hit-zine #2, het e-magazine over horizontaal toezicht | in control, nu en in de toekomst
DESCRIPTION
In deze tweede editie van HIT-zine, het e-magazine over horizontaal toezicht, staat de interne controle centraal. In hoeverre heeft u controle over hoe er in uw organisatie wordt gewerkt, in hoeverre beheerst u de interne werkprocessen? Als je niet in control bent, gaat het op den duur bij iedere organisatie fout. Deze interne controle vormt ook een essentieel aspect binnen horizontaal toezicht. In dit nummer o.a. een verslag van de tweede HIT-bijeenkomst, met een presentatie van Dhr. Verkruijsse omtrent de vraag 'Bent u in control?' en een paneldiscussie over de toepassing van horizontaal toezicht in de praktijk.TRANSCRIPT
“Als u in control bent, heeft dat
een toegevoegde waarde
voor uw klanten.”
Prof. dr. H. Verkruijsse RE RA
“Er is geen rule based kant en
klaar werkprogramma dat als
vertrekpunt kan dienen; dat is de
professionali teit van ieder
kantoor afzonderli jk.”
K.J.M. Kool RA - Belastingdienst
“Organisaties weten heel goed hoe het
moet, maar ze wijken daar soms
vanaf om bepaalde redenen. ”
P. de Kok RA - Coney
HIT-zine
H O R I Z O N TA A L I N T E G R A A L T O E Z I C H T
IN CONTROL NU EN IN DE TOEKOMST
WWW.PROMANAGEMENT.NL
Pro Management Software | [email protected] | Tel 010 – 451 76 76
I N D E Z E U I T G A V E
Inh
ou
d
HIT-zine #02
e-magazine voor leden van de HIT-gebruikersgroep
1e jaargang
>> 03 Voorwoord
>> 04 Verslag HIT-gebruikersgroepbijeenkomst
>> 05 Presentatie - Bent u nu en in de toekomst in control?
Prof. dr. H. Verkruijsse RE RA
>> 08 Paneldiscussie
>> 13 Reacties HIT-gebruikersgroepbijeenkomst
>> 14 LinkedIn Profiteer van je digitale zakelijke netwerk
>> 15 Column Rozengeur en maneschijn
Dhr. P. de Kok ( Coney)
>> 16 Terminologie Wanneer worden welke termen gebruikt?
Werkprogramma ’ s en checklisten
>> 18 Horizontaal toezicht en e-Dienstverlening
Dhr. H. Roosendaal ( E FK Belastingadviseurs )
>> 20 HIT nieuws
>> 22 HIT in beeld
13
04 Bent u nu en in de toekomst in control ?
HIT-gebruikersgroepbijeenkomst
Horizontaal toezicht en e-Dienstverlening
05
18
>> 15 Column Rozengeur en maneschijn
Dhr. P. de Kok ( Coney)
>> 16 Terminologie Wanneer worden welke termen gebruikt?
Werkprogramma ’ s en checklisten
>> 18 Horizontaal toezicht en e-Dienstverlening
Dhr. H. Roosendaal ( E FK Belastingadviseurs )
>> 20 HIT nieuws
>> 22 HIT in beeld
IN CONTROL
Bent u in control? Dat is een essentiële vraag die u uzelf
zou moeten stellen, niet alleen binnen het kader van
horizontaal toezicht, maar eigenlijk altijd. In hoeverre
heeft u controle over hoe er in uw organisatie wordt
gewerkt, in hoeverre beheerst u de interne
werkprocessen? Zoals prof. dr. Hans Verkruijsse RE RA
stelt: “ Als je niet in control bent, gaat het op den duur
bij iedere organisatie fout. ”
Deze interne controle vormt ook een essentieel aspect
binnen horizontaal toezicht. De belangrijkste boodschap is dat het
werk verandert. Het werk richt zich meer en meer op de beoordeling
van processen in de onderneming en de mate waarin de
onderneming die processen beheerst. Het principe van horizontaal
toezicht is simpel. De Belastingdienst beoordeelt in hoeverre uw
organisatie intern in control is. ‘ H eeft u uw werkprocessen op orde
en keurig vastgelegd? ’ Het resultaat is vervolgens meer vertrouwen
en minder controle van de Belastingdienst. Daarnaast leidt een
goede interne controle ertoe dat uw organisatie sneller en efficiënter
kan werken en de kwaliteit kan verhogen.
In deze tweede editie van HIT-zine staat deze interne controle
centraal. Op het moment dat u kunt laten zien in control te zijn, zal de
Belastingdienst vertrouwen hebben in uw aangifteproces en de
controleteugels iets laten varen. Daarbij dient het accent te liggen op
continue verbetering, zo gaf dhr. Kool van de Belastingdienst aan in
de vorige editie van HIT-zine. Het is belangrijk een zelflerende
organisatie te creëren om in control te blijven en de interne controle
te verbeteren.
Naast een presentatie van dhr. Verkruijsse, die wij via deze weg
hartelijk willen feliciteren met zijn onlangs behaalde Koninklijke
onderscheiding, stond er voor de tweede HIT-gebruikersgroep-
bijeenkomst ook een paneldiscussie op het programma. Deze vorm
van interactie is als zeer waardevol ervaren, zowel door de leden van
de gebruikersgroep als door het panel. Het blijkt dat er nog veel
vragen onder intermediairs leven en dat er nog veel voer voor
discussie is. Voor alle partijen is deze informatie belangrijk bij het
optimaliseren van de toepassing van horizontaal toezicht in de
praktijk.
De afsluitende boodschap: ‘ c ontrole is de sleutel tot succes’ .
Bernard Samson
hoofdredacteur ‘ HIT-zine ’
Vo
orw
oo
rd
HIT-zine magazine
HIT-zine is een uitgave van Pro Management
Software N.V. en verschijnt 4x per jaar.
Jaargang 1, nr. 2, juli 2010.
Hoofdredactie
Bernard Samson
Email: [email protected]
Redactie
Linda Geenen
Johan Goedhart
Vormgeving
Floor Schaap
Fotografie en video
Chris Ramos
Acquisitie
Frans van der Schaft
Email: [email protected]
Telefoon: 010 - 451 76 76
Columnist
Pieter de Kok
PRO MANAGEMENT SOFTWARE
Lijstersingel 15
2902 JD Capelle aan den IJssel
Postbus 671
2900 AR Capelle aan den IJssel
T: 010 451 76 76
W : www.promanagement.nl
Colofon
Dinsdag 15 juni jl. vond de tweede HIT-gebruikersgroepbijeenkomst plaats in
het Aluminiumcentrum te Houten. Tijdens deze tweede bijeenkomst stond
een paneldiscussie centraal. Er ontstond een levendige discussie tussen de
deelnemers van de bijeenkomst en de deskundigen uit het panel.
De bijeenkomst van de gebruikersgroep is bezocht door een groot aantal
intermediairs, wat de grote behoefte aan informatie over de toepassing van
horizontaal toezicht bevestigt.
PRESENTATIE HANS VERKRUIJSSE Prof. dr. Hans Verkruijsse RE RA ( voormalig partner Ernst & Young, hoogle-
raar Bestuurlijke Informatie Verzorging aan de Universiteit van Tilburg ) heeft
een presentatie verzorgd met als titel ‘ Bent u nu en in de toekomst in con-
trol? ’ . De kern van de boodschap van Hans Verkruijsse was: “ Stel de klant
centraal, maar durf te allen tijde de verantwoording te nemen voor je eigen
belangen ” . Zijn presentatie werd ondersteund door sprekende anekdotes
uit de praktijk.
PANELDISCUSSIE In het panel hadden zitting: Fred van Ipenburg RA ( Belastingdienst ) , drs.
Pieter de Kok RA ( Coney ) , Kors Kool RA ( Belastingdienst ) , Kees
Schaap RA ( Pro Management ) , prof. dr. Hans Verkruijsse RE RA en Rem-
co van Wijk ( Logius ) . De discussie kwam snel op gang door de vele vra-
gen en stellingen van het panel en de deelnemers; vraagstukken als ‘ Waar
ligt het voordeel van deelname aan horizontaal toezicht? ’ en ‘ Hoe breng ik
een convenant tot stand met de Belastingdienst? ’ , zijn toegelicht door de
panelleden.
De eerstvolgende bijeenkomst d.d. 14 september zal geheel in het teken
staan van de praktische invulling van horizontaal toezicht. Na een korte uitleg
over het Tax Control Framework zal een praktijkvoorbeeld worden gepresen-
teerd. Vervolgens zal er een paneldiscussie worden gehouden over TCF en
AOIC.
Wanneer u reeds lid bent van de HIT-gebruikersgroep, kunt u kosteloos deel-
nemen aan de bijeenkomsten. Niet-leden mogen de bijeenkomsten eenmalig
gratis bezoeken.◄
HIT-GEBRUIKERSGROEPBIJEENKOMST
MEER INFORMATIE
De HIT-gebruikersgroep is opge-
richt om alle thema ’ s rondom
horizontaal toezicht te verhelderen,
zodat de leden uiteindelijk een af-
gewogen mening kunnen vormen
over deelname aan horizontaal
toezicht. Het ledental van de HIT-
gebruikersgroep groeit gestaag.
Deze groei wordt feitelijk ingege-
ven door de laagdrempelige wijze
van informatievoorziening aan de
leden door middel van bijeenkom-
sten en het HIT-zine.
Voor meer informatie over de ge-
bruikersgroep of het lidmaatschap
bezoekt u onze site:
http://www.promanagement.nl
Filmpje Klant is koning
HIT-GEBRUIKERSGROEPBIJEENKOMST
BENT U NU EN IN DE TOEKOMST IN CONTROL? Prof. dr. H. Verkruijsse RE RA| Voormalig partner Ernst & Young, hoogleraar Universiteit van Tilburg
Prof. dr. Hans Verkruijsse RE RA, is jarenlang partner geweest bij Ernst
& Young Accountants LLP waar hij binnen het Professional Practice De-
partment verantwoordelijk was voor Auditing en Assurance Services.
Onlangs heeft dhr. Verkruijsse een Koninklijke onderscheiding ontvan-
gen en afscheid genomen van Ernst & Young. Sinds september 2009 is
hij verbonden aan de Universiteit van Tilburg als hoogleraar Bestuurlijke
Informatie Verzorging. Hij verricht daar onderzoek naar nieuwe mogelijk-
heden van elektronische gegevensuitwisseling voor de inrichting van de
administratieve organisatie. Tijdens zijn presentatie ging Verkruijsse in
op het belang van het ‘ in control ’ zijn van een organisatie in het kader
van nieuwe ontwikkelingen als horizontaal toezicht, maar ook XBRL/
SBR. De kern van de boodschap was: ‘ Stel de klant centraal, maar durf
te allen tijde de verantwoording te nemen voor je eigen belangen. ’
In control zijn is belangrijk voor zowel een klein als een
groot kantoor. “ Als je niet in control bent, gaat het op den
duur bij iedere organisatie fout” , zo stelt Verkruijsse. Een
grote onderneming kan log zijn en daarom niet in control en
een kleine onderneming kan heel erg snel zijn en daarom
niet in control zijn. Om in control te zijn, moet men daar dus
ergens tussenin zitten met de organisatie.
KLANT IS KONING
‘D e klant is koning ’ , dat is een belangrijk uitgangspunt
binnen iedere organisatie. Een zorg in deze tijd van crisis is
echter ook de liquiditeit: ‘ Krijg ik de betalingen wel bin-
nen? ’ Het geld wordt niet rondgepompt in het tempo dat
men gewend was. Veel bedrijven komen dan ook in de pro-
blemen. “ In control zijn betekent dat je de klant centraal
plaatst en er tevens voor zorgt dat diegene op tijd zijn spul-
len aanlevert en jou betaalt. ‘ Is je bestuurlijke informatie
verzorging op orde? Hoe ga je daarmee om? Kan je laten
zien dat je in control bent? ’ Steeds meer toezichthouden-
de organisaties vragen je dit aan te tonen. Het volstaat niet
dat je ergens een handboek hebt staan en dat je het geïm-
plementeerd hebt. Het moet werken en in de praktijk daad-
werkelijk toegepast worden ” , aldus Verkruijsse.
GEEN ZORGEN, MAAR UITDAGINGEN
Iedere onderneming heeft dus zo zijn zorgen wat betreft het
in control zijn. Verkruijsse geeft echter aan dat de nadruk
niet moet liggen op deze zorgen, maar op de uitdagingen.
Als eerste uitdaging noemt hij het vormen van een klantge-
richte doch zakelijke attitude. “ Natuurlijk wil je als onderne-
ming zo veel mogelijk voldoen aan de wensen van de klant,
op tijd leveren, niet te veel factureren en betalingsruimte
geven, maar wel binnen bepaalde grenzen. Je moet de
grenzen bepalen om in control te blijven op je eigen
financiële stroom. ”
Een tweede uitdaging ziet Verkruijsse in het creëren van
een efficiënte en effectieve werkwijze. “ In control zijn vergt
intern een strakke en eenduidige aanpak. Deze aanpak zie
je langzamerhand in allerlei pakketten verschijnen. De ham-
vraag is echter of ieder pakket wel geschikt is in iedere situ-
atie? Ze zijn heel flexibel, maar dat betekent dat je in eerste
instantie heel goed je eigen processen in kaart moet
brengen. Je zult een hele goede administratieve organisatie
moeten hebben naar de maatregelen van interne beheer-
sing. Tegelijkertijd zal je moeten kijken hoe je voor de klant
bepaalde zaken kan gaan inrichten. ” Er speelt dus continu
de afweging wat belangrijk is voor de intermediair en wat
belangrijk is voor de klanten. Verkruijsse geeft aan: “ Als je
hier open over discussieert met de klant, dan zal deze eer-
der geneigd zijn aansluiting te zoeken bij jouw manier van
werken, zodanig dat er zo efficiënt mogelijk wordt ge-
werkt. ”
Pre
sen
tati
e
Als je niet in control bent, gaat het op den duur bij iedere organisatie fout.
Hans Verkruijsse
Pagina 5
Pagina 6 Pagina 6
Verkruijsse kaart vervolgens het belang aan van een ‘ one
-size-fits-all ’ benadering voor alle processen. Het moet
voor de klant helder zijn welk product er wordt geleverd en
wat hij of zij kan verwachten. Het toepassen van het ‘ one-
size-fits-all ’ principe vereist dat de intermediair eerst een
informatiebehoefte analyse uitvoert bij de cliënt. Wat wil
men aangeleverd krijgen en waarvoor is de informatie be-
stemd?
Dat brengt ons bij de standaard-
rapportages. De intermediair
levert producten die een stan-
daard kennen, de zogenaamde
standaardrapportages ( bijvoorbeeld naar de Belasting-
dienst, Kamer van Koophandel en bancaire instellingen ) .
Verkruijsse acht het van belang om zoveel mogelijk pro-
ducten te standaardiseren. “ Tracht echter wel de flexibili-
teit te behouden om díe informatie te kunnen leveren waar
de klant over wil kunnen beschikken. Deze specifieke rap-
portages moet je op de klant kunnen toespitsen. Je moet
dus naar de toekomst toe kunnen beschikken over de juis-
te informatie. ”
BENT U IN CONTROL?
Een belangrijke vraag die iedere organisatie zichzelf dient
te stellen is: ‘ Ben ik wat betreft de interne processen in
control? ’ , ‘ Hoe zit het met de volledigheid van de op-
brengstverantwoording? ’ , ‘ Zijn alle uren wel bij de juiste
klant gefactureerd? ’ . De klassieke fout die hierbij volgens
Verkruijsse gemaakt wordt, is dat men de overtuiging han-
teert, dat het aantal uren dat geschreven wordt gelijk moet
zijn aan het aantal uren dat gefactureerd wordt. Het aantal
uren dat men gewerkt heeft voor de klant moet echter pas-
sen binnen het budget dat is afgesproken met die klant.
“ Soms is het aantal uren dat je gewerkt hebt meer dan je
had gecalculeerd bij het, in overleg met de klant, bepalen
van dat budget. Net zoals bij een aannemer die je huis
gaat verbouwen, kan er sprake zijn van ‘ meerwerk ’ dat
je bij de klant in rekening moet brengen. Bij het aannemen
van de opdracht ben je ervan uitgegaan dat je de juiste
gegevens tijdig aangeleverd zou krijgen van de klant. Dat
is echter in de praktijk in veel gevallen niet het geval. Ook
komt het voor dat nieuwe medewerkers moeten leren het
werk af te hebben binnen het gestelde urenbudget. Zij
moeten dan ook aan jou rapporteren wat het werkelijke
aantal gewerkte uren is voor die klant, ook al valt dat aan-
tal buiten het gestelde urenbudget. Het is belangrijk dat je
een zelflerende organisatie creëert, zodat je beter in con-
trol kunt zijn. Naar de klant kan je vervolgens beter onder-
bouwen dat het opstellen van de jaarstukken meer uren
behoeft en dat het urenbudget daarom volgend jaar groter
moet zijn. ”
“ B ij het in control zijn met betrekking tot jouw organisatie
moet je er altijd voor zorgen dat de cashflow niet kan stag-
neren door tijdig te factureren” , zo geeft Verkruijsse aan.
Veel intermediairs hebben echter een hekel aan het schrij-
ven van uren en het opstellen van facturen. Het is veel
leuker om voor de klant werkzaamheden uit te voeren dan
nota ’ s uit te werken. Een organisatie kan zich dit echter
niet permitteren.
Verkruijsse: “ Je bent in control
wanneer je weet wat je mensen
doen en waarom ze het doen.
De kosten vormen daarbij ook
een belangrijk aspect van in
control zijn. ‘ Worden de gemaakte kosten daadwerkelijk
doorberekend aan de klant? ’ , ‘ Werken de juiste mensen
aan de juiste klanten? ’ . Het kan zijn dat er een dure
kracht werkt voor een klant waar in wezen een goedkopere
kracht ook ingezet had kunnen worden. Je moet als inter-
mediair aan kunnen geven: ‘ Wie heeft wat gedaan en
waarom heeft die dat gedaan?’ , ‘ Hou je de ontwikkeling
van je uurtarieven bij? ’ en ‘ Stel je je uurtarieven regel-
matig bij in verhouding tot de toenemende kosten en sala-
rissen? ’ . Allemaal zaken die je jezelf in het kader van het
in control zijn moet afvragen.”
TOEKOMST - XBRL Hoe zit het met de toekomst? Dat is een onderwerp dat
Verkruijsse vervolgens aansnijdt. In dit kader wordt er veel
gesproken over XBRL/SBR. XBRL is ontworpen door de
Amerikaanse accountant Charlie Hoffman. Hij vond het
verwonderlijk dat men wel allerlei gewone berichten digi-
taal kan versturen, maar geen bedrijfsgegevens die de
ontvanger vervolgens meteen kan verwerken. XBRL is een
computertaal die het mogelijk maakt om ook deze bedrijfs-
gegevens digitaal te versturen. Deze informatie kan vervol-
gens direct verwerkt worden in het softwareprogramma
van de ontvanger, waardoor er uiteindelijk veel sneller ge-
werkt kan worden.
Men zou denken dat Amerika leider is wat betreft XBRL.
Niets is minder waar, zo stelt Verkruijsse. “ Met betrekking
tot XBRL is Nederland gidsland in de wereld, oftewel Ne-
Het is belangrijk dat je een zelflerende organisatie creëert,
zodat je beter in control kunt zijn.
Pagina 7
derland loopt letterlijk voorop. In Italië en Australië zijn de
projecten met betrekking tot XBRL in navolging van het
Amerikaanse model gestopt. Men heeft in die landen be-
sloten het project opnieuw op te zetten volgens Nederlands
model. In Nederland wordt de ontwikkeling van XBRL niet
overgelaten aan marktpartijen, maar uitgevoerd door de
overheid. XBRL vormt tevens de grondslag voor de ontwik-
keling van SBR, Standard Business Reporting, een infra-
structuur die alleen voor Nederland geldt. ”
Zoals bij elke nieuwe technische ontwikkeling bestaat er
altijd de nodige scepsis over de complexiteit in vergelijking
met de ‘ traditionele ’ methode. XBRL klinkt ingewikkeld,
maar Verkruijsse geeft aan dat men er absoluut niet voor
hoeft te schrikken. XBRL is opgebouwd uit vier lagen. In
eerste instantie is er een technische laag, deze is echter
voor de gebruiker niet interessant. In tweede instantie is er
de taxonomie, een soort woordenboek die een verklarende
lijst bevat van termen die gebruikt worden inclusief hun
onderlinge samenhang. Iedere term heeft slechts één bete-
kenis. In Nederland is er dan ook maar één woordenboek
gemaakt onder beheer van de overheid, dus één taxono-
mie. De Nederlandse taxonomie is toegankelijk via het
internet en valt onder de verantwoordelijkheid van de over-
heid.
De derde laag wordt gevormd door een ‘ instance docu-
ment ’ . Deze is niet leesbaar voor een leek. Het gebruikt
een taal voor computers, zodat deze met elkaar kunnen
communiceren en gegevens met elkaar kunnen uitwisse-
len. De taal die bij het samenstellen van een instance do-
cument gebruikt wordt, is XBRL. Bij het toepassen van
XBRL wordt een tag aan een gegeven gehangen, oftewel
de inhoud wordt aan een gegeven gehangen, volgens de
geldende taxonomie. Wanneer hier een template of een
viewer overheen wordt gelegd, wordt het pas leesbaar.
Hoe ziet de toepassing van XBRL er op dit moment uit? Dit
legt Verkruijsse kort maar duidelijk uit: “ Je hebt een finan-
ciële administratie, die eindigt in een rapportage en die
rapportage wordt vertaald naar XBRL. Niks meer en niks
minder. ”
CONTINUOUS MONITORING Een andere nieuwe ontwikkeling die Verkruijsse bespreekt
is continuous monitoring: “ In continuïteit weten dat je in
control bent ” . Hiervoor vormt de AO ( administratieve
organisatie ) , de bestuurlijke informatieverzorging met de
beheersingsmaatregelen, de basis. Er moet bij iedere
transactie direct een controle uitgevoerd worden. Zijn hier
al ondernemingen mee bezig? “ Ja, een grote onderne-
ming als IBM werkt bijna volledig volgens continuous moni-
toring ” , aldus Verkruijsse.
Deze continuous monitoring wordt mogelijk door een com-
binatie met XBRL. Met XBRL kun je namelijk vooraan in
het rapportageproces, bij de transacties, al vertalen. Dit
wordt XBRL Global Ledger genoemd. “ België kon in één
keer volledig overgaan tot XBRL, omdat er een bij wet
voorgeschreven grootboek gebruikt wordt. In Nederland
hebben we dat niet. ” Verkruijsse pleit dan ook voor stan-
daardisatie.
CLOUD COMPUTING De opkomst en ontwikkeling van cloud computing kan vol-
gens Verkruijsse ook bezien worden in het kader van de
interne controle. Cloud computing
plaatst software en bijkomende data
in de ‘ cloud ’ , op het internet. Buiten
dat dit de beschikbaarheid en flexibili-
teit van de software en data vergroot,
geeft het een organisatie minder pro-
blemen met software updates en back-
ups. Deze hoeven in de cloud slechts
één maal uitgevoerd te worden en staan
dan direct ter beschikking voor alle ge-
bruikers. Het biedt één centrale plaats
Pagina 8 Pagina 8
voor de verrichting van alle activiteiten. Een ander bijkomend voordeel
is dat men altijd de zekerheid heeft over de juiste software ( versie ) te
beschikken. Daarnaast hoeft men zich geen zorgen te maken over de
dataopslag en de beveiliging van deze data. Dit is allemaal geregeld.
HORIZONTAAL TOEZICHT Tot slot bespreekt Verkruijsse de interne controle in het kader van hori-
zontaal toezicht. Horizontaal toezicht is weliswaar begonnen bij de Be-
lastingdienst, maar daar stopt het zeker niet. “ Iedereen is beter
georganiseerd dan jaren geleden, dus waarom zouden we wat betreft
controleprocedures niet leunen op het werk dat al gedaan is. Als u in
control bent, kunnen de Belastingdienst en toezichthouders hier beter
en makkelijker op steunen en u bent de Belastingdienst ook eerder kwijt
bij een controle. Een win-win situatie dus, zowel voor u als voor de Be-
lastingdienst en toezichthouders. ”◄
Als u in control bent, heeft
dat een toegevoegde
waarde voor uw klanten.
Tijdens het tweede gedeelte van de gebruikersgroepbijeenkomst is een panel-
discussie gevoerd over de toepassing van horizontaal toezicht in de praktijk.
Hierdoor kreeg de bijeenkomst een meer interactief karakter. Horizontaal toe-
zicht blijkt nog veel vragen en discussiepunten op te roepen bij de intermedi-
airs. Voor alle partijen heeft de paneldiscussie belangrijke informatie opgele-
verd die kan bijdragen aan het optimaliseren van horizontaal toezicht, zowel
wat betreft de praktische invulling als de communicatie naar de belanghebben-
den. Onderstaand vindt u een verslag van deze paneldiscussie.
Dhr. Kors Kool RA ( Belastingdienst )
vanaf 2006 als ‘ programmamanager toe-
zicht ’ verantwoordelijk voor de ontwikkeling
van de toezichtsaanpak van de Belasting-
dienst, met name in het MKB segment.
Dhr. Fred van Ipenburg RA
( B elastingdienst )
werkzaam bij het kernteam horizontaal toe-
zicht binnen de landelijke toezichtsorganisa-
tie van de Belastingdienst.
Prof. dr. Hans Verkruijsse RE RA
( V oormalig partner Ernst & Young )
binnen het Professional Practice Department
verantwoordelijk voor Auditing en Assurance
Services. Dhr. Verkruijsse is daarnaast hoog-
leraar Bestuurlijke Informatie Verzorging aan
de Universiteit van Tilburg.
Dhr. Remco van Wijk ( Logius)
werkzaam als lead implementatie manager
markt bij Logius.
Drs. Pieter de Kok RA ( Coney )
gespecialiseerd in analyse van processen
en transactiestromen, continuous monito-
ring en audits van transacties. Daarnaast is
hij AOIC consultant.
Dhr. Kees Schaap RA ( Pro Management )
ontwikkelt accountancy software en heeft
jarenlang ervaring als registeraccountant.
PANELDISCUSSIE
HET PANEL Het deskundige HIT-panel bestond uit vijf vertegenwoordigers van verschillende partijen, die onder leiding van Kees
Schaap RA ( Pro Management ) vragen uit het publiek beantwoordden en onderling de discussie aangingen. In het panel
hadden zitting:
Bekijk de PowerPoint
presentatie hier
http://www.slideshare.net/
HITgebruikersgroep/bent-u-in-control
Reageren op dit artikel? Klik hier
Pagina 9
Voor het aanvliegen van horizontaal toezicht,
neem je dan als vertrekpunt de administratie of de
fiscale ambitie? Wij merken in de praktijk dat de
Belastingdienst nogal eens met de fiscale ambitie wil be-
ginnen, om sneller het convenant te kunnen afsluiten, ter-
wijl wij het vaak ook vanuit de administratie willen bekijken.
Kool: “ De Belastingdienst neemt kennis van het gehele
kwaliteitsborgingsysteem. Wat de Belastingdienst niet
doet, op het moment dat we convenanten sluiten, is een
uitgebreid systeemonderzoek uitvoeren naar opzet, be-
staan en werking van de procedures op het kantoor, omdat
we te maken hebben met professionele kantoren. Het klopt
dat de fiscale ambitie vanuit het perspectief van de Belas-
tingdienst heel belangrijk is; ‘ Hoe wil je samenwerken met
de Belastingdienst? ’ Wanneer wij samenwerken met koe-
pelorganisaties zoals SRA of NOAB, ligt een groot deel
van de kwaliteitsborging bij die organisaties. ”
Ik begrijp uit uw verhaal dat de intentie om in con-
trol te komen voldoende is?
Kool: “ Dat is niet helemaal juist. Wanneer het de
intentie is om in control te komen, maar de organisatie
naar het oordeel van de Belastingdienst niet in control is,
dan is dat geen basis voor een convenant. We sluiten een
convenant met organisaties of fiscale intermediairs, wan-
neer deze in staat zijn een aangifte van goede kwaliteit te
leveren. Bij middelgrote en grotere bedrijven wordt de ba-
sis mede gevormd door een Tax Control Framework
( T CF ) . Daar kijken we dus ook naar bij de intake. ”
Wie neemt het initiatief tot het sluiten van een con-
venant, is dat de Belastingdienst of de intermediair?
De Kok: “ In deze casus denk ik dat de uiteindelijke
afweging ligt bij de eindgebruiker. Die zal bepalen of het
afsluiten van een convenant zinvol is. Of dit nou een inter-
mediair of gemeente is. Vanuit het in control vraagstuk
denk ik dat het horizontaal toezicht convenant meer een
emotionele dan een procesmatige afweging is. ”
Ik neem aan dat er bij de organisaties waar de Be-
lastingdienst convenanten mee heeft afgesloten
een degelijk onderzoek is geweest naar het in con-
trol zijn? Wat voor onderzoek is er geweest?
Kool: “ Sowieso een beoordeling van het kwaliteitsbor-
gingsysteem. Het sluiten van een convenant is niet een
soort eenmalig certificeringstraject. Het is een traject dat je
met elkaar doorloopt, waarbij je aan de voorkant bekijkt of
het de kwaliteit heeft die je verwacht en vervolgens ook
gaandeweg het traject blijft monitoren en het al doende
tracht op een steeds hoger plan te brengen. ”
De Kok: “ Is er een norm waar je aan moet voldoen? Het
in control zijn betekent dat je iets toetst aan een norm. Is
het zo transparant, met name in het kader van monitoren
en in control zijn? ”
Kool: “ Wanneer er fouten blijken in een aangifte, rol je
niet zomaar uit het horizontaal toezicht. De kwaliteit wordt
ook niet getoetst aan de hand van de invulling van de
werkprogramma ’ s. Dit kan van kantoor tot kantoor ver-
schillen en als je tot kwaliteit wilt komen dan moet je tot
een eigen invulling van de werkprogramma ’ s kunnen
VRAGEN VANUIT HET PUBLIEK
Het sluiten van een convenant is niet een soort eenmalig certificeringstraject. Het is een traject dat je met elkaar doorloopt.
Pagina 10 Pagina 10
komen. Wat we wel doen is het toetsen van het kwaliteits-
systeem op het niveau van: ‘ Zijn er werkprogramma ’
s? ’ ‘ Hoe is het gesteld met de professionaliteit met be-
trekking tot de achtergrond en opleiding? ’ Dat zijn voor-
beelden van ijkpunten voor het toetsen van de professiona-
liteit van een organisatie. ”
De Kok: “ Toen de AFM in het leven werd geroepen
( A utoriteit Financiële Markten, red. ) , hadden we ook
vragen over de kwaliteitsnorm. Nu het horizontaal toezicht
ingevoerd wordt, komen dezelfde vragen weer aan de or-
de. Waar toets je op, wat zijn de normen? ”
Verkruijsse: “ Zowel vanuit de Belastingdienst als vanuit
een organisatie is er altijd een idee over hoe het beste in
control te zijn. Deze ideeën kunnen nog wel eens van el-
kaar verschillen. Er is altijd een soort spanningsveld. Het is
zaak om in goed overleg te komen tot een goede oplos-
sing. Er is geen eenduidige weg, je zoekt de weg die het
beste bij jou past. Wanneer je dit in goed overleg doet, kun
je het hele plan van in control zijn naar een hoger niveau
tillen. ”
Van Wijk: “ We veranderen enorm grote systemen. Het
eerste dat we bij Logius met SBR hebben gedaan is kijken
naar het volwassenheidsniveau. We hebben bij SBR
het huidige niveau met de gezamenlijke ketenpartners als
niveau nul bestempeld. Als u morgen allemaal in XBRL/
SBR wilt aanleveren, hebben we een probleem. Wat be-
treft de kwaliteitsnormen voor het in control zijn geldt het-
zelfde. Daar moet u, en ook de Belastingdienst, beseffen
dat u niet meteen over bent als u het normenkader heeft.
Daar doet u ook enige tijd over om daar stap voor stap
naartoe te gaan. Er zijn plateaus van groei naar meer vol-
wassenheid. Het is een proces waarbij je geleidelijk groeit
naar een hoger niveau in kwa-
liteit. Dit is ook zo in zijn werk
gegaan bij het invoeren van
SBR. ”
Van Ipenburg: “ We trachten
als Belastingdienst met softwa-
reontwikkelaars te komen tot
betrouwbare administratieve
software. Hierbij spelen ook kwaliteitsnormen een rol. We
passen echter principal based normen toe en geen rule
based normen. Hetzelfde geldt voor horizontaal toezicht en
het in control zijn. Het moet principal based blijven, maar je
moet wel met elkaar in discussie blijven over waar je sa-
men naartoe wilt werken, wat kan je verwachten aan kwali-
teitsborging. ”
Verkruijsse: “ Het sluit ook aan bij de regelgeving. Interna-
tionaal is alles principal based, onze hele wetgeving is prin-
cipal based, dus ga niet afwijken en iets rule based maken
in Nederland. In Europa werkt rule based niet. Je moet
flexibiliteit houden in de wijze van werken. ”
We horen veel termen, maar zijn er ook handvatten
waarmee je vorm kan geven aan de invulling?
Daarnaast wordt er gesproken over metatoezicht,
maar wat houdt dit precies in? Betekent dat dat je te ma-
ken krijgt met veel meer controles van de Belastingdienst
dan voorheen? Wie schiet er uiteindelijk wat mee op?
Wordt de klant er zoveel beter van?
Kool: “ Er is geen rule based kant en klaar werkprogram-
ma dat als vertrekpunt kan dienen; dat is de professionali-
teit van ieder kantoor afzonderlijk. Een koepelorganisatie
draagt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de Be-
lastingdienst voert alleen een marginale toetsing uit. Hori-
zontaal toezicht is uiteindelijk een samenwerkingsmodel.
Vanuit die samenwerking kan de kwaliteit zich verbeteren.
Het metatoezicht van de Belastingdienst, bestaat met na-
me uit het steekproefsgewijs toetsen of er een kwalitatief
goede aangifte uit komt rollen.”
Schaap: “ Is het zo dat een kantoor dat deelneemt aan
horizontaal toezicht een beter kantoor is dan een kantoor
dat hier niet aan deelneemt? ”
Kool: “ Nee, het is het belang-
rijkst dat er een goede aan-
vaardbare aangifte uit komt.
Daar is het metatoezicht ook
op gericht. ”
De Kok: “ Het komt er dus op
neer dat er sprake moet zijn
van Fair Play en vertrouwen.”
Moet je bij horizontaal toezicht in het midden van
het pad blijven of mag je het hele pad benutten? Er
is nog een grijs gebied. Wanneer en over wat moet
je precies overleg plegen?
Schaap: “ Een kantoor moet in principe alles zo goed mo-
gelijk toepassen, zowel voor de klant als de Belasting-
dienst. Dat is een spel met inderdaad grijze ruimtes. Ik ben
niet van mening dat horizontaal toezicht op zich een ande-
re kwaliteit inhoudt van een kantoor. Het is een andere
methode van samenwerken, net zoals XBRL een andere
methode van gegevensoverdracht is. De indruk leeft dat
Horizontaal toezicht is uiteindelijk een samenwerkingsmodel. Vanuit
die samenwerking kan de kwaliteit zich verbeteren.
Pagina 11
het kwaliteitsniveau van een kantoor bepalend is voor deel-
name aan het horizontaal toezicht. Dat is ook de vraag die
ik aan de Belastingdienst wil voorleggen: Is het nu gewoon
een andere vorm van samenwerking of plakken jullie ook
een zegel op kantoren die wel of niet meedoen aan hori-
zontaal toezicht? ”
Kool: “ Kantoren die meedoen onderscheiden we natuur-
lijk van kantoren die niet meedoen. Kantoren die niet mee-
doen krijgen echter geen andere benadering dan nu het
geval is. Het sluit aan op wat er vanuit het publiek werd
gezegd. Het heeft te maken met de manier waarop je sa-
menwerkt. Echter het belangrijkste is dat je een goede
aangifte doet. De kwaliteit van beroepsuitoefening ligt in
Nederland op een hoog peil, maar juist omdat dat zo is, is
het mogelijk om veel meer gebruik te maken van het werk
dat al gedaan is in de keten en daarop te vertrouwen. Dan
kunnen we onze aandacht in de actualiteit richten op die
items waar afstemming bij nodig is. Dan hebben we het
over het vooroverleg. ”
Schaap: “ Waar ligt dan het meeste voordeel? Bij de klant
of de Belastingdienst? ”
Kool: “ Het klinkt politiek correct maar ik meen het wel: bij
de burger. ”
Verkruijsse: “ Het is een win-win situatie. Het is het beste
voor de klant, voor de Belastingdienst en het beste voor de
intermediair. De klant hoeft niet meer na drie jaar met aller-
lei gegevens te komen en vragen te kunnen beantwoorden
over zaken die drie jaar geleden gespeeld hebben. Het is
ondoenlijk om je fiscale aangifte na drie jaar met de Belas-
tingdienst door te spreken en toe te lichten. Je weet dan
niet meer hoe het er precies aan toe ging zoveel jaar gele-
den. Horizontaal toezicht levert op die manier administra-
tieve lastenverlichting op voor de ondernemer. Daarnaast
tekent het voordeel voor de intermediair zich af door een
toenemend vertrouwen bij de ondernemer in de kwaliteit
van de intermediair. Een ondernemer heeft natuurlijk veel
liever een intermediair waarbij de aangifte meteen goed is,
dan een intermediair waarbij de Belastingdienst na drie
jaar nog eens de aangifte komt controleren. ”
Van Wijk: “ We hebben niet alleen met de Belastingdienst
te maken, maar ook met andere diensten die allerlei zaken
uitvragen ( bijv. subsidies ) . Op het moment dat de Belas-
tingdienst een goed systeem neerzet, dan gaan die andere
partijen ook meer vertrouwen op die gegevens. Het one
audit idee, één entiteit met informatie en een goed borging-
systeem. Dat is voor de lange termijn. Wat u nu wilt weten
is hoe uw werk gaat veranderen. De uitdaging is mijns in-
ziens om het zo in te richten dat het niet direct een enorme
impact heeft op uw werkprocessen. Het moet helder wor-
den welk traject er moet worden gevolgd en welk groeipad
daarbij hoort. Ik pleit dan ook voor zogenoemde ‘ best
practice use cases ’ , die duidelijk maken wat horizontaal
toezicht voor u betekent in de praktijk. Die transparantie is
belangrijk voor partijen om een gedegen afweging te ma-
ken om wel of niet deel te nemen aan horizontaal toe-
zicht. ”
De Kok: “ Ik heb zo mijn vraagtekens. Mijns inziens had
het in de kern gewoon al goed moeten zijn. Organisaties
weten heel goed hoe het moet, maar ze wijken daar soms
vanaf om bepaalde redenen. In het voortraject, mits de
omstandigheden niet veranderen qua budget, commercieel
denken en hoe je met je vak om gaat, verandert er hele-
maal niets. ”
Kool: “ Uiteraard is het zo, dat wanneer je de kwaliteit niet
wilt bevorderen, je ook geen vooruitgang boekt. Kwaliteit
bevorderen heeft te maken met professionaliteit. Wanneer
je dat niet voorstaat dan houdt horizontaal toezicht op, dan
zit je op een ander spoor. De vraag bij horizontaal toezicht
is hoe je, als je uitgaat van de professionaliteit van een
kantoor, met elkaar tot een systeem van toezicht kunt ko-
men waarin je maximaal gebruik maakt van de professio-
naliteit, waarmee je uiteindelijk de klant maximaal bedient;
ook in termen van doorlooptijd, zekerheid, etc. ”
De intermediair wil de stap zetten richting horizon-
taal toezicht, maar wat nu? Ik ben een kleine on-
derneming, hoe zet ik de stap? Wie bel ik op?
Kool: “ Voor een intermediair met een kleine organisatie is
er te weinig draagvlak voor kwaliteitsborging om een con-
venant af te sluiten met de Belastingdienst. De schaal is te
klein om het objectief goed in te vullen. Als je een systeem
als horizontaal toezicht introduceert moet je voldoende
objectieve aanknopingspunten hebben, want anders wordt
het een subjectief en bewerkelijk systeem. Wanneer je een
kleiner kantoor bent, dan zal je toch een samenwerkings-
verband moeten aangaan met andere beroepsbeoefena-
ren, bijvoorbeeld binnen een koepelorganisatie, om die
kwaliteitsborging te kunnen garanderen. Er moet een bre-
der platform aanwezig zijn. Er liggen nog vragen op dit vlak
die nog niet uitgekristalliseerd zijn en in ontwikkeling zijn. ”
Pagina 12 Pagina 12
Schaap: “ Dit ga ik wel meenemen naar de volgende keer.
Ik ben namelijk van mening dat het niet belangrijk is hoe
groot je organisatie is, maar dat de kwaliteit van werken
het belangrijkste is. ”
Er zijn op deze manier maar relatief weinig kanto-
ren die rechtstreeks in aanmerking kunnen komen
voor een convenant. Hoe kun je als kleiner kantoor
of ZZP ’ er invulling geven aan horizontaal toezicht?
Van Ipenburg: “ Cloud computing kan een bijdrage leveren
aan de kwaliteitsborging. Er is dan een soort garantie dat
de gegevens die door de intermediair worden ingevoerd
langs een bepaalde route leiden tot een aanvaardbare
aangifte. Deze borging kan een oplossing vormen voor de
ZZP-er of de kleine intermediair. Dit is zeker het geval
wanneer de software de intelligentie bevat om na te kun-
nen gaan of de ingebrachte gegevens juist ‘ gepost ’ zijn
in het grootboeksysteem. Dit kan leiden tot een soort keur-
merk. ”
LAATSTE OPMERKINGEN Kool: “ Ik wil kort ingaan op de vraag of je nog de professi-
onele ruimte krijgt om gewoon je werk te doen: voor de
intermediair blijft deze professionele werkruimte gehand-
haafd, zodat hij de belangen van de belastingbetaler blijft
behartigen. ”
Verkruijsse: “ Wanneer je zelf in control bent is het gemak-
kelijker om met de Belastingdienst te komen tot horizontaal
toezicht. ”
AFSLUITING Het blijkt dat we nog lang niet uitgediscussieerd zijn over
horizontaal toezicht. Met de panelleden wordt overlegd of
er in de toekomst nog een vervolg hierop kan plaatsvin-
den. Wellicht al tijdens de volgende bijeenkomst van 14
september. Voor nu willen we alle geïnteresseerden uitno-
digen om de discussie verder online voort te zetten. Hier-
voor hebben we speciaal een HIT-Group aangemaakt op
LinkedIn. Via onderstaande button wordt u doorgestuurd
naar deze groep die open is voor iedereen. Hier kunt u
terecht voor al uw vragen omtrent horizontaal toezicht door
zelf een discussietopic te starten naar aanleiding van uw
vraag of u kunt zich mengen in één van de bestaande dis-
cussies. Op deze manier hopen we de kennis omtrent hori-
zontaal toezicht gezamenlijk te verbreden en tot vruchtba-
re inzichten te komen die kunnen leiden tot optimalisering
van horizontaal toezicht in de praktijk.◄
H I T - G E B R U I K E R S G R O E P B I J E E N K O M S T
De volgende gebruikersgroepbijeenkomst voor alle HIT-
leden wordt georganiseerd op 14 september a.s.!
Bent u HIT-lid en wilt u hieraan deelnemen?
Meldt u zich dan gratis aan via deze link.
Bent u nog geen lid en wilt u kennismaken met HIT?
U kunt eenmalig gratis deelnemen aan de gebruikers-
groepbijeenkomst. Aanmelden kan via deze link of
bezoek onze website:
www.promanagement.nl
Reageren op dit artikel? Klik hier
Pagina 13
MÖRING ADMINISTRATIES Dinsdag 15 juni jl. reed ik met mijn kantoorgenote Mary
Bakker naar de tweede bijeenkomst horizontaal toezicht.
De eerste bijeenkomst hebben wij helaas moeten missen,
dus we hadden geen idee wat we van deze bijeenkomst
konden verwachten. De ontvangst en locatie waren prima.
Na een korte inleiding hield prof. dr. Hans Verkruijsse een
boeiende lezing rondom de vraag ‘ Bent u in control? ’ .
Na de pauze stond er een paneldiscussie op het program-
ma over ‘ Horizontaal toezicht in de praktijk ’ . Tijdens
deze paneldiscussie kwamen een aantal interessante
kwesties naar voren. Mijn vraag aan het panel concen-
treerde zich op het sluiten van convenanten door de Belas-
tingdienst met koepels als het NOAB: “ Welke normen
liggen hier aan te grondslag?” Daarnaast stelde ik de
vraag hoe belastingadviseurs om moeten gaan met de
beperkte informatie die de Belastingdienst los laat over
horizontaal toezicht.
Uit de antwoorden van de Belastingdienst is mijns inziens
gebleken dat men de materie ook nog niet helemaal be-
heerst. Ook van de kantoren die aan de pilots van horizon-
taal toezicht deelnamen, komt weinig informatie. De dis-
cussie spitste zich toe op de vraag “ Zijn wij al zo ver dat
horizontaal toezicht door de belastingadviseurs als regel
zal worden geaccepteerd, wat is het voordeel voor de cli-
ënt en adviseur? ”
Tijdens de discussie kwam ook de vraag naar voren of je
als klein kantoor, zonder gebruik te maken van een koepel,
kunt deelnemen aan het horizontaal toezicht. De Belasting-
dienst heeft deze vraag kort en duidelijk beantwoord:
Neen, dat kan niet.
Mijn conclusie van deze bijeenkomst is: Heel interessant,
echter ik ben van mening dat het horizontaal toezicht nog
in de kinderschoenen staat en dat wij, de Belastingdienst,
adviseurs en koepels, nog veel werk zullen moeten verzet-
ten teneinde het een en ander te realiseren.
Wij kijken met veel belangstelling uit naar de 3e bijeen-
komst op 14 september aanstaande.
J. Möring
SAUËR AA ACCOUNTANCY EN BELASTINGADVIES
T.O.F. Sauër AA
BIJL ACCOUNTANTS & BELASTINGADVISEURS Dank voor het organiseren van alweer de tweede HIT-
bijeenkomst. Naar aanleiding van de paneldiscussie wordt
ik steeds nieuwsgieriger naar de mogelijkheden om de
kwalitatieve eisen voor de toepassing van horizontaal toe-
zicht in te kunnen vullen.
Ik begrijp dat de Belastingdienst daarbij niet over één nacht
ijs wil gaan en graag een indirecte controle heeft. Toch
blijft het gek dat het voor een kantoor als het onze ( nog )
niet mogelijk is om, anders dan via een lidmaatschap van
het SRA en/of NOAB, te kunnen kwalificeren.
Het idee om te willen kwalificeren is mede door de panel-
discussie alleen maar aantrekkelijker geworden.
Daarnaast is het altijd goed om rechtstreeks van de Belas-
tingdienst te horen dat ook onder horizontaal toezicht de
weg over de gehele breedte kan en mag worden bewan-
deld.
Ook is het wel aardig om, ondanks alle aarzelingen en
scepsis, nog eens helder uitgelegd te krijgen dat het be-
lang niet alleen bij de Belastingdienst en zeker ook niet
alleen bij de accountant/belastingadviseur ligt, maar juist
ook bij de belastingplichtige.
Het is dus de gehele keten die uiteindelijk voordeel zou
moeten kunnen behalen, en die mening deel ik ook wel.
Kortom met dank aan de sprekers kijk ik uit naar een vol-
gende bijeenkomst en met name naar de mogelijkheden
om horizontaal toezicht breder toegankelijk te maken.
Mr. R.S.L. Bijl
REACTIES HIT-GEBRUIKERSGROEPBIJEENKOMST Na afloop van de tweede HIT-bijeenkomst hebben we een aantal aanwezigen gevraagd een korte reactie te geven op de
bijeenkomst in het algemeen en de gedeelde kennis ten aanzien van horizontaal toezicht in het bijzonder.
Pagina 14 Pagina 14
PROFITEER VAN JE DIGITALE ZAKELIJKE NETWERK!
Social media als Facebook, LinkedIn
en Twitter maken het mogelijk maken
om ervaringen, kennis, bronnen,
ideeën, observaties en verwonderin-
gen met elkaar te delen. Vanuit zake-
lijk perspectief geeft dit nieuwe moge-
lijkheden en nieuwe kansen om jezelf
te profileren en via deze platformen
nuttige ideeën, inzichten en kennis op
te doen. Wanneer er veel wordt ge-
converseerd op deze platformen, dan
houdt dat in dat er kennis wordt ge-
genereerd. Ideeën worden innovaties
en blogs worden kennisbronnen wan-
neer verschillende mensen eraan
bijdragen en content gaan linken.
Gestructureerde kennis als nieuws,
artikelen en documenten, worden
gekoppeld aan ongestructureerde
kennis als commentaar en book-
marks. Deze vorm van kennisma-
nagement wordt onder andere veel
gebruikt op de zakelijke social net-
worksite LinkedIn.
Voor diegene die nog niet bekend zijn
met LinkedIn; hier kunnen gebruikers
via hun ‘ zakelijke ’ profiel netwer-
ken met hun relaties. Wereldwijd
heeft LinkedIn rond de 70 miljoen
leden en Nederlanders zijn de meest
actieve Europese gebruikers. Ook
onder accountants en fiscalisten
wordt LinkedIn veel gebruikt; 56%
van de fiscalisten en 62% van de
accountants hebben een LinkedIn
profiel, zo blijkt uit de arbeidsmarkt-
enquête. Ten behoeve van het ken-
nismanagement worden voornamelijk
de LinkedIn groups gebruikt. Dit zijn
groepen, aangemaakt door gebrui-
kers of organisaties, waarbinnen con-
tent gedeeld wordt en wordt gedis-
cussieerd over onderwerpen binnen
een specifieke bedrijfstak of branche.
Tijdens de paneldiscussie van afgelo-
pen HIT-bijeenkomst bleek maar
weer eens dat er nog veel voer tot
discussie is omtrent het hele horizon-
taal toezicht en ook naar de toekomst
toe. In dat kader nodigen wij iedereen
uit deze discussie online voort te zet-
ten. Neem deel aan één van de dis-
cussietopics of start er zelf één naar
aanleiding van een vraag of issue die
bij u of uw organisatie leeft omtrent
horizontaal toezicht. Hiermee willen
we verder de diepte in om uiteindelijk
te komen tot bredere inzichten.
De stem van het publiek is belangrijk
om het horizontaal toezicht te optima-
liseren en zo efficiënt mogelijk te la-
ten werken. Zowel voor instanties als
de Belastingdienst, als ondernemin-
gen en intermediairs is het daarom
belangrijk om de discussie aan te
gaan.
Doe mee met de HIT-discussie en
sluit uzelf aan bij de Pro Management
group op LinkedIn ( http://
www.linkedin.com/groups?
about=&gid=2388121&trk=anet _ug
_ grppro ) . De kennisoverdracht
dient immers ook horizontaal te zijn.
Samen kunnen we de werkwijze van
horizontaal toezicht op deze manier
verder optimaliseren.◄
Lin
ked
In
Er worden een aantal trends genoemd die de drijvende kracht worden achter verande-
ring in de accountancy. Eén van die trends is social media. Het gebruik hiervan is sterk
stijgende binnen organisaties. Een goede social media strategie gaat steeds meer een
centrale rol spelen. Dit geeft aan dat het medialandschap aan het veranderen is. Er
wordt ook wel gesproken van een nieuw communicatie paradigma waarbij de kennis,
informatie en ervaringen steeds meer vanuit de klant komen en worden verspreid via
de social media. Contentcreatie vindt op grote schaal door de klant zelf plaats en de social media faciliteren
deze creatie en communicatie van content sterk. De communicatie met klanten verandert van passief naar
steeds meer interactief.
Volg HIT via:
http://twitter.com/PM _Software
http://www2.promanagement.nl/
diensten/horizontaal-integraal-
toezicht.html
http://www.linkedin.com/groups?
mostPopular=&gid=2837831
Pagina 15
Co
lum
n
In iedere editie van HIT-zine zal er een column worden geplaatst van Pieter de Kok
RA, eigenaar van Coney, een organisatie die op zoek is naar slimme ( IT- )
oplossingen op het gebied van accounting, control en fiscaliteit. Hierin zal hij op
geheel eigen wijze zijn visie en ervaringen met u delen omtrent horizontaal toezicht.
De discussie over horizontaal toezicht
heb ik voor mijzelf teruggebracht tot de
vraag: is horizontaal toezicht nu een
vraagstuk van de dingen ‘ juist ’
doen of van de ‘ juiste ’ dingen
doen? Oftewel, is horizontaal toezicht
nu een instrument of is het een visie?
Op basis van de tweede HIT-
bijeenkomst van 15 juni jl. moet ik con-
cluderen dat de zoektocht naar het
juiste antwoord nog maar net is begon-
nen. De nieuwe lente is aangevangen.
Het hoe en waarom is nog verre van
duidelijk.
Ik ben ervan overtuigd dat velen de
natuurlijke drang tot verandering in
zich hebben. Mijn persoonlijke drang
wordt ingegeven door de wil om de
‘ j uiste dingen ’ te doen als omstan-
digheden veranderen. Ik maak me
persoonlijk nooit zorgen over dingen
‘ j uist ’ doen, ook niet onder verande-
rende omstandigheden. Daar ligt niet
de uitdaging.
Een groot deel van de groep die hori-
zontaal toezicht moet uitdragen, begrij-
pen en toepassen, maakt zich nadruk-
kelijk zorgen over de vraag of het
kunstje anders wordt. Andere spelre-
gels, andere afspraken. Ik begrijp die
zorg. Een ander deel van de groep
stelt zichzelf juist de vraag: ‘ voldoet
horizontaal toezicht aan mijn criteria
van de ‘ juiste ’ dingen doen? ’ . Een
mooi spanningsveld, maar spanning
verlamt, blokkeert verandering en het
lost ook niets op.
De kern van het probleem rondom het
vraagstuk horizontaal toezicht, is dat
het ‘ waarom ’ niet duidelijk wordt
verkocht door de fiscus en partijen
hierdoor tegenover elkaar blijven
staan. Maatschappelijk belang? Lage-
re belastingdruk? Verbetering van de
professionaliteit van fiscale intermedi-
airs? Allemaal termen die over tafel
vliegen.
Mijns inziens wordt horizontaal toe-
zicht ingegeven door het gebrek aan
controlecapaciteit bij de fiscus. Dit
gebrek, gekoppeld aan de beschik-
baarheid van nieuwe technologie en
het kunnen inspelen op het
‘ v erantwoordelijkheidsgevoel’ van
professionals, is de cocktail van hori-
zontaal toezicht.
Zonder vertrouwen en fairplay vaart
niemand wel, ook de fiscus niet in rela-
tie tot haar sparringpartners in het
veld. Vertrouwen en fairplay zijn dus
de twee drijfveren van horizontaal toe-
zicht. De acrobatische oefeningen van
een fiscaal intermediair behoeven
geen aanpassingen. Hoge sprongen,
krachtige bewegingen, intelligente
combinaties en snelheid. Deze blijven
allemaal cruciaal.
Hetgeen alleen verandert is het be-
wustzijn dat de jury wat minder mee-
kijkt. Dit omdat er simpelweg te weinig
juryleden zijn, maar ook omdat de jury
beschikt over zeer moderne tech-
nieken om waar nodig op te treden.
Dingen ‘ juist ’ doen is de basis.
Waar het bij horizontaal toezicht echt
om gaat is om de ‘ juiste ’ dingen te
doen. Technieken veranderen, de fis-
cus als organisatie verandert en de
pappenheimers zijn bekend. Nog be-
langrijker, er is een basis voor vertrou-
wen en fairplay ingegeven door een
reeds bestaand hoog niveau van pro-
fessionaliteit in Nederland. Horizontaal
toezicht gaat dit professionele proces
verder ondersteunen, niet meer, niet
minder. More time for the bad guys.
Fiscale intermediairs blijven doen wat
ze al deden, namelijk prima werk afle-
veren. Er is echter wel een roep om
ondersteuning van het horizontaal
toezicht proces met templates en do-
cumentatietools die speciaal voor za-
kelijke dienstverleners zijn ontwikkeld.
Ik wil de fiscus wel aanbevelen een
combinatie te vinden van zachte moni-
toring op basis van data-analyse en
keihard doorprikken bij de eerste sig-
nalen van ‘ geschonden vertrou-
wen ’ . Trap niet in de valkuil van het
zachtjes zweven boven de partijen,
lamlendig en traag. High trust is geen
synoniem voor verliefdheid, grote roze
brillen en ‘ de boel bij elkaar willen
houden ’ . Die sfeer is dodelijk voor
het succes van ‘ high trust ’ . Wees
alert en agressief. Het is dan even
geen rozengeur en maneschijn.
Drs. Pieter de Kok RA
partner bij Coney - gespecialiseerd in
het ‘ in control ’ vraagstuk, risicoma-
nagement en data-analyse.
ROZENGEUR EN MANESCHIJN Drs. P. de Kok RA | partner bij Coney
Volg Coney via:
http://twitter.com/coneynl
www.coney.nl
http://nl.linkedin.com/pub/drs- pieter-de-kok-ra/2/563/27
Pieter de Kok RA
Reageren op dit artikel? Klik hier
Pagina 16 Pagina 16
De basis voor horizontaal toezicht is wederzijds vertrouwen, begrip en transparantie tussen de
belastingdienst, de beroepsorganisatie, het accountants- of administratiekantoor en de klanten van
de kantoren. Deze partijen dienen hun werkprocessen zo op elkaar af te stemmen, dat de kwaliteit van
aangiften hoog is en de belastingdienst de aangiften zonder correcties kan accepteren en afdoen.
Belangrijk is dat alle medewerkers op dezelfde manier de werkprocessen uitvoeren en de bevindingen
vastleggen. De komende nummers van HIT-zine zullen wij u steeds informeren over de diverse
werkprocessen die toegepast dienen te worden. Ter
min
olo
gie
WANNEER WORDEN WELKE TERMEN GEBRUIKT? DEEL I: WERKPROGRAMMA´S EN CHECKLISTEN
De termen werk- of controleprogramma en checklisten
worden door elkaar gebruikt. Wij leggen uit waartoe der-
gelijke overzichten dienen en vervolgens bespreken wij
wanneer welke termen worden gebruikt en hoe ze wor-
den toegepast.
Degene die een dergelijk overzicht samenstelt, is de ver-
antwoordelijke accountant of hoofdadministrateur
( h ierna te noemen: accountant ) . In de accountantswe-
reld betreft het een mix van beschrijvingen van activitei-
ten om jaarlijks op een verantwoorde wijze de jaarreke-
ning te controleren of samen te stellen.
In feite betreft het handelingen die waarborgen dat de
balans juist is en de opbrengsten en kosten volledig en
tijdig zijn verantwoord. Zolang de accountant die werk-
zaamheden zelf zou moeten uitvoeren, is op basis van
kennis en ervaring bekend wat er allemaal gedaan moet
worden. Maar in de meeste gevallen wordt een belangrijk
deel van de werkzaamheden door assistenten uitge-
voerd.
De accountant blijft echter verantwoordelijk voor de
juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
Er zal dus bewaakt moeten worden dat alle uit te voeren
activiteiten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Het
programma ( de instructie aan de medewerkers ) vormt
daarbij een hulpmiddel. Daarnaast dient de accountant
nog steeds de prestaties van de medewerkers inhoudelijk
te beoordelen.
Naast de functie van het geven van werkinstructies aan
de medewerkers, geldt dat de accountant zich ook ach-
teraf moet kunnen verantwoorden inzake de onder zijn of
haar verantwoording uitgevoerde werkzaamheden. Om
die reden dienen dus ook de uitgevoerde handelingen te
worden vastgelegd. Belangrijk is dan om vast te leggen
wanneer en door wie deze handelingen zijn uitgevoerd.
Die verantwoording wordt steeds belangrijker. Zowel
tegenover de opdrachtgever, als ten behoeve van de
kwaliteitsbewaking, die steeds vaker wordt beoordeeld
door een beroepsorganisatie, de AFM of ( bij horizontaal
toezicht ) de Belastingdienst.
De accountant bepaalt per organisatie welke gegevens
dienen te worden verzameld en welke handelingen moe-
ten worden verricht. En maakt dan keuzes op basis van
de situatie van de specifieke klant en legt deze vast in
een programma van activiteiten.
Zo geldt dat bijvoorbeeld de werkzaamheden voor het
opstellen van een jaarrekening van een dienstverlenend
bedrijf afwijken van die ten behoeve van een fabricage-
bedrijf. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de jaarrekening
van een zzp ’ er ten opzichte van een organisatie waar
vele mensen werken.
De feitelijke situatie bij de klant wordt meestal aangeduid
als de aanwezige ( zichtbare/herkenbare ) Administra-
tieve Organisatie en Interne Beheermaatregelen ( ook
wel aangeduid als AOIC ) .
GRATIS WERKPROGRAMMA'S!
Pro Management biedt leden van de HIT-
gebruikersgroep gratis standaard werkprogramma's
aan die als pdf- of MS-Excel document in het digitale
dossier kunnen worden opgeslagen. Men kan deze
jaarlijks gebruiken: digitaal of uitgeprint.
Klik op onderstaand link voor de downloads ( u dient
eerst in te loggen ) :
http://www2.promanagement.nl/downloads/
werkprogrammas-en-checklisten.html
Pagina 17
CONTROLEPROGRAMMA: deze term wordt meestal gebruikt
door accountants ( RA ’ s of
AA ’ s ) , die op verzoek van op-
drachtgevers een jaarrekening be-
oordelen en een verklaring daar-
over afgeven. Veelal wordt dit pro-
gramma opgesteld met als basis de
jaarrekening en wordt er
“ t eruggewerkt ” naar de admi-
nistratie en organisatie;
WERKPROGRAMMA: deze term wordt meestal gebruikt
door accountants en ( hoofd)
administrateurs, die op verzoek van
een relatie een jaarrekening samen-
stellen. Hier geldt dat de uitgangs-
punten juist de administratie en
organisatie zijn en dat naar de jaar-
rekening toe wordt gewerkt;
CHECKLISTEN: in feite onderdelen van een controle
- of werkprogramma, maar dan toe-
gespitst op een specifieke activiteit
of handeling die op een ander mo-
ment wordt uitgevoerd dan de werk-
zaamheden die genoemd worden in
het programma. Voorbeelden zijn
een checklist voor het aannemen
van nieuwe opdrachten, een check-
list voor de beoordeling of de kwali-
teitsrichtlijnen van het eigen kantoor
zijn gevolgd ( vaktechniek ) , een
checklist omzetbelasting, loonhef-
fing of inkomstenbelasting.
Het programma van activiteiten is nu het controle- of werkprogramma al dan niet aangevuld met checklisten. Wij leg-
gen uit welke termen wanneer worden gebruikt:
In de volgende uitgave:
Deze programma ’ s en checklisten wijken slechts inhou-
delijk af. De structuur is in feite steeds gelijk. Zo worden
de uit te voeren handelingen vastgelegd en is er een
ruimte waar de datum van de uitvoering wordt vastge-
legd, alsmede de paraaf van de uitvoerder en meestal
ook een codering van de plaats waar documenten betref-
fende het onderwerp zijn opgeslagen ( dossiercode ) .
Waar nog wordt gewerkt met papieren dossiers, worden
de werkprogramma ’ s uitgeprint en fysiek afgetekend.
Op aparte bijlagen worden dan aantekeningen met be-
trekking tot het dossier gemaakt en worden de bijbeho-
rende documenten en bewijsstukken op de juiste plaats
in het dossier opgeborgen. Veelal wordt een algemeen
programma gebruikt en worden de rubrieken die in feite
niet van toepassing zijn voorzien van de aantekening
‘ n .v.t. ’ .
Met de komst van digitale oplossingen is de flexibiliteit
vele malen groter. Uit een algemeen basis werk- c.q.
controleprogramma worden uitsluitend die activiteiten
geselecteerd die voor de specifieke opdrachtgever van
toepassing zijn. Dit geschiedt ( g eautoriseerd ) door de
verantwoordelijke accountant. Het programma wordt dus
klantspecifiek gemaakt. Per uit te voeren activiteit kun-
nen dan digitaal aantekeningen worden gemaakt en wor-
den de digitale documenten en bewijsstukken gekoppeld.
Ook het aftekenen geschiedt digitaal. Indien gebruik
wordt gemaakt van een database, kunnen met behulp
van keuzemenu ’ s allerlei selecties worden gemaakt,
zowel vanuit het werk- c.q. controleprogramma, als van-
uit de digitale dossiers, de jaarrekening of saldibalansen.
Een nog verdergaande digitalisering maakt het zelfs mo-
gelijk de AOIC van een relatie digitaal vast te leggen en
vervolgens op basis van de interne beheermaatregelen
( o pgenomen in de beschrijving van de AOIC ) te bepa-
len welke risico ’ s er nog zijn die aanvullend dienen te
worden opgenomen in het controle- of werkprogramma.
Het in gebruik nemen van werk-, controleprogramma ’ s
en checklisten leidt altijd tot een belangrijke toename in
de kwaliteit van werken. Immers wordt dan vooraf be-
paald welke werkzaamheden dienen te worden uitge-
voerd en is er een controlemogelijkheid of alle te verrich-
ten handelingen ook daadwerkelijk zijn gedaan. Als daar-
naast ook duidelijke richtlijnen zijn opgenomen met be-
trekking tot de indeling van permanente en jaardossiers
en de wijze van vastleggen, bereikt men dat alle mede-
werkers op eenduidige wijze het werk uitvoeren. Met
deze maatregelen heeft de verantwoordelijke accountant
meer grip op de eigen organisatie.◄
Deel II: Leadsheetcodes en digitaal dossier
Pagina 18 Pagina 18
Waar hierna het woord gemeente ( n ) wordt gebruikt
worden daaronder evenzeer de provincie (s ) verstaan.
WAAROM HORIZONTAAL TOEZICHT?
Het controleren van oude jaren is voor gemeenten uitermate
onbevredigend. Doelstelling van zowel de gemeenten als de
Belastingdienst is immers zoveel mogelijk in de actualiteit te
werken. Nog vervelender is het als een controle van de Be-
lastingdienst leidt tot een principieel meningsverschil die
eigenlijk alleen via inhuur van externe deskundigheid is op
te lossen dan wel voor de rechter moet worden uitgevoch-
ten. Geschillen die vaak handelen over feiten die vele jaren
terug hebben plaatsgevonden. Niet alleen leidt dit tot hoge
kosten en langslepende procedures, maar ook tot onzeker-
heid en onderling wantrouwen.
Zou het niet mooi zijn als de Belastingdienst met de ge-
meenten een relatie kan opbouwen die gebaseerd is op
wederzijds vertrouwen? Wij denken van wel. De fiscale
handhaving kan dan beperkt blijven tot de gehanteerde con-
trolemechanismen en zich uitsluitend richten op het heden.
Horizontaal toezicht sluit bovendien aan bij de ontwikkelin-
gen in de samenleving waar eigen verantwoordelijkheden
en regie van onderneming- en overheidsbestuurders scher-
per worden vastgelegd en geborgd door middel van toe-
zicht. Ondernemingen en overheden moeten naar alle be-
langhebbenden transparant zijn over de mate waarin zij de
bedrijfsdoelstellingen halen en de mate waarin de proces-
sen in control zijn. Het primaire uitgangspunt is dan ook dat
convenanten worden gesloten met organisaties die hun
‘ T ax Control Framework ’ op orde hebben.
HET TAX CONTROL FRAMEWORK (TCF) Het TCF wordt in de praktijk beschouwd als het raamwerk
dat nodig is om de vele fiscale risico ’ s waaraan organisa-
ties onderworpen zijn te kunnen beheersen en maakt onder-
deel uit van het ‘ Business Control Framework ’ . Een stan-
daard TCF bestaat niet, noch een blauwdruk hiervoor, en
algemeen aanvaarde normen ontbreken nog. De Belasting-
dienst en de staatssecretaris van Financiën hebben geen
richtlijnen uitgevaardigd. Afhankelijk van de grootte van een
gemeente en de mate waarin deze al volgens procesbe-
schrijvingen werkt, is het opstellen van een TCF maatwerk.
Gemeenten zullen zelf moeten nadenken hoe het TCF vorm
moet krijgen en de mate waarin zij de fiscale risico ’ s willen
beheersen. Daarnaast is een TCF geen op zichzelf staand
instrument. Maak als organisatie niet de vergissing in een
duur softwarepakket te investeren om een TCF te bouwen
dat los staat van reeds bestaande bedrijfsprocessen. Auto-
matiseren is vooralsnog eerst organiseren. Sluit aan bij be-
staande bedrijfsprocessen die hun nut hebben bewezen en
voeg daar de fiscaliteit aan toe. Vanuit dit kader is het een
natuurlijk moment om aansluiting te zoeken bij de ( her )
ontwerpprocessen die vanuit het NUP worden gestart.
E-DIENSTVERLENING
Sinds de inwerkingtreding in 2004 van de Wet Elektronisch
Bestuurlijk Verkeer ( WEBV ) heeft iedere gemeente een
aanvang gemaakt met e-dienstverlening richting de burger.
Dit kan variëren van een website waar burgers teksten kun-
nen lezen en formulieren kunnen downloaden tot een uitge-
breid interactief portal met productcatalogi en waar de sta-
HORIZONTAAL TOEZICHT EN E-DIENSTVERLENING H.A.M. Roosendaal MBA MCM | EFK Belastingadviseurs
Henk Roosendaal
Gemeenten en provincies worden in toenemende mate geconfronteerd met het verschijnsel
‘ h orizontaal toezicht ’ en hieraan gerelateerde begrippen als ‘ Tax Control Framework ’ ( h ierna:
TCF ) en ‘ in control zijn ’ . Inmiddels heeft een aantal van hen een handhavingconvenant gesloten
of is al bezig met een TCF. Daarnaast ontstaat vanuit het Nationaal Uitvoeringsprogramma betere
Dienstverlening en e-overheid ( N UP ) urgentie om snel aan de slag te gaan met e-dienstverlening.
Maar wat heeft horizontaal toezicht en een TCF nu met e-dienstverlening te maken?
Pagina 19
tus van zijn of haar lopende zaken kan worden ingezien. De
meeste gemeenten bevinden zich ergens tussen deze twee
varianten en werken in hun eigen tempo richting het verder
publiekelijk ontsluiten van informatie. In dit complexe en veel-
omvattende proces worden alle interne werkprocessen be-
schouwd, eventueel opnieuw ingericht en daar waar nodig
ontsloten richting de burger. Onze mening is dat het verstan-
dig is om tegelijkertijd de fiscaliteit in deze beschouwing mee
te nemen.
GEZOND BOERENVERSTAND
Horizontaal toezicht is een kwestie van logisch nadenken en
aanhaken bij bestaande ontwikkelingen zoals
e-dienstverlening in uw organisatie. Neem daarbij als vertrek-
punt de huidige bedrijfsvoering en laat u niet verleiden tot
nieuwe en dure pakketten die voor u een heel nieuw begin
gaan betekenen. Zoek aansluiting bij de bestaande procesbe-
schrijving en audits en voeg de fiscale componenten daar aan
toe. Werk in twee fasen:
1. De eerste ( beheers ) fase bestaat uit het inventarise-
ren van de risico ’ s. Betrek hierbij een specialist die
met een frisse en onafhankelijke blik en met kennis
van zaken feedback geeft. Vaak kunnen in deze fase
al direct forse besparingen worden gerealiseerd of
risico ’ s worden afgedekt.
2. De tweede ( beleids ) fase is het implementeren in de
werkprocessen van de inzichten uit de eerste fase en
het maken van gedegen keuzes voor het beleid in de
toekomst.
U gaat uw proces zodanig inrichten dat uw organisatie fiscaal
in control komt en blijft. Uitgangspunt hierbij is binnen wet- en
regelgeving mogelijke varianten te onderkennen. Niet onbe-
langrijk voor succes is het in een vroeg stadium inventariseren
en op peil brengen van de fiscale normen en waarden van
management en medewerkers. Er zijn uiteraard niet alleen
pluspunten. U dient er rekening mee te houden dat het infor-
meren van de fiscus verder gaat dan de wettelijke verplichtin-
gen en dat het uiteraard ook tijd en geld kost om het proces te
monitoren en in te regelen. Uiteraard is het ook mogelijk het-
zelfde doel te bereiken zonder een handhavingconvenant te
sluiten met de Belastingdienst. Het is dus aan u te bepalen of
en in welke fase van vorenstaande aanpak u een handhaving-
convenant sluit met de Belastingdienst. Als het fundament
goed is kunnen we op ieder gewenst moment met de Belas-
tingdienst aan tafel voor een goed gesprek.◄
http://twitter.com/henk _roosendaal/
statuses/15728315096
www.efkbelastingadviseurs.nl
Horizontaal toezicht is
een kwestie van logisch
nadenken en aanhaken bij
bestaande ontwikkelingen
zoals e-dienstverlening
in uw organisatie.
Reageren op dit artikel? Klik hier
Pagina 20 Pagina 20
Tax In-Controlverantwoording op
agenda Horizontaal toezicht
31-05-2010 • Accountancynieuws
Horizontaal toezicht, de nieuwe aan-
pak van de Belastingdienst, zal een
stille dood sterven als er niet meer
aandacht komt voor de interne fiscale
beheersing. En die verdient het niet.
Met Horizontaal toezicht profileert de
Belastingdienst zich sinds kort als
een doelmatige partij die samen met
de belastingplichtigen oplossingen wil
vinden voor fiscaal ingewikkelde
vraagstukken. Dat gebeurt via een
open en transparante dialoog, geba-
seerd op wederzijds vertrouwen. En
dat vertrouwen wordt weer ontleend
aan de fiscale beheersingsmaatrege-
len die verankerd zijn in de dagelijkse
bedrijfsuitvoering van ondernemin-
gen, het Tax Control Framework
(TCF). Als die solide is, staat niets
een goede samenwerking met de
Belastingdienst meer in de weg. Dit is
echter precies waar de schoen
wringt. Het ontbreekt aan duidelijk-
heid hoe een Tax Control Framework
er uit moet zien. Het is echter in eer-
ste instantie niet aan de fiscus om
met minimumvereisten voor een Tax
Control Framework te komen. Te-
recht stelt die dat alle bedrijven an-
ders zijn en dat zij niet op de stoel
van de ondernemer wil gaan zitten.
Om vrijblijvendheid te voorkomen,
kan worden gedacht aan een fiscale
In-Controlverklaring waarmee be-
stuurders de Belastingdienst expliciet
met een redelijke mate van zekerheid
kunnen tonen dat de onderneming
haar fiscaliteit beheerst. Dat zijn dan
direct ook de agendapunten voor de
komende dialoog met de Belasting-
dienst, die daarmee vanzelf relevante
inhoud krijgt.
Lees meer Reageer
Beheersverslag Belastingdienst 2009
02-06-2010 • Accountancynieuws
Medio mei heeft de minister van Fi-
nanciën het Beheersverslag Belas-
tingdienst 2009 naar de Tweede Ka-
mer gestuurd. In het Beheersverslag
wordt verantwoording afgelegd over
het halen van de afgesproken doel-
stellingen en over wat er is gepres-
teerd in het jaar 2009. Het blijkt dat
de digitale dienstverlening is verbe-
terd: de pilot met vooraf ingevulde
aangifte inkomstenbelasting is suc-
cesvol verlopen; gebruikers waarde-
ren het gemak en de tijdwinst. Verder
blijkt onder meer dat het horizontaal
toezicht is uitgebreid, er sprake is van
werkende loonaangifteketen en dat
het Toeslagenproces flink is verbe-
terd.
Lees meer
Fiscus komt met update convenanten
Horizontaal Toezicht
02-06-2010 • Accountancynieuws
De Belastingdienst heeft de afgelo-
pen twee maanden weer diverse con-
venanten over Horizontaal Toezicht
gesloten met fiscaal intermediairs en
accountantskantoren. De fiscus heeft
de namen van de kantoren gepubli-
ceerd. Met de volgende fiscaal inter-
mediairs en accountants sloot de
Belastingdienst de afgelopen maan-
den een convenant:
FSV
Worrell & Jetten
Contour
Flynth
De Beer
WEA Zeeland
Spoelstra & Scherer
A+A
Wolting & Versteegh
Blaak & Breederveld
YKV
Bouwer & Officier
Lansigt
van Zwol/Wijntjes
Lees meer Reageer
HIT
nie
uw
s Hier selecteren wij voor u een aantal interessante nieuwsberichten omtrent hori-
zontaal toezicht van de afgelopen tijd. Wilt u het volledige artikel lezen, dan
verwijzen wij u door naar de oorspronkelijke bron, waarvan de link onderaan het
bericht is te vinden. Tevens moedigen wij u aan om een bijdrage te leveren aan
de kennisoverdracht en nieuwsgaring door enerzijds dieper in te gaan op het
nieuws en anderzijds zelf interessante artikelen aan te leveren die u tegenkomt.
Pagina 21
Wilt u constant op de hoogte blijven van al het nieuws over horizontaal
toezicht, volg ons dan ook op Twitter.
Discussietopic gestart n.a.v. blog en enquete over XBRL. Waar is de branche
bang voor? Benieuwd naar standpunten http://ow.ly/281aQ
Interessante blogpost @accountrends nav enquete XBRL/SBR: XBRL,waar
zijn accountants bang voor? http://ht.ly/27Xvf Goede vraag..
ProManagementNL: Bekijk deze video -- HIT - Hans Verkruijsse - Continuous
Monitoring.wmv http://youtu.be/up8hJFwdnI4
Nederlandse organisaties kiezen steeds vaker voor cloud computing. Bij 46%
van organisaties al onderdeel vd strategie http://bit.ly/c8v3eR
AccountancyNL: Uitkomst enquete over XBRL onder accountants en fiscalis-
ten http://bit.ly/ccXZM1 # Nivra
Jurjendelange Klaar voor seminar HITT . Nog even wachten op collega
@Bas _OR ( @ Aluminium Centrum ) http://4sq.com/di1jSO
LouweP Op weg naar Houten voor een bijeenkomst inzake horizontaal toe-
zicht
PM _software Bijeenkomst Horizontaal Toezicht was weer geslaagd. Erg
leuke presentatie Dhr. Verkruijsse en paneldiscussie leverde flinke interactie
op!
Pm _software De paneldiscussie nodigt dan ook zeker uit tot een vervolg. Er
zijn nog veel vragen omtrent Horizontaal toezicht!
ConeyNL Morgenmiddag 15 juni in Houten 2e Horizontaal Toezicht Discussie
met o.a. Hans Verkruijsse [E&Y] en Coney. HT - XBRL … http://lnkd.in/
ekeujq
Ondernemerslog Wat is horizontaal toezicht en hoe beïnvloedt het onderne-
mers http://bit.ly/dBVPxK
Henk _roosendaal Finished presentation about Horizontaal Toezicht en Tax
Control Framework. Ask me for more information.
Twitteradres Pro Management: http://twitter.com/PM _Software
'Toekomst van de belastingadviseur
ligt in het advies'
15.06.10 • Plein+
De toekomst van de belastingadviseur
ligt in zijn onafhankelijke en professio-
nele adviesfunctie. En juist deze ad-
viesfunctie ondervindt invloed van een
toenemende fair share-gedachte en
toenemende aansprakelijkheid. Dat is
een van de conclusies van het congres
'Belastingadviseur: een vak met toe-
komst!', georganiseerd door het Regis-
ter Belastingadviseurs op 11 juni jl.
Onder dagvoorzitterschap van prof. dr.
L.G.M. Stevens gingen de sprekers in
op verschillende ontwikkelingen die
van belang zijn voor het vak van belas-
tingadviseur. Aan de orde kwamen
onder andere de fiscale wetgeving en
de rol van de beroepsvereniging daar-
in, de positie van de belastingadviseur
ten opzichte van zijn klant respectieve-
lijk de Belastingdienst, Horizontaal
Toezicht en de invloed van digitale
vooruitgang op de beroepsuitoefening.
Lees meer Reageer
Wilt u reageren op het nieuws,
klik dan op de ‘ reageer-link ’
die u doorlinkt naar het
betreffende discussietopic
op LinkedIn. Wilt u een artikel
delen, dan kan dat hier.
Pagina 22 Pagina 22
HIT
in
bee
ld
DHR. VERKRUIJSSE
BENT U NU OF IN DE TOEKOMST IN CONTROL
VIDEO IMPRESSIE
HIT-gebruikersgroepbijeenkomst
Op deze pagina treft u een overzicht van videofragmenten van de HIT-gebruikersgroepbijeenkomst.
Klant is koning
Bent u in control?
Continuous monitoring
Pagina 23
PANELDISCUSSIE
Kwaliteitsnormen
Grijs gebied in HT
Kleine ondernemingen
REACTIE PANELDISCUSSIE
T.O.F. Sauër AA