musicmaker nl

316

Upload: de-guzman-jennifer

Post on 29-Nov-2015

398 views

Category:

Documents


8 download

DESCRIPTION

Music Maker NL

TRANSCRIPT

Page 1: MusicMaker NL
Page 2: MusicMaker NL

2

www.magix.nl

Copyright De onderhavige documentatie is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten, in het bijzonder het recht tot verveelvoudiging en distributie alsook vertaling, blijven voorbehouden.

Geen enkel deel van deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende in één of andere vorm door fotokopie, microfilm of op andere wijze gereproduceerd worden of in enige andere vorm machinaal, in het bijzonder via een geautomatiseerd gegevensbestand, in een toepasbare taal of databestand worden overgedragen.

Alle reproductierechten blijven voorbehouden.

Fouten en inhoudelijke wijzigingen, evenals wijzigingen van de software zijn voorbehouden.

Copyright © MAGIX Audio GmbH, 1994 - 2012. All rights reserved.

MAGIX is een gedeponeerde handelsmerk van de MAGIX AG. Music Maker is een gedeponeerde merk van de MAGIX Audio GmbH.

VST en ASIO zijn gedeponeerde handelsmerken van Steinberg Media Technologies GmbH.

This product uses MAGIX patented technology (USP 6,518,492; USP 6,888,999) and MAGIX patent pending technology.

Alle andere genoemde productnamen kunnen gedeponeerde handelsmerken zijn van de betreffende producenten.

Page 3: MusicMaker NL

Voorwoord 3

Voorwoord MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt de eenvoudigste start en de mogelijkheid steeds dieper in de wereld van de muziekproductie te duiken. Een reusachtig, hoogwaardig geluidenarchief, de bijzonder intuïtieve bediening en de vele praktische functies zorgen samen voor een onverslaanbaar totaalpakket voor het maken van eigen muziek.

De bediening is zeer eenvoudig en overzichtelijk. De bijgeleverder geluidsbestanden kunt u probleemloos combineren met de software-synthesizers. Mp3's kunnen samen met nummers van cd, eigen muziekopnames en zelfs met video's, foto's of graphics worden gebruikt. Zelfs VST- en DirectX-plug-ins of MIDI-bestanden worden perfect geïntegreerd.

Hiermee wordt uw computer een universele productiestudio voor allerlei soorten muziek en multimedia. De meegeleverde muziekbouwstenen in cd-kwaliteit kunt u heel eenvoudig combineren tot nieuwe songs, aangezien ze al naar tempo en harmonie zijn ingedeeld. En wie snel en eenvoudig een eigen song wil maken kan gebruik maken van de tijdbesparende "Song Maker".

De tutorial (op pagina 22) legt de basisfuncties van het programma uit. Daarna worden dan alle functies gedetailleerd en compleet beschreven. Wanneer u de vele mogelijkheden van het programma liever op eigen houtje wilt ontdekken, kan het elektronische handboek en het hulpbestand ook prima als naslagwerk dienen. Hiervoor is er achterin een index op alfabetische volgorde beschikbaar.

Veel plezier met MAGIX Music Maker 2013 Premium!

Het MAGIX team.

Page 4: MusicMaker NL

4

www.magix.nl

Support Beste MAGIX-klant,

Het is ons doel, u op elk moment comfortabele, snelle en oplossingsgerichte hulp te bieden. Daarvoor stellen wij u graag een omvangrijk aanbod ter beschikking:

• Onbegrensde websupport: Als geregistreerde klant van MAGIX ontvangt u onbegrensde websupport via het comfortabel vormgegeven MAGIX service-portaal http://support.magix.net. Hier heeft u toegang tot een intelligente hulpassistent, FAQ's van hoge kwaliteit, patches en persoonlijke ervaringen van gebruikers, die voortdurend worden geactualiseerd. Enige vereiste voor gebruik is de registratie van uw product op www.magix.nl.

• Multimedia Community als directe hulp en uitwisselingsproject: De Multimedia Community www.magix.info staat u als MAGIX klant gratis en onbeperkt ter beschikking. De community heeft meer dan 150.000 leden en biedt de mogelijkheid vragen over MAGIX-producten te stellen of via de zoekfunctie naar specifieke thema's of antwoorden te zoeken. De community bevat naast Vragen & Antwoorden een lexicon, video-instructies (tutorials) en een discussieforum. De vele experts, die dagelijks op www.magix.info te vinden zijn garanderen snelle antwoorden, vaak al in een paar minuten.

• E-mailsupport voor MAGIX-producten: Voor elk nieuw MAGIX-product krijgt u vanaf de aankoopdatum automatisch 12 maanden gratis klantenservice per e-mail. Premium e-mailsupport: Voor Premium-support of ook wanneer u wilt dat het supportteam ondersteunt bij hardwareproblemen die niet direct met MAGIX te maken hebben, kunt u een ticket voor Premium-e-mailsupport aanschaffen. Ga daarvoor naar de MAGIX supportpagina http://support.magix.net en klik na het inloggen op "Support-voucher aanschaffen". het ticket heeft betrekking op een bepaald probleem en wel tot dit probleem is opgelost dus het is niet beperkt tot een enkele e-mail.

Let op: om de premium e-mailsupport en gratis product-e-mailsupport via internet te kunnen gebruiken, moet u uw MAGIX-programma met het serienummer registreren. Het serienummer vindt u op de cd-hoes van de installatie-cd respectievelijk aan de binnenkant van de dvd-box.

• Extra telefonische klantenservice: Naast de talrijke gratis klantenservicediensten is ook de klantenservice per telefoon tegen betaling beschikbaar.

Een samenvatting van hoe u in contact komt met onze technische support telefoon-dienst, vindt u onder:

http://support.magix.net

Page 5: MusicMaker NL

Support 5

Post: MAGIX Development Support Postbus 20 09 14 01194 Dresden Duitsland

Houd a.u.b. de volgende gegevens bij de hand: • Welk MAGIX-programma gebruikt u (versie)? • Welk besturingssysteem gebruikt u? • Hoe heet uw grafische kaart en in welke beeldschermresolutie wordt deze

gebruikt? • Hoe heet uw geluidskaart? Of gebruikt u het ingebouwde geluidssysteem van uw

computer? • Bij videoprogramma's: hoe heet uw videokaart of FireWire-kaart? • Hoe groot is uw werkgeheugen (RAM)? • Welke DirectX-versie is bij u geïnstalleerd?

MAGIX vertegenwoordiging Telefoon maandag t/m vrijdag 10:00 tot 17:00

0031 (0)35 5286202

Onze MAGIX vertegenwoordiging is op werkdagen bereikbaar en kan u bij de volgende informatieverzoeken en problemen behulpzaam zijn:

• Bestellingen • Productinformatie (vóór aanschaf) • Aanvragen upgrades • Retourafhandeling

Page 6: MusicMaker NL

6

www.magix.nl

Inhoud

Copyright 2

Voorwoord 3

Support 4

Inleiding 13 Wat is MAGIX Music Maker 2013 Premium? 13 Wat is nieuw in MAGIX Music Maker 2013? 13 De functies 15 Overige features van de Premium-versie 18

Overzicht programma-interface 21

Snelle start 22 Demoproject afspelen 22 Geluiden beluisteren en laden 23 Een arrangement maken 24 Objecten bewerken 25 Software-instrumenten toevoegen 26 Video's of foto's toevoegen 28 Effecten 29 Arrangement exporteren 29 Audio-CD branden 31

Arranger 32 Sporen (tracks) 32 Spoorkoppen en instrumenticonen 33 Zoomen 34 Raster 35 Afspeelgedeelte: begin- en eindmarker 36 Afspeelmarker verplaatsen 37 Transportbesturing (afspeelfuncties) 37 Arrangerknoppen 39

Mediapool 40 Previewfunctie 40 Instelling Soundpools 41 Instelling bestandsmanager 44 Instelling instrumenten 47

Page 7: MusicMaker NL

Inhoud 7

Instelling sjablonen 47 Instelling keyboard 47 Instelling objectbeheer 48 Instelling Catooh 49

Muismodi 50 Verplaats selectie 50 Verplaats naar spoor 50 Verplaats alles 50 Automatisering 51 Tekenen 51 Splitsen 51 Rekken 52 Voorbeluisteren 52 Scrubbing 52 Vervangen 52 Contexthulp 53

Objecten arrangeren 54 Arrangements opslaan en laden 54 Multimediabestanden en objecten 54 Objecten selecteren 55 Objecten dempen (mute) 55 Objecten groeperen of degroeperen 55 Objecten splitsen 55 Objecten verveelvoudigen 56 Objecthendels 56 Loops “intekenen” 57 Takes 58 Objecteigenschappen 58 Audio samenvoegen 59

Audio-objecten 60 Audiobestandsformaten 60 Audiobestanden laden en bewerken 60 Smart Preview voor de meegeleverde samples 60 Audio-opname 61 Audio-cd inlezen 64 Afspeeltempo of toonhoogte veranderen 68 Song Maker 70 Remix Agent 72

Page 8: MusicMaker NL

8

www.magix.nl

Remix Maker 77 Harmony Agent 79 Spraak uit tekst genereren (text-to-speech) 80 MAGIX Music Editor 81

MIDI-objecten 82 MIDI-objecten arrangeren 82 MIDI-bestanden laden 82 Externe apparatuur aansluiten 83 MIDI-synthesizer spelen en opnemen 85 MIDI-editor 86

Software-instrumenten 107 Oproepen van de synthesizer 108 Synth-objecten 108 BeatBox 2 plus 109 Loop Designer 120 LiViD - Little Virtual Drummer 124 Robota 125 Atmos 133 Synthesizer-plug-ins 134 Revolta 2 136 MAGIX Vita 138 Vita Solo Instrumenten 140 Automatisering van Vita en Vita Solo instrumenten 142

Live Performer 144 Gedeelten vastleggen 144 Spelen met de Live Performer 144 Sequencer 145 Live Pads 147 MIDI-bezetting Live Performer 150 Arrangeren met de Live Performer 151 Audio-uitvoer opnemen 151

Audio-effecten 152 Effecten 152 Audio-effecten inzetten 153 Plug-in-effecten inzetten 155 Object- en master-FX-rack 156 10-bands equalizer 158

Page 9: MusicMaker NL

Inhoud 9

FFT-filter (Vrij tekenbaar filter) 158 Compressor 159 Fase inverteren 160 Reverb 160 Soundwarper 164 Elastic Audio Easy 165 Vocoder 174 Gater 176 Reverse (terug) 177 Timestretch/resample 178 MAGIX Mastering Suite (Premium-Version) 179 essential FX 184 Vintage Effects Suite 193 Vandal SE 205

Video- en afbeeldingsobjecten 211 Video- en bitmapbestandsformaten 211 Videomonitor 211 Video’s en Bitmaps laden en bewerken 212 Objectweergave vereenvoudigen 212 Video-scrubbing 213 Geluid en beeld van elkaar scheiden. 213 Video-effecten 213 Titeleditor 214 Video-opname 216 Video-opname 217 Videocompressie 219 Algemene aanwijzingen over AVI-video's 219

Automatiseringscurven 221 Automatiseerbare effecten 221 Automatisering van het spoor 222 Automatisering van objecten 223

Mixer 226 Schuifregelaar (Fader) 226 Controlegroepen 227 Spooreffecten 227 VST- en DirectX audioplug-ins 228 FX sporen 228 Live-Monitoring 229

Page 10: MusicMaker NL

10

www.magix.nl

Masterspoor 230

5.1 Surround 231 Voorwaarden Surround 231 Import en export van Surround-audiobestanden 232 Mixer in Surroundmodus 232 5.1 Surround-editor 233 Automatisering 234

Integratie van andere programma's - synchronisatie en Rewire 236 Synchronisatie 236 Rewire 238

Arrangement verder gebruiken 239 Exportassistent 239 Export als e-mailattachment 240 Export als ringtone 240 Online publicatie 243 Verder bewerken 245 Audio-CD branden 245

Menu Bestand 246 Nieuw arrangement 246 Arrangement laden 246 Arrangement opslaan 246 Arrangement opslaan als... 246 Import 246 Export 247 Back-up 255 Internet 256 Instellingen 260 Afsluiten 267

Menu Bewerken 268 Ongedaan maken 268 Herstellen 268 Object 268 Spoor 271 Gedeelte 271 Navigatie 272 Alles selecteren 273

Page 11: MusicMaker NL

Inhoud 11

Menu Effecten 274 Automatisering van dit object / Automatisering van dit spoor 274 Song Maker 274 Audio 274 Video 279 Titel 280 Automatisering 280

Menu Weergave 281 Standaardlay-out 281 Zoom Soundpool & keyboard 281 Arranger 281 Mediapool 282 Videomonitor 282 Mixen 283

Menu Delen 284 Online publicatie 284 Als achtergrondmuziek te gebruiken 285 Toevoegen aan muziekcollectie 285 Audio-object in externe editor bewerken 285 Audio op cd-r(w) branden 286 Arrangement en gebruikte media op cd/dvd-r(w) branden 286

Menu Hulp 286 Welkomstdialoog tonen 286 Documentatie 286 Programma actualiseren / functies uitbreiden 287 magix.info – Multimedia Community 290 Beeldschermoverdracht – MAGIX Screenshare 290 Over MAGIX Music Maker 2013 Premium 291

Overzicht knoppen en sneltoetsen 292 Gereedschapsbalk 292 Sneltoetsen 292

Nog vragen? 299 Tips bij de programmahulp 299 De-installatie van het programma 299 Systeemeisen 299 Serienummer 300

Page 12: MusicMaker NL

12

www.magix.nl

Publicatie van in MAGIX Music Maker 2013 Premium gemaakte werken 301

Meer van MAGIX 302 MAGIX Online Wereld 302 magix.info – Multimedia Community 302 Soundpool dvd Collection 303

Index 304

Page 13: MusicMaker NL

Inleiding 13

Inleiding

Wat is MAGIX Music Maker 2013 Premium? MAGIX Music Maker 2013 Premium is het ideale programma om zonder grote muzikale kennis vooraf toch goed klinkende muziek te produceren. In de intuïtief te bedienen Arranger-interface combineert u professioneel geproduceerde geluidsbouwstenen en mixt u deze tot een eigen favoriete hit.

U wilt geen eenheidsworst en niet klinken als iedereen? Creëer dan uw eigen sound met klanken uit de meegeleverde software-synthesizers of laad uw eigen plug-in-synthesizer. Met de hoogwaardige effecten maakt u de geluiden mooier, of vervormt u ze tot ze helemaal onherkenbaar zijn. Neem uw eigen stem of een instrument direct in het arrangement op en wek zo uw muzikale ideeën tot leven.

De enorme variatie aan meegeleverde muzikale stijlen maakt allse mogelijk van rock of techno tot filmmuziek met grote orkesten. Als u elementen uit verschillende stijlbibliotheken combineert worden de verschillende snelheden automatisch aangepast, zodat alles steeds bij elkaar past. Misschien is flamenco-rock of country-techno de nieuwe grote trend?

Indien de behoefte aan sounds & samples nog steeds niet bevredigd is, biedt Catooh vele geluiden, video's, foto's en professioneel gemaakte geluidseffecten die uw project nog afwisselender maken.

Of wilt u een remix maken? Laad uw lievelingsmuziek van vroeger en geeft het een vette bas en een eigentijdse beat! Bij het laden van audio-cd-tracks en mp3's in Music Maker wordt het tempo van het lied herkend en het arrangement aangepast, en desgewenst wordt het ook direct in passende loops geknipt.

Maar muziek alleen is nog niet alles. Laad ook foto's of videobestanden naar uw arrangement, voeg teksten toe en voeg rare video-effecten of visuals toe. Eenmaal voltooid kan de muziekvideo dan direct uit Music Maker naar het eigen MAGIX Online Album, Youtube of Facebook worden gepubliceerd.

Wat is nieuw in MAGIX Music Maker 2013? Nieuwe sounds en loops Zoals gebruikelijk is er weer een gloednieuw soundarchief met verschillende stijlen vanextreem hip tot retro. Bij de meegeleverde soundloops kunt u gratis 1000 extra loops van het internet downloaden en gebruiken. Om de geluiden te kunnen downloaden, klikt u a.u.b. na de installatie van MAGIX Music Maker 2013 Premium op de knop "Catooh" in het programma en volgt u verder de aanwijzingen op.

Page 14: MusicMaker NL

14

www.magix.nl

Nieuwe synthesizers De Vita-sampleplayer heeft een nieuwe interface en duidelijk meer instrumenten, en verder zijn er de nieuwe Vita Solo Instrumenten String Ensemble en Rock Drums, en in in de Premium-versie nog de Bass Machine en World Percussion

Verbeterde interface De gebruikersinterface en de workflow zijn vernieuwd en vereenvoudigd. De hoofdvensters Arranger, Mediapool en videomonitor (piekmeter) kunnen vrij worden ingesteld qua grootte en positie en ook de spoorhoogte is vrij instelbaar.

Betere Soundpoolbediening De weergave van de Soundpool in de Mediapool is geheel vernieuwd en uitgebreid met diverse belangrijke functies. Er is nu een snelle tekstzoekfunctie voor loops en de weergegeven sample-lijst kan worden gefilterd op toontrap en op MIDI/audio. Of laat alleen uw favoriete loops tonen, wanneer u bepaalde als favoriet had gemarkeerd. De sample-lijst kan op alle eigenschappen van de sample worden gesorteerd (toonsoort, maatlengte, datum).

Verbeterde productcompatibiliteit Music Maker-arrangementen kunnen in Music Studio 2013 worden geopend. Daarbij worden alle functies van Music Maker zo goed mogelijk in Music Studio gereconstrueerd. Als dta niet werkt is er altijd de mogelijkheid om Music Maker-arrangementen als afzonderlijke sporen te exporteren.

Meer sporen Het aantal sporen is in de Premium-versie nu onbegrend, in de <classic>-versie is het van 64 verhoogd naar 96 sporen.

Nieuw 'onder de motorkap' Music Maker start nu sneller en werkt krachtiger en stabieler. De nieuwe WASAPI-stuurprogrammaondersteuning (vanaf Windows Vista) voor de geluidsweergave maakt lage latentie mogelijk (vertraging tussen aanslag van bv. een keyboardtoets en het klinken van de toon) bij grotere stabiliteit, en vormt zo bij problematische uitvoerapparaten een alternatief voor ASIO-stuurprogramma's.

Verbeterde effecten De parametrische equalizer heeft nu zes (i.p.v. vier) kanalen, en de gebruikersinterface ervan is vernieuwd. Vintage FX Suite, essentialFX Suite en Mastering Suite (alleen Premium) verschijnen in nieuwe, verbeterde versies.

Bovendien nieuw in de Premium-versie • Groter geluidenarchief: meer dan 5000 nieuwe geluids- en MIDI-loops uit alle

stijlrichtingen, te bereiken via de "Soundpools"-knop in de Mediapool. • Essential FX Vocal Strip: dit combinatie-effect is in het bijzonder geschikt voor de

bewerking van spraak en zang.

Page 15: MusicMaker NL

Inleiding 15

• Twee nieuwe synthesizers extra: World Percussion heeft tal van percussie-instrumenten zoals bongos, conga's of timabalen, goed passend voor Latijns-Amerikaanse ritmes of gewoon een beetje exotische flair; Bass Machine is een synthesizer speciaal voor pompende bassen, ideaal voor dubstep- en hiphop-producties.

De functies Multimediabibliotheek De meegeleverde multimediabibliotheek biedt audio- en MIDI-bouwstenen ("loops") die kunnen worden gecombineerd op de Arranger-sporen, ook vindt u er tal van melodieën, effectsjablonen en grafische animaties voor telkens nieuwe muziek en videoclips In principe geldt: u kunt alles combineren. Uw creativiteit kunt u zo geheel de vrije loop laten.

BeatBox 2 Met de BeatBox 2, de nieuwe Groove-synthesizer, wordt het kinderspel om passende beats tevoorschijn te toveren. U vindt hem via de knop "Synthesizers" onderaan de Mediapool. Daarvoor moet de Easy-modus uitgeschakeld zijn.

Audio-effecten MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt zeer veel verschillende audio-effecten. Een klein overzicht:

• Met Resampling, Timestretching of Pitchshifting kunt u toonhoogte en afspeelsnelheid in realtime corrigeren.

• Het Audio Effect Rack biedt reverb, echo, equalizer, compressor, Time Processor, distortion (vervorming) en filters – klassieke effecten waarmee u vrijwel elk gewenst geluid kunt maken. Het reverb-effect biedt bijvoorbeeld professionele, zeer realistische reverb-algoritmen waarmee u het materiaal ruimtelijkheid en diepte kunt verlenen.

• De Gater maakt ritmiek in vlakke geluiden mogelijk. • Vandal SE is een gitaar- en basversterker van MAGIX. In de realistische

gebruikersinterface kunt u net als bij een echte versterker typische instellingen maken.

• essentialFX: belangrijke basiseffecten, die net als VST-Plug-ins worden ingebouwd.

• De Vintage Effect Suite biedt goede, oude gitaareffecten, die gitaristen nog van de pedalen kennen: meer warmte en volheid door Chorus, jet-achtige speciale effecten met Flanger of pingpongeffecten met de Delay. De filter maakt temposynchrone frequentiefilteringen mogelijk.

In principe zijn er drie mogelijkheden om effecten in te zetten:

Page 16: MusicMaker NL

16

www.magix.nl

• Objecteffecten: effecten voor geselecteerde objecten. Deze effecten vindt u in het menu "Effecten > Audio > Audio-effecten" of in het contextmenu (rechts klikken).

• Spooreffecten: effecten voor complete sporen. Deze effecten vindt u in de spoorbox of in de mixerkanalen (knop M).

• Mastereffecten: effecten voor het totale geluid. Deze effecten vindt u in het mastergedeelte van de mixer (of ook in het menu "Effecten").

Let op: in de spoorbox vindt u vooraf geconfigureerde spooreffecten in de mixerkanalen vindt u de bewerkbare effectapparaten.

Mediadatabank Vind uw opnamen, geluiden, foto's en video's snel een eenvoudig terug met de MAGIX Mediadatabank. Een bestaande MAGIX databank van de MAGIX Foto Manager of de MAGIX Media Manager wordt in de Mediapool geïntegreerd weergegeven en kan direct vanuit MAGIX Music Maker 2013 Premium worden geactualiseerd. Met een handige zoekfunctie vindt u vliegensvlug passende foto's of MP3-bestanden voor uw arrangement.

Import U heeft de volgende mogelijkheden om eigen materiaal te gebruiken:

• Audiobestanden in de uiteenlopende formaten. Ook MIDI-, video- en bitmapformaten kunt u toepassen. De bestanden worden vanuit de Mediapool met ingedrukte muisknop (drag & drop) naar de sporen gesleept. Een lijst met de ondersteunde formaten vindt u verderop (op pagina 17).

• Audio-cd's kunt u direct in MAGIX Music Maker 2013 Premium inlezen. Eenvoudig in het station leggen en op "cd/dvd" drukken – en direct kunnen alle nummers met drag & drop naar de Arranger worden gesleept. Of het nu voor remixen of als geluidsmateriaal voor eigen composities is – uw persoonlijke cd-collectie krijgt een geheel nieuwe betekenis.

• Met de opnamefunctie kunt u bijvoorbeeld zang, geluiden of instrumenten opnemen en in het arrangement integreren.

High End 32 bit Floating Point Alle geluidsbewerkingen gebeuren met high-end 32 bits Floating Point-berekeningen voor zeer gedifferentieerde en dus hoogwaardige computerberekeningen. Deze techniek wordt ook gebruikt in professionele studio’s. Hiermee is een zeer grote dynamiek mogelijk waardoor digitale oversturing en clipping vrijwel geheel tot het verleden behoren.

Eigen opnamen Met de opnamefunctie van MAGIX Music Maker 2013 Premium kunt u bijvoorbeeld zang, geluiden of instrumenten opnemen en in het arrangement integreren.

Page 17: MusicMaker NL

Inleiding 17

Audio & MIDI In de professionele muziekproductie is het bestandsformat MIDI net als voorheen van centraal belang. Met MIDI-bestanden kunt u vanuit de computer uit externe apparaten zoals synthesizers of samplers, maar ook interne software-synthesizers zoals VST-Plug-ins aansturen.

Met MAGIX Music Maker 2013 Premium kunnen MIDI-bestanden net zo eenvoudig worden geladen, opgenomen, gearrangeerd, bewerkt en afgespeeld als audiobestanden. Voor MIDI-bewerkingen kunt u een gespecialiseerde MIDI-editor gebruiken met Piano Roll, Drum Editor, Velocity/Controller-editor en Event-lijst. De opname kan ook worden gestart vanuit de Arranger, door de opnamemodus in het contextmenu van de spoorkop op "MIDI Rec" of "Audio Rec" in te stellen.

VST-ondersteuning Nu is het in alle programmaversies van MAGIX Music Maker 2013 Premium mogelijk, externe VST-instrumenten en VST-effecten als Plug-ins in te zetten. DirectX- en VST-plug-ins worden in ruime sortering in de detailhandel of direct op internet aangeboden en breiden de mogelijkheden van MAGIX Music Maker 2013 Premium uit.

VST-instrumenten en -effecten zijn externe programma's die voor gebruik in MAGIX Music Maker 2013 Premium moeten worden geïnstalleerd. Daarna vindt u deze in de plug-in-slots van de mixer en in de spoorboxen aan het begin van elk spoor. VST-effecten gelden steeds voor het complete spoor. VST-instrumenten worden door MIDI-objecten aangestuurd.

Mixer MAGIX Music Maker 2013 Premium bevat een professionele realtime-mixer met Effect Rack en twee insert-effecten per kanaal voor de master en aanvullende mastering-effecten. Met ingedrukte Ctrl-toets kunt u een aantal regelaars van één bepaald type (bv. volume of panorama) groeperen en samen bedienen. U opent en sluit de mixer het snelste met de M-knop.

Harmony Agent De Harmony Agent dient voor de herkenning van harmonieën en bepaalt automatisch de toonsoort en de akkoorden van muziektitels naar keuze. Laat bij uw lievelingssong de gitaargrepen van het arrangement in realtime tonen!

Bestandsformats en interfaces Import: WAV, MP3, OGG Vorbis, WMA, QuickTime, MIDI, CD-A (zonder kopieerbeveiliging), BMP, JPG, AVI, MXV, WMV

Export: WAV, MP3, OGG Vorbis, WMA, QuickTime, MIDI, BMP, JPG, AVI, MXV, WMV, CD-A (Premium-versie)

Page 18: MusicMaker NL

18

www.magix.nl

Song Maker Met de Song Maker kunnen snel nieuwe arrangementen worden samengesteld en bestaande uitgebreid, waarbij de lastigste stappen als sample-selectie en de combinatie van samples worden geautomatiseerd. De Song Maker neemt het arrangeren van stukken als intro, refrein over. U hoeft dus niet alles zelf te doen – u laat voor u arrangeren en kiest uit de voorstellen de beste.

Infobox Met de nieuwe Infobox worden alle belangrijke functies direct tijdens het gebruik verduidelijkt. Houdt gewoon de muis stil boven een knop waarover u meer informatie wilt hebben, en lees de tekst in de preview-monitor.

Live sessies MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt een live-opnamemodus, waarbij u opnamen bij uw bestaande arrangement kunt inspelen. Dus terwijl de virtuele instrumenten en geluiden op de bestaande sporen worden afgespeeld, kunt u in realtime een nieuw spoor opnemen en zelfs live van effecten voorzien.

Sound Vision Sound Vision is een nieuwe manier van muziek weergeven, waarmee in een oogopslag bij elkaar passende geluiden worden weergegeven. Sound Vision kunt u in de Mediapool activeren. Daarvoor moet de Easy-modus uitgeschakeld zijn.

Internet-upload naar veel platforms Wanneer het lied klaar is, kunt u deze niet alleen aan uw vrienden laten horen, maar aan de hele wereld. Het snelste gaat dit natuurlijk via het internet. Onder "Bestand -> Export -> Community-upload" vindt de belangrijkste community's, waar u uw muziek kunt uploaden.

Overige features van de Premium-versie Extra audio-effecten • Elastic Audio voor de complete controle over zangstemmen. Voice-samples of

zelf ingezongen melodieën worden automatisch "in de juiste stemming" gebracht. Met de "Harmonizer" in de Elastic Audio-editor vult u een bepaalde melodie aan met een passende tweede stem of met complete zangkoren.

• Vocoder: produceert vervreemde stemmen uit synthesizergeluiden. • Mastering Suite: een speciaal Effekt-Rack voor de "Mastering". Hiermee wordt

een afgemixt muziekstuk nog verder afgewerkt met parametrische Equalizers, Multimax, Limiter en de Stereo Enhancer. U vindt het in de mixer (toets "M").

• Am-Track SE: een analoge Vintage-compressor voor een bijzonder vol, warm geluid. Bereikbaar via het effectenmenu voor geselecteerde audio-objecten of de plug-in-slot van de mixer.

Page 19: MusicMaker NL

Inleiding 19

Extra stijlen & samples Meer inhoud: de Premium versie wordt met extra stijlen en ca. 2000 extra samples geleverd.

Extra instrumenten • Revolta 2: een analoge, zeer afwisselende en authentiek klinkende, 12-stemmige

synthesizer. Met soundmatrix, noise generator en negen typen effecten. • BeatBox 2 plus: de ultieme groove-tool met nog meer drumstellen,

automatisering en een flexibelere effectsectie. • Nieuw erbij gekomen: Century Guitars & Electric Bass.

Object- en spoorcurvenautomatisering Effecten en volumeverlopen kunnen met vrij tekenbare curven worden aangestuurd, voor afzonderlijke objecten of voor complete sporen. Zo kunt u een echo op een bepaalde plaats invoegen door op die plaats een piek te tekenen.

Video-opname MAGIX Music Maker 2013 Premium Premium biedt naast de audio-opnamen ook een opnamefunctie voor video van analoge videobronnen – voor eigen videoclips.

DirectX- en VST-plug-ins MAGIX Music Maker 2013 Premium maakt het gebruik van DirectX- en VST-plug-ins mogelijk, die tegenwoordig in een ruime sortering in de detailhandel of direct op internet worden aangeboden. Zulke plug-ins – audio-effecten of synthesizers van derden – kunnen de mogelijkheden van MAGIX Music Maker 2013 Premium enorm uitbreiden.

MAGIX Mastering Suite 2.0 Vol studiogeluid als op een gekochte cd! De MAGIX Mastering Suite is een speciaal effect-rack voor de inzet in het mixer-masterkanaal. De effecten hiervan dienen de zogenaamde "Mastering", waarmee een afgemixt muziekstuk nog kan worden nabewerkt met de parametrische Equalizer, de Multimax, de Limiter en de Stereo Enhancer.

Echt 5.1 Surround-geluid MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt een echt 5.1 Surround-geluid. 5.1 Surround is het geprefereerde geluidsformaat voor de thuisbioscoop en wordt in de Premium-versie zowel bij de import als bij de bewerking en de export ondersteund. Met de 5.1 Surround-editor beweegt uw muziek zich door de kamer.

MAGIX Music Editor Gedetailleerde audiobewerking in realtime en specialist voor het branden van cd's, geluidsrestauratie, samplen en audiomontage.

Page 20: MusicMaker NL

20

www.magix.nl

Revolta 2 Revolta 2 is een analoge, zeer afwisselende en authentiek klinkende, 12-stemmige synthesizer met sterk uitgebreide functies, soundmatrix, noise generator en een compleet nieuwe effectensectie met 9 typen effecten.

Met deze synthesizer kunt u alle mogelijke klanken voor elektronische muziek maken. De geluid-presets werden ontwikkeld door sound designers voor Access Virus en Rob Papens Albino zodat de Revolta 2 zowel voor beginners als voor professionals een schatkist vol ideeën is.

Bovendien in de Premium-versie • Extra sporen: de Premium-versie biedt een onbeperkt aantal sporen (i.p.v. 96) –

nog meer ruimte voor nog complexere arrangementen. • Timecode-Sync: voor songs in een team op meerdere pc's. Eenvoudig twee

notebooks via MIDI met elkaar verbinden en samen jammen! • MIDI Step Recording: voor wie onzeker is op het keyboard, maar toch perfecte

melodieën wil inspelen. Te bereiken via de MIDI-editor, die u opent met een dubbelklik op een MIDI-object.

• ReWire: voor het inbouwen van andere muziekprogramma's. Daarbij worden Rewire-technologie-compatibele programma's als Propellerhead Reason of Ableton Live in MAGIX Music Maker 2013 Premium als een software-synthesizer via een MIDI-object gestuurd.

• Video-opname: MAGIX Music Maker 2013 Premium_deluxe biedt ook een opnamefunctie voor video van analoge videobronnen- voor eigen videoclips. U vindt deze in het menu "Bestand" onder "Import > Video-opname".

• Curven-automatisering: effecten en volumeverlopen kunnen met vrij tekenbare curven worden aangestuurd - zowel voor afzonderlijke objecten of voor complete sporen. Zo kunt u een echo op een bepaalde plaats invoegen en vrijwel direct weer laten verdwijnen door op die plaats een piek te tekenen.

• MAGIX Music Editor: gedetailleerde audiobewerking in realtime en specialist voor het branden van cd's, geluidsrestauratie, samplen en audiomontage.

• MAGIX Xtreme Print Center voor het snel maken van cd-hoesjes, -inlays en labels

Page 21: MusicMaker NL

Overzicht programma-interface 21

Overzicht programma-interface

Menubalk In deze balk vindt u alle belangrijke bewerkingscommando's.

Gereedschapsbalk Hier vindt u de knoppen voor snelle bewerkingen en verschillende muismodi.

Spoorboxen Hier kunt u complete sporen uitdempen ("Mute") of apart afspelen ("Solo"). Met de FX-knoppen kunt u de spooreffecten gebruiken.

Arranger Op alle sporen van de Arranger kunt u naar believen multimediamateriaal vrij plaatsen.

Transportbesturing

In het midden bevinden zich de volumeregeling, de transportbesturing voor weergave en de tempoweergave.

Zoom-functies Hier kunt u de weergave vergroten of verkleinen. De horizontale scrollbalk kan voor het zoomen in- en uit elkaar worden geschoven.

Mediapool Alle hier gepresenteerde loops, synthesizers of bestanden kunt u met drag & drop naar de Arranger slepen.

Arrangerknoppen Knoppen voor het tonen van de mixer, Live-Performer en de videomonitor met piekmeter.

U kunt de Arranger, de videomonitor en de Mediapool vrij op de monitor positioneren of ook geheel verbergen. Via het menu weergave (toets F11) kan Music Maker altijd weer worden teruggezet naar de standaard lay-out.

Met de knop Maximaliseren van de Arranger, de Mediapool en de videomonitor kan het betreffende venster tot beeldvullend worden vergroot, in de Arranger bijvoorbeeld om het positioneren en bewerken van de objecten te vereenvoudigen.

Bij zeer grote arrangementen kan de videomonitor voor een overzichtsweergave worden gebruikt (Menu Weergave > Videomonitor > Overzicht arrangement).

Page 22: MusicMaker NL

22

www.magix.nl

Snelle start In dit hoofdstuk maakt u kennis met de basisfuncties van MAGIX Music Maker 2013 Premium aan de hand van een stap-voor-stap-handleiding. Een systematische beschrijving van de programmafuncties vindt u verder achter in het handboek.

Tip: bekijk ook de Inleidende video's en gebruik de tips en trucs van gebruikers op magix.info.

Demoproject afspelen Bij de eerste start van MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt het welkomstscherm getoond.

Om een eerste indruk te krijgen van Music Maker in actie kiest u het onderste punt "Demosong laden" en zoekt u uit het menu een demosong. Zo ziet de interface van Music Maker er na het laden uit:

Page 23: MusicMaker NL

Snelle start 23

Het grote veld met de horizontale sporen is de Arranger. De gekleurde rechthoeken zijn objecten. Ze symboliseren verschillende samples, synthesizers en andere geluiden. Er zijn ook objecten voor titels een foto- of videobestanden.

Bekijk in de Arranger de afzonderlijke sporen van de song: door de samenstelling van objecten kan in MAGIX Music Maker 2013 Premium een complete song ontstaan. Klik op de verticale scrolbalk aan de rechterkant van het beeldscherm en sleep deze met ingedrukte linkermuisknop naar beneden om alle sporen te zien.

In het midden beveindt zich een grote volumeregelaar, de transportbesturing (op pagina 37) en een paar knoppen voor de toegang tot belangrijkste vensters.

In het onderste gedeelte van de programma-interface vindt u de Mediapool. Hier kunt u schakelen tussen de verschillende gedeelten. Onder Soundpools vindt u de meegeleverde 'loops', die u met ingedrukte muisknop (drag & drop) of met dubbelklikken naar het arrangement kunt laden.

Klik met de muis op Afspelen ("Play"-symbool van de transportbesturing) of druk op de spatiebalk van uw toetsenbord om de demosong te starten. Over het beeldscherm loopt een loodrechte lijn – de afspeelmarker – en u hoort de muziek uit de luidsprekers.

Aanwijzing: wanneer u niets hoort, controleer dan in het venster Programma-instellingen (toets P) of de juiste geluidskaart-uitgang voor weergave is geactiveerd. De uitgang van de geluidskaart moet natuurlijk met de luidsprekers zijn verbonden.

Geluiden beluisteren en laden Laad nu zelf een eerste geluid naar de Arranger

Page 24: MusicMaker NL

24

www.magix.nl

Leg een nieuw, leeg arrangement aan. Klik hiervoor op deze knop.

• Klik nu op Soundpools(1) in de Mediapool. • Aan de linkerkant van de Mediapool worden verschillende stijlen(2)

weergegeven. Stijlen wil zeggen bepaalde muziekstijlen. Klik op een van de stijlen om de bijbehorende geluidsloops getoond te krijgen.

• Selecteer nu bij Instrumenten (3) het instrument dat u wilt gebruiken. Rechts worden nu alle beschikbare loops (5) in een lijst getoond en u kunt een geluid selecteren. Het afspelen van het gekozen geluid start automatisch.

• De meeste instrumenten zijn naar toontrap ingedeeld. Klik op de toontrap (4) , om het geselecteerde geluid in de overeenkomstige toontrap te beluisteren. Andere instrumenten – zoals bijv. drums – zijn niet volgens toontrappen ingedeeld.

• Druk de Enter-toets in om de loop naar de Arranger te laden. U kunt het bestand echter ook met ingedrukte linkermuisknop vanuit de tabel naar een spoor in de Arranger slepen. Wanneer u de muisknop loslaat verschijnt het bestand als audio-object (of MIDI-object) op de plaats waar u de muisknop heeft losgelaten.

Een arrangement maken Start nu de weergave.

U hoeft het afspelen niet te onderbreken wanneer u nieuwe samples naar de Arranger wilt laden. MAGIX Music Maker 2013 Premium beschikt over een "Smart Preview"-functie: u kunt tegelijkertijd nieuwe samples in de Mediapool beluisteren – deze lopen altijd synchroon met de song in de Arranger. Deze functie maakt het zoeken naar passende samples voor songs in opbouw een stuk eenvoudiger.

Page 25: MusicMaker NL

Snelle start 25

Op deze manier kunnen zoveel loops als u wilt uit alle mogelijke stijlen naar de Arranger worden gesleept en over elkaar heen, op meerdere sporen of achter elkaar worden geplaatst.

De twee markers helemaal bovenin de maatlineaal geven het begin- en eindpunt aan van het gedeelte dat wordt afgespeeld, het afspeelgedeelte. Binnen dit gedeelte wordt de weergave herhaald (geloopt) en nieuwe loops worden, indien mogelijk in dit gedeelte aangelegd.

Als u aan een ander deel van het nummer wilt werken kunt u de beginmarker met een klik van de linker muisknop op de maatlineaal verplaatsen en de eindmarker met de rechter muisknop. Of heel elegant: met de pijltoets naar rechts verplaatst u het afspeelgedeelte een maal zijn eigen lengte naar rechts!

U kunt elk object met de muis vrij in de Arranger verplaatsen, zowel horizontaal op een spoor als ook verticaal tussen de sporen.

Let op: er zijn belangrijke beperkingen bij het verplaatsen van objecten tussen sporen: de Soundpools hebben twee verschillende soorten loops, audio- en MIDI-

loops. MIDI-loops herkent u aan het MIDI-symbool in de lijst . Deze loops geven pas in combinatie met een softwaresynthesizer (op pagina 106) het gewenste geluid. De softwaresynthesizer wordt bij het naar het spoor slepen van de loop automatisch naar het spoor geladen, waar ook het MIDI-Objekt aangelegd wordt. Deze objecten moet u daarna dan ook niet meer naar een ander spoor verplaatsen.

Objecten bewerken Hoewel u natuurlijk met de kant-en-klare geluidsbouwstenen al aansprekenede arrangementen kunt maken, wilt u natuurlijk ook objecten kunnen inkorten, herhalen of er ongewenste gedeelten uit verwijderen.

Alle objecten kunnen worden ingekort of uitgerekt, hiervoor gaat u met de muis naar de hoeken onderaan het object tot de muiscursor in een dubbele pijl verandert. Nu

Page 26: MusicMaker NL

26

www.magix.nl

kunt u het object uitrekken of inkorten tot de gewenste lengte van het object is bereikt. Wordt een object langer gemaakt dan het was, dan wordt het herhaald (geloopt) weergegeven. Zo kunt u van korte drum-samples complete ritmesporen maken, door ze gewoon uit te rekken.

Wordt een object geselecteerd door erop te klikken, dan verschijnen aan het object extra "hendels".

In de beide bovenste hoeken bevinden zich twee fadehendels, die u naar binnen kunt slepen om het object in- of uit te faden. Met de hendels boven in het midden kunt u bij audio-objecten het volume instellen en bij video-objecten de transparantie.

U kunt alle objecten opsplitsen in meerdere objecten. Hiertoe kiest u in het menu "Bewerken" de optie "Objecten splitsen". Het geselecteerde object wordt dan op de positie van de afspeelmarker geknipt.

Nog sneller gaat dat met de speciale muismodus Splitsen, die u bereikt via de knop voor de muismodi in de gereedschapsbalk of via "Alt + 6".

Met een klik met de rechtermuisknop op een object opent u het contextmenu met opties, die voor het betreffende object beschikbaar zijn.

Tip: de objectgeoriënteerde bewerking komt echt goed tot zijn recht bij het gebruik van objecteffecten! Elk audio-object kan van een geheel eigen effect worden voorzien. Knip bijvoorbeeld een sample voor een pauze in het arrangement voor de laatste beat door, en plaats dan alleen op het achterste object een echo-effect! Of maak bizarre drums, door op elke beat van een drumloop een andere filterinstelling toe te passen. Niets staat uw creativiteit in de weg.

Software-instrumenten toevoegen De meegeleverde audio-loops van de Soundpool zijn van hoge kwaliteit en melodisch op elkaar afgestemd. Maar soms wilt u wellicht meer vrijheid qua beats of melodie, om uw eigen ideeën voor een nummer te verwezenlijken. Dan heeft u software-instrumenten nodig.

Terwijl bij audio-objecten het geluidsmateriaal als kant-en-klare opname klaar ligt, wordt het geluid bij software-instrumenten (synthesizers) opgewekt tijdens het afspelen op de computer. De opgewekte klanken zijn niet zo "af", maar u heeft de complete controle over elk muzikaal detail.

Page 27: MusicMaker NL

Snelle start 27

Ook een bepaald aandeel van de meegeleverde Music Maker-loops zijn als besturingsbestanden voor software-synthesizers (MIDI-loops) ingedeeld. De volgorde van de tonen kunt u in de MIDI-editor (op pagina 82) bewerken. En met een aangesloten MIDI-keyboard kunt u ook eigen melodieën inspelen.

In MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt onderscheid gemaakt tussen VST-instrumenten en objectsynthesizers.

Objectsynthesizers zijn zelfstandige objecten op een spoor en kunnen net als andere objecten worden verschoven, gesplitst of naar wens aan elkaar op volgorde worden gelegd. Er kunnen verschillende objectsynthesizers achter elkaar op een een spoor liggen. Het sturen van het opwekken van de klank gebeurt in de objectsynthesizer.

VST-instrumenten worden altijd naar een bepaald spoor geladen en dan door MIDI-objecten op dit spoor gestuurd. MIDI-objecten bevatten alleen besturingsinformatie (noten) om een VST-Instrument te laten klinken. Verschillende MIDI-objecten achter elkaar sturen altijd één synthesizer aan en er is maximaal één instrument per spoor.

Om de map met de software-synthesizers van MAGIX Music Maker 2013 Premium te openen, gaat in de Mediapool naar de map Instrumenten.

• Net als bij alle andere objecten in de Mediapool wordt ook hir bij het selecteren al een preview weergegeven , bijvoorbeeld de klank van het instrument.

• Sleep de gewenste synthesizer met ingedrukte muisknop naar een Arrangerspoor.

• Bij objectsynthesizers wordt een synthesizer-object aangemaakt en er wordt een instellingendialoog van de synthesizers geopend, waarin u de synthesizer kunt 'programmeren'. Het ontstane synthesizer-object kan net als een normaal audio-object worden verplaatst, geknipt, ingesteld als loop, of voorzien van effecten.

Page 28: MusicMaker NL

28

www.magix.nl

• VST-instrumenten worden naar een spoor geladen, en op het spoor wordt een als preset ingesteld MIDI-object aangelegd. Door erop te dubbelklikken verschijnt de MIDI-editor, waar u de melodie kunt bewerken.

• Of ga in de Mediapool naar de weergave Keyboard. Daar kunt u de synthesizer live met de toetsen van de computer bespelen. Wanneer u nu op de grote rode opnameknop klikken, kunt u wat u speelt ook meteen opnemen.

Tip: de klankprogramma's van de meegeleverde VST-instrumenten Vita 2 en Revolta (alleen Premium-versie) bereikt u snel via de knop helemaal links, dus vooraan in het spoor.

Experimenteer gewoon wat met de verschillende synthesizers in MAGIX Music Maker 2013 Premium en maak gebruik van hun individuele pluspunten.

Video's of foto's toevoegen Misschien wilt u een videoclip maken? Ga daarvoor in de Mediapool bij Bestandsbeheer naar een map met video- of fotobestanden en selecteer de bestanden die u daarvoor wilt gebruiken.

Via de middelste knop rechts onder de Arranger kunt u een videomonitor activeren.

Op de videomonitor wordt een preview van het geselecteerde bestand getoond.

Wanneer u een passend bestand heeft gevonden, sleept u deze – net als eerder de audiobestanden – met ingedrukte linkermuisknop naar een spoor naar keuze. Op deze manier kunt u zoveel video- en fotobestanden achter uw muziek zetten als u maar wilt.

De lengte van de afzonderlijke beeldobjecten past u aan met de Objecthendels (op pagina 25).

In de Mediapool, bij Sjablonen vindt u geanimeerde tekstsjablonen (op pagina 214) (Titels), video-effecten (Video FX) en visualisatie, om een video optisch wat op te fleuren.

Page 29: MusicMaker NL

Snelle start 29

Effecten Bij de effecten raden we u aan, tijd te nemen om te experimenteren. In het contextmenu kunt u effecten voor de objecten selecteren. Daarbij worden effectmodulen geopend waarmee u ieder effect precies kunt instellen.

Effecten kunt u echter ook met ingedrukte linkermuisknop naar objecten slepen. Gewoon de Sjablonen-map in de Mediapool openen en door met de muis te klikken de in het gedeelte Audio FX opgesomde effecten een voor een uitproberen. Net als bij alle andere entry's in de Mediapool wordt ook bij effecten altijd een preview getoond. Wanneer een effect u bevalt en u deze voor een object in het arrangement wilt gebruiken, sleept u deze simpelweg met ingedrukte muisknop naar het betreffende object in de Arranger.

Tip: gebruik ook het Objectbeheer in de Mediapool, om snel alle belangrijke effecten voor een object te tonen.

Een andere manier om effecten te gebruiken is als spooreffecten. Deze werken op alle geluidssignalen van een spoor, waardoor u snel hetzelfde effect op meerdere objecten toepast. Ze werken ook op de geluiden die spoorsynthesizers produceren. Voor MIDI-objecten zijn natuurlijk geen geluidseffecten beschikbaar, daarom kunt u objecteffecten hiervoor niet gebruiken.

Nuttige presets voor spooreffecten kunt u kiezen uit een menu dat verschijnt wanneer u klikt op de knop voorin het betreffende spoor. Het is geordend op instrument en toepassing.

Arrangement exporteren Wanneer uw Arrangement klaar is, wilt u normaal gesproken daarmee iets in de "echte wereld" beginnen. Bv. aan vrienden presenteren. Daarvoor moet u uw werk uit MAGIX Music Maker 2013 Premium exporteren.

De belangrijkste functies bereikt u in het menu "Bestand > Export > Gangbare exportopties".

Page 30: MusicMaker NL

30

www.magix.nl

• Als mp3 exporteren: u kunt uw arrangement ook in mp3-formaat op een draagbare speler kopiëren.

• Op cd / dvd branden: de klassieke manier om muziek te presenteren. U kunt afzonderlijke songs of ook complete albumarrangementen direct op cd branden.

Tip: in de Premium-versie staat u hiervoor een geïntegreerd cd-masteringgereedschap en brandprogramma ter beschikking. Klik op "Bestand" en selecteer de optie "Exporteren" > "Audio op cd-r(w) branden". Het arrangement wordt dan naar het cd-mastering programma MAGIX Music Editor geladen en kan hiervandaan direct op een disk worden gebrand.

• Naar het MAGIX Online Album laden: wanneer het lied goed gelukt is, kunt u deze niet alleen aan uw vrienden laten horen, maar aan de hele wereld. Het meest comfortabel gaat dit in het eigen MAGIX Online Album.

• Op Facebook (YouTube/SoundCloud) publiceren: met deze opties publiceert u direct de meest gangbare online-platforms.

• In verschillende formaten exporteren: in het menu "Bestand > Export" vindt u bovendien alle ondersteunde exportformaten, om uit het arrangement een audio- of (voor muziekvideo's) een videobestand te maken.

Aanwijzing: de exportberekeningen staan los van de afspeelperformance. Wanneer uw computer problemen met de weergave heeft, bijvoorbeeld doordat u video's en effecten gebruikt die zeer veel rekenkracht vragen, wordt het exportbestand desondanks correct berekend. Daarom is het ook aan te raden bij overbelasting van de computer reeds voltooide passages van complexe arrangementen door middel van export naar één bestand te schrijven, om zo opslagcapaciteit (en sporen) vrij te maken. Zo'n bestand kan vervolgens opnieuw naar het arrangement worden geladen en hier met de andere delen verder worden bewerkt.

Page 31: MusicMaker NL

Snelle start 31

Audio-CD branden Om een audio-CD te branden, exporteert u uw arrangement in eerste instantie als WAV-bestand.

• Klik op "Bestand" en kies de optie "Arrangement exporteren" > "Audio als Wave" uit.

Het zo gecreëerde WAV-bestand kunt u nu met het meegeleverde brandprogramma MAGIX Speed burnR als audio-CD branden.

Tip: in de Premium-versie staat u hiervoor een geïntegreerd CD-mastering-gereedschap en brandprogramma ter beschikking. Klik op "Bestand" en selecteer de optie "Exporteren" > "Audio op CD-R(W) branden". Het arrangement wordt dan naar het CD-mastering programma <music-editor> geladen en kan hiervandaan direct op een disk worden gebrand.

Page 32: MusicMaker NL

32

www.magix.nl

Arranger

Sporen (tracks) De Arranger is opgedeeld in sporen. Elk spoor is toegewezen aan een eigen kanaal in de mixer (op pagina 226). Daarmee kunt u voor alle objecten op een spoor het volume instellen, effecten toevoegen en uit of solo schakelen. Normalerwijze worden daarom loops van een zelfde instrument (bas, zang...) op één spoor geplaatst, om ze samen te bewerken.

U kunt altijd extra sporen toevoegen met de knop onderin de Arranger of door in het menu "Bewerken" > "Spoor" > "Nieuw Spoor toevoegen" (sneltoets Strg + I) te selecteren.

U kunt in totaal 96 stereosporen voor een arrangement gebruiken. Om een spoor te verplaatsen opent u het effectmenu (op pagina 33) van het spoor en kiest u "Spoor naar beneden/boven verplaatsen". Een spoor kan niet worden gewist, maar sporen die geen objecten bevatten worden automatisch gedeactiveerd. Inactieve sporen vergen overigens een rekenkrach!

Indien de sporen in de Arranger niet lang genoeg zijn kunt u ze met de min-knop (-) rechtsonder verlengen. De grootte van het arrangement past zich echter ook automatisch aan, wanneer objecten naar rechts worden verschoven of nieuwe objecten worden toegevoegd.

Page 33: MusicMaker NL

Arranger 33

Spoorkoppen en instrumenticonen Aan het begin van elk spoor bevindt zich de Spoorkop met bedieningselement en indicatoren voor het spoor in kwestie.

Instrumentenicoon: als u een MAGIX Soundpool-sample naar een leeg spoor sleept, wordt automatisch een geschikt icoon weergegeven. U kunt dit icoon natuurlijk nog verwisselen, door erop te klikken met rechts en een ander te kiezen. Klikken met links op dit icoon opent het menu voor spoorsynthesizers (zie onder)

Naast de iconen vindt u hier een piekmeter. Hier kunt u het volume van het spoor grofweg controleren en ook of het spoor überhaupt wel audio aanmaakt.

Links naast het spoornummer bevindt zich het veld Spoornaam. Met een dubbele klik op dit veld kunt u het spoor hernoemen.

Met deze knoppen kan één spoor (Mute) of juist alle ander sporen (Solo) uitgedempt worden. Solo is niet exclusief, d.w.z. u kunt meerdere sporen solo schakelen. Aan de onderste rand van de Arranger onder de spoorboxen bevinden zich de twee knoppen Reset Solo /Mute, waarmee de Solo/Mute-toestand van alle sporen tegelijkertijd kan worden teruggezet.

Door een klik met links op het veld met het instrumentenicoon verschijnt een menu met de geluiden van de meegeleverde softwaresynthesizer, die u daarmee ook naar het spoor kunt laden. Dit geluid wordt dan door alle MIDI-objecten van dit spoor gebruikt. Lees voor meer informatie het hoofdstuk Softwaresynthesizers (op pagina 106) en MIDI-objecten (op pagina 82).

De spoorkop van een spoor met daarin een spoorsynthesizer bevat een aantal extra bedieningselementen: met de pijlen (2, 4) kunt u naar het vorige/volgende geluid van het software-instrument gaan, het tandwiel (3) opent de editor van het software-instrument.

Page 34: MusicMaker NL

34

www.magix.nl

Hier opent u het effectmenu voor de sporen. Hier vindt u, onderverdeeld naar soort instrument, presets voor spooreffecten. Met de commando's "Spoor naar beneden/boven verplaatsen" kunt u uw sporen in een andere volgorde zetten.

Met REC zet u een spoor op scherp voor een audio- of MIDI-opname.

Met een enkele klik zet u het spoor in de audio-opnamemodus. Bovendien wordt de monitoring geactiveerd, dat wil zeggen dat u bij de weergave het ingangssignaal van uw geluidskaart hoort. (Meer informatie in het hoofdstuk "Mixer" paragraaf "Opname/Live-monitoring" (op pagina 229)). Wanneer u nu de opname start (toets R) wordt de audio-opnamedialoog (op pagina 63) geopend. Het opgenomen audiomateriaal wordt op dit spoor in het afspeelgedeelte (op pagina 36) gebruikt.

Met nog een klik op de knop zet u het spoor in de MIDI-opnamemodus. Als een software-instrument is geladen kunt met een aangesloten MIDI-keyboard spelen (monitoring). Wanneer u nu de opname start, wordt op het spoor een nieuw MIDI-object aangemaakt en wordt de MIDI-opname (op pagina 89) gestart.

Zoomen Met de verticale zoomfunctie wordt het aantal in het venster zichtbare sporen ingesteld. Bij veel sporen is een vergrote weergave (inzoomen) zinvol, om doelgericht een spoor of een object in vergrote weergave te kunnen bewerken.

Met de horizontale zoomfunctie kunt u het zichtbare deel van het arrangement op de tijdas instellen.

Door te slepen aan de onderkant van de spoorkop kan de hoogte van een spoor worden ingesteld

Bewegen/zoomen met de scrolbalken Wanneer u de cursor naar een van de randen van de scrolbalken leidt, verandert de cursor in een dubbele-pijlsymbool, waarmee de scrolbalk kan worden beetgenomen en worden verkort of uitgerekt. Op deze manier kunt u snel en traploos in- en uitzoomen. Door in het midden van de scrolbalk te trekken, wordt de zichtbare weergave verschoven.

Aan de grootte en de positie van de scrolbalken kunt u zien, welk gedeelte van het totale arrangement momenteel wordt weergegeven. Wanneer het totale arrangement wordt weergegeven, vullen de scrolbalken de loopbalken helemaal op. De totale weergave kunt u met een dubbelklik op de scrolbalk instellen.

Page 35: MusicMaker NL

Arranger 35

Overigens kan een spoor niet eindeloos worden verkleind, daarom is het maximum aantal weer te geven sporen begrensd, zodat eventueel ook dan niet alle sporen worden weergegeven.

Zoomknoppen Zoommenu: bepaalde zoomniveaus kunt u met een rechtsklik op de onderste horizontale scrolbalk of klik op het zoommenu selecteren. Hier kunt u ook naar bepaalde posities in het arrangement springen.

Objecten vergroten: verticale en horizontale zoomniveaus worden zo vergroot dat alle geselecteerde objecten in maximale grootte worden weergegeven. Bij het uitschakelen van de functie wordt het oude zoomniveau weer hersteld.

Weergave optimaliseren (op pagina 281)

Zoomknoppen: knoppen voor in- en uitzoomen

Bewegen/zoomen met het muiswiel De zichtbare selectie kunt u, geheel zonder klikken, met het muiswiel verschuiven, verkleinen en vergroten.

Zichtbare gedeelte verplaatsen Muiswiel

Zichtbare gedeelte vergroten/verkleinen (zoom) Ctrl + muiswiel

Weergegeven sporen Shift + muiswiel

Aantal getoonde sporen, spoorhoogte vergroten/verkleinen

Ctrl + Shift + muiswiel

Raster Het uitrekken van de tijd wordt door het verticale verloop van de sporen weergegeven. Om dit verloop onder te verdelen is er helemaal bovenin, boven het eerste spoor, een maatlineaal of "raster".

Twee opeenvolgende objecten klikken automatisch naadloos in elkaar, zelfs wanneer ze zich op verschillende sporen bevinden. Hierdoor kunt u ongewilde gaten of overlappingen vermijden.

Het maatraster zorgt ervoor dat de objecten, begin-, einde- en afspeelmarkers altijd op bepaalde tijdposities "inrasteren", zodat ze maatnauwkerig kunnen worden gepositioneerd

de rasterbreedte kan worden vastgelegd met de knop links boven.

Wanneer hier bijvoorbeeld "1/2 maat" is ingesteld, "rasten" de objecten en markers bij verschuivingen altijd op halve maatposities. Zo zijn overgangen zonder leegten tussen

Page 36: MusicMaker NL

36

www.magix.nl

objecten en maatnauwkeurige lassen mogelijk. U heeft hier de keuze uit hele maten tot 1/16 maten. Triolische waarden zijn ook mogelijk.

De instelling "Frame" maakt de fijnpositionering aan de hand van de tijdcode mogelijk. De tijdweergave in de tijdlineaal en in de transportbesturing wordt automatisch omgeschakeld van "maten:tellen:tikken" naar "uren:minuten:seconden:frames".

"Objecten" deactiveert het tijdraster, het raster werkt alleen nog aan de objectranden. U kunt het raster ook in zijn geheel uitschakelen, selecteer daarvoor de entry "Geen raster" of de toets Ctrl + F12.

Met „Maatsoort kiezen” kunt u de maatlineaal op oneven maatsoorten zoals bijvoorbeeld de ¾-maat instellen.

Afspeelgedeelte: begin- en eindmarker In het bovenste deel van de maatliniaal bevinden zich twee markers, waartussen een afspeelbereik wordt gecreëerd dat geloopt (d.w.z. continu herhalend) kan worden afgespeeld.

In het blauw gemarkeerde afspeelveld wordt de lengte van het afspeelgedeelte aangegeven. Het getal vóór de punt geeft het aantal maten weer, het getal na de punt geeft de verdeling volgens het gekozen raster aan, bijv. 3.3 bij een ratser van 1/16 betekent: 3 maten en 3/16. Een tilde (~) in de weergave geeft aan dat het afspeelgedeelte een lengte heeft die niet in het raster past, waardoor de loop niet ‘rond’ loopt. Een dubbelklik op het afspeelgedeelte stelt het gedeelte in over de lengte van het hele arrangement. Nog een dubbelklik stelt het afspeelgedeelte in van de start van het arrangement tot en met het laatste object.

Dit gedeelte legt bovendien vast, welke plekken via de bevelen van het bewerken-menu (Ctrl+c, Ctrl+v, Ctrl+x) naar het klembord worden gekopieert of geplakt.

De rechter eindmarker wordt altijd samen met de S-marker verplaatst, d.w.z. de lengte van het geloopte afspeelgedeelte blijft bij verplaatsing van de beginmarker constant. Plaats daarom altijd eerst de beginmarker en daarna de eindmarker.

De begin- en eindmarkers kunnen met de muis op verschillende manieren worden verplaatst. U kunt ze met drag & drop naar een bepaalde plaats slepen of met één muisklik op de gewenste plaats zetten: een linksklik in de maatliniaal plaatst de S-marker, een rechtsklik plaatst de E-marker.

Nog eenvoudiger kan het met het toetsenbord: met de cursortoetsen kan het afspeelgedeelte een complete afspeelgedeelte-lengte voor- of achteruit worden verplaatst. Als u deze opdracht samen met Ctrl gebruikt, wordt het afspeelgedeelte ¼

Page 37: MusicMaker NL

Arranger 37

van zijn lengte verplaatst. Met Shift + cursortoetsen halveert of verdubbelt u de lengte van het afspeelgedeelte.

Met Ctrl + Shift + cursortoetsen verlengt of verkort u het afspeelgedeelte met één maat. Gebruik deze functie ook om het afspeelgedeelte snel op een afgeronde maatlengte in te stellen.

Als u het afspeelgedeelte tijdens lopende weergave verplaatst, wordt altijd eerst het oude bereik tot het eind afgespeeld en gaat de weergave daarna naadloos met het nieuwe bereik verder. Op deze manier kunnen uw stukken in realtime met het toetsenbord worden ‘geremixt’!

Aanwijzing: als u een beginmarker met muisklikken niet verder naar rechts kunt verplaatsten komt dat door het feit dat de eindmarker hiermee buiten het bereik van het arrangement zou vallen. Verplaats in dit geval de beginmarker met drag & drop of plaats de eindmarker dichterbij de beginmarker.

Afspeelmarker verplaatsen De afspeelmarker kunt u onafhankelijk van de beginmarker verplaatsen Daarvoor klikt u onderin de maatliniaal. Wanneer de afspeelmarker tijdens de weergave de eindmarker heeft bereikt, wordt de weergave vanaf de positie van de beginmarker voortgezet. Als de afspeelmarker rechts buiten het afspeelgedeelte wordt geplaatst, wordt het arrangement tot het einde afgespeeld. Vervolgens wordt het aangegeven gedeelte als loop afgespeeld.

Transportbesturing (afspeelfuncties) Met de afspeelfuncties van de transportbesturing kan het afspelen van het arrangement met de muis worden aangestuurd.

Tip: met de spatiebalk op uw computertoetsenbord gaat het starten en stoppen veel sneller! U vindt aan het einde van het handboek een overzicht van alle sneltoetsen.

De eindloze (geloopte) weergave kunt u hier deactiveren. De weergave stopt dan steeds als de eindmarker wordt bereikt.

Naar begin: met deze knop wordt de beginmarker snel naar het afspeelbare gedeelte verplaatst. Na nog een klik op "Naar begin" worden de beginmarker en het af te spelen gedeelte samen aan het

Page 38: MusicMaker NL

38

www.magix.nl

begin van het arrangement geplaatst.

Stop: met de Stop-knop beëindigt u de weergave. De afspeelmarker wordt teruggeplaatst naar de uitgangspositie.

Weergave/Pauze: hiermee wordt de herhaalde weergave van het arrangement gestart: wanneer de afspeelmarker de eindmarker bereikt, springt deze terug naar de beginmarker en speelt het gedeelte weer af. Na nog een klik op de weergaveknop pauzeert de weergave op de actuele positie van de afspeelmarker (pauze).

Opname: afhankelijk van of een spoor in de spoorkop (op pagina 33) voor MIDI- of audio-opname is klaargezet, wordt er een audio- (op pagina 63) of MIDI-opname (op pagina 89) gestart.

Volumeregeling

Links naast de transportbesturing vindt u de volumeregelaar. Daarmee kunt u snel het totale volume van uw arrangement regelen. Om het volume van de afzonderlijke sporen in te stellen kunt u de mixer (op pagina 226) gebruiken.

Met een klik op het luidsprekersymbool kunt u de geluidsweergave geheel uitdempen.

Onder de volumeregelaar bevindt zich een piekmeter om snel het totaalniveau te kunnen controleren en een indicator voor inkomende MIDI-signalen.

Tijdweergave

Naast de transportbesturing vindt u de tijdweergave. Daar wordt de huidige afspeelpositie in weergegeven. Met de positieschuifregelaar eronder kunt u de afspeelmarker snel binnen het zichtbare gedeelte bewegen. Ook het omschakelen naar weergave resterende tijd (afstand tot projecteinde) is mogelijk met rechtsklikken, evenals het veranderen van de eenheden (hh:mm:ss of frames).

Metronoom

Als dit symbool is geactiveerd wordt bij weergave en opname een metronoom (klik) weergegeven. Deze dient ter oriëntatie op het arrangementtempo en wordt niet opgenomen.

Page 39: MusicMaker NL

Arranger 39

Tempo

Hier wordt het muziektempo in BPM (beats per minute) getoond. Het tempo van het arrangement wordt bepaald door de eerste in de arrangement gebruikte sample. Om een ander tempo in te voeren dubbelklikt u op het getal en voert u een nieuw getal in. Sluit de invoer af met Enter. De objecten in het arrangement worden door middel van timestretching aangepast.

Met een klik op BMP opent u de Tap tempo-dialoog, waar u het tempo kunt tikken. Klik eenvoudig in het gewenste tempo op "Tap" of druk op de toetst T, dan wordt het tempo opgemeten en in de dialoog weergegeven. Met "OK" wordt het tempo toegepast.

Arrangerknoppen Onder het laatste spoor van de Arranger bevinden zich de Arrangerknoppen voor het snel openen en sluiten van belangrijke vensters:

Opent de mixer (op pagina 226) waarmee de sporen wat betreft volume en positie in het stereo-panorama worden afgemixt en van effecten kunnen worden voorzien.

Opent resp. sluit de Videomonitor (op pagina 211). De videomonitor toont in Music Maker de geladen video's of fotobestanden. Hij kan ook worden gebruikt als piekmeter, overzichtskaart voor het arrangement of als infoboxmet tips voor de gebruiker. Deze optie opent de Live Performer (op pagina 144) waarmee in realtime delen van nummers gearrangeerd kunnen worden.

Page 40: MusicMaker NL

40

www.magix.nl

Mediapool De Mediapool van MAGIX Music Maker 2013 Premium dient voor het aansturen, voorbeluisteren en laden van alle ondersteunde mediatypen, online en offline, bv. de meegeleverde audio- en MIDI-loops, audio-cd's, mp3-songs, software-instrumenten of effecten.

Alle mediatypen worden via de lokale stations of direct van internet in een arrangement geladen – met een dubbelklik of via drag & drop.

Bovenaan de rand van de Mediapool bevinden zich zeven knoppen waarmee de Mediapool in verschillende instellingen kan worden gebruikt:

• In Soundpools wordt een database-overzicht getoond van alle Soundpools. • De Bestandsmanager komt voor het grootste deel overeen met Windows

Explorer. Hij dient voor het besturen en laden van allerlei soorten mediabestanden van de harde schijf.

• De instelling Instrumenten (op pagina 106) toont een lijst van de beschikbare software-instrumenten.

• Bij Sjablonen (op pagina 47) vindt u de effectpresets voor alle soorten audio-, video- en titeleffecten.

• Met het schermkeyboard kunnen softwaresynthesizers direct vanaf het scherm worden bespeeld en ook opgenomen.

• Het objectbeheer biedt een snelle toegang op eigenschappen van objecten, zoals bv. de geluidseffecten bij audio-objecten. Bij MIDI-objecten (op pagina 82) wordt een verkleinde versie van de MIDI-editor (op pagina 86) weergegeven, waarin het geselecteerde object kan worden bewerkt.

• Catooh maakt direct verbinding met Catooh (op pagina 259).

Previewfunctie Voor alle bestanden is er een voorluisterfunctie (preview). Een simpele klik op een audio-object start de previewfunctie via de geluidskaart. Video-, grafische- en tekstobjecten worden op het videoscherm als voorbeeld getoond.

Ook voor de effecten zijn er previews, die laten zien hoe de geselecteerde effecten werken.

Tijdens de lopende weergave is er bij soundpool-samples een uitgebreide previewfunctie („Smart Preview (op pagina 60)“), die het voorbeluisteren van de geluiden in de arrangement-context mogelijk maakt.

Page 41: MusicMaker NL

Mediapool 41

Let op: audiobestanden worden al bij de voorbeluistering middels Timestretching aan het actuele tempo van het arrangement aangepast (u kunt dit deactiveren in de Audio-/Video-opties).

Instelling Soundpools Met deze instelling kunt u de Soundpool aansturen. Toegang tot de meegeleverde soundpools krijgt u via een nieuw, overzichtelijk databaseoverzicht, waar u loops kunt bekijken, geordend op stijl, soort instrument of toonsoort.

Wanneer u bij de installatie de Soundpool niet op de harde schijf geïnstalleerd heeft, plaatst u de MAGIX Music Maker 2013 Premium-installatie-dvd in het dvd-station. De inhoud van de Soundpool wordt nu in de database geïmporteerd. Ook andere Soundpool-media worden automatisch herkend en in de database opgenomen.

Tip: in Programma-instellingen > Tabblad Algemeen (op pagina 261) vindt u diverse opties voor onderhoud en weergave van de Soundpool-database.

Soundpools, die al op de harde schijf staan, importeert u via "Stijlen toevoegen" naar de database.

Ook Soundpools van oudere versies van Music Maker of apart aangeschafte Soundpool-collecties worden zo in de Mediapool geïntegreerd.

Een Soundpool bestaat uit één of meer stijlen. Stijlen zijn hier bij elkaar horende geluidsbibliotheken, die uit een bepaalde muzikale richting komen. De geluiden (sample- of MIDI-loops) van een stijl hebben allemaal een bepaald tempo. U kunt de loops van de verschillende stijlen natuurlijk ook mixen, de tempi worden daarbij automatisch aangepast. Binnen één stijl zijn de loops op instrumenten gesorteerd, een instrumentenmap bevat verschillende geluiden. Elk geluid kan in verschillende toonsoorten voorkomen (behalve de drums en effectgeluiden).

In de eerste kolom ziet u alle stijlen, die in de database voorkomen. In de tweede kolom ziet u de instrumenten.

De lijst van gevonden samples bestaat uit de selectie van entry's in de eerste twee kolommen. Met Ctrl + muisklik kunt u de selectie uitbreiden of reduceren. Geen selectie (Ctrl + klik op een afzonderlijk geselecteerd element) of klikken op "alles

Page 42: MusicMaker NL

42

www.magix.nl

selecteren" toont alle entry's uit deze categorie. Wanneer u bijvoorbeeld het instrument "Drums" en "Percussie" selecteert en alle stijlen, worden alle drum- en percussie-samples van de hele database getoond.

Met een klik op een geluidsloop start de preview. Met een klik op de getallen 1 tot 7 worden de toontrappen omgeschakeld. De keuze voor een bepaalde toontrap blijft behouden wanneer u een andere loop aanklikt.

De lijst kunt u met een klik op een kolomkop laten sorteren op het betreffende criterium (type, naam, BPM, lengte in maten, favoriet, stijl).

De lijst kunt u vervolgens nog verder filteren:

Met een klik op het sterretje in de samplelijst kunt een loop als favoriet aanmerken. Met het filter "Favorieten" onder in de lijst kunt u dan alleen de favorieten laten weergeven.

Ook kunt u naar keuze audioloops, MIDI-loops of beide laten weergeven. Voor het verschil tussen audio- en MIDI-loops, zie onder.

Boven de resultatenlijst bevindt zich nog een invoerveld voor het zoeken op volledige tekst.

In het zoekveld kunt u in de lijst van gevonden geluiden naar een specifieke geluidsbestandsnaam zoeken.

SoundVision-weergave: Deze knop geeft alle Soundpools weer als melkwegstelsels.

Audio-loops en MIDI-loops In Music Maker wordt onderscheid gemaakt tussen audio- en MIDI-loops. Audio-loops zijn normale audiobestanden, maar zo gemonteerd dat ze een exact aantal (1,2 of 4) maten duren en daardoor herhaald afgespeeld (als loop dus) kunnen worden. MIDI-loops bestaan uit een MIDI-take (op pagina 58), die de noten (MIDI-bestand) en de klankinstellingen voor een bepaald software-instrument bevat. Dat bepaalt ook de voor- en nadelen van deze soorten loops.

Page 43: MusicMaker NL

Mediapool 43

Icoon Voordelen Nadelen Audio • Met professionele studio-

apparatuur gemaakte opnamen van natuurlijke instrumenten en dure synthesizers van topkwaliteit

• Ze vergen minder rekenkracht dan in realtime berekende klanken.

• Wanneer het originele tempo van de loop wordt gewijzigd, kan door de daarmee noodzakelijke timestretching de geluidskwaliteit minder worden.

• Melodie en ritme liggen in de opname vast en kunnen alleen met veel moeite via pitchshifting worden gewijzigd.

MIDI • Voor wijzigingen van toonhoogte of tempo is geen extra rekencapaciteit nodig en de kwaliteit wordt niet beïnvloed.

• In de MIDI-editor (op pagina 86) kunt u de melodie van de loop naar wens veranderen.

• Software-instrumenten berekenen de geluiden live en vergen daardoor meer rekenkracht.

• Ook hoogwaardige samples klinken niet helemaal zo natuurlijk als een echt instrument.

SoundVision

Deze alternatieve weergave van de Soundpool-bibliotheek toont alle beschikbare geluiden in grafische vorm. Hoe groot uw verzameling Soundpools ook is, u hebt uw hele bibliotheek in een enkele tweedimensionale weergave volledig in beeld. In dit "melkwegstelsel" kunt u nu met de muis rondvliegen om geluiden te "oogsten".

De grote "sterrenhopen" zijn de stijlen, deze zijn spiraalvormig gerangschikt met van binnen naar buiten toenemend tempo, waarbij de langzaamste zich in het centrum bevinden, terwijl de stijlen naar buiten toe steeds sneller worden.

Binnen één stijl zijn de afzonderlijke instrumenten (b. v. sleutels, pads, sequence) kringvormig geordend, met de drums in het midden. Elk soort instrument heeft een bepaalde kleur die in elke stijl hetzelfde is. De afzonderlijke geluiden zijn punten, die hier dan weer kringvormig om de toontrappen liggen, mits die voorhanden zijn.

U navigeert door de SoundVision-weergave, door het getoonde kader met de muis te verplaatsen, terwijil u met het muiswiel de weergave kunt vergroten of verkleinen. Met de punten (die dus elk een geluids-loop symboliseren) kunt u hetzelfde werken

Page 44: MusicMaker NL

44

www.magix.nl

als met de lijstweergave in de Mediapool, dus selecteren door aanklikken en laden door dubbelklikken of met drag & drop.

Instelling bestandsmanager De werkwijze van de bestandsmanager komt grotendeels overeen met Windows Verkenner. Hij dient voor het aansturen en laden van allerlei soorten mediabestanden: video's, bitmaps, MP3's, audio-cd-tracks en RTF-tekstbestanden voor titels.

De Mediapool bestaat uit rechts een bestandenlijst (de eigenlijke "Mediapool"), waarin alle te laden mediumtypen (met eventueel subdirectories) in een lijst staan, en een navigatiegebied aan de linkerkant.

In de bestandenlijst worden alle multimediabestanden die geladen kunnen worden, en de subdirectories van de op dat moment geselecteerde directory weergegeven. Alle entries kunt u met drag & drop of ook met dubbelklikken naar de sporen van de Arranger laden.

In het navigatiegebied bevinden zich verschillende knoppen, die direct voeren naar meer voorgedefinieerde subdirectories (zie onder).

Via een klik met rechtermuisknop in de bestandenlijst kunt u zelf meer sneltoetsen vrij instellen. Ga daarvoor naar de directory waarvoor u een koppeling wilt maken, en selecteer de optie "Directory als koppeling" uit het contextmenu.

Navigatieknoppen Verder/terug Met de knop Terug komt u in de directory,

waarin u voorheen als laatste was. Omhoog

De "Omhoog"-knop is er om naar de bovenliggende map te gaan.

Weergave Met deze knoppen schakelt u de weergave van bestanden in de lijst tussen symbool, lijst en detail.

Verschillende weergaven van de bestandenlijst In de bestandenlijst worden alle ondersteunde multimediabestanden en de sub-directories van de actueel geselecteerde directories weergegeven. De verschillende weergaven (lijsten, details, grote symbolen) zijn met een klik op de rechtermuisknop in de opties of het Mediapool-contextmenu in te stellen.

Lijst: de bestanden worden alleen met hun namen weergegeven. Deze weergave toont de meeste bestanden in een venster.

Page 45: MusicMaker NL

Mediapool 45

Details: voor elk mediabestand wordt naast de naam het type, de grootte en de wijzigingsdatum weergeven, de lijst kunt u met een klik op deze gegevens laten sorteren.

Grote symbolen hebben het voordeel, dat voor elk video of beeldbestand een preview-frame in de bestandslijst wordt vertoond. Zo kunt u zien, om welk materiaal het handelt. Het inlezen van de bestandenlijst kost op deze manier wel meer tijd.

Bestanden verwijderen, kopiëren en verplaatsen Alle in het Mediavenster voorkomende bestanden kunnen net als in Windows Verkenner worden geselecteerd, verwijderd of per drag & drop naar andere directories worden versleept of gekopieerd. Zo kunt u reeds vooraf, alle voor een arrangement mogelijk benodigde objecten in een aparte directory samenbrengen.

Verdere functies kunt u openen in het contextmenu, dat u opent door met de rechtermuisknop op een entry te klikken.

Eigen projecten Deze knop opent de projectmap. Dit is een submap van "Eigen bestanden" die naar het programma zijn genoemd (dus MAGIX Music Maker 2013 Premium, alleen met "_" in plaats van spaties). Deze wordt bij installatie van het programma automatisch aangemaakt. Hier worden standaard alle nieuwe opnamen en arrangementen opgeslagen en de voltooide arrangementen geëxporteerd. U kunt de plaats van opslag bij Programma-instellingen > Directories (op pagina 261, op pagina 260) wijzigen.

Eigen bestanden: de inhoud van de map "Mijn bestanden" wordt getoond. Hier worden standaard video's, foto's, muziek etc. in de betreffende submappen opgeslagen.

Mijn MP3's Dit is een snelkoppeling naar uw eigen MP3-verzameling. Als u deze knop voor het eerst gebruikt, kunt u de map kiezen waarin uw MP3-bestanden zijn opgeslagen. U kunt dit pad ook naderhand bij "Programma-instellingen" op het tabblad "Directories" (Toets Y of in het menu "Bestand > Instellingen > Programmainstellingen") wijzigen.

Page 46: MusicMaker NL

46

www.magix.nl

Databank

Deze knop toont de mediabestanden op uw computer als overzichtelijk gestructureerde databankweergave.

Dat betekent, dat de bestanden niet meer zó worden weergegeven zoals ze in de verschillende mappen op de harde schijf staan maar gegroepeerd, volgens verschillende kenmerken. Het bovenste directoryniveau is het onderscheid tussen audio-, video- en fotobestanden, de vertakkingen (subdirectories in Explorer) zijn bijvoorbeeld de opnamedatum bij foto's, of de artiest bij MP3-bestanden.

Om de mediabestanden op uw computer in de databankweergave te laten weergeven, moet u ze eerst in de MAGIX databank opnemen. Hiervoor klikt u rechts op de Databank-knop en selecteert de optie Mediabeheerprogramma voor foto's of muziek starten.

Zo wordt het betreffende MAGIX programma opgestart en begint meteen de databankscan-functie van het programma.

MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt met de gratis foto- en muziekbeheerprogramma's MAGIX Foto Manager en MAGIX Music Manager geleverd. Als u de betreffende volledige versies MAGIX MP3 Maker of MAGIX Digital Foto Maker bezit, worden deze in plaats daarvan gebruikt.

Met een rechtsklik op "Databank" en het commando "Databank zoeken" opent u een speciale dialoog via welke u uw databank doelgericht kunt doorzoeken naar media.

Zoeken in databank Snelzoeken: voer gewoon een zoekbegrip in en markeer het bestandstype (foto, audio, video). Er wordt dan in alle hoeken van de databank naar dit zoekbegrip gezocht.

Geavanceerd zoeken: hier kunt u het zoeken beperken door zoekcriteria in de volgende vorm aan te geven:

Databankkolom Conditie Vergelijkingselement

Bijv. afmeting is groter dan 800

Er kunnen drie categorieën tegelijk worden doorzocht die met de links "en" en "of" met elkaar worden verbonden.

"en" betekent: alleen de bestanden die aan alle criteria voldoen, worden weergeven, "of" betekent: alleen de bestanden die minstens aan één van de criteria voldoen, worden weergeven.

Page 47: MusicMaker NL

Mediapool 47

Instelling instrumenten Deze knop opent map met software-instrumenten. Lees voor meer informatie het hoofdstuk Software-instrumenten (op pagina 106).

Instelling sjablonen Daarmee worden de directories voor de geïnstalleerde effect-presets opgeroepen. Ook zelf opgeslagen audio- en video-effect-presets en titelsjablonen komen in deze directories terecht, zodat in de loop van de tijd een door eigen invoer aangevulde, individuele effectenbibliotheek ontstaat.

Met de knoppen links kunnen de directories voor audio-effecten ("Audio FX), presets voor de Vintage Effect Suite ("Vintage FX"), geheugens voor de Liveperformer (op pagina 144) ("Live Pads"), de LiViD Drumsynthesizer, titelsjablonen ("Titels"), video-effecten ("Video FX", "Video Mix FX") en animaties ("Visuals") worden geopend.

Ook de effecten kunnen met drag & drop worden ingezet. Ze worden met de muis gewoon naar het gewenste object gesleept.

Via het contextmenu van de audio-objecten kunnen audio-effecten in het Effectenrack (op pagina 152) nauwkeurige worden ingesteld!

Instelling keyboard Met het schermkeyboard kunnen softwaresynthesizers (op pagina 134) direct vanaf het scherm worden bespeeld en ook worden opgenomen.

Als er nog geen spoorsynthesizer actief is, wordt bij het overschakelen naar het keyboardvenster een nieuw spoor aangemaakt met een synthesizerplugin (Vita met de sound Acoustic Bar Piano).

Page 48: MusicMaker NL

48

www.magix.nl

Het keyboard stuurt altijd de synthesizer aan, waarvan het spoor op MIDI-opname is geschakeld.

U kunt het keyboard met de muis aanklikken om de instrumenten te bespelen. Als er lager op de "virtuele toetsen" wordt geklikt is de aanslagsterkte hoger en klinkt de synthesizer luider. Natuurlijk kan met de muis niet serieus muziek worden "gespeeld". (deze functie is meer bedoeld om snel klanken door te spelen.) Daarom kunt u het keyboard ook vanaf het toetsenbord van de computer bespelen!

Let op: dit werkt alleen als er eerst eenmaal met de muis op de toetsen in het virtuele keyboardscherm is geklikt. Zo niet, dan werken de toetsen van het toetsenbord als sneltoetsen (op pagina 292) voor de verschillende andere Music Maker-functies. Als de toetsen het keyboard aansturen worden op de klaviertoetsen de verschillende tekens van de markeringen op het computertoetsenbord transparant weergegeven.

In deze lijst kunt u een klankprogramma van de synthesizer selecteren.

Met deze knop opent u het editorvenster van de synthesizer waar u de klankinstellingen kunt verfijnen.

Instelling objectbeheer Het objectbeheer biedt een snelle toegang op eigenschappen van objecten, zoals bv. de audio-effecten bij audio-objecten. Bij MIDI-objecten (op pagina 82) wordt een verkleinde versie van de Midi-editor (op pagina 86) weergegeven, waarin het geselecteerde object kan worden bewerkt.

Audio-objecten Wanneer een audio-object wordt geselecteerd, opent het objectbeheer in de weergave voor audio-objecten.

Page 49: MusicMaker NL

Mediapool 49

Hier worden in een overzichtelijke lijst beschikbare objecteffecten (op pagina 153) weergegeven. Met de schakelaar vooraan schakelt u het effect in of uit. Klikken op de effectnaam opent de instellingendialoog.

MIDI-objecten Wanneer een MIDI-object geselecteerd is, toont de objectinspector een verkleinde versie van de MIDI-editors. De bediening van de MIDI-editor in de objectinspector is identiek aan zijn grote variant in het eigen venster, het menu en verschillende weergave- en opname-instellingen zijn echter niet beschikbaar.

Voor meer informatie leest u a.u.b. in het hoofdstuk MIDI-objecten de paragraaf MIDI-editor (op pagina 86).

Instelling Catooh U kunt multimediabestanden uit de Online Media catalogus Catooh beluisteren, naar het arrangement laden en verder verwerken.

Lees voor meer informatie het hoofdstuk Catooh (op pagina 259)!

Page 50: MusicMaker NL

50

www.magix.nl

Muismodi MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt speciale muismodi voor het arrangeren en bewerken van objecten.

Met het pijltje naast het muiswijzersymbool kunnen de verschillende muismodi worden ingesteld.

Verplaats selectie

Dit is de muismodus waarmee het meeste werk kan worden gedaan.

Met een klik op de linkermuisknop selecteert u objecten. Meerdere objecten kunt u selecteren met ingedrukte Ctrl- of Shift-toets.

Met ingedrukte muistoets kunt u geselecteerde objecten verplaatsen. In deze modus kunt u de objecten via de vijf hendels verbergen of zichtbaar maken en de lengte veranderen. Lees voor meer informatie het hoofdstuk "Objecten arrangeren (op pagina 53)". Als u met de rechtermuisknop op een object klikt verschijnt er een contextmenu dat de belangrijkste effecten en instellingen voor het betreffende object bevat. Wanneer een effectcurve geactiveerd is kunnen de curve-hendels geselecteerd en verschoven worden. Een dubbelklik op de curve maakt op dat punt een nieuwe hendel.

Sneltoets: Ctrl + 1, cijferblok 1

Verplaats naar spoor

Deze muismodus gedraagt zich in principe als de "Muismodus voor afzonderlijke objecten", alleen worden bij het verplaatsen van een

object, alle objecten achter dit object, mee verschoven. Dit is zeer praktisch wanneer in het vooraan gelegen deel van het spoor nog ruimte nodig is, maar de objecten verderop op het spoor onderling niet verschoven mogen worden.

Sneltoets: Ctrl + 2, cijferblok 2

Verplaats alles

Deze muismodus gedraagt zich in principe als de "Muismodus voor afzonderlijke objecten",

alleen worden bij de verplaatsing alle objecten op alle sporen, vanaf de positie van de muis, mee verschoven.

Sneltoets: Ctrl + 3, cijferblok 3

Page 51: MusicMaker NL

Muismodi 51

Automatisering

Deze muismodus is er speciaal om het volume- en effectcurven (op pagina 221) te tekenen.

Bij activering, kan er met ingehouden linkermuisknop een curvenverloop worden getekend op het object of op het spoor.

Voor de spoorautomatisering activeert u de betreffende effectcurve in het FX-menu in de spoorbox.

Voor het object gebruikt u de opdracht "Automatisering van dit object" uit het menu "Effecten > Automatisering" (toets: Ctrl + H) en kiest u de betreffende curve in de dialoog. Een klik op een object zonder geactiveerde effectcurve activeert in het betreffende object de volume-curve.

Let op: in deze muismodus wordt van objecten altijd de objectcurve bewerkt, ook als bovendien een spoorcurve wordt weergegeven. Als u de spoorcurve hier wilt bewerken moet u het object eerst ergens anders heen schuiven.

Afzonderlijke automatiseringspunten op een curve kunnen ook in de normale verplaatsingsmuismodus (zie onder) aanmaken, door op de betreffende curve te klikken.

Lees voor meer informatie over de automatiseringscurven het hoofdstuk Automatiseringscurven (op pagina 221)!

Sneltoets: Ctrl + 4, cijferblok 4

Tekenen

In deze modus kunt u achter een geladen object nog andere, gelijksoortige objecten intekenen.

Uitgaand van het eerste object worden de volgende objecten steeds maatsychroon geplaatst, zodat men deze modus ook kan zien als het intekenen van een "Mute"-automatiek van een doorlopende loop. Lees meer hierover in het gedeelte "Loops intekenen (op pagina 57)" van het hoofdstuk "Objecten arrangeren".

Sneltoets: Ctrl + 5, cijferblok 5

Splitsen

Met deze muismodus kunt u snel objecten opdelen, om bijvoorbeeld ongewenste gedeelten te verwijderen of om op verschillende delen van

Page 52: MusicMaker NL

52

www.magix.nl

objecten verschillende effecten te plaatsen.

Sneltoets: Ctrl + 6, cijferblok 6

Rekken

Deze speciale modus dient voor het aanpassen van de lengte van objecten.

Objecten kunnen met de hendels eronder uitgerekt of ingedikt worden. Daarbij wordt het audiomateriaal door middel van timestretching in tijd uitgerekt, zonder dat daarbij veranderingen in toonhoogte optreden. Onafhankelijk daarvan kunt u bij audio-objecten met de middelste hendel de toonhoogte van het object -7..+7 halve tonen wijzigen door middel van pitchshifting.

Sneltoets: Ctrl + 7, cijferblok 7

Voorbeluisteren

In deze modus kunt u alle audio-objecten voorbeluisteren, zolang de muisknop ingedrukt blijft, en wel van voor naar achter,

dus onafhankellijk van de begin- en eindmarkers in de maatlineaal. Andere objecttypen zijn tegen per ongeluk verschuiven beveiligd.

Sneltoets: Ctrl + 8, cijferblok 8

Scrubbing

Met de muisknop ingedrukt kan het arrangement vanaf de plaats van de muiswijzer, voorbeluisterd worden.

De weergavemarker volgt de bewegingen van de muis. Deze modus is bijzonder geschikt voor het zoeken naar speciale plekken in het arrangement.

Sneltoets: Ctrl + 9, cijferblok 9

Vervangen

Deze muismodus vereenvoudigt het uitzoeken van geschikte samples: een klik met de linkermuisknop op een object uit de MAGIX

Soundpool vervangt het object automatisch door een ander object uit dezelfde instrumentencategorie. Shift + linkermuisklik behoudt het object, maar wijzigt de toonhoogte. Ideaal om snel iets te proberen!

Sneltoets: Ctrl + 0, cijferblok 0

Page 53: MusicMaker NL

Muismodi 53

Contexthulp

In deze muismodus kunt u door een klik op een knop naar keuze in MAGIX Music Maker 2013 Premium het betreffende gedeelte van de Hulp openen.

Sneltoets: Alt + F1

Page 54: MusicMaker NL

54

www.magix.nl

Objecten arrangeren In MAGIX Music Maker 2013 Premium kunt u verschillende multimedia bestandsformaten gemeenschappelijk en individueel laden, arrangeren, en exporteren. In dit hoofdstuk wordt de basis voor het werken met multimedia-objecten behandeld. Daartoe worden audio-objecten, video-objecten, MIDI-objecten en synthesizerobjecten gerekend. De verdere hoofdstukken bespreken de bijzonderheden van betreffende formaten.

Alle objectbewerkingen zijn virtueel, dat wil zeggen niet destructief, ze worden bij het afspelen realtime berekend. Het multimediamateriaal wordt dus niet aangetast (non-destructieve bewerking); elke wijziging kan met de meervoudige herstelfunctie (Ctrl + Z) ongedaan worden gemaakt. U kunt naar hartelust experimenteren, zonder dat u bang hoeft te zijn het originele materiaal te wijzigen of te beschadigen.

Arrangements opslaan en laden "Arrangement" heeft betrekking op alle objecten in de Arranger (audio, video, MIDI, titels, graphics, synthesizers) inclusief hun posities, fades, lengtes-, volume-, helderheidsinstellingen en effecten.

Arrangementen kunt u via het menu "Bestand" als MMM-bestand opslaan en weer laden.

Bij het laden van arrangementen moet er op gelet worden dat alle gebruikte objecten in de betreffende mappen ter beschikking staan. Meestal wordt het aangeraden de functie "Arrangement en gebruikte media opslaan..." in het menu "Bestand" > "Back-up" te gebruiken. Dan wordt het totale arrangement met alle objecten en effecten in een regelbare map op de harde schijf opgeslagen en kan van daaruit zonder problemen worden geladen.

Multimediabestanden en objecten Alle door MAGIX Music Maker 2013 Premium ondersteunde multimediabestanden kunnen in de bestandsmanager met een muisklik op de bestandsnaam worden voorbeluisterd of -bekeken, ze kunnen ook met ingehouden muisknop naar de Arranger worden gesleept (drag & drop). Wanneer u de muisknop loslaat, worden de bestanden in de sporen als objecten weergegeven en geplaatst.

Met de Tab-knop kunt u tussen objectweergaven schakelen.

In de alternatieve weergavemodus worden de objecten niet meer frame voor frame in de Arranger weergegeven maar vereenvoudigd. Dat is vooral nuttig voor een snellere weergave van video-objecten: er wordt dan geheugen gespaard en de totale prestatie wordt verbeterd. Audio-objecten worden met één of twee (voor stereo) golfvormen weergegeven.

Page 55: MusicMaker NL

Objecten arrangeren 55

Een klik met de rechtermuisknop op een object opent een contextmenu met de belangrijkste bewerkingsfuncties, die voor het betreffende object beschikbaar zijn.

Objecten selecteren Om objecten via het menu te bewerken of te verwijderen moet u ze eerst selecteren. Hiervoor klikt u gewoon op het te selecteren object. Meerdere objecten kunnen met ingehouden Ctrl- of Shift-toets worden geselecteerd. Objectbewerkingen als montage, verplaatsing, kopiëren etc. gelden voor alle geselecteerde objecten samen.

De hendels van geselecteerde objecten worden zichtbaar, om te laten zien dat het object is geselecteerd en met effecten, of via de menufuncties, kan worden bewerkt.

Meerdere objecten kunnen snel worden geselecteerd, door met de muis naast een object in het spoor te klikken, de muisknop ingedrukt te houden en een rechthoek te trekken over alle te selecteren objecten. Alle objecten, die geheel of gedeeltelijk binnen de rechthoek liggen, worden hiermee geselecteerd (lasso-selectie).

Objecten dempen (mute) U kunt elk object afzonderlijk uitdempen. Selecteer hiervoor het betreffende object en druk op Ctrl + M (of gebruik het overeenkomstige commando in het contextmenu).

Objecten groeperen of degroeperen U kunt van meerdere objecten een groep maken, bijvoorbeeld om onvoorziene verplaatsingen te voorkomen.

Er hoeft dan ook maar één object te worden aangeklikt, om de hele groep te markeren.

Om te groeperen of te degroeperen, gebruikt u de knoppen in de gereedschappenbalk of de betreffende bevelen in het menu "Bewerken".

Objecten splitsen Alle objecten kunnen worden gesplitst. Elk daarbij ontstane objectgedeelte wordt zo een geheel zelfstandig object. Hiervoor selecteert u het object dat moet worden opgesplitst en plaatst u de afspeelmarker op de positie waar gesneden moet worden.

Klik op deze knop bovenin de gereedschapsbalk (op pagina 292)"Knippen" of kies in het menu "Bewerken" de optie "Objecten splitsen" of u drukt op de toets "T".Nog gemakkelijker gaat het met de speciale muismodus "Objecten splitsen (op pagina 51)".

Page 56: MusicMaker NL

56

www.magix.nl

Om objecten later weer samen te smeden, markeert u de afzonderlijke delen en selecteert u het bevel "Groeperen", die alle gemarkeerde objecten in een groep samenvoegt.

Objecten verveelvoudigen Objecten kunnen zeer eenvoudig worden verveelvoudigd om snel grotere arrangementen aan te maken.

Markeer eerst het object of de objecten die verveelvoudigd moeten worden.

Kies vervolgens in het menu „Bewerken“ de opdracht „Objecten dupliceren“.Er verschijnt een kopie van het object naast het origineel. De kopie kan met de muis worden verplaatst.

Tip: nog sneller kan het door met ingedrukte Ctrl-toets op een object te klikken. Er wordt dan een kopie gemaakt die direct naar de juiste positie kan worden verplaatst. Kopieën van objecten gebruiken trouwens vrijwel geen werkgeheugen!

Het gebruik van de opdracht „Kopiëren/Plakken“ uit het menu "Bewerken" is nog een andere manier om objecten te verveelvoudigen.

Objecthendels

Exacte positionering, volume- of helderheidsinstellingen, fade-ins en -outs zowel als loops kunnen met behulp van objecthendels direct in de Arranger worden gerealiseerd.

Alle bewerkingen vinden plaats in realtime en worden tijdens het afspelen berekend. Het multimedia-materiaal wordt daarbij niet aangetast (non-destructieve bewerking); elke wijziging kan met de meervoudige Undo herstelfunctie (Ctrl + Z) ongedaan worden gemaakt.

Objectfades Met de hendels linksboven en rechtsboven kan een object worden in- of uitgefaded. Door het in- en uitfaden van objecten op verschillende sporen kunnen verschillende objecten in elkaar overvloeien (crossfades). De lengte van het overvloeien kan daarbij direct met de hendels worden geregeld.

Objecten inkorten of loopen Objecten worden virtueel ‘gesneden’ als ze met de muis worden ingedikt. Omgekeerd kunnen ze ook door uittrekken worden verlengd: Dan wordt het object zolang geloopt (herhaald) afgespeeld tot de afspeelcursor het eind van de objectweergave heeft

Page 57: MusicMaker NL

Objecten arrangeren 57

bereikt. Zo kan zeer snel uit één drumloop een heel drumspoor of uit een korte videoeen lange video worden gecreëerd.

Breng de muis naar de onderste rand van het object tot de muiscursor in een ander symbool verandert. Nu kan het object uit elkaar worden getrokken of in elkaar worden gedrukt tot de gewenste lengte is bereikt.

Normaliter wordt een object altijd over de totale lengte van het basismateriaal (audio- of videomateriaal) geloopt. Zo definieert u een deel van bestand als loop: kort het object in met de hendels aan de voor- en achterkant en kies in het menu “Bewerken” de opdracht “Door gebruiker gedefinieerde loop bepalen”. Deze functie is heel nuttig om eigen opnamen als loop toe te passen. U kunt hiermee de stiltes aan het begin en eind van de opname wegknippen.

Volume/helderheid instellen Met de volume/helderheidshendel midden boven in het object kan het volume van audio en MIDI-objecten respectievelijk de helderheid van video en afbeeldingsobjecten worden aangepast.

Als meerdere objecten parallel worden afgespeeld kunnen zo het volume en de helderheidsverhoudingen tussen objecten individueel worden ingesteld.

De volume en helderheidsverhouding tussen verschillende sporen worden in de Mixer (op pagina 226) ingesteld.

Loops “intekenen” Audioloops kunnen met de muis op de Arranger-sporen worden „ingetekend“.

Schakel hiervoor de muis in de modus Objecten tekenen door op het betreffende pictogram op de muismodusbalk te klikken.

Vervolgens moet een audiosample worden geladen die als voorbeeld dient en aan het eind van het spoor als loop wordt ingetekend.

Vervolgens moet een audiosample worden geladen die als voorbeeld dient en aan het eind van het spoor als loop wordt ingetekend:

1. Laad een loop uit de Mediapool in de arranger. 2. Klik met de muis in een gedeelte verderop op hetzelfde spoor en teken met

ingedrukte muistoets de loop.

De getekende loopgedeelte is - uitgaande van het eerste object - altijd maatsynchroon. Dat wil zeggen: de getekende loop wordt niet vanaf het begin afgespeeld, maar zet in waar de oorspronkelijke loop zou zijn geweest, als deze tot aan deze plaats zou hebben geduurd. Of anders gezegd: op het spoor bevindt zich een voortdurende loop en u tekent in op welke plaatsen u deze loop wilt horen (Mute-automatisering).

Page 58: MusicMaker NL

58

www.magix.nl

De synchrone objectstart in deze modus heeft nog een ander effect: als men een object verplaatst, worden alleen de objectgrenzen verplaatst. De eronder liggende loop blijft altijd „in de maat“.

Takes Elk object kan ook als "Take" worden opgeslagen. In takes worden alle bewerkingen op een object als objectlengte, fade-instellingen en objecteffecten opgeslagen. In MIDI-takes wordt het aangestuurde instrument (MIDI-uitgang of software-instrument) opgeslagen.

Takes worden als "TAK"-bestanden (*.tak) opgeslagen en nemen nauwelijks ruimte in op de harde schijf. U kunt dus bijvoorbeeld een eigen sample monteren, van verschillende effecten voorzien en als verschillende takes opslaan, om hem met alle verschillende bewerkingen in andere MAGIX Music Maker 2013 Premium-arrangementen te gebruiken. De originele sample wordt niet meermalen opgeslagen, alleen de instellingen van het object en de effecten worden opgeslagen. U kunt ook synth-objecten (op pagina 134) als takes opslaan, zo kunt u voor deze synthesizer eigen preset-bibliotheken aanleggen.

De met MAGIX Music Maker 2013 Premium meegeleverde MIDI-loops (herkenbaar in de Mediapool aan dit symbool) zijn overigens ook altijd takes, omdat de MIDI-bestanden (op pagina 82) waarop ze gebaseerd zijn alleen samen met het juiste synthesizergeluid zo klinken als bedoeld.

Let op! Bij het laden van takes moet het audio- of videobestand, waarvoor de take is aangelegd, zich bevinden in de originele map!

Sneltoets: Alt + Shift + S

Objecteigenschappen Deze functie toont alle informatie over het geselecteerde object, zoals bestandsnaam, positie op de harde schijf, tempo etc. Bovendien biedt de Objecteditor de mogelijkheid de voor- en achtergrondkleur van ieder object in het arrangement te definiëren.

Het tabblad Tempo/toonhoogte geeft informatie over het gepatchte of gedetecteerde tempo en over de toonhoogte van het audio-object. Ook wordt vermeld wat voor uitwerking de verschillende timestretching/pitchshifting-operaties op het object zullen hebben. De aanpassing van het tempo/toonhoogte bij het laden van een sample, het effect van de mastertemporegelaar en timeprocessor als object-effect-rack – alles wordt in verhouding berekend, waardoor ook situaties kunnen ontstaan waarin niet alle factoren juist kunnen worden omgezet. Er zijn daarom twee knoppen waarmee het tempo van een object kan worden verdubbeld of gehalveerd. Gebruik deze knoppen ook als het tempo van een eigen loop met een factor 2 onjuist werd geanalyseerd.

Page 59: MusicMaker NL

Objecten arrangeren 59

Audio samenvoegen Wanneer u het overzicht over de Arranger verliest, de ruimte op de harde schijf krap wordt of het gedane werk moet worden samengevat, kan het arrangement of een gedeelte ervan met de functie Mixdown worden samengevoegd tot één audio- of video-object.

Selecteer daarvoor de functie Mixdown in het menu "Bewerken > Spoor". Voor het Mixdown-object kunt u een naam en een plaats voor de opslag bepalen. Vooringesteld hiervoor is de map "Eigen projecten". Wanneer er zich alleen audio-objecten op de sporen bevinden, wordt er een Wave-bestand aangemaakt. Wanneer er zowel audio- al video-objecten op de Arranger-sporen staan, kunt u kiezen, of er een audiobestand of een videobestand moet worden aangemaakt.

De objecten van het arrangement of het gedeelte worden door een nieuw object vervangen.

Het audiobestand wordt door MAGIX Music Maker 2013 Premium automatisch genormaliseerd, dat wil zeggen dat het luidste gedeelte van het Wave-audio-object van het arrangement exact overeenkomt met de hoogste waarde van de 16bit-resolutie. Hierdoor wordt verlies van geluidskwaliteit verhinderd, zelfs wanneer u het mixdownbestand steeds weer opnieuw in de Arranger of per mixdown met andere Wave-audio-objecten mixt.

Tip: de mixdownfunctie is vooral handig wanneer u vervolgens met het mixdown-object verder wilt werken. Voor het maken van de eindversie van de song of video wordt in plaats van de mixdown-functie de "Arrangement exporteren"-functie in het menu "Bestand" aangeraden.

Sneltoets: Ctrl + Shift + G

Page 60: MusicMaker NL

60

www.magix.nl

Audio-objecten

Audiobestandsformaten MAGIX Music Maker 2013 Premium laadt en bewerkt audiobestanden in de bestandsformaten Wave (.wav), OGG Vorbis (.ogg), Windows Media Audio (.wma), MPEG (.mpg), MP3 (.mp3) en CDA (Audio-cd-tracks). De stereo- of monogegevens van een bestand worden als een object in de Arranger van MAGIX Music Maker 2013 Premium weergegeven. Daarbij wordt het materiaal als golfvorm weergegeven zodat het geluid visueel wordt afgebeeld wat de bewerking een stuk eenvoudiger maakt.

Naast wave-bestanden kunt u MP3-bestanden, OGG Vorbis (.ogg) en ringtones exporteren.

In de Premium-versie kunnen bovendien nog de Surround-formaten MP3 Surround (nach Activering van de encoder (op pagina 287)), Surround-WMA en Wave (6-kanaals interleaved) geladen en geëxporteerd worden.

Audiobestanden laden en bewerken Alle audiobestanden die kunnen worden geïmporteerd kunt u via de Verkenner beheren en eenvoudigweg door een klik op de bestandsnaam vooraf beluisteren. De bestanden kunnen met drag & drop naar de Arranger worden gesleept.

Ook tracks van audio-cd's kunnen met drag & drop in het arrangement worden geïntegreerd.

Montage, exacte positionering, volume-instelling en in- en uitfaden vindt plaats met behulp van de objecthendels, direct in de Arranger. Lees daarvoor het hoofdstuk „Objecten arrangeren"!

Smart Preview voor de meegeleverde samples De meegeleverde samples kunnen perfect worden voorbeluisterd tijdens het afspelen van het arrangement. Ze lopen immers synchroon met het bestaande nummer. Dat wil zeggen, dat wanneer u loops uit verschillende stijlen met verschillende tempi combineert, dat al in de preview het tempo van de nieuwe sample aan het tempo van het arrangement wordt aangepast.

U kunt dus in realtime een nummer samenstellen door verschillende samples te laden en tijdens het afspelen nieuwe bouwstenen uit te zoeken.

Met een muisklik of een druk op Enter kan de loop in het arrangement worden geplaatst en met de Del-toets kan hij weer worden verwijderd.

Page 61: MusicMaker NL

Audio-objecten 61

Tip: gebruik ook de toetscommando's voor het snel wisselen van het afspeelgedeelte (op pagina 36) met de pijltoesten, om loops doelgericht in het arrangement te plaatsen.

Audio-opname Met de functie audio-opname kunnen eigen geluiden als zang, spraak, achtergrondgeluid of muziekinstrumenten met MAGIX Music Maker 2013 Premium worden opgenomen.

Klik op de knop REC in de spoorbox, om te bepalen op welk spoor er moet worden opgenomen.

De weergave in de spoorbox wijzigt zich in

Vooropgesteld dat u alles juist heeft aangesloten (zie onder) wordt nu het ingangssignaal met alle spooreffecten (voor zover ingesteld) weergegeven (Livemonitoring (op pagina 229)).

Voor Livemonitoring moet gebruik worden gemaakt van een ASIO-stuurprogramma (op pagina 264).

Met een klik op de rode knop op de transportbalk start u de eigenlijke opname.

Aansluiten van de opnamebronnen Eerst moet de opnamebron op de geluidskaart worden aangesloten. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden, afhankelijk van uw apparatuur.

• Wanneer u muziek van een stereo-installatie wilt overdragen, gebruik dan de Line in-ingang van uw geluidskaart. Wanneer de versterker van uw stereo-installatie een aparte Line Out of Aux Out heeft, moet u deze uitgang voor opname gebruiken. Deze moet u dan op de Line in-ingang van de geluidskaart aansluiten (meestal blauw). Meestal heeft de hifi-versterker cinch-ingangen en de geluidskaart stereo mini-jack-ingangen. U heeft dan een kabel nodig met twee cinch-pluggen en een stereo mini-jack.

• Als de versterker geen aparte uitgangen heeft (behalve die van de luidsprekers) kunt u de hoofdtelefoonaansluiting gebruiken voor de opname. Hiervoor heeft u (in de regel) een kabel nodig met stereo-jacks resp. stereo-mini-jacks. Deze aansluiting heeft het voordeel dat het niveau met een aparte volumeregelaar ingesteld kan worden. Hoofdtelefoonaansluitingen zijn echter niet zeer hoogwaardig. Daarom moet u, wanneer mogelijk, eigenlijk de Line out-uitgangen gebruiken.

Page 62: MusicMaker NL

62

www.magix.nl

• Bij het overdragen van muziekcassettes uit een tape-deck kunt u de Line out-aansluitingen van het tape-deck direct op de Line in-ingang van de geluidskaart aansluiten.

• Bij het overdragen van platen moet u uitgangen van een platenspeler niet direct op de geluidskaart aansluiten omdat het signaal van de platenspeler eerst moet worden voorversterkt. Hier is dan meestal de enige oplossing het gebruik van de hoofdtelefoonaansluiting of een externe voorversterker.

• Wanneer u microfoonopnamen wilt maken, verbindt u de microfoon met de microfooningang van de geluidskaart (meestal rood).

Niveauregeling van het signaal en de opname Ook voor een digitale opname via de geluidskaart is niveauregeling een vereiste om een optimale geluidskwaliteit te behalen.

Open zodra alles goed is aangesloten de opnamedialoog met de opnameknop en start de bron die moet worden opgenomen.

U kunt het opnameniveau met de led-keten in de opnamedialoog controleren. Hiervoor moet u "Niveauregeling weergeven" activeren.

Wanneer deze te hoog is, zodat er vervorming optreedt, moet u het inkomende signaal reduceren. Als u de geluidsbron via de line-out van de versterker of het cassettedeck met de geluidskaart heeft verbonden, gaat het signaal over het mixervenster van uw geluidskaart. U bereikt de mixer direct vanuit de opnamedialoog via de knop "Geluidsmix".

Wanneer u de ingangssterkte met de schuifregelaar reduceert, reduceert u tegelijkertijd de nauwkeurigheid van de resolutie waarmee het analoge materiaal wordt gedigitaliseerd. Daarom moeten deze regelaars zo luid mogelijk worden ingesteld, zolang er geen storingen optreden!

Maatstaf voor de optimale regeling van het opnameniveau is natuurlijk het luidste gedeelte van het materiaal. Deze moet maximaal worden ingesteld. De eigenlijke opname begint pas, wanneer de knop "Opnemen" in het venster "Audio-opname" wordt aangeklikt. Aan het einde van de opname, uiterlijk bij het bereiken van de eindmarker krijgt u de vraag of u de opname wilt gebruiken. Het nieuwe opgenomen materiaal wordt op het eerstvolgende vrije spoor geplaatst op de actuele positie van de beginmarker in het arrangement.

Page 63: MusicMaker NL

Audio-objecten 63

Dialoog Audio-opname

Normaliseren na de opname: met deze optie wordt het materiaal na de opname op het maximale volume ingesteld. Voor de beste geluidsresultaten kunt u echter beter proberen, de geluidsbron vóór de opname zo luid mogelijk in te stellen, zonder dat er vervormingen optreden. Hierbij biedt de piekmeter-weergave in de opnamedialoog hulp.

Audiostuurprogramma: hier kunt u de geluidskaart voor de opname selecteren.

Audiobestand opslaan als.../In de volgende map opslaan: hier geeft u de titel van het op te nemen audiobestand op. Bovendien kunt u de directory kiezen, waarin het bestand moet worden opgeslagen.

Opnamekwaliteit: Hier stelt u de geluidskwaliteit in. In het presetmenu kunt u kiezen tussen AM radio, FM radio, cd audio en DAT (Digital Audio Tape).

Niveauregeling weergeven (monitor): Met de audiomixweergave (piekmeter) kunt u de sterkte van het ingangssignaal in de gaten houden. Lees hiervoor ook de paragraaf met thema Niveauregeling (op pagina 62).

Opname: Met deze knop wordt de opname opnieuw gestart. Voor het audiomateriaal van verdere opnamen wordt het eerste vrije spoor gebruikt.

Stop: deze knop stopt de opname.

Page 64: MusicMaker NL

64

www.magix.nl

Afspelen tijdens opname: Als deze optie actief is, wordt het arrangement tijdens de opname mee afgespeeld. Hiermee kunt u opnamen aan het al bestaande arrangement toevoegen.

Geavanceerd: via deze knop bereikt u een venster waarin u uit drie speciale functies kunt kiezen.

Geavanceerde instellingen • Mono-opname: dit activeert u voor een mono-opname. Daarmee wordt de

benodigde ruimte op de harde schijf met de helft gereduceerd. Mono-opnamen zijn vooral aan te raden voor spraakopnamen waarbij maar één (standaard) monomicrofoon wordt gebruikt.

• Realtime aanpassing van de samplerate: hiermee wordt de samplerate van het nieuw op te nemen bestand automatisch aangepast aan de samplerate van het geluidsspoor van de huidige film (die u bij de video-opname instelt).

• Volumevermindering (ducking): als u een video met een bestaand, goed uitgestuurd audiospoor wilt voorzien van extra gesproken commentaar of ander geluidsmateriaal, activeert u in de opnamedialoog de optie "Automatische volumevermindering van andere audiosporen". Daardoor wordt bij de opname op de plaatsen in het arrangement waar zich een audio-object bevindt automatisch het volume verminderd. Dit verloopt volgens een automatisch geconfigureerde volumecurve: voor en na de opname wordt een fade-out, respectievelijk fade-in toegepast, zodat het totale volume homogeen blijft. (Het verminderen van het volume tijdens gesproken commentaar wordt ook wel "ducking" genoemd.)

Audio-cd inlezen Hte laden van een audio-cd gaat precies zo als het overbrengen van andere bestanden naar het arrangement:

• Plaats een audio-cd in het cd/dvd-station. • Schakel in de Mediapool (bestandenmanager, computer) over naar het cd/dvd-

station. De afzonderlijke titels van de cd verschijnen in de bestandslijst. • Een muisklik start de weergave van de cd-titels om ze alvast te beluisteren. • Met drag & drop in een spoor van het actuele arrangement wordt de cd-titel

digitaal ingelezen ("gegrabbed") en naar de harde schijf gekopieerd. De bestanden worden in de importmap opgeslagen (instelbaar in het menu Bestand > Instellingen > Programmainstellingen > Directory's (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Directory's" op pagina 267)).

• In het spoor verschijnt de cd-track als audio-object en kan direct worden afgespeeld of bewerkt..

Cd-Manager Deze optie opent een cd-Manager, waarin tracks van audio-cd's geselecteerd en gedeeltelijk of compleet naar het arrangement kunnen worden geladen. Bovendien

Page 65: MusicMaker NL

Audio-objecten 65

kunt u, indien u meerdere stations heeft, het gebruikte station selecteren en configureren.

De cd-Manager maakt de import van audiodata met de meeste cd- en dvd-stations en -branders mogelijk. Laat u eventueel door de technische support informeren, welke stations geschikt zijn. De import van data vindt geheel op een digitaal niveau plaats, dus zonder verlies van geluidskwaliteit. Audiotracks worden als Wave-bestand naar het arrangement geïmporteerd. De bestanden worden in de importdirectory opgeslagen (menu Bestand > Instellingen > Programma-instellingen > Systeem > Directories (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Directory's" op pagina 267)).

Om audio-cd-tracks via de cd-manager te importeren, moet u het volgende doen:

1. plaats een audio-cd in het station en kies in het menu Bestand de optie "Audio-cd-tracks importeren". Een dialoog met een lijst met cd-tracks wordt nu getoond. Indien u meerdere stations heeft, moet u in sommige gevallen éérst het station uitkiezen waar u de cd in heeft gestopt. Dat doet u bij CD-stationsopties.

2. Selecteer de gewenste titel(s). Meerdere titels selecteert u met Ctrl + muisklik. 3. Klik op "Kopieer geselecteerde track(s)...". 4. Nu verschijnt de dialoog "Project importeren". Hier bepaalt u de

bestandsnamen en de doeldirectory. 5. Nu wordt het audiomateriaal van het station naar de harde schijf gekopieerd.

Een voortgangsweergave informeert u over het verloop. 6. Wanneer het inlezen is afgesloten wordt de dialoog gesloten en worden de

tracks als afzonderlijke objecten in het arrangement ingevoegd.

De Tracklist-dialoog

Page 66: MusicMaker NL

66

www.magix.nl

Aan de linkerkant van de lijst selecteert u de te importeren cd-track(s). Meerdere opeenvolgende tracks kunt u ook met Shift en muisklik uitkiezen, met Ctrl en muisklik selecteert u meerdere afzonderlijke tracks. Met "Kopieer geselecteerde track(s)" start u het audiokopieerproces. In het arrangement wordt voor iedere track een nieuw object aangemaakt.

Transportbesturing: hiermee kunt u de weergave, net als bij een echte cd-speler, starten, stoppen en pauzeren en binnen de tracklist voor- en achteruit springen.

Met de kleine schuifregelaars bovenaan bestuurt u het previewvolume. Met de schuifregelaars onderaan kunt u doelgericht naar een bepaalde plek in een track gaan. Wanneer u slechts een gedeelte van een cd-track wilt importeren, klikt u aan het begin van de selectie op "Selectiebegin" en aan het einde op "Selectie-einde".

Onder de transportbesturing wordt informatie over de totale lengte en de benodigde opslagruimte van de gekozen track weergegeven.

Alle tracks selecteren: alle audiotracks worden geselecteerd om bijvoorbeeld een complete cd te kopiëren.

In de rechter selectiebox kunt u de leessnelheid uitkiezen, in de linker selectiebox de leesmodus (zie ook: De CD-ROM-configuratiedialoog).

cd-station-opties: hier kunt u instellingen voor het gebruikte cd-station voornemen en het station voor het inlezen van de cd uitkiezen, voor het geval er meerdere cd-stations zijn (zie De CD-station-dialoog).

De dialoog "Project importeren": de dialoog "project importeren" verschijnt nadat u de optie "Kopieer geselecteerde tracks" heeft geselecteerd. Hier kunt u de namen en doeldirectories voor de audiobestanden instellen. De audiobestanden worden uitgaande van de ingevoerde naam oplopend genummerd ("naam" -> naam_1.wav, naam_2.wav...).

Kopieerbeveiligde cd's Volgens het auteursrecht is het verboden om een audio-cd met of zonder kopieerbeveiliging te kopiëren. Elke eigenaar van een cd mag echter een zogenaamde veligheidskopie voor eigen gebruik maken- ook van kopieerbeveiligde cd's. Het probleem is dat u van kopieerbeveiligde cd's geen kopie kúnt maken, aangezien u deze cd's via een normaal pc-station niet kunt inlezen. Om een veiligheidskopie van zo'n kopieerbeveiligde cd te maken, moet u deze met een audio-cd-speler afspelen en als "normale" analoge opname via de geluidskaart opnemen.

Page 67: MusicMaker NL

Audio-objecten 67

De dialoog Stationslijst Tracklijst: Deze knop opent de tracklijstdialoog voor het kopiëren van een of meer tracks.

Configuratie: deze knop opent de configuratiedialoog, waarin diverse speciale instellingen, SCSI-ID's enz. ingesteld kunnen worden.

Reset: zet de stationsinstellingen weer terug naar de standaardinstellingen.

Station toevoegen: maakt een nieuwe station-entry aan in de lijst, waaraan u nog speciale instellingen moet toevoegen.

Station verwijderen: verwijdert het geselecteerde station uit de lijst.

Set-up opslaan: slaat de huidige stationslijst en alle configuratiedata op in een *.cfg bestand.

Set-up laden: laadt de stationslijst en alle configuratiedata uit een *.cfg bestand.

De cd-r-configuratiedialoog Stationsnaam: hier kunt u de naam van het station invoeren. Dat is handig als u meerdere namen voor hetzelfde station gebruikt.

Host adapter-nummer: hier kunt u het nummer van de SCSI-host adapter invoeren (normaal gesproken 0).

SCSI ID: hier kunt u een SCSI-ID van uw cd-rom-station aangeven. Let ook op de correcte ID, er komt geen foutcontrole.

SCSI LUN: stelt de SCSI LUN-parameter in, normaal gesproken 0.

Alias: hier kunt u de fabrikant van het cd-station invoeren.

Kopieermodus Normaal: kopieert de audiogegevens zonder softwarecorrectie.

Kopieermodus sectorsynchronisatie: kopieert de audiogegevens met een speciaal correctiealgoritme. Dit is heel handig aangezien veel cd-stations moeite hebben om terug te keren naar exact dezelfde positie zodat er gekraak kan optreden.

Kopieermodus Burst: optimaliseert de snelheid van het kopieerproces; er wordt geen softwarecorrectie toegepast.

Sectoren per cyclus: definieert het aantal audiosectoren die in een leescyclus van een audio-cd moeten worden gelezen. Hoe groter het aantal is, des te sneller gaat het kopiëren. Veel SCSI-systemen hebben echter moeite met meer dan 27 sectoren.

Page 68: MusicMaker NL

68

www.magix.nl

Sync-sectoren: hier kunt u het aantal audiosectoren instellen dat moet worden gebruikt voor de softwarecorrectie. Hoe groter het aantal, des te stabieler de correctie maar des te lager de snelheid.

Audio-cd's opnemen In deze gevallen kan de cd ook via een audio-opname worden ‘ingelezen’. Het nummer van de cd wordt dan op de gewone manier afgespeeld door het cd-rom-station en door de geluidskaart weer opgenomen. Let hierbij op, dat de digitale trackgegevens van de digitaal-analoog-omzetter van het cd-rom-station eerst in analoge signalen en vervolgens door de analoog-digitaal-omzetter van de geluidskaart weer in digitale gegevens moeten worden omgezet. Dit leidt afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte omzetter tot kwaliteitsverlies.

Vooraf moet de optie „cd-tracks via opnamedialoog inlezen" in het menu „Bestand" > "Instellingen" > "Programma-instellungen" > "Audio" worden geactiveerd. Bovendien moet de audio-uitgang van het cd-r-station met de ingang van de geluidskaart worden verbonden. Dit gewoonlijk bij de meeste multimedia-pc's het geval. Als dit niet zo is, is dit met een kleine interne kabel te bewerkstelligen.

Wanneer „cd-tracks via opnamedialoog inlezen" is geactiveerd, kunnen er overigens ook songgedeelten in het arrangement worden opgenomen, zonder de gehele track te moeten laden.

Afspeeltempo of toonhoogte veranderen Wanneer u zelf opgenomen audiomateriaal uit verschillende bronnen, samples uit verschillende soundpools of songs vanaf cd met elkaar wilt combineren, zal het vaak voorkomen dat u het tempo of de toonhoogte van de audio-objecten aan elkaar moet aanpassen. Daarvoor bestaat een automatische functie die het tempo van audio-objecten al bij het laden aan het tempo van het arrangement aanpast naast geavanceerde gereedschappen zoals de Remix Agent en de Loop Finder (op pagina 277).

Automatisch tempo aanpassen tijdens laden In het algemeen geldt: bij het laden van audiobestanden met MAGIX Music Maker 2013 Premium worden deze automatisch aan het tempo van het arrangement aangepast. Normaal gesproken hoeft u zich dus niet druk te maken om verschillende tempi in uw audiobestanden en Soundpool-samples, alles past automatisch bij elkaar. Omdat echter ook deze automatisering wel eens een steekje laat vallen, wordt hieronder de werkwijze uitgelegd, zodat u weet wat te doen wanneer u moet teruggrijpen op het "handwerk".

In een nieuw (leeg) arrangement wordt het tempo bepaald door de eerste in het arrangement geladen sample. Alle volgende audiobestanden worden dan automatisch aan dit tempo aangepast. Wanneer u dus een remix plant, die uit samples met verschillend tempo bestaat, probeer dan het belangrijkste sample het eerst te laden.

Page 69: MusicMaker NL

Audio-objecten 69

Deze ondergaat dan in tegenstelling tot de andere geen klankverlies door timestretching.

Om een correct in tempo aan te kunnen passen moet natuurlijk om te beginnen het uitgangstempo bekend zijn. Gaat het daarbij om een Soundpool-sample, dan wordt het daarin opgeslagen ("gepatchte") tempo gebruikt, daardoor werkt de tempoaanpassing altijd.

Bij alle andere (korte) samples wordt automatisch geprobeerd een tempo vast te stellen. Als de sample niet precies is gesneden, dat wil zeggen, hij bevat geen geheel aantal maten of wordt hij door de automatische bepaling verkeerd geïnterpreteerd, dan kan het zijn dat de automatiek niet werkt. De sample wordt dan onjuist getimestretcht of als het de eerste sample is, wordt een foutief tempo voor het arrangement ingesteld.

In dit geval gebruikt u de Loop Finder om het tempo half-automatisch te bepalen. (Meer hierover in hoofdstuk Menu Effecten > Audio > Loop Finder (op pagina 277)). Daar laat de sample zich tot een ronde loop snijden en ofwel het arrangement op het aldus gevonden tempo aanpassen, of de sample aan het arrangement.

Bij langere samples ( > 15 seconden), bijvoorbeeld hele songs van cd of MP3, wordt eventueel de Remix Agent pgeroepen. Ook daar heeft u onder meer de mogelijkheid de sample aan het arrangement of het arrangement aan de sample aan te passen.

MIDI-objecten ter aansturing en synth-objecten hebben altijd het juiste tempo, doordat ze zich altijd naar het tempo van het arrangement richten.

In de dialoog Programma-instellingen (op pagina 263) (toets Y) > Importeren kunt u de automatische tempoaanpassing ook helemaal deactiveren of beperken tot gepatchte samples.

Tempo of toonhoogte van afzonderlijke objecten wijzigen Met „Resampling", „Timestretching" en „Pitchshifting" beschikt u over drie hoogwaardige effecten waarmee u de toonhoogte en het tempo van geslecteerde audio-objecten afhankelijk of onafhankelijk van elkaar kunt wijzigen. U bereikt ze via het effectenmenu.

De functies kunt u voor alle audiobestanden gebruiken, dus zowel voor de meegeleverde samples als voor eigen opnamen, cd-tracks of geluiden van internet.

Het afspeeltempo kan het snelst met de „Timestretch"-muismodus worden gewijzigd, waarbij het audio-object met de onderste hendels kan worden samengedrukt of uitgerekt, zo wordt de afspeelsnelheid gewijzigd maar blijft de toonhoogte van het object gelijk.

Page 70: MusicMaker NL

70

www.magix.nl

Song Maker Met behulp van de Song Maker laat u automatisch meerdere audio-objecten (loops) van de meegeleverde samples tot songs of songgedeeltes arrangeren, zonder deze afzonderlijk uit de Mediapool in de betreffende sporen te moeten slepen. Natuurlijk kunt u van een relatief toevallige selectie loops geen wonderen verwachten, maar om alvast basis voor een nummer te hebben, waarop dan weer verder gebouwd kan worden, heeft de Songmaker zijn waarde.

Activeer de Songmaker via het menu "Effecten" of met de sneltoets W.

Selecteer een muziekrichting (stijl)

Selecteer de instrumenten die u wilt gebruiken. Als u bijvoorbeeld alleen een ritmebasis van drums en bas wilt maken, deactiveert u de andere instrumenten met een klik met de muis.

Hier selecteert u de songgedeeltes (bestanddelen) die u wilt maken. De gedeeltes onderscheiden zich in de harmonische structuur en de instrumentendichtheid, zo bevatten coupletten bv. minder instrumenten dan refreinen waarbij er van couplet 1 tot 2 nog variaties in de begeleiding zijn, evenals in de refreinen. De volgorde van de geluidsniveaus zijn in de coupletten en refreinen steeds gelijk. Wanneer u alle gedeeltes activeert, maakt de Songmaker een complete song in de bekende structuur van een klassieke popsong. Intro-couplet-songrefrein-couplet-refrein-brug (overgang of solo)-refrein -outro.

Met de schuifregelaars rechts bepaalt u de snelheid en lengte van uw songs.

"Chaos" loot voor elke nieuw object een andere loop van het betreffende instrument uit. Normaal gesproken wordt elk songelement zoals couplet, refrein etc. altijd weer in dezelfde loop in verschillende geluidsniveaus gebruikt. Met "Automatisch" wordt zodra een song afgelopen is, automatisch een nieuwe song uit een toevallig geselecteerde Style gekozen.

Klik op "Gemaakte song". Nu stelt de Song Maker automatisch een arrangement samen. Vooralsnog gaat het om een voorstel.

Page 71: MusicMaker NL

Audio-objecten 71

U kunt het voorstel van de Song Maker met de afspeelknop voorbeluisteren. Wanneer het resultaat u niet bevalt hetzelfde nog een keer proberen. Daarbij kunt u instrumenten die u wilt behouden met een klik met de rechter muisknop tegen overschrijven beschermen. Oudere standen zijn steeds via de knoppen "Ongedaan maken" of "Herstellen" te bereiken.

Wanneer het voorstel van de Song Maker u bevalt, klikt u op "Overnemen". Nu pas worden de bouwstenen in de Arranger ingevoegd. Met één klik op "Annuleren" beëindigt u de Song Maker en u keert naar de uitgangssituatie van het arrangement terug.

Tip: wanneer u de Song Maker oproept in een arrangement waarin zich al audiomateriaal bevindt, blijft dat intact. U kunt dus de Song Maker ook meerdere keren na elkaar oproepen en zo de tussenresultaten steeds opslaan. Ook kunt u verschillende delen van nummers na elkaar aanmaken: de resultaten van de Song Maker worden steeds op de positie van de beginmarker ingevoegd. Wanneer u dus achteraf een refrein wilt wisselen zet u van tevoren de beginmarker (op pagina 36) op die positie.

Sneltoets: W

Page 72: MusicMaker NL

72

www.magix.nl

Remix Agent

De Remix Agent is een krachtig gereedschap dat het tempo (uitgedrukt in beats per minute (BPM)) en de timing van de kwartnoten (beats) in een song analyseert. Dit is belangrijk als er bijvoorbeeld een track van een audio-cd in MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt geïmporteerd, die moet worden gecombineerd met drumloops, effecten en synthesizers.

Wanneer wordt de Remix Agent gebruikt?

• Als het tempo van het arrangement aan het tempo van de geïmporteerde song moet worden aangepast.

Page 73: MusicMaker NL

Audio-objecten 73

• Als het tempo van de geïmporteerde song aan het tempo van een bestaand arrangement moet worden aangepast.

• Als een song maatnauwkeurig moet worden geknipt om remix-objecten aan te maken, die vervolgens in willekeurige volgorde kunnen worden gearrangeerd.

Voorwaarden voor het gebruik van de Remix Agent • Songs moeten langer zijn dan 15 seconden. • Een song moet ritmische (dance, disco) muziek bevatten.

Songs moeten in stereo-indeling beschikbaar zijn.aanwijzing: voor de analyse wordt ervan uitgegaan dat de song een 4/4 maat heeft. Wanneer een van de bovenstaande voorwaarden niet is vervuld, kan de Loop Finder worden gebruikt.

Wanneer songs naar het arrangement worden gesleept die langer dan 15 seconden zijn, wordt de Remix Agent automatisch gestart. Bij het laden van kortere samples (< 15s) wordt het tempo automatisch bepaald en worden eigen loops automatisch aan het tempo van het arrangement aangepast. Dit geldt ook voor het beluisteren in de Mediapool (Smart Preview).

Dit gedrag kunt u in de audio/video-opties (Toets A) afzonderlijk deactiveren. Meer uitvoerige aanwijzingen hiervoor vindt u in het hoofdstuk: menu "Bestand" > "Instellingen" > "Programma-instellingen".

Remix Agent: voorbereiding Voor het openen van de Remix Agent moet de beginmarker in de Arranger op de positie worden geplaatst vanaf welke de detectie moet plaatsvinden. Als de song een lang, rustig begin zonder beats heeft, plaatst u de beginmarker het best aan het einde van deze rustige passage.

De Remix Agent werkt namelijk het best met ritmische muziek waarin een duidelijk ‘beat’ te herkennen is.

• De beginmarker moet voor een beat (tel) worden geplaatst, of beter nog: vóór de eerste beat van een maat.

• Als de beginmarker voor het song-object is geplaatst, wordt het hele object vanaf het begin geanalyseerd.

• Als de detectie niet tot het eind van de song moet plaatsvinden, kan het object worden verkort met de hendels aan het eind van het object.

Tempo- en maatdetectie-assistent: stap 1 Als de beatdetectie-assistent wordt opgeroepen, wordt het geselecteerde songobject geanalyseerd en vervolgens afgespeeld. Er klinkt een metronoom in het tempo van de gedetecteerde beats en de gevonden beats worden als strepen in de golfvormweergave aangeduid. De volgende gevallen worden onderscheiden:

• Begin van de maat (de één): rode lijn.

Page 74: MusicMaker NL

74

www.magix.nl

• Posities waar andere beats werden gevonden (de twee, drie en vier): groene lijnen.

• Duidelijk herkende posities: dikke lijnen. • Minder duidelijk herkende posities: dunne lijnen. • Bij ‘tapping’: blauwe lijnen.

Als de maat-en tempo-informatie al aanwezig is, wordt dit door punten boven de grafiek aangegeven. Links boven de wave-weergave kan het volume van de metronoom worden ingesteld. De BPM-waarde wordt rechts aangegeven. Als er een geldige BPM-waarde is gevonden, wordt deze in groen weergegeven.

Als de metronoom op de maat van de muziek klinkt, zijn de maten en beats goed gedetecteerd, zo niet, dan kan het tempo handmatig worden gecorrigeerd.

Tempo- en maatdetectie-assistent: correctie Als het resultaat niet juist is, kan de beatdetectie-assistent u met enkele muisklikken op de correctieknoppen ‘op weg helpen’.

Er zijn twee mogelijkheden: enerzijds biedt de Tempocorrectielijst alternatieve BPM-waarden, die ook van toepassing zouden kunnen zijn op de muziek. De hier in te stellen BPM-waarden worden automatisch gedetecteerd - het aantal kan per song variëren. Anderzijds is er “Tap tempo”.

Tap tempo: bij moeilijk audiomateriaal wordt invoer via tap-tempo aanbevolen. Druk in de maat van de muziek op de toets "T" of klik in de maat van de muziek op de knop Tap tempo in het scherm. Houdt de kleur van de BPM-weergave in de gaten. In de modus Ontgrendeld (rood), is er geen overeenkomst tussen het tappen en de maat van de muziek. Er moeten worden getapt tot de modus Vergrendeld actief wordt. Na enige tijd hoort u aan de opnieuw klinkende metronoom of het resultaat juist is.

Tempo- en maatdetectie-assistent: stap 2 Vervolgens moet - indien nodig - het begin van de maat worden gecorrigeerd. De beat aan het begin van de maat moet altijd overeenkomen met de hoge toon van de metronoom en de rode lijn in de wave-weergave. Correctie kan worden uitgevoerd met een enkelvoudige tap: klik bij het horen van het begin van de maat eenmaal op Tap of druk de T-toets in. U kunt ook direct kiezen hoeveel kwartnoten de ‘één’ terug moet worden geplaatst.

Als de beginmarker voor de eerste beat van een maat werd geplaatst is deze correctie niet nodig.

NB: de metronoom en de visualisatie reageren tijdens het correctieproces altijd wat later.

Page 75: MusicMaker NL

Audio-objecten 75

Tempo- en maatdetectie-assistent: stap 3 Nu kunt u het arrangement aan de muziek aanpassen, of andersom een muziek in maten splitsen.

Tempo- en maatdetectie-assistent: alleen tempo & beatgegevens opslaan De gegevens worden in het Wave-bestand opgeslagen. Dit is zinvol als er handmatige correctie heeft plaatsgevonden.

Als de informatie eenmaal is opgeslagen hoeft er bij toekomstige tempo-aanpassingen en het aanmaken van remix-objecten geen tempo- en beatdetectie meer plaats te vinden.

Tempo-aanpassing Objecttempo aanpassen aan tempo arrangement Er zijn drie procedures mogelijk: timestretching, resampling of audioquantisering.

• Met Timestretching blijft de toonhoogte van een song constant maar kan de geluidskwaliteit minder worden.

• Resampling wijzigt de toonhoogte (vergelijkbaar met het wijzigen van de snelheid van een draaitafel) maar de geluidskwaliteit blijft behouden. Bij audioquantisering worden de tempowijzigingen op de audiobestanden toegepast alsof de song eerst in remixobjecten wordt gesplitst (zie onder) die direct weer worden samengevoegd tot een nieuw audiobestand. Als de detectie onzeker is, kan dit tot extreme temposchommelingen leiden. Hier is het belangrijk de beginmarker van tevoren zo te plaatsen dat het tempo zeker wordt gedetecteerd.

• Het voordeel van Audioquantisering is dat kleine temposchommelingen in de muziek worden genivelleerd. Het begin van de maat in de muziek komt altijd overeen met het begin van de maat in het arrangement en deze lopen niet geleidelijk uit elkaar.

Arrangement-tempo aan objecttempo aanpassen

Het arrangement neemt de gevonden BPM-waarde over. Wanneer u de ontlede song als basis voor de nieuwe compositie wilt gebruiken -zoals bij remixen- moet deze optie actief zijn.

Remixobjecten aanmaken Verdeelt de song in individuele objecten op basis van maten en beats. Kan worden gebruikt voor:

Het Creëren van loops uit complete songs, die dan met ander materiaal gebruikt kunnen worden. Belangrijk: niet alle remix-objecten zijn geschikt als loops- ideaal is minder gecompliceerd materiaal, bijvoorbeeld drums uit een intro.

Het Remixen van songs, dus het veranderen van de volgorde van de objecten, snijden of verdubbelen van maten of ook om de song te verrijken en aan te vullen met andere

Page 76: MusicMaker NL

76

www.magix.nl

loops of synthobjecten. Probeer bijvoorbeeld eens een moderne technobeat onder uw lievelingsoldie te leggen.

Om twee songs te mixen: aangezien beat en tempo perfect overeenstemmen kunt u zonder "bijwerkingen" overgangen creëren. Als alleen de tempogegevens zijn opgeslagen kan de functie ook later in het objectmenu worden opgeroepen.

Optie audioquantisering: plaatst nieuwe objecten exact in het timing-raster van het arrangement. In "echt" gespeelde muziek komen vrijwel altijd tempo-onregelmatigheden voor, waardoor niet alle maten exact even lang zijn. Om alle objecten in het strakke timing-raster van het arrangement te passen wordt automatisch de tijdprocessor geactiveerd, die via timestretching de verschillen corrigeert.

Resampling inzetten voor kleine correcties: als de noodzakelijke correcties klein zijn, kan in plaats van timestretching, resampling worden gebruikt. Wijzigingen van de toonhoogte achteraf moeten worden vermeden - wijzig het mastertempo dus niet!

Remixobjecten in Loopmodus: nieuwe objecten worden in loopmodus geplaatst. Door objecten met de rechter objecthendel te verlengen kunnen deze steeds opnieuw worden afgespeeld.

Arrangement-tempo aan objecttempo aanpassen: (zie boven)

Aanwijzing: de aan de objecten toegewezen tijdscorrectie kan naderhand ongedaan worden gemaakt, wanneer de Time Processor wordt opgeroepen en aangepast (menupunt Timestretch/Resample objectmenu) .

Afbreken: de dialoog wordt gesloten.

Tempo- en maatdetectie-assistent: problemen en oplossingen Probleem: afspelen gaat schokkerig, de metronoom schiet uit, de processor is overbelast... (op oudere computers)

Oplossing: aanbevolen wordt om in dit geval voor afspelen niet Direct Sound te gebruiken maar om te schakelen naar een WAVE-stuurprogramma (Toets P > dialoog Afspeelparameters).

Probleem: de metronoom werkt niet en er verschijnen geen lijnen in de wave-weergave.

Mogelijke reden: het materiaal of de huidige passage bevatten geen beats.

Oplossing: plaats de begin- en eindmarker voor en achter een ritmische passage met hoorbare beats.

Mogelijke reden (2): tapping is niet goed toegepast of er is een foutieve BPM-waarde ingevoerd.

Page 77: MusicMaker NL

Audio-objecten 77

Oplossing: probeer de knoppen voor tempocorrectie of tap tot de status Vergrendeld is bereikt.

Probleem: de metronoom tikt onnauwkeurig en de lijnen in de wave-weergave zijn onregelmatig geplaatst.

Oplossing: plaats de begin- en eindmarker om een ritmische passage met hoorbare beats.

Probleem: offbeat-correctie werkt niet.

Oplossing: de beginmarker moet voor een beat (kwartnoot) worden geplaatst, of beter nog: voor de eerste beat van een maat.

Probleem: de metronoom verplaatst zich middenin een song naar de offbeat (of andersom...)

Reden: songs zijn soms zo gecomponeerd dat individuele passages een achtste noot zijn verschoven – bij technotracks bijvoorbeeld.

Oplossing: als de song helemaal in losse maten moet worden gesplitst, moet de beatdetectie-assistent meerdere malen worden ingezet - zowel op de passages vóór als ná de beatverschuiving.

Remix Maker

De Remix Maker is direct verbonden met de Remix Agent.

Met de Remix Maker kunt u automatische remixen maken. Hierbij worden de door de Remix Agent gesplitste loopobjecten volgens bepaalde criteria samengesteld. U kunt één van de 4 DJ’s kiezen, die allemaal een andere stijlrichting representeren. Ook kunt u de lengte van de remix en de vorm van het samenstellen bepalen.

De Remix Maker openen 1. Nieuwe song

• Laad een nieuwe song die u wilt remixen. De song kan het best bestaan uit duidelijk herkenbaar ritmisch materiaal.

• Bij het laden verschijnt de Remix Agent om de song in muzikaal zinvolle objecten te verdelen (zie onder Remixassistent).

Page 78: MusicMaker NL

78

www.magix.nl

• Activeer in de dialoog Remix Agent de optie Remix Maker openen. Nadat de Remix Agent uw song heeft gesplitst wordt automatisch de Remix Maker geopend.

2. Reeds gesplitste song in het arrangement

• Laad een arrangement dat een in loopobjecten verdeelde song bevat. • Selecteer één van de loopobjecten • Kies in het contextmenu (rechtsklikken) de optie Remix Maker

3. Lang, niet gesplitst audio-object in het arrangement

• Laad een arrangement dat een lang, niet gesplitst audio-object bevat. • Kies in het contextmenu (rechtsklikken) de optie Remix Maker • De vraag verschijnt of er remixobjecten moeten worden aangemaakt.

Presets Kies hier uit één van de 4 DJ´s met ieder een verschillende remixkarakter. Het best kunt u ze gewoon alle vier proberen en het resultaat beluisteren!

Lengteaanpassing Zeer kort: ca. 20 seconden. Kort: halve lengte van de oorspronkelijke song. Normaal: normale lengte van de oorspronkelijke song Dubbel: dubbele lengte van de oorspronkelijke song.

Shuffle-modus Hier wordt de selectie en volgorde van de objecten verder bepaald. Geen: de volgorde van de objecten blijft ongewijzigd. Dichtbij: een sequens van objecten (patroon) wordt herhaald of het volgende patroon wordt ingevoegd Verderweg: objecten die in de oorspronkelijke song ver uit elkaar liggen worden gecombineerd. Toeval: de objecten worden op toevalsbasis gecombineerd.

Fill-modus Fill of Fill-in betekent: de door de Remix Agent gesplitste loopobjecten worden in zeer kleine bestanddelen onderverdeeld die dan geloopt of zeer snel achter elkaar afgespeeld om de normale beat incidenteel op te vullen.

Geen: er worden geen fills gebruikt. Matig: er worden zo nu en dan eenvoudige fills gebruikt. Zwaar: er worden veel en samengestelde fills gebruikt Toeval: alle fill-opties worden op toevalsbasis gebruikt.

Page 79: MusicMaker NL

Audio-objecten 79

Loops vinden De Loop Finder is ontwikkeld om de BPM in korte ritmische passages te vinden met het doel om korte loops in een bestaand arrangement te integreren of drumloops te destilleren uit korte ritmische passages. In andere gevallen kan de Remix Agent hierbij goede diensten bewijzen.

Meer informatie vind u onder het menu Effecten.

Harmony Agent

De Harmony Agent is bedoeld voor de analyse van harmonieën.

Bij het openen van de Harmony Agent wordt het muziekstuk aansluitend geanalyseerd. Hierbij tracht de Harmony Agent van elke tel van de muziek automatisch de harmonie te herkennen. De juiste maatgegevens zijn daarom voor de Harmony Agent belangrijk.

Tijdens de weergave die volgt, wordt ter controle de gevonden harmonie als akkoord door een interne generator afgespeeld. Met „Geluidsvolume“ kunt u het volume van de generator instellen en met Mute de Generator blokkeren.

Page 80: MusicMaker NL

80

www.magix.nl

Met de transportbesturing regelt u de weergave van het muziekstuk. Met de positieregelaar eronder kunt u snel naar een specifieke passage navigeren.

Stap 1: Controle en correctie van de automatische harmonieherkenning Na de analyse kunt u foutief herkende harmonieën handmatig corrigeren. Hierbij worden majeurakkoorden met grote en mineurakkoorden met kleine letters aangeduid.

Klik met de linker muistoets op het betreffende harmoniesymbool in de golfvormweergave. Met ingedrukte muistoets kunt u meerdere opeenvolgende harmonieën markeren. Als u rechtsklikt op een gemarkeerd harmoniesymbool verschijnt een menu waarin alternatieven worden voorgesteld. De aanvankelijk herkende harmonie wordt met een * aangeduid.

Als geen van de alternatieven van toepassing is, kunt u in het menu bij „Correctie“ de juiste „grondtoon“ en het juiste „akkoord“ kiezen. Gebruik de optie „Geselecteerde harmonie in totale song vervangen“ als u er zeker van bent dat de foutieve harmonie zich niet in de song bevindt, bijvoorbeeld bij een verwisseling van majeur en mineur.

Klik op „Verder“ als u er zeker van bent dat alle harmonieën juist zijn geplaatst.

Stap 2: Gebruik van de harmonieherkenning Hier kunnen de door de Harmony Agent geproduceerde gegevens worden toegepast. Er zijn verschillende uitvoermogelijkheden voor harmonieën.

• U kunt in het arrangement afbeeldingsobjecten aanmaken die in de videomonitor de harmonie grafisch synchroon met de muziek laten zien.

• U kunt de gegevens in het audiobestand opslaan. Zo kunt u de harmonieën ook later in andere situaties gebruiken, bijvoorbeeld als u de harmoniegegevens in de tijdliniaal wilt weergeven (Bewerken -> Objectmarkers weergeven -> Harmoniemarkers).

• De Harmoniesymbolen kunnen op verschillende manieren grafisch worden weergegeven. U hebt de keus uit benoeming van de tonen in het Duits of Engels of in Romeinse cijfers. Bovendien kunt u de „voortekens“ instellen om enharmonisatie te forceren. Bij „#“ worden alle tonen met kruis weergegeven (C#,D#,F#,...) en bij „b“ met mol (Ces,Des,Ges).“

Spraak uit tekst genereren (text-to-speech) In deze dialoog in het menu "Effecten"->"Audio" kunt u door de invoer van een tekst de computer laten "spreken". U kunt daarbij verschillende stemtypes selecteren. De afspeelsnelheid en het volume van de spraak kunnen worden aangepast. Wanneer u na het vooraf beluisteren tevreden bent, wordt een Wave-bestand aangemaakt. Dit kan dan net als elk ander audio-object in de Arranger worden gebruikt.

Tekst laden: hier kan een tekstbestand (formaten *.txt of *.rtf) worden geladen.

Page 81: MusicMaker NL

Audio-objecten 81

Tekst opslaan: uw ingevoerde tekst kan worden opgeslagen.

Test: wanneer een tekst is ingevoerd, kunt u met deze knop het resultaat vooraf beluisteren.

Stem: er kunnen verschillende stemtypes worden geselecteerd.

Snelheid: met deze knoppen kunt u de afspeelsnelheid beïnvloeden.

Volume: met deze knop kan het uitvoervolume worden aangepast:

Formaat: hier kan de kwaliteit van het gemaakte Wave-bestand (.wav) worden ingesteld.

Bestand: selectie van het pad voor het aan te maken Wave-bestand.

MAGIX Music Editor Bij de installatie van MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt eveneens het audio-opname- en audiobewerkingsprogramma MAGIX Music Editor geïnstalleerd.

MAGIX Music Editor biedt een professionele opnamefunctie, vele extra effecten, verschillende vormen van ruisonderdrukking en professionele bewerkingsmogelijkheden voor allerlei soorten audiomateriaal.

Om een object in MAGIX Music Editor te bewerken klikt u met de rechtermuistoets op het object en kiest u in het contextmenu de optie "In externe editor bewerken" (of u markeert het object met de linker muistoets en kiest in het menu "Effecten" dezelfde optie).

Lees voor meer informatie de help van MAGIX Music Editor!

Page 82: MusicMaker NL

82

www.magix.nl

MIDI-objecten

MIDI-objecten arrangeren MIDI-objecten kunnen net zo worden verplaatst, in volume worden aangepast (middelste hendel) of van een fade in of fade uit worden voorzien (hendels links- en rechtsboven), als audio-, video- of synth-objecten. Met de onderste hendels kan met één MIDI-loop heel snel een heel spoor worden gevuld (uitrekken).

Let hierbij op het volgende:

• De geluidsterkteaanpassing van MIDI-objecten (middelste hendel en fade-in en fade-uit) wordt via aanpassing van de aanslagsterkte (MIDI velocity) bestuurd. Veel synthesizers veranderen echter niet alleen het geluidsvolume, maar ook de klankkleur, afhankelijk van de aanslagsterkte. Gebruik in dat geval de Effectcurveautomatisering (op pagina 221).

• MIDI-objecten sturen altijd één synthesizer per spoor aan. Als u een MIDI-object naar een ander spoor verplaatst, wordt een andere synthesizer aangestuurd en de klank van het arrangement wordt dus anders.

MIDI transponeren Met deze functie uit het menu Effecten kan de toonhoogte van een MIDI-object worden gewijzigd. Geef gewoon het aantal stappen in halve tonen aan om het afspelen omlaag of omhoog te transponeren.

MIDI-bestanden laden Om MIDI-bestanden in het arrangement te integreren, doet u het volgende:

1. Open met de Mediapool een directory met MIDI-bestanden. 2. Klik op een MIDI-bestand – dit wordt meteen afgespeeld, zodat u niet blind

hoeft te kiezen welk bestand u wilt laden. Hiervoor wordt de standaard softwaresynthesizer van Windows® gebruikt. (zie onder)

3. Sleep vervolgens het gewenst bestand naar het arrangement – klaar! 4. Er verschijnt een MIDI-object waarin de midinoten als punten worden

weergegeven – hoge noten door punten bovenin en lagere noten verder omlaag. U kunt zelfs de aanslagsterkte van de noten zien: hoe luider de noot wordt afgespeeld, des te donkerder wordt deze weergegeven.

Zonder het gebruik van software-instrumenten en als preview voor een MIDI-bestand in de Mediapool gebruikt MAGIX Music Maker 2013 Premium het externe MIDI-apparaat (op pagina 85). Als u het MIDI-bestand niet hoort kan dat verschillende oorzaken hebben:

Page 83: MusicMaker NL

MIDI-objecten 83

• Controleer in het venster Programma-instellingen op het tabblad "Audio/MIDI" (toets P of het menu "Bestand > Instellingen > Programma-instellingen") het uitvoerapparaat voor MIDI. Hier hoort de "Microsoft GS Wavetable SW Synth" als preset te zijn ingesteld, dit is een standaard software-synthesizer die Windows® als bestanddeel van het besturingssysteem meelevert.. Bij geluidskaarten met een eigen synthesizer of bij via MIDI aangesloten hardware-sythesizers, moet het MIDI-stuurprogramma van de geluidskaart of een MIDI-interface ingesteld zijn!

• De geluidssterkte van de geluidskaartsynthesizer wordt via de geluidskaartmixer ingesteld. Dubbelklik op het kleine luidsprekersymbool in de taakbalk en zoek de regelaar voor de SW-synthesizer.

• Sommige geluidskaarten kunnen de SW-synth niet tegelijk met ASIO-stuurprogramma's gebruiken.

De "Microsoft GS Wavetable SW-synth" wordt behandeld als een extern MIDI-apparaat, d.w.z. ook al wordt de klank in de computer opgewekt, het is geen bestanddeel van MAGIX Music Maker 2013 Premium. Als u de klank ervan uit het programma wilt exporteren, moet u deze eerst opnemen (zie MIDI-objecten naar audiobestanden omzetten (op pagina 85)). De klankkwaliteit is echter, vergeleken met "echte" softwaresynthesizers als MAGIX Vita of Revolta, van bescheiden kwaliteit.

Het is eenvoudiger als u het MIDI-object na het laden van verschillende softwaresynthesizers toewijst. MIDI-bestanden van complete songs, zoals deze bijvoorbeeld op internet zijn te vinden, bevatten meerdere sporen die verschillende instrumenten aansturen. MAGIX Music Maker 2013 Premium kan per spoor gebruik maken van een softwaresynthesizer. Dupliceer het MIDI-object daarom zo vaak onder elkaar op verschillende sporen als er verschillende partijen voor MIDI-instrumenten in het bestand aanwezig zijn en stel in het MIDI-object het betreffende Kanaalfilter (op pagina 91) in. (Menu "Opties" in de MIDI-editor) zodat elke object alleen de noten van één MIDI-kanaal weergeeft. Vervolgens kunt u via het spoormenu (op pagina 33) aan de afzonderlijke kanalen software-instrumenten toewijzen.

Externe apparatuur aansluiten USB-MIDI-keyboards Voor de aansturing van softwaresynthesizers is de laatste jaren een specifiek type apparaat ontstaan, het USB-MIDI-keyboard. Deze apparaten bevatten meestal geen eigen klankopwekking, maar hebben alleen een klavier, verschillende regelaars en een MIDI-interface, die via een USB-kabel op de computer wordt aangesloten.

Voor deze keyboards is meestal geen specifiek stuurprogramma vereist. Aansluiten is voldoende. Zorg er alleen voor dat het apparaat is ingeschakeld en wordt herkend, alvorens MAGIX Music Maker 2013 Premium te starten, want de beschikbare MIDI-poorten worden alleen door het programma herkend bij opstarten!

Page 84: MusicMaker NL

84

www.magix.nl

in sommige gevallen moet u het apparaat nog als MIDI-invoerapparaat in de Programma-instellingen (tabblad "Audio") (op pagina 264) selecteren. Meestal heet dit "USB-audioapparaat".

Aanwijzing: sommige oudere apparaten werken in specifieke omstandigheden niet onder Windows XP. Hoewel het apparaat wordt herkend verschijnt het betreffende MIDI-stuurprogramma niet in de lijst. Neem in dit geval contact op met MAGIX klantenservice!

MIDI-bedrading MIDI-in- en uitgangen: wanneer uw computer een MIDI-interface heeft (intern, extern of ingebouwd in de geluidskaart), verbind dan uw MIDI-keyboard via zijn MIDI-Out-bus met behulp van een MIDI-kabel met de MIDI-In (MIDI-ingang) van uw MIDI-interface op de computer.

Wanneer uw MIDI-keyboard zelf klanken kan produceren, sluit de MIDI-Out-bus van uw MIDI-interface dan aan op de MIDI-Out-bus van het keyboard. Wanneer uw MIDI-interface meerdere uitgangen heeft, kunt u hier nog meer klankbronnen en MIDI-apparatuur aansluiten, bijvoorbeeld synthesizers, klankmodulen of MIDI-stuurbare effectapparatuur. Wanneer uw MIDI-interface slechts één MIDI-Out-poort heeft (zoals bij de meeste geluidskaarten), dan moet u andere MIDI-apparatuur via de MIDI-Thru-aansluiting van uw keyboard met de MIDI-interface verbinden. De derde klankbron van een keten van MIDI-klankbronnen wordt wederom aangesloten op de MIDI-Thru-aansluiting van de tweede klankbron etc. De MIDI-Thru-bus geeft altijd een kopie van het MIDI-ingangssignaal door die via de MIDI-ingang van het betreffende apparaat binnenkomt.

Tip: de opbouw van zulke MIDI-Thru-ketens is niet aan te bevelen wanneer u meerdere klankbronnen wilt aansluiten. Wij raden u aan een multipoort-MIDI-interface te gebruiken. Lange MIDI-Thru-ketens veroorzaken regelmatig een onprecieze of vertraagde MIDI-timing aangezien bij elke Thru-punt een vertraging optreedt. Wanneer uw MIDI-interface MIDI-ingangspoorten heeft, kan het handig zijn om ook hier de MIDI-uitgangen van uw klankbron aan te sluiten.

MIDI Local Off: wanneer uw keyboard een interne geluidsbron heeft, dan is het belangrijk dat u ervoor zorgt dat het keyboard met zijn eigen toetsen geen geluid meer voortbrengt. U wilt tenslotte ook het geluid kunnen horen van de instrumenten die u via het MIDI-toetsenbord inspeelt zonder daarbij het keyboard zelf te horen. Om de interne klankbron van uw keyboard doelgerichter te kunnen aanspreken en met behulp van uw keyboard alle gewenste klankbronnen te kunnen aanspreken (bijv. MIDI-klanken van uw geluidskaart, softwaresynthesizers, externe klankmodules etc.) moet u de klankbron scheiden van het keyboard. Lees indien u deze functie niet snel genoeg kunt vinden eventueel het handboek van uw keyboard.

Page 85: MusicMaker NL

MIDI-objecten 85

Wees niet bang om de verbinding tussen keyboard en klankbron te verbreken. Met behulp van uw MAGIX Music Maker 2013 Premium kunt u dit moeiteloos compenseren en de klankbron van uw keyboard direct aanspreken.

Externe klankgenerator MIDI-objecten kunnen natuurlijk ook via een MIDI-interface op externe synthesizers, klankgeneratoren etc worden weergegeven. Standaard ingesteld is de "zuivere" MIDI-weergave (dus zonder gebruik van software-synthesizer-plug-ins) voorwaarde is dat het MIDI-uitvoerapparaat juist is ingesteld (zie voorafgaande paragraaf), maar u kunt ieder MIDI-object op een externe klankgenerator laten aansturen.

Let op: wanneer het MIDI-object op een spoor ligt waarin een softwaresynthesizer geladen is, stuurt het deze vervolgens aan. Om de weergave op de MIDI-weergave via de externe klankgenerator te laten weergeven, selecteert u in de lijst de softwaresynthesizer "Geen VSTi".

MIDI-objecten naar audiobestanden omzetten Wanneer u VST-instrumenten gebruikt moet u deze MIDI-objecten niet omzetten naar audiobestanden voor u uw complete arrangement exporteert. Het geluid is immers opgewekt in de computer en kan hier dan ook verder worden bewerkt. Als u dit toch wilt doen (bijv. om uw pc te ontlasten), gebruik dan de functie "Audio samenvatten (op pagina 59)"

Alle MDI-objecten die externe klankbronnen via een MIDI-interface (op pagina 85) aansturen moeten naar audio-objecten worden "omgezet", zodat deze bij exporteren ook kunnen worden geïntegreerd. Dit omdat ze slechts aansturingsgegevens bevatten voor de klankbronnen, maar niet de klank zelf.

Hiervoor moet de uitgang van de MIDI-klankopwekker (bijv. de geluidskaart) zijn verbonden met de ingang van de geluidskaart. Nu kan het MIDI-bestand worden afgespeeld en via de opnamefunctie tegelijkertijd weer worden opgenomen. Het resultaat is een audiobestand dat u op de gebruikelijke manier samen met andere multimediabestanden kunt bewerken en exporteren.

MIDI-synthesizer spelen en opnemen In MAGIX Music Maker 2013 Premium kunt u software-synthesizers of externe MIDI-apparaten direct uit de arranger spelen en ook opnemen. De MIDI-editor hoeft u daarvoor niet meer zoals bij de voorgangerversies te openen.

Mits MIDI invoer- en uitvoerapparaten zijn juist ingesteld (zie boven), kunt u met het MIDI-keyboard elke geladen softwaresynthesizer spelen.

Page 86: MusicMaker NL

86

www.magix.nl

Daarvoor moet in het betreffende spoor de MIDI-opnamemodus geactiveerd worden door twee keer op "Rec" in de spoorbox te klikken. Nu worden alle noten die u op uw keyboard speelt door de synthesizer weergegeven.

Wordt een software-instrument over de spoorbox geladen of de MIDI-editor geopend, wordt de MIDI-opname-modus automatisch geactiveerd.

Tip: u kunt ook zonder extern MIDI-keyboard de synthesizer live spelen. In de Mediapool bevinden zich Beeldschermpianotoetsen, die u ook via het toetsenbord kunt bedienen.

Om een nieuw MIDI-object op te nemen, klikt u eenvoudig op de rode opnameknop in de transportbesturing.

MIDI-editor In de MIDI-editor is het mogelijk MIDI-objecten te bewerken. Hiervoor biedt de MIDI-editor verschillende subeditoren, weergaven, gedeeltes en hulpmiddelen.

Wanneer u dubbelklikt op een MIDI-object wordt de MIDI-pianorol-editor geopend voor geavanceerde MIDI-opname resp. nabewerking van MIDI-objecten.

Tip: in de Mediapool kunt u een verkleinde variant van de MIDI-editor toevoegen. Selecteer hiervoor het te bewerken MIDI-object uit en klik op de Instelling object-inspector. De bediening van de MIDI-editor daar is identiek aan zijn grote variant in het eigen venster, het menu en verschillende weergave- en opname-instellingen zijn niet beschikbaar.

Page 87: MusicMaker NL

MIDI-objecten 87

In het midden ziet u de Piano-rol-editor (op pagina 92) die de noten als balken weergeeft en waar u deze met de muis kunt bewerken. Boven de Piano-rol ziet u verschillende knoppen:

Met een klik op deze knop wordt de Eventlijst zichtbaar. In deze lijst worden alle MIDI-gegevens van een MIDI-object getoond, ook die gegevens, die u niet in de Piano-rol of de Controller-editor kunt bewerken. U kunt de Eventlijst bijvoorbeeld gebruiken om ongewenste programmawisselingsbevelen uit geïmporteerde MIDI-bestanden te verwijderen.

Met deze knop schakelt u over naar de Drum-editor-modus (op pagina 97).

Hiermee komt u vanuit de Drum-editor weer terug in de Piano-rol.

Met een klik op deze knop voegt u in het onderste gedeelte de Control-editor in. Hier kunt u de sterkte van de aanslag van de noten, de Pitchweel en de Controlergegevens bewerken.

Wis alle MIDI-gegevens van een object. Nu kunt u weer opnieuw beginnen...

Ongedaan maken/herstellen is bij bewerkingen in de MIDI-editor natuurlijk altijd mogelijk.

Aan de bovenste rand bevinden zich bovendien de knoppen voor de selectie van het Bewerkingsgereedschap (op pagina 92), voor Quantisering (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Quantiseringsinstellingen" op pagina 101) en voor de Uitgang (op pagina 88) die het MIDI-object gebruikt (MIDI Out of VST-instrument).

Page 88: MusicMaker NL

88

www.magix.nl

Geluiden selecteren Het geluid wordt gegenereerd door virtuele instrumenten (VST-plug-ins).de synthesizer-chip van de geluidskaart of externe MIDI-klankgeneratoren. Elk MIDI-object kan dus zoveel geluiden produceren, als een klankgenerator te bieden heeft. De geluiden zelf worden op het instrument ingesteld – of het nu een virtueel VST-instrument of hardware-apparaat is.

Als er geen VST-instrument is geladen, gebruikt het MIDI-object de MIDI-uitgang naar een externe klankgenerator of de voor Microsoft™ Windows® meegeleverde Microsoft Synthesizer. De MIDI-uitgang is in het venster "Programma-instellingen" op het tabblad "Audio/MIDI" (toets P of het menu "Bestand > Instellingen > Programma-instellingen") in te stellen.

Hier selecteert u in het menu het gewenste VST-instrument. U kunt dus hetzelfde MIDI-object met meerdere VST-synthesizers testen. Het geluid van VST-instrumenten stelt u dan in in de VST-instrumenten-editor (op pagina 135). U kunt de istrumenten-editor ook met een klik met de rechtermuisknop op de VSTi-naam of met een klik met de linkermuisknop op het tandwielsymbool openen.

Onder MIDI-kanaal kunt u het MIDI-uitvoerkanaal instellen. Dit is belangrijk voor VST-instrumenten, die op meerdere kanalen MIDI-noten ontvangen en meerdere verschillende geluiden tegelijk kunnen weergeven (multi-timbraal).

Afspelen/Solo afspelen Solo afspelen speelt alleen het MIDI-object af waarvoor de MIDI-editor is geopend (volgens de filterinstellingen in het menu Opties).

Afspelen speelt het volledige arrangement af.

Page 89: MusicMaker NL

MIDI-objecten 89

Instrumenten met het toetsenbord bespelen In een reeds geopende MIDI-editor kunt u software-instrumenten direct via het toetsenbord bespelen. De toewijzing van de noten aan de toetsen van de computer is weergegeven in het volgende beeld.

Metde toetsen "PgUp" en "PgDn" verschuift u de octaven naar boven resp. naar onder.

MIDI-opname-opties Een MIDI-opname kan ook direct in de editor worden gestart. Klik hiervoor op de rode knop "REC". Naast de eenvoudige opname in de arranger zijn er hier nog enkele extra opties beschikbaar.

Overdub: Normaliter worden de aanwezige noten bij een opname overschreven. Met "Overdub" worden aan een bestaande MIDI-opname echter alleen nieuwe noten toegevoegd. Met "Overdub" kunt u dus stap voor stap (bijv. take voor take) een complete MIDI-song samenstellen.

Cycle: Speelt het MIDI-object tijdens het opnemen herhaald (geloopt) af. U kunt dus voordat u gaat inspelen het object eenmaal doorluisteren en tijdens de tweede weergave de melodie inspelen.

Metronoom: Om in het juiste tempo te spelen is er een MIDI-metronoom die de maat aangeeft. Deze dient alleen ter oriëntatie tijdens het spelen en wordt niet opgenomen.

Speel arrangement bij opname: Bij geactiveerde optie wordt tijdens opname het arrangement afgespeeld.

Page 90: MusicMaker NL

90

www.magix.nl

Step Recording via toetsenbord of Controller Keyboard In de MIDI editor kunt u ook een zogenaamd "Step Recording" door middel van het computertoetsenbord of MIDI-keyboard doorvoeren. Activeer hiervoor vervolgens de betreffende knop.

De afspeelmarker toont de omvang van de actuele octaaf, waarin de volgende invoer plaatsvindt. Nu kunt u via uw toetsenbord stap voor stap MIDI-noten invoeren. De nootlengte bepaalt u via de lengte-quantiseringswaarde, de grootte van de stappen via de raster-quantiseringswaarde. Hier de belangrijkste sneltoetsen voor het ingeven van MIDI-noten door middel van Step Recording:

Tab Een stap vooruit (pauze instellen) Shift + TAB Een stap achteruit Ctrl + pijl omhoog / pijl omlaag Invoeroctaaf naar boven / naar beneden <zxcvbnm... (de precieze toetsen zijn afhankelijk van de landsversie van uw toetsenbord)

Noteninvoer in actuele octaaflaag (zie instrumenten met het toetsenbord spelen (op pagina 89) )

Shift Akkoorden invoeren

Zolang u de shiftknop ingedrukt houdt, kunt u verschillende noten invoeren, zonder dat de cursor verder springt. Op deze manier maakt u akkoorden.

Natuurlijk kunt u in de Step Recording-modus ook via uw MIDI-keyboard noten inspelen.

Weergave van noten, Bewegen, Zoom MIDI-bestanden kunnen in de MIDI-editor in drie hoofdgroepen worden bewerkt:

• Piano-rol • Velocity-editor • Listen-editor

Hiervoor staan u verschillende gereedschappen ter beschikking, zoals bijvoorbeeld stiften om te tekenen of een wiswerktuig.

In principe hebben veranderingen, zoals bijvoorbeeld het verschuiven of wissen van noten, afgezien van een enkele uitzondering altijd betrekking op alle geselecteerde - rood weergegeven - MIDI-events. Veranderingen van de selectie in één gedeelte geldt altijd ook voor alle andere gedeelten. Zo kunt u bijvoorbeeld een groep noten in de Piano-rol selecteren en vervolgens in de Velocity-editor de aanslagsterkte voor deze notengroep veranderen, waarbij alle geselecteerd noten tegelijkertijd worden aangepast.

Page 91: MusicMaker NL

MIDI-objecten 91

Notenweergave in de pianorol en controllereditor (met velocitycurves) Niet geselecteerde noten in de editor worden blauw weergegeven. De intensiteit van de kleur symboliseert de aanslagsterkte (velocity): hoe donkerder of intensiever de kleur, des te hoger de aanslagsterkte van de noot.

Geselecteerde noten: meerdere geselecteerde noten worden rood weergegeven, waarbij ook hier een intensievere kleur een hogere aanslagsterkte symboliseert.

Aanwijzing: de kleuren van de geselecteerde noten in relatie tot aanslagsterkte kunnen individueel worden gedefinieerd. Hiervoor kunt u het grafische bestand „vel_sel_map.bmp“ in de map Bitmap openen en het kleurverloop naar eigen smaak aanpassen.

Huidig event: dit wordt weergegeven in lichtgevend rood en met een rode rand. De eigenschappen van het actueel geselecteerde event worden in de bewerkingsvelden boven de pianorol weergegeven. Als een event met de muis wordt gekozen, wordt dit het actuele event.

Filteren van de event-weergave Om een beter overzicht over de events van een MIDI-object te krijgen kunt u bepaalde events voor de weergave filteren.

Een MIDI-object kan events in tot 16 kanalen en tot 16 MIDI-tracks (oorspronkelijke track uit het geïmporteerde MIDI-bestand) bevatten. Het is daardoor bijvoorbeeld mogelijk met een enkel object, een VST-instrument via meerdere MIDI-kanalen aan te sturen. Binnen dit object kunnen noten in de MIDI-editor in alle kanalen tegelijk, of alleen in een geselecteerd kanaal bewerkt worden.

Hiervoor staan u comfortabele weergaveopties ter beschikking:

• Een kanaalfilter (menu "Opties") maakt het mogelijk alle, of alleen geselecteerde kanalen te tonen. Noten in de overige kanalen worden grijs weergegeven en kunnen niet door het selectiegereedschap worden meegenomen.

Voorbeeld: het MIDI-object heeft noten in de MIDI-kanalen 1, 2 en 5. U kunt nu door twee MIDI-kanalen in het submenu van de kanaalfilter te selecteren bijvoorbeeld álle noten in de kanalen 2 en 5 toegankelijk maken voor de selectie- en bewerkingsgereedschappen. Alle niet-geselecteerde - gefilterde - noten in kanaal 1 worden in de Piano-editor en de Lijst-editor grijs weergegeven.

Events in gefilterde kanalen kunt u met het commando "Gefilterde MIDI-bestanden verstoppen" in het menu Opties ook compleet verbergen.

• Een track-filter (ook menu "Opties") maakt het op vergelijkbare wijze mogelijk data te filteren op oorspronkelijke track van een geïmporteerd MIDI-bestand.

Page 92: MusicMaker NL

92

www.magix.nl

• De Lijst-editor biedt verdere weergavefilters, die echter alleen in de lijst zelf werken. In eerste instantie zijn de weergavefilters geïnitialiseerd met de instellingen van de afspeelfilters (mute-instellingen). De filters kunt u echter onafhankelijk van elkaar instellen.

Weergave gedempte events Events die zich voor of na de objectgrenzen bevinden - herkenbaar aan de blauwe lijn in de editor, of bij actieve transparante weergave als lichtgrijs weergegeven gedeelte - worden ook lichter weergegeven dan niet gedempte events binnen de objectgrenzen.

Events boven of onder de actuele beelduitsnede Twee kleine rode indicators boven of onder de verticale schuifbalk aan de rechterkant van het scherm geven door middel van rood oplichten aan of er zich boven of onder de rand van het beeldscherm nog noten bevinden.

Piano-rol: events bewerken Voor noten in de Piano-rol staan verschillende bewerkingsmogelijkheden, zogenaamde "muismodi", ter beschikking. In alle modi (afgezien van Wissen) gelden voor het bewerken van noten altijd dezelfde functies, zodat deze modi zich alleen onderscheiden in hun gedrag bij het klikken in een vrij gedeelte:

bewerkingsgereedschap

Selectie (Ctrl + 1)

Lasso: met ingedrukte muisknop kunt u een selectiekader trekken. Een klik op een vrij gedeelte heft een bestaande selectie op.

Tekenen (Ctrl + 2)

Een noot wordt getekend met een linksklik. Het begin en de lengte richten zich naar de huidige quantiseringsinstellingen.

Drum tekenen (Ctrl + 3)

Een rij noten wordt ingetekend. De lengte van de noten en de afstanden komen voort uit de huidige quantiseringsinstellingen. <Alt> ingedrukt: de toonhoogte van de eerste noot wordt ook bij alle volgende noten vastgehouden. Het rugwaarts bewegen van de muis (naar links) met ingedrukte muisknop verwijdert reeds getekende noten.

Page 93: MusicMaker NL

MIDI-objecten 93

Patroon tekenen (Ctrl + 4)

Deze modus maakt het mogelijk om complete drumpatronen (of melodiepatronen) in te tekenen. Wanneer u een nieuw patroon wilt aanmaken moet u het van tevoren in de "Selectiemodus" markeren en tegelijkertijd de toetsen Ctrl+P indrukt of met menu "Bewerken" in de MIDI-editor/Drum-editor "Maak patroon uit selectie" selecteren. Wanneer u een patroon heeft aangemaakt dan kunt op elke gewenste plek beginnen te tekenen. Teken het patroon ter hoogte van de diepste noot van het patroon, zo klinkt het in de originele toonhoogte. U kunt het natuurlijk ook in andere toonhoogtes intekenen. Wanneer tijdens het tekenen <Alt> wordt ingedrukt, wordt de toonhoogte van de eerste noot ook bij alle volgende noten vastgehouden. Teruguit bewegingen van de muis (naar links) wissen de zojuist getekende noten weer.

Velocity-modus (Ctrl + 5)

In deze modus kunt u events markeren en de velocitywaarden van alle geselecteerde events relatief ten opzichte van elkaar veranderen. Wanneer u de Shift-toets indrukt worden absolute waarden ingevoerd, dat wil zeggen dat alle veranderde events dezelfde velocitywaarde krijgen.

Wissen (Ctrl + 6)

Klikken op een geselecteerde noot wist álle geselecteerde noten. Slepen met de muis wist alle noten die onder de gum staan U kunt de Wis-modus altijd activeren door met de rechtermuisknop te klikken. U kunt zo bijvoorbeeld met een tekenpotlood onder de linker knop nieuwe noten invoegen en reeds getekende noten met een rechtsklik verwijderen, zonder daarbij van gereedschap te hoeven wisselen.

Vergrootglas (Ctrl + 7)

Linkermuisknop: inzoomen Rechtermuisknop: uitzoomen Linkermuisknop + slepen: er wordt ingezoomd op het aangegeven gedeelte

MIDI-events selecteren (Pianorol, Velocity-editor, Lijsten-editor)

Event selecteren Linksklikken op event Event aan selectie toevoegen/uit selectie verwijderen

Ctrl + linksklikken op event

Huidig event instellen, alle andere events deselecteren

Dubbelklikken op event

Huidig event in een meervoudige selectie wijzigen of instellen

Linksklikken op geselecteerd event

Page 94: MusicMaker NL

94

www.magix.nl

Selectie van events binnen een lijn of bereik Klikken met ingedrukte shifttoets

Selecteren van alle noten op dezelfde toonhoogte

Dubbelklikken op de betreffende toets op het klavier links

Alle noten selecteren Ctrl + A (werkt bij een via het klaviertoets geselecteerde toonhoogte alleen op noten met deze toonhoogte)

Volgende of vorige noot selecteren Cursortoetsen

Zoals uit de lijst al is af te leiden, kan binnen een selectie met een muisklik één noot als actief event binnen de groep, bijv. een patroon, worden gedefinieerd voor bewerking.

Noten met de muis bewerken Wanneer u met de muis over een noot beweegt, verandert de muiscursor en afhankelijk van het gedeelte van de notenbalk heeft u de beschikking over de volgende mogelijkheden:

Starttijd van de noten wijzigen: notenbalk aan de voorkant vastpakken, het einde van de noten blijft behouden

Lengte van de noten wijzigen (notenbalk aan de achterkant vastpakken)

+ Shift Vaste notenlengte zetten bij meervoudige keuze: Shift ingedrukt houden en een noot langer/korter trekken zet deze notenlengte voor alle geselecteerde noten

+ Ctrl Lengte van de noten schalen bij meervoudige keuze: Shift ingedrukt houden en een noot langer trekken verlengt alle geselecteerde noten met dezelfde factor

Noot vrij verplaatsen, toonhoogte en starttijd worden gewijzigd. Wanneer u in de vrije-verschuifmodus Alt indrukt wordt de noot alleen

horizontaal verschoven en blijft de toonhoogte behouden. Wanneer u in de vrije-verschuifmodus Shift indrukt kunt u alleen de

toonhoogte wijzigen, de positie blijft gelijk. / "Bereik voor beperkt verschuiven": wanneer u deze instelling in het

menu "Opties" activeert, kunt u bij het aanklikken en slepen in de voorste helft van de noot alleen de positie en in de achterste helft alleen de toonhoogte wijzigen.

Bewegen en zoom U kunt de verticale en horizontale beeldselectie en zoom, net als in het projectvenster, instellen met behulp van de scrollbalken.

Muiswiel: horizontaal scrollen Shift+muiswiel: verticaal zoomen Shift+Ctrl+muiswiel: verticaal scrollen Ctrl+muiswiel: horizontaal zoomen

Page 95: MusicMaker NL

MIDI-objecten 95

Controller-editor: events selecteren en bewerken De Controller-editor bevindt zich onder de Piano-rol en kan desgewenst worden uitgeschakeld.

Deze kunt u openen met een klik op de knop onder het keyboard of met behulp van de sneltoets "Alt + V".

De velocity-waarden van de bestaande noten-events worden in de Controller-editor weergegeven met behulp van kleuren en balken. Hoe donkerder en hoger de balk is, des te hoger is de waarde. De balken bevinden zich verticaal direct onder de noten.

De waarden van alle andere controllers worden in de Controller-editor als hellingen weergegeven. Ook hier vertegenwoordigt de hoogte van de hellingen en hun kleurintensiteit de als laatste gedefinieerde waarde van het betreffende event. De lengte van de weergegeven helling reikt daarbij tot aan het volgende, afwijkende event. Geselecteerde hellingen worden steeds rood weergegeven.

Gereedschappen De Controller-editor heeft eigen gereedschappen voor het bewerken van curven en waarden.

Controller-selectie: door met de muis te klikken op het menugedeelte van de knop kunt u een keuzemenu openen waarin u de gewenste MIDI-controller voor de bewerking kunt selecteren.

Selectie: dit is een combigereedschap voor het wijzigen van waarden en voor het tekenen met lijnen of uit de vrije hand.

Met een klik in het bovenste deel van een besturingsbalk kan de waarde rechtstreeks door trekken worden gewijzigd. Met een klik in het onderste twee-derde van de balk wordt de bijbehorende noot gekozen die vervolgens in de editor rood geaccentueerd wordt.

U selecteert meerdere controllerbalken door te klikken en te slepen op een gedeelte in de Controller-editor, of een enkele door te klikken binnen een balk. Geselecteerde Controller-events worden rood weergegeven.

Bewerkingsmogelijkheden met het combigereedschap:

• Klik op het einde van de balk + slepen: de waarde van de Controller kunt u door verticaal slepen wijzigen. Drukt u tegelijk op Shift, dan worden alle geselecteerde events op dezelfde waarde ingesteld. Drukt u daarnaast op Ctrl, dan wordt de verandering van meerdere geselecteerde Controller-waarden in onderlinge verhouding doorgevoerd.

• Alt + slepen: hierbij wordt het tekenen uit de vrije hand geactiveerd, de muiswijzer wordt een pen. Door te slepen in het betreffende Controller-gedeelte kunt u het verloop van de Controller-curve intekenen.

Page 96: MusicMaker NL

96

www.magix.nl

• Shift + slepen: hierbij wordt het tekenen met lijnen geactiveerd, de muiswijzer wordt een kruis. Door in horizontale richting te slepen, kunt u lineair verlopende waarden (hellingen) intekenen.

Freehand tekenen: teken nieuwe Controller-waarden in de vorm van een curve, of enkelvoudige waarden door een enkele klik zonder te slepen.

Door achteruit te slepen kunt u de ingetekende curve al tijdens het tekenen wissen. Door Shift + slepen met het dradenkruis tekent u een lijn.

Lijnen tekenen: met de lijnenfunctie kunt u snel een overgang tussen twee verschillende Controller-waarden intekenen

Opmerking: wanneer u de velocitywaarden bewerkt met het tekengereedschap worden de reeds aanwezige waarden veranderd maar worden er geen nieuwe noten aangemaakt.

Controller-events quantiseren MIDI-Controller-events kunnen gequantiseerd en daarbij ook uitgedund worden. Roep daarvoor in het menu "MIDI-functies " het commando "Controller quantiseren/uitdunnen" op. De quantisering wordt uitgevoerd aan de hand van de quantiseringsinstellingen (op pagina 101).

Tips omtrent de Controller-editor • In het bijzonder bij meerstemmige events liggen de balken over elkaar heen,

zodat de individuele balken moeilijk te selecteren zijn. Om alleen de noten met een specifieke toonhoogte te bewerken (bijv. alle noten C1 in de controllereditor) klikt u op de betreffende toets op het klavier. De toets en de achtergrond van de betreffende toonhoogte wordt geaccentueerd. Alleen de tonen met deze toonhoogte worden in de controllereditor weergegeven.

• Noten op verschillende toonhoogtes, bijv. alle noten C1, D1 en A1 kunnen met Ctrl + Klikken (of Shift + Klikken voor het bereik tussen twee noten) worden weergegeven. Het gaat hierbij om en pure grafische weergavefunctie van de velocityeditor. Een meervoudige notenselectie is mogelijk via dubbelklikken.

• Een andere mogelijkheid voor gerichte bewerking van over elkaar liggende controllerbalken baseert zich op het feit dat altijd de balk van de actief geselecteerde noot met de muis wordt geselecteerd/bewerkt. Klik hiervoor eerst op de noot binnen de pianorol, of klik op de boven elkaar liggende balken en selecteer vervolgens de gewenste noot met de cursortoetsen. Wijzig daarna de controllerwaarde door in het bovenste derde deel van de actuele (rode) controllerbalk te klikken.

• Naast direct tekenen van controllerwaarden kunt u met een muisklik in een leeg bereik en aansluitend slepen meerdere velocitywaarden in één keer bewerken en op deze manier ook verlopen creëren, door de muis in de vorm van een curve te bewegen. Een bestaande meervoudige selectie wordt daarbij genegeerd. U kunt bijv. eenvoudig crescendi of decresendi per velocitycurve realiseren.

Page 97: MusicMaker NL

MIDI-objecten 97

Lijst-editor De MIDI-editor beschikt over een geïntegreerde lijstweergave van alle events met extra weergave- en edit-opties. Deze Lijst-editor kunt u openen met een klik op de knop boven het keyboard of met behulp van de sneltoets "Alt+L".

Wanneer de Lijst-editor is geopend en informatie kan opnemen, krijgt deze een rode rand. Zo wordt duidelijk gemaakt dat bepaalde functies, bijvoorbeeld volgend/vorig event selecteren (cursortoetsen) of het commando "Selecteer alles" (Ctrl + A) alleen betrekking hebben op de lijst.

In de Lijst-editor worden niet alleen noten-events maar ook MIDI-controller- en Sysex-events weergegeven. Deze controller en mededelingen kunnen worden uitgeschakeld of zelfs bij de weergave worden gefilterd (mute).

Bij een noot hoort altijd een "Note On"- en een "Note Off"-event. Deze worden altijd paarsgewijs geselecteerd en bewerkt (Note Off-events kunnen met de selectiebox onder de editor in- en uit worden geschakeld).

Om slechts bepaalde events doelgericht te bewerken biedt de Lijst-editor voor elke kolom een weergavefilter aan. Het gaat hierbij om kleine selectieboxen boven de kolommen van de Lijst-editor.

Selecteer een representatief event. Dit kan bijvoorbeeld een noot met een bepaalde toonhoogte zijn. Klik dan op het weergavefilter voor een bepaalde kolom om alleen nog maar dit type events, bijvoorbeeld de geselecteerde toonhoogte, weer te geven. Alle andere events worden nu uitgeschakeld.

U kunt weergavefilters combineren. Zo kunt u bijvoorbeeld in combinatie met het commando "Selecteer alles" (Ctrl+A) álle Control Change-events van het type 10 (volume) op MIDI-kanaal 6 selecteren en bewerken.

Drum-editor De Drum-editor is een speciale weergave- en bewerkingsmodus voor MIDI-objecten die druminstrumenten aansturen. De weergave is vereenvoudigd (Cellen-modus) aangezien bij druminstrumenten de lengte van de noten normaal gesproken geen rol speelt.

Aangezien echter elke toonhoogte een ander instrument aanstuurt (bijv. C1 de basdrum en D1 de snaredrum) kunt u voor elke toonhoogte bepaalde instellingen zoals quantiseringsraster, volume of mute en solo gescheiden instellen. Hiertoe wordt de claviatuur van de Piano-rol in de Drum-editor vervangen door een rij van spoorboxen, vergelijkbaar met de Arranger (maar dan voor elke afzonderlijke toonhoogte).

Wanneer u voor een bepaalde klankbron veel aanpassingen moet doen, kunt u alle instellingen van de afzonderlijke instrumenten samen in een zogenaamde Drum-map opslaan. Deze kunt u dan weer gebruiken bij andere projecten waarbij u gebruik maakt van de klankbron.

Page 98: MusicMaker NL

98

www.magix.nl

Omschakelen naar de modus Drum-editor en weer terug Nadat u de MIDI-editor heeft geopend (dubbelklik op een MIDI-object) schakelt u met de knop Drum-editor over naar de modus Drum-editor.

In plaats van de links gegroepeerde pianotoetsen ziet u nu een opsomming van druminstrumenten.

Wanneer u vanuit de modus Drum-editor terug naar de normale Piano-rol wilt gaan wordt u gevraagd, of u de "mapping" wilt overnemen. Bij de overname van de mapping worden alle mapping-instellingen overgenomen die ervoor zorgen dat een noot anders klinkt dan deze wordt weergegeven in het MIDI-object. Wanneer noten bijv. door de mapping worden omgeleid naar kanaal 10 (GM drumkanaal), worden de noten door overeenkomstige "echte" noten-events op kanaal 10 vervangen.

Cellen-modus De Cellen-modus dient voor een beter overzicht, aangezien de weergave is beperkt tot wezenlijke informatie als de beginpositie van de noot en de sterkte van de aanslag.

De afzonderlijke tijdsposities van een maat worden weergegevens als een rij van cellen met aan/uit-toestand. De lengte van de noten wordt niet weergegeven; er wordt een uniforme weergavebreedte gebruikt. Hierdoor ziet het geheel er enigszins uit als de stepsequencer van een drumcomputer (zie Robota (op pagina 130)).

Aan de breedte van de cellen kunt u het ingestelde quantiseringsraster aflezen. Ook de swing- en offset-instellingen van de quantiseringsopties worden door verschuivingen en cellen in verschillende breedten verduidelijkt.

De hoogte van de cellen geeft de sterkte van de aanslag (velocity) weer. Bij het intekenen van de drumnoten kunt u de velocity door middel van de verticale tekenpositie binnen de cel bepalen. In combinatie met de Drum-tekenmodus zijn aanzwellende tromroffels eenvoudig in te tekenen.

U kunt de velocity direct wijzigen zonder de Controller-editor te gebruiken door de bovenkant van cel aan te klikken en deze met de muis verticaal te verslepen. Dit gaat nog eenvoudiger in de Velocity-muismodus (Ctrl+5), hier kunt u de cel op elke gewenste plek aanklikken.

Spoorbox van de Drum-editor In de Drum-editor heeft elke afzonderlijke noot een eigen spoorbox. Hier neemt u de individuele instellingen voor elk afzonderlijk instrument voor. In uitgezoomde toestand kunt u elke spoorbox door een eenvoudige klik met de muis vergroten.

S/M: u kunt elk instrument solo (S) schakelen en dempen (M).

Page 99: MusicMaker NL

MIDI-objecten 99

Notennummers: hier kunt u de output-noot van het instrument instellen. Dit kan een andere zijn dan de actuele noot in het MIDI-object om druminstrumenten uit te wisselen. Om de weergave van de noten weer terug te zetten in de gewone volgorde (lage noten onder, hoge boven) klikt u boven op "Map" en gebruikt dan het commando "Drum-map sorteren".

Instrumentnaam: door dubbel te klikken op dit veld kunt u uw druminstrument een naam geven.

Quantiseringsopties/kleuren: via dit menu kunt u de cellen van een druminstrument één van acht verschillende kleuren geven. Bovendien wordt hier de dialoog voor de quantiseringsopties van het instrument geopend.

De dialoog is dezelfde als bij de globale quantiseringsopties (op pagina 101). De instellingen voor de individuele instellingen gelden echter pas op het moment dat voor de noot een individuele rasterwaarde is ingesteld.

K Outputkanaal # Quantiseringsraster, "Glo" komt overeen met de globale waarde (Meer

informatie hierover vindt u in het gedeelte "Quantiseringsinstellingen" op pagina 101)

L Lengte van de noot, # komt overeen met de rasterwaarde, Glo met de globale waarde

Lengte van de notenweergave, # komt overeen met de rasterwaarde (dus de totale breedte van de cel), Glo met de globale waarde van de lengte van de noot.

V Velocity-schaling: de velocitywaarde van elke noot wordt met de hier in te stellen waarde in % vermenigvuldigd.

De schaling is hoorbaar maar wordt niet weergegeven. Het doel van deze instelling is om de volumeverhoudingen van de afzonderlijke druminstrumenten aan te passen. Meestal bieden software-instrumenten hiervoor echter hun eigen mixer aan. Drum-maps Drum-maps leggen afzonderlijke instrumenten, bijv. basdrum, hihat, snaredrum etc. vast. Voor elk van deze instrumenten kunt u een eigen output-noot, MIDI-kanaal en velocity-schaling vastleggen.

U kunt de drum-map instellen door in de Drum-editor op het veld "Map" te klikken.

Als preset voor de verdeling van de drumnamen en -geluiden wordt de "General MIDI"-mapping gebruikt. Het kan echter voorkomen dat uw synthesizer (een echte of een virtuele) een ander soort mapping gebruikt.

Dat betekent dat bij het afspelen van de drum-events niet het geluid weerklinkt dat u wilt horen (bijv. een basdrum ipv een high-tom). In dit geval moet u de mapping opnieuw indelen. Voor afzonderlijke instrumenten kunt u de instellingen eenvoudig in de spoorboxen uitvoeren. Voor uitgebreidere wijzigingen raden wij u aan de Drum-map-editor te gebruiken. Hier kunt u uw drum-map dan ook in een bestand opslaan.

Page 100: MusicMaker NL

100

www.magix.nl

Een project kan meerdere, verschillende drum-maps bevatten. Alle in het project opgeslagen drum-maps kunt u via het menu selecteren. Wanneer u een drum-map uit een *.map-bestand nodig heeft, moet u deze echter eerst vanuit de Drum-map-editor naar het project laden, zodat deze in het menu wordt weergegeven. U bewerkt de afzonderlijke drum-maps in de Drum-map-editor.

Drum-map-editor Met de Drum-map-editor maakt en bewerkt u drum-maps.

In de lijst "Drum-maps" aan de linkerkant worden alle in het project beschikbare drum-maps opgesomd. De drum-map GM-GeneralMIDI is als uitgangspunt altijd voorhanden.

Nieuw: hiermee wordt een lege drum-map aangelegd.

Kopiëren: er wordt een kopie van een bestaande map aangelegd. Hiermee kunt u snel variaties van een drum-map met verschillende notentoewijzingen maken, waarnaar u dan vanuit de Drum-editor kunt omschakelen.

Laden/opslaan: hiermee slaat u een opgeslagen drum-map (*.map-bestand) op. Hiermee kunt u een ooit gemaakt drum-map voor een klankbron ook voor andere projecten gebruiken. Alle geladen maps worden in het menu "Map" van de drum-editor weergegeven.

Verwijderen: verwijdert de geselecteerde drum-map uit het project.

In het veld Naam is het mogelijk om de geselecteerde drum-map een andere naam te geven. Daaronder worden de instellingen (mappings) van de afzonderlijke noten voor de geselecteerde map in tabelvorm weergegeven.

Toonhoogte: dit is de binnenkomende MIDI-noot.

Instrument: hier staat de naam van het druminstrument, bijv. "Basdrum 1".

Raster: stel hier, indien gewenst, een rastering voor het starttijdstip van de drum-events in.

Lengte: in dit veld stelt u de rastering van de notenlengte in.

Output-noot: dit is de notenwaarde waarop het druminstrument (de binnenkomende MIDI-noot in het veld "Toonhoogte") moet worden gerouted of gemappt.

Kanaal: hier kunt u voor ieder afzonderlijk instrument een MIDI-kanaal instellen.

Quantiseringsopties: opent de dialoog voor de quantiseringsopties (op pagina 101) van de afzonderlijke instrumenten.

Instrument, raster, lengte ... op alle: hiermee wordt de betreffende instelling van het geselecteerde instrument op alle andere instrumenten overgedragen.

Page 101: MusicMaker NL

MIDI-objecten 101

Quantiseren U kunt kleine onregelmatigheden die bij het inspelen zijn ontstaan corrigeren met de quantiseringsfunctie. Daarbij kunt u al te mechanisch klinkende sequensen via de “Swing”-functie meer “groove” geven.

Wanneer u op de knop Quantiseren klikt, worden alle geselecteerde noten verschoven op een instelbaar quantiseringsraster.

Wanneer u van tevoren geen selectie maakt worden alle noten gequantiseerd.

Als startpunt (raster) en lengte kunt u kiezen uit 1/4, 1/8, 1/16 en 1/32 noten en bijbehorende waarden in triolen.

Met de knop Quantiseren wordt altijd de standaardquantisering uitgevoerd (standaard ingesteld: het starttijdstip van de noot en de lengte). In het menu MIDI-functies (op pagina 103) >geavanceerde quantisering vindt u nog andere quantiseringsmodi (bv. alleen lengte of soft Q).

In de quantiseringsopties kunt u de aard en omvang van de quantisering preciezer vastleggen.

Quantiseringsraster ("Snap")

Wanneer "Snap" is geactiveerd rusten de noten bij het aanmaken en bewerken op de quantiseringswaarden.

Hierbij wordt rekening gehouden met de quantiseringsopties; de noten rusten bijvoorbeeld bij het verschuiven pas binnen het quantiseringsvenster op de overeenkomstige posities.

De rasterposities worden op de Piano-rol als tralie getoond. Een Swing-quantisering wordt daarbij door de verschillende afstanden van de loodrechte onderverdeling op de Piano-rol getoond. Het tralie laat zich met het commando "Quantiseringsraster tonen" in het menu Opties (Sneltoets Alt+G) oproepen.

U kunt de Snap-functie bij het maken en bewerkeni van noten buiten werking stellen, door bij het tekenen met de muis de Alt-toets in te drukken.

Relatieve verschuiving in het raster (menu "Opties"): wanneer deze optie is geactiveerd, houden noten bij het verschuiven hun originele afstand tot de rasterpunten, en niet het starttijdstip van de noot, maar de verschuifafstand rust op de quantiseringswaarde. Gebruik deze optie wanneer u niet-gequantiseerde noten wilt verschuiven over een precieze afstand, zonder de timing te verstoren.

Sneltoets: Ctrl + G

Quantiseringsinstellingen De quantiseringsinstellingen vindt u in het menu "MIDI-functies > geavanceerd quantiseren" in de MIDI-editor. De dialoog met de instellingen is "niet-modaal", u

Page 102: MusicMaker NL

102

www.magix.nl

kunt deze dus indien gewenst open laten en bepaalde passages met verschillende instellingen testen.

Bovenin de dialoog worden de geselecteerde quantiseringsinstellingen weergegeven. De blauwe strepen tonen de doelposities voor de gequantiseerde noten aan, de rastpunten. De grijze gedeeltes hieromheen geven het quantiseringsvenster dus de tijdposities aan die door de quantisering worden betroffen.

Q-raster/lengte: quantiseringsraster en -lengte, als de doelpunten binnen de takt naar de tijdstippen van de notenstart of lengte moeten worden verschoven. (zie boven)

Q-drempel/Q-venster: met de parameter „Q-drempel" kunt u de quantisering licht variëren door noten die zeer dicht bij de quantiseringswaarde liggen van de quantisering uit te sluiten. Met „Q- venster" wordt de afstand links en rechts van een rasterpunt bedoeld, waarbinnen diens events kunnen worden gequantificeerd. Buiten dit gedeelte vindt geen quantisering plaats. Dat betekent events die minder dan de „Drempel”- of meer dan de „Venster”- afstand van het rasterpunt hebben, niet worden gequantiseerd. Het betroffene tijdsgedeelte wordt in de dialooggrafiek grijs weergegeven.

Swing: stelt swingende, groovende manieren van spelen in (bv. triolisch). Bepaalt de deling voor de oneven rasterpunten.

Page 103: MusicMaker NL

MIDI-objecten 103

• 50... "50-50" deling; de oneven 1/8 maat ligt precies halverwege de even 1/8 maat ("even" manier van spelen)

• 67... triolische manier van spelen, 3-2 deling

Offset: door de verandering van de waarde voor de offset verschuift u het totale quantiseringsraster. Negative waarden verschuiven het quantiseringsraster naar links, dat betekent in de tijd naar voren, positieve waarden naar rechts, dat betekent in de tijd naar achteren. De maximale waarde van 100 komt overeen met een verloop van de helft van de rasterbreedte.

De weergave van de blauwe rastpunten in de dialoog en ook het raster in de MIDI-editor volgt direct veranderingen van deze waarden.

Humanize: de parameter „Humanize" verschaft u een verdere variatiemogelijkheid waarin u noten volgens het toevalsprincipe tot een vastgelegde afstand op posities rond om de exacte quantiseringswaarde kunt rangschikken. De instelling vindt plaats in % van 1/16 noot. De vastgelegde waarde bepaalt de maximale afstand van de gequantiseerde noten tot de exacte quantiseringswaarde.

Soft Q: Met deze waarde stelt u de sterkte, resp. de Soft Q-waarde van de quantisering in.

• "100" verschuift het event precies op het rasterpunt van de quantisering, • "50" verschuift het event naar het midden tussen de huidige positie en het

rasterpunt van de quantisering, • "0" betekent geen verschuiving -> quantisering uit

Het commando "Soft Q" houdt rekening met de huidige waarde van de sterkte in de quantiseringsopties. Het eenvoudige quantiseringcommando gebruikt echter steeds 100%. Zo kunt u steeds kiezen tussen bij benadering (soft) of hard quantiseren, zonder elke keer de quantiseringsopties aan te moeten passen.

Instelling voor de standaardquantisering: selecteer uit de lijst de quantiseringsactie (zie MIDI-functies), die bij het klikken op de „Quantiseren”-knop uitgevoerd moet worden.

Quantisering terugzetten: alle noten worden op hun originele positie teruggezet.

Standaardinstellingen: de defaultwaarden worden hersteld.

MIDI-functies In het menu "MIDI-functies" van de MIDI-editor vindt u verdergaande quantiserings (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Quantiseringsinstellingen" op pagina 101)- en bewerkingsfuncties voor MIDI-noten.

Page 104: MusicMaker NL

104

www.magix.nl

De commando's in het menu "MIDI-functies" hebben steeds betrekking op de geselecteerde noten. Indien u geen noten heeft geselecteerd worden de functies toegepast op alle noten.

Legato: noten worden zonodig verlengd om gebonden te worden afgespeeld.

Noten quantiseren (standaard): de standaardquantisering wordt op alle geselecteerde noten toegepast. Wanneer er geen noten geselecteerd zijn, worden alle noten gequantiseerd. De standaardactie kunt u in de Quantiseringsinstellingendialoog (op pagina 101) bepalen. Standaard ingesteld is „Noten (start en lengte) quantiseren”.Deze functie kunt u ook via de knop "Quantiseren" in de MIDI-editor oproepen.

Geavanceerd quantiseren In dit submenu vindt u verdere quantiseringsbevelen.

Start Q: gemarkeerde noten worden volgens de ingestelde rasterquantiseringswaarde gequantiseerd. De nootlengten blijven onveranderd.

Start en lengte Q: gemarkeerde noten worden gequantiseerd volgens de ingestelde raster- en lengtequantiseringswaarden. Deze harde quantisering wordt dan altijd met 100% uitgevoerd.

Soft Q (bij benadering quantiseren) Deze opdracht houdt rekening met dat huidige waarde van de sterkte in de quantiseringsopties. De eenvoudige quantiseringsopdracht via de knop, gebruikt echter steeds 100%. Zo kunt u steeds kiezen tussen bij benadering (soft) of hard quantiseren, zonder elke keer de quantiseringsopties aan te moeten passen.

Lengte Q: gemarkeerde noten worden naar de ingestelde lengtequantiseringswaarde gequantiseerd. Het startpunt blijft ongewijzigd.

Nooteinden op raster quantiseren: het einde van de gemarkeerde noten wordt gequantiseerd volgens de ingestelde rasterquantiseringswaarde. Het starttijdstip blijft ongewijzigd maar de lengte van de noten wordt gewijzigd.

Quantisering ongedaan maken: met dit commando kunt u alle uitgevoerde quantiseringsstappen terugdraaien. Dit functioneert ook nog na het opslaan van het arrangement.

Quantiseringsinstellingen: hier opent u de dialoog voor de quantiseringsinstellingen (op pagina 101).

Controllerevents quantiseren: daarmee kunt u Controllerevents quantiseren (op pagina 96), om hun aantal te reduceren.

Noten dempen (mute): noten worden gedempt of weer geactiveerd.

Page 105: MusicMaker NL

MIDI-objecten 105

Overlappingen verwijderen (polyfoon): noten worden eventueel verkort opdat er geen overlappingen blijven bestaan. Akkoorden (noten die tegelijkertijd worden gespeeld) worden herkend en niet gecorrigeerd, dat wil zeggen dat de akkoorden niet worden opgebroken.

Overlappingen verwijderen (monofoon): noten worden eventueel verkort opdat er geen overlappingen blijven bestaan. Veroorzaakt een monofone stemvoering.

Sustainpedaal in nootlengtes omzetten: deze functie zet Controllerevents van het sustainpedaal (Controller 64) in nootlengten om. Alle noten die na een "Pedaal ingedrukt"-event (CC64 > 64) zijn gestart, worden tot het tijdstip van het "Pedaal losgelaten"-event (CC64 < 64) verlengd en de pedaalevents worden verwijderd.

Tips & trucs omtrent de Lijst-editor MIDI-noten knippen en plakken kan binnen een editor maar is ook tussen twee verschillende editors mogelijk. Noten worden altijd op de positie van de afspeelcursor ingevoegd.

Dupliceren: de geselecteerde noten worden gekopieerd en vanaf het volgende rasterpunt achter de selectie ingevoegd, als het raster actief is (menu Opties - quantiseringsraster actief), anders direct achter de selectie.

Patroon uit selectie maken (Ctrl + P): de lengte van het patroon wordt bij een actief raster gequantiseerd. Het patroon kan met de muismodus Patroon tekenen in het MIDI-object worden getekend.

Om noten van een specifieke toonhoogte direct te selecteren dubbelklikt u op een lege plek met deze toonhoogte in de pianorol of op het schermklavier.

Sneltoets MIDI-editor Weergave/stop Spatiebalk Stop op positie 0 (cijferblok) Verwijder alle geselecteerde events Ctrl + Del Geselecteerde MIDI-noten wissen Del Kies alle niet weergave gefilterde noten (piano-rol) en events (lijst)

Ctrl + A

Noten dempen Ctrl + M Maak patroon van selectie Ctrl + W MIDI-opname Ctrl + R Ongedaan maken (undo) Ctrl + Z Terugzetten (redo) Ctrl + Y Knippen Ctrl + X Kopiëren Ctrl + C Plakken Ctrl + V Dupliceren Ctrl + D Standaard MIDI-bestand importeren Ctrl + I Standaard MIDI-bestand exporteren Ctrl + E

Page 106: MusicMaker NL

106

www.magix.nl

Event-editor tonen/verbergen Ctrl + L Velocity-editor tonen/verbergen Ctrl + T

Toon quantiseringsraster Ctrl + K Selectiemodus Ctrl + 1 Tekenmodus Ctrl + 2

Drum (teken)modus: Ctrl + 3 Patroon (teken)modus Ctrl + 4 Velocity wijzigen Ctrl + 5 Wismodus Ctrl + 6 Vergrootglas Ctrl + 7 Quantiseer Ctrl + Q

Quantiseringsopties Alt + Q kies vorige noot/event Pijl boven/links kies volgende noot/event Pijl rechts/onder Aangeklikte noot afspelen Ctrl + N Alle noten beëindigen Ctrl + P Raster aan/uit Ctrl + G automatisch scrollen bij weergave Ctrl+F verticaal inzoomen Ctrl + Pijl boven verticaal uitzoomen Ctrl + pijl beneden horizontaal inzoomen Ctrl + pijl links horizontaal uitzoomen Ctrl + pijl rechts horizontaal scrollen Muiswiel verticaal scrollen Shift + muisrad Zoomen Ctrl + muiswiel

Page 107: MusicMaker NL

Software-instrumenten 107

Software-instrumenten MAGIX Music Maker 2013 Premium levert meerdere softwaresynthesizers en synthesizerplug-ins (VST-instrumenten) mee voor het maken van eigen geluidsmateriaal. De synthesizers kunnen ofwel VST-plug-in-instrumenten zijn die door MIDI-objecten worden gestuurd, of synthesizer-objecten die samen met de andere objecten op de sporen gearrangeerd worden.

Hier een overzicht:

Synthesizer Type Toepassing Atmos Synthesizer-

object Achtergrondgeluiden

BeatBox 2 of BeatBox 2 plus (alleen Premium-versie)

Synthesizer-object

Natuurlijke en elektronische beats

Loop Designer (op pagina 120)

Synthesizer-object

Breakbeats, baslijnen

LiViD Synthesizer-object

Akoestisch drumstel (complete song-gedeelten)

Robota Synthesizer-object

Elektronisch drumstel

Revolta 2 (alleen Premium-versie)

VST-plug-in Synthesizerleads, pads, sequencer-figuren

Vita VST-plug-in Natuurlijke instrumenten, gitaar, bas, akoestisch drumstel, piano, strijkers, blazers

Vita Solo Instruments VST-plug-in

VST-plug-ins VST-plug-in Afhankelijk van de geïnstalleerde plug-ins

Page 108: MusicMaker NL

108

www.magix.nl

Oproepen van de synthesizer De software-instrumenten kunnen, net als alle objecten in MAGIX Music Maker 2013 Premium via de Mediapool worden geladen. Open hiervoor de instrumenten-instelling van de Mediapool.

In de Mediapool verschijnen nu de symbolen van alle beschikbare software-synthesizers. Bovenin vindt u de VST-instrumenten, onderin de object-synthesizers.

Synth-objecten MAGIX Music Maker 2013 Premium bevat meerdere interne synthesizers voor de creatie van eigen drumpatronen, beakbeats, baslijnen of omgevingsgeluiden. Deze synthesizers worden gerepresenteerd door synth-objecten, die samen met de andere objecten op de sporen kunnen worden gearrangeerd.

Middels drag & drop kunt u elke software-synthesizer naar het arrangement slepen. In het betreffende spoor verschijnt een synth-object en het bedieningspaneel van de synthesizer wordt geopend. Met behulp van dit bedieningspaneel kunt u de synth-objecten programmeren. Lees hiervoor de aansluitende gedeelten over de afzonderlijke synthesizers.

De weergave kan bij een geopende bedieningsconsole worden gestart en gestopt met de spatiebalk. Wanneer het synth-object een eigen "Play"-knop heeft (bijv. de Beatbox), satrt deze de plug-in solo, zonder de andere sporen van het arrangement af te spelen.

Wanneer u klaar bent met de programmering van de melodieën of ritmes van een synth-object, kunt u de bedieningsconsole sluiten en het synth-object op de sporen arrangeren. Synth-objecten functioneren verder net als normale audio-objecten: ze

Page 109: MusicMaker NL

Software-instrumenten 109

kunnen met alle beschikbare effecten (op pagina 152) worden bewerkt en precies als normale objecten met de hendels worden verlengd of verkort, in- en uitgefade worden en het volume kan worden gewijzigd. Ook de objectcurven (op pagina 221) (Producer Edition) kunnen voor de synth-objecten worden ingezet.

Het bedieningspaneel van elk synth-object kan later met met een dubbelklik weer worden geopend, om het om te programmeren. Bovendien kunt u zo veel synth-objecten van dezelfde software-synthesizer als u wilt naar een spoor slepen en afzonderlijk programmeren. Ook kunt u synth-objecten splitsen.-

BeatBox 2 plus

Let op: BeatBox 2 vervangt de oude Beatbox uit eerdere versies en is daarmee niet compatibel. Lees daarom ook de Aanwijzing voor gebruikers van oudere versies van MAGIX Music Maker 2013 Premium.

De BeatBox 2 is een 16-stemmige drumcomputer met hybride klankopwekking en stepsequencer. De beproefde bedieningsconcepten van de "oude" BeatBox zoals matrixprogrammering met auto-copy zijn uitgebreid met een comfortabele bewerking van de aanslagsterkte en een wezenlijk uitgebreidere klankopwekking, inclusief multi-effectsectie (een effect per druminstrument).

Een drumgeluid wordt in de BeatBox 2 door een sample (analoog aan de oude BeatBox) gegenereerd, die gecombineerd wordt met een synthetische klank, die weer drie verschillende synthesizermodellen kan worden gegenereerd (hybride klankopwekking). De BeatBox 2 plus maakt de meest gedetailleerde bewerking en automatisering van alle klankparameters mogelijk.

Het bedieningspaneel van de BeatBox 2 kent twee toestanden. In gesloten toestand kunt u met de BeatBox 2 de meegeleverde of zelf gemaakte geluiden en patronen beluisteren, zonder dat veel beeldschermoppervlak wordt gebruikt.

In de opgeklapte toestand worden slechts de belangrijkste bedieningselementen getoond.

Volumeregelaar: regelt het volume. Piekmeter en preset-naam: op de piekmeter kunt u de uitvoer van de BeatBox 2

visueel controleren. Met een klik op de driehoek naast de preset-naam opent u de preset-lijst.

Volgende/vorige preset Preset opslaan: de preset omvat zowel de gebruikte drumkit, het patroon,

evenals eventueleAutomatieken (op pagina 114). Play/stop: met de afspeelbesturing op het bedieningspaneel van de BeatBox 2

Page 110: MusicMaker NL

110

www.magix.nl

start u de BeatBox "solo", dus zonder dat het arrangement mee af wordt gespeeld.

Edit-knop: met de Edit-knop opent u de BeatBox 2 voor bewerking, om eigen beats en geluiden te programmeren.

De BeatBox 2 plus in uitgeklapte toestand

Drumkit: in dit gedeelte worden de drumkits (samenstellingen van verschillenden drum-instrumenten) en de aparte drum-instrumenten geladen

Geselecteerd drum-instrument: de instellingen in het deel Synthese (6) en Velocity/Automation (5) hebben steeds betrekking op het geselecteerde drum-instrument.

Patterneditor: hier wordt de beat-sequens geprogrammeerd. Boven kunt u verschillende patronen (sequenzen) laden en opslaan evenals verschillende instellingen voor weergave en functie van de patrooneditor wijzigen. In de matrix wordt de beat geprogrammeerd: een regel is een drum-instrument, een kolom vormt een bepaalde positie in de tijd binnen de 1-4 maten. Wordt een hokje aangeklikt, dan wordt op die positie in de tijd het betreffende drum-instrument actief.

Velocity/Control: dit gedeelte heeft twee modi: Velocity en Automation. In der instelling Velocity worden de aanslagsterkten voor de beats van het geselecteerde drum-instrument als balk weergegeven. In de instelling Automation kunt u de in het deel Synthese (6) geselecteerde klankparameter automatiseren.

Synthese: hier kunt u de geselecteerde klankparameters en de effectinstellingen van het geselecteerde drum-instrument bewerken.

In het navolgende gedeelte worden de onderdelen van BeatBox 2 apart besproken:

Page 111: MusicMaker NL

Software-instrumenten 111

Drumkit In dit gedeelte worden de drumkits (samenstellingen van verschillende drum-instrumenten) en de aparte drum-instrumenten geladen. U kunt dus een reeds geprogrammeerd patroon met verschillende kits uitproberen of ook losse drum-instrumenten verwisselen.

Drumkit selecteren: met de <> knoppen kunt u door de verschillende drumkits klikken. Een drumkit is een verzameling in klank op elkaar afgestemde slaginstrumenten, b.v. Rock-drums of elektronische drums zoals de TR 808. Door de drumkit te wisselen is het mogelijk een eerder gemaakt ritme een heel ander geluid te geven.

Drumkit opslaan: met deze knop slaat u de huidige samenstelling van de drum-instrumenten op als drumkit.

Drumkit lijst: een klik op de pijl rechtes naast de naam opent de complete lijst van beschikbare drumkits.

Drum-instrument selecteren: De pijl-knoppen funktioneren analoog aan die van de drumkit. De volgorde van de drum-instrumenten kunt u met drag & drop wijzigen.

Mute/Solo: De "Solo"-knop schakelt een drum-instrument solo, d.w.z. alle niet "Solo" geschakelde drum-instrumenten worden gedempt. De knop "Mute" dempt een drum-intrument.

Door middel van drag & drop vanuit Windows Verkenner kunt u nieuwe drum- of effectgeluiden in de huidige drumkit inbouwen. Sleep een Wave-bestand naar een drum-instrument om een nieuw drum-geluid op basis van deze sample te creëren. Daarbij wordt de sample naar de BeatBox 2 sample-map gekopieerd, zodat de gemaakte drum-instrumenten en drumkits later weer gebruikt kunnen worden. U kunt ook een hele map met Wave-bestanden naar de drumkit slepen en zo een hele kit creeren op basis van de samples in deze directory.

Contextmenu Door een klik met de rechter muiknop op een drum-instrument opent zich een contextmenu:

• copy/paste: daarmee kunt u een instrument van een spoor kopiëren en op een ander spoor plakken.

• empty instrument: een leeg instrument wordt aangemaakt. Het speelt geen toon, heeft geen naam en wordt voor het "opruimen" van niet gebruikte sporen gebruikt.

• default instrument: het standaard instrument wordt aangemaakt. Het heeft de standaardparameters voor alle synthesevormen en dient als uitgangspunt voor eigen geluiden.

Page 112: MusicMaker NL

112

www.magix.nl

• reset Automation: enkele presets van de BeatBox 2 bevatten Automatieken. Dat zijn dynamische klankparameterveranderingen, zoals b.v. filterbewegingen of veranderingen in toonhoogte. Met dit commando kunt u deze voor het geselecteerde instrument geheel verwijderen.

Pattern-editor - knoppen

Pattern: met de <> knoppen kunt u door de verschillende patronen klikken. De pijl rechts opent een lijst van beschikbare patronen, met de knop "opslaan" wordt het huidige patroon opgeslagen.

Clear track/all: alle events van het geselecteerde instrument (track) of alle events van het patroon (all) worden verwijderd door het klikken op deze knop.

Maat selecteren: De te bewerken maat kan met de bijbehorende knop geselecteerd worden. Met de "Follow"-knop wordt vastgelegd of de weergave van een maat de op dat moment afgespeelde maat volgt. All toont alle maten van het patroon.

"1>2-4" auto copy: Wanneer meer dan een maat is geselecteerd als lengte van het patroon, zorgt de "auto copy"-modus ervoor dat de drum-noten die in de eerste maat worden gespeeld, automatisch ook in de volgende maten worden gespeeld. Dat maakt het ook bij een lengte van de loop van 4 maten, zeer eenvoudig snel een doorlopende beat te creëren. Noten die in de naar achteren gelegen maten worden geplaatst worden door de Auto-draw functie niet meegenomen, zodat u gemakkelijk in bijvoorbeeld de vierde maat een lichte variatie kan intekenen.

Bars: een drum-patroon kan maximaal 4 maten lang zijn. Met de kleine schuifregelaar kunt u de lengte instellen.

Shuffle: deze regelaar verandert de timing van de BeatBox 2. Wanneer de regelaar naar rechts wordt gesleept, worden de 8-sten van een ritme, meer en meer als triolen gespeeld. Wie dat te abstract klinkt kan het beste de functie gewoon uitproberen, bij voorkeur met een HiHat figuur in zuivere 16-den, dan wordt snel duidelijk wat de "Shuffle"-regelaar doet!

Grid: hier kan de tijdsresolutie van de BeatBox worden ingesteld. De keuze bestaat uit achtste noten (alleen voor zeer simpele ritmes te gebruiken), 16-den (preset) en 32-ste noten (iets voor meer gerafineerde constructies).

Patterneditor - matrix

Page 113: MusicMaker NL

Software-instrumenten 113

Dit is het hart van de BeatBox. Met een klik van de muis positie naar keuze in de matrix kunt u drum-noten (events) instellen en weer wissen. Door klikken en slepen kunt u een reeks noten intekenen. Samen met de bewerkingsmogelijkheden voor de aanslagsterkte (op pagina 115) (Velocity) kunt u eenvoudig drum-rolls (tromgeroffel) creëren.

Met ingedrukte Shift-toets kan een rechthoek worden gemaakt waarmee u de binnen de rechthoek gelegen noten selecteerd (lasso-selectie). Aldus geselecteerde noten kunt u kopiëren door ze naar een nieuwe positie te slepen. Wanner u tegelijk de Ctrl-toets ingedrukt houdt blijven de bestaande noten op de doelpositie behouden. Met rechtsklikken kunt u alle geselecteerde noten wissen.

Twee speciale commando's zijn voor de selectie beschikbaar:

Shift + dubbelklik Alles in de aangeklikte maat selecteren. Ctrl + Shift + dubbelklik Alles selecteren

Een normale muisklik heft de selectie op. Ook na het kopieren wordt de selectie automatisch weer opgeheven. Wilt u de selectie behouden, houdt dan bij het kopiëren de Shift-toets ingedrukt.

Sneltoetsen Veel functies van de BeatBox 2 kunt u met het toetsenbord besturen, zo kunt u bijvoorbeeld een beat met de Enter-toets in het lopende patroon live inspelen. Hier een complete lijst van de toetsenbordcommando's:

Algemeen Sneltoets Editor openen/sluiten e

Patterneditor-opties "1>2-4" Autocopy a Follow f Maat: 1..4 weergeven 1..4 Alle maten tonen 0 Grid fijner/grover +/-

Geselecteerd drum-instrument Vorige/volgende Pijl omhoog/omlaag Preview p Live-invoer Enter-toets Dempen (Mute) aan/uit m Solo aan/uit s

Page 114: MusicMaker NL

114

www.magix.nl

Velocity In de modus "Velocity" dient het gedeelte "Velocity/Automation" voor de bewerking van de aanslagsterkte van de aparte drum-noten van het geselecteerde drum-instrument.

Reset: zet alle aanslagsterktes op 100% Modus schakelaar: daarmee wordt omgeschakeld tussen velocity-besturing en

Automation (op pagina 114) Random: met de random-parameter voegt u aan de ingestelde aanslagsterktes

toevallige afwijkingen toe. Daarmee kunt u uw beats natuurlijker laten klilnken. Amount: in de modus Velocity zonder functie. Aanslagsterkte: voor elke ingestelde noot van het geselecteerde drum-instrument

wordt hier de aanslagsterkte door de hoogte van de balk weergegeven en deze kan met de muis worden bewerkt. Ook kunnen meerdere balken tegelijk worden bewerkt, zie Bewerken van velocity en automatiekwaarden (op pagina 115).

Automatisering Elke parameter van een drum-geluid inclusief effect kan in het patroon geautomatiseerd worden, dat wil zeggen, het kan gedurende het patroon worden gewijzigd. Geef bijvoorbeeld uw snare-drum meer levendigheid door de luide slagen licht hoger te stemmen, of plaats accenten door enkele slagen van reverb te voorzien.

In het sythesizer-gedeelte onderin kunt u de parameter voor de automatisering selecteren met de kleine blauwe LED's boven de parameter-regelaars.

Meer over de parameter-regelaars in het gedeelte Synthesizer.

Reset: zet alle automatiseringswaarden van de geselecteerde parameters op 0.

Modus-schakelaar: daarmee wordt omgeschakeld tussen velocity-besturing en Automation (op pagina 114). Wanneer u een parameter voor de automatiek selecteert gebeurt dat automatisch.

Random: met de random-parameter voegt u aan de geprogrammeerde automatiek toevallige afwijkingen toe. Daarmee kunt u uw beats natuurlijker laten klinken, doordat elke geprogrammeerde slag iets anders zal klinken. De sterkte van de random-parameter wordt door de amount-regelaars (zie onder) beïnvloed, dat wil zeggen, staat de amount op 0 dan heeft de toevalsfactor geen effect.

Page 115: MusicMaker NL

Software-instrumenten 115

Amount: de amount-parameter regelt de gezamenlijke invloed van de automatiseringswaarden en de random-factoren op de gekozen parameter. Bij amount = 0 heeft de ingetekende automatiek helemaal geen invloed, bij amount = max de grootste. De uitwerking van de amount-regelaars op de automatieringswaarden wordt door lichtere strepen in de waarde-balken duidelijk gemaakt.

Automatiseringswaarden: voor de geselecteerde parameters kunnen hier automatiseringswaarden als balken met de muis worden ingetekend. Automatiseringswaarden kunnen ook tussen de geplaatste noten getekend worden, de klank van het drum-instrument verandert dan tijdens het afspelen.

De automatiseringswaarden worden bij de oorspronkelijke waarde van de parameter opgeteld.

Bewerken van velocity en automatiseringswaarden Houdt de Shift-toets ingedrukt en selecteer met de muis een aantal balken voor velocity of automation.Twee speciale commando's zijn voor de selectie beschikbaar:

Shift + dubbelklik Alles in de aangeklikte maat selecteren. Ctrl + Shift + dubbelklik Alles selecteren

Met de "copy"-knop kopieert u de selectie naar het klembord. Wanneer u nu binnen dit of een willekeurig ander editor-spoor of automatiek opnieuw een selectie maakt kunt u daar met "paste" de noten of automatiseringsdata plakken. Is de doelselectie groter dan de inhoud van het klembord, dan wordt deze meerdere malen geplakt. Daarmee kunt u snel een kort gedeelte naar de gezamenlijke lengte van het patroon kopiëren. Met de drie hendels kunt u de velocity of automatiseringswaarden samen bewerken.

Met de middelste hendel verhoogt of verlaagt u de waarden samen.

Met de hendels links en rechts kan een fade-in of -out op een waarde worden toegepast.

Page 116: MusicMaker NL

116

www.magix.nl

Wanneer u de hendels ook nog loodrecht beweegt kunt u de vorm van de fade-curve veranderen. Een normale muisklik in het automatiseringsgedeelte heft de selectie weer op.

Let op: een selectie van velocity-waarden betekent hetzelfde als een selectie van de overeenkomstige noten in het matrix-editorspoor.

Synthesizer In het onderste gedeelte van de BeatBox kunt u de klank van het geselecteerde drum-instrument instellen. De synthese van de BeatBox 2 bestaat uit een combinatie van een eenvoudige drum-sampler en een synthesizer. Voor de synthesizer zijn daarbij drie verschillende synthesemodellen mogelijk: "Phase Distortion Synth" (FM-Synthese), "Filtered Noise" und "Physical Modelling". Het bijeengemixte signaal van beide componenten wordt dan nog door een Multi-Mode-Filter bewerkt. Een enveloppe ("Envelope Generator") stuurt tijdafhankelijke modulaties in alle componenten. Over de details van de synthesemodellen leest u meer in het gedeelte Synthesemodellen (op pagina 119).

Drum-instrument voorbeluisteren

Drum-instrument opslaan

Sample selecteren: met een klik op de pijl kunt u samples uit de categorieën kick, snare, enz. selecteren

Synthesemodel selecteren: hier kunt u tussen de drie synthesemodellen kiezen. Mix: mixverhouding tussen drum-sampler en synthesizer. Parameter-regelaars: steeds 6 klankparameters van één drum-sound kunt u

direct via de parameter-regelaars instellen en automatiseren. Welke parameters dat precies zijn hangt van de geladen drum-sound af. Door een klik op de naam van de klankparameter kunt u uit een menu ook elke gewenste andere syntheseparameter van de drumsound op de parameter-regelaar zetten.

Automatisering: daarmee selecteert u de parameter van de regelaar voor de Automatisering (op pagina 114).

Page 117: MusicMaker NL

Software-instrumenten 117

Effectsectie Elk drum-instrument van de BeatBox 2 heeft een effecteenheid die na de eigenlijke klankopwekking en -bewerking komt. Deze effecteenheid beschikt over een reeks hoogwaardige algoritmen om het geluid te polijsten of het geluid in een productietypische context te zetten.

FX aan/uit Parameter-regelaars: de effectmodule beschikt over vier instelbare parameters

waarbij de vierde ("Mix") altijd beschikbaar is en de anderen een functie hebben die afhangt van het gekozen algoritme (zie onder).

Automatisering: daarmee selecteert u de parameter van de regelaar voor de Automatisering (op pagina 114).

Effectalgoritme: met een klik op de pijl selecteert u een effectalgoritme.

De beschikbare effectalgoritmen worden in het nu volgende gedeelte beschreven.

Mono Delay (Tempo Sync / Msecs) Eenvoudig, monofoon delay-effect.

Parameters

• Time: delay-tijd, aangepast aan muzikale teltijden (sync) of vrij • Feedback: herhalingen • Demping: hoogtedemping van de herhaling

Stereo Delay (Tempo Sync / Msecs) Stereofone herhalingen, per kant apart in te stellen

Parameters

• Left / Right: Delay-tijden, gesynct of vrij • Feedback: anders dan bij de monodelay vindt alleen in de middenpositie van de

feedbackregelaar géén herhaling plaats. Als deze helemaal naar links is gedraaid is het type delayeffect "ping pong", wat wil zeggen dat het signaal afwisselend naar de ene en de andere kant wordt gezonden zodat het tussen de kanalen heen en weer springt. Als de regelaar helemaal naar rechts wordt gedraaid is het delayeffect "Dual Mono" waarbij de linker- en rechterkant twee onafhankelijke vertragingstijden hebben.

Page 118: MusicMaker NL

118

www.magix.nl

Chorus Creëert een typisch "zwevend" geluid doordat het signaal gemoduleerd wordt vervormd om het geluid aan te dikken of in het stereoveld te verbreden. De vervorming wordt bereikt door een korte delay wiens lengte afhangt van de modulatie. Daarbij ontstaat het zogenaamde Doppler-effect.

Parameters

• Time: delaytijd in msec. Dit is de basis, de modulatie stuikt deze waarde of rekt deze uit.

• Rate: modulatiesnelheid • Depth: amplitude van de modulatie. Lage waarden zorgen voor weinig modulatie,

hoge waarden zorgen voor een duidelijk vibrato.

Flanger Lijkt wat betreft algoritme op Chorus met het verschil dat de delaytijd geringer is en de delay met herhalingen (feedback) werkt. Een flanger klinkt "scherper" en staat meer op de voorgrond dan een chorus.

Parameters

• Rate: modulatiesnelheid • Feedback: terugkoppeling van de delay • Depth: amplitude van de modulatie.

Phaser Is net als Chorus en Flanger een modulatie-effect hoewel hierbij geen vervorming wordt gecreëerd maar de faselengte van een signaal door filters periodiek wordt veranderd (principe van de "fasenschuivers"). Er ontstaan karakteristieke gaten in de frequentiegang, het zogenaamde "kamfiltereffect". Het Phaser-effect is heel geschikt voor soundscapes en psychedelische klanken.

Parameters

• Rate: modulatiesnelheid • Feedback: terugkoppeling van de filtertrappen • Depth: amplitude van de modulatie.

Room Reverb / Hall Reverb Bij de reverbs gaat het om twee realistische simulaties van natuurlijke echo. Geluid krijgt daarmee een "atmosfeer", ze klinken levendig en echt. De Room Reverb simuleert hierbij eerder een kleine ruimte met een hoge reflectiegraad. De Hall Reverb lijkt eerder op het typische karakter van grote concertzalen.

Aangezien natuurlijke ruimtes door de constante beweging van luchtmoleculen en de complexiteit van reflectieprocessen nooit "statisch" klinken, hebben de beide

Page 119: MusicMaker NL

Software-instrumenten 119

algoritmen een modulatieparameter die de looptijd van de afzonderlijke echo's varieert en het echogevoel al naar gelang de sterkte levendig vormgeeft.

Parameters

• Decay: lengte van de echo • Damp: demping van de hoogten, simuleert absorptie door lucht, muurstructuren

en objecten • Mod: modulatiesterkte

Lo-Fi Dit algoritme kan het geluid al naar gelang de instelling een beetje "vuiler" maken of het signaal zelfs duidelijk storen. Dit is een ideaal algoritme voor creatief geluidsdesign. Bovendien kunt u ouderwetse digitale synthesizers en samplers simuleren die vaak niet bepaald klankecht waren. Hiertoe kunt u de samplerate bij de uitgang van het Lo-Fi-effect steeds reduceren om naast een onvermijdelijk verlies van de hoge tonen door zulk "downsampling" heel veel "aliasing" (stoorgeluiden) te produceren. De bitresolutie kunt u op dezelfde manier veranderen.

Parameters

• Rate: samplerate • Crush: aantal bits • Lowpass: lowpassfilter aan de uitgang om de stoorgeluiden te dempen

Distortion Dit oversturingseffect werkt net als de effectpedalen voor gitaristen. Alles is mogelijk: van een lichte, blues-achtige verzadiging van het signaal tot en met een hard metalpedaal. Hierbij bewerkt een 2-bands EQ het in- en uitgangssignaal en zorgt zo voor een uitgebreid klankpalet.

Parameters

• Drive: regelt het interne niveau en daarmee de oversturing • Low: aandeel van de bassen • High: aandeel van de hoge tonen

Analoog filter 12/24db Vintage compressor Synthesemodellen De klankopwekking van de BeatBox 2 bestaat uit een combinatie van een eenvoudige sampler en een synthesizer, die drie verschillende synthese-modellen kent.

Sampler

Page 120: MusicMaker NL

120

www.magix.nl

De sampler speelt korte opgenomen stukjes geluid ("samples") op verschillende toonhoogten af. De sampler is geschikt voor het creëren van allerlei soorten drumsounds, maar de geluiden klinken statisch en bij veranderde toonhoogte onnatuurlijk. Daarom kan de sampler met een van de drie synthese-modellen gecombineerd worden.

Filtered Noise Witte ruis wordt door twee bandpass-filters met afzonderlijk instelbare frequntie en resonantie gefilterd. Dit algoritme is geschikt voor het maken van synthetische snare- en hihat-geluiden.

Phase Distortion Synth Twee oscillatoren met regelbare fase-vervorming en een binnen wijde grenzen variabele frequentie moduleren elkaar (FM/Crossmodulation/Ringmodulation). Al naar gelang de instellingen kunnen met deze algoritmen kick-, tom- of metaal-achtige percussiegeluiden worden gegenereerd. Bij hogere waarden voor de frequentie en modulatiediepte ontstaan ruis-achtige geluiden die zich lenen voor synthetische hihats of shakers. Doordat de frequentie van de oscillatoren zich exact naar de muzikale toonhoogten laat instellen, kunt u met dit model ook baslijnen of melodieën creëren.

Physical Modeling Dit is een eenvoudig fysisch model van een "abstract" slaginstrument. Een teruggekoppeld netwerk van delays wordt door een impuls gefilterde witte ruis (exciter) in trilling gebracht. Al naar gelang de instelling van de exciter, de grootte van het model (surface) en de demping kunt u hiermee een grote variëteit aan natuurlijk klinkende percussie-instrumenten, zoals bekkens, claves, gongs of triangels creëren.

Multimodus-filter/Envelope Generator Achter de sampler en synthesizer is een universeel filter (Multimodus-filter) geschakeld om het drum-geluid de laatste afwerking te geven. De enveloppe (Envelope-Generator) stuurt alle tijdsafhankelijke processen in de synthesizer en sampler.

Loop Designer De Loop Designer verenigt de twee markante stijlelementen van de muziekrichting Drum'n'Bass in een apparaat: overstuurde beats en pompende baslijnen. Met de Loop Designer kunt u zonder speciale kennis vooraf Authentieke drum'n'bass-geluiden maken. Deze vervangt de in de voorgangerversie gebruikte Drum'n'Bass-Machine.

Tip: voor Drum'n'Bass liegt meestal de snelheid bij 160-180 BPM. De drum'n'bass-machine kunt u ook goed voor andere muziekstijlen gebruiken bv. BigBeat (120 BPM) of trip-hop (80-90 BPM).

Page 121: MusicMaker NL

Software-instrumenten 121

Loop Designer: overzicht

De bovenste helft van de synthesizer stuurt de rythme-sectie, de onderste helft de bassectie. Via het "M"-symbool aan de linker rand kunt u de beide secties dempen. Zo kunt u bv. de bassectie uitschakelen om alleen de breakbeat van de drumsectie in het arrangement over te nemen. Bij een mixdown van het arrangement wordt alleen de drumsectie in het mixdown-bestand meegerekend. Daarnaast bevinden zich de "Volume"-knoppen, die het volume van beide secties aansturen.

Met de knoppen "Play" en "Stop" kunt u de drum'n'bass-creaties vooraf beluisteren of stopzetten.

Meer knoppen:

Laad een voorheen opgeslagen patroon met alle instellingen.

Slaat een patroon op.

Maakt alle gemaakte instellingen in alle secties ongedaan.

Maakt toevallige patrooninstellingen in beide secties. U kunt de instellingen later naar uw eigen wensen aanpassen.

Drumsectie (bovenste helft) Hier kunt u op eenvoudige wijze complexe en authentiek klinkende jungle-breakbeats maken. In professionele geluidsstudio's worden jungle-breakbeats gemaakt door een drum-loop in vele kleine deeltjes te knippen en in een andere volgorde opnieuw samen te stellen. Dit is veel werk en wordt met de Loop Designer aanzienlijk vereenvoudigd.

In de bovenste rij, de zogenaamde "Steps"-rij wordt de nieuwe volgorde bepaald. De grijze cellen tonen de afzonderlijke delen ("teltijden"), waarin de loop onderverdeeld wordt.

Page 122: MusicMaker NL

122

www.magix.nl

Met een linker muisklik op een van de grijze cellen, kiest u een ander noot of een andere afspeelwijze. De meest verschillende noten worden door een heldere balk gerepresenteerd, die met elke muisklik naar boven "groeit". Elke keer wanneer u dus op een grijze cel klikt, wordt de balk met een trede uitgebreid.

1 van 4: spelen drum-loop vanaf de eerste noot

2 van 4: spelen drum-loop vanaf de tweede noot

3 van 4: spelen drum-loop vanaf de derde noot

Volle balken: speel drum-loop vanaf de vierde noot

Teruguitsymbool: vanaf deze positie teruguit spelen

Stopsymbool: afspelen stoppen

Met de rechter muisknop worden de instellingen van een stapcel gewist; de drum-loop wordt in zijn originele volgorde afgespeeld.

Met de dubbelepijl-knop wordt een toevallige stappenvolgorde gegenereerd. Dit ritme kunt u naar eigen wensen aanpassen.

Met een klik op het blauwe veld in het linker deel van de drumsectie wordt een pop-upmenu geopend waarin de klank van de drum-loop gekozen wordt. Wanneer u een andere drum-loop kiest, wordt deze geladen en in de programmeerde speelwijze gespeeld.

Tip: u kunt ook een loop uit de soundpools of Wave-bestanden naar de Loop-Designer kopiëren. Kies hiervoor de gewenste loop of het bestand uit en sleep deze met ingedrukte linker muisknop (drag & drop) naar het veld.

In het veld onder de "Stappen"-reeks wordt gedefinieerd zoals de klank van de loop beïnvloed wordt. De intensiteit van de instelling wordt daarbij via een aansturing gelijk aan die van de piekmeters bepaald. Hoe hoger de balk, hoe sterker de invloed op de loop. Met behulp van de linker muisknop kunt u de waarde traploos bepalen. "Volume" wijzigt het volume (vol = hard, leeg = zacht), "Filter" de filtersterkte (vol = helder, leeg = dof). In de "Vlam"-rij kunt u bepalen dat de noot op deze plek twee

Page 123: MusicMaker NL

Software-instrumenten 123

maal snel achter elkaar afgespeeld wordt. Hiermee kunt u rolls en fill-ins programmeren.

Via de bovenste pijlknoppen aan de rechter rand laadt u de vooraf ingestelde patrooninstellingen. De oorspronkelijk ingestelde loop wordt daarbij niet aangepast. De twee onderste pijlknoppen bieden presets in de vorm van standaardcurven voor "volume" en "filter".

Via de knop "Filtertype" kunt u de klanksoort van de filter selecteren: "BP" staat daarbij voor "Bandpass", "LP" voor "Low Pass" (laag doorlaten) en "HP" voor "High Pass" (hoog doorlaten).

Bassectie (onderste helft) Met de bassectie worden passende basloopjes gemaakt.

• Met de eerste rij van de "Noten"-rij wordt het verloop van de noten bepaald; de toonvolgorde. Met een linker muisklik selecteert u een cel waarbij onder de laagste noot en boven de hoogste noot voorstelt. Met een rechter muisklik wordt een cel gewist.

• In de "Octaaf"-reeks kunt u de octaaf van de bastoon bepalen. De posities van de schuifregelaar staan daarbij voor verschillende octaafwaarden. Wanneer de knop onder staat, levert dit een lage toon op, staat deze in de bovenste positie dan levert dit een hoge toon op. Wanneer een knop in het midden staat, is de toonhoogte genivelleerd.

Zoals in de drumsectie zijn er hier ook de pijlknoppen aan de rechter rand voor het oproepen van standaard ingestelde patronen en de dubbelepijl-knoppen voor een toevallige instelling van de waarden. Ook de filter kunt u analoog instellen voor de drumsectie. De pijlknop naast het filtergedeelte selecteert presets in de vorm van standaardcurven uit.

Met het blauwe selectieveld aan de linker rand kunt u het basgeluid bepalen. Net als in de drumsectie kunt u loops en WAV-sounds door middel van drag & drop uit het veld slepen.

Verder zijn er rechts twee schuifregelaars voor klankveranderingen:

Page 124: MusicMaker NL

124

www.magix.nl

De regelaar "Vibrato" zorgt ervoor dat de bastoon in zijn toonhoogte "trilt". Wanneer de regelaar zich helemaal rechts bevindt, trilt het geluid sterker, helemaal links verandert de toonhoogte zich helemaal niet.

Met de regelaar "Decay" wordt bepaald hoe lang het duurt voordat het geluid weggevaagd is. Helemaal rechts is het geluid snel weg (ca. na 1/4 seconde), helemaal links blijft de toon voort klinken.

LiViD - Little Virtual Drummer MAGIX LiViD biedt de helpende hand bij het maken van songs. Met slechts enkele aanwijzingen speelt hij een compleet drumspoor met intro, couplet, refrein, fill-ins en stelt hij de exacte structuur van de totale song voor. Briljante stereo drumsamples, ingespeeld door studioprofs en een traploos regelbare humanize-functie zorgen voor een echte drumgevoel en een perfect geluid.

Kies uit één van de vier styles (Pop, Rock, Funk, Latin), die in vier substijlen zijn onderverdeeld met ieder zes songdelen per stijl/substijl (Intro, Verse, Bridge, Chorus, Outro, Fill-in).

Scramble: intern wordt een toevallige reeks van vier patronen van één maat per stijl/substijl/songdeel samengesteld. Met Scramble wordt deze volgorde opnieuw gegenereerd. Shuffle: de tweede en vierde zestiende van een beat traploos naar achteren verplaatsen (100% = triolisch). Humanize: de positie van alle events wordt op toevalsbasis naar voren/achteren verplaatst (of niet). Let op: de verplaatsingen zijn miniem en lang niet altijd duidelijk te horen! Snare: de aanslag van de snare tussen Normaal, Side stick (slag op de rand met de stok op het vel rustend) en Rimshot (slag op rand en vel gelijktijdig) omschakelen. Uitzondering: het zachtste velocityniveau van de snare blijft altijd normaal (ghost notes). Hihat: verandert de aanslag van de hihat tussen Soft (niet geopend) en Hard (half geopend). Uitzondering: compleet geopende hihat (Pop, Typ1, Verse). Ride: de aanslag van het bekken omschakelen tussen Ride (aan de rand) en Ride bell (op de cup van het bekken).

Page 125: MusicMaker NL

Software-instrumenten 125

Robota Robota is een vierstemmige drumcomputer met enerzijds een virtueel analoge klankopwekking en anderzijds een een klankopwekking die op sampling is gebaseerd. Virtueel analoge klankopwekking houdt in dat de klank realtime door een synthesizer wordt gegenereerd. Hiermee kan de typische klank van analoge drummachines worden opgewekt, zoals die van de Roland TR-808 en TR-909, of recentere apparaten zoals de Korg Electribe of de Jomox X-Base.

Bij klankopwekking die op sampling is gebaseerd worden samples (dus opnamen van drumgeluiden of ook andere opnamen) geladen en als basis gebruikt voor de klankopwekking. Na het kiezen van de elementaire klankopwekking kunt u de klank van elk van de vier stemmen met verschillende draaiknoppen fijner afstellen.

Robota wordt afgespeeld met een stepsequencer met looplichtprogrammering. Daarbij vormen vier maten in stappen van 1/16 (of twee maten in stappen van 1/32) één loop. Op elke plaats in de maat kunnen met een muisklik afspeelposities (slagen) worden geprogrammeerd. In de Event-modus worden de instrumenten in het maatraster verdeeld. In de modus Snapshot kunnen extra instellingen voor de instrumenten worden gemaakt.

Klankopwekking met Robota De vier stemmen van Robota zijn identiek opgebouwd. De klankopwekking van de Robota is relatief ingewikkeld aangezien elk instrument alle soorten drumklanken kan maken – van een sissende hihat tot een vette basdrum.

De Robota Drumsynthesizer bestaat uit een oscillator met een vrij te kiezen golfvorm (sinus, driehoek of zaagtand) of een sample. Er kan ook een extra ruisgenerator (noise) worden toegevoegd. De oscillator heeft een envelopcurve voor de toonhoogte (pitch env) en een envelopcurve voor het volume (attack/decay). Ook kan er frequentiemodulatie (FM) of ringmodulatie (RM) worden toegepast. De modulatiediepte kan worden geregeld met een envelopcurveparameter (Fm/rng dcy). Er is ook een lo fi-sectie die bestaat uit Distortion (Rectify), bitrate-reductie (Crush) en samplerate-reductie (dwnsmple).

De intensiteit van het lo fi-effect kunt u ook met een envelopcurve (lo fi dcy) tijdsbepaald aansturen. Tevens is er een multimodus-filter (lowpass/bandpass/highpass) met 12/24 dB curvehelling en kan er een kamfilter (comb filter) worden ingevoegd. De filterfrequentie kunt u ook via een envelopcurve moduleren. Tenslotte zorgen een compressor die qua sterkte en tijdsgedrag instelbaar is (compressor, comp resp) en een buizenversterkersimulatie (tube) voor de nodige druk.

Page 126: MusicMaker NL

126

www.magix.nl

Om de bediening niet te complex te maken kunnen alleen de relevante parameters Parameter (1) van een bepaald geluid (snare, kick, hihat etc.) worden gewijzigd. Er zijn voor elke klank steeds vier variabele parameters die helemaal op de gekozen presetklank zijn afgestemd. Oscillator golfvorm (2): hier wordt de basisgolfvorm van de oscillator uit sinus/driehoek/zaagtand/sample geselecteerd. Als „Smpl" is geselecteerd, kan met de eindeloze draairegelaar een sample, dus een vooraf opgenomen drumgeluid, worden geselecteerd. De samples zijn overigens in de directory /synth/robota/samples/ te vinden. Wanneer u daar eigen samples opslaat duiken ze op in de selectielijst. (3): voor elke stem kan worden ingesteld: Filter Cut off, Resonance, Tube, Volume en Panorama (op pagina 127).

Met Select kiest u het instrument voor bewerking in de Stepsequencer.

Met „M" (Mute) dempt u het instrument, met „S" schakelt u het op Solo

Met de Luidsprekerknop kunt u het instrument voorbeluisteren.

Mastersectie

Volume regelt het totaalvolume van de Robota. Distortion maakt de klank krachtiger en rauwer door middel van een regelbare buizenvervorming. Met de peakmeter kan het uitgangsniveau worden gecontroleerd – als de meter naar het rode gedeelte uitslaat gaat moet het uitgangsniveau worden verlaagd.

Page 127: MusicMaker NL

Software-instrumenten 127

Schakelschema van de Robota

Hier vindt u het gedetailleerde schakelschema van een Robota-stem met een beschrijving van alle stuurparameters.

Pitch Envelope (pitch env) Regelt de vorm van de daling van de toonhoogte.

Tune Regelt de grondtoonhoogte van het instrument.

Page 128: MusicMaker NL

128

www.magix.nl

Oscillator Shape (osc shape) De Shaper voegt, door de golfvorm kunstmatig te vervormen, extra frequenties aan de oscillator toe. U kunt een sinusgolf (shape=0) omvormen naar een blokgolf (shape=max).

Oscillator wavevorm Hier kiest u uit Sinus, Driehoek, Zaagtand en Sample de basisgolfvorm van de oscillator. Indien u "sample" heeft geselecteerd, kunt u met de oneindige regelaar een sample, dus een van tevoren opgenomen drumsound, selecteren. De samples bevinden zich overigens in de directory ./Synth/robota/samples. Wanneer u zelfgemaakte samples daar opslaat, verschijnen ze in de keuzelijst.

Ruis (Noise) Hier wordt de verhouding tussen het oscillatorgeluid en de ruisgenerator ingesteld.

Attack De stijgtijd (attack) van de envelopcurve van het volume. Hoe hoger de waarde, des te zachter zwelt het geluid aan. De attackwaarde geldt ook voor de lo fi-envelopcurven en voor de envelopcurven van de filters.

Decay De daaltijd van de envelopcurve van het volume. Hoe groter deze waarde, des te langzamer sterft het geluid weg.

FM/Ringmodulatie frequency (Fm/rng frq) De basisfrequentie van de frequentie- of ringmodulatie.

FM level (fm lvl) FM veroorzaakt bij lage frequentie in eerste instantie een vibratie van de klank, bij hoge frequentie en een laag level aanvankelijk een klok-achtige, bij een hoger level een metaalachtige en ten slotte een lawaaierige klanknuance.

Ringmodulatie level (rng lvl) De ringmodulatie veroorzaakt typische zijfrequenties.

FM/Ringmodulatie decay (Fm/rng dcy) Tijdconstante van de daling van de FM/ringmodulatie. Bij een kleine decay is alleen het begin van de drumsounds betroffen door de modulaties.

Rectify Vervormt het audiosignaal.

Crush Bitratereductie. Bij grotere instellingen worden digitale bijgeluiden hoorbaar.

Downsample (dwnsmple) Reductie van de samplerate. Geschikt voor het creëren van het "oldschool"-geluid van oudere drumcomputers; hoe hoger de waarde, des te doffer is het resultaat.

Page 129: MusicMaker NL

Software-instrumenten 129

Lo-Fi decay (lofi dcy) Tijdconstante van de daling van de drie lo fi-effecten voor het "vuil maken" van het geluid. Bij een kleine decay is alleen het begin van de drumsound betroffen door de lo fi-effecten. Hiermee kunt u bijvoorbeeld de kick van een basdrum interessanter vormgeven.

Filtermodi (flt mode) Modus van het filter: lowpass (LP) – de klanknuances boven de hoekfrequentie worden uitgefilterd. Bandpass (BP) – de klanknuances boven en onder de hoekfrequentie worden uitgefilterd. High-pass filter (HP) – alle klanknuances onder de hoekfrequentie worden uitgefilterd. De modus is vastgelegd in de presets en is niet veranderbaar.

Filter Frequency (flt freq) De hoekfrequentie van het filter.

Filter Resonance (flt reso) Filterresonantie; de klanknuances bij de hoekfrequentie van het filter worden versterkt. Bij hoge resonantie kan het filter zelf een oscillator worden.

Filter Modulation -/+ (flt mod -+) Regelt hoe sterk en in welke richting de envelopcurve van het filter de filterfrequentie verplaatst.

Filter Modulation Decay (flt mod dcy) Daaltijd (decay) van de envelopcurve van het filter; een lage waarde bij hoge resonantie creëert een "smakken" van het filter, bij hogere waarden ontstaan de typische filtersweeps.

Filter Modulation Velocity (flt mod vel) Regelt de afhankelijkheid van de modulatiediepte van het filter ten opzichte van de sterkte van de aanslag. Wanneer deze waarde wordt verhoogt creëren harde beats sterkere filterverlopen dan zachte beats.

24 dB Het filter kan met een slope van 12 dB of 24 dB werken. Slope staat voor de helling van het filter, dus hoeveel decibel het filter afsnijdt. De modus is vastgelegd in de presets en kan niet worden veranderd.

Comb Filter (comb filt on) U kunt een kamfilter activeren, dit is een teruggekoppelde delay die resonantierijke klanken creëert die lijken op het geluid van een getokkelde snaar. De vertragingstijd en de sterkte van de feedback zijn vast met de filterparameters (frequentie en resonantie) verbonden. Het kamfilter is vastgelegd in de presets en kan niet worden veranderd.

Page 130: MusicMaker NL

130

www.magix.nl

Compressor Regelt de sterkte van de compressor. Hiermee kunt u de druk van een drumsound verhogen.

Compressor Response (comp resp) Regelt het tijdsgedrag van de compressor. Hoe lager de waarde, des te sneller corrigeert de compressor het volume.

Tube Regelt de sterkte van de simulatie van de buizenversterker. Dit "verzadigt" het uitgangssignaal (output) van de stem en zorgt bij gematigde instellingen voor een warm geluid die bij intensere toepassing kan overgaan in een "vuil" geluid.

Volume/Pan Regelt het volume en de panoramapositie van het druminstrument.

Sequencer

Voor de drumpatronen wordt looplicht gebruikt, zoals dat ook te vinden is op klassieke drumcomputers en grooveboxen. De Stepsequencer heeft 16 individuele Step-knoppen met LEDs die corresponderen met de onderverdeling van een maat: 1/16 of 1/32 (in het tweede geval wordt er steeds een halve maat weergegeven).

Een oplichtende knop komt overeen met de inzet van het drumgeluid op deze plek in de maat. En linksklik schakelt de step in. Een tweede linksklik wist deze weer.

Een patroon kan maximaal vier maten lang zijn. De lengte kan met de kleine fader boven de knoppenbalk worden aangepast.

De te bewerken maat kan met de bijbehorende Edit-knop worden gekozen. Met de knop Follow kan worden ingesteld of de weergave van de stappen de maat volgt die op dat moment wordt afgespeeld.

„1>2-4" Auto Draw: als een loop uit meer dan één maat bestaat, zorgt de modus Auto Draw ervoor dat drumnoten die in de eerste maat worden geprogrammeerd ook automatisch en identiek in de volgende maten worden geplaatst. Op deze manier is het bij een looplengte van vier maten heel eenvoudig om snel een doorlopende beat te programmeren. Auto Draw reageert niet op noten die in de achterste maten worden gezet, zodat u bijvoorbeeld alleen in de vierde maat een lichte variatie kunt aanbrengen.

Zo programmeert u een nieuw drumpatroon:

Page 131: MusicMaker NL

Software-instrumenten 131

• Kies de patroonlengte met de schuifregelaar. • Kies de modus „Event".

• Schakel Follow uit als er tijdens afspelen moet worden geprogrammeerd. Kies met de Edit-knop de gewenste maat.

• Selecteer met „Select" het te bewerken instrument.

• Met de „Clear bar"-knop kunnen alle steps van de maat voor het geselecteerde instrument worden gewist.

• Schakel de betreffende Step-knoppen in, met de „Velocity"-regelaar kunt u vooraf de aanslagsterkte voor een beat instellen.

• Herhaal deze procedure met de andere instrumenten.

Snapshots Als extra is er een automatisering van de te bewerken klankparameters van een drumgeluid via zogenaamde "Snapshot" mogelijk. Daarbij kunnen de klankparameters van een druminstrument op de Step-knoppen van de Sequencer worden opgeslagen.

Een druminstrument met behulp van snapshots automatiseren:

• Stel de Edit-modus in op Snap. • Schakel Follow uit als er tijdens afspelen moet worden geprogrammeerd. Kies

met de Edit-knop de gewenste maat. • Kies een instrument en bewerk de klank. De klank van een instrument kan ook

worden beluisterd als afspelen niet actief is door het luidsprekerpictogram te gebruiken.

• Sla de klankinstelling op als Snapshot onder één van de Step-knoppen. • Wijzig de klank van het instrument weer en sla de nieuwe instelling op onder een

andere Step-knop.

NB: de parameterwijzigingen vinden niet abrupt plaats maar gelijkmatig, om ongewenste tikken in de klank te vermijden. Als twee snapshots met zeer verschillende instellingen op twee Steps zijn geprogrammeerd die dicht bij elkaar liggen, klinken de drumgeluiden tijdens het afspelen anders dan tijdens het programmeren van de individuele stappen.

Page 132: MusicMaker NL

132

www.magix.nl

• Als Robota niet afspeelt, kan met de cursortoetsen worden geschakeld tussen verschillende snapshots.

• Kies On om Snapshot-automatisering in te schakelen.

Groove Control Het geheim van een ‘groovende’ beat ligt in de timing. Dat wil zeggen dat individuele beats volgens een bepaald patroon worden vertraagd of voorgetrokken. Veel housebeats gebruiken hiervoor bijvoorbeeld ‘Shuffle’, waarbij de tweede 1/16 noot iets wordt vertraagd.

Robota heeft Groove Velocity en Groove Swing-presets. Groove Velocity-presets bevatten voor elke stap in de maat een bepaalde offset om de oorspronkelijke aanslagsterkte te verhogen of te verlagen. Groove Swing-presets bevatten voor elke stap een tijdsaanpassing waarmee de stap wordt vertraagd of voorgetrokken. Het resultaat is een veel levendiger klinkende sequentie. De intensiteit van het effect kan met de %-regelaar worden ingesteld.

Set-ups, drumkits, presets en patronen

De instelling van een individueel instrument worden opgeslagen als een Preset.

Presets die instellingen voor alle vier de instrumenten bevatten worden opgeslagen als Drumkits.

Nootinformatie wordt samen met snapshots opgeslagen in een Pattern.

Alles samen (Drumkit + Pattern) levert een Setup op

Laden/opslaan Presets, drumkits, patterns en set-ups kunnen worden gekozen met de draaiknoppen naast het display.

Klik op de knop Opslaan om op te slaan. Specificeer vervolgens een nieuwe naam in het invoerveld. Klik op Enter om definitief op te slaan.

NB: een drumkit slaat alleen de namen van de presets op, niet de presets zelf. Als er een drumkit wordt opgeslagen die is gemaakt van bestaande instrumentpresets moeten de instrumentinstellingen eerst als nieuwe presets worden opgeslagen!

Page 133: MusicMaker NL

Software-instrumenten 133

Hetzelfde geldt voor set-ups, die alleen de namen van drumkits en patronen bevatten.

Sla dus altijd in deze volgorde op:

preset > drumkit > pattern > set-up.

Dit geldt alleen als er eigen ‘sjablonen’ worden opgeslagen. Als een arrangement op de normale manier wordt opgeslagen, wordt hierbij ook de status van de synthesizer en sequencer opgeslagen, zodat deze bij het opnieuw laden van het arrangement ook weer in dezelfde staat wordt hersteld.

Atmos Atmos is een synthesizer waarmee u op eenvoudige wijze realistische natuurgeluiden creëert. Van regen en onweer tot dierengeluiden en verkeer – met de Atmos kunt u natuurgetrouwe omgevingsgeluiden vormgeven.

• Aan de bovenste rand van het venster kiest u nu de bovenste categorie, het "Scenario". Hier wordt een thematisch hoofdbegrip voor de gewenste natuurgeluiden (bijv. "Regen & donder") uitgekozen.

• In het midden van het venster bevindt zich een verzameling bedieningselementen waarmee de gekozen ambiance kan worden vormgegeven. Elk bedieningselement bezit een beschrijving (bijv. "Donder") en 2 draaiknoppen "Volume" en "Intensiteit". Met de volumeregelaar kunt u het volume van het element instellen. De "Intensiteit"-knop stuurt – afhankelijk van het bedieningselement – de bijpassende klankvoortgang. Bij "Donder" kunt u hier bijvoorbeeld instellen hoe vaak donder en bliksem langs moeten komen; bij "Regen" kunt u de hevigheid van de neerslag reguleren: helemaal naar links betekent weinig neerslag, helemaal naar rechts zorgt voor een stortbui met luid gekletter.

Page 134: MusicMaker NL

134

www.magix.nl

• Aan de rechter onderkant vindt u de regelaar voor het mastervolume waarmee u het totale volume van de synthesizer in kunt stellen. Bovendien vindt u hier de instelling "Random". Hiermee veranderen de instellingen van de bedieningselementen automatisch.

Synthesizer-plug-ins MAGIX Music Maker 2013 Premium levert met de Vita en de Revolta 2 twee software-synthesizers, die gebaseerd zijn op de VST-plug-in-technologie (zie onder). Er zijn enkele verschillen met andere synthesizers die door Synth-Objecten worden aangesproken:

• VST-instrumenten-plug-ins (VSTi) hebben over het algemeen geen eigen sequencer en worden daarom via MIDI-objecten aangestuurd.

• VST-instrumenten worden altijd naar een bepaald spoor geladen, alle MIDI-objecten op dit spoor sturen dan dit VST-instrument aan. De MIDI-objecten kunnen niet zoals synth-objecten vrij tussen alle sporen worden verschoven.

• Effecten kunnen alleen op spoorniveau worden gebruikt.

Ze kunnen echter met de MIDI-besturing in MAGIX Music Maker 2013 Premium MIDI-editor wezenlijk comfortabeler worden bediend en met een MIDI-keyboard kunnen ook sequensen worden opgenomen (op pagina 89).

Wat zijn VST- en DirectX-plug-ins? Een plugin is een zelfstandig programma-onderdeel dat aan een ander programma kan worden toegevoegd om de functionaliteit hiervan uit te breiden. Voor plug-in-toepassingen werden verschillende standaards ontwikkeld. De VST- en DirectX-standaards zijn inmiddels het best geaccepteerd.

VST staat voor ‘Vitual Studio Technology’ (virtuele studiotechniek). VST-plugins zijn meestal mooi vormgegeven virtuele apparaten en instrumenten die u ook in opnamestudio’s aantreft.

DirectX is een plugin-standaard van Microsoft die vergelijkbaar is met VST.

De voordelen:

• Het aanschaffen van dure geluidsapparatuur en/of instrumenten wordt overbodig.

• Voor het opnemen van externe bronnen is geen dure geluidskaart meer nodig. • VST-instrumenten en VST/DirectX-effecten worden door diverse producenten

aangeboden tegen interessante prijzen en zelfs als freeware.

De nadelen: al deze plug-ins hebben relatief veel rekenkracht van de computer nodig. Hoe meer plug-ins er worden gebruikt, des te sneller moet de computer zijn. De

Page 135: MusicMaker NL

Software-instrumenten 135

benodigde rekenkracht hangt natuurlijk ook af van de grootte, aard en complexiteit van de plug-ins.

VST-instrumenten inzetten De VST-instrumenten worden via de Mediapool geladen. Ze verschijnen in het onderste bereikt van de instellingen "Synthesizers" (spoorsynthesizers).

Als u MAGIX Music Maker 2013 Premium nieuw heeft geïnstalleerd vindt u hier geen verdere synthesizers (behalve de meegeleverde). U moet eerst de map aangeven waarin Music Maker de VST-instrumenten kan vinden. VST-plugins kunnen in een willekeurige map op de vaste schijf worden geïnstalleerd.

Klik op "Toevoegen" (rechts aan de rand van de Mediapool) en localiseer de VST-map. Als u al andere programma's met VST-plug-ins gebruikt en u al een map met VST-plug-ins heeft aangemaakt, kunt u deze hier opgeven. U kunt altijd extra mappen toevoegen als u in andere mappen meer plug-ins heeft geïnstalleerd. Eenmaal "geïdentificeerde" plug-ins worden altijd gevonden, onafhankelijk van het ingestelde pad. Na OK scant Music Maker de map op bruikbare plug-ins, die vervolgens in de Mediapool beschikbaar zijn.

Vita en Revolta 2 (alleen Premium-versie) hebben hun eigen symbool in de Mediapool, alle andere VST-instrumenten hebben een standaard symbool. Om een VST-instrument in te zetten sleept u de VSTi-synth met drag & drop naar een leeg spoor in de arranger.

Er verschijnt een vooringesteld MIDI-object op het betreffende spoor en de MIDI-editor worden geopend.

U kunt Vita en Revolta 2 (alleen Premium) ook direct via de selectie van één van uw preset-geluiden uit het instrumentenmenu in de Spoorbox oproepen. Helemaal onder in het menu bevindt zich een submenu met software-instrumenten, waarin de andete VST-instrumenten worden vermeld.

Lees voor meer informatie over het gebruik van de MIDI-objecten en de MIDI-editor het hoofdstuk MIDI-objecten (op pagina 82).

VST-plug-in-editor De VST-plug-in-editor wordt geopend met een rechtsklik op de instrumentnaam in de MIDI-editor of op het betreffende plug-inslot in de mixer of via het onderdeel VST-instrument-editor in de instrumentenlijst.

De Instrument-editor heeft twee weergaven: het zogenaamde GUI van de plug-in (Graphical User Interface - grafische gebruikersinterface) en de parameterweergave. Deze tweede weergave wordt automatisch geactiveerd als de VST-plug-in geen eigen GUI heeft of kan worden gebruikt als de GUI van de plug-in teveel ruimte op het scherm inneemt. 8 regelaars van de plug-in worden overzichtelijk als schuifregelaars weergegeven. In het menu Bestand kunt u tussen de twee weergaven omschakelen.

Page 136: MusicMaker NL

136

www.magix.nl

Patch/Bank laden/opslaan: de instrumentinstellingen kunnen in de voor VST-instrumenten gebruikelijke indelingen patch- (*.fxp) en bank (*.fxb) worden opgeslagen.

Toevalsparameter: deze functie kan bij gelegenheid een zeer waardevolle inspiratiebron zijn. Sla echter voor gebruik de patch die u met veel moeite heeft samengesteld eerst op, want de toevalsfunctie kan niet ongedaan worden gemaakt.

Menu Programma’s: hier kunnen de, in de vaste plug-inpresets of de via het menu Bestand geladen, presets worden gekozen.

Revolta 2 De REVOLTA 2 is een verder ontwikkelde versie van de REVOLTA 1. Hij is polyfoon met tot 12 stemmen te bespelen en met een extra Noise generator, Step sequencer en een extreem flexibele Modulatiematrix uitgerust. Een eigen effectsectie met 9 verschillende effecten en presets, die door een sound designer van naam zijn gemaakt, maken hem tot een volwaardige synthesizer voor alle soorten lead-, sequence- en padsounds.

REVOLTA 2 beschikt over een reeks voorgeprogrammeerde presets. De geluiden ("sounds") zijn door professionele sound designers ontworpen en laten al tijdens het werken met de REVOLTA de grote potentie van dit instrument zien. Wij willen u echter verleiden om al in een vroeg stadium zelf te experimenteren met de bedieningspanelen en zoals het u uitkomt lekker te "sleutelen". Uw creativiteit kent geen grenzen!

Revolta 2-interface Let op: hier vindt u alleen een kort overzicht over de bedieningselementen van Revolta 2.

Klik op de Hulp-knop van de Revolta 2 voor een uitgebreide documentatie over deze complexe synthesizer.

De Revolta 2-interface kan in twee maten worden weergegeven. In de Rack-modus ziet u alleen de voor het laden van presets benodigde bedieningselementen:

Met een klik op Edit opent u de volledige interface.

Page 137: MusicMaker NL

Software-instrumenten 137

1. Hoofdparameter: hiermee kunt u het volume, de panoramapositie, een eventuele toonhoogtewijziging ("Transpose") en de speelmodi (Poly, Mono, Legato) instellen. Glide regelt de portamento-tijd.

2. Oscillator-sectie: hier heeft u de beschikking over twee oscillatoren met een traploos regelbare curvevorm en een ruisgenerator (Noise). De beide oscillatoren kunnen tegen elkaar worden verstemd en elkaars frequentie moduleren.

3. AMP: dit is de envelopcurve van het volume. Hiermee kunt u het tijdsverloop van het volume van een toon beïnvloeden. A(ttack) staat voor de stijging van het volume aan het begin, D(ecay) voor de duur van de daling van het volume naar een met S(ustain) vastgelegde aandeel aan het maximale volume. R(elease) is de duur van het naklinken na het einde van de noot. VEL regelt de afhankelijkheid van de modulatiediepte van het filter ten opzichte van de sterkte van de aanslag.

4. FILTER: hier kunt u een filter toevoegen om de klank te beïnvloeden. Met FILTER TYPE selecteert u een type filter. "Cut-off" regelt de filterfrequentie, "Resonance" de sterkte van de accentuering van de filterfrequentie. "VEL" geeft aan, hoe sterk de aanslagsterkte de filterfrequentie beïnvloed, met "KEY" wordt de filterfrequentie afhankelijk van de notenwaarde gewijzigd ("Keytracking"). De envelopcurve van het filter (ADSR-schuifregelaar) beïnvloedt de filterfrequentie afhankelijk van de tijd. "Env mod" regelt de sterkte van de filterenvelopcurve, met "Drive" kunt u het filter oversturen.

5. FX1/FX2: hier kunt twee verschillende effecten bij mixen, u heeft daarvoor de beschikking over negen effecten.

6. LFO1/LFO2/STEPSEQUENCER: twee LFO's en de Stepsequencer kunt u gebruiken, om afzonderlijke klankparameters van de Revolta 2 te moduleren.

Page 138: MusicMaker NL

138

www.magix.nl

7. Opties en Modulatiematrix: deze twee knoppen openen de opties-pagina van de Revolta voor algemene en preset-specifieke instellingen resp. de Modulatiematrix. In de Modulatiematrix worden modulatiebronnen aan modulatiedoelen gekoppeld. Eenvoudige modulaties, zoals bijv. een oscillator door een LFO in toonhoogte wordt gemoduleerd (Vibrato), kunnen sneller direct op de interface worden ingesteld. In de Matrix zijn echter nog veel complexere modulatie mogelijk omdat de Matrix meerdere modulatiebronnen (bijv. MIDI Controller, oscillatoren) biedt en omdat één modulatiebron bovendien meerdere doeln kan beïnvloeden en vice versa.

8. VALUE DISPLAY: de weergave van de waarde geeft altijd de precieze waarde van de zojuist gewijzigde parameter weer. Bovendien kunt u de belasting van de twaalf stemmen aflezen.

9. Preset sectie: hier kunt u de presets van de Revolta selecteren. U kunt elk geluid voorbeluisteren door op het luidsprekersymbool te klikken, er is ook een A-B-vergelijking mogelijk tussen twee geluiden (bijv. bewerkte en originele preset).

MAGIX Vita De MAGIX Vita-synthesizer is gespecialiseerd in de weergave van "echte" instrumenten. Hij maakt hiervoor gebruik van de samplingtechnologie, dat wil zeggen dat hij korte opnamen (samples) van echte instrumenten in verschillende toonhoogten, speeltechnieken en volumes gebruikt, deze combineert en tenslotte in de juiste toonhoogte weergeeft.

Vita-interface

Page 139: MusicMaker NL

Software-instrumenten 139

1. Lagenselectie/piekmeter: u kunt hier met de pijltoetsen de klanken van de Vita, genaamd layers, selecteren. U opent het layermenu door met de rechtermuisknop op deze weergave te klikken.

2. Hoofdparameter: hiermee stelt u het volume, de panoramapositie, een eventuele omzetting van de toonhoogte (transpositie) en de grondstemming (master tune) in.

3. AMP: dit is de envelopcurve van het volume. Hiermee kunt u het tijdsverloop van het volume van een toon beïnvloeden. A(ttack) staat voor de stijging van het volume aan het begin, D(ecay) voor de duur van de daling van het volume naar een met S(ustain) vastgelegde aandeel aan het maximale volume. R(elease) is de duur van het naklinken na het einde van de noot.

4. FILTER: hier kunt u een filter toevoegen om de klank te beïnvloeden. Met FILTER TYPE selecteert u een type filter. "Cut-off" regelt de filterfrequentie, "Resonance" de sterkte van de accentuering van de filterfrequentie. "Velocity" geeft aan hoe sterk de aanslagsterkte de filterfrequentie beïnvloedt en met "Gain" kunt u het volume compenseren. De envelopcurve van het filter (ADSR-schuifregelaar) beïnvloedt de filterfrequentie afhankelijk van de tijd.

5. DELAY: hier kunt u een echo-effect toevoegen; "Time" regelt de vetragingstijd, "Level" de sterkte van de echo.

6. REVERB: hier kunt u een nagalm-effect toevoegen; "Time" regelt de vetragingstijd, "Level" de sterkte van het echo-deel.

7. TUBE DISTORSION: een buizenoversturingseffect als uit een gitaarversterker, deze wordt voor electrische-gitaargeluiden gebruikt. U kunt hem echter ook creatief inzetten op andere geluiden. "Drive" regelt de sterkte van de oversturing "hicut" en "lowcut" filteren de hoge resp. lage frequenties eruit.

8. VALUE DISPLAY: de weergave van de waarde geeft altijd de precieze waarde van de zojuist gewijzigde parameter weer.

9. DYNAMIC RANGE: normaal gesproken is de verhouding van geproduceerd volume en de MIDI-velocity proportioneel. Aangezien veel MIDI-keyboards voor luide tonen een te harde aanslag nodig hebben of omgekeerd bij een lichte aanslag een te hoge

Page 140: MusicMaker NL

140

www.magix.nl

velocity leveren, kunt u dit gedrag compenseren met de "MIDI-inputcurve". Met "dynamic" en "dynamic curve" kunt u de dynamiek van de klank beïnvloeden oftewel de verhouding tussen de zachtste en de hardste tonen.

10. Voices: hier kunt u het aantal tegelijkertijd weergegeven stemmen regelen. Wanneer bij snelle passages noten niet meer kunnen worden afgespeeld kunt u hier het aantal stemmen ten koste van de performance verhogen.

11. Keyboard: hier kunt u de klanken van de Vita uitproberen. Dit lukt echter alleen bij lopende weergave of opname! Met 12. kunt u het keyboard uitschakelen.

Vita Solo Instrumenten MAGIX Music Maker 2013 Premium bevat nog meer spoorsynthesizers, die zich op de Vita-Sampler-engine baseren.

• String Ensemble • Rock drums

De Premium-versie van Music Maker bevat bovendien nog:

• Bass Machine • World Percussion

Meer synthesizers vindt u via de knop "Meer" direct uit MAGIX Music Maker 2013 Premium toevoegen. U wordt dan doorgestuurd naar de MAGIX productpagina's op het internet.

Het basisbesturingsgedeelte is in alle synthesizers gelijk.

Een klik op het pijlsymbool opent een uitklapmenu waarin u de algemene klank van het instrument kunt vastleggen. Wordt in de beschrijving de term "ECO" genoemd, dan gaat het om bijzonder zuinige instellingen, die akoestisch echter niet zo "rond" klinken. Daarnaast heeft u de mogelijkheid uw aangepaste instellingen op te slaan en voor later gebruik aan een favorietenlijst toevoegen.

Hiermee bestuurt u het algemene volume van het instrument.

Page 141: MusicMaker NL

Software-instrumenten 141

Met deze knop schakelt u het instrumentenkeyboard aan of uit.

Omdat deze Sampler door op het betreffende instrument afgestelde effecten aangevuld wordt, gaat ook de rest van de bediening vrijwel analoog aan reeds bekende synthesizers zoals Vita. Wanneer u wilt weten welke uitwerkingen bepaalde effecten hebben, vindt u deze bijvoorbeeld in de hoofdstukken Essential FX (op pagina 184), Vintage effecten (op pagina 193), Reverb (Hall) (op pagina 160) of Distortion & Filter (op pagina 164) nadere uitleg.

Meer info vindt u ook in het hoofdstuk synthesizerplug-ins (op pagina 134).

Articulatie Deze wijzen op een bijzonderheid: in een basoctaaf (C0-H0) van het keyboard zijn speciale noten waarmee u de speelwijze (articulatie) kunt omschakelen. Daarbij wordt een alternatieve sample-set geladen, om door verschillende speelwijzen zoals bending of flageoletten de gitaar of de bas nog realistischer te laten klinken.

De articulatie wordt steeds blijvend omgeschakeld en wordt zo lang gebruikt tot dat door de betreffende noot (C0) weer de normale articulatie ingeschakeld wordt.

Onderin het keyboard van de synthesizer-desktop worden de knoppen voor het omschakelen van de articulatie in een andere kleur weergegeven. In de daar boven getoonde MIDI-editor ziet u een praktische toepassing van de articulatie. De noten op 1:4 en 4:1 worden met een afwisselende articulatie weergeven. Voor de volgende "juiste" noot wordt door C0 steeds weer naar de normale articulatie teruggeschakeld.

Page 142: MusicMaker NL

142

www.magix.nl

Automatisering van Vita en Vita Solo instrumenten In MAGIX Music Maker 2013 Premium is het ook mogelijk Vita Solo instrumenten te automatiseren. Daarmee kunt u via een automatiseringscurve een bepaalde waarde tijdens het afspelen laten veranderen - deze wordt dus "geautomatiseerd". In het volgende beschrijven wij u de werkwijze met behulp van een automatiseringscurve.

1. Klik met de rechter muistoets op een effectknop. Er wordt een contextmenu geopend waar u via "midi ctrl #" eerst een MIDI-controllernummer voor de automatisering toewijst. Sommige standard-toewijzingen voor controllers (bv. 7 voor volume, 10 voor panorama, 91 voor reverb) zijn al door de fabriek ingesteld.

2. Open nu de MIDI-editor (knop Y) en wissel naar de modus "Velocity/Controller editor".

Page 143: MusicMaker NL

Software-instrumenten 143

3. Rechtsonder kunt u nu in het selectieveld voor de MIDI-controller de van tevoren gekozen controllernummers kiezen.

4. Toon nu de gewenste automatiseringscurve.

Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Controller-editor - eventen selecteren en bewerken.

Tip: indien u een externe Controller gebruikt, kunt u deze eveneens voor het aansturen en daarmee ook de automatisering van de waarden gebruiken. Kies hiervoor in het contextmenu van de Vita Solo Instruments "midi learn". Lees daarvoor ook het hoofdstuk Extern equipment toepassen (op pagina 83).

Page 144: MusicMaker NL

144

www.magix.nl

Live Performer Met de Live Performer (te activeren in het menu "Venster") kunt u uw arrangement live aanmaken en aanvullen. Willekeurige gedeelten van het arrangement kunnen worden gedefinieerd en met een druk op de knop of via een MIDI-keyboard maatnauwkeurig worden afgespeeld. Met de Live pads (op pagina 147) worden soundloops of MIDI-takes tijdens het afspelen op de Arranger-sporen geplaatst. Daardoor wordt MAGIX Music Maker 2013 Premium Producer Edition een muziekinstrument, dat direct en intuïtief kan worden bespeeld.

Gedeelten vastleggen Om uw arrangement met de Live Performer te spelen, moet u eerst afzonderlijke gedeelten in het arrangement vastleggen en als gedeelte in de Live Performer definiëren.

Open de Live Performer, leg een afspeelgedeelte (op pagina 36) vast en druk dan op de betreffende toets op het toetsenbord (a-k of z-,) of klik op de bijbehorende knop.

Herhaal de procedure met alle gewenste afspeelgedeelten.

De afspeelgedeelten worden direct onder de maatlineaal weergegeven.

De gedeelten kunnen, voor een betere oriëntatie, ook worden benoemd. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op een gedeelte-knop of de gedeeltemarkering op de maatlineaal en kies "Hernoemen". Om een toewijzing te wissen, klikt u met de rechtermuisknop en kiest u "Verwijderen".

Om een gedeelte toe te wijzen aan reeds bezette gedeelteknoppen, klikt u met de rechtermuisknop op een knop en kiest u de entry "Actueel gedeelte toewijzen".

Spelen met de Live Performer

Als dit symbool actief is, staat de Live Performer in de afspeelmodus.

Wanneer u de betreffende toets op het toetsenbord indrukt of op de knop klikt, wordt het bijbehorende gedeelte afgespeeld.

Page 145: MusicMaker NL

Live Performer 145

Wanneer u nu een ander gedeelte activeert, wordt daarnaar geschakeld. Het tijdstip van de wissel kan worden aangegeven met de quantiseringsknoppen.

Directe wissel. Let op, het arrangement kan hierdoor uit de maat geraken!

Wissel na een tel (1/4 maat). Dit kan leiden tot interessante ritmische verschuivingen.

Wissel na een maat.

Wissel na twee maten.

Wissel na vier maten.

Wissel na het einde van een gedeelte. Het gedeelte wordt, onafhankelijk van de lengte, altijd tot het einde afgespeeld.

Als het afgespeelde gedeelte korter is dan de quantiseringslengte, bijvoorbeeld respectievelijk een gedeelte van twee maten en "Wissel na vier maten", wordt altijd na het einde van het gedeelte gewisseld.

Stop-knop: met de Stop-knop beëindigt u de weergave. In tegenstelling tot de normale stop-functie in de transportbesturing of de spatiebalk, wordt de weergave niet direct gestopt maar wordt altijd gelet op de quantiseringsinstellingen. Bij een instelling "Wissel na een maat" wordt dus de actuele maat van het gedeelte tot het einde afgespeeld, waarna de weergave wordt gestopt. Stop is dus ook een "gedeelte" en kan daarom ook in de Sequencer (op pagina 145) worden geprogrammeerd, bijv. voor tijdelijk onbepaalde breaks.

U kunt de gedeelten ook met een MIDI-commando omschakelen, zie daarvoor de MIDI bezetting Live Performer.

Sequencer

Na een klik op dit symbool schakelt de Live Performer over naar de Sequencer-modus.

Sequencer programmeren Boven de gedeelteknoppen verschijnt de Sequencer. Voer de gedeelten in de volgorde in, waarin ze moeten worden afgespeeld. In de Sequencer worden de betreffende letters toegevoegd. Deze tekstregel kunt u als een normale tekstinvoer-regel bedienen: invoer wordt aan de cursorpositie toegevoegd, de pijltoetsen veplaatsen de cursor, met Del of Backspace wordt invoer gewist.

Page 146: MusicMaker NL

146

www.magix.nl

Let op: als in de afspeelmodus een gedeelte zolang wordt afgespeeld, tot er een ander wordt geselecteerd, komt een letter in de Sequencer overeen met eenmalig afspelen van dit gedeelte. Wanneer u bijvoorbeeld gedeelte D van twee maten acht maten wilt afspelen, moet u DDDD invoeren.

Sequens afspelen

Hiermee start u de sequens. De weergave van de gedeelten start altijd vanaf de cursorpositie (de cursor in de Sequencer).

Een voortgangsbalk in de Sequencer geeft aan, wat er momenteel wordt afgespeeld, momenteel of zojuist afgespeelde gedeelten worden grijs weergegeven, de cursor wordt steeds voor het volgende af te spelen gedeelte geplaatst. Als het einde van de geprogrammeerde sequens is bereikt, wordt deze vanaf het begin herhaald.

U kunt de sequens ook tijdens de weergave invoeren, de gedeelten worden dan aan het einde van de sequens toegevoegd.

U kunt ook de Stop-knop (.) programmeren. Wanneer bij het afspelen Stop wordt bereikt, wordt de weergave gestopt. Opnieuw starten van de weergave van de Sequencer geschiedt vanaf de cursorpositie, dus na de stop. Zo kunt u bijvoorbeeld een afloop programmeren, waarbij na elk afgespeelde gedeelte de weergave stopt, dit is bijzonder praktisch bij een cue list voor theater of een hoorspel.

Sequens in arrangement omzetten

Met deze knop wordt de geprogrammeerde of opgenomen Live Performer-sequens in een arrangement omgezet.

Er wordt een nieuw project aangemaakt, die exact overeenkomt met de sequens. Dit betekent dat alles in dezelfde volgorde en lengte als in de Sequencer wordt gekopieerd naar het arrangement.

Uw actuele arrangement gaat daarbij verloren, de Live Performer-gedeelten worden in het nieuwe arrangement gezet. Dat betekent, dat u de Live Performer in uw nieuwe arrangement onveranderd verder kunt gebruiken, u kunt hem echter ook sluiten en het voltooide arrangement verder bewerken.

Live Performer-gedeelten laden en opslaan

Met de knoppen voor laden en opslaan naast de Sequencer kunnen met de Live Performer opgenomen of geprogrammeerde sequensen worden opgeslagen en later worden geladen.

Een mogelijke toepassing: stel dat u in een arrangement verschillende Performer-gedeelten heeft gedefinieerd en een sequens heeft aangemaakt.-Voordat u nu het stuk samenbouwt, door met "Sequens in arrangement omzetten" een nieuw arrangement aan te maken, slaat u eerst uw arrangement en de sequens op.

Page 147: MusicMaker NL

Live Performer 147

Wanneer u later in uw uitgevoerde muziek een bepaalde sample of een bepaalde passage wilt wijzigen, hoeft u dat niet overal te doen, waar het voorkomt. Laad gewoon uw uitgangsarrangement, wijzig de betreffende positie, laad de sequens en maak uw muziek opnieuw aan. Zo kunt u heel snel varianten op een stuk maken.

Live Performer-opname

Met deze knop start u de Live Performer-opname.

Daarbij worden alle gedeeltewisselingen door de Live Performer in de tijdvolgorde opgenomen. In tegenstelling tot de geprogrammeerde sequens kunnen daarbij gedeelten ook slechts gedeeltelijk worden afgespeeld, de opname komt daarbij precies overeen met de opvoering.

De nauwkeurige lengte van dergelijke "deel"-gedeelten kunnen niet achteraf worden gewijzigd in de Sequencer. U kunt ze uit de Sequencer verwijderen maar niet invoegen, dit kan alleen via een Live Performer-opname.

Wanneer bij een actieve Live Performer-opname de knop voor afspelen van de sequens wordt beroerd, schakelt de Live Performer automatisch naar de Sequencer-modus, de opname wordt afgesloten.

Live Pads

Een klik op de >>-knop opent de Live Pads

Page 148: MusicMaker NL

148

www.magix.nl

De Live Pads vormen een belangrijk onderdeel van de Live Performer. Terwijl u in de Performer afzonderlijke gedeelten uit uw vooraf gemaakte arrangement in realtime opnieuw kunt arrangeren, kunt u met de Live Pads uw arrangement live bewerken: tijdens het afspelen plaatst u de samples met het toetsenbord of een MIDI-keyboard in het arrangement. Daardoor wordt MAGIX Music Maker 2013 Premium een muziekinstrument, dat direct en intuïtief kan worden bespeeld.

Loops laden U kunt samples of MIDI-takes verdelen over twee virtuele afspeel-consoles (tables) met elk 8 opslagplaatsen. De Live Pads kunnen worden gevuld met audio samples (WAV-, MP3- of Ogg-bestanden) of takes (*.tak). Daarvoor sleept u middels drag & drop vanuit de Mediapool een bestand naar een Live Pad. Met de knoppen "Live A" of "Live B" in de Mediapool kunt u ook meerdere bestanden tegelijk naar een table laden.

U kunt ook een object direct vanuit het arrangement naar één van de Live Pads slepen. Het object verdwijnt dan uit het arrangement.

Live Pads met takes laden Soms is het handig, de Live Pads met take-bestanden (op pagina 58) te laden:

• Voor de besturing van VSTi-software-instrumenten: Live Pads kunnen ook MIDI-loops afspelen, daarvoor moet dan wel aan het MIDI-object (resp. het spoor waarop dit MIDI-object staat) een VSTi-instrument zijn toegewezen (Spoorbox-menu of in de MIDI-editor). Deze toewijzing slaat u dan samen met het MIDI-object op als take. De loops in de meegeleverde stijlen, die de Vita of Revolta 2 gebruiken, zijn ook op deze manier gemaakt. Van daaruit kunnen ze direct met de Live Pads worden ingezet.

• Ook de interne software-synthesizers (Beatbox, Drum& Base Machine ...) kunnen ook middels takes via de Live Pads worden gebruikt.

Page 149: MusicMaker NL

Live Performer 149

• U kunt object-effecten aan audio samples toevoegen. Omdat bij een Live Pad-opname het arrangement op verschillende sporen belandt, is de toepassing van spooreffecten niet meer zo eenvoudig mogelijk.

U kunt takes aanmaken, door objecten als take (*.tak-bestand) op te slaan (menu "Bewerken" of klik met de rechtermuisknop op het object en kies in het contextmenu "Objecten als takes opslaan", sneltoets Ctrl+F).

Live Pads afspelen U kunt de loops live afspelen door op de betreffende Live Pads te klikken of op de betreffende toetsenbord-toetsen resp. MIDI-keyboard te drukken.

Sneltoetsen MIDI-keyboard Table A (links) 1..8 (via de cijfertoetsen) F3 - C4

(Note number 65-72) Table B (rechts) qwertyui C#4 - G#4

(Note number 73-80)

Het MIDI-stuurprogramma wordt via de programma-instellingen > Audio > MIDI-ingang geselecteerd.

Zodra een Live Pad wordt aangestuurd, begint de weergave te lopen.

Tijdens de weergave wordt een overeenkomstig object getekend, die na het loslaten van de Pad weer verdwijnt (bij opname blijft de tekening staan).

Sync-modus

Standaard worden de loops in de Sync-modus afgespeeld, dus zo, alsof ze allemaal aan het arrangementbegin worden gestart en met de Pads slechts "hoorbaar" worden geschakeld (Mute automatisering). Dit betekent dat alle loops altijd synchroon lopen. Gebruik deze modus voor de opbouw van een basis van uw arrangement.

Wanneer de Sync-modus is uitgeschakeld, worden de loops altijd vanaf het begin afgespeeld zodra u ze start. Gebruik deze modus, wanneer u solo's of effectgeluiden toevoegt of tellen doelgericht in breakbeats wilt splitsen.

Live Pads opnemen

Wanneer u op de "Write"-knop klikt, activeert u de opname van de Live Pads.

Bij een opname worden in het arrangement objecten aangemaakt, wanneer er een Live Pad wordt geactiveerd.

De opname verloopt in de Overdub-modus, dit betekent dat eenmaal aangelegde objecten niet worden vervangen.

Page 150: MusicMaker NL

150

www.magix.nl

Hier kunt u de opname-quantisering vastleggen. Dit betekent dat bij de opname het begin van de objecten aan de hand van het gekozen maatraster worden toegevoegd aan het arrangement.

Meer Live Pads-knoppen

De totale bezetting van de Live Pads kan als Live set" (*.lms-bestand) worden bewaard voor later gebruik met deze knop. De actuele bezetting van de Live Pads wordt samen met het arrangement opgeslagen.

Met deze knop kunt u eigen of voorgeproduceerde Live Sets laden.

Reset: zet de opties weer terug in de werkinstellingen en wist alle samples.

MIDI-bezetting Live Performer

Gedeelte Functie Noot Notennummer Live Performer-quantisiering Nu C1 36 Tel C#1 37 Maat D1 38 2 maten D#1 39 4 maten E1 40 Naar het einde F1 41 Live Performer-gedeelte asdfghj C2-G2 48-55 zxcvbnm, G#2-D#3 56-63 Stop E3 64 Live Pads 1-8 F3 - C4 65-72 qwertyui C#4-G#4 73-80 Afspeelbesturing Direct stop H4 83 Afspelen/

Verder C5 84

Page 151: MusicMaker NL

Live Performer 151

Arrangeren met de Live Performer Zo maakt u een MAGIX Music Maker 2013 Premium-arrangement alleen met de Live Performer en de Live Pads:

1. Open de Live Performer en klap de Live Pads uit. 2. Vul de Live Pads met de samples en takes, die u in het arrangement wilt

gebruiken. U kunt natuurlijk ook tijdens het arrangeren nog samples laden. 3. Leg in het arrangement een gedeelte met de lengte van een liedgedeelte (bijv.

4 maten) vast en definieer een Live Performer-gedeelte met één van de gedeelte-toetsen. Het gedeelte wordt afgespeeld.

4. Speel eerst de Live Pads af, tot u er zeker van bent wat er in dit song-gedeelte muzikaal moet gaan gebeuren, start dan de Live Pad opname en neem de Live Pads voor dit gedeelte op.

5. Klik in het arrangement, met de pijltoetsen kunt u nu het actuele gedeelte een met zijn lengte verschuiven, met Shift plus de pijltoetsen wordt de lengte verdubbeld resp. gehalveerd. Zo kunt u dan meer gedeelten als songparts voor de Live Performer vastleggen en via de Live Pads met objecten vullen.

6. Met de Live Performer-toetsen kunt u nu de song-gedeelten omschakelen. 7. Wanneer u alle song-gedeelten samen heeft, schakelt u de Live Performer naar

de Sequencer-modus en programmeert u uw muziek. Of u start de opname van de Live Performer en speelt uw song in!

8. Tenslotte zet u de Live Performer-sequens met de knop "In arrangement omzetten" om in een echt arrangement.

Audio-uitvoer opnemen U kunt de gehele audio-uitvoer van MAGIX Music Maker 2013 Premium direct in een Wave-bestand opnemen. Daarvoor is er in de dialoog "Afspeelparameters" (menu " Bestand" > "Instellingen" > "Afspeelparameters" of de toets "P") de optie "Schrijf realtime-audio naar Wave-bestand".

Wanneer deze optie is geactiveerd, wordt de gehele weergave van het arrangement vanaf de volgende start opgenomen. Bij de volgende stop kunt u de opname opslaan en eventueel meteen voor verdere bewerking in het arrangement laden. Gebruik voor de opslag van uw afzonderlijke sessies verschillende bestandsnamen, om onvoorziene vervangingen te vermijden.

Page 152: MusicMaker NL

152

www.magix.nl

Audio-effecten MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt een groot aantal traploos en intuïtief instelbare audio-effecten.

Effecten Met de effecten van MAGIX Music Maker 2013 Premium kunt u grootschalig ingrijpen in het klankspectrum van afzonderlijke audio-objecten. Doordat de meeste effecten in realtime (zie onder) functioneren, bieden de effecten een ideale experimenteeromgeving voor het maken van creatieve klanken.

Realtime-effecten De realtime-effecten worden pas bij het afspelen van het object berekend. Het audiobestand (het oorspronkelijke materiaal) zelf blijft daarbij onaangeroerd. Het effect wordt bij elke keer afspelen opnieuw berekend. Het object houdt bij realtime-effecten dus altijd zijn oorspronkelijke toestand.

Om een realtime-effect te veranderen opent u het effect-rack of de instellingen-dialoog van het effect en sleept u met de betreffende besturingselementen. De veranderingen worden bij lopende weergave gelijk hoorbaar.

Aan de onderrand van een audio-object in Arranger vindt u een lijstje van korte beschrijvingen van alle op dat moment actieve objecteffecten.

Aansturing van de effectapparaten De effecten worden ofwel normaal met schuifregelaars, draai- en andere knoppen gestuurd ofwel via grafische sensorvelden.

Sensorvelden: sensorvelden laten zich met de cursor intuïtief beïnvloeden, waarbij de kleur van de afbeelding en de actuele effectinstellingen afhankelijk van elkaar veranderen.

Page 153: MusicMaker NL

Audio-effecten 153

Power-schakelaar: elk effectapparaat in het rack kunt u met de schakelaar linksboven apart aan- en uitschakelen. Met deze schakelaar kunt u ook het onbewerkte en bewerkte geluid van een audio-object direct met elkaar vergelijken.

Reset: elk effect beschikt over een resetfunctie, die het effectapparaat terugzet naar de neutrale toestand. In deze toestand wordt geen rekenkracht van de processor gevraagd en geen effect aan het geluid toegerekend.

Presetlijst: elk effectapparaat beschikt over een keur aan beproefde vooringestelde combinaties ("Presets"), die u via een uitklapmenu kunt selecteren.

A/B: de A/B-schakelaar vergelikt twee instellingen met elkaar. Als u bv. een preset voor het effect hebt gekozen en deze vervolgens handmatig wijzigt kunt u met behulp van de A/B-schakelaar het originele preset-geluid vergelijken met de nieuwe instellingen.

Niet-realtime-effecten Enkele audio-effecten worden niet in realtime berekend maar in plaats daarvan worden na het sluiten van die instellingendialoog kopieën van het audiomateriaal aangelegd waar het effect in meeberekend wordt. Bij het afspelen wordt dan geen verdere rekencapaciteit meer gebruikt.

Om een dergelijk effect te wijzigen kunt u de functie "Ongedaan maken" gebruiken.

De volgende effecten werken niet in realtime: vrij getekende filters, gater, omkeren, fase inverteren.

Audio-effecten inzetten Audio-effecten kunnen op verschillende plaatsen in het arrangement worden ingezet, op objectvlakken, op een compleet spoor of in de master (op alles wat men hoort).

Audio-objecteffecten Objecteffecten hebben geen uitwerking op het gehele Arrangerspoor maar alleen op afzonderlijke objecten. Dit heeft het voordeel dat effecten die alleen op een bepaalde plek in het arrangement nodig zijn, ook alleen dáár rekenkracht gebruiken.

Audio-effecten op afzonderlijke audio-objecten kunnen op verschillende manieren worden ingezet:

1. Drag & drop: in de Mediapool-instelling "Sjablonen" vindt u de directories "Audio FX" en "Vintage FX". Hierin bevinden zich de belangrijkste presets (voorinstellingen) voor de belangrijkste effecten. Deze presets hebben een preview-functie en kunnen middels drag & drop naar een audio-object in de Arranger worden gesleept.

Page 154: MusicMaker NL

154

www.magix.nl

2. Met een klik met de rechtermuisknop op een audio-object of via het menu "Effecten" > Audio > "Audio-effecten" kunt u afzonderlijke audio-effecten met een menucommando oproepen.

3. Met een dubbelklik op een audio-object opent u het Audio-effect-rack (op pagina 156). Hierbij worden de belangrijkste effecten in een dialoog samengevat. Bovendien zijn er nog enkele speciale functies beschikbaar, zoals de mogelijkheid om de complete effectinstellingen op te slaan.

Spooreffecten Naast de audio-effecten in het object, kunt u in elk mixerspoor een apart spooreffect-rack met Equalizer, Reverb/Echo en Compressor en andere plug-ins inzetten.

Er is daarnaast een aparte 6-kanaals parametrische equalizer (op pagina 179) per spoor, die u opent met de kleine EQ-knop naast de PAN-regelaars.

De plug-ins worden geladen via de plug-in-slots.

Met de FX-knop opent u het spoor-audio-effect-rack.

Een lichtblauw oplichtende spoor-FX-knop geeft aan dat in het spoor effecten actief zijn.

U kunt spooreffecten ook gebruiken zonder daarvoor de mixer te hoeven openen.

In de spoorbox van de Arranger (op pagina 33) is er ook nog het spoor-FX-menu. Hier vindt u, onderverdeeld naar soort instrument, presets voor spooreffecten (op pagina 154).

Spooreffecten hebben altijd uitwerking op alle audio-objecten van een spoor. In vergelijking met een effect voor elk afzonderlijk object bespaart u zo veel geheugen. De effecten zelf functioneren net zoals bij gebruik van een objecteffect.

Master-effecten Master-effecten werken op de gemixte som van alle audiosporen. Hiervoor zijn er in het mixervenster een master-audio-effect-rack en plug-ins en bovendien de speciale MAGIX Mastering Suite (op pagina 179) voor perfect geluid.

Effectcurven Sommige effecten kunnen ook met de effectcurven worden aangestuurd, zodat ze dynamisch zijn in te zetten. Dat betekent dat u bepaalde effectinstellingen tijdens het afspelen kunt wijzigen. De effectcurven zijn er als objectcurven en als spoorcurven. Objectcurven zijn alleen voor één object geldig en worden samen met het object

Page 155: MusicMaker NL

Audio-effecten 155

verplaatst of gekopieerd. De spoorcurven worden op het spoor opgeslagen en beïnvloeden alle objecten die zich op dit spoor bevinden.

Lees voor het bewerken van effectcurven het hoofdstuk "Effectcurven" (op pagina 221)

Plug-in-effecten inzetten

Lees voor uitgebreide informatie over plug-ins het hoofdstuk Synthesizer-plugins (op pagina 134) in het hoofdstuk Synthesizers!

Op verschillende plaatsen in MAGIX Music Maker 2013 Premium kunnen ook effecten van externe aanbieders in VST- of DirectX-indeling worden gebruikt. Ook enkele meegeleverde effecten (EssentialFX, Vintage FX Suite, Vandal SE) worden in de vorm van een Plug-in gebruikt.

Spooreffecten Spooreffecten worden in de mixer geselecteerd en ingesteld. Ze hebben betrekking op alle objecten in het betreffende spoor.

Tip: één in de mixer ingesteld effect gebruikt tijdens het afspelen op elke plek in het arrangement processorcapaciteit. Stel uzelf daarom de vraag of het niet genoeg is om het effect als objecteffect in te zetten.

In de kanalengroep van de mixer voor het betreffende spoor en voor de FX-sporen (op pagina 228), bevinden zich twee zogenaamde "Slots" voor spooreffecten.

Wanneer u hier op de kleine driehoek klikt, stelt MAGIX Music Maker 2013 Premium een lijst met de beschikbare effecten samen. Nu kunt u elk gewenst effect in de lijst selecteren.

De lijst bestaat uit meerdere sub-directory's: Direct X-plug-ins, VST-plug-ins en voor de meegeleverde plug-ins van de Vintage Effects Suite (op pagina 193), Essential FX Suite en Vandal SE de sub-directory MAGIX plug-ins.

Met de selectie "Geen effect" verwijdert u een plug-in uit het slot. Met een klik op de linkermuisknop kunt u de plug-ins tijdelijk deactiveren. Actieve plug-ins worden lichtblauw weergegeven. Met een klik met de rechtermuisknop opent u de instellingendialoog van de plug-in.

Objecteffecten Het Audio-FX-Rack voor objecten kan met een dubbelklik op een audio-object worden geopend.

Page 156: MusicMaker NL

156

www.magix.nl

Onderin het rack bevindt zich een module waarin twee plug-ins kunnen worden gebruikt. Dit werkt net als bij de mixer plug-in-slots:

1. Klik op de box. 2. Selecteer het gewenste effect. 3. Stel het effect in in de dialoog die wordt geopend.

Het effect heeft (in tegenstelling tot spooreffecten) alleen betrekking op het geselecteerde object en gebruikt ook alleen rekenkracht als dit object wordt afgespeeld.

Mastereffecten In het masterkanaal bevindt zich een vak waarin een mastereffect kan worden gekozen. Vaak wordt er bijv. een compressor in het masterkanaal toegepast om het totaalsignaal meer druk en geluidsvolume te geven.

Effecten worden hier op dezelfde manier gekozen als voor een spoor:

1. Klik op het vak 2. Wacht tot de lijst van de beschikbare effecten wordt getoond 3. Kies een effect en stel het in

Gebruik de returnregelaar om in te stellen hoeveel effect uit de aux-wegen bij het totaalsignaal moet worden gemixt.

Object- en master-FX-rack Met een dubbelklik op een audio-object opent u het audio-effect-rack voor objecten. Het audio-effect-rack voor de aparte sporen of voor het gehele geluid ("Master-effect"), wordt met de FX-knoppen in het mixervenster (toets: M) geopend.

Naast de belangrijkste effectapparaten - 10-bands equalizer, reverb/echo, compressor, Time Processor (alleen object), filters en stereo enhancer (alleen spoor) staan ook nog de volgende functies ter beschikking:

Objectvolume

Hier kunt u het niveau van het totale geluid voor het geselecteerde object instellen. Bij veel combinaties van effecten kunnen ongewenste vervormingen optreden aangezien

Page 157: MusicMaker NL

Audio-effecten 157

veel effecten een bepaald frequentiebereik verhogen. In dit geval kunt u hier het totale volume verlagen.

De regelaars voor de beide stereokanalen worden normaal gesproken tegelijkertijd verschoven.

Wanneer u de link-knop deactiveert, kunt u het object door gescheiden volume-instelling voor links en rechts in het stereopanorama plaatsen.

Load/Save De huidige instellingen van alle gebruikte effecten uit het rack kunt u opslaan in een effect-preset, zodat u hier voor andere objecten over kunt beschikken. Hierbij worden alleen díe effecten opgeslagen en geladen, die ook daadwerkelijk zijn gebruikt. Dat betekent dat met effect-presets ook kan combineren.

Deze functie is niet beschikbaar voor het spoor-effect-rack.

FX-plug-ins

Indien op uw computer externe plug-ins zijn geïnstalleerd, kunt u deze via de knoppen rechts onderin activeren. Ook de effecten van de Vintage Audio Suite (op pagina 193) kunt u via deze knoppen oproepen.

Meer informatie over het onderwerp plug-ins leest u bij VST/DirectX-effecten inzetten (op pagina 155).

Apply (destructieve bewerking) Met "Apply" kan de actuele instelling van een effect of het gehele effecten-rack naar het audio-object worden "toegerekend".

Dat heeft het voordeel dat daarna voor de effecten geen rekencapaciteit meer nodig is. Het object wordt door een nieuw audiobestand vervangen die de klank van het object met effect bevat. Deze wordt dan alleen nog afgespeeld, een intensieve realtimebewerking is dan niet meer nodig.

Het nadeel: men kan de effectinstellingen niet zomaar meer wijzigen. Hoewel u deze "destructieve" bewerkingen vlak daarna (net als elke handeling in MAGIX Music Maker 2013 Premium) met behulp van de Undo-functie in het menu Bewerken ongedaan kunt maken, is dit ná het opslaan van het project niet meer mogelijk.

In het master-effectenrack is geen Apply-knop; de daarbijbehorende functie vindt u in het menu Bewerken (Audio samenvatten (op pagina 271))

Page 158: MusicMaker NL

158

www.magix.nl

Speel object/speel arrangement

Helemaal rechts onderin het Audio-FX-rack bevinden zich twee afspeelknoppen die óf het geselecteerde object, óf het complete arrangement afspelen. Hiermee kunt u alle effectinstellingen in realtime beluisteren.

10-bands equalizer

De 10-bands equalizer verdeelt het frequentiespectrum in 10 gebieden ("banden") en voorziet ze van aparte volumeregelaars. Daardoor kunt u veel indrukwekkende effecten bereiken, van een eenvoudige versterking van de bas tot volledige vervreemding. Bij een sterke accentuering van de lage frequenties wordt het totaalvolume aanzienlijk verhoogd zodat vervorming kan optreden. In zo'n geval kunt u het totale volume met behulp van de "Mastervolume"-regelaar in het effecten venster naar beneden bijstellen.

Schuifregelaars: elk van de 10 frequentiebereiken kan met de 10 volumeregelaars apart worden versterkt of verzwakt.

Link Bands: met deze knop worden de frequentiebereiken flexibel met elkaar verbonden, zodat kunstmatig klinkende harde volumes van afzonderlijke frequentiebereiken worden vermeden.

Touchscreen (EQ-sectie rechts): dit is het "sensorveld" van de EQ: u kunt met de muis een willekeurige curve tekenen, die direct wordt toegepast op de betreffende regelaarinstelling aan de linkerkant van de EQ.

FFT-filter (Vrij tekenbaar filter) Met dit audio-effect kunt u de gekste filtereffecten gewoon met de muis tekenen.In de figuur wordt met de muis een rode lijn getekend. De linkerzijde van de figuur staat voor lage tonen, de rechter voor hoge tonen. Met de “Test“-knop kan de realtime-weergave worden ingeschakeld.

Vanaf nu hoort u alle wijzigingen in de rode lijn onmiddellijk. Een “berg“ in het linker deel resulteert in sterke nadruk op de bas een “berg“ in het rechter deel benadrukt de hoge tonen sterk.

Page 159: MusicMaker NL

Audio-effecten 159

U bereikt fijne effecten wanneer u een filtercurve eerst boven het gehele bereik wist (dus volledig op lage waarden in het display zet). Daarmee wordt het geluid praktisch gewist.

Nu kunt u door enkele malen met de muis in het bovenste deel van het display te klikken afzonderlijke frequentiebereiken hoorbaar maken – daarmee maakt u van een normale drumloop snel een science fiction geluid!

Met de Reset-knop kan de filtercurve snel weer in de oorspronkelijke stand worden gezet.

De optie “Voorkom Clipping“ probeert een overmodulatie van het audiomateriaal automatisch te voorkomen.

De “Volume“-regelaar regelt het volume van het materiaal.

Filter-Sweeps/Morphing U kunt ook zogenaamde “Filter-Sweeps” of “Morphing” maken:

1. Activeer de knop “Start-curve“ helemaal rechts. 2. Nu kunt u een rode filtercurve voor het begin van het autekenen, bijv. een berg

in de linker helft van het display (nadruk op lage tonen). 3. Activeer de knop “Eind-curve”. 4. Nu kunt u een blauwe curve voor het einde van het audiotekenen, bijv. een

verhoging in het linker deel van het display (nadruk op hoge tonen). 5. Met “Test“ kan de realtime-weergave worden gestart – er klinkt nu een zachte

filter-sweep van de rode naar de blauwe curve. Hiermee maakt u de fraaiste morphing-geluiden!

Compressor

De Compressor is een geautomatiseerde, dynamische volumeregelaar: harde passages worden zachter en zachte passages worden harder; het totale geluid wordt uniform en vol. U kunt de Compressor gebruiken bij basopnamen en vocalen, maar bijvoorbeeld ook als mastereffect in de mixer voor de nabewerking van het gehele geluid.

De bewerkingen worden net als bij professionele studioapparatuur "vooruitkijkend" uitgevoerd, d. w.z. er treden geen overstuurpieken of andere artefacten op omdat het algoritme nooit "verrast" kan worden door niveaupieken.

Page 160: MusicMaker NL

160

www.magix.nl

Ratio: deze parameter regelt de mate van compressie.

Threshold: hier kunt u een drempelwaarde instellen waarboven of -onder de compressie in werking moet gaan treden.

Attack: hier kan de tijd worden ingesteld waarin het algoritme reageert op een toenemend niveau. Korte Attack-tijden zorgen voor een "pompende" sound omdat het volume snel verhoogd of verlaagd wordt.

Attack: hier kunt u de tijd instellen waarin het algoritme op een dalend niveau reageert.

Gain: de Gain-regelaar versterkt het gecomprimeerde signaal.

Fase inverteren Deze functie manipuleert het object dusdanig dat het afspeelbaar is op een surround systeem (thuisbios).

Dit effect is erg handig bij audio voor videoproducties !

Reverb

Het Reverb-effectapparaat levert nieuw ontwikkelde en zeer realistische nagalm-algoritmen om uw opnamen diepte en een ruimtelijke sfeer te geven.

Reverb is één van de belangrijkste maar ook één van de moeilijkst te genereren effecten.

Basisbegrippen Zoals in de dagelijkse praktijk blijkt, past niet elke ruimte bij elk instrument. Daarom hebben we verschillende „virtuele“ ruimtes ontworpen. Desondanks blijft het belangrijk de juiste parameters te vinden. Doorslaggevende parameters voor de klankindruk in reële en virtuele ruimtes zijn bijvoorbeeld:

• Grootte van de ruimte. Hoe groter de ruimte is, des te langer is het geluid ‘onderweg’ tussen de wanden en andere voorwerpen. Onze hersens ‘berekenen’ uit deze tijdsverschillen de grootte van de ruimte.

Page 161: MusicMaker NL

Audio-effecten 161

• De indruk van de grootte van een ruimte wordt hoofdzakelijk bepaald door de zogenaamde eerste reflecties en discrete echo’s. Pas later merken we eventuele (diffuse) nagalm op.

• De nagalmtijd wordt hoofdzakelijk bepaald door de structuur van de wanden, plafond en bodem. Deze galmtijd is sterk frequentieafhankelijk. Zo worden bijvoorbeeld in een ruimte met gordijnen, tapijt, meubels en hoeken de hoge en middentonen sterker gedempt dan in een lege ruimte met tegels.

• De dichtheid van reflecties. Vooral de volgorde van eerste reflecties is hier bepalend. Een ruimte met veel apart waarneembare echo’s werkt levendig, zeker als deze qua tijd relatief ver uit elkaar vallen.

• Diffusie. Eenvoudige nagalmapparatuur houdt geen rekening met het feit dat reflecties bij het ontwikkelen van de galm steeds complexer worden en vervagen direct al de eerste echo’s tot een diffuus signaal. Dit klinkt bij veel signalen nogal kunstmatig en ‘tweedimensionaal’. Ons nagalm-effect gedraagt zich daarentegen net als het galmsignaal in een echt ruimte, zodat aparte echo’s in het begin van het signaal nog goed te onderscheiden zijn, maar meer in elkaar vloeien naarmate het signaal zich verder ontwikkelt, om tenslotte uit te monden in ‘diffuse ruis’ van de zogenaamde galmstaart.

Onder de 24 presets bevinden zich veel ruimtes die voor specifieke instrumenten en toepassingen zijn ontworpen en waarvan ook de parameters op gebruik in deze situaties zijn toegespitst. Met de vier beschikbare regelaars kunt u de ruimte echter verregaand beïnvloeden.

Naast de virtuele ruimtes worden in het reverbeffect twee apparaattypen gemodelleert waarmee jaren lang kunstmatige galm is gegenereerd: Galmplaten (Plate reverbs) en galmveren/spiralen (Spring reverb).

Een Plate Reverb bestaat uit een grote metalen plaat (vaak 0,5 tot 1m2 of meer), die door een magneet- en spoelensysteem (net als bij een luidspreker) in beweging wordt gebracht. Op de galmplaat zijn op diverse plaatsen zogenaamde „Taps“ (opname-elementen) aangebracht, net als bij een elektrische gitaar. Verschillende van deze opname-elementen worden gecombineerd tot een complex signaal. Galmplaten hebben een dichte klank (hoge diffusie). Er zijn geen discrete echo’s hoorbaar. Daardoor zijn ze bij uitstek geschikt voor percussief materiaal. Bij zang zorgt een Plate Reverb voor een oorstrelend ‘feelgood’-effect.

Nagalmveren (Spring Reverb) zijn misschien bekend van gitaar- en keyboardversterkers, vooral de wat oudere types. Daarin bevindt zich op de bodem een onderdeel met daarin meestal twee tot vier spiraalveren die op een verend opgehangen ‘slee’ schokbestendig zijn bevestigd. Net als bij galmplaten wordt hier ook een systeem toegepast om het geluid over te dragen aan de galmveren en omgekeerd. Er zijn nagalmveren van verschillende makelij en grootte, maar ze hebben allemaal deze eigenaardige klank gemeen: het typische ‘bloing’-geluid. Het lijkt op een soort klateren. Tijdens het uitklinken van de galm is de toonhoogte van de veer (veren) meestal duidelijk waarneembaar. Bovendien is het frequentiebereik als gevolg van verliezen in de veer en de gebruikte overdracht- en opname-elementen drastisch

Page 162: MusicMaker NL

162

www.magix.nl

beperkt. Toch heeft de klank iets bijzonders en sommige actuele muziekstijlen (bijv. Dub & Reggae) zijn zonder Spring Reverb nauwelijks voor te stellen.

Parameters Het Reverbeffect heeft de volgende parameters:

Grootte: hiermee wordt de grootte van de ruimte bepaald (bijv. bij plaat- en veergalm). Bij lage waarden wordt ook de afstand tussen de eerste reflecties verkort, waardoor onder bepaalde omstandigheden ook resonanties (geaccentueerde frequentiebereiken) kunnen ontstaan, die bij teveel nagalmtijd ‘beklemmend’ kunnen werken. De juiste grootte kunt u per instrument goed bepalen als u op het samenspel met de ruimte en de resonantie let.

Tijd: de nagalmtijd. Met deze regelaar bepaalt u in hoeverre echo’s worden geabsorbeerd en daarmee ook de uitklinktijd van de galm. Als de regelaar helemaal naar links wordt gedraaid wordt de galmtijd geminimaliseerd, waardoor soms alleen de eerste reflecties hoorbaar zijn. Helemaal naar rechts gedraaid is de absorptie het minst, waardoor een lang uitklinkende galm het gevolg is.

Kleur: hiermee kunt binnen bepaalde grenzen de klankeigenschappen van het effect beïnvloeden. De werking van de regelaar is afhankelijk van de gebruikte preset. Bij ruimtes regelt u met de „Kleur“ de hoogdemping van de nagalm (van donker naar helder) en ook de ‘voorfiltering’ van het signaal. Bij plate- en springpresets bepaalt deze regelaar ook de demping van de lage tonen.

Mix: deze regelaar bepaalt de mixverhouding van het originele en het bewerkte signaal. Bij ruimtes kan hiermee het signaal ‘dieper’ in de ruimte worden geplaatst door het effectaandeel te vergroten. De laatste vier presets zijn voor gebruik in een auxkanaal van de mixer en zijn op 100% effectsignaal ingesteld.

Presets De presets zijn primair op instrument gesorteerd maar u beslist zelf welke preset voor welk instrument wordt gebruikt. Vooral de ruimten hebben volledig verschillende eigenschappen, die bij menig instrument aan het licht komen maar bij andere instrumenten slechts subtiel waarneembaar zijn. Bij dichte arrangementen ligt het vaak voor de hand om een galm met veel hoorbare reflecties en een geringe diffusie te gebruiken. Omgekeerd kunt u bijv. met Plate Reverbs bij een arrangement dat vrij ‘open’ is gearrangeerd een dichtere galm gebruiken.

Zorg dat u niet teveel instrumenten voorziet van een galmeffect. Vaak is het mixen van slechts een kleine hoeveelheid galm al voldoende om een instrument ‘los te weken’ van de totaaklank. Vaak is het ook een goed idee de nagalmtijd aan te passen aan het tempo van een muziekstuk: hoe sneller het stuk, des te korter de galm. Anders wordt de totaalklank snel onduidelijk en ondoorzichtig.

Om de keus te vereenvoudigen volgt hier een lijst met de presets en hun eigenschappen:

Page 163: MusicMaker NL

Audio-effecten 163

Slagwerk en percussie Drums: Studio A: kleine ruimte, hoge diffusie, bijv. voor percussie Drums: Studio B: wat groter & levendiger dan A, gemiddelde diffusie, geprononceerdere eerste reflecties, signalen lijken dichterbij dan bij A Drums: middelgrote ruimte: middelgrote ruimte, gematigde nagalmtijd, gemiddelde diffusie, relatief weinig eerste reflecties Drums: lege ruimte: middelgrote lege zaal, gemiddelde diffusie Drums: snare galmplaat A: galmplaat, hoge diffusie, relatief helder klankkarakter. Het typische sissen van een galmplaat Drums: snare galmplaat B: galmplaat, hoge diffusie, lichte demping van lage en hoge tonen, middentonen van de klank worden steeds meer geaccentueerd, stereopanorama smaller dan bij A

Zang Stem: hoofdgalm A: standaardgalm, bijv. voor monitoring/opname, gemiddelde ruimte, gemiddelde diffusie, korte nagalmtijd Stem: hoofdgalm B: als A, maar als kleine zaal (langere delaytijden als A), geprononceerde reflectiepatronen, langere galmtijd Stem: vroege reflecties: middelgrote ruimte, laag aandeel nagalm, zeer gepronceerde eerste reflecties, bijv. voor het verbreden van zang. Stem: warme ruimte: kleine intieme ruimte, donker karakter Stem: studio galmplaat A: galmplaat met gemiddelde diffusie, enigszins donkere instelling, breed klankbeeld Stem: studio galmplaat B: zoals A, maar met een hogere diffusie en heldere middenklankinstelling, licht klassiek karakter Stem: grote zaal: grote zaal, gemiddelde diffusie, relatief lange nagalmtijd Stem: kathedraal: vertraagde aanspraak, lage diffusie, complex echopatroon, enkele harde reflecties, donkere klankinstelling, lange nagalmtijd

Gitaar Gitaar: veergalm mono A: veergalmsimulatie, specifieke veerklankopwekkingsgeluiden, beperkt frequentiebereik Gitaar: veergalm mono B: als A, een iets breder frequentiebereik, hogere diffusie Gitaar: veergalm stereo A: identiek aan Veergalm mono A, maar per kanaal (L/R) een veer-/overdrachtssysteem. Door de mechanische koppeling van de systemen bevindt de nagalm zich in het midden van het stereobeeld Gitaar: veergalm stereo B: als stereo A, een iets breder frequentiebereik, hogere diffusie

Toetsen (piano, synthesizer) Toetsen: podiumnagalm: grotere zaal met podium, groot aandeel complexe eerste reflecties, licht vertraagd aanspreken, gemiddelde nagalm Toetsen: pianogalm: concertzaal, lange nagalm, gemiddelde diffusie, enigszins donkere instelling

Aux (voor gebruik als send-effect in een mixer effectspoor) Aux: ruimte: standaardruimte voor een aux-routing, 100% effectsignaal, gemiddelde diffusie, enkele geprononceerde eerste reflecties, korte nagalmtijd

Page 164: MusicMaker NL

164

www.magix.nl

Aux: zaal: middelgrote zaal (100% wet), gemiddelde diffusie, redelijk korte nagalmtijd Aux: galmplaat: galmplaat (100% wet), hoge diffusie, lichte heldere instelling Aux: veergalm: galmveer (100% wet), stereo, hoge diffusie, klankbeeld met enigszins geaccentueerde middentonen. Delay (echo) Het echo-effect wordt met Vertraging en Terugkoppeling verder ingesteld en met Mix aan het originele signaal toegevoegd.

Vertraging: hier kan de afstand tussen de verschillende echo’s worden bepaald. Hoe verder de regelaar naar links wordt gezet, hoe sneller de echo’s elkaar opvolgen.

Terugkoppeling: hier kan de hoeveelheid echo’s worden ingesteld. Helemaal naar links is er helemaal geen echo, helemaal naar rechts ontstaan er bijna oneindig veel echo’s.

Soundwarper

Distortion Dit is een vervormer, die het audio-object overstuurt.

Gain: met deze knop wordt de hoeveelheid vervorming ingesteld. Gain staat voor het voorversterkingsdeel van een versterker. Cutoff: hier worden de frequentiegebieden ingesteld die moeten worden vervormd. Volume: hier kan het volume van de vervormer worden ingesteld. Hoe verder de knop Gain wordt opengedraaid, hoe harder de vervorming wordt.

Filter Het filter regelt, vergelijkbaar met de Equalizer, het volume van verschillende frequentiegebieden. Daarbij kunnen deze frequenties compleet worden onderdrukt, zodat indrukwekkende verkleuringen mogelijk zijn.

Frequentie: hier wordt de frequentie ingesteld die moet worden gefilterd. Niveau: hier wordt de sterkte van de filtering ingesteld. Resonantie: hier wordt het bereik (de bandbreedte) om de frequentie ingesteld, dat samen met die frequentie wordt versterkt. Volume: hiermee kan het volume van het filter apart worden geregeld.

Page 165: MusicMaker NL

Audio-effecten 165

Elastic Audio Easy Algemene informatie over de Elastic Audio easy-editor Elastic Audio easy is een gespecialiseerde editor waarmee de toonhoogte van audiomateriaal kan worden gewijzigd. Automatiseerbare resampling- en pitchshifting-algoritmes en een basisfrequentieherkenning stellen de gebruiker in staat de toonhoogte van monofoon audiomateriaal verregaand te wijzigen.

Met pitchshifting kan de toonhoogte worden gewijzigd, zonder dat ook het tempo zich wijzigt (zoals normaal het geval zou zijn). MAGIX Music Maker 2013 Premium heeft verschillende algoritmes voor pitchshifting, waarvan de toepassing afhankelijk is van het te bewerken materiaal.

Elastic Audio easy biedt de volgende mogelijkheden • Basisfrequentieherkenning van eenstemmig (monofoon) audiomateriaal. • Automatische en handmatige correctie van het basisfrequentie-verloop van

éénstemmig audiomateriaal. • Handmatige correctie van de toonhoogte van noten uit eenstemmig

audiomateriaal. • Wijzigen van melodieën in eenstemmig audiomateriaal. • Harmonizer voor het genereren van extra stemmen

Aanwijzing voor timestretching: timestretching is niet automatiseerbaar maar kan bij Elastic Audio statisch worden toegepast.

Page 166: MusicMaker NL

166

www.magix.nl

Bewerkingsvenster

In het bewerkingvenster kan het toonhoogteverloop worden getekend. Om de toonhoogte adequaat te kunnen aanpassen moet natuurlijk de oorspronkelijke toonhoogte van het audiomateriaal bekend zijn. Grondslag van de functionaliteit is een voorafgaande toonhoogte-analyse van het materiaal. Dit is alleen zinvol bij tonaal eenstemmig materiaal, zoals solozang, solo-instrumenten en spraak.

Bij het openen van de editor wordt de analysefunctie automatisch gestart. Bij langere objecten kan de analyse enige tijd duren. De objecten worden na de analyse volgens de herkende toonhoogte in individuele slice-objecten ingedeeld. De middelste toonhoogte van een slice-object bepaalt zijn positie in de grafiek, onafhankelijk van het concrete verloop van de toonhoogtecurve binnen het slice-object. Aan de randen van het slice-object worden op de toonhoogtecurve twee hendels aangemaakt. Deze hendels kunnen worden verplaatst om een stijgend of dalend toonhoogteverloop te bereiken en daarbij de kleine wijzingen in de basisfrequentie (vibrato) te behouden.

Naast de toonhoogte-tekenfunctie is ook de tune-functie voor automatische toonhoogtecorrectie beschikbaar.

As-omschrijving en legenda Y-as: toonhoogte in noten. Tonen kunnen op het klavier worden gedeselecteerd. Deze worden dan bij de automatische toonhoogtecorrectie of bij het gequantiseerd tekenen

Page 167: MusicMaker NL

Audio-effecten 167

niet gebruikt. Passende toonladdersjablonen vindt u door selectie van een grondtoon en toonladder in het vak „Slice-object bewerken“.

Oranje lijn: nieuw toonhoogteverloop (bewerkbaar)

Grijze lijn: origineel toonhoogteverloop (resultaat van de analyse)

Rode lijn: Harmonizer-stemmen.

Basisbegrippen van de Elastic Audio easy-editor De Elastic Audio easy-editor oproepen

Selecteer het object dat in de editor moet worden bewerkt. Via het menu Effecten > Audio kunt u de Elastic Audio easy-editor voor een geselecteerd object oproepen.

Samenwerking tussen Elastic Audio easy-editor en objecten

Tijdgerelateerde correcties van noten worden niet in de editor zelf uitgevoerd maar door splitsen en verplaatsen van objecten in het VIP.

Page 168: MusicMaker NL

168

www.magix.nl

Beschrijving van alle controle-elementen Deze opties en parameters werken altijd op het hele in de editor geladen object, dus op alle slices.

Algoritme: er is keuze uit de modi Monofone stem (als preset), Standaard, Resample, Timestretching (glad) en Beat Marker Slicing.

Voor meer informatie over algoritmes leest u in het betreffende gedeelte over het Timestretch/pitchshift-effect!

Curvenegalisatie: deze parameter bepaalt de egalisatie van de ingevoerde toonhoogtecurve met een tijdconstante (in ms). Sprongen in toonhoogte worden bij sterke egalisatie veranderd in glissando's.

Formantcontrole: wanneer u het algoritme monofone stem heeft geselecteerd, dan kunt u hiermee de zogeheten formanten krijgen. Formanten zijn klankcomponenten die typisch voor het karakter van instrumenten of de menselijke stem zijn. Bij instrumenten zijn ze vooral het resultaat van de geometrie van de klankkast. Bij mensen worden de formanten bepaald door de anatomie van het spraakkanaal.

Bij de meeste algoritmen worden door verandering van de toonhoogte de formanten ook beïnvloed. Bij het algoritme monofone stem kunt u de positie van de formanten onafhankelijk van de toonhoogte instellen. Akoestisch komt dit overeen met het uitrekken of indrukken van bovengenoemde geometrieën waardoor interessante effecten verkregen kunnen worden.

Opties voor automatische toonhoogtecorrectie

Grondtoon: Grondtoon van de toonladder. Bij de chromatische toonladder blijft deze instelling natuurlijk buiten beschouwing.

Toonsoort: soort toonladder: toongeschlacht, of modus.

Toonhoogteverloop Tune: zorgt voor een quantisering van het toonhoogteverloop van de gemarkeerde slices.

Met Quantiseringsegalisatie kan daarbij de sterkte van de quantisering worden bepaald: bij kleinere waarden wordt hard gequantiseerd. Dit heeft tot gevolg dat

Page 169: MusicMaker NL

Audio-effecten 169

kleine, bij natuurlijke bronnen altijd voorkomende, variaties in toonhoogte zoals vibrato, verdwijnen ("Cher-effect").

Reset: herstellen van de gemarkeerde slices. De oranje curve wordt op de grijze geplaatst en de slice wordt op de oorspronkelijke gemiddelde toonhoogte teruggezet.

Akkoord: hier kan het akkoord worden ingesteld dat de parallelle stemmen van de harmonizer vormen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen majeur-stemmingen (major) en mineur-stemmingen (minor). Tegelijk wordt op de instelling van het klavier gelet, tenzij de optie Stemmen parallel is ingeschakeld.

Humanize: deze instelling zorgt bij een lage waarde een sterke quantisering van de parallelle stemmen. Daardoor werkt het effect zeer kunstmatig. Kiest u een grotere waarde voor humanize, dan worden de toonhoogtes van de afzonderlijke stemmen gevarieerd en de inzetten licht verschoven. Zo krijgt u de indruk van een ongeoefend koortje.

Parallelle stemvoering: normaliter wordt bij het genereren van de parallelstemmen altijd rekening gehouden met de instellingen van het klavier en de instelling van Humanize. Als de optie Parallelle stemvoering is ingeschakeld, lopen de stemmen echter altijd exact parallel met de oranje curve.

Stemmen aanmaken: zorgt voor het aanmaken van de stemmen.

Afspeelbesturing Play: stopt/start het afspelen van het arrangement.

Play solo: alleen het in de editor geladen object wordt afgespeeld.

Bypass: schakelt het effect in of uit

Gereedschappen van de Elastic Audio easy-editor U kunt verschillend gereedschap gebruiken voor het bewerken van de slices en de toonhoogtecurve. U kunt altijd twee stuks gereedschap toewijzen aan één van de beide muisknoppen. Het gereedschap dat aan de linkerknop wordt toegewezen, wordt blauw weergegeven en dat voor de rechterknop rood. Klik daartoe met de juiste muisknop op de gewenste gereedschapsknop. Een uitzondering is het gereedschap Zoom, waarvoor automatisch beide muisknoppen worden gebruikt.

Selectiegereedschap (Pijl)

Page 170: MusicMaker NL

170

www.magix.nl

Hiermee kunt u slice-objecten verticaal verschuiven.

Daardoor wordt de toonhoogte van slice-objecten in zijn geheel veranderd. Daarnaast kunt u slice-objecten en de curvenhandgrepen selecteren. Met de Ctrl- of Shift-toets kunt u meerdere objecten selecteren en een slice-objectlasso werpen.

Tekenen uit de vrije hand

Met het potlood kunt u toonhoogtecurven uit de vrije hand tekenen.

Als u tegelijkertijd de Shift-toets indrukt, wordt een rechte lijn getrokken tussen de beginpositie en het punt waar de muis staat. Als u ook de Ctrl-toets indrukt, worden de slice-objecten bij het tekenen gecombineerd.

Tekenen met quantisering

Dit is het werktuig voor gequantiseerd tekenen.

Quantiseren wil zeggen dat de lijn weliswaar horizontaal vrij is, maar dat de curve verticaal inklikt op de tonen van de toonladder die onder „Tune“ is geselecteerd.

Het is in de tekenmodus met quantiseren eveneens mogelijk om rechte lijnen te trekken met de Shift-toets en om slice-objecten te combineren met de Ctrl-toets.

Elastiek

Met het gereedschap Elastiek kunt u de toonhoogtecurven tussen twee aangrenzende hendels verbuigen.

Daarbij wordt het midden van de curve verschoven. De hendels blijven staan. In de praktijk wordt de curve geknikt. Samen met het verschuiven van de hendels op de grenzen van de slice-objecten kunt u het toonhoogteverloop verbuigen, waarbij de microtonale structuren (vibrato) behouden blijven.

Schaar

Hiermee kan het geluidmateriaal met de hand worden verdeeld in slice-objecten (volgens de noten) als de automatische

herkenning niet voldoende is. U kunt slice-objecten met de Ctrl-toets en het potlood combineren.

Gum

Met de gum zet u de oranje curven terug op de beginwaarde. Dat wil zeggen dat het toonhoogteverloop dan weer overeen

komt met het origineel, terwijl de curve de herkende curve weergeeft.

Loep-Zoom

Zoom De linkermuisknop Zoom zoomt in, de rechtermuisknop Zoom zoomt uit. Klik met de linkerknop en sleep om een gebied

te selecteren om op in te zoomen.

Page 171: MusicMaker NL

Audio-effecten 171

Navigatie

Hiermee kunt u de zichtbare selectie horizontaal en verticaal verplaatsen.

Toepassing van de Elastic Audio easy-editor Toonhoogtecorrectie (intonatiecorrectie) bij eenstemmig audiomateriaal Eerste stappen (voor alle verderop behandelde bewerkingen): • Objecten in de Elastic Audio easy-editor laden. • De gewenste selectie maken. Direct na de analyse zijn alle slices geselecteerd. • Geschikt algoritme kiezen – eerst altijd Monofone stem (zie verderop) proberen • Nu kan de toonhoogte van een slice met de muisgereedschappen via de oranje

curve worden bewerkt.

Handmatige correctie van de totaaltoonhoogte van een pitchslice • Slice met het selectiegereedschap (pijl) selecteren. • Met de muis verticaal verplaatsen.

Automatische correctie van het toonhoogteverloop • Slice-object met het selectiegereedschap (pijl) selecteren. • Toonladder kiezen in de groep Slice-object bewerken en eventueel de tonen die

niet moeten worden gequantiseerd op het klavier door aanklikken selecteren. • Knop Toonhoogteverloop stemmen aanklikken • Met de parameter „Quantiseringsegalisering“ kan de hardheid van de

quantisering worden verminderd.

Bij deze bewerking worden de toonhoogteverlopen binnen een slice meer of minder sterk beïnvloed.

Correctie van toonstijging of -daling • Slice-object met het selectiegereedschap (pijl) selecteren. • Oranje curve toonhoogteverloop bewerken door verplaatsen van beide hendels

aan het eind van het sliceobject of door op de oranje lijn te klikken en deze te verplaatsen.

Toonhoogte vrij definiëren / frequentiemodulaties genereren, zoals trillers en vibrato. • Slices met het selectiegereedschap (pijl) selecteren. • Tekengereedschap kiezen (gequantiseerd of ongequantiseerd) • Toonhoogtemodulatie intekenen.

“Plastic stemmen” maken (vibrato verwijderen door harde quantisering van het microtoonhoogteverloop) • De parameter Quantiseringsegalisering op 0 instellen. • Knop “Toonhoogteverloop stemmen” aanklikken

Page 172: MusicMaker NL

172

www.magix.nl

• Als het algoritme “Monofone stem” wordt gebruikt, eventueel formantcorrectie uitschakelen.

„Robotstemmen“ genereren – quantisering op één toonhoogte • Slice(s) selecteren met selectiegereedschap • Tekengereedschap voor gequantiseerd tekenen kiezen. • Bij artefacten: waarde parameter Quantiseringsegalisering verhogen

Parallelstemmen genereren • Gewenst akkoord instellen • Eventueel de parameter Humanize wijzigen en de knop „Stemmen genereren“

aanklikken voor het opnieuw genereren van de stemmen.

Pitch-slice-objecten en VIP-objecten Bij de analyse van de basisfrequentie worden de objecten in pitch slides gesplitst, die in het ideale geval overeenkomen met één melodienoot bij eenstemmige muziek of met één lettergreep bij spraak. Bij spraak komen de toonhoogtes overeen met spraakniveaus.

Na de analyse zijn alle slices geselecteerd.

De splitsing in slices kan handmatig worden gecorrigeerd. Met het schaargereedschap worden slices gesplitst, met het selectiegereedschap worden slices met ingedrukte Ctrl-toets samengevoegd.

De blauwe lijn representeert voor elk object de gemiddelde toonhoogte die wordt berekend als het gemiddelde van de toonhoogten uit de slice.

Op geselecteerde pitch-sliceobjecten kunnen de functies uit de groep „Slice-object bewerken“ worden toegepast – correctie van het toonhoogteverloop en de gemiddelde toonhoogte. Bovendien kan de correctie voor geselecteerde slices worden geïnitialiseerd.

Slice-objecten selecteren

Slice-objecten kunnen worden geselecteerd en gedeselecteerd. Met de toetsen Ctrl + A worden alle slices geselecteerd. Door op een lege plaats te klikken worden alle slices gedeselecteerd.

Correctie van de basisfrequentie-analyse Algemeen

Om de volgende redenen kan de analyse van de basisfrequentie en ook de daarvan afhankelijke pitch-slice-analyse mislukken of stoppen:

• Te zwak materiaal, • Realtime stereofonie

Page 173: MusicMaker NL

Audio-effecten 173

• Verkeerde analyse • Stemloze vocalen • Klanken met veel ruis

In de laatste twee gevallen is een resultaat onmogelijk omdat de basisfrequentie ontbreekt.

Het gebruik van MAGIX Elastic Audio easy bestaat hieruit dat de gebruiker de mogelijkheid krijgt om met een groot aantal „handmatige“ ingrepen ook daar een goed resultaat te kunnen bereiken, waar de analyse van de basisfrequentie geen resultaten oplevert of kan opleveren.

Fouten in de analyse van de basisfrequentie

Symptomen: Klank: de toonhoogte wisselt sterk gedurende korte tijd, ze komt niet overeen met de ingestelde waarde of het verloop.

Bij het gebruik van het algoritme Monofone stem ontstaan ook sterk vervormde klanken. Het algoritme dat zelf afhankelijk is van de herkenning van de basisfrequentie, schiet hier tekort.

Grafiek in de editor: in de curve staan krachtige sprongen van een korte tijdsduur en ziet er onrustig uit.

Hulp: • Met behulp van de gum kan worden geprobeerd, de curve op deze posities over

het origineel te leggen • Door hogere waarden voor de parameter Curvenegalisering worden korte

„uitschieters" verzwakt of voorkomen

Correctie van slice-grenzen Om ervoor te zorgen dat de automatische of handmatige correctie van de gemiddelde toonhoogte van pitch-slices het juiste resultaat oplevert, moeten de grenzen van de slices nauwkeurig overeenstemmen met de grenzen van de noten.

U kunt de grenzen van de slices met de hand veranderen door met de lijm-pen twee slices met elkaar te verbinden

Ctrl + of

en het resultaat met de schaar op de juiste plek door te knippen.

Toetscommando's en het muiswiel in de Elastic Audio easy Editor Start solo/stop Ctrl + spatiebalk Start/Stop Spatiebalk Alles selecteren Ctrl + A Weergave actualiseren A

Page 174: MusicMaker NL

174

www.magix.nl

Ongedaan maken Ctrl + Z Toonhoogtecurve weergeven/verbergen Shift + Alt + P Golfvorm vergroten Ctrl + Pijl omhoog Golfvorm vergroten Ctrl + Pijl omlaag Spring naar objectbegin Home Spring naar objecteinde End Afspeelmarker naar links Pijl naar links Afspeelmarker naar rechts Pijl naar rechts Inzoomen Ctrl + pijl links Uitzoomen Ctrl + pijl rechts Toonsoortstemming wijzigen (frequentie van de stemtoonhoogte a)

Shift + R

Vocoder Het principe van een vocoder is als volgt: een carriersignaal (bijvoorbeeld een langgerekte, zogenaamde ‘pad’klank of een synthesizerakkoord) wordt beïnvloed door een modulator (bijvoorbeeld spraak of zang), waardoor het lijkt of de carrier gaat praten of zingen. Als de modulator een ritmisch signaal is (drumloop) kunnen er ook ritmische padklanken worden gemaakt.

Dit wordt bereikt door het projecteren van de frequentiekarakteristiek van de modulator (spraak/zang) op de carrier (akkoord).

Carrier input Hier wordt het ingangssignaal voor de carrier van de Vocoder gekozen. Door een klik op de 6knop, kan in de bovenste lijst één (WAV) van de vooringestelde carriersamples worden gekozen.

Met de knop Bestand {bmc vocoder_play.bmp} kan ook een andere carriersample worden geopend. De carriersample kan met de kleine knop Afspelen voor het laden worden beluisterd.

In de onderste lijst (Spoor) kan het signaal van een andere spoor in het arrangement worden gekozen als carrier.

Met de middelste knop wordt het volume van het carriersignaal ingesteld. Met “M<->C” kunnen de signalen van de carrier en de modulator worden verwisseld. Met de

Page 175: MusicMaker NL

Audio-effecten 175

knop “Noise” kan witte ruis aan het carriersignaal worden toegevoegd om de verstaanbaarheid te verbeteren.

Als carriersample kan het best materiaal worden gebruikt waarin alle frequenties evenredig voorkomen, bijvoorbeeld synthesizerpads of stringsklanken, orkestakkoorden of ruisende en windklanken.

Filter Dyna: beïnvloedt de dynamiek van het modulatorsignaal, om de modulatiediepte van de vocoder te verminderen.

Hierdoor kunnen twee meestal ongewenste neveneffecten bij de modulatie worden verhinderd: ten eerste wordt de volumeverandering van het modulatorsignaal minder in het uitgangssignaal overgenomen, waardoor de vocoderstem in de mix vaak beter doorkomt. Ten tweede worden aandelen van het modulatorsignaal met gering niveau genegeerd, om een modulatie van de drager door ademgeluiden of stoorsignalen te voorkomen.

Smooze: beïnvloedt de snelheid van het navoeren van de vocoder aan het modulatorspectrum. Hoe groter deze waarde, hoe trager de vocoder de modulator volgt en des te zwakker, maar ook beheerster, klinken de veranderingen in het dragergeluid.

Filtergrafiek

Hier kan net als bij een vrij tekenbaar filter een frequentieverloop naar wens worden ingetekend om de resultaten van de vocoder te optimaliseren. Bijvoorbeeld storende basfrequenties kunnen worden geëlimineerd, door de curve links naar onderen bij te stellen. Op vergelijkbare manier kunnen te zwakke hoge tonen versterkt worden door de curve rechts naar boven bij te stellen.

Page 176: MusicMaker NL

176

www.magix.nl

Mixer

In de mixer kunnen bij het vocoder-uitgangssignaal (Out) nog delen van het drager- en modulatiesigaal worden bijgemixt.

Wanneer het uitgangssignaal van een spoor als drager in de vocoder wordt gebruikt, wordt dit spoor om te beginnen uitgedempt. Hier in de vocoder-mixer kan het dan weer hoorbaar worden gemaakt.

Presets In het selectiemenu voor presets kunnen voorgedefinieerde vocoderinstellingen worden opgeroepen. Eigen instellingen kunt u opslaan, met de knop "Save" Door uzelf opgeslagen instellingen verschijnen vervolgens ook in het selectiemenu.

Gater

Dit speciale effect hakt een sample in een in te stellen aantal stukken (16-128). Geef daarvoor eerst het aantal stappen aan, deze worden dan over de lengt evan de sample verdeeld. Dan kunt u met de schuifregelaars (faders) het volume voor elke afzonderlijke stap instellen, zodat u zeer harde overgangen kunt maken, maar ook subtiele niveauveranderingen.

De Gater-functie kan ook op filters werken, waarmee zeer interessant klinkende vervorming van het geluid mogelijk is, in het bijzonder voor Techno-stukken. Deze functie is bijvoorbeeld geschikt om uit een vlak geluid zonder ritme een groovende sample te maken.

Page 177: MusicMaker NL

Audio-effecten 177

Bij "Onderverdeling" kunnen overigens ook meer dan 16 stukken worden aangegeven om een nog fijnere verdeling in samples te bereiken. De instellingen van de regelaars worden dan herhaald, stap 17 krijgt dan dezelfde instellingen mee als stap 1.

Een realtime-luisterfunctie maakt het mogelijk elke wijziging in de instellingen direct te controleren.

In principe zijn twee met elkaar te combineren manieren van werken beschikbaar:

Volume- of filterverlopen Het doel van deze functie is om met behulp van de 16 faders het volume of het geluidskarakter van het audiomateriaal in 16 of meer stappen te veranderen. Vooraf ingesteld komt iedere fader overeen met een 16e tel van het audiomateriaal – bij een loop met 1 maat dus een 16e noot, bij een loop met 2 maten een 8e noot enz.

Er ontstaan interessante ritmische resultaten bijv. door het volume van enkele faders te laten dalen of door trapsgewijze stijgingen. Met behulp van de “Toeval“-functie kunt u ook snel verschillende verlopen maken. Met de realtime beluisterfunctie kunt u het resultaat altijd akoestisch controleren!

Met gater-verlopen is het zeer eenvoudig om uit eenvoudige strijker- of synthgeluiden ritmische klanken te creëren of in een drumloop bepaalde beats te benadrukken of af te zwakken.

Re-Order Met de gekleurde cijfervelden onder de faders kan de afspeelvolgorde van de 16 stappen worden veranderd. Daarmee kunt u bijv. een beat uit de eerste 16e op de vierde 16e herhalen. Daarvoor moet het cijfer onder fader nr. 4 het cijfer 1 zijn. In kleuren wordt weergegeven dat op positie 4 nu het materiaal van positie 1 wordt afgespeeld.

Klinkt dit gecompliceerd?

Probeer dan gewoon de “Toeval“-functie – hiermee maakt u bliksemsnel de meest uiteenlopende variaties, en de beste groove kunt u dan meteen d.m.v. de real time beluisterfunctie kiezen!

Met de Re-Order functie kunt u zeer snel en effectief uit één drumloop zeer uiteenlopende variaties maken.

Reverse (terug) Hier word de informatie van de sample langs de tijdas omgekeerd, zodat zij van achter naar voor kunnen worden gespeeld. Op deze wijze laten zich heel interessante effecten bereiken, om maar te zwijgen van de altijd weer vermelde „verborgen boodschappen“ in diverse songs...

Page 178: MusicMaker NL

178

www.magix.nl

Timestretch/resample

Dit effectapparaat wijzigt de snelheid en/of de toonhoogte van het object.

Pitch: deze regelaar wijzigt de toonhoogte onafhankelijk van de snelheid van het object ("Pitchshifting").

Tempo: deze regelaar wijzigt de snelheid onafhankelijk van de toonhoogte van het object ("Timestretching"). Het object wordt in het spoor enigszins samengedrukt of uitgerekt.

Tones/BPM: in deze velden kunnen de toonhoogte en de snelheidsverandering numeriek worden ingevoerd. Alleen MAGIX Soundpool-bestanden zijn geschikt voor numerieke invoer omdat ze beschikken over informatie over de toonhoogte en de snelheid.

Setup: deze knop opent een setup-dialoog waarin verschillende procedures voor pitchshifting en timestretching kunnen worden geselecteerd.

• Standaard: timestretching en pitchshifting in standaardkwaliteit. Deze methode is geschikt voor audiomateriaal zonder uitgesproken beat. Beatmarkers worden wel geëvalueerd, ter verbetering van de audiokwaliteit.

• Geëgaliseerd: timestretching en pitchshifting voor audiomateriaal zonder bestanddelen met sterke pulsen. Deze methode is geschikt voor meerstemmige orkestmuziek, spraak en zang. Beatmarkers worden niet geëvalueerd.

• Beat-marker-slicing: telsynchrone timestretching en pitchshifting door splitsing en herpositionering. Hiervoor zijn exact geplaatste beat-markers op tellen en andere pieken nodig. De markers kunnen in realtime worden gegenereerd (automatisch) of uit het bronbestand worden ingelezen, voorzover ze daarin aanwezig zijn (gepatched). De met de Premium-versie meegeleverde MAGIX Music Editor bevat een patch-gereedschap waarmee de gebruiker zelf de markers kan plaatsen.

• Beat-marker-stretching: telsynchrone timestretching en pitchshifting in standaardkwaliteit. Het materiaal tussen de posities van de beatmarkers wordt zodanig uitgerekt, dat de beats of attacks op de posities van de markers door het stretchen niet worden benadeeld. De markers kunnen in realtime worden gegenereerd (Auto) of uit het bronbestand worden ingelezen, voorzover ze daarin aanwezig zijn (gepatched).

• Beatmarker stretching (geëgaliseerd): telsynchrone timestretching en pitchshifting in hoge audiokwaliteit, ook bij sterke verlenging van de tijd. Er worden beatmarkers gebruikt voor de tellen en andere pulsen. De markers

Page 179: MusicMaker NL

Audio-effecten 179

kunnen in realtime worden gegenereerd (automatisch), of uit het WAVE-bestand worden ingelezen in zoverre ze er aanwezig zijn (gepatched).

• Universal HQ: universele methode voor timestretching en pitchshifting in zeer hoge audiokwaliteit. Geschikt voor elk soort audiomateriaal.

• Monofone stem: timestretching en pitchshifting voor eenstemmige zang, spraak of solo-instrumenten.

• Resampling: toonhoogte en tempo kunnen niet onafhankelijk worden gewijzigd. Deze methode vereist zeer weinig rekentijd.

MAGIX Mastering Suite (Premium-Version) De MAGIX Mastering Suite is een speciaal effect-rack voor de inzet in het mixer-masterkanaal. De effecten hiervan dienen de zogenaamde "Mastering", waarbij het volledig afgemixte muziekstuk nog kan worden "bijgeslepen".

Met de aan-/uitschakelaars kunnen de effecten afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld. Elk effect biedt een reeks presets, die u uit een lijst onder aan de rand van de effecten kunt selecteren.

De instellingen van alle effecten kunnen ook samen in een preset worden opgeslagen, zodat u uw ideale mastering-instellingen ook voor andere arrangementen kunt gebruiken.

Alle effecten kunnen met Reset worden teruggezet naar hun basisinstellingen.

6-bands equalizer Der parametrische equalizer bestaat uit zes filter-"banden", waarmee u de klank van een nummer binnen ruime grenzen kunt vormen. Elk van de banden is een filter met een typische klokvorm. In een bepaald frequentiebereik rond een in te stellen middenfrequentie (frequentie) kunt u het signaalniveau zich met een bepaalde factor (gain) versterken of verzwakken. De breedte van dit frequentiebereik wordt bandbreedte genoemd. De bandbreedte wordt door de Q-waarde bepaald, hoe groter de Q-waarde, hoe smaller en steiler de filtercurve.

Met 'brede' verhogingen en verlagingen van een bepaald frequentiebereik (kleine Q-waarde) kunt u het basisgeluid van de mix beïnvloeden, om het bijvoorbeeld meer 'body' (laag-midden 200-600 Hz) of meer 'lucht' (hoog rond 10 KHz) te geven. Maar u kunt ook met een smalle verlaging van een frequentiebereik (hoge Q-waarde) bijvoorbeeld storende frequenties verwijderen.

Page 180: MusicMaker NL

180

www.magix.nl

Sensorveld: in het sensorveld wordt de resulterende frequentierespons van de equalizer weergegeven. Horizontaal staan de frequenties, en verticaal de verhoging of verlaging van de verschillende frequenties.

De blauwe bolletjes 1-6 symboliseren de zes frequentiebanden. Ze kunnen met de muis verschoven worden, om de gewenste frequentierespons te bereiken.

Met de Piekmeter kunt u het uitgangssignaal van de equalizer controleren, met de Master-gainregelaar bovendien kunt niveauverschillen met de EQ weer corrigeren.

Als u op een van de bolletjes klikt worden de verdere instellingen voor die band geopend.

Met de draaiknoppen stelt u de waarden voor elke band in, en daarnaast is er voor elke parameter van de banden een numeriek invoerveld

Gain: hier kunt u de versterking of verzwakking van het filter instellen. Als de regelaar op 0 staat is het filter niet actief en kost dan ook geen rekenkracht.

Page 181: MusicMaker NL

Audio-effecten 181

Freq: met de frequentieregelaars kunt u de middenfrequentie van de afzonderlijke filters tussen 10 Hz en 24 kHz instellen. Doordat u de frequentie vrij kunt kiezen kunt u ook meerdere filters op dezelfde frequentie instellen om een intensiever effect te creëren.

Q (bandbreedte): hier kunt u de bandbreedte van de afzonderlijke filters tussen 10 Hz en 10 kHz instellen.

Band 1 en 6 hebben nog een bijzonderheid: hun Filtercurve kan in drie verschillende modi worden bewerkt. De vier werkpunten in de grafiek krijgen daarbij steeds andere functies.

Peaking: hier wordt de effectcurve van beide kanten tegelijk naar het werkpunt toegeleid, dat zo het hoogtepunt (peak) van de curve vormt.

Shelving (basisinstelling): hierbij vormt het werkpunt het begin van de filtercurve. Vanaf dit punt worden de frequenties zacht versterkt of afgezwakt.

Hoog- of laagdoorlaatfilter: in band 1 geeft het werkpunt de frequentie vanaf waar de hogere of lagere frequenties weggefilterd worden.

Enhancer Met de Enhancer kunt u de ruimtelijke werking van het audiomateriaal in het stereopanorama bewerken. Als stereo-opnamen muf en ondoorzichtig klinken kan een verbreding van het stereobeeld vaak voor meer transparantie zorgen.

Met de Maximize-functie kan een ruimte-aandeel naar de voorgrond worden gebracht en zo de stereowerking worden verbeterd.

Volumeregelaar: hier kunt u het volume van de afzonderlijke kanalen en daarmee het totale panorama instellen. Onder de regelaars wordt de demping voor links en rechts in dB weergegeven.

Pan-direction: met deze regelaar kunt de geluidsbron, die vanuit het midden komt, in het stereopanorama verplaatsen. Daarbij blijven de signalen aan de uiterste randen onbeïnvloed.

Multiband: hiermee zet u de Stereo FX in de Multiband-modus. De stereobewerking heeft nu betrekking op de middenband, de bassen en hoge tonen blijven gelijk.

Basisbreedte-/Maximize-sensorveld: hier kunt u de basisbreedte tussen "mono" (geheel links), ongewijzigde basisbreedte ("normaal stereo") en maximale basisbreedte (geheel rechts: "wide") instellen. Bij een verhoging van de basisbreedte

Page 182: MusicMaker NL

182

www.magix.nl

(waarde boven 100) verslechtert de monocompabiliteit. Dat betekent dat dergelijke bewerkte opnamen hol gaan klinken wanneer ze in mono worden beluisterd.

Met Maximize wordt het ruimte-aandeel van de opname versterkt, wat tevens de stereotransparantie verhoogt zónder de monocompatibiliteit te beïnvloeden.

Stereometer (correlatiegraadmeter): hier wordt de fasepositie van het audiosignaal grafisch weergegeven. Zo kunt u de positie van het signaal in het stereopanorama en de werking van de Stereo Enhancer controleren. Om de monocompatibiliteit te behouden, moet de weergegeven "wolk" altijd iets hoger zijn dan hij breed is.

Multimax

De Multimax is een compressor met drie onafhankelijke frequentiebanden. De bewerking van de dynamiek moet voor elke band apart worden uitgevoerd.

Het voordeel van een multibandcompressor ten opzichte van een "normale" compressor bestaat vooral daarin, dat de pompneigingen en andere storende bijwerkingen bij de bewerking van de dynamiek drastisch worden verlaagd. Er wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een piek in het basgedeelte het hele signaal "naar beneden" drukt.

Bovendien maakt de multibandtechniek het mogelijk om afzonderlijke frequentiegebieden doelgericht te bewerken.

Link Bands: wanneer u deze functie activeert veranderen bij het wijzigen van de instelling van een regelaar alle andere regelaars evenredig. Dit beïnvloedt echter niet het soort dynamiekbewerking.

High Quality: wanneer u de instelling "High Quality" activeert, wordt een nog nauwkeuriger algoritme gebruikt dat echter ook meer processorkracht kost. Wij raden u aan deze instelling vóór de export van het project in te schakelen.

Instelling van de frequentiebanden: u stelt de instellingen van de frequentiebanden direct in de grafiek in. Klik hierna gewoon op de scheidslijn en verschuif deze!

Bass/Mid/High: met deze draaiknoppen stelt u voor elke frequentieband de graad van de compressie in.

Presets

In de Multimax kunt u met behulp van de presets nog meer speciale functies oproepen.

Page 183: MusicMaker NL

Audio-effecten 183

Dynamiek Expander: een te sterke compressie kan leiden tot hoorbare neveneffecten (meestal pompgeluiden genoemd). Met name radio-opnamen zijn – om het waargenomen volume te verhogen – met zeer sterke compressierates opgenomen. Helaas gaat de compressie ten koste van de dynamiek (het interval tussen het zachtste en het luidste gedeelte). De Expander breidt de dynamiek van de opname uit.

Cassettes NR-B-decoder: MAGIX Music Maker 2013 Premium simuleert de decodering van de Dolby B + C-ruisonderdrukking indien u niet beschikt over een afspeelapparaat met Dolby. Cassettes die met Dolby B of C zijn opgenomen klinken doffer en ratelen wanneer ze zonder passende Dolby worden afgespeeld.

Noise Gate: met deze cleaningfunctie kunt u geluiden onder een bepaalde geluidsdrempel volledig onderdrukken. Hiermee kunt u bijv. compleet geruisloze overgangen tussen songs maken.

Leveler: deze instelling zet het complete materiaal automatisch op een uniform volumeniveau. U hoeft de volumeregelaar dus niet meer te gebruiken. Hierdoor kunt u grotere volumeverschillen binnen een nummer corrigeren. Voor het in evenwicht brengen van volumeverschillen tussen verschillende songs kunt u ook de functie "Volume-aanpassing" uit het Effect-menu gebruiken!

DeEsser: deze speciale presets zijn voor de verwijdering van overstemde, sissende geluiden in spraakopnamen.

Limiter

De limiter voorkomt oversturing doordat hij een te hoog niveau automatisch naar beneden aanpast. Zachte passages worden niet bewerkt. In tegenstelling tot de compressor probeert de leveler het basisgeluid niet te wijzigen.

Digitale audiometer

Aan de onderste rand van de MAGIX Mastering Suite vindt u een zogenaamde Digital Audiometer die voor elk kanaal voor 10 frequentiebanden aparte modulatieweergaven toont. Dit apparaat kunt u gebruiken voor doelgerichte bewerkingen van de equalizer.

Page 184: MusicMaker NL

184

www.magix.nl

essential FX De MAGIX essential FX is een verzameling van kleine basiseffecten voor de belangrijkste toepassingen. Deze worden als VST-plug-ins (directory MAGIX-plug-ins) ingebonden en kunnen in het object en op het spoor worden ingezet. Voor de toepassing op het object zie FX-plug-ins (op pagina 157) in het hoofdstuk audio-effecten of spooreffecten (op pagina 154) in het hoofdstuk mixer.

Het zijn eenvoudige maar solide gereedschappen met een overzichtelijke featureset voor dagelijks gebruik. U kunt met weinig regelaars en weinig bronnen aan de slag.

MAGIX plug-ins Console Een aantal MAGIX-plug-ins laten bij het openen van de interface aan de bovenste rand de zogeheten 'Console' zien - een displaybalk voor het beheer van de presets met geavanceerde instellingsmogelijkheden.

Achter de display met de huidige preset verbergt zich een menu met de beschikbare presets waaruit gekozen kan worden. Rechts daarnaast vindt u kleine omhoog/omlaag-toetsen om door de presets te klikken.

Het opslaan van presets gaat met deze knop. MAGIX- plug-ins gebruiken een eigen preset-opslagformat (*.fxml)

Door te klikken op de resetknop kunt u afzonderlijke presets opnemen in uw werkinstellingen.

Bypass-knop: hiermee wordt het signaal van de ingang direct naar de uitgang geleid i.p.v. het bewerkte signaal. Intern wordt normaal verdergerekend, zodat op elk moment een vergelijking tussen het bewerkte en het onbewerkte materiaal mogelijk is.

A/B-vergelijking: heel handig voor het uitproberen van instellingen. Normaal gesproken is bij het openen van de interface de toestand van de regelaars aan het "A"-geheugen toegewezen.

Aangezien dit de uitgangstoestand is krijgt ook "B" eerst dezelfde waarde. Als u wilt experimenteren, zonder de huidige instelling te verliezen, klikt u op de knop "B" en probeert u alternatieve instellingen. Als u de waarden naar "A" wilt overhevelen dan kunt u gewoon op de kopieerknop tussen de beide letters klikken.

"?"-knop: hiermee opent u de onlinehulp voor de plug-in.

Parameters gladstrijken Elk van de plug-ins heeft een zacht regelgedrag. Potentiometerinstellingen worden intern zacht van de oude naar de nieuwe waarde overgeleid. Dit komt in het bijzonder

Page 185: MusicMaker NL

Audio-effecten 185

tot uitdrukking bij het verwisselen van een preset en is bijvoorbeeld bij het spelen in de Live-modus zeer handig. Uitgesloten hiervan zijn vanwege de performance schakeltoestanden (bv. aan/uit) en een aantal instellingen bij VariVerb Pro, die direct of indirect vertragingstijden wijzigen.

Bedienen van regelaars Een aantal draaiknoppen heeft een rustpunt in het midden, zodat u ze snel terug kunt zetten in de neutrale toestand. Vlak naast dit rustpunt kan het lastiger zijn dan normaal om er een waarde in te stellen. U kunt dit rustpunt tijdelijk uitschakelen door voor het gebruiken van de regelaar de Shift-toets ingedrukt te houden.

Het muiswiel kan worden gebruikt voor het bewegen van de draaiknoppen. Daarbij vertraagt de combinatie van het muiswiel plus de Shift-toets de verandering met een factor 10.

Over het bewegen van de regelaars kan noch worden opgemerkt, dat alle plug-ins de host-instellingen volgen, wat de zogenaamde circulaire of lineare muismodus betreft. Meestal kunt u daar kiezen, of u voor het veranderen van de regelaar een beweging van boven naar beneden, of rond de knop wilt gebruiken.

essentialFX presets Wanneer u op het gereedschapsymbool in de grafische interface klikt, heeft u toegang tot alle presets.

Onder "Tweak" vindt u voor elk effectapparaat specifieke instellingen.

Onder "eFX Globals" vindt u mogelijkheden voor het instellen van de grafische niveauweergave en de muisbediening.

eFX Globals Deze instellingen gelden voor alle essentialFX.

Metering: hier stelt u de weergave van de meters in.

• Decay Time regelt de reactiesnelheid

Page 186: MusicMaker NL

186

www.magix.nl

• Peak Hold regelt de tijd dat de hoogste niveauweergave wordt vastgehouden. • Brightness regelt de helderheid van de weergave.

Mouse: hier stelt u de reactie in van de weergave op muisbewegingen in het grafische display van essentialFX.

• Mode Linear zorgt ervoor, dat de regelaars door verticale of horizontale muisbewegingen veranderd worden.

• Mode Circular zorgt ervoor, dat de regelaars door cirkelvormige muisbewegingen worden gestuurd.

• Mode As Host zorgt ervoor, dat de besturing van de regelaars met de muis precies zo gaat als in de MAGIX Music Maker 2013 Premium-muisinstellingen is vastgelegd.

• [Shift] Factor bepaalt de factor voor fijnafstemming van elke regelaar met de muis bij ingedrukte Shift-toets.

Chorus-flanger Deze plug-in biedt u op eenvoudige wijze de mogelijkheid door korte vertraging en modulatie van de toonhoogte signalen interessanter, zwevender, dikker of gewoon meer spacy te laten klinken - het klassieke domein van gitaar, Hammond-orgel, elektrische piano of synthesizertapijten.

Chorus en flanger zijn twee na aan elkaar gerelateerde effecten, vandaar dat deze zich samen in een plug-in bevinden. Gewoonlijk onderscheiden de twee zich door de vertragingstijd, de soort modulatie en de graad van de interne feedback.

Chorus-flangerparameters IN / OUT: hier stelt u het ingangs- resp. uitgangsniveau in.

mode:

Page 187: MusicMaker NL

Audio-effecten 187

- Chorus: hier worden twee kopieën van het origineel gemaakt, in tegengestelde richting gemoduleerd qua toonhoogte, en vervolgens volgens de ingestelde mengverhouding naar het linker en rechter uitgangskanaal geleid.

- Flanger: in tegenstelling tot chorus wordt hier echter met geringe vertragingstijden en een licht veranderde modulatie gewerkt.

- Ensemble: hier gaat het om een aangedikte chorus, die lijkt op de Boss/Roland CE-1: in plaats van twee worden zes stemmen gegenereerd. Daarbij zorgen intern twee Sinus-LFO's voor het verstemmen, waarbij bij elk van de LFO's de fasepositie van stem twee en drie met elk 120° wordt verschoven. Dit zorgt ervoor dat het effect dikker klinkt en tegelijk minder 'slingert'.

• rate: hiermee wordt de snelheid van de modulatie bepaald. Lage rates zorgen voor lichte zweefeffecten, hoge snelheden voor 'slingeren' of typisch vervreemde onderwatergeluiden.

• depth: deze parameter bepaalt het modulatieniveau d.w.z. de maximale uitsturing van de modulatie en de resulterende toonhoogteontstemming.

• phase: deze regelaar verschuift de fasepositie van de oscillator van het rechter kanaal ten opzichte van het linker, de golf wordt rechts vertraagd. Daardoor schuift het effect bij grotere waarden in het stereobeeld uit elkaar. Bij 180° werken beide oscillatoren in tegenfase, waardoor het stereo-effect hier het sterkst is.

• feedback: hiermee wordt het deel bepaald dat van het vertragingsdeel weer terug naar de ingang wordt geleid. Door deze feedback worden uitwerkingen van de modulatie drastischer en scherper. De nulstand van feedbackparameter is in het midden. Naar rechts wordt de terugkoppeling in fase naar de ingang geleid, naar links volgt een terugkoppeling in tegenfase. Beide varianten kunnen afhankelijk van het signaal zeer verschillend klinken, omdat bij het verstemmen verschillende frequentiebereiken meer nadruk krijgen.

• mix: regelt de mengverhouding van het originele signaal en het vertraagde deel.

Tweak

• Low Cut: met deze regelaar stelt u de filterfrequentie van het hoogdoorlaatfilter in. Signaalgedeelten onder deze frequentie worden eruit gefilterd.

Phaser De phaser wordt met zijn typisch scherpe en snijdende effect vaak met de flanger verwisselt. Hier wordt echter niet de toonhoogte gemoduleerd. Daarvoor in de plaats graaft het modulatieproces meerdere kerven (notches) in de frequentierespons, een

Page 188: MusicMaker NL

188

www.magix.nl

soort gemoduleerde kamfilter. Omdat het lijkt op een startend vliegtuig wordt bij de phaser vaak gesproken van een jet-effect. Deze is zeer geschikt voor lange signalen zoals van synthesizertapijten of bij het sounddesign voor het maken van Atmos of vervreemdingseffecten.

Phaserparameter IN / OUT: hier stelt u het ingangs- resp. uitgangsniveau in.

mode: voor selectie staan de filterniveaus ter beschikking (stages). Met 4 stages of 8 stages wordt een meer plastisch effect bereikt, complexere motieven ontstaan met 16 stages. Let er op dat meer niveaus ook meer rekentijd kosten.

• rate: snelheid van de filtermodulatie. De basiswerkwijze is hetzelfde als die van de chorus/flanger.

• depth: net als bij de chorus/flanger, waarbij hier zoals besproken geen sprake is van toonhoogtemodulatie maar van filterkerven.

• phase: deze regelaar verschuift de fasepositie van de oscillator van het rechter kanaal ten opzichte van het linker, de golf wordt rechts vertraagd. Daardoor schuift het effect bij grotere waarden in het stereobeeld uit elkaar. Bij 180° werken beide oscillatoren in tegenfase, waardoor het stereo-effect hier het sterkst is.

• Feedback: het teruggekoppelde gedeelte zorgt voor een nog drastischer effect. Net als bij Chorus/Flanger zijn hier terugkoppelingen in fase of in tegenfase mogelijk.

• mix: regelt de mengverhouding van het originele signaal en het vertraagde deel.

Tweak

Page 189: MusicMaker NL

Audio-effecten 189

• Center Freq: met de regelaar stelt u de middenfrequentie van de phaser in. De filtermodulatie werkt dan rond die frequentie.

Stereo delay Stereo delay is een eenvoudig gereedschap voor typische basisvertragingseffecten. Een bijzonderheid bij de Stereo delay is het 'Analoog-algoritme' dat het geluid van echoapparaten van vroeger terugbrengt.

Stereo Delay parameters IN / OUT: hier stelt u het ingangs- resp. uitgangsniveau in.

mode: hier kiest u tussen de basisalgoritmen:

- Digitaal: normale, transparante vertraging

- Analoge tape: simulatie van een analoge tape-delay. In deze modus wordt een bandecho met typische compressie en verzadigingsgedrags gesimuleerd, inclusief faseverschuivingen bij hoge feedbackinstellingen.

- Analoog BBD: simulatie van een analoog-doorgeven-delay (BBD, Bucket-Brigade Delay). Dit uit het predigitale tijdperk stammende apparaat gebruikt analoge bouwstenen om op te slaan. Daarbij wordt het signaal kort naar een relatief eenvoudige schakeling gestuurd en vervolgens naar een andere verder geleid. Dit principe leidt uiteindelijk tot een langere signaalvertraging. BBD's bereiken verschillende delaytijd door variatie van de systeemklok, d.w.z. voor korte delay wordt de kloksnelheid hoog gezet, bij lange loopt hij langzamer.

Page 190: MusicMaker NL

190

www.magix.nl

• tempo sync: wanneer deze knop geactiveerd is, richt de plug-in zich naar het Host-/sequencertempo. In deze modus worden via Delay L / R veranderingen aan de vertragingstijd aan de hand van het muzikale raster ingesteld (bv. 1/4 noot).

• delay L / delay R: hiermee bepaalt u de vertragingstijd voor het linker en rechter kanaal.

• damping: hiermee wordt de hoekfrequentie vastgesteld, waarbij een demping van de hoge tonen bij iedere vertraging wordt ingezet. Dit is bv. zinvol om delays natuurlijk te laten uitklinken of om speciale effecten te krijgen (zoals bij reggae/dub).

• feedback: deze parameter regelt de interne versterking van het vertraagde signaal dat weer terug naar de ingang wordt gestuurd. In de modus „Digitaal“ is dit proces volledig transparant, in de modus „Analoog“ daarentegen wordt bij hoge waarden een zeer sterk ingangssignaal of de som van beiden, het inzetten van de dynamiekcompressie hoorbaar. In beide modi is de nulstand van de feedbackparameters het midden van de regelaar. Naar rechts werkt de plug-in in de dualdelaymodus (beide kanten werken onafhankelijk), naar links wordt de Ping-Pongmodus geactiveerd (het vertraagde signaal wordt afwisselend naar links en naar rechts geleid).

• mix: regelt de mengverhouding van het originele signaal en het vertraagde deel.

Tweak

• Feedback Low Cut: met deze regelaar stelt u de filterfrequentie van het hoogdoorlaatfilter voor de parameter 'feedback' in. Signaalgedeelten onder deze frequentie worden eruit gefilterd.

• Tape / BBD Noise: hier regelt u de systeemruis van beide analoge modi. In het bijzonder wanneer u met hoge feedbackwaarden werkt kan ruis voor sneller of stabieler oscilleren zorgen en het effect nog authentieker maken.

• BBD Stages: hier bepaalt u het aantal cellen voor de opslag. Voor zeer lange delays worden dan ook chips met veel geheugen genomen. Dat verklaart ook waarom dit soort echo's bij lange delaytijden zo bedompt en zelfs smerig klinken. Let er echter op dat de 'virtuele' klok des te sneller is hoe korter het delay is ingesteld. Vanwege de performance is deze systeemklok beperkt. De limiet wordt onder de delay-regelaar (bij gedeactiveerde "tempo-sync") getoond, zodra hij worrdt bereikt, bv. 46 ms (min).

• BBD Compander: hier simuleert u Compander-instellingen. BBD's hebben door de verliezen per cel een geringe systeemdynamiek. Bij vele is daarom een Compander geïntegreerd (compressie bij de ingang en omgekeerd expansie aan de uitgang). Sterke Compander-instellingen geven hoorbare interactie met het ingangssignaal, vooral bij hoge feedback, omdat de ingang op de expansieverhouding werkt, zelfs wanneer aan de ingang geen signaal meer aankomt.

Page 191: MusicMaker NL

Audio-effecten 191

• BBD Clock Drift: deze parameter kan voor wat zweving (bij een licht hoorbaar Jitter-effect) zorgen, doordat hier de systemsnelheid van de BBD-cellen licht gevarieerd wordt. De manier van werken lijkt op een LFO, is echter random.

Vocal Strip Deze plug-in verenigt meerdere componenten tot een speciaal stuk gereedschap, dat prachtig past in de workflow van spraak- of zangsporen. Vrijwel alle terugkerende bewerkingen van signalen met stemmen zijn hier in een compacte, eenvoudige interface geïntegreerd.

Het signaalverloop is bij essentialFX VocalStrip vast en wordt direct door de positie van de regelaars – van links naar rechts – voorgesteld.

Vocal Strip Parameters IN / OUT: hier stelt u het ingangs- resp. uitgangsniveau in.

• highpass: deze regelaar legt de hoekfrequentie voor een steil hoogdoorlaatfilter (24dB/octaaf) vast, om laagfrequente delen als gerommel of bijgeluiden van de microfoon of het statief weg te halen.

Page 192: MusicMaker NL

192

www.magix.nl

• gate: hiermee kunt u het signaal onder een bepaalde drempelwaarde verder afzwakken. Daarbij wordt een zachte karakteristiek en een maximale demping van 24 dB gebruikt om harde overgangen te voorkomen.

• deEsser: de werkwijze komt grotendeels overeen met de eFX_DeEsser. Al is bij het begin de werkfrequentie al ingesteld. Het bij eFX_VocalStrip gebruikte filter werkt in een uitgebreider bereik. De regelaar bepaalt de mate van reductie.

• compressie: im wezen werkt hier een component van de eFX_Compressor, met voor stemmen geoptimaliseerde parameters. Hoe verder de regelaar opengedraaid is, hoe kleiner de drempel en hoe hoger de compressieverhouding (ratio). De attack- en release-tijden worden programma-afhankelijk gekozen.

• tone: deze EQ is in principe als een netwerk van filters, dat ook in de eFX_TubeStage-plug-in wordt gebruikt. Hiermee kunt u gemakkelijk en effectief de klankbalans van het stemsignaal aanpassen, bv. om het beter in de totale mix te kunnen integreren.

Tweak

• DeEss DetFreq: hier bepaalt u de werkfrequentie van het filters voor zowel de detectie als de sperfilters in de signaalweg. S-geluiden van spraak of zang liggen typisch in het gebied rond 6-8 kHz.

• CompAutoMakeup: hier zorgt u voor niveaureducties bij gelijkblijvend maximaal niveau.

• Comp Attack: hier bepaalt u hoe snel de compressor aanslaat bij het bereiken van de drempelwaarde.

• Comp Adapt.Rel.: met het toenemen van de waarden werkt de compressor steeds meer met "Adaptive Release". Dat betekent dat de releasefase langer wordt naarmate de compressor daarvoor harder en langer in het signaal heeft ingegrepen.

Let op: gedetailleerde informatie over compressorspecifieke instellingen krijgt u bij "essentialFX > Compressor > Compressor Parameters".

Page 193: MusicMaker NL

Audio-effecten 193

Vintage Effects Suite Wanneer u gitarist, bassist of keyboarder bent, komt het uiterlijk van onze nieuwe "vintage"-effecten u vast bekend voor. Het gaat hierbij om accurate digitale modellen van analoge "standaardeffecten" uit het arsenaal van live-muzikanten. Hoewel wij het uiterlijk van vloerpedalen hebben overgenomen en deze effecten een typische "analoge" sound hebben gegeven, zijn ze absoluut geschikt voor gebruik in een professionele studio-omgeving.

Aan alle effecten van de Vintage Effect Suite ligt een "zachte" regelsturing ten grondslag – parameters worden zacht van de oude naar de nieuwe waarde overgefade. Dit komt in het bijzonder tot uitdrukking bij het verwisselen van een preset en is bijvoorbeeld bij het spelen in de Live-modus zeer handig.

In het nu volgende stellen wij u de afzonderlijke effecten van deze suite voor en leggen het gebruik en de inzetbaarheid uit.

Analog Delay

Deze delay biedt u een creatieve speelmethode naast gangbare vertragingseffecten. „Analog” betekent hier bv. dat u tijdens het spelen de delay-tijden kunt aanpassen, zonder dat de gebruikelijke krassende, digitale artefacten optreden. Daar voor in de plaats worden de tijden ruim geplaatst net als de oude bandecho-apparaten waar een verandering van de vertragingstijd door de bandsnelheid werd gerealiseerd en het systeem een gedwongen traagheid kreeg.

Daarnaast betekent „analog” bij deze delay dat deze de typische bandecho-geluiden namaken kan, zoals de gelijkmatige bewegingen en hoogteverliezen bij elke herhaling („Feedback”). Het feedback bevat een tweebandsfilter waarmee afhankelijk van de instelling donkere, lichte of medium herhalingen bereikt kunnen worden.

Page 194: MusicMaker NL

194

www.magix.nl

Deze eigenschappen kunt u gebruiken en bv. "bizarre" delays in dub/reggae-stijl creëren die met elke herhaling steeds meer medium in geluid worden en lichtjes "ratelen". "Analoog" betekent hier ook dat u de delay niet "digitaal" kunt oversturen. Zelfs bij "eindeloze" herhaling zal het signaal niet ongecontroleerd vervormen, maar steeds meer gecomprimeerd en net als een band vervormen.

Parameters van de Analog Delay Bij de Analog Delay beschikt u over de volgende parameters:

Delay-type

Delay Type (L + R): de vertragingstijden kunnen voor links en rechts apart worden ingesteld (zie onder). Daarbij kunt u kiezen uit de notenwaarden waarop de draaiknoppen getrapt inklikken. Alle notenwaarden tussen 1/2 en 1/32 in rechte en gepunteerde versie zijn beschikbaar. Bedenk dat de vertragingstijden zich altijd verhouden tot het huidige tempo van het project.

Koppelingsknop (hangslotpictogram): druk op deze schakelaar om met een delaytype-regelaar beide kanalen tegelijk in te stellen.

Mix: hiermee wordt de verhouding tussen het originele signaal en het echosignaal ingesteld.

Modulatiesectie:

• Speed: de snelheid van de ‘speed droop’. Lage waarden wijzigen de zweving langzaam terwijl hogere waarden drastisch ‘janken’ tot gevolg hebben.

• Depth: de sterkte van de zweving. Als de regelaar helemaal naar links wordt gedraaid vindt er geen modulatie van de toonhoogte plaats. Gebruik voor een subtiele ‘analoge touch’ een instelling van ca. 9-11 uur.

Filtersectie

„Laag" deze regelaar draait met de klok mee steeds meer lage frequentie uit het delaysignaal, zodat de klank ‘onderin’ steeds dunner wordt.

„Hoog" als deze regelaar naar rechts is gedraaid vindt er slechts een zeer minieme filtering van de hoge frequenties plaats. Als de regelaar meer naar links wordt gedraaid wordt de klank van de herhaling steeds ‘doffer’.

Feedback

Width: hiermee regelt u de stereobreedte van de herhalingen. De „stereowerking" treedt niet alleen bij verschillende waarden van de beide „Delay-type"-draaiknoppen op maar ook bij gelijke instellingen omdat de „schakeling" van de Delays intern met een minimale Drift tussen de beide kanalen werkt en daardoor „ruimtelijker" overkomt.

Page 195: MusicMaker NL

Audio-effecten 195

Als u Width naar rechts draait, ontstaat een extra effect: de delays worden steeds meer kruislings geschakeld, dat betekent dat de linker Delay op het rechter kanaal wordt geschakeld en omgekeerd. Er ontstaat een zogenaamd ‘pingpong’-effect dat de ruimtelijkheid vergroot.

Drive: hier worden herhalingen ingesteld. Naar links gedraaid wordt er slechts één herhaling gegenereerd (terugkoppeling is inactief). Als de regelaar naar rechts wordt gedraaid worden de herhalingen bijna ‘oneindig’ en duurt het zeer lang voor deze zijn weggestorven.

De werkelijke sterkte van het effect hangt af van het materiaal omdat de feedbacklus met compressie en een „bandverzadigingseffect" werkt. Als u een „luid" signaal naar de Delay stuurt, zal de feedback langer doorklingen dan bij een zwakker ingangsignaal omdat compressie en verzadiging het tot op zekere hoogte „omhoog halen". Wanneer u strikt „digitale" Delays gewent bent, moet u er mogelijk even aan wennen. De resultaten zullen echter zeer waarschijnlijk veel „levendiger" klinken.

Flanger

Het effect „Flanger” komt overeen met de chorus, heeft echter een andere technische en historische achtergrond. Deze kwam toevallig tot stand: iemand (volgens de legende John Lennon) had in een geluidsstudio aan van twee samengestelde geluidsbandmachines een spoel met zijn hand kort afgeremd. Het resultaat: door de korte vertraging van het tweede signaal kwamen werkingen in het frequentiespectrum aan het licht, er ontstond een zogenaamd kamfiltereffect (de beide signalen maken samen afhankelijk van de vertraging „bergen” en „dalen” in het spectrum, die overeenkomen met de tanden van een kam).

Flanging is eigenlijk een choruseffect, dat echter een geringe vertragingstijd laat zien (onder 10 ms). Het loslaten of verdubbelen van signalen staat hier niet op de voorgrond, maar is eerder het creatieve deformeren van de frequentierespons.

Page 196: MusicMaker NL

196

www.magix.nl

Een "Compleet" flangeffect heeft in ieder geval een „Feedback“ nodig: het „flang“-gedeelte wordt weer terug naar de start gebracht om het effect te versterken. Vaak wordt ook van „Jet-effect” gesproken, omdat het geluid op dat van een startend vliegtuig lijkt.

Flanger-parameters Speed: net als bij Chorus bepaalt u hiermee de modulatiesnelheid.

Depth: het aandeel van de modulatie in het totale geluid.

Feedback: de sterkte van de interne terugkoppeling.

Mode: net als bij Chorus zijn ook hier vier soorten:

Normal: éénstemmige flanging.

Dual: twee stemmen, in panorama links + rechts verdeeld.

Quad: vierstemmig, afwisselend in panorama links + rechts verdeeld.

Quad Pan: als ‘Quad’ maar de diepteregelaar bepaalt ook hoe sterk het signaal in het stereobeeld beweegt (tussen links + rechts).

Filter

„Filter” is even als een chorus en flanger een „modulatie-effect”. Toch wordt hier niet de toonhoogte maar de frequentievoortgang van een modulatiebron aangestuurd. Daarvoor staan u verschillende filtertypen en modulatietijden ter beschikking

Mogelijke inzetsgebieden zijn synthesizerklanken ("filtersweeps" op oppervlaktes of pads) of creatieve vervormingen van drumloops (bv. bij variaties en vullingen). Bij

Page 197: MusicMaker NL

Audio-effecten 197

gitaren kunnen typische "Wah"-effecten worden bereikt, ofwel met de tempomodulatie ofwel met een bijzondere modus via "Enveloppe". Daarbij beslist de huidige signaalsterkte over de inzetfrequentie van de filter.

Filter-parameters Speed: de modulatiesnelheid, instelbaar in notenwaarden van 1/1 tot 1/16, recht of gepunteerd. Net als bij het delayeffect wordt het tempo van het arrangement gebruikt.

Een bijzonderheid is de laatste trap van de draaiknop: de temposynchronisatie wordt opgeheven en de modulatie wordt door het signaalniveau aangestuurd.

Freq: hier wordt de toepassingsfrequentie van de filtermodulatie ingesteld. Deze speelt zich in principe boven deze frequentie af, dat wil zeggen dat de filterfrequentie door de modulatie wordt verhoogd.

Depth: deze regelaar stelt de modulatiediepte in, dat wil zeggen hoe sterk de snelheidregelaar (of de envelopemodus) de toepassingsfrequentie naar boven schuift. Draai voor een maximaal effect Freq helemaal naar links en Depth (diepte) helemaal naar rechts.

Filter-Modus

Lowpass - laagdoorlatend

Een filter met een stijlheid van 24 dB/oct met wat resonantie dat de klank boven de inzetfrequentie sterk afsnijdt. Mogelijke toepassing: filtersweeps voor synthesizerakkoorden en drumloops.

Bandpass - banddoorlatend

alleen de frequenties rond het inzetpunt worden doorgelaten (24 dB met resonantie). bijv. geschikt voor wah-wah-effecten bij gitaar.

Bandreject - bandeliminerend

twee parallelle filters (-36 dB) met twee inzetfrequenties die samen verschoven worden en voor twee inhammen ( „notch“) in de frequentiekarakteristiek zorgen. Interessante klanken bereikt u bijvoorbeeld bij gitaarakkoorden. Het effect doet enigszins aan een ‘phaser’ denken.

Highpass - hoogdoorlatend

quasi het tegenovergestelde van lowpass. Frequenties onder het inzetpunt worden afgezwakt. Door het getempeerd ‘uitdunnen’ van klanken kunt u bepaalde passages (bijvoorbeeld drums) meer laten opvallen, in het bijzonder als direct daarna dezelfde klank (het volgende object heeft geen filter) weer met het volledige frequentiespectrum te horen is.

Page 198: MusicMaker NL

198

www.magix.nl

Chorus

Het choruspedaal produceert het typische "zwevende" geluid dat men kent van gitaren of synthesizers. Hiermee kunt u een instrument akoestisch "aandikken", het voller laten klinken of bijvoorbeeld bij spraakopnamen de illusie wekken dat er meerdere stemmen aanwezig zijn.

De chorusgeluid ontstaat wanneer u de zogenaamde dubbele effecten gebruikt. Deze kent u van het dagelijks leven: de sirene van een voorbijrijdende ziekenwagen wordt luider naarmate deze dichterbij komt en zachter en lager naarmate deze zich verwijderd. Dit effect komt door de geluidsnelheid tot stand, die hierbij eerst af- en dan toeneemt waarmee ook de toonhoogte verandert. Wanneer zich binnen uw gehoor een tweede sirene bevindt, die zich niet meer beweegt, ontstaat tussen de beide klanken een beweging (net als bij een ontstemming tussen twee instrumenten).

Bij een chorus wordt het signaal vervolgens ook in minstens twee delen opgedeeld: een direct en een effectgedeelte. Het dubbele effect ontstaat hier door een korte signaalvertraging ("delay") van het effectgedeelte.

Deze vertraging ligt in het gedeelte van 10-30 ms, kort genoeg om deze niet als "Echo" waar te nemen. Soortgelijke korte tijden zult u zelf als geroutineerde speler ook krijgen, wanneer u bv. een gitaarspoor verdubbelt (opnieuw inspeelt). Een korte vertraging klinkt in de mix met het directe signaal al dubbel maar deze verdubbeling is niet authentisch. Hier komt de bovengenoemde ontstemming in het spel: het effectsignaal wordt lichtjes in de toonhoogte omgevormd wanneer deze in de vertragingsloop licht naar voren en naar achteren beweegt - verkrijgt u een beweging die door driftbeweging beïnvloed wordt.

Parameters van het Chorus-effect Om dit zwevende effect te controleren kunt u volgende parameters op het Chorus-pedaal instellen:

Page 199: MusicMaker NL

Audio-effecten 199

Speed: de modulatiesnelheid. Een lage tijdswaarde produceert een rustige, constante zweving; hoge snelheden klinken meer als ‘vibrato’ of bij extreme instellingen als ‘onder water’.

Depth: de modulatiediepte. Dit bepaalt hoe sterk de snelheid de modulatie van de toonhoogte beïnvloedt.

Mix: hiermee regelt u de verhouding tussen het directe- en het effectsignaal.

Mode: u heeft de keuze uit vier soorten gebruik van het choruseffect:

'Normal’ komt overeen met een combinatie van direct signaal en het ontstemde en vertraagde signaal.

'Normaal, low cut’: is bijv. bij basgitaren van voordeel, omdat de klank in het lage bereik strak blijft en het choruseffect alleen in het middengebied optreedt.

'Dual’: levert een combinatievan een direct signaal en twee vertraagde en ontstemde aandelen. Deze beide "stemmen" worden onafhankelijk van elkaar gemoduleerd en hebben verschillende vertragingstijden. Hierdoor wordt het klankbeeld levendiger dan bij één enkele ‘stem’. Bovendien zijn beide stemmen over het stereopanorama verdeeld, zodat deze modus ‘breder’ klinkt.

Quad, low cut: hier zijn vier stemmen actief die, net als in de modus "Normal, low cut" pas vanaf de onderkant van het midden actief worden. Ideaal om bijvoorbeeld "Synthesizer-geluidstapijten" te creëren waarbij de bassen strak moeten blijven klinken.

Tip: u kunt, net als bij "echte" effecten het pedaal ter vergelijking aan- en uitschakelen door op het zwarte, "rubberen" gedeelte van het pedaal te klikken. Dit geldt trouwens voor alle effecten in deze Suite.

Page 200: MusicMaker NL

200

www.magix.nl

Distortion

De distortionpedaal is een „High-Gain“-vervormer voor crunch- en leadgitaargeluiden. Mocht u van typische „Britse” versterkerklanken houden en snel en zonder veel moeite een gitaarspoor willen opnemen, dan is deze pedaal helemaal het juiste voor u.

Er is geen complete buizenvoorversterkerknop gemodulleerd met de typische EQ-curve, de vervorming is zoals normaal gesproken bij buizen niet plots inzettend, maar harmonisch en zacht. De pedaal reageert zelfs opengedraaid nog sensitief op een gitaar en de standaardinstellingen daar (bv. pick-upselectie en toonregelaar). U kunt bv. met de volumeregelaar (poti) op de gitaar de vervorming breed bepalen.

Er zijn maar drie parameters voor dit effect, die echter met elkaar samenwerken en zo een zeer variabel geluid kunnen voortbrengen:

• Low: of „Diepe“-regelaar. Hiermee bepaalt u het gedeelte van de bas zowel voor als na de vervorming. In het bijzonder de soort van voorfilteren is bij gitaarversterkers van belang en karakteristiek voor het basisgeluid. U moet de basregelaar afhankelijk van de basissound van de gitaar en het gewenste geluid („vet” of „snijdend”) instellen.

• High: hiermee regelt u in wezen het grootste aandeel voor en na de vervorming. Wanneer u geen externe gitaarluidspreker voor het beluisteren gebruikt, raden wij aan de regelaar in het midden te plaatsen of zelfs een beetje naar links te draaien. Daardoor verdwijnen de „scherpe” hoogtes die iedere gitaarversterker zonder passende luidsprekers voortbrengt. Tegelijkertijd treden de middens in het klankbeeld meer naar voren, wat het geluid meer doorzettingsvermogen verleent. Anderszijds kunt u de hoogten verder naar voren brengen, als de klank neutraler moet zijn.

• Drive: de graad van vervorming. Hiermee regelt u de versterking waarmee de „virtuele buizenschakeling” bestuurd wordt (max. 60dB). Wanneer het interne niveau toeneemt, overstuurt de buis en ontstaan typische vervormingen. Voor

Page 201: MusicMaker NL

Audio-effecten 201

lichte vervormde klanken („Crunch”) is het voldoende de regelaar op maximaal 10-11 uur te draaien, daarnaast levert de gemoduleerde schakeling het gebruikelijke materiaal voor power-rockakkoorden en meer. Hoe meer u deze regelaar naar rechts draait, hoe meer treden de middens van de signalen op de voorgrond zodat de „High-Gain“-leadsounds beter doorkomen.

Gebruik het distortioneffect ook samen met de ampsimulatie!

BitMachine

Met de MAGIX Music Maker 2013 Premium kunt u het audiomateriaal steeds in hoge kwaliteit bewerken. Toch zijn er situaties waarin een imperfect, "lofi-sound" van een drumsample of een synthesizersound beter past.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan de eerste hardwaresamplers uit de jaren tachtig, die met geringe samplerates en meestal slechts met een 8- of 12 bit-resolutie werkten. Met de BitMachine is het geen probleem het geluid naar dat van zo'n "antiek" apparaat om te zetten.

Ook is het mogelijk de tijden van de homecomputers met hun minimalistische en ruwe soundchips te laten herleven.

De BitMachine stelt voor een "akoestische tijdreis" een gedeelte met bit- en sampleratereducties en een geschakelde filter naar analoog voorbeeld ter beschikking.

Verder beschikt het effect over een modulatiesectie waarmee u de afzonderlijke parameters via een oscillator (LFO) kunt sturen of waarmee u het ingangssignaal zelf kunt sturen.

Wij hebben ter demonstratie van de "tijdreismogelijkheden" van de BitMachine een reeks "typische" presets ontworpen die u rechts bovenin de interface kunt oproepen.

In het nu volgende beschrijven wij de BitMachine tot in het kleinste detail.

Afdeling "Reductie" Bits

Deze regelaar regelt de resolutie van het audiomateriaal. Bij een linker aanslag wordt met 16 bit gequantiseerd zodat cd-kwaliteit hier nog de overhand heeft. Hoe verder u

Page 202: MusicMaker NL

202

www.magix.nl

de regelaar naar rechts draait, des te geringer zal de resolutie van uw signaal worden en des te meer zult u aan kwaliteitsverlies lijden. In extreme gevallen (1 bit) bestaat alleen nog maar de mogelijkheid "aan" of "uit".

In de tussenniveaus zult u een toename van het ruisniveau en een afname van de dynamiek waarnemen. Een 8 bit quantisering bezit bijvoorbeeld nog slechts een dynamiek van 48 dB. Zachte plekken in het materiaal klinken wegstervend en zeer zachte plekken klinken "afgekapt". Dit effect wordt sterker naarmate de regelaar meer naar rechts wordt gedraaid, tot knakken en "kraken" aan toe.

Samplerate:

het audiomateriaal wordt met deze regelaar 'verzwakt', dat wil zeggen dat de interne samplerate wordt gereduceerd. Hierbij ontstaat een splitsingsverhouding tussen oude en nieuwe rate. Op verschillende plaatsen in de datastroom wordt overeenkomstig deze verhouding een sample "gedropt".

Aanwijzing: de beide kleinere regelaars van deze sectie worden bij Modulatie uitgelegd.

Afdeling "Filter" Het filter in de BitMachine is een digitale nabootsing van één van de bekendste filters van de elektronische muziek. Het gaat hierbij om twee achter elkaar geschakelde 'Chamberlin 2-pole'-filters, die onder andere in oude Oberheim-synthesizers werden gebruikt. Dit type filter klinkt zeer muzikaal. De filters kunnen in de BitMachine ook zeer creatief worden gebruikt en hoeven niet per se alleen voor het polijsten van de ontstane bijgeluiden te worden aangewend.

Het filter werkt in de zogenaamde lowpass-modus, dat wil zeggen, het laat, afhankelijk van de instelling, laag- (of midden-) frequent materiaal door en dempt de hoge of middenfrequenties.

Freq:

met deze regelaar bepaalt u de "hoekfrequentie" van het filter. Boven deze frequentie wordt het filter actief.

Reso:

hiermee kan het signaal in een bereik om de hoekfrequentie heen sterk worden verhoogd ("Resonantie" tot vlak onder de zelfoscillatie). Hiermee zijn scherpe, snijdende klanken mogelijk. Het effect wordt des te duidelijker, wanneer u hierbij de hoekfrequentie varieert.

Drive:

Page 203: MusicMaker NL

Audio-effecten 203

de beide filters van het bovengenoemde effect zijn in staat zichzelf te oversturen, met de "drive"-regelaar kunt u de mate van oversturing regelen. Hoe meer u deze knop opendraait, des te intenser wordt het signaal. Hierbij ontstaat interactie tussen de parameters binnenin het filter. Zo wordt de resonantie bijvoorbeeld met toenemende drive afgezwakt, tegelijkertijd krijgt het signaal meer volume, wordt basrijker en klinkt voller.

Aanwijzing: de beide kleinere regelaars van deze sectie worden bij Modulatie uitgelegd.

Afdeling "Modulatie" Door de instellingen in de afdeling Modulatie kunt u uw effecten automatiseren.

Hier vindt u een zogenaamde laagfrequente oscillator (LFO) die met een instelbare snelheid trilt. U kunt het tempo en de soort trilling beïnvloeden.

Om deze trilling te beïnvloeden gebruikt u steeds de twee kleine regelaars in de gedeelten Reduction en Filter. Deze vier regelaars verbeelden de "modulatiedoelen".

Voorbeeld:

u heeft de regelaar voor de samplerate in de basisinstelling laten staan. Draai nu de kleine regelaar daaronder vanuit de middenpositie naar één van de twee kanten. Nu wordt de modulatie bij de waarde van de samplerate opgeteld: de LFO gedraagt zich nu overeenkomstig deze parameter en de reductie van de samplerate 'trilt' met deze modulatie.

Dit principe kunt u op dezelfde manier op de andere regelaars overdragen. Let er echter op, dat de hoofdregelaar niet volledig is opengedraaid aangezien de modulaties dan geen effect meer sorteren. De modulatie wordt altijd bij de ingestelde waarde opgeteld.

Voorbeeld:

draai bijvoorbeeld de kleine regelaar onder de 'bits'-regelaar helemaal naar links (waarde: -50) en de regelaar daarnaast (onder 'samplerate') naar rechts (+50). U heeft nu aan beide parameters een modulatie door de LFO toegewezen. U verandert ze echter niet op dezelfde manier maar wederzijds: een negatieve instelling is hier niets meer dan een inversie van de modulatie; u klapt het stuursignaal quasi om.

Golfvormen van de modulatiesectie

Wij hebben het voorbeeld aan de hand van een sinusvibratie uitgelegd. Voor de LFO kunt u kiezen uit:

• Sinus • Blokgolf (bij wijze van spreken slechts 0 of 1, geen tussentrap)

Page 204: MusicMaker NL

204

www.magix.nl

• Toevalswaarde (een interne toevalsgenerator wordt in het ingestelde tempo opgevraagd)

Tempo van de oscillator

De LFO-snelheid wordt bepaald met de "speed"-regelaar. Indien "sync" actief is, richt de LFO zich in principe naar het tempo van de song. De regelaar kunt u getrapt instellen (bijv. op een kwartnoot). Hiermee worden ritmische verlopen van de klankvervreemding heel eenvoudig. U kunt deze synchronisatie echter ook uitschakelen en het tempo handmatig bepalen (in Hz).

Modulatie door middel van "Envelope-Follower"

In de modulatiesectie vindt u een vierde knop die het ingangssignaal van de audio weergeeft. Wanneer deze modus actief is, wordt het signaal zelf geraadpleegd voor het verkrijgen van een "modulatiespanning": een zogenaamde Envelope Follower tast het ingangssignaal continu af naar zijn volume.

Aanwijzing: de BitMachine herkent het soort audiosignaal niet automatisch; u moet de ingangsgevoeligheid grof instellen met behulp van de "gain"-regelaar. Gebruik hiervoor de controle-LED. Wanneer de signaaldynamiek correct wordt geregistreerd, wordt het eenvoudiger de vier kleine regelaars voor de modulatiediepte te bedienen en kunt u gebruik maken van alle mogelijkheden die de regelaars te bieden hebben.

In de Envelope-modus wordt de "speed"-regelaar gebruikt voor de aansturing van de attacktijd van de Envelope Follower (de weergave schakelt dienovereenkomstig over naar milliseconden). De attacktijd is de tijd die het signaal nodig heeft om het maximale niveau te bereiken; korte tijden resulteren in een snelle aanspraak, langere tijden laten de Envelope langzamer stijgen (en dalen). Hier adviseren wij u al naar gelang de complexiteit van het ingangssignaal een beetje te experimenteren. De meegeleverde presets kunnen alleen een grove richting aangeven.

Page 205: MusicMaker NL

Audio-effecten 205

Vandal SE

Virtual Guitar & Bass Amplification

Bij VANDAL gaat het om een complete simulatiesuite voor gitaristen en bassisten. De plug-in is in staat de gehele signalenreeks, van ingang via Stomp Boxes, versterker, luidsprekerbox met microfoon tot nageschakelde studio-effecten, op het hoogst mogelijke klankniveau na te maken.

Snelle start via presetselectie Wilt u snel weten wat er met Vandal SE allemaal mogelijk is? Grijp naar de snaren en hoor of speel door enkele van de meegeleverde presets. U bereikt deze via de lijst aan de rand bovenin de interface.

Een preset bevat verschillende instellingen van de hoofdelementen van Vandal SE: stomps, versterkerinstellingen, Cabinet-simulatie en studio-effecten.

Page 206: MusicMaker NL

206

www.magix.nl

Tuner De beste versterker of de beste simulatie is zinloos wanneer de gitaar vals is. VANDAL biedt hier een eigen, chromatisch stemapparaat. U kunt dit zoals elk analoog apparaat gebruiken: het toont automatisch de aangeslagen noot (met octaafregister) en visualiseert via het display de afwijking (in cents).

In het volgende deel introduceren we de wezenlijke bestanddelen van VANDAL tot in detail. We beschrijven de stations per locatie in de signaalketen.

Vandal SE - input Datgene wat u waarschijnlijk als eerste inspireert, is de input-regelaar. Zoals bij een echte gitaar- of basset-up is het belangrijk voor een mogelijk hoog ingangsniveau te zorgen om de volgende niveaus met een optimaal arbeidsniveau te regelen. Dit is nog belangrijker voor licht vervormde geluiden en natuurlijk van groot belang voor speelstijlen met hoge gain. Gebruik hiervoor ook de piekmeters. Indien gewenst activeert u de Noisegate en stelt u het zo in dat het in de speelpauzes het ingangssignaal licht onderdrukt. Vandal SE snijdt in tegenstelling tot klassieke gates de ingang niet hard af, maar regelt fijntjes aan de hand van signaalenergie, die hoog begint, waar een ruisaandeel het meest storend is.

Stomp Boxes In de echte wereld is er een hele rij van bij gitaristen en bassisten populaire effectapparaten in voetpedaalformaat. Een rijk palet aan dergelijke effecten hebben

Page 207: MusicMaker NL

Audio-effecten 207

wij hier virtueel geïmplementeerd. Vandal SE biedt plaats aan vier "Stomp slots", die u naar wens van effecten uit de lijst kunt voorzien. Het signaal in deze keten loopt van links naar rechts. Het gebruik van de aanwezige regelaars wijst zichzelf en wordt daarom niet verder uitgelegd.

Vandal - Amplifier Vandal SE biedt in principe 2 verschillende versterkers aan: Guitar Amp en Bass Amp. Het type versterker is afhankelijk van de gekozen preset.

Bij de ontwikkeling is afgezien van een grote keuze aan bekende versterkermerken en -modellen. Om te zorgen dat u desondanks (of juist daardoor) zeer veel verschillende klanken uit uw Vandal SE-Amp kunt toveren, zijn de versterkers zeer variabel opgebouwd. In het binnenste werken schakelschema's die zijn ontleed aan echte apparaten. Op een paar voor de klank bepalende plaatsen, gaat de Vandal SE zijn eigen weg.

Guitar Amp De Vandal SE Guitar Amp heeft drie verschillende preamp-modi en twee omschakelbare eindtrapmodellen. Deze basisconfiguratie verandert al naar gelang de gekozen preset.

De gitaarversterker heeft drie kanalen. U kunt d.m.v. pre- en post-gainregelaars per kanaal (Clean, Crunch en Lead) de gewenste mengverhouding instellen. Schakel met een gerust hart om: de versterker onthoudt de gaininstellingen bij een wisseling van kanaal. Deze vormen de gainpresets voor de verschillende manieren van spelen binnen een song.

Voicing: We hebben de Vandal SE Preamps wat meegegeven dat we Curve EQ noemen. Wanneer u bijvoorbeeld een simpel EQ-pedaal neemt en het signaal vóór de versterker al een beetje vormt, kunt u het geluid uit de versterker drastisch veranderen. Iets vergelijkbaars doet de Curve EQ: het bevindt zich (voor een deel meermaals) op strategisch belangrijke punten van de verschillende versterkertrappen en filtert het signaal, voordat het in de volgende trap vervormd wordt. Draai voor de

Page 208: MusicMaker NL

208

www.magix.nl

lol de Curve eenmaal in beide richtingen en ga met de Freq-regelaar door het spectrum. Daarmee krijgt de versterker een volledig ander karakter ...

Equalizer: de eigenlijke klankregeling (de „Tone Stack“) is daarentegen vrij gewoon; Vandal SE biedt Low, Mid & High. Dit alles werkt zoals het passieve klankregelingnetwerk in echte versterkers, zodat de regelaars elkaar over en weer beïnvloeden en vele variaties mogelijk zijn.

Reverb: Surf und Twang kan niet zonder een veergalm. Bij het modelleren hebben wij ons op de bekende soorten galmveren gestort. Dat alles natuurlijk ook 100% authentiek.

Bass Amp

Na het grof instellen van de Gain-regelaar passeert uw bassignaal eerst door de Contour-schakeling. Deze filtertrap werkt als een „Loudness“-functie, door de lage middentonen te onderdrukken en de bas- en hoge tonen te versterken. Men zou kunnen zeggen: „Instant Slap“.

Aansluitend doorloopt het signaal de compressortrap (Comp). Hierbij gaat het om een eenvoudig, maar zeer muzikaal optisch ontwerp: de bas triggert een lichtbron die is gekoppeld met een fotoweerstand die dan weer het signaal dempt. Mocht dat bekend voorkomen: de beroemdste studiocompressor voor bassisten, de Urei LA2A, werkt volgens hetzelfde principe.

Na eventuele compressie heeft u met Drive de mogelijkheid de bassound nog verder op toeren te brengen. De verzadiging van het signaal gebeurt frequentieafhankelijk: ondanks de mogelijkheid van grote vervorming blijven de bassen relatief zuiver en afgetekend.

De aansluitende equalizer-trap kent vier frequentiebereiken, waarbij de twee middenbanden in vorm aangepast kunnen worden. De afsluitende mastervolumeknop bepaalt het volume van de eindtrap. Net als bij een gitaarversterker kan men ook hier de eindbuizen heet aan laten lopen, wanneer u daar zin in heeft.

Rack-effecten (FX1/FX2) Er zijn effecten, die vóór een versterker niet altijd goed op hun plek zijn, bv. reverb of delay, vooral als het signaal vervormd wordt. Normaal worden deze effecten dan ook in het einde van de signaalketen geplaatst.

Page 209: MusicMaker NL

Audio-effecten 209

Voor de afsluitende bewerking en verbetering bieden we twee gescheiden effecteenheden aan in studiokwaliteit, precies zoals bij echte 19"-rack-apparaten.

Veel algoritmen creëren een stereosignaal. Let er dus op dat in het sequencerspoor de kanalen in stereomodus geschakeld staan.

De effecteenheden kunnen desgewenst na elkaar geschakeld worden, of ook parallel. De manier van schakelen kan met de modusschakelaar worden veranderd.

De keus bestaat uit de volgende algoritmen en effecten:

• Mono Delay (msec & tempo sync): naar keuze ofwel een eenvoudig delay met een delaytijd naar keuze of gesynchroniseerd met het sequencertempo en het muzikale raster. Bij hoge feedbackwaarden is het handig om de dempingfrequentie wat terug te nemen, om de echo een natuurlijker klank te verlenen.

• Stereo Delay (msec & tempo sync): net als het mono-delay in twee uitvoeringen verkrijgbaar. De herhalingen kunnen naar keuze per kanaal worden gevormd (feedback-regelaar naar rechts: dual delay) of in ping-pongmodus (regelaar naar links) waarbij het signaal afwisselend naar een kant gevoerd wordt.

• Chorus: creëert een typisch "zwevend" geluid doordat het signaal gemoduleerd wordt verstemd om het geluid aan te dikken of in het stereoveld te verbreden. De vervorming wordt bereikt door een korte delay wiens lengte afhangt van de modulatie. Daarbij ontstaat het zogenaamde Doppler-effect, dat het signaal breed maakt.

• Flanger: lijkt wat betreft algoritme op Chorus met het verschil dat de delaytijd geringer is en de delay met herhalingen (feedback) werkt. Een flanger klinkt "scherper" en staat meer op de voorgrond dan een chorus.

• Phaser: is net als Chorus en Flanger een modulatie-effect hoewel hierbij geen vervorming wordt gecreëerd maar de faselengte van een signaal door filters periodiek wordt veranderd. Er ontstaan karakteristieke gaten in de frequentiegang, het zogenaamde "kamfiltereffect".

• Room Reverb / Hall Reverb: de Reverbs bieden een realistische simulatie van natuurlijke nagalm. Daarbij geeft Room de indruk van een kleine tot middelgrote opnameruimte, terwijl Hall de klankeigenschappen van grote concerthallen imiteert. Als bijzonderheid bieden beide effectalgoritmen een modulatie-parameter, die licht gedoseerd eventuele resonanties verwijderd en bij grotere waarden een zachte Chorus-nagalm opwekt.

• LoFi: dit algoritme kan afhankelijk van de instelling het geluid een beetje vuiler maken of ook een duidelijk hoorbare hoeveelheid vervorming opwekken. Draai naar hartelust de interne samplerate omlaag of haal een paar bits aan resolutie uit het geluid. U verlaat hier wel definitief het terrein van de gangbare stijlen...

Page 210: MusicMaker NL

210

www.magix.nl

• Vintage Compressor: ideaal, om het signaal als laatste nog een beetje te comprimeren. Het algoritme imiteert een in vroeger tijden populair schakelingsontwerp, zoals men het ook bij benadering kan aantreffen bij studiolegendes als de Urei 1176 of ook eenvoudige compressorpedalen. Een zogeheten FET-bouwsteen regelt op simpele, maar effectieve en zeer muzikale wijze het volume, aan de hand van het ingangssignaal, de ingestelde compressieverhouding (Ratio) en de ingestelde attack en decay.

• 3-bands EQ: deze klankregeling werkt zoals normale kanalen op een mengtafel, met een regelaar voor bas, een voor hoog en twee regelaars voor aanpasbaar midden. Daarmee kunt u uw sound desgewenst een laatste fijnafstelling geven.

Page 211: MusicMaker NL

Video- en afbeeldingsobjecten 211

Video- en afbeeldingsobjecten

Video- en bitmapbestandsformaten MAGIX Music Maker 2013 Premium kan video's in de bestandsformaten AVI, Windows Media (*.wmv), MAGIX Video (*.mxv) en Quicktime Movie (*.mov) laden en exporteren.

U kunt grafische afbeeldingen in de bestandsformaten BMP en JPEG laden en exporteren. Ook RTF-tekstbestanden kunt u laden en als ondertiteling gebruiken.

In de contentmedia vindt u de meegeleverde beeld- en videobestanden. Maar u kunt ook eigen bestanden gebruiken of en zelfs zelf video's opnemen.

Om met de video-effecten een optimaal resultaat te behalen moeten de gebruikte video- en bitmapbestanden in True Colour (24 bit kleurdiepte) zijn opgeslagen.

Videomonitor Met een klik op deze knop of op de toets F3 opent u de videomonitor.

De videomonitor kan vrij over het beeldscherm worden verplaatst en in grootte worden aangepast. Om de grootte in te stellen klikt u met de rechter muisknop op de videomonitor en selecteert u uit het contextmenu de gewenste grootte uit of u definieert ("Door gebruiker gedefinieerd"). Let er op dat grotere videomonitoren meer rekenkracht nodig hebben!

De videomonitor kunt u vergroten tot volle beeldschermgrootte, door erop te dubbelklikken of op Alt-Enter te drukken. Met Escape (Esc) verlaat u de gemaximaliseerde modus weer. Bovendien kunt u in het contextmenu een grote tijdweergave in de videomonitor weergegeven. "Afspeeltijd weergeven" laat de actuele positie van de afspeelmarker in de videomonitor in, de voorgrondkleur, achtergrondkleur en transparantie zijn selecteerbaar.

Audio-piekmeters

De videomonitor wordt veranderd in een Analyzer, die het geluid grafisch weergeeft.

Sneltoets: Shift + F4

Page 212: MusicMaker NL

212

www.magix.nl

Overzicht In de overzichtsmodus heeft u zicht op uw complete arrangement en kunt desondanks razendsnel het gezochte object bereiken - u kunt direct op de Videomonitor zoomen of de in de Arranger getoonde selectie verschuiven.

Sneltoets: Shift + F2

Infobox In de modus Infobox worden in de previewmonitor hulpteksten getoond, wanneer u de muis boven een knop op de programma-interface stil houdt.

Sneltoets: Shift + F1

Video’s en Bitmaps laden en bewerken Video- en afbeeldingsobjecten kunt u net zo bewerken als andere objecten: om ervoor te zorgen dat u niet ongezien hoeft te beslissen welke bestanden er worden geladen zijn er voorbeelden. Klik gewoon met de muis op een video- of afbeeldingsbestand in de Verkenner: de bijbehorende video of afbeelding wordt op de videomonitor afgespeeld.

• Via het contextmenu in de Mediapool (rechtermuisklik op de selectielijst) kunt u uit verschillende weergaven („Lijst“, „Details“, „Grote symbolen“) kiezen. In de weergave „Grote symbolen“ worden de video's met een preview-frame in de Mediapool weergegeven – zeer praktisch als overzicht van het beschikbare beeldmateriaal.

• Als u de video in uw arrangement wilt gebruiken, sleept u het video- of afbeeldingsbestand met ingehouden muistoets naar het spoor in de Arranger.Bij het afspelen in de Arranger wordt het complete video- en afbeeldingsmateriaal van alle sporen, inclusief alle effecten, realtime op de videomonitor weergegeven.

• Video- en afbeeldingsobjecten kunt u net zo bewerken als andere objecten: ze kunnen met de muis worden beetgepakt en versleept, met de hendels in de bovenhoeken worden in- en uitgefaded of met de middelste hendel aan de bovenste rand in helderheid worden veranderd enzovoorts. Lees daarvoor het hoofdstuk „Objecten arrangeren (op pagina 53)“!

Objectweergave vereenvoudigen Met de TAB-toets kunt u tussen twee typen objectweergave schakelen. De objecten worden in de alternatieve weergave niet meer frame voor frame in de Arranger weergegeven, maar vereenvoudigd. Daardoor wordt tijd gespaard voor datatoegang, die anders nodig is om de juiste frames op elke tijdspositie weer te geven. Het scrollen en zoomen in de Arranger, net als objectmanipulaties vinden in de TAB-modus

Page 213: MusicMaker NL

Video- en afbeeldingsobjecten 213

wezenlijk sneller plaats. De videoweergave in het videoscherm wordt door de vereenvoudigde objectweergave natuurlijk niet negatief beïnvloed.

Video-scrubbing Voor “Video-scrubbing” sleept u gewoon de startcursor helemaal boven in het arrangement met de muis naar voren of achteren – op iedere positie wordt onmiddellijk het bijbehorende videobeeld weergegeven, Omdat dit incl. alle effecten gebeurt is deze modus perfect voor een preview van complete videoscènes!

Geluid en beeld van elkaar scheiden. Video's met geluidsmateriaal verschijnen in Arranger op 2 sporen als 2 objecten (audio-object en video-object) - voor zover in het "Bestand"-menu onder "Programmainstellingen" > "Video/Audio" de optie "Geluid uit video extraheren" geactiveerd is. Beide objecten zijn dan automatisch tot een groep samengevoegd.

Om het audio- en beeldmateriaal gescheiden van elkaar te bewerken, kunt u de objecten met de functie "Degroeperen" (op pagina 270) van elkaar scheiden. Aansluitend kunnen het beeld- en geluidsspoor gewisseld en afzonderlijk bewerkt worden.

De sporen kunt u vervolgens met de functie "Arrangement exporteren" weer samenvoegen.

Video-effecten Alle video-effecten werken in realtime. In principe kan aan elk foto- of video-object een vrijwel willekeurig grote combinatie aan effecten worden toegevoegd, bv. de mixmodus stansen, daarnaast een valse-kleureffect en een verdubbelde afspeelsnelheid.

Bij het over elkaar plaatsen van meerdere video's of bitmaps werkt MAGIX Music Maker 2013 Premium van boven naar onder. De achtergrond wordt dus gevormd door het bovenste video-object. Deze wordt met de lagergelegen objecten overdekt of gemengd.

Om dus een danser d.m.v. Blue Box (ook Chroma-key genoemd) voor een landschap te laten dansen moet het landschap bv. op spoor 1 en de danser op spoor 2 staan, en het Blue Box-effect voor de danser geactiveerd zijn.

De video-effecten bevinden zich in de map "Video FX" die u kunt openen met de knop in de Mediapool in de instelling "Sjablonen". Alle video-effecten hebben een preview-functie en kunnen middels drag & drop naar een video-object in de Arranger worden gesleept.

Page 214: MusicMaker NL

214

www.magix.nl

Titeleditor Tekstobjecten en titel-sjablonen MAGIX Music Maker 2013 Premium heeft een functie waarmee het invoegen en bewerken van titels zeer eenvoudig wordt. Titels zijn in muziekvideo's ingevoegde teksten, meestal geanimeerd, bijvoorbeeld met de naam van de artiest en de songtitel.

Basis voor de titels zijn de titelsjablonen die u in de Mediapool bij instellingen "Sjablonen" via de betreffende knop "Titels" bereikt. Zo verwerkt en bewerkt u een titel in uw project:

• Selecteer een bestand. Na één klik wordt er, zoals altijd, een preview in het videovenster vertoond. Zo kunt u vooraf zien welk effect bepaalde instellingen op de titel hebben.

• Als u de voor uw doel passende titel heeft gevonden, sleept u deze met drag & drop naar een spoor op de tijdlijn. Daar wordt deze als titelobject weergegeven. Sommige titelsjablonen (bijvoorbeeld YouTube-sjablonen) bevatten nog extra beeldobjecten, deze titels vereisen hierdoor twee sporen.

• De Titeleditor (zie onder) wordt automatisch geopend. Later kunt u deze met een dubbelklik nogmaals openen (of via rechtsklikken in het contextmenu bij "Titeleditor").

Titeleditor

Page 215: MusicMaker NL

Video- en afbeeldingsobjecten 215

In de titeleditor kunt u teksten invoeren, bijv. voor ondertitels, intro's of aftiteling. De teksten kunnen in alle mogelijke lettertypen en kleuren worden weergegeven.

Menu Voorinstellingen: het menu bevat de titelsjablonen uit de titeldirectory van de Mediapool. Zo kunt u verschillende bewegingen, effecten en designs uitproberen. De presets zijn in verschillende subdirectories ingedeeld, de symbolen en beschrijvingen helpen u verder bij de zoektocht naar de beste sjablonen.

Als sjabloon opslaan: De complete instelling kan als titelsjabloon worden opgeslagen. Deze kunt u makkelijk vanuit de Mediapool met drag & drop gebruiken.

Tekst/positie Schrijf de tekst voor de ondertitel in de Titeleditor. Om uw tekst in de videomonitor te positioneren, gebruikt u de scrollbalken links naast en boven het tekstvenster. U kunt de tekst verticaal en horizontaal vrij positioneren. Heeft u een beweging voor de titel gekozen, dan legt deze positionering het beginpunt vast. Let erop dat bij de instelling van een beweging de beginpositie van de titel standaard buiten het videoscherm wordt geplaatst. U kunt de aanvangspositie natuurlijk ook wijzigen.

Lettertype: hier voert u het lettertype, de lettergrootte, de kleur etc. in.

Kleur: met deze knop kunt u een kleur uitzoeken. Wanneer u afzonderlijke woorden of letters een ander formaat of andere kleur wilt geven, markeert u deze gewoon met de muis en zoekt er een ander lettertype of andere kleur voor uit. Zonder markering wordt altijd het lettertype, compleet met kleur en effecten, voor de gehele tekst gewijzigd.

Uitlijning: Hiermee stelt u in of de titel rechts, links of gecentreerd moet worden uitgelijnd.

Positie Centreren: Na een klik op "Positie centreren" staat de titel precies in het midden.

Voorbeeld: Hiermee start u een titelvoorbeeld in de videomonitor, samen met de film of de scène. Wanneer u voor de titel een beweging heeft gekozen, wordt deze ook geanimeerd in het video-venster getoond. U kunt het voorbeeld met de "Stop"-knop op elk gewenst moment stoppen.

Teksteffecten: hier kan de tekst van bewegingen, verschillende schaduwen, 3D-effecten en een rand worden voorzien. Met de knop Geavanceerd kunnen de effecten gedetailleerd worden ingesteld.

Lengte: hier stelt u in, hoe lang de titel wordt getoond.

Als alles is zoals u het wilt, sluit dan de Titeleditor met de knop "OK".

Page 216: MusicMaker NL

216

www.magix.nl

Video-opname U kunt MAGIX Music Maker 2013 Premium met alle DirectShow-compatibele USB-camera's en grafische-, tv- of videokaarten gebruiken. Videorecorders of andere apparaten worden via de video-ingang aangesloten op de videokaart, TV- of grafische kaart (meestal via cinch-of S-VHS-aansluitingen). Wanneer uw kaart ook over audio-aansluitingen beschikt, doet u er het best aan om deze altijd te gebruiken voor opname en weergave van videogeluid, zodat beeld en geluid bij langere video's synchroon blijven lopen.

Voor een analoge opname gaat u als volgt te werk:

• Kies "Import" > "Video-opname" in het menu "Bestand". • Selecteer in de video-opnamedialoog het juiste stuurprogramma voor uw video-

en geluidskaart indien u er meerdere op uw computer heeft geïnstalleerd. Er verschijnt meteen een videopreview in het venster.

• Benoem nu de opname. Geef een duidelijke naam. • Selecteer de opnamekwaliteit in het betreffende selectiemenu. Als preset is de

hoogst mogelijke kwaliteit voor uw specifieke computersysteem ingesteld. • Start de opname met de rode opnameknop en sluit de opname af met de

stopknop. Let op de weergave van "Drop frames" – als hier meer dan bijvoorbeeld 10 drop frames per minuut verschijnen, doet u er goed aan de opnamekwaliteit iets te reduceren; uw computer zou wel eens overbelast kunnen zijn.

• Sluit de video-opnamedialoog met OK. • Met de spatiebalk kunt u de weergave starten om de opname te controleren.

Page 217: MusicMaker NL

Video- en afbeeldingsobjecten 217

Video-opname

Video-/audiodriver: hier kunt u de videokaart of de geluidskaart voor de opname instellen. In vrijwel alle gevallen is de installatie van de bij de hardware meegeleverde driversoftware aan te bevelen.

Videobestand opslaan als/ in de volgende map opslaan: hier voert u de titel van de op te nemen film in. Bovendien kunt u een map selecteren waarin uw videobestand moet worden opgeslagen. Als preset is de standaard opnamemap ingesteld. Deze kunt u veranderen via het menu "Bestand" > "Instellingen" > "Programma-instellingen" > "Directories".

Opnamekwaliteit: in de lijstbox kunt u verschillende voorgedefinieerde opnamekwaliteiten selecteren, afhankelijk van de toepassing van het beeldmateriaal en de rekenprestatie van uw computer. Ze zijn naar beeldkwaliteit geordend. Met Configuratie kunt u de kwaliteit voor de geselecteerde preset nog verfijnen.

Geavanceerd...: opent de instellingendialoog van de videodriver (op pagina 218)

Opnamebesturing: hier bevinden zich de rode opnameknop en de stopknop. Hiermee start en stopt u de opname.

Preview: bij veel grafische kaarten kan de systeembelasting worden gereduceerd door de videopreview uit te schakelen. Wanneer u een "echo" hoort, kunt u de audiopreview beter deactiveren.

Page 218: MusicMaker NL

218

www.magix.nl

Opname-informatie: hier worden statistische meldingen gemaakt over de opnametijd, de beschikbare ruimte op de harde schijf, de opgenomen frames (losse beelden) en de zogenaamde "dropped frames". Dropped frames zijn "weggevallen" beelden die ontstaan wanneer de computer te langzaam was voor het gekozen beeldformaat en de ingestelde opnamekwaliteit en niet alle binnenkomende frames kon verwerken.

Geavanceerde instellingen in de video-opnamedialoog Hier kunnen verschillende instellingen van het stuurprogramma voor video-opname worden gekozen.

Deze dialogen, zogenaamde "Property Sheets" worden beschikbaar gesteld door de makers van het stuurprogramma van de videokaart. De prestaties zijn afhankelijk van het stuurprogramma, en kunnen al naar gelang de videokaart van elkaar afwijken. Daarnaast hebben wij slechts beperkte invloed op de werking van deze stuurprogramma's. Mochten problemen zich voordoen, neemt u dan a.u.b. contact op met de maker van uw videokaart voor updates van het stuurprogramma.

Ingang: stelt de zgn. "Crossbar" (wissel) van de videokaart in.

Daarmee wordt vastgelegd van welk video- en audioingangssignaal wordt opgenomen. De wissel is in de eigenlijk video-opnamechip voorgeschakeld. In het veld "Output" is de videouitgang (de wissel) dus de ingang van de opnamechip (video of audio decoder In) van de videokaart in te stellen. In het veld "Input" kiest u de signaalbron die de videokaart dient te gebruiken om van op te nemen. Sommige videokaarten hebben voor audio en video gescheiden wissels. Wanneer er problemen optreden kunt u het beste verschillende instellingen proberen tot het juiste geluid bij het juiste beeld doorkomt.

Composite In = de normale video-ingang (cinch-plug) S-Video = S-Video-ingang (mini-din-plug)

S-VHS In = S-VHS-ingang (speciale kabel)

Tuner In = tv-signaal van de ingebouwde tuner

Beeldinstelling

Videodecoder: mocht het beeld alleen zwart-wit zijn of flikkeren, dan kan het zijn dat de videostandaard verkeerd ingesteld is. In Nederland wordt PAL_B gebruikt.

VideoProcAmp: fijninstellingen voor kleuren, helderheid, contrast etc. Het verdient aanbeveling deze instellingen niet te wijzigen.

Format: verander dit a.u.b. niet. Instellingen voor het Captureformat kunt wijzigen in de video-opnamedialoog onder "Opnamekwaliteit".

Zenderkeuze

Page 219: MusicMaker NL

Video- en afbeeldingsobjecten 219

Alleen beschikbaar wanneer de videokaart een geïntegreerde tv-tuner heeft.

Videocompressie Digitale videobewerking op de pc is in principe te vergelijken met audiobewerking. Het analoge medium video moet eerst worden gedigitaliseerd voordat het in de computer kan worden bewerkt. Toch stelt videobewerking heel wat hogere eisen aan de hardware wanneer een goede beeldkwaliteit wordt verlangd. Om überhaupt redelijk met videogegevens op de huidige pc‘s te kunnen werken, moeten ze worden gecomprimeerd – in tegenstelling tot digitale audio waarbij compressie alleen wordt gebruikt voor het besparen van opslagruimte en verwerkingscapaciteit.

Gecomprimeerde videogegevens worden in AVI-bestanden opgeslagen. AVI staat voor “Audio and Video Interleaved”, dus beeld en geluid gemengd. MAGIX Music Maker 2013 Premium verwerkt zulke AVI-bestanden direct.

Voor het comprimeren van de videogegevens wordt gebruik gemaakt van zogenaamde codecs. Afhankelijk van de compressie-omvang is er heel wat verwerkingscapaciteit nodig – een grote video begint bij ca. 2 MB per seconde, dit komt altijd nog overeen met een compressie van ongeveer 1:10 tegenover een ongecomprimeerde video met 20 MB per seconde verwerkingscapaciteit. Hoogwaardige videosystemen werken met een compressie van 3 of 2 – daar ontstaan dus tot 10 MB per seconde gegevens voor een videostroom. Ook een ongecomprimeerde video wordt reeds verwerkt. MAGIX Music Maker 2013 Premium kan dit soort hogeresolutie-videogegevens eveneens compleet verwerken.

Binnen de MAGIX Music Maker 2013 Premium worden de videogegevens ongecomprimeerd verwerkt – alle effecten, mixen etc. worden dus in de hoogste kwaliteit doorgevoerd. Het kan zijn dat de weergave van een project met meerdere video‘s of realtime-effecten erger “schokt” dan bij kleine video‘s. Dit benadeelt echter het eindresultaat niet – bij het exporteren van de video wordt frame na frame berekend.

Algemene aanwijzingen over AVI-video's Het AVI-formaat (Audio Video Interleaved) is eigelijk geen "echt" bestandsformaat. Het gaat hier om een zogenaamde container, waarin slechts zeer algemeen de conventies worden vastgelegd, hoe audio- en videodata naar een programma worden geleid. Het precieze opslagformaat van data wordt door de codec (coder/decoder) bepaald. Een codec comprimeert audio/videodata naar zijn eigen formaat en decodeert het weer bij het afspelen.

Dat betekent concreet dat een AVI-bestand dat op een computer A is gemaakt alleen dan naar computer B kan worden geladen en daar kan worden afgespeeld als op deze computer B dezelfde codec is geïnstalleerd.

Page 220: MusicMaker NL

220

www.magix.nl

Veel codecs (bijvoorbeeld Intel Indeo® Video) maken deel uit van de Windows™-installatie. Andere, zoals de populaire DivX®-codec, maken hier geen deel van uit! Wanneer u dus een AVI met een dergelijke codec maakt en het op een andere computer wilt gebruiken, installeer dan ook daar de betreffende codec. U doet er goed aan de codec-installer naar uw exportdirectory te kopiëren en altijd mee te branden wanneer u een videodisk (Slideshow-disk) maakt om af te spelen op computers.

Problematisch zijn bij oudere videobewerkingskaarten behorende codecs, die alleen met de hardware van de betreffende kaart samenwerken. Dit soort AVI's kunt u alleen op de computer gebruiken waarop u ze heeft gemaakt. Vermijd, wanneer mogelijk, het gebruik van deze codecs.

Page 221: MusicMaker NL

Automatiseringscurven 221

Automatiseringscurven Naast de objectgebaseerde effecten en de mixereffecten voor complete sporen en voor het totale geluid, is het mogelijk om audio- en video-effecten via vrij te tekenen curven aan te sturen.

Er zijn spoorcurven en objectcurven. De spoorcurven worden op het spoor opgeslagen en beïnvloeden alle objecten die zich op dit spoor bevinden. De objectcurven "hangen" aan het object en kunnen ermee worden verschoven. Bij verandering van de objectlengte worden ze overeenkomstig aangepast.

Object met FX niveau 1 objectcurve op een spoor met actieve geluidsvolumecurve

Automatiseringscurven wijzigen een specifieke waarde, bijvoorbeeld de geluidssterkte van een spoor, tijdens het afspelen; ze "automatiseren" dus deze waarde. Hiermee kunt u een arrangement spannender maken, bijvoorbeeld door het volume van sommige sporen vlak voor het refrein iets te verlagen, om het refrein hierdoor krachtiger te laten uitkomen.

Automatiseerbare effecten De volgende effecten kunt u via effectcurven aansturen:

Audio-objecten • volume en panorama zijn identiek aan de functies in de mixer, waarbij een

volumecurve bij de mixerinstelling wordt opgeteld en een panoramacurve de mixerinstellingen compleet vervangt. 0% in het stereobeeld komt overeen met helemaal links, 100% is helemaal rechts in het stereobeeld.

• Een zacht en hard filter en vervorming zijn extra effecten die er alleen voor de effectcurven zijn en onafhankelijk van het filter of distortion-effect in het effect-rack van het object of het spoor zijn. De afsnijfrequentie (Cutoff) van het filter en de graad van de vervorming kan worden geautomatiseerd.

• FX level 1 en 2 sturen het effectaandeel aan dat van het object of het spoor naar de beide FX sporen (op pagina 228) wordt gezonden.

Video-, beeld- en titelobjecten • X,Y-positie Een X-curvewaarde van 50% komt overeen met normale positie, bij

0% is de video in zijn geheel naar links verschoven, bij 100% in zijn geheel naar rechts (in beide gevallen dus niet meer zichtbaar). Analoog daaraan verplaatst Y met een waarde van minder dan 50% de video naar onderen en met een waarde van meer dan 50% de video naar boven

Page 222: MusicMaker NL

222

www.magix.nl

• Hoogte/breedte/zoom. 50% komt overeen met de originele grootte, 100% met dubbele grootte. 0% laat de video verdwijnen.

• Rotatie. 50% komt overeen met normale rotatie (niet geroteerd dus), de maximale waarde zorgt voor een rotatie van 180°, 0% komt overeen met 180° tegen de klok in.

De video-effecten zijn alleen als object-effecten beschikbaar.

Automatisering van het spoor In het FX-menu van het spoor kunt u een automatiseringscurve voor bewerking in het arrangement invoegen. Er kan altijd maar één curve worden weergegeven, maar alle curves blijven wel actief op het spoor.

Spoorcurve in het arrangement bewerken In de Arranger kan steeds slechts één spoorcurve per spoor worden bewerkt. De curven kunnen ofwel via afzonderlijke aangrijpingspunten worden bewerkt, of door de effectcurve uit de vrije hand te tekenen.

Page 223: MusicMaker NL

Automatiseringscurven 223

Nieuwe hendelpunten kunnen met een dubbelklik op de curve worden aangebracht, de aanwezige worden met een dubbelklik verwijderd. Alle hendelpunten kunnen met de muis horizontaal en verticaal worden bewogen.

In de Muismodus Automatisering (op pagina 51) kan er met ingehouden linkermuisknop een curveverloop worden getekend op het object of op het spoor.

Automatisering van objecten De selectie en bewerking van de objectcurven-effecten vindt plaats via de dialoog "Editor voor dynamische effecten". Deze opent u met het commando "Automatisering van dit object" resp. "Automatisering van dit spoor" uit het menu "Effecten > Automatisering" (Toets: Ctrl + H)

Bij Effecten worden alle beschikbare effecten voor het geselecteerde object vermeld. Met het vakje voor de naam activeert u de betreffende curve. Om de overzichtelijkheid te behouden kan er één curve per object tegelijk worden weergeven. Door te klikken op de naam kiest u welk van de actieve effecten als curve in het arrangement zichtbaar moet zijn.

Tip: u kunt een ander object selecteren en de automatiseringscurve hiervan kiezen of activeren, zonder dat u de editor tussendoor moet sluiten.

Page 224: MusicMaker NL

224

www.magix.nl

De volume- en panoramacurve van een object kunt u ook snel via het menu "Effecten > Automatisering" in- of uitschakelen.

Wis enveloppecurve: de actuele curve wordt gewist.

Inverteer enveloppecurve: De huidige curve wordt 50% gespiegeld op de horizontale as, d.w.z. 0 wordt 100%. Bij een panoramacurve worden hiermee dus de stereokanalen verwisseld.

Ritmische enveloppecurve: met deze optie wordt een ritmische curve gecreëerd, via een generator of - bij audio-objecten - via de volumeanalyse van het object.

Ritmische enveloppe aanmaken De curvengenerator maakt voor u een automatiseringscurve die op de maat gebaseerd is en in een cyclus van een achtste, kwart, halve of hele noot pulseert. Als optie voor op de maat gebaseerde enveloppecurveberekening kunt u een minimale of maximale waarde aangeven of vertragingswaarden voor het schrijven instellen.

In de selectiedialoog kunt u de vorm van de automatiseringscurve nader bepalen:

Beat-gebaseerd: Met deze optie wordt de automatiseringscurve gebaseerd op de beat van het arrangement.

Voor de beat-gebaseerde automatiseringscurve zijn 4 verschillende basisvormen beschikbaar: 2 zaagtandvormen, blok- en driehoekgolf. Deze vormen worden

Page 225: MusicMaker NL

Automatiseringscurven 225

afhankelijk van de beat regelmatig doorlopen en besturen de intensiteit van het geactiveerde effect. Links in de dialoog wordt ingesteld of de Automatiseringscurve-basisvorm één keer per achtste, kwart-, halve of hele noot moet worden doorlopen.

Opties: Hiermee wordt een extra dialoog geopend, waarin wordt ingesteld hoe en hoe sterk de beat de automatiseringscurve beïnvloedt (zie onder).

Scan enveloppe: Als alternatief voor een beat-gebaseerde automatiseringscurve kunt u ook de geluidssterkte van een audiospoor als automatiseringscurve laten weergeven.

Eerst normaliseren: Met deze functie wordt het niveau van het audio-object eerst genormaliseerd, voordat het object voor het creëren van een automatiseringscurve wordt gescand.

Curvengenerator – opties Begrenzing: legt de minimale en de maximale waarde van de envelop vast. Door Vertraging bij minimum/maximum kunt u de curvevorm van de voorgegeven basisvormen verder wijzigen. Met Verschuiving wordt de gehele curve verschoven. Daarmee kunnen interessante offbeat-effecten worden bereikt.

Curve bewerken Standaardmodus: wanneer het arrangement niet afgespeeld wordt, kunt u met de schuifregelaars op de positie van de beginmarker een punt van de effectcurve creëren en verticaal verschuiven. U bewerkt de effectcurve dus, door de beginmarker op verschillende posities te zetten en de waarde van de curve voor dit punt met de schuifregelaars in te stellen.

Tekenmodus: beweeg de schuifregelaars in de dialoog, zo wordt op het spoor tussen de begin- en eindmarker een curve ingetekend die de beweging van de schuifregelaar volgt. De duur van het tekenproces komt overeen met de lengte van het object. Daarnaast wordt de Muismodus Automatisering (op pagina 51) geactiveerd, zodat u de curve ook met de muis kunt intekenen. Dit functioneert ook tijdens de weergave.

Aanpassing actief: daarmee wordt ingesteld hoe de objectcurven zich bij objectlengtewijzigingen achteraf gedragen. Is "Aanpassing actief" ingesteld, dan worden de objectcurven met de objecten ingedikt of uitgerekt, wat betekent dat de punten van de curven overeenkomstig worden verschoven. Als bijvoorbeeld een bewegingscurve zo is ingesteld, dat een object over het gehele beeldscherm wordt verschoven, dan wordt dit na een lengtewijziging gehandhaafd (alleen overeenkomstig sneller of langzamer).

Page 226: MusicMaker NL

226

www.magix.nl

Mixer

MAGIX Music Maker 2013 Premium bevat een realtime mixer met een mastereffect-gedeelte. De mixer kan eenvoudig met de M-toets of via de toolbar in het hoofdvenster (ook: menu "Vensters" -> "Mixer") worden geopend.

De mixer toont als preset 8 sporen tegelijkertijd. Met de «/»-knoppen naast de scrollbalk onderaan kunt u de mixer vergroten of verkleinen. U kunt andere sporen met de scrollbalk in werking zetten.

Hiermee schakelt u de limiter aan die het oversturen van het outputsignaal voorkomt.

Schuifregelaar (Fader) Ieder spoor heeft zijn eigen volume- of helderheidsfader. Deze fader werkt ook voor eventuele MIDI-bestanden.

Met de balansregelaars (Pan) kunt u voor ieder spoor de stereovastleggen.

Met de knop "Solo" schakelt u één spoor solo, dat wil zeggen dat alle sporen die niet "solo" zijn geschakeld worden gedempt. Met de knop "Mute" kunt u een spoor dempen.

Door dubbel te klikken op een gewenste regelaar zet u deze weer terug in de passieve uitgangspositie waarbij geen rekenkracht wordt gebruikt.

Page 227: MusicMaker NL

Mixer 227

Controlegroepen De volume-, panorama- en FX-Send-regelaars van de verschillende sporen kunt u samenvoegen tot controlegroepen. Klik hiertoe eerst op een regelaar en daarna met "Ctrl" op alle andere regelaars die tot een groep moeten worden samengevoegd. Wanneer u met "Shift" klikt worden alle regelaars tussen het uitgangspunt en de aangeklikte regelaar gegroepeerd.

Hiermee kunt u bijvoorbeeld het volume van meerdere sporen instellen zonder daarbij de volumeverhoudingen van de sporen ten opzichte van elkaar te wijzigen. Stel bijvoorbeeld het volume van de afzonderlijke instrumenten van een drumstel (basdrum, snaredrum, hihat) zó in, dat ze samen harmoniëren. Wanneer u nu de volumeregelaar van de sporen groepeert kunt u het totale volume van het drumstel instellen.

Om een regelaar weer uit een controlegroep te verwijderen klikt u er opnieuw met "Ctrl" op. Er kan altijd slechts één controlegroep actief zijn; de vorming van een nieuwe groep wist automatisch een bestaande groep.

Spooreffecten Naast de audio-effecten in het object, kunt u in elk mixerspoor een apart spooreffect-rack met Equalizer, Reverb/Echo en Compressor en andere plug-ins inzetten.

Er is daarnaast een aparte 6-kanaals parametrische equalizer (op pagina 179) per spoor, die u opent met de kleine EQ-knop naast de PAN-regelaars.

De plug-ins worden geladen via de plug-in-slots.

Met de FX-knop opent u het spoor-audio-effect-rack.

Een lichtblauw oplichtende spoor-FX-knop geeft aan dat in het spoor effecten actief zijn.

U kunt spooreffecten ook gebruiken zonder daarvoor de mixer te hoeven openen.

In de spoorbox van de Arranger (op pagina 33) is er ook nog het spoor-FX-menu. Hier vindt u, onderverdeeld naar soort instrument, presets voor spooreffecten (op pagina 154).

Page 228: MusicMaker NL

228

www.magix.nl

Spooreffecten hebben altijd uitwerking op alle audio-objecten van een spoor. In vergelijking met een effect voor elk afzonderlijk object bespaart u zo veel geheugen. De effecten zelf functioneren net zoals bij gebruik van een objecteffect.

Lees voor meer informatie over de functies en de bediening van de afzonderlijke audio-effecten het hoofdstuk Audio-effecten (op pagina 152).

VST- en DirectX audioplug-ins MAGIX Music Maker 2013 Premium ondersteunt VST- en DirectX-audioplug-ins. Dit zijn meestal effectmodules zoals reverb, equalizer etc. Er worden echter ook softwaresynthesizermodules en andere toepassingen als plug-in aangeboden. Dankzij deze gestandaardiseerde interfaces is het mogelijk al deze plug-ins ook in de mixer van MAGIX Music Maker 2013 Premium te gebruiken.

Voor het gebruik van DirectX-plug-ins moet DirectX op uw pc zijn geïnstalleerd – dit hoeft echter vrijwel nooit handmatig te gebeuren. Meestal is DirectX al samen met Windows geïnstalleerd. Als uw computer nog geen, of een verouderde versie van DirectX heeft, vind u op de programma-cd van MAGIX Music Maker 2013 Premium een nieuwe versie!

DirectX-plug-ins moeten natuurlijk ook eerst worden geïnstalleerd – dit werkt per plug-in verschillend.

In het kanaal van de mixer voor het betreffende spoor en in de FX-sporen bevinden zich twee zogenaamde "slots" voor spooreffecten.

Door op het kleine driehoekje te klikken kunt u een effect uit de lijst selecteren. Wanneer u "Geen effect" selecteert, verwijdert u een plug-in uit het slot. Door met de linkermuisknop te klikken kunt u plug-ins tijdelijk deactiveren. Geactiveerde plug-ins zijn lichtblauw. Door met de rechtermuisknop te klikken opent u de instellingendialoog van de plug-in..

FX sporen Onder de plug-in-slots bevinden zich twee FX-zend-regelaars (FX 1 en FX 2).

Deze bepalen, hoe luid het signaal van het spoor naar de beide beschikbare FX-sporen moeten worden geleid.

Een FX-spoor is een compleet extra mixerspoor, dat een compleet spoor-FX-rack en twee plug-in-slots voor het gebruik als zend-effect beschikbaar stelt.

Een zend-effect onderscheidt zich van een normaal in het spoor aanwezige effect (insert) doordat deze het signaal van meerdere sporen of objecten gelijktijdig kan verwerken.

Page 229: MusicMaker NL

Mixer 229

De FX-sporen zijn in de mixer normaal gesproken verborgen, ze worden weergegeven, zodra één van de FX-zendregelaars wordt gebruikt.

In het eerste FX-spoor is standaard de Reverb geactiveerd omdat dit de belangrijkste toepassing voor zendeffecten is.

De volumeregelaar is er om de geluidssterkte van het FX-spoor te regelen en komt overeen met de oude AUX-return-regelaar. De Mute-schakelaar is er om het complete aandeel van de FX aan en uit te schakelen. Met de Solo-schakelaar kan het FX-spoor afzonderlijk worden beluisterd. De piekmeters van de sporen, die naar het FX-spoor zenden worden daarbij grijs weergegeven.

Live-Monitoring Met de REC- knop activeert u de opname voor dit spoor. (zie ook het gedeelte

„Spoorboxen en instrumenten-iconen (op pagina 33)" in het hoofdstuk „Arranger")

Tegelijkertijd wordt voor het spoor de Live-monitoring geactiveerd.

Dat betekent dat in het betreffende mixerkanaal niet meer de audio van de objecten wordt weergegeven maar de audio aan de ingang van de geluidskaart – met alle effecten en zonder vertraging (latentie). Het betreft hier spooreffecten maar ook aux-send-effecten en mastereffecten.

U kunt dus uw zang- of gitaarsignaal al tijdens de opname van de nodige effecten voorzien of live met een compleet arrangement ‘meejammen’. Dit functioneert tijdens opnemen en weergeven, maar niet in stopmodus.

Voor deze monitoring is een ASIO-driver vereist. Professionele geluidskaarten worden met een dergelijk driver geleverd. Voor andere kaarten levert MAGIX daarvoor de MAGIX Low Latency-driver mee die een dergelijke ASIO-driver beschikbaar stelt voor geluidskaarten en onboard-geluidschips die een WDM-driver hebben. Zie voor meer informatie het hoofdstuk: Menu Bestand -instellingen/informatie - afspeelparameters.

De Multi-Max veroorzaakt door zijn werking een hoge latentie en wordt daarom bij Live Monitoring uitgeschakeld.

Page 230: MusicMaker NL

230

www.magix.nl

Masterspoor De FX-knop en de plug-in-slots werken precies zoals in de sporen. De FX-knop roept hiervoor het Master-audio-effect-rack op. Met "Reset" kunnen de volledige mixerinstellingen, inclusief de FX-sporen, in de beginpositie worden teruggezet.

MAGIX Mastering Suite: op deze plaats wordt de MAGIX Mastering Suite (op pagina 179)opgeroepen.

5.1 Surround : met deze knop schakelt u de mixer naar de Surround-modus (op pagina 233).

De beide overgangsregelaars regelen de totale geluidssterkte.

Link-knoppen: wanneer u deze knop deactiveert, kunt u het volume van het rechter- en het linkerkanaal gescheiden instellen.

Page 231: MusicMaker NL

5.1 Surround 231

5.1 Surround MAGIX Music Maker 2013 Premium ondersteunt echte 5.1 Surround-weergave.

Voorwaarden Surround Hiervoor heeft u een geluidskaart of een onboard geluidschip nodig met zes gescheiden uitgangen voor de weergave van de individuele kanalen:

• voor links (L) / rechts (R) • midden (C) / Subbasweergave (Subwoofer) (LFE) • achter links (Ls) / rechts (Rs)

Surround-weergave is mogelijk met alle audiodrivers (zie afspeelinstellingen) (Wave, DirectSound, ASIO).

DirectSound wordt door de meeste standaard geluidskaarten ondersteund. Wave-drivers worden ook door vele standaard geluidskaarten ondersteund. Enkele geluidskaarten (bijv. Soundblaster) vereisen echter DirectSound. Let op: Surround-weergave in 24 bit is vaak niet mogelijk. Kies een 16 bit weergave.

Voor Surroundweergave via ASIO heeft u een 6-kanaals ASIO-driver nodig (bijv. MAGIX Low Latency). Oudere, meerkanaals geluidskaarten die de stereoparen verdelen over verschillende audiodrivers zijn niet geschikt. De weergave van de zes uitgangssignalen vindt bij alle drivers in dezelfde (genormeerde) volgorde plaats:

kanaal 1/2: L- R kanaal 3/4: C - LFE kanaal 5/6: Ls – Rs

Bij gebruik van Wave- of ASIO-drivers moet u normaal gesproken de luidsprekerinstellingen in het configuratiescherm omschakelen naar 5.1-weergave. Start hiervoor het configuratiescherm, ga naar "Geluiden en audio-apparaten" en klik in het veld "Luidsprekerinstellingen" op de knop "Geavanceerd". Kies in het uitklapmenu

"Luidsprekerinstellingen" de optie voor 5.1 Surround.

Bij gebruik van DirectSound kan dit op de meeste systemen vanuit het programma zelf worden ingesteld.

Page 232: MusicMaker NL

232

www.magix.nl

Import en export van Surround-audiobestanden Import U kunt Interleaved 6-kanaals Wave-bestanden en MP3-Surroundbestanden importeren. Deze worden tijdens het laden automatisch naar drie stereo Wave-bestanden geconverteerd waarbij de bijbehorende spoorinstellingen worden geactiveerd (spoor 1: L/R, spoor 2: C/LFE, spoor 3: Ls/Rs).

Export Surroundexport kan in één van de volgende bestandsformaten plaatsvinden:

• Interleaved 6-kanaals Wave-bestanden • MP3-Surroundbestanden • Windows Media-bestanden (Windows Media Audio of als Surroundgeluidsspoor

van een Windows Media-video)

De hierbij aangemaakte bestanden zijn volledig compatibel met normale bestandsformaten, d.w.z. ze worden ook afgespeeld (in normaal stereo) op systemen die geen Surround ondersteunen.

Exporteren kan op de normale manier met de betreffende menuopdracht (bijv. Menu Bestand > Arrangement exporteren > Audio als wav). Er volgt een vraag of er in stereo of als Surround moet worden geëxporteerd.

Mixer in Surroundmodus

Om de Surround-weergave te activeren, opent u de mixer (toets M) en klik op de knop "5.1 Surround" in de master.

Page 233: MusicMaker NL

5.1 Surround 233

In de master worden 6 piekmeters voor de afzonderlijke kanalen getoond. De normale pan-knoppen veranderen in symbolische weergaven van de Surround-editors (zie onder (op pagina 233)), die zich met een klik op die weergave laten openen.

De Surround Sound-editor is ook voor de FX-sporen (op pagina 228) beschikbaar. Daarmee kan b.v. het originele spoor naar de voorste luidsprekers L/R gestuurd worden, maar het FX-spoor met een reverb-effect op de achterste luidsprekers Ls/Rs.

Het mastervolume wordt op alle kanalen toegepast, daarbij beïnvloedt het linker niveau de kanalen L en Ls, het rechter niveau de kanalen R en Rs en het gemiddelde de kanalen C en LFE.

De master-plug-ins worden alleen op de voorste kanalen toegepast!

In master FX-rack en in de MAGIX Mastering Suite is in 5.1 Surround-modus niet het volle palet aan effecten beschikbaar, maar alleen de compressor en de parametrische equalizer (op pagina 179) (uit de Mastering Suite). De instellingen van deze effecten werken op alle zes kanalen tegelijk.

5.1 Surround-editor

In de 5.1 Surround-editor van het mixerspoor kunt u het audiosignaal van het spoor (gesymboliseerd door de twee rode luidsprekers) in de virtuele ruimte plaatsen.

Page 234: MusicMaker NL

234

www.magix.nl

Hiervoor wordt het signaal verdeeld over de 5 (blauwe) luidsprekers, die de individuele geluidskanalen representeren.

Er zijn 6 kanalen:

• L: linksvoor • R: rechtsvoor • C: Center • Ls: linksachter / links surround • Rs: rechtsachter / rechts surround • LFE Subbass-kanaal (Low Frequency Effect)

Het verdelen over de 5 luidsprekers vindt plaats via zogenaamde positiepanning, waarbij een luidspreker een specifiek geluidsbereik bestrijkt (weergegeven door een rode cirkel). Hoe verder de bron van een luidspreker verwijderd is, des te geringer is het aandeel van deze bron in het betreffende luidsprekerkanaal. De posities van de bron en de luidspreker kunnen met de muis worden verplaatst.

Het aandeel subbas (LFE) moet direct in het betreffende waardeveld worden ingesteld. Dit kan ook door met de muis over het getal te slepen.

Er zijn verschillende modi voor de omgang met bronsignalen:

Mono: het stereo bronsignaal wordt als monomateriaal behandeld. Het linker- en rechter kanaal worden samengevoegd en samen gepositioneerd. De oorspronkelijke stereogegevens gaan verloren.

Stereo 1: net als in monomodus worden linker- en rechter kanaal samen verplaatst. Via de linker luidsprekers L en Ls wordt het aandeel van het linker kanaal hoorbaar en via de rechter luidsprekers R en Rs het aandeel van het rechter kanaal. De stereogegevens blijven op deze manier volledig intact.

Stereo 2: linker en rechterkanaal kunnen onafhankelijk van elkaar worden geplaatst. Bij het verplaatsen van de linker bron blijft de afstand tussen de linker- en rechter bron intact. Met ingedrukte Alt-toets kunnen beide bronnen onafhankelijk van elkaar worden verplaatst.

Center / LFE: alleen het linker kanaal wordt geplaatst. Het aandeel LFE wordt uitsluitend uit het linker kanaal afgeleid. Deze modus is alleen van belang bij de import van surroundmateriaal (op pagina 232).

De „breedte“ bepaalt de reikwijdte van de klank van een bron.

Automatisering De panning van de geluidsbron op de luidspreker kan worden geautomatiseerd om beweging in de ruimte te simuleren. Hiervoor moet „automatisering“ worden

Page 235: MusicMaker NL

5.1 Surround 235

geactiveerd. Er zijn twee methodes om automatisering te genereren: opnemen en tekenen.

Om op te nemen moet de geluidsbron bij geactiveerde automatisering tijdens weergave tussen de luidsprekers worden bewogen. Bij het registreren van de automatisering wordt het hokje „Opnemen“ rood gemarkeerd.

Een alternatief voor het opnemen van complexe bewegingen is de tekenfunctie. Bij geactiveerde tekenmodus worden alle bewegingen van de panner die met ingedrukte muisknop worden gemaakt op het tijdinterval tussen begin- en eindmarker overgedragen. Zo tekent u een complete bewegingscurve voor de gewenste tijdsperiode. Met „Initialiseren“ wordt de Surroundautomatisering voor het spoor gewist.

Er vindt geen automatisering plaats van de parameters voor breedte en LFE, van de afstand tussen linker- en rechter bron in de modus „Stereo 2“ en de posities van de luidsprekers.

Page 236: MusicMaker NL

236

www.magix.nl

Integratie van andere programma's - synchronisatie en Rewire MAGIX Music Maker 2013 Premium maakt het mogelijk andere programma's of externe MIDI-hardware (b.v. Grooveboxen, hardware sequencers) met MIDI-synchronisatie op afstand aan te sturen of door deze programma's aangestuurd te worden. Synchronisatie betekent, dat beide betrokken componenten bij het afspelen steeds exact hetzelfde tempo gebruiken en zich op dezelfde positie in de tijd bevinden.

Door middel van de Rewire-technologie is het mogelijk geschikte programma's als Propellerhead Reason of Ableton Live in MAGIX Music Maker 2013 Premium als een software-synthesizer als MIDI-object te spelen.

Synchronisatie Soms is MAGIX Music Maker 2013 Premium aleen niet genoeg! Een vriend heeft zijn groovebox bij zich en wil spontaan meejammen...

Wanneer twee software- of hardware sequencers (apparaten als grooveboxen, of keyboards) samen muziek moeten afspelen, is het belangrijk ze te synchroniseren.

Waarom is dat nodig? Men moet al zeer handig zijn, om bij beide programma's of apparaten precies tegelijk op Weergave te drukken, en daarbij komt nog eventuele startvertraging. Maar zodra aan een kant handmatig vooruit wordt gespoeld of kort wordt gepauzeerd, is de chaos compleet.

Ook wanneer de weergave aanvankelijk tegelijk ("synchroon") gestart wordt, kunnen de sequencers in de loop van de tijd "uit de maat" gaan lopen. Want ook wanneer aan allebei de kanten hetzelfde tempo is ingesteld, zal dit nooit 100% hetzelfde zijn. Software-sequencers gebruiken voor het vastleggen van het tempo namelijk een tijdbasis die wordt afgeleid uit de samplerate van de geluidskaart. Deze heeft weliswaar theoretisch een vast gedefinieerde waarde, b.v. 44100 Hz, maar in de praktijk kan deze waarde afwijken, zodat het werkelijke tempo een klein beetje sneller of langzamer kan zijn dan is aangegeven.

Synchronisatie betekent dus dat een van de beide kanten steeds exacte informatie over de exacte tijdpositie van de andere kant ontvangt en zijn eigen positie en tempo corrigeert, zodat die steeds overeenstemmen. Hierbij inbegrepen zijn alle transpotfuncties, zoals start, stop, of een sprong naar een bepaalde tijdpositie.

De kant die de informatie voor de synchronisatie verstuurt wordt Master ("meester") genoemd, en de kant die deze informatie ontvangt en zich daaraan aanpast, Slave ("slaaf").

Page 237: MusicMaker NL

Integratie van andere programma's - synchronisatie en Rewire 237

Voor synchronisatie is een normale MIDI-verbinding vereist, dat wil zeggen dat, al naar gelang de te vervullen rol, u een MIDI-uitgang (MIDI Out) van de computer met de MIDI-ingang (MIDI In) van de andere computer of het andere apparaat verbindt voor Master-synchronisatie en omgekeerd de MIDI-ingang van de computer met de uitgang van de andere computer voor Slave-sychronisatie. U activeert de synchronisatie in de dialoog "Arrangementinstellingen" (sneltoets: E) in het tabblad "Synchronisatie".

Synchronisatieinstellingen

Synchronisatie ontvangen (slave): slave-synchronisatie actief. MAGIX Music Maker 2013 Premium volgt het tempo en de transportbesturing van het externe apparaat/programma.

Apparaat: hier moet de driver voor de MIDI-ingang worden geselecteerd worden, via welke MAGIX Music Maker 2013 Premium MIDI-tijdcodes moet ontvangen.

Framerate: de framerate bij Master en Slave moeten overeenstemmen. Bij synchronisatie met videoprogramma's/videohardware komt de framerate overeen met een bepaald videoformaat, b.v. 24 voor bioscoopfilm, 25 voor PAL-video en audiosynchronisation, 29.97 drop/non drop of 30 voor NTSC-video.

Preroll-frames: hier kan een aantal frames worden ingevoerd, die MAGIX Music Maker 2013 Premium negeert voordat de synchronisatie start. Daardoor kan er rekening mee worden gehouden dat analoge apparaten soms een bepaalde tijd nodig hebben om de juiste snelheid te bereiken. Deze tijd kan men door middel van Preroll-frames overslaan, zodat MAGIX Music Maker 2013 Premium niet op een ongeldige tijd synchroniseert.

Synchronisatie sturen (Master): Master-synchronisatie actief. Het externe apparaat/programma volgt het tempo en de transportbesturing van MAGIX Music Maker 2013 Premium.

Page 238: MusicMaker NL

238

www.magix.nl

Start-Offset (ms/SMPTE): hier kan een tijdswaarde in milliseconden of SMPTE-Frames (Minuten:Seconden:Frames) worden aangegeven, die van de ontvangen tijdcode wordt afgetrokken, voordat de tijd gebruikt wordt voor de synchronisatie. Met een offset van 60:0:00 (1 uur) kunt u bijvoorbeeld een videoband synchroniseren waarvan de SMPTE-tijdcode 1 uur start, MAGIX Music Maker 2013 Premium start aan het begin van de band toch bij 0. Omgekeerd wordt bij het versturen van de tijdcode deze waarde op de actuele positie opgeslagen.

Correctiefactor: normaal hoeft u deze waarde niet te veranderen, deze moet altijd op 1 blijven staan. In zeldzame gevallen kan de synchronisatie van MIDI en audio bij lange arrangementen "uit elkaar lopen". U kunt dan snelheid van de MIDI-weergave versnellen door deze factor een klein beetje te verhogen (tot b.v. 1,000001).

Rewire U kunt in MAGIX Music Maker 2013 Premium client-applicaties met Rewire-mogelijkheden (zoals bijv. Propellerheads Reason) als klankgenerator toevoegen.

Activeer de Rewire-functie in de arrangementsinstellingen (toets E) in het tabblad "Synchronisatie".

Daarna kunnen geïnstalleerde Rewire-toepassingen als instrument worden geladen naar een spoor geladen worden. Alle Rewire-client-toepassingen verschijnen als zelfstandige sectie in het keuzemenu voor software-instrumenten in de spoorbox en in de MIDI-editor en worden geladen als een software-instrument (VSTi).

Sommige client-applicaties kunnen automatisch door een rechtsklik op de naam in het keuzemenu worden gestart, net zoals u bij VST-instrumenten het plug-in-venster met een rechtsklik kunt openen. Rewire-clients die het direct openen van de client-applicatie door de host-toepassing (MAGIX Music Maker 2013 Premium)niet ondersteunen moet u handmatig starten. Hiervoor start u zoals normaal uw client-toepassing, deze detecteert dan automatisch een host en start in een speciale client-modus. De client-applicatie moet altijd worden gestart ná MAGIX Music Maker 2013 Premium en vóór het afsluiten van MAGIX Music Maker 2013 Premium weer worden afgesloten!

U kunt de Rewire-toepassing dan als een software-instrument via MIDI aansturen. De client-toepassing loopt, start en stopt daarnaast synchroon met de tijdpositie van MAGIX Music Maker 2013 Premium, zodat u ook de sequencer van de client-toepassing kunt gebruiken.

Het "Klassieke" MIDI-kanaal van MIDI-noten en -events speelt bij Rewire geen rol, het Rewire MIDI-bussysteem vervangt dit. MAGIX Music Maker 2013 Premium verstuurt alleen naar een Rewire MIDI-bus en ondersteunt aan de uitgang alleen de Rewire-master, niet het Rewire MIDI-bussysteem. Rewire-clients kunt u daardoor niet multi-timbraal gebruiken.

Page 239: MusicMaker NL

Arrangement verder gebruiken 239

Arrangement verder gebruiken

Exportassistent Via het menu "Bestand" > "Export" > "Gebruikelijke exportopties" opent u de exportassistent..

Hierin vindt u verschillende mogelijkheden om uw arrangement in verschillende formats te exporteren, op cd te branden of op verschillende platforms op internet te publiceren.

Als mp3 exporteren: deze keuze exporteert het arrangement in het veelgebruikte mp3-format voor gebruik op internet of mobiele apparaten (mp3-speler, telefoon, etc.). Voor details bij de exportdialoog leest u het hoofdstuk "Menu Bestand", sectie "Export" (op pagina 247).

Page 240: MusicMaker NL

240

www.magix.nl

Als audio-cd branden: deze keuze exporteert het arrangement in de best mogelijke kwaliteit en opent een extra programma voor het branden als audio-cd. Het biedt ook de mogelijkheid om het gehele arrangement met alle bijbehorende bestanden op cd of dvd op te slaan. Zie "Audio-cd branden" (op pagina 245).

Naar MAGIX Online Album laden: het arrangement wordt naar MAGIX Online Album geüpload. Van daar kunt u het toegankelijk maken voor vrienden en bekenden. De Online-speler van MAGIX Online Album kunt u ook op andere websites integreren. Verdere informatie over MAGIX Online Album vindt u in het hoofdstuk "Menu Bestand". (op pagina 256)

Op Facebook publiceren: daarmee kunt u het arrangement direct naar uw profiel bij Facebook doorsturen. Het verschijnt dan als entry op uw prikbord.

Op YouTube publiceren: met deze keuze publiceert u uw arrangement als muziekvideo op YouTube. Over het gebruik van video's in MAGIX Music Maker 2013 Premium leest u in het hoofdstuk Video- en foto-objecten (op pagina 211). Meer info over exporteren naar YouTube vindt u in de sectie "Exporteren naar YouTube" (op pagina 244) in dit hoofdstuk.

Op SoundCloud publiceren: daarmee wordt het arrangement naar SoundCloud geüpload. Meer info voor deze innovatieve muzikale omgeving vindt u in het hoofdstuk "SoundCloud" (op pagina 245).

Per e-mail versturen: het arrangement wordt geconverteerd naar het Windows Media-format en als attachment toegevoegd aan een nieuwe e-mail. Daarvoor moet een e-mailprogramma (bv. Outlook Express) geïnstalleerd en ingericht zijn.

Let op: wanneer u alleen e-mail via een browser heeft, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt wel per e-mail anderen uitnodigen om uw naar MAGIX Online Album of YouTube geüploade songs te beluisteren. Daarvoor gebruikt u de functie van de betreffende website (bij MAGIX is het de MAGIX Online Media Manager).

Export als e-mailattachment Via het menu "Delen" -> "Online publiceren" wordt met de optie "Arrangement als e-mail versturen" een bestand in het Windows Media-formaat gemaakt. Tegelijkertijd wordt uw e-mailprogramma geactiveerd en wordt het gemaakte bestand als attachment aan een geopend bericht toegevoegd. U kunt een attachment dus ook zonder tussenstappen comprimeren en direct per e-mail versturen.

Export als ringtone U kunt met MAGIX Music Maker 2013 Premium ook eigen ringtone-melodieën produceren. Nadat het geluid klaar is exporteert u het arrangement met de optie "Audio als Wave/ADPCM" of "Audio als mp3" in het menu "Bestand" > "Export".

Page 241: MusicMaker NL

Arrangement verder gebruiken 241

Welk format u exact nodig heeft hangt af van de afspeelmogelijkheden van uw mobiele telefoon.

Voor hulp bij de audio-exportdialoog en de instellingsdialogen van de verschillende exportformats kunt u het hoofdstuk "Menu Bestand" nalezen.

Aanwijzingen voor het maken van ringtones Audiomateriaal: bedenk bij het maken van een ringtone dat de luidspreker van een mobiele telefoon lage tonen (bas) nauwelijks kan weergeven. Hoge tonen worden bovendien in een rumoerige omgeving beter waargenomen. Als uw ringtone MIDI-objecten bevat, moet u voor de betreffende sporen in het arrangement geschikte VST-instrumenten activeren, zodat ook de MIDI-gegevens in uw ringtone te horen zijn.

Sommige producenten bieden VST-effecten aan waarmee de luidsprekerklank van een mobiele telefoon kan worden gesimuleert.

Lengte: ringtones hebben normaliter een lengte van vijf tot zestig seconden. U kunt met MAGIX Music Maker 2013 Premium ook langere ringtones maken; maar houd er rekening mee dat uw mobiele telefoon dan wel voldoende geheugenruimte voor lange ringtones moet hebben.

Bestandsindeling: kies in de exportdialoog allereerst een voor uw mobiele telefoon geschikte indeling. Als er meerdere indelingen mogelijk zijn, verschillen deze in audiokwaliteit. In het algemeen geldt dat een hogere audiokwaliteit ook grotere bestanden oplevert. Als uw mobiele telefoon geen stereo ondersteunt, kiest u de exportoptie Mono, waardoor de benodigde geheugenruimte voor de ringtone meestal wordt gehalveerd. In de exportdialoog wordt de bestandsgrootte weergegeven van het bestand dat met de actieve instellingen zal worden aangemaakt.

Verzenden van de ringtone naar uw mobiele telefoon: afhankelijk van het type mobiele telefoon en de bijgeleverde accessoires zijn er verschillende mogelijkheden om de ringtone naar uw mobiele telefoon te verzenden:

1. draadloos per infrorood (IrDA) of Bluetooth-verbinding, 2. met een datakabel en eventueel door de producent geleverde

transmissiesoftware, of 3. via WAP of MMS-transmissie.

Overdracht met Bluetooth

Let op: de hier beschreven werkwijze stemt overeen met die van Windows XP met service Pack 2. Per Bluetooth-stuurprogramma en besturingssysteemversie kunnen dialogen anders worden weergegeven of varieert de volgorde (van bijv. de verstrekking van wachtwoorden) bij de overdracht naar uw mobieltje. In de regel wijkt de procedure bij gebruik van andere stuurprogramma's nauwelijks af. Lees hiervoor aub de hulp of

Page 242: MusicMaker NL

242

www.magix.nl

het betreffende gedeelte in het handboek van uw besturingssysteem en uw Bluetooth-adapter.

• Wanneer u een Bluetooth-apparaat bezit, kunt u de film direct naar het apparaat exporteren. Hiervoor moeten uw apparaat en uw computer over een Bluetooth-interface beschikken. Wanneer uw systeem over een Bluetooth-apparaat beschikt, kunt u de optie "Overdracht met Bluetooth" activeren.

• Na het omzetten van de film in het gewenste formaat verschijnt de assistent voor de dataoverdracht met Bluetooth.

• Bij de eerste keer dat u met Bluetooth data naar uw apparaat verzendt, moet u in de dialoog uw apparaat als ontvanger instellen, door op de knop "Zoeken..." te klikken en dan uw apparaat uit te kiezen. Welke naam uw apparaat in het Bluetooth-netwerk heeft, wordt in het apparaat in de Bluetooth-instellingen bepaald. Lees hiervoor a.u.b. het handboek van uw apparaat. Selecteer uw apparaat en bevestig uw keuze met "OK".

• Voer nu nog een wachtwoord in dat u later ook in het apparaat moet bevestigen en klik in de assistent op de knop "Verder". Omdat u verbindingen tussen meerdere Bluetooth-apparaten kunt opbouwen is het wachtwoord, behalve voor de veiligheid, tevens nuttig voor de identificatie.

Bij sommige Bluetooth-stuurprogramma's kan de volgorde ook omgekeerd zijn, d.w.z. dat op het apparaat naar een wachtwoord wordt gevraagd dat u later op de computer moet bevestigen. Het is daarbij belangrijk dat u beide keren hetzelfde wachtwoord invoert.

• U wordt onder omstandigheden nogmaals gevraagd de bestandsnaam en pad van de film weer te geven. In dit geval wordt het aangeraden bij de export van het bestand een map te gebruiken die u snel weer terugvindt (bv. "...Eigen bestanden\Eigen video's")

• Klik op "Bladeren"., ga naar de ingestelde map en selecteer met een dubbelklik uw videobestand. Klik nu in de assistent op "Verder".

• Vervolgens moet u eventueel op het apparaat de ontvangst van bestanden activeren en in sommige gevallen het wachtwoord nogmaals invoeren. Hierna begint meteen de overdracht van uw videobestand.

• Wanneer de overdracht succesvol is afgesloten, verschijnt er op uw apparaat het symbool voor ontvangen bestanden of een nieuw bericht. Lees het betreffende gedeelte in het handboek van uw apparaat, om te ervaren hoe u de videofilm kunt opslaan en afspelen.

Let op: het wordt aanbevolen, Bluetooth op uw apparaat alléén te activeren wanneer u de functie ook werkelijk nodig heeft, bijv. om bestanden over te dragen. Nadat de overdracht is afgesloten, kunt u Bluetooth weer deactiveren omdat een constant geactiveerde Bluetooth een veiligheidsrisico voor uw mobieltje kan betekenen.

Page 243: MusicMaker NL

Arrangement verder gebruiken 243

Overdracht met infrarood Bij apparaten met infrarood-interfaces functioneert de overdracht van films bijna hetzelfde als via Bluetooth. Hiervoor heeft u, zowel op de pc als op uw mobiele telefoon, een infrarood-interface nodig. Veel laptops beschikken standaard over zo'n infrarood-(IrDA)interface.

• Voor het openen van de export moet er tussen de computer en het apparaat een actieve infraroodverbinding zijn. Activeer dus eerst op uw apparaat de infrarood-interface en zorg zo voor een verbinding met de computer. U kunt het bestaan van een verbinding in de taaklijst controleren door een betreffend symbool te zoeken. Meer informatie hierover vindt u in de Windows-hulp onder het trefwoord "Draadloze verbinding".

Let op: sommige apparaten deactiveren na een bepaalde tijd de infrarood-interface als er geen gegevens worden uitgewisseld. In dit geval kunt u de geëxporteerde film in de Mediapool opnieuw opzoeken, de infrarood-interface van uw apparaat opnieuw activeren, het contextmenu van het betreffende bestand openen en via de entry "Overdragen" de video opnieuw naar het apparaat versturen.

• Open de exportdialoog met de knop "Export" en selecteer onder "Na export overdragen" de optie "Met infrarood overdragen" en bevestig dit met "OK". Er verschijnt nu een venster, die u over de actuele stand van de overdacht informeert.

• Wanneer de overdracht succesvol is afgesloten, verschijnt er op uw apparaat het symbool voor ontvangen bestanden of een nieuw bericht. Lees het betreffende gedeelte in het handboek van uw apparaat, om te ervaren hoe u de videofilm kunt opslaan en afspelen.

Online publicatie Met de menu-onderdelen bij "Delen" > "Online publiceren" of via de exportassistent kan de complete song naar verschillende webcommunity's worden geüpload.

Export naar Facebook U kunt uw arrangement vanuit MAGIX Music Maker 2013 Premium direct naar Facebook uploaden.

Dit bevel opent een dialoog, waarin u de naam van het arrangement (vooringesteld is de naam zoals die in MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt weergegeven), een beschrijving, zoekwoorden (zog. tags) kunt opgeven. Na de bevestiging van deze gegevens met "OK" wordt het arrangement geëxporteerd en naar Facebook geüpload. Om verbinding te krijgen en voor de overdracht moet u uw Facebook-inlog-gegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) invoeren. Als u nog niet bij Facebook bent aangemeld, open dan vooraf uw browser en meld u bij Facebook aan.

Page 244: MusicMaker NL

244

www.magix.nl

Na een succesvolle upload wordt de browser geopend met de infopagina van uw video, zodat u de ingevoerde gegevens nogmaals kunt controleren. Als alles in orde is, kunt u de pagina verlaten waarna de nieuwe video in de lijst van uw eigen video's komt te staan.

Exporteren naar YouTube U kunt uw arrangement vanuit MAGIX Music Maker 2013 Premium direct naar YouTube uploaden.

Deze functie vindt u in het menu "Bestand" > "Export" > "Naar YouTube uploaden".

Dit bevel opent een dialoog, waarin u de naam van het arrangement (vooringesteld is de naam zoals die in MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt weergegeven), een beschrijving, zoekwoorden (zog. tags) en de categorie voor de video kunt opgeven. Na de bevestiging van deze gegevens met "OK" wordt het arrangement geëxporteerd en naar YouTube geüpload. Om verbinding te krijgen en voor de overdracht moet u uw YouTube-inlog-gegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) invoeren. Als u nog niet bij YouTube bent aangemeld, open dan vooraf uw browser en meld u bij YouTube aan.

Na een succesvolle upload wordt de browser geopend met de infopagina van uw video, zodat u de ingevoerde gegevens nogmaals kunt controleren. Als alles in orde is, kunt u de pagina verlaten waarna de nieuwe video in de lijst van uw eigen video's komt te staan. Na een tijdje wordt de video door YouTube online gezet en kan deze wereldwijd worden aanschouwd.

Titelsjablonen voor YouTube Als uw arangement geen juiste video bevat, kunt u de YouTube-video toch van een mooi stilstaand beeld voorzien.

In de Mediapool, instelling "Sjablonen" vindt u bij "Titel" een submap "YouTube". Deze bevat speciale titelsjablonen voor gebruik van YouTube-video's. De sjablonen zijn neutraal vormgegeven, maar ook in de stijl van de Soundpools (HipHop, Rock etc.) en bevatten standaardteksten voor artiest, titel, album en commentaar. Bovendien worden ze bij het laden automatisch over de totale lengte van het arrangement aangemaakt.

Page 245: MusicMaker NL

Arrangement verder gebruiken 245

Song naar Soundcloud uploaden Soundcloud is een community die zich specifiek op musici richt. In de gratis versie kunt u gebruik maken van 120 min opslagruimte voor eigen songs. Elke song kan als player-widget in andere websites integreren, met de widget is het zelfs mogelijk commentaar op de tijdlijn van de song toe te voegen en optioneel de download van song als origineel.

Bij bestaande internetverbinding ziet u hier de Soundcloud-player

Voor meer informatie over de mogelijkheden van de Soundcloud-community en de verschillende premium-accounts kunt u terecht op www.soundcloud.com

De voertaal van de website is Engels.

Verder bewerken U heeft de mogelijkheid uw arrangement direct naar andere MAGIX programma's voor verdere bewerking en gebruik door te sturen. In het menu "Delen" vindt u de toepassingen die in Music Maker mogelijk zijn.

MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt u de mogelijkheid uw arrangement

• in foto- of videoshows als achtergrondmuziek te gebruiken • van een reeds bestaande muziekverzameling, in MAGIX MP3 deluxe 17, toe te

voegen • met een externe editor zoals MAGIX Audio Cleaning Lab 17 deluxe te bewerken

Let op: voor het gebruik van deze functie moet het betreffende MAGIX programma geïnstalleerd zijn. Is dit niet het geval, dan staan eventueel niet alle mogelijkheden ter beschikking. Welk programma voor de betreffende optie nodig is, leest u in het hoofdstuk Menu Delen (op pagina 284).

Audio-CD branden Om een audio-cd te branden exporteert u het arrangement als WAV-bestand met de functie Arrangement exporteren > Audio als WAV in het menu Bewerken. De hiermee aangemaakte audiobestanden kunnen met een willekeurig brandprogramma als audio-cd worden gebrand.

U vindt hiervoor het geïntegreerde brandprogramma MAGIX Speed burnR.

U kunt het arrangement met behulp van de optie „Arrangement op audio-cd(rm) branden” in het menu Bestand direct op een audio-cd branden. Ook kunt u het programma MAGIX Speed burnR rechtstreeks openen met behulp van Verkenner.

Page 246: MusicMaker NL

246

www.magix.nl

Menu Bestand

Nieuw arrangement Met dit commando wordt een nieuw MAGIX Music Maker 2013 Premium-arrangement gecreëerd. U kunt sampleuit de bestandslijst aan de rand van het scherm naar dit nieuwe arrangement slepen.

Toets: Ctrl + N

Arrangement laden Met dit commando wordt een eerder opgeslagen arrangement van MAGIX Music Maker 2013 Premium geladen. Let er op, dat daarvoor ook de objectbestanden beschikbaar moeten zijn. MAGIX Music Maker 2013 Premium zoekt de gebruikte geluiden en video’s eerst in het pad waar deze zich bij het opslaan van het arrangement bevonden. Indien deze daar niet worden gevonden, zoekt MAGIX Music Maker 2013 Premium de objecten in dezelfde directory als het arrangement zelf.

Toets: Ctrl + O

Arrangement opslaan Het arrangement wordt onder de eerder opgegeven naam opgeslagen. Indien u nog geen naam heeft gekozen verschijnt er een dialoogbox waar u het pad en de naam kunt invoeren.

Toets: Ctrl + S

Arrangement opslaan als... Er verschijnt een dialoog waar u het pad en de naam waaronder u het arrangement wilt opslaan kunt vastleggen.

Sneltoets: Ctrl + Shift + S

Import Tracks van audio-cd importeren U kunt één of meerdere cd-tracks als een gewoon bestand eenvoudig met drag & drop vanuit de Mediapool importeren. Indien het op deze eenvoudige wijze niet lukt, kunt u met dit menucommando de cd-Manager openen, waar u tracks van audio-cd's kunt selecteren en compleet naar het arrangement kunt laden. Meer informatie

Page 247: MusicMaker NL

Menu Bestand 247

hierover leest u in het gedeelte "Audio-cd inlezen (op pagina 64)" in het hoofdstuk "Audio-objecten".

Sneltoets: C

Audio-opname Zie Audio-opname (op pagina 61).

Sneltoets: R

Video-opname Zie Video-opname (op pagina 216).

Sneltoets: G

Export Gebruikelijke exportopties Hier vindt u een snelle selectie van de meest gebruikte exportmogelijkheden.

Lees daarvoor ook het gedeelte Exportassistent (op pagina 239).

Sneltoets: X

Audio op cd-r(w) branden Met deze optie wordt het arrangement als WAV-bestand geëxporteerd en in het extra programma MAGIX Music Editor geladen. Van daaruit kan het op een audio-cd worden gebrand.

Sneltoets: Shift + C

Page 248: MusicMaker NL

248

www.magix.nl

Dialoog Audio-export

Bestand

Onder "Bestand" kunt u de bestandsnamen voor uw geëxporteerde bestand aangeven.

Met het mapsymbool selecteert u de map waarnaar moet worden geëxporteert. De dialoog onthoudt het exportpad voor toekomstige exporten.

Met het huissymbool zet u het exportpad weer terug naar het preset (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Directory's" op pagina 267) pad.

Met "Bestand zonder waarschuwing overschrijven" kunt u meerdere exporten naar telkens hetzelfde bestand uitvoeren.

Opties

Alleen het gedeelte tussen de begin- en eindmarker exporteren: gebruik deze optie, wanneer u slechts een gedeelte van het het arrangement wilt exporteren.

Bitrate: de keuze bij "Bitrate" bepaalt de sterkte van de compressie: hoe hoger de bitrate, des te hoger wordt de kwaliteit van het te exporteren audiobestand. Aan de

Page 249: MusicMaker NL

Menu Bestand 249

andere kant bepaalt de bitrate ook de bestandsgrootte: hoe kleiner de bitrate, des te kleiner het bestand.

Geavanceerd: hier opent u de geavanceerde instellingendialoog voor het betreffende audioformaat (zie onder).

Mono: de meeste mobiele apparaten hebben maar één luidspreker. Om ruimte te besparen, kunt u hierom ook in mono exporteren.

Normaliseren: deze functie moet eigenlijk altijd worden geactiveerd. Het garandeert namelijk dat de muziek niet te luid/overstuurd of te zacht wordt afgespeeld.

Overdrachtsmanier

Hier kunt u aangeven of u het geëxporteerde arrangement per Bluetooth, infrarood of e-mail naar mobiele apparatuur wilt zenden. Lees voor meer informatie het gedeelte Arrangement exporteren in het hoofdstuk "Objecten arrangeren".

Audio als Wave/ADPCM Wave Het audiomateriaal wordt als standaard Wave-bestand geëxporteerd. Dit is het gebruikelijke formaat voor verder gebruik op een Windows-pc. Deze bestanden zijn niet gecomprimeerd en bevatten de volledige klankkwaliteit.

Compressie (IMA ADPCM): deze optie comprimeert het Wave-bestand in ADPCM-formaat. Dit formaat is voor de weergave van Wave-bestanden op Handy's vereist. Veel mobiele telefoons hebben bovendien nog een kleine samplerate nodig. (meestal 16000 Hz).

Let op: u kunt ook afzonderlijke sporen exporteren. Hiervoor schakelt u de ongewenste sporen met behulp van de knop "mute" uit. De functie exporteert dan alleen die sporen die nog actief zijn.

Sneltoets: Shift + W

Audio als mp3 MAGIX Music Maker 2013 Premium levert een mp3-encoder voor bijzonder snelle en goed klinkende conversies naar het populaire mp3-formaat.

Let op: de mp3-encoder is niet bruikbaar als codec voor het geluidsspoor van AVI-audio!

Overdrachtswijze

Hier bepaalt u hoe een audiobestand naar het mobiele apparaat wordt verzonden. Lees hier meer over in Bestanden overdragen (op pagina 240).

Page 250: MusicMaker NL

250

www.magix.nl

Opties

In het gedeelte "Opties" kunt u het formaat en de compressierate voor het audiobestand instellen.

Bitrate: de keuze bij "Bitrate" bepaalt de sterkte van de compressie: hoe hoger de bitrate, des te hoger wordt de kwaliteit van het te exporteren audiobestand. Aan de andere kant bepaalt de bitrate ook de bestandsgrootte: hoe kleiner de bitrate, des te kleiner het bestand.

Mono/Stereo/5.1 Surround: de meeste mobiele apparaten hebben maar één luidspreker. Om ruimte te besparen kunt u daarom ook in mono exporteren. In de 5.1 Surround-modus (zie Mixer in de Surround-modus (op pagina 232)) kunt u ook in mp3-Surround exporteren.

Let op: voordat u de mp3-encoder voor mp3-Surround kunt gebruiken, moet u deze eerst activeren. Aan deze activering zijn kosten verbonden! Meer hierover leest u in hoofdstuk in menu Hulp > Extra functies activeren (op pagina 287).

Normaliseren: deze functie moet eigenlijk altijd worden geactiveerd. Het garandeert namelijk dat de muziek niet te luid/overstuurd of te zacht wordt afgespeeld.

Sneltoets: Shift + M

Audio als OGG Vorbis Ogg Vorbis is een licentievrije "open source" audiocodec met zeer goede klankeigenschappen bij een verhoudingsgewijs kleine bestandsgrootte (net als MP3).

In de instellingen onder "Geavanceerd..." kunt u nog tussen drie verschillende encoder-modi kiezen en de bitrate of kwaliteit instellen. Constante bitrate biedt streamingmogelijkheden en maximale compatibiliteit, met variabele bitrate is een beter geluidskwaliteit bij dezelfde bestandsgrootte mogelijk.

Sneltoets: Shift + O

Audio als Windows Media Audio Exporteert het arrangement in het bestandsformaat Windows Media Audio. U vindt meer informatie over de geavanceerde instellingen bij Windows Media-Video-export (op pagina 254).

Sneltoets: Shift + E

Audio als AIFF Het audiomateriaal wordt als AIFF-bestand geëxporteerd. Dit is het gebruikelijke formaat voor Apple™-computers.

Sneltoets: Shift + I

Page 251: MusicMaker NL

Menu Bestand 251

Audio als FLAC FLAC is de afkorting voor "Free Lossless Audio Codec" (gratis verliesvrije audiocodec). Dit is een gratis opslagformaat, waarmee u uw audiobestanden tot ongeveer 50 % van de originele grootte kunt comprimeren. In tegenstelling tot bij compressies als MP3 of OGG blijft hierbij de volledige geluidskwaliteit behouden.

Sneltoets: Shift + F

Audiosporen afzonderlijk als Wave Opent de WAV-exportdialoog met geactiveerde "Sporen afzonderlijk exporteren". Door te klikken op OK wordt elk spoor afzonderlijk in de aangegeven exportmap opgeslagen.

Sneltoets: Shift + U

Dialoog Video-export

U kunt uw arrangement in verschillende videoformaten exporteren. Per geselecteerd formaat kunnen de aangeboden opties variëren.

Page 252: MusicMaker NL

252

www.magix.nl

Presets: presets zijn hier typerende instellingen van het geselecteerde formaat voor de belangrijkste toepassingen.

Met de knop "Opslaan" kunt u eigen instellingen opslaan, met de knop "Wissen" verwijdert u ze weer uit de lijst.

Exportinstellingen: hier worden de algemene exportparameters zoals resolutie, beeldverhouding en framerate ingesteld. U kunt de meest gangbare waarden uit een lijst selecteren, voor eigen waarden klikt u op "...". De specifieke instellingen voor het geselecteerde videoformaat bereikt u via de knop "Geavanceerd" (zie onder).

Onder "Bestand" kunt u de bestandsnamen voor uw geëxporteerde bestand aangeven.

Met het mapsymbool selecteert u de map waarnaar moet worden geëxporteert. De dialoog onthoudt het exportpad voor toekomstige exporten.

Met het huissymbool zet u het exportpad weer terug naar het preset (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Directory's" op pagina 267) pad.

Met "Bestand zonder waarschuwing overschrijven" kunt u meerdere exporten naar telkens hetzelfde bestand uitvoeren.

Opties

Computer na succesvolle export uitzetten: met deze optie schakelt de computer zich na bijvoorbeeld een langdurig exportproces automatisch uit.

Alleen het gedeelte tussen de begin- en eindmarker exporteren: gebruik deze optie, wanneer u slechts een gedeelte van het het arrangement wilt exporteren.

Na de export uitvoeren:Hier kunt u aangeven of u het geëxporteerde arrangement per Bluetooth, infrarood of e-mail naar mobiele apparatuur wilt zenden. Lees voor meer informatie het gedeelte Arrangement exporteren in het hoofdstuk "Objecten arrangeren".

Video als AVI Bij een export als AVI-videobestand kunt u naast de grootte en de framerate voor de te maken video, ook de compressie-codecs voor audio (audio-compressie) en video (codec) vastleggen en configureren. Let ook op de algemene informatie over AVI-video's (op pagina 219, op pagina 252) in het PDF-handboek.

Sneltoets: Shift + A

Algemene aanwijzingen over AVI video's De AVI-indeling (Audio Video Interleaved) is eigenlijk geen ‘echte’ indeling! Het gaat hierbij om een zogenaamde ‘container’, waarbij alleen algemene conventies worden vastgelegd, over hoe audio- en videogegevens aan een programma worden doorgegeven. De exacte gegevensindeling wordt door de codec (coder/decoder)

Page 253: MusicMaker NL

Menu Bestand 253

bepaald. Een codec comprimeert audio/videogegevens in een eigen indeling, waarmee alleen de betreffende codec zelf kan werken. Tijdens het afspelen worden de gegevens weer gedecodeerd.

Dit betekent concreet dat een AVI-bestand dat op een specifieke computer is aangemaakt alleen op een andere computer kan worden afgespeeld als hierop dezelfde codec is geïnstalleerd.

Veel codecs (bijv. Intel Indeo Video) zijn inmiddels bestanddeel van de Windows installatie maar andere, zoals de populaire DivX codec zijn dat niet! Als u dus een AVI met een dergelijke codec aanmaakt, zorg er dan voor dat deze codec ook op de computer is geïnstalleerd waar de video op moet worden afgespeeld! Het best kunt u het codec-installatieprogramma naar uw exportdirectory kopiëren en dit altijd mee branden, als u een videodisk (MediaManager-disk) maakt die op een computer moet worden afgespeeld.

Bij oudere videomontagekaarten kunnen sommige codecs problemen opleveren, als ze alleen samenwerken met de hardware van de betreffende kaarten. Dergelijke AVI’s kunnen alleen worden afgespeeld op de computer waarop ze zijn gemaakt. Vermijd, indien mogelijk, het gebruik van dergelijke codecs!

Video als MAGIX Video Exporteert het project in MAGIX videoformaat.

Dit formaat wordt door MAGIX Music Maker 2013 Premium voor de video-opname gebruikt en is geoptimaliseerd voor digitale videomontage met hoog kwalitatief materiaal.

Sneltoets: Shift + X

Video als Quicktime Movie Exporteert de film in het Quicktime Movie-formaat. Dit formaat maakt een streaming-weergave van audio- en videomateriaal via internet mogelijk.

Zoals bij Real Media-export kunnen ook de voor Quicktime-export geldende instellingen voor videogrootte, framerate en de codec worden gedefinieerd. Er is echter in de exportdialoog geen mogelijkheid om commentaren e.d. aan de video toe te voegen.

Let op: voor de import van Quicktime-bestanden (*.mov) moet u de Quicktime-bibliotheek installeren.

Sneltoets: Shift + Q

Page 254: MusicMaker NL

254

www.magix.nl

Video als Windows Media Exporteert het arrangement in het Windows media-formaat. Dat is een universeel audio/video-formaat van Microsoft. Overeenkomstig complex zijn de instelmogelijkheden in de "Geavanceerd..."-dialoog.

Handmatige configuratie Audio/videocodec: er zijn even zoveel verschillende codecs als verschillende Windows Media versies (7,8,9) mogelijk. Bij weergave-compabiliteitsproblemen kunt u vaak gewoon een oudere codec met een lager versie-nummer proberen.

Bitrate-modus: er zijn constante en variabele bitrates mogelijk, voor de meeste apparaten en stream-toepassingen wordt een constante bitrate voorgeschreven. Bij de VBR 2Pass modi wordt de video in 2 processen gecomprimeerd, om de bandbreedte bij sterk gecomprimeerde video's voor internet optimaal te benutten.

Bitrate/kwaliteit/audioformaat: de bitrate is beslissend voor de weergave- (audio-)kwaliteit. Hoe hoger de bitrate, des te beter zien de video's er uit en des te groter worden de bestanden en langer de encodeer-tijd. Bij variabele bitrates wordt de bitrate dynamisch aan de 'vraag' van het beeld- of geluidsmateriaal aangepast. Hierbij wordt ofwel de de kwaliteitswaarde vastgelegd tussen 1 en 100 of via een gemiddelde of maximale bitrate bij "2Pass-encoding. Bij audio wordt de bitrate bovendien door het audioformaat vastgelegd.

Import uit systeemprofiel (exporttype): voor de meest gangbare toepassingen, buiten de weergave op mobiele apparaten (waarbij de meegeleverde presets het best functioneren), zoals bijv. internet-streaming, levert Microsoft verschillende systeemprofielen mee, waaruit u kunt kiezen. Wanneer de Windows Media Encoder 9 is geïnstalleerd, die bij Microsoft als gratis download beschikbaar is, kunt u de profielen ook bewerken of eigen profielen toevoegen. Deze kunt u dan met "Import uit profielbestand" laden.

Onder Clipinfo kunnen titels, auteursnamen, copyright-gegevens en een beschrijving worden toegevoegd.

Sneltoets: Shift + V

Enkel beeld als BMP Exporteert het beeld, dat aan de beginmarker ligt en op de videomonitor wordt getoond, als bitmap- (*.bmp) bestand.

Sneltoets: Shift + B

Foto als JPG Exporteert het beeld, dat aan de beginmarker ligt en op de videomonitor wordt getoond, als JPEG- (*.jpg) bestand.

Sneltoets: Shift + J

Page 255: MusicMaker NL

Menu Bestand 255

Arrangement als e-mail versturen Met deze optie wordt een gecomprimeerd bestand in het Windows™ Media-format aangemaakt. Tegelijkertijd wordt uw e-mailprogramma geactiveerd en wordt het gemaakte bestand als attachment aan een geopend bericht toegevoegd. U kunt een arrangement dus ook zonder tussenstappen comprimeren en versturen.

Back-up Back-up-arrangement laden Met dit bevel laadt u een backup-arrangement. Backup-arrangementen worden automatisch door MAGIX Music Maker 2013 Premium aangelegd en kunnen bij een crash van het programma onder andere worden gebruikt om de laatste stand der dingen weer te herstellen. Zulke automatische backups bevatten de bestandsextensie MM_(underscore). Dit commando is ook handig wanneer u tijdens de bewerking per ongeluk heeft opgeslagen maar weer naar de vorige versie wenst terug te keren.

Arrangement en gebruikte media opslaan Met dit menupunt kunt u een compleet MAGIX Music Maker 2013 Premium-arrangement inclusief alle gebruikte multimediabestanden in een map opslaan. Dit is bijzonder handig wanneer u een dergelijk arrangement wilt doorsturen of archiveren, of wanneer de bestanden zich op meerdere datadragers (cd's, dvd's, etc.) bevinden waardoor u deze bij het laden steeds moet wisselen. Bovendien worden zo ook alle gebruikte effectbestanden samen met de andere bestanden in een map opgeslagen.

Er verschijnt een dialoog waar u het pad en de naam waaronder u het arrangement wilt opslaan kunt vastleggen.

Sneltoets: Ctrl + Alt + S

Arrangement en gebruikte media opslaan (audio als Ogg Vorbis) U kunt een veiligheidskopie (zie onder) ook in OGG maken; hierbij worden alle audiobestanden gecomprimeerd naar het OGG-formaat. Zo kunt u uw songs plaatsbesparend archiveren of als remixkit op internet beschikbaar stellen.

Sneltoets: Ctrl + Shift + C

Arrangement en gebruikte media op cd/dvd-r(w) branden Met deze optie wordt het arrangement compleet met alle bijbehorende bestanden op cd of dvd gebrand.

Ook grotere arrangementen kunnen direct op disk worden gebrand. Daarbij wordt het arrangement eveneens automatisch over meerdere disks verdeeld. Een herstelprogramma dat op de eerste disk van zo'n veiligheidskopie is gebrand, zorgt voor een eenvoudig terugzetten van de back-up.

Sneltoets: Ctrl + B

Page 256: MusicMaker NL

256

www.magix.nl

Handmatig geselecteerde bestanden op cd/dvd-r(w) branden Opent MAGIX Speed burnR om video's of andere bestanden op cd/dvd te branden. De bestandenselectie regelt u met drag & drop uit de MAGIX Speed burnR-verkenner.

Sneltoets: Ctrl + Alt + B

Internet MAGIX Online Album Bij MAGIX Online Album zet u uw lievelingsfoto's online en stuurt u deze daarna via een link naar uw vrienden. Alle foto's zijn altijd en overal beschikbaar: als professioneel ogende foto- of videowebsite, overzichtelijke fotogalerie, beeldschermvullende fotoshow of als persoonlijke foto-e-card.

• Persoonlijke fotowebsites met vele designs. • Eigen internetadres (URL) • Foto's direct vanuit cameramobieltjes uploaden, link versturen en op andere

cameramobieltjes bekijken • Beeldvullende online fotoshow met overgangseffecten en muziek. • Individuele designer-e-cards met eigen foto's verzenden • Foto's met vrienden delen, inclusief adresbeheer en toegang met wachtwoord

voor privé-albums.

Uw foto's op internet

Het MAGIX Online Album is er in drie uitvoeringen, waarvan de kleinste (het FREE ALBUM met 500 MB opslagruimte voor uw media) helemaal gratis is!

Aan de grotere uitgaven (COMFORT en PREMIUM) zijn maandelijkse kosten verbonden maar deze albums zetten daar wel wat tegenover, zoals een snellere website, 2000 MB of 5000 MB opslagruimte, meer site-designs en mobiel/PDA-toegang.

Meer informatie over prijzen en prestaties vindt u op http://nl.magix-photos.com.

Heel eenvoudig in slechts drie stappen: binnen enkele minuten staan uw foto's te stralen op internet:

1. Foto's selecteren

Kies uw lievelingsfoto's in alle rust uit en optimaliseer minder geslaagde opnamen met een paar muiskliks. Stel complete fotoalbums samen en integreer bijpassende muziek.

Page 257: MusicMaker NL

Menu Bestand 257

Alles offline – dus kostenbesparend op uw pc! Vervolgens kiest u gewoon "Delen" in de menubalk van het programma (Delen > MAGIX Online Album > "Verstuur selectie").

2. Foto's uploaden

Log om uw foto's naar uw MAGIX Online Album te uploaden gewoon in met uw e-mailadres. Natuurlijk is uw toegang door uw persoonlijke wachtwoord goed beveiligd.

Wanneer u nog geen eigen toegang heeft, klik dan op Nu aanmelden! om in een handomdraai uw eigen album te activeren. Beginnen maar!

3. Klaar! Uw eigen fotowebsite

Uw mooiste fotoherinneringen staan te stralen op internet. Als overzichtelijke fotogalerie of als beeldvullende fotoshow (volledig beeld).

Nu hoeft u alleen nog al uw vrienden met een klik uit te nodigen of alle foto's met uw WAP-compatibele fotomobieltje te laten zien.

Met behulp van uw MAGIX Online Media Manager beheert u heel eenvoudig uw fotowebsite, kunt u foto's en muziek uploaden, nieuwe albums maken, passende designs en teksten toevoegen en nog veel meer. En dat alles online, u hoeft dus niet eerst allerlei software te downloaden! Handig, snel en wereldwijd! Direkt via http://nl.magix-photos.com

De volgende functies staan extra tot uw beschikking:

E-cards & foto-e-mails versturen

Verstuur uw foto's als individuele e-cards met vele leuke designs of gewoon als foto-e-mail naar vrienden en bekenden.

Fotoafdrukken en geschenken bestellen

Bestel echte papieren afdrukken of leuke fotogeschenken direct vanuit uw MAGIX Online Album en laat deze comfortabel per post thuis afleveren of haal ze zonder portokosten bij een fotohandel in uw buurt af. De levertijd bedraagt in de regel slechts 2-3 dagen.

Page 258: MusicMaker NL

258

www.magix.nl

Media downloaden Dit commando laadt bestanden uit MAGIX Online Album naar uw pc.

Mijn Online Album openen Dit commando roept uw eigen Magix Online website op. U moet uw gebruikersgegevens en het internetadres (URL) van de pagina invoeren om verder te gaan.

MAGIX Website Maker Niet alleen het surfen op internet is simpel! MAGIX Website Maker maakt het mogelijk om snel en eenvoudig uw eigen website te maken en online te zetten.

Deze service biedt u 3 mogelijke paketten:

Website Maker free

Website Maker easy Website Maker deluxe

Uw gratis visitekaartje op het internet!

Ideaal voor privé! Het pakket waarmee alles kan

25 MB schijfruimte 5000 MB schijfruimte 5000 MB schijfruimte

Eigen webadres (http://uwnaam.magix.net/website)

Eigen webadres (http://uwnaam.magix.net/website)

Eigen domein naar wens

(.nl,com,net,org,biz,info)

Gratis Zonder reclame Maar EUR 1,99 per maand 14 dagen gratis testen

Zonder reclame Maar EUR 4,99 per maand 14 dagen gratis testen

Verder informatie over de paketten vindt u hier.

De MAGIX Website Maker biedt alles voor perfecte Flash-websites:

• Designsjablonen: talrijke hoogwaardige en moderne websitesjablonen met professioneel Flash®-design met kant en klare, flexibel aan te passen subpagina's: startpagina, profielpagina, fotopagina, videopagina en nog veel meer.

• Tekst & teksteffecten: vrij te plaatsen tekstvelden met fantastische lettertypen en geanimeerde teksteffecten – super eenvoudig invoegen en individueel formatteren.

• Multimedia-inhoud: geselecteerde lievelingsfoto's, spectaculaire fotoshows, video's met online videoplayer en eigen achtergrondmuziek – ook als online musicplayer met geïntegreerde afspeellijst.

• Decoratie-elementen: aantrekkelijke designobjecten, vele vectorvormen, achtergrondbeelden, knoppen en veel meer zorgen voor fantastische mogelijkheden voor de vormgeving van unieke websites.

Page 259: MusicMaker NL

Menu Bestand 259

• Animatie-objecten: een ruime keuze aan dynamische, indrukwekkende animatie-objecten voor adembenemende, levendige websites.

• Koppeling: super eenvoudig de eigen website koppelen aan externe websites. • Top-extra's: met bezoekerteller, gastenboek, contactformulier,

aanbevelingsfunctie en vele handige extra's die uw website opwaarderen. • Exportfunctie: afzonderlijke bestanddelen van de website (bijv. video-player,

fotoshow, online music-player) of zelfs de hele website als ingebed object eenvoudig integreren in externe websites.

Handel als volgt:

Na de aanmelding, kunt u direct beginnen met het maken van de website:

1. Kies in de MAGIX Website Maker eerst een design voor uw website uit. 2. Wanneer u een intro (animatie aan het begin) wilt laten afspelen bij het

openen van uw website kunt u bij de volgende stap het gewenste intro kiezen. 3. Nu kunt u de dummyteksten vervangen door uw eigen teksten. U kunt

bovendien alle losse elementen van de website vrij positioneren. Klik daarvoor gewoon op een element en verschuif het.

4. Wanneer u alles naar wens heeft aangepast kunt u uw website op internet zetten zodat deze via het door u gekozen domein bereikbaar is.

Catooh – de online mediacatalogus Catooh biedt u hoogwaardige foto's, video's, muziek en nog veel meer rond alle mogelijke thema's, uitgebreid met intelligente iContent met hoogwaardige soundpools, dvd-menusjablonen en fantastische MAGIX Show Maker-stijlen die een perfecte aanvulling vormen op uw video-, foto- en muziekprojecten. U kunt dit alles direct vanuit uw MAGIX-software gebruiken.

Klik in het menu "Delen" gewoon op het menupunt "Catooh" om verbinding met internet te maken.

Grasduin in de thematisch geordende categorieën of in de resultaten van een zoekactie naar een door u ingevoerd zoekbegrip. Na de download sleept u de objecten zoals u bent gewend via drag & drop vanuit de Mediapool naar uw arrangement.

Tip: Lees ook de Inleiding op internet.

Media vinden en naar het arrangement downloaden Opent Catooh en laadt de door u verkregen bestanden direct in het arrangement.

Sneltoets: O

Page 260: MusicMaker NL

260

www.magix.nl

Mediaback-up importeren iContent (bijv. 3D-overgangen) die u in Catooh koopt en downloadt, worden centraal in de directory Mijn bestanden\MAGIX downloads\Back-up opgeslagen. Als u deze vanuit andere MAGIX-programma's heeft gedownload, kunt u deze met het bevel "Mediaback-up importeren" voor het gebruik in MAGIX Music Maker 2013 Premium toegankelijk maken.

Toegangsgegevens beheren Hier kunt u uw gebruikersnaam (e-mailadres) en de bijbehorende wachtwoorden opslaan, zodat u directe toegang heeft tot de door u gebruikte online diensten, zonder dat u telkens alles opnieuw moet invullen.

Deze gegevens gelden voor al mijn Online Services: bij geactiveerde optie worden alle ingevoerde toegangsgegevens voor alle Online Services gebruikt. Deactiveer deze optie, wanneer u voor verschillende Online Services verschillende toegangsgegevens heeft, kies daarna on de "Service kiezen" de betreffende dienst en voer uw toegangsgegevens in.

Meer over MAGIX Online Wereld te weten komen Opent een browser met de homepage van MAGIX Online Wereld.

Instellingen Arrangementinstellingen In deze dialoog worden algemene eigenschappen van het arrangement bepaald. Bovendien wordt statistische informatie via het arrangement weergegeven.

Sneltoets: E

Algemeen Naam: hier staat de naam van het actuele arrangement.

Algemene arrangementinstellingen Pad: hier staat het pad van de map op de harde schijf, waarin het arrangement wordt opgeslagen. Automatisch opslaan: slaat het arrangement automatisch op aan de hand van de waarden die in de programma-instellingen zijn ingevoerd voor automatische back-ups. Instellingen als preset voor nieuwe projecten gebruiken: de in de dialoog gegeven instellingen gelden als standaardinstelling voor nieuw aan te leggen projecten. Aantal sporen: hier kan het aantal te gebruiken sporen worden ingesteld.

Page 261: MusicMaker NL

Menu Bestand 261

Audio samplerate: de samplerate bepaalt de snelheid van de weergave en de toonhoogte van Wave-audio-objecten. Welke samplerate u kunt gebruiken hangt van uw geluidskaart af (sommige geluidskaarten staan zelfs het veranderen van de samplerate tijdens de weergave toe). Deze parameter is handig wanneer u uw arrangement in slow motion wilt beluisteren om eventuele problemen te lokaliseren. Wanneer u de waarde van de samplerate halveert, worden de Wave-audio-objecten een octaaf (twaalf halve noten) lager afgespeeld. Maatsoort: er zijn ook oneven maatsoorten beschikbaar, bijv. de 3/4 maat. Met verschillende rasterinstellingen kunt u zo ook nog meer maatsoorten instellen, bij een ingestelde 3/4 maat met 1/8 notenraster krijgt u dan als resultaat een 6/8 maat. Videoresolutie: hier kunt u presets voor de gebruikte videoresolutie en het gebruikte videoformat instellen.

Synchronisatie Opties voor de synchronisatie (op pagina 237) en de Rewire (op pagina 238)-ondersteuning.

Informatie Naam/pad: zie boven Gemaakt op: hier staat het tijdstip, waarop het arrangement werd gemaakt. Laatste wijziging: hier staat het tijdstip van de laatste opslag. Aantal gebruikte objecten: hier staat het aantal van alle objecten in het arrangement. Gebruikte bestanden: hier vindt u de namen en paden van alle multimediabestanden, die in het arrangement worden gebruikt.

Audio-opname Zie "Audio-opname" (op pagina 61).

Sneltoets: Shift + R

Programma-instellingen Hier stelt u MAGIX Music Maker 2013 Premium individueel en op uw wensen en eisen in.

Sneltoets: P

Algemeen Autoscroll: wanneer autoscroll is geactiveerd, scrolt de beeldschermweergave automatisch mee, zodra de cursor bij de weergave het rechter einde van het beeldscherm bereikt, wat bijzonder praktisch is bij de bewerking van langere arrangementen. Dit scrollen vraagt veel rekenkracht van uw computer bij het steeds opnieuw berekenen van de beeldschermweergave, al naar gelang uw systeem kan dit tot storingen en zelfs onderbrekingen leiden. Wanneer dat het geval is, kunt u wellicht beter "Autoscroll" deactiveren.

Page 262: MusicMaker NL

262

www.magix.nl

Vereenvoudigde objectweergave: Deze optie bepaalt of voor objecten een of twee golfvormen worden getoond. Als u de optie inschakelt is er één golfvorm per linker of rechter kanaal.

Sneltoets: Ctrl + Alt + Z

Automatisch opslaan van back-up-arrangementen: hier legt u de tijdsafstand vast, waarmee automatische back-up-arrangementen worden opgeslagen.

Soundpool

Niet-beschikbare loops verbergen: alle Soundpools worden automatisch opgeslagen in een databank. In de Mediapool worden steeds alle in de databank opgeslagen loops in een lijst getoond, dus ook die, die van externe media (Soundpool-disks) afkomstig zijn, maar niet in het station aanwezig zijn. Hier kunt u deze verbergen, al wordt de opbouw van zoekresultaten in de Mediapool daardoor langzamer.

Weergave van instrumenten, die in de betreffende style-selectie leeg blijven onderdrukken: instrumentensoorten, waarvoor in een bepaalde stijl geen loops zijn, worden in de Mediapool helemaal verborgen (i.p.v. grijs gemaakt).

Soundpool opruimen: elke eenmaal herkende Soundpool, van cd/dvd of op de harde schijf, wordt in de databank opgenomen en mee weergegeven, ook wanneer het medium niet in het station aanwezig is of wanneer de Soundpool gewist of verschoven is. Met deze optie kunt u deze entry's uit de databank verwijderen.

Reset Soundpool: daarmee wordt de Soundpool-databank gewist. U heeft de mogelijkheid de meegeleverde en geïnstalleerde "Works"-Soundpool in de databank te behouden.

Geavanceerde gereedschapstips verbergen: de extra informatie bij de gevonden loops in de mediapool worden verborgen.

Aanwijzingsdialogen: In de recent geïnstalleerde toestand toont MAGIX Music Maker 2013 Premium op verschillende plaatsen in het programma een aantal veiligheidsvragen. Deze zijn allemaal afzonderlijk uit te schakelen door het vierkantje naast de tekst "Deze melding niet meer weergeven!" aan te vinken. Om deze waarschuwingsmeldingen weer te laten weergeven kiest u de optie "Aanwijzingendialogen reactiveren".

Programma-interface

Interface bij het openen van dialogen donkerder maken: het donkerder maken geeft aan dat er sprake is van een modale dialoog, die eerst afgesloten moet worden alvorens u de rest van het programma weer kunt bedienen. Wanneer dat stoort kunt u het hier deactiveren.

Nieuws verbergen: News verbergen: deze optie deactiveert het MAGIX News Center in het hoofdpaneel van MAGIX Music Maker 2013 Premium.

Page 263: MusicMaker NL

Menu Bestand 263

Import Samples (Wav, OGG) beluisteren tijdens het afspelen van het arrangement: hier kunt u het beluisteren tijdens de weergave instellen (Smart Preview).

Samples automatisch aan BPM aanpassen: bij het laden naar het arrangement en het beluisteren probeert MAGIX Music Maker 2013 Premium de samples aan het tempo van het arrangement aan te passen. Bij nieuwere MAGIX Soundpool-samples functioneert dit altijd aangezien daar de tempo-informatie in een Wave-bestand is opgeslagen. Ook bij andere loops functioneert het echter meestal, met dien verstande dat de loops zuiver zijn, dat wil zeggen op hele maten gesneden. (Zie het hoofdstuk Arranger)

Met "Alleen voor gepatchte samples" kunt u de automatische Timestretching voor alle andere samples deactiveren. Met "Ook op langere samples toepassen" worden ook langere samples aangepast wanneer deze door de Remix Agent vastgestelde tempo- en maatinformatie bevatten.

Remix Agents voor tempo- en maatherkenning bij langere samples (>15 s) automatisch openen: hier kunt u de automatische oproep van de Remix Agent voor langere samples (bijv. cd-tracks of MP3's) deactiveren.

Waves automatisch aan de toonhoogte aanpassen: de toonhoogte van Waves kan met behulp van pitchshifting worden veranderd. Hiertoe moeten de gebruikte samples echter, net als de samples van de MAGIX Soundpool-cd's, over passende informatie over toonsoort en -hoogte beschikken. Dan komt de toonhoogte van het arrangement overeen met de toonhoogte-informatie van de eerste sample in het arrangement.

Destructieve aanpassing voor korte samples gebruiken: normaal gesproken worden samples d.m.v. realtime Timestretching aangepast aan het arrangement. Voor computers met een kleiner vermogen kan men dit gedrag deactiveren. Het Timestretch-effect wordt dan naar een nieuw bestand geschreven dat naar de harde schijf wordt gekopieerd.

Audio-cd-tracks analoog inlezen i.p.v. digitaal: wanneer deze optie geactiveerd is, kunnen audio-cd's worden opgenomen met de opnameknop van de transportbesturing. Lees meer hierover in het gedeelte "Audio-CD's opnemen" in het hoofdstuk "Audio-objecten" (op pagina 68).

MIDI-editor bij de import van MIDI-bestanden automatisch openen: de MIDI-editor verschijnt automatisch na het laden van een MIDI-bestand, zodat u o.a. de kanaal- en instrumententoewijzing kunt instellen.

Preview in de Mediapool start automatisch voor ...: hier kunt u verschillende bestandstypen selecteren die in aanmerking komen voor de automatische preview-functie in de Mediapool.

Page 264: MusicMaker NL

264

www.magix.nl

Importformaten: bestandsformaten, die u niet gebruikt, kunt u hier deselecteren, ze worden dan niet meer geïmporteerd. Let er ook op, dat voor sommige bestandstypen (AVI, WMA) meerdere passende importmodules bestaan, MAGIX Music Maker 2013 Premium gebruikt dan telkens de snelste. Wanneer u problemen ondervindt bij de import van bepaalde bestanden, kunt u afzonderlijke importmodules deactiveren en het programma dwingen, een langzamere maar beter compatibele importmodule te gebruiken.

Audio Uitvoerapparaat: deze optie bepaalt welke geluidskaart of welke uitgang de Wave-audio-objecten weergeeft en welke stuurprogramma's hiervoor moeten worden gebruikt.

Geavanceerd: via deze knop bereikt u het venster met weergavemogelijkheden dat informatie over de huidige geluidskaart verschaft. Onder ASIO bereikt u hier de instellingendialoog van de ASIO-driver, bv. de MAGIX Low Latency ASIO-driver.

Wave/Direct Sound/ASIO/WASAPI: hier kunt u instellen of de normale Windows™ Wave-driver voor de geluidskaart wordt gebruikt, het DirectSound-systeem of ASIO. vanaf Windows Vista is ook het WASAPI-model als stuurprogramma beschikbaar.

Het voordeel van Windows Wave-stuurprogramma's is dat ze door de grotere buffer relatief ongevoelig zijn voor belastingspieken. Indien u problemen heeft met schokkerig afspelen dat door effecten waarvoor veel rekenkracht vereist is (bijvoorbeeld timestretching) wordt veroorzaakt, kán het zinvol zijn om te schakelen naar Wave-stuurprogramma's. Voor het overige reageert het systeem met Wave-stuurprogramma's door de grote buffer echter langzamer, dat wil zeggen, u hoort alle veranderingen met enige vertraging.

Wave-stuurprogramma communicatie 16/24 bit: indien uw geluidskaart in staat is 24 bit audio af te spelen, wordt uw arrangement met deze hogere resolutie afgespeeld (intern wordt steeds met 32 bit float gerekend). Dit geldt alleen voor Wave-stuurprogramma's.

Voor het gebruik van live-monitoring en het afspelen en opnemen van VST-instrumenten in realtime, dus met de laagst mogelijke reactietijd (latentie), is het aan te bevelen ASIO-stuurprogramma's te gebruiken. Wanneer uw geluidskaart niet over zulke ASIO-stuurprogramma's beschikt, kunt u het MAGIX Low Latency stuurprogramma gebruiken.

Indien u als driver-model ASIO selecteert, kunt in het bovenste gedeelte van de lijst de uitgang instellen (bij kaarten met meerdere uitgangen) en in het onderste gedeelte de ASIO-driver instellen. Geavanceerd opent in dit geval de instellingendialoog van de ASIO-driver, lees hiervoor het handboek van de geluidskaart.

WASAPI is een nieuw, stuurprogrammamodel van Windows (native) voor lage latenties, en kan worden gebruikt als alternatief voor ASIO. In het bijzonder wanneer de geluidskaart geen eigen ASIO-stuurprogramma meebrengt, en de MAGIX Low

Page 265: MusicMaker NL

Menu Bestand 265

Latency Driver met uw ASIO niet werkt, is vanaf Windows Vista WASAPI een goed alternatief.

Audiobuffer:hier kunt u de grootte van de buffer vastleggen, die voor het afspelen van het gehele arrangement, of de preview van audiobestanden, in de moet worden gebruikt.

Het volgende is een vuistregel: als de wacht- en laadtijden te lang zijn, moet u de buffergrootte verkleinen; de buffergrootte moet worden vergroot als het afspelen niet correct of met onderbrekingen plaatsvindt.

Omdat een foutloze weergave meestal belangrijker is dan een snelle reactietijd, zou de buffergrootte bij storingen vergoot kunnen worden tot 16384 of 32768.

MIDI Uitvoerapparaat: zonder het gebruik van software-instrumenten en als preview voor een MIDI-bestand in de Mediapool gebruikt MAGIX Music Maker 2013 Premium het externe MIDI-apparaat. Hier hoort de "Microsoft GS Wavetable SW Synth" als preset te zijn ingesteld, dit is een standaard software-synthesizer die Windows® als bestanddeel van het besturingssysteem meelevert. Bij geluidskaarten met een eigen synthesizer of bij via MIDI aangesloten hardware-sythesizers, moet het MIDI-stuurprogramma van de geluidskaart of een MIDI-interface ingesteld zijn!

FX: wanneer de MIDI-weergave voor de geluidsweergave uit loopt, of er achteraan hangt, kunt u hier een snelheidsfactor instellen.

Invoerapparaat: hier kunt u het MIDI-stuurprogramma voor uw MIDI-opname selecteren, dat wil zeggen, het stuurprogramma voor het MIDI-apparaat, waaraan u uw MIDI-keyboard hebt aangesloten of het stuurprogramma voor uw USB-keyboard.

MIDI-doelkanaal gebruiken: het MIDI-systeem biedt 16 verschillende kanalen die 16 verschillende geluiden aansturen. Normaal gesproken ontvangt MAGIX Music Maker 2013 Premium de MIDI-noten op alle kanalen gelijktijdig. Met deze optie kan een speciaal kanaal worden geselecteerd. Dan kunt u het gewenste geluid inclusief MIDI-kanaal aan het apparaat instellen, en aansluitend in de MIDI-opnameopties hetzelfde kanaal selecteren.

Latentie synthesizer: sommige synthesizers, en in het bijzonder software-synthesizers zoals VST-instrumenten, hebben een vertraging bij het spelen, dat wil zeggen, de tonen klinken bij het indrukken van een toets licht vertraagd. Met deze waarde kunt u dat weer gelijktrekken, alle noten worden de ingestelde tijd naar voren verschoven.

MIDI-keyboard integreren in de Live Performer: het MIDI-keyboard kan voor de afstandsbediening van de Live Performer (alleen in Premium-versie) worden gebruikt, zie hiervoor MIDI-bezetting Live Performer (op pagina 150).

Page 266: MusicMaker NL

266

www.magix.nl

Opties Creëer bestand voor "ongedaan" bij destructief bewerken: voor een "ongedaan maken" bij de "Destructieve effecten" moeten de originele bestanden op de harde schijf worden opgeslagen. Wanneer u regelmatig zulke effecten gebruikt, kunt u hier het "ongedaan maken" daarvoor uitschakelen en u zo opslagcapaciteit en tijd voor het aanleggen van het ongedaan maken-bestand besparen.

Schrijf realtime-audio naar Wave-bestand: met deze optie kan het volledige arrangement live worden gemixt en gelijktijdig worden opgenomen. Bij het afspelen kunnen dus bijvoorbeeld mixerfades of effecten worden geregeld of met behulp van de sneltoets maten in het arrangement in verschillende volgorde worden afgespeeld - alle handelingen worden opgenomen en naar een separaat Wave-bestand geschreven. Na elke weergavestop wordt u gevraagd of het zojuist afgespeelde WAV-bestand moet worden opgeslagen, naar het arrangement moet worden geladen of moet worden verwijderd.

Video Videostandaard: in Europa wordt PAL gebruikt, in de VS en Japan NTSC. Deze instelling hoeft niet te worden veranderd.

Filmweergave: de resoluties die u hier kunt instellen gelden alleen voor de beeldweergave van DV-video's. Wanneer deze weergave begint te storen is een lagere waarde aan te raden. De kwaliteit van geëxporteerde video's wordt hierdoor niet beïnvloed.

Bij de import geluid van video scheiden: wanneer een video zowel video- als audiodata bevat, kunt u met deze functie het audiospoor van het videospoor scheiden. Het audiospoor wordt dan direct onder het videospoor geladen en ermee gegroepeerd. Wanneer u de groep opheft (menu Bewerken), kunt u het geluidspoor ook als onafhankelijk audio-object bewerken.

Bij de import video's automatisch aan BPM aanpassen: bij voorhanden BPM-informatie kan automatisch een video worden gemaakt waarbij ritme en beeldvolgorde worden gesynchroniseerd. Hierbij worden niet meer alle frames van een video afgespeeld maar worden, naar BPM-instelling, bij het afspelen frames weggelaten. De video wordt bij een hoge BPM-instelling zichtbaar sneller; hij "dans" op het rimte. U kunt het tempo voor elk nieuw arrangement in de transportbesturing instellen. Anders neemt het arrangement het BPM-tempo over van de eerste sample die wordt geladen.

Bij bitmap-import kleine afwijkingen van de beeldverhouding 4:3 aanpassen: deze optie past foto's, die (bijna) de beeldvehouding 4:3 hebben, automatisch aan aan het televisiebeeld 4:3. De foto's worden dus iets uitgerekt of ingedikt. Zo ontstaan lichte vertekeningen in de foto. Als deze optie wordt gedeactiveerd, worden er zwarte balken aan de randen weergegeven.

Beeld-bestandsvolgorde als videoframes importeren:

Page 267: MusicMaker NL

Menu Bestand 267

Geëxporteerd materiaal automatisch naar het klembord kopiëren: deze optie is in combinatie met andere programma's, zoals Microsoft Powerpoint, bijzonder handig. Wanneer deze optie is ingeschakeld kunt u het vervaardigde multimediabestand meteen invoegen.

Videoprioriteit: normaal gesproken hebben audio-objecten prioriteit bij het afspelen. Hierdoor wordt bij overbelasting van de computer door te veel effecten de weergave van de video schokkerig maar loopt het geluid kraakvrij door.

Om dit te veranderen kunt u hier de prioriteit van de video over de audioweergave instellen. Dan wordt de video-uitvoer na iedere audiobuffer vernieuwd wat tot onderbrekingen van het geluid kan voeren.

Directory's Hier kunt u de paden instellen,

• waarin u de arrangementen wilt opslaan (Arrangementen), • waar u de geëxporteerde (Export) of geïmporteerde (Import) bestanden en de

opnamen (Opnamen) wilt bewaren, • waar de bestanden van de Soundpool zich bevinden (Soundpool), • uw mp3-verzameling zich bevindt (Mijn mp3's)

Sneltoetsen Opent de dialoog voor het bewerken van de in MAGIX Music Maker 2013 Premium gebruikte sneltoetsen.

Sneltoets: U

Taal Hier kunt u de taal instellen waarin MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt gebruikt. Als standaard wordt die taal gebruikt die u bij de installatie heeft gekozen.

Programma-instellingen terugzetten op standaard Met deze functie zet u alle programma-instellingen (op pagina 261, op pagina 260) die u in MAGIX Music Maker 2013 Premium heeft getroffen weer op de standaardwaarden terug.

Afsluiten Stopt MAGIX Music Maker 2013 Premium.

Sneltoets: Alt + F1

Page 268: MusicMaker NL

268

www.magix.nl

Menu Bewerken

Ongedaan maken

De laatste 10 bewerkingen, zoals object- en cursorbekunnen tijdens het werken in een arrangement ongedaan worden gemaakt. Zo is het geen probleem kritische bewerkingen gewoon uit te proberen. Is het resultaat niet wat u had verwacht, dan maakt u de bewerking met "Ongedaan maken" meteen weer ongedaan.

Toets: Ctrl + Z

Herstellen

Met “Herhalen” kunt u de opdracht "Ongedaan maken" weer ongedaan maken.

Toets: Ctrl + Y

Object Nieuw object maken Nieuw audio-object opnemen Opnemen van een nieuw audio-object, zie Audio-opname.

Sneltoets: R

Nieuw MIDI-object maken Met deze functie maakt u in het huidige spoor een nieuw MIDI-object. Nadat u de functie heeft opgeroepen verschijnt er een pop-up-menu waarin u kunt kiezen tussen een leeg MIDI-object (empty) of een van de sjablonen.

Sneltoets: Ctrl + Alt + N

Spraak uit tekst genereren Lees hiervoor het hoofdstuk "Audio-objecten (op pagina 80)".

Sneltoets: Ctrl + Shift + T

Nieuw audio-object opnemen Een nieuw video-object wordt opgenomen, zie Video-opname (op pagina 216)

Sneltoets: G

Page 269: MusicMaker NL

Menu Bewerken 269

Nieuw titel-object maken Een nieuw titelobject wordt gecreëerd en de Titel-editor (op pagina 214) geopend.

Sneltoets: Alt + Shift + T

Knippen Gemarkeerde objecten worden uit het arrangement geknipt en op het klembord geplaatst, van waaruit ze op andere plaatsen kunnen worden ingevoegd.

Toets: Ctrl + X

Objecten kopiëren De gemarkeerde objecten in het actuele arrangement worden gekopieerd en op het klembord geplaatst. Ze kunnen dan ergens anders worden toegevoegd (plakken).

Sneltoets: Ctrl + C

Objecten dupliceren Met deze opdracht worden alle geselecteerde objecten gekopieerd. De kopieën verschijnen enigszins verschoven naast het origineel en kunnen met de muis naar de juiste positie worden gesleept (drag & drop).

Toets: Ctrl + D

Object toevoegen De inhoud van het klembord wordt op de positie van het beginmarker aan het actuele arrangement toegevoegd.

Dee afspeelmarker wordt daarbij naar het einde van het laatst ingevoegde object verplaatst zodat het commando ook gemakkelijk meermalen kan worden gebruikt. Reeds aanwezige objecten worden daarbij overschreven.

Sneltoets: Ctrl + V

Objecten meermalen invoegen Net als "Objecten invoegen", maar u kunt bovendien aangeven hoe vaak na elkaar de inhoud van het klembord ingevoegd wordt.

Sneltoets: Ctrl + numeriek toetsenbord '+'

Objecten wissen De gemarkeerde objecten worden uit het actuele arrangement gewist.

Sneltoets: Del

Page 270: MusicMaker NL

270

www.magix.nl

Objecten knippen U kunt een geselecteerd object op de positie van de afspeelcursor in twee kleinere objecten knippen. Als er geen object is geselecteerd worden alle objecten op de positie van de afspeelcursor geknipt.

Om objecten later weer te verbinden markeert u de delen en kiest u de optie Groeperen, waarmee alle gemarkeerde objecten tot één groep worden samengevoegd.

Toets: T

Objecten als takes opslaan De gemarkeerde objecten worden in de take-map opgeslagen. Voor het gebruik van takes leest u het gedeelte "Takes" (op pagina 58) in het hoofdstuk "Objecten arrangeren"

Sneltoets: Alt + Shift + S

Groepering Groeperen Alle gemarkeerde objecten worden aan een groep toegewezen. Zodra één van de objecten in een groep wordt geselecteerd, worden alle objecten in de groep geselecteerd en kunnen gezamenlijk worden bewerkt.

Sneltoets: Ctrl + G

Degroeperen Alle gemarkeerde objecten die onderdeel van een objectgroep zijn, worden weer onafhankelijke objecten.

Sneltoets: Ctrl + U

Loop-gedeelte Door gebruiker gedefinieerde loop instellen Normaal gesproken wordt een object steeds over de totale lengte van het basismateriaal met gegevens (audio- of videobestand) geloopt. Om een gedeelte uit een bestand als loop vast te leggen, kort u het object voor en achteraan met behulp van de hendels en kiest u in het menu Bewerken > Object > Loop-gedeelte > Gebruikersgedefinieerde loop plaatsen. Deze functie is zeer nuttig om eigen opnamen als loop te gebruiken omdat daarmee de stilte aan het begin van een opname kan worden weggeknipt.

Door gebruiker gedefinieerde loop opheffen De gebruikersgedefinieerde looplengte wordt teruggezet.

Page 271: MusicMaker NL

Menu Bewerken 271

Objecteigenschappen Deze functie toont alle gegevens over het actueel geselecteerde object, bijvoorbeeld de bestandsnaam, positie op de harde schijf, tempo etc.

Meer informatie hierover vindt u onder Objecteigenschappen.

Sneltoets: Ctrl + P

Spoor Spoor toevoegen Een nieuw, leeg spoor wordt onder het laatste spoor in de Arranger toegevoegd. In het menu "Bestand>Arrangementseigenschappen" kan het aantal sporen in grotere stappen worden ingesteld.

Sneltoets: Ctrl + I

Audio samenvoegen Met deze functie kunt u het arrangement of gedeelten van het arrangement tot een audio- en/of video-object samenvoegen. Lees hiervoor het gedeelte Sporen samenvoegen (op pagina 59) in het hoofdstuk "Objecten arrangeren".

Tip: voor het maken van de eindversie van de song of video wordt in plaats van de mixdown-functie de "Arrangement exporteren"-functie in het menu "Bestand" aangeraden.

Sneltoets: Ctrl + Shift + G

Gedeelte MAGIX Music Maker 2013 Premium biedt naast de op objecten gebaseerde functies ook "band-georiënteerde" montagefuncties. Deze hebben steeds betrekking op het gehele arrangement van het eerste tot het laatste spoor en op het gedeelte tussen de in- en out-point.

Gedeelte knippen Het gedeelte tussen in- en out-point wordt uit het actuele arrangement gesneden en op het klembord geplaatst. Het kan bv. ergens anders worden ingevoegd (geplakt).

Sneltoets: Ctrl + Alt + X

Gedeelte kopiëren Het gedeelte tussen in- en out-point wordt uit het actuele arrangement op het klembord geplaatst. Het kan ergens anders worden ingevoegd (geplakt).

Page 272: MusicMaker NL

272

www.magix.nl

Sneltoets: Ctrl + Alt + C

Gedeelte plakken De inhoud van het klembord wordt op de positie van de in-point aan het actuele arrangement toegevoegd.

Sneltoets: Ctrl + Alt + V

Gedeelte meerdere keren invoegen Net als "Invoegen", kunt u ook extra aangeven hoe vaak na elkaar de inhoud van het klembord ingevoegd wordt.

Sneltoets: Ctrl + Alt + cijferblok +

Gedeelte wissen Het gedeelte tussen in- en out-point wordt uit het actuele arrangement verwijderd en niet op het klembord geplaatst.

Sneltoets: Ctrl + Del

Gedeelte extraheren Het gedeelte tussen in- en out-point blijft behouden, de gedeeltes ervoor en erna worden verwijderd. Gebruik deze optie om uit het Arrangement alleen een deel naar voren te halen en te bewerken.

Sneltoets: Ctrl + Alt + E

Navigatie Weergave bewegen Met deze bevelen wordt het zichtbare gedeelte samen met de beginmarker in de maatlineaal verplaatst. U kunt heel snel tussen verschillende sprongmarkers en objectranden heen en weer springen.

Sneltoets: zie Sneltoets-overzicht, gedeelte Arranger-weergave (op pagina 297)

Afspeelpositie bewegen Daarmee wordt de afspeelmarker naar de plaats van een sprongmarker verschoven. Deze functie kunt u het best gebruiken via het toetsenbord.

In gestopte toestand kunt u de afspeelmarker meteen naar de opgeslagen sprongmarker verplaatsen. Tijdens de weergave wordt de afspeelmarker samen met het af te spelen gedeelte verplaats. Daarbij wordt het oude gedeelte echter altijd tot het einde afgespeeld zodat u, wanneer de sprongmarkers precies op de maat zijn geplaatst, uw arrangement live via het toetsenbord kunt remixen, zonder uit de beat te raken.

Page 273: MusicMaker NL

Menu Bewerken 273

Sneltoets: 1..0

Sprongmarker plaatsen Daarmee wordt een sprongmarker naar de plek van de actuele afspeelmarker geplaatst. Hiermee kunt u bepaalde plekken in het arrangement markeren. Met de functie "Afspeelpositie bewegen" kunt u dan snel naar deze plekken gaan.

Sneltoets: Shift + 1..0

Sprongmarkerserie maken Deze optie vermenigvuldigt het huidige afspeelgedeelte tussen begin- en eindmarker, door op de maatliniaal op regelmatige afstanden sprongmarkers te plaatsen. Nu kan elke sprongmarker met een sneltoets worden bereikt.

Sneltoets: Ctrl + Alt + M

Sprongmarker plaatsen > Alle sprongmarkers verwijderen Alle sprongmarkers verwijderen.

Toets: Alt + Shift + M

Alles selecteren Alle objecten in het arrangement worden geselecteerd.

Sneltoets: Ctrl + A

Page 274: MusicMaker NL

274

www.magix.nl

Menu Effecten

Automatisering van dit object / Automatisering van dit spoor De dialoog "Editor voor dynamische effecten" (op pagina 223) voor de automatiek van de object- of spoorparameter wordt getoond. Daar kan een parameter worden geselecteerd en in de muismodus Automatisering (op pagina 51) worden bewerkt.

Meer over automatisering vindt u in het hoofdstuk Automatiseringscurven (op pagina 221).

Sneltoets: Ctrl + H

Song Maker Met dit commando opent u de Song Maker (op pagina 70) voor het halfautomatisch maken van arrangementen.

Sneltoets: W

Audio

Lees hiervoor het hoofdstuk Audio-effecten.

Master audio-effect-rack Hier kan het master audio-effect-rack worden geopend en gesloten. Zie voor meer informatie over alle opties het hoofdstuk Audio-effecten (op pagina 152).

Sneltoets: B

Mastering Suite Met deze optie wordt de MAGIX Mastering Suite (op pagina 179) geopend.

Sneltoets: N

Spraak uit tekst genereren Lees hiervoor het hoofdstuk "Audio-objecten (op pagina 80)".

Sneltoets: Ctrl + Shift + T

Page 275: MusicMaker NL

Menu Effecten 275

Object effect-rack Zie Object- en master-FX-rack (op pagina 156).

Sneltoets: E

Audio-effecten In dit submenu vindt u alle audio-objecteffecten inclusief de Vintage effecten en de effecten van de MAGIX Mastering Suite (alleen Premium-versie), de laatste kunt u hier ook apart gebruiken.

Hulp bij de verschillende audio-effecten vindt u in het hoofdstuk audio-effecten (op pagina 152).

Volume Hier vindt u verschillende menu-commando's, om het volume van van uw audio-objecten te beïnvloeden.

Gedempt/hoorbaar Met dit commando kunt u één of meerdere objecten dempen (mute). Wanneer u opnieuw dit commando geeft maakt u ze weer hoorbaar.

Sneltoets: Ctrl + M

Volume instellen Deze functies in het effectenmenu en contextmenu regelen het geluidsvolume van aparte objecten, net als de objecthendels in de Arranger.

Automatische volumeverlaging Na dit bevel wordt een automatische volumeverlaging voor alle andere audio-objecten uitgevoerd. Hiermee kunt u presentaties (voice-overs) aan uw arrangement toevoegen of commentaar aan een film (met origineel geluid) toevoegen. Bovendien kunt u hier vastleggen of alleen het originele geluid van de video dan wel alle geluidssporen moeten worden gedempt.

In de dialoog kan de mate van de verlaging en de duur van de fade-in- en -uit worden ingesteld.

Het commando kan al tijdens een audio-opname worden gebruikt (Audio-opname (op pagina 63), uitgebreide opties).

Sneltoets: Ctrl + Shift + D

Normaliseren De functie "Normaliseren" verheft het niveau van een audio-object tot de maximaal mogelijke hoogte, zonder het materiaal te oversturen. Hiervoor wordt de signaalpiek van het object gezocht. Het niveau van deze piek wordt exact op 0 dB afgesteld.

Page 276: MusicMaker NL

276

www.magix.nl

Toets: Alt + N

Toonhoogte en tempo Hier vindt u verschillende menu-commando's, om de toonhoogte en het tempo van uw audio-objecten te beïnvloeden.

MIDI-transponeren Dit commando is alleen voor MIDI-objecten beschikbaar. Daarmee verhoogt of verlaagt u de toonhoogte van alle noten van een MIDI-object met een bepaalde waarde (in halve tonen). Gebruik deze functie bijvoorbeeld om de toonhoogte van een geïmporteerd MIDI-bestand aan andere audio-objecten aan te passen. Dat is beter dan audio-objecten te transponeren (pitchshifting), omdat dat tot klankverlies kan leiden, wat bij MIDI-objecten niet het geval is, doordat MIDI-objecten geen klanken zijn maar alleen de synthesiter aansturen.

Sneltoets: Ctrl + T

Timestretch & pitchshift Zie Timestretch/Pitchshift.

Sneltoets: Shift + P

Harmony Agent De Harmony Agent is bedoeld voor de analyse van harmonieën.

Lees hierover meer in het betreffende gedeelte van het hoofdstuk "Audio-objecten (op pagina 79)"!

Sneltoets: H

Toontrap hoger/lager U kunt een toontrap van een meegeleverde sample snel veranderen, zonder daarvoor de bijbehorende Soundpool-directory in de Mediapool te hoeven openen.

Met de toetsen * en / op het numerieke toetsenbord (helemaal rechts op het toetsenbord) wordt de sample vervangen door een van een trap hoger, resp. lager.

Met de toetsen + en - op het numerieke toetsenbord kunt u de toonhoogte veranderen door middel van pitchshifting, daarvoor wordt het bijbehorende effect uit het audio-effectrack gebruikt.

Toontrap instellen Met dit commando (alleen in het contextmenu van Soundpool-samples) kunt u snel de toontrap van het geselecteerde object uitwisselen (indien voorhanden). Dit functioneert ook bij de meervoudige selectie. Selecteer eenvoudigweg alle onder

Page 277: MusicMaker NL

Menu Effecten 277

elkaar liggende objecten en selecteer om variatie in het arrangement aan te brengen een nieuwe toontrap.

Remix Hier vindt u commando's voor de Remix-functies van MAGIX Music Maker 2013 Premium.

Remixobjecten aanmaken Wanneer bij het uitvoeren van de Remix Agent de tempo- en maatinformatie in het audiobestand zijn opgeslagen, kunnen met dit commando remix-objecten worden gemaakt. Is de Remix Agent nog niet uitgevoerd, start deze met dit commando met de juiste presets voor het maken van remix-objecten.

Sneltoets: Ctrl + J

Remix Maker Met de Remix Maker kunt u automatische remixes maken uit de loop-objecten van de Remix Agent.

Lees hiervoor het hoofdstuk "Audio-objecten (op pagina 77)"!

Sneltoets: Shift + K

Tempo- & maatherkenning MAGIX Music Maker 2013 Premium heeft een Remix Agent voor het automatisch vaststellen van de snelheid in BPM (beats per minute – slagen per minuut) en het maken van loop-objecten.

Lees voor meer informatie het hoofdstuk "Remix Agent".

Sneltoets: J

Loop-finder De Loop Finder is ontwikkeld om in korte ritmische passages BPM's te vinden en in het arrangement BPM' in te stellen. Verder kan de Loop Finder helpen om korte loops in een bestaand arrangement in te passen of zelfs om drumloops te maken uit korte ritmische passages.

Let op: voor langere passages (bv. complete cd-tracks) kunt u beter de Remix Agent (op pagina 277) gebruiken.

In het bovenste gedeelte van de dialoog wordt de golfvorm van het audiomateriaal getoond, standaard op een zoomniveau van ongeveer 10 seconden.

Page 278: MusicMaker NL

278

www.magix.nl

Het werkt in principe zo, dat u de groene beginmarker aan het begin van een maat zet en dan de rode eindmarker aan het begin van de volgende maat. Dan geeft het BPM-display links het tempo van de loop in Beats per Minute (BPM) weer. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de gemarkeerde passage precies zoveel beats liggen als in het beat-invoerveld wordt aangegeven - als preset 4. Liggen er dus twee hele maten tussen de begin- en eindmarker, dan moet het aantal beats naar 8 worden verhoogd, anders herkent de Loop Finder het halve tempo.

Een voorwaarde voor de exacte bepaling van de lengte van de loop is dus het precies markeren van de maatlengte. Dit kan weliswaar handmatig door het verplaatsen van de begin- en eindmarker gebeuren - bij gebruik van de zoomfunctie ook heel precies. Maar gemakkelijker is het met de volgende hulpmiddelen:

Tap Tempo: activeert een automatische stappenvolgorde voor het bepalen van he tempo. Eerst wordt de geluidsweergave gestart vanaf de beginmarker. Vervolgens wordt u gevraagd het tempo met "Tap" of de T-toets in te 'tappen' - u moet deus de T indrukken op de maat van de muziek. Na het boven ingestelde aantal beats stopt de weergave. De beginmarker staat nu aan het begin van het 'Tap'-gedeelte en de eindmarker aan het eind. Dat was het al - nu is de maat gemarkeerd en het tempo kan worden afgelezen. De automatisering zorgt ervoor, dat de begin- en eindposities nog precies op de volgenden beat worden ingesteld. Ook wanneer het 'tap'-proces niet precies heeft gewerkt vindt het programma vrijwel altijd de juiste beat die u bij het tappen 'bedoelde'!

Snap Marker: met de rode en groene pijlknoppen boven naast de golfvormweergave kunnen de begin- en eindmarker steeds een beat naar voor of naar achter bewogen worden. Dat maakt het heel gemakkelijk om bij lopende weergave 'ronde' loops, d.w.z. hele maten, te markeren.

Zodra een loop zonder stotteren doorloopt, kan het correcte tempo links worden afgelezen.

Daarbij moet erop worden gelet dat het aantal beats per maat (als preset 4) aangepast wordt aan de daadwerkelijke lengte van de loop. Wanneer er dus 4 maten als loop gemarkeerd zijn moet in dit veld 16 ingevoerd worden!

Start-(S) en End-(E) marker: deze beide markers geven het begin- en eindpunt vande loop aan. Ze kunnen met de muis verplaatst worden, om het gedeelte nauwkeurig in te stellen.

Knippen: als een correkter loop gevonden is, kan deze met knippen worden uitgeknipt, om bv. later weer te worden gebruikt

BPM overnemen: het arrangement gebruikt de gevonden BPM-waarde.

Timestretching: past het object op basis van het gevonden tempo aan op het tempo van het arrangement door middel van timestretching.

Page 279: MusicMaker NL

Menu Effecten 279

Resampling: past het object op basis van het gevonden tempo aan op het tempo van het arrangement, door middel van resampling.

Sneltoets: L

Geluidseffecten laden/opslaan/resetten U kunt de actueel ingestelde effectcombinaties voor elk object apart opslaan en - als ze bevredigend zijn - later op andere objecten toepassen. Als u door de bomen het bos niet meer ziet, schakelt u alle actueel gebruikte effecten volledig uit ("Reset")

Sneltoets: Geluidseffecten laden Ctrl + Alt + O Reset geluidseffecten Ctrl + Alt + R

Stereo in twee mono-objecten omzetten Met deze optie kunnen stereo-opnamen in twee mono-objecten opgedeeld worden die tot een groep verbonden worden. Via de knop "Degroeperen" kunnen de kanalen dan als onafhankelijke objecten verwerkt worden.

Sneltoets: Shift + Z

In externe editor bewerken Een geselecteerd audio-object kunt u met deze optie naar het externe programma MAGIX Music Editor laden en daar met vele speciale functies bewerken. Na afsluiting van de bewerking wordt het bewerkte materiaal terug in MAGIX Music Maker 2013 Premium geplaatst op de plek van het oorspronkelijke materiaal.

Sneltoets: Ctrl + Shift + M

Video Beeld in externe editor bewerken Grafische bestanden (BMP of JPEG) kunnen vanuit de Arranger in een extern grafisch programma worden geopend en bewerkt. Het geselecteerde grafische bestand wordt automatisch geladen en na afsluiting van de bewerking terug in MAGIX Music Maker 2013 Premium in plaats van het oorspronkelijke materiaal gebruikt.

Sneltoets: Ctrl + Shift + B

Video-effecten laden Met dit bevel kunt u een opgeslagen effectcombinatie voor het huidige geselecteerde object laden. Wanneer u meerdere objecten geselecteerd heeft, wordt de effectcombinatie op elk geselecteerd object toegepast.

Video-effecten opslaan Met dit bevel kunt u de huidige ingestelde effectcombinatie voor ieder object afzonderlijk opslaan.

Page 280: MusicMaker NL

280

www.magix.nl

Reset video-effecten Met deze optie schakelt alle huidige toegepaste effecten uit. Het materiaal wordt naar de toestand van voor de toepassing van de effecten hersteld.

Titel Titeleditor Opent de Titeleditor (Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte "Titeleditor" op pagina 214) voor het gemarkeerde foto- of video-object.

Sneltoets: Alt + Shift + T

Titelsjabloon laden Met dit bevel kunt u een vooraf opgeslagen titeleffect voor het huidige object laden.

Titelsjabloon opslaan U kunt de actueel ingestelde effectcombinaties voor elk titelobject apart opslaan en later op andere objecten toepassen.

Automatisering Object-volumecurve weergeven De automatiseringscurve voor het objectvolume wordt getoond en kan in de muismodus automatisering (op pagina 51) worden bewerkt.

Meer over automatisering vindt u in het hoofdstuk Automatiseringscurven (op pagina 221).

Object-panoramacurve weergeven De automatiseringscurve voor de object-panoramapositie wordt getoond en kan in de muismodus automatisering (op pagina 51) worden bewerkt.

Meer over automatisering vindt u in het hoofdstuk Automatiseringscurven (op pagina 221).

Automatisering van dit object / Automatisering van dit spoor De dialoog "Editor voor dynamische effecten" (op pagina 223) voor de automatiek van de object- of spoorparameter wordt getoond. Daar kan een parameter worden geselecteerd en in de muismodus Automatisering (op pagina 51) worden bewerkt.

Meer over automatisering vindt u in het hoofdstuk Automatiseringscurven (op pagina 221).

Sneltoets: Ctrl + H

Page 281: MusicMaker NL

Menu Weergave 281

Menu Weergave

Standaardlay-out Deze optie zet het programmavenster van MAGIX Music Maker 2013 Premium terug naar de standaardlay-out, de Arranger boven en de Mediapool onder.

Sneltoets: F11

Zoom Soundpool & keyboard Deze instelling vergroot de weergave van de loop in de Soundpool-weergave van de Mediapool. Ook de toetsen van het keyboard worden groter weergegeven. Dit is vooral om de bediening van MAGIX Music Maker 2013 Premium te verbeteren op touchscreens.

Sneltoets: Tab-toets

Arranger Arranger zichtbaar Zet de Arranger aan/uit

Sneltoets: F4

Weergave optimaliseren

De startmarker wordt aan het begin van het arrangement gezet en de eindmarker aan het einde van het laatset object in het arrangenment, zodat het volledig afgespeeld kan worden.

Het arrangement wordt uitgezoomd, zodat de hele duur van het arrangement te zien is. De verticale zoom (spoorhoogte) blijft hetzelfde.

Sneltoets: F12

Objecten met stereokopie Deze optie bepaalt of voor objecten een of twee golfvormen worden getoond. Als u de optie inschakelt is er één golfvorm per linker of rechter kanaal.

Sneltoets: Ctrl + Alt + Z

Loopgedeelte benadrukken Met deze optie kan het loopgedeelte – d.w.z. de strook boven het eerste spoor, die het gedeelte aangeeft dat als herhalende loop wordt gespeeld – in- en uitgeschakeld worden.

Page 282: MusicMaker NL

282

www.magix.nl

Objectmarkers weergeven > Maatmarker/Beatmarker/Harmoniemarker weergeven Na het toepassen van de Remix Agent of de Harmony Agentt bevat het geanalyseerde audiomateriaal maat- of harmoniegegevens in de vorm van markers, die met deze opdracht in de Arranger kunnen worden getoond.

Toets: Maatmarker Ctrl + Shift + F9 Harmoniemarker Ctrl + Shift + F10 Beatmarker Ctrl + Shift + F11

Mediapool Mediapool zichtbaar... Met deze optie kunt u de Mediapool verbergen of weer zichtbaar maken.

Sneltoets: F2

Mediapoolweergaven / sjabloondirectory's Stuurt de betreffende map in de Mediapool aan.

Nog sneller vindt u de gewenste Mediapoolweergaven en -mappen met de bijbehorende Sneltoets.

Videomonitor Videomonitor zichtbaar Met deze optie kunt u het videovenster openen en sluiten.

Sneltoets: F3

Videomonitor beeldvullend Met deze optie wordt de video-previewmonitor in volledig-schermmodus weergegeven. Met de rechter muisknop opent u het contextmenu; met de Esc-knop gaat u terug naar de normale weergave.

Sneltoets: Alt + invoer

Video-uitvoer Deze optie schakelt de previewmonitor voor de weergave van de in de Arranger beschikbare video-objecten aan of uit.

Sneltoets: Shift + F3

Page 283: MusicMaker NL

Menu Weergave 283

Arrangementoverzicht Hiermee kan het complete arrangement in een overzicht op de videomonitor worden getoond. Deze optie is vooral geschikt om bij complexe en lange arrangementen het overzicht niet te verliezen.

U heeft zicht op uw complete arrangement en kunt desondanks razendsnel het gezochte object bereiken - u kunt direct op de Videomonitor zoomen of de in de Arranger getoonde selectie verschuiven.

U kunt deze functie ook via "Overview" direct op de Videomonitor oproepen.

Sneltoets: Shift + F2

Audio-piekmeters

De videomonitor wordt veranderd in een Analyzer, die het geluid grafisch weergeeft.

Sneltoets: Shift + F4

Infobox

In de modus Infobox worden in de previewmonitor hulpteksten getoond, wanneer u de muis boven een knop op de programma-interface stil houdt.

Sneltoets: Shift + F1

Mixen Mixer Met deze optie kunt u de realtime-mixer openen of sluiten. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Mixer (op pagina 226).

Sneltoets: M

Master audio-effect-rack Hier kan het master audio-effect-rack worden geopend en gesloten. Zie voor meer informatie over alle opties het hoofdstuk Audio-effecten (op pagina 152).

Sneltoets: B

Mastering Suite Met deze optie wordt de MAGIX Mastering Suite (op pagina 179) geopend.

Sneltoets: N

Page 284: MusicMaker NL

284

www.magix.nl

Live Performer Activeert de Live Performer. Lees hiervoor in het hoofdstuk "Objecten arrangeren" (op pagina 144), het gedeelte "Live Performer" (op pagina 53)!

Sneltoets: K

Menu Delen Het menu Delen zorgt voor de export naar sociale netwerken op internet en voor exportfuncties naar andere programma's van MAGIX.

Hier vindt u mogelijkheden voor het uploaden van aparte objecten in de Arranger of bestanden uit de Mediapool, of ook het hele arrangement, naar keuze als audio of als video. Bovendien kunt u het arrangement direct doorgeven aan een ander programma van MAGIX (voor zover geïnstalleerd) om het daar bijvoorbeeld als achtergrondmuziek voor een diashow te gebruiken.

Online publicatie Met de menu-onderdelen bij "Delen" > "Online publiceren" of via de exportassistent kan de complete song naar verschillende webcommunity's worden geüpload.

Arrangement als mp3 naar MAGIX Online Album uploaden Converteert het geluidsspoor van uw arrangement in een mp3-bestand en laad deze naar uw persoonlijke MAGIX Online Album.

Video naar Facebook uploaden Uploadt het actuele arrangement naar YouTube. Meer informatie vindt u onder Export naar Facebook (op pagina 243).

Video naar YouTube uploaden Upload het actuele arrangement naar YouTube. Lees Exporteren naar YouTube (op pagina 244) voor een gedetailleerde beschrijving.

Sneltoets: Shift + Y

Audio naar Soundcloud uploaden Uploadt het arrangement naar het muziekplatform Soundcloud. Meer info vindt u onder Audio naar Soundcloud uploaden (op pagina 245).

Arrangement als e-mail versturen Met deze optie wordt een gecomprimeerd bestand in het Windows™ Media-format aangemaakt. Tegelijkertijd wordt uw e-mailprogramma geactiveerd en wordt het gemaakte bestand als attachment aan een geopend bericht toegevoegd. U kunt een arrangement dus ook zonder tussenstappen comprimeren en versturen.

Page 285: MusicMaker NL

Menu Delen 285

Muziek op magix.info presenteren Opent een browser met de media-uploadpagina van magix.info. Selecteer daar het bestand dat u op dit portaal wilt presenteren.

Let op: u moet het arrangement eerst exporteren (op pagina 239).

Als achtergrondmuziek te gebruiken Converteert uw arrangement naar het mp3-formaat en geeft het direct door aan een van de getoonde programma's, waar het als achtergrondmuziek kan worden gebruikt.

• Video easy 3 SE • Video easy 3 HD • Video deluxe MX HD • Video deluxe MX Plus HD • Video deluxe MX Premium HD • Foto Manager 10 • Foto Manager 10 deluxe • Foto Manager MX • Foto Manager MX deluxe

Let op: deze functie is alleen in beschikbaar als u tenminste een van de programma's uit de lijst heeft geïnstalleerd.

Toevoegen aan muziekcollectie Converteert uw arrangement naar het mp3-format en geeft het direct door aan een muziekbeheerprogramma van MAGIX (bv. MP3 deluxe MX), waar het aan de bestaande muziekcollectie wordt toegevoegd.

Opmerking: deze functie is alleen beschikbaar als u tenminste één overeenkomstig programma van MAGIX heeft geïnstalleerd.

Audio-object in externe editor bewerken Converteert uw arrangement naar het WAV-format en geeft het direct door aan een van de getoonde programma's, waar het verder kan worden bewerkt.

• Music Editor • Audio Cleaning Lab

Page 286: MusicMaker NL

286

www.magix.nl

Let op: deze functie is alleen in beschikbaar als u tenminste een van de programma's uit de lijst heeft geïnstalleerd.

Audio op cd-r(w) branden Uw arrangement wordt aan MAGIX Speed burnR doorgegeven, waar het direct als audio-cd kan worden gebrand. In de Premium-versie heeft u daarvoor MAGIX Music Editor.

Sneltoets: Shift + C

Arrangement en gebruikte media op cd/dvd-r(w) branden Uw arrangement wordt aan MAGIX Speed burnR doorgegeven, waar het direct op cd of dvd kan worden gebrand.

Sneltoets: Ctrl + B

Menu Hulp

Welkomstdialoog tonen Met dit commando kunt u de "Welkomst"-dialoog weer laten weergeven. Daar heeft u snelle toegang tot belangrijke functies bij de programmastart.

Documentatie Inhoud Gebruik dit commando om naar de overzichtspagina van de hulp te gaan. Van daaruit kunt u naar bepaalde commando's springen of stap voor stap aanwijzingen doorlezen.

Handboek-PDF Opent het programmahandboek als PDF.

Contexthulp-muismodus Hiermee verandert de muiscursor in een pijl met een vraagteken.

Klik op een knop in het hoofdvenster naar keuze om de programmahulp bij dit bedieningselement te openen.

Sneltoets: Alt + F1

Page 287: MusicMaker NL

Menu Hulp 287

Gereedschapstips tonen Gereedschapstips zijn kleine informatievensters, die automatisch openklappen, als de muiscursor boven bijvoorbeeld een knop wordt stilgehouden. Ze informeren u over de functie van het item. Met deze optie kunt u ze aan- en uitschakelen.

Toon inleidende video De inleidende video laat duidelijk zien hoe de belangrijkste functies werken. Bepaalde speciale thema's worden daarnaast in afzonderlijke inleidende video's getoond.

Sneltoets: Ctrl + F1

Voor de weergave van de inleidende video moet u soms de programma-cd plaatsen.

Meer tutorials online bekijken Opent de magix.info website met online-instructievideo's.

Programma actualiseren / functies uitbreiden Online registreren Deze optie roept de onlineregistratie van de MAGIX homepage op waar u zich als MAGIX gebruiker kunt registreren.

Daarmee verkrijgt u toegang tot de MAGIX support website waarop u verschillende programma-actualiseringen en hulpprogramma's kunt downloaden, alleen wanneer u als MAGIX gebruiker geregistreerd bent.

Via het bijgevoegde registratieformulier (in het startmenu onder MAGIX Music Maker 2013 Premium > Service en support > Registreren) kunt u zich ook per post of fax registreren. Eenvoudig printen, invullen en opsturen.

Sneltoets: F12

Online actualisering Deze optie leidt naar de MAGIX-homepage waar u het programma met behulp van de laatste updates kunt actualiseren.

Extra functies activeren In dit submenu kunt u encoders/decoders voor verschillende bestandsformaten activeren.

Waarom is er een activering? Voor de import (decoding) resp. export (encoding) van bepaalde video- en audiobestandsformaten heeft u een geschikte codec nodig om deze formaten te kunnen lezen en te kunnen uitvoeren. Over het algemeen zijn aan de integratie van decoders en encoders van derden kosten verbonden. Deze codecs worden daarom in MAGIX-programma's via een extra, vrijwillige activering geïntegreerd die afhankelijk

Page 288: MusicMaker NL

288

www.magix.nl

van het soort gebruik en de bekendheid gratis of (bij dure speciale codecs) tegen betaling kan geschieden. Op deze manier behoudt MAGIX ook in de toekomst de mogelijkheid, u een optimale prijs-/prestatieverhouding voor uw software te bieden.

De volgende activeringen waaraan kosten zijn verbonden zijn in MAGIX Music Maker 2013 Premium beschikbaar: MP3-Surround-encoder.

Activering tegen betaling van MP3 Voor MP3 Surround is een activering tegen betaling van de betreffende codec nodig.

Activeringscode online bestellen Klik op "Online bestellen ..." (veld 1). De internetbrowser wordt dan geopend, waar u eerst uw MAGIX Music Maker 2013 Premium moet registreren, als u dat niet al had gedaan. Hierna wordt u doorgestuurd naar een website waar u de betreffende activeringscode kunt bestellen.

Als uw computer niet beschikt over een internetaansluiting, kunt u de volgende mogelijkheden voor de activering gebruiken:

Activeringscode per post/fax bestellen Na een klik op "Per post/fax bestellen" (veld 2) verschijnt uw usercode. Deze wijst uw persoonlijke activeringscode automatisch toe aan uw PC. Klik nu op "Naar bestelformulier" om uw usercode automatisch over te nemen op het post/faxformulier. Stuur het afgedrukte en ingevulde formulier naar het opgegeven adres/faxnummer. Uw activeringscode wordt u, na succesvolle betaling, binnen

Page 289: MusicMaker NL

Menu Hulp 289

enkele dagen per post of fax toegestuurd (optioneel ook per e-mail indien u een e-mailadres heeft opgegeven).

Activeringscode invoeren Na ontvangst van uw persoonlijke activeringscode kunt u in uw programma de activeringsdialoog voor het betreffende bestandsformaat openen, wanneer u de export voor het betreffende formaat start. Wanneer u de activeringscode per e-mail heeft ontvangen, kopieert u deze eenvoudig in het invoerveld in de dialoog en klikt u op "Activeren...".

Problemen bij de activering Probleem: de ingevoerde code klopt niet (telefonische activering)

Controleer eerst de invoer, in de meeste gevallen is de code verkeerd ingevoerd. Wanneer de code niet verkeerd is ingevoerd, kunt u contact opnemen met ons callcenter. Hier wordt u persoonlijk te woord gestaan door één van onze medewerkers. Ik kan de MAGIX-website niet openen

Controleer uw internetverbinding, eventueel moet u van tevoren handmatig inbellen.

Ik kan het formulier voor de bestelling per post/fax niet openen

• Controleer of er een geschikt tekstverwerkingsprogramma is geïnstalleerd en geactiveerd (bijv. MS Word).

Ik heb de e-mail met de activeringscode niet ontvangen

• Controleer of uw inbox misschien vol is. • Kijk in uw spam-map.

Vragen kunt u te allen tijde via e-mail aan de support richten. Zorg dat u de volgende informatie voor u heeft zodat wij u zo snel en zo goed mogelijk kunnen helpen:

• complete productnaam • precieze versienummer (te vinden in de about-box onder de entry "Over" in het

menu "Hulp") • naam van de encoder/decoder • uw usercode (te bereiken via de dialoog "Activeren per post/fax")

Probleem: ik heb mijn MAGIX programma op een nieuwe computer geïnstalleerd of in mijn oude computer een nieuwe harde schijf (geluidskaart, geheugen...) ingebouwd. Nu wordt mijn activeringscode niet meer geaccepteerd.

De activering is aan een bepaalde computer gebonden. Veranderingen van de computerhardware, bv. het inbouwen van een grotere harde schijf kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer herkend wordt en daarmee ook de

Page 290: MusicMaker NL

290

www.magix.nl

activeringscode niet werkt. Dit is pas echt van kracht wanneer u MAGIX Music Maker 2013 Premium op een nieuwe computer installeert. In dit geval vraagt u eenvoudig een nieuwe activeringscode aan. Omdat u als MAGIX klant geregistreerd bent, hoeft u de kosten voor de activering natuurlijk niet nogmaals te betalen. Online: bij de aanmelding op de MAGIX-website gebruikt u uw bestaande MAGIX-toegangsgegevens. Post/fax: druk het bestelformulier opnieuw af, vul het in en stuur het naar het aangegeven adres.

magix.info – Multimedia Community Helpen & geholpen worden - U heeft direct vanuit het programma toegang tot magix.info – de Multimedia Community, de nieuwe kennisdatabank van MAGIX. Hier vindt u antwoorden op de meest gestelde vragen over MAGIX-producten en multimedia in het algemeen. Vindt u voor uw probleem geen oplossing? Geen probleem, stel gewoon zelf een vraag.

Online vragen stellen Heeft u een vraag of een probleem met uw MAGIX-software of zoekt u tips & trucs rondom het thema multimedia? Dan bent u hier aan het juiste adres! Voer uw vraag in in het veld en klik op "Vraag stellen", de browser wordt geopend met magix.info.

Kennis & workshop vinden Bekijk de nieuwste workshops op magix.info en lees nuttige tips van andere gebruikers van MAGIX Music Maker 2013 Premium.

Muziek op magix.info presenteren Opent een browser met de media-uploadpagina van magix.info. Selecteer daar het bestand dat u op dit portaal wilt presenteren.

Let op: u moet het arrangement eerst exporteren (op pagina 239).

magix.info - Multimedia Community oproepen Opent de startpagina van magix.info.

Beeldschermoverdracht – MAGIX Screenshare Deze functie geeft u de mogelijkheid om andere gebruikers direct via internet te helpen of van andere gebruikers hulp te ontvangen. Daarvoor moet u MAGIX Music Maker 2013 Premium eerst registeren.

Let op: opdat gasten van een beeldschermoverdracht ook weten wat ze te zien krijgen kunt u met elkaar te telefoneren of via een chatfunctie met elkaar te communiceren.

Page 291: MusicMaker NL

Menu Hulp 291

Als gastheer voor een beeldschermoverdracht aanmelden 1. Om zelf een vertoning te starten, moet u zich als gastheer aanmelden. Open

hiervoor het menu „Delen” en kies de entry "Beeldschermoverdracht als gastheer ...".

2. In de dialoog kunt u een eigen naam voor de beeldschermoverdracht aangeven, standaard wordt hier de naam van uw gebruikersaccount gebruikt.

3. Klik nu op "Sessiestart". Rechts onder in de hoek verschijnt een klein venster dat de status voor uw beeldschermoverdracht weergeeft. Bovendien ziet u daar een nummer (Session-ID) dat voor de gasten van uw beeldschermoverdracht als wachtwoord dient.

4. Start nu de vertoning.

Als gast van een beeldschermoverdracht aanmelden 1. Om een beeldschermoverdracht te kunnen bekijken, moet u als gast zijn

aangemeld. Open hiervoor het menu „Delen” en kies de entry "Beeldschermoverdracht als gast ...".

2. Voer het wachtwoord (Session-ID) in dat u van uw gastheer heeft ontvangen. 3. Klik nu op "Sessiestart". Er verschijnt een venster waarin u een verkleinde

weergave van het beeldscherm van uw gastheer kunt zien.

Over MAGIX Music Maker 2013 Premium Er verschijnen copyright-gegevens en het versienummer van MAGIX Music Maker 2013 Premium.

Page 292: MusicMaker NL

292

www.magix.nl

Overzicht knoppen en sneltoetsen

Gereedschapsbalk

Nieuw arrangement Arrangement laden

Arrangement opslaan Instellingen

magix.info Handeling terugzetten

Laatste actie ongedaan maken (undo)

Object splitsen

Muismodus selecteren

Sneltoetsen Voor veel functies zijn er in MAGIX Music Maker 2013 Premium sneltoetsen, waarmee u met één druk op de knop de gewenste functie kunt oproepen, bijvoorbeeld:

• menu- en objectcontextmenu-onderdelen • functies van de Mediapool (menu Opties) • het menu van de Videomonitor • bewegen en zoomen van de Arrangerweergave • afspeelbesturing (verplaatsen van afspeelmarker en het af te spelen gedeelte) • muismodi • Smart Preview-functie (beluisteren van Mediapoolbestanden in de context van de

Arranger)

Menu Bestand Arrangement laden/opslaan Nieuw arrangement Ctrl + N Laad arrangement Ctrl + O Arrangement opslaan Ctrl + S Arrangement opslaan als Shift + S

Import Audio-cd-track(s) importeren C Audio-opname R Video-opname Premium G

Page 293: MusicMaker NL

Overzicht knoppen en sneltoetsen 293

Export Gebruikelijke exportopties X

Audio op cd-r(w) branden Shift + C Audio als Wave/ADPCM Shift + W Audio als mp3 Shift + M Audio als OGG Vorbis Shift + O Audio als Windows Media Audio Shift + E Audio als AIFF Shift + I Audio als FLAC Shift + F Audiosporen afzonderlijk als Wave Shift + U Video als AVI Shift + A Video als MAGIX Video Shift + X Video als Quicktime Movie Shift + Q Video als Windows Media Video Shift + V Afbeelding als JPEG/BMP Shift + B Afbeelding als JPEG Shift + J

Back-up Arrangement en gebruikte media opslaan

Ctrl + Alt + S

Arrangement en gebruikte media opslaan (audio als Ogg Vorbis)

Ctrl + Shift + C

Arrangement en gebruikte media op cd/dvd-r(w) branden

Ctrl + B

Handmatig geselecteerde bestanden op cd/dvd-r(w) branden

Ctrl + Alt + B

Instellingen Programma-instellingen P Arrangementinstellingen A

Audio-opname Shift + R

Sneltoetsen U

Afsluiten Alt + F4

Menu Bewerken Ongedaan maken Ctrl+Z Herstellen Ctrl+Y Alles markeren Ctrl + A Object Nieuw audio-object opnemen R

Nieuw MIDI-object Ctrl + Alt + N

Spraak uit tekst genereren Ctrl + Shift + T

Page 294: MusicMaker NL

294

www.magix.nl

Nieuw video-object opnemen G Nieuw titel-object maken Alt + Shift + T Knippen Ctrl+X Kopiëren Ctrl+C Dupliceren Ctrl + D Plakken Ctrl+V Meerdere keren invoegen Ctrl + "Num+" Wissen Del Alles markeren Ctrl + A Splitsen T Objecten als takes opslaan Alt + Shift + S

Groeperen Ctrl + G Degroeperen Ctrl + U Objecteigenschappen Ctrl + P

Gedeelte Knippen Ctrl + Alt + X Kopiëren Ctrl + Alt + C Plakken Ctrl + Alt + V Meerdere keren invoegen Ctrl + Alt + "Num+" Wissen Ctrl + Del Extraheren Ctrl + Alt + E

Navigatie: sprongmarker plaatsen, afspeelpositie bewegen (zie Afspeelbesturing), weergave bewegen (zie Bewegen van de Arrangerweergave (op pagina 297)).

Menu Effecten Song Maker W

Audio Master-audio-effect-rack B Mastering Suite N Spraak uit tekst genereren Ctrl + Shift + T

Objecteffect-rack E

10-bands equalizer Q Parametrische equalizer Ctrl + Q Freehand tekenfilter F Compressor Shift + D Stereoprocessor Z Fase inverteren Ctrl + Shift + I Echo/Reverb Shift + H

Distortion/Filter Shift + F Elastic Audio S Vocoder V

Page 295: MusicMaker NL

Overzicht knoppen en sneltoetsen 295

Gater Shift + G Achteruit Ctrl + Shift + R

Gedempt/hoorbaar Ctrl + M Volumeverlaging Ctrl + Shift + D Normaliseren Shift + N

Timestretch/ Pitchshift Shift + P MIDI-transponeren Ctrl + T Harmony Agent H

Toontrap hoger Num * Toontrap lager Num /

Remixobjecten aanmaken Ctrl + J Remix Maker Shift + K Loop Finder L Remix Agent – tempo- en maatdetectie

J

Audio-effecten laden Ctrl + Alt + O Reset audio-effecten Ctrl + Alt + H

Stereo in twee mono-objecten omzetten

Shift + Z

Wave in externe editor bewerken Ctrl + Shift + M

Video Beeld in externe editor bewerken Ctrl + Shift + B

Titel Titeleditor Alt + Shift + T Automatisering Automatiek van dit object Ctrl + H

Menu Weergave Zoom Soundpool en keyboard Tab

Arranger Arranger zichtbaar F4 Weergave optimaliseren F12 Objectweergave wijzigen Ctrl + Alt + Z Objectmarker tonen Maat marker Ctrl + Shift + F9 Harmonie marker Ctrl + Shift + F10 Beat marker Ctrl + Shift + F11

Mediapool Mediapool zichtbaar F2

Page 296: MusicMaker NL

296

www.magix.nl

Soundpool F5 Bestandsbeheer F6 Synthesizer F7 Sjablonen F8 Keyboard F9 Beheer F10 Catooh O

Videomonitor Videomonitor zichtbaar F3 Videomonitor beeldvullend Alt + Enter Video-uitvoer Shift + F3 Arrangementoverzicht Shift + F2

Audio-piekmeters Shift + F4 Infobox Shift + F1

Mixen Mixer M Master-audio-effect-rack B Mastering Suite N Live Performer K

Standaardlay-out F11 Menu Hulp Contexthulp-muismodus Alt + F1 Over MAGIX Music Maker 2013 Premium

I

Contextmenu MIDI-objecten MIDI-editor Ctrl + Shift + D Spoor VSTI-editor Ctrl + Shift + F MIDI-transponering Alt + Shift + D

Mediapool Instellingen Soundpool F5 Bestandsbeheer F6 Synthesizer F7 Sjablonen F8 Keyboard F9 Objectbeheer F10 Catooh O

Page 297: MusicMaker NL

Overzicht knoppen en sneltoetsen 297

Videomonitor Videomonitor zichtbaar F3 Videomonitor beeldvullend Alt + Enter Video-uitvoer Shift + F3 Arrangementoverzicht Shift + F2 Audio-piekmeters Shift + F4 Infobox Shift + F1

Arranger-weergave bewegen

Aanwijzing: deze bevelen bewegen in gestopte toestand eveneens de afspeelmarker; deze blijft altijd in de zichtbare arrangementselectie.

Naar de volgende objectrand Ctrl + 0 Naar de vorige objectrand Ctrl + 9 Naar het begin van het arrangement

Home

Naar het einde van het arrangement

End

Naar de beginmarker Ctrl + Home Naar de eindmarker Ctrl + End Pagina naar rechts/links Pg Dn/Up Rastereenheid naar rechts/links Ctrl + Pg Dn/Up Naar de volgende sprongmarker Ctrl + Shift + Pg Dn Naar de vorige sprongmarker Ctrl + Shift + Pg Up

Arrangerweergave: selectie vergroten/verkleinen (Zoom) Selectie vergroten (Zoom In) Ctrl+pijl omhoog Selectie verkleinen (Zoom Out) Ctrl+pijl omlaag Zoom 1 frame Ctrl+1 Zoom 5 frames Ctrl+2 Zoom 1 sec Ctrl+3 Zoom 10 sec Ctrl+4 Zoom 1 minuut Ctrl+5 Zoom 10 minuten Ctrl+6 Zoom weergave tussen begin- en eindmarker

Ctrl+7

Zoom over gehele arrangement Ctrl+8 Spoorhoogte vergroten Alt + pijl omhoog Spoorhoogte verkleinen Alt + pijl naar beneden

Page 298: MusicMaker NL

298

www.magix.nl

Weergavebesturing / afspeelmarker bewegen/ af te spelen gedeelte bewegen Start/ stop-weergave Spatiebalk Stop op positie (stop de weergave, afspeelmarker naar de actuele positie bewegen)

Esc

Sprongmarker plaatsen Shift+1..0 Afspeelmarker naar sprongmarker 1..0

Aanwijzing: in gestopte toestand wordt de afspeelmarker naar de sprongmarker verplaatst, tijdens de weergave het af te spelen gedeelte (na het einde van de actuele loop)

Sprongmarkersequentie creëren (10 markers met dezelfde afstand als het actuele af te spelen gedeelte)

Ctrl+Shift+M

Alle sprongmarkers wissen Alt+Shift+M Af te spelen gedeelte verplaatsen Pijl rechts/links Af te spelen gedeelte met ¼ van zijn lengte verplaatsen

Ctrl+pijl rechts/links

Lengte van het af te spelen gedeelte verdubbelen/halveren

Shift+pijl rechts/links

Lengte van het af te spelen gedeelte één maat verdubbelen/halveren

Ctrl+Shift+pijl links/rechts

Muismodi Muismodi voor afzonderlijke objecten

Alt+1

Verbind objecten op een spoor Alt+2 Verbind objecten op alle sporen Alt+3 Curven-muismodus Alt+4 Objecten tekenen Alt+5 Objecten splitsen Alt+6 Objectstretch-muismodus Alt+7 Objecten beluisteren-modus Alt+8 Scrub-modus Alt+9 Replace-muismodus Alt+0

Preview/Smart Preview Preview van toontrappen Num 0..9 Preview-object veranderen Pijltoetsen Invoegen in arrangement Enter Smart Preview-object wissen Del

Page 299: MusicMaker NL

Nog vragen? 299

Nog vragen?

Tips bij de programmahulp "Hulp" bevat gedetailleerde informatie over de bediening van het programma en veel extra informatie. Veel belangrijke functies zijn in de tekst cursief aangegeven en kunnen worden aangeklikt voor een korte verklaring.

Contexthulp: druk gewoon op de toets "F1" op een willekeurige plek in het programma. De hulpfunctie "Hulp" wordt automatisch geopend en biedt passende, thematische hulp

Zoekfunctie: om naar bepaalde woorden in de hulp te zoeken, gebruikt u de zoekfunctie. Voer ofwel het afzonderlijke woord in of gebruik logische operatoren (b. v. OR, AND, NEAR) bij meerdere zoekwoorden om het zoeken te verfijnen:

• OR (tussen twee woorden): alle thema's die één van de beide woorden of beide woorden bevatten worden getoond.

• AND (tussen twee woorden): alleen die thema's die beiden woorden bevatten worden getoond.

• NEAR (tussen twee woorden): alleen die thema's die beiden woorden bevatten worden getoond. Tussen de zoekwoorden mogen maximaal 6 andere woorden liggen.

• NOT (voor een woord): thema's die dit woord bevatten worden niet getoond.

Printen: gebruik de printfunctie van de programmahulp, om afzonderlijke thema's of gehele themagebieden te printen. U vindt de printknop in de gereedschapsbalk van het hulpvenster helemaal bovenin.

De-installatie van het programma Let op: als u MAGIX Music Maker 2013 Premium zou willen de-installeren kunt u dat doen via de systeembesturing onder het punt "Software". Ook kan het via "Programma's > MAGIX > MAGIX Music Maker 2013 Premium > Service en support > MAGIX Music Maker 2013 Premium de-installeren".

Systeemeisen Voor Microsoft® Windows® XP | Vista® | 7

Minimale configuratie:

• Pc met Intel® Pentium® of AMD® Athlon® vanaf 2 GHz • 1 GB werkgeheugen (2 GB aanbevolen)

Page 300: MusicMaker NL

300

www.magix.nl

• Harde schijf met 4,5 (Premium-versie: 6) GB vrij geheugen • Beeldschermresolutie van minstens 1024 x 768 beeldpunten • Geluidskaart • Dvd-station

Optioneel:

• Cd/dvd branden met cd/dvd±r(w)-brander • MP3-export met Windows Media® Player 10 of hoger

Serienummer Elk product wordt geleverd met een serienummer. Dit serienummer heeft u nodig voor de installatie van de software en geeft u de mogelijkheid gebruik te maken van verdere diensten. Bewaar het serienummer daarom goed!

De voordelen van een serienummer Met het serienummer wordt uw programma eenduidig aan u toegewezen. Daarmee kunt u dan de gratis e-mailsupport gebruiken. Door het serienummer kan bovendien misbruik van de software worden verhinderd waardoor wij u een optimale prijs/kwaliteitsverhouding kunnen blijven bieden.

Hier vindt u het serienummer Het serienummer vindt u op de achterkant van uw cd/dvd-hoesje. Indien uw product bijvoorbeeld in een dvd-box is verpakt, vindt u uw serienummer aan de binnenkant van de box.

Bij de versies die speciaal voor internet zijn geoptimaliseerd (downloadversie) sturen wij u uw serienummer voor het activeren van de software meteen na de aankoop per e-mail toe.

Wanneer heeft u het serienummer nodig? Het serienummer heeft u nodig, wanneer u het programma voor de eerste keer start of wanneer u het registreert.

Let op: we raden u uitdrukkelijk aan uw product gratis te registreren omdat u pas dan programma-updates kunt downloaden, gebruik kunt maken van de voordelen van de MAGIX klantenservice (op pagina 4) en Codecs kunt activeren.

Page 301: MusicMaker NL

Nog vragen? 301

Publicatie van in MAGIX Music Maker 2013 Premium gemaakte werken Waarmee moet u rekening houden bij de publicatie van een muziekstuk of muziek onder een video? Er wordt onderscheid gemaakt tussen "niet-commercieel gebruik" en "commercieel gebruik".

1. Wanneer gaat het om niet-commercieel gebruik? Wanneer met MAGIX Music Maker 2013 Premium eigen nummers worden gemaakt, of privévideo's van muziek worden voorzien, kunnen deze via sociale netwerken (zoals YouTube, Facebook, Soundcloud, Twitter of een eigen blog/website) met anderen worden gedeeld. Bepalend is dat met het nummer of de privévideo geen geld wordt verdiend of wordt geprobeerd te verdienen.

Voorbeelden van niet-commercieel gebruik:

• Een gebruiker maakt een nummer met Music Maker en uploadt dit naar zijn privékanaal op YouTube en naar SoundCloud.

• Een gebruiker maakt een nummer met Music Maker en brandt het op cd om aan zijn vrienden te sturen.

2. Wanneer gaat het om commercieel gebruik? Wanneer met MAGIX Music Maker 2013 Premium eigen nummers worden gemaakt, of video's van muziek worden voorzien, met een commercieel oogmerk, spreekt men van commercieel gebruik. Van commercieel gebruik is sprake, wanneer bijvoorbeeld verkoop plaatsvindt, financiering via reclame plaatsvindt (bv. als YouTube-partner of zgn. "Monetariseren") of dergelijke contracten worden gesloten. In dit geval moeten de nodige licenties in de mediamarktplaats Catooh worden gekocht.

Voorbeelden van commercieel gebruik:

• Een gebruiker maakt een nummer met MAGIX Music Maker en uploadt dit naar zijn door reclame gefinancierde kanaal op YouTube (YouTube-partner).

• Een gebruiker maakt een nummer met MAGIX Music Maker en biedt dit in een online-downloadshop (bv. iTunes, Musicload etc.) als betaalde download aan.

• Een muzikant produceert met MAGIX Music Maker een nummer voor een cd-compilatie die bij concerten wordt verkocht.

• Een gebruiker maakt een video, waarin hij zijn berijf of een product van zijn bedrijf aanprijst.

Let op: de stijlen voor downloaden in Catooh, die voor commercieel gebruik gelicenseerd zijn, bestaan uit hoogwaardige Wave-bestanden. De "normale" Music Maker-content van de installatie-dvd is er uit ruimte-overweging slechts in .ogg-format.

Page 302: MusicMaker NL

302

www.magix.nl

Meer van MAGIX

MAGIX Online Wereld Met MAGIX Online Wereld biedt MAGIX een reeks nieuwe diensten voor uw foto's, video's en muziek. Deze diensten zijn direct via het menu "Delen" in MAGIX Music Maker 2013 Premium te bereiken:

MAGIX Online Album MAGIX Online Album (op pagina 256) is uw persoonlijke multimedia-album op internet. Wanneer u fotoshows of video's online wilt presenteren is de MAGIX Online Album de aangewezen service.

MAGIX Website Maker Met MAGIX Website Maker (op pagina 258) maakt u met een paar muiskliks uw eigen website met een professioneel design – zonder voorkennis en inclusief uw eigen domein en e-mailadressen. Zet uw fotoshows en video's op internet en voorzie uw pagina's van muziek en verschillende effecten – van een eenvoudig visitekaartje tot aan een explosie van effecten, voor zowel zakelijke- als privédoeleinden.

MAGIX Online Print Service Met MAGIX Online Print Service bestelt u uw waardevolle digitale foto's eenvoudig door te klikken als hoogwaardige fotoprints of gedrukt op leuke fotocadeaus.

Catooh – de online mediacatalogus Als het in uw project nog schort aan foto's, video's of muziek, maak dan eens gebruik van de gigantische online mediacatalogus Catooh. Daar kunt u voor weinig geld media in superkwaliteit kopen: dvd-menu's, Slideshow Maker-stijlen, decoratie-elementen, 3D-powereffecten, 3D-overgangen, soundpools, songs, ringtones ... Uiterst geschikt voor alle MAGIX foto-, video-, en muziekprojecten!

magix.info – Multimedia Community Heeft u vragen of zoekt u ondersteuning, tips of video's met uitleg van experts bij uw MAGIX-product? Op magix.info vindt u antwoorden en oplossingen, en professionele scholing en workshops op het gebied van software en multimedia bij u in de buurt.

magix.info bereikt u via www.magix.info.

Page 303: MusicMaker NL

Meer van MAGIX 303

Soundpool dvd Collection MAGIX Music Maker 2013 Premium wordt geleverd met meerdere duizenden geluids- en videobouwstenen. Verdere media kunnen worden bijbesteld. Met de MAGIX Soundpool DVD heeft u authentieke loops en samples in hoge kwaliteit in handen – de ideale upgrade voor de meest uiteenlopende muziekstijlen zoals:

• Ambient • BigBeat • Easy Listening • Dance / Electro • Disco / House • Soundtrack • Hiphop • Rock / Pop • Techno / Trance • Special effects

In de bovenste menubalk kunt u de Soundpool direct bestellen onder "Opgaven" > "Meer beleven".

Tip: op www.magix.nl vindt u altijd het meest actuele Soundpool-aanbod.

Page 304: MusicMaker NL

304

www.magix.nl

Index

1

10-bands equalizer................................................................................................................. 158

5

5.1 Surround..............................................................................................................................231 5.1 Surround-editor ................................................................................................................233

6

6-bands equalizer ...................................................................................................................179

A

Aansluiten van de opnamebronnen .....................................................................................61 Aansturing van de effectapparaten ....................................................................................152 Aanwijzingen voor het maken van ringtones.................................................................. 241 Activering tegen betaling van MP3 ...................................................................................288 Afdeling .................................................................................................................201, 202, 203 Afsluiten ...................................................................................................................................267 Afspeelgedeelte: begin- en eindmarker ............................................................................. 36 Afspeelmarker verplaatsen.................................................................................................... 37 Afspeelpositie bewegen .......................................................................................................272 Afspeeltempo of toonhoogte veranderen..........................................................................68 Afspelen/Solo afspelen ..........................................................................................................88 Algemeen ........................................................................................................................260, 261 Algemene aanwijzingen over AVI video's .......................................................................252 Algemene aanwijzingen over AVI-video's ...................................................................... 219 Algemene informatie over de Elastic Audio easy-editor ............................................. 165 Alles selecteren ......................................................................................................................273 Als achtergrondmuziek te gebruiken ................................................................................285 Als gast van een beeldschermoverdracht aanmelden ................................................. 291 Als gastheer voor een beeldschermoverdracht aanmelden ....................................... 291 Analog Delay ............................................................................................................................193 Analoog filter 12/24db .......................................................................................................... 119 Apply (destructieve bewerking) .........................................................................................157 Arrangement als e-mail versturen...........................................................................255, 284 Arrangement als mp3 naar MAGIX Online Album uploaden ................................... 284 Arrangement en gebruikte media op cd/dvd-r(w) branden ............................ 255, 286 Arrangement en gebruikte media opslaan ......................................................................255 Arrangement en gebruikte media opslaan (audio als Ogg Vorbis) ..........................255 Arrangement exporteren........................................................................................................ 29 Arrangement laden............................................................................................................... 246 Arrangement opslaan .......................................................................................................... 246 Arrangement opslaan als... ................................................................................................. 246

Page 305: MusicMaker NL

Index 305

Arrangement verder gebruiken.......................................................................................... 239 Arrangementinstellingen .....................................................................................................260 Arrangementoverzicht ......................................................................................................... 283 Arrangements opslaan en laden .......................................................................................... 54 Arranger .............................................................................................................................32, 281 Arranger zichtbaar..................................................................................................................281 Arrangeren met de Live Performer......................................................................................151 Arrangerknoppen......................................................................................................................39 Arrangerweergave: selectie vergroten/verkleinen (Zoom) ....................................... 297 Arranger-weergave bewegen ............................................................................................. 297 Articulatie ..................................................................................................................................141 As-omschrijving en legenda ................................................................................................166 Atmos ........................................................................................................................................ 133 Audio............................................................................................................................... 264, 274 Audio & MIDI..............................................................................................................................17 Audio als AIFF ........................................................................................................................250 Audio als FLAC........................................................................................................................ 251 Audio als mp3.........................................................................................................................249 Audio als OGG Vorbis ..........................................................................................................250 Audio als Wave/ADPCM Wave .......................................................................................249 Audio als Windows Media Audio .....................................................................................250 Audio naar Soundcloud uploaden .....................................................................................284 Audio op cd-r(w) branden ........................................................................................ 247, 286 Audio samenvoegen .......................................................................................................59, 271 Audiobestanden laden en bewerken .................................................................................. 60 Audiobestandsformaten ........................................................................................................ 60 Audio-CD branden ..........................................................................................................31, 245 Audio-cd inlezen...................................................................................................................... 64 Audio-cd's opnemen............................................................................................................... 68 Audio-effecten......................................................................................................... 15, 152, 275 Audio-effecten inzetten ........................................................................................................ 153 Audio-loops en MIDI-loops .................................................................................................. 42 Audio-object in externe editor bewerken........................................................................ 285 Audio-objecteffecten............................................................................................................. 153 Audio-objecten..................................................................................................................48, 60 Audio-opname.........................................................................................................61, 247, 261 Audio-piekmeters.......................................................................................................... 211, 283 Audiosporen afzonderlijk als Wave ................................................................................... 251 Audio-uitvoer opnemen.........................................................................................................151 Automatisch tempo aanpassen tijdens laden .................................................................. 68 Automatische volumeverlaging ......................................................................................... 275 Automatiseerbare effecten .................................................................................................. 221 Automatisering...............................................................................................51, 114, 234, 280 Automatisering van dit object / Automatisering van dit spoor ......................274, 280 Automatisering van het spoor............................................................................................ 222 Automatisering van objecten ............................................................................................. 223 Automatisering van Vita en Vita Solo instrumenten ....................................................142 Automatiseringscurven......................................................................................................... 221

B

Back-up..................................................................................................................................... 255

Page 306: MusicMaker NL

306

www.magix.nl

Back-up-arrangement laden................................................................................................255 Basisbegrippen........................................................................................................................ 160 Basisbegrippen van de Elastic Audio easy-editor...........................................................167 Bass Amp ................................................................................................................................ 208 Bassectie (onderste helft).....................................................................................................123 BeatBox 2 .................................................................................................................................... 15 BeatBox 2 plus ........................................................................................................................ 109 Bedienen van regelaars......................................................................................................... 185 Beeld in externe editor bewerken ......................................................................................279 Beeldschermoverdracht – MAGIX Screenshare ........................................................... 290 Beschrijving van alle controle-elementen........................................................................ 168 Bestanden verwijderen, kopiëren en verplaatsen ............................................................ 45 Bestandsformats en interfaces .............................................................................................. 17 Bewegen en zoom....................................................................................................................94 Bewegen/zoomen met de scrolbalken............................................................................... 34 Bewegen/zoomen met het muiswiel .................................................................................. 35 Bewerken van velocity en automatiseringswaarden...................................................... 115 Bewerkingsvenster................................................................................................................. 166 BitMachine............................................................................................................................... 201 Bovendien in de Premium-versie .........................................................................................20 Bovendien nieuw in de Premium-versie..............................................................................14

C

Carrier input............................................................................................................................. 174 Catooh – de online mediacatalogus ........................................................................259, 302 Cd-Manager ..............................................................................................................................64 Cellen-modus............................................................................................................................98 Chorus............................................................................................................................... 118, 198 Chorus-flanger ........................................................................................................................ 186 Chorus-flangerparameters .................................................................................................. 186 Compressor ............................................................................................................................. 159 Console ..................................................................................................................................... 184 Contexthulp ............................................................................................................................... 53 Contexthulp-muismodus .....................................................................................................286 Contextmenu............................................................................................................................. 111 Contextmenu MIDI-objecten..............................................................................................296 Controlegroepen.....................................................................................................................227 Controller-editor: events selecteren en bewerken .......................................................... 95 Controller-events quantiseren..............................................................................................96 Copyright.......................................................................................................................................2 Correctie van de basisfrequentie-analyse ........................................................................172 Curve bewerken......................................................................................................................225 Curvengenerator – opties.....................................................................................................225

D

Databank ....................................................................................................................................46 De cd-r-configuratiedialoog .................................................................................................. 67 De dialoog Stationslijst ........................................................................................................... 67 De functies.................................................................................................................................. 15

Page 307: MusicMaker NL

Index 307

De Remix Maker openen ........................................................................................................77 De Tracklist-dialoog................................................................................................................ 65 Degroeperen ...........................................................................................................................270 De-installatie van het programma ....................................................................................299 Delay (echo) ............................................................................................................................164 Demoproject afspelen .............................................................................................................22 Dialoog Audio-export ...........................................................................................................248 Dialoog Audio-opname...........................................................................................................63 Dialoog Video-export ............................................................................................................ 251 Digitale audiometer................................................................................................................ 183 Directory's ............................................................................................................................... 267 DirectX- en VST-plug-ins....................................................................................................... 19 Distortion ............................................................................................................... 119, 164, 200 Documentatie .........................................................................................................................286 Door gebruiker gedefinieerde loop instellen...................................................................270 Door gebruiker gedefinieerde loop opheffen..................................................................270 Drum-editor ...............................................................................................................................97 Drumkit........................................................................................................................................111 Drum-map-editor .................................................................................................................. 100 Drum-maps ............................................................................................................................... 99 Drumsectie (bovenste helft) ................................................................................................ 121

E

Echt 5.1 Surround-geluid......................................................................................................... 19 Een arrangement maken ........................................................................................................ 24 Effectcurven .............................................................................................................................154 Effecten...............................................................................................................................29, 152 Effectsectie ................................................................................................................................ 117 Eigen opnamen.......................................................................................................................... 16 Eigen projecten......................................................................................................................... 45 Elastic Audio Easy .................................................................................................................. 165 Enhancer ....................................................................................................................................181 Enkel beeld als BMP ..............................................................................................................254 essential FX ..............................................................................................................................184 essentialFX presets ................................................................................................................ 185 Events boven of onder de actuele beelduitsnede.............................................................92 Export...............................................................................................................................232, 247 Export als e-mailattachment ..............................................................................................240 Export als ringtone.................................................................................................................240 Export naar Facebook ...........................................................................................................243 Exportassistent....................................................................................................................... 239 Exporteren naar YouTube....................................................................................................244 Externe apparatuur aansluiten ..............................................................................................83 Externe klankgenerator .......................................................................................................... 85 Extra audio-effecten................................................................................................................. 18 Extra functies activeren........................................................................................................ 287 Extra instrumenten................................................................................................................... 19 Extra stijlen & samples ............................................................................................................ 19

Page 308: MusicMaker NL

308

www.magix.nl

F

Fase inverteren........................................................................................................................ 160 FFT-filter (Vrij tekenbaar filter).......................................................................................... 158 Fill-modus .................................................................................................................................. 78 Filter..........................................................................................................................164, 175, 196 Filteren van de event-weergave ............................................................................................91 Filtergrafiek ...............................................................................................................................175 Filter-parameters.....................................................................................................................197 Filter-Sweeps/Morphing...................................................................................................... 159 Flanger............................................................................................................................... 118, 195 Flanger-parameters ............................................................................................................... 196 Foto als JPG .............................................................................................................................254 FX sporen .................................................................................................................................228 FX-plug-ins ...............................................................................................................................157

G

Gater...........................................................................................................................................176 Geavanceerde instellingen.....................................................................................................64 Geavanceerde instellingen in de video-opnamedialoog .............................................. 218 Gebruikelijke exportopties ...................................................................................................247 Gedeelte ....................................................................................................................................271 Gedeelte extraheren..............................................................................................................272 Gedeelte knippen ....................................................................................................................271 Gedeelte kopiëren ...................................................................................................................271 Gedeelte meerdere keren invoegen ..................................................................................272 Gedeelte plakken....................................................................................................................272 Gedeelte wissen .....................................................................................................................272 Gedeelten vastleggen............................................................................................................ 144 Gedempt/hoorbaar ...............................................................................................................275 Geluid en beeld van elkaar scheiden..................................................................................213 Geluiden beluisteren en laden .............................................................................................. 23 Geluiden selecteren.................................................................................................................88 Geluidseffecten laden/opslaan/resetten.........................................................................279 Gereedschappen ...................................................................................................................... 95 Gereedschappen van de Elastic Audio easy-editor ...................................................... 169 Gereedschapsbalk..................................................................................................................292 Gereedschapstips tonen.......................................................................................................287 Groeperen ............................................................................................................................... 270 Groepering .............................................................................................................................. 270 Guitar Amp ............................................................................................................................. 207

H

Handboek-PDF........................................................................................................................286 Handmatig geselecteerde bestanden op cd/dvd-r(w) branden ...............................256 Harmony Agent ........................................................................................................ 17, 79, 276 Herstellen .................................................................................................................................268 High End 32 bit Floating Point ............................................................................................... 16

Page 309: MusicMaker NL

Index 309

I

Import ............................................................................................................. 16, 232, 246, 263 Import en export van Surround-audiobestanden .......................................................... 232 In externe editor bewerken ................................................................................................. 279 Infobox....................................................................................................................... 18, 212, 283 Informatie .................................................................................................................................261 Inhoud.......................................................................................................................................286 Inleiding ........................................................................................................................................13 Instelling bestandsmanager .................................................................................................. 44 Instelling Catooh ...................................................................................................................... 49 Instelling instrumenten .......................................................................................................... 47 Instelling keyboard .................................................................................................................. 47 Instelling objectbeheer ........................................................................................................... 48 Instelling sjablonen.................................................................................................................. 47 Instelling Soundpools............................................................................................................... 41 Instellingen ..............................................................................................................................260 Instrumenten met het toetsenbord bespelen................................................................... 89 Integratie van andere programma's - synchronisatie en Rewire............................... 236 Internet ..................................................................................................................................... 256 Internet-upload naar veel platforms .................................................................................... 18

K

Kennis & workshop vinden..................................................................................................290 Klankopwekking met Robota ............................................................................................... 125 Knippen ....................................................................................................................................269

L

Lijst-editor ..................................................................................................................................97 Limiter........................................................................................................................................ 183 Live Pads ...................................................................................................................................147 Live Pads afspelen ..................................................................................................................149 Live Pads met takes laden ....................................................................................................148 Live Pads opnemen.................................................................................................................149 Live Performer ...............................................................................................................144, 284 Live Performer-gedeelten laden en opslaan ....................................................................146 Live Performer-opname ........................................................................................................147 Live sessies................................................................................................................................. 18 Live-Monitoring...................................................................................................................... 229 LiViD - Little Virtual Drummer............................................................................................124 Load/Save................................................................................................................................. 157 Lo-Fi.............................................................................................................................................119 Loop Designer..........................................................................................................................120

overzicht ................................................................................................................................ 121 Loop-finder .............................................................................................................................. 277 Loop-gedeelte.........................................................................................................................270 Loopgedeelte benadrukken ..................................................................................................281 Loops............................................................................................................................................57

Page 310: MusicMaker NL

310

www.magix.nl

Loops laden.............................................................................................................................. 148 Loops vinden ............................................................................................................................. 79

M

MAGIX Mastering Suite (Premium-Version)..................................................................179 MAGIX Mastering Suite 2.0 .................................................................................................. 19 MAGIX Music Editor..........................................................................................................19, 81 MAGIX Online Album ................................................................................................256, 302 MAGIX Online Print Service ...............................................................................................302 MAGIX Online Wereld .........................................................................................................302 MAGIX plug-ins ..................................................................................................................... 184 MAGIX Vita..............................................................................................................................138 MAGIX Website Maker .............................................................................................258, 302 magix.info – Multimedia Community .....................................................................290, 302 magix.info - Multimedia Community oproepen............................................................ 290 Master audio-effect-rack ...........................................................................................274, 283 Mastereffecten ....................................................................................................................... 156 Master-effecten...................................................................................................................... 154 Mastering Suite ............................................................................................................274, 283 Masterspoor ............................................................................................................................230 Media downloaden ................................................................................................................258 Media vinden en naar het arrangement downloaden...................................................259 Mediaback-up importeren.................................................................................................. 260 Mediadatabank .......................................................................................................................... 16 Mediapool .............................................................................................................. 40, 282, 296 Mediapool zichtbaar..............................................................................................................282 Mediapoolweergaven / sjabloondirectory's ...................................................................282 Meer Live Pads-knoppen ..................................................................................................... 150 Meer over MAGIX Online Wereld te weten komen.................................................... 260 Meer tutorials online bekijken ............................................................................................287 Meer van MAGIX...................................................................................................................302 Menu Bestand ...............................................................................................................246, 292 Menu Bewerken............................................................................................................268, 293 Menu Delen ............................................................................................................................ 284 Menu Effecten...............................................................................................................274, 294 Menu Hulp .....................................................................................................................286, 296 Menu Weergave............................................................................................................281, 295 Metronoom................................................................................................................................ 38 MIDI transponeren .................................................................................................................. 82 MIDI-bedrading ........................................................................................................................84 MIDI-bestanden laden............................................................................................................ 82 MIDI-bezetting Live Performer........................................................................................... 150 MIDI-editor................................................................................................................................86 MIDI-events selecteren.......................................................................................................... 93 MIDI-functies.......................................................................................................................... 103 MIDI-objecten....................................................................................................................49, 82 MIDI-objecten arrangeren..................................................................................................... 82 MIDI-objecten naar audiobestanden omzetten............................................................... 85 MIDI-opname-opties ..............................................................................................................89 MIDI-synthesizer spelen en opnemen ............................................................................... 85 MIDI-transponeren................................................................................................................276

Page 311: MusicMaker NL

Index 311

Mijn MP3's ................................................................................................................................ 45 Mijn Online Album openen................................................................................................. 258 Mixen ........................................................................................................................................ 283 Mixer ................................................................................................................ 17, 176, 226, 283 Mixer in Surroundmodus ..................................................................................................... 232 Mono Delay (Tempo Sync / Msecs).................................................................................. 117 Muismodi..........................................................................................................................50, 298 Multimax................................................................................................................................... 182 Multimediabestanden en objecten ..................................................................................... 54 Multimediabibliotheek ............................................................................................................ 15 Muziek op magix.info presenteren.......................................................................... 285, 290

N

Navigatie .................................................................................................................................. 272 Navigatieknoppen.................................................................................................................... 44 Niet-realtime-effecten........................................................................................................... 153 Nieuw arrangement ..............................................................................................................246 Nieuw audio-object opnemen ............................................................................................268 Nieuw MIDI-object maken..................................................................................................268 Nieuw object maken .............................................................................................................268 Nieuw titel-object maken ....................................................................................................269 Niveauregeling van het signaal en de opname .................................................................62 Nog vragen? ............................................................................................................................299 Normaliseren .......................................................................................................................... 275 Noten met de muis bewerken .............................................................................................. 94 Notenweergave in de pianorol en controllereditor (met velocitycurves).................. 91

O

Object .......................................................................................................................................268 Object effect-rack.................................................................................................................. 275 Object- en master-FX-rack .................................................................................................. 156 Object- en spoorcurvenautomatisering.............................................................................. 19 Object toevoegen ..................................................................................................................269 Objecteffecten ......................................................................................................................... 155 Objecteigenschappen .....................................................................................................58, 271 Objecten als takes opslaan..................................................................................................270 Objecten arrangeren ............................................................................................................... 54 Objecten bewerken ..................................................................................................................25 Objecten dempen (mute).......................................................................................................55 Objecten dupliceren..............................................................................................................269 Objecten groeperen of degroeperen....................................................................................55 Objecten inkorten of loopen ................................................................................................. 56 Objecten knippen...................................................................................................................270 Objecten kopiëren .................................................................................................................269 Objecten meermalen invoegen ..........................................................................................269 Objecten met stereokopie ....................................................................................................281 Objecten selecteren .................................................................................................................55 Objecten splitsen ......................................................................................................................55 Objecten verveelvoudigen..................................................................................................... 56

Page 312: MusicMaker NL

312

www.magix.nl

Objecten wissen .....................................................................................................................269 Objectfades................................................................................................................................ 56 Objecthendels ........................................................................................................................... 56 Objectmarkers weergeven > Maatmarker/Beatmarker/Harmoniemarker weergeven................................................................................................................................282 Object-panoramacurve weergeven.................................................................................. 280 Objectvolume.......................................................................................................................... 156 Object-volumecurve weergeven....................................................................................... 280 Objectweergave vereenvoudigen .......................................................................................212 Omschakelen naar de modus Drum-editor en weer terug ...........................................98 Ongedaan maken ...................................................................................................................268 Online actualisering...............................................................................................................287 Online publicatie ..........................................................................................................243, 284 Online registreren ..................................................................................................................287 Online vragen stellen ........................................................................................................... 290 Oproepen van de synthesizer ............................................................................................. 108 Over MAGIX Music Maker 2013 Premium..................................................................... 291 Overdracht met Bluetooth ................................................................................................... 241 Overdracht met infrarood ....................................................................................................243 Overige features van de Premium-versie ........................................................................... 18 Overzicht ...................................................................................................................................212 Overzicht knoppen en sneltoetsen....................................................................................292 Overzicht programma-interface ........................................................................................... 21

P

Parameters............................................................................................................................... 162 Parameters gladstrijken........................................................................................................ 184 Parameters van de Analog Delay....................................................................................... 194 Parameters van het Chorus-effect..................................................................................... 198 Pattern-editor - knoppen....................................................................................................... 112 Patterneditor - matrix ............................................................................................................ 112 Phaser.................................................................................................................................118, 187 Phaserparameter .................................................................................................................... 188 Piano-rol: events bewerken ................................................................................................... 92 Pitch-slice-objecten en VIP-objecten ................................................................................172 Plug-in-effecten inzetten.......................................................................................................155 Presets........................................................................................................................78, 162, 176 Preview/Smart Preview........................................................................................................298 Previewfunctie ..........................................................................................................................40 Problemen bij de activering .................................................................................................289 Programma actualiseren / functies uitbreiden ..............................................................287 Programma-instellingen ....................................................................................................... 261 Programma-instellingen terugzetten op standaard ......................................................267 Publicatie van in MAGIX Music Maker 2013 Premium gemaakte werken............. 301

Q

Quantiseren .............................................................................................................................. 101 Quantiseringsinstellingen ..................................................................................................... 101 Quantiseringsraster ( ............................................................................................................. 101

Page 313: MusicMaker NL

Index 313

R

Rack-effecten (FX1/FX2).....................................................................................................208 Raster ...........................................................................................................................................35 Realtime-effecten ................................................................................................................... 152 Rekken .........................................................................................................................................52 Remix ........................................................................................................................................ 277 Remix Agent...............................................................................................................................72

voorbereiding.........................................................................................................................73 Remix Maker .................................................................................................................... 77, 277 Remixobjecten aanmaken ................................................................................................... 277 Re-Order ................................................................................................................................... 177 Reset video-effecten .............................................................................................................280 Reverb ........................................................................................................................................160 Reverse (terug) ....................................................................................................................... 177 Revolta 2 ............................................................................................................................20, 136 Revolta 2-interface ................................................................................................................. 136 Rewire ....................................................................................................................................... 238 Ritmische enveloppe aanmaken ........................................................................................224 Robota........................................................................................................................................ 125 Room Reverb / Hall Reverb...................................................................................................118

S

Schakelschema van de Robota............................................................................................ 127 Schuifregelaar (Fader).......................................................................................................... 226 Scrubbing ....................................................................................................................................52 Sequencer ........................................................................................................................130, 145 Sequencer programmeren....................................................................................................145 Sequens afspelen ....................................................................................................................146 Sequens in arrangement omzetten ....................................................................................146 Serienummer...........................................................................................................................300 Set-ups, drumkits, presets en patronen............................................................................ 132 Shuffle-modus ...........................................................................................................................78 Smart Preview voor de meegeleverde samples ............................................................... 60 Snelle start ..................................................................................................................................22 Snelle start via presetselectie .............................................................................................205 Sneltoets MIDI-editor............................................................................................................105 Sneltoetsen.............................................................................................................113, 267, 292 Software-instrumenten .........................................................................................................107 Software-instrumenten toevoegen ......................................................................................26 Song Maker ............................................................................................................... 18, 70, 274 Song naar Soundcloud uploaden .......................................................................................245 Sound Vision .............................................................................................................................. 18 Soundpool dvd Collection....................................................................................................303 SoundVision .............................................................................................................................. 43 Soundwarper............................................................................................................................164 Speel object/speel arrangement ........................................................................................ 158 Spelen met de Live Performer ............................................................................................ 144 Splitsen ........................................................................................................................................ 51

Page 314: MusicMaker NL

314

www.magix.nl

Spoor ..........................................................................................................................................271 Spoor toevoegen......................................................................................................................271 Spoorbox van de Drum-editor ..............................................................................................98 Spoorcurve in het arrangement bewerken ......................................................................222 Spooreffecten ........................................................................................................ 154, 155, 227 Spoorkoppen en instrumenticonen ..................................................................................... 33 Sporen (tracks) ......................................................................................................................... 32 Spraak uit tekst genereren .........................................................................................268, 274 Spraak uit tekst genereren (text-to-speech) ....................................................................80 Sprongmarker plaatsen.........................................................................................................273 Sprongmarker plaatsen > Alle sprongmarkers verwijderen........................................273 Sprongmarkerserie maken...................................................................................................273 Standaardlay-out.................................................................................................................... 281 Stap 1: Controle en correctie van de automatische harmonieherkenning.................80 Stap 2: Gebruik van de harmonieherkenning....................................................................80 Step Recording via toetsenbord of Controller Keyboard ...............................................90 Stereo delay ............................................................................................................................. 189 Stereo Delay (Tempo Sync / Msecs) ................................................................................ 117 Stereo Delay parameters...................................................................................................... 189 Stereo in twee mono-objecten omzetten ........................................................................279 Stomp Boxes........................................................................................................................... 206 Support ......................................................................................................................................... 4 Synchronisatie................................................................................................................236, 261 Synchronisatieinstellingen ...................................................................................................237 Synthesemodellen................................................................................................................... 119 Synthesizer................................................................................................................................ 116 Synthesizer-plug-ins ............................................................................................................. 134 Synth-objecten........................................................................................................................ 108 Systeemeisen ..........................................................................................................................299

T

Taal ............................................................................................................................................267 Takes ........................................................................................................................................... 58 Tekenen ....................................................................................................................................... 51 Tekstobjecten en titel-sjablonen........................................................................................ 214 Tempo ......................................................................................................................................... 39 Tempo- & maatherkenning .................................................................................................277 Tempo- en maatdetectie-assistent

alleen tempo & beatgegevens opslaan .......................................................................... 75 correctie ................................................................................................................................. 74 problemen en oplossingen ................................................................................................ 76 stap 1 ....................................................................................................................................... 73 stap 2 ...................................................................................................................................... 74 stap 3 ...................................................................................................................................... 75

Tempo of toonhoogte van afzonderlijke objecten wijzigen ..........................................69 Tempo-aanpassing .................................................................................................................. 75 Tijdweergave ............................................................................................................................. 38 Timestretch & pitchshift ......................................................................................................276 Timestretch/resample.......................................................................................................... 178 Tips & trucs omtrent de Lijst-editor.................................................................................. 105 Tips bij de programmahulp..................................................................................................299

Page 315: MusicMaker NL

Index 315

Tips omtrent de Controller-editor ....................................................................................... 96 Titel............................................................................................................................................280 Titeleditor........................................................................................................................214, 280 Titelsjablonen voor YouTube..............................................................................................244 Titelsjabloon laden ................................................................................................................280 Titelsjabloon opslaan ............................................................................................................280 Toegangsgegevens beheren ...............................................................................................260 Toepassing van de Elastic Audio easy-editor................................................................... 171 Toetscommando's en het muiswiel in de Elastic Audio easy Editor ......................... 173 Toevoegen aan muziekcollectie......................................................................................... 285 Toon inleidende video .......................................................................................................... 287 Toonhoogte en tempo .......................................................................................................... 276 Toontrap hoger/lager ........................................................................................................... 276 Toontrap instellen.................................................................................................................. 276 Tracks van audio-cd importeren........................................................................................246 Transportbesturing (afspeelfuncties) .................................................................................37 Tuner .........................................................................................................................................206

U

USB-MIDI-keyboards ..............................................................................................................83

V

Vandal - Amplifier .................................................................................................................207 Vandal SE.................................................................................................................................205 Vandal SE - input ...................................................................................................................206 Velocity ......................................................................................................................................114 Verder bewerken ...................................................................................................................245 Verplaats alles .......................................................................................................................... 50 Verplaats naar spoor............................................................................................................... 50 Verplaats selectie .................................................................................................................... 50 Verschillende weergaven van de bestandenlijst ............................................................. 44 Vervangen...................................................................................................................................52 Video............................................................................................................................... 266, 279 Video als AVI.......................................................................................................................... 252 Video als MAGIX Video....................................................................................................... 253 Video als Quicktime Movie................................................................................................. 253 Video als Windows Media ..................................................................................................254 Video- en afbeeldingsobjecten ............................................................................................211 Video- en bitmapbestandsformaten...................................................................................211 Video naar Facebook uploaden..........................................................................................284 Video naar YouTube uploaden...........................................................................................284 Video’s en Bitmaps laden en bewerken ............................................................................ 212 Videocompressie ....................................................................................................................219 Video-effecten......................................................................................................................... 213 Video-effecten laden ............................................................................................................ 279 Video-effecten opslaan ........................................................................................................ 279 Videomonitor.........................................................................................................211, 282, 297 Videomonitor beeldvullend................................................................................................. 282 Videomonitor zichtbaar ....................................................................................................... 282

Page 316: MusicMaker NL

316

www.magix.nl

Video-opname ................................................................................................19, 216, 217, 247 Video's of foto's toevoegen................................................................................................... 28 Video-scrubbing......................................................................................................................213 Video-uitvoer ..........................................................................................................................282 Vintage compressor ............................................................................................................... 119 Vintage Effects Suite ..............................................................................................................193 Vita Solo Instrumenten......................................................................................................... 140 Vita-interface ...........................................................................................................................138 Vocal Strip................................................................................................................................. 191 Vocal Strip Parameters.......................................................................................................... 191 Vocoder .................................................................................................................................... 174 Volume......................................................................................................................................275 Volume instellen.....................................................................................................................275 Volume- of filterverlopen......................................................................................................177 Volume/helderheid instellen ................................................................................................ 57 Volumeregeling ........................................................................................................................ 38 Voorbeluisteren ........................................................................................................................ 52 Voorwaarden Surround .........................................................................................................231 Voorwaarden voor het gebruik van de Remix Agent...................................................... 73 Voorwoord ....................................................................................................................................3 VST- en DirectX audioplug-ins ..........................................................................................228 VST-instrumenten inzetten..................................................................................................135 VST-ondersteuning .................................................................................................................. 17 VST-plug-in-editor..................................................................................................................135

W

Wat is MAGIX Music Maker 2013 Premium? .................................................................. 13 Wat is nieuw in MAGIX Music Maker 2013? ................................................................... 13 Wat zijn VST- en DirectX-plug-ins?................................................................................. 134 Weergave bewegen...............................................................................................................272 Weergave gedempte events ................................................................................................. 92 Weergave optimaliseren ...................................................................................................... 281 Weergave van noten, Bewegen, Zoom ..............................................................................90 Weergavebesturing / afspeelmarker bewegen/ af te spelen gedeelte bewegen.298 Welkomstdialoog tonen .......................................................................................................286

Z

Zoeken in databank .................................................................................................................46 Zoom Soundpool & keyboard ............................................................................................. 281 Zoomen....................................................................................................................................... 34 Zoomknoppen........................................................................................................................... 35