meca elektriciteit

Upload: arisan47

Post on 03-Apr-2018

270 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    1/68

    Fd vr Vklidi i d Buwijvrid

    ToegepasTe Techneen

    ELEKTRICITEIT

    BopaaTsachnsTen

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    2/68

    2

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    3/68

    Situering

    Er bestaan al verschillende uitgaven over bouwplaatsmachines, maar de meeste zijn verouderd. Daarom is de

    vraag naar een modern handboek, waarin ook de nieuwe technieken aan bod komen, enorm groot.

    Het Modulair handboek Bouwplaatsmachinisten werd geschreven in opdracht van fvb-c Constructiv (Fonds

    voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid). De dienst Gemechaniseerde beroepen (MECA) van het fvb vormde het

    redactieteam. De verschillende boekdelen werden in samenwerking met de opleidingsinstellingen uitgewerkt.

    Dit handboek werd opgebouwd uit verschillende boekdelen en verder opgesplitst in modules. De structuur eninhoud werden aangepast aan de nieuwe technieken in de bouw- en machinewereld.

    In het naslagwerk werd tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer het

    leermateriaal meer visueel aangeboden.

    Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren is een praktijkgerichte beschrijving

    het uitgangspunt van elk onderwerp. De boekdelen bevatten ook praktijkoefeningen.

    Opleidingsonahankelijk

    Het handboek werd zo ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is.

    We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling bouwplaatsmachinist als een

    werkzoekende in de bouw of een werknemer van een bouwbedrijf dit handboek gebruiken.

    Een gentegreerde aanpak

    Veiligheid, gezondheid en milieu zijn themas die de redactie hoog in het vaandel draagt. Het is voor

    een bouwplaatsmachinist uitermate belangrijk dat hij daar de nodige aandacht aan besteedt. Om de

    toepasbaarheid te optimaliseren werden deze themas zoveel mogelijk gentegreerd in het handboek.

    Robert Vertenueil

    Voorzitter vb-fc Constructiv

    VOORWOORD

    3

    OEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    4/68

    4

    vbfc Constructiv, Brussel, 2012

    Alle rechten van reproductie, vertaling

    en aanpassing onder eender welke vorm,

    voorbehouden voor alle landen.

    033BM - versie augustus 2012.

    D/2011/1698/29

    Contact

    Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij:

    vbfc Constructiv

    oningsstraat 132/5

    1000 Brussel

    el.: +32 2 210 03 33

    Fax: +32 2 210 03 99

    website : fvb.constructiv.be

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    5/68

    IHOD

    5

    OEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    1. BassBegppen ......................................................71.1. Wat is elektriciteit?..........................................................7

    1.2. oorten elektriciteit .......................................................8

    1.3. panning..............................................................................9

    1.3.1. Wat is het I-stelsel? ...............................................9

    1.4. Gelijkspanning...............................................................12

    1.5. Wisselspanning .............................................................13

    1.6. Elektrische spanning opwekken ........................14

    1.6.1. cheikundige werking .......................................141.6.2. Elektromagnetisme.............................................14

    1.6.3. Mechanische kracht ...........................................15

    1.6.4. Zonnecellen ...........................................................15

    1.7. Meten van spanning..................................................16

    1.8. Weerstand ........................................................................17

    1.9. Opbouw van een stof...............................................19

    1.10. troomsterkte..............................................................20

    1.11. olariteit..........................................................................21

    1.12. Wet van Ohm...............................................................22

    1.12.1. Enkele toepassingen........................................231.12.2. ymbolen en formules....................................24

    1.13. Laagspanning en hoogspanning...................25

    1.13.1. Hoogspanning ...................................................25

    1.13.2. Laagspanning .....................................................26

    2. TeTe................................................................272.1. Meten van spanning..................................................29

    2.2. Meten van de stroomsterkte................................29

    2.3. Meten van de weerstand........................................30

    3. acc.......................................................................................313.1. Opbouw van een loodaccu ..................................32

    3.2. Meest voorkomende oorzaken van

    accuproblemen............................................................33

    3.3. Loodaccus........................................................................34

    3.3.1. amenstelling........................................................34

    3.3.2. Voordelen ................................................................34

    3.3.3. adelen....................................................................34

    3.3.4. oorten loodaccus..............................................35

    3.4. Gelaccus............................................................................37

    3.4.1. Voordelen ................................................................373.4.2. adelen....................................................................37

    3.5. piraalaccus ....................................................................38

    3.5.1. Voordelen ................................................................38

    3.5.2. adelen....................................................................38

    3.6. Visuele en elektrische controle van de accu .39

    3.6.1. Visuele controle ....................................................39

    3.6.2. Elektrische controle ............................................40

    3.7. Gebruik van een acculader....................................41

    3.7.1. Aansluiten ...............................................................41

    3.7.2. Loskoppelen ..........................................................413.7.3. Laden van de accu ..............................................42

    3.8. Controle van de laadtoestand van de accu...43

    3.8.1. Gebruik van een zuurweger en

    beoordeling van de laadtoestand ................43

    3.9. Onderhoud van de accu .........................................44

    3.10. Gebruik van startkabels.........................................46

    3.11. erie- en parallelschakeling................................48

    3.11.1. erieschakeling ..................................................48

    3.11.2. arallelschakeling ..............................................48

    4. Zeengen ................................................................494.1. Doel......................................................................................49

    4.2. Zekeringen nakijken en vervangen .................50

    4.2.1. Genummerde zekeringen................................50

    4.2.2. iet-genummerde zekeringen ......................50

    4.2.3. Werkwijze ................................................................50

    4.2.4. Waar bevindt de zekeringkast zich?.............50

    4.2.5. Zekeringen controleren ....................................50

    4.3. oorten zekeringen....................................................51

    4.4. Oorzaken van defecte zekeringen....................53

    4.4.1. Oplossing ................................................................534.5. Waarde van de zekeringen ....................................54

    4.6. oorten lijnzekeringen.............................................55

    4.6.1. Bajonetaansluiting...............................................56

    4.6.2. hermostatische onderbrekers ......................56

    4.6.3. oodzekering........................................................57

    4.6.4. Gereedschap om zekeringen

    te vervangen..........................................................57

    5. VechTngsnsTaaTe....................595.1. Wettelijke verplichte verlichting.........................59

    6. Veghes- en

    easpecTen ..................................................61

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    6/68

    6

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    7/68

    7

    1.1. Wat is elektriciteit?

    De term elektriciteit is genoemd naar het Griekse woord voor

    barnsteen, elektron. Je kan namelijk statische elektriciteit

    opwekken door met een stuk barnsteen over een wollen lap

    te wrijven.

    In strikte zin is elektriciteit energie die opgewekt wordt door:

    wrijving

    warmte

    scheikundige o magnetische inductie

    1. BassBegppen

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    8/68

    8

    1.2. oorten elektriciteit

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Werking van een elektriciteitscentrale:

    De meest gebruikte krachtbron in

    elektriciteitscentrales is stoom. Door

    bijvoorbeeld aardolie te verbranden wordt het

    water verwarmd en omgezet in stoom. Deze

    stoom wordt onder hoge druk door een turbine

    geperst. Daardoor gaat de turbine draaien en

    wordt een dynamo op gang gebracht, die dan

    elektriciteit produceert.

    Info

    Om een elektrische stroom te creren is spanning nodig. Een

    gelijkspanningsbron levert altijd gelijkstroom: het is een accu.

    troom die voortdurend heen en weer stroomt en dus

    voortdurend wisselt van polariteit, is wisselstroom. De

    stroom die elektriciteitsleveranciers aan huis leveren, is

    wisselstroom. Deze stroom kan opgewekt worden in een

    elektriciteitscentrale of met behulp van windmolens.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    9/68

    9

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    De grootheid elektrische spanning wordt in het I-

    eenheidsstelsel gemeten in volt. Deze eenheid is genoemd

    naar Alessandro Volta. En volt is n joule per coulomb.

    1.3.1. Wat is het I-stelsel?

    Het I-stelsel is een internationaal systeem van eenheden dat

    ingevoerd werd in 1960. Het dient om gegevens gemakkelijk

    internationaal te kunnen uitwisselen. Iedereen kent welenkele I-eenheden:

    meter de eenheid voor lengte

    seconde de eenheid voor tijd

    kilogram de eenheid voor massa

    Het I-eenhedenstelsel steunt op zeven onderling

    onafhankelijke basisgrootheden met hun grondeenheden.

    Alle andere grootheden hebben een eenheid die afgeleid is

    van n of meer grondeenheden. De grondeenheden zijn

    dezelfde over de hele wereld. Ze worden niet benvloed doortijd, temperatuur of druk.

    1.3. panning

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    10/68

    10

    1.3.1.1. Basisgrootheden

    De namen van grootheden en eenheden worden altijd

    met een kleine letter geschreven, ook als ze afgeleid zijn

    van eigennamen (bv.: newton, pascal).

    Uitzonderingen: na de woorden graadofgraden worden de eenheden

    Celsius, Fahrenheit en elvin met een hoofdletter

    geschreven.

    De symbolen van eenheden worden met een kleine

    letter geschreven, behalve de symbolen van eenheden

    die afgeleid zijn van eigennamen.

    N= wt

    Pa = l

    ommige symbolen van grootheden worden met eenkleine letter geschreven, andere met een hoofdletter.

    t= tijd

    T= tmrtuur

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    GROOTHEID SI-EENHEID

    Basisgrootheid ymbool I-grondeenheid ymbool

    lengte l meter m

    tijd t seconde s

    massa m kilogram kg

    stroomsterkte I ampre temperatuur T kelvin K

    lichtsterkte I candela cd

    hoeveelheid stof n, v mol mol

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    11/68

    11

    1.3.1.2. panningsbereiken

    Onder andere voor de eenheid van spanning, volt, zijn

    decimale toevoegsels nodig, omdat de grootte van

    elektrische spanningen erg grote verschillen kan vertonen.

    De kracht van een waterstroom is onder meer afhankelijk van

    het hoogteverschil, dat verval wordt genoemd. Hoe groter

    het verschil, hoe groter de waterdruk.

    Ook elektrische spanning heeft een verval, waardoor een

    elektrische druk of spanning ontstaat. Deze spanning wordt

    gemeten in volt (V ). Om stroom te doen vloeien in een

    elektrische kring is een spanningsverschil nodig.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    ymbool Voluit Decimaal Voorbeeld

    nV nanovolt 0,000000001 V Zenuwen

    V microvolt 0,000001 VRadio- en tv-signalen

    mV millivolt 0,001 V Audio- en videosignalen

    V volt 1 V Graafmachines

    KV kilovolt 1.000 V Verdeling van elektriciteit,treinen, trams

    MV megavolt 1.000.000 V Hoogspanningslijnen, bliksem

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    12/68

    12

    1.4. Gelijkspanning

    Gelijkspanning wordt veel gebruikt in toepassingen waar

    een relatief lage stroom voldoende energie levert. Deze

    spanning kan geleverd worden via een accu. De afkorting

    voor gelijkspanning is DC (direct current).

    Bij een graafmachine wordt enkel gelijkspanning gebruikt

    om de verschillende componenten te sturen. Het

    instrumentenpaneel, de verlichting en de motorsturing

    werken op gelijkspanning.

    De alternator die op de motor gemonteerd is, levert de

    nodige spanning. De verschillende componenten worden via

    de accu bediend.

    De dieselmotor kan je starten met de startmotor.

    chematische voorstelling van een startmotor:

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    13/68

    13

    1.5. Wisselspanning

    Het grote voordeel van wisselspanning is dat de

    transformator de spanning naar een hogere of lagere

    spanning kan omzetten zonder grote energieverliezen.

    Wisselspanning is geschikter dan gelijkspanning om

    elektrische energie over een lange afstand te transporteren.

    De afkorting voor wisselspanning is AC (alternating current).

    Meestal verandert de wisselstroom in 2/100 van een seconde

    van richting. In n seconde verandert de stroom in dat geval

    dus 50 keer van richting. Het aantal keer dat de wisselstroomper seconde van richting verandert, is de frequentie. In

    Europa bedraagt de netfrequentie 50 Hz.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    14/68

    14

    1.6. Elektrische spanning opwekken

    Elektrische spanning wordt opgewekt:

    door scheikundige werking

    door elektromagnetisme

    door mechanische kracht

    door zonnecellen

    1.6.1. cheikundige werking

    Als je een koperen en een zinken plaat in een elektrolyt

    (meestal een zuur) onderdompelt, ontstaat er spanning aan

    de platen. Alle accus werken volgens dit principe.

    1.6.2. Elektromagnetisme

    Als je een geleider (een koperdraad) beweegt in een

    magnetisch veld, wordt er een elektrische stroom opgewekt

    in de geleider.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    15/68

    15

    1.6.3. Mechanische kracht

    Mechanische kracht wordt opgewekt door het pizo-

    elektrische eect. Dat is een verschijnsel waarbij kristallen van

    bepaalde materialen een elektrische spanning produceren

    onder invloed van druk (bv. buiging) en omgekeerd ook

    vervormen wanneer er een elektrische spanning op

    wordt aangelegd. Het wordt o.a. toegepast bij elektrische

    gasaanstekers, verouderde pick-upelementen, druktoetsen

    in elektronische apparatuur en om inkt in een inkjetprinter tespuiten.

    1.6.4. Zonnecellen

    Zonnecellen zetten licht rechtstreeks om in elektriciteit. Ze

    worden aan elkaar geschakeld tot modules, die op hun beurt

    stroom leveren aan batterijen of via omvormers aan het net.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    16/68

    16

    1.7. Meten van spanning

    Het is vrij eenvoudig om de spanning over een verbruiker te

    meten: je moet gewoon de spanning meten tussen de twee

    draden die aankomen bij de verbruiker. Daarvoor moet je de

    meter dus in parallel schakelen.

    ymbolen:

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Aandachtspunten :

    Controleer of de meter op de juiste grootheidingesteld is.

    tel de meter in op wisselspanning (V~) of

    gelijkspanning (V=).

    Begin altijd met het grootste meetbereik en daal daarna

    tot je een maximale aezing krijgt, d.w.z. tot je de

    waarde zo precies mogelijk kan aezen. Zo krijg je een

    kleinere meetfout.

    Zorg ervoor dat je altijd over een goed beveiligd

    meettoestel beschikt.

    Opgelet

    rootheid ymbool Eenheid ymbool

    spanning U volt V

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    17/68

    17

    1.8. Weerstand

    Weerstand is de eigenschap van materialen om de

    doorgang van elektrische stroom te bemoeilijken en te

    verstoren. Als er een elektrische stroom door een materiaal

    vloeit, is daar energie voor nodig: de stroom ondervindt

    een zekere weerstand. Weerstand is het omgekeerde van

    geleidingsvermogen. Als de geleiding in een materiaal

    slecht is, spreken we over een weerstand. Ook het menselijke

    lichaam en de lucht hebben een bepaalde weerstand.

    et als water ondervindt ook elektrische stroom eenweerstand bij stroming. Deze elektrische weerstand hangt

    niet alleen af van de dikte van de draad, maar ook van het

    soort materiaal waarvan hij gemaakt is. Zo is koper een erg

    goede geleider, terwijl rubber zo veel weerstand biedt dat de

    elektrische stroom er niet doorheen raakt.

    De eenheid van weerstand is Ohm (symbool: ). De

    weerstandswaarde van een verbruiker hangt van veel zaken

    af. Hoe meer stroom er door een verbruiker loopt, hoe kleiner

    de weerstand uiteraard zal zijn: weerstand is omgekeerd

    evenredig met stroom.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    18/68

    18

    Weerstandsvariaties

    De weerstand van bepaalde materialen kan veranderen

    onder invloed van omgevingsfactoren. Het gaat meer

    bepaald om deze factoren:

    temperatuur

    druk en rek

    luchtvochtigheid

    licht

    spanning

    De waarde van de weerstand kan stijgen of dalen onder

    invloed van de temperatuur. Dit is afhankelijk van het

    gebruikte materiaal. Zo is een C-weerstand een weerstand

    met een ositieve emperatuur Cocint, waarbij de

    weerstandswaarde dus stijgt wanneer de temperatuur stijgt.Een C-weerstand daarentegen is een weerstand met een

    egatieve emperatuur Cocint: de weerstandswaarde

    daalt wanneer de temperatuur stijgt. oolstof heeft

    bijvoorbeeld een C-weerstand.

    Een weerstand is een elektrische component die ervoor zorgt

    dat een elektrische stroom minder vloeit. Weerstand is ook

    de naam van de elektrische eigenschap om een elektrische

    stroom tegen te werken.

    De waarde van de weerstand is de weerstandswaarde: deverhouding van de spanning tot de stroom. Deze waarde

    wordt uitgedrukt in de afgeleide I-eenheid Ohm. Een

    component heeft een weerstand van 1 Ohm als een voltage

    van 1 volt over de component leidt tot een stroom van 1

    ampre.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    rootheid ymbool Eenheid ymbool

    weerstand R Ohm

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    19/68

    19

    1.9. Opbouw van een stof

    Elke stof is opgebouwd uit molecules. Een molecule is het

    kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van

    die stof bezit en dat op zichzelf kan bestaan. Zo bevat n

    kubieke millimeter water ongeveer 15.000.000.000.000.000

    watermoleculen.

    Molecules zijn op hun beurt onderverdeeld in atomen.

    En watermolecule bevat twee waterstofatomen en n

    zuurstofatoom (H2O).

    Atomen zijn opgebouwd uit een kern en elektronen die rond

    deze kern cirkelen. De kern zelf is opgebouwd uit een aantal

    protonen en neutronen. Een proton is positief geladen,

    een neutron is niet geladen, het is neutraal. Een elektron isnegatief geladen.

    Atomen zijn meestal in evenwicht: ze bevatten meestal

    evenveel elektronen als protonen. Als dit evenwicht

    verstoord wordt, spreken we van een ion.

    Een positief ion heeft meer protonen dan elektronen.

    Een negatief ion heeft meer elektronen dan protonen.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    20/68

    20

    1.10. troomsterkte

    De elektrische stroomsterkte is de hoeveelheid elektriciteit

    die door een elektrische leiding vloeit gedurende een

    bepaalde tijdseenheid. Hoe meer elektronen per seconde

    worden verplaatst, hoe meer elektriciteit per seconde door

    de leiding stroomt en hoe sterker de elektrische stroom is.

    De eenheid van elektrische stroom is ampre, ook wel

    amperage genoemd.

    Het symbool I is afgeleid van het Franse woord intensit. De

    eenheid ampre is genoemd naar de Franse natuurkundige

    Andre-Marie Ampre.

    Een stroom heeft een sterkte van 1 A als er in 1 seconde 6,3

    triljoen elektronen verplaatst worden.

    troomsterkte meet je met behulp van een ampremeter die

    je in de stroomkring plaatst, zodat de stroom die je wil meten

    er doorheen vloeit.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    rootheid ymbool Eenheid ymbool

    stroomsterkte I ampre

    Verbruiker Ogenomen stroom

    dimlichten 9 A

    achterlichten 1 A

    remlichten 3,5 A

    knipperlichten 3,5 A

    achterruitontdooiing 9 A

    sigarenaansteker 8 A

    radio 1,2 A

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    21/68

    21

    1.11. olariteit

    Tekens:

    Bij een positieve klem: + (plusteken)

    Bij een negatieve klem: - (minteken)

    Kleuren:

    Rood voor een positieve klem

    Zwart ofblauw voor een negatieve klem

    rootte:

    De positieve accuklem is altijd de grootste klem. De negatieve accuklem is altijd de kleinste klem.

    Cel:

    De negatieve klem heeft een zinken omhulsel.

    De positieve klem heeft een uitstekend messing dopje.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    22/68

    22

    1.12. Wet van Ohm

    De wet van Ohm is genoemd naar de Duitse natuurkundige

    Georg imon Ohm, die een relatie legt tussen spanning,

    weerstand en stroomsterkte.

    De hoofdletter R is de eerste letter van het Engelse resistance

    of van het Franse rsister.

    Het symbool voor de eenheid ohm is de Griekse hoofdletter

    (omega). Weerstanden meet je met een ohmmeter.

    Om de rekenregel gemakkelijk te onthouden, is de driehoek

    hiernaast het beste middel.

    Als je met je vinger de grootheid bedekt waarvan je de

    waarde wil weten, verschijnt de juiste formule. Als je

    bijvoorbeeld de weerstand wilt bepalen, leg je je vinger op

    de R en wordt / I zichtbaar. Op dezelfde manier kan je ook

    de spanning of de stroom berekenen.

    Bij een spanning van 6 V en een weerstand van 2 Ohm,

    bedraagt de stroomsterkte 3 A.

    Als de weerstand 4 Ohm is en de stroomsterkte 5 A, bedraagt

    de spanning 20 V.

    Als je niet met de driehoek werkt, kan je de onderstaande

    formules gebruiken:

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    De wet van Ohm kan op drie manieren worden

    geschreven:

    R = U / I Weerstand = sanning / stroomsterkte

    U = R x I anning = weerstand x stroomsterkte

    I = U / R troomsterkte = sanning / weerstand

    U = I x R R = U / I I = U / R

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    23/68

    23

    1.12.1. Enkele toepassingen

    1. Berekenen van de weerstand

    Op een lampje staat de vermelding 2,2 V 0,3 A.

    Bereken de weerstand van dit lampje.

    Gegeven: = 2,2 V

    I = 0,3 A

    Gevraagd: de wrtd

    Berekening:

    R = / I = 2,2 V / 0,3 A =

    2. Berekenen van de stroomsterkte

    Op een weerstand met waarde 3 wordt een spanning

    aangesloten van 24 V.

    Bereken de stroomsterkte.

    Gegeven: R = 3

    = 24 V

    Gevraagd: de trmtrkt

    Berekening:

    I = /R = 24 V / 3 =

    3. Berekenen van de sanning

    Je wilt een stroom van 2,5 A door een weerstand van 88

    sturen.

    Bereken de spanning.

    Gegeven: R = 88

    I = 2,5 A

    Gevraagd : de i

    Berekening:

    U = R x I = 88 x 2,5 A = V

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    24/68

    24

    1.12.2. ymbolen en formules

    Voor elektronicatoepassingen zijn formules heel

    belangrijk om uit te rekenen wat een schakeling doet.

    In elektronicaformules worden de volgende afkortingen

    gebruikt:

    Ook worden vaak voorvoegsels gebruikt om de grootte van

    een getal aan te geven:

    De afkorting mV betekent dus millivolt, een duizendste van

    een volt, en MV betekent megavolt, een miljoen volt. Behalve

    bijvoorbeeld 2,2 MOhm wordt soms ook deze notatie

    gebruikt: 2M2.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    ymbool rootheid ymbool Eenheid

    U spanning V volt

    I stroom ampere

    R weerstand ohm

    Z impedantie

    C capaciteit F farad

    L inductie H henry

    p vermogen W watt

    t tijd s seconde

    frequentie Hz hertz

    Q lading C coulomb

    korting Voorvoegsel Vermenigvuldigingsactor

    M mega x 1.000.000

    k kilo x 1.000

    m milli x 0,001 (/ 1.000) micro x 0,000.001 (/ 1.000.000)

    n nano x 0,000.000.001 (/ 1.000.000.000)

    pico x 0,000.000.000.001 (/ 1.000.000.000.000)

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    25/68

    25

    1.13. Laagspanning en hoogspanning

    1.13.1. Hoogspanning

    Met hoogspanning wordt een elektrische spanning van meer

    dan 1000 volt wisselspanning bedoeld. Hoogspanning wordt

    vooral gebruikt om grote hoeveelheden elektrische energie

    te transporteren. Dit gebeurt over een hoogspanningsnet,

    zowel via bovengrondse als ondergrondse

    hoogspanningskabels.

    Je kan stroom vergelijken met water: als je een emmer waterin een minuut wil vullen, maakt het een verschil of je dit doet

    met een tuinslang of een brandweerslang. In een tuinslang

    moet het water heel snel stromen om de emmer in een

    minuut vol te krijgen. In een brandweerslang moet het water

    niet zo snel stromen, want de slang is veel dikker.

    Dit kan men vergelijken met stroom. In onze huizen hebben

    we laagspanning, nl 230 volt. tel dat de draden van de

    elektriciteitscentrale naar een stad ook een spanning van

    230 volt zouden hebben, dan zou de stroom wel heel hard

    moeten stromen om genoeg stroom te kunnen leveren vooralle huizen. Bovendien zou dat veel energie kosten. Daarom

    werken energietransporteurs met hoogspanning.

    Op hoogspanningskabels staat 220.000 of 380.000 volt.

    Hiervoor worden kale draden gebruikt zonder isolatie, dus

    draden waar geen plastic omheen zit.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Mag je een hoogsanningskabel aanraken als je niet

    in contact staat met de grond?

    een, stroom op hoogspanningsdraden is wisselstroom.

    De stroom wisselt voortdurend, je lichaam wordt dan ook

    elke keer snel opgeladen en ontladen.

    Dat overlee je niet!

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    26/68

    26

    1.13.2. Laagspanning

    Met laagspanning worden wisselspanningen tot 1.000 volt

    en gelijkspanningen tot 1.500 volt bedoeld.

    Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:

    ongevaarlijke laagsanning:

    maximale waarde van 24 volt

    gevaarlijke laagsanning:

    waardes tussen 110 volt en 500 volt

    Ook de standaardnetspanning van 230/400 volt die

    gebruikt wordt in huishoudelijke en industrile installaties, is

    laagspanning.

    1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    27/68

    27

    2. TeTe

    Om storingen in elektrische systemen te kunnen oplossen

    heb je een goede multimeter nodig. Een multimeter is een

    combinatie van verschillende meetinstrumenten:

    voltmeter

    stroommeter

    weerstandsmeter

    In functie van de uitvoering wordt een onderscheid gemaakt

    tussen:

    analoge meettoestellen: de naalduitslag is een maat voor

    de gemeten waarde

    digitale meettoestellen: de cijferuitlezing is de gemeten

    waarde

    Wanneer je spanning en stroom meet, staan de installatie,

    de meetsnoeren en het meettoestel onder spanning

    elektrocutiegevaar!

    Bij een multimeter moet je eerst instellen wat je wilt meten.

    Hiervoor gebruik je de grote draaiknop of de drukknop op de

    meter.

    2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    28/68

    28

    De verschillende grootheden (spanning, weerstand of

    stroom) hebben elk hun eigen aansluitingen voor de

    meetdraden. Controleer de aansluitingen dus altijd goed

    voor je een meting uitvoert. Op sommige toestellen staat

    een verbindingstester die met een geluidssignaal aangeeft

    wanneer er een rechtstreekse verbinding is.

    Bij sommige multimeters moet het bereik ingesteld worden.Zo wordt dus bepaald welke waarde maximaal gemeten kan

    worden. Voor een accuspanning van 12 V kies je een bereik

    tot 30 V. Als je niet weet hoe hoog de spanning of stroom is,

    begin dan bij het grootste bereik en pas het daarna aan naar

    beneden.

    Er bestaan ook multimeters die het bereik zelf kiezen:

    multimeters met auto-range (automatisch bereik).

    2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Te meten grootheid tand van de draaikno

    Gelijkspanning V= of VDCWisselspanning V~ of VAC

    Gelijkstroom

    Wisselstroom

    Weerstand

    A= of ADC

    A ~ of AAC

    , k of M

    Diodetest

    Aandachtspunten :

    Zorg dat je steeds over een goed beveiligd meettoestel

    beschikt.

    Bij een digitaal meettoestel kan je gemakkelijker

    waarden aezen dan bij een analoog toestel.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    29/68

    29

    2.1. Meten van spanning

    2.2. Meten van de stroomsterkte

    panning wordt gemeten over de verbruiker schakel de

    voltmeter in parallel.

    Zet de multimeter in de stand voltmeter. Controleer of het

    om gelijkspanning of wisselspanning gaat!

    luit het rode snoer aan op de overeenkomstige

    aansluiting van de multimeter en het zwarte snoer op de

    COM-aansluiting.

    laats de rode meetpen van de multimeter op de positieve

    aansluiting en de zwarte op de negatieve aansluiting.

    troom meet je door de verbruiker schakel de

    amperemeter in serie.

    Zet de multimeter in de stand ampremeter.

    Onderbreek de stroom in het circuit.

    luit het rode snoer aan op de beschermde aansluiting

    met 10 A en het zwarte snoer op de COM-aansluiting.

    Breng de multimeter in serie in het circuit in.

    Herstel de stroom in het circuit.

    2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Met een multimeter kan je een stroom met een lage

    stroomsterkte meten: de maximale stroomsterkte mag niet

    meer dan 10 A bedragen. Een stroomsterkte van meer dan

    10 A meet je met een ampretang, die je rond de kabel

    waarop je wil meten, aanbrengt.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    30/68

    30

    2.3. Meten van de weerstand

    Weerstand meet je altijd spanningsloos schakel de

    ohmmeter in parallel.

    Een ohmmeter bevat binnenin een kleine batterij, die een

    kleine stroom door de kring stuurt waarvan je de weerstand

    wil meten.

    Zet de multimeter in de stand ohmmeter.

    Onderbreek de stroom in het circuit.

    Verwijder of isoleer de component van het circuit. luit het rode snoer aan op de overeenkomstige

    aansluiting van de multimeter en het zwarte snoer op de

    COM-aansluiting.

    laats de meetpennen op de aansluitingen van de

    component.

    2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    weerstand

    Aandachtspunten :

    Controleer de volgende unten voor je een meting

    uitvoert:

    taat de meter in de juiste stand? Anders kan de meter

    beschadigd raken.

    Is het juiste meetbereik ingesteld op de meter?

    taat de meter in de juiste positie? Een verkeerde stand

    kan zware afwijkingen veroorzaken. Er zijn meters die

    alleen liggend of staand gebruikt mogen worden. Letop de symbolen op de meters.

    tel de meter in op de juiste spanning (wissel- of

    gelijkspanning).

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    31/68

    31

    3. acc

    Een accu is een elektrochemisch apparaat dat elektriciteit

    omzet in chemische energie en opnieuw afgeeft als

    elektrische energie wanneer het met een circuit wordt

    verbonden.

    Vroeger hoefde een accu alleen maar de nodige kracht te

    leveren om:

    de motor rond te laten draaien tijdens het starten;

    de ontsteking van stroom te voorzien; de lampen, ruitenwissers, richtingaanwijzers en claxon te

    doen werken.

    egenwoordig worden er echter veel hogere eisen gesteld

    aan een accu.

    Machines hebben een hogere compressieverhouding en

    dus een groter startkoppel dan vroeger.

    Ruitenwissers hebben nu verschillende versnellingen.

    Autos hebben ruitverwarming, een aansteker, een radio,

    ingewikkelde verwarmingssystemen, elektronische

    componenten voor de besturing ...

    Daarom is de behoefte aan accus van goede kwaliteit

    tegenwoordig groter dan ooit.

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    32/68

    32

    3.1. Opbouw van een loodaccu

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Een accu bestaat uit afzonderlijke cellen die in serie met

    elkaar verbonden zijn.

    voor een accu van 12 V: 6 cellen

    voor een accu van 6 V: 3 cellen

    Elke cel bestaat uit een opeenvolging van positieve en

    negatieve platen.

    De negatieve platen bevatten poreus lood (b).

    De positieve platen bevatten loodperoxide (bO2).

    Een positieve plaat ligt altijd tussen twee negatieve platen,

    want anders kan ze kromtrekken.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    33/68

    33

    Om te verhinderen dat een positieve en negatieve plaat

    elkaar kunnen raken en zo kortsluiting veroorzaken, zijn ze

    gescheiden door separatoren.

    Alle gelijksoortige platen zijn verbonden met een

    brugstuk met daarop de pool. Onderaan in de bak is er

    een bezinkselruimte: na verloop van tijd gaan de platen

    afbrokkelen en bezinken de afgebrokkelde stukjes in deze

    ruimte. Aangezien de platen zelf niet tot in deze ruimte

    komen, kan deze sliblaag geen kortsluiting veroorzaken.

    Op iedere cel zit een bijvuldop met een ventilatiegaatje,

    waarlangs het water door verdamping ontsnapt.

    Water verdampt vooral:

    bij warm weer

    wanneer de accu geladen wordt

    versnelde veroudering door extremetemperaturen: startproblemen

    korte ritten

    energieverlies door (te) lange opslag

    startproblemen bij koud weer

    3.2. Meest voorkomende oorzaken van accuproblemen

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    34/68

    34

    3.3. Loodaccus

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Loodaccus zijn de oudste accutypes. Ze zijn nog altijd de

    meest gebruikte oplaadbare accu en worden gebruikt voor

    de aandrijving van graafmachines en vorkheftrucks, waarbij

    ze als tegengewicht dienen doordat ze zo zwaar zijn.

    3.3.1. amenstelling

    Een loodaccu bestaat uit:

    positieve platen uit loodoxide

    negatieve platen uit een sponsachtig lood

    een elektrolyt uit verdund zwavelzuur

    3.3.2. Voordelen

    elektrochemisch systeem met alleen water, zwavelzuur en

    lood

    hoog vermogen

    levering van hoge elektrische stroom mogelijk goedkoop

    eenvoudige recuperatie

    3.3.3. adelen

    lage energie per massa-eenheid

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    35/68

    35

    3.3.4. oorten loodaccus

    StartaccuEen startaccu kan snel veel stroom leveren. Het is aan te

    raden deze accu niet verder dan 20% te ontladen. Om een

    graafmachine te starten is veel stroom nodig, maar de accu

    wordt onmiddellijk terug opgeladen.

    Het vermogen van deze accu vermindert sterk door hem

    te fel te ontladen en terug op te laden: hierdoor ontstaatsulfatering.

    Stationaire accuDeze accu levert minder stroom dan een startaccu, maar kan

    dieper ontladen worden (tot 50%). Hij is beter bestand tegen

    sulfatering.

    Tractie-accuEen tractie-accu heeft een langere levensduur dan de vorige

    accus en kan tot 80% ontladen worden. Hij is wel duurder.

    Onderhoudsvrije accuEen onderhoudsvrije accu werkt op dezelfde manier als een

    klassieke accu.

    Werking en verschillen:

    Ook bij een onderhoudsvrije accu komen waterstof en

    zuurstof vrij, maar de platen bestaan niet volledig uit lood;

    er is calcium aan toegevoegd. Onderhoudsvrije accus

    zijn hermetisch afgesloten, zodat het niet nodig is om het

    elektrolyt te controleren en op peil te houden.

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    ulatering

    Een verschijnsel waarbij een harde onoplosbare laag op de

    elektroden gevormd wordt die niet elektrisch geleidend is.

    Info

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    36/68

    36

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Bij het overladen van de accu zullen de positieve platen

    zuurstof vormen en de negatieve platen niet volledig in lood

    omgezet worden. Er komt geen waterstofgas vrij.

    De zuurstof die door de positieve plaat wordt opgewekt,

    reageert met het actieve materiaal op de negatieve plaat

    (lood) en produceert water. Bij onderhoudsvrije accus moet

    geen water toegevoegd worden.

    Bij een overmatige hoeveelheid gas wordenveiligheidsventielen geopend. De ventielen sluiten

    weer zodra de druk binnenin normaal is. Over de

    veiligheidsventielen is een keramische lter aangebracht om

    interne ontsteking van de opgewekte gassen te voorkomen.

    De roosterplaten zijn erg goed bestand tegen corrosie. Ze

    hebben een korrelstructuur, die zorgt voor:

    een betere stroomdichtheid

    een relatief groot plaatoppervlak

    Het grote plaatoppervlak vergemakkelijkt de koude start.

    De lood- en kaliumplaten zijn bijzonder sterk en dus goed

    bestand tegen sterk laden en ontladen.

    De platen zijn onderling verbonden door aaneengegoten

    roosterbeugels, wat zorgt voor een stevige constructie.

    De opvangruimte is tweemaal zo stevig als bij een

    vergelijkbare accu van hard rubber. Daarom is een

    bezinkselruimte onderaan in de bak niet nodig.

    Het deksel bevat een testindicator:

    groen: accu meer dan 65% geladen

    donkere kleur: minder dan 65% resterende capaciteit

    heldere of lichtgele kleur: de accu moet vervangen

    worden

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    37/68

    37

    Deze accus werken ongeveer op dezelfde manier als

    loodaccus. Bij een gelaccu zit er echter geen water tussen de

    platen, maar een geleiachtige substantie.

    De accu is afgesloten en kan niet bijgevuld worden. Hij is

    voorzien van een veiligheidsventiel, zodat gassen kunnen

    ontsnappen bij het overladen. Hij mag enkel rechtop

    gemonteerd worden.

    3.4.1. Voordelen

    weinig zelfontlading

    grotere ontlading mogelijk

    meer oplaadbeurten mogelijk

    onderhoudsvrij

    langere levensduur

    3.4.2. adelen

    speciale lader nodig

    beschadiging mogelijk bij het transport

    duurder in aankoop

    3.4. Gelaccus

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    38/68

    38

    3.5. piraalaccus

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Bij deze accu wordt de stroomvoorraad niet opgenomen in

    zuur of gel, maar geabsorbeerd in een dunne glasvezelmat.

    3.5.1. Voordelen

    diepere ontlading

    kortere oplaadtijd

    grotere stroomafname mogelijk

    schuine montage eventueel mogelijk geen onderhoud nodig

    3.5.2. adelen

    kostprijs

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    39/68

    39

    Aangezien de accu een erg belangrijk onderdeel is in de

    elektrische installatie, moet hij regelmatig gecontroleerd

    worden op de volgende zaken:

    de stevige bevestiging van de accu

    de goede en stevige bevestiging van de aansluitingen

    oxidevorming

    het elektrolytniveau

    3.6.1. Visuele controle

    1. Controleer regelmatig het elektrolytniveau.

    Het juiste elektrolytniveau ligt altijd boven de platen.

    Meestal is het tot aan de onderzijde van de vuldoppen.

    Een te laag niveau brengt capaciteitsverlies met zich mee.

    Als de platen niet volledig ondergedompeld zijn, worden

    ze chemisch non-actief. Als het niveau te hoog is, gaat het

    elektrolyt uit de cellen lopen en corrosie veroorzaken op

    de polen.

    De accu kan bijgevuld worden met gedistilleerd water of

    regenwater. Als er regelmatig water toegevoegd moet

    worden, is de laadstroom waarschijnlijk te hoog, waardoor

    de plaatroosters gaan corroderen. Controleer in dat

    geval het laadcircuit: een accu die niet voldoende wordt

    bijgeladen, gaat sulfateren.

    In koude periodes werkt de accu niet goed, omdat hij niet

    meer voldoende reserve heeft. Controleer ook hier of het

    laadcircuit voldoende laadt.

    2. Vul de cellen bij met gedistilleerd water (o

    regenwater).

    Vul de cellen niet te veel bij. Anders kan de accu overlopen

    en is er kans op kortsluiting.

    3. an de accubak niet te hard aan.

    4. Meet de toestand van de accu met een zuurweger.

    5. Voeg nooit zuur toe, tenzij je zeker weet dat er zuur

    verloren is gegaan

    3.6. Visuele en elektrische controle van de accu

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    40/68

    40

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    3.6.2. Elektrische controle

    Door een foutieve afstelling van de spanningsregelaar kan

    de accu overladen worden. Dit gaat gepaard met warmte-

    ontwikkeling, waardoor de platen gaan zwellen. Met een

    accutester en een voltmeter kan je testen of een accu

    overladen is.

    Tyenummers

    Tyenummer 54411 VRT 12 V 44 H 210

    544

    bij een accu van 12 V.

    De nominale capaciteit is 500, waardoor 44

    AH wordt aangeduid met 544.

    11 code van constructie en uitvoering

    VRT merk

    12 V nominale spanning

    44 H nominale capaciteit

    210 koudstartstroom

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    41/68

    41

    3.7.1. Aansluiten

    Verwijder de stoppen.

    Controleer het vloeistofpeil en vul eventueel bij.

    Verbind de lader: de pluspool van de lader aan de pluspool

    van de accu, de minpool van de lader aan de minpool van

    de accu.

    tel de spanning van de lader in volgens de accuspanning.

    Bepaal de laadstroom: 1/10 van de capaciteit.

    luit de lader aan op de netspanning. tel de laadstroom in.

    3.7.2. Loskoppelen

    chakel de netspanning uit.

    Verwijder de aansluitdraden.

    Monteer de stoppen.

    Wanneer je een lood/zwavelzuuraccu oplaadt, zal water door

    elektrolyse worden gesplitst in waterstof- en zuurstofgas.Daarom moet je de vuldoppen verwijderen tijdens het

    opladen.

    De accu is voorzien van een ontluchtingskanaal voor de

    afvoer van gassen die vrijkomen tijdens normaal gebruik.

    3.7. Gebruik van een acculader

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Aandachtspunt :

    Als je de aansluitklemmen verwijdert zonder de

    netspanning uit te schakelen, kan de accu ontploen.

    Het rondspattende zuur kan in de ogen terechtkomen en

    blindheid veroorzaken.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    42/68

    42

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    3.7.3. Laden van de accu

    Bij normaal laden moet de stroomsterkte ongeveer 10% van

    de accucapaciteit bedragen. Bij een accu van 36 AH is dit

    bijvoorbeeld 3,6 A.

    Bij snelladen mag de laadstroom hoogstens 90% van de

    accucapaciteit bedragen: bij een accu van 45 AH is dit

    bijvoorbeeld 40 A.

    ijdens het laden stijgt de accuspanning langzaam en zonder

    gasbelvorming tot 2,3 - 2,4 V per cel en daarna sneller tot 2,6

    - 2,7 V per cel (waarbij de cellen sterkere gassen vormen).

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    43/68

    43

    De laadtoestand bepaal je met een zuurweger. adat er

    gedistilleerd water toegevoegd is, moet je minstens twee uur

    wachten voor je een meting uitvoert.

    NORMAAL GELADENEen accu is normaal geladen als de zuurweger voor alle

    cellen minstens geladen aanduidt.

    ONDERLADEN:Een accu is onderladen als de zuurweger minder dan

    geladen aanduidt.

    Dit kan het gevolg zijn van:

    een slecht werkende alternator

    een te losse riemspanning van de alternator

    een slechte verbinding tussen de alternator en de accu een verbruikersstroom die groter is dan de laadstroom

    (doordat de regulator slecht werkt)

    OVERLADENEen accu is overladen als je wekelijks grote hoeveelheden

    gedistilleerd water aan de accu moet toevoegen. Bij

    een overladen accu wordt het water van het elektrolyt

    gescheiden onder de vorm van waterstof (H2) en zuurstof (O).

    Ook een overladen accu kan het gevolg zijn van een slecht

    werkende regulator.

    3.8. Controle van de laadtoestand van de accu

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    44/68

    44

    3.9. Onderhoud van de accu

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    1. Bevestiging

    Controleer of de accu goed vaststaat in het voertuig.

    rillingen doen de platen afbrokkelen. Behandel de accu niet

    ruw.

    2. polen en klemmen

    De polen en klemmen moeten proper zijn. Vuile klemmenveroorzaken immers spanningsverlies.

    Elke accu heeft een pluspool en een minpool, die boven het

    deksel uitsteken.

    De pluspool is dikker dan de minpool. Zo kan je de polen niet

    verkeerd aansluiten. Meestal zijn de polen ook met een kleur

    gemerkt.

    3. Vloeistoeil

    De platen moeten ongeveer 1 cm onder het vloeistofpeil

    zitten. Anders kunnen ze sulfateren, waardoor hun capaciteit

    vermindert.

    plusoolrood o +

    Minool zwart o -

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    45/68

    45

    4. Laadsanning

    Controleer regelmatig de laadspanning. Een te hoge

    spanning is slecht voor de accu (slechte alternator).

    5. Oervlak

    Het oppervlak moet zuiver en droog zijn.

    6. ccu

    De accu mag niet bevriezen. Een ontladen accu kan bij - 8C

    bevriezen. Een goed geladen accu bevriest pas bij - 68.

    7. Vermijden van vuur

    Bij een accu komt knalgas vrij. Dit zorgt voor

    ontplongsgevaar.

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    46/68

    46

    3.10. Gebruik van startkabels

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    tartkabels worden meestal gebruikt om een andere

    machine te helpen bij het starten. Om ontplongen te

    vermijden moeten ze in een bepaalde volgorde aangebracht

    worden.

    Werkwijze:

    De eerste klem wordt aangebracht op de pluspool van de

    ontladen accu.

    De tweede klem wordt aangebracht op de pluspool van

    de geladen accu.

    De derde klem wordt aangebracht op de minpool van de

    geladen accu.

    De vierde klem wordt aangebracht op het motorblok van

    de defecte machine.

    Ontkoppelen gebeurt in de omgekeerde volgorde.

    Aandachtspunten :

    oppel de accu alleen af wanneer het sleutelcontact

    afstaat.

    Voer defecte accus altijd af met respect voor het milieu.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    47/68

    47

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Aandachtspunten :

    Door startkabels te gebruiken bij graafmachines met

    een motormanagementsysteem, kan je de machine

    beschadigen.

    oppel de hulpaccu aan. tart de motor.

    Laat de motor 10 minuten draaien.

    Leg de motor stil.

    Ontkoppel de hulpaccu.

    Laat de motor op eigen accu starten.

    Als dit lukt, is alles in orde.

    Als dit niet lukt, moet je alles herhalen of een nieuwe

    accu monteren.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    48/68

    48

    3.11. erie- en parallelschakeling

    3. CCUOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    3.11.1. erieschakeling

    luit de minpool van de eerste accu aan op de pluspool van de tweede accu. De spanning tussen de pluspool

    van de eerste accu en de minpool van de tweede accu bedraagt 24 V.

    3.11.2. arallelschakeling

    De pluspool van de eerste accu wordt op de pluspool van de tweede accu aangesloten en de minpool van de

    eerste accu op de minpool van de tweede accu. De positieve en negatieve polen hebben een spanning van 12 V.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    49/68

    49

    4. Zeengen

    Zekeringen vormen zwakke schakels in de stroomkringen die

    een bouwmachine van elektrische energie voorzien.

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Zekeringen dienen om de elektrische onderdelen ende bijbehorende kabels te beschermen tegen te grote

    stroomsterktes.

    Als er iets mis is met de elektrische installatie, moeten

    eerst de zekeringen nagekeken worden. Meestal zijn ze

    gegroepeerd in een kastje met een deksel.

    4.1. Doel

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    50/68

    50

    4.2. Zekeringen nakijken en vervangen

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    4.2.1. Genummerde zekeringen

    De afzonderlijke zekeringen in de kast zijn meestal

    genummerd. De nummers komen overeen met de

    stroomkringen die ze beschermen. Vaak staan de nummers

    in het instructieboekje van de machine.

    4.2.2. iet-genummerde zekeringen

    Wanneer de zekeringen niet genummerd zijn, zit er niets

    anders op dan ze n voor n los te maken en zo te

    controleren bij welke stroomkring ze horen.

    4.2.3. Werkwijze

    Zet eerst het contact aan. Ga vervolgens na welk onderdeel

    niet meer werkt wanneer je een bepaalde zekering losmaakt.chrijf op een zelfklevend etiket welke zekeringen bij welke

    stroomkring horen en bevestig deze lijst op het deksel van

    de zekeringkast.

    4.2.4. Waar bevindt de zekeringkast zich?

    Het is handig als de zekeringkast zich op een gemakkelijk

    toegankelijke plaats bevindt, zoals in de cabine. Bij sommige

    machines is de kast verborgen onder de bestuurderszetel ofaan de zijkant van de voetenruimte.

    De plaats is aangegeven in het instructieboekje.

    4.2.5. Zekeringen controleren

    Als je een zekering tegen het licht houdt, kan je meestal

    zien of ze is doorgeslagen: bij een doorgeslagen zekering

    vertoont de draad of strip een breuk. Een andere aanwijzing

    is dat het glas of het isolatiemateriaal zwart wordt.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    51/68

    51

    1. Glaszekering

    Dit is een verouderde soort zekering. Bij overbelasting breekt

    de draad in het glazen buisje.

    2. Stripzekering

    Bij deze zekering bevindt zich binnen in de zekering, tegen

    het isolatiemateriaal, aan n kant een metalen strip, die

    smelt bij overbelasting.

    3. Rechthoekige zekering

    Deze zekering heeft twee inschuifbare aansluitingen,

    die verbonden zijn door middel van een zichtbare

    zekeringsdraad.

    4.3. oorten zekeringen

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    52/68

    52

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    De meeste machines hebben verschillende zekeringen.

    tel dat n enkele zekering, die een aantal stroomkringen

    beschermt, doorslaat:

    Dan moet elke stroomkring afzonderlijk gecontroleerdworden om de fout te ontdekken.

    Alle betreende onderdelen worden uitgeschakeld.

    Er wordt een nieuwe zekering geplaatst.

    Vervolgens worden de stroomkringen n voor n

    ingeschakeld.

    Als de defecte kring wordt ingeschakeld, slaat de zekering

    door.

    Aandachtspunten :

    Vervang een zekering altijd door een zekering met

    dezelfde stroomcapaciteit. Als je een zekering van 10 A

    vervangt door een zekering van 30 A, kan het elektrische

    onderdeel of de bedrading ernstig beschadigd raken.

    Een zekering van 10 A beschermt een stroomkring die

    normaal 7 A voert. Een zekering van 30 A laat een veel

    grotere stroom door.

    Als een zekering doorslaat, moet de stroomkring op fouten

    gecontroleerd worden. Een defect elektrisch onderdeel

    of een beschadigde kabelisolatie kan kortsluiting

    veroorzaken: als er plots een zeer grote hoeveelheid

    stroom zou vloeien, zou de kabel zo heet worden dat er

    brand kan ontstaan. De zekering moet dat voorkomen: dedunne zekeringsdraad smelt en verbreekt de stroomkring

    lang voor de kabel verbrandt.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    53/68

    53

    Voor een doorgeslagen zekering bestaan drie oorzaken:

    De zekering is zo oud dat ze de normale hoeveelheid

    stroom niet meer kan voeren.

    Er is een zeer korte, maar sterke stroomstoot geweest.

    Er is een storing in de stroomkring van de elektrische

    zekeringen.

    4.4.1. Oplossing

    In de eerste twee gevallen kan het probleem opgelost

    worden door een nieuwe zekering te plaatsen. Als ook de

    nieuwe zekering doorslaat, is er een fout in de stroomkring.

    4.4. Oorzaken van defecte zekeringen

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    ebruik nooit een zekering voor een grotere

    stroomsterkte dan de oorsronkelijke.

    Opgelet

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    54/68

    5454

    4.5. Waarde van de zekeringen

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    De waarde kan volgens twee systemen worden aangegeven:

    In het ene geval wordt vermeld hoeveel continue stroom

    gevoerd kan worden en wat de bestendigheid tegen

    korte stroomstoten is. Men spreekt dan van de CR-waarde

    (constant resistance - constante weerstand).

    Bv.: Een zekering van 10 A van dit type kan continu een

    stroom van 10 A voeren, maar kan ook korte stroomstoten

    tot 20 A opnemen zonder door te slaan.

    Vroeger werd alleen de maximale stroom vermeld die een

    zekering kan voeren zonder door te slaan. lechts de helft

    van de waarde kan continu gevoerd worden.

    Bv.: Een zekering van 10 A met een aanduiding van dit

    type kan continu met 5 A belast worden en slechts korte

    stoten van 10 A opnemen.

    ommige fabrikanten hebben de zekeringen op de beidemanieren gemerkt: 20 A (10 A CR).

    De waarde van een zekering wordt meestal aangegeven op

    de huls of de aansluiting.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    55/68

    5555

    oms moet een gedeelte van de stroomkring beschermd

    worden met behulp van een lijnzekering (zwevende

    zekering) in de voedingskabel.

    Bij sommige machines beschermen lijnzekeringen:

    de stroomkringen voor de verlichting

    het alarmlicht

    de radio

    de motor van de ruitenwisser

    De zekering bevindt zich dan in de voedingskabel, dicht

    bij het apparaat in kwestie. Ze is ondergebracht in een

    plastic houder met aan de beide uiteinden een aansluitklem

    waaraan de voedingskabel verbonden is. Rond de houder

    bevinden zich twee licht verende aansluitingen, zodat een

    permanent contact wordt verkregen.

    De houder bestaat uit twee helften, die voorzien zijn van een

    bajonet- of een schroefsluiting. De waarde van de zekeringdie een onderdeel moet beschermen, wordt voorgeschreven

    door de fabrikant van het apparaat.

    4.6. oorten lijnzekeringen

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    56/68

    5656

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    4.6.1. Bajonetaansluiting

    Deze lijnzekeringen hebben een houder die over de gehele

    lengte kan scharnieren. De twee helften sluiten klemmend

    tegen elkaar aan.

    4.6.2. hermostatische onderbrekers

    Een thermostatische onderbreker dient om te voorkomen

    dat een essentieel onderdeel uitvalt. Als een zekering

    doorgeslagen is, laat de onderbreker toch stroom in de kringvloeien, maar wel een kleine hoeveelheid.

    De hoofdcomponenten van een graafmachine die door een

    gewone zekering worden beschermd, werken niet meer

    als de zekering is doorgeslagen. Omdat dit tot gevaarlijke

    situaties kan leiden, wordt voor hoofdcomponenten een

    thermostatische onderbreker toegepast in plaats van een

    zekering. Deze onderbreker is geen zekering, maar heeft wel

    dezelfde werking.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    57/68

    5757

    4.6.3. oodzekering

    ommige graafmachines zijn uitgerust met een speciaal

    type zekering met een hoge weerstand. Deze noodzekering

    bevindt zich in de kabel die van de accu naar de

    ontstekingsschakelaar (het contact) loopt. Ze beschermt alle

    stroomkringen in de machine, behalve die van de startmotor,

    want de startmotor neemt een enorme hoeveelheid stroom

    op.

    De meeste fabrikanten voeren de noodzekering als een

    insteekverbinding uit. Als deze noodzekering doorbrandt,

    moet er een nieuwe insteekverbinding gemonteerd worden.

    4.6.4. Gereedschap om zekeringen te vervangen

    Fijne bektang

    ieuwe zekeringen

    chroevendraaier

    4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Aandachtspunt :

    Gebruik nooit een doorverbinding met een gewone kabel

    als noodzekering.

    Opgelet

    noodzekeringhoofdleiding naar

    startrelais

    door overbelasting

    gesmolten noodzekering

    nieuwe noodzekering

    met insteekverbinding

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    58/68

    5858

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    59/68

    5959

    5. VechTngsnsTaaTe

    Het verlichtingssysteem zorgt voor een goed zicht, zodat je in het donker kan rijden en manoeuvres uitvoeren

    en zodat ook de machine in het donker beter zichtbaar is.

    5. VERLICHTIITLLTIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    KoplampenDeze lampen moeten gedimd en ongedimd grootlicht

    kunnen uitstralen. Het licht moet n kleur hebben, namelijk

    wit of geel.

    Stadslichten en parkeerlichtenVooraan aan de machine bevinden zich twee witte of gele

    stadslichten met een vermogen van maximaal 5 watt. Zemoeten zichtbaar zijn tot op 200 meter afstand. tadslichten

    kunnen ook dienen als parkeerlicht.

    De parkeerlichten achteraan zijn rood.

    AchterlichtenDe machine moet twee rode achterlichten hebben die

    zichtbaar zijn van op een afstand van 300 meter.

    KentekenverlichtingDe kentekenverlichting moet zichtbaar zijn van op een

    afstand van 20 meter.

    5.1. Wettelijke verplichte verlichting

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    60/68

    6060

    5. VERLICHTIITLLTIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    RemlichtenMachines moeten uitgerust zijn met twee remlichten.

    Deze lichten moeten rood zijn en opvallen wanneer de

    achterlichten branden. Ze moeten ook overdag zichtbaar zijn.

    MistachterlichtenDeze lichten mogen alleen branden bij dichte mist ofsneeuwval, als het zicht minder dan 50 meter bedraagt. Er

    moet een controlelampje aanwezig zijn.

    RichtingaanwijzersDe richtingaanwijzers moeten wit of oranje zijn. Voor

    achteropkomend verkeer moeten ze duidelijk

    zichtbaar en rood zijn. Ze zijn bedoeld voor de andere

    weggebruikers.

    ReectorenDe reectoren aan de achterkant van de machine moeten

    rood zijn. De zijreectoren daarentegen moeten oranje zijn

    en mogen geen driehoekige vorm hebben.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    61/68

    6161

    6. Veghes- en easpecTen

    6. VEILIHEID E MILIEUpECTEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    Alle machines zijn voorzien van veiligheidsplaatjes. Controleer regelmatig of deze goed leesbaar zijn.

    Wanneer er een veiligheidsplaatje ontbreekt, moet het vervangen worden.

    Bevestig altijd een waarschuwingslabel niet gebruiken aan het contactslot voor je onderhoudswerken of

    reparaties uitvoert.

    Draag altijd een helm, een veiligheidsbril en andere veiligheidsuitrusting, zoals vereist.

    Draag geen loshangende kleding of sieraden die vast kunnen raken tussen delen van de machine.

    tartkabels verkeerd aansluiten kan ontplongen veroorzaken, met lichamelijke letsels tot gevolg.

    De accus kunnen zich in aparte ruimtes bevinden. Als er startkabels gebruikt worden, moeten die altijd op

    de juiste manier aangesloten worden.

    De pluskabel (+) moet altijd aangesloten worden op de pluspool (+) van de accu die met het

    startmotorrelais verbonden is. De minkabel (-) moet aangesloten worden tussen de startbron en de

    minpool (-) van de startmotor. Wanneer de machine geen startmotorminpool heeft, wordt de aansluiting

    op het motorblok gemaakt.

    tart de machine nooit via de startmotorrelaisklemmen. Dit kan onverwachte bewegingen van de machine

    veroorzaken.

    robeer nooit herstellingen uit te voeren terwijl de machine rijdt of draait.

    Accus bevatten een elektrolyt. Dat is een zuur. Zorg ervoor dat het elektrolyt niet in aanraking komt met

    de huid of de ogen. Draag altijd een veiligheidsbril terwijl je onderhoudswerken uitvoert aan de accu. Was

    altijd je handen nadat je een accu hebt aangeraakt. Draag liefst ook handschoenen.

    Specieke veiligheid- en milieuaspecten kwamen al eerder aan bod in de verschillende hoodstukken van deze

    cursus.

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    62/68

    6262

    OIIE

    OTITIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    63/68

    6363

    OIIE

    OTITIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    64/68

    64

    OIIE

    OTITIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    65/68

    65

    OIIE

    OTITIEOEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    66/68

    OEGEAE ECHIEE

    ELEKTRICITEIT

    66

    OIIE

    OTITIE

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    67/68

    67

    fvb ctrutiv

    oningsstraat 132/5, 1000 Brussel

    t +32 2 210 03 33 f +32 2 210 03 99

    fvb.constructiv.be [email protected]

    fvbc Constructiv, Brussel, 2012.

    Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen

  • 7/28/2019 MECA Elektriciteit

    68/68

    hydruli pumti elktriitit

    tik adrijvi

    Fd vr Vklidii dBuwijvrid

    ToegepasTe Techneen

    hydraulIca

    BopaaTsmachnsTen

    Fd vr Vklidii dBuwijvrid

    ToegepasTe Techneen

    Lastechnieken

    BopaaTsmachnsTen

    Fd vr Vklidii dBuwijvrid

    toegepaste techneen

    ElEktricitEit

    Bopaatsmachnsten

    Fd vr Vklidii d Buwijvrid

    toegepaste techneen

    PNEUMATIcA

    Bopaatsmachnsten

    Fd vr Vklidii d Buwijvrid

    ToegepasTe Techneen

    AAndrijvingen

    BopaaTsmachnsTen

    Modulaire handboeken

    bouwplaatsMachinisten

    adr bkdl:

    Bouwlaatsmachines - raktijk

    Bouwlaatsmachines

    Bouwtechnologie

    Motorenleer

    Toegeaste technieken