web viewmet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar...

47
Taakklassen directiesecretaresse/managementassistent Leerarrangement 2 Uitdagend ontwerpen “Education is a social process, Education is growth, Education is, not a preparation for life; education is life itself.” (John Dewey) Ingrid Maat-ter Horst, mei 2012 Student 850102 Master Leren en Innoveren Rotterdam cohort 2011

Upload: vanmien

Post on 01-Feb-2018

234 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Taakklassen directiesecretaresse/managementassistent

Leerarrangement 2 Uitdagend ontwerpen

“Education is a social process,

Education is growth,

Education is, not a preparation for life; education is life itself.”

(John Dewey)

Ingrid Maat-ter Horst, mei 2012

Student 850102 Master Leren en Innoveren Rotterdam cohort 2011

Docenten: Freddy Veltman-van Vugt en Bartel Standaar-Dorhout

Page 2: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Inhoud

Inleiding..................................................................................................................................................................3

Probleemstelling....................................................................................................................................................3

Analyse huidig curriculum......................................................................................................................................4

Ontwerpmodellen..................................................................................................................................................4

Motivatie voor het 4C-ID model van Van Merriënboer..........................................................................................4Voorbeeld praktijkcontext:............................................................................................................................4Context..........................................................................................................................................................5Kennismaatschappij.......................................................................................................................................5Stakeholders..................................................................................................................................................5Probleemanalyse...........................................................................................................................................6Innovativiteit.................................................................................................................................................6

10 stappenplan Innovatief Onderwijs Ontwerpen 4C/ID:.......................................................................................7

Sociale media.......................................................................................................................................................11

Peerreview...........................................................................................................................................................12

Draagkracht eigen onderwijspraktijk....................................................................................................................12

Visie versus beleid versus bijstelling ontwerp......................................................................................................13

Conclusie..............................................................................................................................................................13

Literatuur.............................................................................................................................................................14

Bijlage 1 analyse huidig curriculum......................................................................................................................15

Sterkte/zwakte Analyse huidig leerplan Taakklas, eerstejaars DS/MA.................................................................18

Verbetervoorstellen t.a.v. huidige taakklas structuur..........................................................................................19

Bijlage 2 ontwerpmodellen..................................................................................................................................20

Bijlage 3 overall view - overeenkomsten en verschillen onderwijsontwerpmodellen DCC – VAL- ADDIE – 4C/ID-MODEL – VAN DEN AKKER.........................................................................................25

Bijlage 4 taakklas onderwijsperiode 1 DS/MA niveau 4 - 2012/2013...................................................................27

Bijlage 5 vaardigheidshiërarchie en uitwerking werkproces 2.3...........................................................................28

Bijlage 6 voorbeeld opdracht ds/ma methode H&M............................................................................................29

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

2

Page 3: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Inleiding

Zes jaar geleden is het competentie gericht onderwijs ingevoerd bij ons, Albeda College locatie Weena, Secretariële richting en daarmee introduceerden wij gesimuleerde lessen voor de MBO opleiding directiesecretaresse/managementassistent (hierna ds/ma) niveau 4. Vanaf dag één werkt de leerling als secretaresse bij een fictief bedrijf gedurende 9 lesuur per week. Die 9 lesuren worden door drie docenten met verschillende vakdisciplines (talendocent, ICT/rekendocent en een docent Secretariële vakken) gegeven.

In de praktijk komt het er op neer dat tijdens die lessen de leerling voor 80-90% achter de pc zelfstandig aan het werk is aan opdrachten die in het boek staan. De huidige methode (Competent reeks van Noordhoff uitgevers) wordt per augustus 2012 vervangen door de methode Hendriks & Mauwen (H&M) van Stichting Praktijkleren, die vanaf augustus a.s. digitaal beschikbaar komt. Dit is een beroepsgerichte methode waar de leerling werkzaam is bij een gesimuleerd bedrijf. In deze methode zijn alle vakken geïntegreerd en komen in een beroepscontext aan bod. In de overige lesuren (Nederlands, Engels, Rekenen, MVT2, LLB) wordt overwegend generiek geschoold om aan de hoge eisen van de overheid te voldoen.

In dit paper ga ik ons huidige curriculum analyseren aan de hand van het spinnenwebmodel van Van den Akker. Dan heb ik de ontwerpmodellen Dick, Carey en Carey, 4C/ID model van Van Merriënboer, Romiszowsky, Van den Akker en Bloom naast elkaar gelegd en heb daar een overall view van gemaakt met specifieke kenmerken, zodat ik een goed overzicht heb welk model het geschiktst is. Vervolgens heb ik een leerplan voor klas 1, onderwijsperiode 1 van de richting ds/ma niveau 4 gemaakt met de nieuwe onderwijsmethode H&M die in het komende schooljaar wordt ingevoerd. Deze integratieve methode houdt een innovatie in voor onze opleiding, dat leg ik bij het leerplan verder uit.

Probleemstelling

De methode Competent van Noordhoff uitgevers is aan vernieuwing toe. Het kwalificatiedossier (hierna kd) Secretariële beroepen ( http://www.kb-opleidingen.nl/kwalificatiedossier/mbo3-4%20secretarieel/secretariele-beroepen-2011-2012.pdf ) is met ingang van het komende schooljaar behoorlijk gewijzigd. Het is bijvoorbeeld van 3 naar 2 kerntaken gegaan. De kerntaak Post en Archief is nu een onderdeel geworden van één werkproces (1.1). Met name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. Daarbij is notuleren een werkproces geworden, veel rekenkundige handelingen (zoals het controleren van facturen en het beheren van een kas) digitaal agendabeheer en het onderhouden van een relatienetwerk (Access) zijn toegevoegd.

In mijn analyse Zin in Leren (2012) heb ik bekeken waarom onze leerlingen wel gemotiveerd aan de opleiding beginnen maar gaandeweg de opleiding de motivatie vermindert. Ook heb ik gekeken naar de intrinsieke, extrinsieke en sociale motivatie van onze studenten en hun eventuele beweegreden om te stoppen met de opleiding. Daarin kwam onder andere naar voren wat zij wèl uitdagend en stimulerend onderwijs vinden. Naar voren kwam dat een gevarieerde werkwijze, samenwerken maar ook individueel werken, elkaar feedback geven, rollenspellen, betrokkenheid van de docent, toepassen van nieuwe media en het richten op het uiteindelijke doel, het diploma, in hun interessesfeer past. Daarnaast heb ik Hattie (2009) bestudeerd en bekeken wat het meeste effect heeft op het onderwijs en hoe leerlingen het meest effectief leren (evidence based learning).

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

3

Page 4: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Het MBO is hofleverancier voor de arbeidsmarkt en dat is waar we voor moeten blijven gaan en daar hoort onderwijsinnovatie onomstotelijk bij, het MBO moet toekomstproof zijn!

Analyse huidig curriculumOm een ontwerpmodel te maken, is het belangrijk om eerst het huidige curriculum te analyseren. Omdat wij niet met een curriculum werken in de vorm van één document, heb ik deze analyse vrij uitgebreid gedaan omdat ik graag een juist beeld wilde hebben waar nu precies alles staat beschreven. Bij het team S&A (Secretarieel en Administratie) werken wij niet met een curriculum als één document maar staan de gegevens in losse documenten. De analyse van ons huidige curriculum heb ik als bijlage 1 aan dit document toegevoegd.

OntwerpmodellenIk heb onderwijsmodellen bekeken en de volgende naast elkaar gelegd: Romiszowski, Bloom, Dick, Carey and Carey, 4C/ID van Van Merriënboer en Van den Akker. Ik heb een overview van de modellen met daarbij een explicatie per ontwerpmodel (bijlage 2 en 3) gemaakt gericht op het MBO. Ik heb hiervoor Valcke (2010) thema 8 en 9 en Coppoolse en Vroegindeweij (2010) bestudeerd alsmede het internet geraadpleegd. De ontwerpmodellen heb ik vervolgens met de visie van het Albeda College bekeken (zie analyse curriculum) en heb uiteindelijk een weloverwogen besluit kunnen nemen.

Motivatie voor het 4C-ID model van Van MerriënboerHet ontwerpmodel dat ik ga toepassen voor het nieuw te construeren curriculum is het 4C/ID model (Merriënboer, 2009). Het sluit volledig aan bij de visie van de branche Secretarieel & Administratie en dan met name de ankerpunten 2 (de student leert in een beroepscontext) en 3 (pedagogisch/didactisch klimaat vwb zelfstandigheid en verantwoordelijkheid). Daarbij is dit model beroepsgericht en beoogt een opbouw van complexe vaardigheden (integreren van leren en werken). Het kent een stap voor stap procedure en een ontwerpstrategie waarbij veel vrijheid is. De leerling kan met dit model het geleerde goed toepassen in de praktijk, omdat het model geënt is op beroepsgericht werken in een authentieke beroepscontext. De transfer van het geleerde wordt sneller toegepast in een praktijksituatie, omdat het onderwijs als hele leertaak wordt aangeboden. De leerling krijgt bij de methode H&M vanaf dag één integratieve, betekenisvolle leertaken (realistische taken ontleend aan de beroepspraktijk), dit kunnen taken, cases, probleemstellingen en projecten zijn. Zoals je in mijn schema (bijlage 4) kunt zien, behelzen de laatste 3 weken van onderwijsperiode 1, klas 1 het organiseren van een kennismakingsavond. Dit is een hele betekenisvolle leertaak. In onderwijsperiode 4 van leerjaar 1 lopen onze studenten stage, ik verwacht dat door deze onderwijsaanpak de transfer van het geleerde makkelijker zal verlopen, omdat zij al gewend zijn aan hele taken.

Ik heb niet voor Bloom gekozen omdat hij ervan uitgaat door de verschillende denkniveaus dat de lerende pas een niveau kan behalen als de voorgaande niveaus zijn bereikt. Dit past niet bij onze concentrische vorm van onderwijs, waarbij wij hele leertaken aanbieden die oplopen in complexiteit. De taxonomie van Romiszowski hebben wij vroeger toegepast in de tijd van de derdegeneratie eindtermen. Romiszowski maakt onderscheid in kennis en vaardigheid en het afzonderlijk ontwikkelen daarvan. Bij taakklas echter is er sprake van een integratieve methode waarbij juist kennis en vaardigheid samen wordt toegepast. In mijn analyse curriculum heb ik de visie van onze school beschreven, daar komt naar voren dat wij een sociaal constructivistische visie grotendeels naleven. Het model van DCC is een uitgebreid instructiemodel dat de koninklijke weg bewandeld

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

4

Page 5: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

voor het ontwikkelen van een curriculum en gaat uit van een cognitivistische visie. Het model gaat grotendeels uit van de docent voor wat betreft leerinstructies en minder van de student. Wij echter, bij taakklas gaan ervan uit dat de student eigen kennis opbouwt tijdens hele authentieke leertaken in een beroepsgerichte context.

Voorbeeld praktijkcontext:Kwalificatiedossier, Kerntaak 1, Werkproces 1.2 De kandidaat zorgt voor mondelinge (telefonische) informatie-uitwisseling; Complexe vaardigheden (prestatie indicatoren):De kandidaat neemt juiste beslissingen, hanteert correcte spelling en grammatica, correcte idioom, luistert goed, overlegt en rapporteert tijdig, stelt zich dienstverlenend op, investeert tijd en moeite in het opbouwen en onderhouden van relatienetwerken, blijft productief werken in stressvolle omstandigheden, houdt rekening met planning en prioriteitstelling. Reële praktijksituatie:De beginnend beroepsbeoefenaar krijgt een Nederlandstalig telefoontje, moet daarmee een afspraak maken in de agenda van de manager en tegelijkertijd ziet ze een inkomend dringend mailtje of er komt een bezoeker aan haar bureau. De kandidaat krijgt in de school/beroepscontext te maken met telefoneren Nederlands (later in het Engels). Zij krijgt ook les in agendabeheer. Er wordt in de schoolcontext geoefend door beide onderdelen te integreren. In een latere fase wordt er door middel van rollenspellen geoefend met een (boos) telefoontje en kan ze het vorige geleerde toepassen in de gesimuleerde praktijksituatie. De taak wordt steeds complexer gemaakt.

ContextHet curriculum behelst de eerste onderwijsperiode van klas 1 van het Albeda College, Weena te Rotterdam. Het betreft een MBO opleiding niveau 3-4 Directiesecretaresse/Managementassistent. Het curriculum beslaat het eersteklas boek H&M en dan met name Deelportfolio 1 dat bestemd is voor onderwijsperiode 11. Het boek heeft geïntegreerde leerwerktaken en de leerling gedraagt zich als een directiesecretaresse vanaf dag één van de opleiding met als doel het aanleren van beroepscompetenties en –vaardigheden waarbij de complexiteit toeneemt.

KennismaatschappijAls onderwijsprofessionals moeten wij onze doelgroep goed bekijken, inspelen en meegaan met de nieuwe ontwikkelingen willen wij de aandacht en interesse van die nieuwe jongere kunnen houden. In de huidige kennismaatschappij is het belangrijk dat we weten hoe en wat onze doelgroep leert en welke tools zij daarbij gebruiken en in welke mate wij hen die tools kunnen aanreiken. De nieuwe kennismaatschappij vraagt dat wij een andere manier van leren aanbieden. De kennis veroudert momenteel snel en daarom is het belangrijk dat studenten flexibel omgaan met veranderingen en zelfstandig kunnen functioneren (Veltman-van Vugt, 2012).Ik heb de kenmerken en typologie van deze doelgroep bestudeerd aan de hand van het Hiteq onderzoek Kenmerkend MBO (2010). Daarbij heb ik nog een andere opvatting over de jongere van nu doorgenomen en dat is generatie Einstein. Volgens Boschma en Groen (2010) kunnen de jongeren (12 tot 22 jaar) van nu gezien worden als de generatie Einstein, zij zijn sociaal, maatschappelijk betrokken, trouw, mediasmart, houden van diversiteit, zelfbewust, empathisch, creatief en samenwerkend. Alhoewel werkgevers zich beklagen over de arbeidsethos van de jongeren, zijn er wel degelijk onder deze jongeren ambities (met name op zelfontplooiing) alleen liggen zij op een heel ander vlak dan de vorige generaties. De jongere van nu houdt minder rekening met wat de maatschappij van hen verlangt maar is meer gericht op de individualiteit. Ook de laatste ontwikkelingen van het puberbrein (Huub Nelis, 2010) heb ik meegenomen; de jongere van nu staat door de media bekend als infobesitas, mediaverslaafd, comazuipen, breezerseks, happy slapping en gameverslaving. Toch behelst dit minder dan 5% van de jongeren en wil merendeel wel hard werken 1 Onderwijsperiode 1 is van lesweek 1 tem 9 van het eerste leerjaar ds/ma.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

5

Page 6: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

aan hun toekomst. Ze vormen een ogenschijnlijke zelfverzekerde generatie die alles weet van nieuwe media en technologie.

StakeholdersDe lerende, de eersteklasser MBO DS/MA, de ouders van de lerenden die wel/niet betrokkenheid tonen bij het leerproces, de beroepspraktijkvorming waar de lerenden naar toegaan op het eind in onderwijsperiode 4 van de eerste klas en waar zij moeten/kunnen toepassen wat hun beroepsgerichte leeropbrengst is van de eerste drie onderwijsperioden. Als laatste zijn de leidinggevenden van het Albeda College branche S&A noembaar omdat naar hen verantwoording afgelegd moet worden.

ProbleemanalyseOfficiële toelating tot de MBO niveau 4 opleiding Directiesecretaresse/Management assistent is erg divers. Een leerling VMBO kader tot theoretisch is toelaatbaar, overgangsbewijs HAVO 3 naar 4 alsmede een leerling die de niveau 2 opleiding Secretarieel medewerker positief heeft afgerond. Dit betekent dat het beginniveau van de eerste klas erg gedifferentieerd is; 15 tot 16-jarige die zojuist VMBO kader hebben afgerond zitten in de klas bij niveau 2 leerlingen (18- tot 19-jarige) die al een Secretariële opleiding hebben gevolgd en al tijdens hun 2 jarige MBO-2 opleiding stage hebben gelopen. Onze leerlingen hebben voor gemiddeld 80-90% een allochtone achtergrond, overwegend een vrouwelijke samenstelling, af en toe zit er een jongen in de klas.

Uit het Onderzoek “van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs” (marktonderzoek, 2010) van SLO2 komt duidelijk naar voren dat binnen het kwalificatiedossier weinig ruimte is voor eigen interpretatie en dat het dossier ver af staat van de dagelijkse werkelijkheid. Ook is de vertaling naar onderwijs lastig en wordt de examinering en beoordeling als onduidelijk ervaren. Voor de vakdisciplines Nederlands, Engels, Rekenen moet een vastgesteld niveau3 gehaald zijn om aan de opleiding deel te mogen nemen. Ondanks dat onze aspirant leerlingen onderheven worden aan een Nulmeting4 test waarna een intake met toegelichte motivatie plaatsvindt, komt het desondanks voor dat leerlingen niet aan de gestelde beginniveau eisen voldoen terwijl ze wel een acceptabele vooropleiding hebben.

Door de strengere overheidseisen voor wat betreft eindniveau en centrale examinering taal, rekenen, LLB, ICT-vaardigheden, is de huidige scholing te veel gericht op het generiek aanleren om aan de generieke MBO-eisen te voldoen. Het Competentie Gericht Onderwijs is echter in het leven geroepen om meer beroepsgericht op te leiden en om meer relatie met het beroepenveld te genereren. Op dit moment genieten onze MBO studenten van de 30 lesuren die zij per week zijn ingeroosterd voor 22 lesuren aan generieke scholing en 8-9 lesuren voor taakklas5. De leerling ontbreekt het vooral in het eerste jaar aan beeldvorming van het beroep, waardoor de motivatie om te leren schrikbarend afneemt. Door het beroepsbeeld al vanaf de eerste onderwijsperiode goed aan bod te laten komen door reële authentieke leertaken aan te bieden, uitdagend en gevarieerd onderwijs en daarbij betrokkenheid van de docent zijn, naar mijn idee, handreikingen die ik kan toepassen in het nieuwe curriculum.

2 Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling3 De niveaus zijn gebaseerd op het Common European Framework. Dit is een gezamenlijke afspraak van alle leden van de Europese Unie over de beschrijving van de taal- en rekenniveaus. 4 Kennen, kunnen en motivatie worden getest in een “AMN test”5 Bij taakklas is de student vanaf dag 1 daadwerkelijk een beginnend beroepsbeoefenaar directiesecretaresse waarbij zij die desbetreffende werkprocessen doorloopt, kennis en beroepshouding aanneemt zoals dat in de beroepspraktijk wordt verlangd.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

6

Page 7: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

InnovativiteitIn de methode H&M bevinden zich betekenisvolle taken die uitdagend zijn voor de leerlingen en die gekoppeld zijn aan de beroepspraktijk. De taken lopen op in complexiteit en sluiten aan bij de leerbehoeften van de student. Het onderwijs zal moeten innoveren, willen wij de generatie van nu boeien en tot interesse kunnen bewegen. Mijn oplossing om tot innovatief onderwijs over te gaan, geef ik in steekwoorden weer: uitdagend onderwijs, combinatie van zelfstandig en samenwerkend leren, beroepsgericht, projecten waarbij het accent ligt op reële leertaken. Taakklassen afwisselen met (interactieve) workshops, projecten, nieuwe ICT technologieën, gastlessen tbv beeldvorming toekomstig beroep. Het onderwijs moet m.i. aansluiten bij de leerbehoeften van de student met het einddoel (eisen vanuit het kwalificatiedossier Secretariële beroepen) in het vizier.

Taakklas

Van de 30 ingeroosterde lesuren per week heeft de eersteklas student 8-9 lesuren Taakklas. De leerling verricht leertaken die ze individueel uitvoert maar ook moet ze veel samenwerken met collega’s. De uren Taakklas worden door 3 docenten van verschillende vakdisciplines gegeven, bijvoorbeeld een docent ICT/rekenen, talendocent en een docent Secretariële vakken. Als door organisatieproblemen een docent niet is in te roosteren, is het raadzaam hem wel in te zetten voor het verzorgen van workshops en om de leertaken na te kijken. De lesstof is concentrisch opgebouwd gedurende de 3 leerjaren. Dit betekent dat de leerling al in het eerste jaar met (bijna) alle werkprocessen uit het kwalificatiedossier kennismaakt en elk jaar worden de opdrachten complexer, gevarieerder en ze krijgt te maken met gesimuleerde vakspecifieke lastige praktijksituaties. Je kunt hier dan denken aan een Engelstalige boze klant die opbelt als ze net in overleg is over een project met collega klasgenoten.

In de eerste onderwijsperiode van het eerste jaar krijgt de student te maken met o.a. de volgende werkprocessen uit het kwalificatiedossier Ds/ma niveau 4:1.6 Voert administratieve taken uit

Verwerkt verlofdagen, genereert rapporten/overzichten t.b.v. sociaal jaarverslag, plant beoordelingsgesprekken in, levert content voor intranet/website

2.3 Organiseert bijeenkomsten Reserveert locaties, maakt convocatie met agenda, draaiboek, plant vergaderingen, maakt een kernachtige presentatie, overlegt met betrokkenen.

Taakklas is geënt op sociaal constructivistische basis gelardeerd met workshops, instructiemomenten, persoonlijke feedback van docent en medeleerlingen. De leerling regisseert haar eigen leerproces maar wordt in deze eerste onderwijsperiode stevig aan de hand gehouden door de vakdocent. Ze krijgt een studieplanner en zij houdt zelf een portfolio bij van haar gemaakte producten. Nadat de producten zijn goedgekeurd door de vakdocent, kan zij er studiepunten mee verdienen. De studiepunten krijgt zij uitsluitend als de producten zijn goedgekeurd en binnen een gestelde deadline zijn afgetekend. Binnen de deadline (van 2 weken) plant de leerling haar eigen leerproces.De afsluiting van de onderwijsperiode vindt plaats door een kennismakingsavond die geheel door de leerlingen wordt georganiseerd voor hun eigen familie/vrienden. Het project dat daadwerkelijk plaatsvindt wordt beoordeeld door de vakdocenten op beroepshouding, kennis, vaardigheden en beroepscompetenties als kwaliteit leveren, aansturen, communiceren, integer handelen, met tegenslag en werkdruk omgaan, aan de verwachtingen van de klant voldoen. Ook de producten die gemaakt worden tijdens dit project worden nagekeken: poster, uitnodigingsbrief, planning, draaiboek, checklist, notulen van interne vergaderingen, programmaboekje, uitnodiging docenten, e-mails met locatiemanager voor reserveren aula en de onderlinge schriftelijke communicatie.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

7

Page 8: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

10 stappenplan Innovatief Onderwijs Ontwerpen 4C/ID:

1. Complexe vaardigheid analyseren De hele complexe vaardigheid wordt geanalyseerd en maak een overzicht van de samenstellende delen. De beschrijving wordt gedaan in termen van gedrag. In leerjaar 1, onderwijsperiode 1 wordt gefocust op 2 werkprocessen binnen de leertaken. Dat zijn de werkprocessen 1.6 Voert administratieve taken uit en 2.3 Organiseert bijeenkomsten. De andere werkprocessen komen ook gedeeltelijk aan bod maar de workshops die gepland staan in deze onderwijsperiode hebben betrekking op de beroepsmatige werkzaamheden.

Tabel 1 vaardighedenhiërarchie van de complexe vaardigheid werkproces 1.2

1.2 Zorgt voor mondelinge (telefonische) informatie-uitwisselingNeemt juiste beslissingen

Hanteert correcte spelling, grammatica en idioom

Onderhoudt relatienetwerken

Blijft productief werken in stressvolle situaties

Houdt rekening met planning en prioriteit

Nederlands en Engels Luistert goed, overlegt en rapporteert tijdig

Houdt rekening met planning en prioriteit

Kan aansturen Levert kwaliteit Stelt zich dienstverlenend op

Houdt rekening met bedrijfsprocedures

Tabel 2 voorbeeld van opeenvolging van taakklassen van een werkproces

1.2 Zorgt voor mondelinge (telefonische) informatie-uitwisselingLeerjaar 1, Taakklasse 1Leertaak 1

De kandidaat leert telefoonetiquette en telefoonalfabetten Nederlands. Zij schrijft telefoongesprekken uit en oefent met een medeleerling. Zij geven elkaar feedback, de docent begeleidt hen daarin en geeft aanwijzigingen. De leerling neemt de telefoongesprekken op (GSM) en reflecteert daarop. (docent geeft correctieve feedback)

Geleerde wordt toegepast in de stage

Leerjaar 1, Taakklasse 2Leertaak

De kandidaat leert telefoonalfabetten in Engels en MVT2 en oefent daarmee. Er worden complexe situaties gesimuleerd: tijdens telefoongesprek komt er een klant bij de balie. De kandidaat spreekt een voicemailbericht in, in diverse talen. Manager loopt langs en geeft een instructie. (Just in Time Information) De docent geeft cognitieve feedback.

Leerjaar 1, Taakklasse 3Leertaak

De kandidaat wordt geconfronteerd met complexe situaties, krijgt te maken met bedrijfskritische momenten. De kandidaat luistert het antwoordapparaat af en handelt adequaat door gerichte acties. De kandidaat verricht tegelijkertijd verschillende taken zoals agendabeheer, telefoon, bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde).

2. Volgorde taakklassen vaststellenHet eerste leerjaar is onderverdeeld in 3 taakklassen van elk 9 lesweken. De leerlingen krijgen taakklas in 3 blokken van 3 lesuren met een totaal van 9 lesuren per week. Elke taakklas omvat werkprocessen/deeltaken in een gesimuleerde beroepscontext. De leerling werkt bij het bedrijf H&M als ds/ma. In onderwijsperiode 1, leerjaar 1 komen de volgende werkprocessen (eenvoudig) aan bod Werkproces 1.1 zorgt voor de schriftelijke informatie-uitwisseling

Taakklas 1: Correspondentie Nederlands, EngelsWerkproces 1.2 zorgt voor de mondelinge (telefonische) informatie-uitwisseling

Taakklas 1: Inspreken antwoordapparaat H&M

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

8

Page 9: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Werkproces 1.4 verzorgt dossiervorming en het dossierbeheerTaakklas 1: digitaal persoonlijk archief, mappenstructuur

Werkproces 1.6 voert administratieve taken uitTaakklas 1: Samenvatten tekst voor Facebook

Werkproces 2.3 organiseert bijeenkomsten (kennismakingsavond)Taakklas 1: project organiseren van een kennismakingsavond (laatste 3 weken)

Werkproces 2.4 maakt verslag en handelt zaken afTaakklas 1: verslag maken Victor en Rolf, notuleren tijdens vergadering project

Werkproces 2.5 ontvangt bezoekersTaakklas 1: tijdens uitvoering project

Werkproces 2.8 beheert kleine budgettenTaakklas 1: het aangevraagde budget voor het project moet aan de hand van een begroting en nacalculatie worden verantwoord.

De werkprocessen komen voor in leertaken en zijn nog in deze fase product georiënteerd. Er zijn voorbeelden van producten beschikbaar. De laatste 3 weken van elke onderwijsperiode vindt er een project plaats waarbij een begin wordt gemaakt met proces oriëntering. In deze fase worden alle samenstellende vaardigheden geïmplementeerd als een gehele taak. Aan de hand van de vaardigheidshiërarchie (zie bijlage…… werkproces 2.3) wordt bekeken welke vaardigheden de student na deze taakklas moet beheersen. In deze fase van de opleiding zijn de leertaken nog eenvoudig maar beogen een inductief leerproces. De ondersteuning wordt geleidelijk aan minder.

3. Ontwerp leertakenDe leertaken die aangeboden worden in de methode H&M zijn beroepsgerichte leertaken oplopend in complexiteit. In het begin is veel ingebouwde ondersteuning in de vorm van workshops en individueel begeleiden tijdens de werkzaamheden. Er wordt geleidelijk gewerkt naar minder ondersteuning. Elke Onderwijsperiode wordt afgesloten met een uitgewerkt project wat echt plaatsvindt. Zie bijlage 5 voor een vaardigheidshiërarchie.

Vaardigheidscluster A is leerjaar 1 met een onderverdeling van 3 taakklassen die 3 onderwijsperioden omvatten. Binnen een taakklasse werken studenten aan leertaken die gerelateerd zijn aan een beroepssituatie, in dit geval de student werkt als secretaresse bij H&M.

Ondersteunende informatie:Een student vindt ondersteunende informatie (readers, naslagboeken, www, workshops) die kan helpen bij het uitvoeren van een leertaak. De informatie slaat een brug tussen datgene

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

9

Page 10: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

wat hij al weet en wat hij moet weten om verder te gaan met de leertaak. De nieuwe informatie bouwt voort op wat hij al weet en zorgt ervoor dat er een cognitief schema wordt ontwikkeld waarin de relaties duidelijk worden. Ervaren beroepsbeoefenaren hebben geen ondersteunende informatie nodig om het gat tussen hun voorkennis (en ervaring) en het voorliggende probleem te dichten.

4. Analyseren mentale modellen (hoe zit het in elkaar?)Mentale modellen geven aan hoe iets in elkaar zit of hoe iets werkt, hiermee kan een leerling zich een beeld vormen van de werkelijkheid en is ze in staat om te beredeneren en problemen op te lossen. Het bestaat uit algemene kennis en bijvoorbeeld concrete voorbeelden zijn zo’n ondersteuning. Mentale modellen beschrijven hoe doelen, activiteiten en gebeurtenissen zijn georganiseerd. Zij geven antwoord op vragen als “Wat is dit?”, “Hoe zit dit in elkaar?” en “Hoe werkt dit?”. In taakklas 1 wordt een project georganiseerd. De leerling heeft dit nog niet eerder gesimuleerd beroepsmatig uitgevoerd en zal zich bovenvermelde vragen stellen om tot uitvoering van het project over te kunnen gaan. Een mentaal model zal haar helpen met de structuur van dit project.

5. Analyseren cognitieve strategieën (aanpakkennis)Bij cognitieve strategieën gaat het om aan elkaar gerelateerde principes en stappen die voorschrijven hoe je acties het beste kunt organiseren. Er moet een relatie gelegd worden tussen wat de leerling al weet en wat er nieuw wordt aangeleerd. Bij het analyseren van cognitieve strategieën ontstaan vuistregels die in fasen zijn te onderscheiden (Systematische probleemaanpakken of SPA). Voor het project organiseren kennismakingsavond bestaat de SPA uit achtereenvolgens de volgende onderdelen:

a. Welke fasen moeten worden doorlopen om de avond te organiseren?a. De leerling brainstormt in haar groepje hierover

b. Formuleer de doelen en subdoelena. De leerling maakt notulen en een plan van aanpak voor het project

c. De leerling raadpleegt voorbeelden of ondervraagt experts d. De onderdelen die de leerling niet beheerst, worden behandeld (workshop)e. Formuleer vuistregels in termen van gewenst gedrag

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

10

Page 11: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

f. Beschrijf de stappen en vuistregels uitvoerigg. Maak een stappenschema

6. Ontwerpen ondersteunende informatieOndersteunende informatie aan de hand van authentieke voorbeelden (inductief) en van daaruit werken naar algemeenheden (deductief). Het is belangrijk dat leerlingen relaties daarbinnen ontdekken. Als er weinig tijd is voor instructie en de leerlingen al relevante ervaringen hebben, beperken van instructie. Ondersteunende informatie is behulpzaam bij het werken aan leertaken (niet routine). Bij volgende taakklassen wordt de informatie uitgebreider en complexer.

Aangeven hoe er cognitieve feedback gegeven moet worden. Feedback op de kwaliteit van de uitvoering van een leertaak in dit geval de kennismakingsavond. De student heeft de feedback nodig om hem in staat te stellen te kunnen reflecteren op de kwaliteit van zijn handelen.

Niet routinematige aspecten: aangeven meer of minder effectieve aanpak(verschillen in aanpakken en oplossingen bespreken)Routinematige aspecten: studenten geven elkaar feedback op processen (kennismakingsavond: feedback door studenten aan studenten)

7. Analyseren regels en proceduresDe complexe taak wordt geanalyseerd om de routinematige handelingen vast te stellen, dit kan door middel van stappenplannen of verzamelingen van regels. Bij procedure is er een opeenvolging van stappen in tijd, ook kunnen stappen eventueel worden overgeslagen of extra stappen kunnen worden geïmplementeerd. In de eerste klas is er voor de leerlingen een mogelijkheid om de opleiding versneld te volgen. Er zijn criteria opgesteld zoals cijferbeeld, inzet in de klas en vooropleiding. Als blijkt dat zij extra willen werken en voor lopen op de andere leerlingen, mogen zij solliciteren naar de tweede klas. Dit wordt besproken in het team. Bij deze analyse slaan die leerlingen gedeelten over van de taakklas of werken sneller dan de anderen.

8. Analyseren vereiste kennisNa het analyseren van de regels en de procedures, de feiten met als specifieke vraag: wat moet de leerling weten om de regel correct te kunnen uitvoeren?

9. Ontwerpen JIT informatieJIT informatie gebeurt tijdens het uitvoeren van de leertaken. Voor elke leertaak wordt een JIT informatie ontworpen die de leerling gebruikt om routineaspecten uit te voeren. Ook gaat het ook de feiten die een student moet “weten” om de procedures correct te kunnen uitvoeren. Er vindt correctieve feedback plaats die studenten ontvangen op uitvoering van hun taken en bestaat uit feiten, regels en procedures die worden aangegeven op het moment dat het nodig is. Bij het project kennismakingsavond moet de leerling een budget aanvragen en een begroting maken van het project kennismakingsavond. Dit is nog niet eerder in de les voorgekomen. Op het moment dat het aan bod komt, wordt er uitleg gegeven over dit item.

10. Ontwerpen deeltaakoefeningVoor het oefenen van routineaspecten worden deeltaken ontworpen van een complexe vaardigheid. Deeltaakoefening is alleen effectief als er een eenvoudige versie van de hele complexe vaardigheid al is aangeboden. Bijlage 6 is een stappenplan voor de Taakklas.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

11

Page 12: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Sociale mediaEen jaar of 5 à 6 geleden kwam ik voor het eerst in aanmerking met sociale media. Enkele studenten lieten mij hun Hyves pagina zien en vroegen aan mij of ik ook lid (vriend) wilde worden. Aanvankelijk was ik erg enthousiast omdat ik de creatieve en innovatieve manier van het omgaan met taal erg aantrekkelijk vond. De persoonlijke pagina was gelardeerd met eigen krabbels maar ook met die van anderen, een blog mogelijkheid, een fotobalk en nog wat grappige details. De bladzijde kon leuk opgefleurd worden met persoonlijke items zoals achtergronden, banners en adviesjes in de vorm van crushes en tags. Ik werd ook lid van Hyves en merkte zelfs dat communiceren op deze manier soms meer effect had dan als ik leerlingen een mailtje stuurde o.i.d. Vanaf het begin was ik me bewust van de openbaarheid van dit media fenomeen en gaf aan mijn studenten zeker hieromtrent adviezen. De beer was los, binnen korte tijd kwam Facebook om de hoek kijken, twitter (ik publiceer geen tweets maar volg wel onderwijsitems, politici en nieuws), sinds vorig jaar heb ik LinkendIn en volg ik diverse onderwijsforums en nieuwsbrieven. Sinds dit jaar ben ik een actieve blogger via Wordpress en ervaar dit als weer een nieuw medium. Ik realiseer me goed dat het bijhouden van al die digitale tools en netwerken veel tijd kost maar dat het niet meer uit deze wereld is weg te denken.

In de tweede klas Secretarieel ben ik dit jaar begonnen met een Facebookpagina van de methode H&M (Hendriks en Mauwen Rotterdam) die digitaal wordt uitgegeven door Stichting Praktijkleren: (http://www.facebook.com/profile.php?id=100002964179215). In de VS is het heel gebruikelijk dat er een FB pagina bij een methode wordt gebruikt, waar gebruikers op kunnen reflecteren en ervaringen kunnen delen. Ik heb ontdekt dat het in Nederland nog een heel nieuw fenomeen is en dat studenten dat toepassen, omdat het in het lesprogramma staat en er een screendump van sociale media in hun portfolio moet zitten. Zij doen dit nog niet echt uit zich zelf. Wel heb ik ervaren dat modereren vanuit de docent heel erg belangrijk is. De student ervaart het als erg plezierig als de docent feedback geeft. Volgend jaar ga ik dit fanatieker oppakken en verwacht dat dit, ondanks het ietwat stroeve begin, enthousiaster wordt ontvangen. In de nieuwe methode H&M zitten veel sociale media opgaven, omdat juist een secretaresse namens het bedrijf twittert of de Facebookpagina bijhoudt.

Op 22 mei a.s. heb ik een skypemoment (digitale les) met de onderwijsontwerper Joel Gardner op de HRO bijgewoond. Dit was een nieuwe ervaring voor mij alhoewel de gegeven informatie voor mij niet echt verrassend was.

Peerreview Tijdens la2 heb ik feedback gegeven op de blogs van medeleerlingen (Taimen op 6, 15 april en 21 mei jl, Monique op 20 mei jl. , Jacqueline op 30 april jl.) en heb ik zelf feedback gekregen (Taimen, Monica, Monique, Silvia, Jacqueline). Ik heb voor mijn uitgewerkte thema’s en voor mijn preview versie LA2 feedback gekregen en daar was ik erg blij mee. Het is enorm dankbaar als collega’s de moeite nemen om je stuk kritisch en vakspecifiek door willen werken wat overigens niet altijd meevalt omdat de context geheel anders is. De feedback waar ik veel aan had (preview versie) was dat ik de rode draad meer in dit paper moest laten terugkomen, dat ik er meer een lopend verhaal van moest maken en dat ik de innovativiteit duidelijker naar voren moest laten komen. De reviews zijn terug te vinden op mijn wordpress blog: http://ingridterhorst.wordpress.com/

Draagkracht eigen onderwijspraktijkOp donderdag 24 mei heb ik een presentatie gegeven in mijn het onderwijsteam Secretarieel Weena (15 personen). Ik heb daarin over de preview versie (via digibord) van dit paper LA2 verteld en de 4C/ID van Van Merriënboer uitgelegd. Ik heb gelijk beargumenteerd waarom het belangrijk is dat wij als team een curriculum moeten hebben (verantwoording MT en Inspectie alsmede als

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

12

Page 13: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

overkoepelend leerplan). Iedereen reageerde belangstellend en geïnteresseerd en er is zelfs afgesproken om de eerste studiedag van het team (meestal Suikerfeest of Slachtfeest) geheel te besteden aan het maken van een aanzet tot een curriculum. Het tweede gedeelte van mijn presentatie heb ik besteed aan de innovatie die ook in dit paper staat uitgeschreven. Ik ben daarmee in dialoog gegaan met mijn collega’s. De reacties waren enthousiast en er werd erg positief op gereageerd. Mijn onderwijsleider A. Slinkman vroeg mij of ik deze presentatie locatiebreed tijdens een onderwijsleiders vergadering ook wil geven, natuurlijk wil ik dat. Gelukkig kreeg ik veel draagkracht en medewerking uit mijn team en daar ben ik erg blij mee. Mijn onderwijsleider A. Slinkman en collega E. Huizing hebben een reactie gegeven op mijn blog over mijn preview paper en over de presentatie tijdens het teamoverleg.

Visie versus beleid versus bijstelling ontwerpIn het brancheplan 2012 staat omschreven voor welke kernwaarden wij staan als branche. Hierna omschrijf ik een aantal aspecten vanuit die beleidsvisie en plaats die naast mijn nieuwe ontwerp.

“Creatief en ondernemend: we pakken kansen die kunnen leiden tot innovaties”, ”Ambitieus en uitdagend: we halen het beste uit onze studenten en medewerkers naar boven, uitgaande van hun ambities en talenten”, “Het leren vindt vooral plaats in de beroepscontext”, “Een op pedagogisch en didactische vaardigheden en op dialoog gerichte benadering”.

In mijn nieuwe ontwerp voor taakklas kan ik bovengenoemde aspecten herkennen. Vanuit het team is positief gereageerd op mijn innovatievoorstel en dat houdt in dat taakklas miv het komende schooljaar met een hele nieuwe aanpak zal worden geïmplementeerd. De aanpak is meer op dialoog gebaseerd tussen student en docent en vindt plaats in een gesimuleerde beroepscontext. De student zal haar talenten beter tot uiting kunnen laten komen, omdat zij meer vrijheid heeft en meer uitdaging krijgt om zich te profileren. De innovatie is er ook op gericht dat studenten moeiteloos kunnen versnellen vanuit het reguliere lespatroon, dit zal de motivatie doen toenemen. De nieuwe onderwijsstructuur is uitdagender en gevarieerder dan de huidige. Ik heb goed gekeken naar de jongere van nu en daar onderwijs op gemaakt. Dit uit zich doordat ik actuele onderwerpen heb gekozen en heb ingespeeld op de nieuwe technologische ontwikkelingen op ICT en media gebied.

ConclusieLeerarrangement 2 Uitdagend ontwerpen is een intensief leerarrangement dat volgens de VAL methodiek is vormgegeven binnen de MLI. Door het bestuderen van Instructional Design modellen en het analyseren van ons eigen curriculum zijn mijn ogen geopend. Deze laatste periode heb ik enorm veel geleerd vanuit de theorie maar ook vanuit de analyse en daar is toch een aardig innovatievoorstel uitgekomen. Daarbij gaan wij als team aan de slag voor het maken van een curriculum en daar ben ik toch wel trots op.

Omdat ik de methode H&M (Stichting Praktijkleren) heb geconstrueerd en het onderwijs heb mogen vormgeven bij ons op school vwb taakklas, kijk ik uit naar het komende schooljaar.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

13

Page 14: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Literatuur

Addie Model. (2012, april 21). Opgeroepen op mei 8, 2012, van Wikipedia the free encyclopedia: http://en.wikipedia.org/wiki/ADDIE_Model

Akker. J.J.H. van de (2003). Curriculum perspectives: an introduction. Dordrecht: In; J. van den Akker, W. Kuiper & U. Hameijer (Eds.), Curriculum landscape and trends. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers.

Albeda College. (2011, november). Brancheplan 2012. branche S&A. Rotterdam. Albeda College.

Beek van der, S. (2012, 5 14). Frankwatching. Opgeroepen op 5 5, 2012, van http://www.frankwatching.com: http://www.frankwatching.com/archive/2012/05/09/webkinderen-relevant-onderwijs-in-tijden-van-wikpedia-google/

Coppoolse, R., & Vroegindeweij, D. (2010). 75 modellen van het onderwijs. Houten, Nederland: Noordhof Uitgevers Groningen.

Ecabo. Kwalificatiedossier Secretariële beroepen 2011-2012. Colo

Groen, I. &. Boschma. J. (2010). Generatie Einstein: slimmer, sneller en socialer 2/e. Amsterdam. Pearson Edu-cation Benelux B.V.

Hattie, J.A. (2009). Visible learing, a synthesis of over 800 meta-analyses ralating to achievement. Londen: Routledge.

Maat-ter Horst, H.M. (2012). Zin in Leren

Nelis, H. & Sark, Y. van (2010). Puberbrein binnenstebuiten. Utrecht/Antwerpen: Kosmos uitgevers.

Projectteam Hiteq, c. v. (2009). Een vergelijkend onderzoek naar de kenmerken mbo-leerlingen, vmbo-leerlingen en de generatie Einstein. Hilversum: Hiteq.

TikiWiki. (sd). Opgeroepen op 5 1, 2012, van https://www2.kuleuven.be/tiki/tiki-index.php

Van Merriënboer, J.J.G., & Janssen-Noordman A.M.B. (2009). Innovatief Onderwijs Ontwerpen, via leertaken naar complexe vaardigheden. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Van Merriënboer, J.J.G., Hoogveld B., Janssen-Noordman A., (2011). Innovatief onderwijs in de praktijk, Toepassingen van het 4C-ID-model. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Van Strien, P. J. (1986). Praktijk als wetenschap. Methodologie van het sociaal wetenschappelijk handelen. Assen: Van Gorcum.

Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Gent: Academia Press.

Veltman-Van Vught, F. (2007). Taxonomie van Romiszovsky. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.

Veltman-Van Vught, F. (2012). Grensverleggend leren, hoe lerenden willen worden uitgedaagd om zichzelf te overtreffen. Rotterdam. Hogeschool Rotterdam.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

14

Page 15: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Bijlage 1 analyse huidig curriculum

Opleiding: Albeda College, opleiding ds/ma niveau 4 (Bol), locatie Weena in Rotterdam

Vanuit de overheid is een curriculum of leerplan niet verplicht, maar wel het onderhouden van een service document, hierin moeten de volgende onderdelen als bewijs geleverd kunnen worden.

Studiegids 850-uren verantwoording (topmodel) Toelichting op de absentiebestrijding Lessentabel

In mijn zoektocht naar een curriculum voor de Secretariële richting kwam ik tot de ontdekking dat die helemaal niet bestaat in de vorm van een algeheel document. Door de lawine aan eisen vwb bewijsvoering vanuit de overheid zoals een accurate absentieregistratie, studiegids, kandidaatdossiervorming, de 850-urenverantwoording is het curriculum als zodanig niet voorhanden. Om goed uit te leggen hoe wij dan precies werken, geef ik een uitgebreide analyse en gebruik daarvoor het curriculaire spinnenweb van Van den Akker. Het curriculum bestaat in de vorm van verschillende losstaande documenten die als geheel wel beschouwd zouden kunnen worden als curriculum.

Het curriculum als losse onderdelen is te vinden in documenten als:

Kwalificatiedossier Secretariële beroepen; hierin staan de eisen en uitstroomdifferentiaties van de opleiding op generiek en beroepsgericht niveau

Lessentabel; algeheel jaaroverzicht welke vakken wanneer en door wie worden gegeven in een bepaalde klas

Jaarplanning; hierin staan alle planningen zoals vakanties, introductieweek, bufferweken, excursieweken, clusterdagen en nationale en internationale feestdagen zoals bijv slachtfeest en de planning van de examenprojecten

Onderlegger lesindeling; welke vakken hoeveel uur per week worden gegeven in een leerjaar Jaartaak van docenten; welke vakdisciplines en taken hoeveel uur per week worden gegeven

in een leerjaar)

Visie: De visie van de branche Secretarieel en Administratie van het Albeda College staat in het brancheplan en bestaat uit 5 ankerpunten:

Ankerpunt 1: De loopbaan van de deelnemer staat centraal.Ankerpunt 2: Het leren vindt plaats in de beroepscontext.Ankerpunt 3: Pedagogisch/didactisch klimaat van Binding, Zelfstandigheid en Verantwoordelijkheid.Ankerpunt 4: Ondernemend zijn en ondernemerschapAnkerpunt 5: Geïntegreerde begeleiding en zorg

Aanvullend op de Albeda visie op onderwijs stelt de branche S&A dat we rust, structuur en duidelijkheid bieden aan de leerling en dat we haalbare eisen aan de leerling stellen. Een visie van mijn eigen onderwijsteam op onderwijs heb ik niet kunnen vinden.

Onder invloed van het streven dat een kans voor een student ook een echte kans moet zijn, wil de branche S&A zich de komende jaren profileren als een beroepsgerichte branche6; een branche waarin studenten in de eerste plaats worden opgeleid voor een beroep en/of doorstroom naar een hogere opleiding. Voor het jaar 2012 en vooruitkijkend tot 2014 is het de ambitie om een kwalitatief

6 Uit: Albeda College Brancheplan 2012, branche Secretarieel en Administratie (november 2011)

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

15

Page 16: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

hoogwaardige beroepsbranche te zijn, waar studenten en medewerkers trots op zijn en waar alle studenten die worden aangenomen een diploma (kunnen) halen.Missie: Het Albeda College is een maatschappelijke onderneming met een missie, die zich op één belangrijk punt wil onderscheiden: de toewijding waarmee we investeren in de talenten van onze studenten, op alle niveaus. Deze toewijding maakt ons tot een wereldschool in een wereldregio en een wereldstad. Omdat er op meso niveau niet een curriculum in één document beschikbaar is, ga ik me oriënteren op mijn eigen vak en ga ik het leerplan daarvan analyseren op micro niveau. Ik gebruik hiervoor het curriculair spinnenweb van Van den Akker (2003).Vooraf: Sinds de invoering van het Competentie Gericht Onderwijs zo’n 6 jaar geleden hebben wij Taakklas ingevoerd. Dit is een contextrijke simulatie die vanaf het eerste leerjaar plaatsvindt en doorloopt naar het tweede en derde leerjaar. De leerling komt de eerste week van leerjaar één binnen en er wordt van haar verwacht dat zij zich gedraagt als een directiesecretaresse. Ze werkt contextrijk aan beroepsgerichte opdrachten, veelal in groepen maar ook frequent zelfstandig onder begeleiding. We gebruiken momenteel de methode Competent van Noordhoff uitgevers. De onderwijsmethodiek heeft sterke sociaal constructivistische elementen. De leerstof loopt op in complexiteit en moeilijkheid en de leerling krijgt te maken met beroepskritische momenten. De leeromgeving is zoveel mogelijk een nabootsing van een “echt” kantoor. Horizontale samenhang: De taakklas is leidend voor de andere vakdisciplines die overwegend generiek geschoold en getoetst worden. Een voorbeeld is dat binnen taakklas de Windows applicatie Excel vrij vroeg aan bod komt binnen de leersituatie, het vak ICT is hierop afgestemd. Bij taakklas komt het maken van een uitnodigingsbrief in de vijfde lesweek van het eerste leerjaar aan de orde, binnen het vak Nederlands wordt daar dan expliciet aandacht aan besteed.Verticale samenhang: De leerlijn van de taakklas is concentrisch opgebouwd. Al in het eerste leerjaar komen alle werkprocessen van het kwalificatiedossier aan bod. Die worden gevarieerder, complexer en er vindt meer verdieping plaats opbouwend in de leerjaren. De methoden (H&M) die het eerste, tweede en derdejaar worden gebruikt zijn in samenhang, de geboden leertaken worden complexer en leiden de leerling uiteindelijk op tot een adequaat beginnend beroepsbeoefenaar. De leerling krijgt steeds meer verantwoordelijkheid en plant veelal haar eigen werkzaamheden. De methoden leiden bovendien op tot het uitvoeren in lj. 3 van het summatieve examenproject ds/ma.Het curriculair spinnenweb De kern van een leerplan betreft doorgaans de doelen en inhouden van het leren. Veranderingen in die kern veronderstellen meestal ook wijzigingen in andere leerplanonderdelen. Een verhelderende manier om een en ander in samenhang te visualiseren is het zogenaamde curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003).

De kern en de draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die elk een vraag over het (plannen van) leren door leerlingen betreffen. In het spinnenweb fungeert het onderdeel ‘visie’ als centrale, verbindende schakel; de overige onderdelen (leerplanaspecten) zijn verbonden met die visie. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De metafoor van het spinnenweb is het kwetsbare karakter van een

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

16

Page 17: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

curriculum. Spinnenwebben zijn weliswaar enigszins flexibel maar gaan toch kapot als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden meebewegen.

De navolgende aspecten van het spinnenweb van Van den Acker neem ik onder de loep:

Leerdoelen (Waar leren zij voor?):De leerdoelen worden bepaald aan de hand van de eisen zoals omschreven in het kwalificatiedossier Secretariële beroepen. Dit zijn landelijke eisen vanuit het kenniscentrum Ecabo. De onderliggende kwalificaties overlappen met 80% en pas in een laat stadium van de opleiding vindt er differentiatie plaats. Dat is meestal pas halverwege de derde klas. Leerinhoud (wat leren zij?): de leerling leert een beroepshouding aan zoals van een ds/ma wordt verwacht. De leerling werkt aan opdrachten/prestatie indicatoren die gerelateerd zijn aan het kwalificatiedossier. Wat er wanneer waar geleerd wordt, wordt bepaald aan de hand van een studieplanner. De leerling plant zelf haar werk voor een periode van twee weken. Ze moet overleg plegen met haar collega’s wanneer zij de groepsopdrachten uitvoeren. Er is een duidelijke onderverdeling in generiek en beroepsgericht leren. De lesstof is concentrisch opgebouwd en vanaf leerjaar 1 krijgt zij alle werkprocessen (bijlage 2) aangeboden in een beroepsgerichte gesimuleerde context.Docentrollen (Hoe is de rol van de docent daarbij?): de docent geeft kort klassikale instructie, legt per eigen vakgebied de oefenstof uit, begeleidt de leerling in haar leerproces en evalueert mondeling bij het inleveren en bespreken van het deelportfolio.Leerbronnen en leermiddelen (waarmee leren de leerlingen?): de leerling maakt momenteel gebruik van de methode Competent van Noordhoff en gebruikt naslagwerken die bij de methode horen. De leerling werkt merendeels achter de computer. Leerlinggroepering (met wie leren zij?): de leerling werkt zelfstandig bij het maken van haar werkplanning en sommige leeractiviteiten en werkt in groepen bij groepsopdrachten of bij projecten.Leeromgeving (waar leren zij?): de leerling werkt in een simulatielokaal dat is ingericht als een kantoor. De leerling leert uitsluitend binnen de schoolcontext. Bij ziekte of langdurige afwezigheid is het toegestaan in de thuissituatie de opdrachten zelfstandig te maken. In de vierde onderwijsperiode (van half april tot half juni) loopt de leerling stage bij een bedrijf die ze zelf heeft uitgezocht en waar zij heeft gesolliciteerd. Het bedrijf moet Ecabo geaccrediteerd zijn. Tijd (wanneer leren zij?): in leerjaar één werken de leerlingen drie onderwijsperioden, periode een tot en met drie, aan taakklas. In periode vier vindt beroepspraktijkvorming plaats, er is geen terugkomdag. Voor taakklas staat 9 lesuur per week op het rooster. Dat is een geïntegreerde simulatie, dat betekent dat alle vakken erin voor komen gesimuleerd in een beroepscontext. Beoordeling (hoe wordt het leren getoetst?: de leerling krijgt een studieplanner uitgereikt dat het werk van twee weken omhelst. Als zij binnen die tijd haar werk heeft afgerond en haar deelportfolio is goedgekeurd, krijgt zij daar 2,5 studiepunten voor. Een totaal van 30 studiepunten per jaar, dit geeft tevens de “zwaarte” aan van de taakklas. Toetsing; de leerling wordt in het eerste jaar niet getoetst. In het tweede leerjaar in april vindt een miniproeve van bekwaamheid plaats, dit is het eerste (formatieve) toetsmoment. De leerling houdt een portfolio bij van het gemaakte werk en krijgt hier studiepunten voor als het op tijd is ingeleverd en voldoende is bevonden. Het uiteindelijke examenproject dat op het eind van leerjaar 3 plaatsvindt is de summatieve toetsing/afsluiting. Alle voorgaande portfolio’s, miniproeves en assessments zijn formatief.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

17

Page 18: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Sterkte/zwakte Analyse huidig leerplan Taakklas, eerstejaars DS/MAComponent Sterke punten Zwakke punten

Leerdoelen (Waar leren zij voor?) Competenties en leerdoelen zijn sterk gerelateerd aan het kwalificatiedossier Secretariële beroepen.

Projecten die daadwerkelijk worden uitgevoerd en die bijdragen aan de beroepshouding, vaardigheden en attitudes invoeren.

Leerinhoud (wat leren zij?) De leerling leert onbewust een beroepsgerichte houding aan. Zij leert concentrisch de werkprocessen aan die oplopen in moeilijkheid. Het leren in de taakklas sluit in de eerste jaar aan bij het geleerde op hun vooropleiding. De lesstof is opgebouwd in Delen en onderliggende leeractiviteiten en er wordt gewerkt met een studieplanner.

De taakklas is sterk gerelateerd aan het kwalificatiedossier. Meer afwisseling en beroepsgerichte kritische momenten zouden kunnen worden ingevoerd. De leerling zou meer de regisseur kunnen zijn van haar eigen leerproces. De studieplanner “remt” de snellere leerling en de langzamere leerling kan het studietempo lastig bijhouden.

Docentrollen (Hoe is de rol van de docent daarbij?)

De rol van de docent is veelal docerend en begeleidend in groepjes en individueel. Vanuit verschillende vakdisciplines geven docenten taakklas. De leerling kan haar leervraag bij de vakdocent gericht kwijt.

Taakklas wordt gegeven door verschillende docenten die verschillende vakdisciplines hebben. Meer intervisie en overleg zou veel kunnen opleveren. De communicatie is matig, zeker voor docenten die voor het eerst taakklas geven.

Leerbronnen en leermiddelen (waarmee leren de leerlingen?)

De leerlingen werken veelal achter de computer. Zij werken met de methode Competent en gebruiken veel naslag-werken. De leerling mag internet raadplegen in de les.

De methode is aan vernieuwing toe. Meer interactie is gewenst, gebruik van media en beroepsgerichte aanpassing van de snelle ontwikkeling die dit beroep met zich meebrengt.

Leerlinggroepering (met wie leren zij?) De leerling leert in een klassensituatie, de gemiddelde eerste klas bestaat uit 25 leerlingen. De leerling werkt zelfs-tandig en in groepen.

De klassen zijn groot in een klein lokaal, dit valt met name op omdat er veel overleg wordt gepleegd en er moet worden samengewerkt.

Leeromgeving (waar leren zij?) De leerling leert in een simulatielokaal dat is ingericht als kantoortuin. Er is voor iedereen een pc beschikbaar.

De ruimte is te klein voor te grote klassen, er is geen vergadertafel.

Tijd (wanneer leren zij?) De leerlingen werken volgens een rooster, dat is leerling-vriendelijk ingedeeld. In leerjaar 1 is 9 uur per week in-geroosterd voor taakklas.

Vaak wordt er niet intelligent geroosterd: te veel dezelfde uren achtereen of tot heel laat in de middag. Dat is niet positief voor het leerrendement.

Beoordeling (hoe wordt het leren getoetst?

De leerling krijgt een beoordeling voor haar deelportfolio, indien het voldoende wordt bevonden en het is op tijd ingeleverd krijgt de leerling studiepunten.

De leerling werkt voor de studiepunten, dit ondermijnt de intrinsieke motivatie. Alle leeractiviteiten worden door de vakdocenten nagekeken en die zijn niet altijd op tijd.

Toetsing In het eerste leerjaar vindt geen toetsing plaats voor het beroepsgerichte deel van de opleiding. De student maakt per onderwijsperiode een portfolio waar haar bewijzen inzitten. Zij krijgt hier studiepunten voor.

Het zou beter zijn als na elke onderwijsperiode een formatief assessment plaatsvindt, waarbij in kaart gebracht kan worden waar de leerling staat in haar leerlijn vwb competentieontwikkeling en leerproducten gerelateerd aan de

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

18

Page 19: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

werkprocessen uit het kd.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

19

Page 20: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Verbetervoorstellen t.a.v. huidige taakklas structuur

Voordat het CGO bij werd ingevoerd, zat ik in een werkgroep om het CGO te implementeren in ons onderwijs. Sindsdien ben ik coördinator taakklassen en heb ik vanuit mijn expertise de huidige zwakke punten van de taakklassen tegenover de verbetervoorstellen gezet.

Huidige zwakke punten VerbetervoorstellenProjecten die daadwerkelijk worden uitgevoerd en die bijdragen aan de beroepshouding, vaardigheden en attitudes zijn vanwege bezuinigingen uit het rooster gehaald.

Projecten en workshops zijn nu geïntegreerd in de methode taakklas. Gastlessen en veel interactieve opdrachten zijn ingevoegd in de methode.

De taakklas is sterk gerelateerd aan het kwalificatiedossier. Meer afwisseling en beroepsgerichte kritische momenten zouden kunnen worden ingevoerd. De leerling zou meer de regisseur kunnen zijn van haar eigen leerproces. De studieplanner “remt” de snellere leerling en de langzamere leerling kan het studietempo lastig bijhouden.

Authentieke reële taken worden gesimuleerd, leerlingen werken veel samen en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het resultaat, leerlingen zijn regisseur van hun eigen leerproces (kunnen makkelijker versnellen). De leerstof is concentrisch opgebouwd. Leerlingen houden hun eigen competentieontwikkeling bij.

Taakklas wordt gegeven door verschillende docenten die verschillende vakdisciplines hebben. Meer intervisie en overleg zou veel kunnen opleveren. De communicatie is matig, zeker voor docenten die voor het eerst taakklas geven.

Elke 2 a 3 weken een overlegmoment inbouwen met de taakklasdocenten en de vakdocenten die participeren in het nakijken van deelportfolio’s. Omdat projecten worden ingevoerd tijdens de taakklas worden die door meer vakdocenten gedragen.

De methode is aan vernieuwing toe. Meer interactie is gewenst, gebruik van media en beroepsgerichte aanpassing van de snelle ontwikkeling die dit beroep met zich meebrengt.

Er wordt een nieuwe methode ingevoerd, waarbij meer interactie is met de student, meer samenwerking en een betere beeldvorming van het gekozen beroep wordt gegeven.

De klassen zijn groot in een klein lokaal, dit valt met name op omdat er veel overleg wordt gepleegd en er moet worden samengewerkt.

Voor overlegmomenten, rollenspellen, gesimuleerde vergaderingen, telefoonopdrachten en projectonderwijs wordt een extra theorielokaal (naastgelegen) gereserveerd bijvoorbeeld 1 lesuur per week.

De ruimte is te klein voor te grote klassen, er is geen vergadertafel, er is geen digibord. Er is wel een beamer aanwezig in het lokaal.

Aan de grootte van de klassen is niets te doen, zie brancheplan branche S&A vanuit het MT. Ook de ruimte kan niet worden verbouwd.

Vaak wordt er niet intelligent geroosterd: te veel dezelfde uren achtereen of tot heel laat in de middag. Dat is niet positief voor het leerrendement.

Betere instructies aan de roostermaker geven:2 dagen van 3 lesuren en 1 dag van 2 lesuren inroosteren in steeds hetzelfde projectlokaal.

De leerling werkt voor de studiepunten, dit ondermijnt de intrinsieke motivatie. Alle leeractiviteiten worden door de vakdocenten nagekeken en die zijn niet altijd op tijd met het nagekeken werk. Het nakijken is voor de vakdocent een heidens karwei, zeer arbeidsintensief. De leerling krijgt een kans om het niet “goed” beoordeelde werk opnieuw in te leveren. Hier is geen limiet aan en het is docent afhankelijk hoe vaak een werkstuk opnieuw mag worden ingeleverd.

Het studiepuntensysteem is goed en zal niet worden veranderd ivm de structuur van de opleiding. Als de leerling haar eigen leerproces kan regisseren, wordt zij niet afgerekend als het portfolio niet binnen de gestelde termijn is ingeleverd. Dit geeft voor de langzamere leerling meer lucht en kan zij het werk netter inleveren, omdat zij er dan de tijd aan kan besteden die zij wenst. Wel moeten er handvatten worden gegeven van inlevertermijn en feedback momenten worden ingelast, zodat revisering kan plaatsvinden.

Het zou beter zijn als na elke onderwijsperiode een Assessment of afsluitend project plaatsvindt waarbij goed in kaart gebracht kan worden waar de leerling staat in haar leerlijn vwb competentieontwikkeling en leerproducten gerelateerd aan de werkprocessen uit het kd. Het assessment zou een soort miniproeve moeten zijn en al in deze fase van de opleiding kunnen voorbereiden op het stressvolle examenproject waarin de leerling moet tonen dat zij een adequate beginnen beroepsbeoefenaar directiesecretaresse/managementassistent is.

Na elk leerjaar een contextrijk assessment aanbieden, zodat de leerling zelf haar leerproces in kaart heeft. Zij kan door procesbeoordeling laten zien dat zij in ontwikkeling is tot een beginnend beroepsbeoefenaar. Bij projectonderwijs kan er een bonus/malus systeem worden gekoppeld: de leerling krijgt bij zeer goed functioneren een studiepunt meer of bij matig functioneren in een beroepscontext een studiepunt minder. Er kan hierbij gedacht worden aan matig communiceren of meeliften met anderen. Individuele

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

20

Page 21: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

ontplooiing is belangrijk in de huidige kennismaatschappij.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

21

Page 22: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Bijlage 2 ontwerpmodellen

Instructiemodel RomiszowskiRomiszowki (1981) onderscheidt vijf verschillende stappen in de ontwikkeling van psychomotorische vaardigheden voor praktische vaardigheidstraining.

1. Kennis verwerven over wat gedaan moet worden, met welk doel, in welke volgorde en met welke middelen. 2. Stapsgewijze uitvoering. Deze stap wordt gekenmerkt door een bewust toepassen van de kennis enerzijds (wat en hoe wordt bij iedere stap zeer bewust overdacht) en het visuele karakter van de informatie dat nodig is om een actie te starten en te controleren anderzijds3. Transfer van de visuele controle naar andere zintuigen of naar kinesthetische controle door spiercoördinatie4. Automatiseren. In deze fase hebben de verschillende acties geen bewuste aandacht meer nodig. 5. Generaliseren van de vaardigheid naar andere of meer toepassingssituaties. Deze fase verwijst naar de productieve vaardigheden, nl. strategische- en planningsvaardigheden. Om deze vijf stappen aan te leren, kan men gebruik maken van 3 stappen in het instructieproces:

1. Het aanbrengen van kennisinhoud2. Het aanbrengen van basisvaardigheden 3. Het ontwikkelen van bekwaamheden

Voor het opstellen van zijn model, baseerde Romiszowski zich ondermeer op Seymour, Wheatcroft, Schmidt, Gentner en Adler. Dit model gaat uit van de kennis van het cognitief leren maar heeft ook betrekking op het motorische leren. Zijn stappen zoals verwerven van kennis, inoefenen, transfer, generaliseren zijn termen vanuit het cognitivisme die geïntegreerd zijn in zijn motorisch instructiemodel. Voor wat empirische validering van dit model is weinig onderzoek te vinden.

Taxonomie van RomiszowskiEen taxonomie is een hulpmiddel om beroepsvaardigheden, leerweg, leermethoden en de toetsing op systematische wijze vorm te geven in een juiste volgorde en het tot een consistent en samenhangend geheel te maken. Er worden 4 kennisniveaus onderscheiden: feitenkennis, kennis van procedures, begripsmatige kennis en kennis van principes en strategieën.

De taxonomie onderscheidt vier vaardigheidsgebieden: cognitieve, reactieve, interactieve en psychomotorische vaardigheden en er worden twee niveaus daarin onderscheiden nl. het reproductieve (vaardigheden die volgens een protocol moeten worden uitgevoerd) en het productieve (vaardigheden die van het protocol afwijken) uitvoeringsniveau.

Voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden is het belangrijk dat er wordt omschreven hoe de student toont dat hij de vaardigheid beheerst op het vereiste niveau (reproductief of productief) en hieraan vooraf toont hij dat hij over de vereiste kennis (feitenkennis, kennis van procedures, begripsmatige kennis en kennis van principes en strategieën) beschikt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van actiewerkwoorden (beschrijving in concreet waarneembaar gedrag) en criteria.

4C/ID-model (Van Merriënboer)

In het 4C/ID (4 componenten Instructional Design) model staat integratie centraal, is duidelijk beroepsgericht (kan op alle niveaus zijn) met de nadruk op professionele competenties. Dat zijn competenties die nodig zijn om het beroep daadwerkelijk uit te voeren.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

22

Page 23: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Het model onderscheidt 4 componenten (leertaken vormen de kernen afgeleid vanuit de realiteit):- Leertaken opklimmend in moeilijkheid, in het begin veel ondersteuning, veel variatie- Ondersteunende informatie, denkgereedschap en aanpakkennis, altijd beschikbaar, elaboratief leren7 - Just In Time informatie (JIT), routineaspecten van de taak, uitgespitst naar routines, aanbie- den op het moment dat het nodig is - Deeltaakoefening, routines en deelroutines automatiseren, aparte trainingen

Dit model gaat uit van complexe authentieke leertaken (als er met veel aspecten tegelijk rekening gehouden moet worden) die een beroepsbeoefenaar moet beheersen en hoe deze het best kan worden aangeleerd. De vakgebieden zijn niet leidend maar wel de betekenisvolle taken.

Hele betekenisvolle taken die afgeleid zijn vanuit de werkelijkheid. In het begin eenvoudige taken die langzaamaan steeds complexer worden. Geen losse vakdisciplines maar concrete hele leertaken die ondersteund worden met informatie (readers, colleges, lessen). De taakaspecten die niet te automatiseren zijn (redeneren, besluiten nemen) zijn heuristisch8 van aard. Voor de taken die moeten worden geautomatiseerd gebruikt men Just in Time information. De combinatie moet steeds worden geoefend. In de eerste leertaak zit veel ingebouwde ondersteuning, de leerling weet precies hoe die taak eruit ziet, langzamerhand vermindert de ondersteuning met als doel het uiteindelijk zelf te kunnen. De kern van het model is het werken met authentieke leertaken die aspecten bevatten die simultaan moeten worden verworven. Met de uitkomst een professionele competente beroepsbeoefenaar. In de volgende vormen worden de taken aangeboden: projecten, cases, opdrachten, problemen (probleem gestuurd onderwijs). Je gaat altijd uit van concrete ervaringen.

Transferprobleem is dat het geleerde wordt toegepast in verschillende situaties. Bijvoorbeeld een secretaresse weet hoe ze een telefooncentrale bedient, tijdens het behandelen van een telefoongesprek komt er een bezoeker langs en ze verbindt het telefoontje verkeerd door terwijl ze wel weet hoe het moet.

Wat biedt 4C/ID model: authentieke taken in zijn geheel: kennis, vaardigheden, attitude, te automatiseren en niet te automatiseren aspecten van taken. Continue in- en uitzoomen van details

7 Het koppelen van nieuwe informatie aan het reeds bekende8 zelfvindend

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

23

Page 24: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

en van het geheel (complexer). Daarna nog gedetailleerder over complexe taken. Oefenen van veel taken in verschillende contexten. Indien nodig automatiseren maar altijd starten met een leertaak. Veel variatie in taakklassen aanbieden, bij grote onderdelen altijd in- en uitzoomen.

Kenmerken van dit model:

Geleidelijke toename complexiteit van de leertaken (concentrische lesopbouw) Scaffolding, afnemende begeleiding en ondersteuning voor de leertaken op eenzelfde nivo Inductie als centraal leerproces, op basis van voorbeelden komen tot theorie Zoomlensprincipe, de hele taak wordt als uitgangspunt genomen Variatieprincipe, het model

gaat uit van een een hoge variatie in contexten waarin de taken moeten worden uitgevoerd.

Beoordeling en assessment:

Performance assessment, meten van toepassingsvaardigheden Integrale beoordeling, beoordeling van het resultaat of het proces van integrale leertaken Beoordeling (summatief) als logische voorzetting van de leertaak, bijv. de laatste, meest

complexe deeltaken, zonder ondersteuning, kunnen als beoordeling worden meegenomen.

Van den AkkerVan den Akker (2003) gebruikt de metafoor van een spinnenweb. De belangrijkste draden (dragers) in het web verbeelden die componenten. Het web geeft de onderlinge afhankelijkheid en verhoudingen weer, maar ook de kwetsbaarheid. De visie is de kern, het is de centrale verbindende schakel. De overige draden van het spinnenweb zijn verbonden met de visie. Op grond van een goede analyse van de context van het beroep, de inhoud van het kwalificatiedossier, de kenmerken van de studenten, de kenmerken van de leerbedrijven en de ervaringen van docenten opgedaan in de praktijk vertalen we deze aandachtspunten naar onze eigen praktijk.

Van den Akker onderscheidt 5 verschillende aggregatieniveaus:

Niveau BeschrijvingSUPRA Landoverstijgend,

Internationaal• Europees Referentiekader voor talenonderwijs

MACRO Systeem, nationaal • Kwalificatiedossier Secretariële beroepen onderverdeeld in kerntaken, werkprocessen, kennis en vaardigheid (Ecabo)Kenniscentrum EcaboMESO School, opleiding • Brancheplan S&A beleidsstukken 5 ankerpunten, zie verder(beleidsplan, kaderbrief directie)

MICRO Groep, docent • Lesplan, lesmateriaal, • jaarplan• opgavenboek taakklas, methode

NANO Leerling, student • studieplanner

Het spinnenweb onderschrijft dat een leerplan uit 10 verschillende aspecten bestaat:

1. Visie, achterliggend idee achter de vernieuwing2. Doelen, wat is de betekenis van het doel voor het onderwijs?3. Inhouden, wat is de betekenis van de leerinhoud van het onderwijs?4. Leeractiviteiten, wat betekent de vernieuwing voor de leeractiviteiten?5. Rol van de leraar, wat is de betekenis voor de docent?6. Leerbronnen/materialen, wat betekent de voor de onderwijsleermiddelen?

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

24

Page 25: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

7. Groeperingsvormen: wat betekent de vernieuwing voor de groeperingvorm, met wie wordt geleerd, in groepen, alleen of combinaties?

8. Leeromgeving, wat betekent de vernieuwing voor de leeromgeving? Waar wordt geleerd, zijn er nieuwe onderdelen? Hoe ligt de verhouding fysieke en digitale leeromgeving?

9. Tijd, wat betekent de vernieuwing voor de tijd? Wanneer wordt er geleerd, hoeveel tijd kost het en is dat dan anders dan eerst?

10. Toetsing, wat betekent de vernieuwing voor de evaluatie van het geleerde? Zijn er andere methoden, heeft het invloed op de manier van toetsen, worden de gestelde doelen getoetst?

Voor de analyse van het huidige curriculum heb ik dit model van Van den Akker gebruikt en ik heb dat als zeer leerzaam en effectief ervaren, omdat alle aspecten stap voor stap worden genomen en de onderwijsvisie als leidend wordt genomen.

Onderwijsmodel Dick, Carey and CareyDick Carey & Carey (1991) benadrukken in hun ontwerpmodel 9 opeenvolgende stappen het iteratieve9 karakter van ontwerpen. Relaties tussen afzonderlijke stappen zijn afhankelijk van de uitkomsten van een evaluatie. Evaluatie is een integraal deel van dit model en leidt eventueel tot een revisie. De output van de ene stap fungeert als input voor de volgende stap.

Stap 1: Bepalen van de leerdoelen Bepaal einddoelen, Voer behoefteanalyse uit; betrek actoren in dit proces. Stap 2: Analyse van de instructiesituatie Bepaal hoe lerenden uiteindelijk een doel zullen bereiken. Taakanalyse. Informatieverwerking analyse. Leertaken analyse. Wat zijn de onderliggende kennis, vaardigheden en houding (subordinate skills) en de

noodzakelijke kennis, vaardigheden en houdingen (entry skills).Stap 3: Bepaal het startgedrag en de kenmerken van de lerende Bepaal voorkennis en voorwaardelijke procedures. Besteed aandacht aan hogere orde denkvaardigheden, persoonlijkheidskenmerken, houdingen

en kenmerken van de lerenden.Stap 4: Expliciteer de operationele doelen Zet algemene leerdoelen om in concrete leerdoelen.Stap 5: Werk criteriumgebaseerde testen uit Testen helpen te bepalen of lerenden voorkennis beheersen. Kijken stap voor stap na beheersen leerdoelen.

9 herhalende

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

25

Page 26: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Werk een evaluatie uit. Criteria geven kwantiteit en kwaliteit verwachte gedrag weer.Stap 6: Bepaal de afzonderlijke instructiestrategieën Lineaire opbouw instructiestrategieën. Keuze manier implementatie: contactonderwijs, groepswerk, afstandsonderwijs, zelfgestuurd

leren, online-pakketten, een combinatie van contactonderwijs en online leren (ook ‘blended learning’ genoemd).

Stap 7: Ontwikkel de leerstof die in de leermaterialen wordt gepresenteerd Keuze en uitwerking leerstof in een of ander medium. Bestaande materialen hergebruiken en rekening houden met implementatiekeuzes. Stap 8: Formatieve evaluatie Informatie verzamelen als basis voor revisie en verder ontwikkelen. Formatieve evaluatie op basis van interviews, groepsgesprek of veldtest (‘field trial’). Stap 9: Summatieve Evaluatie Bepaal de effectiviteit van het instructiepakket. Klein- of grootschalig - korte of lange periode. Keuze afhankelijk verwachte verspreiding van

ontwikkelde instructieontwerp

Het Instructional Design van DCC wordt vooral gebruikt wanneer onduidelijk is hoe een bepaalde taak in een functie of beroep moet worden uitgevoerd en aangeleerd. Het model is een procesgerichte aanpak. Vanaf stap 1 moeten belangrijke actoren in het ontwerpproces worden betrokken, dan is er sprake van een “gedragen” proces waarvan het resultaat per stap concreter wordt.. Dit model vertrekt teveel vanuit de docent voor instructieactiviteiten en te weinig vanuit de verantwoordelijkheid van de lerende. De kennis wordt via instructies overgedragen ipv dat de lerende de eigen kennis opbouwt. Het sluit dan ook niet aan op de nieuwe visie van leren. De instructies zijn door de hiërarchische opbouw in leertaken plaats- en tijdgebonden. Het model houdt onvoldoende rekening met technologische ontwikkelingen in het onderwijs zoals internet en nieuwe communicatietechnieken. In dit ontwerpmodel zijn veel terugkijkmomenten gebouwd waarna correctie kan plaatsvinden. Vooral de algemene stappen 1 t/m 3 zijn onderscheidend in dit model t.o.v. andere modellen.

Taxonomie Bloom

Deze taxonomie wordt vooral gebruikt om het kennisniveau in te delen. De taxonomie erkend verschillende niveaus die oplopen in moeilijkheid: kennis reproductie inzicht toepassing analyse creatie/synthese evaluatie

De taxonomie wordt gebruikt bij het omschrijven van leerdoelen en het aangeven van het beheersingsniveau. Het eindgedrag van de leerling wordt bepaald aan de hand van de taxonomie en dan kan de taxonomie ook nog worden gebruikt om te bepalen wat de leerling nog moet leren. De vraagstelling wordt aangepast aan wat de leerling moet kennen bijvoorbeeld bij een reproduceeropdracht is de vraagstelling anders dan wanneer parate kennis moet worden toegepast in een bepaalde situatie.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

26

Page 27: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Bijlage 3 overall view - overeenkomsten en verschillen onderwijsontwerpmodellen DCC – VAL- ADDIE – 4C/ID-MODEL – VAN DEN AKKER

DCC Bloom Romiszowski 4C/ID-model Van den Akker (2003)Addie standaard model Taxonomie Taxonomie Addie standaard model9 stappen, uitgebreidHeeft iteratief karakter, analyse beginsituatie en de evaluatie van het ontwerpproces.

Onderscheid in denkniveausKennis, inzicht/begrip, toepassing, analyse, synthese, evaluatie.

5 stappen praktische vaardigheid, 3 stappen algemene instructieproces.

Uitgebreid model, 4 componenten onderverdeeld in 10 stappen, holistisch (theorie gekoppeld aan praktijk), cognitieve kennis.

Spinnenwebmodel waarbij de visie als centrale verbinnende schakel wordt genomen.

Na elke stap een terugkijkmoment om correcties toe te passen.

Lerende kan pas een niveau behalen als voorgaande niveau is bereikt.

Onderscheid in kennis en vaardigheden. (cognitief-motorisch).

Na elke stap een terugkijkmoment om correcties toe te passen, principe hele taak benadering in een betekenisvolle context (topdown).

Geschikt om alle onderdelen van het onderwijs in samenhang te innoveren, analyseren, ontwikkelen en invoeren.

Evaluatie is een integraal deel van het model.

Lerende moet evalueren voordat hij iets nieuws kan creëren.

Leerfeedback in tegenstel-ling tot actiefeedback dus feedback na toetsing. Feedback over de manier waarop.

Toetsen van complexe vaardigheden zoals een beroepsbeoefenaar die uitvoert. Performence Assessment. Portfolio wordt gebruikt als reflecterend vermogen.

Laatste onderdeel: Toetsing van de gestelde doelen.

Met name geschikt voor beroeps- en bedrijfsopleidingen.

Eenzijdig accent op kennis en cognitieve vaardigheden bij CGO. Waardevol als kennisbasis en cognitieve vaardigheden bij competenties.

Competentiegericht onderwijs (soms hiervoor een afwijzing omdat kennis en vaardigheid afzonderlijk worden ontwikkeld).

Competentie gericht leren, constructivistische visie,Concentrisch opgebouwde leerstof, scaffolding principe.

Alle vormen onderwijs.

Visies van behaviourisme, Kennis en cognitieve Vraag continue aandacht Betekenisvol en integratief Het tegelijk rekening

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

27

Page 28: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

cognitivisme en constructivisme herkenbaar.

vaardigheden zijn geformuleerd als doelstelling.

voor de stimuli (lesplanniveau), de responses en de bekrachtiging.

aanbieden van onderwijs uitgaande van complexe situaties (onderverdeeld in deeltaken).

houden met alle 10 aspecten van het spinneweb is een zware opgave.

DCC Romiszowski 4C/ID-model Van den Akker (2003)Is een steun voor beginnende ontwerpers. Gericht op het aanleren van kennis en vaardigheid. Procesgerichte aanpak.

Meerwaarde van dit model staat of valt met deskundig gebruik van taxonomiecodes. Vraagt wel enige tijd om de codes onder de knie te krijgen.

Het curriculum is opgebouwd uit een opeenvolging van leersituaties.

Metafoor voor het spinnenweb is de kwetsbaarheid ervan.

Belangrijke actoren (docenten, experts) moeten worden betrokken in het ontwerpproces (gedragen proces).

Opbouw van eenvoudig naar complex.

Taxonomie is waardevol voor het onderscheiden van verschillende vaardigheidsgebieden als bouwstenen bijv. mondeling communiceren.

In het begin ondersteuning maar wordt steeds minder (scaffolding).Just in Time informatie (tbv automatiseren).

Koninklijke weg, tijdrovend Koninklijke weg Pragmatische weg Pragmatische wegDit model vertrekt teveel vanuit de docent voor instructieactiviteiten en te weinig vanuit de verantwoordelijkheid van de lerende. Kennis wordt door instructie overgedragen ipv dat de lerende zelf kennis opbouwt. Instructies zijn veelal tijd- en plaatsgebonden. Houdt te weinig rekening met nieuwe onderwijstechnologieën.

Bloom gaat ervan uit dat het gedrag in een nieuwe fase pas kan uitvoeren als het gedrag van lagere categorieën wordt beheerst. Onderwijsdoelstellingen moeten daarom scherp worden geformuleerd.

Communicatiemiddel voor ontwikkelaars.

Gebaseerd op de Cognitive Load Theory en de Self determination theory. Gericht op het aanleren van complexe cognitieve vaardigheden. Er wordt niet uitgegaan van aparte vakken maar van authentieke betekenisvolle taken. Integratie van kennis, vaardigheden en houding.

Dit model is geschikt om alle onderdelen in samenhang te innoveren. Onderscheid in 5 niveaus: supra, macro, meso, micro en nano.

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

28

Page 29: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Bijlage 4 Taakklas onderwijsperiode 1 DS/MA niveau 4 - 2012/20139 contacturen per week, begeleiding door 3 docenten van verschillende vakdisciplines.Leertaken specifiek onderdelen Nederlands wordt nagekeken door een vakdocent Nederlands.Taakklas beroepsgerichte hele leertaken (oplopend in complexiteit) in een gesimuleerde beroepscontext. Top-down benadering: hele geïntegreerde, gecoördineerde leertaken.

1. Analyse beroepsvaardigheden (zie pagina hierna)2. Termen gedrag, condities en criteria (zie tabellen 1 en 2 voorbeeld werkproces 1.2)3. Globale volgorde waarin samenstellende vaardigheden aan de orde komen in OP1.

De leerlingen werken bij het bedrijf Hendriks en Mauwen (H&M) als stagiaire en maken in deze fase kennis met het bedrijfsleven en de gewenste beroepshouding.Periode 1 2012/2013

Week Onderdeel Docent

33 IntroductieweekOnderwijsperiode 1

Accent ligt op werkproces 1.2, 1.6 en 2.3

Concentrisch opgebouwd leerplan

oplopend in complexiteit en

onderverdeeld in deeltaken

Just in Time information

34

35

36

37

38

39

40

41

42

Uitleg werkwijze taakklasUitleg werkwijze Facebook/reflectieUitleg werkplanning makenUitleg Portfolio en beoordelingUitdelen materialenBegin met zelfstandige opgaven Opgaven 1-2-3 uit opgavenboek H&MZelfstandige + samenwerkingsopgavenOrganiseren en presenteren enquête Workshop WordlOpgaven 3-4-5 uit opgavenboek H&M Zelfstandige + samenwerkingsopgaven Workshop MindmappingOpgaven 6-7-8 uit opgavenboek H&MZelfstandige + samenwerkingsopgaven Workshop PostOpgaven uit opgavenboek H&MZelfstandige + samenwerkingsopgaven

Complexe samengestelde vaardigheid:Organiseren kennismakingsavondIdem

idemGenerale repetitieLaatste puntjes op de i Uitvoering IntroductieweekEvaluatie toekennen bonus/malus360 graden feedback, reflectieReparatie deelportfolio

Docent A, B, C(vakdocent Ned.)

OndersteunendeInformative (in het

begin veel maar wordt steeds minder)

Docent A, B, C

Docent ADocent A, B, C

Docent BDocent A, B, C

Docent A, B, C

Docent A, B, C

Docent A, B, C

Alle docenten + onderwijsleider Sec

Ondersteunende informatieOnderwijsperiode 2Onderwijsperiode 3Onderwijsperiode 4 Beroepspraktijkvorming

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

29

Page 30: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

30

Page 31: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Bijlage 5 vaardigheidshiërarchie en uitwerking werkproces 2.3

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

31

Page 32: Web viewMet name deze werkzaamheden zijn in de afgelopen jaren enorm veranderd, van fysiek naar digitaal. ... bezoekers, data zoeken enz. (transfer van het geleerde)

Bijlage 6 voorbeeld opdracht ds/ma methode H&M

Deze leertaak is een onderdeel van een taakklas (werkproces 2.4 verslag maken) waarbij de student moet samenwerken en overleggen, Engels luisteren, moet plannen en organiseren, analyseren, bedrijfsmatig moet handelen en moet formuleren en rapporteren. Dit zijn competenties die hangen aan het werkproces. De student krijgt bij deze leertaak (klas 1, 1ste onderwijsperiode) nog (productgeoriënteerde) ondersteuning.

Opdracht (deze opdracht maak je in een groepje van 3 - 4 leerlingen):

Op www.youtube.com staan de volgende interviews in het Engels met de designers Victor & Rolf:

1. http://www.youtube.com/watch?v=DjsLLEbr7bI

Viktor & Rolf Exclusive Interview @ W Hotel St Petersburg White Nights (3.08 min)

2. http://www.youtube.com/watch?v=tQvqgc7DErY

Im GLAMOUR-Interview: Viktor & Rolf (7.21 min)

3. http://www.youtube.com/watch?v=Xns2CLr0zjA

Video-Interview: "Viktor & Rolf" (4.30 min)

4. http://www.youtube.com/watch?v=qf5vgSm7BAo

fashiontv | FTV.com - Designers Talk - ViKtor & Rolf for h&m (2.00 min)

Opdracht:

Je bekijkt de bovengenoemde filmpjes en maakt tegelijkertijd aantekeningen, dan spreek je samen af wie uit je groepje van welk filmpje een verslag in het Nederlands maakt.

Zoek informatie op over Victor & Rolf en maak daarvan een apart verslag (1 A4tje) Elk verslag wordt door één andere leerling uit je groepje nagekeken en van feedback

voorzien op een A4tje, ze geeft daarin precies aan wat ze vindt van de volgende onderdelen: vormgeving, verslag (goed weergegeven in het Nederlands), taal- en typefouten, adviezen.

Dan mag de leerling (die het verslag heeft gemaakt), het verslag aanpassen met de verbetersuggesties. Ze schrijft daarna op een apart blaadje een antwoord op haar feedback met argumenten waarom ze de adviezen wel dan niet heeft toegepast.

Vormgeving verslag:

Titelpagina (naam leerling, naam filmpje, naam ROC, woonplaats en datum) Inhoudsopgave (let op dat je stijlen gebruikt voor je kopjes) Verslag Nederlands van het filmpje Verslag over Victor & Rolf (eigen woorden, niet knippen en plakken) Feedback verslag (naam feedbackgever en datum)

Ingr

id te

r Hor

st 0

8501

02 L

eera

rran

gem

ent 2

Uitd

agen

d on

twer

pen

32