juridisch magazine

72
@ The Casey Anthony case Kantoorspecials @ Bird&Bird @ Boekel De Nerèe Juridisch Actueel @ Handelsbetrekkingen met Rusland; zegenrijk of zorgenkind? @ Toegang tot de rechter in het geding?! @ De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese Unie J U R I D I S C H M A G A Z I N E Juridische Faculteitsvereniging Groningen In Casu - jaargang 19, nummer 1, SEPTEMBER 2011 - In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen - www.jfvgroningen.nl Nieuwe lay-out!

Upload: nicole-bilderbeek

Post on 11-Mar-2016

257 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

In Casu september 2011

TRANSCRIPT

Page 1: Juridisch Magazine

@ The Casey Anthony case

Kantoorspecials @ Bird&Bird @ Boekel De NerèeJuridisch Actueel @ Handelsbetrekkingen met Rusland; zegenrijk of zorgenkind?

@ Toegang tot de rechter in het geding?!

@ De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese Unie

J u r i d i s c h M A g A z i n e

JuridischeFaculteitsvereniging

Groningen

In Casu - jaargang 19, numm

er 1, SEPTEMBER 2011 - In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsvereniging G

roningen - ww

w.jfvgroningen.nl

nieuwelay-out!

Page 2: Juridisch Magazine

Stibbe100 jaar

Nieuwsgierig? Grijp je kans en meld je voor 10 oktober 2011

aan via onze website www.werkenbijstibbe.nl

Stibbe 100 Jaar.indd 1 27-07-11 18:08

Page 3: Juridisch Magazine

3

JFV In Casu - september 2011 VOOrWOOrD

Goedgelovig als deze eerstejaars dan nog zijn –

meenden zij de introductieweek niet te kunnen

missen om succesvol te studeren. Dat het tegendeel

waar is, valt hen niet te verwijten. Zij konden niet

weten een kei-leider te treffen met totaal verkeerde

leefgewoontes en een apert foutieve studieattitude.

Allemaal krijgen deze ‘jaars’ de kans om zich in

de komende jaren academisch te vormen. Dat wil

zeggen, zich te ontwikkelen tot onafhankelijke en

kritisch denkende geesten. Een kenmerk van dit

soort mensen is dat zij meningen koesteren die de

meerderheid niet noodzakelijkerwijs deelt. Vaker

niet, dan wél stemmen hun opvattingen overeen met

populaire standpunten. Maar, daarmee is allerminst

gezegd dat een academicus doof is voor argumenten

die zijn denkbeelden niet onderschrijven.

Aanmelding voor een studie is voldoende om deze

ontplooiingskans te krijgen. Als het aan staatssecre-

taris Zijlstra ligt, komt hierin verandering. Hij wenst

selectie aan de poort. Een intakegesprek moet de

goede en gemotiveerde student eruit vissen. Ter zake

kundige wetenschappers schrijven aan de citotoets

meer voorspellende waarde toe. Onderzoek bij de

studie Geneeskunde wijst uit dat decentraal gese-

lecteerden – de veronderstelde, beter gemotiveerde

studenten – geen betere resultaten halen dan de

studenten die via loting binnenkomen. Wetenschap

en politiek zijn echter gezworen vijanden, dus zal

ook dit onzalige plan ongetwijfeld doorgang vinden.

Dat politiek Den Haag weinig oog en oor heeft, ook

voor wat de rechtswetenschap naar voren brengt, laat

zich goed illustreren. Vorig jaar trad de Voetbalwet

inwerking. Door verschillende juristen is vooraf over-

tuigend betoogd dat zij het hooliganisme niet zal

terugdringen. Als een spooktrein in de nacht wist de

wet echter probleemloos het eindpunt te halen. Veel

gemeentebesturen experimenteren op dit moment

met de toepassing ervan. De opbrengst is uiterst

schamel. Met de hiermee over de balk gesmeten

miljoenen euro’s hadden we de hongersnood in de

Hoorn van Afrika maanden kunnen lenigen.

Nog een voorbeeld. Voor de zomervakantie presen-

teerde het kabinet nieuwe softdrugsplannen. Het

Openbaar Ministerie gedoogt een coffeeshophouder

voortaan slechts, indien hij een vereniging opricht

waarvan zijn klanten lid zijn. In 2001 besliste de

rechter evenwel – nota bene op vordering van de

officier van justitie – dat zo’n vereniging in strijd is

met het recht. Deze club van cannabisconsumenten

stelde zich ten doel schone cannabisproducten te

verkrijgen en te verstrekken. Dat zijn volgens de

Opiumwet strafbare feiten. Een dergelijke doelstel-

ling is volgens de rechter om die reden in strijd met

de openbare orde. Dat is de grens van de vereni-

gingsvrijheid, zoals het Burgerlijk wetboek conform

art. 8 Grondwet bepaalt.

Het regeringsplan is om die reden juridisch onhoud-

baar. Valt nu te verwachten dat ‘Den Haag’ luistert

naar dit door de rechtswetenschap naar voren

gebrachte argument? Je moet wel heel naïef zijn om

dit te willen geloven. Met het academisch gehalte

van deze regering is het droeviger gesteld dan ooit.

Het valt te hopen dat de zojuist gestarte eerstejaars

hieraan geen voorbeeld nemen. Het zou mooi zijn

als zij met de academische vorming al een begin

hebben gemaakt tijdens de Kei-week.

prof. mr. dr. J.G. brouwer

Voorwoord

Nieuwe academici

HalF auGustus Is er – net als In VOOrGaanDe Jaren – Weer een nIeuWe lIChtInG stuDenten GearrIVeerD. Dan beGInt traDItIOneel De KeI-WeeK. OnDer hen beVInDen zICh ruIm VIJFhOnDerD lezers Van DIt blaD In Casu. Frappant GenOeG, teGenWOOrDIG meren-

Deels VrOuWen. het reCht WOrDt steeDs VrOuWelIJKer.

Juridisch magazine ‘In Casu’

Jaargang 19, nummer 1, september 2011

hoofdredactieLeonie Verwilligen

eindredactieIndira de Wilde

Femke Westra

redactieRachelle Boneva

Anne Dekker

Daphne Dikkers

Thomas Meenink

Anne Meijer

Cornelieke Moeke

Tanja Schasfoort

Laurens Vermeulen

Arend Vosmaer

Rogier Wennink

Jim de Wolf

Bram Zwagemakers

Issn 3388-8803

Copyright In CasuNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

en/of openbaar gemaakt worden zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de

uitgever.

Oplage2700

uitgeverJuridische Faculteitsvereniging Groningen

Bezoekadres: Turftorenstraat 17

Postadres: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26

9712 EK Groningen

Tel: 050-3635783

Fax: 050-3636947

E-mail: [email protected]

Websites: www.jfvgroningen.nl

www.jfvcarriereboard.nl

Vormgeving en drukOCC dehoog media partners, Oosterhout

www.occ-dehoog.nl

Foto omslagiStock

abonnementenAbonnementenprijs inclusief portokosten

per jaar: €20,–.

Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar

Lieke van Geelen: [email protected]

adverteerdersindex Bird & Bird 59

Boekel De Nerée 55

CMS Derks Star Busmann 49

Damsté advocaten-notarissen 56-58

Dirkzwager advocaten & notarissen 31

DLA Piper 71

Houthoff Buruma 17

JPR Advocaten 72

Ministerie van Financiën 4

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn

advocaten en notarissen 23

Poelmann van den Broek 43

Stibbe 2

Studystore 68

advertentiesTarieven zijn schriftelijk en/of telefonisch aan te

vragen bij Lieke van Geelen.

Tel: 050-3635783

Fax: 050-3636947

E-mail: [email protected]

Standpunten zoals weergegeven in het Juridisch

Magazine ‘In Casu’ zijn uitingen van de auteurs

en daarbij niet eveneens standpunten van de

Juridische Faculteitsvereniging Groningen.

COlOFOn en aDVerteerDers

Page 4: Juridisch Magazine

www.werkenvoornederland.nl

Deze tijd vraagt om scherpe keuzes. Het geld kan maar één keer worden uitgegeven. Bij het maken van de afwegingen speelt het ministerie van Financiën een sleutelrol. De minister wil graag weten wat jij adviseert. En snel ook. Op 3 november sta je in zijn agenda...

Tijdens de Studentendag 2011 werk je aan een actuele case en maak je kennis met een interessante werkgever. Het ministerie van Financiën is een jonge organisatie waarin nieuw talent direct wordt beloond met een fl inke dosis verantwoordelijkheid.

Schrijf je in vóór 17 oktober 2011Je bent tweede-, derde- of ouderejaarsstudent algemene, bedrijfs- of fi scale economie. Ook met Nederlands of fi scaal recht en met bestuurskunde ben je van harte welkom, net als met iedere andere studie met daarin het vak openbare fi nanciën.

Wil je op 3 november de minister adviseren en een onuitwisbare indruk achterlaten? Schrijf je dan in vóór 17 oktober 2011 via www.studentendag.nl.

3 november 2011: Studentendag ministerie van Financiën

-00101_A4_adv_Studentendag_OF.indd 1 19-07-2011 12:43:45

Page 5: Juridisch Magazine

Femke Westra Indira de Wilde

Rachelle Boneva Anne Dekker Daphne Dikkers Thomas Meenink Anne Meijer Cornelieke Moeke

Tanja Schasfoort Arend Vosmaer Rogier Wennink Jim de Wolf Bram Zwagemakers Laurens Vermeulen

5

JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011 Van DE REDaCTIE

Naast een nieuwe lay-out hebben we dit

jaar ook een bijna geheel nieuwe In Casu

redactie. Deze bestaat uit twaalf enthousi-

aste en gemotiveerde studenten die bereid

zijn om zich een jaar lang in te zetten voor

het Juridisch Magazine. Daarnaast zijn

er dit jaar twee nieuwe eindredacteuren:

Indira de Wilde en Femke Westra. Zij zullen

dit jaar de kwaliteit van de stukken waar-

borgen.

Door zich te verdiepen in diverse vakge-

bieden en actuele onderwerpen heeft de

In Casu redactie in dit nummer een geva-

rieerd en interessant aanbod aan artikelen

weten neer te zetten. De rubriek “Juridisch

Actueel” is dit keer gewijd aan de handels-

betrekkingen met Rusland. In het kader

van de EHEC-bacterie rijst de vraag hoe de

relatie is tussen de Europese Gemeenschap

en Rusland. Hoe is deze samenwerking tot

stand gekomen en werkt deze adequaat?

In de rubriek “Opinie” wordt ingegaan op

het ‘slachtverbod’. De wet komt er, maar er

is ontheffing mogelijk door middel van een

amendement. Hoe verhoudt dit amende-

ment zich tot de godsdienstvrijheid? Uiter-

aard bevatten ook de redactionele stukken

weer een breed scala aan onderwerpen.

De vraag die hierin onder andere aan de

orde komt is of de toegang tot de rechter in

het geding is. Wat is de aanleiding van het

doorvoeren van het kostendekkend grif-

fierecht en wat zijn de gevolgen hiervan?

Ook zal er aandacht worden besteed aan

de ‘The Casey Anthony Case’ en wordt er

een betoog gegeven waarom het Hof van

Justitie de ‘Zonnekoning’ is van het Euro-

pees recht. Dit is slechts een deel van de

vele boeiende artikelen die deze In Casu

bevat, ze zijn echter allen zeker het lezen

waard!

Ik wens je veel leesplezier!

Met vriendelijke groet,

leonie VerwilligenHoofdredacteur In Casu

Van de redactie

Beste lezer,

VOOR JE lIGT DE EERSTE In CaSu Van JaaRGanG 19 En zOalS JE VaST al hEBT OPGEMERKT, MET EEn GEhEEl nIEuWE VORMGEVInG! VanaF DE COVER TOT aan DE laaTSTE BlaDzIJDE hEBBEn WE hET JuRIDISCh MaGazInE In EEn nIEuW JaSJE GESTOKEn. DE In CaSu WORDT GESChREVEn VOOR En DOOR STuDEnTEn En IS In DE lOOP DER JaREn uITGEGROEID TOT EEn PROFESSIOnEEl

BlaD. DIT JaaR zal ER ElK KWaRTaal EEn ExEMPlaaR WORDEn uITGEBRaChT.

Page 6: Juridisch Magazine

InhoudsopgaveRedactioneel

InhOuDSOPGaVE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

@8 Toegang tot de rechter in het geding?! Met het doorvoeren van het kostendekkend

griffierecht staat de toegang tot de rechter

op de tocht. Wat is de aanleiding tot het

wetsvoorstel en wat zijn de gevolgen?

@11 De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese UnieIn de EU heeft de interne markt op het

gebied van diensten en kapitaal zich zeer

sterk uitgebreid. Financieel toezicht is in

dit opzicht ook van groot belang. Tijdens de

crises van 2001 en 2008 bleek het toezicht

niet afdoende. Hoe heeft het toezicht zich

sindsdien ontwikkeld?

@14 Het Hof van Justitie, de Zonnekoning van het Europees rechtMet dit betoog van onder meer de arresten

Van Gend en Loos en Costa/ENEL wordt

inzichtelijk gemaakt hoe het Hof van

Justitie zichzelf positioneert als Zonneko-

ning van het Europees recht.

@18 The Casey Anthony case De meest geruchtmakende zaak in de VS

sinds het proces van O.J. Simpson in 1994

is de Casey Anthony case. De jonge moeder

is door de maatschappij allang veroordeeld

voor de moord op haar dochtertje Caylee,

maar het bewijs blijkt niet doorslaggevend

genoeg. De pers smult van de intriges in

het proces en de discussie over juryrecht-

spraak laait op.

@20 Wetsvoorstel Flex-bv: revolutionair of overrated? Wetsvoorstel Flex-bv wacht vurig op haar

inwerkingtreding. Wat zijn de belangrijkste

wijzigingen die boek 2 van het BW als

laatste stapje in haar modernisering van

het ondernemingsrecht zal ondergaan? En

biedt zij ons ondernemingsrecht extra’s?

Student and the city

@26 Una cerveza, por favor!Madrid en Barcelona zijn bekende metro-

polen. Minder bekend is de op twee na

grootste stad van Spanje: Valencia. Onte-

recht! Daarom wordt deze stad onder de

loep genomen.

6

Page 7: Juridisch Magazine

PersonaeJuridisch actueel

InhOuDSOPGaVEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

@28 Peter Duinkerken, president van de rechtbank AssenDeze keer in ‘Achter de deur van..’ duiken

uw redacteuren de rechtspraak in. Presi-

dent van de rechtbank Assen mr. P.J. Duin-

kerken vertelt ons hoe hij daar terecht is

gekomen en wat het inhoudt om een recht-

bank te leiden.

@32 Hugo de Groot; een groot jurist uitgelichtIn deze nieuwe rubriek zal een inter-

view met de heer Brandsma, hoogleraar

Romeins recht, ons enige duidelijkheid

verschaffen omtrent de beroemde Neder-

landse rechtsgeleerde Hugo de Groot

(1583-1645) en zijn juridische verdiensten

voor heden en verleden.

@34 Handelsbetrek-kingen met Rusland; zegen-rijk of zorgenkind?De EU is de belangrijkste handelspartner

voor Rusland en Rusland de op twee na

grootste handelspartner voor de EU. Sinds

de uitbreiding van de EU is de gemeen-

schappelijke grens ook nog eens enorm

toegenomen. Men kan zeggen dat er voor

beide partijen veel te verliezen is bij een

instabiele handelsrelatie.

@37 Autonomie van lidstaten in nationaliteits-rechtelijke zakenKind heeft nationaliteit van een lidstaat,

maar moeder heeft recht op verblijf in een

andere lidstaat. Wat nu?

@39 Mens en/of dier?Het onverdoofd slachten van dieren wordt

verboden, zo luidde het oordeel van de

Tweede Kamer op 28 juni. Onnodig dieren-

leed moet zoveel mogelijk worden voor-

komen, of er nu een ritueel in het geding

is of niet. Maar wat weegt er nu eigenlijk

zwaarder, het welzijn van een dier, of de

grondrechten van een mens?

@47 zomer 2011Helaas moest het mooie weer deze zomer

buiten de Nederlandse grenzen gezocht

worden. Wat iedereen al wist werd door het

KNMI bevestigd: juli 2011 was de natste

maand ooit. Maar, niet getreurd: vanaf het

begin van het nieuwe collegejaar is het nog

maar 297 dagen tot de zomer! Oké, dat is

nog een heel eind, maar gelukkig biedt JFV

CarrièreBoard in die tijd je legio mogelijk-

heden om over andere grenzen heen te

kijken. En wellicht worden er voor jou dan

ook records gebroken.

uitgelicht

achter de deur van...

OpinieJFV Carrière-Board Katern

7

Page 8: Juridisch Magazine

het wetsvoorstelHet voorstel zoals dat er nu ligt, houdt in dat

de rechtspraak in burgerlijke en bestuurs-

rechtelijke zaken niet langer grotendeels

zal worden gefinancierd uit de algemene

middelen. Degene die gebruik maakt van

de rechtspraak moet er voor gaan betalen.

Dit moet een totale besparing voor de over-

heid opleveren van circa €240 miljoen.

De regering verwacht namelijk een vraag-

uitval als gevolg van de verhoging van

griffierechten die wordt geschat op 15 à

20% (€115 miljoen). Zaken die wel worden

aangebracht leveren nu €225 miljoen op.

Ten slotte gaat er dan €100 miljoen af om

compensatie te bieden aan personen met

lage inkomens.

De aanleidingAan het voorstel liggen drie redenen ten

grondslag, namelijk:

1. De eigen verantwoordelijkheid van de

rechtzoekende: het kabinet vindt het

rechtvaardig dat degene die gebruik

maakt van het recht, daar ook voor

betaalt. Wil men dit niet, dan moet zij

creatief zijn in het zoeken van een eigen

oplossing.

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Redactioneel

Toegang tot de rechter in het geding?!Door: Rogier Wennink

EEn Van DE FunDaMEnTEn Van OnzE REChTSTaaT IS hET REChT OP TOEGanG TOT DE REChTER. DIT REChT WORDT GEWaaRBORGD DOOR DE aRTIKElEn 17 En 18 Van DE GROnDWET, aRTIKEl 6 Van hET EuROPEES VERDRaG Van DE REChTEn Van DE MEnS (EVRM) En aRTIKEl 47 Van hET hanDVEST Van DE EuROPESE unIE. EChTER STaaT DE TOEGanG TOT DE REChTER OP DE SPREEK-

WOORDElIJKE TOChT MET DE KOMST Van KOSTEnDEKKEnDE GRIFFIEREChTEn DIE DE WETSVOORSTEllEn WIJzIGInG Van DE alGEMEnE WET BESTuuRSREChT En DE WET GRIFFIEREChTEn BuRGERlIJKE zaKEn MET zICh MEEBREnGEn. In DIT aRTIKEl WORDEn DE aanlEIDInG Van hET WETSVOORSTEl En DE (MaaTSChaP-PElIJKE) GEVOlGEn DaaRVan aan DE hanD Van VERSChIllEnDE COMMEnTaREn BESPROKEn.

8

Page 9: Juridisch Magazine

REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

9

2. Vergroting van het innovatieve vermogen:

het kabinet streeft naar een beter func-

tionerend rechtstelsel, waardoor de

directe relatie tussen de rechtzoekende

en de rechtspraak wordt gestimuleerd.

De rechtspraak moet innovatiever zijn en

meer gebruik gaan maken van digitale

middelen. Ook moeten er eenvoudigere

procedures worden ingericht om tot een

effectieve en efficiëntere rechtspraak te

komen.

3. Als laatste is het op orde brengen van

de overheidsfinanciën een belangrijke

reden.

Bovenstaande redenen lijken allemaal

‘leuk en aardig’, maar wat zijn nu de

gevolgen voor de maatschappij en burger

uitgedrukt in harde cijfers. Ter illustratie:

het griffierecht bij de rechtbank voor een

geschil waarin twee burgers zijn verwik-

keld, gaat van €530,- naar €2000,- (dit is

gezamenlijk dus €4000,-). In een bestuurs-

rechtelijke kwestie waarin een burger het

niet eens is met het bestuursorgaan, gaat

het griffierecht van €150,- naar €1200,-.

CommentaarVerschillende organisaties hebben hun

bezwaren geuit op het plan zoals dat er nu

ligt.

Zo zal volgens het Register Belastingadvi-

seurs (RB)1 “(...) het onverkort doorzetten

van het wetsvoorstel niet leiden tot de

beoogde bezuinigingen, echter wel tot

het verder uithollen van een kernwaarde

in ons rechtstelsel.” Zij verwijzen naar

het Sopropé-arrest2 waarin het Hof van

Justitie bepaald heeft dat eerbiediging van

de rechten van verdediging een algemeen

beginsel van gemeenschapsrecht is, een

collectief belang. Op zich zijn griffierechten

niet onverenenigbaar met artikel 6 van het

EVRM, zolang deze maar niet de toegang

tot het recht en dus de verdediging van

een partij in haar

kern belemmert.

Er wordt gevreesd

dat het wetsvoor-

stel inbreuk maakt

op deze effectieve

verdediging. Daar-

naast vraagt het

RB zich af of er in

het bezuinigings-

plan wel rekening

is gehouden met

de budgettaire

ge volgen voor de overheid als zij in de

proceskosten veroordeeld zullen worden.

Dit zou dan alsnog kosten voor de overheid

met zich meebrengen.

Ook prof. dr. mr. R.E.C.M. Niessen, advo-

caat-generaal bij de Hoge Raad, uit in het

Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht

zijn zorgen: “Er is een ontwikkeling op

komst die niet alleen het belastingrecht,

maar de rechtsstaat als geheel op haar

grondvesten zal doen schudden.” Niessen

is bang dat door de verslechterde toegang

tot de rechter, het recht van de sterkste zal

gaan gelden. Hij stelt voor om een eenvou-

dige rechtsgang te creëren die goedkoop

en snel antwoord kan geven in een groot

aantal minder ingewikkelde zaken.

De consumentenbond ziet de laatste tijd

juist progressie in de rechtsgang, zoals

de verkorte digitale procedure. Echter het

kostendekkend maken van het griffierecht

ziet zij als een contraproductieve ontwikke-

ling: “Eerst ga je de toegang tot de kanton-

rechter vereenvoudigen om vervolgens een

hoge financiële drempel op te werpen. Zo

snijd je voor talloze consumenten de weg

naar de rechter af. Consu-

menten zien met de huidige

barrières al massaal af van

het halen van hun recht.”

De Nederlandse Orde van

Belastingadviseurs schrijft

in een commentaar haar

bezwaren. Zij ziet het

belang van de rechtspraak

en de toegang daarop als

een collectief iets. Via de

rechter worden “(...) rechts-

vragen beantwoord, waardoor burgers en

bedrijven weten waar ze juridisch aan toe

zijn.” Ook zij voert aan dat verhoging van de

griffierechten de schaduwwerking van het

recht belemmert en dat maatschappelijke

partijen hun verplichtingen minder zullen

nakomen en zich minder aan geldende

regels zullen houden, nu handhaving van

het recht een dure grap kan worden. Ook zij

ziet in dat het wetsvoorstel op gespannen

voet staat met het voorheen genoemde

artikel 6 van het EVRM.

Ook de Raad voor de Rechtspraak is het

oneens met de bezuinigingsvoorstellen.

Op haar website geeft zij aan dat het wets-

voorstel kan leiden tot onaanvaardbare

gevolgen voor de toegang en de kwaliteit

van de rechtspraak. In haar standpunt

voert zij het volgende aan: “De Raad wijst

erop dat het hierbij niet alleen gaat om

belangen van mensen die tot deze groepen

behoren, maar er grote maatschappelijke

belangen in het geding zijn. Het gaat om het

functioneren van het recht als instrument

voor ordening van het maatschappelijk

en economisch verkeer. Deze maatschap-

pelijke belangen worden onvoldoende

gediend als de kosten geheel of groten-

deels worden doorberekend aan degenen

die een beroep doen op de rechter om hun

rechten en belang te beschermen.”

De Nederlandse Orde van Advocaten stelt

op haar website dat de voorgenomen

verhoging van griffierechten negatieve

effecten zal hebben op de samenleving en

de economie. “Invoering maakt de gang

naar de rechter vooral voor burgers, maar

ook voor bedrijven, een stuk moeilijker. De

gedachte dat rechtspraak een (particuliere)

nutsvoorziening is waarvan de kosten ten

laste van de gebruiker dienen te komen,

miskent de belangrijke rol die goede recht-

spraak voor de gehele samenleving vervult.

Beperking van de toegang voor burgers tot

het recht kan er in de hogere tariefzones

toe leiden dat vermogende partijen proce-

dures starten, terwijl zij weten of kunnen

“Het lijkt deondergang van de spreekwoordelijke

procestijger.”

“Het kabinet vindt het rechtvaardig dat

degene die gebruik maakt van het recht, daar ook voor betaalt.”

Page 10: Juridisch Magazine

“De overheidzal op hetzelfde

‘level playing field’ terechtkomenals de markt.”

vermoeden dat de gedaagde partij het grif-

fierecht niet kan betalen. Dit is een onge-

wenste situatie”.3

Ten slotte maakt de Nederlandse Vereni-

ging van Rechtspraak ernstige bezwaren

tegen het feit dat het kabinet rechtspraak

benadert als een dienstverlening aan parti-

culieren tegen betaling. Dit doet afbreuk

aan het vertrouwen in een onafhankelijke

en onpartijdige rechtspraak.4

niet alleen maar nadelenOverigens kleven er niet alleen maar

nadelen aan de verhoging van de griffie-

rechten. Voor de beroepsgroep van media-

tors en arbiters verwacht men een groei aan

cliënten, nu een groot aantal niet meer een

beroep wil of kan doen op de rechtspraak

vanwege de hoge kosten. Een mediator of

een arbitragezaak zou dan een goedkoop

alternatief kunnen zijn.

Van de advocatuur zal een andere menta-

liteit worden verwacht. Zij zullen niet snel

meer met een dagvaarding in de hand staan

te zwaaien bij de wederpartij. In plaats

daarvan zal het zwaartepunt

komen te liggen bij de schik-

kingsfase. Het lijkt de onder-

gang van de spreekwoor-

delijke procestijger en in

plaats daarvan zal het meer

aankomen op de onderhan-

delingskracht van een advo-

caat. Daarnaast denkt men

te voorkomen dat zaken te

lang blijven slepen.5

Ook worden de vele nadelen

door enkelen betwist. Zo wordt gedacht

dat de aangehaalde nadelen van korte

duur zullen zijn. Door het wetsvoorstel zal

de overheid op hetzelfde ‘level playing

field’ terechtkomen als de markt (bijvoor-

beeld private initiatieven als e-Court). Men

verwacht dat de markt daar als winnaar uit

de bus zal komen, omdat deze veel effec-

tiever en klantgerichter opereert, in tegen-

stelling tot het logge overheidsapparaat.

Het gevolg is een goedkoper en wellicht

beter alternatief.

ConclusieVooralsnog lijkt het kabinet met het voor-

stel om de griffierechten kostendekkend te

maken, de plank mis te slaan. Veel organi-

saties vrezen de nadelige gevolgen, mocht

het wetsvoorstel er doorkomen zoals dit er

nu ligt.

Het wetsvoorstel miskent het maatschap-

pelijke effect van de rechtspraak (de zo ge-

naamde schaduwwerking). Veel organi-

saties wijzen hierop en zijn bang dat het

kabinet het recht teveel ziet als een indi-

vidueel belang, terwijl de rechtspraak juist

een collectief be lang zou moeten zijn die

een voorbeeld stelt aan de samenleving.

Het vertrouwen in een onafhankelijke

en onpartijdige rechtspraak komt in het

geding.

Daarnaast is men bang dat het wetsvoor-

stel eigenrichting aanmoedigt en dat dit

malafide incassobureau’s in het leven

roept.

Ten slotte lijkt het zeer de vraag of het

kabinet wel heeft stilgestaan bij de

werking van artikel 6 van het EVRM die de

toegang tot een onafhankelijke en onpar-

tijdige rechter waarborgt. Er wordt door

velen gewaarschuwd dat het kabinet met

het huidige wetsvoorstel de grenzen van

het aanvaardbare opzoekt. Er wordt aange-

raden om het voorstel niet in deze vorm in

te voeren.

Of het daadwerkelijk zo ver komt blijft

de vraag, feit is wel dat velen met mij de

ontwikkelingen op de voet blijven volgen

en de plannen scherp in de gaten houden.

1 www.accountancynieuws.nl/Uploads/

Files/RB-commentaar-kostendekkende-

griffierechten-20110519-1-.pdf

2 http://jure.nl/soprope

3 www.advocatenorde.nl/3440/consu-

menten/Nieuws/verhoging-griffie-

rechten-risico-voor-maatschappij.html

4 Wetgevingsadvies NVvR Kostendek-

kende griffierechten

5 http://www.pluspost.nl/verhoging-

griffierechten-is-kans-voor-de-

markt/47160

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

10

Page 11: Juridisch Magazine

11

JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011 REDaCTIOnEEl

achtergronden Op grond van het Europees recht gelden er

in de EU de vier fundamentele vrijheden:

vrijheid van vestiging, goederen, kapitaal

en diensten. Voor het financiële toezicht

zijn met name het vrije verkeer van dien-

sten en kapitaal van belang, deze begin-

selen zijn neergelegd in het Werkingsver-

drag van de Europese Unie.1 Daarnaast is

er een omvangrijke hoeveelheid jurispru-

dentie van het Hof van Justitie die het vrije

verkeer verder heeft uitgebreid.

Het vrije verkeer van diensten en kapi-

taal kan op grond van het verdrag en een

door het Hof van Justitie in de zaak Cassis

de Dijon ontwikkelde toets ook worden

beperkt.2 Alle maatregelen die de uitoe-

fening van het vrije verkeer van kapitaal

kunnen belemmeren of minder aantrek-

kelijk maken, moeten voldoen aan vier

voorwaarden. Zij (1) moeten zonder discri-

minatie worden toegepast; (2) moeten

hun rechtvaardiging vinden in dwingende

redenen van algemeen belang; (3) moeten

geschikt zijn om het nagestreefde doel te

verwezenlijken en (4) mogen niet verder

gaan dan nodig is om het doel te bereiken.3

Op grond hiervan kunnen nationale

toezichthouders regels opleggen die het

vrije verkeer beperken.

Problemen met betrekking tot de bevoegdheidVeel grote Europese financiële instellingen

maken gebruik van de interne markt die is

gecreëerd door deze vrijheden. Dit geeft

hun de mogelijkheid hun kapitaal en

diensten niet alleen aan te bieden in het

land van oprichting, maar ook in andere

lidstaten van de EU. Het toezicht geschiedt

via het zogenaamde ‘home country-beginsel’. Dit houdt in dat de toezicht-

houder van het land waarin een onderne-

ming statutair gevestigd is,4 bevoegd is

toezicht te houden.

Problemen met financieel toezicht ontstaan

als ondernemingen in een andere lidstaat

hun diensten gaan aanbieden. Deze wordt

in dit verband de ‘host country’ genoemd.

Ondernemingen die een vergunning

hebben gekregen voor het aanbieden van

financiële diensten in hun eigen lidstaat,

moeten in beginsel ook in een ander

lidstaat worden toegelaten.5 Dit wordt

ook wel aangeduid met de term ‘weder-

zijdse erkenning’, aangezien de lidstaten

elkaars wetgeving moeten respecteren als

het aankomt op financieel toezicht.6 In de

praktijk verschilt het financieel toezicht

nogal. Zowel wat betreft de bevoegde auto-

riteit, als de wetgeving.7

Een bekend voorbeeld in deze context

is de IJslandse bank Icesave. Deze bank

bood in onder andere Nederland spaarre-

keningen aan met zeer lucratieve renteper-

centages. De Nederlandse toezichthouder

kon slechts zeer beperkt toetsen, omdat de

bank onder IJslands’ toezicht stond.

Redactioneel

De ontwikkeling van financieel toezicht in de Europese UnieDoor Daphne Dikkers

HET uITBREKEn Van DE KREDIETCRISIS In 2008 hEEFT DuIDElIJK GEMaaKT DaT ER EEn GROTE BEhOEFTE IS aan MEER EEnhEID Van FInanCIEEl TOEzIChT In DE EuROPESE unIE (Eu). OM DIT TE BEREIKEn IS ER SInDSDIEn EEn STROOM Van nIEuWE WETGEVInG GEKOMEn OM hET FInan-CIEEl TOEzIChT TE VERBETEREn. DIT hEEFT GElEID TOT DE OPRIChTInG Van DE EuROPEan

SySTEMaTIC RISK BOaRD (ESRB), DaT MaCROPRuDEnTIEEl TOEzIChT hOuDT En EuROPEan SySTEM OF FInanCIal SuPERVISORS (ESFS), DIE TOEzIET OP MICROPRuDEnTIEEl TERREIn.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Page 12: Juridisch Magazine

Uit het voorgaande blijkt dat er een nood-

zaak was om het beleid van financieel

toezichthouders op elkaar af te stemmen,

zodat problemen met de interne markt

voorkomen of opgelost kunnen worden.

Een dergelijke convergentie van Europese

financieel toezichthouders heeft men via

richtlijnen getracht te bewerkstelligen.

De richtlijn bleek echter niet het meest

geschikte middel om meer rechtseenheid

te bereiken op het gebied van financieel

toezicht.

Ook al werd er door deskundigen op

aan gedrongen dat er een noodzaak

be stond meer rechtseenheid te bereiken,

toch stond dit toch niet erg hoog op de

politieke agenda. Financieel toezicht door

een Europese toezichthouder lag en ligt

erg gevoelig. Dit heeft te maken met het

feit dat de lidstaten graag zelf het toezicht

wilden houden en dit terrein niet wilden

prijsgeven aan de EU. De financiële crises

in 2001 en 2008 hebben de politiek uitein-

delijk doen inzien dat er veranderingen

moesten plaatsvinden.

De lamfalussymethodeNa de economische crisis van 2001 is

men overgegaan tot het doorvoeren van

hervormingen naar aanleiding van het

rapport van een commissie onder leiding

van Alexandre Lamfalussy. De methode

houdt in dat regelgeving op het gebied van

financieel toezicht tot stand komt via vier

verschillende niveaus.8 Het belangrijkste

in deze context, is de oprichting van de

niveau-3 comités.

Er bestonden drie comités: één voor de

bankensector, de effectensector en voor

de verzekering- en pensioensector. Zij

hadden als belangrijkste taak om er voor

te zorgen dat de nationale wetgeving van

lidstaten meer zou convergeren.9 De nati-

onale toezichthouders werkten hier samen

op het gebied van advisering en de uitvoe-

ring van financieel toezicht.

De comités hadden slechts beperkte

be voegd heden. Zo stonden hen in

be gin sel geen middelen ter beschikking

die lidstaten kon dwingen hun wetgeving

aan te passen. Toch wisten de comités

via onder andere gezamenlijk optreden,

aan pas sing van stemmodaliteiten bij het

nemen van besluiten en mediation bij

conflicten tussen lidstaten over financieel

toezicht hun positie te versterken.10 Al met

al kan gesteld worden dat de comités hun

beperkte bevoegdheden optimaal gebruikt

hebben. Hun bevoegdheden schoten

echter te kort om de gedroomde rechtseen-

heid te bereiken.

De economische crisis van 2008 en de gevolgen voor de financiële sectorDe economische crisis van 2008 heeft de

Europese politiek wakker geschud. Naast

de noodzaak tot verandering van

financieel toezicht, was nu ook de

politieke wil aanwezig om finan-

cieel toezicht verder te harmoni-

seren. Onder leiding van Jacques

Larosière, oud topman van het

International Monetary Fund,

bereidde een commissie aanbeve-

lingen tot aanpassingen van finan-

cieel toezicht voor. Dit mondde uit

in het De Larosière rapport.11 Het

rapport ziet voornamelijk toe op

de stroomlijning van het Europees

toezicht. De Commissie heeft het rapport

overgenomen, en omgezet in wetgevings-

voorstellen.

Belangrijk punt uit het rapport is de oprich-

ting van twee nieuwe, toezichthoudende

organen. In de eerste plaats een orgaan

dat toeziet op macroprudentieel toezicht,

de European Systemic Risk Board (ESRB).

Dit orgaan heeft als belangrijkste taak het

opsporen van zwakke plekken in de finan-

ciële markt als geheel. In de tweede plaats

moet er microprudentieel toezicht komen

door oprichting van European Systeem for

Financial Supervisors (ESFS), dat uiteen-

valt in drie zogenaamde European Super-

visory Authorities (ESA’s). Zij zijn de opvol-

gers van de hiervoor omschreven niveau-3

comités. De wetsvoorstellen hebben in

september 2010 het Europees Parlement

gepasseerd en zijn sinds 1 januari 2011 van

kracht.

De ESa’s in vogelvluchtDe ESA’s hebben allen rechtspersoonlijk-

heid naar Europees recht.12 Ze werken

samen in een comité bij sectoroverstij-

gende problemen.13 Ook vindt er een

uitwisseling van informatie plaats met de

ESRB, het orgaan dat toeziet op macropru-

dentieel toezicht. De autoriteiten hebben

een eigen bestuur. Zij nemen beslissingen

gezamenlijk met de bevoegde nationaal

toezichthouders. Onderstaande illustratie

verduidelijkt de huidige situatie.

De ESA’s zijn onafhankelijk van de lidstaten

en andere EU-instellingen. Ze hebben alle

bevoegdheden van de niveau-3 comités

geërfd.14 Ze dienen desgevraagd schrif-

telijk of mondeling verantwoording af te

leggen aan het Europees Parlement.15

Tegen besluiten die zijn genomen door de

agentschappen kan men op twee wijzen

in beroep gaan. In de eerste plaats is er

een rechtsgang mogelijk bij de Board of

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

“Financieel toezicht door een Europese

toezichthouder lag en ligt erg

gevoelig.”

12Afbeelding 1

Afbeelding 2

Page 13: Juridisch Magazine

REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Appeal, een door de agentschappen zelf

gecreëerde rechtsgang.16 In de tweede

plaats kan men zich wenden tot het Hof

van Justitie.17

De nationale toezichthouders hebben ook

rechten en plichten tegenover de ESA’s. Zo

geldt er een plicht tot het delen van rele-

vante informatie.18Maar aan de andere

kant hebben nationaal toezichthouders het

recht te vragen in te grijpen door middel

van een beroep wegens nalaten.19

Van groot belang is dat de ESA’s wetge-

ving kunnen maken waarbij zij nationale

toezichthouders ook daadwerkelijk kunnen

verplichten aanpassingen te maken. De

wetgeving die zij maken is zeer speci-

fiek en technisch van aard. Hiervoor zijn

bestaande verordeningen en richtlijnen

aangepast. In de toekomst krijgen de

ESA’s zelf de bevoegdheid om bestaande

wetgeving te amenderen. Deze aanpassing

ligt besloten in de Omnibus I-richtlijn die in

werking treedt in 2014.

Deze toekomstige bevoegdheid is revoluti-

onair te noemen. De ESA’s hebben slechts

de instemming nodig van de Commissie

om de aanpassingen van wetgeving in

werking te doen treden. De Commissie

heeft daarbij slechts een zeer marginale

bevoegdheid om door de ESA’s gemaakte

wetsvoorstellen aan te kunnen passen. De

wetgeving kan zich via deze wijze steeds

verder uitbreiden waardoor de macht van

nationale toezichthouders in de toekomst

verder beknot kan worden.

Een andere spectaculaire ontwikkeling in

de wetgeving is de bevoegdheid die ESA’s

hebben om op te treden in noodsituaties.

Is er sprake van een noodsituatie,20 dan

kan een agentschap direct ingrijpen bij

een financiële instelling. In dit geval is

medewerking van een nationale toezicht-

houder niet nodig. Een agentschap kan

in een dergelijk geval alle maatregelen

nemen die zij nodig acht. Medewerking

of toestemming van de Commissie is ook

niet nodig, zodat er snel en adequaat kan

worden ingegrepen. Als een lidstaat het

niet eens is met de gang van zaken, staat

alleen beroep open in gevallen waarin de

beslissing ingrijpt op het fiscale beleid van

een lidstaat. Met andere woorden, als het

er op neer komt dat het de lidstaat belas-

tinggeld gaat kosten.

ConclusieDe level-3 comités zijn sinds 1 januari

2011 geëvolueerd tot ESA’s. Dit is een

zeer goede ontwikkeling geweest voor het

financieel toezicht in de Europese Unie.

De agentschappen hebben een gedetail-

leerd omschreven mandaat en krachtigere

bevoegdheden dan hun voorgangers. De

belangrijkste nieuwigheid is toch wel de

mogelijkheid om in noodsituaties direct

te kunnen ingrijpen bij financiële instel-

lingen, zonder tussenkomst van de natio-

nale toezichthouder.

Verwacht wordt dat de ESFS, met de

agentschappen als uitvoerende organen,

in de toekomst meer macht naar zich zal

toetrekken en zich ontwikkelen tot een

volwaardige Europese toezichthouder.

Hiertoe zal haar budget de aankomende

jaren toenemen. Daarnaast worden er

nieuwe richtlijnen van kracht op het terrein

van financieel toezicht, zodat de ESFS

haar positie verder kan uitbreiden. Met

deze structurele veranderingen kan de EU

zich in de toekomst beter wapenen tegen

problemen bij financiële instellingen en

kan een nieuwe ‘Icesave affaire’ worden

voorkomen of beperkt.

“De economische crisis van 2008 heeft de Europese politiek

wakker geschud.”

13

1 Zie artt. 56, 58, 53 en 62 VWEU.

2 HvJ EG 20 februari 1979, zaak 120/78

Cassis de Dijon, Jur. 1979, 649.

3 .J.C. van Haersolte en mr. H. van

Meerten, Zelfrijzend Europees bakmeel:

de voorstellen voor een nieuw toezicht

op de financiële sector, Nederlands tijd-

schrift voor Europees Recht, aflevering

2, 2010.

4 Artt. 54 jo. 55 Verdrag betreffende de

werking van de Europese Unie.

5 Hierbij moet wel worden opgemerkt dat

dit alleen opgaat als een onderneming

een bijkantoor opent. In het geval van

een dochteronderneming geldt dat er

wel een vergunning in de andere lidstaat

aangevraagd moet worden.

6 R. Barents en L. J. Brinkhorst, Grondli-

jnen van Europees recht, Deventer:

Kluwer 2006, p. 383.

7 Eilis Ferran, Understanding the New

Institutional Architecture of EU Financial

Market Supervision (November 1, 2010).

University of Cambridge Faculty of Law

Research Paper No. 29/2011, p. 5 - 12.

8 Initial report of the Committee of Wise

Men on the Regulation of the European

Securities Markets, p 24 – 26.

9 Initial report of the Committee of Wise

Men on the Regulation of the European

Securities Markets, p 25.

10 Eilis Ferran, Understanding the New

Institutional Architecture of EU Financial

Market Supervision (November 1, 2010).

University of Cambridge Faculty of Law

Research Paper No. 29/2011, p. 23-24,

28-32.

11 The high-level group on financial super-

vision in the EU, 25 februari 2009.

12 Art. 5(1) ESA Verordeningen Dit is een

verkorte aanduiding. De drie veror de-

nin gen waarin de ESA’s worden opge-

richt hebben allen een algemeen deel

dat identiek is. Zodat de artikelen over-

eenkomen.

13 Artt. 20 en 54 - 57 ESA Verordeningen.

14 Zie bijvoorbeeld art. 8, 16 , 30 ESA ver or-

deningen.

15 Art. 50 ESA verordeningen.

16 Artt. 58-60 ESA verordeningen.

17 Art. 61 ESA verordeningen jo. Artt. 263,

265 Verdrag betreffende de werking van

de Europese Unie.

18 Artt. 17, 35 ESA verordeningen.

19 Art. 265 Verdrag betreffende de werking

van de Europese Unie.

20 Art. 18 ESA verordeningen.

Page 14: Juridisch Magazine

In dit stuk zal ik uiteenzetten hoe de zitten de

magistratuur van het Hof deze positie heeft

weten te bemachtigen. Voordat de zojuist

bedoelde arresten nader worden bezien

zal eerst enkele woorden worden gewijd

aan de totstandkoming van de Europese

integratie.

Totstandkoming Europese integratieAl in het interbellum tussen beide wereld-

oorlogen werden er voorstellen gedaan

voor de totstandkoming van een Fede-

raal Europa.1 De Europese integratie is

begonnen met de ondertekening van de

drie oprichtingsverdragen en omvat een

tijdsspanne van meer dan zestig jaar.2

De zogenoemde Parijse Verdagen in 1951

door Nederland, België, Luxemburg,

Duitsland, Frankrijk en Italië ondertekend

tot oprichting van de Europese Gemeen-

schap voor Kolen en Staal (EGKS).3 En in

1957 de Verdragen van Rome tot oprichting

van de Europese Economische Gemeen-

schap (EEG) en het Verdrag tot oprich-

ting van de Europese Gemeenschap voor

Atoomenergie (Euratom), ondertekend

door diezelfde zes lidstaten.4 Laatstge-

noemde Verdragen voorzagen de Gemeen-

schap tevens van organen zoals een Raad,

Europese Commissie en Hof van Justitie.5

Ondanks de vele en grote wijzigingen dat

het EEG-Verdrag door de jaren heeft onder-

gaan met als laatste de ondertekening van

het Verdrag van Lissabon in 2007 vormt het

EEG-Verdag – in gewijzigde vorm en omge-

doopt tot het Werkingsverdrag – nog altijd

het kernstuk van het Unierecht.6

arrestenDe zaak Van Gend en Loos, is zonder twijfel

een van de meest spraakmakende zaken

ooit gewezen door het Hof van Justitie.7 De

zaak stamt al uit 1963, toen bestond het

EEG-Verdrag nog. Van Gend en Loos was

een Nederlands vervoersbedrijf welke door

de Nederlandse overheid gehouden werd

douanerechten te betalen op de invoer van

goederen uit Duitsland. Van Gend en Loos

heeft zich op het standpunt gesteld dat

dit in strijd is met artikel 12 EEG-Verdrag

(huidige artikel 30 VWEU); het verbod van

in- en uitvoerrechten betreffende het vrije

verkeer van goederen. De Tariefcommissie

wendde zich middels de prejudiciële proce-

dure op grond van artikel 177 EEG (huidig

artikel 267 VWEU) tot het Hof.

Het Hof begint met de volgende overwe-

ging: ‘dat het oogmerk van het EEG-Verdrag

(...) meebrengt dat dit Verdrag meer is dan

een overeenkomst welke slechts weder-

zijdse verplichtingen tussen de verdrag-

sluitende mogendheden schept.’8 Met

andere woorden: het EEG-Verdrag is niet

zomaar een Verdrag als elk ander Verdrag.

Het Hof gaat vervolgens op zoek naar een

grondslag voor deze opvatting:‘(…) deze

opvatting wordt bevestigd door de pream-

bule van het Verdrag, die zich over de rege-

ringen heen richt tot de volkeren en wel

zeer duidelijk door het in leven roepen van

organen, bekleed met soevereine rechten

welker uitoefening zowel de Lidstaten

als hun burgers raakt’.9 In de Preambule

van het EEG-Verdrag – welke twee A4tjes

behelst – staan enkele lovende doch

louter algemene en vooral nietszeggende

woorden die het doel beschrijven van de

Europese Economische Gemeenschap.10

Het Hof gaat verder: ‘dat bovendien de

opdracht aan het Hof van Justitie, om door

middel van artikel 177 EEG de eenheid in

de uitlegging van het Verdrag door de nati-

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Redactioneel

Het Hof van Justitie, de Zonnekoning van het Europees rechtDoor laurens Vermeulen

HET hOF Van JuSTITIE Van DE EuROPESE unIE hEEFT BEGIn JaREn zESTIG Van DE VORIGE EEuW EnKElE FaMEuzE MaaR TEGElIJKERTIJD zEER BERuChTE aRRESTEn GEWEzEn. hET hEEFT zICh DaaRBIJ nIET allEEn BEPERKT TOT DE KaRaKTERISERInG Van hET EuROPESE REChT TEn OPzIChTE Van OnDER anDERE DE lIDSTaTEn. nOG VEEl BElanGRIJKER IS DaT MET DEzE

uITSPRaKEn EEn BEGIn IS GEMaaKT MET DE POSITIOnERInG Van zIChzElF alS zOnnEKOnInG Van hET EuROPESE REChT.

14

Page 15: Juridisch Magazine

REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

15

onale gerechten te verzekeren, bewijst dat

de Staten ervan uit zijn gegaan, dat de

gelding van het gemeenschapsrecht door

hun ingezetenen voor deze gerechten kan

worden ingeroepen’.11

Met hetgeen hierboven is geciteerd neemt

het Hof een aanloop tot de volgende over-

weging dat het begin markeert van de kern

van mijn betoog. Hof van Justitie:‘dat uit

deze omstandigheden moet worden afge-

leid, dat de Gemeenschap in het volken-

recht een nieuwe rechtsorde vormt ten

bate waarvan de Staten, zij het op een

beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben

begrensd en waarbinnen niet slechts deze

Lidstaten, maar ook hun onderdanen

gerechtigd zijn’.12 Wat het Hof van Justitie

hier doet is even fijntjes zijn eigen oprich-

ters (lees: Lidstaten) de les lezen omtrent

hetgeen zijzelf hebben opgericht. Het Hof

van Justitie bepaalt hier geheel op eigen

houtje dat het – samen met de andere

toenmalige instellingen – een nieuwe

rechtsorde vormt in het volkenrecht. Het

Hof van Justitie bepaalt hier zelf op geraf-

fineerde wijze dat een deel van de soeve-

reiniteit van de oprichters over is gegaan

op ‘henzelf’ als EEG. Het is maar de vraag

of soevereiniteit überhaupt te ‘beperken’ is

zoals het Hof stelt. Hetgeen mijns inziens

een contradictio in terminis inhoudt echter

zal deze vraag hier verder buiten beschou-

wing worden gelaten. Het opmerkelijke is

dat in het hele EEG-Verdrag geen enkele

bepaling te vinden is die ook maar een

gedeelte van deze uitspraken van het Hof

ondersteunt. Deze zaken liggen namelijk

politiek gezien zeer gevoelig. Het Hof van

Justitie grijpt hier de macht ten bate van

het Europese recht en ten koste van de

Lidstaten zonder dat daar enige rechts-

grondslag voor te vinden is.

Sommige rechtsgeleerden lossen het

probleem van een missende rechtsgrond-

slag op door te stellen dat dit wel beoogd

werd door de oprichters. Hoewel niet opge-

nomen in het EEG-Verdrag dit – de vorming

van een nieuwe, hogere rechtsorde en de

daarbijbehorende beperking van de soeve-

reiniteit – wel de achterliggende bedoe-

ling was van de Lidstaten. Deze verklaring

van tussen de regels door lezen staat op

gespannen voet met de reactie van de

oprichters zelf op deze rechtspraak van

het Hof. Met name de Lidstaten met een

overwegend dualistisch stelsel hebben

geprotesteerd tegen deze uitspraak, doch

uiteindelijk toch geaccepteerd.13

Ondanks het protest is het Hof van Justitie

met deze rechtspraak onverstoord door-

gegaan. Een jaar na het arrest van Gend

en Loos heeft het Hof het arrest Costa v.

E.N.E.L. gewezen.14 Het betrof de nationa-

lisering van een kleine Italiaanse elektrici-

teitsmaatschappij door een Italiaanse nati-

onaliteitswet. Aandeelhouder en tevens

advocaat Flaminio Costa tekende bezwaar

aan en stelde dat de wet in strijd was met

Europees recht. De Italiaanse rechter stelde

hierover middels de prejudiciële procedure

vragen aan het Hof.

Het Hof antwoordde hierop:‘(…) het E.E.G.-

Verdrag (…) een eigen rechtsorde in het

leven heeft geroepen, die bij de inwerking-

treding van het Verdrag in de rechtsorde

der Lidstaten is opgenomen en waarmede

de nationale rechters rekening dienen te

houden’.15 Voorts:‘dat namelijk de Lid-

Staten – door voor onbepaalde tijd een

Gemeenschap op te richten, (…) en in het

bijzonder van praktische bevoegdheden

(dit laatste ten gevolge van het feit dat de

Staten hun bevoegdheden hebben inge-

perkt of aan de Gemeenschap hebben

overgedragen) – hun soevereiniteit, zij het

op een beperkt terrein, hebben begrensd

en derhalve een rechtsstelsel in het leven

hebben geroepen, dat bindend is zowel

voor hun onderdanen als voor henzelf’.16

Deze rechtspraak kwamen we ook tegen in

Van Gend en Loos.

Saillant detail is dat de Italiaanse Regering

zich beriep op de ‘absolute niet-ontvanke-

lijkheid’ van het verzoek van de Italiaanse

rechter aan het Hof. Dit omdat de nationale

rechter gehouden zou zijn de nationale

wet toe te passen en niet bevoegd zou

zijn gebruik te maken van de prejudiciële

procedure.17 Italië is namelijk zo’n land

met een dualistisch systeem waarbij Euro-

pees recht eerst moet worden omgezet in

nationaal recht.

Ondanks de omstreden rechtspraak van

het Hof dient ook enige aandacht uit te

gaan naar de houding van de Lidstaten.

Het zijn namelijk de Lidstaten zelf geweest

met vergaande Europese ambities tot

samenwerking waaronder het tot stand

brengen van een interne markt. Dit was

al opgenomen in het EEG-Verdrag.18 Doch

hebben de Lidstaten zelf verzuimd deze

rechtsvragen in het Verdrag te beant-

woorden. Daarmee hebben ze het Hof van

Justitie in een lastig parket geplaatst. Het is

tevens de vraag of de toenmalige Lidstaten

tot overeenstemming zouden zijn gekomen

omtrent deze politiek gevoelige materie.

Het is evenwel efficiënt geweest om het

‘vuile werk’ door het Hof van Justitie te

laten opknappen.

De reden waarom deze rechtspraak door

de Lidstaten wordt geaccepteerd is groten-

deels van economische aard. De econo-

mische voordelen die verbonden zijn met

het lidmaatschap van de Europese Unie

worden namelijk belangrijker gevonden

dan het partiële verlies van soevereini-

teit.19 De interne markt heeft bijvoorbeeld

alleen zin als er meerdere Lidstaten aan

meedoen en allen zich conformeren aan

het Europees recht. Zolang eenieder

meedoet aan de interne markt hebben

zij daar allen voordeel bij. Dit voordeel

verdwijnt zodra men zich niet aan de

regels houdt en bijvoorbeeld zijn eigen

industrie gaat beschermen ten koste van

de anderen. Wanneer zo´n dissident niet

snel tot de orde wordt geroepen door de

andere Lidstaten of de Europese Unie

zelf zullen de overige Staten zich ook niet

meer houden aan het Europese recht en

hetzelfde doen. Dit heeft tot gevolg dat de

interne markt als een kaartenhuis in elkaar

stort. De Lidstaten houden elkaar dus in de

tang.

Het is de vraag waarom de Lidstaten niet

gewoon het Verdrag aanpassen als zij

grote moeite zouden hebben met deze

rechtspraak van het Hof. De Lidstaten

zijn immers de ‘Herren der Verträge’. Met

een simpele aanpassing van het Verdrag

zouden zij in theorie de gepleegde coup

door het Hof kunnen beteugelen. Echter, in

de praktijk is het Hof niet voor één gat te

vangen. Zoals we nu weten is het Europees

recht van supranationale aard. Degene die

de Verdragen uiteindelijk dient uit te leggen

is het Hof van Justitie zelf.20 De Lidstaten

kunnen in de Verdragen opnemen wat

ze willen, het Hof heeft uiteindelijk het

laatste woord. Het zal niet de eerste keer

zijn dat het Hof van Justitie middels uitleg-

Page 16: Juridisch Magazine

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

ging van de Verdragen de bevoegdheden

van Europa uitbreidt. Dit ten koste van de

Lidstaten en ondanks een in het Verdrag

duidelijk opgenomen verbod. Dit vraagt

om enkele voorbeelden:

Voorbeeld I: Het burgerschap van de

Unie. Burger van de Unie is eenieder die

de nationaliteit van een lidstaat bezit.21

Doch de vraag wie de nationaliteit van een

Lidstaat bezit is een aangelegenheid van

de Lidstaat zelf krachtens internationaal

recht.22 Echter, omdat met de nationaliteit

van een Lidstaat het burgerschap van de

Unie komt acht het Hof zichzelf hieromtrent

bevoegd.23 In het arrest Rottmann toetst

het Hof dan ook rustig of de intrekking van

de naturalisatie door een Lidstaat gerecht-

vaardigd is.24

Voorbeeld II: Arrest Kadi. Op grond van

een VN-resolutie, welke over was genomen

door de Raad werden de tegoeden van

de heer Kadi bevroren. Laatstgenoemde

bracht naar voren dat de overgenomen

VN-resolutie in strijd was met ander Euro-

pees recht. Het Gerecht van eerste aanleg

oordeelde dat de EG (de vroegere EEG),

net als de Lidstaten gebonden was aan het

VN-Handvest en de VN-resolutie dus niet

mag toetsen aan EG-recht. In hoger beroep

oordeelt het Hof van Justitie daarentegen

dat:‘(…) de bij een internationale over-

eenkomst opgelegde verplichtingen geen

afbreuk kunnen doen aan de constitutio-

nele beginselen van het EG-Verdrag’.25

Met andere woorden: het Hof acht zich

gewoon bevoegd de overgenomen VN-reso-

lutie te toetsen aan EU recht. Wat betreft de

voorrang van het VN-Handvest zegt het Hof

het volgende:‘(…) dat een gemeenschap-

handeling ter uitvoering van een dergelijke

resolutie strijdig is met een hogere norm

van de communautaire rechtsorde niet

impliceren dat wordt getornd aan de voor-

rang van deze resolutie op internationaal

rechterlijk vlak’.26

(Conclusie)Het zijn de Lidstaten geweest met

ver gaande ambities betreffende Europese

samen werking. Echter hebben ze half werk

geleverd en nagelaten onder ander het

Europese recht te karakteriseren. Het Hof

van Justitie heeft deze lacune naar eigen

goeddunken gedicht in de arresten Van

Gend en Loos en Costa v. E.N.E.L. Het heeft

zich daarbij niks te kort gedaan en zichzelf

gekroond tot zonnekoning van het Euro-

pese recht. En dit alles zonder enig rechts-

grondslag. De Lidstaten stonden erbij en

keken ernaar. Hoewel er aanvankelijk wel

enige protest was ten tijde van het wijzen

van deze arresten hebben de Lidstaten

deze rechtspraak moeten dulden. Dit

vanwege het feit dat zolang eenieder zich

aan het Europese recht houdt eenieder

daar (economisch) voordeel bij heeft. Het

zijn de Lidstaten die de verdragsluitende

partijen zijn. Zij kunnen de iure door

middel van het aanpassen van het Verdrag

anders beslissen. Echter de facto heeft het

Hof het laatste woord met de uitlegging van

het Verdrag wat enkel is voorbehouden aan

het Hof. Met de gepleegde coup door het

Hof van Justitie is het de lachende derde en

hebben de Lidstaten het nakijken.

1 R.R. Palmer, Joel Colton, Lloyd Kramer, A

History of the Modern World, New York

2007, p. 898.

2 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van

de Europese Unie, Den Haag 2010, p.

477.

3 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van

de Europese Unie, Den Haag 2010, p.

477-479.

4 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van

de Europese Unie, Den Haag 2010, p.

481.

5 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van

de Europese Unie, Den Haag 2010, p.

33.

6 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van

de Europese Unie, Den Haag 2010, p.

481-503.

7 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos.

8 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 13.

9 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 14.

10 <http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/

dat/11957E/tif/TRAITES_1957_CEE_1_

XM_0490_x111x.pdf>.

11 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 16.

12 Zaak 26/62 , Van Gend en Loos, r.o. 17.

13 Wouter G. Werner, Ramses A. Wessel,

Internationaal en Europees Recht,

Groningen 2005, p. 142.

14 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L.

15 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L, r.o. 10.

16 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L, r.o. 11.

17 Zaak 6/64, Costa v. E.N.E.L, r.o. 9.

18 <http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/

dat/11957E/tif/TRAITES_1957_CEE_1_

XM_0498_x333x.pdf>.

19 F. Amtenbrink, H.H.B. Vedder, Recht van

de Europese Unie, Den Haag 2010, p.

482.

20 Artikel 19 lid 1 VEU.

21 Artikel 20 lid 1 VWEU.

22 Zaak C-135/08, Rottmann, r.o. 39.

23 Zaak C-135/08, Rottmann, r.o. 46 e.v.

24 Zaak C-135/08, Rottmann, r.o. 56.

25 Gevoegde zaken C402/05 P en C415/05

P, Kadi, r.o. 285.

26 Gevoegde zaken C402/05 P en C415/05

P, Kadi, r.o. 288.The Casey Anthony

case

16

Page 17: Juridisch Magazine

Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer

PRESENTEER JIJ DE ZAAK AAN EEN ECHTE TOPCLIËNT?

Eén topcliënt. Eén zaak. Eén winnaar.Zorg dat je er bij bent!

Ben jij creatief, scherp, oplossingsgericht maar vooral: overtuigend? Ga dan naar www.werkenbijhouthoff .com en solliciteer vóór 1 oktober 2011.

MASTERCLASSCONVINCE YOUR CLIENT DAYS 9, 10 EN 11 NOVEMBER 2011

TOP LEVEL

Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer

Florine Keijzer

020 605 62 60

f.keijzer@houthoff .com

hb_cycd_a4_for_print.indd 1 7/27/11 5:38 PM

Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer

PRESENTEER JIJ DE ZAAK AAN EEN ECHTE TOPCLIËNT?

Eén topcliënt. Eén zaak. Eén winnaar.Zorg dat je er bij bent!

Ben jij creatief, scherp, oplossingsgericht maar vooral: overtuigend? Ga dan naar www.werkenbijhouthoff .com en solliciteer vóór 1 oktober 2011.

MASTERCLASSCONVINCE YOUR CLIENT DAYS 9, 10 EN 11 NOVEMBER 2011

TOP LEVEL

Heb je vragen? Neem dan contact op met Florine Keijzer

Florine Keijzer

020 605 62 60

f.keijzer@houthoff .com

hb_cycd_a4_for_print.indd 1 7/27/11 5:38 PM

Page 18: Juridisch Magazine

Allereerst de feiten. Het is 15 juli 2008 als

Anthony en haar moeder aangifte doen bij

de politie en Caylee als vermist opgeven.

Anthony heeft een maand eerder met haar

dochtertje het ouderlijk huis verlaten en

heeft Caylees grootouders al die tijd geen

kans gegeven hun kleinkind te bezoeken.

Bij de aangifte geeft Anthony aan dat haar

dochtertje dan al 31 dagen vermist is. Dit

leidt ertoe dat Anthony voor het eerst wordt

gearresteerd op verdenking van kinderver-

waarlozing en wordt vastgehouden omdat

ze volgens de rechter een tragische veron-

achtzaming voor het welzijn van haar kind

heeft laten zien, door Caylee niet eerder

als vermist op te geven. Op basis van een

tip in augustus ontstaat de overtuiging bij

de openbaar aanklager dat Caylee niet

meer in leven is. Hierdoor verslechtert de

positie van Anthony. In oktober werd haar

ten aanzien van een ‘grand jury’ moord,

gekwalificeerd kindermisbruik en vier

gevallen van het verstrekken van valse

informatie ten laste gelegd. De onduide-

lijkheid over de geschikte aanklacht lijkt

tot tot een einde te komen als in december

2008 een plastic zak wordt gevonden

met daarin de overblijfselen van Caylee.

Autopsie blijkt echter niets helemaal uit

te sluiten, doordat van het lichaampje van

Caylee niet veel meer dan een geraamte

is overgebleven. In april 2009 maken de

aanklagers bekend dat ze de doodstraf

zullen eisen tegen Anthony.1

Op basis van het voorgaande zou men

denken dat het een uitgemaakte zaak is,

maar dat is nog lang niet alles. Het verhaal

wordt pas interessant wanneer de verkla-

ringen van Anthony verder en verder uiteen

begonnen te lopen, het aantal deskun-

digen dat zich met de zaak bemoeit stijgt

en advocaten opstappen omdat ze de

leugens van Anthony zat zijn. Maar ook de

ouders van Anthony, die haar tot op het bot

verdedigen, spelen een opvallende rol. Zo

hebben ze verklaard dat het kind bij hun

in de achtertuin in het zwembad zou zijn

verdronken en dat vader George Anthony

zijn dochter zou hebben geholpen het kind

te verstoppen. Later ontkende hij dit weer.

Dit is echter nog altijd het standpunt waar

de verdediging aan vasthoudt. Daarnaast

werd beweerd dat George zijn dochter zou

hebben misbruikt, wat hij ontkende en ook

niet bewezen kon worden. Het wordt alle-

maal nog smeuïger als je hoort dat George

Anthony een gepensioneerd ‘homocide

detective’ is. George Anthony kwam later

weer in opspraak nadat hij kort vermist

was en had aangegeven zelfmoord te over-

wegen.2

De Amerikaanse media deed 24/7 verslag

van de zaak, op tv kon alles gevolgd

worden. Zo ook de getuigenverklaring

van een medewerker van een wegsleep-

bedrijf. De ouders van Anthony ten tijde

van Caylees vermissing werden gebeld

door een sleepbedrijf, omdat de auto van

Anthony was weggesleept. De medewerker

verklaarde in de rechtbank dat George

Anthony hem meedeelde, toen deze de

auto kwam ophalen, dat er een lijkenlucht

in de auto hing. Daarnaast zijn er sporen

van chloroform in de kofferbak gevonden.

Daar komt bij dat er door Anthony is

gezocht naar chloroform op haar computer.

Haar moeder heeft nog geprobeerd de jury

ervan te overtuigen dat zij degene was die

op internet naar het verdovende goed had

gezocht, maar zij bleek gewoon op haar

werk te zijn ten tijde van de zoekopdracht.

Al met al leek de auto in combinatie met

chloroform het meest doorslaggevende

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Redactioneel

The CaseyAnthonycaseDoor Bram zwagemakers

MISSChIEn WEl DE MEEST SPRaaKMaKEnDE REChTSzaaK In DE VEREnIGDE STaTEn Van DE laaTSTE TWInTIG JaaR IS DE CaSEy anThOny CaSE. DaGElIJKS BERIChTTEn allE GROTE nIEuWSSITES En KRanTEn uITVOERIG OVER hET VERlOOP Van DE zaaK Van DE 25-JaRIGE MOEDER uIT FlORIDa DIE ERVan WERD BESChulDIGD haaR DOChTERTJE CaylEE In 2008 OM

hET lEVEn TE hEBBEn GEBRaChT. DE zaaK STOnD BOl Van OnVERWaChTE WEnDInGEn, uITEEnlOPEnDE VERKlaRInGEn En BOVEnDIEn hEEl VEEl VRaaGTEKEnS.

18

“Ten tijde van de vermissing laat

Anthony een tatoeage zetten; ‘la dolce vita.”

Page 19: Juridisch Magazine

REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

19

bewijs. Men heeft echter nooit een wapen

gevonden en, als eerder gezegd, nooit de

toedracht van de dood van Caylee kunnen

bepalen.

Een ander saillant detail is het feit dat de

identiteit van de vader van Caylee onbe-

kend is. Anthony wordt verweten een

losbandig type te zijn. Dit getuigen de

foto’s die Anthony heeft gemaakt tijdens

het uitgaan, nadat volgens haar verkla-

ringen Caylee al vermist was. Ter terecht-

zitting zijn deze foto’s dan ook getoond.

Een veelvoudig gesuggereerd motief van

Anthony is dat ze Caylee in de weg zag

staan aan haar zorgeloze uitgaansleven en

haar contact met mannen. Ze heeft zelfs

tijdens die eerste maand een tatoeage

laten zetten met de tekst ‘bella vita’.

Anthony heeft zich tijdens de verhoren

een pathologisch leugenaar getoond door

de ene na de andere leugen te vertellen.

Ze lijkt een schizofrene persoonlijkheid te

bezitten die haar in haar verdediging niet

bepaald hielp.3 Het beste voorbeeld van

haar leugens was Anthony’s verklaring

dat het Caylees oppas was die haar zou

hebben vermoord. Deze vrouw genaamd

‘Zanny’ bleek niet eens te bestaan.

Wat duidelijk in deze zaak naar voren

komt is dat de jury wordt gestuurd door de

aanklager. Doordat er echter

geen sluitend bewijs is voor

de schuld van Anthony kan

men zich afvragen in welke

mate de jury, die geen

enkele vaardigheid bezit

om bewijs juridisch te

kunnen kwalificeren, objec-

tief kan bepalen of iemand

wel of niet schuldig zou

zijn. De druk moet onmenselijk zijn, en je

kan je ook afvragen of een burgerjury niet

per definitie geneigd is om de veilige weg

te kiezen en iemand eerder zal vrijspreken

dan in een stelsel als het Nederlandse zou

gebeuren. In het geval van Anthony heeft

de verdediging proberen te bewijzen dat er

sprake is van ‘reasonable doubt’, oftewel

een situatie waarin de jury Casey Anthony

niet met zekerheid schuldig kan achten

aan moord of het verder ten laste gelegde.

Zoals eerder gezegd was het erg lastig om

te bepalen hoe de aanklacht moest luiden.

Als ze zou worden veroordeeld voor ‘first-

degree murder’ kon ze worden veroordeeld

tot de doodstraf of levenslang. Van een

jury wordt verwacht dat ze geen aan de

zaakgerelateerde krantenartikelen lezen

en berichtgeving over de zaak vermijden.

In de Casey Anthony case was dat nage-

noeg onmogelijk, ze werden overal met de

zaak geconfronteerd. CNN liet zien hoe de

juryleden in een resort werden vertroeteld,

maar schenen ook een licht op de onmo-

gelijkheid om berichtgeving te vermijden.

Uiteindelijk zijn ze bijna 40 dagen bezig

geweest met de zaak, iets waar een door-

snee burger met een baan en gezin niet

blij van wordt.4 Als Nederlanders kijken

we met verbazing naar de beelden van de

terechtzitting en de hoge mate van subjec-

tiviteit en manipulatie die de betrokkenen

aan het daglicht brengen. Dat verwijt kan

zowel aan het adres van de klagende als

de verdedigende partij worden gemaakt.

Waarheidsvinding lijkt niet zozeer het doel

van de aanklager, maar meer het voor-

komen dat een moord als deze ongestraft

blijft.

Op 5 juli 2011 sprak de rechter het oordeel

van de jury uit. De jury is van mening dat

er sprake is van een ‘reasonable doubt’,

en dus dat Casey Anthony niet kan worden

veroordeeld voor ‘firstdegree murder’, dan

wel ‘aggravated manslaughter’, dan wel

‘child abuse’.5 Men vraagt zich nog altijd af

hoe het toch in ’s hemelsnaam zo kan zijn

dat iemand die alle schijn tegen heeft en

wiens richting alle aanwijzingen uitwijzen,

toch door de mazen van het net weet te

kruipen. Sinds het proces van O.J. Simpson

is het niet voorgekomen dat de heersende

publieke opinie zó verschilt van die van

de jury. Juryrechtspraak zou misschien

weer moeten zijn als het ooit bedoeld was,

namelijk dat de leden denken als burgers

en op hun gevoel afgaan en niet simpelweg

luisteren naar technische presentaties van

bewijzen en die dan als leken toch juri-

disch pogen te interpreteren.6 Criticasters

zijn van mening dat het jurysysteem geres-

pecteerd dient te worden, ook al bestaat de

mogelijkheid dat het oordeel geen reflectie

van de waarheid is.

Anthony zal op basis van hetgeen waar-

voor ze wel veroordeeld kon worden, het

verstrekken van onjuiste informatie, een

gevangenisstraf van maximaal vier jaar

kunnen krijgen. Aangezien ze al meer dan

twee jaar in voorarrest heeft gezeten, werd

ze binnen anderhalve week na de vrijspraak

vrijgelaten.7 De voorlopige slotsom van de

Casey Anthony case is dat er alleen maar

verliezers zijn, de moord is onopgelost,

juryleden worden met de dood bedreigd

en de vrijgesproken Anthony zal door de

maatschappij nooit volledig op vrije voeten

worden gesteld.

2 <http://www.washingtonpost.com>

Timeline in the Casey Anthony case

2 <http://www.cnn.com> Casey Anthony

won’t testify in her murder trial

3 <http://abcnews.go.com/US> Casey

Anthony Trial: Psychiatric Clues of an

Accused Child Killer

4 <http://www.nytimes.com/> A Murder

Trial as Tourist Draw in Central Florida

5 <http://www.washingtonpost.com>

Casey Anthony cleared of murdering

2-year-old daughter; defense attorney

criticizes the media

6 <http://www.usatoday.com> Casey

Anthony case: Hate the facts, not the

jury

7 <http://www.ibtimes.com> Casey

Anthony Verdict: Nancy Grace Blasts

Casey’s Defense Team Celebrations

“Een pathologische leugenaar met

een schizofrene persoonlijkheid,”

Slachtoffertje Caylee Anthony.

Page 20: Juridisch Magazine

InwerkingtredingHet Wv wordt al in 2007 ingediend en in

december 2009 aangenomen. Waarom

wachten we al zo lang op haar inwer-

kingtreding? De invoering van het Wv

zal gecombineerd worden met de Invoe-

ringswet vereenvoudiging en flexibilisering

bv-recht,2 zij is nog in behandeling bij de

Tweede Kamer. Samen met de herziening

van de structuurregeling3 en de invoering

van de personenvennootschappen4 vormt

zij de laatste stap richting modernisering

van ons ondernemingsrecht. Wat zijn de

belangrijkste wijzigingen die het wetsvoor-

stel met zich mee zal brengen?

Oprichting en kapitaalbeschermingKapitaal vormt de klem op het vermogen

van een bv. Het doel van kapitaalbescher-

ming ligt voornamelijk in crediteurenbe-

scherming. De kern van het idee is dat bij

oprichting van een vennootschap er een

bepaald kapitaal bijeengebracht wordt

door middel van storting op de aandelen

door aandeelhouders. Dit kapitaal dient

bijeen te blijven en niet te worden aange-

tast door bijvoorbeeld uitkeringen aan

aandeelhouders. Omdat dit kapitaal in

de vennootschap moet blijven, wordt

er wel gesproken van een kapitaalklem.

Deze bescherming wordt ontleend aan de

tweede EG-Richtlijn.

Zowel de Europese als onze nationale

wetgever, koos een preventieve benade-

ring als uitgangspunt. Misschien wel een

van de meest bekende bepalingen vormt

nu nog het minimumkapitaalvoorschrift

van art. 2:178 lid 2 BW. Dit is de rege-

ling dat aandeelhouders zijn verplicht tot

volstorting van de aandelen, zodat de bv

over een minimumkapitaal van 18.000

euro beschikt. Wel kan deze stortingsplicht

in een overeenkomst ten dele worden

uigesteld (art. 2:191 BW). Ten hoogste 75%

van de nominale waarde van het aandeel

mag later, als het wordt opgevraagd door

de vennootschap, worden gestort. Kortom:

minimaal 25% van de nominale waarde van

een aandeel op naam (in geld) dient door

de aandeelhouder te worden volgestort.

Als niet aan deze stortingsplicht wordt

voldaan, dan kan het bestuur op grond van

art. 2:180 lid 2 sub b en c BW aansprakelijk

worden gesteld.5 Bij de inwerkingtreding

van het Wv zal deze minimumkapitaaleis

komen te vervallen. Dit geldt tevens voor

het feit dat de statuten het maatschap-

pelijk kapitaal6 dienen te bepalen en ook

voor het vereiste dat ten minste twintig

procent van dit maatschappelijke kapitaal

geplaatst moet zijn (art. 2:178 lid 1 en 4

BW). Het nieuwe art. 2:178 lid 1 Wv bepaalt

dat de statuten het nominale bedrag van

de aandelen vermelden, en dat indien de

statuten bepalen dat er een maatschappe-

lijk kapitaal is, het bedrag daarvan wordt

vermeld. Dit heeft als gevolg, dat het in de

toekomst veel eenvoudiger zal worden om

een bv op te richten, omdat je simpelweg

geen zak met geld meer achter de hand

hoeft te hebben om een bv te kunnen

oprichten, of niet meer bij de bank hoeft

aan te kloppen voor krediet. Dit is erg

aantrekkelijk in Europese context, aange-

zien nu veel oprichters een Engelse Limited

(Ltd.) verkiezen als ondernemingsvorm

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Redactioneel

Wetsvoorstel Flex-bv:revolutionair of overrated?Door: Rachelle Carolien Boneva

AlTIJD al GEDROOMD Van hET OPRIChTEn Van EEn EIGEn BV? Dan IS BInnEnKORT DE KanS DaaR OM haaR WaaR TE MaKEn! hET MOMEnT Van DE InWERKInGTREDInG Van DE WET VER-EEnVOuDIGInG En FlExIBIlISERInG BV-REChT1 (WV) IS nOG nIET BEKEnD, MaaR zIJ zal DE SlEuTEl KunnEn VORMEn In DE VERWEzEnlIJKInG Van DEzE DROOM. hET TOEKOMSTIGE

BV-REChT, zal MET haaR FlExIBIlISERInG hET VOORuITzIChT Van POTEnTIëlE OPRIChTERS Van EEn BV EEn STuK aanTREKKElIJKER MaKEn. DE MInIMuMKaPITaalEIS VERValT, WaaRDOOR GEEn zaK GElD MEER nODIG IS OM EEn BV TE KunnEn STaRTEn. naaST VERSOEPElInG Van KaPITaalBESChERMInG zIJn ER nOG anDERE WIJzIGInGEn DIE BOEK 2 Van hET BuRGERlIJK WETBOEK (BW) zal OnDERGaan. zIJn ER InDERDaaD zOVEEl VOORDElEn aan hET WETSVOORSTEl OF IS DE DROOM TOCh TE MOOI OM WaaR TE zIJn?

20

Page 21: Juridisch Magazine

REDaCTIOnEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

21

boven die van een bv, omdat voor oprich-

ting van zo’n Limited geen minimumkapi-

taaleis geldt.

Het wetsvoorstel schrapt tevens de kapi-

taalklem. Zij introduceert een nieuwe

wettelijke uitkeringsmaatstaf voor divi-

denduitkering. De huidige regeling bepaalt

in art. 2:216 lid 8 en 9 BW dat geen enkele

aandeelhouder mag worden uitgesloten

van het delen in de winst. Wat betreft de

bevoegdheid tot uitkering bestaat thans

de gouden regel vervat in art. 2:216 lid 1 en

9 BW. De omvang van de uitkering wordt

bepaalt door het eigen vermogen, zij mag

niet dalen onder het gebonden vermogen.7

De sanctie die hierop staat is dat de uitke-

ring teruggevorderd kan worden op grond

van onverschuldigde betaling (lid 8).

Omdat uit het oogpunt van crediteurenbe-

scherming de gouden regel tekortschiet,

geeft jurisprudentie aanvullende bescher-

ming. Zo blijkt uit het arrest Nimox,8 waarin

de Hoge Raad heeft bepaald dat zowel

het besluit zelf, als het stemmen voor het

dividendbesluit onrechtmatig kan zijn.

Ook als er vrije ruimte is als bedoeld in art.

2:216 lid 2 BW. Onrechtmatig is het geval

wanneer de aandeelhouder wist, dan wel

behoorde te weten dat door dit besluit de

crediteuren zouden worden benadeeld.

De nadruk ligt hier op de aansprakelijk-

heid van de aandeelhouders. In het arrest

Reinders9 ligt het zwaartepunt op de rol

van het bestuur. Zij kan haar taak onbe-

hoorlijk vervullen, aangezien zij een eigen

belangrijke taak vervult bij de beoordeling

van het dividendbesluit. In dat geval kan er

ook sprake zijn van onrechtmatig handelen

tegenover vennootschapscrediteuren.

Het toekomstige bv-recht kent een totaal

nieuwe wettelijke uitkeringsmaatstaf. Zij

bepaalt allereerst dat de algemene verga-

dering van aandeelhouders (AVA) hiertoe

bevoegd is, maar goedkeuring vereist

van het bestuur (het nieuwe art. 2:216

lid 1, eerste zin en lid 2 eerste zin Wv).

Het bestuur zal deze goedkeuring slechts

weigeren, indien zij weet of redelijkerwijs

behoort te voorzien dat

de bv na uitkering niet

zal kunnen blijven voort-

gaan met het betalen

van opeisbare schulden.

Doet zij dit niet dan kan

zij hoofdelijk aansprake-

lijk gesteld worden. Dit

is de introductie van de

zogenaamde uitkeringstest10 (art. 2:216 lid

2, tweede zin Wv). Wat betreft de omvang

is de AVA bevoegd voor zover het eigen

vermogen groter is dan de wettelijke en

statutaire reserves (lid 1, eerste zin Wv).

Dit heeft tot gevolg dat het gestorte en

het opgevraagde kapitaal in de toekomst

mogen worden gebruikt voor uitkering aan

aandeelhouders! Zij hebben dus geen kapi-

taalbeschermingsfunctie meer. Daarnaast

stelt zij aandeelhouders aansprakelijk bij

uitkering ter kwader trouw. De bepaling

is als het ware een uitwerking van beide

arresten en haar criteria. Zij zal in de prak-

tijk dus geen drastische wijziging tot stand

brengen, maar eindelijk voor een wette-

lijke kapstok zorgen voor de crediteuren

van de vennootschap, in plaats

van louter bestaand jurispru-

dentierecht. Dit in het licht van

afschaffing van de preventieve

benadering die uitging van een

kapitaalklem.

Daarnaast zijn er nog vele kapi-

taalbeschermingsbepalingen

die zullen worden afgeschaft,

zoals de verplichte bankver-

klaring (art. 2:203a BW), de

zogenaamde nachgründungsre-

geling (art. 2:204c BW) en het verbod op

financiële steunverlening (art. 2:207c BW).

Ik zal de betekenis van deze huidige rege-

lingen nog even kort toelichten.

De verplichte bankverklaring is een verkla-

ring dat is volgestort op het aandeel, art.

2:203a lid 1 sub a of b BW. Het criterium dat

gehanteerd wordt om na te gaan of aan de

storingsplicht is voldaan, wordt afgeleid uit

het Bas-C arrest.11 Bij oprichting van een bv

dient nagegaan te worden, of het geld wel

daadwerkelijk door de oprichter/aandeel-

houder ter beschikking aan de vennoot-

schap wordt gesteld. Het geld moet als

het ware van buitenaf in het vermogen van

de bv vloeien. Hieraan wordt niet voldaan

indien de storting plaatsvindt met gelden

die zijn geleend door de bv in oprichting.12

Een geldige bankverklaring zelf is dus niet

doorslaggevend voor de vraag of aan deze

stortingsplicht is voldaan! Vanwege deze

geringe betekenis zal zij dan ook worden

geschrapt.

De nachgründungsregeling of quasi-

inbreng, ziet op de situatie van verkrijging

van een vermogensbestanddeel dat een

jaar voor oprichting of nadien toebehoorde

aan oprichter of aandeelhouder. Ontbreekt

aan deze rechtshandeling goedkeuring

van de AVA of een deskundige verklaring

als bedoeld in art. 2:204c lid 3 BW, dan kan

zij worden vernietigd (lid 1). De nachgrün-

dungsregeling zal ook worden afgeschaft.

Het verbod op financiële steunverlening

vormt tot op heden een grote bron van

onduidelijkheid, omdat geen goed onder-

scheid kan worden gemaakt tussen de

verschillende financieringswijzen: het

verbod op financiële steunverlening, strek-

kende tot zekerheid en de geoorloofde

lening genoemd in het huidige art. 2:207c

lid 2 BW. In het arrest Muller q.q./Rabo-

bank,13 is een doorleenconstructie geoor-

loofd geacht. Deze situatie ziet dus niet op

het verbod van zekerheidsstelling aan een

derde, omdat in casu sprake was van eigen

zekerheidsverschaffing door de bv voor

haar eigen geldlening. Het is geoorloofd

dat de bv dit geld doorleent aan een derde.

De zekerheidsstelling en de doorlening

moeten namelijk onafhankelijk van elkaar

worden beoordeeld op hun rechtsgeldig-

heid. Deze bepaling wordt mede geschrapt

omdat zij niet noodzakelijk is voor credi-

teurenbescherming. Haar ratio lag in het

voorkomen van ontduiking van de regels

omtrent inkoop van eigen aandelen, maar

de aansprakelijkheid wordt hier op grond

van onder andere artt. 2:9 en 2:248 BW

verruimt.

“Schaft de verplichte

blokkeringsregeling af.”

“Afschaffing minimumkapitaaleis

aantrekkelijk gevolg.”

Page 22: Juridisch Magazine

Flexibilisering van de rechten van aandeelhouders Rechten verbonden aan aandelen, zijn in

twee categorieën te verdelen: vermogens-

rechtelijke rechten (recht op dividenduit-

kering, art. 2:216 BW) en zeggenschaps-

rechten (stemrecht in de AVA). Het huidige

uitgangspunt is dat er altijd een stem- en

winstrecht aan een aandeel is verbonden.

Met het wetsvoorstel voert het nieuwe lid

7 van art. 2:216 Wv de mogelijkheid tot

winstrechteloze aandelen in. Wat betreft

zeggenschapsrechten, wordt het uitgangs-

punt nu gevormd door art. 2:228 BW.

Elke aandeelhouder heeft ten minste één

stem. De stemrechtverdeling is gekoppeld

aan de nominale waarde van het aande-

lenbezit. Met het wetsvoorstel wordt dit

uitgangspunt losgelaten, maar blijft de

hoofdregel bestaan dat de stemrechtverde-

ling is gekoppeld aan de nominale waarde

van het aandelenbezit. Echter afwijking

bij statuten wordt mogelijk door unani-

miteit van stemmen. Dit impliceert dat

stemrechtloze aandelen kunnen worden

gecreëerd en dat aandelen met meer-

voudig stemrecht kunnen bestaan. Het

nieuwe art. 2:190 Wv bepaalt dat wanneer

er geen stemrecht en geen winstrecht aan

een aandeel is verbonden dit recht niet als

aandeel kan worden aangemerkt.

Tot op heden kennen we twee systemen

met betrekking tot aandelenoverdracht:

de goedkeuringsregeling (art. 2:195 BW)

en de aanbiedingsplicht (art. 2:195a BW).

Het wetsvoorstel schaft de verplichte blok-

keringsregeling af en introduceert een

uitsluitingsclausule (art. 2:195 lid 3 Wv).

Het nieuwe uitgangspunt is geen beper-

kingen bij eigendomsoverdracht, maar

overdraagbaarheid kan bij statuut voor een

bepaalde tijd worden uitgesloten. Bepalen

de statuten anders, dan geldt nog een

restant van de aanbiedingsregeling.

De bevoegdheidsverdeling van de AVA zal

daarnaast minder dwingendrechtelijk van

aard worden. De statuten gaan voorzien

in de mogelijkheid om de bevoegdheid

tot benoeming en ontslag van bestuurders

toe te kennen aan een bijzondere groep

aandeelhouders (art. 2:242 en 244 Wv).

Dit is slechts mogelijk bij unanimiteit van

stemgerechtigde aandeelhouders (art.

2:242 lid 1 jo. 228 lid 4 Wv). Daarnaast is

er een ondergrens bepaald. Elke stemge-

rechtigde aandeelhouder moet ten minste

over de benoeming van één bestuurder

hebben kunnen stemmen. Ontslag kan ook

door een ander orgaan mogelijk worden

gemaakt, zie art. 2:189a Wv.

het wetsvoorstel vereist straks ook geen statutaire grondslag meer voor de totstandkoming van besluitvorming buiten de aVa als alle aandeelhouders instemmen (art. 2:238 lid 1 Wv). Daarnaast maakt zij een buitenlandse vergaderplaats mogelijk voor besluitvorming in de aVa. Conclusie Het beeld van een toekomstig oprichter,

aandeelhouder en bestuurder van een bv

zal er met de inwerkingtreding van het Wv

zeker niet minder aantrekkelijk uit gaan

zien! Zij biedt vele extra’s, maar men dient

zich tegelijkertijd wel te behoeden voor een

‘roze bril effect’ dat het wetsvoorstel met

zich mee kan brengen. Het meest nadelige

gevolg van versoepeling van de kapitaal-

beschermingsregels, is dat aansprakelijk-

heid van bestuurders en aandeelhouders

zal worden verruimd. Op het eerste gezicht

lijkt het zo dat het wetsvoorstel rigoureuze

wijzigingen met zich meebrengt. Echter,

in het licht van de huidige ondernemings-

rechtpraktijk kan zij beter worden gezien

als een wenselijk, bijna noodzakelijke

aansluiting op de bestaande werking van

het recht, de rechtspraak en de positie van

andere landen. Zij zal immers zorgen voor

een aantrekkelijker ondernemingsklimaat

in Europa.

REDaCTIOnEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

“Zij biedtvele extra’s.” 1 Wetsvoorstel 31.058.

2 Wetsvoorstel 32.426.

3 Wetsvoorstel 28.179.

4 Wetsvoorstel 28.746.

5 Een vordering tot volstorting, is een

rechtsvordering tot nakoming van een

verbintenis uit een overeenkomst tot

geven. Gelet op art. 3:307 lid 1 BW geldt

dan een verjaringstermijn van vijf jaar,

HR 17 oktober 2003, NJ 2004, 282 (De

Rijk q.q./Van Roy).

6 Dit is het maximale bedrag waarvoor

aandelen kunnen worden uitgegeven

zonder statutenwijziging.

7 Het gebonden vermogen bestaat uit het

gestorte en opgevraagde kapitaal plus

wettelijke en statutaire reserves.

8 HR 8 november 1991, NJ 1992, 174

(Nimox).

9 HR 6 februari 2004, JOR 2004/67 (Rein-

ders).

10 Deze uitkeringstest geldt ook voor de

nieuwe regeling voor inkoop van eigen

aandelen, zie art. 2:207 lid 2 Wv.

11 HR 11 juli 2003, NJ 2003, 630 (Bas-C).

12 Deze situatie dient goed te worden

onderscheiden van het rechtsgeldige

kasrondje, waarbij daadwerkelijk op de

bankrekening is gecrediteerd, maar dit

bedrag later weer naar de rekening van

de oprichter is afgeboekt.

13 HR 7 mei 2004, JOR 2004, 161 (Muller

q.q./Rabobank).

22

Page 23: Juridisch Magazine

De masterclass van Pels RijckenMeld je nu aan op pelsrijcken.nl/mrz

30 november tot en met 2 december

mr.

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

mr-Z 2011 advertentie A4.indd 1 11-08-11 16:28

De masterclass van Pels RijckenMeld je nu aan op pelsrijcken.nl/mrz

30 november tot en met 2 december

mr.

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

mr-Z 2011 advertentie A4.indd 1 11-08-11 16:28

Page 24: Juridisch Magazine

De laatste tijd kamp ik met het gevoel dat

alles wat standaard of normaal slecht is, en

alles wat uitdagend, nieuw en verfrissend

goed is. Dit verklaart denk ik mijn drang

naar avontuur. Je zult me niet snel een hele

dag thuis op mijn kamer vinden. Waarom

zou ik mijn dagen slijten op een kamer

van slechts vijftien vierkante meter, als

het stadspark, de stad en het Paterswold-

semeer om de hoek zijn? Nee, liever trek

ik erop uit, bind ik skates onder en cross

ik stad en platteland door op zoek naar

plekjes die ik nog niet eerder heb gezien.

Na een lange dag studeren in de Univer-

siteitsbibliotheek voel ik mijn lichaam

dan ook verlangen naar een stuk keihard

rennen om op die manier het uiterste uit

me te halen. En na een dagje werken ga

ik liever nog een uurtje body-fitten om het

gevoel te hebben dat ik alles heb gegeven,

dan dat ik op de bank plof en de televisie

aanzet.

‘s Avonds nog even mee een drankje in

de stad doen? Natuurlijk! Je bent jong, je

leeft maar één keer en voor je het weet is

je studententijd voorbij. Wie herkent dit

gevoel nou niet? Het verlangen naar avon-

tuur komt dan ook voort uit een angst

om op een dag wakker te worden en te

denken ‘oh nee, mijn leven is voorbij en

wat heb ik eigenlijk gedaan?’ Ik denk dat

bijna elke student (en niet-student) dit

gevoel herkent. Er is een soort continue

drang om geen mogelijkheid onbenut te

laten en alles te geven. En het is juist dit

gevoel dat je aanmoedigt om het avontuur

op te zoeken. Toegegeven, bij de een meer

dan bij de ander, maar ik ken maar weinig

mensen die écht kunnen genieten van

dagenlang niks doen. Of zie ik het verkeerd

en ga ik alleen maar om met mensen die

ook ondernemend zijn?

Op het moment dat ik deze column schrijf

ben ik nog in Groningen, maar over minder

dan een week verlaat ik Groningen voor

een half jaar. Op het moment dat jullie dit

lezen ben ik net vier weken in mijn eentje in

een appartementje in Montpellier geweest

om Frans te leren. En nu heb ik hopelijk

mijn draai gevonden in Galway, Ierland,

waar ik mezelf onder kan dompelen in een

compleet nieuwe omgeving, met nieuwe

mensen en een nieuwe universiteit. Ik heb

me de laatste tijd vaak afgevraagd waarom

ik mezelf dit allemaal op de hals haal en

waarom ik in mijn eentje zoveel wil onder-

nemen. Ik vind het spannend, maar ook

leuk... voor mij is dit op en top avontuur.

Ik hoop op veel onverwachte, spannende,

maar leuke gebeurtenissen en de nodige

impulsieve acties.

Of je nou naar het buitenland gaat of niet,

avontuur is overal. Je moet alleen even

breken met de sleur. Think outside the box. Volg een talencursus en boek een last-

minute naar dat land om je talenkennis te

testen, neem de trein en ga naar de andere

kant van het land – gewoon omdat je nu nog

je studenten OV hebt. Neem een proefles

paaldansen (vooral een tip voor de dames,

ik hoorde laatst dat je hier een ontzettend

strak lichaam van krijgt!), neem een keer ‘s

ochtends een verfrissende duik in plaats

COluMn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Column

Neem jezelf eens mee op avontuur!Door Tanja Schasfoort

AVOnTuuR zn Onz, (-TuREn MV): OnVERWaChTE, SPannEnDE MaaR lEuKE GEBEuRTEnIS. aVOnTuuR – Dé DRIJFVEER aChTER MIJn lEVEn. hET WOORD aVOnTuuR KlInKT ME alS IETS MOOIS In DE OREn En TOVERT GElIJK EEn GlIMlaCh OP MIJn GEzIChT. IK lEEF Dan OOK hET lIEFST VOlGEnS hET MOTTO ‘EEn DaG GEEn aVOnTuuR, IS EEn DaG nIET GElEEFD’. MISSChIEn

IS DIT EEn BEETJE ExTREEM, MaaR IK DEnK DaT hET nODIGE aVOnTuuR IEDEREEn EEn ExTRa GlanS aan hET lEVEn GEEFT. BESTE MEnSEn, nEEM JEzElF EEnS MEE OP aVOnTuuR!

24

“Je moet alleen even breken met de sleur. Think

outside the box!.”

Page 25: Juridisch Magazine

COluMnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

25

van tot elf uur in je bed te blijven liggen. En

mocht je je liever vasthouden aan je oude

gewoontes, ook dan kun je gemakkelijk je

dagelijkse bezigheden veranderen in meer

avontuurlijke acties. Kies in de kroeg een

keer iets anders dan je standaarddrankje,

bezoek eens een kroeg waar je nog nooit

van had gehoord in plaats van elke week

hetzelfde rijtje kroegen af te struinen en

maak eens een praatje met iemand waar je

anders gewoon aan voorbij was gelopen.

Wie weet wat voor extra leuke situaties dit

op levert. Kortom: in welke mate dan ook,

neem jezelf eens mee op avontuur!

Page 26: Juridisch Magazine

Valencia de stadZoals gezegd heeft Valencia een strand,

een veelzijdig centrum en heel veel groen.

Het strand ligt ten oosten van de stad en is

gemakkelijk te bereiken met de tram of met

de bus. Het is mooi, rustig en niet te warm.

Ondanks dat de temperatuur hier tot meer

dan dertig graden kan oplopen is de tempe-

ratuur op het strand te verdragen. Er heerst

namelijk een landinwaartse wind. Deze

zorgt ook voor verkoeling in het centrum

door een zo nu en dan opkomend briesje.

De Middellandse Zee is helderblauw, het

zand is licht en langs het strand staan

palmbomen. Onder andere deze factoren

zorgen ervoor dat het strand heerlijk is om

even bij te komen van de stadsdrukte of

van een avond stappen.

Een veelzijdig centrum betekent dat het

centrum bestaat uit een oud centrum en

een hip centrum. Het oude centrum ligt

midden in de stad. Dit gedeelte van het

centrum heeft veel gezellige terrasjes,

musea en uitgaansgelegenheden. De

ter ras jes liggen vaak aan een plein (plaza).

In de binnenstad zijn heel veel pleinen te

vinden, van groot naar klein en van rustig

naar druk. Een erg gezellig plein is Plaza

de la Virgen. Dit plein biedt veel gezellige

terrasjes en culturele activiteiten. Eén keer

per week is er een cultureel hoogstandje

voor de rechtenstudent. Ieder donderdag

STuDEnT anD ThE CITy JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Student and the city

Una cerveza, por favor!1

Door anne Dekker

IEDEREEn KEnT DE WERElDSTEDEn BaRCElOna En MaDRID. DEzE WERElDSTEDEn zIJn allEEn al BEKEnD VanWEGE VOETBal. EEn DuEl TuSSEn FC BaRCElOna En REal MaDRID, MaaKT nIET allEEn hEEl VEEl lOS BIJ SPanJaaRDEn, MaaR OOK BIJ nEDERlanDERS. DaaRnaaST IS MaDRID BEKEnD VanWEGE hET FEIT DaT hET DE hOOFDSTaD Van SPanJE IS En IS BaRCElOna BEKEnD VanWEGE DE

‘SaGRaDa FaMIlIa’. BEIDEn zIJn METROPOlEn. MaDRID IS DE GROOTSTE STaD Van SPanJE GEVOlGD DOOR BaRCElOna. OP DE DERDE PlaaTS STaaT EEn STaD DIE MInDER BEKEnD IS Dan GEnOEMDE STEDEn. DEzE STaD lIGT aan DE MIDDEllanDSE zEE En aan DE RIVIER DE TuRIa. DE STaD hEEFT EEn STRanD, EEn VEEl-zIJDIG CEnTRuM En hEEl VEEl GROEn. hET GaaT hIER OVER ValEnCIa, EEn POlIS DIE OnTEREChT MInDER BEKEnD IS Dan VOORGEnOEMDE METROPOlEn.

26

Page 27: Juridisch Magazine

STuDEnT anD ThE CITyJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

27

om twaalf uur komt het Tribunal de las

Aquas (Watertribunaal) bijeen voor de

Puerta de los Apóstolos om te beslissen

over te waterverdeling over de acht

ace quias. De beslissingen van het watertri-

bunaal zijn bindend. Zelfs het hoogge-

rechtshof in Madrid kan de beslissingen

niet terugdraaien.2 Hiernaast zijn er genoeg

andere musea of culturele gelegenheden

om te bezoeken. Heb je geen zin in cultu-

rele activiteiten dan is gewoon wandelen

door het centrum genoeg. De gebouwen

zijn erg mooi. Het is dan ook aan te raden

om omhoog te kijken. Het oude centrum

verschaft ook veel uitgaansmogelijkheden.

Hiervoor moet je zijn bij Plaza Tossal. Aan

dit plein en de omliggende straten liggen

veel kleine cafeetjes, pubs en discotheken.

Begin de avond in een leuk cafeetje en

bestel daar het drankje: ‘Agua de Valencia’.

Dit is het drankje van Valencia en bestaat

uit mousserende wijn, sinaasappelsap en

wodka, gin of cointreau. Aan de Plaza de

Tossal ligt de Calle Caballeros. Deze straat

biedt veel cafés en discotheken om de

avond te vervolgen.3

Het hippe centrum ligt rondom het

metrostation ‘Colon’. Dit gedeelte van

het centrum is het ‘shop’ gedeelte. Er is

voor ieder wat wils. In de hoofdstraat zijn

de betaalbare winkels te vinden, zoals

bijvoorbeeld de Zara. In een andere winkel-

straat zijn wat duurdere, chiquere en extra-

vagantere winkels te

vinden. Vanzelfspre-

kend zijn er in het

gehele centrum veel

restaurants te vinden

om vanaf 20.00 uur

echt Spaans te eten.

Tussen het centrum

en het strand ligt het

gedeelte waar erg veel studenten leven.

Het bestaat uit de universiteit, restaurants

en clubs om uit te gaan. De restaurants zijn

vooral te vinden aan de Avenida Blasco

Ibáñez. In het tapasrestaurant Montaditos

kan er woensdags tapas voor €1,- gegeten

worden en er kan voor hetzelfde bedrag

een biertje gedronken worden. De hippe

clubs waar het nachtleven plaatsvindt zijn

te vinden langs het strand. Clubs waar

je geweest moet zijn, zijn Akuarella, Las

Animas en L’Umbracle. Wees wel gewaar-

schuwd, de clubs vragen soms €20,-

entree kosten en een drankje kost al snel

€10,-. Niet iets voor iedere dag, maar zeker

wel leuk om zo nu en dan naartoe te gaan,

want het is zien en gezien worden!

Valencia ligt aan de rivier de

Turia. Tegenwoordig stroomt

deze rivier om de stad heen.

Vroeger stroomde de rivier

dwars door de polis. De rivier

is drooggelegd en de over-

gebleven rivierbedding is

omgebouwd tot het park ‘de

Jardines del Turia’.4 Het park

is mooi, groen en rustgevend.

Het bevat veel bomen en op sommige

plekken liggen voetbalvelden waarop de

lokale bevolking een potje voetbal tegen

elkaar speelt. ‘De Jardines’ is niet het enige

groen in de stad. Kenmerkend zijn de vele

hofjes. De hofjes verschillen van grote. Ze

bestaan uit bomen, gras en bankjes. De

kleine tuintjes worden door bewoners van

de stad vooral gebruikt om hun hond uit te

laten. Pas dus op dat je niet in een honden-

drol stapt! ‘De Jardines del Turia’ en de vele

hofjes vormen naast het strand mooie

gelegenheden om te ontspannen.

VervoerValencia beschikt over veel verschillende

vervoersmiddelen. Je kan onder andere

een fiets huren. De stad is te groot om

alles te kunnen lopen, maar fietsend is het

zeker te doen. De langste fietstocht duurt

waarschijnlijk vijfenveertig minuten. Niet-

temin, voor Groningse studenten is dit

waarschijnlijk te lang. Gelukkig beschikt

Valencia ook over de bus, de tram en de

metro. Het busnetwerk is erg groot en

loopt door de hele stad. Een kaartje voor

de bus kost hoogstens €2,-. Wil je nog

goedkoper reizen pak dan de tram en/ of

de metro. Voor de tram en de metro kan

je één en hetzelfde kaartje gebruiken. Een

kaartje van €7,55 bestaat uit tien strippen

en is gelijk aan tien ritten. Aan het open-

baar vervoer merk je dat Valencia niet de

grootste stad van Spanje is. De laatste

tram en metro rijden namelijk rond 23.00

uur. Dit is erg vroeg, gezien het feit dat de

avonden in Spanje pas echt beginnen rond

21.00 uur. Uiteraard beschikt Valencia ook

over taxi’s. Eén taxirit van een kwartier kost

ongeveer €6,-.

SlotwoordValencia mag dan wel kleiner zijn dan

Madrid en Barcelona, het is onterecht dat

de stad relatief onbekend is. Door het

mooie strand, het levendige centrum en

de vele parken biedt de stad veel verschil-

lende activiteiten. Valencia is groots,

gezellig en dynamisch. Kortom een stad

waar je een keer geweest moet zijn.

“…komt het Tribunal de las Aquas

(Watertribunaal) bijeen….”

“De Middellandse Zee is

helderblauw….”

1 Spaans voor: Een biertje, alstublieft!

2 Daniel Izquierdo Hänni, ANWB extra Valencia, Den Haag: ANWB bv, p. 35, 36.

3 Daniel Izquierdo Hänni, ANWB extra Valencia, Den Haag: ANWB bv, p. 44-47.

4 Daniel Izquierdo Hänni, ANWB extra Valencia, Den Haag: ANWB bv, p. 8.

Page 28: Juridisch Magazine

hoe bent u rechter geworden?Toen ik in Groningen rechten studeerde was

ik vanaf het begin van plan om advocaat te

worden. Ik ging vrij snel door mijn studie

heen. Aangezien ik eigenlijk nog

niet zo jong al aan het werk wou

gaan, heb ik een jaar faculteits-

bestuur gedaan in de tijd dat

prof. Lokin (hoogleraar rechtsge-

schiedenis, red.) decaan van de

faculteit was. Ergens in die tijd

las ik een stuk in de Haagse Post

over de Raio. Raio’s werden hierin

neergezet als ‘de raspaardjes van

Justitie’. Mijn nieuwsgierigheid

was geprikkeld. Toen vervolgens

een vriend van me de selectie

ging doen en mij de papieren liet

zien dacht ik: dat wil ik ook wel

proberen! Ik heb zijn inschrijfformulieren

gekopieerd en ingevuld. Hierop werd ik

uitgenodigd voor gesprek. Ik heb de oplei-

ding goed doorlopen en werd in 1989

rechter in Groningen. Dit heb ik gedaan

tot en met 1994. Daarna kwam de moge-

lijkheid om op de Nederlandse Antillen te

werken bij het Hof. Dit was een bijzondere

ervaring: als rechter krijg je daar de meest

uiteenlopende zaken te behandelen, in

eerste aanleg allemaal enkelvoudig. Na

drie mooie en leerzame jaren solliciteerde

ik en werd ik aangenomen als kanton-

rechter in Leeuwarden. Na enige tijd werd

ik daar voorzitter van de sector strafrecht.

Later werd ik voorzitter van de civiele sector

in Assen. Vervolgens heb ik gewerkt bij het

gerechtshof in Amsterdam. Als sectorvoor-

zitter ben je vooral manager, hoewel je nog

wel inhoudelijk werk doet. Anderhalf jaar

geleden heb ik gesolliciteerd op de functie

van president van de rechtbank in Assen

en die functie heb ik gekregen.

Wat houdt u als president het meest bezig?De president van een rechtbank is de voor-

zitter van het gerechtsbestuur. De recht-

bank bestaat uit verschillende sectoren,

strafrecht, civiel recht en bestuursrecht,

en elke sector heeft een sectorvoorzitter

die fungeert als baas van de afdeling.

Verder zitten de sectorvoorzitters in het

bestuur van de rechtbank, samen met de

president van de rechtbank en de direc-

teur bedrijfsvoering. Meestal doet een

president zelf geen rechterswerk. Ik doe dit

bewust wel, omdat ik het inhoudelijk werk

anders mis maar bovendien ook om een

gevoel te hebben over de werksfeer in de

rechtbank. Van meet af aan is mijn

taak geweest om zoveel mogelijk

samen te werken met de andere

noordelijke rechtbanken, die van

Groningen en Leeuwarden om de

samenvoeging van de drie recht-

banken voor te bereiden. Het is

de bedoeling dat we in Nederland

teruggaan van negentien naar tien

arrondissementen. In het noorden

komt dan één rechtbank: rechtbank

Noord Nederland. De drie locaties

blijven echter wel bestaan. Voor

de rechtszoekende is dat handig,

maar het nadeel daarvan is dat we

zo minder de voordelen van de schaalver-

groting kunnen realiseren dan wanneer we

op één locatie gevestigd zouden zijn

De rechterlijke macht krijgt de laatste jaren steeds meer maatschappelijke kritiek, hoe staat u daar tegenover?Er wordt inderdaad kritisch gekeken naar

wat rechters doen en dat is ook goed. Het

moet echter niet doorslaan, want als het

vertrouwen in de rechterlijke macht weg is,

is dit een gevaar voor onze rechtsstaat. Op

ons rust dus de zware taak dat vertrouwen

waar te maken. Hoewel de Rechtspraak de

laatste tijd veel onder vuur ligt, denk ik dat

aChTER DE DEuR Van... JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Achter de deur van...

Peter Duinkerken, president van de rechtbank Assen Door Tanja Schasfoort en arend Vosmaer

DE REChTERlIJKE MaChT STaaT DE aFGElOPEn TIJD VOlOP In DE aanDaChT. hET IS EChTER MaaR DE VRaaG In hOEVERRE WE DaaR BlIJ MEE MOETEn zIJn. DE PRESIDEnT Van DE REChT-BanK aSSEn lIET zICh DOOR OnS hET hEMD Van hET lIJF VRaGEn. WaT VInDEn REChTERS Van al DIE aanDaChT? GaaT hET GOED MET DE REChTSPRaaK In nEDERlanD? En hOE WORD

JE EIGEnlIJK REChTER?

28

“Als het vertrouwen in de

rechterlijke macht weg is, is dit een gevaar voor onze

rechtstaat.”

Page 29: Juridisch Magazine

aChTER DE DEuR Van...JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

29

we het nu beter doen dan vroeger, toen

er veel minder kritiek was. We doen meer

aan opleiding, motiveren onze uitspraken

beter en er is meer rechtseenheid doordat

er landelijk meer overleg plaatsvindt.

Vanuit de pers en zelfs vanuit de politiek

wordt het vertrouwen in en de integriteit

van de rechterlijke macht weliswaar steeds

meer in twijfel getrokken, maar gelukkig

blijkt uit onderzoek juist dat de burgers

vertrouwen hebben in de rechters, en daar

gaat het om. Vaak wordt gezegd dat er te

licht gestraft wordt, maar als je de burger

vraagt wat voor straf hij zou opleggen na

het bijwonen van een zitting, dan is hij

vaak milder dan de rechter. Ik denk dat het

belangrijk is dat de rechtspraak genoeg

doet aan public relations (PR). Bekende

advocaten twitteren erop los, waarbij de

rechter het vaak moet ontgelden. Persrech-

ters zouden naar aanleiding van belang-

rijke zaken ook, uiteraard met passende

terughoudendheid, twitterberichten

kunnen sturen. Zo zou

de rechtspraak kunnen

voorkomen dat er misver-

standen over uitspraken

ontstaan en de rechter

een schietschijf wordt.

Tegelijkertijd verkleint dit

de kloof tussen de burgers

en de rechterlijke macht.

Mr. Duinkerken is lid van de Selectiecommissie Rechterlijke Macht. Deze commissie is verantwoordelijk voor de selectie van nieuwe Raio’s. Wat maakt een goede rechter?Pas afgestudeerde juristen kunnen aan

de slag als raio: rechterlijke ambtenaar in

opleiding. In een betaald traject dat zes

jaar duurt doe je ervaring op als officier van

justitie en als rechter. Ook is er een twee-

jarige buitenstage, waarin raio’s ervaring

opdoen als advocaat of in een ander juri-

disch beroep. Vanwege bezuinigingen gaat

dit echter veranderen. De opleiding wordt

verkort tot vier jaar en de buitenstage

vervalt. De plannen zijn dat nieuwe raio’s

eerst ervaring moeten hebben opgedaan

buiten de rechterlijke macht, bijvoorbeeld

als advocaat-stagiaire. Deze geplande

ontwikkeling baart mij zorgen. Talent-

volle juristen moeten met het verdwijnen

van de buitenstage dus eerst aan de slag

buiten de rechterlijke macht. Echter, als

ze eenmaal een baan als bijvoorbeeld

advocaat hebben gevonden en goed op

hun plek zitten, is de stap om alsnog de

verkorte opleiding tot rechter te volgen een

stuk groter. Met als gevolg dat een aantal

veelbelovende juristen uiteindelijk geen

rechter wordt, een gemis voor de rechter-

lijke macht!

Vanuit uw positie heeft u natuurlijk een goed overzicht van de rechterlijke macht. Wat zou u zien als verbeterpunt?Er heerst vrij veel bureaucratie binnen de

rechterlijke macht. Aan de ene kant is er

vanuit het ministerie en de politiek de roep

om meer verantwoording over onze presta-

ties, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat

kost ons natuurlijk geld dat we niet kunnen

gebruiken om mensen te betalen die

zaken kunnen afdoen. Aan de andere kant

worden we erop aangesproken op de door-

looptijden van procedures. Die juist voor

een deel ontstaan doordat we niet genoeg

mensen kunnen betalen. Zoals je je kunt

voorstellen zorgt dit voor de nodige wrij-

ving, want hoe kun je met hetzelfde budget

zowel meer rechters aan het werk zetten

als meer tijd stoppen in de verantwoor-

ding van het werk van de rechters? Het lijkt

me een goed verbeterpunt als procedures

versneld zouden kunnen worden. Dit zou

bijvoorbeeld kunnen door meer gebruik te

maken van ict. Zo sluit ik het niet uit dat

binnen niet al te lange tijd een comparitie

voor de webcam zou kunnen plaatsvinden.

Dit zou de planning gemakkelijker kunnen

maken en kunnen leiden tot kortere door-

looptijden.

“Deze geplandeontwikkeling baart

mij zorgen.”

Page 30: Juridisch Magazine

aChTER DE DEuR Van... JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

30

De selectie voor de raio gaat momenteel zo: allereerst wordt een analytisch/cognitieve test afgenomen. als je hier doorheen komt, volgt een kort gesprek met één lid van de Selectiecommissie rechterlijke macht (SRM). hiermee wordt onder andere beoordeeld of je je voldoende mondeling kunt uitdrukken en of je voldoende evenwichtig bent. als je ook hier goed wordt beoordeeld, mag je een assessment doen met een aantal simulatieopdrachten. hieruit volgt een psychologisch advies. Dit advies weegt mee met de selectieprocedure, maar is niet doorslaggevend. De SRM kan dus ook beslissen dat je door mag ondanks een negatief advies. De volgende stap is een gesprek met vier leden van de SRM, waarbij een van tevoren gemaakte opdracht besproken wordt, je maatschappelijke interesse wordt getoetst en je wordt gevraagd naar je visie op de rechterlijke macht. Indien je wordt afgewezen is er nog een herkansingsmogelijkheid. hiervoor kom je pas na drie jaar in aanmerking. als je uiteindelijk wordt aangenomen, wordt je benoemd door de Minister van Justitie.

Los van de raio bestaat de rio: rechterlijke ambtenaar in opleiding. Dit is het traject voor ervaren juristen (minstens

zes jaar juridische praktijkervaring) waarin je in een verkort traject wordt opgeleid tot rechter. Zoals gezegd zal dit

binnenkort veranderen, waarbij de twee trajecten min of meer samengaan.

Mr. P.J. duinkerken in acht vragen

Officier van Justitie of advocaat?

Advocaat, ik vind het civiele recht het leukst en daar kun je als

advocaat vol afwisseling en dynamiek mee bezig.

Teamspeler of solist? Teamspeler. In het inhoudelijke werk kan ik

wel gezien worden als solist, maar ik zie mezelf liever als speler

binnen een team. Zo vind ik het bijvoorbeeld belangrijk om colle-

ga’s te hebben om mee samen te werken, maar ook voor de gezel-

ligheid.

specialist of generalist? Generalist. Zo ben ik ook opgeleid. In de

raio-opleiding en als rechter ben ik ook in verschillende sectoren

werkzaam geweest.

Provincie of randstad? Provincie. Ik heb bijna altijd in Groningen

gewoond. Wel heb ik een tijdje in Amsterdam gewerkt. Ik had daar

een andere mentaliteit en werksfeer verwacht, maar nadat ik een

tijdje in Amsterdam had gewerkt bleek dat het eigenlijk juist heel

erg op elkaar leek. Ik heb mijn vooroordelen bij moeten stellen.

een hutje op de hei of een luxe hotel? Een hutje op de hei!

nederlands recht of europees recht? Nederlands recht, al weet

ik dat dit politiek gezien misschien niet het meest wenselijke

antwoord is. Nederlands recht is veel vertrouwder en in de tijd dat

ik rechten studeerde was er nog vrijwel geen aandacht voor het

Europese Recht. Ook heb je als Nederlandse kiezer meer invloed

op het Nederlandse recht dan op Europees recht. In die zin is het

dus ook tastbaarder.

rechtszekerheid of rechtvaardigheid? Ik kies voor rechtvaardig-

heid, hoewel dit natuurlijk wel een lastig en subjectief begrip is.

eigen baas of in loondienst? Dan kies is toch voor eigen baas, al

ben ik nu natuurlijk in loondienst, maar wel met een grote mate van

vrijheid. Enige tijd heb ik getwijfeld of ik niet toch als advocaat als

ondernemer zou gaan werken, maar dat heb ik toch afgeslagen. Als

advocaat ben je feitelijk ook niet helemaal je eigen baas, je werkt

namelijk altijd in dienst van je cliënt.

Page 31: Juridisch Magazine

Maak kennismet je nieuwe carrièreDirkzwager is altijd op zoek naar ambitieuze professionals. Juristen die een stap verder willen gaan,

die hun kennis willen verbreden en delen. Om dat laatste draait het bij ons. We delen onze juridische

kennis met onze cliënten en elkaar, zodat we samen sterker staan. Kennis ontwikkelen staat daarom

hoog in het vaandel. We bieden dan ook uitstekende opleidingsmogelijkheden binnen en buiten onze

Dirkzwager Academy. Maar ook door te werken aan uitdagende (internationale) projecten voor mooie

cliënten. Daarnaast heb je altijd toegang tot brede juridische kennis die jij en je collega’s delen via

onder andere onze eigen kennispagina’s, juridische (digitale) bibliotheken en de Dirkzwager KennisApp.

Dirkzwager is een veelzijdig, landelijk top-20 kantoor. We werken voor grote en middelgrote bedrijven,

overheden, instellingen en particulieren, op de meest uiteenlopende rechtsgebieden. Ons kantoor

heeft vestigingen in Arnhem en Nijmegen en telt ca. 260 medewerkers, waarvan 110 juristen die zich

thuis voelen in een professionele en collegiale werkomgeving.

Kom kennis maken en kennis delen bij Dirkzwager.

Kijk op www.dirkzwager.nl voor de actuele vacatures en studentenstages.

1051700015 Adv A4 Arbeidsmarktcommunicatie.indd 1 06-04-2011 15:02:04

Page 32: Juridisch Magazine

“Behalve rechtsgeleerde was Hugo de

Groot of Grotius theoloog, historicus, filo-

loog, politicus en diplomaat. Kortom, een

algemeen geleerde, een toentertijd heer-

send ideaal, zoals je dat tegenwoordig

niet meer veel tegenkomt”, begint de heer

Brandsma. De tijd van Hugo de Groot was

er een van oorlog (en vrede). De vraag of

deze situatie roept om regels die in acht

moeten worden genomen (en welke regels

dat zijn), beantwoordde hij met behulp

van het natuurrecht. Het natuurrecht en in

het bijzonder het internationaal publiek-

recht, een vakgebied dat nog niet bestond

in zijn tijd, heeft hij dan ook uit de grond

gestampt. In De iure belli ac pacis2 (1625)

zoekt De Groot de algemeen geldende

natuurwetten niet uitsluitend in zijn eigen

redelijke vermogens, maar zoekt hij ze ook

in de best gedocumenteerde bronnen,

namelijk die uit de Oudheid. “Met het oog op zijn Inleidinge tot de Hollandsche rechts-geleerdheid uit 1631 is

De Groot echter ook belangrijk geweest

voor het privaatrecht”, vervolgt Brandsma.

En dat terwijl het boek in eerste instantie in

het geheel niet voor de druk bestemd was,

maar bedoeld was als een bijdrage aan de

opvoeding van zijn kinderen in de periode

dat hij op slot Loevestein gevangen zat

(ja, de jurist Hugo de Groot is inderdaad

de man die in een boekenkist uit dat slot

ontsnapte). Opgesteld in het Nederlands

in plaats van in de taal van de wetenschap,

het Latijn, heeft de Inleidinge tot de Holland-sche rechts-geleerdheid internationaal

gezien minder betekenis gehad dan De iure belli ac pacis. De Groot schetst in zijn boek

de hoofdlijnen van het geldende Hollandse

recht. Het Hollandse recht kwam voor het

merendeel overeen met het Romeinse

PERSOnaE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Personae

Hugo de Groot;een groot jurist uitgelichtDoor anne Meijer

HISTORIa MaTER SaPIEnTIaE EST’1, zO IS alTIJD BEWEERD. DaT DEzE VRIJWEl OnBETWISTE WIJS-hEID OOK OPGaaT VOOR DE JuRIDISChE PRaKTIJK zal In DEzE nIEuWE RuBRIEK, WaaRIn IK JullIE MEE TERuG zal nEMEn In DE TIJD, BlIJKEn. OP BaSIS Van EEn InTERVIEW MET DE hEER BRanDSMa, hOOGlERaaR ROMEInS REChT En DOCEnT REChTSGESChIEDEnIS, EEn Van DE

MOOISTE VaKKEn aan DE REChTEnFaCulTEIT, zal In hET OnDERSTaanDE hET JuRIDISChE KaDER ROnDOM DE PERSOOn Van DE BEROEMDE REChTSGElEERDE huGO DE GROOT (1583-1645) WORDEn GESChETST.

32

“Hugo de Groot was een

algemeen geleerde.”

Page 33: Juridisch Magazine

PERSOnaEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

33

recht. Voor De Groot was dat recht vol van

wijsheid en billijkheid. Kritisch ten opzichte

van het Romeinse recht was De Groot dan

ook zeker niet.

Dat de verdiensten van Hugo de Groot

niet op zichzelf staan, maar in een breder

perspectief moeten worden geplaatst, is

vanzelfsprekend. De ontwikkeling van het

natuurrecht stopte namelijk niet bij De

Groot. Niet alleen stuurde hij het volken-

recht en met name ook het zeerecht aan,

tevens was hij verantwoordelijk voor de

meer wetenschappelijke benadering van

het natuurrecht. Deze benadering stelde

vragen over de grondslagen van dat recht.

De Groot was een vroom man, maar als

grondslag van het natuurrecht wees hij

niet God, maar de menselijke rede aan.

Ook in het louter hypothetische geval dat

er geen God zou bestaan, zou het natuur-

recht volgens hem van kracht zijn. Deze

opvatting, die zonder meer revolutionair

te noemen is, kon in de achttiende eeuw

leiden tot het Vernunftrecht. Deze vorm van

natuurrecht was zuiver en alleen op het

verstand gericht en was los van elke bron

en autoriteit. “Tot een dergelijk natuur-

recht zou De Groot zelf echter nooit zijn

gekomen”, aldus Brandsma.

De leerstoelen in het natuurrecht, die

door het werk van Hugo de Groot overal in

Europa aan vele universiteiten opkwamen

en waarbij de primeur in Nederland aan

Groningen toekwam, zijn in de loop van

de negentiende eeuw langzaam weer

verdwenen. Dit is volgens Brandsma aller-

minst een gemis. “Natuurrecht richt zich op

het recht zoals het zou moeten zijn. Zonder

rechtsgebied waarop het wordt toegepast,

voegt het dan ook niets toe. Het bouwt

slechts luchtkastelen.” Dat elke rechten-

student in zijn of haar eerste jaar bij het vak

rechtsgeschiedenis met het natuurrecht in

aanraking komt, is echter wel belangrijk,

zo bevestigt Brandsma. Nog afgezien van

de historische invloed van het natuurrecht,

blijft de vraag naar ideaal recht natuur-

lijk altijd bestaan. Bovendien wordt er,

wanneer een rechtsstelsel faalt, vaak weer

op het natuurrecht teruggegrepen, zoals

in Duitsland na de Tweede Wereldoorlog.

Immers, “ubi iudicia deficiunt incipit

bellum3”, zoals De Groot het verwoordde.

De vraag of Hugo de Groot de grootste

Nederlandse rechtsgeleerde was, zoals

velen beweren, zou Brandsma niet bevesti-

gend willen beantwoorden. “Zit de grootste

geleerde bij een congres niet in het duurste

hotel?” Met andere woorden, ranglijsten,

evaluaties, enquêtes en dergelijke zeggen

de heer Brandsma niets. “Het doet er niet

toe wie de grootste rechtsgeleerde was,

maar groot was Hugo de Groot zeker.”

“Groot was Hugo de Groot

zeker.”

“Het bouwt slechts

luchtkastelen.”

1 Vertaling: De geschiedenis is de moeder

van de wijsheid.

2 Vertaling: Over het recht van oorlog en

vrede.

3 Vertaling: Waar het recht tekortschiet,

begint de oorlog.

Page 34: Juridisch Magazine

actualiteitOp 26 mei 2011 werd bekend dat er een

antibioticaresistente bacterie in Duitsland

was aangetroffen. Al snel bleek het om

de EHEC-bacterie te gaan. Deze bacterie

ligt aan de basis van agressieve darmin-

fecties, die de dood tot gevolg kunnen

hebben. Gezien het dodelijke karakter van

de bacterie en de onbekendheid van de

herkomst sloeg bij menigeen de angst toe.

Zo erg zelfs dat Rusland besloot om über-

haupt geen Europese groenten meer te

importeren. Het gevolg is dat groentetelers

in de Europese Unie (EU) immense schade

leden, nu de oogst die bestemd was voor de

Russische markt, vernietigd moest worden.

Het productschap tuinbouw rekent op een

schade voor Nederlandse boeren van 350

miljoen euro. Functioneren de huidige

samenwerkingsstructuren nog wel en hoe

zijn deze tot stand gekomen?

Relatie tussen de Sovjet unie en de Europese Gemeenschap Voor de beantwoording van de hoofdvraag

is het interessant om naar de ontwikke-

ling van de Russisch-Europese relatie te

kijken.

Op 16 april 1948 werd in het kader van de

Marshallhulp de Organisatie voor Euro-

pese Economische Samenwerking (OEES)

opgericht. De reactie van de Russen liet

niet lang op zich wachten. Op 25 januari

1949 richtten de Oost-Europese landen

onder leiding van de Sovjet Unie (SU) de

Raad voor Wederzijdse Economische Hulp

(Comecon) op. Tien jaar later werd de EEG

opgericht die het westen vertegenwoor-

digde( in 1967 werd dit de EG). Tot de jaren

’70 waren er geen officiële ontmoetingen

tussen beide partijen. Dit omdat de partijen

elkaar weigerde te erkennen als juridische

persoonlijkheid. De reden hiervoor was

enerzijds de afkeer van de Comecon tegen

het kapitalistische gedachtegoed van de

EG en anderzijds de mening van de EG dat

de Comecon een machtsmiddel van de SU

was.

In 1975 zouden verschillende bilaterale

overeenkomsten tussen EG lidstaten en

Comeconlanden eindigen. De EG hoopte

dan ook overeenkomsten te gaan sluiten

met Oost-Europese landen. Maar omdat

het beleid van de SU was om de EG niet te

erkennen, gingen geen van de Comecon-

landen hierop in. Tegen 1975 hadden de

lidstaten van de Comecon enkele bevoegd-

heden aangaande het externe handels-

beleid overgedragen aan de door de SU

gedomineerde Comecon. Handelsrelaties

tussen de Comecon en de EG zouden de

positie van de SU dus versterken en die

uitkomst was voor de EG uitgesloten.

JuRIDISCh aCTuEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Juridisch actueel

Handelsbetrekkingenmet Rusland; zegenrijk of zorgenkind?Door: Jim de Wolf

34

Page 35: Juridisch Magazine

JuRIDISCh aCTuEElJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

35

Bij gebrek aan een algemeen juridisch

kader voor de handelsbetrekkingen voerde

de EG vanaf 1975 een unilateraal handels-

regime in, welke grotendeels geënt was

op de reeds bestaande bilaterale over-

eenkomsten die de lidstaten van beide

organisaties hadden gesloten. Dit regime

had een sterk protectionistisch karakter

vanwege de angst dat de goedkope Oost-

Europese producten de EG markt zouden

overspoelen.1

In 1975 vonden er langzame, kleine stappen

van toenadering plaats toen er een eerste

ontmoeting tussen de Commissie van de

EG en het Secretariaat van Comecon plaats-

vond. Bij deze ontmoeting werden enkele

domeinen van samenwerking verkend en

werd afgesproken dat de Comecon eerst

met een voorstel voor een overeenkomst

zou komen. Deze zou in de ogen van de EG

veel te ver gaan. In 1976 kwam de EG met

een minder vergaand tegenvoorstel. Deze

betrof voornamelijk bepalingen inzake

informatie-uitwisseling. Alle handelszaken

zouden worden overgelaten aan de EG- en

Comeconlidstaten. Doordat de voorstellen

in essentie van elkaar verschilden en geen

van de partijen zijn politiek wilde wijzigen,

was het sluiten van een overeenkomst

geen optie meer.2

Deze politieke ommezwaai vond plaats met de aantreding van secretaris-generaal Gorbatsjov.Op een bijeenkomst in juni 1984 van

Comeconlidstaten werd, in lijn met

Gorbatsjov, besloten dat men bereid was

tot het sluiten van een overeenkomst met

de EG. Enerzijds om een positief beeld

te scheppen door zijn poging tot toena-

dering, anderzijds hoopte de SU op deze

manier de invloed van de VS op het Euro-

pese continent te beperken door juist de

banden met de EG te versterken. Uiteinde-

lijk kwamen de EG en de Comecon tot een

overeenkomst en gingen ze over tot het

ondertekenen van de Gemeenschappelijke

Verklaring in Luxemburg op 25 juni 1988.3

Het leek erop dat deze overeenkomst een

einde zou betekenen van een jarenlange

politieke en juridische impasse.

De EG sloeg meteen zijn slag en begon

zeer veel Handels- en Samenwerkingsak-

koorden te sluiten. Een van de belangrijkste

achterliggende gedachte hiervan was om

landen waar sociale hervormingen en onaf-

hankelijkheidsdriften grote vlucht namen

te ondersteunen, zoals Hongarije en Polen

met het zogenaamde Phare-Programma.

Voor de SU werd gekozen voor een andere

aanpak. Hierbij maakte de EG gebruik van

haar ‘specificiteitbeginsel’ en ontwierp

voor de SU het Tacis-programma, welke

als doel had de overgang naar een markt-

economie te ondersteunen, het bevor-

deren van het democratiseringsproces

en het versterken van de rechtsstaat.4 Dit

programma zal lang de betrekkingen met

de Russische Federatie bepalen.

Val van het communisme en het ontstaan van de Russische FederatieIn 1991 veranderde er ontzettend veel. Het

communisme viel en de staten in Oost-

Europa richtten zich op het ontwikkelen van

een markteconomie, waarbij zij meer naar

de EG keken. Voor de Comecon viel in juni

1991 het doek. Op 25 december 1991, werd

dan uiteindelijk ook de SU ontbonden. Uit

de as van deze laatste rees de Russische

Federatie, die werd erkend als de wette-

lijke opvolger van de SU.5

Rusland moest een nieuwe identiteit

bepalen, kijken wat ze zou doen met de

oude Comeconstaten en overgaan naar een

markteconomie en een democratie.6 Tege-

lijkertijd moest de EG een nieuw beleid

opstellen dat zou kunnen inspelen op deze

veranderingen. Er kwamen ‘Partnerschaps-

en Samenwerkingsakkoorden’. Deze

akkoorden werden gesloten met landen die

niet de intentie hadden om toe te treden

tot de EU. Tussen de EU en Rusland werd al

snel duidelijk dat het niet de bedoeling was

dat Rusland zou gaan toetreden tot de EU.

Voor de EU gold dat zij Rusland te instabiel,

cultureel te anders en te groot vonden. De

Russische overwegingen waren van totaal

andere aard. Het had de handen vol aan de

ingestorte economie en de economische

en politieke hervormingen. Samenwerken

bleek echter voor beide partijen zeer veel

voordelen op te leveren. Door de uitbouw

van een vorm van samenwerking zou de EU

een betere toegang krijgen de Russische

markt en dan met name de grondstoffen

en energiebronnen.

Ondanks het voortvarende begin werd

pas op 24 juni 1994 een Partnerschaps-

en Samenwerkingsakkoord gesloten, die

vervolgens pas op 1 december 1997 werd

geratificeerd, vanwege bezwaren tegen

het aanhoudende geweld in Tsjetsjenië.

Dit akkoord had primair een economische

inslag.

Europese visie op de relatie met RuslandTer bevordering van de relatie met Rusland

werden vervolgens twee stappen onder-

nomen. De eerste was het ‘Gemeenschap-

pelijk Standpunt’.7 Met dit initiatief werd

gepoogd de nog hoofdzakelijk economi-

sche focus van het PSA te verruimen. Het

idee van uitbreiding kwam duidelijk tot

uiting in de vijf beleidsgebieden die werden

erkend als belangrijk voor de toekomstige

Page 36: Juridisch Magazine

relaties. Hierna werd ‘Actie Plan’ opgesteld

waarin de vijf beleidsgebieden werden

geconcretiseerd. Het bevatte voorstellen

die aanzette tot handelen. Door de door

het Standpunt en Actie Plan ontstane over-

legstructuren hadden de EU en Rusland het

aantal regelmatige ontmoetingen signifi-

cant laten stijgen.8

Russische visie op de relatie met de EuOok de Russen kwamen met een eigen

idee over de Russisch-Europese relatie.

Dit formuleerde zij in het document ‘Stra-

tegie op middellange termijn van Rusland

voor de ontwikkeling van de betrekkingen

tussen de Russische Federatie en de EU

2000-2001’. Dit document kwam als reactie

op de Europese beleidsstrategieën.9

Rusland kwam vervolgens met het voorstel

om vier gemeenschappelijke ruimtes te

creëren tussen de EU en Rusland. Dit zou

passen in het kader van de PSA van 1994.

In dit document werden vier dergelijke

ruimten gedefinieerd: een gemeenschap-

pelijke economische ruimte, één van vrij-

heid, veiligheid en rechtvaardigheid, een

gemeenschappelijke ruimte van externe

veiligheid en één van onderzoek, onder-

wijs en cultuur. Bij de EU-Rusland bijeen-

komst van mei 2005 te Moskou, werden

deze vier ruimtes door middel van Road

Maps vastgelegd.

Dit is waar de relatie tussen Rusland en

de EU op dit moment is aanbeland. Het

bestaande PSA van 1994, aangevuld met

de Gemeenschappelijk Ruimten en de

bijbehorende Road Maps zouden op dit

moment moeten voldoen aan de basisbe-

hoeften inzake de onderlinge relatie. En

juist dit blijkt door een aantal crises in het

afgelopen decennium niet waar te zijn.

Tot slotDoordat Medvedev de regeerstijl van

voormalig president Poetin voortzet, lijkt

het erop dat Rusland alleen maar verder

wegloopt van de EU en haar principes.

Rusland heeft sterk het gevoel dat het

zich voornamelijk moet conformeren aan

de westerse normen en heeft soms het

idee dat het niet serieus wordt genomen.

Daarom neemt Rusland de instrumenten

om Europa financieel te raken en zodoende

te laten luisteren als wapen op tegen de EU.

Geen van beide partijen is hierbij gebaat.

Rusland niet, omdat het zijn betrouwbaar-

heid in twijfel trekt, en de EU niet, omdat

het zodoende overgeleverd is aan de

genade van de Russische regering.

Ook de EHEC-crisis is bewijs dat Rusland

en Europa beter moeten communiceren.

Een overkoepelend orgaan kan daarbij van

pas komen. Dat een koude oorlog niet snel

meer zal ontstaan is logisch, maar of er

snel warme betrekkingen zullen ontstaan is

allerminst zeker. Het is te hopen dat beide

partijen terugkijken in hun gezamenlijke

geschiedenis en beseffen dat ze samen,

met of zonder een officieel instituut waar

zij hun onenigheden kunnen uitpraten,

veel verder komen dan alleen.

JuRIDISCh aCTuEEl JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

1 J-C. Van Eeckhaute, “De overeenkomst

inzake partnerschap en samenwerking:

een nieuw juridisch en politiek kader

voor de betrekkingen tussen de EU en

Rusland”, R.W. 1994-95, (1041) 1041.

2 A. Kolinski, EEC – COMECON, supra noot

3, 5 – 6.

3 Gezamenlijke Verklaring inzake de

instelling van officiële betrekkingen

tussen de EEG en de Raad voor Weder-

zijdse Economische Bijstand van 22 juni

1988, Pb.L. 24 juni 1988, afl. 157, 35.

4 M Light and R. Allison, “The place of

Europe in Russian foreign policy” in R.

Allison, M. Light and S. White (eds.),

Putin’s Russia and the Enlarged Europe,

London, Chatham House, 2006, (1) 6.

5 J-C. Van Eeckhaute, De overeenkomst

inzake partnerschap en samenwerking,

supra noot 6, (1041)1042.

6 J. Pinder, “Introduction” in J. Pinder

and Y. Shishka, The EU and Russia: The

Promise of Partnership, London, Federal

Trust for Education and Research, 2002,

(11) 12.; H. Haukkala, The EU – Russia

Strategic Partnership: The limits of post

– sovereignty in international relations,

Abingdon Oxon, Routledge, 2010, 68.

(hierna verkort H. Haukkala, The EU –

Russia Strategic Partnership).

7 Europese Raad van Madrid, 15-16

december 1995, http://www.europarl.

europa.eu/summits/mad1_en.htm; De

juridische grond voor deze gemeen-

schappelijke standpunten was Artikel

J.2 VEU.

8 J. Gower, “Russia and the European

Union”, supra noot 39, (66) 81

9 H. Haukkala, The EU – Russia Strategic

Partnership, supra noot 30,100.

36

Page 37: Juridisch Magazine

37

JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011 uITGElIChT

Chen-arrestDe heer Chen was meerderheidsaandeel-

houder en een van de bestuurders van een

zeer groot bedrijf dat chemicaliën produ-

ceert en exploiteert naar verschillende

delen van de wereld. In het kader van zijn

werkzaamheden reist hij regelmatig af

naar Europa. Het echtpaar Chen had een

kind, Huixiang Zhu, welke is geboren in de

volkrepubliek China. De kinderwens bleef

bestaan, maar door het ‘één kinds beleid’

in China werd het bemoeilijkt om in China

nog een kind te krijgen. Mevrouw Chen

besloot in het buitenland te bevallen en is

met dat doel afgereisd naar het Verenigd

Koninkrijk. Mevrouw Chen beviel in Ierland

van een dochter, Catherine. Op grond van

artikel 6 lid 1 van de Ierse Nationaliteit

en Burgerschap Act van 1956, verkrijgt

iedereen geboren in Ierland, de Ierse nati-

onaliteit. Het kind, Catherine, dus ook.

Chen-maatstaf Onbetwist in deze zaak is dat mevrouw

Chen in Ierland verbleef zodat het kind

de Ierse nationaliteit verkreeg. Het eerste

argument waar zowel de Ierse als de Britse

regering zich op beroepen, is dat een

persoon als Catherine geen gebruik mag

maken van de voordelen inzake de bepa-

lingen van het gemeenschapsrecht betref-

fende het vrije verkeer van personen. Dit

omdat ze nog nooit buiten de lidstaat zou

zijn geweest. Het Hof van Justitie stelt dat

dit verweer niet slaagt. Een minderjarige

mag profiteren van het recht van het vrije

verkeer, dit mag niet afhankelijk worden

gesteld van het bereiken van een bepaalde

leeftijd.

Uitgelicht

Autonomievan lidstaten in nationaliteits-rechtelijke zakenDoor Cornelieke Moeke

BEPaalDE lanDEn, zOalS EnGElanD En IERlanD KEnnEn hET ‘IuS SOlI BEGInSEl’, WaT lETTER-lIJK ‘hET REChT Van DE GROnD’ BETEKEnT. DE PlaaTS WaaR hET KInD GEBOREn IS, BEPaalT DE naTIOnalITEIT. In aRTIKEl 20 VERDRaG BETREFFEnDE DE WERKInG Van DE EuROPESE unIE (hIERna: VWEu) STaaT GEREGElD DaT EEn IEDER DIE DE naTIOnalITEIT Van EEn lIDSTaaT BEzIT,

unIEBuRGERSChaP hEEFT. EEn KInD GEBOREn In IERlanD hEEFT DuS DE IERSE naTIOnalITEIT. WannEER hET KInD hET BuRGERSChaP VERKRIJGT, KRIJGEn DE OuDERS/VERzORGERS DIT VaaK OOK OMDaT anDERS DE FEITElIJKE uITOEFEnInG Van DE REChTEn Van hET KInD WORDEn BElEMMERT. In RIChTlIJn 90/364/EEG En aRTIKEl 21 VWEu IS BEPaalD DaT VERBlIJFSREChT aan EEn MInDERJaRIGE DIE OnDERDaan IS Van EEn STaaT WORDT VERlEEnD, alS DEzE EEn PaSSEnDE zIEKTEKOSTEnVERzEKERInG hEEFT En DE OuDERS OVER VOlDOEnDE FInanCIëlE MIDDElEn BESChIKKEn. OOK DE OuDER DIE hET KInD PRIMaIR VERzORGT KRIJGT In DIT GEVal TOESTEMMInG OM In DE lIDSTaaT TE VERBlIJVEn. In DE PRaKTIJK IS hET EEnVOuDIG hIERVan MISBRuIK TE MaKEn. EEn zaaK DaT DIT GOED IlluSTREERT IS DE uITSPRaaK Van hET hOF Van JuSTITIE In DE zaaK ChEn uIT hET JaaR 2004.

Page 38: Juridisch Magazine

Op grond van artikel 20 VWEU is een ieder

die de nationaliteit van een lidstaat bezit,

burger van de Unie. Ingevolge artikel 21

VWEU heeft iedere burger van de Unie

recht op verblijf op het grondgebied van de

lidstaten. Aan dit recht kunnen wel voor-

waarden en beperkingen worden gesteld.

In Richtlijn 90/364 staat dat geëist kan

worden dat onderdanen die gebruik willen

maken van het recht op verblijf, over een

dekkende ziektekosten verzekering moeten

beschikken. Het staat vast dat Catharine’s

moeder voldoende financiële middelen

tot haar beschikking heeft. De Ierse en

Britse regering stellen dat de betrokkene

zelf de middelen tot zijn beschikking moet

hebben. Volgens het Hof is het voldoende

als de middelen er zijn; er worden geen

eisen gesteld aan de oorsprong.1

Vervolgens stelt de Britse regering dat

verzoekers geen beroep mogen doen op

de communautaire bepalingen aangezien

mevrouw Chen bewust naar Ierland is

gegaan zodat haar kind de Ierse nationa-

liteit zou verkrijgen. Gesteld wordt dat dit

misbruik van recht is. Zij zijn van mening

dat lidstaten maatregelen mogen treffen

om te voorkomen dat er ten onrechte

gebruik wordt gemaakt van bepalingen

van gemeenschapsrecht. Toch heeft geen

enkele partij vraagtekens gezet bij de

wettigheid van Catharine’s Ierse nati-

onaliteit. Bovendien mag een lidstaat

de gevolgen van het toekennen van een

nationaliteit door een andere lidstaat niet

beperken door het opleggen van extra

voorwaarden.2

Naast het minderjarige kind heeft de

ouder/verzorger ook een hiervan afgeleid

recht om in de lidstaat te verblijven. In het

geval dat het recht van wonen geweigerd

zou worden, kan het kind ook minder effec-

tief gebruik maken van het recht op verblijf.

Om goed gebruik te kunnen maken van dit

genotsrecht, is het dus noodzakelijk dat de

verzorger ook in de lidstaat mag blijven.

Dit wordt door het Hof van Justitie ook

wel het nuttig effect genoemd. Een kind

kan immers niet zonder zijn ouder op een

grondgebied verblijven.

Dit is het recht op gezins-

leven, genoemd in artikel

8 Europees Verdrag van

de Rechten van de Mens

(hierna: EVRM).3

In dit arrest is duidelijk

de autonomie van de

lidstaten in nationaliteits-

rechtelijke zaken beves-

tigd. Ierland had wettelijk

geregeld dat wanneer

een kind geboren werd

in die lidstaat, deze de

Ierse nationaliteit zou

krijgen. Het Verenigd

Koninkrijk was het hier

niet mee eens, maar kon

niks tegen deze regeling.

Deze gang van zaken is

echter niet wenselijk.

Zoals ook duidelijk uit

deze zaak blijkt, werkt

dit misbruik in de hand.

Mevrouw Chen was opzet-

telijk naar Ierland gegaan

om te bevallen zodat het

kind de Ierse nationali-

teit kreeg. Gevolg is dan

ook dat Ierland de ‘ius-

soli’ regeling moest veranderen, wat per 1

januari 2005 is gebeurd.4

Conclusie Conclusie die getrokken kan worden uit

deze uitspraak met betrekking tot het vrije

verkeer van personen is dat een minder-

jarig persoon die onderdaan is van een

lidstaat, een recht van verblijf heeft in een

andere lidstaat op het moment dat het een

ziektekosten verzekering heeft en beschikt

over toereikende bestaansmiddelen. Dit

vloeit voort uit het Unieburgerschap wat

een aanvulling is op de nationale wetge-

ving van de lidstaten. Het Unieburgerschap

bestaat dus naast de nationaliteit van de

lidstaten. Op het moment dat het kind een

verblijfsrecht heeft vloeit hier ook een afge-

leid verblijfsrecht voor de ouder/verzorger

uit voort. Deze uitspraak heeft dus grote

gevolgen, want het recht op gezinsleven

(artikel 8 EVRM) wordt hier erkend. Daar-

naast is deze zaak een uitzondering op het

vrije verkeer van personen, aangezien de

minderjarige dit recht wel heeft terwijl het

er nog geen gebruik van heeft gemaakt.

uITGElIChT JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

“Een minderjarig kind kan niet zonder zijn verzorger!”

1 http://curia.europa.eu/nl/actu/

communiques/cp04/aff/index.htm

2 http://www.stibbe.com/upload/

ee260b010dadeaa1d40324.pdf

3 http://www.denederlandsegrondwet.

nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vhb2k4

tfcmza?ctx=vh7dosiok5x1&tab=2

4 http://curia.europa.eu/jurisp/cgibin/

gettext.pl?lang=en&num=79958980C1

9020200&doc=T&ouvert=T&seance=A

RRET

38

Page 39: Juridisch Magazine

Ten eerste een weergave van de opinie van

prof. mr. dr. F.T. Oldenhuis. Universitair

hoofddocent, tevens bijzonder hoogleraar

Religie en Recht aan de faculteit Rechtsge-

leerdheid en aan de faculteit Godgeleerd-

heid en godsdienstwetenschap.

Ik heb moeite met dit in te passen in mijn

schaal van “dempen zonder religie te laten

verdampen”.1 Mijn eerste reactie op de

vier Rabbi’s die zeiden: “Het gordijn gaat

in Nederland dicht”, was: hoe gaat Israël

zélf om met zijn buren? Het gordijn tussen

Israël en Gaza is al lang dicht. Ik vond het

zo selectief wat die Rabbi’s zeiden... Maar

als jurist moet je toch weer afstand nemen

en bij de les blijven en zakelijk zijn. Toen

ik hier wat langer over na dacht, dacht ik:

“de Dierenpartij zoekt het wel op de vier-

kante millimeter, zo aan het eind van het

dierenleven.” Mijn collega Dirk Boon, oud-

hoogleraar Dierenrecht uit Groningen heeft

naar aanleiding van dit debat in Trouw

geschreven dat er tal van leed is in een

dierenleven, waarom nou juist op dit punt

uitvergroten en protesteren?

Maar als er nieuwe kennis omtrent dieren-

leed is en kunde om dat te voorkomen,

moet je daar mijns inziens goed naar

kijken. Er moet enige bereidheid zijn om

eens te reflecteren. Of die reflectie er aan

joodse zijde voldoende is, dat betwijfel ik

wel eens. Maar dat geldt ook voor de isla-

mitische zijde. We moeten soms bereid

zijn tot compromis en hoeven niet altijd

een stap achteruit te doen omdat het een

godsdienstige kwestie is. Iedereen moet

binnen het publieke domein wel eens iets

inleveren. Maar ook niet alles kan zomaar

tot publiek domein worden verklaard.

En dat past eigenlijk in mijn schaal van

dempen. Je moet naar mate je dieper dat

publieke domein betreedt steeds meer

dempen. Het argument dat het hier maar

om een kleine groep dieren gaat, gaat

natuurlijk nooit op.

Misschien zou je juist als gelovige moeten

zoeken naar een compromis. Het vinden

van een technische oplossing waarbij

zowel het standpunt van de gelovige als

ook het belang van het dier maximaal

gewaarborgd is. Maar laat een mens ook in

zijn waarde, ook in zijn religieuze waarde.

De Staat is van ons allemaal. De Staat staat

uiteindelijk niet tegenover het volk, maar

is die samenleving zélf. Een volk krijgt de

wetten die het verdient. Uiteindelijk is de

Nederlandse Staat nota bene uit een gods-

dienstconflict ontstaan.

Wijlen Thijs Wöltgens (PvdA), zei bijvoor-

beeld “dat wie zegt: de Staat kan geven;

zal ook zeggen: de Staat kan nemen.” Dan

ben je met een staatsgeloof bezig, alsof de

burgers ruimte krijgen voor zover de Staat

ons dat vergunt. Je moet oppassen dat je

mensen van de straat in hun waarde laat.

Dat maakt het ritueel slachten dus lastig

vanuit dit oogpunt. Maar niettemin, als

we meer kennis over dierenleed hebben,

moeten we weer afwegen. Ook de gelo-

vigen zouden iets meer in beweging

moeten komen, je moet proberen als

samen leving naar elkaar toe te groeien. Ik

las in Trouw daterend van 14 mei 2011 een

opstel van Bart Wallet, waarin hij liet zien

dat SGP en GPV zich na de Tweede Wereld-

oorlog keerden tegen het ritueel slachten,

omdat het niet spoorde met de christe-

lijke uitgangspunten waaraan een Staat

hun inziens had te voldoen. De PvdA was

toen vóór ritueel slachten, omdat op die

wijze minderheden –joden en islamieten–

gelijkwaardig zouden worden behandeld.

De PvdA kwam toentertijd op voor de

Opinie

Mens en/of dier?

WIE aFGElOPEn VERKIEzInGEn OP DE PaRTIJ Van DE DIEREn hEEFT GESTEMD Kan zIJn GEluK nIET OP. hET DEBaT ROnDOM hET ‘SlaChT-VERBOD’, EEn WETSVOORSTEl DaT hET OnVERDOOFD SlaChTEn Van DIEREn VERBIEDT, DEED nEDERlanD OP haaR GROnDVESTEn SChuD-

DEn. JOODSE En ISlaMITISChE GEMEEnSChaPPEn uITEn GROTE VEROnTWaaRDIGInG En VOElEn zICh aanGETaST In hun EEuWEnOuDE TRaDITIES En lEEFWIJzE, MaaR allE PROTESTEn En aRGuMEnTEn TEn SPIJT, DE WET KOMT ER. DE EnIGE uITWEG IS OnThEF-FInG DOOR MIDDEl Van EEn aMEnDEMEnT: DE MInISTER GaaT aKKOORD InDIEn ER MET EEn OnaFhanKElIJK OnDERzOEK WORDT aanGETOOnD DaT hET DIER nIET MééR lIJDT Dan MéT VERDOVInG. EEn aMEnDEMEnT VOOR DIEREnWElzIJn TEn laSTE Van GODS-DIEnSTVRIJhEID, Kan DaT WEl?

Bron afbeelding: http://carpediem2.punt.nl

OPInIEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

39

Page 40: Juridisch Magazine

minderheden. De nazi’s hadden het over

ritueel ‘martelen’ van dieren en verboden

onverdoofd slachten.

Ook dit debat heeft dus een belast

ver leden. Zet er eerst maar eens een

stevige commissie op van wijzen, voordat

je hierover een besluit neemt! Het gaat mijn

inziens te snel en het geheel maakt een te

selectieve indruk. U wilt voor gelovigen

dat die ruimte, die vrijheid, er is, maar u

geeft tegelijkertijd aan dat iedereen een

bepaalde mate van vrijheid moet opgeven,

hoe verhoudt dit zich? Opgeven is wellicht

niet het goede woord. Dempen is iets

anders dan verdampen. En dat dempen

hangt er vanaf, wáár je je in dat publieke

domein bevindt.2

De volgende bijdrage is geschreven door

Janwillem Winters, student Nederlands

Recht met specialisatie Bedrijfsrecht aan

de Rijksuniversiteit Groningen.

Het ritueel slachten; een onderwerp waar

de politiek tot voor kort haar bemoeienis

van heeft onthouden. Dat het niet de vraag

betrof of, maar wanneer Den Haag zou gaan

ingrijpen is duidelijk geworden met de

initiatiefwet onverdoofd ritueel slachten.

Het verbaast niet dat Marianne Thieme

zich als eerste genoodzaakt zag een einde

te maken aan “de pijn en stress die dieren

ervaren als zij zonder verdoving geslacht

worden”. De aldus ontstane onrechtvaar-

dige situatie waarin dieren dreigen verzeild

te raken, veelal veroorzaakt door Joden en

Moslims was voldoende tot het nemen

van initiatief. Nederland is straks een wet

rijker, waarmee hieraan een einde kan

worden gemaakt. Dat het wetsvoorstel zal

worden aangenomen lijkt voor Marianne

Thieme en Esther Ouwehand reeds een feit

omdat “vrijheid van godsdienst een groot

goed is, maar niet mag leiden tot extra en

onnodig dierenleed”.

Dat de behandeling van een dergelijk wets-

voorstel gepaard gaat met het opwerpen

van de nodige vragen en debatten is

logisch, het lijkt mij echter wel van belang

tunnelvisie te voorkomen. Hiermee bedoel

ik dat het bij de beoordeling van een wets-

voorstel zoals hier aan de orde niet moet

neerkomen op louter een belangenafwe-

ging. Veelal wordt de vraag opgeworpen of

de vrijheid van godsdienst zwaarder weegt

dan het welzijn van dieren, of andersom.

Een beantwoording van deze vraag komt

neer op een afweging van belangen.

Dat Marianne Thieme en consorten het

belang van het dier zwaarder laat wegen

is vanzelfsprekend, en in mijn ogen ook

terecht. Dit zou alleen niet per definitie tot

de conclusie moeten leiden dat een derge-

lijk wetsvoorstel op zijn plaats is, en dat is

wel de tendens waar sprake van is. Moeten

we niet eerst eens gaan nadenken over een

nadere invulling van de begrippen vrijheid,

godsdienst en welzijn van dieren, alvorens

tot een (voor betrokken partijen onbevredi-

gend) antwoord te komen?

Vanuit juridisch oogpunt bekeken moet de

rechtvaardigheid centraal gesteld worden.

Met name het feit dat men zich het recht

toebedeelt een dier te kunnen doden

speelt hierbij mijns inziens een grote rol.

Het is bekend dat in China bij honden een

doorweekte lederen band om de keel wordt

gebonden, welke vervolgens, doordat deze

uitdroogt, langzaamaan strakker komt te

zitten totdat verstikking volgt. Deze manier

van doden komt de kwaliteit van het vlees

ten goede. In onze ogen een verschrikke-

lijke manier om een dier te doden, in China

echter al sinds het begin der tijden de

normale gang van zaken. Is het doden van

de hond daarom gerechtvaardigd? Hierop

moet het antwoord ontkennend luiden lijkt

mij. Velen zijn dit met mij eens, met als

gevolg een reeks van wet- en regelgeving

die van oudsher van invloed is geweest op

de omgang met dieren zoals wij die erop

nahouden.

Voor toestanden zoals hierboven

om schre ven is geen plaats, en in de

wes terse wereld wordt dit als vanzelf-

sprekend ervaren. Zolang wij een dier

doden op een manier die niet in strijd is

met de huidige maatschappelijke opvat-

ting, is er niets aan de hand en kan van een

onrechtvaardige situatie geen sprake zijn.

In India wordt de koe als heilig beschouwd,

het is verboden een koe om wat voor

reden dan ook te slachten. Is het voor hen

onredelijk om de manier waarop wij met

koeien omgaan als uiterst onrechtvaardig

te beschouwen? Ik denk het niet. Sterker

nog: het zou hypocriet zijn deze vraag

bevestigend te beantwoorden. De in India

ontstane maatschappelijke opvattingen,

hoezeer zij ook verschillen, doen immers

niet onder voor de onze.

Welke rechtvaardiging men ook aandraagt

voor het doden van een dier, dat deze

per definitie subjectief is valt af te leiden

uit hetgeen ik hiervoor heb beschreven.

De partij voor de dieren rechtvaardigt het

doden van dieren, zolang hun welzijn

echter gewaarborgd blijft. Het onverdoofd

slachten van dieren veroorzaakt ernstige

pijn, leed en stress, zo blijkt uit weten-

schappelijk onderzoek. Hiermee wordt

afbreuk gedaan aan het dierenwelzijn,

en daarom is een verbod op zijn plaats.

De vraag is waarin deze situatie verschilt

met de ‘humane’ manier waarop slachting

van dieren heden ten dage plaatsvindt in

Nederland. Het lijkt mij onvoorstelbaar dat

een honderdtal schapen, afgevoerd in een

vrachtwagen, dwangmatig door een stalen

hek gedreven, wachtend op hun elektro-

cutie geen leed, stress en pijn ondervindt.

Wetenschappelijk onderzoek om dit te

bevestigen zal ongetwijfeld aanwezig zijn.

Waarom rechtvaardigt de partij dit wel, en

wordt een onverdoofde slachting, waarbij

een individueel dier enkele dagen verwend

wordt om vervolgens op pijnloze wijze met

veel aandacht geslacht te worden als iets

beschouwd dat verboden moet worden?

Het antwoord is simpel: als de belangen-

afweging erop losgelaten wordt slaat de

weegschaal door naar het welzijn van de

dieren en de maatschappelijke opvat-

tingen zoals deze tot uiting komen bij het

belijden van godsdienst moeten wijken.

En zie daar de tunnelvisie waar ik eerder

over sprak. Een juiste belangenafweging

kan niet gemaakt worden. Het welzijn van

dieren hangt af van de maatschappelijke

opvattingen die men erop nahoudt. Mocht

de partij voor de dieren daadwerkelijk

een verbod op het onverdoofd slachten

willen bewerkstelligen, dan zouden zij

principieel naar een algeheel verbod op

het slachten van dieren moeten streven.

Dierenwelzijn is altijd in het geding als

het op doden aankomt, ongeacht het feit

of dit al dan niet verdoofd gebeurt. Om

dit bij de belangenafweging als doorslag-

gevend argument te gebruiken is een indi-

recte vorm van discriminatie, aangezien

het neerkomt een beperking in vrijheid van

normen en waarden die joden en moslims

van oudsher hebben meegekregen.

OPInIE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

40

1 “Zet rem op uiting van geloof en andere

opvattingen” van 23 juni, rug.nl/debat/

opinie

2 Terechtgesteld.nl, 20 juni 2011

Page 41: Juridisch Magazine

JFV KaTERnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

41

Voordat de zomervakantie begon was het

heerlijk warm weer. Het was dan ook goed

toeven op een bank voor het JFV Hok in het

zonnetje voor het nieuwe bestuur dat op

23 mei werd geïnstalleerd. Een aangenaam

begin voor het 104e bestuur! Helaas kwam

dit mooie weer de druk studerende rech-

tenstudenten niet bepaalt goed uit, want

bij het blokken voor je tentamens is de zon

niet echt een must. Na de constitutieborrel

op 7 juni en de nodige tentamens werd het

langzaam rustiger in Groningen. Een ideale

periode voor de JFV om zich in alle rust in te

zetten voor alle activiteiten die het aanko-

mende collegejaar gaan plaatsvinden.

De allereerste activiteiten zijn al weer passé.

Zo werden door de inzet van de introductie-

commissie en de eerstejaarscommissie alle

eerstejaars studenten wegwijs gemaakt op

dinsdag 30 augustus op het Harmonie-

complex tijdens de facultaire introdag. Zo

konden alle eerstejaars zonder problemen

aan hun eerste collegeweek beginnen!

Ook vond op 30 en 31 augustus de boeken-

markt plaats waar dankzij de commissie

studiefaciliteiten alle rechtenstudenten

hun boeken zonder al te lange wachtrijen

konden ophalen. Mocht je nog niet alle

benodigde boeken in huis hebben, dan

kun je deze bestellen op de website en

twee werkdagen later afhalen bij de JFV

Studiewinkel aan de Uurwerkersgang 8a,

uiteraard tegen 10% korting. Tevens kun je

hier gedurende het hele jaar tussen 12.00

en 14.00 uur terecht voor collegeaanteke-

ningen, tentamenbundels en uittreksels.

In het weekend van 2, 3 en 4 september

vond het Rechten introductiekamp plaats

met als thema ‘Lawmazone, met je wet -

bundel in de jungle’. Hier konden 190

eerste jaars elkaar beter leren kennen en

nog even ontspannen voordat het echte

studeren ging beginnen. Dit was wederom

een groot succes!

Nadat de eerste twee weken studeren er op

zaten, vond op 13 september het Openings-

feest plaats in &zo. Dit feest dat werd geor-

ganiseerd door de eerstejaarscommissie

stond in het teken van het thema ‘Nerd alert,

party like a geek’. Ben je benieuwd naar de

foto’s? Kijk dan op www.jfvgroningen.nl.

Zin in een high tea, een lekker broodje of

een glaasje champagne tegen een gere-

duceerd tarief? Vast wel! We zijn immers

studenten… Goed nieuws is dat je per

ingang van dit collegejaar op vertoon van je

JFV Lidmaatschapspasje diverse kortingen

krijgt bij winkels, eetgelegenheden en

bedrijven. Kijk op de website om te zien

wie er deelneemt aan deze kortingsacties!

Ben je je pasje kwijt? Kom dan langs op het

JFV Hok en je ontvangt een nieuwe.

Mocht je tussen al het studeren door zin

hebben in een leuke reis die je ook nog

wat te bieden heeft dan raad ik je aan om

mee te gaan naar het politieke centrum

van Nederland, Den Haag! Deze excursie

heeft ook dit jaar weer indrukwekkende

activiteiten en zal plaatsvinden van 5 t/m

7 oktober. Schrijf je snel in, want het animo

is elk jaar weer groot!

Ook ben je van harte welkom op onze

algemene ledenborrels op 3 en 31 oktober

in café de Keyzer. Op 31 oktober zal het

thema en de locatie van het Internationaal

Studieproject bekend worden gemaakt,

iets wat je niet mag missen! Daarnaast kan

ik je aanraden om naar de Sollicitatietrai-

ningendag te gaan op vrijdag 11 november.

Je leert daar de fijne kneepjes van een

goed sollicitatiegesprek en krijgt de do’s

en dont’s te horen voor het maken van een

cv.

Voor de meest actuele informatie en achter-

grondinformatie over activiteiten verwijs ik

je naar www.jfvgronigen.nl. Succes met

studeren, kom gezellig naar onze activi-

teiten en vergeet die frisse zomer!

Met vriendelijke groet,

Namens het 104e bestuur der Juridische

Faculteitsvereniging Groningen,

Elza lenferink Voorzitter

JFV Katern

Frisse start

DE TIJD OM TE STuDEREn IS WEER aanGEBROKEn. na EEn lanGE zOMER, DIE EIGEnlIJK MEER hET KEnMERK haD Van OnSTuIMIG hERFST WEER, hEEFT DE hERFST nu EChT zIJn InTREDE GEDaan. EEn BEhOORlIJK FRISSE STaRT, WanT DE TEMPERaTuREn lIEGEn ER nIET OM. ER IS TIJD GEnOEG OM WEER TE WEnnEn aan DE COllEGEBanKEn, WanT DE TEnTaMEnS laTEn nOG

EVEn OP zICh WaChTEn. WaT nIET OP zICh laaT WaChTEn zIJn DE KOMEnDE JFV aCTIVITEITEn. GEluKKIG hEEFT DE JFV VOOR hET KOMEnDE JaaR WEER EEn VOl PROGRaMMa VOOR InTERESSanTE aCTIVITEITEn DIE JE nIET MaG MISSEn zODaT WE DIE FRISSE zOMER SnEl VERGETEn.

JuridischeFaculteitsvereniging

Groningen

Page 42: Juridisch Magazine

Schrijf je in voor onze

Masterclass Vastgoed

en beleef de praktijk

Als je als advocaat werkt in het vakgebied vastgoed, dan voel je je wel eens bevoorrecht. Je

krijgt de kans mooie, en vaak buitengewone, projecten juridisch in goede banen te leiden.

Vastgoed strekt zich uit over meerdere rechtsgebieden. Dat betekent veel samenwerken en

overleggen met collega’s. Niet alleen op kantoor, maar ook op locatie.

Een intrigerend vakgebied, waarvoor we binnen ons kantoor veel specialisten hebben.

Specialisten die je graag vertellen wat hun werk zo boeiend maakt en die benieuwd zijn naar

jouw visie op het vak. Daarom organiseert Poelmann van den Broek op donderdag 17 en

vrijdag 18 november 2011 een tweedaagse Masterclass Vastgoed, waarin je onder meer een

klant bezoekt, adviseert en zelf gaat pleiten in een echte procedure. Zo ervaar je het vak

van binnenuit. Kijk voor meer informatie op www.poelmannvandenbroek.nl.

St. Canisiussingel 19f 6511 TE Nijmegen T +31 (0)24 381 08 10 F +31 (0)24 381 08 20 [email protected] www.poelmannvandenbroek.nl

Page 43: Juridisch Magazine

Algemene Ledenvergadering

Brussel/Leuven-reis

Constitutieborrel

Algemene Ledenvergadering

Brussel/Leuven-reis

Constitutieborrel

Brussel/Leuven-reis

Constitutieborrel

Goede doelenavond Goede doelenavond

JFV KaTERn COllaGEJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

43

Page 44: Juridisch Magazine

Dies Natalis

Groninger Juristen Congres

Groninger Juristen Congres

Groninger Juristen Congres

JFV KaTERn COllaGE JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

44

Master your talent Internationaal Studieproject

Internationaal Studieproject Internationaal Studieproject

Groninger Juristen Congres

Page 45: Juridisch Magazine

JFV KaTERnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

45

@Brussel/Leuven-reisElk jaar organiseert de JFV een driedaagse reis naar onze zuiderburen. Dit jaar vond de Brussel/Leuven-reis plaats van 6 t/m 8 april. Doordat de kosten voor de excursie zeer laag zijn en het aanbod aan georganiseerde activiteiten indrukwekkend, is de animo elk jaar weer groot. De reis was dit jaar met bezoeken aan de Europese Commissie en het Paleis van Justitie wederom een groot succes.

JFV Katern

Activiteitenoverzicht

@Groninger Juristen Congres Powerplay, wie heeft de macht binnen een onderneming? Deze vraag stond centraal op 28 april op het Groninger Juristen Congres. De dag werd ingeleid door een flitsende battle over de Ajax-kwestie onder leiding van dagvoorzitter prof. Willems. Meer dan 170 studenten woonden het plenair gedeelte in de fraaie stadsschouwburg bij. Na een uitge-breide lunch vonden de workshops in het Kasteel plaats. De dag werd afgesloten met een luxe diner in Time-Out en, een inmiddels traditionele, borrel in de Tapperij.

@Internationaal Studieproject Het recht houdt niet op bij de landsgrenzen. Daarom vertrokken op 29 april 30 studenten naar het bruisende centrum van dé rechtenhoofdstad van Europa, Londen! Daar werd bij Stibbe en Bird & Bird het leerstuk concurren-tievervalsing onder de loep genomen. Op het programma stonden verder een cruise op de Thames onder het genot van de beats van James Bond, een ritje in de famous London Eye en natuurlijk een bezoek aan The Houses of Parliament.

@ALVOp 23 mei was het dan zover: Bestuur van Lingen nam afscheid en het 104e bestuur deed haar intrede. De nodige nieuwe plannen werden gepresenteerd, maar desondanks was de ALV in een recordtijd afgelopen waardoor er tot in de late uurtjes los kon worden gegaan in de Tapperij.

Page 46: Juridisch Magazine

@Facultaire IntroductiedagDe stap om in Groningen te studeren, is voor eerstejaars studenten vaak groot. Om deze stap iets te verkleinen en de studenten wegwijs te maken in het doolhof waarin veel eerstejaars verdwalen, vond op 30 augustus de Facultaire Introductiedag plaats. Op deze dag werd onder andere een bezoek gebracht aan de Juridische Bibliotheek, de Turftoren-straat, de JFV Studiewinkel, de klapperwinkel en natuurlijk het JFV Hok onder leiding.

JFV KaTERn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

46

@BoekenmarktenDe JFV houdt er rekening mee dat de portemonnee van de meeste studenten niet rijk gevuld is. Als service naar de studenten toe kan je daarom bij de JFV boeken kopen met 10% korting. Aan het begin van elk semester organi-seren wij een boekenmarkt, waar je de bestelde boeken kunt afhalen. 30 augustus vond de boekenmarkt voor de eerstejaars studenten plaats en 31 augustus konden de ouderejaars studenten hun tassen vullen. Mocht je nog om een boek verlegen zitten, dan kun je op www.jfvgroningen.nl terecht voor de continue boekenverkoop, uiteraard tegen 10% korting.

@Rechten Introductiekamp Op vrijdag 2 september trokken 250 rechtenstudenten naar Overijssel voor het Rechten Introductiekamp. Drie dagen lang werden de studenten getrakteerd op de vele activiteiten die door de Introductiecommissie in het over-volle programma zijn gezet. Zaterdagavond ging iedereen geheel in stijl verkleed volgens het thema ‘Lawmazone, met je wetbundel in de jungle’. Zo kregen de aanwezigen de kans om voor de aanvang van het collegejaar al nieuwe vrienden te maken.

@Openingsfeest De &ZO stond 13 september vol met nerds die uit hun dak gingen. Net als voorgaande jaren werd dit feest georgani-seerd door de eerstejaarscommissie. Het openingsfeest is voor vele studenten altijd de ideale gelegenheid om even-tuele studiestress weg te dansen. Met het thema ‘Nerd alert, party like a geek’ kon deze avond niet meer stuk.

Page 47: Juridisch Magazine

JFV CaRRIEREBOaRD KaTERnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

47

De eerste mogelijkheid om over je grenzen

heen te kijken dient zich aan op donderdag

29 september. Dan vind namelijk het

recruitmentdiner van Damsté advocaten-

notarissen plaats! Ouderejaars studenten

die geïnteresseerd zijn in dit middelgrote

kantoor uit Enschede en die op ontspannen

wijze onder het genot van een hapje en

drankje met dit kantoor en haar advocaten

willen kennis maken kunnen zich via de

site aanmelden voor dit diner.

Er is al heel veel over geschreven en onder-

zocht: een eerste impressie, je uiterlijk

en hoe je wat wanneer zegt zijn allemaal

factoren die naast inhoudt ook belangrijk

zijn. Om ook deze soft skills onder de knie

te krijgen organiseert de JFV CarrièreBoard

commissie jaarlijks de Sollicitatietrainin-

gendag. Dit jaar zal deze vallen op de 11e

van de 11e van 2011! Zoals de naam al

doet vermoeden staat deze dag geheel in

het teken van het bij brengen van de juiste

sollicitatie skills. Op deze dag zullen een

aantal interessante sprekers uit de sollici-

tatiewereld spreken en komen een aantal

recruiters van kleine en grote advocaten-

kantoren aan het woord. Daarnaast zal in

verschillende workshops geen onderwerp

omtrent het solliciteren onbelicht blijven:

van een juist curriculum vitae tot hoe je het

beste een sollicitatie gesprek kan voeren.

Alles komt op deze dag voorbij!

Het is nog ver weg maar op 17 februari

2012 zal dit collegejaar weer de Bedrijven-

en Instellingendag plaatsvinden. De voor-

be reidingen hiervoor zijn al in volle gang

en op de Bedrijven- en Instellingendag-

commissie ligt de druk op de schouders

om deze interessante dag, perfect te

organiseren. De dag zal openen met een

plenair gedeelte waarin drie interessante

sprekers hun carrière na hun rechten-

studie uitlichten en hoe zij tot verschil-

lende keuze zijn gekomen. Afgelopen jaren

kwamen bekende sprekers uit de Neder-

landse top van het bedrijfs, politiek en juri-

disch leven spreken en wij zijn verheugd te

kunnen melden dat niemand minder dan

mr. Corstens, president van de Hoge Raad

op de Bedrijven- en Instellingendag 2012

zal spreken! Houd de JFV CarrièreBoard

website in de gaten voor meer informatie

omtrent deze dag!

Ben je benieuwd wat kantoren dit jaar

allemaal aan bussinescourses en master-

classes organiseren? Houdt dan het gehele

jaar door de JFV CarrièreBoard website en

daarop de recruitmentagenda in de gaten.

Hier worden het hele jaar door aankondi-

gingen voor deze activiteiten op gepubli-

ceerd. En hoewel internet tegenwoordig

alom vertegenwoordigd is en overal bereik-

baar, is het ook wel een fijn en praktisch om

iets op papier na te kunnen lezen. Daarom

is er dit semester ook weer de Wegwijzer

ontwikkeld, met daarin alle masterclasses

en bussinescourses op een rij voor komend

semester. Dus mocht je bij een saai college

zitten dan is dit boekje ideaal voer om even

verder dan de grenzen van je studententijd

te kijken en je te oriënteren wat je na je

studietijd kan gaan doen.

Mocht je de Wegwijzer al doorgenomen

hebben en graag wat meer informatie

willen hebben over een bepaald kantoor,

dan kun je naast kijken op het desbetref-

fende kantoorprofiel op de JFV Carrière-

Board website ook eens de studiewinkel

binnen lopen en kijken in de JFV Carrière-

Bank: hier liggen folders en ander mate-

riaal van verschillende kantoren uit heel

Nederland.

Rest mij niets meer dan jullie een goed

collegejaar toe te wensen, graag zie ik

jullie terug op een van de activiteiten die

JFV CarrièreBoard organiseert!

Jesse Trommel Commissaris JFV CarrièreBoard

JFV CarrièreBoard Katern

Beste studenten,

HElaaS MOEST hET MOOIE WEER DEzE zOMER BuITEn DE nEDERlanDSE GREnzEn GEzOChT WORDEn. WaT IEDEREEn al WIST WERD DOOR hET KnMI BEVESTIGD: JulI 2011 WaS DE naTSTE MaanD OOIT. MaaR, nIET GETREuRD: VanaF hET BEGIn Van hET nIEuWE COllEGEJaaR IS hET nOG MaaR 297 DaGEn TOT DE zOMER! OKé, DaT IS nOG EEn hEEl EInD, MaaR GEluKKIG BIEDT

JFV CaRRIèREBOaRD In DIE TIJD JE lEGIO MOGElIJKhEDEn OM OVER anDERE GREnzEn hEEn TE KIJKEn. En WEllIChT WORDEn ER VOOR JOu Dan OOK RECORDS GEBROKEn.

Page 48: Juridisch Magazine

instantie/Activiteit datum deadline inschrijven Meer informatie

sePTeMber clifford chance Legal Lunch Lounge 6 september 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com

damsté advocaten-notarissen Recruitmentdiner 29 september 2011 zie website www.jfvcarriereboard.nl

houthoff buruma Notariële Case Days 29-30 september 2011 1 september 2011 www.werkenbijhouthoff.com

OKTOber clifford chance Legal Lunch Lounge 3 oktober 2011 ontdekcliffordchance.com

Kienhuishoving advocaten & notarissen Recruitmentdiner 6 oktober 2011 1 oktober 2011 www.kienhuishoving.nl

banning Kennismakingsmiddag 14 oktober 2011 week voor 14 oktober www.banning.nl

Lexence Lexence Talent Day 21 oktober 2011 10 oktober 2011 www.lexence.com

boekel de nerée Expeditie Boekel 27-28 oktober 2011 zie website www.expeditieboekel.com

nOveMber clifford chance Legal Lunch Lounge 7 november 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com

houthoff buruma Convince Your Client Days 9-11 november 2010 1 oktober 2011 www.werkenbijhouthoff.com

clifford chance Best Of Both Worlds 10-11 november 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com JFV

carrièreboard Sollicitatietrainingendag 11 november 2011 zie website www.jfvcarriereboard.nl

stibbe Stibbe 100 jaar: 1911-2011 16-19 november 2011 10 oktober 2011 www.werkenbijstibbe.nl

damsté Advocaten-notarissen Masterclass 2011: Lexpeditie 17-18 november 2011 14 oktober 2011 www.damste.nl

Poelmann van den broek Masterclass 17-18 november 2011 23 oktober 2011 www.poelmannvandenbroek.nl

deceMber clifford chance Legal Lunch Lounge 5 december 2011 zie website www.ontdekcliffordchance.com

simmons & simmons Around the World in 100 Days 8 december 2011 1 december 2011 www.werkenbijsimmons.nl

JFV CaRRIEREBOaRD KaTERn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Recruitmentagenda

48

Page 49: Juridisch Magazine

CMS_LawTax_CMYK_from101.eps

Op 13 en 14 oktober 2011 organiseert CMS Academy: Students Programme de Masterclass Real Estate voor 3e en 4e jaars rechtenstudenten op onze kantoren in Utrecht en Amsterdam.

In de dynamische Real Estate praktijk heb je te maken met huurrecht, aanbestedingsrecht, bouw-recht, projectontwikkeling, publiekprivate samen-werking, bestuursrecht en ruimtelijke ordening.

Tijdens de Masterclass werk je met jouw team aan een uitdagende juridische game waarin je met deze onderdelen te maken krijgt. Naast je juridi-sche kwaliteiten komen hier ook zeker je creatieve kwaliteiten naar voren.

Uiteraard vinden we ook ontspanning en netwerken belangrijk. Daarom krijg je tijdens de

Masterclass uitgebreid de gelegenheid om kennis te maken met kantoorgenoten tijdens lunches, borrels en diner.

AanmeldenBevind jij je in je derde jaar bachelor of master van je studie Nederlands recht? Solliciteer dan vóór 19 september 2011 voor de Masterclass Real Estate!

Je kunt je motivatie, curriculum vitae, actuele bachelor/master cijferlijst, pasfoto en studentsta-gebeoordeling (indien je hierover beschikt) sturen aan de afdeling Recruitment:

Laura SchaapT 030 2121 773E [email protected] voor meer informatie naar www.cms-dsb.com

CMS Academy- Masterclass Real Estate

De blauwdruk voor je carrièreMeld je nu aan voor de Masterclass Real Estate

Page 50: Juridisch Magazine

het begrip ‘gebrek’Daar waar een huurder als hoofdverplich-

ting heeft zorg te dragen voor (tijdige) beta-

ling van de huurpenningen, zo dient de

verhuurder te waarborgen dat de huurder

zoveel mogelijk het ongestoorde genot van

het gehuurde kan hebben. Gebreken aan

het gehuurde staan hier aan in de weg Er

is sprake van een gebrek als de huurder

in zijn huurgenot dat hij bij het begin van

de huurovereenkomst mocht verwachten,

wordt beperkt en de oorzaak van de beper-

king is toe te rekenen aan de verhuurder.

Is sprake van een gebrek, dan is de

verhuurder verplicht dit te herstellen. De

met het herstel gemoeide kosten komen

voor rekening van de verhuurder. Herstelt

de verhuurder het gebrek niet, dan kan de

huurder dit zelf doen en de kosten daarvan

verhalen op de verhuurder.

Bij verhuur van bedrijfsruimte kunnen

partijen het begrip ‘gebrek’ inkleuren. Zo

kan tot op zekere hoogte vooraf worden

bepaald wat wel en wat niet onder het

begrip ‘gebrek’ valt. Dit kan echter niet

onbeperkt. De verhuurder mag zich

namelijk niet exoneren (vrijtekenen) voor

gebreken die hij bij het aangaan van de

huurovereenkomst al kende of behoorde

te kennen. Als de huurder de gebreken

kende en heeft aanvaard, is exoneratie

wel mogelijk. De bedoeling is dat de

verhuurder zich niet voor opzet of grove

schuld mag vrijtekenen. Als de verhuurder

wil dat de huurder verantwoordelijk wordt

voor gebreken die al bij het aangaan van

de overeenkomst bekend zijn, dan dient

hij deze gebreken expliciet te benoemen

en duidelijk op te nemen dat de verhuurder

niet aansprakelijk is voor de (gevolgen van)

deze gebreken.

Staat vast dat sprake is van een gebrek,

dan kan de huurder vermindering van

de huurprijs of vergoeding van bij hem

door het gebrek ontstane (gevolg) schade

vorderen. Hiervoor is vereist dat:

InhOuDElIJKE BIJDRaGEn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Inhoudelijke bijdragen

Asbest inbedrijfspanden; kopzorgen voor verhuurders?CMS Derks Star BusmannJan Willem Oudijk, Jitske Tamminga

DE laaTSTE JaREn VERSChIJnEn ER VEEl BERIChTEn OVER aSBEST. DEzE Gaan VEElal OVER DE VERJaRInGSPROBlEMaTIEK WaaRMEE SlaChTOFFERS Van MESOThElIOOM OF hun naBE-STaanDEn KunnEn WORDEn GECOnFROnTEERD. In 2010 WERD BEKEnD DaT BlOOTSTEllInG aan aSBEST nOG (VEEl) GEVaaRlIJKER IS Dan TOT OP hEDEn WERD VERWaChT. hET aRREST Van

DE hOGE RaaD Van 3 SEPTEMBER Jl. (lJn BM3980) DRaaGT WEllIChT DE SPOREn Van DIT nIEuWE InzIChT En hEEFT MOGElIJK GROTE GEVOlGEn VOOR VERhuuRDERS Van (BEDRIJFS)PanDEn. OP WElK MOMEnT IS naMElIJK DE aanWEzIGhEID Van aSBEST In EEn GEhuuRD PanD EEn GEBREK? VanaF hET MOMEnT DaT DE aSBEST (nIET zIChTBaaR) aanWEzIG IS OF PaS OP hET MOMEnT DaT hET aSBEST VRIJKOMT? En MaaKT hET nOG uIT OM WaT VOOR SOORT aSBEST hET GaaT, hEChTGEBOnDEn OF nIET-hEChTGEBOnDEn aSBEST? DE VRaaG OF DE aanWEzIGhEID Van aSBEST In EEn GEhuuRD PanD EEn GEBREK IS, KWaM OnDER MEER aan DE ORDE In hET aRREST Van DE hOGE RaaD Van 3 SEPTEMBER 2010.

50

Page 51: Juridisch Magazine

InhOuDElIJKE BIJDRaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

51

1) het gebrek aan de verhuurder is toe te

rekenen, of

2) het gebrek bij het aangaan van de

huurovereenkomst reeds aanwezig was

en de verhuurder dit gebrek kende of

behoorde te kennen.

Bij de verhuur van bedrijfsruimte kan in

de overeenkomst worden bepaald dat de

huurder in geval van een gebrek welis-

waar aanspraak kan maken op herstel

daarvan, maar geen aanspraak kan maken

op huurprijsvermindering of vergoeding

van (gevolg)schade. Deze uitsluiting van

aansprakelijkheid is niet mogelijk als de

gebreken tijdens het aangaan van de huur-

overeenkomst al bestonden en verhuurder

deze gebreken kende dan wel behoorde te

kennen.

De feitenKPN huurde van Tamminga diens pand

dat voorheen in gebruik was als ijssalon

en exploiteerde in dat pand een Prima-

foonwinkel. Tamminga was bij aankoop

van het pand erop gewezen dat asbest

aanwezig was en had de verkoper daarvoor

gevrijwaard. In de huurovereenkomst had

Tamminga opgenomen dat, voor zover bij

haar bekend, het pand vrij was van asbest.

KPN wilde het pand kopen en liet een

bouwkundige keuring uitvoeren. Tijdens

deze keuring werd asbest geconstateerd

en KPN zag af van de koop. KPN meldde de

constatering van het asbest bij Tamminga,

maar ondernam verder geen actie. Na een

inbraak via het dak van de Primafoonwinkel

kwam asbest vrij. KPN stelde Tamminga

van deze inbraak en het vrijkomen van het

asbest op de hoogte. Daarnaast verzocht

KPN Tamminga tot herstel van het dak en

asbestsanering over te gaan. Tamminga

herstelde wel het dak, maar ging niet over

tot sanering van de asbest. KPN liet dat

vervolgens zelf doen. Tijdens de sane-

ring was de winkel gesloten. KPN zette in

die periode de verkoop voort in een bus.

Vervolgens vorderde KPN van Tamminga

vergoeding van de kosten van de asbest-

sanering, huurprijsvermindering over de

periode dat de winkel vanwege de asbest-

sanering gesloten was en vergoeding van

de schade die door het asbestprobleem

was ontstaan.

Oordeel van de rechtersIn eerste instantie werden de vorderingen

van KPN door de kantonrechter allemaal

afgewezen. De kantonrechter ging er vanuit

dat het ging om het minder gevaarlijke

hechtgebonden asbest en dat de enkele

aanwezigheid daarvan geen gebrek ople-

verde. De verhuurder was dientengevolge

niet verplicht het asbest te saneren, een

huurprijsvermindering te accepteren en

gevolgschade te vergoeden.

In hoger beroep kwam het Hof tot het

oordeel dat de enkele aanwezigheid van

inmiddels niet-hechtgebonden asbest (de

kantonrechter ging uit van hechtgebonden

asbest) geen gebrek opleverde, maar het

vrijkomen van de asbest wel. Verhuurder

diende het gebrek te herstellen en KPN had

(gedeeltelijk) recht op huurprijsverminde-

ring gedurende de tijd dat de herstelwerk-

zaamheden plaatsvonden. KPN had geen

recht op vergoeding van de gevolgschade,

nu de verhuurder de aansprakelijkheid

hiervoor bij overeenkomst had uitgesloten.

Nu de enkele aanwezigheid van asbest niet

tot een gebrek leidde, was er bij aanvang

van de huurovereenkomst geen gebrek en

kon de verhuurder zich op de uitsluiting

van aansprakelijkheid beroepen.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het

Hof vernietigd. Reden daarvoor is dat de

Hoge Raad van mening is dat het Hof niet

voldoende heeft gemotiveerd waarom de

enkele aanwezigheid van niet-hechtge-

bonden asbest geen gebrek oplevert en

het vrijkomen daarvan wel. Hoewel de

Hoge Raad zelf geen uitsluitsel geeft, maar

het Hof Den Haag de opdracht geeft zich

over de zaak te buigen, lijkt het erop l dat

de Hoge Raad wil zeggen: als asbest een

onaanvaardbaar risico oplevert (hetgeen

afhankelijk is van de soort en hoeveelheid

van het asbest, het beoogde gebruik van

het pand en de bekendheid met de risi-

co’s) dan is er sprake van een gebrek, ook

als het asbest nog niet is vrijgekomen.

Ook het beroep van de verhuurder op de

uitsluiting van betaling van de gevolg-

schade is hierdoor in een ander licht komen

te staan. Als ook het enkel aanwezig zijn

van asbest een gebrek oplevert dan bete-

kent dit dat ook bij aanvang van de huur-

overeenkomst sprake is van een gebrek en

uitsluiting van aansprakelijkheid slechts

mogelijk is als de verhuurder het gebrek

niet kende of niet behoorde te kennen.

Bij het feitencomplex dat leidde tot het

arrest van de Hoge Raadwas de verhuurder

bekend met de aanwezigheid van asbest

in het pand. Bovendien is het een feit

van algemene bekendheid dat panden

gebouwd in de jaren 50/60 en 70 asbest

kunnen bevatten.

Gevolgen voor verhuurders bedrijfspanden

Wat betekent de uitspraak van de Hoge

Raad nu voor de praktijk? Op zichzelf nu

nog niets, het Gerechtshof Den Haag zal

namelijk eerst uitspraak moeten doen in

deze kwestie en antwoord moeten geven

op de vraag of de aanwezigheid van niet-

hechtgebonden asbest een gebrek is dat

de huurder niet hoefde te verwachten.

Maar wat als het Hof tot het oordeel komt

dat de aanwezigheid van deze vorm van

asbest een onaanvaardbaar risico ople-

vert en de enkele aanwezigheid daarvan

een gebrek is? Moeten dan alle panden

waar zich asbest in bevindt op voorhand

gesaneerd worden om een pand zonder

gebreken te kunnen verhuren? Of is herstel

van de verhuurder pas aan de orde als het

asbest wordt ontdekt? En hoe zit het met

de uitsluiting van aansprakelijkheid voor

de gevolgschade?

Als de verhuurder het gebrek kende of

behoorde te kennen is uitsluiting van

aansprakelijkheid niet mogelijk. Betoogd

zou kunnen worden dat het een feit van

algemene bekendheid is dat de kans

groot is dat in panden gebouwd vóór een

bepaald jaartal asbest aanwezig is en dat

de verhuurder zich voordat hij een pand

verhuurt er van moet vergewissen of een

pand asbestvrij is. Of kan de verhuurder

zich alsnog vrijtekenen door in de huur-

overeenkomst op te nemen dat er moge-

lijk asbest in zit en de aansprakelijkheid

voor gevolgschade uitsluiten, omdat de

huurder nu hij bekend is met de moge-

lijke aanwezigheid van asbest, dit gebrek

heeft aanvaard? De kans is aanwezig dat

verhuurders van bedrijfsruimte opdraaien

voor de (gevolg)schade die de aanwezig-

heid van niet-hechtgebonden asbest in

een pand meebrengt. Een antwoord op

deze vragen is momenteel nog niet te

geven. Het wachten is op het arrest van het

Gerechtshof Den Haag.

Page 52: Juridisch Magazine

De structuur en cultuur van het kantoor

kenmerken zich door korte communica-

tielijnen, een grote mate van specialisatie

en een hoog niveau van juridische dienst-

verlening. Boekel is een ambitieus kantoor

met een open en informele werksfeer, dat

staat voor het beste resultaat.

Praktijkgroepen en sectorgroepenBoekel kent een aantal praktijkgroepen die

onderling nauw samenwerken: Corporate,

Commercial & Litigation, M&A/Capital

Markets, Banking, Finance & Insurance, EU

& Competition, Vastgoed, Arbeidsrecht en

het Notariaat. Onder Corporate, Commer-

cial & Litigation vallen onder meer de

specialisaties Insolventierecht & Herstruc-

tureringen en Commercial Contracts en

onder Vastgoed vallen bijvoorbeeld Huur-

recht en Bouwrecht.

Om cliënten zo goed mogelijk van dienst

te kunnen zijn, heeft Boekel daarnaast een

aantal sectorgroepen samengesteld van

advocaten en notarissen van verschillende

praktijkgroepen, die naast de juridische

kennis ook weten wat er in de verschillende

sectoren speelt. Een belangrijke sector-

groep betreft de Zorggroep. Daarnaast kent

Boekel de sectorgroepen Financiële Instel-

lingen, Overheid & Toezicht, Retail, Vast-

goedfinancieringen en Woningcorporaties.

Kantoor londonRuim een jaar geleden heeft Boekel een

vestiging geopend in London. Deze wordt

op dit moment bemand door vier advo-

caten en zal in de loop van de tijd worden

uitgebreid. Met het kantoor in London

wordt uitvoering gegeven aan de interna-

tionale ambitie van Boekel.

Top Employer 2011Boekel heeft dit jaar voor de derde keer de

Top Employer Award uitgereikt gekregen

die jaarlijks door het CRF Institute, speci-

alist op het gebied van internationaal

onder zoek naar arbeidsvoorwaarden,

wordt toegekend aan de beste werkgevers

van Nederland. Een uitgebreid onderzoek

geeft inzicht in hoe een bedrijf scoort

op het gebied van arbeidsvoorwaarden

ten opzichte van collega-topwerkgevers.

Het keurmerk wordt enkel uitgereikt aan

werkgevers die voldoen aan strenge toet-

singscriteria. Volgens het CRF biedt Boekel

uitstekende carrièremogelijkheden aan

jong talent.

Gouden Spreekbuis 2011Boekel heeft de Gouden Spreekbuis 2011

in de arbeidsmarkt voor afstuderende

juristen gewonnen. De Gouden Spreek-

buis wordt toegekend aan de werkgever

die onder haar doelgroep aantoonbaar

de beste ontwikkeling op het gebied van

naamsbekendheid heeft doorgemaakt.

KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Kantoorspecial

Boekel De NeréeDoor mr. h. Biesheuvel

BOEKEl DE nERéE IS EEn nEDERlanDS KanTOOR MET EEn lanGE hISTORIE. hET KanTOOR IS OnT-STaan uIT VERSChIllEnDE aDVOCaTEnPRaKTIJKEn En nOTaRISKanTOREn DIE In DE aFGElOPEn JaREn zIJn GEFuSEERD. DE naaM BOEKEl DE nERéE OnTSTOnD OP 1 JanuaRI 1990 uIT EEn FuSIE Van BOEKEl Van EMPEl & DRIllInG aDVOCaTEn MET MEKKInG & DE nERéE nOTaRISSEn. BOEKEl

TElT CIRCa 300 MEDEWERKERS, WaaRVan CIRCa 160 JuRISTEn. DaaRnaaST WERKT hET KanTOOR SaMEn MET GEzaGhEBBEnDE InTERnaTIOnalE aDVOCaTEnKanTOREn.

52

Mr. H. Biesheuvel

Page 53: Juridisch Magazine

KanTOORSPECIalJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

53

Student-stageEen student-stage is een uitstekende

manier om kennis te maken met de advo-

catuur. Een student-stage bij Boekel duurt

normaal gesproken twee maanden, maar

in overleg kan daarvan worden afgeweken.

Als student-stagiaire loop je als volwaardig

teamlid mee in de praktijk op een sectie naar

jouw keuze. Je ondersteunt de advocaten in

hun dagelijkse werkzaamheden. Dat bete-

kent dat je mee schrijft in processtukken en

adviezen, juridische vraagstukken uitzoekt

en meegaat naar zittingen.

WerkstudentVoor studenten in de eindfase van hun

studie zijn er mogelijkheden om als werk-

student bij Boekel te werken. Een werk-

student werkt minimaal gedurende twee

maanden twee dagen per week mee in

de dagelijkse praktijk van een sectie naar

keuze. Een werkstudent onderscheidt zich

van een student-stagiaire doordat er meer

verantwoordelijkheid en zelfstandigheid

wordt verwacht, een werkstudent dient

dan ook al de ervaring van een student-

stage te hebben. Het werk als werkstudent

geeft een goede indruk hoe het werk als

advocaat-stagiaire zal zijn en je krijgt er

bovendien goed voor betaald.

advocaat-stageAls je solliciteert voor een plek als advo-

caat-stagiaire volg je een sollicitatiepro-

cedure die na ontvangst van je sollicitatie-

brief bestaat uit drie ronden, gevolgd door

een informele lunch of borrel met het team.

Het eerste gesprek vindt plaats met twee

leden van de sollicitatiecommissie. Tijdens

dat gesprek worden onder meer je CV en je

persoonlijke interesses besproken. Als dat

gesprek goed gaat volgt een e-assessment

op kantoor. Voor studenten uit Groningen

wordt hiervoor een uitzondering gemaakt:

zij kunnen het e-assessment ook in

Groningen doen. Na het e-assessment

volgt een tweede gespreksronde met twee

partners, waaronder de partner voor wie je

eventueel gaat werken. Tot slot volgt een

informele lunch om alvast kennis te maken

met je toekomstige collega’s.

Als advocaat-stagiaire draai je volledig

mee in de praktijk. Er wordt een grote mate

van zelfstandigheid van je verwacht, maar

dat betekent zeker niet dat je in het diepe

wordt gegooid. Er is vanuit de partners en

senior medewerkers een hoge mate van

begeleiding en opleiding. Zij vinden het

erg belangrijk dat je je als advocaat-stagi-

aire zo goed mogelijk ontwikkelt tot een

zelfstandig opererend advocaat.

Bij Boekel is de sfeer informeel. Je kunt

altijd bij iedereen binnenlopen en de

communicatie is open. Daarnaast is het

sociale aspect op kantoor erg belang-

rijk. Zo wordt bij Boekel onder meer elke

vrijdag geborreld, zijn er verschillende

sportteams, wordt jaarlijks een stagiaire/

medewerkers-weekend georganiseerd en

is er elke twee jaar een groot bedrijfsfeest

en een ski-uitje.

Opleiding

laW FIRM SChOOl

Alle advocaat-stagiaires bij Boekel volgen

tijdens het eerste jaar van hun stage de

juridische beroepsopleiding bij de Law

Firm School (LFS) als aanvulling en verdie-

ping op de beroepsopleiding van de

Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA).

De LFS is een initiatief van 14 grote advo-

catenkantoren met een internationale en

commerciële praktijk, waaronder Boekel,

die van mening waren dat de opleiding van

de NOvA niet altijd aansloot bij die prak-

tijk. De LFS is een intensieve opleiding.

Gemiddeld zit je eens in de drie weken

samen met 50 tot 100 andere beginnende

advocaten twee dagen in een hotel in

Scheveningen om cursussen te volgen.

Ter voorbereiding op die colleges moeten

opdrachten worden ingeleverd zodat een

bepaald niveau gewaarborgd kan worden.

De vakken die je bij de LFS volgt, sluit je

af met tentamens. Een deel van de vakken

wordt getentamineerd door de LFS zelf en

een deel van de tentamens wordt door de

NOvA afgenomen.

TOP-JHet TOP-J (Talent Ontwikkel Programma

Juristen) is een exclusief door Boekel

ontwikkeld programma gericht op het

ontwikkelen van de competenties die een

jurist in een commerciële praktijk nodig

heeft. Bij deze cursussen, die veelal intern

worden gevolgd, kan worden gedacht

aan Legal English, Effectief Presenteren,

Commerciële Ontwikkeling en Snellezen.

BOEKElGEREChT

Het Boekelgerecht is een leuk onderdeel

van je stageperiode bij Boekel. Elke twee

maanden bepleiten twee beginnend advo-

caat-stagiaires een casus. Voor het Boekel-

gerecht wordt het hele kantoor uitgeno-

digd. Twee partners zijn cliënt en een

oud-partner treedt op als rechter. Natuur-

lijk is het spannend om voor al je kantoor-

genoten te pleiten, maar het is een goede

gelegenheid om je pleitvaardigheden te

testen en te verbeteren.

hElEEn BIEShEuVEl

In 2002 ben ik begonnen met mijn studie

Nederlands recht in Groningen. Ik heb

voor rechten gekozen vanwege de brede

basis die deze studie bood en de combi-

natie van economische en maatschap-

pelijke aandachtspunten. Tijdens mijn

bachelor kwam ik tot de conclusie dat

vakken als Ondernemingsrecht, Arbeids-

recht en Mededingingsrecht mij het meest

aanspraken. De keuze voor een master

Bedrijfsrecht was dan ook een logische

stap. Daarnaast sprak het gevarieerde en

praktijkgerichte programma binnen deze

specialisatie mij aan. In de master heb ik

de nadruk gelegd op Arbeidsrecht en ik

ben uiteindelijk afgestudeerd bij professor

Zondag.

Tijdens mijn studie was ik onder meer

actief bij de JFV als redacteur van dit blad.

Verder heb ik bij SGOR de ISP-reis naar

Sjanghai georganiseerd en heb ik de acqui-

sitiecommissie voor het lustrum van mijn

studentenvereniging (R.K.S.V. Albertus

www.boekeldeneree.com/daagtjeuit

Deel daar in een sterke oneliner je visie op je vak en win een trip naar Burning Man in de Amerikaanse Black Rock desert.

“ZOEK JE ‘N KANTOOR DAT JE VERHAAL MINSTENS NET

ZO BOEIEND VINDT ALS JE CIJFERS?”

Page 54: Juridisch Magazine

Magnus) gedaan. Daarnaast heb ik een

aantal maanden in Oostenrijk gewerkt als

skilerares.

Mijn loopbaan bij Boekel ben ik begonnen

op de praktijkgroep EU & Competition;

een uitdagende en afwisselende praktijk.

Daarna heb ik een half jaar proceservaring

opgedaan bij Corporate Litigation, voordat

ik naar Arbeidsrecht ben gewisseld.

Ar beids recht is een dynamisch vakgebied

waarbij grote zaken waarbij je in (kantoor-

breed) teamverband werkt worden afge-

wisseld met kleine zaken die je zelfstandig

kunt behandelen. Sinds kort ben ik mede-

werker bij Corporate Litigation. Corporate

Litigation is een interessant vakgebied

dat zich met name richt op het voorkomen

en oplossen van geschillen in en om de

onderneming. De afwisseling tussen het

adviseren van ondernemingen en aandeel-

houders en, waar nodig, procederen maakt

dit een zeer uitdagende sectie om voor te

werken. Verschillende advocaten van de

sectie Corporate Litigation treden ook op

als curator in faillissementen. De ‘faillis-

sementspraktijk’ is een mooie aanvulling

op onze overige werkzaamheden, waarbij

vraagstukken als bestuurdersaanspra-

kelijkheid, paulianeuze handelingen en

kwesties omtrent pand en hypotheek aan

de orde komen.

Gemiddelde werkdagDe afwisselende werkzaamheden maken

dat ik elke dag met plezier naar mijn

werk ga. Je weet nooit wat een dag je

gaat brengen. Een echt gemiddelde dag

is daarom ook moeilijk te beschrijven.

Meestal begin ik om 9.00 uur met het

lezen van e-mails en het maken van een

inschatting van mijn werkzaamheden die

dag. Vandaag heb ik bijvoorbeeld gewerkt

aan een processtuk, een advies aan een

cliënt, en had ik namens de curator een

gesprek met een man wiens identiteit was

misbruikt en die noodgedwongen werd

betrokken bij een vennootschap. Vorige

week stond ik twee keer in de rechtbank

voor een kort geding en een getuigenver-

hoor. Ook komen er regelmatig cliënten

op bezoek, of jij bij hen. Een gemiddelde

werkdag eindigt voor mij tussen 18.30 en

19.00 uur.

Burning ManHet zal jullie waarschijnlijk niet zijn

ontgaan, maar afgelopen winter heeft

Boekel een prijsvraag uitgeschreven in

het kader van onze nieuwe arbeidsmarkt-

campagne. Studenten werden uitgeno-

digd om “oneliners” te verzinnen over ons

kantoor. De hoofdprijs was een reis naar

het Burning Man Festival in de Black Rock

Desert in Amerika. Deze prijsvraag is ook

voor de advocaten binnen kantoor uitge-

schreven. Mijn oneliner “Boekel De Nerée, waar kwaliteit een recht is” haalde het tot

de finale. Tijdens een feestelijke borrel op

kantoor, heeft één van onze notarissen uit

acht enveloppen twee winnende oneliners

getrokken. Die van mij zat daar bij en in

september mag ik samen met een collega

naar het festival!

afsluitingMocht je meer willen weten over Boekel of

onze vacatures, neem dan contact op met

één van onze recruiters:

Marjorie Claushuis 020-795 3722

[email protected]

Charlotte de Mos 020-795 3709

[email protected]

KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

54

Page 55: Juridisch Magazine

“AMBITIE IS JOUW SLEUTEL, WIJ ZIJN HET SLOT NAAR SUCCES.”

Wij leveren zakelijke, juridische dienstverlening voor be drijven, overheidsinstellingen en non-profit organisaties. Daarbij ligt onze focus op ondernemingsrecht, vastgoed en arbeidsrecht.

Wij zijn gevestigd in Amsterdam en Londen.

Winnaar van een reis voor twee naar het Burning Man festival,in de Amerikaanse Black Rock Desert.

Kees van Ekeren, rechtenstudent Leiden

Tjerk Sigterman, rechtenstudent Utrecht

Diederik Wokke, rechtenstudent Utrecht

Julia Mascini, rechtenstudent Leiden

Joost van Slooten, rechtenstudent Groningen

“LIEVER PASSIE VOOR HET VAK, DAN IN HET VAK PASSEN.”

“ELKE DAG EEN MEESTERWERK.”

“MEER WETEN, BEL ONS!”

“DURF EEN VERSCHIL TE MAKEN.”

“OPEN DEUREN BELEID? IK WIL GEWOON BIJ IEMAND AAN KUNNEN KLOPPEN!”

Overige winnaars

WINNAAR

Jan van Hövell tot Westerflier, rechtenstudent Utrecht

Page 56: Juridisch Magazine

Damsté legt het accent op een vliegende start

www.damste.nl

A D V O C A T E N - N O T A R I S S E N

Damsté advocaten - notarissen, topkantoor in het oosten

‘Nederland houdt niet op bij de IJssel’

Een kantoor dat zich wil onderscheiden in de markt moet een stapje harder lopen dan de concurrentie. Damsté advocaten - notarissen is er graag toe bereid. Vandaar dat het geregeld nieuwe initiatieven neemt om jong personeel te interesseren voor de aantrekkelijke functies die Damsté biedt. “Ook veel juristen denken helaas nog altijd dat ons land bij de IJssel ophoudt”, is de ervaring van Anne Harperink, hoofd Personeel & Organisatie en recruiter bij Damsté advocaten - notarissen, dat vestigingen heeft in Enschede en Almelo. “Daarom voeren we een actief beleid om mensen aan ons te binden. Het verleden heeft ons daarbij geleerd, dat we daarvoor het best kunnen werven onder rechtenstudenten van de universiteiten in Groningen en Nijmegen. De culturen van deze steden sluiten erg goed aan bij de studentenstad Enschede.

Over de ambities van Damsté mag geen onduidelijkheid bestaan, vindt Anne Harperink. “We gaan voor de beste studenten die graag in een leuke informele sfeer willen werken bij een van de grootste kantoren van Oost-Nederland. We zijn een topkantoor in de regio dat, in nagenoeg alle disciplines, advocatuur op het hoogste niveau aanbiedt.”

Dat duidt op een hoog gehalte aan routiniers binnen de organisatie. Anne Harperink: “Dat is absoluut een belangrijke reden voor onze goede reputatie. Maar we beseffen dat we niet alleen daarop kunnen vertrouwen. Daarom werven we zeker de laatste tijd heel veel jonge collega‘s. Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld voor het eerst een Masterclass gehouden voor een selecte groep studenten. Dit was zo’n groot succes dat we ook dit jaar een Masterclass organiseren en wel op 17 en 18 november 2011. Wij nodigen graag veelbelovende studenten uit die in de laatste fase van hun studie zitten om aan deze tweedaagse Lexpeditie Twente mee te doen. Tijdens deze inspirerende Masterclass wordt het nuttige met het aangename verenigd en maken de studenten kennis met het kantoor en de informele Twentse omgeving. Ook de Step In-housedag die we vorig jaar organiseerden, was een groot succes. Aan die kennismakingsbijeenkomst hadden we een sportieve activiteit gekoppeld. Voormalig topschaatser Martin Hersman, tegenwoordig onder andere verslaggever voor Studio Sport, verzorgde eerst een lezing over de relatie tussen topsport en advocatuur en ’s middags een clinic op de IJsbaan Twente. Ook dat bleek een hele goede greep. En het leuke is dat onze eigen advocaten en notarissen na afloop lieten weten veel energie van deze activiteiten te hebben gekregen.”

“Bij Damsté kun je al snel met je eigen praktijk beginnen”, vervolgt Anne Harperink. Dit is een belangrijk pluspunt van onze organisatie. “De eerste drie jaren na je opleiding is er veel aandacht voor coaching en voor groei en ontwikkeling van je juridische vaardigheden. Daarna kun je je verder specialiseren binnen ons kantoor. Dat willen we ook graag. Dat alles binnen een team van professionals, in een leuke informele werksfeer.”

Hoe leuk werken bij Damste is? Lees maar eens wat Maud van ’t Hullenaar en John Wessels, afgestudeerd in respectie-velijk Nijmegen en Groningen, daarover zeggen op de volgende pagina’s.

Interesse in een studentstage of functie bij Damsté? Bekijk de website www.damste.nl en mail met Anne Harperink: [email protected]. Bellen mag natuurlijk ook: 053-4840000.

Page 57: Juridisch Magazine

Eigen initiatief past bij mensen die wat kunnen. Maud van ‘t Hullenaar ondervond het al snel na haar komst bij Damsté. “Het is een grote organisatie die vertrouwen in haar advocaat-stagiairs heeft. Het is ook de bedoeling dat je na drie jaar mag blijven.

Je krijgt meteen eigen zaken en komt al snel rechtstreeks in contact met je klanten. Je mag zelfstandig in een dossier werken, natuurlijk wel onder toezicht van je patroon. Je doet je eigen zaken niet alleen om ervan te leren, maar ook om zo snel mogelijk de praktijk onder de knie te krijgen. Hierbij moet je denken aan alles wat een advocaat tot advocaat maakt, compleet met pleiten en onderhandelen. Damsté verwacht dat je proactief bent, je plaats inneemt en je verantwoordelijk-heid neemt. Je hebt direct een "eigen winkel".

Wij zijn een professionele organisatie die werkt met diverse secties op verschillende rechtsgebieden. Dat betekent dat je goed kunt bekijken welke sectie jij het leukste vindt. Je opleiding volg je weliswaar in het kader van de verplichte stage, maar het kantoor is een echt opleidings-instituut en biedt intern diverse vakspecialistische cursussen. Daardoor kun je naast de algemene kennis ook specifieke kennis opdoen.

Het is aan jou om de verantwoordelijkheid te nemen en het maximale te halen uit de mogelijkheden die je worden geboden. Excelleren, een uitblinker worden, dat kun je alleen zelf.”

&

Als je wilt weten hoe het is om meteen na je opleiding bij Damsté advocaten - notarissen aan het werk te gaan, kun je dat het best vragen aan iemand die daar ervaring mee heeft. John Wessels van de sectie Arbeidsrecht en Maud van ’t Hullenaar van de sectie Handels- en Ondernemingsrecht beant-woorden die belangrijke vraag graag voor je aan de hand van een kwartet trefwoorden.

John Wessels (l) in gesprek bij de businessclub van FC Twente Maud bij de rechtbank Almelo

kunnen

kennen

John Wessels: “Als je de opleiding aan de universiteit achter de rug hebt, begint het eigenlijk pas. Je leert in feite opnieuw denken en schrijven. Daarnaast breidt je juridische kennis zich dagelijks uit als je eenmaal aan het werk bent. Je moet altijd leren om bij te blijven. Bij Damsté krijg je daar van meet af aan alle kans voor. Je mag direct meewerken aan zaken van partners en medewerkers, behandelt eigen zaken en maakt kennis met cliënten. Het is prettig om aan het begin van je carrière gebruik te mogen maken van bestaande netwerken.

Daarnaast stimuleert Damsté het ook dat je zelf actief gaat deelnemen aan netwerken die bij je passen. Zodoende leren mensen je kennen en voordat je het weet, levert dat nieuwe zaken op. Damsté kent een opendeurbeleid. Dat hoor je vaker en dan denk je: het zal wel. Hier is dat echt zo. Als advocaat-stagiair ben je werkzaam op één sectie, maar het kantoorbeleid is dat je ook diverse zaken op andere rechtsgebieden behandelt. Zo verbreed je je juridische kennis en misschien kom je er achter dat een ander rechtsgebied je toch meer ligt. Tot slot is het bij Damsté ook nog eens gezellig werken en leer je op die manier je collega’s op een persoonlijke manier kennen. De sfeer is er gewoon super. Damsté voelt voor mij dan ook als een echt ‘thuis’.”

Je eigen ambities kennen is volgens John net zo belangrijk. “Je moet weten wat je wilt, of je kiest voor een Zuidas-kantoor of een kantoor als Damsté. Mijn doelen waren voornamelijk: een prettige werkomgeving vinden, balans tussen werk en privé, mezelf verder ontplooien, onderne-mend bezig zijn en een goede advocaat worden. Damsté is een kantoor waarbij ik die doelen tot nu toe prima kan realiseren!”

Page 58: Juridisch Magazine

De cultuur bij Damsté is lekker informeel. Maud: “Dat vind ik heerlijk. Ik zou me niet prettig voelen op een kantoor, waar veel afstand bestaat tussen mensen of lagen van medewerkers. We zijn hier meer één kliek, iedereen is gemakkelijk benaderbaar. Er is bijvoorbeeld geen aparte coöperatiekamer. Er heerst ook geen negen tot vijf cultuur. Het gaat er heel relaxed aan toe. Je bent redelijk vrij, zolang je je uren en deadlines maar haalt. En er is tijd voor ontspanning. De kantoorlunch voor het hele personeel op elke eerste dinsdag van de maand en de wekelijkse vrijdagmiddagborrel zijn daar mooie voorbeelden van. Ook gaat het complete personeel een keer per jaar een weekendje samen weg en is er direct na de zomervakantie een barbecue. Dat soort dingen zorgt voor een prima onderlinge sfeer.”

Maud voelt zich als geboren zuiderling prima thuis in Oost-Nederland. “Alle mogelijkheden die je zoekt in je vrije tijd, zijn hier voorhanden. Leuke winkels, veel culturele activiteiten, gezellige kroegen, je hebt hier alles. En de mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Hier zijn mensen oprecht geïnteresseerd in wat de ander doet. Ik moest eerst wel wennen aan de 'doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg'-cultuur, maar het heeft absoluut zijn charme. Mensen zien de waarde van dingen in. Twentenaren blazen niet hoog van de toren en blijven heel dicht bij zichzelf. Ze houden niet van poespas en doen zich niet anders voor dan ze zijn. Ze gaan gewoon rechtdoor, niet via zes afslagen. De nuchtere Twentenaar zegt waar het op staat. Binnen kantoor kan dat ook, zonder dat je daarop wordt afgerekend. Zowel op kantoor als in de stad is het voor mij echt thuiskomen.”

A D V O C A T E N - N O T A R I S S E N

&

Binnen een organisatie is het altijd de kunst optimaal gebruik te maken van de aanwezige specifieke kwaliteiten en kennis. Bij Damsté hebben ze daar een goed oog voor, is de ervaring van John. “Het is de bedoeling dat je begint op één sectie. Binnen die sectie kun je je verder specialise-ren in één of meerdere subspecialismen. Je mag daarin je eigen keuzes maken en kunt dus kiezen voor hetgeen je zelf het leukste vindt en het beste bij je past. Ook zijn we afgelopen jaar begonnen met sectieover-stijgende teams. Voorbeelden daarvan zijn: Team Sportrecht, Team Familiebedrijven, Team Europees recht & Aanbestedingen en Team Onderwijsrecht.

Volgens Wessels is een coachende patroon van groot belang. “Een goede klik met je patroon is doorslaggevend. Deze moet je op een positieve manier wijzen op wat je kunt verbeteren en je niet afbranden. Dat werkt niet stimulerend. Het is essentieel die klik al aan het begin van je stageperiode te hebben, omdat je met al je brieven en processtukken naar hem of haar toe moet. In het begin is dat wel wennen, omdat je het idee hebt dat je tijdens je rechtenstudie niets hebt geleerd als je de brieven en processtukken weer met rode pennenstreken erop terug krijgt. Het is echter de kunst om vervolgens je eigen stijl daarin te ontwik-kelen.”

“Pleiten is een kunst op zich”, weet John. “Tijdens de Beroepsopleiding wordt je geleerd hoe je kunt pleiten. Tevens wordt vanuit de Jonge Balie een pleitoefening georganiseerd waarbij je de strijd aangaat met een advocaat-stagiair van een ander advocatenkantoor. Als je de eerste keer echt gaat pleiten in de rechtszaal, dan moet je wel een drempel over. Maar die één-op-één strijd is prachtig, het is het mooiste wat er is!”

John Wessels voor het Rijksmuseum Enschede De Oude Markt, het bruisende middelpunt van Enschede

k

u

n

s

t

cultuur

Maud

Page 59: Juridisch Magazine

A global law firm & The Hague & more than lawyers & specialist experience & business thinkers & surprisingly colourful offices & that feeling you get when all the hard work pays off & that’sBird & Bird is een snelgroeiend internationaal advocatenkantoor dat verschillende disciplines verenigt onder één dak. Onze vestiging in Den Haag telt ruim 85 juristen. Wereldwijd zijn dat er ruim 900. Onze advocaten, fiscalisten en (kandidaat-) notarissen zijn actief in hightech en gereguleerde markten als: telecom, IT, life sciences, media, energy, internet en electronics. Net als onze cliënten ontwikkelen we ons voortdurend en is onze blik altijd op de toekomst gericht. Daarom zijn we continu op zoek naar talenten die hogerop willen.

Meer weten? Neem contact op met onze recruiter, Chantal van der Meeren, via tel. 070-353 88 00 of per e-mail: [email protected].

www werkenbijbirdenbird.nl

Abu Dhabi & Beijing & Bratislava & Brussels & Budapest & Düsseldorf & Frankfurt & The Hague & Hamburg & Helsinki & Hong Kong & London & Lyon & Madrid & Milan & Munich & Paris & Prague & Rome & Shanghai & Singapore & Stockholm & Warsaw

Page 60: Juridisch Magazine

Bird & Bird InternationaalBird & Bird is een internationaal advoca-

tenkantoor waar advocaten, notarissen

en fiscalisten juridische dienstverlening

op topniveau combineren met diep-

gaande kennis van vooral high tech en

gereguleerde sectoren als: telecom, IT, life

sciences, media, energy, internet en elec-

tronics. Bird & Bird heeft 23 vestigingen in

Europa, het Midden-Oosten en Azië waar

meer dan 900 juristen werkzaam zijn. Bird

& Bird heeft een internationale strategie

waarbij alle 23 vestigingen gelijkwaardig

zijn en relatief autonoom opereren. Veel

zaken waaraan wij werken zijn grensover-

schrijdend waarbij nauw samengewerkt

wordt tussen de verschillende vestigingen.

De voertaal is vaak Engels.

Ons kantoor in Den haagOp dit moment werken bij onze Neder-

landse vestiging circa 85 juristen. Onze

cliënten zijn grote en middelgrote onder-

nemingen in Nederland, maar ook elders

in Europa, Azië en de Verenigde Staten. Wij

zijn een full service kantoor, wat wil zeggen

dat alle relevante rechtsgebieden onder

één dak gehuisvest zijn. Ons kantoor is

ingedeeld in de volgende praktijkgroepen:

TIM (Telecom, Internet, Media- en Mede-

dingingsrecht), IE (Intellectuele Eigen-

domsrecht), Corporate, Employment, Tax

en Notariaat.

Waarom bij ons werken?Bij Bird & Bird kies je als advocaat-stagiair

zelf binnen welke sectie je werkzaam wilt

zijn. Het is bij ons niet gebruikelijk om

een sectiewissel te maken. Gedurende je

advocaat-stage krijg je een all-round oplei-

ding en specialiseer je jezelf in het vakge-

bied van jouw voorkeur. Daarnaast werk je

als advocaat binnen een of meerdere van

de bovengenoemde sectoren waarin je je

nader wilt verdiepen.

Werkzaamheden zijn afhankelijk van de

sectie en discipline waarin je werkt en vari-

eren van procederen, adviseren, contracten

opmaken en het begeleiden van fusies en

overnames inclusief bijbehorende due dili-

gence.

Werken bij Bird & Bird doe je in team-

verband, zowel binnen de Nederlandse

vestiging als internationaal. Vaak is het

aanpakken, maar we hechten veel waarde

aan een goede onderlinge sfeer waarin ook

tijd is voor ontspanning. Wij kenmerken

ons door enthousiasme, gezond verstand

en gedrevenheid om praktische resultaten

voor onze cliënten te boeken. Bird & Bird is

continu bezig om haar positie in de markt

verder uit te breiden en biedt je de moge-

lijkheid om daaraan actief mee te werken.

KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Kantoorspecial

Bird & Bird,het snelst groeiende advocaten kantoor van de laatste vijf jaar!

In MEI 2011 WERD DE haaGSE VESTIGInG Van BIRD & BIRD DOOR SDu uITGEROEPEn TOT SnElST GROEIEnDE KanTOOR Van DE aFGElOPEn 5 JaaR. TuSSEn 2007 En 2011 IS hET aanTal aDVOCaTEn BIJ BIRD & BIRD BIJna VERDuBBElD En DaT IS naTuuRlIJK nIET zOMaaR. hIER lEES JE WaaROM JE BIJ OnS WIlT WERKEn!

60

Page 61: Juridisch Magazine

KanTOORSPECIalJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

61

Werken bij Bird & Bird betekent werken in

een uitzonderlijke werk- en leeromgeving,

en vormt een vliegende start voor je loop-

baan. Zo’n begin is het halve werk. De rest

is aan jou!

Net als onze cliënten ontwikkelen we ons

voortdurend en is onze blik op de toekomst

gericht. Daarom zijn we op zoek naar

talenten (m/v) die hogerop willen en voor

wie zelfs the sky geen limit is.

CultuurDe sfeer binnen ons kantoor wordt door

onze medewerkers als informeel, open

en dynamisch ervaren. Dit is iets wat wij

enorm koesteren en ook met bijvoorbeeld

ons gebouw en de inrichting daarvan willen

uitstralen. Je vindt daarom in ons kantoor

niet alleen veel wit en daglicht maar ook

een opvallende bar om te ontspannen.

hoogvliegers gezochtBird & Bird is het gehele jaar door op zoek

naar talentvolle en enthousiaste studenten

en pas afgestudeerde juristen.

Wij zoeken juristen die willen en kunnen

uitblinken in hun vakgebied. Niet alleen

moet je het recht en de advocatuur zien als

een inspirerende uitdaging, je moet ook

een teamplayer zijn die kan samenwerken

met mensen uit verschillende (juridische)

culturen.

Wat bieden weWij bieden je uitdagend en verantwoorde-

lijk werk in een internationale en dynami-

sche omgeving, met een informele cultuur

en volop gelegenheid om samen te werken

met andere disciplines.

Sollicitatieprocedure (student-)stagiairesBird & Bird hanteert een overzichtelijke

sollicitatieprocedure en rondt deze graag

snel af. Wij streven ernaar om de proce-

dure binnen drie weken na ontvangst van

je sollicitatie af te ronden.

Na een positieve beoordeling van je cv,

motivatie, cijferlijsten en eventuele stage-

beoordeling/referentie(s) word je uitge-

nodigd voor een gesprek en als dat goed

verloopt voor een tweede gesprek. Beide

gesprekken vinden plaats met twee part-

ners die werkzaam zijn binnen jouw inte-

resse-gebied, maar ook in andere gebieden.

Tijdens deze gesprekken kunnen verschil-

lende onderwerpen aan bod komen, zoals

persoonlijke interesses en voorkeuren,

keuzes die je gemaakt hebt, de studie,

nevenactiviteiten, belangstelling voor het

juridische vak, juridische onderwerpen in

het algemeen en het werken als advocaat

binnen Bird & Bird in het bijzonder.

Gedurende de procedure vinden we het

belangrijk dat de kandidaat een goed beeld

van zowel het kantoor als de verschillende

medewerkers krijgt. Daarom wordt veelal

na één van de gesprekken een rondleiding

danwel lunch met kantoorgenoten georga-

niseerd. Ook kan de kandidaat meebor-

relen tijdens de wekelijkse kantoorborrel

om de sfeer binnen Bird & Bird te proeven.

Medewerkers aan het woordOm je een goed beeld te geven van het

werken bij Bird en Bird lees je hieronder de

mening van twee van onze medewerkers.

Laura Grijpma werkt sinds november 2005

bij Bird & Bird LLP en is hier begonnen als

student stagiaire. Ze is gespecialiseerd

in aansprakelijkheidsrecht, procesrecht,

contractenrecht en vastgoed met daarbij

een focus op zaken gerelateerd aan

Telecom, IT en Media. Laura heeft haar

rechtenstudie gevolgd in Groningen met

als afstudeerrichting Informaticarecht en

Privaatrecht. Tijdens haar studie liep ze

ondermeer stage in Washington DC.

Matthijs Marell studeerde geschiedenis

in Leiden, waarna hij 4 jaar diverse

sales functies bekleedde in de printer-

cartridge en congresbranche. In de avond-

uren studeerde hij rechten in Leiden.

In november 2007 maakte Matthijs de

overstap naar de advocatuur als para-

legal/interim recruiter bij Bird & Bird.

Sinds september 2008 is Matthijs als

advocaat werkzaam op sectie Intellec-

tueel Eigendom. Zijn praktijk bestrijkt alle

facetten van het intellectuele eigendoms-

recht, van octrooirecht tot auteursrecht.

Matthijs is met name gespecialiseerd in

namaak- en piraterij bestrijding, o.a. aan

de grenzen van de Europese Unie. Daar-

naast assisteert Matthijs in cassatieproce-

dures en in procedures bij het Gerecht van

de EU.

Waarom heb je voor dit kantoor gekozen?Laura: Ik zocht een kantoor met een duide-

lijke IT/IP focus, maar ook een kantoor

met een internationaal netwerk. Dat zijn

er niet zoveel. Verder sprak het me erg aan

dat het nog een vrij jong kantoor was met

ambitieuze doelstellingen.

Matthijs: In de tijd dat ik als deeltijdstu-

dent aan mijn master ondernemingsrecht/

A global law firm & The Hague & more than lawyers & specialist experience & business thinkers & surprisingly colourful offices & that feeling you get when all the hard work pays off & that’sBird & Bird is een snelgroeiend internationaal advocatenkantoor dat verschillende disciplines verenigt onder één dak. Onze vestiging in Den Haag telt ruim 85 juristen. Wereldwijd zijn dat er ruim 900. Onze advocaten, fiscalisten en (kandidaat-) notarissen zijn actief in hightech en gereguleerde markten als: telecom, IT, life sciences, media, energy, internet en electronics. Net als onze cliënten ontwikkelen we ons voortdurend en is onze blik altijd op de toekomst gericht. Daarom zijn we continu op zoek naar talenten die hogerop willen.

Meer weten? Neem contact op met onze recruiter, Chantal van der Meeren, via tel. 070-353 88 00 of per e-mail: [email protected].

www werkenbijbirdenbird.nl

Abu Dhabi & Beijing & Bratislava & Brussels & Budapest & Düsseldorf & Frankfurt & The Hague & Hamburg & Helsinki & Hong Kong & London & Lyon & Madrid & Milan & Munich & Paris & Prague & Rome & Shanghai & Singapore & Stockholm & Warsaw

Page 62: Juridisch Magazine

intellectueel eigendomsrecht zou gaan

beginnen wilde ik alvast de overstap maken

van de commerciële congresmarkt naar de

advocatuur. Door mijn voorgeschiedenis

en ambitie ben ik op zoek gegaan naar

een internationaal kantoor met een goede

reputatie op het gebied van IE en dat open-

staat voor het aannemen van beginnende

advocaten die een afwijkend voortraject

hebben gevolgd. Het is immers - kan ik uit

eigen ervaring zeggen - niet gebruikelijk dat

een groot kantoor iemand aanneemt als

advocaat stagiair die eerst gewerkt heeft

in een totaal ander vakgebied. Mijn eerste

gesprek op kantoor ging maar deels over

juridisch inhoudelijke zaken. De meeste

tijd werd namelijk besteed om mij beter te

leren kennen als persoon en mij de kans te

geven om het karakter van kantoor te leren

kennen. Die persoonlijke benadering trok

mij definitief over de streep.

Wat is er zo leuk aan het werken bij Bird & Bird?Laura: Ik vind dat je bij ons van meet af aan

veel verantwoordelijkheid krijgt en dat er

ook naar jouw mening geluisterd wordt (al

begin je pas net). Ook is er ruimte om eigen

initiatieven te ontwikkelen. Zo krijg je echt

het gevoel dat je jouw steentje bijdraagt

op kantoor en dat dat ook wordt gewaar-

deerd.

Matthijs: Het feit dat je als advocaat

stagiair al snel wordt betrokken bij de

inhoud van een zaak en geen losstaande

memo’s moet produceren spreekt mij erg

aan. Je voelt je meteen betrokken bij een

zaak en de lijntjes met al je collega’s op je

eigen en ook andere afdelingen zijn dan

ook kort. In internationale zaken is dit ook

niet anders. Hierdoor heb je als stagiair

ook al snel contact met je collega’s van de

buitenlandse Bird & Bird kantoren.

hoe is de sfeer onderling?Laura: Zeer goed, we trekken onderling veel

met elkaar op (ook buiten kantoor). Er zijn

jaarlijks ook de nodige uitjes. Zo hebben

we net een voetbaltoernooi gehad in

Helsinki, waaraan alle Europese kantoren

meededen. Dit jaar hebben de Neder-

landse vrouwen gewonnen! (De mannen

vlogen er in de kwartfinale al uit...haha)

Matthijs: Door de relatief jonge gemid-

delde leeftijd op kantoor is de sfeer erg

open. Er zijn nauwelijks hiërarchische en

ouderwetse verhoudingen. Je kan net zo

makkelijk bij een collega stagiair binnen-

wandelen als bij de (managing) partners.

Zelfs als er een keer iets (zakelijks) speelt

tussen collega’s, dan is dat door de goede

sfeer op kantoor altijd snel uit de wereld.

hoe ziet een typische werkdag er voor je uit?Laura: Een typische werkdag is er eigen-

lijk niet, want elke dag ziet er weer anders

uit. De ene keer ben je met 10 dossiers tege-

lijk bezig, de andere keer besteed ik een

hele dag aan het schrijven van een proces-

stuk. Ook gebeurt het natuurlijk dat je een

hele dag buiten kantoor bent vanwege een

bespreking met een cliënt of een zitting.

Juist die afwisseling maakt de advocatuur

(wat mij betreft) zo leuk.

Matthijs: Ja, dat is dus het mooie van

mijn vak vind ik zelf. Ik heb geen typische

werkdag. Hoewel ik natuurlijk het grootste

deel van mijn dag achter mijn bureau door-

breng, wordt er bij ons op de sectie veel en

druk overlegd en nagedacht over de zaken

die we behandelen. Dat betekent dat ik de

ene dag de hele dag achter mijn bureau

zit en stug aan een processtuk werk, maar

de andere dag zit ik de hele dag te bellen,

vergaderen en brandjes te blussen. Het

werk op onze IE-sectie ziet er daardoor

geen twee dagen achter elkaar hetzelfde

uit.

Enthousiast?Ben je enthousiast geworden over ons

kantoor? Kom dan eens kennismaken! We

nodigen je van harte uit om een afspraak

te maken voor een kennismakingslunch, of

meld je aan voor een (student of scriptie)

stage of één van onze (recruitment) evene-

menten.

nader kennismakenKijk op onze website www.werkenbijbir-

denbird.nl of neem contact op met de afde-

ling Recruitment via 070-353 88 74 of per

mail via [email protected]

KanTOORSPECIal JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

62

Page 63: Juridisch Magazine

Over het kantoorBird & Bird is opgericht in 2001 door een

aantal afgescheiden partners van Houthoff

Buruma. Vervolgens lieerden zij zich aan

Bird & Bird London. De afgelopen twee jaar

is Bird & Bird het snelst groeiende advoca-

tenkantoor van Nederland. De vestiging in

Den Haag telt ruim 85 juristen (advocaten,

notarissen en fiscalisten). Daarnaast heeft

Bird & Bird nog 21 vestigingen in Europa

en Azië, waar ruim negenhonderd juristen

werkzaam zijn. In de Verenigde Staten

hebben zij echter geen vestiging. Tevens

is Bird & Bird een full service kantoor. Dit

houdt in dat alle relevante rechtsgebieden

onder één dak gehuisvest zijn. Het kantoor

is gespecialiseerd op het gebied van

intellectueel eigendomsrecht en Telecom-

Internet en Mediarecht. De cliënten van

Bird &Bird zijn grote en middelgrote onder-

nemingen in Nederland, maar ook elders in

Europa, Azië en de Verenigde Staten.

In contact komen met Bird & Bird?Om in contact te komen met Bird & Bird

organiseren zij regelmatig een lunch,

waarbij je op informele wijze kennis kunt

maken met het kantoor en zijn medewer-

kers. Ook kun je stage lopen om zo een

goede indruk te krijgen van de werkomge-

ving- en sfeer.

Deze stage duurt zes tot acht weken en

ze merken op dat stagiaires enigszins ‘in

het diepe worden gegooid’. Stagiaires

mogen meewerken aan het schrijven van

adviezen, vergaderingen met cliënten

bijwonen en meegaan naar de rechtszit-

tingen. Daarnaast kan je een scriptiestage

van vier weken bij het kantoor lopen. Bij

het solliciteren wordt uiteraard gelet op de

juridische inzichten, maar ook persoonlijk-

heid en humor staan hoog in het vaandel

bij Bird & Bird.

InhoudelijkNatascha Linssen heeft ons over de hoofd-

lijnen van Private Enforcement (private

handhaving in het mededingingsrecht)

verteld. We zijn te weten gekomen hoe en

wanneer een benadeelde partij een actie

c.q. vordering kan instellen tegen een

inbreuk in het mededingingsrecht. Afslui-

tend kregen we een casus die we moesten

oplossen over aardappelboeren die prijs-

afspraken hadden gemaakt, waardoor de

cafetariahouders hogere kosten doorbere-

kenden aan de klant. Het was een duide-

lijke presentatie, waarbij veel ruimte was

voor interactie, dit maakte het erg prettig

om naar te luisteren.

Rondleiding en de borrelDe bar was gezellig ingericht en druk

bezocht voor een donderdagmiddagborrel.

Natuurlijk was de tap volop bemand,

werden de exclusieve borrelhapjes en

bitterballen rijkelijk verspreid. Gin-tonic

en Corona’s vlogen over de bar. Daarnaast

waren het leuke en spontane mensen die

ons goed konden vertellen wat hun dage-

lijkse bezigheid was.

Kantoorbezoekverslag

Bird & BirdDen haag, vrijdag 15 april 2011Geschreven door: Dianne Schaafsma, lennard noordzij en Thomas Schumacher

DEzE KEER WaS hET EVEn IETS anDERS. WE KWaMEn nIET aan BIJ DE IMMEnS GROTE GEBOu-WEn OP DE zuIDaS, MaaR WE STOnDEn zOWaaR In DE BuuRT Van SChEVEnInGEn TE TRaPPE-lEn VOOR DE DEuR Van BIRD & BIRD. OnTVanGST DOOR IBO GülSEn (ManaGER MaRKETInG & BuSInESS DEVElOPMEnT) MET KOFFIE En EEn OVERhEERlIJKE MuFFIn MaaKTE EEn GOEDE

STaRT. DE InTRODuCTIE OVER BIRD & BIRD KOn BEGInnEn En WaT METEEn OPVIEl WaS DaT hET KanTOOR EEn VRIEnDElIJKE uITSTRalInG OVER zICh hEEn haD. ER WERDEn VEEl GRaPJES TuSSEnDOOR GEMaaKT, MaaR OOK KWaM hET DuIDElIJK OVER WaT VOOR SOORT KanTOOR BIRD & BIRD IS En WaaR hET VOOR STaaT.

KanTOORBEzOEKVERSlaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

63

Page 64: Juridisch Magazine

Op dag één van het verblijf in het hostel

hadden we al gemerkt dat we beter niet

daar konden ontbijten, dus het was een

mooie bijkomstigheid dat Bird & Bird een

heerlijk ontbijt had geregeld. Bij aankomst

kon iedereen een kop koffie of, zoals de

Engelsen dat doen, thee nemen. Ook lagen

er allerlei verse broodjes en taartjes klaar.

Deze schalen waren op de een of andere

manier veel sneller leeg dan de bakjes

brood op het hostel.

De dag ving aan met een algemene kantoor-

presentatie van partner Ronald Hendrikx

van Bird & Bird. Hij begon zijn verhaal met

een algemene inleiding over het kantoor,

begeleid door een mooie powerpointpre-

sentatie. The Royal Wedding (die vijf dagen

hiervoor had plaatsgevonden) was hier

meerdere malen in verwerkt, heel leuk en

origineel.

Het vervolg van de presentatie was wat

inhoudelijker. Ten eerste zette meneer

Hendrikx kort uiteen hoe het “zijn en

worden van advocaat” in Engeland werkt.

Opvallend is dat er in Engeland, in tegen-

stelling tot de Nederlandse advocatuur,

twee disciplines zijn, namelijk de solicitors

en de barristers. De solicitors zijn te verge-

lijken met de Nederlandse adviespraktijk

en de barristers pleiten in de gerechts-

hoven. Leuk feitje is, dat je je als barrister

ook niet bij een zogeheten “maatschap”

kunt aansluiten. Dit houdt dus in dat bijna

alle grote LawFirms, zoals wij die kennen,

alleen maar uit solicitors bestaan. Opval-

lend voor de opleiding tot solicitor is ook,

dat je niet noodzakelijk rechten gestu-

deerd hoeft te hebben. Je kunt namelijk

ook als je bent afgestudeerd op een totaal

ander discipline, zoals geschiedenis of

zelfs scheikunde, een graduate diploma

in law halen. Deze duurt een jaar, en wordt

dan vervolgd door de reguliere drie-jarige

solicitors opleiding. Je kunt dus na elke

universitaire opleiding, qualified solicitor

worden.

Aan het eind van de presentatie vertelde

meneer Hendrikx over veelgemaakte gram-

maticale fouten van Nederlanders in Enge-

land, zoals the monkey comes from the

sleeve. Toen werd ons ineens duidelijk dat

de vloeiend sprekende ‘Engelsman’ Ronald

Hendrikx heel goed Nederlands kon. Wat

bleek; hij was een Nederlandse advocaat

maar had tien jaar geleden besloten naar

London te verhuizen voor het werk en de

liefde. Dit kwam voor de meesten van ons

als een complete verassing!

Daarna stond er een heerlijke lunch voor

ons klaar. Het leek wel een afternoon tea:

cakejes, sandwiches, loempiaatjes en

aardappel- en zalmsnackjes.Tijdens de

lunch schoven ook nog wat ‘echte’ Engelse

solicitors aan waar we nog mee konden

praten over de praktijk van Bird en Bird in

London.

Al met al was het een heel geslaagde dag!

We willen Bird & Bird London, en dan met

name Ronald Hendrikx, bedanken voor de

goede zorgen en interessante dag.

KanTOORBEzOEKVERSlaGEn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Kantoorbezoekverslag

Bird & Bird Londonlonden, dinsdag 3 mei 2011Geschreven door: Judith Wustman, Indira de Wilde, Ruben Verschuren en laura van Steen

OP DInSDaGOChTEnD 3 MEI, na InMIDDElS 5 DaGEn lOnDEn OnVEIlIG TE hEBBEn GEMaaKT KWaM hET EERSTE KanTOORBEzOEK ER aan. DE aVOnD DaaRVOOR zIJn WE MET EEn GROOT GEDEElTE Van DE GROEP naaR hET IMax ThEaTER GEWEEST. DE FIlM DIE OP DIT, naaR hET SChIJnT GROOTSTE, SChERM Van DE uK DRaaIDE, WaS nIET hEEl BEST (SuCKER PunCh), DuS

IEDEREEn KWaM GOED uITGERuST OP hET KanTOOR aan.

64

Page 65: Juridisch Magazine

Bij Boekel De Nerée wordt de gebruikelijke

voltijd student-stage aangeboden van in

de regel twee maanden. Je persoonlijke

begeleider heeft dagelijks contact met

je en van tijd tot tijd bespreek je met de

stagecoördinator de voortgang van je

stage. Je inspanningen worden beloond

met een vergoeding. Als advocaat-stagi-

aire bij Boekel De Nerée volg je de juridi-

sche beroepsopleiding via de Law Firm

School (LFS). LFS is in het leven geroepen

door de veertien grote kantoren en kan

worden beschouwd als een aanvulling en

verdieping op de beroepsopleiding van de

Orde van Advocaten. Het kantoor biedt ook

eigen opleidingen aan, zoals het ‘Boekel-

gerecht’ en Legal English.

Elke twee maanden organiseert het kantoor

het ‘Boekelgerecht’ om het belang van het

pleiten te onderstrepen. Na de kantoorpre-

sentatie is het tijd voor de lunch en staat er

een breed scala aan verschillende belegde

broodjes voor ons klaar. Tussen de versna-

peringen door is er gelegenheid om met

advocaat-stagiaires en medewerkers te

praten. Vervolgens nemen Charlotte en

Marjorie ons op sleeptouw en krijgen we

een rondleiding door het pand van Boekel

De Nerée. Het is een ruim ingedeeld pand

en iedere sectie heeft zo zijn eigen gedeelte

met veelal een bibliotheek. We eindigen

onze tocht op de begaande grond, waar

we worden uitgedaagd om te gaan speed-

daten met een vijftal medewerkers - vari-

erend van advocaat-stagiair tot recruiter

en juridisch medewerkers. De groep wordt

ingedeeld in vijf teams van zes personen

en iedere tien à vijftien minuten wordt er

gerouleerd en schuift er iemand ander aan,

die het hemd van zijn/haar lijf mag worden

gevraagd. Wij spreken onder andere met

Maurits Mazel. Hij is vanaf 2006 werkzaam

bij Boekel De Nerée en werkt als advocaat

op de praktijkgroep Arbeidsrecht. Maurits

geeft ons een enthousiast betoog van hoe

zijn gemiddelde dagen eruit zien en vertelt

wat hij zo boeiend vindt aan het Arbeids-

recht. Als tip krijgen we mee om ergens

stage te gaan lopen, zodat je de sfeer bij

een kantoor kunt ervaren, maar ook of het

vak van bijvoorbeeld advocaat wel daad-

werkelijk iets voor je. Na het speeddaten

wordt inhoudelijk ingegaan op de handha-

ving van het mededingingsrecht door Marc

Kuijper en Jan Schreuder. Zij informeren

ons over de algemene aspecten van de

handhaving van het mededingingsrecht.

Mededingingsrecht verzekert een effec-

tieve concurrentie. Dit wordt gedaan door

een aantal gedragingen te verbieden of

te controleren. Binnen Nederland ziet

de Nederlandse Mededingingsautoriteit

(NMa) toe op het handhaven van de Mede-

dingingswet. Op Europees niveau is dat de

Europese Commissie. De drie belangrijkste

pijlers op zowel nationaal als Europees

niveau zijn het kartelverbod, het verbod

van misbruik van machtspositie en het

concentratietoezicht. Indien het NMa een

overtreding vaststelt naar aanleiding van

een onderzoek is zij bevoegd een sanctie

te treffen, zoals het opleggen van een

boete.

Ondernemingen en bepaalde natuurlijke

personen die betrokken zijn of zijn geweest

bij een kartel kunnen immuniteit of een

boeteverlaging krijgen. De voorwaarde

hiervoor is dat zij als eerste een clementie-

verzoek indienen, geen ringleader zijn en

volledige medewerking verlenen tijdens de

procedure.

Na het inhoudelijke gedeelte zijn we aan

het einde van een leerzame dag gekomen

en vertrekken we met een mooie Boekel-

paraplu in onze goodiebag weer richting

Groningen.We willen Boekel De Nerée, en

dan met name Marjorie Claushuis en Char-

lotte de Mos, bedanken voor de leerzame

dag en de goede zorgen.

Kantoorbezoekverslag

Boekel De Neréeamsterdam, 3 december 2010Geschreven door: lynn Bekker, Marloes Buld en Ineke attema

IIn DE VERGaDERRuIMTE OP DE hOOGSTE VERDIEPInG Van hET InDRuKWEKKEnDE VIñOly-GEBOuW WORDEn WIJ OP 3 DECEMBER DOOR RECRuITERS MaRJORIE ClauShuIS En ChaRlOTTE DE MOS OnT-VanGEn. BOEKEl DE nERéE IS EEn aMSTERDaMS KanTOOR Van ORIGInE En TElT 300 MEDEWERKERS, Van WIE 160 JuRISTEn. DE JuRISTEn Van BOEKEl BESTRIJKEn allE COMMERCIëlE REChTSGEBIEDEn.

DaaRBIJ lIGT hET aCCEnT OP VaSTGOED, CORPORaTE/M&a, Eu & COMPETITIOn, BanKInG & FInanCE, OnDERnEMInGSREChT En aRBEIDSREChT. DE CulTuuR DIE BIJ BOEKEl hEERST IS ‘OPEn MInDED’ En ‘TO ThE POInT’.

KanTOORBEzOEKVERSlaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

65

Page 66: Juridisch Magazine

Om 14:30 werden wij verwacht, best laat

eigenlijk, maar dat kwam ons dit keer

wel goed uit omdat wij gisteravond met

zijn allen zijn gaan drinken, dus iedereen

heeft zijn roes lekker uit kunnen slapen.

Om 14:15u verzamelen we op het plein bij

de zuidas. Heerlijk in het zonnetje worden

nog wat verhalen van de afgelopen avond

doorgenomen, en om 14:25u betreden wij

het pand van Stibbe. Met de lift gingen

we naar de 16e verdieping waar we met

prachtig uitzicht over Amsterdam Zuid aan

ons middagprogramma konden beginnen.

We werden hartelijk ontvangen door Rober-

tine van der Werff, de recruiter van Stibbe,

en zij wees ons een zaal waar we mochten

gaan zitten. Robertine vertelde ons meteen

dat ze het dit keer een beetje anders ging

doen dan normaal, omdat wij al zoveel

kantoren bezocht hebben, dat ze het stan-

daardverhaal van de Law Firm School e.d.

achterwege zou laten. We mochten ons

allemaal voorstellen, en vervolgens kregen

wij meteen de kans vragen te stellen

aan haar en aan twee advocaten van het

kantoor. Meteen na binnenkomst vragen

stellen viel ons iets zwaarder dan Rober-

tine misschien had verwacht, dit omdat

sommigen toch wel enigszins afwezig

waren en hierdoor niet iedereen de nodige

inspiratie had voor hoogstaande vragen.

Maar toch kwam het redelijk van de grond

en de twee advocaten (die trouwens ook

beide in Groningen gestudeerd hadden)

ons het een en ander over het kantoor te

vertellen.

Na het voorstel- en vragenrondje kwamen

Reinier Henneman en Ulrike Verboom, 2

advocaten van kantoor, om met ons aan

een case te werken. Nadat zij ons de fijne

kneepjes van het onderhandelen hadden

bijgebracht, mochten we beginnen. We

werden in vier groepjes verdeeld, twee

kopers en twee verkopers, en het ging

er natuurlijk om dat we met een zo goed

mogelijke deal uit de bus kwamen. Alle

groepjes gingen in beraad om de voor-

waarden omtrent de deal te bespreken en

daarna begon het onderhandelen. Twee

afgevaardigden van de koper en twee van

de verkoper kwamen tegenover elkaar

te zitten en probeerden tot een overeen-

komst te komen. Na de eerste samenkomst

tussen de onderhandelaars mocht er nog

een keer met het team worden overlegd of

er bereidheid was tot concessie of dat we

met de hakken in het zand bleven staan.

Na nogmaals onderhandelen en wat bijstu-

ring door Reinier en Ulrike kwamen er toch

twee mooie deals op tafel. Deze deals

werden vervolgens gepresenteerd door de

afgevaardigden van de groepjes. Op deze

manier kon de rest van de groep horen

over wat er precies was onderhandeld en

bekijken of de andere partijen op dezelfde

punten waren beland. Bij de bespreking

bleek nog wel dat we het één en ander

over het hoofd hadden gezien, maargoed

dit viel natuurlijk te wijten aan de brakheid

waardoor we toch wat scherpte misten.

Na de afsluiting van het programma werden

we uitgenodigd om te blijven borrelen.

Stibbe heeft een gezellige kantine met

daaraan een mooi balkon. Gezien het

mooie weer bleef iedereen even hangen

om in het zonnetje een drankje te doen.

Een mooie afsluiting van een korte, maar

informatieve dag.

KanTOORBEzOEKVERSlaGEn JFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

Kantoorbezoekverslag

Stibbeamsterdam, vrijdag 8 april 2011 Geschreven door: Rianne Mulder, Judith noordzij, Mila Plasmans

OP 8 aPRIl 2011 BRaChTEn WIJ EEn BEzOEK aan STIBBE, aMSTERDaM. ER zIJn 150 aDVOCaTEn WERKzaaM OP DIT KanTOOR DIE zICh OnDER anDERE RIChTEn OP DE aDVIESPRaKTIJK En GREnSOVERSChRIJDEnDE TRanSaCTIES. zIJ hEBBEn EEn allIanTIE MET DE KanTOREn GlEISS luTz En hERBERT SMITh. In EuROPa zIJn ER MaaR lIEFST 1500 aDVOCaTEn WERKzaaM OP 20

KanTOREn. hIERDOOR hEEFT STIBBE VEEl MulTInaTIOnalE KlanTEn.

66

Page 67: Juridisch Magazine

JFV StudiewinkelDe JFV biedt je de mogelijkheid om bij de JFV Studiewinkel gedurende het hele jaar met 10% korting studieboeken te kopen. Daarnaast kun je hier terecht voor de aanschaf van uittreksels en collegeaantekeningen.

Op de JFV Studiewinkel kan je je ook inschrijven als je nog geen lid bent van de JFV. Je ontvangt dan direct de ledenkorting.

Daarnaast is er nuttige informatie te vinden met betrekking tot jouw verdere loopbaan in de JFV CarrièreBank.

JFV StudiewinkelUurwerkersgang 8a - Geopend: maandag t/m vrijdag van 12.00 tot 14.00 uur

Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: [email protected] - www.jfvgroningen.nl

Geopendmaandag t/m vrijdag van 12.00 tot 14.00 uur

53404-1_Adv_Studiewinkel.indd 1 19-11-2007 16:00:34

Page 68: Juridisch Magazine

Studystore is de nieuweboekenleverancier vande JFV. Je kent ons misschien wel, maar heb je onze nieuwe winkel algezien? Graag tot snel!

Studystore

Oude Kijk in

‘t Jatstraat 19

9712 EA Groningen

Naast de UB.

3344 advertentie Groningen:Opmaak 1 18-08-2011 10:40 Pagina 1

Studystore is de nieuweboekenleverancier vande JFV. Je kent ons misschien wel, maar heb je onze nieuwe winkel algezien? Graag tot snel!

Studystore

Oude Kijk in

‘t Jatstraat 19

9712 EA Groningen

Naast de UB.

3344 advertentie Groningen:Opmaak 1 18-08-2011 10:40 Pagina 1

Page 69: Juridisch Magazine

Na deze presentatie was het de beurt aan

meneer Andre Pretorius om het woord over

te nemen, een van de partners van Herbert

Smith. Na een kleine inleiding over zijn

kantoor werd er wat dieper ingegaan op

wat voor praktijken hun bezig houdt. Wij

kregen een casus waarbij onze fictieve

cliënt een fabrikant van koolzuurhoudende

drankjes was. Zij was geïnteresseerd in een

overname van een aantal andere soortge-

lijke frisdrank fabrikanten. Allereest wilde

onze cliënt weten met welke regelgeving

zij rekening moest houden vanuit een

concurrerend perspectief. Meneer Preto-

rius vertelde ons dat bij een dergelijk geval

gekeken moet worden naar de jurisdictie

van de betreffende landen, de product-

markt en geografische markt, en de timing.

Verder kan nationale regelgeving van het

land van het overnemende en/of verko-

pende bedrijf een rol spelen. Ten tweede

had onze cliënt een e-mail ontvangen die

per ongeluk in haar mailbox was terecht-

gekomen. Hieruit bleek dat twee medewer-

kers van het bedrijf prijsafspraken aan het

maken waren met een ander groot concern.

Deze e-mail was gebaseerd op een waarge-

beurd verhaal uit de praktijk. Een grote les

die wij allemaal hebben geleerd is dat het

bespreken van belangrijke zaken beter niet

via het internet kan plaatsvinden. ‘Never

put anything in writing, its higly illegal and

it could bite you right in the arse!’.

Na de presentatie van André Pretorius,

gingen we met twee medewerkers van

Stibbe werken aan een casus. In tegen-

stelling tot het mededingingsrechtelijke

thema van de presentatie, betrof de casus

de ‘core business’ van Stibbe: Corporate.

Hoewel sommigen na het lezen van de

namen van partijen bang waren dat het

dezelfde casus betrof als die we kregen in

Amsterdam, was er juist goed over nage-

dacht. Het was namelijk een soort vervolg

op de in Amsterdam behandelde casus.

Moesten we daar onderhandelen over een

aankoop voor VDZ Holding, hier ging het

om een advies aan (een tak van) dezelfde

onderneming. Zij was door de crisis in

financiële problemen gekomen en op de

rand van een faillissement komen te staan.

Daarom was zij in onderhandeling getreden

met de banken om de bankschuld te herfi-

nancieren. Gezien de complexe structuur

en het grote belang van de transactie was

het onze taak om, aan de hand van de

Term Sheet en een structuuroverzicht, een

advies uit te brengen aan de dochteron-

derneming. Dit gebeurde door het beant-

woorden van een aantal vragen over onder

andere de mogelijkheden omtrent het

verstrekken van zekerheden en garantiebe-

perking. Het burgerlijk wetboek (met name

boek twee) en de wet financieel toezicht

kwamen uitvoerig aan de orde. Hoewel

de vragen voor velen van ons wat lastig

bleken, werden we door de medewerkers

van Stibbe goed op weg geholpen en werd

er na de bespreking een hoop duidelijk.

Het was een interessant en interactief deel

van het kantoorbezoek.

Na het inhoudelijke gedeelte kwamen we

aan het einde van een leerzame en inte-

ressante dag. Wij kregen nog een korte

rondleiding door het kantoor, waarna we

met een ervaring rijker vertrokken richting

het chique Corney & Barrow voor een glas

lokale Pimm’s. We willen Stibbe London

hartelijk bedanken voor deze leuke en leer-

zame dag in the City of London.

Kantoorbezoekverslag

Stibbelonden, donderdag 5 mei 2011 Geschreven door: Judith Wustman, Shila Ruff, Indira de Wilde en Ruben Verschuren

In EEn COnFEREnTIERuIMTE Van hET InDRuKWEKKEnDE ExChanGE hOuSE OP ST. PRIMROSE WERDEn WIJ 5 MEI 2011 OnTVanGEn DOOR REIn Van hElDEn. STIBBE hEEFT EEn ETaGE In hET GEBOuW DaT GROTEnDEElS BESTEMD IS VOOR hERBERT SMITh. STIBBE hEEFT EEn allIanTIE MET hET DuITSE GlEISS luTz En hET BRITSE hERBERT SMITh. DE hEER hanS WITTEVEEn DEED DE EERSTE InlEIDEnDE

WOORDEn DIE nIET zOzEER OVER STIBBE zElF GInGEn, aanGEzIEn WE DaT VlaK DaaRVOOR allEMaal In DE VESTIGInG TE aMSTERDaM GEhOORD haDDEn. DIT PRaaTJE WaS MEER GERIChT OP DE VERhOuDInG Van STIBBE MET hET BuITEnlanD En DE CulTuuRVERSChIllEn DIE JE TEGEnKOMT alS JE In lOnDOn WERK-zaaM BEnT.

KanTOORBEzOEKVERSlaGEnJFV In CaSu - SEPTEMBER 2011

69

Page 70: Juridisch Magazine

JFV CarrièreBoardStuderen, oriënteren en solliciterenHoe graag je misschien ook student zou willen blijven, eens komt toch het moment dat het einde van je rechtenstudie nadert. De wereld ligt aan je voeten. Maar wat heeft die wereld jou eigenlijk te bieden? De arbeidsmarkt biedt een groot aantal werkgevers. Maar welke werkgever past het best bij jouw profi el? Wat zijn je mogelijkheden als starter binnen en buiten de advocatuur? Hoe kom je ermee in contact? Met dit soort vragen ben je bij JFV CarrièreBoard aan het juiste adres. Een kosteloze service van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen die jou informeert over je loopbaanmogelijkheden.

JFV CarrièreBoard biedt jou als rechtenstudent verschillende oriëntatiemogelijkheden. Op de website www.jfvcarriereboard.nl vind je onder meer:

- Profi elen van kantoren, bedrijven en instellingen - Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt- Stages (nationaal en internationaal) - Informatie over solliciteren - Vacatures - Studeren in het buitenland - Recruitmentagenda - Ervaringen van studenten

Daarnaast organiseert JFV CarrièreBoard regelmatig recruitmentactiviteiten en kantoor- en bedrijfsbezoeken. Kortom, als jij na je studie zonder zorgen in het diepe wilt duiken, is JFV CarrièreBoard je ideale springplank.

Juridische Faculteitsvereniging GroningenOude Kijk in ‘t Jatstraat 26 - 9712 EK Groningen

Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: [email protected] - www.jfvcarriereboard.nl

www.jfvcarriereboard.nl

53404-1_Adv_Carrie reBoard.indd 1 19-11-2007 16:01:39

Page 71: Juridisch Magazine

ALS JE DE WERELD WILT VERANDEREN

MOET JE GAAN WERKEN

BIJ DE GROOTSTE VAN

DE WERELD.YOU MATTER

YOUMATTER.NU

WT_DLA Piper_Adv Grootste_210x297.indd 1 17-03-11 19:00

JFV CarrièreBoardStuderen, oriënteren en solliciterenHoe graag je misschien ook student zou willen blijven, eens komt toch het moment dat het einde van je rechtenstudie nadert. De wereld ligt aan je voeten. Maar wat heeft die wereld jou eigenlijk te bieden? De arbeidsmarkt biedt een groot aantal werkgevers. Maar welke werkgever past het best bij jouw profi el? Wat zijn je mogelijkheden als starter binnen en buiten de advocatuur? Hoe kom je ermee in contact? Met dit soort vragen ben je bij JFV CarrièreBoard aan het juiste adres. Een kosteloze service van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen die jou informeert over je loopbaanmogelijkheden.

JFV CarrièreBoard biedt jou als rechtenstudent verschillende oriëntatiemogelijkheden. Op de website www.jfvcarriereboard.nl vind je onder meer:

- Profi elen van kantoren, bedrijven en instellingen - Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt- Stages (nationaal en internationaal) - Informatie over solliciteren - Vacatures - Studeren in het buitenland - Recruitmentagenda - Ervaringen van studenten

Daarnaast organiseert JFV CarrièreBoard regelmatig recruitmentactiviteiten en kantoor- en bedrijfsbezoeken. Kortom, als jij na je studie zonder zorgen in het diepe wilt duiken, is JFV CarrièreBoard je ideale springplank.

Juridische Faculteitsvereniging GroningenOude Kijk in ‘t Jatstraat 26 - 9712 EK Groningen

Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: [email protected] - www.jfvcarriereboard.nl

www.jfvcarriereboard.nl

53404-1_Adv_Carrie reBoard.indd 1 19-11-2007 16:01:39

Page 72: Juridisch Magazine

Meteen

en je eigen

je eigen

je eigendossiers,

kansenzaken

Advocaatstagiaires en studentstagiaires vinden hun ideale werkplek in Oost-Nederland. Kijk op www.jpr.nl

eigeNziNNig prOfessiONeel

7055078 adv In Casu 210x297.indd 1 11-08-11 17:15