leeuwarden detailhandel 2014

Upload: vdmara

Post on 02-Jun-2018

223 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    1/33

    Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden2014

    mei 2014

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    2/33

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    3/33

    INLEIDING

    De vorige Detailhandelsstructuurvisie is op 18 juni 2007 door de gemeenteraadvastgesteld. In 2008 is een detailhandelsmonitor uitgevoerd die tevens alsnulmeting heeft gediend om de effecten van het project Nieuw Zaailand tekunnen meten. Mee als gevolg van ontwikkelingen in de markt, bestondbehoefte aan een actualisatie van beide documenten. Daartoe heeft hetcollege van Burgemeester en Wethouders de STEC-groep uit Arnhem opdracht

    gegeven. De uitkomsten van het onderzoek met bijbehorende aanbevelingenzijn vervat in het rapport Actualisering detailhandelsmonitor en visieLeeuwarden van november 2012. Genoemde rapportage is tot stand gekomenin nauwe samenwerking met een begeleidingsgroep van (adviseurs van)ondernemers onder voorzitterschap van de wethouder van EconomischeZaken. De afvaardiging van ondernemerszijde is samengesteld in samenspraakmet het Verenigd Bedrijfsleven Leeuwarden. Op 20 maart 2013 heeft over derapportage een rondetafelgesprek plaatsgevonden tussen een delegatie vanondernemers en leden van de gemeenteraad. Op basis van de bevindingen indit gesprek is een vertaalslag gemaakt naar het te voeren detailhandelsbeleid.Dat is vastgelegd in de concept detailhandelsstructuurvisie 2013. Deconceptvisie heeft zes weken voor inspraak ter visie gelegen. Er zijn tweeinspraakreacties binnen gekomen. Daarop is gereageerd in een afzonderlijkereactie- en antwoordnota. Vanwege de toevoeging van nieuw grondgebiedvan de voormalige gemeente Boarnsterhim per 1 januari 2014 en de daarmeesamenhangende verkiezingen in november 2013 is er bewust voor gekozen omde detailhandelsstructuurvisie niet meteen ter vaststelling aan de raad aan tebieden. Op deze wijze kon ook het staande beleid voor dit nieuwe deel van degemeente toegevoegd worden aan de geactualiseerde detailhandelsvisie enwordt deze vervolgens in zijn geheel voorgelegd aan de raad van de nieuwegemeente Leeuwarden. Het nu voorliggende document met degeactualiseerde Detailhandelsstructuurvisie 2014 kan worden beschouwd alshet eindresultaat van het gevoerde overleg- en inspraakproces waarin hetdetailhandelsbeleid voor Grou is gentegreerd.

    leeswijzerIn hoofdstuk 1 houden wij de uit 2007 daterende doelstellingen van beleidtegen het licht en gaan wij in op de eventuele noodzaak tot bijstelling. Geletop het belang van de binnenstad in de winkelstructuur wordt hieraan eenafzonderlijk hoofdstuk gewijd. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan deverdere ontwikkeling van het winkelpark De Centralecomplementair aan debinnenstad. In relatie met de wijkwinkelcentra komt het gemeentelijkesupermarktbeleid aan de orde in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat over hetbeleid voor perifere detailhandel. In hoofdstuk 6 is het winkelbeleid voor dedorpen uiteengezet. Het beleid voor ambulante detailhandel staat beschrevenin hoofdstuk 7. Tenslotte wordt in hoofdstuk 8 ingegaan op het flankerendbeleid.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    4/33

    Detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden 2014

    INHOUD

    Inleiding

    Inhoud

    Samenvatting

    1 Herijking doelstellingen detailhandelsbeleid22 Binnenstad53 Winkelpark De Centrale.. 74 Supermarktbeleid 95 Perifere detailhandelsvestigingen ... 116 Winkels in dorpen137 Ambulantedetailhandel. 158 Flankerendbeleid...17

    Bijlagen:

    Bijlage 1 Belangrijkste aanbevelingen uit onderzoeksrapportSTEC-groep

    Bijlage 2 Perifere detailhandel op De CentraleBijlage 3 Volumebeleid supermarktenBijlage 4 Beschrijving van het winkelgebied in het dorp Grou

    Kaarten:

    Kaart 1 Indeling centrumgebieden in het bestemmingsplanBinnenstad

    Kaart 2 Zones binnen bestemmingsplannen westelijkLeeuwarden (De Zwette) waar perifere detailhandelal dan niet met afwijking is toegestaan

    Kaart 3 Zones binnen bestemmingsplan de Hemrik waarlangsperifere detailhandel al dan niet metafwijking istoegestaan

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    5/33

    1

    SAMENVATTING

    Doelstelling van het detailhandelsbeleidDe volgende doelstellingen gelden voor het Leeuwarder detailhandelsbeleid:

    1. Leeuwarden is en blijft de koopstad van Frysln. Dit vertaalt zichvoor wat betreft deze bovenregionale functie in de volgendeuitgangspunten:

    a.

    De binnenstad is speerpunt van het beleid als het gaat om het instand houden en verbeteren van een attractiefhoofdwinkelcentrum. Daarbij is flankerend beleid van belang omhet imago van de stad te verbeteren en meer bezoekers tetrekken met events.

    b. Afronding van De Centrale complementair aan de binnenstad;c. Leeuwarden blijft voldoende ruimte bieden aan de traditionele

    perifere detailhandel (woninginrichting, bouwmarkten entuincentra);

    2. Voor het lokale en sub-regionale niveau is de instandhouding vanbuurt- en wijkwinkels voor dagelijkse boodschappen uitgangspuntvan beleid;

    3. Flankerend beleid met betrekking tot planologie, bereikbaarheid,

    parkeren en promotie zijn mede bepalend voor de succesvollerealisatie van de doelstellingen van het detailhandelsbeleid.

    Onderbouwing van de detailhandels(structuur)visieDe door de STEC-groep opgestelde Detailhandelsmonitor en visieLeeuwarden van november 2012 en het op 15 oktober 2013 vastgestelderapport Actualisatie distributieve ruimte Grou-Centrumgelden alsonderbouwing van de detailhandels(structuur)visie. De belangrijksteaanbevelingen zijn opgenomen in bijlage respectievelijk 1 en 4.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    6/33

    2

    1. HERIJKING DOELSTELLINGEN DETAILHANDELSBELEID

    In dit hoofdstuk houden we de doelstellingen van het detailhandelsbeleid uit2007 tegen het licht met als achtergrond de ontwikkelingen in de detailhandelen de uitkomsten van de detailhandelsmonitor 2012.In de Detailhandelsstructuurvisie 2007 zijn de volgende uitgangspuntengehanteerd:

    1. Binnenstad is speerpunt van beleid;2. Afronding De Centrale complementair aan de binnenstad;3.

    Leeuwarden biedt voldoende ruimte aan traditionele periferedetailhandel;

    4.

    Leeuwarden-Zuid (Werpsterhoek/stadsas) behoort binnen de Friesedetailhandelsverhoudingen ruimte te bieden aan een hypermarkt;

    5. Instandhouding van buurt- en wijkwinkels voor dagelijkseboodschappen is uitgangspunt van beleid.

    De detailhandelsmonitor 2012 komt tot de conclusie dat de uitgangspuntenvan de visie van 2007 voor het overgrote deel nog steeds actueel zijn (ziebijlage 1). Alleen voor de locatie Leeuwarden-Zuid/Werpsterhoek is eenfundamentele beleidswijziging nodig. Wij onderschrijven deze conclusie.

    Als hoofddoelstelling voor het geactualiseerde detailhandelsbeleid hanterenwij dat Leeuwarden koopstad nr. 1 in Frysln blijft. Dit betekent ook dat wijopenstaan voor nieuwe ontwikkelingen en detailhandelsconcepten en

    combinaties van nieuwe functies met detailhandel die een toevoegingbetekenen aan het voorzieningenniveau en de attractiviteit van Leeuwardenals koopstad. Toetsing blijft voorbehouden aan de Gemeenteraad.

    Voor de komende jaren gaan wij uit van de volgende (herijkte)uitgangspunten voor het gemeentelijke detailhandelsbeleid:

    1. Binnenstad speerpunt van beleid

    Wij handhaven dit uitgangspunt uit 2007. Rekening houdend met deontwikkelingen in de detailhandel en de trends in het consumentengedrag zijnde belangrijkste opgaven voor de binnenstad:

    -

    strategisch blijven inspelen op het nieuwe winkelen.Online shopping zal worden gefaciliteerd;

    - versterken van de belevingswaarde van de binnenstad.De binnenstad is het podium van Leeuwarden. Projecten als KloppendHart dragen bij aan kwaliteitsbeleving en versterking van debinnenstadfuncties. In het flankerend beleid blijven wij inzetten opfunshoppen en versterking van de recreatieve functie en promotie vanLeeuwarden: marketing, evenementenbeleid (zoals Serious Request,Beste Binnenstad, Week van de smaak, Culturele Hoofdstad 2018) enkoopzondagen dragen daar toe bij.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    7/33

    3

    - compacter maken van het winkelgebied in de binnenstad.Dit transformatieproces zal zich volgens onze inschatting autonoomvoltrekken via marktwerking. De gemeentelijke rol is faciliterend als hetgaat om stedelijke kwaliteit en functieverandering. We zetten daarbij in opeen aantrekkelijk en compacter kernwinkelgebied in de binnenstad. Depassantentellingen van Locatus (zie bijlage C bijlagenboek bij het onderzoekvan de STEC-groep) en gebiedsprofielen van de aanloopstraten1geven eengoed beeld van de voor de consument meest aantrekkelijke winkeldelen vande Leeuwarder binnenstad. Voor de winkeldelen waar de druktebeelden enhet perspectief slechter zijn, ligt een geleidelijke transformatie naar eenmenging van de winkelfunctie met andere functies voor de hand. In dehoofdstukken 2 en 8 komen we hierop terug.

    2. Afronding De Centrale complementair aan de binnenstad

    Ook ten aanzien van dit punt blijven de uitgangspunten uit dedetailhandelsstructuurvisie 2007 gehandhaafd. In de visie van 2007 zijn op DeCentralealleen winkels toegestaan, die vallen binnen de mogelijkheden vanhet Streekplan Frysln en die geen duurzame ontwrichting van dedetailhandelsstructuur veroorzaken. Nu volgen wij de definitie in deVerordening Romte van de provincie Frysln waarin de detailhandel op DeCentraleis gedefinieerd als verruimde perifere detailhandel. Voor een aantalbranches die voorheen onder GDV2vielen, hebben wij een incidenteleminimale oppervlakte van 1.000 m wvo (= 1.350 m bvo) omgezet in een

    structurele minimale oppervlakte. Wij besteden in een apart hoofdstukaandacht aan de ontwikkeling van het winkelpark De Centrale.

    1Gebiedsprofielen van het project Binnenstad Boppe2GDV = Grootschalige Detailhandels Vestigingen

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    8/33

    4

    3. Leeuwarden biedt voldoende ruimte aan traditionele periferedetailhandel

    De beleidsuitgangspunten uit 2007voor traditionele perifere detailhandelblijven overeind. In de recent vastgestelde bestemmingsplannen voor zowelde Hemrik als de bedrijventerreinen aan de westkant van de stad zijn hieroverregels op maat opgenomen. Met het oog op de trends in de detailhandel (o.a.schaalvergroting, behoefte aan ruime keuzemogelijkheden) streven wij ernaarhet aanbod in perifere detailhandel op de bedrijventerreinen zoveel mogelijkte concentreren langs de hoofdwegenstructuur. Detailhandel via afzonderlijkeinternet-afhaalpunten (pick-up-points) op bedrijventerreinen staan wij niettoe. Hiervoor dient aansluiting te worden gezocht bij bestaandewinkelvoorzieningen. Dit beleid leggen wij vast bij de actualisering van debetreffende bestemmingsplannen.

    4.

    Leeuwarden-Zuid (Werpsterhoek/stadsas) behoort binnen deFriese detailhandelsverhoudingen ruimte te bieden aan eenhypermarkt

    Wij schrappen dit uitgangspunt uit detailhandelsvisie 2007. Vanwege dehuidige marktsituatie verlenen wij op dit moment geen medewerking aanplanvorming voor een hypermarkt of andere vormen van detailhandel op deontwikkellocatie Werpsterhoek. Wij maken daarbij een uitzondering voor eenwijkwinkelcentrum voor het verzorgingsgebied De Zuidlanden.

    5.

    Instandhouding van buurt- en wijkwinkelcentra voor dagelijkseboodschappen is uitgangspunt van beleid

    Ten aanzien van dit punt sluiten wij aan bij de visie uit 2007. Wij strevenernaar de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen op buurt- enwijkniveau in stand te houden. Wij tekenen daarbij aan, dat dit ook sterk

    afhankelijk is van de markt. Veranderingen in consumentengedrag zijnuiteindelijk bepalend voor het economisch functioneren van buurt- enwijkvoorzieningen. De voortgaande schaalvergroting in de detailhandel zorgtervoor dat de kleinere buurtvoorzieningen steeds verder onder druk komen testaan.Wij blijven vasthouden aan de concreet geformuleerde uitgangspunten voorhet vestigingsbeleid voor supermarkten. Leeuwarden heeft weliswaar intotaliteit voldoende supermarktmeters, maar de geografische spreidingdaarvan over het stedelijk gebied blijkt niet optimaal te zijn. Vanuit de marktmerken wij dat er behoefte bestaat aan reallocatie van supermarktmeters danwel de introductie van bijzondere formules, zoals bijvoorbeeld eenversmarkt. Wij zijn in principe bereid mee te werken aan nieuwe vestingenop andere locaties door verplaatsing supermarktmeters. Op basis van

    verkregen inspraak stellen wij voor ruimte te bieden aan de eventuelevestiging van een buurtsuper in de Vosseparkwijk en Bloemenbuurt. Daarbijgelden wel strikte voorwaarden.

    In hoofdstuk 4 gaan wij nader in op het supermarktbeleid.

    Overigens blijft nog steeds het staande beleid van kracht, op grond waarvanwij alle branches zonder beperkingen in de binnenstad toestaan. Het ontmoetdus geen bezwaar om een bijzondere supermarkt als een versmarkt in debinnenstad te vestigen. Verder werken we mee aan het behoud van desupermarkt in het centrum van Grou door de voorgenomen verplaatsing naareen betere locatie te faciliteren.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    9/33

    5

    2. BINNENSTAD

    De Leeuwarder binnenstad staat aan de top van de Friese winkelstructuur. Ditmaakt, dat wij daarvoor in het detailhandelsbeleid blijvend prioritaireaandacht hebben. Met de oplevering van het project Nieuw Zaailand zijnextra winkelmeters in de Binnenstad toegevoegd. Samen met het nieuwe FriesMuseum en het vernieuwde Wilhelminaplein is het winkelhart voorbereid opde toekomst. Het nieuwe winkelcomplex biedt vestigingsmogelijkheden voorgrotere winkelformules. De vestiging van Sting is daar een geslaagdvoorbeeld van. Niet alle winkelmeters in de nieuwbouw zijn tot op hedengevuld. Dit is een direct gevolg van de huidige economische crisis die al sinds2008 voortduurt. Het terugvallen van de consumentenbestedingen en detoenemende internetverkopen hebben ook invloed op de vestigingsbereidheid

    van nieuwe winkelformules in de Leeuwarder binnenstad. In de meesteaanloopstraten naar het kernwinkelgebied tekent de leegstand zich al langeretijd af. Gelet op landelijke trends schatten wij in, dat deze leegstand in demeest afgelegen delen van het kernwinkelgebied ook na economisch hersteleen meer structureel karakter zal houden. Dat pleit voor een compacterwinkelgebied in de binnenstad.Het eind 2012 vastgestelde bestemmingsplan voor de binnenstad, voorziet ineen ruimere bestemming van winkelpanden in delen van het huidigewinkelgebied. Het bestemmingsplan is inmiddels onherroepelijk.In het plan wordt onderscheid gemaakt in vijf verschillendecentrumbestemmingen met elk een eigen regeling voor detailhandel (zieKaart 1). Kern van de regeling is dat dat de meeste ruimte voor detailhandelwordt geboden in het kerngebied Nieuwestad oost / Wirdumerdijk /

    Ruiterskwartier / Oude Doelesteeg en dat er voor de andere centrumgebiedendoor een verruiming van functies meervoudig gebruik mogelijk wordt.Hiermee beogen wij een eventuele geleidelijke verandering van winkelpandennaar andere functies te faciliteren als de markt daarom vraagt. In deaanloopstraten zijn veelal lokale ondernemers met speciaalzaken gevestigd.Zij vergroten daarmee de diversiteit van het winkelaanbod. Daarom hechtenwij aan het zo veel als mogelijk laten voortbestaan van deze bijzonderewinkelstraten. Tegelijkertijd onderkennen wij, dat niet alle straten even drukworden bezocht. Hiermee komt een rendabele exploitatie van dergelijkewinkels bij gebrek aan voldoende consumentenbezoek onder druk te staan.Ook speelt het organiserend vermogen van winkeliersverenigingen eenbelangrijke rol in het voortbestaan van aanloopstraten als winkelstraten. Hetin gezamenlijkheid opstellen van kansrijke gebiedsprofielen heeft eveneens

    een samenbindend en koersvast effect op het onderscheidende imago vandeze winkelstraten.Het succes van de Kleine Kerkstraat en de Oosterstratenhangt zichtbaarsamen met een actieve winkeliersvereniging met dito achterban. Ook hetflankerend beleid vanuit de gemeente helpt daarbij. Evenementen als SeriousRequest, Beste Binnenstad, Week van de Smaak, en Culturele HoofdstadEuropa 2018 leveren een belangrijke bijdrage aan het imago en het trekkenvan (extra) bezoekers naar Leeuwarden.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    10/33

    6

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    11/33

    7

    3. WINKELPARK DE CENTRALE

    Het winkelpark De Centrale heeft zich ontwikkeld tot een belangrijk regionaalwinkelcentrum voor (verruimde) perifere detailhandel, met daarbij behorendevoorzieningen. Op De Centrale is tevens beperkte ruimte ontstaan voor andereondersteunende functies dan detailhandel. Winkelpark De Centrale is eenbelangrijke complementaire voorziening voor de bestaande winkelcentra inLeeuwarden, inclusief de binnenstad.

    3.1 Het bestemmingsplan

    Het nieuwe bestemmingsplan voor het winkelpark en de directe omgeving Isgebaseerd op de Detailhandelsstructuurvisie van 2007, de Verordening Romte

    van de provincie en het rijksbeleid tot nu toe. Verder speelt een rol dataanvragen voor het vergroten van de omvang van De Centrale en voor hettoelaten van een grootschalige supermarkt door ons zijn afgewezen.Het nieuwe bestemmingsplan heeft nadrukkelijk een conserverend karakteren is inmiddels door de gemeenteraad vastgesteld. Het plan is op 24 juni 2013vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan is wel in werking getreden maarnog niet onherroepelijk omdat door De Centrale b.v. beroep aangetekendis. Het nieuwe bestemmingsplan is in de plaats gekomen van de aanbevelinguit 2007 om de raad een wijzigingsplan te laten vaststellen.

    omvangIn 2012 hebben wij een verzoek van de eigenaar het winkelpark te mogenvergroten naar 47.000 m bvo afgewezen in verband met de gevolgen voor debereikbaarheid en daarmee samenhangende kosten van verbetering daarvan.Er is voor ons geen aanleiding daar in het kader van deze structuurvisie andersmee om te gaan.De omvang van alle detailhandelsactiviteiten op De Centrale samen wordt netals in het bestemmingsplan gehandhaafd op 42.000 m bvo.De tot dusver gerealiseerde andere dan detailhandelsactiviteiten op DeCentrale zijn niet in dit getal begrepen. Het gaat daarbij om enkele

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    12/33

    8

    bedrijven, horecavoorzieningen, een geldkiosk en een fitness centrum meteen gezamenlijke oppervlakte van ruim 2.800 m bvo. Dat brengt het totaalaan m bvo op De Centrale te realiseren op maximaal 44.800 m .Dat betekent, dat in de volgende fase(n) nog ruimte is voor een kleine 10.000m bvo voor detailhandel.

    brancheringIn het nieuwe bestemmingsplan is het onderscheid tussen PDV en GDV, ook inhet toe te laten aantal m bvo per branche, los gelaten. Daarvoor in de plaatsis gekomen een opdeling in drie categorien branches onder de noemer(verruimde) perifere detailhandel (zie bijlage 2). Ter verdere ondersteuningvan het winkelklimaat worden in het bestemmingsplan, via eenafwijkingsprocedure, leisure voorzieningen (bijvoorbeeld een overdektekinderspeeltuin) mogelijk gemaakt tot maximaal 1.000 m bvo. Hierbij geldtwel de beperking dat indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt,dit ten koste gaat van het totale aantal m bvo dat voor detailhandelbeschikbaar is. Het maximale aantal m bvo op De Centrale blijft dus gelijk.Het uitgangspunt uit 2007 de minimale oppervlakte voor GDV-winkels op

    aanvraag per winkel incidenteel te verlagen van 1.500 bvo naar 1.000 m wvo(= 1.350 m bvo) ) is voor de vergelijkbare nieuwe branches Centrale II en IIIomgezet in een vaste ondergrens van 1.000 m wvo, of 1.350 m bvo. Voorbranches binnen Centrale II is onder strikte voorwaarden ter bescherming vande binnenstad en de buurt- en wijkwinkelcentra, een verlaging mogelijk tot500 m bvo.

    Met de opdeling in drie categorien in het nieuwe bestemmingsplan is beoogdeen helder inzicht te bieden welke branches zijn toegelaten op De Centralebinnen het begrip (verruimde) perifere detailhandel. Ook is in hetbestemmingsplan aangegeven welke branches niet zijn toegelaten(zie bijlage 2).

    3.2 Relatie met de binnenstad

    De definitieve parkeervoorziening bij het winkelpark De Centrale dient ookeen beperkte functie te krijgen voor een P+R-pendelbus met de binnenstadom zo de synergie tussen beide belangrijke winkelvoorzieningen teversterken. Randvoorwaarde is, dat eerst de uitbreiding van het aantalparkeerplaatsen op dit winkelpark is gerealiseerd. We onderzoeken vooraf demogelijkheid om de bediening en lijnvoering van de stadsdienst hierop af testemmen en stellen dit aan de orde in het betreffende ontwikkeloverleg metde provincie.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    13/33

    9

    4. SUPERMARKTBELEID

    Uitgangspunt voor het detailhandelsbeleid voor supermarkten in Leeuwardenblijft dat er in elke wijk minimaal een supermarkt aanwezig zou moeten zijn.Dit is van belang voor de leefbaarheid van de woonwijken. Met het tot nu toegevoerde detailhandelsbeleid en het daarop afgestemde planologische beleid(bestemmingsplanvoorschriften) hebben wij een redelijke spreiding over destad van supermarktvoorzieningen c.q. buurt- en wijkwinkelcentra voordagelijkse boodschappen in stand weten te houden. In totaliteit zijn ervoldoende supermarktmeters in onze gemeente. Toch is er vanuit de marktbehoefte aan reallocatie van winkels. Wij zijn in principe wel bereid ondervoorwaarden ruimte te bieden voor verplaatsing van bestaandsupermarktvolume als gevolg van marktontwikkelingen. Verplaatsing mag erechter niet toe leiden, dat daardoor de door ons voorgestane spreiding in

    gevaar komt. Met andere woorden: als door verplaatsing de bestaandewoonwijken geen goed bereikbare supermarkt meer hebben of hetvoortbestaan van de bestaande buurt- of wijkwinkelcentra wordt bedreigd,werken wij niet mee aan verplaatsing. Wij zijn overigens van mening, dat er los van verplaatsing in principe ruimte is voor een reguliere buurtsupermarktin wijken, buurten of dorpen waar geen buurtsupermarkt (meer) aanwezig is,maar die daar qua inwonertal distributieplanologisch wel voor in aanmerkingzouden kunnen komen. Het gaat daarbij om wijken, buurten of dorpen met3.000 inwoners of meer. In het (recente) verleden hebben wij meegewerktaan een buurtsupermarkt-voorziening in Heechterp/Schieringen(Egelantierstraat) en in Oud West (Leeuwerikstraat). DeVosseparkwijk/Heliconbuurt met ruim 4.200 inwoners (2014) enOldegalilen/Bloemenbuurt met ruim 3.200 inwoners (2014) zijn de enige

    twee bestaande wijken die daar wat ons betreft nu alsnog onder voorwaardenvoor in aanmerking zouden kunnen komen. Het spreekt vanzelf, dat wij in denieuwe wijk De Zuidlanden eveneens nieuw supermarktvolume toelaten ineen wijkverzorgende functie.Bij het restrictieve vestigingsbeleid voor supermarkten geldt als gemeentelijkuitgangspunt, dat de gemeente zich niet mengt in onderlingeconcurrentieverhoudingen van supermarkten. De gemeentelijke zorg is erenkel op gericht om een supermarktvoorziening per woonwijk in stand tehouden, gezien vanuit het belang van de consument. Dit specifiekedetailhandelsbeleid hebben wij zoveel als mogelijk in bestemmingsplannenverankerd.

    In ons bijgestelde beleid zijn wij in principe bereid onder voorwaarden mee te

    werken aan verplaatsing van supermarktvolume naar een nieuwe lokatie, mitssprake is van:

    a. Het verlagen van hetzelfde volume (in m bvo) aan bestaandsupermarkt aanbod op de oude locatie.

    b.

    Een ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling op de nieuwe locatie;c.

    Geen duurzame ontwrichting van het voorzieningenpatroon gezienvanuit het belang van de consument.

    Bij dit alles geldt overigens nog steeds het staande beleid, op grond waarvanwij alle branches (waaronder supermarkten) zonder beperkingen in debinnenstad toestaan.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    14/33

    10

    beoogde vestigingslocatiesDe Detailhandelsstructuurvisie 2014 is niet het kader om uitspraken te doenover de haalbaarheid op door initiatiefnemers beoogde locaties. Eerst moetblijken of voldaan kan worden aan onze criteria, zoals weergegeven in onzevisie. Mocht dat het geval zijn, dan moet vervolgens door ons nog getoetstworden of er sprake is van een ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling op debeoogde locatie. Daarbij gaat het om aspecten als stedenbouw, ontsluiting enparkeren en milieu.

    bijzondere winkelvoorzieningen voor levensmiddelenVoor de volledigheid vermelden we hier nog, dat verkoopruimten bijbenzineverkooppunten volgens het huidige beleid in principe maximaal 50 men avondwinkels maximaal 200 m voor levensmiddelen mogen hebben. Tenaanzien van benzineverkooppunten zijn er wel afwijkingen die ofwel zijnontstaan vanuit een vergunde situatie uit het verleden ofwel als compensatievoor de beindiging van verkoop van lpg.

    In bijlage 3 hebben wij het hiervoor aangegeven beleid nader

    geconcretiseerd.

    Samengevat geldt de volgende regeling voor supermarkten waarbij eenonderscheid wordt gemaakt naar hirarchie in verzorgingsfuncties met devolgende categorien:

    buurtniveau: tot 1.000 m wvo (1.350 m bvo);

    wijkniveau: tot 1.500 m wvo (2.000 m bvo); wijkcentra met stadsdeelfunctie: maximaal 3.500 m wvo (4.700 m

    bvo) voor het totale winkelcentrum; stedelijk/regionaal: maatwerk, waarbij in principe maximaal 2.500

    m wvo (3.400 m bvo) per winkellocatie wordt toegelaten.Incidenteel kan gemotiveerd medewerking worden verleend aan eenwinkelgrootte boven de 2.500 m wvo, mits er sprake van eenregionale functie.

    Op de beoogde locatie moet sprake zijn van een ruimtelijk verantwoordeontwikkeling, wil aan een eventuele uitbreiding binnen de hiervoor genoemderegeling meegewerkt kunnen worden. Daarbij gaat het om aspecten alsstedenbouw, ontsluiting, parkeren en milieu.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    15/33

    11

    5. PERIFERE DETAILHANDEL

    5.1 Detailhandel op bedrijventerreinen

    Op bedrijventerreinen geldt in principe een detailhandelsverbod. Door hetaangeven van specifieke zones op bedrijventerreinen dan wel het verlenenvan afwijkingen van de verbodsbepaling in bestemmingsplannen geven wijmedewerking aan de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen, c.q.productie gebonden detailhandel. Voorbeelden hiervan zijn bouwmarkten enwinkels in de woninginrichtingsbranche. Tot nu toe hebben wij geenmeubelzaken toegelaten op De Hemrik. Gelet op de voortschrijdendebranchevervaging hechten wij minder belang aan dit beleidsuitgangspunt,daar waar ook bouwmarkten woninginrichtingsartikelen, zoals, meubels,

    ledikanten, kasten en verlichtingsartikelen verkopen. Indien wenselijkverlenen wij medewerking aan wijziging van het bestemmingsplan op ditpunt.

    incidentele detailhandelsactiviteiten (fairs)

    Uit jurisprudentie is gebleken, dat voor incidentele detailhandelsactiviteitenop bedrijventerreinen in afwijking van de gebruiksbepalingen van eenbestemmingsplan, zoals fairs, geen ontheffing nodig is van datbestemmingsplan als die maximaal twee keer per jaar en per keer maximaaln dag plaats vinden en geen nadelige planologische gevolgen hebben. Datlaatste wil zeggen dat de activiteiten geen onomkeerbare aantasting van debestemming met zich mee mogen brengen. Wel kunnen eventueel nadereeisen worden gesteld aan de brandveiligheid, kan een APV-vergunning nodig

    zijn en moet worden getoetst aan de Drank en Horecawet.

    Indien incidentele detailhandel op een bepaalde locatie een meer structureelkarakter krijgt zal hiervoor een planologische procedure moeten wordendoorlopen indien dat gebruik op de betreffende locatie aanvaardbaar is.

    5.2 Uitwerking beleid perifere detailhandel westelijk Leeuwarden (DeZwette) en De Hemrik

    Met de vaststelling van een zone voor perifere detailhandel in westelijkLeeuwarden (De Zwette) is het beleid van ons college voor vestigingen vanperifere detailhandel transparant gemaakt. Hierdoor hebben zich nieuwezaken in het Businesspark kunnen vestigen in de woninginrichtingssfeer. Degrondpercelen, die in de zone vallen zijn expliciet in het betreffendebestemmingsplan benoemd. Een eventuele uitbreiding van de zone voorperifere detailhandel langs de Slauerhoffweg aan de achterzijde van WTC-Expo wordt hiermee in principe ook mogelijk indien dit gewenst wordt geachtin het kader van de planvorming rond het WTC/Expogebied. Medewerking aanwinkels beperken wij ook in dit gebied tot de traditionele branches voorperifere detailhandel. Dit hebben wij vertaald in een structuurbeeld. Eendergelijke zonering langs de hoofdwegenstructuur hebben wij ook opgenomenin het bestemmingsplan voor het bedrijventerrein De Hemrik. Ditbestemmingsplan is in september 2013 vastgesteld.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    16/33

    12

    De kaarten 2 en 3 bij dit rapport geven aan om welke zones het gaat in beidegebieden.

    5.3. Beleid rond pick-up-points bij internetverkoop

    Door de toenemende verkoop van goederen via webwinkels ontstaat er

    behoefte aan afhaalpunten. Aangezien de klant de goederen zelf komtafhalen, stellen wij deze afhaalpunten gelijk met winkels. Om oneigenlijkesluikverkopen op deze punten en uitholling van bestaande winkelcentra tevoorkomen achten wij het wenselijk om de afhaalpunten op een natuurlijkemanier te laten koppelen aan reguliere winkelcentra en geen medewerking teverlenen aan solitaire afhaalvestigingen op bedrijventerreinen.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    17/33

    13

    6. WINKELS IN DORPEN

    Met uitzondering van het dorp Grou bestaat er geen behoefte aan eenspecifiek geformuleerd winkelbeleid voor de dorpen in de gemeenteLeeuwarden. Een bescheiden winkelvestiging in een dorp met een lokaalverzorgende functie is in principe altijd mogelijk. Afweging vindt dan plaatsop het niveau van het betreffende bestemmingsplan met toetsing aan hetStreekplan Frysln (Verordening Romte). Het spreekt vanzelf dat voor deleefbaarheid van een dorp winkels van belang zijn, maar hetconsumentengedrag bepaalt uiteindelijk of een winkel rendabel is. Hier endaar zijn nog enkele van oudsher gevestigde (levensmiddelen-)winkelsaanwezig met een lokaal verzorgende functie voor het dorp. Dit isbijvoorbeeld in Wergea nog het geval. De winkelfunctie in dorpen staat echteronder druk. Zo heeft Wirdum nog wel een eigen supermarktvoorziening wetente behouden, mede dank zij de inzet van mensen met afstand tot dearbeidsmarkt. Zij krijgen op maat gesneden leerwerktrajecten of zinvolledagbesteding in een normale werkomgeving aangeboden. Dankzij deze aanpak

    kunnen dorpsbewoners voor hun dagelijkse boodschappen nog steeds in eigendorp terecht.

    geactualiseerde detailhandelsvisie voor GrouDe gemeenteraad van Boarnsterhim heeft op 15 oktober 2013 het rapportActualisatie distributieve ruimte Grou-Centrum vastgesteld. Hiermee is dedistributieve ruimte in de Detailhandelsstructuurvisie Grou uit 2010geactualiseerd. Beide rapporten dienen als onderlegger voor het te voerendetailhandelsbeleid voor het dorp Grou.Grou is met 5765 inwoners (peildatum 1 januari 2014) het grootste dorp vande gemeente Leeuwarden.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    18/33

    14

    Naast een verzorgingsfunctie voor het eigen dorp en het omliggendeplatteland heeft Grou ook een belangrijke toeristische en recreatieve functieals watersportdorp. Grou kent daardoor een bijpassend voorzieningenniveauop het gebied van winkels en horeca.

    De winkelvoorzieningen in Grou zijn ook van belang voor de inwoners vanandere dorpen in de omgeving zoals Jirnsum en Reduzum met respectievelijk1300 en 1085 inwoners (peildatum 1 januari 2014). Voor een beschrijving vanhet winkelgebied van Grou verwijzen wij naar bijlage 4.

    Voor de detailhandel in Grou gelden de volgende uitgangspunten:- ontwikkelingen richten op het versterken van het bestaande centrumgebied- geen detailhandel op de Minne Finne- vanwege de directe aansluiting op centrum is om kwalitatieve redenen eenverplaatsing naar en uitbreiding van de Poiesz-supermarkt op de locatievoormalige PTT-locatie tot 850 m mogelijk.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    19/33

    15

    7. AMBULANTE DETAILHANDEL

    Hierna gaan wij in op een aantal aspecten van ambulante detailhandel.

    weekmarkten en standplaatsenDe markten en de verkoopstandplaatsen nemen binnen hetdetailhandelsbeleid een bijzondere plaats in.In 2012 is het vernieuwde marktbeleid vastgesteld. De vrijdagmarkt is eenbelangrijke aanvulling op het aanbod van de bestaande detailhandel. Het iseen aantrekkelijke markt, die vele bezoekers uit de regio trekt. De consumentstelt groot belang in de aanwezigheid van de markt vanwege het zeergevarieerde aanbod. Behalve dit grote aanbod waardeert de consument ookde sfeer op de markt. Dit komt mede door het mooie nieuwe plein, deindeling en het foodcourt. Veel eetstalletjes zijn samen gegroepeerd op het

    foodcourt en dit trekt wekelijks veel bezoekers. De vergrote parkeergarageonder het Wilhelminaplein biedt voor bezoekers volop mogelijkheden om devrijdagmarkt te bezoeken en te winkelen in de binnenstad. Het commercieelbeheer van de markt is uitbesteed met het oogmerk het kwaliteitsniveau vande markt te verbeteren. De Marktadviescommissie adviseert over de indeling,diversiteit en uitstraling van de markt. Dit werkt goed en versterkt deklantgerichtheid van de markt. De markt functioneert meer als eentotaalconcept. Landelijk staat de warenmarkt onder druk. Desondanks is ervanuit de ambulante handelaren momenteel veel vraag naar een plaats op devrijdagmarkt in Leeuwarden. Kortom: de vrijdagmarkt is belangrijk voor debinnenstad. De ambitie is binnen enkele jaren weer bij de top 5 vanNederland te behoren. Verder draait de zaterdagmarkt erg goed en zijn er nogenkele wijkmarkten.

    bijzondere marktenOp Koningsdag vindt traditiegetrouw de vrijmarkt in het centrum plaats. OpHemelvaartsdag is na jarenlange uitwijk naar de Lange marktstraat /Tesselschadestraat vanaf 2013 de Bloemenmarkt in combinatie met eenjaarmarkt teruggekeerd in de binnenstad. Deze markt alleen al trektduizenden bezoekers. In september wordt al meerdere jaren eenaantrekkelijke jaarmarkt gehouden in het centrum.

    verkoopstandplaatsenDe beleidsregel Verkoopstandplaatsen is in 2012 vastgesteld. In 2014 zal dezeregeling in het kader van de harmonisatie van het beleid met Boarnsterhimgeactualiseerd en aangepast worden. Voor de aangewezen standplaatsen in de

    binnenstad is veel belangstelling. Sinds 2012 is het mogelijk om deze plaatsenvoor meerdere jaren te huren. Dat geeft voor de ondernemer meer zekerheidop termijn.

    braderienVoor het houden van braderien gelden beleidsregels, die zijn opgenomen inde Algemene Plaatselijke Verordening. In de binnenstad worden braderienveelal gehouden in combinatie met de koopzondag op de laatste zondag vande maand.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    20/33

    16

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    21/33

    17

    8. FLANKEREND BELEID

    8.1Winkeltijden

    Het gemeentelijke beleid voor koopzondagen is begin september 2013vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met nieuwe wetgeving.Dit heeft geleid tot de vaststelling van een nieuwe verordening WinkeltijdenLeeuwarden 2013, waarin ook de beleidsregels voor het avondwinkelbeleidzijn verwerkt. Voor het koopzondagenbeleid in het stedelijk gebied isvooralsnog ingestoken op een groeimodel, dat eerst uitgaat van een algemenezondagsopenstelling voor supermarkten met een beperking voor de overigewinkels tot ongeveer 20 koopzondagen per jaar. Dit aantal gaat uit van eenvast patroon op elke laatste zondag van de maand en alle zondagen in

    november en december. Daarnaast zijn er ook nog winkelopeningen op 2

    e

    paasdag, hemelvaartsdag, 2epinksterdag en 2ekerstdag mogelijk. Voor hetdorp Grou geldt nog steeds de oude Verordening Winkeltijden Boarnsterhim2013. Op basis hiervan hebben wij voor het jaar 2014 een lijst metkoopzondagen voor Grou vastgesteld. Deze is vanwege het toeristischewatersportseizoen traditiegetrouw gebaseerd op alle zondagen in de maandenjuni, juli en augustus en een enkele datum voor de opening van hetwatersportseizoen in april en n zondag vlak voor Kerstmis. Ook rond deviering van Sint Pieter wordt in Grou een koopzondag gehouden. De thansgeldende verordeningen winkeltijden moeten binnen twee jaargeharmoniseerd zijn. Wij zijn voornemens hiertoe tijdig een voorstel aan degemeenteraad voor te leggen waarbij ook de ervaringen met het groeimodelworden meegenomen.

    8.2Parkeren + bereikbaarheid

    Uit onderzoek blijkt dat de parkeervoorzieningen in het centrum goed wordengewaardeerd. De parkeercapaciteit is met de oplevering van de vernieuwdeparkeergarage onder het Wilhelminaplein weer goed op orde. Bij de NieuweOosterstraat komt nog een parkeergarage ten behoeve van het provinciehuis.Deze garage is buiten kantoortijden ook toegankelijk voor winkelend publiekop zaterdagen en koopavonden. Het parkeren en de bereikbaarheid van debinnenstad houdt volop onze aandacht door onder andere jaarlijksverkeerstellingen uit te voeren. We monitoren de bezettingsgraad van deparkeergarages. Ook vindt er ieder jaar een parkeeronderzoek plaats naar

    de bezettingsgraad (gebruik) van de betaalde parkeerplaatsen op hetmaaiveld. Wij blijven zo scherp de focus houden op het parkeren en debereikbaarheid van de binnenstad en laten hiervoor het benodigde onderzoekdoen. Bereikbaarheid en parkeren zijn immers essentieel zijn voor heteconomisch functioneren van de binnenstad. Bijzondere aandacht gaat uitnaar de aansluiting van het centrum op de westelijke invalsweg vanaf deHaak om Leeuwarden.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    22/33

    18

    8.3 Organiserend vermogen winkeliers(verenigingen).

    Met de komst van het Leeuwarder Ondernemersfonds (LOF) en de oprichtingvan de Stichting Binnenstadsmanagement Leeuwarden is het organiserendvermogen van ondernemers sterk verbeterd. Wij hebben regelmatig contactmet deze organisaties. Daarnaast voeren wij periodiek overleg met hetVerenigd Bedrijfsleven Leeuwarden (VBL). Daarin zijn de LeeuwarderOndernemers Club (LOC), de Commercile Club Leeuwarden en debedrijventerreinen De Zwette (inclusief Businesspark) en De Hemrikvertegenwoordigd.

    8.4Project Het Nieuwe Winkelen

    De STEC-groep adviseert bij de actualisering van dedetailhandelsstructuurvisie: Blijf vol inzetten op het nieuwe winkelen.Onder aanvoering van het project Binnenstad Boppe is Leeuwarden n vande koplopers in Nederland op dit gebied en moet ze dat blijven. De komende

    jaren wordt het nieuwe winkelen nog belangrijker voor de

    aantrekkingskracht van winkels en winkelgebieden.

    De moderne consument maakt bij zijn koopbeslissingen steeds vaker gebruikvan mobiele online-informatie via internet. Wil de binnenstad interessantblijven voor deze groep consumenten dan is ontsluiting van de binnenstad viaeen Wi-Fi-netwerk noodzakelijk om concurrerend te blijven. De ondernemersin de binnenstad kunnen zo gezamenlijk als het ware zich als n grootwarenhuis aan het kooppubliek presenteren. Onder de vlag van het projectBinnenstad Boppe is samen met een voorhoedegroep van ondernemers hetproject Het Nieuwe Winkelen gestart. De initiatieffase is vanuit degemeente gefinancierd. Inmiddels is er vanuit ondernemers eenbeheerstichting opgericht en een landingspagina op internet gelanceerd opwww.in.leeuwarden.nl,waar alle winkels in de binnenstad vindbaar zijn. Met

    subsidie van provincie en gemeente is ook de financiering voor de aanleg vaneen eigen Wi-Fi-netwerk rond. Genoemde stichting staat voor de opgave omvoldoende participatie te organiseren en de winkelinformatie up tot date tehouden. Aangezien Leeuwarden hiermee landelijk voorop loopt dienen in dezepioniersfase ook de kinderziekten te worden overwonnen. Dit vraagt omdoorzettingsvermogen en slagkracht bij ondernemers. Daar waar mogelijkbiedt de gemeente ondersteuning in het ontwikkeltraject.

    8.5Deelname aan landelijke verkiezing Beste Binnenstad

    De binnenstad vormt speerpunt van het beleid en fungeert als boegbeeld envisitekaartje voor de hele stad. De kwaliteit van de binnenstad wordt nietalleen bepaald door gemeentelijk beleid. Kwalitatieve uitstraling van

    winkelpanden en goed gastheerschap van ondernemers zijn minstens zobelangrijk. Samen met een initiatiefgroep en een stuurgroep wordtgezamenlijk met ondernemers gewerkt aan een traject om dit doel tebereiken conform de wens van de gemeenteraad bij initiatiefvoorstelVersterking aanbod door diversiteit uit 2008. De ambitie en hetsamenwerkingsproces werken motiverend om de kwaliteit van binnenstad opeen hoger niveau te brengen. In dat kader past de uitverkiezing tot CultureleHoofdstad van Europa 2018 uitstekend.

    http://www.in.leeuwarden.nl/http://www.in.leeuwarden.nl/http://www.in.leeuwarden.nl/
  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    23/33

    19

    8.6Samenhang met beleid op het gebied van cultuur, horeca,evenementen, toerisme en marketing.

    De beleveniseconomie van de binnenstad vraagt steeds meer om een goedeafstemming van het detailhandelsbeleid met andere beleidsterreinen. Bezoekaan een binnenstad wordt steeds meer gezien als een dagje uit. Veelal is ersprake van recreatief winkelen en dito verblijf. Daarbij is winkel-ondersteunende horeca van wezenlijk belang. Er ontstaan nieuwewinkelconcepten gebaseerd op een combinatie van horeca en detailhandel.Regelgeving moet dan niet belemmerend werken op eventuele vestiging vandergelijke concepten. In het in 2012 vastgestelde bestemmingsplanbinnenstad is hier onder meer op ingespeeld door het opnemen van eenregeling voor ondergeschikte horeca bij detailhandel en door het bij afwijkingmogelijk maken van daghoreca in winkelgebieden. Ook zoekt de consumentgraag nog ander vertier op. Zo is het organiseren van doelgroepgerichteevenementen ook voor de winkelfunctie van belang. Daarnaast biedt hetnieuwe Fries Museum in het winkelhart een kans om de aantrekkingskrachtvan Leeuwarden als winkelstad te versterken met meer bovenregionaal

    bezoek. Randvoorwaarde hierbij is, dat er spraakmakende tentoonstellingenworden georganiseerd, die landelijke interesse weten op te wekken. In decontext van deze paragraaf moet de uitwerking van beleid worden gezochtvoor wat betreft het hierna geciteerde advies van de STEC-groep. Versterkhet toeristisch recreatief profiel van de binnenstad. Beleving en bezoekersvan buiten worden steeds belangrijker voor het functioneren vanbinnensteden.Evenementen als Fries Straatfestival, Koningsdag,Bloemenjaarmarkt, Serious Request, Beste Binnenstad, Week van de Smaak enCulturele Hoofdstad Europa 2018 leveren hieraan een belangrijke bijdrage.

    8.7Samenhang met beleid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit

    Een belangrijke factor voor het succes van de binnenstad als

    kernwinkelgebied is de aantrekkelijkheid vanwege de historische structuur,fraaie monumenten en zorgvuldige inrichting. Bestemmingsplan enWelsstandsnota zien er op toe dat de maat en schaal van de binnenstadbehouden blijft en waar mogelijk wordt versterkt. Het reclamebeleid zorgtvoor samenhang in reclame-uitingen en een goede afstemming op de cultuur-historische waarde van de binnenstad.Ook voor de wijkwinkelcentra en bedrijventerreinen gelden regels voorwelstand en reclame om verrommeling te voorkomen. Daarnaast zijn ooksamenwerkingsprojecten op gebied van veiligheid als Keurmerk VeiligOndernemen (KVO) voor de binnenstad en parkmanagement voorbedrijventerreinen van belang voor de aantrekkingskracht op de consument.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    24/33

    20

    BIJLAGE 1

    Belangrijkste aanbevelingen uit onderzoeksrapport STEC-groep

    Op basis van de resultaten van de detailhandelsmonitor, ontwikkelingen in dedetailhandel en de voorgenomen actualisering van de detailhandelsvisie zijnin de rapportage van de STEC-groep de volgende concrete aanbevelingen voorde detailhandel in Leeuwarden gedaan:

    Actualiseer de detailhandelsstructuurvisie (2007) alleen voor wat betreft,de planvorming voor de locatie Werpsterhoek/De Zuidlanden. Vanwege deactuele marktsituatie wordt geadviseerd op Werpsterhoek geenhypermarkt of andere vormen van detailhandel te ontwikkelen metuitzondering van een ondersteunend wijkwinkelcentrum in De Zuidlanden.Pas wanneer de marktsituatie verandert en de markt weer aantrekt, kandit uitgangspunt opnieuw worden bezien. Dan komen detailhandels-concepten in beeld met toegevoegde waarde voor Leeuwarden en Frysln.Deze concepten worden dan getoetst op criteria als de effecten op de

    detailhandelsstructuur en het verkeer en andere ruimtelijk relevantecriteria. Hetzelfde geldt ook voor andere potentile ontwikkellocaties inLeeuwarden (o.a. WTC).

    Maak het winkelgebied van de binnenstad compacter. Maak op basis vanpassantentellingen en gebiedsprofielen een actieplan voor locaties, die inaanmerking komen voor transformatie van winkelvastgoed.

    Versterk het toeristisch recreatief profiel van de binnenstad. Beleving enbezoekers van buiten worden steeds belangrijker voor het functionerenvan binnensteden.

    Blijf vol inzetten op het nieuwe winkelen. Onder aanvoering van hetproject Binnenstad Boppe is Leeuwarden n van de koplopers inNederland op dit gebied en moet dat blijven. De komende jaren wordt hetnieuwewinkelen nog belangrijker voor de aantrekkingskracht van

    winkels en winkelgebieden. Focus op versterking van goed functionerende wijkwinkelcentra met

    perspectief en wijkcentra die belangrijk zijn in de verzorgingsstructuur(geen ander boodschappencentrum dichtbij).

    Cluster de perifere detailhandel op bedrijventerreinen.

    Rond De Centrale af binnen de mogelijkheden van het huidige (inmiddelsverouderde)bestemmingsplan en blijf zorgen voor voldoendeonderscheidend vermogen ten opzichte van de binnenstad.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    25/33

    21

    BIJLAGE 2

    Perifere detailhandel op De Centrale volgens bestemmingsplan

    Het loslaten van het onderscheid in PDV en GDV houdt in, dat wij in hetvervolg geen onderscheid meer maken in een verdeling in vloeroppervlaktetussen beide vormen binnen de toegestane 42.000 m bvo voor detailhandel.Daarvoor in de plaats is gekomen een onderscheid in op De Centraletoegelaten branches onder de noemer (verruimde) perifere detailhandel. Diehebben wij in het nieuwe bestemmingsplan Centrale I, Centrale II en CentraleIII genoemd. Een samenvatting van de vestings(-on-)mogelijkheden treft uhierbij aan.

    definitie perifere detailhandel:Detailhandel die qua volumineuze aard van de goederen, gevaar en hinder ofdagelijkse bevoorrading niet meer goed inpasbaar is in de bestaandewinkelcentra, waaronder uitsluitend worden begrepen: detailhandel inwoninginrichting, tenten, keukens en sanitair, meubelen, bouwmaterialen en

    fietsen en auto-accessoires.

    definitie verruimde perifere detailhandel:Detailhandel buiten of aansluitend op bestaande winkelcentra met eenaanbod van niet-dagelijkse goederen waaronder naast de onder periferedetailhandel genoemde branches worden verstaan de hoofdbrancheshuishoudelijke en luxe artikelen, sport en spel, speelgoed, hobby, mediatuincentra, plant- en dierbenodigdheden, bruin- en witgoed, evenals overigedetailhandel niet eerder genoemd (restpartijen), met uitzondering van dehoofdbranches warenhuizen, kleding en mode, schoenen en lederwaren,juwelier en optiek;

    (verruimde) perifere detailhandel Centrale I:

    Detailhandelsvestigingen in relatie tot het thema wonen, waaronder: kampeerartikelen met uitzondering van caravans; keukens en sanitair; bouwmaterialen en aanverwante doe-het-zelf artikelen in de vorm van

    een bouwmarkt; woninginrichtingsartikelen, zoals meubelen, vloerbedekking en

    woningtextiel.

    (verruimde) perifere detailhandel Centrale II:Detailhandelsvestigingen waaronder worden verstaan de hoofdbranches:

    tuincentra; plant- en dierbenodigdheden; fietsen;

    auto-accessoires.

    (verruimde) perifere detailhandel Centrale III:Detailhandelsvestigingen waaronder worden verstaan de hoofdbranches:

    huishoudelijke en luxe artikelen; sport en spel;

    speelgoed; hobby; media; bruin- en witgoed; restpartijen.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    26/33

    22

    branches die niet zijn toegestaanTwee groepen van branches zijn niet toegestaan op grond van hetgemeentelijke beleid. Deze branches doen te veel afbreuk aan deverzorgingsfunctie en de recreatieve winkelfunctie van het kernwinkelgebieden/of van de wijk- en buurtwinkelcentra van Leeuwarden. Het betreft dedagelijks benodigde goederen en de niet dagelijks benodigde goederenrecreatief.

    Hieronder vallen: voeding- en genotmiddelen en supermarkten; grootschalige food/non-

    food vestigingen; persoonlijke verzorging (waaronder drogisterij, parfumerie); warenhuizen; kleding en mode;

    juwelier;

    optiek; schoenen en lederwaren.

    Daarnaast blijven uitgesloten: autos, boten en caravans; grove bouwmaterialen;

    brandbare en explosieve stoffen; landbouwwerktuigen.

    Deze branches horen thuis op de bedrijventerreinen.

    De al op De Centrale aanwezige bedrijfsactiviteiten zijn bij recht opgenomen.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    27/33

    23

    BIJLAGE 3

    1. Omvang supermarkten

    In de supermarkthirarchie valt globaal volgens landelijke indelingen op basisvan het winkelvloeroppervlak (wvo) het volgende onderscheid te maken):

    Kleinschaligesupers (tot 800 m wvo): met een buurtverzorgendefunctie voor de kleinschalige dagelijkse boodschappen;

    Middelgrotesupermarkten (van 800 tot 2.500 m wvo) met eenverzorgende functie voor wijk, stadsdeel of woonplaats;

    Grotesupermarkten (circa 2.500 tot 4.000 m wvo) met een functievoor de hele stad en directe regio;

    Specifiekesupermarkten zoals gemakswinkels (bijvoorbeeld in

    stations), discountsupers (veelal beperkt assortiment, gering comforten laag prijsniveau) en verkoop van levensmiddelen bij bijvoorbeeldbenzineverkooppunten en in avondwinkels.

    Vanuit het detailhandelsbeleid is het wenselijk voor nieuwebestemmingsplannen en voor de beoordeling van afwijkingsverzoekenconcrete afspraken te maken over de toelaatbare omvang van supermarkten.Wij sluiten daartoe aan bij voornoemde landelijke indeling van supermarktenen laten voor alle woonwijken een middelgrote supermarkt toe waarbij detoegelaten omvang afhankelijk wordt gesteld van de historische situatie.

    Omwille van de duidelijkheid hebben wij als beleidsregel vastgelegd, dat eenfull servicesupermarkt met een wijkverzorgende functie onder voorwaardentussen de 800 en 2.500 m winkelvloeroppervlakte (wvo) mag omvatten. Ingeval van bestemmingsplanwijzigingen of afwijkingsverzoeken achten wijvanuit het detailhandelsbeleid bij de kleinere supermarkten op buurtniveaueen uitbreiding tot maximaal 1.000 m wvo toelaatbaar. Voor

    wijkverzorgende supers geldt een maximumnorm van 1.500 m wvo. Voordeze afwijkingen geldt de verplichting tot distributieplanologischeonderbouwing van de marktruimte niet. Voor bestaande supermarkten, die algroter zijn dan 1.500 m wvo, staan wij normatief een uitbreiding vanmaximaal 10% toe, voor zover het maximum van 2.500 m wvo niet wordtoverschreden. In aanvulling hierop geldt voor wijkcentra met een stadsdeel-c.q. regiofunctie als randvoorwaarde een maximaal totaaloppervlakte voor desupermarkten samen van 3.500 m wvo voor de levensmiddelenbranche inbetreffend wijkcentrum (Bilgaard en Cambuurplein). Gelet op de omvang vande wijk Camminghaburen geldt voor dat wijkwinkelcentrum een maximum van3.000 m wvo voor het totale volume in de levensmiddelenbranche. Voor desolitair gelegen supermarkten geldt eveneens een maximumoppervlakte als ersprake is van een bijzondere, autonome bovenwijkse, stedelijke of regionale

    positie. Dit vraagt maatwerk per locatie.

    normatieve omrekenfactor bvo/wvoWij hanteren een normatieve omrekenverhouding tussen de begrippen bvo enwvo. De omrekening van wvo naar bvo kan worden verkregen door het aantalm wvo te verhogen met 35%. Terugrekenen van bvo naar wvo kanplaatsvinden door een percentage van 75% toe te passen. De omrekening isvan belang, omdat in bestemmingsplannen doorgaans het begrip bvo en inonderzoeken de term winkelvloeroppervlak of verkoopvloeroppervlak (wvo ofvvo) wordt gehanteerd.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    28/33

    24

    2. Voorwaarden verplaatsing bestaand supermarktvolume

    In principe is verplaatsing van supermarktvolume naar een nieuwe locatiemogelijk, mits sprake is van:

    a. het verlagen van hetzelfde volume (in m bvo) aan bestaandsupermarktaanbod op de oude locatie.

    b. een ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling op de nieuwe locatie.c. geen duurzame ontwrichting van het voorzieningenpatroon gezien

    vanuit het belang van de consument.

    Concreet betekent een en ander:a. Er kan alleen sprake zijn van publiekrechtelijke medewerking door de

    gemeente als de eigena(a)r(en) van de oude locatie aantoonbaar envrijwillig bereid is/zijn mee te werken aan een herziening van hetdaar geldende bestemmingsplan;

    b. Alle kosten (van gemeente en eigenaar) die betrekking hebben op deoude locatie, waaronder ambtelijke kosten, kosten van een

    bestemmingsplanaanpassing en kosten van eventuele planschade,komen voor rekening van de initiatiefnemer(s);c.

    Alle kosten (van gemeentewege) die betrekking hebben op de nieuwelocatie, komen voor rekening van de initiatiefnemer(s);

    d. Bij vermindering van het volume (in m bvo) op de oude locatie, zalpubliekrechtelijk moeten worden geregeld, dat er op die locatie geengroter volume voor een (andere) supermarkt ontstaat, dan hetverschil tussen de omvang die de bestaande supermarkt mag hebbenop grond van het gemeentelijke detailhandelsbeleid en het teverplaatsen volume.

    e. De vermindering of opheffing van het volume voor supermarkt(en) opde oude locatie moet minimaal gelijktijdig (onherroepelijk) zijngeregeld, met het toelaten van dat volume op de nieuwe locatie.

    f.

    Het verplaatsen van supermarktvolume mag er niet toe leiden, dat ergeen bestaansrecht meer is voor minimaal n (buurt)supermarkt inde bestaande buurt- en wijkwinkelcentra.

    g.

    Bij een ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling gaat het om aspectenals stedenbouw, ontsluiting, parkeren en milieu.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    29/33

    25

    BIJLAGE 4.

    1. Beschrijving van het winkelgebied van Grou

    Het centrum van Grou is historisch gezien het belangrijkste winkelgebied vanhet dorp. Het heeft de status van beschermd dorpsgezicht. De Hoofdstraat iseen belangrijke winkelstraat en is deels als voetgangersgebied ingericht.Daarnaast zijn diverse winkels aan het Halbertsmaplein/Raadhuisstraat en deGedempte Haven te vinden. Trekkers zijn een winkel van Blokker en de sindskort in Grou aanwezige HEMA. De supermarkt van Poiesz grenst direct aan hetcentrumgebied. Deze supermarkt is op dit moment met 375 m wvo te kleinom een volledig assortiment te bieden. Er is een manifeste wens om tevergroten. De eerder voorgenomen verplaatsing naar Minne Finne gaat nietdoor. De focus is inmiddels verlegd naar het voormalige postkantoor aan deParkstraat. In samenspraak met de gemeente wordt onderzocht om hier eenverbeterde supermarkt van ongeveer 850 m bvo (circa 650 m wvo) terealiseren. Deze locatie ligt voor de eigen bewoners centraler en is

    eenvoudiger te bereiken dan Minne Finne. Ook voor de toeristische functieis het van belang deze supermarkt blijvend in het centrum van Grou teaccommoderen.De parkeermogelijkheden in en rondom het centrumgebied zijn de afgelopenjaren verbeterd. Toch geeft het parkeren vooral in het watersportseizoennogal eens problemen. Daarom zullen ook de komende tijd nog extraparkeerplaatsen worden gerealiseerd.Een tweede, recenter gerealiseerd winkelgebied is te vinden aan deStationsweg. Hier zijn de supermarkten van Jumbo (recent vergroot met 200m naar 1.217 m wvo) en Lidl (996 m wvo) te vinden, met verdervestigingen van Mitra en Kruidvat. Bij deze winkelconcentratie is eigenparkeergelegenheid aanwezig.Langs de Stationsweg en Parkstraat zijn nog een paar winkels gevestigd uit de

    doelgerichte branches, zoals Fixet (doe-het-zelf). Verder bevinden dezebranches zich vooral op bedrijventerreinen ten noorden van de kern, zoalseen fietsenwinkel, een speciaalzaak voor babybenodigdheden aan deOedsmawei en een keukenzaak op Biensma. Daarnaast is nog watergebondenperifere detailhandel te vinden op de bedrijventerreinen.

    Planontwikkeling voor winkels in Grou.Voor de Volmaweg is momenteel een bestemmingsplan in voorbereiding. Hetgaat om woningbouw met in het kopgebouw 200 m detailhandel. Dezedetailhandel is een vervanging van de aanwezige detailhandel in dit gebied ophet moment van vaststelling van de Detailhandelsstructuurvisie Grou in 2010.Verder is een plan in voorbereiding om aan de Hellinghaven (noordelijk vanMinne Finne) enkele appartementen te realiseren, waarbij op de begane

    grond ook ruimte kan worden geboden aan onder meer detailhandel of horeca(ongeveer 280 m bvo). In het rapport Actualisatie distributieve ruimte Grou-Centrum wordt echter geconcludeerd dat er niet veel ruimte voor uitbreidingbestaat, maar dat er naast een kwantitatieve afweging ook kwalitatieveargumenten een rol kunnen spelen om toch tot een bepaalde ontwikkeling tekomen.

    Met het op 15 oktober 2013 vastgestelde rapport Actualisatie distributieveruimte Grou-Centrum vanBroekhuis Rijs Advisering is de distributieveruimte geactualiseerd van de in 2010 vastgesteldeDetailhandelsstructuurvisie Grou .

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    30/33

    26

    2. Conclusies en aanbevelingen uit het rapport Actualisatie distributieveruimte Grou-Centrumvan Broekhuis Rijs Advisering.

    met ongeveer 5.750 inwoners. Daarnaast ligt rondom Grou een aantal dorpen,dat voor hun boodschappen grotendeels op Grou is georinteerd; dit zijn metname Jirnsum en Reduzum. Daarnaast zullen ook uit de rest van de gemeentenog mensen naar Grou komen, zoals uit Akkrum en Nes.

    onderdeel uit van de detailhandelsomzet in Grou, en zorgt voor extrakoopkracht.

    het om de inwoners van Grou, de inwoners van het buitengebied en om detoeristen samen. Kwantitatief gezien is er geen distributieve ruimte in demarkt voor grote uitbreidingen. De vloerproductiviteit ligt momenteel al aande onderkant van wat gangbaar is in kernen van deze omvang.

    buiten het huidige centrumgebied, direct aan het water. Op kwalitatievegronden is er onvoldoende reden voor de realisatie van winkelruimte op dezeplek. Vooral het niet kunnen bijdragen aan het versterken van hetcentrumgebied is hierin een belangrijke factor.

    ed heeft inonze ogen een aanzienlijk risico op bouwen voor leegstand, of tot eenontwikkeling die solitair gaat functioneren op een te grote afstand van hetcentrumgebied. De structuur van het centrum wordt door een dergelijkeontwikkeling eerder uit elkaar getrokken dan versterkt.

    aanwezig voor uitbreiding van het aanbod. Een vergroting van de Poiesz naar700 m2 wvo is rekenkundig gezien lastig.

    rplaatsing vanPoiesz naar de voormalige PTT-locatie ondersteunen. Wanneer de supermarktde kans niet krijgt tot een beperkte schaalvergroting, worden debestaansmogelijkheden sterk ingedamd. Een eventueel vertrek uit hetcentrum van Poiesz zal voor het overige (niet-dagelijkse) aanbod in hetcentrum zeker gevolgen hebben. De aantrekkelijkheid van het centrum alskoopgebied zal afnemen.

    een sterker centrum, dat bovendien compact blijft. Wel zal op deze locatievoldoende aandacht besteedt moeten worden aan de inpassing in het centrumbij de entree van het centrumgebied.

    m2 bvo zullen ongeveer 30 35 parkeerplaatsen vereist zijn.

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    31/33

    27

    Kaartbeeld 1.Indeling centrumgebieden in het bestemmingsplan Binnenstad

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    32/33

    28

    Kaartbeeld 2 PDV-zone De Zwette

    Kaartbeeld 3 PDV-zone De Hemrik

  • 8/11/2019 Leeuwarden Detailhandel 2014

    33/33