aan de gevolgen voor zijn bedrijf. En niet alleen voor Marenland: ook in de nieuwbouwwijk De Brake wordt voor de bewoners, die immers allemaal een steiger met eigen boot hebben, niet voorzien in een goede doorvaart. Douma heeft de gemeente al gewezen op deze aspecten, maar heeft ervaren dat de instanties hier nauwelijks aandacht aan geven; hij is nog altijd in afwachting van antwoord.
ReitdiepdalEn dan heeft Marenland, een middelgroot bedrijf dat op hoogtijdagen enkele honderden gasten bedient, ook met allerlei regelgeving te maken, van brandweervoorschriften tot het bestemmingsplan. Nu eens wordt Douma geconfronteerd
met gebrek aan soepelheid, dan weer ondervindt hij dat men tegemoetkomt aan zijn specifieke situatie: ‘Het verschilt per keer, en ook is de ene ambtenaar nu eenmaal gemakkelijker dan de andere. Men wil best wel meedenken, maar heeft zelf ook te maken met andere partijen.’
KoninkrijkjesEn van die partijen zijn er nogal wat: als er iets te beslissen valt in of rondom Winsum, is er altijd een reeks organisaties betrokken: niet alleen het Winsumer gemeentebestuur, de provincie Groningen (de Gebiedscommissie Reitdiepdal) en het Rijk (de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie), maar ook het Waterschap, belangenorganisaties als het Groninger Landschap en niet te vergeten de boeren uit de omgeving. Allemaal hebben die hun eigen visie en belangen. ‘Het zijn soms net koninkrijkjes,’ aldus Douma, ‘die zich vooral sterk maken voor hun eigen zaak en daarin voorbijgaan aan andere belangen.’ Dat is voor hem nog het lastigst: het woud aan instellingen en organisaties waarmee hij als ondernemer te maken heeft, en waarin het moeilijk is overeenstemming te bereiken.
Rijk hoeft hij er niet van te worden, laat Douma weten. ‘Als ik dat zou willen, was ik wel iets anders begonnen.’ Maar voldoening geeft het hem wel: ‘Mijn vrouw en ik moeten er hard voor werken om als bedrijf ook aan alle financiële verplichtingen te voldoen, we hebben uiteindelijk hoge lasten. Maar het geeft ons wel veel voldoening zo’n mooi bedrijf te hebben. En ook al komen we oorspronkelijk niet hier vandaan maar uit Loppersum, we vinden het hier in Winsum toch heel prettig.’ Met trots laat hij het terrein zien van Marenland Recreatie, met het grote terras, de aangemeerde boten, de trekkershutten, en achter beschermende hagen, pal ernaast, het weidse Groninger landschap.
Aan de rand van Winsum, vlak onder de brug waar de provinciale weg het Winsumerdiep oversteekt, ligt Marenland Recreatie. Het maakt gebruik van Groningens sterke punten: je kunt er overnachten, met groepen terecht en een boottocht maken door Winsum en het weidse landschap. Ondernemer Kees Douma vertelt over zijn ervaringen met de verschillende Groningse organisaties en politiek-bestuurlijke instellingen waarmee hij te maken heeft. Door Michiel Hagdorn en Tom Rustebiel
07
Aad van der Drift is namens D66 raadslid in de gemeente Winsum en hij kent Kees Douma persoonlijk. ‘Marenland en Ad Noren in Garnwerd zijn de enige grote toeristische bedrijven in Winsum. Er zijn nu en dan wel eens wat andere pogingen gedaan om iets te ontwikkelen, maar het komt niet echt van de grond. Het is geen focus van de gemeente, en de competenties van het gemeentelijk apparaat zijn niet op toerisme gericht.’
Van der Drift kan zich de klachten van Douma wel voorstellen. ‘De gemeente doet hard zijn best om vriendelijker te worden richting ondernemers. In de meest recente MKB-lijst stond Winsum in de onderste regionen, maar of dit college van PvdA, GroenLinks en Gemeentebelangen dat wil
‘Gemeente beter verkopen’
veranderen is maar de vraag. Ik zou daar graag bij willen helpen, maar je moet natuurlijk ook in de mogelijkheden van zo’n kleine gemeente denken.’
‘De focus op toerisme moet ook vanuit ondernemers komen’, meent Van der Drift. Winsum ligt bijvoorbeeld aan het Pieterpad. Winsum zou een perfecte eerste overnachtingsplek voor de wandelaars kunnen zijn. Maar dan moeten de ondernemers dat wel op het pad aangeven. Bovendien hebben we met het Reitdiepdal rondom Garnwerd een uniek stukje Nederland. Met meer overnachtingsmogelijkheden is dat een prachtgebied voor weekendrecreatie. Maar we zijn helaas slecht in het verkopen van onze eigen gemeente. (red.)
Kees Douma:‘Het zijn soms net koninkrijkjes die zich vooral sterk maken voor hun eigen zaak en daarin voorbijgaan aan andere belangen.‘
Aad van der Drift:‘De gemeente doet hard zijn best om vriendelijker te worden richting ondernemers.’
De Groningse tolerantie
08
‘Zou je iets over Groningen willen schrijven?’ werd me onlangs gevraagd, terwijl ik in New York aan het werk was. Ik zat bij een vergadering van de Verenigde Naties, waar de Islamitische landen zich tegen het Westen keerden. Pakistan, Egypte, Bahrein en consorten namen de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, mevrouw Pillay, flink onder vuur omdat ze het waagde het op te nemen voor homo’s in de wereld. ‘Die mogen niet het slachtoffer worden van geweld en discriminatie,’ had zij gezegd. Een nogal open deur zou je zeggen, maar niet voor de meer dan 80 landen in de wereld die homoseksualiteit strafbaar stellen.En toen kwam dat bericht over Groningen binnen op mijn Blackberry. ‘Er gaat niets boven Groningen,’ zei ik automatisch tegen mezelf, terwijl ik naar de diplomaat uit Pakistan luisterde die beweerde dat mensenrechten niet gelden voor alle mensen en dat de VN niet over onnatuurlijk gedrag zouden moeten praten. Ik koos ervoor om even niet meer te luisteren en in gedachten stapte ik het treinstation van Groningen uit en liep ik over het bruggetje langs het Groninger Museum. Welke tentoonstelling zou Kees van Twist, de directeur, hebben binnengehaald? Ik herinner me hoe hij Gorbatsjov, de oud-president van de Sovjet-Unie, eens had gestrikt een expositie te openen. Ik kwam langs de Synagoge en liep door naar de der Aa-kerk. Daar was ik in de zomer van 2011 nog geweest, toen Groningen de Roze Zaterdag had georganiseerd. Aan de vooravond ervan had burgemeester Rehwinkel een groot diner georganiseerd waarvoor de fine fleur van homoseksueel Nederland was uitgenodigd. We zaten aan lange tafels en luisterden naar boeiende
toespraken. Elke spreker had het over tolerantie en inclusiviteit. Daar zou die diplomaat uit Pakistan bij hebben moeten zijn, dacht ik, terwijl mevrouw Pillay dapper stand hield en in haar antwoord uitlegde dat de universele verklaring van de rechten van de mens universeel is. En dat universeel betekent voor alle mensen en niet alleen voor de heteroseksuele meerderheid. ‘Ook seksuele minderheden hebben recht op bescherming en mogen niet gediscrimineerd worden.’ ‘Er gaat niets boven Groningen,’ bleef door mijn gedachten dwalen. Van de Groningse tolerantie zou men in de wereld nog veel kunnen leren.
Boris Dittrich Voorzitter D66 New York
Beel
d Ar
end
Jan
Won
ink
09
Het belooft direct een enerverende middag te worden. Op de eerste vraag van Cees, ‘Hoe belangrijk is het dat een wethouder of gedeputeerde met Cultuur in de portefeuille verstand heeft van kunst en cultuur?’ komt het gehele scala van ‘maakt niet uit’ tot ‘heel belangrijk’ voorbij. Rudi Kamminga trekt de vergelijking met economie. ‘Als een wethouder Economie van dat vakgebied niets afweet, is de wereld te klein. Waarom vinden we het dan niet erg om een wethouder Cultuur te hebben die uit een heel ander vakgebied afkomstig is. We moeten onszelf wel serieus nemen.’ Het gaat bij cultuur vooral om de passie en niet zozeer om de kennis, vinden de anderen. ‘Het is jammer dat cultuur maar zo’n klein deel is van een portefeuille’, vindt Herman. ‘Dan kun je ook wel begrijpen dat zo’n wethouder niet bij elke voorstelling in de stad kan zijn.’ Cees heeft een oplossing: ‘Benoem uit je eigen partij hulpwethouders die namens jou voorstellingen en openingen bezoeken.’
Ego’sNatuurlijk komt het gesprek al snel op de bouw van het Forum. Onverdeeld tevreden over de gang van zaken is het gezelschap bepaald niet. Rudi: ‘Het Forum is het resultaat van een krachtenveld waarbij bepaalde personen een stevige positie hebben ingenomen. Het is niet zo dat het Forum voortkomt uit een heldere visie op cultuur. Bij de besluitvorming rond het
Forum is een zekere kokervisie ontstaan, wat je ook ziet in de documentaire ‘De nuloptie’ van Martin Duinev en Bjorn Eerkes.’ Dat er geen vlakkevloertheater in het Forum komt, vindt hij een gemiste kans: ‘Zo’n voorziening ontbreekt echt in de stad. Je zou zo’n ruimte dan ook kunnen gebruiken voor andere bijeenkomsten. Daarover is aanvankelijk wel gesproken, maar er is niets van terecht gekomen.’
Wild ideeCees ziet zo’n zaal ook wel zitten: ‘Dan maak je daar meteen de nieuwe raadzaal van met een grote publieke tribune. Laat de Stadjers maar zien dat de politici het stadhuis uit komen naar ons eigen gebouw: het Forum. Helaas bleek dat idee een beetje te wild.’ Rudi vervolgt dat de invulling van het Forum nog onduidelijk is, maar dat hij hoopt dat het niet een ouderwets multifunctioneel centrum wordt met een een bibliotheek, een filmhuis en een ontmoetingsplek.
Kunst hoort er bijDaarmee komt het gesprek op wat er in de stad nog meer ontbreekt aan culturele voorzieningen. Eric wijst erop dat er nog steeds geen tweede muziektheater is. ‘Een dynamische stad als Groningen moet bruisen. Net als Amsterdam. De aanwezigheid van kunst- en culturele voorzieningen bevordert het vestigingsklimaat. In een stad van cultuur willen mensen graag
TussenKunst& Cees
Kunst en Cultuur lijkt voor een tweedeling in de maatschappij te zorgen. Is het inderdaad alleen een ´hobby van links´ of is er breed draagvlak voor de kunsten? Moet er een prijskaartje geplakt worden op kunst? En is kunst noodzakelijk voor de opvoeding van onze toekomstige generatie?
Daarover gingen de deskundigen Cees van der Veur, Herman van Hoogdalem, Rudi Kamminga en Eric Bos met elkaar in debat. Cees is tekenleraar, zelfstandig kunstenaar en prominent D66-lid. Herman is eveneens docent en beeldend kunstenaar. Rudi is kunstliefhebber en programmeur voor het Grand Theater en het Jonge Harten Festival. Eric tenslotte is beeldend kunstenaar en publicist (o.a. rubriek Visualia in het Dagblad van het Noorden). Genoeg ervaring aan de kant van de kunstenaar, de programmeur en de kritische zijlijn dus.
Door Marjan Brouwers @marjanbrouwers
Cees:‘Als ik in het voorjaar de eerste krokussen zie, dan doet mij dat goed. Dat heeft niets met geld te maken.’
10
wonen. Helaas wordt kunst tegenwoordig vaak gekoppeld aan economische waarde en die twee horen gewoon niet bij elkaar.’ Rudi is het daar van harte mee eens: ‘Als je kunst en cultuur met economie verbindt, kom je op een hellend vlak. Wat is kunst je waard? Hoeveel heb je over voor vernieuwing? Als je jongeren vraagt wat ze van kunst en cultuur vinden, zeggen negen van de tien dat ze er niets aan vinden. Cultuur is niet cool.’
Een gestripte samenlevingHerman vertelt over zijn bezoek aan Kabul twee jaar geleden. ‘Daar is kunst letterlijk weggeschoten. Je ziet er geen beeld, geen tempel, geen versierde lantaarnpaal. Een volledige kaalslag. Kunstenaars trekken weg. Wat gebeurt er met een samenleving als je de cultuur weghaalt? Dan strip je je samenleving. Alles zakt in en glijdt af. Kinderen die hier twee jaar muziekschool achter de rug hebben spelen beter dan conservatoriumstudenten in Kabul.’ Het gevaar dat de belangstelling voor kunst en cultuur uit de samenleving verdwijnt, geldt ook voor Nederland, vindt Rudi. ‘In Duitsland kun je met willekeurig wie nog weleens een gesprek voeren over Thomas Mann. Dat kun je hier wel vergeten. Het gaat erom dat mensen trots zijn op de kunst en cultuur van hun land. Dat is hier niet meer zo.’
Begin in het basisonderwijsHerman haalt de discussie terug naar de stad en oppert het promoten van De Ploeg in Groningen. Te laat, vindt Eric. ‘Alleen
ouderen lopen daar nog warm voor. Je moet juist jong beginnen. Op de basisschool. Dan kun je nog iets bereiken met kinderen.’ Helaas zijn alle vakleerkrachten wegbezuinigd, waardoor daarvan weinig terecht komt, vindt Herman. Op het voortgezet onderwijs gebeuren soms mooie dingen tijdens de verplichte CVK-lessen, maar vaak slaat de aanpak de plank mis. Eric: ‘Sturen ze klassen vol pubers naar het NNO in de Martini Plaza. Zitten ze met z’n allen te keten. Dat is bepaald niet de goede aanpak.’ Dat het ook anders kan geeft Rudi aan: ‘Bij ons Jonge Harten Festival organiseren we workshops waarbij jonge mensen de theatermakers ontmoeten en leren kennen. Als ze daarna de voorstelling gaan zien, hebben ze een grotere verbondenheid en sterkere beleving bij wat ze zien. Dat kost tijd en aandacht maar het werkt wel.’
Uitdaging voor D66Om jongeren warm te krijgen voor kunst, is enthousiasmerend onderwijs nodig, vindt Herman. De passie van de leraar is doorslaggevend. Die uitdaging zou Cees als leraar graag aangaan. ‘Het lijkt mij leuk om studenten van Minerva scholen te laten bezoeken met een beroemd schilderij onder hun arm. Leerlingen gaan dan op school zelf schilderen op de manier van dat schilderij. In de zomervakantie wordt dan een expositie in het Groninger Museum gehouden ,waarbij we de schilderijen van de leerlingen en het origineel laten zien. De kinderen krijgen allemaal vrijkaartjes om hun ouders, broertjes en zusjes,
Beel
d Ar
end
Jan
Won
ink
opa’s en oma’s een rondleiding te geven. Dan krijg je in een klap grote groepen binnen die anders nooit komen.’ Het idee valt goed bij de anderen: ‘Laat D66 daar dan iets aan doen, als onderwijspartij.’
Economische waarde is onzinWat is de economische waarde van kunst, is de volgende vraag. Cees vindt dat kunst helemaal geen economische waarde hoeft te hebben. ‘Als ik in het voorjaar door het plantsoen fiets en de eerste krokussen zie, dan doet mij dat goed. Dat heeft niets met geld te maken. Zo is het ook met kunst. Daarom is het ook zo jammer dat al die prachtige schilderijen in het Stadhuis en het Provinciehuis alleen door ambtenaren worden gezien. Die kunst zou vrij toegankelijk moeten zijn voor iedereen!’ Herman vindt het eigenlijk heel calvinistisch om kunst een functie te willen geven. ‘Kunst moet opvoedend en verheffend zijn of het moet je een spiegel voorhouden. Waarom eigenlijk? Dat hoeft helemaal niet.’ Eric: ‘Tegenwoordig moet je het nut van kunst hard maken door de economische waarde te laten zien. Dat kan helemaal niet. Als je ziek bent, word je niet beter van kunst. Een asperine werkt beter. En dan nog iets. Waarom moet kunst toegankelijk zijn voor iedereen? Kunst is bijzonder en dat moet het ook blijven. Er moet juist wel een drempel zijn. Kunst zorgt ervoor dat je iets meemaakt wat nieuw en bijzonder is. Iets wat je aan het denken zet. Kunst neemt je mee naar een andere omgeving. Dat is juist de kracht van kunst. Maar hoe deel je dat
Linker bladzijde:
Cees van der Veur,
tekenleraar, schilder en
D66-lid
met mensen die zich nergens in herkennen en er niets van willen weten?’ Cees wijst op een project dat hij indertijd heeft gedaan in de Indische Buurt. ‘We hebben toen samen een voorstelling gemaakt die over die mensen ging. Toen kwamen ze wel.’ Rudi vindt Noorderzon een goed voorbeeld. ‘Je ziet er steeds meer mensen op af komen en echt niet alleen de ‘usual suspects’! Noorderzon heeft echt een breed draagvlak in de stad.’
Dynamische stadBetrek mensen bij kunst door te beginnen via het onderwijs, neem kunst en cultuur serieus en hang er geen prijskaartje aan. Dat is wel zo’n beetje de conclusie van het gesprek. ‘Kunst hoort bij een dynamische stad ’, zegt Eric. ‘Begin zo vroeg mogelijk met kunst, zodat kinderen al jong leren wat kunst is en wat het voor ze kan betekenen,’ vindt Herman. Cees pleit ervoor om veel meer kunst toe te laten in het openbare leven. Zoals in Parijs, waar het Centre Pompidou schilderijen heeft opgehangen in een circustent waar iedereen gewoon doorheen kan lopen.
Verbindingen leggenRudi besluit het gesprek met een oproep om verbindingen te leggen tussen instellingen en het brede publiek. ‘Er zou een einde moeten komen aan de negatieve en gepolariseerde stemming die nu om de kunsten hangt. Kunst en cultuur vertegenwoordigen een grote rijkdom en het zou mooi zijn als iedereen daar op zijn of haar manier in kan delen.’
Herman van Hoogdalem,
docent Minerva en de
Klassieke Academie,
beeldend kunstenaar
Rudi Kamminga, programmeur
theater en dans, medewerker
marketing en publiciteit van het
Grand Theater
Eric Bos, columnist van de
rubriek Visualia in het Dagblad
van het Noorden,
beeldend kunstenaar
11
Herman: ‘Als je de cultuur weghaalt, strip je je samenleving en zakt alles in.’
Rudi: ‘Als je kunst en cultuur met economie verbindt, kom je op een hellend vlak.’
Eric: ‘Kunst neemt je mee naar een andere omgeving. Dat is juist de kracht van kunst.’
Hondsrug op voor UNESCO-status
12
Eén van Drenthes economische pijlers is de recreatie. Ongeveer 20 procent van de inkomsten van Drenthe wordt in het toerisme verdiend en de trekpleister in deze dunbevolkte provincie is de natuur: uitgestrekte heidevelden, bos en heel bijzonder voor ons land: keien. Hunebedden zijn door heel Drenthe te vinden en de meeste bevinden zich in het gebied dat wordt aangeduid met de Hondsrug, een verhoging in het landschap die begint bij Emmen en Coevorden en eindigt op de Grote Markt in Groningen.
GeoparkenSinds begin dit jaar wordt dit gebied aangeduid met de term Geopark Hondsrug. Het ligt in de bedoeling om volgend jaar bij de UNESCO de speciale status van Geopark aan te vragen. Naar men hoopt zal het gebied vanaf 2013 deze status ook officieel mogen voeren. Over deze aanvraag en de kansen die deze status biedt, spraken wij met Harrie Wolters, projectleider van het Kenniscentrum Geopark de Hondsrug in Borger.
Naast het in 2005 geopende Hunebedcentrum in Borger bevindt zich het Kenniscentrum van waaruit de aanvraag voor de speciale Geoparkstatus wordt voorbereid. Het bijzondere aan de status van een Geopark is dat het een unieke geologie koppelt aan de cultuur-historische achtergrond van het gebied en zijn bewoners. Op de lijst van UNESCO-Geoparken prijken inmiddels wereldwijd 87 parken, waarvan er zich 49 in Europa bevinden. De dichtsbijzijnde Geoparken zijn onder meer het Teutoburgerwald, de Harz en de Eiffel.
Bekender dan de Geoparken zijn de monumenten van de UNESCO-werelderfgoedlijst. Het verschil is met name gelegen in het feit dat Geoparken een veel groter gebied bestrijken terwijl een werelderfgoed vaak ‘een ding’ is, een object met een unieke cultuur-historische waarde. Daarnaast bestaat er het UNESCO-wereldnatuurerfgoed met als bekendste Nederlandse voorbeeld
Wie op de Grote Markt om zich heen kijkt, ziet dat alle zijstraten licht aflopen richting de (voormalige) kanalen, om daarna af te vlakken. Maar zuidwaarts blijven de wegen glooien over de Hondsrug, helemaal tot in Emmen. Dit bijzondere gebied wil bij UNESCO de status van Geopark aanvragen.
Door Erwin de Vries
de Waddenzee. Geoparken vormen een soort kruising tussen beide: een geologisch unieke structuur verbonden met een cultuur-historische achtergrond en gericht op een economisch-toeristisch duurzame ontwikkeling van het gebied.
Samenwerking met GroningenAlle Drentse gemeenten op de Hondsrug hebben zich beter met elkaar verbonden om deze status samen te bewerkstelligen. En hoewel er weliswaar ook gesprekken zijn geweest met de beide Groningse gemeenten die deel uitmaken van het gebied – Haren en Groningen – heeft met name de laatste gemeente nog niet direct toegehapt. ‘Daar laat Groningen echter wel een kans liggen,’ aldus Wolters,’ want Drenthe trekt jaarlijks veel toeristen. Groningen zou zich als aantrekkelijke winkelstad in een gezamenlijke campagne met de Drentse partners ook voor deze toeristen goed op de kaart kunnen zetten. Marketing Groningen heeft daar wel oren naar, alleen zouden de verantwoordelijke politici in de stad zich daar nog meer bewust van kunnen worden. Want juist een gezamenlijk project als dit Geopark zou voor de stad Groningen een versterking van zijn centrale positie in het Noorden kunnen betekenen.’
Het onderzoek naar de Hondsrug en zijn ontstaan en ontwikkeling heeft in de afgelopen jaren helemaal stilgelegen. ‘De laatste publicatie dateert al weer uit 1970’, merkt Wolters op, ‘en er valt nog zo ontzettend veel te ontdekken.’ Anders dan de meeste mensen denken, is de Hondsrug niet ontstaan als stuwwal – een verhoging in het landschap door schuivend ijs – maar door smelting en afvloeiing van het water. ‘Allemaal in de Saale-ijstijd, ruim 130.000 jaar geleden. De vele vennetjes in het gebied vinden hun oorsprong in een andere ijstijd, namelijk de Weichsel-ijstijd die ruim 12.000 jaar geleden eindigde. Deze vennen ontstonden uit de zogenaamde pingoruïnes, ijsophopingen die door afsmelting veranderden in kraters waar
zich water ophoopte of waar veen werd gevormd. Eén van de bekendste pingoruïnes is het ven op de Kampsheide bij Balloo. Allemaal bijzondere landschappelijke ontwikkelingen die nader onderzoek verdienen en waar de status als Geopark een positief effect op zou kunnen hebben.’ Daarbij kan er veel gebruik worden gemaakt van het wereldwijde netwerk van Geoparken. ‘We kunnen heel veel leren van de collega’s die al over de status van Geopark beschikken. Je kunt dan met name denken aan educatie – niet alleen gericht op toeristen maar zeker ook op de eigen bevolking – en de juiste vertaalslag naar de toeristische ontwikkeling.’
AmbassadeursTot nu toe was de Hondsrug eigenlijk een ‘merk zonder lading’ en deze samenwerking kan daar verandering in brengen. ‘Zo hoeft niet iedere gemeente op de Hondsrug zijn eigen visie op duurzame ontwikkeling te bedenken maar kunnen we het in gezamenlijkheid formuleren.’ Belangrijke pijlers in die duurzame ontwikkeling van de regio vormen de streekproducten en waterfiltering. ‘Met name dat laatste punt wordt vaak vergeten,’ benadrukt Wolters, ‘maar is natuurlijk een cruciale factor voor het welzijn van de bevolking.’
Een cruciale factor in het welslagen van deze aanvraag, is de plaatselijke bevolking. ‘Die is uiteindelijk de ambassadeur van het gebied. Onze inspanningen zijn er dan ook met name op gericht om de bevolking van het belang van de status als Geopark te overtuigen.’ Juist die specifieke status biedt volgens Wolters een goed uitgangspunt. ‘De mensen worden niet opgesloten in een reservaat, integendeel: het kan een goed ontsloten regio versterken in zijn duurzame ontwikkeling. Een regio, waar toeristen graag naartoe komen om rust, gemoedelijkheid, een boeiend landschap en aantrekkelijke koopcentra te vinden.’
13
Geopark De HondsrugHet Hondsruggebied kent een zeer boeiende, lange geschiedenis,
die al ver voordat de mens op aarde was begon en doorgaat tot in
de toekomst. Het landschap valt te lezen als een boek, met op elke
bladzijde een nieuw verhaal. De optelsom bepaalt de identiteit van
het Hondsruggebied. Dit is de basis voor een duurzame toekomst.
Hoe die eruit gaat zien, is aan de inwoners van het gebied. Het
project Geopark de Hondsrug kan hierbij helpen. Meerdere partijen
op de Hondsrug hebben de handen ineengeslagen en besloten om
de verhalen van de Hondsrug opnieuw te onderzoeken, te noteren
en te gebruiken voor een toekomstvisie waarvan toerisme een
belangrijk onderdeel is.
Zie ook:
http://www.geoparkdehondsrug.eu/
http://www.hunebedcentrum.nl/
http://www.europeangeoparks.orgWest-oost profiel door de Hondsrug in de stad Groningen
Paul de Rook (raadslid Groningen) – Academiegebouw StadIk vind niets mooier in Groningen dan ‘s avonds even voor het academiegebouw langs te lopen, het is daar dan muisstil. Erg inspirerend...
Gabriëlle Copini - van der Meulen (raadslid Groningen) – Zuiderhaven StadIk loop vaak over dit bruggetje, en geniet van het uitzicht over het water. Deze plek biedt een stukje rust en natuur in de stad. Je zou bijna vergeten dat er achter het Sluiskantoor een drukke weg is.
14
Mo
ois
te p
lekj
es v
an S
tad
en
Om
mel
and
Aad van der Drift (raadslid Winsum) – Reitdiepdal Het mooiste plekje van onze provincie is het Reitdiep. Niet aan deze of aan de andere kant, maar gewoon het Reitdiep, het landschap daar is Groningen op zijn best: stil, bewerkt en mooi.
Erik Akkermans (raadslid Groningen) – Hereplein StadHet Tschumi Paviljoen op het Hereplein zie ik als mooi en inspirerend: het plein is een historische plek, als verbinding tussen station en binnenstad en het paviljoen laat Groningse ambities zien op het gebied van architectuur, beeldende kunst en mediakunst.
Gerben Pek (wethouder Haren) - SellingenIk vind Sellingen en omgeving het mooiste plekje van Groningen.
Dit is een foto met een verhaal, want ik ben lid vanaf 1977 en sinds 2002 zit ik namens D66 in de gemeenteraad. Sindsdien heb ik me ook altijd ingezet dit gebied onbebouwd te laten maar onlangs heeft de grootst mogelijke raadsmeerderheid ingestemd met een bestemmingsplan dat woningbouw aldaar mogelijk maakt. Alleen de 2-persoonsfractie GroenLinks/D66 was en is mordicus tegen.
Gerard Renkema (raadslid Slochteren) - Slochteren
Paula Benjamins - van Oudheusden (statenlid) – Landgoed Nienoord Leek
Landgoed Nienoord, via Leek helemaal over het fietspad binnendoor richting Lettelbert. Erg mooi natuurgebied , waar je ook nog het Leekstermeer ziet...
Jetze Luhoff (raadslid Groningen) – Stadstrand CiBoGa StadMijn mooiste plekje is het stadstrand op het CiBoGa terrein in het Ebbingekwartier, een mooie plek met uitzicht op de skyline van de binnenstad met de kerken, met oude elementen van de watertoren en de pijp van het CiBoGa terrein, de silo, de studentenwoningen het UMCG terrein, noem maar op.
Mooiste plek van Groningen: Hoogeland, Middelstum. Rust, ruimte, historie en op en top Groningen.
Tim Zwertbroek (statenlid) – ’t Hoogeland bij Middelstum
Johnny de Vos (raadslid Oldambt) – Winschoter bosHet Winschoter bos ofwel babybos. Een klein stukje natuur ten zuidwesten van Winschoten met daar reeën, hazen, vossen, uilen, vleermuizen en nog veel meer. Het bewijs dat ook kleine natuurgebiedjes bijdragen aan natuurbeleving. Helemaal omdat we er tegenaan wonen.
15
Nelleke de Graaf - Drijvers (statenlid) - NieuwstatenzijlNieuwstatenzijl heeft alles; rust en ruimte. Maar het stimuleert tot denken vanwege de natuur en het uitzicht op economische ontwikkelingen, groene energie en de poort van Noord-Europa.
Wil Legemaat (raadslid Haren) – Quintusbos GlimmenDe mooiste plek van Groningen is voor mij het Quintusbos in Glimmen. Eigenlijk geen bos, maar een park, met verrassende plekken, mooie laanstructuur en schitterende doorkijkjes met op veel plaatsen een fraaie lichtinval. Ideaal wandelgebied. Staatsbosbeheer renoveert het momenteel.
Alian Spelde (raadslid Veendam) – Langebosch WildervankOns huis aan het water in Wildervank op Rietgors 10 in de wijk Langebosch. De foto zegt genoeg!
Klaas Pals (raadslid Stadskanaal) – Het StadskanaalDeze is voor mijn huis en geeft zicht op het Stadskanaal in de herfst. Je hebt bij mij een mooi vergezicht over het meest rechte kanaal van Nederland. Het is een lang lint dat al in 1815 werd voltooid. Dus al een hele geschiedenis.
Fokke R. Fennema (raadslid Haren) - HarenMijn mooiste plekje Groningen is achterin m’n tuin te vinden. Daar zit ik graag bij te komen en te mijmeren bij ondergaande zon, met kwakende kikkers, ruisend riet, en een glaasje erbij.
Hans Klück (redactie) – Monument Ede Staal Delfzijl Dat is het monument van Ede Staal, vanwege de ligging, de rust en de weidsheid van het Grunneger laand. Ede verbindt alle Groningers en staat voor de identiteit. Ik ben sowieso fan van de zee, lekker de wind door de haren!
Mike van der Werff (raadslid Hoogezand-Sappemeer) – Ennemaborg MidwoldaVoor mij is dit de Ennemaborg en het bijbehorende koetshuis in Midwolda. Prachtig in elk seizoen, zowel wat betreft de natuur als de sfeer. Gelukkig kan je, na je wandeling, weer in het koetshuis terecht voor koffie met appelgebak.
Tom Rustebiel (redactie) – AppingedamToegegeven, ’t Reitdiepdal bij Ezinge en de Ruiten AA bij Sellingen schoten eerst te binnen. Maar omdat ik niet wil doubleren én het volledige overzicht heb, zou ik graag Appingedam nomineren. Gewoon, omdat de mooiste en meest authentieke stad van Groningen niet mag ontbreken.
Martine Drijftholt (redactie) - Kerk OosterwijtwerdIk ben verliefd op álle Oude Groninger Kerkjes. Kan niet kiezen welke de mooiste is. Maar misschien is het wel die in Oosterwijtwerd. Wie heeft het er zo mooi neergezet?
Mo
oiste p
lekjes van Stad
en Om
meland
Koos Winter (raadslid Leek) – Reitdiep bij GarnwerdMijn favoriete plek is langs het Reitdiep, op het fietspad (Saskenroute) ten zuiden van Garnwerd.
De provincie Groningen kent immers maar één Stad. Hoe hard de andere plaatsen met stadsrechten in de provincie ook hun best doen, er is maar één Stad. Stadjers zullen op de vraag hoe dit komt bijna altijd de kwaliteiten van Stad benoemen.
De echte kracht van Stad is echter de aanwezigheid van het Ommeland. Zonder Ommeland (ook al met een hoofdletter), geen Stad. In het verleden was het Ommeland de voorraadkast van Stad, de verdedigingslinie en het achterland van de producten die in de Stad werden geproduceerd en verhandeld. Voor het Ommeland was Stad de ontmoetingsplaats, de handelsplaats, de plek waar recht gesproken werd. Beide hadden elkaar overduidelijk nodig. Er was een balans.
Deze balans werd misschien nog wel het meest duidelijk in de Statenvergaderingen in die tijd. In de Statenzaal, overigens dezelfde zaal waar ook nu nog de Provinciale Staten vergaderen, waren er twee partijen. Aan de ene kant zaten de vertegenwoordigers van Stad, aan de andere kant de vertegenwoordigers van het Ommeland. Samen vormden ze het bestuur van de provincie.
De laatste jaren lijkt de balans tussen Stad en Ommeland wat zoek. De Stad is steeds minder zichtbaar als partij in het provinciale debat. De agenda van de Provinciale Staten gaat meer en meer over het Ommeland. De consequentie hiervan is dat de verhouding tussen Provincie aan de ene kant en Stad aan
16
Stad en Ommeland - onlosmakelijkverbonden
Door Fleur Gräper-van Koolwijk Historicus, Secretaris SER Noord @Fleurgraeper
de andere kant, aan het verharden is. In plaats van het debat tussen de belangen van Stad en de belangen van de Ommelanden in de Statenvergadering te laten plaatsvinden, vindt de confrontatie nu plaatst tussen het Provinciehuis en het Stadhuis. En dus is er geen platform meer waar de belangen van beide samenvloeien tot een gemeenschappelijk belang.
Is dat erg? Ja. Nog steeds geldt dat het Ommeland niet zonder Stad kan en andersom. Belangrijke economische aanjagers als de Eemshaven en het vliegveld liggen buiten Stad, terwijl de hogescholen en de Universiteit in de Stad een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de economische ontwikkeling in de hele regio. Bij een goede samenwerking tussen Stad en Ommeland op provinciaal niveau hebben beide dus veel te winnen.
Er lijkt echter steeds meer een ontwikkeling te zijn dat de Provinciale Staten over de Ommelanden gaan en het Stadhuis over Stad. Er is daarmee minder oog voor elkaars belangen en de eigen belangen voor de andere partij. Provinciale Staten zou zich meer de rol van belangenbehartiger voor de belangen van Stad én Ommeland aan moeten meten. En ook de belangen voor beide partijen goed tegen elkaar op moeten laten wegen. Ze moeten zich dan ook niet te veel tegenover de Stad positioneren. Het is zaak dat de Provinciale Staten hun verantwoordelijkheid voor Stad op zich nemen. En niet alleen op financieel vlak, maar ook beleidsmatig.
Een Groninger (stadjer, ommelander of import) herken je in het buitenland meteen. Niet zozeer aan het accent of dialect, maar aan de wijze waarop ze het over de stad Groningen hebben. Stad. Zonder lidwoord. Kort en krachtig, als enige stad geschreven met een hoofdletter.
17
Duits avontuur in KronigeMet een dikke lip reed ik de laatste keer weg uit Groningen. Het was de maandag voor kerst en de sneeuw lag ellenhoog langs de snelweg. De oude Volvo Amazone die ik bestuurde, bleek door het ontbreken van enig technisch vernuft beter dan welke auto dan ook in staat om door de dikke sneeuw te ploegen. Maar ik vreesde voor het moment dat ABS je redding zou zijn, want dat had ie natuurlijk niet. En terwijl radio 1 ons de raadselachtige boodschap meegaf om ‘rekening te houden met onverwachtse gladheid ’, verdween de Groningse Skyline achter ons.Als voorbereiding op mijn bezoek aan de stad, had ik een week eerder in mijn ook in sneeuw gedompelde Freiburg (Zuid-Duitsland) nog met Duitse vrienden uitvoerig over ‘Kronige’ gesproken. ‘Kronige’ is ongeveer hoe het klinkt als een Duitser de naam van de stad probeert uit te spreken en samen met MAAstricht (accent op MAA) is zij bekend omdat er blijkbaar redelijk wat Duitsers studeren. In MAAstricht gaat dat zelfs zover dat de vlijtige welbetalende Duitse studenten er onderwijs in hun eigen taal kunnen krijgen en na 5 jaren noeste Arbeit weer ‘floeps’ over de grens verdwijnen. ‘Daar hebben we als Nederland natuurlijk niet veel aan ’,was de droge analyse van Alexander Pechtold toen ik een vergelijkbare situatie voor Chinese studenten met hem besprak op de Nieuwjaarsborrel van de gemeente Wageningen.D66 is een soort partij die veel Duitsers zich wensen trouwens, omdat het een maatschappelijk visie vertegenwoordigt die in Duitsland niet vertegenwoordigd is. In Duitsland hebben we min of meer vergelijkbare partijen als in Nederland: CDU=CDA, FDP=VVD, SPD=PVDA, Die Linke=SP, Die Grünen=Groen (maar niet links!).
Maar een partij die het sociaal-liberalisme als basis heeft, is er niet. Als ik vrienden uitleg bij wat voor partij ik in Nederland lid ben, worden velen enthousiast. Eindelijk iets wat zinvol en progressief klinkt en een alternatief is voor het bestaande geneuzel waar men zich bij alle verkiezingen weer de Kopf over moet breken.De wortels van mijn familie liggen in de provincie (niet oet stad dus). Voor mijn gevoel woont heel Midwolda vol met neven van mijn vaders kant, die allemaal dat uiterst sympatieke Grunnings spreken. Het soort accent dat je als Nederlandse Radio luisteraar in het buitenland het vertrouwen geeft dat er nog veel zuverlässige mensen in Nederland wonen. En omgeven door die provincie in underdogpositie steekt Groningen Stad als Rots in de Branding, waar niets boven gaat.Het weekend dat wij de rots gingen verkennen, had net 3FM zijn Glazen Huis op de Markt opgezet. En om 4 uur ’s nachts besloten wij onze resten kleingeld in de brievenbus van het Glazen Huis te doen. Ik rende er naar toe, maar het was spek en spekglad zodat ik uitgleed en met een indrukwekkende salto mijn geld in de bus dunkte om vervolgens te landen op mijn gezicht en voor het eerst sinds 15 jaar weer eens een tand door de lip had.
Pieter van MidwoudPenningmeester D66 Duitslandd66blog.nl/internationaal
D66 Duitsland is in 2010 opgericht met het doel een platform te bieden voor D66-ers in Duitsland om met elkaar in contact te komen en om Nederlandse en Duitse politiek (en hun interactie) te volgen. In totaal zijn er zo’n kleine 40 D66-ers die over heel Duitsland verspreid wonen.
18
DEAL or no deal?Samenwerken of Herindelen?Die gelatenheid onder burgers deed Jacomine en Els besluiten een discussieavond te organiseren. Niet over de vraag: Herindelen ja of nee, maar over de vraag: Samenwerken of Herindelen.
Jacomine: ‘Iedereen vond het prettig dat er geen keuze voor of tegen herindeling werd neergezet, maar tussen herindeling en samenwerking. Want door de politiek wordt samenwerking nu vaak gezien als oplossing om niet aan herindeling te beginnen. Terwijl die samenwerking niet zaligmakend is. Zo zijn de kosten bijvoorbeeld hoog zonder dat het rijk bijdraagt, terwijl bij herindeling een Rijkssubsidie komt. ’ ‘De samenwerking zorgt voor minimaal twee problemen’, vervolgt Els. ‘De democratische controle is bijna nul, omdat er allerlei voorbereidingen zijn getroffen door gemeenschappelijke overlegorganen die geen mandaat van de burger hebben. Daarnaast is het lastig dat elke raad afzonderlijk en na elkaar besluiten goed moet keuren. Als raadslid in Loppersum moet je dan soms besluiten nemen over iets wat al in Delfzijl, Appingedam en Eemsmond is goedgekeurd.’ Jacomine vervolgt: ‘Op deze huidige manier van samenwerken zijn gemeenten niet transparant, het wordt onbeheersbaar en onbetaalbaar.’
De politiek‘D66 is de enige partij die stelling durft te nemen in het debat’, zegt Els. ‘De overige partijen verschuilen zich achter het bestuursakkoord dat loopt tot 2012. In dat bestuursakkoord wordt de samenwerking geprezen, maar zet men geen stip aan de horizon. Over herindeling wordt in de politiek niet gesproken, de burger komt dus niet aan bod. Wij moeten een platform bieden aan die burger, vandaar ook de discussieavond.’
´Het bestuursakkoord loopt bijna af. Daarna moet iedereen wel met de billen bloot´,geeft Jacomine aan. ´D66 is een van de weinigen die nu al duidelijk stelling neemt ten aanzien van de stip van herindeling aan de horizon . Je moet dan wel heel goed over de voorwaarden van die samenvoeging nadenken.´ Els valt haar bij: ´De overige partijen willen de businesscase afwachten. Maar gek genoeg bleek iedereen in een anonieme enquête van
IdentiteitHoewel iedereen een ander mens als gelijke kan zien, worden vaak slechts de verschillen benadrukt. Eigenlijk trekt alleen in films over buitenaardse wezens ‘de mensheid’ als geheel op tegen alles wat onze planeet bedreigt. Pas dan wordt de aarde gezien als de plek waar mensen wonen. Wanneer er echter niet zo’n gemeenschappelijke vijand is, blijkt de aarde niet zo eensgezind meer. Mensen wordt een label opgeplakt, afhankelijk van het stukje aarde waar men geboren is, waar men vandaan komt of hoe men eruit ziet.
De identificatie met gelijken, een gemeenschappelijke identiteit, is vaak een belangrijke factor bij herindelingen. Burgers zijn bang hun identiteit te verliezen in de nieuwe gemeente. Daar kunnen de gemeenten in Noord-Oost Groningen over meepraten. Zo was er veel weerstand bij de grote herindeling in 1990, waarbij onder meer de gemeenten Delfzijl, Eemsmond en Loppersum ontstonden, dan wel werden uitgebreid. Slechts de stad Appingedam is nog hetzelfde. ‘Speelt die herindeling nu nog steeds een rol?’ vraag ik aan Jacomine en Els.
Geschiedenis‘Zeker!’ antwoorden beiden direct. ‘Ook al is er geen woede meer, zoals ten tijde van de herindelingen in 1990. Vooral onder de oudere inwoners leeft nog het ‘dorpsgevoel’. Ze zijn in de eerste plaats een ‘Spiekster’, geen ‘Delfzijlster’’, geeft Els aan. Jacomine valt haar bij: ‘Ook in Loppersum was 1990 een kanteljaar. Er was sprake van gedwongen herindeling. En vervolgens is het hele proces ook nog eens niet goed aangepakt. Een goed voorbeeld hoe het niet moet. Men wist dat er een sterke identificatie met het eigen dorp was, maar toch kreeg de nieuwe gemeente de naam Loppersum. Daarnaast bleven aparte gemeentelijke afdelingen in de dorpen te lang bestaan en bleef iedereen in gemeentelijke dienst. Dat moet en kan dus anders.’
Els vervolgt: ‘De gevoelens onder burgers zijn nu volledig anders dan in 1990. Inmiddels is men gewend te wonen in een dorp, dat onder een grotere gemeente valt. Dat heeft echter ook een nadeel, omdat er nu helemaal geen identiteit en affiniteit met de gemeente meer is. Of de nieuwe gemeente nu nog groter wordt of niet, het maakt ze allemaal niet meer uit.’
Door Hans Klück Politicoloog
Tegenwoordig profileert D66 zich vooral als onderwijspartij. Terecht. Maar ook het Kroonjuweel bestuurlijke vernieuwing is nog niet vergeten. Het is dan ook niet vreemd, dat vooral D66 werk wil maken van de DEAL-gemeente: een herindeling waarbij de gemeenten Delfzijl, Eemsmond, Appingedam en Loppersum samengaan. In gesprek met Jacomine Meyling (raadslid in Loppersum) en Els Zijlstra (fractievoorzitter D66 Delfzijl).
19
het Dagblad van het Noorden vóór herindeling te zijn...´ ´Het zou mooi zijn als herindeling hét thema van de aankomende verkiezingen wordt´, zegt Jacomine.
De burgerDat de herindeling voor de burger echter een marginale rol speelt, bleek tijdens de bijeenkomst. Hoewel het een druk bezette avond was, was de opkomst onder burgers mager. Dat lag niet aan de inzet van de organisatie. ‘Alle verenigingen van dorpsbelangen waren uitgenodigd, maar die zijn niet gekomen’, geeft Jacomine aan. ‘Daar kun je dus uit afleiden dat er geen verzet is onder de burgers. Als we een avond over het samenvoegen van scholen hebben, dan staat het hele dorp hier met spandoeken. Wellicht dat men denkt: Of we nu door de kat of de hond worden gebeten, het maakt niet uit.’ ‘Ook ziet de
burger zelf ook in dat er dingen op de gemeente afkomen die niet afzonderlijk door de gemeenten op te vangen zijn’, geeft Els aan. ‘Je kunt ze echter wel extra prikkelen, enthousiast maken voor herindeling.’ Jacomine is het hier niet helemaal mee eens: ‘Je moet er niet te hard op aansturen, anders gaan de hakken in het zand.’
Burger en bestuur‘Maar wordt de afstand tussen burger en bestuur niet te groot?’ vraag ik. ‘Ach,’ antwoordt Jacomine, ‘dat dacht men bij de vorige herindeling ook. Je moet daarnaast in oplossingen denken. Zo kun je bijvoorbeeld voor mensen die slecht ter been een gemeentebus rond laten rijden waar je terecht kunt voor gemeentelijke diensten: ‘De gemeente komt naar je toe.’ De dienstverlening moet naar de burger komen, de politiek mag best verder weg zijn.’
Els gaat verder: ‘In Delfzijl gaat het college nu al elke maand de dorpen rond om koffie te drinken met burgers. En de afstand is ook overschat. Als er een aanbieding is, kunnen mensen er ook komen. Dus ook de weg naar de gemeente kan men wel vinden. Mensen zijn mobieler dan vaak gedacht wordt. Maar als het echt niet kan, dan moet je gewoon oplossingen bedenken. Zoals die gemeentebus bijvoorbeeld.’
Een gesprek over de DEAL-gemeenten moet natuurlijk ook gaan over die E, Eemsmond. De enige gemeente die weigert mee te werken. Jacomine: ‘De houding van de gemeente Eemsmond is bespottelijk. Ze moeten bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de regio nemen. Nu profiteren ze zelf van de inkomsten van de haven, maar het achterland profiteert niet. Ook de provincie (in een motie van D66 en de ChristenUnie) vindt dat de gemeenten het gezamenlijke belang moeten laten gelden. Het slechtste scenario zou zijn wanneer er door middel van grenscorrectie een DAL-gemeente komt met de hele haven.’ ‘Over die haven gesproken: Waar moet je stoppen met herindelen?’ Els geeft aan: ‘Als je naar haven kijkt, inderdaad: Duitsland. Maar dat is geografisch wel erg onhandig. Over land is het namelijk wel een eind weg. Daarnaast wordt het natuurlijk een lastig verhaal omdat het een ander land betreft. Laten we eerst maar in Nederland beginnen, dat wordt al lastig genoeg.’
Els: ‘Afstand is overschat. Als er een aanbieding is, kunnen mensen er ook komen. Dus ook de weg naar de gemeente kan men wel vinden.’
Jacomine: ‘Iedereen vond het prettig dat er geen keuze voor of tegen herindeling werd neergezet, maar tussen herindeling en samenwerking.’
Cartoon Willem Schaap
D66-lid Groninger Marenland
20
‘Kijk’, begint Reiner Hartog, boswachter van Natuurmonumenten voor het Kardinge-gebied. ‘Daar ligt Beijum. En achter ons Lewenborg. Midden tussen die twee wijken, waar ruim 30.000 mensen wonen, ligt dit natuurgebied. Dat is toch bijzonder, of niet?’
We lopen door de zompige klei richting Beijum, waar de groene velden geleidelijk overgaan in stedelijke bebouwing. Het is zo’n heerlijke herfstdag, met dauw boven de sloten en bomen die van kleur verschieten. Nu en dan lopen er hardlopers voorbij, een groep studenten fietst richting één van de sportcomplexen.
‘Kardinge wordt intensief gebruikt’, gaat Reiner verder. ‘En dat mag ook. Dit gebied is door de gemeente aanvankelijk aangewezen als recreatiegebied. De mensen rondom Kardinge zijn erg tevreden over het gebied, ze waarderden het in een onderzoek met een acht. Dat is voor ons erg belangrijk. Want wij zijn er niet alleen voor de natuur, maar ook voor de verbinding tussen mensen en natuur.’
We lopen langs de Kardingerbult. ‘Dit is het plukbos, een mooi voorbeeld van een vruchtbare samenwerking tussen Natuurmonumenten, omwonenden, milieudefensie en het lokaal akkoord. Dit bos is een initiatief van iemand uit Beijum.
Duivels dilemma: ecologie of economie?
Nu de regering 80% gaat bezuinigen op natuur, moet Natuurmonumenten een nieuwe koers varen. In recreatiegebied Kardinge, ingeklemd tussen de Groninger wijken Beijum en Lewenborg, maken ze werk van burgerparticipatie. Boswachter Reiner Hartog over kansen, bedreigingen, betrokkenheid en boeren.
Door Tom Rustebiel
Beel
d To
m R
uste
biel
Boswachter
Reiner Hartog bij het
plukbos in Kardinge
Reiner:‘Een ecologische meerwaarde kan ook een economische meerwaarde zijn, maar daar denkt deze regering helaas anders over.’
21
Burgerparticipatie‘Burgerparticipatie’, begint Alje Zandt, beleidsadviseur communicatie bij
Natuurmonumenten. ‘Vind ik eigenlijk geen prettig woord. Het schept
een afstand, die er niet zou moeten zijn. Kijk, Natuurmonumenten is ooit
opgericht door mensen die het belangrijk vonden om iets voor natuur te
doen. Idealiter zou het zo zijn, dat mensen naar ons toe moeten komen
wanneer ze iets met natuur in hun leefomgeving willen doen. Nu is het
andersom. Wij moeten draagvlak zoeken bij omwonenden wanneer we
een idee hebben. Dat willen we omkeren, maar dat is een hele grote
uitdaging.’
Natuurmonumenten. De naam van de vereniging heeft de connotatie
van beschermen, beheren en afblijven. Een imago, waar men
graag van af wil. ‘Klopt. En wat jij nu zegt, kregen wij ook terug uit
een stakeholdersanalyse. Maar eigenlijk kan er heel veel in een
natuurgebied.’ Om de uitdaging aan te gaan, start Natuurmonumenten
in Kardinge en omgeving met een soort pilot. Op initiatief van
de vereniging worden buurtverenigingen, scholen en sportclubs
samengebracht voor een brainstorm. ‘Het gaat erom, dat iedereen ziet
dat je met een natuurgebied meer mag en kunt dan menigeen denkt.
En uiteindelijk zal dit de betrokkenheid van mensen bij natuur en onze
vereniging ook weer vergroten.’
Alje bevestigt, dat het huidige politieke klimaat de urgentie om
een andere aanpak te kiezen vergroot heeft. De regering legt de
verantwoordelijkheid voor natuur nu bij de provincies neer, zonder er
afdoende financiële middelen bij te leveren. Maar de intentie ligt er al
langer. Natuurmonumenten zou in projecten net zo’n maatschappelijke
functie moeten krijgen als bijvoorbeeld sportclubs, waar vele mensen
meehelpen om de club te ondersteunen. Stel dat je een poel wilt
graven voor kikkers, en omwonenden zien dat ook als een verrijking.
Dan hebben ze in hun vriendenkring vast wel iemand die bij een
loonbedrijf werkt. Zo moeten we dingen in de toekomst voor elkaar
kunnen boksen, met gesloten portemonnee.’
Op de vraag of er al op deze manier projecten opgezet zijn, antwoord
Alje bevestigend. ‘In Friesland hebben we het Baarderbuornbosk, waar
mensen uit het nabijgelegen Arum het onderhoud doen. Alleen in ruil
voor wat haardhout. Nu zie je dan ook, dat er vanuit het dorp ideeën
komen voor het gebied. De betrokkenheid van de mensen bij het bosje
is groot. Het is echt hun bosje. En Natuurmonumenten maakt het
mogelijk. Die kant moeten we op.’
Beel
d Na
tuur
mon
umen
ten
Het leek hem leuk, om samen met buurtbewoners en kinderen vers fruit te kunnen plukken, vlakbij huis. Eerst vonden ze een locatie vlakbij de ring, maar in verband met de rust en de fijnstoffen daar hebben we ze dit terrein aangeboden. Hier groeien straks diverse soorten fruit, maar ook noten. Er is een actieve werkgroep van 13 vrijwilligers geformeerd, die het onderhoud van het plukbos doet.’
Intensieve bemestingWanneer we verder lopen, verhaalt Reiner over de indeling van het gebied. ‘Er is een gebruiksintensieve zone, die vlakbij de wijken ligt. In de overgangszone is het al wat rustiger. En in de extensieve zone komt de natuur langzaam weer tot wasdom.’
Het klinkt heel simpel, natuur creëren. Maar dat is het niet, benadrukt Reiner. ‘Doordat dit jarenlang een landbouwgebied is geweest, zitten er door intensieve bemesting veel te veel voedingstoffen in de bodem. En daar kunnen eigenlijk alleen maar dominante grassen tegen, andere begroeiing heeft nauwelijks een kans. We zijn nu tien jaar verder en pas nu komen er langzaam bloemetjes door.’ Reiner legt uit, dat landbouwers er alles aan doen om zoveel mogelijk uit de grond te halen. En dat natuurbeheerders juist het tegenovergestelde willen.
Oostelijker wordt de begroeiing dichter, daar neemt de natuur weer de overhand. Vlakbij Noorddijk graast een kleine kudde koeien, die Natuurmonumenten gebruikt als selectieve maaimachines. ‘Een paar koeien voor dit hele gebied. Ze grazen selectief, laten sommige plantjes overeind en eten vooral het gras op. Dat is ideaal. Bovendien zijn het schitterende beesten, kijk nou toch.’
Volgens Reiner profiteert een groot deel van de stad van de investeringen die Natuurmonumenten in Kardinge doet. ‘Maar niet alleen bezoekers, hoor. Er worden hier kano’s verhuurd, er is een koffiehuis. Van de regering moeten wij commerciëler worden, we krijgen straks veel minder subsidie. Maar we kunnen toch geen entreegeld gaan vragen?’ Reiner stipt daarmee precies het dilemma aan, waar veel natuurorganisaties voor staan.
‘Terschelling is voor 95% van Staatsbosbeheer. En met het cultuurfestival Oerol worden indirect miljoenen euro’s verdiend. Maar daar ziet Staatsbosbeheer niks van terug.’ De boswachter zet bevlogen zijn betoog voort. ‘Een ecologische meerwaarde kan ook een economische meerwaarde zijn, maar daar denkt deze regering helaas anders over. Er wordt 70%
22
bezuinigd, maar het gaat relatief gezien niet eens om heel veel geld. De regering vindt de status van natuur vooral lastig. Het is een belemmering bij het bouwen van bijvoorbeeld bedrijventerreinen, woonwijken en snelwegen.’
EducatieIdyllisch slingert een grintpaadje door kleine landerijtjes, aan de einder priemt de Noordermolen in de lucht. De zon lijkt de strijd met de hardnekkige grondmist nu toch echt te gaan winnen. Verderop lopen schapen door het terrein, en landt een stel eenden op het water. Ook de begroeiing oogt divers. Tussen Noorddijk en Zuidwolde strekt zich het Beijumerbos uit, dat zich inmiddels tot één van de grootste bosgebieden van de provincie mag rekenen. De aanleg is twintig jaar geleden betaald door de stichting FACE the Future, met het oog op CO -compensatie.
‘Hier hebben we veel werk van’, geeft Reiner toe. ‘Vooral de bosranden snoeien we regelmatig bij, anders zou één soort alles gaan overheersen. Dat doen we allemaal met vrijwilligers.’
Als boswachter is Reiner niet alleen maar met de handen in de natuur aan het wroeten. Hij is ook voorlichter, en heeft een educatieve functie als er scholen op bezoek komen. ‘Ik geef rondleidingen, bijvoorbeeld voor scholen. Ook komen er regelmatig klassen op bezoek, om een middag in de natuur te leren of te werken. Dat kan ook in het kader van een maatschappelijke stage. Vooral in het voorjaar is dat populair, wanneer alles in bloei staat. Helemaal fascinerend vinden kinderen het wanneer er kalfjes of lammetjes geboren worden. Ik vind dat ook erg belangrijk, want zo benadruk je bij kinderen dat natuur heel erg waardevol is, maar niet vanzelfsprekend. Recent is er een onderzoek geweest naar wat mensen belangrijk vonden in hun leefomgeving. Meer dan 80% plaatste natuur in hun top-3.’
De OnlandenNaast Kardinge grenst de stad Groningen aan nog een fors
natuurterrein: de Onlanden, dat momenteel wordt aangelegd in de
Peizermaden. Een immens gebied tussen Eelde, Peize, Roden, Leek
en de A7. In het project komen natuurbeheer en maatschappelijke
urgentie samen. ‘Zonder deze waterbuffer zou de stad op den
duur onder water komen te staan’, legt Alje Zandt uit. ‘In 1998 is
dat al bijna een keer gebeurd. Het gebied wordt dan ook nat en
moerasachtig, er zullen veel vogelsoorten op af komen. Daarnaast is
het een onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, het verbindt
onder meer het Paterswoldse Meer en het Leekstermeer. Maar het
krijgt ook een recreatieve bestemming, met een aantal fiets-, ruiter-
en wandelpaden.
Beel
d Na
tuur
mon
umen
ten
2
23
Het is ver weg. Wat ze daar doen heeft niets te maken met mij. Dat is vaak de reactie die ik krijg op Brussel, de stad waar ik werk en woon. Hetzelfde wordt ook gezegd en/of gedacht met betrekking tot Groningen. Ver weg en onbelangrijk. Terwijl voor beide geldt dat niets minder waar is. Groningen heeft een bloeiende economie die werkgelegenheid biedt aan de gehele regio, de gaswinning die de Nederlandse schatkist van de nodige inkomsten voorziet, en een prestigieuze universiteit die studenten uit alle windstreken aantrekt. Brussel zoekt en ook vind oplossingen voor grensoverschrijdende problemen, zoals; milieunormen, gelijke rechten voor Europese burgers en regulering van financiële markten. Beiden zijn onbegrepen en daardoor onbemind. Dit geeft me een verwant gevoel met Groningen. Al geldt het onbeminde waarschijnlijk veel sterker voor Brussel dan voor Groningen.Persoonlijk kom ik het meeste in aanraking met Groningen door haar grote productie van internationaal georiënteerde studenten. Wanneer er een aantal Nederlanders bij elkaar is in Brussel, willekeurig wat de aanleiding is, is er altijd minimaal wel één die in Groningen heeft gestudeerd. Maar meestal zijn het er meerdere, en meestal Internationale Betrekkingen. Een interessant gegeven is dat deze Groningse ‘producten’ over het algemeen ook uitermate pro-Europees zijn. Als D66-er kan ik dit uiteraard alleen maar als positief ervaren.In Brussel zijn vele
belangenorganisaties actief, van multinationals tot NGO’s, maar ook van nationale en internationale vertegenwoordigingen tot die van regio’s en steden. Het meest bekende orgaan voor regionale belangenbehartiging is het Comité van de Regio’s (CoR). Echter veel regionale besturen hebben hier ook hun eigen vertegenwoordiging om direct te lobbyen, voornamelijk bij het Europees Parlement. De meest in het oogspringende zijn de Duitse Länder, zij hebben dan ook veel wetgevende bevoegdheden en een corresponderend budget. De Nederlandse Provincies zijn samen gehuisvest in het ‘Huis van De Nederlandse Provincies’, waarbinnen Groningen samen met Fryslân en Drenthe de krachten hebben gebundeld in het SNN, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Zoals jullie zelf zeggen, er gaat niets boven Groningen. Ik hoop dan ook dat Groningen de komende tijd zichzelf nog zichtbaarder maakt op Europees niveau. En dat Groningen daardoor iets bekender wordt, en hopelijk Brussel ook iets beminder.
Sietse WijnsmaD66 Brussel
Brussel van het Hoge Noorden
Beel
d Na
tuur
mon
umen
ten
24
Het imposante auditorium begint langzaam
vol te lopen. Brechtje Marsman gluurt zo
onopvallend mogelijk naar de eerste rij.
Pontificaal in het midden ziet ze Coos van
der Veer zitten, een brede grijns op zijn
zonverbrande gezicht. Ze is blij dat hij zijn
Zuid-Franse schildersparadijsje even heeft
verlaten voor de opening. Met een trillende
hand strijkt ze even door haar nieuwe
kapsel. ‘Helemaal 2025’, had de kapper haar
verzekerd, “zeker voor een jonge, ambitieuze
wethouder.”
Een paar stoelen verder zit Premier Pichtald,
zoals altijd tot in de puntjes verzorgd, de
grijze kuif nog net zo zwierig als op de dag
dat zijn eerste kabinet aantrad in 2017. Hij is
in een geanimeerd gesprek verwikkeld met
Don Schaar. Die Don. Wat ziet hij er tevreden
uit. Zijn kale kruin glimt ervan. Is het toch
goed gekomen met het Groninger Forum.
Wie had dat kunnen voorspellen tien jaar
geleden?
Nu ze hier toch maar staat te niksen op het
podium, kan ze net zo goed haar speech
nog een keer doorlezen. Tom Witbloes heeft
haar er gisteren nog van verzekerd dat ze de
juiste woorden heeft gekozen. Het spijt hem
dat hij er niet bij kan zijn, maar als minister
van Buitenlandse Zaken moet hij vandaag
naar China om te praten over de financiering
van de nieuwe dijken rondom het eiland
Amsterdam.
Haar gedachten gaan terug naar de vreselijke
jaren van de Eurocrisis die in 2012 echt op
stoom was gekomen. Europa was uit elkaar
gevallen, Nederland verkeerde op het randje
van het faillissement, Zuid-Europa was in de
greep van de honger. Alles wat niet nodig was
om de crisis te overwinnen werd afgeschaft:
milieubescherming, kinderopvang, kunst,
dijkbewaking, ontwikkelingssamenwerking,
de monarchie. De regering nam ‘t Loo over
van het voormalige koningshuis nadat het
Binnenhof door de Noordzee was verzwolgen.
In Groningen was het niet veel beter geweest.
De Euroborg was na het faillissement van FC
Groningen een toevluchtsoord geworden voor
armoedzaaiers uit de Randstad, op de vlucht
voor het stijgende water. Meerstad werd geen
nieuwbouwwijk, maar een onafgebouwde
spookstad en de toch al vertraagde bouw van
het Forum, werd in 2015 helemaal stilgelegd.
Omdat d’ Olle Grieze scheef zakte en dreigde
in te storten.
Als studente was Brechtje lid geworden
van D66 en zette zij zich in voor een
democratischer aanpak van de crisis. Het
was de tijd van vurige debatten met verhitte
koppen en boze woorden. Als voorstander
van het Forum had D66 het zwaar. Tot het
wonder van 2016. Vanuit het verre China
stroomden investeerders naar Europa.
Duitsland en Frankrijk werden gered en
er kwam noodhulp voor de Zuid-Europese
landen. Ook Nederland krabbelde weer op.
Als jong steunfractielid maakte Brechtje het
allemaal van dichtbij mee.
Haar eigen finest hour beleefde ze in het
eerste jaar van het kabinet Pichtald. Met
financiële steun van de Chinezen kon de
bouw van het Forum weer worden hervat
als de sterk verdeelde gemeenteraad voor
stemde. D66 kon het verschil maken en dat
was het probleem: raadslid Leo Levering was
pontificaal tegen het Forum en had op de ALV
verklaard tegen te zullen stemmen. Snel kijkt
Brechtje naar het publiek en ziet Marilou haar
recht aankijken. Leo’s weduwe, als je haar zo
al kunt noemen, is nooit over zijn verdwijning
heen gekomen. Brechtje voelt het bloed naar
haar wangen stijgen en kijkt snel weg. Zij kan
het niet helpen dat ze haar politieke loopbaan
aan Marilous verdriet te danken heeft. Als
eerste opvolger nam zij zijn plaats in de raad
over en redde het Forum met haar stem.
Voor Brechtje aan haar speech begint, zal
burgemeester Martina Zinksteen een felrode,
Chinese kast openen, een cadeau van
Marilou na Leo’s verdwijning. Ze schonk het
aan het Forum met de vraag om er iets mee
te doen tijdens de opening. Als symbool van
openheid en vernieuwing. De muziek zwelt
aan, de sleutel kraakt, er klinkt tromgeroffel,
gevolgd door een doffe dreun en een
ijzingwekkende gil van Martina. Er valt een
lijk uit de kast. Een oud lijk.
Brechtje hoort niets meer, ziet slechts het
lichaam van Leo, alleen nog herkenbaar aan
zijn felrode jas. Ze kijkt op en ziet Marilou
hysterisch lachen. Voor ze kan reageren
springt Leo’s weduwe op het podium, een
mes blikkerend in haar hand. Brechtje laat de
I-Pad uit haar gevoelloze handen vallen. Dan
steekt Marilou toe. Terwijl Brechtje in elkaar
zakt, ziet ze Leo weer voor zich, vol van zijn
plannen voor de stad, zijn verzet, zijn idealen.
Ze ruikt zijn aftershave en voelt zijn zoenen
op haar huid.
‘Sorry Leo,’ fluistert ze en ze valt van het
podium.
Brechtje’s finest hourDoor Marjan Brouwers
Beel
d M
artin
e Dr
ijfth
olt
Deze uitspraak is vervolgens door velen overgenomen. En stel dat de Aziaten dit allemaal gaan overnemen: dan heeft Europa dus een nieuwe rol te vervullen. Is dat erg? Ik denk het niet. En de soep wordt natuurlijk nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Wereldwijd stijgen de inkomens. Ook neemt de mondialisering toe en daarmee ook het wereldwijde contact en de handel tussen de werelddelen. Dat betekent dat al die mensen gaan reizen en ze kunnen dus ook onze kant op komen. Voorwaarde is dan wel dat Europa zijn museum goed verkoopt in het buitenland, om die toeristen daadwerkelijk naar zich toe te trekken. Dit heeft gunstige economische consequenties. Door een toenemend aantal bezoekers neemt de werkgelegenheid toe in onze landen.
Deze wereldwijde toeristische stromen hebben ook consequenties voor ons hier in Groningen. Zaken als de tramlijn, het Forum en de kabelbaan zijn projecten die spraakmakend zijn en er voor kunnen zorgen dat dit volk naar onze streeken trekt. Want ook de recreant uit andere continenten wil verrast worden en is op zoek naar vermaak.
Recreatie moet dan ook meer gepromoot worden door overheden. Daarbij is het wel van belang dat men alert blijft op de kwaliteit en de houdbaarheidsdatum van wat je te bieden
hebt. De promotie werpt zijn vruchten af, omdat toerisme ook geld oplevert. De overheden zullen daarnaast ook het toerisme moeten controleren en vooral veiligheid moeten bieden om het toerisme te ondersteunen. Denk maar aan het inzakken van het toerisme na 11 september 2001.
Samen moeten wij elkaar weer gaan opvoeden in meer dienstbaarheid, opdat de recreant zich hier welkom voelt. Wat ik daarmee bedoel, is dat je soms moet weten hoe andere landen omgaan met zaken als gezondheid, hoe ze praten over seksualiteit en hoe ze geld verdienen. Als een Japanner bijvoorbeeld met een monddoek loopt, betekent dat dat hij grieperig is en een ander daarvoor wil beschermen. Voor hem of haar zijn niesende Nederlanders een gruwel. Daar zul je dus rekening mee moeten houden, hoe onbeduidend dat ook voor ons lijkt. We zullen dus moeten inspelen op de gewoontes in andere continenten en we moeten ons nieuwsgierig opstellen naar gewoontes en gebruiken. Vervolgens moeten we daar ook naar handelen, opdat men dan hier graag komt.
Door dit goed in kaart te brengen en dit te onderwijzen, komt het begrip vanzelf en zullen wij niet meer bang zijn voor vreemde culturen. En economisch gezien nog belangrijker: die vreemde culturen zullen zich hier als bezoeker thuis voelen, waardoor er markten voor ons opengaan.
Daarnaast moeten we als partijen bereid om samen te werken en elkaar spraakmakende projecten te gunnen. Niet als gemeente een project als bijvoorbeeld het Forum opzetten en vervolgens vanuit de provincie alleen maar kritiek geven: dan gedragen wij ons als konijnen in het lamplicht. Pas als we gaan samenwerken, gaan recreatie en economie elkaar versterken en zijn wij voorbereid op onze taak als een Museum. We kunnen dan gelijk ook onze economische slagkracht en innovatie tonen.
25
Museum Europa
Door Klaas Pals Gemeeenteraadslid D66 Stadskanaal @KlaasPals
Een paar jaar geleden zag ik een documentaire van de VPRO op de televisie over de razendsnelle opkomst van Azië. In dat programma zette een Aziatische professor een paar stellingen neer, die door velen zijn overgenomen. De stelling die mij het meeste bijbleef was dat Amerika het continent is waar dingen worden bedacht en dat Azië het continent is waar die dingen gemaakt worden. Azië dus als werkplaats van de wereld. ‘Maar wat is dan de rol van Europa?’ vroeg de interviewer vervolgens. ‘Ahh, Europe is a museum,’ was zijn antwoord.
Klaas Pals:‘We moeten samenwerken en elkaar spraakmakende projecten gunnen.’
26
‘Ich bin ein Berliner,’ zei Kennedy ooit. Berlijn stond hierbij symbool voor het vrije westen. Elk vrij persoon zou dan ook met trots moeten verkondigen dat hij ‘ein Berliner’ was. Zou men ook ooit zoiets over Groningen zeggen? En waar zou dat ‘Groningen’ dan voor staan?Hopelijk niet voor datgene waar mijn vrienden aan refereerden toen ik mijn stap van Rotterdam naar Groningen aankondigde:
Groningen? Is dat niet die provincie waar de Communisten nog regeren?Groningen? Vergeet je je paspoort niet?Groningen? Ga je het inwonertal verdubbelen?Er is niets boven Groningen...En: ‘Het is geel en gaat terug in de tijd... De trein naar Groningen’.
Tot het moment dat Obama (of Romney) de Groningse waarde de wereld inslingert, houd ik vast aan de uitspraak van Maxima: ‘Dé Nederlandse identiteit bestaat niet.’ Er zou geen hek te plaatsen zijn om de identiteit en ook zou de Nederlander te veelzijdig zijn om in één geheel te vangen.Dit is immers een uitspraak die zeker ook voor Groningen geldt. Groningen is immers niet alleen de chaos op zaterdag in de Guldenstraat, maar ook de rust van de Prinsentuin Niet alleen de dag en nacht lallende studenten, maar ook de voor mij zo min verstaanbare volbloed Groningers in de buurtcafé’s. Niet alleen de Martinitoren, maar ook het stadspark. De bootjes in de singels, het Noorderplantsoen, de Vera en de Schouwburg.Genoeg om trots op te zijn. Maar waarom dan toch vaak die negatieve reacties als het om Groningen gaat? Waarom ziet men Groningen dan alleen als provincieplaats zonder toekomst? Een stad waar studenten feesten en studeren om daarna naar het Westen te
trekken voor een baan. Een stad waar ambities gezien worden als iets voor het Westen. Waar grootse projecten vaak als grootheidswaan worden gezien. Waar gewoon al gek genoeg is.De slogan ‘Er gaat niets boven Groningen’ is in heel Nederland bekend, en Groningen Stad groeit ook gestaag in alle leeftijdscategorieën van de bevolking. De provincie loopt echter langzaam leeg (de groei die er is, komt volledig voor rekening van de stad). Dit heeft natuurlijk gevolgen voor zowel de provincie als de stad. Voor de werkgelegenheid en het voorzieningenniveau.Zoals aangegeven, waren de reacties op mijn vertrek naar het Noorden niet al te positief. Zelfs (juist?) vrienden die in Groningen geboren of getogen waren, zagen het somber in. De grootste zorgen maakte men echter om mijn baan. Het was immers leuk dat mijn vrouw een baan had gekregen, maar wat voor werk ging ik daar vinden? Zelf waren ze ook niet voor niets naar het Westen getrokken voor hun studie en baan. Dat deze zorgen terecht blijken te zijn, zegt iets over het imago van Groningen. Bedrijven zijn angstig zich er te vestigen. Ondanks het enorme potentieel aan hoogopgeleide mensen. Waarom niet meer bedrijven op dat potentieel inspringen begrijp ik niet. Helemaal niet nu met de mondialisering afstand een steeds kleinere factor wordt. Wellicht dat het een kwestie van tijd is, dat bedrijven zich beseffen dat deze regio zoveel meer te bieden heeft dan het drukke westen.Een kwestie van tijd dat men in gaat zien dat Groningen een stad is waar kansen liggen, waar toekomst is en waar ruimte is. Een kwestie van tijd dat iedereen die kansen ziet, zegt: ‘Ik bin ain Grunneger.’
Hans KlückGroninger sinds juni 2011
ColofonGroeninga
3e jaargang
Verspreid aan alle D66-leden in
Groningen Stad en Ommeland.
Oplage1000
RedactieMartine Drijftholt
Hans Klück
Tom Rustebiel
Tim Zwertbroek
Met medewerking vanMarjan Brouwers
Boris Dittrich
Fleur Gräper-van Koolwijk
Michiel Hagdorn
Pieter van Midwoud
Ronald Ohlsen
Klaas Pals
Kees Verhoeven
Erwin de Vries
Sietse Wijnsma
Beelden coverBart de Graaf
Sietske de Groot
Arend Jan Wonink
DrukZalsman Groningen
ContactHeeft u tips of opmerkingen voor
de redactie, stuur een email naar:
DankDeze editie is mede mogelijk
gemaakt dankzij de bijdrages van:
Fractie Staten Groningen
Fractie Stad Groningen
Regiobestuur
Afdeling Groningen
Afdeling Haren
Afdeling Leek-Westerkwartier
Afdeling Marenland
Afdeling Oldambt
Genoeg om trots op te zijn
‘Nie
uwst
aten
zijl h
eeft
alle
s; ru
st e
n ru
imte
. Maa
r het
st
imul
eert
tot d
enke
n va
nweg
e de
nat
uur e
n he
t uitz
icht
op
eco
nom
isch
e on
twik
kelin
gen,
gro
ene
ener
gie
en d
e po
ort v
an N
oord
-Eur
opa.
’ Nel
leke
de
Graa
f-Dr
ijver
sBe
eld
Bart
de
Graa
f
Daw
n in
Eng
elbe
rtBe
eld
Are
nd J
an W
onin
k
Kloosterkerk AduardBeeld Arend Jan W
oninkPoëzie Ronald Ohlsen
Ain Pronkjewail in golden raand
Beeld Arend Jan Wonink
Groeten uit Groningen
Groeten uit Groningen
Groeten uit Groningen
Groeten uit Groningen
Word ook lid! www.d66.nl
Word ook lid! www.d66.nl
Word ook lid! www.d66.nl
Word ook lid! www.d66.nl
Wil
jij g
raag
act
ief
wor
den
binn
en
D66
Gro
ning
en?
Dat
kan
! Er
zijn
bi
nnen
de
part
ij ve
le m
ogel
ijkhe
den.
W
e zi
jn c
onti
nu o
p zo
ek n
aar
vers
terk
ing
van
bijv
oorb
eeld
on
ze p
latf
orm
s, h
et p
erm
anen
te
cam
pagn
etea
m, e
vene
men
ten
en
ande
re a
ctiv
itei
ten.
Maa
r ei
genl
ijk
is b
ij D
66 (b
ijna)
alle
s m
ogel
ijk.
Gra
ag n
odig
en w
e je
dan
ook
uit
voo
r ee
n ko
p ko
ffie
en
een
orië
nter
end
gesp
rek
om t
e ki
jken
aan
wel
ke
acti
vite
iten
we
jouw
exp
erti
se e
n en
thou
sias
me
kunn
en k
oppe
len.
Mai
l voo
r m
eer
info
bes
tuur
slid
Su
sann
e D
ieud
onné
: su
sann
e@d6
6gro
ning
en.n
l
Aan
alle
lede
n in
St
ad &
Reg
io
Gro
ning
en
EVEN NIET We zijn er eindelijk. Dit was ons doel.Nu hoeven we niet verder meer. Voor evenkunnen we rustig stilstaan bij het leven.We laten wat men noemt de boel de boel. Kijk nu eens heel goed om je heen. Er doenzich dingen voor waarvan je wilde wetenhoe je ze noemen moest en kijk ze hetenje hier van harte welkom in het groen. De wereld die je achter hebt gelatenweet niet dat jij er uit verdwenen bent.Nog niet. Zolang je maar bereikbaar blijft. En straks begint er daar iemand te praten.En iemand zegt dat hij jou heel goed kent.En jij bent niet de man die hij beschrijft.
Ronald Ohlsen
Ain
Pro
nk
jew
ail
in
gol
den
ra
an
d