]iop í z } p kv Ì} lv u vÁ l]vp µ v zµ] v v^ } ]o w o ]v …...}z[ Á l vÁ o v u vu z ^} ]ow o...
TRANSCRIPT
2 Sociaal Domein Bijlage
Bijlage 1 Rapportage
Onderzoek naar samenwerking tussen huisartsen en Sociaal Plein Hilversum December 2015
2
Inhoud Onderzoeksopzet .................................................................................................................................... 3
Focusinterviews ...................................................................................................................................... 3
Enquête ................................................................................................................................................... 3
Onderzoeksgroep en respons ............................................................................................................. 4
Resultaten enquête ............................................................................................................................ 4
Contact ............................................................................................................................................ 4
Soort ondersteuning ....................................................................................................................... 4
Oordeel over samenwerking .......................................................................................................... 5
De medewerkers ............................................................................................................................. 6
Privacy ............................................................................................................................................. 6
Verwijzingen jeugdzorg .................................................................................................................. 7
Leidend bij verwijzingen ................................................................................................................. 8
Consultatie- & Adviesteam Jeugd .................................................................................................. 8
Informatie en bereikbaarheid ........................................................................................................ 9
Aan de slag met samenwerking ................................................................................................... 10
Interne reflectie .................................................................................................................................... 11
Gedeelde belangen ....................................................................................................................... 11
Contact .......................................................................................................................................... 11
Werkwijze ..................................................................................................................................... 12
Privacy ........................................................................................................................................... 12
3
Onderzoeksopzet Het onderzoek naar de samenwerking tussen de huisartsen en het Sociaal Plein bestond uit drie
onderdelen:
a. Het houden van focusinterviews met een vijftal huisartsen: verkenning van het vraagstuk en
gezamenlijk opstellen van de enquête over de samenwerking.
b. Het uitzetten van een enquête onder alle huisartsen en praktijkondersteuners GGZ.
c. Een interne reflectie met medewerkers van het Sociaal Plein.
Op deze manier verzamelden de verbindingsofficier van het Sociaal Plein samen met een
communicatieadviseur informatie over wat er nodig is om de samenwerking verder te ontwikkelen
en faciliteren. Het gaat dan om de samenwerking ten behoeve van de individuele burger met een
hulpvraag. Samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld het gemeentelijk gezondheidsbeleid was
geen onderdeel van dit onderzoek.
Focusinterviews Ter voorbereiding op de enquête zijn er gesprekken gevoerd met een vijftal Hilversumse huisartsen:
- Annelies Walter en Izaak Moggré (Stichting Eerstelijns Zorg Hilversum over het spoor);
- Jaap van der Horst (Stichting Eerstelijnszorg Hilversum Zuid);
- Marieke Buijs en Michiel Boersma (Casa Cura).
Het doel hiervan was om het juiste ‘nulpunt’ te bepalen. Welke informatie over het Sociaal Plein is al
wel en niet bekend bij de huisartsen? Wat zijn volgens deze huisartsen belangrijke aandachtspunten
in de samenwerking om de andere huisartsen op te bevragen? Op basis hiervan is een conceptversie
van de enquête aangescherpt en is besloten om ook de praktijkondersteuners GGZ (poh’s) te
bevragen. De definitieve versie van de enquête en de opzet van het onderzoek zijn vervolgens
afgestemd met Joke Lanphen van de Gemeenschappelijke Huisartsen Organisatie Gooi en Omstreken
(GHO-GO).
De vijf genoemde huisartsen fungeerden tijdens de volgende fase als ambassadeur van het
onderzoek en motiveerden de overige huisartsen en poh’s uit hun huisartsengroepen om deel te
nemen aan het onderzoek. Voor deze werkwijze is gekozen om een hoge respons te realiseren. Voor
de praktijkondersteuners (poh’s) heeft Frank Bogers van GGz-Centraal mede een rol vervuld.
Enquête Het onderzoek is online afgenomen. Hiervoor is een link verspreid naar een online survey van Survey
Monkey. Centrale vraag was: hoe kunnen we de samenwerking tussen huisartsen en het Sociaal Plein
van de gemeente Hilversum in de toekomst versterken en verbeteren? De enquête bestond uit 24
meerkeuzevragen en 4 open vragen. De vragen waren onderverdeeld in de volgende categorieën:
- Contact met instanties waaronder het Sociaal Plein;
- Samenwerking met het Sociaal Plein;
- Werkwijze bij verwijzing naar jeugdzorg;
- Samenwerking met het Consultatie- & Adviesteam Jeugd;
- Communicatie en informatie;
- Aanbevelingen voor de toekomst.
Het invullen van de enquête kostte maximaal 10 minuten en de deelnemers bleven anoniem.
4
Onderzoeksgroep en respons
Alle huisartsen(praktijken) in Hilversum ontvingen op 23 november 2015 via de mail een persoonlijke
uitnodiging voor het onderzoek van wethouder Eric van der Want. Ook verscheen een artikel in de
novembereditie van de Barometer Transformatie Sociaal Domein met een link naar het onderzoek.
Via de verbindingsofficier van het Sociaal Plein en de ambassadeurs ontvingen de huisartsen en poh’s
een aantal reminders.
Er zijn 51 huisartsen in Hilversum die allemaal een uitnodiging ontvingen. 20 van hen vulden de
enquête in. De respons van de huisartsen is daarmee 39,2%. Aan de huisartsen is gevraagd om
enquête door te zetten naar de poh van de eigen praktijk. Daarnaast zijn via Frank Bogers van GGz-
Centraal 12 poh’s direct uitgenodigd. In totaal vulden 4 poh’s de enquête in. Omdat het totaal aantal
poh’s niet bekend is, is hier geen responspercentage te noemen.
Resultaten enquête In dit hoofdstuk vindt u de belangrijkste conclusies.
Contact De mate van samenwerking en duidelijkheid over de afspraken met het Sociaal Plein is vergleken met
die van Veilig thuis, Consultatie- & Adviesteam Jeugd, buurtnetwerken, wijkverpleegkundigen en
Centrum voor Jeugd- & Gezin (CJG). Met de meeste van deze instanties werken huisartsen ‘soms’
samen. In de categorie ‘soms’ wordt het Sociaal Plein met 80% wel het vaakst genoemd als
samenwerkingspartner. Slechts één huisarts heeft nog nooit met het Sociaal Plein samenwerkt. Alle
poh’s werken wel eens samen met het Sociaal Plein: 2 van hen regelmatig, 2 soms.
Kijkend naar de andere instanties dan valt op dat huisartsen vooral veel samenwerken met de
wijkverpleegkundigen: 45% werkt heel (vaak) met hen samen, 50% regelmatig. De afspraken met de
wijkverpleegkundigen worden door 65% van de huisartsen als (heel) duidelijk beschouwd. Poh’s
werken weer minder vaak met de wijkverpleegkundigen samen en vinden de afspraken ook minder
duidelijk.
Alle huisartsen en poh’s zijn in ieder geval in een bepaalde mate bekend met het Sociaal Plein en de
samenwerkingsafspraken. De afspraken met het Sociaal Plein zijn voor 25% van de huisartsen
duidelijk, de helft vindt de afspraken (zeer) onduidelijk. 75% van de poh’s beoordeelt de afspraken
met het Sociaal Plein als duidelijk. Er zijn twee effecten mogelijk die vragen om een nadere
verkenning ten behoeve van het plan van aanpak voor 2016:
1. Naar mate er meer samenwerking is, is er ook meer duidelijkheid over de afspraken;
2. Als de afspraken duidelijk zijn, dan wordt er meer samengewerkt.
Soort ondersteuning
Gevraagd is voor welk soort ondersteuning de huisartsen en poh’s patiënten naar het Sociaal Plein
zouden verwijzen. Dit om te onderzoeken of zij een duidelijk beeld hebben van de ondersteuning die
via het Sociaal Plein geregeld kan worden.
5
65%-70% van de huisartsen zou
patiënten naar het Sociaal Plein
verwijzen voor schuldhulpverlening,
zorg en ondersteuning,
woningaanpassingen en
vervoersvoorzieningen. Met
respectievelijk 50% en 55% scoren ook
opvoeden en opgroeien en uitkering
goed. De poh’s noemen uitkering,
schuldhulpverlening en
woningaanpassingen het vaakst.
Minder bekend lijkt te zijn dat
inwoners ook bij het Sociaal Plein
terecht kunnen als ze ondersteuning
nodig hebben op het gebied van werk.
Slechts 10% van de huisartsen noemt
dit. Bij de poh is dit 50%.
Aanvullingen op de genoemde categorieën zijn onder andere ondersteuning van partner bij
dementie (als gevolg van gebrek aan casemanagement), meervoudige problematiek, huishoudelijke
hulp en jeugdzorg.
De ‘klassieke’ taken van gemeenten op het gebied van Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
en uitkeringen scoren over het algemeen wat hoger dan de nieuwe taken van gemeenten in het
kader van de Participatiewet en het Jeugdwet. Het lijkt minder bekend dat huisartsen en poh’s hun
patiënten ook hiervoor naar het Sociaal Plein kunnen verwijzen.
Oordeel over samenwerking Alle poh’s en 90% van de huisartsen heeft wel eens contact gehad over een patiënt met het Sociaal
Plein. Aan deze respondenten is gevraagd wat zij van deze samenwerking vinden en hoe zij de
professionaliteit en deskundigheid van de medewerkers van het Sociaal Plein beoordelen.
De meningen over de samenwerking lopen
erg uiteen: waar 23% van de respondenten
aangeeft de samenwerking met het Sociaal
Plein als gemakkelijk te ervaren, vindt 32%
deze samenwerking juist (helemaal) niet
gemakkelijk. De rest is neutraal. Deze
respondenten geven aan dat er nog maar zo
weinig is samengewerkt, dat het lastig is om
al een oordeel te vellen. Wanneer het
oordeel over de samenwerking ‘(helemaal)
niet gemakkelijk’ was, wordt de
onduidelijkheid over taken en
verantwoordelijkheden genoemd als
oorzaak. Ook bleek het niet altijd
gemakkelijk om de juiste persoon te
bereiken.
6
Ook over de snelheid vinden de respondenten het lastig om een oordeel te vellen. 73% van hen is
hierover neutraal. De weinige samenwerking tot nu toe is ook hiervan een oorzaak, maar
respondenten zeggen ook niet te weten wat er wanneer met een vraag gebeurt. Door de poh’s wordt
de dienstverlening op dit punt positiever beoordeeld. Maar ook zij geven aan dat nabellen
noodzakelijk is. 50% van de respondenten geeft aan dat het Sociaal Plein hen slecht op de hoogte
houdt van de voortgang ten aanzien van een vraag. Huisartsen zijn ook hier negatiever dan de poh’s.
Deze laatste groep geeft aan dat het afhangt van het soort hulpvraag en de medewerker van het
Sociaal Plein waarmee zaken worden gedaan.
Zonder uitzondering willen zowel de huisartsen als de poh’s graag een terugkoppeling ontvangen
over wat er met een vraag gebeurt. Eén huisarts geeft aan dit alleen te wensen als er sprake is van
een multi-probleem casus. Deze terugkoppeling kan via mail (12 keer genoemd), zorgmail, brief,
telefonisch of via een edifact bericht.
De medewerkers
Veel respondenten vinden het lastig om te
oordelen over de professionaliteit en
deskundigheid van de medewerkers. Dit
omdat er nog maar weinig is samengewerkt
met het Sociaal Plein. Ook dit heeft te maken
met een gebrek aan terugkoppeling door het
Sociaal Plein die de respondenten ervaren.
Van een slecht oordeel is echter geen sprake:
32% van de respondenten vindt de
medewerkers professioneel, 64% is neutraal.
27% vindt de medewerkers deskundig, waar
68% hierover neutraal is. Er is waardering
voor het luisterende oor, de correcte reacties
en de goede wil.
Eén huisarts beoordeelt de medewerkers als onprofessioneel. Dit is een huisarts die veel contact
heeft gehad met het Sociaal Plein en onduidelijkheid ervaart over taken en verantwoordelijkheden.
Ook geeft deze respondent aan dat vragen ‘bij het Sociaal Plein op een stapel liggen’ en dat nabellen
noodzakelijk is. Een andere huisarts geeft de medewerkers een onvoldoende voor de deskundigheid.
Deze huisarts heeft soms contact met het Sociaal Plein en ervaart dat medewerkers onvoldoende
kennis van zaken hebben.
Privacy
In de media verschenen in het afgelopen jaar veel berichten over de gevolgen van de decentralisaties
voor de privacy. Gemeenten zouden zomaar gegevens kunnen inzien en onbeveiligd kunnen
uitwisselen. Dit is een hardnekkig misverstand, want de wetgeving staat dit niet toe. Huisartsen zijn
op geen enkele manier verplicht om informatie over patiënten zonder hun toestemming over te
dragen aan het Sociaal Plein. Ook het Sociaal Plein bewaart vertrouwelijke gegevens in een
beschermde omgeving en wisselt alleen gegevens uit met andere instanties als de betrokken inwoner
daar toestemming voor geeft.
7
Van de huisartsen en poh’s die wel eens
samenwerken met het Sociaal Plein ervaart
64% geen problemen op het gebied van
privacy. Ze geven aan altijd toestemming van
de patiënt te vragen, waarmee zij zelf in ieder
geval nooit zomaar gegevens overdragen. Wel
geven ze aan dat er weinig duidelijkheid is over
wat er vervolgens precies met de gegevens
gebeurt, wie die allemaal in kan zien en wat er
nu precies wel en niet mag. De overige 36%
geeft juist om deze redenen aan dat zij wel
problemen ervaren.
Verwijzingen jeugdzorg In de nieuwe Jeugdwet ligt vast dat naast het Sociaal Plein ook huisartsen en jeugdartsen kinderen
direct mogen verwijzen naar de jeugdzorg. Anders dan bij de Wmo hoeft het Sociaal Plein dus niet
eerst een indicatie af te geven. Voor inwoners met een vraag op het gebied van jeugd is het van
belang dat huisartsen en het Sociaal Plein op een vergelijkbare manier naar de hulpvraag kijken. En
dat het voor de mogelijke ondersteuning dus niet uitmaakt bij welke van de twee partijen ze
aankloppen. Daarom wil het Sociaal Plein op dit punt graag meer afstemmen en samenwerken met
de huisartsen. Onderzocht is of huisartsen een volledig beeld hebben van alle aanbieders, wat
leidend is bij hun verwijzing en hoe ze kijken naar het Sociaal Plein als partner.
30% van huisartsen en 3 van de 4 poh’s
geven aan dat zij een goed overzicht
hebben van alle jeugdzorgaanbieders
waar ze naar kunnen verwijzen. Van alle
respondenten zegt 42% juist dat ze dit
overzicht (helemaal) niet hebben. De
meningen zijn dus verdeeld. Degenen met
een goed overzicht waarderen de
informatie van de regio Gooi &
Vechtstreek over de gecontracteerde
instellingen. Een overzicht dat niet alle
respondenten lijken te kennen.
Respondenten geven verder aan dat
verwijzing ingewikkeld is door de
wachtlijsten, het feit dat ze niet alle
aanbieders kennen en de veranderingen
in de sociale kaart door de
decentralisaties.
8
Leidend bij verwijzingen Als huisartsen verwijzen naar jeugdzorg,
dan is de wens van de patiënt voor 90%
van de huisartsen en poh’s leidend.
Twee huisartsen vullen aan dat de
verwijzing maatwerk moet zijn. Een
andere factor van belang is of de
huisarts of poh’s (het aanbod van) de
zorgaanbieder kent. 75% van de
respondenten noemt dit een leidende
factor. Gegeven het feit dat een groot
deel van de huisartsen (45%) aangeeft
dat zij onvoldoende overzicht hebben
van alle jeugdzorgaanbieders waar ze
naar kunnen verwijzen, kan dit tot
gevolg hebben dat er bij de ene
(bekende) aanbieder wachtlijsten zijn en
bij andere aanbieders niet.
Overleg met het Sociaal Plein (waar inzicht is in deze wachtlijsten) zou dan uitkomst kunnen bieden.
Echter, slechts 20% van de respondenten noemt een overleg met het Sociaal Plein een leidende
factor bij de verwijzing naar jeugdzorg. Voor 50% van de respondenten is het overleg met het C&A-
team dat wel.
De helft van de huisartsen en poh’s geeft liever
zelf een verwijzing voor jeugdzorg, dan dat ze
hun patiënten hiervoor naar het Sociaal Plein
verwijzen. Een huisarts geeft hierbij aan:
“Onbekend maakt onbemind, dit vertrouwen
moet nog groeien. Daarom doe ik het nu liever
zelf.” 83% van deze huisartsen en poh’s geven
aan dat ze de route via het Sociaal Plein
omslachtig vinden. Ook is de werkwijze van het
Sociaal Plein bij de helft van hen niet bekend en
33% heeft geen vertrouwen in de deskundigheid
van de medewerkers van het Sociaal Plein. Toch
liggen er mogelijkheden voor een betere
samenwerking: 17% staat niet negatief
tegenover de route langs het Sociaal Plein en
33% staat hier neutraal in.
Consultatie- & Adviesteam Jeugd Om de samenwerking op het gebied van jeugd te verbeteren, investeert Hilversum met de andere
gemeenten in Gooi & Vechtstreek onder andere in een Consultatie- & Adviesteam Jeugd (C&A-team).
Op dit team kunnen huisartsen en het Sociaal Plein een beroep doen bij het beoordelen van een
hulpvraag. 65% van de huisartsen en de helft van de poh’s kent het C&A-team. Van hen beoordeelt
een kleine meerderheid (54%) de samenwerking als gemakkelijk. Anderen noemen het lastig om de
9
juiste personen te pakken te krijgen, missen een terugkoppeling en zouden wensen dat het C&A-
team ook kan bemiddelen bij wachttijden.
40% van de respondenten is (zeer) tevreden over
de ondersteuning van het C&A-team. Deze groep
is ook positief over de terugkoppeling. De
meerderheid (53%) is neutraal, één huisarts is
ontevreden. De eerdere genoemde
aandachtspunten spelen ook hierbij een rol.
De huisartsen en poh’s die nog niet hebben
samengewerkt met het C&A-team geven als
redenen dat zij de werkwijze van het C&A-team
niet kennen, dat ze het omslachtig vinden en dat
het nog niet nodig is geweest. Eén poh geeft aan:
“Tot nu toe was er geen noodzaak om het team
in te schakelen. De hulpvragen waren duidelijk
en het Sociaal Plein pakte ze goed op.”
Informatie en bereikbaarheid Op www.hilversum.nl/sociaalplein kunnen
inwoner én professionals informatie
vinden over zorg, inkomen en werk.
Huisartsen (en andere professionals)
hebben een eigen gedeelte op deze
website en kunnen gebruik maken van een
speciaal telefoonnummer. Hiermee werkt
het Sociaal Plein aan korte lijnen en
gerichte informatievoorziening richting
professionals. Waar 21% van de huisartsen
en poh’s het makkelijk vindt om informatie
te vinden op de website van het Sociaal
Plein, blijkt 25% van hen de website niet te
kennen. Ook geeft 17% aan het lastig te
vinden om informatie te vinden. Dit
betekent dat een grote groep (42%) niet
(goed) wordt bereikt met de informatie op
website.
10
Een kleine meerderheid van 54% belt wel
eens met het speciale telefoonnummer
voor professionals (035 629 2555). 46%
van hen vindt de bereikbaarheid goed, een
even grote groep staat daarin neutraal.
Belangrijke opmerkingen hierbij zijn dat
het lastig is om elkaar te pakken te krijgen
en er vaak doorverbonden wordt. Een
spreekuur of vaste contactpersonen per
afdeling worden aangedragen als
mogelijke oplossingen.
Aan de slag met samenwerking Huisartsen geven aan dat een betere samenwerking zeker gewenst is. Een aantal respondenten
noemen het onderzoek een goed initiatief en hopen dat er wat gebeurt met de resultaten. Niet in de
vorm van proefballonnetjes, maar structureel. Om tot een betere samenwerking te komen is volgens
huisartsen eerst meer informatie over de werkwijze, het aanbod en de deskundigheid van het Sociaal
Plein van belang.
Huisartsen willen graag nader kennismaken in hun praktijken en tijdens bijeenkomsten (niet
overdag!). Door bijvoorbeeld casuïstiekbesprekingen kunnen ze de medewerkers en werkwijze van
het Sociaal Plein beter leren kennen. Terugkoppeling over wat er gebeurt met een vraag is voor de
huisartsen van groot belang om de samenwerking verder te ontwikkelen. Ook een betere
bereikbaarheid en duidelijkere informatie op de website kan daaraan bijdragen. En als het kan, zijn
vaste contactpersonen een pré.
Op de vraag op welke thema’s huisartsen kansen zien als het gaat om een intensievere
samenwerking met het Sociaal Plein, hadden niet alle respondenten een antwoord. De thema’s die
genoemd zijn:
- Ouderen
- Probleemgezinnen
- Huisvesting
- Allochtonen
- Wijkprojecten
- Jeugdzorg
- Welzijn
- Kwetsbare groepen
Een aantal huisartsen geeft aan zich zorgen te maken over de factor ‘tijd’, omdat het naast de
patiëntenzorg vaak lastig is om actief mee te werken.
11
Interne reflectie Een aantal medewerkers van het Sociaal Plein en collega’s op
sleutelfuncties in de backoffice is gevraagd om hun visie te
geven op de samenwerking met de huisartsen. Het Sociaal
Plein wil een prettige samenwerkingspartner zijn voor
huisartsen. Met korte lijnen en een open communicatie. De
medewerkers zijn daarom positief over dit onderzoek en
dragen graag bij aan het vervolg. Onderstaande punten vatten
de inhoud van de interne reflectie samen.
Gedeelde belangen - Medewerkers van het Sociaal Plein ervaren een duidelijk gedeeld belang met de huisartsen,
namelijk het welbevinden van de inwoners.
- Een goed contact met huisartsen is voor de medewerkers van het Sociaal Plein van belang
om vinger aan de pols te houden bij kwetsbare inwoners. Soms heeft het Sociaal Plein
ernstige zorgen over de gezondheid en dan is het fijn om te kunnen controleren bij de
huisarts of de problemen daar ook in beeld zijn. Dan worden er geen inhoudelijke gegevens
uitgewisseld, maar gaat het puur om het uiten van zorgen.
- De huisarts kan baat hebben bij de oplossingen die het Sociaal Plein kan bieden voor de niet-
medische problemen. Zo kunnen huisartsen en Sociaal Plein elkaar versterken bij de
ondersteuning van kwetsbare inwoners.
- Het Sociaal Plein ziet ‘preventie’ als een belangrijk thema voor de samenwerking met
huisartsen.
Contact - Er komen nog weinig vragen bij het Sociaal Plein binnen vanuit de huisartsenpraktijken in
Hilversum, maar de laatste tijd lijkt het aantal casussen toe te nemen.
- De medewerker die het speciale telefoonnummer voor professionals bemant, krijgt vrijwel
nooit een huisarts aan de lijn. Dit geldt ook voor de backofficecollega’s van Werk & Inkomen.
Huisartsen bellen wel direct met de betrokken medewerker.
- Meestal hebben de medewerkers geen contact met de huisartsen zelf, maar met de poh of
de assistent. Dat contact wordt als prettig ervaren.
- Het (telefonisch) contact met de huisarts zelf loopt niet altijd even makkelijk door een gebrek
aan tijd overdag bij de huisarts en verschil in taalgebruik. Ook is er een verschil in werkwijze.
Huisartsen zien patiënten kort en moeten daardoor snel beslissingen nemen. Bij het Sociaal
Plein wordt juist heel uitgebreid naar een casus gekeken. Dit verschil kan irritatie
veroorzaken, bijvoorbeeld als een huisarts vindt dat zorg niet snel genoeg wordt ingezet.
- Voor het mailen en bellen van de huisarts is er nog geen beveiligde omgeving. Vanaf januari
wordt Zorgring in gebruik genomen voor jeugd. Belangrijk is dat wordt aangesloten bij de
systemen die er al zijn en niets nieuws optuigen.
- Het is lastig om alle huisartsen te bereiken met informatie over het Sociaal Plein. Met een
aantal huisartsen is het contact intensief, waar er met andere huisartsen niet tot nauwelijks
contact is. Het Sociaal Plein zou graag van de huisartsen horen wat de beste manier is om
hen te informeren.
12
Werkwijze - Het zou standaard procedure moeten zijn om de huisarts te informeren en terugkoppeling te
geven over de ondersteuning die een inwoner krijgt (met toestemming van de inwoner). De
vraag is hoe we dit het beste kunnen organiseren en of dit in de systemen kan worden
ingebouwd.
- Er moet een samenwerkingsprotocol komen: wanneer informeren, wanneer consulteren en
waarvoor kunnen huisartsen bij het Sociaal Plein terecht?
- In de gesprekken die het Sociaal Plein voert met inwoners wordt altijd gevraagd naar wat zij
zelf anders kunnen doen of waar de omgeving mee zou kunnen helpen. Pas daarna komt
ondersteuning vanuit de gemeente aanbod. In het kader van verwachtingsmanagement bij
de inwoner is het van belang dat de huisarts diezelfde insteek heeft. Dit kan teleurstellingen
bij zowel patiënt als huisarts voorkomen. Onduidelijk of dit het geval is.
Privacy - De ervaring leert dat huisartsen altijd checken bij de patiënt of deze akkoord is met het
doorzetten van een hulpvraag naar het Sociaal Plein. Het komt niet voor dat het Sociaal Plein
belt en de inwoner van niets weet.
- Ook andersom checken huisartsen bij hun patiënten of het Sociaal Plein wel toestemming
heeft gevraagd bij een inwoner als het Sociaal Plein contact wil opnemen met de huisarts.
Het vragen van deze toestemming is standaard procedure bij het Sociaal Plein.
3 Sociaal Domein Bijlage 2 Actieagenda samenwerking huisartsen en Sociaal Plein
Actieagenda 2016
Samenwerking huisartsen en Sociaal Plein Maart 2015
2
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 3
Inleiding ................................................................................................................................................... 4
Elkaar kennen .......................................................................................................................................... 4
Aanbevelingen ..................................................................................................................................... 4
Acties ................................................................................................................................................... 4
Aanbod kennen ....................................................................................................................................... 5
Aanbevelingen ..................................................................................................................................... 5
Acties ................................................................................................................................................... 5
Werkwijze kennen en afstemmen ........................................................................................................... 6
Aanbevelingen ..................................................................................................................................... 6
Acties ................................................................................................................................................... 6
3
Voorwoord
Beste raadsleden,
Zoals u weet is de gemeente sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor vrijwel alle zorg en
ondersteuning op het gebied van jeugd, werk, uitkering, financiële problemen en zelfstandig wonen
en leven. Het Sociaal Plein is in Hilversum de toegang tot deze zorg en ondersteuning. Hier kunnen
inwoners terecht voor informatie, advies en een indicatie.
Om goed invulling te kunnen geven aan deze belangrijke nieuwe spilfunctie, is het van belang dat
organisaties in het sociaal domein het Sociaal Plein goed weten te vinden. Het Sociaal Plein
investeert nadrukkelijk in deze samenwerkingsrelaties door afspraken te maken over rollen,
verantwoordelijkheden en samenwerking.
Zeer belangrijke partners zijn de Hilversumse huisartsen. Inwoners kloppen vaak bij hen aan als ze
hulp nodig hebben. Ook niet-medische problemen worden daardoor vaak als eerste duidelijk in de
spreekkamer van de huisarts. Problemen waar het Sociaal Plein bij kan ondersteunen. Door elkaar te
informeren, te consulteren, naar elkaar te verwijzen en samen te werken helpen huisartsen en
Sociaal Plein elkaar om samen passende ondersteuning te bieden aan inwoners die het (tijdelijk) niet
op eigen kracht redden.
Uit onderzoek (zie Bijlage 1) blijkt dat er de nodige kansen zijn om de samenwerking verder te
verbeteren. Een klein veertig procent van alle huisartsen in Hilversum werkte aan dit onderzoek mee.
Een respons die ons iets zegt over de betrokkenheid van de huisartsen bij dit onderwerp. Ik dank hen
allen voor hun tijd en moeite.
Namens de huisartsen dacht een aantal ambassadeurs met ons mee over de onderzoeksopzet en de
vragen. Vervolgens stelden zij op basis van de onderzoeksresultaten samen met ons deze
‘Actieagenda 2016 - Samenwerking huisartsen en Sociaal Plein’ op.
Ik wil deze huisartsen Annelies Walter, Dorothé de Jong en Izaak Moggré van Stichting Eerstelijns
Zorg Hilversum over het spoor, Jaap van der Horst van Stichting Eerstelijnszorg Hilversum Zuid en
Marieke Buijs en Michiel Boersma van Casa Cura hartelijk bedanken voor deze constructieve
samenwerking.
Een samenwerking die de komende tijd verder verbreden in het sociaal domein. Het devies van ons
Sociaal Plein is immers niets voor niets ‘We regelen het samen.’
Met vriendelijke groet,
Eric van der Want
Coördinerend wethouder sociaal domein
4
Inleiding Op basis van de conclusies van het onderzoek (zie Bijlage 1), is een twaalftal aanbevelingen te
formuleren. De aanbevelingen en bijbehorende acties zijn onder te verdelen in drie categorieën:
- elkaar kennen;
- het aanbod kennen;
- en de werkwijze kennen en afstemmen.
Elkaar kennen Aanbevelingen
1. Het Sociaal Plein zou alle Hilversumse huisartsen moeten bezoeken. De verbindingsofficier
van het Sociaal Plein speelt hierin een centrale rol, maar ook medewerkers van het Sociaal
Plein zouden hierbij betrokken moeten worden.
2. Er zou een overzicht moeten zijn van de medewerkers van het Sociaal Plein voor huisartsen
(vorm in overleg bepalen). Belangrijk daarin is dat de huisarts weet welke specialistische
kennis de medewerkers hebben, zodat de huisartsen meer op de deskundigheid van
medewerkers kunnen vertrouwen.
3. Er zou een overzicht moeten zijn van alle huisartsen in Hilversum voor de medewerkers van
het Sociaal Plein. Belangrijk daarin is dat per wijk is aangegeven welke huisartsen daar
werken. De vorm in overleg bepalen, mogelijk in samenspraak met de buurtcoördinatoren
van de gemeente Hilversum.
Acties Planning
Het Sociaal Plein onderzoekt de mogelijkheid om bij het Sociaal Plein per wijk één vast
aanspreekpunt te hebben voor huisartsen.
Q2
Huisartsen en het Sociaal Plein maken per wijk een geïntegreerd overzicht van het
GEZ-verband (Geïntegreerde Eerstelijns Zorg), wijkverpleegkundigen, een eventueel
wijkverband en de buurtcoördinator van de gemeente. Dit overzicht wordt intern en
in de wijk breed verspreid. Jaarlijks krijgt dit overzicht een update.
Q2
Huisartsen informeren het Sociaal Plein over de geplande bijeenkomsten van de GEZ-
verbanden en de GHO-GO (Gemeenschappelijke Huisartsen Organisatie Gooi en
Omstreken). Samen bepalen ze relevante thema’s en casuïstiek om te bespreken.
Voor de GHO-GO geldt dat dit in samenspraak gedaan wordt met de andere
uitvoeringsdiensten in Gooi en Vechtstreek.
Q2
Praktijkondersteuners huisartsen (poh) en het Sociaal Plein maken een planning voor
een structureel afstemmingsoverleg. De agenda wordt in samenspraak bepaald.
Q2
Het Sociaal Plein kijkt samen met de GEZ en de buurtcoördinatoren naar natuurlijke
momenten om in contact te komen met de inwoners van de verschillende wijken.
Welke activiteiten zijn er en waar kunnen we onze boodschap kwijt?
Q3
5
Aanbod kennen Aanbevelingen
4. Huisartsen lijken geen sluitend beeld te hebben van het aanbod van het Sociaal Plein. Zij
zouden bij het Sociaal Plein moeten aangeven welke informatie er specifiek voor de hen
nodig is in aanvulling op de bestaande publieksfolder en de informatie op de website van het
Sociaal Plein.
5. Het Sociaal Plein zou de informatie moeten aanpassen en nogmaals breed moeten
verspreiden onder huisartsen. Omdat tot nu toe een deel van de huisartsen zelfs helemaal
niet lijkt te worden bereikt, is er advies nodig van de huisartsen over hoe de informatie het
beste onder huisartsen verspreid kan worden.
6. De huisartsen werken al intensief samen met de wijkverpleegkundigen. Daarom is het van
belang dat juist de wijkverpleegkundigen een goed beeld hebben van wat het Sociaal Plein te
bieden heeft. Daarmee kunnen zij als intermediair fungeren in het contact met de huisartsen.
Het Sociaal Plein zou daarom in moeten zetten op het informeren van en verstevigen van de
relatie met de wijkverpleegkundigen.
7. Gegeven het feit dat een groot deel van de huisartsen aangeeft dat zij onvoldoende overzicht
hebben van alle jeugdzorgaanbieders, kan dit tot gevolg hebben dat er bij de ene (bekende)
aanbieder wachtlijsten zijn en bij andere aanbieders niet. Er zou nogmaals bekendheid
moeten worden gegeven aan het overzicht van de gecontracteerde aanbieders (website
regio Gooi & Vechtstreek). En als huisartsen geconfronteerd worden met wachtlijsten
zouden ze moeten kunnen overleggen met een jeugdzorgspecialist van het Sociaal Plein voor
een geschikt alternatief.
Acties Planning
Het Sociaal Plein actualiseert haar folder en verspreid deze breed onder huisartsen.
Halfjaarlijks ontvangen huisartsen automatisch een nieuwe voorraad. Zijn de folders
in de tussentijd op, dan vragen huisartsen een nieuwe voorraad aan via het
telefoonnummer voor professionals.
Q1
Het Sociaal Plein informeert alle huisartsen over het privacy protocol en het gebruik
van Securemail van KPN voor de veilige uitwisseling van gegevens.
Q1
Het Sociaal Plein zoekt aansluiting bij de Commissie Veiligheid en ICT van de GHO-GO
om samen op te trekken bij de ontwikkelingen op dit vlak.
Q1
Het Sociaal Plein verspreidt de informatie over gecontracteerde jeugdzorgaanbieders
onder huisartsen (link op de webpagina voor professionals en een pdf naar voorbeeld
van het telefoonblad van Tergooi).
Q1
Het Sociaal Plein onderzoekt de mogelijkheid van een vaste contactpersoon bij het
Sociaal Plein voor overleg over jeugd. Met deze persoon kan ook overlegd worden
over een oplossing als er sprake is van wachtlijsten bij jeugdzorgaanbieders.
Q2
6
Werkwijze kennen en afstemmen Aanbevelingen
8. Er zou een standaard manier moeten komen voor huisartsen om contact op te nemen met
het Sociaal Plein. Bekeken moet worden of het (bestaande) contactformulier en
telefoonnummer voor professionals aanpassing nodig hebben. Vervolgens is het vastleggen
van de gemaakte afspraken en de communicatie hierover van belang.
9. Er zou bepaald moet worden wat de meerwaarde kan zijn van meer afstemming tussen
huisartsen en Sociaal Plein bij de verwijzing naar jeugdzorg. Gezien de goede bekendheid van
het C&A-team, moet gekeken worden hoe dit team daar een rol in kan spelen.
10. Via bijeenkomsten en gezamenlijke casuïstiekoverleg over actuele thema’s zouden
huisartsen kennis kunnen maken met de werkwijze van het Sociaal Plein. Ook kan bepaald
worden wie welke rol kan spelen bij bepaalde thema’s. Het Sociaal Plein zou het privacy
protocol beter bekend moeten maken bij huisartsen. Wat doet het Sociaal Plein met de
gegevens, wie kan ze inzien en wat mag er wel en niet?
11. Een terugkoppeling aan de betrokken huisarts zou standaard onderdeel moeten worden van
het werkproces van het Sociaal Plein. Samen met de huisartsen moeten afspraken gemaakt
worden over vorm, frequentie en inhoud.
Acties Planning
Huisartsen en Sociaal Plein maken een werkinstructie voor contact met de huisarts. Er
komen duidelijke routes en standaard afspraken over de uitwisseling van informatie.
Q2
Het Sociaal Plein informeert alle huisartsen en wijkverpleegkundigen in Hilversum
nogmaals direct over het speciale telefoonnummer voor professionals, het online
contactformulier en de werkwijze van het Sociaal Plein.
Q1
Het Sociaal Plein actualiseert en optimaliseert de webpagina voor professionals met
meer informatie voor de dagelijkse praktijk. Deze informatie kan de huisarts
eenvoudig oproepen bij de consulten in de spreekkamer.
Q2
Het Sociaal Plein optimaliseert het contactformulier en onderzoekt of dit ook geschikt
kan worden gemaakt voor het C&A-team.
Q2
Het Sociaal Plein maakt in samenspraak met het C&A-team een handreiking jeugd.
Hierin vinden huisartsen alle contactinformatie, werkwijze en aanbieders.
Q2
De gemeente Hilversum geeft aan de beleidsadviseurs Jeugd in de regio Gooi en
Vechtstreek de aanbeveling door om het C&A-team aan te laten sluiten bij
Zorgdomein.
Q1
De gemeente Hilversum geeft de aanbevelingen van huisartsen over Veilig Thuis door
aan deze organisatie.
Q1
De gemeente Hilversum onderzoekt de optimalisering van de Barometer in de zin dat
het onderscheid tussen ‘need to know’ en ‘nice to know’ scherper wordt.
Q3