home - omgevingsdienst midden-holland · web viewspecifiek voor een groot gedeelte van de regio...

21
Uitgangspuntennotitie 2020 Uitgangspunten voor de praktijk Versienummer: 1.3 Datum: Februari 2019

Upload: others

Post on 13-Sep-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

Uitgangspuntennotitie 2020Uitgangspunten voor de praktijk

Versienummer: 1.3Datum: Februari 2019

Page 2: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

ProductnummerOmschrijving Uitgangspuntennotitie 2020Status Conceptversie 1.3Datum Februari 2019Opdrachtgever Deelnemende partijen ODMH

Vastgesteld in het AB ODMH dd.Opgesteld door Sake Kuipers

Inhoudsopgave

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 2 van 17

Page 3: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

1 Inleiding.......................................................................................................................................... 1

1.1 Leeswijzer............................................................................................................................... 1

2 Algemeen....................................................................................................................................... 1

2.1 Omgevingsdienst Midden-Holland..........................................................................................1

3 Omgevingswet................................................................................................................................ 1

3.1 Omgevingswet........................................................................................................................ 1

3.2 Implementatie Omgevingswet.................................................................................................1

3.3 “Warme” overdracht bodemtaken...........................................................................................1

3.4 Risicogericht bodemtoezicht...................................................................................................1

3.5 Geluid betrekken bij verkeersbesluiten...................................................................................1

3.6 Voorbereiden monitoring wegverkeerslawaai.........................................................................1

4 Duurzaamheid................................................................................................................................ 1

4.1 Energietransitie....................................................................................................................... 1

4.2 Circulaire economie................................................................................................................1

4.3 Duurzame mobiliteit................................................................................................................1

4.4 Klimaatadaptatie..................................................................................................................... 1

4.5 Omgekeerde bewijslast...........................................................................................................1

4.6 Label C kantoorgebouwen......................................................................................................1

5 Bouw- en Woningtoezicht...............................................................................................................1

5.1 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen..................................................................................1

5.2 Asbestdaken 2024.................................................................................................................. 1

6 Digitalisering en overheidscommunicatie........................................................................................1

6.1 Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)..................................................................................1

6.2 Gemeentelijke Gemeenschappelijke Infrastructuur (GGI).......................................................1

6.3 Common Ground.................................................................................................................... 1

6.4 Wet open overheid.................................................................................................................. 1

6.5 Overheidscommunicatie: elektronisch berichtenverkeer en digitale terinzagelegging...........1

7 Overig............................................................................................................................................. 1

7.1 Risicogericht handhaven.........................................................................................................1

7.2 Zeer zorgwekkende stoffen.....................................................................................................1

7.3 Basisregistratie ondergrond....................................................................................................1

8 Bijlage............................................................................................................................................. 1

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 3 van 17

Page 4: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

1 Inleiding

Voor u ligt de Uitgangspuntennotitie 2020. Hierin beschrijven wij de ontwikkelingen die vanaf 2020 van invloed kunnen zijn op de uitvoering van de werkzaamheden van de Omgevingsdienst Midden-Holland. Deze ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot aanpassing van het aanbod van producten naar onze opdrachtgevers. De opgenomen onderwerpen in deze uitgangspuntennotitie zijn in gezamenlijk overleg met de leden van de adviescommissies en de ODMH tot stand gekomen.

De geformuleerde vakinhoudelijke uitgangspunten dienen als input voor de jaarprogramma’s 2020, die we in het derde kwartaal 2019 opstellen en bespreken met de individuele deelnemers.

De belangrijkste ontwikkelingen in 2020 bestaan uit de voorbereidingen op de Omgevingswet die impact heeft op de hele organisatie van de ODMH en op de wijze van samenwerking met de opdrachtgevers en ketenpartners. De ODMH ontwikkelt zich daarbij naar een dienstverlenend kennisinstituut die handelt in de geest van de Omgevingswet.

1.1 LeeswijzerDe ontwikkelingen zijn geschreven vanuit de optiek van de gemeenten en de provincie. Welke ontwikkelingen in het fysieke domein komen op onze opdrachtgevers af, waar moeten zij op inspelen en wat betekenen deze ontwikkelingen voor de uitvoering van de taken van de ODMH.

Hoofdstuk 2 beschrijft een aantal algemene zaken ten aanzien van de ODMH. In hoofdstuk 3 worden de ontwikkelingen beschreven rondom de Omgevingswet en de rol die de ODMH daarin kan spelen. Hoofdstuk 4 beschrijft een aantal grotere duurzaamheidsthema’s die in 2020 een rol zullen spelen in de uitvoeringstaken van de Omgevingsdienst. Ontwikkelingen t.a.v. het bouw- en woningtoezicht, digitalisering en open overheid worden in de hoofdstukken 5, 6 en 7 beschreven.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 4 van 17

Page 5: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

2 Algemeen

2.1 Omgevingsdienst Midden-HollandDe Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) draagt bij aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving. Dit doen wij door de uitvoering van de milieutaken voor de hele regio en de provincie Zuid-Holland en de bouw- en woningtoezichttaken voor de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Zuidplas, Waddinxveen en de provincie Zuid-Holland.

De taken omvatten vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieuregels en bouwregels. Daarnaast adviseert de ODMH en voert zij taken uit t.a.v. duurzaamheid, bodem, externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit, archeologie, ecologie en milieueducatie. De dienst houdt ook toezicht op de kwaliteit en veiligheid van officiële zwemwaterlocaties voor het gehele grondgebied van de provincie Zuid-Holland en voert tevens voor de gehele provincie taken betreffende slootdempingen uit.

Bij de ODMH werken per 1 januari 2020 ruim 200 medewerkers. De Omgevingsdienst heeft vier afdelingen: Bedrijven, Expertise, Bouw- en Woningtoezicht en Bedrijfsvoering.

De ODMH kenmerkt zich door een sterke bedrijfsvoering, het leveren van gedegen kwaliteit (ISO gecertificeerd) en veel kennis en ervaring met taken in de leefomgeving. Daarnaast vindt de Omgevingsdienst de afspraken die gemaakt worden met de deelnemers erg belangrijk. Afspraak = afspraak, en hier houden wij ons als opdrachtnemer ook aan. De ODMH zet de klant centraal. Onze klanten zijn inwoners, ondernemers en deelnemers.

In de jaarrapportages wordt aandacht besteed aan de outcome resultaten. Op welke manier draagt de ODMH bij aan het bereiken van de doelen die door gemeenten en provincie zijn gesteld ten aanzien van de fysieke leefomgeving?

Door de aangetrokken economie en de bijbehorende toename van de werkgelegenheid is het ook voor de ODMH moeilijker vacatures te vervullen. De ODMH zet daarom sterker in op arbeidsmarktcommunicatie (ODMH als ‘sterk werkgeversmerk’) en het vormgeven van traineeship voor jonge professionals.

Ook in 2020 blijft de ODMH, in navolging van het cultuurtraject in 2018 en 2019, zich ontwikkelen tot een dienstverlenende organisatie.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 5 van 17

Page 6: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

3 Omgevingswet

3.1 OmgevingswetDe Omgevingswet zal naar verwachting 1 januari 2021 in werking treden. De Omgevingswet bundelt tientallen wetten op het gebied van o.a. ruimte, wonen, milieu en natuur tot één wettelijk stelsel. De huidige wettelijke instrumenten worden gebundeld tot zes kerninstrumenten, waaronder de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan.

De Omgevingswet gaat uit van integraliteit. Dit betekent dat ook het proces van vergunningverlening en advisering integraal moet worden vormgegeven. Hierbij worden naast gemeenten, provincie en ODMH ook de Veiligheidsregio, GGD en waterschappen betrokken.

De ODMH heeft een faciliterende rol bij de implementatie van de Omgevingswet. Het tweemaandelijks regionaal overleg Omgevingswet wordt ook in 2020 voortgezet. In dit overleg vindt afstemming plaats over de implementatietrajecten van de Omgevingswet. Deelnemers aan dit overleg zijn de projectleiders van gemeenten, PZH, Veiligheidsregio HM, GGD HM, waterschappen, Rijkswaterstaat en de bestuurlijke regio Midden-Holland. Daarnaast vindt er afstemming plaats tussen de vijf omgevingsdiensten van Zuid-Holland en de 29 omgevingsdiensten in Nederland.

3.2 Implementatie OmgevingswetVoor de ODMH zijn de belangrijkste implementatiesporen het cultuurtraject, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en aanpassing van de werkprocessen, waaronder de ontwikkeling van het toekomstig productenboek van de ODMH en de bevoegdheidsverschuiving van provinciale bodemtaken naar gemeenten.

In 2020 zullen de meeste gemeenten en de provincie een omgevingsvisie hebben, of daarmee vergevorderd zijn. Omgevingsvisies zijn voor de lange termijn en op hoofdlijnen. Zij krijgen handen en voeten door vertaling in uitvoeringsbeleid: programma’s. In een programma geven gemeenten aan wat zij (met anderen) gaan doen om de beleidsdoelen uit de

omgevingsvisie te bereiken. Ook worden in een programma onderwerpen opgenomen die niet expliciet in de visie zijn vermeld, maar waar de gemeente wel mee aan de slag gaat.

ODMH heeft expertise over veel omgevingsthema’s en stelt nu al uitvoeringsbeleid op dat onder de Omgevingswet als programma kan gelden. De ODMH zal voorstellen doen hoe het bestaande uitvoeringsbeleid om te zetten naar programma’s.

In 2021 worden de bestaande bestemmingsplannen, lokale verordeningen en bepaalde landelijke regels (de ‘bruidsschat’) een ‘omgevingsplan van rechtswege’. Gemeenten hebben tot 2029 de tijd om dit om te bouwen tot een omgevingsplan zoals de Omgevingswet dat bedoeld heeft. Dit is een omvangrijk en complex traject. De ODMH zal de gemeenten ondersteunen en adviseren in het omzetten van het ‘omgevingsplan van rechtswege’ naar het definitieve omgevingsplan. Ook zal de ODMH de provincie ondersteunen bij het opzetten van de provinciale omgevingsverordening.

In het kader van de Omgevingswet moet gezondheid worden betrokken bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Er is een convenant tussen de GGD en de omgevingsdiensten in de

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 6 van 17

Page 7: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

veiligheidsregio Hollands Midden over gezondheid bij ruimtelijke plannen. Het is de bedoeling vanaf 2020 gezondheidsadvisering mee te nemen in de ROM advisering van de ODMH. Vooruitlopend wordt samen met gemeenten onderzocht hoe dit het beste kan gebeuren. Uitgaande van de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2021 zal 2020 in het teken staan van het verder testen van koppelvlakken naar de verschillende door het DSO op te leveren bouwstenen.

3.3 “Warme” overdracht bodemtaken Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021 vindt er een aantal veranderingen plaats in de verantwoordelijkheden en bevoegdheden die gemeenten op het beleidsterrein bodem en ondergrond hebben. Thans zijn alleen de provincies en een aantal grote gemeenten bevoegd gezag bodem. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden alle gemeenten bevoegd gezag over de bodem. Verschillende provinciale bodemtaken worden overgedragen aan de gemeenten. Dit heeft financiële en juridische gevolgen. Gemeenten krijgen in de Omgevingswet ook meer ruimte om eigen keuzes te maken. In 2020 zal invulling gegeven worden aan de overdracht van bodemtaken.

De “warme” overdracht is niet slechts een verhuizing van dossiers op het gebied van bodem en ondergrond. Het gaat hierbij ook over bewustwording, beschikbare kennis en instrumentarium, een veranderende organisatie en digitalisering. De ODMH kan de gemeenten ondersteunen bij het maken van de benodigde keuzes.

3.4 Risicogericht bodemtoezichtMet de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen activiteiten in en op de bodem (graven, saneren, toepassen) meldingsplichtig zijn in plaats van onder een vergunningplicht vallen. Omdat daarnaast ook de termijnen aanzienlijk zullen worden verkort, zal de omgevingsdienst meer reactief handelen in plaats van toetsing van te voren.

Dit vraagt om een andere wijze van bodemtoezicht en handhaven: risicogericht toezicht, waarbij op basis van data-analyse en risicoanalyse toezicht plaatsvindt op de grootste milieurisico’s. In 2020 zal dit verder worden uitgewerkt.

3.5 Geluid betrekken bij verkeersbesluitenOnder de Omgevingswet moeten verkeersbesluiten getoetst worden aan geluid. Verkeersbesluiten die een toename van het geluid van meer dan 1,5 dB veroorzaken, moeten worden gevolgd door een onderzoek of maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting te verlagen. Indien dit niet mogelijk is, moet de binnenwaarde in de woning (of andere geluidgevoelige bestemming) worden nageleefd.In 2020 zal dit door de ODMH worden uitgewerkt, om bij de start van de Omgevingswet deze taak goed uit te kunnen voeren.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 7 van 17

Page 8: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

3.6 Voorbereiden monitoring wegverkeerslawaaiHet geluid van het verkeer van gemeentelijke wegen krijgt een norm. Dit geldt overigens ook voor de wegen van het waterschap en de provincie. De norm voor het geluid van het wegverkeer moet de gemeente zelf opstellen in de vorm van een geluidskaart. Aan deze norm moet worden getoetst, bijvoorbeeld bij het realiseren van nieuwe woningen of het aanleggen of wijzigen van een weg.

Periodiek (vermoedelijk om de 5 jaar) moet de gemeente een verslag doen van het geluid van het wegverkeer. Bij overschrijding van de norm, dat kan bijvoorbeeld door de groei van het wegverkeer, dient de wegbeheerder (= de gemeente) maatregelen te treffen. Dan dient een programma opgesteld te worden.

De monitoring vindt plaats aan de hand van een verkeersmodel, dat mede gebaseerd is op tellingen van het verkeer. In 2019 wordt door de ODMH een nieuwe aanbesteding gedaan voor een verkeersmodel, dat van start gaat in 2020, zodat het nieuwe model klaar is bij inwerking treden van de Omgevingswet.

4 Duurzaamheid

4.1 EnergietransitieDe energietransitie begint vorm te krijgen. Het klimaatakkoord op hoofdlijnen kent een grote rol toe aan gemeenten en regio’s bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving en de opwekking van duurzame energie.

Gemeenten zullen uiterlijk eind 2021 een transitievisie warmte vaststellen waarin het tijdspad waarin wijken worden verduurzaamd, is vastgelegd. Per wijk zal na samenspraak met gebouweigenaren uiteindelijk een gemeenteraadsbesluit over de precieze toekomstige energievoorziening worden genomen. Deze visie moet elke 5 jaar geactualiseerd worden.

In 2019 hebben de regio’s een Regionale Energiestrategie opgesteld, die energieverbruik van de gebouwde omgeving en duurzame opwekking in 2030 in balans hebben, gericht op de kabinetsdoelstelling van 49% CO2-besparing t.o.v. 1990. Daarin moet rekening worden gehouden met een doorkijk naar energieneutraal in 2050. Alle RES’en van het land dekkend geheel van regio’s moeten optellen tot de afspraken in Parijs, het coalitieakkoord en het bod dat Nederland doet aan de EU. Wanneer de RES definitief is gemaakt, zal dit vervolgens zijn neerslag krijgen in de Omgevingsvisies en –plannen.

Regio Midden-Holland heeft de intentie uitgesproken dat in deze RES ook de energievraag en verduurzaming van mobiliteit een plaats moet krijgen.

Aansluiting bij de warmteleiding vanuit de Rotterdamse haven vraagt actieve inzet vanuit minimaal de meest Westelijk gelegen gemeenten van Midden-Holland. Dit moet gebeuren in een samenwerking met (tot) buiten de regio gelegen partijen (denk aan Greenport) Als basis zal dit kunnen worden ingezet voor glastuinbouw, maar aansluitend zijn er mogelijkheden voor warmte

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 8 van 17

Page 9: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

voor de gebouwde omgeving. Gezamenlijk moet verder worden gekeken naar opties om verder naar het oosten (Gouda?) in te zetten. In 2019 worden eerste stappen gezet, maar later (2020 e.v.) zal de verdere uitwerking plaatsvinden. Tegelijk moet worden gewerkt aan duurzame andere invoer van warmte in dit netwerk.

Duurzame energiebronnen hebben andere en aanvullende infrastructuur nodig. De ontwikkeling gaat gepaard met inpassingsvraagstukken, bijvoorbeeld voor windmolens en zonneweides, maar ook voor warmte uit geothermie, aquathermie en riothermie. Verder voor de inzet van duurzaam geproduceerde waterstof, nodig voor hoge temperatuurtoepassingen in de industrie, voor zwaar transport en verwarming van die delen van de gebouwde omgeving waar andere oplossingen extra moeilijk zijn.

Bovenstaande heeft consequenties voor diverse werkzaamheden bij de ODMH. Het gaat hierbij om advisering bij gebiedsvisies en omgevingsplannen, ruimtelijke inpassing duurzame energie en infrastructuur. Maar ook ondersteuning bij participatietrajecten, bodemtaken voor duurzame warmtesystemen en taken op het gebied van bouw- en woningtoezicht.

4.2 Circulaire economieGemeenten werken langs drie lijnen aan de circulaire economie. In het economisch accountmanagement ondersteunen gemeenten en provincie innovatieve bedrijven bij het zoeken van gelijkgestemde ketenpartners en kennisinstelling om meer en nieuwe producten uit grondstoffenstromen en reststromen te maken. Op regionale schaal doet Midden-Holland mee in Groene Hart werkt!

Daarnaast zijn gemeenten en provincie een economische actor van belang vanwege hun inkoop en aanbestedingen. Circulair aanbesteden is een nieuwe trend, bijvoorbeeld in de betonketen.

De gemeente of de provincie is bevoegd gezag voor vergunningverlening en toezicht op activiteiten met afval en reststromen. Circulaire initiatieven zijn niet altijd goed inpasbaar in bestaande wet- en regelgeving. Maar met experimerteerbepalingen en het zoeken van een andere wettelijke grondslag kunnen ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden. De ODMH ondersteunt de gemeenten en provincie hierbij, maar participeert ook in diverse trajecten om circulaire initiatieven kansrijk te laten zijn.

4.3 Duurzame mobiliteitEr is behoefte aan regionaal beleid voor duurzame mobiliteit om de verschillende aspecten hiervan integraal te kunnen aanpakken. Hierbij gaat het enerzijds om een totaalaanpak personenvervoer met inzet op andere modaliteiten, gedragsgerichte aanpak en elektrificatie plus bijbehorende infrastructuur en automarkt. Anderzijds gaat het vooral ook om de verschillende vormen van bedrijfsgebonden vervoer. De ODMH zet in op het stimuleren van bedrijven om te komen tot transportbesparing en verduurzamen van het vervoer.Nieuwe transportbrandstoffen vormen een uitdaging voor de uitvoering van de bedrijfsgerichte taken: Waterstof en waterstoftankstations, bijmenging van biobrandstoffen, nieuwe Europees

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 9 van 17

Page 10: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

geharmoniseerde labels op de tanks, laadstations voor elektrische voertuigen, maar ook batterijen in het afvalstadium.

4.4 KlimaatadaptatieDe mogelijke gevolgen van een klimaatverandering zullen ingrijpend zijn. Gemeenten en de regio zullen zich moeten voorbereiden op deze veranderingen. Deze voorbereiding is gestart met het in 2019 uitvoeren van een stresstest. Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) gaat ervan uit dat deze stresstest elke zes jaar door de gemeenten en waterschappen wordt herhaald om de effecten van de genomen maatregelen te kunnen volgen.

De klimaatadaptatie gaat over de thema’s waterveiligheid/overstromingen, wateroverlast, droogte en hittestress, welke thema’s in de stresstest terugkomen. Specifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied kan verergeren.

De ODMH kan de gemeenten en provincie ondersteunen in het opstellen van een adaptatiestrategie en het geven van klimaatadaptieve adviezen bij ruimtelijke plannen. Door de ervaring met het toepassen van reken- en analysetools en geografische informatiesystemen kan de ODMH voor de regio deze effecten in beeld brengen, bijvoorbeeld door het gebruik van digitale ‘Storymaps’. Verder wil de ODMH graag participeren in het in de regio op te richten expertisecentrum bodemdaling om de bij de dienst aanwezige kennis over het gebied in te brengen in dit expertisecentrum.

Afstemming over dit thema vindt plaats tussen de ODMH en het ambtelijk overleg Ruimte en Wonen van de bestuurlijke regio Midden-Holland.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 10 van 17

Page 11: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

4.5 Omgekeerde bewijslastDe omgekeerde bewijslast is een nieuwe wettelijke taak. In verband hiermee is het wenselijk om deze taak op te nemen in het productenboek 2020. Bedrijven boven een bepaald energieverbruik zijn verplicht te melden welke energiebesparende maatregelen zij gaan nemen. Voor het werkgebied van de ODMH gaat het om ruim 4000 bedrijven.

Uitgangspunt is om de ingediende meldingen steekproefsgewijs te controleren en een handhavingstraject te starten voor bedrijven die zich niet vrijwillig melden.

Stimulering van bedrijven om energiebesparende maatregelen te treffen blijft onverminderd belangrijk. De stimulering zal, indien gewenst, o.a. door middel van voorlichting voorafgaan aan de toezichthoudende- en handhavende taken.  

4.6 Label C kantoorgebouwenVanaf 1 januari 2023 mogen alleen kantoren worden gebruikt die tenminste energielabel C hebben. Een energielabel laat zien hoe energiezuinig een gebouw is. Het verplichte energielabel C geldt voor kantoren met tenminste 100 m2 oppervlakte. Kantoorgebouwen die op 1 januari 2023 geen label C hebben, mogen niet worden gebruikt of in gebruik worden genomen. De gemeente is het bevoegd gezag en handhaaft de verplichting.

Uiterlijk in 2020 zullen gebouweigenaren door de ODMH worden geïnformeerd over deze labelplicht, zodat er voldoende tijd is om eventuele aanpassingen te laten plaatsvinden. Gebouweigenaren kunnen vaak met relatief eenvoudige maatregelen voldoen aan de energielabel C-verplichting. De maatregelen verdienen zich vaak snel terug door de energie die ermee wordt bespaard.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 11 van 17

Page 12: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

5 Bouw- en Woningtoezicht

5.1 Wet kwaliteitsborging voor het bouwenOp 17 januari 2019 is er een Bestuursakkoord ondertekend door het Ministerie van BZK en de VNG. Het akkoord gaat uit van invoering van de wet per 2021, tegelijk met de Omgevingswet. Afgesproken is dat de gemeente, naast de handhavingsbevoegdheid, ook de bevoegdheid tot het uitvoeren van toezicht houdt. Dit omdat de handhavende taak alleen uitvoerbaar is als ook kan worden waargenomen en beoordeeld of tot interveniëren moet worden overgegaan. De kwaliteitsborger zal worden ingeschakeld om de aannemer te ondersteunen. Verder is afgesproken dat de wet alleen in werking zal treden als er voldoende waarborgen zijn dat bouwprojecten onder het nieuwe stelsel doorgang kunnen vinden.

Met deze belangrijke stap is één de bezwaren van de Eerste Kamer uit de weg. Het tweede bezwaar – de verruiming van de aansprakelijkheid voor de aannemer – is blijkbaar nog niet geheel weggenomen. Daarom heeft de Commissie BIZA van de Eerste Kamer op 29 januari 2019 besloten om nog een schriftelijke ronde te houden. Inbreng voor het schriftelijk overleg dient uiterlijk op 19 februari 2019 geleverd te zijn.

De inwerkingtreding van de wet is inmiddels gekoppeld aan dat van de Omgevingswet. Dat betekent dat de inwerkingtreding (van de eerste fase) voorzien is in 2021. De ODMH zal in 2020 de benodigde voorbereidingen treffen in het kader van deze Wet.

5.2 Asbestdaken 2024Inmiddels is duidelijk dat het verbod op asbestverdachte daken gaat gelden met ingang van 2025. Voor de BWT-gemeenten zijn de inventarisaties inmiddels afgerond.

6 Digitalisering en overheidscommunicatieVan de vele veranderingen en ontwikkelingen die op de gemeenten, provincies en samenwerkingsverbanden af komen, is de ‘digitale revolutie’ misschien wel een van de meest ingrijpende. De afgelopen jaren hebben de opkomst van internet en sociale media al tot veel veranderingen in de verwachting van inwoners en ondernemers in de dienstverlening van de overheid geleid. Het digitaal af kunnen handelen van aanvragen of meldingen is inmiddels meer regel dan uitzondering, maar de komende jaren zal er nog veel veranderen.

Als ODMH zullen we de kansen die digitalisering biedt, aangrijpen om onze producten en diensten te verbeteren en aan te laten blijven sluiten bij de verwachtingen die de betrokkenen daarbij hebben op gebied van inzichtelijkheid, interactie, leveringssnelheid en voorspelbaarheid.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 12 van 17

Page 13: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

6.1 Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)De landelijke Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) bestaat uit digitale producten, standaarden en voorzieningen waarmee overheidsorganisaties hun primaire processen kunnen verbeteren. Omdat de transformatie naar een digitale dienstverlening organisaties op verschillende manieren raakt, wordt de GDI als een serie losse componenten aangeboden.

De GDI draagt bij aan de realisatie van een goed werkende en samenhangende digitale overheid die burgers en bedrijven verwachten: uitvoeringsprocessen zijn op elkaar afgestemd, informatie is makkelijk vindbaar en transacties zijn eenvoudig uitvoerbaar. Door slim te digitaliseren en gebruik te maken van generieke voorzieningen wordt de dienstverlening veranderd en beter georganiseerd, waardoor het geheel efficiënter wordt. Versnippering van een goed functionerende overheid wordt voorkomen door het gebruik van generieke digitale voorzieningen te bevorderen.

6.2 Gemeentelijke Gemeenschappelijke Infrastructuur (GGI)Gemeenten hebben een betrouwbare, veilige en robuuste IT-infrastructuur te nodig. Daar zijn ze zelf verantwoordelijk voor en daarbij gelden er niet alleen steeds hogere eisen voor informatiebeveiliging en privacy, maar ook voor snelheid, aanpasbaarheid, volume en serviceniveaus. Deze verantwoordelijkheid leidt tot grote inspanningen voor gemeenten en in het verlengde daarvan voor gemeenschappelijke regelingen als de ODMH.

Gemeenten hebben VNG en VNG Realisatie in het kader van Samen Organiseren opdracht gegeven te werken aan meer collectiviteit op ICT-voorzieningen. De GGI creëert een veilige, samenhangende digitale infrastructuur waardoor samenwerken tussen gemeenten en andere overheden beter, veiliger en gemakkelijker wordt. De GGI vormt de technische basis waarin toegewerkt wordt naar een gemeentelijke cloud, die uiteraard is aangesloten op de landelijke Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).

Gemeenten krijgen te maken met een aantal concrete projecten die tot doel hebben de beloften van GGI in te lossen.

De ODMH beziet op welke moment bij de verschillende projecten aangehaakt moet of kan worden.

6.3 Common GroundIn de huidige gemeentelijke ICT-infrastructuur is data als het ware in ‘silo’s’ per beleidsdomein opgesloten. Gemeenten ontsluiten die gegevens via koppelingen, die complex en kwetsbaar zijn. Ze kopiëren veelal gegevens naar de eigen omgeving. Terwijl het beter zou zijn om gegevens eenmalig op te slaan en meervoudig te gebruiken.

Met Common Ground komt dat principe binnen handbereik. Common Ground is een gedistribueerd model waarin data en applicaties van elkaar gescheiden zijn. Dat heeft tal van voordelen, zoals de mogelijkheid om kosten te besparen en sneller en gemakkelijker te beheren en te innoveren.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 13 van 17

Page 14: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

VNG Realisatie werkt met GGI vanuit de taskforce Samen Organiseren samen met VIAG en IMG100.000+ aan Common Ground. GGI draagt bij aan de doelstellingen van Common Ground en sluit hierop aan.Common Ground biedt voor de ODMH grote kansen, bijvoorbeeld om data van anderen efficiënter te betrekken. Ook wordt de ODMH door principes uit Common Ground te omarmen minder leveranciersafhankelijk; dit kan op termijn zorgen voor lagere kosten.

6.4 Wet open overheidEen wet die gevolgen zal hebben voor de ODMH is de Wet open overheid (Woo). Door deze wet moet de overheid meer doen aan actieve openbaarmaking en transparantie. De Woo zal de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangen. De Woo gaat een stap verder dan de Wob. De wet verplicht overheden om informatie die openbaar is, rechtstreeks toegankelijk te maken. Opvragen met een Wob-verzoek is dan niet meer nodig.

Het uitgangspunt is dat beschikbare informatie in principe openbaar wordt gemaakt (bij voorkeur digitaal) en kan worden hergebruikt. Voor de ODMH betekent dit onder andere dat vergunningen en veel andere documenten openbaar zullen worden gemaakt (digitaal). Persoonlijke beleidsopvattingen mogen vertrouwelijk blijven; dat zijn ambtelijke adviezen, visies, standpunten en overwegingen ten behoeve van intern beraad.

Ook bij ambtshalve (actieve) openbaarmaking is in sommige gevallen besluitvorming nodig (wanneer de verwachting bestaat dat een derde bezwaar heeft tegen openbaarmaking). Tegen deze besluiten kunnen vervolgens rechtsmiddelen worden aangewend (bezwaar en beroep mogelijk). Het is aannemelijk dat door de vereiste actievere openbaarmaking een groter beslag op het ambtelijk apparaat wordt gelegd, mede vanwege strenge privacy-eisen.

Los van de Woo wordt van de overheid steeds meer transparantie en actieve openbaarmaking van documenten verwacht, ook met het oog op de Omgevingswet. Het is de wens dat inwoners, bedrijven en de overheid zoveel mogelijk over dezelfde informatie beschikken. De ODMH is hier al mee bezig, onder andere via de Atlas, en zal dit verder uitbreiden.

6.5 Overheidscommunicatie: elektronisch berichtenverkeer en digitale terinzageleggingInwoners en ondernemers krijgen het recht om zaken die zij met de overheid doen digitaal af te handelen. Nu is dat nog afhankelijk van een besluit van de betreffende overheid om digitale kanalen al dan niet open te stellen. Daarnaast dient in de nabije toekomst alle voor een ieder bestemde informatie over overheidsbesluiten ( en de voorbereiding ervan) digitaal beschikbaar te zijn, zodat het publiek er 24 uur dag en kosteloos toegang toe heeft. Het uitgangspunt dat burgers en bedrijven hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen, maakt het wenselijk dat de betreffende stukken (besluiten) elektronisch toegankelijk worden gemaakt. Dit wordt daarom verplicht.

Om dit doel te bereiken wordt een aantal wetten aangepast (o.a. Algemene wet bestuursrecht en Bekendmakingswet) en wordt nieuwe wetgeving (Wet digitale overheid) opgesteld.

De volgende concrete veranderingen zullen wettelijk worden verankerd: Inwoners en bedrijven kunnen berichten altijd elektronisch naar een bestuursorgaan verzenden.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 14 van 17

Page 15: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

De overheid maakt daarom e-formulieren en/of is per e-mail bereikbaar. De ODMH is al digitaal bereikbaar via e-mail. Voor een aantal verzoeken of vragen van inwoners en bedrijven moeten nog e-formulieren worden ontwikkeld.

Voorgeschreven bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen van aanvragen, meldingen en (ontwerp-)besluiten worden gedaan in een officieel elektronisch publicatieblad op officielebekendmakingen.nl via GVOP / DROP (Staatscourant, het provinciaal blad of het gemeenteblad, afhankelijk van het onderwerp en het bevoegde gezag). In het huis-aan-huisblad publiceren is niet langer verplicht.

De verplichting tot het ter inzage leggen van documenten in een overheidsgebouw wordt aangevuld met de verplichting om deze documenten ook langs elektronische weg ter beschikking te stellen.

Overheden dienen aan te sluiten op en te werken met een aantal digitale voorzieningen zoals MijnOverheid.nl met de Berichtenbox voor burgers, Ondernemersplein, de Berichtenbox voor bedrijven en DigiD of het eID Stelsel (digitaal identificatiemiddel).

Deze veranderingen hebben ook gevolgen voor de werkwijze en processen van de ODMH. De ODMH heeft, vooruitlopend op de wetgeving, al een aantal veranderingen in gang gezet. Het digitaal bekendmaken en kennisgeving is al mogelijk en wordt al gedaan.

Voor het digitaal ter inzageleggen moeten nog stappen worden gezet. Omdat (ontwerp)besluiten moeten worden gepubliceerd samen met alle relevante stukken kan sprake zijn van omvangrijke dossiers. Het wordt daarom niet voorgeschreven dit dossier integraal in het publicatieblad op officielebekendmakingen.nl op te nemen, mede ook omdat de dossiers alleen gedurende de zienswijze of beroepstermijn beschikbaar hoeven te zijn. Bepaald is dat in de kennisgeving of mededeling van de terinzagelegging van bepaalde stukken wordt vermeld hoe elektronisch toegang tot de stukken kan worden verkregen (hyperlink naar de eigen website met daarop de stukken). Hiervoor moet de ODMH samen met de opdrachtgevers organisatorische en technische maatregelen treffen.

Publicatie op internet brengt een grotere toegankelijkheid met zich mee. Een indiener kan hier bezwaren tegen hebben. Digitale terinzagelegging kan daarom (op verzoek) worden beperkt. Daarnaast spelen uiteraard privacy aspecten een belangrijke rol in de voorbereidingen.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 15 van 17

Page 16: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

7 Overig

7.1 Risicogericht handhavenIn de VTH-nota milieu is opgenomen dat de uitvoering van de VTH-taken meer dan nu gaat plaatsvinden op basis van de risico’s voor milieu en omgeving.

Dit vraagt van de ODMH om de ontwikkeling van een nieuwe systematiek voor de urgentiebepaling van de controles en vergunningverlening.

7.2 Zeer zorgwekkende stoffenZeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die een ernstig risico voor de volksgezondheid vormen wanneer zij in het milieu terechtkomen. Het gaat hierbij om stofeigenschappen als:

Giftig bij lage concentraties; Hopen op in het milieu; Niet of zeer moeilijk afbreekbaar; Kankerverwekkend; Het veroorzaken van erfelijke schade of schadelijk voor de voortplanting.

Deze eigenschappen vormen de argumenten om er naar te streven ZZS uit de leefomgeving te weren.De ODMH blijft de ontwikkelingen t.a.v. deze stoffen volgen en zal het landelijk beleid verwerken in haar taakuitvoering.

7.3 Basisregistratie ondergrondDe Nederlandse ondergrond wordt intensief gebruikt, o.a. voor drinkwaterwinning, ondergronds transport en delfstoffenwinning. Ook is de toestand van de ondergrond van belang bij bovengrondse activiteiten zoals stedenbouw, woningbouw en de aanleg van infrastructuur. Bovendien komen er steeds meer gebruiksmogelijkheden van de ondergrond bij, zoals de winning van aardwarmte, de opslag van CO2 en warmte- en koudeopslag. Om goed onderbouwde beleidskeuzes te kunnen maken over het gebruik van de ondergrond, moet de overheid over de juiste gegevens beschikken. De basisregistratie ondergrond (BRO) wordt het digitale portaal waar deze gegevens in worden opgenomen.

Gemeenten en provincie zijn verplicht om bodemgegevens. waar zij als bronhouder verantwoordelijk voor zijn, te registreren in de BRO. De BRO wordt in fasen ‘gevuld’. In 2019 hebben gemeenten en provincies de, in hun opdracht, verkregen informatie over sonderingen en grondwatermonitoringsputten in de BRO vastgelegd. In de loop van de jaren zal meer informatie opgenomen gaan worden in de BRO.

De ODMH heeft in 2019 onderzocht wat de, door gemeenten en provincie, gewenste rol is van de ODMH in het bovenstaande en dit in 2020 verder tot uitvoering brengen.

Uitgangspuntennotitie 2020 – Omgevingsdienst Midden-Holland - Versie 1.3 16 van 17

Page 17: Home - Omgevingsdienst Midden-Holland · Web viewSpecifiek voor een groot gedeelte van de regio Midden-Holland is de bodemdaling een onderwerp die de kwetsbaarheid van dit gebied

8 Bijlage