kinderparlement 21 mei 2015

13
VGC 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE KINDERPARLEMENT Zitting 2014-2015 Nr. 10 INTEGRAAL VERSLAG Vergadering van donderdag 21 mei 2015 OCHTENDVERGADERING BRUGGEN BOUWEN IN BRUSSEL

Upload: raad-van-de-vlaamse-gemeenschapscommissie

Post on 31-Jul-2015

54 views

Category:

Education


3 download

TRANSCRIPT

VGC 1

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE

KINDERPARLEMENT

Zitting 2014-2015 Nr. 10

INTEGRAAL VERSLAG

Vergadering van donderdag 21 mei 2015

OCHTENDVERGADERING

BRUGGEN BOUWEN IN BRUSSEL

VGC 2

Vergadering Kinderparlement

donderdag 21 mei 2015

Voorzitter: Hilde Vissers De voorzitter: Hallo allemaal en welkom op deze bijzondere parlementszitting. Vandaag zit-ten jullie niet op jullie gewone schoolbanken maar op de plechtige zitjes van het Brussels Parlement. Normaal gezien zitten er op jullie plaatsen 89 dames en heren, dat zijn de parle-mentsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hun belangrijkste taak is om hele goede plannen te maken om van Brussel een fijne stad te maken voor iedereen. 1 van die parle-mentsleden staat hier vooraan: mevrouw Carla Dejonghe. Zij heeft vandaag een bijzondere vriend meegebracht. Ze zal vertellen wat de taak is van een parlementslid en natuurlijk zal ze ook meer uitleg geven over haar geweldige vriend. (Applaus) Mevrouw Carla Dejonghe (Open Vld): Goedemorgen beste kinderen. Jullie hebben Itch al kunnen zien. Hij vergezelt mij overal en zit nu onder de bank. Itch is een hond in opleiding. Vanaf september zal hij een persoon in een rolstoel gaan helpen. Wat kan hij allemaal? Hij kan deuren openen, dingen oprapen, het licht aansteken, mensen rechtop helpen, ze helpen aankleden en ga zo maar door … Maar dat moet hij natuurlijk allemaal leren. Daar doet hij 2 jaar over. Hij woont nu bij mij en ik neem hem overal mee naartoe. Zo leert hij verschillende mensen kennen, omgaan met andere honden en ook op de metro stappen. Itch draagt een jasje. Wanneer hij dat jasje aan heeft, is hij aan het werk en mag je hem niet aaien, want dan wordt hij afgeleid en denkt hij dat hij beloond wordt. Wanneer zijn jasje uit is, is hij zoals alle andere honden. Dan mag je hem wel strelen en kan hij zelfs op je schoot gaan zitten. Met zijn jasje aan mag hij overal binnen omdat hij zijn baasje moet helpen. Wij hebben hierover zelfs een wet gestemd in het parlement. Fijn dat jullie hier vandaag op onze plaatsen zitten! Wij zijn met 89 parlementsleden: 72 Franstalige en 17 Nederlandstalige. In het parlement zitten wij, net als jullie, ook per kleur. Jullie hebben een kleur gekregen per school. Wij hebben een kleur per politieke partij. Ik zit in de middenbeuk, bij de liberalen, en wij hebben de blauwe kleur. Helemaal vooraan, op de eerste rij, zitten de ministers en de staatssecretarissen. De minister-president heet Rudi Vervoort. De parlementsleden komen hier vooraan staan en kunnen de ministers vragen stellen over hun plannen, want dat is 1 van de taken van een parlementslid. We mogen ook zelf plannen voorstellen. Vandaag gaan jullie praten over “Bruggen bouwen in Brussel”. Ik vind dat een heel belangrijk thema, want om samen te leven moeten we in dialoog gaan met elkaar en bruggen bouwen tussen de mensen. Dat proberen wij in het parlement ook te doen. Intussen is er nog een collega binnengekomen. Mijnheer Paul Delva zal naar jullie luisteren. Ik moet helaas naar een andere vergadering. Maar van al jullie plannen wordt een verslag gemaakt. Alle parlementsleden kunnen dat dan nalezen. Misschien halen we er een paar leuke ideeën uit die we kunnen gebruiken in het parlement. (Applaus)

VGC 3

De voorzitter: Naast mij is mijnheer Paul Delva komen zitten. Hij is ook parlementslid en hij zal vertellen hoe een dag in het parlement eruitziet. De heer Paul Delva (CD&V): Goedemorgen allemaal. Ook ik heet jullie van harte welkom in het parlement. Ik zie dat er 5 scholen aanwezig zijn, uit alle hoeken van Brussel: Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Agatha-Berchem. Net als in het echte parlement is vandaag heel Brussel hier verzameld. Tijdens de vergaderingen bespreken we zaken die belangrijk zijn voor Brussel: scholen, parken, natuur, openbaar vervoer, fietspaden en noem maar op. Ons doel is het leven in de stad voor ieder-een beter en leuker maken. (Applaus) De voorzitter: Mijnheer Paul Delva blijft een tijdje naar jullie luisteren. Straks zal hij vertellen wat hij van jullie ideeën vindt. Vijf klassen zitten hier in het halfrond, met elk een andere kleur. Ik stel jullie graag aan elkaar voor: De GROENE klas is basisschool Windekind uit Sint-Jans-Molenbeek. Zij hebben hun ingenieu-ze ideeën netjes op mail gezet. De BLAUWE klas is Carolus Magnus uit Schaarbeek. De kinderen hebben fijne plannen mee-gebracht en ook een leuk gedicht geschreven. De ORANJE klas is basisschool Floralia uit Sint-Lambrechts-Woluwe. Daar hebben ze de knut-selhanden uit de mouwen gestoken en een paar prachtige werkjes gemaakt. De GELE klas is basisschool Mooi-Bos uit Sint-Pieters-Woluwe. De kinderen hebben een setje fantastische posters gemaakt en ook een liedje gecomponeerd. De RODE klas komt uit de basisschool Sint-Albertus en Sint-Jozef uit Sint-Agatha-Berchem. Van hen kregen we een puike puzzel en vier reuzeletters die het woord BRUG vormen. (Applaus) De rode school is eigenlijk speciaal: de jongens en de meisjes zitten er nog apart. Volgend schooljaar zal dat veranderen en worden de klassen gemengd. Wat vinden jullie daarvan? De meisjes van de rode klas: Wij vinden het leuk om alleen maar met meisjes in de klas te zitten. Jammer dat het verandert. De jongens van de rode klas: Het is fijn met alleen jongens in de klas. Dat mag zo blijven. De voorzitter: Wij gaan vandaag “Bruggen bouwen in Brussel”. Geen bruggen over rivieren, maar bruggen tussen mensen. Wist je dat er in Brussel 104 verschillende talen worden ge-sproken? En dat er mensen van meer dan 180 nationaliteiten samenwonen? Hoe bouwen we stevige bruggen tussen de superdiverse inwoners van de stad? We willen het heel graag van jullie horen! Jullie hebben alvast een heleboel prachtige plannen bedacht. Daarover gaan we net als de echte parlementsleden eerst debatteren, en daarna mogen jullie natuurlijk ook op die stoere stemknopjes drukken.

VGC 4

De voorzitter geeft uitleg over de microfoons en de stemknopjes

Stemming De voorzitter: Ik stel voor dat we de stemknopjes meteen eens uitproberen. Ik leg 3 uitspra-ken voor en met de stemknopjes kan je beslissen welke uitspraak het best bij je past.

- Als je akkoord gaat met de uitspraak “Ik heb er zin in en wil zeker iets zeggen”, druk je op de groene knop.

- Als je akkoord gaat met de uitspraak “Ik zwijg liever in het Kinderparlement”, druk je op de rode knop.

- Als je akkoord gaat met de uitspraak “Ik twijfel nog”, druk je op de witte knop.

Resultaat van de stemming: groen 26, rood 12, wit 46 (Applaus)

GEEN RACISME De voorzitter: Alle klassen hier vinden dat racisme echt niet kan. Met dat thema bijten we de spits af. Genaëlla en Noa van de gele klas schreven er een mooi gedichtje over. Genaëlla en Noa: Aan racisme doen wij niet mee

Ieder verschil is evenveel waard Tegen racisme zeggen wij nee We hopen dat je anderen aanvaardt Anders zijn is niet fout Aanvaard het gewoon Heb een hart van goud Daarvoor word je beloond Doe toch normaal Laat mensen verschillen Beken kleur en blijf niet neutraal Is het dat niet wat wij allemaal willen? Je moet er in geloven We moeten het accepteren Je moet het ons beloven Dat je vanaf nu gaat proberen

(Applaus) Er is nog heel veel racisme. We moeten de verschillen tussen de mensen aanvaarden. Er moet dus iets aan gedaan worden. De voorzitter: Ook de kinderen van de blauwe klas hebben hun ideeën in een gedicht gego-ten.

VGC 5

De kinderen van de blauwe klas: Bouw een brug

Sloop een muur Met zijn allen voor het avontuur Geen racisme, geen ruzie en geen uitsluiting We zijn toch allemaal gelijk Maakt niet uit welke huid je hebt Iedereen hoort erbij In Brussel ben je altijd welkom Met 104 verschillende talen en 180 nationaliteiten wordt het zeker een feest Dus geen verveling maar actie

(Applaus) Wij leven samen met heel veel mensen. Alle mensen hebben zowel goede als slechte kanten. Eigenlijk zijn we allemaal gelijk, terwijl we ook verschillend zijn. Dat moeten we aanvaarden. De voorzitter: De groene klas heeft ook een fijn idee om racisme tegen te gaan. Vertel eens hoe het in elkaar zit. De kinderen van de groene klas: Wij willen in Brussel een museum van verschillende cultu-ren oprichten. Alle landen kunnen er hun specialiteiten laten zien. Op die manier kan ieder-een met hen kennismaken.

Commentaar van de parlementsleden

- Tof idee, zo’n museum. Het is een goede manier om anderen te leren kennen en el-kaar beter te leren begrijpen.

- Als je verschillende culturen leert kennen, kan je ze ook vergelijken. Op die manier kunnen heel wat problemen opgelost worden.

- Ik vind een museum maar niets. Er zijn er al heel veel in Brussel. We moeten geen nieuwe musea meer maken.

- De mensen denken in clichés. Een culturenmuseum zal de ogen van de mensen ope-nen. Zo leren we hoe elke cultuur echt in elkaar zit en zijn er minder vooroordelen.

- Het is altijd leuk om andere gebruiken te leren kennen. Zo leer je hoe het er in een ander land aan toe gaat.

- We zouden met verschillende culturen moeten leren samenwerken in plaats van naar de problemen te kijken.

De voorzitter: De kinderen van de blauwe klas willen de verschillende nationaliteiten in de kijker zetten. De kinderen van de blauwe klas: Wij willen verschillende culturen voorstellen in een pro-gramma op tvbrussel. Iedere keer kan dan een ander land voorgesteld worden met filmpjes en reportages over hun specialiteiten.

VGC 6

Commentaar van de parlementsleden

- Een televisieprogramma vind ik leuker dan een museum. Je kan lekker thuis kijken. - Mensen gaan niet zo vaak naar musea. Ze kijken veel meer tv. - We moeten ervoor zorgen dat mensen niet passief zijn. Daarom is het beter een

museum te hebben. Daar kan je ook allerlei activiteiten organiseren. - Een tv-programma is toch niet nodig. Er zijn al veel cultuurprogramma’s op tv. Dat

haalt niets uit. - Ik ben ook niet zo voor tv. Je bereikt er zeker niet iedereen mee. - We moeten alles doen om beter te leren samenleven en elkaar te respecteren. Dat is

niet gemakkelijk. Daarom moeten we verschillende dingen doen. Een museum kan helpen, net zoals tv-programma’s. Je moet zelfs de kranten gebruiken.

Stemmingen

Het voorstel om in Brussel een museum op te richten waar je kennis kan maken met verschillende culturen wordt aangenomen met 71 stemmen voor, 8 tegen en 9 ont-houdingen.

Het voorstel om op tvbrussel programma’s te maken die verschillende culturen in de verf zitten wordt niet aangenomen met 47 stemmen tegen, 25 voor en 16 onthoudin-gen.

(Applaus) De voorzitter: De oranje klas wil graag ontmoetingen organiseren. De kinderen van de oranje klas: In elke gemeente zou de burgemeester nieuwe inwoners bijeen moeten brengen. Ze kunnen dan samen activiteiten doen. Wij denken aan opruimen, autoloze zondag, tornooien, activiteitencafés, en nog veel meer. De voorzitter: In de rode klas maakten ze een puzzel tegen racisme. De kinderen van de rode klas: Wij hebben een puzzel in de vorm van een hart gemaakt. Elk stukje stelt een deeltje van Brussel voor. De hele puzzel stelt op die manier Brussel voor, met alle verschillende nationaliteiten en culturen.

Commentaar van de parlementsleden

- Het is niet gemakkelijk om mensen van verschillende culturen samen te brengen. Maar we moeten blijven proberen. Want we moeten samenleven.

- Er zouden wijken moeten komen waar mensen van verschillende nationaliteiten kun-nen samenwonen.

De voorzitter: Het is tijd voor een muzikaal intermezzo. De kinderen van de gele klas hebben een hip lied geschreven waarmee dit hoofdstuk afsluiten. De muziek komt van Wiz Khalifa, See you again en Ariana Grandi, One last time. De tekst hebben ze zelf gemaakt.

VGC 7

De kinderen van de gele klas:

Het was op een dag wanneer ik je zag Vond ik het ongelijk het verschil tussen arm en rijk Wanneer ik naar je keek zag ik je zo rijk En wanneer je naar me keek vond je het ongelijk En ik zie en ik zie … in je ogen dat je nog steeds verdrietig bent En ik zie en ik zie … in je ogen dat je nog steeds verdrietig bent We zijn gelijk, geen strijd tussen arm of rij-ij-k We zijn gelijk Ja, jij en ik zijn gewoon gelijk Ik weet dat je niet echt van me houdt omdat we gewoon zo verschillend zijn Maar weet je wat, ja, jij en ik, wij zijn gewoon gelijk Ik ik ben zwart en jij jij bent bruin Dat is een verschil maar toch zijn we gelijk Kan je me vergeven van al die moeilijkheden Die ik je heb bezorgd van al die andere keren En ik zie en ik zie in je ogen dat je nog steeds verdrietig bent En ik zie en ik zie in je ogen dat je nog steeds verdrietig bent DAIM! We zijn gelijk, geen strijd voor arm en rijk We hebben een recht want racisme is slecht Is dat een ruzie of is het een illusie He, mooie stier, kom eens hier Iedereen is gelijk want jij komt uit Lier Drink je bier dat is normaal Maar drink het nooit helemaal Jouw familie is familie van mij en mijn familie is familie van jou Ja, er is geen racisme want iedereen is gelijk En er is geen strijd voor arm en rijk We zijn gelijk geen strijd tussen blank of zwa-a-art we zijn gelijk Ja, jij en ik, we zijn gewoon gelijk Ik weet dat je niet van me houdt Omdat ik blank ben en jij zwart Maar weet je wat, ja, jij en ik, we zijn gewoon gelijk

(Applaus) Het idee van ons lied is dat we allemaal gelijk zijn. We zouden er een cd kunnen van maken en verkopen, dan kunnen mensen er naar luisteren.

VGC 8

Commentaar van de parlementsleden

- Mensen zijn niet geïnteresseerd in die liedjes. Ze zullen er niet naar luisteren. - Er zijn al veel zangers die zulke liedjes maken. Dat werkt toch niet. - Je moet niet alleen een cd maken. Je moet dat liedje ook op YouTube zetten. Dan kan

iedereen er naar luisteren. - Als je een cd maakt, moeten er wel meerdere liedjes op. Dan zullen de mensen je

plaat zeker kopen. - Een lied is een fantastisch idee. Je kan het gebruiken op activiteiten of feesten tegen

racisme. - Ik denk dat een liedje tegen racisme eigenlijk niets verandert.

Stemming

Het voorstel om een lied te maken tegen racisme wordt niet aangenomen met 43 stemmen tegen, 36 voor en 8 onthoudingen.

(Applaus) Paul Delva (CD&V): In het echte parlement wordt ook vaak gepraat over racisme. Racisme is verschrikkelijk en zal nooit zomaar verdwijnen. Er moet dus iets aan gedaan worden. Een aantal van jullie ideeën vind ik zeer tof. Ik denk bijvoorbeeld aan het museum. Sommige kin-deren vinden dat geen goed plan omdat ze denken dat een museum saai is. Maar een muse-um kan heel fijn zijn. Het idee om mensen samen te brengen rond cultuur en op die manier elkaar beter te leren kennen, vind ik leuker dan bijvoorbeeld een tv-programma. Maar dat is misschien omdat ik niet graag tv kijk. Een televisieprogramma is te passief. Het is veel leuker om mensen echt te ontmoeten. Daarom zijn die ontmoetingsactiviteiten heel goed. Een lied-je tegen racisme kan ook helpen. Het is waar dat 1 liedje niets oplost, maar veel liedjes kun-nen wel helpen. Misschien moeten we liedjes maken én een museum oprichten én feesten organiseren. Al die dingen samen kunnen wel iets veranderen. In de politiek leer je dat je problemen niet met een vingerknip oplost. Je moet eraan werken. Er is nog iets dat ik heel belangrijk vind. Jullie vinden allemaal dat racisme niet kan. Dat vind ik ook. Maar we mogen niet vergeten dat we allemaal heel veel geluk hebben om in Brussel te wonen. In Brussel komt de hele wereld bij elkaar, hier vind je mensen van alle landen te-rug. We moeten zelfs niet op reis gaan en een duur ticket te kopen om de wereld te zien. Kijk maar rond je in de zaal: al die verschillende kleuren. Mijn hart bonkt daardoor van blijd-schap. Je kan je niet voorstellen hoe saai het kan zijn in een gewoon Vlaams dorp, waar alle kinderen er ongeveer hetzelfde uitzien en misschien zelfs hetzelfde denken. In Brussel leven mensen van verschillende nationaliteiten, met verschillende culturen en verschillende talen. Daar kunnen we alleen maar van leren en van genieten. We moeten elkaar aanvaarden zoals we zijn. Een bekende Franse zanger zong: “Je te donne toutes mes différences, tous ces dé-fauts qui sont autant de chance…”. Hij wil hiermee zeggen dat al die verschillen kansen zijn. En die kansen moeten we grijpen. Daar moeten we allemaal blij mee zijn en van genieten. (Applaus)

VGC 9

Een parlementslid van de gele klas: Ik ga akkoord met mijnheer Delva als hij zegt dat veel mensen musea saai vinden. Maar als we er leuke activiteiten organiseren, kan het ook heel interessant worden.

SAMEN FEESTEN De voorzitter: Het liedje van de gele klas brengt ons naadloos bij het tweede onderwerp: samen feesten! Dat is voor jullie de ideale manier om bruggen te bouwen in de stad. De kin-deren van de groene klas hebben alvast een leuk idee. De kinderen van de groene klas: Wij willen ieder jaar een feest van Brusselse culturen orga-niseren. Op die dag leer je alle culturen kennen en kan je van hun eten proeven. We kunnen dan een markt organiseren om spulletjes te verkopen en de opbrengst aan de armen geven. Je kan ook meelopen in een carnavalsoptocht, waarin elke cultuur zichzelf voorstelt.

Commentaar van de parlementsleden

- Tijdens het feest kunnen de mensen eten uit hun land meebrengen. Dan kunnen we echt proeven van elkaars cultuur.

- Dat idee van carnaval vind ik niet zo goed, want niet elke cultuur kent carnaval. - Op onze school doen we al zo’n cultuurfeest. We kiezen een bepaalde cultuur en

doen daar allerlei activiteiten rond. Natuurlijk proeven we ook van eten uit verschil-lende landen, want iedereen brengt iets mee van thuis.

- Wat een leuk idee om specialiteiten van ergens anders te leren kennen. - Zo’n feest zal misschien wel heel leuk zijn, maar waarschijnlijk ook zeer duur en dat

vind ik niet zo goed. - Een feest is wel prettig, maar zo lijkt het wel of je maar 1 dag per jaar niet racistisch

mag zijn. Racisme kan gewoon niet. Dat mag je nooit zijn. - Feesten zijn altijd leuk, maar zo los je racisme niet op. Niemand denkt dan nog aan de

boodschap. De voorzitter: De kinderen van de oranje klas maakten een leuk knutselwerkje met een “su-perstandje”. Wat is dat precies? De kinderen van de oranje klas: Wij willen een kleine bestelwagen met eten van verschil-lende culturen laten rondrijden in Brussel. Dan kan iedereen proeven van eten uit andere landen.

Commentaar van de parlementsleden

- We moeten een restaurant maken waar we eten kunnen proeven uit andere landen. - 1 restaurant is niet genoeg. Je moet zo’n restaurant in verschillende buurten hebben. - Als je 1 keer per jaar een zaal huurt, kan je daar een groot eetfeest organiseren. Op

die dag kan je elke keer een andere cultuur in de kijker zetten. - Er moet een vaste dag per jaar gekozen worden waarop iedereen komt vertellen over

zijn eigen cultuur.

VGC 10

- Ik begrijp niet wat eten met racisme te maken heeft. - Sommige culturen vinden het eten van andere culturen niet OK. Ik denk aan varkens-

vlees: moslims en joden mogen dat niet eten. De voorzitter: De kinderen van de gele klas willen ook een eetfestijn, maar dan op school. De kinderen van de gele klas: Wij zullen alle ouders vragen om eten mee te brengen naar school. Dan kunnen we dat allemaal samen opeten. Tegelijk praten we, spelen we en zijn we gewoon allemaal samen. Op die manier leert iedereen elkaar beter kennen.

Commentaar van de parlementsleden

- We moeten niet alleen elkaars eten proeven, we moeten ook elkaars taal leren. Alleen dan kunnen we elkaar beter leren kennen.

- Iedereen moet bij elkaar thuis gaan eten. Dat is leuk en lekker. - Op onze school hebben we een eetfestijn voor Nepal georganiseerd. We hebben

€300 opgehaald. Dat bedrag hebben we dan aan het Rode Kruis geschonken. - Ik vind het idee om eten van verschillende culturen klaar te maken helemaal niets. De

mensen hebben dan wel hun buik vol, maar het houdt racisme niet tegen.

Stemmingen

Het voorstel om 1 keer per jaar een cultuurfeest met een optocht te organiseren wordt aangenomen met 67 stemmen voor, 12 tegen en 9 onthoudingen.

Het voorstel om thuis de deuren open te zetten en bij elkaar te gaan eten om de ver-schillende Brusselse culturen te leren kennen wordt niet aangenomen met 72 stem-men tegen, 13 voor en 4 onthoudingen.

Het voorstel om een groot restaurant te openen waar je gerechten van verschillende culturen kan proeven wordt aangenomen met 55 stemmen voor, 15 tegen en 19 ont-houdingen.

Het voorstel om een bestelwagen te laten rondrijden met eten uit vreemde landen wordt niet aangenomen met 61 stemmen tegen, 12 voor en 16 onthoudingen.

Het voorstel om op elke school een eetdag te organiseren met eten uit verschillende culturen wordt aangenomen met 59 stemmen voor, 12 tegen en 18 onthoudingen.

(Applaus) Paul Delva (CD&V): We feesten allemaal graag. Ik ben er een voorstander van en zal er ook proberen naartoe te gaan. Maar lost dat racisme op? Een eetfeest met gerechten uit ver-schillende culturen zorgt er vooral voor dat mensen die geen racist zijn daar naartoe komen. Dat zijn mensen die in ieder geval andere culturen willen leren kennen. Racisten zullen er niet zijn. Dat interesseert hen niet. Een feest organiseren is een heel tof idee. Maar het is niet voldoende om racisme uit de wereld te helpen. We moeten er eens heel goed over na-denken wat we wel kunnen doen, want racisme zit heel diep. Er zullen verschillende acties nodig zijn om dat op te lossen. Daarover zijn we in het parlement al heel lang aan het na-denken en praten. Ik denk dat we wetten moeten stemmen die ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt. Want racisme heeft heel veel te maken met gelijke kansen. En iedereen verdient die.

VGC 11

BUITENBEENTJES

De voorzitter: De kinderen van de rode klas dromen van een school zonder ruzie. Ze hebben een knutselwerkje gemaakt dat het woord BRUG vormt. Hoe ziet jullie plan eruit? De kinderen van de rode klas: Een school zonder ruzie kan eigenlijk niet. De ene wil soms voetballen terwijl de andere basket wil spelen. Daar komt ruzie van. Dat kan je niet altijd vermijden. We moeten leren leven met ruzie. We moeten manieren vinden om daarmee om te gaan en oplossingen zoeken.

Commentaar van de parlementsleden

- Er zal altijd wel iemand zijn die ruzie zoekt. Het is een mooie droom die onmogelijk is om te realiseren.

- Iedereen heeft een eigen mening. Daar komen conflicten van. We moeten die leren oplossen.

- Sommige ruzies blijven altijd bestaan en kan je niet oplossen. - Het is niet omdat je ruzies op school oplost dat er geen ruzies buiten de school blijven

bestaan. - Een school zonder ruzie kan wel! Als er geen leerlingen op die school zitten… (gelach) - We moeten leren tot wat ruzie kan leiden. Een klein meningsverschil kan uitgroeien

tot een groot conflict. Daar kan zelfs oorlog van komen. - Inderdaad, we moeten leren uit ruzies. Alleen zo kunnen we oplossingen vinden. - Als we leren uit ruzies, kunnen we leren om problemen vooraf op te lossen. Op die

manier kan je wel een school zonder ruzie hebben. De voorzitter: De kinderen van de groene klas dromen van een danscentrum. De kinderen van de groene klas: Wij willen danscentrum ‘De Brug’ oprichten. Daar kan iedereen komen dansen. We leren er dansen uit verschillende culturen. Dat vinden mensen fijn, want dansen is leuk. Wij hebben in de klas een joodse dans voorbereid. Zo zie je maar dat kinderen van Marokkaanse afkomst dansen uit andere culturen leuk vinden. De kinderen van de groene klas doen hun dansje (Applaus) De voorzitter: De kinderen van de blauwe klas hebben ook nog een fantastisch idee: een buitenspeeldag! De kinderen van de blauwe klas: Wij willen graag 1 keer per maand de straat verkeersvrij maken. Dan kan iedereen met zijn speelgoed op straat. Op die buitenspeeldag kunnen we dan allemaal samen spelen en elkaar leren kennen.

VGC 12

Commentaar van de parlementsleden

- Ik zeg zeker ja tegen een buitenspeeldag. Het zou leuk zijn om het op een schooldag te organiseren. Op die dag moeten we dan niet in de klas zitten maar kunnen we lek-ker spelen.

- We kunnen ons speelgoed toch niet zomaar op straat zetten. Andere kinderen kun-nen het stuk maken of stelen.

- Een buitenspeeldag is inderdaad geen goed idee, want al je speelgoed zal kapot ge-maakt worden.

- Kinderen van onze leeftijd spelen niet meer met speelgoed. Wij zijn meer geïnteres-seerd in onze smartphone. We hebben games nodig op een speeldag.

- Een buitenspeeldag moeten we niet op een schooldag organiseren. Op school moet je leren.

Stemmingen

Het voorstel om een danscentrum te openen waar verschillende culturen elkaars dan-sen kunnen leren wordt niet aangenomen met 47 stemmen tegen, 29 voor en 13 ont-houdingen.

Het voorstel om een buitenspeeldag te organiseren tijdens het weekend wordt niet aangenomen met 59 stemmen tegen, 18 voor en 13 onthoudingen.

Het voorstel om een op een schooldag een buitenspeeldag te organiseren wordt aan-genomen met 49 stemmen voor, 25 tegen en 16 onthoudingen.

(Applaus) Paul Delva (CD&V): Alle voorstellen vond ik zeer interessant. Het was vooral leuk om te zien hoe enthousiast jullie allemaal meededen aan het debat. Het zou fijn zijn om een paar van jullie hier later weer tegen te komen. Ik ben er zeker van dat er enkele uitstekende parle-mentsleden tussen zitten. Jullie hebben vandaag kunnen zien en voelen hoe een parlement echt werkt. Het is eigenlijk een manier om met conflicten om te gaan, want ook in het parlement verschillen we van mening, net als jullie vandaag. Daarnet hadden jullie het over scholen zonder ruzie. Iemand zei dat je van ruzies kan bijleren. Dat klopt, maar je moet er wel voor zorgen dat het niet bij ruzie maken blijft. Want anders loopt het fout. In een parlement doen wij niets anders dan met elkaar praten over meningsverschillen. We proberen elkaar te overtuigen, maar we hebben ook respect voor elkaars mening. Verschillende meningen hebben is goed. Beeld je maar eens in hoe het zou zijn als we alle-maal hetzelfde zouden denken. Dat is pas saai. We moeten elkaars mening leren respecte-ren. (Applaus)

VGC 13

DE EINDRONDE

De voorzitter: We zullen nog 1 keer stemmen over de top 3 van de voorstellen die vandaag de meeste stemmen hebben gehaald. Op de eerste plaats staat het plan om een culturenmuseum op te richten met 71 stemmen. De tweede plaats gaat naar het voorstel om 1 keer per jaar een feest te organiseren om alle culturen voor te stellen met 67 stemmen. De derde plaats is voor het idee om op school een eetfestijn te organiseren met hapjes uit verschillende culturen met 59 stemmen. Jullie mogen nog 1 keer op de stemknopjes duwen om het beste plan van vandaag te kiezen.

Stemming

Het voorstel om om een culturenmuseum op te richten krijgt 38 stemmen en

haalt de eerste plaats. Het idee om op school een eetfestijn te organiseren met hapjes uit verschillende

culturen krijgt de tweede plaats met 35 stemmen. Het plan om 1 keer per jaar een cultuurfeest te organiseren haalt 15 stemmen en

eindigt derde. (Levendig applaus) De voorzitter: Proficiat voor dit boeiend debat. Graag een applaus voor jullie zelf maar ook voor jullie leerkrachten en voor alle mensen die hebben geholpen bij deze vergadering. De parlementaire verslaggever heeft zorgvuldig genoteerd wat jullie hebben gezegd. Het verslag zal later naar jullie school worden gestuurd en ook naar de echte parlementsleden. (Onstuimig applaus)

* * *