nieuwe media, leren, dropouts: kansen en problemen · 2014-12-10 · nieuwe media en leren kansen...
TRANSCRIPT
School of Education @Leraren(opleiding) Belofte voor de toekomst Kortrijk, 25 oktober 2012
NIEUWE MEDIA, LEREN, DROPOUTS: KANSEN EN PROBLEMEN
School of Education @Leraren(opleiding): Belofte voor de toekomst Kortrijk, 25 oktober 2012
1. INLEIDING
2. LEREN: TWEE KWALITEITEN
3. HERFST VAN DE MODERNITEIT: EEN NIEUWE NORMATIVITEIT
4. NIEUWE MEDIA: KANSEN EN PROBLEMEN
5. DISCUSSIE
1. INLEIDING
* criminologisch perspectief:
. sociologische én psychologische insteek . probleemjongeren als vertrek voor reflectie over het onderwijs en nieuwe media
* uitgangspunt: nieuwe media hebben een andere betekenis bij jongeren met ernstig probleemgedrag
* existentiële benadering
VAN ALLEDAAGS NAAR EXISTENTIEEL
"De enige gedachten die ik heb, zijn van Nicholas, Ian en jij“ * "Ik ben doodsbang. Ik moest je gewoon vertellen dat ik echt van je hou, altijd." * "Bel me alsjeblief zodra je op kantoor bent. Ik moet weten dat je okee bent." * "Schat, ik wil je vertellen hoeveel ik van je hou. Ik ben ongerust. Ik wil je niet verliezen nu ik je terug heb. Je betekent alles voor me. Je hebt mijn hele hart en mijn hele leven. Ik hou zoveel van je." * "Ik weet dat je in een nieuwe relatie zit en dat je niet om mij geeft. Maar voor het geval er iets gebeurt, weet dat ik van je hou, schat. Ik mis je. Vaarwel". * "Ben je okee?" * "Waar ben je?“ * "BEL MIJ NU!“ …
Wikileaks, 573.000 sms- en pager-berichtjes verstuurd in de 24 uur rond de aanslagen van 11 september 2001 in de VSA
* De meeste mensen functioneren binnen het alledaagse
* Bij extreme omstandigheden “dalen we af” naar het existentiële niveau
School of Education @Leraren(opleiding) Belofte voor de toekomst Kortrijk, 25 oktober 2012
1. INLEIDING
2. LEREN: TWEE KWALITEITEN
3. HERFST VAN DE MODERNITEIT: EEN NIEUWE NORMATIVITEIT
4. NIEUWE MEDIA: KANSEN EN PROBLEMEN
5. DISCUSSIE
autonome-heteronome levenssfeer als systemische spanning (I. Illich)
formele, heteronome levenssfeer
. formele netwerken
. institutionele en professionele omkadering . ruilwaarden-economie . ‘recht’ als sleutelbegrip . instrumenteel leren
informele, autonome of vernaculaire levenssfeer
. informele netwerken
. persoonlijke, existentiële levensdoelen . gebruikswaarden-economie . ‘vrijheid’ als sleutelbegrip . existentieel leren
MIDDEL DOEL
synergetisch evenwicht
TWEE LEVENSSFEREN I
iedere samenleving bestaat uit twee levenssferen
deze levenssferen vullen elkaar aan
deze levenssferen kunnen elkaar niet vervangen
deze levenssferen zijn te vinden op macro, meso, microniveau en in onze beleving, ons dagelijks handelen
in onze samenleving is er een onevenwicht tussen deze levenssferen
dit onevenwicht vinden we terug in ons onderwijs
TWEE LEVENSSFEREN II
* maatschappelijk: . publieke sfeer, (traditioneel) “mannelijk” bereik -> geld . private sfeer, (traditioneel) “vrouwelijk” bereik -> familie, persoonlijke verhalen . nu vermengen zich gender en deze twee levenssferen
* voorbeelden: . hoge levensstandaard én hoog zelfmoordcijfer, depressie, onwelbevinden? . welvaart en welzijn . reclame heeft telkens de dubbele boodschap . “geld (alleen) maakt (niet) gelukkig” ?
heteronome vs. autonome levenssfeer in onze samenleving: omkering
formele, heteronome levenssfeer . instituties, professies . georganiseerde samenleving . ruilwaardeneconomie . wereld van het ‘recht . opvoeding en onderwijs: instrumenteel leren
informele, autonome of vernaculaire levenssfeer . informele netwerken . niet georganiseerde levenssfeer . persoonlijke, existentiële vaardigheden en ambities . gebruikswaardeneconomie . ‘vrijheid’ als sleutelbegrip . opvoeding: existentieel leren
“DOEL” omkering
“MIDDEL”
VERLIES VAN EVENWICHT EN SYNERGIE OMKERING VAN “DOEL” EN “MIDDELEN”
in de beleving van de burger (verkeerdelijk)
twee levenssferen, twee leerkwaliteiten
instrumenteel leren
. professionele competenties . deelname aan de georganiseerde samenleving . geld verdienen
heteronome levenssfeer
existentieel leren
. grotere levensvragen
. emotionele en exiistentiële oriëntatie . leren door ontmoeting, relaties, vriendschap . persoonlijke identiteit en roeping
autonome levenssfeer
DOEL MIDDEL
synergetisch evenwicht
Existentieel leren: voorbeelden
voorbeelden: zelfbeeld, man zijn, vrouw zijn, denken-willen-voelen, relaties, agressie,
conflicthantering, kom op voor jezelf, omgaan met frustraties, minderwaardigheid-meerderwaardigheid, lichaamstaal, seksualiteit, sociale vaardigheden, pijn en verdriet, schuldgevoelens, rouwverwerking, sterven, identiteit, toekomstperspectief, omgaan met kritiek, omgaan met gezag, groepsdruk, drugs, geweldloze communicatie, faalangst, interculturaliteit, etc.
nood aan herwaardering:
. psychologisch: de levensstroom en existentiële confrontaties
. sociologisch: existentieel moeilijke tijd
DE LEERLING: LEERWERELD VERSUS LEEFWERELD (1)
leerwereld
instrumentele ontwikkeling
leefwereld
existentiële ontwikkeling
leren deelnemen aan het professionele leven, aan de georganiseerde samenleving
een beroep leren talen, economie, wiskunde,…
leren naar de toekomst vak- en kennisgericht
geld verdienen
CENTRALE AANDACHT IN HET ONDERWIJS
zijns- en identiteitsvragen emotionele en existentiële ontwikkeling
verkenning van zichzelf, zijn plek in de wereld, roeping
graag zien en gezien worden, leren in het hier en nu
persoonsgericht, significante anderen
BEPERKTE AANDACHT IN HET ONDERWIJS
DE LEERLING: LEERWERELD VERSUS LEEFWERELD (2)
leerwereld
instrumenteel leren
leefwereld
existentieel leren
CENTRALE AANDACHT IN HET ONDERWIJS BEPERKTE AANDACHT IN HET ONDERWIJS
* voor doorsnee leerlingen: overbrugbaar, met dikwijls met weerstand: bv. saai, stom, ‘ziek’, ‘fuck school’, … -> pedagogisch-didactische uitdaging: leeromgeving-> NIEUWE MEDIA?
* voor probleemleerlingen: niet of nauwelijks overbrugbaar: existentiële en emotionele problemen verhinderen hen aan dit schoolse leren deel te nemen -> pedagogisch-didactische inspanning: marginale meerwaarde -> NIEUWE MEDIA?
School of Education @Leraren(opleiding) Belofte voor de toekomst Kortrijk, 25 oktober 2012
1. INLEIDING
2. LEREN: TWEE KWALITEITEN
3. HERFST VAN DE MODERNITEIT: EEN NIEUWE NORMATIVITEIT
4. NIEUWE MEDIA: KANSEN EN PROBLEMEN
5. DISCUSSIE
DE CYCLUS VAN INTEGRATIE-DESINTEGRATIE
ZOMER
proces van INTEGRATIE
HERFST
keerpunt (vruchten plukken) (composteren)
proces van DESINTEGRATIE
WINTER LENTE
keerpunt (opbouwen) (vernieuwen)
RECENTE MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN
Herfsttijd der moderniteit: * 150-200 jaar natiestaten: van ‘lente’ naar ‘herfst’, of:
* Van een consensus-, naar dissensus-, naar assensussamenleving
assensus- samenleving 2000-
dissensus- samenleving 1970-
consensus-samenleving 1800-
INTEGRATIE
DE ’REDE’ ALS HOEKSTEEN VAN DE MODERNITEIT: * politiek: parlementaire democratie * economie: burgerlijk kapitalisme * geloof: scheiding kerk en staat
DRIE FASEN IN NORMATIVITEIT: * consensus * dissensus * assensus
SAMENLEVING IN DESINTEGRATIE
* PERSOONLIJK:
. herfst-wintergevoel . gevoel van controleverlies . angst en onveiligheidsgevoelens
* MAATSCHAPPELIJK:
. afbrokkeling van de traditionele structuren . verandering, instabiliteit en onvoorspelbaarheid . de toekomst als dreiging . afbraak van consensus en hiërarchie . horizontalisering van relaties . groeiende afstanden, toename aan conflicten
EEN SAMENLEVING IN DESINTEGRATIE van welvaartsstaat naar veiligheidsstaat
* welvaartsstaat: (streven naar) welvaart als dominant thema:
. groei en expansie
. integratie als dynamiek (lente-zomer)
. hoogtepunt: golden sixties
. toekomst als verlangen
* veiligheidsstaat: (streven naar) veiligheid als dominant thema:
. recessie en inkrimping
. desintegratie als dynamiek (herfst-winter)
. crisissen als rode draad
. toekomst als dreiging
assensus- samenleving 2000-
dissensus- samenleving 1970-
consensus-samenleving
1800-
INTEGRATIE
DESINTEGRATIE
VEILIGHEIDSSTAAT
WELVAARTSTAAT
herfst
winter lente
zomer
DRIE TIJDPERKEN IN 200 JAAR MODERNITEIT:
consensus – dissensus – assensus
ZOMER
CONSENSUS- SAMENLEVING 1800 -
proces van INTEGRATIE
HERFST
DISSENSUS- SAMENLEVING 1970 -
proces van DESINTEGRATIE
WINTER
ASSENSUS- SAMENLEVING 2000 -
LENTE
200 JAAR MODERNITEIT drie vormen van normativiteit, ook in de school
* Drie normatieve ‘tijdperken’: consensus -> dissensus -> assensus
. consensus: “… omdat ik het zeg !” . gezagsrelatie: verticaal . dwingend, autoritair . disciplinerend: de norm is absoluut en wordt niet in vraag gesteld
. dissensus: “… het is beter omdat …” . gezagsrelatie: verticaal . inspraak, participatief . emanciperend: de norm is relatief, wordt gemotiveerd en soms bijgestuurd
. assensus: “… ik zie het zus …” – “… en ik zie het zo …” . gezagsrelatie: horizontaal . overleg, onderhandeling, bemiddeling . co-constructie van de norm: dialoog rond ervaringen en argumenten
* Drie ‘types’ leerkrachten
HERFST/WINTER DER MODERNITEIT
en de jongeren: onderwijs en gezag
VROEGER NU
van moreel object … … naar moreel subject
. objectieve, externe ethiek . subjectieve, interne ethiek
. individu: enkel als deel van geheel . radicale individualisering
. sterke impliciete consensus . ieder zijn gedacht
. ouders en leerkracht: één front . front is verdwenen
. beantwoorden aan regels . regels maken weinig indruk
. schrik voor straf, sanctionering . straf maakt ook soms weinig indruk
. soms tegen ervaringen in . ervaringsverbonden
. ingelepeld, ethisch consumentisme . actief gebeuren door ervaring
. verticale structuur, opgelegd . horizontaal, dialoog en ontmoeting
INVLOED VAN DE (NIEUWE) MEDIA?
School of Education @Leraren(opleiding) Belofte voor de toekomst Kortrijk, 25 oktober 2012
1. INLEIDING
2. LEREN: TWEE KWALITEITEN
3. HERFST VAN DE MODERNITEIT: EEN NIEUWE NORMATIVITEIT
4. NIEUWE MEDIA: KANSEN EN PROBLEMEN
5. DISCUSSIE
NIEUWE MEDIA EN LEREN drie parameters
* puberteit is gendergebonden identiteitssprong: -> nieuwe media en identiteitsontwikkeling?
* leren op een dubbel spoor: -> nieuwe media en instrumenteel leren -> nieuwe media en existentieel leren
* herfst van de moderniteit : -> nieuwe media en assensustijd: online oefenen van assensus-ethiek
-> kansen en problemen voor de nieuwe media worden beïnvloed door deze drie parameters
-> probleemleerlingen: een andere balans tussen kansen en problemen
twee levenssferen, twee leerkwaliteiten
instrumenteel leren
. professionele competenties . deelname aan de georganiseerde samenleving . geld verdienen
heteronome levenssfeer
existentieel leren
. grotere levensvragen
. emotionele en exiistentiële oriëntatie . leren door ontmoeting, relaties, vriendschap . persoonlijke identiteit en roeping
autonome levenssfeer
DOEL MIDDEL
synergetisch evenwicht
NIEUWE MEDIA EN LEREN kansen (I)
INSTRUMENTEEL OF PROFESSIONEEL LEREN:
. media zijn deel van de levensstijl van de jongeren: het is hun taal
. vanzelfsprekendheid van toegang tot high tech, internet, leerplatformen
. opwindende manier voor leerprocessen
. band tussen hun vaardigheden, hobbies en de schoolse leeromgeving
. verrijking van de pedagogisch-didactische leeromgeving
. enorme, onuitputtelijke bron van informatie en kennis: kennissamenleving
. rijke mogelijkheid voor netwerken en professionaliseren
. flexibel, vernieuwbaar, …: informatie, aangepast aan een wereld in verandering
. ‘lente’-gevoel: ontwikkeling zonder grenzen
. veel praktische voordelen: makkelijk toegankelijk, lichtere boekentassen, …
NIEUWE MEDIA EN LEREN kansen (II)
EXISTENTIEEL LEREN:
. vrijplaats voor uiting van gedachten en standpunten
. vrijplaats voor de verkenning en uiting van gevoelens
. ruimte voor het oefenen van identiteit en ontwikkeling van relaties
. networking tussen vrienden, peers: facebook, netlog, hyves, …
. ruimte om talenten te tonen (bv. sport, muziek, kunst, ….) met weinig risico
. flexibel, altijd toegankelijk, weinig controle
. toegang tot erg veel info, bv. gender, seksualiteit, therapie, …
. ruimte voor anonieme hulp (helplijnen, helpfora)
. kwaliteit van het collectief onbewuste: “alles is te vinden zonder hiërarchie”
. voor elke opvatting wordt wel ergens steun gevonden
. in the schoolcontext: veel interessante websites, veel informatie
NIEUWE MEDIA EN LEREN problemen (I)
INSTRUMENTEEL LEREN:
. nieuw media “zullen de wereld redden”-gevoel bij leerkachten, leerlingen, beleid
. overwaardering, valse hoop: nieuwe media zijn een instrument, een tool
. eenzijdig: afwezigheid van nieuwe media is ook waardevol bij leerprocessen
. kan andere problemen binnen school verbergen (bv. een negatieve schoolcultuur)
. bescherming van intimiteit blijft een probleem
. misbruik in de klas, de school (surfen, facebook tijdens de schooluren)
. didactisch instrument: helpt dropouts met ernstige probleem weinig of niet
. kloof tussen de ‘have’ en de ‘have nots’ (die dit niet kunnen betalen)
. het gebruik berust op een specifieke intelligentie: sommigen hebben deze niet
. kwetsbaarheid van ict (beschadiging, diefstal, …)
. ecologische belasting (energie, recyclage, kinderarbeid bij productie, straling, …)
. afhankelijkheid van energie en goed functionerende netwerken (internet, …)
NIEUWE MEDIA EN LEREN problemen (II)
EXISTENTIEEL LEREN
. internet is assensus-normativiteit: alles is mogelijk, is toegankelijk
. moeilijk milieu voor ethische oriëntatie: ‘everything goes’
. virtuele daders, virtuele slachtoffers (cyberbullying, misbruik, geweld, …)
. toegang tot geweld, seks … kan bijdragen tot een verstoorde identiteit
. risico van dissociatie in identiteit (gender, leeftijd, sociale rollen, …), van ontwikkeling van een problematische identiteit
. het echte leven kan ontsnappen: kloof tussen het virtuele en het alledaagse
. realiteitsverlies: cf. A. Breyvik, Columbine shooting, H. Van Temmsche
. drop-outs: wie verloren loopt, kan nog meer verloren lopen
. veiligheid en intimiteit: verlies van grenzen: friending, peers, friends of friends, …
. overleg met, toezicht door ouders is een hier nodig
. existentieel leren door concrete relaties is noodzakelijk en kan verloren gaan
School of Education @Leraren(opleiding) Belofte voor de toekomst Kortrijk, 25 oktober 2012
1. INLEIDING
2. LEREN: TWEE KWALITEITEN
3. HERFST VAN DE MODERNITEIT: EEN NIEUWE NORMATIVITEIT
4. NIEUWE MEDIA: KANSEN EN PROBLEMEN
5. DISCUSSIE
PROBLEEMLEERLINGEN, DROPOUTS EN DE NIEUWE MEDIA?
VOOR LEERLINGEN MET ERNSTIGE PROBLEMEN (trauma, geweld, misbruik, …):
. centraal leren is existentieel leren: identiteit, omgang met pijn, met sterke gevoelens
. puberteit: identiteitssprong maakt existentieel leren zeer actief
. professioneel of instrumenteel leren: nieuwe media helpen, maar beperkt
. existentieel leren:
. rijke kansen: anonimiteit, vrije toegang tot informatie, hulp …
. risico: assensusnormativiteit van de nieuwe media kan makkelijk leiden tot het ontwikkelen van problematisch gedrag, een problematische identiteit
KANSEN EN VOORWAARDEN
. een dubbel spoor: instrumenteel én existentieel leren
. nood aan betrouwbare, veiliige relaties buiten het virtuele van internet
. combinatie van ‘tools’: nieuwe media en echte relaties
. nood aan ondersteuning, sturing (assensus normativiteit, existentiële ondersteuning)
MEER INFO?
TWEEDE HERWERKTE EDITIE
Deklerck, J. (2011), De preventiepiramide.
Preventie van probleemgedrag in
het onderwijs. Acco, Leuven
Susanna Reid