mobiliteitsbrief p 309279 afgiftekantoor turnhout...16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks...

4
16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus Mobiliteitsbrief september 2013 voor een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid Fietssnelwegen De Vlaamse overheid wil fietsen naar het werk zoveel mogelijk stimuleren. Fietssnelwegen, die op het Boven- lokaal Functioneel Fietsroutenetwerk liggen, vormen daarin een belangrijke schakel. Samen met de provincies en de lokale besturen wil Vlaanderen daarom sterk inzetten op fietssnelwegen. ‘Zo weinig mogelijk stops’ P 309279 Afgiftekantoor Turnhout Interview JERRY DE BRIE Vandaag liggen er al ettelijke kilometers fietssnelwegen in Vlaanderen. De aanleg van fietssnelwegen is ook een speerpunt voor het Vlaams fietsbeleid van de komende jaren. Jan Pelckmans, de Vlaamse fietsmanager, licht toe. Hoe lang bestaan fietssnelwegen al? “Het concept ‘fietssnelweg’ duikt al op in de eerste uitgave van het Vademecum Fietsvoorzieningen dat dateert uit 2002, als synoniem voor non-stop hoofdroute. De hoofdroutes werden door de provincies gese- lecteerd bij de opmaak van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) tussen 1999 en 2001. Het zijn (potentieel) inten- sief gebruikte, kwalitatief hoogwaardige routes. Bij de volgende herziening van het Vademecum zullen de ‘fietssnelwegen’ extra aandacht krijgen.” regio’s waar al veel gefietst wordt en met belangrijke attractiepolen op fietsbare afstand. Meer fietsers betekenen minder files rond en tussen de grote steden. De ont- vlechting van het fietsverkeer en het autover- keer maakt dat de lat op het vlak van veilig- heid en comfort hoog kan gelegd worden. De toegenomen aandacht loopt voor een stuk ook parallel met de toename van de verkoop van elektrische fietsen. Deze fietsen vergro- ten de mogelijke actieradius voor dagelijkse fietsers tot een afstand van 10 à 15 km. Dit opent perspectieven voor investeringen in hoogwaardige fietsinfrastructuur in dicht bevolkte, congestiegevoelige regio’s. Het is belangrijk dat deze fietsers een gemiddelde rijsnelheid van 20 km/u kunnen aanhouden op een veilige manier, dus met zo weinig mogelijk stops.” Wat kan een fietser verwachten op een fietssnelweg? “Fietssnelwegen liggen zoveel mogelijk in een eigen bedding en zijn voorbehouden voor fietsers en mogelijk andere gebruikers, zoals voetgangers. Sommige jaagpaden zijn ook als fietssnelweg geselecteerd. Die heb- ben natuurlijk een apart statuut, gelet op het medegebruik door dienstvoertuigen, aange- landen, … Een ander belangrijk kenmerk van een fietssnelweg is het feit dat er zo weinig mogelijk stops zijn ingelast. In de praktijk komt het er vaak op neer dat kruispunten wor- den beveiligd door fietstunnels en -bruggen.” STAD LOKEREN Wie is de drijvende kracht achter de fiets- snelwegen? “Voor de continuïteit van de routes is het belangrijk dat de aanleg niet bij gemeente- grenzen stopt . Als subsidiërende overheid (via het Fietsfonds) en via de aanleg van fietstunnels en fietsbruggen, is de Vlaamse overheid een belangrijke partner van de pro- vincies en de gemeenten. De provincies spe- len een belangrijke rol bij de aanleg van fiets- snelwegen en de promotie ervan. Door de provinciale mobiliteitscharters dit voorjaar te ondertekenen, hebben minister Crevits en de vijf provincies deze samenwerking extra vorm gegeven. Eens de fietssnelweg is aangelegd, staan de lokale overheden in voor het onderhoud zoals winterdienst, vegen en kleine herstellingen.” Op fietssnelwegen kunnen ook andere weggebruikers worden toegelaten. Normaal vormt dit geen probleem, al zijn conflicten wel mogelijk. De Vlaamse overheid ontwierp daarom een hoffelijkheidscode. Die roept op tot wederzijds respect en verdraagzaamheid. Meer info op www.ikfietshoffelijk.be. “Op fietssnelwegen is het belangrijk dat fietsers een gemiddelde rijsnelheid van 20 km/u kunnen aanhouden op een veilige manier.” Jan Pelckmans, Vlaams fietsmanager PIT DE JONGE Fietssnelwegen winnen aan belang en populariteit. Heeft u daar een verklaring voor? “De landen die in functioneel fietsverkeer het best presteren – Nederland en Denemarken – zetten in op fietssnelwegen. Hun succes verspreidde zich als een lopend vuurtje door Europa. Het verbaast dus niet dat ook in Vlaanderen de aanleg van fietssnelwegen bovenaan de agenda staat. Investeren in fietssnelwegen rendeert in verstedelijkte Barrières op fietssnelwegen worden opgelost met bruggen of tunnels. Deze fietsbrug over de Durme was een samenwerking van de stad Lokeren, Waterwegen en Zeekanaal en de provincie Oost-Vlaanderen.

Upload: others

Post on 03-Jun-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Mobiliteitsbrief P 309279 Afgiftekantoor Turnhout...16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus Mobiliteitsbrief voor een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid

16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus

Mobiliteitsbriefseptember 2013voor een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid

FietssnelwegenDe Vlaamse overheid wil fietsen naar het werk zoveel mogelijk stimuleren. Fietssnelwegen, die op het Boven­lokaal Functioneel Fietsroutenetwerk liggen, vormen daarin een belangrijke schakel. Samen met de provincies en de lokale besturen wil Vlaanderen daarom sterk inzetten op fietssnelwegen.

‘Zo weinig mogelijk stops’

P 3

0927

9 A

fgift

ekan

toor

Tur

nhou

t

InterviewJe

rry

De

Brie

Vandaag liggen er al ettelijke kilometers fietssnelwegen in Vlaanderen. De aanleg van fietssnelwegen is ook een speerpunt voor het Vlaams fietsbeleid van de komende jaren. Jan Pelckmans, de Vlaamse fietsmanager, licht toe.

Hoe lang bestaan fietssnelwegen al? “Het concept ‘fietssnelweg’ duikt al op in de eerste uitgave van het Vademecum Fietsvoorzieningen dat dateert uit 2002, als synoniem voor non-stop hoofdroute. De hoofdroutes werden door de provincies gese-lecteerd bij de opmaak van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) tussen 1999 en 2001. Het zijn (potentieel) inten-sief gebruikte, kwalitatief hoogwaardige routes. Bij de volgende herziening van het Vademecum zullen de ‘fietssnelwegen’ extra aandacht krijgen.”

regio’s waar al veel gefietst wordt en met belangrijke attractiepolen op fietsbare afstand. Meer fietsers betekenen minder files rond en tussen de grote steden. De ont-vlechting van het fietsverkeer en het autover-keer maakt dat de lat op het vlak van veilig-heid en comfort hoog kan gelegd worden. De toegenomen aandacht loopt voor een stuk ook parallel met de toename van de verkoop van elektrische fietsen. Deze fietsen vergro-ten de mogelijke actieradius voor dagelijkse fietsers tot een afstand van 10 à 15 km. Dit opent perspectieven voor investeringen in hoogwaardige fietsinfrastructuur in dicht bevolkte, congestiegevoelige regio’s. Het is belangrijk dat deze fietsers een gemiddelde rijsnelheid van 20 km/u kunnen aanhouden op een veilige manier, dus met zo weinig mogelijk stops.”

Wat kan een fietser verwachten op een fietssnelweg? “Fietssnelwegen liggen zoveel mogelijk in een eigen bedding en zijn voorbehouden voor fietsers en mogelijk andere gebruikers, zoals voetgangers. Sommige jaagpaden zijn ook als fietssnelweg geselecteerd. Die heb-ben natuurlijk een apart statuut, gelet op het medegebruik door dienstvoertuigen, aange-landen, … Een ander belangrijk kenmerk van een fietssnelweg is het feit dat er zo weinig mogelijk stops zijn ingelast. In de praktijk komt het er vaak op neer dat kruispunten wor-den beveiligd door fietstunnels en -bruggen.”

StaD

Lo

kere

n

Wie is de drijvende kracht achter de fiets-snelwegen? “Voor de continuïteit van de routes is het belangrijk dat de aanleg niet bij gemeente-grenzen stopt . Als subsidiërende overheid (via het Fietsfonds) en via de aanleg van fietstunnels en fietsbruggen, is de Vlaamse overheid een belangrijke partner van de pro-vincies en de gemeenten. De provincies spe-len een belangrijke rol bij de aanleg van fiets-snelwegen en de promotie ervan. Door de provinciale mobiliteitscharters dit voorjaar te ondertekenen, hebben minister Crevits en de vijf provincies deze samenwerking extra vorm gegeven. Eens de fietssnelweg is aangelegd, staan de lokale overheden in voor het onderhoud zoals winterdienst, vegen en kleine herstellingen.”

Op fietssnelwegen kunnen ook andere weggebruikers worden toegelaten. Normaal vormt dit geen probleem, al zijn conflicten wel mogelijk. De Vlaamse overheid ontwierp daarom een hoffelijkheidscode. Die roept op tot wederzijds respect en verdraagzaamheid. Meer info op www.ikfietshoffelijk.be.

“Op fietssnelwegen is het belangrijk dat

fietsers een gemiddelde rijsnelheid van 20 km/u

kunnen aanhouden op een veilige manier.”

Jan Pelckmans, Vlaams fietsmanager

Pit

De

Jon

ge

Fietssnelwegen winnen aan belang en populariteit. Heeft u daar een verklaring voor? “De landen die in functioneel fietsverkeer het best presteren – Nederland en Denemarken – zetten in op fietssnelwegen. Hun succes verspreidde zich als een lopend vuurtje door Europa. Het verbaast dus niet dat ook in Vlaanderen de aanleg van fietssnelwegen bovenaan de agenda staat. Investeren in fietssnelwegen rendeert in verstedelijkte

Barrières op fietssnelwegen worden opgelost met bruggen of tunnels. Deze fietsbrug over de Durme was een samenwerking van de stad Lokeren, Waterwegen en Zeekanaal en de provincie Oost-Vlaanderen.

Page 2: Mobiliteitsbrief P 309279 Afgiftekantoor Turnhout...16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus Mobiliteitsbrief voor een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid

Antwerpen: Fietsostrade Antwerpen – Mechelen23 km - station Antwerpen-Centraal station Mechelen-Nekkerspoel

Vlaams-Brabant: fietsroute Halle – Brussel14 km door Vlaams-Brabant, vervolg richting Tubize en Charleroi

De fietsostrade loopt door verschillende gebieden: stads- en dorpskern, stationsomge-ving, landelijk gebied, … Het grootste deel van de fietsostrade (19 km) is een vrije fietsweg, waarvan 9 km naast een bestaande weg en 10 km volledig vrij. De overige 4 km van de fietsostrade verloopt over autoluwe wegen waar verkeersremmende maatregelen worden genomen. Waar mogelijk zijn ongelijkgrondse oversteken voorzien. • Materiaal: rode beton (bij voorkeur),

bruinrode asfalt en rode betonstraat-stenen

• Kruisingen: Fietstunnels in Mortsel en Hove. Er is ook een fietstunnel in aanbouw in Duffel. Er zijn 3 fietsbruggen in Duffel en 1 in Mechelen. Ook nog een in voorberei-ding in Berchem. Dankzij de vele fietstun-nels en -bruggen over heel het tracé zal het fietsverkeer over ongeveer 11 km vol-ledig conflictvrij verlopen.

De fietssnelweg tussen Halle en Brussel loopt langs het jaagpad op de rechteroever van het kanaal Charleroi-Brussel. Ze loopt door de sterk verstedelijkte en geïndustriali-seerde kanaalzone, langs meerdere kernen, veel bedrijven en parallel met de spoorlijn. Het traject loopt overwegend langs een groene buffer. De route maakt deel uit van het FietsGEN. Het is ook een hoofdroute in het BFF. De provincie voorziet vanaf 2014 verhoogde subsidies in samenwerking met de Vlaamse overheid om sommige delen te optimaliseren. • Materiaal: Beton.• Kruisingen: Vandaag kruist de route

met andere wegen op de meeste locaties gelijkgronds. Samen met Waterwegen & Zeekanaal wil de provincie een aantal krui-singen veiliger en ongelijkgronds inrichten.

• Ontwerp en aanleg: Hoofdzakelijk jaag-pad van ongeveer 3 m breed, ter hoogte van centrum Halle dubbelrichtingsfietspad.

• Beheer: De meeste delen worden beheerd door Waterwegen & Zeekanaal. W&Z heeft enkele betonplaten vervangen op de kanaalroute en doet ook veiligheidsmaai-beurten. Alleen ter hoogte van het stads-centrum van Halle loopt de route langs bestaande gemeentewegen.

• Ontwerp en aanleg: Deze fietsostrade wordt gefaseerd aangelegd. Doelstelling is om het volledige traject befietsbaar te hebben tegen 2015.

• Verlichting: Klassieke verlichting. Langs de nog aan te leggen fietswegen komt LED-verlichting.

• Bewegwijzering: Momenteel alleen op het traject Antwerpen-Kontich: overzichts-borden aan het station en pijlen onderweg. Op het traject Kontich-Mechelen plaatst de provincie pas na de voltooiing wegwij-zers.

• Andere weggebruikers? Enkel op de delen in gemengd verkeer (4 km). In Kontich is een stuk waar landbouwverkeer is toegelaten.

• Bewegwijzering: De route is opgenomen in het knooppuntennetwerk en wordt in de loop van 2014 ook functioneel bewegwij-zerd.

• Andere weggebruikers: Dienstverkeer voor het beheer van het kanaal, voetgan-gers ter hoogte van het centrum van Halle.

• Gebruik: De provincie onderzocht het

fietsverkeer op de kanaalroute. Op de druk-ste locatie aan de Sluis van Ruisbroek wer-den tussen 1 mei en 30 juni 30.254 fietsers geteld. Gemiddeld werden er 466 fietsen per weekdag geteld. Ook in het weekend is de route erg populair met soms meer dan 1.000 fietsbewegingen op een dag.

Fietstunnel in Hove.

Overzichtsbord station Antwerpen Berchem.

Vooral pendelaars gebruiken deze fietssnelweg.

Pro

vin

cie

an

twer

Pen

Pro

vin

cie

an

twer

Pen

Jerr

y D

e Br

ie

Page 3: Mobiliteitsbrief P 309279 Afgiftekantoor Turnhout...16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus Mobiliteitsbrief voor een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid

Limburg: Lijn 1840 km - Van Genk tot Hamont-Achel

Oost-Vlaanderen: Fietssnelweg Gent – Antwerpen43 km - door Gent, Destelbergen, Lochristi, Lokeren, Waasmunster, Sint-Niklaas en Beveren.

West-Vlaanderen: Guldensporenpad 10 km - Tussen Marke en Zwevegem – Knokke

Lijn 18 is een oude spoorverbinding die het Genkse mijngebied moest ontsluiten naar de IJzeren Rijn. De lijn verbindt Midden-Limburg met het noorden van de provincie. Over het volledige tracé werd de spoorinfrastructuur ontmanteld en is er een fietspad op een eigen bedding aangelegd. Lijn 18 maakt vol-ledig deel uit van het BFF. De route is ook een belangrijke schakel in het recreatieve knooppuntennetwerk.• Voorrang: Het grootste gedeelte van de

fietsverbinding heeft de fietser voorrang.• Materiaal: Asfalt, met een breedte van

3 m.• Verlichting: Omdat de fietsverbinding

veel gebieden met natuurwaarde door-

snijdt, is er voor het merendeel van het tracé gekozen om geen verlichting te plaat-sen.

• Kruisingen: Bijna alle kruisingen op deze route werden beveiligd. Enkel een conflict-vrije oversteek over de N74 in Houthalen-Helchteren moet nog verwezenlijkt worden. Onlangs werd de fietsverbinding via de spoorbrug over het Kempisch kanaal in Neerpelt gerealiseerd. Fietsers kunnen vanaf nu via een eigen overbrugging het kanaal kruisen richting Nederlandse grens en sneller en conflictvrij de verbinding met Hamont-Achel maken.

• Andere weggebruikers: Wandelaars en joggers, aangelanden.

De provincie Oost-Vlaanderen wordt doorkruist door rivieren en kanalen, (oude) spoor- en trambeddingen. Deze hoofdassen vormen een breedmazig net. Het provinciebestuur wil langs deze assen een netwerk van fietssnelwegen uitbouwen. De fietssnelweg tussen Gent en Antwerpen heeft in dit netwerk prioriteit. Deze fiets-snelweg is nog niet volledig af. De missing links worden ten laatste tegen 2018 weggewerkt. • Materiaal: Asfalt of beton met een breedte van

2,5 tot 3 m. • Kruisingen: Er is een fietstunnel in Sint-Niklaas.

De stad Lokeren heeft met steun van de provincie en

Waterwegen en Zeekanaal op het tracé een nieuwe fietsbrug over de Durme gerealiseerd.

• Ontwerp en aanleg: De dienst Mobiliteit van de provincie ontwerpt haar fietspaden zelf en heeft hiervoor een technisch team van 2 bouwkundig ingenieurs, een landmeter en 2 tekenaars in dienst, ondersteund door (beleids)medewerkers.

• Bewegwijzering: De provincie zorgt voor (gratis) uniforme bewegwijzering. Hierin wordt extra geïnves-teerd.

• Andere weggebruikers? Geen. Heel lokaal over korte afstand een landbouwer.

Het Guldensporenpad verbindt Marke met Zwevegem en loopt onder meer via het sta-tion en centrum van Kortrijk. In het BFF is het Guldensporenpad als hoofdroute opge-nomen. Het is ook een belangrijke schakel in het recreatieve knooppuntennetwerk. Het Guldensporenpad ligt deels naast een bestaan-de spoorlijn en deels op een oude spoorweg-bedding. Om achtergelegen garages te berei-ken tussen Zwevegem-centrum en Zwevegem - Knokke is een aparte garageweg aangelegd. • Materiaal: Asfalt, breedte 3 m• Kruisingen: In het voorjaar 2013 werd

een fietstunnel onder de N391 in Zwevegem gerealiseerd.

• Voorrang: Vanaf Marke tot Zwevegem heeft de fietser voorrang. In het centrum van Zwevegem ontbreekt nog een stuk. Dit

wordt aangepakt de komende jaren. Vanaf het centrum van Zwevegem tot Zwevegem – Knokke heeft de fietser geen voorrang, maar in dit verkeersluw gebied hoeft de fietser zel-den te stoppen. Wel is de rijweg op 1 loper gebracht, zodat het gemotoriseerd verkeer moet afremmen.

• Ontwerp en aanleg: Het Guldensporen-pad werd door de dienst Mobiliteit van de provincie aangelegd in overleg met de betrokken actoren. AWV was trekker voor de realisatie van de fietstunnel onder de gewestweg N391.

• Verlichting: Het Guldensporenpad is over het volledige traject verlicht met klassieke verlichting.

• Andere weggebruikers: Wandelaars en joggers.

De provincie voorziet uniforme wegwijzers.

Het Guldensporenpad is over de hele lengte verlicht.

Lijn 18 verbindt Midden­ met Noord­Limburg.

Pro

vin

cie

oo

St-v

Laan

Der

en

Pro

vin

cie

weS

t-vL

aan

Der

en

Pro

vin

cie

Lim

Burg

Page 4: Mobiliteitsbrief P 309279 Afgiftekantoor Turnhout...16e jaargang, nr 146 · verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus Mobiliteitsbrief voor een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid

Website: www.mobielvlaanderen.be/overheden. Abonnement: www.mobielvlaanderen.be (tijdschriften en nieuwsbrieven). Redactie en Vormgeving: Kluwer. Redactieadres: Sandra De Bel, Kluwer, Motstraat 30, 2800 Mechelen, [email protected]. Redactieraad: Vertegenwoordigers van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, het kabinet van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits, het Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, Vlaamse Stichting Verkeerskunde, Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid. Verantwoordelijke uitgever: ir. Fernand Desmyter, Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel. © 2013 Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

De Mobiliteitsbrief biedt lokale overheden informatie over hoe een lokaal duurzaam mobiliteitsbeleid uitgewerkt kan worden in samenwerking met andere partners en overheden. Alle Vlaamse burgemeesters, schepenen voor mobiliteit en alle geïnteresseerde mobiliteits professionals krijgen een exemplaar. Wie een gratis abonnement wenst, kan zich inschrijven via de website: www.mobielvlaanderen.be (tijdschriften en nieuwsbrieven)

Goe

d om

wet

en � Oproep Fietscongres 2014De vlaamse Stichting verkeerskunde organiseert in het voorjaar van 2014 voor de 4de keer het Fietscongres en roept iedereen op die hierover een interessante en vernieuwende bijdrage kan leveren om een voorstel tot presentatie in te die-nen. meer info www.verkeerskunde.be (mobiliteit en verkeersveiligheid - congressen)

� Mobiliteitsacademie De vlaamse Stichting verkeerskunde (vSv) en het instituut voor mobiliteit (imoB) van de universiteit Hasselt hebben binnen de mobiliteitsacademie een najaarsaanbod aan opleidingen klaar. kijk op www.verkeerskunde.be (kalender)

� 5 november: PolitiecongresDit jaar is het tweejaarlijkse Politiecongres te gast in de politiezone turnhout. info en inschrijving op www.verkeerskunde.be

� Wijziging Vademecum Fietsvoorzieningen

Het vademecum Fietsvoorzieningen werd hier en daar licht aangepast. een nieuwe versie kunt u bekijken op www.mobielvlaanderen.be (mobiliteitsbeleid - vademecums).

Omwille van een nieuwe overheidsaanbesteding zal er gedurende een beperkte periode geen Mobiliteitsbrief verschijnen. Kijk op www.mobielvlaanderen.be/over-heden voor actuele nieuwsberichten.

Van fi etsstraat tot fi etssnelwegFietsinfrastructuur

Er bestaan vandaag veel verschillende soorten infrastructuur waar fi etsers gebruik van kunnen maken. We zetten de belangrijkste op een rij.

FietspadenFietspaden maken deel uit van de open-bare weg, net als de rijbaan en het voet-pad. Ze worden aan-

geduid met onderbroken markering en/of een bord D7 of D9. Als er geen begaanbare trottoirs of bermen zijn, dan mogen voetgangers het fi etspad volgen. Bromfi etsers klasse A zijn eveneens verplicht het fi etspad te gebruiken. Voor bromfi etsers klasse B geldt deze verplich-ting in specifi eke gevallen .

D10-pad/ FietsvoetpadEen D10-pad is een voorziening waarop zowel fi etsers als voet-gangers toegelaten zijn (gemengd verkeer). Dit wordt aangegeven met een D10-bord. Er zijn geen

bromfi etsers toegelaten. Een D10-pad vormt steeds een deel van de openbare weg. De toe-passing van D10-borden wordt gezien als een uitzonderingsmaatregel. Het reglement van de wegbeheerder bepaalt dat D10 wordt gebruikt wanneer fi etsers en voetgangers omwille van de veiligheid moeten gescheiden worden van het overige verkeer en er onvoldoende plaats is om het verkeersbord D9 toe te passen. In de vernieuwde versie van het Vademecum Fietsvoorzieningen vindt u in het derde hoofd-stuk meer info over het D10-pad. Zie www.mobielvlaanderen.be (Mobiliteitsbeleid - Vademecums).

FietswegFietswegen zijn openbare wegen (in een eigen bedding) die voorbehouden zijn voor fi etsers, maar die in de praktijk ook steeds toegankelijk zijn voor voetgangers. Het is mogelijk om ook

andere categorieën toe te laten zoals ruiters. Een fi ets-weg kan aangeduid worden met een

bord F99a of F99b (in dit geval wordt een deel van de openbare weg voorbehouden voor elke categorie) of door een combinatie van de borden C3 en M2. Zie ook Mobiliteitsbrief nr. 121.

FietssnelwegFietssnelwegen zijn meestal fi etswegen maar bovendien zijn het non-stop hoofdroutes langs het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk. Kruisingen worden er zo veel mogelijk opgelost door fi etsbruggen of -tunnels.

FietsstraatEen fi etsstraat is een straat binnen een ver-blijfsgebied die functioneert als belangrijke fi etsverbinding en die door vormgeving en inrichting als zodanig herkenbaar is. Het auto-verkeer kan beperkt aanwezig zijn maar is duidelijk ondergeschikt aan het fi etsverkeer. Verkeersborden F111 en F113 duiden het begin en het einde van een fi etsstraat aan. Fietsers mogen de ganse breedte van de rij-baan gebruiken voor zover ze opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde als de rijbaan is opengesteld

in beide richtingen. Motorvoertuigen hebben toegang tot de fi etsstraat. Zij mogen fi etsers niet inhalen en hun snel-heid mag niet hoger

liggen dan 30 km/uur. In de vernieuwde versie van het Vademecum Fietsvoorzieningen vindt u in Hoofdstuk 3 meer info over de fi etsstraat. Zie www.mobielvlaanderen.be (Mobiliteitsbeleid - Vademecums).

JaagpadJaagpaden zijn in eerste instantie dienstwegen van de waterwegbeheerders en liggen bijgevolg steeds langs een kanaal of bevaarbare rivier. Fietsers mogen er wel gebruik van maken, maar moeten extra rekening houden met andere gebruikers. De continuïteit van een jaagpad kan worden onderbroken door de aanwezigheid van watergebonden bedrijven. De toegang tot jaagpaden wordt meestal geregeld met een ver-keersbord C3 + onderbord met uitzonderingen (afbeelding zie Fietsweg).

LandbouwwegLandbouwwegen worden aan-gegeven door een bord F99C. Voetgangers, fi etsers en ruiters mogen er gebruik maken van de ganse breedte van de weg.

Landbouwverkeer, voertuigen naar aanliggende percelen en niet-gemotoriseerde drie- en vier-wielers zijn eveneens toegelaten.

� Oproep: Slimme mobiliteitsschakelsmobiel 21 vzw en trage wegen vzw gaan op zoek naar slimme mobiliteitsschakels. Dat zijn doorsteekjes voor fi etsers en wandelaars in stads- en dorpscentra. Binnen het mobiliteitsproject wordt er een inspiratiepakket ontwikkeld, een pilootproject met een centrumstad uitgewerkt en beleidsaanbevelingen rond wegencate-gorisering geformuleerd. mobiel 21 vzw is daarom op zoek naar inspirerende voorbeelden. neem een foto van een slimme mobiliteitsschakel en stuur hem naar mobiel 21 t.a.v. [email protected] of surf naar www.slimmemobiliteitsschakels.be of www.facebook.com/Slimmeschakels" www.facebook.com/Slimmeschakels. Je kan er een smartphone mee winnen.

Doorlopende stratenDe Wegcode heeft er een nieuw verkeersbord bij: F45b, doodlopende weg, uitgezon-derd voor voetgangers en fi etsers. Het aanwijzingsbord moet voetgangers en fi etsers duidelijk maken dat een doodlopende weg voor hen doorlopend is.

F99C

F99a F99b

D10

D7 D9

C3 + M2

F111 F113

F45b