handleidingvoor installateur nibe™f1245 · 14 hoofdstuk3|hetontwerpvandewarmtepomp nibe™f1245....
TRANSCRIPT
Handleiding voorinstallateur
LEK
NIBE™ F1245Aard-warmtepomp
IHB NL 1602-1331496
SnelgidsNavigatie
Toets OK (bevestigen/selecteren)
Toets Terug (terug/ongedaanmaken/afsluiten)Selectieknop(verplaatsen/verhogen/verlagen)
Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 41.
Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 44.
Het binnenklimaat instellen
2X
De modus voor het instellen van de binnentemperatuur opent u door in de startmodus in het hoofdmenu tweekeer de OK-knop in te drukken.
Warmtapwatervolume verhogen
2X
1X
Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen, draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel)en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop.
Bij verstoringen van het comfortIndien het comfort, op welke wijze dan ook, verstoord raakt, is er een aantal maatregelen dat u kunt nemenvoordat u contact moet opnemen met uw installateur. Zie pagina 65 voor instructies.
Inhoudsopgave
41 Belangrijke informatie4Veiligheidsinformatie
72 Bezorging en verwerking7Transport
7Montage
8Geleverde componenten
8Verwijderen van de buitenmantel
9Verwijdering van onderdelen van de isola-tie.
103 Het ontwerp van de warmte-
pomp10Algemeen
12Distributiekasten
14Koudemiddelgedeelte
164 Aansluiting van de leidingen16Algemeen
17Afmetingen en waterzijdige aansluitingen
17Bronsysteem
18Afgiftesysteem
18Boiler
18Aansluitopties
215 Elektrische aansluitingen21Algemeen
23Aansluitingen
25Instellingen
27Optionele aansluitingen
32Accessoires aansluiten
336 Inbedrijfstelling en afstelling33Voorbereidingen
33Vullen en ontluchten
34Startgids
35Achteraf afstellen en ontluchten
39De koelcurve/stooklijn instellen
417 Bediening - Inleiding41Bedieningseenheid
42Menusysteem
468 Regeling - Menu's46Menu 1 - BINNENKLIMAAT
46Menu 2 - WARMTAPWATER
46Menu 3 - INFO
47Menu 4 - WARMTEPOMP
48Menu 5 - SERVICE
599 Service59Servicehandelingen
6510 Storingen in comfort65Infomenu
65Alarm beheren
65Problemen oplossen
6711 Accessoires
6912 Technische gegevens69Afmetingen en aansluitingen
70Technische specificaties
77Energielabel
94Index
3Inhoudsopgave |NIBE™ F1245
VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onder-houdsprocedures voor uitvoering door specialistenbeschreven.
Dit apparaat kan worden gebruikt doorkinderen vanaf 8 jaar of door personenmet beperkingen van psychische, zintui-gelijke of lichamelijke aard, of doorpersonen met gebrek aan kennis en er-varing, wanneer zij onder toezicht staanen instructies hebben ontvangen omhet apparaat veilig te gebruiken en zijde bijkomende gevaren begrijpen. Kin-deren mogen niet met het apparaatspelen. Het reinigen en onderhoud datdoor de gebruiker mag worden uitge-voerd, kan niet zonder toezicht doorkinderen worden uitgevoerd.
Rechten om ontwerpwijzigingen doorte voeren zijn voorbehouden.
©NIBE 2016.
Symbolen
Voorzichtig!
Dit symbool duidt aan dat de machine of eenpersoon gevaar loopt.
LET OP!
Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover wat u in de gaten moet houden tijdensonderhoud aan uw installatie.
TIP
Dit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.
KeurmerkHet CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat hetproduct voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnenvoortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien vanhet product. Het CE-keurmerk is verplicht voor demeeste producten die in de EU worden verkocht, onge-acht het land waar ze zijn gemaakt.
SerienummerHet serienummer vindt u rechtsonder op het voorpa-neel en in het infomenu (menu 3.1).
U vindt het serienummer ook op het typeplaatje PF1.Zie voor de locatie het gedeelte over het ontwerp vande warmtepomp in de handleiding voor de installateur.
Serienummer
LET OP!
Vermeld bij het doorgeven van een storingaltijd het serienummer (14-cijferig) van hetproduct.
TerugwinningLaat het afvoeren van de verpakking over aande installateur van het product of aan specialeafvalstations.
Doe gebruikte producten niet bij het normalehuishoudelijke afval. Breng het naar een speci-
aal afvalstation of naar een dealer die dit type serviceaanbiedt.
Het onjuist afvoeren van het product door de gebruikerleidt tot boetes volgens de actuele wetgeving.
Landspecifieke informatie
Handleiding voor installateur
Deze installatiehandleiding moet bij de klant wordenachtergelaten.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4
1 Belangrijke informatie
Inspectie van de installatieVolgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordatdeze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Vulbovendien de pagina voor de installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in.
DatumHandteke-ning
OpmerkingenBeschrijving✔
Bronvloeistof (pagina 17)
Systeem doorgespoeld
Systeem ontlucht
Antivries
Expansievat
Vuilfilter
Overstortventiel
Afsluiters
Instelling circulatiepomp
Afgifte systeem (pagina 18)
Systeem doorgespoeld
Systeem ontlucht
Expansievat
Vuilfilter
Overstortventiel
Afsluiters
Instelling circulatiepomp
Elektriciteit (pagina 21)
Aansluitingen
Netspanning
Fasespanning
Zekeringen warmtepomp
Zekeringen woning
Buitenvoeler
Ruimtevoeler
Stroomsensoren
Werkschakelaar
Aardlekschakelaar
Instelling van noodstand thermostaat
5Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE™ F1245
ContactgegevensKNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, 4861 SchörflingAT
Tel: +43 (0)7662 8963-0 Fax: +43 (0)7662 8963-44 E-mail: [email protected] www.knv.atNIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG, Industriepark, CH-6246 AltishofenCH
Tel: (52) 647 00 30 Fax: (52) 647 00 31 E-mail: [email protected] www.nibe.chDruzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ - 294 71 Benatky nad JizerouCZ
Tel: +420 326 373 801 Fax: +420 326 373 803 E-mail: [email protected] www.nibe.czNIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, 29223 CelleDE
Tel: 05141/7546-0 Fax: 05141/7546-99 E-mail: [email protected] www.nibe.deVølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 VidebækDK
Tel: 97 17 20 33 Fax: 97 17 29 33 E-mail: [email protected] www.volundvt.dkNIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, 01510 VantaaFI
Puh: 09-274 697 0 Fax: 09-274 697 40 E-mail: [email protected] www.nibe.fiNIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxFR
Tel : 04 74 00 92 92 Fax : 04 74 00 42 00 E-mail: [email protected] www.nibe.frNIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S41 9QGGB
Tel: 0845 095 1200 Fax: 0845 095 1201 E-mail: [email protected] www.nibe.co.ukNIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP OosterhoutNL
Tel: 0168 477722 Fax: 0168 476998 E-mail: [email protected] www.nibenl.nlABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 OsloNO
Tel. sentralbord: +47 23 17 05 20 E-mail: [email protected] www.nibeenergysystems.noNIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, 15-703 BIAŁYSTOKPL
Tel: 085 662 84 90 Fax: 085 662 84 14 E-mail: [email protected] www.biawar.com.pl© "EVAN" 17, per. Boynovskiy, Nizhny NovgorodRU
Tel./fax +7 831 419 57 06 E-mail: [email protected] www.nibe-evan.ruNIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE-285 21 MarkarydSE
Tel: +46-(0)433-73 000 Fax: +46-(0)433-73 190 E-mail: [email protected] www.nibe.se
Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op www.nibe.euvoor meer informatie.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie6
TransportDe F1245 dient verticaal en droog te worden vervoerden opgeslagen. De F1245 mag tijdens verplaatsing ineen gebouw 45 ° naar achteren leunen.
Voorzichtig!
Het zwaartepunt van het product kan zich naarachteren verplaatsen!
Verwijder de buitenste panelen om deze tijdens hetverplaatsen in kleine ruimtes in gebouwen te bescher-men.
R
0
+ 20-2
1
R
0
H M flo w4 9 (5 0 ) °CH o t w a te r 5 1 °C
+20
-2
1 R0
HM
flow4
9 (5
0) °C
Ho
t wa
ter
51
°C
R0
De compressor module verwijderenDe warmtepomp kan uiteen worden gehaald door decompressor module uit de kast te verwijderen. Dit ver-eenvoudigt het transport en onderhoud.
Zie pagina 61 voor instructies over de demontage.
Montage■ Plaats de F1245 op een stevige ondergrond die het
gewicht kan dragen, bij voorkeur op een betonnenvloer of een betonnen fundament. Gebruik de ver-stelbare poten van het product voor een horizontaleen stabiele installatie.
30 - 50 mm
30 - 50 mm
15 - 40 mm
■ Het gebied waar de F1245 wordt geplaatst, moetzijn voorzien van afwatering in de vloer.
■ De warmtepomp moet in een niet-geluidsgevoeligeruimte met de rugzijde tegen een buitenmuur wor-den gezet om storende geluiden tegen te gaan. In-
dien dit niet mogelijk is, moet de opstelling in nabij-heid van slaapkamers of andere geluidsgevoeligekamers worden vermeden.
■ Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten metgeluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheidook plaatst.
■ Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet wordenbevestigd aan binnenmuren die aan een slaap- ofwoonkamer grenzen.
InstallatiegebiedLaat 800 mm vrije ruimte over aan de voorzijde van hetproduct. Ca. 50 mm vrije ruimte aan iedere kant is no-dig om de zijpanelen te verwijderen. De panelen hoe-ven niet te worden verwijderd tijdens onderhoudswerk-zaamheden, want alle werkzaamheden aan de F1245kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd. Laatruimte vrij tussen de warmtepomp en de muur erachter(en gelegde aanvoerkabels en -leidingen) om de kansop doorgifte van trillingen te verminderen.
(50) (50)
800
**
* Een normale installatie vereist 300 - 400 mm (alle zijkanten)voor aansluiting op apparatuur, zoals niveaureservoirs, kleppenen elektrische apparatuur.
7Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ F1245
2 Bezorging en verwerking
Geleverde componentenL
EK
LE
K
LE
K
RuimtevoelerStroomsensorenBuitenvoeler
1 x3 x1 x
(niet 1x230V)
LEK
LEK
O-ringenVeiligheidsklep(0,3 MPa) (3 bar)
Niveaureservoir
1 x 8 x1 x
22 28
22 28
WIL
OLE
K
LEK
WILO
WIL
O
2,5(22)
H - 50 - 2,5
TUV-SV-97-525
WIL
OLE
K
LEK
WILO
WIL
O
2,5(22)
H - 50 - 2,5
TUV-SV-97-525
Compressiering koppelingenVuilfilter
F1245 5-10 kW5 - 10 kW
2 x (ø28 x G25)1 x G1
2 x (ø22 x G20)1 x G3/4
F1245 12 kW12 - 17 kW
4 x (ø28 x G25)1 x G1
1 x G1 1/4
LocatieDe set geleverde artikelen wordt boven op de warmte-pomp geplaatst.
Verwijderen van debuitenmantel
Paneel aan voorzijde
1
2
LE
K
LE
K
LE
K
LE
K
LE
K
1. Verwijder de schroeven van de onderrand van hetpaneel aan de voorzijde.
2. Verwijder het paneel door deze aan de onderrandop te tillen.
LE
K
LE
K
LE
K
De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de instal-latie te vergemakkelijken.1. Verwijder de schroeven van de boven- en onder-
rand.2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.3. Beweeg het luik naar buiten en naar achteren.4. Montage vindt in de omgekeerde volgorde plaats.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking8
Verwijdering van onderdelenvan de isolatie.Delen van de isolatie kunnen worden verwijderd omde installatie te vergemakkelijken.
Isolatie, bovenkant1. Ontkoppel de kabel van de motor en verwijder de
motor van de shuttleklep (zie afbeelding).
LEK
LEK
A
B
LEK
2. Pak de handgreep vast en trek het geheel rechtnaar voren (zie afbeelding).
LEK
Isolatie, elektrische bijverwarming
Voorzichtig!
De elektrische installatie en onderhoud moetworden uitgevoerd onder toezicht van eenerkend elektrotechnisch installateur. De elek-trische installatie en de bedrading moetenworden uitgevoerd conform de geldendevoorschriften.
1. Verwijder de afdekking voor de elektrische schakel-kast volgens de beschrijving op pagina 21.
2. Pak de handgreep vast en trek de isolatie voorzich-tig naar u toe, zoals op de afbeelding.
LEK
9Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE™ F1245
Algemeen
F1245
BT7
QN10
BT2
EB1
UB1
QM34
XL1
XL6 XL7
XL4 XL3 XL2
FR1
PF1
BT6
UB2
QM32
QM33
PF2
QM22
UB3
AA4
W130
QM31
AA4-XJ3
AA4-XJ4
SF1
Bovenaanzicht
XL5 BT7
Achteraanzicht
BF1
NIBE™ F1245Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp10
3 Het ontwerp van de warmtepomp
Aansluiting van de leidingenAansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL2Aansluiting, koud waterXL3Aansluiting, warmtapwaterXL4Aansluiting, HWC*XL5Aansluiting, bronvloeistof inXL6Aansluiting, bronvloeistof uitXL7
* Uitsluitend warmtepompen met geëmailleerd of roestvrijstalenvat.
VVAC-onderdelenOntluchten, spiraalQM22Afsluiter, afgiftesysteem aanvoerQM31Afsluiter, retour verwarmingssysteemQM32Afsluiter, bronvloeistof uitQM33Afsluiter, bronvloeistof inQM34Wisselklep, afgiftesysteem/boilerQN10
Voelers, etc.Debietmeter**BF1Buitentemperatuursensor*BT1Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssys-teem
BT2
Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmenBT6Temperatuursensor, warmtapwater bovenBT7
** Alleen warmtepompen met energiemeter
* Niet afgebeeld
Elektrische onderdelenBedieningseenheidAA4
AA4-XJ3 USB-aansluiting
AA4-XJ4 Service-uitlaat (geen functie)Elektrische bijverwarmingEB1Opoffering anode*FR1SchakelaarSF1Netwerkkabel voor NIBE UplinkTMW130
* Uitsluitend warmtepomp met geëmailleerde boiler
DiversenTypeplaatjePF1Typeplaatje, compressor modulePF2Kabeldoorvoer, inkomende elektriciteitUB1KabeldoorvoerUB2Kabeldoorvoer, achterzijde, voelerUB3
Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.
11Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE™ F1245
Distributiekasten
FD1
AA8
AA1
FA1
FB1
AA3
AA2
F1245
Elektrische onderdelenKaart elektrische bijverwarmingAA1BasiskaartAA2IngangsprintplaatAA3Opoffering anode-kaart*AA8Automatische zekeringFA1Motorbeveiliging**FB1Temperatuurbegrenzer/Noodstand-thermo-staat
FD1
* Uitsluitend warmtepomp met geëmailleerde boiler
** 1x230 V, 3x230 V 6-10 kW, 3x400 V 5 kW heeft extra schake-laar voor motorbeveiliging.
Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp12
1x230V 5 - 12 kW
3x400 V 5 kW
QA30
FB1 X302 CA1
X301
3x400V 6 - 12 kW
FB1 AA10
3x230V 6 & 8 kW
-AA10
FB1 X302
3x230V 10 kW
-AA10
FB1 X302
3x230 V 12 kW
BE4
QA10
FB1 X302 RF1
Elektrische onderdelenSoftstart-kaartAA10Fasevolgordemonitor (3 fasen)BE4CondensatorCA1Motorbeveiliging**FB1Magneetrelais, compressorQA10SoftstarterQA30OntstoringscondensatorRF1KlemmenstrookX301KlemmenstrookX302
** 1x230 V, 3x230 V 6-10 kW, 3x400 V 5 kW heeft extra schake-laar voor motorbeveiliging.
Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.
13Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE™ F1245
Koudemiddelgedeelte
BT11
QM2
QM1
BT3
GP1
GP2
BT12BT10
AA100
10 & 12 kW
BT11
QM2
QM1
BT3
GP1
GP2
BT12BT10
AA100
1x230 V 5 kW
3x400 V 5 kW
EP2
BT14
BT17
EP1
BP2
BT15
BP1
GQ10
HS1
XL21
QN1EB10 XL20
3x230V 6 – 10 kW
3x400V 6 – 10 kW
Kyldel 6,8,10 kW
Växlare är tunnare i Light versioner
EP2
BT17
BT14
EP1
BP2
BT15
BP1
GQ10
HS1
XL21
QN1XL20 EB10
NIBE™ F1245Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp14
1x230V 8 - 12 kW
3x400V 12 kW
Växlare är tunnare i Light versioner
Kyldel 12 kW
EP2
BT14
BT17
EP1
BP2
BT15
BP1
GQ10
HS1
XL21
QN1EB10 XL20
3x230 V 12 kW
Växlare är tunnare i Light versioner
Kyldel 15, 17 kW
EP2
BT14
BT17
EP1
BP2
BT15
BP1
GQ10
HS1
XL21
QN1EB10 XL20
Aansluiting van de leidingenServiceaansluiting, hogedrukXL20Serviceaansluiting, lagedrukXL21
VVAC-onderdelenCirculatiepompGP1Circulatiepomp van het bronsysteemGP2Aftappen, afgiftesysteemQM1Aftappen, bronsysteemQM2
Voelers, etc.HogedrukpressostaatBP1LagedrukpressostaatBP2Temperatuurvoelers, retour verwarmingssys-teem
BT3
Temperatuurvoeler, bronvloeistof inBT10Temperatuurvoeler, bronvloeistof uitBT11Temperatuurvoeler, condensor aanvoerleidingBT12Temperatuurvoeler, heet gasBT14Temperatuurvoeler, vloeistofleidingBT15Temperatuurvoeler, aanzuiggasBT17
Elektrische onderdelenGezamenlijke kaartAA100CompressorverwarmingEB 10
KoedemiddelonderdelenVerdamperEP1CondensorEP2CompressorGQ10DroogfilterHS1ExpansieventielQN1
Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar-den IEC 81346-1 en 81346-2.
15Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE™ F1245
AlgemeenDe leidingen moeten worden aangesloten volgens degeldende normen en voorschriften. De F1245 kanwerken met een retourtemperatuur van maximaal 58°C en een aanvoertemperatuur vanuit de warmtepompvan 70 (65 °C met uitsluitend een compressor).
De F1245 is niet voorzien van externe afsluiters. Dezemoeten worden geïnstalleerd om toekomstig onder-houd te vereenvoudigen.
LET OP!
Alle hoge punten in het afgiftesysteem moe-ten worden voorzien van ontluchtingskleppen.
Voorzichtig!
Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,moet het leidingsysteem worden doorge-spoeld om te voorkomen dat componentenbeschadigd of verstopt raken door verontrei-nigingen.
Symboolverklaring
BetekenisSym-bool
Ontluchtingsklep
Afsluiter
Terugslagklep
Niveaureservoir
Inregelklep
Shunt-/regelafsluiter
Overstortventiel
Temperatuurvoeler
Expansievat
DrukmeterP
Circulatiepomp
Vuilfilter
Hulprelais
Debietmeter (alleen warmtepompen metenergiemeter)
Compressor
Warmtewisselaar
SysteemschemaDe F1245 bestaat uit een warmtepomp, boiler, elek-trisch verwarmingselement, circulatiepompen en eenregelsysteem. De F1245 is aangesloten op het bron-en verwarmingssysteem.
In de verdamper van de warmtepomp geeft de bron-vloeistof (water vermengd met antivries, glycol ofethanol) haar energie af aan het koudemiddel datwordt verdampt om in de compressor te worden ge-comprimeerd. Het koudemiddel, waarvan de tempera-tuur intussen is toegenomen, wordt naar de condensorgeleid, waar het haar energie aan het verwarmingssys-teem en eventueel aan de boiler afgeeft. Indien er meervraag is naar verwarming/warmtapwater dan decompressor kan leveren, vangt een geïntegreerdeelektrische bijverwarming dit op.
VVKVKBinVBf VBrKBut
XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2
Aansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL 1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL 2Aansluiting, koud waterXL 3Aansluiting, warmtapwaterXL 4Aansluiting, bronvloeistof inXL 6Aansluiting, bronvloeistof uitXL 7
NIBE™ F1245Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen16
4 Aansluiting van de leidingen
Afmetingen en waterzijdigeaansluitingen
620
600
560 440
70
1775
650*
25-5
0
25
50
130
210
390
470
525
650*
62
0
600
560 440
70
17
75
65
0*
25
-50
25
50
130
210
390
470
525
65
0*
XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2
Afmetingen leiding
125-10(kW)Aansluiting
28(mm)(XL6)/(XL7) Bronvloeistof in/outext Ø
2822(mm)(XL1)/(XL2) Verwarmingsmediumaanvoer/retour ext Ø
22(mm)(XL3)/(XL4) Koud water/warmtap-water Ø
Bronsysteem
Collector
Gesteentewarmte,aanbevolen actieveboordiepte (m)
Grondwarmte, aan-bevolen collector-
lengte (m)
Type
70-90200-3005 kW90-110250-4006 kW
120-145325-2x2508 kW150-180400-2x30010 kW180-2102x250-2x35012 kW
Bij gebruik van PEM-slang 40x2,4 PN 6,3.
Dit zijn ruwe voorbeeldwaarden. Bij installatie moetende juiste berekeningen worden uitgevoerd aan de handvan de omstandigheden ter plaatse.
LET OP!
De lengte van de collectorslang varieert en isafhankelijk van de eigenschappen van gesteen-te/bodem, de klimaatzone en het afgiftesys-teem (radiatoren of vloerverwarming).
Max. lengte per lus van de collector mag niet langerzijn dan 400 m.
In het geval er meerdere collectoren benodigd zijn,dienen deze parallel te worden aangesloten met demogelijkheid om de doorstroming van de betreffendecollector in te regelen.
Bij horizontale collector moet de slang op een diepteworden aangebracht die wordt bepaald door de om-standigheden ter plaatse en moet de afstand tussende slangen minstens 1 meter zijn.
Voor meerdere boorgaten moet de afstand tussen degaten worden bepaald aan de hand van de omstandig-heden ter plaatse.
Zorg ervoor dat de horizontale collectorslang voortdu-rend omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoorworden luchtbellen in het systeem voorkomen. Indiendit niet mogelijk is, dienen er ontluchtingsmogelijkhe-den te worden aangebracht.
Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder0 °C kan dalen, moet het water tegen bevriezing wor-den beveiligd tot -15 °C. Een goede richtwaarde voorhet berekenen van het volume is 1 liter voorgemengdebronvloeistof per meter collectorslang (bij gebruik vanPEM-slang 40x 2,4 PN 6,3).
ZijaansluitingU kunt de flexibele aansluitingen van de bronvloeistofbuigen voor een zijaansluiting in plaats van een boven-aansluiting.
Een aansluiting buigen:1. Ontkoppel de leiding van de bovenaansluiting.2. Buig de leiding in de gewenste richting.3. Kort, indien nodig, de leiding af tot de gewenste
lengte.
* Kan worden gebogen voor zijaansluiting.
17Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ F1245
Het bronsysteem aansluiten■ Isoleer alle binnenleidingen voor de bronvloeistof
tegen condensatie.■ Het niveaureservoir moet worden geïnstalleerd op
het hoogste punt van het bronsysteem van de bin-nenkomende leiding vóór de circulatiepomp van hetbronsysteem (optie 1).
Indien het niveaureservoir niet op het hoogste puntkan worden geplaatst, moet er een expansievatworden gebruikt (optie 2).
Voorzichtig!
Bij het niveaureservoir kan condensvormingoptreden. Plaats het reservoir daarom zodanigdat andere apparatuur niet kan worden be-schadigd.
■ Op het niveaureservoir moet het gebruikte type an-tivriesmiddel worden vermeld.
■ Installeer het meegeleverde overstortventiel onderhet niveaureservoir (zie afbeelding). De volledigeleidinglengte van de afvoerleiding vanaf het over-stortventiel moet hellend zijn om waterzakken tevoorkomen en moet ook vorstbestendig zijn.
■ Installeer de afsluiters zo dicht mogelijk bij dewarmtepomp.
■ Monteer het bijgeleverde vuilfilter op de binnenko-mende leiding.
Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oogop verontreiniging en bevriezingsgevaar in de verdam-per, een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligdcircuit worden geïnstalleerd. Hiervoor is een extrawarmtewisselaar nodig.
P
P
XL6
XL7
Collector
Optie 1 Optie 2
Afgiftesysteem
Aansluiten van het afgiftesysteemEen afgiftesysteem is een systeem dat het binnencom-fort regelt met behulp van het regelsysteem in deF1245 en bijvoorbeeld radiatoren, vloerverwar-ming/koeling, ventilatorconvectoren enz.■ Installeer alle benodigde beveiligingen, afsluiters (zo
dicht mogelijk bij de warmtepomp) en het bijgelever-de vuilfilter.
■ Het overstortventiel moet een openingsdruk hebbenvan maximaal 0,25 MPa (2,5 bar) en moet op de re-tourleiding van het afgiftesysteem worden gemon-
teerd. Zie de tekening. De afvoerleiding moet overde hele lengte vanaf de overstortventielen omlaaglopen om waterzakken te voorkomen. Bovendienmoet de leiding vorstvrij zijn aangelegd.
■ Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkra-nen op alle radiatoren moet er een by-pass, overstort-ventiel of buffer worden gemonteerd of moet er eenaantal thermostaatkranen worden verwijderd omvoldoende doorstroming te waarborgen.
P
P
XL1 XL4 XL3 XL2
Boiler
De boiler aansluiten■ De boiler in de warmtepomp moet worden voorzien
met de benodigde afsluiters.■ De mengklep kan worden geïnstalleerd indien de
instelling dusdanig wordt gewijzigd, dat de tempe-ratuur boven 60 °C kan stijgen.
■ De instelling voor warmtapwater wordt verricht inmenu 5.1.1.
■ Het overstortventiel moet een openingsdruk hebbenvan max. 1,0 MPa (10,0 bar) en moet op de inkomen-de leiding voor water voor huishoudelijk gebruikworden gemonteerd, zie tekening. De overlooplei-ding moet over de hele lengte vanaf de overstortven-tielen omlaag lopen om waterzakken te voorkomen.Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd.
AansluitoptiesDe F1245 kan op verschillende manieren worden aan-gesloten, waarvan enkele hieronder worden weerge-geven.
Zie voor meer informatie over opties www.nibenl.nlen de respectievelijke montage-instructies voor de ge-bruikte accessoires. Zie pagina 67 voor een lijst metaccessoires die kunnen worden gebruikt met de F1245.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen18
BuffervatAls het volume van het klimaatsysteem te klein is voorhet vermogen van de warmtepomp kan het radiator-systeem worden aangevuld met een buffervat, zoalsde NIBE UKV.
UKV
P
Extra elektrische boilerBij installatie van een whirlpool of een andere grotewarmtapwaterverbruiker moet de warmtepomp wor-den uitgebreid met een elektrische boiler, bijvoorbeeldde NIBE COMPACT.■ De koudwateraansluiting op de COMPACT kan wor-
den verwijderd. De mengklep wordt gebruikt voorde COMPACT en de andere klepkoppeling kan wor-den gebruikt voor inkomend koud water in de F1245.
VV
KV
COMPACT
KW
WW
GrondwatersysteemEen tussenliggende warmtewisselaar wordt gebruiktom de wisselaar van de warmtepomp tegen vuil tebeschermen. Het water wordt vrijgelaten in een filteronder de grond of een geboorde bron. Zie pagina 31voor meer informatie over de aansluiting van hetgrondwaterpomp.
Als deze koppeling wordt gebruikt, moet "min. T bronuit" in menu 5.1.7 "bronpomp al.instelling" wordengewijzigd naar een geschikte waarde om bevriezingin de warmtewisselaar te voorkomen.
Warmteterugwinning ventilatieDe installatie kan worden aangevuld met de afvoer-luchtmodule FLM om warmteterugwinning uit deventilatielucht mogelijk te maken.■ Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalen
en leidingen en andere koude oppervakken geïso-leerd worden met dampdicht isolatiemateriaal.
■ Het bronsysteem moet worden voorzien van eenexpansievat (CM3). Het niveaureservoir (CM2) kanniet worden toegepast.
Frånluft
Ø 160
Avluft
Ø 160
P
Afgevoerde lucht Afvoerlucht
FLM
19Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE™ F1245
Passieve koelingDe installatie kan worden aangevuld met ventilatorcon-vectoren, bijvoorbeeld, om aansluitingen voor passievekoeling mogelijk te maken (PCS 44).■ Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalen
en leidingen en andere koude oppervakken geïso-leerd worden met dampdicht isolatiemateriaal.
■ Als er veel moet worden gekoeld, zijn ventilatorcon-vectoren met druppelschaaltjes en afvoerleidingennoodzakelijk.
■ Het bronsysteem moet worden voorzien van eenexpansievat (CM3). Het niveaureservoir (CM2) kanniet worden toegepast.
P
Fläktkonvektor
3
2
1
Ventilatorconvectoren
VloerverwarmingssystemenDe externe circulatiepomp wordt afgesteld op de vraagvan het vloerverwarmingssysteem.
Als het volume van het afgiftesysteem te klein is voorhet vermogen van de warmtepomp moet het radiator-systeem onder de vloer worden aangevuld met eenbuffervat, zoals de NIBE UKV.
UKV
P
Twee of meer afgiftesystemenIndien er meer dan één afgiftesysteem met een lagetemperatuur moet worden verwarmd, kan de volgendeaansluiting worden gebruikt. De shuntklep verlaagt detemperatuur naar bijvoorbeeld het vloerverwarmings-systeem.
De ECS 40/ECS 41-accessoire is voor deze aansluitingbenodigd.
ZwembadHet opwarmen van het zwembad wordt geregeld doorde zwembadsensor. In het geval van lage zwembad-temperaturen, verandert de wisselklep van richting enopent richting de warmtewisselaar van het zwembad.Het POOL 40-accessoire is voor deze aansluiting beno-digd.
Pool
NIBE™ F1245Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen20
AlgemeenAlle elektrische apparatuur, met uitzondering van debuitensensoren, ruimtevoelers en de stroomsensoren,is af fabriek aangesloten.■ Voorafgaand aan een isolatietest van de woning
moet de warmtepomp worden losgekoppeld.■ De F1245 kan niet worden omgeschakeld van 1-fase
naar 3-fase en omgekeerd of van 3x230V naar3x400V en omgekeerd.
■ Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake-laar, moet de F1245 worden voorzien van een afzon-derlijke aardlekschakelaar.
■ Indien van een automatische zekering gebruik wordtgemaakt, moet deze minimaal motorkarakteristiek“C” hebben. Zie pagina 70 voor de grootte van dezekering.
■ Zie voor bedradingsschema's voor de warmtepomphet aparte installatiehandboek voor bedradingssche-ma's.
■ Communicatie- en sensorkabels naar externe aanslui-tingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabelsworden gelegd.
■ De minimale doorsnede van de communicatie- ensensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5mm² met een max. lengte van 50 m te bedragen,bijvoorbeeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig.
■ Gebruik voor het trekken van kabels in de F1245 ka-beldoorvoeren (bijv. UB1-UB3, zie tekening). Trek dekabels bij het gebruik van UB1-UB3 van achter naarvoren door de warmtepomp.
Voorzichtig!
De schakelaar (SF1) mag niet in de stand "" of" " worden gezet voordat de boiler met wa-ter is gevuld. Componenten van het productkunnen beschadigd raken.
Voorzichtig!
De elektrische installatie en het onderhoudmoeten worden uitgevoerd onder toezichtvan een erkend elektrotechnisch installateur.Schakel, voordat u met het onderhoud aan-vangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar.De elektrische installatie en de bedradingmoeten conform de geldende voorschriftenworden uitgevoerd.
Voorzichtig!
Controleer voordat het apparaat wordt gestartde aansluitingen, de netspanning en de fase-spanning om schade aan de elektronica vande warmtepomp te voorkomen.
F1245
FD1
FA1
FB1
FD1-SF2
UB2
UB1
UB3
Automatische zekeringHet bedrijfscircuit van warmtepomp en een groot deelvan de interne componenten daarvan zijn intern geze-kerd door een automatische zekering (FA1).
TemperatuurbegrenzerDe temperatuurbegrenzer (FD1) onderbreekt de voe-ding naar de elektrische bijverwarming als de tempera-tuur hoger wordt dan 89 °C en wordt handmatig gere-set.
Resetten
De temperatuurbegrenzer (FD1) is toegankelijk achterde afdekking aan de voorzijde. Reset de temperatuur-begrenzer door de knop (FD1-SF2) in te drukken meteen kleine schroevendraaier.
MotorbeveiligingDe motorbeveiliging (FB1) onderbreekt de stroom naarde compressor indien de stroomsterkte te hoog is.
Resetten
De motorbeveiliging (FB1) is toegankelijk achter deafdekking aan de voorzijde. U kunt de beveiliging re-setten door de selectieknop horizontaal te draaien.
LET OP!
Controleer de automatische zekering, detemperatuurbegrenzer en de motorbeveili-ging. Het kan zijn dat deze tijdens het trans-port zijn uitgeschakeld.
Toegankelijkheid, elektrische aansluitingDe plastic afschermkap van de elektrische kasten kanmet een schroevendraaier worden geopend.
21Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F1245
5 Elektrische aansluitingen
Voorzichtig!
De afdekking voor de ingangskaart kan zondereen hulpmiddel worden geopend.
De afdekking, ingangsprintplaat verwijderen
LEK
1
2
1. Duw de pal omlaag.2. Neem de afdekking los en verwijder deze.
De afdekking, printplaat van de elektrischebijverwarming verwijderen
LEK
1
2
A
B
1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzich-tig omlaag (B).
2. Neem de afdekking los en verwijder deze.
De afdekking, basisplaat verwijderen
LET OP!
Indien u de afdekking van de basisplaat wiltverwijderen, moet u eerst de ingangsprintplaatverwijderen.
LEK
1
LEK
1
A
B
2
2
3
1. Ontkoppel de schakelaars met behulp van eenschroevendraaier.
2. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzich-tig omlaag (B).
3. Neem de afdekking los en verwijder deze.
KabelslotGebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los temaken/ te vergrendelen in de klemmenstroken van dewarmtepomp.
LE
K
1
1
2
2
3
3
1
2
3
3
4
1
2LE
K
1
1
2
2
3
3
1
2
3
3
4
1
2
1
2
NIBE™ F1245Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen22
AansluitingenVoorzichtig!
Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorka-bels naar externe aansluitingen niet dichterdan 20 cm bij een hoogspanningskabel wor-den gelegd.
SpanningaansluitingDe F1245 moet worden geïnstalleerd met een afscha-kelmogelijkheid op de voedingskabel. De minimalekabeldikte moet worden afgestemd op de gebruiktezekeringcapaciteit. De bijgeleverde kabel voor binnen-komende elektriciteit wordt op klemmenstrook X1 opde kaart van het elektrische verwarmingselement (AA1)aangesloten. Alles moet volgens de geldende normenen richtlijnen worden aangesloten.
Voorzichtig!
De F1245 kan niet worden omgeschakeld van1-fase naar 3-fase en omgekeerd of van3x230V naar 3x400V en omgekeerd.
Aansluiting 3x400V
AA1-X1
PE1
L1 1 L2 L3PE0N
AA1-X1
Aansluiting 3x230V
AA1-X1
PE1
1 L2 2 L3L1PE
AA1-X1
Aansluiting 1x230V
AA1-X1
PE1
0 L1 1PEN
AA1-X1
Voorzichtig!
De F1245- beschikt over een scrollcompressor,wat inhoudt dat het belangrijk is dat elektri-sche aansluitingen met de juiste fasevolgordeworden verricht. Met een onjuiste fasevolgor-de start de compressor niet en wordt er eenalarm weergegeven.
Indien er een aparte toevoer naar de compressor enelektrische bijverwarming is vereist, raadpleegt uhoofdstuk "Schakelaar extern blokkeren bijverwarmingen/of compressor" op pagina 29.
TariefregelingAls de spanning naar het elektrische verwarmingsele-ment en/of de compressor gedurende een bepaaldeperiode verdwijnt, moet ook worden geblokkeerd viade AUX-ingang, zie de pagina "Aansluitopties - moge-lijke keuze AUX-ingangen". 29
23Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F1245
Aansluiten van externe bedrijfsspanningvoor het regelsysteem
Voorzichtig!
Geldt alleen voor netaansluiting van 3x400V.
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten metwaarschuwingsstickers voor externe spanning.
Als u externe bedrijfsspanning voor het regelsysteemvoor de F1245 wilt aansluiten op de printplaat van debijverwarming (AA1) moet de randconnector bijAA1:X2 worden verplaatst naar AA1:X9 (zie illustratie).
Bedrijfsspanning (1x230V ~ 50Hz) is aangesloten opAA1:X11 (zie illustratie).
1 2
3
4
5
6
ON
L1 1 L2 L3PE
PE
0N
NL
1x230V+N+PE1x230V+N+PE bedrijfsspanning
AA1
AA1-X8
AA1-X2
AA1-X9
AA1-X11
BuitenvoelerDe buitentemperatuursensor (BT1) moet op een be-schaduwde plaats aan de noord- of noordwestzijdeworden geplaatst, zodat de werking ervan niet kanworden verstoord door bijvoorbeeld de ochtendzon.
Sluit de sensor aan op de klemmenstroken X6:1 enX6:2 op de ingangskaart (AA3). Gebruik een 2-aderigekabel van minimaal 0,5 mm².
Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet dezeworden afgesloten om condens in de behuizing vande sensor te voorkomen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AA3-X6BT1
Extern F1245
AA3-X6
Temperatuursensor, verbinding externedoorstromingAls temperatuursensor, verbinding externe stroom(BT25) moet worden gebruikt, moet deze op de klem-menstroken X6:5 en X6:6 op de ingangskaart (AA3)worden aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel vanmin. 0,5 mm² dik.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
F1245
AA3-X6BT25
F1245
AA3-X6
NIBE™ F1245Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen24
Temperatuursensor, externe retourleidingAls temperatuursensor, externe retourleiding (BT71)moet worden gebruikt, moet deze op een van de AUX-ingangen van de ingangskaart (AA3) worden aangeslo-ten. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm².
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
BT71
F1145
AA3-X6
BT71
F1245
AA3-X6
RuimtevoelerDe F1245 wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50).De ruimtesensor heeft maximaal drie functies:1. Weergave van de actuele kamertemperatuur in de
display van de F1245.2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
veranderen.3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de
aanvoertemperatuur op basis van de kamertempe-ratuur.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is opeen vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven degrond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het metenvan de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, ineen tochtstroom van een buitendeur of in direct zon-licht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorther-mostaten kunnen problemen veroorzaken.
De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indiende gebruiker de binnentemperatuur van de woningwil aflezen op de display van de F1245, moet de sensorworden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op deX6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3).
Indien de sensor wordt gebruikt om de ruimtetempe-ratuur te wijzigen in °C en/of om de ruimtetemperatuurte wijzigen/stabiliseren, moet de sensor worden geac-tiveerd in menu 1.9.4.
Indien de ruimtevoeler wordt gebruikt in een kamermet vloerverwarming, dient deze uitsluitend eenweergavefunctie te hebben en geen controlerendefunctie van de kamertemperatuur.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
F1245RG 05
AA3-X6
F1245Extern
BT50
AA3-X6
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woningnemen tijd in beslag. Korte perioden in combi-natie met vloerverwarming leveren bijvoor-beeld geen merkbaar verschil op in de kamer-temperatuur.
Instellingen
AA1-X7
AA1-X3
AA1-SF2
FD1-BT30
Elektrische bijverwarming - maximaalvermogenBij levering is het elektrisch verwarmingselement aan-gesloten voor maximaal 7 kW (3x400V en 1x230V) of9 kW (3x230V). Voor 3x400V kan het elektrisch verwar-mingselement naar 9 kW worden omgezet.
Het vermogen van het elektrisch verwarmingselementis verdeeld in zeven stappen (vier stappen bij 3x230Vof als het elektrisch verwarmingselement voor 3x400Vis omgezet naar maximaal 9 kW), volgens de onder-staande tabel.
Instelling max. elektrisch vermogen
Het maximale vermogen van de elektrische bijverwar-ming wordt ingesteld in menu 5.1.12.
In de tabel wordt de totale fasestroom voor het elektri-sche verwarmingselement bij opstarten weergegeven.Als een elektrisch verwarmingselement al is gestart enniet voor zijn volledige capaciteit wordt gebruikt, kun-nen de waarden in de tabel worden gewijzigd aange-zien de bediening vooral dit elektrische verwarmings-element gebruikt.
25Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F1245
Omzetten naar maximaal elektrisch vermogen
Indien meer dan het maximale vermogen (7 kW) nodigis voor de bij levering aangesloten elektrisch bijverwar-mingselement, kan de warmtepomp worden omgezetnaar maximaal 9 kW.
Verplaats de witte kabel van klemmenstrook X7:23naar klemmenstrook X3:13 (de verzegeling op deklemmenstrook moet worden verbroken) op de kaartvan de elektrisch verwarmings element (AA1).
3x400V (maximaal elektrisch vermogen, bij leveringaangesloten 7 kW)
Max. fase-stroomL3(A)
Max. fase-stroomL2(A)
Max. fase-stroomL1(A)
Max. elek-trische bij-verwar-
ming (kW)
–––04,3––1–8,7–2
4,38,7–38,78,7–44,38,78,758,78,78,76
13,08,78,77
3x400V (maximaal elektrisch vermogen,aangesloten op 9 kW)
Max. fase-stroomL3(A)
Max. fase-stroomL2(A)
Max. fase-stroomL1(A)
Max. elek-trische bij-verwar-
ming (kW)
–––0–8,7–2
8,78,7–48,78,78,76
15,615,68,79
3x230V
Max. fase-stroomL3(A)
Max. fase-stroomL2(A)
Max. fase-stroomL1(A)
Max. elek-trische bij-verwar-
ming (kW)
–––0–9,49,42
8,715,69,5415,615,615,6625,627,415,69
1x230V
Max. fasestroom L1(A)Max. elektrische bijver-warming (kW)
–04,318,72
13,0317,4421,7526,1630,47
Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt dewarmtepomp de fasestromen en wijst deze automa-tisch de elektrische stappen toe aan de minst geladenfase.
NoodstandIndien de warmtepomp is ingesteld op de noodstand(SF1 is ingesteld op ), worden uitsluitend de meestbenodigde functies geactiveerd.■ De compressor is uit en de verwarming wordt gere-
geld door het elektrische verwarmingselement.■ Er wordt geen warm water aangemaakt.■ De laadmonitor is niet aangesloten.
Voorzichtig!
De schakelaar (SF1) mag niet in de stand "" of" " worden gezet voordat de F1245 metwater is gevuld. Componenten in het productkunnen beschadigd raken.
Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand
Het vermogen van de elektrisch verwarmings elementin de noodstand wordt ingesteld met een dip-switchschakelaar (S2) op de printplaat van de elektrisch ver-warmings element (AA1) volgens de onderstaandetabel. De fabrieksinstelling is 6 kW.
3x400V ((maximaal elektrisch vermogen, bijlevering aangesloten op 7 kW)
654321kW
onoffoffoffoffoff1offoffoffonoffoff2onoffoffonoffoff3offonoffonoffoff4onoffoffonoffon5offonoffonoffon6ononoffonoffon7
NIBE™ F1245Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen26
3x400V (maximaal elektrisch vermogen,aangesloten op 9 kW)
654321kW
offonoffoffoffoff2offonoffonoffoff4offonoffonoffon6ononononoffon9
3x230V
654321kW
uituitaanuituituit2uituitaanuitaanuit4uituitaanuitaanaan6uituitaanaanaanaan9
1x230V
654321kW
onoffoffoffoffoff1offoffoffonoffoff2onoffoffonoffoff3offonoffonoffoff4onoffoffonoffon5offonoffonoffon6ononoffonoffon7
3x230V3x400V/1x230V
1 2
3
4
5
6
ON
AA1-SF2
1 2
3
4
5
6
ON
AA1-SF2
In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF2) in defabrieksinstelling getoond, d.w.z. 6 kW.
Noodstand thermostaat
De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt inge-steld met een thermostaat (FD1-BT30). Deze kan wor-den ingesteld op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeldvloerverwarming) of 45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).
LEK
LEK
För markvärme!
För frånluftsvärme!
Optionele aansluitingen
Master/SlaveEr kunnen meerdere warmtepompen (F1145, F1245en F1345) worden verbonden door één warmtepompals master te selecteren en de rest als slaves.
De warmtepomp wordt altijd als master geleverd ener kunnen maximaal 8 slaves op worden aangesloten.In systemen met meerdere warmtepompen moet elkepomp een unieke naam hebben, d.w.z. dat er slechtséén warmtepomp "Master" kan zijn en slechts één bij-voorbeeld "Slave5". Master/slaves stelt u in in menu5.2.1.
Externe temperatuursensoren en regelsignalen mogenalleen op de master worden aangesloten, met uitzon-dering van de externe regeling van de compressormo-dule.
Voorzichtig!
Als er meerdere warmtepompen samen aan-gesloten zijn (master/slave), moet de externeretoursensor BT71 worden gebruikt. Als BT71niet is aangesloten, geeft het product eensensorfout.
Sluit de communicatiekabels zoals afgebeeld in serieaan op de klemmenstrook X4:15 (A), X4:14 (B) en X4:13(GND) op de ingangskaart (AA3).
Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.
In het voorbeeld ziet u de aansluiting van meerdereF1245 .
27Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F1245
15
14
13
15
14
13
15
14
13
A
B
GND
A
B
GND
AA3-X4
A
B
GND
AA3-X4
A
B
GND
A
B
GND
AA3-X4
EB100 - Master
EB101 - Slave 1
EB102 - Slave 2
AA3-X4
AA3-X4
AA3-X4
Laadmonitor
Voorzichtig!
De vermogensschakelaar heeft in eenfasigeinstallatie geen functie
Als er in het gebouw veel elektrische apparaten zijningeschakeld terwijl de elektrische bijverwarming inbedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringdoorslaat. De warmtepomp beschikt over geïntegreer-de laadmonitoren die de elektrische stappen schakelenvoor de elektrische bijverwarming door de stroomtussen de verschillende fasen te verdelen of de stroomuit te schakelen bij overbelasting in een fase. De elek-trische bijverwarming wordt opnieuw ingeschakeldwanneer het andere spanningsverbruik is afgenomen.
Aansluiten van stroomsensoren
Om de stroom te meten, moet een stroomsensor wor-den gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in deverdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor deinstallatie.
Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabelin een behuizing naast de elektrische verdeelkast. Demeeraderige kabel tussen de behuizing en de warmte-pomp moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm²hebben.
Sluit de kabel aan op de ingangskaart (AA3) op klem-menstrook X4:1-4 - waarbij X4:1 de gezamenlijkeklemmenstrook is voor de drie stroomsensoren.
De grootte van de hoofdzekering van het gebouw kanworden ingesteld in menu 5.1.12.
Inkommande el
LPEN 1 L2 L3
Elcentral
Värmepump
AA3-X4 AA3-X4
ElektrischehoofdverdeelkastWarmtepomp
Ingaande elektriciteit
1 2 3 4
-T1 -T2 -T3
NIBE™ F1245Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen28
NIBE NIBE UplinkSluit de op het netwerk aangesloten kabel (recht,Cat.5e UTP) met RJ45-contact (mannelijk) aan op RJ45-contact (vrouwelijk) op de achterkant van de warmte-pomp.
Externe aansluitoptiesDe F1245 heeft softwaregeregelde in- en uitgangenop de ingangskaart (AA3) voor het aansluiten van deexterne schakelaar of sensor. Dit houdt in dat bij hetaansluiten van een externe schakelaar of sensor op éénvan de zes speciale aansluitingen voor een correctewerking de actuele aansluiting moet worden geselec-teerd in de software in de F1245.
LET OP!
Als een externe schakelaar of sensor is aange-sloten op de F1245, moet de actuele gebruik-sin- of uitgang worden geselecteerd in menu5.4, zie pagina 57.
Selecteerbare ingangen op de ingangskaart voor dezefuncties zijn:
X6:9-10AUX1X6:11-12AUX2X6:13-14AUX3X6:15-16AUX4X6:17-18AUX5
Selecteerbare uitgangen zijn AA3:X7.
blokkeer verw.
activeer tijd. luxe
niet gebruikt
niet gebruikt
niet gebruikt
alarmuitgang
in-/uitgangen software5.4
F1245Externt
9
10
11
12
13
14
15
16
B
A
AA3-X6
Extern F1245
AA3-X6
In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:9-10) en AUX2 (X6:11-12) gebruikt op de ingangsprintplaat (AA3).
LET OP!
Een aantal van de volgende functies kan ookworden geactiveerd en gepland via het menumet instellingen.
Mogelijke selectie AUX-ingangen
Temperatuursensor, koeling/verwarming
Er kan een extra temperatuursensor (BT74) wordenaangesloten op de F1245 om te kunnen bepalenwanneer het tijd is om te schakelen tussen verwarmingen koeling.
De temperatuursensor wordt aangesloten op de gese-lecteerde ingang (menu 5.4, het alternatief wordt al-leen weergegeven als koelingaccessoire geïnstalleerdis, zie pagina 57) op klemmenstrook X6 op de ingangs-kaart (AA3) achter het voorpaneel en wordt aange-bracht op een geschikte plaats in het afgiftesysteem.
Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm² dik.
Schakelaar externblokkerenbijverwarmingen/ofcompressor
Bijverwarmen en compressor blokkeren zijn verbondenmet twee verschillende AUX-ingangen.
Als extern blokkeren van bijverwarming en/of compres-sor gewenst is, kan dit worden aangesloten op klem-menstrook X6 op de ingangskaart (AA3), die achterhet voorpaneel zit.
De bijverwarming en/of de compressor worden ont-koppeld door een potentiaalvrij contact aan te sluitenop de ingang die is geselecteerd in menu 5.4, zie pagina57.
Extern blokkeren van bijverwarming en compressorkan worden gecombineerd.
Een gesloten contact betekent dat het elektrisch ver-mogen is uitgeschakeld.
Contact voor externe tariefblokkering
Als externe tariefblokkering wordt gebruikt, kan ditworden aangesloten op klemmenstrook X6 op de in-gangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit.
Tariefblokkering houdt in dat de bijverwarming, decompressor, de verwarming en het warmtapwaterworden geblokkeerd door een potentiaalvrij contactaan te sluiten op de ingang die is geselecteerd in menu5.4, zie pagina 57.
29Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F1245
Een gesloten schakelaar houdt in dat de tariefblokke-ring is geactiveerd.
Voorzichtig!
Als tariefblokkering is geactiveerd, is de min.aanvoertemperatuur niet van toepassing.
Schakelaar voor "SG ready"
Voorzichtig!
Deze functie kan alleen worden gebruikt inelektriciteitsnetten die de "SG Ready"-stan-daard ondersteunen .
"Voor SG Ready" zijn twee AUX-ingangenvereist.
In gevallen waarbij deze functie vereist is, moet dezeworden aangesloten op klemmenstrook X6 op de in-gangskaart (AA3).
"SG Ready" is een slimme vorm van tariefregelingwaarbij uw energieleverancier de binnen-, warmtap-water- en/of zwembadtemperaturen (indien van toe-passing) kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwar-ming en/of compressor in de warmtepomp op bepaal-de uren van de dag kan blokkeren (kan worden gese-lecteerd in menu 4.1.5 nadat de functie is geactiveerd).Activeer de functie door potentiaalvrije contacten aante sluiten op twee ingangen die u selecteert in menu5.4 (SG Ready A and SG Ready B), zie pagina 57.
Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgen-de zaken in:■ Blokkering (A: Gesloten, B: Open)
"SG Ready" is actief. De compressor in de warmte-pomp en bijverwarming zijn geblokkeerd volgens detariefblokkering van die dag.
■ Normale stand (A: Open, B: Open)
"SG Ready" is niet actief. Geen effect op het systeem.■ Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten)
"SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kosten-besparingen en kan bijvoorbeeld gebruik maken vaneen laag tarief bij de energieleverancier of overcapa-citeit van een eigen energiebron (effect op het sys-teem kan worden afgesteld in menu 4.1.5).
■ Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten)
"SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle capa-citeit draaien bij overcapaciteit (zeer lage prijs) bij deenergieleverancier (effect op het systeem is instelbaarin menu 4.1.5).
(A = SG Ready A en B = SG Ready B )
Schakelaar voor +Adjust
Met behulp van +Adjustcommuniceert de installatiemet de centrale regelaar* van de vloerverwarming enstelt de verwarmingscurve en de berekende aanvoer-temperatuur af volgens het opnieuw inschakelen vanhet vloerverwarmingssysteem.
Activeer het klimaatsysteem dat +Adjust moet beïnvloe-den door de functie aan te vinken en op de OK-toetste drukken.*Ondersteuning voor +Adjust vereist
Voorzichtig!
+Adjust moet eerst worden geselecteerd inmenu 5.4 ”ingangen/uitgangen software”.
Voorzichtig!
Printplaat AA3 in de installatie moet minimaal"inputversie・34 hebben en de software moet"displayversie 5539 of hoger hebben om+Adjust te laten werken. De versie kan wordengecontroleerd in menu 3.1 onder respectieve-lijk ”inputversie” of ”displayversie”. Nieuwesoftware kan gratis worden gedownload vanwww.nibeuplink.com.
Voorzichtig!
In systemen met zowel vloerverwarming alsradiatoren moet voor een optimale werkingNIBE ECS 40/41 worden gebruikt.
Schakelaar extern blokkeren verwarming
Als extern blokkeren van verwarming gebruikt wordt,kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 opde ingangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit.
Verwarmen wordt geblokkeerd door een potentiaalvrijcontact aan te sluiten op de ingang geselecteerd inmenu 5.4, zie pagina 57.
57
Een gesloten schakelaar blokkeert het verwarmen.
Voorzichtig!
Als blokkeer verwarming is geactiveerd, is demin. aanvoerleiding niet van toepassing.
Schakelaar extern, geforceerd regelencirculatiepomp
Als extern geforceerd regelen van de circulatiepompbronsysteem gebruikt wordt, kan dit worden aangeslo-ten op klemmenstrook X6 op de ingangskaart (AA3),die achter het voorpaneel zit.
De circulatiepomp kan geforceerd worden geregelddoor een potentiaalvrije schakelaar aan te sluiten opde in menu 5.4 gekozen ingang, zie pagina 57.
Een gesloten schakelaar betekent dat de circulatie-pomp actief is.
Contact voor activering van “tijdelijk in luxe"
Er kan een externe schakeling worden aangesloten opde F1245 voor het activeren van de warmtapwaterfunc-tie "tijdelijk in luxe". De schakelaar moet potentiaalvrijzijn en worden aangesloten op de geselecteerde in-gang (menu 5.4, zie pagina 57) op klemmenstrook X6op de ingangsprintplaat (AA3).
"tijdelijk in luxe" is geactiveerd zolang het contact isgesloten.
Contact voor activering van “externe instelling"
Er kan een externe contactfunctie worden aangeslotenop de F1245 om de aanvoertemperatuur en de kamer-temperatuur te wijzigen.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen30
Als de schakelaar is gesloten, verandert de temperatuurin °C (als de ruimtesensor is aangesloten en geacti-veerd). Indien er geen ruimtesensor is aangesloten ofgeactiveerd, wordt de gewenste wijziging van "tempe-ratuur" (verschuiving stooklijn) met het aantal geselec-teerde stappen ingesteld. De waarde kan worden inge-steld tussen -10 en +10.■ afgiftesysteem 1
De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en wordenaangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4,zie pagina 57) op klemmenstrook X6 op de ingangs-printplaat (AA3).
De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu1.9.2, "externe instelling".
■ klimaatsysteem 2 - 8
Voor externe afstelling voor klimaatsystemen 2 - 8zijn accessoires vereist ((ECS 40 or ECS 41).
Zie het installateurshandboek van het accessoire voorinstallatie-instructies.
Contact voor activering van ventilatorsnelheid
LET OP!
De externe contactfunctie functioneert uitslui-tend wanneer de accessoire FLM is geïnstal-leerd en geactiveerd.
Er kan een extern contact worden aangesloten op deF1245 voor het activeren van één van de vier ventilator-snelheden. De schakelaar moet potentiaalvrij zijn enworden aangesloten op de geselecteerde ingang(menu 5.4, zie pagina 57) op klemmenstrook X6 op deingangsprintplaat (AA3). Als de schakelaar sluit, wordtde geselecteerde ventilatorsnelheid geactiveerd. Denormale snelheid wordt hervat als het contact weeropen is.
NV 10, druk-/niveau-/stromingsregelaarbronvloeistof
Als een niveausensor (accessoire NV10) gewenst is voorde broninstallatie, kan deze worden aangesloten opde geselecteerde ingang (menu 5.4, zie pagina 57) opklemmenstrook X6 op de ingangsprintplaat (AA3).
Er kunnen ook druk- en stromingsvoelers wordenaangesloten op de ingang.
De ingang moet gesloten zijn tijdens normaal bedrijf.
Mogelijke keuze AUX-uitgang(potentiaalvrij, variabel relais)Het is mogelijk een externe aansluiting te realiserenvia een relais (potentiaalvrij, variabel relais) (max. 2 A)op klemmenstrook X7 op de ingangsprintplaat (AA3).
Optionele functies externe aansluiting:■ Indicatie zoemeralarm.■ Regeling externe (open) bronpomp.■ Indicatie koelmodus (geldt alleen als accessoires voor
koelen aanwezig zijn).■ Regeling circulatiepomp warmwatercirculatie.■ Externe circulatiepomp (voor afgiftesysteem).■ Externe wisselklep voor warmtapwater.
Als een van bovenstaande systemen is aangesloten opklemmenstrook X7, moet het worden geselecteerd inmenu 5.4, zie pagina 57.
Het hoofdalarm is af fabriek als basisinstelling geselec-teerd.
Voorzichtig!
Er is een accessoirekaart vereist als meerderefuncties op klemmenstrook X7 zijn aangeslo-ten, terwijl het zoemeralarm is geactiveerd (ziepagina 67).
AA3-X7
C NO NC
1 2 3
AA3-X7
De afbeelding toont de relais in de alarmstand.
Met schakelaar (SF1) in stand " " of “ ” staat de re-lais in de alarmstand.
De externe circulatiepomp, externe (open) bronpompof warmwatercirculatiepomp wordt aangesloten ophet zoemeralarmrelais als hieronder getoond.
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten metwaarschuwingsstickers voor externe spanning.
L
L
N
N
PE
PE
F1X45
Externt
AA3-X7C NO NC
1 2 3
ExternF1245
Circulatiepomp
AA3-X7
LET OP!
De relaisuitgangen kunnen met max. 2 A(230V ~) worden belast.
31Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE™ F1245
Accessoires aansluitenInstructies voor het aansluiten van accessoires vindt uin de bijgeleverde installatie-instructies voor het betref-fende accessoire. Zie pagina 67 voor de lijst met acces-soires die kunnen worden gebruikt met de F1245.
Accessoires met printplaat AA5Accessoires met printplaat AA5 worden aangeslotenop klemmenstrook AA3-X4: 13-15 van de warmte-pomp. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.
Als er meerdere accessoires moeten worden aangeslo-ten, sluit u de eerste accessoirekaart rechtstreeks aanop de klemmenstrook van de warmtepomp. Andereaccessoirekaarten sluit u in serie aan op de eerste.
Omdat er verschillende aansluitingen kunnen zijn vooraccessoires met printplaten AA5, moet u altijd de in-structies lezen in de handleiding voor het accessoiredat u gaat installeren.
1
2
3
4
5
6
7
8
AA5-X4
15
A
B
GND
A
B
GND
A
B
GND
A
B
GND
A
B
GND
14
13
AA3-X4
1
2
3
4
5
6
7
8
AA5-X4
F1245
Accessoirekaart 1
Accessoirekaart 2
ON1
23
45
67
8
-X9
-X2
24 20212223 1516171819 1011121314 56789 1
1
N
L
PE
PE
1
2
3
4
5
6
7
8
2
3
4
5
6
7
8
9234
-X8
-X4
-X10
-X1
AA5-X4
ON1
23
45
67
8
-X9
-X2
24 20212223 1516171819 1011121314 56789 1
1
N
L
PE
PE
1
2
3
4
5
6
7
8
2
3
4
5
6
7
8
9234
-X8
-X4
-X10
-X1
AA5-X4
AA3-X4
EB100
Accessoires met printplaat AA9Accessoires met printplaat AA9 worden aangeslotenop de binnenmodule-klemmenstrook X4:9-12 op deingangskaart AA3. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX ofsoortgelijk.
Omdat er verschillende aansluitingen kunnen zijn vooraccessoires met printplaten AA9, moet u altijd de in-structies lezen in de handleiding voor het accessoiredat u gaat installeren.
121110987
12V A B GND
12
11
10
9
8
7
12V
A
B
GND
AA3-X4
AA9-X1
F1245Accessoires
AA3-X4
NIBE™ F1245Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen32
Voorbereidingen1. Controleer of de F1245 tijdens transport niet is
beschadigd.2. Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " "
staat.3. Controleer of er water in de boiler en het afgifte-
systeem zit.
LET OP!
Controleer de automatische zekering en demotorbeveiligingen. Het kan zijn dat deze tij-dens het transport zijn uitgeschakeld.
Voorzichtig!
Start de warmtepomp niet als het gevaar be-staat dat het water in het systeem bevrorenis.
Vullen en ontluchtenLET OP!
Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan datschadelijk zijn voor interne onderdelen in deF1245.
Vullenenontluchtenvanhet klimaatsysteem
Vullen1. Open de kraan (extern, niet inbegrepen bij het
product). Vul de spiraal in de boiler en de rest vanhet afgiftesysteem met water.
2. Open de ontluchtingsklep (QM22).3. Wanneer het water dat de ontluchtingsklep
(QM22) verlaat niet met lucht is vermengd, sluit ude klep. Na een tijdje begint de druk te stijgen.
4. Wanneer de juiste druk is verkregen, sluit u devulklep.
Ontluchten
Voorzichtig!
Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan datschadelijk zijn voor interne onderdelen.
1. Ontlucht de warmtepomp via een ontluchtingsklep(QM22) en de rest van het afgiftesysteem via debetreffende ontluchtingskleppen.
2. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-derd en de druk klopt.
Voorzichtig!
Het water dat in de leiding van de spiraal inde tank zit, moet worden afgetapt voordat erlucht kan worden vrijgelaten. Dit betekent dathet systeem misschien niet echt wordt ont-lucht, ondanks de waterstroom, wanneer deontluchtingsklep (QM22) wordt geopend.
De boiler vullen
1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.2. Vul de boiler via de koudwateraansluiting (XL3).3. Wanneer er met het water uit de warmtapwater-
kraan geen lucht meer meekomt, is de boiler volen kan de kraan worden gesloten.
Vullen en ontluchten van het bronsysteem
Voorzichtig!
Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan datschadelijk zijn voor de circulatiepomp bronsys-teem.
Bij het vullen van het bronsysteem wordt het watergemengd met antivriesmiddel in een open reservoir.Het mengsel moet bestand zijn tegen bevriezing bijtemperaturen van ongeveer -15 °C. De bronvloeistofwordt gevuld door een vulpomp aan te sluiten.1. Controleer of het bronsysteem niet lekt.2. Sluit de vulpomp en de retourleiding aan op de
vulconnector van het bronsysteem (zie afbeelding).3. Als gebruik wordt gemaakt van alternatief 1 (ni-
veaureservoir), sluit u de klep onder het niveaure-servoir (CM2).
4. Sluit de driewegklep in de vulconnector (accessoi-re).
5. Open de kleppen op de vulconnector.6. Start de vulpomp.7. Vul totdat er vloeistof in de retourleiding stroomt.8. Sluit de kleppen op de vulconnector.9. Open de driewegklep in de vulconnector.10. Als gebruik wordt gemaakt van alternatief 1 (ni-
veaureservoir), opent u de klep onder het niveau-reservoir (CM2).
33Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F1245
6 Inbedrijfstelling en afstelling
VVKV
KBin
VBf VBr
KBut
BK / JK
Stängs
P
XL6 XL7
Collector
Sluit
Optie 2 Optie 1
62
0
600
560 440
70
17
75
65
0*
25
-50
25
50
130
210
390
470
525
65
0*
XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2
Aansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL 1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL 2Aansluiting, koud waterXL 3Aansluiting, warmtapwaterXL 4Aansluiting, bronvloeistof inXL 6Aansluiting, bronvloeistof uitXL 7
Symboolverklaring
BetekenisSym-bool
Afsluiter
Overstortventiel
Niveaureservoir
Expansievat
DrukmeterP
Vuilfilter
StartgidsVoorzichtig!
Er moet water in het afgiftesysteem zittenvoordat de schakelaar wordt ingesteld op " ".
Voorzichtig!
Als er meerdere warmtepompen zijn aangeslo-ten, moet de startgids eerst worden uitge-voerd in de slave-eenheden.
Als u een warmtepomp instelt als slave, kuntu alleen instellingen verrichten voor de circula-tiepompen van de slave. Overige instellingenworden verricht en aangestuurd door demaster-eenheid.
1. Stel schakelaar (SF1) van de warmtepomp in op "".2. Volg de instructies in de startgids op het display
van de warmtepomp. Als de startgids niet start alsu de warmtepomp opstart, start u deze handmatigin menu 5.7.
TIP
Zie pagina 41 voor een nadere introductie vanhet regelsysteem van de warmtepomp (bedie-ning, menu's enz.).
InbedrijfstellingDe eerste keer dat de warmtepomp wordt gestart,wordt de startgids gestart. In de instructies van destartgids wordt aangegeven wat er moet gebeurentijdens de eerste start en wordt er een overzicht gege-ven van de basisinstellingen van de warmtepomp.
De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordtuitgevoerd en niet wordt overgeslagen.De startgidskan later worden gestart in menu 5.7.
LET OP!
Zolang als de startgids actief is, wordt geenenkele functie van de installatie automatischgestart.
De gids wordt bij elke herstart van de installa-tie weergegeven totdat dit op de laatste pagi-na wordt uitgevinkt.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling34
Bediening in de startgids
taal 4.6
Indien de startgids zich links van deze paginabevindt, wordt deze automatisch korter
60 min.
A.Pagina
C. Optie / instelling
B. Naam en menunummer
A. Pagina
Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids.
U bladert als volgt door de pagina's van de startgids:1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linker-
bovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemar-keerd.
2. Druk op de OK-knop om naar de volgende paginain de startgids te gaan.
B. Naam en menunummer
Lees hier op welk menu in het regelsysteem deze pagi-na van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussenhaakjes verwijzen naar het menunummer in het regel-systeem.
Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kuntu kijken in het helpmenu of de gebruikershandleidinglezen.
C. Optie / instelling
Verricht hier de instellingen voor het systeem.
D. Helpmenu
In veel menu's staat een symbool dat aangeeftdat er extra hulp beschikbaar is.
Om de helptekst te openen:1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool
te selecteren.2. Drukt u op OK.
De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensterswaartussen u kunt scrollen met de selectieknop.
Achteraf afstellen enontluchten
Pompafstelling, automatische regeling
Bronsysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in het bronsys-teem moet de circulatiepomp bronsysteem op de juistesnelheid draaien. De F1245 heeft een circulatiepompbronsysteem die automatisch kan worden geregeld inde standaardstand. Bepaalde functies en accessoireskunnen vereisen dat ze handmatig draaien en de juistesnelheid moet dan worden ingesteld, zie het gedeeltePompafstelling, handmatige regeling.
Als er meerdere F1245's worden geïnstalleerd in eenmaster/slave-configuratie moeten alle F1245's vanhetzelfde formaat zijn (bijv. 10 kW), omdat anders deautomatische regeling niet werkt. Als er bijvoorbeeldéén keer 10 kW en één keer 8 kW in de installatie zit,moeten handmatige bedrijfsaanpassingen wordenverricht, zie pagina 36.
Deze automatische regeling vindt plaats als de com-pressor draait en stelt de snelheid van de circulatie-pomp bronsysteem in om het optimale temperatuur-verschil te realiseren tussen de aanvoer- en retourlei-dingen. Voor passieve koeling moet de circulatiepompbronsysteem draaien op een snelheid die wordt inge-steld in menu 5.1.9
Afgiftesysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in het verwar-mingssysteem moet de circulatiepomp van het verwar-mingssysteem op de juiste snelheid draaien. De F1245heeft een circulatiepomp voor het verwarmingssysteemdie automatisch kan worden geregeld in de standaard-stand. Bepaalde functies en accessoires kunnen verei-sen dat ze handmatig draaien en de juiste snelheidmoet dan worden ingesteld, zie het gedeelte Pompaf-stelling, handmatige regeling.
Deze automatische regeling vindt plaats als de com-pressor draait en stelt de snelheid van de circulatie-pomp van het verwarmingssysteem in, voor de huidigebedrijfsstand, om het optimale temperatuurverschil terealiseren tussen de aanvoer- en retourleidingen. Tij-dens verwarming worden de ingestelde DOT (gedimen-sioneerde buitentemperatuur) en het temperatuurver-schil in menu 5.1.14 gebruikt. Indien nodig kan demaximale snelheid van de circulatiepomp worden be-grensd in menu 5.1.11.
35Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F1245
Pompafstelling, handmatige regeling
Bronsysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in de circulatie-pomp bronsysteem moet de juiste snelheid wordeningesteld voor de circulatiepomp bronsysteem. F1245heeft een circulatiepomp bronsysteem die automatischkan worden geregeld, maar als er een handmatigesnelheid nodig is, moet deze worden ingesteld op basisvan de volgende gegevens en grafiek. Voor handmatigeregeling moet "auto" in menu 5.1.9 worden uitgescha-keld.
De doorstroming moet een temperatuurverschil heb-ben tussen bronvloeistof uit (BT11) en bronvloeistof in(BT10) van 2 - 5 °C wanneer het systeem in balans is(kan 5 minuten na starten van compressor). Controleerdeze temperaturen in menu 3.1 "service-info" en pasde snelheid van de bronpomp (GP2) aan tot het tem-peratuurverschil is gerealiseerd. Een groot verschil duidtop een lage doorstroming in het bronsysteem en eenklein verschil duidt op een hoge doorstroming in hetbronsysteem.
Stel de snelheid van de circulatiepomp in menu 5.1.9in, zie pagina 51.
In de grafiek hieronder kunt u aflezen welke snelheidde circulatiepomp bronsysteem moet hebben tijdenshandmatige regeling.
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P90%
P70%
P50% 100%90%70%
50%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%P90%
P80%
P70%
P60%
100%90%60% 70%80%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P80%
P60%
100%
60% 80%
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
F1145/F1245 8kW
F1145/F1245 10kW
F1145/F1245 12kW
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P80%
80%P60%60%P40%
40%
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
F1245 5 kW
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P90%
P70%
P50% 100%90%70%
50%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%P90%
P80%
P70%
P60%
100%90%60% 70%80%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P80%
P60%
100%
60% 80%
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
F1145/F1245 8kW
F1145/F1245 10kW
F1145/F1245 12kW
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P80%
80%P60%60%P40%
40%
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
F1245 6 kW
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P90%
P70%
P50% 100%90%70%
50%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%P90%
P80%
P70%
P60%
100%90%60% 70%80%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P80%
P60%
100%
60% 80%
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
F1145/F1245 8kW
F1145/F1245 10kW
F1145/F1245 12kW
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P80%
80%P60%60%P40%
40%
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
F1245 8 kW
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P90%
P70%
P50% 100%90%70%
50%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%P90%
P80%
P70%
P60%
100%90%60% 70%80%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P80%
P60%
100%
60% 80%
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
F1145/F1245 8kW
F1145/F1245 10kW
F1145/F1245 12kW
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P80%
80%P60%60%P40%
40%
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
F1245 10 kW
P100%
P80%
P60%
P40%
40%
60%
80%100%
Flöde, l/s
Eleffekt, WTillgängligt tryck, kPa
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60 0,70
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
NIBE™ F1245Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling36
F1245 12 kW
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60 0,70
Flöde, l/s
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
Tillförd eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
P100%
P80%
P60%
P40%
40%
60%
80%
100%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
Afgiftesysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in het afgifte-systeem moet de juiste snelheid worden ingesteld voorde circulatiepomp verwarmingsysteem onder verschil-lende bedrijfsomstandigheden. De F1245 heeft eencirculatiepomp verwarmingsysteem die automatischkan worden geregeld, maar als er een handmatigesnelheid nodig is, moet deze worden ingesteld op basisvan de volgende gegevens en grafiek. Voor handmatigebediening moet "auto" in menu 5.1.11 worden uitge-schakeld.
De aanvoer moet een geschikt temperatuurverschilhebben voor de bedrijfssituatie (verwarmen: 5 - 10 °C,warmwaterbereiding: 5 - 10 °C,zwembadverwarming:ca. 15 °C) tussen de regelende aanvoertemperatuursen-sor en de retourleidingsensor. Controleer deze tempe-raturen in menu 3.1 "service-info en pas de snelheidvan de circulatiepomp van het afgiftesysteem (GP1)aan totdat het temperatuurverschil is gerealiseerd. Eengroot verschil duidt op een lage doorstroming in hetverwarmingssysteem en een klein verschil op een hogedoorstroming in het verwarmingssysteem.
Stel de snelheid van de circulatiepomp verwarmings-systeem in menu 5.1.11 in, zie pagina 51.
In de grafieken hieronder kunt u aflezen welke snelheidde circulatiepomp verwarmingsysteem moet hebbentijdens handmatige regeling.
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Tillgängligt tryck, kPa / Eleffekt, W
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P90%
P70%
P50% 100%90%70%
50%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%P90%
P80%
P70%
P60%
100%90%60% 70%80%
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
P
P100%
P80%
P60%
100%
60% 80%
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
F1145/F1245 8kW
F1145/F1245 10kW
F1145/F1245 12kW
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P80%
80%P60%60%P40%
40%
P100%
100%
P80%
80%P60%60%
P40%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
F1245 5 kW
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,10 0,20 0,300,05 0,15 0,25 0,35 0,40
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
P
P100%
100%P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 10kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 8 & 12kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
37Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F1245
F1245 6 kW
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,10 0,20 0,300,05 0,15 0,25 0,35 0,40
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
P
P100%
100%P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 10kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 8 & 12kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
F1245 8 en 12 kW
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,10 0,20 0,300,05 0,15 0,25 0,35 0,40
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
P
P100%
100%P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 10kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 8 & 12kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
F1245 10 kW
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45
0
10
20
30
40
50
60
70
80
0 0,10 0,20 0,300,05 0,15 0,25 0,35 0,40
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt
Tillgängligt tryck
Flöde
l/s
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
P
P100%
100%P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 5kW
F1145/F1245 6kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 10kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 8 & 12kW
Eleffekt, W
Tillgängligt tryck, kPa
Flöde
l/s
Eleffekt
Tillgängligt tryck
P
F1145/F1245 15 & 17kW
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%
40%
P100%
100%
P60%
P40%
P80%
80%
60%40%
Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W
Stroom l/s
Opnieuw afstellen, ontluchten,verwarmingssysteemGedurende de eerste tijd komt er lucht vrij uit hetwarmtapwater en het kan nodig zijn om het systeemte ontluchten. Indien er borrelende geluiden bij dewarmtepomp of het afgiftesysteem worden waargeno-men, kan het nodig zijn om het hele systeem nogmaalste ontluchten.
Bijstellen, ontluchten, bronsysteem
Niveaureservoir
2/3
LE
K
1/3
LE
K
1/3
LE
K
2/3
LE
K
Gamla bilder, med säkerhetsventil på nivåkärlet
Controleer het vloeistofniveau in het ni-veaureservoir (CM2). Indien het vloeistof-niveau is gezakt, vult u het systeem bij.1. Sluit de klep onder het reservoir.2. Ontkoppel de aansluiting bovenop het
reservoir.3. Vul bronvloeistof bij tot het reservoir
ongeveer 2/3 vol is.4. Sluit de connector opnieuw aan boven-
op het reservoir.5. Open de klep onder het reservoir.
De druk in het systeem wordt verhoogd door de klepop de binnenkomende hoofdleiding te sluiten wanneerde circulatiepomp van het bronsysteem (GP2) draaiten het niveaureservoir (CM2) open staat, zodat vloeistofuit het reservoir wordt gezogen.
Expansievat
LEK
Indien er een expansievat (CM3) wordtgebruikt in plaats van een niveaureservoir,wordt het drukniveau gecontroleerd. Alsde druk zakt, dient het systeem te wordenbijgevuld.
De kamertemperatuur achterafinstellenIndien de gewenste kamertemperatuur niet wordtverkregen, moet u wellicht de ingestelde waarden bij-stellen.
Koude weersomstandigheden■ Bij een te lage kamertemperatuur verhoogt u
"stooklijn" in menu 1.9.1.1 met één stap.■ Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u
"stooklijn" in menu 1.9.1.1 met één stap.
Warme weersomstandigheden■ Bij een te lage kamertemperatuur verhoogt u "tem-
peratuur" (verschuiving stooklijn) in menu 1.1.1 metéén stap.
■ Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u "tem-peratuur" (verschuiving stooklijn) in menu 1.1.1 metéén stap.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling38
De koelcurve/stooklijninstellen
stooklijn1.9.1.1systeem
buitentemp. °C
aanvoertemperatuur °C
koelcurve 1.9.1.2
systeem
buitentemp. °C
aanvoertemperatuur °C
stooklijnInstelbereik: 0 - 15
Standaardwaarde: 9
koelcurve (benodigde accessoire)Instelbereik: 0 - 9
Standaardwaarde: 0
U kunt verwarmen of koelen selecteren in het menucurve . Het volgende menu (stooklijn/koelcurve) toontde stooklijn en koelcurve voor uw huis. De curve is be-doeld om ongeacht de buitentemperatuur voor eengelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en dus vooreen energiezuinige werking. Aan de hand van dezestooklijnen bepaalt de regelcomputer van de warmte-pomp de temperatuur van het water naar het systeem,de aanvoertemperatuur en dus de binnentemperatuur.Selecteer de lijn en lees af hoe de aanvoertemperatuurbij verschillende buitentemperaturen verandert. Hetcijfer helemaal rechts van "system" toont voor welksysteem u de stooklijn/koelcurve hebt geselecteerd.
Helling van de stooklijnDe helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoe-veel graden de aanvoertemperatuur moet wordenverhoogd/verlaagd als de buitentemperatuurdaalt/stijgt. Hoe steiler de helling, hoe hoger de aan-voertemperatuur voor de verwarming of hoe lager deaanvoertemperatuur voor de koeling bij een bepaaldebuitentemperatuur.
30
40
50
60
70
°C
FR
AM
LE
DN
ING
ST
EM
PE
RA
TU
R
- 40°C
UTETEMPERATUR
- 10010 - 20 - 30
Brantare kurvlutning
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur
Steilere helling stooklijn
De optimale helling hangt af van de klimaatomstandig-heden van uw woonplaats, of de woning over radiato-ren of vloerverwarming beschikt en hoe goed de wo-ning is geïsoleerd.
De curve wordt ingesteld bij de installatie van de ver-warming, maar moet later mogelijk worden aangepast.Normaal gesproken hoeft de curve niet verder te wor-den afgesteld.
LET OP!
Voor het fijn afstellen van de binnentempera-tuur moet de curve naar boven of benedenworden verschoven in menu 1.1 tempera-tuur .
Verschuiving stooklijnEen verschuiving van de curve betekent, dat de aanvoer-temperatuur evenveel verandert voor alle buitentem-peraturen, d.w.z. een verschuiving van de curve van +2stappen verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 C bijalle buitentemperaturen.
Aanvoertemperatuur:maximaleenminimalewaardenAangezien de aanvoerleidingtemperatuur niet hogerkan zijn dan de ingestelde max. waarde of lager dande ingestelde min. waarde, vlakt de stooklijn af bij dezetemperaturen.
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaalgesproken max. aanvoertemp. ingesteld tus-sen 35 en 45 °C.
Moet worden beperkt bij vloerkoeling min.aanvoer temp. om condensatie te voorkomen.
Controleer de max. temperatuur voor uw vloerbij uw installateur/vloerleverancier.
Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de hellingvan de stooklijn aan. Het getal naast de thermometergeeft de verschuiving van de stooklijn aan. Gebruik deselectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Be-vestig de nieuwe instelling met een druk op OK.
Curve 0 is een eigen curve, vanuit menu 1.9.7.
39Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE™ F1245
Een andere curve (helling) selecteren:
Voorzichtig!
Als u maar één klimaatsysteem hebt, is hetnummer van de curve al aangevinkt als hetmenuvenster wordt geopend.
1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn)waarvan u de curve wilt wijzigen.
2. Wanneer de klimaatsysteemselectie is bevestigd,wordt het nummer van de curve gemarkeerd.
3. Druk op OK om de instelmodus te openen.4. Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genum-
merd van 0 tot 15. Hoe hoger het nummer, hoesteiler de helling en hoe hoger de aanvoertempe-ratuur. Curve 0 betekent dat eigen stooklijn (menu1.9.7) wordt gebruikt.
5. Druk op OK om de instelling te verlaten.
Een curve aflezen:1. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de
as met de buitentemperatuur is gemarkeerd.2. Drukt u op OK.3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens
naar links om de waarde af te lezen voor de aan-voertemperatuur bij de geselecteerde buitentem-peratuur.
4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillendebuitentemperaturen door de selectieknop naarrechts of links te draaien en de bijbehorende aan-voertemperatuur af te lezen.
5. Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen teverlaten.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instellinginvoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeftom zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertempera-tuur te laag is, verhoogt u de helling van decurve met één stap.
Als het buiten koud is en de kamertempera-tuur te hoog is, verlaagt u de helling van decurve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertempera-tuur te laag is, verhoogt u de verschuiving vande curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertempera-tuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving vande curve met één stap.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling40
Bedieningseenheid
A
B
C
D
E
F
Display
Statuslamp
Toets OK
Toets Terug
Selectieknop
Schakelaar
BINNENKLIMAAT
WARMTEPOMP INFO
WARMTAPWATER
F1245G USB-poort
Display
Instructies, instellingen en bedieningsinformatieworden op het display weergegeven. Het gebrui-kersvriendelijke display en menusysteem verge-makkelijken de navigatie tussen de verschillendemenu's en opties om het comfort in te stellen ofde benodigde informatie te verkrijgen.
A
Statuslamp
De statuslamp geeft de status van de warmte-pomp aan. De lamp:■ brandt groen tijdens normaal bedrijf.■ brandt geel in de noodstand.■ brandt rood in het geval van een geactiveerd
alarm.
B
Toets OK
De toets OK wordt gebruikt om:■ selecties van submenu's/opties/instelwaar-
den/pagina in de startgids te bevestigen.
C
Toets Terug
De toets terug wordt gebruikt om:■ terug te keren naar het vorige menu.■ een instelling te wijzigen die niet is bevestigd.
D
Selectieknop
De selectieknop kan naar rechts of links wordengedraaid. U kunt:■ in de menu's en tussen de opties scrollen.■ de waarden verhogen en verlagen.■ scrollen door pagina's, sommige informatie is
verdeeld over meerder pagina's (bijvoorbeeldhelptekst of service-info).
E
Schakelaar (SF1)
De schakelaar kan in drie standen worden gezet:■ Aan ()■ Stand-by ( )■ Noodstand ( )
De noodstand mag alleen worden gebruikt inhet geval van een ernstig probleem met dewarmtepomp. In deze stand schakelt de compres-sor uit en schakelt de elekrische bijverwarmingin. Het display van de warmtepomp is niet ver-licht en de statuslamp brandt geel.
F
USB-poort
De USB-poort is weggewerkt achter het plasticplaatje met de productnaam erop.
De USB-poort wordt gebruikt voor het updatenvan de software.
Ga naar http://www.nibeuplink.com en klik opde tab "Software" om de nieuwste software tedownloaden voor uw installatie.
G
41Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE™ F1245
7 Bediening - Inleiding
MenusysteemWanneer de deur van de warmtepomp is geopend,worden naast enkele basisgegevens de vier hoofdme-nu's van het menusysteem op het display weergegeven.
Master
BINNENKLIMAAT
WARMTEPOMP INFO
WARMTAPWATER
SERVICE
Binnentemperatuur - (indien ruimtesensoren zijngeïnstalleerd)
Warmtapwatertemp.
Tijdelijk in luxe (indien geactiveerd)
Buitentemperatuur
Geschatte hoeveelheidwarmtapwater
Informatie overwerking
Slave
SERVICE
INFOWARMTAPWATER
Als de warmtepomp is ingesteld als slave, wordt er eenbeperkt hoofdmenu weergegeven. omdat de meesteinstellingen voor het systeem worden verricht bij demaster-warmtepomp.
Menu 1 - BINNENKLIMAATInstellen en plannen van binnenklimaat. Zie informatiein het helpmenu of de gebruikershandleiding.
Menu 2 - WARMTAPWATERInstellen en plannen van warmtapwaterproductie. Zieinformatie in het helpmenu of de gebruikershandlei-ding.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menu-systeem van de slave-warmtepomp.
Menu 3 - INFOWeergave van temperatuur en andere bedrijfsinforma-tie en toegang tot alarmlog. Zie informatie in hethelpmenu of de gebruikershandleiding.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menu-systeem van de slave-warmtepomp.
Menu 4 - WARMTEPOMPInstellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodusenz. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikers-handleiding.
Menu 5 - SERVICEGeavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn alleenbedoeld voor installateurs of servicemonteurs. Hetmenu wordt zichtbaar wanneer in het startmenu deTerug-knop wordt ingedrukt gedurende 7 seconden.Zie pagina 48.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menu-systeem van de slave-warmtepomp.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding42
Symbolen displayDe volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het displayverschijnen.
BeschrijvingSymbool
Dit symbool verschijnt in het informatie-venster als er informatie van belang inmenu 3.1 staat.
Deze twee symbolen geven aan of decompressor of bijverwarming in de F1245is geblokkeerd of niet.
Beide kunnen bijvoorbeeld worden ge-blokkeerd als een bepaalde bedrijfsstandis gekozen in menu 4.2, als blokkeren isingepland in menu 4.9.5 of als een alarmis geactiveerd dat één van beide blok-keert.
Compressor blokkeren.
Bijverwarming blokkeren.
Dit symbool verschijnt als de periodieketoename of de luxe stand voor warmtap-water is geactiveerd.
Dit symbool geeft aan of "vakantie-instel-ling" actief is in 4.7.
Dit symbool geeft aan of de F1245 con-tact heeft met NIBE NIBE Uplink.
Dit symbool geeft de actuele snelheid vande ventilator aan als deze snelheid afwijktvan de normale instelling.
Accessoire NIBE FLM vereist.
Dit symbool geeft aan of zwembadver-warming actief is.
Accessoire vereist.
Dit symbool geeft aan of koeling actiefis.
Accessoire vereist.
43Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE™ F1245
BINNENKLIMAAT
WARMTEPOMP INFO
WARMTAPWATER
temperatuur
BINNENKLIMAAT 1
ventilatie
programmering
geavanceerd
uit
normaal
Gemarkeerdhoofdmenu
Menunummer - gemarkeerd submenu Naam en menunummer - hoofdmenu
Symbool -hoofdmenu
Statusinformatie - submenu'sNaam - submenu'sSymbolen – submenu's
WerkingDraai de selectieknop naar links of naarrechts om de cursor te bewegen. De gemar-keerde positie is wit en/of heeft een op-waartse tab.
Menu selecterenSelecteer een hoofdmenu door het te markeren envervolgens op OK te drukken om door het menusys-teem te lopen. Er wordt hierna een nieuw venster metsubmenu's geopend.
Selecteer een van de submenu's door het menu temarkeren en vervolgens op OK te drukken.
Opties selecteren
zuinig
comfortstand2.2
normaal
luxe
Alternatief
In een optiemenu wordt de huidig geselecteerdeoptie aangegeven met een groen vinkje.
Een andere optie selecteren:1. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctie-
knop. Een van de opties is voorgeselecteerd(wit).
2. Druk op OK om de geselecteerde optie te be-vestigen. De geselecteerde optie heeft eengroen vinkje.
Een waarde instellen
tijd & datum4.4tijd
dag
jaar
maand
24 uur
12 uur
datum
Te wijzigen waarden
Om een waarde in te stellen:1. Markeer u de waarde die u wilt instellen met
de selectieknop.2. Drukt u op OK. De achtergrond van de waar-
de wordt groen. Dit betekent dat u de instel-modus hebt geopend.
3. Draai de selectieknop naar rechts om dewaarde te verhogen en naar links om dezete verlagen.
4. Druk op OK om de waarde te bevestigen dieu hebt ingesteld. Druk op de toets Terug omnaar de oorspronkelijke waarde terug te keren.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding44
Het virtuele toetsenbord gebruiken
Verschillende toetsenborden
Als het in sommige menu's nodig is dat er tekst wordtingevoerd, is er een virtueel toetsenbord beschikbaar.
Afhankelijk van het menu hebt u de beschikking oververschillende tekensets die u met behulp van de selec-tieknop kunt selecteren. Om andere tekens te gebrui-ken, drukt u op de Terug-knop. Als een menu maar ééntekenset heeft, wordt het toetsenbord direct weerge-geven.
Als u klaar bent met het invoeren van tekst, markeertu "OK" en drukt u op de OK-knop.
Door de vensters scrollenEen menu kan uit meerdere vensters bestaan. Draai deselectieknop om tussen de vensters te scrollen.
Huidigemenuvenster
Aantal vensters inhet menu
Door de vensters in de startgids scrollen
taal 4.6
Indien de startgids zich links van deze paginabevindt, wordt deze automatisch korter
60 min.
Pijlen voor door venster scrollen in startgids
1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linker-bovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemar-keerd.
2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap inde startgids te gaan.
HelpmenuIn veel menu's staat een symbool dat aangeeftdat er extra hulp beschikbaar is.
Om de helptekst te openen:1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool
te selecteren.2. Drukt u op OK.
De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensterswaartussen u kunt scrollen met de selectieknop.
45Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE™ F1245
Menu 1 - BINNENKLIMAAT1.1.1 - verwarming1.1 - temperatuur1 - BINNENKLIMAAT
1.1.2 - koeling *
1.2 - ventilatie *
1.3.1 - verwarming1.3 - programmering
1.3.2 - koeling *
1.3.3 - ventilatie *
1.9.1.1 stooklijn1.9.1 - curve1.9 - geavanceerd
1.9.1.2 - koelcurve *
1.9.2 - externe instelling
1.9.3.1 - verwarming1.9.3 - min. aanvoer temp.
1.9.3.2 - koeling *
1.9.4 - instellingen ruimtesen-sor
1.9.5 - instellingen koeling *
1.9.6 - terugsteltijd ventilator*
1.9.7.1 - verwarming1.9.7 - eigen stooklijn
1.9.7.2 - koeling *
1.9.8 - verschuiving punt
1.9.9 - nachtkoeling
1.9.11 - +Adjust
1.9.12 - FLM koelen
Menu 2 - WARMTAPWATER2.1 - tijdelijk in luxe2 - WARMTAPWATER, **
2.2 - comfortstand
2.3 - programmering
2.9.1 - periodieke toename2.9 - geavanceerd
2.9.2 - warmtapw.recirc.
Menu 3 - INFO3.1 - service-info **3 - INFO **
3.2 - compressor info **
3.3 - info bijverwarming **
3.4 - alarm log **
3.5 - binnentemp. log
* Accessoires nodig.
** Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte me-nusysteem van de slave-warmtepomp.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's46
8 Regeling - Menu's
Menu 4 - WARMTEPOMP4.1.1 - zwembad *4.1 - plusfuncties4 - WARMTEPOMP
4.1.2 - pool 2 *
4.1.3.1 - NIBE Uplink4.1.3 - internet
4.1.3.8 - tcp/ip-instellingen
4.1.3.9 - proxy-instellingen
4.1.4 - sms *
4.1.5 - SG Ready
4.1.6 - smart price adaption™
4.1.7 - smart home *
4.2 - bedrijfsstand
4.3 - mijn pictogrammen
4.4 - tijd & datum
4.6 - taal
4.7 - vakantie-instelling
4.9.1 - functie voorkeuren4.9 - geavanceerd
4.9.2 - instelling modus auto
4.9.3 - instelling graadminuten
4.9.4 - fabrieksinstelling gebrui-ker
4.9.5 - blokk. programm.
* Accessoire vereist.
47Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F1245
Menu 5 - SERVICE
Overzicht5.1.1 - warmwaterinstellingen5.1 - bedrijfsinstellingen **5 - SERVICE **
5.1.2 - max. aanvoertemp.
5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.
5.1.4 - alarmhandelingen
5.1.5 - ventilatorsnelheid uitlaatlucht *
5.1.7 - bronpomp al.instelling **
5.1.8 - bedrijfsmodus bronpomp **
5.1.9 - snelheid bronpomp **
5.1.10 - bedr.modus circulatiepomp **
5.1.11 - pompsnelheid CV-systeem **
5.1.12 - interne elektrische bijverw.
5.1.14 - aanvinst. klim.systeem
5.1.22 - heat pump testing
5.2.1 - master/slave-stand **5.2 - systeeminstellingen
5.2.2 - geïnstalleerde slaves
5.2.3 - koppeling
5.2.4 - accessoires
5.3.1 - FLM *5.3 - instellingen accessoire
5.3.2 - shuntgestuurde bijverw. *
5.3.3.X - klimaatsysteem 2 -8 *5.3.3 - extra klimaatsysteem *
5.3.4 - zonneverwarming *
5.3.6 - stapgestuurde bijverwarming
5.3.8 - warmtapwatercomfort *
5.3.11 - modbus *
5.4 - in-/uitgangen software **
5.5 - service fabriekinstelling **
5.6 - geforceerde regeling **
5.7 - startgids **
5.8 - snelstart **
5.9 - vloerdroogfunctie
5.10 - log met wijzigingen **
5.12 - land
* Accessoire vereist.
** Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte me-nusysteem van de slave-warmtepomp.
Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 se-conden ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's48
Submenu's
Menu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeld voorgevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere sub-menu's. U vindt de statusinformatie van het betreffen-de menu op het display aan de rechterkant van demenu´s.
bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor dewarmtepomp.
systeeminstellingen Systeeminstellingen voor dewarmtepomp, activeren van accessoires enz.
instellingen accessoire Bedrijfsinstellingen voor ver-schillende accessoires.
in-/uitgangen software Instellen van softwaregestuur-de in- en uitgangen op de ingangsprintplaat (AA3).
service fabriekinstelling Totale reset van alle instellin-gen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor degebruiker) naar standaardwaarden.
geforceerde regeling Gedwongen regeling van deverschillende componenten in de warmtepomp.
startgids Handmatige start van de startgids die deeerste keer wordt gebruikt wanneer de warmtepompwordt gestart.
snelstart Snelstarten van de compressor.
Voorzichtig!
Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-nen schade aan de warmtepomp veroorzaken.
Menu 5.1 - bedrijfsinstellingenBedrijfsinstellingen voor de warmtepomp kunnen inde submenu's worden doorgevoerd.
Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen
starttemp. economie/normaal/luxe
Instelbereik: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling (°C):
luxenormaalzuinigkW
4744415Email4845425Koper4845425Roestvrij4643406Email4744416Koper4744416Roestvrij4542398Email4643408Koper4643408Roestvrij43403710Email44413810Koper44413810Roestvrij42393612Email43403712Koper43403712Roestvrij
stoptemp. economie/normaal/luxe
Instelbereik: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling (°C):
luxenormaalzuinigkW
5148455Email5249465Koper5249465Roestvrij5047446Email5148456Koper5148456Roestvrij4946438Email5047448Koper5047448Roestvrij47444110Email48454210Koper48454210Roestvrij46434012Email47444112Koper47444112Roestvrij
stoptemp. per. verhoging
Instelbereik: 55 – 70 °C
Fabrieksinstelling: 55 °C
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van hetwarmtapwater voor de verschillende comfortopties inmenu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodiekeverhogingen in menu 2.9.1.
Als er meerdere compressoren beschikbaar zijn, steltu het verschil in tussen inschakeling-uitschakeling tij-dens productie warmtapwater en vaste temperatuur-instelling.
Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.
afgiftesysteem
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor hetafgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximaleaanvoertemperaturen worden ingesteld voor iedersysteem. Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden in-gesteld op een hogere max. aanvoertemperatuur danklimaatsysteem 1.
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaalgesproken max. aanvoertemp. ingesteld tus-sen 35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij deleverancier van uw vloer.
49Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F1245
Menu 5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 7 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussende berekende en de huidige aanvoertemperatuur tij-dens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max.versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max.versch. compressor
max. versch. compressor
Als de huidige aanvoertemperatuur afwijkt van deingestelde waarde ten opzichte van de berekendeaanvoertemperatuur, wordt de warmtepomp gedwon-gen om te stoppen, ongeacht het aantal graadminuten.
Als de huidige aanvoertemperatuur tot boven de be-rekende doorstroming met instelwaarde stijgt, wordtde waarde van graadminuten ingesteld op 0. De com-pressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmte-vraag is voor cv.
max. versch. bijverwarming
Als "addition” wordt geselecteerd en geactiveerd inmenu 4.2 en de huidige aanvoertemp. de berekendetemperatuur overtreft met de ingestelde waarde,wordt de bijverwarming gedwongen om te stoppen.
Menu 5.1.4 - alarmhandelingenSelecteer hier hoe u wilt dat de warmtepomp u waar-schuwt dat er een alarm in het display wordt weerge-geven.
De verschillende alternatieven zijn dat de warmtepompstopt met het produceren van warmtapwater (stan-daardinstelling) en/of de kamertemperatuur verlaagt.
LET OP!
Als er geen alarmhandeling is geselecteerd,kan dit leiden tot een hoger energieverbruikbij een alarm.
Menu 5.1.5 - ventilatorsnelheid uitlaatlucht(accessoire vereist)
normaal en snelheid 1-4
Instelbereik: 0 – 100 %
Stel de snelheid voor de vijf verschillende te selecterensnelheden voor de ventilator hier in.
LET OP!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kanhet huis beschadigen en kan tot een hogerenergieverbruik leiden.
Menu 5.1.7 - bronpomp al.instelling
min. T bron uit
Instelbereik: -12 – 15 °C
Standaardwaarde: -8 °C
max. bron in
Instelbereik: 10 – 30 °C
Standaardwaarde: 20 °C
min. T bron uit
Stel de temperatuur in waarbij de warmtepomp hetalarm voor lage temperatuur bij uitgaande bronvloei-stof activeert.
Als "automatische reset" geselecteerd is, wordt hetalarm gereset wanneer de temperatuur is gestegentot 1 °C onder de instelwaarde.
max. bron in
Stel de temperatuur in waarbij de warmtepomp hetalarm voor hoge temperatuur bij binnenkomendebronvloeistof activeert.
Selecteer "alarm geactiveerd" om het alarm te active-ren.
Menu 5.1.8 - bedrijfsmodus bronpomp
bedrijfsstand
Instelbereik: intermitterend, voortdurend, 10 dagenonafgebroken
Standaardwaarde: intermitterend
Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp in.
intermitterend: De circulatiepomp bronsysteem startca. 20 seconden vóór de compressor en stopt ca. 20seconden na de compressor.
voortdurend: continu bedrijf.
10 dagen onafgebroken: Continu bedrijf gedurende10 dagen. Daarna gaat de pomp naar de intermitteren-de stand.
TIP
U kunt gebruik maken van “10 dagen onafge-broken" bij opstarten voor continue circulatietijdens een opstarttijd, om zo het ontluchtenvan het systeem te vergemakkelijken.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's50
Menu 5.1.9 - snelheid bronpomp
snelheid bronpomp
Instelbereik: auto / handmatig
Standaardwaarde: auto
snelh. in wachtm.
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 70 %
handmatig
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 100 %
snelheid actief koelen (accessoire vereist)
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 70 %
snelheid pass. koelen (accessoire vereist)
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling: 100 %
Stel hier de snelheid van de circulatiepomp bronsys-teem in. Selecteer "auto" als de snelheid van de circula-tiepomp bronsysteem automatisch geregeld moetworden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking.
Voor handmatige regeling van de circulatiepompenbronsysteem deactiveert u "auto" en stelt u de waardein tussen 1 en100%.
Als er koelaccessoires aanwezig zijn of als de warmte-pomp een ingebouwde koelfunctie heeft, kunt u ookde snelheid van de circulatiepomp bronsysteem tijdenspassieve koeling instellen (de circulatiepomp bronsys-teem draait dan in handmatige regeling).
Menu 5.1.10 - bedr.modus circulatiepomp
bedrijfsstand
Instelbereik: auto, intermitterend
Standaardwaarde: auto
Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp ver-warmingssysteem in.
auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige be-drijfsmodus van de F1245.
intermitterend: De circulatiepomp verwarmingssys-teem start ca. 20 seconden eerder en stopt tegelijk metde compressor.
Menu 5.1.11 - pompsnelheid CV-systeem
Bedrijfsstatus
Instelbereik: auto / handmatig
Standaardwaarde: auto
Handmatige instelling, warmtapwater
Instelbereik: 1 - 100 %
Fabrieksinstelling 5 kW: 35 %
Fabrieksinstelling 6 kW: 40 %
Fabriekinstelling 8 kW email: 55 %
Fabrieksinstelling 8 kW koper/roestvrij staal: 40 %
Fabriekinstelling 10 kW email: 70 %
Fabrieksinstelling 10 kW koper/roestvrij staal: 55 %
Fabriekinstelling 12 kW email: 100 %
Fabrieksinstelling 12 kW koper/roestvrij staal: 70 %
Handmatige instelling, verwarming
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
Handmatige instelling, zwembad
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
snelheid wachtmodus
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 30 %
max. toegest. snelheid
Instelbereik: 50 - 100 %
Standaardwaarde: 100 %
snelheid actief koelen (accessoire vereist)
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
snelheid pass. koelen (accessoire vereist)
Instelbereik: 1 - 100 %
Standaardwaarde: 70 %
Stel de snelheid in waarop de circulatiepomp verwar-mingssysteem moet draaien in de huidige bedrijfsstand.Selecteer "auto" als de snelheid van de circulatiepompverwarmingssysteem automatisch geregeld moetworden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking.
Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming kunt uook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid"die de circulatiepomp verwarmingssysteem beperkten niet laat draaien op een hogere snelheid dan deingestelde waarde.
Voor handmatige regeling van de circulatiepompenafgiftesysteem deactiveert u "auto" voor de huidigebedrijfsstand en stelt u vervolgens de waarde in tussen0 en 100% (de eerder ingestelde waarde voor "max.toegest. snelheid" geldt niet meer).
51Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F1245
"verwarming" houdt in dat de circulatiepomp van hetverwarmingssysteem in de verwarmingsstand staat.
"snelheid wachtmodus" houdt in dat de circulatie-pomp van het verwarmingssysteem de snelheid ver-laagt, omdat de warmtepomp in de verwarmings- ofkoelingsstand staat, maar geen compressor of elektri-sche bijverwarming nodig heeft.
"warmtapwater" houdt in dat de circulatiepomp vanhet verwarmingssysteem in de warmtapwaterstandstaat.
"zwembad" (accessoire vereist) houdt in dat de circu-latiepomp verwarmingssysteem in de zwembadverwar-mingsstand staat.
"cooling" (accessoire vereist) houdt in dat de circulatie-pomp verwarmingssysteem in de koelstand staat.
Als er koelaccessoires aanwezig zijn of als de warmte-pomp een ingebouwde koelfunctie heeft, kunt u ookde snelheid van de circulatiepomp van het verwarmings-systeem tijdens respectievelijk actieve en passievekoeling instellen (de circulatiepomp van het verwar-mingssysteem draait dan in handmatige regeling).
Menu 5.1.12 - interne elektrische bijverw.
max aangesl. el. bijv.
Instelbereik: 7 / 9
Standaardwaarde: 7
max. elektrische bijv. inst.
Instelbereik: 0 - 9 kW
Fabrieksinstelling: 6 kW
zekeringgrootte
Instelbereik: 1 - 200 A
Fabrieksinstelling: 16 A
transformatieratio
Instelbereik: 300 - 3000
Fabrieksinstelling: 300
Hier stelt u het max. elektrische vermogen in van deinterne elektrische bijverwarming in de F1245 en dezekeringgrootte voor de installatie.
Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor opwelke inkomende fase van de woning is geïnstalleerd(vraagt om de installatie van stroomsensoren, zie pagi-na 28). Vink hiervoor "fasevolgorde ontdekken" aanen druk op de OK-knop.
De resultaten van deze controles staan net onder me-nu-optie "fasevolgorde ontdekken".
Menu 5.1.14 - aanvinst. klim.systeem
voorinstell
Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw.,DOT °C
Standaardwaarde: radiator
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C
eigen inst.
Instelbereik dT bij DOT: 0,0 – 25,0
Fabrieksinstelling dT bij DOT: 10,0
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C
Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar decirculatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteemnaartoe werkt, ingesteld.
dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- enretourtemperaturen bij de gemeten buitentempera-tuur.
Menu 5.1.22 - heat pump testing
Voorzichtig!
Dit menu is bedoeld voor het testen van deF1245 volgens verschillende standaarden.
Gebruik van dit menu voor andere doeleindenkan ertoe leiden dat uw installatie niet correctfunctioneert.
Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iederestandaard.
Menu 5.2 - systeeminstellingenHier verricht u verschillende systeeminstellingen voorde warmtepomp, bijv. master/slave-instellingen, aan-sluitinstellingen en welke accessoires er zijn geïnstal-leerd.
Menu 5.2.1 - master/slave-stand
Instelbereik: master, slave 1-8
Standaardwaarde: master
Stel de warmtepomp in als master- of slave-eenheid.In systemen met één warmtepomp moet hij "master"zijn.
LET OP!
In systemen met meerdere warmtepompenmoet iedere pomp een unieke naam hebben.Dat wil zeggen dat slechts één warmtepomp"master" kan zijn en slechts één bijvoorbeeld"slave 5".
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's52
Menu 5.2.2 - geïnstalleerde slavesStel in welke slaves er zijn aangesloten op de master-warmtepomp.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten slaves geac-tiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief marke-ren in de lijst of gebruik maken van de automatischefunctie "geïnstalleerde slaves zoeken".
geïnstalleerde slaves zoeken
Markeer "geïnstalleerde slaves zoeken" en druk op deOK-toets om automatisch aangesloten slaves voor demaster-warmtepomp te vinden.
Voorzichtig!
Voordat deze instellingen worden verrichtmoet elke slave een unieke naam hebben ge-kregen (zie menu 5.2.1).
Menu 5.2.3 - koppelingVoer in hoe uw systeem is aangesloten m.b.t. leidingen,bijvoorbeeld op zwembadverwarming, verwarmingvan warmtapwater en gebouwen. Dit menu wordt al-leen weergegeven als er minimaal één slave is aange-sloten op de master.
TIP
Kijk voor voorbeelden van koppelingsmogelijk-heden op www.nibenl.nl.
Dit menu heeft een koppelingsgeheugen, wat betekentdat het regelsysteem onthoudt hoe een specifiekewisselklep gekoppeld is en automatisch de juiste kop-peling kiest bij de volgende keer dat dezelfde wissel-klep wordt gebruikt.
s1master
koppeling5.2.3
s2 s3 s4 s5 s6 s7 s8F1245
MarkeerframeCompressor
Master/slave Werkruimte voor koppeling
Master/slave: Selecteer voor welke warmtepomp dekoppelingsinstelling wordt verricht (als de warmte-pomp alleen is in het systeem, wordt alleen masterweergegeven).
Compressor: Hier kunt u selecteren of de compressorgeblokkeerd is, extern wordt aangestuurd via AUX in-gang of standaard is (bijvoorbeeld aangesloten opzwembadverwarming, warmtapwaterproductie enverwarming van het gebouw).
Markeerframe: Beweeg rond het markeerframe metbehulp van de regelknop. Gebruik de OK-knop om teselecteren wat u wilt wijzigen en om de instelling tebevestigen in het optievak dat rechts wordt weergege-ven.
Werkruimte voor koppeling:Hier wordt de systeem-koppeling getekend.
BeschrijvingSymbool
Compressor (geblokkeerd)
Compressor (extern aangestuurd)
Compressor (standaard)
Wisselkleppen voor respectievelijk warm-tapwater, koeling en zwembadregeling.
De aanduidingen boven de wisselklepgeven aan waar deze elektrisch is aange-sloten (EB100 = Master, EB101 = Slave 1,CL11 = Zwembad 1 enz.).Eigen warmtapwaterproductie, alleenvanaf geselecteerde warmtepompcom-pressor. Aangestuurd door de betreffendewarmtepomp.Zwembad 1
Zwembad 2
Verwarming (verwarming van het ge-bouw, inclusief eventueel extra afgiftesys-teem)Koeling
Menu 5.2.4 - accessoiresHier laat u de warmtepomp weten welke accessoirehier geïnstalleerd zijn.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoiresgeactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatiefmarkeren in de lijst of gebruik maken van de automa-tische functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer ”geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op deOK-toets om automatische aangesloten accessoiresvoor de F1245 te vinden.
LET OP!
Bepaalde accessoires kunt u niet vinden metde zoekfunctie. Deze moeten in plaats daarvanworden geselecteerd in menu 5.4.
53Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F1245
Voorzichtig!
Vink alleen de optie externe (open) bronpompaan als het accessoire AXC 40 moet wordengebruikt om de circulatiepomp te regelen.
Menu 5.3 - instellingen accessoireDe bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstal-leerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de daar-voor bedoelde submenu's.
Menu 5.3.1 - FLM
voortdurend pompbedr.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
koelen activeren
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continubedrijf van de circulatiepomp in de afvoerluchtmodule.
tijd tussen ontdooibeurten: Stel de minimale tijd indie moet verstrijken tussen ontdooiprocedures van dewarmtewisselaar in de afvoerluchtmodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordtde warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordtgevormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt dewarmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaaraf en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmtde warmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en weglooptvia de condens afvoerslang.
maanden t. filteralarms: Stel in hoeveel maanden ermoeten verstrijken voordat de warmtepomp aangeeftdat het tijd is om het filter in de afvoerluchtmodule tereinigen.
Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regel-matig schoon. Het interval hangt af van de hoeveelheidstof in de ventilatielucht.
koelen activeren: Activeer hier koeling via de afvoer-luchtmodule. Als de functie geactiveerd is, worden dekoelingsinstellingen weergegeven in het menusysteem.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.2 - shuntgestuurde bijverw.
bijverwarming voorrang
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempe-ratuur in voor het starten van de externe bijverwarmingmet shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookteketel.
U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijdvan de shuntklep instellen.
Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmtevan de externe bijverwarming gebruikt in plaats vandie van de warmtepomp. De shuntklep wordt net zolang geregeld als er warmte beschikbaar is, anderswordt de shuntklep gesloten.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's54
Menu 5.3.3 - extra klimaatsysteem
gebruik in verwarmingsstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: op
gebruik in koelstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
In menu 5.3.3 kunt u kiezen welk klimaatsysteem (2 -8) u wilt instellen. In het volgende menu stelt u hetgeselecteerde klimaatsysteem in.
Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgif-tesystemen, kan daarin condensatie optreden als zijniet bedoeld zijn voor koeling.
Controleer, om condensatie te voorkomen, of "gebruikin verwarmingsstand" is aangevinkt voor de afgiftesys-temen die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekentdat de subshunts voor de extra afgiftesystemen sluitenals de koeling geactiveerd is.
LET OP!
Deze insteloptie wordt alleen weergegevenals "pass/act koeling 2-leiding" of "passievekoeling 2-leiding" is geactiveerd in menu 5.2.
De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschil-lende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen wordenook hier ingesteld.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.4 - zonneverwarming
delta-T starten
Instelbereik: 1 - 40 °C
Standaardwaarde: 8 °C
delta-T stoppen
Instelbereik: 0 - 40 °C
Standaardwaarde: 4 °C
max. tanktemperatuur
Instelbereik: 5 - 110 °C
Standaardwaarde: 95 °C
max. zonnecollectortemp.
Instelbereik: 80 - 200 °C
Standaardwaarde: 125 °C
antivriestemperatuur
Instelbereik: -20 - +20 °C
Standaardwaarde: 2 °C
koeling zonnecollector start
Instelbereik: 80 - 200 °C
Standaardwaarde: 110 °C
passief opladen - inschakeltemperatuur
Instelbereik: 50 - 125 °C
Standaardwaarde: 110 °C
passief opladen - uitschakeltemperatuur
Instelbereik: 30 - 90 °C
Standaardwaarde: 50 °C
actief opladen - activeren dT
Instelbereik: 8 - 60 °C
Standaardwaarde: 40 °C
actief opladen - deactiveren dT
Instelbereik: 4 - 50 °C
Standaardwaarde: 20 °C
delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u hettemperatuurverschil tussen zonnepaneel en zonnetankinstellen, waarbij de circulatiepomp moet starten enstoppen.
max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.:Hier kunt u de maximumtemperaturen in zonneboilerc.q. zonnepaneel instellen waarbij de circulatiepompmoet stoppen. Dit om bescherming te bieden tegente hoge temperaturen in de zonneboiler.
55Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F1245
Als de unit een antivriesfunctie, zonnepaneelkoelingen/of passief/actief opladen heeft, kunt u dat hier ac-tiveren. Als de functie geactiveerd is, kunt u daar instel-lingen voor invoeren. "zonnepaneelkoeling", "passiefopladen" en "actief opladen" kunnen niet worden ge-combineerd. Er kan slechts één functie geactiveerdworden.
antivriesbescherming
antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperaturenin de zonnetank instellen, waarbij de circulatiepompmoet starten om bevriezing te voorkomen.
zonnepaneelkoeling
koeling zonnecollector start: Als de temperatuur inhet zonnepaneel hoger is dan deze instelling op het-zelfde moment dat de temperatuur in de zonnetankhoger is dan de ingestelde maximumtemperatuur,wordt de extere functie voor koeling geactiveerd.
passief opladen
inschakeltemperatuur: Als de temperatuur in hetzonnepaneel hoger ligt dan deze instelling, wordt defunctie geactiveerd. De functie wordt een uur langgeblokkeerd als de temperatuur van de bronvloeistofin de warmtepomp (BT10) hoger ligt dan de ingesteldewaarde voor "max. bron in" in menu 5.1.7
uitschakeltemperatuur: Als de temperatuur in hetzonnepaneel lager ligt dan deze instelling, wordt defunctie gedeactiveerd.
actief opladen
activeren dT: Als het verschil tussen de temperatuurin het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van debronvloeistof in de warmtepomp (BT10) groter is dandeze instelling, wordt de functie geactiveerd. De functiewordt een uur lang geblokkeerd als de temperatuurvan de bronvloeistof in de warmtepomp (BT10) hogerligt dan de ingestelde waarde voor "max. bron in" inmenu 5.1.7.
deactiveren dT: Als het verschil tussen de temperatuurin het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van debronvloeistof in de warmtepomp (BT10) kleiner is dandeze instelling, wordt de functie gedeactiveerd.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.6 - stapgestuurde bijverwarming
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
verschil bijverw.stappen
Instelbereik: 0 – 1000 GM
Standaardwaarde: 100 GM
max. stap
Instelbereik(binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3
Instelbereik(binaire stappen geactiveerd): 0 – 7
Standaardwaarde: 3
binaire stap
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Stel hier de stapgeregelde bijverwarming in. Een stap-geregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrischeketel.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneerde bijverwarming moet starten, om het max. aantaltoegestane stappen in te stellen en in te stellen of bi-naire stappen wel of niet moeten worden gebruikt.
Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben deinstellingen betrekking op lineaire stappen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.8 - warmtapwatercomfort
activeren van mengklep
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
uitgaand warmtapwater
Instelbereik: 40 - 65 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Hier verricht u instellingen voor het warmtapwatercom-fort.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's56
activeren van mengklep: Hier activeert u of er eenmengklep is geïnstalleerd voor het beperken van detemperatuur voor warmtapwater vanuit de boiler.
Als dit alternatief geactiveerd is, kunt u de uitgaandewarmtapwatertemperatuur, shuntversterking enshuntwachttijd instellen voor de mengklep.
uitgaandwarmtapwater: Hier kunt u de temperatuurinstellen waarbij de mengklep warmtapwater vanuitde boiler moet beperken.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.11 - modbus
adres
Fabrieksinstelling: adres 1
Vanaf Modbus 40 versie 10 kan het adres worden inge-steld tussen 1 - 247. Eerdere versies hebben een statischadres.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.
Menu 5.4 - in-/uitgangen softwareHier geeft u aan waar de externe schakelfunctie isaangesloten op de klemmenstrook; op een van 5AUX-ingangen of op utgång AA3-X7.
Menu 5.5 - service fabriekinstellingAlle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusiefinstellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker)naar standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start vande warmtepomp de startgids weergegeven.
Menu 5.6 - geforceerde regelingU kunt hier de verschillende componenten in dewarmtepomp en eventueel aangesloten accessoiresregelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voorhet oplossen van problemen. Elk ander gebruikvan de functie kan schade veroorzaken aan deonderdelen van uw klimaatsysteem.
Menu 5.7 - startgidsWanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordtgestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kuntu deze handmatig starten.
Zie pagina 34 voor meer informatie over de startgids.
Menu 5.8 - snelstartVan hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-tervraag zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-starten gedurende een kort periode, wanthierdoor kunnen de compressor en zijn neven-apparatuur beschadigen.
Menu 5.9 - vloerdroogfunctie
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:20 °Ctemp. periode 130 °Ctemp. periode 240 °Ctemp. periode 345 °Ctemp. periode 440 °Ctemp. periode 530 °Ctemp. periode 620 °Ctemp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen metverschillende, berekende aanvoertemperaturen. Als erminder dan zeven perioden worden gebruikt, moetende resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0dagen.
Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogente activeren. Een teller onderin toont het aantal dagendat de functie actief is geweest. De functie telt net alsbij normaal verwarmen gradenminuten, maar dan devoor de resp. periode ingestelde aanvoertemperaturen.
Voorzichtig!
Tijdens het drogen van de vloer draait de cir-culatiepomp van het afgiftesysteem op 100%,ongeacht de instelling in menu 5.1.10.
57Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE™ F1245
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet wor-den gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
Voor een nog gelijkmatiger aanvoertempera-tuur kan de bijverwarming eerder wordengestart door "bijverwarming starten" in demenu's 4.9.2 in te stellen op -80. Als het instel-len van de droogperioden van de ondervloeris gestopt, worden de menu's 4.2 en 4.9.2 ge-reset naar de eerdere instellingen.
Menu 5.10 - log met wijzigingenHier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteemaflezen.
Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegevenvoor iedere wijziging.
Voorzichtig!
Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bijherstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-stelling.
5.12 - landSelecteer hier waar het product geïnstalleerd is. Zokrijgt u toegang tot landspecifieke instellingen in uwproduct.
Voor de taalinstellingen kan worden afgeweken vandeze selectie.
Voorzichtig!
Deze optie vergrendelt na 24 uur, herstartenvan display of updaten van programma.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's58
ServicehandelingenVoorzichtig!
Service mag uitsluitend door ter zake kundigpersoneel worden verricht.
Gebruik bij het vervangen van onderdelen vande F1245 uitsluitend vervangende onderdelenvan NIBE.
Noodstand
Voorzichtig!
De schakelaar (SF1) mag niet in de stand "" of" " worden gezet voordat de F1245 metwater is gevuld. Componenten in het productkunnen beschadigd zijn.
De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen enin samenhang met service. In de noodstand wordt geenwarmtapwater geproduceerd.
De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar(SF1) in te stellen op stand " ". Dit betekent het vol-gende:■ De statuslamp brandt geel.■ Het display brandt niet en de regelcomputer is niet
aangesloten.■ De temperatuur bij het elektrisch verwarmingsele-
ment wordt geregeld door de thermostaat (FD1-BT30). Deze kan worden ingesteld op 35 of 45 °C.
■ De compressor en het bronsysteem zijn buiten wer-king en alleen de pomp van het verwarmingssysteemen de elektrische bijverwarming zijn geactiveerd. Inde noodstand wordt het vermogen van de elektrischebijverwarming ingesteld op de printplaat van hetelektrische verwarmingselement (AA1). Zie pagina26 voor instructies.
5, 6 en 8 kW
QM2
QM1
GP1
GP2
10 en 12 kW
QM2
QM1
GP1
GP2
F1245
QM34
QM32
SF1
QM33
XL1
XL6 XL7
XL4 XL3 XL2
FD1-BT30
QM31
De boiler aftappenDe boiler kan worden afgetapt met behulp van hethevelprincipe. Dit kan worden gedaan door een aftap-afsluiter op de binnenkomende koudwaterleiding temonteren of door een slang in de koudwateraanslui-ting te stoppen.
59Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE™ F1245
9 Service
Aftappen van het afgiftesysteemU kunt het beste eerst het systeem aftappen als u on-derhoud aan het klimaatsysteem wilt verrichten. Ditkunt u op verschillende manieren doen, afhankelijkvan wat er moet gebeuren:
Voorzichtig!
Er kan wat warmtapwater uitkomen bij hetaftappen van het verwarmingssysteem/afgif-tesysteem. Gevaar voor brandwonden.
Hetverwarmingssysteemindecompressormoduleaftappen
Indien de circulatiepomp van het verwarmingssysteembijvoorbeeld moet worden vervangen of de compres-sormodule onderhoud vereist, tapt u het verwarmings-systeem als volgt af:1. Sluit de afsluiters naar verwarmingssysteem
(QM31) en (QM32).2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)
en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistofuit stromen.
3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen doorde aansluiting bij de afsluiter (QM32), die dewarmtepomp met de koelmodule verbindt, ietsopen te draaien.
Wanneer het verwarmingssysteem wordt afgetapt,kan de vereiste service worden uitgevoerd en/of kun-nen er eventueel componenten worden vervangen.
Het verwarmingssysteem in de warmtepompaftappen
Indien de warmtepomp service vereist, tapt u het ver-warmingssysteem als volgt af:1. Sluit de afsluiters buiten de warmtepomp voor het
verwarmingssysteem (retour- en aanvoerleiding).2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)
en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistofuit stromen.
3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen doorde aansluiting bij de afsluiter, die de warmtepompmet de koelmodule (XL2) verbindt, iets open tedraaien.
Wanneer het hele verwarmingssysteem is afgetapt,kunnen de benodigde servicewerkzaamheden wordenuitgevoerd.
Aftappen van het gehele afgiftesysteem
Indien het gehele afgiftesysteem moet worden afge-tapt, kunt u dit als volgt doen:1. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)
en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistofuit stromen.
2. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen doorde ontluchtingsschroef op de hoogste verdeler inde woning los te schroeven.
Als het afgiftesysteem is afgetapt, kunnen de benodig-de servicewerkzaamheden worden uitgevoerd.
Het bronsysteem legenU kunt het beste eerst het bronsysteem aftappenvoordat u service verricht. Dit kunt u op verschillendemanieren doen, afhankelijk van er moet gebeuren:
Het bronsysteem in de compressor moduleaftappen
Indien bijvoorbeeld de circulatiepomp van het bronsys-teem moet worden vervangen of de compressormoduleonderhoud vereist, tapt u het bronsysteem af door:1. De afsluiters naar bronsysteem (QM33) en (QM34)
te sluiten.2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM2)
en de andere opening van de slang in een reservoirte plaatsen en de klep te openen. Een kleine hoe-veelheid bronvloeistof zal in het reservoir stromen.
3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen doorde aansluiting bij de afsluiter (QM33), die dewarmtepomp met de koelmodule verbindt, ietsopen te draaien.
Wanneer het bronsysteem is afgetapt, kunnen de be-nodigde servicewerkzaamheden worden uitgevoerd.
Het bronsysteem in de warmtepomp aftappen
Indien de warmtepomp service vereist, tapt u hetbronsysteem af door:1. De afsluiter buiten de warmtepomp voor het
bronsysteem te sluiten.2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM2)
en de andere opening van de slang in een reservoirte plaatsen en de klep te openen. Een kleine hoe-veelheid bronvloeistof zal in het reservoir stromen.
3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen doorde aansluiting bij de afsluiter, die de bronsysteem-kant met de warmtepomp verbindt bij verbinding(XL7), iets open te draaien.
Wanneer het bronsysteem is afgetapt, kunnen de be-nodigde servicewerkzaamheden worden uitgevoerd.
Starthulp voor de circulatiepomp (GP1)
Voorzichtig!
De starthulp voor de circulatiepomp verwar-mingssysteem (GP1) is alleen van toepassingvoor de F1245 -5 bij -12 kW.
1. Schakel F1245 uit door de schakelaar ((SF1)) in testellen op " ".
2. Verwijder het voorpaneel3. Verwijder het paneel voor de compressor module.4. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) los met een
schroevendraaier. Houd een doek over de kop vande schroevendraaier, aangezien er wat water naarbuiten kan stromen.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 9 | Service60
5. Schuif een schroevendraaier in de opening en draaide pompmotor rond.
6. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) in.7. Start de F1245 door schakelaar (SF1) in te stellen
op "" en controleer of de circulatiepomp werkt.
Het is meestal eenvoudiger om de circulatiepomp testarten wanneer de F1245 in bedrijf is, met schakelaar(SF1) in stand "". Indien de starthulp van de circulatie-pomp moet worden uitgevoerd met de F1245 in be-drijf, moet u er rekening mee houden dat de schroeven-draaier een flinke ruk kan maken als de pomp start.
Luftningsskruv
GP1
Ontluchtingsschroef (QM5)
De afbeelding is een voorbeeld van hoe een circulatiepomp eruit kan zien.
Gegevens temperatuursensor
Spanning (VDC)Weerstand(kOhm)
Temperatuur(°C)
3,256351,0-403,240251,6-353,218182,5-303,189133,8-253,15099,22-203,10574,32-153,04756,20-102,97642,89-52,88933,0202,78925,6152,67320,02102,54115,77152,39912,51202,24510,00252,0838,045301,9166,514351,7525,306401,5874,348451,4263,583501,2782,968551,1362,467601,0072,068650,8911,739700,7851,469750,6911,246800,6071,061850,5330,908900,4690,779950,4140,672100
De compressormodule verwijderenDe compressor module kan worden verwijderd voorservice en transport.
Voorzichtig!
Schakel de warmtepomp uit en schakel despanning uit door de zekeringen uit te schake-len.
LET OP!
De compressormodule kan eenvoudig wordenverwijderd indien deze eerst wordt afgetapt(zie pagina 60).
LET OP!
Verwijder het voorpaneel volgens de beschrij-ving op pagina 8.
61Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE™ F1245
Sluit de afsluiters (QM31), (QM32), (QM33) en(QM34).
1
Tap de compressormodule af volgens de instructiesop pagina 60
F1245
QM33
QM32QM34
QM31
Trek de vergrendelingen eraf.2
LEK
LEK
3
2
QM31
Ontkoppel de leidingaansluiting bij de afsluiter(QM31).
3
Verwijder de twee schroeven.4
LEK
4
Verwijder de aansluitingen van de basiskaart (AA2)met behulp van een schroevendraaier.
5
LEK
5
Ontkoppel de connectoren (A) en (B) van de onder-kant van de basiskaartbehuizing.
6
Ontkoppel de connector (C) van de printplaat vande elektrische bijverwarming (AA1) met behulp vaneen schroevendraaier.
7
Ontkoppel de connector (D) van de gezamenlijkeprintplaat (AA100).
8
Trek de compressor module voorzichtig uit dewarmtepomp.
9
LEKLEK
6A
B
7
C
D
8
9
5
TIP
De compressor module wordt in omgekeerdevolgorde geïnstalleerd.
Voorzichtig!
Bij herinstalleren moeten de bijgeleverde O-ringen de aanwezige O-ringen bij de verbin-dingen met de warmtepomp (zie afbeelding)vervangen.
F1245
QM33
QM32QM34
NIBE™ F1245Hoofdstuk 9 | Service62
USB-service-uitgang
LEK
F1245 is voorzien van een USB-aansluiting in de display-eenheid. Deze USB-aansluiting kan worden gebruiktvoor het aansluiten van een USB-geheugen voor hetupdaten van de software, het opslaan van gelogde in-formatie en het verwerken van de instellingen in deF1245.
BINNENKLIMAAT
WARMTEPOMP INFO
WARMTAPWATER
USB
software updaten
USB 7
loggen
instellingen beheren
Wanneer een USB-geheugen wordt aangesloten, ver-schijnt er een nieuw menu (menu 7) op het display.
Menu 7.1 - software updaten
software updaten7.1
start met updaten
kies een ander bestand
Hier kunt u de software in de F1245 updaten.
Voorzichtig!
De volgende functies werken alleen als hetUSB-geheugen bestanden bevat met softwarevoor de F1245 van NIBE.
Het gegevensvak bovenaan op het display toont infor-matie (altijd in het Engels) over de meest waarschijnlijkeupdate die de updatesoftware uit het USB-geheugenheeft geselecteerd.
Deze informatie geeft aan voor welk product de soft-ware is bedoeld, wat de software versie is plus algeme-ne informatie daarover. Als u een ander bestand wiltselecteren dan het geselecteerde bestand, kunt u hetjuiste bestand selecteren door "kies een ander be-stand".
start met updaten
Selecteer “start met updaten" als u de update wiltstarten. U wordt gevraagd of u zeker weet dat u desoftware wilt updaten. Antwoord "ja" om door te gaanof "nee" om ongedaan te maken.
Als u "ja" hebt geantwoord op de vorige vraag, startde update en kunt u de voortgang van de update vol-gen op het display. Als de update klaar is, wordt deF1245 opnieuw opgestart.
Voorzichtig!
Bij een software-update worden de menu-in-stellingen in de F1245 niet gereset.
Voorzichtig!
Als de update wordt onderbroken voordatdeze is afgerond (bijvoorbeeld door stroomon-derbreking enz.), kan de software worden ge-reset naar de vorige versie als tijdens het op-starten de OK-toets ingedrukt wordt gehou-den totdat de groene lamp gaat branden(duurt ca. 10 seconden).
63Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE™ F1245
kies een ander bestand
software updaten7.1
Selecteer “kies een ander bestand" als u de voorgestel-de software niet wilt gebruiken. Als u door de bestan-den bladert, wordt informatie over de gemarkeerdesoftware weergegeven in een gegevensvak, net alseerder. Als u een bestand hebt geselecteerd met deOK-toets, gaat u terug naar de vorige pagina (menu7.1), waar u ervoor kunt kiezen om de update te star-ten.
Menu 7.2 - loggen
loggen7.2
geactiveerd
interval sec5
Instelbereik: 1 s – 60 min
Bereik fabrieksinstelling: 5 s
Hier kunt u aangeven hoe actuele meetwaarden vande F1245 moeten worden opgeslagen in een logbe-stand in het USB-geheugen.1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in.2. Vink aan: “geactiveerd".3. De huidige waarden van de F1245 worden met
het ingestelde interval opgeslagen in een bestandin het USB-geheugen tot het vinkje bij "geacti-veerd" weer wordt verwijderd.
Voorzichtig!
Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" voordatu de USB-stick verwijdert.
Menu 7.3 - instellingen beheren
instellingen beheren7.3
instellingen bewaren
instellingen herstellen
Hier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en ser-vicemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in deF1245 met een USB-geheugen.
Via "instellingen bewaren" slaat u de menu-instellingenin het USB-geheugen op, zodat u deze later kunt her-stellen of naar een andere F1245 kunt kopiëren.
Voorzichtig!
Als u de menu-instellingen opslaat in het USB-geheugen, vervangt u alle eerdere, in het USB-geheugen opgeslagen instellingen.
Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellin-gen vanaf het USB-geheugen.
Voorzichtig!
Het resetten van de menu-instellingen vanafhet USB-geheugen kan niet ongedaan wordengemaakt.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 9 | Service64
In de meeste gevallen merkt de warmtepomp bedrijfs-storingen (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot versto-ringen van het comfort) op, geeft dit aan met alarm-meldingen en geeft uit te voeren instructies op hetdisplay weer.
InfomenuAlle meetwaarden van de warmtepomp worden verza-meld onder menu 3.1 in het menusysteem van dewarmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storingeen stuk eenvoudiger door even naar de waarden indit menu te kijken. Zie het helpmenu of de gebruikers-handleiding voor meer informatie over menu 3.1.
Alarm beheren
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Lagedrukalarm
alarm
Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden,wat wordt aangegeven doordat de statuslamp vanconstant groen nu constant rood gaat branden. Daar-naast verschijnt er een alarmbelletje in het informatie-venster.
AlarmBij een alarm met een rode statuslamp is er een storingopgetreden die de warmtepomp niet zelf kan verhel-pen. Op het display kunt u, door de selectieknop teverdraaien en op de OK-toets te drukken, het typealarm bekijken en het alarm resetten. U kunt er ookvoor kiezen om de warmtepomp in te stellen op hulp-modus.
info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm be-tekent en krijgt u tips voor het verhelpen van het pro-bleem dat het alarm heeft veroorzaakt.
alarm resetten In de meeste gevallen kunt u volstaanmet het selecteren van "alarm resetten" om het pro-bleem te verhelpen dat het alarm heeft veroorzaakt.Als een groene lamp gaat branden na het selecterenvan "alarm resetten", is het alarm verholpen. Als er nogsteeds een rode lamp brandt en een menu met denaam "alarm" zichtbaar is op het display, is het pro-bleem dat het alarm heeft veroorzaakt nog steedsaanwezig. Als het alarm verdwijnt en terugkeert, ziedan het hoofdstuk over het oplossen van problemen(pagina 65).
hulpmodus ”hulpmodus” is een type noodstand. Ditbetekent dat de warmtepomp warmte en/of warmtap-water produceert ondanks het feit dat er een probleemis. Dit kan betekenen dat de compressor van dewarmtepomp niet draait. In dit geval produceert deelektrische bijverwarming warmte en/of warmtapwa-ter.
Voorzichtig!
Om hulpmodus te selecteren, moet eenalarmhandeling worden gekozen in menu5.1.4.
LET OP!
Het selecteren van ”hulpmodus” is iets andersdan het verhelpen van het probleem dat hetalarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijftdaarom rood.
Problemen oplossenIndien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven ophet display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
BasishandelingenStart met een controle van de volgende mogelijkestoringsbronnen:■ De stand van de schakelaar (SF1) .■ Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.■ De aardlekschakelaar van de woning.■ De automatische zekering van de warmtepomp
(FA1).■ De temperatuurbegrenzer van de warmtepomp
(FD1).■ Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd).
Lage warmtapwatertemperatuur of gebrekaan warmtapwater■ Gesloten of gesmoorde vulafsluiter van de boiler.■ Open de afsluiter.
■ Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.■ Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, se-
lecteert u "addition".■ Groot warmtapwaterverbruik.■ Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
■ Te lage warmtapwaterinstelling.■ Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.■ Te lage of niet werkende priorisering van warmtap-
water.■ Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het
warmtapwater prioriteit moet krijgen.
Lage kamertemperatuur■ Gesloten thermostaten in meerdere kamers.■ Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu1.1 in plaats van de thermostaten te smoren.
■ Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.■ Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-ming" in menu 4.9.2.
65Hoofdstuk 10 | Storingen in comfortNIBE™ F1245
10 Storingen in comfort
■ Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, se-lecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, se-lecteert u "addition".
■ Te lage instelwaarde op de automatische verwar-mingsregeling.■ Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempe-ratuur alleen laag is bij koud weer, moet de hellingvan de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boventoe worden bijgesteld.
■ Te lage of niet werkende priorisering van warmte.■ Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de
verwarming prioriteit moet krijgen.■ "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.■ Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
■ Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-veerde kamerverwarming.■ Controleer alle externe schakelaars.
■ Circulatiepomp(en) (GP1 en/of GP2) gestopt.■ Zie hoofdstuk "Starthulp voor de circulatiepomp"
op pagina 60.■ Lucht in het afgiftesysteem.■ Ontlucht het afgiftesysteem (zie pagina 33).
■ Gesloten kleppen (QM20), (QM32) naar het afgifte-systeem.■ Open de kleppen.
Hoge kamertemperatuur■ Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-
mingsregeling.■ Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de ver-
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempe-ratuur alleen hoog is bij koud weer, moet de hellingvan de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar bene-den toe worden afgesteld.
■ Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-veerde kamerverwarming.■ Controleer alle externe schakelaars.
Ongelijkmatige ruimtetemperatuur.■ Onjuist ingestelde stooklijn.■ Pas de stooklijn aan in menu 1.9.1.
■ Te hoog ingestelde waarde voor "dT bij DOT"..■ Open menu 5.1.14 (aanvinst. klim.systeem) en
verlaag de waarde van "dT bij DOT".■ Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.■ Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.
Lage systeemdruk■ Niet genoeg water in het afgiftesysteem.■ Vul het water in het afgiftesysteem bij (zie pagina
33).
Geringe of geen ventilatieDit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen vantoepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.■ Filter (HQ10) geblokkeerd.■ Reinig of vervang het filter.
■ De ventilatie is niet ingeregeld.■ Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■ Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel ge-smoord.■ Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
■ Ventilatorsnelheid in verminderde modus.■ Open menu 1.2 en selecteer "normaal".
■ Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-veerde ventilatorsnelheid.■ Controleer alle externe schakelaars.
Hoge of ontregelde ventilatieDit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen vantoepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.■ Filter geblokkeerd.■ Reinig of vervang het filter.
■ De ventilatie is niet ingeregeld.■ Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■ Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.■ Open menu 1.2 en selecteer "normaal".
■ Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-veerde ventilatorsnelheid.■ Controleer alle externe schakelaars.
De compressor start niet■ Er is geen verwarmingsvereiste.■ De warmtepomp vraagt niet om verwarming of
warmtapwater.■ Temperatuurvoorwaarden geactiveerd.■ Wacht tot de temperatuurvoorwaarde is gereset.
■ Minimale tijd tussen compressorstarten is nog nietbereikt.■ Wacht 30 minuten en controleer of de compressor
is gestart.■ Alarm geactiveerd.■ Volg de instructies op het display.
Jankend geluid uit de radiatoren■ Gesloten thermostaten in de kamers en onjuist inge-
stelde stooklijn.■ Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
max. Stel de stooklijn af via menu 1.1 in plaats vande thermostaten te smoren.
■ Snelheid circulatiepomp te hoog ingesteld.■ Open menu 5.1.11 (pompsnelheid CV-systeem) en
verlaag de snelheid van de circulatiepomp.■ Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.■ Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.
Borrelend geluidDit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen vantoepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.■ Niet genoeg water in het waterslot.■ Vul het waterslot bij met water.
■ Gesmoord waterslot.■ Controleer de condenswaterslang en stel deze af.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort66
Accessoirekaart AXC 40Een accessoirekaart is vereist als een stapgeregeldebijverwarming (zoals een externe elektrische ketel) ofeen shuntgeregelde bijverwarming (bijv. hout-/olie-/gas-/pelletgestookte boiler) moet worden aangeslo-ten op de F1245.
Een accessoirekaart is ook vereist als de bronpomp ofexterne circulatiepomp is aangesloten op de F1245terwijl het zoemeralarm wordt geactiveerd.
Onderdeelnr. 067 060
Actieve/passieve koeling (4 leidingen) ACS45Onderdeelnr. 067 195
Actieve/passieve koeling HPAC 40Onderdeelnr. 067 076
Afvoerluchtmodule FLMFLM is een afvoerventilatieluchtmodule die speciaal isontworpen om terugwinning van mechanische venti-latielucht te combineren met en bronsysteem in debodem.
Steunenset FLM
Onderdeelnr. 067 083
FLM
Onderdeelnr. 067 011
Basisuitbreiding EF 45Onderdeelnr. 067 152
Boiler/Accumulatortank
AHPS
Accumulatortank met een zonnespiraal (koper) en eengecombineerde voor- en naverwarmingsspiraal(roestvrij staal) voor warmtapwaterproductie.
Onderdeelnr. 056 283
AHP
Volume-expansievat dat primair wordt gebruikt voorexpansie van het volume bij een AHPS.
Onderdeelnr. 056 284
Buffervat UKV
UKV 100
Onderdeelnr. 088 207
UKV 200
Onderdeelnr. 080 300
Communicatiemodule MODBUS 40MODBUS 40 maakt het mogelijk om F1245 te regelenen te bewaken met een GBS (gebouw beheersysteem)in het gebouw. De communicatie verloopt met behulpvan MODBUS-RTU.
Onderdeelnr. 067 144
Communicatiemodule SMS 40Met SMS 40 kunt u uw NIBE-klimaatinstallatie regelenen bewaken met een mobiele telefoon via sms-berich-ten. Als de mobiele telefoon ook het Android-bestu-ringssysteem heeft, kan de mobiele toepassing "NIBEMobile App" worden gebruikt.
Onderdeelnr. 067 073
Energiemetingset EMK 300Onderdeelnr. 067 314
Externe elektrische bijverwarming ELKVoor deze accessoires is accessoirekaart AXC 40 nodig(stapgeregelde toevoeging).
ELK 5
Elektrisch verwarmingselement
5 kW, 1 x 230 V
Onderdeelnr. 069 025
ELK 8
Elektrisch verwarmingselement
8 kW, 1 x 230 V
Onderdeelnr. 069 026
ELK 15
Elektrisch verwarmingselement
15 kW, 3 x 400 V
Onderdeelnr. 069 022
ELK 26
Elektrisch verwarmingselement
26 kW, 3 x 400 V
Onderdeelnr. 067 074
ELK 42
Elektrisch verwarmingselement
42 kW, 3 x 400 V
Onderdeelnr. 067 075
ELK 213
Elektrisch verwarmingselement
7-13 kW, 3 x 400 V
Onderdeelnr. 069 500
Extra shuntgroep ECS 40/ECS 41Dit accessoire wordt gebruikt wanneer de F1245 wordtgeïnstalleerd in huizen met twee of meer verschillendeklimaatsystemen die verschillende aanvoertemperatu-ren vereisen.
Onderdeelnr. 067 287ECS 40 (Max. 80 m²)Onderdeelnr. 067 288ECS 41 (Min. 80 m²)
67Hoofdstuk 11 | AccessoiresNIBE™ F1245
11 Accessoires
Hulprelais HR 10Onderdeelnr. 067 309
Niveauregelaar NV 10Onderdeelnr. 089 315
Passieve koelingPCM 42
Onderdeelnr. 067 078
PCM 40
Onderdeelnr. 067 077
Ruimte-eenheid RMU 40RMU 40 houdt in dat regeling en bewaking van dewarmtepomp kunnen plaatsvinden in een ander deelvan het pand dan de plaats waar de F1245 zich bevindt.
Onderdeelnr. 067 064
Vrije koeling PCS 44Onderdeelnr. 067 296
Vulkleppenset KB 25/32Vulklepset voor vullen van bronvloeistof in de collec-torslang voor gesteentewarmtepompen. Bevat stoffilteren isolatie.
KB 32 (max. 30 kW)
Onderdeelnr. 089 971
KB 25 (max 12 kW)
Onderdeelnr. 089 368
Zwembadverwarming POOL 40POOL 40 is er een accessoire dat zwembadverwarmingmogelijk maakt met de F1245.
Onderdeelnr. 067 062
NIBE™ F1245Hoofdstuk 11 | Accessoires68
Afmetingen en aansluitingen
62
0
600
560 440
70
17
75
65
0*
25
-50
25
50
130
210
390
470
525
65
0*
* Deze maat is van toepassing op een 90° hoek op de bronleidingen (zijaansluiting). De maat kan ongeveer ±100 mm in hoogte variëren,aangezien de bronleidingen deels uit flexibele leidingen bestaan.
69Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
12 Technische gegevens
Technische specificaties
IP 21
1210851x230 V
Vermogensgegevens volgens EN 145110/35
11,609,698,154,65kWNominaal vermogen2,642,071,781,08kWGeïnstalleerd elektrisch vermogen4,394,684,584,30-COPEN14511
0/4510,998,677,753,98kWNominaal vermogen3,112,302,111,17kWGeïnstalleerd elektrisch vermogen3,533,763,673,40-COPEN14511
1/2/3/4/5/6/7kWExtra vermogenSCOP volgens EN 14825
14 /14
12 /10
10 /9
6 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (ontwerpu)
4,7 /3,7
5,0 /4,0
5,0 /3,9
4,6 /3,5
SCOPEN14825 koud klimaat 35 °C / 55 °C
4,6 /3,6
4,9 /3,9
4,8 /3,7
4,5 /3,4
SCOPEN14825 gemiddeld klimaat, 35 °C / 55 °C
Energiecapaciteit, gemiddeld klimaatA++
/A++
A++/
A++
A++/
A++
A++/
A++
Efficiëntieklasse voor ruimteverwarming 35 °C / 55 °C
A+++/
A++
A+++/
A+++
A+++/
A++
A+++/
A++
Efficiëntieklasse ruimteverwarming van het systeem 35 °C / 55 °C1)
A /XL
A /XL
A /XL
A /XL
Efficiëntieklasse tapwaterverwarming / productieprofiel
Elektrische gegevens230V ~ 50HzNominale spanning
22,521159,5ArmsMax. bedrijfsstroom, compressor
(inclusief regelsysteem en circulatiepompen)40403223ArmsStartstroom
0,320,33--ohmMax. toegestane impedantie bij aansluitpunt 1)
31(32)29(32)24(25)18(20)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp incl. 1 – 2 kW elektrisch verwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)40(40)38(40)32(32)27(32)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp incl. 3 – 4 kW elektrisch verwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)49(50)47(50)41(50)36(40)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp incl. 5 – 6 kW elektrisch verwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)53(63)51(63)46(50)40(40)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 7 kW elektrisch verwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)35 –185
35 –185
30 –87
30 –87
WVermogen, Bronpomp
7 –67
7 –67
7 –67
7 –67
WVermogen, circulatiepomp verwarmingssysteem
IP 21IP-klasseKoudemiddel systeem
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens70
1210851x230 V
R407CType koudemiddel2,02,11,71,2kgVolume
2,9 (29 bar)MPaHogedrukpressostaat HP0,7 (-7 bar)MPaVerschil pressostaat HP
0,15 (1,5 bar)MPaLagedrukpressostaat LP0,15 (1,5 bar)MPaVerschil pressostaat LP
Bronsysteemlaag energieverbruikEnergieklasse Bronpomp
0,3 (3 bar)MPaMax. systeemdruk bronsysteem0,05 (0,5 bar)MPaMin. systeemdruk bronsysteem
0,470,400,330,19l/sMin. doorstroming0,650,510,420,23l/sNominale doorstroming69854862kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.
zie schema°CMax./min. temp binnenk. bronvl.-12°CMin. uitgaande temp. bronvl.
Afgiftesysteemlaag energieverbruikEnergieklasse circulatiepomp
0,4 (4 bar)MPaMax. systeemdruk verw.systeem0,05 (0,5 bar)MPaMin. systeemdruk verwarmingssysteem
0,190,160,130,08l/sMin. doorstroming0,270,220,180,10l/sNominale doorstroming58646468kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.
zie schema°CMax./min. temp. verw.middel43434337dB(A)Geluidsniveau (LWA) volgens EN 12102 bij 0/35
28282821,5dB(A)Geluidsdrukniveau (LPA) berekende waarden volgens EN ISO 11203 bij 0/35 en 1 m bereik
Aansluiting van de leidingen28mmBronvl. ext. diam. CU-leiding
2822mmVerwarmingsmiddel ext diam. CU-leidingen22mmWarmtapwateraansl. externe diam.22mmKoudwateraansl. externe diam.
1210863x230 V
Vermogensgegevens volgens EN 145110/35
11,749,467,866,05kWNominaal vermogen2,682,11,691,35kWGeïnstalleerd elektrisch vermogen4,384,504,654,48-COPEN14511
0/4511,278,476,995,14kWNominaal vermogen3,222,281,871,46kWGeïnstalleerd elektrisch vermogen3,503,713,743,52-COPEN14511
2/4/6/9kWExtra vermogenSCOP volgens EN 14825
14 / 1412 / 109 / 87 / 6kWNominaal verwarmingsvermogen (ontwerpu)4,8 / 3,75,1 / 3,95,1 / 3,85,0 / 3,7-SCOPEN14825 koud klimaat 35 °C / 55 °C
4,7 / 3675,0 / 3,84,9 / 3,74,8 / 3,6-SCOPEN14825 gemiddeld klimaat, 35 °C / 55 °C
Energiecapaciteit, gemiddeld klimaatA++ /A++
A++ /A++
A++ /A++
A++ /A++
-Efficiëntieklasse voor ruimteverwarming 35 °C / 55 °C
71Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
1210863x230 V
A+++ /A++
A+++ /A++
A+++ /A++
A+++ /A++
-Efficiëntieklasse ruimteverwarming van het systeem 35 °C / 55 °C1)
A / XLA / XLA / XLA / XL-Efficiëntieklasse tapwaterverwarming / productieprofielElektrische gegevens
230V 3 ~ 50HzNominale spanning14,413,010,48,0ArmsMax. bedrijfsstroom, compressor
(inclusief regelsysteem en circulatiepompen)73,565,5(23)57(20,8)52(20,3)ArmsBeginstroom (bij softstart)
----ohmMax. toegestane impedantie bij aansluitpunt 1)
24(25)22(25)20(20)17,5(20)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 2 kW elektrisch verwarmings-element
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)30(32)28(32)26(32)24(25)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 4 kW elektrisch verwarmings-
element
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)30(32)28(32)26(32)24(25)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 6 kW elektrisch verwarmings-
element
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)42(50)40(40)38(40)36(40)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 9 kW elektrisch verwarmings-
element
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)35 – 18535 – 18530 – 8730 – 87WVermogen, Bronpomp
7 – 677 – 677 – 677 – 67WVermogen, circulatiepomp verwarmingssysteemIP 21IP-klasse
Koudemiddel systeemR407CType koudemiddel
2,02,11,81,5kgVolume2,9 (29 bar)MPaHogedrukpressostaat HP
7 (-7 bar)MPaVerschil pressostaat HP0,15 (1,5 bar)MPaLagedrukpressostaat LP0,15 (1,5 bar)MPaVerschil pressostaat LP
Bronsysteemlaag energieverbruikEnergieklasse Bronpomp
0,3 (3 bar)MPaMax. systeemdruk bronsysteem0,05 (0,5 bar)MPaMin. systeemdruk bronsysteem
0,470,390,330,25l/sMin. doorstroming0,650,510,420,30l/sNominale doorstroming69854858kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.
zie schema°CMax./min. temp binnenk. bronvl.-12°CMin. uitgaande temp. bronvl.
Afgiftesysteemlaag energieverbruikEnergieklasse circulatiepomp
0,4 (4 bar)MPaMax. systeemdruk verw.systeem0,05 (0,5 bar)MPaMin. systeemdruk verwarmingssysteem
0,190,160,130,10l/sMin. doorstroming0,270,220,180,13l/sNominale doorstroming58646467kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.
zie schema°CMax./min. temp. verw.middel43434342dB(A)Geluidsniveau (LWA) volgens EN 12102 bij 0/35
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens72
1210863x230 V
28282827dB(A)Geluidsdrukniveau (LPA) berekende waarden volgens EN ISO 11203 bij 0/35 en 1
m bereik
Aansluiting van de leidingen28mmBronvl. ext. diam. CU-leiding
2822mmVerwarmingsmiddel ext diam. CU-leidingen22mmWarmtapwateraansl. externe diam.22mmKoudwateraansl. externe diam.
12108653x400 V
Vermogensgegevens volgens EN 145110/35
11,489,667,676,074,65kWNominaal vermogen2,512,011,641,321,08kWGeïnstalleerd elektrisch vermogen4,574,814,684,594,30-COPEN14511
0/4510,998,556,705,193,98kWNominaal vermogen3,022,271,831,461,17kWGeïnstalleerd elektrisch vermogen3,643,773,673,563,40-COPEN14511
1/2/3/4/5/6/7 (om te zetten naar ) 2/4/6/9kWExtra vermogenSCOP volgens EN 14825
14 / 1412 / 109 / 87 / 66 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (ontwerpu)4,9 / 3,85,2 / 4,05,1 / 3,85,0 / 3,74,6 / 3,5-SCOPEN14825 koud klimaat 35 °C / 55 °C
4,8 / 3,75,1 / 3,94,9 / 3,34,8 / 3,64,5 / 3,4-SCOPEN14825 gemiddeld klimaat, 35 °C / 55 °C
Energiecapaciteit, gemiddeld klimaatA++ /A++
A++ /A++
A++ /A++
A++ /A++
A++ /A++
-Efficiëntieklasse voor ruimteverwarming 35 °C / 55 °C
A+++ /A++
A+++ /A+++
A+++ /A++
A+++ /A++
A+++ /A++
-Efficiëntieklasse ruimteverwarming van het systeem 35 °C /55 °C1)
A / XLA / XLA / XLA / XLA / XL-Efficiëntieklasse tapwaterverwarming / productieprofielElektrische gegevens
400V 3N ~ 50HzNominale spanning9(16)6,9(16)6,6(16)4,6(16)9,5(1-fa-
se) (16)ArmsMax. bedrijfsstroom, compressor
inclusief regelsysteem, circulatiepompen en 0 kW elektrischverwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)2923231823ArmsStartstroom
-----ohmMax. toegestane impedantie bij aansluitpunt 1)
18(20)15(16)15(16)13(16)18(20)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp incl. 1 – 2 kW elektrischverwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)18(20)15(16)15(16)13(16)18(20)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp incl. 3 – 4 kW elektrisch
verwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)18(20)15(16)15(16)13(16)18(20)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp incl. 5 – 6 kW elektrisch
verwarmingselement
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)
73Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
12108653x400 V
23(25)21(25)21(25)19(20)18(20)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 7 kW elektrischverwarmingselement, aangesloten bij levering
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)24(25)22(25)22(25)19(20)24(25)ArmsMax. bedrijfsstroom warmtepomp inclusief 9 kW elektrisch
verwarmingselement, omzetten vereist
(Aanbevolen zekeringcapaciteit)35 – 18535 – 18530 – 8730 – 8730 – 87WVermogen, Bronpomp
7 – 677 – 677 – 677 – 677 – 67WVermogen, circulatiepomp verwarmingssysteemIP 21IP-klasse
Koudemiddel systeemR407CType koudemiddel
2,02,11,81,51,2kgVolume2,9 (29 bar)MPaHogedrukpressostaat HP0,7 (-7 bar)MPaVerschil pressostaat HP
0,15 (1,5 bar)MPaLagedrukpressostaat LP0,15 (1,5 bar)MPaVerschil pressostaat LP
Bronsysteemlaag energieverbruikEnergieklasse Bronpomp
0,3 (3 bar)MPaMax. systeemdruk bronsysteem0,05 (0,5 bar)MPaMin. systeemdruk bronsysteem
0,470,400,330,250,19l/sMin. doorstroming0,650,510,420,300,23l/sNominale doorstroming6985485862kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.
zie schema°CMax./min. temp binnenk. bronvl.-12°CMin. uitgaande temp. bronvl.
Afgiftesysteemlaag energieverbruikEnergieklasse circulatiepomp
0,4 (4 bar)MPaMax. systeemdruk verw.systeem0,05 (0,5 bar)MPaMin. systeemdruk verwarmingssysteem
0,190,160,130,100,08l/sMin. doorstroming0,270,220,180,130,10l/sNominale doorstroming5864646768kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.
zie schema°CMax./min. temp. verw.middel4343434237dB(A)Geluidsniveau (LWA) volgens EN 12102 bij 0/35
2828282721,5dB(A)Geluidsdrukniveau (LPA) berekende waarden volgens EN ISO 11203
bij 0/35 en 1 m bereik
Aansluiting van de leidingen28mmBronvl. ext. diam. CU-leiding
2822mmVerwarmingsmiddel ext diam. CU-leidingen22mmWarmtapwateraansl. externe diam.22mmKoudwateraansl. externe diam.
1)Max. toegestane impedantie bij netvoedingsaansluitpunt conform EN 61000-3-11. Startstromen kunnen korte spanningsdips veroorzakendie bij ongunstige omstandigheden gevolgen kunnen hebben voor andere apparatuur. Als de impedantie bij het netvoedingsaansluitpunthoger is dan de aangegeven impedantie, kan er interferentie optreden. Overleg, als de impedantie in het netvoedingsaansluitpunt hogeris dan de aangegeven impedantie, eerst met de stroomleverancier voordat u de apparatuur aanschaft.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens74
Diversen
1210865Diversen
Boiler180lVolume boiler
1,0 (10 bar)MPaMax. druk in boilerCapaciteit warmtapwaterproductie (comfortstand Normaal) Volgens EN16147
230235235240240Hoeveelheid warmtap-water (40 °C)
2,62,72,7-2,7COPDHW (tapprofielXL), 1x230V
2,62,82,82,8-COPDHW (tapprofielXL), 3x230V
2,62,82,82,82,7COPDHW (tapprofielXL), 3x400VAfmetingen en gewicht
600mmBreedte620mmDiepte
1800mmHoogte1950mmBenodigde opstelhoog-
te 2)
RfECuRfECuRfECuRfECuRfECuCorrosiebeveiliging240275260235270255230265250220255240215250235kgGewicht volledige
warmtepomp126121115110103kgGewicht alleen com-
pressormodule065 149065 148065 147-065 146Art.-nr. 1x230V, Roest-
vrij staal065 145065 144065 143065 142-Art.-nr. 3x230V, Roest-
vrij staal065 108065 107065 106065 105065 104Onderdeelnummer,
3x400V, Emaille (metenergiemeter)
065 087065 086065 085065 084-Art.nr., 3x400V, Email065 083065 082065 081065 080065 079Art.-nr. 3x400V, Roest-
vrij staal065 313065 312065 311065 310065 309Onderdeelnummer,
3x400V, Roestvrij staal(met energiemeter)
065 078065 077065 076065 075065 065Art.nr., 3x400V, Koper
2)Met ontkoppelde voetjes is de hoogte ca. 1930 mm.
75Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
Werkbereik warmtepomp,compressorwerkingDe compressor levert een aanvoertemperatuur tot 65°C, bij 0 °C ingaande temperatuur bronvloeistof. Derest (tot 70 °C) wordt gerealiseerd met behulp van debijverwarming.
12 kW 3x400V, 8-12 kW 1x230V
0
10
20
30
40
50
60
70
-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
°CVattentemperatur
Köldbärare in, temperatur°C
Framledning
Returledning
Temperatuur
Temp. binnenkomende bronvloeistofAanvoerleiding
Retourleiding
0
10
20
30
40
50
60
70
-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
°CVattentemperatur
°CKöldbärare in, temperatur
Framledning
Returledning
Overig
0
10
20
30
40
50
60
70
-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
°CVattentemperatur
°CKöldbärare in, temperatur
Framledning
Returledning
Temperatuur
Temp. binnenkomende bronvloeistofAanvoerleiding
Retourleiding
0
10
20
30
40
50
60
70
-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
°CVattentemperatur
°CKöldbärare in, temperatur
Framledning
Returledning
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens76
Energielabel
Informatieblad
NIBE ABNaam leverancier
F1245-12 1x230VF1245-10 1x230VF1245-8 1x230VF1245-5 1x230VModel leverancier
35 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing
XLXLXLXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
A++ / A++A++ / A++A++ / A++A++ / A++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat
AAAAEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat
1412 / 1010 / 96 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemid-deld klimaat
6 322 / 8 0405 060 / 5 4544 290 / 4 9932 669 / 3 027kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemid-deld klimaat
1 7451 7451 6681 675kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat
175 / 136188 / 147185 / 141172 / 128%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat
9696100100%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat
45454543dBGeluidsniveau LWA binnen
1412 / 1010 / 96 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koudklimaat
1412 / 1010 / 96 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warmklimaat
7 313 / 9 3825 901 / 6 3704 981 / 5 7773 097 / 3 495kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-maat
1 7451 7451 6681 675kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koudklimaat
4 136 / 5 2923 263 / 3 5262 783 / 3 2351 731 / 1 985kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warmklimaat
1 7451 7451 6681 675kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warmklimaat
181 / 139193 / 150190 / 146177 / 133%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,koud klimaat
9696100100%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat173 / 133189 / 147184 / 141171 / 127%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,
warm klimaat9696100100%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat----dBGeluidsniveau LWA buiten
77Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
NIBE ABNaam leverancier
F1245-12 3x230VF1245-10 3x230VF1245-8 3x230VF1245-6 3x230VModel leverancier
35 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing
XLXLXLXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
A++ / A++A++ / A++A++ / A++A++ / A++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat
AAAAEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat
1412 / 109 / 87 / 6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemid-deld klimaat
6 185 / 7 9714 991 / 5 4383 797 / 4 4333 010 / 3 425kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemid-deld klimaat
1 7451 7451 6681 709kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat
179 / 137191 / 144188 / 141184 / 137%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat
969610098%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat
45454543dBGeluidsniveau LWA binnen
1412 / 109 / 87 / 6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koudklimaat
1412 / 109 / 87 / 6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warmklimaat
7 161 / 9 2675 794 / 6 3234 393 / 5 1423 487 / 3 969kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-maat
1 7451 7451 6681 709kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koudklimaat
4 041 / 5 2393 227 / 3 5212 461 / 2 8601 964 / 2 233kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warmklimaat
1 7451 7451 6681 709kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warmklimaat
185 / 141196 / 148194 / 145190 / 141%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,koud klimaat
969610098%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat177 / 135191 / 144187 / 141182 / 136%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,
warm klimaat969610098%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat----dBGeluidsniveau LWA buiten
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens78
NIBE ABNaam leverancier
F1245-123x400V
F1245-103x400V
F1245-83x400V
F1245-63x400V
F1245-53x400V
Model leverancier
35 / 5535 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing
XLXLXLXLXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
A++ / A++A++ / A++A++ / A++A++ / A++A++ / A++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat
AAAAAEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat
1412 / 109 / 87 / 66 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemid-deld klimaat
6 042 / 7 7854 906 / 5 3453 797 / 4 4333 010 / 3 4252 669 / 3 027kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemid-deld klimaat
1 7451 7451 6681 7091 675kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat
183 / 141194 / 147188 / 141184 / 137172 / 128%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat
969610098100%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat
4545454343dBGeluidsniveau LWA binnen
1412 / 109 / 87 / 66 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koudklimaat
1412 / 109 / 87 / 66 / 5kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warmklimaat
6 993 / 9 0495 695 / 6 2144 393 / 5 1423 487 / 3 9693 097 / 3 495kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-maat
1 7451 7451 6681 7091 675kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koudklimaat
3 949 / 5 1203 169 / 3 4562 461 / 2 8601 964 / 2 2331 731 / 1 985kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warmklimaat
1 7451 7451 6681 7091 675kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warmklimaat
189 / 145200 / 151194 / 145190 / 141177 / 133%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,koud klimaat
969610098100%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat181 / 138194 / 147187 / 141182 / 136171 / 127%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,
warm klimaat969610098100%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat-----dBGeluidsniveau LWA buiten
79Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
Gegevens voor energiezuinigheid, pakket
F1245-12 1x230VF1245-10 1x230VF1245-8 1x230VF1245-5 1x230VModel leverancier
35 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing
VIIRegelaar, klasse3,5%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie
179 / 139191 / 150188 / 144175 / 132%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,gemiddeld klimaat
A+++ / A++A++ / A++A+++ / A++A+++ / A++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat
184 / 143196 / 153193 / 149180 / 137%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,koud klimaat
176 / 137192 / 150187 / 144175 / 130%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat
F1245-12 3x230VF1245-10 3x230VF1245-8 3x230VF1245-6 3x230VModel leverancier
35 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing
VIIRegelaar, klasse3,5%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie
183 / 141194 / 147191 / 145188 / 140%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,gemiddeld klimaat
A+++ / A++A+++ / A++A+++ / A++A+++ / A++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat
188 / 144200 / 151198 / 149193 / 145%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,koud klimaat
181 / 138194 / 147191 / 145186 / 139%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat
F1245-123x400V
F1245-103x400V
F1245-83x400V
F1245-63x400V
F1245-53x400V
Model leverancier
35 / 5535 / 5535 / 5535 / 5535 / 55°CTemperatuurtoepassing
VIIRegelaar, klasse3,5%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie
187 / 144198 / 150191 / 145188 / 140175 / 132%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,gemiddeld klimaat
A+++ / A++A++ / A++A+++ / A++A+++ / A++A+++ / A++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat
193 / 148203 / 154198 / 149193 / 145180 / 137%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,koud klimaat
185 / 142198 / 150191 / 145186 / 139175 / 130%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat
De vermelde efficiëntie van het systeem houdt ook rekening met de regelaar. Als er een externe aanvullende ketel of zonnewarmte aanhet systeem wordt toegevoegd, moet de totale efficiëntie van het systeem opnieuw worden berekend.
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens80
Technische documentatie
F1245-5 1x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%128ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW2,99COPdTj = -7 °CkW3,5PdhTj = -7 °CkW3,57COPdTj = +2 °CkW4,1PdhTj = +2 °CkW3,84COPdTj = +7 °CkW4,3PdhTj = +7 °CkW4,04COPdTj = +12 °CkW4,6PdhTj = +12 °CkW3,26COPdTj = bivkW3,8PdhTj = bivkW2,74COPdTj = TOLkW3,2PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-3,9TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW1,8PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,008PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,012PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,35Nominaal debiet klimaatsysteemdB43 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h0,62Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh3 027QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%100ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,63QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 675AECJaarlijks energieverbruik
81Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
F1245-8 1x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%141ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW9,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,27COPdTj = -7 °CkW7,5PdhTj = -7 °CkW3,77COPdTj = +2 °CkW7,8PdhTj = +2 °CkW4,09COPdTj = +7 °CkW8,0PdhTj = +7 °CkW4,39COPdTj = +12 °CkW8,1PdhTj = +12 °CkW3,33COPdTj = bivkW7,6PdhTj = bivkW3,07COPdTj = TOLkW7,4PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-5,9TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW1,6PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,012PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,80Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h1,50Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh4 993QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%100ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,6QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 668AECJaarlijks energieverbruik
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens82
F1245-10 1x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%147ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW10,2PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,40COPdTj = -7 °CkW8,2PdhTj = -7 °CkW3,90COPdTj = +2 °CkW8,8PdhTj = +2 °CkW4,22COPdTj = +7 °CkW9,2PdhTj = +7 °CkW4,50COPdTj = +12 °CkW9,6PdhTj = +12 °CkW3,52COPdTj = bivkW8,3PdhTj = bivkW3,21COPdTj = TOLkW7,9PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-5,2TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-1,00CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW2,3PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,010PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,009PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,85Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h1,64Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh5 454QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%96ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,95QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 745AECJaarlijks energieverbruik
83Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
F1245-12 1x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%136ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW14PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,16COPdTj = -7 °CkW10,8PdhTj = -7 °CkW3,68COPdTj = +2 °CkW11,1PdhTj = +2 °CkW3,97COPdTj = +7 °CkW11,4PdhTj = +7 °CkW4,24COPdTj = +12 °CkW11,6PdhTj = +12 °CkW3,35COPdTj = bivkW10,9PdhTj = bivkW2,98COPdTj = TOLkW10,6PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-4,3TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW3,4PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,018PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,030PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h1,14Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h2,12Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh8 040QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%96ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,95QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 745AECJaarlijks energieverbruik
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens84
F1245-6 3x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%137ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW6,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,18COPdTj = -7 °CkW4,8PdhTj = -7 °CkW3,69COPdTj = +2 °CkW5,3PdhTj = +2 °CkW4,02COPdTj = +7 °CkW5,6PdhTj = +7 °CkW4,29COPdTj = +12 °CkW6,0PdhTj = +12 °CkW3,30COPdTj = bivkW4,9PdhTj = bivkW2,96COPdTj = TOLkW4,5PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-5,3TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW1,5PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,010PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,49Nominaal debiet klimaatsysteemdB43 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h0,90Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh3 425QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%98ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,78QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 709AECJaarlijks energieverbruik
85Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
F1245-8 3x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%141ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW8,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,28COPdTj = -7 °CkW6,2PdhTj = -7 °CkW3,81COPdTj = +2 °CkW6,9PdhTj = +2 °CkW4,13COPdTj = +7 °CkW7,2PdhTj = +7 °CkW4,41COPdTj = +12 °CkW7,6PdhTj = +12 °CkW3,44COPdTj = bivkW6,4PdhTj = bivkW3,07COPdTj = TOLkW5,9PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-4,9TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW2,1PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,012PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,64Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h1,20Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh4 433QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%100ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,60QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 668AECJaarlijks energieverbruik
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens86
F1245-10 3x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%144ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW10,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,34COPdTj = -7 °CkW7,9PdhTj = -7 °CkW3,84COPdTj = +2 °CkW8,7PdhTj = +2 °CkW4,18COPdTj = +7 °CkW9,2PdhTj = +7 °CkW4,51COPdTj = +12 °CkW9,6PdhTj = +12 °CkW3,46COPdTj = bivkW8,2PdhTj = bivkW3,13COPdTj = TOLkW7,6PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-5,2TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-1,00CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW2,4PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,010PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,82Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h1,55Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh5 438QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%96ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,95QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 745AECJaarlijks energieverbruik
87Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
F1245-12 3x230VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%137ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW14,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,21COPdTj = -7 °CkW10,8PdhTj = -7 °CkW3,70COPdTj = +2 °CkW11,1PdhTj = +2 °CkW4,00COPdTj = +7 °CkW11,3PdhTj = +7 °CkW4,30COPdTj = +12 °CkW11,5PdhTj = +12 °CkW3,83COPdTj = bivkW10,9PdhTj = bivkW3,05COPdTj = TOLkW10,7PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-4,2TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW3,3PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,018PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,030PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h1,15Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h2,16Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh7 971QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%96ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,95QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 745AECJaarlijks energieverbruik
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens88
F1245-5 3x400VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%128ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW2,99COPdTj = -7 °CkW3,5PdhTj = -7 °CkW3,57COPdTj = +2 °CkW4,1PdhTj = +2 °CkW3,84COPdTj = +7 °CkW4,3PdhTj = +7 °CkW4,04COPdTj = +12 °CkW4,6PdhTj = +12 °CkW3,26COPdTj = bivkW3,8PdhTj = bivkW2,74COPdTj = TOLkW3,2PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-3,9TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW1,8PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,008PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,012PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,35Nominaal debiet klimaatsysteemdB43 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h0,62Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh3 027QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%100ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,63QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 675AECJaarlijks energieverbruik
89Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
F1245-6 3x400VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%137ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW6,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,18COPdTj = -7 °CkW4,8PdhTj = -7 °CkW3,69COPdTj = +2 °CkW5,3PdhTj = +2 °CkW4,02COPdTj = +7 °CkW5,6PdhTj = +7 °CkW4,29COPdTj = +12 °CkW6,0PdhTj = +12 °CkW3,30COPdTj = bivkW4,9PdhTj = bivkW2,96COPdTj = TOLkW4,5PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-5,3TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW1,5PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,010PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,49Nominaal debiet klimaatsysteemdB43 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h0,90Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh3 425QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%98ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,78QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 709AECJaarlijks energieverbruik
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens90
F1245-8 3x400VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%141ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW8,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,28COPdTj = -7 °CkW6,2PdhTj = -7 °CkW3,81COPdTj = +2 °CkW6,9PdhTj = +2 °CkW4,13COPdTj = +7 °CkW7,2PdhTj = +7 °CkW4,41COPdTj = +12 °CkW7,6PdhTj = +12 °CkW3,44COPdTj = bivkW6,4PdhTj = bivkW3,07COPdTj = TOLkW5,9PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-4,9TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW2,1PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,012PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,64Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h1,20Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh4 433QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%100ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,60QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 668AECJaarlijks energieverbruik
91Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
F1245-10 3x400VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%147ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW10,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,40COPdTj = -7 °CkW7,9PdhTj = -7 °CkW3,91COPdTj = +2 °CkW8,7PdhTj = +2 °CkW4,25COPdTj = +7 °CkW9,2PdhTj = +7 °CkW4,58COPdTj = +12 °CkW9,6PdhTj = +12 °CkW3,52COPdTj = bivkW8,2PdhTj = bivkW3,19COPdTj = TOLkW7,6PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-5,2TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-1,00CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW2,4PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,010PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,014PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h0,82Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h1,56Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh5 345QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%96ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,95QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 745AECJaarlijks energieverbruik
NIBE™ F1245Hoofdstuk 12 | Technische gegevens92
F1245-12 3x400VModel leverancier
Lucht-water
Ventilatielucht-water
Brine-water
Water-water
Type warmtepomp
Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp
Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming
Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp
Gemiddeld Koud WarmKlimaat
Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing
EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%141ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW14,0PratedNominaal verwarmingsvermogen
Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj
Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarmingbij deellast en eenbuitentem-peratuur Tj
kW3,30COPdTj = -7 °CkW10,8PdhTj = -7 °CkW3,80COPdTj = +2 °CkW11,1PdhTj = +2 °CkW4,10COPdTj = +7 °CkW11,3PdhTj = +7 °CkW4,40COPdTj = +12 °CkW11,5PdhTj = +12 °CkW3,46COPdTj = bivkW10,9PdhTj = bivkW3,12COPdTj = TOLkW10,7PdhTj = TOLkWCOPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)
°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-4,2TbivBivalentietemperatuur
-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt
BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve stand
kW3,3PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand
kW0,018PTOUit-stand thermostaat
ElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus
kW0,030PCKCarterverwarmingsstand
Overige punten
m3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VastCapaciteitsregeling
m3/h1,15Nominaal debiet klimaatsysteemdB45 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buiten
m3/h2,18Brine debiet brine-water of water-waterwarmtepompen
kWh7 785QHEJaarlijks energieverbruik
Voor combinatieverwarming warmtepomp
%96ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming
kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,95QelecDagelijks energieverbruik
GJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 745AECJaarlijks energieverbruik
93Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE™ F1245
Index
AAansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regelsys-teem, 24Aansluiten van het afgiftesysteem, 18Aansluiten van stroomsensoren, 28Aansluitingen, 23Aansluiting van de leidingen, 16
Aansluitopties, 18Afmetingen en leidingaansluitingen, 17Afmetingen leiding, 17Algemeen, 16Boiler, 18Bronsysteem, 17Symboolverklaring, 16Systeemschema, 16Verwarmingssysteem, 18
Aansluitopties, 18Extra elektrische boiler, 19Grondwatersysteem, 19Neutralisatiereservoir, 19Twee of meer afgiftesystemen, 20Vloerverwarmingssystemen, 20Vrije koeling, 20Warmteterugwinning ventilatie, 19Zwembad, 20
Accessoires, 67Accessoires aansluiten, 32Achteraf afstellen en ontluchten, 35
De kamertemperatuur achteraf instellen, 38Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem, handmatige regeling, 36Opnieuw afstellen, ontluchten, afgiftesysteem, 38Opnieuw afstellen, ontluchten, verwarmingssysteem, 38Pompafstelling, automatische regeling, 35Pompafstelling, handmatige regeling, 36
Afmetingen en aansluitingen, 69Afmetingen en leidingaansluitingen, 17Afmetingen leiding, 17Aftappen van het afgiftesysteem, 60Alarm, 65Alarm beheren, 65Automatische zekering, 21
BBediening, 41, 44, 46
Bediening - Inleiding, 41Regeling - Menu's, 46
Bediening - Inleiding, 41Display-eenheid, 41Menusysteem, 42
Belangrijke informatie, 4Terugwinning, 4Veiligheidsinformatie, 4
Bezorging en verwerking, 7De compressormodule eruit trekken, 7Geleverde componenten, 8Installatiegebied, 7Montage, 7Transport, 7Verwijderen van de buitenmantel, 8Verwijdering van onderdelen van de isolatie., 9
Boiler, 18De boiler aansluiten, 18
Bronsysteem, 17Buitensensor, 24
CContactgegevens, 6Contact voor activering van ventilatorsnelheid, 31
Contact voor activering van “externe instelling", 30Contact voor activering van “tijdelijk in luxe", 30Contact voor externe tariefblokkering, 29
DDe afdekking, basisplaat verwijderen, 22De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwij-deren, 22De boiler aansluiten, 18De boiler aftappen, 59De boiler vullen, 33De compressormodule eruit trekken, 7, 61De kamertemperatuur achteraf instellen, 38Display, 41Display-eenheid, 41
Display, 41OK-toets, 41Schakelaar, 41Selectieknop, 41Statuslamp, 41Toets Terug, 41
Door de vensters scrollen, 45
EEen waarde instellen, 44Elektriciteitsmodules, 12Elektrische aansluitingen, 21
Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regelsys-teem, 24Aansluitingen, 23Accessoires aansluiten, 32Algemeen, 21Automatische zekering, 21Buitensensor, 24De afdekking, basisplaat verwijderen, 22De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarmingverwijderen, 22Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 25Externe aansluitopties, 29Instellingen, 25Kabelslot, 22Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 22Master/Slave, 27Motorbeveiliging, 21NIBE Uplink™, 29Optionele aansluitingen, 27Reservestand, 26Ruimtevoeler, 25Spanningaansluiting, 23Temperatuurbegrenzer, 21Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 24–25Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 21Vermogensregeling, 28
Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 25Instelling max. elektrisch vermogen, 25Omzetten naar maximaal elektrisch vermogen, 26
Energielabel, 77Gegevens voor energiezuinigheid, pakket, 80Informatieblad, 77–79Technische documentatie, 81, 85, 89
Externe aansluitopties, 29Contact voor activering van ventilatorsnelheid, 31Contact voor activering van “externe instelling", 30Contact voor activering van “tijdelijk in luxe", 30Contact voor externe tariefblokkering, 29Extra circulatiepomp, 31Indicatie koelmodus, 31
NIBE™ F1245Hoofdstuk 13 | Index94
13 Index
Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel re-lais), 31Mogelijke selectie AUX-ingangen, 29NV 10, druk-/niveau-/stromingsregelaar bronvloeistof, 31Regeling grondwaterpomp, 31Schakelaar extern, geforceerd regelen circulatiepomp, 30Schakelaar extern blokkeren bijverwarming en/of compres-sor, 29Schakelaar extern blokkeren verwarming, 30Schakelaar voor "Smart Grid ready", 30Temperatuursensor, koeling/verwarming, 29Warmtapwatercircuit, 31
Extra circulatiepomp, 31
GGegevens temperatuursensor, 61Gegevens voor energiezuinigheid van het systeem, 80Geleverde componenten, 8Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem, handmatige regeling, 36
HHelpmenu, 35, 45Het bronsysteem legen, 60Het ontwerp van de warmtepomp, 10
Lijst met onderdelen, 10Locatie onderdelen, 10Locatie onderdelen elektriciteitsmodules, 12Locatie onderdelen koudemiddelgedeelte, 14Onderdelenlijst elektriciteitsmodules, 12Onderdelenlijst koudemiddelgedeelte, 14
Het virtuele toetsenbord gebruiken, 45
IInbedrijfstelling en afstelling, 33
Achteraf afstellen en ontluchten, 35Startgids, 34Voorbereidingen, 33Vullen en ontluchten, 33
Indicatie koelmodus, 31Informatieblad, 77Inspectie van de installatie, 5Installatiegebied, 7Instellingen, 25
KKabelslot, 22Keurmerk, 4Koelgedeelte, 14
LLuik verwijderen, ingangsprintplaat, 22
MMaster/Slave, 27Menu 5 - SERVICE, 48Menu selecteren, 44Menusysteem, 42
Bediening, 44Door de vensters scrollen, 45Een waarde instellen, 44Helpmenu, 35, 45Het virtuele toetsenbord gebruiken, 45Menu selecteren, 44Opties selecteren, 44
Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais), 31Mogelijke selectie AUX-ingangen, 29Montage, 7Motorbeveiliging, 21
Resetten, 21
NNIBE Uplink™, 29NV 10, druk-/niveau-/stromingsregelaar bronvloeistof, 31
OOK-toets, 41Opnieuw afstellen, ontluchten, afgiftesysteem, 38Opnieuw afstellen, ontluchten, verwarmingssysteem, 38Opties selecteren, 44Optionele aansluitingen, 27
PPompafstelling, automatische regeling, 35
Bronsysteem, 35Verwarmingssysteem, 35
Pompafstelling, handmatige regeling, 36Verwarmingssysteem, 37
Problemen oplossen, 65
RRegeling grondwaterpomp, 31Regeling - Menu's, 46
Menu 5 - SERVICE, 48Reservestand, 59
Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand, 26Ruimtevoeler, 25
SSchakelaar, 41Schakelaar extern, geforceerd regelen circulatiepomp, 30Schakelaar extern blokkeren bijverwarming en/of compressor, 29Schakelaar extern blokkeren verwarming, 30Schakelaar voor "Smart Grid ready", 30Selectieknop, 41Serienummer, 4Service, 59
Servicehandelingen, 59Servicehandelingen, 59
Aftappen van het afgiftesysteem, 60De boiler aftappen, 59De compressormodule eruit trekken, 61Gegevens temperatuursensor, 61Het bronsysteem legen, 60Reservestand, 59Starthulp circulatiepomp, 60USB-service-uitgang, 63
Spanningaansluiting, 23Startgids, 34Starthulp circulatiepomp, 60Statuslamp, 41Storingen in comfort, 65Symbolen, 4Symboolverklaring, 16, 34Systeemschema, 16
TTechnische documentatie, 81Technische gegevens, 69–70
Afmetingen en aansluitingen, 69Energielabel, 77
Gegevens voor energiezuinigheid van het systeem, 80Informatieblad, 77Technische documentatie, 81
Technische gegevens, 70Werkbereik warmtepomp, 76
Temperatuurbegrenzer, 21Resetten, 21
Temperatuursensor, koeling/verwarming, 29Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 24–25Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 21Toets Terug, 41Transport, 7
UUSB-service-uitgang, 63
95Hoofdstuk 13 | IndexNIBE™ F1245
VVeiligheidsinformatie, 4
CE-merk, 4Contactgegevens, 6Inspectie van de installatie, 5Serienummer, 4Symbolen, 4
Verstoringen van comfortAlarm, 65Alarm beheren, 65Problemen oplossen, 65
Verwarmingssysteem, 18Aansluiten van het afgiftesysteem, 18
Verwijderen van de buitenmantel, 8Verwijderen van onderdelen van de isolatie, 9Voorbereidingen, 33Vullen en ontluchten, 33
De boiler vullen, 33Symboolverklaring, 34Vullen en ontluchten van het bronsysteem, 33Vullen en ontluchten van het klimaatsysteem, 33
Vullen en ontluchten van het bronsysteem, 33Vullen en ontluchten van het klimaatsysteem, 33
WWarmtapwatercircuit, 31Werkbereik warmtepomp, 76
NIBE™ F1245Hoofdstuk 13 | Index96
WS name: AndersWS version: a7 (working edition)Publish date: 2016-01-27 15:47
NIBE AB Sweden
Hannabadsvägen 5Box 14 SE-285 21 [email protected]
331496