onderzoeksvraag · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk...

9
ONDERZOEKSVRAAG: Hoe stel ik me als grafisch ontwerper op om een verandering te voelen die anderen ook hebben gevoeld, veroorzaakt door de 2 tentoonstellingen (WABF OLS). SONJA VAN DE VALK MINOR KUNST EN THEORIE DOCENT SANDER JONGEN DATUM: 18-03-14

Upload: others

Post on 04-Sep-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

ONDERZOEKSVRAAG:

Hoe stel ik me als grafisch ontwerper op om een verandering te voelen die anderen ook hebben gevoeld, veroorzaakt door de 2 tentoonstellingen (WABF OLS).

SONJA VAN DE VALKMINOR KUNST EN THEORIEDOCENT SANDER JONGENDATUM: 18-03-14

Page 2: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

Ik heb dit onderzoeksverslag geschreven vanuit het oogpunt van een grafisch ontwerper, omdat dit me sterk heeft beïnvloed tijdens het onderzoek in deze minor. Naast mijn beginpunt is het ook een manier geweest om te kijken hoe de minor beeldende kunst mij verder kan helpen als ontwerper. Wat kan ik bij deze minor vinden wat ik bij grafisch ontwerp nog niet heb gevonden?

In het boek ‘Exhibiting the New Art’ over de tentoonstellingen WABF en OLS, kwam naar voren dat de tentoonstellingen ook voor veel verandering hebben gezorgd namelijk:

/ Het was het einde van een lange periode van onderzoek in moderne kunst naar minimalisme wat een grote invloed had op alle beeldende kunst./ Er werd gekeken of een concept alleen ook genoeg kon zijn. / Proces werd belangrijker. / Er werd op een andere manier gekeken naar de relatie van kunstenaars, toeschouwers en werk. Kunst werd voor iedereen. / Werken en ruimte zijn aan elkaar gebonden. Werk kan ook buiten de museum staan. Het wordt op een andere manier tentoongesteld. Het werk daagt je uit.

Die verandering die de tentoonstellingen hebben gebracht in die tijd hebben grote invloed gehad op de kunst en de kunstenaars. Voor die verandering en vernieuwingen wil ik me graag openstellen om te ervaren en te zien welke invloed het heeft op mijn werk als grafisch ontwerper. Doordat verandering je vaak uit je comfort zone haalt en het je een breder perspectief biedt. Daarnaast bekijk je het dan vanuit een andere hoek. Die verandering hebben we ook tijdens een workshop van Martijn in ’t Veld mogen ervaren In Gastatelier Leo XIII Tilburg. Ik stelde mezelf voor middels het werk wat ik had meegenomen. Door het te bespreken met de groep, kwamen er tips van klasgenoten en Martijn, om te kijken hoe ik een omkeer kon maken in mijn werk. Hierbij werd een tekst over ‘Philip Guston’ als voorbeeld gebruikt, hoe ik het nu tegenovergesteld zou kunnen doen. Die week hebben we vooral veel zaken besproken. Hierdoor heb ik uiteindelijk niet iets kunnen maken, maar heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het uiteindelijke werk dient te zijn, ben ik nog vrijer gaan denken.

Onderzoeksvraag: Hoe stel ik me als grafisch ontwerper op om een verandering te voelen die anderen ook hebben gevoeld, veroorzaakt door de 2 tentoonstellingen (WABF OLS).

Page 3: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

Tijdens het inspirerende bezoek aan Marinus Boezem in Middelburg gaf hij ons ‘jonge kunstenaars’ ook wat tips mee. Een daarvan heb ik goed onthouden doordat het veel betrekking heeft tot mijn onderzoek, namelijk; geef jezelf veel beeld en mentaliteit mee. Kijk naar verschillende disciplines i.p.v. alleen hetgeen waar je eigen werk het dichtst bij staat. Kijk niet alleen naar beeldende kunst maar ook naar poëzie, muziek, literatuur en vormgeving. Maak je ideeën wereld groot.

Ik vond dit een hele goede en mooie tip en waarom? Als ontwerper probeer je jezelf vaak snel te kaderen, door te zeggen: ‘ik werk alleen met fotografie en vormgeving’, of juist alleen ‘met illustraties en vormgeving’, om zo een duidelijk stijl neer te zetten voor jezelf. Maar dit brengt natuurlijk ook veel beperkingen met zich mee. Juist door jezelf wel die vrijheid te geven, verras je jezelf vaker en probeer je dingen uit. Dat is ook iets wat ik in deze minor wil gaan maken/creëren.

Ik als grafisch ontwerper probeer de lezer/toeschouwer zoveel mogelijk te sturen en duidelijkheid te bieden in mijn ontwerpen. Door iets te vergroten wil ik laten zien dat de toeschouwer daar als eerste naar moet kijken en een subtekst geef ik ook vorm als een subtekst en niet als een koptekst. Dit stramien is vooral in het leven geroepen om zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden en vooral geen gekke dingen te doen! Ik probeer de lezer dus NIET te laten verdwalen in mijn beeld en laat mijn ontwerpen zien zoals ik wil dat ze mijn ontwerpen zien. Alles word heel beheerst en uitvoerig uitgevoerd. Tijdens de lessen bij grafisch ontwerp oefenen we om onszelf te verplaatsen in de toeschouwer, om het werk zo duidelijk mogelijk weer te geven, zodat er zo min mogelijk ruis ontstaat tussen de maker en ontvanger. Wat natuurlijk een fijn en veilig gevoel kan geven omdat je altijd wel tot bepaalde mate aan kunt voelen of je het goed doet of niet. Maar ik kan daardoor niet altijd mijn gehele gevoel erin kwijt. Doordat er toch veel ongeschreven regels zijn over wat grafisch ontwerp hoort te zijn en wat goed is en wat niet.

Page 4: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

De duidelijkheid die ik hanteer in mijn ontwerpen, wil ik doormiddel van deze minor juist leren loslaten. De ruimte die de kunstenaars namen bij WABF en OLS die wil ik ook graag ervaren. Ik vind het jammer dat je als grafisch ontwerper meer aandacht besteed aan het eindproduct dan het lange proces wat we maken/ervaren en wat vaak intensiever en meer tijd nodig heeft. In veel gevallen wordt er in de laatste week het uiteindelijke werk gemaakt wat iedereen te zien krijgt. De vele schetsen worden vaak niet eens getoond. Ik wil het publiek daarbij ook een grotere rol gaan geven in mijn komende werk dan enkel de toeschouwer van een overzicht wat ik maak. Ik wil dat ze voor zichzelf denken en zelf een standpunt innemen over mijn werk. Dat ze er met een eigen blik en visie naar kijken zonder dat ik iets letterlijk vormgeef, zoals ik eerder beschreef wat ik als grafisch ontwerper doe. Zo voel ik als maker niet alleen een verandering van werken, maar de toeschouwer ook.

Het moment dat ik in deze minor realiseerde hoe belangrijk de rol van een toeschouwer kan zijn ervaarde ik zelf in het Van Abbe museum.

Mijn ervaring in het Van Abbe museum:Er lag een werk op de grond van Carl Andre. Het waren stenen in de vorm van een lange lijn. Ik als toeschouwer kwam ik de ruimte en bekeek het werk. Ik voelde meteen de twijfel in me opkomen van ‘hoe kom ik hier nu langs?’ De twijfel om eroverheen te stappen werd steeds groter en aantrekkelijker. Ik dacht ‘als hij het zo lang maakt duurt het voor mij alleen maar langer om er omheen te lopen’, dus na enig aarzelen ben ik er toch overeen gestapt. Anderen vonden dit misschien niet zo netjes om te doen, want ik was de enige die het deed.

Een paar minuten later vertelde de conservator van het Van Abbe museum dat het werk van Carl Andre verwarring wil oproepen. Hij wil de toeschouwer uitdagen met zijn werk. Ik wist meteen wat de conservator bedoelde want ik had die verwarring gevoeld! Zo realiseerde ik, dat je met weinig middelen (bestaande stenen) de toeschouwer ook een rol kunt geven en je dus niet zoals bij grafisch ontwerp alles letterlijk hoeft te nemen. Je kunt je eigen visie projecteren op het publiek, maar waar ook het publiek zijn eigen visie en ideeën over vormt.

Page 5: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

Hoe belangrijk je eigen gevoel is om een kunstobject te ervaren realiseerde ik me ook tijdens het bezoek aan het Van Abbe museum. Daar tegenover staat ook het gevoel als kunstenaar om het te maken. Ik als toeschouwer in een museum kijk heel anders naar het werk van Jan Toorop dan naar het werk van Edward Hopper. Dit komt niet alleen omdat ze heel erg van elkaar verschillen, maar ook door het gevoel wat ik erbij krijg en wat ik ervan weet, kan voor iedereen weer anders kan zijn. Het gevoel bij Jan Toorop is voor mij een veel klassieker gevoel doordat hij het begin is van een familie wat 4 generaties kunstenaars heeft voorgebracht. Daarbij was Jan Toorop een veelzijdige kunstenaar van grafisch ontwerper tot schilder. Daarnaast heeft hij ook veel verschillende stijlen gevoerd van pointillisme tot art-niveau. Bij Edward Hopper voel ik me meer aangetrokken tot de situaties die hij schildert en het tijdsbewustzijn. Daarnaast ervaar ik ook een bepaalde stilte en rust in zijn schilderijen omdat ze een bepaalde leegte/eenzaamheid symboliseren.

Dit zijn ook dingen waarom ik als grafisch ontwerper niet alleen kijk naar grafische ontwerpers. Ik ervaar ook het gevoel wat ik toepas in mijn werk als een vorm van vrijheid. Een werk wat ik maak begint vaak met een bepaald gevoel dat ik heb, maar omdat ik een grafisch ontwerp vaak bespreek met mijn docenten word mijn gevoel over een concept steeds weer aangescherpt, waardoor het steeds minder mijn gevoel is. Het gevoel wordt op een bepaalde manier mede gekneed/gevormd door bijvoorbeeld de docenten waarmee ik bijna elke dag mijn werk bespreek. Waardoor het steeds minder mijn gevoel is wat ik overbreng tot de toeschouwer maar het gevoel van mijn docenten. Dit is iets wat ik me ben gaan realiseren tijdens de feedback van de docenten. Doordat hun mij ook mede openstelde voor veranderingen om nieuwe dingen te proberen. Ze gingen mee in mijn gevoel, wat ik voor ze schetste i.p.v. dat het een ander gevoel werd. Ik wil in deze minor proberen om niet alleen de controle te nemen over mijn werk maar ook de toeschouwer meer de ruimte te geven om de relatie aan te gaan met het werk.

Ik ben in de eerste week van de minor al meteen begonnen met een concept te bedenken en dat vast te stellen en vanuit daar te gaan maken. Na wat besprekingen te hebben gehad met klasgenoten, bleek dat ik de enige was die al een concept had. De andere hadden eerder een bepaald begrip waaruit ze verder gingen werken. Zo betrapte ik mezelf ook weer dat ik mezelf erg tegensprak, want er is weinig vrijheid over voor mijn ‘gevoel’ wanneer ik het concept al helemaal vast heb staan. Het eerste wat ik daarna ben gaan doen, na de meeste workshops en lezingen gehad te hebben, was experimenteren en doen waar mijn gevoel om vroeg. Door me los te laten van het beginnen met een concept zoals ik bij grafisch ontwerp gewend was, heb ik me meer kunnen openstellen tot de minor en het anders kunnen aanpakken.

Page 6: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

Ik ben begonnen met een onderzoek naar patronen, omdat dit iets is wat erg mijn aandacht trekt, maar waar ik nog nooit echt aan heb kunnen beginnen omdat ik die vrijheid daarvoor niet gevoeld heb. Dit kwam misschien doordat de opdracht daarvoor niet geschikt was of misschien wel een bepaalde angst omdat ik dan niet van te voren kon zeggen of ik goed bezig was en dus veilig zat met mijn ontwerp tegenover de docenten.

In de workshop week van ‘Master beeldende kunst studenten’, ben ik vooral collages gaan maken. Doordat we veel bezig waren met de waarom-vraag, werd er ook aan mij gevraagd waarom ik voor een collage koos. Wat betekende die lagen in de collage eigenlijk voor mij? Wat betekende het doorgaan van een bepaald patroon, iets wat niet ophoud, een proces wat door blijft gaan. Het oneindige wat ik ervaar in een patroon. Iets wat ik ook zie terugkomen in de twee tentoonstellingen, namelijk dat ze het proces centraal stellen en niet het eindwerk. Dat wil ik deze periode ook doen. Niet een eindwerk laten zien, maar het overzicht en de regie op een bepaalde manier loslaten tegenover de toeschouwer. Ik geef de toeschouwer een rol.

Ik ben de week erna 2 schilderijen gaan maken die verandering en verwarring oproepen vanuit verschillende standpunten richting de toeschouwer. Doordat de schilderijen juist niet voor zichzelf spreken probeer ik zo de toeschouwer uit te dagen om voor zichzelf te denken. Er zit een bepaald patroon in wat niet klopt. Namelijk de driehoek wordt niet afgemaakt. Deels houd de driehoek op waarna hij daarna verder loopt op de muur, waardoor het ook weer een 3D effect heeft door de verschillende lagen. Door juiste delen van een patroon te tonen, hoop ik dat de toeschouwer het overzicht kwijtraakt.

Ik heb dit gemaakt met grafische vormen, doordat ze mij erg aanspreken omdat het niet alleen een mooi beeld geeft, maar ook veel verschillende betekenissen kan bieden. Een drie hoek is niet enkel een driehoek, het is de manier waarop je het toepast die het maakt wat het maakt. Ik heb ook gekozen om niet met tekst te werken, waar ik voorheen wel aan gedacht heb. Dit omdat ik wil dat het beeld voor zichzelf spreekt en het geen ondertiteling nodig heeft. Ik wil niet net als bij grafisch ontwerp in mijn vertrouwde omgeving van tekst en uitleg blijven. Door met materialen te werken waarmee ik normaal nooit werk, gaf het me een heel fijn gevoel. Ik voelde niet meer die controle die heerst wanneer ik achter een laptop werk. Ik heb ook niet om de mening gevraagd van docenten of klasgenoten, maar ben echt vanuit mijn eigen gevoel gaan werken en maken.

Patronen

Page 7: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

Na dit werk, wat voor mij als een experiment voelde ben ik verder gegaan met de vormen vierkant en driehoek. Dit was niet een hele bewuste keuze maar is eigenlijk ontstaan door het maken. Doordat mijn doel nu niet is om naar een eindwerk toe te werken, maar mijn gevoel te volgen ben ik een reeks van 130 foto’s gaan maken van gevouwen papier wat ik dan op verschillende manier neerleg en fotografeer. Ik ben uiteindelijk steeds meer gaan inzoomen op het beeld om juist het proces weer te geven en niet het overzicht. Deze andere aanpak gaf mij een verassend resultaat. Door het beeld juist niet te gaan bewerken, maar het een op zichzelf staand beeld te houden krijgt het voor mij nog meer gevoel. Juist doordat ik geen controle gaf over het licht en de schaduw ervoer ik nog meer de verandering die ik wilde voelen. Het beeld is op zichzelf gaan ontstaan. Ik heb het niet eindeloos gemanipuleerd, wat voor mij ontzettend fijn werken was. Ik had tijdens het maken van dit werk ook niet gekeken hoe de foto’s waren genomen. Ik had er gewoon een reeks genomen en bekeek ze laten pas of ze bruikbaar waren, dit zodat ik de andere manier van werken ervoer.

Page 8: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

Uiteindelijk presenteer ik het werk als een stapel posters, waarbij ik een foto uitkies en die ongeveer 300 keer laat printen. Ik kies voor een ingezoomde foto zoals hierboven te zien is, zodat het proces meer centraal staat. De stapel papier wordt op zichzelf ook een object in de ruimte. Toeschouwers kunnen dan een poster van de stapel pakken en het meenemen. Ze kunnen het eventueel ook vouwen waardoor ze het werk veranderen, hierdoor wordt het werk flexibel voor de toeschouwer. Als maker laat ik hiermee de strakke regie los. Ik heb uiteindelijk gekomen om juist één foto te kiezen om af te beelden en niet de 130 foto’s of een andere selectie, zodat de toeschouwer zich ook weer kan afvragen waarom juist dit werk (deze foto) gekozen is.

Page 9: ONDERZOEKSVRAAG · 2016. 6. 12. · heeft het me wel doen realiseren hoe ‘vrij’ ik mijn werk binnen deze minor kan invullen. Doordat de docenten niet bepalen in welke vorm het

CONCLUSIE

Van totale controle en manipulatie in het eindbeeld (grafisch ontwerp) naar enkel een gevoel wat een proces aan wakkert en een verassend effect op me heeft gelaten (minor) en voor een verandering zorgt. Door niet meteen te beginnen met het bedenken van een concept, maar mijn hoofd meer rust te geven om gevoelens te laten ontstaan waarmee ik verder ben gaan werken. Heb ik veel veranderingen gevoeld voor mij als ontwerper. Ik ben trouw aan mezelf gebleven en aan mijn gevoel en heb iets gemaakt waar ik volledig achter sta en wat niet is vermaakt tot iets waar mijn gevoel maar deels in zit. Daarnaast heb ik ook de toeschouwer op een hele andere manier erbij betrokken dan dat ik normaal doe en heb ik zijn rol groter gemaakt dan enkel de toeschouwer die het overzicht van mijn werk ziet. Het werk wat ik nu heb gemaakt zet de toeschouwer aan het denken i.p.v. dat het alleen maar uitlegt en informeert.

BRONNENLIJST

/ Boek: Exhibiting the New Art ‘Op losse schroeven’ and ‘When Attitudes Become Form’ 1969 Christian Rattemeyer and other authors. Pagina 50 t/m 62 & pagina 118 t/m 125./ Bezoek aan het van ‘Abbe’ museum en gesprek met conservator./ Bezoek aan Marinus Boezem in Middelburg./ Workshop van Martijn in ’t Veld in Tilburg./ Workshop van master studenten in Den Bosch. / Workshop Brussel bezoek museum ‘Wiels’ en bezoek atelier Philippine Hoegen/ Bezoek aan Piet Dieleman en workshop drukken./ Besprekingen met klasgenoten./ Onderzoek Katja Mater Link: http://www.katjamater.com/recent/?res=800 composition of light 2013.