openbare basisschool
TRANSCRIPT
1
openbare basisschool
2
Inhoud
Voorwoord………………………………………………………………………………………………………………………
3
Uitleg van onze naam……………………………………………………………………………………………………
5
Geschiedenis van De Hasselbraam……………………………………………………………………………….
6
Stichting Westerwijs……………………………………………………………………………………………………..
7
De school……………………………………………………………………………………………………………………….
8
De visie van de Hasselbraam……………………………………………………………………………………….
8
Uitgangspunten……………………………………………………………………………………………………………..
10
Het schoolklimaat………………………………………………………………………………………………………….
11
Beleid en organisatie…………………………………………………………………………………………………….
12
Inhoud van de lessen……………………………………………………………………………………………………
25
Organisatie van de zorg………………………………………………………………………………………………..
30
Contacten met ouders…………………………………………………………………………………………………..
39
Bijzondere activiteiten…………………………………………………………………………………………………..
46
Tot slot……………………………………………………………………………………………………………………………
49
Bijlage:
Adressen……………………………………………………………………………………………………………………….. 50
Informatie op internet…………………………………………………………………………………………………. 51
3
Deze illustratie van De Hasselbraam is voor ons geschilderd door één van de ouders - Hans Barf - en hangt bij de kleuteringang aan de wand.
Voorwoord van “De Hasselbraam”
In deze schoolgids 2015-20156 presenteert de school de beleidsmatige en
onderwijskundige zaken. Wijzigingen in de praktische, dagelijkse schoolpraktijk vindt u
niet meteen terug in deze schoolgids, maar uiteraard wel in de 2-wekelijkse nieuwsbrief
en het informatieboekje.
Wij beschrijven in deze schoolgids onder andere de volgende onderwerpen:
de wettelijke kaders van diverse onderwerpen;
de visie van de school op het onderwijs;
de doelen en resultaten, die we nastreven;
de opbrengsten;
de organisatie;
de werkwijze;
de leermiddelen en
de communicatie tussen ouders en school.
Kortom: al datgene wat we doen om uw kind te begeleiden in haar/zijn totale
ontwikkeling en groei.
In het kader van de leesbaarheid spreken we in deze schoolgids over ouders, terwijl we
daar tevens de verzorgers van de leerlingen mee bedoelen.
4
“De Hasselbraam” streeft ernaar een professionele en lerende organisatie te zijn. Dat
betekent dat het team planmatig en structureel werkt aan ontwikkeling en verbetering
van de organisatie en ook aan haar eigen kwaliteiten. De scholing van teamleden krijgt
grote aandacht.
In samenspraak met de ouders van de medezeggenschapsraad (MR) en de
Oudervereniging (OV) en de klankbordgroep proberen we de school voor alle
betrokkenen zo goed mogelijk te organiseren. Hierbij zijn de doelen, die we nastreven
natuurlijk leidend. Veel aandacht schenken we aan een goed en veilig pedagogisch
klimaat, een kwalitatief goed onderwijsproces en betrokkenheid van ouders bij de school.
Onze missie luidt:
Plezierig samen leren!
Aan het begin van het schooljaar ontvangt u het informatieboekje, hierin vindt u
praktische zaken zoals:
de groepsindeling;
de schooltijden, de margedagen en het vakantierooster;
de leerlingenlijsten met adresgegevens;
de regels van de leerplichtwet.
We vinden een goede, transparante en open communicatie met de ouders van groot
belang. We hebben een gezamenlijke doelstelling, een optimale ontwikkeling van uw
kind.
Met vriendelijke groeten,
Mede namens het team, de MR en de OV,
Henriëtte Bakker
Directeur a.i.
5
Uitleg van onze naam
De naam “De Hasselbraam” past goed bij een school. Het is een
fantasienaam en kinderen mogen graag fantaseren. Het verhaal
waarin de Hasselbraam voorkomt speelt zich af in een kinderboek
van A.M.G. Schmidt, getiteld “Pluk van de Petteflet”. Wij hebben op
school ons leesplan, waarmee wij uitstralen het lezen zeer belangrijk
te vinden.
In het kinderboek “Pluk van de Petteflet” wordt een groot probleem
opgelost door een struik, genaamd “De Hasselbraam”.
Wanneer je een braam van “De Hasselbraam” eet, word je vrolijk en
ga je spelen. Je kijkt met een zonnige blik de wereld in. En dat is
precies wat we met onze school willen uitstralen: vrolijke spelende
kinderen, die zich op “De Hasselbraam” kind zullen voelen.
Deze naam past bijzonder goed in de wijk Oostindie. Veel namen van straten in deze wijk
hebben de naam van een boom of een struik.
6
Geschiedenis van “De Hasselbraam” (voorheen “De Centrumschool”)
“De Centrumschool” was een school met een lange historie. Vanaf de 19e eeuw was les
gegeven in een gebouw aan de Tolberterstraat.
Jarenlang was er in het dorp Leek maar 1 school waar openbaar lager onderwijs werd
gegeven. Pas in 1963 kwam daar verandering in, toen het dorp Leek zich in korte tijd
snel uitbreidde, vooral onder invloed van een toenemend aantal bedrijven.
In 1956 werd aan de Samuël Leviestraat een zes-klassig schoolgebouw in gebruik
genomen. In 1989 heeft een ingrijpende verbouwing plaats gevonden van het
schoolgebouw, met als voornaamste doel – naast een modernisering van het geheel –
een aantal leslokalen te creëren voor het kleuteronderwijs.
Vele jaren heeft het gebouw van “De Centrumschool” onderdak geboden aan diverse
generaties leerlingen. Een periode was het gebouw te klein. Uit nood werd les gegeven in
de gemeenschapsruimte ”Het Centrum” genaamd, in de personeelskamer en boven de
gymzaal naast de school.
Op 26 juni 2010 is een laatste reünie in het gebouw aan de Samuel Leviestraat
gehouden. Vele oud-leerlingen haalden goede herinneringen op aan de schooltijd in het
gebouw.
De leerlingen van dat moment deden mee aan een prijsvraag voor een nieuwe
schoolnaam.
De school is verplaatst naar de nieuwbouwwijk Oostindie waar straatnamen naar bomen
en struiken worden genoemd.
De school maakte in het schooljaar 2010-2011 een nieuwe start als partner van de
Brede School Oostindie. Zij betrok samen met CBS Van Panhuys en de SKSG
(kinderopvang) een semi-permanent gebouw. Inmiddels is de kinderopvang in een eigen
gebouw gehuisvest. Beide gebouwen zijn semi-permanent, omdat er op termijn
nieuwbouw zal plaatsvinden.
7
Stichting Westerwijs
OBS De Hasselbraam valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de stichting
Westerwijs. Deze stichting bestuurt alle openbare scholen in de gemeenten Grootegast,
Leek, Marum en Zuidhorn. De directie van iedere school is verantwoordelijk voor het
onderwijs aan de kinderen en de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Het
bestuur en de dagelijkse leiding van de stichting Westerwijs is in handen van de
algemeen directeur. dhr. G.Rotman.
Alle onder Westerwijs resorterende scholen streven naar:
1. Heldere en gedeelde focus (waarden, missie en visie)
2. Hoge verwachtingen van leerlingen, medewerkers en systemen
3. Effectief leiderschap van management en leerkracht
4. Hoog niveau van samenwerken en communicatie
5. Van standaarden afgeleid curriculum (referentieniveaus, doelen, leerlijnen)
6. Regelmatig evaluatie van het onderwijs
7. Nadruk op hoe kinderen leren en zich ontwikkelen, minder op onderwijzen.
8. De virtuele ontwikkelomgeving maakt onderdeel uit van het onderwijs en van de school.
9. Focus op professionele ontwikkeling
10. Stimulerende leeromgeving
11. Educatief partnerschap met ouders
12. Eigenaarschap van de lerende
13. Ruimte voor uniciteit voor de scholen
Meer informatie over Westerwijs is te vinden op de website: www.westerwijs.nl
8
De school
Openbaar onderwijs
“De Hasselbraam” is een openbare basisschool. Openbare scholen staan open voor alle
kinderen, ouders en personeel ongeacht godsdienst, levensbeschouwing, geaardheid,
culturele- en/of sociaal economische achtergrond. Openbare scholen werken niet vanuit
een bepaalde godsdienst of levensovertuiging. Zij zijn daarmee een goede afspiegeling
van onze maatschappij.
Kenmerken van de openbare school zijn:
algemene toegankelijkheid;
het niet discrimineren van ouders, leerlingen en personeel op grond van godsdienst,
levensbeschouwing, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid of op welke
grond dan ook;
een goed geregelde medezeggenschap voor ouders en personeel;
het geven van gelegenheid tot het volgen van Godsdienstonderwijs of Humanistisch
Vormingsonderwijs (bij ons in de groepen 5 en 6).
De Brede School
Per 1 november 2010 is onze school partner in de Brede School Oostindie geworden.
Samen met de cbs Van Panhuys en de SKSG (kinderopvang) wordt gestreefd naar een
optimale opvang van alle kinderen in de wijk Oostindie.
De drie organisaties versterken elkaar waar mogelijk en behouden tegelijkertijd hun
eigen identiteit.
De komende jaren zal het proces van samenwerking leiden tot een verdere groei van
de Brede School.
Als motto is gekozen voor:
Opgroeien met respect voor elkaar.
De visie van “De Hasselbraam”
We streven naar optimale groei en ontwikkeling, zodat de kinderen tijdens hun
schoolloopbaan gelukkig zijn en ook later een gelukkig mens worden in onze steeds
dynamischer wordende maatschappij. Het leren in de 21-ste eeuw is een continu proces.
Onze missie luidt:
Plezierig Samen Leren
Het allerbelangrijkste in onze school blijft: het zich veilig voelen van kinderen. Je groeit
en leert meer als je het naar je zin hebt.
Daarbij is respect voor elkaar zeer belangrijk. Andersdenkenden zijn een even waardevol
mens als jij. Iets voor elkaar over hebben en elkaar helpen vinden we belangrijk.
Ieder kind is uniek en mag er zijn. Ieder heeft zijn eigen talenten en kwaliteiten. Die
talenten aandacht geven levert veel op.
De school heeft de hoofdtaak om de kinderen taal, rekenen, technisch en begrijpend
lezen en spelling zo goed mogelijk aan te leren. De einddoelen van het basisonderwijs
moeten door alle kinderen gehaald worden. Het opbrengstgericht werken staat de laatste
jaren enorm in de belangstelling en de inspectie houdt het toezicht. Wij doen ons uiterste
best om onze doelen te realiseren.
9
Daarbij houden wij rekening met verschillen tussen kinderen in mogelijkheden en
interesses. We geven hen zelf verantwoordelijkheid om zelf doelen te stellen en beter te
worden.
Het afwisselend werken met
het hoofd,
het hart
en de handen
geeft ieder kind ruimte om tot bloei te komen.
Het zelfstandig zijn en werken en het kunnen samenwerken met anderen is voor de
toekomst in de maatschappij een belangrijke voorwaarde tot het worden van een
gelukkig mens.
De (culturele) wereld om te verkennen wordt gedurende de basisschool steeds groter.
Het eigen gezin, de eigen familie, de straat, gemeente Leek, provincie, Groningen,
Nederland, Europa. We zijn allen het meest betrokken bij onze eigen omgeving en onze
ervaringen in die wereld.
Samen met ouders en kinderen gaan wij met ons hoofd, hart en handen voor GOUD!
Hoofd, hart en handen op elke 1e donderdagmiddag van de maand: koken
10
Uitgangspunten
We:
gaan uit van datgene wat de kinderen in de toekomst nodig zullen hebben: de zgn.
twenty-first skills.
Dat zijn: Creativiteit, Sociale vaardigheden, Kritisch denken, Communicatie, Culturele
vaardigheden, Samenwerken, Probleemoplossend vermogen, Mediawijsheid, ICT-
geletterdheid
werken met alle kinderen, leerkrachten en ouders samen aan een positief schoolklimaat,
waarin ieder gerespecteerd wordt en zich veilig voelt
o goed naar elkaar luisteren
o elkaar goed leren kennen (Gouden weken)
o duidelijke afspraken en verwachtingen
o heldere communicatie in woord en schrift
leren kinderen goed omgaan met verschillende leeftijden
o regelmatig activiteiten met kinderen uit verschillende leeftijdsgroepen (bijv. middagen
hoofd-hart-hand)
o tussen de middag-opvang
o met aandacht voor een ononderbroken ontwikkelingslijn
o met mogelijkheid voor een vakgebied groep doorbrekend te verwerken
waarderen verschillen in mogelijkheden wat betreft:
o het cognitieve niveau – indien nodig een eigen leerlijn met hoger of lager niveau
o het werktempo
o talenten en interesses
werken groepsgericht aan hoge opbrengsten voor taal, rekenen, technisch en begrijpend
lezen, spelling, waarbij we effectieve instructie geven
maken gebruik van moderne methoden en materialen en blijven op de hoogte van
moderne ontwikkelingen en inzichten
o gezamenlijke scholing van het team is essentieel
o inzet van digitale middelen
houden rekening met maatschappelijke ontwikkelingen en anticiperen op gebeurtenissen
in de omgeving
o met prioriteit voor het bereiken van de eigen gestelde doelen
o zorg voor het milieu is van groot belang
o gericht werken aan het bevorderen van gezond gedrag **
door aandacht voor hygiëne, beweging en goede voeding
stimuleren zelfstandigheid wat betreft
o dagelijkse gewoontevorming en zelfredzaamheid
o keuze van de bezigheden – inhoud
o het stellen van je eigen doelen en het plannen van taken
o het oplossen van problemen
plannen de onderwijstijd zorgvuldig en variëren in aanbod van samenwerkingsvormen
geven veel aandacht aan een gezonde en veilige speel- en werkomgeving
11
*** Gezond gedrag opmerking:
Hoewel de eindverantwoordelijkheid bij de ouders ligt, vinden we dat de school een
duidelijke opvoedkundige en voorlichtende rol kan vervullen. De afspraken voor het
meenemen van fruit, drinken en het douchen na de gym zijn voorbeelden. Een goede
afstemming met de ouders over deze opvoedkundige taak is van belang.
Het schoolklimaat
Als kinderen met plezier naar school gaan, ontwikkelen ze zich beter en gaat het leren
meer “vanzelf”. Ze moeten zich op school veilig en op hun gemak voelen. Dit geldt voor
hun eigen groep, maar zeker ook voor de rest van het schoolgebouw en voor het
schoolplein.
Een positieve benadering van alle kinderen, ouders en situaties is daarbij essentieel.
De kinderen spelen voor schooltijd samen buiten met de kinderen van cbs Van Panhuys.
Tussen de middag zijn alle kinderen van De Hasselbraam samen buiten, zij spelen met
elkaar van groep 1 t/m groep 8. De meeste kinderen kennen elkaar bij de naam.
In het gebouw hebben beide scholen voor hun groepen een duidelijk zichtbaar deel.
Ook de gedragsregels voor het gebruik van de centrale ruimtes en tijdens het
gezamenlijke buiten spelen zijn voor alle kinderen gelijk. Daarmee proberen we een
veilig en prettig leef-, speel- en werkklimaat voor alle kinderen, ouders en leerkrachten
te creëren.
Normen en waarden in de school
Respect voor elkaar is waarde nummer 1!
We hebben een aantal duidelijke verwachtingen voor de omgang met elkaar
geformuleerd.
Verwachtingen van kinderen, ouders en leerkrachten. Deze staan vermeld in het
informatie-boekje en hangen duidelijk zichtbaar in school aan de wand. Hiermee stralen
wij uit dat een eerlijke en open communicatie met iedereen voor ons een belangrijke
waarde is.
Aan de hand van genoemde verwachtingen worden er in de eerste schoolweken in alle
groepen specifieke regels en afspraken met de kinderen gemaakt.
Dit zijn De gouden weken:
Tijdens de eerste vier weken van het nieuwe schooljaar worden in alle groepen spelletjes
gedaan, waarbij de kinderen elkaar goed leren kennen. Deze zgn. „energizers‟ worden
tussen de reguliere lessen door gedaan, waardoor ook even een afwisseling in stilzitten
en bewegen plaatsvindt. Er zitten ook samenwerkingsspelen bij, waardoor je ook met
kinderen uit je groep, die je normaal gesproken zelf niet kiest, moet samenwerken. Deze
groepsvormende activiteiten zijn bepalend voor een goede (werk)sfeer, waar de groep
de rest van het schooljaar plezier van heeft. In sommige groepen kan het nodig zijn om
in januari van het schooljaar nog twee weken „op herhaling‟ te gaan. Dit worden de zgn.
zilveren weken genoemd.
Bij De gouden weken is het contact met de ouders van cruciaal belang om het tot een
succes te maken. Wanneer de ouders en de leerkracht op één lijn zitten zullen de
kinderen het gevraagde gedrag sneller aanvaarden en leren.
In dit kader is de eerste ronde 10-minutengesprekken al in het begin van het schooljaar
gepland. De ouders kunnen de leerkracht beter leren kennen en voor hen belangrijke
informatie over hun kind aan de leerkracht vertellen. Dat komt het begrip over en weer
ten goede, het zorgt voor een betere verstandhouding en dus is het voor het kind beter.
Naast De gouden weken worden er lessen gegeven die specifiek op bepaalde thema's
gericht zijn. Bijvoorbeeld: hoe zeg je dat je graag mee wilt spelen. Of wat doe je als
iemand tegen je aanbotst of je speelgoed afpakt? Dit kan naar aanleiding van de
actualiteit zijn, maar het aanleren van normen en waarden zit ook in ons lesprogramma.
12
Er wordt gewerkt met “Zien”, een specifiek leerlingvolgsysteem om de sociaal
emotionele ontwikkeling van de kinderen goed in kaart te brengen.
KIVA
Het Ministerie heeft KiVa goedgekeurd om als anti-pest programma in te zetten.
De Van Panhuys en De Hasselbraam nemen reeds twee schooljaren als controleschool
deel aan het KiVa-onderzoek. Leerlingen van de groepen 4 t/m 8 hebben vragenlijsten
ingevuld over hun welbevinden in de groep.
Vanaf van het schooljaar 2014-2015 zijn beide scholen een KiVa-school. Dit houdt in dat
we het KiVa-programma in de scholen inzetten. De lessen zijn beschikbaar voor de
groepen 5 t/m 8 en met ingang van het schooljaar 2015-2016 zijn er ook lessen voor de
onderbouw ontwikkeld beschikbaar.
Onderdeel van het KiVa programma is, dat er onderzoek naar resultaten wordt gedaan:
in de loop van het schooljaar vullen de kinderen van de groepen 4 t/m 8 twee keer een
vragenlijst in, de resultaten hiervan komen terecht bij de leerkrachten, zodat zij de
beschikbare kennis kunnen benutten om hun lessen en de begeleiding van de kinderen
indien gewenst kunnen aanpassen.
We gaan er zonder tegenbericht van uw kant van uit dat ook uw kind hieraan mag blijven
meedoen.
KiVa is een anti-pestmethode. Het programma richt zich niet allen op de pester of het
slachtoffer, maar op de groep als geheel. Uitgangspunt is dat alle leerlingen bij het
probleem van pesten betrokken worden: ze leren over de verschillende rollen bij pesten
en denken samen na over oplossingen.
Er zijn 10 thema‟s waaraan gewerkt gaat worden. Enkele zijn: Iedereen verdient respect,
Wat is communicatie? Herken pesten.
De tien KiVa-regels zijn:
1. We doen aardig tegen elkaar en behandelen anderen met respect
2. We maken er samen een fijne groep van
3. We praten met elkaar
4. We willen dat pesten stopt
5. We willen dat ook verborgen pesten stopt
6. We houden er rekening mee dat pesten heel lang pijn doet
7. We zeggen tegen pesters: stop ermee
8. We helpen gepeste kinderen
9. We lossen pesten als groep op
10. We blijven ons houden aan dit KiVa-contract
Beleid en organisatie
Planmatig werken
De school werkt met een kwaliteitscyclus: Schoolplan - Schooljaarplan -
Schooljaarverslag.
In het schoolplan zijn de plannen voor 4 schooljaren vastgelegd.
Het schooljaarplan geldt voor 1 schooljaar. Voor het team en de directie is het prettig om
planmatig te werken. Je weet aan welke zaken aandacht besteed gaat worden.
In verband met het tegengaan van overbelasting en werkdruk voor zowel leerkrachten
als kinderen kunnen we op basis van het jaarplan ook bewust keuzes maken om
bepaalde zaken of activiteiten (nog) niet aan te pakken.
In dit kader geldt zeker de regel:
niet het vele is goed, maar het goede is veel.
13
Het schooljaarverslag is bedoeld als een verantwoordingsdocument
Het is voor team en directie een terugblik op het afgelopen schooljaar: het vaststellen
van behaalde resultaten als opmaat voor het formuleren van de beleidsvoornemens voor
het nieuwe schooljaar. Tevens is dit document een verantwoording naar externen: het
schoolbestuur, de ouders en de inspectie. Elk hoofdstuk bevat een conclusie met
eventuele actiepunten voor het nieuwe schooljaar.
Eens in de 4 jaar wordt er een enquête gehouden onder de ouders over een groot aantal
aspecten van het onderwijs. Deze gegevens worden grondig bestudeerd en geanalyseerd
in zowel het team als de medezeggenschapsraad (MR). Ook de kinderen van de groepen
5 t/m 8 wordt eens in de 4 jaar gevraagd naar hun mening over de school in al zijn
facetten.
Alle verzamelde gegevens leiden tot eventuele plannen van aanpak, vastgelegd in een
nieuw schoolplan.
Samenstelling van de groepen
De kinderen zijn aan de hand van hun leeftijd en het niveau verdeeld over
6 (combinatie)-groepen: 0/1, 2/3, 3/4, 5/6, 7 en 8. Het onderwijs en de werkwijze op
school wordt afgestemd op het werken met deze vaste (combinatie)groepen.
Een combinatiegroep betekent, dat één leerkracht twee groepen onder zijn/haar hoede
heeft.
De groepen krijgen binnen hun combinatieklas groepsgewijze instructie. Dit wordt
leerstofjaarklassensysteem genoemd.
De kleutergroepen zijn heterogeen van leeftijd. Daar zien wij grote voordelen in. Zie
hieronder bij “Sociaal emotionele ontwikkeling” voor een uitleg over het waarom.
In een combinatiegroep wordt meer dan in een enkele groep een beroep gedaan op de
zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van de kinderen.
Zelfstandig werken kunnen sommige kinderen niet uit zichzelf. Het moet hen aangeleerd
worden. Niet steeds komen vragen, zelf kiezen wat je doet, zelf het antwoord zoeken op
je vraag, wachten tot de leerkracht tijd heeft om iets uit te leggen, andere kinderen niet
storen tijdens het werk, je vragen opsparen. Voor dit zelfstandig werken is voor alle
groepen een duidelijke werkwijze ontwikkeld, waarbij een beroep wordt gedaan op het
vermogen om jezelf te redden en je tijd goed te besteden. Met een duidelijk teken wordt
aangegeven of er zelfstandig gewerkt wordt of dat er vragen mogen worden gesteld aan
andere kinderen of de leerkracht. Het elkaar helpen (tutor), heeft een grote
pedagogische waarde. Bovendien leren kinderen ook zelf van het uitleggen aan andere
kinderen.
Wanneer de school gaat groeien, en dat is de verwachting in de nieuwbouwwijk
Oostindie, zullen er minder combinatieklassen gevormd behoeven te worden. Dit is
uiteraard afhankelijk van het leerlingenaantal per groep. Stichting Westerwijs stelt,
indien noodzakelijk voor het goed formeren van groepen extra formatie beschikbaar.
Ieder jaar is er extra formatie om de groepen 1 t/m 4 de gehele week naar school te
laten gaan.
14
Bezoek groep 5 aan de Cazemierboerderij in Tolbert – onderdeel van het Erfgoed
Educatieprogramma
Sociaal emotionele ontwikkeling
We vinden dat het werken met gemixte leeftijden in de kleuterklas op sociaal emotioneel
gebied een duidelijke meerwaarde heeft. De oudere kinderen helpen de jongere. Je bent
het ene jaar de jongste en het jaar daarna de oudste van je klas. Wanneer je op
bepaalde terreinen nog niet zo sterk bent of juist heel goed, vind je binnen je groep altijd
kinderen waar je je aan op kunt trekken of die je kunt helpen. Hiermee wordt de sociaal
emotionele ontwikkeling gestimuleerd.
De groepen 3 t/m 8 komen ook regelmatig met andere leeftijdsgroepen in aanraking.
Uiteraard al doordat zij in een combinatieklas werken. Ook bij het leesplan (lezen op
niveau in kleine groepen) en bij bijzondere activiteiten ontmoeten zij kinderen van
andere groepen. Bij de sportdag, de meesters- en juffendag, (kerst)workshops, de
eindejaarsviering: steeds worden gemixte groepjes kinderen samengesteld. Het
stimuleren van de sociaal emotionele ontwikkeling en de sociale vaardigheden is daarbij
ons doel. Het levert ook een positieve sfeer in de school op.
Tussen de middag spelen de kinderen van de groepen 1 t/m 8 allemaal samen een half
uur lekker buiten.
Jaargroepen doorbrekend werken
Bij jaargroep doorbrekend werken gaan kinderen, indien nodig en mogelijk, de lessen
voor een bepaald vakgebied volgen in een andere jaargroep.
Dit gebeurt met leerlingen die een bepaalde begaafdheid hebben voor een of meer
vakgebieden of juist met leerlingen die meer moeite hebben met een bepaald vak.
Om dit te kunnen realiseren worden de vakken: taal, spelling, rekenen en
begrijpend lezen vanaf groep 3 in de hele school op dezelfde tijd aangeboden. Leerlingen
kunnen op deze manier in een andere groep de lessen volgen.
15
Ook wordt er gewerkt met een systeem waarbij de leerlingen vanaf groep 5 bij een
aantal vakgebieden een tweejaarlijks programma volgen. In de groepen 7 en 8 wordt
bijv. het ene jaar het aardrijkskundeprogramma van groep 8 gevolgd, het jaar
daaropvolgend het programma van groep 7. Op deze manier wordt er rust en
duidelijkheid gecreëerd voor de leerlingen, maar ook voor de leerkrachten, terwijl de
kinderen toch alle lesstof krijgen aangeboden.
Bij het lezen( zgn. leesplan) worden de kinderen van groep 4 t/m 8 aan de hand van hun
AVI-leesniveau in kleine groepen ingedeeld. Vijf dagen per week krijgen zij extra
instructie / leestijd. Aan de hand van de toetsresultaten worden zij 4 keer per jaar weer
opnieuw op hun eigen leesniveau ingedeeld.
Het personeel
Er zijn 12 leerkrachten, 1 vakleerkracht lichamelijke opvoeding, 1 administratief
medewerkster, 1 conciërge. De directeur van de school is drie dagen van de week
aanwezig. In nood is de directie altijd via mail of mobiel bereikbaar. Binnen het team zijn
duidelijke afspraken voor waarneming gemaakt.
Er wordt binnen het team gewerkt volgens het afgesproken taakbeleid.
Voor algemene taken, buiten het lesgeven om, zijn er werkgroepen samengesteld.
Ook zijn er coördinatoren voor zorg, taal/lezen, meer-begaafdenbeleid, KiVa, ICT en
NDCE (Natuur, Duurzaamheid en Cultuur-Educatie).
In alle groepen kunnen stagiair(e)s aanwezig zijn, vanuit onderwijsopleidingen,
bijvoorbeeld van de PABO en/of opleidingen voor klassen-assistent of onderwijsassistent.
In de groepen 5 en 6 bestaat de mogelijkheid om (bij voldoende deelname) gedurende
45 minuten per week lessen te volgen in Godsdienstig vormingsonderwijs of
Humanistisch vormingsonderwijs. Hiervoor komt 1 keer per week een gespecialiseerde
leerkracht.
Aanmelding en toelating
Ouders van leerlingen die in de loop van het komende schooljaar 4 jaar worden,
ontvangen in februari van de gemeente waarin zij wonen een brief over de aanmelding.
De aanmelding moet worden gezien als een verzoek tot toelating op de school. Van de
school ontvangt u een inschrijfformulier. Dit bewijs van inschrijving moet worden gezien
als de formele toelating op de school. Hierop is de Algemene Wet Bestuursrecht van
toepassing.
Als er sprake is van meer aanmeldingen voor een school dan er ruimte beschikbaar is,
dan kan het bestuur besluiten uw plaatsingsverzoek van uw eerste voorkeur niet te
honoreren.
Wettelijk is het zo geregeld dat, wanneer leerlingen de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden
hebben bereikt, ze een aantal dagdelen te gast mogen zijn in de groep waarin ze worden
geplaatst. De betrokken school maakt van tevoren hierover afspraken met de ouders
(voor onze school: zie blz. 35, Contacten met ouders).
Vanaf de dag dat een kind 4 jaar wordt kan het volledig tot de school worden toegelaten.
Alle scholen staan in principe open voor alle kinderen.
Openbare basisscholen zijn algemeen toegankelijk voor alle leerlingen zonder
onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. Er bestaat echter een beperkt aantal
gronden waarop een leerling geweigerd kan worden.
Binnen stichting Westerwijs wordt hiervoor het protocol “toelaten, schorsen en
verwijderen van leerlingen in het basisonderwijs” gehanteerd.
16
Beleid toelating, schorsing en verwijdering
Toelating
Alle scholen staan in principe open voor alle kinderen. Openbare basisscholen zijn
algemeen toegankelijk voor alle leerlingen zonder onderscheid naar godsdienst of
levensbeschouwing. Er bestaat echter een beperkt aantal gronden waarop een leerling
geweigerd kan worden. In dat geval ligt er dan een relatie met rust en orde op school of
met de constatering dat de school de vereiste zorg niet kan bieden, bijvoorbeeld wanneer
het kind nog niet zindelijk is, of wanneer het kind pedagogisch niet aanspreekbaar is.
In het School Ondersteunings Profiel (SOP) van de basisscholen staat uitgebreid
beschreven hoe de scholen omgaan met kinderen die belemmeringen ondervinden in hun
ontwikkelingsproces en/of hun gedrag.
Het School Ondersteuningsprofiel ligt op iedere school ter inzage.
In dit document wordt tevens beschreven hoe de scholen omgaan met een aanmelding
van een leerling met een dergelijke handicap.
Het School Ondersteunings-profiel van onze school ligt ter inzage in de personeelsruimte.
In de wet op het Primair Onderwijs, in artikel 40, zijn zorgvuldigheidseisen opgenomen,
wanneer een leerling niet wordt toegelaten op de school. De te volgen procedure is de
volgende:
het bestuur deelt een besluit dat een leerling niet wordt toegelaten schriftelijk en
gemotiveerd aan de ouders mee;
binnen zes weken kunnen de ouders bezwaar maken tegen dit besluit;
de ouders worden gehoord;
binnen vier weken na het bezwaarschrift volgt de beslissing. Ouders kunnen eventueel
een civiele procedure starten.
Er is sprake van een weigering, wanneer het bestuur van de stichting Westerwijs het
verzoek van de ouders afwijst om hun kind toe te laten.
Weigeringsgronden kunnen zijn:
- De school kan de nodige zorg niet bieden
- Er dreigt ernstige verstoring van de rust en orde
Schorsing en verwijdering
Als een leerling zich niet aan de afgesproken regels houdt, zal de leerkracht of de
directeur contact opnemen met de ouders. Indien geen verbetering optreedt en de
leerling door dit onacceptabele gedrag het onderwijsproces van andere kinderen ernstig
benadeelt, kan het bestuur overgaan tot schorsing of (tijdelijke) verwijdering van de
leerling. Gelukkig komen dergelijke situaties zelden voor. In voorkomende gevallen
zullen leerkracht, directie en de leerplichtambtenaar met de ouders de wettelijke
procedure hiervoor doornemen. Op onze schoolligt het protocol schorsing en verwijdering
ter inzage in de personeelsruimte.
De te volgen procedure t.a.v. schorsing en verwijdering is de volgende:
Schorsing
Schorsing is aan de orde, wanneer het bestuur of de directie bij ernstig wangedrag
onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Over
schorsing is in de Wet op het Primair Onderwijs niets geregeld.
Uit het oogpunt van zorgvuldigheid hanteert het bestuur de volgende procedure:
Het bestuur kan een leerling voor een beperkte periode schorsen, niet voor onbepaalde
tijd;
Het bestuur deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee. In dit besluit
worden de redenen, de aanvang en de tijdsduur van schorsing en eventuele andere
genomen maatregelen vermeld;
17
Het bestuur stelt de inspectie (bij meer dan 1 dag) en de leerplichtambtenaar in kennis
van de schorsing en de redenen daarvoor;
Schorsing van een leerling vindt in principe pas plaats na overleg met de leerling, de
ouders en de groepsleerkracht;
De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het geven van huiswerk, te
voorkomen dat deze een achterstand oploopt.
Verwijdering
Aanleiding tot verwijdering van een leerling kan zijn gelegen in ernstig wangedrag van de
leerling of de ouders of wanneer we menen niet de gewenste of vereiste zorg te kunnen
verlenen. Definitieve verwijdering kan pas plaatsvinden, nadat een andere school de
leerling heeft toegelaten. Wanneer het bestuur aantoonbaar gedurende acht weken
zonder succes heeft gezocht naar een school, waarnaar verwezen kan worden, kan toch
tot verwijdering worden overgegaan.
De te volgen procedure is de volgende
De ouders worden gehoord over het voornemen tot verwijdering;
Het bestuur stuurt de ouders een gemotiveerd schriftelijk besluit, waarbij aangegeven
wordt op welke wijze bezwaar gemaakt kan worden;
De ouders kunnen binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen;
Het bestuur is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift;
Binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift wordt opnieuw beslist.
Gronden voor verwijdering:
- De school kan niet aan de zorgbehoefte van de leerling voldoen
- Ernstig wangedrag van de leerling, of de ouders
Vrijstelling van onderwijs
Op grond van artikel 41 tweede lid, kan het bestuur van stichting Westerwijs op verzoek
van de ouders een leerling vrijstellen van het deelnemen aan bepaalde
onderwijsactiviteiten. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd
gezag (het bestuur) vastgestelde gronden. Het bevoegd gezag bepaalt bij de vrijstelling
welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in de plaats komen van die waarvoor
vrijstelling is verleend.
Tussentijdse overplaatsing
Hiervoor heeft het bevoegd gezag (het bestuur van stichting Westerwijs) de volgende
procedure vastgesteld: “Wanneer ouders zich melden bij een school om hun kind naar
deze school over te plaatsen, anders dan bij verhuizing, zal de directeur van de school
eerst contact opnemen met de directeur van de basisschool waar het kind/de kinderen
nog op zit/zitten.
Daarbij zal geprobeerd worden om in goed overleg de eventuele problemen op te lossen,
zodat de tussentijdse overplaatsing achterwege kan blijven. Als de ouders hiertegen
bezwaar maken, kan het bevoegd gezag, of een bemiddelende schooldirecteur van een
derde basisschool hierbij betrokken worden.”
Een reden voor overplaatsing kan een verschil van mening over de hulpverlening zijn.
Het uitgevoerde zorgplan kan worden voorgelegd aan de directeuren en interne
begeleiders van beide andere scholen. Zij zullen beslissen of een overplaatsing wenselijk
is.
Als tijdens een vrijblijvend kennismakingsgesprek het vermoeden bestaat dat er sprake
is van een voorgenomen overplaatsing van de ene basisschool naar de andere, zullen de
ouders erop gewezen worden dat bovenstaande afspraken van kracht zijn.
In alle gevallen waarin besloten wordt tot plaatsing op een andere basisschool, zal de
ouders/verzorgers gevraagd worden of zij akkoord gaan met de overdracht van het
leerlingendossier. Voordat een kind naar een nieuwe school gaat, kan het een aantal
keren meedoen in zijn of haar nieuwe groep.
18
Klachtenregeling
Inleiding
Leerlingen, ouders, personeel en alle anderen die op onze school aanwezig zijn, moeten
zich veilig kunnen voelen. Wij doen er veel aan om hiervoor te zorgen. Zo proberen wij
een prettige sfeer te creëren, willen wij de organisatie soepel laten verlopen en streven
wij er naar beslissingen weloverwogen te nemen.
Toch gaat er wel eens iets mis. Meestal gebeurt dat per ongeluk, maar voor de mensen
die het aan gaat is het wel altijd vervelend. Als dingen op onze school misgaan, willen wij
daar goede oplossingen voor zoeken. De klachtenregeling helpt ons daarbij. Elke school
is wettelijk verplicht zo‟n regeling te hebben.
Als u een klacht heeft over de dagelijkse gang van zaken in de school kunt u terecht bij
de leerkracht van uw kind en indien nodig bij de schoolleiding. De meeste klachten zullen
in onderling overleg op een juiste wijze worden afgehandeld. Als de klacht niet naar
tevredenheid wordt afgehandeld, of de aard van de klacht daar aanleiding toe geeft, kunt
u een beroep doen op de klachtenregeling. Het bevoegd gezag van Stichting Westerwijs
heeft een klachtenregeling vastgesteld, die u kunt vinden op de website van de stichting
www.westerwijs.nl.
de schoolcontactpersoon
Soms vinden ouders en leerlingen het prettig als ze eerst vertrouwelijk kunnen praten
met iemand van de school, zonder dat meteen een officiële klacht wordt ingediend. Eén
van de medewerkers van onze school is daarom aangesteld als schoolcontactpersoon. De
schoolcontactpersoon is niet bevoegd om te helpen bij het oplossen van uw klacht, maar
kan wel uw klacht aanhoren en advies geven over de vervolgprocedure.
de externe vertrouwenspersoon
Over klachten praten is zelden gemakkelijk. Dat geldt zeker voor klachten die te maken
hebben met de omgang tussen personen binnen de school. Wij respecteren het wanneer
u dergelijke klachten liever met iemand van buiten de school bespreekt. In de
klachtenregeling is hiermee rekening gehouden. Ons bestuur heeft een externe
vertrouwenspersoon benoemd, speciaal voor klachten op het gebied van seksuele
intimidatie, discriminatie, agressie en geweld jegens leerlingen.
De externe vertrouwenspersoon heeft als belangrijkste taak het bijstaan en adviseren
van ouders en leerlingen die een klacht indienen. De externe vertrouwenspersoon heeft
een beperkte bevoegdheid om klachten te onderzoeken en in te schatten of informele
oplossingen nog haalbaar zijn. Zelf een oordeel geven over een klacht of actief werken
aan een oplossing behoort niet tot diens taken. De externe vertrouwenspersoon is niet op
een andere manier bij onze school betrokken.
Soorten klachten
In de klachtenregeling is vastgelegd dat iedereen die nauw betrokken is bij de school de
mogelijkheid moet hebben om drie soorten klachten in te dienen:
1. Klachten die te maken hebben met de organisatie van de school.
Hieronder valt alles dat betrekking heeft op de inrichting, hygiëne en veiligheid van het
schoolgebouw en op lesroosters, lesuitval, vervanging, vakantieregelingen en dergelijke.
2. Klachten die te maken hebben met het pedagogisch en onderwijskundig beleid van de
school.
19
Hieronder vallen alle beslissingen en maatregelen die de school neemt ten aanzien van
het beoordelen van leerlingen, het verwijzen en adviseren van leerlingen, het hanteren
van schoolregels en dergelijke. Tevens kan het hierbij gaan om toezeggingen die de
school gedaan heeft, maar niet is nagekomen, bijvoorbeeld ten aanzien van begeleiding
bij leerproblemen.
3. Klachten die te maken hebben met de omgang tussen personen binnen de school.
Hieronder vallen alle vormen van gedrag en uitlatingen van de ene persoon naar de
ander, die opzettelijk of onopzettelijk kwetsend zijn. Dit kan zich afspelen in alle
denkbare relaties binnen de schoolorganisatie, dus niet alleen van leerling naar leerling,
maar bijvoorbeeld ook van personeelslid naar leerling.
Gedrag en uitlatingen zijn kwetsend zodra de persoon die het ondergaat het als
onplezierig en ongewenst ervaart. In het bijzonder worden genoemd seksuele intimidatie,
discriminatie, agressie en geweld.
Klachtenprocedure
Als wordt overgegaan tot het indienen van een klacht in de zin van de klachtenregeling
(hiervan is alleen sprake als de klacht schriftelijk wordt ingediend bij de leerkracht, de
directeur of de directeur-bestuurder), dan zijn er 2 mogelijkheden:
1. klachtafhandeling intern
2. klachtafhandeling extern
Klachtafhandeling intern
Nadat de klacht die verband houdt met de begeleiding van uw kind als leerling van de
school schriftelijk is ingediend bij degene die hier het eerst voor in aanmerking komt mag
de afhandeling, uitzonderingen daargelaten, niet langer dan 2 weken duren.
de leerkracht geeft binnen vijf werkdagen een reactie.
als u van mening bent dat uw klacht niet op correcte wijze is behandeld kunt u dit
kenbaar maken aan de schoolleiding.
de schoolleiding treedt vervolgens in contact met de betrokken leerkracht.
leidt het contact van de schoolleiding met de betrokken leerkracht niet tot het
gewenste resultaat dan deelt de schoolleiding u dit mee, met redenen omkleed.
u treedt vervolgens nader in overleg met de directeur van de school om te bezien
of de klacht langs deze weg afgehandeld kan worden.
is dit niet het geval dan kunt u zich in verbinding stellen met de contactpersoon
van de school of u neemt contact op met de externe vertrouwenspersoon van de
stichting met de vraag om advies hoe u het beste kunt handelen.
lukt het op deze wijze niet om de klacht af te handelen, dan kunt zich wenden tot
de directeur-bestuurder van de stichting, de heer G.Rotman.
voor een klacht over de directeur van de school kunt u terecht bij de directeur-
bestuurder. Heeft u een klacht over de directeur-bestuurder, dan kunt u zich
wenden tot het bestuur van de stichting.
Klachtafhandeling extern
Het bestuur van Stichting Westerwijs heeft zich voor algemene klachten aangesloten bij
de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs, ingesteld door de landelijke
besturenorganisatie. De landelijke klachtenprocedure wordt in het algemeen pas gevolgd
wanneer de pogingen om de klacht binnen de school, of binnen het bestuur op te lossen
geen resultaat hebben.
20
als u volgens de voorgaande interne procedure heeft gehandeld en ondanks dat
heeft vastgesteld dat de klacht niet naar tevredenheid is opgelost, dan kunt u zich
in overleg met de externe vertrouwenspersoon van de stichting of op eigen
initiatief wenden tot de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De externe
vertrouwenspersoon van de stichting kan u adviseren over de verdere procedure.
u houdt de betrokken leerkracht en de schoolleiding op de hoogte van alle
gevolgde stappen
U kunt een brochure van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs aanvragen bij het
officemanagement van Stichting Westerwijs (tel. 0594-641166 of [email protected]).
Namen en adressen:
Interne contactpersoon van de school:
Annemarie van Rooijen 0594- 514808
Externe vertrouwenspersoon van Stichting Westerwijs:
Mevrouw C. Kok
06 – 52483440
[email protected] of [email protected]
Directeur-bestuurder a.i. Stichting Westerwijs:
Dhr. G. Rotman
Postbus 46
9363 ZG Marum
0594-641166
Bestuur Stichting Westerwijs
Voorzitter: Dhr. A.J.C. van Pelt
Secretaris: Dhr. A.J.P. Louman
p/a: Postbus 46
9363 ZG Marum
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
Postbus 85191
3508 AD Utrecht
Telefoon 030-280 95 90
E-mail: [email protected]
Website: www.onderwijsgeschillen.nl
Kledingvoorschrift
Voor kleding die geen uiting is van een godsdienst of mening kunnen scholen
voorschriften opstellen. Voorwaarde is wel dat de voorschriften niet discriminerend zijn,
de vrijheid van meningsuiting niet aantasten en in de schoolgids zijn gepubliceerd.
Kleding die de veiligheid van de kinderen in het gedrang brengt, agressie op kan wekken
of het oogcontact bemoeilijkt wordt op onze scholen niet toegestaan. Indien er kleding
gedragen wordt in verband met uiting van godsdienst of mening, en de veiligheid van de
21
leerling in het gedrang komt tijdens b.v. de lessen lichamelijke opvoeding, dan kan er
besloten worden dat de leerling met bepaalde delen van de les niet mee kan doen.
Leerplicht
Het is in Nederland zo normaal dat een kind naar school gaat, dat je soms bijna zou
vergeten dat er een wettelijke leerplicht bestaat. De leerplicht bestaat, omdat we het in
ons land erg belangrijk vinden dat ieder kind dezelfde kansen in het leven krijgt. Daarom
is het strafbaar als een kind niet naar school gaat. Leerplicht betekent ook, dat een kind
niet zomaar van school mag wegblijven.
In de wet staat precies wanneer dat wel mag en wanneer niet.
Een kind hoeft natuurlijk niet naar school als het ziek is, al willen we in dat geval wel
graag dat u dit zo spoedig mogelijk op school meldt. De scholen zien verder ook graag
dat u bezoek aan de tandarts, de specialist, de logopedist of anderen, zoveel mogelijk
buiten schooltijd afspreekt.
In de wet staat verder aangegeven wanneer een kind vrij mag hebben:
vanwege godsdienstige activiteiten,
bij "gewichtige omstandigheden", zoals bij verhuizing, of een huwelijk, ernstige ziekte, of
overlijden van een naast familielid,
voor een ambts- of huwelijksjubileum van ouders of grootouders
om andere belangrijke redenen, dit ter beoordeling van de directeur.
Voor deze gebeurtenissen geldt een vastgelegd maximum aantal dagen.
Belangrijk zijn echter de volgende regels :
u moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties,
extra vakantiedagen buiten de schoolvakantie kunnen alleen worden gegeven als het
vanwege het beroep van één van de ouders onmogelijk is om tijdens de schoolvakanties
op vakantie te gaan. Dit moet blijken uit een schriftelijke verklaring van de werkgever.
Verder moet dit ruim van tevoren worden aangevraagd bij de directeur van de school.
Daar komt bij, dat dit eventuele verlof zeker niet mag worden verleend in de eerste twee
weken na de zomervakantie.
Voor iedere verlofaanvraag, behalve bij ziekte, geldt, dat het schriftelijk moet worden
aangevraagd bij de schooldirecteur. Het is belangrijk dat de reden van de verlofaanvraag
goed wordt aangegeven.
De directie beoordeelt, of de aanvraag gehonoreerd kan worden. Bij twijfel wordt contact
opgenomen met de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de basisschool staat. Als
er meer dan 10 schooldagen per schooljaar verlof wordt aangevraagd, zal altijd
goedkeuring van de leerplichtambtenaar nodig zijn.
Extra vrij voor een lang weekend, voor een leuke (goedkopere) vakantie buiten het
seizoen, voor wintersport of voor een dagje uit, mag dus niet!
Het komt ook voor dat ouders toestemming vragen om hun kind gedurende een langere
periode eerder van school te mogen laten vertrekken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn
als een leerling opgenomen wordt in een selectiegroep van voetbal, tennis of anderszins.
Maar ook om bijvoorbeeld naar een logopedist, psycholoog, orthopedagoog, zwemles, of
muziekles te gaan.
In de uitgebreide tekst van “Verlofregeling leerplicht” staan de criteria vermeld wanneer
verlof gegeven mag worden, in de gemeente Leek is hiervoor de notitie “schoolvrij”
opgesteld.
Jaarlijks wordt een rooster vastgesteld waarin alle vrije dagen en vakanties zijn
opgenomen. Op deze wijze kunnen we garanderen dat alle leerlingen voldoende
onderwijstijd krijgen, zoals dit wettelijk verplicht is. De onderwijsinspectie controleert de
scholen ook op dit onderdeel.
Indien een ouder toch een verzoek wil doen voor een vorm van verlof die buiten de
verlofregeling valt, dan dient daarvoor een schriftelijk verzoek ingediend te worden bij de
directie van de school.
22
De directie zal de ouder schriftelijk meedelen dat dit niet onder de verlofregeling valt. De
ouder is dan zelf verantwoordelijk voor de afwezigheid van de leerling en de eventueel
daaruit voortvloeiende consequenties.
De school kan hier geen rekening mee houden in het onderwijsaanbod en programma en
kan hierop niet aangesproken worden als de leerling daardoor iets heeft gemist van het
onderwijsaanbod.
De ouder is verantwoordelijk voor het kind, vanaf het moment dat het kind de groep
verlaat.
Wanneer een leerling niet op school verschijnt, terwijl er geen ziekmelding of andere
verklaring bij de school is binnengekomen en er ook geen verlof is verleend, probeert de
school te achterhalen waarom de leerling afwezig is. Dit zal in het algemeen gebeuren
door de ouders, liefst zo vroeg mogelijk, op de eerste dag van de afwezigheid op te
bellen. Er kan tenslotte ook iets ernstigs gebeurd zijn.
Als de school er niet in slaagt de reden van de afwezigheid te achterhalen of daar twijfels
over heeft, dan dient ongeoorloofd verzuim te worden gemeld aan de
leerplichtambtenaar van de gemeente.
Deze zal dan de reden van het verzuim onderzoeken en bekijken welke stappen genomen
moeten worden. Heeft u wensen die verder gaan dan bovenstaande regeling, dan kunt u
zich wenden tot dezelfde leerplichtambtenaar.
Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de
directeur van de school en moeten minimaal twee weken voorafgaand aan het verlof, op
school worden ingeleverd.
Lesuitval en vervanging
Binnen de stichting Westerwijs streven we ernaar dat het onderwijs zoveel mogelijk
ongestoord voortgang vindt en er in principe geen groepen naar huis worden gestuurd.
Wanneer een leerkracht voor korte, of langere periode afwezig is door ziekte, verlof, of
andere omstandigheden, probeert de school zo snel mogelijk voor een invaller zorgen.
Helaas is het soms niet te voorkomen dat uw kind hierdoor wel eens tijdelijk meerdere
leerkrachten heeft, dan dat het gewoonlijk gewend is.
Bij ziekte of andere afwezigheid van een leerkracht kan de schooldirecteur de volgende
oplossingen gebruiken:
Vervanging regelen via bureau SLIM dat voor de stichting Westerwijs invallers regelt.
Een parttime leerkracht, of duo-partner van de eigen school inzetten.
Leerlingen verdelen over andere groepen of groepen samenvoegen..
In het uiterste geval kan een intern begeleider, een ict-er, of de schooldirecteur als
invaller voor de groep.
Pas als dit alles niet lukt kan, in hoge mate van uitzondering, een groep kinderen naar
huis gestuurd worden. Hierbij worden de volgende regels in acht genomen:
- Als het van tevoren bekend is, worden ouders (schriftelijk) geïnformeerd, zodat opvang
geregeld kan worden.
- In geval van onverwachte uitval van een leerkracht, wordt contact gezocht met thuis, of
met het opvangadres, met de vraag of opvang mogelijk is. In dit laatste geval wordt een
“telefoonboom” gebruikt om ouders / verzorgers te informeren. Daarbij belt de
schooldirecteur een aantal ouders die op hun beurt verder bellen. Ouders met een
geheim telefoonnummer worden door de schooldirecteur gebeld.
In het geval dat er geen opvang mogelijk is, blijven de leerlingen op school.
De schooldirecteur meldt de lesuitval, waarbij kinderen naar huis worden gestuurd altijd
aan het bestuursbureau van de stichting Westerwijs.
Schooltijdenregeling
Bij de vaststelling van de schooltijden moeten scholen zich houden aan de volgende
voorschriften:
de leerlingen moeten in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende
schooljaren de school kunnen doorlopen;
23
de leerlingen moeten in acht schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met
dien verstande dat de leerlingen in de eerste vier schooljaren ten minste 3520 uren
onderwijs en in de laatste vier schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen,
en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste zeven weken van het
schooljaar vier dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld
over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan vijf dagen
onderwijs;
de onderwijsactiviteiten moeten evenwichtig over de dag worden verdeeld.
Alle openbare scholen voldoen ruim aan deze door de overheid gestelde norm.
Lampionnen maken in groep 1 en 2
Sponsorbeleid
Sponsoring is uit onze maatschappij niet meer weg te denken. Ook scholen krijgen hier
steeds vaker mee te maken. Aan sponsoring zijn echter ook de nodige risico‟s verbonden,
Daarom hebben de landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en
leerlingen centraal afspraken gemaakt over sponsoring.
Deze afspraken zijn neergelegd in een convenant. De openbare basisscholen van
stichting Westerwijs hebben de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan dit
convenant onderschreven.
Drie uitgangspunten zijn:
1. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en
doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke
en/of lichamelijke gesteldheid van de leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming
zijn met de goede smaak van fatsoen.
2. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de
daarbij betrokkenen in gevaar brengen.
3. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs
beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwaliteitseisen die de
school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn
van sponsormiddelen.
De school, de MR en de OV, zullen bij het sluiten van een overeenkomst inzake
sponsoring altijd bovenstaande uitgangspunten hanteren.
** Wat betreft het meegeven / uitdelen van informatie van derden is binnen de Brede
School afgesproken dat er geen informatie meegegeven wordt van bedrijven of
organisaties waarbij een commercieel doel nagestreefd wordt.
24
Veiligheid
Op het terrein van veiligheid voor leerlingen, personeel en ouders zijn er diverse
maatregelen getroffen.
Voor alle schoolgebouwen zijn door de gemeente (brandweer) zogenaamde
gebruikersvergunningen verleend. Het verlenen van een dergelijke vergunning
garandeert een (brand)veilig gebouw.
Iedere school heeft één of meerdere bedrijfshulpverleners. Door middel van scholing
worden de bedrijfshulpverleners jaarlijks bijgeschoold (BHV-ers). Op de Hasselbraam zijn
Annemarie van Rooijen, Mirjam Ernst en Chettry Battjes onze BHV-ers.
Iedere school kent actuele ontruimingsplannen. De ontruimingsplannen worden jaarlijks
geoefend. Op de Hasselbraam vinden jaarlijks ontruimingsoefeningen plaats in oktober en
in maart. Dit gebeurt samen met CBS Van Panhuys.
De gymtoestellen in speellokalen en gymlokalen worden regelmatig gekeurd.
De buitenspeeltoestellen worden eveneens regelmatig gekeurd.
De schoolgebouwen worden regelmatig extern gecontroleerd op hygiëne en veiligheid
(R,I &E= Risico Inventarisatie en Evaluatie)
Voor alle scholen is een schoolveiligheidsplan vastgesteld, met daarin opgenomen de
onderdelen sociale veiligheid en een protocol agressie en geweld. In het
schoolveiligheidsplan worden maatregelen besproken die er genomen worden in het
kader van veiligheid voor leerlingen, personeel en ouders. Indien er sprake is van
lichamelijk geweld van een ouder naar een leerkracht toe, zal er door de school aangifte
worden gedaan bij de politie.
Vervoer van kinderen
Voor het vervoer van kinderen tijdens schoolreizen, excursies of andere activiteiten,
wordt soms gebruik gemaakt van particuliere auto‟s. Voor onze scholen zijn de volgende
punten erg belangrijk:
Een passende inzittendenverzekering is noodzakelijk in verband met de aansprakelijkheid
van de chauffeur in het geval van ongelukken.
In het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens is een artikel opgenomen dat
vervoer van personen in de laadruimte van een auto en in een aanhanger verbiedt. Er
mogen dus geen kinderen in de achterbak van een stationwagen.
Vanaf 1 januari 2006 moeten kinderen kleiner dan 1,35 meter en lichter dan 37 kilo
gebruik maken van een goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel. Alle andere inzittenden
moeten de gordel dragen.
Nadere informatie over het vervoer van kinderen vindt u op www.anwb.nl.
Zoek op: <kinderbeveiligingsmiddel>
N.B. Per 1 mei 2008 is de wetgeving m.b.t. het vervoer van kinderen aangescherpt. Er
mogen nooit meer passagiers vervoerd worden, dan er gordels in de auto zijn!
25
Inhoud van de lessen
Kerndoelen
Om ervoor te zorgen, dat er meer eenheid komt in wat kinderen kennen en kunnen
wanneer ze de basisschool verlaten, heeft de overheid kerndoelen geformuleerd.
Kerndoelen geven aan wat de school de leerlingen aan leerinhouden moet aanbieden.
Voor het vak rekenen/wiskunde bijvoorbeeld is één van de kerndoelen dat de leerling
eenvoudige hoofdreken-opgaven vlot moet kunnen uitrekenen.
De kerndoelen zijn opgenomen in het schoolplan. U kunt deze op school inzien.
Bij het kiezen van nieuwe methodes wordt er uiteraard op gelet dat deze aan de
kerndoelen voldoen.
Kennis, vaardigheden en inzichten
Scholen moeten niet alleen leerlingen kennis bijbrengen, maar ook vaardigheden en
inzichten die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd. Zo moeten de scholen aandacht
besteden aan het feit dat we in ons land samenleven met mensen die oorspronkelijk uit
een ander land komen en misschien een andere manier van leven hebben. Het is daarbij
heel belangrijk dat kinderen de afkomst en gebruiken van andere mensen leren
respecteren.
Scholen hebben ook de opdracht om niet uitsluitend aandacht te besteden aan de
verstandelijke ontwikkeling van kinderen. Ook de creatieve, sociale en emotionele
ontwikkeling van het kind krijgen aandacht.
De visie en uitgangspunten verwerkt in de lessen
Bij alle lessen en alle groepen werken we met actuele nieuwe methodes. Ook maken
we steeds meer gebruik van moderne ICT-middelen.
Alle groepen werken met zgn. bloktijd. Kinderen verwerken (extra) opdrachten, die zij
in hun individuele postvak hebben. De leerkracht kan daarbij differentiëren naar inhoud,
hoeveelheid en niveau. Tijdens het werken uit de postbakken heeft de leerkracht extra
instructietijd voor kinderen, die extra (voor) instructie nodig hebben. Dit kan herhaling,
extra oefenen en/of uitleg op een andere manier zijn. Doel blijft de kinderen zoveel
mogelijk op het niveau van de groep les te geven en erbij te houden.
Er wordt gestreefd naar het gebruiken van zoveel mogelijk verschillende materialen,
zodat de motivatie om te leren en de betrokkenheid van de kinderen zoveel mogelijk
gestimuleerd wordt.
Voor wereldoriëntatie heeft het gebruik van internet grote meerwaarde. Bij de
uitvoering van projecten wordt gezocht naar verwerkingsvormen, waarbij zoveel mogelijk
een balans ontstaat tussen het werken met het hoofd, het hart en de hand.
Engels is de wereldtaal en de taal van de toekomst van de kinderen. Dat is de reden om
in alle groepen ervaring op te doen met het geven van Engels.
Excursie waterdiertjes zoeken, in de wijk Oostindie
26
Activiteiten in de kleutergroepen
Kleuters leren al doende tijdens hun spel. Wij spelen daar op in door te zorgen dat er
veel materiaal is, waarvan kleuters kunnen leren. We zien het jonge kind als totaliteit
wat betreft de intellectuele ontwikkeling, de motoriek (beweging), het sociale (omgaan
met anderen) en het gevoelsleven. De verwondering van de kleuter bij het ontdekken
van de wereld om hem heen leert hem spelenderwijs allerlei dingen.
Hiervoor is een bewuste keuze van materialen en situaties nodig, evenals de inrichting
van hoeken.
We plannen het onderwijsaanbod met behulp van “Onderbouwd”. Deze methode biedt
structuur, waarmee het aanbod van ontwikkelingsmateriaal voor taal, rekenen en
motoriek wordt bepaald en gevolgd. Ook de methode “Schatkist” en de mappen
Fonemisch bewustzijn” en “Gecijferdheid” bieden veel mogelijkheden.
Om een ervaringsgerichte aanpak te bewerkstelligen worden er thema's behandeld en
worden er themahoeken ingericht.
Bijvoorbeeld: een taal- leeshoek, een luisterhoek, een schrijf-stempelhoek, een
computerhoek, (voorbereidend reken-, taal en leesonderwijs)
Het werken met taken is een belangrijk onderdeel om het zelfstandig werken te
bevorderen. Met behulp van het “planbord” leren de kinderen hun taken te kiezen en te
plannen.
Het registreren van de resultaten gebeurt met behulp van de methode “Onderbouwd” ,
daarnaast houden de kinderen, samen met de juf, een puzzel/lotto-werkboek bij.
De kinderen hebben bij het spelen veel keuzevrijheid. Groep 0/1 maakt een keer per
week een verplichte opdracht en groep 2 doet dit twee tot drie keer per week.
Het onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt plaats binnen de volgende
onderwijsactiviteiten:
kring
beweging
bevordering van gezond gedrag
spelen en werken
muziek
expressie
Activiteiten en methodes vanaf groep 3
Met ingang van het schooljaar 2014-2015 werken we met volledig ingevoerde methodes
in alle groepen. Bij de aanschaf van rekenen en taal/spelling was in eerste instantie
gekozen voor een groeimodel. De actualiteit vraagt om een snellere invoering.
Met name in groep drie vinden er veel activiteiten plaats die vragen om een
voortdurende interactie tussen leerkracht en leerlingen.
Veel activiteiten vinden dan ook plaats met de gehele groep.
Samen met de leerkracht leren de kinderen zelfstandig te werken. Op het bord staan de
activiteiten vermeld waaraan die dag gewerkt wordt.
In groep 4 en de daarop volgende groepen wordt meer en meer gewerkt volgens het
taakprincipe. Kinderen werken aan hun taak aan de hand van de taken vermeld op het
bord. Er is duidelijk zichtbaar welke vakken zelfstandig gemaakt moeten worden en voor
welke taken er instructie van de leerkracht nodig is. In de groepen 7 en 8 wordt steeds
meer ervaring opgedaan met het werken met weektaken.
Doel daarbij is dat kinderen leren zelfstandig te plannen, zelf de tijd leren inschatten, die
ze nodig zijn en zelfstandig met de taak bezig zijn.
27
Methodes
Bij de lessen wordt o.a. gebruik gemaakt van de onderstaande methodes:
Taalontwikkeling 1-2 Schatkist en map Fonemisch bewustzijn
Aanvankelijk lezen 3 Veilig Leren Lezen
Nederlandse taal/spelling 4-8 Taal in Beeld, Spelling in Beeld
Begrijpend en studerend lezen 4-8 Nieuwsbegrip XL, een onlinemethode
Schrijven en typen 3-8 Pennenstreken 3-6
Type to be 7-8
Rekenen en wiskunde 1-8 map Gecijferdheid groep 1-2
Alles telt groep 3-8
Natuur en techniek 5-8 Natuniek
Geschiedenis 5-8 Speurtocht
Aardrijkskunde 5-8 De blauwe planeet
Verkeer 4-8 Materialen VVN: Stap vooruit 4
Op voeten en fietsen 5-6
Jeugdverkeerskrant 7-8
Engelse taal 1-8 Groove me, een online-methode
Expressie/beeldend werken 1-8 Laat maar zien
Verder wordt er gewerkt met verschillende methoden en actuele materialen voor:
spel en beweging; bevordering van sociale redzaamheid (waaronder bevordering van
gezond gedrag); maatschappelijke verhoudingen (waaronder staatsinrichting, geestelijke
stromingen).
Bewegingsonderwijs
In het rooster van de groepen 1 en 2 is er iedere dag gelegenheid voor de kleuters om te
bewegen. Zij hebben die beweging ook nodig. Als de weersomstandigheden het toelaten
spelen de kinderen buiten.
Met het buiten spelen komen we tegemoet aan de bewegingsdrang en de behoefte aan
vrij spel van ieder kind. De kinderen kunnen naar eigen behoefte rennen, klimmen,
klauteren, gooien, vangen. Sommige kinderen hebben meer behoefte aan een rustig
moment en zoeken elkaar op in de zandbak. Spelenderwijs komen zij in aanraking met
begrippen als veel/weinig, vol /leeg, hard/zacht, koud/warm. Zij ervaren hoe de wereld
in elkaar zit en leren spelenderwijs enorm veel. Op deze ervaringen wordt het latere
schoolse leren weer gebaseerd. Met andere woorden: het spel is een onmisbaar element
in de school.
Voor groep 1 en 2 is bij slecht weer het speellokaal voor bewegingslessen beschikbaar.
Ook gaan zij 1 of 2 keer per week naar de grote gymzaal.
De groepen 3 t/m 8 gymmen 2 keer per week in de gymzaal. De gymlessen worden
gegeven door de groepsleerkracht en een vakleerkracht gymnastiek.
Informatie en ICT
De school beschikt over informatieve boeken. Kinderen kunnen uiteraard ook naar de
bibliotheek van Leek gaan.
Bij de lessen is het digitale schoolbord (digibord) het middel waarmee de wereld in school
wordt gehaald.
Iedere groep (3 t/m 8) beschikt over 4 computers, waarop de kinderen kunnen werken.
Voor spelling en rekenen en voor typen (7/8) zijn er bij de methode passende
programma‟s. De leerlingen werken met Word en Powerpoint, tevens leren ze omgaan
met diverse educatieve programma‟s op het internet.
De openbare scholen van Stichting “Westerwijs” beschikken over een bovenschoolse
coördinator ICT. De werkzaamheden van de coördinator liggen met name op
onderwijskundige en beleidsmatige ondersteuning van de scholen op het gebied van ICT.
Voor technische ondersteuning en scholing van de ICT-coördinatoren op schoolniveau is
een contract afgesloten met een gespecialiseerd bedrijf uit Groningen: BRIN.
28
Op onze school hebben we onze eigen coördinatoren voor ICT: Patricia Hoff en Michiel De
Jong.
Het digitale schoolbord
We beschikken over 5 digitale schoolborden en 1 verrijdbaar smartbord. Hiermee worden
de lessen inhoudelijk een stuk aantrekkelijker. De wereld wordt hiermee via het internet
de school binnen gehaald. Ook kan er meer verdiepingsstof aan de kinderen worden
aangeboden. Voor het werken met de methoden voor Engels en begrijpend lezen is
het digitale schoolbord onontbeerlijk.
Creativiteit /werken met hoofd, hart en hand, Het Atelier
OP de vrijdagmiddag gaan de kinderen van groep 5 t/m 8 in gemixte groepen deelnemen
aan allerlei creatieve activiteiten aan. Het aanbod omvat allerlei materialen zoals papier,
karton, gips, rubber, wol, lapjes, stoffen. Maar ook voor het bakken / koken/
fotograferen zoeken wij naar mogelijkheden. Met het aanbod van creativiteit proberen wij
de balans in het werken met het hoofd, het hart en de hand te vinden. De hulp van
ouders is hierbij van harte welkom.
Coöperatief leren
Binnen onze school werken wij in alle groepen met coöperatieve leerstrategieën. Wij
denken dat samenwerken een belangrijke vaardigheid is die kinderen nodig hebben om
goed te kunnen functioneren in de samenleving. Coöperatief leren is een goede manier
om deze vaardigheid gestructureerd in de praktijk te oefenen. Al in de kleutergroepen
wordt begonnen met coöperatieve werkvormen.
Kinderen leren met en van elkaar. De achterliggende gedachte is dat kinderen niet alleen
leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. De
kinderen zijn actief met de leerstof bezig, ze praten er met elkaar over, waardoor de
inhoud van de leerstof meer betekenis voor hen krijgt.
Uit onderzoek is gebleken dat het toepassen van coöperatieve leerstrategieën niet alleen
leidt tot betere samenwerking. Ook leidt het tot:
o betere resultaten
o een kleinere prestatiekloof (zwakke leerlingen gaan beter scoren)
o ontwikkeling van denkvaardigheden
o betere onderlinge relaties tussen de kinderen
o stimulering van de karakterontwikkeling
o betere sociale vaardigheden
o toename van het gevoel van eigenwaarde
o meer motivatie voor school en de lesstof
Al deze positieve effecten zijn voor ons als team reden om regelmatig coöperatieve
leerstrategieën in te zetten tijdens onze lessen. We denken met deze manier van werken
kinderen beter te kunnen begeleiden naar de toekomst.
Plusklas
Op onze school wordt sinds schooljaar 2012-2013, in samenwerking met CBS Van
Panhuys, een plusklas georganiseerd voor leerlingen van groep 5 t/m 8.
Binnen het onderwijs is over het algemeen veel aandacht voor kinderen die extra zorg
nodig hebben. Wij vinden dat ook kinderen die goed presteren iets extra‟s nodig hebben.
Wij hebben ervoor gekozen om dit vorm te geven in de plusklas.
De kinderen die hiervoor in aanmerking komen, krijgen ongeveer 1 dagdeel per week
buiten de groep verdiepingslessen aangeboden waarin ze extra worden uitgedaagd. De
lessen zijn verdeeld over 3 hoofdthema‟s:
o Leren leren (bijv. leren welke leerstrategie bij je past)
o Leren denken (bijv. filosoferen)
o Leren voelen (bijv. meer inzicht krijgen in jezelf en de mensen om je heen)
Tijdens de lessen is veel aandacht voor samenwerken, leren nadenken, een mening leren
vormen (en deze op een passende manier leren uitdragen) en creatief denken. De
kinderen die de afgelopen 2 jaar hebben deelgenomen aan de plusklas geven aan dat ze
29
het erg prettig vinden om op deze manier te werken. Ze hebben behoefte aan
samenwerking met „gelijkgestemden‟ en voelen zich meer erkend.
Op school eten
Door de invoering van het continurooster eten we op school.
Alle kinderen eten op school met een leerkracht in de klas. Tijdens dit eten wordt er
aandacht besteed aan 3 educatieve aspecten.
1. Het bevorderen van gezond gedrag en een goede zorg voor het milieu
Er wordt aan alle ouders gevraagd om hun kind gezond eten mee te geven. Hieronder
verstaan wij boterhammen met hartig beleg, fruit en een fruit- of zuiveldrank. Het is de
bedoeling dat de kinderen hun maaltijd volledig opeten, zodat ze voldoende eten en
drinken. Het meegeven van te veel eten is niet goed, ook omdat er voeding overblijft,
dat weggegooid moet worden. In het kader van de zorg voor ons milieu is een redelijke
afgepaste hoeveelheid noodzakelijk. Ook is het meegeven van bakjes en bekers in het
kader van het milieu duidelijk te prevaleren boven het steeds maar weggooien van kant
en klaar verpakkingsmateriaal. Al doende leren de kinderen de zorg voor het milieu toe
te passen in de praktijk.
Voor het eten spelen alle kinderen een half uur buiten op het plein. Heerlijk ontspannen
en even beweging in de frisse gezonde buitenlucht. Het toezicht tijdens dit buiten spelen
wordt verzorgd door een leerkracht met behulp van ouders.
2. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Wanneer je met elkaar eet geeft dat een gevoel van saamhorigheid en groepsgevoel. In
goede harmonie zorg je met elkaar voor het prettig eten. Daarbij moet duidelijk rekening
met elkaar worden gehouden. Kinderen leren niet met volle mond te praten, geen
geluiden te maken bij het eten (smakken) en netjes bij de tafel zitten eten.
Ze zien/ervaren dat de andere kinderen weer andere etenswaren lekker vinden, zodat ze
een bredere ervaringswereld krijgen.
3. Taalontwikkeling
Naast de bespreekonderwerpen, die incidenteel aan de orde komen i.v.m. gezonde
voeding en de zorg voor het milieu, leest de leerkracht regelmatig voor. Een
vervolgverhaal is uitstekend geschikt om dagelijks terug te laten keren. Indien praktisch
mogelijk kijken sommige groepen ook naar een uitzending van school TV tijdens de
maaltijd.
30
Organisatie van de zorg
Systeem van kwaliteitszorg
In de kwaliteitswet worden de kaders voor de kwaliteitszorg aangegeven.
Voor de algemene directie van stichting “Westerwijs” zijn het schoolplan, de schoolgids,
het schoolondersteuningsprofiel, het jaarplan en het jaarverslag de belangrijkste
documenten, waarmee de kwaliteitszorg van de scholen gerapporteerd wordt.
Deze documenten liggen op school ter inzage.
Het schoolplan is het document voor beleidsontwikkeling op het terrein van
onderwijskundig beleid, personeelsbeleid en kwaliteitsbewaking voor een periode van vier
jaar.
De schoolgids is de openbare verantwoording van de school naar ouders en leerlingen
over doelen, resultaten en activiteiten van de school, voor een periode van twee jaar.
Het SOP (schoolondersteuningsprofiel) is de beschrijving van de mogelijkheden op het
terrein van leerlingenzorg.
Het jaarverslag is een document waarin de school een evaluatie geeft van, en een
reflectie op, het gevoerde beleid.
In het jaarplan beschrijft de school z‟n activiteiten voor het komende schooljaar op basis
van het schoolplan en het jaarverslag.
De zorg voor leerlingen met speciale behoeften
De zorg voor leerlingen met speciale behoeften wordt gecoördineerd door de zorg
coördinator van de school, op onze school wordt deze taak uitgevoerd door juf Paulien.
Rapportage en beoordeling
Meten en vergelijken van (leer)prestaties is nodig. In de eerste plaats is het een middel
om per groep en per kind te bekijken hoe het leer- en ontwikkelingsproces verloopt. Het
geeft de leerkracht extra houvast om te beoordelen of de leerstof goed wordt verwerkt
en of er veranderingen nodig zijn in de manier en het tempo van lesgeven.
Het is ook nodig om te bekijken of leerlingen extra of speciale aandacht of hulp nodig
hebben en zo ja, op welke punten.
Toetsen
“De Hasselbraam” gebruikt in de groepen 3 t/m 8 methode gebonden toetsen. In de
kleutergroepen wordt geobserveerd met behulp van de methodiek van “Onderbouwd”.
Ook gebruiken we in alle groepen landelijk genormeerde toetsen: deze toetsen meten
de resultaten los van de eigen leermethode. We gebruiken hiervoor de Cito-toetsen van
het Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling.
Deze toetsen worden groepsgewijs of bij de kleuters in kleine groepjes afgenomen. Met
de resultaten kan de directie schoolbreed trends en analyses waarnemen. Iedere
leerkracht krijgt een beeld van de prestaties van de kinderen in zijn/haar eigen groep.
Resultaten van de groep als geheel, maar ook van ieder kind afzonderlijk. Voor de ouders
geeft het inzicht in het presteren van hun kind ten opzichte van andere kinderen.
Volledigheidshalve merken wij op dat de ontwikkeling van uw kind meer is dan de
resultaten van de toetsen.
Rapporten
Alle kinderen van de groepen 2 t/m 8 ontvangen 2 keer per jaar een schriftelijk rapport.
Groep 1 krijgt alleen aan het eind van het schooljaar een rapport.
De resultaten worden in het rapport aangeduid met termen als zwak, matig, voldoende,
ruim voldoende en goed. Ook maken de kinderen één keer per jaar een eigen rapport,
waarin zij zichzelf “beoordelen”. Het rapport is bestemd voor de ouders.
31
De overgang naar het voortgezet onderwijs
In groep 7 en 8 wordt het tijd om na te denken over het vervolgonderwijs. De
persoonlijke ontwikkeling van uw kind en de uitslagen van het CITO leerlingvolgsysteem
geven al een indicatie voor een mogelijke keus voor het voortgezet onderwijs.
Als uw kind in groep 8 zit adviseert de leerkracht van groep 8 (eventueel samen met de
zorg coördinator of directeur) u over de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs
na de basisschool.
Dit schooladvies is gebaseerd op de kennis en de ervaring die de basisschool met uw kind
gedurende 8 jaar heeft opgedaan.
Voor kinderen met een eigen programma met een mogelijke achterstand van meer dan
een jaar op alle vakgebieden (niveau groep 7 of lager) bestaat een ander traject bij hun
overgang naar het voortgezet speciaal onderwijs.
Het schooladvies is de verwachting van de basisschool over de geschiktheid van uw kind
voor een bepaalde vorm of stroom van voortgezet onderwijs. U kunt over dit advies van
mening verschillen met de basisschool. De scholen voor voortgezet onderwijs beslissen
echter zelf over toelating en plaatsing en baseren zich in principe op het schooladvies.
De scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in de gemeente Leek en omgeving
organiseren elk jaar in januari /februari de “open dagen”. U kunt dan samen met uw kind
een kijkje nemen in de verschillende scholen.
Voorafgaand aan de open dagen organiseren we, samen met cbs van Panhuys, een
infromatieavond voor ouders van schoolverlaters, waarbij vertegenwoordigers van rsg de
Borgen en AOC Terra informatie verstrekken over het voortgezet onderwijs.
Aanmelding voor het vervolgonderwijs dient voor 1 april plaats te vinden.
We geven het overzicht van de laatste drie jaren, waaruit blijkt welke uitstroomadviezen
VO er zijn gehanteerd:
School
Weergave
2012
/
2013
2013
/
2014
2014
/
2015
Totaal
VWO 1 6 1 8
HAVO 2 1 1 4
VMBO TL t/m HAVO 1
4 5
VMBO GL t/m VMBO TL 1
4 5
VMBO KL t/m VMBO TL 1
1
VMBO TL 1 1
2
VMBO BL t/m VMBO GL 1
1
VMBO BL t/m VMBO GL,
met LWOO 2
2
VMBO BL t/m VMBO KL,
met LWOO 2
1 3
32
VMBO KL 2 1
3
VMBO KL t/m VMBO GL,
met LWOO 1 2
3
Praktijkonderwijs 1
1
15 12 11 38
Opbrengsten
Een belangrijk onderdeel waar de inspectie haar toezicht op baseert zijn de opbrengsten.
Met name de eindopbrengsten zijn hierbij een belangrijke indicator. De afgelopen drie
zijn de eindopbrengsten van de Hasselbraam onder de inspectienorm. Mede hierdoor
heeft de Hasselbraam sinds april 2015 een aangepast toezicht kader, zeer zwak. Voor het
rapport verwijs ik u naar de site van de onderwijsinspectie. Naar aanleiding van dit
aangepast toezicht kader is er een plan van aanpak opgesteld.
33
Opbrengsten
2012 / 2013 2013 / 2014 2014 / 2015
Bovengrens inspectie 538,6 538,9 538,9
Landelijk gemiddelde 536,6 536,9 536,9
Ondergrens inspectie 534,6 534,9 534,9
EINDTOETS 523,9 534,3 532,4
De eindtoets 2014/2015 is geanalyseerd en de conclusies zijn meegenomen in het plan
van aanpak.
Tussentijdse resultaten CITO BEGRIJPEND LEZEN
Gem. Norm Gem. Norm Gem. Norm
Totaal 5 - II LOVS M5 30,4 25 27,8 25 29,0 25
Totaal 6 - II LOVS M6 30,4 32 32,9 32 33,7 32
Totaal 7 - II LOVS M7 42,4 45 40,4 45 42,6 45
Totaal 8 - II LOVS M8 41,7 55 60,5 55 54,0 55
CITO DRIE-MINUTEN-TOETS
Gem. Norm Gem. Norm Gem. Norm
Totaal 3 - II LOVS M3 19,7 21 26,6 21
Totaal 3 - III LOVS E3 38,8 33 35,1 33 42,9 33
Totaal 4 - II LOVS M4 57,2 48 52,7 48 54,8 48
Totaal 4 - III LOVS E4 70,0 56 59,3 56 60,5 56
Totaal 5 - II LOVS M5 71,8 66 77,7 66 70,1 66
Totaal 5 - III LOVS E5 78,7 71 81,6 71 74,9 71
CITO REKENEN-WISKUNDE
Gem. Norm Gem. Norm Gem. Norm
Totaal 4 - II LOVS E3-M4
55,4* 50 63,1 50 50,8 50
Totaal 4 - III LOVS E4 68,5 61 69,9 61 61,1 61
Totaal 5 - II LOVS M5 76,2 71 78,6 71 78,4 71
Totaal 5 - III LOVS E5 79,7 78 85,6 78 82,9 78
Totaal 6 - II LOVS M5-M6
75,9 84 87,1 84 87,6* 84
Totaal 6 - III LOVS E5-M6
84,7* 89 91,5 89 96,6* 89
Totaal 7 - II LOVS M7-M8
101,8 98 90,1* 98 100,7 98
Totaal 7 - III LOVS E7-M8
101,5 102 95,5* 102 106,3 102
Totaal 8 - II LOVS M7-M8
108,8 110 111,5* 110 107,3 110
op of boven bovengrens (goed)
op of boven landelijk gemiddelde (voldoende)
op of boven de ondergrens (voldoende)
onder de ondergrens (onvoldoende)
De tussentijdse resultaten zijn boven de inspectiegrens op de resultaten van groep 8
vorig jaar na en de begrijpend lezen resultaten van groep 7. De toets is geanalyseerd en
de bevindingen zijn meegenomen in het groepsplan van de huidige groep 8. De school is
34
momenteel bezig schooleigen normen op te stellen die gerelateerd zijn aan de
schoolpopulatie.
Zorgverbreding, omgaan met verschillen
Niemand is gelijk; ook kinderen verschillen in aanleg en ontwikkeling. Daarom trachten
we ieder kind zoveel mogelijk onderwijs op maat te geven. Voorop staat altijd dat de
leerling zo optimaal mogelijk begeleid wordt bij het doorlopen van de basisschool.
Kinderen met specifieke behoeftes wordt daarom, waar nodig, speciale zorg geboden.
Als het niet goed gaat met uw kind, is het allereerst zaak dat we samen nagaan wat de
werkelijke problemen zijn en hoe ernstig die zijn. U bent als ouder natuurlijk erg
belangrijk in zo'n gesprek: uw kind brengt immers meer tijd thuis door dan op school.
Voor leerkrachten is het nuttig om te weten hoe een kind met leerproblemen zich thuis
gedraagt. En door samen naar mogelijke oorzaken te zoeken, kan een beter beeld
ontstaan van het kind en van de situatie waarin het kind verkeert.
In gesprekken tussen de ouders en de school kan ook samen naar een juiste aanpak
worden gezocht voor zowel het onderwijs als de opvoeding.
Zitten blijven wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt doorgaans alleen, wanneer
de leerresultaten en de ontwikkeling van een kind opvallend achterblijven. Zulke
kinderen hebben er soms baat bij nog een jaar in dezelfde groep te blijven, vooral als ze
nog heel jong en speels zijn.
De zorg in de klas / wat doet de school?
De school werkt gericht aan het geven van goede instructie. Door groepsgewijze
instructie is de onderwijstijd, die de leerkracht heeft, doelmatig in te zetten. Daarbij
wordt voor de kinderen, die het nodig hebben voorinstructie of extra instructie ingepland.
Per groep en vakgebied wordt steeds bekeken wat praktisch en haalbaar is. De planning
van deze extra instructies maakt de leerkracht vaak in overleg met de intern begeleider.
Dit wordt in een “Groepsplan” per vakgebied verwerkt. Het werken met groepsplannen is
een nieuwe ontwikkeling.
Wij hebben voor de vakken rekenen, lezen en spelling reeds de groepsplanning in
werking gezet. Via het leerlingvolgsysteem wordt bijgehouden wat de resultaten van
(begrijpend) lezen, spelling, taal en rekenen zijn. Deze gegevens kunnen ouders altijd
inzien.
Onderzoek
Bij grote en/of hardnekkige leerproblemen of leerachterstanden kan er van alles aan de
hand zijn.
De school kan in zo'n geval besluiten een onderzoek te laten doen door een deskundige
van buiten de school. Meestal is dit een psycholoog of pedagoog van een
schoolbegeleidingsdienst.
Als de school uw kind wil laten onderzoeken, dan is daarvoor vooraf uw toestemming
nodig.
In verband met de betaling van het onderzoek moet ook Stichting Westerwijs
toestemming geven.
Passend Onderwijs
Per 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden.
Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat:
• Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen
samenwerken;
• Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te
zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke
onderwijsbehoeften van een kind);
• Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale
ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg;
35
• Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio
geregeld kan worden.
Samenwerkingsverband en subregio
De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Westerwijs.
Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd
in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in
vier subregio‟s. De scholen van Westerwijs vallen onder de subregio West.
De besturen in iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de
regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met
elkaar te delen.
Onderwijs, passend bij iedere leerling
Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning
er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning.
Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden
aan leerlingen. De basis- en school specifieke ondersteuning hebben scholen beschreven
in hun SchoolOndersteuningsProfiel (SOP). U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige
school of de school van uw keuze.
Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de
ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de
subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere
mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de
adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders.
Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die
school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende
plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn.
Speciaal (basis)onderwijs
Voor een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs (*) moet de school, samen met u als
ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van
Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een
toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via
de school.
Meer informatie voor ouders
Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat
om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks
contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband
een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders.
Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website:
http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/
Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over
het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen.
Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op
www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden
over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs.
Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010.
Hier kunnen ouders / verzorgers terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen
het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010:
(0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten
mobiel), of via internet: www.5010.nl
Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib‟er).
Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de
36
uitvoer van Passend Onderwijs op de school, voor onze school kunt u hiervoor terecht bij
juf Paulien. U bent van harte welkom contact op te nemen.
Centrum voor Jeugd en Gezin
Op onze school valt uw kind onder de zorg van het Centrum voor Jeugd en Gezin
Westerkwartier. In dit centrum werken ook medewerkers van de GGD. Zij onderzoeken in
groep 2 het spraakvermogen, het gehoor- en gezichtsvermogen en lengte en gewicht van
uw kind. Zit uw kind in deze groep, dan krijgt u bovendien een uitnodiging voor een
gesprek met een verpleegkundige of arts over de gezondheid van uw kind.
De verpleegkundige van de GGD meet in groep 7 de lengte en het gewicht van uw kind
en vraagt u ook om van te voren een vragenlijst over zijn of haar gezondheid in te
vullen. U kunt daarbij ook aangeven of u prijsstelt op een gesprek of onderzoek.
De verschillende onderzoeken worden uitsluitend gedaan wanneer de ouders hiervoor
toestemming geven.
Maatschappelijk werk voor scholen
Soms groeien de problemen u boven het hoofd. U houdt b.v. vragen over de opvoeding,
of het opgroeien van uw kinderen. Natuurlijk kunt u met vragen op dit terrein terecht op
school, de medewerkers van de GGD (b.v. de schoolarts) of uw huisarts.
Om de vragen op bovenstaand terrein nog beter te kunnen beantwoorden hebben de
basisscholen in Leek maatschappelijk werk voor scholen. Vanuit het algemeen
maatschappelijk werk Noordermaat zijn hiervoor enkele (school)maatschappelijk werkers
ingezet, die elk tweewekelijks, dan maandelijks, de basisscholen bezoeken.
De schoolmaatschappelijk werker heeft een brugfunctie tussen ouders, kinderen en
school en zal regelmatig overleggen met de interne begeleider. Taken van de
schoolmaatschappelijk werker zijn onder meer:
Hulp bieden aan ouders bij opvoedingsvragen om zodoende de leerprestaties of het
gedrag van het kind op school te verbeteren.
Leerkrachten ondersteunen en/of begeleiden.
Met de school/leerkracht verhelderen wat de oorzaak is van het probleem van het kind
op school.
Ouders en/of kinderen begeleiden naar gespecialiseerde hulpverlening.
Specifieke hulpverlening aanbieden, zoals video hometraining en de
weerbaarheidstraining voor kinderen "Schatjes, katjes, watjes."
Het bezoek aan de basisscholen is geregeld middels een open spreekuur, wat inhoudt dat
u als ouders dan gewoon binnen kunt lopen en geen verwijzing o.i.d. nodig hebt. Via de
intern begeleider(s) van de school kunt u de (school)maatschappelijk werker telefonisch
bereiken.
In verband met de vertrouwelijkheid van de gegevens wordt altijd met de ouders
besproken welke informatie doorgegeven mag worden aan derden. De ouders moeten
daar toestemming voor geven. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, waarin de veiligheid
van het kind gevaar loopt, kan hier een uitzondering op worden gemaakt.
Als u na een beroep te hebben gedaan op bovenstaande instanties nog geen resultaat
hebt geboekt, dan kunt u ook terecht bij Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg moet
gezien worden als de centrale toegangspoort voor alle vormen van jeugdzorg in de
provincie. Tijdens kantooruren kunt u telefonisch contact zoeken met bureau Jeugdzorg,
regiokantoor Leek; bezoekadres, Lindensteinlaan 44 Leek, tel. (050) 5239200.
Wat gebeurt er als de school het niet meer kan?
Ondanks alle inspanningen van de basisschool kan het toch voorkomen dat uw kind beter
op zijn plaats is in het speciale basisonderwijs. Die scholen hebben kleinere groepen. Ze
beschikken ook over meer afzonderlijke deskundigen om leerlingen met leerproblemen,
gedragsproblemen of stoornissen in hun ontwikkeling te helpen.
De overstap van uw kind van een gewone basisschool naar een speciale school voor
37
basisonderwijs wordt heel zorgvuldig gemaakt. U bent daar als ouder nauw bij
betrokken.
Jeugdgezondheidszorg
Uw kind is tot zijn 4de jaar regelmatig op het consultatiebureau geweest. Voor kinderen
van 4 tot 19 jaar wordt deze zorg voortgezet door de sector jeugdgezondheidszorg (JGZ)
van de GGD. Het team JGZ bestaat uit de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en de
assistente. Op veel scholen werkt ook een logopediste vanuit de GGD.
De GGD Groningen houdt zich bezig met de gezondheid van de bevolking in de provincie
Groningen. Ten behoeve van de jeugd voert zij een aantal taken uit tijdens de
basisschoolperiode. De volgende taken zijn voor ouders belangrijk om te weten:
- De kinderen in groep 2 worden aan het begin van het schooljaar door een logopediste
onderzocht op spraak-, taal- en stemontwikkeling.
- Alle ouders van de kinderen in groep 2 worden samen met hun kind uitgenodigd voor een
gesprek met een verpleegkundige of een arts.
Daarbij wordt het kind gemeten en gewogen. Ter voorbereiding krijgen de ouders een
vragenlijst over de gezondheid van hun kind.
- Alle kinderen in groep 6 worden gemeten en gewogen. Ouders van leerlingen uit groep 6
krijgen van tevoren een vragenlijst mee met vragen over de gezondheid van hun kind.
- Met de intern begeleider wordt besproken, of er kinderen zijn aan wie extra aandacht
moet worden besteed. Ouders kunnen aangeven, of ze prijs stellen op een gesprek /
onderzoek met de verpleegkundige, of arts.
- De verpleegkundige van de GGD houdt regelmatig spreekuur op school, of een andere
locatie. Ouders kunnen daar zonder afspraak terecht met vragen en/of problemen rond
de groei, ontwikkeling en opvoeding van hun kind. Het tijdstip van het spreekuur wordt
aangekondigd via posters op school.
Hebt u vragen, of wilt u in het algemeen iets weten over gezondheid? Dan kunt u bellen
naar het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD. Het informatiecentrum is geopend
op werkdagen van 10.00 – 16.30 uur. Het telefoonnummer is: (050) 3674177.
Dyslexie
Dyslexie is tegenwoordig een veelbesproken onderwerp. Het niet snel technisch kunnen
lezen en spellen van een kind heeft vaak ernstige gevolgen voor het volgen van
onderwijs en kan het kind ernstig belemmeren om zijn/haar capaciteiten te ontwikkelen
opdat het later goed kan functioneren in de maatschappij, waarin veel gelezen en
geschreven moet worden.
Veel kinderen met dyslexie kiezen vaak een onderwijsniveau dat lager is dan ze op grond
van hun intelligentie aan kunnen.
Daarnaast kan dyslexie het gevoel van eigenwaarde bij een kind negatief beïnvloeden
en kunnen motivatieproblemen ontstaan waardoor kinderen geen zin meer hebben om
het lezen te blijven oefenen, terwijl zij juist extra oefening nodig hebben om een
minimaal leesniveau te halen. Vanuit dit perspectief hebben alle openbare scholen van
stichting Westerwijs hun aanpak van dyslexie beschreven in de zorgaanpak op school. Bij
vragen kunt u natuurlijk contact opnemen met de school.
Ook de overheid heeft erkend dat behandeling van dyslexie en ernstige leesproblemen in
het basisonderwijs en voortgezet onderwijs belangrijk is en heeft extra financiële
middelen beschikbaar gesteld. Hierdoor is vanaf 1 januari 2009 de vergoeding van
diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie opgenomen in het
basispakket van de zorgverzekering. Deze vergoeding geldt voor leerlingen:
die in 2009 zeven of acht jaar oud zijn geworden. Vanaf 2010 wordt deze leeftijdsgrens
jaarlijks met een jaar opgetrokken, totdat in 2013 alle basisschoolleerlingen voor
vergoeding in aanmerking komen.
die een leesdossier hebben waaruit blijkt dat er in het onderwijs een traject van extra
hulp is geweest bij het leren lezen en spellen.
waarvan de school vermoedt dat er sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie.
Uitgebreide informatie over dyslexie kunt u vinden op www.steunpuntdyslexie.nl
38
Onderwijsinspectie
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en op de
naleving van wet- en regelgeving. Ook kijkt de inspectie naar de rechtmatigheid en
doelmatigheid van het verkrijgen en besteden van middelen voor het onderwijs. De
afgelopen jaren hebben onderwijsinstellingen meer ruimte gekregen het onderwijs in te
richten naar eigen professionele inzichten. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de
kwaliteit van hun onderwijs en voor het bewaken hiervan. In lijn met het kabinetsbeleid
heeft de inspectie haar toezicht hierop aangepast.
De inspectie gaat uit van het principe „hoe beter de kwaliteit, hoe minder intensief het
toezicht‟. Een onderwijsinstelling die de zaken goed op orde heeft, verdient vertrouwen.
Dit vertrouwen vertaalt de inspectie in minder toezicht. Is de kwaliteit niet in orde, dan
treedt de inspectie snel en effectief op.
Concreet ziet het toezicht door de onderwijsinspectie er als volgt uit:
Het bestuur van een school, is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op
één of meer scholen (voor stichting Westerwijs zijn dat 16 basisscholen) en vormt
daarom het eerste aanspreekpunt voor de inspectie.
De inspectie voert ieder jaar per school een risicoanalyse uit op basis van regulier
beschikbare informatie, zoals een jaarverslag en opbrengstgegevens op basis van b.v. de
eindtoets CITO. Daarnaast levert elke school wettelijk vereiste documenten aan bij de
inspectie, zoals de schoolgids en het schoolplan. Voor alle scholen geldt verder dat ze
allemaal ten minste eenmaal in de vier jaar worden bezocht.
Als uit de risicoanalyse van de inspectie geen risico‟s voor de kwaliteit van het onderwijs
op de school naar voren komen en de school de wet- en regelgeving nakomt, dan kent
de inspectie de school zogenoemd basistoezicht toe.
Als uit de risicoanalyse van de inspectie blijkt dat het onderwijs op een school mogelijk
risico‟s loopt, dan wordt verder onderzoek uitgevoerd. De inspectie gaat dan over tot
aanvullende bevraging, onder meer naar de tussenopbrengsten, en bespreekt de
bevindingen met het bestuur. Indien de inspectie dat nodig acht, bezoekt zij de school.
Als er geen tekortkomingen vast te stellen zijn, krijgt de school alsnog „basistoezicht‟
toegekend.
Constateert de inspectie wel tekortkomingen, veelal na onderzoek op de school, dan
maakt de inspectie afspraken met het bestuur om deze zo snel mogelijk op te lossen. De
inspectie legt de tekortkomingen vast in een rapport van bevindingen. Het bestuur
ontvangt het conceptrapport en kan eventuele feitelijke onjuistheden aangeven. Hierna
stelt de inspectie het rapport vast en wordt de definitieve versie aan het bestuur
toegestuurd. Als de inspectie opmerkingen van het bestuur niet overneemt,
beargumenteert zij dit in de aanbiedingsbrief bij het definitieve rapport van bevindingen.
Het rapport van bevindingen wordt vier weken na vaststelling gepubliceerd op de website
van de inspectie.
Nadat het bestuur is geïnformeerd, publiceert de inspectie het toegekende toezicht.
Hiervoor is voor iedere school een Toezichtkaart gemaakt, die op de website van de
inspectie staat.
Als aan de school een basistoezicht is toegekend, beperkt de Toezichtkaart zich meestal
tot de melding „basistoezicht‟ met een korte uitleg.
Wanneer de school een aangepast toezicht krijgt, vermeldt de inspectie de vorm van
toezicht op de Toezichtkaart en publiceert zij het rapport van bevindingen.
Op de Toezichtkaart staat aangegeven hoe een school presteert. De score geldt voor de
kwaliteit van het onderwijs (Kwaliteit) en voor de naleving van wet- en regelgeving
(Naleving). De gradaties voor Kwaliteit zijn: voldoende, zwak en zeer zwak. Voor
Naleving: voldoende en onvoldoende.
Via de Toezichtkaart is ook het rapport van bevindingen in te zien.
Meer informatie over de werkwijze van de inspectie en over de Toezichtkaart is te vinden
op de website: www.onderwijsinspectie.nl
39
Contacten met ouders
Voor het eerst naar school
Vooraf wordt er telefonisch contact opgenomen met de ouders om de afspraken voor 5
kennismakingsmomenten met elkaar af te spreken. Op deze ochtenden moeten de
kinderen uiterlijk om kwart voor 12 opgehaald worden, zodat zij niet meteen in de
middagpauze bij alle kinderen op het plein terecht komen. Wel zo‟n prettig begin!
Nieuwe 4-jarigen ontvangen voor hun eerste schoolbezoek een kaartje van de leerkracht,
waarop de afgesproken kennismakingsmomenten staan vermeld.
Wanneer de kleuters daadwerkelijk naar school komen worden zij de eerste periode
intensief begeleid. Ook de ouders worden regelmatig bijgepraat. Wij verwachten ook van
de ouders een actieve houding. Bij onduidelijkheden graag even vragen of een afspraak
voor een gesprek maken.
Wanneer de kinderen naar de basisschool gaan, vinden wij het gewenst dat zij
zelfstandig naar het toilet kunnen. We verwachten van de ouders dat zij hun kind thuis
leren, wat de gedragsregels op het toilet zijn. De leerkracht kan onmogelijk met (alle)
kinderen meegaan. Hij/zij heeft primair als taak om de lessen te geven. Wanneer de
kinderen het „in hun broek‟ gedaan hebben, worden de ouders gebeld om hun kind te
komen halen, zodat het thuis in de veilige omgeving gewassen en verschoond kan
worden.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid
Het is van groot belang dat de ouders nauw betrokken zijn bij het wel en wee van hun
kind op school. Leerlingen voelen zich beter thuis op school als hun ouders een goed
contact hebben met de school, weten wat er dagelijks met de kinderen wordt gedaan, er
thuis over praten en er rekening mee houden.
Vertrouwen tussen ouders en school over en weer is van groot belang.
Wij streven een goed contact na. Wanneer je elkaar (goed) kent, begrijp je elkaar beter.
Het is in het voordeel van uw kind. Door het werken met De Gouden weken laten wij
daadwerkelijk zien dit oudercontact belangrijk te vinden.
Mochten ouders niet tevreden zijn, dan willen wij heel graag dat zij meteen contact
opnemen met de leerkracht. Komen ouders met een leerkracht niet verder en/of zijn zij
niet tevreden dan kunnen zij daarna bij de directie een gesprek aanvragen.
Nationaal Voorleesontbijt: een opa van één van de kleuters komt voorlezen
40
Schoolgids
Deze wordt tweejaarlijks op de site geplaatst, zodat de ouders en andere
belangstellenden de gids kunnen downloaden. Op verzoek is een schriftelijk exemplaar te
verkrijgen.
Informatieboekje
Hier staan zaken als groepsindeling, de indeling van de leerkrachten, de schooltijden, het
gymrooster, de margedagen, de vakantieregeling en overige vrije dagen, namen en
adressen van leerkrachten en van leerlingen, namen van leden van de oudervereniging
en medezeggenschapsraad. Het informatieboekje verschijnt jaarlijks aan het begin van
het nieuwe schooljaar en is als bijlage bij de schoolgids bedoeld.
Nieuwsbrief
Deze verschijnt eens in de 2 weken met daarin allerlei nieuws en wetenswaardigheden.
Hij wordt per mail naar de ouders verzonden. Het is belangrijk een juist mailadres bij de
administratie op te geven.
Informatieavond
We organiseren voor alle ouders van iedere groep een avond waarop de groepsleerkracht
uitleg geeft over de leerstof die hij of zij dat jaar wil behandelen. Dit gebeurt meestal aan
het begin van het schooljaar.
Gouden weken gesprek, rapportbesprekingen en zorggesprekken
Meteen in het begin van het schooljaar worden de ouders uitgenodigd voor een
kennismakingsgesprek met de nieuwe leerkracht. Wanneer je elkaar kent, is de
communicatie in de rest van het schooljaar gemakkelijker. (Wanneer uw kind voor het
tweede jaar bij dezelfde leerkracht in de groep zit, vervalt dit gesprek.) Het gesprek staat
in het teken van een goede kennismaking leerkracht-ouder-kind. Daarbij is de inbreng
van de ouder over (de kwaliteiten van) zijn kind van essentieel belang.
Naast het kennismakingsgesprek zijn er jaarlijks twee rapportbesprekingen waarvoor de
ouders worden uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkracht, deze gesprekken
vinden plaats kort na de afname van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem.
Bij deze contactmomenten vertelt de leerkracht hoe het met de ontwikkeling van de
leerling gaat.
Voor leerlingen die specifieke zorg nodig hebben worden er nog vier aparte
gespreksronden gehouden, deze vinden ongeveer om de acht weken plaats.
Voor groep 8 zijn er aparte gespreksrondes in verband met de overgang naar het
voortgezet onderwijs.
Sinds het schooljaar 2014-2015 zijn de kinderen van groep 7 en 8 ook aanwezig bij de
gesprekken. Zij vertellen aan de hand van hun portfolio-map welke doelen zij hebben
behaald.
Gesprek na schooltijd
Veel ouders halen hun kinderen zelf van school. Dit kan ook een moment zijn om even
wat te vragen of een afspraak te maken voor een gesprek. Stel uw vragen niet uit, maar
kom ermee. Dat is in het belang van uw kind en de school.
Informatieverstrekking aan gescheiden ouders
Na een echtscheiding is het niet altijd duidelijk hoe de zaken het beste georganiseerd
moeten gaan worden rond de opvang van de kinderen. In veel gevallen is het zo
geregeld dat het kind bij één van de ouders gaat wonen en dat de andere ouder een
omgangsregeling heeft met het kind. We spreken dan over een verzorgende en een niet
verzorgende ouder. In bijna alle gevallen is er echter wel sprake van gezamenlijk gezag.
Om de contacten correct te laten verlopen hebben we hiervoor de volgende richtlijnen
opgesteld:
41
De ouder die de wettelijke dagelijkse zorg heeft voor het kind, is degene die door de
school aangesproken en geïnformeerd wordt. Bij deze ouder ligt de verantwoordelijkheid
de andere ouder te informeren.
Mocht dit door omstandigheden niet gebeuren dan kan de niet verzorgende ouder de
school verzoeken om informatie over de schoolontwikkeling van zijn/haar kind te geven.
De school zal deze gegevens "moeten" verstrekken mits zich geen conflictsituaties
voordoen en de belangen van het kind geschaad worden. Er zal echter altijd een verzoek
aan de school aan vooraf moeten gaan.
Als er informatie aan de niet verzorgende ouder wordt verschaft zullen wij de
verzorgende ouder hierover inlichten. Het feit dat de verzorgende ouder bezwaar heeft
tegen informatie verschaffing aan de niet verzorgende ouder, mag voor de school geen
reden zijn om de gevraagde informatie niet te verschaffen.
De school mag niet worden belast met de gevolgen van spanningen binnen de
omgangsregeling. Er kunnen dus geen bezoeken op school plaatsvinden. Bij spanningen
tussen beide ouders kan de school geen rol spelen.
Bij onverwacht bezoek op school van de niet verzorgende ouder, zal contact met het kind
zoveel mogelijk worden vermeden. Het kind moet zich op school veilig kunnen voelen en
mag niet in een loyaliteitscrisis gebracht worden of dit bezoek als bedreigend ervaren.
Als de problemen tussen de beide ex-partners zich verergeren, wil het wel eens
voorkomen dat de advocaat van een van de partijen informatie wil over het kind. De
scholen zullen niet op een dergelijk verzoek ingaan. In het geval dat de Raad voor de
Kinderbescherming een informatieverzoek aan de school richt, dan werkt de school hier
aan mee.
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)
De scholen die onderdeel zijn van de stichting Westerwijs zijn ondergebracht in clusters.
Elk van die clusters praat via twee vertegenwoordigers mee in de GMR van de stichting
Westerwijs: één vertegenwoordiger van de ouders en één van het personeel.
De GMR heeft het recht om het bestuur te adviseren over zaken die voor alle scholen
belangrijk zijn. Belangrijke beslissingen kunnen alleen door het bestuur genomen worden
na advies of instemming van de GMR.
De medezeggenschapsraad (MR)
Alle scholen kennen een medezeggenschapsraad (MR). In deze raad zitten ouders en
leerkrachten van de school. De MR heeft een wettelijke status. Dat wil zeggen dat de
raad advies kan uitbrengen aan het bevoegd gezag over aangelegenheden die de school
aangaan. Ook heeft de raad in bepaalde gevallen instemmingsrecht. Leden van deze raad
worden gekozen door de ouders (oudergeleding) en de leerkrachten
(leerkrachtengeleding). De taken en bevoegdheden van de MR staan beschreven in een
medezeggenschapsreglement. Dit reglement ligt op school ter inzage.
Eén keer per jaar wordt er een zakelijke ouderavond in de school gehouden. Daarin legt
de Medezeggenschapsraad verantwoording af over wat er het afgelopen jaar is gebeurd
en over de plannen voor het komende jaar.
U kunt de MR bereiken via een link op de website van de school.
Voor school overstijgende zaken is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
(GMR). Ook voor de GMR zijn de taken en bevoegdheden vastgelegd in een reglement.
Dit reglement ligt ook op school ter inzage. (zie ook de website www.westerwijs.nl)
Indien er sprake is van een geschil tussen het bestuur van de stichting Westerwijs en de
(G)MR, dan kan dit geschil worden voorgelegd aan de Landelijke Geschillencommissie.
De Oudervereniging (OV)
De Oudervereniging bestaat alleen uit ouders en houdt zich vooral bezig met de
organisatie van allerlei leuke activiteiten in nauwe samenwerking met het team.
De Oudervereniging heeft tot taak de groei en de bloei van de school te bevorderen. Eén
keer per jaar houdt zij een zakelijke ouderavond in de school. Op die avond leggen zowel
de Oudervereniging als de Medezeggenschapsraad verantwoording af over wat er het
42
afgelopen jaar is georganiseerd, over de bestedingen en over de plannen voor het
komende jaar.
De ouderbijdrage
Reglement vrijwillige ouderbijdrage, waaronder reductie/kwijtscheldingsprocedure.
Gebaseerd op de Wet PO.
Goedgekeurd door de MR in vergadering van 27 september 2011.
1. Het basisonderwijs is volgens de wet op het primair onderwijs gratis.
2. De school kan de ouders een bijdrage vragen voor de organisatie van diverse extra
activiteiten, welke niet door het ministerie bekostigd worden.
3. De OuderVereniging van de Hasselbraam regelt alle administratie van de betalingen van
de ouderbijdrage.
4. De ouders ontvangen aan het begin van het schooljaar een overeenkomst die zij voor
één schooljaar aan kunnen gaan.
5. Ouders kunnen in d.m.v. de overeenkomst kiezen om wel of niet hun kind(eren) deel te
laten nemen aan de activiteiten.
6. Het gevraagde bedrag bestaat uit 2 delen: een deel schoolreis en een deel overige
activiteiten. Per onderdeel kan er gekozen worden.
7. Wanneer de ouders hebben ondertekend zijn zij verplicht de ouderbijdrage te betalen.
8. De directie, de MR, de OV en het team doen een dringend beroep op alle ouders om de
bijdrage te betalen. Het geld komt direct ten goede aan de kinderen. Ieder kind profiteert
van alle activiteiten.
9. De OV presenteert op de jaarlijkse ouderavond in de eerste helft van het schooljaar de
jaarcijfers en de begroting voor het volgende jaar. De ouders kunnen op die avond
meedenken en vragen stellen.
10. Wanneer ouders niet kunnen betalen is het mogelijk om voor het onderdeel schoolreis
een aanvraag in te dienen bij de gemeente Leek. Hiervoor is het Participatiefonds
bedoeld. Een folder over dit Participatiefonds is op school ter inzage. Voor het andere
deel van de ouderbijdrage kunnen zij in een gesprek met de directie aangeven gebruik te
moeten maken van een kwijtscheldings- of betalingsregeling.
11. Wanneer ouders niet willen betalen wordt er tijdens de georganiseerde activiteiten, die
uit de ouderbijdrage worden betaald, aan hun kind(eren) een andere onderwijsactiviteit
aangeboden. Ieder kind heeft recht op onderwijs.
12. Wanneer kinderen gedurende het schooljaar op school komen kunnen de betreffende
ouders in aanmerking komen voor een reductieregeling op het totaal bedrag van de
overige activiteiten. Alleen het aantal maanden dat het kind op school zit, moet worden
betaald. Voor het deel schoolreis moet, indien de schoolreis nog niet heeft
plaatsgevonden volledig worden betaald.
13. Bij algemene vragen over de vrijwillige ouderbijdrage kunt u contact opnemen met de
directie.
14. Bij vragen omtrent de afwikkeling/administratie kunt u contact opnemen met de
penningmeester van de OV.
43
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage
„OBS De Hasselbraam‟ 2015/2016
Ondergetekende,
Naam ouder/verzorger : _________________________
Adres : _________________________
PC + Woonplaats : _________________________
Tel.nr. : _________________________
Bankrek.nr. : _________________ t.n.v. ____________________
Email : _________________________
Verklaart kennisgenomen te hebben van het ouderbijdrage reglement zoals opgenomen
in de schoolgids en dit als onderdeel van deze overeenkomst te aanvaarden.
De ouder/verzorger wenst de leerling(en) gebruik te laten maken van / deel te laten
nemen aan de volgende activiteiten:
De bedragen (activiteit A) worden zonodig bijgesteld voor nieuwe inschrijvingen in de
loop van het schooljaar.
Het totale pakket bestaat uit (A+B)
A. Schoolactiviteiten die niet onder het reguliere lesprogramma vallen, bv.
Kerstviering, sinterklaas, sportdag, verzekering, etc.
€
27,-
B. Schoolreizen:
Groep 1 t/m 4 € 25,-
Groep 5 en 6 € 32,50
Groep 7 en 8 € 67,50
De ouder/verzorger wenst gebruik te maken van:
Als volgt aangeven indien u gebruik wilt maken van een activiteit.
het gehele pakket A + B
Of
A
B
Niet intekenen op een activiteit dan wel niet (tijdig) betalen, betekent dat uw
kind/kinderen niet kan/kunnen deelnemen aan activiteiten of gebruik kan/kunnen maken
van een voorziening die uit de ouderbijdragen worden betaald.
De ouderbijdrage is ten behoeve van hierna vermelde leerling(en).
Naam kind Geboorte datum Groep
1
2
3
4
O.B.S. De Hasselbraam, De Knip 1-B, 9351 XZ Leek. Tel: 0594-514808 www.obsdehasselbraam-leek.nl
44
De ouder/verzorger wenst de ouderbijdrage als volgt te voldoen:
Per overschrijving 1 termijn vóór 21 oktober op rekening 33.51.25.794 t.n.v. OV OBS De
Hasselbraam
Per overschrijving in 3 gelijke termijnen vóór 21 oktober,1 januari en 1 april op rekening
33.51.25.794 t.n.v. OV OBS De Hasselbraam
Per automatische incasso 1 termijn op 21 oktober door middel van machtiging
Per automatische incasso 3 termijnen op 21 oktober, 1 januari en 1 april door middel van
machtiging
Ondergetekende machtigt hierbij de OBS De Hasselbraam het totaalbedrag van de
overeenkomst volgens de aangegeven betalingstermijn en pakketkeuze automatisch te
doen afschrijven van bovengenoemde rekeningnummer.
Handtekening
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor het schooljaar 2015-2016. Bij ondertekening
van deze overeenkomst verplicht u zich de verschuldigde ouderbijdrage te betalen.
Voor vragen kunt u contact opnemen met de directie.
Datum Handtekening
_____________ _____________________
Collectieve ongevallenverzekering
Door de oudervereniging is voor de leerlingen van de school een collectieve
ongevallenverzekering afgesloten.
De verzekering is van kracht tijdens de schooluren, tijdens schoolreizen, excursies en
bovendien van een uur voor tot een uur na schooltijd. Deze verzekering vergoedt geen
schade aan brillen, kleding of fietsen. Het is mogelijk om voor uw kind(eren) een 24-uurs
dekking af te sluiten. U moet dit dan echter zelf regelen.
W.A.-verzekering
Van ouders, die op de een of andere manier binnen de school helpen, wordt verwacht dat
ze een eigen W.A.-verzekering hebben. Daarnaast zijn leerkrachten, leden van de OV en
de MR en diegenen die werkzaamheden verrichten in het kader van ouderparticipatie, via
de gemeente verzekerd door een door de gemeente afgesloten
aansprakelijkheidsverzekering.
Zakelijke ouderavond
Aan het begin van elk schooljaar wordt door de Oudervereniging (OV) een zakelijke
ouderavond georganiseerd, waar ook het jaarverslag van de medezeggenschapsraad aan
de orde komt. Op deze avond staan onderwerpen als verslag van de activiteiten van de
ouderraad, financiën, begroting e.d. centraal. Er kan ook een thema besproken worden,
waarvoor een spreker uitgenodigd wordt.
45
Video en foto’s
Regelmatig maken we foto‟s of video-opnames van de activiteiten of gebeurtenissen.
Deze worden op de website geplaatst. Ook worden foto‟s ter illustratie gebruikt in door
school uitgegeven materiaal, zoals bijvoorbeeld de schoolgids, het informatieboekje,
schoolplan of de nieuwsbrief.
Mocht u bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto‟s of het maken van opnames, dan
dient u dit bij aanvang van het schooljaar schriftelijk kenbaar te maken aan de directeur
van de school.
Het overblijven / continurooster
De kinderen eten met de leerkracht in de klas. Hiervoor geven de ouders hun kinderen
gezond eten en drinken mee naar school. De kinderen zorgen ‟s morgens zelf voor het
neerzetten van de etenswaren in de koelkast in de klas. De maaltijd valt onder het
onderwijsaanbod (zie inhoud van de lessen). Voor het eten wordt er even lekker buiten
gespeeld. De leiding tijdens de middagpauze is de verantwoordelijkheid van een
leerkracht, ondersteund door 4 of 5 ouders. Deze leerkracht heeft na deze pleindienst ‟s
middags geen groepsverantwoordelijkheid en heeft dan zelf zijn/haar pauze. De ouders
van de groepen 1 en 2 helpen allemaal automatisch mee tijdens de pauze (en naar keuze
ook bij het eten). Hiervoor wordt een rooster opgesteld waarin ouders zich dienen op te
geven. Voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8 is een vaste groep vrijwillige ouders.
Regelmatig voert de directie overleg met deze ouders over het verloop en de ervaringen.
Door het verplicht meehelpen van alle kleuterouders, waarvoor door de ouders in
meerderheid is gekozen bij de opstart van het continurooster, is het mogelijk het
overblijven gratis te organiseren. Dit is ook een afspraak binnen de Brede School.
Ouders, die niet in de gelegenheid zijn om te komen helpen bij het overblijven, zullen in
overleg met de directie op een andere manier de school ondersteunen.
Buitenschoolse opvang (BSO)
Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de organisatie van de aansluiting tussen
school en BSO. Het bestuur is echter niet verantwoordelijk voor de uitvoering van de
BSO. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de kinderopvangorganisatie in de
zin van de wet kinderopvang.
De stichting Westerwijs heeft met verschillende organisaties contacten, die de voor- en
naschoolse opvang, opvang tijdens schoolvakanties, roostervrije dagen en studiedagen
van het lesgevende personeel van de basisscholen verzorgen. Hiermee is dus gekozen
voor het uitbesteden van de kinderopvang. Uiteraard bent u als ouders altijd vrij om zelf
de opvang voor uw kind(eren) anders te regelen.
Openbare Bibliotheek
Deze is gevestigd aan de Waezenburglaan te Leek en voor iedereen vrij toegankelijk.
Vanuit de bibliotheek worden enkele activiteiten georganiseerd.
Er zijn voor alle groepen abonnementen voor de bibliotheek, waardoor er boeken voor
de groep kunnen worden geleend.
Daarnaast kunnen ouders zelf voor hun kind een abonnement aanschaffen, want dit is
voor kinderen tot 18 jaar gratis.
Contacten met PABO, Alfa College en Noorderpoortcollege
Dit zijn de opleidingsinstituten voor leerkrachten (PABO) en opleidingen voor
klassenassistenten/onderwijsassistenten. (Noorderpoortcollege en Alfa)
Elk jaar bezoeken stagiair(e)s onze school. Dat kan zijn één dag per week over een
langere periode, maar het is ook mogelijk, dat men voor meer dagen per week in onze
school is. Op deze manier werkt de school mee aan het opleiden van jonge leerkrachten
of klassenassistenten/onderwijsassistenten en daarvoor in de plaats blijft de school op de
hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in onderwijsland.
46
Leerkrachten in opleiding (LIO) zijn vierdejaars PABO-studenten die in hun afsluitende
schooljaar een LIO-stage uitvoeren.
Zij moeten zelfstandig aan een groep leerlingen lesgeven. Dit gebeurt vanzelfsprekend
onder begeleiding van één van de vaste groepsleerkrachten.
Bijzondere activiteiten
Culturele activiteiten
Ieder jaar worden er voor de groepen culturele activiteiten georganiseerd.
Samen met CBS Van Panhuys proberen wij voorstellingen in de school te halen, zodat er
geen vervoersproblemen zijn.
Kunststation C is een provinciaal Platform met medewerkers, die de scholen op cultureel
gebied ondersteuning kan bieden. Voor bepaalde thema‟s en activiteiten doen wij een
beroep op Kunststation C.
Sportdag
Sporten en Bewegen is belangrijk en daarom organiseert de school jaarlijks (met hulp
van ouders) een sportdag. Deze dag wordt gehouden op het naastgelegen sportpark van
VEV. Voor de jongste kinderen ligt de nadruk per onderdeel meer op spel.
De organisatie van de sportdag is grotendeels in handen van de vakleerkracht
lichamelijke opvoeding.
Sportdag september 2014
47
Toernooien
De school doet ook mee aan verschillende toernooien. Toernooien die onder schooltijd
plaatsvinden vallen onder de verantwoordelijkheid van de school en worden ook begeleid
door leerkrachten.
Verder kunnen de kinderen zich via de school opgeven voor verschillende andere
toernooien, die met medewerking van de gemeente Leek bekend worden gemaakt (in
weekenden of vakanties). De organisatie en verantwoordelijkheid van deze toernooien
ligt bij de organiserende instanties. Voor de begeleiding zijn ouders zelf verantwoordelijk.
Voorbeelden van dit soort toernooien buiten schooltijd zijn: dammen, voetballen,
tennissen, handballen.
In het kader van gezond bewegen stimuleert de school de opgave van kinderen voor de
Leekster Lente Loop.
De Oudervereniging heeft prachtige t-shirts ,voorzien van het logo van de school voor
alle groepen aangeschaft. De kinderen dragen het schoolshirt tijdens de deelname aan de
diverse activiteiten.
Dammen
Onze school heeft een speciale reputatie op het gebied van het dammen. De nationaal
kampioene dammen van 2010 is per augustus 2011 van school gegaan. Ook het
damteam, bestaande uit 5 leerlingen heeft in de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011
meegedaan aan de landelijke finale. Als voorbereiding op deze toernooien wordt na
schooltijd, onder leiding van bezielende ouders, flink geoefend.
In het schooljaar 2013-2014 behaalde de jongste leeftijdsgroep opnieuw de landelijke
finale en werd zesde! .
Meesters- en juffendag
Alle leerkrachten vieren hun verjaardag gezamenlijk op 1 dag. Door dit centraal te
organiseren zijn er meer mogelijkheden tot het huren van een bijzonder spel of
materiaal. Ook het gezamenlijk feest vieren, in plaats van alle groepen afzonderlijk,
vinden we belangrijk.
Schoolreizen
Iedere groep gaat één keer per jaar op schoolreis. De organisatie hiervan berust bij de
leerkrachten, terwijl de OV het beheer over het budget heeft.
De groepen 1/2 en 3/4 blijven meestal in de buurt, zij houden hun schoolreisje in de
maanden mei of juni.
De groepen 5/6 gaan per (combinatie)groep aan het begin van het schooljaar naar een
schoolreisbestemming met één overnachting.
De leerlingen van groep 7/8 hebben aan het begin van het schooljaar een meerdaagse
schoolreis. Het ene jaar gaan zij naar een Waddeneiland, het volgende jaar blijven zij in
de omgeving.
Over de gehele basisschoolperiode wordt gestreefd naar een afwisseling in bestemming.
De begeleiding van ouders bij de schoolreizen wordt door de leerkracht geregeld.
Daarbij worden de vaste hulpouders van OV / MR /groepsouders, bekeken over twee
schooljaren als eerste benaderd.
Excursies
In het kader van een project of een bepaald vakgebied gaan de groepen regelmatig op
excursie. Bezoekjes aan een bakker, museum, bibliotheek, enz. behoren dan tot de
mogelijkheden.
48
Projecten
In de methodes voor wereldverkenning worden thema‟s aangeboden. Daarnaast
organiseren we jaarlijks een thema voor de gehele school. Iedere groep werkt de
thema‟s in meerdere of mindere mate uit.
Na afloop van het schoolbrede project volgt een presentatie, soms voor de ouders, soms
alleen voor de andere groepen.
Het schooljaar 2015-2016 heeft als centraal thema: „Raar maar waar ‟ over Wetenschap
en Techniek tijdens de Kinderboekenweek in de maand oktober.
Goed burgerschap
Een taak van de basisschool is het actief bevorderen van goed burgerschap.
Het goede doel:
In het kader van goed burgerschap houden we ieder schooljaar een actie voor het goede
doel.
Aan de hand van wereldnieuws en/of belangstelling van de kinderen wordt er een
inzamelingsactie gehouden. Kinderen leren iets te doen voor anderen, die het veel
slechter hebben dan zijzelf.
Groep 7/8 gaat jaarlijks met de verkoop van de kinderpostzegels aan de slag.
Ook staat er ieder jaar in het voorjaar een container voor het inzamelen van gebruikte
kleding bij school. De opbrengst is voor het Lilianefonds.
Om de aandacht voor de eigen leefomgeving te bevorderen houden we in het voorjaar,
samen met cbs van Panhuys, een schoonmaakactie waarbij alle afval bij de school wordt
verzameld en vervolgens wordt afgevoerd.
Afscheid groep 8
Groep 8 is een speciale groep in de school. Na een jarenlang verblijf op de basisschool
maken deze kinderen de overstap naar het voortgezet onderwijs. Tijdens een speciale
middag/avond, aan het eind van het schooljaar, nemen de leerlingen van groep 8
„afscheid‟ van hun oude school.
Uiteraard worden de betrokken ouders ook voor een deel van dit speciale moment
uitgenodigd.
Opening Kinderboekenweek 2014; 2 leerlingen groep 8 beelden het
verhaal uit
49
Tot slot
We hopen dat u middels deze schoolgids een duidelijk en volledig beeld heeft gekregen
van het onderwijs op De Hasselbraam.
Voor ouders die nog een keuze voor een school moeten maken hopen we dat deze
schoolgids u op weg heeft geholpen. Uiteraard zijn er meer manieren om aan informatie
te komen:
een bezoekje aan de website van de school www.obsdehasselbraam-leek.nl
een schoolbezoek. Een kennismakingsgesprek met de directeur en een rondleiding door
de school
uw kind doet een dag mee in de toekomstige groep
informatie inwinnen bij andere ouders of bij één van de ouders van de oudervereniging
(OV) of de medezeggenschapsraad (MR)
lezen van de ouderbrochure van het ministerie van Onderwijs
lezen van de informatiebrochure van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs
Als u vragen heeft over het onderwijs in het algemeen of vragen die u liever eerst met
een onafhankelijk iemand wilt doorspreken, dan kunt u ook contact opnemen met 0800 -
5010. Dit is de vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs.
Via www.50tien.nl kunt u ook antwoord krijgen op uw vragen.
We hopen dat u een goede schoolkeuze maakt voor uw kind en voor u zelf.
Met vriendelijke groet,
namens de Medezeggenschapsraad, namens het team,
Peter van Huffelen, Henriëtte Bakker,
voorzitter schooldirecteur a.i.
50
Adressen
Bestuur stichting Westerwijs
Mail : [email protected]
Bestuursleden :
Dhr. A.J.C. van Pelt voorzitter
Dhr. A.J.P. Louman secretaris
Dhr. S.F.A. de Ruijter penningmeester
Dhr. K.H. Landman vice voorzitter
Dhr. A.G.J. Bruijn lid
Mevr. Y.N. Eisinga-Moorlag lid
Dhr. H. Bloupot, lid
Dhr. A.J.H.M. Kurvers, lid
Algemene directie stichting Westerwijs
Postadres: Postbus 46, 9363 ZG Marum
Telefoon: (0594) 641166
Mail: [email protected]
Internet: www.westerwijs.nl
Onderwijsinspectie
Op verzoek van de inspectie plaatsen we de volgende gegevens.
Inspectie van het onderwijs
www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over onderwijs: (0800) 8051 (gratis)
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek
geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs (0900) 1113111 (lokaal tarief)
Leerplicht
Voor vragen omtrent leerplicht kunt u zich wenden tot de directeur van de school of tot
BLOK Westerkwartier via [email protected]
SWV 20.01 (Samenwerkingsverband)
Postbus 8061
9720 KB GRONINGEN
050-5209120
Telefoonnummers
Advies en Meldpunt Kindermishandeling
Het telefoonnummer voor het advies- en meldpunt Kindermishandeling is 0900-1231230.
Dit nummer is niet gratis en kost € 0,05 per minuut.
Vertrouwensarts, tel. (050) 5272525
Kindertelefoon, tel. ( 0800) 0432
Opvoedtelefoon, tel. (0900) 8212205
Algemeen maatschappelijk werk Noordermaat, tel. (0592) 343243
Ouder- en kindzorg, tel. (0900) 8615
51
Informatie op internet
Hieronder worden enkele websites genoemd waar u informatie over diverse onderwijs
gerelateerde onderwerpen kunt vinden, als die al niet elders in deze schoolgids zijn
vermeld.
www.minocw.nl ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
www.onderwijsinspectie.nl de onderwijsinspectie
www.ggd.nl www.ggd.nl informatie over de GGD
www.ggdgroningen.nl informatiecentrum Gezondheid van de GGD Groningen
jeugdgezondheidszorg
www.amk-nederland.nl het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
www.bjzgroningen.nl Bureau Jeugdzorg Groningen
www.noordermaat.nl Maatschappelijk Werk Noordermaat
www.voo.nl de Vereniging Openbaar Onderwijs
www.kennisnet.nl de internetorganisatie voor het onderwijs
www.50tien.nl www.50tien.nl informatie en Advies site van de Vereniging Openbaar
Onderwijs
www.kindertelefoon.nl de kindertelefoon
www.steunpuntdyslexie.nl de informatiesite over dyslexie
Laatste schooldag 2013-2014: optreden schoolorkest o.l.v. een ouder
52