natuurbehoud in transit - ghent...

141
Natuurbehoud in de San Antoniobaai. Een kwalitatieve benadering van virtuele transitiemogelijkheden in een Argentijnse kustregio anno 2010 Masterproef Maarten Van Houte Masterstudent in de Wijsbegeerte aan Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 | Studentnummer 20053381 [email protected] Promotor Prof. Dr. H. Pinxten

Upload: others

Post on 12-Aug-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai.

Een kwalitatieve benadering van virtuele transitiemogelijkheden in een

Argentijnse kustregio anno 2010

Masterproef Maarten Van Houte

Masterstudent in de Wijsbegeerte aan Universiteit Gent

Academiejaar 2009-2010 | Studentnummer 20053381

[email protected]

Promotor Prof. Dr. H. Pinxten

Page 2: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

2

Natuurbehoud in de San Antoniobaai.

Een kwalitatieve benadering van virtuele transitiemogelijkheden in een

Argentijnse kustregio anno 2010

Masterproef Maarten Van Houte

Masterstudent in de Wijsbegeerte aan Universiteit Gent

Academiejaar 2009-2010 | Studentnummer 20053381

[email protected]

Promotor Prof. Dr. H. Pinxten

Page 3: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

3

Opdrachten & dankwoord

Para Els, Ale & Diego y todos los que viven en y alrededor de las aguas de Bahía

San Antonio

"In ecological debate, many participants know a great deal about particular

conservation policies in particular places, and many others have strong opinions

regarding fundamental philosophical questions of environmental ethics, but only a

few have both qualities. When they are silent, the loss is formidable." (Arne Næss:

2005, 34)

Graag bedank ik op deze plaats mijn moeder, die mij alle mogelijkheden bood om

hogere studies te doen. Ik bedank ook mijn vriendin Hannah, die mijn ogen opende

en me voor het eerst meenam naar het andere eind van de wereld. Zonder haar was

ik nu nooit in staat geweest om alleen naar Patagonië te gaan. Ik bedank Koen voor

het nauwgezette nalezen en zijn kennis van zake, Jasper en Micha voor de

gezamenlijke werkdagen op mijn zolder, Pieter-Jan en Thomas voor hun

entertainment op zijn tijd. Ik bedank Els en Alejandro om hun mateloze inzet voor

de dieren, alles wat ze me bijbrachten en de dolfijntand aan mijn hals. Ik bedank

Diego om zijn woede. Ik bedank Ludo Holsbeek en Rik Pinxten, mijn promotor, voor

de inspirerende paradigma‟s en methodes. Ik bedank mijn vader voor de epiek.

Ik bedank hen allen voor de vriendschap.

Page 4: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

4

Abstract

Deze tekst vormt een poging tot het in kaart brengen van het actuele natuurbehoud

in de San Antoniobaai en het inschatten van de mogelijkheden tot integraal debat

over stappen richting duurzaamheid. De centrale vraag is: welke mogelijkheden tot

ecologische duurzaamheidstransities zien we voor de San Antoniobaai, wanneer we

het actuele lokale debat over natuurbehoud interpreteren in een overkoepelend

ecologisch, politiek en sociaal-economisch kader? Deze tekst brengt een

literatuurverslag over de karakteristieken en de waarde van het betreffende

natuurgebied, alsook de voornaamste vormen van antropogene milieudruk.

Vervolgens schetsen we met zelfgegenereerde gegevens de wetenschappelijke,

politieke en economische tegenstellingen die het natuurbehoud bemoeilijken. We

zoeken naar gedeelde probleemanalyses om die tegenstellingen te overstijgen.

Page 5: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

5

Inhoudstabel

Opdrachten & dankwoord ....................................................................................................... 3

Abstract ................................................................................................................................... 4

Inleiding & verantwoording .................................................................................................... 7

1 Bahía San Antonio: feitelijke beschrijvingen & officiële standpunten ......................16

1.1 Ecologisch................................................................................................................... 17

1.1.1 Feitelijk ....................................................................................................................... 17

1.1.2 Waarde ...................................................................................................................... 20

1.2 Sociaal-economisch ................................................................................................... 23

1.2.1 Industriële visserij ..................................................................................................... 25

1.2.2 Artisanale visserij ...................................................................................................... 28

1.2.3 Aquacultuur ................................................................................................................ 31

1.2.4 Industrie .................................................................................................................... 32

1.2.5 Toerisme .................................................................................................................... 34

1.3 Milieudruk ................................................................................................................. 36

1.3.1 Vervuiling ...................................................................................................................41

1.3.2 Overbevissing en bijvangst ........................................................................................ 45

1.3.3 Onduurzaam toerisme ............................................................................................... 46

1.3.4 Introductie van uitheemse soorten ........................................................................... 47

1.4 Politiek....................................................................................................................... 48

1.4.1 Feitelijk (overheden en wetgeving) ........................................................................... 48

1.4.2 Lokale stakeholders & officiële standpunten ............................................................ 54

1.4.2.1 Portaal GSM .............................................................................................................. 56

1.4.2.2 Andere agenten ......................................................................................................... 60

1.5 Tussentijdse beschouwingen ......................................................................................61

2 Participant observation: kanttekeningen .................................................................. 63

2.1 Fundación Marybio ................................................................................................... 65

2.1.1 Algemene introductie ................................................................................................ 65

2.1.2 Karakterisering .......................................................................................................... 69

2.2 Diego Luzzatto ........................................................................................................... 77

2.2.1 Introductie ................................................................................................................. 77

2.2.2 Karakterisering .......................................................................................................... 79

2.3 Een begrensd debat ................................................................................................... 82

2.3.1 „checks & unbalances‟: machtsonevenwichten ......................................................... 82

2.3.2 Overzicht & interpretatie van de politieke participatie van mijn informanten .........91

Page 6: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

6

2.4 Nichespelers en hun „progressiemarge‟ .................................................................... 96

2.5 Tussentijdse beschouwingen ................................................................................... 102

3 Questionaires: de agenten benaderd ....................................................................... 103

3.1 Methode, benadering, opstelling en geadresseerden .............................................. 104

3.2 Antwoorden .............................................................................................................. 112

3.2.1 Reacties .................................................................................................................... 113

3.2.2 Overzicht .................................................................................................................. 116

3.2.3 Interpretatie ............................................................................................................ 128

3.3 Tussentijdse beschouwingen: op zoek naar compatibiliteit ....................................133

4 Conclusie ................................................................................................................. 136

bibliografie ................................................................................................................................

bijlagen ......................................................................................................................................

Page 7: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

7

Natuurbehoud in de San Antoniobaai.

Een kwalitatieve benadering van virtuele transitiemogelijkheden in een

Argentijnse kustregio anno 2010

Inleiding & verantwoording

Ik ben een overmoedig mens. Naar het einde toe van mijn bacheloropleiding in de

wijsbegeerte, hield één vraag me meer bezig dan alle andere: waarom horen we goed

om te gaan met onze natuurlijke bestaansvoorwaarden? Of: wat zijn de ethische

grondslagen van het natuurbehoud? Ik zou er in mijn masteropleiding een thesis

over schrijven. Niet overtuigd of mijn eigen bevindingen met enige empirische

realiteit strookten, zocht ik naar een mogelijkheid om eerst aan participant

observation (zie verder) te gaan doen bij een organisatie die bezig is met studie naar

en behoud van natuur. Ik was nog niet bekend met integrale concepten als

biodiversiteitsbeheer en kwam uit bij een vorm van natuurbehoud die me wegens

een bepaald charisma altijd al had aangesproken: soortbescherming, meer bepaald

nog walvisbescherming. Toegegeven, afgaan op charisma is compleet arbitrair en

weinig wetenschappelijk verantwoord. Maar je moet ergens beginnen en in dat

beslissingsproces moeten de passies een verdiende plaats krijgen. Bovendien was het

snel duidelijk dat ik daarvoor naar een regio in het extreme noorden of zuiden zou

moeten, waardoor er een nieuwe culturele dimensie aan het onderzoek kon worden

toegevoegd. Uiteindelijk trok ik naar Argentijns Patagonië, meerbepaald de San

Antoniobaai, in de San Matíasgolf, provincie Río Negro. Daar werden vele van mijn

persoonlijke overtuigingen bevestigd door de wetenschappelijke activisten waar ik

gedurende een maand mee leefde en werkte: Els Vermeulen en Alejandro Cammareri

(voorzitster en directeur van Fundación Marybio) en op sporadische basis ook Dr.

Diego Luzzatto (onderzoeker voor CONICET – De Argentijnse Nationale Dienst voor

Wetenschappelijk en Technisch onderzoek). Bovendien zag ik mijn tot dan toe zeer

beperkte praktijkkennis over aquatische milieus gevoelig uitbreiden. Al is ook dat

relatief, want de San Antoniobaai kent een soort van microklimaat, waardoor het een

zeer particuliere context wordt.

Page 8: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

8

Ik ben niet alleen overmoedig, ik heb ook de neiging om de niet-essentiële weg op te

gaan wanneer ik in de buurt kom van essentiële zaken. Vanzelfsprekende maar

moeilijk expliciet te maken delen van antwoorden op de bovenstaande „waarom-

vraag‟ vond ik tijdens veldwerk in de aanblik van een oceaan, van walvissen,

vissersbootjes en albatrossen. Andere en minder vanzelfsprekende delen van

antwoorden vond ik in literatuur over wat we wel eens „ecocentrisme‟ noemen. Het

mag echter duidelijk zijn dat ik geen exhaustief literatuuronderzoek heb gevoerd,

integendeel.

Bij Max Oelschlaeger vinden we de volgende opmerking:

“Tijdens de 20ste eeuw, met Chernobyl, Three Mile Island, de smog van Los Angeles, de kap van

het Amazonewoud, armoede, honger, peak oil, Auschwitz, My Lai, ... herbegint het soul searchen.

Zaken die al lang leken te zijn beslecht (zoals „the origin of nature‟ en de menselijke relatie ermee)

worden opnieuw naar naar de voorgrond gebracht.”1

De stroom aan ecofilosofische literatuur die moet zijn ontstaan uit dit „nieuwe‟

bewustzijn (eeuwenoude holistische tradities niet te na gesproken), verklaart

wellicht de jungle aan werken die ik in verschillende bibliotheken tegenkwam. Na

een ruwe eerste inschatting zag ik een boom aan publicaties in de jaren ‟60 en „902.

In het enorme aanbod is het bijna hulpeloos arbitrair kiezen wat je zal lezen. Ik

kwam uit bij ecologische paradigma‟s als deep ecology (Arne Næss, Warwick Fox, ...),

social ecology (Murray Bookchin, ...), resourcism enzoverder. Ik vond er boeiende

discussies3 terug, maar opvallend is toch ook wel een zeker cynisme in dit domein:

verschillende paradigma‟s verwijten elkaar er een te oppervlakkig, te pragmatisch of

1 Mijn vertaling uit: Max Oelschlager, The Idea of Wilderness (New Haven/Londen: Yale University Press, 1991),

131.

2Tijdens de jaren „90 kwam natuurbehoud in haar abstracte omvattende gedaante van biodiversiteitsbehoud voor

het eerst ook op de internationale politieke agenda, met onder meer het „Biodiversiteitsverdrag‟ (1992) van Rio De

Janeiro, Brazilië. (zie verder)

3 Antropocentrisme leidt per definitie tot onduurzaamheid (bij Deep Ecology, ...) vs. ecocentrisme is te

onherkenbaar, methodisch contradictorisch en antihumanistisch (bij Social Ecology) ; Het is noodzakelijk de

natuur opnieuw te sacraliseren (bij Arne Næss) vs. Het is noodzakelijk om de mens te heropwaarderen als „de van

zichzelf bewustwordende natuur‟ (bij Murray Bookchin) ; voor een diepgaande bespreking van deze en andere

dergelijke discussies zie Max Oelschlager, The Idea of Wilderness (New Haven: Yale University Press, 1991).

Page 9: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

9

net te totalitair ecologisme op na te houden. Men valt elkaars axioma‟s aan en maakt

analyses van „hoe groen‟ een bepaald gedachtengoed al dan niet is. Theoretisch lijken

dit rechtmatige discussies, maar ik stelde mezelf steeds meer vragen bij de

nuttigheid ervan gegeven de urgentie van de praktijk. De aard en invloed van de

betreffende paradigmas is echter al uitgebreid beschreven en uitstekend

overzichtelijk gemaakt door bijvoorbeeld Max Oelschlaeger (aan de hand van de

conceptie van „wildernis‟ doorheen de geschiedenis van de filosofie).4

Ondanks het gevoel in een perpetuum mobile te zijn gesprongen, werd er mij één iets

heel duidelijk: vanuit verschillende, onderling incompatibele aannames kan men op

hetzelfde punt uitkomen (cfr. the apron diagram5 bij Arne Næss en „eenheid in

diversiteit‟6 bij Rik Pinxten). Dat zelfde punt, diezelfde conclusie luidt in deze: voor

de natuur kan men maar beter zorg dragen.7 Ik ben geneigd deze conclusie aan te

nemen, maar ook om ze direct weer achter te laten voor de vraag naar hoe we daar

dan op een ecologisch-sociaal-economisch verantwoorde manier kunnen toe komen.

Op dat punt lijkt er een stuitend tekort te zijn aan raakpunten tussen enerzijds de

ecofilosofie en milieu-ethiek waarmee ik in aanraking kwam en anderzijds het

economische paradigma dat vandaag dominant is. Vanuit de meeste ecofilosofische

literatuur die ik doornam, raakte ik helaas amper dichter bij wat er aan de hand is in

het werkveld dat ik leerde kennen. De raakpunten bleken slechts écht te spelen in de

overtuigingen van mensen die zich in een bepaalde marge bevinden (zie verder),

terwijl ze voor meer dominante actoren hoogstens als officieel wapenschild lijken te

dienen, om een agenda gericht op financiële winsten te helpen verantwoorden waar

dat nodig mocht zijn.

4 Max Oelschlager, The Idea of Wilderness (New Haven/Londen: Yale University Press, 1991).

5 Arne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures, Selected Papers.” In The

Selected Works of Arne Naess, ed. Harold Glasser en Alan Drengson, Vol. 10. (Dordrecht: Springer), 78.

6 Rik Pinxten, De strepen van de zebra. Naar een strijdbaar vrijzinnig humanisme (Antwerpen: Houtekiet,

2007).

7 In deze inleiding bedien ik mij wisselend van begrippen als natuurbehoud, natuurbeheer en duurzaamheid. In

het strikte ecologische jargon bestaan hier verschillen tussen, in hun politiek-ideologische betekenissen vallen ze

echter niet eenduidig van elkaar te onderscheiden en lijken ze elkaar soms te impliceren.

Page 10: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

10

Dat het economische winstoogmerk de grootste hand heeft in de „ecologische‟

maatregelen in de regio waarover ik voorliggend onderzoek voerde (zie verder),

maakte dat de zuiver ethische kant van wat daar gebeurt aan natuurbescherming van

ondergeschikt belang werd en dat ik de logica van mijn onderzoek radicaal moest

omkeren. Ik heb dit een moment betreurd, maar ik leerde er ook veel uit:

Talloze studies uit talloze takken van de wetenschap, vertellen ons al enige decennia

dat de tijd steeds meer dringt wat betreft ecologische maatregelen (IPCC Assessment

Reports 1-4,8 Jones & De Meyere,9 etc). Langzaam dringt dat besef door tot de

tijdsgeest, en we zien dan ook diverse voorstellen tot maatregelen. Er bestaan vele

technologische voorstellen (zie onder meer het cradle to cradle-principe bij

Braungart & McDonough10), maar ook integrerende sociopolitieke, economische

voorstellen, met onder meer verschillende denktanken rond transitiemanagement.11

Daarin worden soms ook ethische reflecties gemaakt, bijvoorbeeld over waarom we

het klimaatprobleem moeten indijken (Jones & De Meyere in een beschouwing over

noord-zuidrelaties) 12, maar vaak blijven die beperkt tot de kantlijn, of worden ze

slechts impliciet meegenomen. Er wordt uitgegaan van een dringendheid die groter

is geworden dan een louter ethische verantwoordelijkheid: het is een biofysische

noodzaak geworden.13 Het belang van de motieven van verscheidene actoren om

mee te werken aan transities naar duurzaamheid verschuift in deze logica van

waardevol onderzoeksobject op zich – waar ik dus van droomde aan het begin - naar

waardevolle data ten einde praktisch haalbare voorstellen te kunnen formuleren. We

8 Website Intergovernmental Panel on Climate Change, “Reports”

9 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 81.

10 Michael Braungart en William McDonough, Cradle to Cradle. Afval = voedsel (Heeswijk: Search Knownledge

B.V., 2007).

11 Voor de lage landen zie Website Transititienetwerk Vlaanderen en Nederland (www.transitie.be). Algemeen

voor ontwikkelde landen, zie onder meer Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar

rechtvaardige duurzaamheid (Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009). In de geest van de beweging rond

„De Waardige Samenleving‟ (http://www.waardigesamenleving.be) en Doe-het-zelf-democratie (Ghislain

Verstraete en Rik Pinxten, eds., Doe het zelf democratie (Berchem: EPO, 2009).)

heb ik ook getracht een van die actiefilosofische voorstellen mee te nemen in mijn onderzoek, namelijk het

transititiemanagement naar „rechtvaardige duurzaamheid‟ zoals we dat vinden bij Jones en De Meyere.

12 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 63.

13 idem, 28-29.

Page 11: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

11

kunnen ons nog steeds afvragen op basis van welke ethische aannames en andere

motieven een overheid, middenveldorganisatie of commercieel bedrijf zich al dan

niet constructief opstelt met het oog op natuurbehoud, maar die vraag is

instrumenteel geworden. De reflectie rond motieven mag de ontwikkeling naar

praktische, reële duurzame ingrepen niet op pauze zetten of zelfs blokkeren door met

een veeleisend ethisch-wereldbeschouwelijk model een te hoge barrière op te werpen

voor sommige cruciale actoren.

Vandaar de beslissing om niet te vertrekken vanuit de zuivere ecofilosofische

literatuur maar vanuit mijn casus, en om de waarom-vraag te verlaten voor de

volgende brede benadering: hoe kan men, met het oog op de komende decennia,

duurzaam omspringen met de San Antoniobaai? Ik zie mij in deze genoodzaakt het

karakter van de incentives voor ecologisering enigzins pragmatisch te benaderen.

Hierbij is het noodzakelijk de richting van dat pragmatisme te zien. Het zou tot

weinig eer strekken om dit onderzoek voor de kar te spannen van een bepaalde

economische of politieke actor uit de regio, door duurzaamheid voor de gelegenheid

breedfilosofisch te gaan verantwoorden. Het gaat hier echter om het proces van

ecologisering, waarbij het niet per se problematisch hoeft te zijn dat bijvoorbeeld

antropocentrische of commerciële segmenten van alle mogelijke incentives voor

ecologisering doorslaggevender blijken dan ecocentrische. Als ik werk rond de San

Antoniobaai, dan ben ik allesbehalve de regisseur. Profetisme zou van hybris

getuigen. Van mijn overmoedige initiële bedoeling - een brede fundering van

natuurbehoud schetsen aan de hand van een particuliere casus - blijft dus niets over

dan symboliek. Door te vertrekken vanuit de casus zelf, wil ik mij inschrijven in de

brede en nog te incoherente beweging van lokale duurzaamheidsinitiatieven, maar

steeds met de achterliggende bedoeling om, waar dat gepast en nuttig is, links te

leggen met meer grootschalige ecologische, socio-economische en politieke

processen.

Deze tekst vormt uiteindelijk een poging tot het in kaart brengen van het actuele

natuurbehoud in de San Antoniobaai en het inschatten van de mogelijkheden tot

integraal debat over stappen richting duurzaamheid. De centrale vraag is: welke

mogelijkheden tot ecologische duurzaamheidstransities zien we voor de San

Page 12: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

12

Antoniobaai, wanneer we het actuele debat over natuurbehoud interpreteren in een

overkoepelend ecologisch, politiek en sociaal-economisch kader?

In dit kader brengt deze tekst in het eerste hoofdstuk een kennismaking met de

ecologie van de baai (haar karakteristieken en de waarde die eraan wordt toegekend),

de sociaal-economische situatie in de gemeenten langs haar kusten, de voornaamste

vormen van antropogene druk op de baai (vervuiling van bodem en water,

overbevissing, onduurzaam toerisme en introductie van uitheemse soorten) en

tenslotte haar politieke dimensie (de jurisdicties die van toepassing zijn en de

officiële standpunten van lokale stakeholders). Dit hoofdstuk streeft geen

volledigheid na en is louter beschrijvend: we baseren ons hier voornamelijk op

gepubliceerde data en publiek toegankelijke informatie, slechts sporadisch op zelf

gegenereede informatie. In die laatste gevallen gaat het echter nog steeds om

beschrijvende gegevens die in principe geen waarde-oordelen inhouden. Gezien de

armoede aan publicaties over economie en politiek op het lokale niveau, zal de

inschatting hierover vaak gemaakt moeten worden met de hulp van gegevens over de

overkoepelende niveau‟s van provincie Río Negro, bij uitbreiding Patagonië en soms

zelfs het nationale niveau. Aangezien vele zaken niet echt transparant zijn, kan dit

slechts aftastend en onvolledig gebeuren. De bedoeling is om de lezer een brede

indruk te gunnen van enkele cruciale elementen die de rest van mijn onderzoek

zullen bepalen.

Na dit beschrijvende hoofdstuk, volgt er in hoofdstuk 2 een kritische doorlichting

van een aantal beschreven zaken. Dit is een interpretatief hoofdstuk, waarvoor we

terugvallen op mijn veldwerk. Dat bestaat uit participant observation en informele

gesprekken zowel als formele interviews die in de San Antoniobaai plaatsvonden,

aangevuld met nog enkele informele interviews die in Antwerpen plaatsvonden. We

laten ecologen aan het woord die, soms tegen wil en dank, ook in de politieke

praktijk staan en hier expliciet over zijn. We krijgen een kloof te zien tussen de

officiële politiek en de praktijk, wat dramatische gevolgen heeft voor de

mogelijkheden de praktijk van natuurbehoud en het debat hierover.

Het derde hoofdstuk geeft de resultaten weer van questionnaires die verzond werden

naar de meest relevante agenten in dit verhaal. De motivatie hiervoor is de uitkomst

Page 13: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

13

van het tweede hoofdstuk en wordt ondersteund door wat we vinden bij Donald T.

Campbell: vanuit een epistemologisch relativisme en een ontologisch realisme stelt

Campbell dat we “een realiteit kunnen zoeken en schetsen die door alle betrokken

kan gedeeld worden, maar die altijd slechts veronderstellend en indirect gekend kan

zijn.”14 Aangezien de bestaande realiteit van de San Antoniobaai zeer complex is,

wordt het, om haar te kunnen kennen, noodzakelijk om zoveel mogelijk

perspectieven en kenwijzen naast en tegenover elkaar te plaatsen. Campbell voert in

het kader van zijn multiperspectivalness aan dat het ondanks hun radicaal

epistemologisch relativisme “mogelijk is dat alle botsende percepties kunnen

verwijzen naar gedeelde events en op die manier een impliciet ontologisch realisme

inhouden.”15 We moeten hier evenwel bij opmerken dat de perspectieven van de

verschillende respondenten (overheden, wetenschappelijke instituten, bedrijven, ...)

niet zuiver epistemologisch-ontologisch zijn, maar aan bepaalde belangen gebonden

zijn en bovendien niet allemaal even wetenschappelijk onderbouwd zijn. Bij de

interpretatie ervan moeten we dus een differentieel gewicht toekennen aan de

percepties van de respondenten. We moeten er ook van uitgaan dat niet iedereen

antwoordde en dat zij die dat wel doen niet noodzakelijk hun reële of volledige

overtuigingen te kennen gaven. Verder kent de selectie van respondenten in deze een

zeker arbitrair karakter, aangezien we, zoals tijdens iedere onderzoek in een nog niet

intensief beschreven gebied, grotendeels aangewezen zijn op toevallige

ontmoetingen. We peilen in deze questionaires met algemene vragen (onder andere

over langetermijnvisie, juridische kaders, ...) en concrete vragen (onder andere over

visbeheer, het gebruik van biocides, ...) naar de visie „achter‟ de officiële standpunten.

Voor dit deel van mijn onderzoek slikken we bepaalde inside information in die

tijdens het veldwerk werd verzameld, en stellen we onszelf middels een coverstory

naïever voor dan het geval is. Dit is nodig met het oog op het vrijwaren van de

politieke positie van de voornaamste informanten en om de grootst mogelijke kans te

maken op bereidheid bij de respondenten om niet alleen te antwoorden maar ook

14 Donald T. Campbell, Descriptive Epistemology: Psychological, Sociological and Evolutionary. Lecture 1: The

Field and its Philosophical Setting. [Onuitgegeven lezing] (Harvard University: William James Lectures, 13 april

1977), 24-25.

15 Donald T. Campbell, Descriptive Epistemology: Psychological, Sociological and Evolutionary. Lecture 1: The

Field and its Philosophical Setting. [Onuitgegeven lezing] (Harvard University: William James Lectures, 13 april

1977), 30.

Page 14: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

14

om dit integer te doen. Vervolgens confronteren we de gegevens uit de verschillende

onderzoeksdelen met elkaar, met aandacht voor contradicties maar vooral voor

overlapping of compatibiliteit tussen de perspectieven van de verschillende agenten.

Bij de verwerking van alle gegevens luidt onze opdracht om te zoeken naar

compatibele probleemanalyses die instrumenten kunnen betekenen om

tegenstellingen op andere vlakken constructief te benaderen.

Algemeen is dit onderzoek kwalitatief van aard en bestaat het voornamelijk uit

officiële standpunten, aangevuld met subjectieve waarderingen, inschattingen en

intenties van verschillende relevante agenten en ook van mezelf, op basis van

participant observation. Het soms arbitraire karakter ervan moet expliciet gemaakt

worden, zeker omdat een deel van de onderzoeksvraag extrapolaties naar de

toekomst inhoudt. Alle blinde vlekken in acht genomen moet het relatieve gewicht

van dit onderzoek bijdragen om, in de geest van Pinxten, Jones & De Meyere en

anderen, het denken over maatschappij en de mogelijkheden tot debat daarbinnen

op te tillen uit haar bipolaire barrières van academici versus de buitenwereld,

groenen versus industriëlen, middenveldorganisaties versus overheden, enzoverder.

Dit streven kent een symbolisch aspect, voor wat betreft deze masterproef als het

speerpunt van een opleiding in de wijsbegeerte, maar vooral een praktische ambitie,

voor wat betreft de mogelijkheden tot debat in onze onderzoeksregio.

De San Antoniobaai is een wilde plek, in verschillende betekenissen. Het is een

verzamelplek voor alle aquatische wildlife dat in de wijde omtrek aanwezig is, een

vaste pitstop voor migrerende vogelsoorten, een juridisch slagveld, een politieke

jungle. Terplekke legde ik, als vreemdeling, de nodige voorzichtheid en

bescheidenheid aan de dag. Deze thesis is achteraf zeker een iets stoutmoediger

gebaar richting Bahía San Antonio, Argentina.

“Humankind is wild nature grown self conscious, and creativity depends essentially on

systematically acting upon this insight: in wildness lies the preservation of the world.”16

16 Henry David Thoreau vertolkt door: Max Oelschlaeger, The Idea of Wilderness (New Haven/Londen:

Yale University Press, 1991), 171.

Page 15: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

15

Opmerkingen:

In deze tekst zal op sommige plaatsen gebruikt gemaakt worden van de weinig

academische „ik-vorm‟. Dit gebeurt op plaatsen waar informatie gegeven wordt die

op een zodanig persoonlijke manier werd verzameld dat de geijkte schriftelijke

formules ongepast zijn.

De geraadpleegde internetbronnen werden gezien hun aantal niet afgedrukt in de

bijlagen. Dit is weinig academisch, maar het tegendeel zou ecologisch

onverantwoord zijn. Het „vluchtige‟ karakter van internetpagina‟s is wel degelijk

een kwaal, maar dit werd vermeden door enkel stabielere websites als die van

overheden, ngo‟s en dergelijke te gebruiken.

Verder gebeurde het veldwerk, inclusief verplaatsing en werking, op eigen

financiële kracht, zodat de inhoud en eindconclusies aan geen enkele instantie

schatplichtig zijn.

Page 16: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

16

1 Bahía San Antonio: feitelijke beschrijvingen &

officiële standpunten

In het overzichtswerk van WWF, Conservation International en enkele Argentijnse

NGO‟s over de staat van conservatie van de volledige internationale Patagonische zee

en kusten in 2008 („Estado de Conservatión del Mar Patagonico 2008‟, voortaan

afgekort tot ECMP 2008) vinden we het volgende:

“De Patagonische zee is een van de meest productieve systemen van de wereld: ze is

uitgerust met een grote biomassa van bepaalde soorten en met een biodiversiteit van ten

minste 600 soorten vertebraten, waaronder 400 soorten beenvissen, 140 soorten

kraakbeenvissen, en 47 van de 129 globaal beschreven soorten zeezoogdieren (o.a. pinguïns,

zee-olifanten, walvissen en dolfijnen). Verder kent ze 64 mariene vogelsoorten waarvan zo‟n

19 migrerende kustsoorten zijn. Haar kusten zijn grotendeels onbewoond en weinig

getransformeerd door menselijke activiteit. De ongerepte kwaliteit van de Patagonische zee,

de unieke karakteristieken van vele van haar soorten, de esthetische kwaliteiten, de

geschiedenis en zelfs de mystiek rond de regio en haar mariene fauna zijn van uitzonderlijk

belang voor Argentinië en de andere landen in de regio.”17

De San Antoniobaai is hier exemplarisch voor wat betreft haar biomassa,

biodiversiteit, mystiek en esthetische kwaliteiten, maar wijkt er van af wat betreft

onbewoondheid en ongereptheid. De volgende tekstonderdelen geven een schets van

haar ecologie, haar sociaaleconomische situatie en de voornaamste milieudruk die

hiermee gepaard gaat en vervolgens ook van de politieke oriëntatie en officiële

standpunten rond die druk. Hiervoor maken we voornamelijk gebruik van

gepubliceerde data en publiek toegankelijke informatie. Slechts in enkele gevallen

baseren we ons op zelfgenereerde gegevens. In die laatste gevallen wordt verwezen

17 Mijn vertaling en parafrase uit het Spaans van: Mirtha Lewis en Guillermo Harris, “Biología de la conservación

de los vertabrados del Mar Patagónico.” Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica)

(Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008), 134-136.

Page 17: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

17

naar persoonlijke communicatie met Els Vermeulen, Alejandro Cammareri en Diego

Luzzatto. De achtergrond van deze wetenschappers komt in hoofdstuk 2 aan bod.

1.1 Ecologisch

1.1.1 Feitelijk

De San Antoniobaai (40° 46‟ zuiderbreedte, 64° 50‟ westerlengte) is gelegen in het

noordwesten van de Golf van San Matías, provincie Río Negro, Argentinië. 18 (Zie

Figuur 1) Deze golf wordt beschouwd als een gesloten ecosysteem vanwege haar

voorkomen in de vorm van een „put‟: ze kent tot 160 meter diepe depressies, maar

heeft een ondiepe „ingang‟ (monding) van ongeveer 100 kilometer breed,19 wat de

ecologische uitwisseling met de wateren buiten de golf bepaalt en enigzins beperkt.20

De baai is 20 km lang (oost-west), 10 kilometer breed (noord-zuid) en nergens meer

dan 30 meter diep.21 In de baai convergeren fysische en klimatologische factoren, die

samen de ontwikkeling toestaan van een ecosysteem dat uniek is voor de Argentijnse

kusten. 22

In de San Matíasgolf komt gedurende het warmere gedeelte van het jaar een

thermohaline front voor, dat zoutere, warmere wateren in de noordelijke regio

scheidt van minder zoute, koudere wateren in de zuidelijke regio, terwijl de

watercirculatie in het noordelijke deel van de golf gedomineerd wordt door een

cyclonische gyre.23 Hoewel deze wateren de warmste van de integrale Argentijnse

18 Claudia Bas, Tomás Luppi en Eduardo Spivak, “Population structure of the South American Estuarine crab,

Chasmagnathus granulatus (Brachyura: Varunidae) near the southern limit of its geographical distribution:

comparison with northern populations.” Hydrobiologia 537 (2005): 218.

19 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Evaluating the impact of tourism activities on southern right whales

(Eubalaena australis) in North Patagonia, Argentina,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 12.

20 Els Vermeulen [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

21 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Evaluating the impact of tourism activities on southern right whales

(Eubalaena australis) in North Patagonia, Argentina,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 12.

22 Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

23 Pialo en Scasso 1988, aangehaald door Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Evaluating the impact of

tourism activities on southern right whales (Eubalaena australis) in North Patagonia, Argentina,” Onuitgegeven

projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 12.

Page 18: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

18

kust zijn, is er een gebrek aan gedetailleerde studies over het gebied, zodat het niet

duidelijk is wat de invloed van dit proces is op de distributie van soorten.24

De baai heeft een oppervlakte van 12.772 ha.25 Ze vormt, binnen de San Matíasgolf,

op haar beurt een gesloten ecosysteem vanwege haar ondiepheid en de grotendeels

afwezige stroming. Door deze zeer beperkte wateruitwisseling met de omgeving,

gecombineerd met het grote getijdenverschil (8 meter26) en een waterterugtrekking

van 7 kilometer bij laagtij27, blijven er een groot aantal larven van vele soorten

organismen achter en samen met het mediterraans klimaat laat dat een sterk

broedseizoen toe.28 De oevers bestaan uit zanderig leem en modderig leem, die

plantengemeenschappen van slijkgrassen en zeekralen kennen.29 Er zijn een aantal

zandbanken en eilandjes.30 Verder komen er zoutmoerassen en brede modder- en

zandvlaktes voor die bedekt zijn met mossels, wat belangrijk is voor kustvogels.31

Het benthische systeem (de bodem) van de baai is nog niet beschreven in termen van

haar samenstelling of haar ecologische functies.32 Maar uit de algemene trends (het

grote getijdenverschil, warm water en een grote afzetting van nutriënten)

verwachten wetenschappers een grote rijkdom aan fyto- en zoöplankton (de basis

van ieder aquatisch ecosysteem), wat ook effectief waargenomen wordt.33 De bodem

wordt verder gedomineerd door filtervoeders als sponzen en borstelwormen. 34

Hoewel nog niet alles beschreven werd, is ook op de niveau‟s van

24 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Evaluating the impact of tourism activities on southern right whales

(Eubalaena australis) in North Patagonia, Argentina,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 12.

25 Website Federale Milieudienst Argentinië, “San Antonio”.

26 ibidem

27 Website Western Hemisphere Shorebird Reserve Network, “San Antonio Bay”.

28 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

29Website Federale Milieudienst Argentinië, “San Antonio”.

30 ibidem

31 Website Western Hemisphere Shorebird Reserve Network, “San Antonio Bay”.

32 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

33 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

34 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

Page 19: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

19

plantengemeenschappen, weekdieren (verschillende soorten slakken35, oesters36,

mossels en intkvissen37, etc.) en schaaldieren (krabben38, etc.) een grote variatie

zichtbaar. 39 De top van het ecosysteem bestaat hier uit zeevogels (pinguïns 40 ,

scholeksters 41 , verschillende soorten albatrossen en stormvogels 42 , etc.) en

zeezoogdieren (tuimelaardolfijnen43, zeehonden, zeeleeuwen en zeeberen44).

De aanwezigheid van toppredatoren is de voornaamste ecologische indicator voor

een rijke zone en een relatief volledige voedselketen.45 De baai kent dus een hoge

biodiversiteit aan residente 46 soorten, maar bovendien ook een enorme jaarlijkse

passage van verschillende migrerende vogelsoorten 47 uit arctische en neotropische

gebieden48, alsook een groeiende jaarlijkse passage van migrerende zeezoogdieren

35 Maite Narvarte, e.a. “Population structure of the snail Buccinanops globulosum (Prosobranchia, Nassariidae)

in San Matias Gulf, Patagonia Argentina: Isolated enclaves?” Journal of Sea Research 60 (2008), 144.

36 Marina Andrea Kroeck en Enrique M. Morsan. “Epidemiological study of Bonamia sp. in the native flat oyster,

Ostrea puelchana from San Matías Gulf (NW Patagonia, Argentina),” Aquaculture 176 (2008), 5.

37 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007), 68.

38Claudia Bas, Tomás Luppi en Eduardo Spivak, “Population structure of the South American Estuarine crab,

Chasmagnathus granulatus (Brachyura: Varunidae) near the southern limit of its geographical distribution:

comparison with northern populations,” Hydrobiologia 537 (2005), 217.

39 Website Federale Milieudienst Argentinië, “San Antonio”.

40 Pablo García-Borboroglu, e.a. “Chronic oil pollution harms Magellanic penguins in the Southwest Atlantic,”

Marine Pollution Bulletin 52 (2006), 193-198.

41 Pedro Daleo, e.a. “Trophic facilitation by the oystercatcher Haematopus palliatus Temminick on the scavenger

snail Buccinanops globulosum Kiener in a Patagonian bay,” Journal of Experimental Marine Biology and

Ecology 325 (2005), 27.

42 Pablo Yorio en Guillermo Caille, “Seabird Interactions with Coastal Fisheries in Northern Patagonia: Use of

Discards and Incidental Captures in Nets,” Waterbirds: The International Journal of Waterbird Biology 22

(1999), 207.

43 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Residency Patterns, Abundance, and Social Composition of

Bottlenose Dolphins (Tursiops truncatus) in Bahía San Antonio, Patagonia, Argentina,” Aquatic Mammals 35

(2009), 379.

44 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

45 ibidem

46 resident: ergens permenant verblijvend

47 Federale Milieudienst Argentinië, “San Antonio”.

48 Website Western Hemisphere Shorebird Reserve Network, “San Antonio Bay”.

Page 20: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

20

als de zuidkaperwalvis 49 en op onvoorspelbare tijdstippen gewone dolfijnen en

orka‟s50.

Figuur 1: Golf van San Matías (links) met in satellietdetail de San Antoniobaai. Bron:

Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Evaluating the impact of tourism activities

on southern right whales […]”, 2007, 13.

1.1.2 Waarde

Zoals de inleiding van dit onderzoek al aangaf, kan men vanuit verschillende

onderling incompatibele aannames op hetzelfde punt uitkomen. Bij het waarderen

van natuurlijke rijkdommen is dat ook het geval: de waarde van natuurgebied kan

algemeen op verschillende wijzen en met verschillende parameters aangeduid

worden. 51 Sommige paradigma‟s focussen op de economische waarde van

49 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Evaluating the impact of tourism activities on southern right whales

(Eubalaena australis) in North Patagonia, Argentina,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 12.

50 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

51 Andrew S. Pullin, Conservation Biology (New York: Cambridge University Press, 2002), 15-17.

Page 21: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

21

biodiversiteit (direct use value, indirect use value, ...), andere focussen op de

spirituele, ethische of esthetische waarde van biodiversiteit.52 Hoe verschillend deze

paradigma‟s ook mogen zijn qua legitimatie en ambitie, vele hanteren de factor

biodiversiteit om te kunnen uitdrukken welke waarde ze aan natuur hechten. Bij

Pullin vinden we over deze term:

Biodiversiteit kent geen strikt wetenschappelijke definitie, maar wordt algemeen aanvaard

en gebruikt in drie dimensies: intrasoortelijke diversiteit (genetische verschillen tussen

individuen of populaties), intersoortelijke diversiteit (het aantal soorten gecombineerd met

hun spreiding en abundantie) en ecosysteemdiversiteit (het aantal assemblages van

soortgroepen).53

In het geval van de San Antoniobaai kunnen we wegens een gebrek aan genetische

studies voorlopig geen uitspraken doen over intrasoortelijke diversiteit (al zal hier

gauw verandering in komen, zie verder; 2.1.1). De twee andere dimensies die Pullin

onderscheidt, intersoortelijke en ecosysteemdiversiteit, zijn ontegensprekelijk hoog

(zie hoger). Deze hoge biodiversiteit aan residente plant- en diersoorten in de baai,

houdt bovendien de aanwezigheid in van een aantal endemische54 soorten als het

Patagonische Zeepaardje (hippocampus patagonicus Piacentino & Luzzatto).55

Hoewel deze laatste soort - en, belangrijker voor de wetenschappelijke waardering

van het gebied, haar endemisch karakter - pas in 2004 beschreven werd, werden de

kusten van de San Antoniobaai in 1993 officieel beschermd verklaard als „Area

Natural Protegida Bahía de San Antonio‟ onder de provinciale wet N° 2670/93.56

(Zie Figuur 2 en Figuur 3; uit die laatste wordt duidelijk dat het beschermde statuut

voornamelijk om de kuststroken en niet over de open wateren gaat) Uit die

verklaring blijkt dat de provincie Río Negro de hoogste legislatieve macht is over de

52 ibidem

53 Mijn vertaling en parafrase uit het Engels: Andrew S. Pullin, Conservation Biology (New York:

Cambridge University Press, 2002), 6.

54 endemisme: uniek aan een bepaald gebied, nergens anders voorkomend

55 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

56 Fundacíon Patagonia Natural, “Áreas protegidas costeras de la Patagonia: Síntesis de información, diagnosis

sobre su estado actual de protección y recomendaciones preliminares,” Deel van beheersplan kustzones Patagonië,

(Puerto Madryn, 1998), 8-9.

Page 22: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

22

wateren in haar provincieen dat het beheer ervan moet gebeuren door de provinciale

milieudienst, „Consejo de Ecología y Medio Ambiente‟ (CODEMA, zie verder).57

Verder blijkt hieruit dat op het moment van de instelling van dit provinciaal

beschermingsstatuut de oppervlakte van de baai nog niet was opgemeten, maar dat

de drie gemeenten die langs de kustlijn van de baai liggen alvast tot het gebied

gerekend werden (dit wordt belangrijk voor de vormen van druk op het milieu en de

omgang hiermee, zie verder).58 Uit een artikel in het ECMP 2008, blijkt dat de

oppervlakte 15.500 ha bedraagt, waarvan 9900 ha marien gebied en 5600 ha

continental gebied.59

Vanwege de grote abundantie aan migrerende vogelsoorten kent de baai echter een

dubbel beschermingsstatuut. Het „Western Hemisphere Shorebird Reserve

Network‟60 maakt melding van meer dan 100.000 kustvogels die jaarlijks het gebied

bezoeken, waaronder 40.000 kanoetstrandlopers - ongeveer 25% van de wereldwijde

biogeografische populatie van deze soort.61 Dit wetenschappelijke orgaan kende

hiervoor in 1993 het beschermingsstatuut van „key site of international importance‟

toe aan de baai en haar kusten (16.900 ha, tegenover een wateroppervlak van 12.772

ha).62 (Zie Figuur 2) Voor het beheer ervan en informatie over het gebied verwijst

het naar de lokale ngo Fundación Inalafquen (zie verder). De bescherming van deze

16.9000 ha overlapt evenwel slechts met een klein deel van wat wetenschappers van

Birdlife Argentina volgens ECMP 2008 aan de hand van een interactief63 globaal

programma van Birldlife International aanduiden als „Important Bird Area‟: de

integrale omgeving van San Antonio Oeste, goed voor 300.000 ha.64 Het betreffende

artikel maakt melding van vier selectiecriteria (nestkolonies, niet-reproductieve

57 ibidem

58 ibidem

59 Maricel Giaccardi, e.a., “Argentina,” Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica),

(Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008), tabel 3, s.p.

60 Voortaan afgekort tot „WHSRN‟: onder dit netwerk van wetenschappers en wetenschappelijke instellingen, dat

zich tot doel stelt om sleutelgebieden voor kustvogels in de Amerikaanse contintenten te beschermen, vallen 82

gebieden in 13 landen: Website Western Hemisphere Shorebird Reserve Network, “Fact Sheet”.

61 Website Western Hemisphere Shorebird Reserve Network, “San Antonio Bay”).

62 ibidem

63 Fabián Rabuffetti, Eugenio Coconier en Joaquín Aldabe, “Áreas Marinas importantes para la conservación de

las aves (IBAs – AICAs) en el Mar Patagónico y zonas de influencia,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 385.

64 idem, tabel 2, s.p.

Page 23: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

23

kustconcentraties, migratiehotspot, belangrijk voedselgebied voor pelagische

soorten), maar de auteurs maken niet duidelijk op basis van dewelke het gebied rond

San Antonio Oeste geselecteerd werd.

Figuur 2: het dubbele beschermingsstatuut van de San Antoniobaai en haar kusten.

Bron: Fundacíon Patagonia Natural. “Áreas protegidas costeras de la Patagonia [...]”,

1998, 8.

1.2 Sociaal-economisch

“De Argentijnse kuststeden ontwikkelden zich volgens patronen verbonden met historisch

belangrijke gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld de ontdekking van petroleum in 1907 in

Comodoro Rivadavia. Al die steden zagen recentelijk een bevolkingsgroei die belangrijk is

voor de diversificatie van hun activiteiten en voor de groei van het nationale en

internationale maritieme verkeer.”65

65 Mijn vertaling uit het Spaans: José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.:

2008): 411.

Page 24: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

24

“Vandaag de dag bevinden de Patagonische zee en haar kuststroken die haar

flankeren, zich in een felle economische en sociale ontwikkeling.” 66 “Volgens

volkstellingen tussen 1991 en 2001 (INDEX, 2001) voor de provincies, [...] bedraagt

de bevolkingsgroei voor Río Negro 9%.”67 De regio die we beschrijven, ligt in deze

provincie.

Langs de kusten van de San Antoniobaai liggen de stad San Antonio Oeste en haar

twee deelgemeenten Las Grutas en San Antonio Este. (Zie Figuur 3) San Antonio

Oeste heeft ongeveer 33.00068 inwoners, Las Grutas zo‟n 300069 en San Antonio

Este enkele honderden70. De regio is voornamelijk gericht op visserij, industrie en

toerisme.71

66 Mirtha Lewis en Guillermo Harris. “Biología de la conservación de los vertabrados del Mar Patagónico.” Estado

de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.,

2008): 134.

67 Mijn vertaling uit het Spaans: José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.:

2008): 411.

68 Informatieportaal Golfo San Matías (in de tekst voortaan afgekort tot GSM), opgestart door milieu-agenten in

de San Matíasgolf en ondersteund door onder meer het WWF (zie verder): Website Informatieportaal Golfo San

Matías, “La Pesca en Golfo San Matías”.

69 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8.

70 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

71 Els Vermeulen, Alejandro Cammareri en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009 ;

en Website Informatieportaal Golfo San Matías, “La pesca en Golfo San Matías”.

Page 25: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

25

Figuur 3: In zilverkleur (omgeven door rood): de drie geürbaniseerde gebieden in de

omgeving van de baai. links: Las Grutas; midden bovenaan: San Antonio Oeste rechts:

San Antonio Este. In grijs: de wateren onder het provinciale beschermingsstatuut. Bron:

Website Gemeente San Antonio, “Zonificación Territorial”.

1.2.1 Industriële visserij

Allereerst volgt hier een korte kadering van de nationale Argentijnse visserij,

daaropvolgend verschuift de focus naar het regionale niveau.

In 2000-2005 bedroeg de gerealiseerde visvangst in de Patagonische zee slechts 2%

van de totale vangst ter wereld.72 Langs de andere kant was ze tussen 1980 en 2000

wel meer van gewicht in de mondiale situatie.73 Argentina en Brazilië zijn het actiefst

72 Gaspar, Carlos en Balbina Griffa, “El Mar Patagónico y la economía ambiental,” Estado de Conservación del

Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 395.

73 ibidem

Page 26: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

26

in de visserij in Patagonië. 74 In de laatste 25 jaar kende de visvangst in de

Patagonische zee een tragere groei dan de rest van de wereld. 75 Toch is de

Argentijnse visserij sinds de jaren ‟70-‟80, met 150% gegroeid, 76 al zou dat deels te

wijten zijn aan de formalisering van visserij die voordien reeds plaatsvond maar nog

niet aangegeven werd.77 De nationale visserij was in 2005 goed voor 900 miljoen ton,

waarvan heek en inktvis 70% uitmaakten.78

In de nationale Argentijnse context is de visvangst een economische sector van

relatief laag belang: met een waarde van 650 miljoen USD in 2006 stond ze in voor

0,8% van de totale productie van goederen en 0,3% van het BNP.79 Ondanks haar

lage gewicht was het een van de meest dynamische sectoren, met een groei van 64%

in haar activiteit, ruim boven de gemiddelde groei van 8,5% van de algemene

economie.80 Industriële visserij vindt plaats in 5 provincies, waaronder Río Negro

dat instaat voor slechts 2% van de totale vangst.81 Toch is ze op provinciaal en

regionaal niveau van wezenlijk belang, zoals uit de volgende karakterisering mag

blijken.

In de San Matíasgolf wordt zowel industrieel82 als artisanaal83 gevist. In verband

met de industriële visserij heerst er een gebrek aan regionaal beschouwende

wetenschappelijke publicaties. (zie verder) Voor de beschrijving hiervan moeten we

dus afgaan op het informatieportaal „Golfo San Matías‟ (voortaan afgekort tot

Portaal GSM), een initiatief van de lokale gemeenschappen ondersteund door ngo‟s

als het WWF en de ngo Fundación Fauna Silvestre Argentina (zie verder). Helaas is

74 Gaspar, Carlos en Balbina Griffa, “El Mar Patagónico y la economía ambiental,” Estado de Conservación del

Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 395.

75 ibidem

76 idem, 396

77 idem, 397

78 idem, 396

79 idem, 397

80 ibidem

81 ibidem

82 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Certificación de pesquerías”.

83 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007), 68.

Page 27: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

27

de informatie daar ook karig (ze heet „onder constructie‟ te zijn). 84 Sinds de jaren

1970 wordt met kleine en middelgrote vaartuigen industrieel gevist op Argentijnse

heek (Merluccius Hubbsi), de Argentijnse zandbaars (Pseudopercis semifasciata),

Antarctische diepzeeheek (Dissostichus eleginoides), witte koolvis (Pollachius

pollachius), een soort zwartvis (Seriolella punctata) en tong (Paralichthys

patagonicus).85 Dit gebeurde aanvankelijk vanop stilliggende boten met lijnhaken

(beugvisserij), maar de grote vraag vanuit Europa, sinds 1996, stuwde de

ontwikkeling naar geavanceerdere technieken met sleeptrawlers.86 Vandaag de dag

worden beide technieken toegepast.87 Over de totale omvang van de vangst per jaar

vinden we voorlopig nergens gepubliceerde schattingen terug, evenmin over de

jaaromzet voor de regio (al gaat het op nationaal niveau over zo‟n 1200 miljoen USD

per jaar88 en zou het ook regionaal om een miljoenenbusiness gaan89). Deze

industriële visserij zou in handen zijn van enkele welgestelde families90 en zorgt

onder meer in San Antonio Oeste, waar een vissershaven ligt,91 voor een grote

werkgelegenheid door de vraag naar vis alsook middels direct en indirect

gerelateerde diensten.92 Het gemiddelde loon (op nationaal niveau) in de visserij

bedroeg in 2006 ongeveer 1270 USD per maand, wat het de tweede beste betaalde

sector maakt in de Argentijnse economie (na mijnbouw (USD 1740 per maand en

voor industrie, met 700 USD per maand en de bouwsector, met 440 USD per

maand). 93 De meeste soorten worden zowel intern verkocht op de interne

Argentijnse markt als uitgevoerd naar Europa, de Verenigde Staten en Azië.94

84 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Pesca Industrial”.

85 ibidem

86 ibidem

87 ibidem

88 Gaspar, Carlos en Balbina Griffa, “El Mar Patagónico y la economía ambiental,” Estado de Conservación del

Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 397.

89 Els Vermeulen [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

90 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Bay Fisherman” en “The Navarretes”.

91 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8.

92 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Pesca Industrial”.

93 Gaspar, Carlos en Balbina Griffa, “El Mar Patagónico y la economía ambiental,” Estado de Conservación del

Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 397.

94 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Golfo San Matías”.

Page 28: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

28

1.2.2 Artisanale visserij

In de artisanale visserij wordt ook op Heek gevist,95 maar de focus ligt traditioneel

op vijf soorten tweekleppige weekdieren: de paarse mossel (Amiantis purpurata), de

Tehuelche Sint-jacobsschelp (Aequipecten tehuelchus), de Argentijnse blauwe

mossel (Mytilus edulis platensis), de geribde mossel (Aulacomya atra) en de

Patagonische intkvis (Octopus tehuelchus).96 Mossels en Sint-Jacobschelpen worden

slechts op twee plaatsen binnen de San Matíasgolf opgehaald, beiden gelegen in de

San Antoniobaai.97 Inktvis wordt over heel de kustlijn van de golf opgehaald en

verkocht aan handelaren, toeristen, restaurants, enzoverder98 (zie verder; pulperos).

Deze soorten bevinden zich voornamelijk in de benthonische laag van het

ecosysteem (in en op de bodem) en de exploitatie ervan vereist dus artisanale

technieken als duiken en het gebruik van rasters tijdens het ebgetij. 99 Volgens

Portaal GSM werden deze artisanale vormen van visserij door de lokale bevolking

lange tijd uitsluitend gebruikt om in het eigen levensonderhoud te voorzien, maar

vanaf de jaren ‟30 werden ze ook aangewend voor commerciële doeleinden.100 De

jaren ‟60 waren bijvoorbeeld hoogdagen voor de inktvisvangst, met een piek van 300

ton opgehaalde intkvis in het oogstseizoen ‟67-‟68.101 Vandaag gaat de vangst van

inktvis nog steeds door, zij het met veel lagere vangsten.102 Dit lijkt symptomatisch

te zijn voor wat er gebeurde: per decennium moest men van primaire doelsoort

veranderen wegens de steeds grotere uitputting van eerdere doelsoortpopulaties en

consequentieel minder grote oogsten.103 Op die manier differentieerde men het

gamma tot wat het vandaag is (zie hoger) , inclusief minder voordehandliggende

95 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Merluza Cómún”.

96 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 68.

97 ibidem

98 ibidem

99 idem, 69.

100 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Pesca Artesanal”.

101 ibidem

102 ibidem

103 ibidem

Page 29: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

29

soorten als slakken en krabben.104 Dit gedifferentieerde gamma draagt bij tot het

dynamische karakter van de artisanale visserij: volgens de eisen van de markt en de

verschillen in beschikbaarheid van doelsoorten kan men gauw wisselen tussen

doelsoorten en de bijhorende vereiste technieken.105 Hoewel al deze soorten op

kleinere schaal bevist worden dan bijvoorbeeld Heek (zie hoger bij industriële

visserij), gaat het hier toch over een belangrijke sociaal-economische factor voor de

regio: minstens 200 mensen zijn actief in de sector en haalden bijvoorbeeld in 2003

een totale omvang van 1550 ton op.106 De sector is goed voor een bruto jaarlijks

inkomen van meer dan 700.000 USD.107 Dit zou echter meer kunnen zijn, mocht het

leeuwendeel van de vangsten niet onbewerkt verkocht worden aan instanties buiten

de provincie.108 Hoewel de infrastructuur voor bewerking in de regio wel bestaat, is

er een tekort aan initiatieven om de volle meerwaarde te halen uit de vangsten,

waardoor kostbare potentiële lokale winsten wegvloeien naar andere plaatsen.109 Zo

wordt bijvoorbeeld slechts 10% van de gevangen Sintjacobschelpen aan lokale

restaurants verkocht (die evenwel hogere prijzen kunnen instellen tijdens het

toeristische seizoen). 110 Hoewel er een totaal gebrek is aan socio-economische

studies over het gebied,111 geven wetenschappers uit het bio-ecologische domein aan

dat de sociale voordelen van de sector die wel lokaal terechtkomen, beter verdeeld

moeten worden.112 Aan werkgelegenheid is er geen probleem: zowel bij de overheid

als de bevolking “heerst de overtuiging dat er een onbeperkt recht bestaat op het

exploiteren van de natuurlijke bronnen in omgeving, op ieder moment.”113 Er zijn

ook “veel incentives om in de artisanale visserij te stappen: de vereiste investeringen

om dat te doen liggen laag, en er heerst een algemeen geloof dat de visserijsector alle

104 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Pesca Artesanal”.

105 ibidem

106 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 68.

107 ibidem

108 idem, 74.

109 ibidem

110 idem, 73.

111 ibidem

112 idem, 74.

113 idem, 73.

Page 30: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

30

werkloosheidsproblemen in andere sectoren kan tegengaan.”114 Bovendien valt in

deze sector een hoog [naar lokale maatstaven; mijn toevoeging] persoonlijk inkomen

te verwerven, hoewel grote delen van de opbrengsten niet terugvloeien naar de

sector maar naar andere domeinen als de toeristische sector.115

“Tien jaar geleden werden de vissers nog verplicht (volgens Wet N° 1960) om hun vangsten

te verkopen aan een paar bedrijven op het land, die vaste prijzen hadden (op een

monopolistische basis). Nu kunnen ze door de creatie van een specifiek wettelijk kader voor

de artisanale visserij midden jaren ‟90, hun eigen marktniche zoeken en betere prijzen

vragen. Er bestaan ook andere maatregelen om de sector te steunen: de creatie van de

„Artisanale Vismarkt‟, subsidies via directe en indirecte monetaire transacties, soft credit,

belastingsverlichtingen, enzoverder, maar problemen met het ontwikkelen van een goeie

organisatie onder de artisanale vissers (in de vorm van associaties) zorgden ervoor dat de

meeste van die voordelen niet geleid hebben tot de broodnodige economische en sociale

consolidatie op de lange termijn en eigenlijk ongelijkheid veroorzaakt hebben.”116

De bovengeciteerde Maritieme Wet op de Visserij N° 1960 zou enkele jaren geleden

uitgebreid zijn met een aantal sociale objectieven.117 De implementatie ervan is

dringend: er is een gebrek aan sociale organisatie, groepsidentiteit en kennis van de

eigen rechten,118 terwijl er conflicten zijn met andere sectoren als het toerisme.119 In

2007 (het moment waarop desbetreffend artikel werd gepubliceerd) bestond er nog

geen “toekomstplan voor de artisanale vissers, ontbraken sociale zekerheid en

educatief beleid voor die groep.”120 Sociale assistentie vanwege de overheid was op

een “niet-evenredige en onduidelijke manier” georganiseerd. 121 Er was geen

114 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 74.

115 idem, 72.

116 Mijn vertaling uit het Spaans: idem, 73.

117 ibidem

118 idem, p. 74.

119 ibidem

120 ibidem

121 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 74.

Page 31: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

31

“intergouvernmentele coördinatie tussen de visserijsector en zij die begeleiding”

voorzien.122

“Er heerst armoede en aan basisbehoeften wordt ontoereikend voldaan bij een deel van de

kustverzamelaars, vooral bij diegenen die naar inktvis vissen. Een deelprobleem is dat het

moeilijk is om de visserij te verlaten op jonge leeftijd om naar ander werk te zoeken, omdat

de vaardigheden nodig voor de visserij snel verloren gaan.”123

Op de vraag of de hierboven beschreven situatie vandaag, drie jaar na publicatie, nog

exact hetzelfde is, kunnen we niet antwoorden met een verwijzing naar andere

publicaties. Wel moest ik in augustus 2009 met eigen ogen vaststellen dat zij die

naar intkvis vissen (pulperos in de volksmond; van pulpo, inktvis) vaak ontstellend

arm zijn. Zij leven net buiten de agglomeraties, in de duinen, tussen autobanden en

golfplaten. Zelfgemaakte bordjes langs de zandwegels moeten reclame maken voor

verse pulpo, niets anders. “Dit soort marginale visserij gaat puur over overleven, met

weinig mogelijkheden tot vooruitgang.”124

1.2.3 Aquacultuur

In de commerciële sector bestaat interesse voor het kweken van een endemische

oester (Ostrea puelchana) en de Argentijnse blauwe mossel (Mytilus edulis

platensis).125 Sinds 1997 moet een kwekerij voor tweekleppige weekdieren hieraan

beantwoorden met onderzoek naar de ontwikkeling van biocultuurproductie en

commercieel interessante soorten. 126 Algemeen echter moet van aquacultuur

sociaal-economisch weinig verwacht worden wegens een regionaal gebrek aan sites

die adequaat afgesloten en beschermd kunnen worden.127

122 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 74.

123 ibidem

124 idem, 72.

125 ibidem

126 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Programma CRIAR-Criadero de Bivalos”.

127 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 72.

Page 32: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

32

1.2.4 Industrie

Op het puntje van de landtong tussen San Antonio Oeste en de vernauwing in de baai

(zie Figuur 4) ligt de fabriek Alcalis de la Patagonia (ALPAT in de volksmond, en

voortaan ook zo afgekort in deze tekst). ALPAT produceert natriumcarbonaat of soda

(via het chemische Solvayproces128)129, en stelt zelf de enige hierin te zijn in Latijns-

Amerika.130 Soda wordt gebruikt voor de productie van een breed gamma aan

goederen waaronder glas en zeeppoeder.131 Ze startte in 2005 met de proefproductie

ervan en in 2008 met de commercialisatie. 132 De fabriek heeft een

productiecapaciteit van 250.000 ton per jaar.133 Ze levert soda aan het grootste deel

van de behoeftige bedrijven in Argentinië en voert uit naar Brazilië, Chili, Uruguay,

Paraguay en Bolivië.134 Met meer dan vijfhonderd werknemers behoort ze tot de

allergrootste werkgevers in de regio.135 De monitoring van haar impact op het milieu

gebeurt door de lokale NGO „Inalafquen‟ (zie verder).136

128 het gebruik van ammoniak en de verbranding van kalk om natriumcarbonaat te bekomen

129 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8.

130 Website Alcalis de Patagonia, “Conózcanos”.

131 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8.

132 Website Alcalis de Patagonia, “Conózcanos”.

133 ibidem

134 ibidem

135 Website Alcalis de Patagonia, “Conózcanos”.

136 Website Fundación Inalafquen, “Gestión Ambiental”.

Page 33: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

33

Figuur 4: satellietfoto van de baai met aanduiding van ALPAT en de exporthaven van

San Antonio Este. Bron: Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving

bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast Patagonia”, 8

In San Antonio Este, aan de andere kant van de vernauwing in de baai (zie Figuur 4),

ligt de belangrijkste exporthaven van Argentijns Patagonië.137 Deze haven staat in

voor de export van een aantal Patagonische derivaten 138 , overwegend fruit. 139

Vreemd genoeg vinden we over deze haven voorlopig geen wetenschappelijke data.

Ook op Portaal GSM140 wordt in alle talen gezwegen over deze haven en zelfs de

gemeentelijke website van San Antonio geeft geen informatie (de haven wordt wel

vernoemd, maar het onderdeel erover is “in constructie”141).

137 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8.

138 ibidem

139 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 412.

140 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “GSM”.

141 Website Gemeente San Antonio, “Puerto San Antonio Este”.

Page 34: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

34

1.2.5 Toerisme

Volgens schattingen van de mondiale raad voor reizen en toerisme, is de toeristische

activiteit in Argentinië op nationaal niveau goed voor “8,4% van het BNP, 9,4% van

de werkgelegenheid en 8,8% van de kapitaalsinvesteringen.”142 Het is echter geen

transparante sector, aangezien vele actoren ook bezig zijn met zaken die niets met

toerisme te maken hebben en het dus moeilijk is om correcte en volledige cijfers te

bekomen. 143 Er is een groeiende toeristische activiteit in Argentinië en haar

beschermde natuurgebieden spelen hier een belangrijke rol in: “70% van de 45

beschermde kustgebieden in Argentinië ondergaat toerisme.”144 In dit kusttoerisme

zijn verschillende categorieën te onderscheiden: natuurtoerisme, zuiver

strandtoerisme (sol y playa in de volksmond), cruises, ruraal toerisme, sport en

recreatie.145 Wat betreft de San Antoniobaai zijn er wel gegevens te vinden, maar

deze komen vaak slechts van één bron, wat de betrouwbaarheid ervan in vraag doet

stellen.

De kusten van de baai vormen de belangrijkste toeristische trekpleister van Noord-

Oost Patagonië.146 Toerisme vindt vooral op de stranden van Las Grutas plaats.147

Die laatste gemeente ontstond vanaf 1925 als traditioneel gebied voor de bewoners

van San Antonio Oeste om zich terug te trekken uit de stad, voor picknicks

enzoverder.148 Langzaam breidde Las Grutas zich uit tot wat het vandaag is: een

gemeente met ongeveer 7000 inwoners 149 die ongeveer 350.000 toeristen per

142 Gaspar, Carlos en Balbina Griffa, “El Mar Patagónico y la economía ambiental,” Estado de Conservación del

Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 395.

143 ibidem

144 Alicia Tagliorette, Piedad Losano en Claudia Janeiro, “La actividad turistica en la zona costera,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.,

2008): 470.

145 ibidem

146 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8.

147 idem

148Website Gemeente San Antonio, “Las Grutas – Historia”.

149 idem

Page 35: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

35

jaar150 aantrekt. Las Grutas heeft zich dankzij de natuurlijke kwaliteiten van haar

kustzone, ontpopt tot traditioneel gebied voor meerdere van bovenvermelde

toeristische categorieën: zuiver strandtoerisme151, hengelsport vanop de rotsen152,

nautische activiteiten (kanoeing, windsurfen, ...),153 duiksport,154 verzamelen van

zeevruchten tussen de getijden door,155 natuurtoerisme (observatie van vogels, 156

walvissen 157 enzoverder). Het gebied wordt vooral gekenmerkt door nationaal

toerisme: Argentijnen uit heel het land komen er hun strandvakantie beleven.158 Het

(internationale) natuurtoerisme staat nog in haar kinderschoenen en is nog niet goed

ontwikkeld.159 We kunnen vermoeden dat dit onder meer te maken heeft met de

aanwezigheid van een wereldberoemd epicentrum voor natuurtoerisme in de

naburige provincie Chubut (Peninsula Valdés) maar misschien ook met de

seizoensgebondenheid van het toerisme: het „walvisseizoen‟ vindt plaats tussen mei

en oktober, wat herfst en winter betekent, terwijl het populairdere sol y playa-

toerisme zich vanzelfsprekend in de zomer afspeelt. Er komen vanuit enkele

toeristische bureau‟s wel initiatieven om het toerisme minder seizoensgebonden te

maken, zoals de „Ruta Alimentaria‟ (Patagonian Sea Food Route): een netwerk van

lokale producenten van visgerechten, olijven, ... die het publiek ook in de winter iets

trachten aan te bieden. 160 Verwachtingen omtrent de evolutie van het lokale

150 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 8 ;

en Alicia Tagliorette, Piedad Losano en Claudia Janeiro, “La actividad turistica en la zona costera,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.,

2008): 470.

151 Alicia Tagliorette, Piedad Losano en Claudia Janeiro, “La actividad turistica en la zona costera,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.,

2008): 473.

152 idem, tabel 1: 494.

153 idem, 474.

154 idem, 473.

155 idem, 474.

156 idem, tabel 1: 493.

157 idem, 471.

158 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

159 ibidem

160 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Ruta Alimentaria”.

Page 36: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

36

toerisme en de profielen van enkele actoren die actief zijn in het toerisme, worden in

hoofdstuk 2 behandeld. Voor officiële data over de totale omzet wordt in de

literatuur verwezen naar de cijfers van de lokale gemeentelijke dienst voor

toerisme.161 Die spreekt over ongeveer 63 miljoen USD per jaar voor volledig San

Antonio.162 Hiervan zou zo‟n 17 miljoen USD per jaar alleen al via het zuivere

strandtoerisme in deelgemeente Las Grutas binnenkomen.163 Wat betreft de totale

werkgelegenheid die de sector genereert in de regio, is volgens de auteurs extra

onderzoek vereist.164

1.3 Milieudruk

Dit onderdeel beschrijft aan de hand van de voorradige literatuur de belangrijkste

vormen van druk die de hoger beschreven sociaal-economische factoren meebrengen

voor het lokale milieu. We hebben het dan over de vervuiling van bodem en water,

overbevissing, onduurzaam toerisme en de introductie van uitheemse soorten. De

beschrijvingen gebeuren aan de hand van gepubliceerde data. De zaken die hier

worden aangeraakt, zullen op basis van zelfgegenereerde informatie nog uitgediept

worden in kritische beschouwingen in hoofdstuk twee.

In de brede context van Patagonië komt er druk op het aquatische milieu en haar

biodiversiteit via verschillende storingsfactoren. We staan even stil bij enkele ervan

en kijken vervolgens wat we erover terugvinden wat betreft de San Antoniobaai.

Een eerste belangrijke verstoring van het Patagonische aquatische milieu is

vervuiling door koolwaterstoffen (vb. ruwe olie), plastics en pesticiden (van

stedelijke, industriële en agriculturele165 oorsprong).166 De Patagonische kusten zijn

161 Alicia Tagliorette, Piedad Losano en Claudia Janeiro, “La actividad turistica en la zona costera,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.,

2008): 476.

162 idem, 499.

163 idem, 476.

164 idem, 478.

165 Door haar intensieve agricultuur is de valei van Río Negro een van de grootste consumenten van deze

persistente verbindingen; uit: José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de

Page 37: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

37

regio‟s in expansie en de publieke basissaneringsdiensten beantwoorden niet aan wat

die deze groei vereist. 167 Dit uit zich voornamelijk voor de behandeling van

rioolwater, industriële lozingen en „vaste‟ stedelijk en industrieel afval. 168 Het

genereren van steeds belangrijkere hoeveelheden vaste afvalstoffen zonder adequate

behandeling, heeft invloed op de mariene fauna en flora, wat moeilijkheden geeft wat

betreft sanitaire zaken, navigatie, de esthetische kwaliteiten van de badkustzones en

de chemische eigenschappen van het milieu.169 Eén voorzienbaar en vaststelbaar

gevolg van weinig of niet behandelde afvloeiing, is een toevoeging van stikstof en

fosfor aan het ecosysteem, wat eutroficatie 170 veroorzaakt. 171 Een ander

voorzienbaar gevolg is de toevoeging van organisch materiaal als huishoudelijk afval

en uitwerpselen aan het water: men zou inderdaad daarmee gerelateerde microben

in het water van de baai gevonden hebben.172

Residuen van stedelijke en industriële activiteiten zoals koolwaterstoffen uit

petroleum en persistente organische verbindingen uit pesticiden of zware metalen

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.:

2008): 415.

166 Mirtha Lewis en Guillermo Harris. “Biología de la conservación de los vertabrados del Mar Patagónico.”

Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural

e.a., 2008): 139.

167 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 411.

168 ibidem

169 ibidem

170 eutroficatie: verandering in oceanografische condities door groei van primaire productie van algen en

decompositie ervan door anaerobe organismen als bacterieën; uit: José Luis Esteves, “Contaminación costera y

desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn:

Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 411.

Eutroficatie als natuurlijk proces kan de menselijke impact verdoezelen: chemische analyse met diverse graden

van complexiteit is nodig; uit: José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.:

2008): 418.

171 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 411.

172 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 12-13.

Page 38: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

38

vinden hun weg van de steden naar zee via regenkanalen en havenzones. 173

Contaminatie gebeurt ook rechtstreeks vanaf schepen door

onderhoudswerkzaamheden enzoverder. 174 Patagonië kent petroleumontginning,

dewelke via haar havens naar raffinaderijen in Bahía Blanca en Buenos Aires wordt

getransporteerd. 175 Vele ongelukken (morsen, lozen) worden niet gemeld, maar

hebben wel invloed op de biodiversiteit: stranden en zeevogels raken onder de olie,

enzoverder.176 Zware metalen op hun beurt bevinden zich op natuurlijke wijze al in

het milieu, maar worden toch vooral toegevoegd door kustactiviteiten. 177 In

concentratieniveau‟s boven het natuurlijke niveau, worden ze lethaal of subletaal

giftig.178 Pesticiden tenslotte zijn een grote familie van niet van nature in het milieu

voorkomende organische verbindingen die onder meer terug te vinden zijn in

herbiciden en insecticiden. 179 De afbreekbaarheid ervan is miniem. 180 Al deze

contaminanten beïnvloeden na een enkelvoudige vervuiling ook nog andere zones

via stroming. 181 Bovendien worden ze doorheen de voedselketen overgedragen

tussen individuen via het proces van bioaccumulatie182 (de capaciteit van mariene

173 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 413.

174 ibidem

175 ibidem

176 ibidem

177 ibidem

178 ibidem

179 ibidem

180 ibidem

181 ibidem

182 Het proces van bioaccumulatie kan nuttig zijn om indicatoren voor contaminatie te ontwerpen. Zware

metalen en pesticiden zijn makkelijk bioaccumuleerbare verbindingen, die geanalyseerd kunnen worden in heel

de trofische structuur. Dit laat een tamelijk precieze diagnose van de vervuilingsniveau‟s toe. Men kan ze

analyseren in gelijk welk organisme dat behoort tot een van de twee substraten (water of sediment) zonder druk

op de studiezone. Deze diagnoses zijn wel gebonden aan enkele nadelen: tenzij men ze analyseert in specifieke

plaatsen, zeggen ze weinig over de bron van een vastgestelde vervuiling. De kans op het bekomen van stalen van

hogere zeezoogdieren is bovendien willekeurig en heterogeen; uit: José Luis Esteves, “Contaminación costera y

desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn:

Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 418.

Page 39: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

39

organismen om contaminanten op te slaan in bijvoorbeeld vetweefsels).183 De meest

kwetsbare zones zijn waarschijnlijk die waar alle types residuen accumuleren.184

“Deze zones worden gekarakteriseerd door een lage uitwisseling met de open zee”:

“het gaat om kreken, gesloten golven, baaien, estuaria.” 185 Ook havengebieden

zullen vatbaar zijn. 186 De eigenschappen van de San Antoniobaai, als relatief

gesloten baai binnen een relatief gesloten golf, met inbegrip van twee havens (zie

hoger), maken dat bioaccumulatie een groot aandachtspunt wordt (zie verder).

Verder gebeurt er verstoring door overbevissing: de Argentijnse visserij heeft een

forse expansie gekend en ging gepaard met een wildgroei van subsidies in de jaren

1990.187 Dit had ernstige consequenties voor het mariene ecosysteem en mondde uit

in een structurele crisis wat betreft de voornaamste soorten waarop wordt gevist in

de Patagonische zee, onder meer de overgeëxploiteerde heek (de soort waarop de

ontwikkeling van de visserij voornamelijk steunde).188 De heeksector zou al een

nettoverlies van 11.140 miljoen USD gerealiseerd hebben.189

Naast vervuiling en overbevissing is een derde belangrijke verstoring van de

Patagonische kusten te vinden in verlies aan habitat door verstedelijking.190 Een

vierde is verstoring door havens en boten.191 Havens kunnen zaken als stroming

beïnvloeden en zorgen voor een hoge traffiekdensiteit, terwijl boten instaan voor

183 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 418.

184 ibidem

185 ibidem

186 ibidem

187 Carlos Gaspar en Balbina Griffa, “El Mar Patagónico y la economía ambiental,” Estado de Conservación del

Mar Patagónico (Versión electrónica) ( Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008): 402.

188 ibidem

189 ibidem

190 Mirtha Lewis en Guillermo Harris. “Biología de la conservación de los vertabrados del Mar Patagónico.”

Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural

e.a., 2008): 139.

191 ibidem

Page 40: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

40

vervoer van gevaarlijke producten en onbedoeld uitheemse soorten 192

introduceren. 193 Verder ondergaat het aquatische milieu verstoring door

hogeimpacttoerisme194 en door bijvangst195 in industriële en artisanale visserij.196

Vanwege de gevolgen van bovengenoemde verstoringen worden bijvoorbeeld 43%

van de vogelsoorten die het water van de Patagonische kusten gebruiken, als (al dan

niet ernstig) bedreigd beschouwd.197 Voor zeezoogdieren geldt dit in 39% van de

soorten, hoewel zeven soorten „slechts‟ kwetsbaar zijn of onder laag risico vallen.198

Aangezien Patagonië een zeer wijde context is, kan de status van bedreiging

regionaal variëren voor soorten met een brede distributie.199 Regionale variaties zijn

ook te verwachten wat betreft de impact van bovengenoemde mogelijke oorzaken.

Wanneer we ons toespitsen op de beschikbare wetenschappelijke data over de

verstoring van het milieu op het regionale niveau van de San Antoniobaai, kunnen

we de volgende zaken aanhalen.

192 De introductie van uitheemse soorten gebeurt vaak door het onbedoeld meevoeren ervan in ladingen, via het

lozen van ballasttanken door schepen of eenvoudigweg via de romp van schepen. De invoer van bacteriën,

zwammen en virussen vertaalt zich in een shift in de biodiversiteit en in toxische effecten voor andere organismen;

uit: José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 412.

193 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008): 412.

194 Mirtha Lewis en Guillermo Harris. “Biología de la conservación de los vertabrados del Mar Patagónico.”

Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural

e.a., 2008): 139.

195 de niet-intentionele vangst van dieren die niet tot de doelsoort behoren

196 Mirtha Lewis en Guillermo Harris. “Biología de la conservación de los vertabrados del Mar Patagónico.”

Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural

e.a., 2008): 139.

197 idem, 140.

198 ibidem

199 ibidem

Page 41: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

41

1.3.1 Vervuiling

We zagen dat de sodafabriek ALPAT het chemische Solvayproces hanteert voor haar

productie. (zie hoger) Aan dat proces zijn verschillende afvalstoffen en bijproducten

verbonden, die in haar residuen, een waterachtige oplossing, terechtkomen. 200

Voorbeelden van die stoffen zijn calciumchloride, natriumchloride, calciumsulfaat

enzoverder.201 “[...] Alpat‟s effluenten [...] bedragen 9.339.600 liter per dag [...]

(Bonucelli & Malan 2005).”202 De afvalpoelen van ALPAT zijn gesitueerd in een

gebied met een sterk doordringbare bodem, dat bovendien in een constante

wateruitwisseling staat met de San Antoniobaai.203 Er wordt gevreesd voor een

potentiële contaminatie van de bodem en het grondwater.204

In een brede studie uit 1999 naar de vervuilingsgraad van sedimentlagen over een

groot deel van de Patagonische kust, gaf de San Antoniobaai de hoogste resultaten

wat betreft enkele zware metalen (zink, koper, lood en cadmium).205 De graad van

vervuiling kende nog variatie binnen de baai zelf, met abberant hoge waarden voor

onder meer een meetstation bij de haven.206 De resultaten van de studie wezen op

“het bestaan van een belangrijke bron van vervuiling.”207 De auteurs stellen dat

metalen op het land via regenval, hoogtij en wind in de bodem infiltreren en zo in het

grondwater belanden of uitlogen208 naar oppervlaktewater in de baai.209 Bovendien

200 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” Onuitgegeven projectvoorstelling (Las Grutas: 2007), 10.

201 ibidem

202 ibidem

203 idem, 11.

204 idem, 11.

205 M.N. Gil, e.a., “Heavy Metals in Intertidal Surface Sediments from the Patagonian Coast, Argentina,” Bulletin

of Environmental Contamination and Toxicology 63 (1999), 54.

206 ibidem

207 ibidem

208 het onttrekken van mineralen als bv. metalen uit substanties als bv. ertsen via zuren in bv. zure regen

209 M.N. Gil, e.a., “Heavy Metals in Intertidal Surface Sediments from the Patagonian Coast, Argentina,” Bulletin

of Environmental Contamination and Toxicology 63 (1999), 54.

Page 42: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

42

zou de hydrodynamica210 eigen aan de baai, zorgen voor een verspreiding ervan over

haar westkust.211 Het gebied werd dan ook beschouwd als zwaar vervuild.212 De

auteurs stelden, nog steeds in 1999, dat de toenmalige expansie in chemische

activiteiten, mijnbouw, etc. verwachtingen meebracht over onder meer veranderende

saliniteit en zuurtegraad in het water van de baai.213 Die processen zouden dan weer

kunnen zorgen voor de mobilisering van de metalen uit de sedimentlagen en op die

manier het leven in de baai aan een chronische vorm van vervuiling blootstellen.214

De auteurs vroegen op dat moment onderzoek naar de toenmalige en toekomstige

impact op de ecologie, maar ook op de volksgezondheid en economie.215

Eén van die auteurs werkte daarna mee aan een artikel dat in 2007 verscheen en dat

de voornaamste oorzaak voor de in 1999 beschreven vervuiling blootlegt: in 1961

bouwde een mijnbouwbedrijf een elektrochemische site in San Antonio Oeste met

het oog op het verwerken van zilver en lood.216 De grondstoffen hiervoor, zwaar

metalige ertsen, werden elders ontgonnen (zo‟n 107 km verderop), maar werden op

de site gesmolten.217 Dit gebeurde tussen de jaren 1960 en 1980, waarna de mijn

gesloten werd.218 De residuen van dat proces werden in open lucht opgestapeld op

verschillende plaatsen langs de kustlijn en aan de rand van de stad.219 Die stapels

liggen daar nog steeds, in open lucht.220 De hoogste waarden van het onderzoek

naar zink, lood, zilver werden gevonden in de omgeving van die stapels en in het

210 (natuurlijke) stromingspatronen

211 M.N. Gil, e.a., “Heavy Metals in Intertidal Surface Sediments from the Patagonian Coast, Argentina,” Bulletin

of Environmental Contamination and Toxicology 63 (1999), 54.

212 idem, 57.

213 ibidem

214 ibidem

215 ibidem

216 N.N. Vázquez, e.a., “Monitoring Heavy Metal Pollution in San Antonio Bay, Río Negro, Argentina,” Bulletin of

Environmental Contamination and Toxicology 79 (2007), 122.

217 ibidem

218 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” [Onuitgegeven projectvoorstelling], Las Grutas: 2007, 11.

219 N.N. Vázquez, e.a., “Monitoring Heavy Metal Pollution in San Antonio Bay, Río Negro, Argentina,” Bulletin of

Environmental Contamination and Toxicology 79 (2007), 122.

220 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, “Preserving bottlenose dolphins (Tursiops truncatus) in Northeast

Patagonia,” [Onuitgegeven projectvoorstelling], Las Grutas: 2007, 11.

Page 43: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

43

havenkanaal. 221 De hypothese uit het artikel in 1999 wordt hier bevestigd: na

lekkage door zure drainage (via regen) komen deze metalen in de zandige bodem en

in de havenkanaalzone.222 Daar blijven ze vooral hangen in de sedimentlagen in de

kanaalzone,223 wat vermoedelijk te maken heeft met hun capaciteit tot het vormen

van complexere chemische bindingen die dan sedimenteren.224 Ze kunnen echter

ook dissolveren door de zuren die meekomen met regen, waarna ze zeer moeilijk

afbreekbaar zijn en dus zeer lang in het milieu aanwezig blijven. 225 Lage

concentraties van deze metalen zijn van nature aanwezig in bodems en water, maar

antropogene bronnen verhogen de concentraties en vanaf een bepaalde kritische

waarde worden ze sterk toxisch.226 Bovendien kan zich daarna bioaccumulatie

voordoen door binding met metalen die al aanwezig waren in het water en via

transfers tussen trofische niveau‟s. 227 Het onderzoek focust op plankton en

weekdieren en stelt dat extra onderzoek naar hogere trofische niveau‟s nodig is.228

Toch waarschuwen ze voor de volksgezondheid in verband met de commercieel

geoogste soorten en met de weekdierkwekerij in de kanaalzone (waar de

vervuilingsgraad het hoogst is).229 Ze vragen onmiddelijke actie in het reduceren van

de lekkageniveau‟s en een wetenschappelijke opvolging van de impact van deze

vervuilingsbron.230

Een studie in de San Antoniobaai over uit de agricultuur afkomstige pesticiden op

basis van organochloorverbindingen toont alvast aan dat deze daar bioaccumuleren

via de slijkgrassen Spartina alterniflori en Spartina densiflora naar de krabbensoort

221 N.N. Vázquez, e.a., “Monitoring Heavy Metal Pollution in San Antonio Bay, Río Negro, Argentina,” Bulletin of

Environmental Contamination and Toxicology 79 (2007), 123.

222 ibidem

223 idem, 122-123.

224 idem, 121.

225 idem, 122-123.

226 idem, 122-123.

227 idem, 123.

228 idem, 124.

229 idem, 124-125.

230 idem, 125.

Page 44: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

44

Chasmagnatus Granulatus.231 Een andere studie stelt voor om zeeslakken, die

gevoelig zijn voor biociden, te gebruiken als indicator voor vervuiling door

Tributyltin (TBT).232 “TBT is een biocides dat gebruikt wordt in aangroeiwerende

verf, waarmee men bootrompen en kades beschermt.”233 “Vrouwelijke zeeslakken

die leven in zones die met TBT vervuild zijn, ondergaan morfologische

veranderingen op het vlak van secundaire seksuele eigenschappen, zoals de groei van

een penis en een zaadleider en dergelijke.”234 “Dit fenomeen heet „imposex‟.”235 De

vrouwtjes behouden hun functionele vrouwelijke geslachtsklieren en indien de

contaminatie niet extreem is blijven ze ovuleren en kunnen embryo‟s tot een vrij

normale ontwikkeling komen in hun lichaam. 236 De expressie van imposex is

dosisafhankelijk. 237 “Kleine concentraties (minder dan 0,5 nanogram/l) kunnen

imposex induceren.”238 “In geval van extreme vervuiling kan de zaadleider zich zo

ontwikkelen dat hij de vagina afblokt, zodat de eicellen ingehouden blijven en de

dieren sterven (met een daling en later het uitsterven van de populatie tot

gevolg.)”239 “Over het algemeen correleert imposex positief met de densiteit van

bootverkeer.”240 In de buurt van de Patagonische havens met het drukste verkeer,

waaronder die in San Antonio Este, komt imposex meer en zwaarder voor dan bij

andere havens.241 Volgens analyse van TBT in sedimenten en imposex bij mariene

slakken, komt imposex in de havenzone van San Antonio voor bij 76%-100% van de

vrouwelijke dieren.242

231 Mirta L. Menone, e.a., “Field accumulative behavior of organochlorine pesticides. The role of crabs and

sediment characteristics in coastal environments,” Marine Pollution Bulletin 52 (2006), 1718.

232Gregorio Bigatti en Pablo E. Penchaszadeh, “Caracoles marinos como indicadores sensibles de contaminación

en los puertos,” Estado de Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica). Puerto Madryn: Fundación

Patagonia Natural e.a., 2008, 465.

233 ibidem

234 ibidem

235 ibidem

236 ibidem

237 ibidem

238 ibidem

239 ibidem

240 idem, 466.

241 ibidem

242 idem, Figuur 2, 468.

Page 45: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

45

Algemeen wordt de San Antoniobaai gezien als een kustzone die bijzonder vatbaar is

voor het accumuleren van contaminanten. 243 San Antonio Oeste heeft volgens

dezelfde studie een hoge impact op de kust244: haar effluenten en residuen komen

zonder enige behandeling in zee terecht.245

1.3.2 Overbevissing en bijvangst

Wat betreft overbevissing door de industriële vissector vinden we geen gepubliceerde

data teruggevonden specifiek voor de San Antoniobaai en de San Matíasgolf. In

hoofdstuk 2 zal hier een interpretatie aan worden gegeven.

Er bestaat wel een gepubliceerde studie naar de impact van de artisanale visserij in

het bredere kader van de San Matíasgolf. Die stelt de artisanale visserij wel

gedeeltelijk verantwoordelijk voor fluctuaties in de omvang van de vangsten, maar

uit de beschikbare informatie valt niet af te leiden “dat deze vormen van visserij door

overbevissing verantwoordelijk zijn geweest voor instortingen van soorten in de

noordelijke zone van de golf.”246 Er wordt in dat verband veeleer gekeken naar

parasitaire infestaties.247 Ook zouden kleine populaties “vaak capabel zijn om zich

weer te herstellen tot abundantie.”248

Er komt wel bijvangst voor van weekdieren (bijvoorbeeld Atrina Seminuda),

rankpootkreeften, borstelwormen, slangsterren en chordadieren als zakpijpen, maar

de omvang ervan is in de meeste gevallen insignificant wegens de gerichte vangst van

243 José Luis Esteves, “Contaminación costera y desarrollo urbano,” Estado de Conservación del Mar Patagónico

(Versión electrónica) (Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a.: 2008), 432.

244 idem, figuur 2, p. 426.

245 idem, tabel 1, p. 429.

246 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 70.

247 ibidem

248 ibidem

Page 46: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

46

doelsoorten. 249 De grootste impact ervan is de accidentele verwijdering van

substraten die nuttig hadden kunnen zijn voor potentiële toekomstige vangst.250 Zo

kent de mosselvangst bijvoorbeeld een hogere proportie juveniele, onvolgroeide

dieren.251

1.3.3 Onduurzaam toerisme

Algemeen wordt voor de Patagonische kusten aangegeven dat de groei in bezoekers

in de context van slecht beheerde gebieden een negatieve impact heeft op de

toeristische bronnen, in de vorm van milieuproblemen en een ervaring die aan

kwaliteit inboet.252 Het zuivere strandtoerisme (sol y playa) is massief en statisch en

ook het natuurtoerisme gebeurt niet altijd duurzaam.253 De kustontwikkeling die ze

tot op heden genereerden, werd nauwelijks beheerd en heeft al negatieve impact

gehad op enkele van de Argentijnse kustgebieden.254 De voornaamste ongewenste

effecten zijn stijging van (drijvend) afval en verstoring van de reproductie van vogels

en andere soorten door circulatie van 4x4‟s, jeeps, motoren en quads (wat

gedragsverandering en mortaliteit doet toenemen). 255 Verder vinden erosie,

morfologische veranderingen en achteruitgang van het landschap plaats door het

verzamelen van fossielen, het verzamelen van hout, het aansteken van grondvuur

met risico op uitbreiding en grote aantallen honden die als predatoren optreden.256

Deze tendensen in slecht beheerde natuurgebieden zijn volgens dezelfde studie van

toepassing op de San Antoniobaai, aangezien deze wel ingesloten zit in het

249 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 72.

250 ibidem

251 ibidem

252 Alicia Tagliorette, Piedad Losano en Claudia Janeiro, “La actividad turística en la zona costera,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica). Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008:

477-478.

253 idem, 477.

254 idem, 477-478.

255 idem, 474.

256 idem, 474, 477.

Page 47: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

47

onderzoek maar niet genoemd wordt bij de gebieden die voldoende worden

beheerd. 257 Voor het lokale niveau vinden we verder nog, in een studie over

artisanale visserij (zie hoger), dat de groei van het toerisme in de baai de natuurlijke

habitat van inktvissen beïnvloedt.258

1.3.4 Introductie van uitheemse soorten

De introductie van uitheemse259 soorten kan positieve of negatieve effecten hebben

voor een regio, maar op ecosysteemniveau zullen de negatieve bijna steeds

overwegen.260 Zo kunnen uitheemse soorten de dynamiek van een ecosysteem onder

meer veranderen door de onderlinge competitie om nutriënten te verhogen of uit

balans te halen, door ziektes over te brengen op inheemse soorten of door

hydrologische condities te veranderen. 261 De voornaamste introductieweg voor

mariene soorten is het meereizen in ballastwater in containerschepen dat in andere

regio‟s opnieuw geloosd wordt.262 In de Patagonische zee werden al 41 uitheemse

soorten geïdentificeerd, waaronder vertebraten, vasculaire planten en algen. 263

Verder zijn er 50 soorten geïdentificeerd als „potentieel geïntroduceerd‟. 264 De

geïntroduceerde uitheemse soorten worden onderverdeeld in categoriën van gevaar:

exotische soorten (aanwezig zonder een eigen levensvatbare populatie te vormen),

genaturaliseerde soorten (aanwezig in levensvatbare populaties zonder gebieden in

te nemen die belangrijk zijn voor de inheemse soorten), invaserende soorten

257 Alicia Tagliorette, Piedad Losano en Claudia Janeiro, “La actividad turística en la zona costera,” Estado de

Conservación del Mar Patagónico (Versión electrónica). Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008:

471.

258 Maite Narvarte, Raúl González en Pablo Filippo, “Artisanal mollusk fisheries in San Matías Gulf (Patagonia,

Argentina): An appraisal of the factors contributing to unsustainability,” Fisheries Research 87 (2007): 74.

259 Onder een uitheemse geïntroduceerde soort wordt verstaan dat een soort historisch gezien niet reproduceerde

op een plaats maar via menselijke activiteiten intentionaal of onbedoeld naar daar getransporteerd is: Evangelina

Schwindt, “Especies exóticas en el Mar Patagónico y sectores aledaños,” Estado de Conservación del Mar

Patagónico (Versión electrónica) Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008: 275.

260 Evangelina Schwindt, “Especies exóticas en el Mar Patagónico y sectores aledaños,” Estado de Conservación

del Mar Patagónico (Versión electrónica) Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008: 275.

261 ibidem

262 idem, 276.

263 ibidem

264 ibidem

Page 48: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

48

(genaturaliseerde soorten die te grote abundantie kennen en daardoor toch

invaseren op inheemse soorten) en transformerende soorten (invaserende soorten

die zeer grote veranderingen aanbrengen in het inheemse ecosysteem).265

Voor de San Antoniobaai gaat het over de volgende soorten: de genaturaliseerde

groene golfbrekeranemoon (Diadumene lineada), een genaturaliseerde

vlokreeftsoort (Monocorophium insidiosum), een invaserende soort roodwier

(Anotrichium furcellatum), een transformerende zeepokkensoort (Balandus

glandula) en de transformerende Japanse oester (Crassostrea gigas).266

1.4 Politiek

In dit onderdeel schetsen we eerst kort de politieke structuur waarin San Antonio

ingebed zit, samen met het regulerende kader dat van toepassing is op het mariene

milieu. Daarna volgt een overzicht van de verschillende lokale agenten of

stakeholders die invloed hebben op en/of belang hebben bij de gezondheid van het

milieu, alsook hun officiële standpunten over de waarde ervan.

1.4.1 Feitelijk (overheden en wetgeving)

Voor elk jurisdictioneel niveau in Argentinië geldt dat het overroepen kan worden

door de bepalingen van internationale akkoorden en conventies die door Argentinië

ondertekend en geratificeerd zijn.267 Die internationale conventies maken dus het

meest overkoepelende politieke niveau uit dat in voege is over de San Antoniobaai.

De meest relevante ervan zijn de volgende:

265 Evangelina Schwindt, “Especies exóticas en el Mar Patagónico y sectores aledaños,” Estado de Conservación

del Mar Patagónico (Versión electrónica) Puerto Madryn: Fundación Patagonia Natural e.a., 2008: 275.

266 idem, tabel 2, 292-298.

267 Website Federale Milieudienst Argentinië, “San Antonio”: 7.

Page 49: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

49

Het Biodiversiteitsakkoord 268 , dat onder meer bepaalt dat de bestaande

biodiversiteit moet worden behouden, de componenten ervan duurzaam moeten

worden gebruikt en dat de voordelen van gebruik van genetische bronnen

rechtvaardig en gelijk moeten worden verdeeld.269

De United Nations Convention on the Law of the Sea 270, die onder meer

bepaalt dat er technologische en financiële transfers moeten plaatsvinden van

ontwikkelde naar onderontwikkelde landen, dat de partijen wetten en regulaties

moeten implementeren om de vervuiling van het mariene milieu tegen te gaan en dat

de jurisdictionele claim van landen over marien gebied beperkt is tot een zone van 12

zeemijl.271

De Stockholm Convention on Persistent Organic Pollutants (POPs) 272, die

onder meer bepaalt dat de partijen het vrijkomen van persistente organische

polluenten als TBT in het milieu moeten stoppen of reduceren.273

De Rotterdam Convention on the Prior Informed Consent Procedure for

Certain Hazardous Chemicals and Pesticides in International Trade 274, die onder

meer bepaalt dat er internationaal en nationaal overleg moet zijn wat betreft het

duurzaam verhandelen en duurzaam vervoeren van 40 specifieke chemicaliën, opdat

dit steeds met informed consent en op homogene wijze zou gebeuren.275

De Convention on the Prevention of Marine Pollution by Dumping of Wastes

and Other Matter 276 , die onder meer bepaalt dat alle bronnen van mariene

268 door Argentinië ondertekend op 12/06/1992 en geratificeerd op 22/11/1994; Website Convention on

Biological Diversity, “List of Parties”.

269 Website Convention on Biological Diversity, “About the Convention”.

270 door Argentinië ondertekend op 05/10/1984 en geratificeerd op 01/12/1995; Website Verenigde Naties,

“Status 2010”.

271 Website The United Nations Law of the Sea Treaty Information Center, “The Law of the Sea Treaty (LOST)-

Background”.

272 door Argentinië ondertekend op 23/05/2001 en geratificeerd op 25/01/2005; Website Stockholm Convention

on persistent organic pollutants (POPs), “Status of ratifications”.

273 Website Stockholm Convention on persistent organic pollutants (POPs), “About the convention”.

274 door Argentinië ondertekend op 11/09/1998 en geratificeerd op 11/06/2005;

Website Rotterdam Convention, “Ratifications”.

275 Website Rotterdam Convention, “Overview”.

276 door Argentinië ondertekend op 11/09/1979 en geratificeerd op 11/10/1997;

Website International Maritime Organisation, “Status of London Convention and Protocol”.

Page 50: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

50

vervuiling onder effectieve controle moeten komen en dat alle mogelijke praktische

stappen moeten genomen worden om het dumpen van afval en andere zaken in de

zeeën te vermijden.277

De International Convention for the Prevention of Pollution from Ships

(MARPOL) 278, die onder meer bepaalt dat en hoe vervuiling van het mariene milieu

door olie, chemicaliën, afvalwater, vuilnis en verpakte schadelijke goederen moet

voorkomen worden.279

Het Agreement on the Conservation of Albatrosses and Petrels (ACAP) in the

Convention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals‟ 280, dat

onder meer bepaalt dat er international gecoördineerde conservatiemaatregelen

(onderzoek, monitoring, reductie van habitatverlies en van bijvangst door visserij, ...)

moeten geïmplementeerd worden door de naties die deel uitmaken van de

distributiegebieden van de soorten albatrossen en stormvogels in haar annexen.281

De Argentijnse nationale grondwet voorzag in de hervorming van 1994, in artikel 124,

dat ze de provincies alle originele soevereiniteit toekent over de natuurlijke bronnen

op hun territorium.282 Dat zegt ook de provinciale constitie van Río Negro: de

provincie heeft het natuurlijke eigendoms- en gebruiksrecht over alle natuurlijke

bronnen binnen haar jurisdictioneel gebied.283 Uit de nationale wet N° 18.502 blijkt

dat de jurisdictie van de provincies wat betreft de zee loopt tot 3 zeemijl vanaf het

laagste getijdenpijl aan hun kusten, behalve in een aantal uitzonderlijke geografische

gevallen.284 Een van die uitzonderlijke gevallen is de San Matíasgolf, waarbij de

277 Website International Maritime Organisation, “London Convention and Protocol”.

278 onbekend wanneer Argentinië dit ondertekende en ratificeerde, maar het is eraan gebonden volgens de

Argentijnse Nationale Kustwacht; website Prefectura Naval Argentina, “Misión”: vierde paragraaf.

279 Website Internation Maritime Organisation, “International Convention for the Prevention of Pollution from

Ships, 1973, as modified by the Protocol of 1978 relating thereto (MARPOL)”.

280 door Argentinië ondertekend op 19/06/2001 en geratificeerd op 04/10/2001;

website Agreement on the Conservation of Albatrosses and Petrels, “Parties to ACAP”.

281 Website Convention on Migratory Species, “ACAP”.

282 Website Wereldbank, “Argentina Water Resource Management Policy Issues and Notes (Thematic Annexes

Volume III)”:7, paragraaf 1.

283 Constitutie Provincie Río Negro, art. 70-71.

284 Die wet valt niet integraal online te consulteren, maar artikel 1 (dat de bepaling over de San Matíasgolf bevat)

wordt wel geciteerd in een officieel verslag van een senaatsvergadering op de website van de Argentijnse senaat en

Page 51: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

51

nationale jurisdictie pas begint na 3 zeemijl gemeten vanaf de „mond‟ van de golf.285

Volledig de San Matíasgolf en dus ook volledig de San Antoniobaai vallen dus onder

provinciale jurisdictie. Het nationale niveau kan hier in principe wel iéts over

betekenen: het Congres kan wetten uitvaardigen die de minimumvereisten (over

bescherming, en rationaal gebruik van natuurlijke bronnen) bepalen waaraan

doorheen heel het land moet voldaan worden.286 Op nationaal niveau bestaan er ook

effectief wetten over energie, navigatie, transport en havens, met daarnaast nog

programma‟s over chemisch afval en pollutie door koolwaterstoffen, alsook federale

codes over mijnbouw, handel en civiele zaken287 (met onder meer de garantie van

het recht op “een gezond milieu dat geschikt is voor menselijke ontwikkeling en

productieve activiteiten”, het recht op “het vrijwaren van natuurlijk bezit voor

huidige en toekomstige generaties” en de “plicht om milieuschade legaal tegen te

gaan”)288. In een annex van een rapport van de Wereldbank over het waterbeheer in

Argentinië vinden we echter:

“Ondanks inspanningen van autoriteiten, leden van de nationale legislatuur en NGOs, werd

die macht nog niet uitgeoefend. Daardoor wordt alles wat met waterbeheer te maken heeft

onafhankelijk uitgevoerd door de provincies [...] openlijk gescheiden van regulerende kaders

en andere plannen die op regionale en nationale niveau‟s bestaan.”289

Om deze uiteenzetting zo veel als mogelijk relevant te houden voor de praktijk van

het natuurbeheer in de San Antoniobaai, laten we het nationale niveau dus

achterwege en gaan we verder met wat de provincie Río Negro zegt over de baai en

over zaken die deel uitmaken van de problematiek.

op de website van de naburige provincie Chubut (waarin het zuidelijkste deel van de San Matíasgolf ligt);

respectievelijk: Website Senaat Argentinië, “Expediente Numero 883/06”: paragraaf 6.

285 ibidem

286 Website Wereldbank, “Argentina Water Resource Management Policy Issues and Notes (Thematic Annexes

Volume III)”: 35, paragraaf 160-161.

287 idem, 8, paragraaf 6.

288 idem, 7, paragraaf 3.

289 Website Wereldbank, “Argentina Water Resource Management Policy Issues and Notes (Thematic

Annexes Volume III)”: 35, paragraaf 160-161.

Page 52: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

52

Een deel van de baai („Area Natural Protegida Bahía de San Antonio‟) is wettelijk

beschermd volgens de provinciale wet N° 2670/93(zie hoger) en valt dus ook onder

die jurisdictie. Dit gaat echter niet over volledig de geografische baai (zie hoger;

Figuur 3). Toch valt de rest van de baai ook onder de provinciale wet volgens de

bepalingen in nationale wet N° 18.502. (Zie hoger)

In haar constitutie zegt Río Negro dat al haar inwoners “het recht hebben op een

gezond milieu [...] en de plicht hebben om dat milieu te behouden en

beschermen.”290 “De provincie behoudt, regelt en bevordert de visbestanden en het

wetenschappelijk onderzoek ernaar binnen de maritieme gebieden in haar

jurisdictie.”291 Ze “bevordert de visserij en de provinciale havens.”292 “De provincie

is eigenaar van de mijnen en grondstoffen binnen haar grondgebied” 293 Ze

ondersteunt de prospectie, exploratie en de exploitatie ervan en wil zo de

industrialisering in haar regio‟s bevorderen.294 De provincie beschouwt de olie, het

gas en de nucleaire mineralen op haar grondgebied en voor haar kusten als publieke

goederen.295 Ze regelt de ontginnen ervan in haar wetten, overeenkomstig met die

van het federale niveau.296 Ze komt tussen in de ontginningsplannen en hanteert

een differentiële prijsrekening in het geval dat olie op irrationele wijze wordt

ontgonnen.297 Dan garandeert de provincie “duurzame investeringen van haar kant

in de hierdoor getroffen gebieden” en ze neemt voorzorgsmaatregelen om de

kwantiteit van de ontginningen te controleren.298

Volgens bovengeciteerd rapport van de Wereldbank ontberen de provinciale

waterlegislaties systematiek, “wat een accuraat begrip in de weg staat en legale

290 Constitutie Provincie Río Negro, art. 84.

291 idem, art. 72.

292 idem, art. 72.

293 idem, art. 78.

294 ibidem

295 idem, art. 79.

296 ibidem

297 ibidem

298 ibidem

Page 53: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

53

onzekerheid creëert.”299 “In de praktijk is er een meervoud aan bepalingen over

waterbeheer, op een sectorale en gefragmenteerde manier, wat vaak een overlap

tussen functies en botsingen tussen jurisdicties creëert, alsook contradictorische

juridische uitspraken die uiteindelijk afwijkingen van de wet favoriseren.”300

Río Negro hanteert de volgende organen om de bovenvermelde bepalingen uit haar

constitutie uit te voeren:

„Consejo de Ecología y Medio Ambiente‟, voortaan afgekort tot CODEMA (de

Provinciale Raad voor Ecologie en Milieu) wordt door de website van de provinciale

overheid niet beschreven in haar functie of missie.301 Wel wordt er verwezen naar

provinciale wet N° 2615, die stelt dat de provincie qua milieubeleid “gehoorzaamt

aan de Federale Milieuraad (COFEMA)”302 en dat dit “de verplichting inhoudt haar

bevoegdheden, reglementen en algemene normen over te nemen” 303 . Die

bevoegdheden bestaan onder meer uit “het formuleren van een integrale

milieupolitiek”, “strategieën en programma‟s voor milieuonderzoek te coördineren”,

“beheer van natuurlijke grondstoffen uitstippelen”, “een duurzame groeieconomie

bevorderen met oog op sociale gelijkheid en harmonie met het milieu”, en

“milieueffectenrapporten opstellen”.304

„Dirección Fauna‟ (Directie Fauna) moet alles regelen wat betrekking heeft op zowel

in het wild als in gevangenschap levende dieren.305 Het gaat dan niet alleen over de

jacht op en het bezit en van dieren en hun bijproducten, maar volgens de Provinciale

Faunawet N° 2056 gaat het ook over de conservatie van wilde populaties en de

299 Website Wereldbank, “Argentina Water Resource Management Policy Issues and Notes (Thematic Annexes

Volume III)”: 35, paragraaf 163.

300 ibidem

301 Website Constitutie Provincie Río Negro.

302 Website Constitutie Provincie Río Negro: wet N° 2615, art. 1.

303 idem, art. 2.

304 Website Federale Milieudienst Argentinië, “Consejo Federal de Medio Ambiente (COFEMA)”.

305 Website Provincie Río Negro, “ Revisión del marco regulatorio y de procedimientos de los sectores agricultura,

apicultura, ganaderia, pesca, fauna, minería, actividades forestales y sus industrias conexas”: 10. Provinciale

overheidswebsite: Regelgevend kader, p. 10.

Page 54: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

54

recreatieve activiteiten errond.306 Die wet stamt uit 1985 en volgens Directie Fauna

wijst onderzoek uit dat ze aan volledige herziening toe is, onder andere voor wat

betreft de diersoorten die door de provinciale wet beschermd worden en de

diersoorten die commercieel geëxploiteerd worden.307

„Dirrecíon Pesca‟ (Directie voor de Visserij) moet de reglementatie van de visserij in

binnenwateren en zeewateren bijhouden en de visvergunningen regelen.308 Voor

wat betreft de visserij op zee bestaan er “wetten, decreten en resoluties die relatief

up-to-date zijn, maar er wordt rekening mee gehouden dat het dynamische karakter

van de sector ervoor zorgt dat sommige van die normen niet meer actueel zijn en in

sommige gevallen moeilijk toe te passen zijn.”309 De directie zetelt in een provinciale

werkgroep voor de certifiëring van de visserij, die een duurzaam beheer van de

commercieel geëxploiteerde vissoorten in de San Matíasgolf moet uitstippelen.310

Die werkgroep mikt op lange termijn op het verkrijgen van het MSC-label311 als

“instrument voor de regionale ontwikkeling.”312

1.4.2 Lokale stakeholders & officiële standpunten

Met lokale stakeholders bedoelen we die instanties in de San Antoniobaai die belang

hebben bij de ecologische, economische en sociale functies die de baai uitoefent en

bovendien ook invloed (kunnen) uitoefenen op haar ecologische situatie. Vanwege

die laatste voorwaarde, potentieel invloedrijk kunnen handelen of ageren, worden

deze instanties voortaan „agenten‟ genoemd. Uit opzoekingswerk naar dat soort

informatie blijkt dat de lokale overheid zowel als de commerciële agenten en

middenveldorganisaties een diversiteit hebben aan functies en organen. Omwille van

306 ibidem

307 idem, 10-11.

308 idem, 8.

309 ibidem

310 Website Golfo San Matías, “Certificación de pesquerías”.

311 Het MSC-ecolabel moet garanderen dat visproducten onder dat label “afkomstig zijn van en terug traceerbaar

zijn naar een duurzame visserij”: website Marine Stewardship Council, “Over ons”.

312 ibidem

Page 55: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

55

de relevantie beperken we deze bespreking tot de agenten die in publiek

toegankelijke bronnen uitspraken doen over het lokale natuurlijke milieu of die

minstens rechtstreeks te maken hebben met de ecologische en sociaal-economische

schets die we maakten. Daarvoor is het digitaal informatieplatform Golfo San Matías

(zie hoger; portaal GSM, sectie 1.2.1) opnieuw van waarde. Portaal GSM schetst een

Horizonte (zie verder; Leitbild): een relatief algemeen toekomstbeeld, dat gedeeld

zou worden door alle verschillende agenten uit de regio die zich op het platform

begeven, zich bij de beweging aansluiten.313 We noemen het een beweging omdat

het geen agent op zich is: het biedt een platform aan geïnteresseerde

overheidsorganen, NGO‟s, wetenschappelijke instellingen en commerciële

ondernemingen die actief zijn in de regio en hun werk in en standpunten over de

Golf willen voorstellen en samenbrengen.314 Of het platform daarmee de noemer

beweging verdient is betwistbaar, maar haar voorstelling luidt alsvolgt: het wil “de

toegang tot en uitwisseling van informatie over de San Matíasgolf (zowel wat betreft

cultuur en natuur als productie) vergemakkelijken”, “informatie verdelen over

strategieën en initiatieven in de regio die haar horizonte delen”, “de communicatie

tussen publieke en private actoren [...] over duurzame ontwikkeling

vergemakkelijken” en daarmee “de vorming van een regionale identiteit versterken

[...] en de nationale en internationale zichtbaarheid vergroten”. 315 Dat moet

gebeuren met het oog op het toekomstbeeld dat wordt geschetst, haar horizonte: “zij

die deel uitmaken van het portaal GSM delen een horizon en werken naar haar toe,

opdat de San Matíasgolf [...]” “gekend en gewaardeerd zou worden als een plek waar

men de duurzame en verantwoorde ontwikkeling promoot van toerisme, visserij en

andere activiteiten die gebruik maken van de natuurlijke bronnen van de golf en

haar kusten”.316 Opdat de San Matíasgolf “een plaats zou zijn die een breed aanbod

aan cultuur en geschiedenis koppelt aan een natuurlijk milieu”, “waar men de

normen [...] betreffende de conservatie van het natuurlijk patrimonium respecteert

[...] en waar men duurzame onderzoeksinstrumenten (een normatief kader, een

beheersplan, ...) effectief toepast en implementeert.”317 De horizonte besluit met het

313 Website Golfo San Matías, “Horizonte GSM”.

314 Website Golfo San Matías, “Objetivos GSM”.

315 ibidem

316 Website Golfo San Matías, “Horizonte GSM”.

317Website Glfo San Matías, “Horizonte GSM”.

Page 56: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

56

beeld van “een plaats waar kustgemeenschappen de kans hebben om geïntegreerde

gemeenschapsprojecten te ontwikkelen en hun identiteit te versterken in harmonie

met het milieu dat hen omringt.”318

We vinden op Portaal GSM enkele agenten terug die gevestigd zijn in of minstens

deels focussen op de San Antoniobaai. Deze bespreken we hieronder kort, grofweg

volgens de voorstelling die op Portaal GSM wordt gehanteerd (karakterisering van de

agenten, hun activiteiten en motieven). Daarna volgen nog enkele agenten die niet

vermeld worden op of niet deelnemen aan Portaal GSM, maar die wel te maken

hebben met de ecologische of sociaal-economische situaties die we in dit hoofdstuk

schetsten.

1.4.2.1 Portaal GSM

„Autoridad local de Conservación‟ is de lokale vertakking van het provinciale

CODEMA voor de San Antoniobaai.319 (zie hoger; sectie 1.4.1) Volgens artikel 21 van

de provinciale wet N° 2669 is deze lokale autoriteit het uitvoerende orgaan voor alles

wat te maken heeft met de provinciale beschermde natuurgebieden.320 Ze wordt

voorgezeten door de afgevaardigde van CODEMA en bestaat verder uit

afgevaardigden van de gemeenteraad van San Antonio Oeste alsook afgevaardigden

van het Instituut voor Mariene Biologie en Visserij (zie verder) en de NGO‟s

Inalafquen en Fundación Patagonia Natural (zie verder).321 Ze staat in voor het

beheer van Area Natural Protegida Bahía de San Antonio (het beschermde deel van

de baai).322 Ze werkt sociale en milieuvriendelijke methodes uit voor onder meer

ecotoerisme en promoot het milieubewustzijn in de gemeenschap.323 Haar leden

komen maandelijks bij elkaar.324

318 ibidem

319 Website Golfo San Matías, “Autoridad local de conservacion”.

320 Website Legislatuur Provincie Río Negro: N° 2669, art. 21.

321 Website Golfo San Matías, “Autoridad local de conservacion”.

322 ibidem

323 Website Golfo San Matías, “Autoridad local de conservacion”.

324 ibidem

Page 57: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

57

„Instituto de Biología Marina y Pesquera Almirante Storni‟ (voortaan in deze tekst

als „Biologisch Instituut‟) is een wetenschappelijk onderzoeksinstituut van de

Nationale Comahue Universiteit en van de het Provinciale Ministerie van

Productie.325 Het is gevestigd in San Antonio Oeste en voert onderzoek naar de

visbestanden onder jurisdictie van Río Negro en moet op basis daarvan voorstellen

doen aan de provincie over het beheer ervan.326 Verder moet het die informatie ook

aanbieden aan de private ondernemingen en de dienstensector.327 Het Biologisch

Instituut heeft als doel onder meer “het in kaart brengen van de natuurlijke bronnen

in de Argentijnse zee [...] en het coördineren van nationaal, provinciaal en

gemeentelijk onderzoek om een plan te kunnen implementeren op basis van

integrale kennis.”328 Het Biologisch Instituut is onder meer betrokken in ECOPES

(een onderzoeksprogramma over de sociale en economische verbanden met de

visbestanden in de San Matíasgolf en hun ecosystemen)329 een kweekprogramma

voor tweekleppige weekdieren 330 en een onderzoeksproject naar “de populaties

zeezoogdieren en de impact erop door menselijke activiteiten als toerisme en

visserij” 331 , maar zetelt ook in bovengenoemde provinciale werkgroep voor

certifiëring van de visserij332. (zie hoger; 1.4.1)

„Fundación Inalafquen‟ is een niet-gouvernmentele organisatie die sinds 1995

gevestigd is in San Antonio Oeste333 die “werkt aan de conservatie en het duurzaam

gebruik van het milieu waarin wij leven” 334 . Ze bestaat uit “vrijwilligers die

participeren in acties van [...] onderzoek, beheer, educatie in ecotoerisme”, “omdat

het nodig en mogelijk is om de natuur te behouden voor de toekomstige generaties”

325 Website Biologisch Instituut, “IBMPAS”.

326 Website Golfo San Matías, “Inst. de Biologia Marina y Pesquera”.

327 ibidem

328 ibidem

329 idem, “ECOPES”.

330 idem, “Programma CRIAR – Criadero de Bivalvos”.

331 idem, “Proyecto Mamíferos Marinos”.

332 idem, “Certificación de pesquerias”.

333 Website Fundación Inalafquen, “Misión”.

334 Website Golfo San Matías, “Fundación Inalfaquen”.

Page 58: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

58

en “om te voldoen aan de rol die we toegespeeld krijgen als menselijke wezens in het

milieu dat ons onderhoudt.”335 Naast haar deelname aan de Autoridad Local (zie

hoger) is ze naar eigen zeggen ook betrokken bij de adviesraad van het

Gemeentelijke Secretariaat voor Stadsuitbreiding, het “beheer van multisectoriale

vervuiling door zware metalen” en staat ze zelfstandig in voor de opvolging van de

“milieusituatie van het bedrijf ALPAT.”336 Inalafquen presenteert zich vooral als een

organisatie die bezig is met de conservatie van kustvogels, maar ze is ook bezig met

educatie en ecotoerisme rond vleermuizen en Patagonische landschildpadden.337

„Fundación Patagonia Natural‟ is een niet-gouvernmentele organisatie die elders

gevestigd is maar vertegenwoordigers heeft in San Antonio Oeste.338 Ze wil “het

voortbestaan van soorten flora en fauna bewerkstelligen door het duurzaam gebruik

van hun bronnen en ecosystemen aan te moedigen.” 339 Op beheersvlak wil ze

bemiddelen en informatie verspreiden tussen publieke en private instanties en

NGO‟s en op die manier standpunten genereren op nationale, provinciale en

gemeentelijke niveau‟s.340 Op het vlak van milieu-educatie werkt ze mee aan zowel

formele als informele acties en brengt ze veelvuldig publicaties uit.341 Verder doet ze

onderzoek naar regionale biodiversiteit, visserij, toerisme, vervuiling enzoverder.342

Fundación Patagonia Natural wordt “geïnspireerd door een esthetische visie,

wetenschappelijke kennis” en is “overtuigd dat in ieder mens een groter

toekomstbesef voortkomt uit een samenleving die opvoedt in respect en

verantwoordelijkheid.”343

„Fundación Vida Silvestre Argentina‟ is een vzw die sinds 1988 met het WWF

verbonden is en die “met een constructieve stijl, liefde voor wetenschappelijke

335 Website Golfo San Matías, “Fundación Inalfaquen”.

336 Website Fundación Inalafquen, “Gestión Ambiental”.

337 ibidem

338 Website Golfo San Matías, “Fundación Patagonia Natural”.

339 ibidem

340 ibidem

341 ibidem

342 ibidem

343 ibidem

Page 59: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

59

waarheid en passie voor de groene zaak” werkt aan “verschillende programma‟s rond

conservatie en duurzame ontwikkeling, communicatie en milieu-educatie”.344 Ze

wilt helpen om “beter te zorgen voor het natuurlijk patrimonium, voor het welzijn

van huidige en toekomstige generaties”, om “te bouwen aan een toekomst in

harmonie met de natuur en onze omgeving”.345

„Tritón Turismo‟ is een onderneming die toeristische activiteiten aanbiedt,

voornamelijk in de San Antoniobaai, die “de principes van ecologisch toerisme [...]

huldigen”.346 Al hun activiteiten “gebeuren in voertuigen die zijn aangepast aan het

terrein en begeleid door specialisten wat betreft de bezienswaardigheden”, die

bovenal getraind zijn om onder meer “mentaliteitsveranderingen in gang te zetten

met het oog op de conservatie van de natuur”.347 Tritón doet dit omdat het “gelooft

dat de mogelijkheid bieden om het belang van het mariene kustmilieu en de bronnen

die zich daarin ontwikkelen, te leren kennen en interpreteren, de enige manier is

waarop bewustzijn kan bereikt worden in de maatschappij en vooral in de

gemeenschappen die leven in of gebruik maken van de San Matíasgolf.” 348 Ze

spreekt expliciet over de “horizonte die we delen met de andere agenten die bezig

zijn met het behoud van de natuurlijke bronnen van de Golf”, en “geloven daartoe

iets bij te dragen met onze activiteiten.”349 Ze stelt tenslotte dat ecotoerisme een

belangrijke economische waarde kan hebben voor de regio die niet botst met de

andere economische activiteiten.350

344 Website Golfo San Matías, “Fundación Vida Silvestre Argentina”.

345 ibidem

346 Website Golfo San Matías, “Tritón Turismo”.

347 ibidem

348 ibidem

349 ibidem

350 ibidem

Page 60: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

60

1.4.2.2 Andere agenten

„ALPAT‟ (zie hoger; sectie 1.2.4), het bedrijf dat soda produceert, laat haar

milieumonitoring doen door de ngo Inalafquen maar geeft via haar website toch een

aantal zaken aan over haar “compromis met het milieu”: het bedrijf “legt zich toe op

het voortdurend verbeteren van de manier waarop het zich tot het milieu verhoudt,

met als doel de duurzame ontwikkeling van het bedrijf op lange termijn”.351 ALPAT

“voldoet adequaat aan de legislatie en milieureglementen”, “voorkomt de effecten

van haar activiteit door de milieuimpact op alle vlakken ervan te evalueren”, “maakt

rationeel gebruik van natuurlijke bronnen” en “minimaliseert het genereren van

residuen” terwijl het ook verzekert dat het zich “verantwoord ontdoet” van die

laatste.352 Bovendien werkt het “samen met de gemeenschap, klanten en winkels om

de zorg voor het milieu aan te moedigen en gezonde praktijken te verspreiden.”353

„Ente Regulador del Puerto de San Antonio Este (ERPSAE)‟, is volgens provinciale

wet N° 3137 een instantie van de provinciale overheid die de “legislatieve,

controlerende en fiscale macht heeft over alle havenactiviteiten” 354 in de

exporthaven van San Antonio Este. Het is een “juridisch persoon van publiek recht

[...] dat de volledige legale capaciteit heeft om, volgens de bepalingen in de Civiele

Code, alle rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om haar doel en

functies te vervullen.”355 Vanwege deze instantie zijn geen publiek toegankelijke

officiële standpunten terug te vinden over het milieu en de lokale milieuproblemen.

„Cota Cero Buceo‟ (voortaan in deze tekst als „Cota Cero‟) is een duikclub die

gevestigd is in Las Grutas en activiteiten aanbiedt als sportduiken en sportvissen in

de San Antoniobaai. 356 Ze is gecertifieerd om duikers op te leiden tot

duikinitiatoren.357 Op haar website wordt gesproken over de natuur als een troef die

351 Website Alcalis de Patagonia: “Conózcanos”.

352 ibidem

353 ibidem

354 Website Legislatuur Provincie Río Negro: Provinciale Wet N° 3137, art. 47.

355 idem, art. 48.

356 Website Cota Cero Buceo, “Cursos” en “Salidas de Pesca embarca”.

357 idem, “Cursos”.

Page 61: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

61

haar activiteiten aantrekkelijk maakt, 358 maar verder zijn er geen expliciete

standpunten te vinden over haar verhouding tot het milieu.

„Desert Tracks‟ is een toeristisch bureau dat gevestigd is in Las Grutas en onder meer

excursies, kayaktochten, safari‟s en 4x4-reizen aanbiedt. 359 Ze is volledig

georienteerd op natuurlijke bronnen: haar excursies leiden volgens haar

beschrijvingen allemaal naar fauna en flora. 360 Desert Tracks geeft op haar website

echter geen aandacht aan milieuproblemen.

Nog twee andere agenten komen nergens voor op Portaal GSM. Nochtans hebben

ook zij een belangrijke relatie met, standpunten over en potentiële invloed op de San

Antoniobaai en haar natuurlijke bronnen. Het gaat over twee wetenschappers van de

ngo „Fundación Marybio‟ en een wetenschapper van het „Consejo Nacional de

Investigaciones Científicas y Técnicas‟ (de Nationale Dienst voor Wetenschappelijk

en Technisch Onderzoek).

Bij hen vond het veldwerk in dit onderzoek plaats. Hiervan wordt verslag opgemaakt

in het volgende hoofdstuk.

1.5 Tussentijdse beschouwingen

We hebben gezien dat de baai, hoewel nog deels onbeschreven, aantoonbaar een

grote biologische productiviteit, een hoge biodiversiteit en een aantal endemische

soorten bezit. Op basis hiervan krijgt ze een dubbel beschermd statuut als

provinciaal beschermd natuurgebied en als internationaal erkend sleutelgebied voor

migrerende kustvogels. De menselijke activiteiten rond en in de baai zijn

voornamelijk gericht op industrie, visserij en toerisme. Dit brengt vormen van

milieudruk met zich mee die vervuiling van bodem en water, verstoorde en minder

gezonde inheemse fauna en flora alsook de introductie van uitheemse soorten tot

gevolg hebben. We zagen verder dat er voor de baai een juridisch-normatief kader

bestaat dat door overheidsorganen op verschillende niveau‟s werd opgesteld en door

358 Website Cota Cero Buceo,, “Excursiones”.

359 Website Desert Tracks, “Quiénes Somos”.

360 idem, “Inicio”.

Page 62: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

62

wettelijk vastgestelde provinciale agenten moet opgevolgd en geïmplementeerd

worden. Tenslotte kwamen de overtuigingen van verschillende relevante agenten aan

bod, waarbij de focus op duurzame ontwikkeling als een rode draad doorheen de

standpunten liep.

Page 63: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

63

2 Participant observation: kanttekeningen

Hoofdstuk 1 was een descriptief hoofdstuk: een poging om de situatie breed te

beschrijven, voornamelijk aan de hand van gepubliceerde data en officiële politieke

structuren en standpunten. Nu volgt er met hoofdstuk 2 een interpretatief hoofdstuk:

het maakt verslag op van mijn veldwerk en laat een aantal agenten die nog niet aan

bod kwamen aan het woord: Els Vermeulen en Alejandro Cammareri (beiden

wetenschappers voor de ngo „Fundación Marybio‟) en Diego Luzzatto (een

wetenschapper die werkt voor een nationale dienst). Zij zijn mijn voornaamste

informanten. Op basis van informatie uit formele en informele interviews en

informele, losse gesprekken met hen, zien we een karakterisering van hun

standpunten en actiepunten op verschillende algemene domeinen. Daarna bekijken

we hun expliciete kritiek op enkele concrete zaken en agenten die in het

beschrijvende hoofdstuk de revue passeerden. We krijgen een kloof te zien tussen

enerzijds de officiële standpunten over en taakverdelingen binnen het natuurbehoud

en anderzijds de praktijk van dat natuurbehoud. We begeven ons hier echter op een

bijzonder subjectief interpretatief terrein en dus is principieel enige reserve

aangewezen. Er worden zaken naar voor geschoven die niet beschreven zijn en

slechts zouden gebeuren achter de officiële standpunten en relaties tussen agenten,

maar die wel dramatische gevolgen hebben voor de mogelijkheden tot debat over

natuurbehoud. Het blijft voorlopig bij hypotheses, maar deze hebben wel potentieel

verklarende kracht wat betreft bepaalde mechanismen achter verschillende vormen

van milieudruk die in het eerste hoofdstuk aan bod kwamen.

Zoals de algemene inleiding van deze tekst al aangaf, was mijn veldwerk in de San

Antoniobaai mijn eerste kennismaking met haar problematiek. Voor het goede

begrip moet benadrukt worden dat ik toen nog helemaal niet op de hoogte was van

het leeuwendeel van de zaken die in het eerste hoofdstuk te lezen zijn en dat ik

bovendien met een andere vraagstelling vertrokken was (de ethische grondslagen

van natuurbehoud; zie hoger onder 0. Inleiding). Sommige aspecten van mijn

veldwerk (met name enkele vragen in de formele interviews die ik afnam) zijn dan

ook in zekere zin niet relevant voor de vraagstelling van voorliggend onderzoek. Het

is echter niet de bedoeling dat de lezer vergeet wat we tot nog toe schreven: in dit

hoofdstuk behandelen we alleen de aspecten van mijn veldwerk die wel relevant zijn

Page 64: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

64

voor mijn huidige vraagstelling en hangen we die ook op aan de kapstokken uit

hoofdstuk 1. De formele interviews zijn wel integraal terug te vinden in de bijlagen

van deze tekst, maar het directe gebruik ervan is dus selectief.

Algemeen hanteerde ik tijdens mijn veldwerk de methode van participant

observation. In een standaardwerk voor interactieve onderzoeksmethoden,

„Handbook of methods in Cultural Anthropology‟, wordt deze methode alsvolgt

beschreven: “participant observation is a method in which an observer takes part in

the daily activieties, rituals, interactions and events of the people being studied as on

of the means of learning the explicite and tacit aspects of their culture.”361 De notie

„cultuur‟ dient hier ruim opgevat te worden, in die zin dat het hier geen etnologisch

onderzoek betreft maar wel onderzoek naar de praktijk van biologen en milieu-

activisten in een toevallig Argentijnse omgeving. In hetzelfde handboek vinden we

dat tussen observation en participation een tegenstelling zit: observatie impliceert

detachment terwijl participatie een emotionele verbondenheid impliceert. 362 De

auteurs zien active participation alsvolgt: “to engage in almost everything that other

people are doing.” Gezien mijn algemene engagement richting natuurbehoud en het

feit dat Marybio hier een unieke gateway in kon zijn, deed ik inderdaad aan active

participation. Dit maakt de beoogde objectiviteit in de volgende hoofdstukken tot

een continue koorddans. Ik verbind mij er bij analyses dan ook toe om mogelijke

subjectiviteit zoveel mogelijk uit te bannen door het hanteren van wetenschapelijke

kaders (zoals bijvoorbeeld de theorie van het transitiemanagement; zie verder) en ze

expliciet te maken waar ze toch optreedt. Toch kan de spanning tussen participatie

en observatie niet alleen voor nadelen zorgen voor een onderzoeker. Nog steeds

volgens hetzelfde handboek kan deze methode zorgen voor een verhoogde

gegevenskwaliteit en bovendien een kwalitatiever analytisch kader. 363 De

vertrouwensband die ontstond door participatie aan het leven van mijn informanten

draagt vermoedelijk bij tot de kwaliteit van de gegevens die in dit hoofdstuk naar

voor komen. Die gegevens verzamelde ik via observatie maar ook via formele

interviews en informele gesprekken. Dat gebeurde onder informed consent van mijn

361 Russell H. Bernard, ed. Handbook of Methods in Cultural Anthropology, (Walnut Creek: AltaMira Press,

1998), 260

362 idem, 262.

363 ibidem

Page 65: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

65

informanten. In bovengenoemd werk vinden we voor dat begrip het volgende: “the

researcher discusses the methods [...] with the participant, thus the the studier and

the studied develop an open relationship. Ideally, informed consent opens up a two-

way channel of communication that, once opened, allows for a continuous flow of

information and ideas. This is the spirit of informed consent, rather than the

mechanistic application of a form designed more to protect the researcher than the

participant.”364 Het is dan ook in die geest dat ik tewerk ging, waarbij ik ieder te

ondertekenen formulier achterwege liet omdat die formaliteit de opgebouwde

vertrouwensband vermoedelijk veeleer zou schaden dan versterken.

2.1 Fundación Marybio

2.1.1 Algemene introductie

„Fundación Marybio‟ (voortaan in deze tekst „Marybio‟) is een niet-gouvernmentele

organisatie die gevestigd is in Las Grutas.365 Ze bestaat uit voorzitster Els Vermeulen,

directeur Alejandro Cammareri en een aantal wetenschappelijke adviseurs en

medewerkers.366 Die adviseurs en medewerkers werken op een losse basis mee: de

twee centrale figuren zijn de twee eerstgenoemde mensen. 367 Els Vermeulen is

afkomstig uit Antwerpen en behaalde aan de Vrije Universiteit Brussel haar

masterdiploma in de Biologie. 368 Alejandro Cammareri is afkomstig uit de

Argentijnse hoofdstad Buenos Aires en behaalde aan de faculteit diergeneeskunde

van de Universiteit van Buenos Aires de titel „Técnico Bioterista‟369 .370 Samen

startten ze in 2006 Marybio op: een “toegewijde organisatie gericht op het

wetenschappelijk onderzoek van mariene fauna en ecosystemen”, die “met behulp

364 idem, 185.

365 Fundación Marybio, “Over ons – Wat is Marybio?” en “Over ons – Waar is Marybio?”.

366 idem; “Over ons – Wie is Marybio?”

367 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

368 ibidem

369 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

370 ibidem

Page 66: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

66

van onderzoek en onderwijs streven [...] naar het behoud, de bescherming en de

waardering van zeedieren en hun leefmilieu.”371 Sindsdien werken ze voornamelijk

aan twee projecten: „Proyecto Ballena Franca Austral‟ en „Proyecto Tonina‟.372

Het eerste gaat over de waarde van de San Antoniobaai voor de zuidkaperwalvissen

(Eubalaena australis) en de mogelijke negatieve invloeden die de soort daar

ondervindt.373 In dit onderzoek bepalen ze onder meer de observatiefrequentie,

groepsstructuren, interacties met andere soorten, het habitatgebruik enzoverder.374

Bovendien onderzoeken ze de invloed van menselijke activiteiten als marien verkeer

en natuurtoerisme (bv. whale watching). De provincie Río Negro is de enige plaats

in Argentinië en een van de weinige ter wereld die het wettelijk toestaat375 aan

toeristen om met zuidkapers te zwemmen. 376 Hoewel deze activiteit nu al

plaatsvindt in de San Antoniobaai, moet hier in principe eerst nog een

reglementering voor opgesteld worden.377 Marybio wil met hun onderzoek “bepalen

wat de invloeden zijn van deze activiteit op het gedrag van de walvissen en zo

meehelpen in het behoudsbeleid van de soort door te wegen op de

reglementering.”378

Het tweede project gaat over tuimelaardolfijnen (Tursiups truncatus). Marybio

onderzoekt ook voor deze soort de observatiefrequentie, graad van residentie,

habitatgebruik, groepsstructuren enzoverder.379 “Door gebrek aan bescherming en

de toename aan menselijke activiteiten in Argentinië [...] is het Noordoosten van

Patagonië een van de weinige gebieden geworden in Argentinië waar deze dolfijnen

nog voorkomen. Niettegenstaande bestaan er ook in dit gebied toenemende

bedreigingen voor het behoud van de tuimelaars [...].” 380 Marybio wil met dit

371 Fundación Marybio, “Over ons – Wat is Marybio?”.

372 idem; “Onderzoeksprojecten”. ; en Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van

Houte], augustus 2009.

373 Fundación Marybio, “Project Zuidkaper”.

374 ibidem

375 Provinciale wet N° 4066. 6 april 2006, artikel 19

376 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

377 ibidem

378 Fundación Marybio, “Project Zuidkaper”

379 idem, “Project Tonina”.

380 ibidem

Page 67: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

67

project onderzoeken hoe gevoelig de lokale populatie tuimelaars is aan de

antropogene invloed en hiermee hun gewicht in de schaal werpen om te helpen aan

het behoud van deze soort.381 Met de resultaten van dit project neemt Marybio ook

geregeld deel aan Europese en Zuid-Amerikaanse wetenschappelijke congressen.382

Die congressen zijn nuttig om op supranationaal niveau gegevens die op

verschillende localiteiten zijn verzameld, te vergelijken en samen te voegen. 383

Onlangs werd aan Els Vermeulen op basis van dit project een doctoraatsbeurs

toegekend door de Universiteit van Luik.384 Binnen dat doctoraat, dat nog dit jaar

van start gaat en zal lopen over de vier komende jaren, zal ze het lokale onderzoek op

tuimelaars naar een nationale schaal kunnen tillen en onder meer de biogeografische

verspreiding van deze soort in Argentinië en de verbanden tussen verschillende

Argentijnse populaties onderzoeken.385 Bovendien zal Marybio binnen het kader van

het doctoraat voor het eerst ook toxicologisch en genetisch onderzoek kunnen

uitvoeren op tuimelaars, in samenwerking met de labo‟s van de Universiteit van

Luik.386

Marybio biedt zowat jaarlijks kansen aan studenten uit Vlaanderen (onder meer voor

Universiteit Gent - ze onderhouden goede contacten met het departement Marine

Biology) om hun thesisonderzoek te komen voeren in de San Antoniobaai, maar

behalve in mijn geval gaat het steeds om biologisch onderzoek.387 Dit zorgt dan vaak

voor een extra belasting doordat ook met andere parameters en doeleinden moet

rekening gehouden worden tijdens hun eigen veldwerk.388 Voor mijn onderzoek was

dat niet het geval, zoals uit het volgende mag blijken.

In februari 2009 nam ik voor het eerst contact op met Fundación Marybio, nadat ik

op hun website had gezien dat deze organisatie “strijdt voor het behoud van

381 Website Fundación Marybio, “Project Tonina”.

382 Els Vermeulen [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

383 idem

384 idem

385 idem

386 idem

387 Vermeulen, Els [interview door Maarten Van Houte], 1 juli 2010.

388 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

Page 68: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

68

zeezoogdieren” vanuit biocentrische, economische en ecologische redenen. 389 Ik

bood hen mijn vrijwillige medewerking aan voor hun projecten en vroeg in ruil dat ze

hun onderliggende redenen voor hun werk expliciet zouden maken tegenover mij. Ik

kreeg een dag nadien al antwoord van Els Vermeulen, die zeer geïnteresseerd bleek:

“De filosofische/ethische kant van ons werk / levenswijze intrigeert me erg, omdat

dit de drijfveer is achter ons bestaan maar ook juist soms een

moeilijkheidsgraad.”390 Het initiële onderzoekskader werd dus onderhandeld, een

richtlijn die we in Handbook of Methods in Cultural Anthropology terugvinden.391

Ik verbleef in Las Grutas gedurende augustus 2009.

Mijn vrijwilligerswerk bestond in principe uit het met vaste tijdsintervallen invullen

van datafiches tijdens dataverzameling vanop de kust en vanuit een zodiacboot op

het water. Gezien mijn initiële gebrek aan kennis, deed ik dit slechts op uitvoerende

wijze en steeds op aanwijzing van de wetenschappers van Marybio. Dit leverde

voordeel op voor hen, in die zin dat zij zich op die manier beter konden toeleggen op

het observeren, navigeren en het nemen van digitale data (onder meer voor foto-

identificatie). Na enige tijd kende ik de parameters die ze hanteren voldoende en kon

ik ook bijdragen aan het eigenlijke observeren. Verder kon ik helpen bij praktische

zaken als het onderhoud van onderzoeksmateriaal, alsook helpen bij het opbouwen

en afbreken van tentoonstellingen in het observatiecentrum dat ze ieder weekend

openhouden (zie verder).

Doordat ik tijdens mijn verblijf onderdak kreeg in hun huis kreeg ik echter ook een

breder beeld van hun leven en het kader waarin hun werk ingebed zit. Persoonlijk

leerde ik buiten het kader van dit onderzoek zeer veel tijdens de momenten in de

onderzoeksboot, maar binnen dit onderzoek zijn de andere momenten relevanter.

Wanneer we niet konden uitvaren zag ik hoe de wetenschappers van Marybio data

digitaal invoerden en verwerkten, hoe ze overlegden over die data op zich maar ook

over de te volgen strategieën wat betreft de communicatie over hun werk naar de

389 Fundación Marybio, “Onze filosofie”.

390 Vermeulen, Els (voorzitster Fundación Marybio), email, 10/02/2009; 20u09, bijlage 5.

391 Russell H. Bernard, ed. Handbook of Methods in Cultural Anthropology, (Walnut Creek: AltaMira Press,

1998), 181

Page 69: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

69

buitenwereld toe. Ik had gauw het idee dat ik vooral op dat laatste domein een

verschil kon maken voor Marybio.

Zo schreef ik hun nieuwsbrief voor de maand augustus en vertaalde ik delen van hun

website. Dit soort zaken kostte mij zeer weinig moeite, maar ik kreeg er een

bijzonder veel dankbaarheid voor terug. In gesprekken met Els Vermeulen leerde ik

dat de communicatie naar de Nederlandstalige buitenwereld (steunende leden van

Marybio in Vlaanderen en dergelijke) die moet gebeuren in een lichtvoetig, niet

streng-wetenschappelijk taalgebruik, telkens een onvermijdelijke extra belasting is

voor haar: “die nieuwsbrief zit al weken in mijn hoofd en weegt op mijn

schouders.” 392 Ik hielp ook nadenken over conceptuele en ideologische

uitgangspunten bij het opstellen van sponsoringverzoeken aan producenten van

digitaal fotomateriaal, software en dergelijke. Ik had de indruk als klankbord te

kunnen fungeren tijdens hun dagelijkse zoektocht naar hoe ze zich integer kunnen

bewegen op commerciële domeinen. Bovendien gunden ze mij een blik op hun lokale

sociale en politieke relaties, doordat ik ook steeds mocht deelnemen aan de bijna

dagelijkse bezoeken bij vrienden enzoverder. Ondertussen kaatsten we ideeën over

en weer die hen inspireerden na te denken over hun positie.393

2.1.2 Karakterisering

Dit onderdeel geeft een karakterisering van de standpunten en actiepunten van

Marybio, bij monde van Els Vermeulen en Alejandro Cammareri, ruwweg volgens de

domeinen „mensbeeld & natuurconservatie‟, „politiek & economie‟ en „educatie &

sensibilisering‟. Hiervoor putten we uit formele interviews en informele gesprekken.

De inhoud van die interviews en gesprekken wordt hier slechts op enkelvoudige

manier geanalyseerd: “content as meaningful story.”394 Het Handbook of methods

in Cultural Anthropology spreekt ook over andere analytische perspectieven die

392 Els Vermeulen [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

393 ibidem

394 Russell H. Bernard, ed. Handbook of Methods in Cultural Anthropology, (Walnut Creek: AltaMira Press,

1998), 355.

Page 70: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

70

zoeken naar verschillende communicatielagen in de woorden, 395 maar die

perspectieven zijn hier onnodig. Het gaat in dit hoofdstuk meestal om antwoorden

op vragen die spontaan tot stand kwamen tijdens de periode van particant

observation en die in vertrouwde gespreksomstandigheden op een directe manier

peilden naar de context van zaken die door informant zowel als onderzoeker reeds

gekend waren.

Een formeel interview met Els Vermeulen vond plaats op 12 augustus 2009 in Las

Grutas, bij haar thuis en werd met haar toestemming opgenomen op een

audiocassette. Een formeel interview met Alejandro Cammareri vond plaats op 28

augustus 2009 in Las Grutas, bij hem thuis en werd met zijn toestemming eveneens

opgenomen op een audiocassette. Van beide interviews is een transcript terug te

vinden in de bijlagen aan het einde van deze tekst. Het is slechts bij twee formele

interviews gebleven omdat ik merkte dat het idee toch wel enige stress veroorzaakte

bij mijn informanten. Hoewel zij dit niet expliciet te kennen gaven en de interviews

in voor hen rustige, vertrouwde omstandigheden plaatsvonden, namen ze een andere

houding aan tijdens deze interviews dan dewelke ik van hen kende in informele

gesprekken. Het is niet zo dat ze er plots andere opinies op nahielden, maar ze

antwoordden op de vragen met meer reserve en bedachtzaamheid dan in andere

gevallen. Vooral bij Alejandro Cammareri was dit het geval: hij is tamelijk

perfectionistisch en het idee dat zijn antwoorden auditief opgenomen werden leek

hem niet zo te bevallen, aangezien hij het Engels niet perfect beheerst. In andere,

meer losse gesprekken in het Engels, hield dit hem absoluut niet tegen om

honderduit te praten. Maar een record van een dergelijk gesprek is niet meer zo

vluchtig. Daarom opteerde ik om verder eenvoudigweg zoveel mogelijk te onthouden

en achteraf op te schrijven in een persoonlijk dagboek. Een tussenvorm hanteerde ik

tijdens twee interviews met Els Vermeulen die in Antwerpen plaatsvonden op 28

april 2010 en 1 juli 2010. In deze gevallen besloot ik geen cassette te gebruiken

omdat ze telkens slechts kort in België was en deze dagen nogal opgejaagd beleefd

had. Ik wou bekomen dat ze zich zoveel mogelijk op haar gemak voelde en hield de

gesprekken dus tamelijk informeel. Wel schreef ik sommige zaken die ze zei

rechtstreeks op, met haar toestemming.

395 idem, 355-357.

Page 71: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

71

Mensbeeld & natuurconservatie

Beide wetenschappers gaan uit van een mens die niet boven de natuur staat.396 Dit

houdt hen niet tegen om intermenselijke relaties instinctief belangrijker te vinden

dan mens-zeezoogdierrelaties,397 maar natuurconservatie is in het algemeen “even

belangrijk” als sociale zaken, “want de natuur kan ook de mens treffen”398. Toch wilt

de mens “alles omdraaien, de natuurlijke orde herscheppen naar ons gemak” en dus

is natuurconservatie noodzakelijk, want “nu is het te laat om dat te verbieden,

daarvoor zouden we terug moeten naar de oermens. We zitten nu al zover dat we

soms moeten ingrijpen om onevenwicht tegen te gaan, spijtig genoeg.”399 “We need

to converse all the bad things that we did and that we do, and also put in equilibrium

the things that all the people did in a bad way.”400 De focus ligt volgens hen dus op

de antropogeen veroorzaakte onevenwichten in de natuur: “elke dag worden soorten

ontdekt en elke dag sterven er soorten uit. En véél. Het is niet de bedoeling om te

gaan onderzoeken alleen om elke soort te kunnen beschrijven, dat heeft geen zin. We

moeten kijken naar soorten die het door ons toedoen moeilijk hebben”, “bijvoorbeeld

wanneer er een pinguïn op het strand aan het sterven is... Is dat een natuurlijke dood,

dan laat ik dat liever gebeuren en kom ik er niet aan. Als het dier besmeurd is met

olie dan zal ik het natuurlijk helpen.”401 Dat beoogde ingrijpen in de natuur, om die

onevenwichten te herstellen, ligt wel moeilijk: “het is moeilijk om te weten wat de

consequenties zijn van ons handelen. Er is zoveel dat we niet weten van de natuur.

Het zou maar arrogant zijn te beweren van wel.”402 Maar om fatalisme te vermijden

396 “De mens is niet superieur aan andere dieren” – Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12

augustus 2009, zie bijlage 6 ; en “[...] I don‟t think we have the right to think that we are the most important thing

so we can use and we can change and we can destroy because we are „intelligent‟” – Alejandro Cammareri

[interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

397 “Als ik een dode dolfijn vind op het strand of een dood kind, dan zal ik instinctief anders reageren... dan is dat

kind belangrijker. Je wil je eigen soort laten bloeien. Maar ik zie dat dus op biologisch vlak... niet op sociaal vlak.”

- Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6 ; en “When people have no

food to eat… I cannot ask money to research dolphins when our people collect food from the trash.” – Alejandro

Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

398 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

399 ibidem; mijn cursivering

400 Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

401 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

402 ibidem

Page 72: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

72

moeten we toch doen wat we denken dat “het beste is voor de natuur. Niet voor ons.

Dat is bij velen het probleem: „natuurbehoud allemaal goed en wel, zolang het maar

in ons voordeel is‟”. 403 Dat laatste brengt ons bij obstakels die de weg naar

natuurbehoud moeilijker maken: politieke en economische belangen bij de mens.

“Zo is er discussie over waarom we walvissen zouden beschermen. Die planten zich

zó traag voort, passen zich zó traag aan... sommigen zeggen daarom dat ze gedoemd

zijn om uit te sterven. Het kan inderdaad zijn dat ze ooit uitsterven, maar de manier

waarop de zaken nu aan de gang zijn is niet natuurlijk... Maar of er over

vijftigduizendmiljoen jaar nog walvissen zijn, in een of andere vorm, dat weet ik niet.

Sommigen zeggen: waarom zou je er dan geld in steken?”404 “Wij zien ook op TV

kinderen met honger en hier in Argentinië zie je mensen op straat leven. Je steekt

geld in onderzoek voor dolfijnen terwijl er kinderen geen educatie of kansen krijgen...

dat is moeilijk. Daarom zeg ik: laat iedereen zijn steentje bijdragen op het domein

waar hij goed in is... Ik ben niet de persoon die naar een dorp zal gaan en les gaan

geven. Niet omdat ik dat niet gun, maar dat zit niet in mij. In mij zit bij de dolfijnen

zijn. Biologisch onderzoek. Als iedereen zijn persoonlijke roeping doordrijft zoals wij

aan het proberen zijn, en daar kracht achter zet, kunnen we samen naar een betere

wereld gaan. Iemand in de natuur, iemand in de economie, ...”405

Politiek & economie

Beide wetenschappers drukken hun spijt uit dat ze zich op het politieke domein moet

begeven. “Je kan niet aan behoud doen als je niet aan politiek doet. En dat is spijtig,

want dat is iets dat ik helemaal niet graag doe. Ik zit liever op mijn bootje met mijn

fototoestel of achter de computer te analyseren”, klinkt het.406 Die spijt wordt deels

gemotiveerd door frustratie over een kapitalistisch en antropocentrisch perspectief

dat overheerst: “it‟s terrible… but you need to sit with stupid people who are only

thinking about money.”407 Beiden voelen een duidelijke kloof tussen wat zij willen

403 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

404 ibidem

405 ibidem

406 ibidem

407 Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

Page 73: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

73

bereiken en waar het in politieke kringen om gaat, maar die frustratie zit des te

dieper omdat politieke zaken ook doordringen naar het academische domein en de

praktijk van natuurbehoud in gevaar brengen: “Er zijn bijvoorbeeld veel

onderzoekers die onderzoeken, analyseren, papers schrijven en het dan vervolgens in

een schuif stoppen om aan het volgende te beginnen. Wat heb je daar dan aan? Dat is

onderzoek voor je cv, maar niet voor de beesten. Er zijn veel onderzoekers die niet

meer geven om het eindresultaat... Dat is ergens ook wel weer de schuld van het

politieke spel, want als je niet genoeg papers maakt of een voldoende hoge titel haalt

krijg je geen subsidies. Op de duur krijg je een cirkel waarbij het puur rond de

gegevens draait.”408 Toch leren de wetenschappers van Marybio dat en hoe ze zich

moeten bewegen op het politieke en commerciële domein: “In the beginning we

didn‟t know that it was so important to play the political and economic game. We

didn‟t know anything about that. Now we are learning. The only way to be alive in

this system…”409

De dag van het interview met Els Vermeulen was Marybio voor het eerst betrokken

bij een ad hoc opgestelde commissie omtrent de reglementering van het duiken met

zuidkaperwalvissen (zie verder): “Marybio doet het voor de dieren... [...] we willen

dat ze gezond en puur leven... dat is onze ideologie. [...] We moeten dat politiek doen.

Vandaag zal één van de eerste keren zijn dat we echt vergaderen met de

verschillende instanties van hier. Dus ben ik ergens ook blij dat we daar eindelijk aan

het geraken zijn, dat ze ons willen nemen en horen.”410 De juiste positie kiezen blijft

echter een moeilijke opgave: “[…] the politicians try to take an advantage: „you‟re

going to research, but what is my advantage? Can I present your project as important

for the province?‟ It‟s really difficult. Also because there are many groups in politics,

and groups of companies, … and if you‟re close to one group maybe people are going

to be against you only because of that… it‟s difficult. You need to take care of not only

your research, but also of […] … of where you are and which friends… you know…”411

Dat maakt ook dat als je politiek iets wilt bereiken, je de zaken beter stelt op een

manier waarop politici en bedrijven het willen horen: “For example […] ALPAT.

ALPAT is a really big company here, and a very controversial one. […] Many people

408 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

409Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

410 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

411 Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

Page 74: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

74

from this area work there, and of course we‟re not going to say that everything is

okay. What we are going to say is that the fabric creates a lot of pollution, and that

this is not good for the whales and the dolphins and we could also say that the best

option is to remove the fabric. But you know if you start a talk like that, you‟re gonna

receive a lot of enemies in two seconds. So of course we‟re not going to lie, we‟re

going to say what we think, but maybe, you know, with more…[lange pause; mijn

inbreng: subtlety?] … Yeah.”412 Het voorbeeld van ALPAT (de sodafabriek; zie hoger)

toont ook aan hoe hard economie en politiek met elkaar verweven zijn. Dat zou op

zich nog begrijpelijk zijn voor Marybio, mocht de lokale politiek niet zo corrupt zijn:

“[…] I don‟t understand when all the people can see that the politicians take the

money from the people to fill their own pockets and then say „no, I cannot put money

in conservation because of the people‟ […] You are stealing the money in front of the

faces of the people and than you don‟t put it in conservation… If politicians are really

honest, and if I see that they only use the money to help the people, to build schools,

to give them food, and not for conservation… then I understand when they say that

it‟s not a priority for the government.”413

Corruptie en omkopingspraktijken beïnvloeden ook lokale ngo‟s die dan niet meer

kunnen zeggen wat ze horen te zeggen. 414 (zie verder) Daarom wil Marybio

financieel onafhankelijk blijven van de lokale politieke geldstromen.415 Op lokaal

vlak is financiering dus een probleem, maar ze zien absoluut de voordelen van

economie op een globaler niveau: “laat die multinationals voor een stuk ook blijven

alstublieft, de economie moet draaien opdat de anderen subsidies zouden krijgen, zij

genereren centen...”416 Marybio mikt dan ook op vormen van financiering die de

Argentijnse grenzen overstijgen: internationale onderzoeksbeurzen van bijvoorbeeld

„The Rufford Small Grants Foundation‟417 en middels het Europese burgerschap van

Els Vermeulen ook internationale jobs.418 Zij is via een extra opleiding in Schotland

412 Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

413 ibidem

414 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

415 ibidem

416 ibidem

417 The Rufford Small Grants Foundation, “Projects in Argentina”.

418 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

Page 75: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

75

immers gekwalificeerd met het diploma van Marine Mammal Observer.419 Op basis

daarvan wordt ze soms gevraagd door bedrijven die grootschalig seismisch

onderzoek doen naar bijvoorbeeld gas in oceaanbodems.420 Tijdens zulk onderzoek

worden gecontroleerde onderwaterexplosies gehanteerd, wat een risico kan

inhouden voor zeezoogdieren. 421 Een Marine Mammal Observer moet daarbij

advies geven over de impact op zeezoogdieren en rapporteren over de opvolging van

dat advies.422 Zulke jobs helpen Marybio om hun onderzoek te bekostigen.423

Educatie & sensibilisering

Marybio houdt sinds ongeveer een jaar ieder weekend een gratis bezoekersruimte

open in het centrum van Las Grutas, die ze “het observatiecentrum” noemen.424

Vorig jaar gebeurde dit nog met de steun van de gemeentelijke dienst voor toerisme

en een lokale zelfstandige, nu slechts in samenwerking met die zelfstandige.425 (zie

verder) Daar stellen ze hun onderzoeksresultaten voor met behulp van grote posters

en geven ze extra uitleg aan bezoekers over hun onderzoek naar en de noodzaak van

bescherming voor zeezoogdieren.426 Op aanvraag kunnen er ook groepen als scholen

gratis terecht tijdens de week. 427 Naast hun onderzoeksresultaten zijn er ook

artefacten te bezichtigen als dolfijnenschedels en –tanden, walvisbaleinen

enzoverder.428 Bovendien spelen er fragmenten van onder meer onderwaterbeelden

en geluidsopnames van zeezoogdieren. 429 Een andere grote reden waarom dit

observatiecentrum telkens weer een stijgend aantal bezoekers aantrekt, is dat het

419 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

420 ibidem

421 ibidem

422 ibidem

423 ibidem

424 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

425 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

426 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

427 ibidem

428 ibidem

429 ibidem

Page 76: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

76

gelegen is op de rotsen boven het strand: zo krijgen bezoekers de kans om met de

verrekijkers die Marybio ter beschikking stelt, de dieren van relatief dichtbij te

aanschouwen.430 Op die manier overstijgt het centrum het loutere museumconcept

en wordt het inderdaad een interpretatieruimte in de volle zin van het woord: de

onderzoeksobjecten wordt dichterbij gehaald en letterlijk losgelaten op de zintuigen

en interpretatievermogens van het publiek. Daar gaat het Marybio ook om: “when

you ask me what is the most important about conservation and politics… The most

important thing is to teach the people about the conservation. We were talking today

with a professor from the school. All the scientists keep the data and the results on

an other level than the people‟s. But if you give the information to the people, it‟s

going to be easier to conserve areas and species. If all the people know the problems

and understand what happens… so I think interpretation centers, giving information

for all the people… not on a scientific level you know… but explaining the results in

front of all the people… that is the most important for conservation, more than to put

money.”431 De toon waarop dit gebeurt is ook belangrijk: “To involve the people…

not in the problem, because it‟s not nice for the people to be the problem, but in the

facts about why it‟s so important to conserve…”432

Dat laatste is exemplarisch voor de manier waarop Marybio tewerk wil gaan: de

mensen niet bombarderen met schuldgevoel, hen niet gelijkschakelen aan het

probleem, maar hen wel wijzen op de aanwezigheid van de natuur en hoe ze deel

kunnen uitmaken van mogelijke oplossingen. “In het begin van het Marybio-

onderzoek verweten de mensen ons soms dat we toerisme wilden uitlokken, dat we

er geld aan wouden verdienen, en dat je die dieren niet beter kan beschermen dan ze

gewoon met rust laten. En ja, de modale mens weet niet dat die dolfijnen hier zitten

en dus is er geen toeristendruk, maar dit is wel een van de meest vervuilde baaien

van Patagonië. Ze worden dus niet met rust gelaten! Het is beter dat de mensen

beseffen dat de dieren er zijn, en dat er dan wel een paar boten op het water komen

uit sociaal-economische nood, maar dat mensen misschien meer gaan letten op een

plastiek zakje dat ze weggooien, of een lege bierfles zoals jij zag gebeuren [Ik zag die

dag nog jonge kinderen heel verholen en schichtig alcohol drinken op straat en

430 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

431 Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

432 ibidem

Page 77: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

77

achteraf het „bewijsmateriaal‟ gauw in de zee gooien].” 433 In het proberen

veranderen van de mentaliteiten van de lokale bevolking tegenover de natuur, moet

de directe focus volgens Marybio liggen op jongere mensen en indirect op ouderen:

“you can change the older people with young people. If I go to an old guy, saying that

he needs to do things that way because it‟s better for the conservation… maybe he‟s

going to say „yeah yeah‟, but he‟s not going to change. But if I talk with his son, he

might be positive and might talk to his father and you know… this is the best way to

arrive to something like that.”434 Een voorbeeld hiervan draag ik persoonlijk in mijn

hart: toen ik op een weekdag samen met Marybio les gaf aan een groep scholieren

van een school voor kansarme kinderen, waren de meesten zeer enthousiast. Tijdens

het daaropvolgende weekend zag ik één van die kinderen het observatiecentrum

binnenstormen, terwijl ze haar duidelijk sceptische vader aan de hand meetrok. Zij

gaf hem toen de uitleg die wij aan haar hadden gegeven en toonde haar vader

achtereenvolgens baleinen, een schedel en tenslotte levende dieren in de baai

doorheen een verrekijker. Achteraf kwam de vader vragen of hij ergens en folder kon

krijgen over de projecten van Marybio, waarna ze met die informatie in de hand het

centrum goedlachs verlieten.

2.2 Diego Luzzatto

2.2.1 Introductie

Tijdens mijn verblijf bij Marybio leerde ik Diego Luzzatto kennen. Hij werkt voor het

„Consejo Nacional de Investigaciones Científicas y Técnicas‟ (in deze tekst voortaan

„CONICET‟), de Argentijnse Nationale Dienst voor Wetenschappelijk en Technisch

Onderzoek.435 Hij is gespecialiseerd in mariene ecologie436 en behaalde aan de

Universiteit van Buenos Aires de titel van Doctor in de Biologie op een onderzoek

naar het Patagonisch zeepaardje (Hippocampus Patagonicus), een endemische soort

die hij zelf voor het eerst wetenschappelijk ontdekt en beschreven heeft samen met 433 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 12 augustus 2009, zie bijlage 6.

434 Alejandro Cammareri [interview door Maarten Van Houte], 28 augustus 2009, zie bijlage 7.

435 Website Consejo Nacional de Investigaciones Científicas y Técnicas, “Luzzatto, Diego”

436 ibidem

Page 78: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

78

zijn promotor.437 De uitgebreide naam van deze soort is dan ook Hippocampus

Patagonicus Piacentino & Luzzato.438

Ik had de man slechts enkele keren kort ontmoet en wist nog zo goed als niets over

zijn achtergrond, maar toen hij een langer bezoek bracht aan Els Vermeulen en

Alejandro Cammareri merkte ik dat hij wel eens interessant kon zijn voor mijn

onderzoek. Het gesprek dat ik beluisterde vond plaats in een snel Spaans en op een

heel serieuze toon. Ik kon niet alles volgen, maar Els Vermeulen vertelde mij in de

marge van het gesprek en achteraf dat hij politieke problemen had. (zie verder) Bij

een volgende ontmoeting vroeg ik hem of ik hem kon interviewen, waarop hij mij

uitnodigde om op een avond naar zijn laboratorium te komen. Dat laboratorium is

gevestigd in gebouwen van „Criadero Patagónico de Especies Marinas‟ (Patagonische

Kwekerij van Mariene Soorten; afgekort tot CRIAR), 439 een kweekproject voor

tweekleppige weekdieren onder de bevoegdheid van het Biologisch Instituut. (zie

hoger) Daar kweekt hij Patagonische zeepaardjes om te onderzoeken wat de ideale

aquatische omstandigheden zijn voor deze soort, maar ook voor genetisch onderzoek

en tenslotte om ze te laten bezichtigen door het publiek in een gratis toegankelijke

bezoekersruimte. 440 Hiermee wil hij de soort beter leren begrijpen om de

conservatie ervan in het wild beter te kunnen aanvatten, maar een andere intentie is

ook om het publiek te sensibiliseren voor de charme en het belang van deze soort.441

Ik hielp hem in het laboratorium bij het tellen van zeepaardjes uit verschillende

generaties. Daarna vond een formeel interview plaats in het bijkeukentje van het

gebouw. Dit interview vond plaats in een rustige en voor de informant vertrouwde

omgeving, maar wel in het Engels, terwijl zijn moedertaal Spaans is. Hij gaf te

kennen dat hij absoluut niet volledig vertrouwd is met die taal, maar dat hij zich niet

schaamt wanneer hij het op amicale wijze mag spreken à la “Spanglish.”442 Hiermee

wou hij me waarschuwen dat hij zich toch soms op het Spaans zou moeten beroepen,

maar dat bleek uiteindelijk niet het geval. Met zijn toestemming werd het gesprek op

437 Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

438 Website Encyclopedia of Life. “Hippocampus patagonicus Piacentino & Luzzatto, 2004”

439 Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009 ; en website Website Consejo Nacional

de Investigaciones Científicas y Técnicas. “Luzzatto, Diego”

440 Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

441 ibidem

442 ibidem

Page 79: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

79

audiocassette opgenomen. Een transcript ervan is te vinden in de bijlagen bij deze

tekst. Op basis van dit interview geef ik een korte karakterisering van de

standpunten actiepunten van Diego Luzzatto, opnieuw ruwweg volgens de domeinen

„mensbeeld & natuurconservatie‟, „politiek‟ en „educatie & sensibilisering‟.

2.2.2 Karakterisering

Mensbeeld & natuurconservatie

Ook Diego Luzzatto gaat uit van een mens die ingebed zit in de natuur en net als

Alejandro Cammareri koppelt hij daar onmiddelijk de verantwoordelijkheid om te

streven naar een equilibrium (zie hoger) aan vast : “Since humanity acts in nature,

you have to intervene in a way to establish the same system that you found. [...] It‟s

our responsibility as humans.”443 Dat zoiets niet evident is, geeft hij zelf aan: “The

forces are always more destructive than reparity.”444 Er hoort een zelfcontrolerende

functie verbonden te zijn aan de mensheid en haar ecologische afdruk: “A part of

humanity, of the system, has to see what is happening with our interference.”445 Die

taak ziet hij weggelegd voor wetenschappers als hijzelf: “That‟s our work: what are

those forces?”446 Net als de wetenschappers van Marybio bouwt hij zelfrelativering

en waakzaamheid in wat betreft de vraag tot waar wetenschappers zeker kunnen zijn

van hun kennis en de effectiviteit van hun remediërende acties: “That is the question.

How far can we go with conservation? It‟s a question that is worth asking. It‟s a good

question. […] In very controlled experiments we can see the results, but when the

system is larger, there are a lot of questions and uncertainties about the

variables.”447 Met deze onzekerheden in het achterhoofd, is natuurconservatie toch

nog steeds een verantwoordelijkheid waar we niet onderuitkunnen: “Yes. We are

here.” 448

443 Diego Luzzatto [interview door Maarten Van Houte], 25 augustus 2009, zie bijlage 8.

444 ibidem

445 ibidem

446 ibidem

447 ibidem

448 ibidem

Page 80: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

80

Die graad van onzekerheid over hoe conservatiemaatregelen in de praktijk zullen

uitdraaien, brengt echter een groot politiek obstakel met zich mee: “If you have

certain effects on the environment, doing or not doing something, you can convince

politicians or stakeholders more easily than with uncertainties.”449

Politiek

Volgens hem is de basis van politieke problemen altijd het milieu doordat

grondstoffen op een bepaalde manier gebruikt en verdeeld moeten worden: “The

basic problem is always the environment. The resources we consume all day, air,

water, they‟re related to the environment. […] I think we have to ask why the people

are suffering today, what happened before… And I think that in many cases we can

find an environmental problem. […] I think it‟s always a lack of resources that brings

suffering, or unequal distribution.”450 Maar denken dat je daarom ook een rationele

omgang met en dus bescherming van ecosystemen kunt verwachten vanuit politieke

hoek is “an utopy. We cannot expect… In this political system and this culture… […]

[zucht] This country is very special, in… it has the priority of government at

themselves, and nothing else. And the priorities are focused on maintaining that

status quo.”451 Vanwege die louter zelfonderhoudende Argentijnse politiek kan je

ook een bepaald opportunisme verwachten, waarbij zo goed als alleen interesse zal

bestaan voor zaken die goede uithangborden zijn: “I think, if conservation makes

good press, they will focus on that. But at this time, I think there are many other

immediate priorities than conservation here. There is no consensus.”452 Dit geldt des

te meer voor de San Antoniobaai, die verre van ecologisch problematisch overkomt

voor de meerderheid van de Argentijnen die haar te zien krijgen: “We have a lot of

nature here [in Argentinië; mijn toevoeging]. Some hotspots have problems, like big

cities, but to the people who spend their vacations here [in de San Antoniobaai; mijn

toevoeging], this is like a paradise. There is a problem of perception, I think. And

politicians go for the perceptions, and not for the real problems.”453 Hij raakt hier

449 Diego Luzzatto [interview door Maarten Van Houte], 25 augustus 2009, zie bijlage 8.

450 ibidem

451 ibidem

452 ibidem

453 ibidem

Page 81: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

81

een gapende kloof aan tussen wat wetenschappers aantonen in verband met

ecologische problemen in de baai (zie hoger; sectie 1.3; en zie verder) en waar

politieke kringen op inspelen en vanuit gaan. Daarmee komt hij tot de volgende

conclusie: “ in this political system and this culture... it‟s the paradigm that fails.”454

Dit is opnieuw een conclusie die ongeveer gelijk loopt met die van Marybio. Maar

terwijl zij het zien zitten om hun woorden subtiel te plaatsen en zonder te liegen

zaken toch zo uit te drukken dat ze aanvaardbaarder zouden worden voor mensen

met politieke macht, klinkt het bij Diego Luzzatto iets radicaler: “I‟m really honest

[in gesprek met politieke leiders of bedrijfseigenaars; mijn toevoeging].”455 Dit heeft

vermoedelijk gevolgen voor de politieke positie waarin beide agenten zich bevinden,

maar daarover volgt meer in onderdeel 2.3.

Educatie

Aan zijn absolute ongeloof en wantrouwen in de actuele Argentijnse politiek en haar

traditie, wordt wel min of meer een tegengewicht geboden door zijn geloof in de

kracht van de mensenmassa wanneer je deze weet te bereiken: “Our duty, I think, is

to convince the general people of our work. To pass our knowledge to the general

people, so that those people can ask the politicians to do something. I think the

system works that way. A big mass of people has to feel the need for something like

that.”456 Daarom probeert hij als wetenschapper persoonlijk een gateway te zijn

naar deze mensenmassa toe: “Passing over everything that I‟m doing… to open my

lab to the people, to tell them that it‟s magnificent to have seahorses, but that not all

is good, that there are many problems, to put it in manifest to the people, not only

doing papers and research.”457 Hierin is de gelijkenis met de overtuigingen bij

Marybio opnieuw opvallend. Er is echter een miniem nuanceverschil wat betreft

doelgroepen. Waar Alejandro Cammareri stelde dat de focus van educatie, hoewel de

ouderen ook moeten geadresseerd worden, net iets meer op de jongeren moet gericht

zijn, stelt hij het iets anders: “we always postpone… saying „the next generation will

be better if we educate them‟, but we have to act now and we must start to change

454 Diego Luzzatto [interview door Maarten Van Houte], 25 augustus 2009, zie bijlage 8.

455 ibidem

456 ibidem

457 ibidem

Page 82: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

82

ourselves, and the next generation has to continue the change. The kid‟s education is

important but also the adult education.”458 Beiden stellen dat hun educatie zich

zowel op jongeren als ouderen moet richten, maar ze draaien de klemtoon om. Hun

boodschappen luiden op de verschillende domeinen zodanig gelijk, dat dit verschil

op zich bijna verwaarloosbaar is. Toch is het kenmerkend voor de over het algemeen

iets radicalere toon van Diego Luzzatto. Verderop zullen we zien hoe dergelijke

verschillen in subtiliteit meehelpen aan de verschillende politieke posities van

Marybio en Diego Luzzatto.

2.3 Een begrensd debat

In het eerste hoofdstuk zagen we dat de officiële standpunten van verschillende

voorname lokale stakeholders overliepen van de verwijzingen naar duurzame

ontwikkeling en het belang van de bescherming van het natuurlijk patrimonium. We

zagen echter ook dat de ecologische situatie waarin de San Antoniobaai zich bevindt

kwetsbaar is: een zeer waardevol natuurgebied staat daar op verschillende manieren

onder zware druk. Tussen enerzijds de officiële retoriek over de waarde van de baai

en het behoud ervan en anderzijds de praktijk van het behoud gaapt een kloof. In dit

onderdeel werpen we bij monde van mijn bovenbeschreven informanten, die een

scherpe kritiek geven op de lokale politieke situatie, een blik op de aard van die kloof.

Hiervoor vallen we opnieuw terug op de formele en informele interviews en

gesprekken met Els Vermeulen, Alejandro Cammareri en Diego Luzzatto.

2.3.1 „checks & unbalances‟: machtsonevenwichten

Diego Luzzatto kwam wat betreft de Argentijnse politieke cultuur tot de conclusie dat

“het paradigma faalt.” (zie hoger) Enkele zaken die mijn informanten mij vertelden

over relaties tussen bepaalde politieke, economische en wetenschappelijke agenten,

zijn hier exemplarisch voor. Uit hun informatie bleek op het eerste zicht een grote

chaos. Bij het ordenen ervan bleek dat veel terug te voeren zou zijn tot

machtsmisbruik, corruptie en belangenvermenging. Een deel van de volgende

458 Diego Luzzatto [interview door Maarten Van Houte], 25 augustus 2009, zie bijlage 8.

Page 83: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

83

informatie kwam volgens Els Vermeulen tot bij Marybio via een personeelslid van

het Biologisch Instituut.459 Die laatste zou hen goed gezind zijn alsook gefrustreerd

zijn over de eigen werkgever vanwege een te grote centralisatie van de macht over de

verdeling van onderzoeksgelden.460 Andere zaken waarover het hier zal gaan, zijn

volgens Els Vermeulen publieke geheimen in de regio.461 Deze uiterst subjectieve

gronden maken iedere bewijsvoering een moeilijke en betwistbare oefening. De

lokale problematiek is echter, zoals hoger al werd aangegeven, nauwelijks

beschreven en zeker wat betreft onderstaande zaken is dit ook te verwachten, gezien

de gevoelige en illegale aard ervan. We zijn in deze dus aangewezen op mondelinge

bronnen. Er zijn echter weinig tot geen redenen om Els Vermeulen en Alejandro

Cammareri niet te geloven in wat ze zeggen, omdat zij voor zover we kunnen zien

geen enkele baat hebben bij een spreekwoordelijke lastercampagne, met in het

achterhoofd hun financiële onafhankelijkheid en hun feitelijke groei in lokale

maatschappelijke erkenning alsook hun groeiend academisch aanzien. (zie hoger)

Hoewel ik ook Diego Luzzatto leerde kennen als een respectabel en integer

wetenschapper, gebiedt de academische geest om te benadrukken dat zijn politieke

positie van die aard is dat hij wel degelijk belang kan hebben bij het ondermijnen van

de positie van enkele andere betrokken agenten. (zie verder) Algemeen leent het

politiek domein zich traditioneel uitstekend tot een pragmatisch en opportunistisch

steekspel en bovendien zijn de drie bovengenoemde mensen naast wetenschappers

ook activisten, wat onvermijdelijk ideologische aspecten in hun discours brengt.

Ideologische vooringenomenheid betekent echter absoluut niet dat de aangevoerde

stellingen geen feiten kunnen zijn. Omdat de kans dus bestaat dat deze inside

information strookt met enige waarheid en op die manier fundamentele hypotheses

inhoudt wat betreft de verheldering van het lokale debat over natuurbehoud, wordt

ze te belangrijk om ze niet te behandelen.

Machtsmisbruik en corruptie

Binnen het kader van het politieke niveau met jurisdictie over de San Antoniobaai

(de provincie Río Negro; zie hoger) zou het Biologisch Instituut geen al te beste

459 Els Vermeulen [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

460 ibidem

461 ibidem

Page 84: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

84

relaties hebben met twee centrale agenten.462 Ze hangt naar eigen zeggen onder

meer af van het Provinciaal Ministerie van Productie.463 Volgens Els Vermeulen

vermeldt het instituut dat ministerie slechts opdat het niet zou dwars liggen in het

toekennen van werkvergunningen.464 De provincie zou nochtans met recht dwars

kunnen liggen, gezien het instituut weinig transparant werkt: toen een afgevaardigde

van CODEMA (de provinciale milieudienst; zie hoger) vorig jaar om verantwoording

kwam vragen voor het feit dat ze van weinig op de hoogte gehouden worden door het

instituut, werd die zomaar wandelen gestuurd. 465 Ook het provinciale „Directie

Fauna‟ (dat bevoegd is over alle fauna binnen de provincie en deel uitmaakt van het

Ministerie van Productie; zie hoger) heeft reden tot klagen: wanneer het instituut

dode aangespoelde zeezoogdieren vindt, worden deze systematisch doorgesluisd

naar bevriende labo‟s in Chubut (een naburige provincie), terwijl dit schatten van

wetenschappelijke informatie zijn die wettelijk gezien toebehoren aan de bevoegde

diensten van provincie Río Negro. 466 Niettegenstaande slaagt het Biologisch

Instituut erin zich systematisch boven de provinciale wet te plaatsen, wat bij Els

Vermeulen vragen doet rijzen over waar deze macht vandaan komt.467 Het instituut

slaagt er ook in zich als centrale autoriteit op te werpen voor alles wat te maken heeft

met de natuurlijke bronnen binnen de San Antoniobaai en bij uitbreiding ook binnen

de San Matíasgolf.468 Aan de hand van haar website wordt duidelijk dat het instituut

kan rekenen op subsidies van diverse organen: de Europese Unie, een

ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, het Federale Secretariaat

Wetenschap en Techniek, de Federale Visbeheersraad enzoverder.469 Vele van deze

subsidiebronnen bevinden zich qua bereik en werkterrein boven het provinciale

niveau, wat misschien iets verklaart over het feit dat het instituut zich moeiteloos

boven de provinciale wet lijkt te plaatsen, al is het dan nog niet duidelijk in welke

richting die hypothetische causale relatie werkt.

462 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

463 Website Biologisch Instituut, “Financiamiento”.

464 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

465 ibidem

466 ibidem

467 ibidem

468 ibidem

469 Website Biologisch Instituut, “Financiamiento”.

Page 85: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

85

Waar die macht ook vandaan mag komen, vanuit het instituut zouden pogingen

komen om ze aan te wenden voor misbruiken als rechtstreekse intimidatie en

onrechtstreekse bedreiging. De man die binnen het instituut belast is met „Proyecto

Mamíferos Marinos‟ (Project Zeezoogdieren), Guillermo Svendsen,470 en bovendien

verantwoordelijk zou zijn voor het doorsluizen van dode zeezoogdieren naar het labo

in Chubut waarvan hij initieel afkomstig is (zie hoger), “dreigde Marybio al

meermaals telefonisch af met de boodschap dat hij er wel voor zal zorgen dat we

onze werkvergunningen verliezen,” 471 klinkt het bij Els Vermeulen.

Zij stelt dat het betreffende project van Svendsen wel zeer algemeen is en daardoor

weinig concrete resultaten oplevert.472 Bovendien zien ze hem en anderen van het

instituut “nooit op het water,”473 zij “doen niets intensief...”474 Vermeulen verneemt

van bovenvermelde ontevreden werknemer van het Biologisch Instituut dat de

stijgende erkenning van Marybio in de lokale gemeenschap hen moeilijk valt: “Er is

nu al veel rumoer in de gemeenschap dat het raar is dat wij op zo relatief weinig tijd

al meer hebben gedaan met zeezoogdieren dan zij op 30 jaar... we krijgen stilletjes

aan meer erkenning. En dat vinden zij niet leuk natuurlijk... misschien vrezen ze wel

voor hun subsidies... ik weet het niet juist.”475

Het blijft voorlopig bij dreigementen476 en het zou ook vreemd zijn mocht men erin

slagen de vergunningen voor Marybio te laten blokkeren, gezien de verzuurde

verhoudingen tussen het instituut en CODEMA, de instantie die de vergunningen

waarvan sprake toekent. De slechte verhouding tussen Marybio en het Biologisch

Instituut zorgt voorlopig dus niet voor negatieve invloed op de praktijk van en het

debat over het lokale natuurbehoud: Marybio is in staat tot de uitvoering van en de

communicatie over haar engagementen. Het lokale natuurbehoud lijdt veeleer op

een andere manier onder hun verhouding, in die zin dat samenwerking potentieel

470 Website Informatieportaal Golfo San Matías, “Proyecto Mamíferos Marinos”

471 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

472 ibidem

473 ibidem

474 Els Vermeulen (voorzitster Fundación Marybio), email, 13 april 2010, 21u49, bijlage 9.

475 ibidem

476 ibidem

Page 86: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

86

nog veel verrijkender zou kunnen zijn: “Ik persoonlijk vind het spijtig dat onze

relatie slecht is, we zouden veel aan elkaar kunnen hebben.”477

Vanuit het instituut, hoewel niet uit haar naam, slaagt men er wel in om Diego

Luzzatto‟s positie te compromitteren. Tegen die laatste werd een zware rechtszaak

aangespannen478 door Raúl González (ex-directeur van het instituut maar naar

verluidt officieus nog steeds de centrale figuur 479 ), wegens een vermeend

nalatenschap bij het aanvragen van een bepaalde vergunning voor onderzoek dat

door Luzzatto werd uitgevoerd.480 Bij Luzzatto zelf leeft echter het vermoeden dat

de onderliggende reden voor die rechtszaak persoonlijke wrok is vanwege González,

die er openlijk voor zou uitkomen dat hij vindt dat de eerste wetenschappelijke

beschrijving van de soort Patagonisch zeepaardje (die gebeurde door Luzzatto; zie

hoger) aan hem toekwam.481 Wegens grote discretie over het onderwerp bij Diego

Luzzatto zelf, werd mij nog niet duidelijk wat de gevolgen van deze rechtszaak tot

nog toe zijn. Wel duidelijk is dat het die laatste nu al ongeveer een jaar onmogelijk

wordt gemaakt om veldonderzoek uit te voeren in de San Antoniobaai: nadat hij zich

openlijk te kritisch had uitgelaten over de milieu-impact van ALPAT (de sodafabriek;

zie hoger) kreeg hij plots geen vergunning meer om in de baai te werken.482 Toen hij

enkele malen aanstalten maakte om dit toch te doen, werd hem dit telkens

verhinderd door de kustwacht.483 Marybio bood Luzzatto meermaals aan om zijn

onderzoek verder te zetten vanop hun boot, waarvoor zij wel over de nodige

vergunningen beschikken, maar dit weigerde hij telkens beleefd “omdat hij niet op

zijn geweten wil hebben dat ook ons werk en positie geschaad zouden worden.”484

Hij vermoedt dat ALPAT haar politieke gewicht als belangrijke regionale werkgever

heeft laten gelden om bij de bevoegde instanties te bekomen dat hij niet verder kan

477 ibidem

478 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 1 juli 2010.

479 ibidem

480 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

481 ibidem

482 ibidem

483 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

484 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

Page 87: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

87

met zijn onderzoek.485 Nog volgens Luzzatto zou zijn kritiek op het bedrijf slechts de

aanleiding voor zijn moeilijkheden zijn en niet de oorzaak.486 De oorzaak zou liggen

bij het feit dat zijn strijd voor het behoud van het endemische Patagonische

zeepaardje gevoelig sterker zou worden indien deze soort op de „IUCN Rode Lijst van

bedreigde diersoorten‟ terechtkomt, wat meer controle en beperkingen zou

opleveren voor ALPAT.487 Een van de criteria die het IUCN hanteert is een degelijke

schatting van de populatiegrootte en hiervoor heeft Luzzatto meer tijd en meer

onderzoek nodig in de San Antoniobaai.488 Zolang hem dat politiek onmogelijk

wordt gemaakt, hoeft de fabriek geen extra internationale milieukritiek te vrezen.489

Ondertussen wordt hij ook niet meer uitgenodigd voor vergaderingen over het

onderwerp.490 In deze optiek wordt het beschermde statuut van een natuurgebied

(en de consequentiële vereiste tot vergunningen om erin te werken) een instrument

voor een fabriek, die veronderstelt wordt dat natuurgebied te vervuilen, om te

voorkomen dat een bioloog en natuuractivist in datzelfde natuurgebied kan werken.

Dit is een hallucinant beeld, dat de praktijk van natuurbehoud en het debat erover

kwalitatief en kwantitatief begrenst.

In het interview dat ik afnam van Diego Luzzatto, vinden we over het statuut van de

baai als beschermd natuurgebied: “No, it‟s not. That‟s only a title.” 491 Op de

suggestie dat het gek is dat een fabriek die „titel‟ kan gebruiken om iemand die dat

natuurgebied wetenschappelijk onderzoekt, te dwarsbomen, kwam deze reactie: “It‟s

a crazy country… A very crazy country. And the natural protected area title was there

before the fabric! I could understand, if the fabric was there a century ago, and then

we would declare it a protected area. But that‟s not the case.”492 Toen ik letterlijk

vroeg of de fabriek echt contaminanten in het water loost, klonk het alsvolgt: “Yes.

Yes. I started my research before the fabric was here, and the bottom changed… it

485 Els Vermeulen en Diego Luzzatto [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

486 ibidem

487 ibidem

488 ibidem

489 ibidem

490 ibidem

491 Diego Luzzatto [interview door Maarten Van Houte], 25 augustus 2009, zie bijlage 8.

492 ibidem

Page 88: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

88

was a very rich ecosystem in biodiversity, and now it‟s just runk stone on the

bottom.”493 Bovendien zou de economische rendabiliteit van ALPAT betwist worden:

“[…] there is a big discussion if the fabric is economically sustainable. I think it‟s not.

And it‟s a general point of view that it is not, that it is only a way to have political

power… like South-American industries in general.”494

Opnieuw volgens Els Vermeulen zou ALPAT zich ook wat betreft regionale en

nationale kritiek ingedekt hebben middels het omkopen, vlak na haar oprichting, van

de milieu-organisatie Inalafquen.495 Die laatste vermeldt op haar website inderdaad

de monitoring van de “milieusituatie van het bedrijf ALPAT”496 als een van haar

onderzoeksprogramma‟s. (zie hoger) Ze zou echter strategisch haar mond houden

hierover, gezien haar gedeeltelijke financiële afhankelijkheid van ALPAT.497 Hoewel

Inalafquen in deze meer mogelijkheden zou hebben tot zelfbeschikking dan Diego

Luzzatto gezien het verschil in de door ALPAT ingezette middelen, zou dit de tweede

lokale agent zijn die in principe een integrale milieukritiek zou moeten kunnen uiten

maar hierin beperkt is. Opnieuw moeten in die optiek besluiten tot een kwalitatieve

en kwantitatieve begrenzing van de praktijk van en het debat over het lokale

natuurbehoud.

Belangenvermenging

Verder is, volgens Els Vermeulen, de voormalige directeur van het Biologisch

Instituut en bovendien provinciaal afgevaardigde in de Federale Raad voor

Visserij,498 Raúl González, via zijn vrouw (Maite Narvarte, die ook werkt als biologie

voor het instituut) persoonlijk verbonden met de visserij.499 Het instituut wordt

uitvoerig gesubsidieerd om kritische controle uit te voeren over de visbestanden in

de San Matíasgolf en de impact van visserij, maar zou haar rapporten daarover

493 Diego Luzzatto [interview door Maarten Van Houte], 25 augustus 2009, zie bijlage 8.

494 ibidem

495 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

496 Website Inalafquen, “Gestión Ambiental”

497 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

498 Website Argentijnse Unie van Artisanale Vissers, “Rastra en el Golfo San Matías”

499 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

Page 89: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

89

verkopen aan voornamelijk Argentijnse en Spaanse industriële visbedrijven.500 Het

is ook opvallend dat we geen gepubliceerde artikels over de impact van industriële

visserij in de regio kunnen terugvinden in databanken met wetenschappelijke

artikels, terwijl dat wel zo is voor de impact van artisanale visserij (die laatste

gegevens werden trouwens gebruikt in bovenstaande beschrijving van de artisanale

visserij). Volgens Els Vermeulen worden die rapporten wel geschreven maar zijn ze

gecompromitteerd: “Hoe meer ze zeggen dat het goed zit, hoe meer geld ze ervoor

vangen,”501 aangezien die bedrijven in gevallen van duurzaamheidsbevraging met

zulke rapporten kunnen schermen op de nationale en internationale markten. Indien

dit zo is, moeten we dat zien als een verregaande vorm van belangenvermenging: de

controlerende overheidsinstantie die haar richtlijnen en conclusies aanpast aan de

vraag van diegenen die gecontroleerd moet worden, vanuit institutioneel winstbejag

en vanuit persoonlijk belang bij de beperkingen die al dan niet worden opgelegd aan

de betreffende commerciële agenten. Ook hier moeten we dan besluiten dat de

praktijk van en het debat over het lokale natuurbehoud ernstig begrensd wordt,

zowel kwalitatief als kwantitatief. In dit geval is dat misschien nog wel het meest

dramatisch, aangezien het Biologisch Instituut van alle besproken agenten die in

principe iets kunnen betekenen voor het natuurbehoud, beschikt over voldoende

middelen en manschappen om potentieel de grootste rots in de branding te zijn.

De „Autoridad local de Conservación‟, die verschillende agenten samenbrengt in het

lokale verlengstuk van het provinciale uitvoerende milieuorgaan CODEMA, (zie

hoger) zou dan weer een “zelf uitgevonden vergadering” zijn “die geen legitieme

autoriteit draagt”. 502 Dit lijkt te worden bevestigd door het feit dat de voorzitter van

deze Autoridad local en tevens de lokale afgevaardigde van CODEMA, Claudio

Barbieri, het in de zomer van 2009 nodig achtte om een aparte werkgroep op te

richten voor de beraadslaging over de consolidatie van de provinciale wet die

zwemmen met zuidkaperwalvissen toelaat,503 terwijl in de eigen taakomschrijving

van de Autoridad local toch onder meer vermeldt wordt “het naar voren schuiven

500 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010 ; en Els Vermeulen (voorzitster Fundación

Marybio), email, 13 april 2010, 21u49, bijlage 9.

501 ibidem

502 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

503 ibidem

Page 90: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

90

van nieuwe vormen van ecotoerisme.” Deze aparte werkgroep ad hoc is de

vergadering waarover Els Vermeulen en Alejandro Cammareri het hadden in de

karakterisering van Marybio. (zie hoger) De genodigde leden voor de werkgroep

waren voor de provincie de lokale vertegenwoordiger van CODEMA (Claudio

Barbieri) en „Directie Fauna‟, voor de lokale ngo‟s waren dat Marybio en Inalafquen,

voor het lokale toerisme Tritón, Desert Tracks en Cota Cero en als onvermijdelijke

wetenschappelijke autoriteit werd ook het Biologisch Instituut gevraagd.504 (allen:

zie hoger) Vanwege die laatste “kwam er nooit niemand opdagen omdat ze geen data

die naam waardig hebben over zeezoogdieren” en “omdat dat in de werkgroep

pijnlijk duidelijk zou geworden zijn.” 505 Hoewel ook Inalafquen “als

vogelbeschermingsorganisatie geen data heeft over zeezoogdieren”, werden zij toch

gevraagd en waren ze ook aanwezig louter uit “politieke overwegingen.”506 Dit soort

zaken dragen ook bij Alejandro Cammareri toe tot de afkeer van het politieke spel,

vertrouwde hij me toe, omdat agenten die niet relevant zijn en toch een inbreng

hebben, de doelgerichtheid van het debat in het gedrang brengen.507

Het meest frappante aan de werkgroep is echter het feit dat Claudio Barbieri, de

lokale afgevaardigde van het provinciale CODEMA,508 eveneens de zaakvoerder is

van een commerciële stakeholder (duikclub Cota Cero) en daar vooral in die laatste

hoedanigheid zit.509 Marybio vermoedt dat ze werden uitgenodigd omdat Barbieri

hen te vriend wil houden en om de indruk te geven dat hij het belang van de

walvissen wel degelijk in rekening wil brengen.510 Vandaar ook de uitnodiging van

Directie Fauna, die wettelijk gezien het hoogste beslissingsrecht hebben over de

walvissen maar die vooral ook te vriend moeten gehouden worden.511 In Directie

Fauna zetelen volgens Marybio momenteel degelijke mensen die ook effectief

vertolkers zijn van de belangen van de provinciale fauna.512 Barbieri, die in principe

504 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

505 ibidem

506 ibidem

507 Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

508 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

509 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

510 ibidem

511 ibidem

512 ibidem

Page 91: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

91

als afgevaardigde van CODEMA ook het milieubelang in acht moet nemen, geeft daar

gevolg aan met het volgende streven: hij wil “de impact op de walvissen miniem

houden door de toelating om met walvissen te zwemmen enkel toe te kennen aan

Cota Cero, zijn duikclub.”513 Terwijl de provincie Río Negro de enige regio ter wereld

is waar wettelijk de ruimte wordt gelaten om te zwemmen met zuidkaperwalvissen

(zie hoger), wil Barbieri zijn gewicht als milieu-afgevaardigde gebruiken om in de

regeling rond de implementatie van deze wet te verkrijgen dat zijn eigen toeristische

onderneming de enige is die dit ook mag uitvoeren, opdat hij onder het mom van „zo

minimaal mogelijke impact‟ het wereldwijde monopolie zou verkrijgen op deze vorm

van toerisme. Deze verregaande vorm van belangenvermenging beïnvloedt het debat

over natuurbehoud op haar beurt op een kwalitatieve manier. Of we in dit geval ook

kunnen spreken van een begrenzing van het debat moet de toekomst uitwijzen: “de

werkgroep kwam slechts vijf keer samen”, waarna de onderhandelingen afsprongen

en sindsdien nog niet werden hervat.514

2.3.2 Overzicht & interpretatie van de politieke participatie van de

informanten

Het vorige onderdeel bouwde grotendeels op hypotheses op subjectieve gronden.

Zoals gezegd zijn die hypotheses echter potentieel verhelderend over de aard van de

grenzen waaraan het actuele debat over natuurconservatie in de San Antoniobaai

gebonden is. Nu volgt een kort overzicht van de actuele politieke participatie van

mijn informanten.

Hoger zagen we al dat Diego Luzzatto een relatief radicaal discours hanteert wanneer

het gaat over de milieu-impact van bijvoorbeeld ALPAT, milieupolitiek en de

Argentijnse politieke cultuur in het algemeen. Naar eigen zeggen ventileert hij zijn

scherpe kritiek ook zeer eerlijk en rechtuit in het bijzijn van politici en

bedrijfsafgevaardigden, (zie hoger) wat vermoedelijk voor een deel meespeelt in wat

we vervolgens zagen: de blokkering van zijn vergunningen om in de San Antoniobaai

te werken en de uitsluiting uit het lokale formele politieke debat over natuurbehoud.

513 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

514 ibidem

Page 92: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

92

Bovendien, ongeacht wat er aan ten grondslag ligt, werd de rechtszaak tegen zijn

persoon aangespannen door iemand binnen de centrale lokale machtsstructuur. (zie

hoger). Dit alles draagt er vermoedelijk toe bij dat Diego Luzzatto, voor zover we

kunnen zien, weinig tot geen ruimte vindt om te participeren aan en te wegen op het

lokale politieke debat over de conservatie van de San Antoniobaai. Het dient wel

gezegd te worden dat hij in de emailconversaties die ik tot op heden met hem voerde,

selectief was in de vragen waarop hij daadwerkelijk antwoord gaf. We hebben dus

absoluut geen volledig inzicht in zijn situatie.

Marybio is tegenover mij veel explicieter over haar concrete politieke relaties en haar

deelname aan het politieke conservatiedebat op lokaal, regionaal en provinciaal

niveau.

Lokaal

Zoals we hierboven zagen, is haar verhouding met het Biologisch Instituut slecht te

noemen. Op het lokale niveau kunnen we daarnaast nog een aantal zaken aanduiden.

Het observatiecentrum dat door Marybio wordt inricht, (zie hoger) bevindt zich in

een gebouw dat niet van hen is.515 In die ruimte wordt een taverne gepland.516

Gedurende het voorbije jaar waren er echter nog infrastructuurwerken nodig om die

taverne voor te bereiden. 517 Ondertussen kon Marybio van deze infrastructuur

gebruik maken met toestemming van de eigenaar en de officiële steun van de

gemeentelijke dienst voor toerisme van San Antonio.518 Over de steun van die laatste

agent is er de voorbije maanden echter discussie ontstaan. Marybio is van mening

dat aan haar inspanningen om het observatiecentrum te doen draaien geen recht

wordt gedaan in de perscommunicatie door de gemeente en dat bovendien het door

de gemeente beloofde personeel nooit echt is komen meewerken.519 Toch stelde de

toerismedienst het centrum consequent voor als haar exponent van de gemeentelijke

515 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

516 ibidem

517 ibidem

518 ibidem

519 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

Page 93: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

93

waardering van de zeezoogdieren voor haar kust. 520 Vanaf dit jaar speelt de

gemeente echter geen rol meer: de taverne wordt geopend en de uitbater neemt

slechts Marybio mee als partner.521 Tijdens mijn medewerking in het centrum vorig

jaar leerde ik die uitbater, Sandro, kennen als iemand die oprecht geïnteresseerd was

in zeezoogdieren en deze graag wou koppelen aan zijn commercieel plan voor de

taverne. Later vernam ik van Els Vermeulen dat er nu inderdaad plannen zijn voor

iets als themacafé met permanente informatie over zeezoogdieren en de projecten

van Marybio.522 Els Vermeulen vindt dit zelf een prachtige ontwikkeling.523 Op deze

manier zou de participatie door Marybio aan het publieke debat over natuurbehoud

een permanente dimensie krijgen: haar mensen hoeven er zelfs niet steeds fysiek

voor aanwezig te zijn. In de marge van deze ontwikkeling ontstond er wel een

negatief neveneffect: de relatie met de gemeentelijke dienst voor toerisme werd

gevoelig verstoord.524 Dit is een moeilijk gegeven voor Marybio, gezien de lokale

schepen voor toerisme, Carlos Lambertucci, gezien wordt als een persoonlijke

vriend.525 Ik leerde de man tijdens mijn verblijf bij Marybio ook kennen als iemand

die op vertrouwelijke wijze met hen omging en vaak aanwezig was tijdens

gezamenlijke maaltijden en samenkomsten van de dichte sociale kring rond Marybio.

Volgens Els Vermeulen stamt net hieruit hun frustratie over het feit dat Lambertucci,

die vanuit die positie toch verwacht kan worden voeling te hebben met de situatie, in

zijn communicatie over het observatiecentrum nalaat melding te maken van Marybio

als onder meer wetenschappelijke kracht in het verhaal.526

Marybio heeft een vergelijkbare dubbele verhouding met Claudio Barbieri.527 Ook zij

houden elkaar voorlopig te vriend,528 maar we zagen hoger dat die laatste zijn

politieke gewicht tracht te gebruiken om zijn commerciële positie in het toerisme te

versterken. Hierbij betrekt hij Marybio tot nog toe in het debat, maar Els Vermeulen

520 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

521 ibidem

522 ibidem

523 ibidem

524 ibidem

525 ibidem

526 ibidem

527 ibidem

528 ibidem

Page 94: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

94

vermoedt dat die hoffelijkheid snel kan verdwijnen wanneer Marybio met haar

wetenschappelijk werk en via haar contacten met provinciale overheidsagenten op

termijn zwaarder zou wegen op het juridische kader van het natuurtoerisme.529 (zie

verder) Zij stelt dat ze zich, meer dan Alejandro Cammareri, zorgen maakt over de

kracht van hun lokale sociale netwerk wanneer ze zich met de tijd sterker zullen

kunnen opstellen als agent die fundamenteel mikt op het behoud van de soorten

waarop de overheids- en de commerciële agenten rekenen om het toerisme verder op

uit te bouwen: “als het behoud er echt tussenkomt zal Marybio Claudio en Carlos

verliezen. Dat begint nu al stilaan.”530

Regionaal

Op regionaal niveau is er Portaal GSM, waarvan we de website uitvoerig hebben

gebruikt in het beschrijvende eerste hoofdstuk. We gaven al aan dat Marybio niet

vermeld word in de lijst van regionale duurzaamheidsinitiatieven op deze website.

Wie wel vermeld worden zijn onder meer het de Comahue Universiteit en het

daaraan verbonden Biologisch Instituut, Fundación Patagonia Natural, Fundacíon

Vida Silvestre Argentina, Fundación Inalafquen, de Autoridad Local enzoverder. (zie

hoger) We zagen hoger dat er tussen deze instanties financiële banden zijn en dat ze

elkaar geregeld vernoemen in de „acknowledgments‟ in hun artikels en in

verwijzingen op hun websites. Toen ik Els Vermeulen confronteerde met het feit dat

ik op dit informatieportaal was gestoten tijdens mijn opzoekingswerk en dat de

informatie die het biedt en de horizon die het schetst (zie hoger) mij waardevol lijken,

maar dat Marybio daar toch ontbreekt, beaamde ze dat alles.531 Ze voegde echter toe

dat deze agenten elkaar ook politiek in stand houden en hun kring trachten gesloten

te houden: Marybio diende al aanvragen in om hun projecten ook te mogen

voorstellen op het informatieportaal, maar kreeg nooit gehoor.532 Ze interpreteert

deze weigerachtige houding vanwege het contrast tussen de werkingen: agenten als

Marybio en Diego Luzzatto “zijn de enigen die onderzoek doen op een basis die

onafhankelijk is van die kring mensen, de enigen die op korte termijn veel gedaan

529 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

530 ibidem

531 ibidem

532 ibidem

Page 95: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

95

hebben en die louter in de dieren geïnteresseerd zijn en de politiek errond niet zien

als doel op zich.”533

Provinciaal

Op het provinciale niveau tenslotte heeft Marybio een neutrale relatie met CODEMA,

het orgaan dat de vergunningen toekent om in het beschermde gebied van de baai te

werken.534 Het koestert een bepaald wantrouwen tegenover dit orgaan, aangezien

het “absoluut niet vrij is van corruptie,” maar had er tot op heden geen

noemenswaardige problemen mee. 535 Gezien Marybio hetgene wat de provincie

aanbelangt ook provinciaal houdt, bijvoorbeeld wanneer er aangespoelde dieren

worden gevonden (in tegenstelling tot het Biologisch Instituut; zie hoger), kan het

rekenen op een relatieve goodwill bij de provinciale diensten.536 Verder is er een

goede relatie met Directie Fauna (zie hoger), tenminste “zolang de huidige mensen

daar blijven werken.” 537 Momenteel werkt Directie Fauna op basis van de

wetenschappelijke data en analyses ervan die Marybio aanbrengt, aan een

wetsvoorstel wat betreft de benadering van tuimelaardolfijnen. 538 Het zou een

streng wetsvoorstel worden, dat slechts bewuste benaderingen van tuimelaars

toelaat aan vaartuigen met wetenschappers die daar de nodige vergunningen voor

hebben.539 Dit zou de commerciële exploitatie van deze dolfijnsoort beperken tot

activiteiten vanop de kusten. Dolfijntoerisme gebeurt vandaag nog niet op

georganiseerde basis in de regio, maar Marybio heeft sterke vermoedens dat dit niet

meer lang op zich zal laten wachten.540 De onderhandelingen over toerisme op

walvissen zitten in het slop (zie hoger) en Claudio, de gangmaker van die

onderhandelingen, “lijkt zich er iets te gemakkelijk bij te hebben neergelegd.”541

533 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

534 ibidem

535 ibidem

536 ibidem

537 ibidem

538 ibidem

539 ibidem

540 ibidem

541 ibidem

Page 96: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

96

Maar deze dieren zijn wegens hun migrerende karakter slechts drie maanden per

jaar aanwezig in de regio.542 Dolfijnen worden echter het jaar rond geobserveerd in

de baai en zouden dus een stabielere vorm van inkomsten kunnen bieden aan de

toeristische agenten.543 “In San Antonio Este is momenteel, naast de haven en

richting de kanaalzone, een miljoenenproject aan de gang waar Claudio bij betrokken

is.” Het gaat om “de promotie van watersporten als jetskiing, maar vooral van

ecologische tours.” 544 “Nu heet dat nog vaag „ecologische tours‟, maar zo‟n

miljoenenproject wordt niet gestart voor 3 maanden per jaar walvistoerisme... we

vermoeden sterk dat het onder meer dolfijntoerisme wordt.”545 “We vernemen dat er

is gepland om over twee jaar effectief van start te kunnen gaan met die activiteiten.”

Dat betekent dat er binnen afzienbare tijd “meer boten op het water komen” die

actief op zoek zullen gaan naar de dieren. In dat licht moet het wetsvoorstel van

Directie Fauna, in samenwerking met Marybio, indien het inderdaad ook wordt

opgenomen in de provinciale wet, een instrument worden tegen een ongebreidelde

en potentieel onduurzame omgang met de dieren. Dit communiceerde Marybio

lokaal nog tegen niemand, maar op het moment dat het dit doet, kan haar sociale

netwerk opnieuw klappen krijgen, klinkt het bij Els Vermeulen.546 (zie hoger)

2.4 Nichespelers en hun ‘progressiemarge’

In dit laatste onderdeel van hoofdstuk 2 interpreteren we de positie van de

informanten aan de hand van een theoretisch kader over transitiemanagement dat

we vinden bij Peter Tom Jones en Vicky De Meyere. Enkele centrale begrippen uit dit

kader zijn nuttig om bovenbeschreven politieke en maatschappelijke situatie te

interpreteren. De theorie van het transitiemanagement wordt deels ingegeven door

engagement, door een perspectief van wenselijkheid wanneer het gaat over bepaalde

maatschappelijke veranderingen. Toch hanteert ze volgens mij objectievere termen

dan pakweg „goed‟ versus „slecht‟: ze wil op pragmatische wijze dergelijke

542 Els Vermeulen en Alejandro Cammareri [in gesprek met Maarten Van Houte], augustus 2009.

543 ibidem

544 ibidem

545 ibidem

546 ibidem

Page 97: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

97

standaardtegenstellingen overstijgen door te zoeken naar tijdelijke raakpunten. Die

raakpunten hoeven niet eens stabiel te zijn: het gaat om naar mijn interpretatie om

cumulatieve stappen in een praktisch proces dat onderhuids continu van aard

verandert. Om dat kader op een casus toe te passen, moeten we agenten tijdelijk

identificeren door ze te associëren met kernbegrippen uit de theorie. Hierbij moeten

de grenzen van de definities die in het transitiemanagement gegeven worden,

compensatie bieden aan eventuele vooringenomenheid.

Een schets van het transitiemanagement

In het boek „Terra Reversa – de transitie naar rechtvaardige duurzaamheid‟ van

Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, wordt het begrip transitiemanagement naar

voren geschoven als deel van een basismethodologie om bepaalde welomschreven

tegenstellingen in een algeheel wereldsysteem te overbruggen.547 Het maakt deel uit

van een volledig paradigma dat zowel lokale als globale transities in gang wil helpen

zetten.548 Er wordt in „Terra Reversa‟ een wereldsysteemanalyse gemaakt waarbij de

nadruk ligt op mogelijke systeemwijzigingen die in ontwikkelde, westerse landen een

shift naar duurzaamheid zouden kunnen betekenen.549 Daarvoor kijken de auteurs

onder meer naar stationaire economie in plaats van groeieconomie, radicale

dematerialisering enzoverder.550 Dat zou, volgens de criteria die in het boek worden

gehanteerd, nog niet moeten gelden voor de armere landen.551 Gezien de schaal van

dit onderzoek kunnen we de hele mogelijke discussie over het statuut van Argentinië

en haar regio‟s niet meenemen (dat is het onderwerp voor op zichzelf staand

onderzoek). We kunnen dus slechts de lokale dimensie van het transitiemanagement

hanteren in onze benadering van de San Antoniobaai, wat een niet te onderschatten

kwalitatief verschil in analyse oplevert. Wat we wel meenemen zijn een aantal

kernbegrippen uit die theorie, alsook de wenselijkheid die erin vervat zit wat betreft

transities richting rechtvaardige ecologische duurzaamheid.

547 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 82

548 ibidem

549 ibidem

550 idem, 82-83.

551 idem, 37.

Page 98: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

98

In het begrip transitiemanagement zien we twee componenten: transitie en een

bepaalde sturing ervan. Met transitie bedoelen Jones en De Meyere het volgende:

“een grondig, maatschappelijk veranderingsproces van een oud naar een nieuw

evenwicht, waarbij veranderingen optreden op het niveau van structuren

(institutionele opbouw, macht enzoverder), cultuur en werkwijzen (routines, regels,

gedrag).”552 Als voorbeeld geven zij de demografische transitie van een samenleving

met een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een samenleving met een laag geboorte-

en sterftecijfer.553

Dergelijke transities gebeuren volgens Jones en De Meyere “meestal in snelle

bewegingen, in horten en stoten, na jarenlange stilte”, “met de benodigde tijd van

één tot twee generaties om zich fundamenteel te voltrekken,” “hoewel transities

binnen deelcomponenten van een systeem sneller kunnen plaatsvinden.” 554 We

zouden kunnen stellen dat deelcomponenten van een transitie in de San Antoniobaai

zou kunnen gaan over bijvoorbeeld de verwerking van afvalstromen.

Voor we kunnen denken aan het sturen van zulke grootschalige processen moeten we,

nog steeds volgens Jones en De Meyere, vooreerst een begrijpelijke analyse maken

van actuele situaties: zij hanteren hiervoor multilevel en multiactor analyses.555 Hun

multilevelbenadering onderscheidt MACRO-, MESO- en MICRO-factoren. 556

MACRO-factoren bestaan uit zaken op landschapsniveau: dominante metatrends

(economische systemen, natiestaten, globalisering, wereldbeeld, ...) en metashocks

(klimaatwijziging, peak oil, ...). 557 MESO-factoren bestaan uit zaken op

regimeniveau (dominante praktijken die ingebed zijn in een samenleving via regels

552 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 93.

553 ibidem

554 idem, 93.

555 dem, 95-99.

556 idem, 95-97.

557 ibidem

Page 99: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

99

en instituties), zoals mobiliteit, voedingsmodel, mondiaal toerisme, ... 558 Met

MICRO-factoren bedoelen ze zaken op nicheniveau: opkomende praktijken en

werkwijzen als elektrische wagens, alternatieve landbouw, alternatief wonen

enzoverder.559

De kloof waar we het wat betreft de San Antoniobaai over hadden, bevindt zich naar

mijn interpretatie op regimeniveau: de kloof tussen theorie en praktijk van

natuurbehoud wordt tot nog toe volgens dit onderzoek onder meer gevoed door

gangbare en dominante, zij het in dit geval onbeschreven praktijken als

belangenvermenging, machtsmisbruik en corruptie, zoals we uit bovenbeschreven

voorbeelden en suggesties van mijn informanten kunnen vermoeden. De lokale

agenten die centrale machtsposities innemen in de dominante structuren kunnen we

met de terminologie van Jones en De Meyere regimespelers noemen. Gegeven die

invulling en de bovenstaande karakteriseringen denken we hiervoor aan het

Biologisch Instituut, de kring ngo‟s die we terugvinden op Portaal GSM, Claudio

Barbieri enzoverder. De agenten op nicheniveau, die op “kleinschalig niveau al

experimenteren en innoveren”, maar die “helemaal niet tot de hoofdstructurr van het

systeem” behoren” 560 kunnen we met Jones en De Meyere benoemen als

nichespelers. Gegeven de die defintie van Jones en De Meyere en bovenstaande

karakteriseringen komen we dan uit bij Marybio en Diego Luzzatto. Deze

identificeringen met regimespelers en nichespelers zijn niet exhaustief, in die zin dat

we niet met zekerheid alle relevante agenten hebben beschreven.

Bij Jones en De Meyere vinden we verder dat regimes vaak stabiel en star zijn:

pioniers of nichespelers worden afgeremd en soms compleet tegengehouden door bv.

institutionele barrières, kortetermijnbelangen en machtsonevenwichten die de groei

van ontluikende niches onschadelijk moeten maken. 561 Nochtans zijn die

nichespelers belangrijk voor toekomstige veranderingen in regimes.562

558 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 95-97.

559 ibidem

560 idem, 96.

561 ibidem

562 ibidem

Page 100: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

100

Jones en De Meyere stellen ook een fase-analyse voor: transities gebeuren in fases

van voorontwikkeling¸ bifurcatie, versnelling en stabilisatie.563 We kunnen stellen

dat de situatie in de San Antoniobaai er een is die overeenkomt met hun beschrijving

van de voorontwikkelingsfase: “er vinden weinig zichtbare veranderingen plaats, al

worden er vele nieuwe ideeën ontwikkeld die breken met het gangbare regime. Op de

achtergrond experimenteren pioniers met de nieuwe concepten en ideeën.”564 De

volgende fase, die van bifurcatie, beschrijft een bepaald kritisch punt waarop “een

regime in beweging komt en reeds fundamenteel verandert onder externe druk of

door veranderingen in landschapsprocessen.” Gegeven bovenstaande beschrijving

van de situatie in de San Antoniobaai is het zeer twijfelachtig of dit voor enig lokaal

regime (bijvoorbeeld omgang met visbestanden, afvalverwerking, ...) reeds het geval

is.

Het voltrekken van transities doorheen al deze fases hangt onder meer af van zaken

waar weinig rechtstreekse vat op is,565 maar deels zou dit ook stuurbaar zijn: volgens

hun multi-actor-analyse zijn overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen,

maatschappelijke organisaties, consumenten en individuele burgers “wederzijds

afhankelijke actoren die onderling moeten samenwerken of onderhandelen om een

bepaalde systeemdoorbraak te bewerkstelligen.”566 Om die verandering te helpen

bewerkstelligen, zien ze verschillende volgtijdelijke transitiestappen: het creëeren

van transitie-arenas, transitiebeelden, transitiepaden en transitie-experimenten.567

De eerste stap, het creëeren van transitie-arenas, behelst het actief zoeken naar

geschikte stakeholders.568 “Stakeholders in een transitie hebben een doel of visie

voor ogen wat de eindtoestand betreft.”569 Op basis van de kwalitatieve verschillen

in streefdoelen, moeten we dus een verschilrekening maken in het identificeren van

563 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 93-94.

564 ibidem

565 idem, 95.

566 idem, 97.

567 idem, 100-108.

568 idem, 100-101.

569 idem, 94.

Page 101: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

101

geschikte stakeholders. In een transitie-arena moeten nichespelers verenigd worden

met vernieuwingsgezinde regimespelers, waarna “heel bewust de verschillende

opvattingen over een ernstig probleem en de mogelijke oplossingsrichtingen”

worden geconfronteerd.570 Op basis hiervan moet een gedeelde probleemanalyse

opgesteld worden die de grond moet vormen voor het opstellen van

duurzaamheidsvisies of Leitbilder, die de volgende transitiestap moeten

ondersteunen.571 Die Leitbilder zijn “enthousiasmerende, visionaire en uitdagende

toekomstbeelden”572 “Typisch aan Leitbilder is dat ze nog relatief vaag blijven. Het

zijn vooral droombeelden die aangeven dat de toekomst anders en beter kan zijn dan

het heden.”573 Dit doen ons denken aan de Horizonte die geschetst wordt door

Portaal GSM. We kunnen er echter van uitgaan dat er bij Jones en De Meyere

idealiter ook nichespelers een aandeel hebben in het opstellen van die droombeelden.

In het geval van Portaal GSM is dat niet het geval, zoals we zagen: Marybio vindt tot

nog toe geen toegang tot dat platform. Ook Diego Luzzatto en CONICET in haar

geheel zijn daar afwezig.

Tijdens een interview in Antwerpen (april 2010), legde ik dit theoretisch kader en de

lijst van relevante agenten die we identificeerden voor aan Els Vermeulen, met de

bedoeling om potentiële agenten aan te duiden voor de uitvoering van de eerste

transitiestap: de vorming van een transitie-arena. Zij stelde echter dat de lijst met

relevante agenten compleet was maar dat ze er “met de beste wil van de wereld” geen

vernieuwingsgezinde regimespelers in kon aanduiden.574

Als we er van uitgaan dat het theoretische kader van het transitiemanagement voor

de San Antoniobaai inderdaad vastloopt op de eerste transitiestap, hebben we dus

een andere, meer bescheiden ambitie nodig dan het krampachtig proberen simuleren

van iedere transitiestap. Als de barrières voorlopig nog te groot zijn voor de agenten

om in een transitie-arena bewust en direct de confrontatie aan te gaan tussen hun

opvattingen met het doel om daar een gedeelde strategie uit te halen, dan kan dat

570 idem, 100.

571 idem, 101.

572 ibidem

573 idem, 102.

574 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

Page 102: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

102

misschien al indirect gebeuren. Het volgende hoofdstuk beschrijft een poging

daartoe.

2.5 Tussentijdse beschouwingen

We lieten twee lokale agenten aan het woord, Marybio en Diego Luzzatto (in naam

van het nationale CONICET), die in de marge van het lokale natuurbehoud opereren.

We introduceerden begrippen en definities uit de theorie van het

transititiemanagement om hen te identificeren als nichespelers. Die nichespelers

gaven aan dat ze met bepaalde barrières te maken krijgen die hun ambities wat

betreft natuurbehoud bemoeilijken. We identificeerden opnieuw aan de hand van

het transititiemanagement een aantal regimespelers, zoals het Biologisch Instituut,

die centrale machtsposities innemen en een grote invloed uitoefenen op het lokale

natuurbehoud en het debat daaromtrent. Marybio en Diego Luzzatto gaven aan dat

er niet alleen een politieke en economische desinteresse bestaat voor ernstig

natuurbehoud maar ook dat bepaalde centrale agenten reële duurzame

verwezenlijkingen bemoeilijken door corruptie, belangenvermenging en

machtsmisbruik. In een ander werk over transitiemanagement vinden we “dat je wel

erg veel pech moet hebben wil je in een territoriumstrijd met een actiegroep verzeild

raken.”575 Een territoriumstrijd tussen agenten is nu net wat het geval lijkt te zijn in

de San Antoniobaai, gegeven bovenbeschreven tegenstellingen.

Dit alles suggereert een kloof tussen wat er officieel aan natuurbehoud zou gebeuren

en wat er in de praktijk plaatsvindt. Om die tegenstellingen te proberen overstijgen

introduceerden we een voorstel tot stappenplan uit het transitiemanagement. Voor

de uitvoering van de eerste transitiestap zouden de barrières momenteel te groot zijn:

volgens de huidige gegevens zijn kunnen we geen regimespelers identificeren die

voldoende vernieuwingsgezind zijn om bewust en direct in een transitie-arena mee

te stappen. Vandaar moeten we meer gegevens verzamelen en ondertussen trachten

een opstap te maken naar die transitie-arena door ze voor de agenten indirect samen

te stellen.

575 Ben Brangwyn en Rob Hopkins, Basishandleiding transitie-initiatieven. Hoe word je een transitiestad, -dorp,

-streek, -gemeenschap of zelfs –eiland? Vert. Hugo V.M. Klip en Jeanneke Van De Ven (Utrecht: Jan van Arkel,

sine dato), 38

Page 103: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

103

3 Questionaires: de agenten benaderd

Aan het einde van het vorige luik van dit onderzoek kwamen we tot de conclusie dat

de toepassing van de eerste transitiestap uit de theorie van Jones en De Meyere

voorlopig vastloopt in de context van de San Antoniobaai. Voorlopig, dat wil zeggen:

op basis van de huidige inzichten van onze informanten. Die laatsten beperkten zich

tot nog toe echter tot 3 mensen. Deze zijn weliswaar respectabele wetenschappers,

die naast hun wetenschappelijke nichekennis ook waardevolle politieke informatie

konden bieden, maar ook ideologisch bevinden zij zich in een niche. Aangezien de

bestaande realiteit van de San Antoniobaai zeer complex is, wordt het, om haar te

kunnen kennen, noodzakelijk om zoveel mogelijk perspectieven en kenwijzen naast

en tegenover elkaar te plaatsen. Bij Donald Campbell vinden we dat we “een realiteit

kunnen zoeken en schetsen die door alle betrokkenen kan gedeeld worden, maar die

altijd slechts veronderstellend en indirect gekend kan zijn.”576 Vandaar gaan we bij

alle relevante agenten die we tot nog toe heb kunnen identificeren op zoek naar

nieuwe gegevens, om een breder beeld te krijgen. Terwijl we dat doen kunnen we

bovendien indirect en voor de agenten onbewust uit te voeren wat volgens Jones en

De Meyere bewust en op directe wijze in een transitie-arena hoort te gebeuren: de

confrontatie van verschillende opvattingen over ernstige problemen en mogelijke

oplossingsrichtingen, om tot een gedeelde analyse te komen. (zie hoger)

In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe die nieuwe gegevens tot stand kwamen.

Vervolgens confronteren we die gegevens met wat we al wisten uit hoofdstuk 1 en

wat gesuggereerd werd in hoofdstuk 2. Hierbij hebben we aandacht voor

contradicties, maar bovenal gaan we op zoek naar een spoor van een perspectief dat

eventueel gedeeld wordt door verschillende agenten. Dit wordt ook gemotiveerd door

Campbell‟s multiperspectivalness: ondanks hun radicaal epistemologisch

relativisme is het “mogelijk dat alle botsende percepties verwijzen naar gedeelde

events en op die manier een impliciet ontologisch realisme inhouden.”577 Indien we

in de nieuwe informatie van onze verbrede groep informanten impliciete

576 Donald T. Campbell, Descriptive Epistemology: Psychological, Sociological and Evolutionary. Lecture 1: The

Field and its Philosophical Setting. [Onuitgegeven lezing] (Harvard University: William James Lectures, 13 april

1977), 24-25.

577 idem, 30.

Page 104: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

104

verwijzingen naar een gedeelde realiteit kunnen opsporen, zien we misschien de

contouren van een tot nog toe ongekende progressiemarge richting transitiestappen.

3.1 Methode, benadering, opstelling en geadresseerden

Algemeen is het belangrijk op te merken dat dit onderzoeksdeel volledig tot stand

kwam vanop afstand en na mijn verblijf in de regio van de San Antoniobaai, maar

dat dit desalniettemin gebeurde in nauwe correspondentie met Marybio. Dit kan

opnieuw enige subjectiviteit toevoegen, maar de positie van mijn voornaamste

informanten was steeds prioritair. In het Handbook of Methods in Cultural

Anthropology vinden we volgende richtlijn: “to engage in an open dialogue of the

risks and benefits of the proposed research with the research particpants themselves

and, ideally, to engage with them as collaborators.”578 De benadering van agenten

die in relatie staan met Marybio kan in principe veranderingen teweegbrengen in die

relaties. Daarom moet dit goed doordacht gebeuren en moeten de risico‟s

geminimaliseerd worden.

Methode

Gezien dit luik van het onderzoek maanden na mijn verblijf in de regio ontwikkeld

werd, was de mogelijkheid tot extra mondelinge interviews uitgesloten. Het was dus

aangewezen om vragenlijsten of questionaires af te nemen via email. Deze methode

impliceert dat zowel onderzoeker als informant elkaar moeilijker kunnen taxeren

dan in het geval van rechtstreekse interviews. Dat biedt enkele kwalitatieve nadelen,

zoals de onmogelijkheid van controle op de identiteit van de auteur van antwoorden,

de intonatie van antwoorden, de fysieke houding van de respondent en andere non-

verbale reacties op de vragen enzoverder. De onderzoeker staat dus ver van zijn

informanten en dient hiermee rekening te houden bij de verwerking van gegevens.

(zie verder) In het geval van dit onderzoek kan deze afstand echter een voordeel

betekenen. Ik begeef mij als onderzoeker op een politiek gevoelig terrein en moet al

het mogelijke doen om de politieke positie van mijn voornaamste informanten geen

578 Russell H. Bernard, ed. Handbook of Methods in Cultural Anthropology, (Walnut Creek: AltaMira Press,

1998), 189

Page 105: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

105

schade te berokkenen. Het is dus nodig om de verbanden tussen die laatsten en

mijzelf zoveel mogelijk af te schermen, opdat geen enkele negatieve attitude die ik

mogelijk zou genereren bij andere agenten, gebruikt zou worden tegen hen.

Bovendien kan het afschermen van de bestaande verbanden tussen mijzelf en enkele

agenten noodzakelijk zijn om sowieso kans te maken op de wil bij andere agenten

om te antwoorden en desgevallend ook nog integer te antwoorden. In het Handbook

of Methods in Cultural Anthropology vinden we dat we ethisch gezien moeten

opletten met “coërcieve zaken.”579 Het afschermen van bestaande verbanden tussen

mijzelf en relevante agenten ten aanzien van andere agenten, kan inderdaad als een

machtsevenwicht gezien worden. De bedoeling is echter niet om de andere agenten

schade te berokkenen, net zomin als de bedoeling is om de agenten waarmee ik

verbonden ben, te bevoordelen. We hopen integendeel achteraf een hand te kunnen

uitreiken naar alle betrokken agenten ten aanzien van constructieve stappen in de

bescherming van de San Antoniobaai.

De afstand tussen onderzoeker en bevraagde die inherent is aan digitale

omgangsvormen als email, kan voor beide objectieven positief aangewend worden.

Toch kon ik met deze formele eigenschappen van digitale omgangsvormen niet

genoeg zekerheid inbouwen wat betreft het afschermen van Marybio, Diego Luzzatto

en mezelf als onderzoeker. Ook inhoudelijk was enige beredenering nodig: welk

profiel kon ik mijzelf aanmeten om kans te maken op bereidheid tot integere

medewerking? Welke vragen konden gevoelige onderwerpen als corruptie vermijden

en toch peilen naar zaken achter de officiële en publiek toegankelijke gegevens? De

verkeerde vragen zouden eenvoudig desinteresse of integendeel vijandigheid kunnen

opleveren. Ook redundante antwoorden, die ons niet verder brengen dan wat al in

hoofdstuk 1 beschreven werd, behoorden tot de mogelijkheden.

Benadering

Ik zou een coverstory nodig hebben om mezelf voor te stellen en het opstellen van de

vragenlijst zou weloverwogen moeten gebeuren. Hiervoor kon ik grotendeels

terugvallen op de inzichten van Dr. Ludo Holsbeek, docent „Europese en Vlaamse

579 Russell H. Bernard, ed. Handbook of Methods in Cultural Anthropology, (Walnut Creek: AltaMira Press,

1998),, 184

Page 106: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

106

milieuwetgeving‟ aan de Vrije Universiteit Brussel 580 , werkzaam voor het

departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid 581 en

vervangend afgevaardigde van het Europese Parlement in het Europese

Milieuagentschap. 582 Hij was de promotor van Els Vermeulen voor haar thesis aan

de VUB en is nu co-promotor voor haar doctoraat aan de Universiteit van Luik. 583

(zie hoger) Zij introduceerde mij in april 2010 in Antwerpen bij Dr. Holsbeek met de

duiding dat hij het natuurbehoud in Argentinië in het algemeen zeer goed kent en

ook de situatie van Marybio opvolgt. Hij raakte geïnteresseerd in mijn onderzoek en

begreep dat na het voorlopige vastlopen van de denkoefening over

transitiemanagement in de San Antoniobaai een nieuw uitgangspunt nodig was.

Enkele weken later had ik in Brussel een nieuwe ontmoeting met hem, waarbij ik

tijdens een informeel interview de bovenstaande methodologische en inhoudelijke

vragen over mijn questionaires voorlegde. Dit interview vond plaats op een terras in

het hart van Brussel, maar mijn informant was duidelijk op zijn gemak en praatte

honderduit. Met zijn toestemming nam ik ondertussen nota‟s.

Ik vertelde hem dat ik met het idee speelde om de inside information die ik heb

voorgesteld in hoofdstuk 2, in te slikken bij het opstellen van de questionaires en me

slechts te baseren op informatie waarvan het ook voor de aan te schrijven agenten

plausibel lijkt dat ik erover beschik: de gepubliceerde data en de publiek

toegankelijke informatie uit hoofdstuk 1. Zo kan ik laten uitschijnen dat ik nooit in

Argentinië, laat staan in de regio geweest ben, er geen contacten heb en bijgevolg

totaal „ongevaarlijk‟ ben vanuit hun optiek. Maar hoe kan ik dan verklaren dat ik een

onderzoek voer over de regio? Volgens Ludo Holsbeek zijn de milieuproblemen in de

San Matíasgolf (met inbegrip van de San Antoniobaai), vervuiling, overbevissing en

onduurzaam toerisme, “sterk vergelijkbaar met die in de zuidelijke bocht van de

Europese Noordzee, met dat verschil dat het hier hoogstwaarschijnlijk nog een graad

erger gesteld is.”584 Hij stelde voor om dat aan te grijpen voor mijn coverstory: “stel

580 Website Vrije Universiteit Brussel, “Profiel B4: Milieu en volksgezondheid”

581 Website Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, “studiedag-concerto-teksten”

582 Website Europees Milieuagentschap, “List of members of the Management Board”

583 Els Vermeulen [interview door Maarten Van Houte], 28 april 2010.

584 Holsbeek, Ludo [interview door Maarten Van Houte], 12 mei 2010.

Page 107: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

107

het voor alsof je een vergelijkende studie maakt tussen beide gebieden.”585 Ik ben

inderdaad op dat idee doorgegaan. Op die manier kan ik mijn interesse in hun regio

plausibel maken (zonder dat ik Marybio of Diego Luzzatto nodig heb), omdat de

problemen gelijkaardig zijn en slechts gradueel zouden verschillen. Hierbij kunnen

we hen vragen naar hun perspectief omdat dat misschien suggesties kan opleveren

voor de Europese aanpak van die problemen. Dit hoeft niet eens onwaar te zijn, maar

die vergelijkende insteek ligt nu eenmaal niet binnen de toedracht en de schaal van

dit onderzoek. Verder leek het Ludo Holsbeek belangrijk om geen namen te noemen

en dus niemand persoonlijk voor het hoofd te stoten, maar om “het systeem te

bevragen” op een manier “dat er nog steeds iemand verantwoordelijk moet zijn.” Om

de aan te schrijven agenten in hun waarde te laten, raadde hij me bovendien aan om

de vragen die gaan over zaken die vermoedelijk helemaal niet in orde zijn te

compenseren met vragen over een aantal zaken waarvan we vermoeden dat ze al

goed zitten, waarop ze met recht en rede positief kunnen antwoorden.”586 Ik liet

mijn enthousiasme over deze ideeën blijken, maar benadrukte ook mijn vrees voor

redundantie: de bevraging moet inderdaad respectvol en tactvol gebeuren, maar

moet toch zeker ook scherp genoeg zijn. Om aan die laatste vereiste te voldoen,

suggereerde hij dat ik met bepaalde vragen de provinciale of zelfs nationale gang van

zaken kan provoceren door te verwijzen naar de provincie Chubut, “waar de

beschermde natuurgebieden over het algemeen beter beheerd worden”, naar de

provincie Missiones, “de eerste Argentijnse provincie die volledig energie-

onafhankelijk is door structureel in te zetten op hernieuwbare energie” en naar het

feit dat Argentinië haar weekdieren “niet naar Europa mag exporteren omdat het

niet kan garanderen dat die geen polluenten bevatten.”587

Inhoudelijk raadde hij aan om vragen op te stellen op drie steeds specifiekere

niveau‟s van probleemanalyse: het overkoepelende “integrale beeld van waar je

naartoe wil”, de “doelstellingen en indicatoren” daarin en tenslotte de “concrete

oplossingen” die daartoe voorradig zijn. Nog steeds volgens Ludo Holsbeek kan het

in mijn questionaires algemeen gaan over “strategieën en langetermijnvisies om de

verschillende pressures onder controle te brengen”, “de politieke niveau‟s die

585 Holsbeek, Ludo [interview door Maarten Van Houte], 12 mei 2010.

586 ibidem

587 ibidem

Page 108: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

108

daarmee bezig zijn”, “de voorradige wetgeving”, “de doelstellingen en de eventuele

termijnen waarbinnen die gehaald moeten worden”, “de indicatoren waarmee

monitoring kan gebeuren” en “de middelen om doelstellingen afdwingbaar te

maken.”588 Concreter kan het gaan over “de vraag of er een visserijplan is met

eventuele rustzones” en “of er aan productdifferentiatie en zuivering van de

stedelijke en industriële vuilvracht gedaan wordt.”

Opstelling

Wegens de expertise van Ludo Holsbeek op het domein van milieubeleid en zijn

bredere ervaring met Argentinië, besloot ik zijn suggesties zo volledig mogelijk op te

volgen. Ik stelde de volgende aanvraag tot medewerking en aansluitende vragenlijst

op.

588 Holsbeek, Ludo [interview door Maarten Van Houte], 12 mei 2010.

Page 109: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

109

“Gericht aan [...]

Betreft: Aanvraag tot medewerking aan comparatief universiteitsonderzoek Zuidelijke bocht

Noordzee en Bahía San Antonio/Golfo San Matías

Geachte [...],

Ik ben een Belgische student Wijsbegeerte. Graag verzoek ik om uw aandacht voor een

opdracht die ik uitvoer voor de onderzoekscel “global ethics” aan de Universiteit van Gent,

België. Het gaat om een vergelijkend onderzoek tussen het mariene milieu van de zuidelijke

bocht van de Noordzee en dat van een andere regio ter wereld, in het kader van “Integraal

Kustbeheer”. Waar vele andere studenten zich richten op Azië, wens ik ons mariene milieu

van de zuidelijke Noordzeebocht te vergelijken met dat van uw regio. Ik mocht uit de

voorradige wetenschappelijke literatuur verstaan dat de Golf van San Matías en

meerbepaald de baai van San Antonio geconfronteerd worden met verschillende

gelijkaardige vormen van druk op het milieu (contaminatie, bevissing en toerisme), met dat

verschil dat de milieuproblematiek in de Noordzee wellicht ernstiger is. Daarom wens ik u,

en met u enkele andere Argentijnse instanties, te vragen naar uw perspectief op enkele

relevante aangelegenheden. Ik ben zeer geïnteresseerd in uw aanpak en de instrumenten die

u hanteert. In het geval dat u de visie van uw departementen wil delen, zal ik deze in mijn

onderzoek vergelijken met de andere verschillende Argentijnse perspectieven en met enkele

Belgisch-Europese perspectieven, in de hoop hiermee een genuanceerd beeld te kunnen

schetsen van een complexe maar hoogdringende realiteit, en eventueel enkele suggesties te

kunnen doen naar het globale beleid inzake mariene miliedruk.

In de hoop op uw gewaardeerde medewerking,

Alvast hartelijk bedankt,

Met hoogachtende groet,

Maarten Van Houte

Masterstudent Wijsbegeerte

Universiteit Gent, België

Page 110: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

110

[email protected]

Algemene vragen

1. Welke indicatoren ziet u en hanteert u om de milieudruk op te meten? 2. Bestaan er concrete doelstellingen om aan de hand van die indicatoren de

milieudruk te verlichten? Indien dit het geval is: zijn deze doelstellingen gebonden aan concrete termijnen of data?

3. Bestaat er voor uw regio een strategie of langetermijnvisie om de verschillende vormen van druk op het milieu onder controle te krijgen en eventueel terug te dringen? Indien dat het geval is: welke beleidsniveau‟s zijn hiermee bezig?

4. Bestaat er een adequaat wettelijk-juridisch kader om vat te krijgen op de milieudruk? Indien dat het geval is: bestaan er middelen om de bepalingen van dat wettelijk-juridisch kader afdwingbaar te maken (eventueel in de vorm van een penaal systeem)?

5. Ziet u milieuvriendelijke initiatieven die van belang zijn vanwege de overheid, de economische actoren, milieu-organisaties, andere kennisinstellingen of vanwege burgers?

Toegepaste vragen

1. Zijn er initiatieven rond zuivering van de stedelijke, industriële en agriculturele vuilvracht? Dit met het oog op:

- de globale exportmogelijkheden van bijvoorbeeld Argentijnse zeevruchten, die momenteel niet in Europa worden toegelaten wegens gebrek aan garantie op niet-gepollueerde producten

- de esthetische kwaliteiten van kustgebieden, die van belang zijn in natuur- en strandtoerisme

2. Zijn er initiatieven rond productdifferentiatie in de visserij, waarbij een breder maar minder diep aangeboord palet aan soorten commercieel kan worden geëxploiteerd, ten einde de langdurige voortzetting van de visserijsector te garanderen? Dit met het oog op:

- het voorkomen van de noodzaak om quota in te voeren, zoals in de Noordzee het geval is omdat de visbestanden te klein zijn geworden.

- het voorkomen van te grote alteraties in het mariene ecosysteem, om te verzekeren dat de voor het toerisme belangrijke diersoorten niet wegtrekken

3. Zijn er initiatieven rond „rustzones‟ waar niet gevist wordt? Dit met het oog op: - het zich laten herstellen van vispopulaties, om de langdurige voortzetting van

de visserij mogelijk te maken - het eventueel combineren van deze „rustzones‟ met andere activiteiten zoals

bijvoorbeeld het winnen van duurzame energie door windmolenparken, een activiteit die globaal enorm aan belang wint en ook in Argentinië reeds van start is gegaan, met bijvoorbeeld Missiones als eerste energie-onafhankelijke Argentijnse provincie

4. Zijn er initiatieven rond de regulering van het huidige toerisme en/of het opstarten van activiteiten van duurzaam toerisme in de beschermde natuurgebieden? Dit met het oog op:

Page 111: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

111

- het in stand houden van de ecologische en esthetische kwaliteiten waarrond het toerisme vandaag draait, om dit op lange termijn te kunnen volhouden, zoals bijvoorbeeld in de beschermde gebieden van de provincie Chubut (Península Valdés, ...)

5. Zijn er in de havens, in de transportbedrijven en in de visserij initiatieven rond het overschakelen van gebruik van biociden als tributyltin naar meer milieuvriendelijke producten?

6. Zijn er initiatieven om productdifferentiatie toe te passen op residuen? Met andere woorden: zijn er toepassingsmogelijkheden en afzetmogelijkheden voor de residuen van chemische bewerkingen, waardoor die residuen zelf economisch valabele producten zouden worden?

Na de opstelling ervan zond ik bovenstaande tekst naar Els Vermeulen ter

goedkeuring, nog steeds met het oogmerk niemand potentieel schade te berokkenen.

Ze antwoordde: “Ik denk niet dat wij hierdoor problemen zouden kunnen krijgen,

integendeel zelfs misschien.”589 Nadat ook mijn promotor zijn fiat gaf, vertaalde ik

de tekst naar het Engels, om vanuit die versie een Spaanse vertaling te maken in

samenwerking met Jana Núñez (een milieuactiviste voor de internationale ngo

„Friends of The Earth‟ wiens moedertaal Spaans is). Die versie stuurde ik op vraag

van Marybio dan weer naar Alejandro Cammareri, opdat die samen met Els

Vermeulen een „Argentijnse‟ revisering van het taalgebruik kon zorgen.590 Nadat ik

de gereviseerde tekst ontvingt, selecteerde ik met het oog op relevantie welke vragen

ik aan welke agenten zou stellen. Ik kon niet weten tot waar de kennis en

bereidwilligheid tot antwoorden van de betreffende agenten zou reiken, maar ik wou

potentiële informanten ook niet afschrikken door een teveel aan vragen waarop ze

vermoedelijk weinig antwoord zouden kunnen bieden. Uiteindelijk behield ik voor

iedere agent alle vragen uit de algemene oriëntatie en selecteerde ik in een aantal

gevallen enkele toegepaste vragen weg. Zo behield ik bijvoorbeeld voor ALPAT (de

sodafabriek; zie hoger) de vragen over het zuiveren van vuilvracht en

productdifferentiatie in verband met residuen, maar liet ik vragen over duurzaam

toerisme achterwege. Aan overheden en kennisinstellingen als het Biologisch

Instituut bezorgde ik dan weer alle vragen zonder enige selectie. Verder bracht ik nog

de nodige personalisaties aan per aangeschreven agent.

589 Els Vermeulen (voorzitster Fundación Marybio), email, 15 mei 2010, 21u14, bijlage 10.

590 Zowel de Engelstalige (bijlage 11), Spaanstalige (bijlage 12) als gereviseerd Spaanstalige (bijlage 13) versies

zijn terug te vinden in de bijlagen na deze tekst.

Page 112: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

112

Geadresseerden

Ik verzond de questionaires, met inbegrip van de aanvraag tot medewerking, naar de

volgende overheden: het kabinet van de Gouverneur van de provincie Río Negro, het

provinciale Ministerie voor Toerisme, het provinciale Directie Fauna, het provinciale

CODEMA, de milieudienst van kustwacht Prefectura Naval, het overheidsbedrijf

voor de haven van San Antonio Este (Ente Regulador), het kabinet van de

Burgemeester van de gemeente San Antonio en het gemeentelijke Secretariaat voor

Toerisme van San Antonio. Wat betreft kennisinstellingen verzond ik ze naar het

Biologisch Instituut en CONICET (Diego Luzzatto). Voor de NGO‟s werden het

Marybio, Inalafquen, Fundación Vida Silvestre Argentina en Fundación Patagonia

Natural. Tenslotte verzond ik ze ook naar de industriële bedrijven ALPAT en

Patagonia Norte en de toeristische ondernemingen „Cota Cero Buceo‟, „Desert Tracks‟

en „Tritón‟.

3.2 Antwoorden

Dit onderdeel brengt een overzicht, analyse en interpretatie van de antwoorden die

ik heb ontvangen. Bij de verwerking van die nieuw gegeneerde gegevens hopen we de

inzichten in de praktijk van het natuurbehoud in de San Antoniobaai die we kregen

tijdens de eerste twee hoofdstukken, te kunnen verbreden en verdiepen. Er moet dus

aandacht zijn voor contradicties met en bevestigingen van wat we al wisten. Vanwege

de omzichtigheid die ik hanteerde bij de opstelling van de questionaires, zullen die

contradicties en bevestigingen vaak slechts impliciet in de antwoorden aanwezig zijn.

Iedere afleiding kan dus slechts inductief gebeuren, of zoals we terugvonden bij

Donald Campbell: de realiteit die we zoeken en schetsen kan altijd “slechts

Page 113: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

113

veronderstellend en indirect” 591 gekend worden. (zie hoger) Toch luidt mijn

opdracht in het algemeen, naast de confrontatie met wat we menen te weten uit

hoofdstuk 1 en 2, het zoeken naar een voorlopig epistemologisch gedeelde realiteit in

de verschillende indirecte beschrijvingen ervan. Die zou in een volgende stap kunnen

dienen als platform van waarop enkele suggesties mogelijk zijn om de voorlopig

epistemologisch niet-gedeelde realiteit (grijze zones door botsende percepties)

efficiënter te benaderen dan nu het geval is. (zie verder; sectie 3.3) We moeten hier

evenwel bij opmerken dat de perspectieven van de verschillende respondenten

(overheden, wetenschappelijke instituten, bedrijven, ...) niet zuiver epistemologisch-

ontologisch zijn, maar aan bepaalde belangen gebonden zijn en bovendien niet

allemaal even wetenschappelijk onderbouwd zijn. Bij de interpretatie ervan moeten

we dus in principe een differentieel gewicht toekennen aan de percepties van de

respondenten, in hoeverre we die belangen en de mate van wetenschappelijke

onderbouwdheid kunnen kennen. We zijn tenslotte gebonden aan het feit dat niet

iedere aangeschreven agent ook effectief antwoordde en dat iedere analyse dus

steeds een voorlopig karakter kent.

3.2.1 Reacties

In reactie op een eerste aanschrijven van bovengenoemde agenten, kreeg ik slechts

van Marybio en Diego Luzzatto concrete antwoorden op de gestelde vragen.

Aangezien we hen doorheen het tweede hoofdstuk reeds als onze voornaamste

informanten in beeld brachten, kon dit niet beantwoorden aan de bedoeling van de

questionaires - ons perspectief verbreden. Wel kwamen enkele nieuwe zaken aan het

licht, door de de concretere vragen in de questionaires dan in voorgaande interviews

met hen.

Verder kwamen er ook nog een aantal reacties die geen antwoorden op de vragen

opleverden, maar wel doorverwezen naar andere instanties. Florencia Lemoine van

Fundacíon Vida Silvestre Argentina bedankte me om contact op te nemen, maar

591 Donald T. Campbell, Descriptive Epistemology: Psychological, Sociological and Evolutionary. Lecture 1: The

Field and its Philosophical Setting. [Onuitgegeven lezing] (Harvard University: William James Lectures, 13 april

1977), 24-25.

Page 114: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

114

verwees me door naar iemand binnen dezelfde ngo, Guillermo Cañete, “de

coördinator van het project dat we uitvoeren in de San Matíasgolf.”592 Die bedankt

me voor de interesse in de regio en voor “de San Antoniobaai in het bijzonder”, maar

verwees me vervolgens door naar Rául González en Maite Narvarte (van het

Biologisch Instituut; zie hoger), “die rechtstreeks betrokken zijn bij kwesties van

onderzoek naar en beheer van het beschermde gebied dat u interesseert.”593 Ik zond

hem een antwoord met onder andere de vraag of hijzelf ook enkele korte of lange,

algemene of specifieke antwoorden op sommige vragen zou kunnen formuleren

vanwege mijn ambitie om een breed zicht te krijgen op de zaken, zowel via

overheden als via wetenschappers, bedrijven en ngo‟s waarin ook het perspectief van

Fundacion Vida Silvestre Argentina heel belangrijk is. De man antwoordde dat hij

me in de daaropvolgende week zou bezorgen wat hij te bieden had.594 Daar gaf hij

verder echter geen gevolg aan.

Het kabinet van de burgemeester van de gemeente San Antonio antwoordde met de

vraag naar “de concrete gegevens die u nodig heeft om de studie waarvan sprake uit

te voeren.”595 Ik reageerde met de suggestie dat het bestand in bijlage misschien niet

goed was doorgekomen en verzond de vragen opnieuw, ditmaal zowel in bijlage als

in de tekst zelf. Hierop verwees ook deze agent mij door naar het Biologisch Instituut,

“in de hoop” de zaak “te kunnen evacueren [mijn cursivering] naar Dr. Rául

González.”596 Ik gaf dezelfde reactie als die aan Fundacion Vida Silvestre, over het

belang van hun perspectief in het kader van een breed inzicht, waarbij ik de drie

meest cruciale vragen selecteerde ter beantwoording. Het betrof hier de vragen over

langetermijnvisie en –strategie om de milieudruk in de regio onder controle te

krijgen, over de zuivering van de stedelijke vuilvracht en over het reguleren van het

huidige toerisme. (zie hoger) Er kwam geen antwoord meer.

592 Florencia Lemoine (Fundación Vida Silvestre Argentina), email, 29 juni 2010, 15u17, bijlage 14.

593 Guillermo Cañete (Fundación Vida Silvestre Argentina), email, 29 juni 2010, 16u33, bijlage 15a.

594 Guillermo Cañete (Fundación Vida Silvestre Argentina), email, 30 juni 2010, 18u31, bijlage 15b.

595 Ignacio Espinosa (Algemeen Secretariaat Gemeente San Antonio Oeste), email, 29 juni 2010, 16u47, bijlage

16a.

596 Ignacio Espinosa (Algemeen Secretariaat Gemeente San Antonio Oeste), email, 30 juni 2010, 15u15, bijlage

16b.

Page 115: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

115

Verder reageerde ook de toeristische onderneming „Desert Tracks‟. Haar zaakvoerder,

Fernando Skliarevsky, stelde enthousiast dat het “een eer zal zijn mee te kunnen

werken.”597 Er zouden echter enkele dagen nodig zijn om uitgebreider te kunnen

antwoorden, gezien het niet beschikt over “een document speciaal over dit thema”,

maar wel bereid zou zijn iets te versturen dat meer in de buurt komt van

“persoonlijke indrukken en ervaring met het buitenleven” dan van een

wetenschappelijke blik.598 Ik antwoordde dat ik uitkeek naar die indrukken, maar

wachtte daarna vergeefs op verdere gegevens.

Ook Raúl González antwoordde voor het Biologisch Instituut, met de boodschap dat

ze “geen problemen hebben om mee te werken.”599 Na “een eerste blik” op de vragen

kon hij verzekeren dat ze mij “veel materiaal en informatie te bieden hebben die me

zullen helpen een goede diagnose en vergelijking te maken.”600 Hij verwees naar

Maite Narvarte, die “samen met enkele van haar beursstudenten veel onderzoek

uitvoert naar de San Antoniobaai” en mij goed zou kunnen helpen.601 Vanwege het

“vele werk in de universiteit” (van Comahue; mijn toevoeging) zou ik echter nog een

tijdje moeten wachten.602

Enkele weken later had ik nog steeds slechts antwoorden van Marybio en Diego

Luzzatto. Ik verzond een nieuw verzoek tot medewerking naar alle andere agenten

(met uitzondering van het kabinet van de burgemeester van San Antonio, waarbij ik

reeds aangedrongen had; zie hoger), wat ditmaal inderdaad antwoorden op de

vragen opleverde vanwege Maite Narvarte (ondertekend samen met Raúl González)

en Fernando Skliarevsky, de zaakvoerder van Desert Tracks. Guillermo Cañete van

Fundacion Vida Silvestre Argentina liet ondanks zijn eerdere engagement niets meer

van zich horen. Van de andere agenten heb ik nooit iets vernomen.

597 Fernando Skliarevsky (Zaakvoerder Desert Tracks), email, 29 juni 2010, 20u34, bijlage 17.

598 ibidem

599 Raúl González (Onderzoeker voor het Biologisch Instituut), email, 30 juni 2010, 21u57, bijlage 18.

600 ibidem

601 ibidem

602 ibidem

Page 116: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

116

De questionaires met de oorspronkelijke (dus Spaanstalige) antwoorden zijn

integraal en per agent terug te vinden in de bijlagen bij deze tekst.

3.2.2 Overzicht

In dit onderdeel plaatsen we de inhoudelijke gegevens die we verkregen via de

questionaires naast elkaar volgens bovenstaande algemene en toegepaste vragen. De

interpretatie ervan gebeurt in het volgende onderdeel.

Welke indicatoren ziet u en hanteert u om de milieudruk op te meten?

Het Biologisch Instituut antwoordt hier positief op: de meest gebruikte indicatoren

zijn volgens haar onder meer 1) de abundantie van populaties zeezoogdieren, vogels,

vissen en invertebraten, 2) stalen van vangsten die onder andere door boten worden

aangevoerd, 3) contaminanten als zware metalen, biociden, koolwaterstoffen

enzoverder en 4) het aantal toeristen en wagens die de toeristische centra

binnenkomen.603 De keuze van welke indicatoren gebruikt worden, hangt af van de

specifieke interesses van zij die de milieudruk opmeten.604 Over het algemeen zijn

dat wetenschappelijke instellingen, universiteiten en enkele ngo‟s.605

Marybio stelt dat de belangrijkste indicatoren zeezoogdieren (vb. de tuimelaar),

kustvogels (vb. de kanoet) en zeepaardjes zijn.606 Het vermoedt dat vanuit het

Biologisch Instituut ook vissen en ongewervelden worden gebruikt.607

Diego Luzzatto stelt dat er simpelweg nog geen indicatoren bestaan voor de zone van

de San Antoniobaai.608 De enige indicator die gebruikt wordt (de abundantie van

603 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Algemene vragen, 1.

604 ibidem

605 ibidem

606 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Algemene vragen, 1.

607 ibidem

608 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Algemene vragen, 1.

Page 117: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

117

visbestanden), is onbetrouwbaar doordat de data vermoedelijk gecorrumpeerd zijn

vanuit de kortetermijnoverwegingen van bedrijven en de gemeenschap.609

Desert Tracks antwoordt dat het antwoord op deze vraag moet gegeven worden door

een bioloog of een andere wetenschapper wegens de verbanden met verstedelijking,

demografie, geologie enzoverder.610

Bestaan er concrete doelstellingen om aan de hand van die indicatoren de milieudruk te

verlichten? Indien dit het geval is: zijn deze doelstellingen gebonden aan concrete

termijnen of data?

Het Biologisch Instituut stelt dat er verscheidene objectieven en beheersmaatregelen

zijn om de milieudruk te reduceren.611 Voor de visserij zijn dat limitaties van de

vangstomvang, verboden op visactiviteiten op bepaalde soorten of met bepaalde

technieken en tenslotte het visvergunningsysteem.612 Voor het toerisme gaat het om

het sluiten van bepaalde stranden, een verbod op het gebruik van four tracks [quads;

mijn toevoeging] en op de vangst van natuurlijke bronnen.613 De verstedelijking

wordt geregeld aan de hand van een territoriaal ordeningsplan. 614 De

havenactiviteiten zijn gebonden aan een verbod op het legen van ballasttanken of het

lozen van afval in het water, een verbod op de introductie van uitheemse soorten en

een preventie- en rampenplan tegen het lozen van koolwaterstoffen.615

Marybio antwoordt dat het in de komende vier jaar de contaminatie mee in kaart wil

brengen via toxicologisch onderzoek op tuimelaardolfijnen en dat het extra

toeristische druk wil voorkomen middels een beschermingsstatuut (zie hoger;

samenwerking met Directie Fauna) voor die dolfijnen.616 Verder ziet Marybio bij

Inalafquen het objectief om de toeristische druk te verlagen door de het

609 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Algemene vragen, 1.

610 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, Algemene vragen, 1.

611 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Algemene vragen, 2.

612 ibidem

613 ibidem

614 ibidem

615 ibidem

616 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Algemene vragen, 2.

Page 118: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

118

beschermingsstatuut van de baai te gebruiken voor de handhaving van het verbod op

gemotoriseerde voertuigen en loslopende honden.617 Zowel Marybio als Inalafquen

werken ook aan de educatie van kinderen.618 Andere concrete plannen bij andere

agenten zijn volgens Marybio niet te zien.619

Consequent met zijn antwoord op de eerste vraag, vervolgt Diego Luzzatto dat

aangezien er geen goede indicatoren zijn, er ook geen objectieven kunnen zijn op

basis daarvan.620 Hij geeft aan dat er sporadisch wel initiatieven komen die op het

publieke bewustzijn kunnen inwerken, maar daar zouden geen strategische plannen

uit voortvloeien, laat staan de uitvoering ervan.621

Desert Tracks heeft geen idee van het antwoord op deze vraag.622

Bestaat er voor uw regio een strategie of langetermijnvisie om de verschillende vormen

van druk op het milieu onder controle te krijgen en eventueel terug te dringen? Indien dat

het geval is: welke beleidsniveau‟s zijn hiermee bezig?

Het Biologisch Instituut stelt dat er diverse strategieën in voege zijn, in verschillende

graden van ontwikkeling en implementatie. 623 Het vermeldt de creaties van

beschermde gebieden in de San Matíasgolf (waaronder de San Antoniobaai),

provinciale visbeheerplannen gebundeld in een Masterplan, een gemeentelijk

territoriaal ordeningsplan, een provinciale toerismewet en nationale initiatieven.624

Daarbij geeft het wel aan dat geen enkel beschermd gebied ook maar een

beheersplan heeft, dat het Ministerie van Productie de visbeheerplannen niet

geïmplementeerd heeft (en dat delen ervan geen duidelijke objectieven uitdrukken)

en dat van de provinciale toerismewet niets geïmplementeerd is.625 Dat laatste zou

617 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Algemene vragen, 2.

618 ibidem

619 ibidem

620 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Algemene vragen, 2.

621 ibidem

622 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, Algemene vragen, 2.

623 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Algemene vragen, 3.

624 ibidem

625 ibidem

Page 119: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

119

moeten gaan gebeuren door een recent toegevoegd juridisch kader dat

implementatie moet verzekeren. 626 De nationale initiatieven gaan over de

constructie van rioleringen, het herstel van schade door mijnbouw en programma‟s

die de implementatie van internationale bepalingen (zoals voor de bescherming van

albatrossen en stormvogels; zie hoger) zou moeten verzekeren.627

Marybio stelt dat er weinig tot geen politiek werk geleverd wordt in de regio wat

betreft natuurbehoud.628 Alle milieugerichte overheidsinstanties behalve Directie

Fauna zouden slechts formeel bestaan.629 Die laatste probeert nog wat maar focust

erg op commerciële belangen en dan nog vooral op terrestrische soorten.630

Volgens Diego Luzzatto is het formuleren van milieugerichte langetermijnstrategieën

de taak van het provinciale CODEMA, maar dat werkt vooral mee aan de verdere

achteruitgang van het milieu door zich voor de kar te spannen van economische

ondernemingen. 631 CODEMA bemoeilijkt de zaken zelfs voor nationale

onderzoekers, klinkt het verder.632

Desert Tracks, dat een aangepaste vraag kreeg over langetermijnstrategieën wat

betreft de milieu-impact van hun bedrijf, antwoordt dat het een protocol heeft om

milieuschade te vermijden.633 Verder luidt het dat hun protocol is aangepast aan de

verschillende activiteiten die het uitvoert en aan alle plaatsen waar die activiteiten

worden uitgevoerd, alsook aan het aantal personen dat deelneemt.634

626 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Algemene vragen, 3.

627 ibidem

628 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, , Algemene vragen, 3.

629 ibidem

630 ibidem

631 Questionnaire 3 – Diego Luzzatto, Algemene vragen, 3.

632 ibidem

633 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, bijlage 21, Algemene vragen , 3.

634 ibidem

Page 120: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

120

Bestaat er een adequaat wettelijk-juridisch kader om vat te krijgen op de milieudruk?

Indien dat het geval is: bestaan er middelen om de bepalingen van dat wettelijk-juridisch

kader afdwingbaar te maken (eventueel in de vorm van een penaal systeem)?

Het Biologisch Instituut stelt dat er een omvattend, modern en adequaat federaal

wettelijk kader is dat werd overgenomen door de provincies en de gemeenten.635

Bovendien zou er ook een gerechtelijk systeem zijn dat milieumisdrijven definieert

en bestraft. 636 Het geeft wel aan dat de capaciteit tot controle en handhaving

onvoldoende is en dat “het systeem in sommige gevallen corrupt is.”637 Over het

algemeen zou er in de praktijk geen expliciet beleid noch handhaving van regels

plaatsvinden.638

Volgens Marybio staan er boetes en naar gelang de ernst ook strenge

gevangenisstraffen op overtredingen van de wet.639 Toch zouden die wetten geen

praktisch nut hebben omdat controle een moeilijk gegeven blijkt.640 Een anekdote

hierbij is dat Directie Fauna aan Marybio kenbaar maakte dat het rond deze tijd pas

de uitgereikte boetes voor illegale jacht op guanaco‟s (lama-achtigen) zal proberen

(mijn cursivering) opeisen.641

Ook Diego Luzzatto stelt dat er een heel goed en modern wettelijk kader bestaat,

maar dat men er eenvoudigweg geen aandacht aan schenkt: “het is alsof het niet zou

bestaan.”642

Desert Tracks daarentegen antwoordt dat er een adequaat wettelijk kader bestaat dat

door CODEMA niet alleen geregeld maar ook gehandhaaft wordt.643 Desert Tracks

635 Questionnaire 1 – Biologisch Instituut, Algemene vragen, 4.

636 ibidem

637 ibidem

638 ibidem

639 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, , Algemene vragen, 4.

640 ibidem

641 ibidem

642 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Algemene vragen, 4.

643 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, Algemene vragen, 4.

Page 121: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

121

geeft vervolgens aan dat verschillende wetten andere protagonisten aanduiden ter

handhaving ervan.644

Ziet u milieuvriendelijke initiatieven die van belang zijn vanwege de overheid, de

economische actoren, milieu-organisaties, andere kennisinstellingen of vanwege burgers?

Het Biologisch Instituut geeft aan dat er verschillende initatieven zijn vanwege de

NGO‟s Fundación Patagonia Natural, Fundación Inalafquen, Fundación Vida

Silvestre Argentina en het WWF.645 In sommige gevallen zouden die samenwerken

met CODEMA en de gemeenten. 646 Er zijn volgens het instituut ook enkele

bedrijven die in woorden achter het behoud van en duurzame omgang met het

milieu staan, maar zij zouden daar in geen enkele zin concrete gevolgen aan

geven.647 De echte, sterke groene initiatieven zouden komen uit wetenschappelijke

hoek, waarbij het instituut verwijst naar „Ecopes‟, een project waarin het zelf

betrokken is.648 (zie hoger) Vanuit de gemeenschap zou echter weinig of geen

enthousiasme komen voor die initiatieven.649

Volgens Marybio komen de echte groene initiatieven van Inalafquen (behalve de

zogenaamde controle van ALPAT dan; mijn toevoeging; zie hoger) en henzelf.650

Vanuit de overheden en de gemeenschap zien zij geen initiatieven komen.651

Diego Luzzatto ziet alleen Marybio als drager van echte groeie initiatieven.652 Hij

stelt dat Inalafquen wel vogels bestudeert en een duurzame boodschap uitdraagt,

maar dat zij in feite net als CODEMA de belangen van economische agenten

faciliteren.653

644 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, Algemene vragen, 4.

645 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Algemene vragen, 5.

646 ibidem

647 ibidem

648 ibidem

649 ibidem

650 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, , Algemene vragen, 5.

651 ibidem

652 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Algemene vragen, 5.

653 ibidem

Page 122: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

122

Desert Tracks noemt in verband met groene initiatieven Fundación Inalafquen,

Fundación Patagonia Natural, CONICET (de nationale overheidsinstelling waar

Diego Luzzatto voor werkt; mijn toevoeging; zie hoger), de provinciale Raad voor

visserij, Directie Fauna, de wetgevende macht van provincie Río Negro, de kustwacht

en de gemeente San Antonio.654

Zijn er initiatieven rond zuivering van de stedelijke, industriële en agriculturele vuilvracht?

Dit met het oog op:

- de globale exportmogelijkheden van bijvoorbeeld Argentijnse zeevruchten, die

momenteel niet in Europa worden toegelaten wegens gebrek aan garantie op

niet-gepollueerde producten

- de esthetische kwaliteiten van kustgebieden, die van belang zijn in natuur- en

strandtoerisme

Het Biologisch Instituut stelt in dit verband dat er verschillende initiatieven in

ontwikkeling of reeds geïmplementeerd zijn.655 Het gaat onder meer om het beheer

van vaste stedelijke residuen (zoals een programma dat sinds twee jaar beveelt tot de

recyclage ervan en dat binnen 3 jaar vruchten zou moeten afwerpen, alsook de

aanleg van rioleringen die nu de helft van de bevolking bereiken) en de beperking

van industriële impact (het werd ALPAT verboden in zee te lozen, er is een plan om

schade door mijnbouw binnen de 3 komende jaren te remediëren en er werd de

laatste 10 jaar strenger omgegaan met het lozen van liquide residuen in zee door de

industriële visserij).656 Op de suggestie dat Argentinië haar schelpdieren niet mag

exporteren naar de landen binnen de Europese Unie, kwam het antwoord dat hun

producten absoluut voldoen aan de eisen van de EU (gezien de controles gebeuren in

door de EU erkende Argentijnse labo‟s) en dat het dus veeleer gaat over een bepaald

protectionisme dat door de EU gehanteerd wordt om haar eigen producenten (vb.

Spanje en Frankrijk) te beschermen.657

654 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, Algemene vragen, 5.

655 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Toegepaste vragen, 1.

656 ibidem

657 ibidem

Page 123: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

123

Marybio heeft geen weet van initiatieven op dit vlak.658 Ook bij Diego Luzzatto

klinkt het ontkennend, hoewel hij stelt dat er in de toeristische zones soms wel aan

oppervlakkige schoonmaak gedaan wordt (“cosmetica”).659 Wat betreft de weigering

van de EU om Argentijnse schelpdieren in te voeren, is hij van dezelfde mening als

het Biologisch Instituut: de voedselindustrie zou zeer goed gecontroleerd worden en

het ligt volgens hem dan ook waarschijnlijk aan een Europees protectionisme.660

Zijn er initiatieven rond productdifferentiatie in de visserij, waarbij een breder maar

minder diep aangeboord palet aan soorten commercieel kan worden geëxploiteerd, ten

einde de langdurige voortzetting van de visserijsector te garanderen? Dit met het oog op:

- het voorkomen van de noodzaak om quota in te voeren, zoals in de Noordzee

het geval is omdat de visbestanden te klein zijn geworden.

- het voorkomen van te grote alteraties in het mariene ecosysteem, om te

verzekeren dat de voor het toerisme belangrijke diersoorten niet wegtrekken

Volgens het Biologisch Instituut zijn er verschillende initiatieven voor een goede

omgang met de visbestanden.661 Heek en andere vissoorten doorstonden in 2004

een vooronderzoek om in de toekomst in aanmerking te komen voor het MSC-label

(Marine Steward Counselship; zie hoger).662 Verder zou het Masterplan (waarvan al

sprake was in hun antwoord op de algemene vraag over langetermijnstrategieën; zie

hoger) moeten zorgen voor een revisie en implementatie van de bestaande

ecosysteembeheersplannen voor de visserij in de San Matíasgolf.663

Marybio stelt dat het geen weet heeft van dergelijke initiatieven 664 en Diego

Luzzatto antwoordt dat die er “absoluut niet” 665 zijn. Die laatste vervolgt dat de

visserij wel al genoodzaakt is om met quota‟s te werken en dat de vistechnieken

weinig selectief zijn: het volume aan bijvangst overstijgt in veel gevallen het volume

658 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, , Toegepaste vragen, 1.

659 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 1.

660 ibidem

661 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Toegepaste vragen, 2.

662 ibidem

663 ibidem

664 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Toegepaste vragen, 2.

665 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 2.

Page 124: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

124

aan opgeviste doelsoorten.666 Bovendien zouden de controles vanwege de bevoegde

politiediensten maar ook van observatoren aan boord van de vissersschepen,

inefficient zijn.667

Zijn er initiatieven rond „rustzones‟ waar niet gevist wordt? Dit met het oog op:

- het zich laten herstellen van vispopulaties, om de langdurige voortzetting van

de visserij mogelijk te maken

- het eventueel combineren van deze „rustzones‟ met andere activiteiten zoals

bijvoorbeeld het winnen van duurzame energie door windmolenparken, een

activiteit die globaal enorm aan belang wint en ook in Argentinië reeds van

start is gegaan, met bijvoorbeeld Missiones als eerste energie-onafhankelijke

Argentijnse provincie

Het Biologisch Instituut antwoordt hierop dat er op dit moment beheersmaatregelen

in voege zijn die de visserij in de San Matíasgolf moeten regelen.668 Die maatregelen

zouden rekening houden met de dynamiek en ruimtelijke distributie van de

aanwezige soorten.669 Zo zou er sinds 1997 een verbod zijn op vissen op bepaalde

plaatsen en in bepaalde periodes, om zo de reproductiecycli van onder meer de heek

te beschermen.670 Sinds 2003 zou ook het gebruik van bepaalde vistechnieken

verboden zijn om op die manier habitatspecifiek te kunnen zorgen voor de

bescherming van de reproductiecycli en verschillende levensfases van de betreffende

vissoorten.671

Marybio heeft geen weet van rustzones672 en Diego Luzzatto ook niet.673 Volgens die

laatste zijn er slechts seizoensgebonden visverboden uitgevaardigd.674

666 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 2.

667 ibidem

668 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Toegepaste vragen, 3.

669 ibidem

670 ibidem

671 ibidem

672 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, , Toegepaste vragen, 3.

673 Questionnaire 3 – Diego Luzzatto, Toegepaste vragen, 3.

674 ibidem

Page 125: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

125

Zijn er initiatieven rond de regulering van het huidige toerisme en/of het opstarten van

activiteiten van duurzaam toerisme in de beschermde natuurgebieden? Dit met het oog op:

het in stand houden van de ecologische en esthetische kwaliteiten waarrond het toerisme

vandaag draait, om dit op lange termijn te kunnen volhouden, zoals bijvoorbeeld in de

beschermde gebieden van de provincie Chubut (Península Valdés, ...)

Het Biologisch Instituut geeft aan dat er al jaren ecotoerisme plaatsvindt in de

regio.675 Het aanbod aan nautische excursies, duiken, sportvissen, fauna-observatie

enzoverder zit ook in de lift.676 Het instituut voegt daaraan toe dat die activiteiten

door hun schaalgrootte moeilijk te controleren zijn.677 Gemeentelijke en provinciale

autoriteiten zouden dat wel proberen door die activiteiten te verbieden op sommige

plaatsen, met inbegrip van strenge straffen bij overtredingen.678

Marybio focust in dit verband op de reglementering van de wet die zwemmen met

zuidkaperwalvissen toelaat. 679 Die wet stelt wel dat die activiteit slechts mag

doorgaan indien er een reglementering komt. Volgens Marybio kan dat initiatief op

veel bijval kan rekenen, maar het vreest de reden hierachter: slechts 3 van de 15

aanwezigen bij de bewuste vergaderingen om die reglementatie vorm te geven (zie

hoger), hebben geen economische voordelen bij de betreffende activiteit.680 In het

geval dat de reglementering er komt, blijft het nog de vraag wie ze zal handhaven:

dat zou de taak zijn van Directie Fauna, dat te kampen heeft met een tekort aan

mankracht en financieën. 681 Met datzelfde Directie Fauna werkt Marybio aan

wettelijke beperkingen op toekomstig dolfijntoerisme. 682 (zie hoger) Naast het

walvisdebat is er ook het strandtoerisme dat gecontroleerd wordt door Inalafquen, in

bepaalde zones die belangrijk zijn voor vogels als kanoetstrandlopers (met hulp van

675 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 4.

676 ibidem

677 ibidem

678 ibidem

679 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Toegepaste vragen, 4.

680 ibidem

681 ibidem

682 ibidem

Page 126: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

126

guardas ambientales, milieu-opzichters, die betaald worden door het provinciale

CODEMA).683

Diego Luzzatto koppelt druk door toerisme aan de vorm die de verstedelijking

aanneemt: er is een regelgevend plan dat bepaalde zones categoriseert als

onaantastbaar, maar toch gebeurt die verstedelijking ongeregeld.684 De druk op

natuurlijke gebieden is bijgevolg sterk.685 De diensten zijn inefficient: zo zou het

rioleringssysteem bijna onbestaande zijn.686

Desert Tracks antwoordt dat de San Antoniobaai “slechts door de bevolking wordt

bewaakt” en dat de regio van Peninsula Valdes (in de provincie Chubut, met haar

door Ludo Holsbeek gesuggereerde beter geregelde toerisme; zie hoger) inderdaad

relatief beter beschermd wordt.687 Dat ligt volgens Desert Tracks aan een andere

relatie die in die laatste regio zou heersen tussen de natuur enerzijds en de bevolking

anderzijds.688 Hier komt verder geen uitleg bij.

Zijn er in de havens, in de transportbedrijven en in de visserij initiatieven rond het

overschakelen van gebruik van biociden als tributyltin naar meer milieuvriendelijke

producten?

Het Biologisch Instituut verwijst naar het feit dat Argentinië de internationale

conventies van het IMO onderschrijft sinds 2004. 689 (zie hoger; 1.4.1) Die

bepalingen houden onder meer in dat er vanaf 2006 gestart moest worden met het

implementeren van echte controles en de nationale regels voor havens gebieden dan

ook dat boten die nieuwe verf nodig hebben in droogdokken moeten herschilderd

worden.690 (Tributyltin of TBT zit in aangroeiwerende verf die wordt gebruikt voor

boten; zie hoger) Toch gebeuren er aan de Argentijnse kustzones niet-reguliere

683 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Toegepaste vragen, 4.

684 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 4.

685 ibidem

686 ibidem

687 Questionnaire 4 (Desert Tracks), bijlage 22, Toegepaste vragen, 1.

688 ibidem

689 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Toegepaste vragen, 5.

690 ibidem

Page 127: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

127

verfactiviteiten, klinkt het verder. 691 Een centraal bedrijf in de haven van San

Antonio Este zou wel “op eigen initiatief” overgestapt zijn op een verf waar geen TBT

in zit, naar aanleiding van een studie die zeeslakken gebruikte als indicator voor

TBT-contaminatie.692 (De studie over imposex bij zeeslakken; zie hoger)

Marybio 693 noch Diego Luzzatto 694 hebben tot nog toe iets opgevangen over

dergelijke initiatieven. Volgens die laatste wordt nog steeds slechts verf met TBT

gebruikt.695

Zijn er initiatieven om productdifferentiatie toe te passen op residuen? Met andere

woorden: zijn er toepassingsmogelijkheden en afzetmogelijkheden voor de residuen van

chemische bewerkingen, waardoor die residuen zelf economisch valabele producten zouden

worden?

Volgens het Biologisch Instituut beveelt het afvalbeheerprogramma van San Antonio

Oeste tot recyclage van residuen.696 Zo zou in Las Grutas gebruikt water worden

hergebruikt voor de irrigatie van een olijfplantage.697 De noodzaak tot hergebruik

van water werd volgens het instituut gesuggereerd door enkele technische rapporten

die werden voorgelegd aan de gemeentelijke autoriteiten en naar verwachting zal

hergebruik er ook van komen in San Antonio Oeste.698

Volgens Diego Luzzatto spreekt men wel van productdifferentiatie met residuen,

maar voert men er niets van uit en “ ligt het afval onder de blote hemel.”699

691 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Toegepaste vragen, 5.

692 ibidem

693 Questionnaire 2 (Marybio), bijlage 20, Toegepaste vragen, 5.

694 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 5.

695 ibidem

696 Questionnaire 1 (Biologisch Instituut), bijlage 19, Toegepaste vragen, 6.

697 ibidem

698 ibidem

699 Questionnaire 3 (Diego Luzzatto), bijlage 21, Toegepaste vragen, 6.

Page 128: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

128

3.2.3 Interpretatie

Bovenstaande gegevens verwijzen allemaal impliciet naar subjectieve lezingen, eigen

aan de agenten, van tendensen in de (omgeving van de) San Antoniobaai. De

interpretatie die we eraan zullen geven, doet dat onherroepelijk ook: deels is ze

ingegeven door een bepaald engagement dat reeds in de inleiding van deze tekst

expliciet werd gemaakt. Om dat engagement niet in het wilde weg zijn gang te laten

gaan, binden we ons opnieuw zoveel als mogelijk aan het min of meer objectief-

wetenschappelijk kader van het transitiemanagement bij Jones & De Meyere. (zie

hoger)

Allereerst kunnen we „geen gegevens‟ ook als gegevens te beschouwen. Het feit dat,

op Desert Tracks na, alleen wetenschappelijke agenten hun antwoorden opstuurden,

kan wijzen op verschillende zaken. Het is plausibel dat we de agenten op een

verkeerde manier hebben benaderd: te offensief of integendeel niet relevant genoeg

of mogelijk op nog andere manieren verkeerd. De potentiële zwakte van de methode

breidt zich zelfs uit tot mogelijke technologische problemen waarbij het emailverkeer

fout zou gelopen zijn. Gezien ik, naast het uitblijven van antwoorden op de vragen, in

het geheel geen enkele reactie ontvangen heb van de meeste agenten, kunnen we

niets rechtstreeks afleiden. We kunnen echter wel indirect vermoeden dat er een

bepaalde politieke en economische desinteresse bestaat voor het onderwerp.

De wetenschappelijke perspectieven van het Biologisch Instituut, Marybio en Diego

Luzzatto, samen met het enkele economische perspectief van Desert Tracks, kunnen

we directer benaderen. Gegeven de relevante definitie van Jones en De Meyere en de

centrale positie die het Biologisch Instituut inneemt in financieringstromen en

politieke advies- en beslissingsprocessen maakten we hoger al de associatie met de

term regimespeler. (zie hoger) Opnieuw gegeven de betreffende definitie uit het

transitiemanagement en gezien de vernieuwende praktijken van hun experimentele

projecten en hun overwegend marginalere financiële en politieke posities,

identificeerden we Marybio en Diego Luzzatto als nichespelers. (zie hoger) Desert

Tracks konden we voorheen moeilijk identificeren, maar we zullen zien dat uit de

nieuwe gegevens van de questionaires kan worden opgemaakt dat het ongeveer

Page 129: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

129

dezelfde bewegingen maakt als het Biologisch Instituut, waardoor de identificering

als regimespeler zich opdringt. Die bewegingen zijn de volgende:

De goede eigen werking benadrukken en „concurrenten‟ doodzwijgen

Wanneer het gaat over hun eigen hardcore business, laten de regimespelers niet na

om te benadrukken dat ze zelf goed werk leveren, terwijl ze andere agenten die op

hun domein werken eenvoudigweg nergens vermelden.

Zo zegt Desert Tracks voluit „ja‟ op de vragen naar langetermijnstrategie en

toerismeregulering binnen haar bedrijf: het zou een protocol hanteren dat al haar

activiteiten dekt. Van een zeer gelijkaardige agent als Tritón Turismo (zie hoger)

maakt het nergens melding. Het Biologisch Instituut zegt voluit „ja‟ op de vragen over

bio-indicatoren, langetermijnvisies en zichtbare duurzaamheidsinitiatieven en lijkt

haar eigen rol hierin te benadrukken. Zo zou het zelf adequate bio-indicatoren

hanteren en op basis hiervan concreet onderzoek doen. Verder zou het een rol spelen

in het opstellen van visbeheerplannen met de aanduiding van rustzones, te

beschermen habitats en productdifferentiatie. Als echt groen initiatief verwijst het

naar een van haar eigen projecten (ECOPES), dat een rol zou spelen in het streven

naar het MSC-label, en naar een aantal ngo‟s (zie verder). Het instituut creëert een

oppositie tussen zichzelf en de gemeenschap: vanuit die laatste zou immers geen

enkel enthousiasme bestaan voor duurzaamheidsprojecten. Hierbij vergeet het

echter Marybio‟s observatiecentrum voor zeezoogdieren te vermelden, waarvan ik

zelf wekelijks mocht vaststellen dat het hoge en stijgende bezoekersaantallen telt. Bij

het publiek klonk daar meermaals luidop de bemerking dat het toch vreemd is dat

het instituut al decennia aanwezig is maar hen nooit attent maakte op wat voor een

uniek ecosysteem de baai eigenlijk uitmaakt. In het gastenboek van het

observatiecentrum staat duidelijk de vraag naar meer initiatieven. Ik zag een niet te

ontkennen publieke interesse. Marybio slaagt er dus in een bepaalde mate in om hun

onderzoek naar de mensen te brengen. Het instituut laat echter na om deze agent,

die deels overlapt met haar domein, te vermelden in haar antwoorden.

De eigen goede werking bevestigen is op zich natuurlijk logisch en niet alleen eigen

aan regimespelers. Ook een nichespeler als Marybio verwijst onder andere naar

Page 130: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

130

zichzelf op de vraag naar echte groene initiatieven. Om het met een van de adagio‟s

van het transitiedenken te zeggen: “een kalkoen zal zichzelf niet slachten.” 700

Marybio en Diego Luzzatto vermelden echter wel minstens het bestaan van de

regimespelers in de interviews en de questionaires. Op die manier schetsen ze al een

toetsbaar waarheidsgetrouwer beeld van wat er in de San Antoniobaai gebeurt.

De relatieve bescherming van de eigen kring en de verwarring van praktijk en

theorie

Wanneer het niet meer over de eigen hardcore business gaat, maar over de gelieerde

domeinen van regimespelers waarmee ze op goede financieel of politieke voet

(moeten blijven) staan, maken het Biologisch Instituut en Desert Tracks twee

bewegingen. Er worden al meer toegevingen gedaan over pijnpunten, maar tegelijk is

er een relatieve bescherming van die andere regimespelers: op sommige vragen naar

praktische verwezenlijkingen komen al te theoretische of politiek geïnspireerde

antwoorden die benadrukken dat de goede intenties er toch zijn.

Het Biologisch Instituut verwijst bij de vraag naar langetermijnstrategieën onder

meer naar de nationale ambities over het herstel van milieuschade door mijnbouw,

de provinciale creatie van beschermde gebieden, naar de provinciale bekrachtiging

van de visbeheerplannen, het provinciaal verbod aan ALPAT om in zee te lozen, de

provinciale toerismewet en de gemeentelijk plannen voor afvalbeheer en territoriale

ordening. Daarbij moet het toegeven dat geen enkele gecreëerde beschermde zone

enige vorm van beheer kent, dat zowel de visbeheerplannen als de toerismewet niet

geïmplementeerd zijn en dat het wettelijk kader naast een gebrek aan handhaving

ook corruptie kent. Wat betreft de milieuschade door mijnbouw geeft het instituut

een termijn aan van enkele jaren waarbinnen de schade geremedieerd zou moeten

worden, maar vergeet het te vermelden dat de betreffende zware metalen reeds

decennia in het grond- en oppervlaktewater lekken. (zie hoger; SECTIE)

Bij de vraag naar concrete objectieven antwoordt het instituut opnieuw al te

theoretisch: ze houdt het op beheersmaatregelen als visquota‟s en territoriale

700 Jan Rotmans, aangehaald in Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar

rechtvaardige duurzaamheid (Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 96.

Page 131: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

131

ordening, maar wat daar concreet mee moet bereikt worden wordt nergens expliciet

gemaakt. Verder vermeldt het instituut onder groene initiatieven de hele kring ngo‟s

en overheden waarmee het in een goede financiële of politieke relatie staat (zie hoger;

schema 1 en beschrijvingen): Fundación Patagonia Natural, Fundación Vida Silvestre

Argentina, Fundación Inalafquen, CODEMA en de gemeente San Antonio. Marybio

en CONICET (Diego Luzzatto) worden niet vermeld. Wat betreft industriële

bedrijven (maar niet de visindustrie, waarvoor het ook wetenschappelijk vriendelijk

is; zie hoger) is het Instituut kritischer: zij zouden in theorie wel duurzaamheid

promoten maar daar in de praktijk geen enkel gevolg aan geven. Behalve dan een

havenbedrijf dat “uit eigen initiatief” overschakelde naar TBT-loze verf. De

toevoeging “op eigen initiatief” klinkt daar wel bijzonder vreemd gezien het gaat over

gehoorzamen aan een nationale wettelijke verpichting.

Ook Desert Tracks beschermt een agent waarmee het op goede voet moet blijven

staan: CODEMA (dat normaliter ook instaat voor de vergunningen van Desert

Tracks) zou het wettelijke milieukader niet alleen helpen opstellen maar ook

handhaven. Verderop geeft het echter alweer aan dat het beschermde gebied van de

San Antoniobaai “slechts door de bevolking” wordt beschermd. Wat betreft de

agenten die Desert Tracks noemt als dragers van duurzaamheidsinitiatieven is het

niet altijd duidelijk over welke relaties het gaat. Sommige onder hen behoren wel tot

de groep die mee streven naar de uitvoering van zwemmen met walvissen (gezien de

samenstelling van de betreffende vergaderingen; zie hoger). Desert Tracks verwijst

alleszins naar alle centrale spelers en uitzonderlijk ook CONICET (zonder daarbij

Diego Luzzatto te vermelden). Marybio wordt niet vernoemd, terwijl ook zij

deelnamen aan de vergaderingen over zwemmen met walvissen en dus vermoedelijk

gekend zijn bij Desert Tracks.

Oordelen volgens wat in de praktijk zichtbaar is

Marybio en Diego Luzzatto maken in hun antwoorden een enkele, consequente

beweging:

doordat deze agenten zowel financieel als politiek aan geen enkele andere lokale

agent gebonden zijn, kunnen ze een oppositie voeren door de theorie en officiële

Page 132: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

132

standpunten af te rekenen op wat in de praktijk zichtbaar is. We zagen in de

questionaires dat hun perspectief nog steeds lijnrecht ingaat tegen het leeuwendeel

van wat de regimespelers naar voor schuiven.

Volgens Diego Luzzatto zijn er geen betrouwbare bio-indicatoren beschikbaar voor

de regio, gezien het verband dat hij ziet tussen de controlerende agenten en zij die

gecontroleerd worden. Door het ontbreken van die indicatoren kunnen er volgens

hem ook geen concrete objectieven zijn. Dit wordt ondersteund doordat het

Biologisch Instituut slechts naar beheersmaatregelen verwijst en zwijgt over concrete

objectieven. Verder zijn er volgens Luzzatto geen langetermijnstrategieën die het

milieu ten goede komen, gezien teveel agenten die voor die strategieën moeten

helpen zorgen veeleer “faciliterend” werken voor milieudegradatie vanwege hun

toegevingen aan economische agenten. Hij verwijst voor echte

duurzaamheidsinitiatieven dan ook slechts naar de enige verifieerbaar economisch

onafhankelijke agent in het verhaal: Marybio. Verder is hij sceptisch over het

afvalbeheer gezien het vaste afval in de regio “onder de blote hemel” ligt en het

rioleringsysteem inefficiënt is. Dat laatste wordt bevestigd door het Biologisch

Instituut, hoewel dat focust op het deel van de rioleringen dat wel aanwezig is. Ook

tegenover het officiële verhaal van het visbeheer staat Luzzatto weigerachtig: hij ziet

dat de huidige vistechnieken meer bijvangst ophalen dan doelmatige vangst.

Marybio ontkent dat er langetermijnstrategieën bestaan vanuit de regionale politiek

en ngo‟s en ziet daar dan ook geen enkele concrete objectieven uit voortvloeien. Het

ziet in de praktijk niets dat zou wijzen op integraal afvalbeheer, visbeheer of

productdifferentiatie in de omgang met vissoorten zowel als residuen.

Toch bevestigen Marybio en Diego Luzzatto de regimespelers ook gedeeltelijk.

Beiden erkennen om te beginnen het bestaan van agenten als het Biologisch

Instituut, Inalafquen, CODEMA enzoverder. Diego Luzzatto gaat meestal ook niet

verder dan dat: geheel in lijn met zijn radicale ingesteldheid ziet hij naast de

legislatieve machten geen enkele regimespeler goed werk leveren. Naast een eerdere

beschuldiging van corruptie (in verband met ALPAT; zie hoger) geeft Marybio

daarentegen aan dat Inalafquen concreet werk levert wat betreft de gedeeltelijke

controle op het strandtoerisme alsook op vlak van educatie van de lokale bevolking.

Zowel Marybio als Diego Luzzatto zijn lovend over het legislatieve werk dat geleverd

Page 133: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

133

werd en wordt op provinciaal niveau: ze erkennen het bestaan van een adequaat en

modern wettelijk kader. Daarbij hoort echter ook het grootste punt van kritiek,

waarin Marybio, Diego Luzzatto, het Biologisch Instituut en Desert Tracks elkaar

voor het allereerst bijtreden: er is een enorm gebrek aan implementatie van de

wettelijke bepalingen op ongeveer ieder aangeraakt domein.

3.3 Tussentijdse beschouwingen: op zoek naar compatibiliteit

Op basis van de subjectieve perspectieven van Marybio en Diego Luzzatto konden we

aan het einde van hoofdstuk 2 een kloof vermoeden tussen de theorie en de praktijk

van het lokale natuurbehoud. Die kloof wordt volgens de gegevens in hoofdstuk 2 in

stand gehouden door politieke en economische desinteresse in natuurbehoud

enerzijds en anderzijds regimespelers die nichespelers trachten in de marge te

houden via corruptie, belangenvermenging en machtsmisbruik.

In hoofdstuk 3 zien we verschillende vermoedens uit hoofdstuk 2 bevestigd, ditmaal

echter op een bredere basis aangetoond: we lieten nu ook andere agenten aan het

woord. Indirect wordt de politieke en economische desinteresse bevestigd wegens

het uitblijven van antwoorden en zelfs maar reacties van de politieke en economische

agenten. Die desinteresse staat in contrast met hun officiële standpunten en

opgelegde of zelf aangemeten verantwoordelijkheden. Opnieuw indirect werd

bevestigd dat een regimespeler als het Biologisch Instituut nichespelers als Marybio

en Diego Luzzatto in de marge tracht te houden door eenvoudigweg na te laten hen

ook maar ergens te vernoemen, terwijl het met aan zekerheid grenzende

waarschijnlijkheid op de hoogte is van het bestaan en het werk van die agenten.

Nieuw in dit verband is dat ook Desert Tracks, nochtans op de hoogte van Marybio

gezien hun meervoudige confrontaties in vergaderingen, op haar beurt slechts naar

regimespelers verwijst. Op directe manier werd bevestigd dat het politieke systeem

“in sommige gevallen corrupt is,” gezien het Biologisch Instituut dit expliciet

aangeeft. Hiermee wordt niet bevestigd dat het instituut zich zelf aan dergelijke

praktijken zou bezondigen.

Page 134: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

134

In hoofdstuk 1 zagen we begrippen als duurzaamheid en respect voor het natuurlijke

patrimonium als een rode draad doorheen de officiële standpunten lopen. De

interviews in hoofdstuk 2 doorprikten dat verhaal, wat nu ook breder ondersteund

wordt door de questionaires in hoofdstuk 3. Dit alles suggereert opnieuw een kloof

tussen wat er officieel, theoretisch aan natuurbehoud zou gebeuren in de San

Antoniobaai en hoe de praktijk er uitziet.

De eigenlijke bedoeling van de questionaires was echter niet focussen op de

theoretische overeenstemming of praktijktegenstellingen, maar op compatibele

probleemanalyses achter de officiële situatie. Dat laatste vinden we, na interpretatie

van de nieuwe gegevens, slechts op één punt: er is een allesoverheersend probleem

van implementatie van de nochtans goed uitgebouwde wettelijke regelgeving.

Bovendien zien we zelfs een relatieve overeenstemming over waar de concrete

pijnpunten liggen: gegeven de schaalgrootte van diverse schadelijke praktijken in

industriële, demografische, toeristische en voedingsregimes is er een tekort aan

financiële en humane middelen bij de provinciale controlerende instanties (die de

jurisdictie dragen over de San Antoniobaai). De uitgebreide bedoeling van de

questionaires was om te gaan kijken hoe een eventuele compatibele probleemanalyse

kan bijdragen tot het overstijgen van de traditionele tegenstellingen en botsingen

tussen de agenten. We moeten nu de vraag durven stellen: kunnen we vanuit de

gedeelde probleemanalyse (de spaaklopende implementatie van wettelijke

bepalingen door een tekort aan middelen) de bestaande tegenstellingen efficienter

benaderen? Op basis van dit onderzoek kunnen we daar slechts negatief op

antwoorden. Dat heeft alles te maken met waar men nu net in overeenstemt: een

tekort aan middelen. Vele zaken waar het natuurbehoud in de San Antoniobaai op

vastloopt, zijn hier vermoedelijk tot terug te voeren. Territoriumstrijd tussen

wetenschappers, angst voor de andere agenten op het eigen domein, machtsmisbruik,

corruptie, belangenvermenging... moeten begrepen worden in een groter kader van

een tekort aan en dus een strijd om middelen en erkenning door de instanties die

middelen verdelen.

Het onevenwicht tussen de schaalgrootte van schadelijke praktijken en de middelen

om die praktijken te kenteren, heeft naar mijn vermoeden te maken met factoren die

Jones en De Meyere op het macroniveau plaatsen: een dominant kapitalistisch

Page 135: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

135

economisch systeem, een antropocentrisch wereldbeeld, de rol van een natiestaat als

Argentinië in globalisering enzoverder. Dat zijn metafactoren waarop men op korte

termijn weinig vat heeft.701 Dit onderzoek moet dus haar plaats kennen: in de door

de agenten gedeelde probleemanalyse vinden we voorlopig geen platform van waar

we de tegenstellingen tussen hen kunnen helpen overstijgen. Gezien het feit dat die

metafactoren onderhevig zijn aan - weliswaar trage -verandering en gezien we de

lokale politieke en economische desinteresse slechts indirect hebben kunnen

afleiden, moet de voorlopigheid van dat besluit benadrukt worden.

701 Peter Tom Jones en Vicky De Meyere, Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid

(Antwerpen/Utrecht: EPO/Jan van Arkel, 2009), 95.

Page 136: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

136

4 Conclusie

We hebben vooreerst breed kennis gemaakt met de San Antoniobaai in de San

Matíasgolf, provincie Río Negro, Argentinië. Deze baai en de gemeenten langs haar

kusten zijn nog grotendeels onbeschreven. We moesten hiervoor terugvallen op

schaarse publicaties en publiek toegankelijke informatie als overheidswebsites en

dergelijke. Op het vlak van ecologie zagen we dat de baai uitzonderlijke geografische

en hydrodynamische kwaliteiten bezit, die een grote biologische productiviteit en een

hoge biodiversiteit (inclusief endemische soorten) toelaten. Op basis daarvan kent ze

een dubbel beschermd statuut als provinciaal beschermd natuurgebied en als

internationaal erkend sleutelgebied voor migrerende kustvogels.

Sociaal-economisch zagen we een focus op industrie, visserij en toerisme. Die zaken

zorgen voor een meervoudige antropogene milieudruk op de ecologie van de baai:

vervuiling van bodem en water, verstoorde en minder gezonde visbestanden en

andere inheemse fauna, introductie van uitheemse soorten enzoverder.

Politiek en wettelijk valt de baai onder provinciale jurisdictie. De provincie zorgde

voor een juridisch-normatief kader dat de bescherming en het duurzame gebruik van

de baai en haar natuurlijke bronnen beveelt en verschillende overheidsorganen

aanduidt die de bescherming moeten opvolgen en implementeren. Bovendien zijn er

algemeen geldende nationale richtlijnen waarmee de natie Argentinië wilt maken dat

de internationale bepalingen die ze onderschreef en ratificeerde, uitgevoerd worden

binnen haar grondgebied. We zagen een overzicht van de bepalingen en wetten op de

verschillende politieke niveau‟s, waarna de officiële standpunten en

verantwoordelijkheden van de relevante lokale en provinciale agenten aan bod

kwamen. Het was opvallend dat begrippen als duurzame ontwikkeling en respect

voor het natuurlijke patrimonium als een rode draad doorheen die standpunten

liepen.

Vervolgens zagen we in het tweede hoofdstuk een beknopt verslag van mijn veldwerk

in de San Antoniobaai, dat bestond uit participant observation bij Fundación

Marybio en in mindere mate bij Diego Luzzatto. We leerden de algemene visie van

deze agenten kennen op het vlak van mensbeeld, natuurbehoud, educatie, de lokale

politiek en de invloed van de lokale economie daarop. Het werd duidelijk dat hun

werk in het natuurbehoud zich ondanks hun participatorische aspiraties politiek

Page 137: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

137

slechts in de marge bevindt door een politieke en economische desinteresse enerzijds

en enkele andere barrières anderzijds. We introduceerden begrippen en definities uit

de theorie van het transititiemanagement en identificeerden hen in dat kader als

nichespelers. Andere agenten, die daarentegen centrale machtsposities innemen en

een grote invloed uitoefenen op de praktijk van het lokale natuurbehoud en het

debat daaromtrent, identificeerden we een als regimespelers.

Algemeen suggereerden we een kloof tussen de officiële standpunten en

verantwoordelijkheden enerzijds en de reële activiteiten anderzijds, waardoor de

antropogene milieudruk onverminderd kan blijven doorgaan.Er zou immers een

wetenschappelijke en politieke territoriumstrijd aan de gang zijn tussen

verschillende agenten, waarbij enkele cruciale regimespelers zich zouden bezondigen

aan corruptie, belangenvermenging en machtsmisbruik. Hierdoor zouden

wetenschappelijke, economische en politieke agenten die vormen van milieudruk

moeten controleren en helpen reduceren in sommige gevallen strategisch zwijgen.

Daarnaast zouden ze het werk van andere wetenschappelijke agenten met reële

ambities in het natuurbehoud, bemoeilijken. Dit alles zou er toe leiden dat er in de

praktijk weinig tot geen ernstig natuurbehoud kan plaatsvinden. Om die

tegenstellingen te proberen overstijgen introduceerden we een voorstel tot

stappenplan uit het transitiemanagement. Volgens de gegevens uit de eerste twee

hoofdstukken zouden de barrières momenteel te groot zijn voor de uitvoering van de

eerste transitiestap: we konden geen regimespelers identificeren die voldoende

vernieuwingsgezind zijn om bewust en direct in een transitie-arena mee te stappen.

In hoofdstuk 3 verzamelden we meer gegevens door ook andere agenten aan het

woord te laten en tegelijkertijd trachtten we die transitie-arena indirect samen te

stellen. Op een bredere basis zagen we verschillende vermoedens uit hoofdstuk 2

bevestigd worden. Indirect werd de politieke en economische desinteresse bevestigd

wegens het uitblijven van antwoorden en zelfs maar reacties van de meeste politieke

en economische agenten die we hadden aangeschreven. Die desinteresse staat in

contrast met hun officiële standpunten en verantwoordelijkheden zoals die naar voor

kwamen in hoofdstuk 1. Indirect werd ook bevestigd dat bepaalde regimespelers de

nichespelers Marybio en Diego Luzzatto in de marge trachten te houden. Die laatsten

werden immers nergens vermeld, zelfs niet wanneer we vroegen naar andere agenten

Page 138: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

138

die bezig zijn met duurzaamheidsinitiatieven en natuurbehoud. Nochtans kunnen we

met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen dat die regimespelers op de

hoogte zijn van het bestaan en het werk van die agenten. Op directe manier werd

bevestigd dat het politieke systeem deels corrupt is, gezien een regimespeler als het

Biologisch Instituut dit zelf expliciet aangeeft. Dit alles suggereert opnieuw een kloof

tussen wat er officieel, theoretisch aan natuurbehoud zou gebeuren in de San

Antoniobaai en hoe de praktijk er uitziet. Met hoofdstuk 3 hoopten we echter niet die

kloof te moeten bevestigen maar op zichtbare instrumenten om ze te helpen

overstijgen. De centrale vraag van dit onderzoek was immers die naar de

mogelijkheden tot ecologische duurzaamheidstransities die we kunnen zien voor de

San Antoniobaai, wanneer we het actuele lokale debat over natuurbehoud

interpreteren in een overkoepelend ecologisch, politiek en sociaal-economisch kader.

We zochten hiertoe naar compatibele probleemanalyses achter de officiële situatie.

Daar vonden we slechts één voorbeeld van: de gegevens toonden eensgezind een

allesoverheersend probleem van implementatie van de nochtans goed uitgebouwde

milieuwetgeving. Dat probleem was terug te voeren tot een tekort aan financiële en

humane middelen bij controlerende en subsidiërende agenten op provinciaal en

lokaal niveau. We konden vele zaken die het lokale natuurbehoud doen vastlopen,

kaderen in een strijd om de beste positie en de meeste erkenning bij de verdeling van

die schaarse middelen. We moesten dan ook negatief antwoorden op de vraag of die

gedeelde probleemanalyse ook kan dienen om de tegenstellingen tussen de agenten

constructief te benaderen.

Integendeel lijkt de aard van datgene waar de agenten in overeenstemmen net bij te

dragen tot de huidige tegenstellingen. We moesten onderkennen dat het

onevenwicht tussen de schaalgrootte van schadelijke praktijken en de middelen om

die praktijken te kenteren, veel te maken heeft met metafactoren waar we weinig tot

geen vat op hebben op korte termijn: een dominant kapitalistisch economisch

systeem, een antropocentrisch wereldbeeld, de rol van een natiestaat als Argentinië

in globalisering enzoverder. We moeten dus besluiten dat het resultaat van dit

onderzoek, een door de agenten gedeelde probleemanalyse, voorlopig geen platform

kan zijn om de tegenstellingen tussen hen te overstijgen. De virtuele transitie-arena

die we samenstelden, kan voorlopig geen opstap zijn tot een reële stap in het lokale

Page 139: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

139

transitieproces in de San Antoniobaai. Voorlopig zit de situatie muurvast. We

benadrukken de voorlopigheid van dat besluit, gezien we de lokale politieke en

economische desinteresse slechts indirect hebben kunnen afleiden. Bovendien zijn

ook de metafactoren waarvan sprake aan verandering onderhevig, hoewel dit trage

processen betreft.

Onze verhoopte handuitreiking naar alle lokale agenten wordt hier noodgedwongen

een aanmoediging voor de nichespelers onder hen. Met het oog op het behouden van

een positie vanwaaruit systeemkritiek en regimekritiek vrij kan gegeven worden, lijkt

het aangewezen om financieel zo onafhankelijk mogelijk te blijven van andere lokale

agenten en dus geen politiek-economisch geïnspireerde „giften‟ aan te nemen. Voor

de groei van de eigen werking ligt het dan voor de hand om financiën te blijven

zoeken op andere niveau‟s. Dit was tot nog toe al het geval bij Diego Luzzatto en

Marybio, maar dit zou voor de toekomst tot een bewust en expliciet deel van hun

methodiek kunnen gaan behoren. Ook voor de eigen academische groei moet

blijvend worden ingezet op wetenschappelijke instellingen die de ruimte hebben om

nog richting hun onderzoeksobjecten te denken en niet gebonden zijn aan bepaalde

lokale politieke of economische agenten.

Hoopgevend in dit verband is het aanstaande doctoraat van Els Vermeulen aan de

universiteit van Luik. Ook de aanwezigheid van Marybio in het internationale

netwerk van zeezoogdieronderzoek kan daarin uitkomst bieden. Op internationaal

vlak moet ook uitgekeken worden naar potentiële verschuivingen die de huidige

belemmerende configuratie van metafactoren anders zouden kunnen invullen.

Hiervoor kunnen we denken aan verandering in de positie van Argentinië en het

zuiden in het algemeen in de wereldeconomie, maar concreter ook aan bijvoorbeeld

meer internationale druk om de bepalingen van de internationale milieuconventies

effectief te implementeren, meer druk en strengere opvolging van internationale

organen als het „Marine Stewardship Council‟, de „International Union for

Conservation of Nature‟ enzoverder. Aan een bepaalde metafactor kunnen de

nichespelers wel lokaal blijven werken: het antropocentrische wereldbeeld bij de

lokale bevolking zal niet zomaar onderuit te halen zijn, maar milieu-educatie heeft

hier alleszins haar functie. Lokaal kan er inderdaad heel wat gebeuren. Het zou goed

zijn mochten de nichespelers in de San Antoniobaai verder werken aan hun lokale

Page 140: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

140

ecologische onderzoeken, milieu-educatie en protest tegen het regimeverhaal over

natuurbehoud.

Terwijl het wachten blijft op globalere verschuivingen en terwijl de regimespelers

voorlopig nog de andere kant opvaren, kunnen ze met gericht praktijkonderzoek

trachten de Horizonte dichterbij te brengen om ze te tonen aan de wereld.

Page 141: Natuurbehoud in transit - Ghent Universitylib.ugent.be/.../458/035/RUG01-001458035_2011_0001_AC.pdfArne Naess, Deep Ecology of Wisdom: Explorations in Unities of Nature and Cultures,

Natuurbehoud in de San Antoniobaai

141