hét basisschoolboek voor ouders
DESCRIPTION
Hét basisschoolboek voor ouders helpt je de antwoorden te vinden op alle vragen waar je als ouder met een kind op de basisschool tegenaan loopt. Praktische vragen als welke gymslofjes moet ik kopen voor mijn kleuter, moet mijn kind echt zindelijk zijn voor het naar school gaat, mag mijn kind naar school met waterpokken, wat kost overblijven en hoe ga je om met heimwee tijdens het schoolkamp in groep 7 of 8?TRANSCRIPT
ALLES WAT JE ALS OUDER WILT WETEN OVER KINDEREN EN DE BASISSCHOOL
HÉT
BOEKBASISSCHOOL
Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen
Jacqueline Wouda
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 3 30-07-13 17:49
INHOUD
VOORWOORD 7
1 NAAR SCHOOL! - BEGIN VAN EEN NIEUWE FASE 81.1 Hoe kies je een school? 101.2 Voorbereiden op de basisschool 231.3 Wat je kind moet kunnen als het naar school gaat 251.4 Wennen 30
2 GROEP 1 EN 2 - SPELEND LEREN, ONTLUIKEN EN ONTWIKKELEN 342.1 Geen aparte school, wel een apart plekje 362.2 Dit leert je kind in groep 1 en 2 382.3 Spelen en leren gaan hand in hand 502.4 Zo help je je kind 592.5 Kleutervriendschappen 622.6 De ene kleuter is de andere niet 652.7 Cito-toetsen en leerlingvolgsysteem 672.8 Klaar voor groep 3? 73
3 GROEP 3 EN 4 - DE BASIS WORDT GELEGD 763.1 Stap in de wereld van het schoolkind 783.2 Dit leert je kind in groep 3 en 4 803.3 Het proces van leren lezen 873.4 Leren schrijven is vooral heel veel oefenen 1033.5 Zo leert je kind rekenen 1073.6 Voorkom een vakantiedip 1103.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind 1 1 13.8 Gaat het goed op school? 115
4 GROEP 5 EN 6 - DE WERELD WORDT STEEDS GROTER 1224.1 Rustige tussenjaren 1244.2 Dit leert je kind in groep 5 en 6 1344.3 Help, mijn kind rekent heel anders dan ik 1494.4 Lezen blijft superbelangrijk 1524.5 Wereldverkenners in de dop 154
5 GROEP 7 EN 8 - AANLOOP NAAR DE TOEKOMST 1605.1 De laatste fase van de basisschool 1625.2 Dit leert je kind in groep 7 en 8 1645.3 Help, een prepuber! 1755.4 Op weg naar de brugklas 1815.5 Afscheid van de basisschool 196
6 DIT LEERT JE KIND OP DE BASISSCHOOL - EEN OVERZICHT VAN DE LEERSTOF 2026.1 Verplichte en niet-verplichte vakken 2026.2 Tussendoelen als leidraad 203
7 OUDERS EN SCHOOL - MEELEVEN, MEEHELPEN, MEEDENKEN EN MEEBESLISSEN 2127.1 Consument of partner? 2127.2 Help je kind zich te ontwikkelen 2157.3 Meehelpen op school 2167.4 Meedenken en meebeslissen 222
8 COMMUNICATIE MET SCHOOL - VAN TIENMINUTENGESPREK TOT CONFLICTSITUATIE 2248.1 Communicatie: meer dan het tienminutengesprek 2248.2 Tienminutengesprek 2268.3 Tussentijdse gesprekken 2308.4 Als het niet goed gaat met je kind 2308.5 Klachten en conflicten 2 3 1
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 5 30-07-13 17:49
9 ZITTENBLIJVEN EN OVERGAAN - DUIDELIJKHEID OVER DOUBLEREN EN GROEPSINDELING 235
9.1 Blijven zitten? Liever niet! 2359.2 De regels voor zittenblijven 2379.3 Herfstkinderen en overgaan 2409.4 Versnellen 2439.5 Nieuw schooljaar, nieuwe groep 243
10 OVER HELPEN, COACHEN EN PUSHEN - BALANS IN DE BEGELEIDING VAN JE KIND 24810.1 Helpen met huiswerk 24810.2 Stimuleren zonder te pushen 2 51
11 ALS LEREN NIET VANZELF GAAT - VEELVOORKOMENDE PROBLEMEN OP EEN RIJTJE 25611.1 Wat zijn leerproblemen? 25611.2 Wat doet de school als je kind achterblijft? 25711.3 Veelvoorkomende leerproblemen 25911.4 Zo steun je je kind 26811.5 Passend onderwijs 271
12 PESTEN - PROBLEEM MET EEN HOOFDLETTER P 27412.1 Pesten, een enorm probleem 27412.2 Hoe pesten werkt 27612.3 Als je kind gepest wordt 27912.4 De rol van de school bij pesten 282
13 GEZONDHEID EN ZIEKTE - OVER SCHOOLFRUIT, GEZONDE TRAKTATIES, HOOFDLUIS, KINDERKWALEN EN ANDERE ZIEKTES 286
13.1 Gezonde voeding en overgewicht 28613.2 Naar school met vlekjes? 28913.3 Hoofdluis, je krijgt er de kriebels van 29013.4 Langdurig ziek, toch onderwijs 292
14 HUISJE, BOOMPJE, BEESTJE, ECHTSCHEIDING - FULLTIME KINDEREN IN PARTTIME GEZINNEN 294
14.1 Een op de vijf kinderen heeft gescheiden ouders 29414.2 Zo beperk je de scheidingsschade 295
15 HELP, DE SCHOOL KRIMPT - DE GEVOLGEN VAN DALENDE LEERLINGENAANTALLEN 30215.1 Krimp in cijfers 30215.2 De kleine school wankelt 30315.3 Minder leerlingen, grotere groepen 305
16 SCHOOLTIJDEN EN VAKANTIES - DE TIJDEN VERANDEREN 30916.1 Hoeveel uur moeten kinderen naar school? 30916.2 Einde aan traditionele schooltijden 31016.3 Vakanties en vrije dagen 3 1 2
17 WAT KOST DAT? - ONDERWIJS IS GRATIS, MAAR SCHOOL KOST GELD 31517.1 De ouderbijdrage: ‘verplicht vrijwillig’ 31517.2 Schoolreis 31717.3 Overblijven: boterham met een prijskaartje 31817.4 Buitenschoolse opvang 31917.5 Overige kosten 320
LITERATUUR EN ANDERE BRONNEN 324REGISTER 328
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 6 30-07-13 17:49
7
VOORWOORD
Op het moment dat je kind naar school gaat, stap je ook als ouder in
een nieuwe wereld. Over het onderwijs heeft iedereen wel een mening
en iedereen praat erover mee, maar op het moment dat je kind naar de
basisschool gaat, ontdek je hoe weinig je er eigenlijk van afweet.
Als ouder zit je vol vragen. Praktische vragen over speelafspraakjes,
gymkleren, hoofdluis en schooltijden. Inhoudelijke vragen over de
schoolkeuze, leren lezen, helpen met huiswerk of de Cito-score. En
kritische vragen over bijvoorbeeld de kwaliteit van het onderwijs, de kosten
van de schoolreis en de zin en onzin van letters leren in de kleutergroepen.
Dit boek helpt je de antwoorden te vinden op alle problemen waar jij als
ouder met een kind op de basisschool tegenaan loopt. Of je kind nu nog
moet gaan wennen in groep 1, worstelt met de tafels in groep 4 of al in
groep 8 zit en bijna toe is aan de volgende fase, de middelbare school. Het
eerste deel van dit boek vertelt je per groep wat je kind precies leert en hoe
je daarbij thuis kunt helpen. Het tweede deel behandelt thema’s die voor
de gehele basisschooltijd gelden. Handige verwijzingen helpen je op weg
als je nog meer wilt weten. Je kunt het boek van voren naar achteren lezen,
maar waarschijnlijk zul je erin willen bladeren en neuzen, struinen naar de
informatie en tips die je op dít moment zoekt.
Natuurlijk: geen school is gelijk, geen kind is gelijk en geen ouder is gelijk.
Maar één ding geldt voor alle ouders: het onderwijs raakt je kinderen en
wat je kinderen raakt, dat raakt jou als ouder. Je wilt het beste voor je
kind. Goede informatie is daarbij essentieel. Dat maakt dit boek tot een
onmisbaar handboek voor elke ouder met schoolgaande kinderen.
Als ouders bij elkaar komen, gaat het gesprek al snel over de kinderen en
over school. Als moeder van vier kinderen in de basisschoolleeftijd heb
ik in de loop der jaren met heel veel ouders gepraat. Aan het schoolplein,
tijdens zwemlessen, voetbaltrainingen, pianolessen, op verjaardagen,
tijdens interviews, via sociale media of op andere plaatsen in de digitale of
echte wereld. Ze hebben hun zorgen, hun vragen en hun anekdotes met me
gedeeld. Al deze gesprekken hebben me gestuurd bij het schrijven van dit
boek. Dit boek is voor jullie: een boek voor ouders.
Jacqueline Wouda
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 7 30-07-13 17:49
8
1111begin van een nieuwe fase
Naar school!
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 8 30-07-13 17:49
9
HOE KIES JE EEN SCHOOL? • VOORBEREIDEN OP DE BASISSCHOOL • WAT JE KIND MOET KUNNEN ALS HET NAAR SCHOOLGAAT • WENNEN
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 9 30-07-13 17:49
10
1.1 HOE KIES JE EEN SCHOOL?
Naar school dus. Maar welke school kies je? Kies je voor de
school om de hoek, voor een openbare of juist een christelijke
school, of voor een school met een specifieke pedagogische
opvatting, zoals een vrije school of montessorionderwijs? Het
kiezen van een school is een belangrijke beslissing, die de ko-
mende acht jaar en zelfs nog na de basisschooltijd van invloed
is op je kind. Neem daarom de tijd om zorgvuldig en welover-
wogen een school te kiezen.
Sommige basisscholen, vooral in grote steden, hebben een
wachtlijst, of laten maar beperkt kinderen toe (zie kader op
p.13: Postcode is geen keurslijf ). Daarom is het verstandig om je
al tijdig te oriënteren op de mogelijkheden. Er zijn scholen die
werken volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst
maalt’. Daar moet je je kind soms al op de leeftijd van zes maan-
den inschrijven om in aanmerking te komen voor plaatsing.
In de meeste gebieden in Nederland is het juist andersom.
Daar hebben basisscholen te maken met krimp: in driekwart
van alle Nederlandse gemeenten lopen de leerlingenaantallen
al een aantal jaren terug, een tendens die zich naar verwach-
ting tot minstens 2020 blijft voortzetten en grote gevolgen kan
hebben voor het voortbestaan van scholen.
Begin 2013 heeft de Onderwijsraad het ministerie van On-
derwijs geadviseerd om de ondergrens voor basisscholen op te
trekken tot honderd leerlingen. Momenteel ligt die ondergrens
nog op 23 leerlingen. Hoewel het ministerie van Onderwijs het
advies van de Onderwijsraad niet heeft overgenomen, zijn er
Op het moment dat je kind vier jaar wordt, breekt een compleet nieuwe fase aan: je kind gaat naar de basisschool. De komende acht jaar speelt de basisschool een belangrijke rol in jullie leven. Je kind stapt de wereld in en de wereld komt jullie gezin binnen. Onomkeerbaar anders dan die eerste knusse jaren, maar minstens zo leuk.
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 10 30-07-13 17:49
11
wel plannen om samenwerking of fusies van kleine scholen te
vergemakkelijken en stimuleren. Kleine scholen die dat niet
doen, krijgen minder geld van de overheid. Kies je voor een
kleine school, dan is er dus een gerede kans dat de school in de
toekomst niet in de huidige vorm verder gaat.
Scholen ontvangen per leerling budget voor materialen en
leerkrachten. Nieuwe leerlingen zijn dus letterlijk geld waard.
Jouw kind kan het verschil maken tussen een leerkracht meer
of minder op school, of zelfs tussen het voortbestaan van de
school of opheffing. Het is niet verkeerd om je te realiseren dat
een school er veel belang bij kan hebben jouw kind als leerling
te mogen inschrijven.
In de ‘strijd om de peuter’ komt het steeds vaker voor dat
basisscholen inloopmiddagen, meespeeldagen, peutertoneel-
voorstellingen en andere leuke activiteiten organiseren. Op
die manier krijgen ze ouders van potentiële leerlingen alvast
een keer binnen hun schoolmuren, in een poging tot vroege
klantenbinding. Laat dat je er vooral niet van weerhouden
naar dit soort activiteiten toe te gaan. Het zijn mooie gelegen-
heden voor jullie als ouders om alvast eens de sfeer te snuiven
op scholen die je overweegt en voor je kind om al eens rond te
kijken in de wereld die basisschool heet.
Meer weten over krimp? Zie hoofdstuk 15
De tijd dat kinderen vanzelfsprekend naar de dichtstbijzijnde
basisschool gaan (gelovige kinderen naar een christelijke
school, niet-gelovige kinderen naar een openbare) ligt ver
Zelf moet ik nog erg
wennen aan het idee
dat Elize over een paar
weken naar school gaat,
maar ze is er echt aan
toe. Op de peuterspeel-
zaal verveelt ze zich en
thuis is ze de laatste tijd
erg dwars en brutaal. Ze
vraagt elke dag hoelang
het nog duurt tot ze
naar school mag.
Karin, moeder van
Elize (bijna 4)
MET 4 JAAR NAAR SCHOOL, MET 5 JAAR LEERPLICHTIG
Vrijwel alle kinderen in Nederland gaan naar de basisschool wanneer ze vier jaar worden. Of-
ficieel zijn ze dan nog niet leerplichtig, dat is pas met vijf jaar. Toch is het hele onderwijssysteem
ingericht op kinderen die met vier jaar aan hun schoolloopbaan beginnen. Voor vierjarigen is
bijvoorbeeld geen plek meer op de peuterspeelzaal of op het kinderdagverblijf. Je zult merken
dat je bijna-kleuter er ook echt aan toe is om naar school te gaan.
Meer weten over de leerplicht? Zie hoofdstuk 16
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 11 30-07-13 17:49
12
achter ons. De meeste ouders kiezen heel bewust voor een
bepaalde school. Het is daarbij belangrijk dat je voldoende in-
formatie hebt om je keuze op te baseren. Niet alleen locatie en
geloofsovertuiging kunnen een rol spelen, ook de samenstel-
ling van de leerlingenpopulatie en het type onderwijs kunnen
de doorslag geven.
In het jaar dat je kind drie jaar wordt, krijg je een brief van
de gemeente. Daarin staat dat je je kind bij een school moet
inschrijven en hoe je daarbij te werk gaat. Vaak wijst de ge-
meente erop dat de scholen open dagen houden; in de meeste
gevallen gebeurt dat twee keer per jaar. Je kunt dan een kijkje
nemen in de school, krijgt voorlichting en een rondleiding.
Overigens is het ook altijd mogelijk om buiten de open dagen
om een afspraak te maken met de schooldirecteur. Hij of zij zal
je graag ontvangen voor een gesprek en een rondleiding door
de school.
WELKE CRITERIA LAAT JE MEEWEGEN?
Om een school te kunnen kiezen, zul je eerst voor jezelf op een
rijtje moeten hebben wat jullie als ouders belangrijk vinden
aan een school. Alle ouders hanteren hun eigen criteria, afhan-
kelijk van hun eigen ideeën en opvattingen en hun persoon-
lijke omstandigheden.
Met stip op één in vrijwel alle lijstjes in tijdschriften en op
websites staat: kijk naar je kind. Het klinkt volkomen lo-
gisch en dat is het ook. Natuurlijk is het verstandig om bij de
schoolkeuze rekening te houden met je kind: hoe zelfstandig is
je kind, wat voor soort onderwijs past bij zijn of haar karak-
ter? Staar je daar echter niet blind op. Als je naar je driejarige
zoon of dochter kijkt, is het nog moeilijk te voorspellen tot wat
voor soort schoolkind hij of zij zal uitgroeien of met wat voor
leerproblemen je later misschien te maken krijgt.
Denk ook aan eventuele broertjes of zusjes, die een heel ander
karakter kunnen hebben dan de oudste. Alleen al uit prak-
tische overwegingen kiezen vrijwel alle ouders ervoor hun
kinderen naar dezelfde school te laten gaan.
Moeders brengen en
halen de kinderen
vaker dan vaders. Van
alle breng en haal ver-
plaatsingen bij school
en kinderopvang die
worden gemaakt,
nemen moeders 78
procent voor hun
rekening en vaders
22 procent. Moeders
kiezen het meest voor
fietsen of lopen, va-
ders pakken vaker de
auto voor het brengen
en halen.
Bron: SCP
WEETJE
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 12 30-07-13 17:49
13
Wij wonen in een nieuw-
bouwwijk met veel jonge
gezinnen. Bas was een
jaar toen we hem inschre-
ven voor de openbare
basisschool hier in de
wijk. Dat bleek eigenlijk
al te laat. Hij kwam op
de wachtlijst en heeft
eerst nog een jaar op een
andere locatie gezeten.
Merel hebben we nu al
aangemeld. Voor haar is
straks wel direct plek.
Sandra, moeder van Bas
(5) en Merel (1,5 maand)
POSTCODE IS GEEN KEURSLIJF
Sommige gemeenten in Nederland hanteren een postcode-
beleid voor de toelating tot basisscholen. Deze regel komt
vooral voor in de grote steden in de Randstad, maar ook in
plaatsen als Eindhoven, Nijmegen en Deventer. Ouders mogen
hun kind in principe alleen aanmelden voor een school in hun
eigen ‘schoolwijk’, om de run op populaire ‘witte scholen’ tegen
te gaan en te voorkomen dat andere scholen volledig ‘zwart’
worden. Ook voorkomt zo’n spreidingsmaatregel dat minder
populaire scholen met leegstand kampen, terwijl populaire
scholen juist lokalen moeten bijbouwen voor kinderen uit an-
dere wijken. Moet je je als ouder neerleggen bij de beperkingen
van het postcodesysteem? Nee, dat hoeft niet. De wet geeft ge-
meenten de mogelijkheid schoolwijken in te stellen. Diezelfde
wet regelt echter ook dat als ouders hiertegen schriftelijk be-
zwaar maken, de school hun kind alsnog moet toelaten. Let op:
dit geldt alleen voor openbare basisscholen. Bijzondere scholen
mogen wel aan het schoolwijkenbeleid vasthouden. Hier strij-
den eigenlijk twee grondrechten: de vrijheid van schoolkeuze
van de ouders en de vrijheid van bijzondere scholen om eigen
beleid te voeren.
BIJZONDER OF SPECIAAL?
Let op: bijzonder onderwijs is iets anders dan ‘speciaal onder-
wijs’. Het speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen die speci-
ale begeleiding nodig hebben, zoals dove kinderen, of kinderen
met gedragsproblemen. Bijzonder onderwijs is onderwijs dat
een bepaalde geloofsovertuiging of onderwijskundige visie
aanhangt. Het eerste heet confessioneel bijzonder onderwijs.
Denk daarbij aan christelijke of islamitische scholen. Scholen
met een specifieke onderwijskundige visie worden algemeen
bijzonder onderwijs genoemd. Voorbeelden zijn dalton- en
jenaplanonderwijs. Verwarrend hierbij is dat algemeen bijzon-
der onderwijs zowel openbaar als christelijk kan zijn: ook een
openbare daltonschool valt onder het bijzonder onderwijs.
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 13 30-07-13 17:49
14
De keuze voor een school is een mix van rationele en emotio-
nele argumenten. Probeer in kaart te brengen welke criteria je
wilt laten meewegen bij je schoolkeuze. Daarmee vergemakke-
lijk je de uiteindelijke keuze.
Aspecten die je kunt laten meewegen bij de schoolkeuze:
• openbaar of aansluitend bij eigen geloof of
levensbeschouwing
• onderwijstype: bijvoorbeeld montessori of dalton
• locatie en schoolroute
• schoolpopulatie: wie zijn de toekomstige vriend(innet)jes van
je kind?
• schoon en goed onderhouden schoolgebouw
• aandacht voor leer- en gedragsproblemen
• sociale normen en waarden (pestprotocol)
• goede sfeer en uitstraling
• hoe zijn tussenschoolse en naschoolse opvang geregeld
• schooltijden
• wat betaal je aan ouderbijdrage
• aandacht voor cultuur en natuur
• inzet van moderne leermiddelen als computer en tablet
• kwaliteit van het onderwijs
DIT ZEGGEN OUDERS:
• De meeste kinderen in onze wijk zitten op de katholieke school. Niet omdat hun ouders
gelovig zijn, maar omdat die school een continurooster heeft, waarbij alle kinderen op
school overblijven.
• De dorpsschool is zo klein dat het de vraag is of die over een paar jaar nog bestaat. Toch
kiezen we er bewust voor, want de school staat heel goed bekend.
• Als we ons van tevoren hadden gerealiseerd dat op deze school niet één meester werkt,
hadden we misschien wel een andere school gekozen.
• Lieneke is een echt ‘montessorikind’, maar Ties, onze jongste, was misschien wel beter af
geweest op een reguliere school.
• Er wordt op deze school erg veel aandacht besteed aan creativiteit, muziek, toneelspelen.
Dat past echt bij onze dochter. Bovendien zit hij hier vlak om de hoek!
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 14 30-07-13 17:49
15
• goede aansluiting met voortgezet onderwijs
• wat wordt er precies van ouders verwacht
• gemiddelde groepsgrootte
• schoolgrootte
• veel of weinig parttimers (duobanen) voor de klas
• heeft of krijgt de school te maken met krimp
EEN SNUFJE DALTON, EEN VLEUGJE JENAPLAN
Naast een onderverdeling in openbaar onderwijs en christe-
lijk of islamitisch onderwijs, onderscheiden scholen zich ook
door hun onderwijskundige visie. De bekendste schooltypen
in Nederland zijn dalton, montessori, jenaplan, freinet en vrije
school. Zij bieden zogenoemd traditioneel vernieuwingsonder-
wijs.
Vernieuwing is hierbij een ruim begrip: de meeste van deze
onderwijstypen zijn al bijna een eeuw geleden ontstaan, als
reactie op het heersende strakke schoolsysteem van die tijd.
Elk van de vernieuwingsstromingen werkt volgens haar eigen
principes en uitgangspunten (zie kader: Wat voor soort scho-
len zijn er?). Wat ze bindt, is een sterke aandacht voor de ver-
schillen tussen kinderen en het aanleren van zelfstandigheid
GROTE SCHOLEN, KLEINE SCHOLEN
Wat is beter, een kleine school of een grote school? Beide hebben voor- en nadelen. Kleine
scholen voelen vaak wat knusser en vertrouwder aan. Iedereen kent elkaar, er is veel persoon-
lijke aandacht en de communicatie verloopt gemakkelijk. Daar staat tegenover dat heel kleine
scholen verhoudingsgewijs vaker door de Onderwijsinspectie als ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ worden
aangemerkt dan grotere scholen. De werkdruk voor het personeel is op kleine scholen vaak
hoger. Wisselen van klas is er meestal niet mogelijk, omdat er geen parallelgroepen zijn. Op heel
kleine scholen zitten soms leerlingen met drie jaar leeftijdsverschil in één groep, een situatie die
volgens de Onderwijsraad niet wenselijk is. De grootte van de school zegt niets over de groeps-
grootte: kleinere scholen kunnen grote groepen hebben en grote scholen kunnen kleine groe-
pen hebben. Combinatiegroepen (bijvoorbeeld groep 1/2, 3/4, 5/6, 7/8) komen op zowel grote als
kleine scholen voor; soms uit noodzaak, vaak ook omdat daar bewust voor wordt gekozen.
Meer lezen over kleine scholen? Zie hoofdstuk 15
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 15 30-07-13 17:49
16
en verantwoordelijkheid. Het ouderwetse klassikale onderwijs
zoals de meeste ouders dat gehad hebben, waarbij iedereen
hetzelfde deed en in hetzelfde tempo de lesstof doorliep, is er
tegenwoordig bijna niet meer bij. Vrijwel alle scholen proberen
onderwijs te geven dat op de individuele leerling en diens ont-
wikkeling is toegesneden. Die individuele aanpak is voortgeko-
men uit het vernieuwingsonderwijs.
Dat geldt ook voor de keuze voor combinatiegroepen, die je op
steeds meer scholen aantreft. montessori- en jenaplanscholen
en in iets minder sterke mate dalton- en freinetscholen kiezen
heel bewust voor groepen waarin kinderen van verschillende
leeftijden zitten. Kinderen kunnen veel van elkaar en aan
elkaar leren, is de gedachte. Bovendien is het waardevol voor
kinderen om verschillende rollen te ervaren: oudste, middel-
ste, jongste. Die voordelen van combinatiegroepen worden ook
gezien buiten de muren van het vernieuwingsonderwijs. Vooral
bij de kleutergroepen kiezen veel scholen er heel bewust voor
combinatiegroepen te maken waarin kinderen van net vier in
dezelfde klas zitten als kinderen van bijna zes.
In 2010 is voor het eerst onderzoek gedaan naar de prestaties
van leerlingen op traditionele vernieuwingsscholen (dalton,
montessori en jenaplan). Hun reken- en taalprestaties werden
vergeleken met die van leerlingen op een reguliere school.
Daaruit bleek dat het jenaplanonderwijs over de hele linie
minder goed scoorde dan de gemiddelde school. Dalton- en
montessorileerlingen behaalden hetzelfde eindniveau als kin-
deren op een normale school. Daltonleerlingen lieten daarbij
een duidelijke voorsprong zien in de kleutergroepen. Montes-
sorikinderen hadden weliswaar een achterstand in groep 2,
maar liepen deze in de loop van de schooltijd weer in.
WAT VOOR SOORTEN SCHOLEN ZIJN ER?
1. OPENBARE BASISSCHOLEN
• voor kinderen van alle achtergronden
• zonder godsdienstige of levensbeschouwelijke richting
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 16 30-07-13 17:49
17
2. BIJZONDERE BASISSCHOLEN
• Scholen waar wordt lesgegeven vanuit een bepaalde gods-
dienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of vanuit een
specifieke onderwijskundige visie.
A. CONFESSIONEEL BIJZONDERE SCHOLEN
Protestants-christelijke, rooms-katholieke, islamitische,
hindoestaanse of joodse scholen zijn voorbeelden van con-
fessioneel bijzondere scholen. Op veel van deze scholen zijn
kinderen van alle geloven (of zonder geloof ) welkom. Sommige
scholen accepteren alleen kinderen die de geloofsrichting van
de school actief belijden.
B. ALGEMEEN BIJZONDERE SCHOLEN
DALTON
Het daltononderwijs is ontstaan in de praktijk. Op een een-
mansschooltje met leerlingen van verschillende leeftijden en
van verschillende niveaus kon grondlegger Helen Parkhurst
onmogelijk klassikaal lesgeven. Ze liet de leerlingen meer
zelfstandig werken, eigen keuzes maken en elkaar helpen.
Hierdoor werd de zelfwerkzaamheid en de onderlinge samen-
werking van leerlingen bevorderd.
KENMERKEN:
• taakgericht en planmatig werken
• nadruk op zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en
samenwerken
• kinderen werken op eigen niveau
• vaak combinatiegroepen
DALTON IN CIJFERS: 377 basisscholen, 24 middelbare scholen,
21 hbo-instellingen
Meer weten: www.dalton.nl
JENAPLAN
Op een jenaplanschool zitten kinderen van verschillende
leeftijden bij elkaar in een ‘stamgroep’, die twee of drie jaar bij
• Nederland telt 1,6 miljoen
basisschool leerlingen
• Er zijn bijna zevendui-
zend basisscholen.
• 30 procent van de
leerlingen gaat naar een
openbare school.
• 89 procent van de
kinderen woont op nog
geen kilometer afstand
van een school, 59
procent hoeft minder dan
500 meter naar school te
lopen.
Bron: CBS, Onderwijsraad
WEETJES
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 17 30-07-13 17:49
18
elkaar blijft. Het kind staat centraal, niet de leerstof.
KENMERKEN:
• verschillende leeftijden in één klas (stamgroep)
• nadruk op: inzicht, verbanden leggen, meningsvorming
• onderwijs en opvoeding gaan hand in hand
• actieve rol van ouders bij buitenschoolse en onderwijsin-
houdelijke activiteiten
JENAPLAN IN CIJFERS: 225 basisscholen, 4 middelbare scholen
Meer weten: www.jenaplan.nl
MONTESSORI
Bij montessorionderwijs staat niet de leerstof maar de ontwik-
keling van het kind centraal. De achterliggende gedachte is dat
iedere leerling verschillende behoeften heeft op verschillende
momenten. De kinderen werken in hun eigen tempo en volgen
hun eigen leerroute. De leerkracht helpt het kind om taken
alleen te kunnen doen.
KERNMERKEN:
• verschillende leeftijden in één groep: 4-6 jarigen, 6-9
jarigen en 9-12 jarigen
• kinderen blijven twee of drie jaar bij dezelfde leerkracht
• nadruk op: samenwerken, zelfstandigheid, keuzevrijheid
• ieder kind verzorgt zijn eigen plantje; zo leren kinderen
zorgdragen voor hun omgeving
MONTESSORI IN CIJFERS: 160 basisscholen, 20 middelbare scholen
Meer weten: www.montessori.nl
FREINET
Op een freinetschool zijn de ervaringen van kinderen uitgangs-
punt voor het onderwijs. Kinderen kunnen binnen grenzen
zelf kiezen wat ze doen. Ze leren van de ervaringen van andere
kinderen en volwassenen, waarbij de leerkracht structuur
aanbrengt. Belangrijk uitgangspunt is de ‘vrije tekst’, waarin
het kind opschrijft wat hem of haar bezighoudt. Die vormt de
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 18 30-07-13 17:49
19
Wij hebben lang getwijfeld tussen de christelijke school
en de openbare school in onze wijk. Mijn vrouw is
hervormd en wilde graag dat de kinderen het geloof op
school meekrijgen. Mij sprak de openbare school juist
erg aan. Toen we de scholen bezochten, viel ons op de
christelijke school op dat er zo’n warme, gezellige sfeer
hing. De openbare school vonden wij nogal rommelig.
Dat heeft de doorslag gegeven. Wat voor ons ook mee-
speelde, is dat dit een grotere school is, met parallelgroe-
pen. Bo en Puck zitten nu nog in dezelfde groep, maar
als het nodig blijkt, kunnen ze ook gemakkelijk naar
aparte klassen.
Marcel, vader van Bo en Puck (tweeling, 4 jaar)
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 19 30-07-13 17:49
20
basis voor het onderwijs, van lezen en rekenen tot kennis van
de natuur.
KENMERKEN:
• kinderen, leerkrachten en ouders zijn samen de baas: veel
overleg
• nadruk op zelfstandigheid, ontwikkeling van een kritische
blik en gedeelde verantwoordelijkheid
• vaak combinatiegroepen
• ouders en leerlingen hebben inspraak in
groepsindeling
FREINET IN CIJFERS: 16 basisscholen
Meer weten: www.freinet.nl
VRIJE SCHOLEN
De vrije school is gebaseerd op de antroposofische visie dat
onderwijs in dienst staat van de persoonlijke ontwikkeling van
het individuele kind. De ontplooiing van sociale, kunstzinnige
en ambachtelijke vaardigheden is daarbij minstens zo belang-
rijk als leren rekenen en lezen. Het leerplan volgt de ontwik-
kelingsfasen van het kind, die steeds zeven jaar duren: eerst
wil en grove motoriek, daarna gevoelsleven en fijne motoriek,
en tot slot het intellect. Die volgorde is belangrijk, anders raakt
de ontwikkeling verstoord. De seizoenen met de bijbehorende
jaarfeesten worden sterk bij de lessen betrokken.
KENMERKEN:
• klassikaal onderwijs, met leeftijdsgenoten
• hele basisschooltijd dezelfde leerkracht
• veel aandacht voor natuur, cultuur, schoonheid, creativi-
teit en beweging
• focus ligt niet primair op cognitieve prestaties, maar op
de persoonlijke ontwikkeling
VRIJE SCHOOL IN CIJFERS: 71 basisscholen, 14 middelbare scholen
Meer weten: www.vrijescholen.nl
De website
www.10000scholen.nl
biedt de mogelijkheid
om met een paar muis-
klikken scholen met
elkaar (maximaal vier
per keer) te vergelijken.
Je krijgt informatie
over onder andere de
leerlingenaantallen,
de achtergrond van
de leerlingen, klas-
sengrootte, de man/
vrouw- en fulltimer-/
parttimer-verdeling van
leerkrachten, krimp-
of groeicijfers en het
inspectieoordeel.
TIP!
BASISSCHOOLBOEK_001_328_DEF_30 JULI.indd 20 30-07-13 17:49