juridisch magazine
DESCRIPTION
In Casu september 2011TRANSCRIPT
@ The Casey Anthony case
Kantoorspecials @ Bird&Bird @ Boekel De NerèeJuridisch Actueel @ Handelsbetrekkingen met Rusland; zegenrijk of zorgenkind?
@ Toegang tot de rechter in het geding?!
@ De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese Unie
J u r i d i s c h M A g A z i n e
JuridischeFaculteitsvereniging
Groningen
In Casu - jaargang 19, numm
er 1, SEPTEMBER 2011 - In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsvereniging G
roningen - ww
w.jfvgroningen.nl
nieuwelay-out!
Stibbe100 jaar
Nieuwsgierig? Grijp je kans en meld je voor 10 oktober 2011
aan via onze website www.werkenbijstibbe.nl
Stibbe 100 Jaar.indd 1 27-07-11 18:08
3
JFV In Casu - september 2011 VOOrWOOrD
Goedgelovig als deze eerstejaars dan nog zijn –
meenden zij de introductieweek niet te kunnen
missen om succesvol te studeren. Dat het tegendeel
waar is, valt hen niet te verwijten. Zij konden niet
weten een kei-leider te treffen met totaal verkeerde
leefgewoontes en een apert foutieve studieattitude.
Allemaal krijgen deze ‘jaars’ de kans om zich in
de komende jaren academisch te vormen. Dat wil
zeggen, zich te ontwikkelen tot onafhankelijke en
kritisch denkende geesten. Een kenmerk van dit
soort mensen is dat zij meningen koesteren die de
meerderheid niet noodzakelijkerwijs deelt. Vaker
niet, dan wél stemmen hun opvattingen overeen met
populaire standpunten. Maar, daarmee is allerminst
gezegd dat een academicus doof is voor argumenten
die zijn denkbeelden niet onderschrijven.
Aanmelding voor een studie is voldoende om deze
ontplooiingskans te krijgen. Als het aan staatssecre-
taris Zijlstra ligt, komt hierin verandering. Hij wenst
selectie aan de poort. Een intakegesprek moet de
goede en gemotiveerde student eruit vissen. Ter zake
kundige wetenschappers schrijven aan de citotoets
meer voorspellende waarde toe. Onderzoek bij de
studie Geneeskunde wijst uit dat decentraal gese-
lecteerden – de veronderstelde, beter gemotiveerde
studenten – geen betere resultaten halen dan de
studenten die via loting binnenkomen. Wetenschap
en politiek zijn echter gezworen vijanden, dus zal
ook dit onzalige plan ongetwijfeld doorgang vinden.
Dat politiek Den Haag weinig oog en oor heeft, ook
voor wat de rechtswetenschap naar voren brengt, laat
zich goed illustreren. Vorig jaar trad de Voetbalwet
inwerking. Door verschillende juristen is vooraf over-
tuigend betoogd dat zij het hooliganisme niet zal
terugdringen. Als een spooktrein in de nacht wist de
wet echter probleemloos het eindpunt te halen. Veel
gemeentebesturen experimenteren op dit moment
met de toepassing ervan. De opbrengst is uiterst
schamel. Met de hiermee over de balk gesmeten
miljoenen euro’s hadden we de hongersnood in de
Hoorn van Afrika maanden kunnen lenigen.
Nog een voorbeeld. Voor de zomervakantie presen-
teerde het kabinet nieuwe softdrugsplannen. Het
Openbaar Ministerie gedoogt een coffeeshophouder
voortaan slechts, indien hij een vereniging opricht
waarvan zijn klanten lid zijn. In 2001 besliste de
rechter evenwel – nota bene op vordering van de
officier van justitie – dat zo’n vereniging in strijd is
met het recht. Deze club van cannabisconsumenten
stelde zich ten doel schone cannabisproducten te
verkrijgen en te verstrekken. Dat zijn volgens de
Opiumwet strafbare feiten. Een dergelijke doelstel-
ling is volgens de rechter om die reden in strijd met
de openbare orde. Dat is de grens van de vereni-
gingsvrijheid, zoals het Burgerlijk wetboek conform
art. 8 Grondwet bepaalt.
Het regeringsplan is om die reden juridisch onhoud-
baar. Valt nu te verwachten dat ‘Den Haag’ luistert
naar dit door de rechtswetenschap naar voren
gebrachte argument? Je moet wel heel naïef zijn om
dit te willen geloven. Met het academisch gehalte
van deze regering is het droeviger gesteld dan ooit.
Het valt te hopen dat de zojuist gestarte eerstejaars
hieraan geen voorbeeld nemen. Het zou mooi zijn
als zij met de academische vorming al een begin
hebben gemaakt tijdens de Kei-week.
prof. mr. dr. J.G. brouwer
Voorwoord
Nieuwe academici
HalF auGustus Is er – net als In VOOrGaanDe Jaren – Weer een nIeuWe lIChtInG stuDenten GearrIVeerD. Dan beGInt traDItIOneel De KeI-WeeK. OnDer hen beVInDen zICh ruIm VIJFhOnDerD lezers Van DIt blaD In Casu. Frappant GenOeG, teGenWOOrDIG meren-
Deels VrOuWen. het reCht WOrDt steeDs VrOuWelIJKer.
Juridisch magazine ‘In Casu’
Jaargang 19, nummer 1, september 2011
hoofdredactieLeonie Verwilligen
eindredactieIndira de Wilde
Femke Westra
redactieRachelle Boneva
Anne Dekker
Daphne Dikkers
Thomas Meenink
Anne Meijer
Cornelieke Moeke
Tanja Schasfoort
Laurens Vermeulen
Arend Vosmaer
Rogier Wennink
Jim de Wolf
Bram Zwagemakers
Issn 3388-8803
Copyright In CasuNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt worden zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever.
Oplage2700
uitgeverJuridische Faculteitsvereniging Groningen
Bezoekadres: Turftorenstraat 17
Postadres: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
9712 EK Groningen
Tel: 050-3635783
Fax: 050-3636947
E-mail: [email protected]
Websites: www.jfvgroningen.nl
www.jfvcarriereboard.nl
Vormgeving en drukOCC dehoog media partners, Oosterhout
www.occ-dehoog.nl
Foto omslagiStock
abonnementenAbonnementenprijs inclusief portokosten
per jaar: €20,–.
Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar
Lieke van Geelen: [email protected]
adverteerdersindex Bird & Bird 59
Boekel De Nerée 55
CMS Derks Star Busmann 49
Damsté advocaten-notarissen 56-58
Dirkzwager advocaten & notarissen 31
DLA Piper 71
Houthoff Buruma 17
JPR Advocaten 72
Ministerie van Financiën 4
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
advocaten en notarissen 23
Poelmann van den Broek 43
Stibbe 2
Studystore 68
advertentiesTarieven zijn schriftelijk en/of telefonisch aan te
vragen bij Lieke van Geelen.
Tel: 050-3635783
Fax: 050-3636947
E-mail: [email protected]
Standpunten zoals weergegeven in het Juridisch
Magazine ‘In Casu’ zijn uitingen van de auteurs
en daarbij niet eveneens standpunten van de
Juridische Faculteitsvereniging Groningen.
COlOFOn en aDVerteerDers
www.werkenvoornederland.nl
Deze tijd vraagt om scherpe keuzes. Het geld kan maar één keer worden uitgegeven. Bij het maken van de afwegingen speelt het ministerie van Financiën een sleutelrol. De minister wil graag weten wat jij adviseert. En snel ook. Op 3 november sta je in zijn agenda...
Tijdens de Studentendag 2011 werk je aan een actuele case en maak je kennis met een interessante werkgever. Het ministerie van Financiën is een jonge organisatie waarin nieuw talent direct wordt beloond met een fl inke dosis verantwoordelijkheid.
Schrijf je in vóór 17 oktober 2011Je bent tweede-, derde- of ouderejaarsstudent algemene, bedrijfs- of fi scale economie. Ook met Nederlands of fi scaal recht en met bestuurskunde ben je van harte welkom, net als met iedere andere studie met daarin het vak openbare fi nanciën.
Wil je op 3 november de minister adviseren en een onuitwisbare indruk achterlaten? Schrijf je dan in vóór 17 oktober 2011 via www.studentendag.nl.
3 november 2011: Studentendag ministerie van Financiën
-00101_A4_adv_Studentendag_OF.indd 1 19-07-2011 12:43:45
Femke Westra Indira de Wilde
Rachelle Boneva Anne Dekker Daphne Dikkers Thomas Meenink Anne Meijer Cornelieke Moeke
Tanja Schasfoort Arend Vosmaer Rogier Wennink Jim de Wolf Bram Zwagemakers Laurens Vermeulen
5
JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011 Van DE REDaCTIE
Naast een nieuwe lay-out hebben we dit
jaar ook een bijna geheel nieuwe In Casu
redactie. Deze bestaat uit twaalf enthousi-
aste en gemotiveerde studenten die bereid
zijn om zich een jaar lang in te zetten voor
het Juridisch Magazine. Daarnaast zijn
er dit jaar twee nieuwe eindredacteuren:
Indira de Wilde en Femke Westra. Zij zullen
dit jaar de kwaliteit van de stukken waar-
borgen.
Door zich te verdiepen in diverse vakge-
bieden en actuele onderwerpen heeft de
In Casu redactie in dit nummer een geva-
rieerd en interessant aanbod aan artikelen
weten neer te zetten. De rubriek “Juridisch
Actueel” is dit keer gewijd aan de handels-
betrekkingen met Rusland. In het kader
van de EHEC-bacterie rijst de vraag hoe de
relatie is tussen de Europese Gemeenschap
en Rusland. Hoe is deze samenwerking tot
stand gekomen en werkt deze adequaat?
In de rubriek “Opinie” wordt ingegaan op
het ‘slachtverbod’. De wet komt er, maar er
is ontheffing mogelijk door middel van een
amendement. Hoe verhoudt dit amende-
ment zich tot de godsdienstvrijheid? Uiter-
aard bevatten ook de redactionele stukken
weer een breed scala aan onderwerpen.
De vraag die hierin onder andere aan de
orde komt is of de toegang tot de rechter in
het geding is. Wat is de aanleiding van het
doorvoeren van het kostendekkend grif-
fierecht en wat zijn de gevolgen hiervan?
Ook zal er aandacht worden besteed aan
de ‘The Casey Anthony Case’ en wordt er
een betoog gegeven waarom het Hof van
Justitie de ‘Zonnekoning’ is van het Euro-
pees recht. Dit is slechts een deel van de
vele boeiende artikelen die deze In Casu
bevat, ze zijn echter allen zeker het lezen
waard!
Ik wens je veel leesplezier!
Met vriendelijke groet,
leonie VerwilligenHoofdredacteur In Casu
Van de redactie
Beste lezer,
VOOR JE lIGT DE EERSTE In CaSu Van JaaRGanG 19 En zOalS JE VaST al hEBT OPGEMERKT, MET EEn GEhEEl nIEuWE VORMGEVInG! VanaF DE COVER TOT aan DE laaTSTE BlaDzIJDE hEBBEn WE hET JuRIDISCh MaGazInE In EEn nIEuW JaSJE GESTOKEn. DE In CaSu WORDT GESChREVEn VOOR En DOOR STuDEnTEn En IS In DE lOOP DER JaREn uITGEGROEID TOT EEn PROFESSIOnEEl
BlaD. DIT JaaR zal ER ElK KWaRTaal EEn ExEMPlaaR WORDEn uITGEBRaChT.
InhoudsopgaveRedactioneel
InhOuDSOPGaVE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
@8 Toegang tot de rechter in het geding?! Met het doorvoeren van het kostendekkend
griffierecht staat de toegang tot de rechter
op de tocht. Wat is de aanleiding tot het
wetsvoorstel en wat zijn de gevolgen?
@11 De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese UnieIn de EU heeft de interne markt op het
gebied van diensten en kapitaal zich zeer
sterk uitgebreid. Financieel toezicht is in
dit opzicht ook van groot belang. Tijdens de
crises van 2001 en 2008 bleek het toezicht
niet afdoende. Hoe heeft het toezicht zich
sindsdien ontwikkeld?
@14 Het Hof van Justitie, de Zonnekoning van het Europees rechtMet dit betoog van onder meer de arresten
Van Gend en Loos en Costa/ENEL wordt
inzichtelijk gemaakt hoe het Hof van
Justitie zichzelf positioneert als Zonneko-
ning van het Europees recht.
@18 The Casey Anthony case De meest geruchtmakende zaak in de VS
sinds het proces van O.J. Simpson in 1994
is de Casey Anthony case. De jonge moeder
is door de maatschappij allang veroordeeld
voor de moord op haar dochtertje Caylee,
maar het bewijs blijkt niet doorslaggevend
genoeg. De pers smult van de intriges in
het proces en de discussie over juryrecht-
spraak laait op.
@20 Wetsvoorstel Flex-bv: revolutionair of overrated? Wetsvoorstel Flex-bv wacht vurig op haar
inwerkingtreding. Wat zijn de belangrijkste
wijzigingen die boek 2 van het BW als
laatste stapje in haar modernisering van
het ondernemingsrecht zal ondergaan? En
biedt zij ons ondernemingsrecht extra’s?
Student and the city
@26 Una cerveza, por favor!Madrid en Barcelona zijn bekende metro-
polen. Minder bekend is de op twee na
grootste stad van Spanje: Valencia. Onte-
recht! Daarom wordt deze stad onder de
loep genomen.
6
PersonaeJuridisch actueel
InhOuDSOPGaVEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
@28 Peter Duinkerken, president van de rechtbank AssenDeze keer in ‘Achter de deur van..’ duiken
uw redacteuren de rechtspraak in. Presi-
dent van de rechtbank Assen mr. P.J. Duin-
kerken vertelt ons hoe hij daar terecht is
gekomen en wat het inhoudt om een recht-
bank te leiden.
@32 Hugo de Groot; een groot jurist uitgelichtIn deze nieuwe rubriek zal een inter-
view met de heer Brandsma, hoogleraar
Romeins recht, ons enige duidelijkheid
verschaffen omtrent de beroemde Neder-
landse rechtsgeleerde Hugo de Groot
(1583-1645) en zijn juridische verdiensten
voor heden en verleden.
@34 Handelsbetrek-kingen met Rusland; zegen-rijk of zorgenkind?De EU is de belangrijkste handelspartner
voor Rusland en Rusland de op twee na
grootste handelspartner voor de EU. Sinds
de uitbreiding van de EU is de gemeen-
schappelijke grens ook nog eens enorm
toegenomen. Men kan zeggen dat er voor
beide partijen veel te verliezen is bij een
instabiele handelsrelatie.
@37 Autonomie van lidstaten in nationaliteits-rechtelijke zakenKind heeft nationaliteit van een lidstaat,
maar moeder heeft recht op verblijf in een
andere lidstaat. Wat nu?
@39 Mens en/of dier?Het onverdoofd slachten van dieren wordt
verboden, zo luidde het oordeel van de
Tweede Kamer op 28 juni. Onnodig dieren-
leed moet zoveel mogelijk worden voor-
komen, of er nu een ritueel in het geding
is of niet. Maar wat weegt er nu eigenlijk
zwaarder, het welzijn van een dier, of de
grondrechten van een mens?
@47 zomer 2011Helaas moest het mooie weer deze zomer
buiten de Nederlandse grenzen gezocht
worden. Wat iedereen al wist werd door het
KNMI bevestigd: juli 2011 was de natste
maand ooit. Maar, niet getreurd: vanaf het
begin van het nieuwe collegejaar is het nog
maar 297 dagen tot de zomer! Oké, dat is
nog een heel eind, maar gelukkig biedt JFV
CarrièreBoard in die tijd je legio mogelijk-
heden om over andere grenzen heen te
kijken. En wellicht worden er voor jou dan
ook records gebroken.
uitgelicht
achter de deur van...
OpinieJFV Carrière-Board Katern
7
het wetsvoorstelHet voorstel zoals dat er nu ligt, houdt in dat
de rechtspraak in burgerlijke en bestuurs-
rechtelijke zaken niet langer grotendeels
zal worden gefinancierd uit de algemene
middelen. Degene die gebruik maakt van
de rechtspraak moet er voor gaan betalen.
Dit moet een totale besparing voor de over-
heid opleveren van circa €240 miljoen.
De regering verwacht namelijk een vraag-
uitval als gevolg van de verhoging van
griffierechten die wordt geschat op 15 à
20% (€115 miljoen). Zaken die wel worden
aangebracht leveren nu €225 miljoen op.
Ten slotte gaat er dan €100 miljoen af om
compensatie te bieden aan personen met
lage inkomens.
De aanleidingAan het voorstel liggen drie redenen ten
grondslag, namelijk:
1. De eigen verantwoordelijkheid van de
rechtzoekende: het kabinet vindt het
rechtvaardig dat degene die gebruik
maakt van het recht, daar ook voor
betaalt. Wil men dit niet, dan moet zij
creatief zijn in het zoeken van een eigen
oplossing.
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Redactioneel
Toegang tot de rechter in het geding?!Door: Rogier Wennink
EEn Van DE FunDaMEnTEn Van OnzE REChTSTaaT IS hET REChT OP TOEGanG TOT DE REChTER. DIT REChT WORDT GEWaaRBORGD DOOR DE aRTIKElEn 17 En 18 Van DE GROnDWET, aRTIKEl 6 Van hET EuROPEES VERDRaG Van DE REChTEn Van DE MEnS (EVRM) En aRTIKEl 47 Van hET hanDVEST Van DE EuROPESE unIE. EChTER STaaT DE TOEGanG TOT DE REChTER OP DE SPREEK-
WOORDElIJKE TOChT MET DE KOMST Van KOSTEnDEKKEnDE GRIFFIEREChTEn DIE DE WETSVOORSTEllEn WIJzIGInG Van DE alGEMEnE WET BESTuuRSREChT En DE WET GRIFFIEREChTEn BuRGERlIJKE zaKEn MET zICh MEEBREnGEn. In DIT aRTIKEl WORDEn DE aanlEIDInG Van hET WETSVOORSTEl En DE (MaaTSChaP-PElIJKE) GEVOlGEn DaaRVan aan DE hanD Van VERSChIllEnDE COMMEnTaREn BESPROKEn.
8
REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
9
2. Vergroting van het innovatieve vermogen:
het kabinet streeft naar een beter func-
tionerend rechtstelsel, waardoor de
directe relatie tussen de rechtzoekende
en de rechtspraak wordt gestimuleerd.
De rechtspraak moet innovatiever zijn en
meer gebruik gaan maken van digitale
middelen. Ook moeten er eenvoudigere
procedures worden ingericht om tot een
effectieve en efficiëntere rechtspraak te
komen.
3. Als laatste is het op orde brengen van
de overheidsfinanciën een belangrijke
reden.
Bovenstaande redenen lijken allemaal
‘leuk en aardig’, maar wat zijn nu de
gevolgen voor de maatschappij en burger
uitgedrukt in harde cijfers. Ter illustratie:
het griffierecht bij de rechtbank voor een
geschil waarin twee burgers zijn verwik-
keld, gaat van €530,- naar €2000,- (dit is
gezamenlijk dus €4000,-). In een bestuurs-
rechtelijke kwestie waarin een burger het
niet eens is met het bestuursorgaan, gaat
het griffierecht van €150,- naar €1200,-.
CommentaarVerschillende organisaties hebben hun
bezwaren geuit op het plan zoals dat er nu
ligt.
Zo zal volgens het Register Belastingadvi-
seurs (RB)1 “(...) het onverkort doorzetten
van het wetsvoorstel niet leiden tot de
beoogde bezuinigingen, echter wel tot
het verder uithollen van een kernwaarde
in ons rechtstelsel.” Zij verwijzen naar
het Sopropé-arrest2 waarin het Hof van
Justitie bepaald heeft dat eerbiediging van
de rechten van verdediging een algemeen
beginsel van gemeenschapsrecht is, een
collectief belang. Op zich zijn griffierechten
niet onverenenigbaar met artikel 6 van het
EVRM, zolang deze maar niet de toegang
tot het recht en dus de verdediging van
een partij in haar
kern belemmert.
Er wordt gevreesd
dat het wetsvoor-
stel inbreuk maakt
op deze effectieve
verdediging. Daar-
naast vraagt het
RB zich af of er in
het bezuinigings-
plan wel rekening
is gehouden met
de budgettaire
ge volgen voor de overheid als zij in de
proceskosten veroordeeld zullen worden.
Dit zou dan alsnog kosten voor de overheid
met zich meebrengen.
Ook prof. dr. mr. R.E.C.M. Niessen, advo-
caat-generaal bij de Hoge Raad, uit in het
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
zijn zorgen: “Er is een ontwikkeling op
komst die niet alleen het belastingrecht,
maar de rechtsstaat als geheel op haar
grondvesten zal doen schudden.” Niessen
is bang dat door de verslechterde toegang
tot de rechter, het recht van de sterkste zal
gaan gelden. Hij stelt voor om een eenvou-
dige rechtsgang te creëren die goedkoop
en snel antwoord kan geven in een groot
aantal minder ingewikkelde zaken.
De consumentenbond ziet de laatste tijd
juist progressie in de rechtsgang, zoals
de verkorte digitale procedure. Echter het
kostendekkend maken van het griffierecht
ziet zij als een contraproductieve ontwikke-
ling: “Eerst ga je de toegang tot de kanton-
rechter vereenvoudigen om vervolgens een
hoge financiële drempel op te werpen. Zo
snijd je voor talloze consumenten de weg
naar de rechter af. Consu-
menten zien met de huidige
barrières al massaal af van
het halen van hun recht.”
De Nederlandse Orde van
Belastingadviseurs schrijft
in een commentaar haar
bezwaren. Zij ziet het
belang van de rechtspraak
en de toegang daarop als
een collectief iets. Via de
rechter worden “(...) rechts-
vragen beantwoord, waardoor burgers en
bedrijven weten waar ze juridisch aan toe
zijn.” Ook zij voert aan dat verhoging van de
griffierechten de schaduwwerking van het
recht belemmert en dat maatschappelijke
partijen hun verplichtingen minder zullen
nakomen en zich minder aan geldende
regels zullen houden, nu handhaving van
het recht een dure grap kan worden. Ook zij
ziet in dat het wetsvoorstel op gespannen
voet staat met het voorheen genoemde
artikel 6 van het EVRM.
Ook de Raad voor de Rechtspraak is het
oneens met de bezuinigingsvoorstellen.
Op haar website geeft zij aan dat het wets-
voorstel kan leiden tot onaanvaardbare
gevolgen voor de toegang en de kwaliteit
van de rechtspraak. In haar standpunt
voert zij het volgende aan: “De Raad wijst
erop dat het hierbij niet alleen gaat om
belangen van mensen die tot deze groepen
behoren, maar er grote maatschappelijke
belangen in het geding zijn. Het gaat om het
functioneren van het recht als instrument
voor ordening van het maatschappelijk
en economisch verkeer. Deze maatschap-
pelijke belangen worden onvoldoende
gediend als de kosten geheel of groten-
deels worden doorberekend aan degenen
die een beroep doen op de rechter om hun
rechten en belang te beschermen.”
De Nederlandse Orde van Advocaten stelt
op haar website dat de voorgenomen
verhoging van griffierechten negatieve
effecten zal hebben op de samenleving en
de economie. “Invoering maakt de gang
naar de rechter vooral voor burgers, maar
ook voor bedrijven, een stuk moeilijker. De
gedachte dat rechtspraak een (particuliere)
nutsvoorziening is waarvan de kosten ten
laste van de gebruiker dienen te komen,
miskent de belangrijke rol die goede recht-
spraak voor de gehele samenleving vervult.
Beperking van de toegang voor burgers tot
het recht kan er in de hogere tariefzones
toe leiden dat vermogende partijen proce-
dures starten, terwijl zij weten of kunnen
“Het lijkt deondergang van de spreekwoordelijke
procestijger.”
“Het kabinet vindt het rechtvaardig dat
degene die gebruik maakt van het recht, daar ook voor betaalt.”
“De overheidzal op hetzelfde
‘level playing field’ terechtkomenals de markt.”
vermoeden dat de gedaagde partij het grif-
fierecht niet kan betalen. Dit is een onge-
wenste situatie”.3
Ten slotte maakt de Nederlandse Vereni-
ging van Rechtspraak ernstige bezwaren
tegen het feit dat het kabinet rechtspraak
benadert als een dienstverlening aan parti-
culieren tegen betaling. Dit doet afbreuk
aan het vertrouwen in een onafhankelijke
en onpartijdige rechtspraak.4
niet alleen maar nadelenOverigens kleven er niet alleen maar
nadelen aan de verhoging van de griffie-
rechten. Voor de beroepsgroep van media-
tors en arbiters verwacht men een groei aan
cliënten, nu een groot aantal niet meer een
beroep wil of kan doen op de rechtspraak
vanwege de hoge kosten. Een mediator of
een arbitragezaak zou dan een goedkoop
alternatief kunnen zijn.
Van de advocatuur zal een andere menta-
liteit worden verwacht. Zij zullen niet snel
meer met een dagvaarding in de hand staan
te zwaaien bij de wederpartij. In plaats
daarvan zal het zwaartepunt
komen te liggen bij de schik-
kingsfase. Het lijkt de onder-
gang van de spreekwoor-
delijke procestijger en in
plaats daarvan zal het meer
aankomen op de onderhan-
delingskracht van een advo-
caat. Daarnaast denkt men
te voorkomen dat zaken te
lang blijven slepen.5
Ook worden de vele nadelen
door enkelen betwist. Zo wordt gedacht
dat de aangehaalde nadelen van korte
duur zullen zijn. Door het wetsvoorstel zal
de overheid op hetzelfde ‘level playing
field’ terechtkomen als de markt (bijvoor-
beeld private initiatieven als e-Court). Men
verwacht dat de markt daar als winnaar uit
de bus zal komen, omdat deze veel effec-
tiever en klantgerichter opereert, in tegen-
stelling tot het logge overheidsapparaat.
Het gevolg is een goedkoper en wellicht
beter alternatief.
ConclusieVooralsnog lijkt het kabinet met het voor-
stel om de griffierechten kostendekkend te
maken, de plank mis te slaan. Veel organi-
saties vrezen de nadelige gevolgen, mocht
het wetsvoorstel er doorkomen zoals dit er
nu ligt.
Het wetsvoorstel miskent het maatschap-
pelijke effect van de rechtspraak (de zo ge-
naamde schaduwwerking). Veel organi-
saties wijzen hierop en zijn bang dat het
kabinet het recht teveel ziet als een indi-
vidueel belang, terwijl de rechtspraak juist
een collectief be lang zou moeten zijn die
een voorbeeld stelt aan de samenleving.
Het vertrouwen in een onafhankelijke
en onpartijdige rechtspraak komt in het
geding.
Daarnaast is men bang dat het wetsvoor-
stel eigenrichting aanmoedigt en dat dit
malafide incassobureau’s in het leven
roept.
Ten slotte lijkt het zeer de vraag of het
kabinet wel heeft stilgestaan bij de
werking van artikel 6 van het EVRM die de
toegang tot een onafhankelijke en onpar-
tijdige rechter waarborgt. Er wordt door
velen gewaarschuwd dat het kabinet met
het huidige wetsvoorstel de grenzen van
het aanvaardbare opzoekt. Er wordt aange-
raden om het voorstel niet in deze vorm in
te voeren.
Of het daadwerkelijk zo ver komt blijft
de vraag, feit is wel dat velen met mij de
ontwikkelingen op de voet blijven volgen
en de plannen scherp in de gaten houden.
1 www.accountancynieuws.nl/Uploads/
Files/RB-commentaar-kostendekkende-
griffierechten-20110519-1-.pdf
2 http://jure.nl/soprope
3 www.advocatenorde.nl/3440/consu-
menten/Nieuws/verhoging-griffie-
rechten-risico-voor-maatschappij.html
4 Wetgevingsadvies NVvR Kostendek-
kende griffierechten
5 http://www.pluspost.nl/verhoging-
griffierechten-is-kans-voor-de-
markt/47160
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
10
11
JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011 REDaCTIOnEEl
achtergronden Op grond van het Europees recht gelden er
in de EU de vier fundamentele vrijheden:
vrijheid van vestiging, goederen, kapitaal
en diensten. Voor het financiële toezicht
zijn met name het vrije verkeer van dien-
sten en kapitaal van belang, deze begin-
selen zijn neergelegd in het Werkingsver-
drag van de Europese Unie.1 Daarnaast is
er een omvangrijke hoeveelheid jurispru-
dentie van het Hof van Justitie die het vrije
verkeer verder heeft uitgebreid.
Het vrije verkeer van diensten en kapi-
taal kan op grond van het verdrag en een
door het Hof van Justitie in de zaak Cassis
de Dijon ontwikkelde toets ook worden
beperkt.2 Alle maatregelen die de uitoe-
fening van het vrije verkeer van kapitaal
kunnen belemmeren of minder aantrek-
kelijk maken, moeten voldoen aan vier
voorwaarden. Zij (1) moeten zonder discri-
minatie worden toegepast; (2) moeten
hun rechtvaardiging vinden in dwingende
redenen van algemeen belang; (3) moeten
geschikt zijn om het nagestreefde doel te
verwezenlijken en (4) mogen niet verder
gaan dan nodig is om het doel te bereiken.3
Op grond hiervan kunnen nationale
toezichthouders regels opleggen die het
vrije verkeer beperken.
Problemen met betrekking tot de bevoegdheidVeel grote Europese financiële instellingen
maken gebruik van de interne markt die is
gecreëerd door deze vrijheden. Dit geeft
hun de mogelijkheid hun kapitaal en
diensten niet alleen aan te bieden in het
land van oprichting, maar ook in andere
lidstaten van de EU. Het toezicht geschiedt
via het zogenaamde ‘home country-beginsel’. Dit houdt in dat de toezicht-
houder van het land waarin een onderne-
ming statutair gevestigd is,4 bevoegd is
toezicht te houden.
Problemen met financieel toezicht ontstaan
als ondernemingen in een andere lidstaat
hun diensten gaan aanbieden. Deze wordt
in dit verband de ‘host country’ genoemd.
Ondernemingen die een vergunning
hebben gekregen voor het aanbieden van
financiële diensten in hun eigen lidstaat,
moeten in beginsel ook in een ander
lidstaat worden toegelaten.5 Dit wordt
ook wel aangeduid met de term ‘weder-
zijdse erkenning’, aangezien de lidstaten
elkaars wetgeving moeten respecteren als
het aankomt op financieel toezicht.6 In de
praktijk verschilt het financieel toezicht
nogal. Zowel wat betreft de bevoegde auto-
riteit, als de wetgeving.7
Een bekend voorbeeld in deze context
is de IJslandse bank Icesave. Deze bank
bood in onder andere Nederland spaarre-
keningen aan met zeer lucratieve renteper-
centages. De Nederlandse toezichthouder
kon slechts zeer beperkt toetsen, omdat de
bank onder IJslands’ toezicht stond.
Redactioneel
De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese UnieDoor Daphne Dikkers
HET uITBREKEn Van DE KREDIETCRISIS In 2008 hEEFT DuIDElIJK GEMaaKT DaT ER EEn GROTE BEhOEFTE IS aan MEER EEnhEID Van FInanCIEEl TOEzIChT In DE EuROPESE unIE (Eu). OM DIT TE BEREIKEn IS ER SInDSDIEn EEn STROOM Van nIEuWE WETGEVInG GEKOMEn OM hET FInan-CIEEl TOEzIChT TE VERBETEREn. DIT hEEFT GElEID TOT DE OPRIChTInG Van DE EuROPEan
SySTEMaTIC RISK BOaRD (ESRB), DaT MaCROPRuDEnTIEEl TOEzIChT hOuDT En EuROPEan SySTEM OF FInanCIal SuPERVISORS (ESFS), DIE TOEzIET OP MICROPRuDEnTIEEl TERREIn.
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Uit het voorgaande blijkt dat er een nood-
zaak was om het beleid van financieel
toezichthouders op elkaar af te stemmen,
zodat problemen met de interne markt
voorkomen of opgelost kunnen worden.
Een dergelijke convergentie van Europese
financieel toezichthouders heeft men via
richtlijnen getracht te bewerkstelligen.
De richtlijn bleek echter niet het meest
geschikte middel om meer rechtseenheid
te bereiken op het gebied van financieel
toezicht.
Ook al werd er door deskundigen op
aan gedrongen dat er een noodzaak
be stond meer rechtseenheid te bereiken,
toch stond dit toch niet erg hoog op de
politieke agenda. Financieel toezicht door
een Europese toezichthouder lag en ligt
erg gevoelig. Dit heeft te maken met het
feit dat de lidstaten graag zelf het toezicht
wilden houden en dit terrein niet wilden
prijsgeven aan de EU. De financiële crises
in 2001 en 2008 hebben de politiek uitein-
delijk doen inzien dat er veranderingen
moesten plaatsvinden.
De lamfalussymethodeNa de economische crisis van 2001 is
men overgegaan tot het doorvoeren van
hervormingen naar aanleiding van het
rapport van een commissie onder leiding
van Alexandre Lamfalussy. De methode
houdt in dat regelgeving op het gebied van
financieel toezicht tot stand komt via vier
verschillende niveaus.8 Het belangrijkste
in deze context, is de oprichting van de
niveau-3 comités.
Er bestonden drie comités: één voor de
bankensector, de effectensector en voor
de verzekering- en pensioensector. Zij
hadden als belangrijkste taak om er voor
te zorgen dat de nationale wetgeving van
lidstaten meer zou convergeren.9 De nati-
onale toezichthouders werkten hier samen
op het gebied van advisering en de uitvoe-
ring van financieel toezicht.
De comités hadden slechts beperkte
be voegd heden. Zo stonden hen in
be gin sel geen middelen ter beschikking
die lidstaten kon dwingen hun wetgeving
aan te passen. Toch wisten de comités
via onder andere gezamenlijk optreden,
aan pas sing van stemmodaliteiten bij het
nemen van besluiten en mediation bij
conflicten tussen lidstaten over financieel
toezicht hun positie te versterken.10 Al met
al kan gesteld worden dat de comités hun
beperkte bevoegdheden optimaal gebruikt
hebben. Hun bevoegdheden schoten
echter te kort om de gedroomde rechtseen-
heid te bereiken.
De economische crisis van 2008 en de gevolgen voor de financiële sectorDe economische crisis van 2008 heeft de
Europese politiek wakker geschud. Naast
de noodzaak tot verandering van
financieel toezicht, was nu ook de
politieke wil aanwezig om finan-
cieel toezicht verder te harmoni-
seren. Onder leiding van Jacques
Larosière, oud topman van het
International Monetary Fund,
bereidde een commissie aanbeve-
lingen tot aanpassingen van finan-
cieel toezicht voor. Dit mondde uit
in het De Larosière rapport.11 Het
rapport ziet voornamelijk toe op
de stroomlijning van het Europees
toezicht. De Commissie heeft het rapport
overgenomen, en omgezet in wetgevings-
voorstellen.
Belangrijk punt uit het rapport is de oprich-
ting van twee nieuwe, toezichthoudende
organen. In de eerste plaats een orgaan
dat toeziet op macroprudentieel toezicht,
de European Systemic Risk Board (ESRB).
Dit orgaan heeft als belangrijkste taak het
opsporen van zwakke plekken in de finan-
ciële markt als geheel. In de tweede plaats
moet er microprudentieel toezicht komen
door oprichting van European Systeem for
Financial Supervisors (ESFS), dat uiteen-
valt in drie zogenaamde European Super-
visory Authorities (ESA’s). Zij zijn de opvol-
gers van de hiervoor omschreven niveau-3
comités. De wetsvoorstellen hebben in
september 2010 het Europees Parlement
gepasseerd en zijn sinds 1 januari 2011 van
kracht.
De ESa’s in vogelvluchtDe ESA’s hebben allen rechtspersoonlijk-
heid naar Europees recht.12 Ze werken
samen in een comité bij sectoroverstij-
gende problemen.13 Ook vindt er een
uitwisseling van informatie plaats met de
ESRB, het orgaan dat toeziet op macropru-
dentieel toezicht. De autoriteiten hebben
een eigen bestuur. Zij nemen beslissingen
gezamenlijk met de bevoegde nationaal
toezichthouders. Onderstaande illustratie
verduidelijkt de huidige situatie.
De ESA’s zijn onafhankelijk van de lidstaten
en andere EU-instellingen. Ze hebben alle
bevoegdheden van de niveau-3 comités
geërfd.14 Ze dienen desgevraagd schrif-
telijk of mondeling verantwoording af te
leggen aan het Europees Parlement.15
Tegen besluiten die zijn genomen door de
agentschappen kan men op twee wijzen
in beroep gaan. In de eerste plaats is er
een rechtsgang mogelijk bij de Board of
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
“Financieel toezicht door een Europese
toezichthouder lag en ligt erg
gevoelig.”
12Afbeelding 1
Afbeelding 2
REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Appeal, een door de agentschappen zelf
gecreëerde rechtsgang.16 In de tweede
plaats kan men zich wenden tot het Hof
van Justitie.17
De nationale toezichthouders hebben ook
rechten en plichten tegenover de ESA’s. Zo
geldt er een plicht tot het delen van rele-
vante informatie.18Maar aan de andere
kant hebben nationaal toezichthouders het
recht te vragen in te grijpen door middel
van een beroep wegens nalaten.19
Van groot belang is dat de ESA’s wetge-
ving kunnen maken waarbij zij nationale
toezichthouders ook daadwerkelijk kunnen
verplichten aanpassingen te maken. De
wetgeving die zij maken is zeer speci-
fiek en technisch van aard. Hiervoor zijn
bestaande verordeningen en richtlijnen
aangepast. In de toekomst krijgen de
ESA’s zelf de bevoegdheid om bestaande
wetgeving te amenderen. Deze aanpassing
ligt besloten in de Omnibus I-richtlijn die in
werking treedt in 2014.
Deze toekomstige bevoegdheid is revoluti-
onair te noemen. De ESA’s hebben slechts
de instemming nodig van de Commissie
om de aanpassingen van wetgeving in
werking te doen treden. De Commissie
heeft daarbij slechts een zeer marginale
bevoegdheid om door de ESA’s gemaakte
wetsvoorstellen aan te kunnen passen. De
wetgeving kan zich via deze wijze steeds
verder uitbreiden waardoor de macht van
nationale toezichthouders in de toekomst
verder beknot kan worden.
Een andere spectaculaire ontwikkeling in
de wetgeving is de bevoegdheid die ESA’s
hebben om op te treden in noodsituaties.
Is er sprake van een noodsituatie,20 dan
kan een agentschap direct ingrijpen bij
een financiële instelling. In dit geval is
medewerking van een nationale toezicht-
houder niet nodig. Een agentschap kan
in een dergelijk geval alle maatregelen
nemen die zij nodig acht. Medewerking
of toestemming van de Commissie is ook
niet nodig, zodat er snel en adequaat kan
worden ingegrepen. Als een lidstaat het
niet eens is met de gang van zaken, staat
alleen beroep open in gevallen waarin de
beslissing ingrijpt op het fiscale beleid van
een lidstaat. Met andere woorden, als het
er op neer komt dat het de lidstaat belas-
tinggeld gaat kosten.
ConclusieDe level-3 comités zijn sinds 1 januari
2011 geëvolueerd tot ESA’s. Dit is een
zeer goede ontwikkeling geweest voor het
financieel toezicht in de Europese Unie.
De agentschappen hebben een gedetail-
leerd omschreven mandaat en krachtigere
bevoegdheden dan hun voorgangers. De
belangrijkste nieuwigheid is toch wel de
mogelijkheid om in noodsituaties direct
te kunnen ingrijpen bij financiële instel-
lingen, zonder tussenkomst van de natio-
nale toezichthouder.
Verwacht wordt dat de ESFS, met de
agentschappen als uitvoerende organen,
in de toekomst meer macht naar zich zal
toetrekken en zich ontwikkelen tot een
volwaardige Europese toezichthouder.
Hiertoe zal haar budget de aankomende
jaren toenemen. Daarnaast worden er
nieuwe richtlijnen van kracht op het terrein
van financieel toezicht, zodat de ESFS
haar positie verder kan uitbreiden. Met
deze structurele veranderingen kan de EU
zich in de toekomst beter wapenen tegen
problemen bij financiële instellingen en
kan een nieuwe ‘Icesave affaire’ worden
voorkomen of beperkt.
“De economische crisis van 2008 heeft de Europese politiek
wakker geschud.”
13
1 Zie artt. 56, 58, 53 en 62 VWEU.
2 HvJ EG 20 februari 1979, zaak 120/78
Cassis de Dijon, Jur. 1979, 649.
3 .J.C. van Haersolte en mr. H. van
Meerten, Zelfrijzend Europees bakmeel:
de voorstellen voor een nieuw toezicht
op de financiële sector, Nederlands tijd-
schrift voor Europees Recht, aflevering
2, 2010.
4 Artt. 54 jo. 55 Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie.
5 Hierbij moet wel worden opgemerkt dat
dit alleen opgaat als een onderneming
een bijkantoor opent. In het geval van
een dochteronderneming geldt dat er
wel een vergunning in de andere lidstaat
aangevraagd moet worden.
6 R. Barents en L. J. Brinkhorst, Grondli-
jnen van Europees recht, Deventer:
Kluwer 2006, p. 383.
7 Eilis Ferran, Understanding the New
Institutional Architecture of EU Financial
Market Supervision (November 1, 2010).
University of Cambridge Faculty of Law
Research Paper No. 29/2011, p. 5 - 12.
8 Initial report of the Committee of Wise
Men on the Regulation of the European
Securities Markets, p 24 – 26.
9 Initial report of the Committee of Wise
Men on the Regulation of the European
Securities Markets, p 25.
10 Eilis Ferran, Understanding the New
Institutional Architecture of EU Financial
Market Supervision (November 1, 2010).
University of Cambridge Faculty of Law
Research Paper No. 29/2011, p. 23-24,
28-32.
11 The high-level group on financial super-
vision in the EU, 25 februari 2009.
12 Art. 5(1) ESA Verordeningen Dit is een
verkorte aanduiding. De drie veror de-
nin gen waarin de ESA’s worden opge-
richt hebben allen een algemeen deel
dat identiek is. Zodat de artikelen over-
eenkomen.
13 Artt. 20 en 54 - 57 ESA Verordeningen.
14 Zie bijvoorbeeld art. 8, 16 , 30 ESA ver or-
deningen.
15 Art. 50 ESA verordeningen.
16 Artt. 58-60 ESA verordeningen.
17 Art. 61 ESA verordeningen jo. Artt. 263,
265 Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie.
18 Artt. 17, 35 ESA verordeningen.
19 Art. 265 Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie.
20 Art. 18 ESA verordeningen.
In dit stuk zal ik uiteenzetten hoe de zitten de
magistratuur van het Hof deze positie heeft
weten te bemachtigen. Voordat de zojuist
bedoelde arresten nader worden bezien
zal eerst enkele woorden worden gewijd
aan de totstandkoming van de Europese
integratie.
Totstandkoming Europese integratieAl in het interbellum tussen beide wereld-
oorlogen werden er voorstellen gedaan
voor de totstandkoming van een Fede-
raal Europa.1 De Europese integratie is
begonnen met de ondertekening van de
drie oprichtingsverdragen en omvat een
tijdsspanne van meer dan zestig jaar.2
De zogenoemde Parijse Verdagen in 1951
door Nederland, België, Luxemburg,
Duitsland, Frankrijk en Italië ondertekend
tot oprichting van de Europese Gemeen-
schap voor Kolen en Staal (EGKS).3 En in
1957 de Verdragen van Rome tot oprichting
van de Europese Economische Gemeen-
schap (EEG) en het Verdrag tot oprich-
ting van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie (Euratom), ondertekend
door diezelfde zes lidstaten.4 Laatstge-
noemde Verdragen voorzagen de Gemeen-
schap tevens van organen zoals een Raad,
Europese Commissie en Hof van Justitie.5
Ondanks de vele en grote wijzigingen dat
het EEG-Verdrag door de jaren heeft onder-
gaan met als laatste de ondertekening van
het Verdrag van Lissabon in 2007 vormt het
EEG-Verdag – in gewijzigde vorm en omge-
doopt tot het Werkingsverdrag – nog altijd
het kernstuk van het Unierecht.6
arrestenDe zaak Van Gend en Loos, is zonder twijfel
een van de meest spraakmakende zaken
ooit gewezen door het Hof van Justitie.7 De
zaak stamt al uit 1963, toen bestond het
EEG-Verdrag nog. Van Gend en Loos was
een Nederlands vervoersbedrijf welke door
de Nederlandse overheid gehouden werd
douanerechten te betalen op de invoer van
goederen uit Duitsland. Van Gend en Loos
heeft zich op het standpunt gesteld dat
dit in strijd is met artikel 12 EEG-Verdrag
(huidige artikel 30 VWEU); het verbod van
in- en uitvoerrechten betreffende het vrije
verkeer van goederen. De Tariefcommissie
wendde zich middels de prejudiciële proce-
dure op grond van artikel 177 EEG (huidig
artikel 267 VWEU) tot het Hof.
Het Hof begint met de volgende overwe-
ging: ‘dat het oogmerk van het EEG-Verdrag
(...) meebrengt dat dit Verdrag meer is dan
een overeenkomst welke slechts weder-
zijdse verplichtingen tussen de verdrag-
sluitende mogendheden schept.’8 Met
andere woorden: het EEG-Verdrag is niet
zomaar een Verdrag als elk ander Verdrag.
Het Hof gaat vervolgens op zoek naar een
grondslag voor deze opvatting:‘(…) deze
opvatting wordt bevestigd door de pream-
bule van het Verdrag, die zich over de rege-
ringen heen richt tot de volkeren en wel
zeer duidelijk door het in leven roepen van
organen, bekleed met soevereine rechten
welker uitoefening zowel de Lidstaten
als hun burgers raakt’.9 In de Preambule
van het EEG-Verdrag – welke twee A4tjes
behelst – staan enkele lovende doch
louter algemene en vooral nietszeggende
woorden die het doel beschrijven van de
Europese Economische Gemeenschap.10
Het Hof gaat verder: ‘dat bovendien de
opdracht aan het Hof van Justitie, om door
middel van artikel 177 EEG de eenheid in
de uitlegging van het Verdrag door de nati-
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Redactioneel
Het Hof van Justitie, de Zonnekoning van het Europees rechtDoor laurens Vermeulen
HET hOF Van JuSTITIE Van DE EuROPESE unIE hEEFT BEGIn JaREn zESTIG Van DE VORIGE EEuW EnKElE FaMEuzE MaaR TEGElIJKERTIJD zEER BERuChTE aRRESTEn GEWEzEn. hET hEEFT zICh DaaRBIJ nIET allEEn BEPERKT TOT DE KaRaKTERISERInG Van hET EuROPESE REChT TEn OPzIChTE Van OnDER anDERE DE lIDSTaTEn. nOG VEEl BElanGRIJKER IS DaT MET DEzE
uITSPRaKEn EEn BEGIn IS GEMaaKT MET DE POSITIOnERInG Van zIChzElF alS zOnnEKOnInG Van hET EuROPESE REChT.
14
REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
15
onale gerechten te verzekeren, bewijst dat
de Staten ervan uit zijn gegaan, dat de
gelding van het gemeenschapsrecht door
hun ingezetenen voor deze gerechten kan
worden ingeroepen’.11
Met hetgeen hierboven is geciteerd neemt
het Hof een aanloop tot de volgende over-
weging dat het begin markeert van de kern
van mijn betoog. Hof van Justitie:‘dat uit
deze omstandigheden moet worden afge-
leid, dat de Gemeenschap in het volken-
recht een nieuwe rechtsorde vormt ten
bate waarvan de Staten, zij het op een
beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben
begrensd en waarbinnen niet slechts deze
Lidstaten, maar ook hun onderdanen
gerechtigd zijn’.12 Wat het Hof van Justitie
hier doet is even fijntjes zijn eigen oprich-
ters (lees: Lidstaten) de les lezen omtrent
hetgeen zijzelf hebben opgericht. Het Hof
van Justitie bepaalt hier geheel op eigen
houtje dat het – samen met de andere
toenmalige instellingen – een nieuwe
rechtsorde vormt in het volkenrecht. Het
Hof van Justitie bepaalt hier zelf op geraf-
fineerde wijze dat een deel van de soeve-
reiniteit van de oprichters over is gegaan
op ‘henzelf’ als EEG. Het is maar de vraag
of soevereiniteit überhaupt te ‘beperken’ is
zoals het Hof stelt. Hetgeen mijns inziens
een contradictio in terminis inhoudt echter
zal deze vraag hier verder buiten beschou-
wing worden gelaten. Het opmerkelijke is
dat in het hele EEG-Verdrag geen enkele
bepaling te vinden is die ook maar een
gedeelte van deze uitspraken van het Hof
ondersteunt. Deze zaken liggen namelijk
politiek gezien zeer gevoelig. Het Hof van
Justitie grijpt hier de macht ten bate van
het Europese recht en ten koste van de
Lidstaten zonder dat daar enige rechts-
grondslag voor te vinden is.
Sommige rechtsgeleerden lossen het
probleem van een missende rechtsgrond-
slag op door te stellen dat dit wel beoogd
werd door de oprichters. Hoewel niet opge-
nomen in het EEG-Verdrag dit – de vorming
van een nieuwe, hogere rechtsorde en de
daarbijbehorende beperking van de soeve-
reiniteit – wel de achterliggende bedoe-
ling was van de Lidstaten. Deze verklaring
van tussen de regels door lezen staat op
gespannen voet met de reactie van de
oprichters zelf op deze rechtspraak van
het Hof. Met name de Lidstaten met een
overwegend dualistisch stelsel hebben
geprotesteerd tegen deze uitspraak, doch
uiteindelijk toch geaccepteerd.13
Ondanks het protest is het Hof van Justitie
met deze rechtspraak onverstoord door-
gegaan. Een jaar na het arrest van Gend
en Loos heeft het Hof het arrest Costa v.
E.N.E.L. gewezen.14 Het betrof de nationa-
lisering van een kleine Italiaanse elektrici-
teitsmaatschappij door een Italiaanse nati-
onaliteitswet. Aandeelhouder en tevens
advocaat Flaminio Costa tekende bezwaar
aan en stelde dat de wet in strijd was met
Europees recht. De Italiaanse rechter stelde
hierover middels de prejudiciële procedure
vragen aan het Hof.
Het Hof antwoordde hierop:‘(…) het E.E.G.-
Verdrag (…) een eigen rechtsorde in het
leven heeft geroepen, die bij de inwerking-
treding van het Verdrag in de rechtsorde
der Lidstaten is opgenomen en waarmede
de nationale rechters rekening dienen te
houden’.15 Voorts:‘dat namelijk de Lid-
Staten – door voor onbepaalde tijd een
Gemeenschap op te richten, (…) en in het
bijzonder van praktische bevoegdheden
(dit laatste ten gevolge van het feit dat de
Staten hun bevoegdheden hebben inge-
perkt of aan de Gemeenschap hebben
overgedragen) – hun soevereiniteit, zij het
op een beperkt terrein, hebben begrensd
en derhalve een rechtsstelsel in het leven
hebben geroepen, dat bindend is zowel
voor hun onderdanen als voor henzelf’.16
Deze rechtspraak kwamen we ook tegen in
Van Gend en Loos.
Saillant detail is dat de Italiaanse Regering
zich beriep op de ‘absolute niet-ontvanke-
lijkheid’ van het verzoek van de Italiaanse
rechter aan het Hof. Dit omdat de nationale
rechter gehouden zou zijn de nationale
wet toe te passen en niet bevoegd zou
zijn gebruik te maken van de prejudiciële
procedure.17 Italië is namelijk zo’n land
met een dualistisch systeem waarbij Euro-
pees recht eerst moet worden omgezet in
nationaal recht.
Ondanks de omstreden rechtspraak van
het Hof dient ook enige aandacht uit te
gaan naar de houding van de Lidstaten.
Het zijn namelijk de Lidstaten zelf geweest
met vergaande Europese ambities tot
samenwerking waaronder het tot stand
brengen van een interne markt. Dit was
al opgenomen in het EEG-Verdrag.18 Doch
hebben de Lidstaten zelf verzuimd deze
rechtsvragen in het Verdrag te beant-
woorden. Daarmee hebben ze het Hof van
Justitie in een lastig parket geplaatst. Het is
tevens de vraag of de toenmalige Lidstaten
tot overeenstemming zouden zijn gekomen
omtrent deze politiek gevoelige materie.
Het is evenwel efficiënt geweest om het
‘vuile werk’ door het Hof van Justitie te
laten opknappen.
De reden waarom deze rechtspraak door
de Lidstaten wordt geaccepteerd is groten-
deels van economische aard. De econo-
mische voordelen die verbonden zijn met
het lidmaatschap van de Europese Unie
worden namelijk belangrijker gevonden
dan het partiële verlies van soevereini-
teit.19 De interne markt heeft bijvoorbeeld
alleen zin als er meerdere Lidstaten aan
meedoen en allen zich conformeren aan
het Europees recht. Zolang eenieder
meedoet aan de interne markt hebben
zij daar allen voordeel bij. Dit voordeel
verdwijnt zodra men zich niet aan de
regels houdt en bijvoorbeeld zijn eigen
industrie gaat beschermen ten koste van
de anderen. Wanneer zo´n dissident niet
snel tot de orde wordt geroepen door de
andere Lidstaten of de Europese Unie
zelf zullen de overige Staten zich ook niet
meer houden aan het Europese recht en
hetzelfde doen. Dit heeft tot gevolg dat de
interne markt als een kaartenhuis in elkaar
stort. De Lidstaten houden elkaar dus in de
tang.
Het is de vraag waarom de Lidstaten niet
gewoon het Verdrag aanpassen als zij
grote moeite zouden hebben met deze
rechtspraak van het Hof. De Lidstaten
zijn immers de ‘Herren der Verträge’. Met
een simpele aanpassing van het Verdrag
zouden zij in theorie de gepleegde coup
door het Hof kunnen beteugelen. Echter, in
de praktijk is het Hof niet voor één gat te
vangen. Zoals we nu weten is het Europees
recht van supranationale aard. Degene die
de Verdragen uiteindelijk dient uit te leggen
is het Hof van Justitie zelf.20 De Lidstaten
kunnen in de Verdragen opnemen wat
ze willen, het Hof heeft uiteindelijk het
laatste woord. Het zal niet de eerste keer
zijn dat het Hof van Justitie middels uitleg-
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
ging van de Verdragen de bevoegdheden
van Europa uitbreidt. Dit ten koste van de
Lidstaten en ondanks een in het Verdrag
duidelijk opgenomen verbod. Dit vraagt
om enkele voorbeelden:
Voorbeeld I: Het burgerschap van de
Unie. Burger van de Unie is eenieder die
de nationaliteit van een lidstaat bezit.21
Doch de vraag wie de nationaliteit van een
Lidstaat bezit is een aangelegenheid van
de Lidstaat zelf krachtens internationaal
recht.22 Echter, omdat met de nationaliteit
van een Lidstaat het burgerschap van de
Unie komt acht het Hof zichzelf hieromtrent
bevoegd.23 In het arrest Rottmann toetst
het Hof dan ook rustig of de intrekking van
de naturalisatie door een Lidstaat gerecht-
vaardigd is.24
Voorbeeld II: Arrest Kadi. Op grond van
een VN-resolutie, welke over was genomen
door de Raad werden de tegoeden van
de heer Kadi bevroren. Laatstgenoemde
bracht naar voren dat de overgenomen
VN-resolutie in strijd was met ander Euro-
pees recht. Het Gerecht van eerste aanleg
oordeelde dat de EG (de vroegere EEG),
net als de Lidstaten gebonden was aan het
VN-Handvest en de VN-resolutie dus niet
mag toetsen aan EG-recht. In hoger beroep
oordeelt het Hof van Justitie daarentegen
dat:‘(…) de bij een internationale over-
eenkomst opgelegde verplichtingen geen
afbreuk kunnen doen aan de constitutio-
nele beginselen van het EG-Verdrag’.25
Met andere woorden: het Hof acht zich
gewoon bevoegd de overgenomen VN-reso-
lutie te toetsen aan EU recht. Wat betreft de
voorrang van het VN-Handvest zegt het Hof
het volgende:‘(…) dat een gemeenschap-
handeling ter uitvoering van een dergelijke
resolutie strijdig is met een hogere norm
van de communautaire rechtsorde niet
impliceren dat wordt getornd aan de voor-
rang van deze resolutie op internationaal
rechterlijk vlak’.26
(Conclusie)Het zijn de Lidstaten geweest met
ver gaande ambities betreffende Europese
samen werking. Echter hebben ze half werk
geleverd en nagelaten onder ander het
Europese recht te karakteriseren. Het Hof
van Justitie heeft deze lacune naar eigen
goeddunken gedicht in de arresten Van
Gend en Loos en Costa v. E.N.E.L. Het heeft
zich daarbij niks te kort gedaan en zichzelf
gekroond tot zonnekoning van het Euro-
pese recht. En dit alles zonder enig rechts-
grondslag. De Lidstaten stonden erbij en
keken ernaar. Hoewel er aanvankelijk wel
enige protest was ten tijde van het wijzen
van deze arresten hebben de Lidstaten
deze rechtspraak moeten dulden. Dit
vanwege het feit dat zolang eenieder zich
aan het Europese recht houdt eenieder
daar (economisch) voordeel bij heeft. Het
zijn de Lidstaten die de verdragsluitende
partijen zijn. Zij kunnen de iure door
middel van het aanpassen van het Verdrag
anders beslissen. Echter de facto heeft het
Hof het laatste woord met de uitlegging van
het Verdrag wat enkel is voorbehouden aan
het Hof. Met de gepleegde coup door het
Hof van Justitie is het de lachende derde en
hebben de Lidstaten het nakijken.
1 R.R. Palmer, Joel Colton, Lloyd Kramer, A
History of the Modern World, New York
2007, p. 898.
2 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van
de Europese Unie, Den Haag 2010, p.
477.
3 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van
de Europese Unie, Den Haag 2010, p.
477-479.
4 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van
de Europese Unie, Den Haag 2010, p.
481.
5 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van
de Europese Unie, Den Haag 2010, p.
33.
6 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van
de Europese Unie, Den Haag 2010, p.
481-503.
7 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos.
8 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 13.
9 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 14.
10 <http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/
dat/11957E/tif/TRAITES_1957_CEE_1_
XM_0490_x111x.pdf>.
11 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 16.
12 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 17.
13 Wouter G. Werner, Ramses A. Wessel,
Internationaal en Europees Recht,
Groningen 2005, p. 142.
14 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L.
15 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L, r.o. 10.
16 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L, r.o. 11.
17 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L, r.o. 9.
18 <http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/
dat/11957E/tif/TRAITES_1957_CEE_1_
XM_0498_x333x.pdf>.
19 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van
de Europese Unie, Den Haag 2010, p.
482.
20 Artikel 19 lid 1 VEU.
21 Artikel 20 lid 1 VWEU.
22 Zaak C-135/08, Rottmann, r.o. 39.
23 Zaak C-135/08, Rottmann, r.o. 46 e.v.
24 Zaak C-135/08, Rottmann, r.o. 56.
25 Gevoegde zaken C402/05 P en C415/05
P, Kadi, r.o. 285.
26 Gevoegde zaken C402/05 P en C415/05
P, Kadi, r.o. 288.The Casey Anthony
case
16
Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer
PRESENTEER JIJ DE ZAAK AAN EEN ECHTE TOPCLIËNT?
Eén topcliënt. Eén zaak. Eén winnaar.Zorg dat je er bij bent!
Ben jij creatief, scherp, oplossingsgericht maar vooral: overtuigend? Ga dan naar www.werkenbijhouthoff .com en solliciteer vóór 1 oktober 2011.
MASTERCLASSCONVINCE YOUR CLIENT DAYS 9, 10 EN 11 NOVEMBER 2011
TOP LEVEL
Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer
Florine Keijzer
020 605 62 60
f.keijzer@houthoff .com
hb_cycd_a4_for_print.indd 1 7/27/11 5:38 PM
Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer
PRESENTEER JIJ DE ZAAK AAN EEN ECHTE TOPCLIËNT?
Eén topcliënt. Eén zaak. Eén winnaar.Zorg dat je er bij bent!
Ben jij creatief, scherp, oplossingsgericht maar vooral: overtuigend? Ga dan naar www.werkenbijhouthoff .com en solliciteer vóór 1 oktober 2011.
MASTERCLASSCONVINCE YOUR CLIENT DAYS 9, 10 EN 11 NOVEMBER 2011
TOP LEVEL
Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer
Florine Keijzer
020 605 62 60
f.keijzer@houthoff .com
hb_cycd_a4_for_print.indd 1 7/27/11 5:38 PM
Allereerst de feiten. Het is 15 juli 2008 als
Anthony en haar moeder aangifte doen bij
de politie en Caylee als vermist opgeven.
Anthony heeft een maand eerder met haar
dochtertje het ouderlijk huis verlaten en
heeft Caylees grootouders al die tijd geen
kans gegeven hun kleinkind te bezoeken.
Bij de aangifte geeft Anthony aan dat haar
dochtertje dan al 31 dagen vermist is. Dit
leidt ertoe dat Anthony voor het eerst wordt
gearresteerd op verdenking van kinderver-
waarlozing en wordt vastgehouden omdat
ze volgens de rechter een tragische veron-
achtzaming voor het welzijn van haar kind
heeft laten zien, door Caylee niet eerder
als vermist op te geven. Op basis van een
tip in augustus ontstaat de overtuiging bij
de openbaar aanklager dat Caylee niet
meer in leven is. Hierdoor verslechtert de
positie van Anthony. In oktober werd haar
ten aanzien van een ‘grand jury’ moord,
gekwalificeerd kindermisbruik en vier
gevallen van het verstrekken van valse
informatie ten laste gelegd. De onduide-
lijkheid over de geschikte aanklacht lijkt
tot tot een einde te komen als in december
2008 een plastic zak wordt gevonden
met daarin de overblijfselen van Caylee.
Autopsie blijkt echter niets helemaal uit
te sluiten, doordat van het lichaampje van
Caylee niet veel meer dan een geraamte
is overgebleven. In april 2009 maken de
aanklagers bekend dat ze de doodstraf
zullen eisen tegen Anthony.1
Op basis van het voorgaande zou men
denken dat het een uitgemaakte zaak is,
maar dat is nog lang niet alles. Het verhaal
wordt pas interessant wanneer de verkla-
ringen van Anthony verder en verder uiteen
begonnen te lopen, het aantal deskun-
digen dat zich met de zaak bemoeit stijgt
en advocaten opstappen omdat ze de
leugens van Anthony zat zijn. Maar ook de
ouders van Anthony, die haar tot op het bot
verdedigen, spelen een opvallende rol. Zo
hebben ze verklaard dat het kind bij hun
in de achtertuin in het zwembad zou zijn
verdronken en dat vader George Anthony
zijn dochter zou hebben geholpen het kind
te verstoppen. Later ontkende hij dit weer.
Dit is echter nog altijd het standpunt waar
de verdediging aan vasthoudt. Daarnaast
werd beweerd dat George zijn dochter zou
hebben misbruikt, wat hij ontkende en ook
niet bewezen kon worden. Het wordt alle-
maal nog smeuïger als je hoort dat George
Anthony een gepensioneerd ‘homocide
detective’ is. George Anthony kwam later
weer in opspraak nadat hij kort vermist
was en had aangegeven zelfmoord te over-
wegen.2
De Amerikaanse media deed 24/7 verslag
van de zaak, op tv kon alles gevolgd
worden. Zo ook de getuigenverklaring
van een medewerker van een wegsleep-
bedrijf. De ouders van Anthony ten tijde
van Caylees vermissing werden gebeld
door een sleepbedrijf, omdat de auto van
Anthony was weggesleept. De medewerker
verklaarde in de rechtbank dat George
Anthony hem meedeelde, toen deze de
auto kwam ophalen, dat er een lijkenlucht
in de auto hing. Daarnaast zijn er sporen
van chloroform in de kofferbak gevonden.
Daar komt bij dat er door Anthony is
gezocht naar chloroform op haar computer.
Haar moeder heeft nog geprobeerd de jury
ervan te overtuigen dat zij degene was die
op internet naar het verdovende goed had
gezocht, maar zij bleek gewoon op haar
werk te zijn ten tijde van de zoekopdracht.
Al met al leek de auto in combinatie met
chloroform het meest doorslaggevende
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Redactioneel
The CaseyAnthonycaseDoor Bram zwagemakers
MISSChIEn WEl DE MEEST SPRaaKMaKEnDE REChTSzaaK In DE VEREnIGDE STaTEn Van DE laaTSTE TWInTIG JaaR IS DE CaSEy anThOny CaSE. DaGElIJKS BERIChTTEn allE GROTE nIEuWSSITES En KRanTEn uITVOERIG OVER hET VERlOOP Van DE zaaK Van DE 25-JaRIGE MOEDER uIT FlORIDa DIE ERVan WERD BESChulDIGD haaR DOChTERTJE CaylEE In 2008 OM
hET lEVEn TE hEBBEn GEBRaChT. DE zaaK STOnD BOl Van OnVERWaChTE WEnDInGEn, uITEEnlOPEnDE VERKlaRInGEn En BOVEnDIEn hEEl VEEl VRaaGTEKEnS.
18
“Ten tijde van de vermissing laat
Anthony een tatoeage zetten; ‘la dolce vita.”
REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
19
bewijs. Men heeft echter nooit een wapen
gevonden en, als eerder gezegd, nooit de
toedracht van de dood van Caylee kunnen
bepalen.
Een ander saillant detail is het feit dat de
identiteit van de vader van Caylee onbe-
kend is. Anthony wordt verweten een
losbandig type te zijn. Dit getuigen de
foto’s die Anthony heeft gemaakt tijdens
het uitgaan, nadat volgens haar verkla-
ringen Caylee al vermist was. Ter terecht-
zitting zijn deze foto’s dan ook getoond.
Een veelvoudig gesuggereerd motief van
Anthony is dat ze Caylee in de weg zag
staan aan haar zorgeloze uitgaansleven en
haar contact met mannen. Ze heeft zelfs
tijdens die eerste maand een tatoeage
laten zetten met de tekst ‘bella vita’.
Anthony heeft zich tijdens de verhoren
een pathologisch leugenaar getoond door
de ene na de andere leugen te vertellen.
Ze lijkt een schizofrene persoonlijkheid te
bezitten die haar in haar verdediging niet
bepaald hielp.3 Het beste voorbeeld van
haar leugens was Anthony’s verklaring
dat het Caylees oppas was die haar zou
hebben vermoord. Deze vrouw genaamd
‘Zanny’ bleek niet eens te bestaan.
Wat duidelijk in deze zaak naar voren
komt is dat de jury wordt gestuurd door de
aanklager. Doordat er echter
geen sluitend bewijs is voor
de schuld van Anthony kan
men zich afvragen in welke
mate de jury, die geen
enkele vaardigheid bezit
om bewijs juridisch te
kunnen kwalificeren, objec-
tief kan bepalen of iemand
wel of niet schuldig zou
zijn. De druk moet onmenselijk zijn, en je
kan je ook afvragen of een burgerjury niet
per definitie geneigd is om de veilige weg
te kiezen en iemand eerder zal vrijspreken
dan in een stelsel als het Nederlandse zou
gebeuren. In het geval van Anthony heeft
de verdediging proberen te bewijzen dat er
sprake is van ‘reasonable doubt’, oftewel
een situatie waarin de jury Casey Anthony
niet met zekerheid schuldig kan achten
aan moord of het verder ten laste gelegde.
Zoals eerder gezegd was het erg lastig om
te bepalen hoe de aanklacht moest luiden.
Als ze zou worden veroordeeld voor ‘first-
degree murder’ kon ze worden veroordeeld
tot de doodstraf of levenslang. Van een
jury wordt verwacht dat ze geen aan de
zaakgerelateerde krantenartikelen lezen
en berichtgeving over de zaak vermijden.
In de Casey Anthony case was dat nage-
noeg onmogelijk, ze werden overal met de
zaak geconfronteerd. CNN liet zien hoe de
juryleden in een resort werden vertroeteld,
maar schenen ook een licht op de onmo-
gelijkheid om berichtgeving te vermijden.
Uiteindelijk zijn ze bijna 40 dagen bezig
geweest met de zaak, iets waar een door-
snee burger met een baan en gezin niet
blij van wordt.4 Als Nederlanders kijken
we met verbazing naar de beelden van de
terechtzitting en de hoge mate van subjec-
tiviteit en manipulatie die de betrokkenen
aan het daglicht brengen. Dat verwijt kan
zowel aan het adres van de klagende als
de verdedigende partij worden gemaakt.
Waarheidsvinding lijkt niet zozeer het doel
van de aanklager, maar meer het voor-
komen dat een moord als deze ongestraft
blijft.
Op 5 juli 2011 sprak de rechter het oordeel
van de jury uit. De jury is van mening dat
er sprake is van een ‘reasonable doubt’,
en dus dat Casey Anthony niet kan worden
veroordeeld voor ‘firstdegree murder’, dan
wel ‘aggravated manslaughter’, dan wel
‘child abuse’.5 Men vraagt zich nog altijd af
hoe het toch in ’s hemelsnaam zo kan zijn
dat iemand die alle schijn tegen heeft en
wiens richting alle aanwijzingen uitwijzen,
toch door de mazen van het net weet te
kruipen. Sinds het proces van O.J. Simpson
is het niet voorgekomen dat de heersende
publieke opinie zó verschilt van die van
de jury. Juryrechtspraak zou misschien
weer moeten zijn als het ooit bedoeld was,
namelijk dat de leden denken als burgers
en op hun gevoel afgaan en niet simpelweg
luisteren naar technische presentaties van
bewijzen en die dan als leken toch juri-
disch pogen te interpreteren.6 Criticasters
zijn van mening dat het jurysysteem geres-
pecteerd dient te worden, ook al bestaat de
mogelijkheid dat het oordeel geen reflectie
van de waarheid is.
Anthony zal op basis van hetgeen waar-
voor ze wel veroordeeld kon worden, het
verstrekken van onjuiste informatie, een
gevangenisstraf van maximaal vier jaar
kunnen krijgen. Aangezien ze al meer dan
twee jaar in voorarrest heeft gezeten, werd
ze binnen anderhalve week na de vrijspraak
vrijgelaten.7 De voorlopige slotsom van de
Casey Anthony case is dat er alleen maar
verliezers zijn, de moord is onopgelost,
juryleden worden met de dood bedreigd
en de vrijgesproken Anthony zal door de
maatschappij nooit volledig op vrije voeten
worden gesteld.
2 <http://www.washingtonpost.com>
Timeline in the Casey Anthony case
2 <http://www.cnn.com> Casey Anthony
won’t testify in her murder trial
3 <http://abcnews.go.com/US> Casey
Anthony Trial: Psychiatric Clues of an
Accused Child Killer
4 <http://www.nytimes.com/> A Murder
Trial as Tourist Draw in Central Florida
5 <http://www.washingtonpost.com>
Casey Anthony cleared of murdering
2-year-old daughter; defense attorney
criticizes the media
6 <http://www.usatoday.com> Casey
Anthony case: Hate the facts, not the
jury
7 <http://www.ibtimes.com> Casey
Anthony Verdict: Nancy Grace Blasts
Casey’s Defense Team Celebrations
“Een pathologische leugenaar met
een schizofrene persoonlijkheid,”
Slachtoffertje Caylee Anthony.
InwerkingtredingHet Wv wordt al in 2007 ingediend en in
december 2009 aangenomen. Waarom
wachten we al zo lang op haar inwer-
kingtreding? De invoering van het Wv
zal gecombineerd worden met de Invoe-
ringswet vereenvoudiging en flexibilisering
bv-recht,2 zij is nog in behandeling bij de
Tweede Kamer. Samen met de herziening
van de structuurregeling3 en de invoering
van de personenvennootschappen4 vormt
zij de laatste stap richting modernisering
van ons ondernemingsrecht. Wat zijn de
belangrijkste wijzigingen die het wetsvoor-
stel met zich mee zal brengen?
Oprichting en kapitaalbeschermingKapitaal vormt de klem op het vermogen
van een bv. Het doel van kapitaalbescher-
ming ligt voornamelijk in crediteurenbe-
scherming. De kern van het idee is dat bij
oprichting van een vennootschap er een
bepaald kapitaal bijeengebracht wordt
door middel van storting op de aandelen
door aandeelhouders. Dit kapitaal dient
bijeen te blijven en niet te worden aange-
tast door bijvoorbeeld uitkeringen aan
aandeelhouders. Omdat dit kapitaal in
de vennootschap moet blijven, wordt
er wel gesproken van een kapitaalklem.
Deze bescherming wordt ontleend aan de
tweede EG-Richtlijn.
Zowel de Europese als onze nationale
wetgever, koos een preventieve benade-
ring als uitgangspunt. Misschien wel een
van de meest bekende bepalingen vormt
nu nog het minimumkapitaalvoorschrift
van art. 2:178 lid 2 BW. Dit is de rege-
ling dat aandeelhouders zijn verplicht tot
volstorting van de aandelen, zodat de bv
over een minimumkapitaal van 18.000
euro beschikt. Wel kan deze stortingsplicht
in een overeenkomst ten dele worden
uigesteld (art. 2:191 BW). Ten hoogste 75%
van de nominale waarde van het aandeel
mag later, als het wordt opgevraagd door
de vennootschap, worden gestort. Kortom:
minimaal 25% van de nominale waarde van
een aandeel op naam (in geld) dient door
de aandeelhouder te worden volgestort.
Als niet aan deze stortingsplicht wordt
voldaan, dan kan het bestuur op grond van
art. 2:180 lid 2 sub b en c BW aansprakelijk
worden gesteld.5 Bij de inwerkingtreding
van het Wv zal deze minimumkapitaaleis
komen te vervallen. Dit geldt tevens voor
het feit dat de statuten het maatschap-
pelijk kapitaal6 dienen te bepalen en ook
voor het vereiste dat ten minste twintig
procent van dit maatschappelijke kapitaal
geplaatst moet zijn (art. 2:178 lid 1 en 4
BW). Het nieuwe art. 2:178 lid 1 Wv bepaalt
dat de statuten het nominale bedrag van
de aandelen vermelden, en dat indien de
statuten bepalen dat er een maatschappe-
lijk kapitaal is, het bedrag daarvan wordt
vermeld. Dit heeft als gevolg, dat het in de
toekomst veel eenvoudiger zal worden om
een bv op te richten, omdat je simpelweg
geen zak met geld meer achter de hand
hoeft te hebben om een bv te kunnen
oprichten, of niet meer bij de bank hoeft
aan te kloppen voor krediet. Dit is erg
aantrekkelijk in Europese context, aange-
zien nu veel oprichters een Engelse Limited
(Ltd.) verkiezen als ondernemingsvorm
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Redactioneel
Wetsvoorstel Flex-bv:revolutionair of overrated?Door: Rachelle Carolien Boneva
AlTIJD al GEDROOMD Van hET OPRIChTEn Van EEn EIGEn BV? Dan IS BInnEnKORT DE KanS DaaR OM haaR WaaR TE MaKEn! hET MOMEnT Van DE InWERKInGTREDInG Van DE WET VER-EEnVOuDIGInG En FlExIBIlISERInG BV-REChT1 (WV) IS nOG nIET BEKEnD, MaaR zIJ zal DE SlEuTEl KunnEn VORMEn In DE VERWEzEnlIJKInG Van DEzE DROOM. hET TOEKOMSTIGE
BV-REChT, zal MET haaR FlExIBIlISERInG hET VOORuITzIChT Van POTEnTIëlE OPRIChTERS Van EEn BV EEn STuK aanTREKKElIJKER MaKEn. DE MInIMuMKaPITaalEIS VERValT, WaaRDOOR GEEn zaK GElD MEER nODIG IS OM EEn BV TE KunnEn STaRTEn. naaST VERSOEPElInG Van KaPITaalBESChERMInG zIJn ER nOG anDERE WIJzIGInGEn DIE BOEK 2 Van hET BuRGERlIJK WETBOEK (BW) zal OnDERGaan. zIJn ER InDERDaaD zOVEEl VOORDElEn aan hET WETSVOORSTEl OF IS DE DROOM TOCh TE MOOI OM WaaR TE zIJn?
20
REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
21
boven die van een bv, omdat voor oprich-
ting van zo’n Limited geen minimumkapi-
taaleis geldt.
Het wetsvoorstel schrapt tevens de kapi-
taalklem. Zij introduceert een nieuwe
wettelijke uitkeringsmaatstaf voor divi-
denduitkering. De huidige regeling bepaalt
in art. 2:216 lid 8 en 9 BW dat geen enkele
aandeelhouder mag worden uitgesloten
van het delen in de winst. Wat betreft de
bevoegdheid tot uitkering bestaat thans
de gouden regel vervat in art. 2:216 lid 1 en
9 BW. De omvang van de uitkering wordt
bepaalt door het eigen vermogen, zij mag
niet dalen onder het gebonden vermogen.7
De sanctie die hierop staat is dat de uitke-
ring teruggevorderd kan worden op grond
van onverschuldigde betaling (lid 8).
Omdat uit het oogpunt van crediteurenbe-
scherming de gouden regel tekortschiet,
geeft jurisprudentie aanvullende bescher-
ming. Zo blijkt uit het arrest Nimox,8 waarin
de Hoge Raad heeft bepaald dat zowel
het besluit zelf, als het stemmen voor het
dividendbesluit onrechtmatig kan zijn.
Ook als er vrije ruimte is als bedoeld in art.
2:216 lid 2 BW. Onrechtmatig is het geval
wanneer de aandeelhouder wist, dan wel
behoorde te weten dat door dit besluit de
crediteuren zouden worden benadeeld.
De nadruk ligt hier op de aansprakelijk-
heid van de aandeelhouders. In het arrest
Reinders9 ligt het zwaartepunt op de rol
van het bestuur. Zij kan haar taak onbe-
hoorlijk vervullen, aangezien zij een eigen
belangrijke taak vervult bij de beoordeling
van het dividendbesluit. In dat geval kan er
ook sprake zijn van onrechtmatig handelen
tegenover vennootschapscrediteuren.
Het toekomstige bv-recht kent een totaal
nieuwe wettelijke uitkeringsmaatstaf. Zij
bepaalt allereerst dat de algemene verga-
dering van aandeelhouders (AVA) hiertoe
bevoegd is, maar goedkeuring vereist
van het bestuur (het nieuwe art. 2:216
lid 1, eerste zin en lid 2 eerste zin Wv).
Het bestuur zal deze goedkeuring slechts
weigeren, indien zij weet of redelijkerwijs
behoort te voorzien dat
de bv na uitkering niet
zal kunnen blijven voort-
gaan met het betalen
van opeisbare schulden.
Doet zij dit niet dan kan
zij hoofdelijk aansprake-
lijk gesteld worden. Dit
is de introductie van de
zogenaamde uitkeringstest10 (art. 2:216 lid
2, tweede zin Wv). Wat betreft de omvang
is de AVA bevoegd voor zover het eigen
vermogen groter is dan de wettelijke en
statutaire reserves (lid 1, eerste zin Wv).
Dit heeft tot gevolg dat het gestorte en
het opgevraagde kapitaal in de toekomst
mogen worden gebruikt voor uitkering aan
aandeelhouders! Zij hebben dus geen kapi-
taalbeschermingsfunctie meer. Daarnaast
stelt zij aandeelhouders aansprakelijk bij
uitkering ter kwader trouw. De bepaling
is als het ware een uitwerking van beide
arresten en haar criteria. Zij zal in de prak-
tijk dus geen drastische wijziging tot stand
brengen, maar eindelijk voor een wette-
lijke kapstok zorgen voor de crediteuren
van de vennootschap, in plaats
van louter bestaand jurispru-
dentierecht. Dit in het licht van
afschaffing van de preventieve
benadering die uitging van een
kapitaalklem.
Daarnaast zijn er nog vele kapi-
taalbeschermingsbepalingen
die zullen worden afgeschaft,
zoals de verplichte bankver-
klaring (art. 2:203a BW), de
zogenaamde nachgründungsre-
geling (art. 2:204c BW) en het verbod op
financiële steunverlening (art. 2:207c BW).
Ik zal de betekenis van deze huidige rege-
lingen nog even kort toelichten.
De verplichte bankverklaring is een verkla-
ring dat is volgestort op het aandeel, art.
2:203a lid 1 sub a of b BW. Het criterium dat
gehanteerd wordt om na te gaan of aan de
storingsplicht is voldaan, wordt afgeleid uit
het Bas-C arrest.11 Bij oprichting van een bv
dient nagegaan te worden, of het geld wel
daadwerkelijk door de oprichter/aandeel-
houder ter beschikking aan de vennoot-
schap wordt gesteld. Het geld moet als
het ware van buitenaf in het vermogen van
de bv vloeien. Hieraan wordt niet voldaan
indien de storting plaatsvindt met gelden
die zijn geleend door de bv in oprichting.12
Een geldige bankverklaring zelf is dus niet
doorslaggevend voor de vraag of aan deze
stortingsplicht is voldaan! Vanwege deze
geringe betekenis zal zij dan ook worden
geschrapt.
De nachgründungsregeling of quasi-
inbreng, ziet op de situatie van verkrijging
van een vermogensbestanddeel dat een
jaar voor oprichting of nadien toebehoorde
aan oprichter of aandeelhouder. Ontbreekt
aan deze rechtshandeling goedkeuring
van de AVA of een deskundige verklaring
als bedoeld in art. 2:204c lid 3 BW, dan kan
zij worden vernietigd (lid 1). De nachgrün-
dungsregeling zal ook worden afgeschaft.
Het verbod op financiële steunverlening
vormt tot op heden een grote bron van
onduidelijkheid, omdat geen goed onder-
scheid kan worden gemaakt tussen de
verschillende financieringswijzen: het
verbod op financiële steunverlening, strek-
kende tot zekerheid en de geoorloofde
lening genoemd in het huidige art. 2:207c
lid 2 BW. In het arrest Muller q.q./Rabo-
bank,13 is een doorleenconstructie geoor-
loofd geacht. Deze situatie ziet dus niet op
het verbod van zekerheidsstelling aan een
derde, omdat in casu sprake was van eigen
zekerheidsverschaffing door de bv voor
haar eigen geldlening. Het is geoorloofd
dat de bv dit geld doorleent aan een derde.
De zekerheidsstelling en de doorlening
moeten namelijk onafhankelijk van elkaar
worden beoordeeld op hun rechtsgeldig-
heid. Deze bepaling wordt mede geschrapt
omdat zij niet noodzakelijk is voor credi-
teurenbescherming. Haar ratio lag in het
voorkomen van ontduiking van de regels
omtrent inkoop van eigen aandelen, maar
de aansprakelijkheid wordt hier op grond
van onder andere artt. 2:9 en 2:248 BW
verruimt.
“Schaft de verplichte
blokkeringsregeling af.”
“Afschaffing minimumkapitaaleis
aantrekkelijk gevolg.”
Flexibilisering van de rechten van aandeelhouders Rechten verbonden aan aandelen, zijn in
twee categorieën te verdelen: vermogens-
rechtelijke rechten (recht op dividenduit-
kering, art. 2:216 BW) en zeggenschaps-
rechten (stemrecht in de AVA). Het huidige
uitgangspunt is dat er altijd een stem- en
winstrecht aan een aandeel is verbonden.
Met het wetsvoorstel voert het nieuwe lid
7 van art. 2:216 Wv de mogelijkheid tot
winstrechteloze aandelen in. Wat betreft
zeggenschapsrechten, wordt het uitgangs-
punt nu gevormd door art. 2:228 BW.
Elke aandeelhouder heeft ten minste één
stem. De stemrechtverdeling is gekoppeld
aan de nominale waarde van het aande-
lenbezit. Met het wetsvoorstel wordt dit
uitgangspunt losgelaten, maar blijft de
hoofdregel bestaan dat de stemrechtverde-
ling is gekoppeld aan de nominale waarde
van het aandelenbezit. Echter afwijking
bij statuten wordt mogelijk door unani-
miteit van stemmen. Dit impliceert dat
stemrechtloze aandelen kunnen worden
gecreëerd en dat aandelen met meer-
voudig stemrecht kunnen bestaan. Het
nieuwe art. 2:190 Wv bepaalt dat wanneer
er geen stemrecht en geen winstrecht aan
een aandeel is verbonden dit recht niet als
aandeel kan worden aangemerkt.
Tot op heden kennen we twee systemen
met betrekking tot aandelenoverdracht:
de goedkeuringsregeling (art. 2:195 BW)
en de aanbiedingsplicht (art. 2:195a BW).
Het wetsvoorstel schaft de verplichte blok-
keringsregeling af en introduceert een
uitsluitingsclausule (art. 2:195 lid 3 Wv).
Het nieuwe uitgangspunt is geen beper-
kingen bij eigendomsoverdracht, maar
overdraagbaarheid kan bij statuut voor een
bepaalde tijd worden uitgesloten. Bepalen
de statuten anders, dan geldt nog een
restant van de aanbiedingsregeling.
De bevoegdheidsverdeling van de AVA zal
daarnaast minder dwingendrechtelijk van
aard worden. De statuten gaan voorzien
in de mogelijkheid om de bevoegdheid
tot benoeming en ontslag van bestuurders
toe te kennen aan een bijzondere groep
aandeelhouders (art. 2:242 en 244 Wv).
Dit is slechts mogelijk bij unanimiteit van
stemgerechtigde aandeelhouders (art.
2:242 lid 1 jo. 228 lid 4 Wv). Daarnaast is
er een ondergrens bepaald. Elke stemge-
rechtigde aandeelhouder moet ten minste
over de benoeming van één bestuurder
hebben kunnen stemmen. Ontslag kan ook
door een ander orgaan mogelijk worden
gemaakt, zie art. 2:189a Wv.
het wetsvoorstel vereist straks ook geen statutaire grondslag meer voor de totstandkoming van besluitvorming buiten de aVa als alle aandeelhouders instemmen (art. 2:238 lid 1 Wv). Daarnaast maakt zij een buitenlandse vergaderplaats mogelijk voor besluitvorming in de aVa. Conclusie Het beeld van een toekomstig oprichter,
aandeelhouder en bestuurder van een bv
zal er met de inwerkingtreding van het Wv
zeker niet minder aantrekkelijk uit gaan
zien! Zij biedt vele extra’s, maar men dient
zich tegelijkertijd wel te behoeden voor een
‘roze bril effect’ dat het wetsvoorstel met
zich mee kan brengen. Het meest nadelige
gevolg van versoepeling van de kapitaal-
beschermingsregels, is dat aansprakelijk-
heid van bestuurders en aandeelhouders
zal worden verruimd. Op het eerste gezicht
lijkt het zo dat het wetsvoorstel rigoureuze
wijzigingen met zich meebrengt. Echter,
in het licht van de huidige ondernemings-
rechtpraktijk kan zij beter worden gezien
als een wenselijk, bijna noodzakelijke
aansluiting op de bestaande werking van
het recht, de rechtspraak en de positie van
andere landen. Zij zal immers zorgen voor
een aantrekkelijker ondernemingsklimaat
in Europa.
REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
“Zij biedtvele extra’s.” 1 Wetsvoorstel 31.058.
2 Wetsvoorstel 32.426.
3 Wetsvoorstel 28.179.
4 Wetsvoorstel 28.746.
5 Een vordering tot volstorting, is een
rechtsvordering tot nakoming van een
verbintenis uit een overeenkomst tot
geven. Gelet op art. 3:307 lid 1 BW geldt
dan een verjaringstermijn van vijf jaar,
HR 17 oktober 2003, NJ 2004, 282 (De
Rijk q.q./Van Roy).
6 Dit is het maximale bedrag waarvoor
aandelen kunnen worden uitgegeven
zonder statutenwijziging.
7 Het gebonden vermogen bestaat uit het
gestorte en opgevraagde kapitaal plus
wettelijke en statutaire reserves.
8 HR 8 november 1991, NJ 1992, 174
(Nimox).
9 HR 6 februari 2004, JOR 2004/67 (Rein-
ders).
10 Deze uitkeringstest geldt ook voor de
nieuwe regeling voor inkoop van eigen
aandelen, zie art. 2:207 lid 2 Wv.
11 HR 11 juli 2003, NJ 2003, 630 (Bas-C).
12 Deze situatie dient goed te worden
onderscheiden van het rechtsgeldige
kasrondje, waarbij daadwerkelijk op de
bankrekening is gecrediteerd, maar dit
bedrag later weer naar de rekening van
de oprichter is afgeboekt.
13 HR 7 mei 2004, JOR 2004, 161 (Muller
q.q./Rabobank).
22
De masterclass van Pels RijckenMeld je nu aan op pelsrijcken.nl/mrz
30 november tot en met 2 december
mr.
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen
mr-Z 2011 advertentie A4.indd 1 11-08-11 16:28
De masterclass van Pels RijckenMeld je nu aan op pelsrijcken.nl/mrz
30 november tot en met 2 december
mr.
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen
mr-Z 2011 advertentie A4.indd 1 11-08-11 16:28
De laatste tijd kamp ik met het gevoel dat
alles wat standaard of normaal slecht is, en
alles wat uitdagend, nieuw en verfrissend
goed is. Dit verklaart denk ik mijn drang
naar avontuur. Je zult me niet snel een hele
dag thuis op mijn kamer vinden. Waarom
zou ik mijn dagen slijten op een kamer
van slechts vijftien vierkante meter, als
het stadspark, de stad en het Paterswold-
semeer om de hoek zijn? Nee, liever trek
ik erop uit, bind ik skates onder en cross
ik stad en platteland door op zoek naar
plekjes die ik nog niet eerder heb gezien.
Na een lange dag studeren in de Univer-
siteitsbibliotheek voel ik mijn lichaam
dan ook verlangen naar een stuk keihard
rennen om op die manier het uiterste uit
me te halen. En na een dagje werken ga
ik liever nog een uurtje body-fitten om het
gevoel te hebben dat ik alles heb gegeven,
dan dat ik op de bank plof en de televisie
aanzet.
‘s Avonds nog even mee een drankje in
de stad doen? Natuurlijk! Je bent jong, je
leeft maar één keer en voor je het weet is
je studententijd voorbij. Wie herkent dit
gevoel nou niet? Het verlangen naar avon-
tuur komt dan ook voort uit een angst
om op een dag wakker te worden en te
denken ‘oh nee, mijn leven is voorbij en
wat heb ik eigenlijk gedaan?’ Ik denk dat
bijna elke student (en niet-student) dit
gevoel herkent. Er is een soort continue
drang om geen mogelijkheid onbenut te
laten en alles te geven. En het is juist dit
gevoel dat je aanmoedigt om het avontuur
op te zoeken. Toegegeven, bij de een meer
dan bij de ander, maar ik ken maar weinig
mensen die écht kunnen genieten van
dagenlang niks doen. Of zie ik het verkeerd
en ga ik alleen maar om met mensen die
ook ondernemend zijn?
Op het moment dat ik deze column schrijf
ben ik nog in Groningen, maar over minder
dan een week verlaat ik Groningen voor
een half jaar. Op het moment dat jullie dit
lezen ben ik net vier weken in mijn eentje in
een appartementje in Montpellier geweest
om Frans te leren. En nu heb ik hopelijk
mijn draai gevonden in Galway, Ierland,
waar ik mezelf onder kan dompelen in een
compleet nieuwe omgeving, met nieuwe
mensen en een nieuwe universiteit. Ik heb
me de laatste tijd vaak afgevraagd waarom
ik mezelf dit allemaal op de hals haal en
waarom ik in mijn eentje zoveel wil onder-
nemen. Ik vind het spannend, maar ook
leuk... voor mij is dit op en top avontuur.
Ik hoop op veel onverwachte, spannende,
maar leuke gebeurtenissen en de nodige
impulsieve acties.
Of je nou naar het buitenland gaat of niet,
avontuur is overal. Je moet alleen even
breken met de sleur. Think outside the box. Volg een talencursus en boek een last-
minute naar dat land om je talenkennis te
testen, neem de trein en ga naar de andere
kant van het land – gewoon omdat je nu nog
je studenten OV hebt. Neem een proefles
paaldansen (vooral een tip voor de dames,
ik hoorde laatst dat je hier een ontzettend
strak lichaam van krijgt!), neem een keer ‘s
ochtends een verfrissende duik in plaats
COluMn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Column
Neem jezelf eens mee op avontuur!Door Tanja Schasfoort
AVOnTuuR zn Onz, (-TuREn MV): OnVERWaChTE, SPannEnDE MaaR lEuKE GEBEuRTEnIS. aVOnTuuR – Dé DRIJFVEER aChTER MIJn lEVEn. hET WOORD aVOnTuuR KlInKT ME alS IETS MOOIS In DE OREn En TOVERT GElIJK EEn GlIMlaCh OP MIJn GEzIChT. IK lEEF Dan OOK hET lIEFST VOlGEnS hET MOTTO ‘EEn DaG GEEn aVOnTuuR, IS EEn DaG nIET GElEEFD’. MISSChIEn
IS DIT EEn BEETJE ExTREEM, MaaR IK DEnK DaT hET nODIGE aVOnTuuR IEDEREEn EEn ExTRa GlanS aan hET lEVEn GEEFT. BESTE MEnSEn, nEEM JEzElF EEnS MEE OP aVOnTuuR!
24
“Je moet alleen even breken met de sleur. Think
outside the box!.”
COluMnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
25
van tot elf uur in je bed te blijven liggen. En
mocht je je liever vasthouden aan je oude
gewoontes, ook dan kun je gemakkelijk je
dagelijkse bezigheden veranderen in meer
avontuurlijke acties. Kies in de kroeg een
keer iets anders dan je standaarddrankje,
bezoek eens een kroeg waar je nog nooit
van had gehoord in plaats van elke week
hetzelfde rijtje kroegen af te struinen en
maak eens een praatje met iemand waar je
anders gewoon aan voorbij was gelopen.
Wie weet wat voor extra leuke situaties dit
op levert. Kortom: in welke mate dan ook,
neem jezelf eens mee op avontuur!
Valencia de stadZoals gezegd heeft Valencia een strand,
een veelzijdig centrum en heel veel groen.
Het strand ligt ten oosten van de stad en is
gemakkelijk te bereiken met de tram of met
de bus. Het is mooi, rustig en niet te warm.
Ondanks dat de temperatuur hier tot meer
dan dertig graden kan oplopen is de tempe-
ratuur op het strand te verdragen. Er heerst
namelijk een landinwaartse wind. Deze
zorgt ook voor verkoeling in het centrum
door een zo nu en dan opkomend briesje.
De Middellandse Zee is helderblauw, het
zand is licht en langs het strand staan
palmbomen. Onder andere deze factoren
zorgen ervoor dat het strand heerlijk is om
even bij te komen van de stadsdrukte of
van een avond stappen.
Een veelzijdig centrum betekent dat het
centrum bestaat uit een oud centrum en
een hip centrum. Het oude centrum ligt
midden in de stad. Dit gedeelte van het
centrum heeft veel gezellige terrasjes,
musea en uitgaansgelegenheden. De
ter ras jes liggen vaak aan een plein (plaza).
In de binnenstad zijn heel veel pleinen te
vinden, van groot naar klein en van rustig
naar druk. Een erg gezellig plein is Plaza
de la Virgen. Dit plein biedt veel gezellige
terrasjes en culturele activiteiten. Eén keer
per week is er een cultureel hoogstandje
voor de rechtenstudent. Ieder donderdag
STuDEnT anD ThE CITy JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Student and the city
Una cerveza, por favor!1
Door anne Dekker
IEDEREEn KEnT DE WERElDSTEDEn BaRCElOna En MaDRID. DEzE WERElDSTEDEn zIJn allEEn al BEKEnD VanWEGE VOETBal. EEn DuEl TuSSEn FC BaRCElOna En REal MaDRID, MaaKT nIET allEEn hEEl VEEl lOS BIJ SPanJaaRDEn, MaaR OOK BIJ nEDERlanDERS. DaaRnaaST IS MaDRID BEKEnD VanWEGE hET FEIT DaT hET DE hOOFDSTaD Van SPanJE IS En IS BaRCElOna BEKEnD VanWEGE DE
‘SaGRaDa FaMIlIa’. BEIDEn zIJn METROPOlEn. MaDRID IS DE GROOTSTE STaD Van SPanJE GEVOlGD DOOR BaRCElOna. OP DE DERDE PlaaTS STaaT EEn STaD DIE MInDER BEKEnD IS Dan GEnOEMDE STEDEn. DEzE STaD lIGT aan DE MIDDEllanDSE zEE En aan DE RIVIER DE TuRIa. DE STaD hEEFT EEn STRanD, EEn VEEl-zIJDIG CEnTRuM En hEEl VEEl GROEn. hET GaaT hIER OVER ValEnCIa, EEn POlIS DIE OnTEREChT MInDER BEKEnD IS Dan VOORGEnOEMDE METROPOlEn.
26
STuDEnT anD ThE CITyJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
27
om twaalf uur komt het Tribunal de las
Aquas (Watertribunaal) bijeen voor de
Puerta de los Apóstolos om te beslissen
over te waterverdeling over de acht
ace quias. De beslissingen van het watertri-
bunaal zijn bindend. Zelfs het hoogge-
rechtshof in Madrid kan de beslissingen
niet terugdraaien.2 Hiernaast zijn er genoeg
andere musea of culturele gelegenheden
om te bezoeken. Heb je geen zin in cultu-
rele activiteiten dan is gewoon wandelen
door het centrum genoeg. De gebouwen
zijn erg mooi. Het is dan ook aan te raden
om omhoog te kijken. Het oude centrum
verschaft ook veel uitgaansmogelijkheden.
Hiervoor moet je zijn bij Plaza Tossal. Aan
dit plein en de omliggende straten liggen
veel kleine cafeetjes, pubs en discotheken.
Begin de avond in een leuk cafeetje en
bestel daar het drankje: ‘Agua de Valencia’.
Dit is het drankje van Valencia en bestaat
uit mousserende wijn, sinaasappelsap en
wodka, gin of cointreau. Aan de Plaza de
Tossal ligt de Calle Caballeros. Deze straat
biedt veel cafés en discotheken om de
avond te vervolgen.3
Het hippe centrum ligt rondom het
metrostation ‘Colon’. Dit gedeelte van
het centrum is het ‘shop’ gedeelte. Er is
voor ieder wat wils. In de hoofdstraat zijn
de betaalbare winkels te vinden, zoals
bijvoorbeeld de Zara. In een andere winkel-
straat zijn wat duurdere, chiquere en extra-
vagantere winkels te
vinden. Vanzelfspre-
kend zijn er in het
gehele centrum veel
restaurants te vinden
om vanaf 20.00 uur
echt Spaans te eten.
Tussen het centrum
en het strand ligt het
gedeelte waar erg veel studenten leven.
Het bestaat uit de universiteit, restaurants
en clubs om uit te gaan. De restaurants zijn
vooral te vinden aan de Avenida Blasco
Ibáñez. In het tapasrestaurant Montaditos
kan er woensdags tapas voor €1,- gegeten
worden en er kan voor hetzelfde bedrag
een biertje gedronken worden. De hippe
clubs waar het nachtleven plaatsvindt zijn
te vinden langs het strand. Clubs waar
je geweest moet zijn, zijn Akuarella, Las
Animas en L’Umbracle. Wees wel gewaar-
schuwd, de clubs vragen soms €20,-
entree kosten en een drankje kost al snel
€10,-. Niet iets voor iedere dag, maar zeker
wel leuk om zo nu en dan naartoe te gaan,
want het is zien en gezien worden!
Valencia ligt aan de rivier de
Turia. Tegenwoordig stroomt
deze rivier om de stad heen.
Vroeger stroomde de rivier
dwars door de polis. De rivier
is drooggelegd en de over-
gebleven rivierbedding is
omgebouwd tot het park ‘de
Jardines del Turia’.4 Het park
is mooi, groen en rustgevend.
Het bevat veel bomen en op sommige
plekken liggen voetbalvelden waarop de
lokale bevolking een potje voetbal tegen
elkaar speelt. ‘De Jardines’ is niet het enige
groen in de stad. Kenmerkend zijn de vele
hofjes. De hofjes verschillen van grote. Ze
bestaan uit bomen, gras en bankjes. De
kleine tuintjes worden door bewoners van
de stad vooral gebruikt om hun hond uit te
laten. Pas dus op dat je niet in een honden-
drol stapt! ‘De Jardines del Turia’ en de vele
hofjes vormen naast het strand mooie
gelegenheden om te ontspannen.
VervoerValencia beschikt over veel verschillende
vervoersmiddelen. Je kan onder andere
een fiets huren. De stad is te groot om
alles te kunnen lopen, maar fietsend is het
zeker te doen. De langste fietstocht duurt
waarschijnlijk vijfenveertig minuten. Niet-
temin, voor Groningse studenten is dit
waarschijnlijk te lang. Gelukkig beschikt
Valencia ook over de bus, de tram en de
metro. Het busnetwerk is erg groot en
loopt door de hele stad. Een kaartje voor
de bus kost hoogstens €2,-. Wil je nog
goedkoper reizen pak dan de tram en/ of
de metro. Voor de tram en de metro kan
je één en hetzelfde kaartje gebruiken. Een
kaartje van €7,55 bestaat uit tien strippen
en is gelijk aan tien ritten. Aan het open-
baar vervoer merk je dat Valencia niet de
grootste stad van Spanje is. De laatste
tram en metro rijden namelijk rond 23.00
uur. Dit is erg vroeg, gezien het feit dat de
avonden in Spanje pas echt beginnen rond
21.00 uur. Uiteraard beschikt Valencia ook
over taxi’s. Eén taxirit van een kwartier kost
ongeveer €6,-.
SlotwoordValencia mag dan wel kleiner zijn dan
Madrid en Barcelona, het is onterecht dat
de stad relatief onbekend is. Door het
mooie strand, het levendige centrum en
de vele parken biedt de stad veel verschil-
lende activiteiten. Valencia is groots,
gezellig en dynamisch. Kortom een stad
waar je een keer geweest moet zijn.
“…komt het Tribunal de las Aquas
(Watertribunaal) bijeen….”
“De Middellandse Zee is
helderblauw….”
1 Spaans voor: Een biertje, alstublieft!
2 Daniel Izquierdo Hänni, ANWB extra Valencia, Den Haag: ANWB bv, p. 35, 36.
3 Daniel Izquierdo Hänni, ANWB extra Valencia, Den Haag: ANWB bv, p. 44-47.
4 Daniel Izquierdo Hänni, ANWB extra Valencia, Den Haag: ANWB bv, p. 8.
hoe bent u rechter geworden?Toen ik in Groningen rechten studeerde was
ik vanaf het begin van plan om advocaat te
worden. Ik ging vrij snel door mijn studie
heen. Aangezien ik eigenlijk nog
niet zo jong al aan het werk wou
gaan, heb ik een jaar faculteits-
bestuur gedaan in de tijd dat
prof. Lokin (hoogleraar rechtsge-
schiedenis, red.) decaan van de
faculteit was. Ergens in die tijd
las ik een stuk in de Haagse Post
over de Raio. Raio’s werden hierin
neergezet als ‘de raspaardjes van
Justitie’. Mijn nieuwsgierigheid
was geprikkeld. Toen vervolgens
een vriend van me de selectie
ging doen en mij de papieren liet
zien dacht ik: dat wil ik ook wel
proberen! Ik heb zijn inschrijfformulieren
gekopieerd en ingevuld. Hierop werd ik
uitgenodigd voor gesprek. Ik heb de oplei-
ding goed doorlopen en werd in 1989
rechter in Groningen. Dit heb ik gedaan
tot en met 1994. Daarna kwam de moge-
lijkheid om op de Nederlandse Antillen te
werken bij het Hof. Dit was een bijzondere
ervaring: als rechter krijg je daar de meest
uiteenlopende zaken te behandelen, in
eerste aanleg allemaal enkelvoudig. Na
drie mooie en leerzame jaren solliciteerde
ik en werd ik aangenomen als kanton-
rechter in Leeuwarden. Na enige tijd werd
ik daar voorzitter van de sector strafrecht.
Later werd ik voorzitter van de civiele sector
in Assen. Vervolgens heb ik gewerkt bij het
gerechtshof in Amsterdam. Als sectorvoor-
zitter ben je vooral manager, hoewel je nog
wel inhoudelijk werk doet. Anderhalf jaar
geleden heb ik gesolliciteerd op de functie
van president van de rechtbank in Assen
en die functie heb ik gekregen.
Wat houdt u als president het meest bezig?De president van een rechtbank is de voor-
zitter van het gerechtsbestuur. De recht-
bank bestaat uit verschillende sectoren,
strafrecht, civiel recht en bestuursrecht,
en elke sector heeft een sectorvoorzitter
die fungeert als baas van de afdeling.
Verder zitten de sectorvoorzitters in het
bestuur van de rechtbank, samen met de
president van de rechtbank en de direc-
teur bedrijfsvoering. Meestal doet een
president zelf geen rechterswerk. Ik doe dit
bewust wel, omdat ik het inhoudelijk werk
anders mis maar bovendien ook om een
gevoel te hebben over de werksfeer in de
rechtbank. Van meet af aan is mijn
taak geweest om zoveel mogelijk
samen te werken met de andere
noordelijke rechtbanken, die van
Groningen en Leeuwarden om de
samenvoeging van de drie recht-
banken voor te bereiden. Het is
de bedoeling dat we in Nederland
teruggaan van negentien naar tien
arrondissementen. In het noorden
komt dan één rechtbank: rechtbank
Noord Nederland. De drie locaties
blijven echter wel bestaan. Voor
de rechtszoekende is dat handig,
maar het nadeel daarvan is dat we
zo minder de voordelen van de schaalver-
groting kunnen realiseren dan wanneer we
op één locatie gevestigd zouden zijn
De rechterlijke macht krijgt de laatste jaren steeds meer maatschappelijke kritiek, hoe staat u daar tegenover?Er wordt inderdaad kritisch gekeken naar
wat rechters doen en dat is ook goed. Het
moet echter niet doorslaan, want als het
vertrouwen in de rechterlijke macht weg is,
is dit een gevaar voor onze rechtsstaat. Op
ons rust dus de zware taak dat vertrouwen
waar te maken. Hoewel de Rechtspraak de
laatste tijd veel onder vuur ligt, denk ik dat
aChTER DE DEuR Van... JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Achter de deur van...
Peter Duinkerken, president van de rechtbank Assen Door Tanja Schasfoort en arend Vosmaer
DE REChTERlIJKE MaChT STaaT DE aFGElOPEn TIJD VOlOP In DE aanDaChT. hET IS EChTER MaaR DE VRaaG In hOEVERRE WE DaaR BlIJ MEE MOETEn zIJn. DE PRESIDEnT Van DE REChT-BanK aSSEn lIET zICh DOOR OnS hET hEMD Van hET lIJF VRaGEn. WaT VInDEn REChTERS Van al DIE aanDaChT? GaaT hET GOED MET DE REChTSPRaaK In nEDERlanD? En hOE WORD
JE EIGEnlIJK REChTER?
28
“Als het vertrouwen in de
rechterlijke macht weg is, is dit een gevaar voor onze
rechtstaat.”
aChTER DE DEuR Van...JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
29
we het nu beter doen dan vroeger, toen
er veel minder kritiek was. We doen meer
aan opleiding, motiveren onze uitspraken
beter en er is meer rechtseenheid doordat
er landelijk meer overleg plaatsvindt.
Vanuit de pers en zelfs vanuit de politiek
wordt het vertrouwen in en de integriteit
van de rechterlijke macht weliswaar steeds
meer in twijfel getrokken, maar gelukkig
blijkt uit onderzoek juist dat de burgers
vertrouwen hebben in de rechters, en daar
gaat het om. Vaak wordt gezegd dat er te
licht gestraft wordt, maar als je de burger
vraagt wat voor straf hij zou opleggen na
het bijwonen van een zitting, dan is hij
vaak milder dan de rechter. Ik denk dat het
belangrijk is dat de rechtspraak genoeg
doet aan public relations (PR). Bekende
advocaten twitteren erop los, waarbij de
rechter het vaak moet ontgelden. Persrech-
ters zouden naar aanleiding van belang-
rijke zaken ook, uiteraard met passende
terughoudendheid, twitterberichten
kunnen sturen. Zo zou
de rechtspraak kunnen
voorkomen dat er misver-
standen over uitspraken
ontstaan en de rechter
een schietschijf wordt.
Tegelijkertijd verkleint dit
de kloof tussen de burgers
en de rechterlijke macht.
Mr. Duinkerken is lid van de Selectiecommissie Rechterlijke Macht. Deze commissie is verantwoordelijk voor de selectie van nieuwe Raio’s. Wat maakt een goede rechter?Pas afgestudeerde juristen kunnen aan
de slag als raio: rechterlijke ambtenaar in
opleiding. In een betaald traject dat zes
jaar duurt doe je ervaring op als officier van
justitie en als rechter. Ook is er een twee-
jarige buitenstage, waarin raio’s ervaring
opdoen als advocaat of in een ander juri-
disch beroep. Vanwege bezuinigingen gaat
dit echter veranderen. De opleiding wordt
verkort tot vier jaar en de buitenstage
vervalt. De plannen zijn dat nieuwe raio’s
eerst ervaring moeten hebben opgedaan
buiten de rechterlijke macht, bijvoorbeeld
als advocaat-stagiaire. Deze geplande
ontwikkeling baart mij zorgen. Talent-
volle juristen moeten met het verdwijnen
van de buitenstage dus eerst aan de slag
buiten de rechterlijke macht. Echter, als
ze eenmaal een baan als bijvoorbeeld
advocaat hebben gevonden en goed op
hun plek zitten, is de stap om alsnog de
verkorte opleiding tot rechter te volgen een
stuk groter. Met als gevolg dat een aantal
veelbelovende juristen uiteindelijk geen
rechter wordt, een gemis voor de rechter-
lijke macht!
Vanuit uw positie heeft u natuurlijk een goed overzicht van de rechterlijke macht. Wat zou u zien als verbeterpunt?Er heerst vrij veel bureaucratie binnen de
rechterlijke macht. Aan de ene kant is er
vanuit het ministerie en de politiek de roep
om meer verantwoording over onze presta-
ties, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat
kost ons natuurlijk geld dat we niet kunnen
gebruiken om mensen te betalen die
zaken kunnen afdoen. Aan de andere kant
worden we erop aangesproken op de door-
looptijden van procedures. Die juist voor
een deel ontstaan doordat we niet genoeg
mensen kunnen betalen. Zoals je je kunt
voorstellen zorgt dit voor de nodige wrij-
ving, want hoe kun je met hetzelfde budget
zowel meer rechters aan het werk zetten
als meer tijd stoppen in de verantwoor-
ding van het werk van de rechters? Het lijkt
me een goed verbeterpunt als procedures
versneld zouden kunnen worden. Dit zou
bijvoorbeeld kunnen door meer gebruik te
maken van ict. Zo sluit ik het niet uit dat
binnen niet al te lange tijd een comparitie
voor de webcam zou kunnen plaatsvinden.
Dit zou de planning gemakkelijker kunnen
maken en kunnen leiden tot kortere door-
looptijden.
“Deze geplandeontwikkeling baart
mij zorgen.”
aChTER DE DEuR Van... JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
30
De selectie voor de raio gaat momenteel zo: allereerst wordt een analytisch/cognitieve test afgenomen. als je hier doorheen komt, volgt een kort gesprek met één lid van de Selectiecommissie rechterlijke macht (SRM). hiermee wordt onder andere beoordeeld of je je voldoende mondeling kunt uitdrukken en of je voldoende evenwichtig bent. als je ook hier goed wordt beoordeeld, mag je een assessment doen met een aantal simulatieopdrachten. hieruit volgt een psychologisch advies. Dit advies weegt mee met de selectieprocedure, maar is niet doorslaggevend. De SRM kan dus ook beslissen dat je door mag ondanks een negatief advies. De volgende stap is een gesprek met vier leden van de SRM, waarbij een van tevoren gemaakte opdracht besproken wordt, je maatschappelijke interesse wordt getoetst en je wordt gevraagd naar je visie op de rechterlijke macht. Indien je wordt afgewezen is er nog een herkansingsmogelijkheid. hiervoor kom je pas na drie jaar in aanmerking. als je uiteindelijk wordt aangenomen, wordt je benoemd door de Minister van Justitie.
Los van de raio bestaat de rio: rechterlijke ambtenaar in opleiding. Dit is het traject voor ervaren juristen (minstens
zes jaar juridische praktijkervaring) waarin je in een verkort traject wordt opgeleid tot rechter. Zoals gezegd zal dit
binnenkort veranderen, waarbij de twee trajecten min of meer samengaan.
Mr. P.J. duinkerken in acht vragen
Officier van Justitie of advocaat?
Advocaat, ik vind het civiele recht het leukst en daar kun je als
advocaat vol afwisseling en dynamiek mee bezig.
Teamspeler of solist? Teamspeler. In het inhoudelijke werk kan ik
wel gezien worden als solist, maar ik zie mezelf liever als speler
binnen een team. Zo vind ik het bijvoorbeeld belangrijk om colle-
ga’s te hebben om mee samen te werken, maar ook voor de gezel-
ligheid.
specialist of generalist? Generalist. Zo ben ik ook opgeleid. In de
raio-opleiding en als rechter ben ik ook in verschillende sectoren
werkzaam geweest.
Provincie of randstad? Provincie. Ik heb bijna altijd in Groningen
gewoond. Wel heb ik een tijdje in Amsterdam gewerkt. Ik had daar
een andere mentaliteit en werksfeer verwacht, maar nadat ik een
tijdje in Amsterdam had gewerkt bleek dat het eigenlijk juist heel
erg op elkaar leek. Ik heb mijn vooroordelen bij moeten stellen.
een hutje op de hei of een luxe hotel? Een hutje op de hei!
nederlands recht of europees recht? Nederlands recht, al weet
ik dat dit politiek gezien misschien niet het meest wenselijke
antwoord is. Nederlands recht is veel vertrouwder en in de tijd dat
ik rechten studeerde was er nog vrijwel geen aandacht voor het
Europese Recht. Ook heb je als Nederlandse kiezer meer invloed
op het Nederlandse recht dan op Europees recht. In die zin is het
dus ook tastbaarder.
rechtszekerheid of rechtvaardigheid? Ik kies voor rechtvaardig-
heid, hoewel dit natuurlijk wel een lastig en subjectief begrip is.
eigen baas of in loondienst? Dan kies is toch voor eigen baas, al
ben ik nu natuurlijk in loondienst, maar wel met een grote mate van
vrijheid. Enige tijd heb ik getwijfeld of ik niet toch als advocaat als
ondernemer zou gaan werken, maar dat heb ik toch afgeslagen. Als
advocaat ben je feitelijk ook niet helemaal je eigen baas, je werkt
namelijk altijd in dienst van je cliënt.
Maak kennismet je nieuwe carrièreDirkzwager is altijd op zoek naar ambitieuze professionals. Juristen die een stap verder willen gaan,
die hun kennis willen verbreden en delen. Om dat laatste draait het bij ons. We delen onze juridische
kennis met onze cliënten en elkaar, zodat we samen sterker staan. Kennis ontwikkelen staat daarom
hoog in het vaandel. We bieden dan ook uitstekende opleidingsmogelijkheden binnen en buiten onze
Dirkzwager Academy. Maar ook door te werken aan uitdagende (internationale) projecten voor mooie
cliënten. Daarnaast heb je altijd toegang tot brede juridische kennis die jij en je collega’s delen via
onder andere onze eigen kennispagina’s, juridische (digitale) bibliotheken en de Dirkzwager KennisApp.
Dirkzwager is een veelzijdig, landelijk top-20 kantoor. We werken voor grote en middelgrote bedrijven,
overheden, instellingen en particulieren, op de meest uiteenlopende rechtsgebieden. Ons kantoor
heeft vestigingen in Arnhem en Nijmegen en telt ca. 260 medewerkers, waarvan 110 juristen die zich
thuis voelen in een professionele en collegiale werkomgeving.
Kom kennis maken en kennis delen bij Dirkzwager.
Kijk op www.dirkzwager.nl voor de actuele vacatures en studentenstages.
1051700015 Adv A4 Arbeidsmarktcommunicatie.indd 1 06-04-2011 15:02:04
“Behalve rechtsgeleerde was Hugo de
Groot of Grotius theoloog, historicus, filo-
loog, politicus en diplomaat. Kortom, een
algemeen geleerde, een toentertijd heer-
send ideaal, zoals je dat tegenwoordig
niet meer veel tegenkomt”, begint de heer
Brandsma. De tijd van Hugo de Groot was
er een van oorlog (en vrede). De vraag of
deze situatie roept om regels die in acht
moeten worden genomen (en welke regels
dat zijn), beantwoordde hij met behulp
van het natuurrecht. Het natuurrecht en in
het bijzonder het internationaal publiek-
recht, een vakgebied dat nog niet bestond
in zijn tijd, heeft hij dan ook uit de grond
gestampt. In De iure belli ac pacis2 (1625)
zoekt De Groot de algemeen geldende
natuurwetten niet uitsluitend in zijn eigen
redelijke vermogens, maar zoekt hij ze ook
in de best gedocumenteerde bronnen,
namelijk die uit de Oudheid. “Met het oog op zijn Inleidinge tot de Hollandsche rechts-geleerdheid uit 1631 is
De Groot echter ook belangrijk geweest
voor het privaatrecht”, vervolgt Brandsma.
En dat terwijl het boek in eerste instantie in
het geheel niet voor de druk bestemd was,
maar bedoeld was als een bijdrage aan de
opvoeding van zijn kinderen in de periode
dat hij op slot Loevestein gevangen zat
(ja, de jurist Hugo de Groot is inderdaad
de man die in een boekenkist uit dat slot
ontsnapte). Opgesteld in het Nederlands
in plaats van in de taal van de wetenschap,
het Latijn, heeft de Inleidinge tot de Holland-sche rechts-geleerdheid internationaal
gezien minder betekenis gehad dan De iure belli ac pacis. De Groot schetst in zijn boek
de hoofdlijnen van het geldende Hollandse
recht. Het Hollandse recht kwam voor het
merendeel overeen met het Romeinse
PERSOnaE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Personae
Hugo de Groot;een groot jurist uitgelichtDoor anne Meijer
HISTORIa MaTER SaPIEnTIaE EST’1, zO IS alTIJD BEWEERD. DaT DEzE VRIJWEl OnBETWISTE WIJS-hEID OOK OPGaaT VOOR DE JuRIDISChE PRaKTIJK zal In DEzE nIEuWE RuBRIEK, WaaRIn IK JullIE MEE TERuG zal nEMEn In DE TIJD, BlIJKEn. OP BaSIS Van EEn InTERVIEW MET DE hEER BRanDSMa, hOOGlERaaR ROMEInS REChT En DOCEnT REChTSGESChIEDEnIS, EEn Van DE
MOOISTE VaKKEn aan DE REChTEnFaCulTEIT, zal In hET OnDERSTaanDE hET JuRIDISChE KaDER ROnDOM DE PERSOOn Van DE BEROEMDE REChTSGElEERDE huGO DE GROOT (1583-1645) WORDEn GESChETST.
32
“Hugo de Groot was een
algemeen geleerde.”
PERSOnaEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
33
recht. Voor De Groot was dat recht vol van
wijsheid en billijkheid. Kritisch ten opzichte
van het Romeinse recht was De Groot dan
ook zeker niet.
Dat de verdiensten van Hugo de Groot
niet op zichzelf staan, maar in een breder
perspectief moeten worden geplaatst, is
vanzelfsprekend. De ontwikkeling van het
natuurrecht stopte namelijk niet bij De
Groot. Niet alleen stuurde hij het volken-
recht en met name ook het zeerecht aan,
tevens was hij verantwoordelijk voor de
meer wetenschappelijke benadering van
het natuurrecht. Deze benadering stelde
vragen over de grondslagen van dat recht.
De Groot was een vroom man, maar als
grondslag van het natuurrecht wees hij
niet God, maar de menselijke rede aan.
Ook in het louter hypothetische geval dat
er geen God zou bestaan, zou het natuur-
recht volgens hem van kracht zijn. Deze
opvatting, die zonder meer revolutionair
te noemen is, kon in de achttiende eeuw
leiden tot het Vernunftrecht. Deze vorm van
natuurrecht was zuiver en alleen op het
verstand gericht en was los van elke bron
en autoriteit. “Tot een dergelijk natuur-
recht zou De Groot zelf echter nooit zijn
gekomen”, aldus Brandsma.
De leerstoelen in het natuurrecht, die
door het werk van Hugo de Groot overal in
Europa aan vele universiteiten opkwamen
en waarbij de primeur in Nederland aan
Groningen toekwam, zijn in de loop van
de negentiende eeuw langzaam weer
verdwenen. Dit is volgens Brandsma aller-
minst een gemis. “Natuurrecht richt zich op
het recht zoals het zou moeten zijn. Zonder
rechtsgebied waarop het wordt toegepast,
voegt het dan ook niets toe. Het bouwt
slechts luchtkastelen.” Dat elke rechten-
student in zijn of haar eerste jaar bij het vak
rechtsgeschiedenis met het natuurrecht in
aanraking komt, is echter wel belangrijk,
zo bevestigt Brandsma. Nog afgezien van
de historische invloed van het natuurrecht,
blijft de vraag naar ideaal recht natuur-
lijk altijd bestaan. Bovendien wordt er,
wanneer een rechtsstelsel faalt, vaak weer
op het natuurrecht teruggegrepen, zoals
in Duitsland na de Tweede Wereldoorlog.
Immers, “ubi iudicia deficiunt incipit
bellum3”, zoals De Groot het verwoordde.
De vraag of Hugo de Groot de grootste
Nederlandse rechtsgeleerde was, zoals
velen beweren, zou Brandsma niet bevesti-
gend willen beantwoorden. “Zit de grootste
geleerde bij een congres niet in het duurste
hotel?” Met andere woorden, ranglijsten,
evaluaties, enquêtes en dergelijke zeggen
de heer Brandsma niets. “Het doet er niet
toe wie de grootste rechtsgeleerde was,
maar groot was Hugo de Groot zeker.”
“Groot was Hugo de Groot
zeker.”
“Het bouwt slechts
luchtkastelen.”
1 Vertaling: De geschiedenis is de moeder
van de wijsheid.
2 Vertaling: Over het recht van oorlog en
vrede.
3 Vertaling: Waar het recht tekortschiet,
begint de oorlog.
actualiteitOp 26 mei 2011 werd bekend dat er een
antibioticaresistente bacterie in Duitsland
was aangetroffen. Al snel bleek het om
de EHEC-bacterie te gaan. Deze bacterie
ligt aan de basis van agressieve darmin-
fecties, die de dood tot gevolg kunnen
hebben. Gezien het dodelijke karakter van
de bacterie en de onbekendheid van de
herkomst sloeg bij menigeen de angst toe.
Zo erg zelfs dat Rusland besloot om über-
haupt geen Europese groenten meer te
importeren. Het gevolg is dat groentetelers
in de Europese Unie (EU) immense schade
leden, nu de oogst die bestemd was voor de
Russische markt, vernietigd moest worden.
Het productschap tuinbouw rekent op een
schade voor Nederlandse boeren van 350
miljoen euro. Functioneren de huidige
samenwerkingsstructuren nog wel en hoe
zijn deze tot stand gekomen?
Relatie tussen de Sovjet unie en de Europese Gemeenschap Voor de beantwoording van de hoofdvraag
is het interessant om naar de ontwikke-
ling van de Russisch-Europese relatie te
kijken.
Op 16 april 1948 werd in het kader van de
Marshallhulp de Organisatie voor Euro-
pese Economische Samenwerking (OEES)
opgericht. De reactie van de Russen liet
niet lang op zich wachten. Op 25 januari
1949 richtten de Oost-Europese landen
onder leiding van de Sovjet Unie (SU) de
Raad voor Wederzijdse Economische Hulp
(Comecon) op. Tien jaar later werd de EEG
opgericht die het westen vertegenwoor-
digde( in 1967 werd dit de EG). Tot de jaren
’70 waren er geen officiële ontmoetingen
tussen beide partijen. Dit omdat de partijen
elkaar weigerde te erkennen als juridische
persoonlijkheid. De reden hiervoor was
enerzijds de afkeer van de Comecon tegen
het kapitalistische gedachtegoed van de
EG en anderzijds de mening van de EG dat
de Comecon een machtsmiddel van de SU
was.
In 1975 zouden verschillende bilaterale
overeenkomsten tussen EG lidstaten en
Comeconlanden eindigen. De EG hoopte
dan ook overeenkomsten te gaan sluiten
met Oost-Europese landen. Maar omdat
het beleid van de SU was om de EG niet te
erkennen, gingen geen van de Comecon-
landen hierop in. Tegen 1975 hadden de
lidstaten van de Comecon enkele bevoegd-
heden aangaande het externe handels-
beleid overgedragen aan de door de SU
gedomineerde Comecon. Handelsrelaties
tussen de Comecon en de EG zouden de
positie van de SU dus versterken en die
uitkomst was voor de EG uitgesloten.
JuRIDISCh aCTuEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Juridisch actueel
Handelsbetrekkingenmet Rusland; zegenrijk of zorgenkind?Door: Jim de Wolf
34
JuRIDISCh aCTuEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
35
Bij gebrek aan een algemeen juridisch
kader voor de handelsbetrekkingen voerde
de EG vanaf 1975 een unilateraal handels-
regime in, welke grotendeels geënt was
op de reeds bestaande bilaterale over-
eenkomsten die de lidstaten van beide
organisaties hadden gesloten. Dit regime
had een sterk protectionistisch karakter
vanwege de angst dat de goedkope Oost-
Europese producten de EG markt zouden
overspoelen.1
In 1975 vonden er langzame, kleine stappen
van toenadering plaats toen er een eerste
ontmoeting tussen de Commissie van de
EG en het Secretariaat van Comecon plaats-
vond. Bij deze ontmoeting werden enkele
domeinen van samenwerking verkend en
werd afgesproken dat de Comecon eerst
met een voorstel voor een overeenkomst
zou komen. Deze zou in de ogen van de EG
veel te ver gaan. In 1976 kwam de EG met
een minder vergaand tegenvoorstel. Deze
betrof voornamelijk bepalingen inzake
informatie-uitwisseling. Alle handelszaken
zouden worden overgelaten aan de EG- en
Comeconlidstaten. Doordat de voorstellen
in essentie van elkaar verschilden en geen
van de partijen zijn politiek wilde wijzigen,
was het sluiten van een overeenkomst
geen optie meer.2
Deze politieke ommezwaai vond plaats met de aantreding van secretaris-generaal Gorbatsjov.Op een bijeenkomst in juni 1984 van
Comeconlidstaten werd, in lijn met
Gorbatsjov, besloten dat men bereid was
tot het sluiten van een overeenkomst met
de EG. Enerzijds om een positief beeld
te scheppen door zijn poging tot toena-
dering, anderzijds hoopte de SU op deze
manier de invloed van de VS op het Euro-
pese continent te beperken door juist de
banden met de EG te versterken. Uiteinde-
lijk kwamen de EG en de Comecon tot een
overeenkomst en gingen ze over tot het
ondertekenen van de Gemeenschappelijke
Verklaring in Luxemburg op 25 juni 1988.3
Het leek erop dat deze overeenkomst een
einde zou betekenen van een jarenlange
politieke en juridische impasse.
De EG sloeg meteen zijn slag en begon
zeer veel Handels- en Samenwerkingsak-
koorden te sluiten. Een van de belangrijkste
achterliggende gedachte hiervan was om
landen waar sociale hervormingen en onaf-
hankelijkheidsdriften grote vlucht namen
te ondersteunen, zoals Hongarije en Polen
met het zogenaamde Phare-Programma.
Voor de SU werd gekozen voor een andere
aanpak. Hierbij maakte de EG gebruik van
haar ‘specificiteitbeginsel’ en ontwierp
voor de SU het Tacis-programma, welke
als doel had de overgang naar een markt-
economie te ondersteunen, het bevor-
deren van het democratiseringsproces
en het versterken van de rechtsstaat.4 Dit
programma zal lang de betrekkingen met
de Russische Federatie bepalen.
Val van het communisme en het ontstaan van de Russische FederatieIn 1991 veranderde er ontzettend veel. Het
communisme viel en de staten in Oost-
Europa richtten zich op het ontwikkelen van
een markteconomie, waarbij zij meer naar
de EG keken. Voor de Comecon viel in juni
1991 het doek. Op 25 december 1991, werd
dan uiteindelijk ook de SU ontbonden. Uit
de as van deze laatste rees de Russische
Federatie, die werd erkend als de wette-
lijke opvolger van de SU.5
Rusland moest een nieuwe identiteit
bepalen, kijken wat ze zou doen met de
oude Comeconstaten en overgaan naar een
markteconomie en een democratie.6 Tege-
lijkertijd moest de EG een nieuw beleid
opstellen dat zou kunnen inspelen op deze
veranderingen. Er kwamen ‘Partnerschaps-
en Samenwerkingsakkoorden’. Deze
akkoorden werden gesloten met landen die
niet de intentie hadden om toe te treden
tot de EU. Tussen de EU en Rusland werd al
snel duidelijk dat het niet de bedoeling was
dat Rusland zou gaan toetreden tot de EU.
Voor de EU gold dat zij Rusland te instabiel,
cultureel te anders en te groot vonden. De
Russische overwegingen waren van totaal
andere aard. Het had de handen vol aan de
ingestorte economie en de economische
en politieke hervormingen. Samenwerken
bleek echter voor beide partijen zeer veel
voordelen op te leveren. Door de uitbouw
van een vorm van samenwerking zou de EU
een betere toegang krijgen de Russische
markt en dan met name de grondstoffen
en energiebronnen.
Ondanks het voortvarende begin werd
pas op 24 juni 1994 een Partnerschaps-
en Samenwerkingsakkoord gesloten, die
vervolgens pas op 1 december 1997 werd
geratificeerd, vanwege bezwaren tegen
het aanhoudende geweld in Tsjetsjenië.
Dit akkoord had primair een economische
inslag.
Europese visie op de relatie met RuslandTer bevordering van de relatie met Rusland
werden vervolgens twee stappen onder-
nomen. De eerste was het ‘Gemeenschap-
pelijk Standpunt’.7 Met dit initiatief werd
gepoogd de nog hoofdzakelijk economi-
sche focus van het PSA te verruimen. Het
idee van uitbreiding kwam duidelijk tot
uiting in de vijf beleidsgebieden die werden
erkend als belangrijk voor de toekomstige
relaties. Hierna werd ‘Actie Plan’ opgesteld
waarin de vijf beleidsgebieden werden
geconcretiseerd. Het bevatte voorstellen
die aanzette tot handelen. Door de door
het Standpunt en Actie Plan ontstane over-
legstructuren hadden de EU en Rusland het
aantal regelmatige ontmoetingen signifi-
cant laten stijgen.8
Russische visie op de relatie met de EuOok de Russen kwamen met een eigen
idee over de Russisch-Europese relatie.
Dit formuleerde zij in het document ‘Stra-
tegie op middellange termijn van Rusland
voor de ontwikkeling van de betrekkingen
tussen de Russische Federatie en de EU
2000-2001’. Dit document kwam als reactie
op de Europese beleidsstrategieën.9
Rusland kwam vervolgens met het voorstel
om vier gemeenschappelijke ruimtes te
creëren tussen de EU en Rusland. Dit zou
passen in het kader van de PSA van 1994.
In dit document werden vier dergelijke
ruimten gedefinieerd: een gemeenschap-
pelijke economische ruimte, één van vrij-
heid, veiligheid en rechtvaardigheid, een
gemeenschappelijke ruimte van externe
veiligheid en één van onderzoek, onder-
wijs en cultuur. Bij de EU-Rusland bijeen-
komst van mei 2005 te Moskou, werden
deze vier ruimtes door middel van Road
Maps vastgelegd.
Dit is waar de relatie tussen Rusland en
de EU op dit moment is aanbeland. Het
bestaande PSA van 1994, aangevuld met
de Gemeenschappelijk Ruimten en de
bijbehorende Road Maps zouden op dit
moment moeten voldoen aan de basisbe-
hoeften inzake de onderlinge relatie. En
juist dit blijkt door een aantal crises in het
afgelopen decennium niet waar te zijn.
Tot slotDoordat Medvedev de regeerstijl van
voormalig president Poetin voortzet, lijkt
het erop dat Rusland alleen maar verder
wegloopt van de EU en haar principes.
Rusland heeft sterk het gevoel dat het
zich voornamelijk moet conformeren aan
de westerse normen en heeft soms het
idee dat het niet serieus wordt genomen.
Daarom neemt Rusland de instrumenten
om Europa financieel te raken en zodoende
te laten luisteren als wapen op tegen de EU.
Geen van beide partijen is hierbij gebaat.
Rusland niet, omdat het zijn betrouwbaar-
heid in twijfel trekt, en de EU niet, omdat
het zodoende overgeleverd is aan de
genade van de Russische regering.
Ook de EHEC-crisis is bewijs dat Rusland
en Europa beter moeten communiceren.
Een overkoepelend orgaan kan daarbij van
pas komen. Dat een koude oorlog niet snel
meer zal ontstaan is logisch, maar of er
snel warme betrekkingen zullen ontstaan is
allerminst zeker. Het is te hopen dat beide
partijen terugkijken in hun gezamenlijke
geschiedenis en beseffen dat ze samen,
met of zonder een officieel instituut waar
zij hun onenigheden kunnen uitpraten,
veel verder komen dan alleen.
JuRIDISCh aCTuEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
1 J-C. Van Eeckhaute, “De overeenkomst
inzake partnerschap en samenwerking:
een nieuw juridisch en politiek kader
voor de betrekkingen tussen de EU en
Rusland”, R.W. 1994-95, (1041) 1041.
2 A. Kolinski, EEC – COMECON, supra noot
3, 5 – 6.
3 Gezamenlijke Verklaring inzake de
instelling van officiële betrekkingen
tussen de EEG en de Raad voor Weder-
zijdse Economische Bijstand van 22 juni
1988, Pb.L. 24 juni 1988, afl. 157, 35.
4 M Light and R. Allison, “The place of
Europe in Russian foreign policy” in R.
Allison, M. Light and S. White (eds.),
Putin’s Russia and the Enlarged Europe,
London, Chatham House, 2006, (1) 6.
5 J-C. Van Eeckhaute, De overeenkomst
inzake partnerschap en samenwerking,
supra noot 6, (1041)1042.
6 J. Pinder, “Introduction” in J. Pinder
and Y. Shishka, The EU and Russia: The
Promise of Partnership, London, Federal
Trust for Education and Research, 2002,
(11) 12.; H. Haukkala, The EU – Russia
Strategic Partnership: The limits of post
– sovereignty in international relations,
Abingdon Oxon, Routledge, 2010, 68.
(hierna verkort H. Haukkala, The EU –
Russia Strategic Partnership).
7 Europese Raad van Madrid, 15-16
december 1995, http://www.europarl.
europa.eu/summits/mad1_en.htm; De
juridische grond voor deze gemeen-
schappelijke standpunten was Artikel
J.2 VEU.
8 J. Gower, “Russia and the European
Union”, supra noot 39, (66) 81
9 H. Haukkala, The EU – Russia Strategic
Partnership, supra noot 30,100.
36
37
JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011 uITGElIChT
Chen-arrestDe heer Chen was meerderheidsaandeel-
houder en een van de bestuurders van een
zeer groot bedrijf dat chemicaliën produ-
ceert en exploiteert naar verschillende
delen van de wereld. In het kader van zijn
werkzaamheden reist hij regelmatig af
naar Europa. Het echtpaar Chen had een
kind, Huixiang Zhu, welke is geboren in de
volkrepubliek China. De kinderwens bleef
bestaan, maar door het ‘één kinds beleid’
in China werd het bemoeilijkt om in China
nog een kind te krijgen. Mevrouw Chen
besloot in het buitenland te bevallen en is
met dat doel afgereisd naar het Verenigd
Koninkrijk. Mevrouw Chen beviel in Ierland
van een dochter, Catherine. Op grond van
artikel 6 lid 1 van de Ierse Nationaliteit
en Burgerschap Act van 1956, verkrijgt
iedereen geboren in Ierland, de Ierse nati-
onaliteit. Het kind, Catherine, dus ook.
Chen-maatstaf Onbetwist in deze zaak is dat mevrouw
Chen in Ierland verbleef zodat het kind
de Ierse nationaliteit verkreeg. Het eerste
argument waar zowel de Ierse als de Britse
regering zich op beroepen, is dat een
persoon als Catherine geen gebruik mag
maken van de voordelen inzake de bepa-
lingen van het gemeenschapsrecht betref-
fende het vrije verkeer van personen. Dit
omdat ze nog nooit buiten de lidstaat zou
zijn geweest. Het Hof van Justitie stelt dat
dit verweer niet slaagt. Een minderjarige
mag profiteren van het recht van het vrije
verkeer, dit mag niet afhankelijk worden
gesteld van het bereiken van een bepaalde
leeftijd.
Uitgelicht
Autonomievan lidstaten in nationaliteits-rechtelijke zakenDoor Cornelieke Moeke
BEPaalDE lanDEn, zOalS EnGElanD En IERlanD KEnnEn hET ‘IuS SOlI BEGInSEl’, WaT lETTER-lIJK ‘hET REChT Van DE GROnD’ BETEKEnT. DE PlaaTS WaaR hET KInD GEBOREn IS, BEPaalT DE naTIOnalITEIT. In aRTIKEl 20 VERDRaG BETREFFEnDE DE WERKInG Van DE EuROPESE unIE (hIERna: VWEu) STaaT GEREGElD DaT EEn IEDER DIE DE naTIOnalITEIT Van EEn lIDSTaaT BEzIT,
unIEBuRGERSChaP hEEFT. EEn KInD GEBOREn In IERlanD hEEFT DuS DE IERSE naTIOnalITEIT. WannEER hET KInD hET BuRGERSChaP VERKRIJGT, KRIJGEn DE OuDERS/VERzORGERS DIT VaaK OOK OMDaT anDERS DE FEITElIJKE uITOEFEnInG Van DE REChTEn Van hET KInD WORDEn BElEMMERT. In RIChTlIJn 90/364/EEG En aRTIKEl 21 VWEu IS BEPaalD DaT VERBlIJFSREChT aan EEn MInDERJaRIGE DIE OnDERDaan IS Van EEn STaaT WORDT VERlEEnD, alS DEzE EEn PaSSEnDE zIEKTEKOSTEnVERzEKERInG hEEFT En DE OuDERS OVER VOlDOEnDE FInanCIëlE MIDDElEn BESChIKKEn. OOK DE OuDER DIE hET KInD PRIMaIR VERzORGT KRIJGT In DIT GEVal TOESTEMMInG OM In DE lIDSTaaT TE VERBlIJVEn. In DE PRaKTIJK IS hET EEnVOuDIG hIERVan MISBRuIK TE MaKEn. EEn zaaK DaT DIT GOED IlluSTREERT IS DE uITSPRaaK Van hET hOF Van JuSTITIE In DE zaaK ChEn uIT hET JaaR 2004.
Op grond van artikel 20 VWEU is een ieder
die de nationaliteit van een lidstaat bezit,
burger van de Unie. Ingevolge artikel 21
VWEU heeft iedere burger van de Unie
recht op verblijf op het grondgebied van de
lidstaten. Aan dit recht kunnen wel voor-
waarden en beperkingen worden gesteld.
In Richtlijn 90/364 staat dat geëist kan
worden dat onderdanen die gebruik willen
maken van het recht op verblijf, over een
dekkende ziektekosten verzekering moeten
beschikken. Het staat vast dat Catharine’s
moeder voldoende financiële middelen
tot haar beschikking heeft. De Ierse en
Britse regering stellen dat de betrokkene
zelf de middelen tot zijn beschikking moet
hebben. Volgens het Hof is het voldoende
als de middelen er zijn; er worden geen
eisen gesteld aan de oorsprong.1
Vervolgens stelt de Britse regering dat
verzoekers geen beroep mogen doen op
de communautaire bepalingen aangezien
mevrouw Chen bewust naar Ierland is
gegaan zodat haar kind de Ierse nationa-
liteit zou verkrijgen. Gesteld wordt dat dit
misbruik van recht is. Zij zijn van mening
dat lidstaten maatregelen mogen treffen
om te voorkomen dat er ten onrechte
gebruik wordt gemaakt van bepalingen
van gemeenschapsrecht. Toch heeft geen
enkele partij vraagtekens gezet bij de
wettigheid van Catharine’s Ierse nati-
onaliteit. Bovendien mag een lidstaat
de gevolgen van het toekennen van een
nationaliteit door een andere lidstaat niet
beperken door het opleggen van extra
voorwaarden.2
Naast het minderjarige kind heeft de
ouder/verzorger ook een hiervan afgeleid
recht om in de lidstaat te verblijven. In het
geval dat het recht van wonen geweigerd
zou worden, kan het kind ook minder effec-
tief gebruik maken van het recht op verblijf.
Om goed gebruik te kunnen maken van dit
genotsrecht, is het dus noodzakelijk dat de
verzorger ook in de lidstaat mag blijven.
Dit wordt door het Hof van Justitie ook
wel het nuttig effect genoemd. Een kind
kan immers niet zonder zijn ouder op een
grondgebied verblijven.
Dit is het recht op gezins-
leven, genoemd in artikel
8 Europees Verdrag van
de Rechten van de Mens
(hierna: EVRM).3
In dit arrest is duidelijk
de autonomie van de
lidstaten in nationaliteits-
rechtelijke zaken beves-
tigd. Ierland had wettelijk
geregeld dat wanneer
een kind geboren werd
in die lidstaat, deze de
Ierse nationaliteit zou
krijgen. Het Verenigd
Koninkrijk was het hier
niet mee eens, maar kon
niks tegen deze regeling.
Deze gang van zaken is
echter niet wenselijk.
Zoals ook duidelijk uit
deze zaak blijkt, werkt
dit misbruik in de hand.
Mevrouw Chen was opzet-
telijk naar Ierland gegaan
om te bevallen zodat het
kind de Ierse nationali-
teit kreeg. Gevolg is dan
ook dat Ierland de ‘ius-
soli’ regeling moest veranderen, wat per 1
januari 2005 is gebeurd.4
Conclusie Conclusie die getrokken kan worden uit
deze uitspraak met betrekking tot het vrije
verkeer van personen is dat een minder-
jarig persoon die onderdaan is van een
lidstaat, een recht van verblijf heeft in een
andere lidstaat op het moment dat het een
ziektekosten verzekering heeft en beschikt
over toereikende bestaansmiddelen. Dit
vloeit voort uit het Unieburgerschap wat
een aanvulling is op de nationale wetge-
ving van de lidstaten. Het Unieburgerschap
bestaat dus naast de nationaliteit van de
lidstaten. Op het moment dat het kind een
verblijfsrecht heeft vloeit hier ook een afge-
leid verblijfsrecht voor de ouder/verzorger
uit voort. Deze uitspraak heeft dus grote
gevolgen, want het recht op gezinsleven
(artikel 8 EVRM) wordt hier erkend. Daar-
naast is deze zaak een uitzondering op het
vrije verkeer van personen, aangezien de
minderjarige dit recht wel heeft terwijl het
er nog geen gebruik van heeft gemaakt.
uITGElIChT JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
“Een minderjarig kind kan niet zonder zijn verzorger!”
1 http://curia.europa.eu/nl/actu/
communiques/cp04/aff/index.htm
2 http://www.stibbe.com/upload/
ee260b010dadeaa1d40324.pdf
3 http://www.denederlandsegrondwet.
nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vhb2k4
tfcmza?ctx=vh7dosiok5x1&tab=2
4 http://curia.europa.eu/jurisp/cgibin/
gettext.pl?lang=en&num=79958980C1
9020200&doc=T&ouvert=T&seance=A
RRET
38
Ten eerste een weergave van de opinie van
prof. mr. dr. F.T. Oldenhuis. Universitair
hoofddocent, tevens bijzonder hoogleraar
Religie en Recht aan de faculteit Rechtsge-
leerdheid en aan de faculteit Godgeleerd-
heid en godsdienstwetenschap.
Ik heb moeite met dit in te passen in mijn
schaal van “dempen zonder religie te laten
verdampen”.1 Mijn eerste reactie op de
vier Rabbi’s die zeiden: “Het gordijn gaat
in Nederland dicht”, was: hoe gaat Israël
zélf om met zijn buren? Het gordijn tussen
Israël en Gaza is al lang dicht. Ik vond het
zo selectief wat die Rabbi’s zeiden... Maar
als jurist moet je toch weer afstand nemen
en bij de les blijven en zakelijk zijn. Toen
ik hier wat langer over na dacht, dacht ik:
“de Dierenpartij zoekt het wel op de vier-
kante millimeter, zo aan het eind van het
dierenleven.” Mijn collega Dirk Boon, oud-
hoogleraar Dierenrecht uit Groningen heeft
naar aanleiding van dit debat in Trouw
geschreven dat er tal van leed is in een
dierenleven, waarom nou juist op dit punt
uitvergroten en protesteren?
Maar als er nieuwe kennis omtrent dieren-
leed is en kunde om dat te voorkomen,
moet je daar mijns inziens goed naar
kijken. Er moet enige bereidheid zijn om
eens te reflecteren. Of die reflectie er aan
joodse zijde voldoende is, dat betwijfel ik
wel eens. Maar dat geldt ook voor de isla-
mitische zijde. We moeten soms bereid
zijn tot compromis en hoeven niet altijd
een stap achteruit te doen omdat het een
godsdienstige kwestie is. Iedereen moet
binnen het publieke domein wel eens iets
inleveren. Maar ook niet alles kan zomaar
tot publiek domein worden verklaard.
En dat past eigenlijk in mijn schaal van
dempen. Je moet naar mate je dieper dat
publieke domein betreedt steeds meer
dempen. Het argument dat het hier maar
om een kleine groep dieren gaat, gaat
natuurlijk nooit op.
Misschien zou je juist als gelovige moeten
zoeken naar een compromis. Het vinden
van een technische oplossing waarbij
zowel het standpunt van de gelovige als
ook het belang van het dier maximaal
gewaarborgd is. Maar laat een mens ook in
zijn waarde, ook in zijn religieuze waarde.
De Staat is van ons allemaal. De Staat staat
uiteindelijk niet tegenover het volk, maar
is die samenleving zélf. Een volk krijgt de
wetten die het verdient. Uiteindelijk is de
Nederlandse Staat nota bene uit een gods-
dienstconflict ontstaan.
Wijlen Thijs Wöltgens (PvdA), zei bijvoor-
beeld “dat wie zegt: de Staat kan geven;
zal ook zeggen: de Staat kan nemen.” Dan
ben je met een staatsgeloof bezig, alsof de
burgers ruimte krijgen voor zover de Staat
ons dat vergunt. Je moet oppassen dat je
mensen van de straat in hun waarde laat.
Dat maakt het ritueel slachten dus lastig
vanuit dit oogpunt. Maar niettemin, als
we meer kennis over dierenleed hebben,
moeten we weer afwegen. Ook de gelo-
vigen zouden iets meer in beweging
moeten komen, je moet proberen als
samen leving naar elkaar toe te groeien. Ik
las in Trouw daterend van 14 mei 2011 een
opstel van Bart Wallet, waarin hij liet zien
dat SGP en GPV zich na de Tweede Wereld-
oorlog keerden tegen het ritueel slachten,
omdat het niet spoorde met de christe-
lijke uitgangspunten waaraan een Staat
hun inziens had te voldoen. De PvdA was
toen vóór ritueel slachten, omdat op die
wijze minderheden –joden en islamieten–
gelijkwaardig zouden worden behandeld.
De PvdA kwam toentertijd op voor de
Opinie
Mens en/of dier?
WIE aFGElOPEn VERKIEzInGEn OP DE PaRTIJ Van DE DIEREn hEEFT GESTEMD Kan zIJn GEluK nIET OP. hET DEBaT ROnDOM hET ‘SlaChT-VERBOD’, EEn WETSVOORSTEl DaT hET OnVERDOOFD SlaChTEn Van DIEREn VERBIEDT, DEED nEDERlanD OP haaR GROnDVESTEn SChuD-
DEn. JOODSE En ISlaMITISChE GEMEEnSChaPPEn uITEn GROTE VEROnTWaaRDIGInG En VOElEn zICh aanGETaST In hun EEuWEnOuDE TRaDITIES En lEEFWIJzE, MaaR allE PROTESTEn En aRGuMEnTEn TEn SPIJT, DE WET KOMT ER. DE EnIGE uITWEG IS OnThEF-FInG DOOR MIDDEl Van EEn aMEnDEMEnT: DE MInISTER GaaT aKKOORD InDIEn ER MET EEn OnaFhanKElIJK OnDERzOEK WORDT aanGETOOnD DaT hET DIER nIET MééR lIJDT Dan MéT VERDOVInG. EEn aMEnDEMEnT VOOR DIEREnWElzIJn TEn laSTE Van GODS-DIEnSTVRIJhEID, Kan DaT WEl?
Bron afbeelding: http://carpediem2.punt.nl
OPInIEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
39
minderheden. De nazi’s hadden het over
ritueel ‘martelen’ van dieren en verboden
onverdoofd slachten.
Ook dit debat heeft dus een belast
ver leden. Zet er eerst maar eens een
stevige commissie op van wijzen, voordat
je hierover een besluit neemt! Het gaat mijn
inziens te snel en het geheel maakt een te
selectieve indruk. U wilt voor gelovigen
dat die ruimte, die vrijheid, er is, maar u
geeft tegelijkertijd aan dat iedereen een
bepaalde mate van vrijheid moet opgeven,
hoe verhoudt dit zich? Opgeven is wellicht
niet het goede woord. Dempen is iets
anders dan verdampen. En dat dempen
hangt er vanaf, wáár je je in dat publieke
domein bevindt.2
De volgende bijdrage is geschreven door
Janwillem Winters, student Nederlands
Recht met specialisatie Bedrijfsrecht aan
de Rijksuniversiteit Groningen.
Het ritueel slachten; een onderwerp waar
de politiek tot voor kort haar bemoeienis
van heeft onthouden. Dat het niet de vraag
betrof of, maar wanneer Den Haag zou gaan
ingrijpen is duidelijk geworden met de
initiatiefwet onverdoofd ritueel slachten.
Het verbaast niet dat Marianne Thieme
zich als eerste genoodzaakt zag een einde
te maken aan “de pijn en stress die dieren
ervaren als zij zonder verdoving geslacht
worden”. De aldus ontstane onrechtvaar-
dige situatie waarin dieren dreigen verzeild
te raken, veelal veroorzaakt door Joden en
Moslims was voldoende tot het nemen
van initiatief. Nederland is straks een wet
rijker, waarmee hieraan een einde kan
worden gemaakt. Dat het wetsvoorstel zal
worden aangenomen lijkt voor Marianne
Thieme en Esther Ouwehand reeds een feit
omdat “vrijheid van godsdienst een groot
goed is, maar niet mag leiden tot extra en
onnodig dierenleed”.
Dat de behandeling van een dergelijk wets-
voorstel gepaard gaat met het opwerpen
van de nodige vragen en debatten is
logisch, het lijkt mij echter wel van belang
tunnelvisie te voorkomen. Hiermee bedoel
ik dat het bij de beoordeling van een wets-
voorstel zoals hier aan de orde niet moet
neerkomen op louter een belangenafwe-
ging. Veelal wordt de vraag opgeworpen of
de vrijheid van godsdienst zwaarder weegt
dan het welzijn van dieren, of andersom.
Een beantwoording van deze vraag komt
neer op een afweging van belangen.
Dat Marianne Thieme en consorten het
belang van het dier zwaarder laat wegen
is vanzelfsprekend, en in mijn ogen ook
terecht. Dit zou alleen niet per definitie tot
de conclusie moeten leiden dat een derge-
lijk wetsvoorstel op zijn plaats is, en dat is
wel de tendens waar sprake van is. Moeten
we niet eerst eens gaan nadenken over een
nadere invulling van de begrippen vrijheid,
godsdienst en welzijn van dieren, alvorens
tot een (voor betrokken partijen onbevredi-
gend) antwoord te komen?
Vanuit juridisch oogpunt bekeken moet de
rechtvaardigheid centraal gesteld worden.
Met name het feit dat men zich het recht
toebedeelt een dier te kunnen doden
speelt hierbij mijns inziens een grote rol.
Het is bekend dat in China bij honden een
doorweekte lederen band om de keel wordt
gebonden, welke vervolgens, doordat deze
uitdroogt, langzaamaan strakker komt te
zitten totdat verstikking volgt. Deze manier
van doden komt de kwaliteit van het vlees
ten goede. In onze ogen een verschrikke-
lijke manier om een dier te doden, in China
echter al sinds het begin der tijden de
normale gang van zaken. Is het doden van
de hond daarom gerechtvaardigd? Hierop
moet het antwoord ontkennend luiden lijkt
mij. Velen zijn dit met mij eens, met als
gevolg een reeks van wet- en regelgeving
die van oudsher van invloed is geweest op
de omgang met dieren zoals wij die erop
nahouden.
Voor toestanden zoals hierboven
om schre ven is geen plaats, en in de
wes terse wereld wordt dit als vanzelf-
sprekend ervaren. Zolang wij een dier
doden op een manier die niet in strijd is
met de huidige maatschappelijke opvat-
ting, is er niets aan de hand en kan van een
onrechtvaardige situatie geen sprake zijn.
In India wordt de koe als heilig beschouwd,
het is verboden een koe om wat voor
reden dan ook te slachten. Is het voor hen
onredelijk om de manier waarop wij met
koeien omgaan als uiterst onrechtvaardig
te beschouwen? Ik denk het niet. Sterker
nog: het zou hypocriet zijn deze vraag
bevestigend te beantwoorden. De in India
ontstane maatschappelijke opvattingen,
hoezeer zij ook verschillen, doen immers
niet onder voor de onze.
Welke rechtvaardiging men ook aandraagt
voor het doden van een dier, dat deze
per definitie subjectief is valt af te leiden
uit hetgeen ik hiervoor heb beschreven.
De partij voor de dieren rechtvaardigt het
doden van dieren, zolang hun welzijn
echter gewaarborgd blijft. Het onverdoofd
slachten van dieren veroorzaakt ernstige
pijn, leed en stress, zo blijkt uit weten-
schappelijk onderzoek. Hiermee wordt
afbreuk gedaan aan het dierenwelzijn,
en daarom is een verbod op zijn plaats.
De vraag is waarin deze situatie verschilt
met de ‘humane’ manier waarop slachting
van dieren heden ten dage plaatsvindt in
Nederland. Het lijkt mij onvoorstelbaar dat
een honderdtal schapen, afgevoerd in een
vrachtwagen, dwangmatig door een stalen
hek gedreven, wachtend op hun elektro-
cutie geen leed, stress en pijn ondervindt.
Wetenschappelijk onderzoek om dit te
bevestigen zal ongetwijfeld aanwezig zijn.
Waarom rechtvaardigt de partij dit wel, en
wordt een onverdoofde slachting, waarbij
een individueel dier enkele dagen verwend
wordt om vervolgens op pijnloze wijze met
veel aandacht geslacht te worden als iets
beschouwd dat verboden moet worden?
Het antwoord is simpel: als de belangen-
afweging erop losgelaten wordt slaat de
weegschaal door naar het welzijn van de
dieren en de maatschappelijke opvat-
tingen zoals deze tot uiting komen bij het
belijden van godsdienst moeten wijken.
En zie daar de tunnelvisie waar ik eerder
over sprak. Een juiste belangenafweging
kan niet gemaakt worden. Het welzijn van
dieren hangt af van de maatschappelijke
opvattingen die men erop nahoudt. Mocht
de partij voor de dieren daadwerkelijk
een verbod op het onverdoofd slachten
willen bewerkstelligen, dan zouden zij
principieel naar een algeheel verbod op
het slachten van dieren moeten streven.
Dierenwelzijn is altijd in het geding als
het op doden aankomt, ongeacht het feit
of dit al dan niet verdoofd gebeurt. Om
dit bij de belangenafweging als doorslag-
gevend argument te gebruiken is een indi-
recte vorm van discriminatie, aangezien
het neerkomt een beperking in vrijheid van
normen en waarden die joden en moslims
van oudsher hebben meegekregen.
OPInIE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
40
1 “Zet rem op uiting van geloof en andere
opvattingen” van 23 juni, rug.nl/debat/
opinie
2 Terechtgesteld.nl, 20 juni 2011
JFV KaTERnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
41
Voordat de zomervakantie begon was het
heerlijk warm weer. Het was dan ook goed
toeven op een bank voor het JFV Hok in het
zonnetje voor het nieuwe bestuur dat op
23 mei werd geïnstalleerd. Een aangenaam
begin voor het 104e bestuur! Helaas kwam
dit mooie weer de druk studerende rech-
tenstudenten niet bepaalt goed uit, want
bij het blokken voor je tentamens is de zon
niet echt een must. Na de constitutieborrel
op 7 juni en de nodige tentamens werd het
langzaam rustiger in Groningen. Een ideale
periode voor de JFV om zich in alle rust in te
zetten voor alle activiteiten die het aanko-
mende collegejaar gaan plaatsvinden.
De allereerste activiteiten zijn al weer passé.
Zo werden door de inzet van de introductie-
commissie en de eerstejaarscommissie alle
eerstejaars studenten wegwijs gemaakt op
dinsdag 30 augustus op het Harmonie-
complex tijdens de facultaire introdag. Zo
konden alle eerstejaars zonder problemen
aan hun eerste collegeweek beginnen!
Ook vond op 30 en 31 augustus de boeken-
markt plaats waar dankzij de commissie
studiefaciliteiten alle rechtenstudenten
hun boeken zonder al te lange wachtrijen
konden ophalen. Mocht je nog niet alle
benodigde boeken in huis hebben, dan
kun je deze bestellen op de website en
twee werkdagen later afhalen bij de JFV
Studiewinkel aan de Uurwerkersgang 8a,
uiteraard tegen 10% korting. Tevens kun je
hier gedurende het hele jaar tussen 12.00
en 14.00 uur terecht voor collegeaanteke-
ningen, tentamenbundels en uittreksels.
In het weekend van 2, 3 en 4 september
vond het Rechten introductiekamp plaats
met als thema ‘Lawmazone, met je wet -
bundel in de jungle’. Hier konden 190
eerste jaars elkaar beter leren kennen en
nog even ontspannen voordat het echte
studeren ging beginnen. Dit was wederom
een groot succes!
Nadat de eerste twee weken studeren er op
zaten, vond op 13 september het Openings-
feest plaats in &zo. Dit feest dat werd geor-
ganiseerd door de eerstejaarscommissie
stond in het teken van het thema ‘Nerd alert,
party like a geek’. Ben je benieuwd naar de
foto’s? Kijk dan op www.jfvgroningen.nl.
Zin in een high tea, een lekker broodje of
een glaasje champagne tegen een gere-
duceerd tarief? Vast wel! We zijn immers
studenten… Goed nieuws is dat je per
ingang van dit collegejaar op vertoon van je
JFV Lidmaatschapspasje diverse kortingen
krijgt bij winkels, eetgelegenheden en
bedrijven. Kijk op de website om te zien
wie er deelneemt aan deze kortingsacties!
Ben je je pasje kwijt? Kom dan langs op het
JFV Hok en je ontvangt een nieuwe.
Mocht je tussen al het studeren door zin
hebben in een leuke reis die je ook nog
wat te bieden heeft dan raad ik je aan om
mee te gaan naar het politieke centrum
van Nederland, Den Haag! Deze excursie
heeft ook dit jaar weer indrukwekkende
activiteiten en zal plaatsvinden van 5 t/m
7 oktober. Schrijf je snel in, want het animo
is elk jaar weer groot!
Ook ben je van harte welkom op onze
algemene ledenborrels op 3 en 31 oktober
in café de Keyzer. Op 31 oktober zal het
thema en de locatie van het Internationaal
Studieproject bekend worden gemaakt,
iets wat je niet mag missen! Daarnaast kan
ik je aanraden om naar de Sollicitatietrai-
ningendag te gaan op vrijdag 11 november.
Je leert daar de fijne kneepjes van een
goed sollicitatiegesprek en krijgt de do’s
en dont’s te horen voor het maken van een
cv.
Voor de meest actuele informatie en achter-
grondinformatie over activiteiten verwijs ik
je naar www.jfvgronigen.nl. Succes met
studeren, kom gezellig naar onze activi-
teiten en vergeet die frisse zomer!
Met vriendelijke groet,
Namens het 104e bestuur der Juridische
Faculteitsvereniging Groningen,
Elza lenferink Voorzitter
JFV Katern
Frisse start
DE TIJD OM TE STuDEREn IS WEER aanGEBROKEn. na EEn lanGE zOMER, DIE EIGEnlIJK MEER hET KEnMERK haD Van OnSTuIMIG hERFST WEER, hEEFT DE hERFST nu EChT zIJn InTREDE GEDaan. EEn BEhOORlIJK FRISSE STaRT, WanT DE TEMPERaTuREn lIEGEn ER nIET OM. ER IS TIJD GEnOEG OM WEER TE WEnnEn aan DE COllEGEBanKEn, WanT DE TEnTaMEnS laTEn nOG
EVEn OP zICh WaChTEn. WaT nIET OP zICh laaT WaChTEn zIJn DE KOMEnDE JFV aCTIVITEITEn. GEluKKIG hEEFT DE JFV VOOR hET KOMEnDE JaaR WEER EEn VOl PROGRaMMa VOOR InTERESSanTE aCTIVITEITEn DIE JE nIET MaG MISSEn zODaT WE DIE FRISSE zOMER SnEl VERGETEn.
JuridischeFaculteitsvereniging
Groningen
Schrijf je in voor onze
Masterclass Vastgoed
en beleef de praktijk
Als je als advocaat werkt in het vakgebied vastgoed, dan voel je je wel eens bevoorrecht. Je
krijgt de kans mooie, en vaak buitengewone, projecten juridisch in goede banen te leiden.
Vastgoed strekt zich uit over meerdere rechtsgebieden. Dat betekent veel samenwerken en
overleggen met collega’s. Niet alleen op kantoor, maar ook op locatie.
Een intrigerend vakgebied, waarvoor we binnen ons kantoor veel specialisten hebben.
Specialisten die je graag vertellen wat hun werk zo boeiend maakt en die benieuwd zijn naar
jouw visie op het vak. Daarom organiseert Poelmann van den Broek op donderdag 17 en
vrijdag 18 november 2011 een tweedaagse Masterclass Vastgoed, waarin je onder meer een
klant bezoekt, adviseert en zelf gaat pleiten in een echte procedure. Zo ervaar je het vak
van binnenuit. Kijk voor meer informatie op www.poelmannvandenbroek.nl.
St. Canisiussingel 19f 6511 TE Nijmegen T +31 (0)24 381 08 10 F +31 (0)24 381 08 20 [email protected] www.poelmannvandenbroek.nl
Algemene Ledenvergadering
Brussel/Leuven-reis
Constitutieborrel
Algemene Ledenvergadering
Brussel/Leuven-reis
Constitutieborrel
Brussel/Leuven-reis
Constitutieborrel
Goede doelenavond Goede doelenavond
JFV KaTERn COllaGEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
43
Dies Natalis
Groninger Juristen Congres
Groninger Juristen Congres
Groninger Juristen Congres
JFV KaTERn COllaGE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
44
Master your talent Internationaal Studieproject
Internationaal Studieproject Internationaal Studieproject
Groninger Juristen Congres
JFV KaTERnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
45
@Brussel/Leuven-reisElk jaar organiseert de JFV een driedaagse reis naar onze zuiderburen. Dit jaar vond de Brussel/Leuven-reis plaats van 6 t/m 8 april. Doordat de kosten voor de excursie zeer laag zijn en het aanbod aan georganiseerde activiteiten indrukwekkend, is de animo elk jaar weer groot. De reis was dit jaar met bezoeken aan de Europese Commissie en het Paleis van Justitie wederom een groot succes.
JFV Katern
Activiteitenoverzicht
@Groninger Juristen Congres Powerplay, wie heeft de macht binnen een onderneming? Deze vraag stond centraal op 28 april op het Groninger Juristen Congres. De dag werd ingeleid door een flitsende battle over de Ajax-kwestie onder leiding van dagvoorzitter prof. Willems. Meer dan 170 studenten woonden het plenair gedeelte in de fraaie stadsschouwburg bij. Na een uitge-breide lunch vonden de workshops in het Kasteel plaats. De dag werd afgesloten met een luxe diner in Time-Out en, een inmiddels traditionele, borrel in de Tapperij.
@Internationaal Studieproject Het recht houdt niet op bij de landsgrenzen. Daarom vertrokken op 29 april 30 studenten naar het bruisende centrum van dé rechtenhoofdstad van Europa, Londen! Daar werd bij Stibbe en Bird & Bird het leerstuk concurren-tievervalsing onder de loep genomen. Op het programma stonden verder een cruise op de Thames onder het genot van de beats van James Bond, een ritje in de famous London Eye en natuurlijk een bezoek aan The Houses of Parliament.
@ALVOp 23 mei was het dan zover: Bestuur van Lingen nam afscheid en het 104e bestuur deed haar intrede. De nodige nieuwe plannen werden gepresenteerd, maar desondanks was de ALV in een recordtijd afgelopen waardoor er tot in de late uurtjes los kon worden gegaan in de Tapperij.
@Facultaire IntroductiedagDe stap om in Groningen te studeren, is voor eerstejaars studenten vaak groot. Om deze stap iets te verkleinen en de studenten wegwijs te maken in het doolhof waarin veel eerstejaars verdwalen, vond op 30 augustus de Facultaire Introductiedag plaats. Op deze dag werd onder andere een bezoek gebracht aan de Juridische Bibliotheek, de Turftoren-straat, de JFV Studiewinkel, de klapperwinkel en natuurlijk het JFV Hok onder leiding.
JFV KaTERn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
46
@BoekenmarktenDe JFV houdt er rekening mee dat de portemonnee van de meeste studenten niet rijk gevuld is. Als service naar de studenten toe kan je daarom bij de JFV boeken kopen met 10% korting. Aan het begin van elk semester organi-seren wij een boekenmarkt, waar je de bestelde boeken kunt afhalen. 30 augustus vond de boekenmarkt voor de eerstejaars studenten plaats en 31 augustus konden de ouderejaars studenten hun tassen vullen. Mocht je nog om een boek verlegen zitten, dan kun je op www.jfvgroningen.nl terecht voor de continue boekenverkoop, uiteraard tegen 10% korting.
@Rechten Introductiekamp Op vrijdag 2 september trokken 250 rechtenstudenten naar Overijssel voor het Rechten Introductiekamp. Drie dagen lang werden de studenten getrakteerd op de vele activiteiten die door de Introductiecommissie in het over-volle programma zijn gezet. Zaterdagavond ging iedereen geheel in stijl verkleed volgens het thema ‘Lawmazone, met je wetbundel in de jungle’. Zo kregen de aanwezigen de kans om voor de aanvang van het collegejaar al nieuwe vrienden te maken.
@Openingsfeest De &ZO stond 13 september vol met nerds die uit hun dak gingen. Net als voorgaande jaren werd dit feest georgani-seerd door de eerstejaarscommissie. Het openingsfeest is voor vele studenten altijd de ideale gelegenheid om even-tuele studiestress weg te dansen. Met het thema ‘Nerd alert, party like a geek’ kon deze avond niet meer stuk.
JFV CaRRIEREBOaRD KaTERnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
47
De eerste mogelijkheid om over je grenzen
heen te kijken dient zich aan op donderdag
29 september. Dan vind namelijk het
recruitmentdiner van Damsté advocaten-
notarissen plaats! Ouderejaars studenten
die geïnteresseerd zijn in dit middelgrote
kantoor uit Enschede en die op ontspannen
wijze onder het genot van een hapje en
drankje met dit kantoor en haar advocaten
willen kennis maken kunnen zich via de
site aanmelden voor dit diner.
Er is al heel veel over geschreven en onder-
zocht: een eerste impressie, je uiterlijk
en hoe je wat wanneer zegt zijn allemaal
factoren die naast inhoudt ook belangrijk
zijn. Om ook deze soft skills onder de knie
te krijgen organiseert de JFV CarrièreBoard
commissie jaarlijks de Sollicitatietrainin-
gendag. Dit jaar zal deze vallen op de 11e
van de 11e van 2011! Zoals de naam al
doet vermoeden staat deze dag geheel in
het teken van het bij brengen van de juiste
sollicitatie skills. Op deze dag zullen een
aantal interessante sprekers uit de sollici-
tatiewereld spreken en komen een aantal
recruiters van kleine en grote advocaten-
kantoren aan het woord. Daarnaast zal in
verschillende workshops geen onderwerp
omtrent het solliciteren onbelicht blijven:
van een juist curriculum vitae tot hoe je het
beste een sollicitatie gesprek kan voeren.
Alles komt op deze dag voorbij!
Het is nog ver weg maar op 17 februari
2012 zal dit collegejaar weer de Bedrijven-
en Instellingendag plaatsvinden. De voor-
be reidingen hiervoor zijn al in volle gang
en op de Bedrijven- en Instellingendag-
commissie ligt de druk op de schouders
om deze interessante dag, perfect te
organiseren. De dag zal openen met een
plenair gedeelte waarin drie interessante
sprekers hun carrière na hun rechten-
studie uitlichten en hoe zij tot verschil-
lende keuze zijn gekomen. Afgelopen jaren
kwamen bekende sprekers uit de Neder-
landse top van het bedrijfs, politiek en juri-
disch leven spreken en wij zijn verheugd te
kunnen melden dat niemand minder dan
mr. Corstens, president van de Hoge Raad
op de Bedrijven- en Instellingendag 2012
zal spreken! Houd de JFV CarrièreBoard
website in de gaten voor meer informatie
omtrent deze dag!
Ben je benieuwd wat kantoren dit jaar
allemaal aan bussinescourses en master-
classes organiseren? Houdt dan het gehele
jaar door de JFV CarrièreBoard website en
daarop de recruitmentagenda in de gaten.
Hier worden het hele jaar door aankondi-
gingen voor deze activiteiten op gepubli-
ceerd. En hoewel internet tegenwoordig
alom vertegenwoordigd is en overal bereik-
baar, is het ook wel een fijn en praktisch om
iets op papier na te kunnen lezen. Daarom
is er dit semester ook weer de Wegwijzer
ontwikkeld, met daarin alle masterclasses
en bussinescourses op een rij voor komend
semester. Dus mocht je bij een saai college
zitten dan is dit boekje ideaal voer om even
verder dan de grenzen van je studententijd
te kijken en je te oriënteren wat je na je
studietijd kan gaan doen.
Mocht je de Wegwijzer al doorgenomen
hebben en graag wat meer informatie
willen hebben over een bepaald kantoor,
dan kun je naast kijken op het desbetref-
fende kantoorprofiel op de JFV Carrière-
Board website ook eens de studiewinkel
binnen lopen en kijken in de JFV Carrière-
Bank: hier liggen folders en ander mate-
riaal van verschillende kantoren uit heel
Nederland.
Rest mij niets meer dan jullie een goed
collegejaar toe te wensen, graag zie ik
jullie terug op een van de activiteiten die
JFV CarrièreBoard organiseert!
Jesse Trommel Commissaris JFV CarrièreBoard
JFV CarrièreBoard Katern
Beste studenten,
HElaaS MOEST hET MOOIE WEER DEzE zOMER BuITEn DE nEDERlanDSE GREnzEn GEzOChT WORDEn. WaT IEDEREEn al WIST WERD DOOR hET KnMI BEVESTIGD: JulI 2011 WaS DE naTSTE MaanD OOIT. MaaR, nIET GETREuRD: VanaF hET BEGIn Van hET nIEuWE COllEGEJaaR IS hET nOG MaaR 297 DaGEn TOT DE zOMER! OKé, DaT IS nOG EEn hEEl EInD, MaaR GEluKKIG BIEDT
JFV CaRRIèREBOaRD In DIE TIJD JE lEGIO MOGElIJKhEDEn OM OVER anDERE GREnzEn hEEn TE KIJKEn. En WEllIChT WORDEn ER VOOR JOu Dan OOK RECORDS GEBROKEn.
instantie/Activiteit datum deadline inschrijven Meer informatie
sePTeMber clifford chance Legal Lunch Lounge 6 september 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com
damsté advocaten-notarissen Recruitmentdiner 29 september 2011 zie website www.jfvcarriereboard.nl
houthoff buruma Notariële Case Days 29-30 september 2011 1 september 2011 www.werkenbijhouthoff.com
OKTOber clifford chance Legal Lunch Lounge 3 oktober 2011 ontdekcliffordchance.com
Kienhuishoving advocaten & notarissen Recruitmentdiner 6 oktober 2011 1 oktober 2011 www.kienhuishoving.nl
banning Kennismakingsmiddag 14 oktober 2011 week voor 14 oktober www.banning.nl
Lexence Lexence Talent Day 21 oktober 2011 10 oktober 2011 www.lexence.com
boekel de nerée Expeditie Boekel 27-28 oktober 2011 zie website www.expeditieboekel.com
nOveMber clifford chance Legal Lunch Lounge 7 november 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com
houthoff buruma Convince Your Client Days 9-11 november 2010 1 oktober 2011 www.werkenbijhouthoff.com
clifford chance Best Of Both Worlds 10-11 november 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com JFV
carrièreboard Sollicitatietrainingendag 11 november 2011 zie website www.jfvcarriereboard.nl
stibbe Stibbe 100 jaar: 1911-2011 16-19 november 2011 10 oktober 2011 www.werkenbijstibbe.nl
damsté Advocaten-notarissen Masterclass 2011: Lexpeditie 17-18 november 2011 14 oktober 2011 www.damste.nl
Poelmann van den broek Masterclass 17-18 november 2011 23 oktober 2011 www.poelmannvandenbroek.nl
deceMber clifford chance Legal Lunch Lounge 5 december 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com
simmons & simmons Around the World in 100 Days 8 december 2011 1 december 2011 www.werkenbijsimmons.nl
JFV CaRRIEREBOaRD KaTERn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Recruitmentagenda
48
CMS_LawTax_CMYK_from101.eps
Op 13 en 14 oktober 2011 organiseert CMS Academy: Students Programme de Masterclass Real Estate voor 3e en 4e jaars rechtenstudenten op onze kantoren in Utrecht en Amsterdam.
In de dynamische Real Estate praktijk heb je te maken met huurrecht, aanbestedingsrecht, bouw-recht, projectontwikkeling, publiekprivate samen-werking, bestuursrecht en ruimtelijke ordening.
Tijdens de Masterclass werk je met jouw team aan een uitdagende juridische game waarin je met deze onderdelen te maken krijgt. Naast je juridi-sche kwaliteiten komen hier ook zeker je creatieve kwaliteiten naar voren.
Uiteraard vinden we ook ontspanning en netwerken belangrijk. Daarom krijg je tijdens de
Masterclass uitgebreid de gelegenheid om kennis te maken met kantoorgenoten tijdens lunches, borrels en diner.
AanmeldenBevind jij je in je derde jaar bachelor of master van je studie Nederlands recht? Solliciteer dan vóór 19 september 2011 voor de Masterclass Real Estate!
Je kunt je motivatie, curriculum vitae, actuele bachelor/master cijferlijst, pasfoto en studentsta-gebeoordeling (indien je hierover beschikt) sturen aan de afdeling Recruitment:
Laura SchaapT 030 2121 773E [email protected] voor meer informatie naar www.cms-dsb.com
CMS Academy- Masterclass Real Estate
De blauwdruk voor je carrièreMeld je nu aan voor de Masterclass Real Estate
het begrip ‘gebrek’Daar waar een huurder als hoofdverplich-
ting heeft zorg te dragen voor (tijdige) beta-
ling van de huurpenningen, zo dient de
verhuurder te waarborgen dat de huurder
zoveel mogelijk het ongestoorde genot van
het gehuurde kan hebben. Gebreken aan
het gehuurde staan hier aan in de weg Er
is sprake van een gebrek als de huurder
in zijn huurgenot dat hij bij het begin van
de huurovereenkomst mocht verwachten,
wordt beperkt en de oorzaak van de beper-
king is toe te rekenen aan de verhuurder.
Is sprake van een gebrek, dan is de
verhuurder verplicht dit te herstellen. De
met het herstel gemoeide kosten komen
voor rekening van de verhuurder. Herstelt
de verhuurder het gebrek niet, dan kan de
huurder dit zelf doen en de kosten daarvan
verhalen op de verhuurder.
Bij verhuur van bedrijfsruimte kunnen
partijen het begrip ‘gebrek’ inkleuren. Zo
kan tot op zekere hoogte vooraf worden
bepaald wat wel en wat niet onder het
begrip ‘gebrek’ valt. Dit kan echter niet
onbeperkt. De verhuurder mag zich
namelijk niet exoneren (vrijtekenen) voor
gebreken die hij bij het aangaan van de
huurovereenkomst al kende of behoorde
te kennen. Als de huurder de gebreken
kende en heeft aanvaard, is exoneratie
wel mogelijk. De bedoeling is dat de
verhuurder zich niet voor opzet of grove
schuld mag vrijtekenen. Als de verhuurder
wil dat de huurder verantwoordelijk wordt
voor gebreken die al bij het aangaan van
de overeenkomst bekend zijn, dan dient
hij deze gebreken expliciet te benoemen
en duidelijk op te nemen dat de verhuurder
niet aansprakelijk is voor de (gevolgen van)
deze gebreken.
Staat vast dat sprake is van een gebrek,
dan kan de huurder vermindering van
de huurprijs of vergoeding van bij hem
door het gebrek ontstane (gevolg) schade
vorderen. Hiervoor is vereist dat:
InhOuDElIJKE BIJDRaGEn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Inhoudelijke bijdragen
Asbest inbedrijfspanden; kopzorgen voor verhuurders?CMS Derks Star BusmannJan Willem Oudijk, Jitske Tamminga
DE laaTSTE JaREn VERSChIJnEn ER VEEl BERIChTEn OVER aSBEST. DEzE Gaan VEElal OVER DE VERJaRInGSPROBlEMaTIEK WaaRMEE SlaChTOFFERS Van MESOThElIOOM OF hun naBE-STaanDEn KunnEn WORDEn GECOnFROnTEERD. In 2010 WERD BEKEnD DaT BlOOTSTEllInG aan aSBEST nOG (VEEl) GEVaaRlIJKER IS Dan TOT OP hEDEn WERD VERWaChT. hET aRREST Van
DE hOGE RaaD Van 3 SEPTEMBER Jl. (lJn BM3980) DRaaGT WEllIChT DE SPOREn Van DIT nIEuWE InzIChT En hEEFT MOGElIJK GROTE GEVOlGEn VOOR VERhuuRDERS Van (BEDRIJFS)PanDEn. OP WElK MOMEnT IS naMElIJK DE aanWEzIGhEID Van aSBEST In EEn GEhuuRD PanD EEn GEBREK? VanaF hET MOMEnT DaT DE aSBEST (nIET zIChTBaaR) aanWEzIG IS OF PaS OP hET MOMEnT DaT hET aSBEST VRIJKOMT? En MaaKT hET nOG uIT OM WaT VOOR SOORT aSBEST hET GaaT, hEChTGEBOnDEn OF nIET-hEChTGEBOnDEn aSBEST? DE VRaaG OF DE aanWEzIGhEID Van aSBEST In EEn GEhuuRD PanD EEn GEBREK IS, KWaM OnDER MEER aan DE ORDE In hET aRREST Van DE hOGE RaaD Van 3 SEPTEMBER 2010.
50
InhOuDElIJKE BIJDRaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
51
1) het gebrek aan de verhuurder is toe te
rekenen, of
2) het gebrek bij het aangaan van de
huurovereenkomst reeds aanwezig was
en de verhuurder dit gebrek kende of
behoorde te kennen.
Bij de verhuur van bedrijfsruimte kan in
de overeenkomst worden bepaald dat de
huurder in geval van een gebrek welis-
waar aanspraak kan maken op herstel
daarvan, maar geen aanspraak kan maken
op huurprijsvermindering of vergoeding
van (gevolg)schade. Deze uitsluiting van
aansprakelijkheid is niet mogelijk als de
gebreken tijdens het aangaan van de huur-
overeenkomst al bestonden en verhuurder
deze gebreken kende dan wel behoorde te
kennen.
De feitenKPN huurde van Tamminga diens pand
dat voorheen in gebruik was als ijssalon
en exploiteerde in dat pand een Prima-
foonwinkel. Tamminga was bij aankoop
van het pand erop gewezen dat asbest
aanwezig was en had de verkoper daarvoor
gevrijwaard. In de huurovereenkomst had
Tamminga opgenomen dat, voor zover bij
haar bekend, het pand vrij was van asbest.
KPN wilde het pand kopen en liet een
bouwkundige keuring uitvoeren. Tijdens
deze keuring werd asbest geconstateerd
en KPN zag af van de koop. KPN meldde de
constatering van het asbest bij Tamminga,
maar ondernam verder geen actie. Na een
inbraak via het dak van de Primafoonwinkel
kwam asbest vrij. KPN stelde Tamminga
van deze inbraak en het vrijkomen van het
asbest op de hoogte. Daarnaast verzocht
KPN Tamminga tot herstel van het dak en
asbestsanering over te gaan. Tamminga
herstelde wel het dak, maar ging niet over
tot sanering van de asbest. KPN liet dat
vervolgens zelf doen. Tijdens de sane-
ring was de winkel gesloten. KPN zette in
die periode de verkoop voort in een bus.
Vervolgens vorderde KPN van Tamminga
vergoeding van de kosten van de asbest-
sanering, huurprijsvermindering over de
periode dat de winkel vanwege de asbest-
sanering gesloten was en vergoeding van
de schade die door het asbestprobleem
was ontstaan.
Oordeel van de rechtersIn eerste instantie werden de vorderingen
van KPN door de kantonrechter allemaal
afgewezen. De kantonrechter ging er vanuit
dat het ging om het minder gevaarlijke
hechtgebonden asbest en dat de enkele
aanwezigheid daarvan geen gebrek ople-
verde. De verhuurder was dientengevolge
niet verplicht het asbest te saneren, een
huurprijsvermindering te accepteren en
gevolgschade te vergoeden.
In hoger beroep kwam het Hof tot het
oordeel dat de enkele aanwezigheid van
inmiddels niet-hechtgebonden asbest (de
kantonrechter ging uit van hechtgebonden
asbest) geen gebrek opleverde, maar het
vrijkomen van de asbest wel. Verhuurder
diende het gebrek te herstellen en KPN had
(gedeeltelijk) recht op huurprijsverminde-
ring gedurende de tijd dat de herstelwerk-
zaamheden plaatsvonden. KPN had geen
recht op vergoeding van de gevolgschade,
nu de verhuurder de aansprakelijkheid
hiervoor bij overeenkomst had uitgesloten.
Nu de enkele aanwezigheid van asbest niet
tot een gebrek leidde, was er bij aanvang
van de huurovereenkomst geen gebrek en
kon de verhuurder zich op de uitsluiting
van aansprakelijkheid beroepen.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het
Hof vernietigd. Reden daarvoor is dat de
Hoge Raad van mening is dat het Hof niet
voldoende heeft gemotiveerd waarom de
enkele aanwezigheid van niet-hechtge-
bonden asbest geen gebrek oplevert en
het vrijkomen daarvan wel. Hoewel de
Hoge Raad zelf geen uitsluitsel geeft, maar
het Hof Den Haag de opdracht geeft zich
over de zaak te buigen, lijkt het erop l dat
de Hoge Raad wil zeggen: als asbest een
onaanvaardbaar risico oplevert (hetgeen
afhankelijk is van de soort en hoeveelheid
van het asbest, het beoogde gebruik van
het pand en de bekendheid met de risi-
co’s) dan is er sprake van een gebrek, ook
als het asbest nog niet is vrijgekomen.
Ook het beroep van de verhuurder op de
uitsluiting van betaling van de gevolg-
schade is hierdoor in een ander licht komen
te staan. Als ook het enkel aanwezig zijn
van asbest een gebrek oplevert dan bete-
kent dit dat ook bij aanvang van de huur-
overeenkomst sprake is van een gebrek en
uitsluiting van aansprakelijkheid slechts
mogelijk is als de verhuurder het gebrek
niet kende of niet behoorde te kennen.
Bij het feitencomplex dat leidde tot het
arrest van de Hoge Raadwas de verhuurder
bekend met de aanwezigheid van asbest
in het pand. Bovendien is het een feit
van algemene bekendheid dat panden
gebouwd in de jaren 50/60 en 70 asbest
kunnen bevatten.
Gevolgen voor verhuurders bedrijfspanden
Wat betekent de uitspraak van de Hoge
Raad nu voor de praktijk? Op zichzelf nu
nog niets, het Gerechtshof Den Haag zal
namelijk eerst uitspraak moeten doen in
deze kwestie en antwoord moeten geven
op de vraag of de aanwezigheid van niet-
hechtgebonden asbest een gebrek is dat
de huurder niet hoefde te verwachten.
Maar wat als het Hof tot het oordeel komt
dat de aanwezigheid van deze vorm van
asbest een onaanvaardbaar risico ople-
vert en de enkele aanwezigheid daarvan
een gebrek is? Moeten dan alle panden
waar zich asbest in bevindt op voorhand
gesaneerd worden om een pand zonder
gebreken te kunnen verhuren? Of is herstel
van de verhuurder pas aan de orde als het
asbest wordt ontdekt? En hoe zit het met
de uitsluiting van aansprakelijkheid voor
de gevolgschade?
Als de verhuurder het gebrek kende of
behoorde te kennen is uitsluiting van
aansprakelijkheid niet mogelijk. Betoogd
zou kunnen worden dat het een feit van
algemene bekendheid is dat de kans
groot is dat in panden gebouwd vóór een
bepaald jaartal asbest aanwezig is en dat
de verhuurder zich voordat hij een pand
verhuurt er van moet vergewissen of een
pand asbestvrij is. Of kan de verhuurder
zich alsnog vrijtekenen door in de huur-
overeenkomst op te nemen dat er moge-
lijk asbest in zit en de aansprakelijkheid
voor gevolgschade uitsluiten, omdat de
huurder nu hij bekend is met de moge-
lijke aanwezigheid van asbest, dit gebrek
heeft aanvaard? De kans is aanwezig dat
verhuurders van bedrijfsruimte opdraaien
voor de (gevolg)schade die de aanwezig-
heid van niet-hechtgebonden asbest in
een pand meebrengt. Een antwoord op
deze vragen is momenteel nog niet te
geven. Het wachten is op het arrest van het
Gerechtshof Den Haag.
De structuur en cultuur van het kantoor
kenmerken zich door korte communica-
tielijnen, een grote mate van specialisatie
en een hoog niveau van juridische dienst-
verlening. Boekel is een ambitieus kantoor
met een open en informele werksfeer, dat
staat voor het beste resultaat.
Praktijkgroepen en sectorgroepenBoekel kent een aantal praktijkgroepen die
onderling nauw samenwerken: Corporate,
Commercial & Litigation, M&A/Capital
Markets, Banking, Finance & Insurance, EU
& Competition, Vastgoed, Arbeidsrecht en
het Notariaat. Onder Corporate, Commer-
cial & Litigation vallen onder meer de
specialisaties Insolventierecht & Herstruc-
tureringen en Commercial Contracts en
onder Vastgoed vallen bijvoorbeeld Huur-
recht en Bouwrecht.
Om cliënten zo goed mogelijk van dienst
te kunnen zijn, heeft Boekel daarnaast een
aantal sectorgroepen samengesteld van
advocaten en notarissen van verschillende
praktijkgroepen, die naast de juridische
kennis ook weten wat er in de verschillende
sectoren speelt. Een belangrijke sector-
groep betreft de Zorggroep. Daarnaast kent
Boekel de sectorgroepen Financiële Instel-
lingen, Overheid & Toezicht, Retail, Vast-
goedfinancieringen en Woningcorporaties.
Kantoor londonRuim een jaar geleden heeft Boekel een
vestiging geopend in London. Deze wordt
op dit moment bemand door vier advo-
caten en zal in de loop van de tijd worden
uitgebreid. Met het kantoor in London
wordt uitvoering gegeven aan de interna-
tionale ambitie van Boekel.
Top Employer 2011Boekel heeft dit jaar voor de derde keer de
Top Employer Award uitgereikt gekregen
die jaarlijks door het CRF Institute, speci-
alist op het gebied van internationaal
onder zoek naar arbeidsvoorwaarden,
wordt toegekend aan de beste werkgevers
van Nederland. Een uitgebreid onderzoek
geeft inzicht in hoe een bedrijf scoort
op het gebied van arbeidsvoorwaarden
ten opzichte van collega-topwerkgevers.
Het keurmerk wordt enkel uitgereikt aan
werkgevers die voldoen aan strenge toet-
singscriteria. Volgens het CRF biedt Boekel
uitstekende carrièremogelijkheden aan
jong talent.
Gouden Spreekbuis 2011Boekel heeft de Gouden Spreekbuis 2011
in de arbeidsmarkt voor afstuderende
juristen gewonnen. De Gouden Spreek-
buis wordt toegekend aan de werkgever
die onder haar doelgroep aantoonbaar
de beste ontwikkeling op het gebied van
naamsbekendheid heeft doorgemaakt.
KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Kantoorspecial
Boekel De NeréeDoor mr. h. Biesheuvel
BOEKEl DE nERéE IS EEn nEDERlanDS KanTOOR MET EEn lanGE hISTORIE. hET KanTOOR IS OnT-STaan uIT VERSChIllEnDE aDVOCaTEnPRaKTIJKEn En nOTaRISKanTOREn DIE In DE aFGElOPEn JaREn zIJn GEFuSEERD. DE naaM BOEKEl DE nERéE OnTSTOnD OP 1 JanuaRI 1990 uIT EEn FuSIE Van BOEKEl Van EMPEl & DRIllInG aDVOCaTEn MET MEKKInG & DE nERéE nOTaRISSEn. BOEKEl
TElT CIRCa 300 MEDEWERKERS, WaaRVan CIRCa 160 JuRISTEn. DaaRnaaST WERKT hET KanTOOR SaMEn MET GEzaGhEBBEnDE InTERnaTIOnalE aDVOCaTEnKanTOREn.
52
Mr. H. Biesheuvel
KanTOORSPECIalJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
53
Student-stageEen student-stage is een uitstekende
manier om kennis te maken met de advo-
catuur. Een student-stage bij Boekel duurt
normaal gesproken twee maanden, maar
in overleg kan daarvan worden afgeweken.
Als student-stagiaire loop je als volwaardig
teamlid mee in de praktijk op een sectie naar
jouw keuze. Je ondersteunt de advocaten in
hun dagelijkse werkzaamheden. Dat bete-
kent dat je mee schrijft in processtukken en
adviezen, juridische vraagstukken uitzoekt
en meegaat naar zittingen.
WerkstudentVoor studenten in de eindfase van hun
studie zijn er mogelijkheden om als werk-
student bij Boekel te werken. Een werk-
student werkt minimaal gedurende twee
maanden twee dagen per week mee in
de dagelijkse praktijk van een sectie naar
keuze. Een werkstudent onderscheidt zich
van een student-stagiaire doordat er meer
verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
wordt verwacht, een werkstudent dient
dan ook al de ervaring van een student-
stage te hebben. Het werk als werkstudent
geeft een goede indruk hoe het werk als
advocaat-stagiaire zal zijn en je krijgt er
bovendien goed voor betaald.
advocaat-stageAls je solliciteert voor een plek als advo-
caat-stagiaire volg je een sollicitatiepro-
cedure die na ontvangst van je sollicitatie-
brief bestaat uit drie ronden, gevolgd door
een informele lunch of borrel met het team.
Het eerste gesprek vindt plaats met twee
leden van de sollicitatiecommissie. Tijdens
dat gesprek worden onder meer je CV en je
persoonlijke interesses besproken. Als dat
gesprek goed gaat volgt een e-assessment
op kantoor. Voor studenten uit Groningen
wordt hiervoor een uitzondering gemaakt:
zij kunnen het e-assessment ook in
Groningen doen. Na het e-assessment
volgt een tweede gespreksronde met twee
partners, waaronder de partner voor wie je
eventueel gaat werken. Tot slot volgt een
informele lunch om alvast kennis te maken
met je toekomstige collega’s.
Als advocaat-stagiaire draai je volledig
mee in de praktijk. Er wordt een grote mate
van zelfstandigheid van je verwacht, maar
dat betekent zeker niet dat je in het diepe
wordt gegooid. Er is vanuit de partners en
senior medewerkers een hoge mate van
begeleiding en opleiding. Zij vinden het
erg belangrijk dat je je als advocaat-stagi-
aire zo goed mogelijk ontwikkelt tot een
zelfstandig opererend advocaat.
Bij Boekel is de sfeer informeel. Je kunt
altijd bij iedereen binnenlopen en de
communicatie is open. Daarnaast is het
sociale aspect op kantoor erg belang-
rijk. Zo wordt bij Boekel onder meer elke
vrijdag geborreld, zijn er verschillende
sportteams, wordt jaarlijks een stagiaire/
medewerkers-weekend georganiseerd en
is er elke twee jaar een groot bedrijfsfeest
en een ski-uitje.
Opleiding
laW FIRM SChOOl
Alle advocaat-stagiaires bij Boekel volgen
tijdens het eerste jaar van hun stage de
juridische beroepsopleiding bij de Law
Firm School (LFS) als aanvulling en verdie-
ping op de beroepsopleiding van de
Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA).
De LFS is een initiatief van 14 grote advo-
catenkantoren met een internationale en
commerciële praktijk, waaronder Boekel,
die van mening waren dat de opleiding van
de NOvA niet altijd aansloot bij die prak-
tijk. De LFS is een intensieve opleiding.
Gemiddeld zit je eens in de drie weken
samen met 50 tot 100 andere beginnende
advocaten twee dagen in een hotel in
Scheveningen om cursussen te volgen.
Ter voorbereiding op die colleges moeten
opdrachten worden ingeleverd zodat een
bepaald niveau gewaarborgd kan worden.
De vakken die je bij de LFS volgt, sluit je
af met tentamens. Een deel van de vakken
wordt getentamineerd door de LFS zelf en
een deel van de tentamens wordt door de
NOvA afgenomen.
TOP-JHet TOP-J (Talent Ontwikkel Programma
Juristen) is een exclusief door Boekel
ontwikkeld programma gericht op het
ontwikkelen van de competenties die een
jurist in een commerciële praktijk nodig
heeft. Bij deze cursussen, die veelal intern
worden gevolgd, kan worden gedacht
aan Legal English, Effectief Presenteren,
Commerciële Ontwikkeling en Snellezen.
BOEKElGEREChT
Het Boekelgerecht is een leuk onderdeel
van je stageperiode bij Boekel. Elke twee
maanden bepleiten twee beginnend advo-
caat-stagiaires een casus. Voor het Boekel-
gerecht wordt het hele kantoor uitgeno-
digd. Twee partners zijn cliënt en een
oud-partner treedt op als rechter. Natuur-
lijk is het spannend om voor al je kantoor-
genoten te pleiten, maar het is een goede
gelegenheid om je pleitvaardigheden te
testen en te verbeteren.
hElEEn BIEShEuVEl
In 2002 ben ik begonnen met mijn studie
Nederlands recht in Groningen. Ik heb
voor rechten gekozen vanwege de brede
basis die deze studie bood en de combi-
natie van economische en maatschap-
pelijke aandachtspunten. Tijdens mijn
bachelor kwam ik tot de conclusie dat
vakken als Ondernemingsrecht, Arbeids-
recht en Mededingingsrecht mij het meest
aanspraken. De keuze voor een master
Bedrijfsrecht was dan ook een logische
stap. Daarnaast sprak het gevarieerde en
praktijkgerichte programma binnen deze
specialisatie mij aan. In de master heb ik
de nadruk gelegd op Arbeidsrecht en ik
ben uiteindelijk afgestudeerd bij professor
Zondag.
Tijdens mijn studie was ik onder meer
actief bij de JFV als redacteur van dit blad.
Verder heb ik bij SGOR de ISP-reis naar
Sjanghai georganiseerd en heb ik de acqui-
sitiecommissie voor het lustrum van mijn
studentenvereniging (R.K.S.V. Albertus
www.boekeldeneree.com/daagtjeuit
Deel daar in een sterke oneliner je visie op je vak en win een trip naar Burning Man in de Amerikaanse Black Rock desert.
“ZOEK JE ‘N KANTOOR DAT JE VERHAAL MINSTENS NET
ZO BOEIEND VINDT ALS JE CIJFERS?”
Magnus) gedaan. Daarnaast heb ik een
aantal maanden in Oostenrijk gewerkt als
skilerares.
Mijn loopbaan bij Boekel ben ik begonnen
op de praktijkgroep EU & Competition;
een uitdagende en afwisselende praktijk.
Daarna heb ik een half jaar proceservaring
opgedaan bij Corporate Litigation, voordat
ik naar Arbeidsrecht ben gewisseld.
Ar beids recht is een dynamisch vakgebied
waarbij grote zaken waarbij je in (kantoor-
breed) teamverband werkt worden afge-
wisseld met kleine zaken die je zelfstandig
kunt behandelen. Sinds kort ben ik mede-
werker bij Corporate Litigation. Corporate
Litigation is een interessant vakgebied
dat zich met name richt op het voorkomen
en oplossen van geschillen in en om de
onderneming. De afwisseling tussen het
adviseren van ondernemingen en aandeel-
houders en, waar nodig, procederen maakt
dit een zeer uitdagende sectie om voor te
werken. Verschillende advocaten van de
sectie Corporate Litigation treden ook op
als curator in faillissementen. De ‘faillis-
sementspraktijk’ is een mooie aanvulling
op onze overige werkzaamheden, waarbij
vraagstukken als bestuurdersaanspra-
kelijkheid, paulianeuze handelingen en
kwesties omtrent pand en hypotheek aan
de orde komen.
Gemiddelde werkdagDe afwisselende werkzaamheden maken
dat ik elke dag met plezier naar mijn
werk ga. Je weet nooit wat een dag je
gaat brengen. Een echt gemiddelde dag
is daarom ook moeilijk te beschrijven.
Meestal begin ik om 9.00 uur met het
lezen van e-mails en het maken van een
inschatting van mijn werkzaamheden die
dag. Vandaag heb ik bijvoorbeeld gewerkt
aan een processtuk, een advies aan een
cliënt, en had ik namens de curator een
gesprek met een man wiens identiteit was
misbruikt en die noodgedwongen werd
betrokken bij een vennootschap. Vorige
week stond ik twee keer in de rechtbank
voor een kort geding en een getuigenver-
hoor. Ook komen er regelmatig cliënten
op bezoek, of jij bij hen. Een gemiddelde
werkdag eindigt voor mij tussen 18.30 en
19.00 uur.
Burning ManHet zal jullie waarschijnlijk niet zijn
ontgaan, maar afgelopen winter heeft
Boekel een prijsvraag uitgeschreven in
het kader van onze nieuwe arbeidsmarkt-
campagne. Studenten werden uitgeno-
digd om “oneliners” te verzinnen over ons
kantoor. De hoofdprijs was een reis naar
het Burning Man Festival in de Black Rock
Desert in Amerika. Deze prijsvraag is ook
voor de advocaten binnen kantoor uitge-
schreven. Mijn oneliner “Boekel De Nerée, waar kwaliteit een recht is” haalde het tot
de finale. Tijdens een feestelijke borrel op
kantoor, heeft één van onze notarissen uit
acht enveloppen twee winnende oneliners
getrokken. Die van mij zat daar bij en in
september mag ik samen met een collega
naar het festival!
afsluitingMocht je meer willen weten over Boekel of
onze vacatures, neem dan contact op met
één van onze recruiters:
Marjorie Claushuis 020-795 3722
Charlotte de Mos 020-795 3709
KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
54
“AMBITIE IS JOUW SLEUTEL, WIJ ZIJN HET SLOT NAAR SUCCES.”
Wij leveren zakelijke, juridische dienstverlening voor be drijven, overheidsinstellingen en non-profit organisaties. Daarbij ligt onze focus op ondernemingsrecht, vastgoed en arbeidsrecht.
Wij zijn gevestigd in Amsterdam en Londen.
Winnaar van een reis voor twee naar het Burning Man festival,in de Amerikaanse Black Rock Desert.
Kees van Ekeren, rechtenstudent Leiden
Tjerk Sigterman, rechtenstudent Utrecht
Diederik Wokke, rechtenstudent Utrecht
Julia Mascini, rechtenstudent Leiden
Joost van Slooten, rechtenstudent Groningen
“LIEVER PASSIE VOOR HET VAK, DAN IN HET VAK PASSEN.”
“ELKE DAG EEN MEESTERWERK.”
“MEER WETEN, BEL ONS!”
“DURF EEN VERSCHIL TE MAKEN.”
“OPEN DEUREN BELEID? IK WIL GEWOON BIJ IEMAND AAN KUNNEN KLOPPEN!”
Overige winnaars
WINNAAR
Jan van Hövell tot Westerflier, rechtenstudent Utrecht
Damsté legt het accent op een vliegende start
www.damste.nl
A D V O C A T E N - N O T A R I S S E N
Damsté advocaten - notarissen, topkantoor in het oosten
‘Nederland houdt niet op bij de IJssel’
Een kantoor dat zich wil onderscheiden in de markt moet een stapje harder lopen dan de concurrentie. Damsté advocaten - notarissen is er graag toe bereid. Vandaar dat het geregeld nieuwe initiatieven neemt om jong personeel te interesseren voor de aantrekkelijke functies die Damsté biedt. “Ook veel juristen denken helaas nog altijd dat ons land bij de IJssel ophoudt”, is de ervaring van Anne Harperink, hoofd Personeel & Organisatie en recruiter bij Damsté advocaten - notarissen, dat vestigingen heeft in Enschede en Almelo. “Daarom voeren we een actief beleid om mensen aan ons te binden. Het verleden heeft ons daarbij geleerd, dat we daarvoor het best kunnen werven onder rechtenstudenten van de universiteiten in Groningen en Nijmegen. De culturen van deze steden sluiten erg goed aan bij de studentenstad Enschede.
Over de ambities van Damsté mag geen onduidelijkheid bestaan, vindt Anne Harperink. “We gaan voor de beste studenten die graag in een leuke informele sfeer willen werken bij een van de grootste kantoren van Oost-Nederland. We zijn een topkantoor in de regio dat, in nagenoeg alle disciplines, advocatuur op het hoogste niveau aanbiedt.”
Dat duidt op een hoog gehalte aan routiniers binnen de organisatie. Anne Harperink: “Dat is absoluut een belangrijke reden voor onze goede reputatie. Maar we beseffen dat we niet alleen daarop kunnen vertrouwen. Daarom werven we zeker de laatste tijd heel veel jonge collega‘s. Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld voor het eerst een Masterclass gehouden voor een selecte groep studenten. Dit was zo’n groot succes dat we ook dit jaar een Masterclass organiseren en wel op 17 en 18 november 2011. Wij nodigen graag veelbelovende studenten uit die in de laatste fase van hun studie zitten om aan deze tweedaagse Lexpeditie Twente mee te doen. Tijdens deze inspirerende Masterclass wordt het nuttige met het aangename verenigd en maken de studenten kennis met het kantoor en de informele Twentse omgeving. Ook de Step In-housedag die we vorig jaar organiseerden, was een groot succes. Aan die kennismakingsbijeenkomst hadden we een sportieve activiteit gekoppeld. Voormalig topschaatser Martin Hersman, tegenwoordig onder andere verslaggever voor Studio Sport, verzorgde eerst een lezing over de relatie tussen topsport en advocatuur en ’s middags een clinic op de IJsbaan Twente. Ook dat bleek een hele goede greep. En het leuke is dat onze eigen advocaten en notarissen na afloop lieten weten veel energie van deze activiteiten te hebben gekregen.”
“Bij Damsté kun je al snel met je eigen praktijk beginnen”, vervolgt Anne Harperink. Dit is een belangrijk pluspunt van onze organisatie. “De eerste drie jaren na je opleiding is er veel aandacht voor coaching en voor groei en ontwikkeling van je juridische vaardigheden. Daarna kun je je verder specialiseren binnen ons kantoor. Dat willen we ook graag. Dat alles binnen een team van professionals, in een leuke informele werksfeer.”
Hoe leuk werken bij Damste is? Lees maar eens wat Maud van ’t Hullenaar en John Wessels, afgestudeerd in respectie-velijk Nijmegen en Groningen, daarover zeggen op de volgende pagina’s.
Interesse in een studentstage of functie bij Damsté? Bekijk de website www.damste.nl en mail met Anne Harperink: [email protected]. Bellen mag natuurlijk ook: 053-4840000.
Eigen initiatief past bij mensen die wat kunnen. Maud van ‘t Hullenaar ondervond het al snel na haar komst bij Damsté. “Het is een grote organisatie die vertrouwen in haar advocaat-stagiairs heeft. Het is ook de bedoeling dat je na drie jaar mag blijven.
Je krijgt meteen eigen zaken en komt al snel rechtstreeks in contact met je klanten. Je mag zelfstandig in een dossier werken, natuurlijk wel onder toezicht van je patroon. Je doet je eigen zaken niet alleen om ervan te leren, maar ook om zo snel mogelijk de praktijk onder de knie te krijgen. Hierbij moet je denken aan alles wat een advocaat tot advocaat maakt, compleet met pleiten en onderhandelen. Damsté verwacht dat je proactief bent, je plaats inneemt en je verantwoordelijk-heid neemt. Je hebt direct een "eigen winkel".
Wij zijn een professionele organisatie die werkt met diverse secties op verschillende rechtsgebieden. Dat betekent dat je goed kunt bekijken welke sectie jij het leukste vindt. Je opleiding volg je weliswaar in het kader van de verplichte stage, maar het kantoor is een echt opleidings-instituut en biedt intern diverse vakspecialistische cursussen. Daardoor kun je naast de algemene kennis ook specifieke kennis opdoen.
Het is aan jou om de verantwoordelijkheid te nemen en het maximale te halen uit de mogelijkheden die je worden geboden. Excelleren, een uitblinker worden, dat kun je alleen zelf.”
&
Als je wilt weten hoe het is om meteen na je opleiding bij Damsté advocaten - notarissen aan het werk te gaan, kun je dat het best vragen aan iemand die daar ervaring mee heeft. John Wessels van de sectie Arbeidsrecht en Maud van ’t Hullenaar van de sectie Handels- en Ondernemingsrecht beant-woorden die belangrijke vraag graag voor je aan de hand van een kwartet trefwoorden.
John Wessels (l) in gesprek bij de businessclub van FC Twente Maud bij de rechtbank Almelo
kunnen
kennen
John Wessels: “Als je de opleiding aan de universiteit achter de rug hebt, begint het eigenlijk pas. Je leert in feite opnieuw denken en schrijven. Daarnaast breidt je juridische kennis zich dagelijks uit als je eenmaal aan het werk bent. Je moet altijd leren om bij te blijven. Bij Damsté krijg je daar van meet af aan alle kans voor. Je mag direct meewerken aan zaken van partners en medewerkers, behandelt eigen zaken en maakt kennis met cliënten. Het is prettig om aan het begin van je carrière gebruik te mogen maken van bestaande netwerken.
Daarnaast stimuleert Damsté het ook dat je zelf actief gaat deelnemen aan netwerken die bij je passen. Zodoende leren mensen je kennen en voordat je het weet, levert dat nieuwe zaken op. Damsté kent een opendeurbeleid. Dat hoor je vaker en dan denk je: het zal wel. Hier is dat echt zo. Als advocaat-stagiair ben je werkzaam op één sectie, maar het kantoorbeleid is dat je ook diverse zaken op andere rechtsgebieden behandelt. Zo verbreed je je juridische kennis en misschien kom je er achter dat een ander rechtsgebied je toch meer ligt. Tot slot is het bij Damsté ook nog eens gezellig werken en leer je op die manier je collega’s op een persoonlijke manier kennen. De sfeer is er gewoon super. Damsté voelt voor mij dan ook als een echt ‘thuis’.”
Je eigen ambities kennen is volgens John net zo belangrijk. “Je moet weten wat je wilt, of je kiest voor een Zuidas-kantoor of een kantoor als Damsté. Mijn doelen waren voornamelijk: een prettige werkomgeving vinden, balans tussen werk en privé, mezelf verder ontplooien, onderne-mend bezig zijn en een goede advocaat worden. Damsté is een kantoor waarbij ik die doelen tot nu toe prima kan realiseren!”
De cultuur bij Damsté is lekker informeel. Maud: “Dat vind ik heerlijk. Ik zou me niet prettig voelen op een kantoor, waar veel afstand bestaat tussen mensen of lagen van medewerkers. We zijn hier meer één kliek, iedereen is gemakkelijk benaderbaar. Er is bijvoorbeeld geen aparte coöperatiekamer. Er heerst ook geen negen tot vijf cultuur. Het gaat er heel relaxed aan toe. Je bent redelijk vrij, zolang je je uren en deadlines maar haalt. En er is tijd voor ontspanning. De kantoorlunch voor het hele personeel op elke eerste dinsdag van de maand en de wekelijkse vrijdagmiddagborrel zijn daar mooie voorbeelden van. Ook gaat het complete personeel een keer per jaar een weekendje samen weg en is er direct na de zomervakantie een barbecue. Dat soort dingen zorgt voor een prima onderlinge sfeer.”
Maud voelt zich als geboren zuiderling prima thuis in Oost-Nederland. “Alle mogelijkheden die je zoekt in je vrije tijd, zijn hier voorhanden. Leuke winkels, veel culturele activiteiten, gezellige kroegen, je hebt hier alles. En de mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Hier zijn mensen oprecht geïnteresseerd in wat de ander doet. Ik moest eerst wel wennen aan de 'doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg'-cultuur, maar het heeft absoluut zijn charme. Mensen zien de waarde van dingen in. Twentenaren blazen niet hoog van de toren en blijven heel dicht bij zichzelf. Ze houden niet van poespas en doen zich niet anders voor dan ze zijn. Ze gaan gewoon rechtdoor, niet via zes afslagen. De nuchtere Twentenaar zegt waar het op staat. Binnen kantoor kan dat ook, zonder dat je daarop wordt afgerekend. Zowel op kantoor als in de stad is het voor mij echt thuiskomen.”
A D V O C A T E N - N O T A R I S S E N
&
Binnen een organisatie is het altijd de kunst optimaal gebruik te maken van de aanwezige specifieke kwaliteiten en kennis. Bij Damsté hebben ze daar een goed oog voor, is de ervaring van John. “Het is de bedoeling dat je begint op één sectie. Binnen die sectie kun je je verder specialise-ren in één of meerdere subspecialismen. Je mag daarin je eigen keuzes maken en kunt dus kiezen voor hetgeen je zelf het leukste vindt en het beste bij je past. Ook zijn we afgelopen jaar begonnen met sectieover-stijgende teams. Voorbeelden daarvan zijn: Team Sportrecht, Team Familiebedrijven, Team Europees recht & Aanbestedingen en Team Onderwijsrecht.
Volgens Wessels is een coachende patroon van groot belang. “Een goede klik met je patroon is doorslaggevend. Deze moet je op een positieve manier wijzen op wat je kunt verbeteren en je niet afbranden. Dat werkt niet stimulerend. Het is essentieel die klik al aan het begin van je stageperiode te hebben, omdat je met al je brieven en processtukken naar hem of haar toe moet. In het begin is dat wel wennen, omdat je het idee hebt dat je tijdens je rechtenstudie niets hebt geleerd als je de brieven en processtukken weer met rode pennenstreken erop terug krijgt. Het is echter de kunst om vervolgens je eigen stijl daarin te ontwik-kelen.”
“Pleiten is een kunst op zich”, weet John. “Tijdens de Beroepsopleiding wordt je geleerd hoe je kunt pleiten. Tevens wordt vanuit de Jonge Balie een pleitoefening georganiseerd waarbij je de strijd aangaat met een advocaat-stagiair van een ander advocatenkantoor. Als je de eerste keer echt gaat pleiten in de rechtszaal, dan moet je wel een drempel over. Maar die één-op-één strijd is prachtig, het is het mooiste wat er is!”
John Wessels voor het Rijksmuseum Enschede De Oude Markt, het bruisende middelpunt van Enschede
k
u
n
s
t
cultuur
Maud
A global law firm & The Hague & more than lawyers & specialist experience & business thinkers & surprisingly colourful offices & that feeling you get when all the hard work pays off & that’sBird & Bird is een snelgroeiend internationaal advocatenkantoor dat verschillende disciplines verenigt onder één dak. Onze vestiging in Den Haag telt ruim 85 juristen. Wereldwijd zijn dat er ruim 900. Onze advocaten, fiscalisten en (kandidaat-) notarissen zijn actief in hightech en gereguleerde markten als: telecom, IT, life sciences, media, energy, internet en electronics. Net als onze cliënten ontwikkelen we ons voortdurend en is onze blik altijd op de toekomst gericht. Daarom zijn we continu op zoek naar talenten die hogerop willen.
Meer weten? Neem contact op met onze recruiter, Chantal van der Meeren, via tel. 070-353 88 00 of per e-mail: [email protected].
www werkenbijbirdenbird.nl
Abu Dhabi & Beijing & Bratislava & Brussels & Budapest & Düsseldorf & Frankfurt & The Hague & Hamburg & Helsinki & Hong Kong & London & Lyon & Madrid & Milan & Munich & Paris & Prague & Rome & Shanghai & Singapore & Stockholm & Warsaw
Bird & Bird InternationaalBird & Bird is een internationaal advoca-
tenkantoor waar advocaten, notarissen
en fiscalisten juridische dienstverlening
op topniveau combineren met diep-
gaande kennis van vooral high tech en
gereguleerde sectoren als: telecom, IT, life
sciences, media, energy, internet en elec-
tronics. Bird & Bird heeft 23 vestigingen in
Europa, het Midden-Oosten en Azië waar
meer dan 900 juristen werkzaam zijn. Bird
& Bird heeft een internationale strategie
waarbij alle 23 vestigingen gelijkwaardig
zijn en relatief autonoom opereren. Veel
zaken waaraan wij werken zijn grensover-
schrijdend waarbij nauw samengewerkt
wordt tussen de verschillende vestigingen.
De voertaal is vaak Engels.
Ons kantoor in Den haagOp dit moment werken bij onze Neder-
landse vestiging circa 85 juristen. Onze
cliënten zijn grote en middelgrote onder-
nemingen in Nederland, maar ook elders
in Europa, Azië en de Verenigde Staten. Wij
zijn een full service kantoor, wat wil zeggen
dat alle relevante rechtsgebieden onder
één dak gehuisvest zijn. Ons kantoor is
ingedeeld in de volgende praktijkgroepen:
TIM (Telecom, Internet, Media- en Mede-
dingingsrecht), IE (Intellectuele Eigen-
domsrecht), Corporate, Employment, Tax
en Notariaat.
Waarom bij ons werken?Bij Bird & Bird kies je als advocaat-stagiair
zelf binnen welke sectie je werkzaam wilt
zijn. Het is bij ons niet gebruikelijk om
een sectiewissel te maken. Gedurende je
advocaat-stage krijg je een all-round oplei-
ding en specialiseer je jezelf in het vakge-
bied van jouw voorkeur. Daarnaast werk je
als advocaat binnen een of meerdere van
de bovengenoemde sectoren waarin je je
nader wilt verdiepen.
Werkzaamheden zijn afhankelijk van de
sectie en discipline waarin je werkt en vari-
eren van procederen, adviseren, contracten
opmaken en het begeleiden van fusies en
overnames inclusief bijbehorende due dili-
gence.
Werken bij Bird & Bird doe je in team-
verband, zowel binnen de Nederlandse
vestiging als internationaal. Vaak is het
aanpakken, maar we hechten veel waarde
aan een goede onderlinge sfeer waarin ook
tijd is voor ontspanning. Wij kenmerken
ons door enthousiasme, gezond verstand
en gedrevenheid om praktische resultaten
voor onze cliënten te boeken. Bird & Bird is
continu bezig om haar positie in de markt
verder uit te breiden en biedt je de moge-
lijkheid om daaraan actief mee te werken.
KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Kantoorspecial
Bird & Bird,het snelst groeiende advocaten kantoor van de laatste vijf jaar!
In MEI 2011 WERD DE haaGSE VESTIGInG Van BIRD & BIRD DOOR SDu uITGEROEPEn TOT SnElST GROEIEnDE KanTOOR Van DE aFGElOPEn 5 JaaR. TuSSEn 2007 En 2011 IS hET aanTal aDVOCaTEn BIJ BIRD & BIRD BIJna VERDuBBElD En DaT IS naTuuRlIJK nIET zOMaaR. hIER lEES JE WaaROM JE BIJ OnS WIlT WERKEn!
60
KanTOORSPECIalJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
61
Werken bij Bird & Bird betekent werken in
een uitzonderlijke werk- en leeromgeving,
en vormt een vliegende start voor je loop-
baan. Zo’n begin is het halve werk. De rest
is aan jou!
Net als onze cliënten ontwikkelen we ons
voortdurend en is onze blik op de toekomst
gericht. Daarom zijn we op zoek naar
talenten (m/v) die hogerop willen en voor
wie zelfs the sky geen limit is.
CultuurDe sfeer binnen ons kantoor wordt door
onze medewerkers als informeel, open
en dynamisch ervaren. Dit is iets wat wij
enorm koesteren en ook met bijvoorbeeld
ons gebouw en de inrichting daarvan willen
uitstralen. Je vindt daarom in ons kantoor
niet alleen veel wit en daglicht maar ook
een opvallende bar om te ontspannen.
hoogvliegers gezochtBird & Bird is het gehele jaar door op zoek
naar talentvolle en enthousiaste studenten
en pas afgestudeerde juristen.
Wij zoeken juristen die willen en kunnen
uitblinken in hun vakgebied. Niet alleen
moet je het recht en de advocatuur zien als
een inspirerende uitdaging, je moet ook
een teamplayer zijn die kan samenwerken
met mensen uit verschillende (juridische)
culturen.
Wat bieden weWij bieden je uitdagend en verantwoorde-
lijk werk in een internationale en dynami-
sche omgeving, met een informele cultuur
en volop gelegenheid om samen te werken
met andere disciplines.
Sollicitatieprocedure (student-)stagiairesBird & Bird hanteert een overzichtelijke
sollicitatieprocedure en rondt deze graag
snel af. Wij streven ernaar om de proce-
dure binnen drie weken na ontvangst van
je sollicitatie af te ronden.
Na een positieve beoordeling van je cv,
motivatie, cijferlijsten en eventuele stage-
beoordeling/referentie(s) word je uitge-
nodigd voor een gesprek en als dat goed
verloopt voor een tweede gesprek. Beide
gesprekken vinden plaats met twee part-
ners die werkzaam zijn binnen jouw inte-
resse-gebied, maar ook in andere gebieden.
Tijdens deze gesprekken kunnen verschil-
lende onderwerpen aan bod komen, zoals
persoonlijke interesses en voorkeuren,
keuzes die je gemaakt hebt, de studie,
nevenactiviteiten, belangstelling voor het
juridische vak, juridische onderwerpen in
het algemeen en het werken als advocaat
binnen Bird & Bird in het bijzonder.
Gedurende de procedure vinden we het
belangrijk dat de kandidaat een goed beeld
van zowel het kantoor als de verschillende
medewerkers krijgt. Daarom wordt veelal
na één van de gesprekken een rondleiding
danwel lunch met kantoorgenoten georga-
niseerd. Ook kan de kandidaat meebor-
relen tijdens de wekelijkse kantoorborrel
om de sfeer binnen Bird & Bird te proeven.
Medewerkers aan het woordOm je een goed beeld te geven van het
werken bij Bird en Bird lees je hieronder de
mening van twee van onze medewerkers.
Laura Grijpma werkt sinds november 2005
bij Bird & Bird LLP en is hier begonnen als
student stagiaire. Ze is gespecialiseerd
in aansprakelijkheidsrecht, procesrecht,
contractenrecht en vastgoed met daarbij
een focus op zaken gerelateerd aan
Telecom, IT en Media. Laura heeft haar
rechtenstudie gevolgd in Groningen met
als afstudeerrichting Informaticarecht en
Privaatrecht. Tijdens haar studie liep ze
ondermeer stage in Washington DC.
Matthijs Marell studeerde geschiedenis
in Leiden, waarna hij 4 jaar diverse
sales functies bekleedde in de printer-
cartridge en congresbranche. In de avond-
uren studeerde hij rechten in Leiden.
In november 2007 maakte Matthijs de
overstap naar de advocatuur als para-
legal/interim recruiter bij Bird & Bird.
Sinds september 2008 is Matthijs als
advocaat werkzaam op sectie Intellec-
tueel Eigendom. Zijn praktijk bestrijkt alle
facetten van het intellectuele eigendoms-
recht, van octrooirecht tot auteursrecht.
Matthijs is met name gespecialiseerd in
namaak- en piraterij bestrijding, o.a. aan
de grenzen van de Europese Unie. Daar-
naast assisteert Matthijs in cassatieproce-
dures en in procedures bij het Gerecht van
de EU.
Waarom heb je voor dit kantoor gekozen?Laura: Ik zocht een kantoor met een duide-
lijke IT/IP focus, maar ook een kantoor
met een internationaal netwerk. Dat zijn
er niet zoveel. Verder sprak het me erg aan
dat het nog een vrij jong kantoor was met
ambitieuze doelstellingen.
Matthijs: In de tijd dat ik als deeltijdstu-
dent aan mijn master ondernemingsrecht/
A global law firm & The Hague & more than lawyers & specialist experience & business thinkers & surprisingly colourful offices & that feeling you get when all the hard work pays off & that’sBird & Bird is een snelgroeiend internationaal advocatenkantoor dat verschillende disciplines verenigt onder één dak. Onze vestiging in Den Haag telt ruim 85 juristen. Wereldwijd zijn dat er ruim 900. Onze advocaten, fiscalisten en (kandidaat-) notarissen zijn actief in hightech en gereguleerde markten als: telecom, IT, life sciences, media, energy, internet en electronics. Net als onze cliënten ontwikkelen we ons voortdurend en is onze blik altijd op de toekomst gericht. Daarom zijn we continu op zoek naar talenten die hogerop willen.
Meer weten? Neem contact op met onze recruiter, Chantal van der Meeren, via tel. 070-353 88 00 of per e-mail: [email protected].
www werkenbijbirdenbird.nl
Abu Dhabi & Beijing & Bratislava & Brussels & Budapest & Düsseldorf & Frankfurt & The Hague & Hamburg & Helsinki & Hong Kong & London & Lyon & Madrid & Milan & Munich & Paris & Prague & Rome & Shanghai & Singapore & Stockholm & Warsaw
intellectueel eigendomsrecht zou gaan
beginnen wilde ik alvast de overstap maken
van de commerciële congresmarkt naar de
advocatuur. Door mijn voorgeschiedenis
en ambitie ben ik op zoek gegaan naar
een internationaal kantoor met een goede
reputatie op het gebied van IE en dat open-
staat voor het aannemen van beginnende
advocaten die een afwijkend voortraject
hebben gevolgd. Het is immers - kan ik uit
eigen ervaring zeggen - niet gebruikelijk dat
een groot kantoor iemand aanneemt als
advocaat stagiair die eerst gewerkt heeft
in een totaal ander vakgebied. Mijn eerste
gesprek op kantoor ging maar deels over
juridisch inhoudelijke zaken. De meeste
tijd werd namelijk besteed om mij beter te
leren kennen als persoon en mij de kans te
geven om het karakter van kantoor te leren
kennen. Die persoonlijke benadering trok
mij definitief over de streep.
Wat is er zo leuk aan het werken bij Bird & Bird?Laura: Ik vind dat je bij ons van meet af aan
veel verantwoordelijkheid krijgt en dat er
ook naar jouw mening geluisterd wordt (al
begin je pas net). Ook is er ruimte om eigen
initiatieven te ontwikkelen. Zo krijg je echt
het gevoel dat je jouw steentje bijdraagt
op kantoor en dat dat ook wordt gewaar-
deerd.
Matthijs: Het feit dat je als advocaat
stagiair al snel wordt betrokken bij de
inhoud van een zaak en geen losstaande
memo’s moet produceren spreekt mij erg
aan. Je voelt je meteen betrokken bij een
zaak en de lijntjes met al je collega’s op je
eigen en ook andere afdelingen zijn dan
ook kort. In internationale zaken is dit ook
niet anders. Hierdoor heb je als stagiair
ook al snel contact met je collega’s van de
buitenlandse Bird & Bird kantoren.
hoe is de sfeer onderling?Laura: Zeer goed, we trekken onderling veel
met elkaar op (ook buiten kantoor). Er zijn
jaarlijks ook de nodige uitjes. Zo hebben
we net een voetbaltoernooi gehad in
Helsinki, waaraan alle Europese kantoren
meededen. Dit jaar hebben de Neder-
landse vrouwen gewonnen! (De mannen
vlogen er in de kwartfinale al uit...haha)
Matthijs: Door de relatief jonge gemid-
delde leeftijd op kantoor is de sfeer erg
open. Er zijn nauwelijks hiërarchische en
ouderwetse verhoudingen. Je kan net zo
makkelijk bij een collega stagiair binnen-
wandelen als bij de (managing) partners.
Zelfs als er een keer iets (zakelijks) speelt
tussen collega’s, dan is dat door de goede
sfeer op kantoor altijd snel uit de wereld.
hoe ziet een typische werkdag er voor je uit?Laura: Een typische werkdag is er eigen-
lijk niet, want elke dag ziet er weer anders
uit. De ene keer ben je met 10 dossiers tege-
lijk bezig, de andere keer besteed ik een
hele dag aan het schrijven van een proces-
stuk. Ook gebeurt het natuurlijk dat je een
hele dag buiten kantoor bent vanwege een
bespreking met een cliënt of een zitting.
Juist die afwisseling maakt de advocatuur
(wat mij betreft) zo leuk.
Matthijs: Ja, dat is dus het mooie van
mijn vak vind ik zelf. Ik heb geen typische
werkdag. Hoewel ik natuurlijk het grootste
deel van mijn dag achter mijn bureau door-
breng, wordt er bij ons op de sectie veel en
druk overlegd en nagedacht over de zaken
die we behandelen. Dat betekent dat ik de
ene dag de hele dag achter mijn bureau
zit en stug aan een processtuk werk, maar
de andere dag zit ik de hele dag te bellen,
vergaderen en brandjes te blussen. Het
werk op onze IE-sectie ziet er daardoor
geen twee dagen achter elkaar hetzelfde
uit.
Enthousiast?Ben je enthousiast geworden over ons
kantoor? Kom dan eens kennismaken! We
nodigen je van harte uit om een afspraak
te maken voor een kennismakingslunch, of
meld je aan voor een (student of scriptie)
stage of één van onze (recruitment) evene-
menten.
nader kennismakenKijk op onze website www.werkenbijbir-
denbird.nl of neem contact op met de afde-
ling Recruitment via 070-353 88 74 of per
mail via [email protected]
KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
62
Over het kantoorBird & Bird is opgericht in 2001 door een
aantal afgescheiden partners van Houthoff
Buruma. Vervolgens lieerden zij zich aan
Bird & Bird London. De afgelopen twee jaar
is Bird & Bird het snelst groeiende advoca-
tenkantoor van Nederland. De vestiging in
Den Haag telt ruim 85 juristen (advocaten,
notarissen en fiscalisten). Daarnaast heeft
Bird & Bird nog 21 vestigingen in Europa
en Azië, waar ruim negenhonderd juristen
werkzaam zijn. In de Verenigde Staten
hebben zij echter geen vestiging. Tevens
is Bird & Bird een full service kantoor. Dit
houdt in dat alle relevante rechtsgebieden
onder één dak gehuisvest zijn. Het kantoor
is gespecialiseerd op het gebied van
intellectueel eigendomsrecht en Telecom-
Internet en Mediarecht. De cliënten van
Bird &Bird zijn grote en middelgrote onder-
nemingen in Nederland, maar ook elders in
Europa, Azië en de Verenigde Staten.
In contact komen met Bird & Bird?Om in contact te komen met Bird & Bird
organiseren zij regelmatig een lunch,
waarbij je op informele wijze kennis kunt
maken met het kantoor en zijn medewer-
kers. Ook kun je stage lopen om zo een
goede indruk te krijgen van de werkomge-
ving- en sfeer.
Deze stage duurt zes tot acht weken en
ze merken op dat stagiaires enigszins ‘in
het diepe worden gegooid’. Stagiaires
mogen meewerken aan het schrijven van
adviezen, vergaderingen met cliënten
bijwonen en meegaan naar de rechtszit-
tingen. Daarnaast kan je een scriptiestage
van vier weken bij het kantoor lopen. Bij
het solliciteren wordt uiteraard gelet op de
juridische inzichten, maar ook persoonlijk-
heid en humor staan hoog in het vaandel
bij Bird & Bird.
InhoudelijkNatascha Linssen heeft ons over de hoofd-
lijnen van Private Enforcement (private
handhaving in het mededingingsrecht)
verteld. We zijn te weten gekomen hoe en
wanneer een benadeelde partij een actie
c.q. vordering kan instellen tegen een
inbreuk in het mededingingsrecht. Afslui-
tend kregen we een casus die we moesten
oplossen over aardappelboeren die prijs-
afspraken hadden gemaakt, waardoor de
cafetariahouders hogere kosten doorbere-
kenden aan de klant. Het was een duide-
lijke presentatie, waarbij veel ruimte was
voor interactie, dit maakte het erg prettig
om naar te luisteren.
Rondleiding en de borrelDe bar was gezellig ingericht en druk
bezocht voor een donderdagmiddagborrel.
Natuurlijk was de tap volop bemand,
werden de exclusieve borrelhapjes en
bitterballen rijkelijk verspreid. Gin-tonic
en Corona’s vlogen over de bar. Daarnaast
waren het leuke en spontane mensen die
ons goed konden vertellen wat hun dage-
lijkse bezigheid was.
Kantoorbezoekverslag
Bird & BirdDen haag, vrijdag 15 april 2011Geschreven door: Dianne Schaafsma, lennard noordzij en Thomas Schumacher
DEzE KEER WaS hET EVEn IETS anDERS. WE KWaMEn nIET aan BIJ DE IMMEnS GROTE GEBOu-WEn OP DE zuIDaS, MaaR WE STOnDEn zOWaaR In DE BuuRT Van SChEVEnInGEn TE TRaPPE-lEn VOOR DE DEuR Van BIRD & BIRD. OnTVanGST DOOR IBO GülSEn (ManaGER MaRKETInG & BuSInESS DEVElOPMEnT) MET KOFFIE En EEn OVERhEERlIJKE MuFFIn MaaKTE EEn GOEDE
STaRT. DE InTRODuCTIE OVER BIRD & BIRD KOn BEGInnEn En WaT METEEn OPVIEl WaS DaT hET KanTOOR EEn VRIEnDElIJKE uITSTRalInG OVER zICh hEEn haD. ER WERDEn VEEl GRaPJES TuSSEnDOOR GEMaaKT, MaaR OOK KWaM hET DuIDElIJK OVER WaT VOOR SOORT KanTOOR BIRD & BIRD IS En WaaR hET VOOR STaaT.
KanTOORBEzOEKVERSlaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
63
Op dag één van het verblijf in het hostel
hadden we al gemerkt dat we beter niet
daar konden ontbijten, dus het was een
mooie bijkomstigheid dat Bird & Bird een
heerlijk ontbijt had geregeld. Bij aankomst
kon iedereen een kop koffie of, zoals de
Engelsen dat doen, thee nemen. Ook lagen
er allerlei verse broodjes en taartjes klaar.
Deze schalen waren op de een of andere
manier veel sneller leeg dan de bakjes
brood op het hostel.
De dag ving aan met een algemene kantoor-
presentatie van partner Ronald Hendrikx
van Bird & Bird. Hij begon zijn verhaal met
een algemene inleiding over het kantoor,
begeleid door een mooie powerpointpre-
sentatie. The Royal Wedding (die vijf dagen
hiervoor had plaatsgevonden) was hier
meerdere malen in verwerkt, heel leuk en
origineel.
Het vervolg van de presentatie was wat
inhoudelijker. Ten eerste zette meneer
Hendrikx kort uiteen hoe het “zijn en
worden van advocaat” in Engeland werkt.
Opvallend is dat er in Engeland, in tegen-
stelling tot de Nederlandse advocatuur,
twee disciplines zijn, namelijk de solicitors
en de barristers. De solicitors zijn te verge-
lijken met de Nederlandse adviespraktijk
en de barristers pleiten in de gerechts-
hoven. Leuk feitje is, dat je je als barrister
ook niet bij een zogeheten “maatschap”
kunt aansluiten. Dit houdt dus in dat bijna
alle grote LawFirms, zoals wij die kennen,
alleen maar uit solicitors bestaan. Opval-
lend voor de opleiding tot solicitor is ook,
dat je niet noodzakelijk rechten gestu-
deerd hoeft te hebben. Je kunt namelijk
ook als je bent afgestudeerd op een totaal
ander discipline, zoals geschiedenis of
zelfs scheikunde, een graduate diploma
in law halen. Deze duurt een jaar, en wordt
dan vervolgd door de reguliere drie-jarige
solicitors opleiding. Je kunt dus na elke
universitaire opleiding, qualified solicitor
worden.
Aan het eind van de presentatie vertelde
meneer Hendrikx over veelgemaakte gram-
maticale fouten van Nederlanders in Enge-
land, zoals the monkey comes from the
sleeve. Toen werd ons ineens duidelijk dat
de vloeiend sprekende ‘Engelsman’ Ronald
Hendrikx heel goed Nederlands kon. Wat
bleek; hij was een Nederlandse advocaat
maar had tien jaar geleden besloten naar
London te verhuizen voor het werk en de
liefde. Dit kwam voor de meesten van ons
als een complete verassing!
Daarna stond er een heerlijke lunch voor
ons klaar. Het leek wel een afternoon tea:
cakejes, sandwiches, loempiaatjes en
aardappel- en zalmsnackjes.Tijdens de
lunch schoven ook nog wat ‘echte’ Engelse
solicitors aan waar we nog mee konden
praten over de praktijk van Bird en Bird in
London.
Al met al was het een heel geslaagde dag!
We willen Bird & Bird London, en dan met
name Ronald Hendrikx, bedanken voor de
goede zorgen en interessante dag.
KanTOORBEzOEKVERSlaGEn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Kantoorbezoekverslag
Bird & Bird Londonlonden, dinsdag 3 mei 2011Geschreven door: Judith Wustman, Indira de Wilde, Ruben Verschuren en laura van Steen
OP DInSDaGOChTEnD 3 MEI, na InMIDDElS 5 DaGEn lOnDEn OnVEIlIG TE hEBBEn GEMaaKT KWaM hET EERSTE KanTOORBEzOEK ER aan. DE aVOnD DaaRVOOR zIJn WE MET EEn GROOT GEDEElTE Van DE GROEP naaR hET IMax ThEaTER GEWEEST. DE FIlM DIE OP DIT, naaR hET SChIJnT GROOTSTE, SChERM Van DE uK DRaaIDE, WaS nIET hEEl BEST (SuCKER PunCh), DuS
IEDEREEn KWaM GOED uITGERuST OP hET KanTOOR aan.
64
Bij Boekel De Nerée wordt de gebruikelijke
voltijd student-stage aangeboden van in
de regel twee maanden. Je persoonlijke
begeleider heeft dagelijks contact met
je en van tijd tot tijd bespreek je met de
stagecoördinator de voortgang van je
stage. Je inspanningen worden beloond
met een vergoeding. Als advocaat-stagi-
aire bij Boekel De Nerée volg je de juridi-
sche beroepsopleiding via de Law Firm
School (LFS). LFS is in het leven geroepen
door de veertien grote kantoren en kan
worden beschouwd als een aanvulling en
verdieping op de beroepsopleiding van de
Orde van Advocaten. Het kantoor biedt ook
eigen opleidingen aan, zoals het ‘Boekel-
gerecht’ en Legal English.
Elke twee maanden organiseert het kantoor
het ‘Boekelgerecht’ om het belang van het
pleiten te onderstrepen. Na de kantoorpre-
sentatie is het tijd voor de lunch en staat er
een breed scala aan verschillende belegde
broodjes voor ons klaar. Tussen de versna-
peringen door is er gelegenheid om met
advocaat-stagiaires en medewerkers te
praten. Vervolgens nemen Charlotte en
Marjorie ons op sleeptouw en krijgen we
een rondleiding door het pand van Boekel
De Nerée. Het is een ruim ingedeeld pand
en iedere sectie heeft zo zijn eigen gedeelte
met veelal een bibliotheek. We eindigen
onze tocht op de begaande grond, waar
we worden uitgedaagd om te gaan speed-
daten met een vijftal medewerkers - vari-
erend van advocaat-stagiair tot recruiter
en juridisch medewerkers. De groep wordt
ingedeeld in vijf teams van zes personen
en iedere tien à vijftien minuten wordt er
gerouleerd en schuift er iemand ander aan,
die het hemd van zijn/haar lijf mag worden
gevraagd. Wij spreken onder andere met
Maurits Mazel. Hij is vanaf 2006 werkzaam
bij Boekel De Nerée en werkt als advocaat
op de praktijkgroep Arbeidsrecht. Maurits
geeft ons een enthousiast betoog van hoe
zijn gemiddelde dagen eruit zien en vertelt
wat hij zo boeiend vindt aan het Arbeids-
recht. Als tip krijgen we mee om ergens
stage te gaan lopen, zodat je de sfeer bij
een kantoor kunt ervaren, maar ook of het
vak van bijvoorbeeld advocaat wel daad-
werkelijk iets voor je. Na het speeddaten
wordt inhoudelijk ingegaan op de handha-
ving van het mededingingsrecht door Marc
Kuijper en Jan Schreuder. Zij informeren
ons over de algemene aspecten van de
handhaving van het mededingingsrecht.
Mededingingsrecht verzekert een effec-
tieve concurrentie. Dit wordt gedaan door
een aantal gedragingen te verbieden of
te controleren. Binnen Nederland ziet
de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) toe op het handhaven van de Mede-
dingingswet. Op Europees niveau is dat de
Europese Commissie. De drie belangrijkste
pijlers op zowel nationaal als Europees
niveau zijn het kartelverbod, het verbod
van misbruik van machtspositie en het
concentratietoezicht. Indien het NMa een
overtreding vaststelt naar aanleiding van
een onderzoek is zij bevoegd een sanctie
te treffen, zoals het opleggen van een
boete.
Ondernemingen en bepaalde natuurlijke
personen die betrokken zijn of zijn geweest
bij een kartel kunnen immuniteit of een
boeteverlaging krijgen. De voorwaarde
hiervoor is dat zij als eerste een clementie-
verzoek indienen, geen ringleader zijn en
volledige medewerking verlenen tijdens de
procedure.
Na het inhoudelijke gedeelte zijn we aan
het einde van een leerzame dag gekomen
en vertrekken we met een mooie Boekel-
paraplu in onze goodiebag weer richting
Groningen.We willen Boekel De Nerée, en
dan met name Marjorie Claushuis en Char-
lotte de Mos, bedanken voor de leerzame
dag en de goede zorgen.
Kantoorbezoekverslag
Boekel De Neréeamsterdam, 3 december 2010Geschreven door: lynn Bekker, Marloes Buld en Ineke attema
IIn DE VERGaDERRuIMTE OP DE hOOGSTE VERDIEPInG Van hET InDRuKWEKKEnDE VIñOly-GEBOuW WORDEn WIJ OP 3 DECEMBER DOOR RECRuITERS MaRJORIE ClauShuIS En ChaRlOTTE DE MOS OnT-VanGEn. BOEKEl DE nERéE IS EEn aMSTERDaMS KanTOOR Van ORIGInE En TElT 300 MEDEWERKERS, Van WIE 160 JuRISTEn. DE JuRISTEn Van BOEKEl BESTRIJKEn allE COMMERCIëlE REChTSGEBIEDEn.
DaaRBIJ lIGT hET aCCEnT OP VaSTGOED, CORPORaTE/M&a, Eu & COMPETITIOn, BanKInG & FInanCE, OnDERnEMInGSREChT En aRBEIDSREChT. DE CulTuuR DIE BIJ BOEKEl hEERST IS ‘OPEn MInDED’ En ‘TO ThE POInT’.
KanTOORBEzOEKVERSlaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
65
Om 14:30 werden wij verwacht, best laat
eigenlijk, maar dat kwam ons dit keer
wel goed uit omdat wij gisteravond met
zijn allen zijn gaan drinken, dus iedereen
heeft zijn roes lekker uit kunnen slapen.
Om 14:15u verzamelen we op het plein bij
de zuidas. Heerlijk in het zonnetje worden
nog wat verhalen van de afgelopen avond
doorgenomen, en om 14:25u betreden wij
het pand van Stibbe. Met de lift gingen
we naar de 16e verdieping waar we met
prachtig uitzicht over Amsterdam Zuid aan
ons middagprogramma konden beginnen.
We werden hartelijk ontvangen door Rober-
tine van der Werff, de recruiter van Stibbe,
en zij wees ons een zaal waar we mochten
gaan zitten. Robertine vertelde ons meteen
dat ze het dit keer een beetje anders ging
doen dan normaal, omdat wij al zoveel
kantoren bezocht hebben, dat ze het stan-
daardverhaal van de Law Firm School e.d.
achterwege zou laten. We mochten ons
allemaal voorstellen, en vervolgens kregen
wij meteen de kans vragen te stellen
aan haar en aan twee advocaten van het
kantoor. Meteen na binnenkomst vragen
stellen viel ons iets zwaarder dan Rober-
tine misschien had verwacht, dit omdat
sommigen toch wel enigszins afwezig
waren en hierdoor niet iedereen de nodige
inspiratie had voor hoogstaande vragen.
Maar toch kwam het redelijk van de grond
en de twee advocaten (die trouwens ook
beide in Groningen gestudeerd hadden)
ons het een en ander over het kantoor te
vertellen.
Na het voorstel- en vragenrondje kwamen
Reinier Henneman en Ulrike Verboom, 2
advocaten van kantoor, om met ons aan
een case te werken. Nadat zij ons de fijne
kneepjes van het onderhandelen hadden
bijgebracht, mochten we beginnen. We
werden in vier groepjes verdeeld, twee
kopers en twee verkopers, en het ging
er natuurlijk om dat we met een zo goed
mogelijke deal uit de bus kwamen. Alle
groepjes gingen in beraad om de voor-
waarden omtrent de deal te bespreken en
daarna begon het onderhandelen. Twee
afgevaardigden van de koper en twee van
de verkoper kwamen tegenover elkaar
te zitten en probeerden tot een overeen-
komst te komen. Na de eerste samenkomst
tussen de onderhandelaars mocht er nog
een keer met het team worden overlegd of
er bereidheid was tot concessie of dat we
met de hakken in het zand bleven staan.
Na nogmaals onderhandelen en wat bijstu-
ring door Reinier en Ulrike kwamen er toch
twee mooie deals op tafel. Deze deals
werden vervolgens gepresenteerd door de
afgevaardigden van de groepjes. Op deze
manier kon de rest van de groep horen
over wat er precies was onderhandeld en
bekijken of de andere partijen op dezelfde
punten waren beland. Bij de bespreking
bleek nog wel dat we het één en ander
over het hoofd hadden gezien, maargoed
dit viel natuurlijk te wijten aan de brakheid
waardoor we toch wat scherpte misten.
Na de afsluiting van het programma werden
we uitgenodigd om te blijven borrelen.
Stibbe heeft een gezellige kantine met
daaraan een mooi balkon. Gezien het
mooie weer bleef iedereen even hangen
om in het zonnetje een drankje te doen.
Een mooie afsluiting van een korte, maar
informatieve dag.
KanTOORBEzOEKVERSlaGEn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
Kantoorbezoekverslag
Stibbeamsterdam, vrijdag 8 april 2011 Geschreven door: Rianne Mulder, Judith noordzij, Mila Plasmans
OP 8 aPRIl 2011 BRaChTEn WIJ EEn BEzOEK aan STIBBE, aMSTERDaM. ER zIJn 150 aDVOCaTEn WERKzaaM OP DIT KanTOOR DIE zICh OnDER anDERE RIChTEn OP DE aDVIESPRaKTIJK En GREnSOVERSChRIJDEnDE TRanSaCTIES. zIJ hEBBEn EEn allIanTIE MET DE KanTOREn GlEISS luTz En hERBERT SMITh. In EuROPa zIJn ER MaaR lIEFST 1500 aDVOCaTEn WERKzaaM OP 20
KanTOREn. hIERDOOR hEEFT STIBBE VEEl MulTInaTIOnalE KlanTEn.
66
JFV StudiewinkelDe JFV biedt je de mogelijkheid om bij de JFV Studiewinkel gedurende het hele jaar met 10% korting studieboeken te kopen. Daarnaast kun je hier terecht voor de aanschaf van uittreksels en collegeaantekeningen.
Op de JFV Studiewinkel kan je je ook inschrijven als je nog geen lid bent van de JFV. Je ontvangt dan direct de ledenkorting.
Daarnaast is er nuttige informatie te vinden met betrekking tot jouw verdere loopbaan in de JFV CarrièreBank.
JFV StudiewinkelUurwerkersgang 8a - Geopend: maandag t/m vrijdag van 12.00 tot 14.00 uur
Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: [email protected] - www.jfvgroningen.nl
Geopendmaandag t/m vrijdag van 12.00 tot 14.00 uur
53404-1_Adv_Studiewinkel.indd 1 19-11-2007 16:00:34
Studystore is de nieuweboekenleverancier vande JFV. Je kent ons misschien wel, maar heb je onze nieuwe winkel algezien? Graag tot snel!
Studystore
Oude Kijk in
‘t Jatstraat 19
9712 EA Groningen
Naast de UB.
3344 advertentie Groningen:Opmaak 1 18-08-2011 10:40 Pagina 1
Studystore is de nieuweboekenleverancier vande JFV. Je kent ons misschien wel, maar heb je onze nieuwe winkel algezien? Graag tot snel!
Studystore
Oude Kijk in
‘t Jatstraat 19
9712 EA Groningen
Naast de UB.
3344 advertentie Groningen:Opmaak 1 18-08-2011 10:40 Pagina 1
Na deze presentatie was het de beurt aan
meneer Andre Pretorius om het woord over
te nemen, een van de partners van Herbert
Smith. Na een kleine inleiding over zijn
kantoor werd er wat dieper ingegaan op
wat voor praktijken hun bezig houdt. Wij
kregen een casus waarbij onze fictieve
cliënt een fabrikant van koolzuurhoudende
drankjes was. Zij was geïnteresseerd in een
overname van een aantal andere soortge-
lijke frisdrank fabrikanten. Allereest wilde
onze cliënt weten met welke regelgeving
zij rekening moest houden vanuit een
concurrerend perspectief. Meneer Preto-
rius vertelde ons dat bij een dergelijk geval
gekeken moet worden naar de jurisdictie
van de betreffende landen, de product-
markt en geografische markt, en de timing.
Verder kan nationale regelgeving van het
land van het overnemende en/of verko-
pende bedrijf een rol spelen. Ten tweede
had onze cliënt een e-mail ontvangen die
per ongeluk in haar mailbox was terecht-
gekomen. Hieruit bleek dat twee medewer-
kers van het bedrijf prijsafspraken aan het
maken waren met een ander groot concern.
Deze e-mail was gebaseerd op een waarge-
beurd verhaal uit de praktijk. Een grote les
die wij allemaal hebben geleerd is dat het
bespreken van belangrijke zaken beter niet
via het internet kan plaatsvinden. ‘Never
put anything in writing, its higly illegal and
it could bite you right in the arse!’.
Na de presentatie van André Pretorius,
gingen we met twee medewerkers van
Stibbe werken aan een casus. In tegen-
stelling tot het mededingingsrechtelijke
thema van de presentatie, betrof de casus
de ‘core business’ van Stibbe: Corporate.
Hoewel sommigen na het lezen van de
namen van partijen bang waren dat het
dezelfde casus betrof als die we kregen in
Amsterdam, was er juist goed over nage-
dacht. Het was namelijk een soort vervolg
op de in Amsterdam behandelde casus.
Moesten we daar onderhandelen over een
aankoop voor VDZ Holding, hier ging het
om een advies aan (een tak van) dezelfde
onderneming. Zij was door de crisis in
financiële problemen gekomen en op de
rand van een faillissement komen te staan.
Daarom was zij in onderhandeling getreden
met de banken om de bankschuld te herfi-
nancieren. Gezien de complexe structuur
en het grote belang van de transactie was
het onze taak om, aan de hand van de
Term Sheet en een structuuroverzicht, een
advies uit te brengen aan de dochteron-
derneming. Dit gebeurde door het beant-
woorden van een aantal vragen over onder
andere de mogelijkheden omtrent het
verstrekken van zekerheden en garantiebe-
perking. Het burgerlijk wetboek (met name
boek twee) en de wet financieel toezicht
kwamen uitvoerig aan de orde. Hoewel
de vragen voor velen van ons wat lastig
bleken, werden we door de medewerkers
van Stibbe goed op weg geholpen en werd
er na de bespreking een hoop duidelijk.
Het was een interessant en interactief deel
van het kantoorbezoek.
Na het inhoudelijke gedeelte kwamen we
aan het einde van een leerzame en inte-
ressante dag. Wij kregen nog een korte
rondleiding door het kantoor, waarna we
met een ervaring rijker vertrokken richting
het chique Corney & Barrow voor een glas
lokale Pimm’s. We willen Stibbe London
hartelijk bedanken voor deze leuke en leer-
zame dag in the City of London.
Kantoorbezoekverslag
Stibbelonden, donderdag 5 mei 2011 Geschreven door: Judith Wustman, Shila Ruff, Indira de Wilde en Ruben Verschuren
In EEn COnFEREnTIERuIMTE Van hET InDRuKWEKKEnDE ExChanGE hOuSE OP ST. PRIMROSE WERDEn WIJ 5 MEI 2011 OnTVanGEn DOOR REIn Van hElDEn. STIBBE hEEFT EEn ETaGE In hET GEBOuW DaT GROTEnDEElS BESTEMD IS VOOR hERBERT SMITh. STIBBE hEEFT EEn allIanTIE MET hET DuITSE GlEISS luTz En hET BRITSE hERBERT SMITh. DE hEER hanS WITTEVEEn DEED DE EERSTE InlEIDEnDE
WOORDEn DIE nIET zOzEER OVER STIBBE zElF GInGEn, aanGEzIEn WE DaT VlaK DaaRVOOR allEMaal In DE VESTIGInG TE aMSTERDaM GEhOORD haDDEn. DIT PRaaTJE WaS MEER GERIChT OP DE VERhOuDInG Van STIBBE MET hET BuITEnlanD En DE CulTuuRVERSChIllEn DIE JE TEGEnKOMT alS JE In lOnDOn WERK-zaaM BEnT.
KanTOORBEzOEKVERSlaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011
69
JFV CarrièreBoardStuderen, oriënteren en solliciterenHoe graag je misschien ook student zou willen blijven, eens komt toch het moment dat het einde van je rechtenstudie nadert. De wereld ligt aan je voeten. Maar wat heeft die wereld jou eigenlijk te bieden? De arbeidsmarkt biedt een groot aantal werkgevers. Maar welke werkgever past het best bij jouw profi el? Wat zijn je mogelijkheden als starter binnen en buiten de advocatuur? Hoe kom je ermee in contact? Met dit soort vragen ben je bij JFV CarrièreBoard aan het juiste adres. Een kosteloze service van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen die jou informeert over je loopbaanmogelijkheden.
JFV CarrièreBoard biedt jou als rechtenstudent verschillende oriëntatiemogelijkheden. Op de website www.jfvcarriereboard.nl vind je onder meer:
- Profi elen van kantoren, bedrijven en instellingen - Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt- Stages (nationaal en internationaal) - Informatie over solliciteren - Vacatures - Studeren in het buitenland - Recruitmentagenda - Ervaringen van studenten
Daarnaast organiseert JFV CarrièreBoard regelmatig recruitmentactiviteiten en kantoor- en bedrijfsbezoeken. Kortom, als jij na je studie zonder zorgen in het diepe wilt duiken, is JFV CarrièreBoard je ideale springplank.
Juridische Faculteitsvereniging GroningenOude Kijk in ‘t Jatstraat 26 - 9712 EK Groningen
Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: [email protected] - www.jfvcarriereboard.nl
www.jfvcarriereboard.nl
53404-1_Adv_Carrie reBoard.indd 1 19-11-2007 16:01:39
ALS JE DE WERELD WILT VERANDEREN
MOET JE GAAN WERKEN
BIJ DE GROOTSTE VAN
DE WERELD.YOU MATTER
YOUMATTER.NU
WT_DLA Piper_Adv Grootste_210x297.indd 1 17-03-11 19:00
JFV CarrièreBoardStuderen, oriënteren en solliciterenHoe graag je misschien ook student zou willen blijven, eens komt toch het moment dat het einde van je rechtenstudie nadert. De wereld ligt aan je voeten. Maar wat heeft die wereld jou eigenlijk te bieden? De arbeidsmarkt biedt een groot aantal werkgevers. Maar welke werkgever past het best bij jouw profi el? Wat zijn je mogelijkheden als starter binnen en buiten de advocatuur? Hoe kom je ermee in contact? Met dit soort vragen ben je bij JFV CarrièreBoard aan het juiste adres. Een kosteloze service van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen die jou informeert over je loopbaanmogelijkheden.
JFV CarrièreBoard biedt jou als rechtenstudent verschillende oriëntatiemogelijkheden. Op de website www.jfvcarriereboard.nl vind je onder meer:
- Profi elen van kantoren, bedrijven en instellingen - Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt- Stages (nationaal en internationaal) - Informatie over solliciteren - Vacatures - Studeren in het buitenland - Recruitmentagenda - Ervaringen van studenten
Daarnaast organiseert JFV CarrièreBoard regelmatig recruitmentactiviteiten en kantoor- en bedrijfsbezoeken. Kortom, als jij na je studie zonder zorgen in het diepe wilt duiken, is JFV CarrièreBoard je ideale springplank.
Juridische Faculteitsvereniging GroningenOude Kijk in ‘t Jatstraat 26 - 9712 EK Groningen
Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: [email protected] - www.jfvcarriereboard.nl
www.jfvcarriereboard.nl
53404-1_Adv_Carrie reBoard.indd 1 19-11-2007 16:01:39
Meteen
en je eigen
je eigen
je eigendossiers,
kansenzaken
Advocaatstagiaires en studentstagiaires vinden hun ideale werkplek in Oost-Nederland. Kijk op www.jpr.nl
eigeNziNNig prOfessiONeel
7055078 adv In Casu 210x297.indd 1 11-08-11 17:15