nederland wordt beter. lespakket de geschiedenis van het ... · de geschiedenis van sinterklaas in...

20
LESPAKKET DE GESCHIEDENIS VAN HET SINTERKLAASFEEST - NEDERLAND WORDT BETER - 2016 V1.1 Lespakket De geschiedenis van het Sinterklaasfeest Handleiding nederland wordt beter.

Upload: truonghanh

Post on 25-Feb-2019

220 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1

Lespakket De geschiedenis van het SinterklaasfeestHandleiding

nederland wordt beter.

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 2

Introductie

in dit lespakket maakt u kennis met de geschiedenis van het sinterklaasfeest. De handleiding bevat een samenvatting van de lessen, aangevuld met samenvattingen van de bron-nen. nadat u kennis heeft genomen van de handleiding kunt u meteen aan de slag met de lessen. toch willen wij een ieder aanmoedigen om niet alleen de handleiding te raadple-gen, maar ook de volledige bronnen zelf door te nemen, om een volledig beeld te krijgen van de rijke geschiedenis van de sinterklaasviering.

Bijna elke Nederlander heeft in zijn jeugd twee bijzondere figuren mee gekregen: Sinterklaas en Zwarte Piet. Na de jaren van onschuld leert een ieder dat hun verschijning een verkleedpartij betreft, een jaarlijks spel. De waarlijk geïnteres-seerde leert bovendien dat dit jaarlijkse spel op eeuwenoude tradities gebaseerd is. Sinterklaas of Sint-Nicolaas werd ge-boren op 15 maart 270 en werd in de vierde eeuw bisschop van Myra. Na zijn dood deden er verhalen de ronde over de wonderen die hij zou hebben verricht en werd hij heilig ver-klaard. Wat betreft Nederland stammen de oudste vermeldin-gen voor de viering van Sint-Nicolaas dag uit het begin van de 15e eeuw maar veel elementen van de huidige viering hebben pas vanaf omstreeks 1850 vorm gekregen.

Het Sinterklaasfeest is dynamisch, gaat met de tijd mee en is door de eeuwen heen erg veranderd. Terugkijkend op wat het iconografische materiaal op het thema rondom Sint-Nicolaas voortgebracht heeft, is voorlopig het volgende op te merken: tot en met het einde van de achttiende eeuw is er geen aanleiding het gezelschap van een knecht in de omge-ving van de heilige te vermoeden. Teksten van velerlei aard geven hetzelfde beeld. In het boekje sint nikolaas en zijn knecht (1850) van Jan Schenkman is Sinterklaas voor het eerst afgebeeld met een ‘knechtje, dat zwart is van kleur’.

Bewustwordingsproces De afgelopen jaren is steeds breder en intensiever gespro-ken over de toekomst van Zwarte Piet. De Verenigde Naties (VN), Raad van State en het College van de Rechten van de Mens hebben uitspraken gedaan. Er kwam een landelijk overleg met Minister Asscher en in de steden Amsterdam en Utrecht worden waardevolle dialogen gevoerd.

Hoewel Nederland Wordt Beter zich inzet voor een Piet die niemand kwetst, blijft het een belangrijk speerpunt van de stichting om het ‘waarom’ van deze veranderingen te blij-ven toelichten. Het is voor Nederland Wordt Beter van es-sentieel belang dat de verandering gepaard gaat met een bewustwordingsproces. Veel mensen zijn er sterk op tegen dat er verandering plaats vindt. Het is belangrijk dat Ne-derlanders meer kennis opdoen over waar de rood gestifte lippen, kroespruiken, oorbellen en compleet zwart- of bruin geschminkte gezichten vandaan komen en waarom deze kenmerken voor andere mensen pijnlijk kunnen zijn.

Nederland Wordt Beter is ervan overtuigd dat meer ken-nis over het koloniale- en slavernijverleden cruciaal is om boosheid om te doen slaan in begrip en solidariteit. Daarom heeft Stichting Nederland Wordt Beter lesmateriaal ontwik-keld over de geschiedenis van onze Sinterklaastraditie en de noodzaak van de huidige veranderingen. De stichting streeft ernaar zoveel mogelijk mensen in Nederland – jong en oud – met dit lesmateriaal in aanraking te brengen. Wij doen ook een klemmend beroep op gemeentes en intochtcomités om hun best te doen om onder hun vrijwilligers en achterban de benodigde kennis te bieden die nodig is om deze verande-ring te begrijpen.

HulpmiddelDe lessen zijn een onderwijstool voor een inhoudelijk ge-sprek over de geschiedenis van Sinterklaas en Zwarte Piet. Ze vertellen over het leven en de legendes rond Sint-Nico-

afbeelding 1 t/m 4

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 3

laas en de geschiedenis van (de viering van) het feest. Daar-naast wordt ingegaan op karikaturen en de bezwaren die tegen de figuur Zwarte Piet bestaan. Het niveau is geschikt voor leerlingen die niet meer in Sinterklaas geloven; groep 7 en 8. Het taalgebruik is eenvoudig. Echter, de inhoud is net zo goed geschikt voor oudere kinderen en volwassenen.

Het pakket bestaat uit vier onderdelen van elk ongeveer 20 minuten: ‘De Geschiedenis van Sinterklaas’, ‘De Geschiede-nis van Zwarte Piet’, ‘Karikaturen’ en ‘Leuk?’ Wij adviseren basisscholen om de lessen verspreid over verschillende da-gen te behandelen; bijvoorbeeld door les 1 en 2 op maandag te behandelen en les 2 en 3 op dinsdag. Zo is er genoeg ruimte om na te praten en kunnen de leerlingen de informa-tie goed tot zich nemen.

Nederland Wordt Beter werkt sinds 2014 met dit lespakket; de lessen zijn al op diverse basis- en middelbare scholen gegeven. We hebben gemerkt dat er op scholen - en ook bij sommige bedrijven - grote vraag is naar een hulpmiddel waarmee de discussie over Zwarte Piet op school gevoerd kan worden. Docenten en schoolbesturen voelen zich vaak niet voldoende uitgerust om de discussie te voeren, terwijl dit wel noodzakelijk is. Door het lespakket vrij beschikbaar te stellen hoopt Nederland Wordt Beter een beter geïnformeerd gesprek te faciliteren.

sticHting nederland wordt Beter Deze handleiding wordt u aangeboden door Stichting Ne-derland Wordt Beter (NLWB). Stichting NLWB is de over-koepelende naam voor verschillende initiatieven die het bevorderen van bewustzijn en kennis op het gebied van de geschiedenis van Nederland, met een nadruk op het slaver-nij- en koloniale verleden, tot doel hebben.

Wij zijn begonnen als groep betrokken Nederlandse burgers, en uitgegroeid tot een ervaren team dat als gesprekspartner optreedt bij verschillende maatschappelijke organisaties, overheid en verschillende evenementen organiseert. De afgelopen jaren hebben we ons o.a. ingezet voor positieve verandering van het Sinterklaasfeest en zijn wij een platform voor verschillende positieve initiatieven die kunnen bijdragen aan een beter Nederland.

speerpunten stichting nederland wordt Beter:

•Educatieisdesleutelommaatschappelijkecohe-sie te bevorderen. De samenstelling van de nederlandse samenlevingisdefinitiefveranderddoorhetNederlandseslavernij- en koloniale verleden. Door het beperkt of niet be-handelen van (de achtergronden die hebben geleid tot) de slavernij en de koloniale overheersing in het onderwijs op lagere en middelbare scholen ontstaat er gebrek aan ken-nis en empathie in de samenleving. Daarom stelt stichting nlwb zich tot doel onderwijs over het koloniale- en slaver-nijverleden een vast onderdeel te maken in het curriculum van nederlandse scholen.

•StichtingNLWBheefttotdoelhetSinterklaasfeesteen inclusief feest te maken voor alle bewoners van ne-derland. Dit doel wordt nagestreefd door bewustwording te creërenoverdefiguurvanZwartePietenzijnrolinhetSin-terklaasfeest – het uiteindelijk streven is het aanpassen van ZwartePiet.

•StichtingNLWBzetzichinomdeactiviteitenrond-om de herdenking en viering van het slavernijverleden op een respectvolle en gepaste manier ieder jaar voor de sa-menleving tot stand te brengen met respect voor de nazaten. hierbij staan saamhorigheid en eenheid centraal. Uitgangs-punt daarbij is het creëren van een duidelijk onderscheid tussen enerzijds de herdenking van het slavernijverleden en anderzijdsdevieringvandeafschaffingvandeslavernij.Destichting heeft als doel om in de nabije toekomst een natio-nale herdenking te realiseren met betrokken organisaties en de nederlandse overheid. De stichting ziet zichzelf niet als een toekomstige organisator, maar als aanjager en zal bij totstandkoming van een nationale herdenking pleiten voor een onafhankelijk comité om de jaarlijkse invulling te verzor-gen. ons streven is om deze herdenking in de nieuw kerk op de Dam te houden.

•StichtingNLWBwilbovendieneenplatformzijnvoor alle positieve initiatieven die kunnen bijdragen aan een beter nederland. waar mogelijk zal nlwb activiteiten en burgerinitiatieven ondersteunen. nlwb zal op zoveel mo-gelijkbeschikbaremanieren(financieel,publicitair,etc.)aandeze initiatieven bijdragen om hun primaire doelstellingen sneller te realiseren.

Het lespakket is eigendom van stichting nederland wordt Beter en is gerealiseerd door:

Roelof Jan Minneboo, Jerry King Luther Afriyie, Raul Balai, Devika Partiman, Scotty Gravenberch, Montessorischool Oog in Al, Britt-Marie van der Drift & Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee).

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 4

Bijlagen Afbeelding 1: voorkant sint nikolaas en zijn knecht (1850) Afbeelding 2: illustratie sint nikolaas en zijn knecht (1850) Afbeelding 3: illustratie sint nikolaas en zijn knecht (1850) Afbeelding 4: illustratie sint nikolaas en zijn knecht (1850)

Bronnen • Nieuw licht op Zwarte Piet (Eugenie Boer-Dirks): http://www.meertens.knaw.nl/cms/images/sinterklaas/artikelvb.pdf • Eveline Doelman en John Helsloot (Meertensinstituut): http://depot.knaw.nl/9587/1/helsloot_De_ambivalente_boodschap.pdf Jan nederveen pieterse, ‘• Wit over zwart. Beelden van Afrika en zwarten in de westerse populaire cultuur’: http://www.dbnl.org/tekst/nede008wito01_01/nede008wito01_01_0011.php http://www.dbnl.org/tekst/nede008wito01_01/nede008wito01_01_0010.php http://www.dbnl.org/tekst/nede008wito01_01/nede008wito01_01_0013.php• Melis Stoke in de Groene Amsterdammer: https://schrijfsterushamarhe.wordpress.com/2014/11/29/zwartepiet-niet-reeds-in-1930-door-melis-stoke-in-de-groene-amsterdammer-bepleit/ • Helsloot, dr. J.I.A. (John) - Meertens Instituut, ‘Is Zwarte Piet uit te leggen’: http://depot.knaw.nl/5963/1/IsZwPiet1364_001.pdf• 2 februari 1945 De Stem: ‘ZwartePietsteendesaanstoots’

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 5

Les 1. De geschiedenis van Sinterklaas

Inheteerstedeelwordtde‘echte’Sint-Nicolaasvoorgesteld.Datwilzeggen,dehistorischefiguurzoalsdieovergeleverdis in de kerkelijke geschiedenis. het is een kort overzicht vande‘feiten’en‘wonderen’diedezeheiligezopopulairmaakten in europa voordat hij de sint werd zoals wij hem nu kennen. als beschermheilige van zeelui vind je in nagenoeg elke europese havenstad een sint-nicolaas kerk. bijvoor-beeld die in amsterdam. Daarnaast is hij trouwens ook de beschermheilige van de stad amsterdam. behalve dat hij zou waken over zeelui is sint-nicolaas de beschermheilige van ongetrouwde maagden, verliefden en van kinderen. het is in deze laatste rol dat hij geëvolueerd is tot de sinterklaas zoals we hem tegenwoordig kennen.

VoorBereiding Voor les 1de vroege historie van sinterklaas: De eerste geschriften over Nicolaas van Myra stammen uit de 9de eeuw, meer dan vijfhonderd jaar na zijn dood. Hij zou in 280 zijn geboren in het plaatsje Patara in het Griekstalige Lycia et Pamphylia, een provincie van het Romeinse Rijk in wat nu Turkije is. Zijn ouders waren rijk, zeer gelovig en ze stierven toen Nicolaas nog een kind was. Hij werd door zijn oom - die bisschop was en ook Nicolaas heette - opge-voed en tot priester gewijd. Later volgde hij zijn oom op als bisschop. Al tijdens zijn leven verrichtte Nicolaas wonderen: hij redde bijvoorbeeld de levens van kinderen en zeelieden. Nicolaas stierf op 6 december 342 of 352. Zijn graf werd al snel een bedevaartsplaats en Nicolaas werd een heilige voordat de Katholieke kerk mensen officieel tot heilig begon te verklaren. Nicolaas wordt zowel in de Rooms Katholieke als in de Orthodoxe kerken aanbeden en hij is een van de populairste heiligen van Rusland.

Nicolaas afgebeeld. In een Noord-Nederlands getijdenboek uit ongeveer 1498 staat de heilige, zwaar verguld, met drie jongens in de tobbe. Door de beeldenstorm is aan oude reli-gieuze kunst veel verdwenen. Het min of meer verborgen le-ven dat de katholieken in Noord-Nederland gedurende ruim twee eeuwen moesten leiden, kwam dit onderdeel van de kunst uiteraard niet ten goede. Echter, niet alles is verloren gegaan: op schilderijen, bidprentjes, paramenten, kerkelijk vaatwerk en voorwerpen die eigendom van Nicolaasgilden waren, vinden we Sint-Nicolaas afgebeeld.De heilige is in deze religieuze setting steeds als de roomse bisschop voorgesteld, al dan niet voorzien van zijn attributen en het moet nadrukkelijk gesteld worden - altijd alleen.

Manuscripten vormen in Nederland de vroegste vindplaat-sen voor afbeeldingen van de heilige Nicolaas, waarvoor de datering met vrij grote zekerheid aan te geven is. Zo staat op een Oost-Nederlands manuscript uit ongeveer 1470 Sint-

sinterklaas in de 17e eeuwWanneer precies het profane Sint-Nicolaasfeest zich ontwik-keld heeft als nevenverschijnsel van de kerkelijke viering is niet te achterhalen. Wij kunnen op basis van documenten vaststellen dat er in ieder geval vanaf de veertiende eeuw handelingen plaatsvonden op de feestdag van de heilige Nicolaas die de zuiver devotionele overstegen.

De zeventiende eeuw biedt een interessante en vrij uitvoeri-ge bron van inlichtingen over het Sint-Nicolaasfeest: de pro-testantse bezwaarschriften tegen de heiligenverering. IJverig deden magistraten en predikanten - uiteindelijk tevergeefs gebleken - pogingen in het werk om die “Pauselyke supersti-tie niet in de jonge kinderen te planten maar uytteroyen”. De Goudse predikant Jacobus Sceperus valt in zijn ‘Geschenck

afbeelding 5

afbeelding 6

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 6

op geseijde St. Nicolaes Avant’ (1658) pagina’s lang venijnig uit naar dat paapse feest, “immers alles is Bedroch, Leugen en Valscheyt”. Wij halen uit zijn betoog een beschrijving van wat er op de feestdag van de heilige binnenshuis gaande was: kinderen vullen hun schoen met voer voor het paard van de goedheiligman en zingen voor het naar bed gaan nog een liedje. ‘ s Avonds laat verruilen de ouders haver en stro voor speelgoed en lekkers: “Appelen, Nooten, Vijgen, Rosijnen, Gelt, ghebeelde Koecken opwelcke het Beelt van Den Bisschop Nicolaus staet”. Een vader nam toen het gesneeuwd had de moeite, met een los hoefijzer in de hand het dak op te klimmen. Hij wilde zijn kinderen doen geloven dat de goedheiligman daar gelopen had. Over het paard van de goedheiligman wordt dus gesproken, over een knecht valt geen woord.

Dit huiselijke Sint-Nicolaasfeest vinden we in de zeventiende eeuw herhaaldelijk in de schilderkunst uitgebeeld. Het meest bekende voorbeeld is het schilderij van Jan Steen in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het is een levendige en gede-tailleerde weergave van de eerste verrassing op de ochtend na Sint-Nicolaas’ vermeende bezoek. Nicolaas, van wie men zich voorstelde dat hij over het dak reed, die via de schoor-steen hoorde hoe het er beneden aan toeging, en langs die weg ook zijn presentjes bracht, maar die - als het nodig was - niet schroomde bestraffend op te treden, die Sint Nicolaas wordt tot halverwege de achttiende eeuw weI beschreven maar nog niet afgebeeld.

sinterklaas in de 19de eewUit de literatuur valt op te maken dat in de eerste helft van de negentiende eeuw het echte Sinterklaasspel ontstaat met het bezoek aan huis waarbij de goedheiligman daadwerkelijk voor de ogen van de kinderen verschijnt. Van Hengel sprak in zijn studie van 1831 over huisbezoek evenals, twintig jaar later, een Nederlandse dominee die in Frederikstad in Sleeswijk-Holstein woonde en de oude Nederlandse gebrui-ken beschrijft: het eigenlijke middelpunt van het feest was de komst van Sint Nicolaas op de avond van de vijfde decem-ber. De heilige was “schrikverwekkend uitgedost; onder luid geraas en ketengerammel vroeg hij met doffe stem naar het gedrag der kinderen”. Een bijzondere Sint levert De Génestet in 1849. Zijn - niet speciaal voor kinderen bedoelde - dicht-werk geeft een uitvoerige beschrijving van een bezoek aan huis. Sint-Nicolaas verschijnt nog steeds alleen en voordat hij tot geven overgaat- slaat hij als een boeman strenge taal uit. Luid gerammel van een ketting kondigde zijn komst aan. Algemeen ingeburgerd lijkt het bezoek aan huis van de goedheiligman in het midden van de negentiende eeuw dus nog niet te zijn. Het was blijkbaar in opkomst, maar wanneer het wordt genoemd is er alleen van Sint Nicolaas sprake. Het onderwerp knecht is in de genoemde teksten niet aangeroerd.

schenkmans ‘sint nicolaas en zijn knecht’ en zijn voorganger Naarmate het bezoek aan huis algemener en Sint-Nicolaas dus zichtbaarder wordt in de wereld van de mensen, neemt zijn aanwezigheid op plaatjes toe. Er verschijnen centspren-ten met series prentjes van Sint-Nicolaas in allerlei handelin-gen verwikkeld: ‘Het leven ende bedrijven van Sint Nicolaas’. Tenslotte komen er boekjes over de goedheiligman op de markt. Vrij bekend is het boekje dat in 1850 bij de uitgever Th. G. Born te Amsterdam verschenen is. Het ademt een voor die tijd moderne geest. De teksten zijn van de hand van Jan Schenkman, een Amsterdamse onderwijzer. Wie de illustraties heeft gemaakt, is niet bekend. De titel van het boekje is: ‘Sint Nicolaas en zijn knecht’. De aanwezigheid van een knecht is bijzonder; dat was pas een keer eerder, op ‘De Nieuwe Sint Nicolaasprent’ van de Wed. J. van Egmont, vertoond. De knecht is hier echter bovendien niet zomaar een bediende, maar een donker gekleurde jongeman in een kostuum dat de Spaanse dracht van de zestiende eeuw in herinnering roept. Een naam heeft hij niet. Hij is vriendelijk en behulpzaam. Het is Sint-Nicolaas die een snoeper be-straffend bij zijn oor grijpt en stoute kinderen in de zak stopt die de knecht gedienstig open houdt.

Het NBLC (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum) in Den Haag bezit een boekje waarvan de titelpagina verloren is gegaan zodat gegevens over de auteur en de uitgever ont-breken. Met de hand is er in potlood ingeschreven: ‘Schenk-man, J. Sint Nicolaas en zijn Knecht’. Het is gecatalogiseerd met de datum 1850. Het NBLC-boekje toont Zwarte Piet in vier verschillende situaties: lopend naast Sint-Nicolaas die te paard zit, zelf te paard, staande bij de goedheiligman die aan tafel zit te schrijven en een keer glurend door de ramen.

afbeelding 7

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 7

Bijlagen Afbeelding 5: reconstructie sint nikolaas, professor caroline wilkinsonAfbeelding 6: sinterklaas redt de drie jongetjes, catherijneconventAfbeelding 7: het sint-nicolaasfeest, Jan havicksz. steen, rijksmuseumAfbeelding 8: p.J. van geldorp, omstreeks 1914

Bronnen• Nieuw licht op Zwarte Piet, Een kunsthistorisch antwoord op de vraag naar de herkomst van Zwarte Piet, Eugenie Boer-Dirks:http://www.meertens.knaw.nl/cms/images/sinterklaas/artikelvb.pdf

Zijn verschijnen hangt samen met de vermelding van de zwarte knecht in de tekst. Maar de wijze van afbeelden doet aan oudere motieven, bekend in de schilderkunst, denken. De knecht naast het paard beantwoordt aan het traditionele beeld van de zwarte page in de schilderkunst. Ook de pose naast de tafel voIgt een bekende beeldtraditie. Vanuit de traditionele bedienden-functies worden aldus nieuwe ontwor-pen. Dit betrekken van Zwarte Piet bij allerlei handelingen zal in de Schenkman-editie van 1850 toenemen. Ook als de tekst de zwarte knecht niet noemt, verschijnt hij daar op de bijbehorende plaatjes.Na het midden van de negentiende eeuw verschijnen er meer kleurrijk geïllustreerde Sint-Nicolaasboekjes waarin de Sint met een knecht optreedt. Maar het duurt tot de volgende eeuw voor de naam ‘Zwarte Piet’ in beeld komt. In het ano-nieme St. Nicolaas’ reis door Nederland (1876) is sprake van ‘t Moortje’ en ‘vriend Pikkie’. Bos (1890) heeft het over ‘de zwarte knecht’, Tiemersma (1895) noemt hem ‘Piet’. Namen die op een heidense of duivelse afkomst zouden kunnen wijzen, vallen niet. Sints huisbezoek heeft zich doorgezet en Schenkmans boekje met de duidelijke plaatjes moet een grote hulp geweest zijn bij dat spel. Het merkwaardige uiter-lijk dat de sint in de eerste helft van de eeuw soms vertoonde en het angstaanjagende gedrag waaraan hij zich schuldig maakte, is verdwenen. Sint-Nicolaas werd geheel en al de correct geklede bisschop. En lang zou hij zijn handen niet meer vuil maken aan het hanteren van de roe. Een knecht heb je tenslotte niet voor niets.

afbeelding 8

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 8

Les 2. De geschiedenis van Zwarte Piet

InhettweededeelwordtZwartePietvoorgesteld.Netalsindeel 1 wordt er begonnen de kinderen te vragen of ze den-kendatZwartePietechtisofniet.IntegenstellingtotSint-NicolaasheeftdefiguurvanZwartePietgeenhistorischevoorganger.ZijnbestaaninhethuidigeSinterklaasfeestistedanken aan de amsterdamse onderwijzer Jan schenkman die hem in 1850 in het leven riep in het boek ‘sint-nicolaas enZijnKnecht’.SchenkmanleefdeineentijdwaarinAfri-kanen als moreel en intellectueel minderwaardig aan de europeanen werden gezien. aan de hand van schilderijen uit de tijd en wereld van schenkman, waar afrikanen als pages enslavenwordenafgebeeld,zienwewaarZwartePietzijntypische kledingstijl vandaan heeft.

lees u in oVer de gescHiedenis Van Zwarte piet:

Het Sinterklaasfeest met een bijfiguur komt niet alleen in Ne-derland voor; zo heeft Frankrijk Pere Fouettard en Oostenrijk Krampus. In de Duitssprekende gebieden ging een geva-rieerde troep figuren met de heilige op stap. De bekendste onder die namen is Knecht Ruprecht. De een had een zwart gemaakt gezicht, weer een ander droeg een masker. Veelal waren deze zich - wild gedragende begeleiders - afschrik-wekkend uitgedost. De stokken of kettingen waar ze mee zwaaiden, maakten dat er nog meer dreiging van hen uitging.

In ons land is het algemeen bekende beeld van de begelei-der van de goedheiligman een zwarte page in zijn kleurrijke kostuum: Zwarte Piet. Aan het typerende voorkomen van luxepage wordt in de theorieën over Zwarte Piet nauwelijks aandacht besteed. Bovendien is er nog een probleem: in de bestaande theorieën wordt steeds uitgegaan van een eeuwenoude herkomst van de knecht van Sinterklaas. In dat geval mag aangenomen worden dat zijn bestaan sporen heeft nagelaten, in geschrift en in beeld. Dat lijkt echter niet het geval. Een speurtocht in teksten en beeldmateriaal van velerlei aard (van Nederlandse bodem, op het thema Sint-Nicolaas) leverde tot aan de negentiende eeuw geen verwij-zing naar Zwarte Piet op.

De figuur nu bekend als ‘Zwarte Piet’ verschijnt ten tonele in 1850, in het prentenboekje Sint Nikolaas en zijn knecht van de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman. Toen werd Sinterklaas voor het eerst in woord en beeld vergezeld door een knecht, die ‘zwart is van kleur’. Hij draagt geen naam, ‘wat zijn ondergeschikte positie onderstreept’. Of hij slaaf is of vrij, is niet duidelijk; dat hij schoeisel draagt, pleit voor het laatste. Over het waarom van deze toevoeging aan de voordien alleenstaande Sinterklaas heeft Schenkman zich – helaas! – niet uitgelaten. Evenmin staat vast of Schenkman zelf daarvoor verantwoordelijk was, de anonieme illustrator of mogelijk beiden, in onderlinge samenspraak. Voor zover bekend verschenen er geen besprekingen van het boekje.

de moor/ pageErgens in de eerste helft van de vorige eeuw heeft dus de creativiteit van een illustrator en/of schrijver de zwarte knecht geïntroduceerd. In de schilderkunst werd het contrast in huids-kleur tussen witte en zwarte mensen al vroeg gebruikt om het schilderij te verlevendigen. In de loop van de zestiende eeuw ontstond het motief van de Moor: de kleine zwarte bediende die het trotse sieraad uitmaakte van zovele rijke huizen. Op portret-ten werd het Moortje veelvuldig afgebeeld. Enerzijds om de statusverhogende werking die ervan uitging (de rijk uitgedoste Moor gold als symbool van weelde). Anderzijds vanwege de decoratieve waarde. Met de toevoeging van zo’n donkere, kleur-rijk geklede page werd in meerdere opzichten aan de eisen van variété voldaan. Ook Nederland voegde zich in de internationale mode en heel wat rijke kooplieden, adellijke personen en gou-verneurs van koloniën lieten zich met een Moortje afbeelden. De zwarte pages vormden niet het minste deel van het schilderij. Hun functies stonden het dragen van mooie kleding toe. Zij ver-richtten lichte werkzaamheden in huis of fungeerden als paar-denknecht. Hoge, rijke heren beschikten over bedienden, over paarden en over paardenknechten. De knecht die in de eerste helft van de negentiende eeuw aan Sint-Nicolaas wordt toege-voegd, past naar gedrag en uiterlijk in de traditie van de page in de schilderkunst. Het is duidelijk dat sommige schilderijen in aanmerking kunnen komen als inspiratiebron voor het beeld van Sint-Nicolaas en Zwarte Piet. De schilderkunstige beeldtraditie van de zwarte page - met name in de rol van paardenknecht of staande naast zijn gezeten heer - zet zich voort in het eerste boekje over Sint Nicolaas en zijn knecht.

afbeelding 9

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 9

Black minstrels/ BlackfaceEr is misschien nog een andere afbeelding die Schenkman meer direct geïnspireerd heeft. In de jaren 1830-1840 ont-staat in Amerika in het variété een nieuw genre, dat van de ‘black minstrels’: witten die zich als zwarten uitmonsterden (Blackface genaamd) en een muzikaal programma brachten. Al in diezelfde tijd doen zij, met veel succes, Engeland aan. Dat zij ook in Nederland te zien waren (al is niet duidelijk wanneer), blijkt uit een fictieve dialoog over de kermis in Schenkmans posthume publicatie ‘Humoristische voorlezin-gen in proza en poëzy’. Een van de sprekers zegt over hen: ‘’t Waren zwart gemaakte kerels, ’t Was bedrog en schelme-rij!”. Daarop zegt zijn tegenspreker:

‘Dat een blank gelaat zich zwart maakt, Staat mijns inziens ieder vrij. Hoeveel hooggeplaatste lieden, In de Kerk en in den Staat, Toonen, bij hun zwarte zielen, Omgekeerd, een blank gelaat.’

De laatste twee zinnen zijn interessant omdat ze vrijwel overeenkomen met de titel van een verhaal dat in 1850 verscheen in het orthodox-christelijke, door Jan de Liefde uitgegeven jeugdtijdschrift Timotheus: ‘De zwarte ziel en de blanke huid’. Dit kan toevallig zijn – het spelen met dit contrast was een vaker voorkomend thema, maar er ook op duiden dat Schenkman dit verhaal gelezen heeft en dat de ti-tel in zijn hoofd is blijven hangen. Een van de hoofdpersonen in het verhaal is een oude man, naar later blijkt een vroegere slavenhouder. De beschrijving van zijn uiterlijk is veelzeg-gend en roept een beeld van Sinterklaas op:

‘Zijn voorkomen was edel en deftig; zijn lange witte haren hingen tot op de schouders; het schitterend oog had eene uitdrukking van oprechteid, die het hart trof, en zijne bewe-gingen waren kenmerkt door eene buitengewone waardig-heid’ (‘De zwarte ziel’ 1850:101).

Burgerlijke maatstavenIn de Amsterdam rond 1850 bestond een voedingsbodem om het Sinterklaasfeest te veranderen. Het diende zich te-weer te stellen tegen de aanval dat het inhoudsloos was, ruw en griezelig voor kinderen. Bijvoorbeeld in de steden, maar toch vooral op het platteland, gingen ‘opgeschoten jongens’ met kettingen op [sinterklaas]avond langs den weg [lopen]’, of ‘losbandige persoonen’, ‘zeer mislijk somtijds afschuwe-lijk uitgedoscht’. Ze gingen de huizen binnen om vooral de kinderen bang te maken. Ze droegen vreemde kleding zoals witte lakens, omgekeerde jassen of maskers. Soms maak-ten ze hun gezicht zwart: het waren, in Wognum circa 1850, ‘boerenknechten met roetzwarte gezichten en rammelende kettingen’. Schenkman zelf wilde afstand nemen van de oude, griezelige voorstellingen van de Sinterklaasfiguur. Dit stimuleerde innovatie en creativiteit. Sinterklaas zelf kreeg een deftig gedragspatroon, dat meer aansloot bij burgerlijke maatstaven. Nauw verbonden met de figuur van Sinterklaas bleek ‘de zwarte man’ en wel drieërlei: als een zwartgemaak-te ‘klaas’ die de huizen bezocht, als imaginaire kinderschrik en, in de Struwwelpeter, als echte zwarte.

Het ligt voor de hand dat getracht werd het gedrag van de ongecontroleerde jongens om te buigen, maar mogelijk met behoud in het ritueel van de kleur zwart. Ook ‘de zwarte man’ als kinderschrik stond ter discussie; tegelijkertijd was er een streven die te behouden. Zijn betekenisinhoud was ech-ter onscherp. Mocht die samenvallen met een echte zwarte, dan werd de jeugd voorgehouden zich van deze toch vooral een positief beeld te vormen. Dit nam niet weg dat zelfs voorstanders van afschaffing der slavernij ervan uitgingen dat zwarten een ‘goede meester’ behoefden en dat zij als dienaar het best op hun plaats waren. In dit complexe geheel van beelden kan bij Schenkman, ongeacht zijn precieze in-tentie, de beslissende vonk zijn overgeslagen. Dat door zijn combinatie van Sinterklaas en zijn zwarte knecht vervolgens een beeldvormingsproces op gang kwam waarin negatieve, of beter: negatiever, stereotypen van zwarten zich hechtten aan Zwarte Piet en die zelfs intensiveerden.

afbeelding 10 afbeelding 11

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 10

slavernij en Zwarte pietDit lespakket gaat niet over het Nederlandse slavernijverle-den. Echter, als wij de tijd van Jan Schenkman, de geestes-vader van Zwarte Piet, willen begrijpen is het aansnijden van het Nederlandse aandeel aan de Trans-Atlantische slaven-handel onontkoombaar. Tijdens de levensjaren van Jan Schenkman (1 oktober 1806 - 4 mei 1863) waren vrijwel alle zwarte mensen in Nederlands gebied mensen die tot slaaf waren gemaakt. Het Nederlandse slavernijverleden geeft ons een duide-lijk beeld van racisme en negatieve beeldvorming rondom zwarte mensen in het Koninkrijk.

De Nederlandse deelname aan de Trans-Atlantische sla-venhandel begon in 1596 toen een Amsterdamse schip-per 58 gevangen Afrikanen van Sao Tomé naar Lissabon vervoerde. Vanaf 1630 was het de West-Indische Compag-nie die handelde in slaven die dwangarbeid verrichtten op onder meer zoutpannen en koffie- en suikerrietplantages in de ‘Nieuwe Wereld’. In 1634 veroverde de West-Indische Compagnie de Antillen van de Spanjaarden en in 1667 werd Suriname veroverd van de Engelsen. Nederlandse schepen brachten ook slaven naar Brazilië, Jamaica, Argentinië en de Britse koloniën in Amerika. Het aandeel van de Nederlandse betrokkenheid bij de slavenhandel wordt geschat op circa 500.000 personen.

De handel in mensen werd ondersteund door een racistische ideologie die witte mensen boven zwarte mensen plaatste. Gedurende 260 jaar werden duizenden Afrikanen ontvoerd uit hun dorpen en verscheept naar de plantages van Amerika en het Caraïbisch gebied. Familieverbanden werden verbro-ken, de eigen godsdiensten werden verboden, evenals het spreken van de eigen taal. Het positieve en trotse zelfbeeld van de Afrikanen werd vernietigd met harde hand. Kinderen die werden geboren op de plantages in Suriname en de Antillen werden direct na hun geboorte tot slaaf gemaakt en kregen meestal Nederlandse namen. Zij werden, voordat ze konden kruipen, het bezit van de plantage-eigenaren.

Veel Afrikanen accepteerden een leven als slaaf niet en kwamen in opstand tegen het onrecht dat hen werden aangedaan. Er was verzet op de Nederlandse schepen en ook in de koloniën. In Suriname ontvluchtten grote aantal-len Afrikanen de slavernij en zochten de vrijheid op. Langs de rivieren in het oerwoud bouwden ze een nieuw leven op met hun eigen Marroncultuur. Bekende vrijheidsstrijders waren Boni (ca. 1730 - 1793, Suriname) en Tula (leider van de Curaçaose slavenopstand van 1795). Een andere be-kende vrijheidsstrijder was Kapitein Broos (1821-1880). Hij werd ontvoerd uit Afrika en naar Suriname verscheept en leidde daar een opstand. Opstanden werden zwaar bestraft, meestal met de dood tot gevolg. Volgens de Franse filosoof Voltaire (1694-1778), waren de Nederlanders in het uitvoe-ren van straffen wreder dan de Fransen en de Engelsen.

Al in het begin van de 17de eeuw was er in Nederland kritiek op de slavernij. Het werd echter steevast op Bijbelse en juri-dische gronden - door Hugo de Groot - verdedigd. De slavernij werd het eerst afgeschaft in Engeland, in 1833. In Nederland ontstond er pas in 1841 een anti-slavernij bewe-ging. Er verschenen verschillende boeken en brochures over de slavernij, verenigingen van liberale en confessionele sig-natuur zetten zich in voor de afschaffing en in de Tweede Ka-mer werd er met enige regelmaat over gedebatteerd. Koning Willem II wilde echter niets weten van de afschaffing van de slavernij. De roep om afschaffing van de slavernij werd pas serieus toen in 1853 de roman Uncle Tom’s Cabin van Harriet Beecher Stowe in Nederland verscheen. Deze Amerikaanse aanklacht tegen de slavernij beïnvloedde ook in ons land de publieke opinie en zorgde voor een ommekeer; steeds meer Nederlanders gingen protesteren tegen de slavernij.

De slavenhandel werd in 1814 officieel afgeschaft, maar ging tot 1860 in de praktijk door. In 1863 werd de slavernij op Nederlands grondgebied afgeschaft op papier. In de praktijk duurde het nog tien jaar voor er daadwerkelijk sprake was van vrijheid voor de gevangen Afrikanen. De voormalige sla-ven moesten namelijk nog tien jaar op de plantages blijven werken, zodat de Nederlandse overheid een compensatiere-geling kon treffen voor het kapitaalverlies van de slaveneige-naren. In 1873 werden de tot slaafgemaakten zonder bezit, compensatie of nazorg aan hun lot overgelaten. De onver-werkte traumatische ervaringen van ruim 250 jaar slavernij en het kolonialisme die hierop volgden zullen zij aan hun nakomelingen doorgeven tot de dag van vandaag.

Tijdens de slavernij ontstond wereldwijd een stereotyperend, racistisch beeld van zwarte mensen. De Afrikaan met zijn rijke geschiedenis, cultuur en wetenschap werd gereduceerd tot onontwikkeld, dom, kinderlijk, altijd vrolijk, slaaf en af-hankelijk van een witte meester of baas. Het is dan ook niet verwonderlijk om die vooroordelen terug te zien in de figuur Zwarte Piet, de creatie van Jan Schenkman. 150 jaar na de afschaffing van de slavernij worden zwarte mensen nog steeds door individuen, maar ook door groepen en instituten, als minderwaardig beschouwd of behandeld. Ook al repte Jan Schenkman geen woord over de slavernij, de alledaagse realiteit van zwarte mensen in zijn tijd en de manier waarop zwarte mensen in zijn tijd werden afgebeeld kon hem niet zijn ontgaan. De VN-conferentie tegen racisme (2001) ver-oordeelde slavernij als een misdrijf tegen de menselijkheid.

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 11

Bijlagen:Afbeelding 9: portret van thomas hees (1634-1692) met zijn bediende thomas, Michiel van Musscher, 1687, rijksmuseumAfbeelding 10: poster william h. west minstrel show, 1900, Usa Afbeelding 11: illustratie struwwelpeter, h.hoffmann, illustrator onbekend

Bronnen:• Eveline Doelman en John Helsloot (Meertensinstituut)http://depot.knaw.nl/9587/1/helsloot_De_ambivalente_boodschap.pdf• Nieuw licht op Zwarte Piet, Een kunsthistorisch antwoord op de vraag naar de herkomst van Zwarte Piet, Eugenie Boer-Dirkshttp://www.meertens.knaw.nl/cms/images/sinterklaas/artikelvb.pdf

Bronnen slavernij en zwarte piet:• Slaven en schepen: enkele reis, bestemming onbekend, Amsterdam/Leiden 2001, R. Daalder (red.)• Goud, ivoor en slaven; scheepvaart en handel van de Tweede Westin-dische Compagnie op Afrika, 1674-1740, Zutphen 1997, H.J. den Heijer, • Lorrendrayen op Afrika; de illegale goederen- en slavenhandel op West-Afrika tijdens het achttiende-eeuwse handelsmonopolie van de West-Indische Compagnie, 1700-1734, Amsterdam 2008, R. Paesie• Dutch Transatlantic Trade and Shipping, 1585-1817, Cambridge 1992, J.M. Postma• Het kamp van Broos en Kaliko: de geschiedenis van een Afro-Suri-naamse familie, Amsterdam, 1996, Wim S.M. Hoogbergen • De Nederlandse afschaffing van de slavernij in vergelijkend perspectiefM. Kuitenbrouwer, Amsterdam, 1978

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 12

Les 3. Karikaturen

in het derde deel wordt er dieper in gegaan op het fenomeen karikaturen. wat is een karikatuur en hoe verhoudt deze zich tot de werkelijkheid? Met behulp van andere bekende karikaturisaties van aziaten en fransen en een karikatuur van Justin bieber wordt het fenomeen an sich uitgelegd. ver-volgens wordt dieper ingegaan op de karikaturale aspecten vandeZwartePietfiguur.Dathijaltijdvrolijkis,eenbeetjedommig, dikke rode lippen en een veer in zijn hoed draagt. stap voor stap worden kinderen uitgedaagd het verschil tus-seneenechtezwartepersoonenZwartePiettebenoemen.Dit als opmaat voor de vraag die in de volgende en laatste les gesteld wordt: is deze karikatuur leuk?

VoorBereiding Voor les 3Beelden van afrika en zwarte mensen in de westerse populaire culture:

POPULAIRE KARIKATURENAlle beelden van zwarte mensen in de westerse wereld gaan in feite over zwarte ‘typen’, die een bepaalde rol vertegen-woordigen, zoals bediende of entertainer, of voorkomen in reclame. Sommige stereotypen van zwarten zijn in bepaalde westerse landen zo populair dat ze een begrip zijn gewor-den, zoals de Golliwog in Engeland en Zwarte Piet in Ne-derland. Waarom juist deze stereotypen? Wat zegt dit over het culturele klimaat? Stilstaan bij deze figuren stelt ons in staat om dieper in te gaan op de rol van stereotypen en de ‘politiek’ van beeldvorming. Het is ook een gelegenheid om verschillen tussen westerse culturen in de beeldvorming van zwarten aan de orde te stellen, tenminste wat betreft popu-laire typen - in andere gevallen moeten we ons beperken tot de wijdse abstractie ‘de westerse cultuur’.

BEKENDE FIGURENToms - brave bedienden Coons - ‘funny men’; alle zwarten zijn dom Mulatten - tragisch omdat ze niet helemaal wit zijn Mammies - seksloze oermoeders Bucks - bestiale ‘superstuds’.

Deze typen keren ook terug in reclame en andere media.

amerika sambo, coon & aunt jemimaIn 1933 onderscheidde Sterling Brown vijf hoofdtypen van zwarten in de Amerikaanse literatuur: de tevreden slaaf, de komische neger, de exotische primitieveling, de tragische mulat en de brute nigger. In zijn overzicht uit 1973 van Ame-rikaanse films vond Donald Bogle vijf overheersende stereo-typen van zwarte Amerikanen - dit was veertig jaar later en had betrekking op een ander medium:

Het meest vertrouwde zwarte type in de Amerikaanse fol-klore is Sambo, de nationale nar en potsenmaker. Bekend

van verhalen en grappen sinds het begin van de negen-tiende eeuw, van theater en muziek en later van reclame en film, was Sambo alom vertegenwoordigd in de Amerikaanse populaire cultuur. Hij gold als het prototype van de zorgeloze zwarte, de tevreden, loyale slaaf- ‘het eeuwige kind, altijd afhankelijk, vrolijk, maar soms onverklaarbaar depressief, lui, een pleziermaker met banjo en dans... een enthousiast, uit zijn krachten gegroeid kind.

Waarom werd Sambo zo populair? Stanley Elkins betoogde dat het plantagesysteem zwarten tot kinderlijke, afhankelijke wezens maakte; het stereotype zou, met andere woorden, op realiteit berusten. Daar is tegen ingebracht dat de ver-gelijking met kinderen of dieren meer zegt over de menta-liteit van de slavenhouders dan over de slaven zelf. Een gemeenplaats in het Zuiden was dat ‘slaven nooit mannen of vrouwen worden’. Slavenhouders spraken over volwas-sen zwarten als ‘grote kinderen’ of ‘boys’ en ‘girls’. Ze zagen zichzelf als voogd van ‘hun zwarten’ en koesterden zich in de emotionele banden die er, zo meenden ze, tussen hen en hun kinderlijke afhankelijke slaven bestonden. Sambo was de verpersoonlijking van deze comfortabele idylle.

Sambo hield de sociale afstand tussen wit en zwart in stand. Hij illustreert de rol van humor als instrument van onderdruk-king. Geridiculiseerd als Sambo, Rastus of Coon werd de zwarte man ontkend, ontkracht en uitgeschakeld als deelne-mer of concurrent.

afbeelding 12 t/m 14

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 13

seksloze oermoedersIn het Amerikaanse racisme jegens de zwarte man voeren twee stereotypen beurtelings de boventoon: de zwarte man als bruut, de ‘brute nigger’ of als de zwarte man Sambo, de zwarte eunuch (clown, kluns, entertainer, ‘happy to serve’). Onderaan de statusladder bevindt zich de zwarte vrouw, onderdrukt als vrouw en als zwarte vrouw. Zij is de goed-koopste kracht op de arbeidsmarkt. Zij wordt gemanipu-leerd als seksueel object of als bediende. Hier zetten twee beelden de toon: de zwarte vrouw is seksueel beschikbaar en staat op één lijn met de prostituée (brown sugar) of zij is de gedeseksualiseerde mammy, type Aunt Jemima. De gedeseksualiseerde Mammy was zwaarlijvig, oud, had een zeer donkere huidskleur, was blij om – altijd lachend – witte mensen te dienen en droeg altijd een bandana. Deze fysieke eigenschappen waren bedoeld om zwarte vrouwen onaan-trekkelijk te maken voor witte mannen. Tot eind 20ste eeuw was Aunt Jemina alom vertegenwoordigd en was ze het duizendvoudig vermenigvuldigde stereotype van de zwarte vrouw dat echode in advertenties, cartoons, films en boe-ken - gemoedelijk, niet-bedreigend en nostalgisch voor witte Amerikanen. Voor Afro-Amerikanen was zij een symbool van de vernietiging van zwarte identiteit en van de manier waarop zwarte mensen gereduceerd werden tot functionaris-sen in witte fantasieën.

Sambo, Jim Crow, Rastus, Coon, Uncle Remus en andere zwarte typen zijn als gevolg van de burgerrechtenbeweging en publieke pressie in de jaren ‘60 en ‘70 nagenoeg uit het Amerikaanse openbare leven verdwenen. Maar producten zoals bijvoorbeeld de pannekoekmix en stroop van Aunt Jemima, de rijst van Uncle Ben, het ontbijt van de Cream of Wheat Chef zijn nog steeds in omloop. Alhoewel minder kari-katuraal, bewegen ze zich in uniformen van dienstbaarheid.

Blackface / minstrel: De eerste publieke rol die zwarten mochten vervullen in de blanke samenleving na die van slaaf of bediende was de rol van entertainer. Entertainment was een van de functies van slaven. Ook nu zijn verreweg de meeste beelden van zwarten die in het alledaagse westerse leven in omloop zijn, beelden van zwarte entertainers, of beelden die daarnaar verwijzen. In het Europa van de achttiende eeuw was het mode om militaire kapellen met een Moorse paukenist uit te breiden. In bijna alle Europese staten speelden Moren in re-gimentsorkesten en hofkapellen als paukenist en slagwerker. Zwarten waren ook welkom als clowns en potsenmakers.

De eerste zwarte figuur die in de moderne westerse cultuur populair werd is de Minstrel – een blanke imitatie van zwarte cultuur. Nauwkeuriger, om in de woorden van Kenneth Lynn te spreken; “een blanke imitatie van een zwarte imitatie van een tevreden slaaf”. Minstrel-shows raakten in zwang in dezelfde periode dat de slavernij toenemende kritiek van de abolotio-nisten kreeg en de slaven zich meer begonnen te verzetten.

Een genre werd geboren. De slaaf die in het Zuiden als entertainer optrad in het huis van de meester, in de kerk, op markten, paardenrennen en bals werd in het noorden van de Amerikaanse Republiek vervangen door de Minstrel. Diens podium was het theater en in plaats van een negerslaaf die optrad, trad een blanke op met zwartgemaakt gezicht (black-face). Dit bleef zo na de afschaffing van de slavernij in het Noorden. De Minstrel-traditie was in zekere zin namaak-slavernij met namaak-zwarten voor minderbedeelde noorderlingen.

Amerikaanse Minstrels gingen al in een vroeg stadium op tournee in Engeland, waar het fenomeen net zo populair werd, getuige bijvoorbeeld de Black and White Minstrel Show van de BBC. Al Jolson in de jaren ‘20, ‘s werelds be-kendste ‘namaak-neger’, bereikte met de Minstrel-show het toppunt van zijn roem. De karikatuur van de Minstrel - grote witgemaakte lippen in een zwartgemaakt gezicht - heeft mo-del gestaan voor het clownstype van de Domme August.

Het beeldcliché van de Minstrel, het zwartgemaakte ge-zicht met de grote witte lippen, de zwarte gekarikaturiseerd als clown, is nog steeds in omloop. Het is een decoratieve karikatuur op affiches, een hiëroglief voor muzikaal entertain-ment. Met zwartgemaakt gezicht kunnen witten hun zwarte alter ego spelen.

engeland: golliwog Sinds het begin van de eeuw is de Golliwog Engelands meest populaire zwarte type. Hij is van oorsprong een zwarte lappenpop die een rol speelde in het boek van moe-der en dochter Upton, ‘The Adventures of Two Dutch Dolls and a Golliwogg’ (1895). Moeder schreef de verzen, dochter Florence maakte de tekeningen. Ze produceerden een serie van in totaal dertien boeken, gepubliceerd tussen 1895 en 1908. De laatste titel was The Golliwog in the African Jungle.

afbeelding 15

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 14

Een zwarte lappenpop in de familie, een ‘groteske nigger (Min-strel) pop’ stond model voor de Golliwog. De hoog opstaande witte boord en vlinderdas, het felkleurige jasje en de gestreep-te broek van Golliwog en de eerste zwarte poppen hadden het meest weg van de toen populaire Kentucky Minstrel.

De stelling van de firma Robertson dat de Golliwog ‘een deel is van de Britse cultuur’ is juist, maar verlegt ook de vraagstelling: wat voor een cultuur is het, waarvan de pop een onderdeel is? Hij stamt uit de laat-Victoriaanse en de King Edward-periode, uit de hoogtijdagen van imperialisme en kolonialisme. In die cultuur waren zwarten in Amerika en Engeland doelwit van spotlust, terwijl het populaire beeld van Afrika zich bepaalde tot wilden en menseneters. De Golliwog ligt in het verlengde van de Anglo-Amerikaanse Minstrel-cul-tuur - een vorm van vermaak ten koste van zwarten die ook in de Britse music halls ruim vertegenwoordigd was.

De Golliwog werd een begrip in de wereld van het kinderver-maak en bleef favoriet tot in de jaren ‘50. Enid Blyton schreef haar populaire The Three Golliwogs in 1969. Golliwog was de mascotte van de Beatles. De jamfabrikant Robertson veranderde de naam in Golly, het scheldwoord voor kleur-lingen ‘wog’ werd weggelaten. Ter viering van het vijftigjarig bestaan van de firma in 1980 verspreidde Robertson meer dan twintig miljoen Golliwog-produkten via tijdschriften en winkelketens: Golliwog-emblemem, -T-shirts, -pennen, -tan-denborstels, -poppen, -theepotten en dergelijke. In dezelfde tijd startte het National Committee on Racism in Children’s Books een campagne om de Golliwog als symbool uit te bannen. De marketing manager van Robertson reageerde met de stelling dat ‘de Golly deel uitmaakt van onze nationa-le traditie en een aanval erop is een aanval op een deel van de Britse cultuur’. Het embleem was fictief, een ‘warm en sympatiek symbool’ en een ‘lovable’ kinderkamerfiguur. Het zou misplaatst en ongefundeerd zijn om verband te leggen tussen de Golliwog en zwarten. Er ontspon zich een debat tussen ‘pro-Golliwogs’ en ‘anti-Golliwogs’ met ingezonden brieven in de pers - een Britse Kulturkampf. De firma Robert-son hield voet bij stuk. In 1984 vlamde de kwestie weer op als onderdeel van het Britse debat over ‘rassenverhoudin-gen’. Het merendeel van de pers sprak zich uit voor hand-having van de Golliwog; zwarten werd ‘overgevoeligheid’ verweten en de beschrijving van de Golliwog als een racisti-sche karikatuur werd als ‘overdreven’ van de hand gewezen. Het doet denken aan kwesties die in andere landen spelen of gespeeld hebben, zoals de stereotypen in de Verenigde Staten en Zwarte Piet in Nederland.

afbeelding 16

afbeelding 17

duitsland: sarotti-mohrDe meest zichtbare zwarte figuur in de Duitse populaire cultuur is de Mohr waarmee de chocoladefirma Sarotti sinds 1910 adverteert. De Sarotti-Mohr is een reclamefiguur en evenals de Golliwog is hij een pop. Net als de Nederlandse Zwarte Piet tenslotte is hij een kleine knecht, die in zijn oriëntaalse aankleding herinnert aan de Moorse bedien-den van weleer. De voorganger van de Sarotti-Mohr is de chocolademoor, een reclamefiguur die in 1868 zijn intrede deed in Duitsland. Het handelsmerk van de firma Sarotti zou ontstaan zijn omdat de firma gevestigd was in de Mohren-strasse in Berlijn. De kleine Moorse bediende die toesnelt om adellijke dames chocola aan te bieden: een symbool van luxe, dat in de ge-stalte van de Sarotti-Mohr, via de massaconsumptie, is ver-burgerlijkt en gedemocratiseerd. De Sarotti-Mohr is, anders

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 15

Bijlagen:Afbeelding 12: boekomslag little black sambo, jaren ‘30Afbeelding 13: bladmuziek, 1901Afbeelding 14: advertentie aunt Jemima pannenkoekenmix, jaren ‘40Afbeelding 15: lp hoes, the george Mitchell minstrels, 1971Afbeelding 16: omslag the adventures of two Dutch dolls and a golliwog, florence kate Upton, 1895Afbeelding 17: sarotti Mohr klok, http://www.decoworld.deAfbeelding 18: Boekomslag10kleinenikkertjes,SarafinaBooks,1926

Bronnen• Jan Nederveen Pieterse, ‘Wit over zwart. Beelden van Afrika en zwar-ten in de westerse populaire cultuur’ (Hoofdstuk 10):- http://www.dbnl.org/tekst/nede008wito01_01/nede008wito01_01_0011.php

- http://www.dbnl.org/tekst/nede008wito01_01/nede008wito01_01_0010.php- http://www.dbnl.org/tekst/nede008wito01_01/nede008wito01_01_0013.php

dan andere zwarte reclamefiguren, door de jaren heen nau-welijks veranderd. Toen Nestlé het bedrijf overnam, werd na overleg met reclamepsychologen besloten het embleem te handhaven. De nieuwe reclameleus luidde: Moor, die zoete dromen waarmaakt. ‘Het sympatieke karakter van de Moor’, aldus een commentaar, ‘... herinnert aan kinderlijke bevre-digingsvormen van behoeften aan zoetigheid.’ Dienstbaar en bedrijvig voortsnellend, in harembroek en veelkleurige tulband, met zijn grote ogen en ronde gezicht is de Sarotti-Mohr inderdaad een zoete, kinderlijke gestalte.

Met de ‘eetbare neger’ in de vorm van Mohrköpfe en Ne-gerküsse (Nederlands: moorkoppen en negerzoenen) is het principe dat de zwarte er is om witte behoeften te bevredigen al gevestigd. Gegoten in porselein of als ‘levende bloemen-dragers’ decoreren zwarte knechtfiguren als de Sarotti-Mohr de burgerlijke interieurs; ze bevolken romans en opera’s als exotische accenten. Helmut Fritz noemt een aantal zwarte figuren in Duitse cultuurprodukten: Monostratos in Mozarts Zauberflöte, Soliman in Robert Musils Mann ohne Eigen-schaften, een Moortje in sprookjeskostuum dat als mascotte dient, Franz Grillparzers neger Zanga, de zwarte boosdoe-ner Congo Hoanga in Heinricht von Kleists Verlobung von St Domingo. In de Duitse voorstellingen van zwarten lijkt zich een patroon af te tekenen: zwarten met oriëntaalse namen (‘gedomesticeerd’ of gefilterd door de Arabische cultuur) zijn, zoals de Sarotti-Mohr, decoratieve typen; zwarten met Afri-kaanse namen zijn agressieve, dreigende typen. Zo herhaalt zich het motief van de ‘twee Afrika’s’.

nederland: Zwarte pietDe eerste zwarte figuur die zijn intrede deed in de Lage Lan-den is Moriaen, een zwarte ridder die de zoon was van een van de rondtrekkende ridders van de Ronde Tafel en een Moorse prinses. Sinds de vijftiende eeuw werd in Vlaamse en Hollandse schilderijen een van de Drie Koningen in de Epifanie zwart afgebeeld. Een ander christelijk thema in de schilderkunst van de Lage Landen was de Doop van de Ethiopische Eunuch. Opmerkelijk zijn de afbeeldingen van gemengde paren in Hieronymus Bosch’ Tuin van aardse vreugden. Andere zwarte gestalten waren Gapers, Rook-ende Moren en Morenkopjes. Maar verreweg de bekendste zwarte figuur is de veelzijdige en veelbesproken Zwarte Piet. Als een kleine knecht in Moorse dracht heeft Zwarte Piet veel weg van de Sarotti-Mohr uit ons buurland.

afbeelding 18

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 16

Les 4. Leuk?

nu we weten waar sinterklaas vandaan komt (uit Myra) en waarZwartePietvandaankomt(uitdefantasievanJanSchenkman)endatdeeersteeenhistorischfiguurisendelaatste een karikatuur, gaan we dieper in op de vraag; is dit leuk?DekarikaturaleaspectenvanZwartePietkomennogeen keer langs. het wordt duidelijk dat het voor zwarte men-sennietleukisommetZwartePietvergelekenteworden.

In de discussie wordt vaak gezegd en gesuggereerd dat de protesten en bezwaren tegen Zwarte Piet iets van vandaag zijn. Dis is ver van de waarheid. Wij behandelen de protes-ten tegen Zwarte Piet en de reacties en argumenten hier te-gen. Het filmpje van Sesamstraat met Gerda Havertong, die een oproep doet aan Nederland om het feest voor iedereen een feest te maken, stamt uit 1987. De les wordt geëindigd met de vraag: “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het Sinter-klaasfeest een feest wordt voor iedereen?”.

Het is gebleken dat het voor de feestvreugde van de kinde-ren niet uitmaakt of ze het echte verhaal van de Bisschop uit Myra en het geesteskind van Jan Schenkman kennen of niet. Het is zelfs zo dat ze het leuk vinden om deze ‘echte’ verhalen te horen, alsof ze een beetje meer bij de grote mensenwereld horen. Het belangrijkste voor hen is dat het feest doorgaat. En wanneer dat gebeurt met een inclusieve Piet is het een leuk feest voor álle kinderen.

lees u in oVer de feiten met Betrekking tot eerdere protesten tegen Zwarte piet:

eerste publiekelijke protest 1930Het eerste felle artikel tegen zwarte Piet in de media stamt uit de jaren ‘30. In april 1930 publiceerde De Groene Am-sterdammer een special, het ‘Neger-Nummer’, met allerlei invalshoeken over de mensen die toen ‘negers’ werden genoemd. In dit nummer publiceerde Melis Stoke (pseudo-niem van de joodse auteur Herman Salomonson) een felle aanklacht tegen de racistische bejegening van de gekleurde mens in Nederland. ‘De negers in ons huiselijk verkeer’ is een van de eerste artikelen waarin stelling wordt genomen tegen Zwarte Piet. Hij schrijft:

‘Onder deze omstandigheden en gezien het sollen met den neger, alleen en uitsluitend op grond van uiterlijkheden om bijkomstig belang, is het begrijpelijk dat bij deze menschen, die gaarne om diepere kwaliteiten gewaardeerd willen wor-den, een wrevelige gemoeds-stemming is ontstaan. – Stel U voor – schrijft mij een kennis uit Haïti – dat wij de blanke eens met gelijke munt gingen terugbetalen....? (...) De gevol-gen zou niet te overzien zijn.’

‘En het behoeft nimmer tot verwezenlijking te komen wan-neer ge tijdig van uwe dwalingen mocht terugkeeren, door den neger, een eervoller plaats in uwe belangstelling in te

ruimen. En aangezien elk opvoedingssysteem zich richt op een komende generatie, moet u met de kinderen beginnen, door bijvoorbeeld op 5 december a.s. een zwarten Sinter-klaas te laten optreden, gediend door een wit knechtje...’

de stem: ‘Zwarte piet steen des aanstoots’Op 2 februari 1945 verschijnt er in De Stem een opmerke-lijk artikel met betrekking tot de internationale gevoeligheid rondom Zwarte Piet. Het artikel citeerde de verzetskrant Vrij Nederland:

“’Vrij Nederland’ verklapt een groot geheim: In het begin van December dreigde een ernstige verkoeling in de vriend-schappelijke betrekkingen tusschen de Ver. Staten van Noord-Amerika en het Koninkrijk der Nederlanden. Wat was immers geschied? Ergens in het Zuiden van het land had een Amerikaansch officier een jeep beschikbaar gesteld, om Sinterklaas met zijn zwarten knecht te laten rondrijden. Geen tien minuten later kreeg de Amerikaanse commandee-rende officier in die stad deftig bezoek van een delegatie…. Neger-soldaten. Het was een ernstig protest, dat zij wensch-ten te doen hooren.

afbeelding 19

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 17

De Nederlanders, zoo klaagden zij, hadden een blank indi-vidu zwart geschilderd. Deze surrogaat-neger reed door de stad tot schande en spot van alle real coloured gentlemen. Yes, sir, nooit nog is het zwarte ras op zulk een geraffineerde manier gehoond….

De zaak werd natuurlijk bijgelegd. Men moest den protestee-renden duidelijk maken, dat Pietermansknecht een hoogst-onschuldige grap is. Men moest Nederlanders uitleggen, dat er grapjes zijn, die anderen met den besten wil van de we-reld niet onschuldig kunnen opvatten, hoe goed ook bedoeld. Het resultaat van de besprekingen was een volledige over-winning voor de protesteerende Amerikanen. Op 5 december 1944 werd het geschil namelijk geregeld met de plechtige verzekering, dat zoolang er negersoldaten in Nederland zijn, nooit meer een zwartgeverfd vrouws-of manspersoon door de straten zal rijden.”

een HalVe eeuw teVergeefs protest: 1960 – 2008

De eerste tekenen – voor zover nu bekend - dat mensen publiekelijk kenbaar maakten een ongemakkelijk gevoel te krijgen bij Zwarte Piet dateren uit de jaren zestig. Dat betekent tegelijkertijd dat Nederlanders meer dan een eeuw lang, nadat Zwarte Piet in 1850 door Jan Schenkman in zijn prentenboekje ten tonele was gevoerd (zie de bijdrage van Eugenie Boer in deze bundel), er geen moeite mee hadden dat Sinterklaas over een zwarte bediende beschikte.

wanroij 1963: hoofdonderwijzer eist witte knecht voor sintDe R.K. Lagere School in het Noord-Brabantse Wanroij stond in 1963 onder leiding van Arnold Ras. Dat jaar trok hij nationale aandacht, omdat hij weigerde Zwarte Pieten toe te laten op het Sinterklaasfeest op zijn instelling. “Kleurlingen ergeren zich eraan, omdat ze het als rassendiscriminatie beschouwen, dat de zwarte als knecht fungeert.” Daarom mocht Zwarte Piet niet meedoen aan het Sinterklaasfeest op zijn school. Het feest zelf ging overigens gewoon door, benadrukte Ras, want met Sinterklaas was niets mis.

De reacties op het voorstel van Ras waren net als nu uiterst fel en haalden de nationale kranten. Godfried Bomans schoot uit zijn slof in zijn column in De Volkskrant: ‘Ach heer, ook dat nog. De Afrikaanse bevolking vindt het niet prettig, zo meent hij, om in Nederland voor boeman te spelen. Ik geloof dat Ras de kennis in Oeganda en Tanganjika van Nederlandse gebrui-ken te hoog aanslaat. Zeker, ze houden ons daar nauwlettend in het oog, daar kun je donder op zeggen, maar dat ze van Zwarte Piet weten en daar ernstig onder gebukt gaan lijkt mij een overschatting van een algemene ontwikkeling.’

Tijdens de Sinterklaasintocht in Wanroij werden de witte knechten in zakken afgevoerd als een soort van volksgericht.

Het witte pieten planHet zijn eerst ‘witte’ Nederlanders die er publiekelijk de aan-dacht op vestigen dat er iets mis is met Zwarte Piet. Het was volgens mevrouw M.C Grünbauer in 1968 ‘niet langer verant-woord ons aloude Sint-Nicolaasfeest in de huidige vorm te blijven vieren’. Terwijl de slavernij al meer dan een eeuw was afgeschaft, ‘blijven wij maar doorsukkelen met de oude tra-ditie de neger als slaaf voor te stellen’. Uit een Sinterklaas-boekje citeerde zij de zin: ‘Die [Pieten] hadden wel griezelige zwarte gezichten, maar ze lachten toch vriendelijk’. Dat kon niets anders betekenen dan ‘dat iedere neger een griezelig zwart gezicht heeft’. Om die negatieve beeldvorming tegen te gaan stelde zij voor om de Zwarte door Witte Pieten te vervangen. Al kreeg zij daarvoor nauwelijks bijval - het was de eerste van de vele latere pogingen om Piet een andere kleur dan zwart te geven - ze was toch niet ontevreden met de bewustwording die zij op gang had gebracht. Naar aanlei-ding van reacties als ‘Je hebt wel gelijk; ik heb er nooit over nagedacht’, stelde ze: Dáár gaat het om! Wij moeten eens wakker worden geschud!’

afbeelding 20

afbeelding 21

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 18

Zwarte piet = Zwart VerdrietVanaf de jaren tachtig zijn het overwegend ‘zwarten’ die de overige Nederlanders ervan proberen te overtuigen dat de figuur van Zwarte Piet voor hen aanstootgevend is. Suri-naamse jongeren die naar Nederland kwamen, werden zich door hun frustrerende ervaringen met een dominant blanke samenleving bewust van hun zwarte identiteit. De stereotype uitbeelding, ondergeschikte positie en het karikaturale rol-patroon van Zwarte Piet botsten met dat zelfbeeld. Het was uitermate kwetsend om als ‘Zwarte Piet’ nageroepen te worden en daardoor met dit - in de woorden van Anil Ramdas - ‘symbool uit de slavernij, een symbool van knechting’ vereenzelvigd en vernederd te worden. De afgelopen drie decennia heeft een reeks van actiecomités het licht gezien met namen als ‘Zwarte Piet = Zwart Verdriet’. Er zijn publi-caties verschenen zoals Sinterklaasje, kom maar binnen zonder knecht (1998), die het onbetwistbare feit aantoonden dat Zwarte Piet deel uitmaakt van een lange geschiedenis van racistische beeldvorming. Telkens werd gevraagd om erkenning van de gevoelens van gekwetstheid van inwoners van Nederland met een donkere huidskleur. Bovendien werd opgeroepen om het personage van de zwarte knecht het liefst helemaal weg te laten, of er op z’n minst anders uit te laten zien, of zich anders te laten gedragen. Door kortston-dige experimenten met rode of blauwe Pieten en op som-mige scholen met de invoering van een ‘Sint-Nicolaas-code’, waarin vastgelegd werd dat Sinterklaas en Piet gelijkwaardig zijn, werd daaraan op kleine schaal gevolg gegeven. Sinds 2000 tekent zich een verharding af in de protesten, als en-kele groepen aankondigen Sinterklaasfeesten waarin Zwarte Piet figureert te verstoren.

eindhoven, augustus 2008 Na enkele jaren van betrekkelijke rust was het in 2008 weer zover: publieke opwinding over Zwarte Piet. Niet alleen in no-vember en december, maar zelfs in augustus. De aanleiding daarvoor was het bericht dat op de laatste zaterdag van die maand in Eindhoven een protestdemonstratie gehouden zou worden tegen Zwarte Piet. Verschillende kunstenaars werden door het Van Abbemuseum uitgenodigd werk te maken rond de vraag wat het betekent “Nederlands te zijn of te worden’’’. Als onderdeel van een twee jaar durende tentoonstelling geti-teld Be(com)ing Dutch. Daarmee beoogde het museum ‘onze ideeën over culturele identiteit te ondervragen’ en ‘de proces-sen van in- en uitsluiting in de huidige tijd te onderzoeken’.

In het kader van deze tentoonstelling maakten de Zweedse Petra Bauer en de Duitse Annette Krauss een project over Zwarte Piet. Met hun project wilden beide kunstenaressen, gesteund door de antiracistische organisaties Doorbraak en Untold, die discussie opnieuw openen, ‘om de koloniale geschiedenis en de racistische structuur die ten grondslag ligt aan deze traditie aan de oppervlakte te krijgen’. Bezoe-kers van de tentoonstelling konden op de bewuste zaterdag protestborden maken met leuzen als ‘Zwarte Piet bestaat

niet meer’ en ‘Zwarte Piet: a white man’s construction’. Voor de demonstratie was een zomerse dag gekozen, ‘want dan zijn Nederlanders er misschien niet zo emotioneel over en kunnen ze hopelijk wat afstand ervan nemen’.Nadat kranten en internetsites melding hadden gemaakt van de geplande anti-Zwarte Piet optocht, kreeg het Van Abbe-museum een stortvloed van e-mails, waarin het initiatief sterk werd afgekeurd. Het museum toonde zich op zijn website dusdanig ‘geschokt door het extreme negativisme en drei-gend geweld in de reacties’, dat het besloot om de optocht niet door te laten gaan. ‘De mars zou het platform zijn voor meningen die eerder niet gehoord zijn – in het verleden en in de laatste dagen’. Misschien zijn die in het verleden onvol-doende ‘gehoord’. Maar zij zijn wel uitgedragen.

Zwarte piet is racisme campagneIn 2010 heeft Raul Balai, kunstenaar en ontwerper, verschil-lende betrokken mensen uit de samenleving benaderd met de vraag of zij samen de krachten willen bundelen om nationale aandacht te genereren voor de discussie over Zwarte Piet, die tot dan toe niet nationaal werd gevoerd. Het collectief be-

afbeelding 22

afbeelding 23

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 19

stond uit Nederlandse jongeren, ouders, dichters, kunstenaars, leerkrachten, studenten, academici, bloggers, filmmakers en historici. Het collectief kwam in januari 2011 bij elkaar en heeft plannen opgesteld waaronder een actie met anti-Zwarte Piet-T-shirts, een tentoonstelling en een bewustwordingscampagne.

Als Quinsy Gario (dichter en kunstenaar) zich later bij de groep aansluit, vormt hij samen met Raul Balai en Jerry Afriyie (dichter en social critic) de kartrekkers van de groep. Uit het collectief ontstaan twee grote projecten: De tentoon-stelling ‘Zwart van Roet’ en de bewustwordingscampagne ‘Zwarte Piet is Racisme’. ‘Zwart van Roet’ bestaat uit een expositie, een filmavond, debatten, een leesgroep en een feest. Met de tentoonstelling hoopte het collectief bij te dragen aan een constructieve discussie rondom het sinter-klaasfeest. Zwarte Piet is Racisme werd op 1 juli 2011, op de viering en herdenkingsdag van het slavernijverleden van Nederland, gelanceerd. Het doel van de campagne was om mensen bewust te maken van het feit dat het Sinterklaas-feest veel Nederlanders kwetst. Het Sinterklaasfeest moest een feest worden voor alle Nederlanders en dit kan alleen gerealiseerd worden wanneer Nederland Zwarte Piet in de ban doet. Op 12 november 2011 hebben Jerry Afriyie en Quinsy Gario diezelfde boodschap meegenomen naar de landelijke intocht in Dordrecht. Hier werden zij op geweld-dadige wijze gearresteerd, omdat zij een T-shirt met de leus ‘Zwarte Piet is Racisme’ droegen bij de nationale intocht van Sinterklaas. De ombudsman zal later oordelen “dat de aan-houding van kunstenaars Quinsy Gario en Jerry Afriyie bij de intocht van Sinterklaas in 2011 in Dordrecht onrechtmatig, disproportioneel gewelddadig en in strijd met hun mensen-rechten was.”

De bewustwordingscampagne kreeg veel aandacht na de ar-restatie van Jerry en Quinsy. Sinds die ene arrestatie, op die bewuste dag, is de Zwarte Piet-discussie niet meer weg te denken uit het publiekelijke debat. Inmiddels hebben de VN, Het College voor de Rechten van de Mens, Amnesty Inter-national, het Meertens Instituut, de Amsterdamse bestuurs-rechter, het CERD, grote en kleine maatschappelijk betrok-ken organisaties, bekende en onbekende Nederlanders, zich allen uitgesproken tegen de aanwezigheid van Zwarte Piet in onze ‘beschaafde’ samenleving.

Uit het collectief zal in 2012 Stichting Nederland Wordt Beter ontstaan.

BijlagenAfbeelding 19: omslag groene amsterdammer ,1930Afbeelding 20: M.c grünbauer in 1968Afbeelding 21: ZwartePiet=ZwartVerdriet,jaren‘80Afbeelding 22: bauer en krauss, van abbemuseum, 2008Afbeelding 23: Jerru afriyie & Quinsy gario, Dordrecht, 2011

Bronnen• Melis Stoke in de Groene Amsterdammer: https://schrijfsterushamarhe.wordpress.com/2014/11/29/zwartepiet-niet-reeds-in-1930-door-melis-stoke-in-de-groene-amsterdammer-bepleit/• Wanroij 1963: hoofdonderwijzer eist witte knecht voor Sint:http://www.npogeschiedenis.nl/nieuws/2013/oktober/pleidooi-uit-1963--schaf-Zwarte-Piet-af.html• Helsloot, dr. J.I.A. (John) - Meertens Instituut, ‘Is Zwarte Piet uit te leggen’: http://depot.knaw.nl/5963/1/IsZwPiet1364_001.pdf• 2 februari 1945 De Stem: ‘ZwartePietsteendesaanstoots’

nederland wordt beter.

lespakket De geschieDenis van het sinterklaasfeest - neDerlanD worDt beter - 2016 v1.1 20

aantekeningen