leren in verschillende loopbaanfases

4
INTERVIEW INGE POOL Leren op de werkplek: je doet het elke dag als verpleegkundige. Maar leren jonge verpleegkundigen anders dan oudere verpleegkundigen? En is er voor de ‘oude rotten in het vak’, die alles al gezien hebben in hun loopbaan, eigenlijk wel voldoen- de relevante scholing? Inge Pool, beleidsadviseur bij het Opleidingscentrum van het UMC Utrecht, doet een promotieonderzoek naar dit onderwerp. Wat blijkt: oudere verpleegkundigen zijn niet minder gemotiveerd om te leren dan hun jongere collega’s. Ze maken soms alleen andere keuzes. Leren in verschillende loopbaanfases BijZijn-XL 08 > nr. 03 - 2014 INTERVIEW Tekst: Aliëtte Jonkers, medisch (wetenschaps) journalist. Zij schrijft artikelen voor medische vaktijdschriften, websites en uitgeverijen. Beeld: Vincent Boon Photography

Upload: aliette-jonkers

Post on 19-Mar-2017

216 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: Leren in verschillende loopbaanfases

INTERVIEW INGE POOL

Leren op de werkplek: je doet het elke dag als verpleegkundige. Maar leren jonge verpleegkundigen anders dan oudere verpleegkundigen? En is er voor de ‘oude rotten in het vak’, die alles al gezien hebben in hun loopbaan, eigenlijk wel voldoen-de relevante scholing? Inge Pool, beleidsadviseur bij het Opleidingscentrum van het UMC Utrecht, doet een promotieonderzoek naar dit onderwerp. Wat blijkt: oudere verpleegkundigen zijn niet minder gemotiveerd om te leren dan hun jongere collega’s. Ze maken soms alleen andere keuzes.

Leren in verschillende loopbaanfases

BijZijn-XL

08 >nr. 03 - 2014INTERVIEW

Tekst: Aliëtte Jonkers, medisch (wetenschaps) journalist. Zij schrijft artikelen voor medische vak tijdschriften, websites en uitgeverijen.

Beeld: Vincent Boon Photography

Page 2: Leren in verschillende loopbaanfases

INTERVIEW BijZijn-XL

09 >nr. 03 - 2014INTERVIEW

>

‘Ziekenhuizen zijn steeds meer op zoek naar een antwoord op de vraag: hoe weten we dat onze verpleegkundigen nog wel bekwaam zijn? Deskundigheid en kwaliteit zijn belangrijker dan ooit. Van zorginstellingen wordt verwacht dat ze transparant zijn. Er ontstaat nu een tendens dat scholing, met name e-learning, steeds vaker verplicht wordt gesteld. Ik vroeg me af: wat doet dit met iemand? Als je tien of vijftien jaar of nog langer ervaring hebt als verpleeg-kundige, hoe ervaar je het dan dat je verplicht moet bijscholen?’Deze vragen die Inge Pool zichzelf stelde, waren de aanleiding voor een promotieonderzoek over leren in verschillende loopbaanfasen door verpleegkundigen. Als beleidsadviseur bij het Opleidingscentrum van UMC Utrecht geeft ze advies over onderwijs-kundige vraagstukken, maar vooral over leren op de werkplek. ‘Dat is breder dan opleidingen alleen’, vertelt ze. ‘Je leert ook door ervaring op te doen, door gesprekken met je collega’s, door klinische lessen op de afdeling of door vragen te stellen. Continue professionele ontwikkeling, noemen we dat. Wat mij opviel, is dat we net doen alsof de verpleegkundige beroepsgroep van 22 tot 65 jaar één groep is. Er is niets bekend over het leren in verschillende loopbaanfasen. Dat is eigenlijk heel gek. Als je opgroeiende kinderen hebt, heb je met heel andere dingen te dealen dan wanneer je in de laatste fase van je loopbaan zit. Ik wilde daarom onder-zoeken hoe verpleegkundigen zich ontwikkelen in de loop van hun carrière.’

Leren niet leeftijdsafhankelijkPool besloot haar onderzoek op te delen in vier deelonderzoeken. Het eerste bestond uit een inventariserend onder-zoek. Daarin vroeg ze aan verpleeg-kundigen in vier verschillende focus-groepen naar wat zij verstaan onder continue professionele ontwikkeling. Daarna deed ze een literatuuronderzoek waarbij ze keek naar wat er bekend is over leren op de werkplek door jongere en oudere verpleegkundigen. In het derde deel, een kwalitatief onderzoek, hield de promovenda 21 interviews met verpleegkundigen in drie verschillende leeftijdsgroepen. Daarbij liet ze verpleeg-

kundigen aan het begin, in het midden en in de laatste loopbaanfase terug-kijken. Uit deze interviews stelde ze leerbiografieën samen. Het vierde deelonderzoek is nog niet begonnen.Inge Pool ontdekte dat oudere verpleeg-kundigen niet minder gemotiveerd zijn om te leren dan hun jonge collega’s aan het begin van hun loopbaan. ‘Er wordt vaak gedacht, door wetenschappers maar ook in ziekenhuizen, dat oudere verpleegkundigen niet willen leren. Dat bestrijd ik. Uit mijn onderzoek blijkt dat ook verpleegkundigen van 50 jaar en ouder zich willen ontwikkelen en willen leren. Wat ik merkte, is dat er verpleeg-kundigen zijn die zich in hun werk vooral richten op de directe patiëntenzorg en daar genoeg aan hebben. Dag zag ik in de middengroep en bij de oudere

verpleegkundigen, maar ik vermoed dat er ook jonge verpleegkundigen zijn die vooral aan het bed willen werken en wat minder belangstelling hebben voor bij- en nascholingen. Ze vinden vooral op de werkvloer een trigger om te blijven leren en doen dat via klinische lessen, afdelingsscholingen en door het stellen van vragen. Daarnaast is er een groep die behoefte heeft aan een continue uitdaging. Deze verpleegkundigen willen veel afwisseling. Ze nemen zitting in werkgroepen, geven presentaties en zoeken naar verdieping los van de directe patiëntenzorg. Dit is ook de groep die graag naar congressen gaat. Daar zitten wat meer jongeren in: die zijn nog bezig om hun plek te verwerven en zijn nog aan het uitzoeken welke specialisaties ze leuk vinden. Ze doen daarom veel verschillende dingen. Maar het verschil tussen die twee groepen is niet alleen afhankelijk van de leeftijd. Er zijn ook verpleegkundigen van 50 jaar en

‘WE MOETEN ELKAAR SCHERP HOUDEN’ Trudie Nieuwendijk (59), zorg coör dinator-beleidsmedewerker bij Sara Thuiszorg:‘Toen ik 40 jaar was, ben ik Verplegings­wetenschap gaan studeren. Motivatie? Verdieping, verbreding en me samen met collega’s buigen over verpleegkundige diagnoses, interventies, evidence-based practice en evidence-based nursing. Het was een boeiende en prikkelende tijd die ook zeker een positieve weerslag gaf op mijn werk. Als oudere beroepskracht merk ik dat ik veel informatie snel scan en ook kritisch het aanbod van congressen bekijk. De meerwaarde in congres bezoek ligt voor mij vooral in contact met collega’s uit de zorg. Ervaringen uitwisselen van beleidsniveau naar praktijk en andersom inspireert soms meer dan een lezing. E­learning vind ik een comfortabele manier om theorie eigen te maken: toegankelijk, betaalbaar en op je eigen tijd. En voor jong en oud. Ik denk wel dat een werkomgeving die een lerende houding stimuleert en waardeert, verpleegkundigen oplevert die in alle fasen van hun loopbaan interessante deskundigheidsbevorderingen volgen. Niets erger dan een collega die zegt: “ach laat maar, het zal toch niets opleveren, zonde van je tijd!” Elkaar scherp houden is de uitdaging in welke loopbaanfase je ook zit.’

‘FIJN DAT IK OVER 20 JAAR OOK NOG MAG LEREN!’

Janneke Schuitenmaker (27), SEH- verpleegkundige bij het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam:‘Dat het niet zozeer van leeftijd afhangt of iemand nog wil leren, herken ik helemaal uit mijn omgeving. Wat ik motiverend vind om te zien, is dat meer ervaren collega’s opnieuw uitdagingen aangaan om hun kennis en kunde te vergroten en daardoor weer “beginner” durven te worden. Dit geeft mij ook inspiratie voor de toekomst: ik ben dus over twintig jaar nog niet klaar met leren, maar kan en mag altijd blijven leren. Het onderzoek van Inge Pool laat helder zien dat iedereen andere compe­tenties en behoeftes heeft en we dus altijd van elkaar kunnen leren: “jong en oud”, op onze eigen manier en ons leven lang!’

Page 3: Leren in verschillende loopbaanfases

Advertentie is verwijderd

Page 4: Leren in verschillende loopbaanfases

ouder die de continue uitdaging op­zoeken. Er lijken dus meer verschillen te bestaan tussen verpleegkundigen onderling, ongeacht leeftijd, dan tussen jongere en oudere verpleegkundigen. Iemand van 30 kan bij wijze van spreken al genoeg hebben aan de dagelijkse patiëntenzorg, terwijl iemand van 55 juist steeds nieuwe uitdagingen opzoekt.’Toch maakt Pool een kanttekening, een die ook te maken heeft met de recente veranderingen in de verpleegkunde en de professionalisering van de beroeps­groep: ‘Je ziet bij de jongere groep wat meer dat ze verschillende mogelijkheden willen hebben om iets anders dan de patiëntenzorg te gaan doen. Ze willen bijvoorbeeld opleider worden, of Verplegingswetenschappen gaan studeren, of onderzoek doen. Vroeger waren er voor verpleegkundigen weinig andere mogelijkheden om carrière te maken dan leidinggeven. Nu zijn er voor verpleegkundigen veel meer opties.’

Andere eisen aan jongerenLeeftijd zegt dus niet alles. Een opval­lende bevinding van Inge Pool is dat andere onderzoekers hier anders over lijken te denken, hoewel er maar weinig studies beschikbaar zijn. In haar litera­tuuronderzoek vond ze slechts drie artikelen over leerstrategieën van verpleegkundigen. Daarom besloot ze ook onderzoeken op te nemen over andere beroepsgroepen. ‘In de algemene conclusies werd gezegd dat werknemers boven de 50 minder gemotiveerd zijn om te leren, omdat ze minder deelnemen aan cursussen en bij­ en nascholingen. Mijn kritiek daarop is dat er nog veel meer andere vormen zijn om te leren dan cursussen en nascholingen. Het hangt dus af van wat je onder leren verstaat. Als deze onder­zoekers dat vertalen naar het deelnemen aan bij­ en nascholingen, dan vind ik dat een heel smalle definitie. Leren op de werkplek is zoveel meer. De conclusie dat 50­plussers daarom niet gemoti­veerd zijn om te leren, gaat mij dan ook te ver. In de praktijk worden er soms wel andere eisen aan jonge verpleegkundi­gen gesteld. Zo zei een leidinggevende die ik voor mijn onderzoek interviewde: “Van jonge verpleegkundigen verwacht ik dat ze naar symposia gaan, bij

ouderen zie ik het door de vingers als ze het niet doen.” Aan de andere kant hoorde ik ook een oudere verpleeg­kundige zeggen: “Er is een plafond aan cursussen die je kunt volgen.” Dat vond ik interessant: klopt het dat als je dertig jaar op een afdeling hebt gewerkt, dat er dan geen relevante cursussen meer zijn die je nog iets nieuws leren? Ik vind dat opleidingscentra van ziekenhuizen zich die vraag zouden moeten stellen. Als er onvoldoende aanbod is voor deze groep ervaren verpleegkundigen, dan moeten we daar kritisch naar kijken.’Daarbij zouden ziekenhuizen en zorg instellingen vooral moeten aanslui­ten op de praktijk, raadt Inge Pool aan. ‘Het zou goed zijn om de leercultuur van de afdeling eens goed onder de loep te nemen: worden de verpleegkun­digen geprikkeld, uitgedaagd om te leren? Of mogen ze zich aan alles onttrekken? Het leerklimaat kan per afdeling verschil­len. Mijn advies aan ziekenhuizen is: houd rekening met wat er al op de afdeling gebeurt. Probeer dat te verster­ken, zonder direct allerlei externe nascholingen verplicht te stellen. Kijk wat

het individu en de afdeling zelf nodig heeft. Een aantal ziekenhuizen heeft e­learning verplicht gesteld. Ik ben daar zelf terughoudend in. Ik zou liever uit willen gaan van de kracht die de afdeling al heeft. Dat werkt vaak beter dan verpleegkundigen allerlei zaken verplicht te laten afvinken.’

Keuzes makenWaar werkgevers ook rekening mee zouden moeten houden, denkt Pool, is de levensfase waarin de verpleeg­kundige zich bevindt en de individuele keuzes die iemand daarin maakt. ‘In verschillende levensfasen maak je verschillende keuzes. Als je kleine kinderen hebt thuis, maak je soms andere afwegingen. Er zijn verpleeg­kundigen die zich in die fase vooral op de zorg voor hun kinderen willen richten en daarnaast misschien nog twee dagen werken. Anderen kiezen ervoor om ook tijdens die periode door te werken en zich op hetzelfde tempo te blijven ontwikkelen als voorheen. Maar ook dan zul je andere keuzes maken. Dat heb ik zelf ook meegemaakt. Zo zou het voor elke promovendus goed zijn om min­stens drie maanden in Engeland of de Verenigde Staten te wonen en te werken, om de Engelse taal beter onder de knie te krijgen. Omdat ik een zoon van 10 heb, heb ik dat niet gedaan. Ik ben nu 44 en ben dus een oudere promovendus. Als ik 30 was geweest en mijn promotor had voorgesteld om een tijdje in het buitenland te gaan wonen en werken, had ik niet geaarzeld.’Maar wat is nou haar eigen leerstrategie? Inge Pool lacht: ‘Als leidinggevende van het Opleidingscentrum was ik heel erg bezig met de waan van de dag. Je bent de hele dag bezig. Ik volgde cursussen, vond het leuk om met collega’s te sparren en leerde heel veel door het gewoon te doen. Nu ben ik juist heel reflectief: als promovendus moet je heel veel lezen. Het is ook confronterend: als beleidsadviseur en leiding gevende heb ik een bepaalde senioriteit. Je denkt dat je al heel veel weet. Toen ik begon als onderzoeker, dacht ik: help, ik weet helemaal niks! In plaats van een ervaren professional ben je ineens weer een beginner. Dat moet je durven. Maar het is wel heel leuk.’

‘DOOR ONDERWIJS TE GEVEN, LEER IK NOG ELKE DAG’

AnneLoes van Staa (56), begon ooit als kinderverpleegkundige, is nu Lector Transities in Zorg aan de Hogeschool van Rotterdam: ‘Je bent nooit te oud om te leren, dat herken ik in het verhaal van Inge Pool en het is ook mijn eigen ervaring. Het heeft veel te maken met je eigen instelling maar ook met de omgeving: stimuleert die om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Weet je waar ik nog elke dag van leer? Van onderwijs en begeleiding geven aan studenten en promovendi!’Fotografie: Levien Willemse <

INTERVIEW BijZijn-XL

11 >nr. 03 - 2014INTERVIEW