het milieugedrag van mkb-ondernemers...

82
dr. R. Hoevenagel drs. R.P. uit Beijerse Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard Zoetermeer, november 1999

Upload: others

Post on 05-Aug-2020

8 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

dr. R. Hoevenageldrs. R.P. uit Beijerse

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

Zoetermeer, november 1999

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 1

Page 2: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

ISBN: 90-371-0745-1Prijs: ƒ 50,-Bestelnummer: A9905

EIM is een onderzoeksbureau met 170 professionals. EIM verschaft beleids-gerichte en praktijkgerichte informatie van sociaal-economische aard vooren over alle sectoren van het bedrijfsleven en voor beleidsinstanties. EIMis gevestigd in Zoetermeer. Behalve op Nederland richt EIM zich ook op deEuropese economie en op andere continenten. Voor meer informatie overEIM en wat EIM voor u kan betekenen, kunt u contact met ons opnemen.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuningin artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijkwordt vermeld.Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, als-mede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan naschriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andereonvolkomenheden.

The responsibility for the contents of this report lies with EIM.Quoting of numbers and/or texts as an explanation or support inpapers, essays and books is permitted only when the source is clearlymentioned.No part of this publication may be copied and/or published in anyform or by any means, or stored in a retrieval system, without theprior written permission of EIM.EIM does not accept responsibility for printing errors and/or otherimperfections.

Adres: Italiëlaan 33Postadres: Postbus 7001

2701 AA Zoetermeertelefoon: 079 341 36 34telefax: 079 341 50 24Website: www.eim.nl

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 2

Page 3: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Inhoud

Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5

1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111.1 Aanleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111.2 Doel en aanpak van de studie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .121.3 Indeling van het rapport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

2 Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15

2.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152.2 Kennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .162.3 Motivaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .172.4 Mogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .202.5 Gewoontes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .222.6 Een samenvattend gedragsmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23

3 Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens . . .273.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .273.2 Onderscheidende karakteristieken van huishoudens . . . . . . . . . . . . . . . . .283.3 Het DMCG-model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .303.4 Voor- en nadelen van het DMCG-model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .333.5 Koppeling van de determinanten aan beleidsinstrumenten . . . . . . . . . . . .343.6 Toepasbaarheid van het DMCG-model voor het MKB . . . . . . . . . . . . . . . .37

4 Relevante milieukenmerken van het MKB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .394.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .394.2 Typisch MKB! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .394.3 Factoren die het milieugedrag van het MKB beïnvloeden . . . . . . . . . . . . . .444.4 Ordening van relevante MKB-milieukenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51

5 Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers .555.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .555.2 Kunnen en willen: de ideale situatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .565.3 Resultaten van de expert-interviews . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .595.4 Een milieugedragsmodel voor MKB-ondernemers . . . . . . . . . . . . . . . . . . .625.4.1 Vrijwillig milieugedrag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .625.4.2 Het WOK-model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .645.5 Koppeling WOK-model aan beleidsinstrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .675.6 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 3

Page 4: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

6 Operationalisering van het WOK-model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .716.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .716.2 Operationalisering van de determinanten van het WOK-model . . . . . . . . . .716.3 Verzamelen van de gegevens: kwalitatief of kwantitatief? . . . . . . . . . . . . .766.4 Validering van het WOK-model en toekomstig onderzoek . . . . . . . . . . . . .78

Literatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81

4

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 4

Page 5: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Samenvatting

Weinig inzicht in factoren die het milieugedrag van MKB-onder-nemers beïnvloeden

Uit onderzoek komt naar voren dat ondernemers in het midden- enkleinbedrijf achterblijven bij hun collega’s van grote bedrijven wan-neer het gaat om het vertonen van milieuvriendelijk gedrag. Meestalwordt deze achterstand in verband gebracht met de grootte en orga-nisatie van MKB-bedrijven. Andere factoren, zoals de invloed vanintermediairs of de houding van ondernemers ten aanzien van hetmilieu, worden minder snel genoemd. Ze kunnen echter een rol vanbetekenis spelen.

Op dit moment ontbreekt een overzicht van de belangrijkste deter-minanten achter het milieugedrag van MKB-ondernemers. Zo’n over-zicht is van belang bij het ontwerpen of herzien van beleid ommilieuvriendelijk gedrag onder MKB-ondernemers te bevorderen.Met behulp van een conceptueel gedragsmodel wordt er in deze stu-die naar gestreefd om meer zicht te krijgen op de beweegredenenachter het milieugedrag van MKB-ondernemers. Tevens dient hetmodel om meer zicht te krijgen op het relatieve belang van de ver-schillende determinanten.

Aansluiting bij het DMCG-model

Omdat een modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers nog in de kinderschoenen staat, wordt in deze studiein eerste instantie aangesloten bij het door het Sociaal en CultureelPlanbureau ontwikkelde gedragsmodel Determinanten van milieure-levant consumentengedrag (DMCG). Omdat huishoudens niet gelijkzijn aan MKB-bedrijven zal dit DMCG-model aangepast worden omtot een goede verklaring te kunnen komen van het milieugedrag inhet MKB.

Het basisidee achter het DMCG-model is dat menselijk gedrag pas totstand komt wanneer men iets kan en wanneer men dat ook wil. Aande hand van deze basisdeterminanten zijn voor elk te onderzoekengedrag vier groepen personen te onderscheiden: zij die het gedragzowel kunnen als willen vertonen, zij die wel willen maar niet kun-nen et cetera. Deze groepen bedrijven vereisen elk hun eigen typebeleidsinstrumentarium. De basisdeterminanten ‘willen’ en ‘kunnen’zijn in het DMCG-model vertaald in drie (clusters van) determinan-ten, genaamd motivaties, gelegenheid en mogelijkheid. Milieugedrag

5

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 5

Page 6: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

komt pas tot stand als mensen gemotiveerd zijn, als ze in de gele-genheid zijn om het gedrag te vertonen (interne factor) en als ze demogelijkheid hebben om het gedrag te vertonen (externe factor).

Uit deze studie blijkt dat de basisdeterminanten van het DMCG-model ook van toepassing zijn op het milieugedrag van MKB-onder-nemers. Ook binnen deze doelgroep kunnen verschillende groepenbedrijven worden onderscheiden die elk hun eigen type beleids-instrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in de determinanten motivaties, gelegen-heid en mogelijkheid is toepasbaar op het MKB. Bij de nadere invul-ling van deze determinanten in concrete aspecten treden echter ver-schillen op tussen consumenten en MKB-bedrijven. Voor een ade-quate aan- en toepassing van het DMCG-model is derhalve zicht opde relevante milieukenmerken van het MKB noodzakelijk.

Relevante milieukenmerken van het MKB

In het kader van deze studie is de literatuur naar relevante milieu-kenmerken van het MKB uitgebreid bestudeerd. De bevindingenhiervan kunnen worden samengevat in twee factoren die respectie-velijk een gelegenheden- en een motivatiecomponent aangeven terverklaring van het milieugedrag van het MKB:• het MKB heeft veelal niet voldoende middelen (geld, tijd, kennis,

invloed) om milieuzaken en hun oplossingen de juiste aandachtte geven;

• milieuzaken hebben bij MKB-ondernemers geen prioriteit of wor-den zelfs niet onderkend. De perceptie van de gemiddelde MKB-ondernemer is vooral gericht op het eigen bedrijfsproces.

Het WOK-model

Om de verschillen die er zijn tussen consumenten en MKB-bedrijvenop een juiste wijze weer te geven, krijgt het MKB-milieugedragsmo-del een eigen naam. In het vervolg wordt gesproken over het ‘WOK-model’: de afkorting WOK staat voor de determinanten willen, onder-nemingskenmerken en kunnen.

6

Samenvatting

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 6

Page 7: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In het WOK-model is een centrale rol weggelegd voor de determinantwillen. Deze motivationele determinant is opgebouwd uit drie soor-ten houdingen of attitudes: de eigen specifieke houding (‘wat vindtde ondernemer van het specifieke gedrag?’), de omgevingsspecifiekehouding (‘wat vindt de omgeving hiervan?’) en de eigen algemenehouding (‘wat vindt de ondernemer van andere relevante zaken?’).De subjectieve afweging van de verschillende aspecten van hetbetreffende gedrag, de confrontatie met de houding van de onderne-mer over andere relevante zaken, alsmede de inschatting van hetoordeel van de omgeving van de ondernemer, bepalen in belangrijkemate of besloten wordt het gedrag te vertonen of niet. Uit het litera-tuuronderzoek komen diverse zaken naar voren die bij zo’n afwe-ging van belang kunnen zijn. Te denken valt aan:• levert de maatregel mijn bedrijf kosten- en tijdsbesparingen op?• is er sprake van een goede terugverdientijd?• wat is de houding van mijn leveranciers en afnemers?• wat voor effect heeft de betreffende maatregel op mijn primaire

productieproces?• wat zijn de kosten van de investering en het onderhoud?• wat zijn de risico’s voor het bedrijf als ik besluit om niet mee te

doen?

Welke aspecten precies worden meegenomen - de bovenstaande lijstis niet uitputtend - en hoe ze tegen elkaar worden afgewogen, vormteen proces dat soms een sterk rationeel karakter kent, soms een meerintuïtief. Per ondernemer kan dit verschillen.

7

Samenvatting

Het WOK-model ter verklaring van milieugedrag van MKB-bedrijven

Bron: EIM.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 7

Page 8: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In het WOK-model wordt de determinant willen beïnvloed door dedeterminant kunnen en door de determinant ondernemingskenmer-ken. Beide determinanten vormen als het ware de randvoorwaardenbij de beoordeling van de verschillende bovengenoemde aspecten.Simpel gesteld wordt de subjectieve kosten-batenanalyse van hetbetreffende gedrag in belangrijke mate bepaald door verschillendeondernemingskenmerken, zoals de grootte van het bedrijf, de cultuuren organisatie van het bedrijf, het type bedrijfsproces en de vermo-genspositie van het bedrijf.

Binnen de gelegenhedencomponent van de determinant kunnen,vormen tijd, geld, kennis en inpasbaarheid de belangrijkste belem-meringen om een nieuw milieugedrag door te voeren. Hoe mindertijd er is voor milieuzaken en hoe minder kennis over milieuzaken,hoe onvollediger de beoordeling over het betreffende milieugedragzal zijn. Omdat de perceptie van veel ondernemers met name ligt bijde mogelijke kosten en niet bij de baten van een milieumaatregel, zaleen onvolledige beoordeling eerder tot een afwijzing van debetreffende maatregel leiden. Wat de inpasbaarheid betreft moetbedacht worden dat het vertonen van milieuvriendelijk gedrag nietaltijd opportuun is. De timing van milieuvriendelijke gedragingen iszeer belangrijk.

De mogelijkhedencomponent is in het WOK-model belangrijker danin het DMCG-model. Dit komt omdat MKB-bedrijven in grote mateafhankelijk zijn van wat hun omgeving ze oplegt. De bedrijfsomge-ving kan ruimte bieden aan het MKB om zich met milieu bezig tegaan houden, bijvoorbeeld door leningen van banken, maar ze kanook druk uitoefenen om iets aan het milieu te gaan doen (grote afne-mers in de keten).

Wanneer er geen gelegenheid of mogelijkheid is om het betreffendegedrag te vertonen, dan is er een rechtstreekse relatie tussen dedeterminant kunnen en de uiteindelijke gedragsintentie. In het WOK-model is dit de zogenaamde 0-route. Indien dit wel het geval is zalde determinant kunnen indirect invloed uitoefenen op de gedragsin-tentie, via de determinant willen: de 1-route.

Koppeling determinanten van WOK-model met beleidsinstrumen-ten

In het WOK-model zijn twee determinanten aanwezig waarop debeleidsmaker invloed kan uitoefenen, te weten willen en kunnen(gelegenheden, mogelijkheden) Op de determinant ondernemings-kenmerken kan de beleidsmaker geen (directe) invloed uitoefenen.

8

Samenvatting

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 8

Page 9: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Uit de studie komt naar voren dat zogenaamde cognitief-motivatio-nele beleidsstrategieën (voorlichting, educatie, sociale ondersteu-ning) kunnen worden ingezet wanneer blijkt dat de determinant wil-len de belangrijkste belemmering tot gedragsverandering vormt.Echter, ook financiële instrumenten kunnen in bepaalde situatiesnuttig zijn. Wanneer uit nadere analyse van de gepercipieerde voor-en nadelen van het betreffende milieugedrag blijkt dat MKB-onder-nemers de terugverdientijd veel te lang vinden, zou besloten kunnenworden tot het inzetten van subsidies. Wanneer de omgevingsspeci-fieke attitude, en met name de interpretatie van de ondernemer daar-van, problemen veroorzaakt, kan aan sociale ondersteuning wordengedacht: bijvoorbeeld door aan te geven welke andere ondernemersin de omgeving zijn overgegaan tot vertoning van het gedrag.

Zogenaamde structurele beleidsstrategieën kunnen ingezet wordenwanneer de determinant gelegenheden de belangrijkste belemmeringvormt tot de gewenste gedragsverandering. Als geld een probleemvormt, kunnen financiële instrumenten worden ingezet. Is er daar-entegen een tijdgebrek bij de MKB-ondernemers, dan zou een orga-nisatorische ingreep wenselijk zijn. De inpasbaarheid van de speci-fieke gedraging kan soms verbeterd worden door middel van fysiekeinstrumenten. Echter wanneer het ontbreekt aan de gewenste kennisen vaardigheden is het zinvol om voorlichting en educatie te vers-trekken.

Wanneer de determinant mogelijkheden ten slotte een belangrijkebelemmering vormt om tot de gewenste gedragsverandering tekomen, dienen ook met name structurele beleidsinstrumenten teworden ingezet. Alleen wanneer de bedrijfsomgeving van het MKBeen belemmerende factor vormt, kan communicatie en voorlichtingingezet worden. De bedrijfsomgeving kan ook financieel gecompen-seerd worden voor de extra risico’s die ze loopt als ze aan het MKBleningen verschaft (bijvoorbeeld banken).

9

Samenvatting

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 9

Page 10: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 10

Page 11: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

1 Inleiding

1.1 AanleidingUit veel onderzoek komt naar voren dat ondernemers in het midden-en kleinbedrijf (MKB)1 achterblijven bij hun collega’s van grotebedrijven wanneer het gaat om het vertonen van milieuzaken, zoalspreventie, energiebesparing, vervoersmanagement, milieugerichteproductontwikkeling en interne milieuzorgsystemen.2 Meestal wordtdeze achterstand in verband gebracht met de grootte en organisatie-structuur van MKB-bedrijven. Andere factoren, zoals de invloed vanintermediairs (banken, leveranciers, accountants, brancheorganisa-ties, afnemers) op de milieubeslissingen van MKB-ondernemers of dekennis en houding van de ondernemer ten aanzien van milieuvrien-delijke activiteiten worden minder snel genoemd. Ze kunnen echtereen rol van betekenis spelen.

Op dit moment is het onduidelijk wat precies de bepalende elemen-ten zijn die zorgen voor het minder voorkomen van milieuvriende-lijk gedrag bij MKB-bedrijven. Met andere woorden, een systema-tisch overzicht van de belangrijkste beweegredenen achter hetmilieugedrag3 van MKB-ondernemers, en het relatieve belang ervan,ontbreekt.

Dit overzicht kan van belang zijn bij het ontwerpen of herzien vanoverheidsbeleid (rijk, provincie, gemeente) om milieuvriendelijkgedrag bij MKB-ondernemers te bevorderen. Immers, een effectiefMKB-milieubeleid kan worden gekarakteriseerd als een beleid datleidt tot meer milieuvriendelijk gedrag in het MKB, door middel vanhet inzetten van de juiste beleidsinstrumenten. Zo is het bijvoorbeeldzinvol om financiële instrumenten in te zetten wanneer de hoge(re)prijs van een bepaald milieuvriendelijk apparaat de oorzaak is vande geringe introductie ervan in het MKB. Echter wanneer de kennis

11

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

1 In Nederland wordt tot het midden- en kleinbedrijf gerekend: alle particuliere ondernemin-gen met minder dan 100 werknemers – uitgezonderd de landbouw en visserij –, die een winst-oogmerk hebben.

2 Zie bijvoorbeeld: EIM, 1998. Landelijke energiebesparingsmonitor utiliteit 1998, Kennis, hou-ding, gedrag en penetratiegraad ten aanzien van energiebesparende maatregelen in de utiliteitin Nederland. EnergieNed, Arnhem; Frentz en Versfeld, 1995. Preventie-informatie: vraag enaanbod. EIM, Zoetermeer; Wolters, Van Dijken en Prince, 1998. Environmental innovations andSME’s: the dynamcis of environmental innovation. EIM, Zoetermeer; Research voor Beleid,1996. Werkgevers en vervoersmanagement: 5-meting beleidsmonitor vervoersmanagement,Leiden.

3 De term milieugedrag kan worden onderscheiden in milieuvriendelijk gedrag en milieuon-vriendelijk gedrag. De eerste omvat gedragingen zoals het zuinig omgaan met energie in hetbedrijf, het goed scheiden van de afvalresten en milieu-investeringen, zoals de aanschaf vanspaarlampen. De tweede vormt hiervan de natuurlijke tegenpool.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 11

Page 12: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

van de ondernemers een knelpunt vormt, is het zinvol om aan debetrokkenen relevante informatie te verschaffen.

Om tot een verantwoorde keuze van beleidsinstrumenten te komen,is goed inzicht in de belangrijkste beweegredenen achter het milieu-gedrag van MKB-ondernemers een vereiste. Door deze factoren tekoppelen aan de instrumenten die beleidsmakers ter beschikkingstaan om het gedrag van MKB-ondernemers te beïnvloeden, kan eeneffectiever milieubeleid gerealiseerd worden. Soms is deze koppelingrelatief eenvoudig te maken, bijvoorbeeld wanneer ‘geld’ een belang-rijk knelpunt vormt, soms is de koppeling moeilijker te maken, bij-voorbeeld wanneer ‘een gebrek aan tijd’ het knelpunt vormt.

Om tot een systematisch overzicht te komen van de belangrijkstebeweegredenen achter het milieugedrag van MKB-ondernemers, eninzicht te krijgen in het relatieve belang ervan, wordt in deze studieeen conceptueel gedragsmodel ontwikkeld. Hierbij wordt in eersteinstantie aangesloten bij het door het Sociaal en CultureelPlanbureau (SCP) ontwikkelde gedragsmodel Determinanten vanmilieurelevant consumentengedrag (DMCG). Dit model is ontwikkeldom inzicht te bieden in de bepalende determinanten achter hetmilieugedrag van huishoudens en consumenten.1 Omdat huishou-dens niet gelijk zijn aan MKB-bedrijven, zal het DMCG-model moe-ten worden aangepast om een goede verklaring te kunnen geven vanhet milieugedrag in het MKB.

Dit hoofdstuk ziet er als volgt uit. Paragraaf 1.2 beschrijft het doelvan de studie en de aanpak die is gevolgd om tot dit doel te komen.In paragraaf 1.3 wordt de inhoud van de andere hoofdstukken kortbesproken.

1.2 Doel en aanpak van de studieIn de voorgaande paragraaf zijn de doelen van deze studie al impli-ciet naar voren gekomen. Hieronder worden ze formeel beschreven.

Het eerste doel van deze studie is om de belangrijkste determinantenachter het milieugedrag van MKB-ondernemers te inventariseren endeze vervolgens, met behulp van een conceptueel model, te orde-nen.2 Omdat het ondoenlijk is om voor ieder milieugedrag en iedere

12

Inleiding

1 Zie Hoevenagel, Van Rijn, Steg en De Wit, 1996. Milieurelevant consumentengedrag: ontwik-keling conceptueel model. SCP, Rijswijk.

2 In deze studie wordt overigens niet al het milieugedrag geanalyseerd. Gedragingen die onder-nemers in het MKB verplicht moeten vertonen, bijvoorbeeld vanwege een bepaalde wetge-ving, zijn niet interessant voor deze studie. Dit gedrag wordt namelijk vertoond omdat hetmoet. In deze studie gaat het om milieugedragingen waarbij MKB-ondernemers een bepaal-de vrijheid hebben om die wel of niet te vertonen.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 12

Page 13: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

sector een apart gedragsmodel te construeren, is een zekere mate vanabstractie noodzaak.

Het tweede doel van deze studie betreft het verbinden van de belang-rijkste determinanten achter het milieugedrag van MKB-onderne-mers aan de verschillende beleidsinstrumenten die kunnen wordeningezet om milieuvriendelijk gedrag bij ondernemers in het MKB testimuleren. Hiermee wordt beoogd om het milieubeleid voor hetMKB effectiever te maken.

Het derde doel van deze studie heeft betrekking op het operationali-seren van het ontwikkelde gedragsmodel. De gevonden determinan-ten dienen op betrouwbare en valide wijze bij de betrokken doel-groep gemeten te worden. Gestreefd wordt naar een vorm die bruik-baar is in telefonische enquêtes.

De aanpak die is gevolgd om de bovenstaande drie doelen te kunnenbereiken, bestond uit een uitgebreide literatuurstudie, diepte-inter-views met enkele deskundigen en het systematisch analyseren vande inzichten die in de loop der jaren bij EIM zijn opgedaan.

1.3 Indeling van het rapportIn de overige hoofdstukken van dit rapport wordt ingegaan op de vol-gende onderwerpen:

• In hoofdstuk 2 wordt een impressie gegeven van het huidige soci-aal-psychologische onderzoek naar de determinanten van mense-lijk gedrag. In het hoofdstuk worden vier determinanten uitge-breid besproken, te weten: kennis, motivaties, mogelijkheden engewoontes.

• In hoofdstuk 3 staat het DMCG-model centraal. Alvorens op ditmodel wordt ingegaan, wordt stilgestaan bij de vraag wanneerhuishoudens milieuvriendelijk gedrag vertonen. Na een bespre-king van het DMCG-model worden de voor- en nadelen van ditmodel geschetst. Aan het eind van het hoofdstuk wordt ingegaanop de koppeling van de determinanten uit het model met debeleidsinstrumenten om milieuvriendelijk consumentengedrag testimuleren.

• Hoofdstuk 4 gaat in op de verschillende karakteristieken van hetMKB met betrekking tot het vertonen van milieuvriendelijkgedrag. Er wordt verslag gedaan van een uitgebreide literatuur-

13

Inleiding

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 13

Page 14: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

studie op het terrein van milieu en MKB. Na het inventariserenvan de potentieel belangrijkste karakteristieken, worden dezegeordend in vier groepen.

• In hoofdstuk 5 worden de bevindingen uit de vorige hoofdstukkengebruikt om een conceptueel gedragsmodel op te stellen. In eersteinstantie wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de zogenaamdeideale situatie voor beleidsmakers. Dit gebeurt aan de hand van debasisdeterminanten uit het DMCG-model: kunnen en willen.Vervolgens worden de resultaten beschreven van de diepte-inter-views die in het kader van deze studie zijn gehouden. In paragraaf5.4 wordt een conceptueel gedragsmodel gepresenteerd waarin dedeterminanten achter het milieugedrag van MKB-ondernemerszijn geordend. Deze determinanten worden vervolgens aan debeschikbare beleidsinstrumenten gekoppeld.

• In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de operationalisering van hetconceptuele gedragsmodel. Een aanzet tot een vragenlijst om degewenste gegevens boven tafel te halen, wordt gepresenteerd.Tevens worden hier enkele ideeën voor toekomstig onderzoek ophet terrein van het milieugedrag van MKB-ondernemers gepresen-teerd.

14

Inleiding

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 14

Page 15: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

2 Onderzoek naar de determi-nanten van menselijk gedrag:een impressie

2.1 InleidingEr wordt veel onderzoek gedaan naar de determinanten die tengrondslag liggen aan het gedrag van mensen. Vooral sociaal-psycho-logen, antropologen en sociologen hebben aan dit onderzoek eenbelangrijke bijdrage geleverd. Opvallend genoeg hebben economenzich nooit zo beziggehouden met het ‘waarom’ van menselijk han-delen. Een belangrijke reden hiervoor vormt het nutsmaximaliseren-de axioma uit de neo-klassieke economische leer. Uit het sociaal-psy-chologische gedragsonderzoek kunnen vier determinanten wordengedistilleerd die een cruciale rol spelen bij het wel of niet vertonenvan bepaalde gedragingen. Deze determinanten zijn kennis, motiva-ties, mogelijkheden en gewoontes.

Er is sprake van een zekere hiërarchie tussen deze determinanten.Wanneer men milieuvriendelijk gedrag wil vertonen, dan dient menkennis te hebben van de mogelijkheden hiertoe. Als een MKB-onder-nemer niet op de hoogte is van de milieuvriendelijke alternatievendie in zijn bedrijfsproces mogelijk zijn, dan zal hij niet voor dezealternatieven kunnen kiezen. Wanneer deze kennis wel aanwezig is,dan kunnen de mogelijke alternatieven op hun merites wordenbeoordeeld. Bij zo’n evaluatie spelen diverse argumenten een rol. Inprincipe kunnen deze argumenten samengevoegd worden in dedeterminanten motivaties en mogelijkheden. Met andere woorden,als een ondernemer het betreffende alternatief wil en kan imple-menteren, dan zal hij dat ook doen. Wanneer een bepaald milieu-vriendelijk alternatief is gekozen, dan is, bij positieve ervaringen, dekans groot dat dit alternatief de volgende keer wederom wordt geko-zen: dit keer echter zonder een uitgebreide evaluatie van de voor- ennadelen. Er ontstaat als het ware een soort gewoonte. Een voordeelvan gewoontes is dat efficiënt wordt omgesprongen met de beschik-bare tijd en cognitieve capaciteit van ondernemers. Een nadeel is datgewoontes over het algemeen lastig te veranderen zijn en dat nieu-we relevante milieuvriendelijke alternatieven door de betrokkenenminder snel worden opgemerkt.

In de volgende vier paragrafen worden de bovengenoemde determi-nanten nader toegelicht. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk

15

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 15

Page 16: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

wordt een samenvattend overzicht gepresenteerd van enkele con-ceptuele gedragsmodellen uit de sociaal-psychologische literatuur.

2.2 KennisOndernemers in het MKB dienen kennis te hebben van de verschil-lende milieuvriendelijke gedragsalternatieven die op de marktbeschikbaar zijn, alvorens men tot een afgewogen oordeel kankomen. Wanneer zij bijvoorbeeld niet op de hoogte zijn van hetbestaan van dimbare spaarlampen, dan zullen ondernemers niet instaat zijn om de voor- en nadelen van deze investering voor hunbedrijf af te wegen. Uiteraard is het ondoenlijk om kennis te hebben(en bij te houden) van alle mogelijke alternatieven op alle mogelijkedeelterreinen. Hiertoe ontbreekt bij veel MKB-ondernemers de tijd enmeestal ook de noodzaak.1 In het algemeen geldt: hoe groter denoodzaak, hoe groter de betrokkenheid, en hoe groter de motivatieom over specifieke zaken voldoende kennis te hebben. Er is derhal-ve een wisselwerking tussen kennis en betrokkenheid.

Met betrekking tot het onderwerp milieu kan gesteld worden dat debetrokkenheid van MKB-ondernemers hiermee over het algemeengering is.2 Voor een belangrijk deel heeft dit te maken met het feit datde milieugerelateerde kosten voor de meeste MKB-ondernemers eenklein deel uitmaken van de totale bedrijfskosten. Gecombineerd methet feit dat de meeste MKB-ondernemers weinig tijd hebben om allesbij te houden, betekent dit dat MKB-ondernemers in het algemeenniet zo goed op de hoogte zullen zijn van de (mogelijk interessante)nieuwste milieuvriendelijke gedragsalternatieven.

In het zogenaamde knowledge-feel-do-model3 speelt de betrokken-heid met een bepaald onderwerp een centrale rol. Het uitgangspuntvan dit model is dat de wijze van besluitvorming bij mensen in hetalgemeen door twee factoren wordt beïnvloed: de betrokkenheid meteen onderwerp (hoog of laag) en het evaluatieve denkkader (cogni-tief, emotioneel). Door beide factoren te combineren ontstaat hetKFD-model met vier veranderingsstrategieën. In figuur 1 is dit modelweergegeven.

16

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

1 In zo’n situatie is het overigens van belang dat de ondernemer weet waar hij de ontbreken-de kennis vandaan kan halen, bij welke organisatie hij kan aankloppen.

2 Zie bijvoorbeeld KPMG-Milieu, 1997. The Environmental Challenge and Small and Medium-sizedEnterprises in Europe. Den Haag.

3 Dit model stamt uit de marketing en is daar beter bekend als ‘FCB-grid’. Zie Vaughn, 1986.How advertising works: a planning model revisited. Journal of Advertising Research, vol 26,pp 57-66.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 16

Page 17: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

figuur 1 het KFD-model

Bron: Vaughn (1986).

In figuur 1 is in elk kwadrant weergegeven wat de optimale strategieis om tot de gewenste gedragsverandering te komen. De strategie vanhet eerste kwadrant – met een hoge betrokkenheid en een afwegingdie gebaseerd is op cognities – komt overeen met de klassieke trilo-gie uit het sociaal-psychologisch gedragsonderzoek: kennis, houding,gedrag. Door informatie over een bepaald gedragsalternatief te ver-strekken, zal de houding van personen t.a.v. dat alternatief verande-ren en daardoor (na verloop van tijd) ook het gedrag.

Uitgaande van een geringe betrokkenheid van MKB-ondernemersmet milieuzaken, zal de strategie van het eerste kwadrant voor dezeondernemers waarschijnlijk niet de meest effectieve zijn. Voor MKB-ondernemers lijkt een andere veranderingsstrategie beter, namelijkde strategie van het eerst zelf doen. Ook wanneer emotionele aspec-ten de besluitvorming bij milieuzaken overheersen, blijkt het eerstzelf laten doen een goede strategie te zijn (zie het vierde kwadrant).1

2.3 MotivatiesEen belangrijke beweegreden achter het wel of niet vertonen vanmilieuvriendelijk gedrag vormt de motivatie van personen. In hetalgemeen geldt dat personen gemotiveerd moeten zijn om milieu-vriendelijk gedrag te vertonen. Anders gezegd, ze moeten een posi-tieve houding of attitude hebben ten aanzien van milieuvriendelijkgedrag.

17

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

Cognitief

niet-betrokken

betrokken

Emotioneel

kennen-vinden-doen vinden-kennen-doen

doen-kennen-vinden doen-vinden-kennen

1 In het zogenaamde MAKK-project (Milieuadvies Kleinzakelijke Klanten) van energiebedrijfENW wordt van deze strategie gebruikgemaakt. Adviseurs gaan in dit project namelijk bij debedrijven langs en voeren daar ter plekke een gratis energiescan uit. De resultaten van dezescan worden vervolgens teruggekoppeld naar de ondernemers. Deze kunnen zo op eenvoudi-ge wijze zien wat de mogelijke voordelen van energiebesparing in hun bedrijf zijn. Ook hetdoor milieuadviesbureaus veel gehanteerde principe no cure, no pay is op de veranderings-strategie van het derde en vierde kwadrant gebaseerd.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 17

Page 18: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In het sociaal-psychologische gedragsonderzoek nemen attitudes eenbelangrijke plaats in. Een belangrijke reden hiervoor is dat het gedragvan mensen wordt gezien als een uiting van hun attitudes.Omgekeerd is het ook zo dat mensen hun gedrag regelmatig verkla-ren door te wijzen op hun attitudes. Volgens Van der Pligt en DeVries1 vormen de onderstaande elementen de centrale karakteristie-ken van het begrip attitude:• een attitude is gericht op een object, persoon, instantie of gebeur-

tenis en evaluatief van aard: dat wil zeggen, ‘gunstig-ongunstig’,‘positief-negatief’;

• een attitude is gebaseerd op cognitieve (afweging van de voor- ennadelen) en affectieve (gevoelens, emoties en stemmingen) over-wegingen;

• een attitude heeft consequenties voor het betreffende gedrag.

Het relatieve belang van de cognitieve en affectieve overwegingen zalper attitude-object verschillen. Sommige attitudes komen meer totuiting in affectieve reacties, andere meer in cognitieve reacties.Attitudes ten aanzien van objecten zullen naar verwachting gedomi-neerd worden door cognitieve overwegingen. Attitudes ten aanzienvan personen zullen in belangrijke mate gevoed worden door affec-tieve reacties.

Verwacht mag worden dat de attitudes van ondernemers ten aanzienvan milieuvriendelijke investeringen meer bepaald worden door cog-nitieve dan door affectieve overwegingen. Met andere woorden, devoor- en nadelen van de investering worden tegen elkaar afgewogen.Zo’n ‘kosten-batenanalyse’ wordt door diverse factoren beïnvloed. Tedenken valt aan:• het belang dat de ondernemer toekent aan de verschillende voor-

en nadelen;• het belang dat de ondernemer toekent aan de opvattingen van

‘belangrijke derden’, zoals het personeel, de afnemers en leveran-ciers;

• het normen- en waardenpatroon van de ondernemer, zijn per-soonskenmerken en andere relevante attitudes.

Hoe de bovengenoemde factoren uitmonden in een attitude zal vanpersoon tot persoon verschillen. Iedere ondernemer zal hierbij zijneigen beslissingsstructuur hanteren.

18

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

1 Van der Pligt en De Vries, 1995. Opinies en attitudes: meting, modellen en theorie. Boom,Meppel.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 18

Page 19: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In het algemeen kan een onderscheid gemaakt worden naar algeme-ne en specifieke attitudes en naar eigen en omgevingsattitudes. Bijalgemene attitudes kan men denken aan de houding die men heeftten aanzien van de milieuproblematiek in Nederland. Het is mogelijkdat personen een positieve attitude hebben ten aanzien van milieu-verbeteringen, maar om diverse redenen niet gemotiveerd zijn omeen bepaald milieuvriendelijk gedrag te vertonen. Deze laatste rede-nen vormen de specifieke attitudes. Een voorbeeld is dat men het gft-afval niet wil scheiden omdat men de instantie niet vertrouwt die ditafval ophaalt.

Daarnaast is het van belang om de rol van personen en instanties uitde omgeving van de ondernemer juist in te schatten. In hoeverre isde ondernemer zelf gemotiveerd om een bepaald milieugedrag tevertonen, en in hoeverre vertoont hij het gedrag enkel omwille vanzijn omgeving? In figuur 2 worden de bovengenoemde attitudesonderscheiden en wordt kort aangegeven waar ze op betrekking heb-ben.

figuur 2 vier typen attitudes

Bron: EIM.

In het algemeen geldt dat specifieke attitudes een grotere invloedhebben op de afweging van de voor- en nadelen van een bepaaldgedrag dan algemene attitudes. Ook wordt in de regel aan eigen atti-tudes een groter belang gehecht dan aan omgevingsattitudes.Overigens is het laatste onderscheid moeilijk te maken: veel eigenattitudes zijn immers gevormd in interactie met de omgeving.

Als een ondernemer aangeeft dat zijn attitude ten aanzien van eenbepaald milieuvriendelijk gedrag positief is, mag dan worden ver-wacht dat in zijn bedrijf op den duur dat gedrag ook vertoond zalworden? Een antwoord op deze vraag is afhankelijk van verschillen-

19

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

Eigen

Algemeen

Specifiek

Omgeving

waarom vind ik hetbetreffende gedrag(on)belangrijk?

wat vinden anderen datik zou moeten doen t.a.v.het betreffende gedrag?

waarom vind ik demilieuproblematiek(on)belangrijk?

wat vinden anderen tenaanzien van de milieu-problematiek?

Attitudes

Attitudes

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 19

Page 20: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

de factoren. In de literatuur worden twee factoren genoemd waaraanmoet worden voldaan, wil een attitude een betrouwbare voorspellerzijn van gedrag:1

1. De tijd tussen de meting van een attitude en het vertonen van hetbetreffende gedrag mag niet te groot zijn. Zo zal een attitudeme-ting van drie jaar geleden een geringe voorspellende kracht heb-ben voor een gedragsmeting in 1999. Immers in de betreffendeperiode kan de betreffende attitude van de ondernemer beïnvloedzijn en mogelijk gewijzigd.

2. De attitude dient betrekking te hebben op ‘wilskrachtig gedrag’.Met dit type gedrag wordt bedoeld dat een positieve attitude vaneen ondernemer ten aanzien van een bepaald milieugedrag vol-doende is om dat gedrag ook te vertonen. Als er belangrijkebelemmeringen te verwachten zijn bij het vertonen van hetbetreffende gedrag, dan zal een positieve attitude alleen nietgenoeg zijn om het gedrag te vertonen.

Vooral de laatste voorwaarde vormt een belangrijke belemmeringvoor een grote voorspellende kracht van attitudes. In veel gevallen isde MKB-ondernemer namelijk afhankelijk van andere personen ofinstanties bij het vertonen van milieuvriendelijk gedrag, zoals perso-neelsleden, banken en leveranciers. Deze partijen dienen geen pro-blemen op te werpen ten aanzien van het betreffende milieuvrien-delijke gedrag. Is dit wel het geval, dan hoeft een positieve attitudevan de ondernemer niet te leiden tot de gewenste gedragsverande-ring. Hoewel de wil er is, kan de ondernemer deze niet effectueren.In het algemeen kan gesteld worden dat een positieve attitude tenaanzien van een bepaald milieuvriendelijk gedrag het best gezienkan worden als een essentiële, maar onvoldoende voorwaarde om totde gewenste gedragsverandering over te gaan.

2.4 MogelijkhedenZoals hierboven is vermeld, vormt de mogelijkheid om een bepaaldgedrag te vertonen een belangrijke voorwaarde om dat gedrag teeffectueren. Men moet een bepaald gedrag niet alleen willen, maarook kunnen vertonen. Uiteraard is er een wisselwerking tussen demogelijkheden die men heeft en de motivatie om iets te doen.Wanneer men iets heel belangrijk vindt, zal men zijn schaarse mid-delen anders aanwenden.

Net als bij de determinant motivaties kan bij de determinant moge-

20

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

1 Zie Fishbein en Ajzen, 1975. Belief, attitude, intention and behavior. An introduction to theo-ry and research. Addison-Wesley, Reading.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 20

Page 21: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

lijkheden een onderscheid worden gemaakt naar verschillendetypen. In figuur 3 worden vier typen mogelijkheden vermeld enwordt kort aangegeven waarop ze betrekking hebben.

figuur 3 vier typen mogelijkheden

Bron: EIM.

Enerzijds zijn er interne mogelijkheden die van ondernemer totondernemer kunnen verschillen. Hierbij kan men denken aan definanciële middelen, kennis en beschikbare vrije tijd.1 Daarnaast zijner externe mogelijkheden die voor iedere ondernemer (in een bepaal-de regio of sector) gelden. Dit zijn factoren die niet door één MKB-ondernemer kunnen worden veranderd. Gedacht kan worden aan deinfrastructuur in Nederland, de heersende wetgeving op milieuge-bied, activiteiten van intermediairs of aan convenanten die voor eenbepaalde sector gelden.

Naast dit onderscheid is nog een ander onderscheid aanwezig, name-lijk naar subjectieve en objectieve mogelijkheden. Wanneer onderne-mers geloven dat zij een bepaald gedrag in hun bedrijf kunnen effec-tueren omdat ze ervan uitgaan dat hun medewerkers dit aankunnen,dan gaat het om een subjectieve mogelijkheid. Wanneer een onder-nemer daarentegen voor een milieuvriendelijke investering kredietkrijgt van de bank omdat de bedrijfsperspectieven goed zijn, is spra-ke van een objectieve mogelijkheid.

Objectieve, externe mogelijkheden vormen de harde voorwaardenvoor een ondernemer om zich milieuvriendelijk te kunnen gedragen.Als er geen dimbare spaarlampen in de handel zijn, dan kunnen zeook niet door ondernemers worden aangeschaft. Objectieve, externemogelijkheden zijn voor alle ondernemers (in een bepaalde regio ofsector) dezelfde. Subjectieve, externe mogelijkheden kunnen per

21

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

Subjectief

Extern

Intern

Objectief

ik geloof dat mijnpersoneel zuinig metenergie kan omgaanin het bedrijf

het bedrijf krijgt kredietom milieuvriendelijkeinvesteringen te doen

er zijn volgens mijdimbare spaarlampenin de handel

er zijn dimbare spaarlampente krijgen in de handel

Mogelijkheden

Mogelijkheden

1 In de hoofdstukken 3 en 5 worden deze interne mogelijkheden, gelegenheden genoemd.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 21

Page 22: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

ondernemer verschillen. Ze hangen in belangrijke mate samen methet kennisniveau van de ondernemers. Ook de interne mogelijkhe-den kunnen per ondernemer verschillen. De subjectieve inschattingvan de mogelijkheden hangt deels samen met de betrokkenheid vande ondernemers met milieuzaken. Betrokken ondernemers zijn beterop de hoogte van de mogelijkheden die er zijn. Deze ondernemerszullen waarschijnlijk hun medewerkers eerder gemotiveerd krijgenom beter om te gaan met milieuzaken.

Wanneer een ondernemer de mogelijkheid heeft om dimbare spaar-lampen aan te schaffen voor zijn bedrijf, mag dan worden verwachtdat hij dat ook zal doen? Het antwoord op deze vraag komt overeenmet het antwoord dat gegeven werd in de vorige paragraaf. Alleenwanneer de ondernemer ook een positieve attitude heeft ten aanzienvan deze milieuvriendelijke investering, is een bevestigend antwoordte geven. Immers, de determinant mogelijkheden vormt net als dedeterminant motivaties slechts één kant van de medaille vangedragsverandering.

2.5 GewoontesHet merendeel van de gedragingen die mensen vertonen, vertonenze uit gewoonte. Zo gaan ze veelal naar dezelfde supermarkt om hunboodschappen te doen, kopen ze veelal dezelfde merkartikelen, gaanze veelal op dezelfde wijze naar hun werk et cetera. Men hanteertgewoontes omdat men tevreden is met het vertoonde gedrag en mende betreffende handelingen regelmatig uitvoert. Het is daarom nietnodig en zinvol om steeds na te gaan wat de verschillende voor- ennadelen van de betreffende handelingen zijn. Uiteraard zijn gewoon-tes noodzaak om efficiënt te kunnen omgaan met de beschikbare tijdvan personen.

Gewoontevorming komt eerder voor bij regelmatig terugkerendehandelingen dan bij onregelmatige handelingen. Voorts komengewoontes eerder voor bij relatief onbelangrijke handelingen. Figuur4 geeft een visuele weergave van gewoontevorming.

22

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 22

Page 23: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

figuur 4 mate van gewoontevorming

Bron: EIM.

Uit figuur 4 komt naar voren dat gewoontes eerder voorkomen bin-nen de grenzen AB0, terwijl afwegingen eerder plaatsvinden binnende grenzen CDAB. Het zal duidelijk zijn dat de stippellijnen in figuur4 van ondernemer tot ondernemer kunnen verschillen.

Verwacht mag worden dat MKB-ondernemers bij onregelmatige,belangrijke investeringen een afweging maken van de voor- en nade-len alvorens ze tot een besluit komen. Dit kan bijvoorbeeld het gevalzijn bij de aanschaf van een nieuwe HR-ketel. Echter, uit gewoontemaken veel MKB-ondernemers gebruik van dezelfde leveranciers eninstallateurs. Deze intermediairs bepalen in belangrijke mate degedragsalternatieven waaruit de MKB-ondernemers kunnen kiezen.MKB-ondernemers die tevreden zijn met de informatie die ze krijgenvan hun vaste intermediairs zullen niet geneigd zijn om andere leve-ranciers en installateurs te consulteren voor een second opinion.

Gewoontes kunnen de introductie van nieuwe veelbelovende milieu-vriendelijke gedragsalternatieven in de weg staan omdat personenveelal niet geneigd zijn om informatie over nieuwe handelingen totzich te nemen wanneer ze tevreden zijn met de huidige situatie. Omeen voorbeeld te geven: automobilisten die tevreden naar hun werkreizen, zullen niet geïnteresseerd zijn in de nieuwe mogelijkhedenvan light-railsystemen.

Gewoontes kunnen vaak slechts doorbroken worden door de rand-voorwaarden van de huidige gedragssituatie te veranderen. Via reke-ningrijden worden automobilisten zich bijvoorbeeld bewust van dehoge kosten van autorijden en worden ze gestimuleerd om uit te kij-

23

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

0 belang vande handeling

onregelmatigheidvan de handeling

Gewoonte

a

c

b d

Afweging

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:55 Pagina 23

Page 24: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

ken naar alternatieven, zoals de trein. Informatie over het comforta-bele reizen met de trein zal deze groep van weggebruikers, voor deinvoering van rekeningrijden, niet bereikt hebben.

In het geval van de MKB-ondernemers lijkt het een goede strategieom alleen dan een flinke subsidie op een bepaalde milieu-investeringte geven wanneer door de ondernemer meerdere offertes zijn aange-vraagd. Hiermee kunnen de gewoontes van de huisleveranciers eninstallateurs worden doorbroken.

2.6 Een samenvattend gedragsmodelIn de sociale psychologie zijn verschillende gedragsmodellen ont-wikkeld om het menselijk gedrag te verklaren. In essentie wordt indeze modellen de hiërarchie tussen de verschillende hiervoor bespro-ken determinanten bepaald. In figuur 5 geven Van der Pligt en DeVries1 een samenvattend overzicht van enkele gedragsmodellen uitde sociaal-psychologische literatuur.

figuur 5 een samenvattend gedragsmodel

Bron: Van der Pligt en De Vries (1995).

In dit samenvattende gedragsmodel wordt het gedrag van personenbeïnvloed door twee factoren: de intentie om het gedrag te vertonenen het eerder vertoonde gedrag. In het algemeen geldt dat wanneer

24

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

GedragIntentie

eerder gedrag

attitude

sociale norm

eigeneffectiviteit

barri�res

vaardigheden

set vanpersoons-kenmerken

van normenen waarden

van alge-meneattitudes

levensstijl

van menin-gen etc.

1

2

2

3

3

3

3

1 Zie Van der Pligt en De Vries, 1995. Opinies en attitudes: meting, modellen en theorie. Boom,Meppel.

2 In wezen gaat het hier om de specifieke omgevingsattitude uit figuur 2.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 24

Page 25: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

de gedragsintentie positief is, men het betreffende gedrag zal gaanvertonen (onvoorziene barrières daargelaten).

Als er sprake is van gewoontes, is alleen het bovenste deel van hetgedragsmodel van belang. In dit geval wordt het gedrag simpelwegverklaard uit de positieve ervaringen met het eerder vertoondegedrag. In figuur 5 gaat het dan om route 1 en 2.

Als sprake is van een afweging van de voor- en nadelen van hetbetreffende gedrag zal route 3 worden bewandeld. Uit figuur 5 blijktdat de gedragsintentie in deze situatie bepaald wordt door de (eigenspecifieke) attitude, de sociale norm2 en de inschatting van een per-soon om het betreffende gedrag te kunnen vertonen: de eigen effec-tiviteit. Deze laatste factor komt overeen met de subjectieve, internemogelijkheid uit figuur 3. Zoals in figuur 5 is te zien, zijn er diversewisselwerkingen tussen deze verklarende factoren.

De algemene achtergrondfactoren van personen, zoals leeftijd, huis-houdenstype, werksituatie, inkomen, sekse et cetera, blijken wel deattitude, sociale norm en eigen effectiviteit te beïnvloeden maar nietde gedragsintentie. Met andere woorden: de opleiding van een per-soon bepaalt niet of hij een bepaald gedrag wil vertonen, maar beïn-vloedt zijn houding ten aanzien van dat gedrag en uiteindelijk zijngedragsintentie.

In figuur 5 wordt weinig belang toegedacht aan de concepten barriè-res en vaardigheden. Dit, terwijl deze factoren de gevormde gedrags-intentie kunnen beïnvloeden. De geringe aandacht komt doordat desociaal-psychologische gedragsmodellen waarvan Van der Pligt en DeVries een samenvattend overzicht geven veelal uitgaan van wils-krachtig gedrag.

Het DMCG-model dat in het vorige hoofdstuk al werd vermeld, kangezien worden als een sociaal-economische uitwerking van de soci-aal-psychologische gedragsmodellen. In het DMCG-model wordtmeer nadruk gelegd op de mogelijkheden die personen hebben ombepaalde gedragingen te vertonen. Met andere woorden, heeft mengenoeg kennis om het beste alternatief te vinden?, heeft men genoeggeld?, geven de banken geld? et cetera. In het volgende hoofdstukwordt nader ingegaan op het DMCG-model.

25

Onderzoek naar de determinanten van menselijk gedrag: een impressie

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 25

Page 26: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 26

Page 27: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

3 Een modelmatige verklaringvan het milieugedrag van huis-houdens

3.1 InleidingOmdat op het gebied van milieu en MKB nauwelijks modelmatigeanalyses zijn uitgevoerd om het gedrag van MKB-ondernemers teverklaren, wordt in deze studie aangesloten bij een model dat ont-wikkeld is om het milieugedrag van consumenten en huishoudens teverklaren: Determinanten van milieurelevant consumentengedrag(DMCG). Hiervoor zijn twee redenen te noemen.• De eerste reden heeft te maken met de overeenkomsten tussen

huishoudens en MKB-bedrijven. De meerderheid van deze bedrij-ven kan gezien worden als een kleine gemeenschap bestaande uiteen ondernemer en enkele personeelsleden. Uiteraard zijn er ookverschillen tussen huishoudens en MKB-bedrijven. Deze verschil-len vormen aanleiding tot aanpassing van het DMCG-model. Inessentie vormt dit de kern van het onderzoek.1

• De tweede reden is dat er op het gebied van milieu en huishou-dens redelijk veel onderzoek is gedaan. Voorbeelden hiervan vor-men de recente onderzoeken van het Sociaal en CultureelPlanbureau (SCP), het jaarlijkse milieugedragsonderzoek van hetMinisterie van VROM (de milieugedragsmonitor), universitairgedragsonderzoek op bijvoorbeeld de RUG, KUB en EUR, hetrecent afgesloten Project Perspectief en onderzoek naar het gedragvan ecoteams. Dit vele onderzoek heeft ertoe geleid dat de belang-rijkste determinanten achter het milieugedrag van huishoudensgoed in kaart zijn gebracht.

In dit hoofdstuk staat het DMCG-model centraal, zoals dat door hetSCP is ontwikkeld. In paragraaf 3.3 wordt dit model besproken. Deverschillende voor- en nadelen van het model komen in paragraaf 3.4aan bod. Het is mogelijk om aan de determinanten van het DMCG-model beleidsinstrumenten te koppelen. De wijze waarop dit isgedaan, komt in paragraaf 3.5 aan de orde. In paragraaf 3.6 wordteen vooruitblik geworpen op de toepasbaarheid van het DMCG-model voor het MKB.

27

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

1 Het is interessant om op te merken dat vanuit beleidsoogpunt huishoudens en het MKB minof meer gelijk worden geschaald: het zijn beide moeilijk bereikbare doelgroepen (zie NMP-II).

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 27

Page 28: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Allereerst gaat de volgende paragraaf echter in op de zogenaamdeonderscheidende karakteristieken van huishoudens: dit zijn karakte-ristieken die van belang zijn bij het verklaren van het milieugedragvan huishoudens.

3.2 Onderscheidende karakteristieken vanhuishoudens

Wanneer twee of meer huishoudens een verschillend milieugedragtentoonspreiden, bijvoorbeeld op het gebied van afvalscheiding ofenergiebesparing, dan kunnen daar diverse redenen aan ten grond-slag liggen. Uiteraard kan men de huishoudens hiernaar vragen, bij-voorbeeld: ‘Waarom scheidt u uw afval (niet)?’ De antwoorden diehierop gegeven worden zijn vaak zeer informatief. Maar ze zijn ookdivers en moeilijk te analyseren, zeker wanneer het gaat om eenmodelmatige analyse. Voor dit type analyses is het wenselijker om tewerken met een zekere mate van standaardisatie.

In tabel 1 worden een aantal voorbeelden gegeven van gestandaar-diseerde vragen. Idealiter leveren deze vragen tezamen een belang-rijke verklaring voor het wel of niet vertonen van milieugedrag. Inprincipe kan zo’n vragenset worden opgevat als een eerste operatio-nalisering van mogelijk belangrijke determinanten. Vandaar dat in delaatste kolom van tabel 1 de verschillende karakteristieken wordenvertaald in vier typen determinanten.

28

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

tabel 1 onderscheidende karakteristieken van huishoudens ten aanzien van milieugedrag

Gestandaardiseerde vragen Karakteristieken Determinanten

Welke apparaten bezit/gebruikt het huishouden? apparaten leefstijlWelke gedragingen vertoont men regelmatig? gedragspatroon leefstijlVan welke diensten maakt het huishouden gebruik? diensten leefstijlWat leest of kijkt men regelmatig? lezen, kijken leefstijl

Hoeveel personen behoren tot het huishouden? huishoudensgrootte kenmerkenWat is de samenstelling van het huishouden? huishoudenstype kenmerkenIn welke fase bevindt het huishouden zich? huishoudensfase kenmerken

Waar en hoe woont het huishouden? woonsituatie (alg.) mogelijkhedenWat is het opleidingsniveau? opleiding (alg.) mogelijkhedenWat is de arbeidssituatie en waar werkt men? arbeid (alg.) mogelijkhedenWat is het huishoudensinkomen en vermogen? inkomen (alg.) mogelijkheden

Wat vindt men in het huishouden belangrijk? normen en waarden (alg.) attitudesWat is het geloof en de politieke voorkeur? algemene houdingen (alg.) attitudesWat is het milieubesef? milieubesef (alg.) attitudes

Bron: EIM.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 28

Page 29: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In tabel 1 zijn 14 karakteristieken vermeld. Deze karakteristieken zijnvervolgens gegroepeerd in vier determinanten, te weten: leefstijl,kenmerken, (algemene) mogelijkheden en (algemene) attitudes.

De determinant leefstijl kan gezien worden als een samenhangendgeheel van gedragingen waarmee huishoudens aan de buitenwereldlaten zien waar ze ‘staan’. Zo kan gesproken worden over een milieu-vriendelijke leefstijl, waarbij door het huishouden bijvoorbeeld geengebruik wordt gemaakt van auto’s. Hiertegenover staat een ‘yuppie-achtige’ leefstijl waarbij relatief veel geld wordt uitgegeven aan mate-riële zaken. In het algemeen geldt dat nieuwe gedragingen niet teveel buiten de huidige leefstijl moeten vallen om geaccepteerd teworden.

De leefstijl van een huishouden wordt bepaald door de kenmerkenvan het huishouden, bijvoorbeeld: in welke fase bevindt het huis-houden zich; door de heersende attitudes van het huishouden, metandere woorden: wat vindt men belangrijk; en door de mogelijkhe-den van de huishoudens: wat zijn bijvoorbeeld de financiële moge-lijkheden?

Wanneer gekeken wordt naar figuur 5 uit paragraaf 2.5 dan blijkt datde karakteristieken uit tabel 1 vooral betrekking hebben op het lin-kergedeelte van deze figuur en op de factoren, barrières en vaardig-heden. In figuur 6 is dit weergegeven.

Bedacht moet worden dat de factoren die specifiek betrekking heb-ben op het te analyseren milieugedrag in tabel 1 niet aan bod zijn

29

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

figuur 6 plaats van de onderscheidende karakteristieken

Bron: EIM.

Gedrag

barri�res

vaardigheden

set vanpersoons-kenmerken

van normenen waarden

van alge-meneattitudes

levensstijl

van menin-gen etc.

2

3

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 29

Page 30: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

gekomen. Het gaat dan om specifieke attitudes, specifieke mogelijk-heden (de inschatting van de eigen effectiviteit om het betreffendegedrag te vertonen), het specifieke oordeel van belangrijke derden(sociale norm) en het eerder vertoonde gedrag op het terrein van hette analyseren milieugedrag. Deze factoren zijn van een ander kaliberdan in tabel 1 staan vermeld en zullen per gedrag verschillen.

3.3 Het DMCG-modelHet principe achter het door het SCP ontwikkelde conceptuele modelDeterminanten van milieurelevant consumentengedrag1 is dat men-selijk gedrag in het algemeen pas tot stand komt wanneer men ietswil en wanneer men dat ook kan. Willen en kunnen zijn de centra-le begrippen binnen het DMCG-model. Een huishouden kan bijvoor-beeld best gemotiveerd zijn om zijn afval gescheiden aan te leveren(vanuit een algemeen milieugevoel of vanuit de wetenschap datbelangrijke ‘anderen’ het ook doen), maar als er geen ruimte in dewoning aanwezig is om het afval zonder veel stankhinder op te slaanof wanneer er geen gescheiden ophaalfaciliteit door de gemeentewordt verstrekt, dan zal het voorgenomen milieugedrag niet plaats-vinden.

Aan de hand van de basisdeterminanten van het DMCG-model kun-nen voor elk te onderzoeken milieugedrag vier groepen van actorenworden onderscheiden (zie figuur 7):

figuur 7 vier groepen van actoren

Bron: EIM.

Groep A bevat personen die het betreffende milieugedrag zowel wil-len vertonen als kunnen vertonen; verwacht mag worden dat zij datin de nabije toekomst ook gaan doen. Personen in groep B willen hetbetreffende gedrag wel vertonen, maar kunnen dit om diverse rede-

30

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

1 Zie Hoevenagel, Van Rijn, Steg en De Wit, 1996. Milieurelevant consumentengedrag: ontwik-keling conceptueel model. SCP, Rijswijk; Steg, Arnold, Ras en Van Velzen, 1997.Maatschappelijke en individuele determinanten van autogebruik. SCP, Rijswijk.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 30

Page 31: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

nen niet; pas wanneer deze knelpunten zijn opgelost, mag verwachtworden dat zij het betreffende gedrag gaan vertonen. Personen ingroep C hebben wel de mogelijkheden om het milieugedrag in kwes-tie te vertonen, maar missen de noodzakelijke motivatie daarvoor;pas wanneer men hiertoe gemotiveerd raakt, mag verwacht wordendat zij het gedrag gaan vertonen. Ten slotte zijn personen in groep Dnoch gemotiveerd, noch hebben zij de mogelijkheid om het gedragte vertonen; zij zullen het gedrag dan ook niet vertonen, tenzij beideknelpunten kunnen worden weggenomen.

Voor beleidsmakers zijn de personen die in de groepen B, C en D val-len het meest interessant. Immers, personen die in groep A zitten,hebben nu geen knelpunten en hoeven derhalve niet te worden beïn-vloed.1 Idealiter heeft elk van de drie groepen eigen typische ken-merken waarop een specifiek beleidsinstrumentarium kan wordentoegesneden.

Willen en kunnen zijn in het DMCG-model vertaald naar drie clus-ters van determinanten: motivaties, gelegenheid en mogelijkheid. Metandere woorden, milieugedrag komt pas tot stand als mensen ge-motiveerd zijn, als ze in de gelegenheid zijn om het gedrag te ver-tonen (interne factor) en als ze de mogelijkheid hebben om hetgedrag te vertonen (externe factor). In figuur 8 is het DMCG-modelweergegeven zoals dat door het SCP is ontwikkeld en gebruikt omonder andere het milieugedrag ten aanzien van klein chemisch afvalte verklaren.

figuur 8 het DMCG-model

Bron: Steg et al. (1997).

31

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

1 Van deze personen in groep A kunnen beleidsmakers overigens wel veel leren.

motivaties

gelegenheidmogelijkheid

Gedrag

huishoudenskenmerken

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 31

Page 32: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In het DMCG-model nemen de determinanten gelegenheid en moge-lijkheid een bijzondere positie in. Enerzijds loopt hun invloed op hetgedrag via de determinant motivaties, anderzijds hebben ze eendirecte invloed op het gedrag. Dit heeft te maken met het karaktervan deze determinanten: als er geen dimbare spaarlampen op demarkt aanwezig zijn (‘mogelijkheid’) of als er op korte termijn geenbudget kan worden vrijgemaakt binnen het bedrijf (‘gelegenheid’)dan kan het gedrag niet vertoond worden.1

Uit figuur 8 komt naar voren dat de verschillende huishoudensken-merken zoals deze in de vorige paragraaf aan de orde zijn gekomengeen directe invloed uitoefenen op de beslissing om het betreffendemilieugedrag te vertonen. Ze spelen wel indirect een rol via huninvloed op de determinanten motivaties en gelegenheid (zie ookfiguur 5).

De motivatie om een bepaald milieugedrag te vertonen vormt de cen-trale determinant binnen het DMCG-model. Deze motivatie wordtgevoed door de verschillende attitudes van het huishouden (ziefiguur 2), diverse huishoudenskenmerken en de beschouwde voor-en nadelen van het betreffende gedrag. Daarnaast wordt de motiva-tie gevoed door de determinanten mogelijkheid en gelegenheid.Binnen het DMCG-model wordt een wisselwerking verondersteldtussen de determinant motivaties en de determinant gelegenheid. Zois het bijvoorbeeld denkbaar dat gemotiveerde huishoudens meerkennis gaan vergaren over energiebesparing. Anderzijds kan meerkennis ook leiden tot een hogere motivatie.

Wanneer de subjectieve afweging van voor- en nadelen van het ver-tonen van het betreffende gedrag resulteert in een positieve motiva-tie om een bepaald gedrag te vertonen en er zijn geen (absolute)belemmeringen te onderkennen, dan mag worden verwacht dat hetbetreffende gedrag door het huishouden zal worden vertoond.

De drie vermelde determinanten zijn zogenaamde clusters van deter-minanten. Onder de determinant gelegenheid vallen bijvoorbeeldfactoren als het geld- en tijdbudget van het huishouden, de kennis envaardigheden, en de hulpmiddelen die het huishouden heeft om hetbetreffende gedrag te kunnen vertonen. Het betreft een interne factordie van huishouden tot huishouden kan verschillen.

32

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

1 Als er wel dimbare spaarlampen op de markt zijn, betekent dit overigens niet dat onderne-mers dan automatisch deze spaarlampen zullen aanschaffen. Dan speelt de determinant moti-vaties een sleutelrol.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 32

Page 33: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

De determinant mogelijkheid is gedefinieerd als de beschikbareomgevings- of aanbodfactoren en de kenmerken daarvan. Onderdeze determinant vallen bijvoorbeeld de aanwezigheid van bio- englasbakken, alternatieve vervoerwijzen (gedifferentieerd naar prijs,betrouwbaarheid, reistijd, comfort et cetera), de aanwezigheid vanreformwinkels en het aanbod daarbinnen. Het betreft hier een exter-ne factor waar het huishouden geen invloed op kan uitoefenen.

3.4 Voor- en nadelen van het DMCG-modelHet DMCG-model is een conceptueel gedragsmodel waarmee hetrelatieve belang van de belangrijkste determinanten van milieu-vriendelijk consumentengedrag op een kwantitatieve manier kanworden achterhaald. Het model kan voor vier doeleinden wordengebruikt:• om het gedrag in het verleden op systematische wijze te analyse-

ren;• om het huidige gedrag te verklaren;• om het vóórkomen van het gedrag in de toekomst te voorspellen;• om aangrijpingspunten te vinden om het gewenste gedrag te sti-

muleren.

Het DMCG-model gaat ervan uit dat consumenten en huishoudenszogenaamd beredeneerd gedrag vertonen wanneer het gaat ommilieurelevante beslissingen: met andere woorden, consumentenworden geacht route 3 te bewandelen in figuur 5. De voor- en nade-len van een bepaald milieugedrag worden eerst bekeken alvorensmen tot een beslissing komt.

Het DMCG-model kent drie belangrijke voordelen ten opzichte vanandere gedragsmodellen.

• Allereerst heeft het DMCG-model een breder bereik dan de inhoofdstuk 2 besproken sociaal-psychologische gedragsmodellen.Zo kan het ook een verklaring bieden voor ‘niet-wilskrachtiggedrag’. Het bereik van het DMCG-model wordt begrensd dooronvrijwillig gedrag en impulsief gedrag: met andere woorden,gedrag dat via ge- en verboden aan personen wordt opgelegd valtbuiten het kader van het model alsmede gedrag dat ‘zomaar’ totstand komt. Vergeleken met andere gedragsmodellen is de invul-ling van het DMCG-model ook evenwichtiger. De genoemde deter-minanten dekken het spectrum van gedragsbeïnvloedende facto-ren goed af.

• Het tweede voordeel van het model is dat verschillende beleids-instrumenten om gedrag te veranderen kunnen worden gekoppeld

33

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 33

Page 34: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

aan de onderscheiden determinanten. Voor beleidsmakers kan hetDMCG-model zo meer zicht bieden op effectieve ingrepen. Het isoverigens niet zo dat met behulp van dit model schattingen kun-nen worden gemaakt van het effect van een bepaald beleidsin-strument.

• Het derde voordeel is dat met behulp van de gevonden resultatenverschillende groepen huishoudens kunnen worden onderschei-den. De kenmerken van deze groepen kunnen aanleiding zijnvoor gerichte beleidsactiviteiten.

Het DMCG-model heeft echter ook een aantal nadelen. Zo kent hetDMCG-model een relatief grote databehoefte. Voorts kan het aggre-gatieniveau van het model problemen opleveren. Eigenlijk dient hetDMCG-model per milieugedrag te worden ‘gevuld’. Dit kan echter tothoge kosten, en voor beleidsmakers tot minder zinvolle uitkomstenleiden. Een zekere mate van aggregatie is derhalve vereist. Een derdeprobleem betreft de mogelijkheid tot overlapping tussen verschillen-de determinanten in het DMCG-model. Huishoudenskenmerken,zoals leeftijd, inkomen en beroep, zijn vaak moeilijk te scheiden vanfactoren die onder de determinant gelegenheid vallen, zoals het geld-en tijdbudget.

3.5 Koppeling van de determinanten aanbeleidsinstrumenten

Een effectief milieubeleid (voor het MKB) bestaat uit effectievebeleidsinstrumenten. Beleidsinstrumenten zijn effectiever naarmateze beter inspelen op de belangrijke determinanten achter het milieu-gedrag van consumenten of MKB-ondernemers. Zoals bekend heeftde overheid een verscheidenheid aan instrumenten tot haar beschik-king om consumenten, huishoudens en producenten aan te zettentot maatschappelijk gewenst gedrag. In de loop der tijd zijn hiervandiverse indelingen gemaakt.1 Aangesloten wordt bij een indeling dieis gehanteerd in Hoevenagel et al.2 In deze indeling wordt een onder-scheid gemaakt in structurele en cognitief-motivationele strategieën.De eerste is gericht op het veranderen van de context waarin degedragskeuze plaatsvindt, de tweede op het veranderen van de moti-vaties tot gedragsverandering.

34

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

1 Zie bijvoorbeeld Steg, 1996. Gedragsverandering ter vermindering van het autogebruik.Proefschrift. Universiteit Groningen, Groningen; WRR, 1992. Milieubeleid, strategie, instru-menten en handhaafbaarheid. Rapport 41. SDU, Den Haag; Vlek, 1995. Milieubeheer is eengedragsvraagstuk. Over het belang van psychologie voor het begrijpen en aanpakken van milieu-problemen. Samsom H.D. Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn.

2 Zie Hoevenagel, Van Rijn, Steg en De Wit, 1996. Milieurelevant consumentengedrag: ontwik-keling conceptueel model. Sociaal en Cultureel Planbureau, Rijswijk.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 34

Page 35: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Structurele strategieën

Bij structurele strategieën worden de omstandigheden gewijzigd,opdat het gewenste gedrag aantrekkelijker of beter mogelijk wordt,of opdat het ongewenste gedrag onaantrekkelijker wordt of mindergoed mogelijk. Structurele strategieën zijn vooral effectief als hetgedrag sterk wordt bepaald door de omstandigheden en als de kansop een vrijwillige gedragsverandering klein is, dus bij een geringemotivatie tot gedragsverandering. Tot de structurele strategieënbehoren vier typen beleidsinstrumenten: fysieke instrumenten,financiële instrumenten, juridische instrumenten en organisatiever-anderingen.

• Fysieke instrumenten zijn gericht op het veranderen van de fysie-ke omgeving en de beschikbaarheid en kwaliteit van de gedrags-alternatieven. Gedacht kan worden aan het plaatsen van glasbak-ken en het verminderen van het aantal parkeerplaatsen in bin-nensteden.

• Met behulp van financiële instrumenten kan het gewenste gedragfinancieel aantrekkelijk worden gemaakt of het ongewenstegedrag onaantrekkelijker. Door middel van subsidies, fiscale voor-zieningen of kortingen kan de prijs van milieuvriendelijke pro-ducten bijvoorbeeld worden verlaagd. Door de invoering vanregulerende heffingen of accijnsverhogingen kunnen de financië-le kosten van milieuonvriendelijk gedrag worden verhoogd.Financiële instrumenten houden de keuzevrijheid van een per-soon in principe in stand.

• Juridische instrumenten sturen het gedrag in een bepaalde rich-ting: overtreding van het ongewenste gedrag wordt bestraft.Wettelijke maatregelen laten het individu geen keuze in zijngedragingen. Te denken valt aan wettelijke geboden, verboden,normen en voorschriften. Concrete maatregelen zijn het verbodop gebruik van cfk’s in spuitbussen, het afsluiten van gebiedenvoor het autoverkeer of het verlagen van de maximumsnelheid opautowegen. Juridische instrumenten zijn vaak niet effectief zon-der een doelmatig handhavings- en sanctiesysteem.

• Door middel van organisatieveranderingen kunnen aanpassingenworden aangebracht in maatschappelijke structuren en in dewerkwijze van organisaties en instituties. Onder dit type beleids-instrument vallen concrete maatregelen zoals het stimuleren vantelewerken, flexibele werktijden of het organiseren van bedrijfs-vervoer.

35

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 35

Page 36: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Cognitief-motivationele strategieën

Bij cognitief-motivationele strategieën wordt de individuele keuze-vrijheid niet aangetast: de gedragsverandering vindt vrijwillig plaats.Cognitief-motivationele strategieën zijn vooral effectief als hetgewenste gedrag niet veel extra moeite, tijd of geld kost en men vol-doende mogelijkheden heeft om het gedrag te vertonen. Tot de cog-nitief-motivationele strategieën behoren twee typen beleidsinstru-menten: voorlichting, educatie en communicatie, en sociale model-lering en ondersteuning.

• De veronderstelling bij het toepassen van voorlichting, educatie encommunicatie is dat het gedrag kan worden veranderd door hetbeïnvloeden van de perceptie van de kosten-batenanalyse dieeraan ten grondslag ligt. Voorlichting is effectiever naarmate deinformatie beter aansluit bij de opvattingen en achtergronden vande doelgroep.

• Sociale modellering en ondersteuning richten zich op het beïn-vloeden van de sociale kosten en baten voor een individu. Socialekosten en baten hangen samen met de wijze waarop belangrijkeanderen het gedrag beoordelen. Met sociale ondersteuning wordtgedoeld op maatregelen die gericht zijn op het beïnvloeden van deverwachtingen die men heeft over de sociale goed- of afkeuringvan anderen van het betreffende gedrag. Ook kan zichtbaar wor-den gemaakt welke mensen zich al milieuvriendelijk gedragen.Met sociale modellering wordt gedoeld op het vestigen van deaandacht op mensen die het goede voorbeeld geven, zoals debekende Nederlanders in de Postbus 51 campagne: Een betermilieu begint bij jezelf.

In tabel 2 wordt aangegeven hoe de bovengenoemde strategieën enbeleidsinstrumenten zijn gekoppeld aan de drie determinanten uithet DMCG-model.

36

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 36

Page 37: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

tabel 2 koppeling van beleidsinstrumenten aan de determinanten vanhet DMCG-model

strategie beleidsinstrumenten motivaties gelegenheid mogelijkheid

structureel fysiek xfinancieel x xjuridisch x xorganisatorisch x x

cognitief- voorlichting, educatie motivationeel en communicatie x x

sociale ondersteuning xsociale modellering x

Bron: EIM.

Uit tabel 2 komt naar voren dat de inzet van fysieke instrumentenvooral gewenst is wanneer de determinant mogelijkheid een belem-merende rol speelt in de gewenste gedragsverandering. Financiële,juridische en organisatorische instrumenten spelen in op de deter-minanten mogelijkheid en gelegenheid. Indirect, via de interactiesvan het DMCG-model, spelen deze instrumenten ook in op de moti-vaties van personen. De cognitief-motivationele strategieën enbeleidsinstrumenten spelen voornamelijk in op de motivaties vanpersonen.

Met behulp van tabel 2 wordt geïllustreerd dat het DMCG-model,behalve dat het een hulpmiddel is bij het beantwoorden van de vraagwaarom consumenten een bepaald gedrag vertonen, ook aankno-pingspunten kan bieden over hoe dat gedrag kan worden beïnvloed.

3.6 Toepasbaarheid van het DMCG-modelvoor het MKB

Na het bespreken van het DMCG-model in de voorgaande paragra-fen dient de vraag te worden gesteld in hoeverre dit model toepas-baar is voor het verklaren van het milieugedrag van een heterogenedoelgroep als het MKB.

Naar verwachting zijn de basisbegrippen van dit model – willen enkunnen – ook van toepassing op het milieugedrag van MKB-onder-nemers. Ook binnen deze heterogene doelgroep kunnen, analoogaan figuur 7, vier groepen worden onderscheiden die elk een eigentype beleidsinstrumentarium vereisen. De uitwerking van de tweebasisbegrippen in drie clusters van determinanten – motivaties, gele-genheid en mogelijkheid – lijkt in eerste instantie ook toepasbaar op

37

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 37

Page 38: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

het bedrijfsleven. Bij de invulling van deze clusters van determinan-ten in concrete factoren kunnen echter verschillen optreden tussenhuishoudens en MKB-bedrijven. Gewezen kan worden op bijvoor-beeld de belangrijke rol die intermediairs spelen in het beslissings-proces van MKB-bedrijven.

Voor een adequate aanpassing van het DMCG-model is derhalveinzicht in de relevante milieukenmerken van het MKB belangrijk.Hier gaat het volgende hoofdstuk over.

38

Een modelmatige verklaring van het milieugedrag van huishoudens

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 38

Page 39: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

4 Relevante milieukenmerkenvan het MKB

4.1 Inleiding1

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de belangrijkste karakteristie-ken van het MKB met betrekking tot het milieu: de relevante milieu-kenmerken. Met behulp van deze kenmerken kan het milieugedragvan MKB-ondernemers beter worden geplaatst. Tevens wordt meerzicht verkregen op de mate waarin het DMCG-model dient te wordenaangepast.

Paragraaf 4.2 biedt een overzicht van enkele typische eigenschappenvan het MKB. Het overzicht bevat informatie over bedrijfskenmerkendie een bijdrage kan leveren aan de verklaring waarom ondernemin-gen in het MKB minder milieuvriendelijk gedrag vertonen dan onder-nemingen in het grootbedrijf. Paragraaf 4.3 gaat in op enkele studiesdie zich specifiek hebben gericht op het inventariseren van factorendie het milieugedrag van MKB-ondernemers kunnen verklaren. Inessentie gaat het bij veel van deze studies om de implementatie vanmilieuzorg in het MKB. Paragraaf 4.4 geeft een samenvattend beeldvan de bevindingen uit de twee voorgaande paragrafen. Hierbij wor-den de gevonden relevante milieukenmerken van het MKB geordendnaar ondernemingskenmerken, gelegenheden, mogelijkheden enmotivaties.

4.2 Typisch MKB!Aan de hand van 11 one-liners wordt in deze paragraaf inzicht gebo-den in enkele typische eigenschappen van het MKB.

1. ….een grote groep kleine bedrijven…..

Vrijwel alle ondernemingen binnen het particuliere bedrijfslevenbehoren tot het MKB. Naar andere maatstaven gemeten is de bete-kenis van het MKB weliswaar minder overheersend, maar nog steedsgroot. Zo neemt het MKB meer dan de helft van het arbeidsvolumeen van de omzet van het particuliere bedrijfsleven voor zijn rekeningen iets minder dan de helft van de bruto toegevoegde waarde.

Binnen het MKB komen kleine bedrijven het meest voor. Van alleactieve ondernemingen heeft 91% minder dan 10 werknemers in

39

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

1 De auteurs zijn dank verschuldigd aan Nelson Verheul en Anne Bruins voor het evalueren vande verschillende publicaties op het terrein van milieu en MKB. Zonder hun hulp was de kwa-liteit van de paragrafen 4.2 en 4.3 beduidend lager geweest.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 39

Page 40: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

dienst.1 De geringe omvang van deze bedrijven heeft mede tot gevolgdat ze slechts beperkt kunnen profiteren van kwantumkortingen diezowel particuliere bedrijven als overheidsinstellingen hanteren. Hetgaat hierbij vooral om de inkoop van handelsgoederen, grondstoffen,halffabrikaten en energie. Een bijkomend nadeel van de geringeomvang vormt het grotere risico dat aan kleinschalige activiteitenverbonden is. De vermogensmarkt stelt in het algemeen aan kleinebedrijven hogere rendementseisen dan aan grote bedrijven.

2. ….een heterogene groep bedrijven…..

Hoewel het gebruik van de term MKB homogeniteit van de ermeeaangeduide ondernemingen suggereert, gaat het bij nadere beschou-wing om een zeer heterogene groep ondernemingen. Uit tabel 3 komtnaar voren dat, vergeleken met het grootbedrijf, het MKB qua aantalondernemingen met name vertegenwoordigd is in de detailhandel,de horeca en de zakelijke dienstverlening. In de industrie is de ver-tegenwoordiging duidelijk minder. Uit tabel 3 blijkt verder dat dezakelijke dienstverlening en de detailhandel voor het MKB de secto-ren zijn met de meeste ondernemingen. De auto- en reparatiesector,het vervoer en de horeca zijn kleine MKB-sectoren.

Vanzelfsprekend verhult de sectorstructuur in tabel 4, waarin de veleMKB-bedrijven in acht sectoren zijn samengevoegd, veel van de ver-scheidenheid aan branches waarin het MKB actief is en derhalve vande grote verscheidenheid aan bedrijfsactiviteiten en bedrijfsproces-sen binnen het MKB.

40

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 EIM, 1998. Kleinschalig ondernemen, Zoetermeer.

tabel 3 aantal actieve ondernemingen en arbeidsvolume in 1997 in % (naar MKB en grootbe-drijf)

MKB grootbedrijf

sector ondernemingen arbeidsvolume ondernemingen arbeidsvolume

industrie 10 18 36 27bouwnijverheid 11 15 11 6groothandel 12 14 12 6detailhandel 19 14 6 9horeca 8 6 3 2auto- en reparatie 4 4 1 1vervoer 5 7 8 14zakelijke en overige diensten 31 22 23 35

totaal 100 100 100 100

Bron: EIM (1998, 1999)

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 40

Page 41: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

3. ….relatief veel parttimers en jongere werknemers werk-zaam….

Qua arbeidsvolume zijn de grootste MKB-sectoren de zakelijkedienstverlening, de industrie en de bouwnijverheid. De horeca, hetvervoer en de auto- en reparatiesector zijn in dit opzicht kleiner vanaard. Uit tabel 3 kan worden afgeleid dat MKB-bedrijven in de indu-strie, bouwnijverheid en groothandel gemiddeld gesproken meerwerknemers in dienst hebben dan MKB-bedrijven in de detailhandelen zakelijke dienstverlening.

Het totale arbeidsvolume van het MKB wordt voor één kwart gele-verd door de ondernemers en hun meewerkende gezinsleden en voordriekwart door werknemers. Ruim één op de vijf werknemers in hetMKB heeft een dienstverband als parttimer. Deeltijdwerknemerstezamen met flexibele arbeidskrachten vormen ongeveer 30% vanhet aantal werknemers in het MKB. De jaarlijkse instroom van werk-nemers is in het MKB hoger dan in het grootbedrijf. Binnen het MKBis het instroompercentage van werknemers aanzienlijk hoger bij hetkleinbedrijf dan bij het middenbedrijf. Een belangrijke verklaringhiervoor vormt het grote aantal startende ondernemingen, waarvande meeste de eerste jaren tot het kleinbedrijf behoren, terwijl bij deoverlevende en groeiende pas gestarte ondernemingen relatief veelwerknemers instromen. In het MKB werken in vergelijking met hetgrootbedrijf relatief veel jongeren. Binnen het MKB is het aandeelvan de jongeren vooral hoog bij het kleinbedrijf.1

4. ….opleidingsniveau werknemers relatief laag….

Het opleidingsniveau van de werknemers in het MKB ligt gemiddeldgenomen lager dan dat van hun collega’s bij het grootbedrijf. Dit ismet name het gevolg van het geringere aandeel werknemers die eenhbo- of universitaire opleiding hebben gevolgd. Mede door eengebrek aan commercieel geschoold kader blijft de marktgerichtheidvan het MKB achter bij die van het grootbedrijf.

5. ….de rol van de MKB-ondernemer is groot….

De rol van de ondernemer in het MKB is groot. De bevoegdheden rei-ken vooral in het kleinbedrijf heel ver en worden vaak niet of slechtsmet weinigen gedeeld. Er is in het MKB, en wederom in het bijzon-der in het kleinbedrijf, sprake van een sterke vervlechting van de per-soon van de ondernemer met de onderneming. De kleinschaligheidis voor ondernemers aantrekkelijk als voorwaarde voor zelfstandig-

41

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Zie: EIM, 1998. Kleinschalig ondernemen, Zoetermeer; EIM, 1999. Kleinschalig ondernemen,Zoetermeer.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 41

Page 42: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

heid en persoonlijkheid, en voor een sterke betrokkenheid bij hetvaktechnische aspect van de bedrijfsvoering.

De ondernemingsleiding in het MKB wordt over het geheel genomengekenmerkt door een relatief lage opleiding en door een lage scoremet betrekking tot bijscholing. Er is met name onvoldoende oog voorstrategisch marktbeleid en voor de noodzaak tot integratie van hetondernemingsbeleid op verschillende terreinen. Het takenpakket vande MKB-ondernemer is breed: marketing, management, interne orga-nisatie, administratie, inkoop, werkvoorbereiding, personeelszakenet cetera. Over het algemeen is er weinig tijd voor zaken die het pri-maire productieproces niet direct beïnvloeden.

6. …vaak een direct contact met de afnemers….

Er is in het MKB vaak een direct contact met afnemers, waardoornieuwe behoeften en nieuwe vraag in een vroegtijdig stadium waar-genomen worden en aanpassingen gerealiseerd kunnen worden.Door de grote consumentgerichtheid van het MKB (met name in dedetailhandel, bouw en dienstverlening), in vergelijking met hetgrootbedrijf, is het MKB meer afhankelijk van de ontwikkelingen vanhet besteedbaar inkomen en meer gevoelig voor maatregelen in deinkomenspolitieke sfeer. De mogelijkheden voor spreiding van degevolgen van conjunctuurschommelingen zijn voor het MKB kleinerdan voor het grootbedrijf.

7. ….relatief weinig terugkoppeling vanuit de bedrijfsomge-ving…..

Een kenmerkend aspect van het MKB is dat het weinig terugkoppe-ling krijgt vanuit de bedrijfsomgeving. Dit heeft mede te maken metde geringe omvang van de ‘decision-making unit’. Corrigerend optre-den van aandeelhouders, vakbonden en commissarissen ontbreektmeestal, en ook intern zijn dergelijke feedback-mechanismen vaakafwezig (een dergelijke feedback kan mogelijke zwakke punten vande ondernemingsleiding compenseren, en zorgen voor een klank-bord bij voorgenomen besluitvorming). Hierdoor hebben problemenin het MKB eerder een acuut karakter: bij gebrek aan vroegtijdigewaarschuwingssignalen wordt pas ingegrepen wanneer de nood échtaan de man is.

8. ….gefocust op kortetermijndenken………

Gezien de veelheid aan taken besteden ondernemers in het MKB demeeste tijd aan het afhandelen van de dagelijkse bezigheden. Veelbeslissingen worden ad hoc genomen, en veelal pas op momenten

42

Relevante milieukenmerken van het MKB

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 42

Page 43: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

dat vervanging van reeds aanwezige bedrijfsmiddelen noodzakelijkis. Kleine bedrijven worden dan ook over het algemeen gekenmerktdoor een sterke oriëntatie op het kortetermijnrendement van inves-teringen.

9. … een lagere investeringsintensiteit…..

Het MKB legt een lagere investeringsintensiteit aan de dag dan hetgrootbedrijf. Dit geldt vooral voor de industrie. De lagere investe-ringsintensiteit is deels het gevolg van het feit dat er in het MKB rela-tief veel bedrijven zijn die in het geheel niet investeren. Vanwege hethogere vermeende risico en de relatief hoge transactiekosten in ver-houding met de kredietomvang is het voor het MKB moeilijker omaan het benodigde (vreemde) vermogen te komen dan voor hetgrootbedrijf. Hierdoor ketsen investeringsplannen bij het MKB eerderaf.

10. ….weinig systematisch informatiezoekgedrag……

In het MKB is veelal sprake van onsystematisch informatiezoekge-drag. Er is onbekendheid met de aangeboden informatie en er wordtgeen optimale keuze gemaakt uit de verschillende informatiebron-nen. Het inwinnen van informatie wordt over het algemeen ookgezien als een teken van zwakte. De administratief-organisatorischefunctie is in het MKB onvoldoende ontwikkeld. Dit beperkt de moge-lijkheden van het gebruik van interne en externe informatie als ‘toolof management’. Het aantal bij de informatieverzameling betrokkenpersonen is in het MKB kleiner dan in het grootbedrijf. De kennis vanhet advies- en hulpinstrumentarium is in het MKB niet groot. Advies-en hulpinstanties worden door bedrijven in het MKB dan ook min-der vaak geraadpleegd dan door het grootbedrijf. In het diffusiepro-ces spelen informele contacten in het MKB een belangrijke rol.

11…..informele en platte organisaties…..

Volgens Nooteboom kenmerkt het MKB zich onder andere door hetinformele karakter van de organisatie en een intuïtieve eerder daneen expliciet rationele beleidsvorming.1 Zo is er een vermenging vanhet zakelijke en het privé-leven (zowel qua vermogen als qua tijdbe-steding), zelfstandigheid, het persoonlijke karakter van leidinggeven, een improviserende eerder dan een planmatige bedrijfsvoe-ring en een persoonlijke betrokkenheid bij het productieproces.

43

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Nooteboom, 1986. De grootheden van de kleintjes. Een overzicht van het MKB, EconomischStatistische Berichten.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 43

Page 44: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Volgens Nijsen et al. heeft het MKB een meer gepolariseerde functie-structuur dan het grootbedrijf.1 Er is minder middenkader en de lagefuncties worden vaker door geschoolde arbeiders bekleed dan in hetgrootbedrijf. Dit wijst erop dat de werkzaamheden in het midden- enkleinbedrijf minder routinematig en meer ambachtelijk zijn dan inhet grootbedrijf. Ten tweede constateren Nijsen et al. dat naarmatede bedrijfsomvang toeneemt, het aantal personeelsleden die directbijdragen aan het kernproductieproces terugloopt.

Typisch MKB!

Samengevat, gaat het bij het MKB om een grote heterogene groepkleine bedrijven, waar relatief veel parttimers en jongeren werkzaamzijn die over het algemeen vaktechnischer zijn opgeleid dan de werk-nemers in het grootbedrijf. De rol van de ondernemer in het MKB isgroot. In het MKB wordt weinig systematisch naar nieuwe informa-tie gezocht, men is ook geneigd om vooral naar de korte termijn tekijken. Het gaat meestal om informele en platte organisaties waarinrelatief weinig terugkoppeling plaatsvindt vanuit de bedrijfsomge-ving. Er is wel vaak een direct contact met de afnemers. Door degeringe omvang is de investeringsintensiteit laag.

4.3 Factoren die het milieugedrag van hetMKB beïnvloeden

In de loop der tijd hebben diverse auteurs zich beziggehouden metde vraag welke factoren een grotere introductie van milieuvriendelijkgedrag in het MKB in de weg staan. Veelal ging het hierbij om deimplementatie van milieuzorgsystemen. Hierna worden de resultatenvan de belangrijkste onderzoeken op dit gebied in chronologischevolgorde besproken.2

1. Milieuzorg in het MKB3

Het Centrum voor Energiebesparing en schone technologie (CE)heeft in zijn rapport een uitgebreide lijst samengesteld van belem-meringen en stimulansen, zowel intern als extern, die een rol kun-nen spelen bij de introductie van milieuzorg in het MKB.

Uit het rapport komt naar voren dat de geringe omvang van MKB-bedrijven wat het milieugedrag betreft een voordeel kan zijn maar

44

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Nijsen, Nooteboom, Kroezen, Godschalk en Buursink, 1987. Op maat van het MKB.Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Den Haag.

2 Naast de literatuur die in deze paragraaf wordt besproken, zijn nog diverse andere publica-ties bekeken op factoren die het milieuvriendelijke gedrag van MKB-bedrijven kunnen beïn-vloeden. Daaruit zijn echter geen nieuwe factoren naar voren gekomen.

3 Centrum voor Energiebesparing en schone technologie, 1991. Implementatie van milieuzorgin het MKB. Delft.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 44

Page 45: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

ook een nadeel. De onderzoekers constateren dat in de literatuurenerzijds wordt beweerd dat MKB-bedrijven door hun geringeomvang en informele werkwijze snel en flexibel kunnen inspringenop nieuwe ontwikkelingen op milieugebied, terwijl anderzijds MKB-bedrijven mede door hun geringe omvang te weinig (financiële)mogelijkheden hebben om snel en effectief in te springen op veran-deringen.

Het CE concludeert verder dat het MKB zich op de eerste plaats(meer dan grote bedrijven) bezighoudt met het primaire proceswaartoe de kernactiviteit van het bedrijf gerekend wordt. Essentieelis de indruk dat milieuaangelegenheden in de ogen van een grootdeel van de MKB-ondernemers geen directe relatie hebben met hetprimaire proces. Ze worden pas belangrijk voor het MKB, wanneerer een acuut probleem ontstaat voor het primaire proces.

Met leveranciers en afnemers bestaat een bijzonder sterke relatiedoor hun directe invloed op het primaire proces. Daarom constateerthet CE dat de speelruimte van het MKB (en met name het kleinbe-drijf) op het gebied van milieu voor een groot deel wordt bepaalddoor de ruimte die leveranciers en afnemers geven.

Adviseurs van het MKB worden bijna alleen in acute probleemsitu-aties ingeschakeld. Omdat de regelgeving van de overheid vaak aan-stichter is van het inschakelen van de adviseurs, liggen hun adviezenin dezelfde lijn: hoe zijn de emissies te verlagen of hoe kan het pro-ductieproces aan de overheidseisen worden aangepast, en blijvenmeer integrale benaderingen die ook de inkoop van grondstoffen ofhet productontwerp meenemen meestal buiten beschouwing. Eenprobleem is verder de relatief beperkte financiële bijdrage die MKB-bedrijven kunnen leveren voor een advies dat niet direct betrekkingheeft of lijkt te hebben op het primaire proces.

Tot slot wordt geconcludeerd dat het bereiken van het MKB bemoei-lijkt wordt doordat veel informatie door de MKB-ondernemer nietwordt opgenomen, met name door een gebrek aan tijd, en de groe-pen vaak erg groot en divers zijn waardoor een individuele benade-ring niet mogelijk is.

2. Milieubeleid en MKB1

In deze publicatie van EIM staat de inpasbaarheid van het nationalemilieubeleid voor MKB-bedrijven centraal, mede gelet op een aantalspecifieke kenmerken van die bedrijven.

45

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 EIM, 1993. Milieubeleid en MKB, Zoetermeer.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 45

Page 46: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In het rapport wijst EIM erop dat de hogere kosten die het treffen vanmilieumaatregelen of het opleggen van milieuheffingen met zichmeebrengt, door MKB-bedrijven die op de binnenlandse markt ope-reren (bouw, horeca, detailhandel, dienstverlening) makkelijker zijndoor te berekenen aan de afnemers dan door MKB-bedrijven die zijnblootgesteld aan de internationale concurrentie. In dezelfde publica-tie wordt het feit dat veel kleine bedrijven niet of nauwelijks geauto-matiseerd zijn, aangevoerd als verklaring voor het feit dat het voorkleine bedrijven niet eenvoudig is om een registratiesysteem op tezetten in het kader van bedrijfsinterne milieuzorg. Reden voor dezebedrijven om zich meestal te beperken tot ad hoc maatregelen.

3. Effectief stimuleren van milieuzorg bij kleine bedrijven1

In dit rapport van EIM is onderzocht hoe MKB-ondernemers aankij-ken tegen milieuzorg, de prikkels en knelpunten die zij ervaren omtot milieuzorg te komen en de rol die milieu-informatie hierbij speelt.Uit het onderzoek blijkt dat in kleine bedrijven milieuactiviteiten metname ondernomen worden om aan de gestelde vergunningseisen tevoldoen. Men doet niet meer dan nodig is om te voldoen aan deeisen die voortkomen uit de benodigde vergunning. Wel geven veelondernemers aan dat ze rekening houden met milieuaspecten bijinvesteringen. De onderzoekers brengen dit in verband met het feitdat de mogelijkheden om milieu-aspecten in te passen hier voldoen-de dicht bij het primaire proces liggen, zodat ze daadwerkelijk kun-nen worden meegenomen.

Ondernemers gebruiken de handboeken voor milieuzorg, die inruime mate aanwezig zijn, weinig of niet. De onderzoekers consta-teren dat de handboeken waarschijnlijk bruikbaarder zijn voor advi-seurs dan voor de gemiddelde MKB-ondernemer. Relatief intensievebegeleiding kan ondernemers stimuleren, maar is vaak tijdrovend endoor de hoge tarieven van adviseurs voor kleine bederijven finan-cieel niet haalbaar.

Milieuzorg vereist een aantal managementvaardigheden. Bij kleinebedrijven ontbreken deze vaak, omdat de ondernemers meestal ergop het primaire proces zijn gericht. De onderzoekers stellen dan ookdat nieuwe milieumaatregelen bij het primaire proces moeten aan-sluiten. Het onderzoek laat zien dat managementvaardigheden vaaksamenhangen met de omvang van het bedrijf. Dit uit zich in het feitdat grotere bedrijven beter op de hoogte zijn van milieuvoorschrif-ten, vaker stappenplannen maken, en beter inzicht hebben in de kos-ten en de tijd die milieumaatregelen met zich meebrengen.

46

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 EIM, 1994. Effectief stimuleren van milieuzorg bij kleine bedrijven, Zoetermeer.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 46

Page 47: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Het inzicht in wat een advies oplevert en bij wie de ondernemer hetbest kan aankloppen voor meer latente vragen dan het oplossen vanurgente problemen is onduidelijk. Het aanbod van advies is tamelijkheterogeen, waardoor het voor ondernemers niet duidelijk is welkekennis bij welke organisatie aanwezig is. Het aanbod van milieu-informatie dat bij de ondernemers komt blijkt groot te zijn, maar deinformatie is voor de ondernemer niet altijd bruikbaar, onvoldoendetoegesneden op de bedrijfsvoering of komt niet op het juistemoment. Vooral kleine ondernemers hebben vaak moeite om uit eengroot aanbod de relevante informatie te filteren.

De veelheid van nieuwe regels op velerlei terrein en met name deelkaar snel opvolgende veranderingen in de milieuwetgeving zettenondernemers aan tot een afwachtende houding. Ondernemers stellenprioriteiten en lossen alleen de meest urgente zaken op. Dit zijnmeestal de maatregelen die direct betrekking hebben op de vergun-ningverlening en ook daadwerkelijk gecontroleerd worden.

4. Het bereiken van het MKB: niet eenvoudig, wel mogelijk1

Vanuit de overtuiging dat het mogelijk is om het MKB te bereiken ente betrekken bij de uitvoering van het nationale milieubeleid, heeftde Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf (RMK) bovengenoemdoverheidsadvies geschreven. In dit advies staan aanbevelingen vooreen praktijkgerichte aanpak en een MKB-gericht instrumentarium.Volgens de RMK zullen de door de overheid in te zetten instrumen-ten gericht moeten zijn op het wegnemen van de belangrijkste knel-punten in het MKB.

Ondernemers en werknemers in het MKB zijn vooral bezig met dedagelijkse bedrijfsvoering. Er blijft weinig tijd en aandacht over voorbedrijfsvreemde activiteiten, zoals het nemen van milieumaatrege-len. Een bijzonder aspect van milieumaatregelen waarop de RMKwijst, betreft de ermee gepaard gaande extra administratieve hande-lingen en kosten. Een tweede knelpunt volgens de RMK vormt derelatief lange terugverdientijd bij milieu-investeringen. Hoe kleinereen bedrijf hoe kleiner de omzet, des te langer de terugverdientijd.Ook hebben MKB-bedrijven in de regel een beperkte toegang totfinancieringsbronnen.

Omdat het binnen MKB-bedrijven ontbreekt aan de benodigde ken-nis, zouden zij meer milieuadvies moeten inwinnen. De RMK gaatervan uit dat dit gesubsidieerd wordt, maar constateert dat de subsi-

47

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf, 1995. Het bereiken van het MKB: niet eenvoudig, welmogelijk, Den Haag.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 47

Page 48: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

dieregels niet toegesneden zijn op de adviesbehoefte van het MKB.Ook elders in het advies wijst de Raad op de noodzaak van kennis-vergroting; namelijk via onderzoek en opleiding.

5. Stimulering milieugerichte productontwikkeling binnen hetMKB1

In deze studie van Coopers & Lybrand is nagegaan in hoeverre hetfinanciële instrumentarium is toegesneden op de invoering vanmilieugerichte productontwikkeling (MPO) binnen het MKB.

De onderzoekers signaleren dat het MKB onbekend is met MPO, geenvisie heeft op MPO en dat MPO niet door het management wordtgedragen. In het MKB heeft men geen zicht op het potentiële voor-deel dat MPO voor het bedrijf kan betekenen. Er wordt geconstateerddat men in het MKB in het algemeen lage prioriteit geeft aan milieu-criteria. In de ontwikkelings- en ontwerpfase van producten is eenvan de belemmeringen het ontbreken van inzicht in de rol vanmilieu-eigenschappen van producten op toekomstige markten. Hetgaat hierbij om de vraag of consumenten bereid zijn MPO-productente kopen. Een andere belemmering in deze fase is de onzekerheidmet betrekking tot de regelgeving op het gebied van milieu-eisen dieaan producten gesteld worden. Deze onzekerheden ervaart de onder-nemer als extra (financieel) ondernemersrisico. Omdat de huidigeregelingen deze onbekendheid en de onzekerheid niet wegnemen,concluderen de onderzoekers dat de financiële stimuleringsregelin-gen voor de invoering van milieugerichte productontwikkeling nietvoldoende zijn toegesneden op het MKB

6. The determinants of an environmentally responsive firm:empirical approach2

In dit artikel onderscheiden Henriques and Sadorsky diverse factorendie bijdragen aan de kans dat een bedrijf een milieubeleidsplan gaatinvoeren. Ten eerste kan er een zekere druk zijn om iets aan milieute gaan doen. Een onderscheid kan daarbij worden gemaakt tussenexterne druk en interne druk. Bij externe druk kan men denken aanwet- en regelgeving, de publieke opinie en leveranciers. Daarnaast iser de interne druk, zoals daar zijn aandeelhouders, het managementen werknemers. Ten tweede speelt de financiële positie van hetbedrijf een rol in het invoeren van een milieubeleidsplan. Vooral klei-nere bedrijven zouden hier tegen een barrière aan kunnen lopen. Een

48

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Coopers & Lybrand, 1995, Financiële stimulering milieugerichte productontwikkeling binnenmidden- en kleinbedrijf, Amsterdam.

2 Henriques en Sadorsky, 1996. The determinants of an environmentally responsive firm: anempirical approach. Journal of Environmental Economics and Management.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 48

Page 49: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

derde factor die een rol speelt is de attitude die men heeft tegenovermilieubeleid. Een positieve attitude leidt tot een snellere implemen-tatie van een milieubeleidsplan. Ten vierde speelt ook de grootte vanhet bedrijf een rol. Henriques and Sadorsky poneren de stelling datgrotere bedrijven eerder tot invoering van een milieubeleidsplan zul-len overgaan omdat coördinatie in grote bedrijven veel inspanningkost. Het zou dan voordeliger zijn om eventueel nieuw milieubeleiddirect via een coördinerend milieubeleidsplan vorm te geven. Tot slotspeelt volgens Henriques and Sadorsky de huidige regulering een rol,die per sector kan verschillen. Bedrijven in sectoren waar de regule-ring strenger is zouden eerder overgaan tot het invoeren van eenmilieubeleidsplan dan in sectoren waar regulering minder streng is.Dit omdat in strengere sectoren het je onttrekken aan wet- en regel-geving veel duurder is.

7. Milieuzorg op maat1

Volgens de RMK zijn de belangrijkste kenmerken van het MKB: eenoverzichtelijke organisatie, korte communicatielijnen, een groteinvloed van de directeur en het ontbreken van een gespecialiseerdestaf. Het zijn deze kenmerken, die een geformaliseerd milieuzorg-systeem als beheersinstrument in het MKB niet altijd het meest effec-tief maken.

De overzichtelijkheid binnen de organisatie maakt dat het MKB meergebaat is bij praktisch toepasbare milieumaatregelen om de milieu-belasting terug te dringen. Het maken van handboeken, proceduresen werkvoorschriften op milieugebied legt te veel beslag op de tijden beschikbaarheid van het personeel. Een administratie van descheiding van afvoer van afvalstoffen, het gebruik van, het omgaanmet en de opslag van gevaarlijke afvalstoffen is in de ogen van deondernemer vaak voldoende om de belangrijkste milieu-effecten enrisico’s van de onderneming te ondervangen. Het opzetten van eengeformaliseerd milieuzorgsysteem heeft dan (in de ogen van deondernemer) weinig toegevoegde waarde.

Vooral kleinere ondernemingen zijn volgens de RMK uitstekend instaat om aan hun milieuverantwoordelijkheid te voldoen zonderdaarbij gebruik te maken van een milieuzorgsysteem. In het evalu-atierapport wordt gesteld: ‘Over het algemeen treft het MKB welmilieumaatregelen, maar voert het niet alle organisatorische elemen-ten van een milieuzorgsysteem in. Het MKB heeft niet zozeer behoef-te aan milieuzorgsystemen’.

49

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf, 1997. Milieuzorg op maat, Den Haag.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 49

Page 50: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Bedrijven in het MKB staan niet op zich, maar zijn, sterker nog danhet grootbedrijf, afhankelijk van hun externe omgeving. De volgen-de actoren uit de omgeving zijn de belangrijkste: de sociale omge-ving, de overheid, afnemers en leveranciers. Kleine en middelgroteondernemingen zijn nauw verbonden met hun sociale omgeving. Bijkleine ondernemingen is het zelfs zo dat de afnemers behoren tot desociale omgeving. Klachten uit de omgeving over overlast worden inveel gevallen dan ook snel opgepakt en, indien mogelijk, verholpen.Door de complexiteit van wet- en regelgeving is de ondernemersteeds meer geneigd om het bevoegd gezag als partner te zien in hetproces van vergunningverlening en -handhaving. In het vooroverlegproberen ondernemers duidelijkheid te verkrijgen waaraan ze moe-ten voldoen en hoe ze dat het best kunnen oplossen. Achteraf corri-geren kost immers extra geld. Afnemers bepalen het bestaansrechtvan de onderneming. De afnemers bepalen dan ook voor een grootgedeelte de oriëntatie van de ondernemer op milieuaspecten. Eenandere belangrijke actor in de omgeving van de ondernemer zijnleveranciers. Bij het nemen van investeringsbeslissingen overbedrijfsuitbreiding, het veranderen van het productieproces of deaanschaf van nieuwe machines zijn altijd leveranciers betrokken.Omdat de milieubelastende activiteiten sterk teruggedrongen kunnenworden door het kiezen van een bepaalde techniek of bepaaldematerialen, is het van groot belang dat leveranciers ook sterk de aan-dacht vestigen op de milieu-effecten van technieken en materialen.

8. The Environmental Challenge and SMEs in Europe1

Ter voorbereiding van de Europese ministerraad over milieu en MKBin 1998 heeft KPMG uitgezocht welke factoren voor MKB-bedrijveneen belemmering vormen om milieuproblemen aan te pakken. Ditdeed men op basis van beschikbare informatie van andere studies ende ervaring van consultants van KPMG.

Uit het rapport komt naar voren dat veel MKB-bedrijven zich nietbewust zijn van hun eigen milieu-effecten. Voorts hebben ze te wei-nig in de gaten dat goed milieumanagement potentiële voordelenheeft. Milieumanagement wordt alleen maar als een bedreiginggezien die geld kost, in plaats van als een kans voor besparingen.

MKB-bedrijven hebben in het algemeen een gebrek aan middelen: inde eerste plaats aan tijd en vervolgens aan geld en expertise. MKB-bedrijven ondervinden ook problemen bij het verwerven van finan-

50

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 KPMG, 1997. The Environmental Challenge and Small and Medium-sized Enterprises in Europe.Den Haag.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 50

Page 51: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

ciering ten behoeve van investeringen in verbeteringen en het ont-wikkelen van nieuwe productieprocessen en producten.

Het ontbreekt aan een duidelijk kader van milieuregelgeving.Dergelijke regelgeving moet enerzijds zorgen voor motivatie bij debedrijven en moet ervoor zorgen dat voor de concurrenten gelijkecondities gelden en moet anderzijds niet te gedetailleerd zijn en reke-ning houden met het feit dat MKB-bedrijven over beperkte middelenbeschikken. MKB-bedrijven hebben moeilijk toegang tot informatie,training en instrumenten (op lokaal niveau) en er zijn te weinig pas-sende (lokale) netwerken ontwikkeld die MKB-bedrijven ondersteu-ning en advies bieden.

4.4 Ordening van relevante MKB-milieu-kenmerken

Uit de twee voorgaande paragrafen komen verscheidene kenmerkennaar voren die invloed uitoefenen op het milieugedrag van MKB-ondernemers. In deze paragaaf worden deze relevante milieuken-merken geordend. Hierbij zal een onderscheid worden gemaakt naarde ondernemingskenmerken van MKB-bedrijven, de gelegenheid enmogelijkheid van MKB-bedrijven om milieuvriendelijk gedrag te ver-tonen en de motivaties van MKB-ondernemers.

Ondernemingskenmerken van MKB-bedrijven

Eén kenmerk dat het milieugedrag van MKB-bedrijven in sterke matebeïnvloedt, is de omvang van deze bedrijven. Ongeveer 90% van deMKB-bedrijven heeft minder dan 10 werknemers in dienst.

Organisatorisch kunnen MKB-bedrijven getypeerd worden als plat eninformeel. Er is veelal sprake van een ‘vanzelf’ lopende interne com-municatie. Door het ontbreken van aandeelhouders en commissaris-sen is er in het MKB een geringe controlerende terugkoppeling op debedrijfsvoering.

Ten slotte kan het arbeidsbestand in het MKB invloed uitoefenen ophet milieugedrag van de bedrijven. Er zijn in het MKB, vergelekenmet het grootbedrijf, veel parttime en flexibele arbeidskrachten aan-wezig. Er is een hoge instroom van nieuwe medewerkers en er zijnrelatief veel jongeren werkzaam. De ondernemers in het MKB zijnover het algemeen vaktechnisch opgeleid. De benodigde manage-mentvaardigheden voor het ontwikkelen van een lange termijn stra-tegisch milieubeleid ontbreken vaak in het MKB.

51

Relevante milieukenmerken van het MKB

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 51

Page 52: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Gelegenheden van het MKB

Het MKB kan getypeerd worden als een groep ondernemingen die inhet algemeen een gebrek aan tijd, geld en expertise hebben wanneerhet gaat om milieuzaken.

TijdDe geringe omvang van het MKB-bedrijf en de centrale rol van deondernemer vormen de belangrijkste redenen voor een gebrek aantijd om alles op milieugebied bij te houden. Milieuzorg komt in depraktijk neer op de schouders van de ondernemer. Dit onderwerp zalmoeten concurreren met andere (meer urgente) aspecten van debedrijfsvoering, zoals personeelsbeleid, acquisitie van orders eninkoop.

GeldHet gebrek aan geld heeft vooral te maken met de geringe mogelijk-heden van MKB-ondernemers om krediet te krijgen bij de bank, ver-geleken met het grootbedrijf. Door hun vaak geringe omzet en gro-tere afhankelijkheid van conjunctuurschommelingen in het besteed-baar inkomen van consumenten vormen MKB-ondernemers een risi-covolle groep voor banken en andere geldverstrekkers. MKB-bedrij-ven doen dan ook over het algemeen een kleiner beroep op de ver-mogensmarkt dan de grote bedrijven.1

ExpertiseOmdat de MKB-ondernemer gefocust is op het centrale productie-proces van zijn onderneming, en hij weinig tijd heeft om zich bezigte houden met zaken die dit proces zijdelings beïnvloeden, zal zijnbetrokkenheid met milieuzaken niet groot zijn. Mede hierdoor heb-ben MKB-ondernemers grote moeite om de relevante milieu-infor-matie te filteren. Voor veel milieumaatregelen blijkt in de praktijkexterne deskundigheid te moeten worden ingehuurd. En deze wordtvaak pas ingeschakeld wanneer milieuwetgeving het productieprocesdreigt te beïnvloeden. Voor een concreet probleem wordt dan eenconcrete oplossing vereist.

Mogelijkheden van het MKB

Behalve door een gebrek aan tijd, geld en kennis worden de moge-lijkheden van MKB-bedrijven in belangrijke mate beïnvloed doorhun bedrijfsomgeving: accountants, toeleveranciers, installateurs en

52

Relevante milieukenmerken van het MKB

1 Het toepassen van geavanceerde milieutechnologieën is bijvoorbeeld pas rendabel wanneerer sprake is van een redelijk grote productie. Een investering in deze vaak dure technologieënis immers pas verantwoord wanneer de afschrijvingskosten over een grote productieomvangkunnen worden omgeslagen. In het MKB betreft een investering in een procesgeïntegreerdetechnologie al snel de totale productieomvang van het bedrijf. Dit soort investeringen is uitoogpunt van de bedrijfszekerheid erg riskant voor het MKB.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 52

Page 53: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

afnemers. De afnemers bepalen het bestaansrecht van de onderne-ming. Ze bepalen ook voor een belangrijk deel de oriëntatie opmilieuaspecten. Leveranciers en installateurs (in mindere mate ookaccountants) zijn vooral van belang bij de bedrijfsinvesteringen. Zehebben een grote rol in het besluitvormingsproces.

Motivaties van MKB-ondernemers

Uit het bovenstaande overzicht kwam al naar voren dat de MKB-ondernemer vooral gemotiveerd is om zijn centrale productieproceszo goed mogelijk te laten verlopen. Milieuzaken interesseren hempas wanneer deze dit proces dreigen te beïnvloeden.

Door de vaak geringe omzet is de MKB-ondernemer sterk georiën-teerd op het kortetermijnrendement van investeringen en maatrege-len. Ten aanzien van milieumaatregelen kijkt hij in eerste instantienaar de kosten op korte termijn en daarna pas naar de baten. In deogen van veel MKB-ondernemers zijn milieumaatregelen kostenver-hogende maatregelen die niet gemakkelijk kunnen worden doorbe-rekend.

Tot slot moet bedacht worden dat veel MKB-ondernemers zich nietbewust zijn van hun eigen milieu-effecten. Daarom voelt men zichover het algemeen ook niet echt verantwoordelijk voor de milieu-problematiek die wordt veroorzaakt door het bedrijfsleven.

53

Relevante milieukenmerken van het MKB

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 53

Page 54: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 54

Page 55: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

5 Modelmatige verklaring vanhet milieugedrag van MKB-ondernemers

5.1 InleidingTot op heden is het DMCG-model gebruikt om het vóórkomen vanmilieurelevante gedragingen bij huishoudens te verklaren en te voor-spellen. Zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven heeft EIM zich ten doelgesteld een vergelijkbaar model op te stellen om het milieugedragvan MKB-ondernemers te verklaren. Door een koppeling te makentussen de determinanten in het model en de aanwezige beleidsin-strumenten wordt vervolgens beoogd het milieubeleid effectiever temaken.

In paragraaf 3.6 is de verwachting geuit dat de basisdeterminantenvan het DMCG-model ook van toepassing zijn op het milieugedragvan MKB-ondernemers. De uitwerking hiervan in drie clusters vandeterminanten bleek in eerste instantie ook toepasbaar op hetbedrijfsleven. Bij de invulling van deze clusters van determinanten inconcrete factoren werden echter verschillen verwacht omdat de orga-nisatie en omgeving van huishoudens niet gelijk zijn aan die vanMKB-bedrijven.

In het vorige hoofdstuk is uitgebreid ingegaan op de onderscheiden-de karakteristieken van het MKB: met andere woorden, kenmerkendie het vóórkomen van milieuvriendelijk gedrag kunnen beïnvloe-den. De meest interessante milieukenmerken zijn vervolgens geor-dend in vier groepen: ondernemingskenmerken, gelegenheden, moge-lijkheden en motivaties.

In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de verkregen inzichten uitde vorige hoofdstukken een conceptueel gedragsmodel opgesteldwaarmee het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard kanworden en waarmee beleidsmakers op systematische wijze aangrij-pingspunten kunnen vinden voor hun milieubeleid. Voordat ditmodel wordt beschreven, gaat paragraaf 5.2 in op de twee basisde-terminanten achter elke gedragsverandering: willen en kunnen. Erwordt in deze paragraaf een, voor beleidsmakers, ideale situatiegepresenteerd, namelijk hoe deze determinanten het milieubeleideffectiever kunnen maken. In paragraaf 5.3 wordt verslag gedaan van

55

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 55

Page 56: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

de expert-interviews die in het kader van dit onderzoek zijn gehou-den. Paragraaf 5.4 introduceert vervolgens het conceptuele gedrags-model voor MKB-ondernemers en geeft hierop een toelichting. Inparagraaf 5.5 worden de mogelijkheden om specifieke beleidsinstru-menten aan dit gedragsmodel te koppelen, besproken. Paragraaf 5.6presenteert de belangrijkste conclusies van het hoofdstuk.

5.2 Kunnen en willen: de ideale situatieZoals in paragraaf 3.3 werd weergegeven, zijn de basisdeterminan-ten of -principes achter het DMCG-model dat gedrag pas tot standkomt wanneer men iets kan en wanneer men dat ook wil. Gezien deliteratuurstudie in hoofdstuk 4 is er geen reden om te veronderstel-len dat deze principes niet voor MKB-ondernemers opgaan.

Uitgaande van deze principes, kunnen voor elk te onderzoekenmilieugedrag ten minste vier groepen van MKB-bedrijven wordenonderscheiden (zie figuur 9).

figuur 9 vier groepen MKB-bedrijven op basis van de basisprincipes ‘kun-nen’ en ‘willen’

Bron: EIM.

Zoals in figuur 9 is weergegeven, kunnen voor elke groep MKB-bedrijven de belangrijkste kenmerken worden weergegeven. Zo zougroep A bijvoorbeeld getypeerd kunnen worden als de grotere, kapi-taalkrachtige bedrijven uit de chemische basisindustrie, terwijl groepB daarentegen voornamelijk bestaat uit de jongere kleine bedrijvenuit de zakelijke dienstverlening. In de ideale situatie zijn de groepenbedrijven van elkaar te scheiden op een dusdanige wijze dat er con-crete aangrijpingspunten liggen voor beleidsmakers.

In figuur 9 is bij elke groep bedrijven ook een ideale set van beleids-instrumenten gepositioneerd. Bedrijven in groep B hebben bijvoor-

56

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

wel kunnen niet kunnen

niet

will

en

w

el w

illee

n Groep A:- kenmerken, etc.

Mogelijk succesvolle beleidsinstrumenten

Groep B:- kenmerken, etc.

Mogelijk succesvolle beleidsinstrumenten

Groep C:- kenmerken, etc.

Mogelijk succesvolle beleidsinstrumenten

Groep D:- kenmerken, etc.

Mogelijk succesvolle beleidsinstrumenten

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 56

Page 57: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

beeld het meeste baat bij financiële instrumenten om de te hoge kos-ten van de benodigde investering terug te dringen. Bedrijven in groepA, waar zich geen belemmeringen openbaren, hebben vooral behoef-te aan mentale ondersteuning (voorlichting, terugkoppeling milieu-resultaten), terwijl bedrijven in groep C vooral met juridische instru-menten over de streep te trekken zijn. Met behulp van het ingezettebeleidsinstrumentarium schuiven in de ideale situatie bedrijven in degroepen B, C en D – die het gewenste milieugedrag nog niet verto-nen – door naar groep A.

Zoals in hoofdstuk 3 is vermeld, zijn de basisprincipes van hetDMCG-model uitgewerkt in drie (clusters van) determinanten: moti-vaties, gelegenheden en mogelijkheden. Wederom kan op basis vande literatuurstudie in hoofdstuk 4 niet geconcludeerd worden datdeze uitwerking niet voor MKB-ondernemers opgaat.

Uitgaande van deze drie clusters van determinanten, kunnen voorelk te onderzoeken milieugedrag ten minste acht groepen van MKB-bedrijven worden onderscheiden (zie figuur 10).

figuur 10 acht groepen MKB-bedrijven op basis van de determinantenmotivaties, gelegenheden en mogelijkheden

Bron: EIM.

In figuur 10 worden de verschillende groepen van MKB-bedrijvengesymboliseerd met behulp van dozen. Uit de figuur valt te lezen datbedrijven die zich in doos D bevinden, in de gelegenheid zijn omzich milieuvriendelijk te gedragen, hiertoe de mogelijkheid hebbenen, ten slotte, ook gemotiveerd zijn om het milieuvriendelijk gedragte implementeren. Bedrijven in doos E (niet zichtbaar in figuur 10)vormen hiervan het spreekwoordelijke negatief.

57

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

Mogelijkheden

Motivaties

Gelegenheden

a b

dc

hg

1

1

1

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 57

Page 58: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Analoog aan figuur 9 zouden voor elke groep bedrijven de belang-rijkste kenmerken kunnen worden weergegeven. Zo zou groep C(gemotiveerd, met mogelijkheden maar geen gelegenheden) bijvoor-beeld getypeerd kunnen worden als pas gestarte bedrijven in dedienstverlening, met nog weinig kapitaal en tijd om zich bezig tehouden met milieuzaken. In de ideale situatie zijn de acht groepenvan bedrijven goed van elkaar te scheiden, op een wijze dat er con-crete aangrijpingspunten liggen voor beleidsmakers. Het liefst is pergroep ook een ideale of optimale set van beleidsinstrumenten aan tewijzen. In deze situatie kunnen de beleidsmakers de hun ter beschik-king staande instrumenten zo effectief mogelijk inzetten.

De hierboven geschetste situatie vormt het ideaal voor beleidsma-kers. Om ze te kunnen bereiken, moet aan drie voorwaarden wordenvoldaan:1. Allereerst moeten de MKB-bedrijven goed in te delen zijn in de

genoemde dozen a tot en met h. Met andere woorden: van elkMKB-bedrijf moet bekend zijn of het wel of niet gemotiveerd is,wel of geen gelegenheden heeft en of het wel of niet in de moge-lijkheid is om iets te doen.

2. Vervolgens dienen de acht groepen bedrijven goed van elkaargescheiden te kunnen worden op basis van eenduidige en een-voudig waarneembare kenmerken, zoals de grootte van hetbedrijf, de sector waartoe het bedrijf behoort of de leeftijd van hetbedrijf.

3. Tot slot moet voor elk van de acht groepen bedrijven een optima-le set van beleidsinstrumenten gedefinieerd kunnen worden.

Helaas wordt op dit moment aan geen van de drie voorwaarden vol-daan. De eerste voorwaarde vereist een gedragsmodel dat zodanig isgeoperationaliseerd dat de bedrijven eenduidig in verschillende groe-pen kunnen worden ingedeeld. Hoewel het in paragraaf 5.4 beschre-ven gedragsmodel in het volgende hoofdstuk globaal zal wordengeoperationaliseerd, blijft de vraag vooralsnog bestaan of MKB-bedrijven in het algemeen zijn in te delen in aparte groepen.Misschien dient een nadere nuancering in de determinanten te wor-den aangebracht, een nuancering die per definitie leidt tot meer groe-pen. Toekomstig onderzoek zal hierop een antwoord kunnen leveren.

Het is ook de vraag of bedrijven op basis van eenvoudige, zichtbarebedrijfskenmerken van elkaar te onderscheiden zijn, of dat er sprakezal zijn van overlappingen. Bijvoorbeeld: jonge bedrijven die zowelwel als geen mogelijkheden hebben om het betreffende gedrag te ver-tonen. Indien de verschillende groepen op basis van minder zichtba-

58

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 58

Page 59: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

re bedrijfskenmerken moeten worden ingedeeld, wordt het moeilij-ker voor beleidsmakers om gericht hun instrumentarium in te zetten.

De voorwaarde dat voor elke groep van MKB-bedrijven een optima-le set van beleidsinstrumenten moet worden gedefinieerd, is minderbezaaid met belemmeringen. De koppeling van de determinanten inhet DMCG-model met de verschillende typen beleidsinstrumententoonde al aan dat op dit terrein het nodige voorwerk is gedaan.

5.3 Resultaten van de expert-interviewsIn het kader van dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met vier des-kundigen op het terrein van milieu en het MKB. De rode draad indeze gesprekken vormden de basisprincipes van het DMCG-model.Gevraagd werd naar de legitimiteit om het MKB-gedragsmodel langsdeze weg op te bouwen. Vervolgens werd ingegaan op de verschil-lende clusters van determinanten die onder deze basisprincipes zou-den kunnen vallen, gegeven de specifieke kenmerken van het MKB.Tot slot kwamen in het gesprek de verschillende beleidsinstrumentenaan bod om het milieugedrag in het MKB te stimuleren.

Erasmus Universiteit

Het eerste gesprek vond plaats met een deskundige (hoogleraar) vande Erasmus Universiteit. Aan het begin van dit gesprek werd eenfiguur analoog aan figuur 9 getoond. De deskundige zag veel moge-lijkheden in dit conceptuele denkkader, met name de eenvoud sprakhem erg aan. Op de vraag welke specifieke determinanten de basis-principes ‘willen’ en ‘kunnen’ bepalen, gaf hij aan dat willen naarzijn mening sterk bepaald wordt door ethiek. Zit het in een onder-nemer dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de milieuaspecten vanzijn bedrijfsvoering? Het gevoel bestaat dat hoe jonger de onderne-mer is, des te meer sprake is van een positief milieubewustzijn.Andere concrete determinanten van ‘willen’ zijn: in hoeverre leverthet milieugedrag mijn bedrijf iets op (kostenbesparingen, imago-voordelen et cetera), en in hoeverre kost het mijn bedrijf iets (risico’sbij geen implementatie, sancties op het overtreden van de regel-geving et cetera)?

Volgens de deskundige is kunnen voornamelijk afhankelijk van dekennis van de ondernemer, de financiële positie van het bedrijf en detechnische haalbaarheid van de betreffende milieumaatregel. Alsvoorwaarde voor meer milieuzorg in het bedrijf moet er overigenswel een mogelijkheid zijn om milieuvriendelijk gedrag te vertonen.Hoe meer een bedrijf het milieu belast, des te meer mogelijkheden erzijn om iets aan milieuzorg te doen.

59

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 59

Page 60: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Triodos Bank

Het tweede gesprek vond plaats met een deskundige van de TriodosBank in Zeist. Gezien de klantenkring heeft men bij deze bank metname zicht op de meer idealistische MKB-bedrijven en op bedrijvendie milieuvriendelijk zijn om economische motieven. Op andereMKB-bedrijven heeft men bij de Triodos Bank minder zicht.

Volgens de deskundige zijn typische kenmerken van MKB-bedrijvenwaaraan de Triodos Bank leningen verstrekt:• ze produceren een milieuvriendelijk product;• medewerkers hebben hoge verwachtingen van het milieubeleid

van het bedrijf;• het management maakt keuzen op basis van principes;• men wil een beter imago door bij de Triodos Bank te lenen;• er is een vraag van consumenten naar milieuvriendelijk produc-

ten.

Veel bedrijven in het MKB zullen volgens de Triodos Bank zich bestwel milieuvriendelijk kunnen gedragen, maar willen dat niet omdater geen economisch voordeel uit wordt verkregen. In dit verband zoueen lager BTW-tarief voor producten met een ecologisch keurmerkzeer effectief werken. Volgens de deskundige vallen MKB-bedrijven,net als consumenten, effectief te reguleren door middel van finan-ciële prikkels en fiscale instrumenten.

Wetenschappelijk Instituut voor MilieuManagement

Volgens de deskundige van het Wetenschappelijk Instituut voorMilieuManagement speelt ethiek nauwelijks een rol bij de imple-mentatie van milieugedrag, maar is juist de kosten-batenafwegingvan het specifieke gedrag de belangrijkste. Alleen wanneer eenmilieumaatregel iets oplevert (dat kan winst zijn, kostenbesparingen,maar ook imagovoordelen) neemt men deze. In dit kader werd eenconceptueel model gepresenteerd van Welford en Gouldson waarinverschillende concurrentievoordelen zijn opgesomd die te behalenzijn met milieuzorg in het bedrijf (zie figuur 11).

60

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 60

Page 61: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

figuur 11 mogelijke concurrentievoordelen van milieuzorg

Bron: Welford en Gouldson (1993).

Bedacht moet worden dat het bovenstaande model is opgezet vanuithet perspectief van grote bedrijven. Voor de kleinere MKB-bedrijvenzullen niet alle genoemde voordelen opgaan. Een groot bedrijf kanbijvoorbeeld gemakkelijker geld op tafel leggen voor milieuzorg; devaste kosten voor milieumaatregelen zijn relatief hoog. Een grootbedrijf kan met behulp van milieumaatregelen ook concurrenten uit-schakelen.

Binnen het MKB maakt de kwaliteit van het management een grootverschil tussen bedrijven die wel en bedrijven die geen aandachthebben voor milieuzorg. Ook is belangrijk of er in het bedrijf aan-dacht is voor efficiency. Het basisprincipe kunnen wordt door dedeskundige gezien als een onderdeel van willen. Als er economischevoordelen te behalen zijn, zal het management daar altijd prioriteitaan geven.

Met betrekking tot het beleidsinstrumentarium op milieugebiedwordt gerefereerd aan de vier eisen van Porter met betrekking tot hetstimuleren van innovatie: luisteren naar de bedrijven, hoge eisenstellen, tijd gunnen en stabiliteit. Subsidies zijn volgens de deskun-dige veelal ineffectief en gaan naar bedrijven die de gesubsidieerdeactiviteiten toch al zouden verrichten.

EIM

In het gesprek met de deskundige van EIM werd het model vanWelford en Gouldson kort besproken. Volgens deze deskundige moetbij de interpretatie van dit model een goed onderscheid gemaakt wor-den tussen kleine bedrijven met eigen vermogen en grote bedrijven

61

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

ConcurrentievoordeelConcurrentievoordeel

Goede relatiesmet lobbygroepen

Goedkope financiering

Betere relatiesmet gemeenschap

Lagereverzekeringspremie

Verbeterd commitmentvan staf

Verminderde risico�s

Verbeterdeproductkwaliteit

Voldoen aan wetgeving

Verbeterde efficiencyin materialen

Verbeterde berichtgevingin de media

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 61

Page 62: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

met externe belanghebbenden. Hoe meer vreemd vermogen, des temeer een bedrijf te maken heeft met verschillende belangen en hoemeer de maatschappelijke druk toeneemt.

Factoren die de motivatie tot milieuvriendelijk gedrag bij MKB-bedrijven kunnen verhogen, zijn volgens de deskundige:• een maatschappelijke verantwoordelijkheid bij ondernemers;• het hebben van een toekomstvisie voor het bedrijf;• een meer integrale benadering van de kosten en baten.

De dimensie kunnen wordt door de EIM-deskundige voornamelijkals een kennisprobleem gezien. Dit kun je oplossen door het gevenvan voorlichting. Overigens wordt in het gesprek benadrukt dat veelgedrag van MKB-ondernemers bepaald wordt door gewoonte.

De expert-interviews samengevat

Samenvattend, blijkt uit de bovenstaande gespreksverslagen dat debasisprincipes van het DMCG-model voor huishoudens ook toepas-baar zijn op MKB-ondernemers. Over de precieze invulling van deonderliggende determinanten heerst nog verdeeldheid bij de deskun-digen. Volgens de één gaat het vooral om een kosten-batenafwegingvan de milieumaatregelen, terwijl een ander wijst op de (milieu-)ethiek van MKB-ondernemers. Wel vinden de deskundigen over hetalgemeen willen doorslaggevender dan kunnen bij het vóórkomenvan milieuvriendelijk gedrag.

5.4 Een milieugedragsmodel voor MKB-ondernemers

5.4.1 Vrijwillig milieugedrag

Er zijn, gelet op de voorgaande paragrafen, geen fundamentele rede-nen om het milieugedragsmodel voor MKB-ondernemers niet tebaseren op de basisprincipes kunnen en willen. Vandaar ook dat hetmilieugedragsmodel voor MKB-ondernemers, dat in deze paragraafwordt gepresenteerd, sterk lijkt op het in hoofdstuk 3 besprokenDMCG-model.

Toch zijn we geneigd om het conceptuele model een eigen naam meete geven. De reden hiervoor is om de verschillen die er zijn tussenhuishoudens en MKB-bedrijven op een juiste wijze weer te geven. Inhet vervolg van deze studie wordt daarom over het WOK-modelgesproken, waarbij de afkorting WOK staat voor de determinantenWillen, Ondernemingskenmerken en Kunnen. Alvorens dit model

62

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 62

Page 63: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

weer te geven, wordt in figuur 12 aangegeven op welk type milieu-gedrag het betrekking heeft.

figuur 12 gedragingen waarop het WOK-model betrekking heeft

Bron: EIM.

In figuur 12 is het gedrag van MKB-bedrijven onderscheiden naarmilieu-neutraal en milieubelastend gedrag. Het verkoopproces in dedetailhandel en administratieve handelingen in de industrie zijnvoorbeelden van de eerste categorie gedragingen, terwijl het rond-brengen van bestellingen met de auto een voorbeeld is van de twee-de categorie gedragingen.

Een deel van het milieubelastende gedrag van de MKB-ondernemingis onderhevig aan milieuwetgeving. Hierbij moeten door de onder-nemer veelal bepaalde maatregelen worden getroffen om het voort-bestaan van zijn bedrijf te garanderen. In figuur 12 wordt dit typegedrag voorgeschreven milieugedrag genoemd. Uiteraard heeft hetweinig zin om van dit gedrag de determinanten te onderzoeken:MKB-ondernemers nemen de milieumaatregelen omdat het moet.

Het WOK-model heeft betrekking op de overige milieugedragingen;in figuur 12 vrijwillig milieugedrag genaamd. Hierbij kan men onderandere denken aan het implementeren van milieuzorgsystemen,diverse vormen van energiebesparing, gebruik van duurzame ener-gie of groene stroom op het bedrijf, diverse vormen van vervoers-management, milieugerichte productontwikkeling, diverse vormenvan afvalpreventie, de installatie van milieuvriendelijke techniekenen het verder gaan dan de vergunningverlening vereist.

63

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

Voorgeschrevenmilieugedrag

Vrijwilligmilieugedrag

WOK-model

Milieu-neutraal gedrag

Gedrag MKB-ondernemers

Milieubelastend gedrag

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 63

Page 64: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Een typisch aspect van dit type milieugedrag is dat er voor de indi-viduele ondernemer een keuzevrijheid is. Omdat de betreffendegedragingen uit maatschappelijk oogpunt gewenst zijn, is er vanuithet beleid echter een duidelijk streven om de penetratiegraad van deverschillende gedragingen zo hoog mogelijk te doen zijn.

5.4.2 Het WOK-model

Analoog aan het DMCG-model wordt in het WOK-model uitgegaanvan beredeneerd gedrag. Met andere woorden, ondernemers in hetMKB zeggen niet impulsief ja of nee tegen een bepaalde milieu-inno-vatie, maar evalueren eerst de voor- en nadelen. Op welke wijze zedit precies doen, is voor de werking van het model niet relevant.

De determinant gewoonte heeft geen plaats gekregen in het WOK-model. Enerzijds biedt gewoontevorming geen inzicht in de achter-liggende determinanten van deze gewoonte, anderzijds is metbehulp van surveys moeilijk te achterhalen wanneer iets eengewoonte is geworden.

In het WOK-model zijn ook geen feedback-relaties opgenomen. Debelangrijkste reden hiervoor is pragmatisch. Het vullen van hetWOK-model zal voornamelijk gebeuren met behulp van eenmaligecross-secties uit een of meer sectoren van het MKB. Een optimaalgebruik van feedback-relaties zou longitudinaal panelonderzoek ver-eisen. Echter de relatief hoge kosten van dit type onderzoek wegenniet op tegen de meerwaarde van het opnemen van feedback-relatiesin het gedragsmodel.

In figuur 13 is het WOK-model gepresenteerd. Uit deze figuur blijktdat in het WOK-model een centrale rol is weggelegd voor de deter-minant willen. Zoals in hoofdstuk 2 al naar voren kwam, is dezemotivationele component opgebouwd uit drie soorten houdingen ofattitudes: de eigen specifieke houding (‘wat vindt de ondernemer vanhet specifieke gedrag?’), de omgevingsspecifieke houding (‘wat vindtde omgeving hiervan?’) en de eigen algemene houding (‘wat vindt deondernemer van andere relevante zaken?’). De subjectieve afwegingvan de verschillende aspecten van het betreffende gedrag, de con-frontatie met de houding van de ondernemer over andere relevantezaken, alsmede de inschatting van het oordeel van de omgeving vande ondernemer, bepalen in belangrijke mate of besloten wordt hetgedrag te vertonen of niet.

64

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 64

Page 65: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Uit de literatuurstudie en expert-interviews komen diverse aspectennaar voren die van belang kunnen zijn bij de subjectieve kosten-batenanalyse van de betreffende maatregel. Het gaat in essentie omhet beantwoorden van vragen zoals:• levert de maatregel mijn bedrijf kosten- en tijdsbesparingen op?• is er sprake van een goede terugverdientijd?• wat is de houding van mijn leveranciers en afnemers?• wat voor effect heeft de betreffende maatregel op mijn primaire

productieproces?• wat zijn de kosten van de investering en het onderhoud?• wat zijn de risico’s voor het bedrijf als ik besluit om niet mee te

doen?• wat is het effect van de investering op mijn concurrentiepositie?• hoe betrouwbaar is de instantie die de maatregel aanbiedt?• wat voor effect heeft de maatregel op het imago van mijn bedrijf?• is het merk van de aangeboden milieu-innovatie te vertrouwen?

Welke aspecten precies worden meegenomen – de bovenstaande lijstis in dit opzicht zeker niet uitputtend – en hoe ze tegen elkaar wor-den afgewogen, vormt een proces dat soms een sterk rationeel karak-ter kent, soms een meer intuïtief.

figuur 13 het WOK-model

Bron: EIM.

In het WOK-model wordt de determinant willen beïnvloed door dedeterminant kunnen en door de determinant ondernemingskenmer-ken. Beide determinanten vormen als het ware randvoorwaarden bijde beoordeling van de verschillende bovengenoemde aspecten.

65

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

GEDRAG(INTENTIE)

WILLEN

KUNNEN01

ONDERNEMINGS-KENMERKEN

Omgeving specifieke houding

Gelegenheden Mogelijkheden

Eigen specifieke houding

Eigen algemene houding

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 65

Page 66: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Simpel gesteld wordt de subjectieve kosten-batenanalyse van hetbetreffende gedrag in belangrijke mate bepaald door verschillendeondernemingskenmerken, zoals de grootte van het bedrijf, de cultuuren organisatie van het bedrijf, het type bedrijfsproces en de vermo-genspositie van het bedrijf.

Binnen de gelegenhedencomponent van de determinant kunnen vor-men tijd, geld, kennis en inpasbaarheid de belangrijkste belemme-ringen om een nieuw milieugedrag door te voeren. Hoe minder tijder is voor milieuzaken en (derhalve) hoe minder kennis over milieu-zaken, hoe onvollediger de beoordeling van het betreffende milieu-gedrag zal zijn. Omdat de perceptie van veel ondernemers met nameligt bij de mogelijke kosten en niet bij de baten van een milieumaat-regel, zal een onvolledige beoordeling eerder tot een afwijzing van debetreffende maatregel leiden. Wat de inpasbaarheid betreft moetbedacht worden dat het vertonen van milieuvriendelijk gedrag nietaltijd opportuun is. Wanneer een MKB-ondernemer bijvoorbeeld netis overgeschakeld op nieuwe lichtarmaturen, dan zal hij niet of nau-welijks geïnteresseerd zijn in energiezuinige verlichting. De timingvan milieuvriendelijke gedragingen is dus zeer belangrijk.

Ons inziens is de mogelijkheidscomponent in het WOK-modelbelangrijker dan in het DMCG-model. Dit komt omdat met namekleine MKB-bedrijven grotendeels afhankelijk zijn van wat hunomgeving ze oplegt. De bedrijfsomgeving kan ruimte bieden aan hetMKB om zich met milieu bezig te gaan houden, bijvoorbeeld doorleningen van banken, maar ze kan ook druk uitoefenen om iets aanhet milieu te gaan doen, zoals Ahold zijn toeleveranciers verplichtom de producten milieuvirendelijk te verpakken.

Wanneer er geen gelegenheid of mogelijkheid is om het betreffendegedrag te vertonen, dan is er een rechtstreekse relatie tussen dedeterminant kunnen en de gedragsintentie. In het WOK-model is ditde zogenaamde 0-route. Indien dit wel het geval is, zal de determi-nant kunnen indirect invloed uitoefenen op de gedragsintentie, enwel via willen: we spreken dan over de 1-route.

In het WOK-model is impliciet een onderscheid gemaakt tussen degedragsintentie en het uiteindelijke gedrag. Als het om nieuwe gedra-gingen gaat, meet men meestal de gedragsintentie van ondernemers:men zegt iets te gaan doen. Soms wordt echter gevraagd naar depenetratiegraad van bestaande milieumaatregelen: men zegt iets welof niet gedaan te hebben. In zo’n geval wordt achteraf gekeken wat

66

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 66

Page 67: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

de belangrijkste belemmeringen of voorwaarden zijn geweest voorde geringe of uitbundige implementatie van het betreffende gedrag.

5.5 Koppeling WOK-model aan beleidsin-strumenten

Analoog aan de exercitie in paragraaf 3.5 worden in deze paragraafde determinanten van het WOK-model gekoppeld aan de verschil-lende beleidsinstrumenten die beleidsmakers ter beschikking staanom de beoogde gedragsverandering te stimuleren. Aangesloten wordtbij de eerder vermelde indeling in structurele en cognitief-motivatio-nele beleidsstrategieën. Speciaal voor het WOK-model wordt in devolgende tabellen een extra, veel gebruikt beleidsinstrument voorbedrijven toegevoegd: het convenant.1

In het WOK-model zijn twee determinanten aanwezig waarop debeleidsmaker invloed kan uitoefenen, te weten willen en kunnen(gelegenheden, mogelijkheden). Op de determinant ondernemings-kenmerken kan geen (directe) invloed worden uitgeoefend.Hieronder wordt voor elke determinant aangegeven welke beleids-instrumenten het best kunnen worden ingezet. Bedacht moet wor-den dat deze exercitie een voorlopig karakter kent. Meer onderzoekis nodig om een vollediger beeld te kunnen verschaffen.

Koppeling beleidsinstrumenten aan de determinant willen

In tabel 5 worden de beleidsinstrumenten gekoppeld aan de tweebelangrijkste onderdelen van de determinant willen: de eigen speci-fieke en de omgevingsspecifieke houding.

tabel 5 koppeling van beleidsinstrumenten aan de determinant willen

beleidsinstrumenten eigen specifieke houding omgevingsspecifieke houding

fysiekfinancieel xjuridischorganisatorisch

voorlichting en communicatie xsociale ondersteuning xsociale modellering x

convenanten

Bron: EIM.

67

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

1 Binnen een convenant geeft de overheid de randvoorwaarden aan, terwijl de betrokken bedrij-ven min of meer vrij zijn in het kiezen van de maatregelen om de doelstelling van het con-venant te bereiken. De inhoud en de reikwijdte van de huidige afgesloten convenanten isdivers. Zo zijn er convenanten die op thema’s gericht zijn, zoals verpakkingen, convenantendie op bepaalde branches zijn gericht, bijvoorbeeld op de chemische industrie, en convenan-ten die op specifieke producten zijn gericht, bijvoorbeeld op batterijen.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 67

Page 68: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Uit tabel 5 blijkt dat vooral cognitief-motivationele beleidsstrategieëndienen te worden ingezet wanneer blijkt dat bij de determinant wil-len de belangrijkste belemmering tot gedragsverandering ligt. Echterook financiële instrumenten kunnen in bepaalde gevallen nuttig zijn.Immers, wanneer uit nadere analyse van de gepercipieerde voor- ennadelen van de betreffende milieu-investering blijkt dat MKB-onder-nemers de terugverdientijd te lang vinden, zou besloten kunnen wor-den tot het inzetten van subsidies.

Wanneer de omgevingsspecifieke houding, en met name de inter-pretatie van de ondernemer daarvan, grote problemen veroorzaakt,zou gedacht kunnen worden aan het inzetten van sociale ondersteu-ning, bijvoorbeeld door aan te geven welke andere ondernemers inde omgeving het specifieke gedrag vertonen.

Koppeling beleidsinstrumenten aan de determinant gelegenhe-den

In tabel 6 worden de beleidsinstrumenten gekoppeld aan de ver-schillende onderdelen van de determinant gelegenheden: geld, tijd,kennis en inpasbaarheid.

tabel 6 koppeling van beleidsinstrumenten aan de determinant gele-genheden

beleidsinstrumenten geld tijd kennis inpasbaarheid

fysiek xfinancieel xjuridischorganisatorisch x x

voorlichting en communicatie x x xsociale ondersteuningsociale modellering

convenanten

Bron: EIM.

Uit tabel 6 blijkt dat vooral structurele beleidsstrategieën dienen teworden ingezet wanneer de determinant gelegenheden de belang-rijkste belemmering vormt tot de gewenste gedragsverandering. Alsgeld een probleem vormt, kunnen financiële instrumenten wordeningezet. Is er daarentegen een groot tijdgebrek in het MKB, dan zoueen organisatorische ingreep wenselijk zijn. Ook voorlichting overtime management vormt hier een mogelijke optie. De inpasbaarheidvan de specifieke gedraging kan enerzijds verbeterd worden door

68

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 68

Page 69: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

middel van fysieke instrumenten. Anderzijds geldt hier dat een juis-te timing van of communicatie over de aangeboden maatregel zinvolkan zijn. Wanneer het ontbreekt aan de gewenste ‘kennis’ en ‘vaar-digheden’ is het zinvol om voorlichting en educatie te verstrekken.

Koppeling beleidsinstrumenten aan de determinant mogelijkhe-den

In tabel 7 worden ten slotte de beleidsinstrumenten gekoppeld aanvier onderdelen van de determinant mogelijkheden: wetgeving,infrastructuur, ruimte en de rol van de omgeving.

tabel 7 koppeling van beleidsinstrumenten aan de determinant moge-lijkheden

beleidsinstrumenten wetgeving infrastructuur ruimte rol omgeving

fysiek x xfinancieel xjuridisch xorganisatorisch x x x

voorlichting en communicatie xsociale ondersteuningsociale modellering x

convenanten

Bron: EIM.

Wanneer de determinant mogelijkheden een belangrijke belemme-ring vormt om tot de gewenste gedragsverandering te komen, dandienen met name structurele beleidsinstrumenten te worden ingezet.Alleen wanneer de directe omgeving van het MKB een belemmeren-de factor vormt, kan gedacht worden aan communicatie en voor-lichting en aan sociale modellering. De bedrijfsomgeving kan ookfinancieel gecompenseerd worden voor de extra risico’s die ze looptals ze aan het MKB leningen verschaft (banken).

Uit de voorgaande tabellen komt naar voren dat bijna alle vermeldebeleidsinstrumenten te koppelen zijn aan een of meer determinantenvan het WOK-model. Er is één uitzondering: convenanten blijkenniet te koppelen te zijn aan de determinanten van het WOK-model.Blijkbaar zijn er andere redenen om dit beleidsinstrument in te zet-ten.

69

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 69

Page 70: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

5.6 ConclusiesIn dit hoofdstuk wordt een conceptueel model beschreven om hetmilieugedrag van MKB-ondernemers te verklaren. Dit model is nietwezenlijk anders dan het eerder besproken DMCG-model. Noch deliteratuurstudie, noch de expert-interviews gaven aanleiding om vande uitgangspunten van dit model af te wijken. Toch is gekozen vooreen eigen naamgeving: het WOK-model. Hiermee worden de speci-fieke accenten van MKB-bedrijven beter weergegeven.

Het WOK-model omvat drie determinanten: willen, kunnen en onder-nemingskenmerken (de eerste twee zijn wel door beleidsmakers tebeïnvloeden, de laatste niet). In essentie wordt het milieugedrag vanMKB-ondernemers bepaald door hun motivaties: zowel hun eigendenkbeelden als de denkbeelden van hun omgeving spelen hierbijeen rol. De determinant willen wordt op zijn beurt gevoed door dedeterminanten kunnen en ondernemingskenmerken. Slechts wan-neer een bedrijf geen gelegenheid of mogelijkheid heeft om hetbetreffende gedrag te vertonen, wordt een directe relatie veronder-steld tussen deze determinant en de uiteindelijke gedragskeuze.

In de vorige paragraaf zijn de verschillende beleidsinstrumentengekoppeld aan de verschillende componenten van de determinantenuit het WOK-model. Hoewel op dit punt nog aanvullend onderzoekis vereist om tot een vollediger beeld te kunnen komen, zijn dezetabellen nu reeds in hoge mate informatief voor beleidsmakers.

In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op een nog onderbelichtdeel van deze studie: de operationalisering en validering van hetWOK-model.

70

Modelmatige verklaring van het milieugedrag van MKB-ondernemers

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 70

Page 71: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

6 Operationalisering van hetWOK-model

6.1 InleidingHet WOK-model, zoals dat in paragraaf 5.4 is gepresenteerd, is con-ceptueel van aard. Dat wil zeggen dat de relaties tussen de determi-nanten kwalitatief zijn ingekleurd. Om tot een goed werkendgedragsmodel te komen, dienen de verschillende determinanten eerstgevuld te worden met gegevens uit de betrokken doelgroep.Vervolgens kunnen de onderlinge relaties in het model gekwantifi-ceerd worden.

Om de determinanten gevuld te krijgen, zal het WOK-model geope-rationaliseerd moeten worden: de juiste vragen moeten wordengesteld om de informatie boven tafel te krijgen. Daarna zal aan dehand van de verkregen uitkomsten bekeken worden in hoeverre hetWOK-model de werkelijkheid benadert. Dit proces van validering zalcontinu plaatsvinden. Het kan aanleiding geven tot een structureleaanpassing van het WOK-model.

In paragraaf 6.2 wordt een aanzet gedaan tot een operationaliseringvan de determinanten van het WOK-model. Hierbij wordt aangeslo-ten bij de werkwijze die in paragraaf 3.2 is gevolgd. In paragraaf 6.3worden twee werkwijzen besproken om de benodigde gegevens tegenereren. Zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven, wordt in deze studiein eerste instantie gestreefd naar een werkwijze die hanteerbaar is intelefonische enquêtes. In paragraaf 6.4 wordt ten slotte ingegaan opde validering van het WOK-model. In deze paragraaf worden ookenkele voorstellen gedaan voor toekomstig onderzoek op het terreinvan het milieugedrag van MKB-bedrijven.

6.2 Operationalisering van de determinan-ten van het WOK-model

Het op de juiste wijze operationaliseren van de verschillende deter-minanten van het WOK-model vormt een zorgvuldig proces. Immers,in alle gevallen moeten de juiste vragen worden gesteld. Soms is datbetrekkelijk eenvoudig, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het ach-terhalen van de leeftijd van het MKB-bedrijf, soms is dat echter moei-lijk, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het achterhalen van de cru-ciale factoren die de eigen specifieke attitude van de MKB-onderne-mer hebben gevormd.

71

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 71

Page 72: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

In de meeste gevallen wordt een bepaalde vragenset eerst onder dedoelgroep uitgeprobeerd en vervolgens aan de hand van de verkre-gen antwoorden gecorrigeerd. Een mooi voorbeeld vormt de opera-tionalisering van het begrip milieubesef in verschillende stellingenwaarmee consumenten het eens of oneens konden zijn.1 De eersteset van stellingen die in 1975 na het uittesten bij de doelgroep totstand kwam, is nadien door verschillende auteurs gebruikt en aan detijdgeest aangepast. Een vergelijkbaar procedure heeft zich voorge-daan bij de operationalisering van het begrip milieubetrokkenheid.2

Voor de operationalisering van de verschillende determinanten uithet WOK-model wordt aangesloten bij de werkwijze uit paragraaf3.2. In tabel 1 werden de verschillende gestandaardiseerde vrageneerst vertaald naar de karakteristieken van huishoudens en vervol-gens samengevoegd tot vier determinanten. Bij de operationaliseringvan het WOK-model wordt de omgekeerde weg gevolgd. Figuur 14geeft deze werkwijze weer.

figuur 14 werkwijze voor de operationalisering van het WOK-model

Bron: EIM.

In totaal worden in het WOK-model zes typen determinanten onder-scheiden: de eigen specifieke attitude, de omgevingsspecifieke attitu-de, eigen algemene attitudes, mogelijkheden, gelegenheden enondernemingskenmerken. Zoals uit figuur 14 blijkt, zijn voor elk vandeze determinanten verschillende karakteristieken te definiëren.Deze karakteristieken dienen vervolgens in concrete vragen te wor-den vertaald. Hierna wordt voor elk van de determinanten een aan-zet tot operationalisering gepresenteerd.

72

Operationalisering van het WOK-model

1 Zie Schreurs en Nelissen, 1975. Het meten van milieubesef. Nijmegen.2 Zie De Kruik et al., 1993. Milieugedragsmonitor. Secundaire analyse van de derde meting.

Rotterdam.

Determinanten:

Karakteristieken:

Opsplitsing:

WILLEN KUNNEN ONDERNEMINGS-KENMERKEN

eigen spec. attitudespecifeke omg. attitude

algemene attitudes

mogelijkhedengelegenheden

budgetkennis

inpasbaarheidtijd

wetgevingruimte

rol intermediarset cetera

sectortype brancheorganisatie

leeftijdgrootte

vermogenspositiebedrijfsproces

et cetera

terugverdientijdrisicobeoordeling

besparingenkosten

effect imagoeffect proces

effect concurrentieet cetera

Concrete vragen: ÉÉÉ.ÉÉ. ÉÉÉ.ÉÉ. ÉÉÉ.ÉÉ.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 72

Page 73: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Ondernemingskenmerken

De determinant ondernemingskenmerken bestaat voor een belang-rijk deel uit objectieve gegevens van het bedrijf. De karakteristiekendie hier van belang kunnen zijn, zijn:• de sector waartoe het bedrijf behoort;• de branche(s) en andere adviesdiensten waarbij het bedrijf is aan-

gesloten;• het aantal leveranciers van het bedrijf;• het type bedrijfsproces;• het aantal werknemers;• de (gemiddelde) leeftijd van het personeel;• type arbeidscontract van de werknemers;• gemiddeld aantal jaren dat werknemers in het bedrijf werkzaam

zijn;• de leeftijd van het bedrijf;• de organisatie en cultuur van het bedrijf;• de financiële positie van het bedrijf (aandeel vreemd vermogen);• aantal (grote) investeringen in de afgelopen jaren;• reeds genomen milieumaatregelen in het bedrijf;• de plaats van milieu in de dagelijkse bedrijfsvoering;• type markt waarin het bedrijf opereert;• vooruitzichten voor de komende twee jaar.

De bovenstaande lijst is algemeen van aard. Naar verwachting zal zevoor concrete milieugedragingen aangepast moeten worden. De vra-gen die moeten worden gesteld om achter deze karakteristieken tekomen, kunnen vaak direct worden afgeleid: bijvoorbeeld, ‘Tot welkesector rekent u uw bedrijf?’. De cultuur van een bedrijf is moeilijkerom te achterhalen. Voorgesteld wordt om hierbij in eerste instantieaan te sluiten bij bestaande operationaliseringen.

Gelegenheden

De determinant gelegenheden bestaat voor een belangrijk deel uitsubjectieve gegevens over het bedrijf. Met andere woorden, gevraagdwordt naar het oordeel van de MKB-ondernemer. De karakteristiekendie hier van belang kunnen zijn, zijn:• het beschikbare budget voor implementatie van de milieumaatre-

gel;• de aanwezige kennis in het bedrijf om tot een afgewogen oordeel

te komen;• de beschikbare tijd om de verschillende gedragsalternatieven te

vergelijken;• de vaardigheden waarover werknemers beschikken om met de

milieumaatregel aan de slag te gaan;

73

Operationalisering van het WOK-model

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 73

Page 74: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

• de aanwezigheid van noodzakelijke hulpmiddelen;• de inpasbaarheid van de verschillende milieumaatregelen.

De vragen die gesteld moeten worden om een helder beeld te krijgenvan de omvang van de bovenstaande karakteristieken, zijn eendui-dig van aard. Zo kan bijvoorbeeld direct gevraagd worden naar hetbeschikbare budget voor implementatie van de betreffende milieu-maatregelen. Hetzelfde geldt voor de beschikbare tijd van de onder-nemer, de aanwezige hulpmiddelen en de inpasbaarheid van de ver-schillende gedragsalternatieven. De relevante milieukennis en -vaar-digheden kunnen met behulp van een aantal vragen getoetst wor-den. Bij de vaardigheden van het personeel gaat het ook om simpe-le handelingen, zoals de deur dicht doen in verband met energiebe-sparing.

Het verdient aanbeveling om bij een negatief antwoord op de bud-get-, tijd- en inpasbaarheidsvragen over te gaan tot zogenaamde wat-als vragen. Dit om de relatieve sterkte van de belemmering te ach-terhalen. Misschien is op middellange termijn wel budget beschik-baar of kan door een herschikking van de taken in het bedrijf na tweemaanden wel tijd worden vrijgemaakt voor een afgewogen oordeel.

Mogelijkheden

De determinant mogelijkheden bestaat voor een belangrijk deel uitsubjectieve gegevens over de bedrijfsomgeving. Er wordt net als bijde determinant gelegenheden gevraagd naar het oordeel van deondernemer. De karakteristieken die hier van belang kunnen zijn,zijn:• de milieuvergunningen van het bedrijf (en convenanten);• andere relevante gemeentelijke verordeningen;• faciliteiten van de gemeente;• de beschikbare ruimte in het bedrijf;• de aanwezige infrastructuur (aantal parkeerplaatsen);• de prijs-kwaliteitverhouding van milieumaatregelen;• het aanbod aan milieumaatregelen en de benodigde hulpmidde-

len;• de rol van de bank;• de rol van de afnemers;• de rol van de toeleveranciers.

Het belang van de laatste drie karakteristieken wordt in eerste instan-tie door de ondernemer zelf gegeven. Het is echter mogelijk om dezegegevens te staven met behulp van inzichten uit de literatuur. Kennis

74

Operationalisering van het WOK-model

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 74

Page 75: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

over het aanbod en de prijs-kwaliteitverhouding van de verschillen-de milieumaatregelen hangt nauw samen met de betrokkenheid vande ondernemer. Wanneer deze niet zo hoog is, mag niet van hem ver-wacht worden dat hij een goed oordeel over het betreffende aanbodkan geven. Ook in dit geval kunnen, indien nodig, andere bronnenworden benaderd. De eerste vijf genoemde karakteristieken zullenrelatief eenvoudig kunnen worden beantwoord. Afhankelijk van hetmilieugedrag zal meer aandacht worden besteed aan bijvoorbeeld deheersende infrastructuur (vervoersmanagement) of de faciliteitenvan de gemeente (afvalpreventie).

Eigen specifieke, omgevingsspecifieke en eigen algemene attitude

Deze motivationele determinanten zijn hier samengevoegd omdat uitveel sociaal-psychologisch onderzoek naar voren komt dat de omge-vingsattitude moeilijk te scheiden is van de eigen attitude. De karak-teristieken die hier van belang kunnen zijn, zijn:• de gepercipieerde kosten en besparingen van implementatie van

de betreffende milieumaatregel;• het voorziene effect op het imago van het bedrijf;• de terugverdientijd en onderhoudskosten van de investering;• het voorziene effect op het primaire bedrijfsproces;• het vertrouwen in het merk van de milieu-investering;• het vertrouwen in de instantie die de maatregel voorstelt;• de inschatting van de risico’s voor het bedrijf bij geen implemen-

tatie;• de inschatting van de specifieke attitude van afnemers en toeleve-

ranciers;• de milieu-ethiek van de ondernemer.

Op zich kan de eigen specifieke attitude direct aan de ondernemerworden gevraagd. Het gaat immers om een integrale afweging van devoor- en nadelen van implementatie. De vraag kan namelijk gesteldworden hoe de ondernemer, alles afwegende, staat tegenover deimplementatie van de betreffende maatregel in zijn bedrijf. Het voor-deel van deze vraag is dat ze helder en eenduidig is. Het nadeel isdat er geen inzicht wordt geboden in de achterliggende redenen vanacceptatie of verwerping. Hiertoe dienen enkele aanvullende vragente worden gesteld. Veelal wordt bij attitudemetingen gewerkt metverschillende stellingen waarop de ondernemer het eens of oneenskan zijn. Aan de hand van de scores op deze stellingen wordt zijnattitude vervolgens vastgesteld. De bovenstaande karakteristiekenkunnen alle in de vorm van stellingen aan de ondernemer wordenvoorgelegd. De milieu-ethiek van de ondernemer is moeilijker om teachterhalen. Voorgesteld wordt om hierbij in eerste instantie aan te

75

Operationalisering van het WOK-model

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 75

Page 76: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

sluiten bij bestaande operationaliseringen van begrippen zoalsmilieubesef en milieubetrokkenheid.

Samenvattend

De bovenstaande operationalisering geeft een gedetailleerd beeld vanhet relatieve belang van de verschillende karakteristieken en deter-minanten van het WOK-model. Dit is echter niet de enige manier omhet WOK-model te operationaliseren. Een andere mogelijkheid is omde ondernemers alleen antwoord te laten geven op het relatievebelang van de determinanten van het model, zonder daarbij eenopsplitsing te maken naar de verschillende karakteristieken.

Zo kan bijvoorbeeld aan de ondernemer worden gevraagd: ‘Zijn ervolgens u belangrijke belemmeringen uit de omgeving van uwbedrijf waardoor u de voorgestelde milieumaatregel niet kunt door-voeren?’ Een positief antwoord hierop is uiteraard waardevol maargeeft geen informatie over de vraag welke belemmeringen precies dedoorslag gaven. Het toevoegen van een open vraag biedt hiertoe demogelijkheid. Een nadeel hiervan is echter dat de ondernemers danzelf hun belangrijkste belemmeringen gaan formuleren. Zoals al eer-der is vermeld, heeft een modelmatige verklaring van milieugedragvooral behoefte aan gestandaardiseerde vragen en antwoorden.

6.3 Verzamelen van de gegevens: kwalita-tief of kwantitatief?

Het DMCG-model van het SCP is tot nu toe gevuld met behulp vangrootschalige surveys onder huishoudens. Recentelijk is bijvoorbeeldover de uitkomsten van een enquête uit 1995 onder ruim 2.000 huis-houdens gerapporteerd.1 Deze enquête was geheel opgezet volgensde richtlijnen van het DMCG-model.

Het voordeel van zo’n gedetailleerde kwantitatieve benadering is dathet relatieve belang van de verschillende determinanten in hetgedragsmodel kan worden vastgesteld. Met behulp van deze relatieskunnen vervolgens verkenningen worden gemaakt van het vóórko-men van het betreffende milieugedrag in de toekomst. Hierbij kangebruik worden gemaakt van scenario’s waarin sommige karakteris-tieken uit de determinanten veranderd worden.2

76

Operationalisering van het WOK-model

1 Steg, 1999. Verspilde energie? Wat doen en laten Nederlanders voor het milieu. SCP, Den Haag.2 Voor een voorbeeld van deze werkwijze zie Steg et al., 1997. Maatschappelijke en individuele

determinanten van autogebruik. Toepassing van het model Determinanten van milieurelevantconsumentengedrag. SCP, Den Haag.

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 76

Page 77: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Het is de vraag of zo’n gedetailleerde kwantitatieve route de optima-le is voor het WOK-model. Hierbij spelen niet alleen de benodigdetijd en het beschikbare budget een rol, maar ook de hoeveelheidinformatie die beleidsmakers nodig achten om het MKB-milieubeleidbeter te kunnen richten. Ten behoeve van het WOK-model wordenhierna twee opties uitgewerkt. De eerste optie is kwalitatief van aarden sluit aan bij de in de vorige paragraaf gepresenteerde grove ope-rationalisering van het WOK-model. De tweede optie is kwantitatiefvan aard en maakt gebruik van telefonische enquêtes.

Optie 1: Diepte-interviews met MKB-ondernemers

In deze optie worden diepte-interviews gehouden met MKB-onder-nemers met als doel om achter de belangrijkste motieven en knel-punten achter de implementatie van een bepaalde milieumaatregel tekomen. De vraagstelling in zulke interviews is globaal van aard enkent een open karakter. Zo kan bijvoorbeeld aan de ondernemersgevraagd worden wat de belangrijkste motieven zijn geweest om debetreffende milieu-investering in te voeren. De antwoorden hieropgeven een beeld van de karakteristieken die hierbij belangrijk zijngeweest.

Het resultaat van deze kwalitatieve optie kan beleidsmakers zichtbieden op de belangrijke karakteristieken die de implementatie vaneen bepaalde milieumaatregel bevorderen dan wel belemmeren.Hieruit kunnen op relatief eenvoudige wijze de knelpunten rond debetreffende gedragingen in kaart worden gebracht en kunnen inte-ressante beleidsaanbevelingen naar voren komen. Als het WOK-model zo wordt toegepast, vormt het een systematische checklist vandeterminanten waarmee rekening moet worden gehouden.1 Hetvoordeel van zo’n procedure vormen de kosten en snelheid van han-delen, een nadeel is dat het moeilijk zal zijn om verschillende doel-groepen te formuleren waarop het beleidsinstrumentarium kan wor-den toegesneden (vergelijkbaar aan figuur 10). De resultaten vandeze optie bieden voorts geen representatief beeld, noch een kwan-titatieve schatting van het relatieve belang van de verschillendedeterminanten.

Optie 2: Een combinatie van schriftelijke en telefonische enquêtes

Om een representatief beeld van een sector te verkrijgen, zal een ase-lecte steekproef uit de populatie moeten worden getrokken.Afhankelijk van de omvang en samenstelling van de sector en de

77

Operationalisering van het WOK-model

1 EIM heeft in 1998 in het kader van het bevorderen van energiebesparing in het MKB een ver-gelijkbare exercitie toegepast bij 25 slagers en 25 restauranthouders (zie Hoevenagel enBertens, 1998).

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 77

Page 78: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

gewenste betrouwbaarheid van de uitkomsten, kan de grootte van desteekproef bepaald worden.

Gezien de benodigde hoeveelheid informatie die van de ondernemerswordt gevraagd om het belang van de vele karakteristieken van hetWOK-model te kunnen achterhalen, wordt voorgesteld om een deelvan de informatie schriftelijk te achterhalen en een deel telefonisch.In deze optie worden de ondernemers dus twee keer benaderd. Deinformatie die ten behoeve van de determinant ondernemingsken-merken en mogelijkheden wordt gevraagd, kan voor een belangrijkdeel met behulp van schriftelijke enquêtes worden achterhaald. Deinformatie die ten behoeve van de determinant willen en gelegenhe-den wordt gevraagd, kan via telefonische enquêtes worden achter-haald.

6.4 Validering van het WOK-model en toe-komstig onderzoek

Het operationaliseren van het WOK-model en vervolgens vullen metgegevens verkregen uit een van de hierboven beschreven opties heefttwee doelen. Enerzijds kan een antwoord worden gegeven op devraag van beleidsmakers welke beleidsinstrumenten het best kunnenworden ingezet om de implementatie van milieugedrag in het MKBte bevorderen. Anderzijds kan aan de hand van de uitkomsten kri-tisch worden gekeken naar de validiteit van het WOK-model.

Zo kan uit de toepassingen met het WOK-model naar voren komendat vooral de organisatie en arbeidssituatie in het MKB-bedrijf vanbelang zijn bij de implementatie van milieumaatregelen. In zo’n situ-atie verdient het aanbeveling om deze karakteristieken in volgendetoepassingen van het model nader te operationaliseren. Wanneer hetbedrijfsproces daarentegen weinig invloed uitoefent op de imple-mentatie, zou deze karakteristiek in volgende toepassingen kunnenworden weggelaten. In wezen gaat het bij deze vorm van valideringom een nadere afbakening van de karakteristieken. Bedacht moetworden dat zo’n afbakening pas na verschillende toepassingen kanworden doorgevoerd.

Een meer fundamentele vorm van validering heeft te maken met derelaties tussen de verschillende determinanten in het WOK-model. Zokan uit de verschillende toepassingen met het model naar vorenkomen dat de determinant ondernemingskenmerken toch een recht-streekse invloed uitoefent op de implementatie van milieumaatrege-len. In zo’n situatie kan besloten worden om het WOK-model sub-stantieel aan te passen. Uiteraard gebeurt dit pas na uitvoerige con-

78

Operationalisering van het WOK-model

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 78

Page 79: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

sultatie bij deskundigen, literatuuronderzoek en vele toepassingenvan het WOK-model.

Voorstellen voor toekomstig onderzoek

Op het terrein milieugedrag en MKB is nog niet alles even nauwkeu-rig onderzocht. Het is in feite een braakliggend terrein met een inpotentie flinke opbrengst, namelijk een effectiever MKB-milieubeleid.Toekomstig onderzoek op dit terrein vloeit, onder andere, voort uitde bovenstaande voorbeelden. Zonder de pretentie te hebben uitput-tend te zijn, worden hieronder vijf voorstellen gedaan:

1. Allereerst dient het WOK-model te worden toegepast in verschil-lende sectoren om een verklaring te bieden voor de implementa-tie van milieumaatregelen. Hierbij dient de kwantitatieve route teworden bewandeld – deels schriftelijk, deels telefonisch – omdatdeze optie de meeste informatie oplevert voor het valideren vanhet WOK-model.

2. Ten tweede zal bij beleidsmakers moeten worden nagegaan welkeinformatie ze precies nodig hebben om tot een effectiever MKB-milieubeleid te komen. Met andere woorden, hoe gedetailleerdmoet het WOK-model gevuld worden? Is een kwalitatief onder-zoek onder een beperkt aantal ondernemers voldoende?

3. Ten derde dient beter zicht te worden verkregen op het gedrags-onderzoek dat in het buitenland wordt verricht op het terreinmilieu en MKB. Ons inziens is het literatuuroverzicht dat in hoofd-stuk 4 is gepresenteerd nog niet volledig.

4. Ten vierde zal onderzoek moeten worden gedaan naar de moge-lijkheden om de verschillende MKB-bedrijven op eenduidige enzichtbare wijze van elkaar te onderscheiden, zodat beleidsmakershun beleidsinstrumenten beter kunnen richten. Deze onderzoeks-vraag kwam in paragraaf 5.2 naar voren en is in het kader vandeze studie niet beantwoord.

5. Tot slot is nader onderzoek gewenst over de koppeling van de ver-schillende beleidsinstrumenten met de onderscheiden determinan-ten uit het WOK-model. In deze studie is deze koppeling op eenmesoniveau uitgevoerd. Met andere woorden, juridische instru-menten worden onderscheiden van financiële instrumenten.Binnen de groep juridische instrumenten kan weer een onderscheidgemaakt worden in vergunningen, verordeningen et cetera. Eenkoppeling op zo’n microniveau kan tot nieuwe inzichten leiden.

79

Operationalisering van het WOK-model

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 79

Page 80: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 80

Page 81: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Literatuur

CE (1991). Implementatie van milieuzorg in het MKB. Centrum voor Energiebesparingen schone technologie, Delft.

Coopers&Lybrand (1995). Financiële stimulering milieugerichte productontwikkelingbinnen midden- en kleinbedrijf. Amsterdam.

EIM (1993). Milieubeleid en MKB. Economisch Instituut voor het Midden- enKleinbedrijf, Zoetermeer.

EIM (1994). Effectief stimuleren van milieuzorg bij kleine bedrijven. EconomischInstituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, Zoetermeer.

EIM (1998). Landelijke energiebesparingsmonitor utiliteit 1998, Kennis, houding,gedrag en penetratiegraad ten aanzien van energiebesparende maatregelen in de utili-teit in Nederland. EIM, Zoetermeer.

EIM (1998). Kleinschalig ondernemen 1998. EIM, Zoetermeer.

EIM (1999). Kleinschalig ondernemen 1999. EIM, Zoetermeer.

Fishbein, M. en I. Ajzen (1975). Belief, attitude, intention and behavior. An introduc-tion to theory and research. Addison-Wesley, Reading.

Frentz, A. en R. Versfeld (1995). Preventie-informatie: vraag en aanbod. Een kwanti-tatief onderzoek bij bedrijven en intermediaire organisaties. Economisch Instituut voorhet Midden- en Kleinbedrijf, Zoetermeer.

Henriques, I. en P. Sadorsky (1996). The determinants of an environmentally respon-sive firm: an empirical approach. Journal of Environmental Economics andManagement, Vol. 30, pp. 381-395.

Hoevenagel, R. U. van Rijn, L. Steg en H. de Wit (1996). Milieurelevant consumen-tengedrag: ontwikkeling conceptueel model. Cahier 127. Sociaal en CultureelPlanbureau, Rijswijk.

Hoevenagel, R. en C.A.W. Bertens (1998). Effectief interveniëren in het MKB met ener-giebesparing. EIM, Zoetermeer.

Hoevenagel, R., K. Bakker en R.P. uit Beijerse (1998). Het milieuprofiel van het MKB:ontwikkelingen in de periode 1992-1995. EIM, Zoetermeer.

KPMG (1997). The Environmental Challenge and Small and Medium-sized Enterprisesin Europe. Den Haag.

Kruik, M.D. de, R.G.M. Pieters, W.F. van Raaij en H.W. Mentink (1993).Milieugedragsmonitor. Secundaire analyse van de derde meting. Erasmus UniversiteitRotterdam, Rotterdam.

81

Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaard

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 81

Page 82: Het milieugedrag van MKB-ondernemers verklaardondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a199905.pdfinstrumentarium vereisen. Ook de uitwerking van de basisdetermi-nanten kunnen en willen in

Nijsen, A.F.M., B. Nooteboom, C.W. Kroezen, J.J. Godschalk en J. Buursink (1987).Op maat van het MKB. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Den Haag.

Nooteboom, B. (1986). De grootheden van de kleintjes. Een overzicht van het MKB.Economisch Statistische Berichten, 12-3-1986.

Pligt, J. van der en N. de Vries (1995). Opinies en attitudes: meting, modellen en theo-rie. Boom, Meppel.

RMK (1995). Het bereiken van het MKB: niet eenvoudig, wel mogelijk. Raad voor hetMidden- en Kleinbedrijf, Den Haag.

RMK (1997). Milieuzorg op maat. Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf, Den Haag.

Research voor Beleid (1996) Werkgevers en vervoersmanagement: 5-meting beleids-monitor vervoersmanagement. Leiden.

Schreurs, L.J.M. en N.J.M. Nelissen (1975). Het meten van milieubesef. KatholiekeUniversiteit Nijmegen, Nijmegen.

Steg. E.M. (1996). Gedragsverandering ter vermindering van het autogebruik.Theoretische analyse en empirische studie over probleembesef, veminderingsbereidheiden beoordeling van beleidsmaatregelen. Proefschrift. Rijksuniversiteit Groningen,Groningen.

Steg, E.M., M. Arnold, M. Ras en E. van Velzen. (1997). Maatschappelijke en indivi-duele determinanten van autogebruik. Toepassing van het model Determinanten vanmilieurelevant consumentengedrag. Cahier 144. Sociaal en Cultureel Planbureau,Rijswijk.

Steg. E.M. (1999). Verspilde energie? Wat doen en laten Nederlanders voor het milieu.Cahier 156. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag.

Vlek, C.A.J. (1995). Milieubeheer is een gedragsvraagstuk. Over het belang van psy-chologie voor het begrijpen en aanpakken van milieuproblemen. Samsom H.D. TjeenkWillink, Alphen aan den Rijn.

Welford, G. en K. Gouldson (1993). Environmental Management and BusinessStrategy. Pitman Publishing, London.

WRR (1992). Milieubeleid, strategie, instrumenten en handhaafbaarheid.Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Den Haag.

Wolters, T., K. van Dijken en Y. Prince (1998). Environmental innovations and SMEs:the dynamics of environmental innovation. EIM, Zoetermeer.

82

Literatuur

B5 milieugedrag 09-11-1999 10:56 Pagina 82