heel vlaanderen sociaal cultureel

60

Upload: fov

Post on 07-Apr-2016

220 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Leer de sector van het Sociaal Cultureel volwassenenwerk kennen. Deze sector werkt elke dag aan een mooiere en betere samenleving door te vormen, te verenigen en te bewegen. In deze brochure lees je de laatste ontwikkelingen bij de werksoorten (te weten 'Verenigingen', 'Bewegingen', 'Vormingplus-centra' en de 'Landelijke Vormingsinstellingen', gestaafd met de laatste Boekstavencijfers. 'Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel' laat de enorme diversiteit van de sector zien én haar potentieel. Daarmee maakt is deze brochure ook een duidelijke ambitie en een uitgestoken hand naar beleidsmakers.

TRANSCRIPT

Page 1: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 2: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

@Curieus

Page 3: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk staat dus sterk in Vlaanderen. Jaarlijks tellen we 9,5 miljoen deelnames van mensen die:

Gaan voor meer gemeenschap en burgerschapBruggen bouwen tussen mensen is een garantie voor een veerkrachtige samenleving.Het sociaal-cultureel volwassenenwerk brengt mensen samen. Het zorgt voor ontmoeten en binding. Maar het slaat ook een brug naar wie anders is. Holebi's, perso-nen met een handicap, mensen in kansar-moede, gezinnen, etnisch-culturele minder-heden ... er is voor iedereen een plek.

Nieuwe dingen leren, die je als mens versterkenHet sociaal-cultureel volwassenenwerk opent de blik van mensen en draagt het levenslang en levensbreed leren hoog in het vaandel. Sociaal-culturele organisaties bieden een plek om op een creatieve, informele manier bij te leren. Over dingen die er in het leven toe doen. En dat maakt mensen sterker, verrijkt hun culturele bagage en verhoogt hun levenskwaliteit.

In Vlaanderen en Brussel zijn meer dan 2 miljoen mensen actief in het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Als lid van een vereniging, als deelnemer bij een volkshogeschool of vormingsinstelling, als actievoerder of sympathisant bij een beweging…

Het erkende sociaal-culturele volwassenenwerk telt 136 organisaties. Alleen al de 57 vereni-gingen zijn samen goed voor meer dan 14.000 lokale afdelingen. De sector kan rekenen op de inzet van zo’n 200.000 vrijwilligers. Dat is een vijfde van het totaal aantal vrijwilligers in Vlaanderen.

Sociaal... cultureel... wat?

Page 4: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Kiezen voor sociale actie en engagement Sociaal-culturele organisaties geven onze samenleving pit. Ze zorgen voor maatschap-pelijke innovatie en vooruitgang, en geven zuurstof aan onze democratie.Het sociaal-cultureel volwassenenwerk zet mensen ertoe aan om zich te engageren, om hun stem te laten horen. Ook over moeilijke thema's zoals duurzaamheid of mensenrech-ten. Ze schrikken er niet voor terug om de samenleving een geweten te schoppen. Zo draagt het sociaal-cultureel volwassenenwerk bij tot verandering en vernieuwing in onze maatschappij.

Samen met hun duizenden leden, deelne-mers en vrijwilligers maken sociaal-culturele organisaties dagelijks het verschil. Door hun inzet, betrokkenheid en passie geven ze mee vorm aan onze samenleving.

Sociaal-cultureel volwassenenwerk laat mensen schitteren!

Heel Vlaanderen Sociaal-Cultureel

Met deze brochure tonen we de veelzijdig-heid van de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, gestaafd met cijfers en voorbeelden. Je zal praktijken herkennen en wellicht nieuwe ontdekken... Het sociaal-cul-tureel volwassenenwerk zit namelijk boorde-vol spraakmakende initiatieven!

De cijfers zijn verzameld met de medewer-king van de organisaties uit de sector. Al sinds 2006 voert de FOV dit onderzoek uit en publiceert de resultaten in een jaarlijkse editie van Boekstaven (zie kader). Daardoor kunnen we vandaag de dag heldere uitspra-ken doen over trends in de sector.

Tot slot werpen we een licht op de financiële kant van dit verhaal. Hieruit blijkt dat investe-ren in deze sector een economische én maat-schappelijke meerwaarde creëert voor de gehele samenleving.

Het mag duidelijk zijn: het sociaal-cultureel volwassenenwerk is een belangrijke hefboom. Ook in de toekomst wil de sector deze rol blijven spelen. Daarom zeggen wij: heel Vlaanderen sociaal-cultureel!

Inkomsten

Page 5: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Sinds de lancering in 2008 is Boeksta-ven uitgegroeid tot de ‘bijbel’ van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. De FOV publiceert dit cijferboek vanuit de overtuiging dat een goed beleid en claims op goede beleidsmaatregelen, gestaafd moeten kunnen worden met objectieve gegevens.

Met deze brochure steken we de presentatie van de cijfers in een nieuw jasje. Ook werken we aan een online platform. Alle gepubliceerde cijfers zijn accuraat en verwerkt volgens de

Deze brochure biedt handvatten voor een krachtig sociaal-cultureel beleid.

In diverse hoofdstukken benoemen we expliciet een aantal beleidsmatige uitdagingen.

De inspiratiebronnen van deze aanbe-velingen zijn onze ambitiebundel Veerkracht, ons sectormemorandum, de New Deal Lokaal Beleid en enten zich ook op de beleidsnota Cultuur van Vlaams minister van Cultuur, Sven Gatz. Allemaal zeker ook het lezen waard!

Boekstaven

Om je tanden in te zetten...

www.boekstaven.be

vertrouwde Boekstavenmethodologie. Zo blijft de traditie van betrouwbare gegevensverzame-ling gehandhaafd. Boekstaven-proof dus!

De uitgebreide rapportage en methodologie, evenals de reeks Boekstaven, vind je op:

Page 6: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Makelaars in bindkracht

De samenleving een geweten schoppen

Thema’s die ertoe doen

Vorming voor wie meer zoekt

@Gezinsbond | Krokuskriebels

kunnen niet zonder de steun van de koepelorga-nisatie en de professionals.

Twee derden eigen inkomstenDe verenigingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht, namelijk 64%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 36%.

De grootste brok subsidies komt uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk (20%).

Door de besparingen en de financiële crisis zagen veel verenigingen hun inkomsten slinken. Niet alleen moesten ze het stellen met minder

structurele en projectsubsidies, ook ontving ruim de helft van de organisaties minder lidgelden en minder schenkingen. Ook op gebied van sponsoring zag de helft van de verenigingen een daling van deze inkomsten-bron.

Uitgaven: personeelskosten overstijgen subsidiesPersoneelskosten en kosten voor de dagelijkse werking zijn veruit de grootste uitgavenposten, respectievelijk 47% en 42%. De personeelskos-ten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenenwerk ruimschoots met de helft (zie kader).

Uit een bevraging van de FOV (november 2014) blijkt dat drie kwart van de organisaties die moest besparen ervoor koos personeel niet te vervangen bij verloop. Voor de komende jaren weet één op drie verenigingen nu al zeker dat ze het moet stellen met minder personeel.

Dit heeft ook gevolgen voor het aanbod. Ruim de helft (54%) van de verenigingen ziet zich genoodzaakt hier de komende jaren op te besparen.

Het aantal geregistreerde vrijwilligers schom-melt wat doorheen de jaren, maar blijft globaal genomen stabiel. Wel zien we een lichte daling in het aantal bestuursvrijwilligers. Deze tendens volgt een trend van veranderende (n.b. niet verminderende) participatie die ook elders in de maatschappij te zien is.

Bottom-up innovatie Afdelingen zijn stuk voor stuk uniek, met als gevolg dat uit afdelingen vaak spin-offs ontstaan met een geheel nieuwe werking. Denk maar aan een sportclub voor mensen met een beperking. Ze zijn inspirerende voorbeelden voor andere groepen, zodat spin-offs vaak landelijk gekopi-eerd worden.

Profiel van de professionalBij de verenigingen werken 1221 professionals. Samen zijn zij goed voor 1034 VTE. 65% van de professionals werkt inhoudelijk. De helft van de verenigingen heeft minder dan 10 medewerkers in dienst.Gemiddeld is er per 254 vrijwilligers één profes-sionele ondersteuner.

Het mag dus gezegd zijn dat de vrijwilligers de dragers van hun vereniging zijn. Maar zij

Landelijke ondersteuning: lokale bindkrachtLokale afdelingen zorgen voor energie en bindkracht in buurten, dorpen en steden. Een wisselwerking met hun landelijke secretariaten, die voor ondersteuning zorgen, versterkt die lokale kracht. Lokale kernen seinen de ideeën, praktijken en waarden naar de landelijke organi-satie. Die pikt ze op, geeft ze een kader en verspreidt ze over het hele land. Zo krijgen de lokale kernen, als onderdeel van een grotere visie, meer slagkracht.

De verenigingen telden in 2013 14.102 afdelin-gen (gemiddeld 43 per gemeente). Onderling

zijn er veel verschillen. Bijvoorbeeld in omvang: de kleinste vereniging telt 58 afdelingen, de grootste 1225. De helft van alle verenigingen heeft meer dan 135 afdelingen.

Vrijwilligers zijn de motorVrijwilligers zijn niet weg te denken uit vereni-gingen. Sterker nog, ze zijn de verenigingen. Het engagement van ruim 184.000 vrijwilligers brengt leven in de brouwerij en samen zorgen zij voor bijna 9 miljoen deelnames aan activiteiten per jaar. Van deze vrijwilligers nemen om en bij 125.000 een verantwoordelijkheid op als bestuurder.

Page 7: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Verenigingen zijn netwerken van lokale of categoriale afdelingen, verspreid tot in elke uithoek in Vlaanderen en Brussel. Verenigingen verbinden. Verenigingen bouwen bruggen. Verenigin-gen zijn aanwakkeraars van lokale oplossingen. Daarmee zijn ze de jus van de samenleving. Smaakmakers, die met al hun activiteiten, publicaties en acties bijdragen tot emancipatie, participatie en solidariteit in de maatschappij.Verenigingen zijn er in alle soorten en gewichten. Sommige hebben een algemene werking, andere spitsen zich toe op een bepaalde groep (etnische-culturele minderheden, senioren, vrouwen, …) of een bepaald thema (milieu, cultuurbeleving, …).

Sociaal-culturele verenigingen

kunnen niet zonder de steun van de koepelorga-nisatie en de professionals.

Twee derden eigen inkomstenDe verenigingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht, namelijk 64%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 36%.

De grootste brok subsidies komt uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk (20%).

Door de besparingen en de financiële crisis zagen veel verenigingen hun inkomsten slinken. Niet alleen moesten ze het stellen met minder

structurele en projectsubsidies, ook ontving ruim de helft van de organisaties minder lidgelden en minder schenkingen. Ook op gebied van sponsoring zag de helft van de verenigingen een daling van deze inkomsten-bron.

Uitgaven: personeelskosten overstijgen subsidiesPersoneelskosten en kosten voor de dagelijkse werking zijn veruit de grootste uitgavenposten, respectievelijk 47% en 42%. De personeelskos-ten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenenwerk ruimschoots met de helft (zie kader).

Uit een bevraging van de FOV (november 2014) blijkt dat drie kwart van de organisaties die moest besparen ervoor koos personeel niet te vervangen bij verloop. Voor de komende jaren weet één op drie verenigingen nu al zeker dat ze het moet stellen met minder personeel.

Dit heeft ook gevolgen voor het aanbod. Ruim de helft (54%) van de verenigingen ziet zich genoodzaakt hier de komende jaren op te besparen.

Het aantal geregistreerde vrijwilligers schom-melt wat doorheen de jaren, maar blijft globaal genomen stabiel. Wel zien we een lichte daling in het aantal bestuursvrijwilligers. Deze tendens volgt een trend van veranderende (n.b. niet verminderende) participatie die ook elders in de maatschappij te zien is.

Bottom-up innovatie Afdelingen zijn stuk voor stuk uniek, met als gevolg dat uit afdelingen vaak spin-offs ontstaan met een geheel nieuwe werking. Denk maar aan een sportclub voor mensen met een beperking. Ze zijn inspirerende voorbeelden voor andere groepen, zodat spin-offs vaak landelijk gekopi-eerd worden.

Profiel van de professionalBij de verenigingen werken 1221 professionals. Samen zijn zij goed voor 1034 VTE. 65% van de professionals werkt inhoudelijk. De helft van de verenigingen heeft minder dan 10 medewerkers in dienst.Gemiddeld is er per 254 vrijwilligers één profes-sionele ondersteuner.

Het mag dus gezegd zijn dat de vrijwilligers de dragers van hun vereniging zijn. Maar zij

Landelijke ondersteuning: lokale bindkrachtLokale afdelingen zorgen voor energie en bindkracht in buurten, dorpen en steden. Een wisselwerking met hun landelijke secretariaten, die voor ondersteuning zorgen, versterkt die lokale kracht. Lokale kernen seinen de ideeën, praktijken en waarden naar de landelijke organi-satie. Die pikt ze op, geeft ze een kader en verspreidt ze over het hele land. Zo krijgen de lokale kernen, als onderdeel van een grotere visie, meer slagkracht.

De verenigingen telden in 2013 14.102 afdelin-gen (gemiddeld 43 per gemeente). Onderling

zijn er veel verschillen. Bijvoorbeeld in omvang: de kleinste vereniging telt 58 afdelingen, de grootste 1225. De helft van alle verenigingen heeft meer dan 135 afdelingen.

Vrijwilligers zijn de motorVrijwilligers zijn niet weg te denken uit vereni-gingen. Sterker nog, ze zijn de verenigingen. Het engagement van ruim 184.000 vrijwilligers brengt leven in de brouwerij en samen zorgen zij voor bijna 9 miljoen deelnames aan activiteiten per jaar. Van deze vrijwilligers nemen om en bij 125.000 een verantwoordelijkheid op als bestuurder.

0

50000

100000

150000

200000

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

bestuursvrijwilligers

vrijwilligers

Page 8: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

kunnen niet zonder de steun van de koepelorga-nisatie en de professionals.

Twee derden eigen inkomstenDe verenigingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht, namelijk 64%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 36%.

De grootste brok subsidies komt uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk (20%).

Door de besparingen en de financiële crisis zagen veel verenigingen hun inkomsten slinken. Niet alleen moesten ze het stellen met minder

structurele en projectsubsidies, ook ontving ruim de helft van de organisaties minder lidgelden en minder schenkingen. Ook op gebied van sponsoring zag de helft van de verenigingen een daling van deze inkomsten-bron.

Uitgaven: personeelskosten overstijgen subsidiesPersoneelskosten en kosten voor de dagelijkse werking zijn veruit de grootste uitgavenposten, respectievelijk 47% en 42%. De personeelskos-ten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenenwerk ruimschoots met de helft (zie kader).

Uit een bevraging van de FOV (november 2014) blijkt dat drie kwart van de organisaties die moest besparen ervoor koos personeel niet te vervangen bij verloop. Voor de komende jaren weet één op drie verenigingen nu al zeker dat ze het moet stellen met minder personeel.

Dit heeft ook gevolgen voor het aanbod. Ruim de helft (54%) van de verenigingen ziet zich genoodzaakt hier de komende jaren op te besparen.

Het aantal geregistreerde vrijwilligers schom-melt wat doorheen de jaren, maar blijft globaal genomen stabiel. Wel zien we een lichte daling in het aantal bestuursvrijwilligers. Deze tendens volgt een trend van veranderende (n.b. niet verminderende) participatie die ook elders in de maatschappij te zien is.

Bottom-up innovatie Afdelingen zijn stuk voor stuk uniek, met als gevolg dat uit afdelingen vaak spin-offs ontstaan met een geheel nieuwe werking. Denk maar aan een sportclub voor mensen met een beperking. Ze zijn inspirerende voorbeelden voor andere groepen, zodat spin-offs vaak landelijk gekopi-eerd worden.

Profiel van de professionalBij de verenigingen werken 1221 professionals. Samen zijn zij goed voor 1034 VTE. 65% van de professionals werkt inhoudelijk. De helft van de verenigingen heeft minder dan 10 medewerkers in dienst.Gemiddeld is er per 254 vrijwilligers één profes-sionele ondersteuner.

Het mag dus gezegd zijn dat de vrijwilligers de dragers van hun vereniging zijn. Maar zij

Landelijke ondersteuning: lokale bindkrachtLokale afdelingen zorgen voor energie en bindkracht in buurten, dorpen en steden. Een wisselwerking met hun landelijke secretariaten, die voor ondersteuning zorgen, versterkt die lokale kracht. Lokale kernen seinen de ideeën, praktijken en waarden naar de landelijke organi-satie. Die pikt ze op, geeft ze een kader en verspreidt ze over het hele land. Zo krijgen de lokale kernen, als onderdeel van een grotere visie, meer slagkracht.

De verenigingen telden in 2013 14.102 afdelin-gen (gemiddeld 43 per gemeente). Onderling

zijn er veel verschillen. Bijvoorbeeld in omvang: de kleinste vereniging telt 58 afdelingen, de grootste 1225. De helft van alle verenigingen heeft meer dan 135 afdelingen.

Vrijwilligers zijn de motorVrijwilligers zijn niet weg te denken uit vereni-gingen. Sterker nog, ze zijn de verenigingen. Het engagement van ruim 184.000 vrijwilligers brengt leven in de brouwerij en samen zorgen zij voor bijna 9 miljoen deelnames aan activiteiten per jaar. Van deze vrijwilligers nemen om en bij 125.000 een verantwoordelijkheid op als bestuurder.

254

Belangrijkste pijlers

19vrijwilligers perprofessioneleondersteuner

afdelingen perprofessioneleondersteuner

@KVG - Open kijk op Handicap

Page 9: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

kunnen niet zonder de steun van de koepelorga-nisatie en de professionals.

Twee derden eigen inkomstenDe verenigingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht, namelijk 64%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 36%.

De grootste brok subsidies komt uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk (20%).

Door de besparingen en de financiële crisis zagen veel verenigingen hun inkomsten slinken. Niet alleen moesten ze het stellen met minder

structurele en projectsubsidies, ook ontving ruim de helft van de organisaties minder lidgelden en minder schenkingen. Ook op gebied van sponsoring zag de helft van de verenigingen een daling van deze inkomsten-bron.

Uitgaven: personeelskosten overstijgen subsidiesPersoneelskosten en kosten voor de dagelijkse werking zijn veruit de grootste uitgavenposten, respectievelijk 47% en 42%. De personeelskos-ten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenenwerk ruimschoots met de helft (zie kader).

Uit een bevraging van de FOV (november 2014) blijkt dat drie kwart van de organisaties die moest besparen ervoor koos personeel niet te vervangen bij verloop. Voor de komende jaren weet één op drie verenigingen nu al zeker dat ze het moet stellen met minder personeel.

Dit heeft ook gevolgen voor het aanbod. Ruim de helft (54%) van de verenigingen ziet zich genoodzaakt hier de komende jaren op te besparen.

Het aantal geregistreerde vrijwilligers schom-melt wat doorheen de jaren, maar blijft globaal genomen stabiel. Wel zien we een lichte daling in het aantal bestuursvrijwilligers. Deze tendens volgt een trend van veranderende (n.b. niet verminderende) participatie die ook elders in de maatschappij te zien is.

Bottom-up innovatie Afdelingen zijn stuk voor stuk uniek, met als gevolg dat uit afdelingen vaak spin-offs ontstaan met een geheel nieuwe werking. Denk maar aan een sportclub voor mensen met een beperking. Ze zijn inspirerende voorbeelden voor andere groepen, zodat spin-offs vaak landelijk gekopi-eerd worden.

Profiel van de professionalBij de verenigingen werken 1221 professionals. Samen zijn zij goed voor 1034 VTE. 65% van de professionals werkt inhoudelijk. De helft van de verenigingen heeft minder dan 10 medewerkers in dienst.Gemiddeld is er per 254 vrijwilligers één profes-sionele ondersteuner.

Het mag dus gezegd zijn dat de vrijwilligers de dragers van hun vereniging zijn. Maar zij

Landelijke ondersteuning: lokale bindkrachtLokale afdelingen zorgen voor energie en bindkracht in buurten, dorpen en steden. Een wisselwerking met hun landelijke secretariaten, die voor ondersteuning zorgen, versterkt die lokale kracht. Lokale kernen seinen de ideeën, praktijken en waarden naar de landelijke organi-satie. Die pikt ze op, geeft ze een kader en verspreidt ze over het hele land. Zo krijgen de lokale kernen, als onderdeel van een grotere visie, meer slagkracht.

De verenigingen telden in 2013 14.102 afdelin-gen (gemiddeld 43 per gemeente). Onderling

zijn er veel verschillen. Bijvoorbeeld in omvang: de kleinste vereniging telt 58 afdelingen, de grootste 1225. De helft van alle verenigingen heeft meer dan 135 afdelingen.

Vrijwilligers zijn de motorVrijwilligers zijn niet weg te denken uit vereni-gingen. Sterker nog, ze zijn de verenigingen. Het engagement van ruim 184.000 vrijwilligers brengt leven in de brouwerij en samen zorgen zij voor bijna 9 miljoen deelnames aan activiteiten per jaar. Van deze vrijwilligers nemen om en bij 125.000 een verantwoordelijkheid op als bestuurder.

structurele en projectsubsidies, ook ontving ruim de helft van de organisaties minder lidgelden en minder schenkingen. Ook op gebied van sponsoring zag de helft van de verenigingen een daling van deze inkomsten-

Uitgaven: personeelskosten overstijgen

Personeelskosten en kosten voor de dagelijkse werking zijn veruit de grootste uitgavenposten, respectievelijk 47% en 42%. De personeelskos-ten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenenwerk ruimschoots

Uit een bevraging van de FOV (november 2014) blijkt dat drie kwart van de organisaties die moest besparen ervoor koos personeel niet te vervangen bij verloop. Voor de komende jaren weet één op drie verenigingen nu al zeker dat ze

Dit heeft ook gevolgen voor het aanbod. Ruim de helft (54%) van de verenigingen ziet zich genoodzaakt hier de komende jaren op te

57 makelaars in bindkracht die...

VERBINDEN OP GROTE EN KLEINE SCHAAL

LOKALE OPLOSSINGEN MOGELIJK MAKEN

BOUWEN AAN SOLIDARITEIT

AANZETTEN TOT PARTICIPATIE

INDIVIDUEN STERKER MAKEN

Twee derden eigen inkomsten

64%

20%

36%

eigeninkomsten

subsidiesdecreet

subsidiestotaal

Personeelskostenoverstijgen subsidies

149 %

100 % subsidies uit het decreet

personeelskosten

Page 10: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

@Amnesty International Vlaanderen |Demonstratie tegen foltering in Oezbekistan

Momenteel genereren bewegingen het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 55%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 45% waarvan 26% uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Flirten met de ondergrensDe werksoort bewegingen is pas sinds 2013 volwaardig erkend. Daarmee staan ze eindelijk op gelijke voet met de andere werksoorten en genieten ze meer zekerheid. Minister Gatz kondigde aan in 2015 niet te zullen besparen op

deze werksoort omdat ze ‘al flirten met het decretale minimum’. Echter, alle bewegingen ontvangen omwille van ontoereikende budget-ten al minder subsidies uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk dan werd voorgesteld door de bevoegde adviescommis-sie. De helft van de organisaties ontvangt bovendien minder dan het minimum dat het decreet voorschrijft. Een rechtzetting is hier echt noodzakelijk.

krachten in binnen en buitenland bundelen. Nagenoeg alle bewegingen benadrukken de meerwaarde van internationaal samenwerken, maar de mankracht en de middelen om hier effectief werk van te maken ontbreken vaak. Meer ondersteuning om in te zetten op deze steeds groter wordende internationale dynamiek is een must. Voor bewegingen, maar ook voor Vlaanderen. Via bewegingen vinden onze visie en aanpak van maatschappelijke problemen hun weg naar de rest van de wereld. Met regelmaat van de klok worden hun campag-nes bekroond in internationale wedstrijden en vormen Vlaamse grassroot-projecten de motor voor verandering buiten de grenzen (zie ook pagina 48).

Meer dan de helft eigen inkomstenBewegingen hebben nood aan een diverse portefeuille om zich ten opzichte van de private markt, de overheid en van de burger, ten volle kritisch en innovatief te kunnen ontwikkelen. De mogelijkheden tot het ontwikkelen van financie-ring uit diverse bronnen moet toegankelijk zijn, maar een ruim financieel stabiel subsidierings-kader is minstens even belangrijk om de onafhankelijkheid van deze kritische en innova-tieve organisaties te kunnen garanderen.

Luis in de pelsGraadmeter van een gezonde democratie

Bewegingen schoppen de samenleving een geweten. Ze maken taboes bespreekbaar, ze lanceren nieuwe trends, ze veranderen attitudes, ze wegen op het beleid. Ze nodigen mensen uit om hun stem te laten horen en zich te engageren in het maatschappelijke debat. De campagnes en praktijken van bewegingen zijn vaak vele malen bekender dan de namen van de organisaties. Denk alleen al aan de Repair Cafés, het privacy-debat, Equal Payday, Sam de Verkeersslang,..., En dan hebben we het enkel over het afgelopen jaar!

Blik op de wereldLocal roots, Global reach

Bewegingen laten zich niet stoppen door afstand. Geholpen door het internet en de sociale media maken ze deel uit van internatio-nale netwerken. Partnerorganisaties helpen hen aan de meest recente informatie en versterken hun slagkracht op het internationale toneel. Door de aard van de problemen die bewegingen aankaarten is dit ook een absolute noodzaak. Grote maatschappelijke problemen los je niet op door alleen in Vlaanderen een effectief beleid te propageren. Als je echt verandering wil brengen moet je de ideeën, oplossingen en

Page 11: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

De bewegingen: dat zijn 31 organisaties met een actieve voortrekkersrol rond thema’s zoals; mobiliteit, burgerschap, vrede, armoedebestrijding, duurzaamheid, …

Bewegingen zijn gebeten en gedreven door verandering. Ze brengen mensen ‘in beweging’. Ze innoveren, inspireren, sensibiliseren, empoweren en zetten aan tot sociale actie en initiatief. Zo bewegen ze de samenleving naar meer engagement, creatieve oplossingen en kritische reflectie.

Sociaal-culturele bewegingen

Momenteel genereren bewegingen het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 55%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 45% waarvan 26% uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Flirten met de ondergrensDe werksoort bewegingen is pas sinds 2013 volwaardig erkend. Daarmee staan ze eindelijk op gelijke voet met de andere werksoorten en genieten ze meer zekerheid. Minister Gatz kondigde aan in 2015 niet te zullen besparen op

deze werksoort omdat ze ‘al flirten met het decretale minimum’. Echter, alle bewegingen ontvangen omwille van ontoereikende budget-ten al minder subsidies uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk dan werd voorgesteld door de bevoegde adviescommis-sie. De helft van de organisaties ontvangt bovendien minder dan het minimum dat het decreet voorschrijft. Een rechtzetting is hier echt noodzakelijk.

krachten in binnen en buitenland bundelen. Nagenoeg alle bewegingen benadrukken de meerwaarde van internationaal samenwerken, maar de mankracht en de middelen om hier effectief werk van te maken ontbreken vaak. Meer ondersteuning om in te zetten op deze steeds groter wordende internationale dynamiek is een must. Voor bewegingen, maar ook voor Vlaanderen. Via bewegingen vinden onze visie en aanpak van maatschappelijke problemen hun weg naar de rest van de wereld. Met regelmaat van de klok worden hun campag-nes bekroond in internationale wedstrijden en vormen Vlaamse grassroot-projecten de motor voor verandering buiten de grenzen (zie ook pagina 48).

Meer dan de helft eigen inkomstenBewegingen hebben nood aan een diverse portefeuille om zich ten opzichte van de private markt, de overheid en van de burger, ten volle kritisch en innovatief te kunnen ontwikkelen. De mogelijkheden tot het ontwikkelen van financie-ring uit diverse bronnen moet toegankelijk zijn, maar een ruim financieel stabiel subsidierings-kader is minstens even belangrijk om de onafhankelijkheid van deze kritische en innova-tieve organisaties te kunnen garanderen.

Luis in de pelsGraadmeter van een gezonde democratie

Bewegingen schoppen de samenleving een geweten. Ze maken taboes bespreekbaar, ze lanceren nieuwe trends, ze veranderen attitudes, ze wegen op het beleid. Ze nodigen mensen uit om hun stem te laten horen en zich te engageren in het maatschappelijke debat. De campagnes en praktijken van bewegingen zijn vaak vele malen bekender dan de namen van de organisaties. Denk alleen al aan de Repair Cafés, het privacy-debat, Equal Payday, Sam de Verkeersslang,..., En dan hebben we het enkel over het afgelopen jaar!

Blik op de wereldLocal roots, Global reach

Bewegingen laten zich niet stoppen door afstand. Geholpen door het internet en de sociale media maken ze deel uit van internatio-nale netwerken. Partnerorganisaties helpen hen aan de meest recente informatie en versterken hun slagkracht op het internationale toneel. Door de aard van de problemen die bewegingen aankaarten is dit ook een absolute noodzaak. Grote maatschappelijke problemen los je niet op door alleen in Vlaanderen een effectief beleid te propageren. Als je echt verandering wil brengen moet je de ideeën, oplossingen en

Page 12: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Momenteel genereren bewegingen het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 55%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 45% waarvan 26% uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Flirten met de ondergrensDe werksoort bewegingen is pas sinds 2013 volwaardig erkend. Daarmee staan ze eindelijk op gelijke voet met de andere werksoorten en genieten ze meer zekerheid. Minister Gatz kondigde aan in 2015 niet te zullen besparen op

deze werksoort omdat ze ‘al flirten met het decretale minimum’. Echter, alle bewegingen ontvangen omwille van ontoereikende budget-ten al minder subsidies uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk dan werd voorgesteld door de bevoegde adviescommis-sie. De helft van de organisaties ontvangt bovendien minder dan het minimum dat het decreet voorschrijft. Een rechtzetting is hier echt noodzakelijk.

krachten in binnen en buitenland bundelen. Nagenoeg alle bewegingen benadrukken de meerwaarde van internationaal samenwerken, maar de mankracht en de middelen om hier effectief werk van te maken ontbreken vaak. Meer ondersteuning om in te zetten op deze steeds groter wordende internationale dynamiek is een must. Voor bewegingen, maar ook voor Vlaanderen. Via bewegingen vinden onze visie en aanpak van maatschappelijke problemen hun weg naar de rest van de wereld. Met regelmaat van de klok worden hun campag-nes bekroond in internationale wedstrijden en vormen Vlaamse grassroot-projecten de motor voor verandering buiten de grenzen (zie ook pagina 48).

Meer dan de helft eigen inkomstenBewegingen hebben nood aan een diverse portefeuille om zich ten opzichte van de private markt, de overheid en van de burger, ten volle kritisch en innovatief te kunnen ontwikkelen. De mogelijkheden tot het ontwikkelen van financie-ring uit diverse bronnen moet toegankelijk zijn, maar een ruim financieel stabiel subsidierings-kader is minstens even belangrijk om de onafhankelijkheid van deze kritische en innova-tieve organisaties te kunnen garanderen.

Luis in de pelsGraadmeter van een gezonde democratie

Bewegingen schoppen de samenleving een geweten. Ze maken taboes bespreekbaar, ze lanceren nieuwe trends, ze veranderen attitudes, ze wegen op het beleid. Ze nodigen mensen uit om hun stem te laten horen en zich te engageren in het maatschappelijke debat. De campagnes en praktijken van bewegingen zijn vaak vele malen bekender dan de namen van de organisaties. Denk alleen al aan de Repair Cafés, het privacy-debat, Equal Payday, Sam de Verkeersslang,..., En dan hebben we het enkel over het afgelopen jaar!

Blik op de wereldLocal roots, Global reach

Bewegingen laten zich niet stoppen door afstand. Geholpen door het internet en de sociale media maken ze deel uit van internatio-nale netwerken. Partnerorganisaties helpen hen aan de meest recente informatie en versterken hun slagkracht op het internationale toneel. Door de aard van de problemen die bewegingen aankaarten is dit ook een absolute noodzaak. Grote maatschappelijke problemen los je niet op door alleen in Vlaanderen een effectief beleid te propageren. Als je echt verandering wil brengen moet je de ideeën, oplossingen en

@Zij-kant / ABVV | Equal Pay Day

Maatschappelijke innovatie zit in de kern en het DNA van iedere beweging. Het soeppunt van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, donderdag veggiedag van EVA, de stiltehoeves van BZN, FairFin met de ranking van banken en hun praktische wegwijzer naar fair geld, Samenhuizen met hun digitaal platform voor samenhuizers, Waerbeke met de stiltegebieden en het stiltecentrum, NBV met hun Repair Cafés, de bomspot-tings van Vredesactie... allemaal praktij-ken die de spelregels van de samenleving aan het veranderen zijn.”

Bram Wets (Liga voor mensenrechten)

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

decretaal minimum

Subsidie per organisatie

(€ 120.530)

Page 13: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Momenteel genereren bewegingen het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 55%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 45% waarvan 26% uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Flirten met de ondergrensDe werksoort bewegingen is pas sinds 2013 volwaardig erkend. Daarmee staan ze eindelijk op gelijke voet met de andere werksoorten en genieten ze meer zekerheid. Minister Gatz kondigde aan in 2015 niet te zullen besparen op

deze werksoort omdat ze ‘al flirten met het decretale minimum’. Echter, alle bewegingen ontvangen omwille van ontoereikende budget-ten al minder subsidies uit het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk dan werd voorgesteld door de bevoegde adviescommis-sie. De helft van de organisaties ontvangt bovendien minder dan het minimum dat het decreet voorschrijft. Een rechtzetting is hier echt noodzakelijk.

krachten in binnen en buitenland bundelen. Nagenoeg alle bewegingen benadrukken de meerwaarde van internationaal samenwerken, maar de mankracht en de middelen om hier effectief werk van te maken ontbreken vaak. Meer ondersteuning om in te zetten op deze steeds groter wordende internationale dynamiek is een must. Voor bewegingen, maar ook voor Vlaanderen. Via bewegingen vinden onze visie en aanpak van maatschappelijke problemen hun weg naar de rest van de wereld. Met regelmaat van de klok worden hun campag-nes bekroond in internationale wedstrijden en vormen Vlaamse grassroot-projecten de motor voor verandering buiten de grenzen (zie ook pagina 48).

Meer dan de helft eigen inkomstenBewegingen hebben nood aan een diverse portefeuille om zich ten opzichte van de private markt, de overheid en van de burger, ten volle kritisch en innovatief te kunnen ontwikkelen. De mogelijkheden tot het ontwikkelen van financie-ring uit diverse bronnen moet toegankelijk zijn, maar een ruim financieel stabiel subsidierings-kader is minstens even belangrijk om de onafhankelijkheid van deze kritische en innova-tieve organisaties te kunnen garanderen.

Luis in de pelsGraadmeter van een gezonde democratie

Bewegingen schoppen de samenleving een geweten. Ze maken taboes bespreekbaar, ze lanceren nieuwe trends, ze veranderen attitudes, ze wegen op het beleid. Ze nodigen mensen uit om hun stem te laten horen en zich te engageren in het maatschappelijke debat. De campagnes en praktijken van bewegingen zijn vaak vele malen bekender dan de namen van de organisaties. Denk alleen al aan de Repair Cafés, het privacy-debat, Equal Payday, Sam de Verkeersslang,..., En dan hebben we het enkel over het afgelopen jaar!

Blik op de wereldLocal roots, Global reach

Bewegingen laten zich niet stoppen door afstand. Geholpen door het internet en de sociale media maken ze deel uit van internatio-nale netwerken. Partnerorganisaties helpen hen aan de meest recente informatie en versterken hun slagkracht op het internationale toneel. Door de aard van de problemen die bewegingen aankaarten is dit ook een absolute noodzaak. Grote maatschappelijke problemen los je niet op door alleen in Vlaanderen een effectief beleid te propageren. Als je echt verandering wil brengen moet je de ideeën, oplossingen en

DE SAMENLEVING EEN GEWETEN SCHOPPEN

VIA ONDERZOEK ANTWOORDEN VINDEN EN

PROMOTEN

MENSEN VORMEN, BETREKKEN EN SENSIBILISEREN

DAADKRACHTIGE OPLOS-SINGEN LANCEREN IN DE

SAMENLEVING

DE DEMOCRATIE VERSTERKEN

55% 26%

45%

eigeninkomsten

subsidiesdecreet

subsidiestotaal

158 %

100 % subsidies uit het decreet

personeelskosten

“De januskop van het beleid stamceldonatie”(DM van 18/01/2014)

De Maakbare Mens: “het opiniestuk waar-mee we het communicatiebeleid van het Rode Kruis omtrent stamceldonatie aan de kaak stelden werd snel door andere media opgepikt (hoofdpunt in het journaal, VTM-nieuws, Ter Zake, alle kranten, etc). Hiermee wist meteen iedereen in Vlaande-ren wat de problematiek was en begon er op beleidsvlak mondjesmaat eindelijk één en ander te veranderen.”

Page 14: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

@ Vormingplus Kempen | Duurzame Kempen

ten. Die vertalen ze naar gevatte, actuele projec-ten en vormingen die het verschil maken.

Profiel van de professionalBij de Vormingplus-centra werken 183 profes-sionals. Net als bij de andere werksoorten zijn dit voornamelijk vrouwen (73%). De gemiddel-de leeftijd is 44 jaar en zij zijn gemiddeld 10 jaar aan hun organisatie verbonden. De helft van de Vormingplus-centra heeft minder dan 12 mede-werkers in dienst.

Het vlees van het botDe afgelopen jaren werden de Vorming-plus-centra geconfronteerd met forse verande-ringen. In 2011 bespaarde toenmalig Cultuurmi-nister Schauvliege twee miljoen euro op de volkshogescholen. Dat was een vermindering van het budget met maar liefst 25%. Ook deze beleidsperiode kijken de Vormingplus-centra aan tegen een besparing van 5%.

Het vlees is van het bot. Sinds 2011 moesten de Vormingplus-centra het naast de structurele subsidies ook stellen met minder inkomsten uit projectsubsidies.

De komende besparing heeft verdere gevolgen voor de tewerkstelling en het aanbod, zo blijkt uit een bevraging van de FOV (november 2014). Bijna 60% van de organisaties ziet zich gedwon-gen extra te besparen op personeel.

Evolutie deelnamesSteeds meer mensen nemen deel aan een activiteit of project van Vormingplus. Sinds 2007 zien we een groei van 60%. De groei zet zich ook na de besparingen van 2011 door, weliswaar met een knik. Vormingplus leidt bovendien heel wat mensen naar het educatief aanbod van partners.

Geboren netwerkersMeer en meer activiteiten van Vormingplus ontstaan in samenwerking met partnerorganisa-ties in de regio. Gemeenten, OCMW’s, cultuur- en gemeenschapscentra en middenveldorgani-saties, vormen de top van samenwerkingspart-ners. Zo creëren de centra met beperkte midde-len een maximaal bereik. Ten opzichte van zeven jaar geleden werken ze ruim 2,5 keer vaker samen met gemeenten en steden, in totaal zo’n 1100 keer.

Ook het aanbod aan eigen activiteiten groeit nog steeds.

Innovatieve projectenVormingplus draagt innovatie hoog in het vaandel. De centra speuren voortdurend de horizon af op zoek naar nieuwe trends en inzich-

13 maal lokaalDe 13 Vormingplus-centra werken aan dezelfde opdrachten, maar hebben elk een eigen identi-teit. Vormingplus Brussel (Citizenne) kan je niet vergelijken met Vormingplus Kempen en Vormingplus regio Mechelen is anders dan Vormingplus Limburg... Een andere regio betekent andere uitdagingen én een andere koers.

Thema’s die ertoe doenDe projecten en cursussen zijn gedreven door een visie. Ze sluiten aan bij de leefwereld van de deelnemers en de Vormingplussen waken erover dat het aanbod maatschappelijk relevant en ‘to-the-point’ blijft én op een plezante manier gebracht wordt.

Breed bereikDe Vormingplus-centra zetten hun antennes uit om het educatief aanbod maximaal te spreiden in de regio. Zo is er steeds een Vormingplus-ac-tiviteit in je buurt:

- In 79% van de gemeenten vindt jaarlijks minstens één Vormingplus-activiteit plaats;- 1 gemeente op 5 werkt mee om kansengroe-pen te bereiken;- 51% van de deelnemers komt voor de eerste keer proeven van het vormingsaanbod;- 6.730 activiteiten in 2013;- 35.000 eigen uren vorming naast de projecten en samenwerkingen.

Page 15: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

De Vormingplus-centra, of volkshogescholen, zijn regionale vormingsinstellingen met een brede kijk. Zij werken elk aan een waaier van (educatieve) activiteiten. Zij brengen deelnemers persoonlijke, sociale en culturele competenties bij en stimuleren hun deelname aan de samen-leving.

De Vormingplus-centra richten zich naar alle inwoners, met bijzondere aandacht voor groepen die moeilijker hun weg naar vorming vinden. Daartoe werken ze samen met tal van sociale en culturele sleutelfiguren, organisaties en sectoren.

Vormingplus-centra

ten. Die vertalen ze naar gevatte, actuele projec-ten en vormingen die het verschil maken.

Profiel van de professionalBij de Vormingplus-centra werken 183 profes-sionals. Net als bij de andere werksoorten zijn dit voornamelijk vrouwen (73%). De gemiddel-de leeftijd is 44 jaar en zij zijn gemiddeld 10 jaar aan hun organisatie verbonden. De helft van de Vormingplus-centra heeft minder dan 12 mede-werkers in dienst.

Het vlees van het botDe afgelopen jaren werden de Vorming-plus-centra geconfronteerd met forse verande-ringen. In 2011 bespaarde toenmalig Cultuurmi-nister Schauvliege twee miljoen euro op de volkshogescholen. Dat was een vermindering van het budget met maar liefst 25%. Ook deze beleidsperiode kijken de Vormingplus-centra aan tegen een besparing van 5%.

Het vlees is van het bot. Sinds 2011 moesten de Vormingplus-centra het naast de structurele subsidies ook stellen met minder inkomsten uit projectsubsidies.

De komende besparing heeft verdere gevolgen voor de tewerkstelling en het aanbod, zo blijkt uit een bevraging van de FOV (november 2014). Bijna 60% van de organisaties ziet zich gedwon-gen extra te besparen op personeel.

Evolutie deelnamesSteeds meer mensen nemen deel aan een activiteit of project van Vormingplus. Sinds 2007 zien we een groei van 60%. De groei zet zich ook na de besparingen van 2011 door, weliswaar met een knik. Vormingplus leidt bovendien heel wat mensen naar het educatief aanbod van partners.

Geboren netwerkersMeer en meer activiteiten van Vormingplus ontstaan in samenwerking met partnerorganisa-ties in de regio. Gemeenten, OCMW’s, cultuur- en gemeenschapscentra en middenveldorgani-saties, vormen de top van samenwerkingspart-ners. Zo creëren de centra met beperkte midde-len een maximaal bereik. Ten opzichte van zeven jaar geleden werken ze ruim 2,5 keer vaker samen met gemeenten en steden, in totaal zo’n 1100 keer.

Ook het aanbod aan eigen activiteiten groeit nog steeds.

Innovatieve projectenVormingplus draagt innovatie hoog in het vaandel. De centra speuren voortdurend de horizon af op zoek naar nieuwe trends en inzich-

13 maal lokaalDe 13 Vormingplus-centra werken aan dezelfde opdrachten, maar hebben elk een eigen identi-teit. Vormingplus Brussel (Citizenne) kan je niet vergelijken met Vormingplus Kempen en Vormingplus regio Mechelen is anders dan Vormingplus Limburg... Een andere regio betekent andere uitdagingen én een andere koers.

Thema’s die ertoe doenDe projecten en cursussen zijn gedreven door een visie. Ze sluiten aan bij de leefwereld van de deelnemers en de Vormingplussen waken erover dat het aanbod maatschappelijk relevant en ‘to-the-point’ blijft én op een plezante manier gebracht wordt.

Breed bereikDe Vormingplus-centra zetten hun antennes uit om het educatief aanbod maximaal te spreiden in de regio. Zo is er steeds een Vormingplus-ac-tiviteit in je buurt:

- In 79% van de gemeenten vindt jaarlijks minstens één Vormingplus-activiteit plaats;- 1 gemeente op 5 werkt mee om kansengroe-pen te bereiken;- 51% van de deelnemers komt voor de eerste keer proeven van het vormingsaanbod;- 6.730 activiteiten in 2013;- 35.000 eigen uren vorming naast de projecten en samenwerkingen.

Page 16: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

ten. Die vertalen ze naar gevatte, actuele projec-ten en vormingen die het verschil maken.

Profiel van de professionalBij de Vormingplus-centra werken 183 profes-sionals. Net als bij de andere werksoorten zijn dit voornamelijk vrouwen (73%). De gemiddel-de leeftijd is 44 jaar en zij zijn gemiddeld 10 jaar aan hun organisatie verbonden. De helft van de Vormingplus-centra heeft minder dan 12 mede-werkers in dienst.

Het vlees van het botDe afgelopen jaren werden de Vorming-plus-centra geconfronteerd met forse verande-ringen. In 2011 bespaarde toenmalig Cultuurmi-nister Schauvliege twee miljoen euro op de volkshogescholen. Dat was een vermindering van het budget met maar liefst 25%. Ook deze beleidsperiode kijken de Vormingplus-centra aan tegen een besparing van 5%.

Het vlees is van het bot. Sinds 2011 moesten de Vormingplus-centra het naast de structurele subsidies ook stellen met minder inkomsten uit projectsubsidies.

De komende besparing heeft verdere gevolgen voor de tewerkstelling en het aanbod, zo blijkt uit een bevraging van de FOV (november 2014). Bijna 60% van de organisaties ziet zich gedwon-gen extra te besparen op personeel.

Evolutie deelnamesSteeds meer mensen nemen deel aan een activiteit of project van Vormingplus. Sinds 2007 zien we een groei van 60%. De groei zet zich ook na de besparingen van 2011 door, weliswaar met een knik. Vormingplus leidt bovendien heel wat mensen naar het educatief aanbod van partners.

Geboren netwerkersMeer en meer activiteiten van Vormingplus ontstaan in samenwerking met partnerorganisa-ties in de regio. Gemeenten, OCMW’s, cultuur- en gemeenschapscentra en middenveldorgani-saties, vormen de top van samenwerkingspart-ners. Zo creëren de centra met beperkte midde-len een maximaal bereik. Ten opzichte van zeven jaar geleden werken ze ruim 2,5 keer vaker samen met gemeenten en steden, in totaal zo’n 1100 keer.

Ook het aanbod aan eigen activiteiten groeit nog steeds.

Innovatieve projectenVormingplus draagt innovatie hoog in het vaandel. De centra speuren voortdurend de horizon af op zoek naar nieuwe trends en inzich-

13 maal lokaalDe 13 Vormingplus-centra werken aan dezelfde opdrachten, maar hebben elk een eigen identi-teit. Vormingplus Brussel (Citizenne) kan je niet vergelijken met Vormingplus Kempen en Vormingplus regio Mechelen is anders dan Vormingplus Limburg... Een andere regio betekent andere uitdagingen én een andere koers.

Thema’s die ertoe doenDe projecten en cursussen zijn gedreven door een visie. Ze sluiten aan bij de leefwereld van de deelnemers en de Vormingplussen waken erover dat het aanbod maatschappelijk relevant en ‘to-the-point’ blijft én op een plezante manier gebracht wordt.

Breed bereikDe Vormingplus-centra zetten hun antennes uit om het educatief aanbod maximaal te spreiden in de regio. Zo is er steeds een Vormingplus-ac-tiviteit in je buurt:

- In 79% van de gemeenten vindt jaarlijks minstens één Vormingplus-activiteit plaats;- 1 gemeente op 5 werkt mee om kansengroe-pen te bereiken;- 51% van de deelnemers komt voor de eerste keer proeven van het vormingsaanbod;- 6.730 activiteiten in 2013;- 35.000 eigen uren vorming naast de projecten en samenwerkingen.

Vormingplus -digidokter |@bibliotheek Kortrijk

activiteiten

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

partnerships

partnershipsomzet

subsidies uithet decreet SCvW

groei activitietensinds 2007

sinds 2007

Page 17: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

ten. Die vertalen ze naar gevatte, actuele projec-ten en vormingen die het verschil maken.

Profiel van de professionalBij de Vormingplus-centra werken 183 profes-sionals. Net als bij de andere werksoorten zijn dit voornamelijk vrouwen (73%). De gemiddel-de leeftijd is 44 jaar en zij zijn gemiddeld 10 jaar aan hun organisatie verbonden. De helft van de Vormingplus-centra heeft minder dan 12 mede-werkers in dienst.

Het vlees van het botDe afgelopen jaren werden de Vorming-plus-centra geconfronteerd met forse verande-ringen. In 2011 bespaarde toenmalig Cultuurmi-nister Schauvliege twee miljoen euro op de volkshogescholen. Dat was een vermindering van het budget met maar liefst 25%. Ook deze beleidsperiode kijken de Vormingplus-centra aan tegen een besparing van 5%.

Het vlees is van het bot. Sinds 2011 moesten de Vormingplus-centra het naast de structurele subsidies ook stellen met minder inkomsten uit projectsubsidies.

De komende besparing heeft verdere gevolgen voor de tewerkstelling en het aanbod, zo blijkt uit een bevraging van de FOV (november 2014). Bijna 60% van de organisaties ziet zich gedwon-gen extra te besparen op personeel.

Evolutie deelnamesSteeds meer mensen nemen deel aan een activiteit of project van Vormingplus. Sinds 2007 zien we een groei van 60%. De groei zet zich ook na de besparingen van 2011 door, weliswaar met een knik. Vormingplus leidt bovendien heel wat mensen naar het educatief aanbod van partners.

Geboren netwerkersMeer en meer activiteiten van Vormingplus ontstaan in samenwerking met partnerorganisa-ties in de regio. Gemeenten, OCMW’s, cultuur- en gemeenschapscentra en middenveldorgani-saties, vormen de top van samenwerkingspart-ners. Zo creëren de centra met beperkte midde-len een maximaal bereik. Ten opzichte van zeven jaar geleden werken ze ruim 2,5 keer vaker samen met gemeenten en steden, in totaal zo’n 1100 keer.

Ook het aanbod aan eigen activiteiten groeit nog steeds.

Innovatieve projectenVormingplus draagt innovatie hoog in het vaandel. De centra speuren voortdurend de horizon af op zoek naar nieuwe trends en inzich-

13 maal lokaalDe 13 Vormingplus-centra werken aan dezelfde opdrachten, maar hebben elk een eigen identi-teit. Vormingplus Brussel (Citizenne) kan je niet vergelijken met Vormingplus Kempen en Vormingplus regio Mechelen is anders dan Vormingplus Limburg... Een andere regio betekent andere uitdagingen én een andere koers.

Thema’s die ertoe doenDe projecten en cursussen zijn gedreven door een visie. Ze sluiten aan bij de leefwereld van de deelnemers en de Vormingplussen waken erover dat het aanbod maatschappelijk relevant en ‘to-the-point’ blijft én op een plezante manier gebracht wordt.

Breed bereikDe Vormingplus-centra zetten hun antennes uit om het educatief aanbod maximaal te spreiden in de regio. Zo is er steeds een Vormingplus-ac-tiviteit in je buurt:

- In 79% van de gemeenten vindt jaarlijks minstens één Vormingplus-activiteit plaats;- 1 gemeente op 5 werkt mee om kansengroe-pen te bereiken;- 51% van de deelnemers komt voor de eerste keer proeven van het vormingsaanbod;- 6.730 activiteiten in 2013;- 35.000 eigen uren vorming naast de projecten en samenwerkingen.

IN DE BUURT ZIJN

INNOVEREN

BRUGGEN BOUWEN

ERTOE DOEN

LEREN TOEGANKELIJK MAKEN

x 1.000

12.000

12.500

13.000

13.500

14.000

14.500

15.000

15.500

16.000

2007 2008 2009 2010 2011 2012

75%75%

72%70%

63%

68%

81% 80%

77%74%

69%71%

60%

65%

70%

75%

80%

2007 2008 2009 2010 2011 2012

subsidies decreet

subsidies totaal

Page 18: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Bijvoorbeeld:- Syndicale vorming, die werknemers wegwijs maakt in de werking van bedrijven en de wederzijdse rechten en plichten;- Actie en onderzoek om de kloof tussen moslims en niet-moslims in armoede te overbruggen en tot solidariteit te komen ‘onderaan de ladder’;- Sensibilisering en actie rond ‘labeling’ van mensen met een handicap.

Leereffecten die het individu over-stijgenLandelijke vormingsinstellingen doen iets met mensen dat waardevol is voor de hele samenle-ving.

Veel cursussen en leerprojecten verlopen spontaan: geen les, geen examens, maar wel deelnemers die mee bepalen waar de vorming naartoe gaat. Het doel staat niet vast en meerdere leerpaden zijn mogelijk.

Twee derde eigen inkomstenDe vormingsinstellingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 62%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 38%. Hiervan komt de grootste brok uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwas-senenwerk (30%).

UitgavenPersoneelskosten (55%) en dagelijkse werking (37%) zijn veruit de belangrijkste uitgaven. De personeelskosten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenen-werk ruimschoots (38%).

opleiden heeft rechtstreeks effect op een veelvoud van mensen.

Bijvoorbeeld:- EHBO-opleidingen, die letterlijk mensenle-vens redden;- Cursussen ‘cocreatief leiderschap’ voor begeleiders van groepen;- Vorming over opvoeding en omgaan met kinderen;- Vorming over omgaan met agressie in hulp- en dienstverlening.

Moeilijke dingen begrijpelijk makenVormingen surfen op de interesse en nieuwsgie-righeid van de deelnemers. De instellingen fileren vakkundig de meest gevarieerde onder-werpen. Zowel voor leken als voor fijnproevers. Er zijn vormingen over religie, intercultureel samenleven, kunst, dans, muziek, wetenschap, geneeskunde, milieu, geschiedenis, …

Mensen versterkenActiviteiten van de vormingsinstellingen geven mensen meer vat op hun omgeving. Ze emanci-peren.

Divers publiekDe vormingsinstellingen tellen jaarlijks ruim 220.000 deelnames aan hun activiteiten. Het publiek is divers. Vooral syndicale instellingen en instellingen voor personen met een handicap bereiken relatief veel laaggeschoolde deelne-mers.

Grondstoffen voor maatschappelijk kapitaalSociaal-culturele vormingsinstellingen spotten leemtes en kansen voor hun doelpubliek. Complexloos snijden ze nieuwe thema’s aan of starten ze experimentele vormingen. Zonder bureaucratie, in alle vrijheid, hands on.

Bijvoorbeeld: - Beleving van seksualiteit door personen met een handicap;- Opleiding tot co-begeleider in de kleuterklas voor personen met een verstandelijke beperking;- Kunst en meditatie als antwoord op stedelijke problemen.

Sleutelfiguren opleidenHeel wat instellingen richten zich tot mensen die in hun omgeving een bijzondere rol opnemen. Hulpverleners, mantelzorgers, opvoeders, gidsen, syndicaal afgevaardigden, begeleiders van groepen,… Een sleutelfiguur

@Wisper

Page 19: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Landelijke sociaal-culturele vormingsinstellingen bieden over heel Vlaanderen een ruim educa-tief aanbod voor volwassenen aan. De vormingsinstellingen onderscheiden zich door hun expertise en specialisatie in een bepaald thema (natuur en milieu, zorg, persoonlijkheid en relaties,...) of een bepaalde doelgroep (personen met een handicap, werknemers,...). Bij lande-lijke vormingsinstellingen kan je zowel terecht voor eerder laagdrempelige als voor diepgraven-de vorming. Vlaanderen telt 35 erkende landelijke vormingsinstellingen. 15 ervan zijn verenigd in 4 federaties die zich richten op personen met een handicap en hun omgeving.

Sociaal-culturele vormingsinstellingen

Bijvoorbeeld:- Syndicale vorming, die werknemers wegwijs maakt in de werking van bedrijven en de wederzijdse rechten en plichten;- Actie en onderzoek om de kloof tussen moslims en niet-moslims in armoede te overbruggen en tot solidariteit te komen ‘onderaan de ladder’;- Sensibilisering en actie rond ‘labeling’ van mensen met een handicap.

Leereffecten die het individu over-stijgenLandelijke vormingsinstellingen doen iets met mensen dat waardevol is voor de hele samenle-ving.

Veel cursussen en leerprojecten verlopen spontaan: geen les, geen examens, maar wel deelnemers die mee bepalen waar de vorming naartoe gaat. Het doel staat niet vast en meerdere leerpaden zijn mogelijk.

Twee derde eigen inkomstenDe vormingsinstellingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 62%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 38%. Hiervan komt de grootste brok uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwas-senenwerk (30%).

UitgavenPersoneelskosten (55%) en dagelijkse werking (37%) zijn veruit de belangrijkste uitgaven. De personeelskosten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenen-werk ruimschoots (38%).

opleiden heeft rechtstreeks effect op een veelvoud van mensen.

Bijvoorbeeld:- EHBO-opleidingen, die letterlijk mensenle-vens redden;- Cursussen ‘cocreatief leiderschap’ voor begeleiders van groepen;- Vorming over opvoeding en omgaan met kinderen;- Vorming over omgaan met agressie in hulp- en dienstverlening.

Moeilijke dingen begrijpelijk makenVormingen surfen op de interesse en nieuwsgie-righeid van de deelnemers. De instellingen fileren vakkundig de meest gevarieerde onder-werpen. Zowel voor leken als voor fijnproevers. Er zijn vormingen over religie, intercultureel samenleven, kunst, dans, muziek, wetenschap, geneeskunde, milieu, geschiedenis, …

Mensen versterkenActiviteiten van de vormingsinstellingen geven mensen meer vat op hun omgeving. Ze emanci-peren.

Divers publiekDe vormingsinstellingen tellen jaarlijks ruim 220.000 deelnames aan hun activiteiten. Het publiek is divers. Vooral syndicale instellingen en instellingen voor personen met een handicap bereiken relatief veel laaggeschoolde deelne-mers.

Grondstoffen voor maatschappelijk kapitaalSociaal-culturele vormingsinstellingen spotten leemtes en kansen voor hun doelpubliek. Complexloos snijden ze nieuwe thema’s aan of starten ze experimentele vormingen. Zonder bureaucratie, in alle vrijheid, hands on.

Bijvoorbeeld: - Beleving van seksualiteit door personen met een handicap;- Opleiding tot co-begeleider in de kleuterklas voor personen met een verstandelijke beperking;- Kunst en meditatie als antwoord op stedelijke problemen.

Sleutelfiguren opleidenHeel wat instellingen richten zich tot mensen die in hun omgeving een bijzondere rol opnemen. Hulpverleners, mantelzorgers, opvoeders, gidsen, syndicaal afgevaardigden, begeleiders van groepen,… Een sleutelfiguur

61%gesubsidieerdeuren

89%subsidieerbareuren

19

Page 20: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Bijvoorbeeld:- Syndicale vorming, die werknemers wegwijs maakt in de werking van bedrijven en de wederzijdse rechten en plichten;- Actie en onderzoek om de kloof tussen moslims en niet-moslims in armoede te overbruggen en tot solidariteit te komen ‘onderaan de ladder’;- Sensibilisering en actie rond ‘labeling’ van mensen met een handicap.

Leereffecten die het individu over-stijgenLandelijke vormingsinstellingen doen iets met mensen dat waardevol is voor de hele samenle-ving.

Veel cursussen en leerprojecten verlopen spontaan: geen les, geen examens, maar wel deelnemers die mee bepalen waar de vorming naartoe gaat. Het doel staat niet vast en meerdere leerpaden zijn mogelijk.

Twee derde eigen inkomstenDe vormingsinstellingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 62%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 38%. Hiervan komt de grootste brok uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwas-senenwerk (30%).

UitgavenPersoneelskosten (55%) en dagelijkse werking (37%) zijn veruit de belangrijkste uitgaven. De personeelskosten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenen-werk ruimschoots (38%).

opleiden heeft rechtstreeks effect op een veelvoud van mensen.

Bijvoorbeeld:- EHBO-opleidingen, die letterlijk mensenle-vens redden;- Cursussen ‘cocreatief leiderschap’ voor begeleiders van groepen;- Vorming over opvoeding en omgaan met kinderen;- Vorming over omgaan met agressie in hulp- en dienstverlening.

Moeilijke dingen begrijpelijk makenVormingen surfen op de interesse en nieuwsgie-righeid van de deelnemers. De instellingen fileren vakkundig de meest gevarieerde onder-werpen. Zowel voor leken als voor fijnproevers. Er zijn vormingen over religie, intercultureel samenleven, kunst, dans, muziek, wetenschap, geneeskunde, milieu, geschiedenis, …

Mensen versterkenActiviteiten van de vormingsinstellingen geven mensen meer vat op hun omgeving. Ze emanci-peren.

Divers publiekDe vormingsinstellingen tellen jaarlijks ruim 220.000 deelnames aan hun activiteiten. Het publiek is divers. Vooral syndicale instellingen en instellingen voor personen met een handicap bereiken relatief veel laaggeschoolde deelne-mers.

Grondstoffen voor maatschappelijk kapitaalSociaal-culturele vormingsinstellingen spotten leemtes en kansen voor hun doelpubliek. Complexloos snijden ze nieuwe thema’s aan of starten ze experimentele vormingen. Zonder bureaucratie, in alle vrijheid, hands on.

Bijvoorbeeld: - Beleving van seksualiteit door personen met een handicap;- Opleiding tot co-begeleider in de kleuterklas voor personen met een verstandelijke beperking;- Kunst en meditatie als antwoord op stedelijke problemen.

Sleutelfiguren opleidenHeel wat instellingen richten zich tot mensen die in hun omgeving een bijzondere rol opnemen. Hulpverleners, mantelzorgers, opvoeders, gidsen, syndicaal afgevaardigden, begeleiders van groepen,… Een sleutelfiguur

100000

200000

300000

2008 2009 2010 2011 2012 2013

(Reflectieve) kunsteducatie | Zingeving | Natuur- en milieueducatie | Muziek: beschouwing,

beleving en beoefening | Ongevallenpreventie en eerstehulpverlening | Empowerment via

weerbaarheid, diversiteit en leiderschap | Geloof en samenleving | Leren voor natuur, milieu en

landschap | Persoonlijke groei | Sociale participatie en actief burgerschap | Intuïtieve ontwikkeling | Wetenschapspopularisering | Geschiedenis voor morgen | Opvoeding en

kinderopvang | Personen met een handicap | Syndicale vorming

@VCOK | Kribbel Krabbel

Page 21: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Bijvoorbeeld:- Syndicale vorming, die werknemers wegwijs maakt in de werking van bedrijven en de wederzijdse rechten en plichten;- Actie en onderzoek om de kloof tussen moslims en niet-moslims in armoede te overbruggen en tot solidariteit te komen ‘onderaan de ladder’;- Sensibilisering en actie rond ‘labeling’ van mensen met een handicap.

Leereffecten die het individu over-stijgenLandelijke vormingsinstellingen doen iets met mensen dat waardevol is voor de hele samenle-ving.

Veel cursussen en leerprojecten verlopen spontaan: geen les, geen examens, maar wel deelnemers die mee bepalen waar de vorming naartoe gaat. Het doel staat niet vast en meerdere leerpaden zijn mogelijk.

Twee derde eigen inkomstenDe vormingsinstellingen genereren het grootste deel van hun inkomsten op eigen kracht: 62%. Investeringen van de overheid (subsidies) zijn goed voor 38%. Hiervan komt de grootste brok uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwas-senenwerk (30%).

UitgavenPersoneelskosten (55%) en dagelijkse werking (37%) zijn veruit de belangrijkste uitgaven. De personeelskosten overstijgen de subsidies uit het decreet voor sociaal-cultureel volwassenen-werk ruimschoots (38%).

opleiden heeft rechtstreeks effect op een veelvoud van mensen.

Bijvoorbeeld:- EHBO-opleidingen, die letterlijk mensenle-vens redden;- Cursussen ‘cocreatief leiderschap’ voor begeleiders van groepen;- Vorming over opvoeding en omgaan met kinderen;- Vorming over omgaan met agressie in hulp- en dienstverlening.

Moeilijke dingen begrijpelijk makenVormingen surfen op de interesse en nieuwsgie-righeid van de deelnemers. De instellingen fileren vakkundig de meest gevarieerde onder-werpen. Zowel voor leken als voor fijnproevers. Er zijn vormingen over religie, intercultureel samenleven, kunst, dans, muziek, wetenschap, geneeskunde, milieu, geschiedenis, …

Mensen versterkenActiviteiten van de vormingsinstellingen geven mensen meer vat op hun omgeving. Ze emanci-peren.

Divers publiekDe vormingsinstellingen tellen jaarlijks ruim 220.000 deelnames aan hun activiteiten. Het publiek is divers. Vooral syndicale instellingen en instellingen voor personen met een handicap bereiken relatief veel laaggeschoolde deelne-mers.

Grondstoffen voor maatschappelijk kapitaalSociaal-culturele vormingsinstellingen spotten leemtes en kansen voor hun doelpubliek. Complexloos snijden ze nieuwe thema’s aan of starten ze experimentele vormingen. Zonder bureaucratie, in alle vrijheid, hands on.

Bijvoorbeeld: - Beleving van seksualiteit door personen met een handicap;- Opleiding tot co-begeleider in de kleuterklas voor personen met een verstandelijke beperking;- Kunst en meditatie als antwoord op stedelijke problemen.

Sleutelfiguren opleidenHeel wat instellingen richten zich tot mensen die in hun omgeving een bijzondere rol opnemen. Hulpverleners, mantelzorgers, opvoeders, gidsen, syndicaal afgevaardigden, begeleiders van groepen,… Een sleutelfiguur

MENSEN VERSTERKEN

SLEUTELFIGURENOPLEIDEN

MOEILIJKE DINGENBEGRIJPELIJK MAKEN

ONBEKEND TERREINVERKENNEN

KANSENGROEPENVERRIJKEN

62% 30%

38%

eigeninkomsten

subsidiesdecreet

subsidiestotaal

138 %

100 % subsidies uit het decreet

personeelskosten

Page 22: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

onlangs uit in een samenwerking met de Rode Antraciet voor gedetineerde ouders en werd opgepikt in de beleidsaanbevelingen van Kind & Gezin. Opnieuw een resultaat van jarenlang timmeren aan de weg van sociale en culturele participatie.

Willen lukken, durven mislukkenDe mogelijkheid om in vrijheid te werken met en nabij grote en diverse groepen mensen, maakt van het sociaal-cultureel werk een veelzijdige R&D-afdeling voor de samenleving. Samen vormen zo’n 136 organisaties een mix van spitante trekkers van maatschappelijke thema’s. Beroepskrachten en vrijwilligers brengen deze thema’s met veel geduld, empathie en kennis van zaken tot leven.

Dat doe je niet van vandaag op morgen; daarvoor heb je tijd nodig. Tijd om netwer-ken op te bouwen en te ondersteunen: netwerken van duizenden lokale groepen en netwerken van organisaties die stabiel genoeg zijn om elkaar, over allerlei grenzen heen, te versterken.

Een overheid kan dit niet zelf organiseren of sturen, omdat je hiervoor duurzame tenta-

Niet zo toevallig...KVLV, Landelijke Gilden, Welzijnszorg, Welzijns-schakels en Mobiel 21: zij verenigden in 2013 hun krachten om aandacht te vestigen op vervoersarmoede in landelijke gemeenten. Het groeide meteen uit tot een baanbrekend project, dankzij de bundeling van jarenlang opgebouwde kennis en ervaring met afdelingswerk.

Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat het onafgebroken werk van Velt en Tuinhier vandaag een hype zou zijn? En zou het echt zo toevallig zijn dat Repair Café een initiatief is van de sociaal-culturele beweging Netwerk Bewust Verbruiken? En hoeveel mensen die vandaag

participatie-consultancy doen voor overheden, hebben hun mosterd niet leren maken in educa-tieve projecten van het sociaal-cultureel werk? En de sterke groei van de etnisch-culturele federaties is er ook niet vanzelf gekomen: dat is het resultaat van meer dan tien jaar hard werken.

Sociaal-cultureel werk is duurzaam werk. Niet aflatend, dag in dag uit, jaar in jaar uit, grond-stromen bewerken of verwerken. Zo bouwden de Vormingplus-centra heel wat ervaring op rond inburgering. Zo werd de vormingsinstel-ling VCOK Europees gelauwerd voor het project “Ouders als onderzoekers”. Dat mondde

@ Bond Zonder Naam | Stiltehoeve in Moerkerke

kels nodig hebt in vele richtingen tegelijk. De profit-markt wil dit dikwijls niet organiseren, want het is risicovol werk dat geen rende-ment op korte termijn garandeert.

Willen lukken en durven mislukken. Het is deze combinatie die de kracht uitmaakt van duurzaam sociaal-cultureel werk. Maar meteen ook de kwetsbaarheid, zeker in een politieke en mediacultuur waarin de waan van de dag wel eens durft overheersen.

Page 23: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Vertrouwen in duurzaamheid

onlangs uit in een samenwerking met de Rode Antraciet voor gedetineerde ouders en werd opgepikt in de beleidsaanbevelingen van Kind & Gezin. Opnieuw een resultaat van jarenlang timmeren aan de weg van sociale en culturele participatie.

Willen lukken, durven mislukkenDe mogelijkheid om in vrijheid te werken met en nabij grote en diverse groepen mensen, maakt van het sociaal-cultureel werk een veelzijdige R&D-afdeling voor de samenleving. Samen vormen zo’n 136 organisaties een mix van spitante trekkers van maatschappelijke thema’s. Beroepskrachten en vrijwilligers brengen deze thema’s met veel geduld, empathie en kennis van zaken tot leven.

Dat doe je niet van vandaag op morgen; daarvoor heb je tijd nodig. Tijd om netwer-ken op te bouwen en te ondersteunen: netwerken van duizenden lokale groepen en netwerken van organisaties die stabiel genoeg zijn om elkaar, over allerlei grenzen heen, te versterken.

Een overheid kan dit niet zelf organiseren of sturen, omdat je hiervoor duurzame tenta-

Niet zo toevallig...KVLV, Landelijke Gilden, Welzijnszorg, Welzijns-schakels en Mobiel 21: zij verenigden in 2013 hun krachten om aandacht te vestigen op vervoersarmoede in landelijke gemeenten. Het groeide meteen uit tot een baanbrekend project, dankzij de bundeling van jarenlang opgebouwde kennis en ervaring met afdelingswerk.

Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat het onafgebroken werk van Velt en Tuinhier vandaag een hype zou zijn? En zou het echt zo toevallig zijn dat Repair Café een initiatief is van de sociaal-culturele beweging Netwerk Bewust Verbruiken? En hoeveel mensen die vandaag

participatie-consultancy doen voor overheden, hebben hun mosterd niet leren maken in educa-tieve projecten van het sociaal-cultureel werk? En de sterke groei van de etnisch-culturele federaties is er ook niet vanzelf gekomen: dat is het resultaat van meer dan tien jaar hard werken.

Sociaal-cultureel werk is duurzaam werk. Niet aflatend, dag in dag uit, jaar in jaar uit, grond-stromen bewerken of verwerken. Zo bouwden de Vormingplus-centra heel wat ervaring op rond inburgering. Zo werd de vormingsinstel-ling VCOK Europees gelauwerd voor het project “Ouders als onderzoekers”. Dat mondde

136 sociaal-culturele organisaties die werken in het Vlaanderen van vandaag. Samen een sector die laveert in een diepe rivierbedding die al vele decennia onze grondstroom vormt: vrijheid van vereniging, volksontwikkeling, maatschappelijke vernieuwing, emancipatie, burgerschap: termen van gisteren en vandaag, in een duurzame traditie voor morgen.

De samenleving is in reconversie. Organisaties zijn dat ook. Daarom hebben we een beleid nodig dat vertrouwen geeft, dat mee nadenkt over oplossingen op lange termijn, dat het sociaal-cultureel werk als een partner ziet. Een duurzaam regelgevend kader is dus absoluut noodzakelijk.

@Philippe Clabots | Repair Café Ixelles | Netwerk Bewust Verbruiken

“Repair Café won in 2014 de Prijs voor het Vrijwilligers-werk. De Jury waardeerde de grote voorbeeldfunctie als antwoord op de wegwerpsa-menleving.”

kels nodig hebt in vele richtingen tegelijk. De profit-markt wil dit dikwijls niet organiseren, want het is risicovol werk dat geen rende-ment op korte termijn garandeert.

Willen lukken en durven mislukken. Het is deze combinatie die de kracht uitmaakt van duurzaam sociaal-cultureel werk. Maar meteen ook de kwetsbaarheid, zeker in een politieke en mediacultuur waarin de waan van de dag wel eens durft overheersen.

Page 24: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

onlangs uit in een samenwerking met de Rode Antraciet voor gedetineerde ouders en werd opgepikt in de beleidsaanbevelingen van Kind & Gezin. Opnieuw een resultaat van jarenlang timmeren aan de weg van sociale en culturele participatie.

Willen lukken, durven mislukkenDe mogelijkheid om in vrijheid te werken met en nabij grote en diverse groepen mensen, maakt van het sociaal-cultureel werk een veelzijdige R&D-afdeling voor de samenleving. Samen vormen zo’n 136 organisaties een mix van spitante trekkers van maatschappelijke thema’s. Beroepskrachten en vrijwilligers brengen deze thema’s met veel geduld, empathie en kennis van zaken tot leven.

Dat doe je niet van vandaag op morgen; daarvoor heb je tijd nodig. Tijd om netwer-ken op te bouwen en te ondersteunen: netwerken van duizenden lokale groepen en netwerken van organisaties die stabiel genoeg zijn om elkaar, over allerlei grenzen heen, te versterken.

Een overheid kan dit niet zelf organiseren of sturen, omdat je hiervoor duurzame tenta-

Niet zo toevallig...KVLV, Landelijke Gilden, Welzijnszorg, Welzijns-schakels en Mobiel 21: zij verenigden in 2013 hun krachten om aandacht te vestigen op vervoersarmoede in landelijke gemeenten. Het groeide meteen uit tot een baanbrekend project, dankzij de bundeling van jarenlang opgebouwde kennis en ervaring met afdelingswerk.

Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat het onafgebroken werk van Velt en Tuinhier vandaag een hype zou zijn? En zou het echt zo toevallig zijn dat Repair Café een initiatief is van de sociaal-culturele beweging Netwerk Bewust Verbruiken? En hoeveel mensen die vandaag

participatie-consultancy doen voor overheden, hebben hun mosterd niet leren maken in educa-tieve projecten van het sociaal-cultureel werk? En de sterke groei van de etnisch-culturele federaties is er ook niet vanzelf gekomen: dat is het resultaat van meer dan tien jaar hard werken.

Sociaal-cultureel werk is duurzaam werk. Niet aflatend, dag in dag uit, jaar in jaar uit, grond-stromen bewerken of verwerken. Zo bouwden de Vormingplus-centra heel wat ervaring op rond inburgering. Zo werd de vormingsinstel-ling VCOK Europees gelauwerd voor het project “Ouders als onderzoekers”. Dat mondde

@VCOK | Symposium ‘Ouders als Onderzoekers’

@Vormingplus MZW

kels nodig hebt in vele richtingen tegelijk. De profit-markt wil dit dikwijls niet organiseren, want het is risicovol werk dat geen rende-ment op korte termijn garandeert.

Willen lukken en durven mislukken. Het is deze combinatie die de kracht uitmaakt van duurzaam sociaal-cultureel werk. Maar meteen ook de kwetsbaarheid, zeker in een politieke en mediacultuur waarin de waan van de dag wel eens durft overheersen.

Het sociaal-cultureel volwas-senenwerk heeft decennia-lange ervaring. Oude en nieuwe vormen van activitei-ten brengen mensen bijeen, van alle rangen en standen; in alle vormen en maten.

Page 25: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

• Zorg in overleg met de sector voor een groot draagvlak rond de bijsturin-gen aan het decreet.

• Ontwikkel via vormen van communicatieve planning en co-creatie de beleidsprioriteiten in het kader van het decreet.

• Zorg voor een duurzaam subsidiekader voor de sociaal-culturele organi-saties. Respecteer de beleidsperiodes. Pas de berekening van de subsidies en de indexeringsregels correct en transparant toe.

• Schrap de bepaling dat de subsidies binnen de perken van de kredieten worden uitbetaald.

• Respecteer als basisprincipe de meerjarige subsidie-enveloppes, de diversiteit aan organisaties en de gemeenschappelijke verantwoordelijk-heid van de overheid en sector bij de evaluatie.

• Ga samen met de sector na hoe de administratieve lasten voor zowel de organisaties, als voor de overheid te verminderen.

onlangs uit in een samenwerking met de Rode Antraciet voor gedetineerde ouders en werd opgepikt in de beleidsaanbevelingen van Kind & Gezin. Opnieuw een resultaat van jarenlang timmeren aan de weg van sociale en culturele participatie.

Willen lukken, durven mislukkenDe mogelijkheid om in vrijheid te werken met en nabij grote en diverse groepen mensen, maakt van het sociaal-cultureel werk een veelzijdige R&D-afdeling voor de samenleving. Samen vormen zo’n 136 organisaties een mix van spitante trekkers van maatschappelijke thema’s. Beroepskrachten en vrijwilligers brengen deze thema’s met veel geduld, empathie en kennis van zaken tot leven.

Dat doe je niet van vandaag op morgen; daarvoor heb je tijd nodig. Tijd om netwer-ken op te bouwen en te ondersteunen: netwerken van duizenden lokale groepen en netwerken van organisaties die stabiel genoeg zijn om elkaar, over allerlei grenzen heen, te versterken.

Een overheid kan dit niet zelf organiseren of sturen, omdat je hiervoor duurzame tenta-

Niet zo toevallig...KVLV, Landelijke Gilden, Welzijnszorg, Welzijns-schakels en Mobiel 21: zij verenigden in 2013 hun krachten om aandacht te vestigen op vervoersarmoede in landelijke gemeenten. Het groeide meteen uit tot een baanbrekend project, dankzij de bundeling van jarenlang opgebouwde kennis en ervaring met afdelingswerk.

Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat het onafgebroken werk van Velt en Tuinhier vandaag een hype zou zijn? En zou het echt zo toevallig zijn dat Repair Café een initiatief is van de sociaal-culturele beweging Netwerk Bewust Verbruiken? En hoeveel mensen die vandaag

participatie-consultancy doen voor overheden, hebben hun mosterd niet leren maken in educa-tieve projecten van het sociaal-cultureel werk? En de sterke groei van de etnisch-culturele federaties is er ook niet vanzelf gekomen: dat is het resultaat van meer dan tien jaar hard werken.

Sociaal-cultureel werk is duurzaam werk. Niet aflatend, dag in dag uit, jaar in jaar uit, grond-stromen bewerken of verwerken. Zo bouwden de Vormingplus-centra heel wat ervaring op rond inburgering. Zo werd de vormingsinstel-ling VCOK Europees gelauwerd voor het project “Ouders als onderzoekers”. Dat mondde

Uitdagingen

kels nodig hebt in vele richtingen tegelijk. De profit-markt wil dit dikwijls niet organiseren, want het is risicovol werk dat geen rende-ment op korte termijn garandeert.

Willen lukken en durven mislukken. Het is deze combinatie die de kracht uitmaakt van duurzaam sociaal-cultureel werk. Maar meteen ook de kwetsbaarheid, zeker in een politieke en mediacultuur waarin de waan van de dag wel eens durft overheersen.

Page 26: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

gen, bewegingen en verenigingen om een duurzaam beleid te kunnen voeren. We mogen namelijk niet alle heil verwachten van alternatie-ve financiering: de hoeveelheid middelen die kan vergaard worden uit de markt is beperkt, zeker wanneer we vaststellen dat 40% van onze organisaties werkt voor en met zeer kwetsbare (kansen-)groepen.

samenwerkingsmogelijkheden tussen profit en non-profit, bijvoorbeeld het delen van infrastructuur en personeel, gemeenschappelij-ke promotie en spreiding, het opzetten van coproducties en partnerprojecten en het realise-ren van gezamenlijke aankopen. Zo wil hij de weg vrijmaken voor een nieuwe, flexibele financieringsbenadering die een subsidiebeleid verbindt met haalbare, alternatieve financiering.

Het is fijn dat de minister werk wil maken van extra mogelijkheden voor organisaties om middelen te vergaren. Als experten fondsenwer-ving botsen ze namelijk op heel wat tegenstrij-dige signalen. Overheidsdiensten gaan er vaak van uit dat een subsidielijn de enige slagader is voor de werking of een project. Dat leidt tot ingewikkelde regels rond cofinanciering, een versnipperd beleid, het oneigenlijk interprete-ren van het begrip “dubbele subsidiëring” en heel wat administratieve overlast.

Alternatieve financiering: geen wondermiddelHet decreet voor het sociaal-cultureel volwasse-nenwerk gaat uit van een duurzame erkenning en subsidiëring van organisaties. Dat is een goede zaak, want het geeft meer zekerheid aan de beroepskrachten en vrijwilligers van instellin-

Tussen markt en overheidDe manier waarop er naar activiteiten in de sociaal-culturele sector wordt gekeken, durft nogal eens te variëren: soms worden de organi-saties beschouwd als een concurrerende onder-neming, dan weer als een overheid, maar steeds minder als een “derde vorm” naast de profit-markt en overheid.

Dit valt vooral op in heel wat Europese regelge-ving (en de federale vertaling ervan). Zo beletten interpretaties van de wet op de markt-praktijken en de BTW-wetgeving sociaal-culture-le organisaties vaak om zich ten volle financieel te kunnen ontwikkelen. Zij worden steevast

geconfronteerd met een omslachtige procedure als ze fiscale attesten voor giften willen verlenen. Ze worden uitgesloten van de moge-lijkheden om gebruik te maken van de opleidingscheques voor werknemers of de erkenning van opleidingen in het kader van de KMO-portefeuille.

Mogelijkheden voor alternatieve financieringMinister Gatz wil de volgende jaren meer samenwerken met actoren als het Agentschap Ondernemen, het Kunstenloket en CultuurIn-vest. Op deze manier wil hij een kader ontwikke-len waarin organisaties zich zowel artistiek als zakelijk kunnen ontplooien. De minister ziet

@ Natuurpunt Educatie | Frank Maes

Page 27: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Met de “crowd”

gen, bewegingen en verenigingen om een duurzaam beleid te kunnen voeren. We mogen namelijk niet alle heil verwachten van alternatie-ve financiering: de hoeveelheid middelen die kan vergaard worden uit de markt is beperkt, zeker wanneer we vaststellen dat 40% van onze organisaties werkt voor en met zeer kwetsbare (kansen-)groepen.

samenwerkingsmogelijkheden tussen profit en non-profit, bijvoorbeeld het delen van infrastructuur en personeel, gemeenschappelij-ke promotie en spreiding, het opzetten van coproducties en partnerprojecten en het realise-ren van gezamenlijke aankopen. Zo wil hij de weg vrijmaken voor een nieuwe, flexibele financieringsbenadering die een subsidiebeleid verbindt met haalbare, alternatieve financiering.

Het is fijn dat de minister werk wil maken van extra mogelijkheden voor organisaties om middelen te vergaren. Als experten fondsenwer-ving botsen ze namelijk op heel wat tegenstrij-dige signalen. Overheidsdiensten gaan er vaak van uit dat een subsidielijn de enige slagader is voor de werking of een project. Dat leidt tot ingewikkelde regels rond cofinanciering, een versnipperd beleid, het oneigenlijk interprete-ren van het begrip “dubbele subsidiëring” en heel wat administratieve overlast.

Alternatieve financiering: geen wondermiddelHet decreet voor het sociaal-cultureel volwasse-nenwerk gaat uit van een duurzame erkenning en subsidiëring van organisaties. Dat is een goede zaak, want het geeft meer zekerheid aan de beroepskrachten en vrijwilligers van instellin-

Tussen markt en overheidDe manier waarop er naar activiteiten in de sociaal-culturele sector wordt gekeken, durft nogal eens te variëren: soms worden de organi-saties beschouwd als een concurrerende onder-neming, dan weer als een overheid, maar steeds minder als een “derde vorm” naast de profit-markt en overheid.

Dit valt vooral op in heel wat Europese regelge-ving (en de federale vertaling ervan). Zo beletten interpretaties van de wet op de markt-praktijken en de BTW-wetgeving sociaal-culture-le organisaties vaak om zich ten volle financieel te kunnen ontwikkelen. Zij worden steevast

geconfronteerd met een omslachtige procedure als ze fiscale attesten voor giften willen verlenen. Ze worden uitgesloten van de moge-lijkheden om gebruik te maken van de opleidingscheques voor werknemers of de erkenning van opleidingen in het kader van de KMO-portefeuille.

Mogelijkheden voor alternatieve financieringMinister Gatz wil de volgende jaren meer samenwerken met actoren als het Agentschap Ondernemen, het Kunstenloket en CultuurIn-vest. Op deze manier wil hij een kader ontwikke-len waarin organisaties zich zowel artistiek als zakelijk kunnen ontplooien. De minister ziet

Het sociaal-cultureel werk haalt jaarlijks bijna 22 miljoen euro uit de “crowd”. Honderdduizen-den mensen zijn betrokken bij een werking, een organisatie of een campagne, veelal door het betalen van lidgeld of een bijdrage. Samen met schenkingen en legaten dragen deze vormen van alternatieve financiering bij tot bijna een vijfde van de inkomsten. En dit is - in tegenstelling tot vele vormen van crowdfunding- niet eenmalig, maar duurzaam. Dat de overheid alternatieve financiering wil vergemakkelijken, is een goede zaak. Maar het is geen wondermiddel. De organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk hebben nood aan een duurzaam financi-eel kader om hun werking optimaal te ontwikkelen.

van alle Vlaamse KMO’s zegt het brede sociaal-cultureel werk te ondersteunen met tientallen

miljoenen euro’s(Wascabi 2014)

Page 28: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

gen, bewegingen en verenigingen om een duurzaam beleid te kunnen voeren. We mogen namelijk niet alle heil verwachten van alternatie-ve financiering: de hoeveelheid middelen die kan vergaard worden uit de markt is beperkt, zeker wanneer we vaststellen dat 40% van onze organisaties werkt voor en met zeer kwetsbare (kansen-)groepen.

samenwerkingsmogelijkheden tussen profit en non-profit, bijvoorbeeld het delen van infrastructuur en personeel, gemeenschappelij-ke promotie en spreiding, het opzetten van coproducties en partnerprojecten en het realise-ren van gezamenlijke aankopen. Zo wil hij de weg vrijmaken voor een nieuwe, flexibele financieringsbenadering die een subsidiebeleid verbindt met haalbare, alternatieve financiering.

Het is fijn dat de minister werk wil maken van extra mogelijkheden voor organisaties om middelen te vergaren. Als experten fondsenwer-ving botsen ze namelijk op heel wat tegenstrij-dige signalen. Overheidsdiensten gaan er vaak van uit dat een subsidielijn de enige slagader is voor de werking of een project. Dat leidt tot ingewikkelde regels rond cofinanciering, een versnipperd beleid, het oneigenlijk interprete-ren van het begrip “dubbele subsidiëring” en heel wat administratieve overlast.

Alternatieve financiering: geen wondermiddelHet decreet voor het sociaal-cultureel volwasse-nenwerk gaat uit van een duurzame erkenning en subsidiëring van organisaties. Dat is een goede zaak, want het geeft meer zekerheid aan de beroepskrachten en vrijwilligers van instellin-

Tussen markt en overheidDe manier waarop er naar activiteiten in de sociaal-culturele sector wordt gekeken, durft nogal eens te variëren: soms worden de organi-saties beschouwd als een concurrerende onder-neming, dan weer als een overheid, maar steeds minder als een “derde vorm” naast de profit-markt en overheid.

Dit valt vooral op in heel wat Europese regelge-ving (en de federale vertaling ervan). Zo beletten interpretaties van de wet op de markt-praktijken en de BTW-wetgeving sociaal-culture-le organisaties vaak om zich ten volle financieel te kunnen ontwikkelen. Zij worden steevast

geconfronteerd met een omslachtige procedure als ze fiscale attesten voor giften willen verlenen. Ze worden uitgesloten van de moge-lijkheden om gebruik te maken van de opleidingscheques voor werknemers of de erkenning van opleidingen in het kader van de KMO-portefeuille.

Mogelijkheden voor alternatieve financieringMinister Gatz wil de volgende jaren meer samenwerken met actoren als het Agentschap Ondernemen, het Kunstenloket en CultuurIn-vest. Op deze manier wil hij een kader ontwikke-len waarin organisaties zich zowel artistiek als zakelijk kunnen ontplooien. De minister ziet

€ €€

Lidgeld/schenking

Werking

Andere

Recuperatiepersoneelskosten

Subsidies

10%22%

18%

40%

10%

Page 29: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

gen, bewegingen en verenigingen om een duurzaam beleid te kunnen voeren. We mogen namelijk niet alle heil verwachten van alternatie-ve financiering: de hoeveelheid middelen die kan vergaard worden uit de markt is beperkt, zeker wanneer we vaststellen dat 40% van onze organisaties werkt voor en met zeer kwetsbare (kansen-)groepen.

samenwerkingsmogelijkheden tussen profit en non-profit, bijvoorbeeld het delen van infrastructuur en personeel, gemeenschappelij-ke promotie en spreiding, het opzetten van coproducties en partnerprojecten en het realise-ren van gezamenlijke aankopen. Zo wil hij de weg vrijmaken voor een nieuwe, flexibele financieringsbenadering die een subsidiebeleid verbindt met haalbare, alternatieve financiering.

Het is fijn dat de minister werk wil maken van extra mogelijkheden voor organisaties om middelen te vergaren. Als experten fondsenwer-ving botsen ze namelijk op heel wat tegenstrij-dige signalen. Overheidsdiensten gaan er vaak van uit dat een subsidielijn de enige slagader is voor de werking of een project. Dat leidt tot ingewikkelde regels rond cofinanciering, een versnipperd beleid, het oneigenlijk interprete-ren van het begrip “dubbele subsidiëring” en heel wat administratieve overlast.

Alternatieve financiering: geen wondermiddelHet decreet voor het sociaal-cultureel volwasse-nenwerk gaat uit van een duurzame erkenning en subsidiëring van organisaties. Dat is een goede zaak, want het geeft meer zekerheid aan de beroepskrachten en vrijwilligers van instellin-

Tussen markt en overheidDe manier waarop er naar activiteiten in de sociaal-culturele sector wordt gekeken, durft nogal eens te variëren: soms worden de organi-saties beschouwd als een concurrerende onder-neming, dan weer als een overheid, maar steeds minder als een “derde vorm” naast de profit-markt en overheid.

Dit valt vooral op in heel wat Europese regelge-ving (en de federale vertaling ervan). Zo beletten interpretaties van de wet op de markt-praktijken en de BTW-wetgeving sociaal-culture-le organisaties vaak om zich ten volle financieel te kunnen ontwikkelen. Zij worden steevast

geconfronteerd met een omslachtige procedure als ze fiscale attesten voor giften willen verlenen. Ze worden uitgesloten van de moge-lijkheden om gebruik te maken van de opleidingscheques voor werknemers of de erkenning van opleidingen in het kader van de KMO-portefeuille.

Mogelijkheden voor alternatieve financieringMinister Gatz wil de volgende jaren meer samenwerken met actoren als het Agentschap Ondernemen, het Kunstenloket en CultuurIn-vest. Op deze manier wil hij een kader ontwikke-len waarin organisaties zich zowel artistiek als zakelijk kunnen ontplooien. De minister ziet

• Maak afspraken tussen bestuursniveaus en departementen over de automa-

tische gevolgen van de erkenning als sociaal-cultureel volwassenenwerk,

bijvoorbeeld in het kader van fiscale attesten, opleidingscheques, KMO-portefeuille,

vrijstellingsregelingen in het kader van de BTW-wetgeving, de wet op de

overheidsopdrachten, de ambulante handel, …

• Beperk de scope van de wet op de overheidsopdrachten tot overheden of

organisaties die door de overheid werden opgericht.

• Pas in de BTW-wetgeving de invulling aan van de - in de EU-wetgeving voorziene -

begrippen “maatschappelijk werk” en /of “culturele instellingen die door de

betrokken lidstaat worden erkend”.

• Maak een einde aan de onduidelijke toepassing van de wet op de marktpraktijken.

Of een sociaal-culturele organisatie ook een onderneming is, moet geval per

geval blijken uit haar activiteiten en de mate waarin ze die uitoefent.

• Faciliteer een transparante en gebruiksvriendelijke portaalsite met alle subsidie-

lijnen die relevant zijn voor het sociaal-cultureel werk.

• Zorg voor een gericht interdepartementaal overleg voor een sociaal-cultureel

partnerschap met andere domeinen om samen een ontkokerd beleid te kunnen

voeren.

• Geef organisaties ruimte voor de verkenning van andere organisatievormen,

naast of in combinatie met de bestaande vzw-structuur.

Page 30: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 31: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 32: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 33: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 34: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

@EVA

Page 35: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 36: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 37: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel
Page 38: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Bruggenbouwer

@Internationaal Comité / Rachida Achahbar

Page 39: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Iedereen sociaal-cultureelNog steeds is het niet voor iedereen evident om deel te nemen aan het (sociaal-)culturele leven in Vlaanderen. Het zogenaamde Mattëuseffect is hardnekkig. Kansengroepen vallen, ondanks de talrijke inspanningen van het middenveld, nog te vaak uit de boot. Met een aantal initiatie-ven, waaronder het participatiedecreet, wenst de Vlaamse overheid dit te verhelpen. Trans-versaal beleid en een open beleidskader waarin doelstellingen en prioriteiten worden bepaald via co-creatie met betrokken sectoren, moeten leiden tot een “sociaal-culturele ruimte” waarin vruchtbare dwarsverbanden kunnen ontstaan.

Binnen het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk worden organisaties uitgedaagd om een participatiebeleid te ontwik-kelen. Voor ongeveer 40 procent van de erkende sociaal-culturele organisaties behoort het werken met, voor en vanuit kansengroepen zelfs tot hun kernopdracht. Er zit dus heel wat expertise in het sociaal-cultureel werk. Het beleid zou er goed aan doen die expertise ten volle te benutten. Zo hoeft men niet steeds opnieuw het warm water uit te vinden.

In zijn beleidsbrief geeft minister Gatz aan de voortrekkersrol van het sociaal-cultureel werk als “bruggenbouwer in een superdiverse samen-

leving” te willen consolideren. De sector moet volgens hem blijven zorgen voor “sociale cohesie, maatschappelijk engagement, diversi-teit en burgerschap.”

Deze rol is onze sector op het lijf geschreven. Overal in Vlaanderen realiseert het sociaal-cul-tureel werk jaarlijks maar liefst 9,5 miljoen deelnames. Verenigingen staan in voor gemid-deld 43 afdelingen per gemeente, Vorming-plus-centra investeren al vele jaren in sterke lokale netwerken en partnerschappen, het aanbod van de vormingsinstellingen vind je terug in alle provincies. Steeds met aandacht voor zij die het doorgaans minder gemakkelijk

Page 40: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Het sociaal-cultureel werk dient te worden erkend en ondersteund in zijn rol als bruggen-bouwer tussen diverse overheden en het terrein. We denken aan het integratiebeleid, de samenle-vingsopbouw, de vierde pijler van de ontwikke-lingssamenwerking, het sociaal-artistiek werk, het beleid rond duurzame ontwikkeling, rond opvoedingsondersteuning en rond de openbare omroep.

Ons decreet garandeert dat organisaties vanuit de eigen missie aan de slag kunnen met mens en samenleving. Dit leidde in de afgelopen jaren tot nieuwe werkvormen en sectoren. Onze sector gaf door overleg en advisering mee vorm aan overheidsbeleid. Dit is een traditie die we niet verloren willen zien gaan.

hebben om te participeren.

Vlamingen scoren vrij hoog op vlak van sociale cohesie (vertrouwen in medemens, vrijwilligers-werk, sociale contacten), maar behoren niet echt tot de top (Nederland, Scandinavië). Dat blijkt uit de meeste recente cijfers van de Vlaam-se Regionale Indicatoren (VRIND). Het sociaal-cultureel werk speelt een essentiële rol in die maatschappelijke samenhang. Dat geeft de minister ook zelf aan: “het sociaal-cultureel volwassenenwerk streeft naar een bewuste samenleving waarin burgers actief participeren, het zet belangrijke thema’s als diversiteit, digita-le geletterdheid en burgerschap prominent op de agenda en draagt fundamenteel bij tot sociale cohesie, maatschappelijk engagement en demo-cratie.”

Wil het sociaal-cultureel werk die rol blijven opnemen, dan moet de overheid een breed sociaal-cultureel kader ontwikkelen met sectoren en domeinen die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan empowerment. Via aanpassing van de regelgeving en/of het opstar-ten van proeftuinen moet de overheid een vrijplaats creëren voor deze organisaties om op hun sociaal-culturele dimensie te werken.

@LaatMensenSchitteren.be

“Brenda is blind van bij de geboorte, maar dat houdt haar niet tegen om voor haar droom te gaan om andere mensen te helpen.

Bij HET VLAAMSE KRUIS volgde ze een EHBO-cursus voor blinden en slecht-zienden. Zo verlegt ze haar grenzen en tegelijkertijd motiveert ze haar medecursisten om hun talenten te ontwikkelen”

Page 41: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

• Laat alle sociaal-culturele initiatieven die bruggen bouwen en bestaande bruggen versterken, aanspraak maken op projectmiddelen uit het participa-tiedecreet.

• Waarborg de bovenlokale ondersteuning van organisaties die werken met kansengroepen en zorg voor een aangepast instrumentarium (bijvoorbeeld de UiTPAS).

• Erken ten volle de participatie-, toeleidings- en voorportaalfunctie (naar instellingen, diensten, …) die sociale-culturele organisaties verzorgen.

• Werk omkaderende maatregelen uit zodat organisaties vanuit hun missie en doelstellingen mee aan diversiteit in de cultuursector bouwen.

• Ontwikkel een “sociaal-culturele monitor” om evoluties binnen het brede sociaal-cultureel werk (sociaal-cultureel volwassenenwerk, jeugdwerk, amateurkunsten, erfgoedverenigingen, sportclubs, erkend en niet erkend…) in kaart te brengen.

• Organiseer voorafgaande participatie aan beleid. Dat bespaart veel corrige-rende kosten achteraf: de overheden moeten voortbouwen op een echt participatief beleid, waarin overleg (o.a. met FOV) en advisering (o.a. via de SARC) ernstig wordt genomen. Kijk dus niet enkel naar consultancybedrij-ven.

• Ga versnippering van het beleid tegen. Waardeer en stimuleer onze agent-schappen en administratie zodat ze, samen met de sector, hun rol als pleitbezorger voor het sociaal-cultureel werk ten aanzien van andere instan-ties, agentschappen en departementen ten volle kunnen spelen.

Uitdagingen

Page 42: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Het belang van levenslang en levensbreed leren valt niet te betwisten: onderzoek toont aan dat mensen die leren gezond, open van geest, gelukkig, productief en actieve burgers zijn. Wil het beleid de samenleving daadwerkelijk klaarstomen voor de bestuurlijke, demografi-sche, technologische, economische en ecologi-sche uitdagingen die ons allen te wachten staan, moet ze meer doen dan enkel lippendienst te bewijzen en goedbedoelde intentieverklaringen af te leveren.

Er is nood aan een breed gedeelde visie die het artificiële onderscheid tussen ‘leren voor de job’ en ‘leren voor het leven’ overstijgt. Hieraan moet gevolg gegeven door een gecoördineerde strategie. Er bestaan veel vormen van leren, met elk hun eigen leereffecten. Daar moet ruimte voor gecreëerd worden, zodat er in Vlaanderen een waar ‘leerklimaat’ ontstaat waarin ook het sociaal-cultureel (volwassenen)werk kan gedijen. Institutioneel hokjesdenken over maatschappelijke uitdagingen leidt tot verschra-ling van het aanbod. Kansengroepen zijn hiervan het eerste slachtoffer. Sociaal-cultureel werk is veelzijdig en laagdrempelig. We zijn inclusief en dus uitstekend geplaatst om visies over beleidsdomeinen heen te verbinden.

Het bilan van Vlaanderen op vlak van levenslang leren is gemengd te noemen. Er worden inspan-ningen geleverd, er zijn veel instrumenten voorhanden, tal van spelers zijn actief in het landschap van het volwassenenonderwijs. In navolging van Europese beleidsteksten probeert ook Vlaanderen het idee dat leren nooit stopt, ingang te doen vinden. Denk maar aan de inspanningen rond EVC en de uitrol van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Waarnemers zijn het er echter over eens dat er nog nood is aan betere afstemming en optimalisering van de bestaande middelen.

Voor de sociaal-culturele sector blijft het een voortdurende zoektocht naar positionering in dit nogal geïnstitutionaliseerde landschap. Dat de meerwaarde van het (h)erkennen van compe-tenties die men verwerft in onze sector van belang is, staat buiten kijf, maar we zijn geen vragende partij voor systemen die het engage-ment en vrijwilligerswerk al te zeer formaliseren. Bovendien blijven we ons verzetten tegen een al te arbeidsmarkgerichte en utilitaristische invulling van het Vlaamse beleidsinstrumentari-um, zoals de inperking van de mogelijkheden voor opleidingscheques en de ontzegging van de toegang tot de KMO-portefeuille.

@Kwadeat | Intensieve zelfrefleectie

In de vorige legislatuur werden met de nota’s “Groeien in Cultuur” en “Doorgroeien in Cultuur” verdienstelijke lijnen uitgezet, maar een doorgedreven politieke ambitie (en de bijbehorende financiering!) bleef uit. Een van de vijf krachtlijnen die minister Gatz centraal zet in zijn beleidsnota betreft empowerment en levenslange en levensbrede participatie. De minister ziet “leren in (cultuur als doel) en leren door (cultuur als middel) cultuur” als “even relevant” en dus “verdienen ze gelijkmatige erkenning”.

"Levenslang en levensbreed leren is voor vele Vlamingen nog steeds geen realiteit, en al helemaal geen evidentie", zo lezen we nog in de beleidsnota Cultuur. De FOV hoopt dat de minister zijn plannen kan waarmaken en deze uitspraak dus over een aantal jaren niet meer opgaat.

Page 43: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Leren voor het leven

Het belang van levenslang en levensbreed leren valt niet te betwisten: onderzoek toont aan dat mensen die leren gezond, open van geest, gelukkig, productief en actieve burgers zijn. Wil het beleid de samenleving daadwerkelijk klaarstomen voor de bestuurlijke, demografi-sche, technologische, economische en ecologi-sche uitdagingen die ons allen te wachten staan, moet ze meer doen dan enkel lippendienst te bewijzen en goedbedoelde intentieverklaringen af te leveren.

Er is nood aan een breed gedeelde visie die het artificiële onderscheid tussen ‘leren voor de job’ en ‘leren voor het leven’ overstijgt. Hieraan moet gevolg gegeven door een gecoördineerde strategie. Er bestaan veel vormen van leren, met elk hun eigen leereffecten. Daar moet ruimte voor gecreëerd worden, zodat er in Vlaanderen een waar ‘leerklimaat’ ontstaat waarin ook het sociaal-cultureel (volwassenen)werk kan gedijen. Institutioneel hokjesdenken over maatschappelijke uitdagingen leidt tot verschra-ling van het aanbod. Kansengroepen zijn hiervan het eerste slachtoffer. Sociaal-cultureel werk is veelzijdig en laagdrempelig. We zijn inclusief en dus uitstekend geplaatst om visies over beleidsdomeinen heen te verbinden.

Het bilan van Vlaanderen op vlak van levenslang leren is gemengd te noemen. Er worden inspan-ningen geleverd, er zijn veel instrumenten voorhanden, tal van spelers zijn actief in het landschap van het volwassenenonderwijs. In navolging van Europese beleidsteksten probeert ook Vlaanderen het idee dat leren nooit stopt, ingang te doen vinden. Denk maar aan de inspanningen rond EVC en de uitrol van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Waarnemers zijn het er echter over eens dat er nog nood is aan betere afstemming en optimalisering van de bestaande middelen.

Voor de sociaal-culturele sector blijft het een voortdurende zoektocht naar positionering in dit nogal geïnstitutionaliseerde landschap. Dat de meerwaarde van het (h)erkennen van compe-tenties die men verwerft in onze sector van belang is, staat buiten kijf, maar we zijn geen vragende partij voor systemen die het engage-ment en vrijwilligerswerk al te zeer formaliseren. Bovendien blijven we ons verzetten tegen een al te arbeidsmarkgerichte en utilitaristische invulling van het Vlaamse beleidsinstrumentari-um, zoals de inperking van de mogelijkheden voor opleidingscheques en de ontzegging van de toegang tot de KMO-portefeuille.

2020 is een streefdatum die je met de regelmaat van de klok tegenkomt in beleidsteksten. Tal van doelstellingen moeten bereikt worden in dat magische jaar. Dat geldt ook voor alles wat levenslang en levensbreed leren aanbelangt. Denken we maar aan de Europa 2020-strategie en het plan Vlaanderen in Actie. Levenslang en levensbreed leren is een kerntaak van het sociaal-cultureel werk, maar dat wordt helaas al te vaak over het hoofd gezien door beleidsma-kers.

43

In de vorige legislatuur werden met de nota’s “Groeien in Cultuur” en “Doorgroeien in Cultuur” verdienstelijke lijnen uitgezet, maar een doorgedreven politieke ambitie (en de bijbehorende financiering!) bleef uit. Een van de vijf krachtlijnen die minister Gatz centraal zet in zijn beleidsnota betreft empowerment en levenslange en levensbrede participatie. De minister ziet “leren in (cultuur als doel) en leren door (cultuur als middel) cultuur” als “even relevant” en dus “verdienen ze gelijkmatige erkenning”.

"Levenslang en levensbreed leren is voor vele Vlamingen nog steeds geen realiteit, en al helemaal geen evidentie", zo lezen we nog in de beleidsnota Cultuur. De FOV hoopt dat de minister zijn plannen kan waarmaken en deze uitspraak dus over een aantal jaren niet meer opgaat.

“IN HET KADER VAN DE EU2020-STRATEGIE WERD BEPAALD DAT DE DEELNAME AAN LEVENSLANG LEREN IN 2020 15% MOET BEDRAGEN. TERWIJL DE EU-LIDSTATEN OP 11,3% BLIJVEN STEKEN, SCOORT HET VLAAMS GEWEST NOG VEEL ONDERMAATSER: 7,3%”

(VRIND 2014)

20

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0

Bron: O&V, FOD Economie – ADS (EAK), Eurostat in Vrind 2014

Page 44: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Het belang van levenslang en levensbreed leren valt niet te betwisten: onderzoek toont aan dat mensen die leren gezond, open van geest, gelukkig, productief en actieve burgers zijn. Wil het beleid de samenleving daadwerkelijk klaarstomen voor de bestuurlijke, demografi-sche, technologische, economische en ecologi-sche uitdagingen die ons allen te wachten staan, moet ze meer doen dan enkel lippendienst te bewijzen en goedbedoelde intentieverklaringen af te leveren.

Er is nood aan een breed gedeelde visie die het artificiële onderscheid tussen ‘leren voor de job’ en ‘leren voor het leven’ overstijgt. Hieraan moet gevolg gegeven door een gecoördineerde strategie. Er bestaan veel vormen van leren, met elk hun eigen leereffecten. Daar moet ruimte voor gecreëerd worden, zodat er in Vlaanderen een waar ‘leerklimaat’ ontstaat waarin ook het sociaal-cultureel (volwassenen)werk kan gedijen. Institutioneel hokjesdenken over maatschappelijke uitdagingen leidt tot verschra-ling van het aanbod. Kansengroepen zijn hiervan het eerste slachtoffer. Sociaal-cultureel werk is veelzijdig en laagdrempelig. We zijn inclusief en dus uitstekend geplaatst om visies over beleidsdomeinen heen te verbinden.

Het bilan van Vlaanderen op vlak van levenslang leren is gemengd te noemen. Er worden inspan-ningen geleverd, er zijn veel instrumenten voorhanden, tal van spelers zijn actief in het landschap van het volwassenenonderwijs. In navolging van Europese beleidsteksten probeert ook Vlaanderen het idee dat leren nooit stopt, ingang te doen vinden. Denk maar aan de inspanningen rond EVC en de uitrol van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Waarnemers zijn het er echter over eens dat er nog nood is aan betere afstemming en optimalisering van de bestaande middelen.

Voor de sociaal-culturele sector blijft het een voortdurende zoektocht naar positionering in dit nogal geïnstitutionaliseerde landschap. Dat de meerwaarde van het (h)erkennen van compe-tenties die men verwerft in onze sector van belang is, staat buiten kijf, maar we zijn geen vragende partij voor systemen die het engage-ment en vrijwilligerswerk al te zeer formaliseren. Bovendien blijven we ons verzetten tegen een al te arbeidsmarkgerichte en utilitaristische invulling van het Vlaamse beleidsinstrumentari-um, zoals de inperking van de mogelijkheden voor opleidingscheques en de ontzegging van de toegang tot de KMO-portefeuille.

@Timotheus

In de vorige legislatuur werden met de nota’s “Groeien in Cultuur” en “Doorgroeien in Cultuur” verdienstelijke lijnen uitgezet, maar een doorgedreven politieke ambitie (en de bijbehorende financiering!) bleef uit. Een van de vijf krachtlijnen die minister Gatz centraal zet in zijn beleidsnota betreft empowerment en levenslange en levensbrede participatie. De minister ziet “leren in (cultuur als doel) en leren door (cultuur als middel) cultuur” als “even relevant” en dus “verdienen ze gelijkmatige erkenning”.

"Levenslang en levensbreed leren is voor vele Vlamingen nog steeds geen realiteit, en al helemaal geen evidentie", zo lezen we nog in de beleidsnota Cultuur. De FOV hoopt dat de minister zijn plannen kan waarmaken en deze uitspraak dus over een aantal jaren niet meer opgaat.

www.vrijwilligersacademie.be"LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN IS VOOR VELE VLAMINGEN NOG STEEDS GEEN REALITEIT, EN AL HELEMAAL GEEN EVIDENTIE"

MINISTER SVEN GATZ

Page 45: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Het belang van levenslang en levensbreed leren valt niet te betwisten: onderzoek toont aan dat mensen die leren gezond, open van geest, gelukkig, productief en actieve burgers zijn. Wil het beleid de samenleving daadwerkelijk klaarstomen voor de bestuurlijke, demografi-sche, technologische, economische en ecologi-sche uitdagingen die ons allen te wachten staan, moet ze meer doen dan enkel lippendienst te bewijzen en goedbedoelde intentieverklaringen af te leveren.

Er is nood aan een breed gedeelde visie die het artificiële onderscheid tussen ‘leren voor de job’ en ‘leren voor het leven’ overstijgt. Hieraan moet gevolg gegeven door een gecoördineerde strategie. Er bestaan veel vormen van leren, met elk hun eigen leereffecten. Daar moet ruimte voor gecreëerd worden, zodat er in Vlaanderen een waar ‘leerklimaat’ ontstaat waarin ook het sociaal-cultureel (volwassenen)werk kan gedijen. Institutioneel hokjesdenken over maatschappelijke uitdagingen leidt tot verschra-ling van het aanbod. Kansengroepen zijn hiervan het eerste slachtoffer. Sociaal-cultureel werk is veelzijdig en laagdrempelig. We zijn inclusief en dus uitstekend geplaatst om visies over beleidsdomeinen heen te verbinden.

Het bilan van Vlaanderen op vlak van levenslang leren is gemengd te noemen. Er worden inspan-ningen geleverd, er zijn veel instrumenten voorhanden, tal van spelers zijn actief in het landschap van het volwassenenonderwijs. In navolging van Europese beleidsteksten probeert ook Vlaanderen het idee dat leren nooit stopt, ingang te doen vinden. Denk maar aan de inspanningen rond EVC en de uitrol van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Waarnemers zijn het er echter over eens dat er nog nood is aan betere afstemming en optimalisering van de bestaande middelen.

Voor de sociaal-culturele sector blijft het een voortdurende zoektocht naar positionering in dit nogal geïnstitutionaliseerde landschap. Dat de meerwaarde van het (h)erkennen van compe-tenties die men verwerft in onze sector van belang is, staat buiten kijf, maar we zijn geen vragende partij voor systemen die het engage-ment en vrijwilligerswerk al te zeer formaliseren. Bovendien blijven we ons verzetten tegen een al te arbeidsmarkgerichte en utilitaristische invulling van het Vlaamse beleidsinstrumentari-um, zoals de inperking van de mogelijkheden voor opleidingscheques en de ontzegging van de toegang tot de KMO-portefeuille.

• Doorbreek de begrenzing van het toepas-singsgebied rond niet-formele educatie. Activeer systemen als opleidingscheques, de KMO-portefeuille en het betaald educatief verlof voor niet-formele educatie in de sector.

• Laat het concept van de Brede School niet los.

Maak werk van een duurzaam beleid waarin een

belangrijk accent ligt op infrastructuur en de

participatie van de buurt, het verenigingsleven

en de niet-formele educatie;

• Zorg ervoor dat de uitrol van de Vlaamse kwalificatiestructuur oog heeft voor

de bijzonderheden en mogelijkheden binnen het sociaal-cultureel werk;

• Laat de discussies over competenties niet verzanden tot een institu-

tioneel debat. Betrek het sociaal-cultureel werk bij gesprekken over

informele en niet-formele educatie;

• Verlies naast het erkennen van verworven competenties (EVC)

ook het Herkennen niet uit het oog. Met Oscar is hier al een instrument voor beschikbaar;In de vorige legislatuur werden met de nota’s “Groeien in Cultuur” en “Doorgroeien in Cultuur” verdienstelijke lijnen uitgezet, maar een doorgedreven politieke ambitie (en de bijbehorende financiering!) bleef uit. Een van de vijf krachtlijnen die minister Gatz centraal zet in zijn beleidsnota betreft empowerment en levenslange en levensbrede participatie. De minister ziet “leren in (cultuur als doel) en leren door (cultuur als middel) cultuur” als “even relevant” en dus “verdienen ze gelijkmatige erkenning”.

"Levenslang en levensbreed leren is voor vele Vlamingen nog steeds geen realiteit, en al helemaal geen evidentie", zo lezen we nog in de beleidsnota Cultuur. De FOV hoopt dat de minister zijn plannen kan waarmaken en deze uitspraak dus over een aantal jaren niet meer opgaat.

Page 46: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

verhelpen elkaars tekortkomingen. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk vormt met zijn 14.000 lokale werkingen een korte keten tussen mensen, in alle wijken en buurten in Vlaanderen!

Van lokaal naar globaalMaar ook het aantal internationale netwerken is niet te onderschatten. Dit maakt een krachtige verbinding tussen het lokale en internationale mogelijk. Maar liefst 73% van de organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk is actief in internationale netwerken. En de ambitie om hierin te groeien is zeer groot, maar in deze aspiratie wordt de sector nauwelijks erkend, laat staan ondersteund.

Het internationaal cultuurbeleid heeft in het verleden nooit veel aandacht geschonken aan een ondersteuning van het sociaal-cultureel werk. En ook de Europese Unie had tot voor kort weinig oog voor het middenveld.

Hoewel zij inmiddels de potentiële rol van Civil Society Organisations (CSO’s) heeft ontdekt, bestaat er nog geen structurele inbedding van deze organisaties als een volwaardig deel van een Europees beleid.

Maatschappij in verandering

Er wordt stevig geschud aan de bestuurlijke boom die Vlaanderen heet. Burgers moeten zelfredzamer worden, de gemeenten autono-mer. Provincies moeten het stellen zonder persoonsgebonden bevoegdheden. Het regeer-akkoord kiest voor een grondige bestuurlijke switch, in een budgettair bijzonder moeilijk kader. Financiële, bestuurlijke en maatschappe-lijke veranderingen zetten lokale besturen en het middenveld er toe aan om nieuwe antwoorden te zoeken. Gemeenten én verenigingen worden bevraagd op draagkracht en draagvlak. Daardoor dringen keuzes zich op.

Voor een aantal gemeenten betekent deze oefening ook het creatief zoeken naar synergie-en, binnen en buiten het eigen apparaat. Het meerjarenplan gaf al de eerste aanzet tot een kerntakendebat.

De nood aan andere vormen van sociale cohesie en burgerschap vraagt om nieuwe technieken en tactieken. Maar bestaande recepten die hun nut hebben bewezen, mag men zeker niet zomaar bij het oud vuil zetten. Hoog tijd dus om werk te maken van een New Deal: verenigingen en lokale besturen zoeken samen náár en werken samen áán antwoorden op maat van de lokale context. Ze maken gebruik van elkaars kracht en

@Vluchtelingenwerk Vlaanderen | Thema-avond gevluchte holebi’s en transgenders | In samenwerking met Çavaria

Page 47: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Lokaal, Vlaams en internationaal

verhelpen elkaars tekortkomingen. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk vormt met zijn 14.000 lokale werkingen een korte keten tussen mensen, in alle wijken en buurten in Vlaanderen!

Van lokaal naar globaalMaar ook het aantal internationale netwerken is niet te onderschatten. Dit maakt een krachtige verbinding tussen het lokale en internationale mogelijk. Maar liefst 73% van de organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk is actief in internationale netwerken. En de ambitie om hierin te groeien is zeer groot, maar in deze aspiratie wordt de sector nauwelijks erkend, laat staan ondersteund.

Het internationaal cultuurbeleid heeft in het verleden nooit veel aandacht geschonken aan een ondersteuning van het sociaal-cultureel werk. En ook de Europese Unie had tot voor kort weinig oog voor het middenveld.

Hoewel zij inmiddels de potentiële rol van Civil Society Organisations (CSO’s) heeft ontdekt, bestaat er nog geen structurele inbedding van deze organisaties als een volwaardig deel van een Europees beleid.

Maatschappij in verandering

Er wordt stevig geschud aan de bestuurlijke boom die Vlaanderen heet. Burgers moeten zelfredzamer worden, de gemeenten autono-mer. Provincies moeten het stellen zonder persoonsgebonden bevoegdheden. Het regeer-akkoord kiest voor een grondige bestuurlijke switch, in een budgettair bijzonder moeilijk kader. Financiële, bestuurlijke en maatschappe-lijke veranderingen zetten lokale besturen en het middenveld er toe aan om nieuwe antwoorden te zoeken. Gemeenten én verenigingen worden bevraagd op draagkracht en draagvlak. Daardoor dringen keuzes zich op.

Voor een aantal gemeenten betekent deze oefening ook het creatief zoeken naar synergie-en, binnen en buiten het eigen apparaat. Het meerjarenplan gaf al de eerste aanzet tot een kerntakendebat.

De nood aan andere vormen van sociale cohesie en burgerschap vraagt om nieuwe technieken en tactieken. Maar bestaande recepten die hun nut hebben bewezen, mag men zeker niet zomaar bij het oud vuil zetten. Hoog tijd dus om werk te maken van een New Deal: verenigingen en lokale besturen zoeken samen náár en werken samen áán antwoorden op maat van de lokale context. Ze maken gebruik van elkaars kracht en

Sociaal-culturele organisaties worden steeds meer geconfronteerd met een bestuurlijk kader dat moeilijk in overeenstemming is te brengen met hun eigen manier van werken, met hun wensen en ambities. Dit merken we zowel op lokaal, Vlaams als internationaal vlak. Er wordt te weinig rekening gehouden met de typische manier waarop organisaties als de onze zweven tussen overheid, burger en de profit-markt. Tegelijk heeft de maatschappij meer dan ooit nood aan een sterk en weerbaar sociaal-cultureel werk: om burgers zelfredzamer te maken, om taken op te nemen die een overheid niet langer kan vervullen, om de overheden te blijven appeleren op hun verantwoordelijkheden, om pit te geven aan de democratie en om het sociaal weefsel te verster-ken.

In het FOV-voorstel ‘New Deal’ worden lokale besturen aangemoedigd samen te

werken met lokale sociaal-cul-turele initiatieven

In het FOV-voorstel ‘New Deal’ worden lokale besturen aangemoedigd samen te

werken met lokale sociaal-cul

Politiek - Overheid - MiddenveldPolitiek - Overheid - MiddenveldPolitiek - Overheid - Middenveld

New Deal

Politiek - Overheid - MiddenveldPolitiek - Overheid - MiddenveldPolitiek - Overheid - MiddenveldPolitiek - Overheid - MiddenveldLOKAAL BELEID

Page 48: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

verhelpen elkaars tekortkomingen. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk vormt met zijn 14.000 lokale werkingen een korte keten tussen mensen, in alle wijken en buurten in Vlaanderen!

Van lokaal naar globaalMaar ook het aantal internationale netwerken is niet te onderschatten. Dit maakt een krachtige verbinding tussen het lokale en internationale mogelijk. Maar liefst 73% van de organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk is actief in internationale netwerken. En de ambitie om hierin te groeien is zeer groot, maar in deze aspiratie wordt de sector nauwelijks erkend, laat staan ondersteund.

Het internationaal cultuurbeleid heeft in het verleden nooit veel aandacht geschonken aan een ondersteuning van het sociaal-cultureel werk. En ook de Europese Unie had tot voor kort weinig oog voor het middenveld.

Hoewel zij inmiddels de potentiële rol van Civil Society Organisations (CSO’s) heeft ontdekt, bestaat er nog geen structurele inbedding van deze organisaties als een volwaardig deel van een Europees beleid.

Maatschappij in verandering

Er wordt stevig geschud aan de bestuurlijke boom die Vlaanderen heet. Burgers moeten zelfredzamer worden, de gemeenten autono-mer. Provincies moeten het stellen zonder persoonsgebonden bevoegdheden. Het regeer-akkoord kiest voor een grondige bestuurlijke switch, in een budgettair bijzonder moeilijk kader. Financiële, bestuurlijke en maatschappe-lijke veranderingen zetten lokale besturen en het middenveld er toe aan om nieuwe antwoorden te zoeken. Gemeenten én verenigingen worden bevraagd op draagkracht en draagvlak. Daardoor dringen keuzes zich op.

Voor een aantal gemeenten betekent deze oefening ook het creatief zoeken naar synergie-en, binnen en buiten het eigen apparaat. Het meerjarenplan gaf al de eerste aanzet tot een kerntakendebat.

De nood aan andere vormen van sociale cohesie en burgerschap vraagt om nieuwe technieken en tactieken. Maar bestaande recepten die hun nut hebben bewezen, mag men zeker niet zomaar bij het oud vuil zetten. Hoog tijd dus om werk te maken van een New Deal: verenigingen en lokale besturen zoeken samen náár en werken samen áán antwoorden op maat van de lokale context. Ze maken gebruik van elkaars kracht en

van de organisaties in het SCVW is actief over de

grenzen heen

49% van de Belgen is actief in ‘the civil society’. Samen met de Denen en de Britten voeren zij de Europese ranglijst aan.

(bron: Immerfall, S. (2010). Handbook of European Societies)

@Raf Lehaen / Mobiel21 | 18 landen toonden al interesse in de campagne Sam de Verkeersslang van Mobiel21

Page 49: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

verhelpen elkaars tekortkomingen. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk vormt met zijn 14.000 lokale werkingen een korte keten tussen mensen, in alle wijken en buurten in Vlaanderen!

Van lokaal naar globaalMaar ook het aantal internationale netwerken is niet te onderschatten. Dit maakt een krachtige verbinding tussen het lokale en internationale mogelijk. Maar liefst 73% van de organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk is actief in internationale netwerken. En de ambitie om hierin te groeien is zeer groot, maar in deze aspiratie wordt de sector nauwelijks erkend, laat staan ondersteund.

Het internationaal cultuurbeleid heeft in het verleden nooit veel aandacht geschonken aan een ondersteuning van het sociaal-cultureel werk. En ook de Europese Unie had tot voor kort weinig oog voor het middenveld.

Hoewel zij inmiddels de potentiële rol van Civil Society Organisations (CSO’s) heeft ontdekt, bestaat er nog geen structurele inbedding van deze organisaties als een volwaardig deel van een Europees beleid.

Maatschappij in verandering

Er wordt stevig geschud aan de bestuurlijke boom die Vlaanderen heet. Burgers moeten zelfredzamer worden, de gemeenten autono-mer. Provincies moeten het stellen zonder persoonsgebonden bevoegdheden. Het regeer-akkoord kiest voor een grondige bestuurlijke switch, in een budgettair bijzonder moeilijk kader. Financiële, bestuurlijke en maatschappe-lijke veranderingen zetten lokale besturen en het middenveld er toe aan om nieuwe antwoorden te zoeken. Gemeenten én verenigingen worden bevraagd op draagkracht en draagvlak. Daardoor dringen keuzes zich op.

Voor een aantal gemeenten betekent deze oefening ook het creatief zoeken naar synergie-en, binnen en buiten het eigen apparaat. Het meerjarenplan gaf al de eerste aanzet tot een kerntakendebat.

De nood aan andere vormen van sociale cohesie en burgerschap vraagt om nieuwe technieken en tactieken. Maar bestaande recepten die hun nut hebben bewezen, mag men zeker niet zomaar bij het oud vuil zetten. Hoog tijd dus om werk te maken van een New Deal: verenigingen en lokale besturen zoeken samen náár en werken samen áán antwoorden op maat van de lokale context. Ze maken gebruik van elkaars kracht en

• Motiveer en stimuleer lokale besturen om sterke allianties aan te gaan met het sociaal-cul-tureel volwassenenwerk. We denken hierbij in de eerste plaats aan het lokaal cultuurbeleid, maar ook aan de regelgeving voor het integratiebeleid, het ouderenbeleid, het sociaal beleid, het onderwijsbeleid,…

• Beperk plan- en regeloverlast die lokale besturen opleggen aan hun verenigingsleven.

• Nodig de koepels van gemeenten en gemeentelijke diensten uit om samen met het sociaal-cultureel werk een strategisch kader te ontwikkelen voor een “New Deal”.

• Creëer een New Deal-instrumentarium met daarin aandacht voor een projectlijn om samenwerking tussen middenveld en gemeente/stad te stimuleren, te ontdekken en duurzaam te maken. Richt 13 regionale Fondsen op, beheerd door gemeenten, midden-veldspelers en de vormingpluscentra om in te zetten op regionaal initiatief en de ambitie van de lokale spelers.

• Zorg voor een transparante afhandeling van de Interne Staatshervorming.

• Maak ruimte vrij om sociaal-culturele organisaties te ondersteunen bij hun verdere internationale netwerkontwikkeling en ontmoetingen.

• Geef ruimte aan thema’s die van onderuit groeien. De relatie tussen de Europese Unie en het sociaal-cultureel werk is vandaag nog te veel top-down: je kan enkel samenwerken op thema’s die de Unie zelf naar voor schuift. Op die manier ontstaat een reële participatie-ge-dreven interactie.

• Beperk de administratieve last bij Europese projectoproepen tot het strikt noodzakelijke. De planlast moet beter in proportie staan tot de budgetten.

• Besteed aandacht aan het sociaal-cultureel werk in vergelijkend Europees onderzoek en schat het naar waarde in internationale context.

• Faciliteer uitwisselingen tussen sociaal-culturele organisaties uit verschillende landen met het oog op het versterken van gemeenschapsvorming, maatschappelijke activering en educatie.

Uitdagingen

Page 50: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

consultancy. De helft zette een knip op de beugel voor de aankoop van kantoormateriaal. Ook voor de horeca en zaalverhuur hadden de besparingen effecten: een kleine helft van de organisaties bespaarde hier bewust op. Tot slot valt op dat bij een derde van de organisaties de uitgaven voor het bijwonen van studiedagen en andere vormingsinitiatieven onder het mes gingen.

De aangekondigde besparingen voor 2015 leiden tot een nog zorgwekkender beeld. Uit een aantal indicatoren blijkt immers dat steeds meer organisaties op het bot zitten. Zelfs in die mate dat de (ongeveer) 5% vermindering van de subsidies al onmiddellijk leidt tot een inkrim-ping van het personeelsbestand bij ruim de helft van de organisaties (53 %). Opvallend is ook de forse stijging van het aantal organisaties dat zich nu wel genoodzaakt ziet op hun aanbod te besparen: van 22 naar 36 %.

Impact op het terreinUit de resultaten van een bevraging bij de organisaties blijkt dat ze er de afgelopen vier jaren alles aan deden om bij hun besparingen het aanbod, de publiekswerking en de afdelingsondersteuning zoveel mogelijk te vrijwaren. Zij gingen op de eerste plaats te rade bij zichzelf: 65 % van de lidorganisaties sneed in de (interne) organisatiekosten, zoals drukwerk, kantooruitrusting, ICT,…, maar 60 % bespaarde ook al op de personeelskosten. Een overgrote meerderheid van de organisaties (78 %) koos er de afgelopen jaren bewust voor om niet op het aanbod te besparen.

Bij de organisaties die personeelskosten moes-ten drukken, koos 77 % ervoor om niet meer te vervangen bij vertrek. 55 % van de organisaties voerde maatregelen in die leidden tot deeltijds werk. Bijna de helft van de organisaties (47 %) moest daarenboven de afgelopen jaren overgaan tot ontslag.

Het drukken van de interne organisatiekosten heeft ook heel wat “collateral damage”: 68 % van de organisaties deed de inkomsten van grafici, drukkers,… verminderen. Bijna een derde deed minder een beroep op externe

Enkele feiten op een rijtjeHet IVA sociaal-cultureel werk zag zijn budget tijdens de vorige legislatuur met amper 3% toenemen. En voor het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk was er begin 2014 evenveel geld als begin 2009, wat –rekening houdend met de inflatie- een verdamping van het budget met 10% betekent.

Voor 2015 besliste de Vlaamse regering tot bijkomende besparingen binnen het sociaal-cul-tureel volwassenenwerk. De verenigingen en vormingsorganisaties zouden bijkomend ca. 5% inleveren, de bewegingen blijven gevrijwaard van bijkomende besparingen.

Op vijf jaar tijd zagen de Vormingplus-centra en heel wat bewegingen en etnisch-culturele federaties hun subsidies met ruim 35 % dalen. Ook Socius en FOV verloren een pak van hun middelen, de experimenteerruimte voor de verenigingen werd geschrapt en de toepassing van de opleidingscheques verdampte voor de vormingsinstellingen. En dit naast een daling van hun reguliere subsidies met 12 % en meer.

Tegelijk stellen we uit onze gegevensregistratie vast dat bij ongeveer de helft van de organisaties ook de inkomsten uit lidgelden, sponsoring, schenkingen,… manifest verminderden.

@Jan Van Bostraeten |KVG

Page 51: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Een duurzaam vliegwiel voor meer toekomst

consultancy. De helft zette een knip op de beugel voor de aankoop van kantoormateriaal. Ook voor de horeca en zaalverhuur hadden de besparingen effecten: een kleine helft van de organisaties bespaarde hier bewust op. Tot slot valt op dat bij een derde van de organisaties de uitgaven voor het bijwonen van studiedagen en andere vormingsinitiatieven onder het mes gingen.

De aangekondigde besparingen voor 2015 leiden tot een nog zorgwekkender beeld. Uit een aantal indicatoren blijkt immers dat steeds meer organisaties op het bot zitten. Zelfs in die mate dat de (ongeveer) 5% vermindering van de subsidies al onmiddellijk leidt tot een inkrim-ping van het personeelsbestand bij ruim de helft van de organisaties (53 %). Opvallend is ook de forse stijging van het aantal organisaties dat zich nu wel genoodzaakt ziet op hun aanbod te besparen: van 22 naar 36 %.

Impact op het terreinUit de resultaten van een bevraging bij de organisaties blijkt dat ze er de afgelopen vier jaren alles aan deden om bij hun besparingen het aanbod, de publiekswerking en de afdelingsondersteuning zoveel mogelijk te vrijwaren. Zij gingen op de eerste plaats te rade bij zichzelf: 65 % van de lidorganisaties sneed in de (interne) organisatiekosten, zoals drukwerk, kantooruitrusting, ICT,…, maar 60 % bespaarde ook al op de personeelskosten. Een overgrote meerderheid van de organisaties (78 %) koos er de afgelopen jaren bewust voor om niet op het aanbod te besparen.

Bij de organisaties die personeelskosten moes-ten drukken, koos 77 % ervoor om niet meer te vervangen bij vertrek. 55 % van de organisaties voerde maatregelen in die leidden tot deeltijds werk. Bijna de helft van de organisaties (47 %) moest daarenboven de afgelopen jaren overgaan tot ontslag.

Het drukken van de interne organisatiekosten heeft ook heel wat “collateral damage”: 68 % van de organisaties deed de inkomsten van grafici, drukkers,… verminderen. Bijna een derde deed minder een beroep op externe

Enkele feiten op een rijtjeHet IVA sociaal-cultureel werk zag zijn budget tijdens de vorige legislatuur met amper 3% toenemen. En voor het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk was er begin 2014 evenveel geld als begin 2009, wat –rekening houdend met de inflatie- een verdamping van het budget met 10% betekent.

Voor 2015 besliste de Vlaamse regering tot bijkomende besparingen binnen het sociaal-cul-tureel volwassenenwerk. De verenigingen en vormingsorganisaties zouden bijkomend ca. 5% inleveren, de bewegingen blijven gevrijwaard van bijkomende besparingen.

Op vijf jaar tijd zagen de Vormingplus-centra en heel wat bewegingen en etnisch-culturele federaties hun subsidies met ruim 35 % dalen. Ook Socius en FOV verloren een pak van hun middelen, de experimenteerruimte voor de verenigingen werd geschrapt en de toepassing van de opleidingscheques verdampte voor de vormingsinstellingen. En dit naast een daling van hun reguliere subsidies met 12 % en meer.

Tegelijk stellen we uit onze gegevensregistratie vast dat bij ongeveer de helft van de organisaties ook de inkomsten uit lidgelden, sponsoring, schenkingen,… manifest verminderden.

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk staat voor 44.278.832 uren maatschappelijk engagement in Vlaanderen en Brussel. Dit kost de Vlaamse overheid 1,40 euro per uur inzet. Twee derde van een pint. Minstens 40 procent van de subsidies wordt zelfs rechtstreeks ingezet voor het werken met etnisch-cultureel diverse groepen, mensen in armoede en mensen met een beperking. Bovendien weten onze organisaties heel goed wat inkomstendiversificatie betekent: de subsi-dies uit het decreet vormen een kwart van de middelen waarmee de organisaties werken. Voor ruim de helft van hun inkomsten gaan ze naar “de markt”. En toch,… toch vreten vijf lange besparingsjaren aan het bot.

Elk uur ingezet in het sociaal-cultureel werk kost de Vlaamse overheid slechts €1,40

Page 52: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

consultancy. De helft zette een knip op de beugel voor de aankoop van kantoormateriaal. Ook voor de horeca en zaalverhuur hadden de besparingen effecten: een kleine helft van de organisaties bespaarde hier bewust op. Tot slot valt op dat bij een derde van de organisaties de uitgaven voor het bijwonen van studiedagen en andere vormingsinitiatieven onder het mes gingen.

De aangekondigde besparingen voor 2015 leiden tot een nog zorgwekkender beeld. Uit een aantal indicatoren blijkt immers dat steeds meer organisaties op het bot zitten. Zelfs in die mate dat de (ongeveer) 5% vermindering van de subsidies al onmiddellijk leidt tot een inkrim-ping van het personeelsbestand bij ruim de helft van de organisaties (53 %). Opvallend is ook de forse stijging van het aantal organisaties dat zich nu wel genoodzaakt ziet op hun aanbod te besparen: van 22 naar 36 %.

Impact op het terreinUit de resultaten van een bevraging bij de organisaties blijkt dat ze er de afgelopen vier jaren alles aan deden om bij hun besparingen het aanbod, de publiekswerking en de afdelingsondersteuning zoveel mogelijk te vrijwaren. Zij gingen op de eerste plaats te rade bij zichzelf: 65 % van de lidorganisaties sneed in de (interne) organisatiekosten, zoals drukwerk, kantooruitrusting, ICT,…, maar 60 % bespaarde ook al op de personeelskosten. Een overgrote meerderheid van de organisaties (78 %) koos er de afgelopen jaren bewust voor om niet op het aanbod te besparen.

Bij de organisaties die personeelskosten moes-ten drukken, koos 77 % ervoor om niet meer te vervangen bij vertrek. 55 % van de organisaties voerde maatregelen in die leidden tot deeltijds werk. Bijna de helft van de organisaties (47 %) moest daarenboven de afgelopen jaren overgaan tot ontslag.

Het drukken van de interne organisatiekosten heeft ook heel wat “collateral damage”: 68 % van de organisaties deed de inkomsten van grafici, drukkers,… verminderen. Bijna een derde deed minder een beroep op externe

Enkele feiten op een rijtjeHet IVA sociaal-cultureel werk zag zijn budget tijdens de vorige legislatuur met amper 3% toenemen. En voor het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk was er begin 2014 evenveel geld als begin 2009, wat –rekening houdend met de inflatie- een verdamping van het budget met 10% betekent.

Voor 2015 besliste de Vlaamse regering tot bijkomende besparingen binnen het sociaal-cul-tureel volwassenenwerk. De verenigingen en vormingsorganisaties zouden bijkomend ca. 5% inleveren, de bewegingen blijven gevrijwaard van bijkomende besparingen.

Op vijf jaar tijd zagen de Vormingplus-centra en heel wat bewegingen en etnisch-culturele federaties hun subsidies met ruim 35 % dalen. Ook Socius en FOV verloren een pak van hun middelen, de experimenteerruimte voor de verenigingen werd geschrapt en de toepassing van de opleidingscheques verdampte voor de vormingsinstellingen. En dit naast een daling van hun reguliere subsidies met 12 % en meer.

Tegelijk stellen we uit onze gegevensregistratie vast dat bij ongeveer de helft van de organisaties ook de inkomsten uit lidgelden, sponsoring, schenkingen,… manifest verminderden.

Page 53: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

UITDAGING

consultancy. De helft zette een knip op de beugel voor de aankoop van kantoormateriaal. Ook voor de horeca en zaalverhuur hadden de besparingen effecten: een kleine helft van de organisaties bespaarde hier bewust op. Tot slot valt op dat bij een derde van de organisaties de uitgaven voor het bijwonen van studiedagen en andere vormingsinitiatieven onder het mes gingen.

De aangekondigde besparingen voor 2015 leiden tot een nog zorgwekkender beeld. Uit een aantal indicatoren blijkt immers dat steeds meer organisaties op het bot zitten. Zelfs in die mate dat de (ongeveer) 5% vermindering van de subsidies al onmiddellijk leidt tot een inkrim-ping van het personeelsbestand bij ruim de helft van de organisaties (53 %). Opvallend is ook de forse stijging van het aantal organisaties dat zich nu wel genoodzaakt ziet op hun aanbod te besparen: van 22 naar 36 %.

Impact op het terreinUit de resultaten van een bevraging bij de organisaties blijkt dat ze er de afgelopen vier jaren alles aan deden om bij hun besparingen het aanbod, de publiekswerking en de afdelingsondersteuning zoveel mogelijk te vrijwaren. Zij gingen op de eerste plaats te rade bij zichzelf: 65 % van de lidorganisaties sneed in de (interne) organisatiekosten, zoals drukwerk, kantooruitrusting, ICT,…, maar 60 % bespaarde ook al op de personeelskosten. Een overgrote meerderheid van de organisaties (78 %) koos er de afgelopen jaren bewust voor om niet op het aanbod te besparen.

Bij de organisaties die personeelskosten moes-ten drukken, koos 77 % ervoor om niet meer te vervangen bij vertrek. 55 % van de organisaties voerde maatregelen in die leidden tot deeltijds werk. Bijna de helft van de organisaties (47 %) moest daarenboven de afgelopen jaren overgaan tot ontslag.

Het drukken van de interne organisatiekosten heeft ook heel wat “collateral damage”: 68 % van de organisaties deed de inkomsten van grafici, drukkers,… verminderen. Bijna een derde deed minder een beroep op externe

Enkele feiten op een rijtjeHet IVA sociaal-cultureel werk zag zijn budget tijdens de vorige legislatuur met amper 3% toenemen. En voor het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk was er begin 2014 evenveel geld als begin 2009, wat –rekening houdend met de inflatie- een verdamping van het budget met 10% betekent.

Voor 2015 besliste de Vlaamse regering tot bijkomende besparingen binnen het sociaal-cul-tureel volwassenenwerk. De verenigingen en vormingsorganisaties zouden bijkomend ca. 5% inleveren, de bewegingen blijven gevrijwaard van bijkomende besparingen.

Op vijf jaar tijd zagen de Vormingplus-centra en heel wat bewegingen en etnisch-culturele federaties hun subsidies met ruim 35 % dalen. Ook Socius en FOV verloren een pak van hun middelen, de experimenteerruimte voor de verenigingen werd geschrapt en de toepassing van de opleidingscheques verdampte voor de vormingsinstellingen. En dit naast een daling van hun reguliere subsidies met 12 % en meer.

Tegelijk stellen we uit onze gegevensregistratie vast dat bij ongeveer de helft van de organisaties ook de inkomsten uit lidgelden, sponsoring, schenkingen,… manifest verminderden.

Page 54: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

ADR-Vlaanderenwww.adrvlaanderen.be

Afrikaans Platformwww.afrikaansplatform.be

Actieve Interculturele Federatie +www.vzwaif.be

Feniks (ACLI)www.acli-vlaanderen.be

Feniks (Federatie Wereldvrouwen)www.federatiewereldvrouwen.be

Fevladowww.fevlado/be

Forum van Vlaamse Vrouwenwww.vlaamsevrouwen.org

Gezinsbondwww.gezinsbond.be

Humanistisch-Vrijzinnige Verenigingwww.h-vv.be

Internationaal Comitéwww.icvzw.be

KVG-Vormingwww.kvg.be

KVLV - Vrouwen met Vaartwww.kvlv.be

kwbwww.kwb.be

Amnesty Internationalwww.amnesty.be

August Vermeylenfondswww.vermeylenfonds.be

Çavaria

www.cavaria.be

ConTempo

www.vzwcontempo.be

Curieus

www.curieus.be

Davidsfondswww.davidsfonds.be

FAABwww.faabvzw.be

Federatie

Mondiale Democratische Organisatieswww.fmdo.be

Federatie Onafhankelijke Seniorenwww.fedos.be

Federatie van Marokkaanse Verenigingenwww.fmv-vzw.be

Federatie van Vooruitstrevende Verenigingen (CDF)

www.cdfvzw.be

Federatie van Zelforganisaties in Vlaanderen

www.fzovl.be

Femmawww.femma.be

ATB De Natuurvriendenwww.denatuurvrienden.be

DE NATUURVRIENDENVOOR ACTIEVE EN DUURZAME VRIJE TIJD

August Vermeylenfonds

Page 55: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Pasar

www.pasar.be

Rodenbachfondswww.rodenbachfonds.org

S-Pluswww.s-plusvzw.be

Turkse Unie van Belgiëwww.turkseunie.be

Unie van Turkse Verenigingenwww.utvweb.be

UNIZO-Vormingwww.unizo.be

Veltwww.velt.be

Verbond VOS, Vlaamse Vredesverenigingwww.vosnet.org

Vereniging Personen met een Handicapwww.vfg.be

Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims

www.voem-vzw.be

VIVA-SVVwww.viva-svv.be

Vlaamse Actieve Seniorenwww.vlaamseactievesenioren.be

Vlaamse Volksbewegingwww.vvb.org

VOSOGwww.vosog.eu

vtbKultuurwww.vtbkultuur.be

Welzijnsschakelswww.welzijnsschakels.be

Willemsfondswww.willemsfonds.be

Ziekenzorg CMwww.ziekenzorg.be

Landelijke Gildenwww.landelijkegilden.be

Latijns-Amerikaanse Federatiewww.federacionlatinoamericana.com

Liberale Beweging voor Volksontwikkelingwww.lbvvzw.be

Liberale Vrouwenwww.liberalevrouwen.be

LINX+www.linxplus.be

LVZ Vormingsdienstwww.lvz.be

Markant - Netwerk van Ondernemende Vrouwen

www.markantvzw.be

Masereelfondswww.masereelfonds.be

Netwerk van Ondernemende SeniorenNeos

www.neosvzw.be

Okra, Trefpunt 55+

www.okra.be

Oxfam Wereldwinkels

www.oww.be

Tuinhierwww.tuinhier.be

Rodenbachfonds

Page 56: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Beweging tegen Geweld - ZIJNwww.vzwzijn.be

Bond Zonder Naam (BZN)www.bzn.be

Climaxi - beweging voor klimaat en sociale rechtvaardigheid

www.climaxi.be

Ryckeveldewww.ryckevelde.be

Samenhuizenwww.samenhuizen.be

Toemekawww.toemeka.be

VAKA/Hand in Hand www.anti-racisme.be

Vluchtelingenwerk Vlaanderenwww.vluchtelingenwerk.be

Voedselteamswww.voedselteams.be

Vredewww.vrede.be

Vredesactiewww.vredesactie.be

Waerbekewww.portaalvandestilte.be

Welzijnszorgwww.welzijnszorg.be

Wervelwww.wervel.be

Zicht op Cultuur², Slechtzienden en Blinden Platform Vlaanderen

www.zichtopcultuur.be

Zij-Kantwww.zij-kant.be

De Maakbare Mens (DMM)www.demaakbaremens.org

De Wakkere Burger

www.dewakkereburger.be

Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA)

www.evavzw.be

FairFin

www.fairfin.be

GetBasic

www.getbasic.be

Kerkwerk Multicultureel Samenleven (KMS)www.kms.be

Kif Kifwww.kifkif.be

Koerdisch Instituutwww.kurdishinstitute.be

Liga voor Mensenrechtenwww.mensenrechten.be

LINCwww.linc-vzw.be

Merhabawww.merhaba.be

Mobiel 21www.mobiel21.be

Netwerk Bewust Verbruiken (NBV)www.bewustverbruiken.be

Onafhankelijk Levenwww.onafhankelijkleven.be

Pax Christi Vlaanderenwww.paxchristi.be

Page 57: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

Vormingplus Citizennewww.citizenne.be

Vormingplus Gent-Eeklo Vormingplus Kempenwww.vormingplusgent-eeklo.be www.vormingpluskempen.be

Vormingplus Limburgwww.vormingpluslimburg.be

Vormingplus Midden en Zuid West-Vlaanderen

www.vormingplusmzw.beVormingplus Oost-Brabant

www.vormingplusoostbrabant.beVormingplus Oostende-Westhoek

www.vormingplusow.be

Vormingplus regio Antwerpenwww.vormingplusantwerpen.be

Vormingplus regio Bruggewww.vormingplus-brugge.be

Vormingplus regio Mechelenwww.vormingplusregiomechelen.be

Vormingplus Vlaamse Ardennenwww.vormingplusvlad.be

Vormingplus Waas-en-Denderwww.vormingplus.be/waas-en-dender

Vormingplus

vormingplus

regio Mechelen

Vormingplus Archeducwww.archeduc.be

Amarantwww.amarant.be

CCV, partner in christelijk vormingswerkwww.ccv.be

Centrum voor Natuur- en Milieueducatiewww.c-v-n.be

Davidsfonds Academiewww.davidsfonds.be

Halewijnstichtingwww.halewynstichting.be

Het Vlaamse Kruis

www.hetvlaamsekruis.be

Impuls

www.impulsvorming.be

Kwadraet

www.kwadraet.be

Motief

www.motief.org

Natuurpunt Educatiewww.natuureducatie.be

PRH - Persoonlijkheid en Relatieswww.prh.be

Timotheus-Intuïtiewww.timotheus.be

Uitstraling Permanente Vormingwww.vub.ac.be/upv

Page 58: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

KR8www.vzwKR8.be

Op-Stapwww.op-stap.be

Vijftactwww.vijftact.be

Gezin en Handicap (deel van Vijftact)www.gezinenhandicap.be

Handicum (deel van Z11)

Ateliers voor Werknemersvormingwww.acv-online.be

Z11www.vzwZ11.be

Pasformwww.pasform.be

VONX

www.vonx.be

Het Grote Plein (deel van Z11)www.hetgroteplein.be

Sig (deel van Vijftact)www.sig-net.be

COME - Competent in engagement

www.aclvb.be/vormingen

Centrum ZitStil (deel van Vijftact)www.zitstil.be

De Brug Gent (deel van KR8)www.autismecentraal.com

TIEVO (deel van KR8)www.tievo.be

VIBEG (deel van Z11)www.vibeg.be

Vorming en Actie

www.vlaams.abvv.be

De Brug Hasselt (deel van KR8)www.vzwdebrug.be

De Kei (deel van Op-Stap)www.dekei.be

Vlaamse Dienst Autisme (deel van Vijftact)www.autismecentraal.com

VMG (deel van KR8)

Digistap (deel van Op-Stap)www.digistap.be

Fevlado-Diversus (deel van Vijftact)www.fevlado.be

WIEV (deel van Op-Stap)

Vormingscentrum Opvoeding Kinderopvangwww.vcok.be

Vormingsinstituut Rode Kruis Vlaanderenwww.rodekruis.be

Wisperwww.wisper.be

Zorg-Saamwww.zorgsaam.be

Page 59: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

DOWNLOAD OF BESTEL OPWWW.WASCABI.BE

ABONNEER JE OP WWW.FOV.BE

LEES ONS MEMORANDUM OP WWW.FOV.BE

SURF NAAR

LAATMENSENSCHITTEREN.BE

PRETTIGGELEERD.BE

WWW.SOCIUS.BE

WWW.FOV.BE

Deze digitale nieuwsbrief brengt je elke twee weken het laatste beleidsnieuws uit de sociaal-cultu-rele sector.

In aanloop van de verkiezingen van 2014 schreef de FOV een memora-dum met een blik op de toekomst!

Pak onze ambitiebundel ‘Veerkracht’ eens vast!

2014

JAARMAGAZINE OVER BELEID EN TENDENSEN

IN HET SOCIAAL-CULTUREEL WERK

Het sociaal-cultureel

werk uitgedaagd:

OVER TROEVEN, OPLOSSINGEN EN VALKUILEN

Subsidiëren of investeren:

WHAT’S IN A NAME?

Samen aan de weg timmeren:

VERBIST EN SUYKENS IN DIALOOG

GOUDEN TIPS VOOR

MINISTER GATZ

In ons jaarlijks beleidsmagazine schenken we op pittige wijze aandacht aan beleid en tendensen uit het werkveld.

LEES HEM ONLINEWWW.WASCABI.BE

SCHITTEREN.BE

PRETTIGGELEERD.BE

Page 60: Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel

De FOV is de federatie van alle door de Vlaamse overheid erkende organisaties voor sociaal-cultureel volwassenen-werk. Wij doen aan beleidsvoorbereiding, signaleren knelpunten in de regelgeving en staan onze lidorganisaties bij met raad en daad.

“Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel” biedt een waaier aan informatie, ideeën en suggesties voor een krachtig sociaal-cultureel beleid. Volledig gestaafd met Boeksta-ven-cijfers.

Maar “Heel Vlaanderen Sociaal Cultureel” is ook een ambi-tie. Wij geloven dat het sociaal-cultureel volwassenenwerk een hefboom is én nog meer kan zijn voor de maatschappe-lijke uitdagingen van vandaag en morgen.

Daarom nodigen we beleidsmakers uit om samen met ons en onze lidorganisaties de sociaal-culturele kaart te trekken. Deze brochure biedt alvast een uitgestoken hand.

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Verbist, directeur FOVGallaitstraat 86 bus 12 - 1030 BrusselTel: 02/244.93.39 | www.fov.be | [email protected]

Overname van tekstmateriaal is toegelaten voor niet-commerciële doeleinden en mits bronvermelding.