op project moeder aller verkiezingen vlamynck sissi
DESCRIPTION
OP-opdracht voor DCO 2013-2014 - Sissi VlamynckTRANSCRIPT
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 1
Het Perspectief – PCVO
Specifieke Lerarenopleiding
Nonnemeersstraat 15
9000 Gent
Tel. 09/267 12 99
www.hetperspectief.net
OP1: Project: DE MOEDER ALLER VERKIEZINGEN
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 2
Doelgroep
Het project wordt uitgewerkt door de leerlingen van het tweede jaar derde graad BSO, en dit tijdens de les PAV. De leerlingen hebben 4
uur PAV per week, telkens in blokken van 2 uur.
De leerlingen kunnen al in grote mate zelfstandig werken. De leerkracht neemt meer de rol van coach en begeleider op zich. De leerlingen
zijn in staat zelfstandig informatie op te zoeken, te verwerven en verwerken. Ze leren tevens veel van elkaar, en zijn in staat zichzelf en
elkaar bij te sturen en feedback te geven.
De klasgroep telt 12 leerlingen. Er is geen groot niveauverschil. De leeftijd varieert tussen de 17 en 20 jaar.
Korte beschrijving van het project
“De politiek” wordt vandaag de dag niet zo positief bejegend. Noch door de burgers zelf, noch door de media. Integendeel. De media
besteden veel aandacht aan de zogenaamde kloof tussen de burger en de overheid. De burger laat betijen en probeert zo goed mogelijk
zijn eigen leven te organiseren, ver weg van de politiek.
Het is nog maar de vraag of dit “laten betijen” een goede houding is. Verkozen politici en regeerders nemen elke dag beslissingen die een
enorme invloed uitoefenen op ons dagelijks leven. Politici beslissen over ons gedrag, hoeveel belastingen en sociale bijdragen de burgers
betalen en wat met de staatsinkomsten gebeurt, m.a.w. zij beslissen ook waaraan en in wiens voordeel die gelden worden besteed.
Het is dan ook belangrijk dat jongeren begrijpen dat “de politiek” geen ver van hun bedshow is, maar integendeel een wezenlijke impact
heeft op hun leven. Bovendien kunnen ze, onder andere, door te gaan stemmen mee een invloed uitoefenen op de politiek en de politici.
Zij hebben de verantwoordelijkheid de wensen van de bevolking uit te voeren, verkozen worden betekent immers een mandaat, een
opdracht van de kiezer uitvoeren.
Op 25 mei 2014 zijn er opnieuw verkiezingen. Sommige leerlingen zullen voor de eerste keer naar de stembus mogen. Bovendien wordt
er nu reeds in de media heel veel aandacht besteed aan deze zogenaamde “Moeder aller verkiezingen”. Vanwaar de naam? Omdat het
niet enkel Vlaamse (regionale) verkiezingen zijn, maar er dient ook gestemd te worden voor het federale en het Europese niveau.
Tijdens dit project gaan we in op het belang van verkiezingen, de verschillende politieke partijen en hun standpunten, alsook de praktijk
van het campagnevoeren.
Het omvat eerst een theoretisch luik waar we ingaan op de geschiedenis van het stemmen, de verschillende politieke partijen, de
Belgische staatstructuur en de scheiding der machten.
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 3
De theorie wordt aan de praktijk gekoppeld door in te gaan op het campagnevoeren en de actualiteit van de komende verkiezingen. De
leerlingen dienen in groepjes van +/- 4 personen een eigen ‘politieke’ partij op te richten, met een naam, logo, affiche e.d. Ze dienen een
aantal issues te verwoorden die voor hen (en hun leeftijdsgenoten) belangrijk zijn. Hierrond dienen ze een campagne op te zetten, een
interview afnemen over verkiezingen en campagnevoeren met een politicus. Het resultaat verwerken in een digitaal artefact.
De voorlaatste week van hun PAV-project is het tevens projectweek op school rond verkiezingen. In deze week gaan ze effectief
campagne voeren bij hun medeleerlingen van het zesde jaar. Ze zullen een debat organiseren voor hen. En de laatste dag van de
projectweek worden er verkiezingen gehouden.
De laatste week van het project houden we voor evaluatie en feedback.
Doel van het project
Het project kadert binnen het vak PAV. Het leerplan dat wordt gevolgd is het leerplan 2004/262 van het Gemeenschapsonderwijs.
Achtereenvolgens wordt eerst meegegeven welke de leerplandoelstellingen zijn. Vervolgens worden de doelstellingen van het project
opgesomd en gekoppeld aan de opgegeven leerplandoelstellingen, alsook aan de VOET die gelden voor het secundair onderwijs.
Leerplan (GO, BSO, 3e graad, 2e jaar, PAV 4u lestijden/week) – leerplannummer 2004/262)
Leerplandoelstellingen:
I FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID (FT)
De leerlingen kunnen
1. uit mondelinge, schriftelijke en elektronisch aangeboden tekstmateriaal informatie selecteren in functie van het gestelde probleem;
2. die informatie kritisch benaderen, beoordelen en er een standpunt bij formuleren;
3. ingewonnen informatie integreren en gebruiken in mondelinge communicatie;
4. mondeling argumenteren;
5. een eenvoudige samenhangende tekst schrijven;
6. zich in verschillende situaties adequaat mondeling uiten;
II FUNCTIONELE REKENVAARDIGHEID (FR)
De leerlingen kunnen
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 4
7. bij een gesteld probleem de gepaste oplossingsstructuur herkennen, selecteren en toepassen;
8. 8.1 kwantitatieve gegevens omzetten in schema’s, tabellen, grafieken, diagrammen;
8.2 bij kwantificeerbare problemen een adequate oplossingsweg uitrekenen en uitwerken;
9. 9.1 zelfstandig gepaste meetinstrumenten kiezen en hun keuze verantwoorden;
9.2 technisch goed gebruik maken van de nodige lmeetinstrumenten;
9.3 zelfstandig gepaste formules selecteren en uitwerken om courante grootheden te bereken;
10. reflecteren op gevonden resultaten en ze vergelijken met de realiteit;
III FUNCTIONELE INFORMATIEVERWERKING EN –VERWERVING (FIVV)
De leerlingen kunnen:
11. voor hen relevante informatie in herkenbare, concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken;
12. informatie uit uiteenlopende tekstsoorten begrijpen, herstructureren en samenvatten;
13. spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie-en communicatietechnologie (ICT)
IV ORGANISATIEBEKWAAMHEID (OB)
De leerlingen kunnen:
14. 14.1 keuzes vooraf plannen op basis van evenwichtige analyse van mogelijkheden en consequenties;
14.2 op gemaakte keuzes reflecteren en de organisatie van hun dagelijks leven op basis hiervan bijsturen;
15. zelfstandig opdrachten:
15.1 omschrijven en afbakenen;
15.2 organiseren en uitvoeren;
15.3 evalueren en zo nodig bijsturen;
16. bij groepsopdrachten:
16.1 opdracht omschrijven en afbakenen;
16.2 de verschillende stappen overleggen en een taakverdeling maken;
16.3 samen de opdracht of de deelopdrachten uitvoeren;
16.4 reflecteren op het groepsproces en –product;
V TIJD- EN RUIMTEBEWUSTZIJN (TRB)
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 5
De leerlingen kunnen:
17. 17.1 actuele gebeurtenissen en eigen ervaringen situeren in een maatschappelijk kader;
17.2 verbanden leggen tussen verleden, heden en toekomst;
17.3 in actuele gebeurtenissen en eigen ervaringen cultuurelementen en cultuurverschillen herkennen en duiden;
18. de relevante facetten van hun eigen streek opnoemen en bondig omschrijven;
19. in gebeurtenissen belangrijke wereldproblemen herkennen en toelichten;
VI MAATSCHAPPELIJK EN ETHISCH BEWUSTZIJN, WEERBAARHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID (MEB)
De leerlingen
20. 20.1 beheersen mondelinge en schriftelijke sollicitatievaardigheden;
20.2 kunnen informatiebronnen i.v.m. werkaanbiedingen gebruiken;
21. kennen in hun regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen en kunnen er gebruik van maken;
22. kunnen het belang van maatschappelijk relevante formulieren en procedures aantonen;
23. kunne maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren;
24. kunnen maatschappelijk relevante procedures toepassen;
25. kennen de voor hen relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht;
26. 26.1 kunnen reflecteren op hun geldbesteding;
26.2 kunnen de nodige bankverrichtingen uitvoeren;
27. kunnen een (gezins)budget opstellen en reflecteren op het beheer ervan;
28. kunnen het belang van levenslang leren illustreren;
29. zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag;
30. zijn verkeersverantwoordelijk;
31. zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen;
32. nemen spontaan een veilige houding aan in dagelijkse situaties.
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 6
Doelstellingen van het project ‘Moeder aller verkiezingen’
Cognitief
De leerlingen Leerplandoelstellingen
VOET
zien in dat verkiezingen voor de burger een
belangrijk middel zijn om te participeren
aan de democratische besluitvorming;
Context 5: politiek-juridische samenleving
zien in dat partijen een belangrijke rol
spelen in het proces van democratische
besluitvorming;
Context 5: politiek-juridische samenleving
Zien in dat aan stemrecht een lang proces is
voorafgegaan
Context 5: politiek-juridische samenleving
Zien in dat verkiezingen een middel zijn om
de rechtstaat in stand te houden en te
verbeteren;
Context 5: politiek-juridische samenleving
Vaardigheden
De leerlingen Leerplandoelstellingen
(GO, BSO, 3e graad, 2e jaar, PAV 4u
lestijden/week) – leerplannummer
2004/262)
VOET
Nemen op basis van informatie een
gefundeerde positie in;
FT 1, 2, 3, 4 Context 5: politiek-juridische samenleving
Zijn in staat oplossingen te vinden voor een
gegeven probleem en deze uit te voeren;
(creatieve vaardigheden)
FT 1, 2, 3, 4, 6
FIVV 11, 12, 13
OB 14, 15, 16
TRB 17
Context 5: politiek-juridische samenleving
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 7
Kunnen een maatschappelijke discussie
voeren en een genuanceerde mening
formuleren; (kritisch denken)
FT 2, 3, 4, 6,
TRB 17
Context 5: politiek-juridische samenleving
Kunnen samenwerken om een
gemeenschappelijk doel te realiseren;
(samenwerken)
OB 16 Context 5: politiek-juridische samenleving
Kunnen maatschappelijk relevante
formulieren lezen, invullen en controleren;
MEB 23
Kunnen via de klassieke en nieuwe media
informatie verzamelen en kritisch
interpreteren; (mediawijsheid)
FT 1, 2,
FIVV 11, 12, 13
Kunnen een budget beheren.
(zelfredzaamheid)
MEB 27
Kunnen hun eigen handelen, en het
handelen van anderen evalueren en
bijsturen; (communicatie
vermogen/evaluatie)
OB 14, 15, 16
Kunnen aan de hand van informatie- en
communicatietechnologie (ICT) mondeling
en/of schriftelijk bondig verslag uitbrengen
van hun eigen handelen; (mediawijsheid)
FT 3, 5
FIVV 12, 13
TRB 17
Attitudes
De leerlingen Leerplandoelstellingen
VOET
Zijn bereid verantwoordelijkheid op te
nemen voor zichzelf en voor anderen;
Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
Context 5: politiek-juridische samenleving
Zijn bereid tot participeren; Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
Context 5: politiek-juridische samenleving
Zijn bereid tot luisteren, tot overleg en Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 8
samenwerking; Context 5: politiek-juridische samenleving
Respecteren de mening van anderen; Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
Context 5: politiek-juridische samenleving
Context 7: socioculturele samenleving;
Toetsen de eigen mening aan andere
standpunten;
Context 3: Sociorelationele ontwikkeling
Context 5: politiek-juridische samenleving
Context 7: socioculturele samenleving;
Opdeling in projectfasen
OVUR Moeder aller verkiezingen
Oriënteren - Inleiding: het belang en de geschiedenis van verkiezingen;
- Aftoetsen van hun voorkennis;
- Koppelen aan de actualiteit;
Voorbereiden De leerlingen verwerven de nodige kennis over
- de Belgische structuur en bevoegdheden;
- de huidige Vlaamse politieke partijen en hun standpunten;
- het praktische verloop van campagnevoeren en verkiezingen;
Uitvoeren - De leerlingen richten in kleine groepjes een eigen partij op.
- Ze maken een campagneplan en -budget op;
- Ze maken een verkiezingsprogramma op;
- Ze rapporteren minstens twee keer per week op hun partijblog;
- Ze ronselen tijdens ‘de projectweek verkiezingen’ stemmen bij de andere leerlingen van het 6de jaar en voeren effectief
campagne, oa. via diverse media;
- Ze nemen een interview af van een politicus over verkiezingen en campagne voeren;
- De leden van de politieke partijen gaan in debat met elkaar tijdens ‘de projectweek verkiezingen’;
- De laatste dag van de projectweek houden ze verkiezingen;
Reflecteren - Individueel reflecteert elkeen over zijn bijdrage aan het project en wat hij heeft geleerd;
- Als groep reflecteren ze over de samenwerking en het geleverde resultaat. Wat ging goed?, Wat was onverwachts?,
Welke problemen deden zich voor, en hoe werd dit aangepakt?,…
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 9
Concrete uitwerking
Algemene planning:
Het project ‘Moeder aller verkiezingen’ vangt de week van 31 maart. Dit is de laatste week voor de paasvakantie.
Na de paasvakantie wordt er 6 weken hierrond verder gewerkt.
De voorlaatste week is het tevens projectweek ‘verkiezingen’ op school.
De laatste week is slechts een halve week wegens Hemelvaartverlof, en wordt de evaluatie van het project voorzien.
De totale duur van het project omvat dus 28 lesuren PAV.
- 4,5 u: oriënteren;
- 6 u: voorbereiden;
- 15,5 u: uitvoeren;
- 2 u: reflecteren;
DEEL 1: ORIËNTEREN
Kerndoelstellingen:
De leerlingen:
- kunnen met eigen woorden omschrijven waarom verkiezingen belangrijk zijn, vroeger en nu.
- kunnen kort omschrijven wat aan de oorsprong ligt van ons huidige kiessysteem;
- kunnen vertellen wat de standpunten zijn van de personages in de film Daens;
- kunnen vertellen wanneer de volgende verkiezingen zijn;
- kunnen omschrijven waarom dit ‘de moeder aller verkiezingen’ wordt genoemd;
- kunnen reflecteren over hun bijdrage aan de les en wat ze hebben bijgeleerd;
Planning:
4,5 lesuren
Timing +
grootte
groep
Doelstelling Fase + Leerinhoud Onderwijsleeractiviteit Media Evaluatie
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 10
15’
Klas
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden
vertellen
waarom gaan
stemmen
belangrijk is;
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden
omschrijven
wat de functie
van politici en
de politiek in
het algemeen
is.
Motivatiefase
Politiek heeft een grote invloed
op ons dagelijks leven.
Onderwijsleergesprek:
- Wie heeft er een
gsm/smartphone? Wie bepaalt
er de tarieven hiervoor? Bij
welke operator ben je? Wie
bepaalt er hoeveel operatoren
er in België mogen zijn?
- Wie rijdt er al met de auto?
Wie bepaalt er dat je dit pas
mag vanaf 18 jaar, terwijl in
de VS dit al mag vanaf 16
jaar?,…
- Als je zelfstandige wilt
worden, wie bepaalt er dan de
regels hiervoor? Waarom geldt
in de bouw 21%, maar voor
oudere woningen 6%? Wie
heeft dit ingevoerd?
=>
- Politici kunnen veranderingen
instellen, en wetten hiertoe
maken.
- Wie bepaalt er welke politici
het voor het zeggen hebben?
- Hoe komen ze aan de macht?
=> verkiezingen
- Wie mag er gaan kiezen?
- Is dat altijd zo geweest?
Bord: kernbegrippen
10’
Klas
- de leerlingen
kunnen hun
taak met eigen
woorden
Motivatiefase
De film Daens plaatst
verkiezingen en stemmen in een
historisch perspectief.
- Inleiden op de film Daens
- Samen doornemen van hun
opdracht: elke leerling krijgt
een personage toebedeeld, dat
- Leerlingenbundel
- Fiches met
personages uit de film
en bijhorende vragen
Nagaan of
iedereen de
opdracht
begrepen
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 11
omschrijven; hij dient nauw op te volgen
tijdens de film, en een aantal
vragen van dient te kunnen
beantwoorden op het einde.
Voorbeeldvragen:
- Wat wil hij/zij
veranderen/behouden?
- Wat onderneemt hij/zij
om dit aan te kaarten?
- Met wie komt hij/zij in
conflict, en waarom?
- Slaagt hij/zij in zijn/haar
opzet? En waaruit blijkt dit?
…
De leerlingen krijgen de kans
vragen te stellen.
heeft
140’
Individueel
- de leerlingen
kunnen de
instructies
uitvoeren;
Verwerkingsfase
Verwervingsfase
De film Daens plaatst stemmen
en verkiezingen in een historisch
perspectief.
De film Daens - Projectie
- dvd
20’
Klas
- de leerlingen
kunnen
vertellen
waarover de
film Daens
gaat;
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden de
oorsprong van
Verwerkingsfase
Sommige politici willen zaken
veranderen (progressief)
anderen willen net die zaken
behouden (conservatief).
Onderwijsleergesprek
- De verschillende standpunten
worden tegenover elkaar
geplaatst.
- De termen conservatief,
progressief, verandering,
behoudsgezind, bourgeoisie, …
worden verduidelijkt.
- bordschema Zijn er
zaken in de
film die niet
duidelijk
waren?
Begrippen
die men niet
kent?
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 12
ons algemeen
stemrecht
vertellen;
- de leerlingen
kunnen kort
omschrijven
wat de
verschillende
standpunten
zijn van hun
personage in de
film Daens;
15’
Klas
- de leerlingen
kunnen
vertellen
wanneer de
volgende
verkiezingen
zijn;
- de leerlingen
kunnen
omschrijven
waarom dit ‘de
moeder aller
verkiezingen’
wordt
genoemd;
Verwervingsfase
Herhalingsfase
De leerlingen weten dat er
verkiezingen aankomen en voor
welke regio’s er
vertegenwoordigers worden
verkozen.
Koppelen aan de actualiteit.
- Zijn er binnenkort
verkiezingen?
- Voor welke regio’s dienen er
vertegenwoordigers te worden
verkozen?
- Wie in de klas mag al gaan
stemmen?
- Vanaf welke leeftijd mag je
gaan stemmen?
- Hoe worden de verkiezingen
op 25 mei ook genoemd?
Waarom?
25’
Klas
- de leerlingen
kunnen
omschrijven
wat de
individuele
Verwervingsfase
Evaluatiefase
De leerlingen krijgen de
opdracht om na elke lesblok van
De opdracht wordt uitgelegd.
Een bijdrage uit hun blog mag
bestaan uit:
- tekst;
-
Opdrachtomschrijving;
Beamer, laptop,
internet
Is de
opdracht
duidelijk?
Als hier de
komende
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 13
opdracht
inhoudt;
- de leerlingen
kunnen
reflecteren over
hun eigen
handelen en
visie;
2u te reflecteren over de les,
wat ze geleerd hebben,
bedenkingen over politiek, over
de verschillende opdrachten dat
ze doorheen het project krijgen
voorgeschoteld én over de
politieke actualiteit. De politieke
campagne in de media woedt
volop. Hun eigen handelen,
bedenkingen, proces,… kunnen
ze koppelen aan wat er
momenteel in de media
verschijnt. Als ze een leuk
filmpje/reportage/artikel vinden
die hen is opgevallen, dan
mogen ze ook hierover
reflecteren.
- tekst en afbeelding;
- tekst en filmpje ter
illustratie;
- eigen gemaakt filmpje;
- …
Voorbeelden van voorbije
jaren worden kort getoond ter
inspiratie.
Dit zal meetellen als
permanente evaluatie. Ze
kunnen hier misschien ook
zaken van hun POP in
verwerken en omgekeerd.
weken
vragen rond
hebt, stel ze
of mail.
DEEL 2: VOORBEREIDEN
A. De Belgische structuur en bevoegdheden
Kerndoelstellingen:
- de leerlingen kunnen in eigen woorden omschrijven hoe de Belgische staatsstructuur in elkaar zit;
- de leerlingen kunnen een bevoegdheid toewijzen aan de gemeenschappen, gewesten of het federale niveau;
- de leerlingen kunnen in eigen woorden omschrijven wat federale, regionale en Europese verkiezingen betekenen;
- de leerlingen kunnen de verschillende machten opsommen;
- de leerlingen kunnen aanduiden of een gegeven instelling tot de uitvoerende, gerechtelijke of wetgevende macht behoort;
Planning:
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 14
2,5 lesuren
Timing +
grootte
groep
Doelstelling Fase +
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit Media Evaluatie
5’
klas
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden vertellen
waarom gaan
stemmen
belangrijk is;
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden
omschrijven wat
de functie van
politici en de
politiek in het
algemeen is.
- de leerlingen
kunnen vertellen
wanneer de
volgende
verkiezingen zijn;
- de leerlingen
kunnen
omschrijven
waarom dit ‘de
moeder aller
verkiezingen’
wordt genoemd;
herhalingfase We gaan kort in op de voorbije lessen, en wat de
leerlingen hiervan hebben geleerd en onthouden.
Bord:
kernbegrippen
- Waarom
verkiezingen?
- Wat
betekent de
‘Moeder aller
verkiezingen’?
- Is het ook
voor jullie
belangrijk dat
je
(binnenkort)
kan gaan
stemmen?
Waarom?
10’ - de leerlingen Motivatiefase Twee korte filmpjes die ingaan op de complexe Projectie Waar lacht
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 15
Klas kunnen in eigen
woorden vertellen
waarom België
een complex land
is.
In het eerste
filmpje probeert
stand-up
comedian Jeroen
Leenders aan het
Nederlandse
publiek de
structuur van
België uit te
leggen.
Het tweede
filmpje is in het
Engels, maar
wordt op een
leuke manier
ingegaan op de
ingewikkelde
Belgische
structuur.
structuur van België.
http://www.youtube.com/watch?v=HbObwRbnrXY
http://www.youtube.com/watch?v=Ceg6NQKHd70
Laptop
internet
men mee in
deze filmpjes?
10’
Individueel
- de leerlingen
kunnen de
instructies
uitvoeren;
Verwerkingsfase
Verwervingsfase
We overlopen
kort de
opdrachten in
het individueel
leerpad.
Aan de hand van een individueel leerpad zullen de
leerlingen opdrachten moeten uitvoeren die
betrekking hebben op de Belgische staatsstructuur,
de machten, en bevoegdheidsverdeling.
Het leerpad wordt met de leerlingen overlopen.
- Elke leerling
heeft een PC
met internet
verbinding.
- projectie,
laptop,
internet
Begrijpt
iedereen wat
hem/haar te
doen staat?
90’
Individueel
- de leerlingen
kunnen de
instructies
uitvoeren;
- de leerlingen
Verwerkingsfase
Verwervingsfase
Aan de hand van
filmpjes,
Digitaal leerpad - Elke leerling
heeft een PC
met internet
verbinding.
Als er vragen
zijn tijdens de
oefening,
steek je
vinger op en
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 16
kunnen in eigen
woorden
omschrijven hoe
de Belgische
staatsstructuur in
elkaar zit;
- de leerlingen
kunnen een
bevoegdheid
toewijzen aan de
gemeenschappen,
gewesten of het
federale niveau;
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden
omschrijven wat
federale, regionale
en Europese
verkiezingen
betekenen;
- de leerlingen
kunnen de
verschillende
machten
opsommen;
- de leerlingen
kunnen aanduiden
of een gegeven
instelling tot de
uitvoerende,
gerechtelijke of
opdrachten,
invuloefeningen
en andere
krijgen de
leerlingen inzicht
in de Belgische
staatsstructuur,
de scheiding der
machten, en hun
bijhorende
instellingen.
dan kom ik
naar je toe.
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 17
wetgevende
macht behoort;
30’
Groep
Zie hierboven Herhalingsfase
Evaluatiefase
Aan de hand van
quizvragen wordt
de geziene
leerstof uit het
leerpad
herhaald.
Quiz De quizvragen
B. De huidige Vlaamse politieke partijen en hun standpunten = OP1
Kerndoelstellingen
De leerlingen
- kunnen de meeste Vlaamse en de belangrijkste federale politieke partijen opsommen;
- kunnen in eigen woorden weergeven wat de belangrijkste standpunten/kenmerken van elke partij zijn;
- kunnen de meeste Vlaamse partijen op een links-rechts as plaatsen en beargumenteren waarom ze die plaats innemen;
- kunnen de foto’s van de huidige Vlaamse partijvoorzitters/ster linken aan hun partij;
- kunnen hun eigen mening formulering bij de politieke standpunten van minstens 2 partijen;
Planning:
1,5 lesuur
Timing +
grootte
groep
Doelstelling Fase +
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit Media Evaluatie
15’ - De leerlingen Motivatiefase Onderwijsleergesprek Bord
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 18
Klas kunnen in eigen
woorden
omschrijven
waarom de
volgende
verkiezingen ‘de
moeder aller
verkiezingen’
worden genoemd
- De leerlingen
kunnen minstens 3
Vlaamse politieke
partijen
opsommen;
- De leerlingen
kunnen opsommen
wat er op een
stembrief staat;
- De leerlingen zijn
bereid te
participeren aan
het
onderwijsleergespr
ek;
Verwervingsfa
se
Politieke
partijen
Kenmerken
en inhoud van
politieke
partijen
Vorige lessen hebben we stil gestaan bij de verkiezingen op
25 mei 2014.
Wie kan me nog eens zeggen voor welke regio’s we dan
zullen moeten stemmen?
Juist. Laat ons eens stil staan bij de Vlaamse verkiezingen.
Ik ga naar het stemlokaal, krijg daar een stembrief van de
voorzitter…
- Wat staat er dan op die stembrief?
Namen, politici, politieke partijen,…
- Wat is een politieke partij?
Juist. Een politieke partij is een organisatie die deelneemt
aan de verkiezingen en die een bepaalde visie en ideeën
heeft over hoe de samenleving er zou kunnen uitzien.
We gaan eens kijken naar een kort filmpje die ons wat
meer uitleg geeft over politieke partijen. Het is een
Nederlands filmpje maar de inhoud gaat ook op voor België.
Kort filmpje tonen (5’)
Filmpje:
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20121107_politieke
partijen01
In het filmpje hebben ze het over verschillende politieke
partijen, die bij verkiezingen zoveel mogelijk stemmen
proberen te halen.
- Kun je een aantal van die politieke partijen
opsommen die op die Vlaamse kiesbrief kunnen
staan?
Opschrijven op het bord wat er wordt geantwoord.
X, y, z, a, b, c,…
Voorbeeld van een stembrief projecteren.
Projectie
beamer,
laptop,
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 19
Juist. Op die stembrief staan enerzijds de politieke partijen,
een nummer, hun logo, en daaronder een lijst met namen
van mensen die tot die politieke partij behoren.
10’
Klas
- De leerlingen
kunnen de
opgegeven
opdracht
uitvoeren;
Motivatiefase
Verwervingsfa
se
Uitleggen van
de opdracht
adhv
projectie
tabel en
voorbeeld
met 1 of 2
kaartjes uit
enveloppe.
Uitleggen groepsopdracht
Tabel projecteren
Nu is het natuurlijk wel belangrijk dat als je gaat stemmen,
dat je een beetje weet waarvoor elke partij staat, en wie er
lid is van die partij. Om dit eens te testen, zet ik jullie aan
het werk.
Jullie krijgen van mij een groot blad dat ingedeeld is in X
kolommen.
Per kolom dienen jullie bovenaan een naam van een
politieke partij te kleven, en vervolgens:
- de afkorting
- het logo
- kleur
- de politieke familie
- de voorzitter/ster
- 3 belangrijke thema’s van die partij
Je krijgt van mij een enveloppe met kaartjes om te
gebruiken. Jullie krijgen hiervoor 10 minuten de tijd.
Groot blad
met vooraf
getekende
tabel (3)
Enveloppe
met de
nodige
kaartjes
(3)
Kleefband
(3)
Projectie,
beamer,
laptop
Als er iets
niet duidelijk
is, steek
zeker je
hand op.
Wat
bedoelen we
met
politieke
familie?
10’
groepswe
rk
- de leerlingen
kunnen de naam
van de voorzitter,
standpunten, logo
en belangrijke
figuren koppelen
aan de juiste
politieke partij;
- De leerlingen zijn
bereid tot
luisteren, overleg
Verwervingsfa
se
Verwerkingsfa
se
De leerlingen
voeren de
opdracht uit.
De leerkracht
gaat van
groepje naar
Groepswerk Groot blad
met vooraf
getekende
tabel (3)
Enveloppe
met de
nodige
kaartjes
(3)
Kleefband
(3)
De
leerkracht
gaat van
groepje naar
groepje om
eventuele
vragen te
beantwoorde
n.
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 20
en samenwerken; groepje.
10’
Klas
- de leerlingen
kunnen hun
mening mondeling
weergeven;
- de leerlingen
kunnen feedback
geven aan
anderen;
Verwervingsfa
se
Herhalingsfas
e
Evaluatiefase
De
verschillende
politieke
partijen
worden
overlopen.
Om beurt licht een groepje een politieke partij toe, de
andere groepjes geven feedback of stellen vragen ter
verduidelijking.
- Kan iemand nog eens herhalen wat een politieke partij is?
- Wat betekent dat socialistisch?
- wat betekent liberaal?
- Dit weekend stond in de krant dat minister Johan Vande
Lanotte de BTW op energie wil verlagen van 21% naar 6%.
Wat is dit BTW. Als jullie zelfstandig worden en facturen
uitschrijven, hoeveel BTW mogen jullie dan aanrekenen.
Kan iemand mij uitleggen, waarom sp.a en Open Vld voor
dit idee zijn, en CD&V tegen, op basis van wat we hier
hebben gezien?
De
verschillen
de bladen
van het
groepswer
k
Bord
Heeft jullie
groepje
hetzelfde?
Wat hebben
jullie anders,
en waarom?
5’
Klas
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden uitleggen
wat links en rechts
betekent in de
politiek;
Motivatiefase Onderwijsleergesprek
We hebben nu de verschillende politieke partijen wat
naderbij leren kennen. Politici worden niet enkel
onderverdeeld in partijen, maar soms spreekt men ook van
‘linkse’ en ‘rechtse’ politici en partijen. Om te leren wat het
onderscheid is, zullen we kijken naar een korte fragmentje.
Het zijn animatiefragmenten uit Nederland, en dus met
Nederlandse politieke partijen als voorbeeld.
Probeer echter goed de essentie uit het filmpje te
onthouden, want straks gaan jullie dit toepassen op de
Vlaamse politieke partijen.
Filmpje: http://vimeo.com/52019709
Projectie,
Laptop,
Beamer,
internet
10’
Klas
- de leerlingen
kunnen de
essentie halen uit
getoonde
videofragmenten;
Verwerkingsfa
se
Verwervingsfa
se
Herhalingsfas
e
Onderwijsleergesprek
Goed. Het ging hier duidelijk over Nederland, maar welke
begrippen hebben we hier allemaal gehoord?
- progressief
- conservatief
- links
- extreem-links
Bord Weet
iedereen wat
deze termen
betekenen?
Wat is dat
conservatief
?
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 21
- rechts
- extreem-rechts
Deze termen worden op het bord geschreven en toegelicht.
Progressief?
5’
groepje
- de leerlingen
kunnen de
Vlaamse partijen
op een links-rechts
as plaatsen;
- de leerlingen
kunnen
beargumenteren
waarom een
bepaalde partij
links of rechts
wordt genoemd;
Verwervingsfa
se
Verwerkingsfa
se
Ik heb acht vrijwilligers nodig. Indien niemand zich
spontaan opgeeft, neem ik er willekeurig zeven mensen uit.
Elkeen krijgt een groot blad met een politieke partij op. Ze
moeten zich op een links-rechts lijn plaatsen. Ze moeten
dus onderling afspreken wie er naast wie dient te staan.
- 8 A4-
bladen vd
verschillen
de
politieke
partijen
- 2 grote
borden: 1
voor links,
1 voor
rechts
Aan welke
partij
twijfelen
jullie?
Is er iemand
van de
andere
leerlingen
die
misschien
kan helpen?
10’
groepje
- de leerlingen
kunnen de
Vlaamse partijen
op een links-rechts
as plaatsen;
- de leerlingen
kunnen
beargumenteren
waarom een
bepaalde partij
links of rechts
wordt genoemd;
Verwerkingsfa
se
Wie van de andere leerlingen zou iemand op een andere
plaats zetten?
Je mag die persoon verplaatsen.
Zijn de anderen hiermee akkoord?
We merken dat dit niet eenvoudig is.
Probeer in jullie blog aan te geven waar op de links-rechts
as je jezelf zou positioneren en waarom?
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 22
C. Het praktische verloop van campagnevoeren en verkiezingen
Kerndoelstellingen
De leerlingen:
- kunnen in eigen woorden uitleggen wat campagnevoeren inhoudt;
- kunnen de opzet van het project met eigen woorden omschrijven;
- kunnen spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie;
- kunnen in groep overleggen en actief deelnemen;
- kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen.
- zijn bereid samen te werken;
Planning
2 lesuren
Timing
+
grootte
groep
Doelstelling Fase +
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit Media Evaluatie
5’
Klas
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden uitleggen
wat
campagnevoeren
inhoudt;
Motivatiefase De banken staan in 3 eilandjes (2 banken frontaal
tegen elkaar). Rond elk eilandje 4 stoelen zodat de
leerlingen in drie groepjes van 4 zijn opgedeeld.
filmpje over het belang van campagne voeren (1’20’’)
http://www.youtube.com/watch?v=oaob983ar7Y
Projectie
beamer,
laptop,
internet
20’
Klas
- de leerlingen
kunnen in eigen
woorden uitleggen
wat
campagnevoeren
inhoudt;
Motivatiefase
Verwervingsfase
Onderwijsleergesprek
Binnenkort zijn er verkiezingen. Waaraan merken we
dat? Wat doen politici en politieke partijen allemaal om
onze aandacht te trekken?
Wat hebben de partijen allemaal nodig om campagne
te kunnen voeren:
bord
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 23
- partijnaam;
- logo;
- affiches;
- filmpjes,
- geld;
- standpunten;
- vrijwilligers;
- bekende figuren;
- communicatieplan;
- marketingplan;
http://www.youtube.com/watch?v=f-VZLvVF1FQ
Laten we kijken naar een filmpje waarmee President
Obama in 2012 zijn campagne startte. (2’10”)
Wat wordt er in dit filmpje getoond?
Komt de president hier zelf aan het woord?
50’
groepjes
- de leerlingen
kunnen de opzet
van het project met
eigen woorden
omschrijven;
Motivatiefase
Samen met de
leerlingen wordt
de globale
opdracht en de
verschillende
deelopdrachten
overlopen.
De leerlingen zullen per groep van 4 een eigen partij
dienen op te zetten en campagne voeren.
Dit omvat diverse opdrachten:
- De partij heeft betrekking op de school;
- Naam, logo en standpunten (minimum 3 bepalen);
- Campagneplan opstellen;
- Interview met een politicus over campagnevoeren en
verkiezingen;
- Campagneplan uitvoeren;
- Campagnebudget beheren;
- Campagnemedia maken;
- In de projectweek verkiezingen hun medeleerlingen
overtuigen;
- In de projectweek een debat organiseren;
Projectie,
laptop,
beamer,
internet
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 24
- In de projectweek verkiezingen organiseren;
- Minstens 2 keer per week verslag uitbrengen op hun
campagneblog;
25’
Groepjes
- de leerlingen
kunnen opdrachten
zelfstandig
plannen,
organiseren,
uitvoeren,
evalueren en indien
nodig bijsturen.
- de leerlingen
kunnen bij
groepswerk
overleggen en
actief deelnemen;
- kunnen spontaan
gebruik maken van
ICT;
Motivatiefase
Verwervingsfase
We overlopen het
begeleidende
leerpad.
Er is een digitaal leerpad die de leerlingen stap voor
stap begeleid in de uit te voeren opdrachten en nodige
input meegeeft. Er wordt in het leerpad ook telkens
aangegeven wat het eindproduct van deze
deelopdracht is, en hoe, waar en wanneer dit product
dient te worden voorgesteld.
Samen met de leerlingen wordt dit leerpad overlopen.
Er wordt ook stilgestaan bij de wijze van evaluatie.
Is alles
duidelijk?
Zijn er nog
vragen?
Tijdens de
lessen PAV
kunnen
steeds vragen
gesteld
worden. Ook
per mail kan
dit
tussendoor.
DEEL 3: UITVOEREN
Kerndoelstellingen:
De leerlingen
- kunnen een planning opstellen, uitvoeren en eventueel bijsturen;
- in team werken;
- interviewvragen opstellen;
- een interview afnemen;
- het resultaat van een interview verwerken in een digitaal artefact;
- zich mondeling en schriftelijk duidelijk uiten;
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 25
- kunnen een standpunt innemen en dit verwoorden;
- een budget opstellen, opvolgen en bijsturen;
- kunnen spontaan gebruik maken van ICT;
- kunnen een debat organiseren;
- kunnen reflecteren over hun eigen handelen en dit van anderen;
- kunnen een blog bijhouden;
- kunnen problemen oplossen;
- kunnen in discussie gaan met anderen;
Planning
16 lesuren
Met als ondersteuning van een digitaal leerpad enerzijds, en de leerkracht PAV anderzijds gaan de leerlingen per groepje van 4 aan de
slag. Bij het begin van de les wordt er telkens tijd genomen om kort stil te staan bij de uit te voeren opdrachten, en het beantwoorden
van eventuele vragen.
Halfweg de fase van uitvoeren voorzien we een tussentijdse evaluatie. De leerlingen tonen aan elkaar waar ze als groep staan. Vragen
kunnen gesteld worden, en eventuele bijsturingen kunnen gebeuren.
De lessen vinden steeds plaats in het ICT-lokaal zodat de leerlingen indien nodig gebruik kunnen maken van de computer. Er staat ook
een kopieertoestel en printer ter beschikking.
Timing +
grootte groep
Doelstelling Inhoud Product
2u
Kleine groepjes
- de leerlingen kunnen
een eigen naam, logo en
focus van hun partij
benoemen;
- de leerlingen kunnen in
overleg tot 3 belangrijke
issues voor hun partij
komen;
Aan de hand van voorbeelden, en aandachtspunten worden de
leerlingen begeleid in het vinden van een aantal belangrijke
standpunten waar ze rond willen werken. Op basis hiervan
formuleren ze een naam, logo en eventuele slogan.
Naam
Logo
Inhoudelijke
thema’s
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 26
2 u
Kleine groepjes
- de leerlingen kunnen
een planning opmaken;
- de leerlingen kunnen
een taakverdeling
uitwerken;
In hun digitaal leerpad vinden ze een aantal voorbeelden van wat er
allemaal in een campagne dient te gebeuren (oa. adhv zeer korte
filmpjes, maar ook van voorbeeldteksten en invulkaders(vb mail
naar politicus). Op basis hiervan maken ze enerzijds een eigen
planning op, en verdelen ze onderling te belangrijkste taken. Taken
die oa dienen te worden opgenomen:
- politicus contacteren en afspraken mee maken;
- resultaat interview verwerken in een digitaal artefact;
- opmaken van een affiche en logo;
- opstellen van een budget en dit opvolgen;
- fungeren als ‘lijsttrekker’;
- debat organiseren;
- blog bijhouden;
- communicatieplan uitwerken;
- inhoudelijke standpunten uitwerken;
- interne communicatiekanalen afspreken (hoe zullen de
leden onderling met elkaar afspreken en informatie delen?);
Planning
Taakverdeling
Posten dit op hun
blog
1,5 u
Kleine groepjes
- de leerlingen kunnen
hun inhoudelijke
standpunten verwoorden
en verwerken in een
product;
De leerlingen dienen hun 3 inhoudelijke thema’s verder uit te
werken. Waar staan ze voor? Wat willen ze veranderen/behouden?
Waarom? Hoe stellen ze dit visueel voor om mensen snel te kunne
overtuigen? Vb. aan de hand van een flyer, affiche, kort filmpje,
cartoon, object,…
Inhoudelijke
thema’s
weergegeven als
een product
2u
Per 2 personen
De leerlingen kunnen een
interview organiseren;
De leerlingen kunnen een
interview afnemen
De leerlingen maken een afspraak met een politicus. In hun leerpad
vinden ze mogelijke kanalen waarlangs ze dit kunnen doen, alsook
voorbeeld mails of telefoongesprekken.
Ze maken een afspraak, en nemen een kort interview af waarbij ze
ingaan op het belang van verkiezingen, en het campagnevoeren.
2u
Per 2 personen
De leerlingen kunnen het
resultaat van een
interview verwerken in
een digitaal artefact
De inhoud van hun interview verwerken ze in een digitaal product.
Dit kan een powerpointpresentatie zijn, een prezi, een filmpje, een
fotocollage, een liedje,…
Digitaal artefact
dat gedeeld wordt
op hun blog
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 27
5u verspreid
over de
verschillende
weken
1 of 2 personen
van elk groepje
De leerlingen kunnen een
debat organiseren;
De leerlingen kunnen een
planning opmaken;
De leerlingen kunnen
taken verdelen en
opnemen;
Binnen elk groepje wordt er 1 persoon aangeduid die meehelpt bij
het organiseren van het debat dat plaats vindt tijdens ‘de
projectweek verkiezingen’. Samen met een andere leerkracht
spreken ze hier de details voor af, verdelen de taken en koppelt
elkeen terug aan zijn groepje.
Planning
Taakverdeling
8u verspreid
over de
verschillende
weken
1 of 2 personen
van elk groepje
De leerlingen kunnen
verkiezingen organiseren;
De leerlingen kunnen een
planning opmaken;
De leerlingen kunnen
taken verdelen en
opnemen;
Binnen elk groepje wordt er 1 persoon aangeduid die meehelpt bij
het organiseren van de verkiezingen zelf die plaatsvinden op de
laatste dag van ‘de projectweek verkiezingen’. Samen met een
andere leerkracht spreken ze hier de details voor af, verdelen de
taken en koppelt elkeen terug aan zijn groepje.
Taken, oa:
- hoe, wanneer en waar wordt er gestemd;
- opmaken van de stembiljetten;
- stemprocedure;
Planning
Taakverdeling
2u
Klas en anderen
De leerlingen kunnen een
standpunt innemen en dit
verwoorden;
De leerlingen zijn bereid
naar elkaar te luisteren
Tijdens de projectweek wordt er een debat georganiseerd. Een
leerkracht fungeert als moderator. Van elke partij zijn er 2
leerlingen die hun partijstandpunten verdedigen. Het publiek mag
vragen stellen.
Debat wordt
gefilmd.
2u
Klas en anderen
De leerlingen kunnen een
activiteit organiseren en
uitvoeren;
De leerlingen kunnen een
planning nauwgezet
volgen;
Tijdens de laatste dag van de projectweek worden er verkiezingen
georganiseerd. Alle leerlingen van het laatste jaar kunnen hun stem
uitbrengen op één van de voorgestelde partijen. De leerlingen uit
het groepje voor de organisatie van de verkiezingen leggen de
andere leerlingen uit hoe ze geldig kunnen stemmen. De uitslag
wordt bekend gemaakt door de voorzitter van het stemlokaal.
Stembiljetten
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 28
DEEL 4: REFLECTEREN
Kerndoelstellingen:
De leerlingen
- kunnen reflecteren over hun leerproces;
- hun vorderingen aantonen aan de hand van bewijsmateriaal;
- feedback geven aan elkaar;
Planning:
2 lesuren
Individuele reflectie
- Tijdens het project heeft elke leerling een blog bijgehouden. Hier hebben ze telkens iets gepost wat ze hebben geleerd, wat hen in de
actualiteit is opgevallen,…
- Tijdens het project hebben ze met hun groepje ook een aantal ‘producten’ gemaakt, die hun inzet en doorgemaakt proces mee vorm
geven.
- Na het project zal elke leerling individueel reflecteren met de hand-methode.
Elkeen moet de omtrek van zijn hand teken op een blad papier.
Bij de duim: Wat vonden ze tof aan het project? En waarom?
Bij de wijsvinger: Waarvoor moeten ze oppassen? Wat is een aandachtspunt voor hen? En waarom?
Bij de middelvinger: Wat was echt niet leuk? En waarom?
Bij de ringvinger: Wat zullen ze koesteren? Waarover waren ze echt trots op zichzelf?
Bij de pink: Waarin willen ze zelf nog groeien? Iets wat ze leuk, belangrijk vinden, maar volgens hen nog wel wat beter in kunnen/moeten
worden?
Groepsreflectie
Daarnaast gaan de leerlingen ook elkaar evalueren.
Op een tafel worden er allerlei kaarten gelegd. Sommige met afbeeldingen (vb. postkaarten die gratis kunnen meegenomen worden in
cafés), ook met werkwoorden of gewoon zelfstandige naamwoorden.
Bedoeling is dat de leerlingen elk drie kaarten uitnemen. De eerste kaart zullen ze aan een medeleerling geven en zeggen waarom.
Bijvoorbeeld “Ik geef een kaart met ‘steen’ erop aan jou, omdat je erg hard overkomt soms, maar ook omdat ik op je kan bouwen.”
Sissi Vlamynck DCO 2013-2014 Pagina 29
De tweede kaart geven ze aan hun subgroep of aan de ganse groep, en zeggen waarom. Bijvoorbeeld “Ik geef het kaartje ‘bliksem’ aan
de groep omdat het hier soms enorm kan knallen en ik vind dat we er iets moeten aan doen.
Met de derde kaart moeten ze iets over zichzelf zeggen met betrekking tot het project.
Natuurlijk mogen de anderen steeds hun mening geven over wat er gezegd wordt.
Bronnen:
Leerplan Gemeenschapsonderwijs, BSO, 3e graad, 2e jaar, PAV 4u lestijden/week – leerplannummer 2004/262.
www.dekrachtvanjestem.be
- De kracht van je stem. Verkiezingen en politieke partijen module 3
http://www.bpol.be
http://www.verkiezingen.fgov.be
http://www.klascement.be
Hoogeveen, P., Winkels, J., Het didactische werkvormenboek. Variatie en differentiatie in de praktijk. Van Gorcum, Assen, 2011.