naar huis; boeddhistische levenskunst - ethan nichtern
DESCRIPTION
Jonge, intelligente boeddhist, beschrijft vanuit zijn eigen ervaring én in hoe iemand zich ‘thuis’ kan voelen, oftewel hoe je jezelf kunt bevrijden van angst en onzekerheid; een uitmuntende inleiding in ‘boeddhistische levenskunst’.TRANSCRIPT
Inhoud
Voorwoord door Sharon Salzberg 7
Inleiding: Waar woon je? 11
DEEL I: DE REIS VAN ZELFGEWAARZIJN 43
1. Meditatie: Het aanvaarden van je eigen uitnodiging tot vriend-
schap 45
2. Karma: Verantwoordelijkheid nemen voor ons thuis 61
3. Thuiskomen 24/7/365: Ethiek in het leven van alledag 87
4. Mens-zijn: Boeddha-natuur en de cocon 103
DEEL II: DE REIS VAN RELATIES 119
5. Waar ik eindig en jij begint 121
6. Oren, mond en vingertoppen: Communiceren met opmerkzaam-
heid 139
7. Spirituele bypass: Wat leegte betekent en wat niet 155
8. De grenzen van een bodhisattva: Mededogen, dom mededogen
en het verschil kennen 165
9. Oog in oog: De leerling-leraarrelatie 181
DEEL III. DE HEILIGE REIS 197
10. Religie, secularisme en een heilig pad 199
11. Een fundamenteel goed thuis verbeelden: De visualisatietech-
niek 213
12. Heilige emoties, heilige leefomgeving 227
thBWnaarhuis0715.indd 5 03-08-15 16:07
DEEL IV. DE REIS VAN DE SAMENLEVING 245
13. De wereld kun je niet ontvluchten 247
14. Bange wereld versus heilige wereld: 3 S’en en 3 C’s 263
15. De cultuur van het ontwaken: Kunst en transformatie 277
16. Conclusie: Thuiskomen 285
Literatuur 293
Dankwoord 297Over de auteur 299
thBWnaarhuis0715.indd 6 03-08-15 16:07
7
VOORWOORD
door Sharon Salzberg
Ik las Naar huis voor het eerst als voorpublicatie in een hotelkamer, ver
van huis. De toegang tot het internet was gebrekkig. Ik was deze kleine
enclave binnen gereden vanaf een drukke snelweg, en er was nergens een
restaurant te bekennen dat open was. Ik bevond me in het staartje van
een boekentour (zeven steden in een dag!) en was die ochtend wakker ge-
worden met het cliché ‘Waar ben ik? Ik heb geen idee!’ Maar ik was allang
blij dat ik bij het ontwaken nog wist wie ik was. Zo moe was ik.
Dit ontregelde en onbehagelijke gevoel wordt voortreffelijk be-
schreven door Ethan in het begin van zijn boek, in zijn beschrijving
van de ‘moderne nomade’ die altijd onderweg is, een mens zonder an-
kerplaats.
Zittend in die hotelkamer besefte ik dat ik een sterker gemeen-
schapsgevoel zocht dan het gevoel dat mijn iPhone me kon bieden op
het slecht toegankelijke internet. Ik verlangde naar vernieuwing en
openheid, zodat ik op mijn volgende pleisterplaats beter zou kunnen
omgaan met de mensen die ik daar ontmoette. Ook verlangde ik naar
meer rust – niet naar afzondering, maar naar een gevoel van sereniteit,
onthaasting en ontspanning. Ik wilde me op mijn gemak kunnen voe-
len zoals je je opgelucht en geborgen voelt als je thuiskomt.
Dankzij de vele jaren waarin ik me had verdiept in meditatie, wist
ik hoe ik een snelle en betrouwbare route naar huis kon vinden, ook al
zou ik Massachusetts voorlopig even niet zien. Het beste thuis wat ik
me kon wensen – los van alle voorwaarden, ja, zelfs toegankelijk als je
vliegtuig opnieuw vertraagd blijkt en zonder noodzaak om op tijd je
bagage af te halen.
thBWnaarhuis0715.indd 7 03-08-15 16:07
8
Naar huis is een spirituele gids die deze bijzondere reis een plek
wil geven in ons hoofd en in ons hart, zodat we ons daar thuis kunnen
voelen, waar we ook zijn. Niet voor even, voor een kort moment, voor
een vluchtig bezoekje dat we ons vaag en vol nostalgie herinneren als
we weer onderweg zijn, terwijl we ons dwalend afvragen waar we zijn.
‘Herinner je je die geweldige tijd nog, toen je je met alles verbonden
voelde en heel bewust leefde? Dat was nog eens een tijd! Ach, wat
mooi om daar weer even te zijn.’ Het gaat niet om het zoeken van een
mooier huis, of om het maken van een exotische reis naar vreemde
landen, of om een terugkeer naar het verleden en een gedenksteen
voor dat wat ooit was en onherroepelijk is verdwenen. Het gaat om een
reis waar we hier en nu vertrouwen in kunnen hebben als we moedig
genoeg zijn om in te schepen.
De weg naar huis die Ethan beschrijft omvat de vraag wat meditatie
ten diepste is en wat ze niet is, om daarmee zorgvuldig te kunnen slij-
pen aan het gewaarzijn van onszelf. Hij onderzoekt ook een aantal ver-
keerd begrepen concepten van het boeddhisme, zoals karma, ethiek
en leegte, om ons een beter begrip te geven van onze mogelijkheden.
De weg naar huis is een zoektocht naar het ontwaakte hart, dat nieuwe
kracht ontvangt door de fundamentele waarheden van onderlinge
afhankelijkheid en de krachtige vitaliteit van wijs mededogen. Maar
deze weg heeft ook oog voor de gemeenschappen en de samenleving
waartoe we behoren, en voor de culturele, sociale en politieke beteke-
nis van onze zoektocht.
Ethan schrijft in hedendaagse taal en ontleent zijn gedachten aan
verschillende benaderingen en scholen binnen het boeddhisme, waar-
onder de shambhalatraditie, waarin hij zelf tot de tweede generatie
behoort. De reis naar huis heeft voor Ethan zijn leven lang deel uitge-
maakt van zijn wereld.
Toen Ethan mij vroeg om dit voorwoord te schrijven, vroeg hij me
om niets te zeggen wat hem in verlegenheid zou kunnen brengen. Hij
thBWnaarhuis0715.indd 8 03-08-15 16:07
9
herinnerde me aan de dag waarop ik hem introduceerde bij een van
mijn collega-docenten, Sylvia Boorstein, met de woorden: ‘Ethan is de
toekomst van het boeddhisme.’ Toch passen die woorden als afsluiten-
de conclusie uitstekend in de gedachtegang van dit voorwoord. Het is
ook wel leuk om hem in verlegenheid te brengen. En ik meen het op-
recht. Daarom betuig ik ten slotte mijn grote respect voor dit boek en
roep ik de lezer met klem op het te gebruiken als een praktische gids,
en niet alleen als een boek om over na te denken. Ja, en wat ik daar
vooral aan wil toevoegen: ‘Ethan is de toekomst van het boeddhisme.’
thBWnaarhuis0715.indd 9 03-08-15 16:07
11
INLEIDING
WAAR WOON JE?
Waar is je thuis? Is het het adres waar je woont? Is je lichaam je thuis?
Voel je je thuis in je eigen geest? Waar, o, waar is je thuis?
In verschillende opzichten zijn dit altijd de sleutelvragen geweest
van mijn leven. De zoektocht naar een antwoord op die vragen – of in
elk geval het streven om ze beter te begrijpen – vormde voor mij het
belangrijkste motief om het pad van het boeddhisme1 te kiezen. Het is
de hoofdreden waarom ik dit pad beoefen en aan anderen onderricht.
De vraag of we een thuis hebben is voor mij een emotionele kwes-
tie. Ik ervaar het als een indringende metafoor. Het is voor mij zelden
een echt dilemma geweest. Ik heb altijd een plek gevonden om neer te
strijken. Ik heb nooit hoeven vrezen dat ik het dak boven mijn hoofd
zou verliezen. Ik heb wat dat betreft meer geluk gehad dan andere
mensen. Die relatieve veiligheid en dat comfort vormen een privilege
waar ik me steeds van bewust probeer te zijn: dat ik de ruimte en de
tijd heb om na te denken over het bestaan. Maar de hoofdvraag van dit
boek, de vraag naar het ‘thuis’, is ten diepste een existentiële vraag. De
vraag is: ‘Waar, wanneer en hoe voelen we ons thuis? En hoe gaan we
om met de angsten en onzekerheden van het gevoel niet thuis te zijn?’
Het zou heel goed kunnen zijn dat je je op dit moment niet echt
thuis voelt. Misschien was dat wel de reden waarom je dit boek kocht.
Als je nu onderweg bent en de wereld langs je heen ziet trekken door
een raampje van de trein of het vliegtuig of de bus, dan ken je het
gevoel. Als je wereld onlangs is ingestort, op een van die vreselijke
manieren waarop de wereld van ons stervelingen kan instorten, dan
1 Boeddh-isme betekent letterlijk ‘wakker-isme’ (awake-ism).
thBWnaarhuis0715.indd 11 03-08-15 16:07
12
bevind je je hoogstwaarschijnlijk in een soort niemandsland. In dat ge-
val weet je uit eigen ervaring wat ik met ‘thuis’ bedoel, en zoek je waar-
schijnlijk iets wat snel een einde kan maken aan deze desoriënterende
tocht, zodat je weer op de plek aankomt waar je thuishoort, waar je je
veilig en geborgen voelt, bemind en begrepen.
Maar stel nu dat je dit boek gewoon thuis leest, op de plek waar je
in de meeste gevallen je hoofd te rusten legt, de plaats waar de reke-
ningen voor je mobiele telefoon worden bezorgd, de plek waar je het
vaakst onafgebroken achter je computer zit. Ja, misschien zit je wel in
de comfortabelste stoel die je ooit hebt gehad, met op schoot een huis-
dier met een supertoffe naam. Ook dan kun je een sluimerend gevoel
van stress of angst ervaren, een gevoel van onzekerheid, dat je het idee
geeft doelloos rond te dwalen, een onbehagelijk gevoel over de wereld
om je heen. Misschien bekijk je net iets te vaak je newsfeed of krab je
steeds aan een plekje dat niet jeukt. Misschien zie je nu al op tegen
het moment dat je je knusse huis weer moet verlaten, terug naar die
grote boze wereld waarin je de schijn ophoudt dat je weet wat je doet,
die wereld waar geen handleiding van bestaat die je vertelt hoe je daar
jezelf moet zijn.
Het sombere feit – een feit dat ons samenbindt in onze strijd als
mensen – wil dat het verdraaid lastig is om je thuis te voelen, zelfs als
je thuis bent.
De traditie die ik bestudeer, beoefen en onderricht – het shambha-
la-boeddhisme – onderzoekt de reis die wij als mensen maken om te
ontdekken waar we thuishoren. Ze beschrijft wat er gebeurt als we op
onze reis de weg kwijtraken. Eerst en vooral richten beoefenaars van
deze traditie zich op de vraag hoe we het contact met dat gevoel zijn
kwijtgeraakt: het gevoel dat we ons thuis voelen bij onszelf, bij onze
eigen geest. Vervolgens onderzoeken we hoe dat gevoel van vervreem-
ding ons ertoe aanzet om lastige aspecten van onze menselijke relaties
te vermijden. Als we ten slotte de blik verder verruimen, zien we hoe
thBWnaarhuis0715.indd 12 03-08-15 16:07
13
ons onvermogen om in harmonie met ons eigen wezen te leven nog
een gevolg kan hebben: er ontstaan gemeenschappen en samenlevin-
gen waarin wederzijds wantrouwen, ontevredenheid en geweld domi-
neren.
VERDWAALDE REIZIGERSHet Sanskrietwoord samsara – wat in de traditie de optelsom is van
onze gevoelens van verwarring en onze destructieve gedragspatro-
nen – betekent letterlijk ‘ronddwalen’. Het Tibetaanse woord voor een
levend wezen dat in verwarring – drowa – is, kan worden vertaald met
‘altijd onderweg’. Bij dat woord moet ik denken aan de ‘moderne no-
made’. In de worsteling met onszelf dwalen we voortdurend rond. Ja,
we zijn eeuwige reizigers geworden. Mensen die verslaafd zijn geraakt
aan het onderweg zijn. We denken voortdurend dat we ergens anders
pas echt tevreden zullen zijn. Ons leven lang worstelen we met die niet
aflatende en onrustige reis, van de wieg tot het graf. Omdat we niet
weten hoe we ons goed kunnen voelen in ons eigen vel, hoe we ons
geborgen weten in onze eigen geest, gaan we er blindelings van uit dat
het ware, permanente thuis aan de andere kant van de heuvel ligt. Het
enige wat we moeten doen is net even iets harder vechten om onszelf
te bewijzen, net wat meer tijd besteden aan de vraag hoe we in har-
monie komen met onszelf. Ons idee van thuiskomen is veelal gericht
op een ideaal dat als een wonder op ons ligt te wachten na de huidige
crisis. Voor de moderne nomade is ‘thuis’ een steeds verschuivende
luchtspiegeling in een steeds vaker terugkerende woestijn.
In deze woestijn ervaren we ons verleden als een verzameling ge-
miste kansen. Hebben we de kans op een echt thuis voorbij laten gaan?
Onze herinneringen stromen samen in een nostalgische potpourri. Ja,
misschien was je ooit echt thuis, lang geleden, maar raakte je de weg
kwijt of werd je thuis je afgepakt? De toekomst verandert in een ker-
thBWnaarhuis0715.indd 13 03-08-15 16:07
14
mis van hoop en vrees. Je klampt je vast aan het idee dat na deze over-
gangsperiode je ‘thuis’ op je wacht: ‘Het komt goed, ja, vast en zeker.
Ik moet gewoon de juiste zien te vinden.’ Het invullen
van die lege ruimte is beladen met stress en angst.
Als we het zo bezien, is het menselijk leven een voortdurende
zoektocht naar iets wat ons tijdelijk geborgenheid moet geven op de
stuurloze reis van het ouder worden. Uiteindelijk is dat wat we in ons
leven zoeken een gevoel: het gevoel om thuis te zijn bij onszelf. Een
ontspannen gevoel dat opwelt uit het vertrouwen dat we ons gebor-
gen voelen in het hier en nu. Ja, als we nooit het gevoel hebben dat we
ergens thuis zijn, worden we cynisch en apathisch. Dan worden we
menselijke zombies die van moment naar moment zwerven, van dag
naar dag, van jaar naar jaar. Hieronder een voorbeeld van zo’n donker
verhaal, geschetst vanuit het perspectief van samsara, de kringloop
van het rusteloze dwalen.
HET VERHAAL VAN DE MODERNE NOMADEAls de moderne nomade wordt geboren, schreeuwt hij vanuit de bo-
dem van zijn wezen, omdat hij niet weet wie of waar hij is. Ademhalen
is zowel een gave als een last. Als baby schreeuwt hij om geborgenheid
in een wereld waarin hij volstrekt weerloos is. Zijn ouders proberen
hem zo goed mogelijk te beschermen, maar ook zij worstelen met
angst, spijt en onzekerheid, opgedaan tijdens hun eigen nomaden-
tocht door het leven. Ze durven hem niet de volle waarheid te vertellen
over hun strijd, omdat ze bang zijn dat ze daarmee zijn kans op geluk
bederven. De jeugd kent veel zorgeloze momenten, maar weinig ant-
woorden op de vele vragen die zich in zijn persoonlijke kosmos aan
hem opdringen. Terwijl hij door deze wereld dwaalt, wordt ‘waarom’
– een woord vol verwondering en verschrikking – een constante vraag
op zijn lippen. Waarom die zon? Waarom die scheur in mijn broek?
thBWnaarhuis0715.indd 14 03-08-15 16:07
15
Waarom moest dat ijsje zo snel smelten? En nog belangrijker: waarom
al die somberheid waarover de volwassenen eigenlijk nooit spreken?
Soms krijgt hij een serieus antwoord op zijn vragen, maar zelfs die
antwoorden zijn vrijwel altijd onvolledig of niet ter zake. Ze openen
slechts de deur naar nieuwe ‘waarom-vragen’.
In zijn vrijetijd heeft het moderne nomadenkind zijn eigen fanta-
sieën, persoonlijke scheppingsmythen ter verklaring van dit univer-
sum en zijn eigen plaats in de wereld. Hij voelt zich van zijn kracht
beroofd door het onvermogen om zijn enorme verbeeldingskracht te
verzoenen met de beperkende grenzen van de plek die hij langzaam
maar zeker leert bewonen. Grotere en dikkere mensen, die ‘volwasse-
nen’ worden genoemd, bepalen de regels die ze als objectieve waarhe-
den doorgeven. Ze vertellen hem dat hij zich, als hij iets ouder is, thuis
zal gaan voelen op deze plek, in deze maatschappij, op deze aarde. Als
hij maar wat langer door de wereld zwerft, zo zeggen ze, dan zal hij de
zin van dit alles begrijpen. Ook hij zal zijn plek vinden. Hij zal thuis-
komen. En hij verlangt naar de middelbare school als naar een soort
heilig Mekka.
In de pubertijd krijgt de moderne nomade slungelige ledematen,
waarmee hij zich een weg door het leven moet banen. Maar hij vindt
weinig dat hem helpt te begrijpen hoe je met jezelf en anderen moet
omgaan. Niemand legt hem uit hoe hij moet zijn, en nog minder
hoe hij moet zijn in de aanwezigheid van anderen. Zo reist hij ver-
der, gevangen in een snel veranderend lichaam. Hij accepteert zijn
persoonlijkheid vol wisselende interesses en voorkeuren. Hij ontdekt
slechts één constante in het flikkerlicht van zijn waarnemingen, een
broos gevoel van ontheemding dat vooraf lijkt te gaan aan elke stap die
hij maakt, een gevoel van kwetsbaarheid, dat hij de rest van zijn leven
probeert te ontkennen door te doen alsof het er niet is.
Hij raakt gedesillusioneerd over de bestaande systemen en hië-
rarchische structuren, en ontwikkelt een cynische tienervisie dat de
thBWnaarhuis0715.indd 15 03-08-15 16:07
16
meeste volwassenen in zijn omgeving net zo weinig van het leven
begrijpen als het kind dat hij ooit was. Om de zaak nog ingewikkelder
te maken hebben sommigen van deze niets begrijpende volwassenen
belachelijk veel macht over andere mensen, een enorme grip op de
systemen die deze wereld beheersen. Maar geen nood, zo wordt hem
verteld: na zijn studie, na het vertrek uit zijn geboortestreek, gaat het
verhaal verder, dan begint het echte leven. Dan zal hij ontdekken wat
zijn plek op deze aarde is.
Hij duikt in de wereld van de twintigers, die bevoorrecht genoeg
zijn om de onzichtbare luchtbel van een universiteit te betreden. En
hij ziet zijn medereizigers vertrekken naar andere halteplaatsen van
het institutionele leven. In de collegebankjes zeggen de moderne
nomaden met wie hij bevriend raakt, tegen elkaar: Als ‘wij’ de echte
wereld instappen, begint het leven pas – ook al is ‘de echte wereld’ niet
meer dan de naam van een oude Amerikaanse televisieserie (The Real
World).
De moderne nomade slaagt er met de nodige moeite in om intieme
relaties aan te gaan. Maar zonder inzicht in zijn hart en zichzelf is het
een gek makende dans om de gevoelens van een ander te delen. Hij
worstelt om de unieke taal te leren kennen van de denkwereld van ie-
mand anders. Hij zoekt wanhopig naar de plattegrond van de kamers
in een ander hart. De wonden stapelen zich op. Zijn vermogen om ont-
vankelijk te blijven lijkt bij elke teleurstelling af te nemen. Hij maakt
emotionele ups en downs mee en is onverzadigbaar eenzaam als hij
single is en aanhoudend rusteloos als hij een relatie heeft. Hij zegt te-
gen zichzelf dat als hij maar door blijft zoeken, hij ooit de juiste part-
ner zal vinden, of in elk geval iemand die zijn bed warm houdt. Ja, dan
zal hij thuiskomen en zich geborgen voelen en, vooral ook, begrepen.
Maar romantische desillusies maken van verlossers al gauw tirannen.
Hij besluit even afstand te nemen van de tirannie van de intimiteit, en
hij reist alleen verder.
thBWnaarhuis0715.indd 16 03-08-15 16:07
17
Voor een poosje bouwt onze nomade zijn thuisgevoel op een naar
zijn gevoel gerechtvaardigde onafhankelijkheid van menselijke con-
dities. Misschien is bevrijding wel de vrijheid van het vertrouwen op
andere mensen of dingen, zo concludeert hij. Voor een tijdje is dit
spiritueel libertarisme 2 de favoriete kapstok waar hij zijn spreekwoor-
delijke jas aan ophangt. Hij zou een manifest kunnen schrijven over
zijn onafhankelijke levensstaat. Maar het opbouwen van een bestaan
buiten de gebaande paden met een hart dat zich isoleert, helpt niet als
de relatie met je eigen hart niet duurzaam is.
De moderne nomade reist verder, op zoek naar een carrière, en pro-
beert een zinvol leven op te bouwen, terwijl hij zich in allerlei bochten
wringt om via werk en prestaties zijn sporen na te laten. Hij trekt de
universiteit door en begint aan een werkzaam leven: sociaal netwer-
ken; profielen maken; je vaardigheden overdrijven in cv’s; visitekaart-
jes uitdelen; werkgevers en collega’s beschimpen achter hun rug;
status, prestatie en bovenal zekerheid zoeken. Maar wat is een carrière
waard, gezien vanuit het perspectief van onbehagen? Het is niet meer
dan een lange reeks uren die je besteedt aan heen en weer reizen, een
opeenstapeling van momenten waarop je naar de klok staart, wach-
tend tot je naar huis mag, een huis waar je je niet echt thuis voelt.
De moderne nomade vindt tijd om buitenlandse reizen te maken,
zwervend over de eenzame planeet als een kopie van een kopie van
Kerouac. Hij besluit dat een bescheiden spirituele zoektocht hem mis-
schien de ogen kan openen, en hem het perfecte Kodak-moment zou
kunnen verschaffen om te posten op Instagram. Op zijn reizen naar
plaatsen die heilig zijn voor anderen, neemt hij briljante foto’s van
gefilterde zonsondergangen. Terwijl het licht dagelijks de wijk neemt
en hij dag na dag dichter bij de dood komt, verzamelt hij ‘likes’ van
2 ‘Libertarisme’ (libertarianism) is een – vooral in de Verenigde Staten verbreide – politieke filosofie, die streeft naar zo veel mogelijk vrijheid voor de burger en een zo klein mogelijke rol voor de overheid. ‘Libertarisch’ (libertarian) duidt in dit boek een alleen op de eigen vrijheid gerichte levensvisie aan en is ook wel vertaald als ‘individualistisch’. – Noot van de vertaler.
thBWnaarhuis0715.indd 17 03-08-15 16:07
18
andere nomaden in cyberspace. Want wie wil niet de meest populaire
wereldreiziger zijn?
Uiteindelijk kiest hij voor een burgerlijk bestaan en zoekt een part-
ner. Een levensgezel met wie de communicatiestoornissen draaglijk
blijven en het geknuffel geborgenheid biedt. Ze krijgen kinderen en
verwelkomen een nieuwe generatie nomaden. Hij overtuigt zich ervan
dat een eigen nestje bouwen hem het thuisgevoel zal geven dat hij en
zijn partner altijd hebben gezocht. Hij is voorzichtig optimistisch ge-
stemd dat ze in staat zullen blijken om de neurotische fouten van hun
eigen generatie uit te wissen. Fouten die op zich weer versie 2.0 vor-
men van de fouten van eerdere generaties. Hij zal de verbeterde kleine
wezentjes een thuis verschaffen met een duidelijk pad naar de gebor-
genheid. Maar het ouderschap brengt een nieuw soort nomadenreis
op gang: vol ontreddering doordat het je ontbreekt aan grond onder de
voeten.
Natuurlijk blijkt dat dit gevoel van grondeloosheid door van alles
kan worden veroorzaakt, omdat alles afkomstig is uit die grondeloos-
heid. Maar hij kan zich eenvoudigweg niet verzoenen met de bevrij-
dende en verschrikkelijke waarheid dat alles wat een begin kent, ook
een einde heeft.
Daarom gaat hij verder op zijn nomadische reis, terwijl hij het wal-
halla van de middelbare leeftijd idealiseert – het lege nest. Dan heeft
hij weer tijd voor zichzelf en kan hij eindelijk zijn relatie met zijn eigen
wezen verdiepen, spiritueel inzicht vinden of die lang vergeten crea-
tieve meesterwerken afmaken. Of misschien gunt hij zich een lekker
lang dutje op de sofa.
Ten slotte zet hij alle kaarten op zijn pensioen, als hij tenminste
zo gelukkig is dat hij dat haalt. Dan zal hij in staat zijn om zich te
ontspannen en met gemak zijn spirituele zoektocht te ondernemen.
Dan zal hij de tijd en de ruimte hebben die nodig zijn om een leven vol
neurotische onrust te transformeren in wijze levenservaring, net als
thBWnaarhuis0715.indd 18 03-08-15 16:07
19
de zorgeloze meesters uit vroeger dagen. Hij zal de toekomstige reizi-
gers een plattegrond nalaten, compleet met stap-voor-stapinstructies,
waarin precies vermeld staat wat je moet doen om de weg naar huis te
vinden. Of misschien geeft hij het idee dat het leven zin heeft gewoon
op en begint hij met de nodige zelfspot aan zijn memoires, sarcastisch
en grappig genoeg om bij elke lezer de behoefte te ondermijnen om
werkelijk ergens in te geloven. Maar ook na zijn pensionering blijven
de fossiele brandstoffen van hoop en vrees, die zijn nomadenreis door
het leven steeds hebben begeleid, zijn geest vervuilen. Hij vindt geen
rust. En uiteindelijk blijft er nog maar één reis over, de reis waar je niet
voor kiest: oud worden en de dood, een soort massale overtocht waar
zelfs de meest doorgewinterde reiziger niet op is voorbereid.
Hoe onbevredigend en eenzaam zou een dergelijk nomadisch leven
zijn, los van alle vooronderstellingen en generalisaties in dit verhaal?
Om het nog erger te maken: alles wat ik hierboven heb geschreven
is het best-casescenario, de meest gunstige optie voor een leven dat
je doorbrengt in een ankerloos bestaan. Het geschetste pad is een
leven dat bepaald wordt door wat mijn vrienden graag ‘eerstewereld-
problemen’ noemen. Maar veel mensen hebben niet eens de kans om
rond te dwalen en te eindigen met een troosteloze oude dag. Ziekte,
ongeluk en geweld kunnen dit verhaal in de knop breken. En de grote
meerderheid van mensen op deze planeet worstelt niet alleen met
existentiële dilemma’s, maar wordt vooral ook onderdrukt door van
buiten komende krachten. Ja, systematische armoede, vooroordeel
uit hebzucht, intolerantie en misleiding lijken heel de wereld in hun
greep te hebben.
Het verhaal van de moderne nomade is een verhaal vol wrok, be-
geerte en angst die eenzaam maakt; voor de meeste mensen die ik ken
is het een bekend verhaal.
thBWnaarhuis0715.indd 19 03-08-15 16:07
20
HET GOEDE NIEUWSZeker, ons leven en onze samenleving bevatten veel slecht nieuws voor
wie de moed heeft om zijn ogen ervoor te openen. Het is een teken van
echte volwassenheid als je beseft dat we niet werkelijk optimistisch
kunnen zijn over het leven en geen verantwoordelijkheid kunnen ne-
men voor de toestand van de wereld als we niet bereid zijn om eerlijk de
verwarde kant van ons bestaan te erkennen. Bij die oprechtheid moet de
weg naar huis beginnen. De historische Boeddha onderwees een groep
wanhopige zoekers, die zich letterlijk afpeigerden bij hun zoektocht naar
het geluk, om te beginnen over dit harde feit: de waarheid van het onbe-
hagen3 dat ontstaat doordat wij niet weten om te gaan met onze eigen
gedachten. Ik heb Boeddha’s beschrijving van het onbehagen op onze
dwaaltocht door het leven dan ook altijd gezien als een moment van eer-
lijkheid en opluchting. Opgelucht konden zijn leerlingen toegeven dat ze
het niet gemakkelijk hadden. Mijn favoriete formulering van deze eerste
nobele waarheid is dan ook: het is goed om toe te geven dat je worstelt met
het leven. Waarom hebben we het daar zo moeilijk mee? Laat ik de tweede
nobele waarheid vertalen in de taal van het thuiskomen: wij mensen
worstelen omdat we niet weten waar we thuishoren, en we gaan er steeds
weer van uit dat thuis ergens anders is dan waar we zijn, een misverstand
dat ons tot die uitputtende moderne nomadentocht brengt.
De eerste nobele waarheid – eenvoudigweg erkennen dat we wor-
stelen – is eigenlijk goed nieuws. Als we aan de reis beginnen met een
roze bril van valse beloften, is teleurstelling het resultaat. Als we, vrij
van schaamte of verlegenheid, starten bij een realistische visie en onze
eigen worsteling delen met die van anderen, kunnen we naar een au-
thentiek optimisme toegroeien.
3 Dit onderricht, waarmee de Boeddha zijn leer begon, wordt wel de Vier Nobele Waarheden genoemd. Het laat de belangrijkste oorzaken van het menselijke onbehagen (dukha) zien en schetst de hoofdlijnen van het pad naar tevredenheid: (1) de waarheid van het onbehagen, (2) de oorzaak van het onbehagen, (3) de mogelijkheid van tevredenheid en (4) de weg naar tevredenheid.
thBWnaarhuis0715.indd 20 03-08-15 16:07
21
Het goede nieuws is dit: het verhaal van de moderne nomade is
gebaseerd op een misverstand, een oplosbaar misverstand. Dat is de
derde nobele waarheid. Ons leven is nooit slechts één verhaal of één
verhaallijn. Wil je als moderne nomade ooit een weg naar huis vinden,
dan moet je je visie op het leven veranderen. Als we de lens verande-
ren waarmee we onze ervaringen bezien, verandert ook ons verhaal.
Cynisme kan snel genoeg optimisme worden. Als hij de weg naar huis
vindt – een weg die wordt geschetst in de vierde nobele waarheid – dan
kan de zwervende zombie uiteindelijk toch een sterk mens worden.
We hebben allemaal wel eens een glimp opgevangen van een an-
dere manier om met ons leven om te gaan, een alternatieve vertelling
die parallel aan ons verhaal van vervreemding zichtbaar wordt. Soms,
al is het maar even, verandert dat iets in ons. In dat ene moment staren
we ons niet blind op wat er zal gebeuren aan het einde van onze transi-
tie. Voor even vallen we samen met het hier en nu. We voelen ons ge-
borgen en één met de dingen die gebeuren. Een heel nieuw terrein van
mogelijkheden rijst op als we werkelijk één worden met onze actuele
ervaring. We gaan het leven waarderen op een manier die niet in woor-
den kan worden uitgedrukt. Het is geen magie, tenzij je de ervaring als
zodanig magisch noemt. Het is juist het gevoel voor de werkelijkheid
dat dwars door de wazige filters van ons hopeloze dagdromen en ang-
stige nachtmerries heen schijnt. Als we leren aandachtig dat gevoel
van thuiskomen in het hier en nu te reproduceren, ontwikkelen we het
vertrouwen dat we hier thuis zijn. Ja, misschien voelen we ons dan wel
net zo thuis in het nu als de grote heiligen uit de geschiedenis, de ver-
lichte mensen die daadwerkelijk iets over het leven hebben ontdekt.
Als we echt het gevoel hebben dat we hier thuis zijn, ervaren we
een gevoel van ontspanning. Die ontspanning is het gevolg van het
feit dat we niet langer hoeven te vechten tegen geïdealiseerde denk-
beelden over ons andere, betere ‘ik’. Idealen waar we per definitie niet
aan kunnen voldoen. Langzaam maar zeker verdwijnen de schaamte
thBWnaarhuis0715.indd 21 03-08-15 16:07
22
en de schuldgevoelens over wie we zijn. Bevrijd van diep gewortelde
gevoelens van zelfkastijding nemen we verantwoordelijkheid voor wat
er met ons gebeurt. We herkennen glimlachend onze eigen mentale
handelingsbekwaamheid. We openen onze ogen en kijken anderen
aan. We gaan beter luisteren naar hun verhalen. Ware vriendschap en
intimiteit nemen alleen vorm aan als we zo bewust leven dat we meer
dan één verhaal kunnen ervaren en kunnen participeren in onze ge-
deelde menselijke ervaring. Doordat we inspiratie ontvangen en onze
natuurlijke energie hervinden willen we verantwoordelijkheid nemen
voor het feit dat we op aarde thuishoren en voor het feit dat we ons
thuis voelen bij al die dwalende bewoners van deze planeet.
In dit alternatieve verhaal is onze beleving van de tijd niet langer
een vicieuze cirkel, een pijnlijk déjà vu van steeds weerkerende emo-
ties. Het leven is niet langer een kwestie van domweg voortploeteren
tot sint-juttemis. In dit alternatieve, krachtige verhaal biedt de voort-
gang van de tijd spontane kansen. Elke dag is nieuw, elk moment is
puur, elke relatie is heilig. In dit verhaal is niemand ooit voorgoed
verloren. ‘Nu’ is altijd een moment vol creatief potentieel. In dit alter-
natieve verhaal, zijn wij wakkere, ja, ontwaakte mensen.
WAAR WOON JE?Mijn vader, David, heeft 45 jaar lang gemediteerd en gaf bijna 40 jaar
onderricht in het boeddhisme, terwijl hij overdag werkte als compo-
nist en musicus. Hij vertelde een grappige anekdote over een gesprek
dat hij had met een Tibetaanse leraar (ook wel Rinpoche genoemd), die
verbleef in ons oude zolderappartement in de New Yorkse wijk NoHo.
Deze lama, genaamd Khenpo Tsültrim Gyamtso Rinpoche, werd alom
gewaardeerd om zijn meditatieve kwaliteiten. Het was ook algemeen
bekend dat je niet met hem kon praten over koetjes en kalfjes. Als je
Khenpo Rinpoche een vraag stelde over glutenvrije pannenkoeken
thBWnaarhuis0715.indd 22 03-08-15 16:07
23
dan ging zijn antwoord over de manier waarop wij denken. Als je hem
vroeg naar zijn favoriete schilder, ging zijn antwoord over de spranke-
ling van de leegte. Het is bijzonder interessant om met iemand te pra-
ten die geen belangstelling heeft voor gebabbel. Hoe stel je zo iemand
een directe vraag? Hoe begin je een gesprek? Mijn vader (die gek is op
een praatje) besloot om geen vragen te stellen over het boeddhistisch
onderricht. In plaats daarvan stelde hij Rinpoche een vraag die weinig
om het lijf had: ‘Waar woont u?’ Mijn vader vroeg: ‘Als u niet onderweg
bent – reist, rondzwerft, onderwijs geeft – waar woont u dan, Rinpo-
che?’
Toen hij de vertaling van de vraag had gehoord, fronste Khenpo
Rinpoche de wenkbrauwen boven zijn grote ogen en zei iets in het
Tibetaans tegen zijn vertaler. Mijn vader bleef de kleine krachtige man
strak aankijken. Ik zie in gedachten voor me hoe ze elkaar aankeken,
oog in oog, geest tot geest. Mijn vader hoorde op de achtergrond de
stem van de vertaler, terwijl hij in de ogen van de Rinpoche staarde.
Tromgeroffel.
‘Rinpoche zegt dat ik tegen u moet vertellen dat hij in het centrum
van zijn gewaarzijn woont!’
‘Je weet dat je een echte yogi ontmoet als je dat soort antwoorden
krijgt,’ zo besloot mijn vader zijn verhaal. ‘Wat mij betreft: ik woon in
Great Jones Street.’
Wat een antwoord op een eenvoudige vraag. Toen Rinpoche zei:
‘Ik woon in het centrum van mijn gewaarzijn,’ beweerde hij (denk ik)
dat hij de instrumenten had ontwikkeld om volledige aanvaarding en
ontspanning te vinden in de ruimte van zijn eigen gedachten, waar-
nemingen en emoties. Hij deed daarmee een beroep op zijn eigen on-
bevreesde vertrouwdheid met de kern van zijn eigen wezen, een vrede
met zichzelf die je zelden ziet. Hij zei in feite: ‘Het maakt niet uit waar
ik woon, want ik ben overal thuis. Ik ben hier thuis. Ongeacht waar
hier is. Als je hier zou zijn, zou je al thuis zijn.’
thBWnaarhuis0715.indd 23 03-08-15 16:07
24
In psychologische termen wordt deze ruimte van fundamenteel
gewaarzijn, het thuis van alle subjectieve ervaring, de menselijke
‘geest’ genoemd – in het Engels mind.4 In romantische zin duiden we
deze ruimte eerder aan als ons ‘hart’. De totaliteit van onze persoon-
lijke ervaring – wat de Tibetaanse leraar zijn gewaarzijn noemde – om-
vat zowel onze cognitieve, emotionele als intellectuele processen. Dat
alles samen. Daarom ziet de weg van het ontwaken onze intellectuele
intelligentie en onze emotionele wijsheid als een volledig met elkaar
verbonden eenheid. Beide bestaan in een en dezelfde ruimte van het
bewustzijn, die als een geheel moet worden ervaren en ontwikkeld.
Het woord ‘mind’ (alles wat er in je hoofd omgaat) typeert die ruimte
onvoldoende. Ook het woord ‘heart’ (hart) schiet tekort. Daarom stel
ik voor om te spreken over onze ‘heartmind’ (hoofd-hart) en ons af te
vragen hoe we daar komen.
Ons hoofd-hart is de plaats waar we altijd wonen, de plek waar we
steeds weer thuiskomen. Of we nu in ons gewaarzijn leven of een puin-
hoop van ons leven maken, feit is dat ons hoofd-hart de plaats is waar
we de loper moeten uitrollen. Want wat is belangrijker dan zorgdragen
voor je thuisbasis?
Het besluit om de relatie met ons hoofd-hart voorrang te verlenen,
staat in nauw verband met de vraag naar de relevantie van het boed-
dhisme. Mensen vragen me vaak: ‘Wat is een boeddhist?’ Ik heb altijd
mijn best gedaan om die vraag zo goed mogelijk te beantwoorden,
maar er zijn veel antwoorden mogelijk – ze zijn nogal persoonlijk en
elke definitie is discutabel. Natuurlijk zijn er formele geloften die je
kunt afleggen als je boeddhist wordt. Veel mensen leggen die af, maar
4 Mind is een onvertaalbaar woord dat samenvat wat er in ons hoofd omgaat: gedachten, emoties en zintuiglijke impressies. In de Nederlandse uitgave van dit boek is het meestal vertaald als geest. Mindfulness, dat aan het woord mind is gerelateerd, is onvertaald overgenomen als een gevestigde term die een bepaalde techniek aangeeft, te vertalen als opmerkzaamheid. De woorden consciousness en awareness zijn vertaald als bewustzijn en gewaarzijn. – Noot van de vertaler.
thBWnaarhuis0715.indd 24 03-08-15 16:07
25
niet iedereen kiest voor dit pad. De overgrote meerderheid van de
mensen met wie ik werk in mijn lessen, is op zoek naar een begrijpelij-
ke definitie die past bij het leven van onze snelle, globaliserende maat-
schappij van de 21e eeuw. De meesten van ons zijn niet op zoek naar
een nieuwe religie, maar prefereren een sociaal relevante en ethisch
verantwoorde psychologie en filosofie.5 Omdat het oosterse denken in
dialoog is met de westerse wetenschap, cultuur, kunst en politiek, en
vooral ook de westerse psychologie, staat de definitie van een ‘boed-
dhist’ open voor een steeds levendiger debat. Ja, de lijst met definities
lijkt dagelijks te groeien. Sommige mensen stellen zich nogal verbeten
op als het gaat om de vraag wat een echte boeddhist is of niet is, en wat
een ‘goede’ boeddhist, een ware beoefenaar, doet. Natuurlijk kent elke
traditie puristen, die in de ban zijn van authenticiteit. Maar puristen
verabsoluteren vaak slechts aspecten uit de traditie die passen in hun
eigen beperkte benadering.
Hier is mijn persoonlijke definitie: een boeddhist is iemand die pri-
oriteit verleent aan de relatie met haar eigen hoofd-hart en haar relatie
met andere levende wezens, en dat boven alle andere dingen plaatst
die ze in haar leven zou kunnen bereiken.
Een ontwaakt mens is iemand die tot het besluit is gekomen dat
haar hoofd-hart haar ware thuis is. Ze ontwikkelt het gereedschap om
zich met vaardigheid en mededogen te oefenen in gewaarzijn. Een
wakker mens maakt bij het zoeken van de weg naar huis gebruik van
contemplatieve en ethische instrumenten, en helpt ook anderen zo
veel mogelijk om zich thuis te voelen. In onze globaliserende en veel-
kleurige wereld is deze brede en universele omschrijving voor mij de
enige zinvolle definitie van een boeddhist.
5 Er zijn nog steeds mensen die denken dat het boeddhisme een religie is. Ik hoor daar zelf niet bij. Ik zal daar dieper op ingaan in hoofdstuk 10.
thBWnaarhuis0715.indd 25 03-08-15 16:07