navnews 2013

20
nav news januari - februari 2013 - nr 66 tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in juli & augustus) Editoriaal #02 Actualiteit #03 - #07 Techniek #08 Korte berichten #10 NAV nieuwtjes #12 Architectuur #14 Specialist #16 Helpdesk #18 Passieve kleuterschool Oostduinkerke Fotografie: Klaas Verdru Architectuur: BURO II & ARCHI+I PROJECT IN DE KIJKER #04 #14 © Photo by Yasushi Ichikawa, Courtesy of Shiseido Gallery © Philipp Van Gelooven V.U.: Bart Verstraete, St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - Afgiftekantoor Gent x - erkenningsnummer P802033 Retouradres: St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - T 050 47 46 67 - F 050 47 46 79 Uw verwarming beheren vanop afstand www.electrabel.be/thermostaat

Upload: nav

Post on 09-Mar-2016

237 views

Category:

Documents


7 download

DESCRIPTION

Tweemaandelijks tijdschrift voor de architect.

TRANSCRIPT

Page 1: NAVnews 2013

navnewsjanuari - februari 2013 - nr 66 tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in juli & augustus)

Editoriaal #02Actualiteit #03 - #07Techniek #08Korte berichten #10NAv nieuwtjes #12Architectuur #14Specialist #16Helpdesk #18

Passieve kleuterschoolOostduinkerke

Fotografie: Klaas VerdruArchitectuur: BURO II & ARCHI+I

Project in de kijker

#04#14 © Photo by Yasushi Ichikawa, Courtesy of Shiseido Gallery © Philipp Van Gelooven

v.U

.: B

art

vers

trae

te, S

t.-C

lara

stra

at 4

8, 8

000

Bru

gge

- A

fgift

ekan

toor

Gen

t x

- er

kenn

ings

num

mer

P80

2033

R

etou

rad

res:

St.

-Cla

rast

raat

48,

800

0 B

rugg

e -

T 05

0 47

46

67 -

F 0

50 4

7 46

79

Uw verwarming beheren vanop afstandwww.electrabel.be/thermostaat

Uw verwarming beheren vanop afstandUw verwarming beheren vanop afstandwww.electrabel.be/thermostaatwww.electrabel.be/thermostaat

13005_SmartTHERMOSTAT_banner_v2.indd 1 8/02/13 11:55

Page 2: NAVnews 2013

De voorbije weken was er heel wat te doen over het al dan niet verdwijnen van de woonbonus. De Vlaamse Woonraad had met een advies de kat de bel aangebonden. De poppen gingen aan het dansen. De media had bloed geroken en de Vlaamse ministers haastten zich om mee te delen dat alles blijft zoals het is…toch zeker tot 2014?

De Vlaamse Woonraad zal ongetwijfeld goed nagedacht hebben over zijn conclusies. Ze verdienen verder onderzoek. Het systeem is straks onbetaalbaar. Bovendien ondersteunt het de huurmarkt te weinig. Ook is de woonbonus niet gericht op wie de financiële steun echt nodig heeft en genieten de hogere in komens een groter voordeel dan de lagere. De Vlaamse Regering zal er ongetwijfeld een vette kluif aan hebben. Maar moest dit nu echt te grabbel gegooid worden in de pers? Ik word weinig vrolijk van het resultaat. Nog wat meer bloed in de bouwsector! En dit terwijl we ondertussen weten dat de bouwconjunctuur meedeint op de golven van de psychologie van de consument. Je zult NAV niet betrappen op onheilspellende persberichten over de slechte toestand van de bouw. Ze doen immers meer kwaad dan goed. Andere sectororganisaties zijn een andere mening toegedaan. Maar ik vrees dat een potentiële bouwheer niet wordt aange-moedigd door persberichten met klinkende titels als ‘bouwbarometer bereikt triest laagterecord’.

#02 | editoriaal

Spreek nooit voor uw beurt

Architect Danny Windmolders,Voorzitter NAV

# Nieuwe normen voor zelfstandige woningen en kamers

De geldende kwaliteits-normen voor zelfstandige woningen en kamers zijn aangepast en uitgebreid. De nieuwe technische verslagen worden gebruikt sinds 1 januari 2013.

Nieuw is de dakisolatienorm voor zelfstan-dige woningen en het technisch verslag voor de controle van kamers bewoond door seizoenarbeiders. Vanaf 1 januari 2013 worden er nieuwe technische verslagen gebruikt om woningen te beoordelen. In de kennisdatabank op www.nav.be kan u een verduidelijkende brochure van Wonen Vlaanderen, een handleiding en deze type-documenten downloaden.

# CD&V gelooft in passief bouwen, niet in passiefnorm vanaf 2015

Brussels CD&V-fractievoorzitter Brigitte De Pauw heeft minister Huytebroeck geïnterpelleerd om-trent de invoering van de passief-norm vanaf 2015 in het Brussels Gewest. Deze zal, zo vreest De Pauw, de prijs van de woningen nog meer de hoogte injagen.

Met de passiefnorm die minister Huytebroeck voorstelt vanaf 2015 zullen alle nieuwe woningen, scholen en kantoren en zware renovaties moeten voldoen aan een passiefstandaard. Dit betekent volgens De Pauw dat bouwen en grondig reno-veren in het Brussels Gewest nog duurder zal zijn. Een investeringskost die jonge gezinnen in geen geval zullen kunnen ophoesten. Het argument dat een passiefwoning zichzelf op termijn terugbe-taalt, geldt immers vooralsnog niet als argument aan de bank om een lening te verschaffen aan 2 jonge mensen met een (voorlopig) laag inkomen. “Investeren in passiefbouw is goed, maar de norm verplichten is de bal misslaan”, aldus De Pauw in

De ministerraad besliste in december vorig jaar om de uitvoeringsregels voor overheids-opdrachten te wijzigen. Dit houdt in dat de huidige maximale betalingstermijnen voortaan verlengd kunnen worden.

In het ontwerp wordt de huidige maximum- termijn van 60 dagen - waarop geen enkele afwij-king mogelijk is - vervangen door een verificatie-termijn van 30 dagen en een betalingstermijn van 30 dagen. En daar knelt het schoentje. Het ontwerp bepaalt dat beide termijnen verlengd kunnen worden.In de praktijk betekent dit dus dat bouwbedrijven

de garantie dreigen te verliezen dat hun presta-ties binnen de 60 dagen zullen worden betaald. Confederatie Bouw reageerde hierop. Zij is van mening dat budgettaire of organisatorische moeilijkheden bij de overheid er niet toe mogen leiden dat private opdrachtnemers de facto de overheid financieren.

De Confederatie vraagt met klem om het regeer-akkoord uit te voeren en werk te maken van de bestrijding van betalingsachterstand. In ieder ge-val moet het status quo behouden blijven door de bestaande betalingstermijn conform de Euro-pese richtlijn op te splitsen, maar evenwel in een niet-verlengbare verificatietermijn van 30 dagen en een niet-verlengbare betalingstermijn van 30 dagen.

NAVpartners 2013

www.betafence.bewww.bulex.be www.cbr.be www.consentinogroup.be www.derbigum.be www.gira.bewww.henrad.be www.koramic.com www.kubusinfo.nl www.protect.be www.xella.bewww.renson.be www.reynaers.be www.rockwool.be

partners 2013

www.betafence.bewww.bulex.be www.cbr.be www.henrad.be www.koramic.com www.renson.be www.reynaers.be www.rockwool.be

www.saint-gobain-glass.com www.sika.be www.velux.be

www.consentinogroup.be www.derbigum.be www.gira.be www.kubusinfo.nl www.protect.be www.xella.be www.saint-gobain-glass.com www.sika.be www.velux.be

# Regering verlengt betalingstermijnen overheidsopdrachten

# Architecten murw geslagen door lokale verordeningen

NAV organiseerde eind januari haar jaarlijkse architectenmonitor. Zo’n 600 architecten namen deel. Gevraagd naar hun mening over lokale verordeningen, antwoordt bijna een derde dat deze voor hen niet relevant en overbodig zijn. Gevraagd naar de reden hiervoor, antwoordt meer dan de helft dat er totale willekeur heerst: wat in de ene gemeente moet, is verboden in een andere gemeente.

Sinds jaren wordt de gemeentelijke autonomie op het gebied van ruimtelijke ordening stelsel-matig uitgebreid. De zogenaamde “ontvoogde” gemeenten kunnen hierdoor sneller steden-bouwkundige vergunningen afleveren. Voor de bouwheren is dat uiteraard een goede zaak.

Gemeentelijke verordeningen: een ode aan de willekeurJammer genoeg leidt de verhoging van de ge-meentelijke autonomie ook tot de meest diverse verordeningen. Vaak hebben die helemaal geen lokaal karakter en gaat het over normering die op Vlaams niveau zou moeten geregeld worden.

Dat komt ook tot uiting in de resultaten van de enquête. Van de 600 bevraagde architecten vindt

61% procent dat een lokale overheid enkel veror-deningen mag uitvaardigen indien ze lokaal rele-vant zijn. 51% vraagt dat de bestendige deputatie, die de lokale verordeningen moet goedkeuren, dit kritischer zou doen. Ook vraagt meer dan de helft dat er op Vlaams niveau aan de gemeenten een kader wordt opgelegd met eenduidige voor-schriften betreffende de gebruikte begrippen, meetcodes…

Sterke noodzaak aan een uniform kader NAV trekt aan de alarmbel. Architecten dreigen helemaal verstrikt te raken in een wirwar van regel- gevingen. Bij twee projecten op amper enkele kilometers van elkaar, kunnen totaal verschillende regels gelden. Voor een aantal zaken biedt een lokale verordening bovendien geen enkele meer-waarde, en betreft het materie die op Vlaams niveau geregeld moet worden. Ook vraagt NAV dat er op Vlaams niveau aan de gemeenten een uniform kader wordt opgelegd met eenduidige voorschriften betreffende de gebruikte begrippen, meetcodes…

een persbericht. “De middelen zouden beter geïn-vesteerd worden om een einde te stellen aan het energievretend bestaand patrimonium.”

Lokale verordeningen hebben vaak helemaal geen lokaal karakter

Page 3: NAVnews 2013

actualiteit | 03#

# Veiligheid van liften: modernisering van bestaande liften

Er zijn heel wat wetgevingen van toepassing op liften. Sinds 10 december 2012 is er een nieuw koninklijk besluit. Dat bevat onder meer de gespreide invoering van de moderniseringen in de tijd, afhankelijk van de leeftijd van de betrokken lift.

Het KB wijzigt de modernisatietermijnen in drie volgens de leeftijd van de lift gespreide tijdstip-pen. Bovendien moeten alle aanpassingen ineens gebeuren en niet meer in 2 of 3 fasen zoals in eer-dere voorstellen. Niemand verwacht dat er op een zo ingeburgerde machine als een lift in al zijn di-verse vormen zoveel verschillende wetgevingen

van toepassing zijn. Toch is het zo: de liftenricht-lijn, de machinerichtlijn, de gewestelijke regle-mentering betreffende bouwvergunningen, het KB van 7/7/1994 tot vaststelling van de basisnor-men voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, het KB van 9/3/2003 betreffende de beveiliging van liften, de algemene toegankelijkheidswetgeving en het ARAB. Een artikel over al deze wetgevin-gen kan nagelezen worden door onze leden via de kennisdatabank op www.nav.be

NAVpartners 2013

www.betafence.bewww.bulex.be www.cbr.be www.consentinogroup.be www.derbigum.be www.gira.bewww.henrad.be www.koramic.com www.kubusinfo.nl www.protect.be www.xella.bewww.renson.be www.reynaers.be www.rockwool.be

partners 2013

www.betafence.bewww.bulex.be www.cbr.be www.henrad.be www.koramic.com www.renson.be www.reynaers.be www.rockwool.be

www.saint-gobain-glass.com www.sika.be www.velux.be

www.consentinogroup.be www.derbigum.be www.gira.be www.kubusinfo.nl www.protect.be www.xella.be www.saint-gobain-glass.com www.sika.be www.velux.be

Secretariaat: NAV, Willebroekkaai 37, 1000 Brussel, T 02 212 26 99, F 02 400 71 72 Retouradres: NAV, St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - T 050 47 46 67 - F 050 47 46 79Redactie: NAV, Bart Verstraete, [email protected], www.nav.be Lay-out: FCO media - Druk: Drukkerij PattynAfgiftekantoor Gent xerkenningsnummer P802033NAV en zijn auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van de teksten de interpretatie ervan, of eventuele onjuiste gegevens. Wet- en regelgeving veranderen snel. De mogelijkheid bestaat dat tekst-elementen al door nieuwe wetgeving of besluiten achter-haald zijn. We excuseren ons hiervoor.

De oorspronkelijke planning stelde begin 2013 als startdatum voorop. Dat die deadline niet is ge-haald, heeft er volgens Paul Van Lindt, hoofd van het projectteam Digitale Bouwaanvraag (RWO), vooral mee te maken dat op zeker ogenblik werd overgestapt naar een nieuwe dienstenleverancier. Dat had onvermijdelijk een impact op de timing, gezien de complexiteit van de toepassing en de vele actoren en instanties die erbij betrokken zijn.

De nieuwe target is september of oktober. Vlak na Batibouw moet de basisontwikkeling voldoende rijp zijn om de eerste testen te ondergaan. Die proefperiode zal pakweg zes maanden in beslag nemen en gepaard gaan met de nodige aanpas-singen. Daarna kan het digitale loket echt van start gaan. In hoeveel gemeenten de digitale bouwaanvraag meteen mogelijk zal zijn, is nog niet geweten. In ieder geval zal er een overgangsperiode nodig zijn om de digitalisering in alle gemeenten op de sporen te krijgen. De Vlaamse overheid stimuleert de gemeenten via opleidingen en een financi-ele tussenkomst voor de investering in schermen, plotters, softwareaanpassingen en andere infra-structuur.

Maten en formatenEr moeten nog wel meer zaken definitief worden uitgeklaard. Het formaat waarin u uw plannen moet inleveren, bijvoorbeeld. Het wordt hoogst-waarschijnlijk pdf-e, zoals vroeger al aangekon-digd. Dat biedt de behandelende instanties onder andere de mogelijkheid om opmerkingen toe te voegen in een aparte laag, dus zonder te raken aan de eigenlijke plannen. Maar hoe de export/importprocedure precies zal verlopen, is nog niet uitgemaakt. Komt er een conversietool die de plannen automatisch in het

gevraagde formaat omzet, of moeten architecten hun data in het gewenste formaat aanleveren? In dat laatste geval moet u rekening houden met een software-investering van meerdere honder-den euro’s.In eerste instantie zal de digitale bouwaanvraag beperkt blijven tot de aanvraag van een steden-bouwkundige vergunning, het uitreiken van de vergunning en het instellen van een eventueel beroep inbegrepen. Ook de diverse meldingen (A, B, zorgwonen) zijn van bij de start mogelijk. Ach-teraf komen daar gefaseerd andere aanvragen en procedures bij: de beroepsprocedure, het steden-bouwkundig attest, het planologisch attest, de verkavelingsvergunning.

Een precieze timing is er daarvoor nog niet. Het team maakt zich sterk dat dit snel kan gaan, ver-mits tijdens de testmaanden volop verder wordt gewerkt aan de andere procedures.

Het visum er gratis bovenop?Een blijde boodschap is dan weer dat door de introductie van de digitale bouwaanvraag de aparte visumaanvraag op termijn overbodig wordt. In eerste instantie moet u nog altijd eerst een digitaal visum aanvragen, en pas daarna uw digitale bouwaanvraag indienen. Pas dan kunt u het visum in deze aanvraag importeren. Dat bete-kent uiteraard dat u heel wat gegevens twee keer moet ingeven. In een latere fase worden de ge-gevens voor het visum automatisch gegenereerd vanuit de digitale bouwaanvraag. Dat zou in theo-

rie relatief snel mogelijk moeten worden. Het visum verdwijnt daarmee niet definitief. Als u later bijvoorbeeld in het Waals gewest een project hebt, zal u het nog altijd nodig hebben, zolang in Wallonië geen vergelijkbare digitale bouwaan-vraagprocedure in zwang is.

Intussen is de Orde volop bezig met het over-zetten van de architectenfiches naar het digitale platform, zodat de architect in kwestie een digi-taal visum kan aanvragen. De cijfers voor het laat-ste kwartaal van 2012 wijzen er op dat het digitale visum stilaan op snelheid komt. Het aantal aanvra-gen steeg van 303 in de startmaand september naar 850 in oktober en 1158 in november. U hebt er belang bij om zo snel mogelijk op die trein te springen, want het hierboven voordien vermelde automatisch genereren van het visum via de digi-tale bouwaanvraag zal gebeuren op basis van uw rijksregisternummer. Daarover beschikt de Orde pas als u zich heeft geregistreerd voor het digitale visum.

Help, ik ben niet meeDe Orde geeft intussen nog enkele tips en wee-tjes mee. Als meerdere architecten betrokken zijn

bij een project, volstaat één aanvraag voor een digitaal visum. De aanvrager kan dan ingeven welke andere architecten er nog bij het dossier betrokken zijn. Die architecten krijgen dan de vraag of dat daadwerkelijk het geval is, en na een positief antwoord ontvangen ze automatisch hun visa. Belangrijk is wel dat de aanvrager de andere architecten op de correcte manier identificeert. Met name het onderscheid tussen natuurlijke en rechtspersonen kan tot vervelende misverstan-den leiden.

Wie de digitale snelweg compleet gemist heeft, kan nog een klassiek visumstempel krijgen, in af-wachting dat alle architectenfiches overgezet zijn naar het digitale platform. Zodra dat is gebeurd – en dat zal niet lang meer duren – kunt u nog terecht bij de provinciale raad, waar de medewer-kers met behulp van uw elektronische identiteits-kaart een digitaal visum genereren. U krijgt dat digitale visum toegestuurd via mail en u ontvangt er ook een print van. Maar waarom niet liever even doorbijten en de handige hulpmiddelen van van-daag onder de knie krijgen?

Staf Bellens

# De digitale bouwaanvraag: van schildpad naar cheeta?

Als u Batibouw bezoekt, moet u zeker even halt houden op de stand van de Vlaamse overheid. Daar geven 1700 en - tijdens de professionele dagen - het team Digitale Bouwaanvraag een demonstratie van hoe de digitale bouwaanvraag zal verlopen. Zo kunt u alvast proeven van de al langer aangekondigde elektronische procedure. Voor the real thing moet u nog even geduld oefenen, want de startdatum is verschoven naar het najaar.

Datum inbedrijfstelling lift Modernisering klaar tegen

vanaf 1/4/1984 ten laatste 31/12/2014

van 1/1/1958 tot 31/3/1984 ten laatste 31/12/2016

voor 1/1/1958 ten laatste 31/12/2022

Pas in het najaar van 2013kan het digitale loket echt van start gaan

Bart Verstraete

De coördinatie van de NAV werking en belangenbehartiging gebeurt door Bart Verstraete. Hij is sinds 2005 directeur bij NAV.

Reageren? [email protected]

Page 4: NAVnews 2013

VereniGD KoninKrijKHet RIBA - Royal Institute of British Architects maakte in 2010 een boeiende oefening: welk type architectenbureau is op middellange termijn (2025) wel/niet een mooie toekomst bescho-ren? De resultaten zijn terug te vinden op www.buildingfutures.org.uk. De resultaten zijn grosso modo dat ontwerpgedreven middelgrote en hippe kleine bureaus het moeilijk zullen krijgen. Oorzaak: de sterke concurrentie van grote bu-reaus die beter de taal van de klant spreken en begrijpen en die alle ontwerptalent naar zich toe zuigen.

Mooie perspectieven zijn weggelegd voor bu-reaus die actief zijn in opkomende economieën, mondiale interdisciplinaire bureaus, bureaus die het risico van de bouwheer overnemen, gespe-cialiseerde onderaannemers met een grondige kennis van IT en organisatie, en multidisciplinaire design houses die problemen creatief oplossen. Zullen relatief ongehavend de toekomst binnen- varen: internationale sterarchitecten, kleine bu-reaus met een algemene praktijk en een per-soonlijke service, gespecialiseerde nichebureaus als onderdeel van grotere teams, en traditionele regionale bureaus die kiezen voor een kosten-bewuste no nonsens aanpak.

neDerlanDDe BNA - Bond van Nederlandse Architecten vroeg het Economisch Instituut voor de Bouw om de markt voor architecten tegen 2030 te bestude-ren. Parameters waren de economische groei en de demografische ontwikkeling. De EIB zag een relatief beperkte (-10%) tot sterke (-40%) daling van de architectenactiviteit, met mogelijkheden wat herbestemming, buitenlandse opdrachten

en binnenstedelijke ontwikkeling betreft. Op basis van deze studie schetste de BNA vier mo-gelijke toekomstscenario’s, afhankelijk van de economische evolutie (gematigde groei versus serieuze krimp) en de activiteiten van de architect (centrale regisseur versus overwegend esthetisch adviseur).

De kwadrant rechts bovenaan wordt gekenmerkt door overwegend kleine, multidisciplinaire op-drachten met de nadruk op design. Interessant voor kleine multidisciplinaire ontwerpbureaus en creatieve consultants, maar weinig leefbaar voor middelgrote en grote, nationaal werkende bureaus. Multidisciplinaire en/of internationale samenwerking zijn aangewezen. De kwadrant rechts onderaan herbergt een heus crisisscenario, waar de architect zijn eigenheid verliest en veel breder moet gaan werken om te overleven. Opdrachten zijn of internationaal of heel lokaal van aard. De kwadrant links onderaan leidt tot een markt waarin vooral kleintjes en enkele groten aan de bak komen en het aantal architecten onvermijde-lijk zal teruglopen. Samenwerken is een must. De laatste kwadrant levert een optimistisch sce-nario op met veel kleine en een relatief aantal middelgrote opdrachten. Bureaus moeten multi-disciplinair en professioneel zijn, samenwerken en het vertrouwen van de opdrachtgevers hebben of winnen.

BelGiëUiteraard zijn deze Nederlandse en Britse verken-ningen niet zomaar transponeerbaar naar België. De bouwmarkt, schaal, internationalisering en wettelijke context waarbinnen het beroep wordt uitgeoefend, zijn immers erg verschillend. Dankzij de verplichting om een beroep te doen op een architect is er in ons land een bodem gelegd voor het aantal opdrachten. De keerzijde van die me-daille is al dikwijls besproken: veel verantwoor-delijkheid, moeilijkheden om tot een positieve beeldvorming en een economisch rendement te komen, een pijnlijk spagaat tussen de economi-sche wetmatigheden en kansen, en de wettelijke en deontologische beperkingen. Maar uiteraard ontsnappen wij niet aan de tendensen die ook onze buurlanden kennen. Enkele bedenkingen en mogelijkheden.

internationaal denkenHoewel heel wat Belgische architectenbureaus in het buitenland bedrijvig zijn, hebben we daarin niet echt een traditie opgebouwd. Ook de over-heidsinspanningen om de export te bevorderen, zijn niet op maat van de architectuur gesneden, wat soms tot afgunstige blikken richting Frankrijk en Nederland aanleiding geeft. De eerste stap naar het buitenland is ook niet vanzelfsprekend en vergt al snel financiële inspanningen die zeker in moeilijke economische omstandigheden niet voor de hand liggen. Wel is ondersteuning moge-lijk via FIT (www.flandersinvestmentandtrade.be), Brussel Invest & Export (www.invest-export.irisnet.be) en AWEX (www.awex.be).

Maar een internationale samenwerking is ook voor projecten in eigen land mogelijk. De sa-menwerking met een buitenlands bureau kan lokale bureaus bijvoorbeeld de ontberende schaalgrootte, referenties of knowhow bezorgen. Ingenieur-architect Jos Leyssens van Licence to Build kwam, via een medewerkster die daar stage had gedaan, terecht bij het Britse, internationaal actieve bureau Aedas. Voor Scholen van Morgen sloegen ze de handen in elkaar. “Zij hebben erva-ring met scholenbouw en de DBFM-formule, wij spreken de taal en kennen de wetgeving. Want je moet je partner iets te bieden hebben, anders lukt het niet”, aldus Leyssens.Een internationale bureaucultuur kan soms ope-ningen creëren. BURO II bijvoorbeeld (toen nog

zonder ARCHI+I) zag dankzij een Chinese master-student architectuur in Leuven plots openingen om naar China te trekken. In augustus 2005 won-nen ze samen met CITIC de internationale ont-werpwedstrijd. Amper een maand later streken ze in Guangzhou neer met een team specialisten. In 2008 werd het project bekroond met een wereld-architectuurprijs in Barcelona.

Klantgericht denkenWaar zitten de opdrachtgevers, wat willen zij en hoe kunt u dat tot beider tevredenheid invullen? De trends in de bouwmarkt zijn gekend. Neem nu stadsvernieuwing en renovatie. Ook met een klein bureau is daar perfect op in te spelen. Architecten Delobelle bvba uit Gent bijvoorbeeld leggen zich overwegend toe op renovatie en bieden daar-voor een totaaloplossing: architectuur, interieur, epb, veiligheidscoördinatie, een persoonlijke ser-vice. Een transparante aanpak met een duidelijke omschrijving van de geleverde prestaties en de vergoeding die daar tegenover staat, garandeert het rendement van het bureau.

SpecialiserenSpecialiseren heeft voor- en nadelen. Wie zich uitsluitend op een sector toelegt, riskeert in crisis-tijden dat ook niet-gespecialiseerde bureaus zich daarop storten, met negatieve gevolgen voor de erelonen. Anderzijds kan een ondersteunende specialisatie heel interessant zijn. Denk aan bu-reaus als Bureau Bouwtechnieken en ARTEX, die zich als architectenbureau vooral toeleggen op bouwtechnieken, technische installaties in ge-bouwen en veiligheid op de werf.

Crisissen zijn kansenWordt het een zwak jaar? Maak dan van de luwte gebruik om bij te scholen. Aan toekomstgerichte kennisthema’s is er geen gebrek: energie en duurzaamheid, bouwtechniek, ICT (tekenen en bouwprogrammatuur), bedrijfsbeheer, een com-merciëlere aanpak, technische en juridische zaken. Nieuwe of zich doorzettende concepten kunnen een studie waard zijn, zoals allerlei vormen van

De bouwmarkt verkeert in zwaar weer. Europese prognoses gewagen dat dit zo tot 2015 zal blijven. Het ideale moment om even stil te staan bij de toekomst van de dagelijkse praktijk. In het Verenigd Koninkrijk en Nederland, waar architectenbureaus al langer te lijden hebben onder de crisis, hebben ze die oefening al gemaakt. Wat kunnen we van hen leren?

Ruil de idee van opdrachten in voor een zoektocht naar opgaven

Een internationale bureau-cultuur kan soms openingen creëren

#04 | actualiteit

Welke toekomst voor welke architectenbureaus?© P

hilip

p Va

n G

eloo

ven

Page 5: NAVnews 2013

Gematigde groei (5%)

Regisseur (integraal)

Groeiprofessionaliseren/profileren

Transformatieingrijpende reorganisatie

Esthetisch adviseur (ad hoc)

Fragmentatienieuwe bureautypen

eclipsoverlevingsstrategieën

Krimpende economie (-/-30%)

Baiyun International Convention Center Guangzhou, China [2007], van BURO II & ARCHI+I, won een wereld-architectuurprijs in 2008. Realisatie: BURO II & ARCHI+I i.s.m. Arch. Design Inst. Of Citic China, Guangzhou - Architectural design, Laurent Ney & Partners - Structural design, Ingenium - Technical Design, Daidalos - Energie & akoestiek, TTAS BVBA - Theatertechnieken, Denis Dujardin - Thiers Stefaan - Landscape design, Van Santen & Ass (FR) - Facade engineering, LENS°ASS - Interior design.

HO

ME

OF

OXY

GEN

HO

ME

OF

OXY

GEN

We inspire at www.duco.eu

freduc,vent

0,75

freduc,vent

1,00

freduc,vent

0,46

E-peil

tot -16punten

E-peil

tot -21punten

VEAGEKEURD!

Duco Tronic SystemDe ultieme vorm van ‘Natuurlijke’ Ventilatie

DUCO at HOME

De standaard voor woningventilatie

Het DucoTronic System is een Vraaggestuurd Natuurlijk

Ventilatiesysteem dat ventileert op basis van CO2-, vocht-

en temperatuurmetingen, ideale graadmeters voor een

gezond en comfortabel binnenklimaat. De elektronisch

gestuurde toevoerroosters garanderen dat er enkel

geventileerd wordt waar en wanneer nodig én in de

juiste hoeveelheid voor een optimale energiebesparing!

[email protected] - Handelsstraat 19 - 8630 Veurne - Belgium - tel +32 58 33 00 33 - fax +32 58 33 00 44

Bezoek ons in paleis 12 op stand 40721 februari tot en met 3 maart

DUCO OP ‘BATIBOUW’ 2013

UW PARTNER IN PASSIEVE BRANDBESCHERMING VOOR GEBOUWENPromat biedt effi ciënte en eenvoudig te plaatsen oplossingen voor brandveilige compartimentering, passieve brandbescherming van draagstructuren, technische installaties en het afdichten van doorvoeringen. Daarnaast zijn er ook architectonische oplossingen met brandwerend glas en glazen brandwerende deuren ‘op maat’.

Promat International NVBormstraat 24, 2830 TisseltTel. 015 71 33 51 Fax 015 71 82 29E-mail [email protected] Website www.promat.be

VOOR GEBOUWEN

ALLEEN

Promat BIEDT

ZEKERH

EID

MET ZOVEEL

GETEST

E

OPLOSSINGEN!

+ GRATIS

ADVIES!

122341_Promat Adv 200 x 135 NL.indd 1 19/10/11 13:14

Whow!Wat mooi is mag gezien worden.

Dat geldt ook voor architectuur.

Daarom bieden aluminium

raam- en deurprofi elen van Reynaers

Aluminium steeds de juiste esthetische en

functionele oplossing. Creatief passen ze

door hun veelzijdigheid in design en kleur bij

elk ontwerp: modern of klassiek, nieuwbouw

of renovatie. Bovendien geven ze uw klanten

ook nog jaren extra woonplezier door het

beperkte onderhoud, de goede isolatie en het

sterk duurzame materiaal. Geef toe: aluminium

profi elen van Reynaers zijn echt Whow !

www.nieuweramen.be

www.reynaers.be

Het Reynaers raamprofi el dat bij uw ontwerp past,dat is de kunst !

Wie verder kijkt,kiest Reynaers Aluminium

Reynaers | Adv NAV | 190 x 135mm | 22/02/2013

Bron: BNA, Toekomsten. Scenario’s voor architectenbureaus en architectenbranche, 2011.

gegroepeerd wonen, zorgwonen, droog- en prefabbouw, bouwteams … Op zoek naar internationale trends? Kijk dan eens op www.arch-vision.eu, waar u de resultaten vindt van kwartaalenquêtes bij architecten in acht Europese landen (Frankrijk, Italië, Duitsland, Nederland, VK, Spanje, en sinds kort ook België en Polen).

niets zo sterk als een overtuigingVolg uw hart. Zo staan evr-architecten, gekend om hun aan-pak van duurzaamheid, waar ze vandaag staan doordat zij altijd hun overtuiging hebben gevolgd. Nogal wat mensen, bv. Alexis Versele, pleiten ervoor om de idee van opdrachten in te ruilen voor een zoektocht naar opgaven. Welke zinvolle geïntegreerde concepten van wonen, werken, zorg, lokale productie et cetera kunnen we ontwikkelen en voorstellen? Maar evengoed volgde een Julien De Smedt als jonge ar-chitect zijn overtuiging toen hij de wereld rond trok om te studeren, bij OMA belandde, met Bjarke Ingels in zee ging en zijn eigen JDS architects oprichtte.

Staf Bellens (CD Media Productions) is free-lance journalist gespecialiseerd in bouw, renovatie, architectuur en wonen in de brede betekenis: technisch, financieel, cultureel, professioneel.

Page 6: NAVnews 2013

Collega’s stellen ons regelmatig de vraag wat de Orde nu precies doet voor de architect. De Orde is echter niet opgericht om de belangen van de architecten te verdedigen, maar om de consument te beschermen. Het zijn de beroepsverenigingen die de materiële belangen van de architecten behartigen, niet de Orde.

De foutieve perceptie dat de Orde opkomt voor de belangen van de architecten, vinden we zelfs terug bij de overheid. In sommige beroepsaan-gelegenheden consulteren zij enkel de Orde en beschouwen zij het standpunt van de Orde als het standpunt van de sector, zonder dat ze de beroepsverenigingen nog consulteren. We stellen dan ook regelmatig vast dat de Orde zich bemoeit met zaken die eigenlijk tot het domein van de be-roepsverenigingen behoren. Niet zelden blijkt dat het standpunt van de Orde lijnrecht staat tegen-over het standpunt van de beroepsverenigingen.

Wat zijn nu precies de wettelijke taken van de Orde? Op de website van de Orde wordt de Orde omschreven als de wettelijke instantie die be-voegd is voor het opstellen en doen naleven van de deontologie en voor alle materies in verband met de toegang tot het beroep van architect in België.

De ToeGanG ToT HeT BeroepDe Orde staat in voor de organisatie van de stage en voor de inschrijving op de tabel. Ook de bui-tenlandse architecten die in België het beroep van architect willen uitoefenen (de zgn. dienstver-richters), dienen voorafgaandelijk de goedkeuring van de Orde te krijgen.

De Orde heeft in dit verband alleszins nog een paar belangrijke problemen op te lossen.

Zowel stagiairs als stagemeesters zijn het erover eens dat de opleiding onvoldoende is afgestemd op de toekomstige beroepsuitoefening. De Orde zou hier minstens een initiatief moeten nemen om voorstellen te doen betreffende de opleiding. Ook de invulling van de stage dient geactuali-seerd te worden.

Ook dient er nog werk gemaakt te worden van een kader voor permanente vorming. Architecten zijn zowat het enige vrije beroep waarin dit nog niet geregeld is en dat komt de geloofwaardig-heid van het beroep niet ten goede.Aan buitenlandse architecten die in België ko-men werken, kunnen door Europese regelgeving niet altijd dezelfde strenge voorwaarden worden opgelegd als aan Belgische architecten. Bvb. de samenstelling van de Laruellevennootschappen kan niet opgelegd worden aan buitenlandse vennootschappen omdat dit het vrij verkeer van diensten zou hinderen. Er moet bijgevolg eens nagegaan worden of de strikte Belgische voor-waarden niet dienen aangepast te worden aan de Europese context.

HeT opSTellen Van De DeonToloGieEen deontologie wordt noodzakelijk geacht in het kader van “de eer en waardigheid van het beroep”; anno 2013 zou deze oubollige omschrijving beter vervangen worden door “de kwalitatieve uit- oefening van het beroep”. Eer en waardigheid zijn immers begrippen die voor interpretatie vatbaar zijn; kwaliteitseisen bij de uitoefening van het be-roep zijn objectiever te omschrijven.Ook in dit verband heeft de Orde nog een pak werk. Vooreerst is het merkwaardig dat als de deonto-logie door de Orde wordt opgesteld om de consu- ment te beschermen, consumentenverenigingen in het verleden al herhaaldelijk kritiek hebben ge-uit op regels en standpunten van de Orde. Bvb. de opvolgingsregels van de Orde vinden geen gena-de bij TestAankoop wegens te protectionistisch. Ook de Europese Commissie vond de barema’s van de Orde niet in het belang van de consument en smeerde de Orde een boete van 100.000 euro aan.

Het is eigenaardig dat een instantie de belangen van de consument verdedigt zonder dat die con-sument daarin een stem krijgt. De wettelijke sa-menstelling van de Orde werd uiteraard bepaald door de overheid, maar niets belet dat de Orde op regelmatige tijdstippen overleg zou plegen met de minister van consumentenzaken of met de consumentenorganisaties. Tot op heden ge-beurt dit niet of nauwelijks. Op dat punt merken we overigens een evolutie bij de wetgever. Bij de wetsvoorstellen voor de op te richten Hoge Raad voor deontologie voor gezondheidszorg- beroepen zal ook de consument een plaats krijgen. Dit zou ook een aandachtspunt moeten zijn bij de hervorming van de Orde: het systeem van een besloten Middeleeuwse gilde, waarbij een aantal beroepsgenoten “onder elkaar” het zaakje zullen regelen, komt echt de geloofwaar-digheid van een orde niet ten goede.

Inhoudelijk is de deontologie ook dringend aan een grondige herwerking toe.

Vooreerst is de economische context van het beroep dermate veranderd dat we moeten vast-stellen dat de deontologie totaal verouderd is. De traditionele driehoek (bouwheer-architect-aannemer) vertegenwoordigt al lang niet meer de meerderheid van de architectenopdrachten; in een minderheid van de bouwdossiers wordt de architect aangesteld door de eindgebruiker. Op het Architectencongres, dat NAV vorig jaar organiseerde, bleek duidelijk dat een overgrote meerderheid van de aanwezige architecten ge-wonnen was voor ingrijpende wijzigingen van de deontologie en de wet.Anderzijds stellen we nu ook vast dat de recht-spraak de bijstand van de cliënt begint te be-schouwen als zijnde van openbare orde, waarbij contractueel de architect geen enkele vrijheid meer heeft om met zijn cliënt daaromtrent af-spraken te maken. De rechtspraak verwijst daarbij

expliciet naar het Reglement van Beroepsplich-ten. Dit betekent uiteraard een verzwaring van de reeds loodzware aansprakelijkheid. Dat de Orde de belangen van de consument dient te verde-digen, wil uiteraard niet zeggen dat de Orde er de overheid niet mag op wijzen dat deze situatie voor de architect hoe langer hoe meer onhoud-baar wordt.De Orde heeft in het verleden al een paar pogin-gen ondernomen om de deontologie aan te pas-sen aan de gewijzigde bouwpraktijk. Een aanbe-veling om bij sleutel-op-de-deurwoningen een tweede architect verplicht te stellen, werd door de rechtbank teruggefloten. De mogelijkheid voor de architect om een Vennootschap Onroe-rende Diensten op te richten, kende weinig suc-ces omdat het geen antwoord gaf op de vraag van de markt. De combinatie van het beroep van architect met andere dienstverlenende beroepen in de bouwsector wordt overigens door de Orde steevast bijzonder kritisch bekeken, alhoewel de Raad van Beroep al ondubbelzinnig heeft gesteld dat dit geen onverenigbare beroepen zijn.

Er is dus voor de Orde nog veel werk aan de win-kel om de deontologie “up-to-date” te krijgen...

HeT Doen naleVen Van De DeonToloGieWe zijn al dieper op de tuchtprocedures van de Orde ingegaan in een vorig artikel. Samengevat kunnen we stellen dat een eenvormige en profes-sionele tuchtspraak met publicatie van de geano-miseerde tuchtspraak essentiële elementen zijn in de werking van de Orde.

Onlangs pleitte senator Marleen Temmerman nog voor een drastische hervorming van de Orde van Geneesheren. In verband met de tuchtspraak maakte zij de bedenking dat een orde eigenlijk rechter en partij tezelfdertijd is. Inderdaad, een in-stantie, die moet oordelen of de regels die ze zelf uitvaardigt worden gevolgd, beantwoordt feitelijk niet aan het principe der scheiding der machten; temeer daar er geen strikte scheiding is tussen de mandaten in de verschillende organen van de Orde. Een mandataris die zetelt in de Nationale Raad kan momenteel nog zonder probleem zete-len in een provinciale tuchtraad of in de Raad van Beroep. Een strikte scheiding tussen de organen van de Orde is een bijkomend argument voor vol-

Architecten zijn zowat het enige vrije beroep waarin de permanente vorming nog niet geregeld is

De Orde: niet de vakbond van de architecten

#06 | actualiteit

Page 7: NAVnews 2013

ledig onafhankelijke en professionele tuchtkamers, ook in eerste aanleg.

anDere TaKen Van De orDe?Het spreekt vanzelf dat de Orde wettelijke of bestuursrech-telijke maatregelen kan aftoetsen aan de deontologie en eventuele conflicten moet signaleren aan de overheden. Het is echter evenzeer vanzelfsprekend dat de Orde zich niet dient in te laten met de technische aspecten van bvb. stedenbouw, EPB, rioleringen,... Ook de promotie van het beroep van architect bij de con-sument is een taak die de Orde kan uitvoeren. Bvb. de aan-wezigheid van de Orde op beurzen zoals Batibouw en de Bisbeurs is noodzakelijk om de taak van een architect beter bekend te maken bij de bouwheer. De modale bouwheer wordt op dergelijke beurzen overspoeld door de reclame-campagnes van promotoren en sleutelopdedeur bedrijven, zodat neutrale informatie ongetwijfeld op zijn plaats is.

en De TaaK Van De BeroepSVereniGinGen?Zoals we in het begin van dit artikel al hebben aangegeven, verdedigen enkel de beroepsverenigingen de materiële be-langen van de architecte. Zij zijn de echte “vakbonden” van de architecten. Samen met de collega’s van de BVA zet het NAV zich nu al 60 jaar in om bij de overheden de stem van de architecten te laten horen. Met een steeds complexere regelgeving in een snel evoluerende maatschappij is dit geen gemakkelijke zaak geworden en het vraagt steeds meer tijd en energie om alles te kunnen opvolgen. Dat, on-danks de crisis, het ledenaantal nog steeds stijgt, toont aan dat de leden de inspanningen van het NAV op prijs stellen.

De Orde moet de consument beschermen, maar de consument krijgt geen stem

Ontdek het perfecte buitengevel-isolatiesysteem met Powerwall®.Geschikt voor een waaier aan gevelafwerkingen.

Wilt u uw klanten tot 25% laten besparen op hun energiefactuur?Maak dan zeker kennis met het buitengevelisolatiesysteem met Powerwall®, een nieuw concept voor nieuwbouw en renovatie. De ultradunnePowerwall® gevelisolatie zorgt dankzij zijn uniek tand- en groef kliksysteem voor een duurzaam en effi ciënt doorlopend isolatieschild met hoogrendement. In combinatie met een regelbaar bevestigingssysteem kan het worden gebruikt met een brede waaier aan gevelafwerkingen zoals sidings, steenstrips, leien, pannen, zink, hout en vezelcementplaten. Kortom, een muur met power!

Meer info over Powerwall® of andere producten vanRecticel Insulation? Surf naar www.recticelinsulation.be

Recticel Insulation - Tramstraat 6 - 8560 Wevelgem - Tel. +32(0)56 43 89 43 - [email protected] 4-420

Signum - Gent

REC13 ad NAVnews 190x135 NL OK.indd 1 28/01/13 17:23

MITSUBISHI ELECTRIC WARMTEPOMPEN

De perfecte oplossing voor verwarmingen productie van sanitair warm water

www.warmtepomp.bewww.my-ecodesign.be

Nieuwe generatie Ecodan Systemen conform de nieuwe Ecodesign richtlij n

Van woningbouw tot industriële toepassingen, voor een oplossing op maat surf naar www.mitsubishi-electric.be

MEB_NAV news A5.indd 1 28/12/12 11:20

Premies verwarming en warm waterWarmtepomp • Max. 1 700 euro

Zonneboiler bestaande woning

• 550 euro/m² zonnecollector (max. 50 % van het factuurbedrag, met een maximum van 2 750 euro)

Condensatieketel• Enkel voor beschermde afnemers:

800 euro

Premies isolatie

Dakisolatie• 6 ∼ 8 euro/m² (cf. R-waarde)

(max. 960 euro)Buitenmuurisolatie • 15 euro/m² (max. 2 000 euro)Spouwisolatie • 6 euro/m² (max. 800 euro)Vloerisolatie • 6 euro/m² (max. 800 euro)Hoogrendements-beglazing

• 12 ∼ 15 euro/m² (max. 375 euro)

Premieregeling bestaande

woningen 2013

Opgelet! Premies kunnen in de loop van het jaar wijzigen. Raadpleeg www.eandis.be.Online aangevraagd is sneller uitbetaald!

Verstuur uw premieaanvraag bij voorkeur online, met ingescande factuur en attest. Zo kunnen we uw premie sneller uitbetalen. Surf snel naar www.eandis.be > Energie besparen > Premies !

TIP

NieuwbouwNieuwbouwers die het beter doen dan het verplichte energiepresta-tiepeil (E-peil), hebben recht op een premie. De premie varieert in functie van de aanvraagdatum van de stedenbouwkundige vergun-ning.

Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger uw woning.

Nieuwbouwers die het beter doen dan het verplichte energiepresta-

Opgelet! Premies kunnen in de loop van het jaar wijzigen. Raadpleeg www.eandis.be.

tiepeil (E-peil), hebben recht op een premie. De premie varieert in functie van de aanvraagdatum van de stedenbouwkundige vergun-ning.

Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger uw woning.

GEWIJZIGD

9030669_NAV_A5.indd 1 23-01-13 15:27

Arch. Philip Adam is lid van het directiecomité van NAV en adviseur van de vereniging voor alles wat deontologie en de Orde vanArchitecten betreft.

Page 8: NAVnews 2013

SaMenSTellinG en opBouwElk plaattype heeft een specifieke opbouw en samenstelling, die bepalend zijn voor de fysische en mechanische prestaties ervan. Hierna geven we een bondige beschrijving van de vier meest voorkomende plaattypes:

- spaanplaat is een houtachtig plaatmateriaal dat opgebouwd is uit kleine deeltjes hout (spanen) of andere lignocellulosehoudende materialen, waarvan de onderlinge hechting verzekerd wordt door een organisch bindmiddel. De volumieke massa van dit plaattype neemt af naarmate men de kern benadert. In de regel bevinden de grofste spanen zich in het midden

- OSB (oriented strand board) is samengesteld uit verschillende lagen houtschilfers met een wel-bepaalde vorm en dikte, die onderling verbonden worden met behulp van een bindmiddel. OSB-platen zijn gewoonlijk opgebouwd uit drie lagen, waarbij de schilfers van de buitenlagen evenwij-dig lopen met de plaatlengte, terwijl deze van de binnenlaag ofwel willekeurig verstrooid zijn of de lengterichting van de plaat kruisen

- multiplex is opgebouwd uit verschillende lagen fineer, die in tegengestelde nerfrichting op elkaar gelijmd worden. De vezels van de twee buitenste fineren, dekfineren of buitenlagen genoemd, lo-pen in dezelfde richting en zijn aldus bepalend

voor het uitzicht van de plaat. De kern bestaat uit een oneven aantal kruiselings gepositioneerde la-gen, blindfineren of binnenlagen genoemd, met een symmetrische opbouw ten opzichte van de centrale laag

- MDF (medium density fibreboard) is een hout-vezelplaat, waarbij het als grondstof gebruikte rondhout eerst verspaand en vervolgens verder vervezeld wordt tot men vezels van de gewenste grootte bekomt. Daarna worden de aldus verkre-gen vezels belijmd en naar een strooi-installatie gebracht, alwaar ze in één laag uitgestrooid wor-den. Zodoende ontstaat er een vezeltapijt dat bijna 30 maal zo dik is als de plaat aan het einde van de productieketen. Na het persen worden de platen tenslotte op maat gezaagd

MeCHaniSCHe KaraKTeriSTieKenDe prestaties van de platen kunnen sterk verschil-len al naargelang van de gebruikte houtsoort, het lijmtype, de lijmhoeveelheid, de eventuele toe-slagstoffen en de volumieke massa. Gewoonlijk gaat men ervan uit dat de mechanische sterkte van de platen toeneemt met hun volumieke massa. In deze context onderscheidt men voor-namelijk:

- de treksterkte loodrecht op de vlakken: indien de onderlinge hechting van de spanen ontoereikend is, kan de plaat tijdens het fineerproces of bij het aanbrengen van de verbindingsmiddelen (bv. deuvels) beginnen splijten

- de buigsterkte: spaanplaten voor gebruik in meubels of als bekleding zijn doorgaans slechts onderhevig aan geringe belastingen, zodat hun mechanische sterkte beperkt kan blijven. Voor structurele toepassingen is het daarentegen noodzakelijk platen met een hogere draagkracht te gebruiken

- de elasticiteitsmodulus: naarmate de elastici-teitsmodulus groter is, zal de doorbuiging van de plaat onder belasting kleiner zijn

welKe plaaT Voor welKe ToepaSSinG?De CE-markering van plaatmaterialen voor de bouw volgens de norm NBN EN 13986 is verplicht sedert 2006. Deze markering wordt aangebracht op de plaat of op het etiket en verwijst onder meer naar het plaattype en zijn technische klasse. Deze laatste stemt overeen met een plaatklasse die gelinkt wordt aan de plaatprestaties voor een

Er is tegenwoordig een uitgebreid gamma aan plaatmaterialen beschikbaar met de meest uiteenlopende prestaties en toepassingsgebieden. Om de schrijnwerker te helpen bij het maken van de juiste keuze, overlopen we in dit artikel welke plaattypes geschikt zijn voor welke toepassingen.

Plaatmaterialen en hun toepassingen

#08 | techniek

Gebruiksvoorbeelden voor de verschillende plaattypes.Binnenvloer (1b)

Randplank (3a)

Dagstuk van een binnendeur (1a)

Plaat onder een dakoversteek (2a)

Afwerkingsplaat voor een niet-bewoonde en niet-geïsoleerde ruimte (2a)

Afwerkingsplaat:- indien goed geventileerd (1a)

- indien niet goed geventileerd (2a)

SALONKEUKEN 1 OF 2

BADKAMER1 OF 2

ZOLDER 1 OF 2

1

11 4

5

2 6

3 7

2 of 3

1

Vloer voor een geventileerde kruip-ruimte indien de ontwerp- en ventila-

tieregels gerespecteerd werden (2b)

(1) Volgens de norm NBN EN 13986 is de klimaatklasse 3 eveneens van

toepassing op de risicoklasse voor biologische aantasting 4. Het gaat hier om

platen die in contact staan met de grond of met zacht water, en die aldus

permanent blootgesteld zijn aan een bevochtiging. Het gebruik van houten

platen in deze biologische klasse is minder geschikt en wordt in principe niet

aanbevolen.

(2) De term ‘zware belastingen’ wordt niet nader bepaald. Voor de keuze

tussen deze twee plaattypes baseert men zich op een berekening waarin

onder meer rekening gehouden wordt met de op te nemen belastingen

(gebruiks-categorie volgens de NBN EN 1991-1-1-ANB) en de geometrische

eigenschappen van de platen (overspanning, dikte, …).

(3) Voor de keuze tussen deze twee plaattypes baseert men zich op een

berekening die rekening houdt met de op te nemen belastingen (gebruiks-

categorie volgens de NBN EN 1991-1-1-ANB) en de geometrische

eigenschappen van de platen (overspanning, dikte,...).

(4) De levensduur zal sterk afhankelijk zijn van de blootstelling van de plaat,

van de aangebrachte oppervlakteafwerking en het onderhoud ervan.

(5) De voegen tussen de platen kunnen behoren tot een hogere risicoklasse

(volgens de NBN EN 335-3) dan klasse 3 (permanente bevochtiging).

1. Afwerkingsplaat (bv. gipsplaat)2. Dampscherm3. Windverband langs de binnenzijde (1b)4. Bebording (3a)5. Geventileerde spouw6. Vochtscherm7. Windverband langs de kant van de luchtspouw (2b)

1. Ondergrond voor een warm dak (1b)

Page 9: NAVnews 2013

gegeven gebruik. De beoordeling van de plaat gebeurt aan de hand van de desbetreffende norm (zie organigram).

De verschillende plaattypes kunnen niet in om het even welke situatie gebruikt worden. Het organigram, dat gebaseerd is op de beslissings-boom van het CEN TC 112, geeft aan welke tech-nische plaatklassen gebruikt kunnen worden voor een voorziene praktijktoepassing, zodanig dat de schrijnwerker een geschikte keuze kan maken. Elke rij vertegenwoordigt een welbepaald plaat-materiaal (spaanplaat, multiplex, MDF, OSB), waarbij de mechanische en fysische prestaties toenemen van rechts naar links. De schrijnwerker zal dus steeds een plaattype mogen gebruiken dat zich op dezelfde rij links van de voorziene toepassing bevindt (deze plaat zal immers betere prestaties vertonen dan deze die strikt noodzakelijk zijn).

De kolommen stellen op hun beurt een aantal ver-schillende plaattypes voor die onder gelijkaardige omstandigheden gebruikt kunnen worden. Een leeg vakje duidt aan dat er voor de betreffende plaatfamilie en de voorziene toepassing geen spe-cifieke technischeklasse voorhanden is. In voor- komend geval dient men ofwel te opteren voor een ander plaattype, ofwel binnen dezelfde familie te kiezen voor een plaat met betere prestaties (het vakje dat zich links van het lege vakje bevindt).De vakjes met een kruis geven aan dat de voor-ziene toepassing vooralsnog niet mogelijk is voor de betreffende plaatfamilie.

Droog, vochtig of buitenmilieuDe technische klasse van de plaat is afhankelijk van het milieu waarin deze gebruikt zal worden. In de norm NBN EN 1995-1-1 worden de volgende milieus onderscheiden:

- een droog milieu (klimaatklasse 1: milieu geken-merkt door een vochtgehalte in de materialen dat overeenkomt met een temperatuur van 20 °C en een relatieve vochtigheid van de omringende lucht die slechts enkele weken per jaar hoger is dan 65 %. Een plaattype voor gebruik in een

droog milieu is eveneens geschikt voor gebruik in de risicoklasse voor biologische aantasting 1 vol-gens de norm NBN EN 335-3

- een vochtig milieu (klimaatklasse 2): milieu ge-kenmerkt door een vochtgehalte in de materialen dat overeenkomt met een temperatuur van 20 °C en een relatieve vochtigheid van de omringende lucht die slechts enkele weken per jaar hoger is dan 85 %. Een plaattype voor gebruik in een voch-tig milieu is eveneens geschikt voor gebruik in de risicoklassen voor biologische aantasting 1 en 2 volgens de norm NBN EN 335-3

- een buitenmilieu (klimaatklasse 3): milieu waarin de platen gekarakteriseerd worden door een vochtgehalte dat nog hoger kan zijn dan in de voornoemde klassen. Een plaattype voor gebruik in een buitenmilieu is eveneens geschikt voor ge-bruik in de risicoklassen voor biologische aantas-ting 1, 2 en 3 volgens de norm NBN EN 335-3 (1).

Hoewel bepaalde plaattypes (zie organigram) wel degelijk gebruikt kunnen worden in de klimaat-klasse 3, willen we erop wijzen dat de plaatpres-taties sterk kunnen verminderen bij afwezigheid van een aangepaste verduurzamingsbehandeling (bv. in geval van een niet-duurzame houtsoort) en/of indien er geen afwerking van het oppervlak en de snijvlakken voorzien werd. De levensduur van de platen is ook sterk afhankelijk van hun blootstelling, van het type en het onderhoud van de oppervlakteafwerking, evenals van de voegen tussen de platen.

Structurele toepassingenIn het organigram wordt een onderscheid ge-maakt tussen platen voor structurele en niet-structurele toepassingen.

- De eerstgenoemde platen worden gewoonlijk aangeduid als ‘werkende’ platen en zijn bestemd voor het ontwerp en de constructie van gebouw-onderdelen die belastingen moeten opnemen: muren, vloeren, windverbanden (wanden die mee instaan voor de dwarse stabiliteit van de con-structie), daken of I-balken. Men maakt nog een bijkomend onderscheid tussen gewone structu-rele platen (voor algemeen structureel gebruik – index ‘b’) en structurele platen die zware belastin-gen moeten opnemen (index ‘c’) (2)

- De platen uit de tweede categorie (index ‘a’) wor-den onder meer gebruikt voor de uitvoering van meubels of als afwerkingsmateriaal. Ze kunnen verder onderverdeeld worden in platen met goe-de en beperkte mechanische prestaties (schroef-houdend vermogen, buigsterkte).

GeBruiKSVoorBeelDenIn het organigram zijn eveneens een aantal ge-bruiksvoorbeelden opgenomen, die verder ge-ïllustreerd worden in onderstaand schema:

- 1a: meubels, binnenbebordingen, dagstukken van binnendeuren, lichte binnenwanden, …

Kwaliteitseisen PlaattyPe

Welke plaat?

Vochtigeomgeving?

Ja neen

neenJa

Structureelgebruik?

neenJa

en 636-3

Structureel gebruik?

neenJa

Zware be-lastingen?

neenJa neenJa neenJa neenJaGoede

mechanische prestaties?

Goede mechanische

prestaties?

Zware be-lastingen?

en 312p7

en 636-2

en 622-5(MDF.HlS)

en 300(oSB 4)

en 312p5

en 636-2

en 300(oSB 3)

en 622-5(MDF.H)

en 312p6

en 636-1

en 300(oSB 2)

en 312p4

en 636-1

en 622-5(MDF.la)

en 300(oSB 1)

en 312p3

en 622-5(MDF)

en 312p2

ToeneMenDe MeCHaniSCHe en FySiSCHe eiGenSCHappen Binnen eenZelFDe plaaTFaMilie

Klimaatklasse 3 Klimaatklasse 2 Klimaatklasse 1

Structureelgebruik?

neenJa

GeBruiKSVoorBeelDen 3b 3a 2c 2b 2a 1c 1b 1a

sPaanPlaat

MultiPlex

MDF

OsB

risicoop rechtstreekse

bevochti-ging?

Ja

neen

risicoop rechtstreekse

bevochti-ging?

Men kan gebruik maken van een technische klasse die zich links van dit vakje bevindt.

De voorziene toepassing is vooralsnog niet mogelijk voor de betreffende plaatfamilie.

Organigram voor de keuze van een geschikte technische plaatklasse.

techniek | 09#

De auteurs zijn allen medewerkers van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf. Ir. S. Charron is projectleider bij het laboratorium ‘Ruwbouwen afwerkingsmate-rialen’. Lic. G. Dekens is onderzoeker bij het laboratorium ‘Dak- en gevelelementen’. Ir. Y. Martin is afdelingshoofd van de afdeling ‘Materialen’ van het WTCB.

in bewoonde en verwarmde ruimten (binnen- klimaatklassen I, II en III volgens Infofiche nr. 11)

- 1b of 1c (3): platen voor binnenvloeren, onder-gronden voor warme daken,windverbanden (ge-plaatst langs de binnenzijde), …

- 2a: afwerkingsplaten in binnenruimten die geen deel uitmaken van het beschermde volume van het gebouw of in vochtige ruimten die ge- karakteriseerd worden door een binnenklimaat-klasse IV, platen onder luifels of dakoversteken (voor zover er geen risico bestaat op een recht-streekse bevochtiging), …

- 2b of 2c (3): windverbanden van buitenmuren (geplaatst langs de kant van de luchtspouw), ondergronden voor afdichtingen, …

- 3a (4): randplanken, buitenbebordingen, … (5)

- 3b: structurele buitentoepassingen (platen die mee instaan voor de dwarse stabiliteit van de constructie en die rechtstreeks bevochtigd wor-den aan de buitenzijde).

Page 10: NAVnews 2013

# Compagnie O. wint Open Oproep voor nieuwe topsportschool in Fort VI

aG VeSpa bouwt in opdracht van het stedelijk onderwijs antwerpen een volledig nieuwe topsportschool op Fort Vi in wilrijk. Compagnie o. won de open oproep en mag het ontwerp leveren. Het betreft een volledig passiefbouw-concept waarvan het programma o.a. bestaat uit een grote sportzaal en 3 judo/taekwondo zalen, een power-training- en kinézone, een cafetaria en helemaal bovenop dit programma de school zelf.

Het ontwerp vertrekt van een duidelijke twee-ledigheid die in het programma van eisen zit en consequent in de architecturale verschijnings-vorm van de TSS is vertaald: de sportinfrastructuur vormt een eerder introverte betonnen sokkel, het schoolgebeuren organiseert zich in een structu-rele schijf die bovenop de sokkel wordt geplaatst. De structuur binnen deze bovenste schijf staat in voor de grote overspanning van de sportzaal. De sokkel en de schijf zijn complementair: massa en structuur vormen samen 1 gebouw. De footprint van de bouwzone was eerder beperkt, de bouw-zone ligt op het glacies (= aanzienlijke helling bin-nen het fort, oorspronkelijk bedoeld om projectie-len te kunnen afketsen), er zijn zowel stringente eisen naar erfgoed, omliggende biotoop (vleer-muizen). Hier bovenop moet het geheel voldoen aan de PHPP-standaard voor scholen. Studie-

bureau Util staat in voor de stabiliteitsstudie en Abetec neemt HVAC/Speciale Technieken/PHPP voor zijn rekening.

# Nieuw decreet onroerend erfgoed definitief goedgekeurd

De Vlaamse regering heeft het ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed definitief goedgekeurd. Dit decreet heeft als doel het behoud en het beheer van de waarden van onze land-schappen, monumenten en archeologie te verzekeren. De grootste wijzigingen doen zich voor inzake het archeologie-beleid.

“De Vlaamse Regering engageerde zich in het Regeerakkoord 2009-2014 om een nieuw over-koepelend decreet op te stellen dat alle voor-gaande decreten zou vervangen,” legt minister Bourgeois uit. “Daarmee willen we de wetgeving over onroerend erfgoed eenvoudiger en logischer maken voor iedereen: de betrokkenen uit de sector en zeker ook voor de burgers die met on-roerend erfgoed te maken hebben.”

Het nieuwe onroerend erfgoeddecreet bevat een nieuwe, integrale benadering van het onroerend erfgoed. Het vervangt de drie bestaande decre-ten (monumentendecreet van 1976, archeolo-giedecreet van 1993 en landschapsdecreet van

1996) en een wet uit 1931 op het behoud van monumenten en landschappen.

De belangrijkste nieuwigheden in het decreet zijn:• Het zwaartepunt van het Onroerend Erfgoed-beleid ligt vandaag nagenoeg volledig bij de Vlaamse overheid. Minister Bourgeois wil de steden en gemeenten echter ook op dit vlak meer verantwoordelijkheid en inspraak geven, door de mogelijkheid te bieden om gemeenten te er- kennen als onroerend erfgoedgemeente. Zo’n onroerend erfgoedgemeente kan dan zelf be- slissingen nemen over het al dan niet toelaten van werken aan monumenten waarvoor geen bouwvergunning vereist is.• Er komt een zorgplicht voor overheden voor items die opgenomen zijn op de vastgestelde erfgoedinventarissen.• Dankzij het nieuwe decreet kan het onroerend erfgoed beter digitaal ontsloten worden. De ver-schillende inventarissen (bouwkundig erfgoed, archeologische zones, landschapsatlas, houtige beplantingen met erfgoedwaarde en historische tuinen en parken) zullen gedigitaliseerd worden.

Een woning verdient een mooie functionele keuken. Een keuken van hoge kwaliteit met minimaal 10 jaar garantie.Bij Bruynzeel Keukens bent u hiervan verzekerd. Door onze jarenlange ervaring met gerenommeerde zakelijke partijen in België, is Bruynzeel Keukens de juiste keu-ze voor uw project. Of het nu nieuwbouw, renovatie, private- of sociale huur betreft, wij zorgen ervoor dat al-les vakkundig wordt uitgevoerd. Uiteraard ondersteunen

wij u en uw opdrachtgever in het gehele traject van het investeringsbesluit tot plaatsing van de keuken alsmedehet begeleiden van de klanten in onze toonzalen. Bruynzeel Keukens maakt haar keukens in eigen fabriek en werkt samen met serieuze fabrikanten van keuken-werkbladen en keukentoestellen om de beste producten tegen de scherpste prijzen te leveren.

BRUYNZEEL KEUKENSEEN PERFECTE INVESTERING!

Bruynzeel laserafkanting

BETER BESTAND TEGEN VOCHT EN HITTE

GEEN EXTRA KOSTEN

GROENE PRODUCTIE

ONZICHTBARE LIJMNAAD

Een Bruynzeel keuken is naast een � nancieel betrouwbareinvestering ook een duurzame investering. Onze nieuwelasera� anting is hier een voorbeeld van. Dankzij delasertechniek is het nu mogelijk om een mooiere ensterkere hechting te realiseren dan ooit tevoren. Vergeet u dan ook niet om dit op te nemen in het lastenboek.

Meer wetenWilt u meer weten over Bruynzeel Keukens en onze voordelen en unieke eigenschappen van lasera� anting? Vraag dan nu een gratis staal aan via: 0477 256745 of [email protected]. Of neem direct contact op met de accountmanager uit uw regio via:www.bruynzeelkeukens.be/accountmanagers

www.bruynzeelkeukens.be

#10 | kort

Informatie over lopende openbare onderzoeken, bijvoorbeeld in het kader van een beschermings-procedure, zal op de website van de administratie en de gemeentebesturen te vinden zijn.• Archeologie zal beter geïntegreerd worden in projecten. Een betere procedure met duidelijke regels moet ervoor zorgen dat archeologie minder ad hoc benaderd wordt. Er komen duidelijke oppervlaktecriteria zodat iedere bouwheer weet of hij een archeologietraject moet volgen of niet. Ook komt er een nieuwe procedure waardoor archeologie op tijd in het bouwproject wordt be-trokken en vertraging vermeden kan worden. De mogelijkheid om een solidariteitsfonds op te richten is in het decreet ingebouwd, en er komt een archeologiepremie voor de eenmalige en particuliere bouwer als de kosten voor archeologie enorm hoog oplopen.• Het bindend karakter van de adviezen van de administratie Onroerend Erfgoed bij bouw- vergunningen wordt afgeschaft. Die adviezen moeten voortaan geïntegreerd worden in de bouwvergunning of vergunningen in het kader van de milieu -, bos – en natuurregelgeving.

Page 11: NAVnews 2013

www.fakro.be

Optimale thermische isolatie

Continu regelbare ventilatie

Grotere glasoppervlakte

Inbraakvertragende kwaliteiten

Comfortabel gebruik met hand-

greep onderaan

Hoogwaardige afwerking en

houtkwaliteit

Ook in PVC verkrijgbaar

20 jaar garantie op glas

Dakvensters ver voor op hun tijD

K o r t r i j k X p o25 - 26 april 20136° editie - 10.00 - 20.00

F . I . L . L i è g e23 - 24 mei 20133° editie - 13.00 - 20.00

ARCHITECT@WORK

BELGIUMARCHITECT

@WORKFRANCE

ARCHITECT@WORK

THE NETHERLANDS

ARCHITECT@WORK

SWITZERLAND

ARCHITECT@WORK

UNITED KINGDOM

ARCHITECT@WORK

GERMANY

THEMA 2013:ARCHITECTUUR & BETONEXPOSITIONS

EXPERIMENTAL CONCRETEby FEBE and MATERIAL SOURCEGLOBAL AWARD FOR SUSTAINABLE ARCHITECTURE 2007 > 2012 by la Citéde l’architecture et du patrimoine (Paris)

W W W. A R C H I T E C TAT W O R K . B E

arch

itect

mee

ts in

nova

tions

Organisatie

T +32 (0)56 24 11 [email protected]

Insamenwerking

met

Totaalevenement voor (interieur)archi tecten en voorschr i jversmet focus op productinnovaties

pub nav news_Layout 1 22/01/13 10:11 Page 1

Page 12: NAVnews 2013

# Nieuw adres, telefoon- en faxnummer voor Brussels NAV-secretariaat sinds 1 januari 2013

Het Brusselse secretariaat van NAV is op 1 januari in het nieuwe gebouw van Unizo getrokken. Dit is gelegen aan de Willebroekkaai 37 in 1000 Brussel. Ook de telefoonnummers wijzigen. Het algemeen nummer van NAV in Brussel wordt 02 / 212.26.99. Het faxnummer wordt 02 / 400.71.72.Opgelet, het secretariaat vorming en public relati-ons blijft zoals vanouds in de Sint-Clarastraat 48 in Brugge, met ongewijzigde telefoonnummers (tel 050 / 47.46.67 en fax 050 / 47.46.79).

Beide secretariaten zijn bereikbaar van maan-dag tot vrijdag van 9u00 tot 12u00 en 13u30 tot 17u00. De e-mailadressen blijven ongewijzigd.

# Vlaamse Renovatiedag op zondag 26 mei: inschrijven nog mogelijk tot 1 maart

De Vlaamse Renovatiedag is een openhuizendag waarbij architecten potentiële opdrachtgevers over de vloer krijgen in hun eigen realisaties. Samen met de bouwheer kan u als architect de bezoekers laten kennismaken met uw eigen stijl en manier van werken. De toekomstige bouw-

heer krijgt een realistisch beeld van de ver- wezenlijking van zijn droomproject en uzelf geeft op een ongedwongen manier uw visitekaartje af.Speciale aandacht gaat deze editie uit naar water en dit in al zijn facetten: buffering van water, gebruik van regenwater, vervangen van oude leidingen, aankoop van een renovatieproject in een overstromingsgevoelig gebied, zwemvijvers, sanitair comfort,… Heb je je stempel gedrukt op een realisatie die binnen dit thema past? Stel uw inschrijving dan niet uit en bezorg ons uw foto’s en projectgegevens voor vrijdag 1 maart. Info: www.devlaamserenovatiedag.be/deelnemer [email protected] - Tel. 050 / 47.46.70.

# Nieuwe NAV-pocket: FundamentRegelgeving, normen en besluiten veranderen haast dagelijks. Hoe behoudt u als architect het overzicht? Met Fundament brengt NAV elk jaar een wegwijzer uit naar de meest actuele beroeps-informatie voor de architect. Ondertussen is de publicatie aan zijn 11de editie toe. Ook dit jaar

is alles zo veel als mogelijk geactualiseerd. In de eenvoudige inhoudstabel is het voor de architect gemakkelijk om de onderwerpen terug te vinden. De meeste artikelen worden afgesloten met een wegwijs. Hierin verwijzen we naar adressen en/of websites waar extra info terug te vinden is.

# Nieuwe regels zonneboilerpremies

De Vlaamse overheid heeft in samenwerking met de zonne-energiesector nieuwe regels opgesteld voor de premies voor zonneboilers.

Zo wordt de premie beperkt tot 50% van het factuurbedrag en kan ze maximum 2.750 euro bedragen. Bovendien wordt het Europese Solar Keymark label verplicht. Er dient ook steeds een minimumverhouding tussen de inhoud van het opslagvat en het aantal m² collectoren geres-pecteerd te worden. Voor vlakkeplaatcollectoren is deze verhouding 1m² / 40 liter, voor vacuüm- buizen is dat 1m² / 55 liter. Voor bedrijven en verenigingen blijft de subsidie hetzelfde, name-lijk 200 euro per m². Enkel het maximumbedrag wordt opgetrokken tot 10.000 euro, wat overeen-komt met 50 m² zonnecollectoren.

wat met bestellingen van 2012, met eindfactuur in 2013?Er werd een overgangsregeling uitgewerkt waar-bij de maximale premiehoogte van 2012 behou-den blijft (4.125 euro) en waarbij er geen eisen worden opgelegd aan het maximaal percentage van de factuur die in aanmerking komt voor de premie. Deze overgangsregeling is enkel van toepassing indien de eindfactuur betaald werd

uiterlijk op 28/02/2013 en besteld uiterlijk op 31/12/2012. De andere voorwaarden (o.a. mini-male inhoud boilervat) zijn altijd van toepassing indien de eindfactuur dateert vanaf 1/1/2013.

# Sinds 1 januari 2013: EPC voor publieke gebouwen verplicht vanaf 500 m²

Vanaf 1 januari 2013 moeten publieke gebouwen met een bruikbare vloer- oppervlakte vanaf 500m² over een epC voor publieke gebouwen beschikken. Tot dan was de verplichting enkel geldig voor publieke gebouwen vanaf 1000m².

Het EPC is verplicht voor gebouwen gelegen in het Vlaamse Gewest waarin publieke organisaties gevestigd zijn die aan een groot aantal personen overheidsdiensten verstrekken en die vaak door het publiek worden bezocht.Het gaat over gebouwen van de federale overheid, incl. de parastatalen; de Vlaamse overheid, incl. de interne en externe verzelfstandigde agentschap-pen; de provinciale overheden; de gemeentelijke overheden, incl. OCMW’s; overheidsbedrijven; on-derwijsinstellingen; welzijnsvoorzieningen en ge-zondheidsvoorzieningen. Religieuze gebouwen, gebouwen die niet verwarmd worden ten behoe-ve van mensen, lokalen van jeugdbewegingen,...

vallen niet onder het toepassingsgebied.Het EPC voor publieke gebouwen wordt opgemaakt door een erkende energiedeskundige type C of een in-terne energiedeskundige.

# Energiebesparing meest gebruikte duurzame oplossing architecten

Bij duurzaamheid denken architecten in europa eerst en vooral aan het besparen van energie. als er in projecten duurzame oplossingen worden gebruikt, dan kiezen de meeste architecten ook voor duurzame energiebronnen. Dat blijkt uit een recent uitgebracht rapport van de european architectural Barometer, een onderzoek onder 1.200 architecten in europa.

Duurzaamheid mag dan wel wat meer zijn dan enkel efficiënt omspringen met energie, voor de Europese architect is het verminderen van ener-giegebruik het belangrijkste aspect ervan. Het wordt in vijf van de zes landen vermeld door het grootste aantal architecten. Het is enkel in Italië dat het gebruik van natuurlijke materialen wordt gezien als het belangrijkste aspect van duurzaam-heid, op de voet gevolgd door energiebesparing.Er zijn ook grote verschillen van land tot land. Zo denken Spaanse en Franse architecten bij het

woord duurzaamheid vooral aan geld besparen. De Britten leggen dan weer vooral de link met de carbon footprint. In Duitsland wordt het gebruik van duurzame materialen gezien als een belang-rijk aspect van duurzaamheid. De Nederlandse architecten zien het meer in termen van recycling en het hergebruik van materialen.

Zonne-energieOok het gebruik van duurzame energiebronnen zoals zonne-energie wordt veel toegepast in Nederland (48%), het VK (43%), Spanje (36%) en Italië (33%). Het gebruiken van daglicht, onder andere voor verwarming en verlichting, is vooral populair in Spanje, terwijl in het VK de architecten vaker kiezen voor lokaal geproduceerde materia-len. In elk land wordt een breed spectrum aan oplossingen gebruikt. Vele worden echter slechts zelden gebruikt.

# Snel de energieprestatie inschatten met de EPB-rekentool

Door de steeds strenger wordende E-peileisen, moet u in ontwerpfase al een inschatting kunnen maken van de energieprestatie. De EPB-software is niet ontwikkeld om zo’n vlugge berekening te maken. Met deze rekenmodule kan u de energie-prestatie van uw ontwerp snel inschatten en ge-makkelijk bijsturen tijdens het ontwerp.De rekenmodule gebruikt dezelfde formules als een officiële EPB-berekening, maar om alles ge-makkelijk invulbaar te maken, werden er wat ver-eenvoudigingen ingevoerd. Hierdoor zit er een afwijking van ongeveer 5% op het berekende E-peil en K-peil. De geschatte energiekost kan meer afwijken omdat deze sterk afhankelijk is van de leefgewoontes van de bewoners.

#12 | meeroverEPB.be

#12 | NAV werkt

© V

iess

man

n: V

itoso

l 200

-T

i Kijk op www.meeroverepb.be (linksboven bij ‘toolbox’)

Page 13: NAVnews 2013

# VitRuVius aCaDeMy Afvoer- en rioleringssystemen- Archipel Business Center, GENT 20/02/2013 en 06/03/2013- N-Allo, MECHELEN 05/03/2013 en 12/03/2013.

# VitRuVius aCaDeMy Bio-ecologisch bouwen: visie, bouwmethodes, materialen en aanpak voor de architect- Van der Valk Oostkamp, BRUGGE 19/03/2013 en 26/03/2013. - Brabanthal, LEUVEN 21/03/2013 en 27/03/2013.

# VitRuVius aCaDeMy Bouwknopen: frequente vragen en probleemsituaties voor de architect- Omnia Schaubroeck, GENT 13/03/2013- N-Allo, MECHELEN 20/03/2013- Cedubo, HEUSDEN-ZOLDER 23/04/2013

# inFOsessie Maak van uw ontwerp geen brandende kwestie - Recente wijzigingen in wetgeving brandveiligheid- Brandweerkazerne, ANTWERPEN extra sessie 13/03/2013

# inFOsessie Maakt je materiaalkeuze je bouwheer ziek?- Electrabel, GENT 27/02/2013- Provinciehuis LEUVEN 05/03/2013- Electrabel ANTWERPEN 07/03/2013

# inFOsessie Het EPB-laboratorium. Simuleren van E60 naar E40 tot E20- CeDuBo, HEUSDEN-ZOLDER 05/03/2013- Ter Elst, EDEGEM 12/03/2013- Arteveldehogeschool, GENT 26/03/2013- Renson Experience Center, WAREGEM 17/04/2013

De enige sterke bouwknoopoplossing

ploegsteert

druksterkte

≥ 12 N/mm2

SA Briqueteries de / Steenbakkerijen van Ploegsteert nv ∙ Rue du Touquetstraat 228 ∙ 7782 Ploegsteert ∙ T. +32 56 56 56 56 ∙ F. +32 56 56 55 01 ∙ [email protected]

*Act

ie g

eldi

g va

n 1/

09/2

012

tot 3

0/04

/201

3, m

eer i

nfo

op o

nze

actie

web

site

.

Ploegsteert ontwikkelde de Lambdabloc® speciaal voor bouwknopen. Gebruik de Ploegsteert Lambdabloc® als isolerend deel bij een funderingsaanzet, onder binnenmuren, of als aansluiting met het dak, en lig niet langer wakker van de stabiliteit van uw project. Met zijn lambda-waarde van 0,16 W/mK bekomt u makkelijk een EPB-aanvaarde bouwknoop. Maar zijn échte troef ligt bij zijn uitstekende druksterkte van 12 N/mm². Discover the new building tradition! Op onze website vindt u heel wat uitvoeringsdetails en berekeningen van psi-waarden terug.

Ploegsteert viert 50 jaar Ploegsteert Thermobloc, de pionier in energiezui-nig bouwen. Daarom verstoppen we 50 gouden stenen in 50 Ploegsteert Thermobloc pakken. Wie als bouw-heer de gouden steen vindt, maakt kans om al zijn gewelven, gevel- én snelbouwstenen van Ploegsteert terug te winnen. En u? U wint misschien wel een mooie reis! Alle info op www.ploegsteertthermobloc50.be

Wie vindt de gouden thermobloc?*

brIQ ∙ F. +32 56 56 55 08 ∙ [email protected]

Econstruct is het kwaliteitslabel voor onze duurzame bouwmaterialen en –oplossingen.

THERMOBLOC_AD_NAVNEWS2.indd 1 25/09/12 10:30

Nieuwe generatie dakvensters

Uitstekende energiebalansNieuwe beglazingenLuchtdichtheid klasse 4

Lancering april 2013Info en technisch dossier op velux.be/pro

Versterkte isolatieAfstandsbediening met touchscreen

Hedendaags designSmallere raamkaders

Bezoekons op:

©20

13 V

ELU

X G

RO

UP

®V

ELU

X, H

ET V

ELU

X L

OG

O, C

AB

RIO

, IN

TEG

RA, i

o-ho

mec

ontr

ol E

N P

ick&

Clic

k! Z

IJN

GER

EGIS

TREE

RD

E H

AN

DEL

SMER

KEN

GEB

RUIK

T O

ND

ER L

ICEN

TIE

DO

OR

DE

VEL

UX

GR

OEP

.

VELUX_ad_archi_210x297.indd 1 30/01/13 13:55

NAV

kal

ende

r

iVoor de meest up-to-date kalender, raadpleeg www.vitruviusacademy.be en www.nav.be (klik bovenaan op ‘kalender’)

EPB-LABORATORIUM

Page 14: NAVnews 2013

Bovenstaande tekst van Koen Van Synghel bij de tentoonstelling in deSingel geeft meteen aan dat Junya Ishigami het in zijn ontwerpen niet louter heeft over wat architectuur is, maar vooral over wat ze kan zijn. Daarenboven onthult hij ons de natuur zoals we die nog nooit zagen, door zich voor zijn architectuur en installaties te laten in-spireren door planten, wolken of de sterren.

FragiliteitJunya Ishigami (°1974) genoot zijn opleiding als architect aan de Tokyo National University of Fine Arts and Music. Hij werkte bij Kazuyo Sejima en Ryue Nishizawa / SAANA. In 2004 richtte hij junya.ishigami+associates op. In 2010 won Ishigami de Gouden Leeuw op de architectuurbiënnale van Venetië met “Architecture as air: study for château la coste”. Deze superlichte structuur, vier meter hoog, vier meter breed en dertien meter lang, was gemaakt uit extreem fijne kolommen en bal-ken uit koolstofvezel. De fragiliteit bleek toen de constructie het luttele uren na de opening van de tentoonstelling begaf. Hoewel elke poging om ze opnieuw op te bouwen futiel bleek, was het korte bestaan voldoende om de juryleden te overtuigen Ishigami de prijs toe te kennen voor zijn unieke en compromisloze visie voor een werk waarmee hij de limieten van materialiteit, zicht-baarheid, structuur, dunheid en uiteindelijk archi-tectuur zelf testte. Zo won Ishigami bij zijn tweede deelname deze prestigieuze prijs. Twee jaar eerder had hij op de biënnale al serres rond het Japans paviljoen geconstrueerd. Hij veranderde de omgeving van het paviljoen door

hierin vreemde planten te laten groeien die nor-maliter niet in Venetië zouden gedijen. De serres blonken uit in hun rankheid. Het project beteken-de de introductie van Ishigami in het internatio- nale architectuurveld. Over de afmetingen van de serres zei hij dat ze “groter waren dan vitrine-kasten, maar kleiner dan gebouwen”.

SchaalIshigami zet het begrip ‘schaal’ in om over archi-tectuur en de omgeving te reflecteren. In zijn boek “Another scale of architecture” (2010) gaat hij van micro naar macro. Hij laat zich inspireren door zowel regendruppels als wolken waar de kleine partikeltjes deel van uitmaken. “Architecture as air” van de architectuurbiënnale was samengesteld uit koolstofvezelbladen opgerold tot buisjes van 900μm – “de diameter een beetje kleiner dan die van regendruppels”. Die wit geschilderde buizen vormden de kolommen. Draden van 25μm (“de diameter van partikeltjes in wolken”) die met het blote oog amper zichtbaar waren, versterkten het geheel. Het ontlokt aan Ishigami de bedenking dat “de uitgestrektheid van een omgeving tal-rijke onzichtbare structuren bevat, die ver voorbij de ruimtes gaan die waarneembaar zijn in het

zichtbare licht. De onzichtbare structuren geven de omgeving diepte, een diepte die doorloopt tot de uiterste reikwijdte van twee extremen: het kosmische and het subatomaire. Als we met architectuur en omgeving op hetzelfde niveau willen omgaan, moeten we misschien ruimtes in onzichtbare afmetingen gaan ontwerpen op de-zelfde manier als zichtbare ruimtes.”

wolkenAls Ishigami een project uitwerkt voor het atrium van het Museum of Contemporary Art in Tokio, denkt hij aan wolken. Hij ontwerpt een gigantisch metalen gevaarte dat er niet enkel zwaar uitziet maar ook is: zijn Balloon (2008) weegt een ton. De blinkende huid, gespannen over een aluminium skelet, is gevuld met helium zodat het geheel zweeft in de hoge ruimte. Zachtjes drijft de ballon door het atrium en verandert de ruimte. Tussen de ballon en de zijwand is er het ene ogenblik een driehoekige spatie, daarop zakt hij naar bene-den en ontstaat er onderaan een ruimte met een laag plafond. Het vervormde vierhoekige lichaam snijdt door het atrium. Het komt zacht in contact met de vloer en de wanden en botst ervan weg.

Ishigami is gefascineerd door de extreem trage beweging van een extreem groot object. Als een grote wolk die in een landschap zweeft waarbij je de dimensie tijd vergeet. Alsof je vanaf de bodem

van de oceaan kijkt naar een drijvende ijsberg. Op bepaalde momenten blokt de metalen ballon het felle zenitale licht zodat het licht gedimd wordt zoals wanneer een wolk voor de zon hangt. Het verandert de vorm van het atrium zoals een wolk het uitzicht van de hemel verandert.

SterrenIshigami kijkt naar de horizon, de wolken en voor-bij, naar de sterren. “We denken aan constellaties als een geometrische formatie van lijnen die een groep opvallend heldere sterren verbindt. Lang geleden, toen sterrenstelsels voor het eerst wer-den benoemd, keken mensen naar boven, naar de variërende intensiteit en densiteit van sterren. Ze zagen in bepaalde vage clusters een gelijkenis aan een godin hier of een herder daar. Dit houdt een belofte in, als iets zo ongedefinieerd en ambi-gu als een cluster sterren omgezet kan worden in een heel specifiek en blijvend beeld of toestand.”

De KAIT workshop is het eerste grote gereali-seerde project van Ishigami. Het gebouw, op de campus van de Kanagawa Institute of Technology, is een plek waar studenten vrij aan hun creatieve projecten kunnen werken. Onder een dak als een vervormd vierkant en omsloten door glazen wan-den heeft Ishigami 305 kolommen uitgezaaid als waren het sterrenconstellaties. Er zijn geen wan-den. De kolommen vormen de structuur en struc-

Architectuur als een wolk, als een horizon, als een bos, als een landschap, als water. Het zijn voor Junya Ishigami geen metaforen. Hij haalt zijn inspiratie uit de wijze waarop de natuur zich aan de mens voordoet en streeft een architectuur na die zweeft, oneindig is, licht is, stroomt, doorzichtig is, zich oplost en bijna geen substantie bevat. Ishigami gaat op zoek naar de grenzen van het mogelijke - menselijk en technisch - en noemt dit “het maken van een nieuwe realiteit”.

How small? How vast? How architecture grows

#14 | architectuur

Tentoonstelling Junya Ishigami in deSingel

Junya Ishigami

© P

hoto

by Y

asus

hi Ic

hika

wa,

Cou

rtes

y of S

hise

ido

Gal

lery

‘Balloon’, ‘Space For Your Future’, Museum of Contemporary Art, Tokyo, 2007 ©

juny

a.ish

igam

i+as

soci

ates

©Ke

nshu

Shi

ntsu

bo

De poëtische kracht en zijn onderzoekend vermogen stralen ervan af

Page 15: NAVnews 2013

tureren de ruimte. De afmetingen en de hoek waarin ze gedraaid zijn, zijn van bijna alle kolom-men verschillend.

De 2000m2 grote ruimte transformeert afhankelijk van het standpunt. Werkplekken ontstaan waar er zich open ruimtes bevinden tussen de kolom-men. Planten en meubilair helpen deze ruimtes te definiëren tot plekken met een eigen vorm en ka-rakter, maar tezelfdertijd blijven ze deel uitmaken van de grote ruimte.

Het is aan de gebruiker om zich steeds wisselende wegen te banen door het bos van kolommen en verschillende soorten ruimten te ontdekken. Ishigami: “Ik probeer tezelfdertijd een soort ambi-guïteit te realiseren zoals binnen een natuurlijke omgeving, alsof ik een landschap vorm gaf of een bos creëerde. De onzekerheid die de ambiguïteit meebrengt druist niet in tegen het plannings- element. Het kan ook een principe worden binnen het vormgeven van ruimte”.

TafelHet verrassende van natuurfenomenen beoogde Ishigami met zijn installatie “Table”. In een grote ruimte staat een 9,5 meter lange tafel met een tafelblad van 3mm dat ondersteund wordt door vier poten op het uiteinde. Net zoals de balloon in het atrium lijkt dit flinterdunne tafelblad te zwe-ven in de ruimte. Het evenwicht is zo broos dat wanneer je het blad aanraakt er een rimpeling door het oppervlak trekt en de tafeldekking op en neer gaat.

Ishigami heeft deze wonderlijke installatie gereali-seerd door het stalen tafelblad een grote curve te geven, een tegenpeil dat vlak komt als de tiental-len voorwerpen, glazen vazen, kaarsen, Chinese theeserviezen erop uitgestald worden. De tafel kan niet bestaan zonder de voorwerpen erop.

# Jonge makers denkers dromers. MikeViktorViktor architecten - Noordzeestad 2070Het onderzoek van MikeViktorViktor architecten spitst zich toe op het ontwerpen van een nieuwe kuststad aan de Noordzee anno 2070. Onder invloed van de klimaatsverandering, de toenemende bevolkingsdruk en de (energie)crisissen zal in 2070 een nieuw kustfront gevormd worden dat zowel huisvesting als natuurlijke en gebouwde kustwering bevat. Tot 31/03. deSingel, Antwerpen. www.desingel.be

# Junya IshigamiZie hiernaast.Tot 16/06. deSingel, Antwerpen. www.desingel.be

# Jean-Jules Eggericx. Gentleman Architect. Ontwerper van tuinwijken.Deze tentoonstelling toont vooral originele documenten en met name, volgens de aan-wijzingen van J.-J. Eggericx, zelf ingekaderde documenten en die in verschillende tentoon-stellingen in Europa getoond werden, bijvoorbeeld in het Belgisch paviljoen tijdens de Internationale Tentoonstelling voor Decoratieve Kunst in Parijs in 1925.Tot 07/04. CIVA, Brussel. www.civa.be

# BABELDe tentoonstelling van het Musea voor Schone Kunsten van Lille komt naar de Botanique.Van 28/02 tot 22/04. Botanique, Brussel. www.botanique.be

# BRUNFAUT’s. Progressieve architectuur.Gaston, Fernand en Maxime Brunfaut waren leerlingen van Victor Horta. Horta was hèt boegbeeld van de Nieuwe Kunst in België. De broers Brunfaut drukten hun stempel op de Brusselse en Belgische architectuur tussen de jaren ’20 en ’60. Als kinderen van hun tijd geloofden ze in een zonnige toekomst. Ze vertaalden deze visie in een zeer vooruitstre-vende architectuur. Tot 09/06. Atomium, Brussel. www.atomium.be

# AUDITORIUM 12/13: WHERE DO WE GO FROM HERE? Exploring the influence of architecture on demography and public space.In totaal zullen acht Europese architectenbureaus aan de hand van hun projecten schet-sen hoe zij antwoorden bieden op ingrijpende sociaal-culturele uitd agingen waar Europa, en dus ook Vlaanderen, vandaag voor staat: demografie en de invloed hiervan op de pu-blieke ruimte.Lezingen telkens op donderdag om 20u: ORG (21/03), KCAP (25/04). Kunstencentrum STUK, Leu-ven. www.stadenarchitectuur.be

# A-Z lezing - DE GOUDEN LINIAAL (B)De Gouden Liniaal is een jong en dynamisch architectenbureau uit Genk. 05/03 om 20u. Z33, zebrazaal, Hasselt. www.z33.be

# Klimaatcafé: Engagement, onderzoek en intuïtie Lieven Nijs en Bart Vanden Driessche - BLAF architecten.07/03 om 20u. Kamp C, Britselaan 20, 2260 Westerlo. www.kampc.be

# A-Z lezing - JUSTIN MCGUIRK (GB)Justin McGuirk is designcriticus van The Guardian en directeur van Strelka Press. Momen-teel werkt hij aan een boek over activistische architectuur en sociale woningen in Latijns-Amerika.12/03 om 20u. Z33, zebrazaal, Hasselt. www.z33.be

# Klimaatcafé: Over groene gedachten en oranje bouwsels Edith Wouters - TEEMA architecten04/04 om 20u. Kamp C, Britselaan 20, 2260 Westerlo. www.kampc.be

© P

hoto

by Y

asus

hi Ic

hika

wa,

Cou

rtes

y of S

hise

ido

Gal

lery

© ju

nya.

ishig

ami+

asso

ciat

es

i Tot 16/06. deSingel, Antwerpen. www.desingel.be

Arch. Arnaud Tandt is free-lance medewerker van NAV in de domeinen ‘Architectuur en cultuur’.

architectuur | 15#

How small?De tentoonstelling in deSingel is gebaseerd op een expositie in de Shiseido Gallery in Tokio. Op lange en – hoe kan het anders – slanke tafels, pre-senteert Ishigami meer dan 50 maquettes. Deze modellen bestaan op hun beurt uit piepkleine onderdelen. Er lijkt een link te bestaan tussen het soort modellen en tekeningen die een architect maakt en de architectuur die daaruit voortvloeit. Bij Ishigami is dit zeker het geval, de lichtheid en fragiliteit van zijn ontwerpen komen terug in zijn schaalmodellen. Maar ook de poëtische kracht en zijn onderzoekend vermogen stralen ervan af. Of het nu een schuimen model van de Balloon is die drijft in een bokaal vol water of een model met ontelbaar kleine elementen. De maquettes reve-leren de drijfveren achter het oeuvre. Een unieke kans om kennis te maken met een inspirerend architect.

© ju

nya.

ishig

ami+

asso

ciat

es

‘Kanagawa Institute of Technology KAIT Workshop’, 2010

Tentoonstellingen

Lezingen

Page 16: NAVnews 2013

#16 | specialist

Discussies met betrekking tot een gemene muur komen dikwijls voor. Vaak stelt zich de vraag of er sprake is van een gemene muur, wie moet instaan voor het onderhoud ervan of wie welk bedrag moet betalen voor de overname van een scheidings-muur. Een specifieke situatie bestaat erin dat een woning zal worden opgetrokken op één van twee naast elkaar liggende onbebouwde percelen. Wat moet de eerste bouwer dan doen en kan hij al een gemene buur bouwen? Huidige bijdrage gaat hier kort op in.

Voor de orde is het aangewezen vooreerst het begrip gemene muur te omschrijven. In het al-gemeen kan gesteld worden dat dit een muur is die tot scheiding dient van twee aan elkaar gren-zende, al dan niet bebouwde erven en die aan verschillende eigenaars toebehoort in gemeen-schappelijke eigendom.Wanneer er zich twee onbebouwde percelen naast elkaar bevinden en de eigenaar van één van deze percelen een woning wenst op te trekken, komt het in de praktijk regelmatig voor dat de stedenbouwkundige vergunning aan de eerste bouwer oplegt om de muur op de scheidings-grens tussen beide percelen ‘te paard’ te bouwen. Ingevolge de uitgereikte stedenbouwkundige

vergunning zou de helft van de muur derhalve terechtkomen op het andere perceel dat geen eigendom is van de eerste bouwer. De achter-liggende bedoeling is dat deze muur op een later ogenblik zal worden overgenomen door de na-buur. Toch kan deze praktijk aanleiding geven tot ernstige discussies.

In beginsel is het niet toegelaten te bouwen op andermans eigendom zonder diens toestemming daartoe. Het eigendomsrecht moet gerespec-teerd worden en het bouwen van een construc-tie op een perceel waarvan men geen eigenaar is kan gezien worden als een ongerechtvaardigde inbezitname. Dat de stedenbouwkundige ver-gunning bepaalt dat er ‘te paard’ gebouwd dient te worden, doet aan dit alles geen afbreuk. Een stedenbouwkundige vergunning laat de burger-lijke rechten van partijen, waaronder het eigen-domsrecht, onverlet.

Alhoewel er strikt genomen een schending van het eigendomsrecht plaatsvindt (er wordt een stuk muur gebouwd op het perceel van iemand anders), oordeelde het Hof van Cassatie dat der-gelijke inname van het terrein door een te paard gebouwde muur geen inbreuk op het eigen-domsrecht vormt. Ook wanneer geoordeeld zou worden dat een gedeelte van de muur onrecht-matig werd opgericht op het perceel van de buur, is de kans bijzonder klein dat de bouwer wordt veroordeeld tot de afbraak ervan. Het nadeel dat de bouwer ondervindt ingevolge de afbraak wordt doorgaans onevenredig groot geacht met het voordeel dat de nabuur kan bekomen. Evenmin kan de nabuur de verwijdering van de

muur vragen op grond van de theorie van de burenhinder. Deze theorie bestaat erin dat een verbreking van het evenwicht tussen twee erven ongedaan gemaakt moet worden. Rechtspraak is evenwel van mening dat het be-staande evenwicht (twee onbebouwde percelen) moet begrepen worden als de toestand van deze percelen met inbegrip van de daarop van toe-passing zijnde regels inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening. Wanneer dan de ver- plichting bestaat om ‘te paard’ te bouwen, maakt dit deel uit van het evenwicht tussen de erven zodat er geen sprake kan zijn van een verbreking van dit evenwicht wanneer er daadwerkelijk ‘te paard’ wordt gebouwd.Daarbij stelt zich de vraag of de muur die door de eerste bouwer over de perceelsgrens wordt ge-bouwd nog privatief is of (mede-)eigendom wordt van de eigenaar van het naastliggend perceel. Niettegenstaande de muur zich deels bevindt op het perceel, blijft deze muur privatief ten aanzien van de eerste bouwer. Wel kan deze initieel priva-tieve muur gemeen worden gemaakt door muur-overname. De meest voorkomende vorm van gemeen maken van de muur bestaat in het tegen deze muur aanbouwen door de buur. Door het feit dat de buur dan gebruik maakt van de reeds be-staande muur krijgt deze een gemeen karakter en is een overnamevergoeding verschuldigd.

De situatie is anders wanneer de nabuur de muur niet overneemt (hij maakt er geen gebruik van). In dat geval kan de eerste bouwer geen aanspraak maken op de door hem verwachte vergoeding voor het overnemen van de muur. Daarnaast bevindt er zich dan een stuk muur (dewelke niet

gemeen wordt gemaakt) op het perceel van de naastliggende buur. Ook deze toestand is aan-vaardbaar. Er bestaat dan ook geen mogelijkheid voor de eerste bouwer om de nabuur alsnog te verplichten om de muur gemeen te maken. Van zodra de nabuur gebruik gaat maken van de muur, zal een muurovername zich toch nog op-dringen.

Het bouwen op of tegen de perceelsgrens vereist een bijzondere aandacht voor de (mogelijks) ge-mene muur. Teneinde discussies en problemen te vermijden is het aangewezen om voorafgaan-delijk aan het bouwen de toestand correct in te schatten en gebeurlijk afspraken te maken met de eigenaar van het naastliggend perceel. Is zulke buur nog niet gekend, dan is het niet uitgeslo-ten dat de muur toch ‘te paard’ wordt gebouwd. Evenwel bestaat daarbij het risico dat de buur deze muur in een latere fase niet overneemt en derhalve geen overnamevergoeding betaalt aan de bouwheer.

Het is belangrijk om na te gaan welke openbare nutsleidingen in de buurt van uw bouwperceel gesitueerd zijn. Op de KLIP-website kan u dit opvragen. Door uw bouwplaats in te tekenen op een digitaal plan krijgt u een zicht op alle tracés van de nuts-voorzieningen in de omtrek van uw perceel. De maatschappijen waarvan er geen leidingen uw pad kruisen zullen bevestigen dat zij geen tracés in de aangeduide zone hebben.

Net na de gasramp in Ghislenghien werd het project ‘Kabel en Leiding Informatie Portaal (KLIP) opgestart. Het KLIP werd ontwikkeld en wordt geëxploiteerd door het Agentschap voor Geo-grafische Informatie Vlaanderen (AGIV). Het AGIV heeft als doel om graafschade te voor-komen door het optimaliseren van de informatie-uitwisseling tussen planaanvragers en kabel- en leidingbeheerders.

administratieve vereenvoudigingEén elektronische aanvraag via www.klip.be maakt het de planaanvrager (aannemer, studie-bureau, bouwheer,...) vandaag mogelijk om de plannen te bekomen van alle kabel- en leiding-

beheerders, die op de plaats van de geplande werken ondergrondse kabels en leidingen be-heren. Vóór het KLIP moest elke planaanvrager bij de gemeente eerst een lijst opvragen van de op haar grondgebied actieve kabel- en leiding- beheerders, om deze vervolgens individueel aan te schrijven voor het opvragen van de plannen. De kabel- en leidingbeheerders krijgen via het KLIP op uniforme wijze planaanvragen toege-stuurd. Deze deze veel gerichter zijn én de com-municatietechnologie van het KLIP kan geïnte-greerd worden in hun eigen informatiesystemen. Daardoor levert het gebruik van KLIP ook voor hen een belangrijke tijdswinst en een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten en kosten bij het behandelen van een planaanvraag.

Gebruik Klip is verplicht sinds 1 september 2009Het KLIP kan zijn doelstelling slechts ten volle bereiken als het uitvoeren van een planaanvraag bij graafwerken verplicht is. Ook moeten hiervoor alle kabel- en leidingbeheerders in het KLIP ge-registreerd zijn en verplicht zijn te antwoorden op een planaanvraag. Om dat te bekomen werd het gebruik en de werking van KLIP vastgelegd in het KLIP-decreet van 14 maart 2008. Dat bepaalt onder meer dat het gebruik van het KLIP sinds 1 september 2009 verplicht is. Sinds de lancering van het KLIP op 1 maart 2007 werden er intussen ruim 500.000 unieke planaanvragen uitgevoerd, die naar gemiddeld 6 tot 7 verschillende kabel- en leidingbeheerders werden verstuurd. En het

gebruik van KLIP blijft verder toenemen. In 2012 zullen in totaal 180.000 planaanvragen verwerkt zijn door het KLIP.

Klip gaat digitaalDeze belangrijke vooruitgang is echter geen re-den om op de lauweren te gaan rusten. Vandaag beperkt de werking van KLIP zich tot het centra-liseren en dus uniformeren van de planaanvraag. Na een planaanvraag te hebben ontvangen via het KLIP, stuurt iedere kabel- en leidingbeheerder volgens een eigen procedure (per post, via mail, papieren plannen, digitale informatie, eigen to-pografisch kader,...) de plannen rechtstreeks op naar de planaanvrager zonder tussenkomst van het KLIP. Hierbij is het de verantwoordelijkheid van de planaanvrager om de antwoorden op zijn planaanvraag op te volgen en zo goed als moge-lijk te integreren tot een werkbaar geheel. Gezien de verschillende procedures is dat nog steeds niet evident.

De tweede en volgende stap in het verder terug-dringen van het aantal schadegevallen behelst het opstellen van een uitwisselingsformaat, het zogenaamde Informatie Model Kabels en Lei-dingen (IMKL), en de invoering ervan in het KLIP. Deze stap wordt aangeduid als ‘KLIP Digitale Fase’. In combinatie met het volop in aanmaak zijnde Grootschalig Referentie Bestand (GRB) als digitale basiskaart voor Vlaanderen, zal het in de digitale fase van het KLIP mogelijk worden om via het KLIP een digitale planafhandeling te ondersteunen.

Hierbij zal de planaanvrager de data, van de bij zijn planaanvraag betrokken kabel- en leiding- beheerders, via het KLIP in één samengevoegd pakket en op een uniforme wijze kunnen raad-plegen in een viewer. De datum vanaf wanneer de digitale uitwisseling van kabel- en leiding- informatie via het KLIP verplicht wordt, zal in overleg met de sector worden vastgesteld en op- genomen in het aan te passen KLIP-decreet.

# Ik wil een gemene muur bouwen maar mijn buur is er nog niet. Wat nu?

# Graafwerken gepland? Neem een kijkje onder de grond met het KLIP

i www.agiv.bewww.klip.be

Pieter NoensPieter Noens is stafmedewerker geodiensten en project-verantwoordelijke KLIP bij het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV)

Hoe werkt het? U kan een demo van de toe-passing bekijken op http://klip.agiv.be/supportPlannen aanvragen via de KLIP-website is gratis. U kunt zich gratis registreren voor de KLIP-website via http://klip.agiv.be/

Joris Wouters

Joris Wouters is advocaat bij het Antwerpse kantoor Goossens Sebreghts Jacqmain.

Page 17: NAVnews 2013

Bereik lagereU-waardes• Uitstekende thermische prestaties

• Perfect aansluitend tand & groef systeem aan de 4 zijden

• Prefab hoekpanelen voor nog betere detaillering

• Stevig en vormvast

• Specifi eke producten per toepassing

023

®

Hoog rendement PIR isolatie voor muur, dak en vloer www.xtratherm.be

SoundBlock-wandsystemen creëren een optimale geluidsisolatie

Echte stilte is vandaag soms ver te zoeken. Op het werk, in de auto, buiten. Overal

is het een drukte van jewelste. Ook thuis. Als de buren je rust niet verstoren, dan

maken je huisgenoten te veel kabaal. Gelukkig heeft Gyproc met SoundBlock een

doeltreffende oplossing tegen geluidshinder ontwikkeld. Of je nu nieuw bouwt

of renoveert, de compacte en eenvoudig te plaatsen SoundBlock scheidings-

en voorzetwanden verbeteren de akoestische isolatie in en tussen woningen

aanzienlijk. Ze verlagen het aantal decibels en verhogen het wooncomfort.

Plots is het zo stil...

Doe zelf de test en ontdek hoe stil het binnen kan zijn op www.SoundBlock.be

Scan de QR-code of surf naar www.SoundBlock.be

# DOU-BETON: complementaire betonoplossingen

Na de opstart van de betonblokken-fabriek in Spiere in 2008 schakelt DOU-BETON alweer een versnelling hoger. In Leuze - bij Doornik - werd een tweede fabriek voor de productie van betonwelfsels geopend.

Er werd een carrousselsysteem geïnstalleerd, niet op basis van platen, wel van bakken waarop de gewapende beton-welfsels worden gegoten. Hans Mullie van DOU-BETON: “De bakken hebben een lengte van 9 meter, een lengte die perfect is om op een rendabele manier gewapende beton-welfsels te kunnen produceren. De gemiddelde lengte van een betonwelfsel varieërt tussen 100 en 650 cm. Meestal kunnen we dus 2 tot 3 maten na mekaar produceren.”

“Een tweede pluspunt van deze installatie is het aanbren-gen van ontwateringsgaatjes die – standaard - in de kana-len van de ruwe betonwelfsels worden geboord. Dit ver-mijdt dat er water blijft staan in de kanalen – en dus latere vochtproblemen.”

De betonwelfsels worden geproduceerd op een breedte van 60 cm, de passtukken zijn 30 cm breed. “Als enige pro-ducent in de niche kunnen we ook betonwelfsels op maat zagen, wat betekent dat de aannemer zich niet meer ge-noodzaakt ziet om beton bij te storten. Plafonds en vloeren kunnen volledig worden dichtgelegd met onze beton-welfsels.”

“Onze betonblokken zijn niet enkel CE-gekeurd, maar ook BENOR en NF (Franse markt) gekeurd. Onze supergladde betonblokken worden vaak voorgeschreven voor de bouw van appartementen, maar ook van woningen, garages,… De Top-Argex blokken zijn vooral in trek voor het lichtere metselwerk. Recent werden ze toegepast in het Gentse Artevelde-stadion en de Brusselse ECAM-hogeschool.”

Dou-BeTon Blocks in SpiereMullie: “Naast gewone betonblokken produceren we in Spiere ook supergladde, zichtbare betonblokken, bv. voor de bouw van industriehallen. Door het feit dat deze blok-ken droog op de werf worden geleverd, kunnen ze sneller en ‘properder’ verwerkt worden. We maken ook beton-blokken ‘Frans formaat’, een in Frankrijk vaak gebruikte op-lossing om binnenmuren te metselen conform de nieuwe isolatienormen.”

i www.doubeton-blocks.be www.doubeton-flooringsystems.be

Page 18: NAVnews 2013

# Kan een opdrachtgevend bestuur opleggen dat bij gebruik van onderaanneming de hoofd-aannemer een rechtspersoon is, en dus geen natuurlijke persoon in een éénmanszaak?

Er lijken geen bepalingen voorhanden te zijn die de mogelijkheid bieden de inschrijver te verplich-ten om de vorm van een rechtspersoon aan te nemen, ook niet wanneer deze een beroep doet op een onderaannemer. Deze regel zou de mededinging beperken door inschrijvers-natuurlijke personen uit te sluiten om mee te dingen naar de opdracht. De Europese overheidsopdrachtenreglementering heeft net tot doel om de drempel voor kleine en middel-grote ondernemingen om deel ten nemen aan grote overheidsopdrachten te verminderen (zie ro. 32 Rl. 2004/18 klassieke sectoren overheids-opdrachten). In die optiek kan ook niet ingezien worden waarom dan inschrijvers-natuurlijke per-sonen zouden geweigerd moeten worden, ook wanneer zij beroep doen op een onderaannemer. Daarnaast kan deze beperking mogelijk als een ongerechtvaardigde beperking op de vrijheid van ondernemen worden aanzien.

Simon Verhoeven, GSJ advocaten

# De tekenaar op wie ik beroep doe, heeft de uitvoeringsplannen niet correct aangepast aan de plannen van de stabiliteits-ingenieur. Ik had dit nochtans gevraagd. Nu zijn er hierdoor problemen op de werf. Kan ik de tekenaar aansprakelijk stellen?

Mijn inziens moet de zelfstandig tekenaar gezien worden als een (onder)aannemer van de architect. De zelfstandig tekenaar is derhalve gehouden zijn prestaties uit te voeren conform de afspraken tus-sen partijen en conform de regels van de kunst. In deze stelt zich een probleem daar er geen schrif-telijk contract is opgemaakt tussen de architect

en de zelfstandig tekenaar. Maar dit neemt niet weg dat er tussen partijen een (mondelinge) overeenkomst bestond. Dit kan aannemelijk wor-den gemaakt aan de hand van de corresponden-tie tussen partijen en de gebeurlijke facturen van de zelfstandig tekenaar aan de architect. Wanneer de architect van mening is dat de teke-naar zijn prestaties gebrekkig heeft uitgevoerd, dient hij deze tekenaar formeel in gebreke te stel-len (per aangetekend schrijven). Daarbij maakt de architect melding van de specifieke gebreken alsook van de schade die hij daardoor lijdt of nog zal lijden. Wanneer partijen niet tot een vergelijk komen of er geen oplossing wordt gevonden in dit dossier, kan de architect een gerechtelijke pro-cedure opstarten. De slaagkansen van een pro-cedure zullen echter afhangen van het concrete dossier (stukken, briefwisseling,… ).

Christophe Lenders, GSJ advocaten

# Mijn bouwheer wil voor een kleine verbouwing (enkele constructieve ingrepen) geen plaatsbeschrijving van de huidige toestand woning te laten opmaken. Waar liggen hier mijn verantwoordelijkheden?

Ik lees dat de bouwheer geen plaatsbeschrijving wenst te laten maken van de huidige toestand van zijn woning (en dus niet van naburige wonin-gen). Deze plaatsbeschrijving zou de bouwheer van nut kunnen zijn wanneer er tijdens de uitvoe-ring van de werken schade wordt veroorzaakt aan zijn pand door de aannemer (bv. schade aan een ander deel van de woning ingevolge de door de aannemer uitgevoerde werken). Het is dan aan de bouwheer om zijn schade aan te tonen. Dit zou dan kunnen gebeuren aan de hand van de plaats-beschrijving waarmee dan een vergelijking zou kunnen gemaakt worden tussen de oorspronke-lijke toestand en de toestand na uitvoering van de werken. Bij afwezigheid van zulke plaatsbeschrij-ving (die ook ondertekend moet zijn door de aannemer) zal de bouwheer in geval van schade mogelijks meer moeilijkheden ondervinden om

zijn schade te bewijzen. Het lijkt inderdaad vol-doende voor de architect om de bouwheer hier-over schriftelijk te informeren zodat de bouwheer zelf een beslissing kan nemen.

Joris Wouters, GSJ advocaten

# Mag ik raamopeningen voorzien in de muur op de perceelsgrens? Langs de buurzijde is er een inrit. De buur is akkoord hiermee maar het burgerlijk wetboek niet.

1. Hoe zit dit wanneer de muur volledig mijn eigendom is?Ramen (in de zin van ‘lichten’ die aldus licht, maar geen lucht doorlaten) mogen aangebracht wor-den in een onmiddellijk aanpalende niet-gemene muur, op voorwaarde dat men zich naar de voor-schriften van artikelen 676 BW en 677 BW richt.Om lawaai, geuren en het gooien van voorwer-pen te beletten dient er een vaststaand glasraam te worden geplaatst met een ijzeren traliewerk waarvan de maliën ten hoogste 10 cm groot zijn (artikel 676 BW). Om het binnenkijken te vermij-den, moeten de lichtopeningen tevens op een ze-kere hoogte gemaakt worden (gelijkvloers 2m60, op hogere verdiepingen 1m90) (artikel 677 BW).

2. Hoe zit dit wanneer het een gemene muur betreft?Overeenkomstig artikel 675 BW mag geen van de naburen, zonder toestemming van de andere, in een gemene muur een venster of opening maken, hoe dan ook, zelfs niet met vaststaand glasraam. Zoals uitdrukkelijk in de wettekst staat, mogen er dus wel vensters of openingen worden aangebracht krachtens een overeenkomst tussen de naburen.

3. Mag ik deze openingen lager aanzetten dan in Bw toegelaten? Zowel op gelijkvloers als op verdiepingen. (in de veronderstelling dat de buur akkoord gaat)Vermits artikel 675 BW tot 680 BW slechts private belangen beschermen, raken ze de openbare orde niet. Buren mogen er aldus van afwijken

krachtens een overeenkomst (D. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek Burgerlijk recht, Antwerpen, In-tersentia, 2005, 264; R. DERINE, F. VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, 1974, 640)Deze overeenkomst kan ingaan tegen de voor-schriften van artikel 677 BW, zodat de ramen aldus lager kunnen aangezet worden dan wat wordt bepaald in het BW.

Lore Derdeyn, GSJ advocaten

# Een half jaar geleden hebben wij de dak- en gevelwerken opgeleverd van een particuliere nieuwbouw-woning. De dakwerken werden in onderaanneming gegeven door de hoofdaannemer. Kort na de oplevering is een ernstig lek in de dakdichting vastgesteld, met schade tot gevolg. De aannemer houdt iedereen aan het lijntje en weigert concrete data vast te leggen voor de herstelling van het dak. Hoe gaan wij best te werk om de aannemer tot herstelling te dwingen alsook de kosten van de gevolgschade te laten dragen?

De vraagstelling heeft betrekking op dakwerken die blijkbaar gebrekkig zijn uitgevoerd (ernstig lek in de dakdichting na oplevering). Er is sprake van één hoofdaannemer en een onderaannemer dak-werken. Na het vaststellen van de schade, heeft de hoofdaannemer getracht het lek te herstellen doch zonder enig nuttig resultaat. De vraag stelt zich hoe de hoofdaannemer ertoe bewogen kan worden om tot herstel over te gaan en de gevolg-schade te vergoeden.

Vooreerst is het noodzakelijk dat de hoofdaan-nemer door de bouwheer formeel in gebreke wordt gesteld (per aangetekende post) waarin gewezen wordt op het lek dat zich voordoet, de aansprakelijkheid daarvoor van de aannemer en de erkenning van aansprakelijkheid door de aan-

#18 | helpdesk

# CBR kiest voor duurzaam drieluik

Duurzaam bouwen begint bij het ontwerp. Maar de duurzaamheid van de realisatie staat of valt met de keuze van de partners in het bouwproces. Cementproducent en -leverancier CBR, onderdeel van de HeidelbergCement Group, is zo’n partner die u kan adviseren en die zijn dienstverlening afstemt op uw project.

Wie echt duurzaam wil bouwen, moet in de con-ceptfase al oog hebben voor heel het proces. Daarom staat CBR ontwerpers en architecten bij:- met advies over gebouwbeoordelingsmodellen,

regelgeving, mogelijkheden binnen duurzaam-heidsindicatoren, …- met advies over betonproducten: keuze van ce-mentsoorten, kennis van hulpstoffen, levering per schip t.o.v. per truck, LCA en EPD, milieuscore van concurrerende bouwsystemen, …- met dienstverlening: services in het kader van duurzaam bouwen, zoals de berekening van de CO2-footprint, LCA-analyse, CO2-offsetting, …

een duurzame productieCBR steekt dat duurzame ontwerp in een al even duurzaam kleedje. Het investeert in een actief duurzaamheidsbeleid en voert een open dialoog met iedereen die bij de activiteiten betrokken is – een aanpak die CBR deelt met alle bedrijven van de HeidelbergCement Group, en waardoor heel de groep vandaag sterk staat in duurzaamheid.Wat betekent dat voor de architect? Dat u met alle CBR-cementen milieuverantwoord en duurzaam kunt bouwen. CBR produceert zijn cementen na-

melijk met een minimale milieuvoetafdruk, dankzij de innovatieve processen en het slimme gebruik van grond- en brandstoffen. Bovendien hebben de ce-menten van het type CEM II en CEM III een verlaagd CO2-gehalte.

Alle productiesites van CBR zijn ISO 14001 gecertificeerd en de producten voldoen dus aan de criteria voor Responsible Sourcing.

een duurzame ketenDe criteria voor eco-verantwoord ondernemen reiken verder dan productie. Denk maar aan lo-kaal ondernemen, kringlopen sluiten (en daarbij zo weinig mogelijk natuurlijke grondstoffen ge-bruiken), energiezuinige gebouwen ontwerpen

en bouwen, en een duurzame infrastructuur.Het spreekt voor zich: beton is daarin van wezen-lijk belang. CBR ijvert dan ook voor de toepassing van het internationaal gestandaardiseerde Life Cycle Assessment.

Gebruik + OnderhoudBouwen

Productie

Grondstoffen

Recyclage

Verbranden

Storten

Renovatie

Ombouwen

Ontmantelen

Hergebruik

Sloop

LCA

i www.cbr.be

Page 19: NAVnews 2013

Ontdek de basis voor elke bouwstijl Xella heeft de beste troeven in huis

Ecologisch Passief Luchtdicht Economisch Thermisch comfort

Xella BE nv/sa • Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • T 03 250 47 00 • F 03 250 47 06 • [email protected]

De Xella bouwmaterialen beantwoorden perfect aan de noden van de moderne bouwer. Ze zorgen dat de woning duurzaam, energie-effi ciënt en

aangenaam om wonen is. Elke uitstraling is mogelijk: gedurfd modern met een afwerking in pleister, hout, metaal, ... of traditioneel met

gevelsteen. De uitstekende thermische en kostenbesparende eigenschappen van de Ytong, Silka of Hebel ruwbouw

garanderen een optimaal wooncomfort het hele jaar door.

Volg Xella België op

Inschrijven via

www.xella.be

Bezoek onze gratis

infodagen!

ytong_bouwstijl_NAV_190-135.indd 1 22/01/13 09:04

nemer ingevolge de poging tot herstel. Daarbij dient tevens gewezen te worden op de veroorzaakte gevolgschade in-gevolge het lek, waarbij de aannemer kan worden aangera-den om zijn BA-verzekeraar hiervan op de hoogte te stellen. Uiteraard moet de aannemer tevens aangemaand worden om per kerende tot deugdelijk herstel over te gaan (een dak zonder lek) alsook tot herstel van de gevolgschade of tot betaling van een schadevergoeding voor de veroorzaakte gevolgschade.

Bij gebreke aan enige nuttige reactie, heeft de bouwheer m.i. geen andere optie dan een procedure te beginnen. Be-langrijk is dat nog de nodige vaststellingen kunnen gedaan worden met betrekking tot het lek en de gevolgschade. Dit kan derhalve ondertussen niet hersteld worden. Ofwel wordt gekozen voor een procedure in kort geding waarbij de aanstelling van een gerechtsdeskundige wordt gevor-derd, die dan met de nodige spoed de vereiste vaststellin-gen ter plaatse komt doen waarna de bouwheer reeds kan laten overgaan tot herstel en waarna desgevallend de door de deskundige begrote schade kan worden teruggevorderd van de hoofdaannemer. Ofwel wordt onmiddellijk een pro-cedure ten gronde gestart, waarbij een provisionele schade-vergoeding wordt gevorderd en eveneens de aanstelling van een gerechtsdeskundige op de inleidende zitting.

Juridische bijstand voor de bouwheer in deze lijkt aan- gewezen.

Mr. Christophe Lenders, GSJ advocaten

De aanleg van de Tanger Med-haven ging van start in 2003. De activiteiten startten in 2007 en tegen 2016 zal de totale capaciteit 8 miljoen containers bedragen. Van bij het begin werd Betafence uitgekozen als partner voor alle omheiningen in en om de haven. Belangrijk voordeel was de ervaring die Betafence kon voorleggen naar aanleiding van grote infrastructurele omheiningsprojecten, net als de productkwaliteit. Tot op vandaag leverde Betafence 35 km verschillende omheiningen en 17 toegangspoorten aan Tanger Med.

Het aanzienlijke aantal referenties van Betafence in de infrastructuurbranche, naast de internatio-nale reputatie van de onderneming, speelde een belangrijke rol in de toekenning van dit prestigi-euze contract. Doorslaggevend aspect was echter het ontwerp van een totaaloplossing die perfect beantwoordde aan de specifieke vereisten van het project. De overeenkomst omvat verschillende producten en toepassingen zoals mobiele veiligheidsom-heiningen met een hoogte van 3 meter, medium

Ir-arch. Geert Michaux coördineert de NAV-studiedienst. U kunt een vraag stellen per mail [email protected] of via de but-ton helpdesk op www.nav.be. Telefonisch kan ook op 02/238.07.70

i www.betafence.com

# Betafence installeert 35 km omheining in ‘Tanger Med’-haven in Marokko

veiligheidsomheiningen van 3,5 meter hoog en extra veiligheidsomheiningen van 4,5 meter hoog. Ook grote gemotoriseerde schuifpoorten voor de toegangen van de haven behoorden tot de opdracht.Het bijzonder agressieve klimaat in de Straat van Gibraltar, waar de haven zich bevindt, was een essentiële keuzefactor voor de poorten. De geïn-stalleerde producten kregen een specifieke galva-nisatiebehandeling en coating. Zo kon Betafence een anti-corrosiegarantie van tien jaar bieden.

De omheiningssystemen werden speciaal ont-wikkeld om bestand te zijn tegen de veeleisende weersomstandigheden in Tanger. De hoge kwaliteitsreputatie van de Betafence- producten was dan ook doorslaggevend voor deze langetermijn-samenwerking tussen Betafence en de havenautoriteiten.

Page 20: NAVnews 2013

De snelste weg naar goedgeïsoleerde buitenmuren

Comfortpanel 32 - buitenmuurisolatie langs de binnenkant

Massieve buitenmuren na-isoleren gaat het makkelijkst en het goedkoopst langs de binnenkant. De ISOVER Comfortpanel 32-platen kunnen in één enkele beweging zowel achter als tussen een voorzetroostering worden geschoven en vermijden zo koudebruggen. Dankzij zijn extreem goede λ-waarde van 0,032 W/m²K kiest u met ISOVER Comfortpanel 32 bovendien voor de meest energie-performante oplossing. Met 6 cm Comfortpanel 32 geniet u al van zo’n 80% minder warmteverlies via die muur. Isoleert u nog dikker, dan geniet u van nog betere thermische en akoestische resultaten. Zo wordt energiebesparing sneller dan ooit!

Bezoek IsoverHall 5 nr 201

NAV 297x420.indd 1 4/02/13 16:42