indruk mbo winter 2009

12
De leerling centraal Dé Onderwijs- dagen 2009 een groot succes! in Druk winter 2009 MBO T H E M A : Organisatie

Upload: stichting-kennisnet

Post on 03-Mar-2016

230 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

inDruk mbo: hét kwartaalblad voor professionals in het middelbaar beroepsonderwijs.

TRANSCRIPT

Page 1: inDruk MBO winter 2009

Deleerlingcentraal

Dé Onderwijs-dagen 2009een groot succes!

inDrukwinter 2009MBO

TH

EMA:

Organisatie

Page 2: inDruk MBO winter 2009

Ict is gedoe ?!?Ik sprak onlangs twee docenten van een ROC. Twee ‘gewone’ docenten: een uit het domein Welzijn en een docent Techniek. Beide geen voorlopers in het gebruik van ict. Ik stelde ze twee vragen: “waarom maken jullie gebruik van bepaalde ict voorzieningen?” en “aan welke ondersteuning hebben jullie behoeften?”

“Ict moet direct voordeel opleveren en gemakkelijk zijn in gebruik”, riepen zij in koor. En het moet niet te veel extra gedoe opleveren. Op de tweede vraag kwam ook een helder antwoord. “Geef ons één programma waarmee wij snel een helder en compleet beeld krijgen van een student.” Wat zijn de individuele leerwensen, de behaalde resultaten, de afwezigheid cijfers en welke beoordeling kreeg de student van zijn BPV begeleider. “En wij willen dan graag zelf via eenvoudige velden informatie kunnen toevoegen”, vervolgden de docenten hun betoog. Zodat ons team goed op de hoogte is van de voortgang van deze student. En –nu we toch bezig zijn- de leermeester in het leerbedrijf moet ook zijn observaties kunnen toevoegen.”

Herkenbaar of zelfs voor de hand liggend?

Toch zijn veel MBO instellingen er nog niet in geslaagd om u als docent goed met ict te ondersteunen. Waarom moet u met zoveel verschillende applicaties werken? Welke applicaties leveren u meer op dan alleen gedoe?

Binnen het onderwijs, niet alleen in het MBO, is er een kans blijven liggen. Ict is vooral ingezet om te voldoen aan de eisen van inspectie, het ministerie van OCW en van de gemeenten. Niet om het onderwijsproces te ondersteunen. Hoe vaak bent u gevraagd om aan te geven welke ict ondersteuning u nodig hebt zodat u kunt aangeven hoe u uw werk beter, sneller, efficiënter kunt doen?

Gelukkig wordt er hard aangewerkt om dit te veranderen. In deze InDruk leest u bijvoorbeeld over Triple A. In dit initiatief hebben twaalf MBO instellingen nagedacht en opgeschreven hoe processen in het onderwijs georganiseerd moeten worden. Daarbij is niet alleen gekeken naar de bekostiging maar vooral naar hoe we de student het beste kunnen begeleiden en hoe we flexibel kunnen inspelen op zijn of haar te ontwikkelen competenties.

In het voorbeeld van Triple A bent u als docent of manager leidend. De opdracht aan u is het helder formuleren van uw vraag. Wat heeft u nodig aan ict voorzieningen en wat gaat u daarmee verbeteren? Onthoud daarbij dat docenten en managers de eigenaren zijn van ict. Niet de ict afdeling. U heeft ict immers nodig om goed onderwijs te kunnen geven en om als team een goed beeld te kunnen krijgen van uw student. Vraag erom. Maak duidelijk wat u nodig heeft zonder direct te vragen naar een specifiek software product. U wilt ondersteuning van uw activiteiten. De ict afdeling kan u helpen met de keuze van de juiste software. Misschien heeft uw instelling al lang een applicatie in huis die precies voldoet aan uw wensen. Goed vragen voorkomt dus veel gedoe.

Jan Kees Meindersmasectormanager mbo

Wilt u meer informatie of heeft u vragen?Mail de redactie: [email protected]

Deze onderwerpen kwamen

allemaal aan bod tijdens één

van de keynotes op Dé

Onderwijsdagen 2009. Op 10

en 11 november vond deze

tweedaagse conferentie plaats

in de Jaarbeurs. Onder het

motto: Samen Slim Leren

werden ruim 900 bestuurders,

managers, adviseurs en

docenten uit het primair,

voortgezet, middelbaar en

hoger onderwijs op de hoogte

gesteld van de nieuwste

ontwikkelingen.

2 Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009

inhoud winter 2009

van de redactie 2OWD 2009 3standaarden 4altijd en overal leren 6marktplaats mbo 7

flexcollege 8ict visie 9grenzeloos leren 10SURFnet/Kennisnet 11

Page 3: inDruk MBO winter 2009

Wat hebben hockey, open leermateriaal en pubers met elkaar gemeen?

Een innovatieve opening“Van basisonderwijs tot en met hoger onderwijs, op alle niveaus moet het onderwijs goed zijn. Innovatie helpt om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.” aldus een virtuele minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die in Utrecht Dé Onderwijsdagen opende. Een avatar van de minister nam de jubileumfilm ‘Vijf jaar innovatie in beeld’ in ontvangst van het jarige SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma. Aangezien de aanwezigheid van de minister in Den Haag vereist was, creëerde Fontys Hogescholen in Eindhoven speciaal voor de Onderwijsdagen de avatar van de minister.

“Yes we hebben een crisis”Richard Baraniuk had de eer om het spits af te bijten met zijn keynote over open education. “Onderwijs is te veel bezig met het opsluiten van ideeën in gesloten formats en copyright. Dat is niet efficiënt, levert niets op en maakt het onderwijs er zeker niet toegankelijker op.” Hij pleit ervoor dat iedereen binnen het onderwijs vrij is om te creëren, te delen, te gebruiken, te bewerken en te hergebruiken. Baraniuk stelt dat dit prima kan met de hedendaagse technologieën en met de inzichten die betrekking hebben op intellectueel eigendom en copyright. Na deze keynote waarvan het onderwerp relevant is voor het hele onderwijsveld, verspreidden de bezoekers zich over één van de ruim 50 (!) sessies. De voormalige bondscoach van de Nederlandse hockeydames mocht de eerste dag afsluiten. Met zijn bekende uitspraak “Yes, we hebben een crisis”, wist hij de zaal te inspireren met het gegeven dat je je het beste kunt onderscheiden in moeilijke tijden.

Een kijkje in de frontaalkwabDe tweede dag werd geopend met de keynote van Huub Nelis, die de bezoekers meenam in het brein van pubers. “Het puberbrein is het brein dat nog in ontwikkeling is. De frontaalkwab zorgt voor evenwicht tussen de linker en rechter helft en is pas rond het 25e levensjaar uitontwikkeld.” Veel langer dus dan door de meeste mensen gedacht wordt. De competenties van jongeren worden overschat, waardoor ze vaak al op jonge leeftijd te vrij worden gelaten. Dit terwijl ze eigenlijk ondersteuning en structuur nodig hebben. Zij zijn emotioneel namelijk nog niet toe aan vrijheid. Als tip aan de bezoeker gaf Nelis mee dat de sfeer in de klas goed moet zijn en het belangrijk is om verbinding te maken met de leerlingen. Na de lachwekkende afsluiting van professor van Saemen netwerkten de bezoekers onder het genot van een borrel met collega’s en wisselden informatie en ervaringen uit. Samen slim leren!

Bekijk de keynotes op: www.deonderwijsdagen.nl

De avatar van de minister en de jubileumfilm van SURFnet en Kennisnet zijn te zien op: www.surfnetkennisnet.nl

Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009 3

OWD 2009

Page 4: inDruk MBO winter 2009

Standaarden helpen mensen en systemen dezelfde taal te spreken

Een ingewikkelde organisatie, zoals een onderwijsinstelling, functioneert op z’n best als mensen en systemen elkaar goed

verstaan en begrijpen. Dat lijkt een tegeltjeswijsheid, maar het is toch moeilijker dan het lijkt. Lesinhoud, aantal leerlingen,

beschikbaarheid van middelen, leerbehoefte(n) van leerlingen en leertrajectbegeleiding zijn onderwerpen die alles met

elkaar te maken hebben. De organisatie van de huidige praktijk laat zien dat afstemming op deze onderwerpen een

weerbarstige materie is.

En wat voor deze huidige praktijk geldt, geldt ook voor de ict systemen die de praktijk moeten ondersteunen. Allerlei verschillende systemen is nog niet zo erg, maar als de systemen anders van opzet zijn, met andere gegevens werken en niet zijn afgestemd op de taken die ze moeten ondersteunen is dat wel een probleem.

Een andere belangrijke verandering waar de MBO-instellingen voor staan, de invoering van het competentiegericht onderwijs, maakt het nog eens lastiger elkaar te verstaan en te begrijpen.

Denken vanuit samenhangVoor een aantal MBO-instellingen was dit reden om de handen ineen te slaan. Hoe komen we tot Ict oplossingen die modern, flexibel en competentiegericht onderwijs kunnen ondersteunen? Rondom deze vraag is het samenwerkingsverband Triple A ontstaan.

Om die vraag te beantwoorden heeft Triple A de onderwijsprocessen als uitgangspunt genomen. Hoe zien de onderwijsprocessen er in de toekomst uit, als je wilt zorgen dat administratieve processen, de onderwijsvoorbereidende processen en de ondersteuning van het primair proces goed op elkaar afgestemd zijn? En hoe zorg je ervoor dat onderwijsprocessen en Ict-systemen elkaar goed verstaan? Hiervoor heeft Triple A het onderwijsprocesmodel ontwikkeld.

Hoe spreken mensen dezelfde taalDe uitwerking van het onderwijsprocesmodel is gedaan door mensen van verschillende pluimage (administratief medewerkers, docenten, planners, roostermakers, managers, directeuren) uit veel verschillende MBO-instellingen. Om ervoor te zorgen dat deze mensen elkaar begrepen is een gemeenschappelijk begrippenkader ontwikkeld. Op basis van dit begrippenkader hebben deze mensen hun verwachtingen van de Ict-ondersteuning expliciet gemaakt. De betrokken MBO-instellingen hanteren het gemeenschappelijke begrippenkader als een eerste belangrijke standaard die verstaan en begrijpen faciliteert, zowel binnen hun eigen instelling als met andere(n).

Hoe spreken ict systemen dezelfde taalIn de visie van Triple A is het niet logisch, niet wenselijk en gelukkig ook niet nodig om één groot nieuw systeem aan te schaffen of te laten ontwikkelen om al deze processen in samenhang te kunnen onder-steunen. Belangrijk is dat de functionaliteit van de verschillende systemen op elkaar is afgestemd. Als systemen de processen ondersteunen zoals in het onderwijsprocesmodel beschreven, met zo min mogelijk overlap (verschillende systemen voor dezelfde taak) en ‘lege plekken’ (niet ondersteunde taken) dan ontstaat er een goede, samenhangende Ict ondersteuning van deze processen.

4 Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009

standaarden

Page 5: inDruk MBO winter 2009

De systemen moeten ook in technische zin op elkaar afgestemd zijn. Systemen moeten elkaars gegevens en functies kunnen gebruiken, en zich als één geheel aan de gebruiker presenteren. Om dat mogelijk te maken moeten systemen technisch met elkaar gekoppeld kunnen worden. Op dit moment zijn veel systemen in een instelling niet, of onvoldoende met elkaar gekoppeld. En als er wel een koppeling is gerealiseerd is dat vaak een hele specifieke oplossing, die niet makkelijk ook voor een andere doel gebruikt kan worden. Deze manier van koppelen is met de techniek van dit moment niet meer nodig, en niet verstandig. Er zijn inmiddels veel technische standaarden beschikbaar op basis waarvan systemen kunnen worden gekoppeld.

De Triple A architectuur beschrijft hoe je kunt komen tot een landschap van goed op elkaar afgestemde Ict systemen. Hierbij speelt uiteraard het gebruik van (open) standaarden een grote rol.

Hoe wordt de docent hier wijzer van?Het werken met (open) standaarden levert volgens Triple A, de volgende voordelen op:

Een gemeenschappelijk begrippenkader en de toepassing van standaarden maakt uitwisseling van opleidingsinformatie, of zelfs vakken, binnen en tussen opleidingen eenvoudiger. Een voorbeeld hiervan is de metadatering van de onderwijscatalogus, waarbij de LEGO-metafoor toont dat standaardiseren van bouw(LEGO)blokken (lees: onderdelen van een opleiding of vakken) flexibilisering van onderwijsaanbod mogelijk maakt. Want: als iedereen met LEGO-steentjes werkt is uitwisseling binnen en tussen opleidingen geregeld.

Goed ‘communicerende’ systemen die onderwijsprocessen ondersteunen, voorkomen overbodige (dubbele) handelingen. Een goed voorbeeld hiervan is een kernregistratie van deelnemergegevens. Informatie wordt alleen in deze kernregistratie opgeslagen en kan door andere gekoppelde systemen ‘gelezen’ worden.

De docent kan zelf direct toegang krijgen tot alle relevante informatie over leerlingen, opleidingen, resultaten, loopbaangegevens en onderwijsaanbod. Afhankelijkheid van derden voor toelevering van informatie neemt af.

Goede ondersteuning van de onderwijsprocessen in combinatie met de introductie van competentiegericht onderwijs faciliteren de docent in het centraal stellen van de individuele leerling en zijn/haar leerproces.

Resultaten van de Triple A activiteiten zijn samengevat in de Triple A encyclopedie (zie ook: www.tripleaonderwijs.nl).

Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009 5

Page 6: inDruk MBO winter 2009

Efficiënt, effectief en uitdagend onderwijs met ict

Dat ict een grote rol speelt in het moderne onderwijs staat buiten kijf. Maar wat die rol precies inhoudt,

verschilt per school. Bovendien lopen de meningen daarover nogal uiteen. Denkt een

bestuurder anders over ict dan de docent voor de klas? We nemen de proef op de som

met Herman Willemsen, lid van het College van Bestuur van de Eindhovense School

en Ad Kingma, voormalig docent en opleidingsdirecteur op het CIBAP in Zwolle.

Beide heren zijn het in grote lijnen met elkaar eens…

De Eindhovense School heeft 1700 studenten op het gebied van grafimedia. Ict is er ruim vertegenwoordigd. Meer dan 80 procent van de leerlingen komt met een laptop naar school en werkt op het wireless netwerk. Ook docenten hebben een laptop. Zij hebben hun lesmateriaal, portfolio”s, voortgangsrapporten en absentielijsten altijd bij de hand. Via de mail staan ze de hele dag in contact met hun leerlingen. Op het CIBAP, de vakschool voor verbeelding in Zwolle, is het niet veel anders. Daar startten ze vorig jaar met een laptopproject voor docenten. Komend schooljaar behoort een Macbook tot de verplichte standaarduitrusting voor de eerstejaars. Beide scholen zijn geen uitzondering. Op de meeste scholen zijn de randvoorwaarden dik in orde. Snelle computers, goede netwerken, een elektronische leeromgeving, een geautomatiseerd planningsysteem….Maar: “Het gaat er niet om dat je Ict-middelen hebt, veel interessanter is wat je ermee doet.” En daar zien Herman Willemsen en Ad Kingma nog heel veel uitdagingen…

Driehoeksverhouding“Als bestuurder wil je processen aan elkaar knopen”, vertelt Willemsen. “Ik zie het onderwijs als een driehoeksverhouding tussen inhoud, docent en leerling. Ict is daarbij een onmisbaar hulpmiddel om ons onderwijs efficiënt, effectief én uitdagend te maken. Doordat Ict een grote rol speelt in de organisatie van ons onderwijs, hebben we op het gebied van efficiëntie en effectiviteit al flinke stappen gezet”, vertelt Ad Kingma. “Denk bijvoorbeeld aan het digitaal invoeren van cijfers, resultaten en absentielijsten. Maar waar het nu vooral om gaat is dat Ict ook in het primaire proces een grotere rol krijgt.” Willemsen vult aan: “We moeten ons onderwijs aantrekkelijk en uitdagender maken. Zodat leerlingen het ook relevant en uitdagend vinden wat wij te vertellen hebben.”

AantrekkelijkWillemsen vervolgt: “Hoe zorgen we nu dat een gemiddelde mbo-docent aansluiting vindt bij de leefwereld van moderne jongeren? En dan vooral met de manier waarop jongeren communiceren? We kunnen bij een leerling die multitaskt in de wereld van Youtube, Twitter, MSN en Facebook niet aankomen met een boek en een pak stencils en een gort droog verhaal voor de klas. En Ict is ook geen gril. Het is geen keuze, het is een gegeven. Als je kinderen van 10 tot 12 bezig ziet! Die komen over een paar jaar wel bij ons op school… Dan moeten we ze wel begrijpen en daarbij aansluiten. Daarom moeten we meer doen dan onze docenten een digitaal rijbewijs laten halen. Dat is niet voldoende om die innovatieslag te bewerkstelligen.”

DenktanksZowel op de Eindhovense School als op het CIBAP zijn denktanks geformeerd om te onderzoeken hoe ze content en kennis op een interactieve manier kunnen aanbieden. Willemsen: “Ook onderzoeken we hoe we Ict kunnen inzetten bij de toetsing. Al moet ik daarbij wel

6 Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009

altijd en overal leren

Page 7: inDruk MBO winter 2009

Efficiënt, effectief en uitdagend onderwijs met ict

zeggen dat ik niet geloof in één zaligmakend model. Leerlingen zullen ook af en toe in de boeken moeten duiken. En de meeste vaardig-heidstoetsen kunnen niet digitaal. Maar helemaal op de oude voet verdergaan, is geen optie. Dat wordt voor sommige docenten lastig. Zij zijn gewend aan hun manier van lesgeven en stappen daar niet 1-2-3 van af.” Kingma: “Dat klopt. Alhoewel bij ons op school het laptopproject voor docenten een groot succes is. Ik zie nu dat docenten in de docentenkamer en in de rookruimte hun laptop open hebben om nog wat dingen te doen. Dat is in hele korte tijd normaal geworden. Zelfs voor collega”s die vooraf nog wat scepsis hadden.”

Altijd en overal lerenWillemsen vervolgt: “Ik zie een grote rol voor een data management systeem waar alle lesstof, competenties, opdrachten en toetsen tijd- en plaatsonafhankelijk opvraagbaar en beschikbaar zijn. Dat spreekt de meeste docenten ook wel aan. Zeker de jongere garde. Daarom vind ik het eigenlijk jammer dat we nu te maken hebben met de achterhaalde norm van de 850 verplichte schooluren. Het gaat er niet om dat leerlingen op school zijn, het gaat erom dat ze iets leren. Waar en hoe dat gebeurt, maakt natuurlijk niets uit.” Eind dit jaar bepaalt het CIBAP welke koers ze gaan varen in het digitaliseren van hun leermateriaal. Kingma: “Nu we ons serieus oriënteren, komen we erachter dat er ongelooflijk veel mogelijkheden zijn. Daarvoor hoef je alleen maar even op kennisnet.nl te kijken! Gelukkig hebben we hier een heel gemotiveerd docententeam. Het blijft hier op het CIBAP niet bij praten . We gaan er echt werk van maken!”

www.eindhovenseschool.nl

www.cibap.nl

Kennis delen op marktplaatsmbo.nlBeschikt u over relevante kennis voor uw collega docenten en managers in het MBO? Upload ze dan op marktplaatsmbo.nl. Op marktplaatsmbo vindt u een verzameling van artikelen, beleidsnotities, lesmaterialen, praktijkvoorbeelden, filmpjes, websites, enz. ten behoeve van het onderwijs. U kunt er informatie- en kennisproducten aanbieden, bekijken en/of downloaden. De inhoud wordt bepaald door de bezoekers. De behoefte aan het delen van kennis tussen instellingen is groot. Over onderwijskundige vraagstukken bijvoorbeeld, maar ook over professionalisering en HRM gerelateerde thema’s. Marktplaats mbo is vooral gericht op de doelgroep docenten en managers. Men kan zoeken op doelgroep, (sub)categorieën of kernwoorden (tags). ‘De drempel om te delen’ wordt zo laag mogelijk gehouden. Zo kunnen scholen hun ervaringen en oplossingen eenvoudig overdragen.

www.marktplaatsmbo.nl

Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009 7

mbo marktplaats

Page 8: inDruk MBO winter 2009

In flexibel onderwijs draait alles om de leerling

Een onderwijsprogramma dat aansluit bij de leerstijl en leerwensen van individuele leerlingen. En een programma dat

tegelijkertijd inspeelt op de vragen uit de arbeidsmarkt. Hoe krijg je dat voor elkaar? Dat kan alleen als je je onderwijs

flexibel maakt. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De workshop FlexCollege helpt scholen om zich een beeld te

vormen van flexibel onderwijs en de gevolgen daarvan voor hun eigen organisatie. Jan Harm Vos van het ROC Rijn IJssel

vertelt er meer over. “We weten nu hoe we de flexibilisering in goede banen kunnen leiden.”

In het traditionele MBO-onderwijs volgen alle leerlingen van een beroepsgroep dezelfde vakken in een vast onderwijsprogramma. Iedereen leert in hetzelfde tempo en op dezelfde manier. In theorie, althans. Want de praktijk wijst uit dat het traditionele aanbodgerichte onderwijs niet altijd werkt. Er is veel vroegtijdige uitval, ontevreden-heid bij leerlingen en docenten, en een matige aansluiting op de arbeidsmarkt en vervolgopleidingen… Daarom onderzoeken steeds meer scholen de mogelijkheden om hun onderwijs te flexibiliseren.

De leerling centraal“We willen meer rekening houden met de wensen van de leerlingen”, vertelt Jan Harm Vos. Vos is projectleider Competentiegericht Onderwijs op de Rijn IJssel Vakschool in Wageningen. “We willen bijvoorbeeld maatwerktrajecten gaan inzetten en ook meer met vrijstellingen gaan werken. Zodat leerlingen kunnen versnellen en vertragen als dat nodig is. Dat betekent dat je niet automatisch met een hele beroepsgroep in dezelfde klas zit, maar voor iedereen een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) maakt. In de workshop Flexcollege hebben we onderzocht wat de gevolgen zijn van onze plannen.”

De workshopIn de workshop FlexCollege krijgen deelnemers aan de hand van een computersimulatie te zien hoe een fictieve flexibele onderwijs-organisatie werkt. De simulatie toont de effecten van bepaalde flexibiliteitscenario”s. Bijvoorbeeld: wat zijn de gevolgen voor de inzet van medewerkers, het rooster en het onderwijsaanbod? Vos: “Ook kun je zien welke ingrepen rendement opleveren en welke niet. Zo bleek tijdens de workshop dat een goede intake met leerlingen en heldere communicatie met onze docenten cruciaal zijn.”

Niet aanmodderenFlexibel leren. Het klinkt misschien soepel, maar vrijblijvend is het allerminst. “Er komt heel veel verantwoordelijkheid bij de leerlingen te liggen”, aldus Vos. “We zetten dan ook flink in op leerloopbaan-begeleiding. We laten onze leerlingen natuurlijk niet aanmodderen. De begeleiding begint bij de intake. Daarin inventariseren de leerloopbaanbegeleider en de leerling de leerwensen en leervragen. Vervolgens stellen ze een Persoonlijk Ontwikkel Plan op met vakken,

workshops, lessen en stages uit ons onderwijsaanbod. Als we alle POP’s van alle leerlingen hebben, komt het aan op de planning. Het is paradoxaal, maar voor flexibel onderwijs heb je een hele strakke planning nodig.”

Stap voor stapVos besluit: “Want de flexibiliteitsgedachte heeft verstrekkende gevolgen. Voor onze docenten, voor onze huisvesting, onze planning. Daarom pakken we het stap voor stap aan. En bij elke stap gaan we heel helder communiceren wat er gaat gebeuren. Want als je dit van de ene op de andere dag invoert, lukt het nooit. Dankzij de workshop FlexCollege weten we heel goed waar we allemaal op moeten letten.”

Meer weten over FlexCollege? Bel 0800-KENNISNET.

8 Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009

flexcollege

Page 9: inDruk MBO winter 2009

Prioriteiten en tegenstellingenEen heldere visie op ict die verankerd is in de

onderwijsvisie van de instelling. Het is een van de

bouwstenen van het Vier in Balans Model, dat

voorschrijft dat ict pas een didactische meerwaarde

kan bieden wanneer de vier bouwstenen visie,

deskundigheid, ict-infrastructuur en digitaal

leermateriaal goed op elkaar zijn afgestemd. Maar hoe

staat het in het onderwijs met deze bouwstenen en

wat zijn de opvattingen van management en leraren

over de invulling hiervan? De Vier in Balans Monitor

bracht een aantal opvallende tegenstellingen aan het

licht.

VisieIn alle onderwijssectoren geven leraren aan grote behoefte te hebben aan een ict-visie die gezamenlijk door het onderwijsteam en het management wordt ontwikkeld, dit blijkt uit de Vier in Balans monitor 2009. In het flexcollege is deze behoefte zelfs het grootst, 51% van de leraren in deze sector zegt deze behoefte te onderschrijven.

Wanneer er gekeken wordt naar de mate waarin een dergelijke breed gedragen visie inderdaad op MBO-instellingen aanwezig is zien we een ander beeld. Uit dezelfde monitor blijkt dat slechts 35% van de leraren in het MBO aangeeft dat er op hun instelling sprake is van een gecoördineerde inzet van ict, wat wil zeggen dat er afspraken zijn gemaakt over de didactische inzet van ict waaraan de leraren zich dienen te houden. Opvallend is dat 64% van het management in het MBO aangeeft dat zij werken volgens vastgelegde afspraken.Anders gezegd betekent dit dat 64% van het management zegt dat er sprake is van een gecoördineerde inzet van ict terwijl 65% van de leraren vindt van niet.

Prioriteiten in balans Zowel managers als leraren zeggen ict meer en vaker te willen inzetten. Maar welke prioriteiten wil het management stellen en wat is de mening van leraren? Beide groepen blijken hier afwijkende opvattingen over te hebben. De vier bouwstenen van de Vier in Balans zijn in essentie terug te brengen tot twee overkoepelende condities, namelijk materieel en sociaal. Zowel ict-infrastructuur en digitaal leermateriaal kunnen tot de materiële condities worden gerekend, deze kunnen immer worden aangekocht. Dit geldt niet of veel minder voor de sociale condities visie en deskundigheid. Wanneer er nu gekeken wordt naar de prioriteiten van managers en leraren blijkt er sprake van een tegenstelling. Het management legt prioriteit bij verandering in gedrag en opvattingen van leraren (sociaal), terwijl leraren de meeste waarde hechten aan goede materiële voorzieningen.

Herkent u zich in dit beeld? Wij zijn erg benieuwd naar uw eigen ervaringen over dit onderwerp. Meng u in de discussie op mbo.kennisnet.nl.

Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009 9

ict visie

Page 10: inDruk MBO winter 2009

Meer goed opgeleide handen aan bedOm werken en studeren in de zorg weer prikkelend en behapbaar te maken, sloegen ROC Eindhoven en Vitalis Zorggroep de

handen ineen. Samen kwamen zij tot een innovatief concept voor een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) voor de zorg.

‘Grenzeloos en gevarieerd leren op de werkplek.’ Zo heet het nieuwe onderwijsconcept dat ROC Einhoven met ondersteuning van

Kennisnet ontwikkelde. “Directe aanleiding was het grote tekort op arbeidsmarkt aan goed opgeleide zorgverleners, maar ook

de uitval waar de sector mee kampt”, vertelt Cor Konings, adjunct directeur school voor de Zorgsector.

Andere visie“Mensen die voor een BBL kiezen, werken en zijn ouder. Ze leren anders en hebben behoefte aan andere dingen dan een 16-jarige. Ze willen meer keuzevrijheid om werk, leren en privé beter op elkaar af te stemmen”, vult Cor aan. “Maar ook lesstof die in pas loopt met de praktijk en meer tijd voor overleg.” Frida Hengeveld, lid CvB ROC: “Dit vraagt om een andere visie op leren en werken. Niet langer de school naast de praktijk, maar leren in de praktijk ondersteund door school. Het ROC kan en wil dit niet alleen ontwikkelen. Daarom zochten we binnen ons netwerk naar logische partners.”

Virtueel werkcollegeDie vond het ROC in Vitalis WoonZorg Groep. Floor de Vroome van Vitalis : “We zagen behoorlijk veel uitval omdat BBL”ers het allemaal niet gepland kregen: werken, leren, kinderen. We willen leren leuker en meer tijd- en plaatsonafhankelijk maken. Zo kunnen leerlingen beter hun eigen leertempo bepalen.” Voor Vitalis betekent het onderwijsconcept onder andere het inrichten van digitale leslokalen. Floor: “Hier kunnen studenten op ieder moment van de dag inloggen om een hoorcollege te bekijken of een virtueel werkcollege bij te wonen. Naast een lokaal met een computer krijgen studenten ook mobiele devices als een iPhone zodat ze aan bed bijvoorbeeld snel

informatie kunnen opzoeken.” Ook zijn er plannen voor een zorgcafé. “Een gezellige plek waar student, docent en zorgaanbieder elkaar in een ongedwongen sfeer kunnen ontmoeten.”

Geen LOI-cursusHet nieuwe onderwijsconcept betekent een behoorlijke cultuuromslag. Floor: “De tijd van meelopen is voorbij. Het wordt meer lesgeven op afstand.” Maar, benadrukt Cor: “Het is nadrukkelijk geen LOI-cursus. Opleiden blijft mensenwerk.” Frida: “Onze kracht is juist de inhoudelijke en didactische begeleiding. Docenten blijven inhoudelijk verantwoordelijk maar hun rol verschuift van kennisoverdrager naar coach.” Nu het concept staat, is de tijd rijp voor een pilot waarin een en ander verder uitgediept wordt. Naar verwachting wordt eind dit jaar bekend of Kenniscentrum Calibris subsidie beschikbaar stelt voor de pilot. Zie ook: www.surfnetkennisnet.nl

10 Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009

grenzeloos leren

Page 11: inDruk MBO winter 2009

SURFnet en Kennisnet: vijf jaar samenEerste jubileum

voor onderwijs-

proeftuin

Vijf jaar geleden startte het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma: een

proeftuin waarin de twee organisaties samen zoeken naar nieuwe,

innovatieve ict-toepassingen voor het onderwijs. Bij het eerste jubileum kijken

de twee programmamanagers Madelief Keyser (Kennisnet) en Petra Boezerooy

(SURFnet) terug én vooruit. “Onze kracht? Wij durven projecten op te starten

met het risico dat ze misgaan. Dat hoort bij innovatie.”

“Het videoplatform”, antwoorden Keyser en Boezerooy eensgezind op de vraag naar hét succesproject van vijf jaar SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma. Een project gedreven door complexe technologie achter de schermen, met een scherp oog voor de educatieve toepassing en de vraag vanuit de onderwijspraktijk. Kort door de bocht is dat ook de manier waarop de twee organisaties elkaar in het programma aanvullen.

KoplopersDe visie achter het programma is simpel: innovatie in het onderwijs stimuleren. In het héle onderwijs, want SURFnet is er voor het hoger onderwijs, terwijl Kennisnet het primair en voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs bedient. “We doen voort- durend technologieverkenningen. Zoektochten naar de nieuwste technologieën, zowel binnen als buiten het onderwijs”, legt Keyser

Anders lerenHeel wat toepassingen hebben inmiddels wél hun weg gevonden naar klaslokalen en collegezalen. Daardoor hebben de programmamanagers de onderwijspraktijk de afgelopen vijf jaar behoorlijk zien veranderen. Boezerooy: “Wat vooral anders is geworden, is de manier waarop leerlingen en studenten leren. Digitale schoolborden, en het gebruik van video en mobiele toepassingen zijn niet meer weg te denken.” Keyser vult aan: “Plaats en tijd zijn minder belangrijk geworden. Jonge mensen kunnen steeds vaker zelf bepalen waar en wanneer ze leren. Ze leren woordjes op hun mobiel, of bekijken een weblecture.”

Onderwijs van de toekomstDe lijst veelbelovende ontwikkelingen is lang: touchscreen toepassingen, virtuele werelden, augmented reality en cloud computing zijn maar een paar technologieën die volgens de programmamanagers gemeengoed gaan worden. Over hét onderwijs van de toekomst doen Keyser en Boezerooy trouwens geen uitspraken. Keyser: “We onderzoeken welke technologieën mogelijk interessant zijn en we maken de wensen van instellingen technisch mogelijk. Maar wij bepalen niet hoe het onderwijs eruitziet; dat doen de onderwijsinstellingen zelf.”

www.surfnetkennisnet.nl

uit. “Samen met docenten, de mensen uit de praktijk, bepalen we of een technologie kans- rijk is. Daarna starten we een haalbaarheids- studie of een pilot. Als die succesvol is, ontwikkelen we die tot een dienst.”

Snelle ontwikkelingOnderzoek doen aan de grenzen van de technologie betekent dat het programma af en toe voor de troepen uitloopt. Keyser: “Dat is juist onze kracht: we durven projecten op te starten met het risico dat ze misgaan. Omdat de techniek nog niet genoeg door- ontwikkeld is, of omdat er geen toegevoegde waarde voor het onderwijs blijkt te zijn.” Dat wil nog niet zeggen dat zo’n onderzoek voor niets is geweest; de techniek ontwikkelt zich razendsnel.

Madelief Keyser Petra Boezerooy

Kennisnet • inDruk MBO • winter 2009 11

SURFnet/Kennisnet

Page 12: inDruk MBO winter 2009

colofon > Kennisnet inDruk PO is een gratis blad voor leer-krachten werkzaam in het basisonderwijs. In het blad staat de praktische gebruikswaarde van Kennisnet centraal. Kennisnet inDruk is een uitgave van stichting Kennisnet en verschijnt vier keer per jaar. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uitgave voor het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs en volwasseneducatie. Het blad is ook digitaal (PDF-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl

Hoofdredactie: Marien van Breukelen > Eindredactie en coördinatie: Marien van Breukelen en Jiska Verschoor > Tekst-bijdragen: Einder Communicatie, Point to Point Communicatie, Eric Jongepier, Bas Kruiswijk, Jan-Kees Meindersma, Marien van Breukelen, Jiska Verschoor. > Fotografie: GOfor Photos, Kennisnet > Vormgeving: GOfor Design > Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk > Issn: 1571-2427 Reacties en suggesties: [email protected] van teksten is toegestaan met bronvermelding. Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.

colofon > inDruk MBO is een gratis blad voor docenten werkzaam in het middelbaar beroepsonderwijs. Van de inDruk bestaat ook een aparte uit gave voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder de licentie “naamsvermelding, niet-commercieel, geen afgeleide werken” als gehanteerd door Creative Commons.

Hoe goed bent u met ictIct is volop aanwezig in de maatschappij en dus ook niet meer weg te denken uit het onderwijs. Ook op basisscholen staan computers door de hele school. Steeds vaker gebruiken docenten en studenten computers in de klas. De MBO tool is een hulpmiddel om de ict-competenties van docenten op orde te krijgen. Wat moet je nu weten en kunnen als docent?

Meer weten? Ga naar mbotool.nl

Wikiwijs op 14 december officieel gelanceerdWikiwijs wordt in Nederland een plek op internet waar elke docent leermateriaal kan vinden, gebruiken en aanpassen, van basis- tot universitair onderwijs. Ook is het mogelijk om zelf leermateriaal te ontwikkelen, te bewaren en te delen met collega’s.

Alles op Wikiwijs is vrij in het onderwijs te gebruiken. Er bestaan al verschillende initiatieven van docenten en community’s die leermateriaal beschikbaar stellen op internet. Wikiwijs sluit aan bij deze initiatieven, ondersteunt ze en maakt ze beter vindbaar. Kortom, heeft u leermateriaal over een bepaald onderwerp of vak gemaakt en wilt u dit delen, zoekt u leermateriaal dat aansluit bij specifieke leerdoelen of wilt u gewoon bruikbare tips die uw lessen nóg boeiender maken? Neem dan snel een kijkje op Wikiwijs.nl.

Sinds november 2009 is de eerste versie van Wikwijs operationeel met in het begin vooral vakinhoud voor het middelbaar beroepsonderwijs en het primair, en voortgezet onderwijs. Op basis van alle ervaringen zal in het voorjaar 2010 een nieuwe versie van Wikiwijs de lucht in gaan.

Kijk vanaf 15 december 2009 op: wikiwijs.nl

Meedenken kan op: wikiwijsinhetonderwijs.nl

Auteursrecht en digitaal leermateriaal

Is het werk dat ik maak als docent in loondienst van mijzelf of van mijn werkgever? Van wie is het leermateriaal dat ik maak in samenwerking met andere docenten ? Mag ik werk van anderen zonder toestemming gebruiken in mijn leermateriaal? Door de toename in het gebruik van nieuwe media worden auteursrechtelijke vraagstukken steeds relevanter.

Steeds meer docenten zijn bezig met het arrangeren en ontwikkelen van hun eigen digitaal leermateriaal. De remixcultuur, waarbij dankzij internet gebruik kan worden gemaakt van andermans creaties, had reeds zijn intrede gemaakt in onderwijsland, maar neemt door de huidige ontwikkeling nieuwe dimensies aan. Het is duidelijk dat auteursrechtelijke aspecten hierin een nog grotere rol gaan spelen. In dit kader heeft de stuurgroep van het programma Stimuleren Gebruik Digitaal Leermateriaal met daarin onder andere de educatieve uitgeverijen en de onderwijsraden, een verkennend onderzoek laten uitvoeren door het Instituut voor Informatierecht. Hierin zijn de belangrijkste vraagstukken met betrekking tot de ontwikkeling van (open) leermiddelen beschreven.

Voor meer informatie + praktische voorbeelden kijkt u op: digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/auteursrechten