jaarrapportage jgz · 2019. 3. 12. · jaarrapportage jgz zuid-holland west 2015 6 1.8 externe...
TRANSCRIPT
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
1
Jaarrapportage JGZ
Rapportage over de uitvoering van de basistaken
en aanvullende dienstverlening
januari – december 2015
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
2
Voorwoord
Voor u ligt de jaarrapportage 2015. In dit document maakt JGZ voor u inzichtelijk wat we in 2015
hebben ingezet om invulling te geven aan onze taken op het gebied van de preventieve
jeugdgezondheidszorg in ons werkgebied. Deze rapportage focust op de realisatie van onze diensten
uit het Basispakket preventie en het Programma op Maat. De jaarrapportage is daarmee vooral
bedoeld als verantwoordingsinstrument voor u als gemeente en opdrachtgever van JGZ.
2015 was een jaar met veel ontwikkelingen en veranderingen in de zorg voor jeugd. Naast het
leveren van een bijdrage aan de ingezette transitie en transformatie, is de JGZ haar preventieve
basiszorg blijven aanbieden aan alle kinderen en jongeren in de regio Zuid-Holland West.
Tegelijkertijd werken we aan een verdere optimalisatie van onze organisatie en dienstverlening. Ook
in 2015 hebben onze professionals zich met hart en ziel ingezet voor een gezonde en blije jeugd in
onze gemeenten. Die inzet laten we in de voorliggende rapportage graag aan u zien.
We hebben ervoor gekozen om naast deze rapportage een extern Jaarverslag op te stellen. Het
Jaarverslag is vooral bedoeld om onze klanten (ouders en jongeren), gemeenten, ketenpartners,
toekomstig medewerkers en anderen, een beeld te geven van ons werk en onze dienstverlening.
Zodra het Jaarverslag gereed is, wordt deze naar u toegestuurd..
Ron Boumans
Raad van Bestuur
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
3
Inhoudsopgave
1. Ontwikkelingen extern en intern JGZ 4
1.1 Transitie jeugdzorg 4
1.2 Wet preventieve gezondheid 4
1.3 Organisatie ontwikkeling 4
1.4 Strategie JGZ en governance 4
1.5 Evaluatie pilot JCM Delft 5
1.6 Project Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoefte (GIZ) 5
1.7 Project logopedie 5
1.8 Externe communicatie en social media 6
2. Basispakket JGZ 7
2.1 Contactmoment zuigelingen (0-1 jaar) 8
2.2 Contactmoment peuter (1-4 jaar) 14
2.3 Contactmomenten 4-19: groep 2, groep 7, klas 2 19
2.4 Jongerencontactmoment 24
2.5 Vaccinaties 27
2.6 Logopedie 28
2.7 Inloopspreekuur 29
2.8 Telefonisch spreekuur 30
2.9 Prenataal huisbezoek 32
3. Programma op Maat 33
3.1 Stevig Ouderschap 34
3.2 Bemoeizorg 37
3.3 VVE 39
3.4 Ziekteverzuim 42
3.5 Netwerken 46
3.6 Groepsvoorlichting 47
3.7 Video-Hometraining 48
3.8 Begeleiding overgewicht ` 50
3.9 Inloopspreekuur kindercentra 51
3.10 CJG informatie en advies en CJG telefonie 52
3.11 Sociaal domein 53
3.12 Regie op zorg 54
3.13 Calamiteiten 55
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
4
1. Ontwikkelingen extern en intern JGZ
1.1 Transitie jeugdzorg
Per 1 januari 2015 is de transitie jeugdzorg in werking getreden. Binnen het jeugddomein heeft elke
gemeente zijn inrichtingsvorm gekozen om de toegang tot de zwaardere zorg en de samenwerking
tussen de verschillende partijen vorm te geven.
JGZ heeft in enkele gemeenten een actieve rol gekregen in de jeugdteams. In de gemeenten Delft,
Midden-Delfland, Rijswijk en Westland wordt expertise geleverd door de inzet van JGZ-medewerkers
in de opgerichte nieuwe jeugd- wijk- , CJG- of sociale kernteams. Deze activiteiten zijn voor JGZ
nieuwe aanvullende diensten met de daarbij bijbehorende opbrengsten. Bij andere gemeenten is de
JGZ als basisvoorziening gepositioneerd en zit JGZ wel aan tafel, maar is niet voor een directe rol
gekozen in de zogenoemde “toegang”.
1.2 Wet preventieve gezondheid
Per 1 januari 2015 is niet alleen de Jeugdwet, maar ook de Wet op de Preventieve gezondheid
aangepast. Het basispakket JGZ is tegelijk herijkt en biedt meer ruimte voor preventieve
gezondheidsdiensten. Een belangrijke aanpassing betreft de beleidsadvisering aan gemeenten. Als
uitwerking hiervan heeft JGZ het gesprek opgestart met de acht gemeenten. Hieruit is een
stuurgroep ontstaan met een afvaardiging uit de gemeenten en JGZ. Naast de duiding van
beleidsadvisering, wordt tegelijk een open dialoog gevoerd hoe registratiedruk verlaagd kan worden
en meer naar outcome (toegevoegde waarde) verantwoording gegroeid kan worden.
1.3 Organisatie ontwikkeling
De interne organisatie JGZ is volop in ontwikkeling. Diverse belangrijke bouwstenen zijn in 2015
gerealiseerd: een aangescherpte strategische koers, besturingsfilosofie en operationele normen
(kaders voor dagelijkse werkzaamheden). In de zomer van 2015 heeft JGZ een evaluatie laten
uitvoeren naar de interne organisatieontwikkeling vanuit de vraag of de huidige organisatie (met
betrekking tot structuur/inrichting en cultuur) robuust genoeg is om ontwikkelingen van nu en in de
toekomst aan te kunnen. De evaluatie heeft een aantal aangrijpingspunten zichtbaar gemaakt voor
verbetering. In het programma “En nu doorpakken!” is eind 2015 neergezet wat er nodig is om de
organisatieontwikkeling van JGZ verder door te zetten.
1.4 Strategie JGZ en governance
Begin 2015 heeft JGZ haar strategische koers: een gezonde basis, vastgesteld. De koers is goed
ontvangen door onze medewerkers en de gemeenten. De positie van JGZ in het jeugddomein, met
daarbij de focus op universele preventie en selectieve preventie, helpt de gemeenten in de zoektocht
naar de nieuwe inrichting van de toegang. Deze duidelijke opstelling is flexibel ingezet. Dat betekent
dat JGZ niets uitsluit, maar elke (lokale) ontwikkeling en vraag bekijkt vanuit de leidraad of dit past bij
de uitgezette strategische overwegingen en richting. JGZ bespreekt met de betreffende gemeente
de gewenste uitwerking van haar rol in het preventieve veld, waarbij ook nieuwe diensten
ontwikkeld kunnen worden.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
5
1.5 Evaluatie pilot JCM Delft
In 2014 is JGZ gestart met de ontwikkeling en implementatie van het Jongerencontactmoment
(JCM). In de subsidiebeschikking van Delft is een extra voorwaarde opgenomen voor dit
contactmoment, een extra rol van de JGZ om een samenwerkingsproces te starten met
ketenpartners in het preventieve domein en het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs en de
expertise te bundelen: een regierol voor de JGZ.
De uitkomsten van deze pilot zijn in april 2015 geëvalueerd. Daaruit is een aantal conclusies en
aanbevelingen gekomen, waarbij o.a. is aangegeven dat een regievoerder een belangrijke
meerwaarde heeft voor scholen en andere partijen om vraag en aanbod beter op elkaar af te
stemmen. In de tweede helft van 2015 heeft JGZ met de gemeente Delft de rol van JGZ voor meer
invulling van regie op preventie vanuit het jongerencontactmoment, verder invulling gegeven. In dat
kader is JGZ nauw gaan samenwerken met het JIP Delft (Jongeren Informatie Punt) om de informatie
en adviesfunctie voor de doelgroep bij elkaar te brengen. Vanaf 2016 voert JIP haar dienstverlening
in Delft uit onder de regie van JGZ.
1.6 Project Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoefte (GIZ)
Met het project Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoeften (GIZ) werkt JGZ naar een organisatiebrede
invoering van deze werkwijze die door de Academische Werkplaats jeugd is ontwikkeld. Met de GIZ-
werkwijze schat de JGZ professional samen met ouders/jeugdigen gezamenlijk hun zorgbehoeften in,
gevolgd door een gedragen lichte hulpverlening of toeleiding naar de juiste zorgverlening. Deze
keuze is gemaakt omdat het werken volgens GIZ veel beter aansluit bij de visie van onze organisatie.
De eerste helft van 2015 heeft met name in het teken gestaan van de ontwikkeling en organisatie
van het implementatieproces van GIZ.
In september 2015 zijn de GIZ-scholingen gestart voor alle JGZ jeugdverpleegkundigen en
jeugdartsen. De trainingen zijn verzorgd doorn interne GIZ-trainers. Vanaf het moment dat
medewerkers hun eerste dagdeel scholing hebben gekregen, zijn ze meteen gaan oefenen met GIZ
en hebben de werkwijze in hun consulten toegepast. Daarbij hoort ook het invullen van een
registratieformulier GIZ. Tijdens de oefenperiode worden professionals bijgestaan door GIZ-coaches.
Ook deze zijn intern opgeleid. Het projectteam werkt aan de randvoorwaarden voor het
coachingstraject en bereidt zich voor op de borging van GIZ en de evaluatie. Daarbij monitort het
projectteam de uitkomsten van de registratie. Eind 2015 is tevens bij ZonMw een aanvraag ingediend
voor een effectiviteitsonderzoek naar de GIZ-werkwijze. Dit heeft JGZ vanuit de academische
werkplaats-jeugd opgepakt.
1.7 Project logopedie: uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen
JGZ heeft in de eerste helft van 2015 het project logopedie uitgevoerd. Met dit project is de
handreiking “uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen” (NCJ) geïmplementeerd
in de JGZ organisatie. Het doel hiervan is de JGZ professionals te faciliteren bij een eenduidige manier
van werken, zodat taal(ontwikkelings)stoornissen bij jonge kinderen zo vroeg mogelijk gesignaleerd,
gediagnosticeerd en behandeld worden. Bij alle kinderen van 2 jaar wordt middels specifieke vragen
gekeken of er sprake is van een taalspraakachterstand. Kinderen die niet het volledige aantal punten
scoren worden, krijgen een adviesgesprek bij de logopediste aangeboden. Daarnaast komen zij na
een half jaar terug voor een Onderzoek op indicatie bij de jeugdarts en krijgen de kinderen een
indicatie voor VVE.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
6
1.8 Externe communicatie en social media
Om de JGZ beter zichtbaar te maken voor onze klanten (zowel ouders/jongeren als gemeenten en
ketenpartners) heeft JGZ in 2015 ingezet op externe profilering en positionering, aansluitend bij onze
strategische koers en uitgewerkt in de communicatiestrategie JGZ.
Vernieuwde website: www.jgzzhw.nl
In april is de vernieuwde website van JGZ beschikbaar gekomen: www.jgzzhw.nl De website draagt
bij aan heldere positionering en consistente profilering, doordat:
• met de nieuwe website de primaire doelgroep, ouders die met hun kinderen naar de JGZ
ZHW komen, beter wordt bediend.
• de website meer/beter in dienst staat van de inhoudelijke ondersteuning van de klant, en
daarmee bijdraagt aan een betere vindbaarheid en herkenbaarheid van de JGZ. Het doel
is dat ouders in onze regio sneller/gemakkelijk/vanzelfsprekender bij de JGZ terecht
komen met hun vragen. Dat zit zowel in de herkenbaarheid van de organisatie zelf (wie
wij zijn) als van de zaken waarvoor ouders bij ons terecht kunnen (wat we doen, waarom
we dat doen, waar en wanneer), als de wijze waarop, namelijk laagdrempelig, open,
verwelkomend, veilig, vertrouwd, etc. (hoe).
• deze wijze van positioneren bijdraagt aan een positief imago bij de opdrachtgever/
subsidieverlener van de JGZ als vanzelfsprekende belangrijkste partij in de
jeugdzorgketen.
Social media
In de zomer van 2015 is JGZ actief van start gegaan met haar social media beleid en uitvoering
daarvan, met als doelen: de primaire doelgroep (klant/cliënt) te bereiken, onder hen bekend(er) te
raken en onze content bij de mensen te brengen en het JGZ imago te verbeteren (zowel onder onze
klanten als onder externe actoren als subsidieverleners, ketenpartners, samenwerkingspartners,
concullega’s, werkzoekenden).
JGZ heeft ervoor gekozen om voor social media ‘Jet van de JGZ’ te introduceren. ‘Jet van de JGZ‘ is
een fictieve persoon die namens de JGZ op allerlei (sociale) mediakanalen communiceert. Ze vertelt
haar verhaal vanuit de praktijk, speelt in op actualiteiten en bespreekt issues die spelen. Ze geeft
nuttige/deskundige informatie maar ook leuke/grappige feitjes over opvoeden en opgroeien van
0-18 jaar. De communicatie gaat in twee richtingen: mensen kunnen via social media met haar in
dialoog gaan, Jet beantwoordt vragen of verwijst door naar onze website, telefoonnummer of een
inloopspreekuur. Op dit moment plaatst Jet ongeveer 2 à 3 berichten per week op Facebook. Jet
heeft inmiddels ruim 90 vaste volgers.
Groterworden.nl
In 2015 heeft JGZ i.s.m. collega organisaties, zoals JongFlorence, GGD Hollands-Midden, GGD
Gelderland Zuid en 8 andere organisaties een aantal korte, praktische en informatieve filmpjes voor
onze klanten ontwikkeld (o.a. over de gehoortest, vaccinaties en schoolgezondheidsonderzoeken).
Deze informatieve filmpjes worden via www.groterworden.nl beschikbaar gesteld. Daarnaast
verspreiden we deze via onze eigen website en bovengenoemde social media uitingen. In 2016 wordt
de effectiviteit van de filmpjes, als bijdrage aan de versterking van positieve gezondheid, onderzocht
door de Universiteit Twente. JGZ is hierbij, net als de deelnemende organisaties, actief betrokken.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
7
2. Basispakket JGZ
In het wettelijk vastgelegde Basispakket Jeugdgezondheidszorg 0-18 staat welke zorg er op welk
moment aan kinderen in Nederland moet worden geboden. JGZ biedt deze basiszorg in de acht
gemeenten in de regio Zuid-Holland West. Het Basispakket omvat alle reguliere contactmomenten
voor kinderen in de leeftijd van 0 – 18 jaar, evenals prenatale zorg die gericht is op ondersteuning
van de aanstaande ouders op het ouderschap.
De uitvoering van de contactmomenten vindt plaats op de JGZ-locaties (zuigelingen- en peuterleeftijd
en 5-jarigen), op de scholen (groep 7, klas 2 en het jongerencontactmoment op 15-16-jarige leeftijd),
en tijdens huisbezoeken (met name in de zuigelingenperiode).
JGZ neemt steeds meer initiatieven om ook vanuit andere locaties haar diensten aan te bieden. Zo
worden er steeds vaker inloopspreekuren op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gedaan (zie
o.a. 3.9 Inloopspreekuren vanuit kindercentra). Daarnaast heeft de JGZ in 2015 afspraken gemaakt
met Ipse de Bruggen over de inzet van jeugdartsen in medische kinderdagcentra. Kinderen met een
beperking komen tot hun 4e jaar meestal wel op het consultatiebureau, daarna krijgen zij vaak geen
onderzoeken meer door de jeugdgezondheidszorg aangeboden (uitgezonderd de reguliere
vaccinaties op 9 en 12-jarige leeftijd). Ook de Inspectie heeft aangegeven dat deze groep kinderen
beter in beeld dient te komen bij de jeugdgezondheidszorg.
Toelichting op de informatie in deze rapportage
In deze rapportage zijn de realisatiecijfers opgenomen van de reguliere contactmomenten.
Er is gekozen voor een onderverdeling in leeftijdscategorieën: zuigelingen 0 – 1 jaar, peuters 1 –
4 jaar en de schoolgaande leeftijd (4 – 19 jaar).
Bij iedere leeftijdscategorie is de doelgroep (unieke kinderen) aangegeven, waarbij wordt
vermeld hoeveel van deze kinderen minimaal 1x in de rapportageperiode (periode van 1 januari
tot 31 december 2015) gezien zijn.
Tevens is opgenomen hoe hoog het percentage verschenen contacten versus niet verschenen
contacten met/zonder bericht is per leeftijdsperiode. Het gaat hierbij om het totaal aantal
contactmomenten in de betreffende periode. Bij groep 7 en klas 2 is dit percentage niet
meegenomen, omdat de kinderen uit de klas gehaald worden en er incidenteel sprake is van niet
verschenen (bijv. bij ziekte).
In de rapportage worden ook de percentages onderzoek op indicatie vermeld. Het betreft
aanvullende afspraken die zowel als huisbezoek op indicatie als consult op indicatie (op JGZ-
locatie) uitgevoerd zijn.
Tot slot is het aantal doorverwijzingen opgenomen, met de uitsplitsing naar wie is doorverwezen.
Het betreft het totaal aantal doorverwijzingen, waarbij één kind naar meerdere hulpverleners
kan zijn doorverwezen. Hierbij is echter nog een verbeterslag mogelijk én noodzakelijk in het
registreren van de professionals bij het doorverwijzen, om hiermee ook de rol en meerwaarde
van de JGZ in het preventieve veld te kunnen versterken en onderbouwen. Dat is bovendien
nodig om trendanalyses te kunnen maken ten behoeve van integrale samenwerking met de
teams in het sociaal domein.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
8
De gerapporteerde cijfers geven een beeld van aantallen kinderen en contactmomenten. De totale
zorg die de JGZ professionals dagelijks aan ouders en kind verlenen is niet in cijfers te vatten. De zorg
bestaat uit ondersteuning en begeleiding van de ouders, screening en (medisch) onderzoek van de
kinderen en jongeren, overleg met andere instanties en hulpverleners, doorverwijzen naar deze
instanties of het team van het sociaal domein enz. Bij veel kinderen en hun gezinnen volstaat de
reguliere zorg die de JGZ biedt via de reguliere contactmomenten. Echter in een substantieel aantal
gezinnen is alleen reguliere zorg niet voldoende en vindt intensief contact plaats met kind en/of
gezin en de hulpverleners om het kind/gezin heen.
2.1 Contactmoment zuigelingen (0-1 jaar)
Bereik 0-1 jaar
In het eerste levensjaar komen ouders in verhouding vaak naar de JGZ voor controle van de
gezondheid en de ontwikkeling van hun baby. Onder de doelgroep zuigelingen verstaan we alle
kinderen die in de verantwoordingsperiode (1 januari tot 31 december 2015) 0 jaar zijn.
In alle gemeenten is het bereikpercentage 99% of 100% en ligt hiermee boven het minimale
bereikpercentage van 95%.
De zorg van de jeugdgezondheidszorg is niet verplicht. Een aantal ouders is met hun kinderen elders
in zorg. Redenen hiervoor zijn dat kinderen specialistische zorg vanuit het ziekenhuis ontvangen of
dat ouders ervoor kiezen om via een antroposofisch consultatiebureau of via de huisarts zorg te
ontvangen.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
100% 100% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
894 790 172 513 537 190 1.026 1.276
Bereik 0-1 jaar
Gezien(% Bereik)
Doelgroep (unieke kinderen)
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
9
Verschenen/niet verschenen 0-1 jaar
Onderstaande grafiek geeft het percentage weer van het aantal niet verschenen contacten met of
zonder bericht, afgezet tegen alle uitgevoerde contactmomenten in de leeftijd van 0 – 1 jaar. In de
zuigelingenperiode gaat het om het zuigelingenhuisbezoek, consulten op de leeftijd 4, 8 en 12 weken
en 4, 6, 8½ en 11 maanden en de consulten en huisbezoeken op indicatie.
Niet verschenen met bericht betreft de contactmomenten die door ouders (telefonisch) zijn
afgezegd. Veel van deze afzeggingen vinden ruim voor de betreffende afspraak plaats. Op deze
afspraken worden opnieuw kinderen gepland. Een deel van de afspraken wordt echter kort van te
voren afgezegd en dan is het niet altijd mogelijk om kinderen op de betreffende afspraken te
plannen.
Niet verschenen zonder bericht betreft afspraken waarbij ouders niet aanwezig zijn met hun kind op
de afgesproken datum en tijd. Deze ouders worden volgens landelijke richtlijnen, onder
voorwaarden, nogmaals uitgenodigd.
Het percentage niet verschenen met bericht ligt in alle gemeenten tussen de 9% en 13%. Er kan
geen onderscheid gemaakt worden tussen op tijd en kort van te voren afzeggen.
Het percentage niet verschenen met bericht ligt tussen 2% en 4%.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
4% 2% 2% 2% 3% 3% 2% 3%
10%
13% 9% 11% 13% 11% 11% 12%
86% 84%
89% 87%
83% 85% 87%
85%
8.687 8.255 1.647 5.317 5.589 1.740 10.303 13.381
Aantal contactmomenten 0-1 jaar verschenen/niet verschenen
% Niet VerschenenZonder Bericht
% Niet Verschenen Met Bericht % Verschenen Aantal contactmomenten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
10
In juni 2015 is JGZ gestart met het versturen van een SMS ter herinnering aan de afspraak. Deze SMS
wordt 3 dagen voor de betreffende afspraak verzonden. In de meeste gemeenten is het percentage
nvzb met gemiddeld één procent afgenomen ten opzichte van de halfjaarrapportage 2015. De
afname van nvzb wordt in de cijfers nog negatief beïnvloed doordat het eerste half jaar ook
meegenomen is in deze cijfers. Als er vergeleken wordt met de cijfers van 2014 is een duidelijke
afname te zien. De percentages nvmb zijn over de gehele linie iets toegenomen. Opvallend is dat in
de eerste 2 uur na het versturen van het sms-bericht er een piek is in het aantal telefoontjes bij het
klantcontactcentrum. De medewerkers van de JGZ-locaties geven aan positieve berichten te krijgen
van ouders die het prettig vinden om het sms-bericht te krijgen.
Onderzoek op indicatie 0-1 jaar
In onderstaande grafiek is het percentage Onderzoek op indicatie 0-1 jaar afgezet tegen het totaal
aantal consulten in de leeftijdsperiode 0-1 jaar. Het aantal genoemde contactmomenten betreft de
periode van 1 januari tot 31 december 2015.
Een deel van de contactmomenten wordt ingevuld door een contactmoment op indicatie. Deze
contactmomenten worden gebruikt om uiteenlopende redenen, waaronder het geven van een
vaccinatie, het doen van een ogentest, het volgen van de lichamelijke en/of psychosociale
ontwikkeling van het kind als ook begeleiding van kind en/of ouders indien sprake is van verdere
zorgverlening.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
4,4% 5,7% 3,4% 4,0% 2,4% 2,5% 3,7% 3,9%
8.687 8.255 1.647 5.317 5.589 1.740 10.303 13.381
Onderzoek op indicatie 0-1 jaar
% Onderzoekop indicatie
Aantal contactmomenten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
11
In onderstaande grafiek is Onderzoek op indicatie uitgesplitst in consult op indicatie en huisbezoek
op indicatie.
Een huisbezoek op indicatie wordt ingezet als er meer tijd nodig is dan een contactmoment op het
consultatiebureau. Huisbezoeken op indicatie worden uitgevoerd door jeugdverpleegkundigen en
zijn meer gericht op begeleiding van de ouders, dan op specifiek (medisch) onderzoek en volgen van
de ontwikkeling van het kind.
De verhouding huisbezoeken op indicatie versus het totaal aantal consulten op indicatie varieert per
gemeente, van 9% (Pijnacker-Nootdorp) tot 22% (Leidschendam-Voorburg en Westland). Het
gemiddelde betreft 17% huisbezoeken op indicatie.
Er zijn geen aanwijsbare of generieke redenen voor deze verschillen aan te geven, omdat deze enkel
per individuele casus bepaald worden op basis van de behoefte van de ouder. Op basis van landelijke
JGZ richtlijnen en de afweging van de JGZ professional worden deze consulten ingezet. Het
gerealiseerde percentage OI ligt hoger dan in onze begroting is meegenomen.
0255075
100125150175200225250275300325350375400425450
37
102
6 19 26 9
84 96
337 370
50
191
108
34
295
424
Onderzoek op indicatie 0-1 jaar
Aantal huisbezoeken op indicatie Aantal consulten op indicatie
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
12
Aantal doorverwijzingen 0-1 jaar
In onderstaande grafiek is het aantal doorverwijzingen opgenomen van 1 januari tot 31 december
2015, met de uitsplitsing naar welke instantie is doorverwezen. Het betreft het totaal aantal
doorverwijzingen, een kind kan naar meerdere hulpverleners zijn doorverwezen.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
2,5% 1,9% 2,0% 1,9% 2,4% 3,2% 2,2% 1,3%
8.687 8.255 1.647 5.317 5.589 1.740 10.303 13.381
Aantal doorverwijzingen 0-1 jaar
% Doorverwezen naar Hulpverlening Aantal contactmomenten
5
10
15
20
25
30
35
40
Ast
itel
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Maatschappelijk werk 1 1 3 1
Dietist 1 2 2 1
Huisarts 43 46 18 25 40 10 100 61
Kinderarts 19 9 3 8 11 6 12
Fysiotherapeut 31 41 5 33 26 19 50 34
Lactatiekundige 2 1 1 7 2
Radioloog 74 34 4 20 25 7 44
Logopedist 1 1 4 1 3 1
Orthopeed 2 1 1 2 1 21
Anders 32 9 3 24 5 10 32
Aantal doorverwijzingen 0-1 jaar
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
13
In de leeftijdsfase van 0 – 1 jaar is de meest opvallende doorverwijzing die naar de radioloog. Dit
betreft kinderen waarbij een echo van de heupen gemaakt vanwege mogelijke heupdysplasie. In
Zoetermeer vindt deze doorverwijzing via het ziekenhuis plaats en niet direct via de JGZ. De JGZ
verwijst in deze situaties naar de orthopeed, waarmee het hoge aantal verwijzingen naar de
orthopeed verklaard wordt. Verder zijn de meeste doorverwijzingen naar de huisarts voor
uiteenlopende redenen en naar de fysiotherapeut, met name voor houdingsafwijkingen.
Uit bovenstaande tabel met doorverwijzingen lijken de doorverwijzingen naar het jeugdteam of
toegang tot zorg in het sociale domein, gering. Mogelijk worden deze doorverwijzingen momenteel
onder “anders” in het digitale dossier geregistreerd. JGZ gaat in de toekomst haar dossiervorming
aanpassen, zodat ook inzichtelijk gemaakt kan worden hoeveel ouders/kinderen worden
doorverwezen naar de toegang tot de (zwaardere) zorg voor jeugd.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
14
2.2 Contactmomenten peuters (1-4 jaar)
Bereik 1-4 jaar
In de peuterperiode komen de kinderen minder vaak naar de JGZ, gemiddeld 1 x per jaar, voor
controle van de gezondheid en de ontwikkeling van hun peuter. Onder de doelgroep van de peuters
verstaan we alle kinderen die in de verantwoordingsperiode (1 januari 2015- 31 december 2015)
1 – 4 jaar zijn.
Het bereik in de verschillende gemeenten ligt tussen 93% (Rijswijk) en 98% (Westland). In Rijswijk is
de achterstand in bereik van het eerste half jaar ingehaald middels extra bureaus. In Leidschendam-
Voorburg is de achterstand in Voorburg ingehaald, vanwege de nieuwe gebiedsindeling waardoor er
meer kinderen naar het consultatiebureau in Leidschendam gaan.
Verschenen/niet verschenen 1-4 jaar
In onderstaande grafiek staat het percentage niet verschenen met of zonder bericht, afgezet tegen
alle uitgevoerde contactmomenten in de leeftijd van 1 – 4 jaar. In deze leeftijdsperiode gaat het om
de consulten 14 en 18 maanden, 2 en 3;3 en 4;3 jaar.
0%20%40%60%80%
100%
94% 95% 94% 96% 93% 94% 98% 97%
2.840 2.620 617 1.826 1.750 649 3.207 4.127
Bereik 1-4 jaar
Gezien(% Bereik)
Doelgroep (unieke kinderen)
0%20%40%60%80%
100%
8% 7% 6% 6% 8% 7% 5% 8%
23% 25% 24% 28% 27% 26% 25% 23%
69% 68% 70% 66% 65% 68% 70% 68%
6.517 6.417 1.569 4.630 4.143 1.468 7.504 10.058
Aantal contactmomenten 1-4 jaar verschenen/niet verschenen
% Niet VerschenenZonder Bericht
% Niet VerschenenMet Bericht
% Verschenen Aantal contactmomenten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
15
Niet verschenen met bericht betreft de contactmomenten die door ouders (telefonisch) zijn
afgezegd. Veel van deze afzeggingen vinden ruim voor de betreffende afspraak plaats. Op deze
afspraken worden opnieuw kinderen gepland. Een deel van de afspraken wordt echter kort van te
voren afgezegd en dan is het niet altijd mogelijk om kinderen op de betreffende afspraken te
plannen.
Niet verschenen zonder bericht betreft afspraken waarbij ouders niet aanwezig zijn met hun kind op
de afgesproken datum en tijd.
Het percentage niet verschenen met bericht ligt in alle gemeenten tussen de 23% en 28%. Er kan
geen onderscheid gemaakt worden tussen op tijd en kort van te voren afzeggen.
Het percentage niet verschenen zonder bericht ligt tussen de 5% (Westland) en 8% (diverse
gemeenten).
Ten opzichte van de doelgroep 0-1 jarigen, is het percentage niet verschenen met bericht, voor de
1-4 jarigen hoger. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat JGZ bij kinderen vanaf 1 jaar (18 maanden)
per brief een afspraak toegestuurd krijgen, de ouders hebben hier geen invloed op en bellen in
verhouding vaker om de afspraak te verzetten. In de doelgroep 0-1 jaar wordt na afloop van het
consult ter plaatse een afspraak gemaakt met de ouder(s).
In juni 2015 is JGZ gestart met het versturen van een SMS ter herinnering aan de afspraak. Deze SMS
wordt 3 dagen voor de betreffende afspraak verzonden. In de meeste gemeenten is het percentage
nvzb met gemiddeld één procent afgenomen ten opzichte van de halfjaarrapportage 2015. De
afname van nvzb wordt in de cijfers nog negatief beïnvloed doordat het eerste half jaar ook
meegenomen is in deze cijfers. Als er vergeleken wordt met de cijfers van 2014 is een duidelijke
afname te zien. De percentages nvmb zijn over de gehele linie iets toegenomen. Opvallend is dat in
de eerste 2 uur na het versturen van het sms-bericht er een piek is in het aantal telefoontjes bij het
klantcontactcentrum. De medewerkers op de JGZ-locaties geven aan positieve berichten te krijgen
van ouders die het fijn vonden om het sms-bericht te krijgen.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
16
Onderzoek op indicatie 1-4 jaar
In onderstaande grafiek is het percentage Onderzoek op indicatie afgezet ten opzichte van het totaal
aantal consulten in de leeftijdsperiode 1 - 4 jaar. Het aantal genoemde contactmomenten betreft de
periode van 1 januari tot 31 december 2015.
Een deel van de contactmomenten wordt ingevuld door een contactmoment op indicatie. Deze
contactmomenten worden gebruikt om uiteenlopende redenen, zoals het geven van een vaccinatie,
het doen van een ogentest, het volgen van de ontwikkeling van het kind als ook begeleiding van kind
en/of ouders indien sprake is van verdere zorgverlening.
In onderstaande grafiek is Onderzoek op indicatie uitgesplitst in consult op indicatie en huisbezoek
op indicatie. Een huisbezoek op indicatie wordt ingezet als er meer tijd nodig is dan een
contactmoment op het consultatiebureau. Huisbezoeken op indicatie worden uitgevoerd door
jeugdverpleegkundigen en zijn meer gericht op begeleiding van de ouders, dan op specifiek
(medisch) onderzoek en het volgen van de ontwikkeling.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
19,9% 15,6% 12,0% 13,1% 10,9% 13,2% 17,6% 17,6%
6.517 6.417 1.569 4.630 4.143 1.468 7.504 10.058
Onderzoek op indicatie 1-4 jaar
% Onderzoekop indicatie
Aantal contactmomenten
0100200300400500600700800900
1.000
95 166
24 50 54 64 181 164
1.153
812
157
533 377
128
1.095 1.519
Onderzoek op indicatie 1-4 jaar
Aantal huisbezoeken op indicatie Aantal consulten op indicatie
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
17
De verhoudingen huisbezoeken op indicatie tot het totaal aantal consulten op indicatie varieert van
8% (Delft) tot 33% (Wassenaar) per gemeente. Het gemiddelde betreft 12% huisbezoeken op
indicatie. Vanuit intensieve samenwerking met de jeugdteams, waarbij casuistiek wordt ingestoken
vanuit preventie in plaats van direct doorverwijzen ligt het aantal huisbezoeken percentueel hoger.
Dit is onder andere in Leidschendam-Voorburg en Wassenaar het geval.
Er zijn geen aanwijsbare of generieke redenen voor deze verschillen aan te geven, omdat deze enkel
per individuele casus bepaald wordt op basis van de behoefte van de ouder. Op basis van landelijke
JGZ richtlijnen en de afweging van de JGZ professional worden deze consulten ingezet. Het
gerealiseerde percentage ligt iets lager dan in onze begroting is meegenomen.
Doorverwijzingen 1-4 jaar
In onderstaande grafiek is het aantal doorverwijzingen opgenomen van 1 januari tot 31 december
2015, met de uitsplitsing naar wie is doorverwezen. Het betreft het totaal aantal doorverwijzingen,
een kind kan naar meerdere hulpverleners zijn doorverwezen.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
2,7% 3,1% 1,4% 1,5% 2,7% 3,3% 2,1% 2,1%
6.517 6.417 1.569 4.630 4.143 1.468 7.504 10.058
Aantal doorverwijzingen 1-4 jaar
% Doorverwezen naar Hulpverlening Aantal contactmomenten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
18
In de leeftijdsfase van 1 - 4 jaar is de meest opvallende doorverwijzing de doorverwijzing naar de
oogarts. Dit betreft kinderen waarbij doorverwijzing naar aanleiding van de visusscreening bij 3;3
maanden reden is om kinderen door te verwijzen. Een andere verwijzing die, in verhouding,
veelvuldig voorkomt is de verwijzing naar de logopedie in geval van taalspraakontwikkeling.
Zowel in Leidschendam-Voorburg als in Zoetermeer is, in verhouding, veel doorverwezen naar de
pedagoog. Dit betreft het Spel- en Opvoedpunt in het CJG van Leidschendam en het Opvoedbureau
in Zoetermeer. Ook in deze leeftijdsfase wordt veel doorverwezen naar de huisarts.
Uit de hier bovenstaande tabel met doorverwijzingen lijken de doorverwijzingen naar het jeugdteam
of toegang tot zorg in het sociale domein, gering. Mogelijk worden deze doorverwijzingen
momenteel onder “anders” in het digitale dossier geregistreerd. JGZ gaat in de toekomst haar
dossiervorming aanpassen, zodat ook inzichtelijk gemaakt kan worden hoeveel ouders/kinderen
worden doorverwezen naar de toegang tot de (zwaardere) zorg voor jeugd.
510152025303540
Ast
itel
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Maatschappelijk werk 2 2 1 2
Huisarts 25 52 3 20 19 13 47 22
Kinderarts 8 8 4 4 6 1 3 12
Fysiotherapeut 9 7 1 9 6 8 9 8
Logopedist 30 16 1 17 21 3 21 29
Oogarts 22 21 10 5 10 16 13 23
Pedagoog 1 38 6 2 2 20
Tandarts 3 7 2 4
Orthopeed 1 2
Anders 75 43 2 14 38 4 54 85
Aantal doorverwijzingen 1-4 jaar
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
19
2.3 Contactmomenten 4-19: groep 2, groep 7, klas 2
Bereik 4-19 jaar
Het bereik is het percentage kinderen dat minimaal 1x in de rapportageperiode (1 januari – 31
december 2015) gezien is, in het betreffende leeftijdscohort, dat wil zeggen in groep 2, groep 7 en
klas 2. De leerlingenlijsten van de scholen bepalen hoe groot de doelgroep van het betreffende
leeftijdscohort is.
Groep 2
Het bereik van groep 2 ligt tussen de 88% (Leidschendam-Voorburg) en 122% (Rijswijk). Het minimale
percentage van bereik van 90% is in alle gemeenten gehaald, met uitzondering van Leidschendam-
Voorburg.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%91% 88%
95% 107% 122% 106% 106% 97%
817 764 261 675 503 227 1.209 1.470
Bereik 4-19 jaar groep 2
Gezien(% Bereik)
Doelgroep
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
20
Groep 7
Het bereik van groep 7 ligt tussen de 66% (Wassenaar) en 142% (Rijswijk).
Het minimale percentage van bereik van 90% is per de datum van 31 december 2015 in alle
gemeenten behaald, met uitzondering van Wassenaar. De reden hiervoor is dat in het najaar van
2015 met name de jongerencontactmomenten gedaan zijn, de contactmomenten groep 7 en klas 2
worden in het voorjaar van 2016 uitgevoerd.
Bij de gemeenten waar een hoger bereik is van 100% bij groep 7, zijn juist de contactmomenten op
de basisschool uitgevoerd in het najaar van 2015, vanwege de jongerenenquête van de GGD en het
Trimbosonderzoek die in het najaar op de middelbare scholen waren gepland.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
99% 114% 93%
104% 142%
66%
117% 99%
781 724 282 756 393 274 1.181 1.356
Bereik 4-19 jaar groep 7
Gezien(% Bereik)
Doelgroep
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
21
Klas 2
Het bereik van klas 2 ligt tussen de 17% (Midden-Delfland) en 94% (Leidschendam-Voorburg). Het
minimale percentage van bereik van 90% wordt in 2 gemeenten gehaald. De lage percentages
hebben te maken met het feit dat er het contactmoment in het voorjaar van 2016 wordt uitgevoerd.
De kinderen van klas 2 in Midden-Delfland van schooljaar 2014-2015 zijn gezien in najaar 2014. De
kinderen van schooljaar 2015-2016 worden gezien in voorjaar 2016. In de halfjaarrapportage van
2015 met cijfers over schooljaar 2014-2015 bleek dat 84% van de kinderen in Midden-Delfland gezien
waren.
Verschenen/niet verschenen 4-19 jaar
In onderstaande grafiek staat het percentage niet verschenen met of zonder bericht van de
contactmomenten groep 2. Bij de contactmomenten groep 7 en klas 2 is het percentage niet
verschenen met/zonder bericht niet bekend, omdat de kinderen door de jeugdverpleegkundige uit
de klas gehaald worden. Incidenteel zijn er kinderen die niet gezien worden, omdat zij in de periode
dat de jeugdverpleegkundige op school is, niet aanwezig zijn op school.
Niet verschenen met bericht betreft de contactmomenten die door ouders (telefonisch) zijn
afgezegd. Veel van deze afzeggingen vinden ruim voor de betreffende afspraak plaats. Op deze
afspraken worden opnieuw kinderen gepland. Een deel van de afspraken wordt echter kort van te
voren afgezegd en dan is het niet altijd mogelijk om kinderen op de betreffende afspraken te
plannen. Niet verschenen zonder bericht betreft afspraken waarbij ouders niet aanwezig zijn met
hun kind op de afgesproken datum en tijd.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100% 87% 94%
17%
69% 58%
68% 73%
90%
1.382 991 138 248 529 368 1.378 1.797
Bereik 4-19 jaar klas 2 VO
Gezien(% Bereik)
Doelgroep
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
22
Het percentage niet verschenen met bericht ligt tussen de 10% (meerdere gemeenten) en 20%
(Zoetermeer). Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen op tijd en kort van te voren
afzeggen. De meeste afspraken die afgezegd zijn, zullen dan ook opnieuw ingevuld zijn.
Het percentage niet verschenen zonder bericht ligt tussen de 3% (meerdere gemeenten) en 8%
(meerdere gemeenten). Het blijkt dat het aantal niet verschenen zonder bericht voor sommige
scholen hoger ligt dan bij andere scholen. Bij deze scholen wordt specifiek actie ondernomen
door via de school ouders attent te maken op de afspraken of door consulten op de school te
laten plaatsvinden.
In juni 2015 is JGZ gestart met het versturen van een SMS ter herinnering aan de afspraak. Deze SMS
wordt 3 dagen voor de betreffende afspraak verzonden. Opvallend bij dit contactmoment is dat het
nvzb ten opzichte van de halfjaar rapportage niet overal is afgenomen. Als er vergeleken wordt met
2014 is in 6 van de 8 gemeenten wel een afname te zien, alleen in Leidschendam-Voorburg en
Midden-Delfland is een toename te zien. Hiervoor is niet direct een reden aan te geven. De
percentages nvmb zijn over de gehele linie iets toegenomen. Opvallend is dat in de eerste 2 uur na
het versturen van het sms-bericht er een piek in het aantal telefoontjes bij het klantcontactcentrum
is. De medewerkers op de JGZ-locaties geven aan positieve berichten te krijgen van ouders die het
fijn vonden om het sms-bericht te krijgen.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
7% 8% 3% 3%
8% 5% 3% 8%
17% 15% 16% 10%
18% 13% 13% 20%
76% 77% 82% 88%
74% 82% 84%
71%
Aantal contactmomenten groep 2 verschenen/niet verschenen
% Niet VerschenenZonder Bericht
% Niet VerschenenMet Bericht
% Verschenen
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
23
Onderzoek op indicatie 4-19 jaar
In onderstaande grafiek is het percentage Onderzoek op indicatie opgenomen afgezet ten opzichte
van het totaal aantal consulten in groep 2, groep 7 en klas 2.
Onderzoeken op indicatie vinden plaats zowel bij de jeugdarts als bij de jeugdverpleegkundige.
Incidenteel worden er huisbezoeken op indicatie door de jeugdverpleegkundige uitgevoerd.
Het percentage onderzoek op indicatie 4-19 jaar is percentueel in de meeste gemeenten met
gemiddeld 1% verhoogd.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
9% 6% 8% 8% 8% 6% 7% 8%
2.980 2.479 681 1.679 1.425 869 3.768 4.623
Onderzoek op indicatie 4-19 jaar
% Onderzoekenop indicatie
Doelgroep
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
24
2.4 Jongerencontactmoment Het jongerencontactmoment (JCM) wordt uitgevoerd in klas 3 (VMBO) of klas 4 (HAVO/VWO).
Leerlingen uit de betreffende klassen vullen digitaal een vragenlijst in. De vragenlijsten geven inzicht
in eventuele gezondheidsrisico´s van leerlingen. In onderstaande grafiek is het bereik bepaald aan de
hand van de doelgroep (aantal leerlingen volgens de leerlingenlijsten in schooljaar 2014-2015) en het
aantal ingevulde vragenlijsten (contactmoment JCM).
Het bereik (leerlingen die de vragenlijst hebben ingevuld) ligt tussen de 45% (Pijnacker-Nootdorp) en
90% (Wassenaar). Gemiddeld is in de gehele regio door 59% van de jongeren de vragenlijst ingevuld.
Het bereik van het JCM is zeer gevarieerd, dit heeft meerdere redenen. In verschillende gemeenten
(waaronder Westland en Zoetermeer) zijn scholen die niet willen deelnemen aan afname van het
JCM. Op een aantal scholen is het JCM verplaatst naar voorjaar 2016, vanwege de afname van de
jongerenenquête en het Trimbosonderzoek. Ook blijkt dat niet iedere jongere de vragenlijst invult,
waardoor het bereik ook lager wordt.
Het JCM is nog steeds in ontwikkeling. Er vindt op dit moment een evaluatie plaats, daarnaast wordt
er bij een aantal scholen nog gezocht naar een werkwijze die aansluit bij het schoolsysteem en de
jaarplanning van de scholen. Met scholen die het JCM niet afnemen wordt in overleg met de scholen,
samenwerkingsverband en gemeente bekeken op welke wijze het JCM toch vorm kan krijgen voor en
met deze scholen.
Jongerencontactmoment: gesprek
Aan de hand van de ingevulde vragenlijst worden leerlingen uitgenodigd voor een gesprek. De
uitnodiging voor een gesprek vindt plaats op verzoek van de leerling (aangegeven in de vragenlijst) of
op basis van antwoorden op vragen over het niet leuk vinden op school, pesten, suïcide,
mishandeling, ongewilde seks, drugs en loverboys. Ook een verhoogde score op de SDQ (Strengths
and Difficulties Questionnaire) is reden om de leerling uit te nodigen.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
57% 49%
82%
45%
86% 90%
52% 57%
1.341 1.067 124 350 543 440 1.654 1.842
Bereik Jongerencontactmoment
% Ingevulde vragenlijsten Doelgroep
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
25
In onderstaand overzicht is het percentage gesprekken (OI JCM) opgenomen. Als doelgroep is het
aantal ingevulde vragenlijsten genomen. Uit de registratie is gebleken dat niet alle gesprekken
voortvloeiend uit de vragenlijsten van het jongerencontactmoment op de juiste wijze is
geregistreerd. Het aantal gesprekken ligt daardoor hoger dan de aangegeven percentages, maar het
is niet aan te geven hoeveel hoger.
OI JCM verschenen/niet verschenen
In onderstaand overzicht staat aangegeven hoeveel leerlingen zijn verschenen op het gesprek,
voortvloeiend uit de vragenlijst van het jongerencontactmoment. Dit percentage is hoog en komt
doordat de jeugdverpleegkundige de leerlingen op school ziet en ze gebruik maakt van een medium
als whats- app om jongeren uit te nodigen.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
43% 37% 42%
1%
20% 25% 23% 28%
767 519 102 159 467 396 855 1053
Onderzoek op indicatie naar aanleiding van ingevulde vragenlijst
% OI JCM t.o.v. ingevulde vragenlijst Aantal ingevulde vragenlijsten
0%
20%
40%
60%
80%
100%
96% 99% 100% 100% 97% 100% 99% 90%
347 196 43 2 95 99 197 323
Onderzoek op indicatie jongerencontactmoment verschenen/niet verschenen
% Verschenen Aantal contactmomenten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
26
Vanuit het jongerencontactmoment wordt per school een schoolprofiel opgesteld en besproken met
de school, veelal in samenwerking met de Gezonde School van GGD Haaglanden. De informatie uit
het schoolprofiel kan leiden tot afspraken over de inzet van voorlichtingsactiviteiten of gerichte
interventies die in samenwerking met ketenpartners, leerlingenraden en/of ouderraden ingezet
kunnen worden.
Informatie over de afspraken met andere partijen is geen onderdeel van deze rapportage, omdat het
geen leerlinggebonden afspraken zijn. Deze rapportage vindt separaat plaats in de voortgang en
evaluatie van het jongerencontactmoment.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
27
2.5 Vaccinaties In onderstaande overzichten zijn de opkomstpercentages opgenomen van de groepsvaccinatie van
alle 9-jarigen kinderen (BMR en DTP-vaccinatie) en 12-jarigen meisjes (HPV-vaccinatie) tie zijn
opgeroepen. Het betreft de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015.
Behalve in Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp is in alle gemeenten het percentage
gevaccineerde 9-jarigen toegenomen ten opzichte van de halfjaarrapportage.
In de meeste gemeenten is het aantal gevaccineerde meisjes enigszins teruggelopen. Met name in
Pijnacker-Nootdorp is het aantal gevaccineerde meisjes met 47% laag, zowel t.o.v. de andere
gemeenten als t.o.v. het landelijk gemiddelde van 59% (in 2014).
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%93%
84% 80% 80%
94%
79% 90%
85%
803 776 222 867 461 283 1.288 1.437
Vaccinatie 9-jarigen BMR/DTP
% Aantal 9-jarigen BMR/DTP vaccinatie Aantal 9-jarigen BMR/DTP vaccinatie opgeroepen
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100% 83% 76%
55% 47%
82%
97%
53%
68%
814 700 222 686 388 272 1.242 1.386
Vaccinatie 12-jarigen meisje HPV
% Aantal 12-jarige meisjes HPV vaccinatie Aantal 12-jarige meisjes HPV vaccinatie opgeroepen
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
28
2.6 Logopedie
Het bereik is het percentage kinderen dat minimaal 1x in de rapportageperiode (1 januari – 31
december 2015) gezien is, in het betreffende leeftijdscohort, dat wil zeggen in de leeftijd van 4;9 en
5;9 jaar. De leerlingenlijsten van de scholen bepalen hoe groot de doelgroep van het betreffende
leeftijdscohort is.
In juni 2015 is gestart met een verandering van werkwijze omtrent logopedie. Aanleiding hiervoor
was de implementatie van de Handreiking ‘Uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge
kinderen’. Vanuit deze handreiking vindt er een eenduidiger en gestructureerde signalering plaats
door de jeugdarts op de leeftijd van 2 jaar. Kinderen met een bepaalde score bij deze signalering
worden doorverwezen naar de logopedie voor een consult ‘eerste fasediagnostiek’. Dit consult duurt
een uur en in dit consult wordt nader onderzoek gedaan en zo nodig adviezen gegeven.
Naast bovenstaande nieuwe werkwijze is in de gehele regio de werkwijze rondom de screening van
de 5-jarigen aangepast. Ouders en leerkrachten krijgen een vragenlijst met het verzoek deze in te
vullen. Op basis van de vragenlijst worden kinderen al dan niet uitgenodigd voor de screening
logopedie. De formatie die vrijvalt doordat niet alle kinderen meer gezien worden, wordt nu gebruikt
voor kinderen van 2 jaar.
In de bereikcijfers van 2015 lopen beide werkwijzen door elkaar en dit geeft niet een geheel
eenduidig beeld. Van de kinderen van 5 jaar zijn in ieder geval alle kinderen bereikt door middel van
de vragenlijst.
89% 107% 108% 100% 108% 105% 101% 93%
782 699 261 639 483 237 1.067 1.347
Bereik preventieve logopedie
Gezien(% Bereik)
Doelgroep
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
29
2.7 Inloopspreekuur
In iedere gemeente zijn iedere week één of meerdere inloopspreekuren gepland waar ouders
kunnen binnenlopen voor vragen. Gemiddeld is er op iedere JGZ locatie een inloopspreekuur van
1 uur per week. Onderstaand overzicht betreft de periode van 1 januari tot 31 december 2015.
1.028
470
382
550
440 154
1.454
1.083
Aantal geholpen ouders/kinderen tijdens inloopspreekuur
Delft
Leidschendam-Voorburg
Midden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk
Wassenaar
Westland
Zoetermeer
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
gedrag 1% 2% 5% 0% 1% 0% 5% 1%
gewicht 59% 80% 45% 69% 62% 71% 54% 64%
gezondheid 4% 5% 7% 2% 21% 7% 9% 2%
opvoeding 1% 0% 1% 0% 1% 0% 1% 0%
overig 14% 3% 4% 5% 5% 7% 6% 22%
sociale omgeving 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
spraaktaalontwikkeling 0% 0% 0% 0% 0% 14% 1% 0%
vaccinatie 10% 0% 25% 16% 2% 0% 9% 0%
voeding 11% 9% 12% 8% 9% 0% 15% 12%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Ast
itel
Onderwerp inloopspreekuur
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
30
2.8 Telefonisch spreekuur
Iedere ochtend is de JGZ telefonisch bereikbaar voor inhoudelijke vragen over de gezondheid en
opvoeding van kinderen. Deze vragen worden beantwoord door een jeugdverpleegkundige. In
onderstaande overzichten staan aantallen, onderwerp van gesprek en de leeftijden van de kinderen
waarover de vragen gesteld zijn. Het betreft rapportage over de periode 1 januari tot 31 december
2015.
730
716
150
495
556 168
937
1.429
Aantal vragen tijdens telefonisch spreekuur
Delft
Leidschendam-Voorburg
Midden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk
Wassenaar
Westland
Zoetermeer
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
gedrag 21% 17% 21% 24% 14% 20% 18% 19%
gewicht 10% 5% 10% 8% 16% 8% 5% 13%
gezondheid 14% 18% 18% 18% 13% 9% 20% 13%
opvoeding 8% 9% 3% 7% 8% 16% 5% 6%
overig 19% 22% 16% 11% 28% 17% 20% 21%
sociale omgeving 7% 2% 11% 6% 10% 3% 4% 4%
spraaktaalontwikkeling 8% 8% 8% 7% 3% 8% 6% 7%
vaccinatie 6% 3% 6% 9% 3% 6% 4% 5%
voeding 7% 16% 8% 9% 6% 12% 19% 11%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Onderwerp telefonisch spreekuur
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
31
0
100
200
300
400
500
600
40 27 18 20 19 7
92 35
110 96
16
75 69 30
123
196
580 593
116
400
468
131
724 1.199
Aantal vragen per leeftijdsgroep
Aantal vragen over kinderen 4 - 19 jaar Aantal vragen over kinderen 1 - 4 jaar Aantal vragen over kinderen 0 - 1 jaar
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
32
2.9 Prenataal huisbezoek
Prenatale zorg wordt ingezet als aanstaande ouders reeds voor de geboorte begeleiding en
ondersteuning nodig hebben bij de voorbereiding op het aanstaande ouderschap. De begeleiding
wordt uitgevoerd door jeugdverpleegkundigen die ook Stevig Ouderschap uitvoeren. Zij
ondersteunen de aanstaande ouders bij zowel praktische zaken (huisvesting, financiën etc.) als bij
gezond zwanger zijn en welke veranderingen zullen plaatsvinden bij de geboorte van een kind.
Het begrootte aantal trajecten prenatale zorg is gebaseerd op 2% van het aantal geboorten in de
betreffende gemeente. De werkelijke realisatie is in de meeste gemeenten lager dan wat begroot is,
behalve in Delft. Dit is het gevolg van deelname van de jeugdverpleegkundigen in het
multidisciplinaire team in het Reinier de Graaf Gasthuis. Door deze directe contacten tussen de
eerste en tweedelijns verloskundige zorg is het aantal aanmeldingen sterk gestegen. Door aansluiting
van de JGZ bij de Verloskundige Samenwerkingsverbanden zal dit aantal alleen maar gaan stijgen.
Bekendheid bij verloskundigen en ziekenhuizen over wat de JGZ in de prenatale fase heeft te bieden,
zal van positieve invloed zijn op het doorverwijzen naar prenatale zorg van de JGZ.
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Verloskundige 7 3 1 2 8
Ziekenhuis 7 1
GGZ
JGZ 3 2 1 1
Eerstelijns hulpverlening 3 1 1 1
BJZ
AMW 2
Overig 4 1 2 4
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Prenataal huisbezoek - verwijzer
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
33
3. Programma op Maat
In dit deel van de halfjaarrapportage, wordt de realisatie van de aanvullende dienstverlening van de
JGZ beschreven van het Programma op Maat. Deze aanvullende/maatwerk dienstverlening is per
gemeente overeengekomen. De aanvullende dienstverlening betreft zowel producten en diensten
die aan individuele kinderen en ouders verleend wordt, als ook afspraken over inzet van functies,
bijvoorbeeld in de toegangsfunctie voor het sociaal domein.
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
34
3.1 Stevig Ouderschap
Stevig Ouderschap wordt ingezet in gezinnen met risicofactoren op het gebied van
opvoedingsondersteuning. De selectie vindt plaats middels een vragenlijst die aan alle ouders van
pasgeborenen wordt uitgereikt tijdens het zuigelingenhuisbezoek. In 2015 is ook in gemeente
Westland weer Stevig Ouderschap ingezet.
In bovenstaande grafiek is het aantal teruggestuurde vragenlijsten (groen) afgezet tegen het aantal
kinderen dat geboren is in 2015 (blauw). Bij het zuigelingenhuisbezoek wordt de vragenlijst aan
ouders uitgereikt met de vraag deze naar de JGZ terug te sturen. Bij de eerste contactmomenten op
het consultatiebureau wordt aan ouders nagevraagd of ze de lijst geretourneerd hebben.
De respons is over het algemeen niet heel hoog (22% in Pijnacker-Nootdorp tot 36% in Zoetermeer),
maar is voldoende voor de inzet van het beschikbare aantal trajecten in de verschillende gemeenten.
In de meeste gemeenten is het aantal gestarte trajecten conform afspraak. In Westland is het aantal
trajecten vanuit een lumpsum bedrag opgehoogd tot 27. In Zoetermeer zijn halverwege het jaar 7
extra trajecten aangevraagd en zijn uiteindelijk 63 trajecten gestart.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
26% 24% 27% 22% 31% 27% 30%
36%
927 838 177 538 583 209 1073 1323
Respons op vragenlijst Stevig ouderschap
% respons vragenlijsten t.o.v. aantal geboortes Aantal geboortes
0%
20%
40%
60%
80%
100%
96% 88%
55%
113% 96% 100% 100% 124%
45 25 11 16 26 8 27 51
Realisatie Stevig Ouderschap
% Aantal Gestart Aantal afgesproken trajecten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
35
Niet ieder gezin dat in aanmerking komt voor Stevig Ouderschap gaat ook meedoen. In bovenstaand
overzicht staan de redenen genoemd waarom ouders niet gaat starten.
Een aantal gezinnen stopt voortijdig met Stevig Ouderschap. De belangrijkste redenen hiervoor zijn
dat de begeleiding niet meer nodig is, omdat ouders in een eerder stadium in hun kracht zijn
gekomen, als ook dat ouders zelf aangeven te willen stoppen met de begeleiding. Indien er nog
ondersteuning noodzakelijk is, wordt deze zorg aan ouders aangeboden en zo nodig doorverwezen
naar de juiste instanties.
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Geenbelangstelling
8 1 2 6 1 2 20
Taalbarriere 3 1 5
Voldoende hulpverlening 3 3 1 6 3 18
Gescoorde item speelt niet 4 7 3 3 3 8
Overige redenen 1 1
123456789
10111213141516171819202122232425
Reden geen deelname Stevig ouderschap
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Begeleiding niet meer nodig 9 4 1 1 4 1 3
Ouders willen stoppen 4 8 1 3 1 1 5
Verhuizing 2
Overigeredenen
1 4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Reden vroegtijdig stoppen Stevig ouderschap
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
36
Omdat Stevig Ouderschap een interventie is die 18 maanden duurt, is voor de kinderen waarvan in
2015 een traject is gestart nog niet aan te geven hoe de interventie verlopen is.
Evaluaties van gezinnen die in 2015 hun traject afgerond hebben, laten de volgende aspecten zien.
Aantal kinderen in gezin Aantal %
1 kind 72 80,9%
2 kinderen 24 27,0%
3 kinderen 13 14,6%
4 kinderen of meer 7 7,9%
Verdeling van huisbezoeken
1-4 huisbezoeken
5 huisbezoeken
6 huisbezoeken
7 huisbezoeken
8 of meer huisbezoeken
00,511,522,533,544,555,566,577,588,599,51010,51111,51212,51313,51414,51515,51616,51717,51818,51919,52020,52121,52222,52323,52424,52525,52626,52727,52828,52929,53030,53131,53232,53333,53434,53535,53636,53737,53838,53939,54040,54141,54242,54343,54444,54545,54646,54747,54848,54949,55050,55151,55252,55353,55454,55555,55656,55757,55858,55959,56060,56161,56262,56363,56464,56565,56666,56767,56868,56969,57070,57171,57272,57373,57474,57575,57676,57777,57878,57979,58080,58181,58282,58383,58484,58585,58686,58787,58888,58989,59090,59191,59292,59393,59494,59595,59696,59797,59898,59999,5100100,5101101,5102102,5103103,5104104,5105105,5106106,5107107,5108
Zeker
Tamelijk
Soms wel soms niet
Niet zo
Absoluut niet
Was SO Zinvol?
0,0% 50,0% 100,0%
Kan beter met stress omgaan
Meer zelfvertrouwen
Voel me zekerder als ouder
Begrijp mijn kind beter
Meer inzicht in mezelf
Durf hulp te vragen Nee
Soms
Ja
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
37
3.2 Bemoeizorg
Bemoeizorg wordt ingezet op het moment dat kinderen/gezinnen zorgmijdend zijn en dit door de
JGZ opgemerkt wordt, doordat zij vaak of telkens niet verschijnen op reguliere contactmomenten.
Daarnaast wordt bemoeizorg ingezet bij signalen van zorg vanuit andere organisaties/vindplaatsen.
De realisatie van bemoeizorg is zeer wisselend. Door oprichting van de teams in het sociaal domein
heeft er in een aantal gemeenten een verschuiving plaatsgevonden. Bemoeizorg in het kader van
signalen van zorg wordt door het team in het sociaal domein uitgevoerd, al dan niet door JGZ-
medewerkers die vanuit de betreffende teams werkzaamheden uitvoeren. Dit is bijvoorbeeld de
situatie in Midden-Delfland en Westland. Om deze reden is er geen bemoeizorg meer ingezet vanuit
het Programma op Maat. In Delft heeft ook een verschuiving plaatsgevonden. Signalen van zorg
worden opgepakt door het jeugdteam. De realisatie vanuit de JGZ is met name gericht op traceren en
het verhogen van het bereik bij niet verschijnen op contactmomenten.
In de andere gemeenten is de realisatie redelijk conform verwachting, alleen in Pijnacker-Nootdorp
blijft de realisatie achter en is gedurende het jaar verminderd. In deze gemeente wordt alleen de
start van het traceren van zorgmijdende gezinnen opgepakt door de JGZ-teams zelf (hetgeen een
Basistaak van de JGZ is), signalen van zorgen in gezinnen gaat naar het team in het sociaal domein.
De verwachting is dat ook in 2016 het product Bemoeizorg in de verschillende gemeenten steeds
verder onder de loep wordt genomen en bekeken wordt hoe de expertise ingezet kan worden binnen
de sociale domein teams.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
159% 96% 120% 100%
71%
101%
80 50 5 70 7 100
Realisatie Bemoeizorg
% Aantal Gestart Aantal afgesprokentrajecten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
38
.
DelftLeidschendam-
VoorburgPijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Zoetermeer
Financiële situatie 12 1 4
Gedrags-problemen
2 2 1 4 3
Gezinssituatie 24 5 1 5 5 20
Huisvestingsproblemen 5 3
Kinder-mishandeling
5 2
Overig 9 8 4 3 15
Relatieproblemen 6 2 1 3
Schoolverzuim 1 3
Traceren 88 23 2 32 14
Vaccinatie-achterstand 9 3 4 22
Zorgmijdend 57 14 2 33 84
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Reden aanmelding bemoeizorg
DelftLeidschendam-
VoorburgPijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Zoetermeer
Adres achterhaald buiten werkgebied 9 1 1 1 2
Adres achterhaald in werkgebied 45 1
Contact met JGZ team hersteld 76 17 4 22 1 77
Door locatieteam zelf opgelost 4
Geen contact met ouders - vanuit school geen zorgen 1 3
In zorg bij huisarts/specialist 2 4 1 1 3
Naar team sociaal domein 1 3
Naar buitenland geëmigreerd 5 1 3
Verwijzing andere instantie 5 1
Zorg besproken, gezin is in beeld 52 1 1 55 3 4
Overige 2 6 1 1 14
5101520253035404550556065707580
Resultaat na inzet bemoeizorg
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
39
3.3 VVE Toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie vindt plaats vanaf het contactmoment van 18
maanden. Tijdens dit contactmoment en de contactmomenten 2 jaar en 3,3 jaar wordt bepaald of
het kind voldoet aan de doelgroepcriteria van de betreffende gemeente. Als het kind aan de criteria
voldoet, wordt een verwijsbrief voor de VVE-peuterspeelzaal/kinderopvang meegegeven of
opgestuurd.
De realisatie toeleiding VVE in bovenstaande tabel is gebaseerd op het aantal kinderen waarbij in
2015 signalering van doelgroep heeft plaatsgevonden bij het contactmoment van18 maanden. Indien
het kind voldoet aan de criteria wordt het kind toegeleid. In de grafiek gaat het om alle kinderen die
in 2015 voor het contactmoment van 18 maanden zijn geweest. Het aantal afgesproken kinderen
betreft een prognose van kindaantallen. In iedere gemeente ligt het gerealiseerde aantal kinderen
iets lager, met name in Pijnacker-Nootdorp. Het aantal kinderen in de leeftijd van 18 maanden is
overal afgenomen, met name in Pijnacker-Nootdorp is er een teruglopend aantal kinderen in de
peuterleeftijd te zien.
In bovenstaande grafiek staat het aantal 2- en 3-jarige doelgroepkinderen (blauw) met het aantal
geplaatste kinderen op een voorschoolse voorziening (groen). Uit de registratie blijkt dat in een
aantal gemeenten het aantal plaatsingen gemiddeld laag is (Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar en
Zoetermeer). In deze gemeenten zijn afspraken gemaakt om de plaatsingen op de voorschoolse
voorzieningen te vergelijken met de registratie in de kinddossiers van de kinderen. Niet altijd staat de
voorschoolse voorziening ingevuld in het digitale dossier van het kind, terwijl het kind wel als
doelgroepkind op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf is geplaatst. In Wassenaar en Pijnacker-
Nootdorp heeft deze vergelijking reeds plaatsgevonden. In Zoetermeer vindt de vergelijking begin
2016 plaats.
0%20%40%60%80%
100%
94% 97% 93% 78%
96% 88% 95% 92%
950 823 180 677 525 175 1039 1374
Realisatie toeleiding naar VVE
% Aantal gerealiseerd Aantal afgesproken
0%
50%
100%
Delft Leidschendam-Voorburg
Midden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
77% 64% 69%
57% 54% 72%
55% 47%
415 238 13 79 143 18 222 286
Aantal doelgroepkinderen versus plaatsing op voorschoolse voorziening
% Totaal aantal kinderen geplaatst Aantal kinderen geselecteerd voor VVE (doelgroepkinderen)
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
40
In onderstaande grafiek staan de redenen genoemd, indien bekend is waarom er geen plaatsing op
een voorschoolse voorziening is. Het aantal ´onbekend´ is in alle gemeenten het hoogst. Dit betreft
de kinderen waarvan de registratie onvolledig is, maar ook de kinderen die nog niet geplaatst zijn.
Specifiek wordt ingezet op deze groep kinderen om of de reden van niet-plaatsing te achterhalen of
om ouders alsnog te motiveren om hun kind aan te melden bij een (VVE-)peuterspeelzaal.
In onderstaande grafiek staan de doelgroepcriteria vermeld, waardoor kinderen als doelgroepkind
geregistreerd staan. Kinderen kunnen voldoen aan één of meerdere doelgroepcriteria.
Per gemeente is vastgesteld aan welke doelgroepcriteria een kind moet voldoen om in aanmerking te
komen voor VVE.
In iedere gemeente zijn gesprekken geweest met kinder- en peuteropvangorganisaties, de gemeente
en de JGZ over de aanscherping van de toeleidingsprocedure en het vergelijken van
registratiegegevens. De cijfers die gerapporteerd worden, zijn hiermee steeds meer aangescherpt en
overeenkomend met de gegevens van de kinder- en peuteropvangorganisaties.
In het najaar van 2015 is in 6 gemeenten de werkwijze toeleiding naar VVE geactualiseerd en
vastgesteld. In Midden-Delfland en Wassenaar is de werkwijze nog niet definitief vastgesteld, de
verwachting is dat dit in 2016 zal gebeuren.
102030405060708090
100110120130
2
5 3 1 8 9
11 10 1 5 8 9
6 7 4
21
3
17 9
1 5 2 14 10
56 57
4
31
52
3
50
122
Reden geen plaatsing VVE
Geen belangstelling Financieel Wachtlijst Andere vorm van opvang Anders Onbekend
0255075
100125150175200225250
Delft Leidschendam-Voorburg
Midden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
49 33
1 21
1 3 18 28
216
98
6 33
87
14
70
108
268
133
4 37
63
12
112
146
Reden aanmelding VVE
Gewichtenscore Eerste taal niet Nederlands Taalspraakachterstand
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
41
In onderstaande tabel zijn de gewichtenscores aangegeven van de kinderen die in 2015 zijn geboren.
Van ieder kind is tijdens het zuigelingenhuisbezoek het gewicht bepaald aan de hand van het
opleidingsniveau van ouders.
Tevens is tijdens het zuigelingenhuisbezoek besproken welke taal voornamelijk in het gezin
gesproken wordt. Het gaat ook in deze tabel om de kinderen die in 2015 geboren zijn.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Delft Leidschendam-Voorburg
Midden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
4% 2% 1% 2% 2% 2% 1% 3%
9% 5% 5% 4%
16%
7% 7% 7% 3% 1% 1% 1% 3% 1% 1% 1%
83%
93% 94% 93%
80%
90% 91% 88%
Gewichtenscore VVE
Percentage score 1.2Geen diploma / (vso)ZMLK
Percentageniet geregistreerd
Percentage score 0.3LBO/VMBO Kader
Percentage score 0MAVO/VMBO-TL
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Delft Leidschendam-Voorburg
Midden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
17% 10%
5% 5% 12% 15%
4% 7%
69%
80%
88% 90%
74% 74%
92% 86%
Spreektaal thuis
% anders % Nederlands
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
42
Ziekteverzuim
Onderzoek bij ziekteverzuim wordt, op verzoek van scholen en/of leerplicht, uitgevoerd bij leerlingen
die veel van school verzuimen wegens ziekte of andere redenen. Nader onderzoek is nodig om de
reden van het verzuim te achterhalen. Onderwijs, leerplicht en JGZ werken hierbij nauw samen. In
2015 is het protocol met de afspraken omtrent ziekteverzuim geactualiseerd in overleg met de
gemeenten. In alle gemeenten is dit protocol opnieuw besproken met de zorgcoördinatoren van
scholen. In Wassenaar is, als laatste gemeente, in het najaar van 2015 gestart met Onderzoek bij
ziekteverzuim.
De realisatie van Onderzoek bij ziekteverzuim is in een aantal gemeenten (sterk) gestegen, zoals in
Delft, Leidschendam-Voorburg, Westland en Zoetermeer. De vraag vanuit scholen is groot, ook wordt
steeds vaker vanuit het basisonderwijs en het mbo een beroep gedaan om Onderzoek bij
ziekteverzuim uit te voeren.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
114% 91%
50% 60%
84%
20%
110% 111%
115 110 10 10 80 10 60 130
Realisatie onderzoek bij ziekteverzuim
% Gestart Afgesproken
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
17%
8%
0%
50%
6% 0%
19%
8%
23% 23%
40% 33%
41%
0%
19%
34%
60%
69%
60%
17%
53%
100%
62% 57%
Reden aanmelding onderzoek bij ziekteverzuim
% overig % opvallend ziekteverzuim % zorgwekkend ziekteverzuim
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
43
De reden van de aanmelding voor Onderzoek bij ziekteverzuim wordt door de school aangegeven.
Veelal is er sprake van een hoog aantal uren afwezigheid, alvorens de leerlingen aangemeld worden
bij de JGZ.
Tijdens het Onderzoek bij Ziekteverzuim, waarbij bijna altijd zowel de leerling als een ouder aanwezig
is, wordt besproken welke factoren ertoe leiden dat de leerling zo vaak van school verzuimd wegens
ziekte. In onderstaand overzicht de redenen die leiden tot het ziekteverzuim, op basis van de
beoordeling van de jeugdarts.
In het gesprek beoordeelt de jeugdarts of de leerling in staat is om onderwijs te volgen. Als dit
gedeeltelijk het geval is, bespreekt de jeugdarts onder welke voorwaarden en wordt dit als advies
teruggekoppeld naar de school.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
10% 3% 0% 0%
8% 0%
11% 11%
26% 19%
0%
40%
24%
100%
55%
27%
49%
74%
50%
40%
64%
0%
32%
50%
15%
3%
50%
20%
3% 0% 2%
12%
Reden ziekteverzuim
% Psychosociale klachten % Combinatie % Lichamelijke klachten % Psychische klachten
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
44
Indien nog niet te beoordelen is tijdens het Onderzoek bij Ziekteverzuim of de leerling onderwijs kan
volgen, dan zal de jeugdarts, met toestemming van leerling en ouders, nadere informatie opvragen
bij huisarts en/of specialist en dit met leerling, ouders en school bespreken.
In onderstaande grafiek staat vermeld wat er na het Onderzoek bij Ziekteverzuim als interventie is
ingezet.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
1 0 2 0 2 1 1 6
15 10
0 3
7 1
14 13
85
47
3 2
48
0
30
65
31
43
2 1
12
0
22
66
In staat onderwijs te volgen
Nee Gedeeltelijk Ja Nog niet te beoordelen
DelftLeidschendam-
VoorburgMidden-Delfland
Pijnacker-Nootdorp
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Advies 36 19 1 0 21 0 12 43
Consultatie/inlichtingen vragen 50 8 0 3 11 0 1 17
Extra (medisch onderzoek) 3 5 0 0 0 0 8 0
Overleg huisarts/specialist 42 9 2 2 16 0 9 32
Overleg school 2 12 2 0 15 2 9 19
Verwijzing 9 14 0 1 6 0 8 13
Voorlichting 28 17 1 0 14 0 18 27
Overig 6 4 0 2 1 0 2 3
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Interventie na onderzoek ziekteverzuim
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
45
Na twee maanden wordt een follow-up gedaan bij de leerlingen die zijn verschenen voor Onderzoek
bij Ziekteverzuim. In onderstaande grafiek staat vermeld in hoeverre het verzuim gestopt,
verminderd of niet gestopt is. De cijfers geven geen beeld van welke vervolgstappen gemaakt zijn bij
de leerlingen van wie het ziekteverzuim niet verminderd is. Daarnaast hebben de leerlingen van wie
het Onderzoek bij ziekteverzuim in de laatste maanden van het jaar is geweest, nog geen follow-up
gehad, deze cijfers ontbreken in de grafiek.
In augustus 2015 heeft een nascholing plaatsgevonden voor alle jeugdartsen omtrent het onderwerp
Ziekteverzuim. Tegelijkertijd zijn de werkinstructies aangescherpt. In iedere gemeente zijn afspraken
gemaakt met de leerplicht, scholen en/of samenwerkingsverband over de inzet van Onderzoek bij
ziekteverzuim.
0
10
20
30
35
9
3 1
15
0
7
13
38
11
1 1
14
0 2
17
31
13
0 3
19
0 4
7
Follow-up ziekteverzuim
Gestopt Verminderd Niet verminderd
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
46
3.5 Netwerken JGZ-medewerkers participeren in diverse netwerken. Deze netwerken kunnen schoolgebonden zijn,
maar ook werkgroepen of (gemeentelijke) netwerken betreffen in het kader van afstemming over
kinderen/gezinnen of de ontwikkelingen in het sociale domein. Per gemeente zijn afspraken gemaakt
in welke netwerken de JGZ participeert, dit is zeer wisselend per gemeente ingevuld.
De inzet in de netwerken is zeer wisselend per gemeente gerealiseerd. Dit komt met name doordat
er veel ontwikkelingen plaatsvinden in het sociaal domein, passend onderwijs en de verbinding
tussen sociaal domein en JGZ. De inzet in de netwerken is in de tweede helft van 2015 bijgesteld aan
de hand van de ontwikkelingen die in de gemeente gaande zijn. Dit geldt ook voor 2016.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%93% 95%
30%
108% 98% 211% 160%
88%
120 120 10 59 167 50 30 235
Realisatie participatie netwerken
% Realisatie uren Afgesproken uren
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
47
3.6 Groepsvoorlichting
De JGZ verzorgt korte cursussen en themabijeenkomsten om ouders te ondersteunen bij de
opvoeding. De groepsvoorlichting wordt uitgevoerd in de CJG´s, maar ook op locatie van
kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of school.
Bovenstaande grafiek geeft een overzicht van de realisatie van groepsbijeenkomsten. Per gemeente
zijn afspraken gemaakt over de inzet. Deze inzet is gedurende het jaar veranderd door de verzoeken
die gevraagd zijn. Steeds meer vindt de voorlichting namelijk plaats op verzoek van een doelgroep,
zoals kinderopvang of school. Onderwerpen die veel gevraagd worden, zijn de algemene
ontwikkeling van een bepaalde leeftijdsfase (zuigeling, peuter of puber) of specifieke onderwerpen
met betrekking tot roken/alcohol of seksualiteit. Tevens wordt nauw samengewerkt met
ketenpartners binnen het CJG, dit wordt bijvoorbeeld gezien bij de voorlichting tijdens de Maand van
de Liefde in Zoetermeer, de cursus “Piep, zei muis” met de GGZ en een welzijnsorganisatie en de
Puber in Huis-cursus ism maatschappelijk werk.
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
100%
58%
100%
52%
100%
72%
0%
106% 96%
100%
8 43 30 23 34 64 6 16 67 10
Realisatie groepsvoorlichting
% realisatie Aantal afgesproken
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
48
3.7 Video-Hometraining
Video-Hometraining wordt ingezet als lichte opvoedingsondersteuning in gezinnen waar de interactie
tussen ouder en kind uit balans is. Dit kan zijn door kind-gerelateerde factoren, zoals veel huilen,
druk gedrag, maar ook door ouder-gerelateerde factoren, bijvoorbeeld als ouders het lastig vinden
om grenzen te stellen. Door het terugkijken van videobeelden die in de gezinssituatie gemaakt zijn,
zien de ouders welke interactie goed verloopt en krijgen ze handvatten om dit te versterken,
waardoor problematiek vermindert.
In 2015 zijn afspraken gemaakt voor inzet van Video-Hometraining in 3 gemeenten en is in 1
gemeente gedurende het jaar een afspraak gemaakt over inzet. De realisatie is conform afspraak
verlopen.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Delft Midden-Delfland Rijswijk Westland
100%
50%
100% 100%
9 6 1 8
Realisatie Video Home Training
% Aantal Gestart Aantal afgesproken
0123456789
10
Delft Midden-Delfland Rijswijk Westland
1 0 0 0
5
1 0
2
7
1 1 2
5
0 0 1
6
2
0
5
Reden aanmelding Video Home Training
Overmatig huilende baby Ouderfactoren
Gedragsproblemen Interactie
Problemen in de opvoeding
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
49
Nog niet alle trajecten die in 2015 zijn gestart zijn afgerond. Van de trajecten die afgerond zijn, zijn
onderstaande resultaten aan gegeven.
Delft Midden-Delfland Rijswijk Westland
Gedrag kind verbeterd 0 1 0 4
Gedragsproblematiek kind inzichtelijk gemaakt 1 1 1 0
Ouder-kind relatie verbeterd 0 4 0 4
Ouder factoren verminderd 0 1 0 2
Ouders hebben handvaten in de opvoeding 2 2 0 3
Ouders zijn tevreden over het gedrag van hun kind 0 1 1 0
0
1
2
3
4
5
Ast
itel
Resultaat na interventie (kunnen meerdere zijn per client)
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
50
3.8 Begeleiding overgewicht
Begeleiding overgewicht is bestemd voor kinderen met obesitas die meer nodig hebben dan een
doorverwijzing naar een diëtiste of sportvereniging. Veelal is sprake van een gezinsgerichte aanpak,
waarbij ook het motiveren en stimuleren van gedrag omtrent gezond eten en bewegen onderdeel
van de aanpak is. Tijdens het begeleidingstraject wordt nauw samengewerkt met de diëtiste, als ook
de obesitaspolikliniek en andere instanties die gericht zijn op bereiken van een gezond gewicht.
In Rijswijk is in najaar 2015 gestart met Begeleiding Overgewicht. Om die reden is niet het aantal
afgesproken trajecten voor 2015 gerealiseerd.
Delft is tevens JOGG-gemeente (Jongeren op Gezond Gewicht). Dit betekent dat vanuit een breed
kader op diverse fronten wordt ingezet op activiteiten rondom gezond gewicht. De JGZ is met name
betrokken bij de werkgroep verbinding preventie en zorg. Ook zijn in Delft diverse projecten gestart
in kader van Sportimpulsgelden (Club4fit en Lekker in je vel). De JGZ is bij deze projecten betrokken
o.a. door het geven van voorlichtingsbijeenkomsten aan ouders en kinderen.
Ook in Zoetermeer is de JGZ betrokken geweest bij een project ten aanzien van overgewicht,
namelijk ‘Dit ben ik’, in samenwerking met De Jutters.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Begeleiding Overgewicht Delft Rijswijk
83%
27%
23 15
Realisatie Begeleiding Overgewicht
% Aantal Gestart Aantal afgesproken
0123456789
10
Delft Rijswijk
1 0
8
0
7
1
3 3
Reden aanmelding Begeleiding Overgewicht
Onvoldoende gemotiveerd Onvoldoende opvoedvaardigheden Onvoldoende resultaat eerdere interventie Anders
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
51
3.9 Inloopspreekuur kindercentra De JGZ voert in Midden-Delfland inloopspreekuren uit op locaties van kinderopvang/peuterspeelzaal.
In Delft en Zoetermeer zijn in het najaar van 2015 inloopspreekuren op peuterspeelzalen gestart.
In Midden-Delfland is al enige jaren sprake van inloopspreekuren bij de
kinderopvang/peuterspeelzaal, dit tot grote tevredenheid van zowel de JGZ als de opvang-
organisaties.
In Delft is in het najaar gestart met inloopspreekuren. Met twee peuteropvangorganisaties (met VVE-
locaties) zijn afspraken gemaakt om in het kader van vroegsignalering en preventie op 6 locaties 1x
per maand een inloopspreekuur te houden. De uren van deze inzet zijn geregistreerd onder CJG
Informatie en Advies en derhalve niet terug te vinden in bovenstaande grafiek.
In Zoetermeer heeft in najaar 2015 een pilot gedraaid met inloopspreekuren op 4
kinderopvang/peuterspeelzaallocaties. Deze inzet is begin 2016 geëvalueerd en heeft tot
vervolgafspraken geleid.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Midden Delfland Zoetermeer
100%
59%
60 100
Realisatie Inloopspreekuren kindercentra
% Aantal uur uitgevoerd Aantal uur afgesproken
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
52
3.10 CJG Informatie en Advies en CJG Telefonie
De uren die ingezet worden in het kader van Informatie en Advies CJG betreft in Zoetermeer de uren
van de medewerkers van Meerpunt. Separaat wordt het inhoudelijk verslag over de activiteiten
Meerpunt over 2015 toegevoegd.
In Delft zijn uren beschikbaar ten aanzien van inzet in het kader van Vroegsignalering en preventie.
Deze uren worden voor diverse producten ingezet: JOGG, voorlichtingsbijeenkomsten en
inloopspreekuren op peuterspeelzalen. De registratie van de uren heeft ook plaatsgevonden op
participatie netwerken en groepsvoorlichting, waardoor het lijkt alsof de inzet minimaal was, dit is
echter niet het geval.
In 2015 heeft JGZ de telefonie voor het CJG van Midden-Delfland gecontinueerd. De telefonie voor
het CJG van Delft, Pijnacker-Nootdorp en Westland is gestopt per 1 januari 2015 en lokaal ingebed in
de ontwikkelingen in het sociaal domein.
Halverwege 2015 is ook de telefonie voor Midden-Delfland gestopt, omdat de bereikbaarheid van
het maatschappelijk team nu door de gemeente is geregeld.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Delft Zoetermeer Meerpunt
30%
89%
139 3.120
Realisatie Informatie en Advies CJG
% Aantal ingezette uren Aantalafgesproken…
0%
50%
100%
Midden-Delfland
38%
237
Realisatie CJG telefonie
% Aantal gevoerde gesprekken zonder Jeugdlinq Aantalafgesproken calls
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
53
3.11 Sociaal Domein In de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Westland en Rijswijk zijn medewerkers van de JGZ
onderdeel van de teams in het sociaal domein.
In Delft betreft het volledige detachering van 5 medewerkers die in het jeugdteam hun taken
uitvoeren, zij voeren geen JGZ-werkzaamheden meer uit. In Midden-Delfland en Rijswijk is 1
jeugdverpleegkundige werkzaam voor respectievelijk het Maatschappelijk Team en het jeugdteam. In
het Westland zijn 6 jeugdverpleegkundigen gedeeltelijk als zorgregisseurs werkzaam in de Sociale
Kernteams. De jeugdverpleegkundigen in Midden-Delfland, Rijswijk en Westland voeren zowel taken
vanuit het sociale domein team uit, als ook taken van het Basispakket Jeugd.
De ontwikkelingen en afspraken omtrent inzet en taken van de JGZ in de sociale domein teams zijn
nog in volle gang. Ook in andere gemeenten dan bovengenoemde wordt gekeken naar de rol van de
JGZ en de verbinding met de teams in het sociale domein.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Midden Delfland Rijswijk Westland
119%
102%
122%
557 416 3380
Realisatie inzet sociaal domein
% Ingezette uren Afgesproken uren
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
54
3.12 Regie op zorg Regie op zorg wordt uitgevoerd door zorgregisseurs in dienst van JGZ . Met de ontwikkelingen in het
sociaal domein is ook de inzet van zorgregisseurs veranderd. Dit heeft er toe geleid dat de
zorgregisseurs in de gemeente Westland en Delft niet meer ingezet worden in het kader van Regie op
zorg. Hun taken en de betreffende zorgregisseurs zijn opgegaan in de teams van het sociaal domein.
In 2015 is er nog in 2 gemeenten inzet geweest vanuit Regie op Zorg door zorgregisseurs.
In Leidschendam-Voorburg is deze inzet tot 1 september 2015 geweest, daarna zijn de taken van de
zorgregisseur voor een deel overgenomen door het jeugdteam. Er zijn vervolgafspraken gemaakt
over de verbinding van het jeugdteam en de JGZ.
In Rijswijk was er het gehele jaar inzet van zorgregisseurs. Nadere afspraken zijn gemaakt over de
taken van de zorgregisseurs in relatie met het jeugdteam. De zorgregisseurs zijn daarnaast in 2015
o.a. specifiek ingezet als kinderrechtencoach om de methodiek ‘Kinderrechten NU’ te implementeren
in de gemeente.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Leidschendam-Voorburg Rijswijk
99% 122%
597 1.658
Realisatie Regie op Zorg
% Ingezette uren Afgesproken uren
Jaarrapportage JGZ Zuid-Holland West 2015
55
3.13 Calamiteiten De JGZ kan ingezet worden bij calamiteiten die zich voordoen in de gemeente. Deze inzet betreft
uren door arts en/of verpleegkundige uitgevoerd in het kader van begeleiding en ondersteuning van
betrokkenen bij de calamiteit.
JGZ is momenteel in gesprek met GGD Haaglanden over haar rol en inzet bij calamiteiten, waarbij
sprake is van maatschappelijke onrust (zedenzaken, suïcide, etc), binnen de gehele regio.
In 3 gemeenten is inzet geweest in het kader van calamiteiten. Dit betrof inzet en ondersteuning
(waaronder spreekuren) op scholen na overlijden jongeren (suïcide) en ondersteuning bij diverse
casussen waarbij sprake was van seksueel overschrijdend gedrag.
0
20
40
60
80
100
120
140
0 0 0 13 0 13 0
111
Realisatie calamiteiten
Ingezette uren