halfjaarmonitor top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · ministerie, reclassering nederland...

23
19 september 2017 Halfjaarmonitor Top600 januari-juni 2017 Met bijdragen van: Politie Eenheid Amsterdam Het Arrondissementsparket Amsterdam (OM) Reclassering Nederland (RN), het Leger des Heils (LdH) en Inforsa Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam (GGD) Werk, Participatie en Inkomen (WPI) Directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) Resultaat Verantwoordelijk Eenheid Onderwijs Jeugd en Zorg (PIT en Bureau Leerplicht Plus) Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) William Schrikker Groep (WSG)

Upload: others

Post on 26-Jun-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

19 september 2017

Halfjaarmonitor Top600

januari-juni 2017

Met bijdragen van:

Politie Eenheid Amsterdam

Het Arrondissementsparket Amsterdam (OM)

Reclassering Nederland (RN), het Leger des Heils (LdH) en Inforsa

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam (GGD)

Werk, Participatie en Inkomen (WPI)

Directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV)

Resultaat Verantwoordelijk Eenheid Onderwijs Jeugd en Zorg (PIT en Bureau Leerplicht Plus)

Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA)

William Schrikker Groep (WSG)

Page 2: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

2

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Inhoud

Inleiding ......................................................................................................................................... 3

Kenmerken Top600 ........................................................................................................................ 4

Doelstelling 1. Verminderen (high impact) criminaliteit .................................................................. 5

Van aanhouding tot inverzekeringstelling .................................................................................. 5

Inzet van bijzondere voorwaarden .............................................................................................. 6

Detentie ..................................................................................................................................... 6

Spreiding van detentielocaties ................................................................................................ 7

Detentieduur .......................................................................................................................... 8

Vreemdelingen ........................................................................................................................... 8

Doelstelling 2. Verbeteren van perspectief ..................................................................................... 9

Inzet van reclasseringstoezicht ................................................................................................... 9

Inzet op passende zorg door screening en diagnostiek .............................................................. 10

Inkomen, dagbesteding en schulden ......................................................................................... 11

Inkomen en dagbesteding ..................................................................................................... 11

Dagbesteding onder leerplichtigen ........................................................................................ 11

Schuldhulpverlening meerderjarigen ..................................................................................... 12

Openstaande vorderingen en boetes bij het CJIB ................................................................... 12

Detentie en Terugkeer............................................................................................................... 13

Monitor Detentie en Terugkeer ............................................................................................. 14

Inzet WPI aan Top600-gedetineerden ................................................................................... 17

Doelstelling 3. Beperken instroom broertjes en zusjes ................................................................... 18

GGD Vangnet: begeleiding minderjarigen tot acht jaar ............................................................. 18

PIT: begeleiding minderjarigen vanaf acht jaar .......................................................................... 18

Uitgelichte projecten 2017 ............................................................................................................ 22

Project Hardnekkigen ............................................................................................................... 22

Project Versterking persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak ............................................. 22

Page 3: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

3

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Inleiding

Met de gemeenteraad is afgesproken dat we per half jaar rapporteren over de voortgang van de

Aanpak Top600. Voor u ligt dan ook de halfjaarmonitor Top600 2017 met daarin informatie over

de inzet en resultaten van de Aanpak Top600 in het eerste halfjaar van 2017 (op outputniveau). De

resultaten van de Aanpak Top600 worden gemeten aan de hand van de drie doelstellingen van de

aanpak, die ook als zodanig uiteengezet zullen worden in de halfjaarmonitor. Deze drie

doelstellingen zijn:

1. Verminderen van (high impact) criminaliteit;

2. Verbeteren van perspectief van de personen op de Top600-lijst;

3. Beperken instroom van broertjes en zusjes;

De analyses in deze monitor zijn gebaseerd op cijfers die zijn aangeleverd door het Actiecentrum

Veiligheid en Zorg (AcVZ), de Gemeente Amsterdam (stadsdelen, Werk, Participatie & Inkomen

(WPI), Preventief Interventie Team (PIT), GGD en Bureau Leerplicht Plus), Politie, Openbaar

Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William

Schrikker Groep (WSG), Reclassering Inforsa en het Leger des Heils (LdH). Dit zijn de kernpartners

van de Aanpak Top600, wat inhoudt dat zij ook regisseurs leveren die op het totaal van straf en

zorg sturen.

Page 4: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

4

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Kenmerken Top600

Op de Top600-lijst van 1 april staan 556 personen. Elk half jaar (per 1 april en 1 oktober) wordt

gecontroleerd of de personen op de lijst nog aan de Top600-criteria voldoen. Voldoet iemand niet

meer aan de criteria (bijvoorbeeld omdat er vijf jaar geen sprake is van een veroordeling voor een

high impact delict) , dan stroomt de persoon uit. Het aantal Top600-personen dat reeds is

uitgestroomd sinds de start van de aanpak in 2011 is 665 personen. De gemiddelde leeftijd van de

Top600-personen is 27 jaar (de jongste is 14, de oudste is 64). Van deze Top600-lijst is 99% man

(er staan 6 vrouwen op de lijst) en 32% is gedetineerd. In onderstaand figuur is de verdeling per

stadsdeel van het aantal ingeschreven Top600-personen weergegeven1. De meeste Top600-

personen staan ingeschreven in stadsdeel Nieuw-West (71 personen) en Zuidoost (56 personen). In

stadsdeel Centrum en Westpoort staan het minst aantal Top600-personen ingeschreven.

In totaal zitten (in april 2017) 62 Top600-personen ook in een aanpak problematische

jeugdgroepen.

Figuur 1. Achtergrondkenmerken Top600

1 Hierbij moet worden opgemerkt dat een deel van deze personen niet op het geregistreerde adres woont, daar het een

postadres betreft.

Page 5: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

5

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Doelstelling 1. Verminderen (high impact) criminaliteit

Een van de drie pijlers van de aanpak is het voeren van een lik-op-stuk beleid om high impact

criminaliteit (HIC) zoals woninginbraken, overvallen en straatroof te verminderen.

Van aanhouding tot inverzekeringstelling Van januari 2017 tot en met juni 2017 zijn 517 aanhoudingen2 van Top600-personen verricht, een

lichte daling van 5% ten opzichte van het eerste halfjaar van 2016 (543 aanhoudingen). Een

aanhouding wordt verricht als een persoon op heterdaad wordt betrapt, op basis van een

signalering en/of naar aanleiding van rechercheonderzoek door de politie. Deze daling is mogelijk

te verklaren door de afname van 5% in het aantal personen dat op de Top600-lijst staat (lees:

voldoet aan de Top600-criteria). Het aantal personen op de Top600-lijst neemt in deze periode af

van 586 personen begin 2016 (gebaseerd op de Top600-lijst van oktober 2015) tot 556 personen

eind juni 2017 (gebaseerd op de Top600-lijst van april 2017). De aanhoudingen hebben

geresulteerd in 190 inverzekeringstellingen (een afname van 16% ten opzichte van de 226 in het

eerste half jaar van 2016) en 167 voorgeleidingen bij de Rechter Commissaris (een lichte afname

van 8% in vergelijking met de 181 voorgeleidingen in dezelfde periode van 2016). Hiertoe hebben

de drie reclasseringsorganisaties3 (3RO) 145 adviesrapporten opgesteld (een afname van 15% ten

opzichte van de 163 in het eerste half jaar van 2016). Hiermee zijn 87% van de voorgeleidingen

voorzien van een advies vanuit de reclassering (90% in het eerste halfjaar van 2016).

Figuur 2. Van aanhouding tot aan inverzekeringstelling, januari-juni 2017

2 Zowel aanhoudingen in Amsterdam als daarbuiten

3 Reclassering Nederland, Inforsa, Leger des Heils

31 32 31 31 32 33

15

26 27 22

30 25

28 24

36

27 25 27

89

75

93 92

85 83

68

57 63

66 65 67

jan-17 feb-17 mrt-17 apr-17 mei-17 jun-17

inverzekeringstellingen

reclasseringsadviezen

voorgeleidingen

aanhoudingen

aangehouden personen

Page 6: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

6

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Inzet van bijzondere voorwaarden De inzet van bijzondere voorwaarden als ‘stok achter de deur’ is een belangrijk middel bij het

voorkomen van recidive en het motiveren van een Top600-persoon om mee te werken aan het

opgestelde plan van aanpak. 3RO adviseert de rechter op verzoek van het openbaar ministerie

over de op te leggen bijzondere voorwaarden. De Top600-regisseur levert 3RO actuele informatie

over de persoon zodat de voorwaarden op maat gemaakt kunnen worden en ondersteunend

kunnen zijn aan het plan van aanpak. In het eerste halfjaar van 2017 zijn bij gemiddeld 46% van de

vonnissen bijzondere voorwaarden opgelegd (50% in de tweede helft van 2016)4. Als we langer

terugkijken sinds 2014 schommelt het aandeel bijzondere voorwaarden tussen 41% en 53%, met

een gemiddelde van 47% over de gehele periode.

Figuur 3. Aandeel vonnissen Top600 naar bijzondere voorwaarden per half jaar5, januari 2014-juni 2017

Detentie Sinds december 2016 is een daling zichtbaar in het aantal Top600-personen dat vastzit (figuur 4).

Eind april, na de totstandkoming van een nieuwe Top600-lijst per 1 april, was er sprake van een

tijdelijke toename in het aantal gedetineerden binnen de Top600, maar in mei en juni is dit weer

gedaald tot het niveau van maart 2017. Hiermee komt het gemiddelde in het eerste half jaar van

2017 op 180 gedetineerden per maand, een (beperkte) afname ten opzichte van het laatste half

jaar van 2016 (194 per maand). In dezelfde periode is ook een daling in het aantal aanhoudingen te

zien (zie figuur 2 op pagina 5). Het aandeel met een voorlopige hechtenis is in dezelfde periode iets

toegenomen, van 32% begin 2016 naar 34% in de tweede helft in 2016 en 39% in het afgelopen

half jaar. Mogelijk is dit ook de reden dat het aandeel detenties met een duur van 1 tot 2 maanden

is verdubbeld in het afgelopen half jaar. De tijdelijke toename eind april kan deels zijn toe te

schrijven aan de nieuwe Top600-lijst: van de nieuwe personen op de lijst zaten eind april 12

personen vast. Daarnaast valt op dat er in mei sprake was van relatief veel in- en uitstroom. Vanaf

februari 2017 is gestart met een grootschalige actie van ‘zelfmelders’6 waar ook een aantal

Top600-personen onder vielen. Het gaat dan veelal om kortere detentiestraffen. Dit heeft

mogelijk een toename van instroom veroorzaakt in de directe maanden erna (maart en april) en de

verhoogde uitstroom in mei.

4

Hierbij wordt gekeken naar alle eindvonnissen met een opgelegde gevangenisstraf tussen 14 en 720 dagen. Voor langere of

kortere gevangenisstraffen is het niet aannemelijk dat bijzondere voorwaarden worden opgelegd. 5

Betreft alle eindvonnissen met een opgelegde gevangenisstraf tussen de 14 en 720 dagen. 6

Een zelfmelder is een persoon die is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, in vrijheid rondloopt en nu een oproep krijgt om de detentiestraf uit te gaan zitten. Er zijn criteria verbonden aan wie in aanmerking komt voor de status als zelfmelder. Eén van de criteria is dat het niet om een ernstig strafbaar feit mag gaan.

48% 49% 53% 42% 41%

50% 46%

2014-1 2014-2 2015-1 2015-2 2016-1 2016-2 2017-1

Page 7: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

7

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Figuur 4. Aantal gedetineerden binnen de Top600, januari-juni 2017

In figuur 5 is te zien dat een meerderheid van de gedetineerde Top600-personen vast zit in het

kader van een voorlopige hechtenis (68 personen) of een onherroepelijke veroordeling (78

personen).

Figuur 5.1. Detentiestatus (n = 175), juni 2017 Figuur 5.2. Detentielocatie (n = 175), juni 2017

Spreiding van detentielocaties Het uitgangspunt rondom de plaatsing van Top600-gedetineerden is dat de personen met een

voorlopige hechtenis worden geplaatst in het Huis van Bewaring in Justitieel Complex (JC)

Zaanstad en de afgestraften in de Gevangenis in Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad. Voor

Top600-personen die de detentietitel ‘arrestant’ (PI Alphen), ‘ISD’ (PI Almere), ‘TBS’ of

‘vreemdelingenbewaring’ hebben, is een plaatsing in een andere PI aangewezen.

Van alle 68 Top600-personen met voorlopige hechtenis is een derde (23 personen) op dit

moment geplaatst in JC Zaanstad. De overige personen zitten in de regio (16%) of over

andere locaties in het land verdeeld.

Van alle afgestrafte personen zitten er 18 in PI Lelystad, de rest zit over het land verdeeld.

Ook zitten er bijvoorbeeld tien in PI Lelystad vanwege een Hoger Beroep. Van de 31

Top600-personen met een ISD zitten er 25 in PI Almere. De overige personen zitten in PI

Nieuwegein of PI Veenhuizen.

23

31 31

24 27

19

34 30

33

26

46

28 34 36

19

28 27

15

26

13

28 29

42 41

183 194

181 200

211 192

184 177 174 187 182 175

0

50

100

150

200

250

0

10

20

30

40

50

60

70

80uitstroom instroom totaal aantal op eind van de maand

68

45 2

31

2 17 10 voorlopig gehecht

onh. ver.onh. ver. (geldgerelateerd)onh. ver. i.h.k.v. ISDTBSjeugdoverig

92

12

45

17 5 4 PI Lelystad/PI Almere/JC Zaanstad

PI Heerhugowaard/PI ZwaagPI buiten de regio Amsterdam/Flevolandjeugdinrichtingendetentiecentraoverig

Page 8: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

8

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Er zijn verschillende redenen waarom een plaatsing in een andere detentielocatie nodig is, zoals

het feit dat er mededaders zijn, dat de Top600-persoon is aangehouden buiten de regio en de

strafzaak daar dient (in verband met vervoer van en naar de Rechtbank) dan wel het feit dat er

verschillende ‘detentievormen’ zijn. Daarnaast kan het voorkomen dat enkele gedetineerden

overgeplaatst worden vanwege de ontwikkelingen bij DJI, zoals sluitende inrichtingen en

personeelsgebrek. Recentelijk heeft een gesprek plaatsgevonden met Bureau Selectie

Functionarissen van DJI, zodat de plaatsingsafspraken weer scherper worden toegepast.

Detentieduur In 2017 kwam 226 keer een Top600-persoon vrij (209 unieke personen). De gemiddelde leeftijd op

het moment van vrijlating was 27 jaar. De duur van de detenties loopt sterk uiteen. Iets meer dan

de helft van de detenties duurde korter dan twee maanden (zie figuur 6). Vergeleken met de cijfers

van de tweede helft van 2016 valt op dat de hele korte detenties (tot 1 maand) zijn afgenomen en

het aandeel detenties tussen de 1 tot 2 maanden is verdubbeld. Mogelijk hangt dit samen met de

lichte toename in het aandeel met een voorlopige hechtenis.

Figuur 6. Detentieduur, januari-juni 2016 en januari-juni 2017, procenten

Vreemdelingen Er staan op dit moment 26 personen op de huidige Top600-lijst die niet legaal in Nederland verblijven. Het doel van het plan van aanpak voor deze Top600-vreemdelingen is vrijwel altijd: vertrek uit Nederland (en waar nodig eerst stabiliseren om iemand tot terugkeer te bewegen). Zeven van de 26 personen zijn uitgezet en één is uit eigen beweging vertrokken. Deze personen worden nog gemonitord (omdat de kans bestaat dat ze terugkeren) totdat zij niet meer aan de criteria van de Top600 voldoen en uitstromen. Van de overige achttien personen wordt door de samenwerkende partners (o.a. gemeente, IND, Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), AVIM (Vreemdelingenpolitie), GGD, OM en de drie reclasseringsorganisaties) en onder regie van de Top600-regisseur waar mogelijk aangestuurd op terugkeer naar het land van herkomst.

2

6

7

9

17

23

31

16

12

23

15

10

15

14

jan-jun2017

jan-jun2016

<1 week 1 tot 2 weken 2 weken to 1 maand

1 tot 2 maanden 2 maanden tot half jaar half jaar tot 1 jaar

>1 jaar

Page 9: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

9

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Doelstelling 2. Verbeteren van perspectief

Binnen de Top600 is er veel aandacht voor de zorg (in brede zin) die nodig is om de Top600-

personen aan te zetten tot duurzame gedragsverandering. Hierbij wordt ingezet op het verbeteren

van het perspectief en de maatschappelijke kansen van Top600-personen.

Inzet van reclasseringstoezicht De inzet van reclasseringstoezicht is een belangrijk instrument voor de combinatie van straf en

zorg. Het aantal personen dat onder toezicht staat van een van de drie reclasseringsorganisaties is

in het eerste halfjaar van 2017 iets afgenomen (gemiddeld 196 toezichten) ten opzichte van het

eerste half jaar in 2016 (gemiddeld 198 toezichten), maar toegenomen in vergelijking met het

laatste half jaar van 2016 (zie figuur 7). Het aantal reclasseringstoezichten fluctueert per maand en

is ten opzichte van het gemiddelde over het laatste half jaar van 2016 toegenomen met 2%.

Figuur 7. Lopende reclasseringstoezichten 3RO, juli 2016-juni 2017

In het eerste halfjaar van 2017 zijn er in totaal 90 toezichten afgesloten, waarvan 64 positief en 26

negatief (zie figuur 8). Dit is een toename ten opzichte van het eerste halfjaar van 2016, waarin 72

toezichten werden afgesloten (36 positief en 36 negatief). 3RO noemt als mogelijke reden

hiervoor een daling in het aantal gepleegde misdrijven en een daling in recidive.

Figuur 8. Aantal (afgesloten) reclasseringstoezichten, januari-juni 2017

gemiddelde jan-jun 2016

198 gemiddelde jul-dec 2016

192 gemiddelde jan-jun 2017

196

199

183

191 191

198 192

199 194

187

197 196 204

22

6

11 13

5 7 6 6 3 1 5 5

199

194

187

197 196

204

175

185

195

205

0

10

20

30

Januari Februari Maart April Mei Juni

Positieve afsluiting Negatieve afsluiting Lopende toezichten

Page 10: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

10

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Figuur 9. Afgesloten toezichten naar reden van afsluiting

Positief Negatief

Voortijdig of in verband met einde termijn

29 Voorwaardelijke Veroordeling 3

Schorsingstoezicht 27 Opheffing schorsing 11

Nazorg PIJ of PIJ (FPT/STP) 2 PP/ET terugplaatsing 1

Voorwaardelijke Invrijheidsstelling

2 Voorwaardelijke Invrijheidsstelling

1

PP/ET 3 Ten Uitvoer Legging 8

ISD extramutaal termijn voltooid 1

ISD extramurale fase terugplaatsing

1

Plaatsing Art. 43,3 PBW (overig) voortijdig negatief

1

PIJ: (maatregel ) Plaatsing in Justitiële Jeugdinrichting FPT: Forensisch Psychiatrisch Toezicht STP: Scholing- en Trainingsprogramma PP: Penitentiair Programma ET: Elektronisch Toezicht ISD: Inrichting voor Stelselmatige Daders

Inzet op passende zorg door screening en diagnostiek Vanuit de Top600 wordt ingezet op het screenen van alle Top600-personen om inzicht te krijgen in

hun problematiek en om daarop aansluitend passende hulpverlening in te kunnen zetten. Voor de

Top600 verzorgt de GGD de screeningen. Tijdens de screening neemt een verpleegkundige,

psycholoog en/of psychiater van de GGD een sociaal psychiatrisch interview af. Het doel hiervan is

het in kaart brengen van (mogelijke) psychische problemen en, indien van toepassing, het stellen

van een voorlopige diagnose. In figuur 10 is te zien dat eind juni 71% van de Top600-personen op

de huidige lijst is gescreend. Dit is vergelijkbaar met de 72% in december 2016. In het eerste

halfjaar van 2017 hebben 154 pogingen tot screening/uitnodigingen plaatsgevonden en zijn

uiteindelijk 56 personen gescreend: 36% van de pogingen heeft daarmee geleid tot een screening.

In de eerste helft van 2016 lag dit aandeel iets hoger, namelijk op 40% (162 pogingen en 64

uitgevoerde screeningen). Daarnaast zijn 66 personen besproken in het zogenaamde Stedelijk

Indicatieoverleg7 (SIO), van waaruit een voorlopig advies is opgesteld voor (aanvullende)

diagnostiek, behandeling, begeleiding en overige zorg8.

7 Het SIO wordt voorgezeten door de GGD en bestaat uit vertegenwoordigers van Arkin, de Bascule, GGZ InGeest, de Waag,

Amsta, het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en MEE. 8

Zoals informatie opvragen over bestaande juridische kaders, mogelijkheden m.b.t. creëren van kaders in toekomst, in kader

van toezicht, jeugdbeschermingsmaatregel of ISD. Bij politie en justitie informeren over hoeveelheid delicten, mate van geweld. Praktische zaken oppakken door regisseur. Top600-persoon onderbrengen bij andere zorgpaden in de stad (aanmelden instroomhuis, veldtafel e.d.).

Positieve afsluiting

64

Negatieve afsluiting

26

Page 11: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

11

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Figuur 10. GGD-screeningen, januari-juni 2017

Inkomen, dagbesteding en schulden Om het perspectief van Top600-personen te verbeteren wordt actief ingezet op het organiseren

van inkomen, werk, dagbesteding en/of het behalen van een startkwalificatie. Voor de personen in

de Top600 en Top400 is er het speciaal daartoe ingerichte Interventieteam van Werk, Participatie

en Inkomen (WPI), dat zich bezighoudt met werk, inkomen, dagbesteding en schulden.

Inkomen en dagbesteding Het interventieteam van WPI begeleidt Top600-personen naar een leerwerktraject of

dagbesteding om hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt te vergroten. Gemiddeld heeft WPI in de

eerste helft van 2017 per maand 300 Top600-personen in begeleiding, een stijging van 25% ten

opzichte van 2016 (n = 240), gemiddeld ontvangt 60% van deze Top600-personen een uitkering.

Positieve uitstroom

In de periode januari tot en met juni 2017 zijn 45 Top600-personen na de begeleiding positief

uitgestroomd, waarvan 6 richting school en 39 richting werk. Van deze 39 personen die naar werk

zijn begeleid, zijn op peildatum 1 juli 2017 nog tien personen aan de slag bij de werkgever. De

overige personen zijn uitgevallen wegens diverse redenen zoals detentie, onvoldoende motivatie

en andere problematiek (bijv. ernstige GGZ problematiek). Het interventieteam is nog steeds

actief bezig met zoeken van een passende plek voor deze personen. De zes personen die naar

school zijn toe geleid, zijn op de peildatum allen nog steeds schoolgaand.

Sluitende aanpak na negatieve uitstroom

Een sluitende aanpak door de betrokken partners is een belangrijke succesfactor voor de

begeleiding naar werk of dagbesteding en voorkomen van recidive. Samenwerking door de

gehele keten is van belang zodat de Top600-persoon ten alle tijden in beeld is. WPI heeft samen

met het AcVZ de beëindigde uitkeringen (negatieve uitstroom) en de vervolgacties van de

regisseur onderzocht. In de eerste helft van 2017 zijn tien uitkeringen beëindigd omdat de

personen op dat moment geen recht hadden op bijstand. Door vervolgacties in samenwerking met

de betrokken regisseurs konden twee uitkeringen opnieuw worden opgestart. Bij de overige acht

personen zijn er diverse vervolgacties uitgezet door de regisseur, veelal op het gebied van straf.

Dagbesteding onder leerplichtigen

Personen die nog geen startkwalificatie hebben, vallen tot hun 18de jaar onder de leerplichtwet,

wat inhoudt dat zij op school horen te zitten tot zij een startkwalificatie behalen. Van januari tot en

met maart waren er 24 leerplichtige Top600-personen. Met de komst van de nieuwe lijst in april

werden dit er 26. Het aandeel binnen deze groep met wie het goed gaat op school fluctueert per

18

30 28 24

13

41

8 9 15 12 3 9

Januari Februari Maart April Mei Juni

Poging tot screening

Afgeronde screening

Afgeronde screeningen van huidige lijst

71%

Page 12: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

12

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

maand. Eind juni 2017 gaat het met 5 van de 26 leerplichtigen goed op school (vergelijkbaar met

eind juni 2016). Binnen de Top600 en de Top400 werkt een speciaal hiertoe ingericht team vanuit

Bureau Leerplicht samen met de regisseur en de onderwijsinstellingen om ervoor te zorgen dat

deze jongeren naar school gaan en blijven gaan. Zij vragen bijvoorbeeld tweewekelijks proactief

een verzuimoverzicht op bij de school of ze zetten een proces-verbaal in (zeven keer ingezet in

begin 2017).

Schuldhulpverlening meerderjarigen Een (problematische) schuldensituatie ontregelt het leven van een persoon enorm en vormt

bovendien een extra risicofactor op recidive. Dat geldt uiteraard ook voor Top600-personen.

Sinds 2013 biedt het Interventieteam van WPI voor Top600-personen schuldhulptrajecten. In de

eerste helft van 2017 zijn 26 nieuwe aanmeldingen voor schuldhulpverlening gedaan. In het eerste

halfjaar van 2016 waren dit er 52. Dit is te verklaren door een vermindering van het aantal Top600-

personen wat tot de doelgroep van WPI behoort (ongeveer 33%). Daarnaast is bij WPI een

vacaturestelling aan de orde geweest, welke inmiddels is ingevuld. Momenteel zijn 71 Top600-

personen actief in begeleiding bij de schuldhulpverlening van het Interventieteam.

Openstaande vorderingen en boetes bij het CJIB In totaal hebben 423 Top600-personen een openstaande boete bij het CJIB (zie figuur 11). Dit is

76% van de personen die op de Top600-lijst staan. De grondslagen hiervoor verschillen (opgelegde

schadevergoeding, strafbeschikkingen, verkeersboetes en politie- en OM strafbeschikkingen).

Meer dan de helft (53%) van de huidige Top600 heeft bijvoorbeeld een geldboete voor het plegen

van een strafbaar feit (een ‘boetevonnis’), variërend van €30 tot €12.000. Hiernaast heeft bijna een

kwart (22%) van de personen een boete tussen de €2.000 en €6.000. Daarom is de aanpak van

schulden op casusniveau een integraal onderdeel van het programma Top600.

Figuur 11. Openstaande vorderingen en boetes Top600 bij het CJIB, 1 juli 2017

soort boete unieke

personen aantal

boetes gemiddeld

bedrag

Wahv 204 123 €2181

Strabis 201 430 €657

Terwee 165 197 €3671

Boetevonnis

(eis)

294 980 €652

Hiertoe is de samenwerking gezocht met het CJIB om zodoende (meer) persoonsgericht te werken bij Top600-personen. Samen met het CJIB, OM en Ministerie van Veiligheid en Justitie onderzoekt het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ) of (binnen de grenzen van de executieplicht van het CJIB), procedures kunnen worden ingekort, versneld of overgeslagen. Zo wordt bijvoorbeeld eerder ingegrepen als blijkt dat er structureel geen inkomen is, worden alternatieve oplossingen gezocht zodat bijvoorbeeld verhogingen of deurwaarderskosten voorkomen kunnen worden. Ook kunnen dwangmiddelen eerder ingezet worden om een persoon in beweging te krijgen. Op deze

boetes per persoon (gem.)

totaal aantal boetes 2752 6,5

423

Page 13: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

13

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

manier zal de inning maatschappelijk verantwoord plaatsvinden met, waar nodig en mogelijk, oog voor de financiële situatie van de persoon. Voorbeeld casus samenwerking CJIB en Top600

Peter* had ruim €2.000,- aan openstaande boetes bij het CJIB. Tijdens zijn examenjaar niveau 2, moest hij nog een vervangende hechtenis voor een mislukte taakstraf uitzitten. Door de nauwe samenwerking tussen het AcVZ , de Politie en het CJIB is het gelukt om de vervangende hechtenis niet al tijdens het lopende schooljaar, maar precies in de schoolvakantie te laten plaatsvinden. Daarnaast is er een, voor Peter, haalbare betalingsregeling getroffen voor zijn openstaande boetes. Naast zijn studiefinanciering heeft hij, in de avond, een parttimebaan als koerier. Hiervan betaald hij per maand €30,00 af aan zijn openstaande boetes bij het CJIB. Mede hierdoor is het Peter gelukt zijn startkwalificatie te behalen aan de Amsterdamse Plus school. *voornaam is gefingeerd

Het doel voor 2017 is om in samenwerking met het CJIB minstens 100 zaken op de persoonsgerichte manier te behandelen. Hierbij ligt de focus, net als in 2016, op personen met een boete tussen de €2.000 en €6.000. Dit gelet op de complexiteit van de schuldenproblematiek en de mogelijkheid van het treffen van haalbare afbetalingsregelingen voor de Top600-personen. Sinds januari 2017 zijn er in het kader van het samenwerkingsverband met het CJIB in totaal 41 Top600-dossiers aangedragen door regisseurs (zie figuur 12). Voor 30 zaken zijn betalingsregelingen getroffen, negen zaken zijn in behandeling en bij twee zaken is er geen regeling tot stand gekomen: één persoon is in cassatie en bij één persoon is zijn uitkering geblokkeerd, waardoor hij geen aantoonbaar inkomen heeft. Figuur 12. Persoonsgerichte aanpak bij CJIB casussen, januari - juni 2017

doel 2017 juli 2017

CJIB casussen op persoonsgerichte manier aangepakt ≥100 41

CJIB casussen 2017

soort boete betalingsregeling ingezette actie

Mulder 21 ja 30 bevriezen boetes 27

Strabis 20 in behandeling 9 zaak terughalen bij deurwaarder 1

Terwee 13 nee 2 afwijken betalingstermijn 6

Boetevonnis 9

Ontneming 1

Detentie en Terugkeer Om de kans op recidive van Top600-personen na detentie zo klein mogelijk te maken, is het

belangrijk dat er voorzien is in de basisvoorwaarden voor re-integratie op de leefgebieden

huisvesting/onderdak, zorg, werk/inkomen of dagbesteding, een identiteitsbewijs en aanpak

schulden. Het Programma Detentie en Terugkeer stuurt erop aan dat regisseurs, in nauwe

samenwerking met de Penitentiaire Inrichtingen, een plan van aanpak op de leefgebieden

vormgeven. Vanuit Detentie en Terugkeer worden ook systeemfouten aangepakt die op de

leefgebieden worden geconstateerd. Zo is bijvoorbeeld het tekort aan justitiële ‘zorg met verblijf’-

plekken (o.a. beschermd en begeleid wonen) bij het ministerie van Veiligheid en Justitie

aangekaart. Mede hierdoor heeft het ministerie voor 2017 25% meer justitiële bedden in

Amsterdam ingekocht.

Page 14: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

14

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Monitor Detentie en Terugkeer

Sinds eind oktober 2016 worden in het online registratiesysteem VEHAA door de regisseurs voor

iedere detentie bijgehouden wat de situatie op de verschillende leefgebieden was voorafgaande

aan de detentie, welke inzet ze hebben gepleegd tijdens detentie en wat dit heeft opgeleverd.

Door deze nieuwe manier van monitoren is er meer zicht op de aandachtspunten bij start van de

detentie en op de resultaten van de geleverde inspanningen op het moment dat de gedetineerde

de gevangenis verlaat.

In het eerste half jaar van 2017 zijn in totaal 197 personen uitgestroomd uit detentie, hiervan is bij

153 personen (78%) de monitor volledig ingevuld door de regisseur. Bij de start van de detentie

geven regisseurs aan dat bij 51% van de personen tijdens detentie actie nodig is voor toeleiding

naar dagbesteding en 48% het door laten lopen van zorgcontacten (zie figuur 13). Ook toeleiding

naar inkomen en huisvesting is bij een aanzienlijk deel van de detenties een aandachtspunt.

Figuur 13. Aandeel personen bij wie actie nodig was tijdens detentie, per leefgebied (voormeting), procenten, n = 153

Figuur 14 geeft weer of volgens de regisseur het tijdens detentie nodig was om acties in te zetten

op deze leefgebieden en zo ja, of actie tijdens de detentie tot stand is gekomen. De meeste acties

zijn ingezet op de verbetering van de motivatie van de Top600-persoon (67%), toeleiding naar een

inkomen na detentie (50%) en het laten doorlopen van zorg tijdens en na detentie (47%). Niet

altijd lukt het om tijdens detentie de gewenste acties op een leefgebied succesvol in te zetten. Zo

is het bij 33% tijdens detentie nog geen actie tot stand gekomen voor verbetering van de motivatie

en bij 20% nog geen actie tot stand gekomen voor toeleiding naar een dagbesteding na detentie.

Zo speelt mee of een Top600-persoon direct gemotiveerd is om mee te werken en ook moet de

regisseur soms, als de detentieperiode erg kort is, de acties na de detentie voortzetten (en dat is

na de eindmeting van deze monitor).

16%

44% 43% 51% 48%

37%

ID-bewijs Huisvesting Inkomen Dagbesteding Zorg Schulden

Page 15: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

15

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Figuur 14. Personen bij wie tijdens detentie acties zijn ingezet*, bij wie dit niet nodig was of bij wie dit niet gelukt is tijdens detentie (nameting), procenten, n = 153

*Dit kan gaan om één of meerdere acties per persoon, dus het percentage representeert geen uniek aantal personen. Toelichting ‘niet nodig’: de regisseur heeft in dat geval aangegeven dat er tijdens detentie geen actie nodig was op dit leefgebied, omdat bijvoorbeeld alles al is geregeld op het specifieke leefgebied, of omdat er al inzet op wordt gepleegd. Toelichting ‘niet gelukt’: dit houdt in dat een actie tijdens detentie nog niet tot stand is gekomen, bijvoorbeeld omdat een Top600-persoon nog niet mee wilde werken.

In tabel 1 zijn de belangrijkste resultaten van de inspanningen tijdens de detentieperiode per

leefgebied weergegeven. In de rechterkolom wordt weergegeven of de situatie is verbeterd na

detentie. Op bijna alle leefgebieden is er na detentie vooruitgang te zien in vergelijking met de

situatie voorafgaand aan detentie. Het aantal personen met een geldig ID-bewijs is toegenomen,

er zijn minder dak- of thuislozen en het aantal personen met een vorm van inkomen (waarvan 50%

met een uitkering) en dagbesteding is meer dan tien procent toegenomen. Ook heeft een ruime

meerderheid na detentie passende zorg (zoals ambulante behandeling/begeleiding of intramurale

zorg). Maar ook na de detentieperiode zijn deze leefgebieden natuurlijk onderdeel van het plan

van aanpak, met als doel bij zoveel mogelijk personen de situatie op deze leefgebieden te

verbeteren.

Tabel 1. Resultaten per leefgebied, vergelijking voor- en nameting (n = 153) voor

dete

ntie

na detentie

1. ID-bewijs: aandeel personen met een geldig ID-bewijs 70% 77% +

2. Huisvesting: aandeel dak of thuislozen 12% 5% +

3. Inkomen: aandeel personen met vorm van inkomen* 62% 75% ++

4. Dagbesteding: aandeel personen met vorm van dagbesteding 36% 52% ++

5. Zorg: aandeel personen met passende zorg 46% 57% ++

6.Schulden: aandeel personen met hulp bij aanpak van schulden 28% 39% ++

7. Motivatie: aantal personen bij wie motivatie is verbeterd 33%

* Inkomen uit een uitkering is na detentie toegenomen van 42% naar 50%. Het aandeel personen zonder wettelijk inkomen is na detentie gedaald van 30% naar 16%.

67%

45%

47%

45%

50%

39%

10%

47%

41%

35%

40%

50%

76%

33%

8%

12%

20%

10%

11%

14%

Motivatie

Schulden

Zorg

Dagbesteding

Inkomen

Huisvesting

ID-bewijs

actie(s) ingezet tijdens detentie niet nodig tijdens detentie niet gelukt tijdens detentie

Page 16: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

16

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Inzet op de verbetering van de motivatie voor medewerking op alle leefgebieden is een

aandachtspunt tijdens detentie. Vandaar dat het leefgebied motivatie inmiddels standaard

onderdeel is van het plan van aanpak voor alle Top600/Top400-personen. Onder deze ‘paraplu’

wordt er binnen de Top600 en Top400 geëxperimenteerd met nieuwe activiteiten, die erop gericht

zijn te stimuleren dat deze personen zelf hun gedrag willen veranderen (intrinsieke motivatie).

Zo hebben het afgelopen halfjaar 32 Top600-personen deelgenomen aan het Prison Yoga

Project, een project met als doel het verminderen van stress, angst, agressie en

impulsiviteit. Hiervan hebben 18 personen een certificaat overhandigd gekregen.

In april 2017 vond tevens een uitvoering van het project Cirkels plaats in JC Zaanstad. Aan

de hand van een film werd in vier sessies gesproken over relaties en omgang met

vrouwen, 22 Top600-personen namen hieraan deel. Dit project krijgt ook een vervolg.

Daarnaast hebben vier Top600-personen van maart tot en met mei 2017 deelgenomen

aan het project Dutch Cell Dogs. Binnen dit project trainen gedetineerden 8 weken onder

begeleiding asielhonden die vanwege gedragsproblemen moeilijk te plaatsen zijn. Doel is

het bewerkstelligen van een positieve gedragsverandering bij de gedetineerden door de

verantwoordelijkheid die ze krijgen voor de asielhond. Alle deelnemers hebben de training

met succes afgemaakt en een certificaat tot hondentrainer ontvangen.

Regisseurs beoordelen voor en na detentie de algehele motivatie om tijdens detentie mee te

werken aan het verbeteren van zijn perspectief. In figuur 15 zijn de rapportcijfers weergegeven op

totaalniveau. Ingezoomd op de ontwikkeling per persoon is er voor een grote groep verbetering9

zichtbaar. In totaal is bij een derde de motivatie verbeterd in vergelijking met de situatie voor

detentie. En bij de 76 personen met een onvoldoende voor detentie, is bij 31 personen (41%) de

motivatie na detentie verbeterd. Bij 21 personen (28%) is de motivatie zelfs verbeterd tot een

voldoende.

Figuur 15. Verdeling rapportcijfer voor de medewerking aan verbetering perspectief, voor en na detentie, (respectievelijk n = 147 en n = 145), uitstroom januari-juni 2017

9 De motivatie wordt beoordeeld in afgeronde rapportcijfers. Er is sprake van een verbetering van de motivatie

indien er een verschil is van minimaal 1 punt. Bij 23 personen gaat het bijvoorbeeld om een toename van 1 punt, bij 17 personen om 2 punten.

7% 5%

13% 12% 14%

23%

16%

7%

1% 1%

11%

6%

11% 10% 10%

15% 18%

15%

2% 2%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

rapportcijfer motivatie voor detentie

rapportcijfer motivatie na detentie

Page 17: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

17

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Inzet WPI aan Top600-gedetineerden

WPI biedt ook hulp op het gebied van werk/inkomen of dagbesteding en schulden aan Top600-

gedetineerden10. Het interventieteam van WPI bezoekt gedetineerden of biedt hulp ‘op afstand’

(zoals het opstarten van een inkomen om recidive te voorkomen of het tijdelijk opschorten van

een uitkering op het moment dat een gedetineerde bij aanvang van de detentie al bekend is bij

WPI om te voorkomen dat schulden ontstaan of verder oplopen).

In de eerste zes maanden van 2017 kwamen op grond van de criteria van WPI in totaal 143 Top600-

gedetineerden in aanmerking voor begeleiding (in 2016 waren dit er 142). Daarvan verbleven

73 personen (51%) in Penitentiaire Inrichtingen die WPI standaard bezoekt (JC Zaanstad, PI

Almere en PI Lelystad). In 2016 was dit 39%, waarbij 56 personen in PI’s werden bezocht. WPI

heeft 61 van deze 73 personen (90%) inmiddels in begeleiding:

20 personen (33%) zijn door WPI bezocht in detentie;

31 personen (51%) hebben meer intensieve hulp ‘op afstand’ ontvangen;

de overige 10 personen (16%) zijn niet bezocht omdat er telefonisch contact was of dat zij

vroegtijdig vrijkwamen.

Daarnaast verbleven 70 personen in andere PI’s. WPI heeft 49 van deze 70 personen (70%) in

begeleiding:

10 personen (20%) zijn om diverse redenen op verzoek van regisseur toch bezocht, door

eerder opgebouwd contact met WPI;

29 personen (59%) hebben hulp van WPI ‘op afstand’ ontvangen;

de overige 10 personen (20%) zijn niet persoonlijk bezocht.

10 Gedetineerden komen in aanmerking voor begeleiding als zij binnen de doelgroep van WPI vallen. Deze criteria

zijn: verblijvend in Amsterdam; geen inkomen; ontvangt (nog) geen uitkering; gaat niet naar school.

Page 18: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

18

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Doelstelling 3. Beperken instroom broertjes en zusjes

De (minderjarige) broertjes en zusjes van Top600-personen lopen een aanzienlijke kans zelf in

crimineel gedrag te vervallen11. Om dit te voorkomen zetten GGD Vangnet, het Preventief

Interventie Team (PIT), Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA) en de William Schrikker Groep

(WSG) actief in op het in kaart brengen van de (benodigde) hulpverlening en het actief begeleiden

van minderjarige broertjes, zusjes en kinderen van Top600-personen12. Eind juni 2017 gaat dit om

een totaal van 621 broertjes, zusjes en kinderen van Top600-personen.

GGD Vangnet: begeleiding minderjarigen tot acht jaar Als er sprake is van broertjes of zusjes van een Top600-persoon onder de acht jaar krijgt de GGD

hier een melding van en neemt zij in alle gevallen contact op met de regisseur en, indien van

toepassing, de gezinsmanager van JBRA of WSG of het PIT om af te stemmen of een huisbezoek

wenselijk is. Vangnet heeft in de eerste half jaar van 2017 in totaal 19 meldingen binnengekregen

van broertjes, zusjes en kinderen van de Top600.

PIT: begeleiding minderjarigen vanaf acht jaar Doelstelling van het PIT is het voorkomen dat kinderen afglijden in criminaliteit. Om deze

doelstelling te realiseren richt het PIT zich op vier subdoelstellingen.

Vroegtijdig signaleren van risicokinderen.

Inzetten van passende hulpverlening op basis van grondig onderzoek.

Bevorderen van een goede schoolgang van basisschool tot startkwalificatie.

Bevorderen van een gunstig thuisklimaat.

De begeleiding vindt vaak plaats bij jongere kinderen: ruim 60% van de broertjes of zusjes in

begeleiding bij het PIT is jonger dan 13 jaar op het moment dat de begeleiding begint.

De begeleiding vanuit het PIT kan gaan om het aanjagen van de bestaande hulpverlening, nieuwe

hulpverlening organiseren, screenen op sociale leerbaarheid of bijvoorbeeld het onderhouden van

contact met de betreffende school. In tabel 2 zijn de belangrijkste cijfers over de begeleiding

vanuit het PIT vermeld, daaronder worden de cijfers verder toegelicht.

11

Uit eerder onderzoek blijkt dat ongeveer driekwart van jongens met een zwaar criminele broer later zelf een veroordeling krijgt. 12

GGD Vangnet richt zicht op minderjarigen tot acht jaar, PIT richt zicht op minderjarigen vanaf acht jaar en JBRA en WSG werken gezinsgericht met aandacht voor broertjes en zusjes.

GGD Vangnet 2017 19 gezinnen aangemeld

Page 19: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

19

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Voorbeeld casus over inzet PIT bij gezin gestart in 2015

Een traditioneel gezin is in het begin zeer afhoudend voor hulpverlening en niet bekend bij netwerkpartners. Najaar 2015 blijkt dat ouders gaan scheiden. Vader is altijd verantwoordelijk geweest voor financiën en overige regelzaken en moeder inclusief kinderen worden achtergelaten met alle schulden en problemen. Prioriteit vanuit PIT was praktische hulp aanbieden om te zorgen dat het gezin geld zou hebben om te voorzien in de basale zorg en moeder te ondersteunen in het scheidingsproces. PIT heeft toen samen met moeder en een volwassen kind alle papieren uitgezocht en geholpen om de betrokken instanties op de hoogte te brengen. Gezien de haast die hierbij nodig was, is een aanmelding bij “SamenDoen” niet gelukt. Nadat de financiën op orde waren gebracht, heeft PIT met moeder toegewerkt naar het inzetten van psychische hulp voor moeder (bleek een langdurig verleden van huiselijk geweld te zijn) en de kinderen. Er is vervolgens een aanmelding bij Blijfgroep gedaan. Gedurende dit traject is steeds contact geweest met de regisseur van de Top600-persoon om acties af te stemmen en de regisseur op de hoogte te houden van de thuissituatie. PIT heeft een bemiddelende rol gespeeld tussen een van de kinderen en school; het betreffende kind was dusdanig belast door de thuissituatie, dat het begon te drukken op de schoolresultaten en aanwezigheid.

Tabel 2. Aantal broertjes, zusjes en kinderen van Top600-personen in begeleiding bij PIT, jan-juni 2017, n=621

gezinnen kinderen

aangemeld januari-juni 2017

12 25

totaal actief in begeleiding 1 juli 2017 91 155

totaal in monitorstand 1 juli 2017 130 191

totaal afgesloten 1 juli 2017 161 184

broertjes en zusjes nog niet begeleiding 1 juli 2017 91

Aangemeld

Van januari tot en met juni 2017 zijn in totaal 25 broertjes en zusjes (uit 12 gezinnen)

aangemeld en uitgedeeld aan een PIT-medewerker. Hiermee ligt het aantal aanmeldingen

iets lager dan in het eerste half jaar van 2016 (18 gezinnen met daarin 29 kinderen).

Actief in begeleiding

Op 1 juli 2017 zijn er in totaal 155 van de 621 broertjes, zusjes en kinderen actief in

begeleiding bij het PIT. In het eerste half jaar van 2016 waren dit er 262.

Monitoring na begeleiding

Nadat een gezin actief in begeleiding is geweest, wordt het gezin nog gemonitord door

het PIT. In totaal gaat dit op 1 juli 2017 om 191 broertjes en zusjes.

Afgesloten zaken

Als blijkt dat er al lange tijd geen zorgen naar voren komen vanuit het monitoren of als

bijvoorbeeld broertjes en zusjes meerderjarig zijn geworden, kan een zaak worden

afgesloten. In totaal zijn sinds de start inmiddels de zaken van 161 gezinnen (met in totaal

184 kinderen) afgesloten, een toename ten opzichte van 2016 (56 gezinnen). Dit heeft te

maken met het feit dat de Top600-aanpak al enige tijd loopt en sommige gezinnen al

langere tijd in begeleiding waren bij het PIT. Daarnaast is het mogelijk dat broertjes en

zusjes inmiddels 18 jaar zijn geworden of ging het beter in de gezinnen.

- Nog niet in begeleiding

91 broertjes en zusjes van de huidige Top600-personen zijn op dit moment niet in

begeleiding van het PIT omdat begeleiding niet nodig is (broertjes/zusjes geen contact

hebben met de Top600-persoon, gezinshulpverlening al sluitend is of door een OTS

PIT 2017 12 gezinnen aangemeld

Page 20: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

20

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

maatregel) of omdat begeleiding op dit moment niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat ze

buiten Amsterdam woonachtig zijn of ouders nog niet meewerken).

Doorstroom

Twee broertjes en zusjes van Top400 personen zijn ingestroomd op de Top600. Er zijn 38

broertjes en zusjes van Top600-personen ingestroomd op de Top400.

Om de begeleiding goed vorm te kunnen geven, brengt het PIT bij aanvang van elk traject in kaart

op welke gebieden er sprake is van problemen. Elk half jaar scoort het PIT opnieuw de stand van

zaken op verschillende leefgebieden van de broertjes en zusjes die zij in begeleiding hebben. Bij

aanvang bleek 80% van de broertjes en zusjes problemen te hebben op één of meer leefgebieden.

Een aantal resultaten over de schoolgang en de thuissituatie worden hieronder uitgelicht

(peildatum 1 juli 2017). Samengevat is te zien dat een groot deel van de broertjes en zusjes in

begeleiding van het PIT vooruitgang laten zien. De aanwezigheid van risicofactoren op afglijden

zijn hiermee afgenomen. Uiteindelijk moet dit er toe leiden dat voorkomen wordt dat broertjes en

zusjes van de Top600 met politie in aanraking komen en afglijden in de criminaliteit.

Uit onderzoeken naar de achtergrond van o.a. de Top600-personen bleek –

terugkijkend – dat zij al op jonge leeftijd een lage binding met school hadden,

leidend tot verzuim en uiteindelijk schooluitval. Om ervoor te zorgen dat kinderen

een succesvolle schoolloopbaan kunnen doorlopen is het belangrijk dat het kind op

een passende school zit, dat aansluit bij zijn niveau. Het PIT geeft de school advies hoe om te gaan

met risicokinderen, op basis van de screening op sociale leerbaarheid13. De inzet van het PIT begint

bij voorkeur op de basisschool, maar stopt daar niet. Juist de overgang naar het voortgezet

onderwijs is een periode waarin het vaak misgaat op school.

53% van de broertjes en zusjes heeft problemen op het leefgebied schoolresultaten. Van

hen boekt 60% binnen 12 maanden begeleiding door het PIT vooruitgang.

54% heeft problemen met het gedrag op school. Bij ruim 60% van de kinderen in de

Aanpak Top600, is na minimaal 12 maanden begeleiding, een verbetering van het gedrag

op school te zien.

De gezinsgerichte aanpak van het PIT beoogt ook de thuissituatie te verbeteren.

Opvoedingsproblemen en conflicten in de thuissituatie zijn belangrijke risicofactoren

voor het ontwikkelen van probleemgedrag bij jongeren. Het terugdringen van de

problemen thuis is dus – naast het bevorderen van de schoolgang – van belang om de

doorgroei van deze kinderen naar criminaliteit te voorkomen. De situatie in het gezin

omvat vele aspecten zoals het gedrag van het kind in de thuissituatie, opvoedingsvaardig-

heden van ouders, omgang van gezinsleden met elkaar, geweld, de financiële situatie van

het gezin, (psychische) problemen van ouders. Het PIT brengt al deze aspecten in kaart en

biedt ondersteuning in waar nodig (al dan niet door externe instanties).

Bij 40% van de broertjes en zusjes van Top600-personen waren er gedragsproblemen

thuis. Binnen 12 maanden is er bij 70% vooruitgang te zien.

13

De screening op sociale leerbaarheid brengt de achterliggende kindfactoren in kaart die van invloed kunnen zijn op de vastgestelde gedragsproblematiek. Uit de screening volgt een profiel van de sterke en minder sterke kanten van de persoon. Daarnaast biedt de screening concrete handelingsadviezen voor ouders, leerkrachten en hulpverleners.

Page 21: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

21

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Bij 66% van de gezinnen zijn de opvoedingsvaardigheden van de ouders bij aanvang van

de begeleiding een probleem. Na 12 maanden begeleiding laten de

opvoedingsvaardigheden van de ouders in 56% van de gevallen vooruitgang zien.

Voor de werkwijze die het PIT hanteert zijn er twee belangrijke aandachtspunten:

het scherper zicht krijgen op de groep die niet vooruitgaat en welke interventies we

kunnen ontwikkelen om ook bij deze groep de risicofactoren te verminderen en;

de doorlooptijden van begeleiding in bepaalde gezinnen. We zien dat er gezinnen zijn die

langdurige ondersteuning nodig hebben om het risico op afglijden te verminderen. Deze

langdurige begeleiding kan in de toekomst gaan drukken op de capaciteit voor nieuwe

zaken.

Page 22: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

22

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

Uitgelichte projecten 2017

Ten slotte lichten we in dit onderdeel nog een tweetal projecten toe dat het afgelopen half jaar

onze bijzondere aandacht heeft gehad.

Project Hardnekkigen Op dit moment zijn er 145 personen14 die al vanaf de start van de aanpak in 2011 op de Top600-lijst

staan, we noemen ze ‘de hardnekkigen’. Een deel van deze personen zit langdurig in detentie en

blijft om die reden op de lijst staan (naast de Top600-criteria hanteren we ook een zogenoemde

detentiecorrectie om te voorkomen dat personen uitstromen omdat ze in detentie zitten en om

die reden niet meer kunnen plegen). In de afgelopen twee jaar hebben 116 personen (80% van de

145) meer dan 180 dagen in detentie gezeten. De bestuurlijke Stuurgroep Actiecentrum Veiligheid

en Zorg heeft besloten dat gezamenlijk met de partners zal worden gekeken wat er nog extra

mogelijk is op deze groep. Naar aanleiding van een verdiepende analyse is gebleken dat binnen

deze groep van 145 personen drie subgroepen te onderscheiden zijn met hardnekkige

problematiek: de (potentiële) doorgroeiers in (zware) criminaliteit, de handdrugsgebruikers en de

mensen die langdurig zorg nodig hebben. Er zijn twee grote brainstormbijeenkomsten

georganiseerd met alle relevante partners uit het veiligheidsveld en zorg/sociaal domein, waarbij

gezamenlijk is nagedacht over mogelijke nieuwe creatieve oplossingen, extra aanbod of inzet.

Hieruit is een aantal denkrichtingen naar voren gekomen, welke momenteel met de partners

worden uitgewerkt.

Project Versterking persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak In sommige gevallen maken Top600-personen ook onderdeel uit van een problematische

jeugdgroep. Bij de overlastgevende jeugdgroep uit de Banne stonden er vier personen op de

Top600-lijst en acht personen op de Top400-lijst. In de ‘Geïntensiveerde aanpak van de overlast in

de Banne’ bleek dat er vanuit de persoonsgerichte aanpak van de Top600 al veel informatie over

deze personen bekend was. Er vond strakke monitoring en sturing plaats op ieder persoon, met

oog voor maatwerk en de rol in de groep. Daarbij is er gekeken naar de juiste verhouding wat

betreft straf en zorg, en is er gebruik gemaakt van de Treiteraanpak, de Intensieve Forensische

Aanpak en de Intensieve Preventieve Aanpak. Wekelijks werden alle acties in de wijk en per

individu met elkaar afgestemd. Er werden ook acties ondernomen voor onmiddellijke

vermindering van de overlast in de wijk zoals politie-inzet, extra SAOA inzet, cameratoezicht,

gebiedsverboden, samenscholingsverbod en extra inspanningen van het OM en recherche. Ook is

geïnvesteerd in de nabije omgeving van de jongeren en is ingezet op preventie. Zo zijn er onder

andere opvoeddebatten voor ouders georganiseerd en is het PIT op alle scholen in de Banne

ingezet.

Het afgelopen jaar is een project uitgevoerd om de persoonsgerichte aanpak van de

Top600/Top400 en de groepsaanpak van overlastgevende jeugd van de stadsdelen nog beter op

elkaar te laten aansluiten. De lessen die zijn geleerd in het kader van de aanpak Banne zijn hierin

meegenomen. Duidelijk is geworden dat zicht op de onderlinge verbanden tussen de personen en

14

Van deze 145 personen zijn 30 personen tussentijds uitgestroomd en weer ingestroomd.

Page 23: Halfjaarmonitor Top600 januari - juni 2017 · 2017-10-09 · Ministerie, Reclassering Nederland (RN), Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), William Schrikker Groep (WSG), Reclassering

23

Gemeente Amsterdam Halfjaarmonitor Top600

19 september 2017

hun rol in de jeugdgroep, cruciaal zijn om een helder beeld te krijgen van de situatie en mogelijke

oplossingen. In dit deelproject zijn verschillende acties uitgevoerd die o.a. ten doel hebben om de

samenwerking tussen de Top600/Top400- regisseurs en de stadsdelen te intensiveren en ervoor

zorg te dragen dat regisseurs Top600/Top400 meer straatinformatie (bijv. van de integrale

persoonsgerichte aanpak teams van de politie of SAOA) krijgen.