mijn gitaar heeft spaanse ‘roots’ - challenge...
TRANSCRIPT
Roeland Verhelle Eindwerk AMC 3: academiejaar 2014 - 2015 Klas: Luc Bataillie
Mijn gitaar heeft Spaanse ‘roots’
2
Inhoudstafel:
MIJN CHALLENGE? 3
SPANJE EN DE GITAAR 4
JOAQUÍN RODRIGO 6
ZIJN LEVEN 6 EEN DEEL VAN ZIJN WERKEN… 7 CONCIERTO DE ARANJUEZ 8 FANTASIA PARA UN GENTILHOMBRE 9
EEN INTERVIEW MET JOZEF VERCAMPT (EN MIJN OPA) 10
EEN BELANGRIJK GITARIST MET SPAANSE ‘ROOTS’ 12
3
Mijn challenge? Hoe moet ik nu gitaarbouw koppelen aan klassieke muziek? Er schoot mij plots iets te binnen. Mijn grootvader heeft mij ooit gezegd: “Gitaren uit Spanje zijn de beste. Door bepaalde technieken die ze in Spanje gebruiken maken ze schitterende gitaren. Daarom probeer ik zo veel mogelijk mijn gitaren te bouwen volgens de Spaanse kunsten.” Die woorden hebben mij aan het denken gezet. Ik ging op zoek naar een gitaarstuk waar je Spanje in zou kunnen herkennen. Toen ontdekte ik ‘Concierto de Aranjuez’ van Joaquin Rodrigo. Een concerto voor gitaar en orkest waarvan vooral het tweede deel bekent in de oren klinkt. Tijdens het beluisteren van het originele concerto werd ik volledig ondergedompeld in de Spaanse ‘atmosfeer’. Het volgende nummer op de cd vond ik ook heel mooi, namelijk: Fanatsía para un gentilhombre.
4
Spanje en de Gitaar Spanje is het land van de gitaren. Als je naar Spaanse muziek luistert, is er vaak gitaar te horen. Gitaarmuziek om naar te luisteren, maar ook om op te dansen. Om te weten te komen waarom Spanje zo gekend is voor zijn gitaren, duiken we eerst even in het verleden. In vroegere tijden bestond er al een instrument dat op een gitaar leek, maar nog veraf stond van het model van de klassieke gitaar van nu. Dit instrument werd de kithara genoemd en werd gebruikt door de oude Grieken. De naam ‘gitaar’ is afgeleid van deze voorganger. De Kithara is nooit in Spanje geweest, maar hij is er dus wel familie van. De luit was wel een instrument die in Spanje, en ook de rest van Europa, zijn intrek had genomen. Dit snaarinstrument leek, qua vorm, al wat meer op de gitaar. In tegenstelling met de Kithara heeft de luit wel een hals met een kop. Het instrument is afkomstig van de Arabieren. Maar de luit zoals men die nu kent, is niet het oorspronkelijke snaarinstrument van de Arabieren. Men noemde dat toen de Oed. Wanneer de Oed in Europa kwam, ging men het verder ontwikkelen tot de westerse luit. Vanaf 1300 werd de luit een groot succes in Europa. Maar in Spanje was het succesverhaal heel wat minder. Dit instrument, die leek op de Oed, verwees teveel naar de Moorse overheersing die er toen was. De Arabieren hadden niet alleen de Oed mee naar Europa, maar ook nog andere snaarinstrumenten. Daaruit kwam de Vihuela voort. Dit instrument sloeg wel aan in Spanje Dit Oosterse snaarinstrument is uiteindelijk in Spanje terecht gekomen door de Arabieren. De Vihuela is een stuk kleiner dan de klassieke gitaar en de vorm van de klankkast is meer uitgetrokken. Een Vihuela heeft oorspronkelijk 4 snaren. Dit instrument was zeer populair gedurende een halve eeuw bij de Spanjaarden en werd veel bespeelt. De Vihuela kreeg in de 18e eeuw zes snaren en werd omgetoverd tot de klassieke gitaar die wij nu kennen. In de 19e eeuw is de klassieke gitaar ontwikkeld door Antonio de Torres Jurado. Sindsdien is hij nog maar weinig veranderd.
5
Een heel erg lijkende Spaanse gitaar is de Flamencogitaar. Het verschil zit in de grootte en de diepte van de klankkast. De Flamencogitaar is een klein beetje kleiner en is minder diep dan de klassieke gitaar. Dankzij de bouwwijze die men toepast om een Flamencogitaar te maken, kan het de dynamische kracht en felheid van een flamingo (de vogel dus…) overbrengen. Onderblad en zijkanten worden meestal gemaakt uit Spaanse cipres (hoge blond houtsoort) waaruit mijn gitaar ook gemaakt is. Het bovenblad word dan meer gemaakt uit een donkere houtsoort (spar of den). De Flamencogitaar werd vroeger vooral als begeleiding gebruikt tijdens het dansen of het zingen. De componisten Ramón Montoya, Niño de Ricardo en Sabicas hebben echter aangetoond dat de Flamencogitaar meer in petto heeft dan alleen begeleiding (midden 20e eeuw). Mijn gitaar is ook een Flamencogitaar. Het heeft zeker een mooie en warme klank.
6
Joaquín Rodrigo
Zijn leven Joaquín Rodrigo is de componist van mijn centrale werk. Hij werd geboren in 1901 als de jongste van 10 kinderen. Door difterie (infectieziekte die vooral bij kinderen voorkomt) werd hij op 3-‐jarige leeftijd blind. Maar dat weerde hem niet om dingen te doen. In 1906 volgde hij in Valencia (geboortestad) muziek op een blindeschool waar hij ook het brailleschrift heeft geleerd. Zijn liefde voor muziek groeide meer en meer. Hij besefte dat hij componist wilde worden na het horen van een opera van Giuseppe Verdi. Daarom besloot hij te studeren in Valencia, aan het ‘Conservatoria Superior de Música.’ Na zijn studies, maakte hij zijn eerste werken in 1922. Na twee jaar werd één van zijn werken uitgevoerd. Het orkestwerk Juglares. Rodrigo ging naar Duitsland in 1922 om verder te studeren. Diezelfde periode was hij ook lid van een avant-‐gardistische componistengroep in Madrid waar er veel geëxperimenteerd werd met muziek. Maar zijn lidmaatschap beëindigde hij al snel wanneer hij een prijs misliep hierdoor, de Premio Nacional de Música. In 1927 ging Rodrigo studeren in Parijs bij Paul Dukas aan de ‘École Normale de Musique’. Hij hield veel vriendschappen over aan deze periode, waaronder Ravel, Stravinsky, Honnegger, Milhaud, de Falla… In 1934, terug in Spanje, ontving hij de titel van ‘Graaf van Cartagena’. Ter ere van zijn leraar Paul Dukas componeerde Rodrigo, Sonata de Adiós voor piano in 1935. Hij reisde hierna naar Frankrijk en studeerde verder aan het Nationale conservatorium van Sorbonne om zijn stijl verder te ontwikkelen. Nadat hij afstudeerde reisde hij eerst nog wat door Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Na
7
afloop van de Spaanse Burgeroorlog in 1939 verhuisde hij terug naar Madrid. Toen hij nog in Parijs was, begon hij met het componeren van zijn meesterwerk, ‘Concierto de Aranjuez’ voor klassieke gitaar en orkest. Hij voltooide dit werk in Madrid. Velen zeggen dat Parijs de stad is van de liefde. Misschien is dat waar. Want Rodrigo ontmoette daar de vrouw waar hij de rest van zijn leven mee zou doorbrengen. Ze was een docent piano aan het conservatorium van Parijs. Ze heette Victoria kamhi. Ze kwam uit Turkije, maar sprak heel wat Europese talen en kende veel culturen, net zoals Rodrigo. Een perfecte match dus… Uiteindelijk trouwden ze in 1933 en kregen een dochter, Cecilia. Victoria gaf haar job op om voor Joaquín te zorgen en aan hem volledig te kunnen toewijden. Later maakte ze een autobiografie over haar jeugdjaren, over Rodrigo en hun leven samen. Zijn buitenlandse bekendheid werd aangemoedigd door Generaal Francisco Franco, die op dat moment heerste in Spanje. Met de uitvoering van zijn Fantasia para un gentilhombre in 1958 bereikte Rodrigo een hoogtepunt in zijn internationale carrière. Later werd hij medewerker bij de radio en docent aan de Madrileense universiteit. Hij kreeg ook verschillende prijzen en werd in 1991 terug van adel. Hij werd benoemd tot ‘Markies van de tuinen van Aranjuez’. Deze titel nam zijn dochter over na zijn overlijden in 1999. Zijn werken en zeker de ‘Concierto de Aranjuez’ worden over de hele wereld nog erkend en gespeeld.
Een deel van zijn werken… Werken voor orkest
o Concierto de Aranjuez (gitaar en orkest) o Concierto de estío (viool en orkest) o Concierto Madrigal (twee gitaren en orkest) o Concierto in modo galante (cello en orkest) o Música para un jardín o Dos danzas Españolas o Concierto para una fiesta o Fantasia para un gentilhombre
Werken voor harmonieorkest
o Paso-‐doble para paco alcalde o Per la flor del lliri blau o Adagio, para instrumentos de viento
Werken voor piano
o Deux Berceuses o Bagatela o Serenata Espoñola
8
o El Àlbum de Cecilia o Preludia de Añoranza o Atardecer (vierhandig)
Werken voor gitaar
o Concierto Andaluz ( voor 4 gitaren) o Concierto-‐madrigal (voor 2 gitaren)
Concierto de Aranjuez
Dit was het meesterwerk van Joaquín Rodrigo. Maar aan een meesterwerk heb je altijd een begin. Zo was dit ook het geval. Wanneer Rodrigo verbleef in Parijs, begon hij aan zijn compositie. Hoe ging hij nu zijn werk gaan maken? Wat moest het overbrengen bij de mensen? Rodrigo was hij als Spanjaard niet meer veilig in zijn eigen land. Een burgeroorlog teisterde Spanje. Daarmee verzwakte de rijke Spaanse cultuur waar Rodrigo zo van hield. Dit zorgde ervoor dat hij elementen instopte dat verwees naar deze cultuur. Uiteindelijk was het werk af in 1939 in Parijs. Dit werk werd voor de eerste keer gespeeld wanneer de burgeroorlog gedaan was. Maar dit werk was ook een breekpunt voor de gitaar in de klassieke muziek. Gitaar werd nu als volwaardig instrument gezien om concerten te spelen. Dit werk werd uitgevoerd in Barcelona op 9 november 1940 door het filharmonisch orkest van Barcelona en als solist… een gitaar uiteraard! Na deze uitvoering werd het werk een grote hit. Niet veel later in 1941 werd dit werk in Madrid gespeeld. De naam is afgeleid naar de plaats waar Spaanse koningen hebben gewoond. Rodrigo heeft daar ook hele tijd gewoond. Zijn graf kan je bezoeken op het plaatselijke kerkhof. Hoewel men zou denken dat de gitaar niet opgewassen is tegen een orkest, houd de solopartij het goed vol doorheen het stuk, met krachtige passages en zachte melodieën. De gitaarsolo wordt nooit ‘overspoeld’ door het orkest. Het komt maar zelden voor dat de gitaar, als alleenstaand instrument, de enorme kracht van een vol orkest uitdaagt. In die zin is dit een baanbrekend werk. Het werk bestaat uit drie delen. Het eerste deel, Allegro con spirito, is een spannend en levendig stuk gespeeld door de flamincogitaar. Samen met de instrumentale kleuren van het orkest, hoor je een mooi kleurenpalet. Hier is de invloed van de flamencomuziek te herkennen. Vooral wat het ritme betreft.
Het tweede deel ,Adagio, is zeer bekend. Het is een langzaam deel met een rustige melodie. Die wordt aangevat door de Engelse Hoorn, omspeeld door de gitaar en violen. De melodie wordt verder overgenomen door andere instrumenten van het orkest om dan uiteindelijk uit te monden in een gezamenlijk ‘tutti’. Over het ganse stuk hangt er een weemoedige sfeer. Hier zou Rodrigo zijn persoonlijke emotionele belevenissen in verwerkt hebben. O.a. het verlies van een 1e kindje kort na de bevalling waarbij ook zijn vrouw in levensgevaar verkeerde...
Het derde deel (Allegro gentile) klinkt dan weer veel levendiger en vrolijker, waarbij een driekwartsmaat wordt afgewisseld met een tweekwartsmaat.
9
Fantasia para un gentilhombre
Rodrigo componeerde ook een tweede populair werk namelijk, fantasía para un gentilhombre (fantasia for a gentleman). Dit werk is ook een concerto voor gitaar en orkest. Deze concert bestaat uit 4 delen waarbij Rodrigo zich heeft laat inspireren door een ander werk voor solo gitaar van de Spaanse componist Gaspar Sanz. Deze compositie uit de 17e eeuw omvat zes korte dansen voor solo gitaar. Rodrigo schreef dit concerto in 1945 voor de gitarist Andrés Segovia. Hij blijkt ook de ‘fatsoenlijke edelman’ te zijn waar naar verwezen wordt in de titel.
Het eerste deel, Villano y Ricercare, begint met een melodische villano(= schurk) die zowel door de gitarist als het orkest wordt gespeeld. Deze vorm van dialoog vind je ook terug in de andere delen van het werk. In de tweede helft van dit deel is er een contrasterende ricercare te horen, herhaald in de vorm van een fuga (meerstemmig stuk).
Het tweede deel begint met een mooie, in het oor klinkende, melodie, Espanoleta, die een rijke begeleiding van de snaren in het orkest heeft. Het middelste deel, Fanfare de la Caballeria de Nápoles, klinkt veel levendiger met snelle drum beats en begeleiding van de gitaar
Het derde deel, Danza de las Hachas of dans van de assen, klinkt als een energieke dans.
Het vierde deel, Canario, brengt muziek in de stijl van een volksdans afkomstig van Canarische Eilanden.
10
Een interview met Jozef Vercampt (en mijn opa) Naar aanleiding van mijn AMC-‐project heb ik mijn opa geïnterviewd, omdat ik via de instrumentenbouw tot mijn projectonderwerp gekomen ben. Een andere link met mijn project ligt in het feit dat mijn opa niet alleen klassieke instrumenten -‐ zoals violen, cello’s, contrabassen en klassieke gitaren-‐ bouwt maar zich ook op de bouw van Spaanse gitaren heeft gelegd. Ik dacht dat een interview over deze instrumenten een diepere dimensie aan mijn project zou geven. Vandaar dit interview.
Waarom ben je aan gitaarbouw begonnen? Ik ben aan gitaarbouw begonnen omdat ik zelf een beetje gitaar speelde en er was een zeker moment waarop ik dacht: ‘Zou ik dat niet ook eens zelf kunnen bouwen?’. Ik heb daar dan inlichtingen voor genomen en ik ben begonnen met gitaarbouw in Puurs. Ik heb daar toch een jaar of zes les gevolgd voor allerlei strijkinstrumenten. Ik leerde de bouw van violen, cello’s, contrabassen en altviolen. In de tussentijd ben ik ook met de gitaarbouw begonnen. Die interesseerde mij heel erg. Je hebt natuurlijk verschillende gitaren met o.a. de klassieke gitaar, maar ook de flamencogitaar, de maccafferigitaar – waar de zigeuners op speelden – enz. Het interesseerde mij enorm om dat allemaal te leren maken.
11
Is er een verschil tussen de spaanse gitaarbouw en anderen? Wel, er is natuurlijk altijd een verschil. De flamencogitaren worden meer gebouwd in Spanje, voornamelijk in Andalusië, waar ze veel meer op de volkse manier zullen gaan gitaarspelen. Het wordt gebruikt om co flamencodansen te begeleiden. De flamenco is een heel uitbundige dans en er wordt dan ook ‘met veel geweld’ op die instrumenten gespeeld. Op een
klassieke gitaar wordt veel rustiger gespeeld en daarom denk ik dat er zeker wel een verschil in moet zitten, ook al is die klein. Er zit bijvoorbeeld een klein verschil in verband met het gebruik van houtsoorten bij het bouwen. Is er dan een verschil in klank tussen de flamencogitaar en de klassieke gitaar? Ik denk niet dat er in de klank een verschil is, maar het wordt wel anders bespeeld. Ik heb al gezegd dat de flamencogitaar meer wordt gebruikt voor het begeleiden van flamencodansen. Het zit sowieso al meer in de Spaanse cultuur om met veel wilde gebaren te spelen. Een flamencogitaar moet meer tegen een stootje kunnen dan een klassieke gitaar.
Is de manier waarop je een flamencogitaar opbouwt anders dan wanneer je een klassieke gitaar bouwt? Ga je dan anders te werk? Ik denk niet dat er heel veel verschil in zit. Een flamencogitaar gaat wel meer afzien vanwege die wilde manier van bespelen. Men zou bijvoorbeeld wel eens durven trommelen op het bovenblad, zodat dat bovenblad van een flamencogitaar na een bepaalde tijd kapotgaat. Die gitaar wordt daarom vaak beschermd met een beschermplaatje.
12
Een belangrijk gitarist met Spaanse ‘roots’
Pepe Romero (Málaga, 8 maart 1944) is een Spaanse gitarist .
Hij is de tweede zoon van zangeres/actrice Angelita Romero en gitarist/componist Celedonio Romero die tevens zijn enige gitaarleraar was. Zijn broers, Celin en Angel zijn ook gitaristen. [1] De familie ontvluchtte Franco’s Spanje in 1957 en emigreerde naar de Verenigde Staten, waar ze grote faam verwierf als een gitaar-‐ensemble.
Zijn eerste optreden deed Romero samen met zijn vader toen hij 7 jaar oud was. Romero maakt sinds zijn 15e jaar opnamen. Inmiddels bestaat zijndiscografie uit meer dan 50 solo-‐albums, naast een 30-‐tal albums met zijn broers en vader, het gitaarkwartet The Romeros.
Pepe is vooral bekend vanwege zijn uitstekende techniek en kleurrijke muzikale interpretaties van het instrument. Dit geldt voor zowel zijnklassieke muziek als voor zijn flamenco. Een bekend werk van Pepe Romero is het flamenco-‐album Flamenco Fenómeno!. Zijn uitvoering van hetConcierto de Aranjuez is een veelgeprezen werk.
Als gitaar-‐solist verscheen hij voor vele orkesten over de gehele wereld. Hij heeft gespeeld voor Koningin Beatrix , de Prins van Wales, de presidenten Carter en Nixon en paus Johannes Paulus II. Het eredoctoraat in de muziek van de Universiteit van Victoria is één van de vele internationale onderscheidingen die hij inmiddels heeft ontvangen. Daarnaast sloeg Juan Carlos I van Spanje de gebroeders Romero op 11 februari 2000 tot ridders van de Orde van Isabella de Katholieke. De ceremonie vond plaats op de Thornton School of Music van de University of Southern California. Momenteel is hij hier hoogleraar klassieke gitaar, waar hij in 2004 de titel kreeg van Distinguished Artist in Residence.
(Bron: Wikipedia)