kwr water - jaarverslag 2009 nl

75
Kennispartner in de watercyclus KWR 2009 Watercycle Research Institute Watercycle Research Institute 2009

Upload: kwr-water

Post on 09-Mar-2016

223 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

KWR Water - jaarverslag 2009 NL

TRANSCRIPT

Page 1: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Watercycle R

esearch Institute

Kennispartner in de watercyclusKWR 2009

Watercycle R

esearch Institute

Watercycle Research InstituteWatercycle Research Institute

200

9

WaterWaterKennispartner in de watercyclusWaterKennispartner in de watercyclusWater368.10jvs-cover446x260mm-V5-ENG-NL.indd 1 1/6/10 1:49 PM

Page 2: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

InhoudKWR in het kortVoorwoord KWR: Kennispartner in de watercyclus

Gezond, duurzaam, vooruitstrevend en efficiënt

Legionellabestrijding moet zich richten op de echte boosdoener

Onbekende stoffen identificeren aan de hand van hun accurate massa

Gevolgen van klimaatverandering op waterkwaliteit en natuur in beeld

Kloppende simulatiemodellen helpen leidingnetten schoon te houden

Puzzelen aan de conditie van onzichtbare leidingen

Nano-deeltjes in watercyclus: opsporen, verwijderen én veilig toepassen

Onderzoek dat aansluit bij de praktijk Extreme omstandigheden, extreme micro-organismen Ondergrondse kwaliteitsbewaking GIS brengt water en ondergrond scherper in beeld Emerging substances – op de uitkijk voor nieuwe stoffen of effecten Verwijdering ziekteverwekkers onder de loep Veilig zwembadwater zonder vervelende bijwerkingen Van afvalwater naar energie, grondstoffen en schoon water Goede NOM-verwijdering met innovatieve ionenwisselaar Gezond water is goed nieuws

Nationale en internationale partners Het rommelt in de watervoerende lagen

Zélf denken over de toekomst – in dialoog met partners in de watersector

Europa is rijp voor een BTO-aanpak

Publicaties Artikelen peer-reviewed tijdschriften en vakbladen Publicaties vakbladen BTO-rapporten

Benoemingen, promoties en prijzenKWR in de maatschappijWerken bij KWROrganisatieFinanciënAandeelhoudersAfkortingenContactColofon

Inhoud

KWR in het kort 4

2009: Kennispartner in de watercyclus 5

KWR: kennisleverancier voor de watercyclus 6

Vier onderzoeksthema’s: gezond, duurzaam, vooruitstrevend en efficiënt 10Legionellabestrijding moet zich richten op de gevaarlijke soort 12

Onbekende stoffen identificeren aan de hand van hun accurate massa 14

Gevolgen van klimaatverandering op waterkwaliteit en natuur in beeld 16

Accurate simulatiemodellen helpen leidingnetten schoon te houden 18

Puzzelen aan de conditie van onzichtbare leidingen 19

Nanodeeltjes in de watercyclus: opsporen, verwijderen én veilig toepassen 20

Onderzoek dat aansluit bij de praktijk 24Extreme omstandigheden, extreme micro-organismen 28

Ondergrondse kwaliteitsbewaking 29

Emerging substances - op de uitkijk voor nieuwe stoffen of effecten 30

Verwijdering ziekteverwekkers onder de loep 32

Veilig zwembadwater zonder vervelende bijwerkingen 34

Van afvalwater naar energie, grondstoffen en schoon water 36

Goede NOM-verwijdering met innovatieve ionenwisselaar 38

Gezond water is goed nieuws 40

GIS brengt water en ondergrond scherper in beeld 41

Nationale en internationale partners 44We willen duurzame energie èn veilig grondwater 44

Zélf denken over de toekomst – in dialoog met partners in de watersector 49

Europa is rijp voor een BTO-aanpak 50

Internationale samenwerking 52

Publicaties 58Artikelen peer-reviewed tijdschriften 58

Publicaties vakbladen 60

BTO-rapporten 61

Benoemingen, promoties en prijzen 2009 63

KWR in de maatschappij 64

Maatwerk van monsterbots tot membraaninstallaties 67

Werken bij KWR 68

Organisatie 69

Financiën 71

Aandeelhouders 74

Termen en afkortingen 75

Contact 76

3

Page 3: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

ARTHUR: ONDERSTAANDE OOK ALS CLOUD-TAG OPNEMEN OP BINNENKANT COVER O.I.D.

• 1 missie: kennispartner in de

watercyclus

• 4 onderzoeksthema’s: Gezond,

Efficiënt, Duurzaam en

Vooruitstrevend water

• 3 kennisgroepen: Watersystemen,

Watertechnologie en Waterkwaliteit

& Gezondheid

• 2 laboratoria

Laboratorium voor

Materialenonderzoek en Chemische

Analyse (LMC)

Laboratorium voor Microbiologie

(LMB)

• 10 aandeelhouders

• 1 vestiging in Nieuwegein

• 1 virtueel Europees instituut i.o.

• 167 medewerkers

• 95 wetenschappelijk onderzoekers

en 43 onderzoeksmedewerkers bij

de kennisgroepen en laboratoria, 31

medewerkers bij de stafafdelingen.

• 108 mannen en 59 vrouwen

• 15 promovendi en 3 postdocs

• ? onderzoeksprojecten

• ? researchrapporten

• 53 artikelen in peer reviewed en

vakbladen

• ? proceedings en boekhoofdstukken

• 91 pilotlocaties voor BTO-onderozek

• 7 hoogleraren

• 4 promoties

• 2 hoogleraarsbenoemingen

• 2 prijzen

• ? euro netto omzet

• 1missie:kennispartnerindewatercyclus

• 4onderzoeksthema’s:Gezond,Efficiënt,DuurzaamenVooruitstrevendwater

• 3kennisgroepen:Watersystemen,WatertechnologieenWaterkwaliteit&Gezondheid

• 2laboratoria:

•laboratoriumvoorMaterialenonderzoekenChemischeAnalyse(LMC)

•laboratoriumvoorMicrobiologie(LMB)

• 10aandeelhouders

• 1vestiginginNieuwegein

• 1virtueelEuropeesinstituuti.o.

• 167medewerkers

• 95wetenschappelijkonderzoekersen43onderzoeksmedewerkers

bijdekennisgroepenenlaboratoria,31medewerkersbijdestafafdelingen.

• 108mannenen59vrouwen

• 15promovendien3postdocs

• 155researchrapporten

• 80artikeleninpeerreviewedenvakbladen

• 35proceedingsenboekhoofdstukken

• 91pilotlocatiesvoorBTO-onderzoek

• 7hoogleraren

• 4promoties

• 2hoogleraarsbenoemingen

• 2prijzen

• 16.186x1000euronettoomzet

KWR in het kort

KWR 20094

Page 4: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Het jaar 2009 stond voor KWR Watercycle Research Institute sterk in het teken van samen

werken in de watercyclus. Als kennispartner zijn we voortdurend in dialoog met onze opdrachtge-

vers en hun omgeving: daardoor kunnen we voor hen exact dié kennis ontwikkelen die antwoord

geeft op hun vragen en aansluit bij hun praktijk. De nauwe betrokkenheid van onze opdrachtge-

vers bij de programmering en uitvoering van ons onderzoek bevordert bovendien de daadwerke-

lijke toepassing van nieuw ontwikkelde kennis en resultaten. De resultaten van onze inspanningen

vinden zo sneller hun weg naar de brede praktijk van de watercyclus, bij drinkwaterbedrijven,

waterschappen, andere publieke partijen en industriële partners. Zo hebben we in 2009 vooruit-

gang geboekt bij de identificatie van nieuwe, potentieel bedreigende stoffen in de watercyclus,

snelle detectie van micro-organismen als Legionella en E.coli, efficiëntere zuiveringsmethoden voor

drink- en afvalwater, nieuwe middelen voor beheer en ontwerp van leidingnetten en in onze kennis

over de natuur en over de consequenties van klimaatverandering.

Tegelijkertijd hebben we zinvol samengewerkt met andere kennispartners: universiteiten en

andere kennisinstellingen in Nederland en daarbuiten. In de afgelopen jaren hebben we met

diverse instituten tijdelijke samenwerkingsverbanden gesloten, bijvoorbeeld in het kader van

grote EU-projecten als Prepared, TECHNEAU, WSSTP en met TTIW Wetsus. Via deze verbanden

zijn we op het spoor gezet van vier gerenommeerde kennispartners binnen Europa, die goed bij

ons instituut passen. Dit heeft erin geresulteerd dat wij in 2009 samen met hen de basis hebben

gelegd voor een virtueel Europees instituut voor onderzoek in de watercyclus. Daarmee hebben

Noorwegen, Duitsland, Nederland, Spanje en Portugal op dit gebied een klein beetje meer vorm

gegeven aan Europa. Eind 2009 en begin 2010 hebben we met de partners in dit nieuwe instituut

overeenkomsten getekend, nu bouwen we gezamenlijk aan het onderzoeksprogramma en de

onderzoeksinfrastructuur.

Samenwerking is mensenwerk, net als wetenschap. Ik ben trots op de bijna 170 mensen van KWR

die – dag in, dag uit – de samenwerking met onze opdrachtgevers en met kennispartners over de

hele wereld vormgeven en solide onderzoeksresultaten neerzetten. Hun inspanningen maken

van KWR de waardevolle kennispartner voor de watercyclus die we willen zijn. Een aantal van

hen komt in dit jaarverslag aan het woord om u, de lezer van dit jaarverslag, te vertellen wat KWR

doet en wat ons drijft. Zij worden daarbij ondersteund door enkele vertegenwoordigers van onze

opdrachtgevers. Elk van deze geïnterviewden vertegenwoordigt voor mij tien anderen, die even

toegewijd en gedreven werken aan toepasbare kennis voor de watercyclus. Ik vind het een voor-

recht met en voor hen te mogen werken en ik dank hen oprecht voor hun inzet.

Wim van Vierssen

DirecteurKWRWatercycleResearchInstitute

2009: Kennispartner in de watercyclus

5

Page 5: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Kernactiviteit van KWR is toegepast onderzoek,

dat praktische oplossingen biedt voor uiteenlopende

watervraagstukken. Dit toegepaste onderzoek wordt

gevoed vanuit funderend en innovatief onderzoek,

deels uitgevoerd binnen KWR zelf en deels binnen

diverse (inter)nationale onderzoeksnetwerken. KWR

is het enige instituut in Nederland dat onderzoek

doet voor de hele watercyclus en vervult op dit brede

gebied een belangrijke rol als interface tussen samen-

leving, watersector en wetenschap. Het instituut

heeft daarvoor een breed scala aan onderzoekers in

huis, van microbiologen tot natuurkundigen en van

civiel ingenieurs tot ecologen. Deze wetenschappers

doen hun werk vanuit drie kennisgroepen:

Watersystemen,WatertechnologieenWaterkwaliteit en

Gezondheid.

OnderzoeksfaciliteitenIn eigen huis verricht KWR wetenschappelijk

onderzoek in goed geoutilleerde laboratoria en een

proefhal. Medewerkers van de Laboratoria voor

Materialenonderzoek en Chemische Analyse (LMC) en

voor Microbiologie (LMB) verzorgen methodenont-

wikkeling en specialistische analyses voor uiteenlo-

pende onderzoeksprojecten. Zij zijn gespecialiseerd in

detectie en identificatie van zeer lage concentraties

pathogenen (Cryptosporidium,Giardia,Legionellaetc.)

en (onbekende) toxische stoffen. Zij gebruiken daar-

voor diverse bestaande technieken, maar ontwik-

kelen ook zelf nieuwe detectie- en analysemethoden.

Deze kennis dragen zij over aan de Nederlandse

(water)laboratoria. Ook ontwikkelt en verzorgt KWR

elk jaar circa veertig laboratoriumevaluerende ring-

onderzoeken, als kwaliteitscontrole voor de Neder-

landse waterlaboratoria. Voor Kiwa N.V. verzorgen

de KWR-laboratoria testen om materialen voor de

water-, bouw- en milieusector te certificeren.

In 2009 zijn nieuwe gespecialiseerde laboratoria

ingericht. Eén voor onderzoek naar afvalwater-

behandeling, waar de onderzoekers onder meer over

vier state of the art bioreactoren kunnen beschikken,

en één voor werken met genetisch gemodificeerde

micro-organismen als “sensor” voor toxische stoffen.

Daarnaast voert KWR benchscale onderzoek uit in

een eigen proefhal en op locatie bij en met diverse

opdrachtgevers en onderzoekspartners.

KWR: kennisleverancier voor de watercyclus

Mensen kunnen niet zonder water. Water van goede kwaliteit is schaars. De maatschappij

kan daarom niet zonder goede, toepasbare kennis over water en de watercyclus. De bijna

170 medewerkers van KWR Watercycle Research Institute ontwikkelen en ontsluiten

relevante kennis voor alle partners in de watercyclus: drinkwaterbedrijven, waterschap-

pen, overheden en industrie. Op nationaal en internationaal niveau.

KWR 20096

Page 6: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Onderzoeksfaciliteiten Laboratorium voor Materialenonderzoek en Chemische analyse (LMC)• organische analyses (o.a. naar geneesmiddelen,

hormonen, bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld

met GC-MS en Orbitrap-analyses);

• anorganische analyses (ionchromatografische,

spectrofotometrische en natchemische methoden

en ICP-MS voor bepaling van zuurstofdiffusie,

crosslinking in kunststoffen en identificatie an-

organische migratieproducten uit kunststoffen);

• onderzoek naar kunststoffen en materialen (voor

het Kiwa-keurmerk worden kunststof leidingsy-

stemen van ongeplastificeerd polyvinylchloride

(PVC-U), polyetheen (PE) of cross-linked polyetheen

(PE-X) getest; daarnaast onderzoek naar eisen en

beproevingsmethoden voor normalisatie);

• organoleptische bepalingen (geur- en smaak-

onderzoek met behulp van proefpersonen);

• ringonderzoeken (voor meer dan 100 parameters).

Onderzoeksfaciliteiten Laboratorium voor Microbiologie (LMB)• microbiologisch onderzoek van materialen die

bij de behandeling en distributie in aanraking

komen met het drinkwater;

• biologische stabiliteit (bijvoorbeeld met de

biofilmmonitor of door bepaling van assimileer-

baar organisch koolstof AOC of ATP);

• kweekmethoden, microscopie, flow cytometrie

en moleculair biologische methoden (qPCR);

• toxicologie (Ames- en UMU-testen voor muta-

geniteit);

• pathogenen (Cryptosporidium, Giardia, Campy-

lobacter, E.coli O157, adenovirus, influenza-virus

en indicator-organismen (E.coli, bacteriofagen,

Clostridiumsporen)

• alle wettelijk voorgeschreven microbiologische

analyses van drinkwater;

Zee

Industrie /Bedrijven Woningen

Distributie

RioolstelselRioolwaterzuivering

Drinkwater-zuivering

Water-wingebied

Grondwater

Water-wingebied

Water-wingebied

Oppervlakte-

water

Wastafel

Rioolstelsel

WC

CV

Wasmachine

Regenwater

Keuken

Douche

Hetwateropaardedoorloopteen

continuecyclus.Hetverdamptnaar

deatmosfeerenkeertalsneerslag,

rechtstreeksofviahetlandterug

naarzeeënenoceanenalsoppervlak-

tewaterofgrondwater.Allelevende

wezenszijnafhankelijkvanhetwater

datzijontlenenaandiecyclus–

zonderwaterisgeenlevenmogelijk.

Ookmensenhebbenwaternodigom

tevoorzieninhunbehoeften:omte

drinken,omvoedselteverbouwenen

tebereiden,ommaterialenteprodu-

ceren,omzichzelfenhunomgevingte

reinigen,omafvalstoffenaftevoeren

enomterecreëren.KWRlevertde

kennisdienodigisomverstandigom

tegaanmethetwaterdattotonze

beschikkingstaat.Zohelpenwijde

watercyclusduurzaaminstandte

houdenvoorkomendegeneraties.

Zonder watercyclus geen leven

7

Page 7: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Water

Duurzaam

KWR 20098

Page 8: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Duurzaam

Vooruitstrevend

Efficiënt

Gezond

9

Page 9: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Gezond water

Gezond Water focust op de relatie tussen waterkwaliteit en de gezond-

heid van de mens. Waterkwaliteit speelt de hoofdrol: bij de bronnen voor

(drink)water, tijdens zuiveringsprocessen, in het distributienet, aan de

kraan of in natuurlijk zwemwater. Dit thema richt zich op bronnen en

gedrag van emerging contaminants (zoals geneesmiddelen, perfluorver-

bindingen en patogenen) in het water en de effectiviteit van de barrières

daartegen in de watercyclus. Voor drinkwater komen deze aspecten

samen in de Water Safety Plans, een concept dat met de Wereldgezond-

heidsorganisatie is ontwikkeld. Daarnaast richt onderzoek zich op het

beheersen van biologische processen die soms bruikbaar zijn (omzetting

stoffen in de zuivering) en soms ongewenst (groei Legionella in installa-

ties). Ook richt het onderzoek zich op beveiliging, zowel tegen onbe-

doelde als bedoelde ingrepen in watersystemen, hoe klanten en burgers

met water omgaan en hoe zij erover denken.

Duurzaam water

Klimaatverandering, toenemend energiegebruik en verstedelijking

veranderen onze samenleving. Voor de watersector betekent dit dat we

moeten zoeken naar productie-, distributie- en afvalverwerkingsme-

thoden die zuinig omgaan met grondstoffen en energie, in een omge-

ving die steeds meer functies in dezelfde ruimte laat plaatsvinden. Zo

onderzoekt KWR in samenspraak met de watersector het gebruik van

brak grondwater of zeewater als alternatieve bronnen, waterhergebruik

of een meer decentrale waterketen en koude-warmteopslag. KWR rekent

deze opties door op effecten en kosten. Een adequate voorbereiding

van de watersector op klimaatverandering vraagt kennis: bijvoorbeeld

over de bescherming van onze bronnen tegen overstromingen, en

over omgaan met extreem lage waterstanden in de grote rivieren. Hoe

verandert de omvang en de kwaliteit van de voorraad zoet grondwater

onder invloed van variaties in het weer, toenemende verzilting, vege-

tatie-ontwikkeling, verstedelijking en ondergrondse wateropslag? Een

duurzame inrichting van het watersysteem is noodzakelijk voor behoud

en ontwikkeling van ruimte, natuur en landschap.

Vier OnderzOekstheMa’s:

Gezond, duurzaam, vooruitstrevend en efficiënt

Het onderzoek van KWR is erop gericht de maatschappij en in het bijzonder de watersector

in staat te stellen optimaal met de watercyclus om te gaan. Het onderzoek richt zich daar-

voor op vier centrale thema’s: Gezond water, Duurzaam water, Vooruitstrevend water en

Efficiënt water.

KWR 200910

Page 10: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Vooruitstrevend water

Veelbelovende ontwikkelingen in de technologie worden voor de water-

sector toepasbaar gemaakt. De ontwikkeling van nieuwe materialen in

de fijnchemie en nanotechnologie, keramische membranen, harsen voor

ionenwisseling, adsorptiemiddelen, antiscalants en ontwikkelingen in

de vloeistofdynamica, -chemie en -fysica kunnen helpen de bestaande

technologie te verbeteren. Ook technologische ontwikkelingen op het

gebied van meettechnieken (waterkwaliteit, conditie infrastructuur) en

sensoring worden onderzocht.

Met experts uit binnen- en buitenland verkent KWR trends zoals klimaat-

verandering, demografische veranderingen, nieuwe geo-informatie-

technieken, veiligheidsrisico’s en nanotechnologie en beoordeelt hun

betekenis (risico’s en kansen) voor de watersector.

.

Efficient water

Vragen rond doelmatige inrichting van de waterketen, water & energie

en de effectiviteit van kennisproductiviteit komen aan de orde in het

thema Efficiënt water. Daaronder vallen ook doelmatige drinkwater-

winning, -productie en –distributie. De watersector streeft naar zo

hoog mogelijke efficiëntie bij de inzet van middelen en effectief asset-

management. Daarvoor is kennis over de kosten en opbrengsten binnen

de keten van groot belang, inclusief kennis over de inzet van energie en

de mogelijkheden van alternatieve energiebronnen. Ook efficiënte inzet

en productie van kennis hoort bij dit thema. KWR blijft daarom ook zijn

eigen rol als kennisproducent kritisch onderzoeken.

Gezond, duurzaam, vooruitstrevend en efficiënt

11

Page 11: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

De diagnose en de registratie van ziektegevallen

zijn bijvoorbeeld verbeterd en er is veel meer aan-

dacht voor preventie. Toch hebben we het probleem

nog steeds niet helemaal in de hand.” Dat is de stellige

overtuiging van microbioloog Dick van der Kooij van

KWR. De meeste legionellasoorten in waterinstal-

laties blijken relatief onschuldig: de ziektegevallen

in Nederland zijn vrijwel allemaal veroorzaakt door

Legionellapneumophila. Deze gevaarlijke bacterie is

met een nieuwe methode van KWR snel aan te tonen.

Besmettingsbronnen“Als KWR zijn we intensief betrokken bij het Legionella-

onderzoek. We hebben bijvoorbeeld samen met Water-

laboratorium Noord in kaart gebracht welke soorten

legionellabacteriën aanwezig zijn in leidingwater-

installaties. De meeste hiervan zijn vrij onschuldig,

zoalsLegionellaanisa die vaak wordt aangetroffen.

Een soort die wel gevaarlijk is Legionellapneumophila.

De ongeveer 3.500 gemelde ziektegevallen in totaal

in Nederland zijn vrijwel allemaal door dit organisme

veroorzaakt. Gelukkig treffen we deze soort slechts

incidenteel in leidingwaterinstallaties aan.”

Belangrijke bron“We hebben ook onderzoek gedaan naar de aanwezig-

heid van Legionellapneumophila in koeltorens en in

oppervlaktewater. In gebouwgebonden koelinstalla-

ties – zoals voor de airco van kantoren - hebben we

Legionellapneumophila relatief vaak gevonden. Onge-

veer een derde van de 4.000 systemen is besmet,

tegenover één procent van de circa 15.000 collectieve

leidingwaterinstallaties. Daarmee zijn koeltorens een

belangrijke bron. We pleiten dan ook voor meer onder-

houd en beheer om groei van Legionella te voorkomen.

Uit ons onderzoek naar Legionella in het oppervlakte-

water blijkt dat Legionellapneumophila daarin nauwe-

lijks voorkomt. Kennelijk kunnen deze bacteriëen als

gevolg van relatief lage watertemperatuur hierin niet

groeien”. Slechts op één van de veertien onderzochte

locaties werd de bacterie in hoge concentraties aange-

troffen. Het effluent van een afvalwaterzuiveringsin-

stallatie bleek hier de bron te zijn.

Breuk“Op grond van onze bevindingen pleiten wij ervoor

om de maatregelen voor het bestrijden van Legionella

specifiek te richten op Legionellapneumophila. Dat is

een breuk met het huidige beleid. Tot nu toe wordt

er namelijk vanuit gegaan dat in installaties waar

Legionellaanisa voorkomt, L. pneumophila zich ook kan

vermeerderen. Onze ervaring is echter dat de omstan-

digheden waarin de verschillende Legionella-soorten

zich vermeerderen niet hetzelfde zijn.“

Legionellabestrijding moet zich richten op de gevaarlijke soort

OnderzOekstheMa’s: Gezond water

“Voor partijen die zich bezighouden metlegionellapneumonie, ook wel veteranenziekte

genoemd, was 2009 een bijzonder jaar”, vertelt Van der Kooij. “Zo werd de uitbraak van

veteranenziekte herdacht die tien jaar geleden in Bovenkarspel plaatsvond en waarbij

ruim dertig mensen overleden. Sinds die tijd is er veel onderzoek gedaan naar Legionella

en zijn de nodige vorderingen geboekt.

KWR 200912

Page 12: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

nieuwe methode“De keuze om de bestrijding te concentreren op

de gevaarlijke Legionella-soort vereist natuurlijk

dat je deze soort specifiek kunt aantonen. Met de

methode die wij met Waterlaboratorium Noord

hebben ontwikkeld kan dat. Deze methode – de kwan-

titatieve polymerase kettingreactie, meestal Q-PCR

genoemd - begint net als andere analysemethoden met

het filtreren van het verdachte water. Vervolgens halen

we het DNA uit de bacteriën die achterblijven op het

filter. Daarna kunnen we met een speciale techniek een

kenmerkend deel van het DNA van Legionellapneumop-

hila vermenigvuldigen. Door gebruik te maken van een

stof die fluoresceert bij binding aan dit DNA wordt na

een aantal vermenigvuldigingsscycli zichtbaar licht

uitgestraald. Dit licht kunnen we meten en dan weten

we hoeveel DNA er is en dus hoeveel gevaarlijke bacte-

riën er in het water zitten”.

selectief en snelVan der Kooij vervolgt: “Het aantrekkelijke van deze

methode is de selectiviteit: je kunt er één specifieke

soort mee aantonen. Verder duurt de hele analyse

maar een paar uur. Dat is aanmerkelijk minder dan

bij traditionele kweekmethoden die al gauw ander-

halveweek vragen. We kunnen dus snel vaststellen of

verdacht water ook echt besmet is. Daarnaast blijkt

de methode ook heel geschikt voor onderzoek van

water waarin veel andere micro-organismen zitten,

zoals water in koeltorens en oppervlaktewater.”

dick van der kooij: “Met de nieuwe detectiemethode die we met Waterlaboratorium Noord hebben ontwikkeld, kunnen we de bacteriën van de gevaarlijke soort specifiek opsporen.”

13

Page 13: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Met een massaspectrometer kun je de verschil-

lende stoffen in een monster detecteren. Het apparaat

maakt er eerst ionen van, versnelt die vervolgens en

laat ze daarna een bocht maken onder invloed van een

elektrisch veld. Zo worden ze “uit elkaar getrokken”

op basis van hun molecuulmassa. De Orbitrap-

massaspectrometer bij KWR doet dat zó precies en

robuust, dat je stoffen uit elkaar kunt halen die maar

0,001 atomaire massa-eenheid van elkaar verschillen.

Voor elke stof vind je zo een accuraat massagetal dat

overeenkomt met de optelsom van de gewichten van

alle atomen in het molecuul. Elke accurate massa

past maar bij een beperkt aantal stoffen – de verschil-

lende manieren waarop je de atomen aan elkaar kunt

koppelen. Door de gevonden stof te vergelijken met

die opties, kun je onbekende stoffen identificeren.

Van een liter naar een halve milliliterTon van Leerdam is gespecialiseerd in accurate

massabepaling. Intussen staat hij aan het hoofd van

een enthousiast team analisten die massaspectrome-

trisch onderzoek doen en zit hij steeds minder “aan

de knoppen”. In de afgelopen jaren heeft hij specifieke

methoden ontwikkeld voor wateronderzoek met

een massaspectrometer. “Daarbij is het de kunst om

alle stoffen uit een liter van een watermonster op te

lossen in een halve milliliter van een geschikt oplos-

middel.”

stresshormonen“Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld gekeken

naar stoffen die hetzelfde effect vertonen als

lichaamseigen glucocorticoïden, de hormonen die

in de bijnierschors worden gemaakt, bijvoorbeeld

bij stress. Zulke stoffen worden veel als genees-

middel gebruikt, bijvoorbeeld om ontstekingen en

allergische reacties te onderdrukken. Water van de

Rijn bleek een – lage - glucocorticoïde-activiteit te

vertonen. Met de Orbitrap hebben wij onderzocht

welke stoffen in het water dat veroorzaken en of die

stoffen bijvoorbeeld ook in ziekenhuisafvalwater

voorkomen. Zo hebben we zes stoffen geïdentificeerd

die via de rioolwaterzuivering in lage concentraties

in rivierwater terechtkomen. Dankzij de Orbitrap

kunnen we echt lage concentraties van deze stoffen

opsporen, van maar circa 10 nanogram per liter

water.”

database opgebouwdIn de afgelopen jaren hebben Ton en zijn mensen een

bibliotheek opgebouwd van meetgegevens, en die

groeit almaar door. “We hebben gezocht naar bekende

en onbekende stoffen in allerlei soorten monsters:

grondwater, rivierwater, effluent uit de rioolwater-

zuivering én drinkwater. Alle accurate massa’s die

we daarbij tegenkwamen, zijn opgeslagen in een

database. Daarmee kunnen we verbanden afleiden en

de bron van een bepaalde vervuiling opsporen, vaak

nog voordat de precieze structuur ervan bekend is.

Met die kennis kun je verstandige beslissingen nemen

over ingrepen in de watercyclus en drinkwater-

zuivering. Mooi toch, als je zo kunt bijdragen aan

de kwaliteit van een eerste levensbehoefte.”

Onbekende stoffen identificeren aan de hand van hun accurate massa

OnderzOekstheMa’s: Gezond & vooruitstrevend water

KWR 200914

Page 14: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Onbekende stoffen identificeren aan de hand van hun accurate massa

ton van Leerdam: “Dankzij de Orbitrap kunnen we stoffen in lage concentraties in water identificeren.”

15

Page 15: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

KWR-onderzoeker Gertjan Zwolsman bestudeert

vooral de effecten van klimaatverandering op de

kwaliteit van het oppervlaktewater en het leven in

dat water: “We hebben bijvoorbeeld de gevolgen

onderzocht van langdurige droogteperioden op de

kwaliteit van het Maas- en Rijnwater. Daarvoor

hebben we gebruikgemaakt van gegevens uit 2006,

een jaar met een extreme zomer. Zo was juli 2006

de warmste maand in Nederland sinds het begin

van de metingen in 1706. Verder sneuvelden enkele

warmterecords zoals het etmaalgemiddelde en de

gemiddelde maximum- en minimumtemperaturen.

De maand kende twee hittegolven en was zeer droog.

Daarmee kan de zomer van 2006 een voorbeeld zijn

van toekomstige zomers als de klimaatverandering

doorzet.”

Lozingen“Door de droogte en hoge temperaturen namen de

afvoeren van de Maas en Rijn sterk af en verdubbelden

de concentraties chloride in de Rijn en de Maas. Ook

de gehaltes aan fluoride, bromide en sulfaat - stoffen

die relevant zijn voor drinkwaterproductie - liepen

fors op. Daarnaast steeg de concentratie micro-

verontreinigingen steeg sterk. De reden is dat bij

lagere afvoeren lozingen minder worden verdund.

Een ander effect was een forse stijging van de

gemiddelde watertemperatuur. In beide rivieren was

het water vrijwel de hele maand juli warmer dan 25°C.

Op 27 juli werd in de Rijn het maximum bereikt met

een temperatuur van 28°C.”

Grens overschreden“Dergelijke hoge watertemperaturen vormen een

bedreiging voor waterbedrijven die het oppervlak-

tewater direct gebruiken voor hun drinkwaterpro-

ductie. De wettelijk toegestane maximale tempera-

tuur van drinkwater ‘aan de tap’ bedraagt 25°C, en bij

warm oppervlaktewater is de kans aanzienlijk dat die

grens wordt overschreden. Verder is bij hogere tempe-

raturen van het drinkwater het risico van microbiële

infecties - denk aan Legionella - groter.”

zuurstofgehalteZwolsman vervolgt: “De hoge temperaturen van het

rivierwater leidden in 2006 tot een sterke algengroei.

Dat bleek niet alleen uit metingen van chlorofyl, maar

ook uit de grote dag/nachtfluctuaties in het zuurstof-

gehalte van het rivierwater. Overdag zorgt algengroei

voor een zuurstoftoename, terwijl de concentratie

zuurstof ‘s nachts juist daalt. In de Maas werden

’s nachts zulke lage zuurstofconcentraties bereikt,

dat het ecosysteem flink onder druk kwam te staan.

Zo kan tijdens warme zomers de waterkwaliteit

aanzienlijk verslechteren.”

Waterkringloop Collega-onderzoeker Flip Witte wijst op andere

effecten van klimaatverandering. Hij doet onderzoek

naar de wisselwerking tussen vegetatie en de water-

kringloop. “Nu valt in Nederland jaarlijks ongeveer

800 millimeter neerslag per vierkante meter, waarvan

circa 500 millimeter verdampt. De resterende 300

millimeter drijft het hele grondwatersysteem aan.

Door klimaatverandering kan dit sterk veranderen.

Gevolgen van klimaatverandering op waterkwaliteit en natuur in beeld

Het klimaat verandert. De zomers worden warmer en mogelijk droger, de winters natter en

milder. De gemiddelde temperatuur stijgt, er komen vaker extreme neerslaghoeveelheden

voor en ook de jaarlijkse hoeveelheid neerslag stijgt. KWR brengt in kaart wat de effecten

zijn van deze verandering op de waterkwaliteit en de natuur.

OnderzOekstheMa’s: Duurzaam water

KWR 200916

Page 16: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Als er bijvoorbeeld meer CO2 in de lucht komt, hoeven

planten hun huidmondjes overdag minder lang open

te doen. Daardoor zal de verdamping verminderen.

Langdurige droogteperioden kunnen eenzelfde effect

hebben. Zo zal bijvoorbeeld op droge zandgronden

het begroeide oppervlak kleiner worden, waardoor

de verdamping vermindert. Onze huidige hydrolo-

gische modellen kunnen zulke klimaateffecten niet

voorspellen, omdat ze geen rekening houden met dit

soort belangrijke aanpassingen van de vegetatie aan

het klimaat.”

schetskaart“In 2009 hebben we een verkennende studie gedaan

naar de effecten van een warmer en grilliger klimaat

op de natuur. Dat heeft geleid tot een schetskaart

waarop we aangeven wat er met de verschillende

typen natuur kan gebeuren. Zo gaan we ervan uit dat

natte ecosystemen die volledig afhankelijk zijn van

neerslag - denk aan natte heide, vennen en hoog-

veen - het moeilijk gaan krijgen. Met ons onderzoek

proberen we meer zekerheid te krijgen over wat

straks werkelijk zal gebeuren en te begrijpen welke

ecologische verbanden essentieel zijn.”

Gevolgen van klimaatverandering op waterkwaliteit en natuur in beeld

blauwe hoekje in foto linksonder nog weghalen

Flip Witte (l) en Gertjan zwolsman(r): “We willen begrijpen welke ecologische verbanden essentieel zijn bij klimaatveranderingen. “

17

Page 17: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

In drinkwaternetten kan sediment neerslaan. Dat

is slecht voor de waterkwaliteit en kan bijvoorbeeld

leiden tot bruin water uit de kraan en vlekken in de

was. KWR heeft enkele jaren geleden ontwerpregels

opgesteld voor zelfreinigende netten: die zijn vertakt

(en niet vermaasd), hebben overal een eenduidige

stroomrichting en het water bereikt er overal mini-

maal eens per dag een snelheid van 0,4 m/s. Water-

bedrijven leggen hun nieuwe netten nu al zo aan. Als

alle netten in Nederland al zo uitgevoerd waren, zou

dat een kostenbesparing van twintig miljoen euro

per jaar opleveren - en veel minder overlast door bruin

water of noodzakelijke schoonmaakacties.

Waterafname voorspellenMirjam Blokker, onderzoeker Waterinfrastructuur bij

KWR: “Om een dergelijk leidingnet te kunnen

ontwerpen, heb je inzicht nodig in de drinkwater-

afname. Van elk afnamepunt in het net wil je weten

hoeveel water er op welke tijdstippen van de dag nodig

is. Aangezien leidingnetten worden aangelegd voordat

huizen en kantoren zelfs maar zijn gebouwd, moet je

daarvoor uitgaan van een goede voorspelling.”

siMdeUMVoor die voorspelling heeft Mirjam het SIMDEUM-

model ontwikkeld. “SIMDEUM is een simulatie-

model voor afnamepatronen van watergebruikers.

SIMDEUM leidt dagpatronen af uit statistische

gegevens over de bewoners, hun dagbesteding en

mogelijke voorzieningen in woningen, zoals een

ouderwets toilet met een hoge stortbak of juist een

zuinig nieuw model met spoelonderbreker. Uit een

kansverdeling voor verschillende dagpatronen is dan

bijvoorbeeld af te leiden hoe groot de leidingen onder

de grond moeten worden om een zelfreinigend net te

bereiken. SIMDEUM hebben we geijkt aan gemeten

verbruikspatronen. Daarnaast hebben we het getest

door gecontroleerd op één plek een beetje zout aan

het leidingnet toe te voegen en vervolgens te meten

hoe snel dat zout zich verspreidt. SIMDEUM bleek dat

heel goed te voorspellen. ” In het afgelopen jaar heeft

Mirjam het model uitgebreid met simulaties voor

bijvoorbeeld kantoren, hotels en ziekenhuizen.

Waterbedrijven en binneninstallatie- bedrijvenMirjam heeft SIMDEUM-patronen toegepast in

twee veelgebruikte modelleringssystemen bij de

waterbedrijven: InfoWorks en SynerGEE. Zij helpt

waterbedrijven om SIMDEUM toe te passen op

hun eigen netten. Ook binneninstallatiebedrijven

gebruiken het, bijvoorbeeld om te bepalen welke

capaciteit warmwatertoestellen nodig is. “Voor mij

is dit de ideale combinatie: midden in de wetenschap

modellen ontwikkelen én met mensen uit de praktijk

aan de slag om ze toe te passen. Ik wil snappen hoe

iets werkt, maar ook merken dat het in de praktijk

iets oplevert – dat vind ik hier bij KWR.”

Accurate simulatiemodellen helpen leidingnetten schoon te houden

OnderzOekstheMa’s: Efficient & gezond water

Mirjam Blokker: “De ideale combinatie: midden

in de wetenschap modellen ontwikkelen

én met mensen uit de praktijk aan de slag

om ze toe te passen.”

KWR 200918

Page 18: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

In Nederland ligt ongeveer 240.000 kilometer

leidingen onder de grond voor het transport van

water: de ene helft voor aanvoer van drinkwater,

de andere voor afvoer van afvalwater. Distributie-

specialist George Mesman verdiept zich al 25 jaar in

deze leidingstelsels, die vooral bestaan uit gietijzer,

asbestcement, pvc en beton. Hij ondersteunt water-

bedrijven bij het ontwerpen van nieuwe leiding-

netten en bij het beoordelen van de conditie van hun

bestaande leidingnetten. Dat laatste doet hij ook

bij gemeenten en waterschappen. “Veel van deze

leidingen liggen al tientallen jaren onder de grond. Ze

staan voortdurend in contact met de bodem en met

het afval- of drinkwater dat ze transporteren en ze

reageren daarmee. Van binnen en van buiten kunnen

gietijzeren leidingen roesten en asbestcement

leidingen uitlogen.”

Door zulke veranderingen kan de effectieve wand-

dikte van buisdelen afnemen. George: “Lokale

omstandigheden bepalen hoeveel precies, dat kan

langs een leiding per meter variëren. Bij pvc buizen

verandert de wanddikte niet en heeft de omgeving

veel minder invloed, maar neemt de sterkte af met

de tijd. Hoe snel dat gaat hangt af van de initiële

eigenschappen van het pvc. Om zulke veranderingen

te meten, moeten buisdelen worden opgegraven en

getest. Dat is duur en geeft overlast, want de leiding

moet daarvoor uit bedrijf. Gelukkig komen er ook

steeds meer niet-destructieve technieken beschik-

baar, zoals georadar en ultrasone metingen voor

asbestcement en gietijzeren leidingen.”

KWR helpt leidingnetbeheerders om de resultaten van

diverse metingen te interpreteren en de conditie van

hun leidingen te bepalen. “Als je weet hoe zwaar een

leiding wordt belast, bijvoorbeeld door verkeer dat

erover rijdt, kun je berekenen welke minimale wand-

dikte of sterkte nodig is. Metingen vertellen je meer

over de restwanddikte of reststerkte en de kansen op

een breuk. Beide aspecten samen bepalen de conditie

van een leiding. Uit de combinatie van gegevens

maken waterbedrijven, gemeenten en

waterschappen de afweging wanneer en waar ze

leidingdelen preventief vervangen of wanneer en

waar ze pas vervangen bij een lekkage. Economi-

sche aspecten, overlast door werkzaamheden en de

mening van de consument spelen bij die afweging

een rol. Voor mij is het combineren van alle techni-

sche gegevens en het afwegen van economische en

maatschappelijke aspecten altijd weer een interes-

sante puzzel.”

OnderzOekstheMa’s: Efficient & gezond water

Puzzelen aan de conditie van onzichtbare leidingen

George Mesman: “Minder vaak leidingen opgraven.”

19

Page 19: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

“Nanotechnologie verovert de markt en ons

dagelijks leven,” zegt Jan Hofman, senior onder-

zoeker Waterbehandeling bij KWR. “Wateraf-

stotende, zelfreinigende ramen, allerlei schoon-

maakmiddelen, doorzichtige zonnebrandcrèmes

met beschermingsfactor 50: ze bevatten allemaal

nanodeeltjes. Zo noemen we stoffen die zodanig

zijn gemanipuleerd dat ze structuren bevatten met

minstens één dimensie kleiner dan 100 nanometer.”

Zijn collega Bas Hofs, onderzoeker Waterbehande-

ling, vult aan: “Nanodeeltjes zijn zó klein, dat een

groot deel van de atomen erin aan het oppervlak ligt.

Daardoor krijg je heel bijzondere eigenschappen,

die je vanuit de klassieke chemie niet kunt voor-

spellen. Dat betekent dat ook de systematiek voor

het afleiden van milieunormen voor ‘gewone’ stoffen

mogelijk niet voldoet voor nanodeeltjes – die kunnen

zich in het milieu immers heel anders gedragen dan

Nanodeeltjes in de watercyclus: opsporen, verwijderen, veilig toepassen

OnderzOekstheMa’s: Vooruitstrevend water

Bas hofs (r): “Nanodeeltjes hebben heel bijzondere

eigenschappen, die je vanuit de klassieke

chemie niet kunt voorspellen.”

Jan hofman (l): “Hoe zet je deze nieuwe techniek

verantwoord in voor waterzuivering?”

KWR 200920

Page 20: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

bulkstoffen.” De Nederlandse regering heeft in 2009

besloten 125 miljoen euro uit het Fonds Economische

Structuurversterking te investeren in onderzoek naar

de kansen en bedreigingen van nanotechnologie.

KWR trekt hierbij het onderzoeksprogramma rond de

milieurisico’s van nanodeeltjes, en zal ook onderzoek

verrichten naar de kansen van nanotechnologie voor

waterzuivering.

FullerenenJan: “Bij KWR doen onze collega’s van Waterkwaliteit

en Gezondheid onderzoek naar de potentiële gevaren

van nanotechnologie. Zo is een analysemethode

ontwikkeld voor de aanwezigheid van fullerenen –

bolvormige ‘kooien’ van zestig koolstofatomen die

onder andere worden gebruikt om andere moleculen

in op te slaan en te transporteren, bijvoorbeeld

in geneesmiddelen. Met accurate massabepaling

(zie ook p. 14) zijn lage concentraties fullerenen en

hun omzettingsproducten gevoelig aan te tonen,

zelfs bij 5 nanogram per liter. Fullerenen of hun

omzettingsproducten zijn nog niet in oppervlakte-

water aangetroffen, mogelijk vanwege natuurlijke

afbraakprocessen of omdat ze aan elkaar ‘plakken’ en

neerslaan in slib.”

internationale samenwerkingVoor het nanotechnologie-onderzoek werkt KWR

internationaal samen met dertien andere water-

kennisinstituten binnen de Global Water Research

Coalition (GWRC) en met het wereldwijde netwerk

van professionals in de watersector, de International

Water Association (IWA). Jan is voorzitter van de IWA

specialistgroup op het gebied van nanotechnologie en

water. “Daar houden we ons bezig met potentiële risi-

co’s en hoe je nanomaterialen uit het waterige milieu

kunt verwijderen, maar ook met de mogelijkheden

om nanotechnologie toe te passen bij de behandeling

van afvalwater of drinkwater. Dat zijn de onder-

werpen die Bas en mij het meest aanspreken: wat

kun je er – veilig – mee dóén? Hoe zet je deze nieuwe

techniek verantwoord in voor waterzuivering?”

zelfreinigende membranenBas gaat enthousiast op die vraag in: “Op dit moment

bekijken we hoe we nanotechnologie kunnen

gebruiken om membraanvervuiling te bestrijden.

Om water te zuiveren worden nanofiltratiemem-

branen gebruikt. In die membranen zitten poriën

van nanoschaal, waar water wel doorheen kan, maar

andere stoffen niet. In de praktijk raken membranen

vaak vervuild en blijven deeltjes en stoffen aan het

oppervlak kleven en verstoppen de poriën. We willen

membranen onderzoeken waarop nano-zeolietdeel-

tjes zijn aangebracht. Zeolieten hebben een grote

affiniteit voor water, ze komen van nature voor in klei

en worden al langer in zuiveringsmethoden gebruikt.

Door de zeolietdeeltjes worden de membranen ook

hydrofieler. Zo blijft vuil er minder goed op zitten,

omdat het moet concurreren met het water dat langs

de membranen stroomt. Met waterbedrijf Evides

willen we testen of de membranen daardoor meer

“zelfreinigend” worden. Dat kan energie besparen,

omdat minder druk nodig is om het water door de

membranen te persen.”

kennis en voorlichtingNanotechnologie brengt de komende jaren nog heel

wat onderzoekswerk en discussie met zich mee. Jan:

“We moeten als maatschappij helder communiceren

over toepassing van nanotechnologie en de voor- en

nadelen goed afwegen, bij voorkeur samen met de

operators van de installaties en natuurlijk de consu-

menten die ermee te maken krijgen. Gefundeerde

kennis en goede voorlichting kunnen voorkomen

dat mensen onnodig bang worden voor ‘nano’. In de

praktijk gebruiken we actieve koolfilters om water

te zuiveren van onaangename stoffen. Die bevatten

koolstofdeeltjes met een heel groot inwendig opper-

vlak, waardoor relatief veel atomen aan het oppervlak

liggen - net als bij nanodeeltjes. Daar maken we al

tientallen jaren dankbaar gebruik van.”

Nanodeeltjes in de watercyclus: opsporen, verwijderen, veilig toepassen

21

Page 21: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

onderzoek

KWR 200922

Page 22: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

onderzoek

23

Page 23: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

BTO – Bedrijfstakonderzoek

voor de drinkwaterbedrijven

Een krachtige demonstratie van KWR’s

praktijkgerichte aanpak en intensieve

samenwerking met opdrachtgevers is het

bedrijfstakonderzoek BTO. Binnen dat onder-

zoeksprogramma bundelen negen Nederlandse

en twee geassocieerde Vlaamse waterbedrijven

en branchevereniging Vewin hun vragen, kunde

en onderzoeksinspanningen. Zij zijn vertegen-

woordigd in het College van Opdrachtgevers

(CvO), dat het collectieve onderzoeks-

programma aanstuurt en de BTO-onder-

zoeksvisie bepaalt, waaraan de ruim honderd

BTO-projecten worden getoetst. Deze visie

is gebaseerd op dezelfde thema’s als het KWR

Onderzoeksprogramma (zie p. 10): Gezond,

Duurzaam, Vooruitstrevend en Efficiënt water.

Deskundigen uit de deelnemende bedrijven

begeleiden het onderzoek via diverse expert-

groepen en via de programmabegeleidings-

commissies (PBC’s) van de zes onderzoeks-

programma’s binnen het BTO: Microbiologie,

Chemischewaterkwaliteit, Risicobeheerbronnen,

Waterbehandeling, Waterdistributie en Client21

(afrondende fase).

Daarnaast wordt multidisciplinair, thematisch

onderzoek gedaan naar Duurzaamveiligwater,

Biologischestabiliteit, WaterSafetyPlans,

NevenproductenUV/UV-oxidatie, Geo-informatie

voordewatersector, Klimaatverandering en

Nanotechnologie.

De jaarlijkse onderzoeksbijeenkomst van

het BTO op 18 november stond in het teken

van co-makership: de samenwerking tussen

KWR-onderzoekers en onderzoekers van de

waterbedrijven. Deze samenwerking levert niet

alleen een grote bijdrage aan de ontwikkeling

van onderzoeksresultaten, maar versterkt ook

de toepassing van deze onderzoeksresultaten in

de dagelijkse praktijk van de waterbedrijven. In

2009 werkten medewerkers van waterbedrijven

en KWR op 91 pilotlocaties samen aan (deel)

projecten van het BTO. De resultaten uit vijf

van die samenwerkingen werden tijdens

Opdrachtgevers bedrijfstakonderzoek BtO:• Brabant Water

• Dunea

• Evides

• PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

• Vitens

• Waterbedrijf Groningen

• WML (Waterleidingmaatschappij Limburg)

• WMD (Waterleidingmaatschappij Drenthe)

• Waternet

• Pidpa (Provinciale en Intercommunale

Drinkwatermaatschappij der Provincie

Antwerpen)

• VMW (Vlaamse Maatschappij voor

Watervoorziening)

• Vewin

Op het snijvlak van samenleving, watersector en wetenschap vertalen de medewerkers

van KWR vragen uit de praktijk naar wetenschappelijke onderzoeksvragen. Zowel bij het

formuleren van de onderzoeksvragen als bij het onderzoek naar de antwoorden daarop

werken zij nauw samen met mensen uit de praktijk. Zo creëren zij de optimale rand-

voorwaarden om bruikbare oplossingen te ontwikkelen, die ook daadwerkelijk toepassing

vinden in de praktijk van de watersector. KWR verricht zijn onderzoek zowel binnen individuele

onderzoeksopdrachten als via grotere en meer publieke onderzoeksprogramma’s.

BTO-onderzoeksbijeenkomst

2009: “BTO, we maken het samen”

Onderzoek dat aansluit bij de praktijk

OnderzOeksprOGraMMa’s

KWR 200924

Page 24: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

de onderzoeksbijeenkomst in duopresentaties

toegelicht:

• Actieve-koolfiltratiealsbarrièretegen

micro-organismen - Trudy Suylen (Evides)

& Wim Hijnen (KWR)

• Multisensorplatform - Wouter van Delft

(Vitens) & Bram van der Gaag (KWR)

• Horizontaalgestuurdgeboordewinputten

(HDDW) - Patrick van der Wens (Brabant

Water) & Jan Willem Kooiman (KWR)

• EffectvanUV/H2O2oporganischemicro-

verontreinigingen - Karin Teunissen (Dunea)

& Roberta Hofman (KWR)

• CAVLAR:theorieenpraktijkvanafsluiter-

controle - Eddy Postmus (Waterbedrijf

Groningen) & Ilse Pieterse-Quirijns (KWR).

Andere interessante BTO-

onderzoeksresultaten 2009:

Er is een set methoden ontwikkeld waarmee

kan worden vastgesteld hoe effectief diverse

zuiveringstechnieken virussen zoals fagen

en adenovirussen verwijderen.

Er zijn diverse nieuwe kwantitatieve en

kwalitatieve moleculaire methoden voor

detectie en identificatie van micro-orga-

nismen beschikbaar gekomen.

De binnen het BTO ontwikkelde methode

voor kwantitatieve detectie van Legionella

pneumophila met de polymeraseketenreactie

(PCR) heeft de status gekregen van ontwerp

NEN (NEN 6254).

Er is een internationaal achtergronddocu-

ment gemaakt voor de Wereldgezondheids-

organisatie WHO over de risicoanalyse van

Cryptosporidium, ter ondersteuning van het

opstellen van WHO Guidelines for Drinking

Water Quality en Water Safety Plans.

ATP blijkt een goede indicator voor actieve

biomassa in water.

Met de waterlaboratoria is een NASBA-

methode ontwikkeld voor detectie van

E.colibinnen vier uur; deze methode wordt

inmiddels toegepast.

De relatie tussen de hardheid van drink-

water en hart- en vaatziekten is duidelijker

geworden.

Voor veertig nieuwe stoffen in de water-

cyclus zijn veilige grenswaarden afgeleid.

Leesmeer>Pilots binnen het BTO

Onderzoek dat aansluit bij de praktijk

25

Page 25: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Literatuuronderzoek in samenwerking met

de GWRC heeft een prioritering opgeleverd

van onderzoek naar de risico’s van farmaceu-

tica die in de watercyclus voorkomen.

Onderzoek met RIVM, Het Waterlaborato-

rium en RIWA Rijn heeft laten zien dat de

aangetroffen concentraties geneesmiddelen

in de Rijn goed voorspelbaar zijn uit het

gebruik ervan in het Rijnstroomgebied. Van

de gebruikte farmaceutica komt tussen 1 en

70 % via de afvalwaterzuivering in de rivier

terecht (gemiddeld 25 %).

Het onderzoek naar earlywarning-systemen

heeft een prototype opgeleverd van een bac-

teriële biosensor voor detectie van atrazine.

Met de Orbitrap massaspectrometer zijn de

polaire probleemstoffen benzotriazolen en

benzothiazolen aangetoond in drinkwater.

Er is een fysische basis gelegd voor interpo-

latie van grondwaterstanden tussen waar-

nemingspunten.

Uit modellen voor de chloridebelasting van

de Rijn blijkt dat de zoutbelasting nog verder

omlaag moet.

Eisen aan de laagste grondwaterstanden

kunnen alleen gebiedspecifiek worden

geformuleerd. Zij zijn afhankelijk van

gebiedspecifieke factoren als bodemtype,

geohydrologie en peilbeheer.

Voorbehandeling met ionenwisseling in een

gefluïdiseerd bed (FIX) voor oxidatie kan

bijdragen aan de biologische stabiliteit van

water door NOM of deeltjes te verwijderen,

in een pilot in Weesperkarspel (Waternet)

daalde het NOM-gehalte met ongeveer

60 procent.

De aanpak van hormonen en genees-

middelen die de bronnen voor drinkwater

bereiken moet bij voorkeur brongericht

zijn. Met STOWA en Rioned is daarvoor het

nieuwe thematische BTO-project Dealing

withpharmaceuticalsindrinkingwater

productiongestart.

Toepassing van een plug flow reactor voor

UV-behandeling (DOPFR-UV) blijkt niet

tot minder vorming van het potentieel

carcinogene bromaat te leiden.

Luchtwaterspoeling bij spiraalgewonden

membraanelementen (AIRO) is effectief

voor het beheersen van zowel biofouling als

deeltjesvervuiling.

Literatuuronderzoek geeft aan dat polymere

membranen kunnen worden gemodificeerd

met nanodeeltjes, waardoor ze hydrofieler

worden, wat een twee tot drie keer hogere

flux en minder vervuiling kan opleveren.

Akoestische detectie kan waterleidingen

rond gebouwen beschermen tegen

(terroristische) inbreuken.

Door het aantal deeltjes in en de kwaliteit

van geproduceerd water aan te passen, zijn

sedimentvorming en bruin water in het

leidingnet te voorkomen.

Het afnamevoorspellingsmodel SIMDEUM

modelleert nu ook niet-huishoudelijk

waterverbruik effectief.

Casestudies hebben een stappenplan

opgeleverd voor het toepassen van GIS voor

analyses van leidingnetten.

Binnen het BTO is een Australisch model voor

opwerveling van sediment in leidingnet geijkt,

dit wordt gezamenlijk verder ontwikkeld.

Klanten van waterbedrijven willen vooral

dienstverlening zonder zorgen en efficiënte

communicatie.

Waterbedrijven kunnen hun innovaties

en nieuwe rollen het beste richten op

waterkwaliteit en milieu.

i Anne-Mathilde Hummelen,

[email protected]

DPW – Onderzoek voor

de duinwaterbedrijven

De drie duinwaterbedrijven maken gebruik

van infiltratie van oppervlaktewater in de

duinen bij de productie van drinkwater en

doen daarvoor gezamenlijk onderzoek. KWR

en Het Waterlaboratorium zijn de preferred

suppliers voor dit zogeheten DPW-onderzoek,

dat zijn naam dankt aan de eerste letters van de

bedrijfsnamen Dunea, PWN en Waternet.

In 2009 is de onderzoeksvisie voor DPW tijdens

een workshop vernieuwd en zijn voor elk

thema de belangrijkste kennisvragen voor de

komende jaren omschreven. Naast Bronnen,

Waterinfrastructuur, Waterzuivering en Water-

kwaliteit wordt in 2010 in een thema-overstij-

gende task force onderzocht wat de DPW-

bedrijven willen met de Langetermijnvisiewater-

keten: Wat speelt er? Wat is van belang voor de

DPW-bedrijven? Welke rol willen zij vervullen?

DPW-onderzoek in 2009 richtte zich onder

meer op:

• deeffectenvanrietininfiltratiepanden;

• degevolgenvanhetadviesvandeDeltacom-

missie(eind2008)opdezuivering,ecologieen

hydrologiebijDPW-bedrijven;

• eenminimodelvoordesuccessievanvegetatie

bijveranderendestandplaatsfactoren;

• betereleidingnetanalysesdoorkoppelingvan

hydraulischmodelSynerGEEmethetSIMDEUM-

modelvoorwaterafname;

• eendeeltjesvangerwaarinstorendedeeltjesin

hetleidingnetgecontroleerdzullenbezinken;

• ontstaaneneffectenvanzwerfstromenin

metalenwaterleidingenbijbijvoorbeeldspoor-

entramwegenofhoogspanningskabels;

• eenmethodeomwatermonstersvoor

biomonitoringteconcentreren;

• maatregelentegenAeromonas-groeivannetten.

Naast vier miniworkshops zijn in 2009 thema-

tische DPW-workshops gehouden over Klimaat

en Legionella.

i Dieuwke Voorhoeve,

[email protected]

KWR 200926

Page 26: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Onderzoeksprogramma

Industrie en Water (OPIW)

Via KWR Industrie & Water (KIW), dat deel

uitmaakt van de kennisgroep Watertechno-

logie, biedt KWR sinds 2004 gespecialiseerd

advies en onderzoek voor industriële afnemers

in bijvoorbeeld de (petro)chemie, papier,

voedingsmiddelen, zwembaden en textiel-

industrie. KIW levert hen onder andere exper-

tise over koelwater en ketelvoedingswater,

waterhergebruik, desinfectie, proceswater,

Legionellaen membraantechnologie. KIW doet

opdrachten voor individuele bedrijven en orga-

niseert netwerkgroepen voor de chemische en

voedingsmiddelenindustrie en de zwembad-

sector. Sinds 2006 is een belangrijke activiteit

van KIW het OnderzoeksprogrammaIndustrieen

Water(OPIW). In OPIW financieren circa

35 bedrijven gezamenlijk onderzoeksprojecten,

soms ook met overheidssubsidies. Samen

realiseren zij zo een belangrijk kennisplatform.

Enkele resultaten van het OPIW-programma

in 2009:

• binnenOPIW15iseennieuwescreeningstechniek

voorLegionellapneumophilaopbasisvanQ-PCR

technologietoepasbaargemaaktvoordepraktijk

vankoelwaterenproceswater;

• vanOPIW12–HandboekKoelwateriseenupdate

gemaakt;

• in2009zijndrienieuweOPIW-projectenvan

startgegaan:OPIW45-TOCverwijderinguit

procescondensaat;OPIW48-Alternatieve

conditioneringsmethodenvoorkoelwater,OPIW

50-Nieuwetechnologischeontwikkelingen

industriewater;

• in2009werdeninhetkadervanOPIWonder

meercursussenverzorgdophetgebiedvankoel-

water,hogedrukstoombereidingendemiwater.

i Danny Traksel,

[email protected]

Asellus – afvalwater,

riolering en de watercyclus

Asellus is een multi-client-onderzoekspro-

gramma, gericht op innovatie in de water-

cyclus, waarbij de integrale aspecten centraal

staan. Het programma is genoemd naar de

waterpissebed, een dier dat voorkomt in

gezonde wateromgevingen en organisch

materiaal afbreekt. In 2009 hebben de

Asellus-partners Waternet en WML, een Raad

van Participanten ingesteld. Deze heeft het

onderzoeksprogramma vastgesteld, met de

thema’s: ongewenste stoffen in de watercyclus,

klimaat & energie en hergebruik van water en

aanwezige stoffen. Veel onderzoeksvragen zijn

daarnaast terug te leiden naar dwarsverbanden

als water in de stad of water voor de landbouw.

Belangrijk aspect van Asellus is dat de verschil-

lende onderdelen van de watercyclus niet alleen

inhoudelijk bij elkaar worden gebracht. Dit

gebeurt ook via regionale of lokale samen-

werking tussen de partners: binnen Waternet,

het watercyclusbedrijf voor Amsterdam en

omgeving, door samenwerking tussen Brabant

Water en Waterschap De Dommel en door

partner WML, die samenwerkt met Water-

schapsbedrijf Limburg. Zo draagt Asellus bij aan

de realisatie van het Bestuursakkoord Water-

keten. Binnen KWR verzorgt vooral het team

Afvalwater en Hergebruik de uitvoering van

Asellus-projecten, in nauwe samenwerking met

de partners.

i Jan Hofman,

[email protected]

Funderend onderzoeks-

programma KWR

Een bijzondere plek wordt ingenomen door

een eigen onderzoeksprogramma van KWR.

Met instemming van de commissarissen en

de aandeelhouders van KWR wordt jaarlijks

een deel van het resultaat van KWR ingezet

voor dit funderende onderzoeksprogramma,

dat een belangrijke voedingsbodem biedt

voor de toegepaste onderzoeksprogramma’s.

In 2008 en 2009 bedroeg deze investering

500.000 euro per jaar. Dit eigen, funderende

programma omvat innovatieve onderzoeks-

projecten met een doorlooptijd van twee of vier

jaar, waarvoor promovendi en gepromoveerde

onderzoekers worden aangetrokken.

In 2009 zijn door de KWR-onderzoekers voor

dit programma 34 onderzoeksvoorstellen

ingediend; zeven van deze voorstellen zijn

gehonoreerd en van start gegaan.

Binnen de kennisgroep Watertechnologie

worden uitgevoerd:

• energiezuinigeproductievanhoogkwalitatief

watermetforwardosmosisuitdiverse(afval)

waterstromen;

• invloedvanbiofoulingopdeverwijderingvan

organischemicroverontreinigingenmetnano-

filtratie/reverseosmosis-membranen.

De kennisgroepen WaterkwaliteitenGezondheid

en Watertechnologie werken samen aan het

project:

• nieuweadsorbentiavoormonitoringen

verwijderingvanpolairestoffen.

Bij de kennisgroep WaterkwaliteitenGezondheid

wordt onderzoek gedaan naar:

• vertalingvaninvitrotoxiciteitdatanaar

gezondheidsrisico’svoordemens;

• gezondheidseffectenvannieuwestedelijke

waterconcepten.

De kennisgroep Watersystemen doet funderend

onderzoek naar:

• eenklimaat-enweersbestendigeverdampings-

modulevoorhydrologischemodellen;

• karterenvanbodemenvegetatiemetremote

sensing.

i Gertjan Medema,

[email protected].

27

Page 27: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

“Bacteriën zijn overal en het milieu selecteert:

de bacteriën die het best zijn aangepast aan hun

omgeving kunnen zich nu eenmaal het uitbundigst

voortplanten. Ook onder extreme condities.” Paul

van der Wielen spreekt uit ervaring. Voor hij bij KWR

begon als senior microbiologisch onderzoeker, deed hij

onderzoek naar bacteriën die uitstekend overleven in

extreme omstandigheden, zoals in diepzeezoutmeren

of in het maagdarmstelsel van kuikens. Onder zulke

extreme condities ontwikkelen zich micro-organismen

met bijzondere eigenschappen. Vindt hij zijn huidige

onderzoekswerk bij KWR dan niet tam? Bacteriën in

‘gewoon’ water? “Helemaal niet! Het geeft me veel

voldoening dat mijn wetenschappelijk werk hier wordt

toegepast bij de drinkwaterbereiding of afvalwater-

zuivering. Bovendien heb ik nog steeds te maken met

extreme micro-organismen. Bacteriën die afvalstoffen

afbreken zijn al bijzonder, maar als je extreme condities

zoekt, kijk dan eens naar drinkwaterleidingen. Daarin

stroomt heel schoon water, vrijwel zonder voedings-

stoffen. En toch zijn er bacteriën die daarin kunnen

leven. Die zijn niet kieskeurig en kunnen heel lage

concentraties voedingsstoffen efficiënt gebruiken. Als

ze de kans krijgen, groeien zulke micro-organismen

ook in het leidingnet.”

Biologisch stabiel waterOm die bacteriegroei te voorkomen, zoeken Paul

en zijn collega’s uit hoe je leidingwater biologisch

stabieler maakt, zodat er minder bacteriën in kunnen

groeien. Bijvoorbeeld door de hoeveelheid potentiële

voedingsstoffen nog verder te verlagen. Daarvoor

doen ze onder meer metingen met een biofilm-

monitor. Daarin stroomt het te onderzoeken water

langs een oppervlak waarop micro-organismen kunnen

groeien, net zoals in leidingnetten gebeurt. “Nu duurt

het vaak vijf maanden voor we een duidelijk beeld

hebben van de groei van bacteriën op het oppervlak dat

willen we sneller weten. Daarom werken we aan een

biofilmmonitor die beter contact maakt met het water

en sneller groei laat zien. Maar ook aan betere meet-

methodes voor afbreekbare voedingsstoffen, zoals

‘assimileerbaar organisch koolstof ’ of AOC.”

MonitorenHoe erg is het eigenlijk dat er soms minieme hoeveel-

heden bacteriën in leidingwater groeien? “Vaak

is dat onschadelijk, maar soms niet. De Legionella

pneumophila-bacterie kan geen kwaad als je hem

opdrinkt. Maar als je hem onder de douche inademt,

kun je veteranenziekte krijgen: longontsteking met

gevaarlijke complicaties. We moeten daarom altijd

waakzaam blijven tegen wat er in water kán groeien.

Wanneer bijvoorbeeld door klimaatverandering

vaker hogere temperaturen in het leidingnet gaan

voorkomen, zullen potentiële ziekteverwekkers die

bij hogere temperaturen goed groeien zich gaan

vermeerderen. Daarom gaan we tijdens de zomer van

2010 monitoren of deze ziekteverwekkers aanwezig

zijn in het gedistribueerde drinkwater.”

Extreme omstandigheden, extreme micro-organismen

OnderzOeksprOGraMMa: BTO

paul van der Wielen: “We moeten altijd waakzaam

blijven voor wat er in water kán groeien.”

KWR 200928

Page 28: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Nellie Slaats is bij KWR specialist in leiding-

materialen. Ze heeft zeventien jaar ervaring met het

effect van water op leidingmaterialen en andersom.

Naast onderzoeker is ze teamleider Waterinfrastruc-

tuur, projectmanager binnen Waterinfrastructuur

en programmacoördinator van de BTO-programma’s

Waterdistributie en Cliënt 21, die worden uitgevoerd

voor de drinkwaterbedrijven. Met collega’s van KWR

en de Universiteit van Amsterdam is ze betrokken

bij het onderzoek naar de opwarming van de bodem

en de gevolgen daarvan voor de temperatuur in het

drinkwaterdistributienet. De temperatuur in dat net

wordt niet gereguleerd: drinkwater wordt gewonnen

uit oppervlaktewater en grondwater met zuiverings-

technieken die niets aan de begintemperatuur van het

water veranderen. Het komt daardoor meestal met een

temperatuur beneden 15°C in de leidingen terecht.

Maar wat gebeurt er tijdens langdurig hete zomers?

Drinkwater dat is gemaakt uit oppervlaktewater

heeft dan al voor de zuivering een hogere tempera-

tuur en ook de bodem warmt op. “Bij langdurig

zomerweer kunnen er in het leidingnet ‘hot spots’

ontstaan, waar de temperatuur van de bodem boven

25°C kan komen. Die ‘hot spots’ liggen vooral onder

asfalt en in zandgronden. Als het water dan ook

nog langer stil blijft staan op een warme plek in de

leiding, kan de watertemperatuur oplopen tot boven

de afgesproken grens van 25°C. De afgelopen tien jaar

zijn leidingnetten zo ontworpen dat weinig lange

verblijftijden optreden, maar in oudere netten kan

dat wel voorkomen. Daarom onderzoeken de micro-

biologen nu wat het effect is van hogere omgevings-

temperatuur op de temperatuur en de kwaliteit van

drinkwater.”

Ondergrondse kwaliteitsbewakingOnderzOeksprOGraMMa: BTO

nellie slaats: “De afgelopen tien jaar zijn leidingnetten zo ontworpen dat verblijftijden korter worden.”

29

Page 29: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

indicatieve normenIn 2009 werkte toxicoloog Merijn Schriks voor het

BTO aan een onderzoek naar vijftig nieuwe stoffen

in oppervlakte-, grond- en drinkwater, waaronder

geneesmiddelen, benzineadditieven, gewasbestrij-

dingsmiddelen en röntgencontrastmiddelen. Voor tien

van die stoffen waren er drinkwaternormen van onder

andere de World Health Organisation, voor de andere

veertig niet. Voor deze stoffen heeft hij veilige grens-

waarden afgeleid uit toxicologische literatuurgege-

vens. “De meeste stoffen bleken in zulke lage concen-

traties in water voor te komen, dat daarvan geen

gezondheidseffect te verwachten is. Hun concen-

traties blijven ruim onder de veilige grenswaarden,

die eveneens met een flinke veiligheidsmarge zijn

bepaald. Voor enkele stoffen zijn de indicatieve

normen vrij laag, hun concentratie in water moet

daarom goed in de gaten worden gehouden of gemo-

nitord. Dat zijn bijvoorbeeld benzeen, 1,4-dioxaan,

NDMA, carbamazepine en twee perfluorverbindingen.

Op deze manier weten we aan welke stoffen de water-

bedrijven prioriteit moeten geven.

Op zoek naar een specifieke stof…Pim de Voogt, principal scientist chemische water-

kwaliteit bij KWR en hoogleraar Milieuchemie aan de

Universiteit van Amsterdam: “Voor dat monitoren kun

je twee wegen bewandelen. Als je weet welke stoffen

je zoekt, kun je chemische analysemethoden ontwik-

kelen en uitvoeren om de concentraties van die

specifieke stoffen te meten. Samen met het RIVM en

het Trimbosinstituut doen we nu bijvoorbeeld onder-

zoek naar restanten van drugs in grond- en opper-

vlaktewatermonsters uit Nederland. Onderzoekers

in Antwerpen en het Spaanse Castillon ontwikkelen

tegelijkertijd hun eigen methoden daarvoor en doen

daarmee metingen aan dezelfde watermonsters. Zo

krijgen we diverse, onafhankelijke methoden om de

aanwezigheid van drugs aan te tonen. In Nederland

gebruiken we daarvoor onder andere onze accurate

massabepaling met de Orbitrap massaspectrometer.”

... of juist naar een effectMerijn: “De tweede weg is om niet naar specifieke

stoffen te zoeken, maar naar effecten. We hebben

daarvoor steeds meer effectgerichte testen of bioas-

says tot onze beschikking en maken er steeds meer

bruikbaar voor toepassing op watermonsters. Met

commerciële bioassays kunnen we bijvoorbeeld

diverse soorten hormonale activiteit opsporen:

oestrogeen, androgeen, progesteron, schildklier- en

bijnierschorshormoon. Andere biologische effecten

die we onderzoeken of willen onderzoeken zijn de

mutageniteit en teratogeniteit – ontstaan er dna-

veranderingen of misvormingen van een foetus – en

effecten op het immuunsysteem, de neurologie of

enzymsystemen. We willen graag een goed panel

van bioassays hebben om effecten op de menselijke

Emergingsubstances - op de uitkijk voor nieuwe stoffen of effecten

OnderzOeksprOGraMMa: BTO & funderend

Emergingsubstances of ‘nieuwe stoffen’ zijn stoffen die nog niet eerder in water zijn aangetrof-

fen. Sommige omdat ze echt nieuw zijn in het aquatisch milieu, andere omdat ze nu pas met

nieuwe of verbeterde meetmethoden worden gemeten, maar al eerder voorkwamen. En soms

gaat het om nieuwe kennis over de effecten van al bekende stoffen op de gezondheid. De onder-

zoekers van KWR zijn erop gebrand om zulke stoffen of effecten vroeg te ontdekken. Zo kunnen

ze onderzoeken of ze een probleem kunnen vormen en of maatregelen noodzakelijk zijn.

KWR 200930

Page 30: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

gezondheid te kunnen inschatten. Met zulke tests

kun je bovendien meten wat het effect is van mengsels

van dergelijke stoffen. Het effect van een mengsel

van stoffen zou wel eens anders kunnen zijn dan

simpelweg een optelsom van individuele effecten.”

Pim: “Bovendien kunnen we, als we een effect vinden,

met geavanceerde methoden als de Orbitrap de identi-

teit ophelderen van de stof die dat effect veroorzaakt.”

Begrijpen van stofgedragBij zijn werk aan de UvA concentreert Pim zich sterk op

begrijpen waarom stoffen zich op een bepaalde manier

gedragen in water, sediment, bodem en organismen.

Bij KWR houden onderzoekers zich ook bezig met het

gedrag van stoffen in de bronnen voor drinkwater, bij

de zuivering, in het lichaam en de betekenis voor de

gezondheid. “Omdat het meestal om heel lage concen-

traties van stoffen in water gaat, denken mensen vaak

dat de effecten van wateropname te verwaarlozen zijn.

Maar vergis je niet: een mens consumeert circa twee

liter water per dag, dat is in massa het grootste deel

van ons dagelijkse dieet. En veel voedsel, zoals groente

of graan, heeft heel wat liters water gebruikt voordat

het bij ons op tafel staat. Bij elkaar opgeteld kunnen die

lage concentraties dus wel degelijk een effect hebben.”

Verantwoordelijkheid nemenMerijn kijkt vooral naar de toxicologische kant van

de kwestie: hoeveel effect is te veel effect – hoe laag

moeten concentraties blijven? Merijn: “Het principe

is natuurlijk: niet-natuurlijke stoffen horen niet thuis

in het water en in de natuur en mogen ook niet in

drinkwater terechtkomen. Maar doordat mensen

werken en consumeren, komen stoffen toch in het

waterrecht. De recente REACH-wetgeving in Europa

haalt de zeer persistente stoffen die zich stapelen in

het milieu eruit. Dit prikkelt tot introductie van beter

wateroplosbare stoffen, die vaak lastig zijn te verwij-

deren met waterbehandeling. We moeten er vanuit

gaan dat in grond- en oppervlaktewater vreemde,

nieuwe stoffen blijven opduiken. Onderzoek naar

emergingsubstances blijft dus hard nodig.”

de graalEigenlijk zijn beide onderzoekers op zoek naar een

soort heilige graal van de waterkwaliteit. Merijn:

“Het liefst willen we een panel van bioassays hebben

dat in één oogopslag laat zien op welke fysiologische

eindpunten een watermonster effect heeft – en ook

wat dat betekent voor de humane gezondheid. Het

zal nog wel een hele tijd duren voor een dergelijk

panel beschikbaar is. Samen met zeven internatio-

nale partners uit de Global Water Research Coalition

werken we al aan het valideren van een panel van

hormoonassays.”

Merijn schriks (l): “Het principe is natuurlijk:

niet-natuurlijke stoffen horen niet thuis in het water.”

pim de Voogt (r): “Veel voedsel, zoals groente

of graan, heeft heel wat liters water ge-

bruikt voordat het bij ons op tafel staat.”

31

Page 31: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Boeiend onderwerp“Natuurlijk wist ik dat promoveren naast mijn werk

veel energie en privétijd zou vragen. Toch heb ik voor

dit traject gekozen. Onder andere omdat ik veilig

drinkwater een belangrijk maatschappelijk thema vind

waaraan ik graag een bijdrage lever. Daarnaast doe ik

graag experimenteel onderzoek, zeker als de uitkom-

sten daarvan toepasbaar zijn in de praktijk. Verder vind

ik het gedrag van micro-organismen in verschillende

zuiveringsprocessen een boeiend onderwerp, omdat er

verschillende natuurwetenschappelijke kennisvelden

bij komen kijken. En als dit dan wetenschappelijk

wordt gewaardeerd, is dat heel bevredigend.”

indicatoren“Bij mijn onderzoek staat het gebruik van zogeheten

fecale indicatoren centraal. In de praktijk is het niet

mogelijk om alle ziekteverwekkende micro-orga-

nismen in drinkwater aan te tonen. Niet alleen omdat

er veel verschillende ziekteverwekkers zijn, maar ook

omdat de veiligheidsnormen streng zijn. Ze staan

bijvoorbeeld maar één virus toe in een hoeveelheid

drinkwater waarmee je een zwembad zou kunnen

vullen. Om dit soort praktische redenen werken we

met indicatoren, specifieke onschadelijke micro-orga-

nismen waarmee je de aanwezigheid van ziektever-

wekkers kunt aantonen. Voor mijn onderzoek ben ik

uitgegaan van twee indicatoren, E.coli en sporen van

sulfietreducerende Clostridia. Deze twee indicatoren

komen in een aanzienlijk hogere concentratie voor

dan de ‘bijbehorende’ ziekteverwekkers.”

Verwijderingsrendement“Het idee bij het gebruik van indicatoren is dat als

je meet welk percentage ervan door de zuivering uit

het ruwe water wordt verwijderd, je dit verwijde-

ringspercentage kunt vertalen naar de verwijdering

van de ziekteverwekkers. De gevoeligheid van E.

colibacteriën en Clostridia sporen voor desinfectie

is niet hetzelfde, waardoor deze indicatoren ons

wat vertellen over de verwijdering van verschillende

soorten ziekteverwekkers. Ik heb eerst gekeken of

ik de verwijderingsrendementen met historische

gegevens van drinkwaterbedrijven kon vaststellen.

Dat lukte voor de eerste zuiveringsstappen, maar niet

voor de stappen verderop in de keten. Na een aantal

zuiveringsstappen is de hoeveelheid indicatorbacte-

riën namelijk aanzienlijk kleiner, waardoor je ze met

de bestaande analysemethoden niet kunt aantonen.”

duizend liter“Om de gevoeligheid te vergroten heb ik de bestaande

methoden aangepast. Daarbij heb ik zoveel mogelijk

vastgehouden aan de bestaande praktijk. Bij deze

Verwijdering ziekteverwekkers onder de loep

OnderzOeksprOGraMMa: BTO

Ziekteverwekkende micro-organismen komen in bronnen voor drinkwaterproductie voor.

Wim Hijnen heeft onderzocht op welke manier je kunt aantonen hoe goed de verschillende

zuiveringsstappen deze ziekteverwekkers verwijderen. In 2009 is hij op dit onderzoek

gepromoveerd. “Bij de afdeling Microbiologie werk ik al geruime tijd aan de microbio-

logische veiligheid van drinkwater”, vertelt Hijnen. “Een belangrijke vraag die ik daarbij

probeer te beantwoorden is hoe we kunnen kwantificeren of drinkwater veilig is. In 2004

heb ik met mijn leidinggevende besloten om op dit onderwerp te promoveren.”

KWR 200932

Page 32: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

nieuwe methode onderzoek je een watermonster van

honderd tot duizend liter in plaats van het gangbare

volume van honderd milliliter. Door deze aanpassing

kun je de aanwezigheid van de indicatoren ook in

de laatste fase van de zuivering aantonen. Daarmee

ben je er nog niet. Je moet ook nog weten in hoeverre

je het verwijderingspercentage kunt vertalen naar

de verwijdering van de ziekteverwekkers. Om dat te

bepalen heb ik, samen met onderzoekers van water-

bedrijven en RIVM, doseerproeven gedaan met zowel

de indicatoren als de ziekteverwekkers. Daarbij heb ik

gekeken naar processen als desinfectie met ozon en

UV, langzame zandfiltratie en bodempassage.”

Uitkomsten toegepast“De proeven hebben niet alleen geleid tot betrouw-

bare vertaalsleutels van de indicatoren naar de ziek-

teverwekkers. Ze laten ook zien dat je de uitkomsten

van een doseerproef alleen kunt vertalen naar een

praktijkproces als de omstandigheden daarvan zo veel

mogelijk overeenkomen met die van de proef. Waar

ik heel blij mee ben, is dat de drinkwaterbedrijven de

uitkomsten van mijn onderzoek inmiddels gebruiken

bij het toetsen van de microbiologische veiligheid van

hun drinkwater. Daar doe je het ten slotte voor.”

Wim hijnen: “Ik onderzoek watermonsters van honderd tot duizend liter in plaats van het gangbare volume van honderd milliliter”.

33

Page 33: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Zwemmen doen ze geen van beiden veel en

al helemaal niet in een zwembad. Toch houden ze

zich intensief bezig met zwembaden. Frank Oester-

holt als onderzoeker bij KWR en Wilfred Reinhold

als opdrachtgever bij het ministerie van VROM. “De

laatste jaren klagen personeel en bezoekers van

zwembaden geregeld over huid- en slijmvliesirrita-

ties”, vertelt Reinhold. “Welke stoffen precies deze

klachten veroorzaken is onbekend, maar duidelijk

is dat het gaat om chemische verbindingen die

ontstaan door een reactie tussen chloor en stoffen in

het water afkomstig van mensen - denk aan urine,

zonnebrandcrème en make-up - of van speelattri-

buten. Daarom hebben we KWR in 2006 gevraagd

onderzoek te doen naar alternatieve desinfectieme-

thoden, waarbij die chemische verbindingen niet of

veel beperkter ontstaan.”

kansrijke technieken Oesterholt: “We hebben vijf technieken gevonden

die een goede kans bieden op verbetering. Bij deze

technieken combineer je een klein beetje chloor met

andere desinfectietechnieken. Zonder chloor is het

namelijk erg lastig het huidige niveau van veiligheid

van zwembadwater te blijven garanderen. Voor prak-

tijkonderzoek met deze techniek hebben we in 2009

samen met vijf andere partijen een plan ontwikkeld.”

randvoorwaarden beheersen“Uitgangspunten zijn dat het onderzoek plaatsvindt

in één zwembad en dat de technieken na elkaar

worden getest. Op die manier zijn de randvoor-

waarden het beste te beheersen. We stellen voor om

eerst te kijken bij welke vorm van chloordosering de

minste ongewenste bijproducten ontstaan. Vervol-

gens kan deze chloordosering worden gecombineerd

met de aanvullende desinfectietechnieken om de

werking van elke combinatie te bepalen.”

slimste manierBeiden hopen dat het onderzoek snel kan beginnen.

Volgens Reinhold is het echter nog niet zover: “We

moeten eerst nog een paar vragen beantwoorden.

Hoe kunnen we bijvoorbeeld de ongewenste bijpro-

ducten het beste meten en wat is de slimste manier

om het aantal mensen in het bad te registreren?

Verder moeten we de financiering van het onderzoek

- het gaat om ruim twee miljoen euro - nog regelen.

Gezien de voorgenomen bezuinigingen zal het minis-

terie dat bedrag niet kunnen opbrengen. Daarom

kijken we nu naar subsidiemogelijkheden.”

Veilig zwembadwater zonder vervelende bijwerkingen

OnderzOeksprOGraMMa: OPIW

Bij de desinfectie van zwembadwater met chloor kunnen stoffen ontstaan die gezondheids-

klachten veroorzaken bij personeel en bezoekers van zwembaden. Andere desinfectie-

methoden zijn daarom gewenst. KWR heeft een onderzoeksplan ontwikkeld voor praktijk-

onderzoek naar kansrijke alternatieven.

KWR 200934

Page 34: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Frank Oesterholt (r) en Wilfred reinhold (l): “Wij hebben vijf technieken gevonden die een goede kans bieden op vermindering van huid- en slijmvliesirritaties.”

Vijf kansrijke technieken• Chloorbleekloog en UV met middendruklampen

• Chloorbleekloog en UV met lagedruklampen

• Zoutelektrolyse

• Chloorbleekloog met ozon

• Chloorbleekloog met poederkool

35

Page 35: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

BioreactorenKees heeft in 2009 een nieuw afvalwaterlaborato-

rium ingericht, met vier state of the art bioreactoren,

gekoppeld aan een geavanceerd computersysteem.

“In deze reactoren bestuderen we de huidige

processen in de afvalwaterzuivering en processen die

de zuivering duurzamer of energiezuiniger kunnen

maken. In hoeveelheden van twee tot zeven liter

bootsen we na wat in de praktijk in afvalwaterzuive-

ringen van tientallen kuubs gebeurt. Daarbij kunnen

we alle procesomstandigheden meten en bijstellen,

van de temperatuur tot het gehalte aan voedings-

stoffen en zouten, de zuurgraad of gasontwikkeling

- ook op afstand. ’s Avonds kan ik thuis via mijn laptop

nog snel controleren hoe de reactoren draaien.”

zeewater door de WCBinnen het funderend onderzoek van KWR (p. 27)

worden de reactoren bijvoorbeeld gebruikt om te

onderzoeken wat er gebeurt als je zeewater gebruikt

voor toiletspoeling in plaats van drinkwater.

“Het toilet spoelen met zeewater is duurzaam:

je hoeft bijna de helft minder drinkwater te maken

omdat je het niet meer door de WC spoelt. Geweldig,

want veel kust- en deltalocaties wereldwijd hebben

te weinig geschikt water voor drinkwaterproductie.

Met zeewater komt wel meer zout en sulfaat in het

riool, dat kan corrosieproblemen veroorzaken. Maar

met een slimme aanpak laten we micro-organismen

dit sulfaat pas bij de zuivering omzetten in water-

stofdisulfide. Daarbij wordt meteen organische

stof verwijderd. Andere micro-organismen kunnen

dat waterstofdisulfide vervolgens gebruiken bij de

omzetting van nitraat in stikstof. Uiteindelijk hoef

je op deze manier minder te beluchten en bespaar je

energie.”

robuust en simpel Kees hoort bij het team Afvalwater en hergebruik, dat

onder meer het onderzoeksprogramma Asellus uitvoert

(pag. 27). Binnen Asellus wordt onder meer onderzocht

hoe je zoveel mogelijk organische stof uit afvalwater

haalt. Deze organische stof kan worden vergist tot

biogas. Ook forward osmosis wordt onderzocht: door

afvalwater via een speciaal membraan in contact te

brengen met een schone zoutoplossing, wordt het

water uit het afval naar het zout ‘getrokken’. Zo raakt

het vervuilingen kwijt en is het na ontzouting opnieuw

te gebruiken. Tegelijkertijd wordt het afvalwater verder

geconcentreerd: daardoor kun je de organische stof

beter benutten en nutriënten gemakkelijker terug-

winnen.

Werken met participanten uit de praktijk is verfris-

send, vindt Kees. “Praktijkmensen gaan voor robuust

Van afvalwater naar energie, grondstoffen en schoon water

OnderzOeksprOGraMMa: Asellus

Tijdens zijn opleiding tot medisch microbioloog zag Kees Roest bacteriën en andere micro-

organismen vooral als gezondheidsrisico’s. Nu richt hij zich juist op samenwerking met

micro-organismen, specifiek de micro-organismen die ‘vuiligheid’ uit rioolwater halen.

Hij wil rioolwaterzuivering duurzamer maken door tegelijkertijd voedingsstoffen, water

en energie terug te winnen. De huidige rioolwaterzuiveringen leveren geen nieuwe

grondstoffen op en kósten juist energie.

KWR 200936

Page 36: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

en simpel, geen onnodige stappen of reactoren. Boven-

dien brengen we in Asellus de regionale partners in de

watercyclus vaak letterlijk bij elkaar, zodat ze samen

meer efficiëntie kunnen bereiken. Dat stimuleert.”

energie“Efficiënter is ook een techniek als vergisting onder

hoge druk. Daarbij blijft het ontstane gas in de

reactor tot druk van wel 90 bar ontstaan. Het gas én

de opgebouwde druk kunnen worden gebruikt om

energie op te wekken.” Afvalwater? Kees Roest maakt

én krijgt er energie van!”

kees roest: “Praktijkmensen gaan voor robuust en simpel.”

37

Page 37: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

“Hoge gehaltes aan NOM in de grondstof voor

drinkwater vormen geen levensgroot probleem”, zegt

Cornelissen. “NOM in drinkwater leidt bijvoorbeeld

niet tot gezondheidsproblemen. Toch is het gewenst

om de gehaltes tijdens het zuiveringsproces terug

te dringen. In de eerste plaats om geur- en kleur-

problemen te voorkomen. Daarnaast maken hoge

NOM-concentraties diverse zuiveringsstappen, zoals

ozonisatie en zuivering met actieve kool, ingewikkeld

en duur.”

kwelwaterDignum vult aan: “Het NOM-gehalte in water wordt

vooral bepaald door de bron. Dat kunnen wij goed

zien in onze twee drinkwaterzuiveringen. In de zuive-

ring Leiduin gebruiken we water uit de Amsterdamse

Waterleidingduinen als grondstof. Het betreft water

uit de Rijn dat we in de duinen infiltreren. De NOM-

gehaltes in dit water zijn laag. Dat is anders bij het

ruwe water waarvan we uitgaan bij onze zuivering

in Weesperkarspel. Hier gebruiken we kwelwater uit

de Utrechtse Heuvelrug dat in de Bethunepolder ten

noorden van Utrecht naar boven komt. Doordat dit

water een veenpakket passeert, is het rijk aan NOM.”

nagroei bacteriën“Voor het onderzoek hebben we eerst gekeken hoe de

NOM-verwijdering is in onze bestaande zuivering in

Weesperkarspel. Bij de ozonisatie breekt een aanzien-

lijk deel van het NOM af. Daardoor is er minder

ozon beschikbaar voor de desinfectie. Dat probleem

kunnen we opvangen door een hogere ozondosering,

maar daarmee zijn we er nog niet. De bijproducten

die ontstaan bij de NOM-afbraak - zogeheten assi-

mileerbare organische koolstoffen - kunnen namelijk

leiden tot nagroei van bacteriën. Deze afbraakpro-

ducten moeten we dus uit het water verwijderen. In

een van de latere zuiveringsstappen met actieve kool

gebeurt dat weliswaar, maar net als bij de ozonisatie

gaat de verwijdering van NOM daar ten koste van

het eigenlijke doel van deze zuiveringsstap. NOM

neemt de adsorptieplekken in die we eigenlijk willen

benutten voor de verwijdering van microverontreini-

gingen.”

Gefluïdiseerd bed Cornelissen: “Gezien deze negatieve effecten van

NOM op het zuiveringsproces zijn we gaan kijken of

we het organische materiaal in een vroeg stadium uit

het water kunnen halen. Al zoekende leek verwij-

dering met een ionenwisselaar met een zogeheten

gefluïdiseerd bed het meest kansrijk. Hierbij verwij-

deren positief geladen kunstharskorrels - die door de

geïnjecteerde waterstroom voortdurend in beweging

zijn - het negatief geladen NOM. Om een geschikt

ionenwisselaarshars te vinden voor het reinigen van

het ruwe water van Waternet zijn we in het labora-

torium begonnen met bekerglasproeven. Vervolgens

hebben we gekeken of de meest kansrijke harsen ook

goed werkten in een gefluïdiseerd bed. Daarna zijn

we met experimenten gestart in een grote proefin-

stallatie in Weesperkarspel, waarbij we als eerste

Goede NOM-verwijdering met innovatieve ionenwisselaar

OnderzOeksprOGraMMa: OPW & BTO

Veel drinkwaterbedrijven kampen met een hoge concentratie aan natuurlijk organisch

materiaal (NOM) in hun ruwe water. Dat heeft onder meer negatieve gevolgen voor de

verschillende zuiveringsstappen. KWR doet samen met Waternet en de TU Delft onderzoek

naar NOM-verwijdering en ontwikkelde een nieuwe ionenwisselaar. Emile Cornelissen van

KWR en Marco Dignum van Waternet vertellen over het onderzoek.

KWR 200938

Page 38: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

hebben onderzocht hoeveel NOM we met de ionen-

wisselaar kunnen verwijderen.”

Optimale afstemming“De resultaten van die experimenten zijn goed”,

vertelt Dignum. “Zo daalde het NOM-gehalte met

ongeveer vijftig procent, wat betekent dat we

uitkomen op de kwaliteit van het water in Leiduin.

Om te zien hoe de ionenwisselaar past binnen ons

hele zuiveringsproces hebben we vervolgens proeven

gedaan waarbij we achter de ionenwisselaar alle

nageschakelde zuiveringsstappen hebben gezet. Ook

met deze proeven behaalden we goede resultaten.

Bovendien hebben ze veel kennis opgeleverd over de

optimale afstemming tussen de ionenwisselaar en de

ozonisatiestap. We zijn er dan ook van overtuigd dat

NOM-verwijdering met de ionenwisselaar voor ons

en veel andere waterbedrijven technisch aantrekke-

lijk is. De komende tijd gaan we onderzoeken of het

ook financieel haalbaar is.”

emile Cornelissen (l): “In de proefinstallatie in Weesperkarspel

hebben we onderzocht hoeveel NOM we met ionen-

wisselaars kunnen verwijderen.”

Marco dignum (r): “Het NOM-gehalte

daalde met ongeveer 50%.”

39

Page 39: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Gezondheid en water, daar draait het om voor

Cindy de Jongh. Na haar studie Voeding engezondheid

werkte ze aan het voorspellen van contacteczeem en

daarna aan acute vergiftigingen. Slecht nieuws dus.

Bij KWR onderzoekt ze de chemische kwaliteit van

vooral drinkwater. “Het leuke daaraan is, dat ik nu

veel goed nieuws kan vertellen. Nederlands drink-

water heeft een hoge kwaliteit, zonder toegevoegde

chemische desinfectiemiddelen. En KWR staat

vooraan als het erom gaat kennis te ontwikkelen

die helpt die kwaliteit te bewaken en te behouden –

ook in de toekomst.”

De Jongh heeft in 2009 meegewerkt aan een uitge-

breide cohortstudie met de Universiteit Maastricht,

naar het verband tussen drinkwaterhardheid en

sterfte aan hart- en vaatziekten. “Voor de popu-

latie als geheel blijkt geen verband te bestaan

tussen calcium en magnesium in het drinkwater

en de sterfte aan hart- en vaatziekten. Maar bij een

subgroep mannen vonden we wel een relatie: mannen

die via hun voeding weinig magnesium binnenkrijgen,

hebben een kleinere kans om te sterven aan hart- en

vaatziekten als hun drinkwater meer dan 4 mg/liter

magnesium bevat. Drinkwater levert namelijk ook

een kleine bijdrage aan de dagelijkse hoeveelheid

magnesium die een mens nodig heeft om gezond te

blijven. De twee liter water die je gemiddeld per dag

gebruikt, leveren bij die concentratie evenveel als een

beker melk - of eens per week broccoli eten.”

Met deze cohortstudie is meer duidelijkheid gekomen

in de jarenlange discussie over de effecten van de

hardheid van drinkwater op het voorkomen van hart-

en vaatziekten.

Gezond water is goed nieuwsOnderzOeksprOGraMMa: BTO

Cindy de Jongh: “Twee liter water per dag leveren evenveel magnesium als eens per week broccoli eten.”

KWR 200940

Page 40: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Stel, het is 2030. Als het (elektrische) autootje van

het waterbedrijf de straat in rijdt, ziet de monteur

op zijn navigatiesysteem niet alleen in welke straat

hij is, maar ook welke leidingen en kabels er onder

de grond liggen, waar de afsluiters zitten en waar

hij precies een onderdeel moet vervangen. Bij het

uitstappen zet hij zijn augmented reality bril op:

daarmee ziet hij de gegevens uit zijn navigatie-

systeem op hun echte locatie geprojecteerd. Na de

reparatie geeft hij door wat hij gedaan heeft via zijn

navigatiesysteem: de volgende keer dat een monteur

van het waterbedrijf, het glasvezelnet of de riolering

de straat in rijdt, kan die precies zien welke werk-

zaamheden onze monteur vandaag heeft uitgevoerd

en wat voor bijzonderheden hij heeft aangetroffen.

Zover is het nog niet, maar de ontwikkelingen gaan

snel. Als het aan geoloog en GIS-specialist Bernard

Raterman ligt, komen er ook binnen de watersector

steeds meer efficiënte toepassingsmogelijkheden van

geo-informatiesystemen of GIS. “Bij GIS gaat het er

vooral om locatiespecifieke gegevens slim te combi-

neren. Wanneer de beschikbare gegevens over de

plek van leidingen onder de grond, de soort bodem,

bebouwing en de waterhuishouding voor een heel

gebied aan elkaar gekoppeld zijn, kun je daaruit veel

meer halen dan uit de losse databestanden alleen.

Alsof je op een hele stapel kaarten tegelijk kijkt.” De

truc is echter te zorgen dat die verschillende gege-

vensbestanden ook effectief aan elkaar te koppelen

zijn. “Daarvoor moet je je systemen slim kiezen en op

elkaar afstemmen – en dus de ontwikkelingen in GIS

goed bijhouden. Dat is een deel van mijn werk.”

rond de tafelDaarnaast brengt Bernard vertegen-

woordigers van de watersector en onderzoekers

bij elkaar om informatie te delen en ze te laten

ontdekken hoe ze meer halen uit GIS-gegevens. Zo

verbindt hij niet alleen databestanden met elkaar,

maar ook mensen en sectoren. Hij gebruikt daarbij

onder meer de GIS-tafel. “Dat is een krachtige

computer met een groot touchscreen. In de verticale

stand is het een beeldscherm, in de horizontale stand

een tafel waar je met een groep mensen omheen kunt

staan om elkaars informatie te delen en consequen-

ties van ingrepen te bekijken. Ook kun je informatie

combineren met GIS-informatie op internet, zoals

Google Maps of geodata-services. Bij KWR gebruiken

we hem nu vaak om GIS-gegevens te combineren met

de modellen die we hier ontwikkelen, bijvoorbeeld

voor de effecten van maatregelen in de waterhuishou-

ding op de natuur in een gebied. GIS is een krachtig

hulpmiddel om cijfermatige informatie meer inzich-

telijk en breed inzetbaar te maken.”

GIS brengt water en ondergrond scherper in beeld

OnderzOeksprOGraMMa: BTO & funderend

Bernard raterman: “GIS is een krachtig hulpmiddel

om ruimtelijke gegevens inzichtelijk en

breed inzetbaar te maken.”

41

Page 41: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Europa

NoorwegenSpanje

Duitsland

KWR 200942

Page 42: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Europa

PortugalNederland

43

Page 43: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Delft Cluster – infrastructuur

en water

Delft Cluster ontwikkelt en verspreidt inter-

disciplinaire en gevalideerde kennis voor de

grond-, weg en waterbouwsector. De focus van

Delft Cluster ligt op infrastructuur en water.

KWR en het BTO waren deelnemer aan meer-

dere Delft Cluster-projecten. Delft Cluster heeft

een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling

van het RESPOND-model, een nieuw model

voor het in beeld brengen van de effecten,

kansen en risico’s van drinkwaterwinning. Ook

is een risicoanalysemodel ontwikkeld waarmee

bij langdurige hitte altijd drinkwater van de

hoogste kwaliteit gegarandeerd kan worden.

Waterbedrijven anticiperen met deze tool op

de risico’s die de waterkwaliteit verminderen

door bijvoorbeeld de innamestrategie aan te

passen. Een ander interessant product is een

model voor het voorspellen van het zoutgehalte

in het IJsselmeergebied bij klimaatverande-

ring. Hiermee kan de maximaal acceptabele

zoutbelasting van de Rijn worden ingeschat.

Daarnaast is veel kennis ontwikkeld op het

gebied van waterkwaliteit in het leidingnet

die toegepast wordt in nieuwe ontwerpen

voor leidingnetten en effectieve manieren van

schoonmaken van het leidingnet. Uiteindelijk

is ook een succesvol en prijswinnend promo-

tieonderzoek naar de werking van membranen

in de drinkwaterzuivering uitgevoerd, dat een

vervolg heeft gekregen in een prestigieuze

VENI-beurs aan de TU Delft. Diverse promovendi

hebben binnen dit traject onderzoek verricht in

dienst van of bij KWR. Delft Cluster is eind 2009

als kennisprogramma voor Deltavraagstukken

afgerond, een aantal promotietrajecten lopen

nog door. Zie ook www.delftcluster.nl

Deltares en PBL

Voor Deltares, het kennisinstituut voor

Deltatechnologie, en voor het Planbureau

voor de Leefomgeving deed KWR in 2009 een

verkennende studie naar de ecohydrologische

gevolgen van klimaatverandering. Dat resul-

teerde in een landelijke schetskaart waarop die

gevolgen zijn weergegeven. De resultaten zijn

opgenomen in de brochure ‘Klimaat-effectatlas’

van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en

de brochure ‘De staat van het Klimaat 2009’

voor het Platform Communication of Climate

Change.

Ook ontwikkelde KWR in 2009 in opdracht

van Deltares een eenvoudige klimaatrobuuste

vegetatiemodule. Met dit instrument kunnen

beheerders en beleidsmakers natuurdoelen

plannen en beheren en bepalen of die natuur-

doelen haalbaar zijn onder externe invloeden,

zoals atmosferische depositie van stikstof en

fosfor en klimaatverandering. De module sluit

aan op het werk binnen het programma ‘Risi-

cobeheer Bronnen’ van het Bedrijfstakonder-

zoek voor de waterbedrijven BTO, waarbij niet

alleen wordt samengewerkt met de waterbe-

drijven binnen het BTO, maar ook met de Vrije

Universiteit Amsterdam, Universiteit Utrecht

en het Planbureau voor de Leefomgeving.

i Flip Witte,[email protected]

DWSI – vooruitzien met Dutch

Water Sector Intelligence

KWR faciliteert DWSI, een platform voor geza-

menlijke horizonscanning voor en door de héle

Nederlandse watersector. Een denktank die

trendanalyses en sociaal leren inzet voor het

ontwikkelen van nieuwe inzichten en respons-

strategieën. In DWSI participeren momenteel

21 organisaties uit de watersector.

Op de DWSI website zijn 15 trendalerts

verschenen, waarin voor de watersector

relevante maatschappelijke en technologi-

sche ontwikkelingen worden beschreven.

Een denktank met vertegenwoordigers van

alle participerende organisaties vertaalt deze

trends vervolgens door naar consequenties

voor de watersector. Kennisoverdracht vindt

plaats binnen deze denktanksessies en op een

trenddag in samenwerking met Waternetwerk,

waar DWSI zijn bevindingen ook deelt met een

breder publiek uit de watersector.

Naast de trenddag, met als onderwerp gloca-

lisering (“think global, act local”), heeft DWSI

in 2009 twee denktanksessies georganiseerd:

Nationale en internationale partners

KWR werkt samen met opdrachtgevers, samenwerkingsverbanden en kennispartners over

de hele wereld. Dit uitgebreide netwerk biedt het kennisinstituut de mogelijkheid op inter-

nationaal niveau hoogwaardig onderzoek te doen en een effectieve kennismakelaar te zijn.

Een aantal voorbeelden, in alfabetische volgorde:

KWR 200944

Page 44: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

“Kant en Nietzsche op een Waterfietsje” (over

sociaal leren en de langetermijnvisie op de

waterketen, met onder andere filosoof Rob

Wijnberg) en “Kredietcrisis” (met hoogleraar

economie Arnold Heertje). In de denktank-

sessies is vastgesteld hoe de ontwikkelingen

de watersector kunnen beïnvloeden en hoe een

mogelijke respons eruit zou kunnen zien: wat

kunnen we doen om risico’s te vermijden en

kansen te benutten?

deelnemers dWsi (begin 2010): • Brabant Water

• Dunea

• Grontmij

• Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

• KWR Watercycle Research Institute

• Provincie Overijssel

• PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

• STOWA

• VEWIN

• Vitens

• Waterbedrijf Groningen

• Waterleiding Maatschappij Limburg

• Waternet

• Waternetwerk

• Waterschap Aa en Maas

• Waterschap Brabantse Delta

• Waterschap de Dommel

• Waterschap Rijn en IJssel

• Waterschap Velt en Vecht

• Wetsus

• Witteveen+Bos

i Jos Frijns,

[email protected]

HeliXeR creëert

unusual business

HeliXeR, gevestigd op de High Tech Campus

in Eindhoven, is een samenwerkingsverband

tussen Brabant Water, Waterschap de Dommel,

TNO, Philips en KWR.

HeliXeR creëert binnen de thema’s Waterenleef-

stijlen Waterenleefomgeving business opportu-

nities vanuit behoeftes en de belevingswereld

van eindgebruikers.

De deelnemende partijen hebben een mede-

werker beschikbaar gesteld, samen vormen zij

het HeliXeR-kernteam, onder leiding van de

van Philips afkomstige Ad Leenaars.

Irene Vloerbergh van KWR: “Wij signaleren

behoeftes in de markt en bekijken hoe we daar

op innovatieve wijze invulling aan kunnen

geven. De combinatie van de diverse kernteam-

leden en hun moederorganisaties (de HeliXeR-

partners) maakt ‘unusual business’ mogelijk;

business die voor de afzonderlijke partners niet

voor de hand ligt.”

Voorbeeldcases zijn de ‘coli-case’ en ‘functio-

neel water’. Voor de coli-case is een assessment

gedaan van een innovatieve, eenvoudige,

snelle methode om E.coli-bacteriën in (drink)

water op te sporen voor ontwikkelingslanden.

De waterbedrijven Brabant Water en Vitens

en de combinatie TNO-Deltares hebben deze

business case gekocht. Elke partij levert daar-

naast een bijdrage in de vorm van kennis en

capaciteit. Voor de case Functioneelwater wordt

momenteel onderzocht welke behoeften er in

de verschillende markten leven. Zieookwww.

helixer.nl.

i Irene Vloerbergh,

[email protected]

Holland Climate House

in Kopenhagen

Op initiatief van het FES programma Kennis

voorKlimaat richtte Nederland het Holland

Climate House in tijdens de Conference of

Parties (CoP15) die december 2009 in Kopen-

hagen plaatsvond. In het Holland Climate

House toonde Nederland wat het doet op het

gebied van mitigatie en adaptatie op het gebied

van klimaat en water. Gertjan Zwolsman van

KWR was inhoudelijk coördinator van een

Nederlands ‘side event’. Samen met drie Kennis

voorKlimaat- en WUR-medewerkers stelde hij

een programma samen met tal van presenta-

ties, discussies en ontmoetingen onder de titel

‘Science and experience in dealing with climate

change’.

De inhoudelijke bijdragen aan het side event

werden geleverd door onderzoeksinstituten,

ministeries, provincies, grote steden en water-

schappen. Vanuit KWR gaven Patrick Smeets

(Klimaat en gezondheid), Jan Hofman ( Klimaat

en stedelijk waterbeheer; Klimaat en zoetwa-

tervoorziening) en Matthijs Bonte (Opslag van

energie in bodem) een presentatie.

Gertjan Zwolsman: “Door de betrokkenheid

bij dit side event heeft KWR zijn intenties

op het gebied van klimaatonderzoek duide-

lijk gemaakt en positioneert het zich tussen

alle relevante kennisinstituten die zich met

klimaatverandering bezighouden.”

i Gertjan Zwolsman,

[email protected]

45

Page 45: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Kennis voor Klimaat

Het onderzoeksprogramma Kennis voor

Klimaat richt zich op kennisontwikkeling en de

toepassing van kennis om Nederland ‘climate

proof ’ te maken. Daarbij heeft het programma

de ambitie om de Nederlandse kwetsbaar-

heid om te zetten in een kans. Een kans om

Nederland klimaatbestendiger te maken en om

de bijbehorende kennis en ervaring te etaleren

ter versterking van het vestigingsklimaat en

de exportpositie op het gebied van water-

en deltatechnologie. Het onderzoek wordt

uitgevoerd in samenwerking met de regio’s

Rotterdam, Haaglanden, Schiphol, de Wadden-

zeeprovincies, partijen in de Zuidwestelijke

Delta en vele andere organisaties, zoals water-

schappen, gemeenten, landbouworganisaties

en natuurbeheerders. Zij hebben hun vragen in

het programma ingebracht en financieren mee.

Het totale onderzoekbudget kan oplopen tot

80 miljoen euro.

Kennisinstituten en onderzoeksgroepen zijn

gevraagd in consortiumverband een ‘pre-

proposal’ in te dienen voor één of meerdere

thema’s. KWR is vertegenwoordigd in vijf van

de in totaal acht winnende consortia. Maart

2010 start het onderzoek.

thema’s• Thema 2: Zoetwatervoorziening en water-

kwaliteit op nationaal en regionaal niveau

• Thema 3: Klimaatbestendige inrichting

landelijk gebied

• Thema 4: Klimaatbestendige inrichting

stedelijk gebied

• Thema 5: Infrastructuur en netwerken

• Thema 6: Verbetering klimaatprojecties en

modelinstrumentarium

i Gertjan Zwolsman,

[email protected]

KWR en RIVM: ETBE geen

bedreiging voor gezondheid

KWR en het Rijksinstituut voor Volksgezond-

heid en Milieu (RIVM) onderzochten in 2009

in opdracht van het ministerie van VROM of

het een probleem oplevert voor de drinkwa-

tervoorziening, dat steeds meer ethyl-tert-

butylether (ETBE) en methyl-tert-butylether

(MTBE) in het grond- en oppervlaktewater

komt. ETBE en MTBE worden als loodvervanger

aan benzine toegevoegd om te zorgen voor een

efficiëntere verbranding. Ze worden ook uit

bio-ethanol gemaakt en tellen in dat geval mee

als biobrandstof: volgens de Europese Richtlijn

Biobrandstoffen moeten vanaf 2010 alle brand-

stoffen voor minstens 5,75 % uit biobrandstof

bestaan.

Uit het onderzoek bleek dat het vóórkomen van

deze brandstoftoevoegingen in het Neder-

landse grondwater of oppervlaktewater geen

gezondheidsbedreiging vormt voor de drinkwa-

terwinning. Vergeleken met andere chemica-

liën zijn MTBE en vooral ETBE echter al bij lage

concentraties te ruiken en te proeven. Beide

verbindingen verplaatsen zich gemakkelijk

en breken niet snel af. Waterbedrijven zullen

zich vanwege smaak en geur dus wel moeten

inspannen om aanwezigheid van deze stoffen

in drinkwater te vermijden. Mede op basis van

dit onderzoek heeft het ministerie van VROM

een richtlijn uitgebracht over de toelaatbaar-

heid van ETBE en MTBE in waterwingebieden.

i Annemarie van Wezel,

[email protected]

Kennisinstituut KWR neemt mede namens

het onderzoeksprogramma BTO deel in TTIW

Wetsus, het nationale Technologisch Topin-

stituut Watertechnologie. TTIW Wetsus is

een multidisciplinair samenwerkingsver-

band tussen Nederlandse kennispartners en

commerciële marktpartijen, met een sterk

accent op scheidings- en biotechnologie. Het

TTIW-programma richt zich vooral op proofof

principle van innovatieve doorbraaktechnolo-

gieën voor (commerciële) toepassing op lange

termijn; partijen uit de praktijk brengen de

technologie vervolgens naar de markt.

KWR, TTIW en BTO werken samen aan twaalf

onderzoeksprojecten, verdeeld over de TTIW-

programmatafels GeavanceerdeSchoonwa-

tertechnologie, Sensoring, Waterdistributie en

InteractieNatuurlijkeSystemen; de betrokken

BTO-programma’s zijn ChemischeWaterkwaliteit,

Waterbehandeling, Waterdistributie en Risico-

beheerbronnen. Begin 2009 waren voor deze

samenwerking drie promovendi aan het werk

in vierjarige onderzoekstrajecten (op onder-

zoek naar respectievelijk chemische putver-

stopping, een toxiciteitsensor gebaseerd op

lichtgevende bacteriën en computational fluid

dynamics voor ontwerp van UV-reactoren).

In 2009 zijn nog vier nieuwe promovendi

gestart, zij doen onderzoek naar conditiebepa-

ling van het leidingnet, duurzame systemen

voor berging van water, hydrologische en

temperatuureffecten van toepassing van bode-

menergiesystemen en Zero Liquid Discharge.

Zie ook www.wetsus.nl.

i Jos Boere, [email protected] en

Gerard van den Berg, [email protected]

TTIW Wetsus – Topinstituut voor

duurzame watertechnologie

KWR 200946

Page 46: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

UCAD - Utrecht Centrum voor

Aarde en Duurzaamheid

Het Utrecht Centrum voor Aarde en Duur-

zaamheid (UCAD) is een samenwerkingsver-

band tussen de Universiteit Utrecht, TNO,

KNMI, Deltares en KWR. Samen bundelen zij

kennis die kan bijdragen aan een duurzame

maatschappelijke ontwikkeling en zullen zij

projecten initiëren op het brede terrein van

Aarde en Duurzaamheid. In UCAD-verband

wordt aan de Universiteit Utrecht, samen met

betrokken partijen en instituten, onderzoek

uitgevoerd naar onderling samenhangende

veranderingsprocessen op mondiale en regi-

onale schaal. Hierbij gaat het om zowel de

fysieke staat van onze aarde (klimaat, ecosy-

steem) als om socio-economische factoren die

leiden tot (over)exploitatie van grondstoffen,

milieu en ruimte. Het onderzoek wordt geïniti-

eerd door een kleine Denktank Duurzaamheid

waarin onder meer ex-bewindvoerder van de

Wereldbank Herman Wijffels zitting heeft. Het

UCAD is december 2009 gestart.

Zie ook www.ucad.nl

i Wim van Vierssen,

[email protected]

Waterschappen, provincies en

ander overheden

KWR verzorgt onderzoeksprojecten voor

diverse waterschappen en hun onderzoeksor-

ganisatie STOWA, maar ook voor provincies,

ministeries en andere overheden. Het gaat dan

onder meer om toekomstverkenningen, voor-

bereiding op klimaatverandering en onderzoek

naar water & energie, Legionella in koeltorens,

tijdreeksmodellen voor grondwater, ecohydro-

logische voorspellingsmodellen voor vegetatie

en natuur, nieuwe methoden van afvalwater-

verwerking en conditiebepaling van leidingen.

Voor het ministerie van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) werkt

KWR bijvoorbeeld aan een ‘handreiking beleid

ondergrond’. Die moet uitvoerende overheden

zoals provincies en gemeenten handvaten

geven om het gebruik van de ondergrond te

reguleren en conflicterende ondergrondse

belangen af te wegen. De handreiking gaat

specifiek in op de toepassing van bodem-

energie. Overheden en bedrijfsleven zien deze

techniek als belangrijke pijler van het lande-

lijke beleid om een duurzame energievoorzie-

ning te realiseren in de bebouwde omgeving.

De laatste jaren groeit het aantal systemen

dan ook explosief: tien jaar geleden zaten er

circa honderd warmte-koudeopslagsystemen

in de ondergrond, in 2009 waren dat er al meer

dan duizend. Aan de orde komen bestuurlijke

en juridische aspecten rond bodemenergie,

registratie van ondergronds ruimtegebruik en

de ordening van ondergronds ruimtegebruik.

Het project wordt uitgevoerd in samenwerking

met het centrum voor omgevingsrecht van

de Universiteit Utrecht en sluit goed aan bij

lopend onderzoek binnen KWR, zoals BTO- en

TTIW-onderzoek naar de interactie tussen

bodemenergie en drinkwaterwinning.

i Matthijs Bonte,

[email protected]

47

Page 47: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

De toepassing van warmte-koudeopslag

neemt een enorme vlucht. Gezien de noodzaak

om het gebruik van fossiele brandstoffen te

verminderen is dat een positieve ontwikkeling.

Toch bekijken de drinkwaterbedrijven de snelle

groei met enige zorg. Ze vrezen dat deze bodem-

energiesystemen een negatief effect hebben op

de kwaliteit van het grondwater. Samen met het

RIVM en de VU onderzoekt KWR of dat zo is.

“Dat warmte-koudeopslagsystemen populair

zijn is niet vreemd”, zegt hydroloog Matthijs

Bonte van KWR. “Ze zorgen voor een forse

energiebesparing, werken goed en verdienen

zich ook nog eens vrij snel terug. Er lijkt dus

eindelijk een duurzame oplossing te zijn voor

het verwarmen en koelen van gebouwen zonder

nadelen. Maar is dat ook echt zo? De waterbe-

drijven willen bijvoorbeeld weten welke effecten

de grootschalige toepassing van warmte-

koudeopslag heeft op het grondwatersysteem.”

Open systemen“Begin 2009 zijn wij hiernaar onderzoek gaan

doen. We richten ons specifiek op de zogeheten

open systemen, waarbij grote hoeveelheden

grondwater via een bovengrondse warmtewis-

selaar worden rondgepompt tussen een warme

en een koude bron. Deze bronnen bevinden zich

in de watervoerende lagen, waaruit de waterbe-

drijven grondwater onttrekken voor de drink-

waterbereiding. Beïnvloeding is dan ook niet

ondenkbaar.”

Vermengen“We kijken naar diverse effecten die kunnen

optreden. Zo gaan we na of de grondwater-

stroming door warmte-koudeopslagsystemen

verandert. Ook onderzoeken we hoe groot het

risico is dat verschillende kwaliteiten grond-

water met elkaar vermengen of dat verontrei-

nigingen uit de ondiepe ondergrond door het

heen en weer pompen in een diepere watervoe-

rende laag terechtkomen. Verder onderzoeken

we het effect van warmte-koudeopslag op de

grondwatertemperatuur.”

Veldmetingen“Tot nu toe hebben we vooral de mogelijke risi-

co’s in kaart gebracht. Om inzicht te krijgen in

de werkelijke effecten, willen we bij een aantal

warmte-koudeopslagsystemen veldmetingen

gaan doen. Zelf hoop ik eerlijk gezegd dat de

effecten op het grondwatersysteem meevallen,

omdat warmte-koudeopslag een goede optie

is voor het verduurzamen van onze energie-

voorziening. Blijken de effecten echter nadelig

voor de grondwaterkwaliteit, dan zal dit soort

systemen moeten worden geweerd in de omge-

ving van grondwaterbeschermingsgebieden.”

We willen duurzame energie én veilig grondwater

partners: Nederland

Matthijs Bonte: “Als er geen nadelige effecten op het grondwatersysteem zijn, is voor het

verduurzamen van de energievoorziening warmte-koudeopslag een goede optie.”

KWR 200948

Page 48: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

“Ik zoek het contact met mensen die net als

ik bezig zijn met de toekomst van de water-

sector. Mensen die daarbij verder kijken dan

hun eigen bedrijf. DWSI biedt me een netwerk

met zulke mensen én tegelijkertijd een interes-

sante blik over de muur bij andere sectoren

en bedrijven. Die kan ik goed gebruiken bij

mijn werk bij Aa en Maas, ik moet daar juist

de buitenwereld binnen brengen.” Michaël

Cornelisse is sinds voorjaar 2008 senior beleids-

adviseur, afdeling Integraal Beleid, bij Water-

schap Aa en Maas. Hij participeert namens zijn

waterschap in Dutch Water Sector Intelligence

of DWSI. KWR faciliteert dit platform voor geza-

menlijke horizonscanning voor en door de héle

Nederlandse watersector (zie ook p. 44).

trend alerts en denktanksessies“Maar DWSI biedt meer dan alleen een netwerk.

De trend alerts die DWSI geregeld uitbrengt,

helpen me om de ontwikkelingen in de

buitenwereld in de gaten te houden. En bij de

denktanksessies kunnen we niet alleen onze

ideeën delen met elkaar, maar ook toetsen aan

de inbreng van coryfeeën uit andere sectoren. Ik

vond het in 2009 bijvoorbeeld heel bijzonder om

de dwarse opinie van een gevestigd econoom

als Arnold Heertje persoonlijk te horen. Boven-

dien deelde hij een prikkel uit die

de watersector goed kan gebruiken. Heertje

vindt dat de kredietcrisis vooral het gevolg is

van het feit dat banken niet meer de moeite

namen naar hun klanten te luisteren – dus zijn

vraag aan ons was: hoe zijn jullie bezig met

jullie klanten? Een heel terechte vraag, zeker

aan de waterschappen die hun werk doen

op afstand van de klant. Bijvoorbeeld bij het

zuiveren van het afvalwater, dat grotendeels

door gemeenten wordt ingezameld. We kunnen

ons niet adequaat op de toekomst voorbereiden

zónder ons in te leven in de klant. De informatie

die ik via DWSI krijg, helpt om een omslag in

het denken binnen Aa en Maas te stimuleren.

Twee essentiële onderdelen in onze bedrijfsstra-

tegie zijn externe gerichtheid en innovatie, om

flexibel in te kunnen spelen op de eisen die de

samenleving en de markt stellen met betrek-

king tot duurzaam waterbeheer. Aa en Maas ziet

hierbij DWSI als één van zijn kennispartners.“

zelf nadenkenCornelisse is zeer betrokken bij DWSI. Hij is in

2009 lid geworden van het kernteam dat de

strategie van DWSI bepaalt.“We willen een echte

denktank vormen, waarbinnen alle partijen in

de waterketen zelf nadenken over hun toekomst

– dat moet je toch niet aan adviesbureaus

overlaten. Bijzonder vind ik dat binnen DWSI

directeuren, beleidsmedewerkers en afdelings-

hoofden op voet van gelijkheid ideeën uitwis-

selen: de hiërarchie valt weg.” Jos Frijns, senior

scientific researcher Kennis- en Programmama-

nagement bij KWR en betrokken bij de uitvoe-

ring van DWSI: “Dat hoort bij het belangrijkste

gereedschap van DWSI: sociaal leren. Leren doe

je niet reactief, maar in een dialoog met elkaar,

waarbij je bovendien alle aannames vooraf en –

al dan niet verborgen – agenda’s op tafel gooit.

De watersector staat voor uitdagingen die we

alleen in dialoog goed kunnen oplossen.”

Zélf denken over de toekomst – in dialoog met partners in de watersector

partners: Nederland

Jos Frijns (l): “Leren doe je niet reactief,

maar in een dialoog met elkaar.”

Michaël Cornelisse (r): “Alle partijen in de waterketen

moeten zelf nadenken over hun toekomst – dat

moet je niet aan ingenieursbureaus overlaten.”

49

Page 49: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

In de afgelopen jaren heeft Theo veel tijd en

energie gestoken in internationalisering van onder-

zoek, onder meer als initiator en coördinator van

het EU Integrated Project TECHNEAU. “Ik vind het

boeiend nieuwe mensen te ontmoeten en kennis te

maken met andere culturen, maar vooral om mensen

samen te brengen en te werken aan een gezamenlijk

doel, ook al is dat in het begin nog maar een stip op

de horizon. Een gezamenlijke Europese onderzoeks-

aanpak was eerst zo’n stipje, maar heeft intussen

een stevige vorm gekregen. Dat is goed, want ik ben

ervan overtuigd dat de oplossingen voor vraag-

stukken als klimaatverandering, verstedelijking en

verouderende installaties een Europees georganiseerd

kennisveld vergen. Daarnaast is het belangrijk dat de

watersector met één stem gaat spreken richting de

Europese Unie.”

Unieke situatie“Van een gezamenlijke aanpak was tot voor kort

nauwelijks sprake”, vervolgt Van den Hoven. “Het

Europese wateronderzoek is heel gefragmenteerd en

kent nog veel dubbelingen. Verder valt op dat het vaak

regionaal is georganiseerd, waarbij waterbedrijven

alleen onderzoeksbanden hebben met een univer-

siteit in hun regio. Wat dat betreft is de situatie in

Nederland met het BTO uniek. Zo sta je garant voor

wetenschappelijke kwaliteit én kennis die toepas-

baar en afgestemd is op de behoeften in de praktijk.”

Overigens zie je in steeds meer landen initiatieven

om tot BTO-constructen te komen, zoals in Spanje en

heel recent ook in Engeland, waar met de privatise-

ring van de watersector in de jaren 80 het gezamen-

lijke bedrijfstakonderzoek is verdwenen en nu weer

terugkomt.”

Bruginstituut“Door jarenlang met diverse buitenlandse partners

samen te werken, bijvoorbeeld aan korte en lang-

durigere Europese onderzoeksprojecten, hebben we

een basis gecreëerd voor een sterker, permanenter

samenwerkingsverband. Daarvoor zijn we met

diverse ons vertrouwde en toonaangevende Europese

onderzoeksinstituten gaan praten. Met vijf instituten

gaan we in nauw overleg met de waterbedrijven

onderzoeksthema’s vaststellen, zodat de ontwikkelde

kennis straks ook echt aansluit op de vragen van

de bedrijven. De onderzoeksprojecten voeren we in

samenwerking uit. De vijf instituten uit Noorwegen,

Portugal, Spanje, Duitsland en Nederland zijn

Europa is rijp voor een BTO-aanpak

partners: Europa

Dat stelt Theo van den Hoven. Samen met vier buitenlandse partners zet KWR een Europese

onderzoeksorganisatie voor de watercyclus op. Dit samenwerkingsverband slaat – net als KWR

in Nederland – een brug tussen het wetenschapssysteem en de praktijk van de waterbedrijven

en beleidsmakers. Prioriteit: zorgen dat onderzoeksresultaten ook ‘landen’ in de praktijk.

Vijf Europese partners:

Cetaqua (Barcelona,spanje), iWW (Muelheim, duitsland),

kWr Watercycle research institute (nieuwegein, nederland),

LneC (Lissabon, portugal) en ntnU/sinteF (trondheim, noorwegen).

•Lissabon

•Trontheim

•Barcelona

•Muelheim•Nieuwegein

KWR 200950

Page 50: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

afkomstig uit alle Europese klimaatzones en

bestrijken gezamenlijk de hele waterketen.“

Vergroenen en verduurzamen“Op dit moment werken we de organisatie en het

inhoudelijke programma uit. Waarschijnlijk gaan

we beginnen met vragen rond stedelijk waterbeheer.

Hoe kunnen we bijvoorbeeld stedelijke waterketens

vergroenen en verduurzamen? En wat zijn slimme

manieren om de waterketen te regelen op grote lucht-

havens - die je kunt beschouwen als drukke steden?”

“Het is heel inspirerend om met zulke enthousiaste

partners te werken aan een BTO-aanpak op Europees

niveau. We hebben een goede basis. Omdat deze

aanpak alleen werkt als er vertrouwen is tussen de

onderzoeksinstellingen en de eindgebruikers, moeten

we ons instellen op een lange adem en de tijd nemen

om dat vertrouwen uit te breiden. Ik ben ervan over-

tuigd dat deze aanpak resultaten gaat opleveren, ook

voor de Nederlandse waterbedrijven en andere part-

ners in de watersector: via dit samenwerkingsver-

band krijgen zij de beschikking over de beste kennis

die in Europa beschikbaar is.”

Europa is rijp voor een BTO-aanpak

theo van den hoven: “De oplossingen voor vraagstukken als klimaat-verandering, verstedelijking en verouderende installaties vergen een Europees georganiseerd kennisveld.”

51

Page 51: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Binnen de Global Water Research Coalition

GWRC werken veertien (drink)waterkennisin-

stituten samen. KWR is een van deze insti-

tuten, evenals de Stichting Toegepast Onder-

zoek Waterbeheer (STOWA). De GWRC-leden

stemmen onder meer hun onderzoeksagenda’s

met elkaar af en doen gezamenlijk onderzoek.

energie en waterKWR is binnen GWRC onder meer betrokken

bij het onderzoeksprogramma naar energie

en water, dat zich onder meer richt op het

wereldwijd verzamelen van bestpractices op

het gebied van efficiënt ontwerp en efficiënte

bedrijfsvoering van waterbedrijfsmiddelen in

de industrie. Waterbedrijven en afvalwaterver-

werkers hebben te maken met stijgende ener-

giekosten: niet alleen door stijgende prijzen,

maar ook omdat regelgeving met betrekking

tot de waterkwaliteit de inzet van nieuwe,

energie-intensieve technieken noodzakelijk

maakt. Daarnaast wordt ook de watersector

geconfronteerd met de gevolgen van klimaat-

verandering en de noodzaak die effecten te

bestrijden door ook zelf minder energie te

gebruiken en broeikasgassen uit te stoten. Met

GWRC-partners UKWIR en STOWA heeft KWR

zeventig Europese case studies verzameld die

de mogelijkheden illustreren voor energiebe-

sparing in alle delen van de watercyclus, die

zullen bijdragen aan de bestpractices.

Daarnaast ontwikkelt KWR een projectvoor-

stel voor onderzoek naar hormoonactiviteit

in oppervlaktewater en heeft het meegewerkt

aan een stateofthescience-document over

farmaceutica in watersystemen, inclusief een

prioritering voor toekomstig onderzoek. Dit

document dient onder meer ter ondersteuning

van de communicatie van waterbedrijven.

Zie ook www.globalwaterresearchcoalition.net.

i Theo van den Hoven,

[email protected]

PREPARED

KWR heeft in 2009 voorbereidingen ge-

troffen voor het Europese onderzoeksproject

PREPARED. Veel vooraanstaande Europese

instituten op het gebied van water, afvalwater

en drinkwater zijn partners in dit project,

waaronder LNEC (Portugal), SINTEF (Noor-

wegen), IWW (Duitsland) en CETaqua (Spanje).

Zij gaan innovatieve adaptieve technologieën en

oplossingen ontwikkelen waarmee drinkwater-

productie en (afval) waterzuivering in stede-

lijke omgeving climateproof kunnen worden

gemaakt, onder andere via Water Cycle Safety

Plans. Belangrijk onderdeel is de ontwikkeling en

toepassing van instrumenten om deze verande-

ring ook werkelijk succesvol tot stand te brengen.

De aanpak van PREPARED is in dié zin uniek, dat

de eindgebruikers een centrale rol hebben. In het

voortraject worden onderzoeksactiviteiten al

gedefinieerd in overleg met de eindgebruikers.

Tijdens de uitvoering vinden demonstratie-

projecten plaats op locatie. Eindgebruikers

en kennisinstituten werken nauw samen met

elkaar in deelprojecten. KWR werkt samen met

een consortium bestaande uit BTO-deelnemers,

de Gemeente Eindhoven, Waterschap De

Dommel en waterbedrijf Brabant Water.

De Europese Commissie heeft op 29 januari 2010

een handtekening gezet onder het contract met

KWR. PREPARED heeft een doorlooptijd van vier

jaar en een budget van ruim 10 miljoen euro,

waarvan 7 miljoen euro subsidie vanuit Brussel.

KWR is als coördinator eindverantwoordelijk

voor de uitvoering van PREPARED. De dagelijkse

aansturing van de diverse projectonderdelen

wordt gedeeld met Danish Hydraulic Institute

(DHI) en Kompetenzzentrum Wasser Berlin (KWB).

i Adriana Hulsmann,

[email protected]

Internationale samenwerking

GWRC – een krachtig internationaal netwerk

van waterkennisinstituten

KWR 200952

Page 52: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

SOCOPSE – lozing van

prioritaire stoffen vermijden

Om de kwaliteit van het Europese grond- en

oppervlaktewater in 2015 op orde te hebben,

is in 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water

(KRW) ingesteld. Daarbij hoort een lijst met

prioritaire stoffen, die een groot risico vormen

in en via het watermilieu. Binnen het Europese

onderzoeksproject Source Control of Priority

Substances in Europe (SOCOPSE) is tussen

2006 en 2009 een beslissingsondersteunend

model ontwikkeld voor waterkwaliteitsbeheer-

ders en industrieën. Met dit model kunnen zij

eenvoudiger beslissingen nemen over de maat-

regelen die nodig zijn om lozing van prioritaire

stoffen te voorkomen en kiezen tussen bronge-

richte en endofpipe-oplossingen. Het model is

ontwikkeld door 11 partners uit 9 deelnemende

landen, waaronder KWR en TNO in Nederland.

KWR heeft in de zomer van 2009 een afslui-

tende conferentie georganiseerd in Maastricht,

samen met de ‘trekker’ van SOCOPSE, het

Zweedse milieuonderzoeksinstituut IVL. DG

Environment heeft hier onder meer een policy

update over prioritaire stoffen gepresenteerd.

Zie ook www.socopse.eu.

Het EU Integrated Project TECHNEAU is het

grootste Europese drinkwateronderzoekspro-

ject. KWR is coördinator van TECHNEAU dat

loopt van 2006 tot 2011 met een budget van

19 miljoen euro. Het verbindt circa 150 weten-

schappers van 30 leidende onderzoeksinsti-

tuten met elkaar en met ruim 25 eindgebruikers

zoals waterbedrijven, in 15 landen. Doelstelling

is de drinkwatersector in Europa en daarbuiten

de middelen te geven om veilig drinkwater

te (blijven) realiseren, ondanks de moeilijke

condities waaronder de sector wereldwijd

moet opereren.

De general assembly van TECHNEAU kwam

van 28 tot 30 januari 2009 bijeen in Berlijn.

De consortiumpartners en de reviewers

(vertegenwoordigers van de Europese

commissie) bespraken de gerapporteerde

voortgang. TECHNEAU heeft inmiddels ruim

200 concrete producten opgeleverd, variërend

van marktklare producten tot rapporten en

wetenschappelijke artikelen in peer reviewed

tijdschriften. Een deel van deze resultaten

wordt inmiddels bij diverse waterbedrijven in

Europa en Nederland gevalideerd en geïmple-

menteerd. Dit laatste is een grote meerwaarde

van het project. Veel Europees gefinancierd

onderzoek leidt in tegenstelling tot TECHNEAU

niet of nauwelijks tot toepassing in de praktijk.

Deze bijeenkomst vormde een opmaat naar

de TECHNEAU conferentie Safedrinkingwater

fromsourcetotap–stateoftheart&perspectives,

die van17 tot 19 juni 2009 werd gehouden in

Maastricht. Tijdens deze conferentie werden

de al bereikte resultaten voor een breed publiek

toegankelijk gemaakt, ondermeer via een video

van de case studies bij diverse waterbedrijven

in Europa (te zien op www.techneau.eu).

i Theo van den Hoven,

[email protected]

EU research programme TECHNEAU

presents results

53

Page 53: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

KWR is bestuurslid van WSSTP dat 56 leden

in 27 landen heeft: bedrijven, universiteiten,

onderzoeksinstituten, beleidsmakers en

waterbedrijven. WSSTP heeft in 2009 drie

strategictaskforces opgericht op de gebieden

van Klimaatverandering, Kunstmatigeinfiltratie en

Sensorenenmonitoring. Ook is het een wegbe-

reider geweest voor het eerder genoemde

PREPARED. Naast het opstellen van de Strate-

gische Research Agenda verzorgt WSSTP zes

pilots voor belangrijke waterproblemen waar

Europa mee te maken heeft of krijgt:

6 pilots1. mitigatie van watertekorten in

kustzones;

2. aanpak van aangetaste waterzones

(grond- en oppervlaktewater)

3. proactief management tegen

natuurrampen en overstromingen;

4. duurzaam watermanagement

in grootstedelijke gebieden;

5. duurzaam watermanagement

in de landbouw;

6. duurzaam watermanagement

in de industrie.

Dit platform is in 2004isinopdracht van de EU

het Water Supply and Sanitation Technology

Platform WSSTP ingesteld. Doel van WSSTP is

invulling geven aan de Europese onderzoeks-

agenda op het gebied van water, onder meer

om richting te geven aan het onderzoek binnen

Europese kaderprogramma’s.

Zie ook www.wsstp.eu.

i Theo van den Hoven,

[email protected]

CEO-conferentie Extremen

inEuropa

KWR organiseerde in 2009 de tweejaarlijkse

CEO-conferentie voor de watersector, met als

thema ExtremeninEuropa. Van 11 tot en met 16

oktober vertelden vertegenwoordigers van

waterbedrijven en kennisinstituten uit Spanje,

Portugal, Duitsland, Noorwegen, Letland,

België en Nederland elkaar wat er in hun land

speelt op het gebied van drink- en afvalwater

en welke trends zij voor de komende jaren

voorzien.

De kick-off van de conferentie vond plaats in

Maastricht. In de dagen daarna deed het gezel-

schap verschillende Europese steden aan, waar

diverse projecten werden bezocht. In het Duitse

Roetgen (bij Aken) bezochten de deelnemers de

grootste Europese ultrafiltratiefabriek. In Barce-

lona werd de ontzoutingsinstallatie aan de kust

bezocht, die juli 2009 in gebruik is genomen. In

Granada bekeek het gezelschap zonne-

energiefabriek Andasol. De laatste dag stond in

het teken van het seminar Partneringinadiverse

Europe. Collega’s uit Letland, Noorwegen,

Nederland, Duitsland, Spanje en Portugal

belichtten elk vanuit hun perspectief de uit-

dagingen voor de watercyclus en benoemden

kansen voor Europese samenwerking.

Voor KWR en de participanten in het Bedrijfs-

takonderzoek betekent deze samenwerking

een eerste stap naar structurele samenwer-

king in een Europees (virtueel) watercyclus

onderzoeksinstituut. Deze samenwerking

biedt mogelijkheden voor (meer) gezamenlijk

onderzoek en uitwisselingen binnen het

Europese netwerk.

i Theo van den Hoven,

[email protected]

WSSTP - Water Supply and Sanita-

tion Technology Platform WSSTP

DeCEO’sbezoekendeAndasolpowerplantinGranada,Spanje

KWR 200954

Page 54: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Europees onderzoeksinstituut

watercyclus van start

KWR en het Spaanse watertechnologische

instituut CETaqua ondertekenden op 15 oktober

2009 een overeenkomst als startsein voor

een samenwerkingverband op het gebied van

onderzoek voor de watercyclus. Begin 2010

tekenden ook mede-initiatiefnemers LNEC

(Portugal), Sintef/NTNU (Noorwegen) en IWW

(Duitsland) deze overeenkomst.

De overeenkomst is een vervolg op de succes-

volle samenwerking van de initiatiefnemers in

diverse Europese projecten en netwerken zoals

TECHNEAU en WSSTP. Door de samenwerking

wordt het Europese watercyclusonderzoek

innovatiever en efficiënter en meer gericht op

de grote uitdagingen waarvoor de waterketen-

spelers in de betrokken landen staan.

De samenwerking onderscheidt zich van

bestaande Europese netwerken doordat een

brug wordt geslagen tussen het wetenschap-

systeem en de praktijk van de waterbedrijven

en beleidsmakers. Een intensievere samen-

werking tussen clusters van waterbedrijven en

vooraanstaande wetenschappelijke instel-

lingen biedt de Europese watersector de

mogelijkheid beter in te spelen op uitdagingen

zoals veranderingen in klimaat en demografie

en op de noodzaak om tot meer duurzame

oplossingen te komen. Bovendien ontstaat

een betere koppeling met energie en andere

sectoren.

De partners werken in 2010 in overleg met de

eigen universiteiten en waterbedrijven eerst

een portfolio uit met de meest kansrijke en

urgente thema’s voor gezamenlijk onderzoek,

daarna start de uitvoering.

i Theo van den Hoven,

[email protected]

WimvanVierssen(l)–directeurvanKWR–

enCarlosCampos(r)–directeurvanCentrode

TechnológicadelAgua(Cetaqua)ondertekenen

desamenwerkingsovereenkomsttenbehoevevan

hetEuropesewatercyclusonderzoeksinstituut

55

Page 55: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

KWR 200956

Page 56: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

57

Page 57: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Artikelen peer-reviewed tijdschriften

1. Bakker, M. & V.a. kelson, Writing

analytic element programs in

Python. Ground Water Vol. 47, No. 6

(2009), p. 828 – 834.

2. Bakker, M. & J.L. nieber,

Damping of sinusoidal surface

flux fluctuations with soil depth.

Vadose Zone Journal, 8(1) (2009),

p. 119-126.

3. Beek, C.G.e.M. van, r. Breedveld &

p.J. stuyfzand, Preventing two types

of well clogging. Journal AWWA, 101

(4) (2009), p.125-134.

4. Beek, C.G.e.M. van, r.J.M.

Breedveld, M. Juhàsz-holterman,

a. Oosterhof & p.J. stuyfzand,

Cause and prevention of well

bore clogging by particles.

Hydrogeology Journal 17 (2009),

p. 1877-1886.

5. Boersma, M., C. Becker, a.M.

Malzahn & s. Vernooij, Food chain

effects of nutrient limitation in

primary producers. Marine and

Freshwater Research, 60 (2009),

p.983–989.

6. Buamah, r., B. petrusevski, d. de

ridder, t. s. C. M. van de Wetering

& J. C. schippers, Manganese

removal in groundwater treatment:

practice, problems and probable

solutions. Water Science &

Technology: Water Supply—WSTWS

9.1 (2009), p. 89-98.

7. Cornelissen, e.r., e.F. Beerendonk,

M.n. nederlof, J.p. van der hoek,

L.p. Wessels, Fluidized ion exchange

(FIX) to control NOM fouling in

ultrafiltration. Desalination 236

(2009), p. 334-341

8. Cornelissen, e.r., L. rebour,

d van der kooij & L.p. Wessels,

Optimization of air/water cleaning

(AWC) in spiral wound elements.

Desalination, 236 (2009), p. 266-272.

9. ridder, d.J. de, M. McConville,

a.r.d. Verliefde, L.t.J. van der aa,

s.G.J. heijman, J.Q.J.C. Verberk,

L.C. rietveld & J.C. van dijk,

Development of a predictive model

to determine micropollutant

removal using granular activated

carbon. Drinking Water Engi-

neering & Science Discussions,

2 (2009), p. 189-204.

10. Voogt, p. de, F. sacher, M-L.

Janex-habibi, L.M. puijker & M.

Mons, Development of a common

priority list of pharmaceuticals

relevant for the water cycle, Water

Science Technology 59:1 (2009),

p. 39-46.

11. eltzov, e., r.s. Marks, s. Voost,

B.a. Wullings & M.B. heringa,

Flow-through real time bacterial

biosensor for toxic compounds in

water. Sensors and Actuators, B:

Chemical 142 (2009), p. 11-18.

12. heijman, s.G.J., h. Guo, s. Li,

J.C. van dijk & L.p. Wessels, Zero

liquid discharge: Heading for 99%

recovery in nanofiltration and

reverse osmosis. Desalination 236

(2009), p. 357–362.

13. heijnen, L. & G.J. Medema, Method

for rapid detection of viable

Escherichia coli in water using

real-time NASBA. Water Research,

43 (2009), p. 3124-3132.

14. hijnen, W.a.M., d. Biraud, e.r.

Cornelissen & d. van der kooij,

Threshold concentration of

easily assimilable organic carbon

in feedwater for biofouling of

spiral-wound membranes.

Environ. Sci. Techn. 43 (2009),

p. 2490-2495.

15. hijnen, W.a.M., Elimination

of micro-organisms in water

treatment. PhD Thesis, University

Utrecht (2009).

16. hijnen, W.a.M., C.h.W. Blokker-

koopmans, L. heijnen & G.J.

Medema, Survival of Clostridium

spores in river water and in sand

from a slow sand filter. Water

Science & Technology: Water

Supply, 9.6 (2009), p. 681-688.

17. hijnen, W.a.M., d. Biraud,

e.r. Cornelissen & d.van der

kooij, Treshold concentration

of easily assimilable organic

carbon in feedwater for biofouling

of spiral-wound membranes.

Environmental Science &

Technology, 43 (2009), 13,

p. 4890-4895.

18. hogenboom a.C., J.a. van Leerdam

& p. de Voogt, Accurate mass

screening and identification

of emerging contaminants in

environmental samples by liquid

chromatography-LTQ FT Orbitrap

mass spectrometry. J Chromatogr.

A 1216 (2009), p. 510-519.

19. izydorczyk, k., C. Carpentier, J.

Mrówczynski, a. Wagenvoort,

t. Jurczak & M. tarczynska,

Establishment of an Alert Level

Framework for cyanobacteria

in drinking water resources by

using the Algae Online Analyser

for monitoring cyanobacterial

chlorophyll a. Water Research,

43 (2009), p. 989-996.

20. Johansson n., d. Benford, a. Carere,

J. de Boer, e. dellatte, p. de Voogt,

a. di domenico, C.W. heppner, G.

schoeters, & d. schrenk, EFSA’s risk

assessment on PFOS and PFOA

in the food. Toxicol. Lett. 189-S1

(2009), p. S42–S42.

21. kjellberg, s., a. Jayaratne, e.

Cadan, n. sukumaran, J. Vreeburg

& J.Q.J.C. Verberk, The resuspension

potential method: Yarra Valley

Water’s novel approach to routine

mains cleaning. Water Science and

Technology: Water Supply, 9(5)

(2009), p. 549-556.

22. Li, s., s.G.J. heijman, J.Q.J.C. Verberk

& J.C. van dijk, An innovative

treatment concept for future

drinking water production:

fluidized ion exchange –

ultrafiltration – nanofiltration

– granular activated carbon

filtration. Drinking Water

Engineering and Science 1 (2009),

p. 41–47.

23. Li, s., s.G.J. heijman, J.Q.J.C.

Verberk, a.r.d. Verliefde,

a.J.B. kemperman, J.C. van dijk &

G. amy, Impact of backwash water

composition on ultrafiltration

fouling control. Journal of

Membrane Science 344 (2009),

p. 17–25.

24. Magic-knezev, a., B.a. Wullings &

d. van der kooij, Polaromonas and

Hydrogenophaga species are the

predominant bacteria cultured

from granular activated carbon

filters in water treatment. Journal

of Applied Microbiology, 107 (2009),

p. 1457-1467.

25. Medema, G.J. & p.W.M.h. smeets,

Quantitative risk assessment in

the Water Safety Plan: case studies

from drinking water practice.

Water Science & Technology: Water

Supply, 9.2 (2009), p. 127-132.

26. Mendizabal, i. & p.J. stuyfzand,

Guidelines for interpreting

hydrochemical patterns in data

from public supply well fields

and their value for natural

background groundwater

quality determination. Journal of

Hydrology 379 (2009), p. 151-163.

27. Ordoñez, J.C., p.M. van Bodegom,

J.p.M. Witte, i.J. Wright, p.B.

reich, r. aerts, A global study of

relationships between leaf traits,

climate and soil measures of

Publicaties

KWR 200958

Page 58: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

nutrient fertility. Global ecology

and Biogeography 18 (2009),

p. 137-149.

28. Qin, J.J., M.h. Oo, G. tao, e.r.

Cornelissen, C.J. ruiken, k.F. de

korte, L.p. Wessels & k.a. kekre,

Optimization of Operating

Conditions in Forward Osmosis for

Osmotic Membrane Bioreactor.

The Open Chemical Engineering

Journal, 3 (2009), p. 27-32.

29. smeets, p.W.M.h., G.J. Medema

& J.C. van dijk, The Dutch secret:

how to provide safe drinking

water without chlorine in the

Netherlands. Drinking Water

Engineering and Science, 2 (2009),

p. 1-14.

30. Valster, r.M., B.a. Wullings, G.

Bakker, h. smidt & d. van der

kooij, Free-living protozoa in

two unchlorinated drinking

water supplies, identified by

phylogenic analysis of 18S rRna

gene sequences. Applied and

environmental microbiology, 75, 14

(2009), p. 4736-4746.

31. kooij, d. van der, h.r. Veenendaal

& B.a. Wullings, Multiplication

of Legionella in tap water

installations. Antonie van

Leeuwenhoek, 95 (2009), suppl. 1,

p. 36-37.

32. Wielen, p.W.J.J. van der,

s. Voost & d. van der kooij,

Ammonia-oxidizing bacteria

and Archaea in groundwater

treatment and drinking water

distribution systems. Applied and

environmental microbiology, 75

(2009), 14, p. 4687-4695.

33. halem, d. van, h. van der Laan,

s.G.J. heijman, J.C. van dijk &

G.L. amy, Assessing the

sustainability of the silver-

impregnated ceramic pot filter for

low-cost household drinking water

treatment. Physics and Chemistry

of the Earth 34 (2009), p. 36–42.

34. Leerdam, J.a. van, a.C. hogenboom,

M.M.e. van der kooi & p. de Voogt,

Determination of 1H-benzotriazoles

and benzothiazoles in water

sample by solid-phase extraction

and liquid chromatography LTQ

FT Orbitrap mass spectrometry.

Intern. J. Mass Spectrom. 282

(2009), p. 99-107.

35. Wezel, a.p. van; L.M. puijker,

C. Vink, a. Versteegh & p. de Voogt,

Odour and flavour thresholds of

gasoline additives (MTBE, ETBE

and TAME) and their occurrence in

Dutch drinking water collection

areas. Chemosphere, 76 (2009),

p. 672-676.

36. Veling, e.J.M & C. Maas,

Strategy for solving

semi-analytically three-

dimensional transient flow in a

coupled N-layer system. J.Eng.

Math, 64 (2009)2, p.145-161.

37. Verberk, J. Q. J. C., J.h.G. Vreeburg,

L.C. rietveld & J. C. van dijk,

Particulate fingerprinting of water

quality in the distribution system.

Water SA, 35(2 Special WISA edition

2009), p. 192-199.

38. Verliefde, a.r.d., e.r. Cornelissen,

s.G.J. heijman, e.M.V. hoek, G.L.

amy, B. van der Bruggen & J.C. van

dijk, Influence of solute-membrane

affinity on rejection of uncharged

organic solutes by nanofiltration

membranes. Environmental

Science and Technology 43 (2009),

p. 2400-2406.

39. Verliefde, a.r.d., e.r. Cornelissen,

s.G.J. heijman, i. petrinic, t.

Luxbacher, G.L. amy, B. van

der Bruggen & J.C. van dijk,

Influence of membrane fouling

by (pretreated) surface water on

rejection of pharmaceutically

active compounds (PhACs) by

nanofiltration membranes. Journal

of Membrane Science 330 (2009),

(1-2), p. 90–103.

40. Verliefde, a.r.d., e.r. Cornelissen,

s.G.J. heijman, J.Q.J.C. Verberk,

G.L. amy, B. van der Bruggend,

J.C. van dijk, Construction

and validation of a full-scale

model for rejection of organic

micropollutants by NF membranes,

Journal of Membrane Science 339

(2009), (1-2), p. 10–20

41. Vreeburg, J. h. G., Blokker,

e. J. M., horst, p. & van dijk, J.

C., Velocity based self cleaning

residential drinking water

distribution systems, Water

Science and Technology, 9 (2009),

(6), p. 635-641.

42. Wilbers, G., G. zwolsman,

G. klaver & J. hendriks, Effects

of a drought period on physico-

chemical surface water quality in

a regional catchment area. Journal

of Environmental Monitoring,

11(2009), p. 1298-1302.

43. Worm, G. i. M., G. a. M. Mesman,

k. M. van schagen, k. J. Borger &

L.C. rietveld, Hydraulic modelling

of drinking water treatment plant

operations. Drink. Water Eng. Sci.,

2(1) (2009), p. 15-20.

44. Yangali-Quintanilla, V.,

a.r.d. Verliefde, t.U. kim, a.

sadmani, M. kennedy & G.L. amy,

Artificial neural network models

based on QSAR for predicting

rejection of natural organic

compounds by polyamide NF

and reverse osmosis membranes.

Journal of Membrane Science

vol. 342 (2009), no 1-2, p. 251-262.

45. zondervan, e., s. Bakker,

M. nederlof & B. roffel, Taking

green anti-fouling strategies in

dead-end ultrafiltration to the

next level. Chemical engineering

research and design (2009)

87(2009), p.1589-1595.

Online (voor-)publicaties

46. raat, k.J., a. tietema and

J.M. Verstraten, Nitrogen turnover

in fresh Douglas fir litter directly

after additions of moisture and

inorganic nitrogen. Plant and Soil.

DOI 10.1007 (2009)/s11104-009-

0181-0.

47. sack, e.L.W., p.W.J.J. van der Wielen

& d. van der kooij, Utilization

of oligo- and polysaccharides

at microgram-per-litre levels in

freshwater by Flavobacterium

Johnsoniae, Journal of Applied

Microbiology, accepted, doi:10.1111

(2009)/j.1365-2672.2009.04546.x

48. Blokker, e. J. M., J. h. G. Vreeburg

& J. C. van dijk, Simulating

residential water demand with a

stochastic end-use model. Journal

of Water Resources Planning and

Management, doi:10.1061 (2009)/

(ASCE)WR.1943-5452.0000002.

59

Page 59: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Publicaties Vakbladen

1. Bonte, M. & J.J.G. zwolsman,

Klimaatverandering en verzoeting

van de Rijn. H2O 42 (20) (2009),

p. 29-31.

2. Bonte, M., k.J. raat, p. dammers

& p.J. stuyfzand, Verstopping en

regeneratie van infiltratieputten

bij Waalsdorp. H2O 42(7) (2009),

p. 40-43.

3. heijman (Bas), evgenia rabinovitch,

Ben statia & Jasper Verberk, Drinken

van de wind. H2O 42 1 (2009),

p. 34-37.

4. hofman (Jan) & Wolter siegers,

Kennisuitwisseling tussen

Nederland en Duitsland over

ontharding. H2O 42 (2009), p. 2-9.

5. hofman (Jan), interview met Jan

hofman door david van Baarle,

Klimaatuitdagingen noodzaken

tot internationale focus. Utilities, 2

(2009), p. 10-13.

6. hofman (roberta), Guus iJpelaar,

Joop kruithof, Wereldcongres UV-

technologie in Amsterdam trekt

200 bezoekers. H2O 42 22 (2009), p. 7.

7. hofs (Bas) & emile Cornelissen,

Coagulation and ceramic

microfiltration/ultrafiltration for

the treatment of drinking water.

NTP procestechnologie 4 (2009),

p. 30-31.

8. hoven, t. van de, & J. Vreeburg,

Vorderingen bij TECHNEAU. H2O 7

(2009), p. 24-25.

9. Jacobs, e., e. trietsch, M. Bonte,

F. schulting, n. zantkuijl &

M. Oosterhuis, Boodschap

aan deelnemers Klimaattop

Kopenhagen. H2O 42 (22) (2009),

p. 4-5.

10. kooiman, J.W. & d.G. Cirkel, Nieuwe

techniek voor onttrekken en

infiltreren van grondwater. H2O 42

(24) (2009), p. 6-9.

11. Maas (kees), & hans Leenen,

Het eigengewicht van freatisch

grondwater of nogmaals: vergeten

we iets? Stromingen 15(2) (2009),

p. 17-31.

12. Maas (kees), korte Golf.

Stromingen 15 (3) (2009), p. 57-60.

13. Maas, p. van der, d. van der

Woerdt, J. Bruins & d. van der

kooij, Lagedruk UV verhoogt

nagroeipotentie oppervlaktewater-

zuivering De Punt. H2O, 18 (2009),

p.47-49.

14. Medema, G.J., L.C. rietveld,

a. Versteeg & a. van Wezel,

Japan en Nederland wisselen

waterkennis uit, H2O, 23 (2009),

p. 6-7.

15. Mesman, G., n. slaats, a. Boersma

& B. schultz, Nieuwe methode

inzetbaar bij saneringsbeslissingen

PVC-leidingen. H2O, 16/17 (2009),

p. 44-47.

16. Molen, M. v. d., i. pieterse-

Quirijns, a. donocik & e.

smulders, Eigenschappen bodem

en oppervlak beïnvloeden

temperatuurstijging rond

drinkwaterleidingen. H2O, 7

(2009), p. 33-36.

17. nederlof (Maarten), robin van

Leerdam, Martijn Groenendijk,

Verwijdering hormonen en

geneesmiddelen uit drinkwater ter

discussie. H2O 42 18 (2009), p. 30.

18. Oesterholt, F., L. paping,

h.r. Veenendaal & d. van der kooij,

Combinatie Q-PCR en specifieke

kweekmethode efficiënt voor

screening proceswatermonsters

op Legionella, H2O, 24 (2009),

p. 42-45.

19. Oost, r. van der, M. heringa &

a. van Wezel, Toxiciteit

stofmengsels in drinkwater naast

stofgericht ook effectgericht

beoordelen. H2O 7 (2009), p. 37-39.

20. Oosterhof, a, n. Wolthek,

W. van der Meer, M. Groenendijk,

s. van de Wetering, h. Boukes,

k.J. raat & J. eerhart, Doorbraak

voor gebruik van brak grondwater

als alternatieve bron voor

drinkwatervoorziening. H2O 42

14/15 (2009), p. 14-17.

21. pieterse-Quirijns, i. & M. Blokker,

Nieuwe rekenregels voor

waterverbruik. Alternatief voor de

qVn methode als ontwerprichtlijn.

VV+ (Verwarming en Installatie:

Vakblad voor installatietechniek,

energie en milieu), 66 (7/8 (2009),

p. 424-429.

22. pieterse-Quirijns, i. & M. Blokker,

Rekenregels waterverbruik

woontorens voor betere

dimensionering installaties. Intech

K&S 9 (2009), p. 48-51.

23. postmus, e., L. dijkstra &

G. Mesman, Demonstratie speciale

inspectietechniek voor gietijzeren

drinkwaterleidingen. H2O, 7

(2009), p. 26-27.

24. runhaar, J. & J.p.M. Witte,

Bodemkwaliteit. Bionieuws 19

(2009), p.11.

25. schriks, M.; M. van der kooi,

M. heringa & a. van Wezel,

Gezondheidskundige evaluatie

van ‘nieuwe stoffen’ in grond-,

oppervlakte- en drinkwater.

H2O 22 (2009), p. 29-31.

26. siemonsma, M., G. Brilleman,

W. koerselman & J.W. kooiman,

Innovatief grondwaterbeheer

in Drenthe. H2O 42 (23) (2009),

p. 14-16.

27. smeets, p.W.M.h., Microbio-

logische veiligheid van drinkwater

onder de microscoop in Singapore,

H2O, 22 (2009), p. 6.

28. timmer (harrie), Lucyna Magda,

Bas Wols, Luuk rietveld, CFD-

modellering: spreiding verblijftijd

in reservoir ongevoelig voor

ontwerp. H2O 42 20 (2009), p. 32-35.

29. Valster, r.M., Elucidation of

relationships between protozoa,

L. pneumophila and biofilm

concentrations in tap-water

installations. Afsluitende magazine

van Delft Cluster “Duurzame

gebiedsinrichting” (2009), p. 62.

30. Voogt, p. de, L. puijker, C. Vink

& a. van Wezel, Smaak- en geur-

drempels van benzine-additieven

en voorkomen in waterwin-

gebieden. H2O 25-26 (2009),

p. 46-47.

31. Witte, J.p.M., J. runhaar, r. van ek &

d.J. van der hoek, Ecohydrologische

effecten van klimaatverandering in

kaart gebracht. De Levende Natuur

110 (2009), p. 242.

32. Witte, J.p.M., J. runhaar, r. van

ek & d.J. van der hoek, Eerste

landelijke schets van de ecohydro-

logische effecten van een warmer

en grilliger klimaat. H2O 42(16/17)

(2009), p. 37-40.

33. Witte, J.p.M., Schaalafhanke-

lijkheid van soortenrijkdom en

zeldzaamheid. Gorteria 33 (2009),

p. 156-165.

34. Wullings, B.a., h.r. Veenendaal

& d. van der kooij, Legionella

pneumophila komt sporadisch voor

in Nederlands oppervlaktewater,

H2O, 7 (2009), p. 44-46.

35. zwolsman, J.J.G., Johannesen, a. et

al., Climate Change and the Water

Industry. Asian Water, September

(2009), p. 10-15.

publicaties (vervolg)

KWR 200960

Page 60: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

BTO-Rapporten

• BtO 2008.003 - Risicoanalyse van

leidingnetten, R. H. S. Beuken

• BtO 2008.004 - De microbio-

logische veiligheid van de

60-dagen zone rond grondwater-

winningen, van der Wielen,

P.W.J.J., W.J.M.K. Senden & G.J.

Medema

• BtO 2008.005 - Inventarisatie van

de vervanging van hoofdleidingen,

W. J. M. K. Senden, M. A. Meerkerk

en R. H. S. Beuken

• BtO 2008.006 - Relatie tussen

storingen AC-leidingen en het weer,

K. H. A. van Daal

• BtO 2008.007 (s) - Klimaat-

verandering en de gevolgen

voor waterdistirbutie - een

inventarisatie van onderzoeksbe-

hoeften, K. H. A. van Daal en

P. G. G. Slaats

• BtO 2008.009 - Visie op mengsel-

toxiciteit in drinkwater.

R. van der Oost

• BtO 2008.011 (s) - Application

of CFD modelling for the design

of a bench scale UV reactor,

Jan Hofman, Bas Wols

• BtO 2008.012 - Performance

evaluatie 2008 BTO. Visitatie-

rapporten programma’s, Medema,

G.J., P. van der Wielen, A. van

Wezel, M. Mons, G. J. Zwolsman,

M. Balemans, A. Abrahamse, J.

Vreeburg, E. Trietsch, P. Hesen,

A. Hummelen & G. Sulmann

• BtO 2008.014 - Snellere opstart

mangaanverwijdering in snelfilters

mogelijk, Maarten Nederlof

• BtO 2008.015 (s) - Ultrasoon

geluidsonderzoek asbestcement

leidingen, G. A. M. Mesman en

F. Hulhoven

• BtO 2008.020 (s) - Leveringsze-

kerheid van drinkwatersystemen,

M. v. d. Boomen

• BtO 2008.022 - Waterdis-

tributie van de toekomst; op tijd

voorbereid, I. N. Vloerbergh

• BtO 2008.024 (s) - BTO-bijeenkomst

Waterbehandeling 2008

“Organische stof tot nadenken”,

Jaques van Paassen, Jan

Cromphout, Marco Dignum,

Jantinus Bruins, Jan Peter van der

Hoek, Bjornar Eikkebrok, Erwin

Beerendonk, Emile Cornelissen,

Wolter Siegers en Arne Verliefde

• BtO 2008.026 - Accurate mass

screening and identification

of emerging contaminants in

environmental samples by liquid

chromatography-LTQ FT Orbitrap

mass spectrometry. A. Hogenboom,

T. van Leerdam, P. de Voogt.

• BtO 2008.028 - Real time on-line

monitoring of contaminants in

water. B. van der Gaag, J. Volz.

• BtO 2008.037 (s) - Continuous

hemoflow experiments (inter-

mediate results), Tripard, E.

• BtO 2008.039 - Verandering van

waterkwaliteit in het distri-

butienet; Metingen in Rosmalen

in vemaasd en vertakt netten,

E. J. M. Blokker en H. Beverloo

• BtO 2008.043 - Chemical

identification, toxicological

assessment and prediction of

behaviour in drinking water

treatment systems. A. Hogenboom,

M. Heringa, A. Abrahamse.

• BtO 2008.044 (s) - Chemical

disinfection of drinking water in

the distribution system, Buisan, F.

• BtO 2008.045(s) - Microbiologisch

onderzoek in het BTO 2009-2012.

van der Kooij, D., G.J. Medema &

P.W.J.J. van der Wielen

• BtO 2008.047 (s) - Gefaseerde

aanleg van een zelfreinigend

leidingnet in bestaande wijken,

P. Horst

• BtO 2008.048 - Elimination

of micro-organisms in water

treatment, Hijnen, W.A.M.

• BtO 2008.049 (s) - Deeltjes

in zuivering en distributie;

Symposium te Heel, 29 oktober

2008, S. v. d. Wetering, A.

Abrahamse, H. beverloo, W.

Siegers, J. Vreeburg, H. Leijssen,

L. v. Heugten, J. Rouleaux en

M. Dignum

• BtO 2008.051 - Fenton process for

contaminant control, Julien Ogier,

Danny Harmsen, Wolter Siegers,

Anneke Abrahamse

• BtO 2008.052 - Combination of

Fenton oxidation process and

ceramic nanofiltration (Waalwijk),

Techneau, Julien Ogier, Jan Hofman

• BtO 2008.053 - Warmteindringing

in de bodem, M. v. d. Molen,

H. Kooij, E. F. P. A. Smulders en

S. G. J. Heijman

• BtO 2008.054 (s) - Generic

Framework and Methods for

Integated Risk Management in

water Safety Plans, P. H. Rosén L.,

A. Lindhe, S. Sklet en J. Rostum

• BtO 2008.055 - Verkenning inzet

van Geografische Informatie

Systemen voor identificeren van

kritische leidingen, K. v. Daal en

R. H. S. Beuken

• BtO 2008.057 - U-STORE;

Toelichting op en afspraken over

uniforme storingsregistratie,

I. N. Vloerbergh

• BtO 2008.059 - Acoustic water

pipe monitoring, Phase III:

Demonstration, B.A.J.Quesson,

M.K. Sheldon Robert, W.H.M.Groen,

M.L. Diesenaar

• BtO 2008.060 - Veilige waterwin-

gebieden bedreigingen door

chemische verontreinigingen.

L. Puijker, C. van Beek, A. Brandt,

M. Heringa, T. van Leerdam

• BtO 2009.001 (s) - Literatuurstudie

naar opportunistisch-ziektever-

wekkende micro-organismen

die zich in drinkwater kunnen

vermeerderen, van der Wielen,

P.W.J.J. & D. van der Kooij

• BtO 2009.003 (s) - Handleiding

‚CAVLAR‘; Beschrijving en

interpretatie, M. Meerkerk, G.

Mesman en I. Pieterse-Quirijns

• BtO 2009.004 (s) - Verslag

workshop leveringszekerheid 18

november 2008, R. H. S. Beuken en

I. N. Vloerbergh

• BtO 2009.008 - Optimalisatie

meetprogramma E.coli in

distributienet, Blokker, E.J.M.

& A.J. Vogelaar

• BtO 2009.009(s) - Geofysische

boorgatmetingen voor het

opsporen en typeren van

verstopping in grondwaterputten.

M. Bonte & K.J. Raat.

• BtO 2009.011 - Verwijdering van

MS2 fagen, E.coli, Clostridium

sporen en (oö)cysten van

Cryptosporidium en Giardia door

actief koolstoffiltratie, Hijnen,

W.A.M., G.M.H. Suylen, J.A.

Bahlman, A. Brouwer-Hanzens,

F. Bichai & W. Siegers

• BtO 2009.012 (s) - Symposium

Waterdistributie II, P. G. G. Slaats

• BtO 2009.013 - Modelleren van

niet-huishoudelijk waterverbruik;

waterverbruik van kantoren,

hotels, zorginstellingen en vee-

houderij, E. J. Pieterse-Quirijns,

E. J. M. Blokker en A. J. Vogelaar

• BtO 2009.015(s) - Putregeneratie

met Jet-master. Evaluatie van het

61

Page 61: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

testprogramma 2004-2007. G.

Cirkel, M. Balemans en J. Bunnik.

• BtO 2009.016 - De inzet van

geografische informatie systemen

voor analyses van het leidingnet,

twee casestudies GIS. Pieterse-

Quirijns, I., Raterman, B., van Daal,

K. en Beuken R.

• BtO 2009.019 - Development of

a prototype Chemical-Optical

Sensor for the detection of Organic

Micro-Pollutants in Drinking water.

B. van der Gaag

• BtO 2009.020 - Determination

of polar 1H-benzotriazolen and

benzothiazolen in water by

solid-phase extraction and liquid

chromatography LTQ FT Orbitrap

mass spectrometry. T. van Leerdam,

A. Hogenboom, M. van der Kooi,

P. de Voogt.

• BtO 2009.021 - Emerging methods

to monitor emerging chemicals

in the drinking water production.

A. van Wezel, M. Mons, W. van

Delft.

• BtO 2009.022 - Toxicological

relevance of emerging conta-

minants for drinking water

quality. M. Schriks, M. Heringa,

M. van der Kooi, P. de Voogt,

A. van Wezel

• BtO 2009.023(s) - Literatuuron-

derzoek nanotechnologie voor

drinkwaterbehandeling, Bas Hofs

• BtO 2009.024 - Fluid intake

and mortality due to ischemic

heart disease and stroke in the

Netherlands. L. Leurs, L. Schouten,

R. Goldbohm, P. van den Brandt.

• BtO 2009.025 - Fluid intake

and colorectal cancer risk in the

Netherlands. C. Simons, L. Leurs,

M. Weijenberg, L. Schouten,

R. Goldbohm, P. van den Brandt.

• BtO 2009.026 - Relationship

between tap water hardness and

mortality due to ischemic heart

disease and stroke in the Nether-

lands. L. Leurs, L. Schouten, M. Mons,

R. Goldbohm, P. Van den Brandt.

• BtO 2009.029 (s) - Drinkwater-

productie in de toekomst! Moet

er een barrière in de zuivering

komen voor geneesmiddelen

en hormonen? BTO workshop

Waterbehandeling 21 april 2009,

Martijn Groenendijk, Maarten

Nederlof, Robin van Leerdam

• BtO 2009.030 (s). Hoe combi-

neren we drinkwater en bodem-

energiesystemen. Bonte, M. Van

den Berg, G., Boukes, H., Dammers,

P., Jennekens, O., Van der Moot, N.,

Oosterhof, A., Six, S., Smits, F.

• BtO 2009.031 (s) - The use of NOM

characterization methods to deter-

mine biodegradable NOM, Siegers,

W., J. Ogier & P.W.J.J. van der Wielen

• BtO 2009.033 (s) - study of

membrane fouling under high

NOM and high salt concentrations,

Céline Dumas, Julien Ogier

• BtO 2009.035 SafeWat:

Development and testing of

coatings on a Biacore 3000, A van

der Gaag, A Brandt, T ter Laak

• BtO 2009.036 - Omzetting van

prioritaire stoffen met UV/

H2O

2 oxidatie, D. Harmsen, G.

IJpelaar, L. Janssen, R. Hofman, E.

Beerendonk

• BtO 2009.039 - Biofouling of

spiral-wound membranes in

water treatment, van der Kooij, D.,

W.A.M. Hijnen & E.R. Cornelissen

• BtO 2009.040 (s). HDDW: Labora-

toriumtest naar de geschiktheid

van vier boorvloeistoffen; Deel-

onderzoek Horizontal Directional

Drilled Wells. F. Rambags.

• BtO 2009.041(s). Drinkwater-

functie Markermeer en verzilting

IJsselmeergebied. M. Bonte.

• BtO 2009.044 - Invloed van water-

samenstelling, afstand en seizoen

op het ATP-gehalte in water en in

sediment uit het waterleidingnet

van zes pompstations, van der

Wielen, P.W.J.J. & D. van der Kooij

• BtO 2009.045(s) - Evaluation of

the environmental monitoring

data of the aquifer thermal energy

storage system at Philips High Tech

Campus. M. Bonte & H. Boukes.

• BtO 2009.046 (s). Checklist

schakelen. Tips en trucs voor

ontwerp en toepassing van

schakelschema’s voor mechanisch

verstopte putten. K.J. Raat.

• BtO 2009.048 - Een snelle en

specifieke methode voor de

detectie van levensvatbare E.coli,

Heijnen, L.

• BtO 2009.050 (s) - Uit betrouwbare

bron. M.J.M. Hootsmans.

• BtO 2009.052(s) - Improvement of

the biological stability of drinking

water by removal of NOM and

particles, Jules Goulier, Anneke

Abrahamse, Wolter Siegers,

Paul van der Wielen

• BtO 2009.053 (s) - Methoden

om vermaasde netten schoon te

houden, E. J. M. Blokker

• BtO 2009.066 - Aanwezigheid van

dimethylsulfamide in drinkwater-

bronnen en effecten op de vorming

van NDMA bij de zuivering.

L. Puijker, G. IJpelaar.

KWR 200962

Page 62: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Verschillende medewerkers

van KWR bereikten in 2009

een bijzondere mijlpaal in

hun carrière:

Benoemingen Prof. dr. W. (Wim) van Vierssen, directeur van

KWR, is per 1 januari 2009 benoemd tot deel-

tijdhoogleraar Science System Assessment bij

de afdeling Watermanagement aan de TU Delft.

Microbioloog prof. dr. G.J. (Gertjan) Medema,

MT-lid en hoofd van de kennisgroep Water-

kwaliteit en Gezondheid, is met ingang van

1 oktober 2009 benoemd tot deeltijdhoogleraar

Water & Gezondheid bij de afdeling Water-

management van de TU Delft.

PromotiesBas Hofs, wetenschappelijk onderzoeker in de

kennisgroep Watertechnologie, promoveerde

op 20 januari 2009 aan de Wageningen

Universiteit bij prof. dr. M.A. Cohen Stuart met

het proefschrift Colloidsfromoppositelycharged

polymers;reversibilityandsurfaceactivity.

Wim Hijnen, microbioloog, onderzoeker en

adviseur in de kennisgroep Waterkwaliteit en

Gezondheid promoveerde op 29 januari 2009

aan de Universiteit Utrecht op (BTO-) onderzoek

Eliminationofmicro-organismsinwatertreatment

naar de kwantificering van de eliminatie van

ziekteverwekkers tijdens de waterzuivering

Patrick Bäuerlein promoveerde op 30 oktober

2009 aan de TU Eindhoven met het proefschrift

Ionicliquids–Aretheyworththeirsalts? bij

prof.dr. D. Vogt. Sinds 1 september 2009 werkt hij

als wetenschappelijk onderzoeker bij KWR in de

kennisgroep Waterkwaliteit en Gezondheid.

Jan Post promoveerde op 3 november 2009 cum

laude met het proefschrift BlueEnergy.Electricity

ProductionfromSalinityGradientsbyReverseElec-

trodialysis bij prof.dr. C.J.N. Buisman aan Wage-

ningen Universiteit. Het onderzoek vond plaats

aan het Technologisch Topinstituut Wetsus in

Leeuwarden. Sinds 1 september 2009 werkt Jan

Post als teamleider Drinkwaterbehandeling in

de kennisgroep Watertechnologie.

Prijzenarne Verliefde wint Waternet Watercyclus innovatie prijs 2009Uit handen van ir. Roelof Kruize, directeur

Waternet, kreeg Arne Verliefde op 16 januari

de eerste Watercyclus Innovatie Prijs 2009

uitgereikt tijdens de Vakantiecursus aan de

TU Delft. Verliefde kreeg een bedrag van

€ 10.000,- toegekend voor zijn proefschrift

Rejectionoforganicmicropollutantsbyhigh

pressuremembranes(NF/RO). Verliefde is als

winnaar gekozen vanwege zijn uitzonder-

lijke aantal wetenschappelijke producties,

15 peer-reviewed journal publicaties en

17 conference proceedings. Verliefde heeft

vervolgens gewerkt als onderzoeker voor het

KWR-team Afvalwater & Hergebruik bij onder

andere het Unesco Center for Membrane

Science and Technology aan de University

of New South Wales in Sydney en werkt nu

aan de TU Delft.

Legionella-award voor microbioloog prof. dr. ir. dick van der kooijVanwege zijn “jarenlange, voortreffelijke

wetenschappelijke onderzoek” heeft micro-

bioloog prof. dr. ir. Dick van der Kooij de

Legionella-Award ontvangen van de Stichting

Veteranenziekte. De Award werd uitgereikt

tijdens het Legionella Congres Waarstaanwe

10jaarnaBovenkarspel?Medicienwaterexperts

indebatdat op 1 oktober 2009 plaatsvond in

Amersfoort. De tweejaarlijkse Legionella-

Award is bestemd voor een persoon of

instelling die zich bijzonder verdienstelijk heeft

gemaakt voor de bewustwording rond het

onderwerp Legionella. Dick van der Kooij heeft

door zijn onderzoek wereldwijd een

grote naam opgebouwd en hij is een veelge-

vraagd spreker en adviseur.

Benoemingen, promoties en prijzen 2009

WimHijnen PatrickBäuerlein JanPost

63

Page 63: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

EducatiePilot profielwerkstukken in de watersector een succes! KWR deed mee aan het pilotproject Ikonderzoek-

water.nl dat scholen, leerlingen en waterorganisaties

uit de Regio Utrecht bij elkaar brengt voor profiel-

werkstukken over water. Het profielwerkstuk is een

verplicht onderdeel van het examenprogramma. Een

uitgelezen kans om scholieren kennis te laten maken

met en te interesseren voor de watersector! Drie

leerlingen van het Stedelijk Gymnasium Johan van

Oldenbarnevelt uit Amersfoort onderzochten met

KWR het vraagstuk “Help, er zit prozac in ons water!”.

Het project werd vanuit KWR begeleid door Minne

Heringa, Wolter Siegers en Kees Roest.

De leerlingen hebben zich verdiept in de watercyclus

en hoe geneesmiddelen via het rioolwater in het

drinkwater kunnen komen. Daarna hebben ze zelf

urine verzameld, aan een deel daarvan een genees-

middel toegevoegd en de monsters vervolgens

met kool gefiltreerd om te zien of kool een goede

methode is om geneesmiddelen te verwijderen. Bij

de gemeten geneesmiddelen werd een verwijde-

ring >85% gezien, ook bij kool die al langer wordt

gebruikt.

De pilot is succesvol afgerond. Ruim 70 leerlingen

hebben in het schooljaar 2009 een profielwerkstuk

gemaakt in samenwerking met 30 verschillende

waterorganisaties uit de regio Utrecht. Het project

wordt in 2010 breder in Nederland ingezet.

Bosatlas Ondergronds nederlandBij de afsluiting van het Internationale Jaar van de

Aarde presenteerden Noordhoff Uitgevers en Lijn43 op

22 juni 2009 de Bosatlas van Ondergronds Nederland.

Dertig kennisinstellingen, overheden en bedrijven

werkten mee aan deze 96 pagina’s tellende atlas vol

kaarten, beelden en grafieken over het best onder-

zochte stukje van de aarde. KWR droeg niet alleen

bij aan de financiering, maar leverde onder leiding

van Jan Willem Kooiman, teamleider Geohydrologie,

ook inhoudelijke bijdragen in de vorm van tekst en

illustraties.

KWR in de maatschappij

Marieke,EvelineenFloorvan

hetStedelijkGymnasiumJohan

vanOldenbarneveltuitAmers-

foortdoenonderzoekvoorhun

profielwerkstukbijKWR

KWR 200964

Page 64: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

VoorlichtingkWr Open dag tijdens landelijke Oktober kennismaandZaterdag 10 oktober 2009 organiseerde KWR voor

het eerst sinds jaren een Open Dag voor een breed

publiek. Hiervoor is aangesloten bij de landelijke

Oktober Kennismaand die bezoekers een maand lang

een kijkje in de fascinerende wereld van wetenschap

en technologie biedt bij circa 800 (onderzoeks)instel-

lingen, bedrijven, universiteiten, science centra en

sterrenwachten in heel Nederland. De Oktober Ken-

nismaand is sinds 1994 een begrip.

De KWR Open Dag trok maar liefst 426 bezoekers

uit diverse doelgroepen: mensen uit de buurt, maar

ook van ver, mensen van waterbedrijven, scholieren,

studenten, ouders met (kleine) kinderen, mensen die

bij bedrijven in de buurt werken, familieleden, etc.

Ruim zestig enthousiaste KWR-medewerkers zorgden

voor een boeiend programma. De meeste bezoekers

namen deel aan twee of drie onderdelen van het

omvangrijke programma. In het Sciencelab konden

diverse zeer verschillende proefopstellingen bekeken

worden. De rondleidingen door de Microbiologische

enChemischeLaboratoria, de Proefboerderij en de

Ecotuin werden goed bezocht – er zijn zelfs extra

rondleidingen ingelast. De zalen waren goed gevuld

voor de Mini- en Maxi-colleges over onderwerpen

als gesprongen waterleidingen of Legionella. Jonge

kinderen maakten tijdens de speciale Waterles kennis

met de onbekende wereld van water. De bezoekers

beoordeelden deze eerste KWR Open Dag met een 8!

postdoc-event Twintig postdockandidaten van vijf verschillende

universiteiten en Wetsus namen deel aan het post-

doc-event op 14 april 2009. Na een korte introductie

vertelden enkele jonge medewerkers over hun erva-

ringen bij KWR. Vervolgens werden de kandidaten

verdeeld over de drie kennisgroepen voor het match-

makingonderdeel. Hierin vertelden de kandidaten de

teamleiders van KWR kort en bondig over zichzelf en

over het onderzoek dat zij als promovendus hadden

uitgevoerd. Vervolgens kregen zij een toelichting op de

uitdagende onderzoeksplannen van de kennisgroep.

Na een rondleiding door de laboratoria en de proefhal

sloot directeur Wim van Vierssen de bijeenkomst af.

De postdockandidaten waren enthousiast over het

event en vonden het leuk een ‘kijkje in de keuken’ te

mogen nemen. Inmiddels doen enkele kandidaten

onderzoek bij KWR.

KWROpenDag

65

Page 65: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

SponsoringkWr-Wielerteam koerst mee in ride for the rosesVan directeur tot medewerker postkamer: het KWR

Wielerteam vertegenwoordigde alle lagen van de

organisatie. Het team van negen enthousiaste KWR-

medewerkers nam zondag 30 augustus deel aan Ride

for the Roses en reed een afstand van 100 kilometer

in de Lingewaard bij Nijmegen. Ride for the Roses is

van oorsprong een initiatief van Lance Armstrong. De

sponsoropbrengsten komen volledig ten goede aan

KWF Kankerbestrijding.

NetwerkenkWr alumnibijeenkomst De afgelopen 30 jaar hebben veel mensen gewerkt bij

Kiwa Speurwerk, Kiwa Onderzoek en Advies en het

huidige KWR. Veel van hen hebben hun carrière ver-

volgd bij een waterbedrijf, waterschap, adviesbureau

of soms een heel andere organisatie. De gezamenlijke

band blijft echter altijd. In het teken van verbinden,

verhalen vertellen en vooruit kijken, organiseerde

KWR daarom op 8 juli 2009 de eerste KWR Alumnibij-

eenkomst voor oud-medewerkers. Het was een spran-

kelend weerzien tussen ruim honderd oude en vijftig

nieuwe KWR-collega’s. Na vele warme begroetingen

gaf directeur Wim van Vierssen een korte vooruitblik

en blikte oud-directeur Wim van der Meent terug.

Daarna werd er volop bijgepraat en genetwerkt.

Maatschappelijke betrokkenheid JCi Challenge succes voor Giving Back en kWr-teamDe JCI Challenge is een project van de Junior Chamber

International – een wereldwijde federatie van Young

professionals en ‘Entrepreneurs’ tot 40 jaar. De JCI zet

zich in op gebieden als persoonlijke ontwikkeling,

zakelijke netwerken, maatschappelijke betrokken-

heid en internationale contacten. JCI Amsterdam

is in 2009 gestart met de JCI Challenge: een project

dat maatschappelijk verantwoord ondernemen

combineert met een competitie en een element van

training en coaching, via projecten voor een goed

doel in Amsterdam. Het goede doel van het winnende

team kreeg € 10.000, -. Vanuit KWR was een team

afgevaardigd van vier jonge medewerkers. Zij haalden

met jongeren van Giving Back ruim € 700, - op door

lege waterflesjes van het merk Neau te verkopen met

de boodschap het flesje te vullen én te hervullen met

kraanwater, wat het overbodig maakt bronwater in

(dure) flessen te consumeren. Het KWR-team kreeg

lovende reacties van de jury. De eerst prijs ging echter

naar het team Jonge Ambtenaren Netwerk dat een

actie bedacht voor het Filmmuseum.

RidefortheRoses Alumnibijeenkomst 5(oud)directeuren

KWR 200966

Page 66: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Nieuwe technologie en innovatieve oplossingen

beginnen in het hoofd van wetenschappers. In de

werkplaats veranderen ze dat in tastbare, toepasbare

techniek. Bij KWR zetten Harry van Wegen en Sidney

Meijering zulke wetenschappelijke dromen om in

werkende apparatuur. Geen eenvoudige klus, want

wat in theorie werkt, ondervindt vaak nog praktische

hindernissen. “Veel ideeën beginnen eenvoudig, maar

leiden uiteindelijk tot apparaten die aan uiteen-

lopende eisen moeten voldoen,” weet Sidney. “Van

kleine opstellinkjes tot grote membraaninstallaties

of harskolommen van zeven meter hoog en de daarbij

behorende pompen en besturingen.”

MonsterbotIn 2009 maakten ze bijvoorbeeld samen met geo-

chemicus Diego Bustos Medina een apparaat om

monsters te nemen uit grondwaterputten, dat ze lief

“de monsterbot” hebben genoemd. Diego onderzoekt

hoe het komt dat putten soms verstopt raken; hij wilde

monsters kunnen nemen van de wand van verstopte

putten. Harry: “In allereerste instantie was het idee om

met een soort bakje aan vijftig meter kabel, langs de

wand te schrapen om aanslag te verzamelen.

Maar de uiteindelijke monsterbot kan met afstands-

bediening zes verschillende monsters nemen, die

in hermetisch afgesloten compartimenten worden

bewaard omdat er geen zuurstof of water meer bij mag

komen. Daarvoor hebben we een bijzonder kleppen-

systeem bedacht, dat voorkomt dat het monster

wordt vervuild met andere materialen. Zowel openen

als gesloten houden van de monstercilinders gaat

met luchtdruk. Hydraulica was geen optie: er mag

nooit olie lekken in een puttenveld voor de drinkwa-

terwinning! We moesten kunststof gebruiken omdat

metaal de meting van bijvoorbeeld de ijzergehaltes

van de monsters kan verstoren. Wielen met schok-

brekers geleiden de monsterbot langs de putwand

naar de juiste diepte, zodat het apparaat richeltjes

kan passeren en tegen een stootje kan. Dankzij dat

systeem is het apparaat geschikt voor putten van

300 millimeter tot 600 millimeter doorsnee.”

puzzelen“En dan ben je er nog niet,” vult Sidney aan. “Je rijdt

niet overal zomaar met een autootje naar een put en

je hebt er ook niet altijd een energievoorziening bij

de hand. Naast de monsterbot zelf hebben we dus ook

een aggregaat en een compressor nodig. Met een lier

wordt de monsterbot in de put neergelaten, samen

met een camera, een lamp, een dieptemeter en een

pomp om loskomend materiaal van de wand weg te

pompen zodat het water niet troebel wordt. Zo kun je

monsters nemen tot ongeveer 45 meter diepte.”

Het ontwikkelen van de monsterbot was een leuke

uitdaging, vooral vanwege de ingewikkelde omstan-

digheden en eisen. Harry: “Het puzzelen om aan al die

voorwaarden te voldoen, blijft toch het leukste aan

ons werk.”

Maatwerk van monsterbots tot membraaninstallaties

sidney Meyering (l) en harry van Wegen (r): “Van

wetenschappelijke droom

naar werkende apparatuur.”

67

Page 67: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Eind 2009 waren er 167 mensen in dienst bij KWR:

108 mannen en 59 vrouwen. Het aantal vrouwelijke

werknemers is daarmee 35%, gelijk aan 2008.

In 2009 verlieten enkele mensen KWR. Maar er

kwamen ook 32 medewerkers nieuw in dienst.

Het aantal niet-Nederlandstalige medewerkers in

2009 bedroeg 8, afkomstig uit Colombia, Duitsland,

Engeland, Griekenland, Portugal, Spanje, Canada en

Zuid-Afrika.

Mensen zijn bepalend voor de kwaliteit van ons werk.

KWR geeft medewerkers de ruimte om creatief en

innoverend onderzoek te initiëren en vorm te geven.

Wetenschappelijke kwaliteit, communicatieve

vaardigheden en aandacht voor kennisoverdracht zijn

belangrijke eigenschappen van KWR-medewerkers.

KWR stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van

medewerkers. Vakinhoudelijk blijven zij op de hoogte

door deelname aan congressen en symposia. Met

opleidingen en trainingen kunnen zij hun kennis en

persoonlijke vaardigheden ontwikkelen.

promovendi en postdocsPostdocs en promovendi worden bij KWR ingezet

voor versterking van het wetenschappelijk onderzoek.

In 2009 waren er 15 promovendi en 3 postdocs aan het

werk. Dit is binnen het eigen KWR-onderzoek, het

toegepaste bedrijfstakonderzoek BTO, het samenwer-

kingsproject binnen het technologische topinstituut

watertechnologie of het Nederlandse onderzoekspro-

gramma Kennis voor Klimaat.

CaOSinds 1 januari 2009 is KWR lid van de CAO voor de

Waterbedrijven (CAO-WWb). Eind 2009 is er een

nieuw principe-akkoord goedgekeurd door alle

partijen dat met ingang van 1 augustus 2009 van

kracht is geworden. Dit principe-akkoord bevat veel

nieuwe elementen die in 2010 en 2011 worden

geïmplementeerd. Daarmee is het een zeer vooruit-

strevende CAO die medewerkers veel flexibiliteit biedt

in de secundaire arbeidsvoorwaarden.

MedewerkersonderzoekIn juni 2009 is er een medewerkersonderzoek

gehouden. De respons was zeer hoog met 89,4% .

In een aantal workshops zijn de uitkomsten per

team/afdeling besproken en vertaald naar actie-

punten waarmee knelpunten kunnen worden

verbeterd. Goede punten die uit het onderzoek

naar voren kwamen, zijn het onderlinge respect en

vertrouwen en de mogelijkheden voor ontwikkeling

in vaardigheden en kennis voor de individuele

medewerker. Het komende jaar wordt aandacht

gegeven aan onder andere het versterken van de

communicatie binnen de organisatie en de

samenwerking tussen afdelingen.

Corporate Governance CodeKWR hanteert voor zover van toepassing de uitgangs-

punten en best practices van de Nederlandse Corpo-

rate Governance Code. KWR heeft in 2009 een eigen

gedragscode ontwikkeld die geldt voor alle medewer-

kers onderling en in hun contacten met opdracht-

gevers. Deze is te vinden op de KWR-website. In

aanvulling op deze gedragscode conformeert KWR

zich daar waar van toepassing aan de ‘Nederlandse

Gedragscode Wetenschapsbeoefening’ zoals opge-

steld door de VSNU (Vereniging van Samenwerkende

Nederlandse Universiteiten).

Werken bij KWR

KWR 200968

Page 68: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

directie en Management team (Mt) • Prof. dr. W. (Wim) van Vierssen, Directeur

• Ir. J.A. (Jos) Boere, Hoofd Kennisgroep

Watertechnologie

• Dr. ir. M.J.M. (Michiel) Hootsmans, Hoofd

Kennisgroep Watersystemen

• Prof. dr. G.J. (Gertjan) Medema, Hoofd Kennisgroep

Waterkwaliteit & Gezondheid (tot 31-12-2009)

aandeelhoudersDe Nederlandse drinkwaterbedrijven zijn de

aandeelhouders van KWH Water B.V..

KWR Water B.V. is het enige bedrijf in deze holding.

raad van Commissarissen (rVC)De Raad van Commissarissen van KWR wordt

gevormd door:

• Voorzitter: Ir. D.Luteijn, directeur/toezichthouder

(1943) Eerstebenoeming:16-11-2006;benoemdtot

01-07-2010.

• Secretaris: Ir. R.G. Campen, voormalig voorzitter

Raad van Bestuur DHV (1946)

Eerstebenoeming:16-11-2006;benoemdtot01-07-2010.

Leden:

• Dr. Ch.P. Bruggink, voormalig lid van de raad van

bestuur van Vitens N.V. (1946)

Eerstbenoeming:29-06-2006;benoemdtot01-07-2011;

afgetreden01-07-2009.

• Drs. P. Jonker, directeur Dunea en voorzitter Werk-

geversvereniging Waterbedrijven WWb (1950)

Eerstebenoeming:29-06-2006;benoemdtot01-07-2011.

• Prof. dr. ing. S. Schaap, voormalig dijkgraaf

Waterschap Groot Salland en voormalig voorzitter

Unie van Waterschappen (1946)

Eerstebenoeming:01-07-2008;benoemdtot01-07-2012.

Organisatie

69

Page 69: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

WetenschapsraadOm het wetenschappelijke gehalte van de werkzaam-

heden van KWR te toetsen, is een Wetenschapsraad

ingesteld. De Wetenschapsraad bestaat uit principal

scientists die bij KWR in dienst zijn.

Elk lid is verantwoordelijk voor zijn eigen werk-

veld. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het

bepalen van het strategisch onderzoek binnen het

instituut op de lange termijn en voor het borgen

van de wetenschappelijke kwaliteit van alle onder-

zoekswerkzaamheden. Op deze manier worden de

wetenschappelijke kwaliteit en reputatie van KWR

beschermd. De Wetenschapsraad bestrijkt alle essen-

tiële aspecten van de onderzoeksgebieden waarop

KWR werkzaam is. De leden van de Wetenschapsraad

dragen verantwoordelijkheid voor het onderzoek.

SamenstellingWetenschapsraad:

• Prof. dr. G.J. (Gertjan) Medema;

Water & gezondheid,

voorzitter Wetenschapsraad;

• Prof. dr. ir. D. (Dick) van der Kooij;

Microbiologische stabiliteit/activiteit;

• Prof. dr. ir. M.C.M. (Mark) van Loosdrecht;

Milieubiotechnologie;

• Dr. ir. M.M. (Maarten) Nederlof;

Waterbehandeling en distributie;

• Prof. dr. P.J. (Pieter) Stuyfzand;

Geochemie en hydrologie;

• Prof. dr. W. (Wim) van Vierssen;

Kennismanagement;

• Prof. dr. P. (Pim) de Voogt;

Chemische waterkwaliteit;

• Dr. ir. J. (Jan) Vreeburg,

Distributie;

• Prof. dr. ir. J.P.M. (Flip) Witte;

Ecologie.

Wetenschappelijke advies raad (War)De Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) van KWR

geeft de directie gevraagd en ongevraagd advies over

het onderzoeksprogramma van het instituut. De

leden van de WAR zijn deskundigen op de verschil-

lende werkgebieden van KWR. Samen bestrijken zij

het gehele werkveld van KWR.

SamenstellingWAR2009:

• Drs. L.J. Halvers (voorzitter),

lid van de adviesraad voor wetenschaps- en

technologiebeleid (AWT);

• Prof. dr. ir. B. Brunekreef, directeur van het

Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) en

hoogleraar Milieu-epidemiologie;

• Prof. dr. ir. C.J.N. Buisman,

wetenschappelijk directeur Wetsus/Technologisch

Top Instituut Watertechnologie;

• Prof. dr. W. Kühn,

directeur TechnologieZentrum Wasser (Duitsland).

Ondernemingsraad (Or)• Ing. J.C. van Ravestijn (voorzitter)

• A.F. van Dam (vice-voorzitter)

• Dr. ir. P.W.M.H. Smeets (secretaris)

• G.M.E. van Beusekom (ambtelijke secretaris)

• Ir. E.J.M. Blokker

• Ing. E. Emke

• M.J.J. de Graaf

• Ir. F.I.H.M. Oesterholt

KWR 200970

Page 70: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Geconsolideerdebalansvoorwinstbestemmingper31-12-2009

Bedragenx€1000

Financiën

aCtiVa 31-12-2009 31-12-2008

Vaste activa

Materiële vaste activa 6.498 6.118

6.498 6.118

Vlottende activa

Onderhanden opdrachten 2.006 1.741

Debiteuren 2.778 1.876

Overige vorderingen en overlopende activa 341 339

5.125 3.956

Liquide middelen 7.317 6.588

totaal activa 18.940 16.662

passiVa

eigen vermogen

Nominaal kapitaal 155 155

Agioreserve 7.763 7.763

Overige reserves 1.770 519

Bestemde reserve innovatie 379 500

Resultaat lopend jaar 1.106 1.130

11.173 10.067

Voorzieningen

Reorganisatie 101 75

Pre-FPU 74 103

Diensttijdgratificatie 159

334 178

kortlopende schulden

Crediteuren 1.340 849

Belastingen en sociale lasten 547 218

Overige schulden en overlopende passiva 5.546 5.350

7.433 6.417

totaal passiva 18.940 16.662

71

Page 71: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Geconsolideerdewinst-enverliesrekening2009

Bedragenx€1000

2009 2008

Netto omzet 16.186

15.739

Mutatie onderhanden werk 265

-329

Overige bedrijfsopbrengsten 773 1.259

Bedrijfsopbrengsten 17.224 16.669

Lonen en salarissen 7.164

6.880

Sociale lasten en pensioenpremies 1.807

1.693

Overige personeelskosten 1.031 1.138

Afschrijvingskosten 723

688

Subcontracting 2.354

1.969

Overige bedrijfskosten 3.132 3.371

Bedrijfskosten 16.211 15.739

Bedrijfsresultaat 1.013

930

Rentebaten 93

200

Financiële baten en lasten 93 200

Netto resultaat 1.106

1.130

KWR 200972

Page 72: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Geconsolideerdkasstroomoverzicht2009

Bedragenx€1000

2009 2008

Netto omzet 16.186

15.739

Mutatie onderhanden werk 265

-329

Overige bedrijfsopbrengsten 773 1.259

Bedrijfsopbrengsten 17.224 16.669

Lonen en salarissen 7.164

6.880

Sociale lasten en pensioenpremies 1.807

1.693

Overige personeelskosten 1.031 1.138

Afschrijvingskosten 723

688

Subcontracting 2.354

1.969

Overige bedrijfskosten 3.132 3.371

Bedrijfskosten 16.211 15.739

Bedrijfsresultaat 1.013

930

Rentebaten 93

200

Financiële baten en lasten 93 200

Netto resultaat 1.106

1.130

2009 2008

kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat 1.013 930

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 723 688

- dotaties voorzieningen 254 13

- onttrekkingen aan voorzieningen -69 -67

- vrijval voorzieningen -29 - 21

Veranderingen in werkkapitaal:

- toe-/ afname handelsvorderingen -902 -99

- toe- / afname overlopende activa -2 -105

- toe- / afname voorraad onderhanden werk -265 285

- toe-/ afname handelscrediteuren 491 -729

- toe-/ afname belastingen en sociale premies 329 -65

- toe-/ afname schulden pensioenen -16

- toe-/ afname overlopende passiva 196 180

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 1.739 994

Ontvangen interest 93 200

Betaalde interest 0 0

Kasstroom uit operationele activiteiten 1.832 1.194

kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -1.103 -949

Desinvesteringen in materiële vaste activa

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.103 -949

netto kasstroom 729 245

73

Page 73: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

Aandeelhouders KWR

KWR 200974

Page 74: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

BtO Bedrijfstakonderzoek waterbedrijven

dpW Duinwateronderzoek voor Dunea, PWN en Waternet

dWsi Dutch Water Sector Intelligence

etBe Ethyl-tert-butylether

Gis Geografisch Informatie Systeem

GWrC Global Water Research Coalition

iWa International Water Association

kvk Kennis voor Klimaat

LMB Laboratorium voor Microbiologie

LMC Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse

MtBe Methyl-tert-butylether

nOM Natuurlijk organisch materiaal

OpiW Onderzoeksprogramma Industrie & Water

pBC Programmabegeleidingscommissie

pBL Planbureau voor de Leefomgeving

Q-pCr Kwantitatieve polymerase kettingreactie

reaCh-wetgeving Registration, Evaluation and Authorization of Chemicals;

het Europese systeem tot registratie, testen en toelating van chemicaliën

riVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

siMdeUM Simulatiemodel voor afnamepatronen watergebruikers

sOCOpse Source Control of Priority Substances in Europe

stichting rioned Koepelorganisatie voor de rioleringszorg

stOWa Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer

Wsstp Water Supply and Sanitation Technology Platform

Termen en afkortingen

75

Page 75: KWR Water - jaarverslag 2009 NL

postadresKWR Watercycle Research Institute

Postbus 1072

3430 BB Nieuwegein

Nederland

BezoekadresKWR Watercycle Research Institute

Groningenhaven 7

3433 PE Nieuwegein

Nederland

T 030 6069 511

F 030 6061 165

E [email protected]

I www.kwrwater.nl

Utrecht handelsregister, 27279653

@2010 KWR Watercycle Research Institute

Alle rechten voorbehouden. Teksten, lay-out,

afbeeldingen, scripts en andere artikelen

mogen niet worden gekopieerd of anderszins

gereproduceerd en gedistribueerd zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van

KWR Watercycle Research Institute.

Deze publicatie is gedrukt

op milieuvriendelijk papier.

Colofon

Tekstenredactie

Afdeling Communicatie,

KWR Watercycle Research Institute:

Jody Hoogendoorn

Nicoline Scholman

Gerda Sulmann

Met ondersteuning van:

Peter Juijn Teksten (p.12,16,32,34,38,48,50)

Vormgeving

Arthur Wentzel

Fotografie

Ymke Bartlema

Robert Goddyn

Beeldbewerking

Arthur Wentzel

Infographic(p.7)

vof Unger-Kisman

Druk

Xerox Nederland

Zwembad(p.35)

Merwestein Nieuwegein

Contact

KWR 200976