indruk po winter 2010

16
Rekenen voor de lol op eigen niveau De School leren met een individueel leerplan Maatwerk voor het speciaal onderwijs PO winter 2010

Upload: stichting-kennisnet

Post on 22-Mar-2016

231 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

inDruk po: hét kwartaalblad voor leerkrachten in het basisonderwijs.

TRANSCRIPT

Page 1: InDruk po winter 2010

Rekenen voor de lol op eigen niveau

De School leren met een

individueel leerplan

Maatwerk voor het speciaal onderwijs

PO winter 2010

Page 2: InDruk po winter 2010

WebtipsDe webpaden van leerkracht Jack Nowee zijn opgebouwd

volgens het gedachtegoed van de meervoudige intelligentie.

Ben je logisch, talig, lichamelijk of muzikaal ingesteld,

in de webpaden vind je altijd wat van je gading. Voor de

onderbouw zijn er de doepaden en voor de middenbouw

kiespaden. Sinds enige tijd ontwerpt Jack voor de

bovenbouwleerlingen die nog meer aan kunnen ook nog

piekerpaden.

www.webje.yurls.net/index.php?mod=yurlspage&pageId=20245

Leerlingen met dyslexie of spellingproblemen hebben vaak

baat bij het regelmatig oefenen met de woorden uit het

woordpakket. Woordkasteel is een gratis softwarepakket

waarin de woordpakketten uit de meest gangbare methoden

te importeren zijn zodat kinderen er thuis en op school mee

kunnen oefenen.

www.woordkasteel.com

Kennisnet heeft een hele speciale site voor het speciaal

onderwijs. Onderdeel van deze site is het weblog ‘speciale

onderwijszorg en ict’. Op dit weblog vindt u regelmatig nieuwe

informatie zoals games, software, ervaringen en praktische

tips.

www.speciaalonderwijs.wordpress.com

Leraar24 biedt veel video’s rondom passend onderwijs. Er

is een dossier met video’s rondom het speciaal onderwijs

maar er zijn ook video’s te vinden rondom autisme, dyslexie,

hoogbegaafheid en syndroom van Down in het reguliere

onderwijs.

www.leraar24.nl/dossier/1651/speciaal-onderwijs

2

In deze uitgave

3 In je eigen digitale lokaal werken, op maat

4 Rekenen voor de lol, op je eigen niveau

6 Leren met een individueel leerplan

7 Kriebelbeestjes op de virtuele zandbak

8 Samen Deskundiger met M2Desk

10 Onderwijs op maat

14 Driespraak

15 Speciaal onderwijs op maat

Rekenen voor de lol op eigen niveau

De School leren met een

individueel leerplan

Maatwerk voor het speciaal onderwijs

PO winter 2010

Column

Versnellen moet!Jaarlijks brengt Kennisnet de Vier in Balansmonitor uit. Het

is een publicatie die de stand van zaken op het gebied van

onderwijs en ict in Nederland weergeeft. We verzamelen al

jarenlang op dezelfde manier gegevens waardoor nu een mooi

beeld ontstaat van de verschuivingen en ontwikkelingen. Een

grafiek met de ontwikkeling van de leerling-computer ratio

geeft aan dat voor elke vier á vijf leerlingen een computer

beschikbaar is en dat jaarlijks 15-20% van de computers wordt

vervangen. Hieruit kunnen we concluderen dat op het gebied

van hardware in de school de zaken redelijk op orde zijn. Wel

geven jaarlijks steeds meer docenten aan dat ze uiteindelijk

willen dat iedere leerling over een eigen laptop beschikt,

omdat alleen voor de verwerking van alles een eigen apparaat

onontbeerlijk is. Een minder florissante trend is die van het

computergebruik door docenten. Jaarlijks neemt dit percentage

met 2 á 3% toe en op deze manier duurt het dus nog tien jaar

voordat computers in het huidige onderwijs geïntegreerd zijn.

Dat duurt te lang en dat is niet eerlijk naar de leerlingen toe die

in het komende decennium naar school gaan. De wereld waarop

ze voorbereid worden is namelijk volledig doordrenkt met

technologie. Uit onderzoek wordt steeds duidelijker aangetoond

dat door het goed toepassen van de computer in didactiek het

leerrendement en de efficiency in het onderwijs verbeteren.

De druk op het onderwijs om met ict aan de slag te gaan

wordt dan ook steeds groter. Leest u de Vier in Balans Monitor

eens, als u wilt. Daar staat het hele verhaal in al zijn nuances

beschreven. En deze Indruk staat weer vol met verhalen van uw

collega’s die aan de gang zijn gegaan en aan den lijve ervaren

hoe het met die meerwaarde van ict zit. Veel plezier ermee!

Frans Schouwenburg, Sectormanager po

Page 3: InDruk po winter 2010

Wat is een ELO?

Een ELO is een Elektronische Leer Omgeving en wordt gebruikt

om onderwijs te organiseren en te structureren. Een ELO zorgt

voor mogelijkheden tot directe communicatie en interactie

en natuurlijk maatwerk voor individuele leerlingen. Er zijn

verschillende ELO’s, één daarvan is It’s Learning. Deze nieuwe

manier van leren met behulp van ict, komt oorspronkelijk uit

het Voortgezet Onderwijs en is bij het Kristal in de bovenbouw

geïmplementeerd.

Eigen lokaal

Welke mogelijkheden zijn er binnen een digitale leeromgeving?

Op het Kristal gebruiken ze It’s Learning voor het maken van

huiswerk en het toetsen van de lesstof. En bij een boekenbeurt

krijgen de leerlingen meteen feedback en een usb-stick is niet

meer nodig. Leerkrachten hebben altijd tijd tekort dus delen ze

de digitale agenda om te plannen. Daarnaast zijn er speciale

digitale lokalen zoals voor rekenen of taal. Kinderen werken

daar op hun eigen niveau, met leerstof op maat. De leerkracht

bepaalt in welke ‘ruimte’ een leerling komt. Op het Kristal is er

ook een speciaal digitaal lokaal voor het voortgezet onderwijs.

School aan huis

Het materiaal van de leerlingen is zowel op school als thuis

toegankelijk. Dus kinderen kunnen vanaf thuis hun huiswerk

bekijken en vragen stellen aan hun ouders. Iedere leerling heeft

een portfolio, waarin hun toetsen en werkstukken staan. Kim:

“Leerlingen kunnen alles delen en zeggen: Opa ik heb zo’n mooi

werkstuk gemaakt over Antarctica. Daarna loggen leerlingen in

en laten hun werkstuk aan hun opa zien.” Kinderen mogen ook

bij elkaar kijken of helpen bij het huiswerk. Ze kunnen geen

veranderingen in elkaars werk aanbrengen.

Tijd en opslag

Al het werk wordt opgeslagen. De leerkracht zet een

beoordeling en het commentaar bij het materiaal. Het

terughalen van werk kost nog maar twee muisklikken. Geen

dossierkasten doorzoeken of portfoliomappen die nog bij

ouders staan. Goed organiseren is zo een stuk eenvoudiger.

Nakijken is nu heel anders: bij een open vraag voert de

leerkracht trefwoorden in, en het programma bepaalt of het

antwoord voldoende is. Daarna leest de leerkracht alles nog

een keer door. Bij meerkeuzevragen gaat het vanzelf. Een leuke

manier van toetsen is een kaart van Nederland inscannen.

De leerkracht geeft een hotspot aan bij Amsterdam en vanaf

een bepaald punt is een antwoord foutief.

Toekomst

Hoe ziet Kim de toekomst voor de ELO? “We bieden in groep

7 het Diploma Veilig Internet aan. Zoals hoe ga je om met

wachtwoorden en digitaal pesten. Pas daarna kun je met

It’s Learning aan de slag. Ik denk wel dat de leeftijd van de

leerlingen zal opschuiven en dat er steeds meer aanbod

voor jongere leerlingen komt. Goede begeleiding is wel

noodzakelijk, ook voor leerkrachten. Als je het programma een

beetje doorhebt, is het heel simpel. Met een muisklik ben je

alweer verder. Hier zijn alle collega’s enthousiast.”

3PO winter 2010

www.kennisnet.nl/cpb/po/praktijkinbeeld/bestanden/

elos-voor-beginners.doc

www.itslearning.nl

In je eigen digitale lokaal werken, op maat

Kim Rietveld-Wierda is leerkracht van groep 8 op CBS het Kristal in Dordrecht. Zij heeft vorig jaar samen met groep 7 een proef gedaan met een Elektronische Leer Omgeving (ELO), It’s Learning. Nu leren de leerlingen van groep 7 en 8 op hun eigen niveau in een digitaal lokaal, op maat.

“Ict, je moet er het gemak van inzien!”

Page 4: InDruk po winter 2010

Met de online rekengame Rekentuin rekent iedere leerling op z’n eigen niveau.

De leerkracht krijgt via het programma inzicht in de voortgang – en problemen –

van elk kind en kan daar beter op inspelen.

12

4+5

6

9=37

12+

9=37

Temidden van het gestommel dat het speelkwartier aankondigt, zit Tijn (7 jaar, groep 4) onverstoorbaar te rekenen met het programma Rekentuin. “Ik vind de keersommen het leukst, die kan ik ook best snel. Hoe beter en hoe vaker ik reken, hoe mooier en groter het keersommen-plantje in mijn tuin wordt. Mooi is mijn tuin, hè? Ik speel Rekentuin ook vaak thuis, gewoon via internet. Plus-sommen vind ik eigenlijk stom, maar ik doe ze wel soms, anders gaat dat plantje slap hangen en dan staat er een gieter bij.”

Ieder rekent op eigen niveau

Ook Tijns juf Marieke Duijnhoven van de 5e Montessorischool

Watergraafsmeer in Amsterdam is blij met Rekentuin. “Wij

gebruiken de rekenmethode ‘Alles telt’, aangevuld met wat

specifieke Montessori-materialen. Dat bevalt prima, maar

wat hoofdrekenen betreft komen we materiaal te kort, daar is

Rekentuin een prima aanvulling. De kinderen kunnen zelfstandig

aan de slag. Elk kind rekent op z’n eigen niveau, het programma

past zich automatisch aan aan de rekenvaardigheid. Zwakkere

rekenaars krijgen de herhaling die ze nodig hebben, met

voldoende kans om sommen goed te maken. Ook voor snelle

rekenaars blijft Rekentuin aantrekkelijk, die krijgen altijd

uitdagende sommen. En wat niet onbelangrijk is: het is prima

in ons dag- en weekritme in te passen. Mijn streven is om ieder

kind een paar keer per week een kwartier met Rekentuin te laten

werken.”

Uitvloeisel van promotie-onderzoek

Rekentuin komt voort uit onderzoek van de vakgroep

Psychologische Methodenleer van de Universiteit van Amsterdam

(UvA). Ontwikkelingspsychologe Marthe Straatemeier: “Ik doe

promotieonderzoek naar de ontwikkeling van rekenvaardigheid

bij kinderen. Daarvoor zijn frequente metingen nodig; ik wilde

kinderen elke week laten rekenen en de gegevens daarvan

Rekenen voor de lol, op je eigen niveau

4

Page 5: InDruk po winter 2010

SchaakwereldDe onderzoekers van de UvA hebben een ingenieus systeem

ontwikkeld dat ervoor zorgt dat elk kind sommen op eigen

niveau krijgt. “Dit systeem regelt zichzelf, het past zich

aan aan de rekenvaardigheid van een kind”, legt Marthe

Straatemeier uit. “We hebben het gebaseerd op het

Elo-ratingsysteem uit de schaakwereld: Als daar een speler

met een lage rang – rating genoemd – een partij wint van

een speler met een hogere rating, stijgt de winnaar en daalt

de verliezer. Wij beschouwen elke som die een kind maakt,

als een soort tegenspeler. Is het antwoord goed, dan wint het

kind ratingpunten. Is het antwoord fout, dan krijgt de som

er ratingpunten bij en stijgt in moeilijkheidsgraad. Zo kan

het programma precies vaststellen wat de rekenvaardigheid

is van elk kind en wat de moeilijkheid van elke som.

Een kind krijgt sommen voorgeschoteld uit het eigen

rekenvaardigheidsgebied. Elke sessie Rekentuin levert een

score op van ongeveer 75% goed gemaakte sommen; zo blijft

ieder kind, ongeacht zijn of haar rekenniveau, gemotiveerd

om door te spelen.”

BeloningenAls ze Rekentuin-sommen snel en goed oplossen, verdienen

kinderen muntjes, waarmee ze (virtuele) prijzen kunnen

kopen voor in hun prijzenkast. Marthe Straatemeier zegt

hierover: “Omdat iedereen rekent op het eigen niveau,

heeft elk kind evenveel kans om een som goed te maken en

zo muntjes te verdienen. Het aantal verdiende muntjes is

dan ook vooral een beloning voor de inzet van het kind.”

Marieke Duijnhoven is niet zo dol op de beloningsmuntjes

en de prijzenkast: “De kinderen vinden het leuk, maar ik

vind – vanuit mijn Montessori-visie – dat de voldoening

dat het lukt met rekenen, voldoende zou moeten zijn. Met de

groeiende plantjes heb ik geen probleem.”

Nieuwsgierig geworden? Op www.rekentuin.nl bestaat de

mogelijkheid om een demo-account aan te maken.

analyseren. We wilden een instrument waar deelnemende scholen

zelf ook profijt van zouden hebben en waar kinderen graag

mee bezig zouden zijn. Zo ontstond de rekengame Rekentuin.

Het was meteen een groot succes: het eerste jaar (2007 –

2008) deden acht scholen mee uit Amsterdam, dit jaar hebben

we meer dan 150 deelnemende scholen door het hele land.”

De oorspronkelijke versie – geprogrammeerd door

de onderzoekers zelf – was niet berekend op zoveel

deelnemers. Daarom is vanuit de UvA een spin-off bedrijf

opgericht, Oefenweb.nl, en is Rekentuin helemaal opnieuw

geprogrammeerd en vormgegeven. Het programma kan nu

grote groepen spelers aan. Marthe Straatemeier: “Rekentuin is

geëvolueerd van een middel voor gegevensverzameling voor ons

eigen onderzoek tot een oefenproduct voor het basisonderwijs.

We gebruiken nog steeds wel de – geanonimiseerde – gegevens

voor verder onderzoek en verbetering van het programma. We

hebben nu gegevens van 19 miljoen sommen en krijgen steeds

meer inzicht in welke sommen kinderen makkelijk en welke ze

moeilijk vinden.”

Fouten-analyse

Rekenmethodes zijn vaak zo opgebouwd dat de getallen waarmee

gerekend wordt, geleidelijk aan steeds groter worden. Maar

Tijn vindt de som 156 x 10 gemakkelijker dan 8 + 9, en 2 x 14

makkelijker dan 5 x 6. Marthe Straatemeier kijkt daar niet van

op: “Dat komt overeen met de bevindingen van ons onderzoek.

Vermenigvuldigen van een groot getal met 10, kunnen kinderen

over het algemeen al snel. En vermenigvuldigen met 2 is

hetzelfde als een getal bij zichzelf optellen. Ook sommen als 98

+ 2 leveren vaak minder problemen op dan sommen “waarbij je

door een tiental heen gaat”, zoals 8 + 9. Leerkrachten kunnen

via het leerkrachtenprogramma (het Tuincentrum) zien wanneer

en hoe vaak kinderen gespeeld hebben, wat hun moeilijkste

en wat hun makkelijkste sommen zijn en welke typische fouten

ze maken. Zo blijken sommige kinderen getallen steeds om te

draaien: zeggen 81 in plaats van 18; of ze tellen tientallen en

eenheden door elkaar op en berekenen dan 28 + 2 = 48. Via

het Tuincentrum kan een leerkracht ook de ontwikkeling van

kinderen volgen en controleren of een bepaalde instructie

leidt tot een verbetering in rekenvaardigheid.” Juf Marieke

Duijnhoven: “Die leerkrachtenmodule is heel handig, ik kijk

daar regelmatig uitgebreid in, bijvoorbeeld bij het maken van

verslagen. Meestal krijg ik bevestiging van wat ik al vermoed.

Soms kijk ik in dat leerkrachtendeel als ik wil weten waar de

specifieke problemen van een kind zitten, zodat ik daar extra

aandacht aan kan besteden.”

5PO winter 2010

Page 6: InDruk po winter 2010

“Kinderen gedijen beter en hebben betere kansen als je ze

ongelijk behandelt, als je ze ongelijk onderwijs aanbiedt, in

tijd en in inhoud”, zo vat Marjolein Ploegman, een van de

bedenkers van het concept van De School, de schoolvisie samen.

“Wij willen af van vergelijkingen met de norm, van etiketten

voor groepjes leerlingen als middenmoters, langzamen en

snellen. Een kind wordt bij ons alleen vergeleken met het eigen

leerplan, opgesteld door de leerkracht, samen met het kind

zelf en de ouders. Kinderen hebben bij ons zelf invloed op hun

eigen leerproces; ze leren een inschatting te maken van wat

ze de komende periode gaan doen en hoe ze dat het best voor

elkaar krijgen.”

Leerkracht Andrea Koopmans, die binnenkort de dagelijkse

leiding van Marjolein Ploegman over zal nemen, vult aan: “We

willen geen gesprek tussen kinderen over ‘jij bent verder dan ik’,

maar over ‘Dit ben ik aan het doen en dat wordt mijn volgende

stap. Wat is jouw volgende stap?’ Verder kunnen kinderen

bij ons differentiëren in leertijd, sommige kinderen gedijen

misschien wel beter als ze meer uren op school zijn. Onze

ruime openingstijden maken het mogelijk dat gezinstijden

en schooltijden beter op elkaar aansluiten, dat scheelt een

heleboel stress. Kinderen kunnen tussen 8 en 10 binnenkomen,

te laat zijn komt daardoor bijna niet meer voor. Ze komen

binnen, pakken hun werk en gaan aan de slag.”

Op De School hebben alle kinderen hun eigen jaarindeling.

Andrea Koopman: “Wij zijn 50 weken per jaar open, niet

iedereen heeft dus tegelijk vakantie. Wie rond Kerst twee

maanden weggeweest is en weer op school komt, gaat verder

waar hij of zij gebleven is. Leerlingen kunnen elk moment in het

jaar instromen; dat geldt ook voor de overgang van onderbouw

naar bovenbouw, die vindt plaats als een kind daaraan toe is.

Zittenblijven komt bij ons niet voor.”

Er wordt gebruik gemaakt van de nieuwe methode ‘Alles-in-1’.

Deze methode werkt met thema’s, die de kerndoelen voor

het basisonderwijs dekken. Andrea Koopmans: “Die thema’s

bieden genoeg ruimte voor individueel talent en verdere

uitdieping. Elk thema duurt tien weken. Aan het eind van zo’n

periode, dus vijf keer per jaar, trekken we per kind een uur

uit voor een persoonlijk kringgesprek tussen kind, leerkracht

en ouders, waarin we terugblikken op de afgelopen periode en

vooruitblikken naar de volgende tien weken.”

Wie denkt dat het op De School ‘vrijheid-blijheid’ is, heeft

het niet goed begrepen. Marjolein Ploegman: “Hoe kinderen

de vakanties ook verdelen over het jaar, ieder kind krijgt per

jaar minimaal het normaantal van 940 uren school. Wij houden

ons aan de kerndoelen. Komend jaar hebben we voor het eerst

uitstroom naar het voortgezet onderwijs, in het voorjaar doen

de betreffende kinderen mee aan een landelijk genormeerde

toets als Cito of Nio. De Onderwijsinspectie was hier kort

geleden. Onze onderwijskwaliteit is goed bevonden, iets wat

nogal bijzonder schijnt te zijn voor een startende, innovatieve

school”, vertelt Marjolein Ploegman trots.

Er hangt een plezierige sfeer van doelgerichtheid, samenwerking

en zelfvertrouwen in De School. Joy van 9 krijgt in het thema

‘Geloof’ de vraag voorgeschoteld: “Waar geloof jij in?” “Ik geloof

in mezelf” schrijft ze in keurige drukletters in haar werkschrift.

6

De School in Zandvoort bestaat nu 2 jaar. Deze bijzondere school is 50 weken per jaar geopend, 5 dagen per week van 8 uur ‘s morgens tot 6 uur ’s middags. Er is ruimte voor lessen in koken, yoga, filosofie, dans, wiskunde. Maar het meest bijzonder is wel dat elk van de (nu 45) kinderen een eigen leerplan heeft, een eigen dagritme en eigen vakanties.

Leren met een individueel leerplan

www.deschool.nl

Page 7: InDruk po winter 2010

7PO winter 2010

Dankzij de innovatieregeling van Kennisnet ontving openbare basisschool De Roos uit Amsterdam een financiële bijdrage voor het project Animaatje. De vorige InDruk vertelde Julia Lips, leerkracht groep 1/2 over de ontwikkeling en implementatie van deze interactieve zandbak. Hoe staat het er nu voor?

Het succes van Animaatje

In Animaatje komen het gebruik van nieuwe media in het

kleuteronderwijs en de bevordering van interactie en

communicatie tussen jonge kinderen samen. Animaatje bestaat

uit een zandtafel waarboven een beamer is geplaatst. De

beamer is gekoppeld aan een laptop en projecteert het beeld

van de laptop op het zand. Met een laserpen kunnen kinderen

de software eenvoudig zelf bedienen. De pen is via infrarood

verbonden met een Wii-controller. Dankzij de verschillende

kleuren kunnen kinderen hele bouwwerken op het zand maken.

Zo ontstaan geweldige landschappen en virtuele werelden.

Kriebelbeestjes

Julia Lips is heel enthousiast over het project: “Animaatje

stimuleert de fantasiewereld van de kinderen. Dankzij

de magische en virtuele wereld gaan de kinderen vanzelf

samenwerken en met elkaar communiceren. We ontwikkelden

Animaatje in nauwe samenwerking met Creative Learning Lab van

De Waag Society. Naar aanleiding van de eerste reacties van de

kleuters zijn we Animaatje verder gaan uitwerken op het thema

‘herfst’. Inmiddels is de software verrijkt met een aantal nieuwe

elementen. Er zijn verschillende kleuren toegevoegd en dat maakt

het mogelijk om ook virtuele tekeningen op de zandbak te maken.

Verder kunnen er obstakels toegevoegd worden in de vorm van

stenen of water. Maar het allerleukste zijn de kriebelbeestjes.

Drie insectachtige wezentjes die verschillende functies hebben.

Zo kan het rode wezentje bijvoorbeeld wel zwemmen, maar niet

over de stenen heen klimmen. Het groene kriebelbeestje weigert

te zwemmen en de paarse kan juist wel over de stenen lopen. Met

dit soort gegevens kan er eindeloos gevarieerd worden. En zijn

de differentiatiemogelijkheden heel groot.”

Verkeerspleinen

Doordat de software verschillende mogelijkheden

en elementen bevat, is Animaatje ook heel

makkelijk inzetbaar tijdens andere thema´s.

Zo kan er bijvoorbeeld met alleen het gebruik

van de kleuren wegen gemaakt worden.. Dit

zal handig zijn om verkeerssituaties op een speelse manier

uit te leggen. De leerkracht maar ook de kinderen zelf kunnen

bijvoorbeeld een verkeersplein en een aantal wegen tekenen

met verschillende kleuren. De kinderen kunnen in de zandbak

met echte autootjes op de virtuele wegen rijden. Terwijl de

kinderen spelen, zie je de verschillen. De jonge kinderen

spelen met de virtuele wereld die vooraf is gemaakt terwijl de

ouderen de laserpen zelf kunnen beheersen. Zij zijn motorisch

verder ontwikkeld en besturen zelf de pen. Het is fascinerend

om te zien hoe razendsnel ze door hebben welke knoppen waar

voor dienen.” Animaatje is nog niet definitief op school. “De

handleiding is bijna klaar. Zodra deze af is, ga ik Animaatje

installeren. Binnenkort zal op de site een lessenhandleiding te

vinden zijn. Ik zie het als een uitdaging om Animaatje straks

ook tijdens andere thema´s in te zetten en daarbij lesmateriaal

te ontwikkelen. Animaatje is in eerste instantie bedacht voor

de kleuters, maar ik weet zeker dat andere groepen er ook heel

veel plezier aan kunnen beleven.”

Leren met een individueel leerplan

‘Dankzij de magische en virtuele wereld gaan de kinderen vanzelf samenwerken

en met elkaar communiceren’

Kriebelbeestjes op de virtuele zandbak

Animaatje is een goed voorbeeld van innovatie binnen de

eigen school. De innovatieregeling maakt het mogelijk om

nieuwe media binnen de schoolmuren te halen. Jaarlijks

ontvangen maximaal tien projecten een financiële bijdrage.

De projecten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen.

Kijk hiervoor op regelingen.kennisnet.nl

De eerste versie van de software en de handleiding voor

Animaatje is te downloaden op de volgende site:

www.creativelearninglab.org/nl/projecten/animaatje

Page 8: InDruk po winter 2010

8

Samen Deskundiger met M2desk

Stel je voor; je komt op school, hangt je jas en je tas op, pakt een accu uit de oplader, loopt naar je tafel en klikt de accu in je tafel zodat je M2desk werkt. Het lijkt een tafereel wat zich afspeelt in de toekomst maar voor twee klassen van de Holtkampschool in Goes is het de dagelijkse praktijk.

Clarence van den Boom, bovenschools ict-coördinator van de

stichting Prisma en lid van het Samen Deskundiger Netwerk

Zinzeo, legt uit hoe dit zo gekomen is. “Een paar jaar geleden

werd het bovenschools management benaderd door Dennis

Luijten van M2desk. Hij was op zoek naar een school waar

hij zijn nieuwste product kon uittesten en waar men hem van

adviezen zou kunnen voorzien om zijn ontwerp nog verder

te verbeteren. In november 2009 werden er zeven tafels

geplaatst in groep 6 van de Holtkampschool. Leerkracht Mireille

Rentmeester mocht de pilot op school begeleiden.”

Tijdens de proefperiode hebben de leerlingen meegedacht

over hoe de M2desk nog beter zou kunnen worden. Zo

bedachten zij een speciaal vakje onder het tafelblad waarin je

het toetsenbord en de pen in op kunt bergen. Ook bedachten

zij dat het touchpad aan de rechterkant niet zo handig was

voor linkshandige leerlingen. Deze moesten een losse muis

krijgen. Volgens Clarence van den Boom is een touchscreen in

je tafel veel handiger dan een laptop op je tafel. “Alles werkt

draadloos. Je hebt altijd een computer ter beschikking wanneer

je hem nodig hebt. Omdat het touchscreen kantelbaar is

zitten de leerlingen ergonomisch ook beter.” Omdat de pilot

een groot succes was is de Holtkampschool dit schooljaar

begonnen met twee klassen met ieder 23 van deze tafels met

geïntegreerde computer.

Juf Mireille vertelt dat de M2desks helpen bij het aanbieden

van onderwijs op maat. Doordat iedere leerling de beschikking

heeft over een eigen computer kun je eenvoudig werk voor

leerlingen klaar zetten. Het uitgangspunt is een eigen Yurlssite

met daarop links naar relevante leerstof. Als de leerlingen

het internet opstarten krijgen zij deze pagina als startpagina

te zien. Daarnaast gebruikt Mireille programma’s als Alles

Telt, Spelling in beeld en Ambrasoft om leerlingen werk

op hun eigen niveau aan te bieden. Binnen de groep zijn er

drie niveaugroepen actief, daarnaast zijn er nog individuele

leerlingen die op onderdelen hun eigen programma volgen.

Omdat ictvaardigheden natuurlijk ook belangrijk zijn als je

zoveel op een computer werkt oefenen de kinderen daarvoor

met Basisbits.

In de klas hangt natuurlijk ook een digitaal schoolbord. Op

dit digibord is het softwareprogramma Insight geïnstalleerd.

Insight zorgt ervoor dat de schermen van de leerlingen

zichtbaar gemaakt kunnen worden op het bord. Op deze manier

kan de hele groep meekijken naar de stelopdracht of tekening

van een individuele leerling. Via Insight kan de leerkracht ook

de touchscreens van de leerlingen tijdelijk blokkeren. Wanneer

de juf een instructie gaat geven verschijnt op de schermen

van de leerlingen de boodschap “Kijk en luister even naar de

juf!” De leerlingen kunnen dan even niet verder werken op de

computer. Zonder dit hulpmiddel zou het best lastig zijn om de

aandacht van alle leerlingen van hun werk af te halen.

Ieder zijn eigen computer klinkt als heel individueel werken.

Mireille Rentmeester legt uit dat het ook voorkomt dat twee

‘Doordat iedere leerling de beschikking heeft over een eigen computer kun je

eenvoudig werk voor leerlingen klaar zetten.’

Wat is een M2desk?

De M2desk is een schooltafel met in het blad een

ingebouwd touchscreen. Dit touchscreen is eenvoudig

weg te klappen waardoor je gewoon een tafelblad voor

je hebt. Onder het blad zit een bewaarvakje voor het

toetsenbord, de stylus (pen) en een koptelefoon. De tafel

is volgens de testers en de leverancier ‘kinderproof’ wat

wil zeggen dat het geen probleem is wanneer er een

beker met drinken omvalt of met lijm geknoeid wordt.

Doordat alles draadloos werkt is het gewoon mogelijk

om de tafels te verschuiven tijdens de dag wanneer een

andere opstelling gewenst is.

Page 9: InDruk po winter 2010

9PO winter 2010

kinderen samen achter een scherm werken. Ook groepswerk

komt gewoon voor. Mireille schat in dat de M2desks ongeveer

25 % van de totale lestijd in gebruik zijn. “Er wordt ook

nog gewoon vanuit boeken en schriften gewerkt. Deze

basisvaardigheden hebben de leerlingen gewoon nodig.

Misschien komen ze volgend schooljaar in een groep waar

geen M2desks zijn.” De kinderen vinden het werken met een

touchscreen erg handig, je hebt altijd een computer bij de

hand als je er een nodig hebt.”

Reacties van leerlingen, ouders, leerkrachten en collega’s binnen

en buiten het Samen Deskundiger netwerk zijn heel positief.

Men is benieuwd naar de ontwikkelingen. De resultaten van het

Cito LVS en de methodegebonden toetsen worden vergeleken

met die van de periode voor de M2desk om zich te krijgen op

eventueel leerrendement. Voor uitspraken daarover is het nu

echter nog wat te vroeg. Op de Holtkampschool zou men het

gebruik van de touchscreentafels graag uitbreiden naar de

groepen 7 en 8 vertelt Clarence van den Boom. “Wij zijn heel

enthousiast. Maar kom het gewoon eens ervaren, kom eens een

kijkje nemen in de klas”. Ook leerkracht Mireille Rentmeester

geeft aan dat je het gebruik van de tafels gewoon in de praktijk

moet ervaren. “Iedereen is welkom om eens te komen kijken.

De kinderen zijn inmiddels wel gewend aan bezoek in de klas.”

Samen Deskundiger met M2desk

www.holtkampgoes.nl

www.holtkamp6b.yurls.net

www.m2desk.nl

Page 10: InDruk po winter 2010

10

Resi Veldhoven is sinds drie jaar relatiemanager primair

onderwijs bij Kennisnet. Daarvoor was ze dertig jaar leerkracht.

Onlangs toerde zij mee met de Leerschool on Tour. Een initiatief

van de Leerschool, een organisatie die scholen ondersteunt bij

vernieuwend onderwijs. Het was een indrukwekkende reis langs

een aantal scholen met uiteenlopende en vernieuwende visies.

Naast alle verschillen was er een opvallende overeenkomst.

Overal geldt als uitgangspunt het talent van het kind. Die

bepalen welke richting het kind opgaat en worden versterkt

met behulp van onder andere meervoudige intelligentie. De

zintuigen worden bewust en veelvuldig aangesproken. Een mooi

voorbeeld hiervan is SBO De Piramide, een school voor speciaal

basisonderwijs. Resi: “Kinderen in het speciaal basisonderwijs

zijn vaak gefrustreerd vanwege hun eigen falen. Op deze

school kijkt men in eerste instantienaar wat het kind wel kan.

Kinderen zijn eigenaar van bepaalde projecten en dat zorgt

voor eigenwaarde.”

Verhouding leerkracht kind

Op de vernieuwende scholen bepaalt het kind, in samenspraak

met leerkracht en ouders en verzorgers, het leertempo.

Belangrijk hierbij zijn cognitieve ontwikkeling en sociale en

emotionele groei. De leerkracht is vooral coach en begeleider

en zoekt, samen met het kind, naar de aanwezige talenten.

Hiervoor wordt vaak eigen lesmateriaal ontwikkeld zodat het

kind op maat informatie tot zich neemt.

School als leefgemeenschap

De bezochte scholen zijn vaak intieme leefgemeenschappen. Dat

zie je terug in de inrichting. Op Hof ter Weide zijn lokalen als

huiskamers ingericht. Ook SBO De Piramide maakt gebruik van

speciale lokalen. Binnen deze muren kunnen de kinderen veilig

en in hun eigen tempo talenten ontwikkelen en versterken.

Op de Wittering ontbreken juist die muren, de school is heel

open. Er zijn gezellige terrassen ingericht waar leerlingen

Zolang er onderwijs bestaat, ontstaan er vernieuwende initiatieven. Ouders, leerkrachten en schoolleiders staan op de barricade om hun idealen te verdedigen. Met passie en visie werken zij aan nieuwe pedagogische inzichten en vernieuwende leerconcepten. Wat maakt dit onderwijs bijzonder?

Onderwijs op maat

Page 11: InDruk po winter 2010

elkaar ontmoeten. KNAPVilla werkt veel vanuit meervoudige

intelligentie en dat merk je ook in de inrichting. Er zijn hier

allemaal verschillende kamers. Zo is er bijvoorbeeld een

snoezelruimte. Om tot rust te komen, de zintuigen te stimuleren

en om inspiratie op te doen. En tot slot de Vallei. Hier werken

de kinderen veel buiten. Ze bouwen, in overleg met elkaar,

hutten waarvoor ze zelf hout kochten.

Ict is er gewoon

Ict is op bijna al deze scholen een vanzelfsprekendheid. Resi:

“De ict-discussie die hier plaatsvindt, is bijvoorbeeld de

toegevoegde waarde van een digibord. Een instrument dat

bij individueel onderwijs anders wordt ingezet.” Op sommige

scholen hebben leerlingen eigen laptops en ook de Nintendo DS

is een leermiddel.

Vrijheid blijheid?

Misschien, maar de scholen moeten uiteindelijk de kerndoelen

halen. En die zijn voor alle kinderen in Nederland gelijk. Resi:

“Zolang men aan kan tonen dat het de kerndoelen dekt, is de

vrijheid groter. De ene school werkt individueler dan de andere.

En er zijn scholen die een tussenvorm kiezen. Op Hof ter Weide

leren de kinderen eerst een aantal basisvaardigheden om daarna

zelf hun keuzes te maken. Iedere dag start en eindigt de leerling

in een basisgroep waarbij zij luisteren naar elkaars ervaringen.”

Column

11PO winter 2010

Ontwikkelen in OntmoetingMaatwerk, het afstemmen van ons

onderwijs op de individuele behoeften

van leerlingen, krijgt mede gestalte, wanneer men uitgaat

van eigenaarschap. Passend onderwijs ontstaat pas als het

top-down beleefd wordt. Bouw uit waar je goed in bent,

bouw op waar je interesses liggen en compenseer waar je

minder talent in hebt. Kerobei en haar 21 basisscholen,

waaronder 2 scholen voor speciaal onderwijs, zijn

ervan overtuigd dit te kunnen bereiken met onze visie:

‘Ontwikkelen in ontmoeting’.

Op het gebied van onderwijs en ict zijn we de Elektronische

Leeromgeving van de Bouwmeestergroep aan het uitbreiden.

Binnen deze omgeving kunnen individuele leerlingen

zich presenteren in het gedeelte: ‘Wie ben ik?’. Door met

leerlingen in actie te gaan, te reflecteren en te evalueren,

krijgen we input van de leerling om zo het product op

zijn/haar behoeften te verfijnen en af te stemmen. Met de

Leonardoschool Venlo van Kerobei werken we actief, binnen

deze omgeving, aan het E-Portfolio van de leerling.

Naast het onderdeel ‘Wie ben ik?’ is er een onderdeel ‘Mijn

Ontwikkeling’, waar de leerling vorm geeft aan ‘Wat wil ik?

en ‘Wat kan ik?’. De leerling bepaalt zijn eigen ontwikkeling

door het instellen van zijn/haar competentielijnen. Hier

wordt door de individuele leerling en de leerkracht na

reflectiegesprekken zijn ontwikkeling aangegeven van

beginnergedrag naar expertgedrag t.a.v. de gekozen

competentielijn(-en). De leerling is in actie, reflecteert,

zoekt verdieping en laat zijn groei zien. De resultaten

worden in zijn digitale portfolio-omgeving opgenomen

(werkstukken, films etc.).

Het stimuleren van de motivatie van het kind blijft

belangrijk. De competentieontwikkeling blijft belangrijker

dan de leerinhouden zelf. Ze leren hoe ze zelf dingen

aanpakken, waardoor ze in staat zijn om kennis en

vaardigheden verder uit te bouwen, zonder dat de omgeving

ze daarin moet sturen).

Eigenaarschap ! Ja…. Ontwikkelen in ontmoeting.

Jan Wilms, Directeur Bs. Mikado- Venlo-Blerick

www.mikado.kerobei.nl

www.kerobei.nl

www.kerobei.yurls.net

‘Uitgangspunt op alle vernieuwende

scholen is het kind en zijn talent.’

De Leerschool on Tour is een initiatief van

De Leerschool. Sinds 2005 krijgen onderwijs-

geïnteresseerden de kans om een aantal

vernieuwende scholen in Nederland te bezoeken.

Rikie van Blijswijk, initiatiefneemster: “Tijdens

de toer laten we zien hoe vernieuwende

concepten in de praktijk toegepast worden. En

hoe de school dit verder ontwikkelt en borgt.

Het is inspirerend om te zien hoe betrokken,

gemotiveerd en actief kinderen bezig zijn met

uitdagende en betekenisvolle activiteiten.”

Meer informatie over de bezochte scholen en

de leerschool vindt u op www.deleerschool.nl

Page 12: InDruk po winter 2010

12

Vincent Haagsma is leerkracht op SBO De Sudwester in Sneek. De school heeft een regiofunctie als speciale school voor basisonderwijs. In de eindgroep ‘de buizerds’ van meester Vincent zitten 16 leerlingen in de leeftijd van 12-13 jaar. Het gaat hier eigenlijk om een soort van tussenjaar. De leerlingen hebben de leeftijd om naar het V(S)O te gaan maar hebben soms nog net wat meer bagage nodig om die stap te kunnen maken.

Op SBO de Sudwester zijn de digitale schoolborden nog niet

gearriveerd. Men ziet de meerwaarde er zeker wel van in maar is

tot nu toe teruggeschrokken van het kostenplaatje dat er bij hoort

om 27 lokalen te voorzien van digiborden. In de tussentijd redt

Vincent Haagsma zich prima met een beamer en een gematteerd

whiteboard. Op dit whiteboard kan hij niet schrijven maar

vanachter de computer is het prima mogelijk om het beeld van

tekst en aantekeningen te voorzien. Je mist dan wel een stukje

interactie omdat je vanachter je computer moet werken natuurlijk.

Vincent maakt in zijn klas meerdere keren per week gebruik van

de bronnen binnen Teleblik. Teleblik is een grote verzameling

audiovisueel materiaal rechtstreeks uit de archieven van Beeld

en Geluid gratis beschikbaar gemaakt voor het onderwijs.

Vincent maakt vooral gebruik van Teleblik tijdens lessen zoals

aardrijkskunde en geschiedenis. Ook bij actuele gebeurtenissen

komt het van pas. “Het schoolkamp naar Ameland heb ik met de

kinderen voorbereid met behulp van Teleblik. We hebben filmpjes

bekeken van hoe Ameland er nu en hoe het er daar vroeger

uitzag.”

Het zoeken naar geschikt materiaal in Teleblik is vrij eenvoudig

volgens Vincent. Via de trefwoorden kom je meestal wel bij het

filmpje wat je zocht terecht. Het is wel belangrijk om goed te

kijken naar de relevantie en de datum van het materiaal. Ook kan

het handig zijn om het materiaal vooraf even te bekijken, een

minutenlang pratende meneer of mevrouw in beeld is voor de

leerlingen natuurlijk ook vaak een afhaakmoment.

De meerwaarde van Teleblik schuilt in het snel binnen je lessen

kunnen integreren van audiovisueel materiaal. Filmfragmenten

kunnen eventueel zelf op maat geknipt worden of je kunt een eigen

montage maken van meerdere filmfragmenten. Deze montages kun

je ook weer delen met collega’s of embedden op een website of

in een PowerPoint. De leerlingen van meester Vincent Haagsma

hebben over het algemeen een lage concentratie, afwisseling

van instructie en beeld is dan extra hard nodig. Vincent kan naar

eigen zeggen wel lekker vertellen maar een filmpje maakt toch

vaak nog veel meer duidelijk.

Het kijken naar de Teleblikfilmpjes is op De Sudwester niet

vrijblijvend. Vaak krijgen de leerlingen een kijkopdracht mee.

Ook krijgen ze wel een opdrachtenblad om op het lesplein, een

ruimte binnen de school met veel computers, de filmpjes nog

eens te bekijken en de daarbij behorende opdrachten te maken.

Daarnaast gebruikt Vincent de filmpjes wel eens in toetsen, hij

vraagt de leerlingen dan naar feiten die zij in de filmpjes hebben

kunnen zien en horen.

De eindgroep ‘de buizerds’ van meester Vincent gebruikt de

filmpjes van Teleblik ook in eigen spreekbeurten en presentatie.

“Je moet ze er vaak wel op wijzen, kinderen van die leeftijd

denken vaak eerst aan YouTube want dat is vet stoer. Maar

Teleblik is natuurlijk ook vet stoer en heeft daarbij nog een extra

educatieve waarde. Meestal kan ik dat de leerlingen echter wel

duidelijk maken”.

Vincent Haagsma zou het gebruik van Teleblik in de klas zeker

aan collega’s willen aanraden. “Je moet in het begin even een

drempeltje over vanwege de digicode die je aan moet vragen.

Maar heb je eenmaal een account, dan kan de klas inloggen op de

complete collectie. Zeker de moeite waard.”

Haal de wereld in je klaslokaal met Teleblik

Page 13: InDruk po winter 2010

Maatwerk op school

Richt uw school zich op de individuele leerling bij ict-toepassingen?

Pim: De school richt zich niet specifiek op de individuele

leerling. Het komt wel steeds vaker voor. Wij zijn volop bezig

om dit op juiste wijze in te richten.

Anne-Marie: Ik maak zelf veel materiaal om de woordenschat van

kleuters te stimuleren. De boven en middenbouw maakt gebruik

van het programma Maatwerk waarmee je speciale leerlijnen

kunt samen stellen voor kinderen die dat nodig hebben.

Silvana: Ja, Het is belangrijk dat je zwakkere of betere

leerlingen een gevarieerd aanbod kan geven.

Neeltje: Ja, we gebruiken daarbij individueel ingestelde

computerprogramma’s.

Ruud: We zetten waar mogelijk computerprogramma’s

individueel in.

Welk maatwerk levert u de leerling?

Pim: We zetten ict in bij kinderen die met een individueel

handelingsplan werken. Dit als standaardprogramma naast de

individuele aandacht die het krijgt van de leerkracht.

Anne-Marie: Op Kennisnet staan veel dingen die ik gemaakt

heb. Zowel voor klassikaal op het digibord als individueel op

de computer.

Silvana: In elke groep zijn ook leerling-computers, zo’n 2 á 3

per groep. Daarop staan methodeafhankelijke programma’s die

voor elke leerling zijn, maar ook remediërende programma’s.

Neeltje: Onze rekenmethode Wereld in Getallen gebruiken we

op de computer met een individueel programma per kind.

Ruud: Het maken van een dictee op de computer, de computer

past zich aan het tempo van het kind aan. Remediërend

inzetten van rekenprogramma’s zoals maatwerk. Maar zeker ook

verrijkingsmateriaal.

In welk opzicht zou het volgens u beter kunnen?

Pim: ik zou graag veel interactiever willen werken met de

kinderen. De ontwikkelingen binnen de ict gaan zo ontzettend

snel. De software van de methoden zou beter en simpeler

kunnen. Alleen alles en iedereen wil er geld aan verdienen. Dit

gaat ten koste van de kwaliteit van het onderwijs.

Anne-Marie: Voor de groepen 1 en 2 is nog weinig bruikbaar

materiaal voor de computer of het digibord. Het lijkt wel of de

afzetmarkt te klein is en daarom de producenten er niet veel

geld aan willen besteden.

Silvana: Méér computers voor de leerlingen. Dan kan je nog

beter aansluiten bij wat ze nodig hebben. En meer tijd.

Neeltje: Tijd! Kinderen komen vaak naast hun gewone werk niet

toe aan hun computerprogramma. Zeker zorgleerlingen hebben

hun tijd vaak hard nodig.

Ruud: programma’s zouden onderling gekoppeld moeten kunnen

worden.

Zijn leerlingen gebaat bij onderwijs op maat?

Pim: Elk kind is anders, heeft andere aanpak nodig en heeft

andere kansen. Daar spring je op in als leerkracht. Daardoor

ontwikkelt het kind zich naar eigen kunnen.

Neeltje: Ik denk dat in iedere groep leerlingen zitten die gebaat

zijn bij onderwijs op maat. Dit kunnen zorgleerlingen zijn die

ergens op uitvallen of juist kinderen die heel erg goed zijn.

Ruud: Ja, kinderen worden op hun niveau uitgedaagd, ze

hebben meer succeservaringen.

Pim van Campen, leerkracht,

ict-coördinator.

Annie M. G. Schmidt te

Dieren, groep 7

Anne-Marie Walraven, ik sta 4 dagen

in de week voor

groep 1/2 van

OBS de Dubbeldekker

in Hilversum

Silvana Herben, Onderbouw-

coördinator

groep 1 t/m 4 (10

groepen) Ik heb zelf

10 jaar groepen 1/2

en 7 jaar in groep 3/4

gedraaidNeeltje Pennings, groepsleerkracht

Sint Antoniusschool in

Beesd.

Ruud Leuverink, leerkracht en ict-

coördinator Basisschool

Het Kompas in Didam /

Leerkracht groep 8

13PO winter 2010

5 leerkrachten, 5 visies

Page 14: InDruk po winter 2010

Elke: Hallo dames.

Lieke: Hoi!

Lintie: Hallo! Ik ben ziek thuis, maar het gaat al wat beter.

Funny om mee te chatten vanuit mijn bed!

Elke: Zullen we beginnen? Wat kan een juf doen om het voor

kinderen met dyslexie in de klas makkelijker te maken?

Lintie: Goed aan de andere kinderen uitleggen wat dyslexie is.

Lieke: Als je dyslexie hebt, heb je moeite met spelling, taal en

lezen. Je moet je harder werken dan de anderen en je moet veel

vragen stellen.

Lintie: Soms denken kinderen dan dat je dom bent, maar dat is

niet zo!

Lieke: Als je dyslectisch bent, kun je daar niets aan doen, er

zit gewoon iets fout in je hersens. En vaak ben jij dan ergens

anders goed in.

Elke: Precies!

Lieke: Anne-Linde is goed in atletiek.

Lintie: En Lieke kan goed paardrijden en heeeeeeeel goed

kletsen, toch Lieke?

Lieke: Ja, en jij kan ook goed kletsen, juf!

Elke: Dat is waar, ik ook.

Lintie: Juf Elke, is het moeilijker om les te geven aan kinderen

met dyslexie?

Elke: Ik vind het wel moeilijker. Ik vergis me soms in jullie

leestempo, of in hoe moe jullie worden van lezen.

Elke: Helpt het eigenlijk om voorgelezen te worden door een

computerprogramma als Kurzweil?

Lieke: Dat kost minder moeite, er zit heel veel energie in zelf

lezen.

Lintie: Ik gebruik het eigenlijk nooit, ik wil het op eigen kracht

proberen (en dat lukt wel aardig).

Elke: Helpt ‘t als je de werkboeken ingevuld en wel krijgt, zodat

je niet zelf hoeft te schrijven?

Lintie: Nee, daar leer je minder van, ik schrijf liever mee.

De mindmaps die je ons geeft, vind ik wel handig en lekker

overzichtelijk.

Elke: Heb je bij het leren van de laatste toets de filmpjes

bekeken die in de groep 8-wiki staan?

Lintie: Ja, eentje was wel nuttig, de rest niet zo.

Elke: Wist je dat die filmpjes erin zijn gezet door vorige

groepen 8? Iedere groep 8 helpt om de wiki een beetje leuker

en nuttiger te maken. Dus als je nou niks te doen hebt, omdat

je ziek thuis zit, dan kun je filmpjes zoeken voor de volgende

toets. Leuk ideetje toch?

Lintie: Ja, ik ga meteen aan de slag.

Elke: Ik ben benieuwd! Zo, we moeten stoppen met chatten.

Ik ga even thee halen. Kom je morgen weer op school?

Lintie: Ik hoop het. Bye en geniet van je kop thee!

Lieke: Doei!

Elke: Houdoe

Juf Elke Das van de St Willibrordusschool in Riethoven chat met Anne-Linde (Lintie) en Lieke uit groep 8 over de extra ondersteuning die de meiden op school kunnen en willen krijgen in verband met hun dyslexie.

Driespraak

14

Page 15: InDruk po winter 2010

15PO winter 2010

“De doelstelling van onze school is: Worden wie je bent, eruit

halen wat erin zit”, vertelt Benjo Plandsoen, ict-coördinator

van de Emiliusschool in Son. “Onze leerlingen hebben naast een

verstandelijke beperking ook een flinke lichamelijke beperking.

Ik probeer voor iedere leerling apart de computer zó in te

zetten, dat zo’n kind gaat beseffen dat hij of zij zelf keuzes kan

maken en zelf invloed uit kan oefenen op de wereld; al is die

keuze soms maar beperkt.”

Stoerder

“Op Maat is eigenlijk ontstaan vanuit de behoefte aan stoerdere

software voor onze oudere leerlingen”, vertelt Toos Jonker,

intern begeleider en leerkracht van de Emiliusschool: “Cognitief

hebben sommigen van hen het ontwikkelingsniveau van kleuters,

maar het zijn wel gewoon pubers. Die laat je dus geen kabouters

sorteren op kleur, maar racewagens of voetbalclublogo’s.”

Zulke educatieve computerprogramma’s waren er niet. Toen

Benjo Plandsoen in 2001 een opleiding tot ict-coördinator

volgde, ontmoette hij ict-ers van andere SO-scholen, die ook

behoefte aan dergelijke software bleken te hebben. “We besloten

om dan maar zelf aan het ontwikkelen te slaan, samen met het

bedrijf ICT&E. Dat werd Op Maat Eduware, tot stand gekomen

met subsidie van Kennisnet en met veel belangeloze inzet van

enthousiaste betrokkenen. Deze software is nu acht jaar getoetst

en aan een make-over toe. Op 1 november 2010 is de nieuwe

versie beschikbaar”, vertelt Benjo Plandsoen.

Afgestemd op mogelijkheden

Deze eduware draagt z’n naam met recht: alles is op maat in te

stellen. De bediening kan met een gewone muis, met een (grote)

trackball, met één grote knop of met twee, met een joystick of

met de hoofdsteunbesturing waarmee veel leerlingen gewend

zijn hun rolstoel te besturen. Ook de inhoud is op maat te maken,

afgestemd op de mogelijkheden en de interesses van elk kind

individueel. Zo kunnen wat oudere leerlingen zich via hun eigen

digitale verhalen voorbereiden op een arbeidssituatie: Hoe dek je

een tafel?, Hoe trek je je stofjas aan? of Hoe sorteer je bouten en

moeren? Jongere kinderen kunnen zelf door liedjes heen klikken.

Een kind met een anderstalige achtergrond kreeg foto’s uit z’n

omgeving met de begrippen uitgesproken in z’n moederstaal en in

het Nederlands. Een Antilliaans meisje heeft een eigen toepassing

met foto’s en stemmen van alle belangrijke mensen uit haar

omgeving op school en thuis. “Bij haar moeders foto klinkt haar

lievelingsliedje in het Papiamento, gezongen door haar moeder.

Als ze dat hoort, stráált dit meisje van oor tot oor”, lacht Benjo

Plandsoen. “En lichaamsdelen aanleren? Dat doen we met een foto

van Britney Spears, of met een foto van het kind zelf.”

Puzzelwedstrijd

Een digitaal verhaal maken met plaatjes, muziek en gesproken

woord, een sorteerspel of een puzzel maken, alles is een

fluitje van een cent. Via internet kunnen deelnemende scholen

toepassingen met elkaar delen, er zijn er nu ruim 600

beschikbaar. “En weet je wat ik zo geniaal vind?” vraagt Toos

Jonker. Ze geeft zelf antwoord: “Dat je heel makkelijk een profiel

kunt instellen voor ieder kind apart. Als je een puzzelplaat

toevoegt, kan de hele groep die meteen op het eigen niveau

maken: de een met 4 stukjes, de ander met 16. Zo kun je een

echte puzzelwedstrijd houden in de klas, fantastisch toch?”

In het speciaal onderwijs (SO) wordt veel gebruik gemaakt van computers. Maar software die past bij de leeftijd van de leerlingen, is vaak te ingewikkeld; en programma’s die passen bij het ontwikkelingsniveau, zijn te kinderachtig. De ict-coördinatoren van zes SO-scholen besloten daar wat aan te doen: ze ontwikkelden Op Maat Eduware, gratis software die helemaal op maat te vullen is.

Speciaal onderwijs op maat

www.opmaat-eduware.nl

Page 16: InDruk po winter 2010

Colofon Kennisnet inDruk PO is een gratis blad voor leerkrachten werkzaam in het basisonderwijs. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uitgave voor het het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op leerkracht.kennisnet.nl/indruk.Uit deze uitgave mag niks worden verveelvoudigd (waaronder begrepenhet opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder de licentie “naamsvermelding, niet-commercieel, geen afgeleide werken” als gehanteerd door Creative Commons.

Hoofdredactie: Evita NortEindredactie: Evita Nort en Petra BalkTekstbijdragen: Carla Desain, Trea Scholten, Bram Litjens, Jolanda Pikkaart. Frans Schouwenburg, Jiska Verschoor, Jan Wilms, Tessa van ZadelhoffFotografie: Rikie van Blijswijk, Hes van Huizen, Bastiaan van MusscherVormgeving: The Public Group, RotterdamDruk: OBT de Bink, LeidenIssn: 1571-2427 Reacties en suggesties: [email protected] reportages en interviews, foto’s en illustraties berustenauteursrechten.

De Gouden Tip is binnen!Schoolleider Frida Meintz uit

Hengelo betrekt haar team al in het

derde schoolplanjaar bij de nieuwe

plannen. Door deze cyclische aanpak

wordt het schoolplan een dynamisch, levendig document.

Met het insturen van haar Gouden Tip heeft Frida een

touchscreen voor in de klas gewonnen! Benieuwd naar

haar aanpak en inspiratie opdoen om zelf met uw team

aan het schoolplan te gaan werken? Neem een kijkje op

www.schoolleider.kennisnet.nl/goudentip.

Een kijkje in de toekomstTijdens Dé Onderwijsdagen 2009 is I See My Future als Beste

Video-idee verkozen, een initiatief van Webstroom en het

SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma. Leerlingen kunnen

op de website filmpjes plaatsen en bekijken over beroepen

en kunnen de site gebruiken om ideeën op te doen voor hun

studie- en beroepskeuze. Hebben u en uw leerlingen ook een

interessant filmpje over studie- of beroepskeuze? Of wilt u uw

leerlingen een kijkje geven in de toekomst? Ga dan snel naar

www.iseemyfuture.nl.

Wat weten we over ict en … Duurzame onderwijsvernieuwingDeze publicatie in de Onderzoeksreeks richt

zich op een complex en weerbarstig vraagstuk

in het onderwijs: het verbeteren van onderwijskwaliteit door

innovatie. Scholen zijn vaak onvoldoende toegerust om de

schoolorganisatie zo in te richten, dat nieuwe werkvormen

die bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs, zoals met ict,

succesvol ingevoerd kunnen worden. Om scholen over die

drempel heen te krijgen, zijn er diverse stimuleringsregelingen.

Deze publicatie biedt een grondige analyse van deze

problematiek en laat zien dat een stimuleringsregeling

afgestemd dient te zijn op een onderwijskundige noodzaak wil

zij kunnen leiden tot duurzame onderwijsvernieuwing. Lees of

bestel deze publicatie gratis op www.onderzoek.kennisnet.nl.

Vraagbaak startende lerarenWaar zijn tientallen jaren onderwijservaring gebundeld

en kunt u terecht voor advies over uiteenlopende thema’s?

Neem eens een kijkje bij de Leraar24 community Lerarengilde

(wp.digischool.nl/lerarengilde). Een community speciaal

voor startende leraren. In deze community, met al ruim 170

leden, delen leraren met collega’s allerhande problemen,

vragen en ervaringen. Er wordt bijvoorbeeld antwoord gegeven

op vragen als: ‘Hoe begin ik mijn eerste les? Wat doe ik met

leerlingen die niets doen in de les? Hoe krijg en houd ik orde in

mijn klas? En: hoe zorg ik voor voldoende tempo in mijn lessen?’

Het beste digibordidee 2011 Voor de derde keer organiseert Kennisnet dit jaar de wedstrijd

‘het beste digibordidee’. Leerkrachten maar ook PABO-

studenten worden uitgenodigd om hun beste digibordles of hun

innovatieve idee hoe het digibord interactiever of praktischer

ingezet kan worden in de klas te mailen naar Kennisnet.

Er zijn mooie accessoires voor bij het digibord te winnen.

Alle informatie over deze wedstrijd vindt u op:

www.po.digiborden.kennisnet.nl/leermateriaal/wedstrijd

Doe mee en deel uw digibordidee met uw collega’s!

Teleblikfilmpjes voor alle groepenPeuters www.teleblik.nl/media/4909950

Het zandkasteel: Ik wil sneeuw!

Groep 1/2 www.teleblik.nl/media/2097933

Koekeloere, over een slee

Groep 3/4 www.teleblik.nl/media/5410789

Huisje boompje beestje: dieren in de winter

Groep 5/6 www.teleblik.nl/media/5410913

Nieuws uit de natuur over ganzen in de winter

Groep 7/8 www.teleblik.nl/media/54866

Het Klokhuis over de historie van het lange afstandsschaatsen