maken.wikiwijs.nl 2.docx · web viewsoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de...

21
Voortplanting: Geslachtsverschillen Bij reptielen en amfibieën spreken we alleen van soorten. Rassen zijn er niet. Geen enkel reptiel of amfibie is door de mens tot een of ander ras gedomesticeerd. Wel zijn er vooral de laatste jaren binnen een soort diverse kleurmutaties gekweekt. Maar dit blijft dan een kleurmutatie van een soort. Daarnaast zijn er verschillende kruisingen tot stand gebracht tussen verschillende soorten. Eigenlijk zijn deze dieren een probleem. Het zijn geen soorten en geen rassen. We noemen dit bastaarden. Geslachtsverschillen zijn niet altijd duidelijk te zien, zeker niet bij jonge dieren. Een paar voorbeelden en wat vuistregels: Hagedissen: Bij de meeste mannelijke hagedissen valt het op dat de staartwortel dikker is. In de staartwortel bevinden zich de twee copulatieorganen, 'de hemipenis' waardoor de staartaanzet is verdikt. Voor de rest geldt: Leguanen: Iguana man dikkere staartwortel, hogere rugkam, dikkere kop, grotere kaakschilden. Leguanen:Anolis man (enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld Anolis equestris), grotere keelwam, groter dan vrouwen twee vergrote schubben onderaan de staart bij cloaca. Leguanen: Sceloporus man kleuriger, ook op de buik, dikkere staartwortel. Leguanen: Basiliscus man hogere kopkam, rugkam, dikkere staartwortel. Leguanen: Maskerleguaantjes man buik meer gekleurd. Agamen: Agamen man soms kop meer gekleurd. Agamen: Calotes man dikkere staartwortel, soms kop meer gekleurd. Echte hagedissen: Muur-, Parel-, Smaragdhagedis, Zandlopers enz. man 'sporen femoraalporiën op de binnenkant van de achterpoten, soms kop meer gekleurd.

Upload: others

Post on 15-Feb-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Voortplanting: Geslachtsverschillen

Bij reptielen en amfibieën spreken we alleen van soorten. Rassen zijn er niet. Geen enkel reptiel of amfibie is door de mens tot een of ander ras gedomesticeerd.Wel zijn er vooral de laatste jaren binnen een soort diverse kleurmutaties gekweekt. Maar dit blijft dan een kleurmutatie van een soort. Daarnaast zijn er verschillende kruisingen tot stand gebracht tussen verschillende soorten. Eigenlijk zijn deze dieren een probleem. Het zijn geen soorten en geen rassen. We noemen dit bastaarden.Geslachtsverschillen zijn niet altijd duidelijk te zien, zeker niet bij jonge dieren. Een paar voorbeelden en wat vuistregels:

Hagedissen:Bij de meeste mannelijke hagedissen valt het op dat de staartwortel dikker is. In de staartwortel bevinden zich de twee copulatieorganen, 'de hemipenis' waardoor de staartaanzet is verdikt.

Voor de rest geldt:Leguanen: Iguana man dikkere staartwortel, hogere rugkam, dikkere

kop, grotere kaakschilden.Leguanen:Anolis man (enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld Anolis equestris),

grotere keelwam, groter dan vrouwen twee vergrote schubben onderaan de staart bij cloaca.

Leguanen: Sceloporus man kleuriger, ook op de buik, dikkere staartwortel.

Leguanen: Basiliscus man hogere kopkam, rugkam, dikkere staartwortel.

Leguanen: Maskerleguaantjes man buik meer gekleurd.Agamen: Agamen man soms kop meer gekleurd.Agamen: Calotes man dikkere staartwortel, soms kop meer

gekleurd.Echte hagedissen: Muur-, Parel-, Smaragdhagedis, Zandlopers enz. man

'sporen femoraalporiën op de binnenkant van de achterpoten, soms kop meer ge-kleurd.

Klauwtje bij reuzenslangen. Ventrale sporen bij hagedissen. Rechts het mannetje

Page 2: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Slangen:

Onderscheid van het geslacht bij slangen is soms erg moeilijk.geslacht Natrix en Thamnophis

Er wordt naar het verschil anus - staartpunt gekeken. Taps toelopend of plotseling versmallen.

Boa's, Pythons en andere reuzenslangen.

Hier bekijkt men de zogenaamde 'klauwen', uitstekende verhoornde delen naast de aarsopening, maar dit is niet altijd correct. Groot man. Klein vrouw.

'Sonderen' is de meest nauwkeurige methode, maar echter uitsluitend toepasbaar door specialisten. Deze methode is bruikbaar voor grotere hagedissen en slangen.

Geslachtsbepaling bij rattenslangen.

Sonderen van slangen.

Page 3: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Deze methode kan ook bij grote hagedissen toegepast worden.

Schildpadden:Moerasschildpadden man Langere en dikkere staart, aan voorpoten lange

voorpootnagels.Landschildpadden man Langere en dikkere staart, soms holler buikschild.

Salamanders:Watersalamanders man(in paartijd),

Grote rugkam en opgezet geslachtsorgaan dikwijls dikkere staartwortel met hoger afgeplat staart.

Landsalamanders man Iets groter dan de vrouw, in de paartijd dikkere opgezwollen cloaca.

Kikkers en padden:Waterkikkers man kwaakblazen opzij van de kop.Boomkikkers man (Rhacophorus, Microhyla en Hyla)

dikwijls kwaakblazen die donkerder gekleurd zijn dan bij de vrouw.

Klompvoetkikkers man (Atelopus) Boomkikkers (Phyllomedusa-en Agalychis-soorten).

veel kleiner dan de vrouw.

Rietkikkers man Keel kwaakblaas, soms is er een flink verschil tussen de kleuren van man en vrouw.

Pijlgifkikkers man (Dendrobatis)

soms, zoals bij de Dendrobatus auratus, grotere teenschijf, meestal is verschil alleen te horen: man geeft geluid.

Padden/Pijlgifkikkers man iets slanker en iets gestrekter (verticaler) manPadden/Bufo man over het algemeen donkere kleuren aan de kwaak-

blaas, wat ruimer in het vel, in de paartijd vergrote duimen.

Paringskussentjes bij Bufo’s. Kwaakblaas bij Hyperolius soorten.

Bij het kweken of fokken van dieren is het enorm belangrijk om met de juiste dieren te starten. Een goede selectie vooraf is de perfecte start. Waar selecteren we onze ouderdieren dan op.

Page 4: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Leeftijd. Alleen volwassen en uitgegroeide dieren komen voor het fokken in aanmerking. Bij sommige koudbloedige kun je al nakomelingen fokken, voor de dieren uitgegroeid zijn.

Gezondheid. Alleen puur gezonde dieren zijn geschikt om mee te fokken. Daarnaast moet de conditie optimaal zijn. De dieren moeten volop voedselreserves in hun lichaam hebben om het kweekproces te doorstaan. Vooral vrouwelijke reptielen verdienen extra aandacht. Bij een deficiënte voeding overleven zij het kweekproces niet.

Soortkenmerken. Onze ouderdieren moeten alle kenmerken van de soort hebben. We kijken hierbij naar bouw, kleur en formaat.

Chips. Indien onze dieren chips in zich hebben, kunnen we waarschijnlijk ook gegevens krijgen over de kweekresultaten van de voorouders van onze dieren.

Bronstverschijnselen.

Reptielen en amfibieën welke een winterslaap kennen, gaan onmiddellijk tot paring over als ze uit deze winterslaap komen. Deze dieren komen voor in Europa en Noord Amerika plus sommige delen van Azië.De bronstverschijnselen zijn nogal verschillend van groep tot groep. Zelfs van soort tot soort. Kikkers lokken hun vrouwtjes met hun gekwaak. Pijlgifkikkers kwaken en maken daarbij nerveuze bewegingen op hun territorium. Echte hagedissen pakken in deze periode het eerste het beste vrouwtje dat passeert en dwingen het tot paring.Bij moerasschildpadden zie je een baltsspel. Het mannetje zwemt op het vrouwtje af met uitgestoken trillende poten. Pas als het vrouwtje hierop reageert volgt er een paring. Landschildpadden proberen constant met de aanwezige vrouwtjes te paren. Hier reageert het vrouwtje pas positief na een winterslaap of winter rustperiode. Hetzelfde geldt voor de meeste salamanders. Na de winterslaap zoeken deze dieren water op. Hier krijgen van de meeste soorten de mannetjes een paarkleed. Hogere en langere kammen. In deze periode gaan zij tot paring over. Na het paren verlaten zij het water en volgen weer een landleven.

Als je dus met een bepaalde soort gaat kweken, dien je per soort de bronstverschijnselen op te zoeken.

Paargedrag bij Epicrates Paargedrag bij Cobra’s

Page 5: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Paargedrag bij Gekko’s en Vuurbuik Padden

Paargedrag bij Pipa’s en Land Schildpadden.

Paargedrag bij Moeras Schildpadden. Paargedrag bij Salamanders.

Bronstverschijnselen kunstmatig opwekken.

In huis gehouden dieren kennen geen winterslaap. Willen we kweken, dan zullen we de winterslaap na moeten bootsen. Hiervoor is een vrij simpele methode. Allereerst zorgen we voor een optimale conditie van de ouderdieren. Het beste is een voederschema bijhouden van de ouderdieren. Na een maand moeten we gewichtstoename registreren. Vervolgens nemen we een doos, in verhouding tot de afmeting van onze ouderdieren. In deze doos doen we een laag van 5 cm vochtige bark (boombastsnippers). Deze doos zetten we met onze dieren 1 maand in de groentelade van onze koelkast. Hierna plaatsen we de dieren terug in hun terrarium.

Page 6: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

De paring volgt dan vrij snel. Dit komt omdat na de winterrust hormonen in het lichaam gevormd worden, die tot voortplanting aanzetten.Theoretisch kan op deze manier twee maal per jaar met deze ouderdieren gefokt worden.

Fokdoel vaststellen.

Bij het vaststellen van het fokdoel moeten vooraf enkele zaken overwogen worden. Dit om verantwoord met het fokken van dieren bezig te zijn.

Kwaliteit en de zuiverheid van de soort. Je probeert in de nakomelingen de eigenschappen, het formaat en de kleuren of kleuraftekeningen zo zuiver mogelijk vast te houden.

Afzet. Het aantal nakomelingen dat je kweekt moet wederom op een diervriendelijke manier gehouden en verzorgd kunnen worden. Het is ethisch niet verantwoord meer dieren te fokken omdat mogelijkerwijs de afzet ontbreekt.

Handel. Je kweekt voor de afzet aan de handel. Van te voren doe je een onderzoek of de gekweekte dieren wel via dit kanaal op een verantwoorde manier afgezet kunnen worden.

Fokdoel: Resultaten controleren en de resultaten beoordelen.

Gedurende de kweekperiode zal je constant je fokdoel moeten controleren. Komen er meer eieren dan verantwoord, dan broed je de overtollige eieren niet uit. Komen er misvormde of mismaakte jongen dan plegen we in een zo vroeg mogelijk stadium euthanasie. Bij pijlgifkikkers komt het nogal een voor dat de voorste ledematen weg blijven. Deze dieren zullen we snel af moeten maken.

Algemeen.

Bij alle reptielen worden de vrouwtjes inwendig bevrucht. Slangen en hagedissen beschikken daartoe over een tweeledig geslachtsorgaan, de hemipenissen. Schildpadden en krokodillen hebben een enkelvoudige penis en bij brughagedissen ontbreekt een dergelijk geslachtsorgaan. Meestal worden de eieren meteen na de paring bevrucht. Soms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende schaal. Deze hardt o.a. bij schildpadden en veel gekko's uit. De eieren met een leerachtige schaal groeien nog tijdens de ontwikkeling door de opname van water, tot wel 25%. De eieren worden op het droge gelegd. Dat kan in een kuil of hol zijn, in een hoop dood, organisch materiaal, maar ook achter een stuk schors of tegen een blad. Zonnewarmte of 'broeiwarmte van rottend materiaal' broedt meestal de eieren uit. Krokodillen en pythons zijn bijna de enige eileggende reptielen met broedzorg. Een aantal hagedissen en slangen legt geen eieren, maar is eilevendbarend. Alle jonge reptielen zijn meteen na uitkomst of geboorte zelfstandig.

Kweek.

Page 7: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Geslachtsverschillen bij reptielen zijn per diergroep verschillend. In les 1 zijn grofweg een aantal verschillen aangegeven. Voor de overige meer gedetailleerde beschrijvingen kan je het beste de Reptielen Encyclopedie van E. Bruins raadplegen.

Verder zijn voor de reptielenkweek van belang:* Partnerkeuze,* Winterslaap,* Paring,* Eileg, * Incubatie van de eieren,* Opfok van de jongen.

Partnerkeuze. Bij een aantal soorten wil niet ieder mannetje met ieder vrouwtje paren en omgekeerd. Uitwisseling van dieren kan soms uitkomst bieden. Probeer inteelt te voorkomen.

Moeras: Biologische bodem.Rustperioden: Omgevingsfactoren optimaliseren.

Veel dieren hebben bepaalde stimulatie nodig om in paarstemming te komen en om de eiaanmaak te activeren. Dit zijn hormoongestuurde processen. Reptielen uit gebieden met een winterseizoen paren vaak in de lente. Veel soorten daarvan worden daartoe gestimuleerd door een koele overwintering of 'winterslaap'. Andere soorten uit gematigde gebiedenplanten zich, zeker gedurende enkele jaren, ook zonder winterslaap voort (b.v. landschildpadden, Rode Rattenslang, Kousenband Slangen). Dankzij een winterslaap overleven in de vrije natuur veel dieren de koude periode. De temperatuur, waarbij de dieren zich verschuilen en inactief worden verschilt, per soort. Alleen dieren in goede conditie mogen in winterslaap. Zwakke dieren sterven of worden wakker. Probeer de dieren dus in goede conditie en goed doorvoed te krijgen. Sla anders een jaar over. Ook zeer jonge reptielen geeft men het eerste jaar vaak geen of een niet zo strenge winterslaap.

Een winterslaap vereist enige voorzorg en nazorg.

* Verminder, terwijl alle lampen nog aan zijn, gedurende een maand de hoeveelheid voedsel en verkort de daglengte. Veel reptielen merken zelf dat de dagen korter worden en zullen daardoor minder gaan eten.

Page 8: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

* Stop, minimaal twee weken voordat de temperatuur verlaagd wordt, met voeren. Alles wat nog in de darmen zit tijdens de winterslaap wordt, vanwege de lage temperatuur, niet verteerd en kan gaan rotten.

* Geef, om zeker te zijn, gedurende 30 minuten een bad in handwarm water. Meestal worden dan de laatste restjes darminhoud alsnog uitgescheiden.

* Meestal wordt na deze periode de temperatuur geleidelijk verlaagd, via een dimmer of door elke week een lamp met lager wattage te plaatsen. De reptielen worden steeds minder actief en kruipen uiteindelijk helemaal weg, b.v. in een hol. Niet voeren! Onrustige dieren zijn wellicht niet in goede conditie ( controleren) en mogen dan niet in winterslaap.

* Verminder ook de verlichtingsduur geleidelijk, met in totaal een paar uur per dag. Klimaatgegevens uit het biotoop geven hiervoor belangrijke informatie.

* Zet de dieren daarna 8 a 12 weken bij een lagere temperatuur op een donkere plek voor een winterslaap. Denk hierbij aan een kelder of in de koelkast. De dieren moeten in losse bosgrond of turfmolm weg kunnen kruipen en vers water kunnen vinden.

* Meestal wordt na deze koude periode de temperatuur weer langzaam, geleidelijk verhoogd. Het kan dan even duren voordat er weer gegeten wordt. De vetvertering die dan bij lichaamstemperaturen tussen de winterslaaptemperatuur en de optimumtemperatuur op gang komt kan vergiftigingen in de lever en bacteriënproblemen opleveren, omdat nog niet gegeten wordt. Het verdient aanbeveling om de temperatuur na de koude periode vrij abrupt, binnen enkele dagen, te verhogen. Het kan geen kwaad. In de natuur gebeurt hetzelfde via een plotselinge gedragsverandering: in de lente zullen pasontwaakte dieren zich op beschutte plekken in de zon tot een behoorlijke lichaamstemperatuur opwarmen en actief voedsel zoeken. De moerasschildpad die de ene dag nog in de koude modder ligt, zont de andere dag aan de rivieroever. Voor de temperatuursdaling in het najaar (na de vastperiode!) geldt hetzelfde verhaal, mits de darmen leeg zijn.

Een aantal reptielen uit subtropische en tropische klimaten (o.a. veel reuzenslangen) wordt tot paring gestimuleerd door gedurende 1,5 maand de minimum nachttemperatuur geleidelijk sterker te verlagen dan de maximum dagtemperatuur te verhogen. Ga b.v. van 30-26°C (dag-nacht) naar 32-20°C. Gemiddeld zitten de dieren koeler. Na een eventuele paring kan de cyclus weer worden omgekeerd.

De natte tijd in het regenwoud kan nagebootst worden door zowel de dag- als de nachttemperatuur geleidelijk met enkele graden te verlagen en tegelijkertijd meer te sproeien, benevelen. Ook dit kan voortplanting stimuleren.

Page 9: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Hetzelfde geldt voor een droge periode, veranderende daglengten en/of enkele maanden minder voedsel of van een andere samenstelling. Tijdens een regenperiode zullen sommige omnivoren hagedissen vooral groen blad, bloemen, vruchten en insecten eten, terwijl tijdens een droge periode voornamelijk droog plantaardig materiaal aanwezig is. Andere soorten paren het hele jaar door.

Paring

Meestal kunnen direct of enkele weken na een gelukte stimulus paringen verwacht worden. Deze verschillen per diergroep.

Het leggen van eieren en het werpen van jongen. De eileg kondigt zich aan door: * verdikkingen (bobbels) in de buik * een snelle gewichtstoename, * graaf neigingen en/ of onrustig gedrag,* stoppen met eten,* een vervelling.

Zorg ervoor dat reptielenvrouwtjes een geschikte plaats om eieren te leggen kunnen vinden. Een plek met losse, vochtige aarde. Als er geen geschikte eilegplek aanwezig is, kan legnood ontstaan, wat de dood van het dier tot gevolg heeft.

Incubatietijd van de eieren.

Gelegde eieren worden zo snel mogelijk weggehaald. Draai de eieren nooit, omdat het embryo niet vastgehouden wordt door een 'hagelsnoer' zoals bij vogels. Daardoor kan het embryo na het omdraaien beschadigen en afsterven.

Broed de eieren kunstmatig uit (incubatie), om de broedomstandigheden beter te kunnen beïnvloeden en te controleren. Bovendien is het vaak te droog of te koud in het terrarium en eten veel ouderdieren hun jongen op na uitkomst. Laat het vrouwtje het nestgedrag (b. v. hol dichtmaken) voltooien en verwijder daarna de eieren. Zelfs

Page 10: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

twee maanden later weten de vrouwtjes vaak nog waar de eieren hadden moeten liggen en raken gestresst als die plek veranderd wordt.

Bevruchte eieren zijn strak, meestal egaal wit en vertonen kort na het leggen vaak een kiemschijf aan de bovenzijde. Schildpadeieren vormen op dit laatste een uitzondering.

Bij de incubatie is de temperatuur van het substraat van belang. Voor de meeste tropische en sub tropische soorten moet deze minimaal 26°C, maximaal 33°C zijn. Zorg voor een constante temperatuur met een maximale afwijking van 1°C. Meestal wordt bij 30°C geïncubeerd.

Eieren merken en in dezelfde stand in de broedstoof plaatsen.

Uitkomende eieren. Alleen roomwitte volle eieren ontwikkelen zich.

Eieren in vermiculiet. Eieren na leggen in vermiculiet geplaatst.

Page 11: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

De temperatuur heeft invloed op een aantal zaken.

1.De verhouding in mannetjes en vrouwtjes.

Afhankelijk van de soort levert een hoge temperatuur meer dieren van het ene of het andere geslacht op. Soms leveren zowel hoge als lage temperaturen veel vrouwtjes op en tussentemperaturen voornamelijk mannetjes. Globaal komen uit hagedisseneieren bij: 27°C voornamelijk vrouwtjes uit het ei en bij 32°C mannetjes. Bij schildpadden levert 27°C juist voornamelijk mannetjes en 32°C vrouwtjes. De tussenliggende temperaturen leveren een meer gemengde geslachtsverdeling op.

2.De incubatietijd.

Hogere temperaturen geven snellere ontwikkeling. Bij langdurig te hoge en te lage temperatuur sterven de embryo’s af.

3. De grootte en groei.

Lagere temperaturen geven vaak grotere en sterkere jongen.

4. Misvormde jongen

Vaak het gevolg van een te hoge temperatuur

5. Pigmentering.

Invloed op de kleuren van de jonge dieren

Verschillende eieren van amfibieën. Eieren in gel van Dendrobatus

Page 12: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Fokschema.

Voor je serieus met reptielen gaat fokken, moet je een fokdoel en een fokschema opstellen. In het fokdoel probeer je de doelstellingen van je kweekprogramma vast te stellen. Daarbij betrek je een aantal factoren.* Kwaliteit van de jonge dieren. Het formaat, de bouw en de kleuren.* Hoeveel jongen wil ik fokken. Is er afzet voor de jonge dieren bij andere

liefhebbers. Kweek ik voor de handel. Hoeveel dieren kan ik daar verkopen?* Hoeveel jonge dieren kan ik tijdens de opfok huisvesten?* Kan ik voldoende levend voer fokken of kopen om de jonge dieren op te

fokken.* Wat doe ik met mismaakte, misvormde of mindere dieren. Euthanasie?

Kikkerlarve in laatste stadium van zijn metamorfose.

Larve als parasiet op de rug.Een vorm van speciale broedzorg.

Broedstoof.

We zijn al ingegaan op te temperatuur welke van belang is bij de incubatie van de eieren van de reptielen. Deze eieren plaatsen we in een broedstoof. In deze broedstoof bereiken we de gewenste temperatuur via een verwarmingscombinatie. De thermostaat stellen we op de gewenste temperatuur in.Naast de temperatuur is de luchtvochtigheid erg belangrijk. De vochtigheid van de lucht moet hoog zijn (80-100%). Deze hoge luchtvochtigheid bereiken we door de verdamping van het water in de broedstoof.

Verklaring van de nummers. 5. Eierbak met vermiculiet. 6. ondersteunende stenen. 7. aquarium. 8. dekruit ondersteund met ontluchtingshoutjes. 9. Verwarmingscombinatie.Waterniveau tot onder de eierbak. Houtjes onder de ruiten voor ventilatie.

Page 13: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

De vochtigheid van het substraat.

Het maakt niet zoveel uit of de eieren in vermiculiet, veenmos, turf of zand gelegd worden. Vermiculiet ( opgeblazen tufsteen ) houdt vocht goed vast en wordt veel gebruikt. Meng, voor een voor de meeste soorten goede vochtigheid, 100 gram fijne vermiculiet met 80 a 100 gram water, of bevochtig veenmos en wring het zo goed mogelijk uit. Maak, als de eieren invallen, het substraat rondom de eieren iets vochtiger met water, dat in de broedmachine al op de juiste temperatuur is gekomen. In een te vochtig substraat nemen de eieren te veel water op, waardoor de druk in het ei te hoog wordt en de jongen sterven.

Behandeling van de eieren tijdens het broedproces.

Micro-organismen om het ei. Een goed ei is mooi van kleur en kan veel hebben, Zachtschalige eieren groeien. Bij doorlichten met een lampje is adervorming of donkerkleuring in het ei te zien. Iets bruinkleuring van de schaal is niet altijd schadelijk. Werk hygiënisch, verwijder schimmelende eieren alleen als er gevaar

voor de andere eieren dreigt.

Leg ze bij twijfel in een apart bakje. Een aangetast, aan de overige eieren vastzittend ei, kan soms met een injectiespuit leeggezogen worden zodat schimmelgroei e.d. beperkt blijft. Verwijder maden of wormen op de eieren met een kwastje, zonder de eieren te draaien. Leg ze in nieuw substraat. Maak verwijderde eieren altijd open om de oorzaak te achterhalen. Onbevruchte of zeer vroeg gestorven eieren bevatten een kazige massa.

Als volledig uitgegroeide jongen niet uit het ei komen, was óf het substraat te vochtig óf de temperatuur verkeerd óf hebben de ouderdieren te weinig vitaminen of mineralen gehad.

Verklaring nummers: 1. eierenbakje. 2. dekruitje. 3. eieren. 4. vochtig vermiculiet

Page 14: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Beweging van de eieren. Draai de eieren nooit. Het embryo hangt niet vast en beschadigt bij draaiing. De eerste 24 uur van de ontwikkeling is het draaien minder ernstig. Markeer de bovenkant van elk ei met potlood. Leg eieren bij onvoorziene draaiing weer in de oorspronkelijke stand terug. Leg de eieren met hun onderste helft in het substraat. Trek vastgekleefde eieren niet los, maar leg ze in de oorspronkelijke positie in het substraat.

De hoeveelheid zuurstof en kooldioxide om het ei. Ventileer zodanig dat de temperatuur gehandhaafd kan blijven.

De genoemde omstandigheden bereikt men met een aantal typen broedmachines: De meest gebruikte methode is “au bain marie.”

“Au bain marie”: In een aquarium verwarmt een aquariumverwarming of warmtemat, gekoppeld aan een thermostaat, het water zodanig dat de lucht boven het water b.v. 30°C is. De luchtvochtigheid is meteen ook erg hoog. Boven het water staat een bakje met daarin de reptieleneieren. Leg bij deze 'natte' broedmachine de eieren in veenmos, omdat vermiculiet soms te veel water opneemt. Sluit het bakje af, zodat uitgekomen jonge reptielen niet in het water kunnen vallen. Zorg wel voor ventilatie in het bakje.

Permanent controleren thermometers en luchtvochtigheidsmeters de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid (RV). Gebruik digitale meters die de minimum- en maximumwaarden opslaan. Zorg er altijd voor dat er geen condenswater op de eieren kan druppelen. Voorkom dit door een schuine ruit bovenin de broedmachine, door dekseltjes boven de eieren of door vastgeklemde handdoeken. De eieren mogen ook nooit direct worden besproeid met water. In hoge broedmachines is het bovenin warmer dan onderin. Maak daar gebruik van als eieren bij verschillende temperaturen uitgebroed moeten worden.

Incubatietijd.

De incubatietijd verschilt per soort.

Gemerkte eieren

Page 15: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Geboortehulp.

Help een uitkomend jong nooit. Het kan gemakkelijk 24 uur (tot 2 weken) duren voordat een jong dier uit het ei kruipt, nadat hij met een eitand het eerste sneetje heeft gemaakt. In de tussentijd is het jong bezig zijn eidooier op te nemen.

Vlak voor uitkomst zakken zacht schalige eieren in. Soms gaan ze 'zweten'. Er staan dan druppeltjes op het ei. Als het jong binnen 24 uur na het inzakken nog geen sneetje heeft gemaakt, kan de schaal voorzichtig in of net naast het midden met een pincet worden beetgepakt. Snijd dit stuk in met een scheermesje of scalpel. I(nip daarna voorzichtig met een schaart je het gaatje iets groter. Laat het ei nu met rust, trek nooit het jong uit het ei. De longademhaling is soms pas uren later zichtbaar. Als het jong zijn kop terugtrekt, is dat het teken dat het eraan komt. Men kan zich afvragen of zwakke jongen, die niet zelfstandig uit het ei kunnen komen, wel in leven moeten worden gehouden.

Pythons uit eieren. Schildpad uit ei

Het is normaal, dat niet alle eieren uitkomen, ook in de natuur en bij professionele kwekers. Een eerste legsel van een vrouwtje mislukt vaak.

Opfok van de jongen.

Let bij de opfok op de volgende punten. Het terrarium dient een verkleinde versie te zijn van het terrarium voor de ouderdieren met dezelfde klimatologische omstandigheden. Alleen de vochtigheid moet wat hoger zijn.De opfokruimte moet gemakkelijk schoon te maken en te ontsmetten zijn.Jonge reptielen zijn gevoelig voor uitdroging. Veel woestijndieren worden in de natste tijd geboren. Besproei jonge dieren daarom liefst elke dag met water, mits dit geen stress veroorzaakt. Voeg regelmatig vitamine en kalk aan het water toe. Zorg voor een vochtige plek in de opfokruimte, bijvoorbeeld een bakje vochtig veenmos (spagnum).Het duurt vaak een aantal dagen voordat jonge reptielen gaan eten. Ze eten meestal hetzelfde, kleingesneden voedsel als hun ouders, maar vaak met een hogere behoefte aan dierlijke eiwitten. Voer liever drie keer per dag een beetje dan eens per dag te veel. Te veel krekels maken de diertjes gek en kunnen de jongen aanvreten.

Page 16: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende

Zien eten, doet eten. Veel reptielen worden daarom in een groepje opgefokt, totdat territoriumdrang ontstaat. Nadat het eerste jong is gaan eten, zullen de andere vaak volgen. Bij sommige hagedissen moet men de jongen juist met maximaal twee bij elkaar houden, omdat anders stress ontstaat.

Bij slangen is de voedselopname te controleren door elk jong apart te huisvesten. Bovendien zijn jonge slangen vaak kannibalistisch. Geef extra aandacht aan toevoeging van voldoende vitaminen (vooral D3) en mineralen (vooral calcium).

Voortplanting amfibieën.

Kikkers, padden en salamanders planten zich voor het grootste deel in water voort.Zij leggen eieren in het water. Deze komen afhankelijk van de soort na verloop van tijd uit. De eerste periode hebben we larven, die met behulp van kieuwen ademen. Na een metamorfose kruipt het dier op het land en wordt daar volwassen.Als we dus met amfibieën willen kweken, dan moeten we zorgen voor een waterdeel, waar deze voortplanting kan geschieden.

Veel amfibieën hebben net als reptielen een rustperiode nodig om te gaan paren. De winterslaap. Om deze rustperiode na te bootsen, kunnen we de dieren in een doos met vochtige turfvezels of sphagnum een periode in de groentenlade van de koelkast plaatsen. Na een periode van 1 maand brengen we de dieren weer binnen enkele dagen op temperatuur. Ze gaan nu paren en de voortplanting gaat zijn weg.

Dit kunnen we alleen doen met goed doorvoede dieren uit gematigde streken.

Tropische kikkers en padden kennen deze rustperiode niet. Zij reageren wel op beregeningstijden waarbij de luchtvochtigheid stijgt en de temperatuur iets daalt.Dit is een imitatie van de moesson of regentijd.

Er zijn bij deze soorten erg veel zeer gespecialiseerde manieren van voortplanting. Dit varieert van schuimnesten, eieren en jongen op en in de huid en afzetten in water, dat in bromelia kelken blijft staan.

Page 17: maken.wikiwijs.nl 2.docx · Web viewSoms wordt sperma opgeslagen in een spermatheek om later de eieren te bevruchten. De meeste reptielen leggen eieren met een leerachtige, kalkbevattende