isolatiemagazine-47-sep-2010

29
ISOLATIE Magazine VAKBLAD VOOR DE NEDERLANDSE ISOLATIESECTOR 47 OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN ONDERNEMERS IN HET THERMISCH ISOLATIEBEDRIJF (VIB), DE STICHTINGEN CINI, NCTI EN OOI - JAARGANG 12 - SEPTEMBER 2010 Mabi’s Evo: nieuwe Bingo-generatie Energiebeurs 2010 Den Bosch, 12 t/m 14 oktober Vaktechniek: achtergrond van de maximum bedrijfstemperatuur

Upload: alinea-stokvisch

Post on 26-Mar-2016

214 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

IsolatieMagazine-nr47

TRANSCRIPT

ISOLATIEMagazineVAKBLAD VOOR DE NEDERLANDSE ISOLATIESECTOR

47

OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN ONDERNEMERS IN HET THERMISCH ISOLATIEBEDRIJF (VIB), DE STICHTINGEN CINI, NCTI EN OOI - JAARGANG 12 - SEPTEMBER 2010

Mabi’s Evo: nieuwe Bingo-generatie

Energiebeurs 2010 Den Bosch, 12 t/m 14 oktober

Vaktechniek: achtergrond van de maximum bedrijfstemperatuur

IM_001-001.indd 1 29-09-2010 09:25:22

Voorpagina:

Een lust voor het isolatie-oog: Mabi’s splinternieuwe Bingo 2 Evo, in

multicoil-opstelling. Met 3D-beeld, automatische of vrij te bepalen

segmentering, nog zuiniger plaatindeling. En als dat nog niet genoeg

is: ook beschikbaar met laser.

inhoudKlimaatneutraal of klaploperij?In de sector is het geen geheim dat voetbal behoorlijk hoog op mijn belangstellingslijstje staat. Ik wil zelfs wel bekennen dat ik tijdens een spannende voetbalwedstrijd helemaal niets wil weten van pijpschalen of gaasdekens. Tenzij er een klant belt natuurlijk …Als isolatie-ondernemer en voetballiefhebber – en nog Rotterdammer ook - klinkt het mij natuurlijk als muziek in de oren nu de Havenstad voorbereidingen treft voor een nieuw, klimaat-neutraal stadion. Al roept het meteen de verzuchting op ‘zo lang staat dat huidige stadion er toch nog niet?’. Een klimaatneutraal stadion roept bij mij visioenen op van kilometers dubbeldik geïsoleerde leidingen en installaties, mede aangedreven door windmolens, zonnepanelen en al dan niet gesubsidieerde warmtepompen. En omdat zo’n voetbalstadion tot in het hart van zijn technische ruimtes één en al zichtlocatie is, werken we die onberispelijke gemonteerde isolatie ook nog eens supernetjes af. Ik zie het plaatje al voor me, en ik zie in de gedachten de cijfer-reeksen van de offerte al voorbijkomen. Natuurlijk, het binnen dertig dagen te betalen getal onder de streep, maar zeker ook de bijlagen met warmteberekeningen, energiebesparing, in weken of maanden uitgedrukte terugverdientijd en het prachtige effect op de CO2-balans. Als dat allemaal is gerealiseerd, combineren we massaal werk en hobby en komen we met bussen vol isolatiespecialisten naar Rotterdam om het resultaat te bewonderen.Ik hoop dat het allemaal bewaarheid wordt, maar de toelichtingen die ik links en rechts hoor temperen mijn hooggespannen verwachtingen. Klimaatneutraal blijkt hier bijvoorbeeld niet zozeer te maken te hebben met uitgekiende ventilatie en isolatie, maar des te meer met koel-waterdumping in de Nieuwe Maas. Het is niet de enige installatie die gebruik maakt van de rivier als koelwaterbron. Het zal evenmin de druppel zijn die de thermische emmer doet over-lopen, die rol in warme, droge zomers is weggelegd voor grootschaliger gebruikers. Maar toch: thermische energie in het oppervlaktewater afvoe-ren is wel goedkoop, maar in principe niet zo klimaat- of energieneutraal als men doet voorkomen. Het is een beetje klaploperij. Wat mij betreft begint duurzaamheid met een goed gesprek met de isolatiespecialist. Dáár begint een ongekend mooie win-win-relatie.Joop van Wingerden

”Volop laaghangend fruit”

september 2010 IsOLAtIe Magazine ............... 3

Verder in di t nummer:Isolatie Journaal 5

SIG Coolag-Bracol: een jaar thuis in de Botlek 16

Vaktechnisch seminar: Armacell Cryogenic Systems 17

Vaktechniek: maximum bedrijfstemperatuur 20

Duurzaam & rendabel: HVAC-isolatie 24

VIB-ledenvergadering: vakmanschap en promotie 27

Project: 11.000 ton wegend hoofddek isolatieproof 29

CINI-nieuws: nieuw CINI-calculatiesysteem 34

NCTI-nieuws: greep op projectdetails 38

OOI-info: EVC-traject en beroepenwedstrijd 40

ISOLATIE Magazine is het vakblad voor de isolatiesec­tor en tevens het officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatie­bedrijf (VIB), de Stichting Opleidings­ en Ontwikkelings­fonds voor het Isolatiebedrijf (OOI), Nederlands Centrum voor Technische Isolatie (NCTI) en de Stichting Commissie Isolatie Nederlandse Industrie (CINI). ISOLATIE Magazine verschijnt vier maal per jaar. Leden van de VIB alsmede de buitengewone leden ontvangen ISOLATIE Magazine uit hoofde van hun lidmaatschap.

Uitgave:Media Business Press

Bezoekadres:Molenbaan 19, 2908 LL Capelle aan den IJssel

Postadres:Postbus 86323009 AP RotterdamTel. redactie: 010­289 4078Fax: redactie: 010­289 4076E­mail: [email protected])l

Redactie:Ewald Lohmann (hoofdredactie)Astrid Mol (redactie)Johan Lantinga (VIB)Willy Marks (Stichting OOI)Urbi van der Velden (CINI en NCTI)

Advertentieverkoop:Stefan PrinsAdvertentietarieven op aanvraagTel. 010 ­ 2894068E­mail: [email protected]

Uitgever:Drs. Yvonne Joosten

Medewerkers:Henk Diepstraten

Voor meer informatie over de VIB: Johan LantingaPostbus 26003430 GA NieuwegeinTel. 030 ­ 630 04 04Fax: 030 ­ 605 32 08E­mail: [email protected]

Voor meer informatie over de Stichting OOI: Mevrouw Willy MarksPostbus 26003430 GA NieuwegeinTel. 030 ­ 630 04 04Fax: 030 ­ 605 32 08E­mail: [email protected]

Voor meer informatie over de Stichting CINI en NCTI:Urbi van der Veldentel.: 0181 ­ 698030

Fotografie:Photol, CuijkRichard Urbach FotografieRob Niemantsverdriet

Vormgeving:René Janssen

Druk:Thieme MediaCenter Rotterdam

© 2010, Uitgever Thieme Media Business Press

ISSN: 1566­0095

cOmmentAAr

NCTI-directeur Urbi van

der Velden is sectorverte-

genwoordiger in de beursadvies-

raad van de vakbeurs Energie

2010. In het interview praat hij

over de beurs en over het isola-

tiepotentieel in duurzaamheid en

energiebeheersing. Belangrijkste conclusie: met isolatie is

nog steeds volop laaghangend fruit te oogsten. “In indu-

strie en utiliteit staat duurzaamheid op de agenda. Nu nog

de daad bij het woord voegen.”

Bio-ethanolfabriek in Duraflex

Bij de bouw van een bio-ethanolfabriek in

Rotterdam-Europoort is het Rockwool-isolatiemateriaal

Duraflex ingezet, een drukvaste, flexibele steenwoldeken

met speciale vezelstructuur. Duraflex is ontwikkeld voor de

thermische en akoestische isolatie van reservoirs en tanks,

kolommen, leidingen van industriële installaties, ketels en

apparaten met gebogen oppervlak.

Vakbeurs Energie2010

De vakbeurs

Energie2010 wijst ener-

gieverbruikers uit de industrie

en gebouwde omgeving de

weg naar structureel lagere

energiekosten, te beginnen

met professionele isolatie. De

zesde editie van de beurs vindt plaats van dinsdag 12 tot

en met donderdag 14 oktober 2010 in de Brabanthallen in

Den Bosch.

10

14

36

IM_003-003.indd 60 29-09-2010 10:12:20

IsolatIe JoURNaal

septembeR 2010 IsolatIe Magazine ............... 5

personalia

Ies den Daas, voormalig directeur van Den Daas Isolatie te Utrecht, is sinds 1 september 2010 werkzaam bij Thermaflex Nederland in Waalwijk, specialist in kunststof leidingisolatie en voorgeïsoleerde leidingen. Den Daas vervult de functie van Development Director Building Solutions. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van voorgeïsoleerde leidin-gen die nu worden ingezet als terreinleidingen, tot leidingen voor inpandig gebruik. Het werkterrein ligt vooral in nieuwbouw en renovatie in de utiliteit.

Isolatiemateriaal bestrijdt sickbuildingsyndroom

Uit recent onderzoek door het Amerikaanse Environmental Protection Agency blijkt dat de bin-nenlucht in gebouwen wel tien keer zo sterk ver-ontreinigd kan zijn als de buitenlucht. In combinatie met vocht schept deze luchtveront-reiniging de ideale omstandigheden voor de groei van microben, wat leidt tot het sickbuildingsyn-droom. Georgios Eleftheriadis, technisch marketing-manager Europa bij Armacell, licht toe: “De juiste bouwmaterialen kunnen het risico op het sickbuil-dingsyndroom verlagen doordat ze ophoping van vuil, binnendringing van vocht en schimmelgroei verhinderen. Het nieuwe AF/Armaflex-isolatie met antibacteriële bescherming Microban helpt mee het sickbuildingsyndroom te bestrijden. De Microban-bescherming op zinkbasis die nu in de isolatie wordt ingebouwd, zorgt voor een actieve bescher-ming die effectief zal zijn en daarom gewaardeerd door technici of gebouw- en onderhoudsbeheerders die verantwoordelijk zijn voor openbare gebouwen, zorginstellingen, scholen en crèches.”De Microban-bescherming kan niet afslijten of weg-spoelen. Daardoor blijft de bescherming gedurende

de hele levensduur van het product effectief. De bescherming dringt door de celwand van micro-ben heen en schakelt essentiële celfuncties uit. Hierdoor kan het micro-organisme niet meer functioneren en dus ook niet meer groeien of zich vermenigvuldigen. Zo wordt de ontwik-keling van bacteriën, schimmels en meeldauw verhinderd.Met de introductie van het materiaal met anti-bacteriële behandeling breidt Armacell het AF/Armaflex-assortiment uit met slangen in diameters voor kunststof leidingen die in koelsystemen het meest worden toegepast.

Nauwelijks ongevalverzuim

BIS Industrial Services heeft in juli 2010 bekendgemaakt drie miljoen uren gewerkt te hebben zonder verzuimongeval. Dit is een record in de geschiedenis van BIS.Veiligheid is voor het bedrijf meer dan een onderdeel van het werk. Het is een ‘way of life’ waarbij iedereen binnen BIS erop is gericht het aantal ongevallen met verzuim tot het uiterste minimum te beperken. Verder heeft BIS een uitgebreid en vergaand veiligheidsbeleid ont-wikkeld dat intern en extern wordt gecommuniceerd. Het leidende uitgangspunt daarbij is: “we doen het veilig of we doen het niet”.www.bis-is.com.

Nieuw adres eiiF

De European Industrial Insulation Foundation EiiF is verhuisd. De nieuwe adres- en contactgegevens zijn:EiiF - European Industrial Insulation Foundation Avenue du Mont-Blanc 33, 1196 Gland, Zwitserland, tel. 00.41.22.995.00.70, fax. 00.41.22.995.00.71.

IM_005-008.indd 5 29-09-2010 10:13:08

6 ............... IsolatIe Magazine septembeR 2010

Harsco behaalt Iso 14001

Begin september ontving Harsco Infrastructure milieucertificaat ISO 14001. Deze norm geeft aan waaraan een milieumanagementsysteem moet vol-doen. Voor de bouw en industrie is Harsco al decen-nia lang een gerenommeerd partner voor isolatie, steigerbouw, tracing en brandveiligheid.Op basis van het milieumanagementsysteem besteedt Harsco, waarin SGB en Cleton zijn opge-gaan, structureel aandacht aan milieu in de bedrijfsvoering. Dit onderdeel van het manage-mentsysteem is gericht op beheersing en verbete-ring van prestaties op milieugebied. Uitgangspunt is beheersing van milieurisico’s, naast voldoen aan wet- en regelgeving. Tevens streeft Harsco naar permanente verbetering van milieuprestaties. De certificatie heeft betrekking op alle producten en diensten van Harsco Infrastructure en werkmaat-schappijen, waaronder thermische en akoestische isolatiewerkzaamheden, steigerbouw en mechani-sche hoogwerksystemen.Harsco Infrastructure maakt deel uit van Harsco Corporation, een wereldwijd opererende organisa-tie op het gebied van industriële dienstverlening,

opgericht in 1853. De divisie Harsco Infrastructure heeft vestigingen in 36 landen. In 1964 werd Patent (USA) overgenomen door Harsco, SGB in 2000 en Hünnebeck in 2005. Wereldwijd werken bij Harsco 21.000 mensen.www.harsco.com

Namens certificeerder SGS reikt Wendy Warnar (links) het ISO-14001-certificaat uit aan directeur Jacques Verhage van Harsco Infrastructure (midden), in het bijzijn van Leo Pasveer, KVM-manager van Harsco (rechts).

Utiliteitsnieuwbouw krimpt ruim 40%

Voor de utiliteitsnieuwbouw waren 2008 en 2009 topjaren met productiewaarden van circa € 6,8 mil-jard. Vanaf 2010 slaat dat beeld om, gevoed door een gedaalde vergunningverlening en de nasleep van de crisis. De nieuwbouwwaarde in de markt-sector daalt tussen 2008 en 2011 met 41%. In 2012 krabbelt zowel de marktsector als de totale utili-teitsnieuwbouw weer licht op. Dit blijkt uit de jong-ste prognoses voor de BouwKennis Marketing Score Card.In de marktsector vinden pas investeringen plaats als dat de bedrijfsactiviteiten ondersteunt. Verbetering moet daarom komen van een duurzaam herstel-lende economie. Per subsector zijn er fundamentele verschillen te zien, maar er is één gemene deler. Een beslissing tot uitbreiding of vernieuwing volgt pas wanneer de bezettingsgraden weer op peil komen. Uiteraard reageert elke sector en ieder gebouwtype anders op de conjuncturele schommelingen en maat-schappelijke veranderingen.

Opleving industrieIn de industrie en bouwnijverheid valt de nieuw-bouwproductie vanaf 2010 scherp terug. Cumulatief tot en met mei 2010 is er voor deze sector voor € 196 miljoen aan vergunningen verleend voor de nieuwbouw. Dat is een daling van 51% ten opzichte van dezelfde periode in 2009 en van maar liefst 75%

ten opzichte van 2008. Dit komt door de forse vraag-daling naar productiehallen, eventueel met aan-grenzende kantoorruimte. Het herstel in de zware industrie komt eerder dan in de laatcyclische bouw-nijverheid. De waarde van de gereedmeldingen voor industrie en bouwnijverheid ligt de komende jaren tussen de € 700 miljoen en € 800 miljoen.Bij handel en horeca is voor de utiliteitsbouw met name de eerste belangrijk. Deze deelsector valt weer uiteen in groot- en detailhandel. De detailhandel kampt met teruglopende consumentenbestedingen. In combinatie met het al historisch hoge winkelop-pervlak zorgt dat voor een teruglopende bouwop-gave van winkelvastgoed. De groothandel gebruikt vooral (combinatie)bedrijfshallen en loodsen. Deze exportgerichte sector heeft geprofiteerd van de opleving in de wereldhandel. Dit effect is echter tijdelijk, aangezien het vooral door voorraadaanvul-ling werd gedragen. Hetzelfde effect geldt in grote lijnen voor de sector vervoer en communicatie. Maar voor de investeringen op gang komen moeten eerst de bezettingsgraden weer op orde komen. Hoopgevend is wel het sterke herstel op de main-ports Schiphol en de Rotterdamse haven, waar de groei van de goederenoverslag in het eerste halfjaar van 2010 in de dubbele cijfers uit is gekomen (www.bouwkennis.nl).

IM_005-008.indd 6 29-09-2010 10:13:09

IM_005-008.indd 7 29-09-2010 10:13:10

8 ............... IsolatIe Magazine septembeR 2010

Vakbeurs Iso verhuist

ISO, de Duits-internationale vakbeurs voor isola-tietechniek en -materiaal verhuist naar Keulen. De beursorganisatie heeft dit in juni besloten. Ze acht het beursterrein gunstiger dan Wiesbaden, zowel voor bezoeker als exposant. Behalve dat de Messe Keulen meer expositieruimte en congreszalen biedt, zijn er ook logistieke voordelen zoals een nabijgelegen luchthaven en treinstations, snelle aanrijroutes, en meer parkeermogelijkheden. Met dit besluit is tevens een datum vastgesteld voor ISO 2012: op 10 en 11 mei is Keulen voor de eerste keer het middelpunt voor de isolatiebranche.www.iso-messe.de.

armacell premieprogramma

Op ISO 2010, dit voorjaar in Wiesbaden, startte Armacell het nieuwe Premieprogramma waarmee de fabrikant van isolatiemateriaal de klanten beloont voor hun loyaliteit. De actie is een schot in de roos: al meer dan honderd isolatievakbedrijven hebben zich aangemeld bij Armacell-Premium. Na de aanmelding sparen de Armaflex-verwerkers punten die ze later inwisselen tegen aantrekkelijke geschenken. De iBonuscodes bevinden zich op de etiketten van de Armacell verpakkingen.Een van de deelnemende bedrijven is Van der Hoek Isolatie-Midden-Nederland. Manager Nol van Remmerden: “Ik ben tijdens de ISO-beurs opmerk-zaam gemaakt op Armacell-Premium en heb me direct ter plaatse geregistreerd. Ik werk al onge-veer twintig jaar met Armaflex. Wat mij betreft heeft Armacell niet alleen goede producten, maar is ook de ondersteuning door de buitendienst en de technische afdeling goed. Op de nieuwe internet site staat interessante en waardevolle informatie voor onze branche. Ik vind het nieuwe premieprogramma heel goed. Deelname is gratis en vrijblijvend, het programma is eenvoudig in gebruik. Je kunt de actuele puntenstand op elk gewenst moment bekijken en de bonuspunten flexibel gebruiken. Bij de premies zit zeker voor elk wat wils. Mijn medewerkers en ik gaan nu al maandenlang op puntenjacht.”Met Armacell-Premium breidt Armacell de part-neractiviteiten verder uit. Giel Vaessen, Armacell Business Director Europe North: “Loyaliteit aan Armacell-producten is meer dan de moeite waard: kwalitatief hoogwaardige producten, uitgebreide cursussen en advies, en verlengde systeemgarantie-termijnen. Daar komt nu exclusief voor het isolatie-vakbedrijf nog het voordeel van Armacell-Premium bij: wij belonen jarenlange loyaliteit en samen-werking met een aantrekkelijke tegenprestatie. Het partnerschap met het isolatiebedrijf is voor ons enorm belangrijk. Een betrekking, waarin wij graag investeren.“ Aanmelden kan via www.armacell-premium.com.

Nol van Remmerden (Van der Hoek Isolatie): “Mijn medewerkers en ik gaan nu al maandenlang op puntenjacht”.

Zilver voor Hertel

Hertel Industrial Services heeft goede veiligheids-resultaten geboekt tijdens de Turnaround bok ExxonMobil in Rotterdam. De maatschappij heeft dit beloond met zilveren. Hertel werkte op de raf-finaderij aan inspectie en vervanging van isolatie, het doortrekken van kabels op hoogte middels rope access en asbestverwijdering. Negen weken lang beoordeelde ExxonMobil alle contractors wekelijks met een gouden, zilveren of bronzen ster, of bij een wanprestatie een rood kruis. Hertel scoorde met acht zilveren en één gouden ster bovengemiddeld.

IM_005-008.indd 8 29-09-2010 10:13:12

ISOLATIE InTErvIEw

10 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

NCTI-directeur Urbi van der Velden:

”Volop laaghangend fruit te oogsten met isolatie”Van 12 tot en met 14 oktober 2010 draait in de Bossche Brabanthallen de vakbeurs Energie2010, met meer dan 300 exposanten. Opnieuw met een Isolatieplein. Naar aanleiding van deze brede energiebeurs praat Isolatie Magazine met NCTI-directeur en sectorvertegenwoor-diger in de beursadviesraad Urbi van der Velden over Energie2010 en het isolatiepotentieel in duurzaam-heid en energiebeheersing. Belangrijkste conclusie: met isolatie is nog steeds volop laaghangend fruit te oogsten. “In industrie en utiliteit staat duurzaamheid op de agenda, nu nog de daad bij het woord voegen”, aldus Urbi van der Velden.

Uit de ontwikkeling van de nog jonge vakbeurs Energie valt af te leiden dat het thema leeft: vier jaar geleden startte Energie met enkele tientallen expo-santen, editie 2010 telt er al meer dan 300. Temidden van uiteenlopende energiegerelateerde sectoren is de isolatiebranche vertegenwoordigd met een eigen plein. Tussen de branche-instituten VIB, OOI, CINI en NCTI en producenten van isolatiematerialen presen-teren isolatiebedrijven hun energiebesparende dien-sten. Substantiële aanwezigheid van de isolatiesector dus, ondanks het feit dat beursdeelname tegenwoor-dig niet vanzelfsprekend is en het economisch tij de sector extra scherp tot kostenbeheersing dwingt.

Gouden akker“Het beursconcept is ingezaaid op een gouden akker. Energie staat sterk in de belangstelling en energie-managers hebben isolatie tegenwoordig hoger op hun agenda staan”, beantwoordt NCTI-directeur drs. Urbi van der Velden de globale beoordelingsvraag: is Energie2010 te breed georiënteerd of juist het plat-form bij uitstek? “Energiemanagers uit industrie en utiliteit vinden in Energie2010 hún beurs. De beurs spreekt een enorm publiek aan, dat veel aandacht heeft voor de energieproblematiek. Als isolatiesector laten we hier zien dat isolatie bijzonder interessant is, ook al lijkt dit op het eerste gezicht minder span-nend dan bijvoorbeeld zonne-energie. De uitdaging voor de beursorganisatie is om het platform voor alle doelgroepen goed neer te zetten, van zonne-energie en energie-inkoop tot en met isolatie. Het isolatie-ei-land is mooi gesitueerd, in de nabijheid van de groep

‘stoom’ die per definitie in isolatie is geïnteresseerd.”Sinds 2006 vertegenwoordigt Urbi van der Velden de isolatiebranche in de Adviesraad van de jaarlijkse beurs Energie. “Daarmee houden we isolatie in het brandpunt”, licht de NCTI-directeur toe. “Iedereen praat over isolatie, maar omdat het een ‘oud’ medi-um is verliest het te gemakkelijk de aandacht in discussies over energiebesparing. Gelukkig bevat de beurspromotie veel isolatie, binnen de themagerichte publiciteit met kernbegrippen als utiliteit, industrie of groene en duurzame energie. De beurs heeft zich zeker met de laatste twee edities bewezen als een professionele manifestatie die de doelgroep van de isolatiebranche aanspreekt. Ook de industrie uit Zuidwest Nederland met de regio Rotterdam komt naar Den Bosch, evenals hun collega’s uit de utiliteit. Sommigen vinden het een nadeel dat tegelijkertijd in aangrenzende hallen de beurs Milieu wordt gehou-

NCTI-directeur en sectorvertegenwoordiger Adviesraad Energie 2010 Urbi van der Velden: “In industrie en utiliteit staat duurzaamheid op de agenda, nu nog de daad bij het woord voegen”.

IM_010-012.indd 10 29-09-2010 09:25:58

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 11

den, maar ik ervaar dat eerder als logisch en comple-mentair.”

EfficiëntieAls branchetechnologisch instituut vertegenwoordigt NCTI op Energie2010 de branche in samenwerking met VIB, OOI en CINI. Urbi van der Velden: “De goede dingen goed doen is onze belangrijkste boodschap. Met praktijkvoorbeelden en herkenbare infrarood-thermografie tonen we aan dat goed isoleren waar-devol is voor alle betrokken partijen. Zodanig, dat de plantmanager ziet wat hij er mee kan bereiken. We stellen scherp op effectiviteit, ofwel de goede dingen goed uitvoeren. Zowel in nieuwbouw als in reno-vatie verdient effectiviteit veel meer aandacht, die nu te veel uitgaat naar efficiëntie op korte termijn. Effectiviteit ligt niet in verbetering van foute praktij-ken, maar in correcte uitvoering van de juiste oplos-singen. Een niet-optimale oplossing – geen of op prijs gereduceerde isolatie of niet vakkundig gemonteerde isolatie – levert nooit het maximale effect op. De iso-latiebranche moet af zien te komen van dat trieste prijskaartje dat nu nog opgeld doet. De technicus ziet de waarde van een mooie isolatieofferte beslist wel, maar tot nu toe velt de boekhouder meestal het (prijs)oordeel. Dus onze sector moet de opdracht-gever gerichter informeren, zodat deze weet wat hij moet kopen om een effectief systeem te krijgen. Gelukkig is dat besef en die kennis bij technici wel aanwezig, wij kunnen deze vakmensen bij contractors en opdrachtgevers met informatie en argumenten ondersteunen. Dat werkt goed, te meer daar NCTI zich heeft bewezen als onafhankelijk instituut.”

BewustwordingEen van de klassieke problemen van isolatie is het feit dat iedereen het kent of meent te kennen. Complexe installaties liggen vaak beter in de markt dan effectieve isolatiesystemen. Urbi van der Velden: “Een kwestie van bewustwording. Men redeneert: ‘over isolatie hoeven we het niet te hebben, dat is geweest’. Ook de overheid gaat er van uit dat de meest voor de hand liggen energiemaatregelen wel genomen zijn. Ten onrechte: het laaghangend fruit is nog lang niet geplukt. Vrijwel alle Quick Scans van NCTI tonen dit aan. In de utiliteit bijvoorbeeld, waar nog steeds tientallen kilometers retourleiding niet zijn geïsoleerd. De utiliteit schenkt veel aandacht aan bijvoorbeeld gevelverliezen. Ondertussen vergeet men isolatie, terwijl dit zo belangrijk is voor zowel energie als de kwaliteit van het binnenklimaat. Nog steeds weegt isolatie niet mee in de energiepres-tatiecoëfficiënt EPC. Wel de HR-beglazing, ook de waakvlam, maar tientallen kilometers ongeïsoleerde leiding hebben geen invloed op deze EPC. Dat bete-kent dat bij EPC-checks en controles isolatie ook niet figureert in het automatisch gegenereerde rapport. Zodra isolatie wel meeweegt, levert dit in alle opzich-ten veel meer op. Dat vraagt eindeloos timmeren aan de weg om te laten doordringen dat met isolatie significant veel te halen valt. Vanuit de sector leg-

gen we het overal neer, van onderwijs tot en met opdrachtgever en overheid, maar in acht van de tien gevallen eindigt het verhaal in de investeringsbeslis-sing nog op prijs. Dit heeft te maken met budgette-ring, en met gebrek aan kennis bij de opdrachtgever. Wel voert NCTI tegenwoordig meer isolatiequickscans uit – waaruit ook het nodige isolatiewerk voortvloeit – onder invloed van Meerjarenafspraken in vele sec-toren. Deze convenanten binden bedrijfstakken aan een energiereductie van twee procent per jaar. Dit speelt in een breed veld. Niet zozeer in de petroche-mie, wel bijvoorbeeld in de voedselindustrie, pharma-cie, asfalt, glasproductie, de kleinchemie en in delen van de utiliteit zoals de zorgsector.”

Zeggen en doenUrbi van der Velden signaleert een grote belangstel-ling voor energiebeheersing en duurzaamheid, echter ook de ‘lekken’ in het maatschappelijk populaire ‘groen’: “Energie en isolatie klimmen op de agenda, de isolatiebeurs dit voorjaar in Wiesbaden was com-pleet groen van kleur. Er valt echter nog een kloof te overbruggen tussen zeggen en doen. Bestuurders van grote industriële bedrijven verklaren bijvoorbeeld binnen drie jaar een plaats in de duurzaamheidstop te willen veroveren, terwijl daar aan de achterkant van de fabriek niet altijd veel van te merken valt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, isolatie en duurzaamheid staan op de agenda, nu de realisa-tie nog … Het verschil tussen het officiële onderne-mingsbeleid en de budgettaire mogelijkheden van de plantmanager kan aanzienlijk zijn. Zo ondersteunen we het Deltalinqs Energy Forum concreet om de energiebesparing terealiseren die is vastgelegd in het Rotterdam Climate Initiative”, aldus Urbi van der Velden. Lichtpunten zijn er ook: “De Quick Scans voor de industrie die het NCTI uitvoert in samenwerking met Agentschap NL – het vroegere SenterNovem – slaan goed aan. Deze scans zijn ook geschikt voor de utiliteit, al is het effect daar lastiger. We praten in de

Nog genoeg laaghangend fruit te oogsten als het om isolatie gaat. Dit ‘vieze plaatje’ – uit het leven gegrepen – laat wel heel laag hangend isolatiefruit zien.

IM_010-012.indd 11 29-09-2010 09:26:00

12 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

utiliteit immers in eerste instantie met de opdracht-gever, die niet zelf de energierekening betaalt en dus zelf geen voordeel uit goede isolatie haalt. Toch is ook hier beweging. De EPBD (Energy Performance Building Directive) normaliseert met het oog op energieclassificatie het gebouwgebonden energiever-bruik en de bijbehorende meetprocedures. Het is al voorgekomen dat een huurder een utiliteitsgebouw heeft afgewezen op grond van een slecht energie- en duurzaamheidslabel. De EPBD moet echter nog ver-der doorzetten, waarbij de huidige leegstand in de utiliteit, het gebrek aan renovatiebudgetten en het relatief hoge aandeel oudere gebouwen vertragend werken.”

Energiebewust investerenBewijst het groeiende succes van de beurs Energie dat er beweging in energiebewustzijn zit? Urbi van der Velden antwoordt bevestigend: “Er zijn inmiddels energiemanagers gekomen, doorgaans in het mid-denmanagement. Ik zou het liefst een ‘Chief Energy Officer’ in de raad van bestuur zien, want we zijn nog te ver af van energiebewust investeren. Dat is alleen met kennis en bewustmaking te realiseren, omdat het effect pas wordt gewaardeerd als men er gekwan-tificeerd kennis van heeft. Volgens de ‘Life Cycle Costing’-benadering (LCC) levert niet de goedkoop-ste, maar juist de initieel misschien duurdere energie-oplossing op termijn geld op. Let wel, de financieel directeur hanteert tegenwoordig een focus van maxi-maal vijf jaar. Anders gezegd: energiebewust inves-teren vraagt een langetermijnvisie van de opdracht-gever. NCTI rekent daarom niet met de gebruikelijke termijn van twintig jaar, maar met twaalf jaar met meeweging van renteverliezen, afschrijving, terug-verdientijden en emissievoordelen. Dat begint meer en meer te leven. We beschikken over een computer-programma dat precies het effect van isolatie op de kostprijs berekent, met het doel budgettoewijzing richting isolatie te bevorderen. Alles wordt meege-nomen in die berekening: niet alleen energie en CO

2-emissie, ook veiligheid en gezondheid, imago en cor-rosiepreventie. CUI – corrosie onder isolatie – is qua investeringen vaak belangrijker dan energie, omdat corrosie de bedrijfsvoering bedreigt en de opdracht-gever hoe dan ook de hoge CUI-kosten wil elimine-ren. Toch kom je lijvige CUI-rapporten tegen met amper drie regels isolatie. Zodra de procesindustrie de CUI-problematiek integraal met inbegrip van iso-latie benadert – dat is bij grote opdrachtgevers meer en meer het geval, komt naar voren dat isolatie altijd gemakkelijk terug te verdienen is. Nog gemakkelijker dan bijvoorbeeld verfsystemen en coatings. We zijn op de goede weg dus. Daarbij realiseren we ons dat we de isolatie-effecten in de volle breedte moeten meenemen, met inbegrip van veiligheid en gezond-heid. Want hoe hot energie nu ook is en hoe lang dat ook voortduurt, het blijft niet eeuwig het alles-overheersende thema. Goedkoper zal energie echter ook niet worden. We moeten het dus nu aanpakken, en we moeten af van de regerende euro om iets níet

te doen. De voordelen van isolatie staan, in positieve zin, in geen enkele verhouding tot de vereiste inves-tering. De prijs is de val, die opdrachtgever en aan-nemer in de verkeerde cirkel brengt. Dat belemmert de aannemer in de kwaliteit van de uitvoering, met corrosie en verliezen als resultaat.”

KwaliteitsborgingPrijs is één component, kwaliteit de tegenhanger. “Isolatie aanbesteden is iets anders dan een zak aard-appelen inkopen”, zegt Urbi van der Velden. “We hebben in Nederland een prachtig gestructureerde isolatiesector met veel aandacht voor kwaliteit, maar de Europese markt is open. Natuurlijk is het veelbe-sproken keurmerk voor isolatiebedrijven een lastige discussie, maar naar mijn mening moeten we toch verder werken aan kwaliteitsborging. Zelfs het begrip ‘specificaties volgens CINI’ zegt nog niets. Zeker zo belangrijk is de aandacht tijdens en na de installa-tie van het isolatiesysteem. Het is geen kwestie van installeren en dertig jaar laten zitten. Een jaarlijkse inspectie zou logischer zijn, gelukkiger pakken som-mige opdrachtgevers die systematiek op. Gouden plaat kan niet gratis zijn. Gelukkig zien we naast de vaak gevraagde terugverdientijd van één jaar ook dat twee of drie jaar steeds beter te verkopen valt. En de koepelorganisaties van de werkgevers roepen ten aanzien van energie en duurzaamheid unaniem ‘we gaan het doen!’ Unaniem en op hoog niveau dus heel positief”, concludeert Urbi van der Velden.

”Effectiviteit ligt in correcte uitvoering van de juiste oplossingen. Geen of op prijs gereduceerde isolatie of niet vakkundig gemonteerde isolatie – levert nooit het maximale effect op. De technicus ziet de waarde van een mooie iso-latieofferte beslist wel, maar de boekhouder velt meestal het (prijs)oordeel.”

IM_010-012.indd 12 29-09-2010 09:26:02

14 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

ISOLATIE prOjEcT

Staveren Industriële Isolatie kiest voor Rockwool Duraflex

Bio-ethanolfabriek, Rotterdam-EuropoortBij de isolatie van technische installaties komt veel knowhow kijken. Staveren Industriële Isolatie in Rhoon beschikt over die kennis. Deze specialist volgt nauwgezet alle ontwikkelingen op isolatiegebied om grote en veeleisende opdrachtgevers optimaal te adviseren. Voor de bouw van een bio-ethanolfabriek in Europoort raadde directeur Coen van Staveren Rockwool Duraflex aan, een drukvaste, flexibele steenwoldeken met speciale vezelstructuur. Duraflex is ontwikkeld voor de thermische en akoestische isola-tie van reservoirs en tanks, kolommen, leidingen van industriële installaties, ketels en apparaten met gebo-gen oppervlak. Groot voordeel: in de meeste gevallen zijn steunconstructies niet nodig.

Alcohol en autorijden gaan niet samen. Maar nu de fossiele energiebronnen slinken, zijn alternatieven nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van biobrandstoffen. De basis van biobrandstoffen is alcohol: bio-ethanol wordt gemaakt door de suikers uit natuurlijke mate-rialen, bijvoorbeeld door maïs en graan te laten ver-

gisten en daarna te destilleren.. Rijden op alcohol is beter voor het milieu. De CO2-uitstoot van auto’s op bio-ethanol ligt veel lager dan bij benzine. De rest-producten van de bio-ethanolproductie worden voor 98% verwerkt tot veevoer.In Nederland zijn biologische brandstoffen nog geen gemeengoed, maar dat verandert. Eén van de grootste bio-ethanolproducenten ter wereld anti-cipeert daarop met de bouw van een nieuwe bio-ethanolfabriek in Rotterdam-Europoort. De Spaanse multinational met twaalf fabrieken wereldwijd heeft een totale productiecapaciteit van 1,2 miljard liter per jaar. De nieuwe fabriek, met een investeringssom van circa € 550 miljoen, zal 480 miljoen liter brandstof per jaar produceren, een verdubbeling van de Europese capaciteit. De fabriek is een van de grootste in zijn soort. Op een totale oppervlakte van 23 hectare staan tientallen opslagtanks en vaten in diverse afmetin-gen, een leidingnetwerk van vele kilometers, warmte-krachtinstallaties, warmtewisselaars, turbines, kolom-men, vaten en drukvaten en ketelhuizen. Het geheel schittert als een industrieel hoogstandje waaraan veel isolatie te pas komt.

IM_014-015.indd 14 29-09-2010 09:26:09

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 15

Staveren Industriële Isolatie in Rhoon verwierf de opdracht voor de isolatie van drogerunits, een vijf-tigtal warmtewisselaars en een compleet tankpark met opslagtanks in alle soorten en maten, kortom de gehele equipement van de fabriek. Dit alles uiter-aard afgewerkt met beplating. De opdrachtgever in Nederland, die onderdeel is van een Spaanse Multinational, gaf in 2008 het startsein. Voor Staverens directeur Coen van Staveren en zijn mede-werkers brak een hectische tijd aan van intensieve samenwerking met de multinational.Gedurende het traject is het Staveren-team van zo’n veertig tot vijftig isolatiemonteurs aangestuurd door acht leidinggevenden, onder wie Arjan de Graaf. Hij vertelt: “Omdat de werkzaamheden in gedeeltes zijn uitbesteed en er een groot aantal bedrijven op de bouwplaats aan het werk was, is een stevig beroep gedaan op ons coördinatievermogen.” Van Staveren: “We hebben niet alleen veel mankracht, maar ook veel materieel ingezet, zoals steigers, hoogwerkers en kranen. We hadden binnen deze totaalopdracht een enorm isolatie-steigerbouwproject in handen. Dat hebben we uitgevoerd in samenwerking met SGB Cleton, nu overgegaan in Harsco. Gezamenlijk deden wij de isolatie, en zij de steigers.”

Geen hot spotsStaveren Industriële Isolatie heeft zich gespecialiseerd in thermische en akoestische isolatiewerken in de chemische en petrochemische industrie, voedings-industrie, offshore en utiliteitsbouw. Het accent ligt de laatste jaren op de procesindustrie. De technische specialisten van het Staveren-team ontwerpen en engineeren isolatiesystemen en (sub)constructies die worden gemonteerd door gediplomeerde en VCA-gecertificeerde isolatiespecialisten en constructeurs. Staveren Isolatie verwierf de opdracht enerzijds dank-zij het technische kennisniveau, anderzijds dankzij de adviserende rol over de isolatiewerkzaamheden: welk isolatiemateriaal wordt ingezet, hoe wordt het gemonteerd, en welke hindernissen kunnen er ont-staan? Van Staveren: “Het was een groot warmte-iso-latieproject waarvoor voornamelijk steenwol is inge-zet. We hebben Rockwool Duraflex van Rockwool Technical Insulation voor dit project aanbevolen omdat dankzij de hoge drukvastheid van dit materi-aal vrijwel geen steunconstructies nodig waren.”Bij de isolatie van horizontaal leidingwerk met grote diameters, liggende vaten, drukvaten en ketels worden vaak metalen steunringen gebruikt om het plaatwerk te bevestigen. Om te voorkomen dat steunringen warmteverlies veroorzaken en de isola-tiewaarde afneemt, worden er isolatiedekens rondom de steunconstructies aangebracht. Dat is een lastige en tijdrovende klus. Daarnaast kunnen steunringen ‘hot spots’ veroorzaken: verhoogde temperaturen en warmteverlies op de beplating met het risico van brandwonden bij medewerkers. Rockwool Duraflex is een drukvaste en elastische steenwoldeken die aan één zijde is verlijmd met glasvezelversterkt alumini-umfolie. De hoge drukvastheid en flexibiliteit zijn het

resultaat van een speciale productietechnologie die de vezelrichting optimaliseert voor dit toepassing-gebied. Dankzij de vormstructuur heeft Duraflex een drukvastheid van ten minste 10 kN/m². Dit betekent dat steunconstructies meestal niet nodig zijn. De beplating kan rechtstreeks op de isolatie worden aan-gebracht. Daardoor ligt het warmteverlies lager dan bij gaasdekens met ondersteuningsconstructie. De Graaf: “Duraflex is een fijn materiaal om mee te wer-ken. De dekens kunnen gemakkelijk op het horizon-taal cilindervormig keteloppervlak worden geplaatst en met spanbanden worden gefixeerd. Duraflex is een variant op de 133 lamellendeken, maar met een grotere densiteit. Het is harder en op grote diameters toch gemakkelijk te buigen. Toen het materiaal in 2009 op de markt kwam, zijn wij het meteen gaan gebruiken.”

Zwaar werkDe industrie stelt hoge eisen aan opslagtanks: ze moeten het medium op een constante temperatuur houden, maar ook bestand zijn tegen temperatu-renwisselingen, variërend van 30°C tot 220°C. Dit is noodzakelijk om problemen te vermijden bij het vul-len of leegmaken van tanks. De Graaf: “We hebben gaasdekens ProRox WM 80-SW toegepast, met rvs stikdraad en rvs gaas. Bij de beloopbare oppervlak-ken zoals de tankdaken hebben we Rockwool CRS gebruikt, een drukvaste plaat. En alles is in de RVS beplating 304 gezet, in totaal hebben we ± 34 ton rvs trapeziumplaat en ± 150 ton rvs vlakkeplaat ver-werkt.”

Toepassing van Duraflex was voor de Spaanse opdrachtgever een afweging tussen de hogere mate-riaalkosten en lagere montagekosten omdat er geen steunconstructies gemaakt hoefden te worden, en gereduceerde exploitatiekosten van de installatie dankzij verminderd warmteverlies. Van Staveren: “Voor de beplating hebben we platen gebruikt van 0,6 tot 0,8 mm dikte. Alles is op onze werkplaats geprefabt en op locatie omhoog gehesen en getild. Voor de tanks hebben we kranen moeten inzetten om de pallets rvs naar boven te krijgen. Een pallet rvs 0,7 mm dikte voor een tankdak van 200 m2 weegt zo’n 1600 kilo. Platen van 60 kilo moet je op een stei-ger met drie man tillen. Allemaal fysiek zware inspan-ningen. We hebben daarom meer mensen ingezet en de werktijden ingekort. We zijn zuinig op onze medewerkers. Voor ons staat veiligheid en veilig wer-ken voorop.”

Het was een druk jaar voor Staveren BV en z’n team, maar ze kijken met volle tevredenheid terug op dit project. En erop vooruit, want de klus is afgerond met een klinkend onderhoudscontract voor Isolatie en Steigerbouw voor de komende jaren. De fabriek zal minimaal 345 dagen per jaar operationeel zijn, de overige twintig dagen zijn bestemd voor onderhoud. En ook dan zal Staveren Industriële Isolatie z’n know-how enthousiast aanwenden.

IM_014-015.indd 15 29-09-2010 09:26:10

ISOLATIE LOgISTIEk

16 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

SIG-Bracol, een jaar thuis in de Botlek:

Prachtoogst op nieuwe isolatieakkerTerug naar de Botlek, om precies te zijn naar de Abel Tasmanstraat in Rotterdam-Albrandswaard. Begin september 2009 verraste SIG de isolatiebranche met de opening van Bracol-Botlek. Een nieuwe logistieke full-servicevestiging in de achtertuin van de klant. Een jaar later blijkt deze nieuwe isolatie-akker, ingezaaid onder een matig economisch gesternte, een pracht-oogst op te leveren. Succes vanaf maand één, dankzij de combinatie van inzet en klantvertrouwen op een unieke locatie. Per oktober 2010 breidt SIG het Botlek-team uit om de groeiende goederenstroom in beste banen te leiden.

”Het vertrouwen van de klant, hard werken en de juiste locatie”, benoemen SIG divisiedirecteur Joël Neves en vestigingsmanager Michel Jacobs de succes-factoren van Bracol-Botlek. Het begrip durf of onder-nemingszin horen we niet in deze formule, maar tussen de regels door blijkt dit wel een stimulerende adrenalinebron. “We hebben in een moeilijke tijd een nieuwe akker ingezaaid, dan geeft het toch een kick als dit binnen een jaar zo goed geslaagd blijkt. Vanaf

maand één draagt Bracol-Botlek positief bij aan het bedrijfsresultaat en na het eerste jaar lopen we zelfs ver voor op de prognoses. Er zijn in deze tijden dus ook positieve leuke ontwikkelingen te melden”, ver-volgt Joël Neves. Aangezien de SIG-organisatie net als alle andere ondernemingen nieuwe investeringen kri-tisch toetst en volgt, beziet het Botlek-team met nog net een beetje extra trots hun resultaat van plannen maken, uitvoeren en doorontwikkelen.

LocatieVoor Bracol-Botlek is de locatie cruciaal. Vanuit logistiek isolatieperspectief gezien is Rotterdam-Albrandswaard – ook bekend als genoemd – de poort tot de Botlek en de Tweede Maasvlakte. Vanaf zes uur ’s morgens komen de isolatiespecialisten voor-bij. De vroege utiliteitsisoleerders voorop, al snel daarna gevolgd door de industriële collega’s. “We zitten in de achtertuin van de klant”, zegt Michel Jacobs. “Deze locatie is ideaal gesitueerd, voor onze logistieke dienstverlening en voor de persoonlijke relatie met onze klanten. De klant weet zeker dat zijn bestelling de volgende ochtend vroeg klaar staat, hij vaart er blind op dat het juiste materiaal op het

Wim Zoetmulder (l) is bij Bracol-Botlek de vaste vervanger van John Bout. Wim Zoetmulder heeft sinds kort de broodnodige versterking gekregen in de persoon van Wim van Weeren (r), die Zoeterwoude heeft verruild voor de Botlek.

IM_016-017.indd 16 29-09-2010 09:26:19

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 17

SIG-Bracol, een jaar thuis in de Botlek:

Prachtoogst op nieuwe isolatieakker

afgesproken tijdstip op de projectplant zal zijn afge-leverd.”De gedachte dat ‘de klant aan de balie’ niet de meest efficiënte schakel in een rationele logistieke keten is, past niet in de marktvisie van Bracol-Botlek. Michel Jacobs: “We stellen het juist op prijs als klanten geregeld materiaal komen afhalen: dat is waarde-vol persoonlijk contact. In de utiliteit blijk dat – zo ervaren we – zo mogelijk nog belangrijker dan in de industrie waar de aard van de projecten vaak al meer overleg vergt. En laten we niet vergeten dat Bracol-Botlek vooral is opgezet als servicecenter. Zo zijn we als logistieke dienstverlener goed voor de bulk en even goed voor de afhaalopdracht. Zo kunnen we heel snel op aanpassingen en calamiteiten inspelen. De klant is dus ook van harte welkom voor die ‘ene meter’: dat is geen procesverstoring. Integendeel, als bestellen net even te lang zou duren voorkomt afha-len of nabrengen procesverstoring bij onze klant en diens opdrachtgever.”Joël Neves: “Als we de klant snel helpen, laten we concreet zien dat we meedenken en problemen oplossen. Bovendien: onze klant wil kosten besparen en rekent daarin ook op ons. Wij beantwoorden die vraag door te investeren in service. Natuurlijk praten ook wij over prijs, maar primair gaat het er om samen met de klant de markt te bedienen. Prijsdiscussie en korting levert een tijdelijk effect op, het bouwt geen band. Creatief meedenken in oplossingen en service wel. Als we in samenspraak met de klant efficiënte ideeën aandragen, creëren we een win-winsituatie. Service betekent voor ons meedenken met klanten en investeren in de toekomst. Klanten bouwen op ons en weten dat bij de SIG-groothandel – hier Bracol-Botlek - hún voorraad ligt.”

Logistiek webAls servicevestiging is Bracol-Botlek de vooruitge-schoven post van de SIG-groothandelsbedrijven. De vestiging ontleent de kracht dan ook mede aan de logistieke mogelijkheden van de gehele groep. De

vestigingen kunnen flexibel en snel gebruik maken van elkaars capaciteiten. Coolag in Waalwijk, Bracol in Zoeterwoude en Botlek, en Isolatec in Hasselt te België wisselen magazijncapaciteit, productie- en distributiefaciliteiten uit, mede gebruik makend van centrale diensten in Waalwijk. “Als het gewenste materiaal ergens in de Benelux ligt, is het op tijd bij de klant”, vertaalt Joël Neves het logistieke web. Dat de schakels hierbij klant- en projectgericht in elkaar grijpen, illustreert Michel Jacobs als volgt: “een recent project moest direct van start gaan met tientallen trailers gelijktijdig. Dat begint met goed plannen, maar het betekent ook heel snel en flexibel schakelen als er wijzigingen worden doorgevoerd. Zeker als dit ombouw van reeds geladen wagens inhoudt. Je moet er niet aan denken dat honderd man niet aan de slag kunnen door een verkeerd geleverde container. Die complexe zaken kunnen we goed aan, door snel te schakelen. Vanuit Bracol-Botlek, en vanuit Waalwijk en Zoeterwoude.”

UitbreidingBracol Botlek opent iedere ochtend om zes uur de deuren. Parallel met de gebruikelijke projecturen begint de dag normaliter met de utiliteit, dat tegen zevenen geleidelijk overgaat naar de industrie. Tot vier uur ’s middags is het een komen en gaan. John Bout, de ‘anchorman’ van Bracol-Botlek en zijn ver-vanger Wim Zoetmulder, hebben het geleidelijk aan drukker – en daardoor ook gezelliger - zien worden. Zo druk, dat het team per 1 oktober versterking krijgt in de persoon van Wim van Weeren. Laatstgenoemde verruilt de Bracol-vestiging in Zoeterwoude voor de Botlek om een onberispelijk verlopende goederen-stroom te waarborgen. Verder is er ook versterking gekomen op de logistieke afdeling binnen Bracol Botlek in de persoon van Jan Lecker. Hij draagt zorg voor tijdige leveringen bij onze klanten, tezamen met Mark Halewijn. Versterking dus, voor de sympathieke klant die zijn bezoek aan Bracol Botlek zelfs zo nu en dan met gevulde koeken opvrolijkt.

John Bout, de anchorman van Bracol-Botlek. Samen met zijn team heeft hij het de afgelopen maanden snel drukker – en ook gezelli-ger – zien worden in de nieuwe vestiging. Vanaf zes uur begint het met de utiliteitsrelaties. Parallel met de gebruikelijke projecturen komt tegen zevenen de stroom klanten uit de industrie op gang.

Het draait bij Bracol-Botlek om sluitende logistiek. Daarvoor put John Bout bij Bracol-Botlek in Rotterdam-Albrandswaard uit een omvangrijk magazijn ter plekke. De overige SIG-vestigingen staan permanent stand-by om snel en flexibel bij te schakelen.

IM_016-017.indd 17 29-09-2010 09:26:23

september 2010 IsOLAtIe Magazine ............... 19

IsOLAtIe InnOvAtIe

Vaktechnisch seminar, 18 november Den Haag

Armaflex Cryogenic Systems voor procesinstallatiesEen uitstekende thermische isolatie, verminderd risico op corrosie onder isolatie en kostenbesparing bij installatie. Dat presteert Armaflex Cryogenic Systems, het nieuwe meerlaagse lage-temperatuurisolatie-systeem voor industriële procesleidingen en tanks. De binnenste laag Armaflex LTD is een speciaal ontwik-keld dieen-terpolymeer, dat ook bij zeer lage tempe-raturen zijn flexibiliteit behoudt.

Op 18 november 2010 kunnen isolatiespecialisten uit onder meer marine en offshore, procesindustrie en de LNG-sector diep in de theorie en praktijk duiken van het nieuwe isolatiesysteem Armaflex Cryogenic Systems. Dan organiseert producent Armacell een vaktechnisch seminar in Crowne Plaza Promenade Hotel in Den Haag, onder meer over dit nieuwe systeem, waarop patent is aangevraagd.

Cryogeen flexibelArmacell Cryogenic Systems is een meerlaags isola-tiesysteem. Het grootste geheim zit in de binnenlaag Armaflex LTD, bestaande uit een speciaal ontwikkeld dieen-terpolymeer. Dit behoudt ook bij zeer lage temperaturen de kenmerkende flexibiliteit en com-bineert dus de essentiële eigenschappen van elasto-mere isolatie en specifieke cryogene isolatie. De LTD-laag levert op grond van de isolatiewaarden de brug naar de volgende lagen, bestaande uit het bekende AF/Armaflex. Een flexibele of metalen ommanteling completeert het systeem.

De isolatie-waarde van Armaflex LTD op basis van dieen-terpolymeer is vergelijkbaar met andere producten uit het Armaflex-gamma, zoals het AF-programma op basis van nitrilbutadieen-rubber (NBR). De warmtegeleidingscoëfficiënt van het cryogene systeem is 0,034 bij -50, 0,028 bij -100 °C en 0,021 bij -165 °C.

DampdichtEen belangrijk voordeel van het nieuwe product is, dat het systeem geen extra dampbarrière nodig heeft. Het isolatiemateriaal heeft een gesloten cel-structuur met een hoge waterdampdiffusieweer-stand. Een ingebouwde dampbarrière dus. Dit draagt stevig bij aan de betrouwbaarheid van het systeem. Bovendien vermindert het de installatiekosten, omdat dure installatie van dampbarrières met afdichtmassa en tape niet nodig is.

ToepassingHet toepassingsgebied van Armaflex Cryogenic Systems is breed: van -196 °C. tot +125 °C. Het systeem is primair ontwikkeld voor procesleidingen en tanks in de olie-, gas- en petrochemische industrie. Dankzij de blauwe kleur is het materiaal gemakkelijk te herkennen, zowel in de montagefase als bij latere inspecties.Standaard is Armaflex LTD geschikt voor bedrijfs-temperaturen tot – 110 °C. Bij toepassingen onder deze temperatuur is het systeem voorzien van een inwendige, gladde folielaag. Dit verhoogt de opper-vlaktesterkte en maakt het systeem ongevoelig voor trillingen en de gebruikelijke krimp en uitzetting. Bij temperaturen onder 180 °C. adviseert Armaflex een extra gasdichte barrière om de vorming van vloeibare zuurstof te voorkomen.

IM_019-019.indd 19 29-09-2010 10:13:41

ISOLATIE VAkTEchnIEk

20 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

Eigenschappen van isolatiematerialen

Maximum bedrijfstemperatuurLangdurig optimaal functioneren. Dat mag je ver-wachten van isolatiesystemen, het is zelfs een van-zelfsprekendheid. Een isolatiesysteem kan natuurlijk alleen aan die hoge verwachtingen voldoen, als de materiaalspecificaties op de applicatie zijn afgestemd. In deze aflevering van de serie ‘Achtergronden van de vaktechniek’ behandelt RTI-specialist Jean-Luc Van Roy de maximum bedrijfstemperatuur.

De maximale bedrijfstemperatuur is – simpel uitge-drukt de thermische bovengrens voor succesvolle toepassing van een bepaald isolatiemateriaal. De ach-tergrond is natuurlijk complexer: hoge temperaturen kunnen invloed hebben op de bestandheid van het materiaal tegen mechanische belasting en trillingen. Ook hebben hoge temperaturen en temperatuurwis-selingen mogelijk gevolgen voor de drukvastheid, lineaire krimp, dikteverandering na verhitting of belasting, inwendige zelfverhitting tengevolge van een exotherme reactie (‘punking’), afwerking en ondersteuning/steunconstructies.

TestproceduresGelukkig zijn er testmethodes gedefinieerd die een maximum bedrijfstemperatuur koppelen aan de spe-cificaties van isolatiematerialen, zodat duidelijk is tot welke grenzen een bepaald isolatiemateriaal doelma-tig en veilig kan worden ingezet. En zoals het gaat in de wereld van testprocedures en de uitkomsten daar-van: er zijn drie belangrijke normen die niet helemaal parallel lopen. We behandelen ze alle drie, alvorens in te gaan op de praktische hantering van het begrip maximale bedrijfstemperatuur. De Europese norm EN 14706 leidt over het algemeen tot de laagste en meest realistische bepaling van de maximum bedrijfs-temperatuur.

EN14706 en EN14707 Het begrip maximale bedrijfstemperatuur vervangt de term classificatietemperatuur, die AGI Q 132 uit 1996 gebruikte. De maximale bedrijfstemperatuur wordt onder geconditioneerde omstandigheden in het laboratorium vastgesteld volgens de methode die voor de betreffende productsoort is vastgelegd. Voor vlakke producten is voor de bepaling van de maxi-male bedrijfstemperatuur EN 14706 van toepassing. Voor pijpschalen is dit EN 14707. Bij de test wordt het isolatiemateriaalmonster aan 500 Pa druk bloot-

gesteld, ongeveer overeenkomend met een belasting van 0,5 kN/m². Het proefvoorwerp wordt vervolgens aan één kant met een opwarmsnelheid van 5 K/min verwarmd, totdat de beoogde temperatuur is bereikt. Aansluitend wordt deze temperatuur 72 uur gehand-haafd. Tot slot laat men het isolatiemateriaal weer ongeforceerd afkoelen tot omgevingstemperatuur. Tijdens de gehele procedure wordt de vervorming van het isolatiemateriaal gemeten. Gedurende de gehele test mag de vervorming van het proefmateriaal niet meer dan 5 procentbedragen.

ASTM C411 ASTM C411 is de Amerikaanse testmethode voor HT-isolatie (‘Standard test method for hot-surface performance of high-temperature thermal insulati-on’). Deze norm beschrijft testprocedures voor platen, dekens en pijpschalen bestemd voor hoge-tempera-tuurisolatie. Deze procedure bootst de omstandighe-den na waarin isolatiematerialen worden toegepast op oppervlakken met hoge temperaturen. Platen en dekens worden getest volgens de warme-plaat- of –leidingprocedu-res. De plaat of leiding wordt gelijkmatig verhit tot de opgegeven maximum bedrijfstemperatuur. Het isolatiemateriaal wordt eenzijdig in contact gebracht met het verhitte oppervlak. ASTM C411 stelt geen specifieke eisen aan het pro-duct na verhitting. De test rapporteert alleen de vol-gende resultaten: – Mate waarin barsten of andere zichtbare verande-

ringen optreden – Elk spoor van verbranding, gloeien, smeulen, rook-

ontwikkeling en dergelijke – Afname van dikte, vervorming, structuurverlies – Doorbuiging van de leiding (leidingisolatie)

IM_020-021.indd 20 29-09-2010 09:26:52

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 21

BS 2972 De Britse norm BS 2972 geeft procedures voor beproeving van anorganische materialen voor thermi-sche isolatie (‘Methods of test for inorganic thermal insulation materials’). De norm beschrijft testproce-dures voor uiteenlopende producteigenschappen. Paragraaf 6 (warmtestabiliteit, ‘heat stability’) meet de prestatie van isolatiemateriaal door het 24 uur tot de aangegeven temperatuur te verhitten in een oven of fornuis. BS 2972 stelt geen specifieke eisen aan het product na verhitting. De test rapporteert alleen de volgende resultaten:– Gemiddeld percentage verandering in lengte,

breedte, dikte en volume – Percentage gewichtsverlies – Verandering in drukvastheid

Volgens BS 3958, productspecificatie voor thermische isolatiematerialen (‘standard specification for ther-mal insulation materials’) moet het isolatiemateriaal zijn oorspronkelijke vorm behouden. Bovendien mag verhitting tot de maximum bedrijfstemperatuur niet leiden tot zichtbare aantasting van de vezelstructuur.

Praktische toepassing Toepassing van de testprocedures kan in de praktijk kan het per land en per opdrachtgever verschillen. De testen geven een goede indruk voor gebruikelijke toepassingen. Voor specifieke gevallen geven de tes-ten geen definitief uitsluitsel. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het isolatiesysteem permanent bloot-staat aan hoge dynamische belastingen of hoge tem-peraturen, zoals in elektriciteitscentrales. Om voor die specifieke toepassingen een adequaat isolatiesysteem te selecteren, kan het best een deskundig adviseur worden ingeschakeld. Een alternatief is toepassing van de reductiefactoren (fa) volgens de Duitse norm AGI Q101 ‘Isolatie van energiecentrales’ (Insulation works on power plant components). De berekende bedrijfstemperatuur (Obere Anwendungstemperatur) ligt meestal onder de maximale bedrijfstemperatuur (Obere Anwendungsgrenztemperatur). Wanneer men met het oog op de maximale bedrijfs-temperatuur een adequaat isolatiesysteem selecteert, dient men rekening te houden met exter-ne factoren die de systeemprestaties beïnvloeden:– Statische belasting, zoals ommanteling – Dynamische belasting, waaronder trillingen – Opbouw isolatiesysteem (bijv. met of zonder

afstandshouders/spouw)

De tabel geeft de algemeen geldende reductiever-houdingen (fa) voor de bepaling van de bedrijfstem-peratuur. De tabel is ontleend aan AGI Q101. In dit verband kan men volstaan met vermenigvuldiging van de maximum bedrijfstemperatuur met de factor fa.

Vraag & Antwoord

Specialistenhoekje

Een vaktechnische vraag? Even een mailtje naar de redactie van Isolatie Magazine en de specialist antwoordt. Deze keer een vraag die menig isola-tiespecialist maar niet loslaat: lijmen van elastome-ren.

Vraag: van Mark van Kampen, Isolatiebedrijf Van Ettekoven te Houten

Moet het totale oppervlak van elastomeerisolatie op de ondergrond worden verlijmd?

Antwoord: Elastomeerslangen en -platen worden niet op het totale oppervlak van leidingen ver-lijmd, zolang de diameter niet groter is dan 600 mm.Slangen en platen kunnen om praktische redenen niet volledig op de buis worden verlijmd.Wel dient een verlijming op het oppervlak plaats te vinden bij de kopse verbindingen. Deze worden aan elkaar verlijmd en daarbij wordt tegelijkertijd een zogeheten afschotting gemaakt. Deze lijm-rand dient net zo breed te zijn als de dikte van het materiaal, zoals uiteengezet in het Armaflex Montagehandboek, blz. 5.Dit afschotten, ook wel compartimenteren genoemd, geeft het systeem extra zekerheid.Bij een lekkage van ventielen of flenzen blijft het water in de isolatie staan, hetgeen een ieder gemakkelijk opmerkt (zie foto). Dan kan het uiter-aard worden hersteld. Het lekwater loopt niet door het gehele leidingsysteem en het lek kan zo snel worden gevonden.Leidingen met een diameter groter dan 600 mm. en grote vlakken zoals luchtkanalen en tanks dienen geheel op het oppervlak te worden ver-lijmd. Aansluitende naden worden met een overlap van 5 mm nat verlijmd (zie Armaflex Montagehandboek blz 33 en 34).

Afschotting met waterzak.

IM_020-021.indd 21 29-09-2010 09:26:53

ISOLATIE BEurSnIEuwS

24 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmBEr 2010

Vakbeurs Energie 2010, 12 t/m 14 oktober, Den Bosch

Isolatieplein draagt duurzaamheid en rentabiliteit uit‘Energie’, ‘groen’ en ‘milieu’ zijn meer dan alleen modewoorden. Energiezuinig ondernemen, minder CO2-uitstoot en milieubewustzijn beheerst het maat-schappelijk verantwoord ondernemen. Besparing op energiekosten is noodzakelijk, energiezuinige gebou-wen zijn financieel aantrekkelijk. Lage productiekos-ten verhogen de marges en versterken de concur-rentiepositie van bedrijven. Op de vakbeurs Energie 2010, van 12 t/m 14 oktober in de Brabanthallen in Den Bosch, krijgt de bezoeker alle finesses over de ontwikkelingen en noviteiten op deze gebieden. Met isolatie is in alle opzichtende eerste en vaak grootste winst te behalen, dus geeft de isolatiesector acte de présence, op het Isolatieplein.

Energie blijft een hot item door stijgende energie-kosten, groeiend maatschappelijk bewustzijn en de ambitieuze doelstellingen van de overheid. De vak-beurs Energie 2010 wijst energieverbruikers uit de industrie en gebouwde omgeving de weg naar struc-tureel lagere energiekosten, te beginnen met profes-sionele isolatie.De zesde editie van de beurs vindt plaats van dins-dag 12 tot en met donderdag 14 oktober 2010 in de Brabanthallen in Den Bosch. Drie dagen lang nieuws over energie en energiebesparing en alles wat daar-mee samenhangt, verspreid over vier hallen.

IsolatiepleinDe beurshallen zijn verdeeld in de sectoren Diensten

& Advies, Industrie, Gebouwde Omgeving en Duurzaam. Onder de meer dan 300 exposanten vindt men naast de isolatiesector energieleveranciers, con-tractors, energieadviseurs en aanbieders van ener-giezuinige en -besparende oplossingen. Er zijn zeven themapleinen ingericht, met het Isolatieplein als één van de hotspots. Dit is ingericht in samenwerking met ondernemersorganisatie VIB en de sectorinstituten CINI, NCTI en OOI. Rondom dit centrum presenteren zich isolatiebedrijven en producenten en leveranciers van isolatiematerialen met hun producten -en dien-stenpakket. Onder de deelnemende bedrijven uit de isolatiesector bevinden zich Armacell, Kingspan-Tarec, Pittsburgh-Corning, Saint-Gobain Isover, Thermaflex en Thermatras. Zij laten concreet zien hoe zwaar iso-latie bijdraagt aan energiezuinige bedrijfsvoering. Zij kunnen - aan de hand van rekenmodules - uitgebreid informeren over besparingsmogelijkheden met ther-mische isolatieoplossingen. Niet alleen op bouwtech-nisch gebied maar ook en vooral in alle takken van industrie en utiliteit.Het Isolatieplein bevindt zich in de nabijheid van het

Energie 2010, Den Bosch

Openingstijden Energie 2010:– dinsdag 12 oktober 08.00-19.00 uur,– woensdag 13 oktober 09.00-19.00 uur,– donderdag 14 oktober 09.00-23.00 uur.Locatie: Brabanthallen (hal 4 t/m 7), Diezekade 2, Den Bosch.De toegang is gratis op uitnodiging en bij voor-inschrijving. Registratie en info via www.energie.vakbeurs.nl.

IM_024-025.indd 24 29-09-2010 10:14:11

SEpTEmBEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 25

bevriende Stoomplatform. Bevriend, want stoom en isolatie zijn tot beider genoegen al sinds mensenheu-genis met elkaar ‘getrouwd’.

Congressen en workshopsVoor Energie 2010 zijn verschillende conferenties, congressen, lezingen en workshops georganiseerd. Zo is er op 12 oktober de ‘Nationale Duurzame Energieconferentie’ met diverse sprekers, op 13 oktober vindt het congres ‘Energiebesparing bij indu-striële stoom’ plaats over stoom als energiedrager. Deelnemers krijgen een beeld van de belangrijkste energiebespaarders, zoals isolatie, in waterzuivering, op tal van installatiedetails in met stoominstallaties. Op 14 oktober wordt het congres ‘Energiebesparing en binnenklimaat’ gehouden over energiebesparing en binnenklimaat, en de energetische aspecten van verwarming en koeling in de gebouwde omgeving.Vele exposanten houden korte workshops en lezin-gen op het Industrie Podium over energie-inkoop, energiebeheer, monitoring en energiebesparing in de industrie.

Innovatie AwardNaast het brede aanbod aan exposanten en een uitgebreid programma wordt tijdens de beurs de Energie Innovatie Award 2010 uitgereikt. Deze prijs gaat naar de exposant met het meest innovatieve product op het gebied van energie. De genomineerde energiebesparende noviteiten worden letterlijk en figuurlijk in de schijnwerpers gezet tijdens de speci-ale expositie op de beursvloer. De winnaar ontvangt

milieubeurs

Milieutechnologie heeft de toekomst, het besef dat de samenleving duurzamer moet worden, neemt toe. Kiezen voor innovatieve milieu-oplossingen, efficiënt besparen op milieukosten en duurzaam ondernemen is echter niet zo gemak-kelijk. Een bezoek aan de beurs Milieu 2010 geeft verheldering. Deze beurs vindt plaats gelijktij-dig met de nationale beurs Energie 2010 in de Brabanthallen in Den Bosch.Milieu is een veelomvattend en specialistisch vak-gebied, met aanzienlijke verwevenheid met het isolatiespecialisme. Ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op, zowel op product- en ken-nisniveau als op het gebied van regelgeving en handhaving. De beurs Milieu 2010 heeft als thema ’Meer winst met het milieu’. Op de beursvloer worden besparende oplossingen op allerlei gebied getoond, zoals geluidbeheersing, het omlaag brengen van emissies en milieukosten, verkrijging van vergunningen of ontwikkeling en invoering van duurzame producten. Tevens komen actuele onderwerpen aan bod zoals de Wabowet, duur-zaam inkopen, (brand)veiligheid, arbo, opslag gevaarlijke stoffen, asbestsanering en recycling.Meer informatie vindt u op www.milieuvakbeurs.nl.

een mediacheque ter waarde van € 5.000,- om zijn of haar innovatie in de markt bekend te maken.

AdviescommissieEnergie 2010 wordt vakinhoudelijk ondersteund door een adviescommissie, met vertegenwoordigers uit vele brancheverenigingen en vooraanstaande institu-ten zoals NCTI, vertegenwoordigd door directeur Urbi van der Velden.De officiële beursopening is op 12 oktober om 11.00 uur op het Industrie Podium. Na de opening vindt een debat plaats met Elco Brinkman, voorzitter Bouwend Nederland, Uneto/VNI-voorzitter Marcel Engel, Arnold Heertje, emeritus hoogleraar UvA, onder leiding van voorzitter Priva-directeur en zaken-vrouw van het jaar 2009 Meiny Prins.

IM_024-025.indd 25 29-09-2010 10:14:17

september 2010 IsOLAtIe Magazine ............... 27

IsOLAtIe VIb

Ledenvergadering VIB, Kaatsheuvel

Vakmanschap en promotieDe erkenningsregeling voor isolatiebedrijven komt er nog niet. In een uitvoerige consultatie- en inventarisa-tieronde is gebleken dat de branche een erkennings-regeling nog niet breed genoeg draagt. Spelbreker is vooral de economische crisis, die grote delen van de sector tot scherpe kostenbeheersing dwingt. Tot deze conclusie kwam de algemene ledenvergadering van de VIB, dinsdag 15 juni 2010 in Kaatsheuvel. In de ver-gadering viel een warm pleidooi te beluisteren voor vakmanschap en structurele promotie.

De algemene ledenvergadering van juni vertoonde als gebruikelijk de VIB-karakteristieken: branche en belangenbehartiging, sportiviteit, netwerken en uit-wisseling. En dat over de grenzen van de onderne-mersvereniging heen: terwijl de ondernemers binnen vergaderden over branchepromotie, kwaliteitsbevor-dering en opleiding, pakte het simultaan vergaderen-de CINI het meer ‘technisch’ aan: zij verenigden het nuttige en het aangename door de normeringszaken te bespreken.Na afwerking van het zakelijke gedeelte lieten de VIB-ondernemers hun sportieve – een ook competi-tieve – kant zien door een spannende golfcourse af te werken, de aangename gelegenheid voor intensieve uitwisseling van kennis en ervaring. De VIB mag zich nog steeds verheugen in groei. Opnieuw kon voorzitter Leo Veldhuis de vergade-ring openen met een welkom aan meerdere nieuwe leden: Demar te Rotterdam, Fire Proof te Almelo, Den Daas Isolatie Utrecht, Hubers te Middelaar, Samenwerkend Isolatiebedrijf te Almere, Gelders Brandwerend Isolatiebedrijf in Apeldoorn en DIC te Roosendaal.

Erkenning Brood koop je bij de bakker, voor isolatiewerk scha-kel je een VIB-specialist in. De isolatiesector heeft, als resultaat van de beleidsdiscussies van de afgelopen jaren, ingezet op versterking van het brancheprofiel. Een van de onderdelen is de herkenbare kwaliteits-status die het VIB-lidmaatschap afstraalt op de aan-gesloten ondernemingen. Vanuit verschillende gele-dingen binnen de VIB zijn voorstellen gekomen om een onafhankelijke erkenningsregeling in het leven te roepen met als doel het algehele kwaliteitsniveau objectief te borgen in belang van opdrachtgever, iso-latieonderneming, branche en maatschappij.

Bij de afweging tussen voors en tegens blijken voor-alsnog de kosten van ontwikkeling, invoering en onderhoud van een erkenningsregeling te hoog. Dat is althans het resultaat van een uitvoerige consulta-tieronde onder de VIB-isolatiebedrijven, zo blijkt uit de algemene ledenvergadering van de VIB die op 15 juni 2010 is gehouden in Kaatsheuvel.

ConjunctuurDe conjunctuur heeft de balans voor de erken-ningsregeling naar de afwijzende kant door laten wegen. Gezien de positie in de bedrijskolom hebben de isolatiebedrijven vertraagd de effecten gemerkt, afhankelijk van sectoren en deelmarkten. Dit bete-kent dat 2010 nog lastig ligt over de hele breedte en 2011 vraagtekens in verschillende sectoren laat zien. Tegen deze achtergrond zag de industrie weliswaar meer mogelijkheden dan de utiliteit om een erken-ningsregeling in de markt te zetten, maar in zijn tota-liteit blijkt een ontoereikend economisch draagvlak. Waarmee overigens kwaliteitsbevordering geenszins van de baan is: de ledenvergadering heeft besloten versterkt in te zetten op promotie van technische iso-latie door nog meer in te zetten op activiteiten van de stichtingen OOI, NCTI en CINI, goed voor oplei-ding, kennisverbreding en normering.

VakopleidingZoals gebruikelijk presenteert de Stichting OOI op de VIB-ledenvergaderingen de stand van zaken rondom de vakopleidingen. Uiteraard weerspiegelt de lastige economische situatie zich ook in de opleidingen. Voorzitter Leo Veldhuis deed een beroep op de VIB-leden om zoveel mogelijk gebruik te maken van de unieke opleidingsmogelijkheden. Hij wees met klem op de betekenis van gedegen vakopleiding voor het kwaliteitsniveau van bedrijven en branche, en daar-naast ook op de gunstige opleidingsmogelijkheden binnen de OOI-structuur.

De volgende vergadering vindt plaats op 2 november 2010. Op de agenda staat dan onder meer het nieu-we beleidstraject 2015.

VIB-karakteristieken: branche en belan-genbehartiging, sportiviteit, netwer-ken en uitwisseling

IM_027-027.indd 27 29-09-2010 09:53:15

september 2010 IsOLAtIe Magazine ............... 29

IsOLAtIe prOject

Hertel isoleert grootste offshore platform ooit in Nederland

Elfduizend ton wegend hoofddek BP Valhall isolatieproofHertel heeft gewerkt aan een prestigieus bouwwerk van Heerema Fabrication Group in Zwijndrecht, spe-cialist in de bouw van grote en complexe staalcon-structies. Het betreft een 11.000 ton wegend offshore hoofddek, het grootste ooit in Nederland gebouwd. Het geïntegreerde productie- en hoteldek is bestemd voor één van de offshore-installaties in het Valhall-veld bij Noorwegen. Hertel was verantwoordelijk voor kilometers leidingisolatie met Ulva Shield.

Begin dit jaar nog een ‘geraamte’, in juni een immens productieplatform van 100 meter lang, 50 meter hoog en 47 meter breed. Het Valhall geïntegreerde productie- en hoteldek, gebouwd door Heerema Zwijndrecht - één van de drie grote productielocaties van Heerema Fabrication Group (HFG) - is inmiddels overgedragen aan BP Norge. Het betreft een offshore hoofddek dat uiteindelijk een gewicht zal hebben van meer dan 13.000 ton, exclusief de power-from-shoremodule en hotelfaciliteit voor de accommodatie van de bemanning.De isolatieafdeling van Hertel kreeg de opdracht om zes kilometer leidingwerk te isoleren met Ulva Shield, een isolatiemateriaal speciaal ter bescherming van leidingen onder corrosieve (weers)omstandigheden als zout, water en ozon. Hertel-projectleider Kees van der Vlies is sinds januari met een projectteam van twaalf personen - van HSE tot QAQC en Cost Control - bezig om het isolatieproject in goede banen te leiden. Een behoorlijk specifieke klus. Hij vertelt: “Ulva Shield is een 1 mm dikke polymeer-bekleding, specifiek toegespitst op agressieve omstandigheden in de on- en offshore en de petrochemische industrie. Het veroudert nauwelijks, is bestand tegen vuur, chemicaliën en hoge temperaturen. De technische eigenschappen van het materiaal stellen hoge eisen aan het vakmanschap van de isoleerders. De mon-tage vraagt een andere benadering dan die van de gebruikelijke afwerkmaterialen zoals aluminium- of rvs-beplating of Isogenopak. Je hebt met geheel andere omstandigheden te maken. Zo is het afkitten erg belangrijk, want vanwege de waterrijke omge-ving mag er geen tiende millimeter ruimte tussen de platen zitten. Voor het afkitten hebben we een één-component-siliconenlijm ingezet, speciaal ontwikkeld

voor de Ulva Shield elastomeerplaten. Met chirurgi-sche precisie zijn we dus aan het isoleren geweest. Arbeidsintensief, maar kwaliteitszeker.”Er werkten in totaal 1200 mensen aan het project. De aansturing van zo’n groot team vroeg om een strakke regie, weet subcontract-manager Pieter Gilissen van HFG: “We hebben niet alleen voor Hertel gekozen op grond van de goede referenties, maar ook omdat Hertel onder hoge tijdsdruk kwaliteit kan leveren. Vooral met de isolatie, dat organisatorisch erg zwaar op het project drukte, was dat van groot belang.”

Proactief denkenDe eerste productiemaanden verliepen niet geheel zonder problemen. Door de strenge winter liep de isolatiemontage vertraging op omdat door de lage temperaturen het leidingwerk niet van een anticor-rosiecoating kon worden voorzien. Wachten was het devies, maar Van der Vlies en zijn team voorzagen

Projectleider Kees van der Vlies van Hertel: “Producttechnische eigenschappen van Ulva Shield stellen hoge eisen aan het vakmanschap van onze isoleer-ders.”

IM_029-030.indd 29 29-09-2010 09:27:25

30 ............... IsOLAtIe Magazine september 2010

grote tijdnood in de verdere voortgang van het pro-ject, en kwamen met een vindingrijke oplossing. “Een laag aluminiumfolie heeft hetzelfde effect als verf, dus droegen we dat als suggestie bij HFG aan. Zij waren direct enthousiast en gaven ons de opdracht de volle zes kilometer te voorzien van alufolie. Daarna konden we direct aan de slag met de daad-werkelijke montage van de isolatie”, aldus Van der Vlies.“De folielaag is een goed voorbeeld van het proactief denken wat men bij Hertel gewoon is”, zegt Gilissen. “Meedenken is een eigenschap dat HFG in zijn sub-contractors zoekt. Daarnaast is oog voor veiligheid een zeer belangrijk item. Als ik op de plant loop, zijn de mensen van Hertel altijd aan de slag, mét de PBM’s in gebruik en zich houdend aan de veiligheids-regels. Zeer belangrijk voor HFG.”Van der Vlies is eveneens helder over het onderwerp veiligheid: voor hem geen concessies op dit gebied. Iedere week houdt hij toolboxsessies met presenta-ties om veiligheid en kwaliteit te waarborgen. “De neuzen moeten dezelfde kant op staan. Dat is nood-zakelijk omdat we op veel projecten met 100 tot 150 personen werken en dan is er geen ruimte voor onduidelijkheid. Veiligheid is voor ons heel belang-rijk, want we zijn zuinig op onze mensen. Daar komt bij dat HFG en BP grote opdrachtgevers zijn die in de markt wat te vertellen hebben. Zo’n Valhall-project kan voor ons een goede referentie zijn om ook in de toekomst werk voor hen te kunnen verrichten.” Pieter Gilissen beaamt dit: “De samenwerking tussen HFG en Hertel is erg goed verlopen. Dat opent voor

Hertel zeker perspectieven om voor andere projecten van HFG in aanmerking te komen.”

Het dek is het grootste offshore-dek ooit in Nederland gebouwd. Omdat het hier om een geïnte-greerd productie- en hoteldek ging, moesten er spe-ciale voorzieningen rond het accommodatiegedeelte worden aangebracht, onder andere brandwerende en akoestische isolatiemaatregelen. In juli is het dek, geladen op een container, vertrokken richting het Valhall-veld in Noorwegen, waar het inmiddels op het platform is geïnstalleerd.Samen met het dek leverde HFG ook de 350 ton wegende flareboom, twee bruggen en het weather-dek, het bovenste dek van het platform dat bloot-staat aan de weersinvloeden. Ook deze modules zijn inmiddels op de plaats van bestemming aangekomen en geïnstalleerd. Het Vallhall-productieplatform wordt in gebruik genomen naast een al bestaand platform voor de Noorse kust.

Het productie- en hoteldek is bestemd voor één van de BP offshore-installaties in het Valhall-veld bij Noorwegen.

Ulva Shield is een 1 mm dikke polymeer bekleding, speci-fiek toegespitst op agressieve omstan-digheden in de on- en offshore en de petrochemische industrie.

IM_029-030.indd 30 29-09-2010 09:27:28

34 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

Ger Kupers ontwikkelt nieuw CINI-calculatiesysteem:

´Keep it simple´ Niet een of ander internationaal softwareconcern, geen technische universiteit of instituut ontwikkelt het nieuwe rekenprogramma voor CINI, maar ‘gewoon’ zzp-er Ger Kupers te Hilversum. Hij is inmiddels zo vergevorderd met het schrijven van de langverwachte opvolger van het TICP, dat het hoog tijd wordt om hem aan het woord te laten over het bijzondere pro-gramma Cinical. Binnenkort kunnen de gebruikers van het CINI-handboek met een muisklik de economische isolatiediktes (EID) berekenen.

In zijn zoektocht naar een geschikte vervanging van het al enige tijd niet meer beschikbare rekenpro-gramma TICP, het Technical Insulation Calculation Program, zocht het CINI-bestuur zo´n beetje de hele wereld af. Geen van de bekeken Amerikaanse, Franse en andere programma´s bleek geschikt om te worden aangepast aan de eisen van CINI en de gebruikers van het CINI-Handboek. Ondertussen groeide de druk uit de markt op CINI om toch vooral haast te maken met een rekenprogramma dat onafhankelijk moest zijn van leverancier of product. Op het moment dat voor-zitter George Zon zich vertwijfeld afvroeg hoe dit op te lossen, bleek het antwoord bij hem om de hoek te wonen. Uit contacten via de ingenieursvereniging KIVI hoorde Zon hoe Gooigenoot Ger Kupers vertelde over het door hem geschreven rekenprogramma voor Biomassa2heat. De rest is historie: zelfstandig adviseur Kupers kreeg de opdracht en heeft Cinical - zoals het nieuwe programma gaat heten - al voor het grootste deel in de digitale steigers staan.

SchokeffectComplexe berekeningen is een passie van Kupers: “Ik vind het maken van sommetjes gewoon erg leuk. Ik ben altijd geïnteresseerd in transportfysica, de natuurkunde van warmte- en stromingsverschijnse-len.” Toen meer dan dertig jaar geleden de eerste computers nog hele kelders in beslag namen en wer-den gevoed met ponskaarten, deed Kupers zijn eerste ervaringen met rekenprogramma´s op in de nucleaire sector waarin hij toen werkzaam was. Hij kan daar nu nog met enthousiasme over praten: “In de nucle-aire omgeving gebruikten we al hele interessante rekentechnieken waarmee we verder waren dan andere industriële velden. In de eerste plaats waren de berekeningen nodig omdat veiligheid daar zo’n

Ger Kupers, ontwerper van Cinical, de opvolger van het TICP-rekenprogramma.

IM_034-035.indd 34 29-09-2010 09:27:36

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 35

grote rol speelt. Ik ontdekte dat je aan apparaten veel kunt uitrekenen. Ingewikkelde, gedetailleerde mechanieken deelden we in hele kleine stukjes op. Op die manier konden we gedetailleerd simuleren wat er zou gebeuren met de integriteit van een installatie als een leiding of een apparaat aan sterke mechanische en dynamische effecten wordt bloot-gesteld, zoals drukgolven of thermische schokken. Bijvoorbeeld door een klep die plotseling dicht gaat, een kernreactor die een noodstop maakt of zelfs een aardbeving, waarmee je in de nucleaire omgeving toch rekening moet houden.”

´Onder water´Gek zijn op complexe rekenformules kan ook een valkuil zijn. Immers, het nieuwe Cinical wordt niet gemaakt voor even knappe koppen als Kupers. Het moet met gemak kunnen worden gebruikt door iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met pro-cesisolatie: van engineer en calculator tot isoleerder en monteur. Ontwerper Kupers is zich zeer bewust van deze valkuil. Hij maakt daarom verschil tussen ‘onder water’ en ‘boven water’. “’Boven water’ is wat de eindgebruiker van Cinical op zijn scherm ziet en invult. Bijvoorbeeld om met minimale invoer de economische isolatiedikte van een pijp van bepaalde lengte en diameter te berekenen. Dit kan hij eenvou-dig omdat ‘onder water’ het voor hem onzichtbare fundament voor de berekeningen al is gelegd.”

In dit ‘onder water’-fundament zitten alle variabelen die bepalend zijn voor een project, installatie of deel daarvan. Deze parameters moeten tevoren worden ingevoerd aan de hand van een checklist die in het CINI-handboek wordt opgenomen. Die ingevoerde data liggen dan ‘onder water’ vast en zijn daarmee bepalend voor de latere uitkomsten ‘boven water’. Naast de procesgegevens (koud of warm etc.), de specifieke eigenschappen van het isolatiemateriaal, de omstandigheden rond de aan te brengen isolatie (binnen of buiten en dergelijke), zijn de economische parameters essentieel. “De invoer van data als basis voor alle verdere berekeningen moeten fit-for-purpo-se zijn, want je weet: shit in = shit out.”

“Je kunt zo´n programma helemaal volhangen met allerlei parameters, dus je moet goed weten wat je er wel en niet in stopt”, waarschuwt Kupers. “Aan de economische kant moet je uiteraard invoeren wat de kosten van het materiaal zijn, wat de energie kost en of je in dollars of in euro´s rekent. Maar we kunnen het ook uitbreiden met data over onderhoudskosten, de levensduur en life cycle costs of met data over de verwachte inflatie en renteontwikkeling in relatie tot de investeringskosten.”

CO2-module

Wat er zeker in komt is een ecologische module, zodat je zichtbaar kunt maken wat bij welke isolatie-dikte de CO2-uitstoot zal zijn en wat de invloed is op de economisch isolatiedikte in het geval (fossiele) CO2 produceren geld gaat kosten. In de toekomst kun je die mogelijkheid weer verder verfijnen naar de emis-sie-effecten bij gebruik van verschillende, al of niet duurzame, energiebronnen.”

De werkwijze van ‘wat nu beslist moet en straks mis-schien ook nog kan’ typeert de huidige ontwikkeling van het Cinical-programma. ‘Keep it simple’ luidt het parool van het CINI-bestuur. “TICP was een schit-terend rekenprogramma, maar wellicht wel té schit-terend, te complex voor de gemiddelde Handboek-gebruiker. Met Cinical 1.0 is om te beginnen de EID voor leidingen en vlakke platen te berekenen. Later komen daar - in updates - elementen bij, als bijvoor-beeld de EID voor ondersteuningen, of tracing en isolatie”, voorspelt voorzitter Zon. “Het calculatiepro-gramma sluit dan ook naadloos aan bij de opbouw en uitgangspunten van het Handboek. En uiteraard is Cinical gebaseerd op internationale normen.” “Simpel, maar heel betrouwbaar”, vult Kupers aan. “Het programma moet de toets der kritiek kunnen doorstaan. De isolatiespecialist moet zijn klant abso-luut betrouwbare berekeningen kunnen voorleggen.”Desalniettemin zal de gebruiker straks verrast zijn door wat het programma kan en doet. Kupers geeft nog een paar voorbeelden: “Cinical rondt de bere-kende isolatiedikte af op standaardmaten van iso-latiemateriaal en laat jou zien wat de verschillende effecten zijn van de dikte naar boven of onder afron-den. En wat er straks heel leuk uit gaat zien is het scherm met oplichtende kleuren wanneer gegevens worden gevraagd die niet kloppen met de basisdata. Of wanneer het warmteverlies dermate groot is dat het proces in gevaar komt”, aldus Ger Kupers.

CINI en Kupers verwachten dat een bètaversie van het programma rond de jaarwisseling klaar zal zijn om te worden getest. Wanneer dat goed verloopt, kan Cinical worden geïntroduceerd tijdens de Gastech in Amsterdam in maart 2011.

IM_034-035.indd 35 29-09-2010 09:27:36

ISOLATIE DuurzAAm & rEnDAbEL

36 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

HVAC-isolatie binnen drie tot acht maanden terugverdiend

Isolatie: het verborgen potentieelEen gebouw isoleren is een van de gemakkelijk-ste en snelste manieren om energie te besparen. Bewustwording hieromtrent groeit, maar het poten-tieel van technische isolatie in gebouwen wordt nog te vaak vergeten. Dit terwijl juist hier nog veel energie verloren gaat en de terugverdientijd tussen drie en acht maanden kan liggen. Rockwool Technical Insulation zet de feiten op een rij.

Energiebesparing is een belangrijk thema geworden door ontwikkelingen zoals beperkte energiebronnen en stijgende energieprijzen. Gebouwen gebruiken 41% van het totale energieverbruik wereldwijd en verdienen daarom ook veel aandacht in de strijd om energiegebruik te verlagen.Een van de gemakkelijkste manieren om energie te besparen in een gebouw, is het gebouw isole-ren. Isolatie is belangrijk in zowel koude als warme

gebieden. In koude gebieden houdt isolatie een gebouw warm en hiermee beperkt het de behoefte aan energie voor verwarming. In warme gebieden zorgt hetzelfde isolatiesysteem ervoor dat de warmte buiten blijft en het beperkt hiermee de toenemende energiebehoefte voor airconditioning. Ook in ons gematigde klimaat is airconditioning toenemend populair. Technische isolatie draagt bij aan efficiënte airco, terwijl dakisolatie warmteinstraling vermindert en dus de aircobehoefte vermindert.

Energieprestatie-eisen In Nederland wordt energiebesparing in gebouwen ook steeds belangrijker. Dat weerspiegelt zich onder meer in de Energieprestatie-eisen. De energiepresta-tiecoëefficiënt (EPC) wordt per 1 januari 2011 weer aangescherpt. De Energieprestatie-eisen zijn sinds 15 december 1995 opgenomen in het Bouwbesluit. Ze geven aan hoe energiezuinig een woning moet zijn. Stapsgewijs zijn de eisen in de loop der jaren aange-scherpt. Voor een kantorogebouw bijvoorbeeld, voor

Warmteverlies kan met meer dan 80% verminderd worden door een leiding goed te isoleren. Hiermee bespaart men energie, geld en het milieu wordt minder belast (Bron: Rockwool Technical Insulation, Rockassist, augustus 2010).

Investering vs. Kostenbesparing kantoorgebouw met 250 meter centrale verwarmingsleiding (70 °C) in koude ruimtes van ca 10 °C.

Lamellendekens vergemakkelijken de isolatie van verwarmings- en ventilatiekanalen.

Berekeningsgrondslag voor de utiliteitsvoorbeelden in dit artikel.

IM_036-037.indd 36 29-09-2010 09:27:47

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 37

een kantoorgebouw, lag de EPC-eis aanvankelijk op 1,5. Deze is sinds 1 januari 2009 1.1 geworden, een flinke verlaging. De geadviseerde maatregelen om de EPC te verlagen, focussen zich vooral op vloer-, gevel-, dakisolatie en warmteterugwinning op ven-tilatie en warmtepompen. Echter, een belangrijke maatregel waar weinig aandacht aan is besteed, is technische isolatie.

Energieverlies in zolder en kelder Technische isolatie in een gebouw wordt toegepast bij leidingen en ventilatiekanalen. Een bekende misvatting over technische isolatie is dat warmtever-liezen van centrale verwarmingsleidingen geconsu-meerd worden door het gebouw zelf, omdat de schil van het gebouw goed geïsoleerd is. Maar de realiteit is anders. Ten eerste is de gebouwschil in veel geval-len niet volgens de laatste normen geïsoleerd. Ten tweede is binnen oudere gebouwen een groot deel van het leidingwerk gelegen buiten de geïsoleerde laag van het gebouw. Door toepassing van technische isolatie, zorgt men ervoor dat de warme of koele lucht alleen daar komt waar het nodig is. Energie gaat dan dus tijdens het transport van de kelder of zolder naar een kamer, niet verloren. Toch wordt iso-latie van leidingwerk of luchtkanalen nog steeds in

vele gevallen achterwege gelaten. Een gemiste kans, want dit soort isolatie verlaagt de jaarlijkse energie-kosten en heeft een terugverdientijd van ongeveer drie tot acht maanden. Het is, in vergelijking met de duurdere technieken die vaker worden ingezet om energie te besparen, een veel gemakkelijkere, snelle-re en goedkopere optie. Oplossingen zoals Rockwool pijpschalen en lamellendekens zijn speciaal ontwor-pen voor gemakkelijke installatie op leidingwerk en verwarmings- en ventilatiekanalen. Deze technische isolatieoplossingen zorgen voor een comfortabele en veilige omgeving.Naast de thermische en energiebesparende voorde-len, bieden de steenwoloplossingen tegelijkertijd akoestische isolatie en passieve brandpreventie. Rockwool steenwol is perfect bestand tegen vuur en verdraagt temperaturen tot boven de 1000 °C. Isolatie van leiding- en ventilatiedoorvoeringen in een gebouw met Rockwool-oplossingen voorkomt branddoorslag, en vermindert tevens de geluidsover-last die leidingen en ventilatiekanalen kunnen ver-oorzaken.Voor meer informatie kunt u de website van Rockwool Technical Insulation bezoeken: http://www.rockwool-rti.nl of bellen met de customer service (0475 35 36 18).

milieuvriendelijk en veilig

Rockwool steenwol wordt gepro-duceerd met grote zorg voor het milieu en uiteraard met een minimum aan energie. Steenwol wordt gemaakt van vulkanisch gesteente, waarbij een belang-rijk gedeelte van de grondstof al uit gerecycled steenwolmateriaal bestaat. Rockwool technische isolatieproducten besparen door hun isolerende eigenschappen gemiddeld 4.000 keer de energie en CO2-uitstoot die het kost om het te maken.

Steenwol heeft een blijvend hoge isolatiewaarde, is water-afstotend, niet-capillair en niet-hygroscopisch, maar laat wel waterdamp door en is dus dampopen. Het materiaal zet niet uit en krimpt derhalve even-min, veroudert niet en is volledig recyclebaar. Het heeft naast uitstekende thermische eigen-schappen ook prima akoestische eigenschappen en is onbrand-baar. Na-isoleren met Rockwool steenwol is een prima investe-

ring, geeft zekerheid en zorgt voor een aanzienlijke verbete-ring van het wooncomfort.Steenwol wordt al meer dan zeventig jaar gebruikt. Het heeft zichzelf bewezen als een populair en veilig isolatiema-teriaal en is waarschijnlijk een van de meest gedocumenteerde en geteste bouwmaterialen. Europese Richtlijn 97/69/EC ver-klaart dat minerale wol toege-past in bouw en industrie veilig is in productie en gebruik.

Besparingen kunnen oplopen tot 2275 euro per jaar, met daar-naast een verminderde impact op het milieu. De terugverdientijd bij 16 uur energieverbruik voor verwarming per dag is nog geen 6 maanden. De terugverdientijd bij 12 uur verbruik per dag is slechts 8 maanden.

Besparingen kunnen oplopen tot 5916 euro per jaar, met daar-naast een verminderde impact op het milieu. De terugverdientijd bij 16 uur energieverbruik voor verwarming per dag is 6 maanden. De terugverdientijd bij 12 uur verbruik per dag is nog geen 8 maanden.

IM_036-037.indd 37 29-09-2010 09:27:49

38 ............... ISOLATIE Magazine SEpTEmbEr 2010

ncTI-nIEuwS

NCTI constateert toenemend verborgen gebreken:

Hoe je als opdrachtgever greep op projectdetails houdtDe plantowner had het project naar beste weten uit-stekend voorbereid en alle risico´s afgedicht: advies ingewonnen, prima spec volgens CINI, grote gerenom-meerde technische contractor ingehuurd, mooie all-in-prijs afgemaakt, garanties zwart op wit (ook voor de levertijd). En samen met de contractor de champagne ontkurkt. Toch gaat het mis. Enige tijd na oplevering blijkt de isolatie niet zoals afgesproken: loslatend plaatwerk, lekkages, condensatie, beginnende cor-rosie, in het koudetraject een groeiende gletsjer aan ijsvorming. Een raadsel of …?

helemaal af moeten en opnieuw moeten worden aangebracht. Maar dan moet de plant buiten wer-king. En wie zal dat betalen? De energierekeningen blijken ook al veel hoger dan begroot. Dan maar naar de rechter, met het garantiebewijs in de hand. Dat lost echter alleen de financiële kant van de zaak op, en niet op korte termijn de problemen voor de integriteit en de veiligheid van de installatie. Alles bij elkaar opgeteld is straks de gevolgschade vele malen groter dan de oorspronkelijke investering.Wat de opdrachtgever het meest steekt, is dat hij gedurende het traject steeds meer de greep op het project verloor. Dat hij geen zicht meer had op de details. Naarmate de planning onder tijdsdruk kwam, zag hij wel dat er steeds vreemdere vogels op de plant aan het werk waren. Maar de hoofdcontrac-tor verzekerde hem dat het vakmensen waren en er moesten nu eenmaal meer mensen worden inge-huurd om aan de planning te voldoen. De opdracht-gever wilde toch niet dat de plant te laat werd opge-leverd?

PerspectiefNu is elke zaak uniek, en gelukkig komen de beschre-ven situaties niet dagelijks voor. Maar NCTI probeert toch een rode lijn in dit soort incidenten te ontdek-ken. Vooral om opdrachtgevers perspectief te bieden om toch greep te hebben en te houden op complexe projecten. En met name op de uitvoering van de vele details - ook in de isolatie - die samen het project vormen. Ook wil NCTI aandacht aan dit vraagstuk besteden, omdat dit soort incidenten slecht zijn voor de reputatie van de gehele isolatiebranche.Volgens NCTI zijn er twee belangrijkste oorzaken aan te wijzen. Op de eerste plaats is dat de toenemend ondoorzichtige getraptheid van hoofdcontractor naar steeds meer onderaannemers. En ten tweede het ontbreken van gedegen kwaliteitscontrole tijdens de bouw. Op de eerste oorzaak heeft de opdrachtgever minder invloed dan op de tweede. Soms blijkt zelfs de gerenommeerde, betrouwbare hoofdcontrac-tor niet helemaal zicht meer te hebben op wie zijn onderaannemers op hun beurt hebben ingeschakeld. Dikke kans dat dit voor het isolatiedeel een bedrijf ergens uit Europa is, dat ver onder de prijs van Nederlandse isolatiespecialisten is gedoken. Overigens is daarmee niet gezegd dat het dan niet om prima

De adviespoot van kennisinstituut NCTI constateert steeds vaker verborgen gebreken in een afgerond project waarvan isolatie deel uitmaakt. Nu kan er altijd wel iets mis gaan, maar wat NCTI soms tegen-komt, is van een totaal andere orde. De plantowner die NCTI erbij haalt, was ervan overtuigd dat hij het project tot in de puntjes had georganiseerd, en toch heeft hij niet gekregen wat hij had afgesproken. Ondanks de spec, beloftes en garanties. Met alle gevolgen van dien: de nieuwe isolatie doet zijn werk niet en er moet meteen al van alles aan worden hersteld. Sterker nog: eigenlijk zou alles er

Isoleren tot op de flensbout is niet volgens CINI-spec.

IM_038-039.indd 38 29-09-2010 09:27:57

SEpTEmbEr 2010 ISOLATIE Magazine ............... 39

NCTI constateert toenemend verborgen gebreken:

Hoe je als opdrachtgever greep op projectdetails houdt

vakmensen zou gaan. De combinatie van deze facto-ren met het vaak totale gebrek aan isolatiekennis bij de opdrachtgever doet de rest.

Minder tijdMaar wat gebeurt er als dit getrapt ingehuurde bedrijf wordt gedwongen het isolatiewerk in de helft van de afgesproken tijd te doen, omdat het (installatie)werk is uitgelopen? Dan lopen er plotse-ling die genoemde ‘vreemde vogels’ op de plant, die misschien nog nooit een isolatieschaal in de handen hebben gehad, laat staan dat ze weten hoe ze die moeten aanbrengen. Sprekend voorbeeld in dit ver-band is een groepje Roemenen dat voor zo´n uit de hand gelopen isolatieklus werd geronseld. Eenmaal op de plant voelden ze zich diep beledigd omdat de opzichter het steeds over ´CINI´ had. Cini betekent in het Roemeens ‘honden”. Uitgeknepen prijsValt het de opdrachtgever te verwijten dat de onder-aannemer van de onderaannemer geen deugdelijk werk levert? Wel als hij zich onvoldoende heeft laten informeren over alle onderaannemers. En vooral, en dat is de praktijk, indien voor het totaalproject een uiterst uitgeknepen prijs is overeengekomen. De contractor en zijn onderaannemers zullen hun inge-leverde winstmarges altijd ergens in het traject terug moeten verdienen. De opdrachtgever beseft pas laat dat hij zich met die scherpe projectprijs eigenlijk in de eigen voet heeft geschoten. Kwaliteitsverlies is het kind van de rekening, met alle gevolgen van dien.

Veel meer invloed op de uitvoering kan de opdracht-gever uitoefenen door al aan het begin van de con-tractor kwaliteitsgaranties te vragen. Niet alleen de garanties achteraf, maar juist de zekerheid tijdens de constructie. Dit betekent dat aan de voorkant van het project, in de specs, een kwaliteitsplan is opgenomen. Dit plan voorziet in controle op de isolatiedetails door een isolatievakspecialist. Bij elke afzonderlijke stap in het isolatietraject wordt voor akkoord gete-kend. Niet blindelings een paraafje vanwege de haast, maar écht ter plekke gecontroleerd.

Kick-offBij het ontbreken van specialistische kennis zal de opdrachtgever deze van buiten moeten inhuren. Meteen al bij het opstellen van het kwaliteitsplan. Maar ook om een inkoper, bij wie je geen isolatie-kennis mag verwachten, te adviseren bij diens keuze tussen de aanbieders. NCTI beveelt ook aan om aan het begin van een complex project met meerdere par-tijen een kick-off-bijeenkomst te beleggen. Daar zijn eigenaar, hoofdcontractor en alle onderaannemers tot op de onderste schijf aanwezig om alle afspraken naar elkaar toe te bevestigen. De opdrachtgever weet dan wat voor vlees hij in de kuip heeft en kan dan zijn verantwoordelijkheid voor het project nemen. En daarna nog eens instemmend kijken naar de oud-Hol-landse en o zo ware tegeltjestekst: ‘Hy die koopt de beste waeren, sal sich veel geld en kommer spaeren’.

Nat isolatiemateriaal is slechte detaillering in nieuw opgeleverd werk.

IM_038-039.indd 39 29-09-2010 09:27:58

ooi- nieuws

40 ............... isoLATie Magazine sepTember 2010

OOI start met EVC-traject voor isolatiemonteurEVC staat voor ‘Erkennen van Verworven Competenties’, waarmee de voor een beroep vereiste kundigheden bedoeld worden. In de isolatietechniek noemen we een isolatiemonteur competent als hij de voorkomende vakhandelingen zelfstandig en op de juiste wijze verricht, over de kennis beschikt om deze veilig en volgens de voorschriften uit te voeren, en als zijn houding en gedrag in overeenstemming zijn met zijn beroep en zijn functie in het bedrijf.

Ieder mens leert elke dag bij. Dat is niet altijd aan-toonbaar met bijvoorbeeld diploma’s. Voor vakmen-sen geldt dat in het bijzonder. In veel gevallen zijn zij al een poos(je) geleden van school gegaan en hebben sinds die tijd al werkende veel in hun vak bijgeleerd. Vaak zijn zij in hun bedrijf opgeklommen naar een hogere functie. Intern krijgen zij de waardering die hun toekomt, maar zonder papieren sta je buiten het bedrijf met lege handen. EVC is een instrument dat ontwikkeld is om objectief vast te stellen, wat – in onze branche – een isolatiemonteur in de loop der jaren tijdens zijn werk heeft geleerd. Wil je weten waar je staat in je vak, dan kun je bij OOI dit EVC-traject volgen.

ErvaringsdeskundigHet EVC-traject is bedoeld voor isolatiemonteurs met meerjarige montage-ervaring die daarin nooit een opleiding hebben gevolgd. Met het EVC-instrument wordt gemeten wat isolatiemonteurs kennen en kunnen, en dat wordt vermeld op een Ervaringscertificaat. Het EVC-instrument is gebaseerd op wat een aankomend isolatiemonteur aan het eind van zijn opleiding moet weten, zowel praktisch als theoretisch. Het komt voor dat uit het EVC-traject blijkt dat de isolatiemonteur over meer kennis en vaardigheden beschikt dan voor een examen aanko-mend isolatiemonteur nodig is. Is daar sprake van, dan behaalt hij meteen zijn vakdiploma. Maar meest-al zal een isolatiemonteur nog iets moeten bijleren. In dat geval zal OOI periodiek bijlessen verzorgen om de ontbrekende kennis en/of vaardigheden aan te reiken.

VragenlijstHet EVC-instrument bestaat uit een vragenlijst die de kandidaat dient in te vullen. Het zijn vragen over

vakhandelingen en in welke mate hij deze zelfstan-dig kan uitvoeren. Er is ook een lijst met vragen voor zijn direct leidinggevende. De uitkomst van beide vragenlijsten worden beoordeeld door een ‘asses-sor’(beoordelaar) van OOI. Lopen de resultaten van beide lijsten uiteen, dan zal de assessor in praktijkop-drachten zelf willen constateren wat de isolatiemon-teur kan. De praktijkopdrachten worden afgenomen op één van de OOI-opleidingslocaties en duren maxi-maal één dag. Aan het eind van die dag evalueert de assessor de dag kort met de deelnemer. In de dagen daarna beoordeelt de assessor de praktijkopdrach-ten volgens de vastgestelde normen en stelt hij een totaal verslag op. Deze en andere relevante gegevens worden vermeld in een Ervaringscertificaat, waarin de deelnemer zich herkent en dat hij ontvangt. Hierin wordt vermeld over elke vakkennis de deelnemer beschikt, waartoe hij in staat is en op welk niveau.

Het Ervaringscertificaat geeft een objectief beeld over hoe goed je in je vak bent en waaraan je nog moet werken om het vakdiploma te behalen. Met een op deze manier behaald vakdiploma is het ook mogelijk om vervolgopleidingen te doen en naar een andere functie door te groeien. Kortom, EVC geeft inzicht in je vakbekwaamheid.

Wil je weten waar je staat in je vak? Heb je de ambi-tie om door te groeien? Volg dan het EVC-traject. In de volgende uitgaven van IsolatieMagazine en IsolatiePlus volgt nadere informatie over de wijze van aanmelden en details over de EVC-procedure. Uitgebreide informatie wordt ook op onze website geplaatst: www.ooi.nl.Wil je als isolatiemonteur nu al meer informatie of het voor jou zinvol is om een EVC-traject te volgen, neem dan contact op met één van de docenten van OOI. Je kunt ze vinden op www.ooi.nl.

IM_040-041.indd 40 29-09-2010 10:14:48

sepTember 2010 isoLATie Magazine ............... 41

Beroepenwedstrijd in StavangerMaandag 30 augustus: verzamelen op Schiphol voor de vliegreis naar Stavanger in Noorwegen voor de tweejaarlijkse FESI Europese Beroepenwedstrijd. Voor Nederland wist Feike Jan Bruining (Hertel Drachten) zich te kwalificeren.

Het reisgezelschap naar Stavanger bestaat uit de OOI-docenten Bert Hoekstra en Martin Witter, zij coachen de Nederlands isolatiekampioen Feike Jan Bruining. Deze wordt ook bijgestaan door zijn vriendin Froukje. Verder uit de OOI-gelederen manager Willy Marks en Wendy Bosboom, en VIB-secretaris Johan Lantinga. Het VIB-bestuur en voorzitter Leo Veldhuis arriveren later.In Stavanger gaat de reis naar het Radisson Blu Royal Hotel dat de thuisbasis zal zijn van de wedstrijdploeg. In het centrum worden tenten opgebouwd voor de wedstrijd, de dummy’s staan al opgesteld. Een dag voor aanvang overleggen de juryleden, onder wie Martin Witter en Bert Hoekstra van OOI, over de wedstrijdregels en de opdrachten. ’s Avonds is er een welkomstreceptie namens de FESI met de burgemees-ter van Stavanger als gastheer. Geen sinecureDe wedstrijd bestaat uit vier isolatieonderdelen: elastomeer, geschuimd glas, gecacheerde steenwol schalen en lamellendeken. Alle onderdelen, zowel de isolatie als het plaatwerk, moeten aan de onder-zijden met een conisch verloop worden afgewerkt. Voor het onderdeel elastomeren moet er een bocht worden gemaakt met de vrije keus om dit in seg-menten te doen of vanuit elastomeerplaat. Verder nog een T-stuk in van 45° in gelijke omvang en een T-stuk van 90° in ongelijke omvang en moeten er twee knikken in verlijmd worden. Van geschuimd glas moet een segmentenbocht worden gemaakt en een T-stuk van 45° in ongelijke omvang. Het plaatwerk mag wel gemaakt worden, maar later gemonteerd in verband met de beoordeling. In het onderdeel met de gecacheerde steenwolschaal zit één knik ver-werkt. Lastig is het onderdeel met de gecacheerde lamellendeken. Hierin zit zowel een centrisch als een excentrisch verloop, tevens twee T-stukken waarbij de isolatie moet doorlopen in het T-stuk. De schalen en de deken moeten daarna goed worden afgetaped met aluminiumtape. Al met al een pittig stukje isola-tiewerk en een zware dag voor de deelnemers. Is het vaktechnisch al geen sinecure, voor velen is de wed-strijddruk lastig. Op de laatste wedstrijddag kunnen de deelnemers alleen nog werken aan het plaatwerk.

De jury beoordeelt deze op maatwerk, vakmanschap en aangezicht.

VierdeTijdens het galadiner worden de winnaars bekend-gemaakt en vindt de prijsuitreiking plaats. Feike kan trots zijn op een welverdiende vierde plaats. De eer-ste en tweede plaats gaan naar Duitsland, de derde plaats is voor Denemarken. Voor ons als OOI wel een bewijs dat de langere scholing en begeleiding zoals Duitsland dat kent, wordt beloond.In het weekend is het gezelschap weer teruggevlo-gen na wat Noorse cultuur en natuur te hebben gesnoven. We kunnen terugzien op een mooie en spannende wedstrijd, onze deelname hebben we mede te danken aan de isolatiebedrijven Harsco en Hertel en de sponsoren Bracol, Armacell, Coolag Hamar, Goebel en Rockwool. Zonder hun steun is het voor OOI onmogelijk om aan dit soort grote eve-nementen te kunnen deelnemen. Voor de volgende Beroepenwedstrijd hopen we weer een appèl te kun-nen doen op de isolatiesector, en gaan we er alles aan doen om dan nog hoger te eindigen.

Vaktechnisch weet Feike Jan Bruining de opdrachten goed uit te voeren, de tijdsdruk maakt het lastig.

IM_040-041.indd 41 29-09-2010 10:14:50