inventor 2 les3
DESCRIPTION
inventor cvohz les3TRANSCRIPT
Inventor 2 – Cvo Heusden-zolder
Blommaerts | peter
INVENTOR
2010 INVENT, CREATE & ENJOY
Workplanes
Soorten
Plane
Dit is de standaard hier wordt de schets op gelegd.
om dit vlak te kunnen leggen kunnen we het slepen of leggen op een vlak van het origin, zie Deel 1.
We kunnen ook gebruik maken van schets onderdelen we hebben hier minimaal 3 punten voor nodig (een
stoel met 3 poten is het stabielste) of 1 lijn en een punt (lijn heeft 2 eindpunten) of 1 lijn en een vlak (deze
lijn moet dan raaklijn zijn aan vlak)
Vb.
Axis
Axis is een hulpmiddel vergelijkbaar met een lijn, een lijn kan enkel op een vlak getekend worden terwijl een
Axis kan lopen tussen 2 punten (hoekpunt schetspunt middelpunt enz..) van verschillende schetsen of
vlakken.
al heb je voor dat laatste 2 WorkPoints nodig.
WorkPoints
Deze punten kan je gebruiken om een Axis te maken je kan deze punten leggen op alle snijpunten.
Door de 2 lijnen en/of vlakken te selecteren wordt er op het snijpunt een Workpoint gecreëerd.
Samenstellen en animeren.
Instellen project.
Wanneer er op verschillende locaties wordt gewerkt aan een project is het handig dat alles op een stick
staat.
Zoals we een project tot nu toe hebben aangemaakt wordt alles wat zelf getekend is opgeslagen in de
project map (bv. Op usb-stick).
De onderdelen uit de bibliotheek worden echter op de pc opgeslagen waar de onderdelen worden
opgehaald.
Dit kunnen we vermijden door bij de opmaak van een project hier rekening mee te houden en in de project
map een bibliotheek map te maken.
Werkwijze
1. Projects selecteren.
2. project actief maken.
3. op plusje voor folder Options.
4. Content center files selecteren.
5. Edit selected item kiezen rechts van kader.
6. Browse klikken
7. Bladeren naar je stick naar het project en vervolgens een nieuwe map maken.
8. Nieuwe map “ bibliotheek “ noemen en zorgen dat deze geselecteerd is en op Ok.
9. Vervolgens op Done en op Ja om de verandering door te voeren.
10. Vanaf nu worden de bibliotheek elementen nodig voor het project opgeslagen in het project.
Animeren.
Onderdelen die in het echt moeten bewegen kunnen we ook in Inventor laten bewegen.
Deze bewegingen kunnen draaiend of rechtlijnig zijn of en combinatie van de 2.
Belangrijk is hierbij dat al de constraint goed zijn zodat de beweging mogelijk is zonder de samenstelling te
veranderen of stuk te doen.
We testen dit eerst zonder de “ contact solver “ vervolgens met.
Werkwijze
Rechtlijnig
Animatie werkt met de constraint die je aanmaakt om een onderdeel te blokkeren, je moet er dus niets voor
bijmaken.(in de meeste gevallen)
1. Selecteer een constraint die je wilt animeren.
2. Klik vervolgens Rechtse Muis Knop (RMK)
3. En selecteer Drive Constraint.
4. Hier kan je de verplaatsing ingeven bij start en
end.(doorgaans bij end uiteraard)
5. Door op play te drukken animeer je de verplaatsing.
Rotatie
Voor een roterende beweging moeten we met een hoek werken (360 graden 1 omwenteling).
Een hoek aanduiden met constraint op bijvoorbeeld 2 assen lijkt moeilijk we kunnen echter voor deze
hoeken aan te geven ook het origin of een workplane gebruiken.
Het kan dus zijn dat we deze nog moeten aanmaken (constraint en/of workplanes).
Aanmaken van een constraint hoek door middel van origin vlakken te koppelen.
1. Open de origin’s van de 2 te koppelen werkstukken.
2. Selecteer constraint en vervolgens Mate
3. Vervolgens selecteer je de overeenkomstige vlakken.
4. Deze komen nu tegen elkaar te liggen en kunnen niet meer
draaien tov elkaar.
5. Je kan nu 1 zo’n origin vlak koppelen aan het grondvlak maar
nu niet met MATE maar met ANGLE .
6. Je kan nu een hoek ingeven Bv. 0 graden.
7. Wanneer je deze nu met drive constraint gaat animeren kan je bv. als hoek 3600 ingeven voor 10
omwentelingen.
8. door op play te drukken animeer je vervolgens een rotatie.
Slider
Sommige onderdelen moeten” zelfgelijdend “zijn, met andere woorden vrij zijn van constraint maar toch
beperkt in beweging.
Voorbeeld hiervan de SLIDER van de zuigermotor, die zit vast aan de ZUIGERS. Maar de KNOP zorgt ervoor
dat de SLIDER beweegt (KNOP rond draaien SLIDER rechtlijnig).
We gebruiken hiervoor de TANGENT constraint.