Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Nieuwsbrief maart 2018 – Kom het Landelijk Bestuur versterken! Beste SPS’er, Maart is een drukke maand, er hebben inmiddels al een aantal symposia van het NIP plaatsgevonden en ook de Experience Your Future Dagen zijn in volle gang! Daarnaast bevind je jezelf waarschijnlijk in een drukke periode op de studie. Juist daarom is het belangrijk om een momentje te nemen en stil te staan bij wat je wil doen in de toekomst. Om daarbij te helpen hebben wij deze nieuwsbrief gevuld met nuttige artikelen! Zo lees je dat ervaring met o.a. het bedrijfsleven opgedaan kan worden middels een bestuursjaar bij SPS-NIP. Ook lees je hoe je jezelf het beste kan profileren via LinkedIn en wat de invloed van technologische hulpmiddelen is op je geheugen. Verder is het niet alleen tijd om even stil te staan bij jouw eigen toekomst, maar ook bij die van de mensen om je heen. Op 21 maart zullen de gemeenteraadsverkiezingen gehouden worden en wij zullen zorgen dat je na het lezen van deze nieuwsbrief alles weet over de Jeugdwet en de Wmo, zodat je weet waar je rekening mee kan houden tijdens het stemmen! Daarnaast zetten we graag een van onze SiS’ers: Eefje Meulenkamp in het zonnetje en delen we een recensie van het DSM-5 hulpboek met jullie! Veel leesplezier!

Save the date 13 maart – ’Q&A: A regular day as a psychologist’ in Nijmegen 13 maart – Informatieavond (her-)registratie SKJ in Zwolle 15 maart – ‘Experience Your Future’ in Tilburg 15 maart – Training ‘Diversiteit’ in Amsterdam 16 maart – NIP training ‘Deskundigheid van de client centraal zetten’ in Utrecht 19 maart – NIP informatieavond ledenraad 20 maart – NIP (Startende Psychologen) workshop ‘Mindfulness’ in Utrecht

Deze nieuwsbrief bevat de volgende artikelen: - Gezocht: enthousiaste studenten voor in het Landelijk Bestuur - Gastblog – Zo bekijkt een recruiter jouw LinkedIn profiel - Digitale dementie - Psychologie in de maatschappij: de gemeenteraadsverkiezingen - Actief lid van de maand – Eefje Meulenkamp - Boek van het seizoen – DSM-5 Oefenboek

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

20 maart - ‘Experience your Future’ in Nijmegen 21 maart – ‘Experience your Future’ in Nijmegen 22 maart – NIP informatieavond ‘Professionele jeugdhulp en jeugdbescherming’ in Hoorn 29 maart – NIP ‘Mediator aan het woord – Drijfverenanalyse Profile Dynamics’ 29 maart – NIP informatieavond ‘Professionele jeugdhulp en jeugdbescherming’ in Nijmegen 5 april – NIP symposium ‘Zorgstandaarden verslaving’ in Utrecht Vacatures SiS’er Startende Psychologen – Representeer de stem van de studenten en denk mee over het professionele leven direct na je studie. Landelijk Bestuur – Commissiecoördinator Landelijk Bestuur – Secretaris Landelijk Bestuur – Stedelijk Bestuurcoördinator Landelijk Bestuur – Pr-functionaris

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Gezocht: enthousiaste studenten voor in het Landelijk Bestuur Vorige maand hebben de nieuwe toppers in het Landelijk Bestuur van SPS-NIP zich aan jullie voorgesteld. Hebben zij je aangestoken met hun enthousiasme en lijkt het je leuk om met hen samen te werken? Dan heb je geluk! Vanaf vandaag staan de andere 4 functies binnen het Landelijk Bestuur open. Deze vacatures bieden je de mogelijkheid om vanaf juli een fulltime bestuursjaar te doen! Ben jij nieuwsgierig naar wat dit inhoudt? Lees dan snel verder! Als Landelijk Bestuurslid van SPS-NIP bestuur jij de studentensectie van de grootste beroepsvereniging voor psychologen in Nederland (het NIP)! Op deze manier kan je erg veel ervaring opdoen op het gebied van organiseren, leidinggeven, belangen behartigen en verantwoordelijkheden dragen. Maar ook het leren samenwerken en motiveren, het verbreden van je kritische blik en het (gigantisch) uitbreiden van je netwerk zijn vaardigheden die je zal ontwikkelen. Er zullen 4 variërende functies vrijkomen in juli, namelijk die van commissiecoördinator, secretaris, stedelijk bestuurcoördinator en pr-functionaris. De commissiecoördinator begeleidt onze Actieve Leden in EFPSA-NL, de LEC, de NCC en de UC en is onze connectie naar het Europese psychologie netwerk (EFPSA). De secretaris werkt nauw samen met onze trainerscoördinatoren en trainers van het Trainersbureau, is eindredacteur van de nieuwsbrief en beheert de algemene SPS-mail. Onze stedelijk bestuurcoördinator ondersteunt alle gemotiveerde studenten in de Stedelijke Besturen en heeft contact met alle studieverenigingen psychologie in Nederland (via SSPN). De pr-functionaris begeleidt de Promotie Commissie, beheert de social media kanalen en bewaakt alle (visuele) informatie die naar buiten gaat. Ben jij benieuwd wat onze functionarissen nog meer doen? Kijk dan op onze website voor een uitgebreide uitleg! Natuurlijk is een fulltime bestuur een grote stap, maar bij SPS-NIP krijg je volop de mogelijkheid om te leren en jezelf te ontwikkelen! Allereerst zal je voordat je in functie gaat minstens een maand ingewerkt worden door middel van overdrachtsgesprekken en aanwezigheid bij onder andere een aantal vergaderingen. Vervolgens krijg je tijdens de eerste maanden alle steun en hulp van de andere meiden in het Landelijk Bestuur, zodat je de kans krijgt om zo goed mogelijk in je functie te groeien. Ben jij benieuwd hoe je mensen motiveert, enthousiasmeert en overtuigd? Maar zou je ook graag willen leren om goed te luisteren, te argumenten, te vechten voor waar je voor staat en in oplossingen te denken? Dan zou het Landelijk Bestuur van SPS-NIP goed bij jou passen! Ook als je graag meer uit je studie wil halen, door bijvoorbeeld ervaring op te doen binnen een grote organisatie, dan is dit jouw kans! Een beslissing zoals deze maak je niet zomaar, dus wil jij weten hoe eerdere bestuurders van SPS-NIP hun jaar in het Landelijk Bestuur hebben ervaren? Neem dan eens een kijkje op onze website! Zou je graag van de huidige bestuursleden alle ins- en outs over hun functie willen horen? Kom dan een kopje koffie drinken met het Landelijk Bestuur op dinsdag 20 maart of kom naar de interesseborrel op woensdag 28 maart! Wij beantwoorden graag al jouw vragen en vertellen alles over onze ervaringen! Dus vergeet niet om de vacatures te bekijken en naar onze kennismakingsevenementen te komen.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Gastblog– Zo bekijkt een recruiter jouw LinkedIn profiel

Deze maand hebben we een gastblog voor jullie, van Bas Klein Geltink. Hij is werkzaam bij een

SolliciteGo, een sollicitatiebedrijf en hij heeft voor jullie 9 belangrijke LinkedIn tips op een rijtje gezet.

Hij schreef voor jullie het volgende: We hopen allemaal op de meest ideale situatie. Dat je door het

aanmaken van een LinkedIn-profiel vanzelf wordt gevonden door een recruiter. Dat scheelt een hoop

tijd in de zoektocht naar een baan. In dit artikel leer je door de ogen van een recruiter kritisch naar je

LinkedIn-profiel te kijken. Doe er je voordeel mee.

Om te beginnen, een recruiter wil snel zien of het de moeite waard is om contact met jou te leggen.

Hij of zij vraagt zich de volgende twee dingen af.

• Kan deze persoon de werkzaamheden uitvoeren voor de beoogde functie?

• Zou deze persoon interesse hebben om de werkzaamheden uit te voeren?

Wellicht vraag je je af of een recruiter echt je hele profiel bekijkt of alleen je meest recente

werkervaring. Het antwoord is dat dit heel erg afhankelijk is van hoe compleet jouw profiel is. Heb je

de nodige aandacht besteed aan je foto, kopregel, samenvatting en heb je je werkervaring

overzichtelijk weergegeven? Grote kans dat de aandacht gewekt is en de recruiter bereid is om meer

over jou te weten te komen. Is je profiel incompleet en/of niet up to date? Dan zal de recruiter snel

afhaken en geen moeite nemen om de rest van je profiel te bekijken.

Hierbij een aantal belangrijke onderdelen van LinkedIn uitgelicht.

1. Profielfoto

Een professionele profielfoto is al bijna de helft van het werk. Uit het Jobvite Recruiter Nation Report

2016 (pdf) kwam naar voren dat bij 41 procent van de recruiters hun eerste indruk beïnvloed wordt

door een foto van de kandidaat. Het is ook zo dat een recruiter iemand aanneemt op basis van

eerdere ervaring (67%), maar dat daarna een cultuurmatch van groot belang is (60%). De eerste

indruk maak je dus niet tijdens je eerste gesprek, maar al op LinkedIn! Bovendien wordt je foto

redelijk permanent in de zoekopdrachten weergegeven. Wees je hiervan bewust en maak een goede

eerste indruk!

Maak het jezelf niet te gemakkelijk door even een selfie te nemen of een vakantiefoto bij te knippen.

Plan in plaats daarvan samen met een vriend of een fotograaf wat tijd in om een paar mooie foto’s te

schieten. Een tip uit een ander onderzoek is om iemand anders je profielfoto uit te laten kiezen. Jouw

zelfbeeld zal namelijk nooit exact overeenkomen met hoe andere mensen naar je kijken. Hierdoor

bereik je misschien niet het doel wat je met de foto uit wil stralen. Ga daarom in ieder geval voor

een second opinion!

Tot slot, zorg er ook voor dat je gezicht goed zichtbaar is en gebruik liever geen foto waar je hele

lichaam in beeld is. Gebruik ook geen filters of andere ‘opsmuk’. Dit kun je beter voor Instagram

bewaren.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

2. Achtergrondfoto

Naast je normale profielfoto is een achtergrondfoto een ideale manier om je personal branding en de

eerder besproken cultuurmatch kracht bij te zetten. Bedenk wat je uit wil stralen. Ga je voor

financieel succes? Dan zou je bijvoorbeeld voor foto’s van snelle voertuigen kunnen kiezen. Kies je

voor dromen en ambities? Dan zou je voor een skyline van een wereldstad kunnen gaan. Werk je in

de logistiek? Dan is de haven van Rotterdam een goede optie. Tekst in je afbeelding gebruiken is een

extra aanrader. Onderstreep dus op deze relatief makkelijke manier jouw vakgebied.

3. Functietitel

Recruiters zoeken op functietitels. Als je deze niet juist inzet, word je ook niet gevonden. Neem dus

niet klakkeloos je functietitel van je huidige of vorige contract over, maar bedenk waar je op

gevonden wil worden. Verzin ook geen hippe term zoals ‘socialmedia-goeroe’.

Heb je op dit moment geen werk? Dan is het wel zo verstandig om je gewenste functie als huidige

baan te vermelden. Vermeld ook dat je op zoek bent naar een nieuwe uitdaging. Een recruiter heeft

namelijk geen zin om uit te moeten zoeken of je beschikbaar bent. Een mogelijk voorbeeld voor je

kopregel: ‘Creatieve marketing manager | vanaf juni op zoek naar uitdagende functie‘.

Het is een kleine drempel om zo openlijk te vermelden dat je geen werk hebt, maar het is wel erg

effectief! Is die drempel te groot? Dan kun je tegenwoordig ook ‘anoniem’ solliciteren, ook handig

voor als je niet wil dat je baas erachter komt dat je op zoek bent naar nieuw werk.

4. Samenvatting

De samenvatting is de ideale plek om duidelijk te maken wie jij bent en wat je kunt. Laat deze plek

dan ook zeker niet onbenut. Denk er bij het schrijven van je samenvatting aan om de volgende

onderdelen te vermelden.

• Jouw drijfveren om te doen wat je nu doet of graag wil doen.

• Beschrijven waar je blij van wordt.

• Een aantal positieve eigenschappen uitlichten die aan je functie gerelateerd zijn. Recruiters

zoeken namelijk op deze woorden.

• Een behaald resultaat, het liefst met cijfers.

• Een eventuele eigen website.

• Contactgegevens.

Onthoud dat het wel een prettig leesbare tekst moet zijn, dus probeer het bij een paar regels te

houden. Ook bullet points of andere scheidingstekens maken het makkelijker om de tekst snel te

lezen. Tot slot nog een tip: gebruik actiewoorden en wees niet te bescheiden over je prestaties.

Recruiters zijn op zoek naar mensen die boven de menigte uitsteken en die plezier hebben in hun

werk.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

5. De grootte van je netwerk

De grootte van je netwerk zegt ook iets over jou als persoon. De meest effectieve mensen hebben

vaak een groot netwerk en dat moet je ook met je profiel uit kunnen stralen. Het is absoluut niet

nodig om duizend contacten te hebben, maar 300 of meer is wel gewenst. Natuurlijk hangt het wel af

van je functie, maar heb je bijvoorbeeld 50 contacten of minder? Recruiters zouden dan kunnen

denken dat je te verlegen bent om een netwerk op te bouwen of dat je niet thuis bent in de wereld

van social media. Dit wil je dus graag vermijden.

6. Functiebeschrijvingen

Probeer een korte en krachtige functiebeschrijving te geven. Probeer in de voordelen van het bedrijf

te denken. Waar heb jij het bedrijf echt mee geholpen? Welke successen heb je geboekt? Probeer

deze zo concreet mogelijk te beschrijven door cijfers te gebruiken. Benoem tenslotte ook

puntsgewijs je takenpakket. Let hierbij op dat je niet een hele waslijst aan taken benoemt, probeer

het bij de vijf belangrijkste hoofdtaken te houden.

Wil je de aandacht van de werkgever of recruiter trekken? Je kunt ook afbeeldingen toevoegen. Doe

dit wel alleen als het relevant is en alleen bij de functies waarvan je wil dat ze extra worden

uitgelicht.

7. Onderschrijvingen & referenties

Een heel belangrijk, maar tegelijk ook lastig onderdeel. Over het algemeen zullen mensen namelijk

niet uit zichzelf jou een onderschrijving of referentie geven. Hier zal je waarschijnlijk om moeten

vragen en daar voel je je al snel bezwaard over. Bedenk echter dat recruiters graag willen weten hoe

mensen over jou denken en waar je goed in bent. Een heel waardevol onderdeel van je profiel!

Je kan op LinkedIn dan ook vragen om een aanbeveling (hierbij klik je bij je profiel op ‘meer’ en

vervolgens op ‘om een aanbeveling vragen’. Voeg bij je verzoek een persoonlijk bericht toe om de

kans op een referentie te vergroten. Bedenk wel dat kwaliteit beter is dan kwantiteit. Vraag aan de

referent om specifieke competenties en behaalde resultaten te noemen. Hiermee maak je je profiel

echt een heel stuk sterker!

8. Onder de aandacht komen

Nu je je profiel een flinke update hebt gegeven, wil je natuurlijk onder de aandacht komen. Word lid

van groepen die betrekking hebben op jouw branche en waar nog regelmatig iets wordt gepost. Like

zo nu en dan een post of plaats bijvoorbeeld zelf een artikel of een andere bijdrage. Mensen die

enthousiast over hun vak zijn, zijn de meest gewilde kandidaten.

Volg ook mogelijk interessante bedrijven om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen

en hopelijk ook van passende vacatures. De kans is namelijk groot dat een bedrijf eerder vacatures

via eigen kanalen deelt dan veel geld steken in betaalde advertenties op vacaturesites.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

9. Zelf contact opnemen

Als je je profiel op de juiste manier hebt ingevuld, is de kans groot dat je profiel regelmatig bekeken

wordt door een recruiter. Als je op zoek bent naar werk, is het aan te raden om dan ook contact te

leggen met hem of haar. Soms zal je al een uitnodiging ontvangen met een persoonlijke boodschap.

Gebeurt dat niet? Durf dan het initiatief te nemen om vriendelijk te informeren of je iets voor hem of

haar kunt betekenen. Dat getuigt van lef!

Met deze tips hoop ik je overtuigd te hebben om echt meer moeite te steken in het zorgvuldig

opbouwen van je LinkedIn-profiel. Ben jij benieuwd geraakt naar de blogs van Bas Klein Geltink? Lees

dan hier meer van zijn tips.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Digitale dementie Sta jij er weleens bij stil dat het leven ons veel gemakkelijker gemaakt wordt dan onze voorouders? Wij hebben Google Maps als we de weg niet weten, dus we kunnen letterlijk achter een blauw pijltje aan lopen. En als we het per ongeluk niet goed doen, dan zegt een vriendelijke vrouwenstem dat we ons moeten omkeren. Dit is heel wat anders dan in de tijd van onze voorouders, die zelf een weg moesten uitstippelen op een uitgebreide wegenkaart. In eerste instantie zou je denken dat het volgen van een route via Google Maps een stuk minder hersencapaciteit kost dan je eigen route uitstippelen. Maar klopt dit ook? En hebben dit soort veranderingen dan ook effect op onze hersenen? Wij worden steeds afhankelijker van digitale technologieën, zoals onze smartphone en het internet, die on-losmakend met elkaar verbonden zijn. Dit blijkt uit het voorgaande voorbeeld, maar ook doordat we veel met onze telefoon kunnen en we (bijna) alle informatie op het internet kunnen vinden. Hoe vaak sta ik zelf wel niet in de supermarkt, terwijl ik vergeten ben wat ik moest halen. Mocht ik geen boodschappenlijstje hebben gemaakt, dan kan ik altijd even online opzoeken wat ik ook alweer nodig heb voor die ene lekkere pasta. En stel je voor dat ik op de universiteit toevallig een bekende tegenkom, terwijl ze extra veel moeite heeft gedaan voor haar uiterlijk. Nu merk ik dit op en weet ik in ieder geval zeker dat ze niet jarig is, anders had ik al wel een reminder van Facebook gekregen. Het zijn maar kleine functionele toepassingen, maar ze kunnen als een goede geheugensteun dienen (Spitzer, 2013). Betekent het (vanzelfsprekende) gebruik van dit soort functionaliteiten dat we ons eigen geheugen minder gebruiken? Om dit te beantwoorden gaan we iets dieper in op de werking van ons geheugen. Zoals de meeste van jullie weten ontstaan er connecties tussen waarnemingen en ervaringen in onze hersenen, wanneer we ons iets proberen te herinneren. We kunnen iets herinneren doordat we deze paden maken. En hoe vaker we hetzelfde proberen te herinneren, hoe sterker de associatie tussen deze gebieden wordt. Op het moment dat we ergens lang niet meer aan gedacht hebben, dan vervaagt deze connectie en dit resulteert erin dat we moeite hebben om datgene op te halen (Online dialogue, 2017). Wanneer wij een app (of ander hulpmiddel) gebruiken om ons iets te herinneren, dan zou je kunnen verwachten dat alle connecties in ons brein zwakker worden. We hoeven deze connectie namelijk niet zo vaak meer te maken, dat doet het hulpmiddel voor ons. Volgens Spitzer maken wij daarom steeds minder gebruik van onze cognitieve vaardigheden en gebruiken we tools zoals Facebook als een soort ‘extended mind’. Om deze reden stelt Spitzer dat wij allemaal leiden aan digitale dementie, wij dwingen onszelf niet om te herinneren (Spitzer, 2013). Desalniettemin moeten we wel een andere connectie maken, namelijk eentje die ervoor zorgt dat we weten waar we informatie kunnen vinden. Het lijkt er dan ook op dat de verbindingen in onze hersenen veranderen. Waar deze connecties eerder voornamelijk gericht waren op de inhoud van een herinnering, zijn ze nu meer gericht op de manier waarop deze informatie te verkrijgen is. Hier zit een verschil in en dit lijkt op het verschil tussen herkennen en herinneren. Herkenning doet namelijk een beroep op de associatie die leidt tot herinnering, terwijl herinnering (zonder herkenning) een beroep doet op ons geheugen. Het lijkt erop dat we tegenwoordig informatie eerder herkennen dan dat we deze herinneren (Online dialogue, 2017).

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Of het vaker herkennen in plaats van herinneren ook daadwerkelijk effect heeft op onze hersenen, wordt onderzocht. Er klinken veel negatieve geluiden over geheugenverlies, aandachtsproblemen en onderontwikkeling van de hersenen, maar hierover kunnen nog geen definitieve uitspraken gedaan worden. Wellicht is het goed voor de bewustwording om er als student eens vaker bij stil te staan dat je vaak naar je mobieltje grijpt wanneer je er ook zelf over na zou kunnen denken.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Psychologie in de samenleving: de gemeenteraadsverkiezingen

Op 21 maart vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Nu is er sinds 2015 een wet aangenomen, waardoor er veel meer zorg bij de gemeenten is komen te liggen. Hierdoor is hun invloed op de zorg gegroeid. Het is daarom ook van groot belang hieraan te denken tijdens het stemmen voor de komende verkiezingen! Dit is voornamelijk het geval bij de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Wil je meer weten over hoe je zorgbewust stemt? Wij leggen het voor je uit! De Jeugdwet In de Jeugdwet staat dat jeugdhulp niet meer bekostigd wordt vanuit de Zorgverzekeringswet en dat ook de provincies geen rol meer hebben bij de inkoop van jeugdzorg. De verantwoordelijkheid is komen te liggen bij de gemeenten, met specifiek de onderdelen: de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren (jeugd-ggz), zorg voor jeugd met een lichte verstandelijke beperking (jeugd-lvb), ggz in het kader van het jeugdstrafrecht (forensische zorg), jeugdbescherming en jeugdreclassering (Nederlands Jeugdinstituut, 2018). De gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor een breed aanbod aan verschillende vormen van jeugdhulp en elk kind dat deze hulp nodig heeft, hoort deze dus ook te krijgen. Daarnaast behoort de gemeente om de zoveel tijd een beleidsplan op te stellen waarin iedereen terug kan zien hoe de gemeente omgaat met het aanbieden van jeugdhulp. In de Jeugdwet zijn een aantal algemene regels over de kwaliteit van de zorg opgesteld om de wet vorm te geven, maar daarbuiten is er voor de gemeenten veel ruimte om hier zelf invulling aan te geven. Een voorbeeld van zo’n kwaliteitseis is dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen die een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel uitvoeren verplicht zijn om verantwoorde hulp te leveren. Dit wil zeggen: hulp van goed niveau, in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig, cliëntgericht en afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of de ouder. Ook staan er in de Jeugdwet bijvoorbeeld bepalingen opgenomen over privacy, het uitwisselen van gegevens en hoe om te gaan met dossiers (SPS-NIP, n.j.). Voor vragen over invulling van deze bepalingen kun je ook terecht bij het NIP tijdens het ethiek spreekuur op dinsdag van 9.30 - 12.30 uur: (030) 820 1500. Gemeenten hebben dan ook een jeugdhulpplicht. In de Jeugdwet staat dat de gemeente verantwoordelijk is voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Indien dat nodig is treft de gemeente een individuele voorziening, die vaak betrekking zal hebben op meer gespecialiseerde zorg. De gemeente bepaald op dat moment welke hulp vrij toegankelijk (een algemene voorziening) is en welke hulp een individuele voorziening is. Als een gemeente heeft besloten dat een kind of zijn ouders een individuele voorziening nodig hebben kan het gezin hiervoor aanspraak maken op een persoonsgebonden budget (PGB) (Stimulansz, n.j.). De Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeenten zijn verplicht ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft hiervoor ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (Rijksoverheid, n.j.). De Wmo is vooral bedoeld voor burgers die daarin problemen ondervinden, zoals ouderen en mensen met een beperking. Gemeenten zijn in deze wet verplicht om deze

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

groepen te compenseren door het aanbieden van voorzieningen en ondersteuning, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een aanpassing aan de woning (Zorgwijzer, 2017). Per 1 januari 2015 is de Wmo gewijzigd. Gemeenten bepalen sindsdien zelf hoe de uitvoering van de Wmo wordt geregeld. Dat houdt in dat de Wmo per gemeente kan verschillen. Gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk geworden voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om mensen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deelnemen aan de maatschappij. Bij deze deelname valt ook het bevorderen van het ontmoeten van andere mensen (Zorgwijzer, 2017). Het inkomen of vermogen van de individu in kwestie speelt geen rol bij het wel of niet toekennen van een Wmo-aanvraag. Wel betaalt iedereen een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage voor ondersteuning die wordt geregeld vanuit de Wmo. Gemeenten dienen zich hierbij aan bepaalde richtlijnen te houden, maar binnen deze richtlijnen zijn zij geheel vrij. Er is voor dit systeem gekozen, omdat gemeenten op deze manier de mogelijkheid hebben om hun beleid aan te passen aan de samenstelling van de inwoners. Zo zijn er verschillen tussen gemeenten in het maximale bedrag waarvoor woonaanpassingen worden gedaan. Naast dit verschil, zijn er ook verschillen in de hoogte van het PGG (PGB Huishoudelijke hulp, n.j.). Doordat gemeenten dus al vanaf 2015 zelf kunnen bepalen hoe beide wetten uitgevoerd worden, kunnen er grote verschillen ontstaan tussen gemeenten onderling. Zo kunnen er verschillen zitten in de manier van ondersteuning: het bieden van geld aan een individu of het vergoeden van bepaalde kosten in het algemeen, en tussen de hoogte van het PGB en het maximum aan kosten voor woonaanpassingen. Het is daarom belangrijk om goed te kijken naar de visies van de partijen en raadsleden over deze onderwerpen voor je gaat stemmen. Want vind jij dat de zorg meer bij vrienden en familie moet komen te liggen, of juist dat dit een taak is voor de gemeenten om budget vrij voor te maken? Als toekomstig psycholoog zullen deze wetten gedeeltelijk jouw toekomst (of die van jouw collega’s) gaan bepalen. Bij deze willen we je dan ook graag vragen om naar de stembus te gaan en jouw mening te laten horen!

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Actief Lid van de Maand – Eefje Meulenkamp

Zoals jullie weten zijn wij ontzettend trots op alles wat SPS-NIP weet te bereiken. Achter al deze verbredende lezingen, excursies, trainingen, stages, congressen en activiteiten staan zo’n 120 Actieve Leden, die zich vol enthousiasme inzetten. Wij zijn als Landelijk Bestuur stuk voor stuk erg blij met deze toppers. Vandaar dat we elke maand één van onze Actieve Leden extra in het zonnetje willen zetten. We hopen je hiermee een kijkje in het leven achter de schermen van SPS-NIP te geven, je te laten kennismaken met onze Actieve Leden en we vinden dat de hele wereld van psychologiestudenten mag weten wat dit Actieve Lid heeft bereikt. Deze maand willen we jullie graag voorstellen aan Eefje Meulenkamp. Eefje is altijd enorm enthousiast en denkt graag mee met nieuwe plannen en ideeën. Ze zet zich dan ook op meerdere manieren in voor SPS-NIP. Zo is ze niet alleen SiS’er in de sectie PAZ (Psychologen in Algemene en academische Ziekenhuizen), maar is ze ook onderdeel van de werkgroep Belangenbehartiging. Lieve Eefje, we willen jou graag bedanken voor je inzet voor SPS-NIP, vandaar dat je deze maand ons Actieve Lid van de Maand bent! Van harte gefeliciteerd! Namens het Landelijk Bestuur van SPS-NIP Hannah Konings

Naam: Eefje Meulenkamp Leeftijd: 30 Studiejaar en richting: Master Medische Psychologie in Tilburg Favoriete bezigheden: Ik heb een speciale interesse in hondentraining, waar grappig genoeg oorspronkelijk ook mijn interesse voor psychologie is ontstaan. Daarnaast vind ik het erg leuk om te dansen, maar heb ik hier momenteel helaas weinig tijd voor. Je kunt daarbij denken aan Latijns-Amerikaanse dansstijlen zoals salsa, bachata en merengue, maar ook ballroom-dancing vind ik schitterend. Ik vind het vooral leuk als dit één groot feest is, waar iedereen met elkaar danst. Verder haal ik veel energie uit sociaal contact. Zo vind ik het gezellig om gewoon met iedereen te kletsen of samen met vrienden en vriendinnen (ont)spannende dingen te ondernemen (een dagje sauna, strand, pretpark, motorrijden, parachutespringen, sporten etc.), maar haal ik ook erg veel voldoening uit het helpen van anderen. Zo probeer ik af en toe wat tijd door te brengen met een oude man die een paar straten verderop woont, in de hoop dat hij zich wat minder eenzaam voelt. We gaan dan samen een stuk wandelen, gezellig dineren of kijken samen voetbal. Reden dat je actief bent geworden bij SPS-NIP: Tijdens mijn introductieweek bij de Erasmus Universiteit Rotterdam was SPS-NIP ook aanwezig. Ik vind het belangrijk dat er een sterke beroepsvereniging is om zo de belangen van psychologen en psychologiestudenten te kunnen behartigen en de kwaliteit van zorg te optimaliseren. Het is mooi dat je als student lid kan worden bij de studentensectie van het NIP en dat dit lidmaatschap kan worden voortgezet bij de overige secties van het NIP zodra je klaar bent met de studie. Toen in september vorig jaar de vacature voor SiS’er in de sectie PAZ vrijkwam, leek me dat een uitgelezen mogelijkheid om mijn medestudenten te kunnen

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

vertegenwoordigen en tegelijkertijd, in aanvulling op mijn master, zelf een kijkje te kunnen nemen in het werkveld van de medische psychologie. In welk orgaan ben je actief? Ik ben binnen SPS-NIP actief als SiS’er (Student in Sectie) in de sectie Psychologen in Algemene en academische Ziekenhuizen (PAZ). Daarnaast neem ik deel aan de Werkgroep Belangenbehartiging. Ervaringen bij SPS-NIP: Ik probeer mijn medestudenten zo goed mogelijk te vertegenwoordigen door in de gaten te houden waar zij mogelijk tegenaan lopen. Bij de Werkgroep Belangenbehartiging staan we altijd open voor al deze onderwerpen en proberen we zo goed mogelijk te zoeken naar mogelijkheden om elkaar hierin bij te staan. Daarnaast ligt mijn focus voor dit soort onderwerpen ook specifiek bij het werkveld van de medische psychologie, zodat ik dit eventueel kan doorspelen aan het bestuur van de sectie PAZ. Andersom kijk ik ook welke zaken vanuit daar interessant zouden kunnen zijn voor mijn medestudenten. Voor mij persoonlijk is het daarnaast heel interessant om als student-lid mee te draaien in het bestuur van de sectie PAZ en te leren wat er op dit niveau allemaal speelt en wordt bepaald, en hoe dat vorm krijgt in de praktijk. Terugkerende thema’s daarbij zijn algemene belangen van de sectie, kwaliteitsbevordering, opleidingen en dienstverlening vanuit de sectie. Ook heb ik geleerd dat er nog talloze andere belangrijke verenigingen bestaan voor psychologen die werkzaam zijn binnen de medische psychologie. Het is leuk om ook met hen in contact te zijn en met hen samen te werken. Al met al heb ik het enorm naar mijn zin bij SPS-NIP en verwacht ik dat ik hier de komende anderhalf jaar nog veel meer mooie ervaringen zal opdoen.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Boek van het seizoen – DSM-5 Oefenboek

Elke psychologiestudent is er bekend mee, de DSM. In 2013 is de DSM-5 uitgebracht in Amerika, als de opvolger van de DSM-IV-TR. In 2014 kwam er in Nederland al een vertaling uit, terwijl we officieel pas sinds 1 januari 2017 de DSM-5 als uitgangspunt gebruiken (DSM-5, 2016). Toch zweren sommige docenten nog steeds bij de DSM-IV-TR en focussen veel klinische psychologieboeken op het verschil tussen deze versie en de DSM-5. Dat alles is erg veel informatie om te bestuderen. Misschien heb je je als student al meerdere malen afgevraagd hoe je ooit al die stoornissen en bijbehorende classificaties gaat onthouden. Het antwoord daarop is dit boek, het DSM-5 Oefenboek! Zoals gezegd focussen veel handleidingen zich op het verschil tussen DSM-IV-TR en DSM-5 en dat is niet voor niets. De DSM-5 heeft namelijk een heel andere indeling. Zo wordt er in de DSM-5 geen gebruik meer gemaakt van het assenstelsel, maar is deze versie opgedeeld in drie secties. De eerste sectie geeft uitleg over de gebruikte indeling, de tweede sectie bevat 20 hoofdcategorieën, en de derde sectie omvat classificaties die (nog) niet zijn opgenomen in sectie 2, zoals bijvoorbeeld de internet gaming disorder (GGZ Totaal, 2018). Om de overstap van DSM-IV-TR naar DSM-5 te vergemakkelijken, is het DSM-5 Oefenboek ontwikkeld. Deel 1 bestaat uit bijna 500 meerkeuzevragen over het gebruik van DSM-5 en het toepassen van de classificatiecriteria. De vragen zijn ingedeeld naar de hoofdcategorieën van sectie 2 van de DSM-5, zodat de stoornissen gemakkelijk terug te zoeken zijn. Daarnaast worden er ook vragen gesteld over sectie 3 van de DSM-5. Deel 2 herhaalt alle vragen met daaronder het juiste antwoord en een uitgebreide toelichting. Ook geeft het boek de mogelijkheid te oefenen met technische termen die de DSM-5 bevat. Het boek is zeer overzichtelijk ingedeeld, waardoor het ondanks zijn dikte gemakkelijk leesbaar is. Als psycholoog kun je je afvragen in hoeverre classificatiecriteria te beoefenen zijn door middel van meerkeuze vragen, want hoe veel psychologische vragen zijn nu volledig te omvatten in vier antwoordopties? Op de universiteit leer je dat ondanks het gebruik van de DSM, het toekennen van een diagnose deels ook interpretatie is. Dit idee strookt met dat er in dit boek sprake is van goede en foute antwoorden. Anderzijds kun je dit zien als het concreet maken van psychologie als wetenschap en blijkbaar is dat de schrijvers gelukt. De antwoorden worden in deel twee van het boek dan ook zeer uitgebreid toegelicht. Kortom, het boek geeft de mogelijkheid goed te oefenen met de classificatiecriteria van DSM-5. Het boek is erg overzichtelijk en volledig. Een enkele aanmerking is dat je je kunt afvragen in hoeverre classificatiecriteria te oefenen zijn met meerkeuzevragen, omdat dit soms ook afhangt van interpretatie van de situatie. Toch mogen we concluderen dat het de schrijvers goed gelukt is om de classificatiecriteria concreet in vragen en antwoorden te verwerken. Zou jij graag willen oefenen met het classificeren van stoornissen? Of wil jij graag meer inzicht krijgen in hoe de DSM-5 werkt en hoe het verschilt van zijn voorganger? Als SPS-NIP lid kan jij kans maken op dit oefenboek! Stuur je motivatie naar secretaris@spsnip.nl voor 30 maart en maak kans op een gratis exemplaar van het DSM-5: Oefenboek! Heb je niet gewonnen? Dan kan je hem ook kopen op de website van Boom psychologie en psychiatrie