hoodia - holoversitydesiree.rover.holoversity.eu/wp-content/uploads/2010/11/hoodia.pdf · hoodia...

7
Hoodia Het verhaal van honger, hype en hebzucht door Désirée L. Röver ©2003 Met hun oeroude, oraal overgeleverde kennis over het medicinaal gebruik van de Hoodia succulent heeft een handvol arme Zuid-Afrikaanse nomaden mogelijk de oplossing in handen voor het obesitasprobleem in het rijke Westen… Hoe men is omgesprongen met het traditioneel intellectueel eigendom van dit volk is een welsprekend voorbeeld van hoe de Westerse patentsystemen in feite dienen ter ’legalisering’ van blatante bio-piraterij door farmaceutische multinationals. Hoodia gordonii Gat in de markt De Hoodia cactus heeft een dusdanig eetlustremmend effect, dat dit een wonderpil zou kunnen opleveren in de strijd tegen het wereldwijd razendsnel toenemend probleem van overgewicht. De werkzame stoffen die uit deze inheemse Zuid-Afrikaanse plant zijn geïsoleerd, blijken steroïde glycosiden te zijn. Noch hun precieze werking (in-, of buiten de hersenen), noch hun exacte biochemische route is duidelijk. Ondanks dat hebben de internationale media zich vrijwel kritiekloos laten meesleuren in de opwinding over de Westerse farmaceutische mogelijkheden die deze succulent lijkt te bieden voor de markt van vermageringsproducten, en de zes miljard dollar die daar jaarlijks in omgaan. In Nederland besteedde het programma Netwerk onlangs ook aandacht aan het Hoodia- verhaal – met een vanuit het buitenland kant en klaar aangeleverde, nauwelijks als verslag

Upload: others

Post on 15-Jul-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

HoodiaHet verhaal van honger, hype en hebzucht

door Désirée L. Röver ©2003

Met hun oeroude, oraal overgeleverde kennis over het medicinaal gebruik van de Hoodia succulent heeft een handvol arme Zuid-Afrikaanse nomaden mogelijk

de oplossing in handen voor het obesitasprobleem in het rijke Westen…Hoe men is omgesprongen met het traditioneel intellectueel eigendom van dit volk is een welsprekend voorbeeld van hoe de Westerse patentsystemen in feite dienen ter ’legalisering’ van blatante bio-piraterij door farmaceutische multinationals.

Hoodia gordonii

Gat in de marktDe Hoodia cactus heeft een dusdanig eetlustremmend effect, dat dit een wonderpil zou kunnen opleveren in de strijd tegen het wereldwijd razendsnel toenemend probleem van overgewicht. De werkzame stoffen die uit deze inheemse Zuid-Afrikaanse plant zijn geïsoleerd, blijken steroïde glycosiden te zijn. Noch hun precieze werking (in-, of buiten de hersenen), noch hun exacte biochemische route is duidelijk. Ondanks dat hebben de internationale media zich vrijwel kritiekloos laten meesleuren in de opwinding over de Westerse farmaceutische mogelijkheden die deze succulent lijkt te bieden voor de markt van vermageringsproducten, en de zes miljard dollar die daar jaarlijks in omgaan. In Nederland besteedde het programma Netwerk onlangs ook aandacht aan het Hoodia-verhaal – met een vanuit het buitenland kant en klaar aangeleverde, nauwelijks als verslag

vermomde infomercial. Omwille van de balans brengt dit artikel de resultaten van het speurwerk naar de minder belichte aspecten van de Hoodia-historie in beeld. Totdat de internationale patentsystemen zijn aangepast, kan overal waar nu het woord Hoodia staat, morgen de naam van een andere inheemse plant zijn ingevuld.

Geschiedenis van de SanDe San tellen tegenwoordig gezamenlijk nog zo’n 100.000 leden. Zij wonen, behorend tot diverse San-stammen die verschillende talen spreken, verspreid over Zuid-Afrika, Botswana, Namibië en Angola. Hun genetische origine gaat een miljoen jaar terug, recent onderzoek wijst uit dat deze oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika de oudste genetische bron zijn van de hedendaagse mensheid. De eerste tastbare sporen van deze jager-verzamelaars liggen besloten in 27.000 jaar oude rotstekeningen. De San staan bekend om hun vermogen tot overleven, hun trance-dansen, hun rotskunst, en hun mystieke symbiose met het schrale landschap van semi-woestijn en savanne. Eigenzinnig en ongrijpbaar, zijn zij een zeer gediscrimineerd volk. 300 Jaar geleden bestempelden de Europese kolonisten hen als ’ontembaar’; tijdens de Apartheid mochten zij hun kunst, rituelen en tradities niet beoefenen.

Terwijl hun territorium zich ooit onbetwist uitstrekte van de Zambezi tot aan Kaap de Goede Hoop, en van de Atlantische-, tot aan de Indische oceaan, zien de hedendaagse San zich geconfronteerd met vooral culturele, maar ook fysieke uitroeiing. Zij leven in opperste armoede aan de zelfkant van de Afrikaanse samenleving en moeten hun uiterste best doen staande te blijven in het land dat hen ooit toebehoorde.

Antropologisch gezien zijn zij een van de meest onderzochte en beschreven volkeren ter wereld. Hun Artis-gehalte liep echter zo hoog op, dat de in 1996 opgerichte ’Working Group of Indigenous Minorities in Southern Africa’ (WIMSA) er sinds 1997 voor zorgdraagt dat alle contacten met pers en onderzoeksteams via contractuele overeenkomsten verlopen. Zo verzekeren de San zichzelf van een financiële tegemoetkoming in het beschikbaar stellen van zichzelf en hun voorouderlijk gedachtegoed.

Sacrale overlevingsmaatregelDe moeilijke omstandigheden waaronder deze Bosjesmannen al duizenden jaren in en om de Kalahariwoestijn leven, hebben hen tot uitmuntende botanische kenners gemaakt. Zij identificeren moeiteloos 300 plantentypen en benoemen de daarbij behorende verschillende (medicinale) eigenschappen – een kennis van onschatbare waarde die door

hen, letterlijk sinds mensenheugenis, steeds mondeling aan de volgende generatie is doorgegeven.

De farmaceutische industrie stroopt al heel lang via verkenners inheemse volkeren af, op zoek naar bruikbare medicinale planten, kennis en kunde. Wat bij de San de aandacht trok, was de millennia oude gewoonte van deze jager-verzamelaars om op hun vermoeiende, dagenlange jaagtochten met behulp van de ruim twee meter hoge plant Hoodia gordenii hun hongergevoel weg te nemen. De vochtige komkommer-, en vingervormige stengels van de ’ghaap’, zoals de Bosjesmannen de Hoodia noemen, worden door hen geschild en gekauwd. Dit oorspronkelijk gebruik van de plant is in feite sacraal: door tijdens de jacht tweemaal per dag een stuk van de Hoodia te eten – en ook aan hun honden te voeren – voelden zij niet de verleiding om hun buit voortijdig op te eten, maar kwamen zij daar daadwerkelijk mee thuis. In feite de ultieme overlevingsmaatregel. Een tweede effect van dit Hoodia-gebruik tijdens deze jachtpartijen zonder voedsel en water is minstens zo belangrijk: het behoud van lichaamsenergie.

Hoodia-gebruik door de San• De ||Anikhwe van Noord-Botswana geven kinderen die ʼte veel etenʼ stukken

Hoodia om hen daarin af te remmen. Voorzichtigheid is daarbij echter wel geboden, omdat een kind bij een gebruik langer dan drie maanden, kan sterven.

• De Hai||om van Noord-Namibië gebruiken het sap van de Hoodia van oudsher om allergische reacties van de ogen te behandelen. Voor het bestrijden van ernstige maagpijnen koken zij stukken Hoodia in water en drinken het brouwsel.

• De ‡Khomani van noordwest Zuid-Afrika kennen deze zelfde wijzen van gebruik. Al tientallen jaren passen deze stamleden de Hoodia toe bij overgewicht – aten de San de cactus in vroeger dagen om gezond te blijven, tegenwoordig wordt de plant door hen gericht gebruikt als afslankmiddel.

Intellectueel eigendomHet vooruitzicht van een middel dat mensen doet afslanken doordat het in de hersenen een signaal veroorzaakt dat zonder negatieve bijwerkingen het hongergevoel en de behoefte om te eten wegneemt, was voor de Westerse farmaceutische industrie een vooruitzicht waarbij het water hen in de mond liep.Zonder rekening te houden met tot wiens intellectueel eigendom deze kennis in wezen behoorde, ging in 1995 het CSIR (Council for Scientific and Industrial Research in South Africa) als eerste met de Hoodia aan de slag.

Het CSIR is het grootste bureau van Afrika voor onderzoek, ontwikkeling en technologische implementatie – het wordt voor de helft gesubsidieerd door de Zuid-Afrikaanse overheid, en heeft vele internationale commerciële connecties. Binnen dit instituut is Bio/Chemtek een van de acht verschillende afdelingen; deze divisie heeft vele duizenden inheemse remedies in beheer en houdt zich bezig met het ontwikkelen en op de markt brengen van de inheemse botanisch/medicinale kennisschatten. Het gedrag van de CSIR ten opzichte van de San en hun Hoodia-kennis was volledig in strijd met de regels van de Biodiversity Convention in Johannesburg. Deze afspraken eisen voorafgaand toestemming van alle beheerders, inclusief de oorspronkelijke ontdekkers en gebruikers.

Uitvluchten, dankbaarheid en kritiekIn hun haast op weg naar de pot met goud hebben zowel het CSIR, Phytopharm, als Pfizer ’verzuimd om – voorafgaand aan alle onderzoeken, patentaanvragen, toewijzingen en financiële transacties in verband met Hoodia – met de San te overleggen.

CSIR/Chemtek Bioprospecting projectleider Dr Marthinus Horak gaf als excuus: ”De paar honderd resterende San-stamleden leven in zeer geïsoleerde gebieden en zijn moeilijk te bereiken. Phytopharmdirecteur Richard Dixey in de Financial Times: ”Wij zijn destijds door het CSIR benaderd, en ik had van hen begrepen dat het San-nomadenvolk was uitgestorven – ik ben heel blij om te horen dat dit niet zo is. We doen nu wat we kunnen, maar het eigendomsrecht van medicinale planten is uiterst complex.” En: ”Overigens ben ik ervan overtuigd dat dit soort kennis het hoogste goed is van inheemse stammen. In plaats van mandjes te moeten weven of met toeristen rondzeulen, kunnen zij met hun aandeel in de opbrengst van de daaruit voortkomende medicijnen hun vooruitzichten verbeteren.” In het geval van de San betekent dit geld dat zij zichzelf voor uitsterven kunnen behoeden.

Sandy Gall, auteur van een boek over de Zuid-Afrikaanse Bosjesmannen, noemt de gang van zaken meer dan schandalig: ”Dit oeroude volk is al jaren misbruikt, en dat gebeurt nog steeds.”Rachel Wynberg van de actiegroep Biowatch: ”Al wat we horen zijn woorden, we zien er niets van op papier. Men spreekt over delen van de winst, maar dat is meer een mythe dan een realiteit, het meeste geld schijnt weer terug te vloeien in de zakken van het CSIR.”

Alex Wijeratna, campagnevoerder voor ActionAid: ”Dit is een geval van grove biopiraterij. Het internationale patentsysteem moet zeer snel worden herzien, om de kennis die eeuwenlang is gekoesterd door groepen als de Afrikaanse Bosjesmannen, te beschermen.”

De advocaat Roger Chennells die al sinds 1999 de raadsman is van de San-stammen en in de Hoodia-affaire een doorslaggevende rol heeft gespeeld, zei in 2001 over de Hoodia-kwestie in de ’Observer’: ”De San zijn zeer bezorgd. Ze hebben er geen bezwaar tegen wanneer iemand op grond van hun kennis medicijnen wil produceren, maar ze hadden liever gehad dat de farmaceutische industrie aan het begin van het traject van research,

patenten en licenties met hen had gesproken en een overeenkomst getroffen. Nu voelt het voor hen of iemand hun tafelzilver heeft gestolen en dat voor heel veel geld heeft doorverkocht…”.

Kraaltjes en spiegeltjes, of een precedent voor gerechtigheid?Het Hoodia-verhaal is de glasheldere weergave van bio-piraterij in actie. Het eigendomsrecht op inheemse planten dat Phytopharm-directeur Richard Dixey complex noemt, is ingewikkeld gemaakt door de arglistigheid van de regelingen rond Westerse mogelijkheden voor patenten op levend en biologisch materiaal. In feite zijn die erop gericht om dat wat krom is, recht te praten. De ruimte daarvoor is geschapen door de TRIPS-overeenkomst (Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights), die het patenteren van ’ontdekkingen’, gebaseerd op gestolen traditionele kennis en genetische bronnen, officieel mogelijk maakt. Als ’annex 1c’ van de Marrakesh-overeenkomst van 15 april 1994 – ter oprichting van de WTO (World Trade Organisation) op 1 januari 1995 – trad de TRIPS-overeenkomst op die laatstgenoemde datum in werking. TRIPS wordt gezien als de meest alomvattende, multilaterale overeenkomst over intellectueel eigendom. Maar omdat de vormgevers van deze overeenkomst vooral op de stoel van de (Westerse) handel en industrie zitten, valt de klemtoon gemakkelijk minder op de nauwelijks georganiseerde, en veel minder van de tongriem gesneden inheemse beheerders van de stoffen waarom het hele spel ooit werd gecreëerd…

Of de historische overeenkomst die in maart 2002 tussen het CSIR en het San Council tot stand kwam, een werkelijke risicodekking tegen misbruik van het San-erfgoed is, zal in de praktijk moeten blijken. Pas wanneer de commerciële Hoodia/P75-bal eenmaal is gaan rollen, kan men werkelijk weten of de San inderdaad hun uiterst bescheiden deel van de giga-revenuen ontvangen. De inhoud van de CSIR/San Council overeenkomst is dat de potentiële inkomsten in een ’San Hoodia Benefit Sharing Trust’ komen, beheerd door het CSIR en de San. In het bestuur hebben zitting: een afgevaardigde van het CSIR, zes San-leden (ieder van een verschillende stam), een WIMSA-vertegenwoordiger, en een door WIMSA goedgekeurde Zuid-Afrikaanse professional. De gelden in het fonds zullen, als resultaat van onderlinge overeenstemming, worden ingezet om de San-gemeenschap betere leefomstandigheden, ontwikkeling en training te geven.

Hoe mooi dit ook lijkt, er blijven kritische geluiden klinken, onder andere vanuit de Zuid-Afrikaanse actiegroep BioWatch die van mening blijft dat deze overeenkomst nog moet worden waargemaakt, en dat het meeste geld in de zakken van het CSIR terecht zal komen.

De genus HoodiaHoodia bainii Hoodia juttae Hoodia PretnarHoodia currorii*) Hoodia lugardii*) Hoodia roseaHoodia delaetiana Hoodia macrantha Hoodia ruschiiHoodia dregei Hoodia officinale Hoodia spec. Rusch OpumoHoodia flava Hoodia parviflora Hoodia triebneriHoodia gordonii*) Hoodia pedicellata Hoodia x Orbeopsis lutea ssp.vagaHoodia husabensis Hoodia pilifera

*) Deze Hoodia-variëteiten worden in P57 gebruikt, samen met planten uit de genus Trichocaulon

Bio-piraterij – de Hoodia-tijdslijnHet verloop van de ontwikkelingen rond de Hoodia

• 1995 Wetenschappers van CSIR/Chemtek ontdekten dat de hongerstillende componenten van de Hoodia bepaalde steroïde glycosiden zijn. Het CSIR vroeg en verkreeg een Afrikaans patent op deze ontdekking. En vervolgens bood men dit geheel aan Phytopharm aan. Dit is een bedrijf in het Britse Cambridgeshire dat zich specialiseert in farmaceutische toepassingen van medicinale planten uit de derde wereld – naar eigen zeggen met de bedoeling de desbetreffende inheemse volken financieel te laten meedelen in de Westerse toepassingen van hun oorspronkelijk intellectueel eigendom. Op zijn beurt voerde Phytopharm verschillende bewerkingen en extractiemethoden uit op drie Hoodia-variëteiten (zie kader) en patenteerde de resultaten daarvan bij het USPTO (US Patent and Trademark Office) onder de naam P57. • 1998 Phytopharm verkocht zijn P57-programma in sublicentie aan de Amerikaanse

farmagigant en Viagraproducent Pfizer – voor een slordige 21 miljoen US dollar. • Pfizer ging direct aan de slag om vanuit P57 rond 2007 een pil klaar te hebben die

een flink aandeel zou kunnen opeisen van de 6 miljard euro die jaarlijks in de slankheidmarkt omgaat. Deze ʼHoodia-pilʼ zou overigens het eerste belangrijke, wereldwijd toegepaste medicijn zijn op basis van een Zuid-Afrikaanse plant.• Mei 2001 De WIMSA werd door Survival International, een van haar internationale

steunorganisaties, geattendeerd op een artikel dat meldde dat het CSIR uit Pretoria de actieve component in Hoodia had ontdekt, en de rechten om verdere tests uit te voeren op de honger onderdrukkende eigenschappen daarvan, in licentie had gegeven bij Phytopharm, die de desbetreffende testresultaten en patenten vervolgens aan Pfizer had ʼdoorgespeeldʼ. • Oktober 2001 Een Britse klinische fase IIa studie liet bij personen met obesitas een

indrukwekkende effectiviteit zien in het verminderen van voedselinname na de orale toediening van P57. Het CSIR en Phytpharm hebben daarmee uitzicht op rond 32 miljoen US dollar in ʼmijlpaalbetalingenʼ en royalties.• November 2001 Op verzoek van de San-stammen van Zuid-Afrika, Botswana,

Namibië, Zambia en Zimbabwe werd binnen het WIMSA het ʼSA San Councilʼ geformeerd: een platform om de krachten van de verspreid levende San-stammen te kunnen bundelen, en van hun rechten en belangen te bewaken en verdedigen. Een zeer belangrijke rol in dat laatste wordt gespeeld door de advocaat Roger Chennells.• Maart 2002 Mede dankzij Chennells werd een historisch en baanbrekend akkoord

bereikt tussen het CSIR en het SA San Council over het financiële aandeel van de San in de inkomsten van het potentiële anti-obesitas medicijn op basis van de Hoodia. Van alle mijlpaalbetalingen die het CSIR van Phytopharm ontvangt, zal dit instituut 8% aan de San afdragen, en van alle royalties die het CSIR betaald krijgt wanneer het product op de markt is, zal 6% bij de San terechtkomen.• Augustus 2002 Op de ʼSecond South-South Biopiracy Summit: Biopiracy – 10

Years Post Rioʼ in Johannesburg gaf de WIMSA een presentatie over deze CSIR-Phytopharm-Pfizer-gebeurtenissen, en vulde die aan met een serie aanbevelingen voor de toekomst.• 30 juli 2003 Pfizer geeft de P57-rechten – naar men zegt vanwege opheffing van

Pfizerʼs ʼNatureceuticals groupʼ. ”De klinische data van P57 nodigen uit tot verdere studies van het natuurlijk materiaal als een therapie tegen obesitas”, aldus Pfizer. Phytopharm is nu vrij om de licentie aan een andere partij te verkopen.

BioprospectingDe Hoodia-affaire heeft in de internationale pers veel aandacht gekregen, en mede daardoor werd de WIMSA in september 2001 uitgenodigd bij ”Trial on TRIPS1”, een initiatief van de in Genève residerende NGO (non-governmental organisation) Berne Declaratie. Resultaat van die bijeenkomst is het boekje ”TRIPS on Trial: The Impact of WTO’s Patent Regime on the World’s Farmers, the Poor and Developing Countries”.

Het CSIR/Chemtek ’Bioprospecting Programme’ streeft ernaar Zuid-Afrika’s bevolking in economisch en sociaal opzicht te laten profiteren van de toegevoegde waarde die de combinatie van wetenschappelijke innovatie en inheemse kennis en biodiversiteit kan bieden. Wat de mogelijkheden voor medicinale toepassingen betreft, heeft het CSIR tot nu toe meer dan 10.000 van Zuid-Afrika’s 24.000 plantensoorten verzameld, en meer dan 2.000 micro-organismen. De WIMSA zette in 1999 een project op om op schrift en geluidsband, regionaal mondelinge getuigenissen te verzamelen van de San’s geschiedenis, rituelen en gebruiken, en van hun kennis van medicinale planten, waaronder de vele Hoodia-soorten die voorkomen in de zand- en rotsgebieden van Angola, Namibië, Botswana en Zuid-Afrika.

Tot slotFarmaceutische toepassingen op basis van planten uit de genus Hoodia en de genus Trichocaulon – het P57-programma – zou in het rijke westen uitkomst kunnen bieden bij obesitas, reflux oesofagitis, maag-, of darm ulceraties, maag-, en darmslijmvliesdefecten, en/of epigastrische pijnen. Wanneer het spel eerlijk wordt gespeeld, betekent dat in Afrika de overleving van een zeer bijzonder nomadenvolk.

Literatuur en websites• CSIR: www.csir.co.za• WIMSA / SA San Council: www.san.org.za• Phytopharm: www.phytopharm.com• Peter Hawthorne, ’The Hunter-Ligitators’, Cape Town, Time, 6 augustus 2001;• Anthony Barnett, ’In Africa the Hoodia cactus keeps men alive. Now its secret is ’stolen’ to make

us thin’, The Observer, 17 juni 2001;• ActionAid: www.actionaid.com• US Patent and Trademark Office: www.uspto.gov• Biodiversity Convention: http://www.biodiv.org/convention/• TRIPS: http://www.wto.org/english/tratop_e/trips_e/trips_e.htm• Non-governmental Organisation (NGO) Berne Declaratie: www.evb.ch • TRIPS on Trial: http://www.evb.ch/cm_data/Trips_on_Trial_e.pdf