id_3395_rapport eurocollege hbo-ba hospitality and evenementen

53
EuroCollegeHogeschool (ECHS), Rotterdam Opleiding: Hospitality & Evenementen Management Croho: 39273 (HEM) Opleiding: International Hotel & Hospitality Management Croho: 39275 (IHHM) Varianten: hbo-bachelor, voltijd Visitatiedatum: 29 februari 2008 © Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juni 2008

Upload: phamnga

Post on 31-Dec-2016

220 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

EuroCollegeHogeschool (ECHS), Rotterdam

Opleiding: Hospitality & Evenementen Management Croho: 39273 (HEM) Opleiding: International Hotel & Hospitality Management Croho: 39275 (IHHM) Varianten: hbo-bachelor, voltijd

Visitatiedatum: 29 februari 2008

© Netherlands Quality Agency (NQA)

Utrecht, juni 2008

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 2/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 3/53

Inhoud

Inhoud 3

Deel A: Onderwerpen 5

1.1 Voorwoord 7

1.2 Inleiding 7

1.3 Werkwijze 8

1.4 Oordeelsvorming 9

1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11

Deel B: Facetten 13

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15

Onderwerp 2 Programma 18

Onderwerp 3 Inzet van personeel 27

Onderwerp 4 Voorzieningen 30

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 32

Onderwerp 6 Resultaten 35

Deel C: Bijlagen 39

Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 40

Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 47

Bijlage 3: Bezoekprogramma 51

Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 4/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 5/53

Deel A: Onderwerpen

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 6/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 7/53

1.1 Voorwoord

Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleidingen Hospitality &

Evenementen Management (HEM) en International Hotel & Hospitality Management van

EuroCollege Hogeschool (ECHS) heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de

bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de

accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in december 2007,

toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft

het panel de opleiding gevisiteerd op 29 februari 2008.

Het panel bestond uit:

De heer prof. dr. P.J.M. De Groote (voorzitter, domeinpanellid hotel);

De heer A.A.M. Bogers (domeinpanellid evenementen);

Mevrouw R. Oomen (studentpanellid);

Mevrouw drs. P. Göbel (NQA-auditor);

De heer P. van Achteren (NQA-auditor).

Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de

werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het

panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder

vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en

vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de

te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid,

studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2).

Het rapport bestaat uit drie delen:

• Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel

over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met

daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om

oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel

geformuleerd.

• Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en

argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan

uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het

voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende

instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit

Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport.

• Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen.

1.2 Inleiding

EuroCollege Hogeschool (ECHS) is een niet door de overheid bekostigde hogeschool met

een geschiedenis die teruggaat tot 1949. Aan het eind van de jaren 80 van de vorige eeuw,

is haar voorloper Eurocollege actief geworden als opleider voor de hotelbranche en de toen

nog prille evenementenmarkt.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 8/53

Inmiddels biedt ECHS drie bacheloropleidingen aan:

- Hospitality & Evenementen Management

- International Hotel & hospitality Management

- International Hospitality Business Management

De opleiding Hospitality & Evenementen Management bestaat sinds 2000 en is ontstaan uit

de opleiding Hospitality & Communicatie Management. Deze studenten worden opgeleid tot

een beginnend professional die slagvaardig projecten binnen de evenementenindustrie kan

organiseren en uitvoeren.

De opleiding International Hotel & Hospitality Management komt voort uit de opleiding Hotel

& Catering Management en bestaat eveneens sinds 2000. Binnen de opleiding worden

studenten opgeleid voor startende management- en beleidsfuncties in de hotelbranche. Voor

beide opleidingen wordt het binnenschools curriculum in Rotterdam verzorgd.

Het personeelsbestand van ECHS is gegroeid van zeven medewerkers in 2003 naar twintig

medewerkers in 2007. Gedurende het cohort 2007/2008 hebben de drie bacheloropleidingen

ongeveer 240 studenten.

De school leidt bedrijfsmatig/praktijk gericht, versneld en begeleid jongeren op. ECHS

positioneert zich niet alleen als opleider, maar ook als een bedrijf dat op de hospitality en

evenementenmarkt opereert. Dit creëert voor de studenten mogelijkheden om real life en

bedrijfsmatig te leren. De school staat ook voor een aanpak waarbij de directe praktijk als

belangrijke leerschool geldt. Begrippen en regels vanuit de hospitality-branche worden dan

ook strikt binnen de opleiding gehanteerd.

1.3 Werkwijze

De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is

neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder

beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader

dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1).

NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek

door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.

De voorbereidingsfase

Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en

compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens

bereidden de panelleden zich in de periode van januari tot en met februari 2008 inhoudelijk

voor op het bezoek op 29 februari 2008.

Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een

beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden

vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 9/53

Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor

tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een

voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid.

De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek

referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel

bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling

dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke

beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is

gebaseerd.

Het bezoek door het panel

NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het

panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden

gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en

met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter

inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte

ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve

(tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde

van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele

indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. In mei

2008 heeft het panel, in aanvulling op de scripties van 2007, scripties bestudeerd van

studenten die in die periode afstuderen.

De fase van rapporteren

Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage

opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van

de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de

NVAO.

De opleiding heeft in maart 2008 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een

controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele

wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op

de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in mei 2008 voor een

controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd.

Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in juni 2008. Het visitatierapport is

uiteindelijk in juni 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de

accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO.

1.4 Oordeelsvorming

In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de

facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals

die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de

notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 10/53

rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke

kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten.

Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van:

- weging van de oordelen op facetniveau;

- benchmarking;

- generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden;

- bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’.

In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de

facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie

is te vinden in het facetrapport.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 11/53

1.5 Oordelen per facet en onderwerp

Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau

Onderwerp/Facet Hospitality &

Evenementen

Management

International Hotel &

Hospitality

Management

1. Doelstellingen

1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Goed

1.2 Niveau bachelor Goed Goed

1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Goed

Totaaloordeel Positief Positief

2. Programma

2.1 Eisen hbo Voldoende Voldoende

2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Goed

2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Goed

2.4 Studielast Voldoende Voldoende

2.5 Instroom Goed Goed

2.6 Duur Voldaan Voldaan

2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Goed

2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende

Totaaloordeel Positief Positief

3. Personeel

3.1 Eisen hbo Goed Goed

3.2 Kwantiteit personeel Voldoende Voldoende

3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Voldoende

Totaaloordeel Positief Positief

4. Voorzieningen

4.1 Materiële voorzieningen Onvoldoende Onvoldoende

4.2 Studiebegeleiding Goed Goed

Totaaloordeel Positief Positief

5. Interne kwaliteitszorg

5.1 Evaluatie resultaten Goed Goed

5.2 Maatregelen tot verbetering Goed Goed

5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld

Voldoende

Voldoende

Totaaloordeel Positief Positief

6. Resultaten

6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende Voldoende

6.2 Onderwijsrendement Goed Voldoende

Totaaloordeel Positief Positief

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 12/53

Doelstellingen opleiding

Beide opleidingen scoren op de drie facetten ‘goed’. Het oordeel over het onderwerp is

voor de opleiding derhalve positief.

Programma

Beide opleidingen scoren op vier facetten ‘voldoende’, op drie facetten ‘goed’ en op één

facet ‘voldaan’. Het oordeel over het onderwerp is voor de opleidingen derhalve

positief.

Inzet van personeel

Beide opleidingen scoren op twee facetten ‘voldoende’ en op één ‘goed’. Het oordeel over

het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief.

Voorzieningen

Bij de ECHS moet een zeer efficiënt gebruik van ruimtes worden gemaakt, waardoor er met

strikt ingeroosterde activiteiten gewerkt wordt. Naar de mening van het panel is de behuizing

erg krap. In combinatie met het feit dat er geen bibliothecaire voorzieningen voor studenten

in de school zijn, heeft dat geleid tot het oordeel ‘onvoldoende’ op dit facet. Het panel heeft

begrip voor het feit dat het in huis hebben van bibliotheekfaciliteiten voor een kleine

hogeschool duur is. Studenten kunnen gebruik maken van de stadsbibliotheek Rotterdam en

de mediatheek van de Erasmus Universiteit. Verder heeft het panel vastgesteld dat

studenten intensief worden begeleid (er is een docent-studentratio van 7,4:1) en daarmee

ook kunnen worden aangespoord gebruik te maken van externe bibliotheken. Het panel

heeft het facet studiebegeleiding beoordeeld met ‘goed’. Dit afwegende komt het panel tot

een positief oordeel op dit onderwerp.

Interne kwaliteitszorg

Beide opleidingen scoren op twee facetten ‘goed’ en op één ‘voldoende’. Het oordeel over

het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief.

Resultaten

Beide opleidingen scoren op het facet gerealiseerd niveau een ‘voldoende’. De opleiding

HEM scoort op onderwijsrendement een ‘goed’ en de opleiding IHHM een ‘voldoende’.

Het oordeel over het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief.

Totaaloordeel

Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de

opleidingen op de zes onderwerpen positief scoren. De conclusie is dat het totaaloordeel

over de opleidingen positief is.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 13/53

Deel B: Facetten

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 14/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 15/53

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding

Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse)

vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende

domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Voor beide opleidingen geldt dat de leerdoelclusters die de eindkwalificaties van de

opleidingen vormen, beschrijven over welke kennis, inzicht, vaardigheden en mentaliteit

de student aan het eind van de opleiding dient te beschikken. Deze leerdoelclusters zijn

samengevat in het beroepsprofiel per opleiding en zijn onderverdeeld in een cluster dat

de algemene kennis, inzicht, vaardigheden en mentaliteit (KIVM) uitwerkt, een cluster dat

de vakspecifieke KIVM uitwerkt en een cluster dat de persoonlijke KIVM beschrijft. De

eindkwalificaties en de beroepsprofielen zijn vastgelegd in de onderwijs- en

examenregelingen en in de studiegidsen van de opleidingen.

• De Hospitality & Evenementenopleiding (HEM) hanteert een door EuroCollege

ontwikkeld leerdoelendocument. De eindkwalificaties van deze opleiding zijn gebaseerd

op het beroepsprofiel dat EuroCollege Hogeschool (ECHS) in 2003/2004 heeft

samengesteld in samenspraak met de beroepenveldcommissie. Het panel heeft kennis

genomen van de eindkwalificaties en is van mening dat deze adequaat zijn voor het

beroep waarvoor wordt opgeleid. De vereniging van evenementenmakers is in 2007 een

traject gestart dat mogelijk een overkoepelend beroepsprofiel gaat opleveren. Indien er

een profiel tot stand komt, zou dit als uitgangspunt kunnen dienen voor een meer

landelijke stroomlijning. De opleiding heeft vooralsnog besloten, vanuit

concurrentieoverwegingen, niet deel te nemen aan de besprekingen.

• De opleiding HEM geeft in het zelfevaluatierapport weer hoe zij zich positioneert ten

opzichte van aanbieders van soortgelijke opleidingen in Nederland. Het gehanteerde

beroepsprofiel is specifieker toegesneden op projectmanagement binnen de

evenementenbranche en minder op algemeen management, productontwikkeling of

beleidsmaken in de brede vrijetijdssector. Tevens onderscheidt het EuroCollege zich

door haar bedrijfsmatige aanpak ten opzichte van de competentiegerichte aanpak bij

andere aanbieders.

• De opleiding International Hotel & Hospitality Management (IHHM) hanteert eveneens

een door EuroCollege Hogeschool ontwikkeld leerdoelendocument. Het destijds voor de

HBO-raad geconcipieerde profiel vormde het uitgangspunt. In samenspraak met o.a.

hotelmanagers, en met inachtneming van internationale aspecten, is het beroepsprofiel

verder vormgegeven. De opleiding IHHM baseert haar programma dus deels op het,

door bekostigde hoge hotelscholen gepubliceerde, Competentieprofiel Hoge

Hotelonderwijs, anderzijds heeft zij in overleg met hotels eigen accenten gelegd. Zo zet

ECHS stevig in op hoogwaardig hospitality en mentaliteitsvorming.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 16/53

Het panel heeft kennis genomen van de eindkwalificaties en is van mening dat deze

adequaat zijn voor het beroep waarvoor wordt opgeleid.

• De opleiding IHHM heeft een sterke internationale oriëntatie, zoals uit de

eindkwalificaties blijkt. Vanwege globalisering is het voor studenten mogelijk om

nagenoeg overal ter wereld stage te lopen en te leren, onder meer via de buitenlandse

studiereis.

Facet 1.2 Niveau bachelor HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal

geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Beide opleidingen hebben de Dublin descriptoren gehanteerd om aan te sluiten bij

algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een

bachelor.

• In de studiegids is de relatie tussen de Dublin descriptoren en de te bereiken

eindkwalificaties zichtbaar gemaakt. Hierin wordt beschreven hoe de

eindkwalificaties/leerdoelen te relateren zijn aan de vijf Dublin descriptoren. Tevens

beschikt het EuroCollege over een document Dublin descriptorenschema, waarin per

opleiding wordt aangegeven hoe de doorwerking verloopt van Dublin descriptor naar

profielkwalificaties naar corresponderende leerdoelen en bijbehorende

programmaonderdelen.

• Onder de descriptor kennis en inzicht valt bij HEM het eigen maken van projectmatige

kennis en theorieën om verschillende soorten evenementen te organiseren, met als

bijvoorbeeld het kennen van managementtechnieken en theorieën op micro, meso en

macro niveau en het formuleren van een ondernemersplan. Het omzetten van een

missie in beleid en het proces van organiseren, sturen en uitvoeren en vormgeven vallen

onder de descriptor toepassen van kennis en inzicht. Onder oordeelsvorming vallen

onder meer de leerdoelen het bezitten van een onderzoekshouding en het trekken van

conclusies op basis van systematische observatie en het inleven in de belangen en

beweegredenen van anderen. Bij de descriptor communicatie komt onder meer het

beheersen van vergadertechnieken en de beschikking over een dienstverlenende en

klantgerichte instelling aan de orde. In de vijfde Dublin descriptor, leervaardigheden,

komen leerdoelen zoals beschikken over verantwoordelijkheidsbesef, besluitvaardig

optreden en op een adequate manier omgaan met stress aan de orde.

• De relatie tussen het programma en de Dublin descriptoren voor de opleiding IHHM kan

als volgt worden geïllustreerd. Onder de descriptor kennis en inzicht valt onder meer

vak- en productkennis om de verschillende afdelingen binnen het hotel te kunnen

managen en kennis van uiteenlopende hotels, arrangementen en horecaleveranciers.

Onder het toepassen van kennis en inzicht valt bijvoorbeeld het analyseren van markt,

branche, cultuur en communicatiemethodes van klanten en gasten alsmede het in staat

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 17/53

zijn kwaliteit van organisatieprocessen te meten en te beïnvloeden. Het eigen handelen

kritisch beschouwen en het inleven in de belangen en beweegredenen van anderen

vallen onder de descriptor oordeelsvorming. Onder de descriptor communicatie worden

onder andere het beheersen van vergadertechnieken om constructief aan vergaderingen

deel te nemen en voor te zitten alsmede het in staat zijn met sociale vaardigheden een

netwerk op te bouwen dan wel te consolideren gegroepeerd. De descriptor

leervaardigheden komt terug in verantwoordelijkheidsbesef en het kunnen reflecteren op

eigen functioneren in de beroepspraktijk en uitkomsten hiervan te vertalen in actie.

• Het panel heeft de relatie tussen de Dublin descriptoren en de

leerdoelen/eindkwalificaties bestudeerd en acht deze goed.

Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het

relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.

- De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een

specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding

vereist is of dienstig is.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De opleidingen hebben de eindkwalificaties/leerdoelen afgeleid van het beroepsprofiel

dat in 2003/2004 is samengesteld in nauw overleg met de beroepenveldcommissies

(zie 1.1). Deze leerdoelen vermelden expliciet over welke kwalificaties een beginnend

beroepsbeoefenaar minimaal dient te beschikken. Het management en de docenten

beschikken over een voldoende breed netwerk om op basis van deze contacten

eventuele bijsturingen te plegen binnen het curriculum en de eindtermen. In september

2007 hebben de beroepenveldcommissies nogmaals de eindkwalificaties tegen het licht

gehouden.

• De opleidingen hebben een sterke link met de beroepspraktijk, deze komt onder meer tot

uiting in de stages, seniorprojects en andere organiserende activiteiten van studenten,

zoals de jaarlijkse Conference Day. De elementen 'learning by doing' en 'real life

experiences' uit de visie vormen de basis voor de relatie met de beroepspraktijk.

• Het panel concludeert uit de gesprekken met het werkveld en de afgestudeerden dat de

eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de eisen van het beroepenveld. Voor

beide opleidingen wordt de mentaliteit van de studenten positief bevonden.

• De opleidingen leiden studenten op die beginnende, leidinggevende functies gaan

uitoefenen in de evenementen- of hotelbranche. De algemene functieaanduiding is:

'manager'. In een startersfunctie zal men veelal 'assistent to' zijn.

• Na de opleiding HEM kan gekozen worden uit meerdere beroepen die de branche

aanbiedt. Zo kan een afgestudeerde gaan werken aan de opdrachtgeverskant

bijvoorbeeld als: (assistent) manager interne en/of externe communicatie;

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 18/53

evenementenmanager; (assistent) manager relatiemarketing; (assistent) PR-manager.

Of aan de (onder)aannemers kant in een functie bij een evenementenorganisatiebureau;

(assistent) conference manager; een functie bij een beurs- en congresorganisatie; een

functie bij een reclamebureau.

• Het doel van de IHHM-opleiding is een goede uitgangspositie bieden voor een carrière in

de hotelbranche. Voorbeeld van beroepen zijn: frontdesk manager, sales manager, food

& beverage manager, marketing manager, floor supervisor. Ook de mogelijke branches

zijn divers. Naast hotels, restaurants, conferentiecentra en cateringbedrijven vormen ook

luchtvaartmaatschappijen, vakantieparken en allerlei andere dienstverlenende bedrijven

als banken en uitzendbureaus een deel van de arbeidsmarkt. Op internationaal niveau

zijn er carrièremogelijkheden in corporate management van internationale hotelketens.

Onderwerp 2 Programma

Facet 2.1 Eisen HBO HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast)

onderzoek.

- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het

vakgebied/de discipline.

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft

aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De vakliteratuur wordt bijgehouden en samengesteld door de adjunct-directeur

kwaliteitszorg in samenspraak met de directeur en de docenten. De studenten

ontvangen aan het begin van de studie een samengestelde literatuurlijst met aan te

schaffen literatuur. Het panel acht de literatuurlijst in orde met de vaststelling dat de

literatuurlijst sterk angelsaksisch gericht is. De evementen- en de hotelbranche zijn

volgens ECHS angelsaksisch georiënteerd. Het werkveld acht het beheersen van een

tweede vreemde taal, naast het Engels, geen vereiste. Het niveau van de te bestuderen

literatuur acht het panel correct. Wel is het panel van mening dat introductie van andere

dan voornamelijk angelsaksische literatuur over de evenementen- en hotelbranche een

verrijking zou kunnen zijn.

• De aangeboden vakliteratuur wordt ondersteund met studiemateriaal dat ontleend is aan

de beroepspraktijk, zoals praktijkcasussen en (senior)projecten c.q. opdrachten

(marktonderzoeken, marktanalyses). De casussen en (senior)projecten zijn opgenomen

in de vakspecifieke modulehandleidingen. In de (senior)projecten komt tevens interactie

met de beroepspraktijk tot stand, evenals in de stages. Studenten en de

projectbegeleiders zijn direct betrokken bij het uitvoeren van een evenement, onderzoek

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 19/53

of project zoals CHIO Rotterdam, ABN-Amro tennistournement, de Miljonairfair, Novotel

en Hotel Pulitzer Amsterdam. De opleidingen leggen de link met de internationale

beroepspraktijk onder meer door jaarlijks een studiereis te organiseren (door studenten)

naar één van de BRIC-landen.

• In het gesprek van het panel met het werkveld komt naar voren dat de programma’s van

de opleidingen verband houden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied, maar dat

er binnen het programma meer aandacht mag bestaan voor trends, ontwikkelingen op

het vakgebied in de afgelopen tien jaar (bijvoorbeeld vergrijzing, technische

ontwikkelingen). In de beroepenveldcommissie is dit ook als agendapunt voor beide

opleidingen aangedragen.

• In het programma van HEM zijn diverse modulen opgenomen waarin studenten werken

aan de ontwikkeling van beroepsvaardigheden: onder andere klantgericht handelen,

offertes opstellen, hospitality-vaardigheden ontwikkelen en adviesvaardigheden. Bij

IHHM richten de beroepsvaardigheden zich op de hotelbranche: managing hospitality,

reserveringen, housekeeping en dergelijke. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden

vindt verder voornamelijk plaats in het buitenschools curriculum. Voor beide opleidingen

geldt dat in het programma drie stages zijn opgenomen: werkoriëntatie, zomerstage,

eindstage. De werkoriëntatie is een stage waarbij de student, in het kader van de

opleiding, voor het eerst in aanraking komt met de beroepspraktijk en inzicht krijgt in wat

hij nog moet leren. De zomerstage, die vier maanden duurt, is gericht op het aanleren

van beroepsvaardigheden binnen het kader van de opleiding. Aan de eindstage is een

onderzoek gekoppeld dat in overleg met het stageverlenende bedrijf wordt geformuleerd.

In het programma is de module ‘onderzoek & scriptie’ opgenomen om studenten te

voorzien van de juiste kennis en vaardigheden over onderzoeksmethoden en modellen.

• In het gesprek met de studenten komt naar voren dat zij tevreden zijn over de manier

waarop de opleiding actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk een plaats geeft in het

onderwijsprogramma en waarop het programma aantoonbare verbanden heeft met de

beroepspraktijk. De bevindingen van de gesprekken sluiten aan bij de resultaten die

blijken uit de evaluatieresultaten.

• Het panel komt tot het oordeel voldoende op grond van het feit dat de literatuurlijst

uitgebreid zou kunnen worden en de actualiteit een prominentere plaats in het curriculum

mag krijgen.

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

- De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van

(onderdelen van) het programma.

- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde

eindkwalificaties te bereiken.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 20/53

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De inhoud van het curriculum wordt volgens de opleiding vastgesteld op basis van

frequent contact en afstemming tussen de opleiding en het werkveld.

• De programma’s van beide opleidingen zijn gebaseerd op de leerdoelclusters die de

eindkwalificaties per opleiding vormen. De opleidingen maken op dit niveau geen

onderscheid tussen eindkwalificaties en leerdoelen. Er worden drie leerdoelclusters

onderscheiden: algemene beroepsleerdoelen, vakspecifieke leerdoelen en persoonlijke

leerdoelen. De leerdoelclusters zijn uitgewerkt in onderwijsprogramma’s met vier

vakspecifieke theoretische, vijf algemene en vijf praktijk onderwijsdelen. De realisatie

van deze veertien onderwijsonderdelen vindt plaats in vijf semesters. In de studiegidsen

worden op moduleniveau diverse termen gebruikt voor de leerdoelen per module:

leerdoel, eindterm en doelstelling.

• Binnen het algemene beroepsleerdoelcluster worden de studenten geacht kennis, inzicht

en vaardigheden op te doen op de volgende domeinen: missie, imago en strategisch

denken, planning en organisatie, commercieel, financieel en economisch terrein,

marketing en sales, leidinggeven en coachen, kwaliteitsdenken en communicatie. Bij het

vakspecifieke beroepsleerdoelcluster gaat het onder andere om het kunnen formuleren

van een visie op de internationale hospitality en evenementenbranche, vak- en

productkennis en kennis van gastvrijheid en horecaleveranciers. Bij IHHM staat de

hotelbranche centraal en bij HEM de evenementenbranche. Binnen het cluster van de

persoonlijke beroepsleerdoelen komen onder meer het zelfstandig handelen,

beslissingen nemen en problemen oplossen aan de orde. Binnen dit cluster valt

bijvoorbeeld ook het eigen handelen kritisch beschouwen, stressbestendig zijn en het in

staat zijn om samen te werken.

• Het panel heeft de inhouden van beide programma’s bekeken in relatie tot de te bereiken

eindkwalificaties en acht deze relatie goed. De studiegids kan nog verder worden

ontwikkeld door bij de verschillende programmaonderdelen de toetsingscriteria en

-vormen op te nemen (zie ook 2.8). De opleidingen leggen hier wel goed de link tussen

leerdoelen c.q. eindkwalificaties en Dublin descriptoren.

• Zoals aangegeven bij facet 1.2. hebben de opleidingen een Dublin descriptorenschema

opgesteld waarin de leerdoelen die gekoppeld zijn aan de descriptoren worden

uitgewerkt naar de corresponderende programmaonderdelen.

• De inhoud en opzet van de programma's bieden de studenten voldoende mogelijkheden

om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bij beide opleidingen zijn er clusters

van modulen gemaakt die voor beide opleidingen overeenkomen op het niveau van de

clustering, maar verschillen op het niveau van de module-inhouden. Bij HEM zijn de

clusters over management gericht op de evenementenbranche, bijvoorbeeld advies &

offerte, special events, event marketing, bij IHHM is de inhoud gericht op de

hotelbranche: bijvoorbeeld restaurantbedrijf & hygiëne code, hotel- en hospitality

management, hospitality marketing. De studenten worden op velerlei gebied

studietechnisch ondersteund. Vanaf het studiejaar 2006-2007 is een begeleider

aangetrokken die de begeleiding van studenten verder vorm moet gaan geven. Binnen

het EuroCollege bestaat de begeleiding onder meer uit steunlessen en

studievaardigheidshulp (zie 4.2).

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 21/53

Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Binnen beide opleidingen is op meerdere manieren een inhoudelijke samenhang in het

programma aangebracht. Een drietal leerclusters is uitgewerkt in vier vakspecifieke

themaclusters, vijf algemene themaclusters en vijf praktijkclusters. Deze zijn verspreid

over vijf, eventueel zes semesters. In de eerste twee semesters ligt het accent sterk op

de oriëntatie op de opleiding zelf en de branche, het betreft de propedeutische fase. In

de hoofdfase, de drie semesters die op de propedeuse aansluiten, volgt verbreding,

verdieping en uiteindelijk specialisatie. Het onderwijsprogramma kent een opbouw in

moeilijkheidsgraad. Door de concentrische aanpak wordt een verticale samenhang

bewerkstelligd. Binnen de opleidingen wordt gewerkt met opvolgende modulen, zoals

management, communicatie en marketing. In de eerste module wordt de basiskennis

aangeleerd, waarna in de tweede module de kennis wordt verdiept. Door de

eerdergenoemde clustering wordt een horizontale samenhang gerealiseerd.

• In de programma’s van de beide opleidingen is sprake van een afnemende mate van

sturing gedurende het curriculum. In het eerste jaar worden de studenten sterk gestuurd,

waar zij in het tweede studiejaar meer eigen verantwoordelijkheden krijgen, bijvoorbeeld

bij de projecten.

• De samenhang binnen de programma's wordt vanaf 2008 bewaakt en geregisseerd door

een afzonderlijke functionaris, de adjunct directeur onderwijs. Deze staat in nauw contact

met de docenten, de coördinator stages en de coördinator projecten. Tevens bestaat er

regelmatig contact met de directeur en de adjunct-directeur onderwijsontwikkeling. De

adjunct-directeur onderwijs bezoekt de lessen en coacht de docenten. Daarnaast houdt

hij regelmatig groupmeetings met studenten waar de programma's, de samenhang en de

toetsing frequent onder de loep worden genomen.

• Om de samenhang nog verder te ontwikkelen, zullen in de loop van studiejaar

2008/2009 de programma's in leerlijnen uitgewerkt worden. Elke leerlijn

vertegenwoordigt een themacluster en kent zijn eigen samenhang en opbouw in kennis,

inzicht en vaardigheden. Onderling zullen deze leerlijnen verbonden worden door de

projecten. De leerlijnen zijn semesteroverschrijdend waardoor verdere samenhang wordt

geboden.

• Uit het in april 2007 afgenomen alumni-onderzoek blijkt dat de studenten tevreden waren

over de programma's en de relatie met de praktijk. Er is niet specifiek gevraagd naar een

oordeel over de samenhang.

• Docenten en studenten geven in gesprekken met het panel aan dat de relatie theorie en

praktijk in de modulen goed tot zijn recht komt. Docenten maken gebruik van eigen

praktijkvoorbeelden en van door studenten aangedragen praktijkvoorbeelden.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 22/53

Facet 2.4 Studielast HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat

programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden

weggenomen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De opleidingen bewaken de studeerbaarheid van het programma door de studielast en

toetsing zo goed mogelijk te verdelen. De studiebegeleiding dient de studievoortgang

van de studenten te bewaken en te bevorderen. Binnen het EuroCollege wordt gestreefd

naar een ordelijk en gedisciplineerd studieklimaat waarbinnen presteren gestimuleerd

wordt.

• De opleidingen hanteren tien spelregels die betrekking hebben op gedrag en mentaliteit

van de studenten. In deze tien regels is onder andere een 75%-aanwezigheidsregel

opgenomen. Studenten dienen aan deze verplichting te voldoen om deel te nemen aan

het betreffende tentamen. Een ander voorbeeld is de verplichting om op donderdag in

pak naar de opleiding te komen. Deze regel heeft betrekking op de mentaliteit van de

studenten. Mocht een student niet in pak verschijnen, dan wordt de toegang tot het

gebouw hem die dag ontzegd. Van studenten wordt verwacht dat ze zich aan afspraken

houden en desnoods ’s nachts doorwerken om een deadline te halen.

• Beide programma’s kennen een toenemende studielast. Kennis, inzicht, vaardigheden

en verantwoordelijkheden nemen toe naarmate de studie vordert en de student sterker

wordt. De opleidingen hanteren in de opgelegde studiebelasting het principe dat in het

bedrijfsleven als heel normaal wordt gezien: deadline is deadline. Het is de taak van de

(studie-)begeleiding om de studenten die dreigen af te haken op sleeptouw te nemen.

• De realisatie van het programma vergt veel van de studenten, omdat het volledige

programma in 2,5 tot 3 jaar wordt doorlopen. Er zijn 48 lesweken per jaar en studenten

maken lange werkdagen. Met name de studielast in het laatste semester is hoog, 81

ECTS tegenover respectievelijk 76 en 81 in jaar één en twee. Studenten hebben in het

derde jaar wel een half jaar uitlooptijd. Zij worden namelijk voor een heel jaar

ingeschreven. Studenten geven aan dat de studielast hoog is, maar dat zij bewust voor

deze opleiding hebben gekozen en zijn ingesteld op deze studiebelasting. Zij geven aan

juist de 2,5-jarige route te waarderen, mede omdat ze op deze wijze het programma

volgen met de meest gemotiveerde studenten. Voorts blijkt uit tevredenheidsonderzoeken

dat studenten tevreden zijn over de studeerbaarheid van het programma, de

tentamengang en het inhalen van uitgevallen lessen. De beleving van het

opleidingsmanagement en de studenten vertoont in dit kader enige discrepantie, daar het

opleidingsmanagement aangeeft dat de studenten geen tijd hebben voor andere

activiteiten zoals een bijbaan of sport, terwijl de studenten aangeven hier wel tijd voor te

hebben.

• Studenten kunnen op aanvraag studieondersteuning krijgen. De ondersteuning kan

bestaan uit steunlessen, gesprekken, groupmeetings en lessen studievaardigheden. De

studiecoördinator heeft de mogelijkheid studieondersteuning op te leggen aan studenten.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 23/53

In het eerste jaar nemen de studenten verplicht deel aan studie-uren, waarin onder

toezicht huiswerk wordt gemaakt. Vanaf het tweede jaar vervallen de verplichte studie-

uren, de student zet dan een volgende stap naar zelfstandig functioneren.

• De tentamen- en herkansingmomenten, de uiterste data van inschrijving en de

bekendmaking van de uitslagen liggen vast en worden middels de jaarplanner en een

begeleidend schrijven bekend gemaakt. Alle studenten ontvangen aan het begin van het

studiejaar een uitgebreide planner waarop alle belangrijke deadlines staan.

• De onderwijseenheden en delen daarvan worden afgesloten bij voldoende resultaat.

Iedere student die minimaal 75 procent van een bepaald vak heeft gevolgd, heeft binnen

dat vak recht op één tentamenmogelijkheid per studiejaar en per tentamenronde één

herkansing. Wanneer een student in aanmerking wil komen voor een tweede herkansing

zal hij hiertoe schriftelijk een verzoek moeten indienen bij de examencommissie.

• Indien een student vertraging oploopt kan er een aangepaste studieroute opgesteld

worden. Deze kan in 'semester zes' ingaan. Iedere student staat zes semesters

ingeschreven.

• In het eerste jaar starten studenten met een introductieweek, er zijn 24 weken van 30

lesuren, 40 uur studieweken en 480 uur stage. Daarnaast krijgen studenten 240 uur

werkoriëntatie, 40 uur projecten en drie tentamenweken. In het tweede jaar geldt het

volgende: kick off senior project 20 uur, lesweken 690 uur, studieweken 40 uur en

begeleiding projecten 69 uur. Voor de uitvoer van de projecten staat gemiddeld 30 uur

en er zijn drie tentamenweken. In het derde jaar is er een stage van 480 uur, zijn er

terugkomsessies van 12 uur en de scriptiebegeleiding omvat 30 uur.

• Het panel komt tot het oordeel voldoende, omdat studenten in het laatste half jaar geacht

worden meer dan 80 uur per week te werken. Het panel vindt dit niet echt studeerbaar,

maar is wel positief over het half jaar uitloopmogelijkheid.

Facet 2.5 Instroom HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende

studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee

vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Om toegelaten te worden tot één van de bacheloropleidingen dient een kandidaat over

een diploma op mbo niveau 4, een havo/vwo-diploma of een vergelijkbaar diploma te

beschikken. Er is geen speciale eis met betrekking tot een gevolgd profiel of

vakkenpakket. Bij studenten met een stevig betaprofiel wordt nagegaan of de kandidaat

in kwestie affiniteit heeft met de "hospitality branche". De potentiële studenten voeren

voorafgaand aan de toelating een intakegesprek met de opleidingsdirecteur. Een

kandidaat kan in het eerste studiejaar twee keer per jaar starten: in september of in

januari.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 24/53

• Wanneer een kandidaat een propedeutisch jaar heeft afgesloten in een

managementkundige, een bedrijfskundige of marketingstudie (op een andere hbo-

opleiding dan ECHS), dan is het mogelijk om in het tweede jaar in te stromen. De

vakspecifieke vakken van het eerste jaar moeten dan wel worden ingehaald.

• Studenten die zich aanmelden en reeds elders hebben gestudeerd of over de nodige

werkervaring beschikken kunnen, bij voldoende voorkennis op basis van eerder

behaalde diploma's/certificaten, een verzoek tot vrijstellingen indienen bij de

examencommissie. Het gaat dan bijvoorbeeld om vrijstelling voor de module

Communicatie.

• Als een student is aangenomen, doet hij mee aan het introductieprogramma om de

aansluiting op deze vorm van onderwijs te vergemakkelijken. Een introductieweek vormt

in september de start van de studie. Op de eerste lesdag volgen alle studenten

introductiecolleges in het studieprogramma, de werkwijze en de spelregels. De

studenten krijgen op school een begeleider/groupmeeter aangewezen.

• De opleidingen organiseren diverse voorlichtingsavonden voor instromende studenten

en ze geven informatie op middelbare scholen. Geïnteresseerde studenten kunnen op

verzoek een gesprek hebben met de directeur.

• Uit de rendementscijfers en het gesprek met het opleidingsmanagement blijkt dat

studenten die rechtstreeks vanuit het voortgezet onderwijs instromen meer problemen

ervaren wat aansluiting betreft dan studenten die reeds beschikken over een hbo-

diploma, propedeusegetuigschrift of enige jaren werkervaring. Studenten en docenten

wijten dit verschil voornamelijk aan een verschil in motivatie. Het opleidingsmanagement

geeft aan dit verschil door middel van het intakegesprek zoveel mogelijk te ondervangen.

• Uit het gesprek met studenten is gebleken dat ze bewust voor deze opleiding gekozen

hebben, ofwel vanwege de korte duur ofwel vanwege de strikte aanpak.

Facet 2.6 Duur HEM: Voldaan

IHHM: Voldaan

Criteria

- De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum:

hbo-bachelor: 240 studiepunten.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De duur van de studie wordt berekend in studiepunten (ECTS). De programma's voor

zowel de hotel- als de evenementenopleiding hebben een omvang van 240 ECTS

• Het eerste jaar bestaat uit twee theoretische clusters, de werkoriëntatie en de

zomerstage en heeft een omvang van 78 ECTS. Het tweede jaar heeft een omvang van

81 ECTS. Dit geldt ook voor het derde studiejaar (bestaande uit één ingeroosterd

semester en een semester uitloop), hier worden 68 van de 81 ECTS gedekt door de

eindstage/scriptie.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 25/53

Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.

- De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De wensen van het bedrijfsleven en de mogelijkheden van de student staan centraal in

de didactische uitgangspunten, zoals beschreven in het zelfevaluatierapport. Volgens het

ECHS zijn hbo’ers doeners en zijn ze in hun latere beroepsuitoefening gebaat bij een

goede mentaliteit en bij kunnen aanpakken. De opleidingen richten zich, in lijn met de

koers van EuroCollege, op: disciplinevorming als basis van succes (attitude), learning by

doing, begeleiding en real life projecten. Binnen het leerproces vindt een geleidelijke

verschuiving plaats van verantwoordelijkheden van de begeleider/docent naar de

student.

• De studenten doen 'werkervaring' op in de praktijk. Deze loopt volgens de lijn van

werkoriëntatie, operationele projecten naar zomerstage. In het tweede jaar leren de

studenten 'real life' presteren in een senior project. De studenten ronden hun studie af

met een eindstage. Vergelijk ook facet 2.1.

• Tijdens de realistische projecten integreren de studenten relevante theorie en praktijk.

Deze projecten zijn multidisciplinair en vragen van de student een actieve opstelling en

een verregaande mate van zelfstandigheid. De coördinator van de projecten bewaakt dit

proces, waarbij aan elk project een begeleider wordt toegewezen.

• Uit evaluaties blijkt dat het verplicht op school studeren niet altijd positief wordt

gewaardeerd, maar het wordt wel geaccepteerd als een adequate manier om

geconcentreerd met de studie bezig te zijn. Over de andere werkvormen zijn de

studenten positief.

• Bij beide de opleidingen krijgen de studenten te maken met hoor- en werkcolleges,

projectonderwijs en (zelf)studie-uren waarin de studenten geacht worden hun huiswerk

te maken. In de studiegidsen van beide opleidingen is per onderdeel opgenomen welke

werkvormen worden gehanteerd. Het panel is van mening dat de werkvromen aansluiten

bij de uitgangspunten van het ECHS.

Facet 2.8 Beoordeling en toetsing HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten

de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 26/53

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Het uitgangspunt voor de toetspraktijk is het handboek examinering van ECHS. De

toetspraktijk betreft het traject van voorbereiding tot aan de evaluatie van de

examinering. De examencommissie en het examenbureau zijn daarbij respectievelijk

aansturende en uitvoerende organen. De examencommissie handelt conform het

examenreglement en de examenregeling zoals vastgelegd in de OER. Zij beoordeelt de

tentamenopgaven en stelt deze vast, evenals de normering en de cesuur. De commissie

stelt de cijfers en de einduitslag vast en bewaakt de processen en organisatie van

toetsen en examens.

• Het beleid van EuroCollege Hogeschool is erop gericht dat de examenprocedures en

-processen zodanig zijn ingericht dat de examenkandidaat de garantie heeft dat niets

aan het toeval wordt overgelaten en iedere handeling van de examencommissie en

examinatoren systematisch, controleerbaar en reconstrueerbaar verloopt.

• De opleidingen kennen een drietal toetsvormen, te weten schriftelijke tentamens,

mondelinge tentamens in de vorm van presentaties en voordrachten en tot slot

uitvoerende praktijkopdrachten, zoals cases, projecten, stages & stageverslag en

scriptie. Deze toetsvormen worden zowel in de studiegids als in de studierapportage

vermeld en zowel aan de student als de docent bekendgemaakt. Naar mening van het

panel kunnen de opleidingen op dit aspect nog een slag maken door beoordelingscriteria

in de studiegids op te nemen. Het cluster verdiepingsliteratuur wordt getoetst door

middel van een mondeling tentamen dat wordt afgenomen door de directeur. Het panel

constateert samen met de studenten dat een tentamen met meerdere beoordelaars de

objectivering van de beoordeling ten goede zou komen.

• Het panel heeft de toetsen ingezien en heeft vastgesteld dat er veel cognitief gerichte

toetsvormen worden gehanteerd. Het aandeel inzichtvragen en casuïstiek zou meer

mogen zijn.

• Voorafgaande aan het studiejaar wordt de jaarplanning opgesteld en vastgesteld. In

deze planning staan ook de data vermeld waarop de examens worden afgenomen. De

examencommissie stelt toetsmomenten vast.

• Na een tentamenronde worden de resultaten binnen 15 werkdagen bekendgemaakt.

Vooraf zijn de cijfers door de examencommissie vastgesteld. De studenten kunnen de

tentameninzage aanvragen bij het examenbureau. Mocht na de inzage de student nog

vragen hebben, dan zorgt het examenbureau ervoor dat de docent van het betreffende

vak nadere uitleg kan verstrekken.

• In het gesprek met het panel geven de studenten en de afgestudeerden aan de manier

van toetsing en de beoordeling eerlijk te vinden. Wel geven de studenten aan dat er veel

kennis getoetst wordt in relatie tot vragen waar inzicht en toepasbaarheid van kennis

getoetst worden.

• Het beroepenveld wordt (in)direct betrokken bij de examinering door middel van de

beoordeling van de stages en de (senior)projecten.

• Het panel komt tot het oordeel voldoende op grond van het feit dat de

beoordelingscriteria niet altijd geëxpliciteerd zijn in de studiegidsen en dat bij de toetsing

meer inzicht, dus meer toepassing van kennis, gevraagd zou mogen worden.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 27/53

Onderwerp 3 Inzet van personeel

Facet 3.1 Eisen HBO HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding

legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• In 2007 is een begin gemaakt met het ontwikkelen van een samenhangend pakket aan

arbeidsvoorwaarden en het aanpassen van de systematiek van

functioneringsgesprekken.

• Bij de werving van docenten wordt door ECHS gelet op ervaring (hogere management),

opleiding (academisch) en affiniteit met opleiden en onderwijs, zoals het panel ook uit de

cv’s heeft kunnen opmaken. Verder moeten nieuwe docenten en medewerkers achter

het concept van de hogeschool staan. Indien nodig krijgen docenten hulp bij de

toetsconstructie en didactische ondersteuning. De ECHS heeft de didactische en

inhoudelijke aansturing verstevigd door een adjunct-directeur onderwijs aan te stellen.

• De ECHS hanteert een differentiatie in het personeel. Docenten worden voornamelijk

voor lessen en toetsen ingezet. Stafmedewerkers zijn verantwoordelijk voor de

organisatie van het onderwijs en de begeleiding van studenten (projecten, stage,

scriptie), daarnaast geven zij ook les. Voor de steunlessen worden ook wel ouderejaars

studenten van de Erasmus Universiteit ingezet. Zij staan qua beleving dichter bij de

studenten. Van studenten heeft het panel begrepen dat de steunlessen ook wel door de

eigen docent worden verzorgd, maar zij vinden het vaak prettig om op een andere

manier uitleg te krijgen.

• De docenten en de meeste onderwijsgevende stafleden beschikken over relevante

ervaringen in de beroepspraktijk, zoals uit de cv’s is gebleken. De opleiding vindt het

belangrijk dat de beroepspraktijk in het programma wordt geïntegreerd. De

seniorprojecten zijn hiervan een sprekend voorbeeld volgens ECHS. Het panel

ondersteunt dit.

• De opleidingen borgen de binding van haar onderwijsgevend personeel met de

beroepspraktijk op de volgende manieren: de professionele achtergrond van de

docenten uit de beroepspraktijk, betrokkenheid van docenten en stafleden bij

praktijkopdrachten die het programma biedt, bezoeken van de stagebegeleiders aan

bedrijven en organisaties waar studenten stage lopen, studiereizen (inclusief de

buitenlandse) en bedrijfsbezoeken voor studenten en stafleden.

• Uit het gesprek van het panel met studenten van de beide opleidingen is gebleken dat de

docenten in staat zijn de theorie uit de literatuur de vertalen naar de praktijk of te

koppelen aan voorbeelden en eigen ervaringen uit de beroepspraktijk.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 28/53

• De studenten zijn positief over de bedrijfsmatige achtergronden van de docenten. Uit

alumni-onderzoek blijkt dat meer dan zeventig procent van de ondervraagde alumni

tevreden was over de praktijk- en beroepsgerichtheid van de docenten. In het jaar

2006-2007 bleken enkele docenten niet goed te voldoen, dit heeft volgens ECHS de

tevredenheid van de betrokken studenten negatief beïnvloed.

Facet 3.2 Kwantiteit personeel HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te

verzorgen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• ECHS hanteert geen taakbelastingsnorm. Uitgangspunt is dat de klus geklaard moet

worden. Wel is er bij het management aandacht voor de mogelijkheden om taken te

verlichten of te verdiepen.

• ECHS heeft 40 docenten/opleiders in de flexibele formatie die uitsluitend lesgeven en

betrokken zijn bij examineringen. Zij hebben geen coördinerende of begeleidende taken.

Daarnaast zijn er 16 opleiders in vaste dienst die rollen vervullen als begeleider, docent,

scriptiebegeleider, projectcoördinator en dergelijke. Zij onderhouden de contacten met

de studenten en/of de ouders. Deze groep opleiders vormt de basis en de rode draad in

de opleidingen. Er zijn vier ondersteunende medewerkers. Hierbij moet gedacht worden

aan financiën, backoffice en frontoffice. Voor beide opleidingen geldt een docent-

studentratio van 7,4:1.

• Het panel heeft inzage gekregen in personeelslijsten, waaruit blijkt dat het

personeelsbestand nogal eens van samenstelling wisselt. Het management gaf aan dat

het kwaliteit voorop stelt en dat docenten die niet voldoen, niet opnieuw worden ingezet.

Het panel waardeert deze aandacht voor kwaliteit, maar ziet ook graag dat de

continuïteit in het onderwijs goed gewaarborgd wordt. Van studenten heeft het panel

begrepen dat wisselingen in docenten en staf voor hen soms lastig zijn in verband met

andere werkwijzen. ECHS is de laatste jaren gegroeid waardoor er veel nieuwe

medewerkers zijn aangetrokken. Naast een vaste kern werkt ECHS met flexibele

docenten die afhankelijk van benodigde expertise in een semester worden ingezet. Door

de lage docent-studentratio kan ECHS les- en begeleidingsuitval door bijvoorbeeld

ziekte, vrijwel geheel voorkomen.

• Lessen, begeleiding en ondersteuning worden in groepen gegeven die variëren van twee

tot 25 studenten, afhankelijk van de onderwijsactiviteit. In totaal tellen de bachelor-

opleidingen ongeveer 160 studenten 'in class' en 80 op stage.

• Het maximale ziekteverzuim is gesteld op twee procent. Op twee langdurig zieken na,

ligt het ziekteverzuim erg laag.

• In het recente verleden heeft een krappe personele bezetting tot een zware belasting

van enkele personeelsleden geleid. Op het moment dat de financiën het toestonden, is

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 29/53

het team verstevigd en verbreed. Tussentijdse uitval kan zo onzichtbaar worden

opgevangen. ECHS vervangt een docent indien deze na acht dagen nog ziek is.

• Het panel komt tot het oordeel voldoende. De continuïteit in het docentencorps over

perioden heen is een punt van aandacht. Het panel stelt wel vast dat ECHS geborgd

heeft dat lesuitval vrijwel niet voorkomt.

Facet 3.3 Kwaliteit personeel HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en

organisatorische realisatie van het programma.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De vestigingsmanager houdt door middel van gesprekken toezicht op het functioneren

van de docenten binnen de strakke structuur van de school. De meer inhoudelijke

aansturing is vanaf januari 2008 de verantwoordelijkheid van de adjunct-directeur

onderwijs, die tevens lessen zal bezoeken. Met docenten wordt minimaal twee keer per

jaar gesproken.

• Door de splitsing van de school in een academic en nonacademic gedeelte rekruteert de

directie bij voorkeur academisch geschoolden voor de meer inhoudelijke functies. Bij het

aantrekken van nonacademic functionarissen wordt scherp gekeken naar

organisatorische vaardigheden. Daar ECHS bedrijfsmatig gericht onderwijs binnen een

particuliere school voorstaat, worden op dat vlak hoge eisen aan personeel gesteld.

Volgens ECHS is het moeilijk om het inhoudelijke en het organisatorische in één functie

te verenigen.

• Het panel heeft op basis van de cv’s kunnen vaststellen dat docenten en onderwijzende

staf over ruim voldoende kwalificaties beschikken om het onderwijs te verzorgen. De

helft van de docenten beschikt over een academische vooropleiding en de andere helft

over een hbo-opleiding of over ervaring op minimaal hbo-niveau.

• De school investeert in toenemende mate in zijn staf door middel van heidagen, proef-

audits en verbeterde arbeidsvoorwaarden.

• Vanaf 2008 zullen docenten korte didactische cursussen op school kunnen volgen. De

toetsinstructie wordt momenteel door de directeur en de medewerker kwaliteitszorg

verzorgd. Docenten worden geacht zelf hun vakinhoudelijke kennis op niveau te houden.

Docenten zijn immers actief in het bedrijfsleven en worden ingezet op basis van hun

actuele kennis en ervaring.

• Gezien de snelle groei van de school bevindt ECHS zich midden in een fase waarin hard

aan teamvorming wordt gewerkt. Daar waar in het recente verleden meer functies in één

persoon verenigd waren, zijn deze nu uitgesplitst over meerdere personen.

• Met het in 2007 ontwikkelde arbeids- en functioneringspakket wordt een stap gezet in de

richting van een geformaliseerd personeelsbeleid. Op grond hiervan komt het panel tot

het oordeel voldoende.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 30/53

Onderwerp 4 Voorzieningen

Facet 4.1 Materiële voorzieningen HEM: Onvoldoende

IHHM: Onvoldoende

Criteria

- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te

realiseren.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Binnen het concept van ECHS is ervoor gekozen om de theoretische

programmaonderdelen op de vestiging, in leslokalen aan te bieden. Er is een exclusiever

ingerichte ruimte die onder andere voor eindpresentaties wordt gebruikt. Verder zijn er

twee spreekkamers. De ‘huiswerkuren’ voor de eerstejaars studenten zijn ingeroosterd in

bepaalde lokalen en staan onder toezicht van een begeleider. Voor de projecten

waaraan studenten in groepjes werken, zijn speciale lokalen voor de studenten

ingeroosterd. De praktische onderdelen worden in het werkveld uitgevoerd. Daar er geen

grote aula aanwezig is, waar alle studenten bij elkaar kunnen komen, maken de

opleidingen bij speciale gelegenheden gebruik van externe zalen, zoals de kick off van

de seniorprojecten en diploma-uitreikingen in een nabijgelegen hotel. De terugkomdagen

van de stage worden in het World Trade Centre georganiseerd. Volgens ECHS levert

deze organisatie voor studenten een real life experience op.

• De opleidingen HEM en IHHM delen het gebouw in Rotterdam met de andere

opleidingen van de school. De locatie is bescheiden van omvang, waardoor ruimten

efficiënt benut moeten worden. De indeling en inrichting passen bij het klassikaal

lesgeven. De school beschikt over voldoende audiovisuele hulpmiddelen als beamers,

LCD-scherm, overheadprojectoren en flip-overs. In het gebouw is een kantine aanwezig.

• Het gebouw heeft een draadloos internetsysteem. ECHS heeft in 2006-2007 het

computerlokaal gesloten. De student is nu zelf verantwoordelijkheid voor zijn

computergebruik: een laptop is verplicht studiemateriaal. Echter, doordat studenten

nogal eens studiegebruik en multimediaal genot met elkaar verwarren, is het gebruik van

laptops tijdens de lessen verboden.

• EuroCollege Hogeschool kent geen eigen bibliotheekvoorziening. De studenten worden

tijdens de scriptiebegeleiding geadviseerd gebruik te maken van de

universiteitsbibliotheek van de Erasmus Universiteit. Vanaf 2007-2008 is hiervoor de

bibliotheekpas verplicht gesteld. Studenten hebben in het gesprek met het panel

bevestigd dat zij in de scriptiefase gebruik maken van de universiteitsbibliotheek.

Daarnaast blijken studenten ook de centrale bibliotheek van Rotterdam te kunnen

benutten die zich dicht bij de school bevindt en onder specifieke voorwaarden kunnen

studenten ook gebruik maken van de boeken van ECHS. Voor de andere onderdelen

van de studie voldoen de verplicht aan te schaffen boeken (zie 2.1), die volgens de

studenten door iedereen worden aangeschaft en gebruikt. Overigens blijken studenten

veel boeken aan te schaffen.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 31/53

• Het vestigingsmanagement is verantwoordelijk voor de roostering van de lessen, de

bewaking van de tien spelregels evenals de facilitaire zaken voor studenten en

docenten. De frontoffice ondersteunt het management hierbij. Het gebouw is standaard

geopend van 9.00 tot 19.00 uur. Het is voor studenten ook mogelijk om na 19.00 uur op

school te werken.

• Voor de docenten is er een koffieruimte waar zij ook kunnen werken. Voor de stafleden

zijn individuele werkplekken met goede voorzieningen aanwezig.

• Het panel heeft een rondleiding langs de interne voorzieningen gehad en stelt vast dat

de aanwezige leslokalen voldoen. Wel is het panel van mening dat de beschikbare

ruimte erg compact is voor de aantallen studenten en docenten. Het panel heeft tijdens

de rondleiding geen specifieke ruimten voor studenten aangetroffen waar ze zelfstandig

individueel of in groepen kunnen werken. Het panel vindt het een gemis dat er geen

bibliothecaire voorzieningen voor studenten bij de ECHS zijn. Op grond van deze

kanttekeningen komt het panel tot het oordeel onvoldoende.

Facet 4.2 Studiebegeleiding HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog

op de studievoortgang.

- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte

van studenten.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• ECHS hanteert een intensief toezicht op studeren en het naleven van regels (zie 2.4). De

eerstejaars studenten worden vooral studietechnisch en inhoudelijk via mentoraat en

steunlessen begeleid door de coördinator studie- en studentenbegeleider. In het tweede

jaar verschuift deze begeleidersrol naar de projectencoördinator en wordt er meer eigen

initiatief van de student verwacht wat benodigde studiebegeleiding betreft.

• ECHS heeft het beleid voor de begeleiding van studenten vastgelegd in het document

Begeleiding van studenten op Eurocollege, ECMS en ECHS. De begeleidingsactiviteiten

bestaan uit een mentoraat met groupmeetings, individuele gesprekken en een gesprek

met de ouders. Daarnaast zijn er steunlessen, terugkomsessies en twee studieweken. In

het document is tevens vastgelegd over welke vaardigheden de mentor dient te

beschikken, welke functies het mentoraat heeft en wat de inhoud van de diverse

activiteiten is. De primaire begeleiding van studenten berust bij de studiecoördinator en

de studiebegeleider. De begeleiders overleggen wekelijks.

• Daarnaast zijn er de stagebegeleiders, de projectcoördinator, de projectbegeleiders en

de scriptiebegeleiders. Voor de scripties zijn er aparte begeleidingssessies en ook voor

het seniorproject worden bijeenkomsten georganiseerd waar studenten gebruik van

kunnen maken.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 32/53

• De meeste informatie over de studie, de roosters, het jaarrooster en de projecten wordt

via de post verstrekt. Daarnaast staat veel informatie in de studiegids die jaarlijks aan het

begin van de studie wordt uitgereikt. Daar de studenten een aanwezigheidsverplichting

hebben, wordt veel informatie op mededelingenborden gepubliceerd. Tevens spelen de

groupmeetings een belangrijke rol in de informatievoorziening naar studenten. Tijdens de

gesprekken heeft het panel geen negatieve geluiden over de informatievoorziening

vernomen.

• De studievoortgang wordt centraal geadministreerd door het examenbureau. Studenten

krijgen na iedere toetsronde een uitdraai van de resultaten. Van iedere student wordt

een dossier bijgehouden. De manager operationele zaken is hiervoor verantwoordelijk.

De begeleiders leveren wekelijks gegevens aan voor de dossiers.

• Uit evaluaties blijkt dat sommige studenten, ondanks alle voorlichting vooraf, moeite

hebben met studeren onder toezicht. Ook in de gesprekken die het panel gevoerd heeft

kwam naar voren dat niet alle studenten dit toezicht zinvol vinden. De studiecoördinator

heeft de opdracht gekregen te onderzoeken of de begeleiding meer het karakter van

studievaardigheidsondersteuning kan krijgen, mede omdat niet alle studenten efficiënt

blijken te studeren.

Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg

Facet 5.1 Evaluatie resultaten HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare

streefdoelen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De kwaliteitszorg van zowel de evenementen- als de hotelopleiding is ingebed in het

kwaliteitszorgstelsel van EuroCollege Hogeschool (Kwaliteitszorgstelsel ECHS). De

Hogeschool baseert haar opvatting over kwaliteit op het kwaliteitszorgstelsel dat zij sinds

2003 hanteert en verder ontwikkeld heeft. Het stelsel is eerder gekeurd door de

onderwijsinspectie, het Kennis Centrum Examinering en onafhankelijke deskundigen, die

het alle deugdelijk bevonden hebben.

• Vanuit het kwaliteitszorgstelsel is een streefdoelenlijst geformuleerd. De streefdoelenlijst

bestrijkt de werkterreinen: het primaire proces, de ondersteuning en de evaluatielijn. Er is

een evaluatiekalender (cyclisch karakter) opgesteld. Hierin staan uit te voeren activiteiten

in het kader van de kwaliteitszorg, maar ook diverse procesgebonden handelingen

vermeld. Zo wordt de kwaliteitszorg geïntegreerd binnen de instelling. De uitgevoerde

evaluaties worden besproken binnen het managementteam. Verbeterpunten worden in

het managementteam besproken en in gang gezet, de uitvoering wordt gemonitord en

vervolgens geëvalueerd. Binnen het primaire proces is een voorbeeld van een streefdoel

dat 70 procent van de instroom tevreden is over de toelatingsprocedure van de

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 33/53

opleiding. In het secundaire proces, ofwel de ondersteuning, is een streefdoel dat 70

procent van de docenten uit de beroepspraktijk afkomstig is en dat 70 procent van de

vaste staf minimaal drie jaar binnen de organisatie blijft. In het tertiaire proces, namelijk

de evaluatielijn, is een voorbeeld van een streefdoel dat één keer per drie jaar het

examenproces van de hogeschool door een deskundige wordt doorgemeten.

• Er zijn verschillende medewerkers betrokken bij de kwaliteitszorgcyclus: de (adjunct-)

directeur, de adjunct-directeur kwaliteitszorg en een medewerker kwaliteitszorg, de

backoffice manager stages, de coördinator seniorprojecten en de coördinator

studiebegeleiding.

• ECHS zet de volgende evaluatieinstrumenten in: tevredenheidsonderzoek

onderwijsprogramma; tevredenheidsonderzoek examinering; tevredenheidsonderzoek

stage en bedrijven; tevredenheidsonderzoek seniorprojecten; tevredenheidsonderzoek

schoolverlaters; jaarlijkse interne audit; informele peilingen bij uitstroom, groupmeetings

en borrels; oudergesprekken, jaarlijks op afspraak; docentenvolgsysteem,

docentenevaluatie. Het panel heeft de verschillende evaluatieinstrumenten bestudeerd

en acht deze goed.

• De evaluaties vinden zowel formeel als informeel, schriftelijk als mondeling plaats. Bij de

formele evaluaties worden de vragenlijsten en gespreksonderwerpen aangeleverd door

de afdeling kwaliteitszorg. Informele evaluatiemomenten zijn borrels, gesprekken met

studenten, ouders en voorzitters van seniorprojecten. In het afgelopen studiejaar is de

school gaan werken met panelsessies. Een aantal studenten wordt tijdens zo'n

bijeenkomst mondeling bevraagd aan de hand van een van te voren opgestelde

checklist.

• In 2006/2007 is een aanzet gegeven tot een docentenevaluatie. Hierbij wordt uitgegaan

van een KIVM-profiel voor de docent. Aan de hand van een gesprek en een nulmeting is

vastgesteld aan welke KIVM de docent moet werken en wat de docent vindt van de

onderwijsorganisatie. De gespreksverslagen en informatiemomenten zijn vastgelegd in

een docentenvolgsysteem, dat de komende jaren verder ontwikkeld zal worden.

hiernaast heeft er in het eerste semester van 2007-2008 voor het eerst een interne audit

plaatsgevonden.

• De groeiende onderwijsorganisatie brengt professionalisering en functiedifferentiatie met

zich mee. Naarmate de schoolorganisatie complexer en gedifferentieerder wordt, zal er

meer aandacht besteed gaan worden aan de ontwikkeling en evaluaties van de

onderwijsondersteunende processen, alsmede aan het personeelsbeleid.

Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering HEM: Goed

IHHM: Goed

Criteria

- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare

verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 34/53

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Ieder studiejaar wordt door de adjunct-directeur kwaliteitszorg bekeken of de

evaluatieresultaten aanleiding geven tot verbeteracties. Tijdens het managementoverleg

wordt vastgesteld welke acties in gang gezet dienen te worden. Eind juni schrijft de

adjunct-directeur kwaliteitszorg een aanbeveling op basis van de evaluaties. Hierbij

worden de belangrijkste verbeterpunten van het af te sluiten begrotingsjaar geëvalueerd

en vastgelegd in een verbeterplan. Op basis van deze gegevens worden in de

zomermaanden streefdoelen voor het te starten begrotingsjaar geformuleerd.

• Voor het komende studiejaar is een aparte coördinator aangetrokken met als taak het

professionaliseren van de studie- en studentenbegeleiding. Tevens zijn, om de kwaliteit

van projecten en stages te vergroten, een aparte manager backoffice stages en een

aparte coördinator projecten benoemd. De backoffice manager stages richt zich vooral

op de organisatie van de begeleiding, de planning en de aansturing van de begeleiders,

de coördinator projecten heeft inhoudelijke taak.

• Het panel heeft de verbeterplannen voor de jaren 2006 en 2007 ingezien en constateert

dat de plannen overeenkomen met de acties die de afgelopen periode hebben

plaatsgevonden of nu in ontwikkeling zijn. Ter illustratie noemt het panel de ontwikkeling

van het KIVM-profiel voor docenten ten behoeve van de ontwikkeling van docenten.

• Het panel heeft vastgesteld dat de opleidingen aandachtspuntenlijsten samenstellen op

basis van tevredenheidsonderzoeken. Deze punten, bijvoorbeeld klachten over de

organisatie en uitvoering van projecten, resulteren in verbeteracties. In het geval van de

projecten heeft het panel twee notities gezien waarin de verbeteringen zijn vastgelegd.

Docenten en medewerkers worden bijvoorbeeld via de beleidsbrief aan het begin van het

schooljaar op de hoogte gesteld van veranderingen.

Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en

het beroepenveld

HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend

beroepenveld van de opleiding actief betrokken.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• De opleiding houdt evaluatieonderzoeken onder studenten, docenten, alumni en het

beroepenveld.

• De studenten nemen deel aan schriftelijke en mondelinge evaluaties. De mondelinge

evaluaties vinden plaats in de vorm van studentenpanels, wekelijkse groupmeeting maar

ook op meer informele wijze. De kleinschaligheid van de opleiding draagt bij aan een

klimaat waarin feedback dagelijks plaatsvindt. Aanpassingen en verbeteringen worden in

de groupmeetings gecommuniceerd of via een brief aan studenten en/of ouders.

• Voor docenten is met ingang van het studiejaar 2006-2007 een KIVM-profiel ontwikkeld.

De (adjunct-)directeur voert aan de hand van dit KIVM-profiel gesprekken met de

docenten. In een docentenvolgsysteem worden evaluatiegegevens en de uitkomsten uit

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 35/53

de gesprekken vastgelegd. Aan het einde van het studiejaar wordt het studiejaar

nogmaals besproken en komt aan de orde wat de docent het komende studiejaar zal

gaan doen. Het vestigingsmanagement is voor docenten het dagelijkse aanspreekpunt.

• Het beroepenveld wordt periodiek gehoord en om advies gevraagd middels o.a. de

beroepenveldcommissie. Daarnaast houdt ECHS contact met het beroepenveld via de

seniorprojecten en stages. Na afloop van de stages worden stagebedrijven bevraagd

over het KIVM niveau van de studenten en de organisatie van de stage.

• De afgestudeerden van EuroCollege worden formeel geënquêteerd middels een

alumnionderzoek. ECHS streeft er tevens naar dat (oud)studenten actief binnen de

school zijn, in de werving, in loondienst of als freelancher. Het panel heeft echter niet

kunnen vaststellen dat er sprake van een actief alumnibeleid is.

• Het panel komt tot het oordeel voldoende, omdat de inbreng in de kwaliteitszorg van de

verschillende stakeholders nog verder geformaliseerd moet worden.

Onderwerp 6 Resultaten

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau HEM: Voldoende

IHHM: Voldoende

Criteria

- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde

eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• Of de studenten de beoogde eindkwalificaties hebben bereikt, moet blijken uit de scriptie

en de uitvoering en beoordeling van de praktijkclusters: de werkoriëntatie, de stages en

de seniorprojecten. Via deze onderwijseenheden kan de student laten zien in hoeverre

hij in staat is problemen op zijn vakgebied, met de verworven kennis en inzichten,

professioneel op te lossen. Gedurende de stages worden de studenten beoordeeld door

de praktijkbegeleider(s) van het bedrijf. Alle studenten schrijven een onderzoeksscriptie.

Deze kan voortvloeien uit de stage maar kan ook gebaseerd zijn op een door de student

aangedragen probleemstelling.

• De stage, het stageverslag en de scriptie worden aan de hand van vastgestelde criteria

door de begeleiders beoordeeld. In de regel sluit de student zijn studie af met een

mondeling examen van maximaal 40 minuten over de verdiepingslijst. De student toont

volgens het management tijdens dit examen aan dat hij de theoretische kennis beheerst

en het inzicht heeft om verbanden te leggen om de theorie te relateren aan eigen

ervaringen. Dit mondelinge examen wordt afgenomen door de directeur. Met de

studenten is het panel van mening dat een tweede beoordelaar tot een betere

objectivering zal leiden.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 36/53

• Het panel heeft de verslagen van de stages en de uitkomsten van de seniorprojecten

bekeken en is van mening dat studenten inderdaad na een praktijkanalyse zeer

praktijkgerichte oplossingen op hbo-niveau voor problemen aandragen. Verder is het

panel positief over het feit dat studenten met dit project een geheel traject van briefing tot

en met implementatie doorlopen.

• Het panel heeft van beide opleidingen ruim tien scripties bekeken. Het panel is positief

over de beoordelingsformulieren en het feit dat er twee beoordelaars bij de beoordeling

betrokken zijn. Het panel is niet tevreden over de theoretische diepgang (meestal

ontbreekt een theoretisch kader), over de methodologische aanpak (weinig

onderzoeksmatig) en het beperkte gebruik van literatuur (weinig en nauwelijks

internationaal). De scripties zijn net als de seniorprojecten sterk probleemoplossend

gericht, maar laten slechts een geringe eigen inbreng van studenten zien.

• Tijdens het bezoek heeft het panel haar bevindingen met de opleidingen besproken.

Tijdens het bezoek is vervolgens inzage verschaft in de concept scripties van studenten

die in mei 2008 zullen afstuderen. Het panel is positief over deze concepten, omdat de

theoretische onderbouwing nu een vereiste bleek te zijn. In mei heeft het panel vijf

nieuwe scripties ter inzage gekregen. Het panel is positief over het bereikte

bachelorniveau. De scripties laten meer theoretische diepgang en

onderzoeksmethodologie zien. Er is ook meer gebruik van (internationale) literatuur

gemaakt. Van de vijf bestudeerde scripties waardeert het panel er twee als goed tot zeer

goed, twee zijn voldoende en één is vergelijkbaar met de ‘oude’ scripties en is

onvoldoende.

• In het werkveld is niet systematisch geënquêteerd over de tevredenheid over de

behaalde eindkwalificaties. Uit het feit dat studenten snel werk vinden halen de

opleidingen het vertrouwen dat ze een goede aansluiting hebben met de beroepspraktijk.

Uit alumnionderzoek blijkt dat studenten hun opleiding een 7.2 geven. Het management

heeft regelmatig contact met vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk en heeft

positieve reacties van hen ontvangen over het niveau van de opleidingen:

afgestudeerden zijn intelligente doeners, die communicatief vaardig zijn, eigen initiatief

tonen en zich aan deadlines kunnen houden. Studenten geven aan al tijdens de studie

banen aangeboden te krijgen. In het gesprek met de leden van de

werkveldadviescommissie worden als pluspunten van de opleidingen genoemd:

bedrijfsmatige aanpak, praktijkgerichtheid, ondernemende mentaliteit en goede

beroepsattitude. Ook alumni zijn positief over de opleiding en het niveau dat zij bereikt

hebben.

• Hoewel de scripties van studenten van vorig jaar niet het beoogde niveau lieten zien, is

het panel positief over de geïmplementeerde verbeteringen. De scripties van dit jaar

weerspiegelen in voldoende mate het bachelorniveau. In combinatie met de

borgingsmechanismen rond het afstuderen komt het panel tot het oordeel voldoende.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 37/53

Facet 6.2 Onderwijsrendement HEM: Goed

IHHM: Voldoende

Criteria

- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante

andere opleidingen.

- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:

• In het kwaliteitszorgstelsel worden ten aanzien van rendement de volgende streefdoelen

gehanteerd:

- minstens 60 procent van de instroom behaalt het diploma binnen de versnelde

studieduur van 2,5 jaar

- minstens 70 procent van de instroom verlaat de opleiding binnen drie jaar met een

diploma

- maximaal 15 procent van de instroom verlaat de opleiding binnen meer dan drie jaar

- ten hoogste 15 procent van de instroom verlaat de opleiding voortijdig

• ECHS meet alleen de resultaten van studenten die de volledige opleiding hebben

gedaan. Tussentijdse uitvallers worden dus later niet tot instromers gerekend.

• Tussentijdse uitvallers krijgen een gesprek met de directeur. Uit deze gesprekken blijkt

dat de kwaliteit van de opleidingen niet de reden voor vroegtijdig vertrek is.

• De opleidingen streven ernaar om door gerichte studie- en studentenbegeleiding

voorkomende belemmeringen (persoonlijk, vakinhoudelijk) weg te nemen en studenten

te stimuleren en enthousiasmeren voor de studie. Tot 2004 was de uitval groter dan nu.

Het aanscherpen van de regels en het invoeren van steunlessen heeft de rendementen

positief beïnvloed.

• De opleiding HEM heeft de afgelopen jaren de volgende rendementen gerealiseerd:

- cohort 2003: instroom 16 studenten, 83 procent geslaagd, na 21/2 jaar (83 procent

volgens de definitie van de ECHS), 12 procent is nog aan het afstuderen (16 procent

volgens definitie ECHS);

- cohort 2004: instroom 32 studenten, 19 procent geslaagd, na 21/2 jaar (21 procent

volgens definitie ECHS), 75 procent is binnen drie jaar afgestudeerd (82,5 procent

volgens definitie EHCS);

- cohort 2005: instroom 54 studenten, 93 procent is nog aan het afstuderen

(100 procent volgens definitie EHCS);

- cohort 2006: instroom 52 studenten, 92 procent is nog aan het afstuderen

(100 procent volgens definitie EHCS).

• De opleiding HEM kent een gemiddelde tussentijdse uitval van drie tot vijf studenten per

cohort. De opleiding voldoet hiermee aan haar streefcijfer.

• De opleiding HEM voldoet aan haar streefcijfers, uitgaande van haar eigen definities.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 38/53

• De opleiding IHHM heeft de afgelopen jaren de volgende rendementen gerealiseerd:

- cohort 2003: instroom 11 studenten, 54 procent geslaagd na 21/2 jaar (66 procent

volgens de definitie van de ECHS), 27 procent (2 studenten) is nog aan het

afstuderen (33 procent volgens definitie ECHS);

- cohort 2004: instroom 25 studenten, 52 procent geslaagd na 21/2 jaar (62 procent

volgens definitie ECHS), 42 procent is nog aan het afstuderen (61 procent volgens

definitie EHCS);

- cohort 2005: instroom 28 studenten, 89 procent is nog aan het afstuderen

(100 procent volgens definitie EHCS);

- cohort 2006: instroom 32 studenten, 94 procent is nog aan het afstuderen

(100 procent volgens definitie EHCS).

• De opleiding IHHM kent een gemiddelde tussentijdse uitval van twee tot vier studenten

per cohort. De opleiding voldoet hiermee aan haar streefcijfer.

• De opleiding IHHM voldoet aan haar streefcijfers, uitgaande van haar eigen definities.

• Het panel komt voor de opleiding HEM tot het oordeel goed en voor de opleiding IHHM

tot het oordeel voldoende, omdat de streefcijfers nog niet in alle gevallen gehaald

worden.

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 39/53

Deel C: Bijlagen

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 40/53

Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 41/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 42/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 43/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 44/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 45/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 46/53

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 47/53

Bijlage 2: Deskundigheden panelleden

Eurocollege; geclusterde visitaties opleidingen Hospitality & Evenementen Management en

International Hotel & Hospitality Management,

Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005

Panellid

De heer prof. dr. P.M.J. De Groote

Panellid

De heer A.A.M. Bogers

Studentpanellid

Mevrouw R. Oomen

Panellid NQA

Mevrouw drs. P. Göbel

Panellid NQA

De heer P. van Achteren

Relevante werkvelddeskundigheid

X X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen

X X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding

X X

Onderwijsdeskundigheid

X X

Studentgebonden deskundigheid

X

Visitatiedeskundigheid

X X X X X

Specifieke aanvullingen vanuit bestand panelleden in willekeurige volgorde:

Panellid de heer prof.dr. P.M.J De Groote

De heer De Groote is ingezet vanwege zijn grote werkvelddeskundigheid en onderwijsdeskundigheid

in het domein van toerisme en toeristische dienstverlening. Door zijn status van gastprofessor aan

verschillende Europese Universiteiten en aan de La Trobe University in Melbourne, Australië beschikt

de heer De Groote over internationale expertise. Hij beschikt door zijn ruime ervaring met visitaties

tevens over auditdeskundigheid, voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd.

Opleiding:

1975 – 1979 Licentiaat (drs.) aardrijkskunde (geografie), KULeuven

1978 – 1979 Geaggregeerde aardrijkskunde (geografie), KULeuven

1979 – 1986 Doctor in de Wetenschappen (aardrijkskunde/geografie), KULeuven

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 48/53

Werkervaring:

1979 – 1986 Assistent aan de KULeuven (Faculteit Wetenschappen)

1983 – 1986 Docent aan het Coloma-Instituut Mechelen (toerisme hbo)

1986 – 1987 Institut Tunon, Bruxelles (tourisme)

1987 NHTV Breda (Dienstencentrum)

1986 – 1996 Docent Hoge Hotelschool Maastricht

1986 – 1987 Adviseur Toerisme van de Vlaamse Gemeenschapsminister van Cultuur (Brussel)

1987 – 1991 Assistent, vervolgens werkleider en docent aan de Faculteit Toegepaste Economische

Wetenschappen van de Economische Hogeschool Limburg (Diepenbeek)

1991 – heden Docent, vervolgens hoofddocent en hoogleraar (sinds 1/1/2001) aan de Faculteit

Toegepaste Economische Wetenschappen van het Limburgs Universitair Centrum

(LUC Diepenbeek, sinds 2005 Universiteit Hasselt)

2000 – 2001 Gastdocent toerisme aan het VLEKHO (Brussel)

2001 – 2004 Hoogleraar bij de Masters in Toerisme aan het UAMS (Universiteit Antwerpen)

2004 – heden Gastdocent bij Masters in Toerisme aan de KULeuven

1986 Gastprofessor aan de University of Birmingham

1998 Gastprofessor aan de La Trobe University in Melbourne (Australië)

2000 Gastprofessor aan de Veszprém universiteit (Hongarije)

2001 – 2005 Gastprofessor aan de Montesquieu Université in Bordeaux

2002 – heden Gastprofessor aan de Université d’Angers.

Panellid domein A.A.M. Bogers

De heer Bogers is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van evenementen en

vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. Hij heeft diverse bedrijven in

verschillende discliplines van de evenementenbranche gehad en heeft nu een eigen evenentenbedrijf.

Voor deze visitatie is de heer Bogers aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie

en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1981 – 1985 LTS Mechanische techniek

1987 – 1988 Middenstandsdiploma detailhandel

Werkervaring:

1987 – 1989 Verschillende functies

1989 – 1992 Eigen bedrijf: B&B Sounds (geluidsverhuur voor muziekevenementen). Functie:

eigenaar en geluidstechnicus

1992 – 1993 Tourmanager voor diverse artiesten

2001 – 2006 Eigen bedrijf: Event Medical Service (E.M.S.). Functie: Mede-eigenaar

2002 – 2007 Voorzitter Local FM

1993 – heden Eigen bedrijf: Bogers Productions. Functie: eigenaar-directeur

Mevrouw R. Oomen (panellid student)

Mevrouw Oomen is ingezet als student panellid. Nadat zij de studie Pedagogiek aan de

Rijksuniversiteit Groningen afgerond heeft is ze nu eerstejaarsstudent Vrijetijdsmanagement aan de

Hogeschool INHOLLAND in Diemen. Zij houdt zich als klassenvertegenwoordiger bezig met de

kwaliteit van de opleiding. Daarnaast is zij lid van een werkgroep bij Tweehek recreatie, dat zich bezig

houdt met het organiseren van kindervakantiekampen, waarin zij adviseert met betrekking tot de

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 49/53

organisatie van het bedrijf. Ook is zij bezig met het opzetten van een studievereniging, waarin zij

samen met de opleiding dagexcursies zal organiseren en adviezen zal geven inzake de inhoud van

deze excursies voor eerstejaars studenten. Mevrouw Oomen beschikt over studentgebonden

deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij

opleidingen in het domein. Zij is individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger

onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1994 – 2000 Willem Lodewijk Gymnasium Groningen

2001 – 2002 Pedagogiek, Rijksuniversiteit Groningen

2002 – 2003 International Economics, Universiteit van Maastricht.

2006 – heden Vrijetijdsmanagement, INHOLLAND Diemen

Werkervaring:

1996 – heden Vrijwilligerswerk bij jeugdrecreatie Tweehek

1999 – heden Verschillend bedieningswerk in de horeca

10/02 – 08/03 Assistent bedrijfsleider in een Ierse Pub

08/04 – 10/05 Assistent bedrijfsleider in een Mexicaans restaurant

08/06 – heden Actief lid van Amnesty Internationa

Panellid NQA mevrouw drs. P. Göbel

Mevrouw Göbel is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ruime ervaring met visiteren in bijna alle sectoren

van het hbo. Ze heeft bij Lloyd’s auditcursussen gevolgd. Verder heeft zij twintig jaar ervaring met

ontwikkelen van onderwijsprogramma’s, lesgeven en beoordelen van studenten en met management

in het hoger beroepsonderwijs in uiteenlopende sectoren.

Opleiding:

1971 – 1976 Tweedegraads lerarenopleiding: Nederlands en Engels

1976 – 1979 Rijksuniversiteit Utrecht, Nederlandse taal- en letterkunde

Werkervaring:

1980 – 1993 Docent taalbeheersing bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede

1987 – 1993 Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sector Economie Saxion Hogeschool

Enschede

1993 – 1995 Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sectoren Welzijn en Arbeid,

Lerarenopleiding Basisonderwijs en Conservatorium

1994 – 1997 Directeur van het instituut Welzijn en Arbeid bij de Saxion Hogeschool Enschede

1997 – 2000 Projectleider bij de afdeling Onderwijszaken van de Saxion Hogeschool Enschede

2000 – 2004 Medewerker kwaliteitszorg bij de HBO-raad

2004 – heden Auditor NQA

Overig:

2006-heden lid hoofdbestuur VVAO

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 50/53

Panellid NQA de heer P. van Achteren

Panellid de heer Van Achteren heeft in 2006 de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening aan de

Hogeschool van Utrecht afgerond. Daarna heeft hij onderwijskunde en politicologie gestudeerd. Sinds

2008 is de heer Van Achteren werkzaam als junior auditor bij NQA. Hij heeft ervaring met

verschillende visitaties in uiteenlopende sectoren van het hbo.

Opleiding:

1995 – 1999 Mavo

1999 – 2001 Havo

2001 – 2002 Management, Economie en Recht

2002 – 2006 Sociaal Juridische Dienstverlening

2006 – heden Onderwijskunde

Werkervaring:

2004 – 2005 Tweede Kamerfractie D66

2004 – 2008 Voorzitter opleidingscommissie SJD

2008 – heden NQA, junior auditor

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 51/53

Bijlage 3: Bezoekprogramma

Visitatiedatum: 29 februari 2008

Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers

08.30 - 11.00 uur Ontvangst

Materiaalbestudering

Visitatiepanel, bestaande uit:

Arjan Bogers

Nel Göbel

Patrick De Groote

Junior NQA

student

11.00 - 11.45 uur Gesprek met opleidingsmanagement Edu van de Walle

José van Gelder

11.45 - 12.30 uur Gesprek met studenten Willem de Klerk (EM2005)

Nicole Folkers (EM2006)

Rik Janssen (EM2007)

Diederik Sikkens (EM2007)

Eelco Böhtlingk (HM2005)

Menno Bijl (HM2006)

Erik van Schaik (HM2007)

12.30 - 13.15 uur Lunchpauze *

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 52/53

Tijdstip Programmaonderdeel Deelnemers

13.15 - 14.00 uur Gesprek met docenten Dirk Beljaarts

Freek Donders

Ardie den Hoed

Carlo Orsini

Henk Brosky

Astrid van Keulen

Susan Richter

Rob van ‘t Oever

14.00 - 14.45 uur Gesprek met werkveld en

afgestudeerden

Werkveld:

Hans Brouwers (EM)

Nicole Scheffers (EM)

Jasper Scholte (EM))

Anton van de Ven (EM)

Remco van Kamp (HM)

Maaret Terhurne (HM)

Floris-Jan Zwaag (HM)

Afgestudeerden:

Yvette Landman (HM)

Joyce Dijkshoorn (EM)

14.45 - 17.00 uur Rondleiding

Eventuele extra gesprekken

Materiaal bestuderen

Intern paneloverleg*

Visitatiepanel bestaande uit:

Arjan Bogers

Nel Göbel

Patrick De Groote

Junior NQA

Student

17.00 - 17.30 uur Tweede gesprek met

Opleidingsmanagement en afronding

Edu van de Walle

José van Gelder

17.30 - 18.00 uur Afsluitend paneloverleg Visitatiepanel, bestaande uit:

Arjan Bogers

Nel Göbel

Patrick De Groote

Junior NQA

student

© NQA - visitatie Eurocollege Hogeschool, opleidingen HEM & IHHM (vt) 53/53

Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal

Materiaal Onderwerp/facet

Beleidsdocumenten (op opleidings- en hogeschoolniveau)

kwaliteitszorg

organisatie

personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatie

over functioneren en professionaliseren)

onderwijsbeleid en toetsbeleid

rendementsbeleid

5

3

2

5, 6

Evaluatierapporten/ -resultaten (zowel intern als extern onderzoek)

Inclusief de meetinstrumenten

2, 3.3, 4, 5, 6.2

Onderwijs- en examenregeling

Beoogde eindkwalificaties 1

Beroepsprofiel of vergelijkbaar document 1

Studiegids 2, 4.2

Overzicht van het programma (voor elke variant en locatie)

inclusief studiepunten

2

Overzicht van personeel (kwalificaties van docenten) 3.1

Kengetallen 6.1

Curriculummateriaal:

modulehandleidingen

stage/afstudeerhandleidingen

boekenlijst

projectopdrachten

deficiëntieprogramma’s

studieboeken

readers

2

Toetsen, portfolio’s en assessments, inclusief beoordelingen 2.8, 6.2

Afstudeerproducten, inclusief beoordelingen 6.2

Stageverslagen, inclusief beoordelingen 2.8